Code goed bestuur - Dendron College
Code goed bestuur - Dendron College
Code goed bestuur - Dendron College
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Magazine voor voortgezet onderwijs • januari 2010 • jaargang 4<br />
VO-magazine<br />
4<br />
Zeki Arslan (FORUM) kritisch over bestrijding kansongelijkheid<br />
» Aansluiting vmbo-tl onder de loep » <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> <strong>bestuur</strong>: de<br />
tussenstand » Inspectie: ja tegen Vensters, nee tegen ranglijsten
In dit nummer<br />
Wie kraakt de code?<br />
Er zit schot in de invoering van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs-<br />
<strong>bestuur</strong>. Op driekwart van de scholen zijn <strong>bestuur</strong> en toezicht<br />
gescheiden, de helft van de scholen zegt het interne toezicht<br />
in orde te hebben. Het meeste werk zit nog in het integriteitsbeleid<br />
en de planning- & controlcyclus, blijkt uit onderzoek in<br />
opdracht van de VO-raad. En dan moet de code nog tot leven<br />
komen op de werkvloer.<br />
R 26<br />
2 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Ongelijke kansen<br />
Onderwijsspecialist<br />
Zeki Arslan (FORUM) ziet<br />
oplossingen stagneren<br />
R 8<br />
Hoe verder na<br />
de theoretische<br />
leerweg?<br />
Vooruitlopend op het advies<br />
van de VO-raad drie oplossingen<br />
uit de praktijk<br />
R 12<br />
Fans van Vensters<br />
Jan Rijkers (Inspectie van<br />
het onderwijs) in gesprek met<br />
Thea van den Idsert (Vensters<br />
voor Verantwoording)<br />
R 16<br />
Verbindend leren<br />
Schoonhovens <strong>College</strong><br />
organiseert project<br />
‘verbindend leren’ voor havo<br />
R 24
En verder<br />
4 Kort<br />
11 VO in debat<br />
15 Wetenschappelijk onderzoek<br />
19 Helpdesk<br />
20 VO in beeld<br />
32 De werkgever: verzuim 2006-2008<br />
33 Column Hendrik-Jan van Arenthals<br />
36 Wie werkt waar / Agenda / Colofon<br />
Culturele<br />
bruggen over<br />
de Maas<br />
Oudercontactpersonen<br />
en studiereizen<br />
helpen in Rotterdam<br />
cultuurverschillen<br />
overbruggen<br />
R 34<br />
VOORWOORD<br />
SJOERD SLAGTER / VOORZITTER<br />
De nieuwjaarsrecepties zijn achter de rug, de beste wensen zijn<br />
uitgesproken en de eerste <strong>goed</strong>e voornemens worden zichtbaar:<br />
het jaar 2010 is begonnen. Het zou wel eens een jaar van de<br />
waarheid kunnen worden: voor het kabinet (haalt het de eindstreep?),<br />
de politiek (gemeenteraadsverkiezingen) en voor<br />
het onderwijs. Binnen enkele maanden komen de zogenaamde<br />
heroverwegingscommissies met de uitkomst van hun onderzoeken.<br />
Voor het voortgezet onderwijs is dat de commissie-Smit. In de<br />
gesprekken met onze leden klinkt grote bezorgdheid door over<br />
de financiële toekomst van onze sector. Het kabinet maakt zich<br />
terecht zorgen over de ontwikkeling van de Nederlandse kenniseconomie.<br />
Een motie-Hamer roept op tot hoge kennisambitie:<br />
breng Nederland weer bij de top van Europa. Als je die ambitie<br />
wilt realiseren, moet je niet op onderwijs bezuinigen. Immers:<br />
juist investeringen in onderwijs zijn langetermijninvesteringen,<br />
met een hoog rendement voor de toekomst. Er is terecht<br />
aandacht voor de vraag naar meer doelmatigheid, maar<br />
gebruik dat argument niet als een verkapte bezuiniging.<br />
Er is bij onze leden begrip voor het feit dat deze tijd om nieuwe<br />
keuzes vraagt, dat bezuinigingen niet mogen worden afgewenteld<br />
op een komende generatie en dat dus ook het onderwijs zijn<br />
steentje moet bijdragen. Die boodschap geldt niet alleen voor<br />
de politiek, maar ook voor onze sector. Ik merk dat het pleidooi<br />
om te onderzoeken of wij zaken slimmer, sneller en doelmatiger<br />
kunnen doen, weerklank vindt. Als wij bereid zijn te investeren<br />
en erin slagen onze bijdrage <strong>goed</strong> over het voetlicht te krijgen,<br />
komen we in de positie dat wij op onze beurt ook van de overheid<br />
iets mogen eisen. Daarom gaan we komende maanden met álle<br />
betrokkenen in het onderwijs op zoek naar nieuwe ideeën en<br />
slimmere manieren van werken. Zo verbinden we de roep om<br />
een grotere doelmatigheid met de eis van extra investeringen.<br />
Dit alles met maar één doel: excellent onderwijs met optimale<br />
benutting van alle talenten.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 3
Kort<br />
RoboCup Junior daagt leerlingen uit<br />
Robots laten voetballen of ze laten dansen op de nieuwste hits.<br />
Robots een gevaarlijke container laten verwijderen uit een nagebootst<br />
moeras. Deze uitdagingen staan leerlingen van 9 tot 19<br />
jaar te wachten bij de Nederlandse Kampioenschappen RoboCup<br />
Junior 2010. Leerlingen maken spelenderwijs kennis met de wereld<br />
van techniek. De school moet zelf de materialen voor deelname aanschaffen.<br />
De organisatie RoboCup Junior geeft desgewenst de teams<br />
instructies. Docenten kunnen een cursus volgen om de begeleiding<br />
van het bouwen en programmeren onder de knie te krijgen. Op zaterdag<br />
29 mei 2010 vindt in science center NEMO de finale plaats.<br />
Inschrijven kan tot 31 januari 2010 via www.robocupjunior.nl.<br />
NiME masteropleidingen: Masterclasses<br />
voor docenten en schoolleiders<br />
Docenten die richting geven aan schoolontwikkeling tillen het<br />
onderwijs naar een hoger niveau. Bovendien zorgen richtinggevende<br />
docenten voor een duurzamere ontwikkeling naar een professionele<br />
organisatie. Met een NiME masteropleiding verwerft een docent<br />
diepgaande kennis en ervaring op het gebied van onderzoek,<br />
innovatie en onderwijsmethodieken. Hij of zij wordt de onderwijsinhoudelijke<br />
expert in de school en kan op dit gebied een leidende<br />
rol binnen een team vervullen. De huidige docenten aan de opleidingen<br />
zijn enthousiast over de verandering in hun eigen lesgeven en<br />
dat van collegadocenten. In maart vinden er masterclasses plaats<br />
waarin geïnteresseerde docenten en schoolleiders aan de hand van<br />
actuele thema’s verder bekend raken met de opleidingen en de<br />
betekenis ervan voor de organisatie. Ook kunnen scholen op verzoek<br />
een gesprek of presentatie in de school aanvragen met een docent<br />
aan de opleiding of met schoolleiders en HR functionarissen die<br />
reeds vormgeven aan deze vorm van deskundigheidsbevordering<br />
in de school. Op de website www.mastersineducatie.nl vindt u<br />
meer informatie en kunt u zich inschrijven.<br />
4 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Nu op vo-raad.nl<br />
» Doorstroom vmbo-tl<br />
Het is vaak moeilijk om vmbo-tl <strong>goed</strong> te laten<br />
aansluiten op mbo of havo. De VO-raad onderzoekt<br />
de knelpunten.<br />
R www.vo-raad.nl/doorstroom-vmbo-tl<br />
Prof. Leuneprijs voor Jaap Dronkers<br />
Tijdens de besloten conferentie ‘Focus op Feiten’ ontving prof. dr.<br />
Jaap Dronkers de ‘Leune Penning’ uit handen van prof. dr. Leune<br />
zelf. De penning wordt tweejaarlijks toegekend aan een persoon<br />
of organisatie met grote verdiensten op het gebied van de onderwijsinnovatie,<br />
met nadruk op de scharnierfunctie tussen onderwijswetenschap,<br />
onderwijsbeleid en onderwijspraktijk. Aan de prijs is een<br />
bedrag van 10 duizend euro verbonden. Dit bedrag moet worden<br />
besteed aan onderwijsinnovatie. Dronkers heeft pionierswerk verricht<br />
op het terrein van het internationaal-vergelijkend onderwijsonderzoek<br />
met een bijzondere belangstelling voor de kwaliteit en de effectiviteit<br />
van onderwijs en voor de toedeling van onderwijskansen. In<br />
het VO-magazine van april 2009 staat een interview met Dronkers.<br />
Pilot ‘Onderwijs Interviews’ voortgezet<br />
onderwijs<br />
Op verzoek van sociale partners in het voortgezet onderwijs gaat<br />
het SBO een pilot ‘Onderwijs Interviews’ uitvoeren in het voortgezet<br />
onderwijs. ‘Onderwijs Interviews’ is een internetapplicatie<br />
waarmee scholen informatie kunnen verzamelen over de motieven<br />
van vertrekkende medewerkers. Het SBO heeft het instrument<br />
laten ontwikkelen om bij scholen informatie te verzamelen over<br />
de vertrekredenen en bestemming van hun personeel. Door deze<br />
informatie op uniforme wijze te behandelen, ontstaat inzicht in<br />
de aantrekkelijkheid van een individuele instelling en van de totale<br />
sector. Zowel individuele scholen als sociale partners kunnen<br />
deze kennis gebruiken om hun beleid op te baseren. De pilot is in<br />
december 2009 gestart en loopt in ieder geval tot en met het einde<br />
van dit schooljaar. Met deze looptijd worden de belangrijkste<br />
uitstroommomenten in een jaar meegenomen. Daarna zal de pilot<br />
worden geëvalueerd. Aan het proefproject zijn voor de deelnemende<br />
scholen geen kosten verbonden. Hebt u interesse of vragen?<br />
Mail naar onderwijsinterviews@caop.nl of bel 070 - 3765961.<br />
» Functiemix<br />
Wat moet een school doen om de afspraken na te<br />
komen? Mag mijn school van de groeipercentages<br />
afwijken?<br />
R www.vo-raad.nl/functiemix
Masterclass Jan Westerhoud,<br />
CEO van ECT op Calvijn<br />
Meerpaal<br />
Jan Westerhoud, de ‘hoogste baas’ van<br />
ECT Rotterdam (en West Europa) heeft op<br />
9 december jl. een masterclass gehouden<br />
voor de vierdejaars leerlingen van het<br />
Calvijn Meerpaal (school voor vmbo-lwoo).<br />
Als voorbereiding op het bezoek van deze<br />
‘captain of industry’ hebben de leerlingen<br />
een bezoek gebracht aan de haven en de<br />
terminals van ECT. Als inleiding werd er<br />
voor de leerlingen in de aula de film ‘40 jaar<br />
ECT’ vertoond. Daarna werden de bijna 100<br />
leerlingen geboeid door een presentatie van<br />
de CEO over de ECT.<br />
Als vervolg hierop vertelde Ton Schuurman<br />
als ‘terminal operator’ (kraanmachinist) hoe<br />
het werk op de vloer is. Hij deed dat met<br />
veel verve en de leerlingen hadden geen<br />
moeite de aandacht ‘bij de les’ te houden.<br />
Uiteraard mochten er ook vragen worden<br />
gesteld, waarvan er één luidde: “hoe kom<br />
ik op de plek van Chief Executive Officer?”<br />
Uiteindelijk mogen 9 leerlingen een<br />
(tweede) bezoek brengen aan de ECT, waarvan<br />
zeker het plaatsnemen in een ‘straddlecarrier’<br />
of containerschip deel zal uitmaken.<br />
Op deze wijze heeft het begrip ‘betekenisvol<br />
leren’ een bijzondere invulling gekregen op<br />
Calvijn Meerpaal.<br />
» Goed Bestuur<br />
Hoe ver bent u met de invoering van de<br />
<strong>Code</strong> <strong>goed</strong> <strong>bestuur</strong>? Doe de Quick Scan.<br />
R www.vo-raad.nl/goe<br />
op de cover<br />
Marleen Rolie, vestigingsdirecteur<br />
Bovenbouw PCC Oosterhout<br />
In het schooljaar 2008/2009 begon de werkmaatschappij Vakcollege echt aan<br />
de weg te timmeren. Het idee: leren met je hoofd én met je handen. Dat sprak<br />
ons aan. Ons leerlingaantal zou gaan dalen door het slechte imago van het<br />
vmbo en de afnemende animo voor techniek onder leerlingen. We zagen hoe<br />
het Vakcollege op sommige scholen werkte en dachten: dit is iets voor onze<br />
school, dit is iets voor onze leerlingen.<br />
Dit schooljaar zijn we met het Vakcollege Techniek op onze school begonnen.<br />
Ik ben heel blij dat we hebben gewacht want op deze manier konden we ontzettend<br />
veel leren van de twaalf scholen die er al mee bezig waren. De kinderziektes<br />
waren er grotendeels uit en het lesmateriaal voor het eerste jaar lag<br />
praktisch klaar.<br />
De leerlingen krijgen 10 uur techniek per week, heel intensief dus. Maar ook<br />
gevarieerd, het komt in alle vakken terug en wordt van veel kanten belicht.<br />
Rekenen, technische vaardigheden, fotoshop op de computer. Ze leren een band<br />
verwisselen, richten van a tot z een slaapkamer in en maken zelf ontwerpen.<br />
We werken heel intensief samen met het bedrijfsleven en met het ROC. Al<br />
vanaf het eerste jaar zien leerlingen veel van de bedrijven waar ze terecht<br />
kunnen komen. Gedurende de hele opleiding lopen de excursies synchroon aan<br />
het lesmateriaal. Als je op het juiste niveau het bedrijfsleven afstemt op de<br />
fase van de opleiding dan krijgen leerlingen een heel gefundeerd beeld van<br />
dat bedrijfsleven.<br />
Het Vakcollege duurt in totaal 6 jaar. Na 4 jaar krijgen leerlingen hun vmbo<br />
diploma en ze verlaten de school uiteindelijk op MBO niveau 2. Vanaf het<br />
derde jaar gaan ze veel stage lopen en vanaf het vijfde jaar komen ze nog<br />
maar 1 dag naar school en werken ze daarnaast in een bedrijf. Door deze<br />
opzet bestrijd je echt schooluitval. Leerlingen worden gedurende die zes jaar<br />
begeleid door dezelfde docenten en het is niet meer de vraag of ze überhaupt<br />
nog wel bij het mbo aankomen, dat is gewoon een volgende stap van het traject<br />
wat leerlingen hier doorlopen.<br />
Inmiddels hebben we een verdubbeling van het aantal aanmeldingen voor<br />
