06.09.2013 Views

Bijlage 2

Bijlage 2

Bijlage 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Bijlage</strong> 2<br />

Specifieke SORKC-schema’s<br />

In deze bijlage zijn zeven specifieke SORKC-schema’s opgenomen. Het algemeen<br />

logopedische SORKC-schema uit Hoofdstuk 3 is uitgewerkt voor stemstoornissen<br />

door Riep Niemeijer en Margreet Hoenders, articulatiestoornissen door Hiltje<br />

Burgler en Gré Feringa, stotteren/broddelen door Els van Bodegom, dysartrie door<br />

Saakje da Costa, taalontwikkelingsstoornissen door Grietha de Boer, afasie door<br />

Trude Smitskamp en hoorstoornissen door Albert Verstallen.<br />

De schema’s beginnen met de R van SORKC, omdat die volgorde logisch is bij het<br />

logopedisch onderzoek.


SORKC-SCHEMA STEMSTOORNISSEN<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de stemstoornis? Wat is de duur en hoe was de ontwikkeling<br />

sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: stem, articulatie, fonetogram. Door de logopedist; uit observatie<br />

en gesprek.<br />

Duur<br />

Hoe lang is de stemstoornis aanwezig? Hoe zijn de stemklachten begonnen,<br />

waardoor ontstaan? Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe heeft de stemstoornis zich ontwikkeld sinds het ontstaan? Verloop<br />

van de klacht. Invloed van eventuele eerdere behandeling. Door logopedist;<br />

uit gesprek en rapportage van een collega.<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de stemstoornis zich voor? Hoe en waardoor verandert de<br />

stem?<br />

Hiërarchie<br />

Wanneer bestaat de meeste hinder van de klacht? Bij kinderen ook situaties<br />

op school en thuis beschrijven. Door de logopedist; uit gesprek, hiërarchielijst,<br />

zelfobservatieopdrachten.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Hoe verandert de stem en hoe is dat te verklaren?<br />

Proef van Lombard, nasaleerproef, effect van instructie, drukproef van<br />

Gutzman, nasaliteitsproeven, manipulatie van het strottenhoofd. Door de<br />

logopedist; uit observatie na instructie/model en proeven.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden de stem?<br />

Somatische aspecten<br />

Structuur en functionele mogelijkheden van de larynx en alle bij de stemgeving<br />

betrokken organen: gehoor, longfunctie, neurologische afwijkingen,<br />

algemene gezondheidstoestand, medicijngebruik, operaties, pijnklachten,<br />

slikproblemen, medische prognose. Door de KNO-arts, eventueel door de<br />

neuroloog.<br />

Houding, mond- of neusademing, ademproblemen, mutatie, hoesten, kuchen,<br />

schrapen, roken. Door de logopedist; uit observatie en gesprek.<br />

Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: Leervermogen, persoonlijkheid. Door de psycholoog,<br />

psychiater of logopedist; uit gesprek.


Emotionele/relationele aspecten: Eigen oordeel over de stem, eigen<br />

visie op de oorzaak, eigen beleving van de klacht, eigen typering van<br />

persoonlijkheid van de cliënt, of van de ouders van het kind. Door de<br />

logopedist; uit gesprek.<br />

Motivationele aspecten: Verwachtingen, motivatie, al of niet gestuurd<br />

(door wie?). Eventueel de motivatie van de ouders voor medewerking<br />

aan de behandeling. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Gegevens werk- of schoolsituatie, thuissituatie. Sociale contacten (opleiding,<br />

werk, verenigingen, vrienden). Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Eventueel door de maatschappelijk werker.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op het stemgebruik<br />

en beïnvloeden het? Op welke wijze in tijd en frequentie is deze consequentie<br />

verbonden met de stem?<br />

Reacties van de omgeving op de stem en eigen reacties op de stem. Door de logopedist;<br />

uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de<br />

stemstoornis verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA ARTICULATIESTOORNISSEN<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de articulatiestoornis? Wat is de duur en hoe was de<br />

ontwikkeling sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: afwijkende klanken, mondgewoonten, resonantiestoornissen,<br />

spraakproductie in de modaliteiten spontaan spreken, lezen en nazeggen<br />

op klank, syllabe-, woord- en zinsniveau. Mondgedrag in rust, bij spreken<br />

en slikken. Nasaliteitsproeven. Door de logopedist; uit observatie en test.<br />

