Deel 2: Besloten ruimte - A&O-fonds Waterschappen
Deel 2: Besloten ruimte - A&O-fonds Waterschappen
Deel 2: Besloten ruimte - A&O-fonds Waterschappen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Arbocatalogus sector<br />
<strong>Waterschappen</strong><br />
A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong>/<strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
MD-MV20090293<br />
Opdrachtgever : A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
Project : <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Dossier : C0450-01.001<br />
Omvang rapport : 1 pagina's<br />
Auteur : Werkgroep <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Bijdrage : Joost Scheepers<br />
Interne controle<br />
Projectleider<br />
: Begeleidingscommissie<br />
“Arbocatalogus”<br />
: Johan van <strong>Deel</strong> Middelaar 2<br />
Projectmanager : Robbert van Kuij<br />
Datum : 6 november 2009<br />
Naam/Paraaf :<br />
A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
november 2009<br />
Definitief<br />
Arbocatalogus<br />
sector <strong>Waterschappen</strong><br />
<strong>Besloten</strong><br />
<strong>ruimte</strong>n<br />
<strong>Deel</strong> 0 Hoofdrapport<br />
<strong>Deel</strong> 1 Agressie en geweld<br />
<strong>Deel</strong> 2 <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong>n<br />
<strong>Deel</strong> 3 Struikelen, uitglijden en vallen<br />
<strong>Deel</strong> 4 Knellen, pletten en snijden<br />
<strong>Deel</strong> 5 Biologische Agentia
<strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Arbocatalogus sector<br />
<strong>Waterschappen</strong><br />
dossier : C0450-01.001<br />
registratienummer : MD-MV20090293<br />
versie : 1.1<br />
A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
6 november 2009<br />
Definitief
ERRATA VERSIE 1,1 (6 november 2009)<br />
Deze errata geeft een overzicht van de wijzigingen van de laatste versie van de Arbocatalogus (d.d. 06-<br />
11-2009) ten opzichte van de Arbocatalgus (d.d. 15-06-2009).<br />
<strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Paragraaf Wijziging<br />
§ 2.1.1 Toevoeging bij installatiespecifieke risico’s:<br />
elektrocutie (nauw geleidende <strong>ruimte</strong>)<br />
§ 2.1.4 Toevoeging bij repressieve maatregelen:<br />
middelen die nodig zijn om de noodprocedures uit te kunnen voeren zijn aanwezig.<br />
§ 2.1.7 Toevoeging bij valgevaar toegang besloten <strong>ruimte</strong>:<br />
Bij een verticale ingang tot een besloten <strong>ruimte</strong> dient aandacht te worden besteed aan het<br />
minimaliseren van valgevaar bij het mangat. Oplossingen hiervoor kunnen zijn … bevinden.<br />
§ 2.1.9 Aanpassing:<br />
Deze subparagraaf is compleet herschreven. Het onderwerp nauw geleidende <strong>ruimte</strong> is<br />
toegevoegd. Het aspect aarding is aangepast.<br />
§ 2.1.9 Toegevoeging voetnoot:<br />
De meest recente NEN-EN 3140 publicatie geldt voor deze Arbocatalogus.<br />
§ 2.1.11 Aanpassing:<br />
het dragen van een harnasgordel is verplicht (was aanbevolen)<br />
§ 2.1.11 Toevoeging bij valbescherming:<br />
In situaties waar sprake is van een verhoogd risico op vallen dient valbescherming te worden<br />
gedragen. Dit is onder meer het geval bij een valhoogte van 2,5 of meer, openingen in de<br />
vloer, onbrekende relingen, etc.<br />
Bijlage 2 Toevoeging bij Vallen in de uitgegistslibbuffer door openstaand luik en valrooster:<br />
afscherming plaatsen<br />
Bijlage 2 Toevoegen bij risico: Onvoldoende verlichting in uitgegistslibbuffer:<br />
Verlichting buiten bereikbaarheid werknemers plaatsen i.v.m. elektrocutiegevaar.<br />
Bijlage 2 Aanpassing bij risico: Stroomdoorgang door het lichaam door nauwgeleidende omgeving:<br />
Compleet herschreven<br />
Bijlage 3 Aanpassing in voorbeeld werkvergunning, elektrische veiligstelling:<br />
De ”5” eisen zijn opgenomen ten aanzien van elektrisch veiligstellen. Borging, beveiliging<br />
tegen wederinschakeling en controle of de installatie spanningsloos is zijn toegevoegd.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 1 -
INHOUD BLAD<br />
1 DEFINITIE, WETGEVING EN AANPAK 3<br />
1.1 Definitie en toepassingsgebied 3<br />
1.2 Wetgeving 3<br />
1.3 Taken en functies 4<br />
1.4 Een integrale aanpak van besloten <strong>ruimte</strong>n 5<br />
2 OPLOSSINGENBOEK BESLOTEN RUIMTEN 6<br />
2.1 Preventieve maatregelen 6<br />
2.1.1 Risico-inventarisatie 6<br />
2.1.2 V&G Ontwerp 7<br />
2.1.3 Activiteitgebonden risico’s en taakrisico-analyse 7<br />
2.1.4 Werkafspraken en werkvergunning 8<br />
2.1.5 Meten 9<br />
2.1.6 Beheersen van de atmosfeer 13<br />
2.1.7 Toegankelijk werkgebied 15<br />
2.1.8 Voorzieningen in besloten <strong>ruimte</strong> veilig stellen 17<br />
2.1.9 Veilig gebruiken van apparatuur 18<br />
2.1.10 Voorlichting en training 21<br />
2.1.11 Persoonlijke beschermingsmiddelen 21<br />
2.2 Repressieve maatregelen 25<br />
2.2.1 Toezicht houden, observeren en communiceren 25<br />
2.2.2 Blusmiddelen 26<br />
2.2.3 Noodprocedure 26<br />
3 RELEVANTE LITERATUUR EN WEBSITES 28<br />
4 COLOFON 29<br />
BIJLAGEN<br />
1 VOORBEELD OVERZICHT BESLOTEN RUIMTEN<br />
2 VOORBEELD TAAKRISICO-ANALYSE BETREDEN UITGEGISTSLIBBUFFER<br />
3 VOORBEELD WERKVERGUNNING<br />
4 VOORBEELD TRA INERTISEREN VAN GISTINGSTANK, GASHOUDER EN<br />
LEIDINGEN<br />
5 VOORBEELD LAST MINUTE RISK ANALYSIS<br />
6 VOORBEELD NOODPLAN<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 2 -
1 DEFINITIE, WETGEVING EN AANPAK<br />
1.1 Definitie en toepassingsgebied<br />
In deze Arbocatalogus wordt onder een besloten <strong>ruimte</strong> verstaan:<br />
“Een gesloten of deels open omgeving met een al dan niet vernauwde toegang, die niet ontworpen is voor<br />
het verblijf van personen, waar een gevaarlijke atmosfeer aanwezig kan zijn.”<br />
Het toepassingsgebied beperkt zich tot werken die in beheer zijn bij het waterschap. Hierbij behoren<br />
bijvoorbeeld ook rioolgemalen van gemeenten die in beheer zijn bij het waterschap. Het betreden van<br />
besloten <strong>ruimte</strong>n door heffingstechnologen bij bedrijven of het openen/betreden van rioolputten door<br />
handhavers valt niet onder het toepassingsgebied.<br />
1.2 Wetgeving<br />
In de Arbowet zijn onderstaande doelvoorschriften opgenomen ten aanzien van besloten <strong>ruimte</strong>n:<br />
Artikel nr. Doelvoorschriften in de (Arbo-)wet<br />
Arbobesluit, art. 3.5c – 3.5f<br />
(Atex 137)<br />
Identificatie van explosieve atmosferen<br />
Maatregelen om explosieve atmosferen te voorkomen<br />
Werken in explosieve atmosferen<br />
Arbobesluit, art. 3.5g Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand en explosie<br />
Arbobesluit, art. 3.6 Vluchtwegen en nooduitgangen<br />
Arbobesluit, art. 3.7 Veilig gebruik van vluchtwegen en nooduitgangen<br />
Arbobesluit, hoofdstuk 4,<br />
afdeling 1<br />
Gevaarlijke stoffen<br />
Arbobesluit art. 7.3 Geschiktheid arbeidsmiddelen<br />
ATEX 95 Eisen aan apparaten en beveiligingssystemen die bedoeld zijn voor gebruik<br />
op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.<br />
ATEX 137 1) Maatregelen voor verbetering van gezondheidsbescherming en<br />
veiligheid van werknemers.<br />
2) Criteria voor keuze van apparaten en beveiligingssystemen<br />
3) Waarschuwingsborden voor plaatsen waar een explosieve atmosfeer<br />
kan voorkomen<br />
Dit hoofdstuk is relevant m.b.t. Arbobesluit art. 3.5g: gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging of<br />
brand.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 3 -
In dit hoofdstuk zijn voorschriften opgenomen die onderstaande beleidsregels vervangen:<br />
- Beleidsregel 3.5g-1: Onderzoek in <strong>ruimte</strong>n waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming of<br />
vergiftiging dan wel brand<br />
- Beleidsregel 3.5g-2: Maatregelen in <strong>ruimte</strong>n waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming of<br />
vergiftiging dan wel brand.<br />
1.3 Taken en functies<br />
In onderstaande tabel is een niet-limitatieve opsomming gemaakt van taken, functies en locaties waar<br />
gevaren met betrekking tot besloten <strong>ruimte</strong>n kunnen kan optreden.<br />
De functies kunnen ook uitgevoerd worden door derden (bijvoorbeeld aannemers). De catalogus heeft<br />
geen betrekking op bezoekers of burgers.<br />
Taken Functies Locatie<br />
Inspectie Zuiveringtechnicus<br />
Klaarmeester<br />
Operator<br />
Rayon(beheerder)<br />
Projectleider<br />
Reiniging Onderhoudmonteur<br />
Onderhoud Onderhoudmonteur<br />
Renovatie Onderhoudmonteur<br />
Medewerker staalen<br />
schilderbedrijf<br />
Lasser en fitters<br />
Tanks<br />
(Pomp)putten<br />
(Pomp)kelders<br />
Bassins Leidingwerken<br />
Waterstaatkundige werken waar<br />
kathodische bescherming is toegepast<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 4 -
1.4 Een integrale aanpak van besloten <strong>ruimte</strong>n<br />
In deze catalogus beschrijven we een integrale aanpak gebaseerd op de Arbo-wet, goede praktijken en<br />
inzichten van deskundigen. Deze integrale aanpak maakt onderscheid in preventieve en repressieve<br />
maatregelen.<br />
Aanpak Aspect<br />
Preventieve<br />
maatregelen<br />
Repressieve<br />
maatregelen<br />
1. Inventariseer de installatierisico’s,<br />
maak een overzicht van besloten<br />
<strong>ruimte</strong>n en markeer deze <strong>ruimte</strong>n.<br />
2. Voorkom het ontstaan van<br />
besloten <strong>ruimte</strong>n en minimaliseer<br />
risico’s door een goed ontwerp<br />
3. Leg de activiteitgebonden risico’s<br />
en beheersmaatregelen vast in<br />
een TRA of procedure<br />
4. Maak duidelijke werkafspraken<br />
5. Meet de atmosfeer en toets deze<br />
aan vooraf vastgestelde criteria<br />
6. Zorg voor een veilige en beheerste<br />
atmosfeer<br />
7. Realiseer een goed toegankelijk<br />
werkgebied<br />
8. Stel voorzieningen veilig<br />
9. Zorg voor een veilige opstelling en<br />
gebruik van apparatuur<br />
10. Geef voorlichting en instructie<br />
11. Gebruik persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen<br />
12. Houd toezicht<br />
13. Pas geschikte blusmiddelen toe<br />
14. Stel een noodprocedure op<br />
Verplicht<br />
volgens<br />
Arbowet<br />
Verplicht<br />
volgens<br />
catalogus<br />
Aanbevolen<br />
volgens<br />
catalogus<br />
Uitwerking<br />
in<br />
paragraaf<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 5 -<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
Ja<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
2.1.1<br />
2.1.2<br />
2.1.3<br />
2.1.4<br />
2.1.5<br />
2.1.6<br />
2.1.7<br />
2.1.8<br />
2.1.9<br />
2.1.10<br />
2.1.11<br />
2.2.1<br />
2.2.2<br />
2.2.3
2 OPLOSSINGENBOEK BESLOTEN RUIMTEN<br />
Dit oplossingenboek volgt de structuur van de integrale aanpak van besloten <strong>ruimte</strong>n zoals hiervoor is<br />
beschreven. Dit betekent dat eerst wordt ingegaan op de preventieve maatregelen en daarna op de<br />
repressieve maatregelen.<br />
2.1 Preventieve maatregelen<br />
2.1.1 Risico-inventarisatie<br />
Het inventariseren, analyseren en schriftelijk vastleggen van de risico’s is vastgelegd in artikel 5 van de<br />
Arbowet.<br />
Oplossingen<br />
Besteed bij de risico-inventarisatie aandacht aan:<br />
- maak een overzicht van alle besloten <strong>ruimte</strong>n (zie<br />
