04.09.2013 Views

Relevant 4/2011 - Nvve

Relevant 4/2011 - Nvve

Relevant 4/2011 - Nvve

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

NVVE • nummer 4 • november <strong>2011</strong><br />

Gerda Havertong:<br />

‘Maak het mij niet moeilijk’<br />

• Politie onderzoekt niet-natuurlijke dood<br />

• De familie ‘dramt’ en de dokter verkrampt<br />

• Wat heb ik aan een gevolmachtigde?<br />

FOTOBIJLAGE<br />

D I T<br />

I S<br />

D E N V V E


<strong>Relevant</strong><br />

is een uitgave van de NVVE,<br />

Nederlandse Vereniging<br />

voor een Vrijwillig Levenseinde,<br />

en verschijnt<br />

viermaal per jaar<br />

November <strong>2011</strong><br />

jaargang 37, nummer 4<br />

Redactieadres<br />

<strong>Relevant</strong>, Postbus 75331<br />

1070 AH Amsterdam<br />

tel. 020 - 620 06 90<br />

fax 020 - 420 72 16<br />

e-mail relevant@nvve.nl<br />

Redactie<br />

Hans van Dam<br />

Leo Enthoven<br />

Marijke Hilhorst<br />

Walburg de Jong<br />

Anja Krabben<br />

Marleen Peters<br />

Fred Verbakel<br />

Els Wiegant<br />

Bladmanager<br />

Ronald van Rheenen<br />

Eindredactie<br />

Janneke Vonkeman<br />

Fotografie<br />

Charlotte Bogaert<br />

Illustraties<br />

Greet Egbers, Peter de Wit<br />

Vormgeving<br />

CASE, Breda<br />

Correcties<br />

Evelyn Jongman<br />

Druk<br />

Senefelder Misset,<br />

Doetinchem<br />

Oplage<br />

140.000<br />

Abonnement<br />

<strong>Relevant</strong> is gratis voor<br />

leden, lidmaatschap<br />

h 17,50 p.p.p.j.<br />

Jaarabonnement niet-leden<br />

h 10,-.<br />

Gesproken versie<br />

Voor mensen met een<br />

leeshandicap is <strong>Relevant</strong><br />

op cd-rom aan te vragen<br />

via het bureau van de<br />

NVVE.<br />

Advertenties<br />

All-Round Media Services,<br />

Haarlem<br />

tel. 023 – 524 53 36<br />

e-mail amedia@xs4all.nl<br />

Copyright<br />

NVVE, Amsterdam<br />

Overname van artikelen<br />

is toegestaan mits met<br />

bronvermelding en in<br />

overleg met de redactie.<br />

ISSN 1381-2866<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

INHOUD<br />

EXTRA:<br />

FOTOBIJLAGE<br />

4 Gerda en Wiesje<br />

Gerda Havertong, veelzijdig podiumkunstenaar, maakte mee hoe<br />

haar moeder dement werd. Zelf wil ze de ontluistering voor zijn;<br />

daarover is ze heel duidelijk. En intussen maakt ze zich sterk<br />

voor de stichting die ze naar haar moeder Wiesje noemde,<br />

om dementen in Suriname te helpen. Een interview.<br />

8 Verdachte omstandigheden<br />

Hoe vredig ingeslapen ook, voor de politie is het vinden van<br />

een dode geen routine. Alleen kan het onvermijdelijke detectiveonderzoek<br />

nabestaanden erg rauw op hun dak vallen.<br />

10 Familiegedram<br />

Dringt de familie aan op euthanasie, dan kan de dokter zich een<br />

soort klusjesman voelen. In de moeizame communicatie tussen<br />

artsen en naasten is de patiënt niet altijd hoorbaar.<br />

12 Spreekbuis van de patiënt<br />

De dokter moet een gevolmachtigde zien als de patiënt zelf –<br />

dat is de filosofie. Lukt het in de praktijk? Een interview met<br />

Esther Pans, een meer dan deskundig juriste.<br />

16 Verzekerd of niet<br />

Euthanasie is voor Nederlandse verzekeringsmaatschappijen<br />

niets geks. Welke verzekeringen spelen een rol?<br />

17 Ver van ons (sterf)bed<br />

Op Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben ze sinds vorig<br />

jaar dezelfde wetgeving als Nederland. Neokoloniaal?<br />

21 Arts en macht<br />

Jan Meulenbelt, NVVE-lid van het eerste uur, signaleert<br />

een bijverschijnsel van de euthanasiewet.<br />

DIT IS DE NVVE<br />

Ze zijn gemotiveerd, blij om ergens te werken waar het niet<br />

gaat om winst, maar om iets veel wezenlijkers. Wat drijft<br />

de medewerkers van de NVVE nog meer?<br />

VERDER IN DIT NUMMER O.A.:<br />

7 COLUMN PETRA DE JONG<br />

9 COLUMN ROLF VAN DER MARCK<br />

14 KORT<br />

18 COLUMN WALBURG DE JONG + BRIEVEN<br />

20 DAGBOEK STOPPEN MET ETEN EN DRINKEN<br />

24 NVVE-NIEUWS + DIENSTEN


6<br />

12<br />

21<br />

24<br />

STRIJDBAAR<br />

REDACTIONEEL<br />

Bijna tien jaar na invoering van de euthanasiewet leidt de NVVE een allesbehalve<br />

slapend bestaan. Het waren tien jaar vol nieuwe initiatieven,<br />

die de laatste twee jaar in een stroomversnelling raakten. Er is aandacht<br />

gekomen voor waardigheid van sterven als centraal gegeven. Omgekeerd<br />

is verlies van waardig leven als grond voor euthanasie bepleit. De problematiek<br />

rond euthanasie bij dementie werd met succes op de kaart gezet.<br />

De NVVE ondersteunde ook de langzaam groeiende ruimte voor hulp bij<br />

zelfdoding aan chronisch psychiatrische patiënten. Bovendien staat de<br />

problematiek rond de stervenswens bij voltooid leven op de maatschappelijke<br />

en politieke agenda.<br />

Tijdens alle ontwikkelingen riep de NVVE artsen op om de ruimte die de<br />

euthanasiewet biedt daadwerkelijk te benutten, zodat minder mensen in<br />

de kou zouden staan. De resultaten zijn er. Het lijden van genoemde groepen<br />

is zichtbaarder geworden en dat leidde ertoe dat het taboe op stervenshulp<br />

aan mensen uit deze groepen kleiner wordt.<br />

De wetgeving vergt op het punt van euthanasie bij dementie en psychiatrische<br />

ziekten geen aanpassing; die hulp valt namelijk binnen de wet. In<br />

de laatste regeringscoalities is onder druk van christelijke partijen afgesproken<br />

dat de wettelijke ruimte niet zou worden vergroot en daarmee<br />

hadden ze, tegen wil en dank, evenmin mogelijkheden om de zich verruimende<br />

praktijk te verhinderen. Hierdoor gaat het zoals het in de geschiedenis<br />

altijd is gegaan: de praktijk zet de trend. Schoorvoetend gebeurt<br />

dat nu ook bij mensen die hun leven als voltooid ervaren. Een aantal van<br />

deze mensen lijdt onder een combinatie van niet-dodelijke kwalen die bij<br />

elkaar opgeteld het leven ernstig hinderen. Op grond van deze optelsom<br />

van kwalen is al stervenshulp verleend. Deze mensen hadden weliswaar<br />

de ervaring van voltooid leven, maar ook het ‘geluk’ dat er andere, medische<br />

problemen waren die de grondslag voor stervenshulp vormden. Zo<br />

verruimt de praktijk, zonder de grenzen van de wet te overschrijden.<br />

Maar de strijd is niet gestreden. Op 19 oktober was het precies twintig<br />

jaar geleden dat Huib Drion in NRC Handelsblad zijn pleidooi hield voor<br />

het beschikbaar stellen van een dodelijk middel aan oude mensen die dat<br />

wensten. Op die dag, dit jaar, was er het NVVE-symposium Voltooid Leven.<br />

Daar waren ruim 350 mensen en er was brede steun om het ideaal van<br />

Drion nu echt op korte termijn te verwezenlijken. Het symposium illustreerde<br />

een bemoedigende wisselwerking: een strijdbare achterban en<br />

een strijdbare NVVE die elkaar versterken. Eensgezind constateerde men<br />

dat van de politiek geen initiatieven te verwachten zijn. De druk om wettelijke<br />

ruimte te maken voor wat Drion voor ogen stond, zal vanuit de<br />

maatschappij moeten komen. Zo is het eerder gegaan, met de regeling<br />

van abortus bijvoorbeeld. Een brede beweging die een daad stelt, kan de<br />

politiek in beweging krijgen. Daartoe zijn op het NVVE-symposium concrete<br />

voorstellen gedaan, die binnenkort nader worden uitgewerkt. Hiermee<br />

komt de daadwerkelijke autonomie van mensen duidelijk dichterbij.<br />

Zoals het zich nu laat aanzien voor mensen die Drion bedoelde: de hoogbejaarden<br />

die hun leven als voltooid ervaren en onthecht raken aan het<br />

leven, al of niet met bijkomende, hinderlijke kwalen. n<br />

3


4<br />

‘Ik vind het niet menswaardig<br />

als je gedoemd bent afstand<br />

te doen van je herinneringen’<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong>


Gerda Havertong over dementie en zelfbeschikking<br />

‘DOE NIET ZO INGEWIKKELD’<br />

Entertainer noemt ze zich. Gerda Havertong (Paramaribo, 1946) is ook een geëngageerd kunstenaar. Twaalf jaar<br />

geleden richtte ze de stichting Wiesje op, voor hulp aan dementen in Suriname. Een gesprek over haar familie<br />

en over haar toekomst. door Leo Enthoven<br />

‘Als mensen me kwalijk nemen wat ik ga zeggen, dan mag<br />

dat. Ze hebben het volste recht. Ik zal hen niet tegenspreken.<br />

Maar ik heb de overtuiging dat geestelijk ziek zijn,<br />

dement zijn, je geest niet meer in de hand hebben, het<br />

ergste is wat je als mens kan overkomen.’<br />

Die krasse stellingname vraagt om verduidelijking. ‘Mensen<br />

willen communiceren met elkaar. We ontlenen ons<br />

bestaansrecht aan communicatie. Op het moment dat je<br />

niet meer met elkaar kunt communiceren, al is het maar<br />

vanuit die blik van verstandhouding – al zou alleen dát nog<br />

maar over zijn... Maar als je dat ook kwijt bent, ben je verloren.<br />

Ik dénk dan wel dat ik in jouw ogen lees dat je plezier<br />

hebt, maar dat is een invulling die ik aan jouw blik<br />

geef. Jij hebt mij dat niet zelf verteld.’<br />

Gerda Havertong heeft er met haar dochter over gepraat.<br />

‘Ik zei: “jij zorgt ervoor dat je mij een spuitje of een pil<br />

geeft als ik het allemaal niet meer begrijp”. Mijn dochter<br />

moest daar hartelijk om lachen en antwoordde: “Jij denkt<br />

toch niet dat ik jou een pil of spuitje geef als jij gezellig met<br />

een bal op mijn bank zit te spelen?” Dat wil ik dus niet<br />

hebben. Ik sta niet toe dat mijn omgeving bepaalt of ik het<br />

gezellig heb. Ik vind het niet menswaardig als je gedoemd<br />

bent afstand te doen van je herinneringen – zoals mijn<br />

moeder dat moest.’<br />

Hard gewerkt<br />

Op de ochtend van het interview stond Gerda Havertong<br />

zich ’s morgens om 7 uur al in een sportschool in het<br />

zweet te werken. ‘Mijn lijf is behoorlijk kapotgegaan met<br />

dat auto-ongeluk in 1995. Ik heb hard gewerkt om het allemaal<br />

weer voor elkaar te krijgen. Dat sporten is belangrijk<br />

om de zaak een beetje intact te houden.’ Bijna had ze<br />

een dwarslaesie overgehouden aan de botsing op de A1<br />

bij Apeldoorn. Een jaar lang moest ze keihard revalideren.<br />

Vaak is ze in de sportschool te vinden. Dikwijls ’s avonds,<br />

na een dag hard werken in de opnamestudio. ‘Dat geeft<br />

me een boost.’<br />

Thuis in Epse, vlakbij Deventer, in de kunstgalerij van haar<br />

echtgenoot Roelof Lenten, weet de veelzijdige theatermaker<br />

zich binnen en buiten omringd door schoonheid en inspirerende<br />

rust. In de monumentale boerderij domineren<br />

kunstwerken. Aan de andere kant van het brede raam liggen<br />

de beeldentuin, weilanden en uiterwaarden met bloemen<br />

en grazende koeien, en de IJssel met langs trekkende<br />

schepen. Actrice, presentator, verteller, zangeres, schrijfster,<br />

dagvoorzitter – het zijn etiketten die elk een deel van<br />

haar creativiteit benoemen.<br />

Na enig aarzelen antwoordt ze op de vraag hoe ze zichzelf<br />

met één woord zou omschrijven: ‘Entertainer. Eerst had<br />

dat woord voor mij iets van het minder serieuze. Ik heb<br />

liever dat iedereen herkent dat ik die vrouw ben met een<br />

vrolijke buitenkant en een serieuze binnenkant. Maar tegenwoordig<br />

vind ik mezelf een entertainer. Ik kan op heel<br />

veel vlakken de balans houden. Dat heeft te maken met<br />

mijn brede interesse, maar voornamelijk met discipline. Ik<br />

ben heel erg gedisciplineerd als het om mijn werk gaat. Ik<br />

ga er nooit van uit dat ik iets wel even doe.’<br />

Je sterrenbeeld is Weegschaal.<br />

‘Ik doe moeite om toegewijd te zijn. Altijd zoeken naar gelijkheid.<br />

De groep helpen die het niet helemaal zelf kan<br />

redden.’<br />

Sinds 1985 speel je in Sesamstraat.<br />

‘Ik ben ongelooflijk trots op mijn associatie met Sesamstraat<br />

en dat ik tijdig en ontijdig en gewenst en ongewenst<br />

in huiskamers heb vertoefd en vertoef. Mensen die vroeger<br />

kind waren en naar Sesamstraat keken, zijn nu zelf<br />

vader en moeder en kijken met hun eigen kinderen naar<br />

mij.’ Breed grijnzend: ‘Het belangrijkste is dat ik mij medeopvoeder<br />

voel, of misschien waan ik mij zo. Ik vind het<br />

heel mooi om in Sesamstraat mijn sporen achter te laten.<br />

Vergis je niet, sporen die je bij kinderen achterlaat zijn<br />

sporen voor het leven. Alles wat je als kind overkomt,<br />

neem je mee. Kinderen hebben het tegenwoordig heel erg<br />

moeilijk. Al die dwaze keuzes die er zijn, die wij ouderen<br />

voor hen laten gebeuren.’<br />

Je kleindochter ook?<br />

‘Die is twee. Die heeft geen weet van mij en Sesamstraat.’<br />

Schaterlachend: ‘Zij ziet wel dat die vrouw die Peetje uithangt,<br />

iets weg heeft van granma. Ik wil graag granma genoemd<br />

worden. In Suriname wordt altijd granma gezegd.<br />

En deze grootmoeder is een moderne grootmoeder. Als<br />

het niet lukt om mijn kleindochter te zien dan spreek ik<br />

moderne middelen aan. We skypen! Iedere dag zijn we<br />

even in elkaars woonkamer. Soms staat dat ding aan en<br />

hoor ik haar opeens roepen: “GRANMA, GRANMA, WAAR<br />

BEN JE?!” Dan moet ik komen kijken, dan wil ze me wat<br />

vertellen. Dat is ontzettend leuk.’ Haar lach zet een vette<br />

streep onder de laatste twee woorden.<br />

Pedagoge<br />

Gerda Havertong is de oudste van vijf kinderen. Ze heeft<br />

één broer en drie zussen. Geen van hen woont nog in Suriname.<br />

En alle vijf ‘hadden ze hun bekkie los’, zoals ze dat<br />

omschrijft. Ze kwam naar Nederland voor haar hoofdakte<br />

kleuterleidster en studeerde uiteindelijk af in de pedagogiek<br />

5


6<br />

EEN VERPLEEGHUIS VOOR DEMENTEN<br />

IN PARAMARIBO<br />

Gerda Havertong richtte eind 1999 de stichting Wiesje op.<br />

Het was het jaar waarin haar moeder, Wiesje Havertong-<br />

Nooitmeer, op 72-jarige leeftijd overleed. De stichting zet<br />

zich in voor mensen met dementie in Suriname.<br />

Stichting Wiesje zamelt jaarlijks geld in en heeft al veel<br />

bereikt. Er is al een centrum voor dagopvang voor mensen<br />

met dementie en er is ook een kenniscentrum opgericht.<br />

Dat kenniscentrum brengt het probleem van dementie in<br />

Suriname zo goed mogelijk in kaart en zorgt voor verspreiding<br />

van die kennis. Een grote ambitie is de verwezenlijking<br />

van een 24-uurs-woonvoorziening voor mensen met<br />

dementie. In Paramaribo is al een stuk grond beschikbaar.<br />

Als de voorbereidingen voorspoedig verlopen, kan de bouw<br />

misschien in de eerste helft van 2012 beginnen.<br />

De opvang van dementen is in Suriname slecht geregeld. Er<br />

is gebrek aan alles: aan geld, deskundigheid, materieel,<br />

huisvesting. Patiënten kunnen er in psychiatrische inrichtingen<br />

belanden met het label ‘gek’. In het verpleeghuis<br />

waar Wiesje Havertong-Nooitmeer verbleef,<br />

werkten 43 personen van wie er één gediplomeerd was.<br />

Gerda Havertong: ‘Het is een missie die ik heb en die moet<br />

ik tot een goed einde brengen. Ik proef dat we dicht bij het<br />

einde van de tunnel komen. Mijn voorzitterschap is niet<br />

afgebakend in jaren, maar in wanneer we dit project kunnen<br />

overdragen aan de Surinaamse samenleving. Die samenleving<br />

heeft een verplichting aan landgenoten die zich<br />

hun eigen leven niet meer kunnen herinneren.’<br />

Zie ook www.wiesje.nl<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

met als hoofdvak onderwijskunde. Als pedagoge doceerde<br />

ze op verschillende onderwijsniveaus in Nederland. In haar<br />

vrije tijd zong ze altijd in bandjes en deed ze mee aan amateurtoneelvoorstellingen.<br />