Duur<br />

Hoelang bestaat de articulatiestoornis?<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe heeft deze zich sinds het ontstaan ontwikkeld? Eet-, drink- en zuiggewoonten.<br />

Door de logopedist uit observatie en gesprek.<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de articulatiestoornis zich voor? Hoe en waardoor verandert<br />

de articulatiestoornis?<br />

Hiërarchie<br />

In hoeverre is het actuele spreekgedrag representatief? In welke situaties<br />

meer/minder last van de klacht? Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Hoe verandert de articulatiestoornis? Instructie/stimulatie, contextonderzoek,<br />

nasaliteitsproeven, mondgedrag. Door de logopedist; uit observatie<br />

en test.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden de articulatiestoornis?<br />

Somatische aspecten<br />

Structuur en functie van de spraakorganen, gehoor en gebit. Door de knoarts<br />

en de orthodontist.<br />

Motorische ontwikkeling, spraakproblemen in de familie, algemene gezondheidstoestand.<br />

Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: Perceptie, leervermogen, ‘persoonlijkheid’. Door<br />

de psycholoog. Spraak-/taalontwikkeling, dialect, tweetaligheid. Door<br />

de logopedist; uit gesprek.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Emotioneel-relationele ontwikkeling.<br />

Beleving van de klacht. Door psycholoog en logopedist; uit gesprek.<br />

Motivationele aspecten: Verwachtingen, motivatie, al of niet gestuurd<br />

(door wie?). Eventuele motivatie van de ouders voor medewerking<br />

aan de behandeling. Door de logopedist; uit gesprek.


Sociale aspecten<br />

Gegevens werk- of schoolsituatie, thuissituatie, sociale contacten (opleiding,<br />

werk, verenigingen, vrienden). Door logopedist; uit gesprek. Eventueel<br />

door maatschappelijk werker.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op het spreken<br />

en beïnvloeden het? Op welke wijze in tijd en frequentie is de consequentie verbonden<br />

met het spreken?<br />

Reacties van de omgeving en eigen reacties op de klacht en frequentie daarvan.<br />

Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de articulatiestoornis<br />

verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA STOTTEREN en BRODDELEN<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van het stotteren en/of broddelen? Wat is de duur en hoe<br />

was de ontwikkeling sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: houding, adem, stem, spreekritme, stotteren, C.L.I. (differentiaaldiagnose<br />

Broddelen, taalbegrip, taalproductie, articulatie), non-verbale<br />

communicatie, consistentie, adaptatie, stotterverwachting, stottervermijding,<br />

stottergedrag, frequentie, duur, intensiteit en dergelijke. Identificatie-<br />

en imitatiemogelijkheden, vermijden (klanken, personen, situaties). Door<br />

de logopedist; uit observatie en gesprek.<br />

Duur<br />

Sinds wanneer bestaat het stotteren en/of broddelen?<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe heeft het zich sinds het ontstaan ontwikkeld?<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet het stotteren en/of broddelen zich voor? Hoe en waardoor<br />

veranderen symptomen?<br />

Hiërarchie<br />

In welke situatie treedt het stotteren en/of broddelen op? Welke invloed<br />

hebben klanken, woorden, zinnen, lichamelijke gewaarwordingen, emoties,<br />

cognities, attitudes? Door de logopedist; uit gesprek, vragenlijsten,<br />

zelfobservatieopdrachten. Wensen en doelstellingen (eventueel ook van de<br />

ouders). Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Hoe veranderen de symptomen van stotteren en/of broddelen en hoe is<br />