bijlage 1);<br />
- leg van de besloten <strong>ruimte</strong>n de installatiespecifieke<br />
risico’s vast;<br />
- markeer besloten <strong>ruimte</strong>n.<br />
Overzicht van besloten <strong>ruimte</strong>n<br />
Elk waterschap moet een overzicht hebben van alle besloten <strong>ruimte</strong>n. Voor elke besloten <strong>ruimte</strong> moet<br />
duidelijk zijn bij welke locatie deze <strong>ruimte</strong> hoort. Een locatie kan bijvoorbeeld een<br />
rioolwaterzuiveringsinstallatie, rioolgemaal of oppervlaktewatergemaal zijn. Dit overzicht dient actueel te<br />
worden gehouden. Aanleidingen om het overzicht aan te passen zijn: veranderende omstandigheden,<br />
inzichten, wetgeving, bedrijfsvoering, incidenten, ongevallen, etc. In bijlage 1 is een voorbeeld opgenomen<br />
van een overzicht besloten <strong>ruimte</strong>n dat kan worden bijgehouden.<br />
Installatiespecifieke risico’s<br />
Van elke besloten <strong>ruimte</strong> dienen de installatierisico’s geïnventariseerd te worden. Onderstaande risico’s<br />
zijn leidend bij het aanwijzen van besloten <strong>ruimte</strong>n:<br />
- vergiftiging / verstikking (O2, H2S, etc);<br />
- explosie;<br />
- biologische agentia;<br />
- elektrocutie (nauwe geleide <strong>ruimte</strong>n)<br />
- andere gevaarlijke stoffen.<br />
Afhankelijk van de installaties dienen ook andere installatiespecifieke gevaren te worden beoordeeld.<br />
Deze gevaren kunnen zijn:<br />
- vallen (in diepte of van hoogte);<br />
- uitglijden, struikelen, stoten;<br />
- vallende voorwerpen;<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 6 -
- knel- en pletgevaar ;<br />
- elektrocutie;<br />
- verdrinken.<br />
Markering besloten <strong>ruimte</strong>n / bebording<br />
Elke besloten <strong>ruimte</strong> moet als zodanig herkenbaar zijn met minimaal de tekst “<strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong>”. Verder<br />
wordt aanbevolen om de van toepassing zijnde gevaarsymbolen te plaatsen.<br />
2.1.2 V&G Ontwerp<br />
Conform artikel 3, lid 1b uit de Arbowet en artikel 4.4 uit het Arbobesluit is de werkgever in eerste instantie<br />
verplicht om gevaarlijke situaties te voorkomen. Voor besloten <strong>ruimte</strong>n betekent dit dat<br />
ontwerpmaatregelen kunnen worden genomen zodat het gevaar kan worden weggenomen of<br />
geminimaliseerd.<br />
Oplossingen<br />
Minimaliseer de risico’s door ontwerpmaatregelen. Besteed<br />
hierbij aandacht aan:<br />
- beoordelingsmethodieken om gevaren in een vroeg<br />
stadium te signaleren;<br />
- het niet afdekken van <strong>ruimte</strong>n;<br />
- een veilige toegang van besloten <strong>ruimte</strong>n;<br />
- de aanwezigheid van ventilatiesystemen;<br />
- de lay-out en uitvoer van apparatuur.<br />
Bij nieuwe installaties of ingrijpende aanpassingen moet aantoonbaar worden gemaakt dat er naar<br />
gestreefd is om het ontstaan van besloten <strong>ruimte</strong>n te voorkomen. Het is verstandig om al in de<br />
ontwerpfase een risicobeoordeling uit te voeren, voorbeelden van beoordelingsmethodieken die kunnen<br />
worden toegepast zijn een hazid (Hazard Identification Study) of hazop (Hazard and Operability study).<br />
Aspecten die in de ontwerpfase kunnen worden bekeken zijn:<br />
- het voorkomen van besloten <strong>ruimte</strong>n, bijvoorbeeld door het niet afdekken van <strong>ruimte</strong>n (let op!!: dit is<br />
geen maatregel voor gassen die zwaarder zijn dan lucht en die zuurstof kunnen verdringen);<br />
- het creëren van veilige toegang van de <strong>ruimte</strong>. In het geval van tanks dient bij voorkeur een toegang<br />
aan de zijkant gecreëerd te worden. Indien dit niet mogelijk is moet een extra groot toegangsluik aan<br />
de bovenzijde aangebracht te worden;<br />
- ventilatiesystemen voor tanks;<br />
- de lay-out van apparatuur;<br />
- aan- en afkoppelingsmogelijkheden van leidingen en apparatuur.<br />
2.1.3 Activiteitgebonden risico’s en taakrisico-analyse<br />
Ingevolge artikelen 3, lid 1b Arbowet en 4.1b, 4.1c en 4.2 uit het Arbobesluit is de werkgever verplicht<br />
doeltreffende maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van de blootstelling aan gevaarlijke<br />
stoffen.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 7 -
Oplossingen<br />
Inventariseer de activiteitgebonden risico’s en stel<br />
beheersmaatregelen vast.<br />
Hiervoor kan een taakrisico-analyse (TRA) gebruikt worden (zie<br />
voorbeeld in bijlage 2)<br />
Ter voorbereiding van de werkzaamheden dienen de gevaren van de locatie, installatie en de<br />
werkzaamheden te worden geïnventariseerd en zullen beheersmaatregelen moeten worden getroffen. In<br />
het algemeen zal dit plaatsvinden door middel van een taakrisico-analyse (TRA). Bij veel voorkomende<br />
werkzaamheden moeten de risico’s en maatregelen bij voorkeur worden opgenomen in een procedure of<br />
een andere schriftelijk vastgelegde werkwijze. Samen met de installatie-risico’s vormt de TRA een<br />
compleet overzicht van alle risico’s die gelden voor de besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
In bijlage 2 is een voorbeeld van een taakrisico-analyse opgenomen van het betreden van een<br />
uitgegistslibbuffer.<br />
2.1.4 Werkafspraken en werkvergunning<br />
Het is belangrijk dat de afspraken die gemaakt zijn voor iedereen duidelijk zijn. Om deze reden moeten<br />
werkafspraken worden vastgelegd.<br />
Oplossingen<br />
Leg werkafspraken vast, bij voorkeur in een werkvergunning<br />
(zie bijlage 3).<br />
Voordat met de werkzaamheden in de besloten <strong>ruimte</strong> wordt begonnen, worden de te nemen en genomen<br />
maatregelen schriftelijk vastgelegd. Leg hierbij minimaal onderstaande zaken vast:<br />
- algemene gegevens:<br />
o object:<br />
welk object / werk;<br />
wie is verantwoordelijk voor het object / de werkzaamheden;<br />
o uitvoering:<br />
onder wie zijn verantwoording van het waterschap wordt het werk uitgevoerd;<br />
contactgegevens van bedrijf en uitvoerder die de werkzaamheden daadwerkelijk<br />
uitvoeren;<br />
o duur afspraken:<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 8 -
voor welke datum / data gelden de afspraken;<br />
wat zijn de werktijden;<br />
o omschrijving werkzaamheden:<br />
welke werkzaamheden worden uitgevoerd;<br />
welke risico’s / gevaren zijn met de omgeving, installatie en werkzaamheden<br />
verbonden;<br />
o repressieve maatregelen:<br />
noodprocedures is bekend<br />
middelen die nodig zijn om de noodprocedures uit te kunnen voeren zijn aanwezig<br />
- werkafspraken:<br />
o gegevens over de atmosfeer:<br />
resultaten meting;<br />
afspraken over periodieke meting;<br />
bevestiging dat <strong>ruimte</strong> veilig betreden kan worden;<br />
o afzetting van het werkgebied;<br />
o elektrisch veiligstellen van de installatie;<br />
o mechanisch veiligstellen van de installatie;<br />
o gebruik van PBM’s;<br />
o gebruik van andere hulpmiddelen (bijv. gasmeters, blusmiddelen, gereedschappen,<br />
hulpapparatuur, Ex-apparatuur).<br />
Het is wenselijk om bij werkzaamheden in besloten <strong>ruimte</strong>n de werkafspraken vast te leggen in een<br />
werkvergunning. In bijlage 3 is een voorbeeld van een werkvergunning opgenomen.<br />
2.1.5 Meten<br />
Conform artikel 3.5g uit het Arbobesluit mag een <strong>ruimte</strong> waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming,<br />
vergiftiging of brand niet betreden worden voordat uit een onderzoek is gebleken dat het gevaar niet<br />
aanwezig is.<br />
Oplossingen<br />
Besteed bij het meten van gevaarlijke stoffen aandacht aan:<br />
- grenswaarden voor de te meten gevaarlijke stoffen;<br />
- metingen voorafgaand aan de werkzaamheden;<br />
- de deskundigheid van degene die de metingen uitvoert<br />
- eisen aan de meetapparatuur.<br />
Gevaarlijke gassen<br />
Zuurstof, brandbare gassen, waterstofsulfide zijn de belangrijkste gassen waarmee waterschappen te<br />
maken krijgen. <strong>Waterschappen</strong> dienen de gevaren van de gevaarlijke stoffen te scheiden in acute gevaren<br />
en gevaren op langere termijn. De gassen waaraan personen in de besloten <strong>ruimte</strong> blootstaan zijn<br />
opgenomen in de installatiespecifieke risicobeoordeling en de TRA.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 9 -
Voor acute gevaren zoals explosiegevaar, brand, zware vergiftiging, zuurstofverdringing kan het<br />
chemiekaartenboek worden geraadpleegd. Voor lange termijneffecten kan de website www.intox.org<br />
worden geraadpleegd.<br />
Hoge concentratie H2S en methaan zijn voorbeelden van acute gevaren. Wettelijke grenswaarden voor<br />
blootstelling op lange termijn (bijvoorbeeld lasrook en zeer lage concentratie H2) kunnen worden<br />
geraadpleegd via<br />
Gas Acute gevaren Gevaren lange termijn<br />
Zuurstof Laag zuurstofgehalte: verstikking<br />
Hoog zuurstofgehalte: versnelde<br />
ontbranding<br />
Brandbare gassen Explosie<br />
Brand<br />
Waterstofsulfide Hoge concentraties:<br />
- explosie<br />
- brand<br />
- irritatie<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 10 -<br />
-<br />
Afhankelijk van de stof<br />
Aantasting:<br />
- zenuwstelsel<br />
- longen<br />
- oogletsel<br />
Meetcriteria<br />
Elk waterschap dient grenswaarden voor de atmosfeer vast te stellen waarbij zij het veilig acht de <strong>ruimte</strong> te<br />
betreden. Hierbij moeten de wettelijke grenswaarden in acht worden genomen. Door het waterschap dient<br />
voor kortdurende werkzaamheden naast de wettelijke grenswaarde bij een blootstelling van 8 uur ook een<br />
plafondwaarde te worden vastgesteld. Beide waarden mogen nooit overschreden mag worden. Indien er<br />
geen wettelijke grenswaarde is vastgesteld, dient het waterschap een grenswaarde vast te stellen. Op de<br />
website www.veiligwerkenmetchemischestoffen.nl wordt uitgelegd hoe u een grenswaarde kunt<br />
vaststellen.<br />
Voor alle werkzaamheden dient vooraf vastgesteld te worden aan welke gassen werknemers blootgesteld<br />
kunnen worden. Deze gassen dienen te worden gemeten en getoetst aan de grenswaarden.<br />
Voor samengestelde gassen (bijvoorbeeld biogas) geldt dat elk van de onderdelen van het samengestelde<br />
gas (bijvoorbeeld methaan, waterstofsulfide en kooldioxide) aan de grenswaarden moet voldoen. In<br />
onderstaande tabel zijn grenswaarden opgenomen waar minimaal aan voldaan moet worden.<br />
Gas Meetcriteria<br />
Zuurstof 18 – 21 volumeprocent<br />
Brandbare gassen Lager dan 10% van de onderste explosiegrens (LEL 1 )<br />
Waterstofsulfide Lager dan 1,6 ppm (8-uurs blootstelling)<br />
Kooldioxide Lager dan 9.000 mg / m 3 of 5.000 ppm (8-uurs blootstelling)<br />
Wanneer niet aan de meetcriteria wordt voldaan, mag de <strong>ruimte</strong> alleen betreden worden met<br />
gebruikmaking van onafhankelijke ademhalingsbeschermingsmiddelen. Daarbij is de luchttoevoer<br />
onafhankelijk van de atmosfeer in de <strong>ruimte</strong> (zie ook paragraaf 2.1.11). Ruimten waar meer dan 10% LEL<br />
heerst mogen nooit worden betreden.<br />
1 onderste explosiegrens (LEL) te blijven. De LEL geeft een gas-lucht verhouding weer. Boven de LEL-waarde kan het<br />
gasmengsel met behulp van een vonk tot ontsteking worden gebracht.