In 1980 zegde ze het onderwijs<br />

vaarwel om als fulltime artieste aan de slag te gaan.<br />

In haar Surinaamse nest had ze het altijd warm en goed.<br />

Ook al hadden haar ouders het niet breed, het was altijd<br />

prettig. Dat gevoel namen zij en haar broer en zussen mee<br />

toen ze uitvlogen.<br />

‘De verbazing was groot toen mijn vader op een dag alarm<br />

sloeg. Mijn moeder was van huis weggelopen. Acht uur heeft<br />

het geduurd voordat ze haar vonden, in een bos aan de rand<br />

van Paramaribo, zoekend naar haar slippers op weg naar<br />

haar zusje. Ze is in Nederland onderzocht. Dementie. Mijn<br />

vader stond erop om in Suriname te blijven wonen. Voor ons<br />

was het een ongelooflijke tragedie. Ineens hadden we een<br />

zieke moeder op achtduizend kilometer afstand. Het was<br />

heen en weer naar Paramaribo, dan die een weekje, dan<br />

die.’<br />

Haar vader was een en al toewijding: ‘Wellicht had hij in zijn<br />

achterhoofd dat zij zou herstellen. Misschien was dat de<br />

reden dat hij in Suriname wilde blijven. Hij heeft mijn moeder<br />

twee jaar thuis verzorgd. Toen kon het niet langer en<br />

werd ze opgenomen in een verpleeghuis. Drie keer per dag<br />

ging hij naar haar toe. Hij kookte soepjes voor haar, waste<br />

haar kleren. Mijn vader zei altijd: “Als het mij was overkomen<br />

had je moeder hetzelfde gedaan.”’<br />

Verdriet<br />

Het laatste jaar moest haar moeder het stellen zonder de<br />

zorg en de toewijding van haar echtgenoot. ‘Mijn vader, de<br />

sterkste man van de wereld, ik heb hem maar twee keer<br />

ziek meegemaakt, is een jaar eerder overleden dan mijn<br />

moeder. Binnen twee weken was hij dood, aan de ziekte<br />

van Kahler (kwaadaardige woekering van plasmacellen in<br />

het beenmerg, L.E.). We waren kapot, begrepen er niets<br />

van. Volgens een psycholoog is mijn vader doodgegaan<br />

aan verdriet. “Hij kon niet winnen van de dementie. Op het<br />

moment dat hij haar losliet heeft zijn geest het begeven”,<br />

vertelde de psycholoog.’<br />

‘Drie jaar heeft mijn moeder in dat verpleeghuis gewoond.<br />

In het laatste jaar van haar leven, na het overlijden van<br />

mijn vader, zijn wij, de kinderen, op en neer blijven reizen<br />

naar Suriname. De laatste jaren herkende ze ons niet<br />

meer. Een grappig voorval! (Nou ja, nu is het grappig, destijds<br />

kostte het me moeite om erover te praten. Zo zie je<br />

maar, tijd heelt wonden.) Ik kwam bij mijn moeder op bezoek<br />

en ik zat op de bank in haar kamer. Recht boven mij<br />

aan de muur hing een levensgrote poster met mij er op.<br />

Mijn moeder zat op haar bed. Ik zag haar blik van mij naar<br />

die poster gaan. Ik dacht, zal ze het nú misschien weten?<br />

Ik zei: “Mam, wie is dit?” en ik wees een paar keer op mijn<br />

gezicht en op die poster boven mij. Ze keek en zei: “Die<br />

verrottigheid, ik moet de zuster vragen om die rommel weg<br />

te halen.” Oooohhhhh, haar opmerking deed zó zeer! De<br />

tranen schoten me in de ogen. Mijn broer en zussen hebben<br />

me er lang mee geplaagd. Nu kan ik erom lachen.’<br />

Zie je op tegen het ouder worden?<br />

‘Ik heb angst dat ik dement ga worden, maar nergens<br />

staat dat het erfelijk is. In mijn familie was mijn moeder de<br />

eerste die dement werd. Na mijn moeder werd haar zusje


ALS ‘OUD-ACTRICE’<br />

IN TONEELSTUK OVER<br />

DEMENTIE<br />

De eenakter Monologica van de jonge toneelschrijfster<br />

Marrije Prins gaat over<br />

dementie. Gerda Havertong speelt Hélène,<br />

een dementerende oud-actrice van<br />

68, die in haar zoon haar minnaar ziet<br />

aan wie zij haar nieuwe monoloog wil<br />

voordragen. Poal Cairo speelt Frank, haar<br />

zoon, die al geruime tijd voor haar zorgt.<br />

Maar hij kan dat niet meer aan en wil een<br />

week op vakantie om tot zichzelf te komen.<br />

Op de dag van zijn vertrek maakt hij<br />

zich klaar voor zijn vlucht, en zij voor<br />

haar monoloog. Beiden gaan op in hun<br />

eigen verhaal, tot Hélène een confrontatie<br />

afdwingt die Frank doet beseffen dat<br />

alles anders is dan hij dacht.<br />

Zie ook www.mconline.nl<br />

dement. Die is ook overleden. Ik heb<br />

dus een beetje reden om rekening te<br />

houden met de mogelijkheid. Het ligt<br />

in de lijn der verwachting dat ik die genen<br />

heb. Ik ben heel erg mijn moeder,<br />

lijk meer en meer op haar naarmate ik<br />

ouder word. Soms loop ik mijn eigen<br />

spiegelbeeld voorbij en denk: Je bent<br />

bijna mama. Ik ben bezig me voor te<br />

bereiden, maar ik kan niet duiden hoe<br />

ik dat doe. Die voorbereiding voltrekt<br />

zich in mijn hoofd. Ik heb boeken gelezen<br />

van mensen die zich hadden voorbereid.<br />

Tegen de tijd dat ze dement<br />

raakten, waren ze hun voorbereidingen<br />

vergeten. Dat risico loop je met<br />

dementie.’<br />

Ze noemt Nederland een formulierenland.<br />

‘Papieren, papieren, papieren,<br />

schrijven, schrijven, schrijven, praten,<br />

praten, praten. Iedereen in mijn omgeving<br />

kent mijn standpunten. Iedereen<br />

weet dat ik voorstander ben van euthanasie<br />

in een vroeg stadium van<br />

míjn dementie. De procedures zijn zo<br />

vervelend. Papier invullen, op gesprek.<br />

Jongens, doe niet zo ingewikkeld! Ik<br />

ben nu goed bij mijn hoofd. Ik zeg dat<br />

ik het wil, dus maak het me niet te<br />

moeilijk. Het gaat om mijn leven.’ n<br />

PETRA DE JONG<br />

directeur NVVE<br />

VERLIJEREN<br />

Al zeilend verplaatst een schip zich niet alleen voorwaarts in het water,<br />

maar ook zijwaarts. Dit laatste heet verlijeren, de beweging in de richting<br />

van de lijzijde, de kant die niet in de wind maar in de luwte ligt. Tijdig<br />

bijstellen van de koers is nodig om op de juiste bestemming aan te komen.<br />

Zo’n bijstellende beweging hebben we in het afgelopen jaar ook<br />

gezien bij de artsenorganisatie KNMG.<br />

Door de Week van het Voltooid Leven, georganiseerd door de NVVE, en<br />

het burgerinitiatief voltooid leven van de initiatiefgroep Uit Vrije Wil, zag<br />

de KNMG zich gedwongen om de rol van de arts opnieuw te bezien bij<br />

verzoeken om hulp bij zelfdoding door oude mensen die hun leven voltooid<br />

vinden. De artsenorganisatie heeft daarvoor in het afgelopen jaar<br />

haar achterban geraadpleegd en is uiteindelijk gekomen met het standpunt<br />

‘De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde’. Een heel moedige<br />

zet en een stap in de goede richting.<br />

In het KNMG-standpunt staat dat de wet veel meer ruimte biedt om hulp<br />

te verlenen bij een verzoek om levensbeëindiging dan artsen vaak denken.<br />

Zo horen ook psychiatrische aandoeningen, dementie en voltooid<br />

leven tot problemen die kunnen leiden tot uitzichtloos en ondraaglijk lijden<br />

in de zin van de euthanasiewet. Daarnaast stelt de KNMG dat de<br />

arts een morele en professionele verantwoordelijkheid heeft om de patiënt<br />

tijdig te helpen bij het vinden van een andere arts, (ook) als die<br />

eerste principiële bezwaren heeft tegen euthanasie of hulp bij zelfdoding.<br />

En de arts moet goed uitleggen waarom hij het verzoek niet kan<br />

inwilligen. In alle gevallen dient de arts te voldoen aan de eisen die aan<br />

een goed hulpverlener worden gesteld. Zo hoort het tot de professionele<br />

plicht om juiste informatie te verstrekken en het lijden te verzachten,<br />

ook als de patiënt zelf, door bijvoorbeeld te stoppen met eten en drinken,<br />

acties onderneemt om zijn leven te beëindigen.<br />

Allemaal open deuren lijken het, maar blijkbaar was het nodig ze expliciet<br />

te benoemen. Door de media is het standpunt dan ook opgepakt als<br />

een koerswijziging van de KNMG. Diverse kranten spreken zelfs van een<br />

verruiming van de wet. Het standpunt dat er in het geval van een voltooid<br />

leven sprake moet zijn van een medische grondslag lijkt inderdaad<br />

op verruiming. Maar formeel staat de uitspraak van de Hoge Raad in de<br />

zaak-Brongersma nog steeds overeind, die stelt dat er sprake moet zijn<br />

van een medisch classificeerbare aandoening of ziekte.<br />

Het KNMG-rapport gaf ook aanleiding tot een reactie van bisschop Eijk,<br />

zelf arts. Hij verwoordt in het Katholiek Nieuwsblad enkele essentiële<br />

bezwaren vanuit katholiek perspectief. Hoopvol is echter dat hij stelt:<br />

‘De overdracht van het dossier van een arts met gewetensbezwaren aan<br />

een collega, die de zorg voor de patiënt overneemt, is in zekere mate<br />

een vorm van medewerking aan euthanasie, maar dan in verwijderde zin<br />

en stuit niet op onoverkomelijke ethische bezwaren.’ Een typisch geval<br />

van (een welkom) verlijeren. n<br />

7


8<br />

Zelfdoding geldt als niet-natuurlijke dood<br />

POLITIE AAN HET DOODSBED<br />

Het gebeurt in Nederland zo’n tweehonderd keer per jaar dat iemand van boven de zeventig zichzelf doodt, zonder<br />

hulp van derden. De politie kijkt in alle gevallen of er sprake is van een misdrijf. Dat kan schokkend zijn. Moet het?<br />

Een zelfdoding in Zuid-Holland: twee echtelieden, beiden 80,<br />

nemen een overdosis pijnstillers en slapen vredig in. Als hun<br />

zoon en dochter hen de volgende dag – zoals ze hadden afgesproken<br />

– vinden, wordt de politie gewaarschuwd. Door<br />

een misverstand over de melding verkeren de hulpdiensten<br />

in de veronderstelling dat er sprake is van een gevaarlijke<br />

situatie met giftig gas. Drie wagens rukken met loeiende sirenes<br />

uit.<br />

Ook de brandweer stuurt drie auto’s naar het adres. Die maken<br />

rechtsomkeert als blijkt dat het geen gevaarlijke situatie<br />

is. Desalniettemin zijn er acht mensen bij het daaropvolgende<br />

onderzoek betrokken. Als zij klaar zijn, laten zij de lichamen<br />

ontkleed maar toegedekt achter. ‘Het was een optreden<br />

met veel bombarie, maar tegenover mij en mijn broer waren<br />

de politiemensen heel discreet’, herinnert de dochter zich.<br />

Een andere zelfdoding, in Gelderland: een 85-jarige man, ziek<br />

en moe van het leven, neemt een overdosis insuline en<br />

sterft. Volgens afspraak vinden zijn huishoudelijke hulp en<br />

haar echtgenoot hem de volgende dag. De politie wordt gewaarschuwd.<br />

Wat zich daarna afspeelt, is voor een oude<br />

vriend van de man aanleiding een brief te sturen aan de burgemeester.<br />

Daarin noemt hij het politieoptreden ‘een vertoning,<br />

waarschijnlijk zoals de politie te werk gaat bij het oppakken<br />

van een gevaarlijke misdadiger’. Verder staat in de brief:<br />

‘Het is verontrustend dat de politie enerzijds klaagt over gebrek<br />

aan mankracht en middelen en anderzijds blijkbaar wel<br />

de tijd en aandacht heeft voor een dergelijk machtsvertoon.’<br />

Ongerust<br />

Zonder in te kunnen gaan op details van de zelfdoding in<br />

Gelderland, vanwege de privacy, wil de politie Gelderland-<br />

Midden wel in algemene termen tekst en uitleg geven over<br />

politieoptreden bij zelfdoding. Het is belangrijk dat het publiek<br />

begrijpt wat we doen en waarom, vindt groepschef tactische<br />

recherche Guido van de Ven.<br />

Hij legt uit dat de politie wettelijk verplicht is onderzoek te<br />

doen bij een niet-natuurlijke dood. In sommige gevallen zijn<br />

het agenten van de noodhulp die als eersten ter plaatse<br />

komen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de politie een melding<br />

