06.09.2013 Views

Chirurgisch jaarverslag mammazorg 2009 - Jeroen Bosch Ziekenhuis

Chirurgisch jaarverslag mammazorg 2009 - Jeroen Bosch Ziekenhuis

Chirurgisch jaarverslag mammazorg 2009 - Jeroen Bosch Ziekenhuis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

xxx <strong>Chirurgisch</strong> <strong>jaarverslag</strong> <strong>mammazorg</strong> <strong>2009</strong>


2<br />

xxx<br />

in <strong>2009</strong> zijn<br />

16 patiënten<br />

behandeld met<br />

neoadjuvante<br />

chemotherapie,<br />

voorafgaand<br />

aan de operatie<br />

Inhoud<br />

Voorwoord 5<br />

Algemeen 6<br />

Historie 7<br />

Mammateam 9<br />

Invulling <strong>mammazorg</strong> 13<br />

Resultaten en aanbod 15<br />

Wetenschappelijk onderzoek 30<br />

Professionalisering 33<br />

Spiegelgesprekken <strong>2009</strong> 34<br />

Verbeteringen en ambities 37<br />

Bijlagen<br />

I Routing patiënt 40<br />

II Taken behandelaars 42<br />

3


4<br />

xxx<br />

vanaf 1 april 2010<br />

houdt de borst-<br />

kankervereniging<br />

Nederland spreekuur<br />

op dinsdagochtend<br />

Voorwoord<br />

Voor u ligt het eerste chirurgische <strong>jaarverslag</strong><br />

<strong>mammazorg</strong> <strong>2009</strong>.<br />

De afgelopen jaren hebben zich in Nederland veel<br />

veranderingen voorgedaan binnen de groep patiënten<br />

met borstproblemen. Mammacarcinoom is een heel<br />

frequent voorkomende vorm van kanker waarover<br />

de kennis de afgelopen jaren enorm is toegenomen.<br />

Niet alleen de diagnostiek is uitgebreid, ook de<br />

behandelingsmogelijkheden zijn aanzienlijk verruimd.<br />

Door betere ondersteuning is het nu mogelijk patiënten<br />

ook op hoge leeftijd te behandelen.<br />

Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker, de<br />

toenemende aandacht in de media en meer aandacht<br />

voor vrouwen met een belaste familieanamnese<br />

voor borstkanker hebben geleid tot een groter aantal<br />

patiënten van het aantal patiënten. Dit alles zorgt voor<br />

een toename in complexe zorg.<br />

Nieuwe richtlijnen maken dat er hogere eisen aan de<br />

<strong>mammazorg</strong> gesteld worden.<br />

In dit <strong>jaarverslag</strong> leest u wat het mamma(zorg)team in<br />

<strong>2009</strong> gedaan heeft om zo goed mogelijk aan te sluiten<br />

op alle veranderingen. Daarnaast geeft het weer wat<br />

onze ambities zijn.<br />

5


Algemeen<br />

Het <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> heeft oncologische zorg benoemd als een van<br />

zijn speerpunten. Mede dankzij de aandacht van het ziekenhuis voor de mam­<br />

mazorg was het mogelijk in 2008 een werkgroep te formeren die als doel<br />

had de kwaliteit van zorg rondom de mammapatiënt te verbeteren. De Breast<br />

Clinic Brabant werd opgericht; het centrum waarbinnen verscheidene discipli­<br />

nes samen aan kwaliteitverbetering werken.<br />

Belangrijk is dat de patiënt centraal staat in het<br />

zorgproces. Het <strong>mammazorg</strong>team wil zoveel<br />

mogelijk aansluiten bij de wensen en verlangens van<br />

zijn patiënten. Daarom houdt het eens per 2 jaar<br />

spiegelgesprekken. Tijdens deze gesprekken wordt<br />

patiënten gevraagd om de zorg te beoordelen die zij<br />

ontvangen hebben. Ze bieden een schat aan informatie<br />

aan de hand waarvan verbeteringen in het zorgproces<br />

kunnen worden aangebracht.<br />

Daarnaast is openheid belangrijk: het geeft behandelaars,<br />

verwijzers en patiënten inzicht in de kwaliteit van<br />

de geboden zorg. De kwaliteit van zorg bij mammapatiënten<br />

wordt landelijk gemeten aan de hand van<br />

prestatie­indicatoren en klantpreferentievragen; wij<br />

komen hier in dit <strong>jaarverslag</strong> op terug.<br />

6 7<br />

Historie<br />

Op de locaties Groot Ziekengasthuis en Willem­Alexander is in 2001<br />

gestart met een mammapoli; in oktober 2006 is er een mammapoli op de<br />

locatie Carolus gekomen. Vanaf 1 april 2008 is de zorg voor patiënten met<br />

borstproblemen vanuit de verschillende specialismen verder op elkaar<br />

afgestemd en zijn nieuwe behandelinzichten ingevoerd.<br />

Breast Clinic Brabant<br />

Gezien bovengenoemde ontwikkelingen is in 2008<br />

besloten onder de naam ‘Breast Clinic Brabant’ verder<br />

te gaan. De Breast Clinic Brabant kent diverse poli’s<br />

te weten de mammapoli en – sinds 1 juli 2008 – de<br />

mastopathiepoli; deze laatste polikliniek is bedoeld<br />

om vrouwen die last hebben van mastopathie te<br />

diagnosticeren en te begeleiden.<br />

In 2010 wordt onder meer gestart worden met een<br />

polikliniek ’bijwerkingen hormonale therapie’.<br />

Verschillende disciplines<br />

Binnen de Breast Clinic Brabant werken specialisten,<br />

nurse practitioners en gespecialiseerd verpleegkundigen<br />

uit verschillende disciplines samen om patiënten met<br />

borstproblemen zo optimaal mogelijk te diagnosticeren,<br />

adviseren, behandelen en te begeleiden.