Meet atmosfeer voorafgaand aan de werkzaamheden<br />
Voorafgaand aan betreding van de besloten <strong>ruimte</strong> moet de samenstelling van de atmosfeer in de <strong>ruimte</strong><br />
worden gemeten. De meetresultaten voor deze stoffen moeten vastgelegd worden, bijvoorbeeld in de<br />
vorm van een meetprotocol, een meetrapport of als onderdeel van de werkvergunning. Met de<br />
meetresultaten moet minimaal aangetoond kunnen worden welk type metingen uitgevoerd zijn, met welk<br />
meetinstrument, waar de metingen zijn uitgevoerd en wat de meetresultaten zijn.<br />
Uit de risicobeoordeling dient naar voren te komen welke gevaarlijke atmosfeer kan worden aangetroffen.<br />
Op basis hiervan dienen metingen te worden uitgevoerd. In de atmosfeer bij besloten <strong>ruimte</strong>n zijn met<br />
name onderstaande stoffen relevant:<br />
- Waterstofsulfide (H2S);<br />
- Zuurstof (O2);<br />
- Brandbare of explosieve gassen (methaan, biogas).<br />
In voorkomende gevallen kunnen besloten <strong>ruimte</strong>n andere stoffen bevatten zoals chloor of ammoniak. Een<br />
voor deze stoffen passende werkwijze moet door het betreffende waterschap zelf bepaald en vastgelegd<br />
worden.<br />
Meetbevoegde<br />
Degene die de gasmetingen uitvoert, moet hiervoor voldoende zijn uitgerust en opgeleid. Voorbeelden van<br />
geschikte opleidingen zijn: “gasmeten in riool en waterzuivering” en “basis gasmeten”. Verder dient de<br />
meetbevoegde bekend te zijn met de installatie. Het is verstandig dat hij vooraf minimaal de tekeningen en<br />
de installatierisico’s heeft bestudeerd. Bij omvangrijke werkzaamheden en werkzaamheden met hoge<br />
risico’s, dient een meetprotocol opgesteld te worden.<br />
Indien duidelijk is dat metingen niet op een veilige manier kunnen worden uitgevoerd en het toch<br />
essentieel is dat de metingen wel worden uitgevoerd dan mogen deze alleen worden uitgevoerd onder<br />
gebruik van adembescherming.<br />
Figuur 1: meten van de atmosfeer met gebruik van<br />
adembescherming.<br />
Meetapparatuur<br />
Voor de meetapparatuur gelden onderstaande eisen:<br />
- de apparatuur moet geschikt zijn voor de meetcriteria zoals die door het waterschap zijn vastgesteld;<br />
- aanduiding wanneer de apparatuur voor de laatste keer is gecalibreerd;<br />
- aanduiding wanneer de volgende calibratie moet plaatsvinden;<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 11 -
- de calibratiegegevens moeten worden vastgelegd.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 12 -
2.1.6 Beheersen van de atmosfeer<br />
Overeenkomstig artikel 4.1c dient de blootstelling aan gevaarlijke stoffen geminimaliseerd te worden.<br />
Artikel 4.5, van het Arbobesluit, gaat in op het ventileren van besloten <strong>ruimte</strong>n. Verder geldt dat conform<br />
beleidsregel 3.5g-2, lid 3, alle leidingen die op de besloten <strong>ruimte</strong> zijn aangesloten, zijn afgeblind zodat<br />
geen gassen of vloeistoffen vanuit de leidingen in de <strong>ruimte</strong> kunnen komen.<br />
Oplossingen<br />
- maak de installatie schoon;<br />
- koppel leidingen af en blok <strong>ruimte</strong>n in;<br />
- beheers de atmosfeer tijdens werkzaamheden.<br />
Schoonmaken van de installatie<br />
De werkmethode die wordt toegepast om het product uit de besloten <strong>ruimte</strong> te verwijderen en te<br />
ventileren, is erop gericht om een veilige atmosfeer te verkrijgen.<br />
Voordat de besloten <strong>ruimte</strong> wordt geopend, worden alle resten van vloeibare producten zoveel mogelijk<br />
verwijderd door het leegpompen en laten aflopen (drainen) van de <strong>ruimte</strong>. Daarna kan de <strong>ruimte</strong> worden<br />
gespoeld met water, waaraan zo nodig een reinigingsmiddel of desinfectiemiddel is toegevoegd. Reinigen<br />
met stoom wordt, in het bijzonder bij besloten <strong>ruimte</strong>n die brandbare gassen of dampen kunnen bevatten,<br />
ten sterkste afgeraden. Er kan dan namelijk vonkvorming optreden door statische elektriciteit.<br />
Reinigen met vluchtige brandbare of giftige oplosmiddelen wordt eveneens sterk ontraden. Indien een<br />
besloten <strong>ruimte</strong> gevaarlijke gassen bevat, worden deze uitgedreven en zo nodig vernietigd. Gevaarlijke<br />
gassen en dampen (niet explosief) kunnen worden verwijderd door langdurig spoelen met lucht. Voor het<br />
uitdrijven van brandbare gassen dient de Atex 137 te worden gevolgd.<br />
Na het wassen, vooral bij besloten <strong>ruimte</strong>n die sterk vervuild zijn, zal dikwijls langdurig (enkele uren) met<br />
lucht worden gespoeld om de concentratie gevaarlijke gassen en dampen beneden de toelaatbare grens<br />
te brengen. Ook een combinatie van wassen en spoelen is mogelijk; deze werkwijze kan de concentratie<br />
gevaarlijke gassen en dampen snel verlagen.<br />
Spoelen met lucht kan geschieden door afzuiging van de gassen en dampen of door inblazen van schone<br />
lucht in de besloten <strong>ruimte</strong>. Afhankelijk van de te verwachte gassamenstelling (onder meer het soortelijk<br />
gewicht) dient de locatie van de aan- en afzuiging te worden vastgesteld.<br />
In bijlage 4 is een voorbeeld opgenomen van een taakrisicoanalyse voor het inertiseren van een<br />
gistingstank, gashouder en leidingen.<br />
Afkoppelen van leidingen en inblokken van <strong>ruimte</strong>n<br />
Na het ledigen worden alle op de besloten <strong>ruimte</strong> aangesloten leidingen afgesloten (bijvoorbeeld door<br />
middel van blind- of steekflenzen), gelocked en gelabeled. Het afblinden kan door middel van:<br />
- goed zichtbare blind- of steekflenzen;<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 13 -
- zodanige loskoppeling dat geen gassen of stoffen vanuit de leiding in de <strong>ruimte</strong> kunnen komen. De<br />
losgekoppelde leidinggedeelten mogen niet op eenvoudige wijze weer vastgekoppeld kunnen worden;<br />
- Wanneer afblinden of loskoppelen niet mogelijk is, kan een zogenoemd “double block en<br />
bleedersysteem” worden toegepast.<br />
Het afblinden en loskoppelen van leidingen gebeurt zo dicht mogelijk bij de besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
Zoals in de procesindustrie gebruikelijk is, is het bij complexe leidingsystemen aan te raden gebruik te<br />
maken van een controlelijst waarop alle te plaatsen flenzen staan aangegeven. Op die manier wordt<br />
voorkomen dat één of meer flenzen over het hoofd worden gezien.<br />
Figuur 2: veilig gestelde schakelkast<br />
Bij het inblokken van <strong>ruimte</strong>n ter voorkoming van instromend water (bijvoorbeeld<br />
oppervlaktewatergemalen) dienen daarvoor geschikte keermiddelen te worden toegepast. Een enkele<br />
kering is voldoende bij gebruik van stalen keerschotten. Indien schotbalken worden gebruikt, gaat de<br />
voorkeur naar een dubbele kering. Deze tussen<strong>ruimte</strong> mag niet gevuld worden met andere materialen<br />
(bijvoorbeeld grond).<br />
Beheersen van de atmosfeer tijdens werkzaamheden<br />
Voordat iemand de <strong>ruimte</strong> betreedt, wordt gezorgd voor een doeltreffende luchtverversing. Indien geen<br />
zekerheid bestaat dat tijdens de werkzaamheden aan de criteria blijvend kan worden voldaan, worden er<br />
herhalingsmetingen uitgevoerd. De frequentie van deze metingen wordt zodanig gekozen dat een<br />
verandering in de atmosfeer wordt geconstateerd voordat deze een gevaarlijke waarde bereikt.<br />
In de volgende situaties in een besloten <strong>ruimte</strong> bestaat de mogelijkheid dat niet aan de gestelde criteria<br />
kan worden voldaan:<br />
- het uitvoeren van las- of snijwerkzaamheden;<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 14 -
- het werken met vluchtige oplosmiddelen;<br />
- het vrijkomen van gassen of dampen uit achtergebleven resten of uit roestlagen.<br />
Aanbevolen wordt minimaal één persoon in de besloten <strong>ruimte</strong> uit te rusten met persoonlijke gasdetectieapparatuur.<br />
Dat zijn kleine meetinstrumenten die bijvoorbeeld in de borstzak van een overall gedragen<br />
kunnen worden. Deze meetinstrumenten zijn uitgerust met meerdere sensoren zodat verschillende gassen<br />
en gassamenstellingen (bijvoorbeeld O2, LEL en H2S) continu gemeten worden. Het is belangrijk dat de<br />
meetapparatuur is ingesteld op de meetcriteria die het waterschap hanteert. Bij het overschrijden van de<br />
meetcriteria wordt een alarm gegeven. In dat geval worden de werkzaamheden onmiddellijk gestaakt en<br />
verlaat iedereen de besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
De bepaling welke gasdetectie-apparatuur gebruikt moet worden en welke personen uitgerust moeten<br />
worden met de apparatuur moet vastgelegd worden in de in hoofdstuk 2.1.3. van deze Arbocatalogus<br />
genoemde taakrisico-analyse.<br />
Ventilatie kan op twee manieren geschieden, namelijk:<br />
- door via één van de toegangen verse lucht in de <strong>ruimte</strong> te blazen;<br />
- door de verontreinigde lucht uit de <strong>ruimte</strong> af te zuigen.<br />
De ventilatie wordt zodanig ingericht dat de lucht in de gehele besloten <strong>ruimte</strong> zoveel mogelijk wordt<br />
ververst. Daarbij is het noodzakelijk de toegang waar het inblazen of afzuigen van de lucht plaatsvindt<br />
voldoende af te sluiten. Ook kan men gebruik maken van verplaatsbare luchtleidingen, die de lucht<br />
aanvoeren of afzuigen op de plaats waar wordt gewerkt.<br />
2.1.7 Toegankelijk werkgebied<br />
In artikel 3.2 van het Arbobesluit is opgenomen dat arbeidsplaatsen veilig toegankelijk moeten zijn en weer<br />
veilig moeten kunnen worden verlaten. Verder dient u conform artikel 3.15 uit het Arbobesluit duidelijk aan<br />
te geven waar zich gevaren bevinden.<br />
Oplossingen<br />
- zorg er voor dat het werkgebied goed toegankelijk is<br />
voor hulpdiensten;<br />
- minimaliseer het aantal personen in een besloten<br />
<strong>ruimte</strong>;<br />
- zorg voor een goede toegang tot de besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
Toegankelijkheid werkgebied<br />
De toegankelijkheid van het werkgebied moet worden gewaarborgd door middel van onderstaande<br />
maatregelen:<br />
- Het werkgebied is afgezet;<br />
- de toegangswegen en de omgeving van de besloten <strong>ruimte</strong> worden zoveel mogelijk vrijgehouden van<br />
materiaal, verplaatsbare apparatuur en voertuigen;<br />
- Het werkgebied is toegankelijk voor hulpdiensten (toegang en opstelplaats);<br />
- Geadviseerd wordt bij de ingang van het werkgebied een bord "Verboden toegang voor<br />
onbevoegden" te plaatsen;<br />
- Het aantal personen dat in een besloten <strong>ruimte</strong> werkt is zo klein mogelijk;<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 15 -
- Het mangat is goed toegankelijk en vrij van obstakels. Bij tanks die in de grond zijn aangebracht, is<br />
het noodzakelijk dat het mangat wordt vrijgemaakt. Er worden voorzieningen getroffen om te<br />
voorkomen dat de weggegraven grond in de schacht valt of de taluds inkalven.<br />
- Bij een verticale ingang tot een besloten <strong>ruimte</strong> dient aandacht te worden besteed aan het<br />