heeft gekregen van een ongerust familielid, buren of de<br />

thuiszorg, omdat iemand de deur niet opendoet of niet op<br />

telefoontjes reageert.<br />

Van de Ven: ‘De noodhulp kan op allerlei situaties worden<br />

afgestuurd. Ze weten nooit wat ze zullen aantreffen. Het kan<br />

bovendien zijn dat ze al uren en uren in touw zijn of net nog<br />

een ruzie op straat hebben moeten sussen. Dat kan hun<br />

houding enigszins beïnvloeden. Maar ze stellen zich in alle<br />

gevallen zo professioneel mogelijk op.’<br />

door Els Wiegant<br />

In de meeste gevallen belt een huisarts of de gemeentelijk<br />

lijkschouwer de politie. Is het een natuurlijke dood, dan mag<br />

de (waarnemend) huisarts een verklaring van overlijden afgeven,<br />

waarna de begrafenis of crematie kan worden geregeld.<br />

Gaat het om een niet-natuurlijke dood, dan moet de<br />

politie samen met de lijkschouwer de doodsoorzaak vaststellen.<br />

‘We worden geacht te onderzoeken of de dood is<br />

veroorzaakt door een ongeluk, een misdrijf of door zelfdoding.’<br />

Hulp bij zelfdoding is een misdrijf, waarop volgens artikel<br />

294 van het Wetboek van Strafrecht een gevangenisstraf<br />

van ten hoogste drie jaar of een geldboete staat. Heeft<br />

iemand zichzelf van het leven beroofd, dan moet de politie<br />

met zekerheid kunnen uitsluiten dat hij of zij daar hulp bij<br />

heeft gekregen.<br />

‘De wettelijke taak van de politie is: waarheidsvinding.<br />

Daarom moeten wij kritisch zijn. Tegen jongere collega’s<br />

zeg ik altijd: “Niets is wat het lijkt en zelfs dat niet.” Zit de<br />

deur op slot, zijn er geen sporen van braak en tref je iemand<br />

in bed aan met lege medicijndoosjes naast hem, dan<br />

ligt zelfdoding voor de hand. Maar blijkt iemand twee kleine<br />

injectiegaatjes in zijn onderrug te hebben, dan kan er een<br />

misdrijf in het spel zijn. Ik heb het gelukkig nog nooit meegemaakt,<br />

maar de politie kan om de tuin worden geleid en<br />

daar moeten we alert op zijn.’<br />

Bij een onderzoek zijn minimaal vier functionarissen betrokken:<br />

een tactische en een technische rechercheur van politie,<br />

de gemeentelijk lijkschouwer van de GGD, ook wel forensisch<br />

arts genoemd, en de hulpofficier van justitie.<br />

‘Die laatste is erbij omdat volgens de Wet op de lijkbezorging<br />

alleen de hulpofficier toestemming mag geven om een<br />

lichaam voor onderzoek te vervoeren, als dat nodig is. Bij<br />

een onderzoek kan een stagiair meelopen en er kunnen<br />

extra agenten ter plekke zijn om degene te horen die de<br />

dode heeft aangetroffen. We moeten in zulke situaties aan<br />

veel vormeisen voldoen en dan heb je algauw een hoop<br />

mensen over de vloer.’<br />

Lege portemonnee<br />

Elk van deze functionarissen heeft zijn eigen taak. De technisch<br />

rechercheur doet het technische onderzoek. Hij of zij<br />

maakt foto’s, soms een filmpje, van de situatie en van het<br />

stoffelijk overschot. Is er twijfel over de doodsoorzaak, dan<br />

kan een sporenonderzoek nodig zijn en wordt de omgeving<br />

onderzocht op vingerafdrukken bijvoorbeeld.<br />

‘Wij zijn de De Cocks van deze wereld’, omschrijft tactisch<br />

rechercheur Van de Ven zijn rol. ‘We kijken rond en nemen<br />

alle details in ons op. Staan er kastladen open, ligt er een<br />

lege portemonnee op tafel, staat een raam op een kier, zijn<br />

HH/Thomas Schlijper


er sporen van braak? Als de thuiszorger vertelt dat<br />

iemand al een tijd niet goed meer at, dan checken we<br />

dat. In de meeste gevallen hoef je niet aan dat soort<br />

informatie te twijfelen, maar zoals gezegd: niets is wat<br />

het lijkt.’<br />

De gemeentelijk lijkschouwer onderzoekt het lichaam<br />

van de overledene en bekijkt of de toestand van het<br />

lichaam overeenkomt met de vermoedelijke doodsoorzaak.<br />

Daarvoor is het noodzakelijk dat de dode wordt<br />

uitgekleed. ‘Weer aankleden kost veel tijd, die we niet<br />

altijd hebben. En omdat het lichaam daarna meestal<br />

direct wordt gewassen en opgebaard, laten we dat uit<br />

praktische overwegingen vaak achterwege. Dat kan<br />

voor familie best moeilijk zijn, maar we leggen dit altijd<br />

zoveel mogelijk uit.’<br />

Een dode aantreffen is ook voor veel politiemensen<br />

een emotionele ervaring, zegt Guido van de Ven. ‘Ook<br />

wij vinden het eng om de pols te voelen van iemand die<br />

dood lijkt. Politiemensen zijn doeners en we doen misschien<br />

wel stoer, maar dat is onze manier van verwerken,<br />

van ermee omgaan. Voor ons is een overledene<br />

gewoon een mens en die behandelen we met respect.’<br />

Sporen<br />

Op de vraag of er tijdens de politieopleiding specifieke<br />

aandacht wordt besteed aan zelfdoding en het omgaan<br />

met nabestaanden, antwoordt hij: ‘Mijn opleiding ligt al<br />

even achter me. Destijds was daar niet specifiek aandacht<br />

voor. We leerden hoe we ons moeten gedragen<br />

op de plaats waar een dode wordt aangetroffen. Dat we<br />

bijvoorbeeld niet met moddervoeten eventuele sporen<br />

onbruikbaar maken. Maar dat zijn algemene regels.’<br />

Voor de politie Gelderland-Midden was de ingezonden<br />

brief over de zelfdoding van de 85-jarige geen aanleiding<br />

voor aanpassing van het protocol. ‘Wat we als politie<br />

doen bij de melding van een niet-natuurlijke dood,<br />

staat beschreven in de wet. Dat kunnen we niet veranderen.’<br />

Wel is de brief door de klachtencommissie van de politie<br />

behandeld en aan de schrijver ervan is uitleg gegeven<br />

over het politie-optreden. De betreffende leidinggevenden<br />

zijn ook over de brief geïnformeerd. ‘We kunnen<br />

ons voorstellen dat ons optreden nabestaanden en<br />

betrokkenen rauw op hun dak kan vallen. Daar proberen<br />

we ook zoveel mogelijk rekening mee te houden,<br />

door meteen uit te leggen waarom we doen wat we<br />

doen.’ n<br />

ROLF VAN DER MARCK<br />

oud-redacteur Euthanavisie<br />

VOLLEDIG TABOE<br />

Suriname is doordesemd van geloof. Al liet het koloniaal<br />

bestuur pas in het midden van de achtiende eeuw<br />

zendelingen toe, zij hebben zich met veel succes van<br />

hun taak gekweten. Het kan niet anders gezegd worden.<br />

Omdat zendelingen en missionarissen hun werk<br />

koppelden aan het verschaffen van onderwijs en medische<br />

zorg, vonden ze gemakkelijk toegang tot de<br />

toen voornamelijk Indiaanse en Creoolse bevolking.<br />

Die moesten dan wel hun animistische geloof afzweren<br />

en zich bekeren. Dat betekende lang niet altijd dat<br />

ze hun eigen goden afvallig werden en dat is merkbaar<br />

tot op de dag van vandaag. De toeloop van Surinamers<br />

in pinkstergemeenten of het volle evangelie<br />

is onder andere te verklaren door vergelijkbare gebruiken<br />

en rituelen.<br />

God is in Suriname alom aanwezig, alles gebeurt ‘met<br />

Gods wil’ en om de haverklap wenst Jan en alleman je<br />

‘Gods beste zegen’ toe. Daarnaast wordt bij ziekte of<br />

andere problemen veelvuldig teruggevallen op de bonuman<br />

(een priester of medium van het winti-geloof<br />

die behoort tot het cultureel erfgoed van de Afro-Surinamers)<br />

om de goden om advies te vragen. Bij offi-<br />

ciële vergaderingen, eerstesteenleggingen en ingebruikneming<br />

van nieuwe gebouwen wordt dikwijls een<br />

plengoffer aan de goden gebracht. Zulke gebruiken<br />

zijn gewoon blijven bestaan naast het lidmaatschap<br />

van een kerkgenootschap.<br />

Vanuit het animistisch geloof bezien is de dood het<br />

domein der goden waaraan je niet mag raken, waarover<br />

je niet mag spreken, zeker niet ijdel, laat staan<br />

spotten. Ook rationele mensen die niet al te gelovig<br />

zijn, buigen hier in het zicht van de dood het hoofd<br />

voor de goden. Bij begrafenissen worden in het mortuarium<br />

voor de directe familie dikwijls oude animistische<br />

rituelen voltrokken, waarna de dominee of de<br />

priester in de aula de christelijke uitvaartdienst leidt.<br />

Het wordt ook niet geaccepteerd als je zegt niet-gelovig<br />

of, erger nog, agnost of atheïst te zijn. Dat is hooguit<br />

bespreekbaar in een kleine kring van intimi en dan<br />

nog met de nodige voorzichtigheid. Eens werd ik benaderd<br />

door iemand (mij onbekend, later bleek het<br />

een plaatselijke rechter) die niet kon en wilde accepteren<br />

dat ik niet geloof. Sindsdien moet ik steeds opnieuw<br />

worden bekeerd wanneer we elkaar treffen.<br />

Waar euthanasie, vrijwillig levenseinde, hulp bij zelfdoding,<br />

et cetera, bij de christelijke kerken al nauwelijks<br />

bespreekbaar zijn, is dit alles vanuit het animisme<br />

bezien volledig taboe. n<br />

9


10<br />

OPINIE<br />

Naar wie luistert de dokter, behalve naar zichzelf?<br />

ER IS ECHT ZOIETS ALS ZELFBESCHIKKING<br />

In beslissingen over het levenseinde is ‘zelfbeschikking’ een centraal en gevreesd beginsel. Daarbij roept de<br />

stem van de familie soms ergernis op bij artsen. In andere gevallen wordt er juist onevenredig veel gewicht<br />

aan toegekend. door Hans van Dam<br />

In dagblad Trouw schreef huis- en verpleeghuisarts Ester<br />

Bertholet eerder dit jaar dat familie soms veel druk uitoefent<br />

bij het verzoek om beëindiging van het leven van een<br />

– veelal oudere – dierbare vader of moeder. De arts schreef<br />

dat ze familieleden hoort en ziet lijden onder angst, machteloosheid<br />

en misschien wel schaamte, maar dat ze de<br />

oudere er zelf weinig over hoort. Ze hekelt de maatschappij<br />

die ertoe zou neigen om ouderen met gebreken als<br />

waardeloze mensen te zien die feitelijk alleen geld kosten.<br />

Die maatschappij zou, meent ze, om díe reden hulp bij<br />

zelfdoding mogelijk willen maken.<br />

Bertholet verwijt haar collega’s dat ze te weinig kennis<br />

hebben van het behandelen van ernstig lijden. Voor haar<br />

staat vast dat lijden weggenomen kan worden, desnoods<br />

door iemand in diepe slaap te houden tot de dood erop<br />

volgt (palliatieve sedatie). De kop boven het artikel luidde<br />

“‘Zelfbeschikking’ is vooral wens van de familie.” De kop<br />

dekt de lading van dit stuk: zelfbeschikking staat tussen<br />

aanhalingstekens (het lijkt voor de arts geen reëel begrip)<br />

en de familie is verwijtbaar.<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

Niet ernstig genoeg<br />

Ruim een week na deze publicatie kreeg Aafke Groenhuijzen<br />

uit Rosmalen ruimte voor repliek in een ingezonden<br />

brief. Zij had het artikel van Bertholet gelezen, daags na<br />

de dood van haar man. Hij was overleden na zeer moeilijke<br />

weken, mede doordat de huisarts het lijden niet ernstig<br />

genoeg vond en daarom niet wilde ingaan op het verzoek<br />

om euthanasie – toen dat nog wél had gekund. Ze eindigt<br />

haar brief als volgt: ‘Het zijn zeker niet de verwanten die<br />

patiënten dwingen tot een euthanasieverzoek. Arme patiënten,<br />

ze worden zelf niet gehoord.’<br />

Huisarts en columnist voor Het Parool, Steven van de<br />

Vijver, bleek weer op een andere manier dan zijn collega<br />

Bertholet te worstelen met het probleem patiënt-familie.<br />

Hij had een patiënt met uitgezaaide longkanker overgenomen<br />

van een collega die vanwege het geloof geen euthanasie<br />

wilde doen. Van de Vijver stond voor een bekend dilemma:<br />

de patiënt had haast (die bevond zich als het ware<br />

in een brandend huis) maar zelf wilde de dokter tijd, zeker<br />

nu hij de patiënt niet kende, en de doodswens de enige<br />

Peter de Wit


hulpvraag was. Op zijn uitleg dat hij tijd nodig had, reageerde<br />

de familie verbaasd. Van de Vijver concludeerde:<br />

‘Het is niet de eerste keer dat ik mensen ontmoet voor wie<br />

euthanasie iets is als een lekkende gootsteen. Je belt een<br />

nummer en aan het einde van de week is het geregeld.’<br />

Paternalistisch<br />

In het gesprek ‘wappert’ de familie (in de woorden van Van<br />

de Vijver) met de wilsverklaring, erop wijzend dat je in Nederland<br />

toch recht hebt op euthanasie. Als de huisarts uitlegt<br />

dat dat echt anders ligt, betrapt hij zichzelf op een paternalistische<br />

toon. Maar ook hij komt tot de conclusie dat<br />

de wens tot snelle uitvoering van euthanasie soms eerder<br />

vanuit de familie komt dan vanuit de patiënt, ook in de situatie<br />

die hij meemaakte. ‘Zolang ik mijn sigaretje kan roken,<br />

kan ik het nog wel uitzingen’, zei de patiënte. Maar ze drukte<br />

hem wel op het hart ‘geen fratsen uit te halen met pillen<br />

of andere rotzooi om mijn leven te rekken’. Deze patiënte<br />

had er al voor getekend dat het jaartal 2010 op haar grafsteen<br />

zou komen staan, waarvan akte. De arts eindigt zijn<br />

krantencolumn met de mededeling dat hij een vervolgafspraak<br />

met de vrouw heeft gemaakt. Hieruit spreekt de<br />

suggestie, hopelijk, dat hij door de verkrampte manier<br />

waarop de familie praatte, kon heen kijken en met de patiënte<br />

wilde meegaan.<br />

De twee publicaties illustreren een probleem dat al bestaat<br />

sinds er openlijk wordt gepraat over beslissingen rondom<br />

de dood. In die discussie roeren zich steeds de uitersten.<br />

Aan de ene kant is er de familie die op hoge toon, al of niet<br />

wapperend met de wilsverklaring van een geliefd familielid,<br />

eist dat de dokter nú overgaat tot euthanasie. Helemaal<br />

aan de andere kant zijn er families die zich met hand en<br />

tand verzetten tegen het beperken van de behandelingen,<br />

zelfs in het zicht van een onafwendbare dood.<br />

De reacties van artsen tonen ook de uitersten en alles wat<br />

daartussen ligt. Doorbehandelen tegen beter weten in, omdat<br />

de familie niet wil dat de behandeling wordt gestopt tot<br />

en met het hardnekkig weigeren van euthanasie als de familie<br />

daarom vraagt, los van wat een patiënt werkelijk wil.<br />

En dan spelen er nog twee kwesties mee: de feitelijke<br />

plaats van de familie en de communicatie hierover. Dat<br />

laatste is het moeilijkst.<br />

Vetorecht<br />

De wil van de familie is ondergeschikt aan wat de persoon<br />

in kwestie wil. Als het erop aan komt, speelt familie de<br />

tweede, of misschien wel derde viool. En als dat de wens<br />

van de patiënt is, speelt de familie helemaal geen viool. Zo<br />

zwart op wit klinkt dat hard, maar het is wel zo en het is<br />

goed dat het zo is. Het zou bizar zijn als familieleden het<br />

vetorecht hadden over mijn uitdrukkelijke laatste wens. Zo<br />

sterk geformuleerd zal iedereen dat met me eens zijn,<br />

maar de praktijk is soms anders. Ik heb vaak meegemaakt<br />

dat een medisch volstrekt zinloze behandeling (langdurig!)<br />

werd volgehouden, omdat de familie niet wilde dat er zou<br />

worden gestopt. Men kon moeder of vader nog niet missen,<br />

bijvoorbeeld.<br />

Andersom komt het vaak voor dat familie die aandringt op<br />

uitvoering van euthanasie wordt weggezet, bijvoorbeeld in<br />

een situatie dat iemand snel richting wilsonbekwaamheid<br />

gaat (zoals de man van Aafke Groenhuijzen). In zo’n geval<br />

verdiept de arts zich niet meer actief in wat werkelijk in zijn<br />

patiënt leeft. Dan kan zo’n opmerking volgen als: ze zingt<br />

het wel uit, zolang ze nog een sigaret kan roken. De arts<br />

vraagt niet meer onder welke omstandigheden iemand het<br />

niet meer kan uitzingen. Dat laatste vergt actief onderzoeken<br />

naar waar voor iemand de grens ligt en, nogmaals, dat<br />

gebeurt vaak minder naarmate de familie meer aandringt.<br />

De gemeenschappelijke factor in beide voorbeelden is dat<br />

de arts de beslissingen op afstand houdt die de dood<br />

doorgang zouden verlenen of bewerkstelligen. Hiermee zeg<br />

ik niet dat dat altijd het (onbewust) achterliggende motief<br />

is, maar wel dat dit voorkomt. En dan betaalt de patiënt de<br />

rekening: hij leeft langer dan hij wil of dan waarmee hij<br />

gediend is. Dat zou niemand moeten willen. Daarom is het<br />

zaak dat in de hectiek van deze beslissingen artsen en<br />

hulpverleners kritischer kijken naar hun eigen emoties en<br />

motieven.<br />

Drammen of manipuleren<br />

Wat Ester Bertholet zo onverbloemd laat zien, komt in vele<br />

varianten voor: een welhaast intuïtieve angst voor zelfbeschikking<br />

in haar zuiverste vorm. Dat wil zeggen: niet per<br />

se buiten de naasten om, maar als het niet anders kan<br />

wél. Want in laatste instantie telt altijd de wens van de<br />

betrokkene. Zo zouden we recht moeten wíllen doen.<br />

Het tweede punt betreft de communicatie. Aandringen van<br />

familie wordt door hulpverleners vaak gevoeld en daardoor<br />

geduid als drammen of zelfs manipuleren. Gebruik van uitdrukkingen<br />

als ‘wapperen met wilsverklaringen’ roept al<br />

een karikatuur op die niet getuigt van inzicht in wat werkelijk<br />

speelt. Zogenaamd drammende familie is vaak angstig,<br />

bijvoorbeeld over dat hun naaste wegzakt in een vorm van<br />

lijden die hij of zij nu juist had willen vermijden. Of er<br />

spreekt, inderdaad, onmacht uit om met de benarde of al<br />

bijna benarde situatie om te gaan. Dit zijn maar twee van<br />

de vele, vele mogelijkheden, maar steeds is het aan de<br />

arts of aan een andere hulpverlener om, achter wat zich<br />

zichtbaar voordoet, de dieper liggende gevoelens en achtergronden<br />

te ontdekken en daar rekening mee te houden.<br />

Aan de andere kant, een ‘overdreven’ hechten aan wat familie<br />

zegt, of eenzijdig benadrukken dat mensen in overleg<br />

met hun naasten moeten beslissen, kan verwijzen naar<br />

eigen weerstanden of naar de angst om werkelijk voorrang<br />

te geven aan zelfbeschikking. Als iemand sterft, kunnen<br />

andere problemen van naasten op verwrongen manieren<br />

naar buiten komen. Het is aan de arts om dat te doorzien.<br />

Hiernaast zijn er situaties waarin een patiënt om persoonlijke<br />

redenen geen enkele inbreng wil van kinderen of ouders,<br />

bijvoorbeeld als deze fundamenteel andere opvattingen<br />

hebben en ook nog dwingend zijn. Dan kan iemand,<br />

zonder die naasten, tóch een zorgvuldig besluit nemen.<br />

Hoge uitzondering<br />

Kortom, er is een breed palet aan mogelijkheden, waarbinnen<br />

het spreekwoordelijke gedram bij uitzondering voorkomt.<br />

Het verwijst vrijwel altijd naar achterliggende gevoelens<br />

van angst en machteloosheid. Het is aan hulpverleners<br />

om die te begrijpen. Juist dan blijft er volop ruimte om<br />

patiënten echt te horen en dus recht te doen. Laat zelfbeschikking<br />

vooral zelfbeschikking blijven. Moeilijk? Soms<br />

wel. Maar het moeilijke moet ook. n<br />

11


12<br />

Juriste Esther Pans: ‘Investeer in de relatie met de arts’<br />

GEVOLMACHTIGDE ALS DE PATIËNT ZIEN<br />

Wie een schriftelijke wilsverklaring heeft, kan een gevolmachtigde aanwijzen. Hoe werkt dat? Wat vinden artsen<br />

ervan? Juriste Esther Pans kent de theorie en de praktijk. En ze hamert op het belang van een goede relatie met<br />

