08.09.2013 Views

medium3_mei2005

medium3_mei2005

medium3_mei2005

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bittere strijd om<br />

religieuze zendtijd<br />

MEDIUM JAARGANG<br />

Tijdschrift voor communicatiewetenschap<br />

CW afgestudeerd<br />

en vervolgens<br />

uitkering?<br />

G e e n S t o r y i s n o g P r i v é<br />

19<br />

NUMMER 3<br />

mei 2005<br />

Virtueel geweld<br />

loopt ernstig uit de hand<br />

1382466X


voorwoord<br />

c o l o f o n<br />

Maureen Sampat<br />

Redacteur<br />

Reza Kartosen<br />

Redacteur<br />

Schandalig Voorwoord<br />

Nina Brink en een veelzijdige Hermès-shawl, Xander de Buisonjé en relatie(s), Prins Bernard en nóg een paar kinderen,<br />

WimLex en Inge de Bruin, drank en respectievelijk Katja Schuurman en Marco Bakker. Hier slechts een snufje van de<br />

beerput der schandalen, waarbij de kern van waarheid soms week is. In ieder geval werden bovenstaande zaken breed<br />

uitgemeten in het roddelcircuit. Nederland smult ervan; van de softe variant in de vorm van RTL Boulevard en van de<br />

hardere variant in de vorm van Privé, Story en Weekend. Dikke vette oplages, maar niemand – en zeker niet studerend<br />

of afgestudeerd Nederland - leest deze bladen. Op de School voor de Journalistiek is het zelfs verboden om stage te lopen in het roddelcircuit.<br />

Waar hebben de redacteuren van pakweg Privé dan hun opleiding genoten en waar hebben ze hun schrijfervaring opgedaan? Nou, dichterbij<br />

dan je denkt, lees maar eens het artikel over CW-afgestudeerde Boris.<br />

Schandalig!<br />

Ook ik werd onlangs benaderd door een persoon (naam is bekend op de redactie van Medium) om een schandaal in Medium aan het<br />

licht te brengen. Aanleiding hiervoor was het artikel in dit nummer over de herverdeling van de zendtijd van religieuze omroepen zoals de<br />

Humanistische Omroep Stichting, de IKON en de NMO. Over de laatstgenoemde omroep wilde deze persoon – iets te graag - een boekje<br />

opendoen; iets over miljoenenfraude en grijze wolven. Maar helaas, geen vette scoop in dit nummer. Wel interessante artikelen over weblogs,<br />

Boomerangkaarten, computergames, buitenreclame, Medium bij de Spinawards, een gastcolumn van Jan Maarten Buissant, hoofdredacteur<br />

van Z Magazine, interviewtip 3 van Reza en uiteraard de vaste CW-rubrieken. Om van te smullen…<br />

Dennis Mijnheer<br />

P.S. In het kader van de roddeljournalistiek zijn er foto’s opgespoord van enkele geheime minnaars, minnaressen en buitenechtelijke kids van<br />

onderstaande redactieleden.<br />

Dennis Mijnheer<br />

Hoofdredacteur<br />

Joice van Casteren<br />

Eindredacteur<br />

Ester Meerman<br />

Redacteur<br />

Kristin van de Poel<br />

Illustratie / Fotografie<br />

Krista Cornelis<br />

Eindredacteur<br />

Sander Ritman<br />

Redacteur<br />

Esther Rutten<br />

Vormgeving<br />

Redactieraad: Remko Smid, Jan-Harmen Meijerink, Jasper Karman<br />

Fotografie: Emiel Martens, Mark Jonker<br />

Illustratie: Tjeerd Royaards, Gabriela Guzman<br />

Acquisitie: Mariëlle Peeters<br />

Jerry Houtman<br />

Redacteur<br />

Eelke Mol<br />

Redacteur<br />

Lotte Huijg<br />

Fotografie<br />

Amy van Zutphen<br />

Redacteur<br />

Sylvie van Nieuwerburgh<br />

Redacteur<br />

Redacteuren:<br />

Suzanne Monkel<br />

Remko Vellenga<br />

Vormgeving i.o.:<br />

Lisanne de Geus<br />

Laurens de Roode<br />

Coördinator Mercurius<br />

Samga Nguyen<br />

Redacteur<br />

Cover<br />

Fotografie: Elmar Krop<br />

Styling: Kim & Jeroen (event entertainment)<br />

Modellen: Vincent en Priscilla


d i t n u m m e r<br />

G e e n S t o r y i s n o g P r i v é 4<br />

Roddeljournalisten genieten over het algemeen maar weinig erkenning. Terecht of niet?<br />

B u i t e n r e c l a m e 6<br />

Wie is hiervoor verantwoordelijk? En hoe en in hoeverre kan de Nederlandse bevolking bereikt worden met dit<br />

intrigerende medium? In gesprek met de product manager van Viacom Outdoor.<br />

w e B L O G 1 0<br />

Schreef je vroeger alles in je dagboek, tegenwoordig vind je dit op internet in de vorm van een weblog. De<br />

weblog is in opkomst!<br />

M e d i u m i s e r b i j 1 2<br />

Spinawards 2004 en de ontwikkeling van online marketing.<br />

S t r i j d o m d e l e v e n s b e s c h o u w e l i j k e z e n d t i j d 1 3<br />

De levensbeschouwelijke zendtijd gaat op de schop en daar zijn niet alle omroepen even blij mee. Tijd voor een<br />

overzicht van de feiten.<br />

V i r t u e e l g e w e l d 2 0<br />

Games krijgen de schuld van gewelddadige incidenten, terecht of onterecht? En waarom domineert geweld het<br />

gamesaanbod?<br />

A f g e s t u d e e r d e n d a n ? 2 3<br />

Een kritische kijk op onze studie door de bril van de arbeidsmarkt. Medium brengt je in beweging voor je<br />

toekomst na het lezen van dit artikel.<br />

B o o m e r a n g a a n g e k a a r d 2 9<br />

v a s t e r u b r i e k e n<br />

C w s c r i p t i e 9<br />

C w a f g e s t u d e e r d e 1 6<br />

Boris van Zonneveld, tijdens studietijd mediumredacteur, nu redacteur bij Privé. How come?<br />

V e r z a m e l i n g k o r t e a r t i k e l e n 1 8<br />

C w m e n i n g e n 2 6<br />

C w m e d e w e r k e r 2 8<br />

G a s t c o l u m n 3 1<br />

Jan-Maarten Buissant, hoofdredacteur van het Amsterdams Straatmagazine Z.<br />

T i p s v a n R e z a 3 2<br />

M e r c u r i u s p a g i n a 3 4


De ‘kappersbladen’ kunnen over het algemeen rekenen<br />

op weinig waardering: het publiek heeft vaak geen<br />

goed woord over voor de roddelbladen. Het is sociaal<br />

algemeen geaccepteerd jezelf boven dit soort flauwekul<br />

te stellen en (te pretenderen) deze bladen niet te lezen.<br />

Tóch worden de roddels verbazingwekkend goed<br />

verkocht. Gemiddeld zelfs beter dan de gerenommeerde<br />

opiniebladen die ons land rijk is.<br />

De hypocrisie van de lezer die in de huiskamer het<br />

Algemeen Dagblad leest maar daaronder de Weekend<br />

bewaart, is misschien nog enigszins voor te stellen. Maar<br />

de kranten die de roddeljournalistiek openlijk afkeuren,<br />

zouden wellicht iets minder allergisch kunnen reageren.<br />

Want steeds meer van deze geaccepteerde kranten<br />

komen met verkapte roddelrubrieken. Een voorbeeld<br />

hiervan is ‘Leven Etcetera’ in het NRC. Vaak wordt er<br />

dan nieuws uit de roddelbladen overgenomen, zonder<br />

hiervoor enig onderzoek te verrichten. Een paradox.<br />

Een groot punt van kritiek op de populaire journalistiek<br />

is dat het principe van hoor en wederhoor slechts<br />

mondjesmaat wordt toegepast. Het is een cultuur van<br />

rechtszaken en rectificaties. Om het publiek attent te<br />

maken op eenzijdige berichtgeving is TG Blender, een<br />

groep jonge theatermakers, een actie gestart. Ze willen<br />

de media die eenzijdig berichten een soort kijkwijzerachtig<br />

symbool laten dragen. Dit symbool is een tekening van<br />

een muilkorf, omdat het voor de slachtoffers van de<br />

Medium mei 2005 4<br />

Geen Story is nog Privé<br />

De grootste vijand van bekend Nederland<br />

Roddelbladen. Caroline Tensen vindt ze niet leuk. Nico Zwinkels ook niet. Deze kant van het verhaal kennen<br />

we ondertussen wel. Ook vanuit andere hoeken is er veel kritiek op de roddelbladen in Nederland. We<br />

benaderen de - in iets positievere bewoordingen - populaire journalistiek daarom eens vanuit een ander<br />

perspectief.<br />

Muilkorf<br />

Tekst Amy van Zutphen Fotografie Elmar Krop<br />

roddels vaak moeilijk is zich te verdedigen tegen deze<br />

berichtgeving. Als eerste zullen tijdschriften als Privé en<br />

Story eraan moeten geloven met een muilkorfsticker.<br />

Ook moeten RTL Boulevard en websites als Zijonline.nl<br />

het ontgelden als het aan TG Blender ligt.<br />

Binnen de journalistiek heeft een roddelblad het zwaar<br />

te verduren. De serieuze journalisten kijken neer<br />

op de gemiddelde roddeljournalist. Op de meeste<br />

hogescholen voor journalistiek is het zelfs verboden<br />

om stage te lopen bij een roddelblad. Onterecht,<br />

vindt communicatie-wetenschapper Mark Deuze, die<br />

promoveerde op Nederlandse journalistiek en het boek<br />

‘Wat is journalistiek’ schreef. ‘Want’, zo zegt hij, ‘als je<br />

echt iets wilt leren, moet je daar juíst gaan werken.’ Hij<br />

meent dat er in de populaire journalistiek meer sprake<br />

is van onderzoeksjournalistiek dan bij de gemiddelde<br />

hooggewaardeerde krant: ‘Het is vele malen makkelijker<br />

om bij een persconferentie uitspraken van politici op te<br />

schrijven.’ Privé-redacteur Boris van Zonneveld beaamt<br />

dit en voegt toe: ‘Schrijven voor Privé is ongelofelijk leuk,<br />

altijd weer een uitdaging de waarheid over de BN’ers uit<br />

te zoeken en te onthullen, want ze verbergen een hoop.’<br />

Een baan bij een roddelblad is misschien wel een vrijbrief<br />

om te ontkomen aan bepaalde sociale normen en het<br />

overschrijden van de algemene etiquetteregels voor het<br />

houden van interviews. Maar volgens Mark Deuze is<br />

het iets heel anders wat de gemiddelde roddeljournalist<br />

onderscheidt van de zogenaamd politiek correctere<br />

collega’s. Uit zijn onderzoek kwam namelijk vooral naar<br />

voren dat binnen de populaire journalistiek having fun


centraal staat. Men gaat met plezier naar het werk, is<br />

vrolijk en enthousiast. Aanstekelijk enthousiasme dat<br />

volgens hem bij de meeste dagbladen ver te zoeken is.<br />

Nederlandse gematigdheid<br />

Als we om ons heen kijken, blijkt dat Nederland wat<br />

gematigder is dan zijn buurlanden. In landen als Engeland<br />

en Duitsland zijn landelijke tabloids als respectievelijk The<br />

Sun en Bild veel groter in oplage en ook stukken harder<br />

van mentaliteit dan hier. Is dit te verklaren? Deuze denkt<br />

dat dit te wijten is aan de behoudende consensuscultuur<br />

in Nederland en het feit dat iedereen hier elkaar de hand<br />

boven het hoofd probeert te houden.<br />

Huub Evers doceert het vak Communicatie Ethiek aan<br />

de UvA en schreef het boek Media-ethiek, Morele<br />

dilemma’s in journalistiek, communicatie en reclame.<br />

Ook hij geeft aan dat een echte yellow press, zoals men<br />

een dergelijk tabloidblad noemt, niet haalbaar is in<br />

Nederland: ‘Mensen kapot maken, de grond in boren...<br />

Dat willen we blijkbaar niet. Onze roddeljournalistiek is<br />

grosso modo toch erg braaf.’ Van Zonneveld geeft echter<br />

aan niets of niemand te ontzien: ‘Sommige collega’s<br />

schrijven over bepaalde BN’ers nooit negatief omdat ze<br />

die te vriend willen houden, maar daar heb ik niet zoveel<br />

mee.’ Andersom proberen BN’ers ook bij de tijdschriften<br />

in een goed blaadje te komen. Niet alleen om negatieve<br />

publiciteit te voorkomen, maar ook om positief in beeld te<br />

kunnen komen. Bladen als Privé hebben met hun oplage<br />

immers de macht om carrières te maken en te breken:<br />

Xander de Buisonjé bedroog in 2002 zijn zwangere<br />

verloofde Wendy van Dijk. Tot op de dag van vandaag<br />

doet hij pogingen om zijn imago te herstellen.<br />

Maar toch is ook de Nederlandse cultuur aan het<br />

verharden. We deinzen niet meer terug voor emotionele<br />

zaken zoals scheidingen, affaires en onechte kinderen.<br />

Betekent dit dat we met de Nederlandse bladen ook de<br />

kant op gaan van de buitenlandse tabloids? Deuze denkt<br />

dat het wel mee zal vallen. Volgens hem gaan we meer<br />

toe naar een mengvorm: ‘Tien jaar geleden kon je nog<br />

duidelijk zeggen wat in welke categorie hoorde. Nu gaan<br />

kranten op televisieschermen lijken en websites op kranten.’<br />

Veel mediavormen zijn niet goed meer te definiëren als al<br />

dan niet populaire journalistiek. ‘Daarom moet de School<br />

voor Journalistiek ook entertainmentvakken gaan geven,’<br />

zegt Deuze hierover. Want dat is waar we naartoe gaan,<br />

entertainment wordt steeds meer echt nieuws. Ook Evers<br />

onderkent de toename van infotainment. De vraag is of<br />

dit per definitie goed of slecht is. Evers meent van niet,<br />

maar is wel iets voorzichtiger dan Deuze: ‘Het zou pas<br />

kwalijk worden als ook het serieuze nieuws alleen nog<br />

maar op de infotainment-manier gebracht zou kunnen<br />

worden, als mensen alleen nog maar tot zich nemen wat<br />

leuk is en het alleen nog maar gaat om ‘nice to know’ en<br />

niet meer om ‘need to know’.’<br />

De verschuiving naar infotainment is al merkbaar.<br />

Dagbladen besteden steeds meer aandacht aan human<br />

interest verhalen en een bericht over de vermeende<br />

scheiding van Brad Pitt en Jennifer Aniston is algemeen<br />

geaccepteerd dagelijks nieuws. Ook de updates van de<br />

liefdeslevens van onze kroonprins en zijn broertje Friso<br />

zijn voorpaginavullers. Daarnaast worden politici steeds<br />

meer behandeld als BN’ers. De scheidingslijn tussen<br />

echte journalistiek en populaire journalistiek is duidelijk<br />

aan het vervagen.<br />

Bindmiddel<br />

Ten slotte kunnen we ons afvragen waarom we toch<br />

zo graag over de sterren willen lezen. Is het een vorm<br />

van identificatie? Willen we ons verkneukelen om hun<br />

lot? Zien dat zij ook mensen zijn? Mark Deuze kiest een<br />

andere invalshoek. Hij denkt dat het de lezers er vooral<br />

om gaat ‘iets te hebben om over te praten’. ‘Nieuws over<br />

Brad Pitt is niet interessant omdat het zo’n goede acteur is,<br />

maar omdat iedereen hem kent.’ Populaire journalistiek<br />

zou daarmee een niet te onderschatten bindmiddel<br />

zijn voor de samenleving. De serieuzere journalisten<br />

hebben vaak moeite dit te accepteren, maar zouden hier<br />

volgens Deuze juist van kunnen leren. Berichtgeving over<br />

bijvoorbeeld Irak zou meer benaderd kunnen worden<br />

vanuit een human interest perspectief. Niet alleen het<br />

opsommen van feiten, maar ook het creëren van een<br />

gespreksonderwerp. Het persoonlijke verhaal van een<br />

militair spreekt mensen meer aan dan reportages over<br />

dodenaantallen en aanvalsdoelen.<br />

Dagbladen en roddeltijdschriften – het zijn op het eerste<br />

gezicht misschien twee uitersten, maar ze overlappen<br />

elkaar meer en meer. Het is dan ook onterecht dat de<br />

roddeljournalisten niet voor vol worden aangezien door<br />

de serieuze collega’s. Toch gaan de roddeljournalisten<br />

niet helemaal vrijuit. De pot verwijt de ketel namelijk dat<br />

hij zwart ziet, dat blijkt wel uit het onderzoek van Mark<br />

Deuze onder de verschillende bladen: vrijwel niemand<br />

heeft een goed woord over voor de ‘duimzuigerij’ van<br />

Party. Zelfs binnen de beroepsgroep bestaat er dus een<br />

duidelijke hiërarchie.<br />

5 Medium mei 2005


Het kostte weinig moeite als Medium-redacteur om een interview te regelen met Jan-<br />

Pieter Komen, de productmanager van Viacom Outdoor, de marktleider op het gebied<br />

van buitenreclame. Als productmanager houdt hij zich bezig met onder andere product-,<br />

prijs- en marktanalyse en marktbenadering. Tijdens het interview vertelde hij alles over de<br />

reclame die we om ons heen zien als we ook maar een stap buiten de deur zetten.<br />