Techniek. Daar zijn we echt ontzettend blij mee en trots op. Het prachtige<br />
vak techniek krijgt met deze nieuwe opleiding een enorme boost.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 5
Kort<br />
Voortgezet onderwijs in Limburg<br />
ontvangt subsidie voor het opleiden<br />
van leraren<br />
Het Ministerie van OC&W heeft zes Limburgse<br />
schoolbesturen (Stichting LVO, SOML, SVO|PL, OGVO,<br />
Trevianum Scholengroep, DaCapo <strong>College</strong>) voor voortgezet<br />
onderwijs een substantiële subsidie toegekend.<br />
Hiermee kunnen de gezamenlijke besturen twee onderwijsprojecten<br />
mede financieren: de Opleidingsschool en<br />
de Academische Opleidingsschool. De onderwijsprojecten<br />
zorgen voor het opleiden van nieuwe leraren in de<br />
dagelijkse schoolpraktijk, het verder professionaliseren<br />
van zittende leraren en een algemene kwaliteitsverbetering<br />
van het voortgezet onderwijs. Het project<br />
Opleidingsschool heeft een looptijd van zes jaar. De<br />
Academische Opleidingsschool komt voort uit de pilot<br />
Academische School Limburg. Hierin werkt een aantal<br />
Limburgse middelbare scholen samen met de Open<br />
Universiteit, de Universiteit Maastricht, Fontys Hogescholen<br />
en Hogeschool Zuyd. Doel van deze samenwerking<br />
is om gezamenlijk onderwijsinnovaties te<br />
ontwikkelen en om wetenschappelijk onderzoek door<br />
leraren in het voortgezet onderwijs te stimuleren.<br />
De Academische Opleidingsschool kan dankzij de<br />
subsidie twee jaar verder.<br />
Website wordleraarinhetvo.nl<br />
<strong>goed</strong> bezocht<br />
In 6 maanden tijd hebben meer dan 14.000 bezoekers<br />
de site ‘wordleraarinhetvo.nl’ bezocht. Zij bezoeken<br />
voor langere tijd deze site waarop potentieel onderwijspersoneel<br />
alle informatie kan vinden over het werken<br />
in het voortgezet onderwijs. Ook schept de site een<br />
realistisch beeld van het leraarschap. Een aantal scholen<br />
en organisaties heeft www.wordleraarinhetvo.nl gelinkt<br />
naar de eigen site of gebruiken hiervoor een banner.<br />
De banner is nog steeds beschikbaar voor als ook<br />
u een link wilt plaatsen.<br />
6 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Stichting Consortium Beroepsonderwijs<br />
ontwikkelt model voor competentiegericht<br />
onderwijs in (v)mbo<br />
Na 10 jaar intensieve samenwerking met partners in (v)mbo,<br />
wetenschap, bedrijfsleven, brancheorganisaties, werkgevers- en<br />
werknemersorganisaties is Stichting Consortium Beroepsonderwijs<br />
erin geslaagd een heldere, duurzame en beproefde didactiek voor<br />
competentiegericht onderwijs in het (v)mbo te ontwikkelen. Ruim<br />
40 roc’s in Nederland en 180 vmbo-scholen zijn bij het Consortium<br />
Beroepsonderwijs aangesloten. Deze onderwijsinstellingen<br />
maken met een groot aantal van hun opleidingen gebruik van het<br />
competen tiegerichte sturingsinstrumentarium van de Stichting.<br />
De focus voor de nabije toekomst is gericht op het digitaliseren<br />
van al het consortiummateriaal voor de opleidingen Techniek, ICT,<br />
Mediavormgever, Zorg en Welzijn en AG en het verbreden van<br />
de didactiek voor de doorlopende leerlijn vmbo-mbo. Het VMBO<br />
Platform Metaal en Metalektro, onderdeel van het consortium,<br />
heeft een succesvol project afgerond met als inzet de ontwikkeling<br />
van een gemeenschappelijke didactiek, ‘Het (Metalen) Scharnierpunt’,<br />
voor bovenbouw vmbo en de niveaus 2, 3 en 4 voor het mbo.<br />
Vanuit de andere VMBO Platforms bestaat veel belangstelling om<br />
ook dit model te verbreden naar andere sectoren. De ambitie is er<br />
op gericht nieuwe programma’s te ontwikkelingen die hun toepassingen<br />
krijgen op sectoraal – en intersectoraal niveau. Voor meer<br />
informatie kijk op: www.consortiumbo.nl.<br />
Mentorverkiezing 2010<br />
In het voortgezet onderwijs speelt de mentor een belangrijke rol.<br />
Hij of zij is de spil van de begeleiding, schakel tussen leerling en<br />
school, tussen leerling en leerling, tussen ouders en kind, tussen<br />
het heden en de toekomst van een leerling. Tijd voor waardering<br />
en erkenning en daarom organiseert Prima de Mentorverkiezing,<br />
in maart 2010. Geef dan je favoriete mentor op via<br />
www.prima-online.nl/mentor. Op de website staan ook de criteria.<br />
Je kunt ook de invulgegevens van de website kopiëren en mailen<br />
naar redactie@prima-vo.nl.
Leerlingen vragen<br />
om passende loop baanoriëntatie-<br />
en begeleiding.<br />
En <strong>goed</strong>e LOB vergt een<br />
<strong>goed</strong>e visie. Daarom zijn<br />
er binnenkort extra bij eenkomsten<br />
speciaal voor<br />
schoolleiders.<br />
Waarom vraagt LOB uw visie? Omdat<br />
u zo losse LOB-activiteiten verbindt<br />
en deze meer betekenis krijgen. Omdat<br />
uw leerlingen zo beter zicht krijgen op<br />
wat bij ze past. Uw heldere visie leidt<br />
tot een bewuste keuze voor sector,<br />
profiel en vervolgopleiding, en dat<br />
motiveert elke leerling. Maar wat is<br />
voor uw school de juiste visie? Welke<br />
mogelijkheden en keuzes passen bij<br />
uw onderwijskundige visie? Wat is de<br />
rol van decaan, mentor? Goed kiezen<br />
doe je niet zomaar. Dat geldt voor de<br />
leerling, en voor u. Daarom organiseerde<br />
project Stimulering LOB in<br />
2009 werkbijeen komsten speciaal voor<br />
schoolleiders. Met elkaar stonden zij<br />
een dag stil bij LOB. De inspiratie en<br />
ideeën resulteer den in een stappenplan<br />
waarmee de deelnemers op hun eigen<br />
school direct aan de slag konden.<br />
De extra bijeenkomsten in 2010 vinden<br />
plaats op 16 februari (Amsterdam),<br />
2 maart (Zwolle) en 5 maart (Den<br />
Bosch) Meer informatie vindt u op<br />
www.vo-raad.nl/actueel/agenda.<br />
1 minuutje<br />
Een <strong>goed</strong> binnenklimaat is een belangrijke randvoorwaarde voor leerprestaties.<br />
In opdracht van de VO-raad onderzoekt Strukton Worksphere<br />
daarom het binnenklimaat op VO-scholen. CSG De Heemgaard in Apeldoorn<br />
neemt aan dat onderzoek deel. Conciërge Jacob Venenman was er nauw<br />
bij betrokken:<br />
Kunt u wat vertellen over uw schoolgebouw?<br />
“Het hoofdgebouw van De Heemgaard is vrijstaand en twintig jaar oud. In<br />
2002 is er een derde verdieping opgebouwd. We bieden ruimte aan ongeveer<br />
vijftienhonderd leerlingen en honderdvijftig medewerkers. Aan het binnenklimaat<br />
is wel wat te verbeteren. Met dertig leerlingen per lokaal is het in<br />
de zomer niet optimaal, de meeste lokalen hebben geen airconditioning.”<br />
Wat hield het onderzoek in, wat is er onderzocht?<br />
“In vier lokalen en buiten de school zijn gedurende vier weken CO2-metingen<br />
gedaan. Daar viel ook de Kerstvakantie onder. Voldoende om een helder<br />
beeld te krijgen van de situatie met en zonder leerlingen. Naast CO2 spelen<br />
overigens ook factoren als temperatuur en ventilatie een belangrijke rol bij<br />
het binnenklimaat.”<br />
Hoe ervaart u het ‘klimaatbeleid’ van De Heemgaard?<br />
“Voornaamste is dat directie en medewerkers zich samen verantwoordelijk<br />
voelen en het belang ervan inzien. Op verzoek van een preventiemedewerker<br />
heb ik eerder al metingen verricht. Zeker na dubbele lesuren hoor ik van<br />
leerlingen nogal eens dat ze zich duf voelen, hoofdpijn hebben. Wie echter<br />
meent dat het in lokalen te benauwd is, moet dat onderbouwen. Ik schrok<br />
van de resultaten. Een vol lokaal met dichte ramen bevat bijna vijf keer meer<br />
koolstofdioxide dan een leeg lokaal. Dat gaat richting limiet. Met ventilatie,<br />
een open raam of deur, zakt het CO2-gehalte direct. Maar dat betekent in de<br />
winter weer kou. Daarom denk ik dat voorverwarmde ventilatie een enorme<br />
winst zou vormen. Zeker na dit onderzoek. Dat moet stukje bij beetje, want<br />
het gaat om flinke investeringen, je spreekt al gauw over vierduizend euro<br />
per lokaal. En met tachtig lokalen… Maar de investering levert natuurlijk<br />
wel wat op, mogelijk zelfs een lager ziekteverzuim.”<br />
Wat merkt u zelf van het binnenklimaat?<br />
“Van mij mag de verwarming best een graadje naar beneden. Ik loop de hele<br />
dag, doe veel verschillende dingen op veel verschillende plaatsen. Dan is de<br />
gemiddelde temperatuur van twintig graden al gauw te warm, natuurlijk.<br />
Maar daar zullen de zittende mensen het minder mee eens zijn.”<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 7
Blik van Buiten<br />
‘Bij diversiteit is het nog te veel wit over zwart’<br />
Naam R Zeki Arslan<br />
Functie R onderwijsexpert van FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken<br />
Gespreksonderwerp R kansongelijkheid<br />
Standpunt R het zoeken naar oplossingen stagneert<br />
Tekst: Mieke Aarts / Foto: NFP Photography<br />
Praten de mensen van FORUM en de<br />
VO-raad genoeg met elkaar?<br />
Zeki Arslan: “We praten genoeg met elkaar,<br />
maar ik mis nog steeds een duidelijke visie<br />
vanuit de VO-raad op kansongelijkheid.<br />
Die ongelijkheid is een essentieel aspect<br />
van de kwaliteit en de prestaties van ons<br />
onderwijsbestel voor de komende twintig<br />
jaar. Aandacht voor kansongelijkheid is niet<br />
alleen urgent vanuit sociaal-maatschappelijk<br />
oogpunt, maar ook voor een <strong>goed</strong>e<br />
kennis- en economische infrastructuur.<br />
De VO-raad moet helder neerzetten hoe we<br />
er in Nederland voor zorgen dat we kansarme<br />
groepen leerlingen in het voortgezet<br />
onderwijs aan basiscompetenties helpen.<br />
‘Sinds tien jaar zijn we gaan<br />
dromen over mono-etnisch<br />
onderwijs om een monoetnische<br />
samenleving te<br />
realiseren’<br />
Die agenda móet er komen – daarmee val<br />
ik de VO-raad steeds lastig – want er vallen<br />
nog te veel leerlingen uit. We benutten<br />
talent onvoldoende, er is onvrede bij ouders<br />
over de prestaties van hun kinderen en de<br />
aansluitingen tussen primair en voortgezet<br />
onderwijs en tussen voortgezet onderwijs en<br />
vervolgonderwijs zijn niet <strong>goed</strong> genoeg.<br />
Het is een misvatting te denken dat we het<br />
probleem van kansongelijkheid opgelost<br />
hebben. De oplossing stagneert.<br />
8 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Terwijl Nederland door de demografische<br />
ontwikkelingen juist een instrument in<br />
handen heeft voor de kenniseconomie en<br />
voor toegang tot de wereldmarkt. Migranten<br />
hebben een enorme talenkennis en<br />
cultureel-historische erfenis meegenomen<br />
naar Nederland. Ga daar strategisch mee<br />
om. Er komen mondiale verschuivingen aan.<br />
Als je Turks spreekt, kun je van de Balkan<br />
tot Azerbeidzjan zaken doen, inclusief Irak.<br />
De economische en culturele meerwaarde<br />
moeten we in het onderwijs verzilveren en<br />
benutten om leerlingen aan <strong>goed</strong>e kwalificaties<br />
te helpen. Zij zijn onze toekomstige<br />
wetenschappers, ambassadeurs en internationale<br />
zakenmannen en -vrouwen.“<br />
U staat bekend als de nationale pionier<br />
voor onderwijs en integratie en doet dit<br />
werk al decennia lang. Wat zijn de belangrijkste<br />
thema’s voor de komende tijd?<br />
“Allereerst zorgen voor een evenwichtige<br />
doorstroom van primair naar voortgezet<br />
onderwijs. In de grote steden gaat nu nog<br />
tachtig procent van de allochtone kinderen<br />
naar het vmbo. Daar maak ik me grote<br />
zorgen om: het kost veel geld, het frustreert<br />
talent en zorgt voor een lange route naar<br />
het hoger onderwijs. Ten tweede moeten<br />
scholen leerlingen zo weten te inspireren en<br />
uit te dagen dat ze hun opleiding afmaken.<br />
Dit zijn de twee graadmeters voor succes<br />
van de onderwijssector als het gaat om hun<br />
bijdrage aan de kenniseconomie en aan de<br />
emancipatie van nieuwkomers in de Nederlandse<br />
samenleving.<br />
Diversiteit stond vroeger veel meer op de<br />
onderwijsagenda. We hadden zelfs allerlei<br />
projectgroepen voor intercultureel onderwijs.<br />
Dat is sinds een jaar of tien ondenkbaar.<br />
Sindsdien zijn we gaan dromen over<br />
mono-etnisch onderwijs om een monoetnische<br />
samenleving te realiseren.<br />
‘Het is een misvatting te<br />
denken dat we het probleem<br />
van kansongelijkheid<br />
opgelost hebben’<br />
Maar die is niet realiseerbaar. Let wel,<br />
iedereen moet worden aangesproken op zijn<br />
verantwoordelijkheid om een steentje bij te<br />
dragen aan kansenverbetering van kinderen.<br />
Ook kansarme ouders hebben een verantwoordelijkheid<br />
richting leraar en school.<br />
Ze mogen niet alle verantwoordelijkheid op<br />
het bordje van school leggen; alle ouders<br />
moeten aandacht, geld en tijd investeren en<br />
helpen op school, daarin wil ik geen enkele<br />
concessie doen. Maar het is een illusie dat<br />
we een mono-etnische onderwijscultuur<br />
kunnen creëren door een aantal dingen<br />
niet meer op agenda te zetten.”