de arts. Maar wat als dat onmogelijk is? door Fred Verbakel<br />

Een gevolmachtigde, dat kan iemands<br />

partner, zoon of dochter of een goede<br />

vriend(in) zijn. Deze kent de wensen<br />

omtrent het levenseinde van de betrokkene<br />

en heeft de bevoegdheid om<br />

als vertegenwoordiger op te treden<br />

wanneer de ‘volmachtgever’ zelf niet<br />

meer in staat is om zijn of haar belangen<br />

bij medische beslissingen te behartigen.<br />

NVVE-leden die in hun omgeving<br />

niemand kunnen vinden die hier<br />

geschikt voor is, kunnen een beroep<br />

doen op de Gevolmachtigdendienst<br />

van de vereniging.<br />

Juriste Esther Pans (35) heeft een duidelijke<br />

mening over de rol van gevolmachtigden.<br />

Zes jaar geleden promoveerde<br />

ze op een onderzoek naar de<br />

normatieve grondslagen van de euthanasiewet.<br />

Ze werkt als advocaat op het<br />

kantoor Kennedy Van der Laan in Amsterdam,<br />

is gespecialiseerd in het civiele<br />

(aansprakelijkheids)recht en doet<br />

ook medische tuchtzaken. Ze heeft bijvoorbeeld<br />

een familie bijgestaan die<br />

wilde dat de behandeling van een<br />

meervoudig gehandicapt kind werd<br />

<strong>Relevant</strong> 1/2010 4/<strong>2011</strong><br />

stopgezet. Dat lukte. Het medisch<br />

tuchtcollege in Amsterdam gaf de familie<br />

gelijk en berispte de arts wegens<br />

verwijtbaar zinloos medisch handelen.<br />

‘Hij was echt goed fout bezig.’<br />

Filosofie<br />

Esther Pans: ‘Zodra iemand niet meer<br />

wilsbekwaam is, dus als hij of zij niet<br />

meer in staat is zijn belangen goed te<br />

behartigen, dan moet hij proberen iemand<br />

te vinden die hem kan vertegenwoordigen.<br />

Meestal zal dat iemand uit<br />

de naaste omgeving zijn, een familielid<br />

of een partner. Die wordt de persoonlijke<br />

vertegenwoordiger en de<br />

arts moet deze vertegenwoordiger eigenlijk<br />

zien alsof het de patiënt is. Dat<br />

is de filosofie. Er wordt alleen naar díe<br />

persoon geluisterd, wat andere naasten<br />

ook vinden. Hij heeft een juridische<br />

status, hij is spreekbuis van de patiënt.’<br />

Belangrijk is dat de patiënt, liefst<br />

schriftelijk, aan zijn naasten en arts(en)<br />

duidelijk maakt wie zijn belangen behartigt,<br />

zegt Pans. ‘In de praktijk blijkt<br />

dat artsen moeite hebben om uitsluitend<br />

af te gaan op de aangewezen vertegenwoordiger.<br />

Zeker als de vertegenwoordiger<br />

van buiten komt, bijvoorbeeld<br />

via de Gevolmachtigdendienst<br />

van de NVVE. Van familieleden is het<br />

heel begrijpelijk dat ze namens jou optreden;<br />

bij een buitenstaander zal het<br />

altijd vragen oproepen. Wat zit erachter?<br />

Met name als het iemand is met<br />

een sterk ideologische achtergrond.<br />

Dus investeer in de relatie met de<br />

arts!’<br />

Mensen benaderen Esther Pans regelmatig<br />

met de vraag om aan hun arts<br />

uit te leggen wat allemaal kan. ‘Maar<br />

daar ben ik huiverig voor, omdat artsen<br />

totaal niet houden van juridisering.<br />

Ze vinden het bedreigend. Daarom<br />

leg ik patiënten, hun naasten of<br />

gemachtigden liever uit wat hun<br />

rechtspositie is en hoe ze hun onzekere<br />

arts kunnen helpen. Zorg ervoor<br />

dat hij een goede brief in z’n dossier<br />

heeft.’ Het gaat om een subtiel samenspel,<br />

zegt ze. ‘Zonder pressie. Als<br />

de dokter denkt: die naasten willen


wel érg graag, dan wekt dat argwaan.<br />

Tweespalt of geldelijk gewin werkt ook<br />

vertroebelend. Artsen lopen niet graag<br />

de kans dat iemand ze voor de tuchtrechter<br />

daagt of dat ze voor de toetsingscommissie<br />

hun gelijk moeten<br />

uitleggen. Ze zijn bang voor hun naam<br />

en hun positie.’ Ze vertelt dat ze heel<br />

veel klachten hoort uit het zuiden van<br />

het land, waar misschien het geloof<br />

nog een sterke rol speelt. ‘Dat maakt<br />

de taak voor gevolmachtigden ook<br />

zwaar.’ Bij twijfel, bij tegenstrijdige signalen<br />

zal de arts geneigd zijn geen<br />

euthanasie te geven.<br />

Pottenkijkers<br />

Als de verpleging in een verzorgingshuis<br />

tegen is, krijgt de arts het ook<br />

moeilijk. ‘Juridisch gezien doet de mening<br />

van al die pottenkijkers er niet<br />

toe, het gaat om de relatie tussen<br />

arts en patiënt, of tussen arts en gevolmachtigde<br />

als de patiënt wilsonbekwaam<br />

is. Maar ja, in de praktijk ligt<br />

dat anders. Het personeel kijkt mee,<br />

denkt mee. Het ziet iemand de hele<br />

dag… Soms kloppen de emoties niet<br />

meer met de uitingen. Je weet niet<br />

wat er in iemands hoofd omgaat. Dat<br />

iemand zit te huilen zegt niet dat hij<br />

verdrietig is. Iemand die lacht, hoeft<br />

niet vrolijk te zijn. Ook hier is het weer<br />

de arts die bepaalt of er sprake is van<br />

uitzichtloos en ondraaglijk lijden.’<br />

Een ander probleem is dat ouderen in<br />

een tehuis vaak een nieuwe arts krijgen,<br />

terwijl ze met hun huisarts al een<br />

langdurige verstandhouding hadden.<br />

De verpleeghuisarts kent de patiënt<br />

niet in goeden doen en kan zich minder<br />

goed voorstellen wat het voor hem<br />

of haar betekent totaal afhankelijk te<br />

zijn. Cijfers laten duidelijk zien dat het<br />

moeilijker is om in een verpleeghuis<br />

euthanasie te krijgen dan thuis. Ook<br />

groepspraktijken van artsen kunnen<br />

ongunstig zijn; de persoonlijke band<br />

kan daar verwateren als je niet oppast.<br />

Esther Pans: ‘Dus zorg ervoor<br />

dat alle artsen in zo’n praktijk op de<br />

hoogte zijn van je wensen.’ Ze voegt<br />

eraan toe: ‘Ik snap dat mensen heel<br />

boos worden als een arts de boot afhoudt,<br />

maar besef dat je als patiënt of<br />

gevolmachtigde veel van iemand<br />

vraagt. Artsen zijn allergisch voor<br />

dwang. Vooral jonge artsen komen liever<br />

in overleg tot een oplossing.’<br />

De huidige euthanasiewetgeving is<br />

tien jaar geleden ontstaan aan de<br />

hand van rechterlijke uitspraken. Bin-<br />

nen de wet is meer ruimte dan aanvankelijk<br />

werd gedacht. Esther Pans<br />

noemt het opvallend wat toetsingscommissies<br />

tegenwoordig goedkeuren.<br />

‘Met name bij dementie wordt<br />

veel meer geaccepteerd. Ze weten<br />

wat er leeft in de praktijk. Ze zijn over<br />

het algemeen vrij progressief. Ze hebben<br />

stapje voor stapje meer ruimte<br />

geboden, ondanks het kille politieke<br />

klimaat. Dat is heel moedig.’<br />

Morele verwijsplicht<br />

Het KNMG-standpunt van juni <strong>2011</strong> is<br />

een grote stap vooruit. De organisatie<br />

komt ook met een morele verwijsplicht<br />

voor haar leden. Die luidt: ‘De arts behoort<br />

de patiënt in de gelegenheid te<br />

stellen in contact te treden met een<br />

collega die geen principiële bezwaren<br />

heeft tegen euthanasie en hulp bij<br />

zelfdoding.’ (Zie ook de column van<br />

Petra de Jong op pag. 7, red.) Wel<br />

voegt de KNMG eraan toe: ‘Er is geen<br />

sprake van een juridische verwijsplicht<br />

maar wel van een morele en professionele<br />

verantwoordelijkheid om de patiënt<br />

tijdig hulp te verlenen bij het vinden<br />

van een arts (bijvoorbeeld binnen<br />

het samenwerkingsverband) die geen<br />

principiële bezwaren heeft tegen euthanasie<br />

of hulp bij zelfdoding.’<br />

‘JE ZAG NIET AAN HEM OF HIJ LEED’<br />

Als een arts principieel tegen euthanasie<br />

is, moet hij dat in een vroeg stadium<br />

kenbaar maken. In de praktijk<br />

blijkt dat patiënten hun voelsprieten<br />

moeten uitsteken als een arts zegt: ik<br />

laat je niet in de steek. Want zo’n toezegging<br />

kan van alles betekenen – palliatieve<br />

zorg, morele bijstand – maar<br />

meestal geen euthanasie.<br />

Esther Pans verwacht dat de vraag<br />

naar euthanasie met de vergrijzing in<br />

een stroomversnelling raakt. ‘De jonge<br />

ouderen van nu, laten we zeggen de<br />

zestigers, zijn veel mondiger. Artsen<br />

krijgen een zware dobber aan die grote<br />

groep als die de aftakeling niet tot het<br />

einde toe wil meemaken. Daar moeten<br />

ze iets mee en zo staat het ook in<br />

de wet. Artsen hebben een eigen verantwoordelijkheid,<br />

maar ze moeten<br />

zich ook verantwoorden tegenover de<br />

patiënt die niet zelf over die dodelijke<br />

middelen kan beschikken. Dat zullen<br />

lastige gesprekken worden. Het strafrecht<br />

is door de euthanasiewet niet<br />

voor niets op afstand gezet.’ n<br />

Esther Pans kent het probleem van euthanasie<br />

en dementie van nabij. Haar grootvader begon<br />

een jaar of zestien geleden te dementeren. Hij<br />

behoorde tot de voorvechters van het recht op<br />

euthanasie. Hij was al sinds de oprichting lid<br />

van de NVVE en wilde niet dement sterven. Het<br />

is wel gebeurd.<br />

‘Hij was tot het eind toe gezond en vrolijk en actief. Geen arts zal dan zeggen:<br />

we gaan de verklaring uitvoeren. Toen niet en ook nu nog niet. Ook niet als ik<br />

toen zijn gevolmachtigde was geweest. Je zag niet aan hem of hij leed. Het lijden<br />

moet zichtbaar zijn. Het blijft de professionele inschatting van de arts. In het<br />

tehuis waar mijn opa zat was hij de enige die geen medicijnen slikte. Hij was heel<br />

fit. Tot twee dagen voor zijn dood konden we nog lange wandelingen met hem<br />

maken. Hij is 83 geworden. Daarvan is hij zes jaar lang dement geweest.’<br />

Zou hij zijn familie die zes jaar kwalijk nemen?<br />

‘Dat is een gewetensvraag. De persoon die hij was, zou gruwen van de persoon<br />

die hij werd. Dat is waar. Maar de persoon die wij daar zagen lopen kreeg heel veel<br />

aandacht. Van vrouwen met wie hij ging koffiedrinken en wandelen in de tuin. Hij<br />

was heel geliefd. Het is een erg moeilijke inschatting. Artsen willen niet een<br />

ogenschijnlijk gelukkige man uit de recreatiezaal plukken en een spuit in de arm<br />

duwen met het dodelijke middel. Dat kun je je voorstellen. In de dagbehandeling<br />

had hij het in het begin moeilijk. Hij zei een keer: “Het ontbreekt hier aan niets,<br />

behalve aan verstand.” Hij was in het begin bij vlagen heel scherp maar over<br />

