Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Reinier Schat<br />
Je land - Uruguay - wint al zolang als<br />
je je kunt herinneren alle belangrijke<br />
voetbalkampioenschappen die er zijn:<br />
twee keer achter elkaar goud op de<br />
Olympische Spelen(1924, 1928). En dan<br />
is er nu het allereerste wereldkampioenschap<br />
voetbal, nog wel in je eigen<br />
stad. Niet dat je geld hebt om een<br />
wedstrijd in het grote stadion te bekijken,<br />
maar alles en iedereen om je heen<br />
is ineens gek op voetbal. Jij wilt zelf<br />
ook maar één ding: zo snel mogelijk<br />
met de bal aan de voet het veld op en<br />
je maten dollen. Je gaat op zoek naar<br />
een veldje en een bal, maar dat valt<br />
niet mee: alle open stukken in de wijk<br />
die een beetje vlak zijn, staan helaas<br />
onder water en in de gymzaal van het<br />
parochiehuis mag je alleen maar basketballen.<br />
Wat je als jochie van tien natuurlijk<br />
niet weet, is dat op datzelfde moment<br />
duizenden jongentjes met hetzelfde<br />
vraagstuk zitten en dat ze daar bijvoorbeeld<br />
in Sao Paulo en Rio de Janeiro<br />
Futsal<br />
Echte mannen<br />
doen het met<br />
een vijfje<br />
Stel je voor: Montevideo, voorjaar 1930,<br />
het regent pijpenstelen. Je bent een<br />
straatjochie van een jaar of tien en je<br />
woont in deze subtropische wereldstad.<br />
al een oplossing hebben bedacht. Ze<br />
spelen daar gewoon voetbal op die<br />
basketbalveldjes en ze gebruiken daarbij<br />
de muren om het spel een ongelofelijke<br />
snelheid te geven.<br />
Wat je ook niet weet is dat er in de<br />
stad een Argentijnse sportleraar<br />
woont die zich afvraagt hoe hij de snel<br />
gestegen populariteit van het voetbal<br />
kan gebruiken om meer jongeren naar<br />
zijn YMCA te krijgen. Van Braziliaanse<br />
collega’s hoort hij dat op de pleintjes<br />
in de grote steden basketbal wordt<br />
verdrongen door voetbal en dat ze in<br />
de regentijd in de gymzaal spelen. <strong>De</strong><br />
Argentijn heeft zijn eurekamoment en<br />
verzint een totaal nieuwe sport, die<br />
zowel binnen als buiten kan worden<br />
gespeeld: zaalvoetbal. Hij speelt leentjebuur<br />
bij allerlei andere sporten: de<br />
afmeting van het doel komt van het<br />
handbal; het aantal spelers, het doorwisselen<br />
en de wedstrijdduur van het<br />
basketbal; de viersecondenregel voor<br />
de keeper van het waterpolo. Binnen<br />
drie jaar ligt er een reglement voor een<br />
sport die vandaag de dag over de hele<br />
wereld door 25 miljoen mensen wordt<br />
gespeeld. Een groot succes, kan je dus<br />
zeggen. Al vraag ik me als ouderwetse<br />
grasvoetballer nog steeds af waarom.<br />
Mijn scepsis tegen zaalvoetbal begint<br />
bij de verschillende bizarre namen die<br />
deze sport in de loop van de tijd kreeg:<br />
Zaalvoetbal, Vijf tegen Vijf, Minisoccer,<br />
Football de Salon, Futebol de Salao; ze<br />
roepen allemaal vreemde associaties<br />
op. Het woord Futsal® doet je denken<br />
aan een smeerseltje tegen zwemmerseczeem.<br />
Toch zijn er mensen die<br />
beweren dat zaalvoetbal het summum<br />
van spelbeleving is. Dat er geen sport<br />
is waar je als speler zo veel balcontact<br />
hebt als bij Futsal®.<br />