Buitenreclame<br />

De exploitatie en aankleding van onze openbare ruimtes<br />

Ene J.C. Decaux heeft ooit het idee van de abri-reclame<br />

ontwikkeld. Abri is het Franse woord voor schuilhokje,<br />

waardoor de posters in bushokjes later deze benaming<br />

kregen. Decaux bood enkele Franse gemeentes aan<br />

om nieuwe bushokjes te plaatsen en in ruil daarvoor<br />

mocht hij de reclameruimte in dat bushokje verhuren.<br />

Zo is het hele concept van buitenreclame, door via<br />

de gemeente reclameruimte te exploiteren, ontstaan.<br />

Hiermee is ook meteen de professionalisering van<br />

buitenreclame begonnen. In het verleden werden er<br />

natuurlijk altijd al posters op muren geplakt, maar<br />

vanaf toen werden er voor het eerst openbare ruimtes<br />

geëxploiteerd voor buitenreclame en werd daar steeds<br />

planmatiger mee omgegaan. Ook in Nederland zag<br />

men geld in dit concept en later zou zelfs ‘s werelds<br />

grootste mediaonderneming Viacom zich daar mee<br />

gaan bemoeien.<br />

Medium mei 2005 6<br />

Tekst Sander Ritman Fotografie Emiel Martens<br />

Op de site van Viacom Outdoor staat: Buitenreclame<br />

is tegenwoordig een van de belangrijkste massamedia.<br />

Jaarlijks neemt buitenreclame een groeiend deel van de<br />

mediabestedingen voor haar rekening: in 2004 bedroeg<br />

de totale bruto-omzet bijna 175 miljoen euro .<br />

Buitenreclame speelt dus een grote rol binnen de<br />

marketingmix van bedrijven. Het is immers een redelijk<br />

stabiel medium met relatief lage kosten voor het aantal<br />

mensen dat ermee bereikt wordt. Bereiksonderzoek<br />

uit 1997 door het onderzoeksbureau Summo laat<br />

bijvoorbeeld zien dat zowel zware, gemiddelde als<br />

lichte tv-kijkers worden bereikt met buitenreclame.<br />

Dat gaat zeker niet op voor alle mediumtypen. Uit<br />

onderzoek van NSS/Research en Platform ’95 blijkt ook<br />

dat de Nederlandse bevolking meent dat het medium<br />

buitenreclame het straatbeeld verlevendigt door het


creatieve uiterlijk. Daarnaast veroorzaakt het weinig<br />

irritatie in vergelijking met andere reclame. Ondanks<br />

de teruglopende economie blijven bedrijven dan ook<br />

vertrouwen hebben in buitenreclame. Bovendien kunnen<br />

bedrijven met buitenreclame reclameboodschappen in<br />

andere, duurdere media ondersteunen. Dick Braam<br />

bevestigt dit in het boek Media en Reclame van Den Boon<br />

en Neijens (2003): ‘Buitenreclame wordt doorgaans<br />

ingeschakeld in combinatie met andere media en heeft<br />

dan een deeltaak in de communicatiedoelstelling.’<br />

Bereik<br />

We krijgen onbewust ongeveer zesduizend signalen<br />

binnen per dag, waar reclame zeker een deel van<br />

uitmaakt. De vraag is welk aandeel de buitenreclame<br />

hierin heeft.<br />

Er wordt veel onderzoek gedaan naar mediabereik<br />

en daarvoor worden verschillende middelen ingezet.<br />

Bereik wordt bijvoorbeeld gemeten naar opportunities<br />

to see; dat zijn de contactkansen. Per doelgroep kan<br />

er dan zo bekeken worden wat het bereik is van een<br />

bepaald reclameproduct of productpakket. In opdracht<br />

van de buitenreclame-exploitanten wordt hier door<br />

Intomart onderzoek naar gedaan. Zo’n onderzoek gaat<br />

als volgt: heel Nederland is ingedeeld in een aantal<br />

kwadranten, welke steeds kleiner worden naarmate<br />

een gebied dichterbevolkt is. In Amsterdam worden<br />

bijvoorbeeld veel meer kwadranten onderscheiden<br />

dan in plattelandsgebieden. In de kwadranten wordt<br />

gekeken hoe de mensen zich precies bewegen en<br />

waar alle buitenreclameobjecten zich bevinden. Aan<br />

de hand van zo’n zevenduizend participanten wordt<br />

het verplaatsingsgedrag geanalyseerd. Vervolgens<br />

berekenen de onderzoekers door middel van deze<br />

gegevens de contactkansen met de objecten. In de<br />

praktijk: aan de hand van de route die jij elke dag naar<br />

school aflegt, wordt er gekeken met welke objecten jij<br />

in ‘oogcontact’ zou kunnen komen. Elk object krijgt<br />

een waarderingscijfer voor bijvoorbeeld grootte en<br />

opvallendheid. Zo zal de niet-instap zijde van een bus<br />

een hogere waardering krijgen dan een andere zijde<br />

of de achterkant. Door deze zichtbaarheidswaardering<br />

te vermenigvuldigen met het brutobereik (presence in<br />

the street, oftewel het aantal mensen dat voorbijkomt)<br />

wordt er een nettobereik gedefinieerd. Zo is te zien of<br />

mensen regelmatig in contact komen met een bepaalde<br />

reclameboodschap.<br />

Ter aanvulling van het mediabereiksonderzoek zou<br />

er onderzocht kunnen worden of de contacten met<br />

een object blijven hangen in het geheugen van<br />

respondenten. Dit zogenaamde Recall-onderzoek kan<br />

gebeuren door respondenten een soort dagboek bij te<br />

laten houden, waarin ze aangeven wanneer en waar ze<br />

een bepaald object hebben gezien. Hier kleven wel een<br />

aantal nadelen aan, bijvoorbeeld het feit dat mensen<br />

worden aangespoord om op reclame-uitingen te gaan<br />

letten.<br />

Onderzoek<br />

Naast onderzoek naar de contactkansen zijn er<br />

nog een aantal andere onderzoeken die gedaan<br />

kunnen worden naar het bereik en de effecten van<br />

buitenreclameproducten. Al deze onderzoeken moeten<br />

door de klant worden aangekocht. Daarom wordt er<br />

altijd eerst overlegd of de klant voorafgaand aan de<br />

reclame of daarna pas onderzoek wil laten uitvoeren.<br />

Jan-Pieter Komen noemde enkele soorten onderzoek op<br />

die Viacom Outdoor aanbiedt, welke ook beschreven<br />

zijn in het boek Media en Reclame van Den Boon en<br />

Neijens (2003). Ook het zogenaamde Maximiser<br />

Pretest poster onderzoek wordt door verschillende<br />

auteurs behandeld. Zoals Braam het verwoordt: ‘Het<br />

is een pretest van de belangrijkste elementen van de<br />

creatieve uiting.’ Bij dit onderzoek wordt er door een<br />

onderzoeksgroep gekeken naar het ontwerp van een<br />

reclameposter. De product- en merkherkenning wordt<br />

gemeten en ook de aantrekkelijkheid van de posters, de<br />

interesse in het merk en of de poster nieuwe informatie<br />

verschaft. De Maximiser geeft als het ware advies over<br />

hoe de poster aangepast moet worden om dit alles te<br />

verbeteren.<br />

Een klant kan ook kiezen voor een Verify Outdoor Pretest<br />

waarbij gebruik wordt gemaakt van geavanceerde eyetracking<br />

apparatuur. Mensen zijn namelijk vaak op<br />

zoek naar informatie; ogen zijn gericht op personen en<br />

gezichten, maar blikken gaan ook naar bijvoorbeeld<br />

reclame.<br />

Tot slot is er de Performance Monitor, waarbij de<br />

effecten worden getest van de campagne. Er wordt<br />

hierbij gebruik gemaakt van een nul en één meting door<br />

vijfhonderd respondenten voor en na de campagne te<br />

ondervragen. Het selecteren van respondenten gebeurt<br />

door professionele onderzoeksbureaus, die ervoor<br />

zorgen dat de onderzoeksgroep zo representatief<br />

mogelijk is.<br />

7 Medium mei 2005


Bij het invullen van reclamecampagnes hangt de<br />

mediumkeuze sterk af van het budget van het bedrijf,<br />

hoeveel mensen en welke doelgroepen er bereikt<br />

moeten worden. De productkeuzemogelijkheden bij<br />

buitenreclame zijn erg groot en kunnen hiermee een<br />

grote verscheidenheid aan bereik bewerkstelligen.<br />

Over billboards wordt wel eens gezegd dat het een echt<br />

business to business medium is. Ze staan veelal bij in-<br />

en uitvalswegen en bedrijventerreinen; de locaties die<br />

voornamelijk gericht zijn op automobilisten, mensen<br />

die naar hun werk gaan. Maar iemand die naar het<br />

werk gaat, sport bijvoorbeeld ook en doet ook wel eens<br />

boodschappen, waardoor er ook op andere momenten<br />

met ze gecommuniceerd kan worden. Bijvoorbeeld<br />

met abri’s die veelal in de centra staan, zoals bij<br />

supermarkten.<br />

Het wil echter niet zeggen dat billboards per definitie<br />

het grootste bereik hebben. Er zijn namelijk pakketten<br />

billboards waarmee minder mensen bereikt worden dan<br />

met abri’s. Met 45 honderd abri’s, het grootste pakket,<br />

kan bijvoorbeeld 69,4 procent van de Nederlandse<br />

bevolking bereikt worden. Met het grootste pakket<br />

billboards, driehonderd vlakken, ongeveer 31,4<br />

procent van de Nederlanders. Dit is uiteraard berust op<br />

de pakketten die Viacom Outdoor aanbiedt.<br />

Het bekijken van de impact is een manier om producten<br />

afzonderlijk met elkaar te vergelijken, aangezien het<br />

bereik ook afhangt van volume en omgeving. Toen<br />

ik Jan-Pieter Komen vroeg om zijn favoriete of meest<br />

interessante product, baseerde hij zijn keuze ook<br />

op deze mate van impact. Komen vond de totaal<br />

bestickerde tram, zoals je die hoogstwaarschijnlijk wel<br />

eens rond hebt zien rijden in Amsterdam, daarom het<br />

meest interessant.<br />

Medium mei 2005 8<br />

Reclameproduct<br />

Toekomst<br />

Hoe zal de toekomst eruit zien voor buitenreclame? Iets<br />

wat we nu steeds vaker zien is de digitalisering van het<br />

medium, zoals de LCD-schermpjes in de nieuwe trams<br />

van de GVB. Ook is Viacom Outdoor met pilots bezig,<br />

een soort digitale verkeersborden waarop de ANWB<br />

langs de weg informatie over weer en verkeer geeft.<br />

De helft van deze borden wordt dan gereserveerd voor<br />

reclameboodschappen.<br />

Ten tweede zal er waarschijnlijk een toename<br />

plaatsvinden in de interactiviteit van het medium. Via<br />

bluetooth zal het in de toekomst misschien mogelijk<br />

zijn om via abri’s berichten naar een mobiele telefoon<br />

te sturen. Je komt ergens langs (billboard of abri) en<br />

krijgt een persoonlijke reclameboodschap toegestuurd<br />

als je je profiel opgegeven hebt bij een database die<br />

toegankelijk is voor bedrijven. In de praktijk: je loopt<br />

bijvoorbeeld langs een poster van McDonald’s die<br />

jou identificeert. Als jij als doelgroep herkend wordt,<br />

stuurt McDonald’s je bijvoorbeeld een berichtje met<br />

een aanbieding. Dit alles is nu nog toekomstmuziek en<br />

zal, als het ooit gerealiseerd wordt, pas over vele jaren<br />

beschikbaar zijn.<br />

Digitalisering en interactiviteit moeten buitenreclame<br />

dus nog verder naar ‘buiten’ brengen. Steeds meer<br />

verschillende en gemoderniseerde media zullen de<br />

aandacht van de consument proberen te trekken. Hoe<br />

ons straatbeeld zich in dat opzicht zal ontwikkelen<br />

hangt af van vele factoren. Iedereen is er tenslotte mee<br />

gemoeid. De vraag is dan ook, in hoeverre de exploitatie<br />

en aankleding van onze openbare ruimte kan en mag<br />

gaan.


Ahold communiceert continu met zijn klanten.<br />

Denk bijvoorbeeld maar aan de AllerHande,<br />

de Bonusblaadjes of de reclameboodschappen<br />

op televisie. Ahold doet aan enorme<br />

marketingcampagnes, maar als er een schandaal<br />

boven water komt, verkramt de organisatie<br />

volledig. Een interessante ontwikkeling die Pauline<br />

Withagen samen met een andere CW-student onder<br />

de loep nam.<br />

In 2003 was de financiële wereld geschokt na de ontdekking<br />

van een groot boekhoudschandaal bij een van de meest<br />

solide Nederlandse ondernemingen, Ahold. Een dochter van<br />

Ahold, US Foodservice, stelde de inkomsten van vijfhonderd<br />

miljoen dollar te hoog voor. Als gevolg hiervan stapte onder<br />

andere topman Van der Hoeven op en kelderde de koers op<br />

de beurs.<br />

Journalisten duiken op dit soort nieuws als duiven op een<br />

broodkruimel. Zoiets komt dus onvermijdelijk in de publiciteit.<br />

Pauline licht toe: ‘Je kunt hier niet zomaar openheid aan geven;<br />

je moet een bepaalde koerslijn volgen. De onderneming<br />

moest trachten te vermijden dat de goede reputatie die Ahold<br />

in meer dan honderd jaar op had gebouwd niet in één klap<br />

weggeveegd zou worden. Deze situatie bracht me op het idee<br />

te onderzoeken wat het effect van zulke schandalen is op de<br />

mediaberichtgeving: hoeveel aandacht wordt eraan besteed<br />

en wat is de toon ervan?’<br />

Crisisstrategieën<br />

Pauline vertelt dat er zes verschillende strategieën zijn die een<br />

onderneming in tijden van crisis kan volgen. De mogelijkheden<br />

zijn zwijgen, ontkennen, het ontwijken van verantwoordelijkheid,<br />

het reduceren van gevolgen, corrigerende actie ondernemen en<br />

verontschuldigingen aanbieden. Zelf heeft ze hier de strategie<br />

‘niets doen’ aan toegevoegd, omdat dit ook vaak voorkomt bij<br />

bedrijven, zo blijkt uit haar onderzoek. Pauline: ‘De strategieën<br />

zijn in drie groepen te verdelen. Ten eerste is het mogelijk geen<br />

enkele reactie vanuit de organisatie naar buiten te brengen. Ten<br />

tweede zijn er organisaties die weigeren commentaar te geven<br />

en tenslotte zijn er organisaties die de media van een reactie<br />

voorzien. Voor mijn onderzoek heb ik 130 krantenartikelen<br />

cw<br />

Tekst Sylvie van Nieuwerburgh<br />

Naam : Pauline Withagen<br />

Afstudeerdatum : Juni 2004<br />

Afstudeerrichting : Commerciële communicatie en voorlichting<br />

Scriptiebegeleider : Otto Scholten en Betteke van Ruler<br />

Eindcijfer : 6,5<br />

scriptie<br />

uit de Volkskrant en het Algemeen Dagblad onderzocht in de<br />

periode van het boekhoudschandaal, van 25 februari tot 25<br />

april 2003.’<br />

Spreken is goud?<br />

Uit de resultaten van haar onderzoek kwamen interessante<br />

zaken naar voren. Ten tijde van een crisis wordt er bijvoorbeeld<br />

veel meer bericht over de desbetreffende organisatie. Zo<br />

bleek ook dat als de organisatie er bewust of onbewust voor<br />

koos om geen bodschappen te verspreiden, de berichtgeving<br />

negatiever was. Pauline verklaart dat de media in die gevallen<br />

dan een beroep moeten doen op externe bronnen om<br />

nieuwtjes te verkrijgen. Deze externe bronnen zijn echter niet<br />

altijd even betrouwbaar of behartigen afwijkende belangen.<br />

Bovendien verliest een bedrijf op die manier de controle over<br />

de berichtgeving. Volgens Pauline is het echter zeer belangrijk<br />

om invloed te blijven behouden op wat er belicht wordt in de<br />

media: ‘De theorie adviseert dus om naar buiten te treden met<br />

een schandaal, maar wat Ahold betreft is het een logische<br />

stap geweest om niet voor deze strategie te kiezen. De gehele<br />

organisatie was overgenomen door juristen en accountants<br />

die andere doelen in het vizier hadden en alles wat Ahold<br />

zou zeggen tegen de pers, had tegen de organisatie gebruikt<br />

kunnen worden in onder meer rechtszaken.’<br />

Gat in de markt<br />

Pauline is van mening dat haar scriptie bijzonder interessant is<br />

voor communicatieadviseurs: ‘Er wordt immers vaak gepraat<br />

over hoe er al dan niet gecommuniceerd moet worden, maar<br />

er wordt nooit gekeken naar wat je ermee kunt bereiken, op<br />

welke manier er het beste naar buiten getreden kan worden en<br />

welke belemmeringen deze keuze met zich meebrengt in de<br />

praktijk. Theorie hierover is redelijk schaars tot niet bestaand,<br />

daarom zou ik in de toekomst nog meer inzicht willen verkrijgen<br />

in deze materie. Crisiscommunicatie is een zeer boeiend vak.’<br />

Tenslotte heeft deze afgestudeerde nog een tip voor de<br />

komende scriptiestudent: doorzetten! Een scriptie schrijft zich<br />

niet vanzelf; de begeleider stuurt je alleen en verder moet je<br />

het echt zelf doen. En dat is lang niet zo erg als vele mensen<br />

denken.<br />

9 Medium mei 2005


weBLOG Tekst<br />

Een weblog is een website die regelmatig wordt<br />

vernieuwd door de maker, de weblogger, en waarop<br />

de geboden informatie in chronologische volgorde<br />

wordt weergegeven. Als je een weblog bezoekt, vind je<br />

meestal op de voorpagina de meest recente bijdrage.<br />

Veel weblogs bevinden zich in de categorie lifelog, dat<br />

het best te vergelijken is met een veredeld dagboek. De<br />

weblogger kan in de lifelog alles kwijt: het gaat vaak over<br />

alledaagse dingen, het nieuws of een mix van alledaagse<br />

en soms iets zwaardere zaken die de blogger wil delen<br />

met de bezoekers. Sommigen hopen met hun stukjes de<br />

lezer aan te zetten tot nadenken. Veel weblogs krijgen<br />

na verloop van tijd een vast publiek, uiteenlopend van<br />

enkele tientallen tot duizenden bezoekers per dag, dat<br />

regelmatig komt kijken of er nieuws is.<br />

Het genre lifelogs wordt gedomineerd door (jonge)<br />

vrouwen en kan bestaan uit korte dagboekteksten in<br />

gezelschap van honderden smileys, uitroeptekens, hartjes<br />

en andere vrolijke emoticons. Dat is allemaal leuk en<br />

wel, maar een echte goede weblog houdt zich verre van<br />

kinderlijke plaatjes, is overzichtelijk, serieus, zit inhoudelijk<br />

goed in elkaar en is up-to-date. Nederlands populairste<br />

lifelog is die van Merel Roze. Haar tweeduizend bezoekers<br />

per dag dankt ze aan een toegankelijke schrijfstijl en<br />

de regelmaat waarmee ze teksten op het web zet. Met<br />

drieëneenhalf jaar ervaring is ze een doorgewinterde<br />

blogger die haar kick vooral haalt uit de mogelijkheid om<br />

alles wat er in haar opkomt in een vorm te gieten die voor<br />

veel mensen interessant is.<br />

Medium mei 2005 10<br />

Samga Nuygen Beeld Kristin van de Poel<br />

Schreef je vroeger al je zielenroerselen in je lieve dagboek met slotje, tegenwoordig vind je<br />