euthanasie sprak hij niet meer.’<br />

13


14<br />

KORT<br />

STEEDS MEER NEDERLANDERS<br />

VRAGEN HULP BIJ ZELFDODING<br />

Het aantal meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding<br />

nam in 2010 toe met 19 procent. De stijging<br />

betekent voor artsen onder meer dat zij lang moeten<br />

wachten op het oordeel van de toetsingscommissies.<br />

Net als in de jaren ervoor nam het aantal meldingen vorig<br />

jaar flink toe, zo blijkt uit het Jaarverslag 2010 van de regionale<br />

toetsingscommissies euthanasie. De meldingen<br />

zijn verplicht volgens de WTL, de Wet toetsing levensbeëindiging<br />

op verzoek en hulp bij zelfdoding. In 2009 kwamen<br />

2636 meldingen binnen; in 2010 waren dat er 3136.<br />

Volgens het jaarverslag van de toetsingscommissies voldeed<br />

het merendeel van de betrokken artsen aan de zorgvuldigheidseisen,<br />

ook in de 25 gevallen waarin de stervenshulp<br />

werd verleend aan dementerenden. Die groep op<br />

zichzelf vertoont eveneens een stijging: 2006 telde drie<br />

gevallen van dementie, 2009 zes. Twee psychiatrische<br />

(depressieve) patiënten kregen vorig jaar hulp; patiënten<br />

met kanker vormen de overgrote meerderheid (2548).<br />

‘Voltooid leven’ komt in het jaarverslag voor, maar niet als<br />

apart getelde categorie. Wel is bij één van de negentien<br />

beschreven casussen (casus 11) onderzocht of sprake<br />

was van ‘klaar met leven’, zoals de arts in deze casus zelf<br />

had aangevoerd. Maar de kwaal die toenemende blindheid<br />

veroorzaakte bij de bewuste vrouw – die ook andere zeer<br />

KNMG interpreteert euthanasiewet ruimer<br />

Het vernieuwde standpunt van artsenorganisatie<br />

KNMG kreeg deze herfst veel aandacht<br />

in de pers. In Trouw vertelde KNMGvoorzitter<br />

Arie Nieuwenhuijzen Kruseman<br />

dat de organisatie de ogen waren geopend<br />

door zowel de NVVE als de initiatiefgroep<br />

Uit Vrije Wil.<br />

Dat artsen hun patiënten te vaak in de kou<br />

laten staan, een verwijt dat vanuit de NVVE<br />

herhaaldelijk is geuit, heeft zijn uitwerking<br />

niet gemist. Samen met het initiatief van<br />

Uit Vrije Wil was dat ‘voor ons aanleiding<br />

om de praktijk van de euthanasiewet te<br />

analyseren’, zei de KNMG-voorzitter. Het<br />

kostte maanden onderzoek en discussie,<br />

maar begin september was het nieuwe<br />

standpunt klaar.<br />

Daarin wees de artsenorganisatie erop dat<br />

de meeste verzoeken om euthanasie worden<br />

afgewezen: van de 8400 krijgen er<br />

6000 geen gehoor. ‘Maar’, aldus de voorzitter<br />

in het interview in Trouw, ‘in een kleine<br />

2500 gevallen overleed de patiënt in de<br />

terminale fase, nog voordat het verzoek<br />

kon worden ingewilligd. Dat kan het gevolg<br />

zijn van artsen of patiënten die hun wens<br />

te laat kenbaar maken.’<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

hinderlijke kwalen had – werd door de toetsingscommissie<br />

gezien als de ‘medisch classificeerbare’ aandoening. Dat<br />

maakte dat de hulp bij zelfdoding als zorgvuldig werd beschouwd,<br />

los van de vraag of er sprake was van voltooid<br />

leven.<br />

Een nadeel van het toegenomen werk van de toetsingscommissies<br />

is de lange tijd die verstrijkt voordat artsen<br />

horen wat het oordeel is. Een arts die stervenshulp verleent,<br />

zou volgens de wet binnen enkele weken uitsluitsel<br />

moeten krijgen – daar heeft zijn of haar praktijk ook belang<br />

bij – maar de gemiddelde wachttijd is nu 63 dagen.<br />

Het ministerie van VWS laat eens in de vijf jaar onderzoek<br />

doen naar levensbeëindigend handelen door artsen: nieuwe<br />

resultaten daarvan worden eind 2012 verwacht.<br />

Nieuwenhuijzen Kruseman gaf toe dat artsen<br />

onvoldoende op de hoogte zijn met de<br />

euthanasiewet, ook doordat de gemiddelde<br />

arts er relatief weinig mee te maken<br />

zou krijgen, al blijkt uit gegevens van de<br />

NVVE dat de gemiddelde arts eens in de<br />

drie tot vijf jaar euthanasie uitvoert.<br />

Een van de belangrijkste aanbevelingen<br />

van de KNMG aan artsen is om tijdig contact<br />

te zoeken met deskundigen. Ook bevat<br />

het KNMG-standpunt de morele oproep<br />

aan ‘weigerartsen’ om patiënten direct<br />

door te verwijzen. (Zie ook de column van<br />

Petra de Jong, pag. 7.)<br />

A. Nieuwenhuijzen Kruseman<br />

‘Veel huisartsen<br />

weigeren’<br />

Uit een onderzoek onder<br />

achthonderd huisartsen in<br />

Nederland blijkt dat ruim<br />

een derde in de afgelopen<br />

vijf jaar een verzoek om euthanasie<br />

heeft geweigerd.<br />

Het onderzoek werd uitgevoerd<br />

door het televisieprogramma<br />

EenVandaag en het<br />

digitale tijdschrift Huisartsvandaag.<br />

Bijna driekwart van de ondervraagden<br />

zegt niet bereid<br />

te zijn mee te werken<br />

aan euthanasie bij patiënten<br />

met angst voor toekomstig<br />

ondraaglijk lijden. Maar<br />

20 procent vindt ‘voltooid<br />

leven’ een grond voor stervenshulp.<br />

Intussen kwam Omroep<br />

Max met de uitkomsten van<br />

een enquête onder ouderen:<br />

een derde vindt dat<br />

mensen die uit het leven<br />

willen stappen, ook als ze<br />

niet ernstig ziek zijn, recht


hebben om op een humane<br />

manier hun leven te beëindigen.<br />

Kabinet legt advies VN<br />

opnieuw terzijde<br />

Twee jaar geleden uitte het<br />

Mensenrechtencomité van<br />

de Verenigde Naties zijn<br />

zorg over de Nederlandse<br />

euthanasiewetgeving: die<br />

zorg bestaat nog steeds,<br />

maar minister Rosenthal<br />

van Buitenlandse Zaken<br />

heeft de kritiek opnieuw gepareerd.<br />

Het Nederlandse<br />

kabinet zegt geen probleem<br />

te zien in de huidige euthanasiepraktijk<br />

en wijst er met<br />

nadruk op dat, anders dan<br />

boze tongen willen, ‘de<br />

wens van een patiënt om<br />

geliefden niet langer tot last<br />

te zijn, geen geoorloofde<br />

grond is voor een euthanasieverzoek’.<br />

Anti-euthanasie-pastoor<br />

wekt woede kerkbestuur<br />

Drie van de zeven bestuursleden<br />

van de parochie Sint<br />

Jans Onthoofding in Liempde<br />

zijn opgestapt. Zij protesteren<br />

daarmee tegen<br />

het bisdom Den Bosch, dat<br />

niet optreedt tegen pastoor<br />

Norbert van der Sluis. Deze<br />

weigerde in augustus de<br />

uitvaart te verzorgen van<br />

een parochiaan die euthanasie<br />

had gekregen. De<br />

nabestaanden moesten uitwijken<br />

naar de kerk in Sint-<br />

Oedenrode, omdat de pastoor<br />

zijn kerk evenmin beschikbaar<br />

wilde stellen aan<br />

een andere pastoor.<br />

In de pers zei Van der Sluis:<br />

‘Bij euthanasie moet ik nee<br />

zeggen. Ik kan het voor<br />

mijn geweten dan niet ver-<br />

Norbert van der Sluis<br />

(foto Clemens Le Blanc)<br />

antwoorden dat ik wel een<br />

collega zou toestaan de<br />

mis in mijn kerk te verzorgen.’<br />

Ook zei hij: ‘Mensen<br />

denken dat alles maar kan<br />

in de kerk. Maar dat is natuurlijk<br />

niet zo.’ In de parochie<br />

is woedend gereageerd<br />

op de handelwijze<br />

van de pastoor. In een reactie<br />

zei NVVE-directeur Petra<br />

de Jong: ‘Het lijkt wel<br />

een kerkelijke straf die de<br />

overledene postuum wordt<br />

opgelegd.’<br />

‘Donorlong na euthanasie<br />

functioneert zeer<br />

goed’<br />

Artsen in het universitair<br />

ziekenhuis in Leuven hebben<br />

nu vier keer een transplantatie<br />

uitgevoerd met<br />

de donorlongen van patiënten<br />

die euthanasie hadden<br />

gekregen. Ook al omvatten<br />

die maar 2,8 procent<br />

van het totaalaantal longtransplantaties<br />

in die periode<br />

(2007-2009), de artsen<br />

stellen vast dat de donorlongen<br />

relatief zeer goed<br />

functioneerden.<br />

De ‘euthanasiepatiënten’<br />

van wie de longen werden<br />

gebruikt, hadden niet – zoals<br />

veel andere patiënten –<br />

ademhalingsmoeilijkheden<br />

gehad in de stervensfase.<br />

Dat zou de oorzaak zijn. In<br />

Nederland, zo schrijft het<br />

Nederlands Tijdschrift voor<br />

Geneeskunde, zijn nog geen<br />

transplantaties uitgevoerd<br />

met longen van euthanasiepatiënten,<br />

omdat het<br />

ethisch debat hierover nog<br />

gaande is.<br />

Dat gaat onder andere over<br />

de vraag hoe de procedures<br />

van euthanasie en orgaandonatie<br />

strikt gescheiden<br />

zouden moeten blijven.<br />

Reanimatie onmiddellijk<br />

staken<br />

Volgens nieuwe richtlijnen<br />

van de Nederlandse Reanimatie<br />

Raad zijn hulpverleners<br />

niet altijd verplicht om<br />

mensen, bijvoorbeeld na<br />

een ernstig ongeluk, te re-<br />

KENNIS VAN EUTHANASIEWET<br />

BIJ VERZORGENDEN BEPERKT<br />

KORT<br />

‘Zorgprofessionals’, onder wie verpleegkundigen, hebben<br />

gebrekkige kennis van de euthanasiewet. Ook onder<br />

burgers bestaan veel misverstanden over wat mag<br />

en niet mag. Wel waarderen de meeste Nederlanders de<br />

euthanasiewet.<br />

Het onderzoek waaruit dat<br />

blijkt, het Koppel-onderzoek,<br />

werd uitgevoerd door<br />

het UMC Utrecht, het Erasmus<br />

MC in Rotterdam en<br />

het UMC Groningen. Bijna<br />

tweeduizend burgers, achthonderd<br />

artsen en twaalfhonderd<br />

verpleegkundigen<br />

en verzorgenden beantwoordden<br />

de vragen van de<br />

onderzoekers. Een van de conclusies luidt dat nog veel<br />

artsen lijken te denken dat onder ondraaglijk lijden wordt<br />

verstaan: lichamelijk lijden.<br />

Veel van de ondervraagde burgers menen dat euthanasie<br />

bij dementie mogelijk moet zijn en ongeveer een derde<br />

van hen steunt het initiatief Uit Vrije Wil, voor stervenshulpverlening<br />

door niet-artsen aan ouderen die hun leven<br />

voltooid vinden. Van de artsen is ruim tweederde tegen<br />

stervenshulp bij voltooid leven. En een meerderheid van<br />

de burgers blijkt te denken dat euthanasie niet is toegestaan<br />

bij ondraaglijk lijden met een psychische oorzaak.<br />

Eerste hulp bij euthanasievragen<br />

Bij twijfels en vragen over euthanasie en hulp bij zelfdoding<br />

kunnen verpleegkundigen en verzorgenden (v & v) sinds half<br />

juni terecht bij de SCEN-v&v-helpdesk. Van maandag tot en<br />

met vrijdag is tussen 9.00 en 16.00 uur telefonisch advies<br />

beschikbaar van speciaal opgeleide collega’s. Het telefoonnummer<br />

is 020 - 592 33 48.<br />

animeren. Ze zijn in sommige<br />

gevallen zelfs verplicht de<br />

reanimatie te staken.<br />

Als het leven van de hulpverlener<br />

zelf in gevaar komt, is<br />

dat een geldige reden om<br />

van reanimatie af te zien.<br />

Ook is reanimatie niet verplicht<br />

als ‘op basis van de<br />

fysieke toestand van het<br />

slachtoffer overduidelijk kan<br />

worden vastgesteld dat reanimatie<br />

zinloos is’.<br />

De aanwezigheid van een<br />

rechtsgeldige wilsverklaring<br />

of de niet-reanimerenpenning<br />

is in de nieuwe richtlijnen<br />

ook voldoende reden<br />

om reanimatie achterwege<br />

te laten. En ziet de hulpverlener<br />

pas tijdens het reanimeren<br />

de penning of wilsverklaring,<br />

dan moet de reanimatie<br />

onmiddellijk worden<br />

gestaakt. Als de hulpverlener<br />

een penningdrager<br />

reanimeert, omdat de penning<br />

op dat moment niet<br />

zichtbaar is, heeft dat verder<br />

geen gevolgen.<br />

Leden kunnen de speciale<br />

niet-reanimerenpenning voor<br />

€ 37,50 bestellen via ‘Mijn<br />

NVVE’ op www.nvve.nl of via<br />

020 - 620 06 90.<br />

15


16<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

(Advertentie)<br />

HELP MEE<br />

Steeds meer mensen kiezen er bewust voor om<br />

door middel van een schenking of legaat het<br />

werk van de NVVE toekomst te geven, zowel vóór<br />

als na hun levenseinde. De NVVE is door de<br />

Belastingdienst erkend als ANBI (Algemeen Nut<br />

Beogende Instelling), zodat donaties aftrekbaar<br />

zijn.<br />

Wilt u meer weten over schenkingen en legaten?<br />

Neem dan contact op met hoofd bedrijfsvoering<br />

Frans Janssen, tel. 020 - 531 59 17.<br />

‘Het is hier met zoveel waarborgen omkleed’<br />

MEESTE VERZEKERAARS ZIJN AL<br />

VERTROUWD MET EUTHANASIE<br />

Na euthanasie of zelfdoding hebben nabestaanden<br />

vaak al genoeg te verwerken. Zorgen over de vraag of<br />

verzekeringen wel zullen uitkeren, kunnen een extra<br />

belasting zijn. Wat kunt u verwachten?<br />

door Els Wiegant<br />

Bij euthanasie of zelfdoding kunnen vier soorten verzekeringen<br />

een rol spelen: levens-, overlijdensrisico-, uitvaart-<br />

en – wanneer de zelfdoding mislukt – arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.<br />

Bij levens- en overlijdensrisicoverzekeringen is euthanasie<br />

geen reden om niet uit te keren; verzekeraars betalen<br />

gewoon. De Bond van Verzekeraars, de belangenvereniging<br />

van vrijwel alle particuliere verzekeraars in Nederland,<br />

stelt: ‘Euthanasie is in ons land met zoveel waarborgen<br />

omkleed dat de dekking uit de polis bij een wettelijk<br />

toegestane euthanasie in de praktijk niet ter discussie<br />

staat.’<br />

Is iemand op het moment dat hij de polis afsluit al (terminaal)<br />

ziek, dan moet hij dat uiteraard aan de verzekeraar<br />

melden. Anders kan de uitkering bij overlijden wel degelijk<br />

vervallen.<br />

Iets anders ligt het bij zelfdoding. Zelfmoord of zelfdoding<br />

– de termen worden allebei gebruikt – kan in de polissen<br />

van levens- of overlijdensrisicoverzekeringen worden genoemd<br />

als reden om níet uit te keren. Doorgaans is daarbij<br />

sprake van een ‘wachttijd’ van een tot drie jaar.<br />

Vindt de zelfdoding ná die termijn plaats, dan keren verzekeraars<br />

volledig uit. De ‘wachttijd’ is in de polissen<br />

opgenomen om te voorkomen dat iemand die van plan is<br />

uit het leven te stappen, nog snel een verzekering afsluit<br />

om zijn nabestaanden goed verzorgd achter te laten.<br />

Vindt een zelfdoding vóór het verstrijken van de termijn<br />

plaats, dan wordt wel de afkoopwaarde of de premievrije<br />

waarde van een polis uitgekeerd.<br />

Invalide<br />

Bij uitvaartverzekeringen is er normaal gesproken voor<br />

zowel euthanasie als zelfdoding volledige dekking. Maar<br />

bij zelfdoding (niet bij euthanasie) kan het zijn dat er in de<br />

polisvoorwaarden een ‘wachttijd’ van een of twee jaar is<br />

opgenomen. Mislukt iemands zelfmoordpoging, dan kan<br />

hij of zij invalide raken. Voor arbeidsongeschiktheidsverzekeraars<br />

is een zelfmoordpoging meestal reden om niet<br />

uit te keren. De verzekerde heeft zichzelf de schade immers<br />

doelbewust toegebracht.<br />

Het Verbond van Verzekeraars adviseert om de polisvoorwaarden<br />

van verzekeringen altijd goed te lezen. Is er verschil<br />

van mening over een ingediende claim, dan kan dat<br />

worden aangekaart bij de geschillencommissie van de<br />

verzekeraar zelf. Komen partijen er niet uit, dan kan het<br />

geschil worden voorgelegd aan het Klachteninstituut<br />

Financiële Dienstverlening (Kifid) in Den Haag. n


Euthanasiewetgeving ‘opgedrongen’ aan BES-eilanden<br />

VOORLICHTING DRINGEND GEWENST<br />

Wie weet er precies wat de euthanasiewetgeving inhoudt? Op de eilanden Bonaire,<br />

Sint Eustatius en Saba heerst verwarring. Maar ook irritatie over vermeend neokolonialisme.<br />

door Marijke Hilhorst<br />

Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds 10 oktober<br />

2010 uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint-<br />

Maarten. In de nieuwe constellatie horen de eilanden Bonaire,<br />

Sint Eustatius en Saba (BES) als ‘openbare lichamen’<br />

of bijzondere gemeenten bij Nederland, niet meer bij<br />

de Antillen. Nederlandse ministers zijn rechtstreeks verantwoordelijk<br />

voor de BES-eilanden, die samen zo’n 20.000<br />

inwoners tellen.<br />

Wat vroeger in Curaçao door de zogeheten Landsregering<br />

werd beslist, wordt nu in Den Haag beslist. De wetgeving<br />

die uit Den Haag komt, is sinds ‘10-10-10’ op de drie eilanden<br />

net zo geldig als hier in Nederland. Ook de euthanasiewetgeving.<br />

Blij lijkt de bevolking daar niet mee. De grotere<br />

invloed van Nederland wordt door sommigen gezien als<br />

neokoloniaal. Men ervaart de wetgeving als ‘opgedrongen’.<br />

Dat is iets heel anders dan dat zulke wetgeving het gevolg<br />

is van een langdurig maatschappelijk proces, zoals de euthanasiewet<br />

hier in Nederland tot stand is gekomen.<br />

Zwijgen<br />

Om de stemming op de BES-eilanden te peilen, vroeg <strong>Relevant</strong><br />

een aantal (huis)artsen en bewoners naar hun standpunt<br />

of visie over de euthanasiewetgeving. We gingen ervan<br />

uit dat het een moeilijk onderwerp was, maar kennelijk<br />

ligt het zo gevoelig dat zwijgen sommige aangeschrevenen<br />

het beste leek. Althans, dat gold voor de door ons benaderde<br />

medici. Er kwam één, voorlopige, reactie uit die<br />

hoek. Begin juni liet een van de aangeschreven artsen weten<br />

‘zeer welwillend te zijn medewerking te verlenen’. Maar,<br />

schreef hij, hij kon pas naar buiten treden met zijn standpunt<br />

‘nadat er een aantal zaken op de rails waren gezet’.<br />

Daarna hebben we helaas, ondanks herhaald aandringen,<br />

niets meer vernomen.<br />

Enkele burgers gaven wel direct en uitvoerig antwoord,<br />

maar zij wilden dat alleen anoniem doen. Dat respecteren<br />

we. De eilanden zijn klein, iedereen kent elkaar en de<br />

meeste eilandbewoners zijn diepgelovig. Bijna 80 procent<br />

is rooms-katholiek, 10 procent is evangelisch. De rest is<br />

Jehova’s getuige, zevendedagsadventist of lid van de pinkstergemeente.<br />

Buitenkerkelijken zijn er nauwelijks. Bonaire,<br />

het grootste eiland van de drie, telt 24 kerkgebouwen<br />

op ruim 14.000 mensen.<br />

Stemming gekweekt<br />

Een bejaarde bewoner liet weten: ‘Over het algemeen<br />

staat men afwijzend tegenover euthanasie. De reden hiervoor<br />

lijkt mij in hoofdzaak religieus. De kerken zijn mordicus<br />

tegen. Vooral de lokale kranten trokken van leer toen<br />

de kwestie ter sprake kwam tijdens de voorbereidingen<br />

Bonaire is het grootste van<br />

de drie BES-eilanden, die een<br />

‘bijzondere gemeente’ van<br />

Nederland vormen.<br />

Bonaire<br />

van 10-10-10. Ook bij de lokale verkiezingen werd stemming<br />

gekweekt tegen euthanasie, abortus en het homohuwelijk.<br />

Sommigen doen het voorkomen alsof iedereen verplicht<br />

wordt om euthanasie te ondergaan. Ik ben bang dat<br />

de meeste mensen nauwelijks een idee hebben van wat<br />

de wetgeving inhoudt, omdat er geen voorlichting wordt<br />

gegeven.’<br />

Op onze vraag hoe tot nu toe wordt omgegaan met de<br />

doodswens van ongeneeslijk zieke en ondraaglijk lijdende<br />

patiënten, luidde de reactie dat ‘er alles aan wordt gedaan<br />

om het patiënten zo comfortabel mogelijk te maken, maar<br />

dat euthanasie, of andere ingrepen om het lijden te verkorten,<br />

officieel althans, niet worden toegepast’.<br />

Ook klonk een noodkreet: er is grote behoefte aan voorlichting.<br />

‘Met name op scholen. Dan kan er straks misschien<br />

een generatie aantreden die tenminste weet wat<br />

de euthanasiewetgeving inhoudt, zodat het denken erover<br />

wellicht verandert. Want het wordt vaak nog voorgesteld<br />

als moord.’ Deze zegspersoon vroeg zich ook ernstig af of<br />

de (huis)artsen op de BES-eilanden wel voldoende op de<br />

hoogte zijn.<br />

‘Niet onwelwillend’<br />

Een hoogbejaarde man liet ons weten dat hij wel met zijn<br />

huisarts over het sterven had gesproken. ‘Ik ben tegen<br />

euthanasie, niet om religieuze redenen maar omdat ik er<br />

bezwaar tegen heb dat anderen voor mij beslissen of ik<br />

dood mag. Ik doe alles liever zelf. Mijn huisarts staat niet<br />

onwelwillend tegenover mijn wens om hulp bij zelfdoding<br />

te krijgen.’ Hij denkt dat artsen nu terminale patiënten<br />

bijstaan door palliatieve zorg te verlenen.<br />

Met de overgang van eilandgebied binnen de Nederlandse<br />

Antillen naar bijzondere gemeente van Nederland, wordt<br />

de BES-eilanden het nodige opgedrongen, stelt eerdergenoemde<br />

hoogbejaarde man. ‘Een nieuw belastingstelsel,<br />

zorgverzekering, euthanasie- en abortuswetgeving. Dat<br />

laatste is óók zo’n heet hangijzer. Het was onwettig, maar<br />

het werd getolereerd uit bittere noodzaak. Ik heb sterk de<br />

indruk dat men van plan was al deze kwesties even te laten<br />

betijen en de wetten dan zonder veel ophef gaandeweg te<br />

gaan uitvoeren.’ Of dat op deze manier lukt, is de vraag. n<br />

17


18<br />

WALBURG DE JONG<br />

voorlichter NVVE<br />

LEESVOER VOOR ARTSEN<br />

Er is de laatste tijd veel gesproken over de reikwijdte van de euthanasiewet.<br />

Artsenorganisatie KNMG wees haar achterban er onlangs op<br />

dat de wet meer ruimte biedt dan menig arts denkt. Voor artsen, patiënten<br />

en andere geïnteresseerden is er een prima informatiebron: de<br />

jaarverslagen van de toetsingscommissies, te lezen op www.euthanasiecommissies.nl.<br />

Artsen die euthanasie hebben uitgevoerd of hulp bij zelfdoding gaven,<br />

dienen dat te melden bij een van de vijf regionale toetsingscommissies.<br />

Hun jaarverslagen geven inzicht in het aantal meldingen, de aard van<br />

de gevallen, de oordelen van de commissies en de afwegingen daarbij.<br />

Naast de casussen die als zorgvuldig zijn afgedaan, worden de gevallen<br />

beschreven waarin het oordeel ‘onzorgvuldig’ was.<br />

Ook het jaarverslag 2010 is buitengewoon interessant. Zo zijn twee<br />

meldingen ontvangen over patiënten met een psychiatrische ziekte of<br />

stoornis en ook meldingen van levensbeëindigend handelen bij dementie.<br />

Maar staan er nu gevallen in van mensen met een doodswens van<br />

wie de ouderdomskwalen op zichzelf níet tot de dood leidden? Tot voor<br />

kort werd verondersteld dat deze categorie niet onder de euthanasiewet<br />

viel. De Hoge Raad had immers in 2002 in de zaak-Brongersma<br />

geoordeeld dat er sprake moet zijn van een medisch classificeerbare<br />

ziekte wil men onder de euthanasiewet vallen. De Raad vond dat daar<br />

bij Brongersma geen sprake van was. Weliswaar had hij ouderdomskwalen,<br />

maar uiteindelijk was hij slechts ‘levensmoe’.<br />

Na de Week van het Voltooid Leven, die de NVVE in februari 2010 organiseerde,<br />

barstte de discussie weer los. De initiatiefgroep Uit Vrije Wil<br />

deed en doet nog van zich spreken en artsenorganisatie KNMG huldigt<br />

nu het standpunt dat mensen die niet lijden aan een ernstige ziekte<br />

toch in aanmerking kunnen komen voor euthanasie.<br />

Al in 2009 stond in het jaarverslag de casus van een man van boven<br />

de tachtig die ondraaglijk leed door een combinatie van factoren. Hij<br />

was vrijwel blind, hoorde zeer slecht en had ernstige rugklachten. Hierdoor<br />

zat hij noodgedwongen de hele dag in zijn stoel, wachtend op<br />

niets. De man had geen ziekte waaraan hij zou overlijden, toch werd zijn<br />

verzoek om stervenshulp ingewilligd door zijn arts. De commissie oordeelde<br />

dat deze had voldaan aan de zorgvuldigheidseisen.<br />

Op een bijeenkomst sprak ik een keer een vrouw van wie de moeder in<br />

bijna dezelfde omstandigheden verkeerde als de man uit bovengenoemde<br />

casus. De huisarts was echter van mening dat de vrouw niet<br />

onder de euthanasiewet viel. Ik wees haar dochter op de casus en zij<br />

heeft deze toen voorgelegd aan de huisarts van haar moeder. Wat<br />

bleek? De casus deed de huisarts van mening veranderen. Hij was gewoonweg<br />

niet op de hoogte van de reikwijdte van de wet.<br />

Ook in het jaarverslag 2010 zijn een aantal van deze situaties te vinden.<br />

Verplicht leesvoer voor artsen dus! n<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