Hoe stelt u zich niet-mono-etnisch<br />
onderwijs dan voor?<br />
“Of het nu gaat om diversiteit in taal en bij<br />
feesten, diversiteit in het school<strong>bestuur</strong> en<br />
onder personeel of diversiteit in leerstofaanbod,<br />
zodat kinderen iets van zichzelf<br />
terugzien in hun lesboek zoals een foto in<br />
een geschiedenisboek, het zijn allemaal<br />
details. Maar al die details vormen wel een<br />
geheel en dat geheel heet diversiteit. Monoetnisch<br />
houdt in dat je diversiteit ontkent.<br />
Ik vind het cruciaal voor de VO-raad om<br />
iedereen uit de droom te helpen die deze<br />
illusie overeind houdt. De raad kan daarin<br />
een strategische rol vervullen.<br />
Het is vast vloeken in de moskee of kerk<br />
wat ik nu ga zeggen, maar in het onderwijs<br />
is het nog steeds te veel wit over zwart als<br />
het gaat om diversiteit en om het delen van<br />
kennis, macht en verantwoordelijkheden.<br />
Daar word ik droevig van. Minderheden<br />
willen graag die verantwoordelijkheid<br />
delen, maar daar is geen oog voor. Als u<br />
mij vraagt of ik een gelukkig mens ben als<br />
het gaat om het minderhedenbeleid, om de<br />
toegankelijkheid, herkenbaarheid en medeverantwoordelijkheid<br />
van minderheden in<br />
de hele onderwijsinfrastructuur – van ministerie<br />
en inspectie tot schoolbesturen en<br />
VO-raad, dan zeg ik: nee.”<br />
Biedt het duale stelsel extra kansen<br />
voor minderheden?<br />
“Nee. Het duale stelsel belemmert de<br />
emancipatie van minderheden omdat die<br />
zuilen ontoegankelijk zijn, gebaseerd op de<br />
culturele erfenis van 1917. De zuilen zijn<br />
intern gericht en niet meegegaan met de<br />
demografische veranderingen vanaf de<br />
jaren tachtig. Als FORUM zien we ook<br />
niets in een nieuwe allochtone zuil, want<br />
die groep bestaat uit zoveel sociaal-etnische<br />
groepen. Vier jaar geleden heeft toenmalig<br />
minister Maria van der Hoeven ons gevraagd<br />
het Platform Allochtone Ouders op te richten<br />
om allochtone ouders zichtbaar te maken.<br />
Eind 2009 zouden de vier landelijke ouderorganisaties<br />
het overnemen. Het is nu<br />
december 2009 en er is niks gebeurd. Als<br />
ik objectief ben, zeg ik: het platform hoort<br />
in principe niet bij FORUM. Wat we doen,<br />
is de tekortkomingen van de generieke<br />
instituties opvangen, maar we hebben geen<br />
instituties die klaar zijn om te vernieuwen,<br />
om te anticiperen, om nieuwe mensen te omarmen<br />
en binnen te halen. Nederland kent<br />
vier landelijke ouderorganisaties, de oudste<br />
bestaat al 144 jaar. Die landelijke ouderorganisaties<br />
praten met de ministers, met<br />
Tweede Kamerleden, met sectorraden. Als<br />
die landelijke ouderorganisaties hadden gezegd:<br />
‘We veranderen ons personeelsbeleid,<br />
we zorgen dat we lokaal dicht bij deze ouders<br />
komen te staan’ (vergeet niet: zestig procent<br />
allochtone ouders in de grote steden), ‘ze<br />
kun nen lid van ons worden’ dan was het platform<br />
niet nodig geweest. Verzuiling is een<br />
van de redenen dat dit niet wordt opgepakt.”<br />
Hoe nu verder?<br />
“We moeten bruggen bouwen en toenadering<br />
zoeken. Zoeken naar diversiteit binnen<br />
één nieuwe infrastructuur, niet langer een<br />
infrastructuur in stand houden die gebaseerd<br />
is op instituties die langs etnische en religieuze<br />
lijnen lopen. We vragen zowel van<br />
migranten als van bestaande instituties om<br />
te veranderen en zich aan te passen.<br />
‘Nederlandse instituties<br />
kennen ook zo taboes.<br />
Iemand moet tegen die<br />
taboes aanschoppen’<br />
Als de VO-raad alle groepen aan zich weet<br />
te binden, word ik overbodig. Minderheden<br />
kennen taboes en weten hoe lastig ze bespreekbaar<br />
te maken zijn. Maar de Nederlandse<br />
instituties kennen ook zo hun taboes.<br />
Iemand moet tegen die taboes aan schoppen.<br />
Mensen als Kete Kervezee, Sjoerd Slagter,<br />
Jan van Zijl of Doekle Terpstra zouden dat<br />
moeten doen. Zij moeten het bestaande<br />
bestel een spiegel voorhouden. Anders<br />
komen we niet verder.”<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 9
ADVERTENTIE
“Homoseksualiteit als kerndoel<br />
is symboolpolitiek”<br />
Boris van der Ham, Tweede Kamerlid D66<br />
Een meerderheid van de Tweede Kamer, niet alleen D66,<br />
maar bijna alle andere partijen hebben voor de motie gestemd<br />
op 18 december 2009. Aandacht besteden aan seksuele<br />
voorlichting en seksuele diversiteit in de maatschappij,<br />
en daarmee homoseksualiteit is zeker geen symboolpolitiek.<br />
Sterker nog, het is al min of meer een verplicht onderdeel<br />
binnen de kerndoelen. Maar scholen doen het niet, of proberen<br />
er onderuit te komen. Scholen zijn al verplicht aandacht<br />
aan dit onderwerp te besteden maar doen het niet<br />
omdat het zo lastig te bespreken is. Met name in bepaalde<br />
wijken is spreken over dit onderwerp moeilijk. Maar juist<br />
dan is het van groot belang er aandacht aan te besteden,<br />
hoe lastig ook.<br />
De reactie van de VO-raad als zou het onderwijs met deze<br />
‘extra’ taak overbelast raken, is onzinnig. Aangezien het<br />
onderwerp seksualiteit al standaard aan bod dient te komen<br />
bij maatschappijleer is dit voorstel slechts een verduidelijking<br />
van wat er toch al aan taken ligt.<br />
Belangrijk is aandacht hieraan te besteden om acceptatie<br />
van homo’s te vergroten en hiermee ook een veiliger klimaat<br />
te scheppen op scholen. Maar het gaat om meer. Ook de seksuele<br />
zelfstandigheid van meisjes, en te leren hoe puberende<br />
jongens hiermee om kunnen gaan. Uit onderzoeken (bijvoorbeeld<br />
van de UvA, 82% van scholen in de hoofdstad geeft<br />
geen enkele voorlichting over homoseksualiteit) is gebleken<br />
dat scholen er te weinig aan doen. Ook hebben scholen en<br />
docenten vaak een te rooskleurig beeld van de mate van<br />
tolerantie bij kinderen ten opzichte van deze onderwerpen.<br />
Van huis uit krijgen kinderen hele andere normen en waarden<br />
mee, of worden ze geacht al genoeg ‘streetwise’ te zijn.<br />
Het argument dat extra aandacht voor seksuele diversiteit<br />
in de les extra tijd gaat kosten is ook onzin. Eén les per jaar<br />
kan eraan besteed worden, binnen bijvoorbeeld de lessen<br />
maatschappijleer. Burgerschapsvorming is immers een zeer<br />
belangrijke taak van scholen. De inspectie controleert<br />
scholen hierop. Natuurlijk bepalen scholen zelf hoe ze aandacht<br />
willen schenken aan het onderwerp, het wat stelt de<br />
overheid vast. Dat is heel Dijsselbloem-proof, zeg ik als oud<br />
lid van die onderzoekscommissie. En de overheid wil ook<br />
faciliteren, door subsidie te geven voor speciale projecten.<br />
Jos Cremers, algemeen directeur Het Rhedens,<br />
Dieren / Rozendaal en <strong>bestuur</strong>der VO-raad<br />
Het voortgezet onderwijs is de laatste decennia vanuit Den<br />
Haag bestookt met opdrachten, vernieuwingen en hervormingen.<br />
Zij hebben weinig applaus geoogst, zo hoorde ik onlangs<br />
een politicus droogjes opmerken. De commissie-Dijsselbloem<br />
was eerder dezelfde mening toegedaan: zij adviseerde de<br />
Tweede Kamer om scholen eens met rust te laten. Om meer<br />
ruimte te scheppen voor hun kerntaak: het verzorgen van<br />
<strong>goed</strong> onderwijs. Terug naar de basis, was de boodschap.<br />
Meer taal en rekenen, minder maatschappelijke thema’s.<br />
Het heeft niet echt geholpen, getuige het zoveelste Haagse<br />
ballonnetje dat aan de horizon is verschenen: ditmaal dat<br />
van het thema seksuele diversiteit dat aan de lijst van kerndoelen<br />
zou moeten worden toegevoegd.<br />
Dat kan toch best, vindt D66 als indiener van de bewuste<br />
motie. Want eigenlijk verandert er niets, we leggen de scholen<br />
alleen een beetje beter uit wat ze moeten doen. Los van het<br />
feit dat de scholen misschien al begrepen hadden wat er van<br />
hen verwacht wordt: dit is niet eens symboolpolitiek, het is<br />
plofpolitiek. Een ballon oplaten die nog voor zij <strong>goed</strong> en wel<br />
de lucht in is, uit elkaar ploft. Omdat zij niet voor verandering<br />
zorgt.<br />
Gelukkig heeft minister Plasterk aangegeven de motie te<br />
willen laten voor wat het is. Kennelijk begrijpt hij dat scholen<br />
niet tot achter de komma betutteld willen worden. Dat zij al<br />
zoveel zorgtaken en kerndoelen hebben, dat er te weinig tijd<br />
dreigt over te blijven om hun basistaak <strong>goed</strong> uit te voeren.<br />
En dat zij zelf ook ideeën hebben over de materie waarmee<br />
zij hun leerlingen willen confronteren. Pure lesstof én maatschappelijke<br />
thema’s. In die volgorde en in een realistische<br />
verhouding.<br />
De school waaraan ik geacht word leiding te geven, hanteert<br />
de slogan: “leren, ontplooien, samenleven”. Daaruit spreekt<br />
dat de school haar feitelijke onderwijstaak serieus wil nemen<br />
én dat zij de ogen niet sluit voor wat er maatschappelijk<br />
gaande is en daar op in wil spelen. Bijvoorbeeld als het gaat<br />
om een thema als de acceptatie van seksuele diversiteit.<br />
Maar zo zijn er nog veel meer thema’s waar we aandacht<br />
aan (willen) besteden. Daar hebben we niet elke keer een<br />
voorzet of prikkel vanuit Den Haag voor nodig. Zou de<br />
ontwerper van de motie nou echt denken dat we als school<br />
daarin de enige zijn?<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 11<br />
VO IN DEBAT
Meer maatwerk nodig bij aansluiting op mbo en havo<br />
Het gat na de tl<br />
Excellentklassen, sprinttrajecten en een nieuw vak sector- en beroepscompetenties.<br />
Dat zijn enkele manieren waarop scholen het hardnekkige aansluitingsprobleem van<br />
de theoretische leerweg op de vervolgopleidingen proberen aan te pakken. Volgende<br />
maand verschijnt hierover een advies, gebaseerd op een onderzoek van de VO-raad<br />
onder 35 vmbo-scholen, 12 havo-scholen en 9 roc’s. Drie daarvan komen aan het woord.<br />
Tekst: Jacq Zinken / Fotografie: Nationale beeldbank, Harro Bannink<br />
Tien jaar na de invoering worstelt het onderwijs nog steeds<br />
met de aansluiting van vmbo-theoretische leerweg (tl) op<br />
mbo en havo. Deels zijn de problemen van structurele aard,<br />
maar voor een ander deel zijn ze het gevolg van het feit dat<br />
een verandering nu eenmaal veel tijd kost. Intussen ontwikkelen<br />
veel scholen zelf initiatieven op maat om de toekomstperspectieven<br />
van leerlingen te verbeteren.<br />
Excellentklas<br />
Neem het Oosterlicht <strong>College</strong> in Nieuwegein, dat een aantal<br />
jaren geleden in de theoretische leerweg excellentklassen<br />
heeft ingevoerd. Afdelingsleider bovenbouw havo Rinus van<br />
den Heijkant: “Het was de bedoeling dat leerlingen met<br />
wat extra uren <strong>goed</strong> werden voorbereid om versneld door<br />
het mbo te gaan. In de praktijk melden die leerlingen zich<br />
in grote aantallen aan voor de havo-doorstroom.” Zij stuiten<br />
vervolgens wel op het pittige toelatingsbeleid dat de school<br />
voor het havo hanteert: “Het criterium is een 7 gemiddeld,<br />
een geschikt vakkenpakket en een positief advies van de afleverende<br />
vmbo-afdeling.” Bovendien geldt de regel dat een<br />