al deze openbaringen en onthullingen op internet in de vorm van een weblog, ook wel blog<br />

genoemd, de digitale versie van een dagboek. Aan iedereen laten weten dat je bestaat en<br />

hoe interessant je leven wel niet is, een opsomming van je favoriete vakantiebestemmingen,<br />

alle boeken die je bezit op alfabetische volgorde; je kunt het zo gek niet bedenken of er is<br />

een grote kans dat het op internet staat onder de noemer weblog.<br />

Ook bekende Nederlanders hebben de weblog gevonden.<br />

VVD-politicus Gerrit Zalm is er bijvoorbeeld één van.<br />

Op zijn weblog bij het ministerie van Financiën gaat hij<br />

regelmatig met bezoekers in discussie. Ook Lodewijk de<br />

Waal van de FNV heeft een individuele weblog, net als<br />

Wim de Bie, Adam Curry en Erik de Vlieger. Weblogs van<br />

deze BN’ers worden druk bezocht en de inhoud van hun<br />

logs haalt met enige regelmaat de media.<br />

Niet alleen de politiek, maar ook het bedrijfsleven<br />

heeft de weblog ontdekt. Het wordt ingezet als handig<br />

marketingmiddel: veel bedrijven hebben een weblog<br />

voor hun klanten in het leven geroepen. Op deze manier<br />

kunnen bedrijven makkelijk toegang krijgen tot nieuwe<br />

gemeenschappen en nieuwe kennis. Daarnaast hopen<br />

bedrijven met de weblog het menselijke karakter en<br />

daarmee het sociale imago te verbeteren. Eerder nog zijn<br />

veel bedrijven intern een weblog begonnen voor de eigen<br />

medewerkers. Hiermee hopen zij overleg en onderlinge<br />

saamhorigheid te stimuleren en kennis beter te verdelen.<br />

Ondanks alle voordelen lopen de grote multinationals in<br />

Nederland er nog niet warm voor. In het buitenland wint<br />

de weblog wel aan populariteit. Google was de eerste<br />

organisatie met een externe weblog. De Franse krant Le<br />

Monde opende als een van de eerste kranten ter wereld<br />

eveneens een weblog dat zowel door personeel als door<br />

krantenlezers kan worden gevuld. Lezers kunnen bij Le<br />

Monde een weblog beginnen onder het merk van dit<br />

dagblad.


De populariteit van weblogs komt vooral door het<br />

persoonlijke karakter ervan. We zijn het dankzij realitytv<br />

gewend om tijdens de intiemste momenten mee te<br />

leven met wereldvreemden. Het is de combinatie van<br />

leedvermaak en voyeurisme die scoort. Een andere<br />

verklaring voor de populariteit van weblogs is het<br />

toegenomen individualisme. Zeker in de grote steden<br />

voelen mensen zich steeds eenzamer; dan is het prettig de<br />

illusie te hebben dat je toch aandacht krijgt. Voor anderen<br />

fungeert de weblog eerder als portfolio en dient het vooral<br />

als platform om het eigen werk te tonen en eventueel om<br />

meer opdrachten binnen te halen. Ook veelgehoord is de<br />

wens om ontdekt te worden als schrijver.<br />

Vermaken of shockeren<br />

De meeste online dagboeken zijn inhoudelijk vrij braaf<br />

uit angst voor engerds, schuine mailtjes en stalkers. Er<br />

wordt niet te veel prijsgegeven, zeker geen persoonlijke<br />

dingen zoals een telefoonnummer, woonadres, berichten<br />

over vriendjes en gedetailleerde verhalen over waar je<br />

werkt. En terwijl bij de dames de nuance regeert, zien<br />

we bij de heren juist een geheel ander fenomeen,<br />

namelijk dat van de shocklogs. Dit zijn weblogs met<br />

een compleet eigen (mannelijke) redactie. Door middel<br />

van schokkende en agressieve artikelen proberen deze<br />

weblogs veel publiek te trekken. Bekende shocklogs zijn<br />

Retecool.com, Hersenscheet.com, Volkomenkut.com<br />

en Geenstijl.nl. Onlangs is de laatste beloond met de<br />

prijs voor de beste Nederlandse weblog 2004: de Dutch<br />

Bloggies, de jaarlijkse prijzen voor de beste Nederlandse<br />

weblogs. Volgens de makers van Geen stijl is hun blog<br />

een journalistieke productie voor ‘de andere kant van<br />

het nieuws’. Met een half miljoen bezoekers per maand<br />

wordt het even druk bezocht als de sites van Parool en<br />

Trouw. Samen met Retecool (beste muzieklog), Flabber<br />

en Volkomenkut behoort deze shocklog dan ook tot de<br />

populairste weblogs van dit moment.<br />

Kritisch, objectief of genuanceerd zijn niet de beste<br />

termen voor het beschrijven van spraakmakende weblogs<br />

als Geenstijl en Retecool. Ze staan vol met nieuws, maar<br />

ook met roddels en geruchten. Artikelen verschijnen<br />

snel, zonder bron, niet altijd gecontroleerd en zonder<br />

wederhoor en soms zelfs met commentaar. Objectiviteit<br />

en journalistieke integriteit zijn bij deze weblogs ver te<br />

zoeken. Daarin ligt juist een verklaring voor het succes.<br />

Columnist Nico Dijkshoor van Geenstijl beaamt dit:<br />

‘Nuance trekt geen publiek.’ Hij noemt de bestbezochte<br />

weblog van Nederland ‘ongeleid, vernieuwend,<br />

verfrissend, smakeloos, arrogant, maar messcherp’. De<br />

jury van de Dutch Bloggies drukt zich wat voorzichtiger uit<br />

en houdt het bij ‘omstreden’.<br />

Vanuit kritische hoek wordt er liever gesproken over<br />

populistisch en ordinair. Door het gebrek aan zelfkritiek<br />

en journalistieke verantwoording dragen Nederlandse<br />

weblogs dan ook niet bij aan de journalistiek. Er bestaat<br />

zelfs de angst dat het kan aanzetten tot een hetze tegen<br />

publieke personen, omdat de wind voornamelijk uit de<br />

rechtse hoek komt.<br />

Zelf bloggen<br />

Voor mensen die enthousiast zijn geraakt en zelf ook een<br />

dringende behoefte voelen om hun gedachtes op het net<br />

uit te storten, volgen hier een aantal tips. De beste sites<br />

voor het aanmaken van een eigen weblog zijn Blogger.<br />

nl, Punt.nl en Web-log.nl. Ook bij BNN kun je een eigen<br />

weblog beginnen op www.bnn.nl, zie Top of the logs.<br />

De meeste webloggers maken voor het bijhouden van hun<br />

site gratis gebruik van online diensten, waarvan Blogger.nl<br />

de meest populaire is. Beginnende bloggers kunnen heel<br />

eenvoudig via een web-interface hun artikelen plaatsen.<br />

Meer ervaren bloggers kunnen daarvoor gebruik maken<br />

van speciaal ontwikkelde software zoals WorldPress,<br />

MoveableType, Nucleus CMS, Pivot of pMachine. Met<br />

deze software, die op een eigen serverruimte dient te<br />

worden geïnstalleerd, kan de eigen weblog geheel naar<br />

eigen inzicht vormgegeven worden. De meeste software<br />

is gratis, maar er is ook software die gehosted wordt en<br />

dus bij een provider op de server staat. Een voorbeeld<br />

hiervan is TypePad. Je hebt dan geen omkijken meer naar<br />

de software en het beheer.<br />

Nu rest je alleen nog inspiratie te vinden voor een goed<br />

stuk. Mocht je het even niet meer weten of last hebben<br />

van een writersblock, troost je dan met de gedachte<br />

dat het op de meeste weblogs negen van de tien keer<br />

helemaal nergens over gaat, maar dat is nog altijd beter<br />

dan doelloos voor de buis hangen.<br />

Links<br />

Merel Roze www.merelroze.com<br />

Wim de Bie www.bieslog.vpro.nl<br />

Onopgemerkt nieuws gebundeld door negen bloggers<br />

www.sargasso.nl<br />

Overzicht van bloggende politici www.politiekblog.com<br />

Opmerkelijkste nieuws op internet<br />

www.mijnkopthee.nl<br />

www.blogger.nl<br />

www.geenstijl.nl<br />

www.Retecool.com<br />

www.flabber.nl<br />

www.volkomenkut.com<br />

www.hersenscheet.com<br />

11 Medium mei 2005


Het is nog niet zo lang geleden dat het vertrouwen in internet<br />

als effectief reclamemedium behoorlijk laag was. Ja, er werd<br />

zo nu en dan eens een bannertje op een website geplaatst<br />

om te zien hoe vaak er op geklikt werd. En dat was vrijwel<br />

nooit. Maar nu lijkt dat stadium dan toch echt gepasseerd<br />

en wordt internet als een volwassen medium benaderd.<br />

Unilever heeft namelijk met MSN en Metrixlab onderzoek<br />

gedaan naar de effectiviteit van online campagnes en de<br />

resultaten daarvan zijn zo bemoedigend dat Unilever haar<br />

bestedingen op internet zal verdrievoudigen.<br />

Adverteren op internet heeft de laaste jaren een ontzettende<br />

vlucht genomen. De statische banners hebben plaats<br />

gemaakt voor virale filmpjes, weblogs en onzinnige,<br />

maar verslavende spelletjes, die de aandacht toch zeker<br />

enkele minuten weten vast te houden. Niet alleen bewezen<br />

effectief, maar ook veel goedkoper: voor adverteren op<br />

televisie moet een veelvoudig bedrag worden neergelegd.<br />

Extra duur als je bedenkt dat commercials nauwelijks nog<br />

worden bekeken, zoals de schokkende cijfers van het BVAonderzoek<br />

(Bond Van Adverteerders) begin dit jaar duidelijk<br />

maakten.<br />

Vorige maand werden in Amsterdam de Spinawards<br />

uitgereikt. Deze ‘oscars’ voor nieuwe media en marketing<br />

maken duidelijk dat bedrijven eindelijk geleerd hebben<br />

hoe internet als marketingkanaal gebruikt kan worden. De<br />

bureaus die hiervoor worden ingeschakeld hebben namen<br />

als Qi, Mediamonks, La Communidad en Lost Boys. Geen<br />

grijze pakken, maar reclamejongens die hun presentatie<br />

voor de vakjury’s in jeans en sneakers geven. De bureaus<br />

laten zien dat ze de campagnes op zeer creatieve manieren<br />

weten te vertalen naar het web.<br />

Grote winnaar dit jaar is Heineken, die samen met<br />

reclamebureau Qi zowel goud (Schreeuw Heineken naar de<br />

cup) als zilver (Beertender) won in de categorie Beste Online<br />

Campagne. MSN messenger werd bij beide Heinekencampagnes<br />

intensief ingezet en ook andere grote bedrijven<br />

zien MSN als een zeer belangrijk advertentiekanaal. Het<br />

biedt voor adverteerders steeds meer mogelijkheden, zoals<br />

ingebouwde tabs met spelletjes en filmpjes.<br />

Medium mei 2005 12<br />

Medium april 2005 12<br />

Tekst en beeld: Remko Smid Medium is erbij:<br />

De Spinawards 2004<br />

online marketing uit de kinderschoenen<br />

De advertentie-inkomsten van MSN namen afgelopen jaar<br />

dan ook met tweehonderd procent toe.<br />

Net als Unilever deed ook Heineken, die tevens de<br />

publieksprijs voor Beste Online Adverteerder won,<br />

onderzoek naar de effectiviteit van marketing via nieuwe<br />

media en vanaf nu zullen viral marketing, mobiel en<br />

messaging opgenomen worden in de vaste strategie. Online<br />

reclamemaken alleen is echter niet genoeg; het gaat om de<br />

complete marketingmix. Of zoals Heineken het zelf zegt:<br />

‘Online is het kloppend hart voor inspelen op de actualiteit<br />

en het activeren van consumenten.’<br />

De reden waarom Heineken uiteindelijk zo goed scoorde, is<br />

omdat duidelijk werd aangetoond dat de internetcampagnes<br />

echt effectief zijn geweest. Zo nam de bekendheid van de<br />

beertender met vijftien procent toe en was er sprake van<br />

een bewezen viraal effect. Harde cijfers die de jury nogal<br />

eens miste bij de presentaties van de andere campagnes.<br />

Die jury had overigens geen makkelijke taak en moest uit<br />

totaal 242 inzenders de beste websites, campagnes en<br />

banners kiezen. Vooral de categorie Beste Website was een<br />

lastige, omdat de genomineerden zo divers waren. Van<br />

de erg mooie non-profit site first8 (www.first8.org) tot de<br />

gelikte Mercedes-site voor het nieuwste model en alles daar<br />

tussenin. Uiteindelijk ging het online spel Beukenlaan 35,<br />

bedoeld om meidenblad Tina te verhippen, er met de spin<br />

voor de beste website vandoor. De jury roemt de integratie<br />

van adverteerders in het creatieve concept en spreekt van<br />

‘een mooie case op het gebied van business en branding.’<br />

Beste online campagne<br />

Goud: Heineken EK campagne 2004 (Heineken, Qi)<br />

Zilver: BeerTender (Heineken, Qi)<br />

Zilver: Sms is de boodschap (KPN Mobiel Hi, Proximity)<br />

Beste website concept<br />

Goud: Beukenlaan35 (Tina/Sanoma Uitgevers, Pixelpixies)<br />

Zilver: BUUTVRIJ FOR LIFE (Buutvrij For Life, Rhinofly)<br />

Zilver: Surfbijbel.nl (Nederlands Bijbelgenootschap, Henk<br />

Dokter Creative Associates)<br />

Beste mobiele concept<br />

Zilver: Nametones (Heineken Nederland BV, Qi)<br />

Zilver: 2GOTV, Nederlandse eerste mobiele tv-zender<br />

(Vodafone, Media Republic)<br />

Beste crossmedia campagne<br />

Zilver: CV - Vingers in de lucht (Stichting Consument &<br />

Veiligheid, TBWA Interaction Company)<br />

Zilver: AnderZorg Ziekenfonds (AnderZorg (Menzis), La<br />

Comunidad)<br />

Publieksprijs beste online adverteerder<br />

Heineken<br />

Publieksprijs beste website<br />

VARA Kassa


Omroep<br />

Gevecht om de zendtijd<br />

Het kan je de afgelopen weken niet ontgaan zijn dat er weer ruzie is in publiek omroepland.<br />