BRIEVEN<br />

NIET IN HET KAMP EINDIGEN<br />

Nu zijn wij aan de beurt, kinderen van de<br />

Tweede Wereldoorlog, in Nederland en in<br />

Indonesië. Nu komt de tijd dat we lichamelijk<br />

en geestelijk achteruit kunnen<br />

gaan. Ik ben lid geworden van de NVVE,<br />

omdat in mijn familie dementie voorkomt.<br />

Mijn moeder en mijn grootouders zijn aan<br />

het eind van hun leven ernstig dement<br />

geworden.<br />

De ervaringen in het Jappenkamp en de<br />

Bersiaptijd zijn voor mij zeer traumatisch<br />

geweest. Jarenlang was ik het de baas<br />

door het uit mijn herinnering te houden.<br />

Tot de oorlog op mijn vijftigste in volle hevigheid<br />

terugkwam. De angsten die ik<br />

toen opnieuw heb doorgemaakt wens ik<br />

mijn ergste vijanden niet toe. Maar met<br />

veel inzet en tijd ben ik er bovenop gekomen.<br />

En als ik straks niet sterk genoeg<br />

meer ben, mijn dagelijkse omgeving kwijtraak,<br />

mijn kinderen niet meer herken en<br />

terugval in mijn jeugd, wat dan? Moet ik<br />

dan lijdzaam afwachten of die angsten<br />

wel of niet terugkomen? Kan een arts bepalen<br />

hoe diep dan mijn lijden is, iemand<br />

die zulke ervaringen niet kent?<br />

Ik vind dat ik het recht heb om zelf mijn<br />

eigen einde aan te geven. Ik wil mijn leven<br />

niet beëindigen in de angsten van de<br />

oorlog, ik wil niet eindigen in het kamp.<br />

Evenmin wil ik dat mijn kinderen mijn<br />

angsten nog een keer machteloos moeten<br />

aanzien. Uit naam van mijn generatie<br />

zou ik willen bewerkstelligen dat aantoonbare<br />

traumatische jeugdervaringen<br />

erkend worden als ondraaglijk lijden. Ik<br />

hoop dat deze brief aanleiding kan zijn<br />

om hierover een discussie op gang te<br />

brengen.<br />

Annelies van der Schatte, Utrecht<br />

PUNAISES TEGEN REANIMEREN<br />

Ik had al eerder begrepen dat men vanwege<br />

de haast het niet al te nauw neemt<br />

met het zoeken naar een niet-reanimerenpenning.<br />

Daarom besloot ik al enige<br />

tijd geleden mij actief te verweren tegen<br />

deze diefstal van de goede dood. Op de<br />

bijgaande foto ziet u de hiervoor door mij<br />

gemaakte hanger-brochecombinatie die<br />

ik bij het uitgaan altijd omdoe en vastzet.<br />

Mogelijk hebben anderen hier ook baat<br />

bij. Aan een plaatje van 57 bij 50 mm<br />

(mijn oude militaire identificatieplaatje)<br />

heb ik in een nieuw gaatje onderaan de<br />

NVVE-penning gehangen. Op de achterkant<br />

van het plaatje heeft een juwelier<br />

een brochespeld gesoldeerd.<br />

Wanneer ik de deur uitga doe ik de han-


ger om en bevestig ik met de speld de<br />

hanger aan mijn onderhemd. Hierdoor<br />

verhinder ik dat de hanger opzij glijdt<br />

als ik bewusteloos op de grond mocht<br />

vallen dan wel liggen. Op de voorkant<br />

heb ik zes scherpe punaises geplakt<br />

met tweecomponentenlijm. De punten<br />

van de punaises zijn altijd naar voren<br />

gericht en de hanger-broche bevindt<br />

zich steeds ongeveer op het midden<br />

van mijn borstbeen. Hiermee hoop ik<br />

‘overenthousiaste’ reanimeerders op<br />

een gevoelige wijze ervan te overtuigen<br />

dat zij mij niet van mijn hartdood<br />

mogen beroven.<br />

A.A. Verveen, Lisse<br />

GEEN ARTSEN MEER BELASTEN<br />

Ik begrijp die ‘emoties’ van artsen<br />

niet, na euthanasie bij een patiënt die<br />

dat zó graag wil. Zij hebben hun vaak<br />

jarenlange patiënt toch gehólpen? Ze<br />

moeten daar juist een góed gevoel<br />

over hebben. Ik denk eerder dat die<br />

emoties te maken hebben met angst<br />

voor eventuele juridische zaken of<br />

voor het hele gedoe dat er wel degelijk<br />

bij komt kijken.<br />

Mijn moeder kreeg op 92-jarige leeftijd<br />

euthanasie van haar uitstekende,<br />

jonge arts. En echt, het neemt veel<br />

tijd en het is voor de arts veel gedoe!<br />

Eerst het gesprek met de patiënt. Dan<br />

een gesprek samen met de kinderen.<br />

Datum afspreken. Dan vóór die datum<br />

nóg een bezoekje om zéker te weten<br />

dat de patiënt niet van mening is veranderd.<br />

Andere arts erbij halen en ten<br />

slotte de dag zelf.<br />

Het allerbeste is om de laatstewilpil<br />

ter beschikking te stellen, in elk geval<br />

aan mensen vanaf 70 jaar en voor erg<br />

zieke jongere mensen, op verzoek.<br />

Géén artsen meer belasten; zélf kunnen<br />

handelen! En vooral veel op de<br />

buis komen om mensen aan te raden<br />

bij hun volle verstand een wilsbeschikking<br />

op te stellen, die ze deponeren<br />

Op deze pagina’s staan reacties van lezers.<br />

De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten of niet te plaatsen.<br />

bij hun kinderen en hun arts én desnoods<br />

bij een bevriend persoon of instantie<br />

voor het geval er twijfel zou<br />

kunnen ontstaan over de eigen wil of<br />

de wens van kinderen om van pa of<br />

moe af te komen. Dat zal maar heel<br />

weinig nodig zijn, denk ik. Maar erover<br />

discussiëren met je kinderen en ze ervan<br />

overtuigen dat de mogelijkheid<br />

van die pil je grote wens is en je ultieme<br />

gerustheid biedt, geeft duidelijkheid<br />

en dat is heel belangrijk!! Je kunt<br />

ook zeggen dat je die pil per se niet<br />

wil. Als er maar TIJDIG duidelijkheid<br />

is, zwart op wit!!<br />

L.I. Weterings-Berten, Wassenaar<br />

VERDRIET EN ONMACHT<br />

In <strong>Relevant</strong> 3 beschrijft u twee berispingen<br />

na klachten. Ook mijn man is<br />

doodgegaan op een vreselijke manier,<br />

omdat artsen geen tijd of zin hadden<br />

en alles hebben overgelaten aan vrouwen<br />

van Icare – ondanks gesprekken<br />

en wilsverklaring. Het enige verweer<br />

van de artsen: we hadden niet gedacht<br />

dat het zo vlug zou gaan. Ik ben<br />

heel, heel boos op ze geweest en heb<br />

ze samen met mijn kinderen heel duidelijk<br />

gemaakt hoeveel verdriet en onmacht<br />

dat heeft gekost. Ik heb inmiddels<br />

een andere arts.<br />

T. de Jong-Veld, Zuidlaren<br />

VEEL AANDACHT VOOR<br />

MEVROUW DE JONG<br />

De prachtige foto van uw directeur op<br />

het omslag van de laatste <strong>Relevant</strong>,<br />

kennelijk in haar element, stralend<br />

van gezondheid en geluk, is uiteraard<br />

het eerste dat opvalt en niet direct in<br />

negatieve zin, hoewel het toch wat<br />

NVVE • nummer 3 • augustus <strong>2011</strong><br />

Petra de Jong:<br />

‘In 2012 is er een<br />

levenseindekliniek’<br />

• Ambulancebroeder pleit voor menselijkheid<br />

• Uit Vrije Wil en het authentieke verlangen<br />

• Onzorgvuldige artsen berispt<br />

BRIEVEN<br />

vreemd aandoet in relatie tot de aard<br />

van het tijdschrift. Maar als er dan nog<br />

eens vier keer met een foto aandacht<br />

wordt gevraagd voor de persoon van<br />

mevrouw De Jong, slaat de verbazing<br />

toch wel toe. Ondergetekende is niet<br />

het enige lid van de NVVE dat zich hierover<br />

heeft verwonderd, andere bewoners<br />

in dit Huis blijkt het ook te zijn<br />

opgevallen. Ik vind het jammer en vraag<br />

mij af hoe de redactie hierin te werk is<br />

gegaan. Dit laat onverlet mijn waardering<br />

voor de kwaliteiten van mevrouw<br />

De Jong in haar functie van directeur.<br />

F. Burgemeister-Giltay,<br />

Rosa Spier Huis, Laren<br />

Naschrift redactie: veel NVVE-leden<br />

hebben op de foto’s van directeur<br />

Petra de Jong gereageerd. Als redactie<br />

leek het ons goed om haar persoon<br />

een keer extra te belichten.<br />

NET ALS HERMAN BROOD<br />

Ondanks de vooruitgang die wordt geboekt<br />

en de positie die ons land heeft,<br />

is het nog lang niet goed geregeld met<br />

euthanasie. Daar kwamen we achter<br />

toen mijn vader, toen hij hoorde dat hij<br />

nog maar kort te leven had en – grondig<br />

als hij altijd te werk ging – een op<br />

het oog waterdichte euthanasie had geregeld,<br />

maar met één ding onvoldoende<br />

rekening had gehouden. Hij belandde<br />

in het ziekenhuis en daar bleek al zijn<br />

werk vergeefs.<br />

Zijn enige vertrouweling in het ziekenhuis,<br />

een arts die zijn wil wel respecteerde,<br />

was net met vakantie toen mijn<br />

vaders einde naderde. Op een gegeven<br />

moment bevonden we ons in de paradoxale<br />

situatie dat mijn vader geen palliatieve<br />

sedatie wilde, omdat hij anders<br />

de terugkeer van zijn arts (dat zou de<br />

volgende dag zijn) niet meer zou meemaken<br />

om alsnog euthanasie te krijgen.<br />

Blijven leven om dood te kunnen gaan.<br />

Lang hierna zag ik een documentaire<br />

over Herman Brood. Die sprong van het<br />

Hilton Hotel om een einde te maken<br />

aan zijn leven – dat volgens de artsen<br />

nog maar kort zou hebben geduurd. Ik<br />

kan de gedachte niet onderdrukken dat<br />

mijn vader beter net als Herman Brood<br />

had kunnen doen. Het ziekenhuis was<br />

er hoog genoeg voor.<br />

Hajo Rijgersberg, Bemmel<br />

19


20<br />

Dagboek bij stoppen met eten en drinken<br />

PA WAS VASTBESLOTEN<br />

De vader van Tony Martens was 76, had hart- en longkwalen en miste zijn pas gestorven vrouw, na 58 jaar samenzijn.<br />

Maar de huisarts zag geen reden voor hulp bij zelfdoding, ook niet na herhaalde verzoeken. Daarop besloot<br />

vader Martens te stoppen met eten en drinken. Hier volgen enkele fragmenten uit het dagboek van zijn zoon.<br />

Dag 1, zondag 6 maart Pa vertelt ons over de ingeslagen<br />

weg; hij stopt met eten en drinken. In de dagen<br />

hiervoor is al veel besproken en van alles geprobeerd<br />

via de huisarts. Hij is de rest van de dag rustig en<br />

vastbesloten.<br />

Dag 2, maandag 7 maart Diverse pogingen om<br />

toch op een of andere manier een waardig einde voor Pa<br />

te regelen lopen op niets uit. Wat je op dit moment het<br />

liefst wilt, is een drankje of pilletje, samen met je vader<br />

een borrel drinken en als de tijd daar is welterusten zeggen…<br />

Heb speekselvervanger en lippencrème gekocht en uitgelegd<br />

hoe die te gebruiken. ’s Avonds weer geprobeerd een<br />

arts te vinden; zelfs mijn eigen huisarts gevraagd, maar<br />

helaas, Pa voldoet niet aan de indicaties.<br />

Dag 3, dinsdag 8 maart Weer gesprekken met<br />

huisarts. Deze voelt een enorme druk van ons, maar kan<br />

wettelijk en moreel niets betekenen. Hem wel gevraagd<br />

iets voor eventuele palliatieve zorg te regelen. Ook komt<br />

ter sprake of Pa naar een hospice wil. Pa denkt goed na,<br />

is heel helder en weet precies wat hij wil. Zegt geen honger<br />

te hebben, over dorst wordt niet gesproken.<br />

Dag 4, woensdag 9 maart Pa heeft vanmorgen de<br />

huisarts gebeld om door te geven dat hij naar een hospice<br />

wil. Vanmiddag samen met Pa de stad in geweest om afscheid<br />

te nemen van de schoenmakerij waar hij altijd met<br />

plezier ging werken. Zeer vermoeid weer thuis aangekomen,<br />

dit had hij echt alleen niet gered.<br />

Ik hoor ’s avonds dat diverse mensen hem hebben gebeld<br />

maar geen gehoor kregen. Om kwart voor elf stap ik in de<br />

auto, benieuwd wat ik aan zal treffen. Als ik de straat in<br />

rijd, zie ik licht branden en Pa gewoon in de stoel zitten.<br />

Hij was even naar de overburen. We spreken af dat hij belt<br />

als hij de deur uitgaat, als hij gaat slapen en als hij ’s<br />

morgens weer wakker wordt.<br />

Dag 5, donderdag 10 maart Pa begint last te krijgen<br />

van pijntjes en ongemakken, belt de huisarts en<br />

vraagt om medicatie. Hij klaagt niet gauw. Ben ’s avonds<br />

nog even bij hem, huisarts is er ook, zegt: ik zal een pilletje<br />

geven. Pa weigert pil, want hij wil geen water drinken.<br />

Krijgt spuitje met prednisonol. Pa is erg moe, kan nog wel<br />

naar boven, maar als ik vraag of ik een kussen en dekbed<br />

zal halen, zegt hij oké.<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

door Tony Martens<br />

Dag 6, vrijdag 11 maart Pa belt ’s morgens om<br />

half acht: ‘Ben er nog…’ Rond half tien belt hij weer; hij<br />

heeft nieuws. Het hospice heeft plaats en als alles geregeld<br />

kan worden zou Pa vandaag al kunnen komen. Eindelijk<br />

goed nieuws. Dan belt de huisarts weer: helaas voldoet<br />

Pa nog niet aan de criteria om naar het hospice te<br />

mogen…. Pa is boos en verdrietig. Ik bel de huisarts om<br />

uitleg. Hij is er niet; we maken een afspraak met de vervangende<br />

huisarts. Deze geeft een morfinepleister, morfinezetpillen<br />

en oxazepam. Ook zal de weekendarts op de<br />

hoogte worden gebracht.<br />

Dag 7, zaterdag 12 maart Om 7 uur gaat de telefoon.<br />

Hij heeft aan een stuk geslapen. De overburen, die<br />

de afgelopen dagen veel hebben geholpen, zijn er. Als ik<br />

om half 12 bel, klinkt hij verward en heeft het over een<br />

borrel. Als ik later binnenkom, staat er een glas jenever<br />

op tafel. Hij wordt kwaad als ik het glas wil wegpakken. Is<br />

erg verward en heeft pijn. We bellen de weekendarts.<br />

Deze komt, is niet van de situatie op de hoogte, kan niets<br />

doen qua hospice of iets dergelijks. Schrijft morfinetabletten<br />

en nitrazepam voor.<br />

’s Avonds komt eigen huisarts in eigen tijd langs, schrikt<br />

hoe hard Pa is achteruit gegaan en begint te bellen. Opname<br />

in een hospice komt dichterbij, ook wordt thuiszorg<br />

geregeld en nachthulp. Weer nieuwe medicijnen erbij (temazepam)<br />

en klysma. Pa is absoluut niet meer in staat<br />

alleen te blijven. Wijkverpleging komt ’s avonds; besluit in<br />

overleg met de arts het klysma niet te geven en morgen<br />

vroeg terug te komen.<br />

Dag 8, zondag 13 maart <strong>2011</strong> Pa slaapt kort en<br />

is onrustig als hij wakker wordt. Wil iedere keer naar het<br />

toilet wat hem ontzettend veel energie kost. Geef hem om<br />

2 uur weer oxazepam en nitrazepam. Na zijn mond te hebben<br />

gespoeld, gaat hij weer slapen. Hij is nu totaal uitgeput<br />

en gedrogeerd, slaapt om 11 uur ’s morgens nog.<br />

Thuiszorg komt langs, besluit geen klysma te geven. Met<br />

de verpleegkundige goed gesprek over euthanasie en alle<br />

zorg die daarbij hoort.<br />

Pa slaapt om 16.05 uur rustig in met de familie om zich<br />

heen. n<br />

De volledige dagboekaantekeningen van Tony Martens<br />

kunt u vinden via www.nvve.nl/dagboekmartens.