Sinds veertig jaar (!) wordt ook bij<br />
<strong>Hercules</strong> gefutsalt® en, zoals de voorzitter<br />
van deze afdeling trots weet<br />
te melden: <strong>Hercules</strong> is de grootste<br />
zaalvoetbalclub van Nederland, de<br />
grootste van Europa en misschien<br />
zelfs de grootste van de hele wereld.<br />
Daar klinkt een tevredenheid uit, daar<br />
kon Louis van Gaal zelfs in zijn toptijd<br />
niet tegenop. Reden om eens te kijken<br />
wat dat nou helemaal voorstelt, dat<br />
topsportklimaat in het zaalvoetbal bij<br />
<strong>Hercules</strong> en te onderzoeken waarom ik<br />
er nog steeds geen bal aan vind.<br />
Het toeval wil dat ik bij <strong>Hercules</strong> een<br />
achterkleinzoon tegenkom van dat<br />
jochie uit Montevideo. In Utrecht geboren<br />
uit ouders die ooit -zoals velen<br />
om redenen die niets met zaalvoetbal<br />
te maken hebben- uit hun land naar<br />
Nederland vluchtten. “<strong>Hercules</strong> mag<br />
dan wel de grootste zaalvoetbalclub<br />
zijn, maar eigenlijk merk je daar weinig<br />
van” valt hij met de deur in huis<br />
“We draaien niet mee aan de top van<br />
Nederland en leveren ook geen internationals.<br />
Maar dat kan mij niks schelen.<br />
Ik speel voor de lol, met mijn jaarclubmaatjes.<br />
We hebben die club ook<br />
niet zo nodig. En de zogenaamde<br />
thuiswedstrijden zijn in Utrecht een<br />
lachertje, die spelen we soms in<br />
Nieuwegein, of waar de KNVB dat<br />
maar wil. Dat geeft ook weinig binding<br />
aan de club. ”<br />
Daar zal Albert van Kalsbeek, de voor-<br />
zitter van het Futsal® bij <strong>Hercules</strong>,<br />
niet zo blij mee zijn, hij organiseert<br />
zich -samen met zijn mensen- achter<br />
de (computer-)schermen een slag in<br />
de ronde om het allemaal gladjes te<br />
laten verlopen. Stel je voor wat het<br />
allemaal met zich meebrengt, voorzitter<br />
zijn van de grootste club van de<br />
wereld, zo’n vijftig teams die allemaal<br />
verspreid over zaaltjes in heel de regioiedere<br />
week competitiewestrijden<br />
moeten spelen. En dan zegt zo’n spelertje<br />
dat-ie daar niks mee te maken<br />
heeft. Je leest daar veel te weinig over<br />
in de <strong>Herculaan</strong>, jammer eigenlijk.<br />
Onze zegsman -die niet met zijn naam<br />
in de publiciteit wil komen- heeft ooit<br />
wel veldvoetbal gespeeld, maar kwam<br />
door zijn geringe postuur weinig uit<br />
de verf. “Ik speelde bij Sporting, toch<br />
al niet zo’n fijne club en het voetbal<br />
leek af en toe teveel op rugby en dan<br />
ben ik kansloos. Ik ben een technisch<br />
ventje, meer een type voor pleintjesvoetbal,<br />
een pibe, net als die ouwe in<br />
Montevideo.”<br />
Geen lichamelijk contact, alles op<br />
techniek en snelheid, geconcentreerd<br />
samenspel op de vierkante meter;<br />
zaalvoetbal wordt wel omschreven als<br />
een ultra-technische, soms claustrofobische<br />
afsplitsing van veldvoetbal.<br />
Misschien juist daarom is het nooit<br />
mijn favoriete sport geworden; ik mis<br />
het gras en de ruimte van het veld.<br />
Om dan nog maar te zwijgen over die<br />
rare plofbal, dat slappe viertje. ‘Voor<br />
de stuit raken’ krijgt hier een hele<br />
nieuwe betekenis, na de stuit is er<br />