tl-leerling die in 4 havo blijft zitten, van school af moet.<br />
‘Vaak horen we: ‘Meneer, daar bij die<br />
intake wisten ze niet wat een portfolio is’’<br />
De strenge maatregelen blijken te werken. Van den Heijkant:<br />
“We zien eigenlijk geen verschil in het doorstroomrendement<br />
van 4 naar 5 havo tussen de groep leerlingen afkomstig uit 3<br />
havo en de groep die komt via de tl.”<br />
12 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Sprinttraject<br />
ROC Midden-Nederland probeert via sprinttrajecten voor tlleerlingen<br />
het mbo aantrekkelijker te maken. Janus Hermse,<br />
belast met de aanpak van de aansluitingsproblematiek:<br />
“Een leerling die twijfelt tussen havo en mbo, bieden we een<br />
sprint traject aan. Hij kan dan in kortere tijd het mbo doorlopen,<br />
bijvoorbeeld in twee jaar, waar normaal drie of vier<br />
jaar voor staat.”<br />
Er is Hermse veel aan gelegen de positieve aspecten van een<br />
mbo-hbo-route te promoten: “Qua tijd is de weg via het mbo<br />
beslist niet langer. Integendeel. We proberen dat nu al op de<br />
basisschool onder de aandacht te brengen, omdat ouders daar<br />
dikwijls al de route kiezen voor hun kind. Ook basisschoolleerkrachten<br />
weten bijvoorbeeld vaak niet dat veel mbo-ers<br />
in het hbo een jaar vrijstelling krijgen omdat ze al stage<br />
gelopen hebben.”<br />
Als het <strong>goed</strong> is, snijdt het mes aan twee kanten. “Een dergelijke<br />
route is in eerste instantie natuurlijk <strong>goed</strong> voor onze<br />
eigen leerlingen, maar we proberen zo ook iets te doen aan<br />
het imago van het vmbo.” ROC Midden-Nederland gaat meer<br />
ruchtbaarheid geven aan het sprinttraject en zal later dit jaar<br />
een aparte folder uitgeven.<br />
Sector- en beroepscompetenties<br />
Hoe specifieker een leerling kiest, hoe hoger het rendement.<br />
Dat is de reden waarom het <strong>Dendron</strong> <strong>College</strong> in Horst het<br />
vak sector- en beroepscompetenties (sbc) ontwikkeld heeft.<br />
Gerard Bruijsten, afdelingsleider vmbo-4: “In de vierde klas<br />
hebben onze leerlingen twee uur in de week sbc-les. Tijdens<br />
die lessen worden ze bijgestaan door twee docenten: een<br />
docent Nederlands en een docent van een beroepsgericht vak
in de sector waar de leerling voor kiest. Daarnaast gaat die<br />
leerling op zoek naar een personal coach. Hij kan drie dagdelen<br />
verlof krijgen om zijn coach te bezoeken. Verder zoekt<br />
hij uit welke opleiding je nodig hebt voor welk beroep in<br />
‘zijn’ sector en bezoekt hij mbo-scholen. Die scholen worden<br />
uitgenodigd bij ons een gastles te geven. Het is, kortom, een<br />
wisselwerking tussen allerlei betrokkenen. Dat werkt <strong>goed</strong><br />
en daar zijn we heel trots op.”<br />
‘Het was de bedoeling dat leerlingen<br />
versneld door het mbo zouden gaan.<br />
In de praktijk melden ze zich in grote<br />
aantallen aan voor de havo-doorstroom’<br />
Bruijsten noemt nóg een voordeel: “Je krijgt leerlingen op<br />
plekken die je als school absoluut nooit zou bereiken. Ik heb<br />
wel eens gehad dat er een leerling om kwart voor elf bij mij<br />
kwam binnenvliegen met de vraag: ‘Meneer, kan ik vrij krijgen?<br />
Mijn personal coach heeft gebeld, ze gaan een hennepplantage<br />
oprollen en ik mag mee’. Die jongen heeft daarvan<br />
een verslag gemaakt, inclusief foto’s, en dat zit allemaal in<br />
zijn sectorwerkstuk.”<br />
Met trots meldt Bruijsten dat het succes van sbc een van de<br />
ontvangende roc’s ook al is opgevallen: “Van de gemiddeld<br />
vijftig leerlingen die bij van ons vandaan komen, veranderen<br />
er nog maar een of twee van richting. Dat was uniek in de<br />
beleving van het roc. Dank zij die lessen weten de leerlingen<br />
dus heel <strong>goed</strong> waaraan ze beginnen.”<br />
Knelpunten<br />
Hun successen maken de drie scholen overigens bepaald niet<br />
blind voor de nog ruim aanwezige knelpunten. De programmatische<br />
aansluiting is daar een van. Rinus van den Heijkant:<br />
“We constateren met name een gat bij scheikunde, omdat<br />
leerlingen dat in de tl-afdeling niet gehad hebben. Er zijn<br />
ook aansluitingsproblemen bij wiskunde b. Degenen die doorstromen,<br />
volgen daarom extra wiskundeles na het examen.”<br />
Waar havo en vmbo onder hetzelfde dak zitten, kunnen<br />
dergelijke problemen nog wel worden aangepakt. Maar<br />
vooral de contacten tussen mbo en vmbo zijn ingewikkeld.<br />
Janus Hermse heeft met 53 aanleverende scholen te maken.<br />
“Om tot meer gezamenlijke afspraken te komen, willen wij<br />
een netwerk tl-scholen opzetten. Binnenkort houden we<br />
hierover een conferentie.”<br />
Gerard Bruijsten zal zo’n aanpak toejuichen: “De roc’s zijn<br />
zo groot dat ze zich over het algemeen toch weinig aantrekken<br />
van de achtergrond van een leerling. Wij geven onze<br />
leerlingen een portfolio mee, maar vaak horen we: ‘Meneer,<br />
daar bij die intake wisten ze niet wat een portfolio is’.”<br />
Waarmee ook een andere wens van de betrokkenen in beeld<br />
komt: versterking van loopbaanoriëntatie en -begeleiding,<br />
over de opleidingsgrenzen heen.<br />
Is sturing van hogerhand nodig om de aansluitingsproblemen<br />
op te lossen? Janus Hermse antwoordt bevestigend. “Wel<br />
zou het prettig zijn als we in gezamenlijkheid zoeken naar<br />
die sturing. Je moet het niet opgelegd krijgen, maar diverse<br />
dingen kunnen best beter geregeld worden. Daar zou de<br />
overheid een rol in kunnen spelen, of de VO-raad.” Wat dat<br />
laatste betreft wordt hij op zijn wenken bediend: volgende<br />
maand brengt de VO-raad advies uit.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 13
•<br />
•<br />
•<br />
Maatschappelijke stage<br />
CPS<br />
Blijvend resultaat<br />
CPS heeft aan de basis gestaan van de invoering van maatschappelijke<br />
stage. Met deze expertise en ervaring ondersteunt CPS scholen om<br />
maatschappelijke stage optimaal in te voeren.<br />
Scholen zijn enthousiast over de concrete en integrale aanpak van CPS.<br />
Docenten en leerlingen werken hierdoor met kennis van zaken en met<br />
veel plezier aan maatschappelijke stage.<br />
We geven maatschappelijke stage en burgerschap een structurele plek<br />
in de schoolorganisatie en het curriculum.<br />
Direct resultaat?<br />
ADVERTENTIE<br />
Doe de CPS-quickscan op www.cps.nl en bepaal wat de<br />
maatschappelijke stage situatie is van uw school!<br />
CPS | T [033] 453 43 43 | F [033] 453 43 53 | E cps@cps.nl | www.cps.nl<br />
We adviseren, trainen, organiseren conferenties,<br />
publiceren en doen onderzoek.<br />
Zo stimuleren we scholen om hun ambities<br />
te realiseren. Met blijvend resultaat.<br />
Meer weten?<br />
www.cps.nl of bel [033] 453 43 43<br />
CPS008_2 WTK Focus adv Maatschappelijk stage 165 x 256 ERR.indd 1 17-12-2009 17:04:38
School leadership:<br />
perceptions & actions<br />
Tekst: Mieke Aarts<br />
Ghislaine Schmidt<br />
UvA, adviseur bij CBE<br />
Wat wordt onderzocht?<br />
De invloed van persoonlijke kenmerken van de schoolleider,<br />
van schoolkenmerken en van contextkenmerken op de rolopvattingen<br />
en het gedrag van schoolleiders.<br />
Wie onderzoekt?<br />
Ghislaine Schmidt voert dit onderwijskundige promotieonderzoek<br />
uit binnen de faculteit Maatschappij- en gedragswetenschappen<br />
van de Universiteit van Amsterdam.<br />
Promotoren zijn Fons van Wieringen en Peter Sleegers;<br />
copromotor is Meta Krüger.<br />
Waarom vindt dit onderzoek plaats?<br />
De rol van schoolleiders is ingrijpend veranderd door<br />
decennia van deregulering en decentralisering door de<br />
nationale overheid. Welk effect heeft de grotere autonomie<br />
voor scholen – onderwijsinhoudelijk en financieel – op de<br />
rolopvatting en op het handelingsrepertoire van schoolleiders?<br />
Om deze maatschappelijk relevante vraag te<br />
onderzoeken, hebben de hoogleraren Van Wieringen (UvA),<br />
Sleegers (toen nog Universiteit van Nijmegen, nu Universiteit<br />
Twente) en Scheerens (Universiteit Twente) bij NWO een<br />
onderzoeksvoorstel ingediend. Daarbij heeft Gerdy ten<br />
Bruggencate in haar proefschrift de invloed van schoolleiders<br />
op docenten en leerlingen onderzocht.<br />
Hoe gaat de onderzoeker te werk?<br />
Schmidt heeft de relatie tussen rolopvattingen en gedragingen<br />
van schoolleiders onderzocht door vragenlijsten te laten invullen.<br />
De respondenten waren ruim honderd schoolleiders<br />
met in elk geval havo-bovenbouw in hun portefeuille en bijna<br />
duizend havo-docenten. De schoolleiders hebben vragen beantwoord<br />
over hun achtergrondkenmerken, schoolkenmerken<br />
en hun rolopvattingen en gedrag. De docenten kregen vragen<br />
over het gedrag dat zij waarnemen bij hun schoolleider.<br />
De onderzoekster baseert zich op het theoretische model<br />
van Quinn en Rohrbaugh (1983), die de vele eisen die aan<br />
managers worden gesteld, hebben ondergebracht in hun<br />
Concurrerende Waardenraamwerk. Schmidt gebruikt dit<br />
raamwerk om na te gaan op welke aspecten van de schoolorganisatie<br />
de schoolleider zich richt. Via een geavanceerd<br />
analysesysteem zijn de antwoorden van de docenten en de<br />
schoolleiders op verschillende niveaus aan elkaar gekoppeld.<br />
Het onderzoek heeft onder meer tot de volgende uitkomsten<br />
geleid: schoolleiders zeggen hun rol als innovator en<br />
bemiddelaar het belangrijkst te vinden. In hun uitvoerende<br />
werk blijken ze vooral gericht op gedrag uit het Rationele<br />
Doelmodel, zoals het stimuleren van de effectiviteit en de<br />
productiviteit van de school. Ze besteden daarnaast inderdaad<br />
veel tijd aan gedrag dat te maken heeft met onderwijsvernieuwingen<br />
en human relations, zoals het vergroten van<br />
de betrokkenheid van docenten. De minste handelingen besteden<br />
schoolleiders aan het interne proces op school.<br />
‘Schoolleiders realiseren zich niet dat<br />
veel van hun handelingen onzichtbaar<br />
zijn voor docenten’<br />
Verder blijkt dat de achtergrondkenmerken van schoolleiders<br />
bijna nooit hun rolopvattingen of gedrag voorspellen.<br />
Opvallende onderzoeksuitkomst: volgens de ondervraagde<br />
docenten vertonen schoolleiders juist weinig gedrag dat<br />
bedoeld is om de docentenbetrokkenheid te vergroten.<br />
Schmidt geeft als mogelijke verklaring dat docenten weinig<br />
zicht hebben op wat hun schoolleider doet en dat de perceptie<br />
van de docent wordt beïnvloed door diens eigen behoefte<br />
om betrokken te worden bij de school.<br />
Wat zijn de achterliggende drijfveren van de<br />
onderzoeker?<br />
Ghislaine Schmidt: “Pure nieuwsgierigheid. Ik heb altijd al<br />
willen weten wat iemand tot een <strong>goed</strong>e schoolleider maakt.<br />
Iedereen wil het zijn, maar welk gedrag is nu aantoonbaar<br />
effectief? Dit promotieonderzoek is nogal theoretisch en<br />
fundamenteel van aard, maar ik zou graag ook een praktischer<br />
onderzoek uitvoeren: waar lopen schoolleiders in de<br />
dagelijkse praktijk tegenaan en hoe kunnen die problemen<br />
opgelost worden? Uit mijn onderzoek blijkt alvast dat<br />
schoolleiders zich niet realiseren dat veel van hun handelingen<br />
onzichtbaar zijn voor docenten en dat schoolleiders<br />