minimaliseren van valgevaar bij het mangat. Valgevaar is opgenomen in Arbocatalogus deel 3, §2.1.4.<br />
Oplossingen om het valgevaar te minimaliseren kunnen zijn: een railing rondom het mangat waarbij<br />
men alleen binnen de railing mag komen als men valbeveiliging draagt. Hierbij dient men aan een<br />
vast punt de valbeveiliging te borgen. Een andere optie is het plaatsen van een afzetting waarbij<br />
dezelfde uitgangspunten (o.a. veiligheidsafstanden tot het mangat) worden gehanteerd als bij het<br />
werken op platte daken. Brand- of veiligheidswachten dienen ook deze beveiliging te dragen als zij<br />
zich in de omgeving van een dergelijk mangat bevinden.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 16 -
Figuur 3: zorg bij besloten <strong>ruimte</strong>n voor een goede opstelplaats voor hulpdiensten<br />
2.1.8 Voorzieningen in besloten <strong>ruimte</strong> veilig stellen<br />
In besloten <strong>ruimte</strong>n zijn vaak permanente of tijdelijke voorzieningen aanwezig die tot extra gevaren kunnen<br />
leiden als de <strong>ruimte</strong> betreden wordt. Voorbeelden hiervan zijn roerwerken of klimsteigers in tanks. U dient<br />
de risico’s van deze voorzieningen te minimaliseren.<br />
Oplossingen<br />
Minimaliseer de risico’s van voorzieningen in de besloten<br />
<strong>ruimte</strong>. Besteed hierbij aandacht aan:<br />
- het gebruik van veilige en gekeurde steigers, trappen<br />
en ladders;<br />
- controle van hulpmiddelen op hun geschiktheid voor<br />
gebruik in de besloten <strong>ruimte</strong>;<br />
- de borging van bewegende delen in de besloten<br />
<strong>ruimte</strong>.<br />
Steigers en andere hulpconstructies<br />
Steigers en andere hulpconstructies worden op de juiste wijze geconstrueerd en zijn gemakkelijk via een<br />
trap of ladder te bereiken. Steigers zijn gekeurd door een deskundig persoon en voorzien van een<br />
steigerkaart. Trappen of ladders worden op een deugdelijke manier vastgezet. 2<br />
Vaste voorzieningen en bewegende delen<br />
Zowel de vaste voorzieningen als de hulpmiddelen worden voor hun gebruik op betrouwbaarheid<br />
gecontroleerd. Hierbij wordt rekening gehouden met mogelijke aantasting door producten die zich in de<br />
<strong>ruimte</strong> bevinden.<br />
Wanneer zich in een besloten <strong>ruimte</strong> roerwerken of andere bewegende delen bevinden, worden<br />
maatregelen getroffen, die met zekerheid voorkomen dat deze delen onverwacht in beweging kunnen<br />
komen.<br />
Dit kan worden bereikt door:<br />
2 Dit hoofdstuk gaat niet in op arbo-eisen van steigers, trappen en ladders. In deel 3 van de Arbocatalogus (Struikelen,<br />
uitglijden en vallen) wordt hier wel op ingegaan. Verder zijn eisen opgenomen in het Arbobesluit artikelen 7.23, 7.23a,<br />
7.23b en in de beleidsregels 7.4-4, 7.4-5 en 7.34.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 17 -
- het afkoppelen van bewegende delen en vergrendelen van de werkschakelaar(s) (met slot en sleutel);<br />
- het ‘trekken’ van de smeltpatronen (zekeringen), voornamelijk bij oudere installaties;<br />
- veiligstellen conform NEN-EN 50110-1 in combinatie met NEN 3140;<br />
- blokkeren van aandrijven (bijvoorbeeld verwijderen van riemen of snaren).<br />
2.1.9 Veilig gebruiken van apparatuur<br />
Het gebruik van apparatuur kan tot gevaren leiden binnen en buiten de besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
Oplossingen<br />
Zorg voor veilig gebruik van apparatuur. Besteed hierbij aandacht<br />
aan:<br />
- Elektrocutiegevaar bij nauwe geleidende <strong>ruimte</strong>n:<br />
o Het gebruik van veilige spanning<br />
o De aarding en isolatie van apparatuur<br />
o De opstelling van voedingsbronnen;<br />
- Vonkvrije (ex)-apparatuur bij een explosieve atmosfeer;<br />
- Verwijderen van brandbare producten bij werken met<br />
open vuur;<br />
- Maatregelen zodat bij defecte gas- / zuurstofslangen de<br />
aanvoer van gassen automatisch gestopt wordt.<br />
Elektrocutiegevaar - Gebruik in van nauwe (mobiele) geleidende aardlekschakelaarapparatuur.<br />
<strong>ruimte</strong>n<br />
Een nauw geleidende <strong>ruimte</strong> is een <strong>ruimte</strong> die voornamelijk begrensd is door geleidende delen waarin de<br />
bewegingsvrijheid zo is beperkt dat personen voortdurend of vrijwel voortdurend in contact zijn met deze<br />
geleidende delen. Voorbeelden van nauwe geleidende <strong>ruimte</strong>n zijn kleine tanks en kruip<strong>ruimte</strong>s.<br />
Elektrocutie is een belangrijk gevaar bij nauwe geleidende <strong>ruimte</strong>n. In de risicobeoordeling dient te worden<br />
nagegaan of de besloten <strong>ruimte</strong> een nauwe geleide <strong>ruimte</strong> betreft.<br />
Om het risico van elektrocutie te minimaliseren dienen onderstaande maatregelen te worden genomen ten<br />
aanzien van werkzaamheden in nauwe geleidende <strong>ruimte</strong>n:<br />
- in de <strong>ruimte</strong> mag vaste elektrische apparatuur alleen toegepast worden als deze op veilige<br />
spanning werkt.<br />
- Verplaatsbaar elektrische materieel moet zijn uitgevoerd met een ingebouwde voedingsbron<br />
(accu). Indien dit niet mogelijk is moet dit materieel zijn opgenomen in een SELV-keten 3 . Is ook<br />
dit niet mogelijk, dan moet het materieel worden opgenomen in een S-keten 4 .<br />
- Bij toepassing van S-ketens moet aan onderstaande voorwaarden worden voldaan:<br />
o In een keten mag slechts één verplaatsbaar toestel zijn opgenomen;<br />
o Het toestel is van klasse II. Als klasse II 5 toestellen niet verkrijgbaar zijn, mogen klasse I<br />
6 toestellen worden gebruikt mits de handgrepen en bedieningsorganen van<br />
isolatiemateriaal zijn of met isolatiemateriaal zijn bekleed. Deze isolatie moet minimaal<br />
voldoen aan de eisen voor extra isolatie.<br />
3 Safety Extra Low Voltage (veilige spanning)<br />
4 S-keten is een veiligheidstransformator waarbij de uitgangsspanning 230V is.<br />
5 Klasse II toestel: dubbelgeïsoleerd toestel<br />
6 Klasse I toestel: geaard toestel<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 18 -
- Handlampen mogen niet worden opgenomen in S-ketens. Handlampen met gasontladingsbuizen<br />
zijn op een dergelijke manier uitgevoerd dat het voor het functioneren van de lamp noodzakelijk<br />
materieel in de handlamp is opgenomen.<br />
- De voedingsbronnen van de SELV- en S-ketens zijn buiten de nauwe geleidende <strong>ruimte</strong><br />
geplaatst.<br />
- Elektrisch materieel dat vanwege de grootte van zijn vermogen niet in een SELV- of S-keten kan<br />
worden geplaatst, mag als klasse I worden uitgevoerd als wordt voldaan aan alle onderstaande<br />
eisen:<br />
o Het omvat geen elektrisch handgereedschap;<br />
o Het materieel maakt deel uit van een eindgroep, beveiligd door een aardlekschakelaar<br />
met een nominale aanspreekstroom van ten hoogste 30mA, van een TN- of een TTstelsel;<br />
o de aardlekschakelaar wordt dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden met de<br />
testknop beproefd;<br />
o het materieel wordt uitsluitend in de spanningsloze toestand verplaatst.<br />
- Aarding is verbonden met alle metalen gestellen en vreemde geleidende delen binnen de nauwe<br />
geleidende <strong>ruimte</strong>.<br />
- Verplaatsbare leidingen mogen alleen deel uitmaken van SELV- of S-ketens.<br />
Deze bepaling geldt niet voor:<br />
o meetleidingen van meettoestellen;<br />
o leidingen van handlampen.<br />
- Elektrisch aangedreven ventilatoren worden niet op de nauw geleidende <strong>ruimte</strong> gemonteerd maar<br />
kunnen door slangen of leidingen met de <strong>ruimte</strong> worden verbonden.<br />
Meer informatie is opgenomen in de NEN 3140 publicatie (bepalingen 6.101) 7 .<br />
Explosiegevaar binnen de besloten <strong>ruimte</strong> vanwege werkzaamheden waarbij vonken ontstaan<br />
Indien het gevaar bestaat dat in de besloten <strong>ruimte</strong>n een explosieve atmosfeer aanwezig is, wordt er<br />
gewerkt met explosieveilige apparatuur, hulpmiddelen en PBM’s conform de Atex 95 -regelgeving. Dit<br />
geldt ook voor de verlichting en ventilatoren die bij mangaten worden geplaatst. Het is overigens niet<br />
toegestaan om werkzaamheden uit te voeren in een besloten <strong>ruimte</strong> waarvan bekend is dat er zich een<br />
explosieve atmosfeer in bevindt.<br />
Indien het gevaar bestaat dat brandbare of ontbrandbare stoffen in de <strong>ruimte</strong> vlam kunnen vatten door de<br />
werkzaamheden (bijvoorbeeld lassen of slijpen) worden deze stoffen uit de <strong>ruimte</strong> verwijderd. Indien blijkt<br />
dat dit niet mogelijk is worden deze afgedekt door bijvoorbeeld lasdekens, Verder dienen voor deze<br />
werkzaamheden altijd blusmiddelen aanwezig te zijn (zie paragraaf 2.2.2).<br />
Brand- en explosiegevaar binnen de besloten <strong>ruimte</strong> door gebruik van drukhouders (gasflessen)<br />
Gas- en zuurstofcilinders die bij autogene las- of snijwerkzaamheden worden gebruikt, worden buiten de<br />
besloten <strong>ruimte</strong> geplaatst. Dat geldt ook voor verdeelstukken bij centrale gas- en zuurstofsystemen. Indien<br />
in uitzonderlijke situaties hiervan wordt afgeweken dient dit expliciet te zijn vermeld in de TRA.<br />
Een te hoog zuurstofpercentage leidt tot zeer gevaarlijke situaties omdat brandbare stoffen (bijvoorbeeld<br />
kleding van de lasser) aanzienlijk sneller in brand raken. Om lekkage van zuurstof uit lekke slangen en<br />
koppeling aan de brander te voorkomen (andere koppelingen mogen niet voorkomen in zuurstofslangen)<br />
is het verstandig om aan reduceertoestel voor zuurstof te voorzien van een dubbele slang. Bij lekkage van<br />
zuurstof wordt dan de zuurstoftoevoer naar de brander automatisch afgesloten. Branders, slangen en<br />
slangaansluitingen dienen vooraf en buiten de besloten <strong>ruimte</strong> te worden getest.<br />
7 De meest recente NEN-EN 3140 publicatie geldt voor deze Arbocatalogus.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 19 -
Wanneer bij het lassen of snijden gebruik wordt gemaakt van een injecteurbrander, wordt in de<br />
toevoerleiding van de brandbare gassen een vacuümventiel opgenomen. Dit ventiel zorgt ervoor dat bij het<br />
lek raken van de gastoevoerleiding de toevoer van gas onmiddellijk wordt gestopt. Bij het gebruik van een<br />
gelijkedrukbrander kan voor het brandbare gas aan het reduceertoestel eenzelfde toestel worden<br />
gemonteerd, zoals is beschreven voor het gebruik van zuurstof. Het toestel dient dan wel geschikt te zijn<br />
voor het door te voeren gas.<br />
Sluit bij onderbreking van de werkzaamheden zowel de brander als de gasflessen af. Verwijder bij<br />
voorkeur de brander met de toevoerslangen uit de besloten <strong>ruimte</strong>. Bij het stoppen van de<br />
werkzaamheden dient de apparatuur te worden uitgezet of veiliggesteld.<br />
Explosie buiten de besloten <strong>ruimte</strong> vanwege ontsteking explosieve dampen<br />
Bij de opstelling van apparatuur dient te worden voorkomen dat vonkvorming van apparatuur een<br />