Mag Ter land ter zee en in de lucht nou wel of niet blijven en is Kopspijkers opinie of alleen<br />

maar volksvermaak? En wat te doen met het derde net? Het moddergooien en zwarte pieten<br />

van de ‘grote’ publieke zenders overschaduwt echter een andere ruzie die in een klein hoekje<br />

van Hilversum gaande is: het gevecht om de levensbeschouwelijke zendtijd.<br />

Terwijl de gehele vaderlandse pers heen en weer rent over het<br />

mediapark om sappige quotes te halen bij de grote bazen<br />

van de publieke omroep, wordt een ander, wat ouder conflict<br />

naar de achtergrond verdrongen. De zendtijd bestemd voor<br />

de kerkgenootschappen en genootschappen met geestelijke<br />

grondslag, ook wel de levensbeschouwelijke zendtijd genoemd,<br />

moet dit jaar opnieuw verdeeld worden en dat gaat niet zonder<br />

slag of stoot. De meeste omroepen gaan er in zendtijd op<br />

vooruit, maar dit gaat ten koste van enkele andere zenders die<br />

dit natuurlijk niet over hun kant laten gaan. Zoals wel vaker<br />

het geval is bij de Nederlandse publieke omroep, blijkt ook<br />

deze zendtijdverdeling een nogal complexe aangelegenheid.<br />

Tijd voor een overzicht van de feiten.<br />

De spelers<br />

Allereerst is er het Commissariaat voor de Media (CvdM), het<br />

orgaan dat de verdeling van de zendtijd regelt. Daarnaast zijn<br />

er de levensbeschouwelijke stromingen waarover de zendtijd<br />

verdeeld moet worden. Volgens artikel 39f van de mediawet<br />

zijn er momenteel zeven levensbeschouwelijke stromingen die<br />

Nu Radio<br />

Herverdeeld<br />

Radio<br />

BOS 52 25 13 78<br />

OHM 104 25 20 91<br />

HOS 160 32 40 130<br />

NMO 156 65 52 195<br />

NIKMedia 13 25 10 78<br />

RKK 234 94 86 286<br />

IKON 338 104 130 286<br />

Zendtijdverdeling in aantal uren per jaar. Bron: IKON<br />

Nu Televisie<br />

Herverdeeld<br />

Televisie<br />

aanspraak mogen maken op zendtijd: boeddhisme, hindoeïsme,<br />

humanisme, islam, jodendom, katholicisme en protestantisme.<br />

Elk van deze stromingen wordt vertegenwoordigd door een<br />

stichting, die een aanvraag voor zendtijd bij het CvdM mag<br />

doen. De toegewezen zendtijd geven deze stichtingen op hun<br />

beurt weer door aan zeven omroepstichtingen, die uiteindelijk<br />

de zendtijd invullen: de Interkerkelijke Omroep Nederland<br />

(IKON), de Humanistische Omroep Stichting (HOS), de Rooms<br />

Katholieke Kerkgenootschappen (RKK), de Nederlandse<br />

Moslim Omroep (NMO)1, de Organisatie voor Hindoe Media<br />

(OHM), het Nieuw Israëlitisch Kerkgenootschap (NIKMedia)<br />

en de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS).<br />

De kwestie<br />

Tekst Ester Meerman Illustratie Tjeerd Royaards<br />

Op 1 september 2005 gaat hij in: de nieuwe herverdeling<br />

van de levensbeschouwelijke en godsdienstige zendtijd.<br />

In december vorig jaar kwam het CvdM met een verdeling<br />

waarbij de meeste omroepen erop vooruitgingen behalve de<br />

IKON en de HOS.<br />

De totale jaarlijkse zendtijd voor geestelijke stromingen neemt<br />

in 2005 toe van 1057 uur televisie en 351 uur radio naar<br />

1144 uur televisie en 370 uur radio. In de nieuwe verdeling<br />

van het CvdM (zie tabel) gaat de protestantse IKON er in<br />

totaal 78 uur op achteruit; de HOS verliest 38 zenduren.<br />

OHM levert bij televisie iets in, maar krijgt daarvoor flink wat<br />

radio-uren terug. De RKK gaat er iets op vooruit, net zoals de<br />

NMO, die vooral meer radiotijd krijgt. De BOS krijgt bijna het<br />

dubbele van wat zij nu heeft en NIKMedia verviervoudigt haar<br />

zendtijd zelfs bijna.<br />

Van de zeven levensbeschouwelijke omroepen krijgen er<br />

dus vijf meer zendtijd en twee minder. De HOS en de IKON<br />

hebben inmiddels bezwaar ingediend bij het Commissariaat<br />

voor de Media.<br />

13 Medium mei 2005


Om de omroepstichtingen te laten wennen aan de overgang<br />

naar een nieuw aantal zenduren, is er een overgangsperiode<br />

van twee jaar ingesteld. De herverdeling is geldig tot september<br />

2008.<br />

De berekening<br />

Om te kunnen bepalen hoeveel zendtijd iedere stroming<br />

toegewezen krijgt, heeft het CvdM een onderverdeling<br />

gemaakt in drie categorieën aan de hand waarvan zij een<br />

berekening maakt. In de A-categorie<br />

zitten de grootste levensbeschouwelijke<br />

stromingen met een achterban van meer<br />

dan twee miljoen leden. Op dit moment<br />

zitten twee van de zeven stromingen in<br />

deze categorie: het protestantisme en<br />

het katholicisme. De volgende categorie<br />

is de B-categorie, voor stromingen met<br />

vijfhonderdduizend tot twee miljoen<br />

aanhangers. Hieronder valt momenteel<br />

alleen de islam. De kleinste stromingen<br />

worden ondergebracht in de C-categorie.<br />

Hierin zitten het humanisme, boeddhisme,<br />

hindoeïsme en het jodendom. Elke<br />

stroming krijgt standaard 25 uur televisie<br />

en 76 uur radio per jaar. Afhankelijk van<br />

in welke categorie de stroming zit, komt<br />

daar nog een bepaald aantal uren bij.<br />

De bezwaren<br />

Bert Janssens, directeur van de HOS, is het met deze berekening<br />

van het CvdM helemaal niet eens, en dan niet zozeer omdat<br />

deze nadelig uitvalt voor zijn omroep, maar vooral omdat<br />

de berekening volgens hem ‘fundamenteel verkeerd’ is.<br />

Janssens: ‘Van die hele beleidslijn van het Commissariaat<br />

klopt niks. Het Commissariaat is er alleen maar om wetten uit<br />

te voeren. Kwaliteit mag volgens de wet geen rol spelen; alleen<br />

kwantitatieve toedeling is taak van het CvdM. Nu hebben ze<br />

wel kwalitatieve criteria gebruikt: vindbaarheid en herkenning<br />

van de stroming. Dat mag volgens de wet niet.’<br />

Het grootste probleem ligt bij de berekening van de grootte<br />

van de achterban, meent Janssens. ‘Iedereen die bij zijn<br />

geboorte gedoopt is, wordt opgenomen in het doopregister<br />

en meegeteld als aanhang voor de RKK. Ik geloof niet dat<br />

iedereen die ooit gedoopt is nu praktiserend katholiek is en<br />

dus bij de achterban van de RKK hoort.’ Het bepalen van het<br />

aantal islamieten in Nederland wordt volgens Janssens op al<br />

even dubieuze wijze gedaan: ‘Je wordt meegeteld als moslim<br />

als je één grootouder hebt die in een islamitisch land is<br />

geboren. Maar er zijn ook christenen in islamitische landen en<br />

die tellen nu toch mee voor islamitische zendtijd. Humanisten<br />

Medium mei 2005 14<br />

zijn niet zo makkelijk te tellen, want die worden niet op zo’n<br />

manier geregistreerd en daar zijn wij nu de dupe van en zitten<br />

we in de kleinste categorie. Wij zouden ook in de B-categorie<br />

moeten zitten, want er zijn veel meer humanisten in Nederland<br />

dan moslims.’<br />

Martin Fröberg, directeur van de IKON, herkent de klachten<br />

van Janssens: ‘De systematiek die het Commissariaat voor<br />

de Media gebruikt om de zendtijd mee te verdelen klopt<br />

niet. Bij de ene stroming tellen ze leden, bij de andere<br />

stroming is het land van herkomst al voldoende. Daar zit een<br />

ongelijksoortigheid in.’<br />

Het Commissariaat wil er met de herverdeling voor zorgen<br />

dat de hoeveelheid zendtijd een afspiegeling vormt van de<br />

omvang van de betreffende stroming in de samenleving en<br />

dat kleinere genootschappen redelijk herkenbaar en vindbaar<br />

zijn. Janssens vindt dat het Commissariaat dat met deze<br />

verdeling juist niet heeft gedaan: ‘Ik vind het heel curieus dat<br />

in een seculariserende samenleving zo’n klein gedeelte van de<br />

zendtijd naar de enige niet-religieuze zendgemachtigde gaat.<br />

Vooral in deze tijd van normen en waarden is humanisme<br />

heel belangrijk. Neem tolerantie. Die waarde is binnen de<br />

humanistische traditie heel lang een verheven morele norm<br />

geweest. Dat is een zwaard waar we zelf in zijn gevallen. We<br />

komen erachter dat tolerantie ook betekent dat je vaststelt<br />

wanneer je niet tolerant bent. Je moet beseffen dat in de<br />

hiërarchie van waarden tolerantie soms even niet telt en<br />

een andere waarde wel. Dat is bij uitstek een humanistisch<br />

debat.’<br />

Fröberg vindt ook dat het CvdM de plank misslaat bij het<br />

uitvoeren van haar doelstelling: ‘Ik misgun niemand zijn


zendtijd, maar dit is simpelweg niet eerlijk. Het valt niet te<br />

rijmen dat er op zo’n onzorgvuldige manier bepaald wordt<br />

hoe groot de omroepen zijn.’<br />

De door de IKON en HOS bekritiseerde NMO was moeilijk<br />

voor commentaar bereikbaar. Na lang aandringen laat<br />

directeur Frank William in een een-regelige e-mail weten het<br />

‘volledig eens’ te zijn ‘met de insteek van de IKON en de<br />

Human’.<br />

Bart Bijvank van het CvdM ziet daarentegen niets<br />

verkeerds in de herverdeling: ‘Het Commissariaat telt zelf<br />

de grootte van de stromingen niet. Wij gaan af op wat de<br />

aanvragers zelf aangeven en laten ons adviseren door drie<br />

godsdienstsociologen, die zich weer baseren op gegevens van<br />

het CBS. Naar aanleiding van hun bevindingen zijn wij op<br />

deze herverdeling uitgekomen. Als je de door de verschillende<br />

hoofdstromingen geclaimde aanhang bij elkaar zou optellen,<br />

dan hebben we veel meer dan zestien miljoen mensen in<br />

Nederland.’<br />

Frappant detail in deze hele zaak is dat de zendgemachtigden<br />

bij navraag zelf niet eens zo goed blijken te weten hoeveel uur<br />

zendtijd per jaar er op het spel staat. Janssens: ‘Ik ben niet zo<br />

goed met getalletjes. Volgens mij verliezen we de helft. Er wordt<br />

bij het CvdM gewerkt met een wirwar van cijfers; het ene jaar<br />

krijg je dit, het andere jaar dat. Een gezonde bedrijfsvoering<br />

voor de toekomst kunnen we niet uitzetten, omdat we niet<br />

weten waar we aan toe zijn.’ Ook de directeur van de IKON<br />

moet eerst even in zijn paperrassen zoeken en kan pas later<br />

via e-mail bevestigen hoeveel zendtijd de omroep zou kunnen<br />

verliezen. Een medewerker van NIKMedia roept vrolijk door<br />

de hoorn ‘dat er heel veel tijd bij komt’, maar bij de vraag<br />

hoeveel dan precies blijft het angstvallig stil.<br />

De rechter<br />

Eind april krijgen de IKON en de HOS van het CvdM te horen<br />

of hun bezwaarschriften gehonoreerd worden. Mocht het<br />

Commissariaat bij haar besluit blijven om de Humanistische<br />

Omroep minder zendtijd te geven, dan overweegt Janssens<br />

naar de rechter te stappen. ‘Ik vind dat we in ons recht staan.<br />

Er is geen enkel zinnig bewijs aan te voeren dat bijvoorbeeld<br />

de NMO een grotere omroep zou zijn dan de Humanistische<br />

Omroep en dus ook recht zou hebben op meer zendtijd. Er<br />

zijn veel meer humanisten in Nederland dan dat er moslims<br />

zijn. Er zijn vijfhonderd moskeeën in Nederland en een<br />

miljoen moslims volgens de berekening van het CBS. Dat zou<br />

betekenen dat er in elke moskee tweeduizend mensen zouden<br />

moeten zitten. Ben je wel eens in een moskee geweest? Daar<br />

zitten echt geen tweeduizend moslims.’<br />

Ook Fröberg overweegt juridische stappen als het<br />

Commissariaat voor de Media de huidige toewijzing van het<br />

aantal uren voor de IKON ongewijzigd laat. Fröberg denkt<br />

voor de rechter een sterke zaak te hebben: ‘Ik wil daar nog<br />

niet te veel over zeggen, maar we zouden natuurlijk geen<br />

geld steken in een rechtszaak als we er geen winst in zouden<br />

zien.’<br />

BOS<br />

(Boeddhistische Omroep Stichting) Omdat er zoveel verschillende stromingen van het boeddhisme zijn houdt de BOS zich vooral bezig met het algemeen<br />

rmuleren van inzichten van het boeddhisme. De programma’s van de BOS besteden vooral aandacht aan inhoud en nemen de<br />

tijd voor diepgang. De BOS noemt het zelf een “selectieve verlangzaming van informatieoverdracht”.<br />

OHM<br />

(Omroep voor Hindoe Media) De OHM brengt programma’s die geïnspireerd zijn door de Hindoefilosofie. Uitgangspunt is respect voor alle leven met behulp<br />

van het handelen (karma) van de mens en het moreel juiste gedrag (Dharma).<br />

HOS<br />

(Humanistische Omroep Stichting) Het humanisme is een levensovertuiging die leven en wereld probeert te begrijpen met menselijke vermogens. Een mens geeft<br />

zelf zin, doel en inhoud aan zijn leven. In haar uitzendingen probeert de HOS mensen te helpen bij hun orientatie op de<br />

samenleving door vanuit humanistisch perspectief aandacht te geven aan belangrijke vraagstukken in politiek, samenleving en<br />

cultuur.<br />

NMO<br />

(Nederlandse Moslim Omroep) De NMO heeft zichzelf tot doel gesteld informatieve religieuze programma’s over de islam voor moslims en voor niet-moslims<br />

te maken. De ‘ontmoeting tussen culturen’ is hierin erg belangrijk.<br />

NIKMedia<br />

(Nieuw Israëlitisch Kerkgenootschap) Het thema van de uitzendingen van NIKMedia is de joodse cultuur in de breedste zin van het woord. Het overbrengen van<br />

kennis over het jodendom - in welke vorm dan ook - staat hierin centraal.<br />

RKK<br />

(Rooms Katholieke Kerkgenootschappen) De RKK is er voor het Rooms Katholieke deel van de bevolking, de leer van het katholicisme is dan ook het uitgangspunt van<br />

haar programma’s.<br />

IKON<br />

(Interkerkelijke Omroep Nederland) Doelstelling van de IKON is op ‘kritische manier aandacht besteden aan de grote vragen die het moderne leven stelt’. Daarbij<br />

laat de protestantse IKON zich inspireren door het evangelie. IKON-programma’s besteden veel aandacht aan begrippen als<br />

rechtvaardigheid, gelijkheid van alle mensen, respect voor de ander en het milieu.<br />