beter mogen nadenken over wat ze willen overbrengen.”<br />
Voor meer informatie en/of bestelling van de onderzoekspublicatie<br />
(oktober 2009):<br />
Ghislaine Schmidt, g.schmidt@cbe.nl.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 15<br />
WETEnSCHaPPELiJK OnDERzOEK
inspectie voorstander van deelname aan Vensters<br />
‘Verschuil je niet<br />
achter bezwaren’<br />
De Inspectie van het onderwijs heeft al lang niet meer het alleenrecht op<br />
informatie over onderwijskwaliteit. Geen probleem, vindt zij, alleen laat de<br />
kwaliteit van de informatie nogal eens te wensen over. Dat scholen nu zelf het<br />
voortouw nemen, juicht de inspectie van harte toe. Een dubbelinterview met<br />
projectleider Thea van den Idsert van Vensters voor Verantwoording en Jan<br />
Rijkers, coördinerend inspecteur voortgezet onderwijs.<br />
Tekst: Suzanne Visser / Fotografie: NFP Photography<br />
Vensters voor Verantwoording, een project van de VO-raad,<br />
maakt een systeem voor kwaliteitsinformatie waarmee<br />
scholen gegevens over hun kwaliteit op hun eigen website<br />
kunnen plaatsen. Daarnaast gaat eind dit jaar een landelijke<br />
site de lucht in waarop de kwaliteitsgegevens van alle scholen<br />
zijn te zien. Het initiatief komt jaren nadat landelijke media<br />
zoals Trouw en Elsevier met ranglijsten kwamen.<br />
Ranglijsten in kranten en tijdschriften hebben in het<br />
onderwijs altijd onder vuur gelegen. Maar heeft dit<br />
project niet ook iets aan ze te danken?<br />
Thea van den Idsert (TI): “Ja, die rankings hebben voor<br />
openheid gezorgd. De tijden zijn veranderd. Een site zoals<br />
onderwijsconsument.nl, waar leerlingen en ouders uit<br />
Amsterdam zich kunnen oriënteren, was vroeger niet<br />
denkbaar. Burgers zijn aan openheid gewend geraakt.<br />
Dat vraagt een antwoord van scholen. De onderwijssector<br />
is aan zet: als wij de informatie niet geven, doen anderen<br />
het voor ons. Dus kunnen we het maar beter zelf doen, en<br />
dan ook <strong>goed</strong>. Dat is het idee achter Vensters voor Verantwoording.<br />
Trouw heeft bij het begin van zijn ranglijst ooit<br />
gezegd: als scholen zelf openheid geven, houden wij ermee<br />
op. Ik ben dus benieuwd wat er gebeurt als de landelijke<br />
site van Vensters straks in de lucht is.”<br />
16 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
De inspectie had ook niet veel op<br />
met ranglijsten. is dat nog altijd zo?<br />
Jan Rijkers (JR): “In eerste instantie zagen wij niet meteen<br />
hoe het openbaar maken van schoolgegevens zou bijdragen<br />
aan beter onderwijs. Een deel van die bezwaren hebben we<br />
nog steeds. Je kunt geen compleet beeld van de onderwijskwaliteit<br />
schetsen op basis van beperkte gegevens. Zoals in<br />
Trouw dit jaar een rekensom wordt gemaakt op basis van de<br />
cijfers van alleen het centraal examen, voor slechts drie<br />
vakken en dan ook nog alleen voor de geslaagde leerlingen<br />
– dat vinden wij te beperkt! We zijn sowieso tegen ranglijsten<br />
– gelukkig heeft Trouw er dit jaar geen gemaakt.<br />
Ze gaan altijd alleen maar over cijfers en dan ook nog maar<br />
over een deel van de cijfers. En die cijfers liggen soms zo<br />
dicht bij elkaar. Je ziet dat ook aan de enorme fluctuaties:<br />
scholen die toevallig een keer 2 procent meer gezakten<br />
hebben en dan ineens kelderen van nummer drie naar<br />
nummer vierhonderdzoveel op de lijst.<br />
Vandaar dat de inspectie zich nooit heeft laten opjagen tot<br />
het maken van eigen ranglijsten. Wel hebben we in 2008<br />
aangegeven welke scholen excellente opbrengsten hadden.<br />
Daar zijn we snel mee gestopt. Want scholen die op de lijst<br />
kwamen, noemden zich ‘excellente scholen’, terwijl het<br />
oordeel alleen over de opbrengsten ging.<br />
De enige lijst die we nu nog maken, is die van zeer zwakke<br />
scholen, maar dat is geen ranglijst. Die lijst is overigens heel
effectief. De VO-raad heeft naar aanleiding hiervan een hulpdienst<br />
opgezet en scholen trekken tegenwoordig al aan de bel<br />
als ze op de lijst dréigen te komen.”<br />
Was het onderwijs beter af geweest met alleen<br />
inspectierapporten?<br />
JR: “Dat niet. Mits ze het <strong>goed</strong> doen, is er niets op tegen<br />
als andere partijen aandacht vragen voor de kwaliteit van<br />
het onderwijs. Mensen kunnen ook andere punten belangrijk<br />
vinden voor de onderwijskwaliteit dan de punten waarop wij<br />
letten. Wij hebben bijvoorbeeld geen oordeel over de grootte<br />
van een school, de hoogte van de ouderbijdrage of de levensbeschouwelijke<br />
signatuur. Voor ouders en leerlingen kunnen<br />
dat juist heel belangrijke aspecten zijn.<br />
De inspectie kijkt zowel smaller als breder dan Vensters.<br />
Wij beoordelen niet alle facetten die in Vensters aan de orde<br />
komen. Dat zou voor ons onwerkbaar worden. Waar wij naar<br />
kijken, is deels bepaald in de wet en deels in het overleg dat<br />
wij met alle betrokken partijen hebben. Maar wij geven wel<br />
een oordeel over wat er in de lessen plaatsvindt, en dat kan<br />
Vensters weer niet verzorgen. Uniek is verder dat wij een<br />
individuele school kunnen vergelijken met álle scholen.<br />
Dat de sector zelf de initiatiefnemer is van Vensters, maakt<br />
het in onze ogen alleen maar beter. Dit past heel <strong>goed</strong> in de<br />
manier waarop in de maatschappij wordt aangekeken tegen<br />
verantwoordelijkheid krijgen en verantwoording afleggen.<br />
Wij hebben vanaf het begin nauw met Vensters samengewerkt.<br />
Goede informatie is een gezamenlijk belang.”<br />
Wat is dat: <strong>goed</strong>e informatie?<br />
JR: “Dat hangt af van het doel dat je nastreeft. Je moet onderscheid<br />
maken tussen informatie verstrekken en een oordeel<br />
geven. Informatie is betrouwbaar als de gegevens valide zijn<br />
en op een <strong>goed</strong>e manier zijn gemeten. Een oordeel is pas betrouwbaar<br />
als de vergelijking ook nog eens breed genoeg is.”<br />
‘De inspectie vraagt de informatie die<br />
scholen aan Vensters verstrekken, niet<br />
nogmaals bij de scholen op’<br />
TI: “Dit is de reden dat Vensters niet oordeelt, maar puur<br />
informatie geeft. Veel kwaliteitsaspecten zijn niet in een<br />
rekensom te vatten. Hoe moeilijk het is om <strong>goed</strong>e normen te<br />
stellen, hebben we wel geleerd toen de VO-raad het initiatief<br />
nam om te komen tot een norm voor overhead van scholen.<br />
Anderhalf jaar lang hebben alle partijen geprobeerd een<br />
valide norm te formuleren. En het is gewoon niet gelukt! De<br />
diversiteit in het onderwijs laat zich niet in een norm vangen.<br />
Vensters verstrekt dus informatie en zet die waar mogelijk<br />
af tegen een betrouwbaar landelijk gemiddelde. Maar verder<br />
moeten mensen zelf kiezen wat zij kwaliteit vinden. Dat is<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 17
heel subjectief. Zelfs in cijfers zitten interpretaties. Welke<br />
definitie kies je? Dat kan grote gevolgen hebben. Onze werkgroepen<br />
met vertegenwoordigers van scholen en besturen<br />
hebben net zo lang met alle partijen gepraat tot we het eens<br />
waren over alle twintig indicatoren en definities.”<br />
Hoe werken de inspectie en Vensters samen?<br />
TI: “We hebben onder meer afgesproken dat de inspectie<br />
de informatie die scholen aan Vensters verstrekken, niet<br />
nogmaals bij de scholen opvraagt. Waar het om dezelfde<br />
informatie gaat, presenteren we die informatie bovendien<br />
zoveel mogelijk hetzelfde. Het is verwarrend als dezelfde<br />
examenresultaten er bij de inspectie anders uitzien dan in<br />
Vensters. Daarom gebruiken we in Vensters gegevens van<br />
de inspectie en Cfi.<br />
In sommige gevallen hebben we lang over definities moeten<br />
discussiëren. Soms zijn we bij de definitie van de inspectie<br />
uitgekomen – bijvoorbeeld voor onderwijstijd – in een enkel<br />
geval was dat in de ogen van de scholen echt niet werkbaar,<br />
bij voortijdig schoolverlaten bijvoorbeeld. Daar zit dan een<br />
klein verschil.<br />
‘We zijn sowieso tegen ranglijsten –<br />
gelukkig heeft Trouw er dit jaar geen<br />
gemaakt’<br />
Een onderscheid zit bij de wijze van indelen van de scholen<br />
in onderwijssoorten. Het uitgangspunt in Vensters is dat we<br />
scholen presenteren zoals zij zichzelf aan de buitenwereld<br />
willen presenteren. Als een school met een atheneum en een<br />
gymnasium die twee stromen apart wil presenteren, dan kan<br />
dat. Maar de inspectie werkt vanuit Brin-nummers en vanuit<br />
de indeling zoals die officieel bij de overheid bekend is.<br />
De inspectie gebruikt in dit voorbeeld dus het begrip vwo.<br />
Dat is een van de weinige punten waarop we niet bij elkaar<br />
aansluiten.”<br />
JR: “De inspectie hoopt overigens wel dat scholen zo’n<br />
verschil tussen de officiële indeling en hun eigen indeling<br />
bij Vensters zelf uitleggen.”<br />
18 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
niet alle scholen staan te trappelen voor deelname<br />
aan Vensters. Waar zit het verzet?<br />
TI: “Niet bij de zwakkere scholen, opmerkelijk genoeg.<br />
Misschien komt dat wel doordat in Vensters ook verbeteringen<br />
snel zichtbaar worden. In het algemeen is<br />
de animo groot. Er zitten ook heel praktische voordelen<br />
aan. Vanaf dit jaar moeten scholen bijvoorbeeld een jaarverslag<br />
maken; in Vensters draai je voor je school zó de<br />
basis informatie uit. En we werken aan een managementinstrument<br />
waardoor scholen een melding kunnen krijgen<br />
als ze op bepaalde indicatoren ‘in het rood’ zakken.<br />
De groep die niet wil, betreft vooral kleinere, meer gesloten<br />
scholen, die bijvoorbeeld nog niet werken met tevredenheidsonderzoeken.<br />
Hun bezwaren zijn heel verschillend. De ene<br />
school is bang voor bureaucratie, de andere weet niet of<br />
Vensters een lang leven beschoren is, een derde is bang dat<br />
we toch gaan normeren, een vierde ziet het nut niet in van<br />
transparantie, een vijfde heeft geen tijd. Dat kan allemaal,<br />
deelname aan Vensters is vrijwillig. Maar wij zien het wel<br />
als onze taak deze groep te overtuigen.”<br />
JR: “Je kunt je allerlei risico’s indenken. De media kunnen<br />
op basis van in Vensters gepubliceerde gegevens ranglijstjes<br />
gaan maken. En er zijn voorbeelden uit het buitenland<br />
bekend waarin de invloed van leerlingen en ouders volledig<br />
is doorgeschoten. Maar achter dit soort dingen moet je je<br />
als school niet verschuilen. Als je bang bent voor ongewenste<br />
acties van anderen, zorg er dan voor dat je het initiatief<br />
neemt en doe het dan beter!<br />
Meer verantwoordelijkheid betekent: meer verantwoording<br />
afleggen. Dat moet, dat staat in de wet. Als inspectie<br />
hopen wij dat scholen zich laten verleiden tot deelname aan<br />
Vensters. Tegelijk groeit de druk: van anderen en van de<br />
inspectie. Want doe je niet mee aan Vensters, dan komen wij<br />
toch vragen om gegevens. Mij lijkt niet meedoen op termijn<br />
ongunstiger dan wel meedoen. Honderd procent deelname<br />
is een <strong>goed</strong> streven. Dit is een mooi project, maar het is pas<br />
echt waardevol als alle scholen meedoen.”