dat te verklaren? Proefbehandeling met spreektechnieken: ontspanning,<br />

vertraging, afleiding, bewustzijn, identificatie- en imitatiemogelijkheden,<br />

verschuiven van feedback. Door de logopedist; uit observatie na instructie/<br />

model en proeven met apparatuur, uit gesprek.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden het stotteren en/of<br />

broddelen?<br />

Somatische aspecten<br />

Somatische en neurologische gegevens. Door de arts, eventueel door de<br />

neuroloog. Motorische ontwikkeling en spraakproblemen in de familie.<br />

Door de logopedist; uit gesprek en anamnesevragenlijst. Houding, adem,<br />

stem, articulatie, taal, gehoor, spreekritme en controlemogelijkheden hiervan.<br />

Door de logopedist; uit observatie.


Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: Leervermogen, karakeristieke stijl van denken en<br />

handelen. Door de psycholoog. Inzicht in de klacht. Opleiding, beroep,<br />

interesses, dialect, tweetaligheid. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Persoonlijke stijl van emotioneel en<br />

relationeel beleven van de klacht (stottervermijding en stotterverwachting<br />

en spanningsniveau). Door de psycholoog en de logopedist;<br />

uit gesprek.<br />

Motivationele aspecten: Verwachtingen, motivatie, al of niet gestuurd<br />

(door wie?). Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Thuissituatie, sociale contacten (opleiding, werk, verenigingen, vrienden).<br />

Door de logopedist; uit gesprek. Eventueel door de maatschappelijk werker.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op het stotteren<br />

en/of broddelen en beïnvloeden het? Op welke wijze in tijd en frequentie is de consequentie<br />

verbonden met het stotteren en/of broddelen? Reacties van de omgeving<br />

op de klacht en eigen reacties op de klacht. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van het<br />

stotteren/broddelen verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende<br />

factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA DYSARTRIE<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de dysartrie? Wat is de duur en hoe was de ontwikkeling<br />

sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: Houding en bewegen. Door de logopedist en/of fysiotherapeut;<br />

uit observatie.<br />

Primaire mondfuncties, tonus en sensibiliteit, ademing, stemgeving, spreken,<br />

accenten. Door de logopedist; uit observatie.<br />

Ondersteunende of vervangende communicatie (hulpmiddelen). Door de<br />

logopedist en eventueel door de fysiotherapeut/ergotherapeut; uit gesprek.<br />

Duur<br />

Hoelang is de dysartrie aanwezig? Wanneer is de klacht ontstaan?<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe heeft de klacht zich sinds het ontstaan ontwikkeld? Hoe is het verloop<br />

van de stoornis?<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de dysartrie zich voor? Hoe en waardoor verandert de dysartrie?<br />

Hiërarchie<br />

In welke situatie(s) treedt de dysartrie op? In welke situatie(s) is het spreken<br />

relatief het best/ slechtst? Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Hoe verandert de dysartrie? Nagaan van de invloed op het spreken (de<br />

verstaanbaarheid) van bijv. houdingsverbetering (-verandering), verhogen<br />

of verlagen van de spanning in adem- en articulatiemusculatuur, mondcontrole<br />

en dergelijke. Door logopedist; uit observatie en gesprek.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden de dysartrie?<br />

Somatische aspecten<br />

Aard van de neurologische afwijking, lokalisatie, andere neurologische<br />

stoornissen, algemene gezondheidstoestand, medicijngebruik, neurologische<br />

aspecten van kauw-, slik- en ademproblemen, sensibiliteits- en smaakstoornissen,<br />

medische prognose, visus en gehoor. Door de neuroloog.<br />

Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: ‘Persoonlijkheid’, geheugen, perceptie, non-verbale<br />

intelligentie, handelen (apraxie). Door de (neuro)psycholoog.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Opleiding, beroep, premorbide taalgebruik/spreken.<br />

Beleving van de klacht met betrekking tot het spreken,<br />

eten, drinken, ademen. Door de logopedist, uit gesprek.