15 Medium mei 2005


Tekst Amy van Zutphen<br />

Hij begon ooit bij Medium, nu is hij een onder<br />

BN’ers beruchte journalist. Waarschijnlijk<br />

niet bepaald in de sector waarin de<br />

gemiddelde CW-er verwacht te belanden.<br />

Daarom wellicht des te interessanter. Zijn<br />

artikelen in Privé maken van tijd tot tijd heel<br />

wat los in glamourland. Een interview met<br />

CW-afgestudeerde Boris van Zonneveld.<br />

Boris is inmiddels 26 jaar en voltooide eind<br />

2003 de opleiding communicatiewetenschap<br />

aan de UvA. Tijdens zijn studie was hij druk<br />

aan het netwerken en deed hij veel ervaring<br />

op in de entertainmentsector. Vijf jaar geleden<br />

begon hij bij het radiostation Fresh FM, waar<br />

hij als dj werkte. Voor zijn stage toonde zowel<br />

Yorin FM als platenmaatschappij BMG interesse<br />

en hij koos ten slotte voor een stageplaats bij<br />

Yorin.<br />

Na de stage is Boris fulltime aan zijn scriptie<br />

gaan werken en na vier maanden was deze af.<br />

Zijn scriptie ging over een actueel onderwerp.<br />

Hij heeft namelijk - onder begeleiding van<br />

Cees Hamelink – onderzoek gedaan naar<br />

de berichtgeving over de oorlog in Irak: ‘De<br />

conclusie was dat het merendeel van het<br />

nieuws over die oorlog Amerikaans gekleurd<br />

was. De oorzaak hiervan was dat vrijwel al het<br />

nieuws dat hierover beschikbaar kwam door<br />

de Amerikanen de wereld in gestuurd werd.<br />

Vaak pure propaganda.’<br />

Medium mei 2005 16<br />

f o t o : A l b e r t d e n I s e g e r<br />

Naam Boris van Zonneveld<br />

Leeftijd 26 jaar<br />

Afstudeerdatum December 2003<br />

Afstudeerrichting ‘Van alle richtingen wat’<br />

Plaatjes draaien<br />

Boris kwam na zijn studie bij zijn oude stageplaats<br />

Yorin FM terecht. Hij werkte vanaf dat<br />

moment als producer bij Jensen in de Ochtend<br />

en kreeg ook zijn eigen radioprogramma.<br />

Toch was hij als dj uiteindelijk niet helemaal<br />

op zijn plek: ‘Omdat fulltime radio maken toch<br />

minder leuk was dan ik dacht - plaatjes aan- en<br />

afkondigen stompt na een jaar toch redelijk af -<br />

en ik ‘s nachts en ‘s ochtends op onchristelijke<br />

tijden werkte, ben ik na een jaar - in overleg<br />

met de radiozender - gestopt.’<br />

Inmiddels had hij een netwerk van BN’ers<br />

opgebouwd bij Yorin en hij schreef altijd al als<br />

freelancer, waardoor hij af en toe wat leuke<br />

nieuwtjes opving. Deze informatie bood hij dan<br />

aan bij diverse bladen. Privé toonde interesse<br />

en nodigde hem uit voor een gesprek. Van het<br />

een kwam het ander…<br />

Tegenwoordig werkt hij nog steeds als<br />

freelance journalist, met Privé als voornaamste<br />

werkgever. Andere bladen waar<br />

hij voor geschreven heeft zijn onder andere<br />

Music Maker (een vakblad voor artiesten),<br />

het studentenblad Nobiles Magazine en<br />

het populair wetenschappelijk maandblad<br />

Kijk. Toch bestaat er voor hem een duidelijk<br />

verschil tussen het schrijven voor Privé en<br />

andersoortige bladen of kranten. Schrijven<br />

voor Privé is volgens Boris uitdagender: ‘Het<br />

cw<br />

afgestudeerde


is echte onderzoeksjournalistiek, je moet zaken<br />

onthullen, geheimen blootleggen en je niet in de<br />

luren laten leggen door voorlichters en managers.’<br />

Ook verschilt de manier waarop hij schrijft. Voor Privé<br />

schrijft hij de verhalen niet kaal en feitelijk, maar net<br />

wat smeuïger.<br />

Communicatiewetenschap<br />

Boris, die afstudeerde in ‘van alle richtingen wat’ ziet<br />

af en toe dingen terug van zijn studie in zijn huidige<br />

werk: ‘Je bent gauw geneigd te zeggen van niet, want<br />

je leert niet hoe je verhalen moet schrijven - als dat<br />

al te leren valt - maar toch krijg je door CW wel een<br />

bepaalde houding en basiskennis mee en dat heeft<br />

absoluut voordelen.’<br />

Vooral de colleges van Cees Hamelink over<br />

internationale communicatie zijn Boris goed<br />

bijgebleven: ‘Cees staat bijzonder kritisch tegenover<br />

de media en hun werkwijzen, en liet zien dat nieuws<br />

vaak geconstrueerd wordt. Ook legde hij uit dat<br />

media vaak voor het karretje gespannen worden van<br />

derden, zoals politici. Cees geeft je een dosis kennis<br />

mee waar je in de praktijk jaren over zou doen om die<br />

te vergaren.’ Boris verwijst hierbij naar zijn scriptie:<br />

’Veel mensen zijn toch vaak geneigd te denken dat<br />

als een belangrijk persoon iets zegt, het wel waar<br />

zal zijn. Neem de oorlog in Irak, bijna al het nieuws<br />

dat daarover in de media verscheen was pure, goed<br />

getimede propaganda.’<br />

Verzonnen<br />

Maar geeft Boris zelf dan nooit valse of zelfs verzonnen<br />

informatie? Zelf zegt hij van niet: ‘Dat denkt<br />

iedereen, maar dat is niet het geval. Hooguit is het<br />

zo dat je je bewijsmateriaal niet honderd procent<br />

rond krijgt, dat bronnen niet willen getuigen voor de<br />

rechter of dat bronnen keihard liegen.’ Als voorbeeld<br />

geeft hij de prostituee die beweerde een kind te<br />

hebben van Ron Brandsteder:‘ Ze bracht het zo<br />

geloofwaardig en gedetailleerd dat we nog maar net<br />

op tijd – middels een valse notarisverklaring - konden<br />

ontdekken dat ze over het kind loog.’ Boris beweert<br />

slechts één keer per ongeluk iets geschreven te<br />

hebben wat echt niet waar was. Dit was een verhaal<br />

over een vermeende verhuizing van Ruud en Estelle<br />

Gullit van Amsterdam naar Rotterdam. ‘Dit was<br />

gemeld door een tipgever, compleet met hun nieuwe<br />

adres. Navraag leverde bevestiging noch ontkenning<br />

op, dus had ik zoiets geschreven dat Estelle dan<br />

wel erg ver weg van haar geliefde PC Hooftstraat en<br />

huisvriend en kapper Leco Zadelhoff zou komen te<br />

wonen. Misschien was het daarom dat ze gewoon in<br />

Amsterdam bleven wonen...’<br />

Maar of de verhalen waar zijn of niet, oppassen blijft<br />

het wel met gevoelige zaken. ‘Ik heb vorig jaar één<br />

keer voor de rechter gestaan vanwege de affaire Nico<br />

Zwinkels (de klusser uit Eigen Huis en Tuin) en die<br />

zaak hebben we gewonnen. Ik zeg altijd tegen de<br />

mensen die ik interview: ‘Als je niets te verbergen<br />

hebt, heb je van mij niets te vrezen. Maar anders…’<br />

Om die reden zijn onder andere Adam Curry, Patricia<br />

Paay, Sylvana Simons, Nico Zwinkels en Marcel van<br />

Dam niet zo blij met de onderzoekspraktijken van<br />

Boris. Het lijkt hem niet te deren. Maar hij geeft wel<br />

aan voorzichtig om te springen met informatie, want:<br />

‘De AIVD tapt de telefoon van de Privé-redactie en<br />

haar verslaggevers af. Gevoelige informatie geven<br />

wij daarom niet meer per telefoon aan elkaar door.<br />

Vreemd dat afluisteren zomaar mag trouwens, zo<br />

‘vrij’ is ons land dus ook weer niet.’<br />

Bekende Nederlanders kennen de impact van een<br />

blad als Privé. Dit geeft de redacteurs een raar soort<br />

macht mee. Bij interviews zijn de BN’ers over het<br />

algemeen dus erg voorzichtig. Boris vertelt dat ze<br />

de tekst van een officieel interview voor publicatie<br />

vaak willen lezen en willen controleren op ‘feitelijke<br />

onjuistheden’: ‘Dit is vaak een groot drama. Zo had ik<br />

een interview met soapie Bas Muijs en die veegde de<br />

vloer aan met heel bekend Nederland. Ik dacht: wat<br />

leuk, wat een lef, dat zie je niet vaak. Totdat hij de<br />

tekst gelezen had: hij wilde zowat iedere zin wijzigen<br />

in het voordeel van zijn slachtoffers. Blijkbaar vond<br />

hij zijn uitspraken niet zo verstandig meer.’ Een hoop<br />

gesteggel met Muijs’ manager, Endemol én Goede<br />

Tijden Slechte Tijden was het gevolg. Maar Privé was<br />

meedogenloos, want dat wat op tape staat, is nu<br />

eenmaal niet zo makkelijk meer aan te vechten.<br />

Voor nog meer informatie kun je kijken op www.borisvanzonneveld.nl<br />

17 Medium mei 2005


Riooljournalistiek:<br />

WC-Magazine<br />

Afgelopen jaar hield onderzoeksbureau Blauw<br />

Research een toiletonderzoek. Aan 535 mensen<br />

werd gevraagd wat ze graag doen op het kleinste<br />

kamertje in huis. De Toilet Toptien die zo ontstond,<br />

bood verrassende resultaten: dingen die we graag<br />

doen tijdens het toiletbezoek zijn bijvoorbeeld op de<br />

verjaardagskalender kijken, rustig nadenken, roken,<br />

kletsen en computerspelletjes spelen (!). De absolute<br />

nummer één is lezen. Uitgever Georgia-Pacific zag<br />

zijn kans schoon en bracht daarom een nieuw product<br />

op de markt. De oplettende toiletbezoeker heeft dit<br />

product wellicht al gezien: het WC Magazine. Het<br />

WC Magazine is een gratis glossy tijdschrift in een<br />

klein formaat, dat voorlopig vier keer per jaar in een<br />

oplage van 170 duizend exemplaren zal verschijnen<br />

en verspreid zal worden via grote verpakkingen Lotus<br />

Finesse toiletpapier. Mocht het tijdschrift aanslaan,<br />

dan zal het over enige tijd ook bij de kiosk te vinden<br />

zijn. In het magazine is er echter weinig poep, pies en<br />

aanverwante zaken te vinden. In plaats daarvan is het<br />

blad gevuld met niet-tijdgebonden artikelen over diverse<br />

algemene onderwerpen, zoals auto’s, reizen, showbizz<br />

en, onvermijdelijk, een heuse mooiste-kleinste-kamervan-Nederland-verkiezing.<br />

Ook is er een speciale<br />

kinderrubriek en raadsels, rebussen en breinbrekers<br />

passeren eveneens de revue. De artikelen hebben een<br />

leesduur van zo’n vier tot zes minuten, precies de duur<br />

van een, uit het toiletonderzoek gebleken, gemiddeld<br />

toiletbezoek. In die vier tot zes minuten kunnen die<br />

oude Donald Ducks dus echt niet meer. Voortaan lees<br />

je in stijl op de pot. (KC)<br />

Medium mei 2005 18<br />

kortKort Kort Kort<br />

Nieuwe master journalistiek<br />

Bijna klaar met je bachelor CW en geïnteresseerd in<br />

studeren in het buitenland? Voor de avontuurlijk ingestelde<br />

student met journalistieke ambities die er na drie jaar<br />

communicatiewetenschap nog wel een paar jaar studie<br />

achteraan wil plakken, heeft de UvA een nieuw programma<br />

in de aanbieding: de tweejarige master Journalism and Media<br />

within Globalization: The European Perspective. Dat is een<br />

hele mond vol, maar waar het eigenlijk op neerkomt is een<br />

master journalistiek met veel aandacht voor mediaglobalisatie<br />

en Europese politiek. Leuke bijkomstigheid is dat je de<br />

gelegenheid krijgt om in minimaal drie verschillende Europese<br />

landen te studeren.<br />

De master begint in de Deense stad Aarhus, waar vooral<br />

aandacht besteed zal worden aan globalisatie in de media.<br />

Het tweede semester wordt gevolgd in Amsterdam, waar de<br />

seminars vooral gericht zullen zijn op politiek en internationale<br />

ontwikkelingen binnen de journalistiek en media in het<br />

algemeen.<br />

Het laatste jaar van de studie is bedoeld om te specialiseren.<br />

Er zijn drie richtingen in twee verschillende landen: voor de<br />

richting Media Systems, Journalism and Public Spheres in a<br />

Comparative Perspective verkas je naar Hamburg en om<br />

af te studeren op journalistiek gericht op de zakelijke markt<br />

verhuis je naar Londen. Als je interesse meer op het gebied<br />

van oorlogsjournalistiek ligt, kun je naar het eveneens Britse<br />

Swansea.<br />

De selectie voor de master is zeer streng, want per studiejaar<br />

is er ruimte voor slechts veertig studenten, waarvan twintig<br />

studenten uit de Europese Unie. Ervaring in de journalistiek is<br />

een vereiste, net zoals een uitstekende kennis van het Engels,<br />

wat uiteraard de voertaal van de opleiding is.<br />

Mocht je interesse in de master hebben, dan is het aan te<br />

raden om nu alvast te beginnen met sparen: de master kost<br />

– schrik niet – achtduizend euro aan collegegeld per jaar. Voor<br />

die smak geld krijg je dan wel aan het eind van de opleiding<br />

twee diploma’s: een van de universiteit in Aarhus en een van<br />

de universiteit waar je je specialisatie gedaan hebt (EM).<br />

Meer informatie over de master kun je vinden op:<br />

www.mundusjournalism.com


M E D I U M<br />

D o w n l o a d d e z e e n o u d e M e d i u m e d i t i e s o p :<br />

w w w . s t u d i e v e r e n i g i n g m e r c u r i u s . o r g<br />

V o o r v r a g e n , a d r e s w i j z i g i n g ,<br />

a d v e r t e r e n o f i n g e z o n d e n s t u k k e n<br />

k u n t u e e n e m a i l s t u r e n a a n :<br />

m e d i u m m a i l @ g m a i l . c o m<br />

kortKort Kort Kort<br />

De slag om 020<br />

De Amsterdammer die graag wil weten wat er in de stad<br />

op cultureel gebied leeft, heeft nu de keuze uit twee<br />

gratis bladen. De een, NL20, noemt zichzelf op de cover<br />

‘uitmagazine voor Amsterdam’, de ander heet Zone020 en<br />

profileert zich als ‘gratis stadsmagazine’. Hoewel de laatste<br />

de nieuwkomer is, daagde het stadsmagazine NL20, dat al<br />

haar eerste verjaardag vierde, voor de rechter. Zone, dat<br />

ook een blad in Rotterdam gelanceerd heeft onder de naam<br />

Zone010, is van de Persgroep. Deze uitgever van Belgische<br />

dagbladen (mede-eigenaar van Het Parool) en tijdschriften<br />

geeft al sinds enkele jaren een stadsblad uit in Antwerpen,<br />

Brussel en Gent en beschuldigt nu NL20 (uitgegeven door<br />

PCM) van het schaamteloos kopiëren van de formule. Inzet<br />

van de strijd zijn voornamelijk de zogenaamde displays (zie<br />

foto) die gebruikt worden voor de distributie. De rechter<br />

heeft besloten dat NL20 deze moet vervangen omdat ze<br />

te veel lijken op de displays van de concurrent. ‘Logisch,’<br />

zegt Hidde van der Louw, hoofdredacteur van NL20, ‘wij<br />

bestellen die displays toevallig bij dezelfde leverancier.’<br />

Behalve het kengetal in de titel zijn de overeenkomsten<br />

talrijk. Beide bladen hebben een uitgaansagenda,<br />

nieuwtjes, interviews, recensies en achtergrondartikelen<br />

over nieuwe trends. Dat beide bladen uit dezelfde vijver<br />

vissen, wordt pijnlijk duidelijk als de eerste editie van<br />

Zone020 in dezelfde week als NL20 een interview met<br />

de Haarlemse band Relax publiceert. Dat was vast niet zo<br />

afgesproken.<br />

Is er wel ruimte voor twee van deze stadsbladen? De<br />

hoofdredacteuren van Zone010 en Zone020 hebben er<br />

vertrouwen in en zeggen op een iets oudere doelgroep te<br />

mikken. Spits en Metro bestaan na al die jaren ook nog<br />

steeds, dus het is best mogelijk. NL20 heeft een voorsprong<br />

omdat het langer bestaat, maar de lezers zullen beide<br />

gratis bladen wel meenemen. De echte slag zal gaan om<br />

de adverteerder.<br />

Ondertussen heeft het strijdtoneel zich uitgebreid naar<br />

het zuiden, want PCM lanceerde daar onlangs ook een<br />

stadsmagazine voor Rotterdam met de naam, je raadt het<br />

al, NL10 (RS).<br />

19 Medium mei 2005


Virtueel geweld:<br />

een illusie of realiteit?<br />

Games staan volop in de schijnwerpers: tegenwoordig hebben zelfs omroepbladen een<br />

gamesrubriek. Videospellen krijgen de schuld van incidenten zoals de schietpartij op<br />

Columbine High in Littleton. Zijn die beschuldigingen wel helemaal terecht?<br />