explosieve damp uit de besloten <strong>ruimte</strong> ontsteekt waardoor een explosie kan plaatsvinden. Het is van<br />
belang dat elektrische en andere apparatuur, zoals ventilatoren, dieselmotoren en compressoren ten<br />
opzichte van de besloten <strong>ruimte</strong> worden geplaatst als aangegeven in de figuur.<br />
<strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Windrichting<br />
Bij een dergelijke plaatsing is de kans dat een eventueel aanwezig brandbaar damp/lucht- mengsel wordt<br />
ontstoken het geringst. Ook bij besloten <strong>ruimte</strong>n die giftige gassen en dampen bevatten en waarbij een<br />
compressor wordt gebruikt die de ademhalingsbeschermende middelen voorziet van ademlucht, is<br />
een dergelijke plaatsing noodzakelijk. Hiermee wordt voorkomen dat de compressor schadelijke dampen<br />
uit de besloten <strong>ruimte</strong> aanzuigt. De windrichting wordt tijdens de werkzaamheden gecontroleerd,<br />
bijvoorbeeld met een windvaan.<br />
Gebruik (mobiele) aardlekschakelaarapparatuur<br />
Compressor<br />
Ventilator<br />
Dieselmotor<br />
Een apparaat kan defect raken zonder dat kortsluiting optreedt. Een voorbeeld hiervan kan aantasting<br />
door vocht zijn. Het gevaar is dat de stop intact blijft (er is geen kortsluiting) maar het apparaat staat wel<br />
onder spanning. Een aardlekschakelaar controleert of stroom uit het elektriciteitscircuit lekt. Indien de<br />
gelekte stroom een bepaalde waarde overschrijdt, wordt de stroomkring verbroken.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 20 -
Om bovenstaande reden is het belangrijk om voorafgaand aan de werkzaamheden te controleren of de<br />
installatie waaraan of waarmee gewerkt wordt, is aangesloten op een aardlekschakelaar. Indien deze niet<br />
aanwezig is of de aanwezige aardlekschakelaar heeft een nominale aanspreekstroom hoger dan 30 mA,<br />
kan worden gebruik gemaakt van een mobiele aardlekschakelaar met een nominale aanspreekstroom van<br />
ten hoogste 30 mA. Een mobiele aardlekschakelaar dient voor gebruik altijd getest te worden.<br />
2.1.10 Voorlichting en training<br />
Het voorlichten, trainen en instrueren van werknemers is een verplichting conform Arbowet artikel 8.<br />
Oplossingen<br />
Geef voorlichting en instructie. Voer kort voorafgaand aan de<br />
werkzaamheden een laatste minuut risico analyse (LMRA) uit .<br />
Zie bijlage 5 voor een voorbeeld LMRA.<br />
Het waterschap (zie ook paragraaf 2.2.2) zorgt ervoor dat alle werknemers die bij de werkzaamheden in<br />
besloten <strong>ruimte</strong>n betrokken zijn, doeltreffend worden voorgelicht over de gevaren die aan deze<br />
werkzaamheden zijn verbonden. Ook zorgt het waterschap ervoor dat de werknemers voldoende zijn<br />
geïnstrueerd over de manier waarop het werk veilig uitgevoerd kan worden. Bovendien overtuigt het<br />
waterschap zich ervan dat zij op de hoogte zijn van de maatregelen die in geval van nood moeten worden<br />
getroffen.<br />
Geadviseerd wordt de werknemers die het werk uitvoeren een laatste minuut risico analyse (LMRA) uit te<br />
laten voeren. Deze LMRA dient uitgevoerd te worden op de werklocatie kort voorafgaand aan de<br />
werkzaamheden. Een voorbeeld van een LMRA is opgenomen in bijlage 5.<br />
2.1.11 Persoonlijke beschermingsmiddelen<br />
In artikel 3b van de Arbowet is opgenomen dat doeltreffende en passende persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen (pbm’s) aan de medewerker ter beschikking moeten worden gesteld als door bron-<br />
en collectieve maatregelen het gevaar niet voorkomen kan worden.<br />
Oplossingen<br />
Besteed bij persoonlijke beschermingsmiddelen aandacht aan:<br />
- standaard pbm’s die gedragen dienen te worden;<br />
- adembescherming;<br />
- valbescherming;<br />
- opslag en schoonmaak van persoonlijke<br />
beschermingsmiddelen.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 21 -
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 22 -
Standaard pbm’s<br />
Tijdens het werken in besloten <strong>ruimte</strong>n zullen, afhankelijk van de specifieke risico’s, verschillende typen<br />
pbm’s toegepast moeten worden. Vaststelling van de pbm’s dienst plaats te vinden op basis van de in<br />
hoofdstuk 2.1.1. van deze Arbocatalogus uitgevoerde RI&E en op basis van de hoofdstuk 2.1.3<br />
uitgevoerde taakrisico-analyse.<br />
De volgende algemene persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen tijdens het werken in een besloten<br />
<strong>ruimte</strong> worden gedragen:<br />
- veiligheidsschoenen of – laarzen;<br />
- speciale beschermende kleding / pakken ter bescherming van de huid tegen o.a. toxische stoffen en<br />
biologische agentia. In brand/explosiegevaarlijke <strong>ruimte</strong>n dient antistatische en brandvertragende<br />
kleding te worden gedragen;<br />
- handschoenen ter bescherming van de huid tegen o.a. toxische stoffen en biologische agentia;<br />
- veiligheidshelm;<br />
- oogbeschermingsmiddelen: afhankelijk van de situatie een veiligheidsbril of ruimzichtbril.<br />
Adembescherming<br />
Als uit de risicobeoordeling blijkt dat adembescherming noodzakelijk is, dient onafhankelijke<br />
adembescherming te worden toegepast. Filtermaskers mogen alleen worden toegepast als de gevaarlijke<br />
atmosfeer enkel wordt veroorzaakt door aerosolen en/of endotoxinen.<br />
Let op: in bepaalde situaties is onafhankelijke adembescherming, waarbij ademlucht door middel van<br />
slangen naar de besloten <strong>ruimte</strong> wordt gevoerd, lastig te gebruiken omdat er scherpe delen zijn of dat<br />
meerdere personen via eenzelfde mangat naar binnengaan waardoor slangen in de knoop kunnen raken.<br />
Valbescherming<br />
Alle personen die zich in de besloten <strong>ruimte</strong> bevinden zijn verplicht een harnasgordel te dragen. Een<br />
harnasgordel kan gebruikt worden om de betreffende persoon in geval van een incident uit de <strong>ruimte</strong> te<br />
takelen of trekken.<br />
In situaties waar sprake is van een verhoogd risico op vallen dient valbescherming te worden gedragen.<br />
Dit is onder meer het geval bij een valhoogte van 2,5 of meer, openingen in de vloer, onbrekende relingen,<br />
etc.<br />
Bij verticale betreding van een besloten <strong>ruimte</strong> kan een meelopende valbescherming (non-chute) worden<br />
toegepast. Deze dient bij voorkeur bevestigd te worden aan een hijsbalk of driepoot (redtakel moet altijd<br />
aanwezig zijn). Na de afdaling, als de werknemer zich horizontaal gaat verplaatsen, is het verstandig de<br />
valbescherming uit te haken omdat de werknemer verstrikt kan raken in de lijnen (de harnasgordel dient<br />
wel gedragen te worden).<br />
Boven een verticaal te betreden <strong>ruimte</strong> dient een afscherming te worden geplaatst. Indien dit niet mogelijk<br />
is, moet de mangatwacht valbescherming gebruiken (dus inclusief ‘verankering’).<br />
Opslag en schoonmaak<br />
Alle persoonlijke beschermingsmiddelen, de hierbij behorende apparatuur en gereedschappen worden na<br />
gebruik zorgvuldig schoongemaakt, gecontroleerd, eventueel gerepareerd en op een schone, droge plaats<br />
- gereed voor gebruik - opgeborgen.<br />
De uitrusting wordt beschermd tegen blootstelling aan uitzonderlijke omstandigheden (warmte, koude,<br />
inwerken chemicaliën, etc.).<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 23 -
Er wordt bijzondere aandacht geschonken aan het schoonmaken van maskers en<br />
oogbeschermingsmiddelen. Deze worden na gebruik grondig schoongemaakt met water en zeep en<br />
vervolgens gedroogd. Het is verstandig om bij het schoonmaken een desinfecterende zeep te gebruiken.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 24 -
2.2 Repressieve maatregelen<br />
2.2.1 Toezicht houden, observeren en communiceren<br />
Conform artikel 8, lid 4 uit de Arbowet dient de werkgever toezicht uit te voeren op de naleving van de<br />
instructies en voorschriften.<br />
Oplossingen<br />
Besteed bij het toezicht houden aandacht aan:<br />
- controle van de genomen maatregelen voorafgaand<br />
aan de werkzaamheden;<br />
- toezicht tijdens de werkzaamheden ;<br />
- communicatiemiddelen.<br />
Het is de taak van het waterschap om voorafgaand aan de werkzaamheden te controleren dat alle<br />
maatregelen om de <strong>ruimte</strong> veilig te kunnen betreden en in de <strong>ruimte</strong> te kunnen werken zijn getroffen.<br />
Bij het werken aan of in besloten <strong>ruimte</strong>n is één persoon belast met het toezicht op werkzaamheden. Het<br />
is mogelijk dat deze toezichthouder zijn taken delegeert aan een mangatwacht.<br />
Taken van de mangatwacht / toezichthouder zijn:<br />
- nemen van maatregelen om de <strong>ruimte</strong> veilig te kunnen betreden en in te kunnen werken;<br />
- controleren van de hulpapparatuur;<br />
- zonodig assistentie verlenen bij het binnengaan en verlaten van personen / materialen;<br />
- continu in contact zijn met personen die zich in de <strong>ruimte</strong>n bevinden;<br />
- het letten op alarmsignalen van de personen of apparatuur. Met de personen die de <strong>ruimte</strong> betreden<br />
dienen afspraken te worden gemaakt over alarmsignalen;<br />
- waarschuwen in geval van nood. Maak vooraf afspraken wie geïnformeerd wordt in geval van een<br />
alarm.<br />
De mangatwacht mag nooit de besloten <strong>ruimte</strong> betreden.<br />
Technische maatregelen kunnen er voor zorgen dat de toezichthouder een deel van zijn functies “op<br />
afstand” kan verrichten. Permanente observatie is in ieder geval wel nodig als direct onherstelbare<br />
gezondheidsschade kan optreden in het geval een technische voorziening uitvalt, of een persoonlijk<br />
beschermingsmiddel niet goed functioneert of verkeerd gebruikt wordt.<br />
Er dienen communicatiemiddelen aanwezig te zijn om in- en externe hulpdiensten in te schakelen.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 25 -
2.2.2 Blusmiddelen<br />
Overeenkomstig artikel 15 uit de Arbowet is de werkgever verplicht om in geval van incidenten bijstand te<br />
verlenen. Dit houdt onder meer in dat brand beperkt en bestreden wordt en dat de gevolgen van<br />
incidenten worden beperkt.<br />
Oplossingen<br />
Besteed bij het toezicht houden aandacht aan:<br />
- Het type blusmiddelen;<br />
- Aanvullende maatregelen.<br />
Uit de risicobeoordeling moet blijken of blusmiddelen noodzakelijk zijn en zo ja welke type en de<br />
hoeveelheid blusmiddelen. Bij voorkeur worden sproeischuimblussers toegepast. Verder kan uit de<br />
risicobeoordeling blijken dat aanvullende maatregelen nodig zijn zoals een veiligheidsdouche of<br />
branddeken.<br />
2.2.3 Noodprocedure<br />
Redding uit besloten <strong>ruimte</strong>n is vaak erg lastig. Door een noodprocedure op te stellen, denkt u<br />
systematisch na over een aantal aspecten die een rol spelen bij een noodsituatie. Overeenkomst<br />
Beleidsregel 3.5g-2 artikel 7 bent u verplicht om over een noodprocedure te beschikken voor<br />
werkzaamheden in besloten <strong>ruimte</strong>.<br />
Oplossingen<br />
Stel een noodprocedure op. Zie bijlage 6 voor een voorbeeld van<br />