Motivationele aspecten<br />

Motivatie tot behandeling. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Thuissituatie, sociale contacten, hobby’s en het belang van spreken in deze<br />

situaties. Door de logopedist; uit gesprek. Eventueel door de maatschappelijk<br />

werker.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op de dysartrie<br />

en beïnvloeden deze? Op welke wijze in tijd en frequentie is de consequentie verbonden<br />

met de dysartrie? Reacties van de omgeving en eigen reacties op de klacht<br />

en de frequentie daarvan. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de dysartrie<br />

verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team besluiten nemen<br />

over de vorm en de aard van de interventie: Medisch, technisch, psychisch,<br />

sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA TAALONTWIKKELINGSSTOORNISSEN<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de taalontwikkelingsstoornis? Wat is de duur en hoe<br />

was de ontwikkeling sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: Taalbegrip en taalproductie: fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek<br />

en pragmatiek, woordvolgorde en non-verbale communicatie.<br />

Door de logopedist en de linguïst; uit observatie, tests, taalanalysemethoden,<br />

gesprek.<br />

Duur<br />

Hoelang is het taalprobleem aanwezig? Wanneer begon de spraak-/taalontwikkeling?<br />

Wanneer gemerkt dat er iets niet goed was? Hoe was de<br />

spraak-/taalontwikkeling in vergelijking met andere kinderen?<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe was het verloop van de klacht?<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de taalstoornis zich voor? Hoe en waardoor verandert het<br />

taalbegrip en taalgebruik?<br />

Hiërarchie<br />

Hoe praat het kind in verschillende situaties, zoals thuis, op school, bij het<br />

spelen, alleen, tegen kinderen, tegen volwassenen? Is er verschil in het<br />

moment van de dag? Door de logopedist; uit gesprek, vragenlijsten, observatieopdrachten<br />

voor de ouders.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Hoe verandert het taalbegrip en/of taalgebruik?<br />

Effect van gereduceerd taalaanbod, imitatiemogelijkheden op klank-,<br />

woord- en zinsniveau. Effect van modelleren, expanderen en/of corrigeren.<br />

Reactie van het kind als de nadruk op non-verbale aspecten komt te liggen.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden dit ongewenste gedrag?<br />

Somatische aspecten<br />

Structuur en functie van stem- en spraakorganen. Waarnemings‘organen’<br />

voor horen, zien en tasten. Algemene gezondheidstoestand, neurologische<br />

rijping, E.E.G., motoriek. Door de huisarts, de kno-arts, de neuroloog,<br />

de revalidatiearts, de kinderarts, de fysiotherapeut, de audioloog, de orthodontist.<br />

Spraak- en taalproblemen in de familie. Door de logopedist, uit gesprek.


Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: Aanlegfactoren, (non)verbale ontwikkeling/IQ,<br />

schoolprestaties. Door de psycholoog en/of de orthopedagoog.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Pragmatisch functioneren, ‘persoonlijkheid’/’karakter’,<br />

emotionele ontwikkeling, ‘psychische stoornis’?<br />

Door de psycholoog, de (ortho)pedagoog, de psychiater, de leerkracht<br />

en door de logopedist.<br />

Motivationele aspecten: Verwachtingen, motivatie. Is het kind merkbaar<br />

zelf gemotiveerd? Hoe is de omgeving gemotiveerd? Door de<br />

psycholoog, de (ortho)pedagoog en de logopedist; uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Opvoedingsstijl en stimulatiemogelijkheden, plaats in de kinderrij, verwachtingen<br />

ten aanzien van het kind, normen ten aanzien van taalgebruik.<br />

Thuissituatie, sociale contacten. Door logopedist; uit gesprek. Eventueel<br />

door maatschappelijk werker.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli aangename/onaangename consequenties volgen op de taalontwikkelingsstoornis<br />