Tekst Jerry Houtman<br />

Ongeduldig tel ik de seconden af tot ik weer<br />

respawn. Acht, zeven, zes…wordt het een uzi of<br />

toch maar de Panzerfaust…drie, twee, één, actie!<br />

De kogels vliegen me gelijk om de oren; voor<br />

nu lijkt het beter om me even schuil te houden.<br />

Dan, in een flits, zie ik een tegenstander in mijn<br />

vizier. Met een welgemikt headshot verlos ik<br />

hem uit zijn lijden. Mijn behoefte is voorlopig<br />

weer even bevredigd…<br />

Bovenstaand stukje zal een hoop mensen<br />

ongetwijfeld bekend voorkomen. Ditmaal was het<br />

Medium mei 2005 20<br />

knallen, maar meer om de spanning en bijkomende<br />

verwarrende gevoelens die je ervaart. En dat is<br />

tamelijk uniek. In games ben je eigenlijk de architect<br />

van je eigen reacties.’ Het ondergaan van gevoelens<br />

bij media-aanbod is niet nieuw, integendeel. Het<br />

verschil tussen games en film is alleen dat je in de<br />

game zelf bepaalt wat er gebeurt en indirect dus<br />

ook je gevoelens daarbij.<br />

Vroeger was alles beter<br />

De bloedspetters en afgerukte ledematen hebben<br />

niet altíjd de beeldschermen gedomineerd. Toen<br />

‘In games ben je de architect van je eigen reacties’<br />

toevallig Wolfenstein: Enemy Territory, maar het<br />

had net zo goed elke andere first-person shooter<br />

kunnen zijn. Niet zo verwonderlijk als je bedenkt<br />

dat dit soort spellen tot de populairste games<br />

behoort.<br />

Het is maar een spelletje<br />

Waarom zijn het juist de gewelddadige games die<br />

zo populair zijn? Volgens Jeroen Jansz, die voor de<br />

ASCoR onderzoek doet naar de aantrekkingskracht<br />

en sociale effecten van games, heeft het vooral te<br />

maken met de snelheid van het spel. ‘Het feit dat<br />

je snel moet reageren geeft je de mogelijkheid om<br />

dingen te doen die je in het dagelijks leven niet<br />

zo snel zou doen. Het gaat er dan niet zozeer om<br />

dat je uitprobeert hoe het is om iemand neer te<br />

ondergetekende nog een klein jongetje was, zag<br />

de gameswereld er namelijk heel anders uit. Van<br />

Counterstrike had nog niemand ooit gehoord,<br />

Grand Theft Auto had slechts een simpele top-down<br />

view en Wolfenstein was alleen maar leuk omdat<br />

je er in de godmode ongelimiteerd nazi’s mee kon<br />

slachten. De games waarmee men zich toentertijd<br />

door de verveling heen vocht, waren de welbekende<br />

point & click adventures waar vooral LucasArts veel<br />

succes mee had, zoals de Monkey Island-reeks.<br />

Geweld was in deze games bijzaak, humor was het<br />

belangrijkst. Diehard gamer Floris (25): ‘Je moest<br />

echt nadenken om verder te komen, al voerde<br />

humor meestal toch de boventoon. Zo kon je vaak<br />

een weliswaar verkeerde, maar toch erg grappige<br />

keuze maken.’ Adventuregames waren namelijk


nogal lineair. Complete walkthroughs gingen van<br />

hand tot hand, die voor sommigen noodzakelijk<br />

waren om de game uit te spelen. Het was dus<br />

veelal noodzakelijk om je in te leven in de wereld<br />

van het spel. Bij actiespellen is dat veel minder<br />

het geval. Jansz: ‘Als het gaat over actiespellen<br />

met veel geweld, de first person shooters, dan is<br />

het meestal een combinatie van het bevredigen<br />

van de behoefte aan competitie en het bevredigen<br />

van de behoefte aan uitdaging. Bij puzzelgames<br />

kun je veel beter opgaan in een andere wereld.’<br />

Verschillende motieven voor verschillende spellen<br />

dus.<br />

Geweld verkoopt<br />

Wat wel vaker gebeurt bij nieuwe media is helaas<br />

ook het geval bij videogaming: gewelddadige<br />

games krijgen de schuld van het toenemende<br />

geweld in de maatschappij. Gebeurtenissen als de<br />

eerder genoemde slachting op Columbine High<br />

worden al gauw, misschien wel té gauw, geweten<br />

aan games. Wie zegt echter dat het niet andersom<br />

werkt? De media zijn tenslotte een afspiegeling<br />

van de maatschappij, dus waarom zou dat bij<br />

games anders zijn? Jansz: ‘Dat type aanbod heeft<br />

inderdaad effect, maar het is niet zo dat media<br />

een maatschappelijke vorm van gewelddadigheid<br />

of agressiviteit veroorzaken. Zo machtig zijn<br />

media niet. Afspiegeling is natuurlijk wel aan de<br />

orde; er kan<br />

tegenwoordig<br />

meer dan<br />

een paar jaar<br />

geleden. Er<br />

kan technisch<br />

ook meer<br />

en als het<br />

gaat om<br />

games, kun je<br />

tegenwoordig<br />

dingen veel<br />

realistischer in beeld brengen.’ En dus hebben we<br />

inmiddels zo ongeveer elke oorlog die deze wereld<br />

geplaagd heeft wel na kunnen spelen. Want wat is<br />

er nu leuker dan het virtueel nabeleven van al dat<br />

lijden? Kennelijk erg weinig: ‘Het interessante blijft<br />

dat er ook een markt voor is. Want die games zijn<br />

misschien niet zo goed als The Sims of FIFA 2005,<br />

maar ze verkopen wel heel goed,’ zegt Jansz.<br />

Gezelligheid kent geen tijd<br />

De publieke opinie mag dan anders doen<br />

vermoeden, gamen is natuurlijk niet alleen maar<br />

dood en verderf; er is ook nog een sociale kant.<br />

Gamen is namelijk allang niet meer iets wat<br />

uitsluitend<br />

op muffe<br />

zolderkamers<br />

wordt gedaan.<br />

Zo kunnen<br />

gamers in<br />

Amsterdam<br />

al sinds 1997<br />

terecht bij The<br />

Mad Processor.<br />

Dit gamecafé,<br />

sinds 2001<br />

gevestigd in de Kinkerstraat, is ooit klein begonnen<br />

als wat vrienden die een netwerkje hadden<br />

aangelegd. Inmiddels is het uitgegroeid tot een zaak<br />

met 24 pc’s die standaard voor gamen zijn bedoeld,<br />

met daarnaast nog een ruimte die als internetcafé<br />

dient. Medewerker Harum Karakus: ‘We hebben hier<br />

erg veel games. World of Warcraft en Battlefield<br />

Vietnam doen het erg goed, maar ook Counterstrike<br />

is nog erg populair.’ Dat trekt een hoop vaste<br />

klanten, zeker omdat je er mag roken en zelfs een<br />

jointje is geen probleem. ‘En als het om twee uur ´s<br />

nachts nog gezellig druk is, blijven we gewoon wat<br />

langer open,’ aldus Karakus.<br />

Grens tussen virtuele wereld<br />

en werkelijkheid zal vervagen<br />

Een iets andere, extremere en vaak ook<br />

grootschaligere uiting van sociaal gamen is de<br />

LAN-party. Een LAN-party is een bijeenkomst van<br />

veel of weinig jongeren die gek zijn van computers<br />

in het algemeen en gamen in het bijzonder.<br />

CW-er Vincent Lau schrijft zijn scriptie over dit<br />

fenomeen. ‘Een LAN-party is puur sociaal, al komt<br />

het competitieaspect toch nog op de eerste plaats.’<br />

Hij ziet LAN-party’s steeds groter worden en de<br />

drempel steeds lager. Jansz beaamt dit: ‘Er komen<br />

21 Medium mei 2005


meer gespecialiseerde LAN-party’s: verschillende<br />

games, verschillende LAN-party’s. Er worden ook<br />

talloze andere activiteiten zeer intensief beoefend,<br />

zoals bijvoorbeeld het downloaden van films. Dat is<br />

natuurlijk hartstikke illegaal, maar het gebeurt wel<br />

veel. En het benadrukt allemaal dat voor heel veel<br />

gamers LAN-party’s een gezellige aangelegenheid,<br />

een social event zijn.’ Lau stelt: ‘LAN-party’s kunnen<br />

zowel amateuristisch als professioneel zijn. Het<br />

aantal deelnemers loopt van enkele tientallen tot<br />

vele duizenden.’ Zo wordt in de VS elk jaar de<br />

QuakeCon gehouden. Hier is plaats voor maar liefst<br />

32 honderd bring-your-own pc’s. Probeer dan maar<br />

eens niet te struikelen over de bedrading.<br />

Misschien hoeven ouders zich met al die<br />

gezelligheid rond gamen toch niet zo veel zorgen<br />

te maken als wel wordt beweerd. Jeroen Jansz is van<br />

mening dat het contrast tussen ouders en kinderen<br />

minder groot wordt, al zijn veel ouders vaak<br />

niet goed op de hoogte van wat voor games hun<br />

kinderen spelen. Jansz: ‘Als ik aan ouders vraag of<br />

ze enig idee hebben wat Grand Theft Auto inhoudt,<br />

blijkt dat ze vaak geen idee hebben: ‘Ja, meestal<br />

een beetje pief paf poef en er is ook iets met auto’s,<br />

Medium mei 2005 22<br />

maar het is<br />

maar een<br />

cartoon.’<br />

Dan kan ik<br />

mijn lachen<br />

al haast<br />

niet meer<br />

inhouden.’<br />

Eén troost:<br />

‘Het sociale<br />

aspect van<br />

gamen laat<br />

zien dat de doorsnee gamer zich heel erg goed<br />

bewust is van het feit dat het maar een spelletje<br />

is, en dat er dus een enorme kloof ligt tussen wat<br />

er in het dagelijks leven gebeurt en wat we in het<br />

dagelijks leven doen en wat ze in de game doen.’<br />

Het ziet er echter naar uit dat die kloof in de<br />

toekomst steeds smaller zal worden. Nieuwe<br />

ontwikkelingen zoals Virtual Reality en<br />

stemherkenning zullen hun intrede doen, maar<br />

ook zal de kunstmatige intelligentie in games<br />

steeds geavanceerder worden. Dit zal zorgen voor<br />

nog meer realisme in games. Jansz denkt dat<br />

technologische ontwikkelingen ertoe zullen leiden<br />

dat de grens tussen virtuele wereld en werkelijkheid<br />

zal vervagen: ‘Dat hoeft overigens geen probleem te<br />

zijn. De meeste vechtsportbeoefenaars bijvoorbeeld<br />

zijn totaal niet van plan er buiten de sportschool op<br />

los te slaan.’<br />

Game over?<br />

In ieder geval is met zekerheid te zeggen dat<br />

gewelddadige incidenten worden uitvergroot<br />

door de media. Men denkt nog altijd dat games<br />

meer effect hebben wat betreft agressie dan<br />

film en tv. Jansz is het hier niet mee eens: ‘Het<br />

Ouders over GTA: ‘pief paf poef en<br />

iets met auto’s?’<br />

wetenschappelijke vastgestelde effect van film en<br />

tv aan de ene en games aan de andere kant legt<br />

de nadruk op film en tv. Er wordt namelijk meer<br />

gedaan aan identificatie: meeslepen in het verhaal.’<br />

Het drama in Littleton in april 1999 is hier een<br />

goed voorbeeld van. De daders zouden enorme<br />

Doom-fanaten zijn geweest, maar toen ze die dag<br />

de school binnenliepen leek hun outfit rechtstreeks<br />

van The Matrix te zijn gekopieerd: The Trench Coat<br />

Mafia.<br />

Het is nu eenmaal een feit dat kinderen opgewonden<br />

raken van gamen. Vervolgens moeten ze daar<br />

iets mee doen. Om dan meteen te concluderen<br />

dat gamen de oorzaak is van het agressieve of<br />

gewelddadige gedrag gaat een beetje te ver. Jansz<br />

beaamt dit: ‘Het is een klassiek voorbeeld van de<br />

injectienaaldtheorie: dit specifieke aanbod heeft<br />

dit specifieke effect. Al zolang als er media zijn,<br />

worden ze beschuldigd van het veroorzaken van<br />

maatschappelijk geweld en agressiviteit. Dat is<br />

gewoon niet terecht.’ En de ouders? ‘Die denken dat<br />

het allemaal wel meevalt, terwijl zij de enige zijn die<br />

het gedrag van kinderen in de hand hebben.’<br />

De beschuldigende vinger mag dan niet helemaal de<br />

juiste kant op wijzen, maar ik denk dat ik voor de<br />

zekerheid toch maar even het virtuele geweld uit de<br />

weg ga. Je weet maar nooit.


De media berichten over de verslechterde<br />

economie, dat werknemers<br />

worden ontslagen door reorganisaties<br />

en afgestudeerde kennissen en vrienden<br />

zitten nog steeds op de bank. Hoe ziet<br />

het er dan eigenlijk voor ons uit, straks<br />

als afgestudeerde communicatiewetenschappers?<br />

Is er reden voor<br />

paniek of kunnen we verder gaan met<br />

ons zorgeloze studentenleven?<br />

Communicatie is bijzaak<br />

Terwijl communicatiewetenschappers in<br />

2003 al na vier maanden aan de bak<br />

waren, konden afgestudeerde cw-ers<br />

volgens de Stichting voor Economisch<br />

Onderzoek (SEO) in 2004 wel zes tot<br />

zelfs twaalf maanden bezig zijn met<br />

het zoeken naar een passende baan<br />

op eigen niveau. Rogier Thewessen<br />

van werving- en selectiebureau<br />

CareerNetwork recruitment denkt dat<br />

de verslechterde economie inmiddels<br />

weer aantrekt. Desondanks blijft het<br />

voor startende communicatiewetensch<br />

appers een ongunstige arbeidsmarkt:<br />

‘Er zijn momenteel weinig vacatures<br />

te vinden in de communicatiebranche.<br />

Afgestudeerde cw-ers zijn nu ook<br />

makkelijk te vinden, wat nadelig is<br />

voor de verhouding tussen het aantal<br />

vacatures en het aantal kandidaten.‘<br />

Daarnaast is de relevantie van de<br />

studie communicatiewetenschap voor<br />

de arbeidsmarkt over de jaren heen<br />

nooit echt hoog geweest vergeleken<br />

met andere vakgebieden, volgens SEOonderzoek.<br />

‘Communicatie blijft toch<br />

een ondersteunende afdeling binnen<br />

bedrijven,’ vertelt Spike Huisman,<br />

consultant bij werving- en selectiebureau<br />

Ebbinge & Company. Huisman is een<br />

van die vele net afgestudeerde comm<br />

unicatiewetenschappers. In november<br />

2004 is hij begonnen met oriënteren<br />

en zoeken en werkt nu inmiddels<br />

een maand bij Ebbinge & Company.<br />

‘Binnen het grote bedrijfsleven draait<br />

het toch allereerst om cijfers,’ vult<br />

Sacco van de Velde, manager campus<br />

van Ebbinge & Company hem aan.<br />

Wijsheid is je al ver van tevoren bezig<br />

te houden met je mogelijkheden op de<br />

arbeidsmarkt; window-shoppen zou<br />

dus geen tijdsverspilling zijn.<br />

Tekst Maureen Sampat Illustratie Tjeerd Royaards<br />

Afgestudeerd! En dan?<br />

Eindelijk is het zover: na jaren ploeteren mag je neus uit de boeken. Na keer op keer<br />

puzzelen met euro’s is het nu tijd voor het luxe leven. Gooi al je jeans in de kledingbak<br />

en maak plaats voor het (mantel)pak. Je bent afgestudeerd en met nieuwe energie<br />

klaar voor de arbeidsmarkt. Het blijkt echter dat het verre van goed gaat met de<br />