per week zijn<br />

30 mammacare -<br />

plaatsen<br />

beschikbaar<br />

Mammateam<br />

Na de fusie van de maatschappen heelkunde van de locaties Carolus en<br />

Groot Ziekengasthuis per 1 juli <strong>2009</strong> werd het mogelijk een volwaardig<br />

en geïntegreerd mammateam te formeren. Naast 5 chirurgen met onder<br />

meer het aandachtsgebied mammachirurgie zijn er 2 nurse practitioners<br />

en 2 mammacareverpleegkundigen werkzaam.<br />

Samenstelling mammateam<br />

Het mammateam in <strong>2009</strong> was samengesteld uit de<br />

nurse practioners Mw. S. Grosfeld en Mw. W. den<br />

Hollander en de mammacareverpleegkundigen<br />

Mw. R. Geerts en Mw. I. Kuijs. Daarnaast versterkten<br />

de volgende chirurgen het team: Dhr. K. Bosscha,<br />

Dhr. I. van Bebber, Mw. M. Ernst, Dhr. F. Liem en<br />

Dhr. H. Prins.<br />

Toegewijde collega’s<br />

Dit mammateam is natuurlijk niet compleet zonder toegewijde<br />

radiologen, pathologen, internist­oncologen, radiotherapeuten,<br />

plastisch chirurgen en medisch psychologen.<br />

Goede samenwerking met huisartsen<br />

Daarnaast is de samenwerking met huisartsen voor ons<br />

van groot belang. In <strong>2009</strong> hebben wij samen met hen<br />

aan de hand van de NHG­standaard (knobbeltje in de<br />

borst) gekeken naar de beste routing voor de patiënt:<br />

terug naar de huisarts of verwijzing naar de mammapoli.<br />

Dit heeft ertoe geleid dat patiënten niet meer ten<br />

onrechte in de tweede lijn terechtkwamen.<br />

We hebben regelmatig direct overleg met huisartsen<br />

over indiviuele patiënten en houden hen op de hoogte<br />

van algemene ontwikkelingen door middel van een<br />

nieuwsbrief.<br />

8 9


Consultatie buitenshuis<br />

Consultatie vindt zonodig plaats in het UMC St Radboud<br />

te Nijmegen, maar ook in het Antoni van Leeuwenhoek<br />

<strong>Ziekenhuis</strong> te Amsterdam en de Daniël den Hoed<br />

kliniek te Rotterdam.<br />

30 mammacareplaatsen<br />

Per week zijn 30 mammacareplaatsen beschikbaar.<br />

Onze patiënten worden door een nurse practitioner of<br />

een chirurg gezien en gaan daarna naar de afdeling<br />

Radiologie. Wanneer een punctie nodig is, kan op<br />

dat moment echogeleid een histologisch naaldbiopt<br />

verricht worden. We hebben nadrukkelijk gekozen voor<br />

histologie en niet voor cytologie. We weten zo snel of<br />

het een kwaadaardige tumor betreft en welke (neoadjuvante)<br />

behandeling we moeten inzetten. Patiënten<br />

zijn daardoor ook eerder op de hoogte. Voor de route<br />

die nieuwe patiënten bij ons doorlopen verwijzen<br />

we naar bijlage I; voor de verschillen in taken en<br />

verantwoordelijkheden tussen de nurse practitioner<br />

(NP), de mammacareverpleegkundige (MCV) en de<br />

chirurg verwijzen we naar bijlage II.<br />

Mondelinge en schriftelijke informatie<br />

Betrouwbare informatie is voor onze patiënten van groot<br />

belang. We informeren hen persoonlijk en ondersteunen<br />

de gesprekken met schriftelijke informatie zoals folders.<br />

Patiënten kunnen daardoor thuis de informatie nog een<br />

keer doornemen en met hun naasten bespreken.<br />

Alle faciliteiten<br />

Voor de diagnostiek van mammapatiënten hebben wij<br />

alle faciliteiten in huis inclusief MRI guided biopten.<br />

We verrichten standaard een MRI bij premenopausale<br />

borstkanker patiënten, patiënten met een lobulair<br />

carcinoom en patiënten met een recidief mammatumor.<br />

Regelmatig collegiaal overleg<br />

Alle patiënten van de mammacarepoli worden<br />

besproken tijdens de lunchbespreking of tijdens<br />

het multidisciplinair overleg (MDO). Tijdens de<br />

lunchbespreking (1 keer in de week) worden alle<br />

nieuwe BIRADS I en II patiënten besproken. Tijdens<br />

het MDO (1 keer in de week) zijn alle betrokken<br />

disciplines aanwezig: chirurg, radioloog, patholoog,<br />

internist, radiotherapeut, nurse practitioner en<br />

mammacareverpleegkundige. Tijdens dit overleg<br />

worden patiënten met BIRADS III­VI besproken,<br />

de patiënten die een operatie hebben ondergaan en<br />

patiënten die na borstkanker worden gevolgd.<br />

Korte lijnen<br />

Het aantal mastopathiepatiënten is sterk toegenomen<br />

en dus zijn er korte lijnen tussen het <strong>mammazorg</strong>team,<br />

de plastisch chirurgen en de medisch psychologen.<br />

10 11


de mammacare­<br />

verpleegkundige is een<br />

duidelijk aanspreek­<br />

punt en is 8 uur per<br />

dag en 5 dagen per<br />

week bereikbaar<br />

Invulling <strong>mammazorg</strong><br />

In <strong>2009</strong> hebben wij als volgt invulling gegeven aan onze zorg voor patiën­<br />

ten met borstproblemen:<br />

• onze patiënten staan centraal<br />

• er is een enthousiast, goed toegerust mammateam<br />

• er wordt multidisciplinair behandeld en overlegd<br />

• onze resultaten kunnen worden getoetst aan de hand<br />

van (prestatie­) indicatoren<br />

• het zorgplan is gewaarborgd door een digitaal dossier<br />

• we nemen deel aan studies en verrichten klinisch<br />

wetenschappelijk onderzoek<br />

• onze mammacareverpleegkundigen en nurse<br />

practitioners dragen zorg voor:<br />

1. begeleiding<br />

­ continuïteit van zorg<br />

­ coördinatie<br />

­ implementeren en uitvoeren onderzoek<br />

­ spreekuur intake /follow­up<br />

­ informatie van specialist uitleggen aan patiënten<br />

­ lotgenoten contact bewerkstelligen etc<br />

2. preventie<br />

­ voorlichting<br />

­ ’breast awareness’<br />

­ erfelijkheid<br />

12 13


er zijn 269 mamma -<br />

operaties in het<br />

kader van borstkanker<br />

uitgevoerd<br />

Resultaten en aanbod<br />

In de hierna volgende paragrafen bieden we inzicht in de manier waarop<br />

wij in <strong>2009</strong> invulling hebben gegeven aan hoogwaardige <strong>mammazorg</strong>. Dit<br />

doen we onder meer door onze resultaten voor de prestatie­indicatoren en<br />

klantpreferentievragen van het programma Zichtbare Zorg van de Inspectie<br />

voor de Gezondheidszorg weer te geven en toe te lichten.<br />

Indicator 1<br />

Indicator 2<br />

Prestatie-indicatoren<br />

Irradicaliteit na eerste tumorexcisie bij borstsparende operatie.<br />

Relatie tot kwaliteit: de NABON­nota (handboek voor de<br />

organisatie van de <strong>mammazorg</strong>) geeft aan dat bij een borstsparende<br />