een noodprocedure.<br />
Noodprocedure<br />
Elk waterschap dient een noodprocedure te hebben waarin redding uit een besloten <strong>ruimte</strong> is opgenomen.<br />
In de noodprocedure moeten minimaal onderstaande aspecten naar voren komen:<br />
- alarmeren hulpdiensten;<br />
- beschikbaarheid reddingsmiddelen;<br />
- oefening.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 26 -
Bij verticale betreding dient op locatie een redtakel aanwezig te zijn (bevestigd aan bijvoorbeeld een<br />
hijsbalk, driepoot of hijsdavit).<br />
In bijlage 6 is een voorbeeld opgenomen van een noodprocedure.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 27 -
3 RELEVANTE LITERATUUR EN WEBSITES<br />
Literatuur:<br />
Arbo informatieblad-5, Veilig werken in besloten <strong>ruimte</strong>n, 2004.<br />
Praktische handleiding voor de uitvoering van het toezicht en de eerstelijnsredding bij het werken in<br />
besloten <strong>ruimte</strong>n, Departement Welzijn, Onderwijs en Veiligheid, Provinciaal Veiligheidsinstituut, 2006.<br />
Arbokennis dossier Verstikkingsgevaar werken in besloten <strong>ruimte</strong>n, DHV, 2007<br />
Diverse procedures en instructies van verschillende waterschappen.<br />
Websites:<br />
www.aenowaterschappen.nl A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
www.veiligwerkenmetchemischestoffen.nl SER, site over informatie over vaststellen grenswaarden<br />
www.arbeidsinspectie.nl Informatie over melden van klachten, melden ernstige<br />
incidenten, etc.<br />
www.minbzk.nl/onderwerpen/veiligheid Site van het ministerie over veiligheid<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 28 -
4 COLOFON<br />
Opdrachtgever<br />
Stichting A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
Secretaris/projectmanager<br />
Emma van Vliet<br />
Eindredactie<br />
DHV Amersfoort<br />
Met dank aan<br />
de leden van de begeleidingscommissie Arbocatalogus en de leden van de werkgroepen<br />
Concept, tekst en realisatie<br />
DHV, Amersfoort<br />
Vormgeving omslag<br />
Ruurd Heijting, Rotterdam<br />
Fotografie omslag<br />
Harry van der Liende, Waterschap Veluwe<br />
Drukwerk<br />
VNG Huisdrukkerij<br />
Oplage<br />
Te downloaden via de website www.aenowaterschappen.nl en te bestellen via emailadres<br />
annelies.knoppert@aeno.nl<br />
Uitgave<br />
Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelings<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong><br />
Stichting A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong> bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied<br />
van arbeidsmarkt en HRM beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op<br />
www.aenowaterschappen.nl<br />
© Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelings<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong>, Den Haag, november 2009.<br />
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand<br />
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere<br />
manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-<strong>fonds</strong> <strong>Waterschappen</strong>. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke<br />
zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud<br />
rechten worden ontleend.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> 06-11-2009, versie 1.1<br />
MD-MV20090293 - 29 -
BIJLAGE 1 VOORBEELD OVERZICHT BESLOTEN RUIMTEN<br />
Locatie / RWZI Kenmerken Aanwezige gevaren<br />
Naam /<br />
Tag /<br />
code Naam <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong><br />
Afmeting /<br />
volume<br />
besloten<br />
111 Voorbezinktank 150 m 3<br />
<strong>ruimte</strong> P&ID’s<br />
Ankervoorz. t.b.v.<br />
valbescherming<br />
Ankervoorz.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 1<br />
MD-MV20090293 - 1 -<br />
t.b.v.<br />
betreding<br />
Hijsvoorziening<br />
t.b.v. lichten van<br />
pompen/<br />
mixers, hijsen<br />
materiaal<br />
P11-A Ankerplaat Driepoot Mobiele<br />
hijsvoorziening<br />
Hijsbevestiging<br />
d.m.v.<br />
Atexzonering<br />
Vergiftiging / verstikking<br />
Biologische agentia<br />
Vallen<br />
Hijsbeugel X X X<br />
Struikelen / uitg;lijden<br />
Vallende voorwerpen<br />
Knel en pletgevaar<br />
Elektrocutie<br />
Verdrinken<br />
Opmerking
BIJLAGE 2 VOORBEELD TAAKRISICO-ANALYSE BETREDEN UITGEGISTSLIBBUFFER<br />
Taak betreden uitgegistslibbuffer<br />
Risico Risico omschrijving Beheersmaatregel Benodigheden Voorbereiding Uitvoering Verantwoording<br />
Brand of explosie. LEL > 10% Controlemeting uitvoeren op de<br />
Vrijkomen van gas<br />
door slibtoevoer<br />
Hoge concentratie H2S Concentratie hoger dan<br />
3 ppm, of over-<br />
schrijden van de tgg 8<br />
uur per dag, 5 dagen in<br />
de week van 1,6 ppm.<br />
aanwezigheid LEL volgens meetprotocol<br />
Het plaatsen van 1 of meerderen ventilatoren<br />
minimaal 3000 m3 p/uur ( inblazen en<br />
afzuigen<br />
Inblokken van de USB.<br />
De afsluiters dichtzetten vanuit de CSI en<br />
gistingtanks.<br />
Tijdens het uitbedrijf nemen van de<br />
uitgegistslibbuffer dienen de luiken geopend<br />
te worden voor goede ventilatie.<br />
Plaats ventilatie om het zuurstofpercentage<br />
op het gewenste peil te krijgen.<br />
Betreed de binnenzijde van de<br />
uitgegistslibbuffer m.b.v. een<br />
volgelaatsmasker. Dit mag gebruikt worden<br />
bij korstondige werkzaamheden onder de<br />
100 ppm.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 1 -<br />
Voor het uitvoeren van metingen<br />
vierpuntsmeter gebruiken. Betredende<br />
personen dienen een driepuntsmeter<br />
mee te dragen.<br />
Ventilatoren minimaal 3000 m 3 per uur<br />
vierpuntsgasmeter met pompje en slang,<br />
3x driepuntsmeter (gekalibreerd en<br />
goedgekeurd)<br />
Ketting en hangslot<br />
Sleutel<br />
Ventilator<br />
Volgelaatsmasker
Zuurstof tekort Percentage zuurstof <<br />
19% volume<br />
Biologische agentia Ziekte, virussen,<br />
bacteriën. Kans op<br />
ziekte door inademing,<br />
contact met huid of via<br />
spijsvertering.<br />
Vallen Vallen van de<br />
uitgegistslibbuffer door<br />
ontbreken van hekwerk<br />
of afzetting.<br />
Vallen in de<br />
uitgegistslibbuffer door<br />
openstaand luik en<br />
Betreed de binnenzijde van de<br />
uitgegistslibbuffer m.b.v. perslucht. Perslucht<br />
mag alleen gebruikt worden door een<br />
gecertificeerd persoon.<br />
Tijdens het uitbedrijf nemen van de<br />
uitgegistslibbuffer dienen de luiken geopend<br />
te worden voor goede ventilatie.<br />
Plaats ventilatie om het zuurstofpercentage<br />
op het gewenste peil te krijgen.<br />
Betreed de binnenzijde van de<br />
uitgegistslibbuffer m.b.v. perslucht. Perslucht<br />
mag alleen gebruikt worden door een<br />
gecertificeerd persoon.<br />
Dragen van beschermende kleding. Overall,<br />
laarzen, P3 stofmasker en handschoenen.<br />
Na afloop van de werkzaamheden of tijdens<br />
pauzes kleding verwijderen/weggooien,<br />
handen wassen, douchen.<br />
Zet plaatsen waar het hekwerk of de<br />
afzetting is verwijderd af d.m.v. afzetlint of<br />
een tijdelijk hekwerk.<br />
Indien in de nabijheid van de rand moet<br />
worden gewerkt, dient valbeveiliging en een<br />
valharnas gedragen te worden.<br />
Zorg dat het valrooster van de openstaande<br />
luiken niet langer geopend is dan<br />
noodzakelijk is.<br />
Perslucht<br />
Sleutel<br />
Ventilator<br />
Perslucht<br />
Overall<br />
Laarzen<br />
P3 stofmasker<br />
Handschoenen<br />
Vuilniszak<br />
Zeep en wasbak<br />
Douche<br />
Afzetlint<br />
Tijdelijk hekwerk<br />
Valbeveiliging<br />
Valharnas<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 2 -
Struikelen Struikelen over<br />
valrooster. Afscherming plaatsen<br />
voorwerpen op het<br />
looppad.<br />
Struikelen over de<br />
ongelijke afdekking of<br />
openstaande luiken.<br />
Uitglijden Gladde ondergrond<br />
door mogelijk aanwezig<br />
slib.<br />
Verdrinken Vallen in<br />
achtergebleven slib in<br />
de uitgegistslibbuffer.<br />
Indien bij het luik gestaan wordt, waardoor<br />
de binnenzijde van de tank betreden wordt,<br />
dient er valbeveiliging en een valharnas<br />
gedragen te worden.<br />
Voorkom dat voorwerpen in het looppad een<br />
obstakel vormen; indien niet anders mogelijk,<br />
voorwerpen markeren.<br />
Geef voor betreden van de afdekking aan<br />
dat alleen op de looppaden mag worden<br />
gelopen. Zorg voor vlakke ondergrond bij<br />
werkplek.<br />
Laat de binnenzijde van de tank reinigen.<br />
Draag tijdens het betreden van de<br />
binnenzijde schoenen met een goed profiel.<br />
Personen die de boven- of binnenzijde van<br />
de uitgegistslibbuffer betreden dienen te<br />
beschikken over voldoende<br />
zwemvaardigheid. Om vallen in een volle<br />
uitgegistslibbuffer te voorkomen zie: “Vallen<br />
in de uitgegistslibbuffer door openstaand luik<br />
en valrooster<br />
Afscherming<br />
Valbeveiliging<br />
Valharnas<br />
Markeerlint<br />
Markeerplakband<br />
Bord met symbolen<br />
Vlakke vloerplaat<br />
Reinigen<br />
Schoenen met goed profiel<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 3 -
Moeilijke toegang<br />
Omdat het niet mogelijk<br />
is om met een ladder<br />
de silo te betreden ,<br />
wordt er gebruik<br />
gemaakt van een<br />
werkbak of silozit<br />
Onvoldoende<br />
vluchtweg<br />
mogelijkheden<br />
Onvoldoende<br />
verlichting in<br />
uitgegistslibbuffer<br />
Onvoldoende<br />
verlichting op de<br />
Geen vaste entree tot<br />
binnenzijde van de<br />
tank.<br />
Het wegvallen van de<br />
hoofdentree.<br />
(bij een storing van de<br />
kraan bv. )<br />
Onvoldoende zicht<br />
door weinig tot geen<br />
toetreding van daglicht.<br />
Zon nog niet<br />
opgekomen of reeds<br />
De binnenzijde van de tank wordt betreden<br />
d.m.v. een manbak of silozit 8 die via een<br />
kraan door het luik naar de bodem van de<br />
tank wordt gebracht.<br />
(aandachtspunt is bij start werkzaamheden<br />
de windsnelheid i.v.m met de kraan )<br />
De betredende personen dienen een<br />
valharnas te dragen.<br />
Zorg voor een tweede entree. Deze dient te<br />
zijn voorzien van een driepoot met lier.<br />
Plaats in de uitgegistslibbuffer verlichting.<br />
Deze dient aangesloten te zijn op een<br />
scheidings-transformator of 50 volt<br />
wisselspanning/ 120 volt gelijkspanning.<br />
Te allen tijde dient er extra accuverlichting<br />
meegenomen te worden om de<br />
uitgegistslibbuffer veilig te kunnen<br />
ontvluchten bij stroomuitval.<br />
Verlichting buiten bereikbaarheid<br />
werknemers plaatsen i.v.m.<br />
elektrocutiegevaar.<br />
Zorg voor voldoende verlichting op de<br />
werkplek op de uitgegistslibbuffer en op de<br />
Manbak<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 4 -<br />
Kraan<br />
Driepoot<br />
Valbeveiliging<br />
Valharnas<br />
Driepoot lier<br />
Verlichting 50 volt<br />
Accuverlichting<br />
Verlichting<br />
8 Eisen voor het gebruik van een manbak of silozit vallen buiten dit hoofdstuk van de Arbocatalogus. Eisen zijn opgenomen in ondermeer Arbobesluit artikelen 7.18b, 7.23d en<br />
Beleidsregels 7.4-6, 7.5-1 en 7.23d.
