Vademecum - gcr-maasmechelen

GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD MAASMECHELEN
Koninginnelaan 42 – 3630 Maasmechelen
SUBSIDIESTELSEL VAN DE GEMEENTELIJKE CULTURELE RAAD
(laatste aanpassingen in vet vermeld)
I Algemene opmerkingen
1. Alle verenigingen aangesloten bij de Culturele Raad en die een minimale werkingsduur
van 1 jaar hebben gehad , kunnen via het hierna omschreven puntenstelsel betoelaagd
worden voor de culturele, socio-culturele activiteiten en nuttige vrijetijdsbesteding die zij
zelf uitoefenen of organiseren .
2. Uitzondering hierop vormen de bibliotheken, ontmoetingscentra en wijkhuizen, die via
een andere weg betoelaagd worden .
3. Verenigingen die thuishoren in een andere raad, komen NIET in aanmerking .
4. a . Verenigingen aangesloten bij de G.C.R., doch betoelaagd door het gemeentebestuur
buiten ons puntenstelsel, moeten voldoen aan de voorwaarden gesteld door het decreet,
zoniet kunnen zij geen toelagen ontvangen van het gemeentebestuur.
b. Het gemeentebestuur kan aan de verenigingen, voor speciale behoeften, nog een
aparte toelage verstrekken na het advies van de Culturele Raad .
5. De subsidies zijn steeds toelagen voor gepresteerde activiteiten die verdiend werden
tijdens het voorgaande werkjaar, dat loopt van 1 september tot 31 augustus, of
uitzonderlijk van 1 januari tot 31 december .
6. Om in aanmerking te komen voor subsidie of toelagen dient iedere vereniging te voldoen
aan het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en
integraal lokaal cultuurbeleid en:
a 4 culturele activiteiten voor eigen leden
1 culturele activiteit voor leden en niet-leden
3 bestuursvergaderingen per werkjaar met vijf aanwezigen
b Er dient 1 algemene ledenvergadering gehouden, waarop de voorstelling van het
komend jaarprogramma wordt goedgekeurd door de leden .
7 . De subsidies zullen door het gemeentebestuur aan de verenigingen uitbetaald worden in
verhouding met de behaalde punten voor de gepresteerde activiteiten.
8. Elke vereniging die volgens het puntenstelsel wenst betoelaagd te worden, dient vanaf de
aanvang van het werkjaar volledig voldaan te hebben aan de voorschriften voorzien in de
statuten en het huishoudelijk reglement van de Culturele Raad.
9. Elke vereniging aangesloten bij de G.C.R. moet vóór 15 oktober het jaarprogramma van
het lopende jaar aan de G.C.R. bezorgen. Bij kalenderjaarwerking echter vóór 15 januari.
10. Maandelijkse werkingsverslagen krijgen voor onvoldoende of onvolledig ingevulde
activiteiten geen punten.