therapie radicaliteit moet worden nagestreefd<br />

omdat dat de beste garantie geeft op goede locale controle.<br />

Percentage: 7 % (norm is < 20%).<br />

(Toelichting: eerder rapporteerden wij 17% omdat er onduidelijkheid<br />

was over de definitie van irradicale excisies; alleen de<br />

meer-dan-focaal irradicale excisies dienen in het percentage<br />

meegenomen te worden).<br />

Differentiatie mammacarcinoom binnen de maatschap/<br />

vakgroep heelkunde.<br />

Relatie tot kwaliteit: er zijn aanwijzingen dat een hoger<br />

volume aan mammaoperaties per chirurg gerelateerd is aan<br />

betere kwaliteit van zorg (bijvoorbeeld 5­jaars overleving).<br />

Percentage: 43 % (norm is < 50%).<br />

14 15<br />

1.1


Indicator 3<br />

Indicator 4<br />

Percentage patiënten dat binnen 4 weken na de definitieve<br />

uitslag van het laboratorium voor pathologie<br />

geopereerd is (inclusief directe reconstructies).<br />

Relatie tot kwaliteit: tussen de diagnose en therapeutische<br />

operatie is een wachttijd nodig om de patiënt<br />

bedenktijd te geven om de voor haar goede beslissing<br />

voor behandeling te nemen. De wachttijd tot operatie<br />

moet echter ook niet te lang duren. In navolging van de<br />

NABON­nota houden wij vier weken aan.<br />

Percentage: 70 % (norm is > 80%).<br />

(Toelichting: omdat in ons ziekenhuis bij een redelijk grote<br />

groep patiënten pre-operatief een MRI gemaakt wordt, zoals<br />

eerder aangegeven, genereert dit extra wachttijd; dit wordt<br />

tevoren met de patiënt besproken).<br />

Aantal lokale recidieven binnen 5 jaar na borstsparende<br />

en ablatieve therapie.<br />

Relatie tot kwaliteit: een goede kwaliteit van een borstsparende<br />

behandeling (inclusief bestraling) vertaalt zich<br />

in een percentage lokale recidieven en overlevingskans<br />

vergelijkbaar met die na gemodificeerde radicale mastectomie.<br />

Percentage: 4% (norm is < 5%).<br />

16 17<br />

1.2<br />

Vraag 1<br />

Vraag 2<br />

Vraag 3<br />

Vraag 4<br />

Vraag 5<br />

Vraag 6<br />

Klantpreferentievragen<br />

Hoeveel patiënten zijn er afgelopen meetperiode gediagnosticeerd<br />

met mammacarcinoom in uw ziekenhuis? 278.<br />

Hoeveel mammaoperaties in het kader van (verdenking<br />

op) borstkanker zijn er in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie<br />

door de chirurgen uitgevoerd? 269.<br />

Het aantal operaties van de chirurg die de minste operaties<br />

heeft uitgevoerd? 25.<br />

Het aantal operaties van de chirurg die de meeste operaties<br />

op uw locatie heeft uitgevoerd? 60.<br />

Welke voorzieningen zijn er op uw ziekenhuislocatie aanwezig<br />

voor mammacare? Mammografie, Echografie<br />

Cito cytologie, Histologische biopsie (echogeleid en stereotactisch),<br />

Mamma-MRI, Pathologie, Hormoonreceptor (routine),<br />

HER2-neu test (routine), Sentinel node procedure<br />

Vriescoupe, Nucleaire geneeskunde, Radiotherapie.<br />

Welke diagnostische onderzoeken vinden op de eerste dag<br />

plaats en worden ook op die dag aan de patiënt medegedeeld:<br />

• Lichamelijk onderzoek? ja / ja.<br />

• Mammogram? ja / ja.<br />

• Echo? ja / ja.<br />

• Cytologische punctie? ja / nee (binnen 3 werkdagen).<br />

• Histologische punctie? ja / nee (binnen 5 werkdagen).<br />

• Stereotactische biopsie? nee / nee (binnen 5 werkdagen).<br />

Is binnen uw ziekenhuislocatie de coördinatie en afstemming<br />

tussen verschillende behandelaars geregeld via een<br />

mammacareverpleegkundige? ja.<br />

Bestaat er op uw ziekenhuislocatie de mogelijkheid om<br />

aan klinische trials op het gebied van mammacarcinoom<br />

mee te doen? ja.