en beïnvloeden het? Op welke wijze in tijd en frequentie is de consequentie<br />

verbonden met de taalontwikkelingsstoornis?<br />

Reacties van de omgeving en eigen reacties op het spreken. Door logopedist; uit<br />

gesprek. Frequentie van de eigen reacties en de reacties van de omgeving.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de<br />

taalontwikkelingsstoornis verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende<br />

factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA AFASIE<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de afasie? Wat is de duur en hoe was de ontwikkeling<br />

sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: spontane taal, communicatief, productie, receptie (op klank-,<br />

woord-, zins- en contextniveau, zowel mondeling als schriftelijk. Door de<br />

linguïst en de logopedist; uit observatie, taalanalyse, afasietest en afasieonderzoek.<br />

Duur<br />

Hoe lang bestaat de afasie? Ontstaan van de ‘klacht’; bij afasie meestal<br />

acuut. Door de neuroloog en de logopedist; uit gesprek.<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe heeft de afasie zich sinds het ontstaan ontwikkeld? Verloop van de<br />

stoornis. Van belang is met name de hersteltendens in de eerste weken na<br />

het ontstaan. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de afasie zich voor? Hoe en waardoor verandert de afasie?<br />

Hiërarchie<br />

In welke situatie(s) is het spreken relatief het best/het slechtst? Door de<br />

logopedist; uit gesprek.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Therapiegerichte opdrachten om na te gaan welke cues als hulpmiddel gebruikt<br />

kunnen worden en/of om te bekijken of een bepaalde behandeling<br />

aan zal slaan (bijvoorbeeld de M.I.T.). Door de logopedist; uit observatie<br />

na instructie/model en gesprek.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden de afasie?<br />

Somatische aspecten<br />

Aard van de neurologische afwijking, lokalisatie, andere neurologische<br />

stoornissen, algemene gezondheidstoestand, medicijngebruik, medische<br />

prognose, visus, gehoor. Door de neuroloog.<br />

Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: ‘Persoonlijkheid’, geheugen, perceptie, non-verbale<br />

intelligentie, handelen (apraxie), door de (neuro)psycholoog.<br />

Opleiding, beroep, premorbide taalgebruik. Door de logopedist; uit<br />

gesprek.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Beleving van de klachten, emotionele<br />

attitude ten opzichte van de handicap. Door de logopedist; uit gesprek.


Motivationele aspecten: Motivatie voor de behandeling. Door de logopedist;<br />

uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Gegevens sociaal onderzoek, onder andere de thuissituatie, sociale contacten,<br />

hobby’s. Door de maatschappelijk werker. Belang van het spreken<br />

in deze contacten, hobby’s. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op de afasie en<br />

beïnvloeden deze? Op welke wijze in tijd en frequentie is de consequentie verbonden<br />

met de afasie? Reacties van de omgeving en eigen reacties op de afasie. Door<br />

het team en door de logopedist; uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de<br />

afasie verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.


SORKC-SCHEMA GEHOOR<br />

REACTIE/GEDRAG<br />

Wat is de aard en de ernst van de hoorstoornis? Wat is de duur en hoe was de ontwikkeling<br />

sinds het ontstaan?<br />

Aard en ernst<br />

Aspecten: Gehoordrempel, toondrempelaudiogram, spraakverstaanvaardigheid,<br />

spraakaudiogram, kruisdiagram. Door de logopedist en de audiologisch<br />

assistent; uit observatie. Bijzonder audiometrisch onderzoek, zoals<br />

objectieve testen. Door de audioloog. Gelaatgerichtheid/spraakafzien,<br />

communicatief functioneren; misverstanden, navragen, niet verstaan, gebruik<br />