uitgegistslibbuffer ondergegaan wegen naar de Uitgegistslibbuffer.<br />
Slechte communicatie Geen zicht hebben op<br />
Geraakt worden door<br />
bewegende delen<br />
of niet kunnen verstaan<br />
van de betredende<br />
persoon.<br />
Het geraakt worden<br />
door een in beweging<br />
zijnde menger<br />
Toevoer product Het plotseling stijgen<br />
van het uitgegistslib<br />
niveau in de<br />
uitgegistslibbuffer.<br />
Elektrocutie Het ontstaan van<br />
sluiting in elektrische<br />
apparatuur.<br />
Verlichting afstemmen op onder meer:<br />
- vocht;<br />
- atex-zone;<br />
- transportmogelijkheden naar <strong>ruimte</strong><br />
(zaklamp, vaste opstelling)<br />
- duur verlichting (vaste / verplaatsbare<br />
opstelling)<br />
- bereikbaarheid verlichting (hoe en door<br />
wie uitschakelen)<br />
De communicatie tussen de betredende<br />
persoon en de mangatwacht dient te<br />
geschieden d.m.v. portofoons.<br />
Zorg dat de mengers uitgeschakeld zijn door<br />
de werkschakelaars om te zetten en met<br />
sloten te borgen. Ook in het Scada zullen de<br />
nodige handelingen verricht dienen te<br />
worden. Laden trekken in de schakel<strong>ruimte</strong><br />
en borgen met sloten.<br />
Zorg dat de toevoer naar de<br />
uitgegistslibbuffer vanuit de gistingtanks en<br />
het CSI stop wordt gezet. Zorg dat de<br />
terugloop vanuit de CP <strong>ruimte</strong> wordt<br />
geblokkeerd. Doe dit door de toevoer te<br />
blokkeren d.m.v. de werkschakelaar te<br />
bedienen en te borgen met een hangslot.<br />
Dit gereedschap dient gekeurd te zijn en in<br />
een goede staat te verkeren.<br />
Portofoons<br />
Sloten<br />
Hangsloten<br />
Blindflensen<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 5 -
Stroomdoorgang door<br />
het lichaam door<br />
nauwgeleidende<br />
omgeving<br />
- alleen vaste elektrische apparatuur als<br />
deze op veilige spanning werkt.<br />
- Verplaatsbaar elektrische materieel<br />
moet zijn uitgevoerd met een<br />
ingebouwde voedingsbron (accu).<br />
Indien dit niet mogelijk is moet dit<br />
materieel zijn opgenomen in een SELV-<br />
keten 9 . Is ook dit niet mogelijk, dan<br />
moet het materieel worden opgenomen<br />
in een S-keten 10 .<br />
- Bij toepassing van S-ketens moet aan<br />
onderstaande voorwaarden worden<br />
voldaan:<br />
o In een keten mag slechts één<br />
verplaatsbaar toestel zijn opgenomen;<br />
o Het toestel is van klasse II. Als klasse II<br />
toestellen niet verkrijgbaar zijn, mogen<br />
klasse I 11 toestellen worden gebruikt<br />
mits de handgrepen en<br />
bedieningsorganen van<br />
isolatiemateriaal zijn of met<br />
isolatiemateriaal zijn bekleed. Deze<br />
isolatie moet minimaal voldoen aan de<br />
eisen voor extra isolatie.<br />
- Handlampen mogen niet worden<br />
opgenomen in S-ketens. Handlampen<br />
met gasontladingsbuizen zijn op een<br />
dergelijke manier uitgevoerd dat het<br />
9 Safety Extra Low Voltage (veilige spanning)<br />
10 S-keten is een veiligheidstransformator waarbij de uitgangsspanning 230V is.<br />
11 Klasse I toestel: geaard toestel<br />
Handgereedschap<br />
Elektrisch gereedschap<br />
Pneumatisch gereedschap<br />
Scheidingstransformator<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 6 -
voor het functioneren van de lamp<br />
noodzakelijk materieel in de handlamp<br />
is opgenomen.<br />
- De voedingsbronnen van de SELV- en<br />
S-ketens zijn buiten de nauwe<br />
geleidende <strong>ruimte</strong> geplaatst.<br />
- Elektrisch materieel dat vanwege de<br />
grootte van zijn vermogen niet in een<br />
SELV- of S-keten kan worden geplaatst,<br />
mag als klasse I worden uitgevoerd als<br />
wordt voldaan aan alle onderstaande<br />
eisen:<br />
o Het omvat geen elektrisch<br />
handgereedschap;<br />
o Het materieel maakt deel uit van een<br />
eindgroep, beveiligd door een<br />
aardlekschakelaar met een nominale<br />
aanspreekstroom van ten hoogste<br />
30mA, van een TN- of een TT-stelsel;<br />
o de aardlekschakelaar wordt dagelijks<br />
voor aanvang van de werkzaamheden<br />
met de testknop beproefd;<br />
o het materieel wordt uitsluitend in de<br />
spanningsloze toestand verplaatst.<br />
- Aarding is verbonden met alle metalen<br />
gestellen en vreemde geleidende delen<br />
binnen de nauwe geleidende <strong>ruimte</strong>.<br />
- Verplaatsbare leidingen mogen alleen<br />
deel uitmaken van SELV- of S-ketens.<br />
Deze bepaling geldt niet voor:<br />
o meetleidingen van meettoestellen;<br />
o leidingen van handlampen.<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 7 -
Fysieke belasting Het overbelasten van<br />
Geen communicatie<br />
met buitenzijde<br />
uitgegistslibbuffer<br />
Geen contact met<br />
buitenwereld<br />
het menselijk lichaam,<br />
door repeterende<br />
handelingen met lasten<br />
die zwaarder zijn de 23<br />
kg, of lastig te hanteren<br />
zijn.<br />
Het alleen achter<br />
blijven in de<br />
uitgegistslibbuffer door<br />
het ontbreken van<br />
toezicht.<br />
Achterblijven in de<br />
uitgegistslibbuffer, door<br />
geen communicatie<br />
met buitenwereld.<br />
- Elektrisch aangedreven ventilatoren<br />
worden niet op de nauw geleidende<br />
<strong>ruimte</strong> gemonteerd maar kunnen door<br />
slangen of leidingen met de <strong>ruimte</strong><br />
worden verbonden.<br />
Voorkom overbelasting door gebruik te<br />
maken van een extra mankracht of een<br />
tilhulp<br />
Tijdens het aanwezig zijn van personen in<br />
een besloten <strong>ruimte</strong> dient er een<br />
veiligheidswacht/mangatwacht opgesteld te<br />
staan.<br />
Plaats een mangatwacht die tijdens de<br />
aanwezigheid van personen in de<br />
Uitgegistslibbuffer toezicht en contact houdt<br />
met de aanwezige personen in de Uitgegist-<br />
slibbuffer. Deze mangatwacht dient de juiste<br />
instructies en voorlichting te hebben<br />
ontvangen.<br />
Leg dit vast<br />
Weersomstandigheden IJzel Voorkom gladheid op toegangspaden en<br />
werkplekken door het strooien van<br />
strooizout.<br />
Tilhulp<br />
Veiligheidswacht/ mangatwacht<br />
Mangatwacht<br />
Strooizout<br />
Extreme hitte, koude Zorg voor voldoende rusttijd om te Werkschema, taakroulatie<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 8 -
Overige De risico’s die de<br />
herstellen.<br />
Storm Onderbreek werkzaamheden bij harde wind.<br />
werkzaamheden van<br />
de aannemer met zich<br />
meebrengen.<br />
Het aanleveren van een Taak Risico Analyse<br />
(TRA)<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 2<br />
MD-MV20090293 - 9 -<br />
TRA
BIJLAGE 3 VOORBEELD WERKVERGUNNING<br />
Algemeen<br />
Derden<br />
<strong>Deel</strong> A<br />
Invuller werkvergunning:<br />
Verantwoordelijke Installatie:<br />
Teamleider zuiveringsbeheer (of zijn gedelegeerde)<br />
Telefoonnummer:<br />
Verantwoordelijke werk:<br />
Projectleider, Teamleider (of zijn gedelegeerde)<br />
Telefoonnummer:<br />
Contactpersoon / klusleider:<br />
(waterschap)<br />
Telefoonnummer:<br />
Datum aanmaak werkvergunning:<br />
Werkordernummer:<br />
Technisch werk:<br />
Omschrijving uit te voeren werkzaamheden:<br />
Installatiedeel:<br />
Geldigheidsduur (max.5 dagen)<br />
Begin datum en tijd:<br />
Eind datum en tijd:<br />
Naam bedrijf 1:<br />
Contactpersoon / klusleider:<br />
Telefoonnummer<br />
Naam bedrijf 2:<br />
Contactpersoon / klusleider:<br />
Telefoonnummer<br />
Werken volgens taak-risicoanalyse<br />
Onafgeschermd werken boven water<br />
Onafgeschermd werken op hoge locaties / boven diepten<br />
Werken in besloten <strong>ruimte</strong>n<br />
Niet routinematig hijsen / heffen<br />
Werken met schadelijke stoffen<br />
Werken met onafgeschermde apparatuur<br />
Werken in / bij <strong>ruimte</strong>n met explosiegevaar<br />
Niet routinematig elektrotechnische werkzaamheden<br />
Anders nl,<br />
Werkvergunning<br />
Naam / gegevens<br />
werkzaamheden (verguning plichtig) indien 1 vakje aangevinkt dan deel B ook invullen<br />
Gevaarlijke situaties, incidenten, ongevallen en bijna-ongevallen<br />
direct melden aan uw contactpersoon van Waterschap <br />
calamiteitennummer 0XX XXX XXXX<br />
Paraaf<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 3<br />
MD-MV20090293 - 1 -
Afzetten werkgebied<br />
Elektrisch veiligstellen installatie<br />
Bord “Werkgebied”<br />
Afzetlint (geel/zwart)<br />
Bord “Explosiegevaar”<br />
Afzetlint (verboden toegang)<br />
Installatie geïsoleerd (hoofdschakelaar uit / zekering getrokken bij<br />
hoogspanning ook vermogensschakelaar uitrijden<br />
Beveiligd tegen wederinschakeling (vergrendeld en gelabeld)<br />
Controle of installatie spanningsloos is<br />
Zorgen voor aarding en kortsluiting<br />
Zorgen voor bescherming van naastgelegen delen<br />
Mechanisch veiligstellen installatie<br />
<strong>Deel</strong> B Opmerking<br />
Afsluiters dicht, mantel(s) sluiten / labelen<br />
Leidingen afkoppelen / afblinden<br />
Doorspoelen leidingen (met water)<br />
Pylonen<br />
Schrikhek<br />
Anders nl. :<br />
Naam en paraaf akkoord afzetten werkgebied:<br />
Naam en paraaf akkoord elektrisch veiligstellen:<br />
Inertiseren leidingen<br />
Inertiseren <strong>ruimte</strong>n<br />
Mechanisch ventileren van de <strong>ruimte</strong><br />
Natuurlijk ventileren van de <strong>ruimte</strong><br />
Doorvoer naar andere <strong>ruimte</strong>n dicht<br />
Anders nl. :<br />
Naam en paraaf akkoord mechanisch veiligstellen:<br />
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)<br />
Adembescherming (fijnstof)<br />
Adembescherming (lasdampen)<br />
Adembescherming (aërosolen)<br />
Adembescherming (onafhankelijk)<br />
Hoofdbescherming<br />