Vraag 7<br />

Vraag 8<br />

Vraag 9<br />

Vraag 10<br />

Vraag 11<br />

Worden patiënten op uw ziekenhuislocatie zowel<br />

preoperatief als postoperatief door een mammacareverpleegkundige<br />

begeleid? ja.<br />

Is er op uw ziekenhuislocatie voor patiënten altijd één<br />

duidelijk aanspreekpunt tijdens de behandeling? ja de<br />

mammacareverpleegkundige, die bereikbaar is via spreekuur:<br />

8 uur per dag, 5 dagen per week. Zij is bovendien bereikbaar<br />

via telefonisch spreekuur: 8 uur per dag, 5 dagen per week.<br />

Biedt uw ziekenhuislocatie hulpprogramma’s aan die<br />

gericht zijn op ziektegerelateerde klachten:<br />

• Vermoeidheid? aanwezig op ziekenhuislocatie / vaste<br />

verwijsadressen, samenwerking.<br />

• Zenuwpijn? aanwezig op locatie / vaste verwijsadressen,<br />

samenwerking.<br />

• Lymfoedeem? vaste verwijsadressen, samenwerking.<br />

Heeft uw ziekenhuislocatie voorzieningen waar patiënten<br />

direct terecht kunnen voor onderstaande zaken:<br />

• Uitwendige prothesen? vaste verwijsadressen, samenwerking.<br />

• Pruik? vaste verwijsadressen, samenwerking<br />

• Behandeling lymfoedeem? vaste verwijsadressen, samenwerking.<br />

Biedt uw ziekenhuislocatie de mogelijkheid tot:<br />

• Psychosociale ondersteuning: Ja, op indicatie.<br />

• Maatschappelijk werk: aanwezig op ziekenhuislocatie.<br />

• Psycholoog: aanwezig op ziekenhuislocatie.<br />

• Psychiater: aanwezig op ziekenhuislocatie.<br />

• Geestelijk verzorger: aanwezig op ziekenhuislocatie.<br />

Resultaten<br />

Resultaten patiënten met invasief mammacarcinoom<br />

en ductaal carcinoma in situ (DCIS). In <strong>2009</strong> zijn<br />

269 patiënten met mammacarcinoom chirurgisch<br />

behandeld. Bij 19 patiënten ging het om ’puur’ DCIS,<br />

bij de overige 250 patiënten was er sprake van invasief<br />

carcinoom. In 25 van de 250 patiënten ging het hier om<br />

een recidief mammacarcinoom, waarbij het in 16 gevallen<br />

een ipsilateraal (aan dezelfde zijde) recidief betrof.<br />

Deze 16 patiënten zullen in de volgende berekeningen<br />

buiten beschouwing worden gelaten.<br />

In totaal gaat het in <strong>2009</strong> dus om 234 patiënten met<br />

een invasief carcinoom van de mamma die chirurgisch<br />

behandeld zijn. Zestien patiënten ondergingen<br />

neoadjuvante chemotherapie (NA­CT).<br />

1. Leeftijd<br />

De leeftijdsverdeling van deze 234 patiënten was als volgt:<br />

Grafiek leeftijd:<br />

2. Okselstadiering<br />

Bij patiënten met een klinisch en echografisch<br />

onverdachte axilla wordt in ons ziekenhuis volgens de<br />

(Nederlandse) richtlijn een sentinel node procedure<br />

18 19<br />

1.3<br />

80<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Leeftijd<br />

91 jr


180<br />

160<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

(SNP) verricht. Dit was het geval bij 179 van de 234<br />

patiënten (76%) met invasief carcinoom van de<br />

mamma, inclusief 7 SNP’s voorafgaand aan NA­CT.<br />

Bij 54 van de 234 patiënten (23%) met invasief mammacarcinoom<br />

die chirurgisch werden behandeld, werd geen<br />

SNP verricht maar direct een okselklierdissectie, inclusief<br />

9 patiënten die eerst NA­CT hadden ondergaan.<br />

Een van de 234 patiënten heeft geen okselstadiërende<br />

ingreep ondergaan.<br />

Grafiek okselstadiering:<br />

SNP OKD Geen<br />

Okselstadiering<br />

2.1 Sentinel node procedure (SNP)<br />

Bij 179 van de 234 patiënten was er sprake van een<br />

echografisch bewezen negatieve axilla en werd er ter<br />

bevestiging een SNP verricht.<br />

In 128 gevallen betrof het een negatieve sentinel node<br />

(SN) (inclusief 5 SN’s voorafgaand aan NA­CT) (72%)<br />

en in 51 gevallen bevatte de SN metastase(n) (inclusief<br />

2 SN’s voorafgaand aan NA­CT) (28%).<br />

Bij 49 van deze 51 patiënten werd vervolgens een<br />

completerende okselklierdissectie (OKD) verricht.<br />

In 14 gevallen bevatte het completerend OKD een of<br />

meerdere metastase(n) (29%).<br />

Grafiek positieve SN:<br />

Neg OKD Pos OKD Geen OKD<br />

Wanneer we een onderscheid maken tussen micro­ en<br />

macrometastasen in de SN, levert dit de volgende resultaten<br />

op: in totaal werd er in 19 van de 51 positieve SN’s<br />

een micrometastase gevonden (37%) en in 30 SN’s een<br />

macrometastase (59%). In 2 gevallen ging het slechts<br />

om geïsoleerde tumorcellen (ITC) (4%).<br />

Diagram sentinel node:<br />

Het completerend OKD na een micrometastase in de<br />

SN bevatte in 6 van de 19 patiënten metastasen (32%).<br />

Het completerend OKD na een macro­ metastase in de<br />

SN bevatte daarentegen in “slechts” 8 van de 28 gevallen<br />

macrometastasen (29%). Bij 2 patiënten met een<br />

macrometastase in de SN werd geen completerend OKD<br />

verricht.<br />

20 21<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Neg<br />

Macrometa<br />

Micrometa<br />

ITC<br />

Positieve SN


80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Micrometastase Macrometastase<br />

neg OKD<br />

pos OKD<br />

2.2 Okselklierdissectie (OKD)<br />

Bij 54 van de 234 patiënten met invasief mammacarcinoom<br />

die chirurgisch werden behandeld, werd<br />

geen SNP verricht maar direct een OKD. Redenen<br />

hiervoor waren onder meer multifocale tumor, tumor<br />

groter dan 5 cm en / of preoperatief aangetoonde<br />

metastase in de oksel (middels cytologische punctie van<br />

een echografisch verdachte lymfklier).<br />

In 13 gevallen werd geen metastase gevonden in de<br />

axillaire lymfklieren (24%), bij 41 patiënten werden er<br />

wel metastase(n) gevonden in het OKD (76%), waarbij<br />

het tweemaal een micrometastase betrof.<br />

In totaal was er dus bij 92 van de 234 patiënten sprake<br />

van axillair gemetastaseerd mammacarcinoom (39%).<br />

SNP OKD<br />

negatief<br />

positief<br />

SNP OKD<br />

3. Borstsparende versus ablatieve behandeling<br />

Van de 234 patiënten met invasief mammacarcinoom,<br />

werden er 86 direct ablatief behandeld (37%). De<br />

overige 148 patiënten ondergingen een sparende<br />

behandeling (63%). Van deze 148 patiënten was de<br />

tumor in 91 gevallen palpabel; de overige 57 tumoren<br />

werden draadgeleid gelokaliseerd, echogeleid danwel<br />

stereotactisch.<br />

4. Neoadjuvante chemotherapie (NA-CT)<br />

In totaal zijn in <strong>2009</strong> 17 patiënten behandeld met neoadjuvante<br />

chemotherapie (NA­CT), dus voorafgaand aan<br />

de operatie. Redenen hiervoor waren onder meer: grote<br />

22 23<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Diagram primaire chirurgische behandeling:<br />