arbeidsmarkt voor pas afgestudeerden.<br />

‘Communicatiewetenschap is geen moeilijke studie’<br />

Imago communicatiewetenschap<br />

Het beeld dat werkgevers van cwers<br />

hebben maakt het voor ons<br />

nog een stap ingewikkelder op de<br />

arbeidsmarkt. Van de Velde maakt<br />

duidelijk dat het beeld dat over de<br />

studie communicatiewetenschap<br />

bestaat niet voordelig is voor de<br />

mogelijkheden op de arbeidsmarkt: ‘Ik<br />

kan niet echt zoveel voostelling maken<br />

van hoe je vier jaar bezig kan zijn met<br />

dat kleine stukje.’ Ook Thewessen is<br />

niet onder de indruk van de studie:<br />

’Communicatiewetenschap is toch<br />

niet echt een moeilijke studie. Daarbij<br />

zijn communicatiewetenschappers niet<br />

echt creatief, wat wel weer belangrijk<br />

is voor de communicatiebranche.’ Dit<br />

negatieve is te wijten aan de breedte<br />

van de studie: ‘Omdat de studie zo<br />

breed is, is het moeilijk een eenduidig<br />

beeld te vormen van een afgestudeerde<br />

communicatiewetenschapper en zijn of<br />

haar vaardigheden en capaciteiten.’<br />

De studie is volgens Huisman<br />

overigens op de Vrije Universiteit meer<br />

gespecialiseerd dan op de Universiteit<br />

23 Medium mei 2005


van Amsterdam het geval is.<br />

Naast de voorkeur voor jonge<br />

werknemers die makkelijk te vormen<br />

zijn naar de werkwijzen van het bedrijf,<br />

geven werkgevers ook de voorkeur aan<br />

masters. ‘Werkgevers hebben bij een<br />

bachelor op academisch niveau vaak<br />

het idee dat de opleiding eigenlijk nog<br />

niet is afgerond. Het is dus verstandig<br />

om door te gaan met je master,’ legt<br />

Van de Velde uit. Ook bij het wervingen<br />

selectiebureau Newpeople is er een<br />

voorkeur voor masters: ‘De intelligentie,<br />

het analytisch vermogen, de capaciteiten<br />

en denkwijzen van academici zijn toch<br />

wel te onderscheiden van dat van<br />

HBO-ers,’ vertelt consultant Evelyn<br />

Steenbergen.<br />

De voordeelpositie van werkgevers op<br />

de huidige arbeidsmarkt geeft ze de<br />

mogelijkheid om veeleisend te zijn. Zij<br />

hebben namelijk kandidaten voor het<br />

uitkiezen, waar dan ook goed gebruik<br />

van wordt gemaakt. Waar werkgevers<br />

naar zoeken in een kandidaat gaat<br />

verder dan de afgeronde studie.<br />

‘Het gaat om het totaalbeeld van de<br />

kandidaat,’ weet Huisman te vertellen,<br />

Medium mei 2005 24<br />

‘studie is maar een onderdeel van<br />

je persoonlijkheid. Bedrijven kijken<br />

daarnaast ook naar de interesses,<br />

ambities, motivatie en intelligentie<br />

van een kandidaat.’ De motivatie en<br />

enthousiasme van communicatiewetenschappers<br />

blijkt volgens<br />

Thewessen vaak nogal laag. Iemand<br />

die weet wat hij of zij wil en daar voor<br />

gaat, is wat bedrijven graag willen.<br />

‘Werkgevers nemen het liefst iemand<br />

aan die lang zal blijven. Een kandidaat<br />

die zich heeft gespecialiseerd in een<br />

bepaald vakgebied weet wat hij of zij<br />

wil en daarmee is het risico voor de<br />

werkgever kleiner dat zo’n werknemer<br />

snel uit het bedrijf vertrekt,’ zegt Van<br />

de Velde. Communicatiewetenschap<br />

levert echter geen specialisten in hun<br />

vakgebied op. Uit de WO-monitor van<br />

het Researchcentrum voor Onderwijs en<br />

Arbeidsmarkt (ROA, in opdracht van de<br />

Vereniging van Universiteiten) blijkt dat<br />

de ingangseis van banen waarin cwers<br />

terecht zijn gekomen niet specifiek<br />

en uitsluitend deze studie is. Niet zo’n<br />

bijzondere studie dus?<br />

Aangezien niet enkel en alleen de<br />

afgeronde studie belangrijk is, is er<br />

nog hoop. Werkervaring blijkt namelijk<br />

zeer relevant te zijn. Bijbaantjes in de<br />

supermarkt tellen echter niet mee.<br />

‘Relevante werkervaring ontbreekt vaak<br />

in de cv’s van afgestudeerde cw-ers.<br />

Vaardigheden en capaciteiten moeten<br />

toetsbaar zijn in vakgerelateerde<br />

ervaringen,’ stelt Thewessen. Een<br />

afgestudeerde zonder enige relevante<br />

vakgerelateerde ervaring is voor het<br />

werving- en selectiebureau Ebbinge<br />

& Company niet goed genoeg en<br />

maakt er zelfs nauwelijks kans. Echte<br />

toppers zijn tussen de afgestudeerde<br />

communicatie-wetenschappers zelden<br />

te vinden. Thewessen: ‘Toppers hebben<br />

het voor het kiezen. Zij beschikken over<br />

het papiertje, de ervaring, de motivatie<br />

en ambitie.’<br />

CV-building<br />

Waar kun je je eerste communicatieervaring<br />

dan het beste opdoen?<br />

Loopbaanadviseur van de Universiteit<br />

van Amsterdam, Anouk Bogers, heeft<br />

het antwoord: ‘Studenten realiseren


zich veel te weinig wat het nut is van<br />

nevenactiviteiten, doordat zij zich<br />

tijdens hun studie nog nauwelijks<br />

bezighouden met de arbeidsmark<br />

tperspectieven.’ Ook de wervingen<br />

selectiebureaus benadrukken<br />

het belang van nevenactiviteiten en<br />

ervaringen naast de studie. ‘Vooral<br />

vanwege de grote concurrentie in het<br />

overschot aan communicatiewetensch<br />

appers is het belangrijk om je kansen<br />

op de arbeidsmarkt te vergroten.<br />

Studenten zouden zich meer moeten<br />

bezighouden met nevenactiviteiten,<br />

denk bijvoorbeeld aan het organiseren<br />

van evenementen, freelance werk<br />

voor bedrijven, websites opzetten en<br />

ook goede stages kunnen helpen,’<br />

adviseert Thewessen. Ook Huisman<br />

heeft tijdens zijn studie aandacht<br />

besteed aan nevenactiviteiten, zoals<br />

het ontwikkelen van organisatorische<br />

vaardigheden in en rondom het<br />

studentenleven. Zo is hij bijvoorbeeld<br />

een paar maanden in het buitenland<br />

geweest voor vrijwilligerswerk. ‘Bij je<br />

studie leer je geen vak; je bent je aan<br />

het ontwikkelen. Het is niet zo dat je<br />

ergens heel goed in bent,’ legt hij uit.<br />

Het onderzoek van SEO geeft echter<br />

aan dat bijvoorbeeld bestuurservaring<br />

niet van invloed blijkt te zijn bij het<br />

zoeken naar een passende baan, in<br />

tegenstelling tot relevante werkervaring<br />

en een korte studieduur, wat het vinden<br />

van een baan wel vergemakkelijkt.<br />

‘Met honderd nevenactiviteiten, een<br />

leuke persoonlijkheid, geweldig<br />

kunnen communiceren, goede cijfers,<br />

buitenlandervaring en een geweldige<br />

stagebeoordeling heb je een topprofiel,’<br />

vertelt Van de Velde.<br />

Waar komen we terecht?<br />

Volgens het onderzoek van het ROA in<br />

2003 beschikt iets meer dan de helft<br />

van de afgestudeerde communicatiewetenschappers<br />

anderhalf jaar na<br />

afstuderen en na een gemiddelde<br />

zoekduur van vier maanden over<br />

een vaste aanstelling bij een bedrijf.<br />

Ongeveer zestig procent van de<br />

afgestudeerde cw-ers komt terecht in<br />

grote bedrijven met meer dan honderd<br />

werknemers. De gemiddelde werkduur<br />

per week is 36 uur en het bijbehorende<br />

maandsalaris ligt gemiddeld rond de<br />

2000 euro. Volgens het salariskompas<br />

van de website van Intermediair verdien<br />

je als je jonger bent dan 25, werkzaam<br />

bent in de PR of communicatiebranche<br />

en met een academische opleiding<br />

rond de 2300 euro netto per maand.<br />

De loonindicator van de website van<br />

jobnews geeft een soortgelijk salaris<br />

van 2200 euro per maand voor de<br />

functie van communicatiemedewerker.<br />

Volgens Thewessen kunnen<br />

afgestudeerde cw-ers in alle branches<br />

terecht, omdat er zich binnen alle<br />

bedrijven een communicatieafdeling<br />

bevindt: ’Veel communicatiewetenschappers<br />

willen graag<br />

evenementen organiseren en in de<br />

marketing werken. Omdat op de<br />

huidige arbeidsmarkt weinig vacatures<br />

hierin te vinden zijn, komen zij echter<br />

voornamelijk terecht in de wervingen<br />

selectie en uitzendbranche.’<br />

Kennissen en vrienden van<br />

Huisman, ook afgestudeerd in<br />

communicatiewetenschap, zijn net<br />

als hij ook goed terechtgekomen:<br />

één als vertegenwoordiger van de<br />

Nederlandse vegetariërsbond, één bij<br />

een internationaal reclamebureau in<br />

Londen en één op de marketingafdeling<br />

van Coca Cola. De functies en branches<br />

‘Met communicatiewetenschap ben je niet ergens heel goed in’<br />

waar wij terecht zullen komen zijn dus<br />

uiteenlopend.<br />

Vergrijzing<br />

Aan de slag dus maar met de<br />

nevenactiviteiten, de vakgerelateerde<br />

ervaringen en ons topprofiel, zodat we<br />

er wat van kunnen maken zodra wij<br />

klaar zijn voor de arbeidsmarkt, het<br />

luxe leven en het (mantel) pak zou je<br />

bijna denken. De nu nog studerenden<br />

hebben echter een joker om in te zetten,<br />

een vrije kaart om mee te spelen, bijna<br />

een troef in de hand. Wat roept het<br />

woord babyboom bij je op? De effecten<br />

van de vergrijzing op de arbeidsmarkt<br />

worden al in 2006 verwacht met het<br />

hoogtepunt in 2010. Een gigantische<br />

uistroom van pensioengerechtigden<br />

laat een gat achter in het bedrijfsleven<br />

voor de jonge pas afgestudeerden om<br />

op te vullen. En daartoe zijn wij best<br />

bereid.<br />

25 Medium mei 2005


Roel, eerstejaars<br />

Davina, vierdejaars<br />

Jesse, eerstejaars<br />

Wieteke, vierdejaars<br />

Medium mei 2005 26<br />

cw meningen<br />

Tekst Krista Cornelis Fotografie Lotte Huijg<br />

Heb je bij je studiekeuze rekening gehouden met de kansen op een baan later?<br />

Nee!<br />

Doe je aan cv-building via een interessante bijbaan, stage of via extra-curriculaire activiteiten?<br />

Een baantje in de richting van mijn studie is natuurlijk erg interessant, maar ik hou me hier nu nog niet zo mee bezig. Ik doe ook niet aan extra<br />

activiteiten. Ik denk wel dat je hierdoor sneller mensen leert kennen binnen dezelfde sector.<br />

Denk je dat werkgevers zitten te wachten op de zoveelste afgestudeerde communicatiewetenschapper?<br />

Daar hou ik me eigenlijk ook nog niet echt mee bezig, maar ik denk dat je met communicatiewetenschap zoveel kanten uit kunt dat er<br />

waarschijnlijk altijd wel banen te vinden zijn die aansluiten op deze studie.<br />

Heb je bij je studiekeuze rekening gehouden met de kansen op een baan later?<br />

Nee, ik begon aan deze studie omdat het mij een leuke studie leek. Natuurlijk ben ik wel met het toekomstperspectief bezig, maar ik denk dat<br />

je dit vooral binnen de studie zelf in de hand hebt.<br />

Doe je aan cv-building via een interessante bijbaan, stage of via extra-curriculaire activiteiten?<br />

Ik zit in het bestuur van mijn dispuut en daarvoor heb ik ook het lustrum georganiseerd. Verder ga ik rond januari een half jaar stage lopen op<br />

Curaçao of in Zuid-Afrika. Ik hoor van verschillende mensen dat dit goed op je cv staat.<br />

Denk je dat werkgevers zitten te wachten op de zoveelste afgestudeerde communicatiewetenschapper?<br />

Er zijn natuurlijk veel studenten die binnen communicatiewetenschap afstuderen, maar door extra dingen te doen, zoals stage lopen in het<br />

buitenland of extra activiteiten, onderscheid je je van andere studenten en maak je meer kans op een baan. Tenminste, dat hoop ik!<br />

Heb je bij je studiekeuze rekening gehouden met de kansen op een baan later?<br />

Ja, eigenlijk wel. Al zou ik liever een baan in het buitenland betrekken. En hoe de kansen op werk daar zijn? Geen idee.<br />

Doe je aan cv-building via een interessante bijbaan, stage of via extra-curriculaire activiteiten?<br />

Ik werk in de telemarketing, maar of dat nu een netwerk opbouwen is…Ik zit wel bij de Commissie Weekenden en Uitjes (CWU). Ik denk niet dat<br />

dit helpt om later sneller aan een baan te komen, maar je leert er wel veel van.<br />

Denk je dat werkgevers zitten te wachten op de zoveelste afgestudeerde communicatiewetenschapper?<br />

Nee, die kans is nihil, maar op mij wel, haha! Ik wil het liefst gaan werken bij een reclamebureau in Barcelona. Dat is mijn utopie. Barcelona is<br />

een hele mooie stad. Gaudi, baby!<br />

Heb je bij je studiekeuze rekening gehouden met de kansen op een baan later?<br />

Eigenlijk niet. Eerlijk gezegd was ik nogal naïef toen ik met deze studie begon. Ik dacht dat er wel genoeg banen zouden zijn als ik afgestudeerd<br />

zou zijn. Nu het bijna zover is, blijkt dit wat tegen te vallen. Ik denk er dan ook aan om verder te studeren.<br />

Doe je aan cv-building via een interessante bijbaan, stage of via extra-curriculaire activiteiten?<br />

Ik ambieer een baan in het wetenschappelijke circuit en loop momenteel dan ook stage bij ASCoR. Bestuurswerk heb ik nooit gedaan. Het trok<br />

mij niet echt en voor een baan in het onderzoek leek het mij belangrijk dat ik mijn studie voorspoedig zou doorlopen.<br />

Denk je dat werkgevers zitten te wachten op de zoveelste afgestudeerde communicatiewetenschapper?<br />

Ik wil de wetenschap in, dus ik ben een beetje huiverig voor de bezuinigingen binnen de UvA. Er zullen dan niet snel nieuwe wetenschappers<br />

aangetrokken worden. Het feit dat maar weinig studenten echt onderzoek willen doen, is wel weer positief voor mij.<br />

Heb je bij je studiekeuze rekening gehouden met de kansen op een baan later?<br />

Totaal niet. Wel wist ik dat dit een brede opleiding is en omdat het communicatiegebied zo groot is, maak ik me eigenlijk geen zorgen om later<br />

een baan te kunnen vinden.<br />

Laura eerstejaars<br />

Doe je aan cv-building via een interessante bijbaan, stage of via extra-curriculaire activiteiten?<br />

Op dit moment werk ik bij een bakker, dus dat heeft weinig te maken met mijn latere werkterrein. Wel zit ik in de Commissie Weekenden en<br />

Uitjes. Ik leer er veel van en het staat zeker leuk op mijn cv.<br />

Denk je dat werkgevers zitten te wachten op de zoveelste afgestudeerde communicatiewetenschapper?<br />

Ja, want communicatiewetenschap blijft zich ontwikkelen, net zoals de media. Er zullen steeds nieuwe werkterreinen ontwikkeld worden,<br />

waardoor er een grote kans op werk zal blijven bestaan voor communicatiewetenschappers.


- a d v e r t e n t i e -


Wie is Edith Smit?<br />

Edith Smit, 37 jaar, is inmiddels alweer een tijdje aan de UvA<br />

verbonden. Begonnen met psychologie stapte ze in 1989 over<br />

naar communicatiewetenschap ‘omdat dat toch eigenlijk wel<br />

een leukere studie was’ en daarmee is niks te veel gezegd. In<br />

1992 is ze aan de UvA afgestudeerd, maar haar afwezigheid<br />

was echter maar van korte duur. Ze keerde namelijk al<br />

snel terug om als docente aan de slag te gaan. Na haar<br />

promoveren heeft ze een jaar bij Intomart GfK gewerkt, om<br />

in 2001 wederom bij de UvA terug te keren. Binnen de UvA<br />

is Edith Smit universitair hoofddocent in de afstudeerrichting<br />

Commerciële Communicatie en Voorlichting. Twee dagen per<br />

week wordt ze door de UvA uitgeleend aan SWOCC, waar ze<br />

de directeur van is.<br />

Wat doet SWOCC precies?<br />

‘SWOCC is gelieerd aan de afdeling communicatiewetenschap<br />

van de UvA, maar het is wel een zelfstandige stichting.<br />

Het doel van SWOCC is de kennis over commerciële<br />

communicatie te vergroten door middel van wetenschappelijk<br />

onderzoek. De stichting begeleidt onderzoekers en verstrekt<br />

hen beurzen. SWOCC wordt financieel ondersteund door<br />

begunstigers uit de reclamebranche en uitgeverijen, door<br />

marktonderzoekbureaus en adverteerders.’<br />

Kunt u wat voorbeelden van SWOCC-onderzoeken<br />

geven?<br />

‘Ons onderzoek wordt gefinancierd door ongeveer honderd<br />

bedrijven. Met dat geld hebben we onderzoek gedaan naar<br />

merkrelaties: in hoeverre ervaren mensen, consumenten,<br />

relaties met merken en maakt het uit wat voor soort merk<br />

het is? Een voorbeeld: het blijkt bijvoorbeeld dat je met een<br />

auto iets kan opbouwen wat lijkt op een mens-mens relatie.<br />

Je voelt liefde voor een merk, een bepaalde binding. Dat ligt<br />

lastiger met bijvoorbeeld shampoo. Een ander voorbeeld is<br />

merkstretching. Merkstretching houdt in dat een fabrikant een<br />

merk doortrekt, uitbreidt, naar een andere productcategorie.<br />

Stel je eens voor dat Completa naast koffiemelk ook koekjes<br />

gaat maken. Hoe ver kun je hiermee gaan? Onderzoek heeft<br />

Naam Edith Smit<br />

Leeftijd 37<br />

Opleiding Communicatiewetenschap<br />

Dit jaar bestaat de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Commerciële Communicatie<br />

(SWOCC) tien jaar. Een mijlpaal waar iedere CW-er trots op kan zijn. Zo ook SWOCC-directeur<br />

Edith Smit. Medium ging op de koffie.<br />

Medium mei 2005 28<br />

Tekst Jerry Houtman Fotografie Lotte Huijg<br />

uitgewezen dat je sommige merken gewoon niet te ver kunt<br />

uitstrekken.’<br />

Wat houdt communicatiewetenschap voor u in?<br />

‘CW is voor mij een multidisciplinaire opleiding, een<br />

multidisciplinaire wetenschap waar communicatie vanuit<br />

verschillende gezichtspunten wordt bestudeerd. Bij CW<br />

worden productie, proces, ontvangst en effecten bestudeerd<br />

vanuit verschillende benaderingen, bijvoorbeeld de politieke,<br />

culturele of psychologische benadering. Ik ben met name<br />

geïnteresseerd in de ontvangerskant. Al is de merkenkant toch<br />

meer een aanhangsel; het is niet de kern van CW. Er is ook niet<br />

de ruimte om dat soort deelgebieden te behandelen. Volgend<br />

jaar ga ik het masterseminar Marktstrategieën ombouwen tot<br />

het masterseminar Merken, Communicatie en Consumenten<br />

(MCC). Het zal iets minder strategie behandelen en iets<br />

meer neigen naar merk en communicatie. Zo vermijd je het<br />

spanningsveld.’<br />

Met bijvoorbeeld marketing of media en cultuur?<br />

‘Dat is het probleem met een multidisciplinaire studie als<br />

CW; mensen die er werken en studeren krijgen interesse in<br />

aanpalende vakgebieden. Aan de andere kant is CW ook<br />

op die manier ontstaan: vanuit de verschillende vakgebieden<br />

is men op basis van gemeenschappelijke interesse in<br />

communicatieaspecten met elkaar gaan samenwerken.’<br />

Wat is nou het leukste aan uw werkzaamheden?<br />

‘Het zijn vooral de nieuwe en uitdagende dingen die interessant<br />

en leuk zijn. Lesgeven en onderzoeken doe ik al zo lang. Toch<br />

vind ik het doen van onderzoek het leukst. De uitdaging ligt<br />

erin om het bedrijfsleven zo ver te krijgen dat mijn onderzoek<br />

gefinancierd wordt, dat ik dan zelf op een wetenschappelijke<br />

manier kan doen.’<br />

Dat kunnen wij ons best voorstellen. Bedankt voor de koffie!<br />

Kijk voor meer informatie op www.swocc.nl.


What goes around comes around...<br />

...BoomerangTekst Eelke Mol<br />

Iedereen kent ze wel, want in bijna elke<br />

publieke gelegenheid kom je ze tegen:<br />

de Boomerang kaartenhouders. De ene<br />

keer zitten er wat leukere kaarten in<br />

dan de andere, maar je kijkt toch altijd<br />

even…Wie komt er nou op het idee van<br />

het verstrekken van gratis kaarten waar<br />

bovendien nogal ongebruikelijke teksten<br />

op staan?<br />

Pascale Bosboom, verantwoordelijk voor<br />

de redactie van Boomerang, vertelt hoe het<br />

is begonnen: ‘Het idee voor Boomerang<br />

kaarten is ontstaan op een zolderkamertje<br />

aan de Prinsengracht, in 1993. Pierre Karsten<br />

(eigenaar), Olivier Wegloop (hoofdredacteur)<br />

en Ernst Koenen bedachten het concept<br />

dat sindsdien is uitgegroeid tot een<br />

internationaal bedrijf.’<br />

Er zijn verschillende soorten kaarten<br />

verkrijgbaar. Studycards bijvoorbeeld<br />

zijn alleen te vinden op universiteiten en<br />

hogescholen. Je hebt ook nog Schoolcards,<br />

voor op de middelbare scholen en Freecards,<br />

die te vinden zijn in horecagelegenheden.<br />

Iedere maand verschijnen er Cultcards<br />

en Sportcards, in respectievelijk theaters<br />

en sportcentra. Van de meeste soorten<br />

verschijnen elke twee weken nieuwe<br />

exemplaren, maar de Beachcards zijn alleen<br />

in de zomer verkrijgbaar.<br />

29 Medium mei 2005


Op de redactie wordt onderscheid gemaakt tussen<br />

redactionele en commerciële kaarten. Redactionele<br />

kaarten worden door Boomerang bedacht, of door<br />

mensen die een leuk idee hadden en dat op hebben<br />

gestuurd. De commerciële kaarten zijn die van de<br />

betalende klanten, de adverteerders.<br />

Maar hoe verdien je nou geld met gratis kaarten?<br />

Pascale: ‘Een bedrijf kan bij Boomerang een<br />

bestelling plaatsen. Ze geven zelf aan voor welke<br />

doelgroep de kaart bestemd is. De redactie van<br />

Boomerang geeft vervolgens richtlijnen voor<br />

ideeën voor kaarten. Niet alles is geoorloofd:<br />

bedrijven mogen bijvoorbeeld geen logo’s op de<br />

voorkant plaatsen en ook moet de achterkant zo<br />

leeg mogelijk blijven. Het gaat er namelijk nog<br />

steeds om dat de kaart ook echt beschreven kan<br />

worden. Als het bedrijf met de ideeën instemt,<br />

duurt het ongeveer drie weken voordat de kaart in<br />

de rekken ligt.’ Boomerang heeft een aantal vaste<br />

klanten. De Kunstbende wordt bijvoorbeeld door<br />

hen gesponsord en verschillende designers zijn<br />

verantwoordelijk voor de redactionele kaarten. Via<br />

de adverteerders verdient Boomerang het geld waar<br />

de kunstenaars mee gefinancierd kunnen worden.<br />

Iedereen kan in principe een Boomerangkaart laten<br />

maken. Klein nadeel is dat je wel diep in de buidel<br />

moet tasten; als je de kaart landelijk wilt laten<br />

verspreiden gaat het namelijk om zo’n 240 duizend<br />

Medium mei 2005 30<br />

kaarten per bestelling. Als je geen zin hebt om te<br />

gaan sparen kun je ook gewoon een leuk idee voor<br />

een kaart insturen. Dit moet je dan in lage resolutie<br />

naar redactie@boomerang.nl sturen en binnen twee<br />

weken krijg je een reactie. Het is zeker de moeite<br />

waard: als jouw idee wordt uitgekozen om op een<br />

kaart te zetten, wordt hij verspreid en ontvang je<br />

zelf vijfhonderd stuks voor eigen gebruik.<br />

Kaartje op je shirt?<br />

De site http://www.boomerang.nl/ is in de loop<br />

der jaren aardig veranderd. Er zijn ontzettend<br />

veel e-cards te zien en te versturen. Ook komt<br />

Boomerang met een agenda voor 2005/2006,<br />

waarin je zelf kaarten kunt doen om hem te<br />

customizen.<br />

Een ander idee van Boomerang: de populairste<br />

kaartteksten zijn op T-shirts gezet en te bestellen<br />

via internet. In totaal zijn er een stuk of dertien<br />

verschillende opdrukken.<br />

Doordat er iedere twee weken nieuwe kaarten<br />

worden gedrukt, blijft Boomerang actueel, maar<br />

tegelijkertijd is het bedrijf ook vernieuwend door<br />

de ideeën van de agenda en de T-shirts. Ten tijde<br />

van de ramp in Azië is er een T-shirt ontworpen<br />

waarvan een deel van de opbrengst op giro 555<br />

werd gestort. Boomerang is dus lekker op weg. Op<br />

de heenweg welteverstaan.