namelijk niks meer te beleven. Dan<br />
ligt de bal als een dood vogeltje op de<br />
grond en kan hij alleen nog maar tot<br />
leven geaaid worden; zo met een slap<br />
arrogant pootje de bal naar achteren<br />
halen, als een ballerina met een rotte<br />
bloemkool aan de voet. “Wat een<br />
onzin” zegt onze virtuoze dwergvoetballer,<br />
“Lekker veel aan de bal zijn, dat<br />
is toch wat iedereen wil. En veel scoren<br />
natuurlijk. Ook voor kleine kinderen is<br />
dat veel leuker dan met kluitjesvoetbal<br />
in een weiland. Ze leren beter een bal<br />
veroveren op techniek en ze zijn ook<br />
heel vaak aan de bal, dat motiveert<br />
enorm. Door vaak op het doel te schieten<br />
leren ze ook beter mikken met hun<br />
eindschot. Bovendien is het minder<br />
koud dan in de winter op het veld spelen.”<br />
Ik herinner mij ineens mijn eerste<br />
zaalvoetbalwedstrijd. Met <strong>De</strong> Rooie<br />
Lijn , ergens in een sporthal in <strong>De</strong> Bilt.<br />
Zelden heb ik meer gesnakt naar de<br />
frisse lucht van een miezerige novemberwedstrijd<br />
in de regen, dan op die<br />
snikhete dinsdagmiddag. Vrijwillig<br />
zoveel zweten, dat doe je alleen maar<br />
in de sauna. En wat dat ontbreken van<br />
lichamelijk contact betreft: de enige<br />
manier om je tegenstander te raken is<br />
de bal hard tegen hem aan te schieten.<br />
In de buurt van de zijlijn kan je dat,<br />
mits slim uitgevoerd, naast een brakke<br />
tegenstander ook nog steeds behoud<br />
van balbezit opleveren. Maar het spel<br />
verrassend opendraaien met een bal<br />
over de hele is op een veldje van krap<br />
tien meter breed natuurlijk een gotspe.<br />
“Jij bent zeker nog uit een tijd van eindeloos<br />
de bal rondspelen en die dan<br />
ineens blind naar voren peren. Mijn<br />
generatie wil dat alles snel gaat, ook in<br />
het voetbal. Veel kicks in een korte tijd.<br />
Het moet allemaal niet te lang duren,<br />
als het maar mooi is. Liever een vette<br />
panna dan een lelijke goal.” Aldus de<br />
zaalvoetballer. Ik denk onwillekeurig<br />
aan Tsjeu LaLing en hoe irritant dat<br />
gepingel af en toe was. “Bovendien<br />
leer je er lekker snel door anticiperen<br />
en reageren. Dat heeft ook voordelen<br />
als training voor veldvoetballers, ik ken<br />
er wel een paar bij hercules die dat<br />
kunnen gebruiken.“<br />
Ik werp tegen dat van het hele Nederlands<br />
Zaalvoetbalteam dat in 1989<br />
zo verrassend tweede werd op het<br />
allereerste WK Futsal® er geen enkele<br />
speler enige indruk maakte op het<br />
veld. Dat zaalvoetbal is veel te veel<br />
losgezongen van zijn oorsprong. Het<br />
zijn twee totaal verschillende werelden.<br />
Geen lichamelijk contact, en we<br />
komen nota bene van het rugby van-<br />
daan. Geen contact, belachelijk.”<br />
Mijn dappere Uruguayaantje kijkt<br />
me verbijsterd aan: zoveel volslagen<br />
onbenul in zo’n gedistingeerd uiterlijk,<br />
dat had hij bij <strong>Hercules</strong> nog niet meegemaakt.<br />
Hij loop naar de bar om nog<br />
een rondje te halen. Over zijn schouder<br />
roept hij: “Hombre, je weet niet<br />
waar je het over hebt. Waar denk je<br />
dat Ronaldinho zijn techniek vandaan<br />
heeft?”<br />
14 15