Ablatio<br />

MST palpabel<br />

MST geloc<br />

neg OKD<br />

pos OKD


80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

tumor waarbij primair chirurgische behandeling niet of<br />

slecht mogelijk is en axillair gemetastaseerd mammacarcinoom.<br />

Bij 1 van deze patiënten werd de neoadjuvante<br />

behandeling voortijdig afgebroken en heeft de chirurgische<br />

behandeling eerder plaatsgevonden. Patiënte is wel<br />

meegenomen in de hieronder beschreven resultaten.<br />

4.1 Okselstadiering bij NA-CT<br />

Bij 8 patiënten was er sprake van een klinisch en echografisch<br />

negatieve oksel, zodat de neoadjuvante behandeling<br />

voorafgegaan werd door een SNP ter stadiering van de<br />

axilla. In 5 gevallen was de SN negatief (63%). Drie patienten<br />

hadden een positieve SN (37%) waarvan 2 SN’s met<br />

macrometastase en 1 met slechts geïsoleerde tumorcellen.<br />

Deze drie patiënten ondergingen na NA­CT een completerende<br />

OKD in combinatie met de chirurgische behandeling<br />

van de mamma. Bij geen van hen werden positieve<br />

klieren in het completerend OKD teruggevonden.<br />

Bij 9 patiënten was er voorafgaand aan de NA­CT sprake<br />

van een (cytologisch bewezen) metastase in de axilla,<br />

en werd er aansluitend aan de NA­CT direct een OKD<br />

in combinatie met de chirurgische behandeling van de<br />

mamma na de NA­CT. Bij 2 van deze 9 patiënten werden<br />

er geen positieve okselklieren meer teruggevonden<br />

in het dissectiepreparaat (22%).<br />

SNP OKD<br />

neg OKD<br />

pos OKD<br />

4.2 <strong>Chirurgisch</strong>e behandeling na NA-CT<br />

Na NA­CT bestond de chirurgische behandeling van de<br />

mamma uit een borstsparende behandeling bij 1 patiënt,<br />

gevolgd door een ablatio mammae in verband met irradicale<br />

resectie. De overige 16 patiënten ondergingen direct<br />

ablatieve behandeling.<br />

5. Soort eerste operatie mammacarcinoom bij 234 patiënten<br />

De 234 patiënten die geopereerd werden, ondergingen in<br />

148 gevallen een borstsparende operatie, waarvan 139 in eerste<br />

instantie gecombineerd werden met SNP, en in 9 direct<br />

met een OKD. Van de 96 ablatieve behandelingen werd bij<br />

40 patiënten een SNP verricht, en bij 45 patiënten direct<br />

een OKD. Bij 1 patiënt vond geen okselstadierende ingreep<br />

plaats. Weergegeven in een grafiek ziet dat er als volgt uit:<br />

24 25<br />

140<br />

120<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

20<br />

0<br />

Diagram eerste chirurgische behandeling bij patiënten met NA-CT<br />

Grafiek aantal operaties:<br />

MST<br />

+ SNP<br />

MST<br />

+ OKD<br />

Ablatio<br />

+ SNP<br />

MST + OKD<br />

Ablatio + SNP pre­CT<br />

Ablatio + OKD<br />

Ablatio<br />

+ OKD<br />

aantal operaties<br />

Ablatio


60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Grafiek type operatie:<br />

MST<br />

+ SNP<br />

MST<br />

+ OKD<br />

Ablatio<br />

+ SNP<br />

6. Soort operatie naar leeftijd<br />

In onderstaande grafieken hebben we de verschillende<br />

operaties (sparend versus ablatief) weergegeven ten<br />

opzichte van de verschillende leeftijdsgroepen:<br />

Grafiek verschillende operaties:<br />

Ablatio<br />

+ OKD<br />

sparend<br />

30­40 jr 41­50 jr 51­60 jr 61­70 jr 71­80 jr 81­90 jr >90 jr<br />

type operatie<br />

Ablatio<br />

ablatief<br />

En in percentages:<br />

Grafiek verschillende operaties:<br />

30­40 jr 41­50 jr 51­60 jr 61­70 jr 71­80 jr 81­90 jr >90 jr<br />

7. T stadium naar leeftijd<br />

Het T stadium varieerde per leeftijdsgroep, zoals hieronder<br />

weergegeven:<br />

26 27<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

T1<br />

sparend<br />

30­40 jr 41­50 jr 51­60 jr 61­70 jr 71­80 jr 81­90 jr >90 jr<br />

T2<br />

T3 T4<br />

ablatief<br />

multifocaal


100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

8. N stadium naar leeftijd<br />

De N status varieerde per leeftijdsgroep, zoals hieronder<br />

weergegeven (in procenten):<br />

30­40 jr 41­50 jr 51­60 jr 61­70 jr 71­80 jr 81­90 jr >90 jr<br />

9. Ductaal carcinoma in situ (DCIS)<br />

In totaal werden 19 patiënten geopereerd voor<br />

DCIS zonder invasieve component. Twee patiënten<br />

ondergingen direct een ablatio mammae, zeventien<br />

patiënten werden borstsparend geopereerd.<br />

Bij 8 patiënten werd de chirurgische behandeling van<br />

DCIS gecombineerd met een SNP, allen negatief.<br />

NO+<br />

10. Irradicaliteit / re-excisie<br />

Van de 234 patiënten die geopereerd werden voor<br />

invasief mammacarcinoom, werden er 148 borstsparend<br />

geopereerd. Bij 33 patiënten was de resectie niet<br />

radicaal (23%). Hiervan waren 21 resecties slechts<br />

focaal irradicaal (14%) en 10 resecties waren meer dan<br />

focaal irradicaal (7%); bij 2 patiënten is de mate van<br />

irradicaliteit niet weergegeven.<br />

NO<br />

Als irradicaliteitspercentage (prestatie­indicator volgens<br />

Zichtbare Zorg) geldt voor <strong>2009</strong> dus 7%.<br />

Als we kijken naar de rest­afwijkingen in de re­excisie<br />

preparaten, geldt voor de meer dan focaal irradicale<br />

resecties dat er in 38% geen restafwijking meer werd<br />

gevonden. Bij de groep focale irradicale resecties was<br />

78% zonder restafwijkingen in het resectie preparaat.<br />

In de groep DCIS gaat het in <strong>2009</strong> om 19 patiënten.<br />

Zeventien van hen ondergingen een borstsparende<br />

behandeling; bij 8 patiënten was er sprake van een<br />

irradicale resectie. Hiervan waren er 4 meer dan focaal<br />

irradicaal (24%); bij al deze 4 patiënten werd bij de<br />

re­excisie nog een restafwijking (DCIS) gevonden.<br />

Weergegeven in een grafiek ziet dat er als volgt uit:<br />

radicaal irradicaal<br />

28 29<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

invasief ca<br />

DCIS


Wetenschappelijk onderzoek<br />

Het <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> stimuleert zijn artsen tot het doen van weten­<br />

schappelijk onderzoek. Het deelnemen aan en het opzetten van studies is<br />

dan ook een belangrijk onderdeel van ons werk. We willen onze patiënten zo<br />

toegang bieden tot de nieuwste inzichten op het gebied van behandeltechnie­<br />

ken en ­methoden.<br />

SMMAC studie:<br />

MRI studie:<br />

RFA studie:<br />

Vanuit de afdeling heelkunde van het <strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong><br />