g a s t c o l u m n<br />

H o o f d r e d a c t e u r Z M a g a z i n e : J a n - M a a r t e n B u i s s a n t<br />

Er moet nog even snel een foto gemaakt worden voor een artikel over gebouwen die<br />

de oorlog niet hebben doorstaan. Ik spring op de fiets en loop een half uur later<br />

door de Van der Pekstraat in Amsterdam Noord. En inderdaad, niets meer van te<br />

zien. De panden zijn herbouwd, alle sporen uitgewist. Het is zondagmiddag en ik<br />

vraag me af wat ik hier doe. En ik ben niet de enige. In de deuropening van de<br />

Turkse snackbar staat een man met snor me al een tijdje in de gaten te houden.<br />

Er zijn ook wat gordijnen even opengeschoven en snel weer dichtgetrokken en<br />

de jochies die lopen te voetballen op de stoep hebben nauwelijks aandacht<br />

voor de bal. Een vent met een camera, wat mot dat hier? SBS6?<br />

Niks van aantrekken en beter kijken, er moet toch iets te vinden zijn? Plots<br />

staat er een man, een paar stappen van me verwijderd, wat te friemelen aan<br />

een kartonnen bord dat aan een boom vastgebonden zit. Hij kijkt daarbij<br />

mijn richting op en het wil dus niet zo lukken. Een mooi beeld, maar daar<br />

was ik niet voor gekomen. Gewoon negeren dus. Een minuut later loopt<br />

hij met het bord een zijstraat in. Op het karton staat met onhandige letters<br />

‘ROmmelMarkt’ geschreven, met daaronder een pijl en een onleesbaar<br />

adres. Goed beeld, moesten we ook maar eens gaan kijken, wat een mooie<br />

treurigheid. Dan zegt de man over zijn schouder iets onverstaanbaars tegen<br />

me. Altijd reageren en meteen uitleggen wat je komt doen; dat voorkomt<br />

ellende.<br />

‘Goeiemiddag. Ik kom wat foto’s maken, voor de Daklozenkrant, van<br />

huizen die in de oorlog gebombardeerd zijn.’<br />

‘Oh ja, dan moet je ook effies verderop wezen. Hier links en dan, effe<br />

zien, onder het poortje door, daar is nog zo’n huis.’ (...) ‘Daar is toen een<br />

vliegenier met een parachute door het dak… Die heb het overleefd en is<br />

hier nog geweest. Dat was…Toch goed dat ze ons bevrijd hebben. Een tante<br />

van mijn is met zo’n Amerikaan uit de oorlog getrouwd. Die woont daar en<br />

als ik genoeg geld heb man, dan ga ik ze opzoeken.’<br />

‘Wanneer was dat, toen die man…’<br />

‘Toen leefde ‘ie nog, toen het veertig jaar geleden was. Maar of ‘ie nu nog<br />

leeft? Die oom van me, die heb een toeval gehad en die zit nu in een rolstoel.<br />

Daarom mag hij niet vliegen. Zo zijn hun regeltjes hè. Anders was ‘ie ook hier<br />

gekomen.’<br />

Vijf minuten later weet ik dat de dochter van oom in de Twin Towers werkte en de<br />

hele familie, ook hier, helemaal ziek was van de spanning omdat ze dagenlang<br />

vermist bleef. Oom is er z’n verstand van kwijtgeraakt.<br />

Ik denk niet dat die foto’s geplaatst zullen worden. De hoofdredacteur ziet er het nut niet<br />

van in en denkt dat er eigenlijk een beter verhaal in zat. En ja, ze heeft het overleefd.<br />

31 Medium mei 2005


a r t 3<br />

Tips van reza<br />

Tip 3:<br />

Neem een leuke chick mee (of twee)<br />

Boybands. Erger kun je het niet krijgen als<br />

serieuze muziekjournalist. Ten eerste leveren ze<br />

– vaak ongehinderd door enig muzikaal talent –<br />

inwisselbaar lopendebandwerk af waar simpelweg<br />

geen interviewvraag aan verspild zou mogen worden<br />

(behalve natuurlijk een welgemeend ‘What were you<br />

thinkin’?!?!’). Ten tweede zijn de bandleden over<br />

het algemeen ook niet te betrappen op diepzinnige<br />

gedachten, inspirerende statements of andere<br />

Medium mei 2005 32<br />

Reza Kartosen heeft radioprogramma’s en -<br />

reportages gemaakt voor onder meer de<br />

Wereldomroep en BBC Worldservice. Ook interviewde<br />

hij voor bladen als Veronica Magazine en Strictly vele<br />

r&b- en hiphop-sterren zoals Jay-Z en Beyoncé. In<br />

Medium geeft Reza interviewtips. Voor als je ooit met<br />

Snoop of Christina zit opgescheept.<br />

Fotografie Lotte Huijg<br />

aanknopingspunten die tot een on-Hitkrants interview<br />

zouden kunnen leiden. En ten derde gedragen ze<br />

zich vaak als vervelende pubers. Ook tegenover<br />

journalisten.<br />

Dat vervelende pubergedrag komt je op verschillende<br />

manieren tegemoet. Zo zijn veel leden van boybands<br />

verwend, verveeld, ongeïnteresseerd en onbeleefd.<br />

En dat steken ze ook niet onder stoelen of banken.<br />

Korte antwoorden, veel zuchten, tv-kijken, bladeren


door tijdschriften; de volle aandacht schenken aan de<br />

journalist staat niet erg hoog op hun prioriteitenlijstje.<br />

Dat gedrag wordt natuurlijk ook versterkt doordat<br />

het om groepjes jongens gaat. De bandleden steken<br />

elkaar aan en willen niet voor elkaar onderdoen als<br />

het om tof doen gaat. En dat gedrag gaat je snel<br />

op de zenuwen werken of nog erger: het maakt je<br />

onzeker. Dat laastste gebeurt met name wanneer de<br />

bandleden er een sport van maken om de journalist<br />

een ongemakkelijk gevoel te geven. Ze hebben dan<br />

onderonsjes tijdens het interview, maken grappen die<br />

je niet begrijpt en sluiten je bewust uit, waardoor je<br />

elke keer weer opnieuw het gesprek moet beginnen.<br />

Zelf heb ik gelukkig niet al te veel boybands hoeven<br />

te interviewen. En als het dan moest, beschikten<br />

ze meestal ook over echt talent en waren ze het<br />

predikaat boybands ontstegen, zoals baanbrekende<br />

groepen als Boys II Men en BLACKstreet. Maar helaas<br />

heb ik ook nare ervaringen met boybands gehad.<br />

Vooral de patsertjes van de nu totaal vergeten Britse<br />

boyband Another Level bezorgden mij een onnodig<br />

vervelend en onzeker half uurtje. En dat wilde ik niet<br />

nog een keer meemaken.<br />

Ik moest er dus op de een of andere manier voor<br />

zorgen dat ik met een of meerdere bandleden een<br />

redelijk normaal interview zou kunnen doen. Ik<br />

moest ze afleiden, nee, misleiden. Maar waarmee?<br />

Het antwoord was simpel en sleazy: met chicks!<br />

Want dat is waar mannen non-stop in geïnteresseerd<br />

zijn. En artiesten gaan daarin nog een stapje verder.<br />

Ze weten namelijk dat er (tijdelijk) hordes gewillige<br />

dames op ze staan te wachten. En ze maken daar ook<br />

graag en zoveel mogelijk gebruik van. Hoe meer hoe<br />

beter. Elke leuke vrouw is een doelwit.<br />

Vooral beginnende boybands kunnen hun geluk niet<br />

op, maar ook ervaren bands neuken er op los. Een<br />

vertegenwoordiger van een platenlabel vertelde me<br />

bijvoorbeeld dat de mannen van Boys II Men ook<br />

schaamteloos aan de slag gingen toen ze een keer<br />

in Amsterdam waren. Ze hadden een etage in een<br />

hotel in de binnenstad en lieten alle deuren van hun<br />

hotelkamers openstaan. Om vervolgens een van<br />

hun medewerkers te zeggen dat hij alle groupies<br />

naar boven kon sturen en dat ze gewoon een kamer<br />

binnen konden lopen. De boys lagen er al klaar voor.<br />

Die vier zachtmoedige romantici die in hun knullige<br />

bermuda’s met colbertjes vol overgave zongen dat ze<br />

‘till the eeeeend of the road’ zouden gaan voor een<br />

meisje, waren kennelijk net zo horny als de eerste<br />

de beste rockster.<br />

Vandaar dus dat ik altijd een leuk meisje meenam<br />

naar interviews met boybands. Onder het mom van<br />

‘dit is onze nieuwe redactie-stagiaire’ leidde ik ze<br />

langs de publiciteitsmedewerkers, (tour)managers<br />

en andere gatekeepers. En op hun beurt leidden<br />

‘mijn meisjes’ de vervelendste jongens af, zodat ik<br />

de meest serieuze leden van de bands rustig kon<br />

interviewen. Terwijl vier uiterst glibberige en irritante<br />

leden van Az Yet (die van de tearjerker Last Night)<br />

zich bekommerden om mijn kortgerokte lokaas, had<br />

ik met het vijfde lid een redelijk goed gesprek over<br />

hun ervaringen met de muziekindustrie. En dankzij<br />

een bevallige nubian princess had ik ook een van<br />

mijn beste interviews met BLACKstreet oprichter en<br />

leider Teddy Riley. De dames moesten in de meeste<br />

gevallen een hoop zoete praatjes aanhoren. Zinnen<br />

als ‘Sugar, we definitely need some beautiful Dutch<br />

flowers in the States. So I wanna take you home with<br />

me and grow a whole field of you’ vlogen door de<br />

hotelkamer. Treurig, doorzichtig, nietszeggend en<br />

lachwekkend ja, maar de dames hadden zo te zien<br />

geen enkel probleem met al die aandacht...<br />

En daarmee komen we bij het kiezen van het lokaas.<br />

Het moge duidelijk zijn, naast aantrekkelijk moeten<br />

de meisjes ook een beetje easy & sleazy zijn. En ze<br />

moeten dat hele sterrengedoe interessant vinden.<br />

Ik had wat dat betreft niet zo’n moeite met het<br />

vinden van gegadigden. Zo waren er enkele exen<br />

die achteraf gezien toch wel makkelijk waren. En<br />

de meeste vrouwen in mijn omgeving begonnen te<br />

stralen zodra ik het over een ontmoeting met de een<br />

of andere boyband had.<br />

Seksistisch? Jazeker. Bedenkelijk? Zonder meer. Maar<br />

om je doel te bereiken moet je als journalist soms<br />

nou eenmaal naar onconventionele en twijfelachtige<br />

middelen grijpen. En laten we eerlijk wezen, voor<br />

alle betrokkenen pakt het goed uit. Jij je interview,<br />

zij haar aandacht (en soms meer) en de bandleden<br />

de kans om hun mannelijkheid te etaleren. Een<br />

journalistiek verantwoorde win-win situatie dus.<br />

Will be continued...<br />

33 Medium mei 2005


Elke woensdagavond in Club More: INC.<br />

Zoals jullie misschien wel en misschien ook niet<br />

meegekregen hebben, is er tegenwoordig op<br />

woensdagavond meer te doen in Amsterdam dan de<br />

Classic Noodlanding. Elke woensdagavond geven<br />

wekelijks verschillende dj’s tegenwicht aan het o-zovertrouwde<br />

Paradiso-plezier door in Club More platen<br />

te draaien in hun eigen stijl. INC. is een initiatief van<br />

een aantal samenwerkende studieverenigingen en<br />

Club More om de woensdag als uitgaansavond leuker<br />

en gevarieerder te maken. Met dj’s als Brian S. Xtralarz,<br />

onze eigen MissingLinks en studentenprijzen voor de<br />

entree (vijf euro) en de drank (bier voor 1,50 euro)<br />

hopen we dat Amsterdam zijn naam als studentenstad<br />

weer wat meer glans geeft. Woensdag leeft!<br />

Agenda<br />

11 mei<br />

In het Atrium: In Charge II<br />

Toegegeven, het is geen pure Mercurius-activiteit,<br />

maar studenteninspraak is natuurlijk wel een<br />

belangrijk onderdeel van onze studievereniging.<br />

In Charge II staat dan ook in het teken van de<br />

verkiezingen van de verschillende studentenraden.<br />

Op het feest kun je stemmen op degene die jou als<br />

student het best vertegenwoordigt. Bovendien zijn er<br />

niet veel gelegenheden waar je een top dj als Marco<br />

V. van zo dichtbij mee kan maken voor zo weinig geld<br />

(zes euro in de voorverkoop bij de participerende<br />

studieverenigingen, waaronder Mercurius). Vorig<br />

jaar stond het Atrium letterlijk te schudden op zijn<br />

grondvesten met als boosdoeners Per en Cor Fijneman.<br />

Ook dit jaar zullen de dj’s van Dansen bij Jansen het<br />

Atriumcafé voorzien van de nodige hiphop.<br />

Medium mei 2005 34<br />

Studeren is een feest<br />

Mercurius Pagina<br />

Tekst Laurens de Roode<br />

27 april Symposium:<br />

De Rol van de Communicatieadviseur in de Politiek<br />

Wie spreekt er: de politicus of zijn spindoctor? Op<br />

27 april verzorgt de Symposiumcommissie (Symco)<br />

een middagvullend programma met verschillende<br />

sprekers, waaronder de communicatieadviseur van Jan<br />

Peter Balkenende.<br />

29 april De Telegraaf<br />

Dat er met het maken van een krant meer gemoeid is<br />

dan enkele scherpe waarnemers, wat machines en een<br />

ongelukkige die elke ochtend om vijf uur moet opstaan,<br />

weten we inmiddels wel. Maar wie weet wat er eigenlijk<br />

precies gebeurt bij de Telegraaf? De Stuco neemt je<br />

daarom mee voor een kijkje achter de schermen bij de<br />

populairste krant van Nederland.<br />

Voor vragen over activiteiten of gewoon een gezellig<br />

praatje, kom langs tussen twaalf en twee op de<br />

Mercuriusbalie, mail naar mercurius@fmg.uva.nl of<br />

check de site www.studieverenigingmercurius.org.<br />

Feest<br />

Studeren is een feest. Zo is het altijd geweest en zo<br />

zal het ook altijd blijven. Daar kan geen rugzakje<br />

van Rutten iets aan afdoen. Ook het verzwaren van<br />

onderwijsprogramma’s om zo de studenten meer te<br />

laten doen voor het felbegeerde diploma mocht niet<br />

baten; studenten blijven doorgaan met feesten alsof<br />

hun leven ervan afhangt. Hier hebben ze natuurlijk ook<br />

gelijk in, want niet zelden neemt het leven beslissende<br />

wendingen tijdens een goede avond doorzakken. Zo<br />

hebben we de hopeloze romantici die van een avond<br />

DE avond maken, de zingende zuiplappen die zingen<br />

tot ze ontdekt worden, de losgeslagen lamlendigen<br />

die ‘s nachts leren zweten op de dansvloer, de kittige<br />

kotsgragen die ondanks de zure smaak op één avond<br />

net zoveel zoenen als een tante op een verjaardag<br />

en natuurlijk de notoire nachtbrakers die tijdens een<br />

nachtelijke braak het licht zien.<br />

Studeren is een feest, laat het alsjeblieft zo blijven.<br />

Niet alleen voor de lol die zo nodig is om je daarna<br />

weer te kunnen concentreren op tentamens, maar<br />

vooral omdat de ervaringen die je opdoet je vormen<br />

voor de rest van je leven.


Kunst en Media<br />

Café de Pool heeft het allebei.<br />

Een vaste kunstexpositie, gezelligheid, intimiteit,<br />

dichters, studenten communicatiewetenschap,<br />

buurtgenoten, allemaal één ding gemeen…Café de<br />

Pool.<br />

Café de Pool is een warm, artistiek en communicatief<br />

café in hartje Amsterdam.<br />

Afstudeerborrel organiseren in Café de Pool?<br />

Kom gerust langs voor meer informatie.<br />

Tijdschrift voor studenten en docenten communicatiewetenschap<br />

aan de Universiteit van Amsterdam.<br />

Medium is een uitgave van Mercurius, studievereniging<br />

communicatiewetenschap en verschijnt vier keer per<br />

jaar met medewerking van hoofdsponsor Rabobank<br />

Amsterdam. Oplage 1300 stuks. Drukkerij Wilco,<br />

Amersfoort. Adres Medium: Kloveniersburgwal 48,<br />

1012 CX Amsterdam. Email: mediummail@gmail.<br />

com. Abonnementen: per jaar 10 euro voor vier<br />

nummers overmaken op rekeningnummer 393851818<br />

bij Rabobank ten name van Mercurius Amsterdam<br />

onder vermelding van ‘Medium abonnement’.<br />

ISSN-nummer:1382466X. Voor meer informatie<br />

over adverteren kunt u een email sturen naar<br />

bovengenoemd adres of bellen naar 020-5253988<br />

en vragen naar Medium. De meningen vertolkt in de<br />

opgenomen artikelen zijn niet noodzakelijk gelijk aan<br />

die van de redactie. Voor reacties of vragen kunt u ons<br />

eveneens per telefoon of e-mail bereiken. Medium<br />

behoudt zich het recht voor ingezonden brieven in te<br />

korten of niet te plaatsen.<br />

www.studieverenigingmercurius.org<br />

Maar 50 m. om de hoek van het Bushuis!<br />

Openingstijden:<br />

Zondag - Donderdag: 11:00 - 1:00<br />

Vrijdag - Zaterdag: 11:00 - 3:00<br />

Oude Hoogstraat 8 1012 CE Amsterdam<br />

www.cafedepool.nl<br />

Hoofdsponsor van Mercurius

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!