van gebaren of andere communicatiehulpmiddelen. Door de logopedist;<br />

uit observatie en gesprek.<br />

Duur<br />

Hoelang bestaan de hoorklachten? Wanneer zijn ze ontstaan?<br />

Ontwikkeling<br />

Hoe hebben de hoorklachten zich sinds het ontstaan ontwikkeld? Hoe was<br />

het verloop? Door kno-arts en logopedist; uit gesprek.<br />

SITUATIE<br />

In welke situatie(s) doet de hoorstoornis zich voor? Hoe en waardoor verandert het<br />

spraakverstaan?<br />

Hiërarchie<br />

In welke situaties zijn de hoorklachten vooral storend? Door de logopedist;<br />

uit gesprek.<br />

Effect van therapiesituaties<br />

Wat is het effect van hoorapparatuur op spraakverstaan, op reacties op<br />

harde geluiden, op richting horen? Door de logopedist; uit observatie en<br />

gesprek.<br />

ORGANISME<br />

Welke kenmerken van, en processen in de cliënt beïnvloeden de (gevolgen van) de<br />

hoorstoornis?<br />

Somatische aspecten<br />

Structuur en functiemogelijkheden gehoororgaan, onder andere beoordeling<br />

van het middenoorsysteem; lokalisatie van de hoorstoornis. Door de<br />

KNO-arts of audioloog. Structuur en functiemogelijkheden in het gehele<br />

KNO-gebied, voor zover van invloed op middenoorsysteem. Door de knoarts<br />

en de logopedist; uit observatie.<br />

Algehele gezondheidstoestand, medicijngebruik, medische prognose.<br />

Door de kno-arts. Fysieke mogelijkheden om met (kleine) hoorapparatuur<br />

om te kunnen gaan. Door de logopedist; uit observatie.


Psychische aspecten<br />

Cognitieve aspecten: Discrepantie verbale/non-verbale intelligentie.<br />

Door de psycholoog.<br />

Emotionele/relationele aspecten: Emotioneel-relationele gevolgen van<br />

de hoorstoornis. Beleving van de klacht. Emotionele attitude ten opzichte<br />

van beperkingen en participatieproblemen. Door de psycholoog,<br />

maatschappelijk werker en de logopedist; uit gesprek.<br />

Motivationele aspecten: Motivatie voor het gebruik van hoorapparatuur,<br />

andere technische hulpmiddelen en het leren van aanvullende<br />

communicatiemethoden. Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Sociale aspecten<br />

Thuissituatie en school-/werksituatie voor zover van invloed op hoorproblemen.<br />

Door logopedist; uit gesprek. Eventueel door maatschappelijk<br />

werker. Sociaal-emotionele gevolgen van de hoorstoornis. Assertiviteit/<br />

weerbaarheid. Door de psycholoog, maatschappelijk werker en de logopedist;<br />

uit gesprek.<br />

KONTINGENTIE en CONSEQUENTIE<br />

Welke stimuli (aangename/onaangename consequenties) volgen op de (gevolgen<br />

van) de hoorstoornis en beïnvloeden het? Op welke wijze in tijd en frequentie is de<br />

consequentie verbonden met de (gevolgen van) de hoorstoornis? Reacties van de<br />

omgeving en de eigen reacties op de gevolgen van de hoorstoornis (buiten sluiten,<br />

niet serieus nemen, in bescherming nemen). Door de logopedist; uit observatie en<br />

gesprek.<br />

Gevolgen voor thuis, school en werk; ongelijke aandachtsverdeling in het gezin,<br />

onttrekken aan verplichtingen, speciaal onderwijs, (on)mogelijkheden beroepsuitoefening.<br />

Door de logopedist; uit gesprek.<br />

Analyse<br />

In hoeverre kan men de aard, de ernst, het ontstaan en de ontwikkeling van de<br />

hoorstoornis verklaren vanuit antecedente, consequente en faciliterende factoren?<br />

Advies<br />

In overleg met de verwijzer en leden van het interdisciplinaire team wordt geadviseerd<br />

wel/geen behandeling, door wie, met welke frequentie en over de aard van de<br />

interventie: Medisch, technisch, psychisch, sociaal, voorlichting, logopedische behandeling.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!