<strong>Ziekenhuis</strong> zijn op het gebied van de <strong>mammazorg</strong><br />

diverse studies opgezet:<br />

Het verrichten van een sentinel node biopsie met<br />

completerende okselklierdissectie bij het multicentrisch<br />

(in meerdere kwadranten van de borst voorkomend)<br />

mammacarcinoom.<br />

Het in studieverband uitvoeren van een MRI bij<br />

premenopausale patiënten met een mammacarcinoom<br />

en patiënten met een lobulair mammacarcinoom.<br />

Deze studie is inmiddels afgesloten en heeft laten zien<br />

dat door de MRI in ongeveer 25% van de patiënten een<br />

terechte wijziging van het therapeutische beleid heeft<br />

plaatsgevonden. Daarom wordt in de 2 bovengenoemde<br />

groepen nu standaard een MRI verricht.<br />

Radiofrequentie ablatie betekent letterlijk ’koken’ van<br />

de mammatumor. In 2008 en <strong>2009</strong> werd dit ex vivo<br />

verricht (buiten de patiënt, dus nadat een excisie van<br />

de tumor had plaatsgevonden). Op dit moment wordt<br />

het in vivo (tijdens de operatie) verricht. Het streven is<br />

in 2010 over te gaan tot in vivo RFA met ‘uitgestelde<br />

excisie’ (op een later tijdstip verwijderen van de<br />

borsttumor).<br />

Studie waarbij gekeken wordt of locale behandeling van<br />

de borsttumor moet plaatsvinden bij patiënten met een<br />

primair gemetastaseerd mammacarcinoom. Tijdens<br />

de studie wordt gerandomiseerd tussen up­front locale<br />

chirurgie gevolgd door systemische behandeling versus<br />

up­front systemische therapie gevolgd door locale<br />

behandeling (chirurgie of radiotherapie) na 6 maanden.<br />

Het streven is deze studie in 2010 van start te laten<br />

gaan als landelijke BOOG studie. (BOOG = Borstkanker<br />

Onderzoeks Groep.)<br />

Patiënten met ernstige mastopathie kunnen baat hebben<br />

bij medicamenteuze behandeling; in deze studie wordt<br />

als eerste stap van de behandeling gerandomiseerd<br />

tussen GLA en omega 6 vetzuren of placebo. Het streven<br />

is deze studie in 2010 van start te laten gaan.<br />

Het verrichten van een sentinel node biopsie met<br />

completerende okselklierdissectie bij het T3 (groter dan<br />

5 cm) mammacarcinoom. Het plan is deze studie eind<br />

2010 van start te laten gaan.<br />

Wij nemen aan de volgende regionaal of landelijke<br />

opgezette studies deel:<br />

Prospectieve studie geïnitieerd vanuit de KUB in Tilburg:<br />

gekeken wordt naar de kwaliteit van leven van vrouwen<br />

met een goed­ of kwaadaardige aandoening van de borst<br />

en de invloed van de persoonlijkheid en de eventuele<br />

chirurgische behandeling op de kwaliteit van leven.<br />

Bij deze studie wordt gekeken naar het toepassen<br />

van de sentinel node biopsie (met completerende<br />

okselklierdissectie) bij het recidief mammacarcinoom.<br />

30 31<br />

SUBMIT:<br />

SMART:<br />

STAR:<br />

Quality of life<br />

(QoL) studie:<br />

SNARB:


TEAM IIB:<br />

IDEAL:<br />

DATA:<br />

INTENS:<br />

MINDACT:<br />

(Microarray in node<br />

negative disease may avoid<br />

chemotherapy)<br />

Multicenter fase III studie waarbij gerandomiseerd<br />

wordt tussen 5 jaar adjuvant exemestaan versus 2­3<br />

jaar tamoxifen gevolgd door 2­3 jaar exemestaan<br />

bij postmenopauzale vrouwen met vroeg stadium<br />

borstkanker.<br />

Een fase III studie waarbij vrouwen, die al 5 jaar<br />

hormonale therapie hebben gehad voor vroeg stadium<br />

borstkanker, gerandomiseerd worden voor 2.5 jaar<br />

letrozole (femara) versus 5 jaar.<br />

Studie waarin het nut van verlengd adjuvante<br />

hormonale behandeling wordt bekeken: 3 jaar versus<br />

6 jaar anastrozole. Deze studie is in febr 2010 gesloten<br />

voor inclusie.<br />

Studie waarin gekeken wordt naar de effecten van<br />

neo­adjuvante chemotherapie. Deze studie is inmiddels<br />

gesloten voor inclusie.<br />

In 2010 zal wederom deelname zijn aan een neoadjuvante<br />

studie. (NEO­ZOTAC)<br />

De MINDACT is een prospectief, gerandomiseerde<br />

fase III studie, waarin patiënten met lymfkliernegatieve<br />

borstkanker worden geëvalueerd volgens de huidige<br />

klinisch­pathologische criteria en volgens het 70­genen<br />

profiel. Het 70­genen profiel verdeelt borstkanker<br />

patiënten in 2 groepen: een groep met een kleine kans<br />

op metastasering (laag­risico groep) en een groep met<br />

een grote kans op metastasering (hoog­risico groep).<br />

Professionalisering<br />

Om hoogwaardige zorg te kunnen blijven bieden, werken wij continu aan<br />

onze professionalisering. Dit doen we onder meer door congressen bij te<br />

wonen, deel te nemen aan diverse regionale en landelijke werkgroepen en<br />

door samen te werken met andere (zorg)instellingen. Hieronder staat weer­<br />

gegeven wat we in <strong>2009</strong> aan professionalisering hebben gedaan.<br />

Nurse Practitioner / mammacareverpleegkundige:<br />

• maandelijks overleg mammateam, inclusief managers<br />

• voorzitter Special Interest Group (SIG) mammacare.<br />

Landelijk overkoepelend orgaan voor mammacareverpleegkundigen<br />

en nurse practitioners<br />

• deelname aan werkgroep mammacare Integraal<br />

Kankercentrum Zuid<br />

• lid werkgroep medisch specialisten mammacare<br />

Integraal Kankercentrum Zuid<br />

• Deelname mammatumorwerkgroep in ziekenhuis<br />

• Deskundigheidsbevordering op regionaal en nationaal<br />

niveau<br />

• congresbezoek, posterpresentaties<br />

• registratie en interpretatie prestatie­indicatoren<br />

• Samenwerkingsverband met<br />

BorstkankerVerenigingNederland en Pink Ribbon<br />

Chirurg:<br />

• maandelijks overleg mammateam, incl. managers<br />

• congresbezoek<br />

• organiseren van Bossche mammacongres (jaarlijks)<br />

• deelname aan mammatumorwerkgroep, zowel in het<br />

ziekenhuis als in de IKZ regio<br />

• deelname aan BOOG werkgroep<br />

• deelname aan werkgroep bevolkingsonderzoek regio zuid<br />

• wetenschappelijk onderzoek, oa in samenwerking<br />

met IKZ<br />

• per 1/1/2010 fellow chirurgische oncologie<br />

32 33


Samenvatting spiegelgesprekken <strong>2009</strong><br />

Er worden eens per twee jaar spiegelgesprekken gehouden. De aanleiding<br />

hiervoor is het ontwikkelen en verbeteren van het diagnostisch mamma­<br />

caretraject. Doelgroep zijn patiënten die in het laatste halfjaar het<br />

diagnostisch mammacaretraject hebben doorlopen. Het doel is het<br />

vergroten van de patiëntgerichtheid en het verbeteren van de zorg voor<br />

patiënten en hun naasten die het mammacaretraject gaan doorlopen.<br />

Sterke en zwakke punten en verbetersuggesties:<br />

Professionele kwaliteit (vakkundigheid; kennis en vaardigheid)<br />

Sterk Zwak Verbetersuggesties patiënten<br />

Doortastendheid specialist Uitslag eerst negatief en na één week ‘Thuisfront’ ondersteuning geven bij<br />