Vervangers en scholingsbudget<br />
Hebben vervangers die tijdelijk in dienst zijn wegens<br />
ziektevervanging ook recht op € 500,00 voor scholing?<br />
De CAO heeft het over de werknemer en als zodanig valt<br />
een vervanger hier ook onder. Maar als iemand bijvoorbeeld<br />
een werknemer tijdens zwangerschapsverlof<br />
vervangt voor 16 weken, kan die vervanger dan recht<br />
doen gelden op het scholingsbudget?<br />
Ik kan mij voorstellen dat u aarzelt, maar de tekst van de<br />
CAO moet inderdaad zo gelezen worden dat iedere werknemer<br />
recht heeft op het scholingsbudget. Wel naar rato<br />
natuurlijk, dus de ‘schade’ voor de werkgever valt denk ik<br />
wel mee. Het is wel een onderwerp om als werkgever in<br />
overleg met de werknemer te regelen bij indiensttreding.<br />
Werken met beperking<br />
Een docente met een gebroken been in het loopgips,<br />
wenst graag haar werkzaamheden te hervatten. Is zij<br />
verzekerd tijdens het uitoefenen van haar werkzaamheden<br />
of zijn er belemmeringen? Moeten wij komen<br />
tot aanvullende afspraken c.q. iemand beperkingen<br />
opleggen in deze?<br />
Betrokkene valt onder de normale verzekering van de school.<br />
Er zijn geen belemmeringen hierin. U dient wel rekening te<br />
houden met de beperkingen van betrokkene. Ik adviseer u<br />
hierover in contact te treden met de bedrijfsarts.<br />
Functiemix: niet-normfuncties<br />
In verband met de functiemix zouden wij graag ons<br />
functiebouwwerk willen aanpassen. Mogen wij niet-normfuncties<br />
beschrijven volgens een andere systematiek dan<br />
FUWA VO?<br />
In de CAO VO is in artikel 10.3 lid 2 opgenomen dat nietvoorbeeldfuncties<br />
volgens FUWA VO gewaardeerd dienen te<br />
worden. Verder staat in de begripsbepalingen dat FUWA VO<br />
het systeem is volgens welke de werkgever de functie<br />
beschrijft en waardeert.<br />
RPO<br />
In artikel 72 WVO staat de regelgeving ten aanzien<br />
van het Regionaal Plan Onderwijsvoorziening (RPO).<br />
Een en ander is me niet helemaal duidelijk.<br />
1. Welke gebieden zijn er nu voor een RPO ?<br />
2. Kan men zich bij slechts één RPO aansluiten?<br />
3. Is het <strong>bestuur</strong>sadres leidend t.a.v. de indeling van c.q.<br />
aansluiting bij de regio of is het locatieadres leidend?<br />
1. U kunt dit terugvinden in de Besluiten Regionaal plan<br />
onderwijsvoorzieningen (RPO’s) voortgezet onderwijs voor<br />
het schooljaar 2009-2010 en later van 27 april 2009<br />
(zie de cfi-regelgeving op www.cfi.nl).<br />
2 en 3. Een bevoegd gezag dat verschillende scholen of<br />
scholengemeenschappen <strong>bestuur</strong>t, kan in beginsel beslissen<br />
dat die scholen deel uitmaken van verschillende RPO’s.<br />
Ook is het toegestaan dat een vestiging van een school of<br />
scholengemeenschap participeert in een ander RPO dan de<br />
overige vestigingen van een school of scholengemeenschap.<br />
De deelnemers aan de vorming van elk RPO dienen in ieder<br />
geval aan de onderstaande wettelijke spelregels te voldoen:<br />
• Ten minste twee bevoegde gezagsorganen moeten<br />
deel nemen in het RPO;<br />
• Van de bevoegde gezagsorganen, die binnen een<br />
gemeente een of meer vestigingen van scholen of<br />
scholengemeenschappen hebben, moet ten minste<br />
65% deel nemen in het RPO;<br />
• Op de deelnemende vestigingen van scholen of scholengemeenschappen<br />
per gemeente moet ten minste 60%<br />
staan ingeschreven van alle leerlingen die op het grondgebied<br />
van die gemeente voortgezet onderwijs volgen.<br />
R helpdesk@vo-raad.nl<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 19<br />
HELPDESK
20 VO-magazine 4 • januari 2010
OOP-ers in beeld<br />
De management assistent<br />
Ze werkt alweer bijna negen jaar op de Vrije school<br />
Den Haag. Manon Vinkenborg had de school, waar<br />
ze zelf als puber op zat, al 10 jaar niet meer gezien<br />
toen ze er als management assistent ging werken.<br />
Manon: “Er is veel veranderd sinds ik hier naar<br />
school ging, vooral wat de organisatie betreft,<br />
die is echt geprofessionaliseerd. Maar het gebouw<br />
en de sfeer zijn nog altijd hetzelfde.”<br />
Manon werkt onder andere voor <strong>bestuur</strong>der Artho<br />
Jansen: “Manon hoort van de grote en kleine<br />
dingen,van alles wat er speelt, en het is ontzettend<br />
<strong>goed</strong> om te weten dat dat in vertrouwde handen<br />
is. Er zijn veel management assistenten die prima<br />
doen wat je ze vraagt maar Manon denkt vaak<br />
gewoon drie stappen vooruit. Een betere coach,<br />
die functioneert als een extra paar oren en ogen,<br />
kan ik me niet wensen. En als oud-leerling heeft<br />
ze een erg warm hart voor de school, kent ze alle<br />
facetten van de school en kan ze daarom ook echt<br />
meedenken over verbeteringen.”<br />
Manon vindt werken in deze schoolomgeving wezenlijk<br />
anders dan in een ‘normale’ kantooromgeving.<br />
“Natuurlijk zijn mijn basistaken hetzelfde, maar<br />
het zijn die extra vragen die elke dag weer op mij<br />
afkomen die het verloop van mijn dag bepalen. Juist<br />
omdat ik hier al zolang rondloop, komen mensen<br />
ook naar mij toe met zaken die misschien niet direct<br />
binnen mijn functie thuishoren. Die kant vind ik<br />
misschien wel het leukste aan mijn baan.”<br />
Fotografie: Geert van Tol<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 21
ADVERTENTIE<br />
Welke internetverbinding<br />
past het beste bij uw school?<br />
De OPTA heeft besloten dat KPN vanaf dit jaar geen gratis internet meer mag aanbieden aan Nederlandse<br />
scholen. Naar aanleiding van deze uitspraak heeft Kennisnet de belangrijkste kenmerken van de<br />
verschillende typen internetverbindingen op een rij gezet in de ‘Behoeftescan Internetverbinding’.<br />
Naast informatie vindt u in de Behoeftescan Internetverbinding een stappenplan voor het vaststellen van<br />
uw behoefte en het kiezen van een aanbieder.<br />
internetverbinding.kennisnet.nl
ARBO<br />
PERSONEEL<br />
Brico Beek van Maaskant Voorspuij<br />
DE KLAS UIT !!!<br />
ADVERTENTIE<br />
Outplacement en Re-integratietrajecten<br />
Gespecialiseerd in onderwijs.<br />
Voor docenten en onderdeursteunend personeel.<br />
BBMV begeleidt en bemiddelt professioneel naar ander werk.<br />
BBMV Personeel<br />
Werving en selectie, re-integratie,<br />
outplacement, P&O diensten<br />
BBMV ARBO<br />
Arbodiensten, verzuimbegeleiding,<br />
RI&E, keuringen<br />
Grotekerksplein 5<br />
3311 CC Dordrecht<br />
(078) 61 88 669<br />
www.bbmv.nl<br />
info@bbmv.nl
Ondernemers in de dop<br />
‘Talent wordt niet geleerd, maar moet ontdekt worden.’ Dat zegt Peter Valk, voormalig<br />
rector van het Schoonhovens <strong>College</strong> en nog steeds verantwoordelijk voor verbindend leren<br />
binnen deze school. Verbindend leren gaat uit van het idee dat je het maximale rendement<br />
uit leerlingen haalt door verbinding te maken met de omgeving. In een nieuw project hoopt<br />
de school ondernemerstalent bij havisten op te sporen.<br />
Tekst: Suzanne Verstraelen / Fotografie: Enno Keurentjes<br />
Verbindend leren veronderstelt een verbinding tussen de<br />
school en de omgeving. Dat is niet alleen voor het vmbo,<br />
maar voor het hele voortgezet onderwijs van belang. In<br />
school jaar 2010-2011 gaat daarom op het Schoonhovens<br />
<strong>College</strong> het project Ondernemend Onderwijs voor de havo van<br />
start. Een combinatie van bestaande elementen die leidt tot<br />
een innovatief project waarin leerlingen via een spel over<br />
ondernemen kennismaken met bedrijven. De bedoeling is<br />
dat leerlingen ontdekken waar hun talenten liggen.<br />
Toepassingsgericht<br />
In 2008-2009 zijn op diverse havo/vwo-scholen in het land<br />
bedrijfssimulatiespelen uitgevoerd. De ervaring leerde dat de<br />
interesse voor ondernemerschap bij leerlingen en docenten<br />
toenam als zij intensief en onder <strong>goed</strong>e begeleiding het<br />
ondernemersspel speelden. Vooral havisten bleken <strong>goed</strong> te<br />
scoren. Dat vindt plaatsvervangend directeur Leen Prins<br />
van het Schoonhovens <strong>College</strong> geen vreemde zaak: de<br />
toepassings gerichtheid van havo-leerlingen is gemakkelijk<br />
te koppelen aan de praktijkgerichte component van het spel.<br />
Het theoretisch onderwijs op de havo krijgt hierdoor een<br />
24 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
praktische toepassing en dat slaat aan. Na een week in een<br />
bedrijf te zijn geweest, zeggen leerlingen: dit is leuker dan<br />
school. Dit terwijl het spel wel onderdeel van de school uitmaakt.<br />
Voor het herkennen en erkennen van talent voor ondernemerschap<br />
is tot nu toe weinig aandacht in het onderwijs.<br />
Vaak wordt bij ondernemerschap slechts naar kennis en vaardigheden<br />
gekeken. In 2009 is in samenwerking met onder<br />
andere VOS/ABB en ABP onderzoek gedaan naar persoonlijkheidskenmerken<br />
gerelateerd aan ondernemerschap. Uit<br />
|de onderzoekspaper ‘Talent voor ondernemen’ (R. Valk,<br />
2009) blijkt dat persoonlijkheidskenmerken een belangrijke<br />
rol kunnen spelen als succesfactor bij ondernemerschap of<br />
ondernemend gedrag.<br />
De vragenlijst die bij dit onderzoek in bedrijven is gebruikt,<br />
is nu aangepast voor leerlingen in het voortgezet onderwijs.<br />
De vragen richten zich op het voorspellen van succes<br />
in verschillende functies en werkomgevingen. Voor het<br />
Schoon hovens <strong>College</strong> zijn de ervaringen met het spel en de<br />
resultaten van het onderzoek aanleiding om een project voor<br />
havo-leerlingen op te zetten.