De dokter die een gunst verleent<br />

MEDISCHE MACHT<br />

Jan Meulenbelt (90), in 1986 met pensioen gegaan als<br />

hoofd kunstzaken bij de gemeente Den Haag, was met<br />

zijn artikelen in Medisch Contact een vroege voorvechter<br />

van euthanasie. Hij werd in 1974 lid van de NVVE.<br />

door Jan Meulenbelt<br />

Het werk van de dokter bestond tot voor kort louter uit<br />

verplichtingen: voldoen aan alle redelijke verzoeken op<br />

medisch gebied. In 2002 echter kreeg hij de bevoegdheid<br />

iemand een gunst te verlenen, namelijk stervenshulp op<br />

verzoek. Dat is iets wat hij kan doen of laten.<br />

Dat de arts bij inwilliging van een verzoek om euthanasie<br />

op de vingers wordt gekeken – ervóór door een vakgenoot,<br />

erna door een team van vakgenoot, ethicus en jurist – vermindert<br />

zijn ooit vanzelfsprekende autoriteit als arts. Niettemin<br />

heeft de euthanasiewet hem gemaakt tot een autonome<br />

instantie bij de zogenaamde ‘keuze tussen leven en<br />

dood’, die in feite meestal een keuze is tussen ellendig<br />

voortleven en mogen heengaan. Hij kreeg de bevoegdheid<br />

om een verzoek tot euthanasie al of niet in te willigen.<br />

Een gunst al of niet verlenen is een vorm van macht. Een<br />

patiënt die in een ziekenhuis de specialist of in zijn woonwijk<br />

de huisarts vraagt om een gunst – te weten: euthanasie<br />

of hulp bij zelfdoding – vergroot de medische macht.<br />

Hij maakt van zichzelf een gunsteling en van de dokter een<br />

superieur. De arts heeft de gelegenheid zijn patiënt in<br />

diens wellicht moeilijkste situatie in de steek te laten. Pijn<br />

en wanhoop blijven als letsel in stand, tenzij de patiënt<br />

‘zich van het leven berooft’ of iemand bereid vindt op hem<br />

‘een moord’ te plegen.<br />

Doofpot<br />

Het feit dat er geen enkele arts verantwoordelijk is voor<br />

het in stand blijven van het letsel betekent voor mij dat het<br />

bestaande wettelijke verbod op hulp bij zelfdoding (anders<br />

dan door een arts verleend) moet komen te vervallen en<br />

dat het Openbaar Ministerie niemand meer moet vervolgen<br />

die redelijkerwijs op de opheffing vooruitloopt.<br />

De kans is groot dat letsel dat door toedoen van een arts<br />

ontstaat, of blijft bestaan, geacht wordt door de beugel te<br />

kunnen en de doofpot ingaat. Ondertussen zijn er illustere<br />

ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg<br />

waar patiënten paf van staan en die dokters inspireren tot<br />

behandelingen welke zij bijna per definitie in het belang<br />

van patiënten achten. Vondsten en technologieën zijn dermate<br />

imponerend en verleidelijk dat het nauwelijks gepast<br />

is er sceptisch tegenover te staan. Niettemin zijn de termen<br />

gezondheidszorg en geneeskunde misleidende etiketten<br />

in situaties waarin gezondheid en genezen niet<br />

meer tot de mogelijkheden behoren. Ondertussen kan een<br />

onjuist gekozen of onjuist toegepaste therapie of geweigerde<br />

behandeling de doofpot ingaan, ten nadele van de<br />

patiënt en diens dierbaren.<br />

Ziekenhuisdirecties houden zich op de vlakte of van den<br />

domme. Het voortbestaan van de vele mensen die door de<br />

geneeskunde tot op hoge leeftijd niet in staat zijn gesteld<br />

te overlijden aan een zwakte of kwaal wordt toegejuicht,<br />

maar de toejuiching is in essentie misplaatst. Een vergroting<br />

van de mogelijkheden tot euthanasie zou logischer<br />

zijn. Met de belangen van drommen alzheimer-patiënten<br />

wordt gesjoemeld.<br />

Het jarenlange streven naar een wettelijke regeling omtrent<br />

euthanasie had iets van een verzuim. Men bleef verzuimen<br />

de dwaas geworden medische illusies en het falen<br />

van ziekenhuizen aan de kaak te stellen. In de bejaardenzorg<br />

zijn zin en onzin nauwelijks van elkaar te onderscheiden.<br />

De schappelijke wens van de patiënt – te mogen overlijden<br />

– werd voor een maatschappelijk probleem gehouden.<br />

Het eigenlijke probleem echter was de laatdunkendheid<br />

waarmee kerkelijke voorgangers, hulpverleners, juristen<br />

en politici met het euthanasievraagstuk om mochten<br />

gaan.<br />

De doorgeschoten specialistencultuur heeft geleid tot oprekken<br />

van een levenseinde met pil en operatie, sonde en<br />

amputatie. Telkens weer leest men dat de stervenshulp<br />

verlenende arts een zware taak op zich neemt. Mij komt<br />

het voor dat de arts een weldaad verricht. n<br />

Greet Egbers<br />

21


22<br />

IN BEELD door Marijke Hilhorst<br />

HET GESCHENK VAN HET LEVEN<br />

VASTKLEMMEN OF TERUGGEVEN<br />

In Berlijn hangt het zestiende-eeuwse schilderij van Lucas<br />

Cranach de Oudere, ‘Der Jungbrunnen’. Daarop is<br />

te zien is hoe oude, gebrekkige vrouwen zich in karren,<br />

op een draagbaar of op de rug van sterke mannen naar<br />

het water laten vervoeren om daar, na het baden, als<br />

jonge godinnen weer uit te komen. Het verlangen is niet<br />

nieuw. Al eeuwen houden mensen zich bezig met de<br />

vraag: hoe blijven we jong?<br />

Twee serieuze boeken van de stapel gaan over de droom<br />

van de eeuwige jeugd en het eindeloze leven. Het onsterfelijkheidscomité<br />

biedt een historische terugblik op het<br />

onderwerp en is geschreven<br />

door de briljante Britse filosoof<br />

John Gray; voor Eindeloos<br />

leven voerde de Amerikaansewetenschapsjournalist<br />

Jonathan Weiner gesprekken<br />

met een bonte stoet geleerden<br />

en excentriekelingen<br />

over de mogelijkheid het<br />

sterven uit te stellen.<br />

Gray concludeert uiteindelijk<br />

dat het een illusie is, zoals<br />

ook vooruitgang en volmaaktheid<br />

dat zijn. Hij wordt<br />

niet voor niets de grootste<br />

anti-utopistische denker genoemd.<br />

Toch neemt hij het<br />

wonderlijke streven naar het overwinnen van de dood<br />

nauwkeurig onder de loep. En al komen de serieuze pogingen<br />

van groeperingen in Groot-Brittannië en Rusland die<br />

Gray beschrijft nu nogal lachwekkend over, zo waren ze<br />

eind negentiende, begin twintigste eeuw zeker niet bedoeld,<br />

integendeel. Gray ontleent zijn titel aan de initiatiefgroep<br />

‘Het onsterfelijkheidscomité’. Dat comité werd in<br />

1924 opgericht om het lichaam van Lenin zo te bewaren<br />

dat het ongeschonden weer tot leven kon worden gebracht<br />

als de technologie daartoe ooit bij machte zou zijn. Dat die<br />

dag zou aanbreken, daarvan was de bolsjewistische intelligentsia<br />

overtuigd. Omdat invriezen mislukte – de vriezer<br />

liet het afweten – hielden ze Lenins stoffelijke resten toonbaar<br />

door het lichaam regelmatig te balsemen.<br />

In Groot-Brittannië waren het victoriaanse intellectuelen<br />

die de grenzen van de dood trachtten te verleggen. Ze<br />

deden wetenschappelijk onderzoek naar telepathie en probeerden<br />

te bewijzen dat contact met gestorvenen wel degelijk<br />

mogelijk was. Spiritistische seances werden niet<br />

voor de grap gehouden, ze maakten deel uit van de wanhopige<br />

zoektocht naar zingeving. Het was Darwin die het wetenschappelijk<br />

bewijs had geleverd voor de evolutieleer. Er<br />

kwam geen god meer aan te pas, en na de dood wachtte<br />

de vergetelheid. Omdat dit voor velen een ondraaglijk vooruitzicht<br />

was, werd dezelfde wetenschap ingezet op zoek<br />

naar ontsnapping aan de feiten.<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

In het laatste deel van zijn indrukwekkende en vaak geestige<br />

boek belandt John Gray in het heden, het neospiritualistische<br />

computertijdperk, en ook dan blijkt wetenschap<br />

nog steeds het voertuig voor<br />

magie. De hoop op een leven<br />

na de dood is vervangen<br />

door het vertrouwen dat de<br />

dood verslagen kan worden.<br />

Hou op met dromen, roept<br />

Gray, dat is voor onszelf en<br />

voor de aarde beter. En realiseer<br />

je eens dat de dood ook<br />

een bevrijding betekent van<br />

alle zorg. ‘De mogelijkheid<br />

bestaat dat je gelukkiger zult<br />

leven als je bereid bent de<br />

dood te verwelkomen als hij<br />

komt en hem naar je toe te<br />

roepen als hij te lang uitblijft.<br />

Vóór het christendom bestond er geen enkel bezwaar tegen<br />

zelfmoord. Ons leven was van onszelf, en als we het<br />

leven moe waren, stond het ons vrij er een eind aan te<br />

maken. Je zou verwachten dat deze vrijheid, naarmate het<br />

christendom in verval raakt, opnieuw wordt opgeëist. In<br />

plaats daarvan zijn nu seculiere credo’s opgekomen, waarin<br />

eenieders leven toebehoort aan alle anderen. Het geschenk<br />

van het leven teruggeven omdat het niet behaagt<br />

wordt nog steeds veroordeeld als een vorm van blasfemie,<br />

hoewel de beledigde nu niet langer de Schepper maar het<br />

mensdom is.’<br />

Laat Aubrey de Grey het niet horen. Deze computerprogrammeur<br />

met een fascinatie voor biologie is de grootste<br />

zonderling en de meest radicale pleitbezorger van onsterfelijkheid<br />

onder degenen die in het boek Eindeloos leven van<br />

Jonathan Weiner aan het woord komen. Het is lastig te<br />

beoordelen of zijn wetenschappelijke inzichten op den duur<br />

te realiseren zullen zijn, maar hij vindt vooraanstaande geleerden<br />

aan zijn zijde. Het zou erop neerkomen dat we het<br />

natuurlijke verjongingsvermogen van het lichaam kunnen<br />

overnemen. Dat kan tien, twintig jaar duren maar zeker<br />

geen halve eeuw, voorspelt De Grey. Mocht hij voortijdig<br />

overlijden, dan zal, geheel indachtig het idee ‘Wij zijn ons<br />

brein’, alleen zijn hoofd het ijs ingaan. Of de tot aan zijn<br />

middel reikende baard ook mee de vrieskist ingaat, wordt<br />

niet vermeld.<br />

Net als Gray komt Weiner aan het slot van zijn boek uit bij<br />

de constatering dat een goede dood misschien wel wenselijker<br />

is dan langer leven.<br />

John Gray • Het onsterfelijkheidcomité. Wetenschap en het<br />

wonderlijke streven de dood te overwinnen • Uitgeverij Ambo<br />

• E 24,95<br />

Jonathan Weiner • Eindeloos leven • Uitgeverij Nieuw Amsterdam<br />

• E 22,50


Reisgids door de doolhof<br />

van medische zin en onzin<br />

Geen jaren aan het leven toevoegen,<br />

maar liever leven<br />

aan de jaren, dat<br />

is wat dokter Luc<br />

Bonneux propageert.Bovendien,<br />

zegt hij, is<br />

elke anti-aging<br />

therapie ronduit<br />

bedrog. Volgens<br />

de epidemioloog<br />

en columnist<br />

van Medisch Contact verkeren<br />

wij in onvoorstelbaar goede gezondheid.<br />

Maar hoe gezond ook, dood<br />

gaan we, al proberen media, bedrijven,<br />

politici, milieubewegingen en ‘gezondheidsdeskundigen’<br />

ons van het<br />

tegendeel te overtuigen. Ze verdienen<br />

immers aan ons.<br />

Iedereen die in het gezond verstand<br />

gelooft, zou En ze leefden nog lang en<br />

gezond moeten lezen. Naast een fascinerende<br />

tocht door de biologische<br />

geschiedenis van ziekte en gezondheid<br />

is het een scherpe aanklacht tegen<br />

de gezondheidsmaffia en een<br />

reisgids door het doolhof van medische<br />

zin en onzin. Vooral ook dat laatste.<br />

Zo betwist Bonneux met overtuigend<br />

cijfermateriaal het nut van<br />

screening op borst- en prostaatkanker<br />

en blikt hij terug op de angst voor de<br />

Mexicaanse griep.<br />

Luc Bonneux • En ze leefden nog lang en<br />

gezond. Hoe gezondheid een industrie<br />

werd • Uitgeverij Lannoo • E 22,99<br />

In de laatste uren niet<br />

alleen zijn<br />

Eerder al schreef de bekroonde<br />

Zweedse romanschrijver Carl-Henning<br />

Wijkmark een fictief verslag van een<br />

symposium over de mogelijkheid van<br />

gedwongen euthanasie<br />

als<br />

oplossing voor<br />

het vergrijzingsprobleem.<br />

De<br />

moderne dood,<br />

zoals het heette,<br />

deed destijds<br />

veel stof<br />

opwaaien.<br />

In Afscheid van<br />

verspilde tijd ligt de oude acteur Hasse<br />

op zaal 5, een afdeling voor terminale<br />

patiënten. Hij heeft drie mannelijke<br />

kamergenoten, een vreemdeling,<br />

een beroepsgokker en een zwerver.<br />

Maar die sterven eerder dan hij. Dan<br />

zijn er alleen nog de liefdevolle verpleegsters<br />

Angela en Brigit die er voor<br />

hem toe doen. De eerste doet haar<br />

naam eer aan en houdt Hasse in zijn<br />

laatste nacht vast. ‘Dit was alles.<br />

Nooit meer. De stem in mijn binnenste<br />

fluistert heel zwak. Dank je, Angela.<br />

Het eind is goed.’ Een troostrijk<br />

portret van de dood.<br />

Carl-Henning Wijkmark • Afscheid van<br />

verspilde tijd • Uitgeverij De Rode Kamer<br />

• E 15,00<br />

Wat zou er gebeuren als<br />

oma doodgaat<br />

Toen ze wist dat ze borstkanker had,<br />

bedacht Coba Meijerman (1951) dat<br />

ze haar zes kleinkinderen moest voorbereiden<br />

op haar dood. Omdat haar<br />

zoektocht naar geschikte lectuur niets<br />

opleverde, besloot ze zelf een boekje<br />

te schrijven. Een van de kleindochters<br />

illustreerde het. Het flinterdunne boekje<br />

is uitsluitend bedoeld om een gesprek<br />

op gang te brengen en het taboe<br />

te doorbreken.<br />

Meijerman legt<br />

helder uit wat<br />

doodgaan is: het<br />

lichaam, dat ze<br />

‘het jasje’ noemt,<br />

blijft achter en de<br />

ziel of ‘het voelsprietje’<br />

gaat<br />

weer naar een andere<br />

plaats die<br />

sommigen hemel noemen. Oma gaat<br />

met de meisjes naar een kerkhof en<br />

laat hen kennismaken met een crematorium.<br />

Tussendoor eten ze ijsjes.<br />

Oma Coba heeft door een ceramiste al<br />

een urn laten maken in de vorm van<br />

een regenboog, het symbool dat aarde<br />

en hemel verbindt.<br />

Coba Meijerman • Dood. Zand erover,<br />

of toch anders? • Free Musketeers<br />

• E 10,95<br />

IN BEELD<br />

Niet bang zijn, want wie<br />

sterft gaat naar ‘Huis’<br />

Helaas heerst nog bij veel mensen<br />

angst en onwetendheid over het sterven<br />

en de dood,<br />

schrijft Marie-<br />

Claire van Bruggen<br />

in haar voorwoord.<br />

Het is<br />

haar wens die<br />

angst weg te nemen,<br />

zodat iedereen<br />

van het<br />

leven kan genieten<br />

en in vertrouwen<br />

sterven –<br />

als het zover is. Want het komt,<br />

schrijft zij, neer op naar Huis gaan.<br />

Van Bruggen, die een opleiding tot<br />

stervensbegeleidster heeft gevolgd,<br />

had een zeer slechte relatie met haar<br />

vader. Pas in de laatste week van<br />

diens leven zijn ze nader tot elkaar<br />

gekomen in eindeloze gesprekken,<br />

die de auteur woordelijk weergeeft.<br />

Ze gaan over reïncarnatie, over Thuis,<br />

de plaats waar de volwassen zielen<br />

naartoe gaan, de Kindersfeer waar<br />

zieltjes van de kleintjes tot 14 jaar<br />

zich op een volgend leven voorbereiden,<br />

en de Diersfeer waar eerder gestorven<br />

baasjes zich weer ontfermen<br />

over de huisdieren.<br />

De auteur stapt uit haar lichaam, verlaat<br />

de aarde en spreekt met haar<br />

vader, die nu engel is in een prachtige<br />

tuin, over karma. Ze leert van hem<br />

dat een ziel zeker duizend keer moet<br />

terugkeren op aarde voordat hij alle<br />

levenslessen heeft geleerd. Bedroefd<br />

maar dankbaar keert Van Bruggen terug<br />

naar de echtelijke sponde, waar<br />

haar man nietsvermoedend ligt te slapen.<br />

Ze heeft een nieuw helder doel<br />

voor ogen: angst en onwetendheid<br />

rondom de dood wegnemen.<br />

Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die<br />

niemand liever dan Marie-Claire van<br />

Bruggen (1969) aan hun bed te hebben<br />

als ze in een hospice liggen, mits<br />

ze net als zij het licht hebben gezien,<br />

van sprookjes houden en in engelen<br />

geloven.<br />

Marie-Claire van Bruggen • De dag waarop<br />

mijn vader een Engel werd • Uitgeverij<br />

Eos • E 14,50<br />

23


24<br />

NVVE<br />

NIEUWS<br />

Geestdrift en daadkracht op NVVE-symposium<br />

LANG LEVEN, MITS ‘IN DE GLORIA’<br />

Op 19 oktober sloot de NVVE de reeks debatten over<br />

‘voltooid leven’ af met een groot symposium waar<br />

leden, politici, voor- en tegenstanders elkaar vol vuur<br />

te woord stonden. Een verslag.<br />

door Marijke Hilhorst<br />

Het moet niet gekker worden: ruim 350 deelnemers aan<br />

het symposium Voltooid Leven zongen woensdag 19 oktober<br />

massaal een ‘Lang zullen ze leven in de gloria’ voor<br />

een tweetal jarigen. En een buitenstaander die na afloop<br />

een blik zou hebben geworpen in de foyer, had zijn wenkbrauwen<br />

opgetrokken. Onder degenen die de hele dag<br />

intensief bezig waren geweest met ‘vrijwillige levensbeeindiging’<br />

– als er lang genoeg is geleefd en het ‘in de<br />

gloria’ zijn glans heeft verloren – geen bedrukte gezichten<br />

of sombere gesprekken. Integendeel, in kleine groepjes<br />

werd met een glas in de hand vrolijk nagepraat, er werden<br />

nieuwe plannen gesmeed.<br />

Al is er veel bereikt, de klus is nog lang niet geklaard.<br />

Tijdens het symposium werd de balans opgemaakt en<br />

werden deelnemers aan de diverse workshops uitgedaagd<br />

mee te denken over mogelijke acties. Erkennen<br />

inmiddels alle partijen dat ‘voltooid leven’ iets is waar we<br />

als maatschappij mee te maken hebben, het probleem<br />

zal alleen maar groter worden, met 4,2 miljoen ouderen<br />

in 2050, van wie 40 procent ouder dan tachtig.<br />

‘Doodsverlangen is van alle tijden’, weet Hans van Dam<br />

die een indrukwekkende inleiding hield. Getuige het luide<br />

applaus konden veel mensen zich erin vinden. Om zijn<br />

stelling te onderbouwen citeerde Van Dam Psalm 90, vers<br />

10: ‘Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig<br />

jaar, of tachtig, en het uitnemendste van die is moeite en<br />

verdriet.’ Hij zei erbij dat het in de Bijbel staat omdat het<br />

waar is, niet dat het waar is omdat het in de Bijbel staat.<br />

Niet iedereen ontwikkelt op hoge leeftijd een verlangen<br />

naar de dood, maar sommige mensen wel, en die verdienen<br />

begrip en respect voor hun wens om met humane<br />

middelen, op hun eigen moment, het sterven ter hand te<br />

nemen. Het leven is een recht, geen plicht. Hulpverleners<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