positief<br />

verwerking<br />

Chirurg vol compassie, prettig en Medewerkster röntgen niet op de In het nieuwe ziekenhuis veel minder<br />

direct<br />

hoogte van nieuwe apparatuur papieren<br />

Vriendelijke verpleegkundigen op Begeleiding gemist op dagbehande­ Een mammacareverpleegkundige die<br />

dagverpleging<br />

ling<br />

je het gehele traject begeleid<br />

Prima verzorging en aandacht op Verpleegkundige in het JBZ en een Fysiotherapie is op de hoogte van de<br />

dagverpleging<br />

mammacareverpleegkundige in onderzoek en bestralingsmogelijk­<br />

Tilburg<br />

heden in Tilburg waardoor er geen<br />

vertraging optreedt. medicijnen<br />

meegegeven bij overplaatsing<br />

Goede begeleiding op dagverpleging Geen inspraak in de keuzemogelijkheid<br />

van bestralingen<br />

Oncologieverpleegkundige heeft Geen ontslaggesprek gehad<br />

aandacht voor verwerking partner<br />

Begeleiding dagbehandeling prima Alleen KWF folder gekregen bij<br />

ontslag; mammacarefolder kon van<br />

internet afgehaald worden<br />

Patiënt pas naar huis als hij<br />

lichamelijk daartoe in staat is<br />

Geen pijn na de operatie<br />

Volledige medewerking van de<br />

internist en de chirurg<br />

Oncologieverpleegkundige had altijd<br />

een oplossing<br />

Ontslaggesprek en ontslagpapieren<br />

Organisatorische kwaliteit (o.a. planning, bereikbaarheid, wacht­ en doorlooptijden bouwkundige<br />

voorzieningen e.a. faciliteiten)<br />

Sterk Zwak Verbetersuggesties patiënten<br />

Aanmelding naar ziekenhuis prima 7 weken wachten op operatie Langer in wachtkamer blijven voor de<br />

uitslag i.p.v. in kleine ‘kamertje’<br />

Zelf een afspraak kunnen maken bij<br />

de röntgen<br />

Lange wachttijd tot afspraak röntgen<br />

Snelheid van afspraak maken Lang wachten op uitslag in ’kleine<br />

kamertje’<br />

Na 6 dagen uitslag gekregen Traject na uitslag duurt te lang<br />

11­14 dagen tussen uitslag en operatie Afspraak te vroeg gepland, nog geen<br />

uitslag aanwezig<br />

Tijdsplanning voor operatie zelf<br />

geregeld<br />

Specialist heeft naar huis gebeld voor<br />

uitslag<br />

Operatietijd was zoals afgesproken<br />

Kon langer in ziekenhuis verblijven<br />

omdat ik alleenstaand ben<br />

Relationele kwaliteit (bejegening en informatie)<br />

Sterk Zwak Verbetersuggesties patiënten<br />

Een duidelijk gesprek met de mam­ Afspraak maken met de mammaca­ Patiënt kan aangeven hoe zij de<br />

macareverpleegkundigereverpleegkundige<br />

pas na één week uitslag wil vernemen<br />

Snelle uitslag na borstonderzoek Bij opname pas gehoord dat het Uitslag direct laten vertellen door de<br />

dagopname was<br />

radioloog<br />

Inhoud van gesprek met mam­ Uitslag ( 10 dagen ) duurt zeer lang Oefen eerst bij medewerkers<br />

macareverpleegkundige positief en<br />

alvorens nieuwe apparatuur te<br />

duidelijk<br />

gebruiken<br />

Prima behandeling op de röntgen Uitslag horen in het ziekenhuis geeft Meer empathie bij de afdeling<br />

te veel stress<br />

opname<br />

Goede informatie bij de röntgen Empathie van medewerkers röntgen Een persoon waar je terecht kunt<br />

onder de maat<br />

voor alle informatie<br />

Ingelicht over uitlooptijd van Specialist was gehaast, geen infor­ JBZ geeft Informatie over behande­<br />

operatie<br />

matie gehad<br />

ling in het Verbeeten Instituut<br />

Veel schriftelijke informatie Niet geïnformeerd over het maken<br />

van een echo<br />

Mammacareverpleegkundige goed Te weinig informatie over nazorg<br />

bereikbaar.<br />

bij ontslag<br />

Informatie voor de operatie is duide­ Informatie gemist over mogelijklijk<br />

en helder<br />

heden en onmogelijkheden voor de<br />

operatie en de bestralingen<br />

34 35


in de afgelopen<br />

meetperiode zijn<br />

er 278 patiënten<br />

gediagnosticeerd met<br />

mamma carcinoom<br />

Verbeteringen en ambities<br />

Aan de hand van de uitkomsten van de spiegelgesprekken hebben we een<br />

aantal verbeteringen doorgevoerd die hieronder nader besproken worden.<br />

Ook onze ambities voor de korte termijn staan in dit hoofdstuk vermeld.<br />

Klanttevredenheid<br />

Optimale bereikbaarheid<br />

Per 1 maart 2010 ’start’ de patiënt met een borstprobleem<br />

op de afdeling Radiologie; nadat de foto’s gemaakt zijn,<br />

wordt bekeken of de patiënt terug kan naar de huisarts<br />

of dat hij/zij verwezen moet worden naar de chirurg.<br />

De toegangstijd voor de mammapoli is 48 uur; we<br />

streven ernaar de optimale bereikbaarheid van de MCV/<br />

NP, dat wil zeggen 5 dagen per week van 9 tot 5 uur, te<br />

handhaven. Daarnaast is het onze wens en de wens van<br />

patiënt dat er 1 (chirurgisch) hoofdbehandelaar is.<br />

Kortere wachttijden<br />

We werken aan kortere wachttijden voor de eerste en<br />

eventuele tweede operatie. In overleg met de plastisch<br />

chirurgen bezien we de mogelijkheden tot het uitvoeren<br />

van meer directe reconstructies.<br />

We zijn druk bezig met het completeren en updaten van<br />

folders die gebruikt worden in de informatievoorziening<br />

van de patiënt en zijn omgeving. Daarnaast wordt de<br />

informatievoorziening via de website van het ziekenhuis<br />

gecompleteerd.<br />

Inzicht in werkwijze en prestaties<br />

We hebben een ’spoorboekje’ ontwikkeld waarin staat<br />

beschreven welke route onze mammapatiënten lopen per<br />

1 maart 2010. In dit boekje is voor patiënten een overzicht<br />

weergegeven van de data van diagnostiek, eventuele<br />

puncties, operatie en tevens de postoperatieve controles<br />

36 37<br />

1.