Schoonhovens <strong>College</strong> organiseert project<br />
‘verbindend leren’ voor havo<br />
Het uitgangspunt is dat leerlingen op een motiverende<br />
manier hun eigen talenten ontdekken die van belang zijn<br />
voor ondernemend gedrag en ondernemerschap. Door de<br />
leerlingen onder begeleiding het spel te laten spelen, leren<br />
zij vaardigheden en kennis over ondernemerschap. Getrainde<br />
decanen bespreken de resultaten van de persoonlijkheidsvragen,<br />
die leiden tot reflectie van leerlingen over hun<br />
talenten en mogelijkheden. Vervolgens maken leerlingen<br />
aan de hand van bedrijvenprofielen en werkopdrachten kennis<br />
met functies in het bedrijfsleven die bij hen passen.<br />
Er wordt voor het project een toolbox ontwikkeld met het<br />
ondernemersspel, een persoonlijkheidsvragenlijst voor<br />
leerlingen, bedrijfsprofielen van de deelnemende bedrijven<br />
en werkopdrachten naar aanleiding van de bezoeken aan<br />
bedrijven.<br />
Ondernemende school<br />
Het Schoonhovens <strong>College</strong> is zelf ook ondernemend.<br />
Af gelopen jaar is de school een subsidie voor het project<br />
mis gelopen, maar Prins en Valk gaan niet bij de pakken<br />
neerzitten. De komende tijd worden bedrijven gepolst om<br />
het project te sponsoren. Het Schoonhovens <strong>College</strong> heeft<br />
in de loop van een paar jaar een stevig en actief netwerk<br />
opgebouwd van bedrijven in de omgeving, die participeren<br />
in de stichting Vrienden van het Schoonhovens <strong>College</strong>.<br />
Het uitgangspunt van een bedrijvennetwerk rond een school<br />
is dat beide partijen iets aan elkaar hebben. Leen Prins:<br />
“Bedrijven bezoeken, zien wat er in zo’n bedrijf gebeurt<br />
en welk soort functies er zijn, dat versterkt de ideeën van<br />
leerlingen over wat leuk is. Techniek kan bijvoorbeeld uitwaaieren<br />
van onderzoek tot verkoop. Een rijke leeromgeving<br />
als abstract onderwijsconcept werkt niet; het gaat om de concrete<br />
ervaring van een leerling. Dat is verbindend leren en<br />
tegelijkertijd een sterke vorm van loopbaanoriëntatie.”<br />
Voor bedrijven is het interessant om havo-leerlingen te<br />
volgen. Deze leerlingen kiezen vaak een vervolgopleiding<br />
buiten de eigen regio. Zij zullen in hun studie op een ge geven<br />
moment stage moeten doen. Als zij in hun schoolperiode<br />
een <strong>goed</strong>e ervaring hebben gehad, is de kans groot dat een<br />
student terugkomt voor een stage. Of het bedrijf houdt zelf<br />
contact met de student, volgt hem of haar en doet een<br />
uitnodiging voor een stage.<br />
Van bouw tot bank<br />
Bedrijvennetwerken zijn dus ook voor havo/vwo van belang.<br />
Het Schoonhovens <strong>College</strong> maakt gebruik van het netwerk<br />
dat is opgebouwd vanuit het vmbo. Een <strong>goed</strong> netwerk is<br />
breed en gevarieerd: van bouw tot bank. Binnen die bedrijven<br />
zijn tal van functies die interessant zijn voor vmbo-leerlingen,<br />
maar ook voor havo- en vwo-leerlingen. Zowel het bestaande<br />
innovatieproject ‘De school naar buiten’ voor het vmbo als<br />
het bestaande sollicitatieproject binnen het Schoonhovens<br />
<strong>College</strong> laat zien dat een structurele verbinding tussen school<br />
en omgeving wérkt. Een actief bedrijvennetwerk komt naast<br />
het onderwijs en de talentontwikkeling van leerlingen ook de<br />
professionalisering van docenten ten <strong>goed</strong>e: zij komen (weer)<br />
in bedrijven.<br />
Zeker voor scholen die nog nauwelijks gewend zijn om<br />
actief deel te nemen aan bedrijvennetwerken of ze zelf op te<br />
starten, is het advies: investeer hierin, het loont de moeite.<br />
Een tip is gewoon maar te beginnen. Het kost de schoolleiding<br />
wel tijd. Een netwerk opbouwen moet namelijk op<br />
directieniveau gebeuren, omdat daar beslissingen genomen<br />
worden. Vervolgens is het een kwestie van contacten onderhouden<br />
en uitbreiden en tijd hiervoor vrij maken.<br />
De school is geen eiland in de maatschappij, maar maakt er<br />
onderdeel van uit. En ook haar leerlingen. De investering<br />
die het kost om een netwerk te beginnen, betaalt zich dubbel<br />
en dwars terug. Het Schoonhovens <strong>College</strong> merkt nu dat<br />
bedrijven proactief reageren. Ze willen zelf zaken regelen<br />
en actief meedenken. Ze merken daarbij dat het onderwijs<br />
een complex proces is. Daartegenover staat dat school haar<br />
professionele autonomie moet bewaren. Er kan een glijdende<br />
schaal van interesse, bemoeizucht en vervolgens afhankelijkheid<br />
ontstaan. Dat moet worden voorkomen. Dat betekent<br />
ook dat je als school stelling neemt en nadenkt over wat je<br />
wilt.<br />
Subsidieregeling Leren ondernemen<br />
Senternovem voert de regeling Onderwijs Netwerk<br />
Ondernemen uit. De ministeries van OCW, EZ en LNV<br />
richten zich op versterking van de samenwerking tussen<br />
onderwijs en bedrijfsleven om het ondernemen binnen<br />
het onderwijs vorm te geven. De subsidies voor 2009<br />
zijn verstrekt. Zodra de ONO-regeling in 2010 weer<br />
opengesteld wordt, wordt dit via website en nieuwsbrief<br />
van Senternovem kenbaar gemaakt. De regeling<br />
kan scholen ondersteunen bij het opbouwen of versterken<br />
van een bedrijvennetwerk of het ontwikkelen van<br />
activiteiten. Het thema ‘leren ondernemen’ is bijvoorbeeld<br />
te verbinden met activiteiten op het gebied van<br />
talentontwikkeling, bèta techniek, taal en rekenen en<br />
loopbaanoriëntatie. Voor meer informatie:<br />
www.onderwijsonderneemt.nl/voortgezetonderwijs<br />
of www.vo-raad.nl/actueel/nieuws/subsidie-voor-lerenondernemen.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 25
invoering <strong>bestuur</strong>scode eind op weg<br />
Vertrouwen verdienen<br />
met <strong>goed</strong> <strong>bestuur</strong><br />
De invoering van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong> is in volle gang, blijkt uit onderzoek.<br />
Op driekwart van de scholen zijn <strong>bestuur</strong> en toezicht gescheiden, de helft van de scholen<br />
zegt het interne toezicht in orde te hebben. Maar wie alles geregeld heeft, is er nog niet.<br />
‘Op papier zetten is ons uitstekend gelukt, maar de code implementeren tot op<br />
de werkvloer is nog lastig.’<br />
Tekst: Dafna Holtzer / Fotografie: Nationale beeldbank, Els Jacobi / Illustratie: Mireille Schaap<br />
26 VO-magazine 4 • januari 2010
Mag een docent een leerling in een crisissituatie tijdelijk in<br />
huis nemen? Het was een van de vragen die ter discussie stond<br />
bij de Gelderse onderwijsgroep Quadraam. “Wij vinden dat<br />
niet integer”, zegt <strong>bestuur</strong>der Marc Mittelmeijer. “In principe<br />
mag dat dus niet. Maar dan komt direct ook de vraag op:<br />
kun je een leerling op straat laten slapen? Tsja, dat doe je<br />
ook niet.”<br />
De discussie toonde direct aan dat een van bovenaf opgelegd,<br />
geconcretiseerd integriteitsbeleid niet gewenst is voor de<br />
dertien scholen die onder Quadraam vallen. Mittelmeijer:<br />
‘Iedereen kent elkaar, bij ons zal<br />
een klokkenluidersregeling niet veel<br />
bescherming kunnen bieden’<br />
“Op het gebied van de <strong>bestuur</strong>lijke integriteit – voorkomen<br />
van belangenverstrengeling – hebben we duidelijk afspraken<br />
kunnen maken, maar de moreel-ethische integriteit is zodanig<br />
van de situatie afhankelijk dat we die niet tot in detail hebben<br />
vast gelegd. Door bijvoorbeeld te regelen dat er in dit soort<br />
situaties altijd een melding moet worden gemaakt, organiseer<br />
je dat een medewerker altijd moet uitleggen waarom hij op<br />
een bepaalde manier heeft gehandeld.”<br />
Het integriteitsbeleid maakt onderdeel uit van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong><br />
onderwijs<strong>bestuur</strong> die alle scholen aan het einde van dit schooljaar<br />
moeten hebben ingevoerd. In 2008 stemde de algemene<br />
ledenvergadering van de VO-raad in met deze code. Inmiddels<br />
komt er ook een wettelijke regeling ‘Goed onderwijs, <strong>goed</strong><br />
<strong>bestuur</strong>’ waarin scholen wordt opgedragen het interne toezicht<br />
op orde te hebben. Daarbij gaat het erom dat onderwijsbesturen<br />
moderniseren en prestaties beter kunnen verantwoorden<br />
aan de bredere samenleving.<br />
De tussenstand<br />
Jaarlijks contract<br />
De code bestaat uit grofweg uit vijf criteria: Goed <strong>bestuur</strong>,<br />
Goed (intern) toezicht, Horizontale verantwoording,<br />
Integriteit en Sturing & beheersing (zie kader). De implementatie<br />
van het integriteitsbeleid is nog het minst ver ontwikkeld,<br />
blijkt uit een quick scan die onlangs in opdracht van<br />
de VO-raad is uitgevoerd. Ook de invoering van de planningen<br />
controlcyclus scoort nog laag.<br />
Bij Quadraam is dat al wel geregeld, via de zogeheten<br />
managementrapportagecylcus. Elk jaar sluit het <strong>bestuur</strong> een<br />
contract af met de schoolleider van elke school. Daarin staan<br />
afspraken over de ontwikkelingen en prestaties van de school,<br />
zoals de financiële situatie, de kwaliteit van het onderwijs en<br />
het personeelsbeleid. De schoolleider rapporteert vervolgens<br />
drie keer per jaar over de voortgang. “We geven een schoolleider<br />
voldoende ruimte te bepalen hoe hij de ontwikkelingen<br />
wil aanpakken”, vertelt Mittelmeijer. “Op het gebied van<br />
schooluitval bijvoorbeeld laten wij een schoolleider zelf<br />
aangeven wat hij acceptabel vindt. Dat kan 5 procent zijn.<br />
Als een school bij een tussenrapportage op 6 procent blijkt<br />
te zitten, dan hebben wij daar uiteraard vragen over: hoe<br />
denkt de schoolleider dit aan te pakken?”<br />
De werkwijze blijkt effectief. “De afspraken en tussentijdse<br />
rapportages geven veel rust. De cijfers maken de beleidsvoering<br />
op de scholen transparant, ieder weet wat hem<br />
te doen staat. Dat houdt de leiding scherp, zónder dat het<br />
<strong>bestuur</strong> van bovenaf bepaalt hoe een school te werk moet<br />
gaan”, aldus Mittelmeijer. Op een van de scholen is de lesuitval<br />
in een paar jaar tijd gedaald van 10 naar 4 à 5 procent<br />
per jaar. Ook op andere gebieden is verandering zichtbaar.<br />
Mittelmeijer: “Het scholingsgeld voor medewerkers bleek<br />
niet zo hoog te zijn, gemiddeld 400 à 500 euro per jaar.<br />
Het transparant maken van deze cijfers wees schoolleiders<br />
op de investeringen in eigen personeel. De een na de andere<br />
schoolleider heeft vervolgens zijn budget voor scholing<br />
Bijna driekwart van de scholen heeft <strong>bestuur</strong> en toezicht statutair gescheiden. Onder de grote scholen (meer dan 3000<br />
leerlingen) is dat zelfs 90 procent. Bij de kleine scholen heeft 65 procent de <strong>bestuur</strong>lijk scheiding statutair geregeld.<br />
Dat blijkt uit cijfers van een quick scan van de invoering van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong>, die de Hogeschool<br />
InHolland in opdracht van de VO-raad heeft uitgevoerd.<br />
Halverwege de invoeringsperiode wilde de VO-raad weten wat de actuele stand van zaken is en of scholen bij de<br />
implementatie van de code tegen vragen, knelpunten en dilemma’s oplopen. Van de 328 aangeschreven leden hebben<br />
er 133 de online vragenlijst ingevuld.<br />
De meerderheid zegt redelijk tot <strong>goed</strong> met de code uit de voeten te kunnen. Nauwelijks een vijfde van de respondenten<br />
is tijdens de implementatie van de code tegen knelpunten aangelopen. De helft van de scholen heeft het interne toezicht<br />
helemaal in orde.<br />
Opvallend is dat de implementatie van het integriteitsbeleid nog het minst ver ontwikkeld is. Bij 57 procent is dit nog niet<br />
of slechts initieel aanwezig. Ook de implementatie van de planning- en controlcyclus scoort opvallend laag. Nog niet de helft<br />
heeft dit aspect in de or ga nisatie ingevoerd. De klokkenluidersregeling is aanwezig bij de helft van de respondenten.<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 27
‘Ik had niet verwacht dat al driekwart van de scholen de scheiding<br />
tussen toezicht, <strong>bestuur</strong> en management had aangebracht’<br />
opgehoogd. Nu is het scholingsbeleid stichtingsbreed opgetrokken<br />
naar 700 à 800 euro per jaar. Dat komt ten <strong>goed</strong>e<br />
aan de professionalisering en verbetering van de kwaliteit<br />
van het onderwijs.”<br />
Een aantal punten zijn nog niet helemaal rond, vertelt<br />
Mittelmeijer. Daarbij gaat het vooral om de vertaling van<br />
papier naar werkelijkheid. “Je kunt wel reglementen hebben,<br />
maar het is de vraag hoe je die uitvoert.” Zo moet<br />
Quadraam nog maatregelen formuleren voor risicobeheersing<br />
en management. “We hebben een scan gemaakt van<br />
de risico’s, maar nu moeten we nog bedenken hoe we deze<br />
risico’s beheersbaar houden.”<br />
Daarnaast zit Mittelmeijer nog met de praktische uitwerking<br />
van de klokkenluidersregeling. “We hebben een regeling,<br />
maar zijn al een jaar op zoek naar een onafhankelijke<br />
instantie waar we die regeling kunnen neerleggen. Medewerkers<br />
moeten serieus beschermd kunnen worden tegen<br />
personele consequenties. We hopen samen met de VO-raad<br />
tot zo’n gezamenlijke, landelijke commissie te komen.”<br />
Vraagtekens<br />
Voor Het Amsterdams Lyceum is zo’n klokkenluidersregeling<br />
een stap te ver. “Wij hebben 1000 leerlingen, 120 man<br />
personeel. Iedereen kent elkaar, bij ons zal een klokkenluiders<br />
regeling niet veel bescherming kunnen bieden”, vertelt<br />
Charles France, ambtelijk secretaris van het <strong>bestuur</strong>. Er zijn<br />
wel meer onderdelen van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong><br />
waar het <strong>bestuur</strong> van het Lyceum zijn vraagtekens bij zet.<br />
“Laten we eerlijk zijn, we zaten niet echt te wachten op de<br />
invoering van die code”, reageert France enigszins droogjes.<br />
De school is een bloeiende school voor vwo: “Zeer geliefd en<br />
in trek en daar zijn de prestaties ook naar. Zo’n code doet<br />
voor zo’n kleine organisatie als de onze erg zwaar aan.”<br />
In feite kent het Lyceum al een scheiding tussen toezicht en<br />
<strong>bestuur</strong>, aldus France. “Alle bijzondere <strong>bestuur</strong>staken zijn<br />
gemandateerd aan de schoolleiding, waardoor het <strong>bestuur</strong><br />
meer een toezichthoudende functie heeft gekregen. In de<br />
dertig jaar dat ik hier werk, heeft het <strong>bestuur</strong> zich nooit met<br />
de uitvoerende taken bemoeid. Nu moeten we de organisatie<br />
juridisch gaan verzagen en komt er eventueel een toezichthoudend<br />
orgaan bij. Wij hebben ons in eerste instantie afgevraagd<br />
of zo’n extra laag wel nodig was.”<br />
Na aanvankelijke aarzeling gaat het Lyceum wel met de<br />
code aan de slag. France is een van de aanjagers. “Het kan<br />
altijd beter, in feite gaat het erom de aspecten die bij ons<br />
vanzelfsprekend zijn formeel vast te leggen. Dat is een professionaliseringsslag<br />
die eigenlijk helemaal zo gek niet is.”<br />
28 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Kleine scholen<br />
Over het algemeen blijken kleine scholen achter te lopen<br />
met de invoering van de code, zo blijkt uit een quick scan<br />
van de implementatie van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong>.<br />
Het onderzoek laat zien dat de invoering van de code in<br />
volle gang is (zie kader).<br />
Lex van de Haterd, voorzitter van de Monitoringscommissie<br />
<strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong>, zegt in sommige opzichten<br />
verrast te zijn door de uitkomsten van het onderzoek.<br />
“Zowel positief als negatief”, reageert hij. “Enerzijds had<br />
ik niet verwacht dat al driekwart van de scholen de scheiding<br />
tussen toezicht, <strong>bestuur</strong> en management had aangebracht.<br />
Anderzijds was ik verrast dat nog niet eens de helft van de<br />
scholen de planning- en controlcyclus <strong>goed</strong> geborgd had in de<br />
organisatie. Het leek mij vanzelfsprekend dat scholen jaarlijks<br />
een beleidsplan, activiteitenplan en begroting maken,<br />
vervolgens kijken wat ervan terecht is gekomen en aanpassingen<br />
maken voor het volgende jaar.”<br />
Van de Haterd is voorzitter van het <strong>College</strong> van Bestuur<br />
bij het Meridiaan <strong>College</strong> in Amersfoort (4000 leerlingen)<br />
en is in zijn eigen organisatie intensief betrokken bij de<br />
invoering van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong>. “In het begin<br />
moesten we wennen aan de scheiding tussen toezichthouder,<br />
<strong>bestuur</strong>der en schoolleider”, vertelt hij. “We hebben externe<br />
coaching ingehuurd om die rolzuiverheid tot stand te laten<br />
komen.”<br />
Het belangrijkste knelpunt is nu om de code in de organi satie<br />
door te voeren. Van de Haterd: “Op papier zetten is ons uitstekend<br />
gelukt, maar de code implementeren tot op de werkvloer<br />
is nog lastig.” Zo zou de <strong>bestuur</strong>svoorzitter graag zien<br />
dat niet alleen het <strong>bestuur</strong> en de schoolleiding werken met<br />
jaarplannen, maar dat het cyclisch werken ook wordt<br />
gebruikt op andere niveaus in de organisatie. “In secties<br />
bijvoorbeeld, en bij de leerlingbegeleiders, de concierges<br />
en de werkweekcommissie.” Dat is makkelijker gezegd<br />
dan gedaan, beseft hij. “Ik kan nog zeggen dat het tot mijn<br />
kerntaak behoort om te werken volgens de principes van<br />
plan-do-check-act en ik heb er ook de tijd voor. Medewerkers<br />
hebben echter wel meer aan hun hoofd, zij zijn<br />
met andere taken bezig.”<br />
Door het geven van voorlichting en ondersteuning hoopt<br />
Van de Haterd dat het draagvlak voor de invoering van de<br />
code wordt vergroot. “Klein of groot, iedere school moet<br />
zich verantwoorden. Dat het nu <strong>goed</strong> gaat met een school,<br />
wil niet zeggen dat het over drie jaar ook <strong>goed</strong> gaat. Bovendien<br />
werken scholen met overheidsgeld en dan moeten we<br />
ook kunnen vertellen wat we met dat geld doen.”