en politici hebben de ongeneeslijke neiging om lijden te<br />

kwalificeren, aldus Van Dam. Ze willen ‘objectieve normen’<br />

formuleren, maar er bestaat geen objectief lijden. Zoals er<br />

ook geen objectieve ramp bestaat. Wel kan iemand iets<br />

als een ramp ervaren en er zijn mensen van zeventig en<br />

ouder voor wie het leven zelf een ramp is geworden.<br />

Later, tijdens het afsluitende debat, onderschreef een 89jarige<br />

precies deze woorden van Hans van Dam. Luid en<br />

duidelijk liet ze weten niet aan noemenswaardige ziekten<br />

of kwalen te lijden; teleurgesteld was ze dat in verschillende<br />

workshops het woord ‘toetsing’ toch viel, terwijl het<br />

volgens haar moet gaan over de autonomie van de mens.<br />

‘Ik wil zelf de beslissing kunnen nemen. Alleen ikzelf.’ Ook<br />

zij kreeg applaus. De NVVE blijft de medische, de autonome<br />

én de hulpverlenersroute ondersteunen, omdat die,<br />

zei directeur Petra de Jong, wel zijn te onderscheiden maar<br />

niet te scheiden. Wel verdienen ze alle drie versterking;<br />

daar wordt aan gewerkt.<br />

Lode Wigersma, directeur beleid van artsenorganisatie<br />

KNMG, deed verslag van de discussies die de afgelopen<br />

tijd met zijn achterban zijn gevoerd. De standpunten zijn<br />

opgeschoven in de richting van de NVVE. (Zie ook de column<br />

van Petra de Jong en ‘Kort’, red.) Over het burgerinitiatief<br />

Uit Vrije Wil uitte hij zijn bedenkingen. ‘Als het lijdenscriterium<br />

komt te vervallen, betekent dat een uitholling<br />

van de bestaande wet; het ondermijnt de zorgvuldigheidseisen.’<br />

Aan de andere kant vindt hij wel dat ‘goed<br />

hulpverlenerschap’ van de arts eist dat deze een patiënt<br />

die zijn leven voltooid acht, attendeert op wat deze zelf<br />

kan en moet doen.<br />

Ook vindt Wigersma dat artsen tijdig een gesprek moeten<br />

aangaan over een naderend overlijden. ‘Dat wordt nog te<br />

vaak uitgesteld.’ Op de vraag of er een morele plicht bestaat<br />

voor artsen om door te verwijzen, als zij zelf een<br />

patiënt die om euthanasie vraagt en aan de criteria voldoet<br />

niet willen helpen, antwoordde Wigersma dat het misschien<br />

geen morele maar wel een professionele plicht is.<br />

ChristenUnie<br />

Levensbeschouwelijk gezien heeft Esmé Wiegman bezwaar<br />

tegen euthanasie voor mensen die hun leven voltooid<br />

achten. Dat is te verwachten van een kamerlid van<br />

de ChristenUnie. Dapper vonden aanwezigen het dat ze<br />

zich deze dag in het hol van de leeuw begaf. Wiegman<br />

vindt, zo zei ze, levensvragen en doodsverlangen geen<br />

individuele zaken, maar maatschappelijke kwesties. Ze<br />

wilde vooral aandacht voor goede zorg – ‘geen kenniszorg<br />

maar emotionele betrokkenheid’ – , behoud van menselijke<br />

waardigheid en aandacht voor zingeving. Ze wil opkomen<br />

voor ‘tandelozen’, in letterlijke en figuurlijke zin.<br />

‘Sterven is veel te belangrijk om er dokters bij te betrekken.’<br />

Met deze prikkelende stelling opende Bernard Sutter,<br />

vicepresident van de Zwitserse organisatie Exit, zijn


etoog. Hij gunde het publiek een kijkje achter de schermen<br />

van ’s werelds grootste zelfdodingsvereniging. Vereniging<br />

ja, want leden helpen leden. Zwitserland kent geen<br />

euthanasiewet; die is ook niet nodig want hulp bij zelfdoding<br />

is er niet strafbaar. Mensen, zogenoemde Freitotbegleiter,<br />

helpen elkaar.<br />

Exit heeft 25 van deze vrijwilligsters – alleen vrouwen. Ze<br />

worden met zorg geselecteerd, zijn ouder dan 45 en moeten<br />

financieel onafhankelijk zijn. Ze krijgen een opleiding<br />

van een jaar en worden niet betaald. Een arts schrijft het<br />

dodelijke middel voor, de apotheek bewaart het en de patiënt<br />

moet het zelf kunnen en willen opdrinken. Dat gebeurt<br />

meestal thuis in aanwezigheid van familie, geliefden<br />

en de hulpverlener. Exit helpt zo’n 330 Zwitsers per jaar.<br />

(Het bekende Dignitas is een landgenoot, maar helpt ook<br />

niet-Zwitsers.)<br />

Aan het eind van de middag sloot presentator Lex Bohlmeier<br />

het als vol en leerzaam ervaren symposium af door<br />

te vragen naar de concrete plannen van de workshopleiders.<br />

Het was een woelige herfstdag in Utrecht en het belooft<br />

een spannend voorjaar te worden, want in april 2012<br />

stelt Petra de Jong de vraag wat er van die voornemens<br />

terecht is gekomen.<br />

Els Borst neemt Paul van<br />

Eerde-Award in ontvangst<br />

De jaarlijkse Paul van Eerde-Award, uitgereikt door de NVVE,<br />

is bestemd voor een organisatie of persoon die zich op een<br />

bijzondere manier inzet voor dementieproblematiek. Dit jaar<br />

ging de prijs naar oud-minister Els Borst-Eilers van D66.<br />

Op basis van voordrachten van leden had de jury zes kandidaten<br />

genomineerd. Leden van de NVVE konden hun stem<br />

uitbrengen via de website en kozen in meerderheid Els<br />

Borst. Tijdens het symposium van 19 oktober nam ze de<br />

prijs in ontvangst: een glasobject en € 5000, te besteden<br />

aan een doel met aandacht en/of oplossingen voor de problemen<br />

die dementie met zich meebrengt.<br />

De oud-minister van Volksgezondheid was in 2001 intensief<br />

betrokken bij de kamerdebatten over de euthanasiewet en<br />

legde daarin uit dat dementie een vorm van lijden is die<br />

binnen de euthanasiewet valt. Artsen mogen dementiepatiënten<br />

straffeloos helpen, niet alleen in de beginfase als zij<br />

aan het vooruitzicht lijden, ook als zij in de eindfase zijn.<br />

Bedankt!<br />

NVVE<br />

NIEUWS<br />

Speciale website over levenseindekliniek<br />

In <strong>Relevant</strong> is al veel geschreven over de levenseindekliniek.<br />

Deze is bedoeld voor mensen met een stervenswens<br />

die aan de zorgvuldigheidseisen van de<br />

euthanasiewet voldoen. De kliniek is nog in oprichting<br />

en zal naar verwachting in 2012 worden geopend.<br />

Op de nieuwe website www.levenseindekliniek.nl vindt<br />

u achtergrondinformatie, antwoord op veelgestelde<br />

vragen en nieuws over de vorderingen. Op de site<br />

kunt u ook zien wat er gebeurt met het vele geld dat<br />

de leden voor de kliniek hebben gedoneerd.<br />

Wilt u ook doneren? Dat kan op rekeningnummer<br />

714018, ten name van de NVVE, Oprichting Levenseindekliniek<br />

o.v.v. donatie/gift. De donaties zijn aftrekbaar<br />

van de belasting.<br />

Op de oproep om de levenseindekliniek te steunen,<br />

hebt u in groten getale gereageerd.<br />

Op 21 oktober jongstleden stond er € 494.000,-<br />

op de rekening. Inmiddels is een projectmanager<br />

aangesteld om het project succesvol te gaan<br />

realiseren.<br />

Mede namens het stichtingsbestuur Levenseindekliniek<br />

en het bestuur van de NVVE dank ik u<br />

hartelijk voor uw gulle gaven.<br />

Petra de Jong, directeur<br />

Regiobijeenkomst over<br />

thema Wilsverklaringen<br />

‘Als ik een wilsverklaring heb, komt het wel goed met<br />

mijn euthanasieverzoek of behandelverbod.’ Zo wordt<br />

vaak gedacht. Tijdens de laatste regiobijeenkomst<br />

van <strong>2011</strong> legt de NVVE uit dat er meer nodig is.<br />

Uit praktijkervaringen blijkt dat het dringend nodig is<br />

om wilsverklaringen met familie en huisarts te bespreken.<br />

Ook het regelen van een volmacht is zinvol.<br />

Leden en niet-leden die hierover meer willen weten,<br />

zijn van harte welkom op de NVVE-regiobijeenkomst<br />

in Roermond. Er is een informatiemarkt bij over alle<br />

keuzes omtrent het zelfgekozen levenseinde.<br />

Ook is er een lezing (om 15.00 u, 16.00 u en 19.30<br />

u) over het nut van de verschillende wilsverklaringen<br />

en het tijdig invullen en bespreken ervan. Daarbij komen<br />

onder meer de bijzondere clausules ‘voltooid<br />

leven’ en ‘dementie’ aan de orde<br />

Datum en locatie<br />

• donderdag 13 december:<br />

Theaterhotel De Oranjerie,<br />

Kloosterwandplein 12-16,<br />

6041 JA Roermond<br />

25


26<br />

NVVE<br />

NIEUWS<br />

<strong>Relevant</strong> 4/<strong>2011</strong><br />

Telefoondienst<br />

De NVVE is op zoek naar vrijwillige medewerkers voor<br />

de Telefoondienst in<br />

Amsterdam<br />

Wij zoeken vrijwilligers voor twee dagdelen per week, met<br />

name maandag- en vrijdagmiddag. U komt te werken op<br />

het verenigingsbureau in het centrum van Amsterdam.<br />

Wij vragen:<br />

• levenservaring<br />

• goede contactuele eigenschappen<br />

• goede taalbeheersing<br />

• administratieve ervaring<br />

• bezit van pc met internetaansluiting<br />

Wij bieden:<br />

• ruime inwerkperiode<br />

• training en begeleiding<br />

• deskundigheidsbevordering<br />

• reisvergoeding<br />

• prettige werksfeer<br />

Informatie: Hans Maliepaard,<br />

coördinator Telefoondienst,<br />

via 020 - 530 49 73. Uw sollicitatie met motivatie<br />

en cv kunt u richten aan: NVVE, t.a.v.<br />

Hans Maliepaard, Postbus 75331, 1070 AH<br />

Amsterdam of per e-mail: hans@nvve.nl.<br />

Ledenondersteuningsdienst<br />

De NVVE is op zoek naar vrijwillige medewerkers voor<br />

de Ledenondersteuningsdienst (LOD) in<br />

de regio Eindhoven-Helmond<br />

De LOD bestaat uit vrijwilligers die informeren, adviseren,<br />

ondersteunen en zo nodig bemiddelen bij vragen of<br />

problemen rondom het vrijwillig levenseinde.<br />

Wij vragen:<br />

• relevante werkervaring, bij voorkeur vanuit het<br />

maatschappelijk werk of de gezondheidszorg<br />

• flexibele beschikbaarheid<br />

• beschikking over een auto<br />

• leeftijd: bij voorkeur 35 jaar of ouder<br />

Wij bieden:<br />

• training en begeleiding<br />

• deskundigheidsbevordering<br />

• reis- en onkostenvergoeding<br />

Informatie: Ellen Rentema,<br />

hoofd Ledendiensten, via 020 - 620 06 90.<br />

Uw sollicitatie met motivatie en cv kunt u<br />

mailen aan e.rentema@nvve.nl of per brief<br />

aan Ellen Rentema, Postbus 75331,<br />

1070 AH Amsterdam.<br />

POST<br />

NVVE, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam<br />

TELEfOON<br />

020 - 620 06 90 (leden),<br />

0900 - 606 06 06 (niet-leden, h 0,10 p.m.)<br />

Bereikbaar op werkdagen van 9.00 - 17.00 uur<br />

INTERNET<br />

websites: www.nvve.nl<br />

e-mail: euthanasie@nvve.nl<br />

WILSVERKLARINGEN<br />

n Wilsverklaringen De NVVE geeft verschillende wilsverklaringen<br />

uit waarin u kunt laten weten wat uw<br />

wensen zijn omtrent uw levenseinde. Kosten h 10,voor<br />

het hele pakket (in viervoud).<br />

Euthanasieverzoek Hierin omschrijft u onder welke<br />

omstandigheden u zou willen dat de arts euthanasie<br />

toepast. Aan het euthanasieverzoek is de clausule<br />

‘dementie’ toegevoegd.<br />

Behandelverbod Wanneer u uw wil niet meer kenbaar<br />

kunt maken, gelden de in deze verklaring opgenomen<br />

wensen ten aanzien van wel of niet behandelen.<br />

Aan het behandelverbod is de clausule<br />

‘voltooid leven’ toegevoegd.<br />

Volmacht Voor situaties waarin u zelf niet meer kunt<br />

beslissen, kunt u schriftelijk iemand aanwijzen die<br />

namens u optreedt.<br />

n Niet-reanimerenpenning De penning is een beperkt<br />

behandelverbod waarmee u laat weten te allen tijde<br />

niet gereanimeerd te willen worden (h 37,50).<br />

DIENSTEN<br />

n Ledenondersteuningsdienst Leden van de NVVE kunnen<br />

in een persoonlijk contact informatie en ondersteuning<br />

krijgen bij vragen en problemen rond het<br />

vrijwillig levenseinde.<br />

n Gevolmachtigdendienst Voor leden die in eigen kring<br />

geen gevolmachtigde kunnen vinden, bestaat (onder<br />

voorwaarden) de mogelijkheid dat een vrijwillige<br />

medewerker van de Gevolmachtigdendienst als zodanig<br />

optreedt.<br />

n Presentatiedienst De Presentatiedienst van de NVVE<br />

verzorgt door het hele land lezingen, presentaties en<br />

gastlessen over keuzes rond het levenseinde. De<br />

lezingen kunnen worden aangepast aan de wens van<br />

de te bezoeken organisatie. Verder staat de Presentatiedienst<br />

met de NVVE-stand op beurzen, events<br />

en symposia. Vanuit de stand wordt voorlichting gegeven<br />

aan bezoekers. Deze stand kan op verzoek<br />

van derden ook op locatie worden ingericht.<br />

Info: Karina Scheirlinck, tel. 020 - 530 49 77, e-mail<br />

k.scheirlinck@nvve.nl. Vergoeding in overleg.


DOCUMENTATIE<br />

n Documentatiepakket Een uitgebreid naslag-<br />

werk voor scholieren, studenten en andere<br />

geïnteresseerden, inclusief de brochure Het<br />

laatste stuk (h 6,-).<br />

n Kwartaalblad <strong>Relevant</strong> is een voorlichtend<br />

en opiniërend tijdschrift dat viermaal per<br />

jaar verschijnt. Gratis voor leden. Jaarabonnement<br />

Nederland voor niet-leden (h 10,overige<br />

landen op aanvraag). Voor visueel<br />

gehandicapten is <strong>Relevant</strong> op cd-rom verkrijgbaar.<br />

n Bijsluiter Europees Medisch Paspoort (EMP)<br />

In het EMP is geen ruimte gelaten voor wensen<br />

omtrent het levenseinde. De NVVE geeft<br />

bijlagen uit – opgesteld in acht talen – die<br />

kunnen worden toegevoegd aan het EMP.<br />

Te downloaden via www.nvve.nl/emp.<br />

n Brochures<br />

Dementie en het zelfgewilde levenseinde<br />

Informatie over dementie en vragen als:<br />

Is een dementerende wilsonbekwaam? Mag<br />

euthanasie bij dementie? (h 3,50 leden,<br />

h 4,50 niet-leden).<br />

Voltooid leven. Waar praten we over? Vragen<br />

en antwoorden, feiten, achtergronden,<br />

jurisprudentie en uitkomsten van bijna twintig<br />

jaar debat (h 2,50).<br />

Als nalaten<br />

u een zorg is<br />

Na een overlijden moet er in korte tijd veel geregeld<br />

worden. Dat gaat gemakkelijker als u zelf al maatregelen<br />

heeft genomen. Veel mensen vinden het moeilijk of<br />

onaangenaam om daar over na te denken. Toch is het<br />

belangrijk dat op tijd te doen, want het geeft veel rust<br />

als deze zaken van tevoren goed geregeld zijn.<br />

U kunt de Stichting Steunfonds Humanisme benoemen<br />

als executeur. Het Steunfonds heeft deskundige mensen<br />

in dienst die uw laatste wens kunnen uitvoeren. Een<br />

jarenlange ervaring met deze vorm van dienstverlening<br />

staat borg voor zorgvuldigheid en integriteit.<br />

JA, Ik wil meer informatie over een executeur van<br />

het Steunfonds Humanisme<br />

naam<br />

adres<br />

Dementie en euthanasie Bundeling van de<br />

lezingen die werden gehouden tijdens het<br />

NVVE-symposiu m Dementie en euthanasie;<br />

er mag meer dan je denkt… (h 5,25 leden,<br />

h 6,25 niet-leden).<br />

Wil en wet Geeft een overzicht van de keuzes<br />

die u kunt maken rond uw levenseinde<br />

(h 5,- leden, h 6,- niet-leden).<br />

Het laatste stuk Aan de hand van vragen en<br />

antwoorden geeft deze brochure een uitgebreid<br />

beeld van beslissingen rond het levenseinde<br />

(h 2,- leden, h 3,- niet-leden).<br />

Stoppen met eten en drinken Info over versterven,<br />

de keuze voor de dood door te<br />

stoppen met eten en drinken (h 3,- leden,<br />

h 4,- niet-leden).<br />

Christelijk geloof en euthanasie In discussies<br />

lijkt het soms alsof het christelijk geloof<br />

euthanasie volledig uitsluit. Toch is de<br />

Bijbel daar niet zo eenduidig over (h 3,75<br />

leden, h 4,75 niet-leden).<br />

Het documentatiepakket en de<br />

brochures kunnen worden besteld<br />

via www.nvve.nl/uitgaven<br />

of vraag een bestelformulier aan:<br />

020 - 620 06 90<br />

(Advertenties)<br />

Bestuur NVVE:<br />

DIENSTEN<br />

mr. dr. M.F. Andriessen<br />

(voorzitter)<br />

drs. A. Baars-Veldhuis<br />

(vicevoorzitter)<br />

mr. A.V. van Nierop (secretaris)<br />

drs. A.H.B.M. van den Wildenberg<br />

(auditcommissie)<br />

dr. D.J.B. Ringoir (auditcommissie)<br />

drs. C.M.J.C. Pauw-van Doormalen<br />

dr. ir. R.D. Woittiez<br />

Directeur:<br />

dr. P.M. de Jong<br />

Steunfonds Humanisme<br />

Het Steunfonds Humanisme is een werkstichting<br />

van het Humanistisch Verbond. Het Humanistisch<br />

Verbond zet zich in voor een humane, tolerante<br />

samenleving.<br />

Vraag gerust meer informatie, telefonisch via<br />

nummer 020 521 90 36 of met behulp van de bon.<br />

U kunt ook kijken op:<br />

www.humanistischverbond.nl/steunfonds.<br />

Kom naar de NVVE-stand en win dit<br />

m v pc/woonplaats<br />

‘u staat niet telefoon in uw eendje’<br />

Stuur de bon in een envelop zonder postzegel naar: Steunfonds Humanisme, Antwoordnummer 10938, 1000 RA Amsterdam<br />

OPROEP<br />

Nog te vaak merkt de NVVE dat<br />

mensen hun wilsverklaring niet tijdig<br />

met hun arts(en) bespreken.<br />

Dat leidt soms tot grote problemen<br />

en/of misverstanden.<br />

Voorkom dit en maak zo spoedig<br />

mogelijk een afspraak met uw<br />

(huis)arts.<br />

(op=op)<br />

27


Giro 5155<br />

GIRO 5155<br />

Kinderdromen.<br />

Waar voor uw geld.<br />

Het geeft een rustig gevoel alles goed geregeld te hebben in de laatste<br />

fase van ons leven. Met enige weemoed kijken wij ook terug op onvervulde<br />

dromen uit onze jongere jaren.<br />

Over wat vooraf gaat aan het regelen en opmaken van ons testament heeft<br />

Stinafo een klein overzicht gemaakt. Die brochure ‘Wat hangt samen met het<br />

opmaken van een testament’ kunt u kosteloos ontvangen. Een telefoontje of<br />

een kaartje waarop u aangeeft dat te willen volstaat.<br />

Kinderdromen waar maken<br />

Misschien wilt u dan ook helpen om dromen van kinderen te vervullen,<br />

waarover zij alleen maar fantaseren kunnen. Het zijn dromen van kinderen<br />

die gehandicapt door het leven moeten en aan wie zoveel ontzegd blijft. Zij<br />

dromen ervan mee te kunnen doen, erbij te horen. Daarvoor is veel nodig!<br />

Uw geld wordt goed besteed<br />

Stinafo zet zich in om die gehandicapte kinderen bij te staan met hulpmiddelen,<br />

aanpassingen en onderzoek. Maar ook met aangepaste sport, spel en<br />

school.<br />

Mogen zij op u rekenen?<br />

Bedenkt u Stinafo in uw testament met een legaat of erfstelling? Uw hulp<br />

<br />

u dat Stinafo uw bijdrage goed besteedt. Wilt u meer weten over Stinafo’s<br />

projecten en werkwijze kijk dan op www.stinafo.nl<br />

De kinderen zijn u zielsdankbaar.<br />

Stichting Nationaal Fonds ‘Het Gehandicapte Kind’<br />

Treilerdwarsweg 91<br />

Treilerdwarsweg 91<br />

2583 DA Den Haag<br />

2583 DA Den Haag<br />

(Advertentie)<br />

Tel (070) 351 27 84<br />

Tel (070) 351 27 84<br />

Fax (070) 350 11 16<br />

Fax (070) 350 11 16<br />

info@stinafo.nl<br />

info@stinafo.nl<br />

www.stinafo.nl<br />

www.stinafo.nl<br />

21055_SNF_stinafo.indd 1 15-12-2008 14:00:55

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!