2.<br />

3.<br />

op de polikliniek bij de chirurg en de mammacareverpleegkundige<br />

of nurse practitioner.<br />

We leveren prestatie­indicatoren aan en nemen deel aan<br />

de borstkankermonitor.<br />

Spiegelgesprekken<br />

Om een indruk te krijgen wat onze patiënten belangrijk<br />

vinden, houden we één keer per 2 jaar spiegelgesprekken.<br />

Kliniek<br />

Met ingang van 2010 lopen de mammacareverpleegkundige<br />

en de nurse practitioner dagelijks visite bij de postoperatieve<br />

patiënten op de locaties Groot Ziekengasthuis<br />

en Carolus.<br />

Er is een programma ontwikkeld ter bijscholing van<br />

verpleegkundigen betrokken bij de borstkankerpatiënt.<br />

We streven naar vaste operatiedagen op de locatie<br />

Carolus.<br />

Polikliniek<br />

In 2010 willen we het aantal patiënten uitbreiden dat bij<br />

ons terecht kan en willen we de capaciteit van de bestaande<br />

polikliniek verhogen.<br />

De mammapolikliniek is per 1 maart 2010 gedurende<br />

5 dagen per week toegankelijk zijn op de locatie Groot<br />

Ziekengasthuis.<br />

Uitbreiden capaciteit<br />

De mastopathiepoli breidt in 2010 in capaciteit uit.<br />

Door onderzoek wordt steeds duidelijker wat de meest<br />

efficiënte behandelingen zijn. In geval van eventuele<br />

chirurgie vindt eerst consultatie plaats bij de medisch<br />

psycholoog en de plastisch chirurg.<br />

Hormonale therapie<br />

In 2010 gaan we van start met een spreekuur bestemd<br />

voor patiënten met bijwerkingen van hormonale therapie.<br />

Mammareconstructie<br />

De laatste tijd vindt een toenemend aantal patiënten<br />

de weg naar de plastische chirurgie voor een mammareconstructie.<br />

Dit wordt versterkt door de gestarte<br />

mastopathiepolikliniek en de toenemende wens van<br />

patiënten met een mammacarcinoom om een directe of<br />

indirecte reconstructie te ondergaan. Daarom gaat een<br />

spreekuur van start waarbij de nurse practitioners uitleg<br />

geven over de reconstructie en de medisch inhoudelijke<br />

beslissing(en) die door de verpleegkundige samen met de<br />

plastisch chirurg genomen zullen worden. Hierdoor zal<br />

de wachttijd voor de patiënt afnemen.<br />

Spreekuur Borstkankervereniging<br />

Vanaf 1 april 2010 houdt de borstkankervereniging<br />

Nederland (BVN) spreekuur op dinsdagochtend (tijdens<br />

een mammapoli).<br />

38 39


Bijage I: Routing Patiënt<br />

Administratie<br />

verwijsformulier comform<br />

NHG­standaard<br />

Formulier 3 e deel<br />

Formulier invullen,<br />

retour huisarts<br />

Formulier 2 e deel<br />

Uitslag onderzoek<br />

Verslag MDO<br />

(naar huisarts)<br />

Wie Wat<br />

Huisarts<br />

Medewerker loket<br />

Radiologie<br />

Radioloog Retour huisarts<br />

NP/MCV<br />

Radioloog<br />

Multidisciplinair<br />

NP/MC en chirurg<br />

(zelfde als 1 consult)<br />

Patiënt met klachten mammae of verwijzing via BOBZ<br />

Nee<br />

Aanmelden patiënt bij<br />

centraal telefoonnr./<br />

loket BCB<br />

Mammogram en echo<br />

Birads 1 en 11<br />

Punctie?<br />

Nee<br />

Ander onderzoek?<br />

Ja<br />

Intake en LO<br />

MRI of anders<br />

Ja<br />

Ander onderzoek?<br />

40 41<br />

Intake en LO<br />

Biopsie/punctie<br />

(groot) MDO<br />

Uitslag onderzoek en<br />

bevindingen MDO<br />

Wat<br />

Patiënt met klachten mammae of verwijzing via BOBZ<br />

Birads > 111<br />

Ja<br />

Ja<br />

Intake en LO NP/MCV Formuleer 2 e deel<br />

Mammogram en echo Radiologie Formulier 3 e deel<br />

Punctie?<br />

Nee<br />

Nee<br />

(klein) MDO<br />

Telefonische uitslag<br />

onderzoek en<br />

bevindingen MDO<br />

Wie<br />

Administratie


Bijage II: Taken behandelaars<br />

Rolverdeling chirurg, nurse practitioner, mammacareverpleegkundige:<br />

Medisch specialist / chirurg<br />

• Voorzitter mammateam<br />

• Voorzitter multi disciplinair overleg (MDO)<br />

• Uitleg over behandelplan<br />

• Uitvoeren operatie<br />

• Follow­up<br />

Verpleegkundig specialist / nurse practitioner<br />

• Intake / lichamelijk onderzoek / vervolg onderzoek.<br />

• Bespreken uitslagen<br />

• Aanmelden MDO, presenteren patiënten<br />

• Plannen vervolgtraject (operatie; anders)<br />

• Afspraak plannen chirurg en mammacareverpleegkundige<br />

• Visite lopen verpleegafdeling afdeling bij afwezigheid<br />

mammacareverpleegkundige<br />

• Follow­up (om en om met medisch specialist)<br />

(start na vervolgbehandeling of 3 maanden)<br />

• Aanspreekpunt patiënt rondom diagnostiek en follow­up<br />

Mammacareverpleegkundige /<br />

Verpleegkundige aandachtsgebied mammapathologie<br />

• Preoperatief gesprek<br />

• Plannen afspraken postoperatief<br />

(MDO ­ chirurg ­ wondcontrole)<br />

• Visite lopen verpleegafdeling afdeling<br />

• Wondcontrole en begeleiding postoperatief<br />

(tot start vervolgrouting)<br />

• Up to date houden patiënten informatiemateriaal<br />

• Aanspreekpunt patiënt rondom behandelfase<br />

we hebben onder<br />

meer samenwer-<br />

kingsverband met<br />

Pink Ribbon<br />

42 43


<strong>Jeroen</strong> <strong>Bosch</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />

www.jbz.nl<br />

Telefoon: 073 699 2000<br />

Locatie Carolus<br />

Bezoekadres:<br />

Hervensebaan 4, 5232 JL ’s­Hertogenbosch<br />

Locatie Groot Ziekengasthuis<br />

Bezoekadres:<br />

Nieuwstraat 34, 5211 NL ’s­Hertogenbosch<br />

Tolbrugstraat 11, 5211 RW ’s­Hertogenbosch<br />

Postadres beide locaties:<br />

Postbus 90152, 5200 ME ’s­Hertogenbosch

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!