Valbescherming<br />
Gehoorbescherming<br />
Gelaatbescherming<br />
Oogbescherming<br />
Voetbescherming S3<br />
Handbescherming<br />
Bescherming tegen chemicaliën<br />
Bescherming tegen hitte<br />
Bescherming tegen verdrinking<br />
Bescherming tegen koude<br />
Bescherming tegen elektrocutie<br />
Werkvergunning<br />
Uit te voeren<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 3<br />
MD-MV20090293 - 2 -
Gebruik hulpmiddelen<br />
Persoonlijke gasmeter<br />
Rollergliss 350 stand-by (redding)<br />
Rollergliss 350 (toetreding besloten <strong>ruimte</strong>n)<br />
Beoordelen atmosfeer<br />
Werklijn (toetreding besloten <strong>ruimte</strong>n)<br />
Back-up lijn<br />
24-volt verlichting<br />
Veiligheidstrafo 230 V<br />
Verlichting EX<br />
Portofoon<br />
Portofoon EX<br />
Mobiele telefoon<br />
Blusmiddel A (= vaste stof)<br />
Blusmiddel B (= vloeistof)<br />
Blusmiddel C (= gasvormig)<br />
Blusdeken<br />
Waterscherm<br />
Speciaal gereedschap EX<br />
Speciaal elektrisch VDE gereedschap<br />
Anders nl. :<br />
Naam en paraaf akkoord gebruik pbm en hulpmateriaal<br />
Naam en paraaf akkoord gebruik pbm en hulpmateriaal<br />
Naam en paraaf akkoord gebruik pbm en hulpmateriaal<br />
Standaard classificering van de <strong>ruimte</strong>.<br />
Classificering van de <strong>ruimte</strong> na aanpassing.<br />
Omschrijving genomen maatregelen om de <strong>ruimte</strong> op te<br />
waarderen:<br />
Continu meten. De eerste meetwaarde vastleggen en ondertekenen voor betreding.<br />
Naam meetinstrument<br />
Code meetinstrument<br />
Datum /Tijd<br />
Zuurstof (min.20%)<br />
Expl./Brandbaar gas /damp. (≤ 10% LEL)<br />
H 2 S (max 10 ppm)<br />
CO 2 (max 0,5 %)<br />
Naam en paraaf akkoord betreding:<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 3<br />
MD-MV20090293 - 1 -
BIJLAGE 4 VOORBEELD TRA INERTISEREN VAN GISTINGSTANK,<br />
GASHOUDER EN LEIDINGEN<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 4<br />
MD-MV20090293 - 2 -
Taak, risicoanalyse<br />
RWZI :<br />
Versie: 0.01<br />
Volgnummer: Paraaf voor uitvoering<br />
Project: Inertiseren Gistingtank, gashouder<br />
en leidingen<br />
Locatie<br />
Start datum<br />
Opgesteld door:<br />
Gecontroleerd door:<br />
Gecontroleerd door:<br />
Gecontroleerd door:<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 4<br />
MD-MV20090293 - 3 -
Datum van uitvoering<br />
Dag van uitvoering<br />
Tijd van uitvoering<br />
Voorbereiding<br />
Omschrijving<br />
activiteit/taakstap<br />
Stel de stikstoftanks op binnen het<br />
werkgebied (tussen gashouder en<br />
gisting tank)<br />
Zet een werkgebied af met borden<br />
en afzetlint<br />
Zijn medewerkers op de locatie<br />
ingelicht<br />
Stop alle verbruikers wkk’s ,ketels,<br />
fakkel, gascompressors en<br />
vergrendel deze (lock en label)<br />
Sluit afsluiters (in overleg met de<br />
beheerder)<br />
Sluit condensaftappen (in overleg<br />
met de beheerder)<br />
Inertiseren gistingtank, gashouder en leidingen<br />
Sluit de stikstofslangen (twee stuks<br />
aan op de aansluitingen onder het<br />
mangatdeksel<br />
(gashouder zijde)<br />
Controleer of de doorgang naar de<br />
gashouder vrij is (afsluiters,<br />
kleppen)<br />
Open het 'Beluchtingsproefpunt' aan<br />
de gashouder<br />
Start de stikstof invoer (doseren uit<br />
twee tanks)<br />
Voer metingen uit aan het<br />
gasmengsel uit het<br />
'Beluchtingsproefpunt' aan de<br />
gashouder (vastleggen in het<br />
meetrapport)<br />
De gistingtank en de gashouder is<br />
inert<br />
Risico/gevaar<br />
/blootstelling<br />
Blootsteling aan<br />
CH4<br />
Risico op brand en<br />
explosie<br />
Blootsteling aan<br />
CH4<br />
Risico op brand en<br />
explosie<br />
Blootsteling aan<br />
CH4<br />
Risico op brand en<br />
explosie<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
gevaar van<br />
bevriezing<br />
Blootsteling aan<br />
CH4 en stikstof<br />
Risico op<br />
verstikking, brand<br />
en explosie<br />
beheersmaatregel<br />
Houd afstand<br />
Vonkvrij gereedschap<br />
Vonkvrij gereedschap<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Houd afstand<br />
Gelaatscherm<br />
handschoenen<br />
Meten op afstand<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 4<br />
MD-MV20090293 - 4 -
Sluit het 'Beluchtingsproefpunt' aan<br />
de gashouder (laat het<br />
Membraanplaat opkomen)<br />
Open de verbruikers leidingen (in<br />
overleg met de beheerder)<br />
Voer metingen uit aan het<br />
gasmengsel uit de verbruikers<br />
leidingen (vastleggen in het<br />
meetrapport)<br />
Verbruikersleidingen zijn inert<br />
Blootsteling aan<br />
CH4<br />
Risico op brand en<br />
explosie<br />
Blootsteling aan<br />
CH4 en stikstof<br />
Risico op<br />
verstikking, brand<br />
en explosie<br />
Stop de stikstof invoer Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
gevaar van<br />
bevriezing<br />
Beluchten gistingtank, gashouder en leidingen<br />
Plaats één ventilator op het dek van<br />
de gistingtank (mobiele kraan)<br />
Demonteer het eerste<br />
mangatdeksel op de gistingtank<br />
Plaats de ventilator (gisting) en sluit<br />
de aardkabels aan<br />
Demonteer het tweede<br />
mangatdeksel op de gistingtank<br />
Vallen van last uit<br />
kraan<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Start de ventilator Blootstelling aan<br />
aërosolen<br />
Plaats de ventilator (gashouder) en<br />
sluit de aardkabels aan<br />
Demonteer het mangatdeksel aan<br />
de gashouder<br />
Plaats de aansluitplaat voor de<br />
ventilator slang<br />
Start de ventilator<br />
Start de slibaflaat<br />
Volg het slibniveau met de<br />
uitmonding van de ventilatorslang<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Blootstelling aan<br />
aërosolen<br />
Open de verbruikers leidingen Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Voer metingen uit aan de<br />
luchtstroom uit de verbruikers<br />
leidingen (vastleggen in het<br />
meetrapport)<br />
Tijdens het aflaten blijft de<br />
beluchting gehandhaafd (twee<br />
ventilatoren)<br />
Blootsteling aan<br />
stikstof<br />
Risico op<br />
verstikking,<br />
Houd afstand<br />
Meten op afstand<br />
Gelaatscherm<br />
handschoenen<br />
Hijsplan<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Disposable P3<br />
filtermasker<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Disposable P3<br />
filtermasker<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Meten op afstand<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 4<br />
MD-MV20090293 - 5 -
Veiligstellen gashouder en gistingtank<br />
Gistingtank is leeg<br />
Stop de beluchting van de<br />
gashouder<br />
Sluit de afsluiter aan de<br />
gasafvoerdom op de gisting<br />
Verwijder de aansluitplaat voor het<br />
mangat van de gashouder<br />
Meet de <strong>ruimte</strong> in de gashouder<br />
(betreden van de gashouder) en leg<br />
dit vast in het meetrapport<br />
Geef de gashouder vrij voor<br />
uitvoering van werkzaamheden<br />
Draai de beluchtingrichting van de<br />
ventilator om (gistingtank)<br />
Blootstelling aan<br />
stikstof<br />
Peil het niveau in de gistingtank Blootstelling aan<br />
aërosolen<br />
Open het mangatdeksel ter hoogte<br />
van het maaiveld als het niveau<br />
van het slib lager is dan het<br />
mangat<br />
Meet de <strong>ruimte</strong> in de gistingtank<br />
(twee metingen in de mangaten<br />
boven op de tank) en leg dit vast in<br />
het meetrapport<br />
Draag de installatie over d.m.v.<br />
de meetrapporten<br />
Beluchting blijft gehandhaafd<br />
Blootstelling aan<br />
aërosolen<br />
Onafhankelijke<br />
adembescherming<br />
Disposable P3<br />
filtermasker<br />
Disposable P3<br />
filtermasker<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 4<br />
MD-MV20090293 - 6 -
BIJLAGE 5 VOORBEELD LAST MINUTE RISK ANALYSIS<br />
WERKLOCATIE: ………………………………………………………....<br />
Taak ……………………………………………………………………..……….<br />
1. Evaluatie bij aanvang van de taak ja nee nvt.<br />
Is het tagnummer van het/de installatie(deel) identiek aan<br />
het tagnummer op de werkvergunning?<br />
Is de taakomschrijving duidelijk?<br />
Is de toegang tot de werklocatie/vluchtwegen vrij?<br />
Is er voldoende licht om veilig te werken?<br />
Weet ik de brandbestrijdingsmiddelen ( brandblusser,<br />
haspel, ...) de oog- en nooddouches, de brandmelder/<br />
noodtelefoon staan?<br />
Zijn voldoende maatregelen genomen om alle valpartijen,<br />
uitglijden of misstappen te voorkomen?<br />
Zijn maatregelen genomen om val van voorwerpen te<br />
vermijden?<br />
Is alle gevaar om zich te stoten, te struikelen of geklemd te<br />
raken uitgesloten?<br />
Zijn maatregelen genomen om alle milieuverontreiniging te<br />
verkomen<br />
Zijn de nodige maatregelen genomen zodat op een veilige<br />
manier kan gewerkt worden in een besloten <strong>ruimte</strong>?<br />
Is alle mogelijk contact uitgesloten met:<br />
• warme/koude materialen/oppervlakten<br />
• producten<br />
• elektriciteit<br />
• scherpe voorwerpen<br />
Is het werkterrein voldoende afgebakend?<br />
LMRA “last-minute”- risicoanalyse<br />
ALS HET NIET VEILIG KAN, DOEN WE HET NIET!<br />
DATUM ……...…... /……...…… /………..…...<br />
WERKVERGUNNING, nr. ………….………...<br />
Potentiële risico’s verbonden met ………………………………………………………………………………………...……….<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 5<br />
MD-MV20090293 - 1 -
BIJLAGE 6 VOORBEELD NOODPLAN<br />
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 6<br />
MD-MV20090293 - 1 -
Arbocatalogus sector <strong>Waterschappen</strong> / <strong>Deel</strong> 2: <strong>Besloten</strong> <strong>ruimte</strong> bijlage 6<br />
MD-MV20090293 - 2 -