implementatie in cijfers<br />
In hoeverre zijn de aspecten van de <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong> al ingevoerd? (%)<br />
Criterium niet of initieel Ontwikkeld / Geborgd<br />
aanwezig vastgelegd<br />
Criterium 1: Goed <strong>bestuur</strong><br />
Taken/werkwijzen <strong>bestuur</strong> in s&r 14 39 48<br />
Rechtsvorm en doelen in s&r 12 31 57<br />
Taken/verantwoordelijkheden <strong>bestuur</strong>scommissies in s&r 27 29 45<br />
Nevenfuncties <strong>bestuur</strong>ders bekend 26 30 43<br />
Criterium 2: Goed toezicht<br />
Er is een toezichthouder* 22 21 57<br />
Toezichthouder komt min. 4x per jaar bijeen 17 19 65<br />
Taken/werkwijzen toezichthouder in s&r 15 28 57<br />
Bevoegdheden toezichthouder in s&r 16 26 58<br />
Functioneren toezichthouder geëvalueerd 24 26 50<br />
Toezichthouder heeft rooster van aftreden 17 20 63<br />
Criterium 3: Horizontale verantwoording<br />
Verantwoordingsbeleid prestaties <strong>bestuur</strong> 18 47 35<br />
Aandacht voor klachtenregeling, klanttevredenheid, kwaliteitszorg 19 56 25<br />
Criterium 4: integriteit<br />
Er is een integriteitsbeleid 57 28 15<br />
Er is een klokkenluidersregeling 50 25 25<br />
Criterium 5: Sturing en beheersing<br />
Er is een planning- en controlcyclus 4 48 49<br />
Er is risicomanagement 16 50 35<br />
Externe accountant controleert jaarlijks 1 10 89<br />
Advies externe accountant opgevolgd 1 15 84<br />
* s&r = statuten en reglementen Bron: Quick scan <strong>Code</strong> <strong>goed</strong> onderwijs<strong>bestuur</strong><br />
** Toezichthouder: raad van toezicht of toezichthoudend <strong>bestuur</strong><br />
Scholen presenteren resultaten op eigen website<br />
Bij <strong>goed</strong> <strong>bestuur</strong> is de horizontale dialoog heel belangrijk. Het<br />
gesprek met belanghebbenden, vooraf over te maken keuzes en<br />
achteraf over wat ervan is terechtgekomen, is van groot belang<br />
binnen de beleidscyclus. Het project Vensters voor Verantwoording<br />
draagt daaraan bij. Vensters maakt een overzicht met eenduidige<br />
informatie over prestaties, sfeer en tevredenheid op de<br />
websites van alle scholen voor voortgezet onderwijs. Er wordt<br />
inmiddels druk proefgedraaid met honderdvijftig pilotscholen.<br />
“We bieden scholen handvatten om op basis van informatie het<br />
gesprek aan te gaan met ouders en andere belanghebbenden”,<br />
vertelt Jessica van Dam van Vensters. “Scholen kunnen zich<br />
beter verantwoorden en proactief reageren op de groeiende<br />
druk van de samenleving, de politiek en de overheid.”<br />
Twintig indicatoren geven een beeld van onderwijsprestaties,<br />
onderwijsbeleid, kwaliteitszorg en bedrijfsvoering. Half<br />
december 2009 zijn deze indicatoren definitief vastgesteld.<br />
Het definiëren was een flinke klus, vertelt Van Dam. “Het<br />
is lastig om cijfers eenduidig te interpreteren. Wanneer doet<br />
iemand bijvoorbeeld examen? Is dat als een leerling in het<br />
examenjaar zit, als hij met het examen begint of als hij dat<br />
heeft afgerond?”<br />
Twee werkgroepen, bestaande uit twintig schoolvertegenwoordigers,<br />
hebben diepgaand uitgezocht welke indicatoren het beste<br />
een genuanceerd en afgewogen beeld van de schoolprestaties<br />
geven. Vervolgens zijn deze indicatoren uitvoerig in de praktijk<br />
getest bij honderdvijftig pilotscholen.<br />
Met de nu vastgestelde twintig indicatoren gaat het project<br />
verder. “We krijgen vaak de vraag extra indicatoren toe te<br />
voegen. Bijvoorbeeld informatie over de tevredenheid van medewerkers<br />
of de cijfers die minister Plasterk (Onderwijs) onlangs<br />
op bevoegd.nl heeft geplaatst”, vertelt Van Dam. “We houden<br />
het vooralsnog bij deze twintig indicatoren om het project behapbaar<br />
te houden. Als het eenmaal <strong>goed</strong> loopt, gaan we ons buigen<br />
over eventuele uitbreiding.”<br />
Dit voorjaar zijn de pilots afgerond en gaat het project landelijk<br />
draaien. Dan kunnen alle scholen hun gegevens invullen in het<br />
systeem en hun eigen resultaten vergelijken met die van andere<br />
scholen. Daarnaast kunnen alle scholen vanaf dan de uitkomsten<br />
en vergelijkingen op hun eigen website publiceren. Van Dam<br />
verwacht dat eind dit jaar een landelijke website kan worden<br />
gelanceerd, waarop de staat van het hele voortgezet onderwijs<br />
is te zien. (Zie ook pag. 16 en verder).<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 29
C<br />
M<br />
Y<br />
CM<br />
MY<br />
CY<br />
CMY<br />
K<br />
Interim management<br />
Competentiemanagement<br />
Individuele Coaching<br />
Teamcoaching<br />
FUWA<br />
Onderzoek & Analyse<br />
Managementontwikkeling<br />
Werving & Selectie<br />
Assessments<br />
T 088-8883333 • www.axum.nl<br />
Met<br />
Vo-Magazine-2009-12.pdf 19-11-2009 19:00:03<br />
ADVERTENTIE<br />
PERSOONLIJK ASSESSMENT<br />
een concrete ondersteuning naar POP of selectie<br />
Een ontwikkel- of selectieassessment specifi ek voor de functie binnen uw organisatie.<br />
Een competentiescan in combinatie met een persoonlijkheidsindicator geeft een compleet<br />
beeld van de medewerker of kandidaat.<br />
INTERIM MANAGEMENT<br />
een betaalbare oplossing op maat<br />
Tijdelijke resultaatgerichte directieleden die uw specifi eke vraagstuk oplossen en bovendien<br />
snel inzetbaar zijn.<br />
maakt veranderingen voorspelbaar.<br />
Pragmatisch Projectmanagement<br />
is een onderwijsinstelling in staat om haar uitdagingen om te zetten in concrete<br />
projecten die bijdragen aan de strategische doelen van de organisatie. Projecten<br />
waarvan het tijdens de uitvoering steeds duidelijk is dat zij nog op koers liggen en<br />
bijdragen aan de verwachtingen die er in aanvang waren.<br />
haalt u meer uit uw<br />
Investeringsbudget<br />
optimaal besteden voor onderwijsvernieuwing en verbetering, nieuwbouw, verhuizing<br />
naar een nieuw gebouw, vervanging ICT, opzetten samenwerkingsverbanden met het<br />
bedrijfsleven, etc.<br />
Training<br />
Advies Planning Begeleiding<br />
Dhirata - Vredebest 16 - 1191 PP Ouderkerk a/d Amstel<br />
020 4722460 - www.dhirata.nl - info@dhirata.nl
ADVERTENTIE<br />
De kwaliteit<br />
van uw school<br />
beter zichtbaar<br />
maken?<br />
Wilt u samen met experts en collegascholen<br />
de thema’s van de kwaliteitsagenda<br />
op uw school nog eens onder de<br />
loep nemen? Deelname aan het project<br />
Succes in Beeld kan u hierin faciliteren.<br />
Het traject dat uw school doorloopt bestaat uit een<br />
zelfevaluatie en een intervisie gesprek. Uw school<br />
krijgt de kans meer rendement te halen uit de eigen<br />
plannen door:<br />
• Focus en verdieping in het kwaliteitsbeleid,<br />
• Inspiratie door te kijken naar andere scholen,<br />
• Deskundig advies van experts.<br />
Vanaf februari tot medio 2010 kunnen scholen<br />
deelnemen aan Succes in Beeld. Veel VO-scholen<br />
hebben zich al aangemeld, maar ook uw school kan<br />
nog deelnemen. Aanmelden kan op de website of<br />
bij Marion Sieh (projectleider), T (070) 311 97 39,<br />
m.sieh@deltapunt.nl.<br />
Kijk voor meer informatie op www.succesinbeeld.nl.<br />
Succes in Beeld wordt uitgevoerd door het Platform Bèta Techniek in<br />
opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
DE WERKGEVER<br />
Ziekteverzuim VO<br />
2006-2008<br />
Verzuimcijfers zijn leerzaam. Zo steeg tussen 2006 en 2008 het verzuim van<br />
onderwijzend personeel tussen de 45 en 55 vergeleken met andere leeftijdsgroepen<br />
het meest, terwijl dat van 55-plussers licht daalde. Vrouwen melden<br />
zich vaker ziek dan mannen. Vanwege langer doorwerken en de toename van het<br />
aandeel van vrouwen in het personeelsbestand biedt dit aanknopingspunten om<br />
het personeelsbeleid en de cao-vo aan te passen.<br />
Tekst: Jo Simons<br />
Na jarenlange daling lijkt er nu sprake te zijn van een stabilisatie<br />
van het ziekteverzuim onder onderwijzend personeel in<br />
het voortgezet onderwijs. In 2008 is het ziekteverzuim met<br />
5,1% nagenoeg gelijk gebleven aan 2007 en 2006 (5,0%).<br />
Het ziekteverzuim onder het ondersteunend personeel<br />
stabiliseert ook met een ziekteverzuimpercentage van 5,8%<br />
in 2007 en 2008. Er zijn wel verschillen tussen leeftijdsgroepen,<br />
tussen mannen en vrouwen, tussen op en oop,<br />
tussen functies, schooltypen, denominaties en regio’s.<br />
Stijgers en dalers<br />
Opvallend is dat het verzuim weliswaar het hoogst is in de<br />
leeftijdsgroep van 55 tot 65 jaar, maar het wel licht daalt.<br />
Dit terwijl de groep van 45 tot 54 jaar de grootste stijging<br />
laat zien. Dit laatste is zorgelijk omdat dit in het voortgezet<br />
onderwijs de grootste leeftijdsgroep is, die waarschijnlijk<br />
grotendeels langer zal moeten doorwerken.<br />
Het ziekteverzuim van mannen is licht gedaald (van 4,4<br />
naar 4,3), terwijl dat van vrouwen juist is gestegen (van 6,0<br />
naar 6,1). Ook dit baart zorgen, omdat het personeelsbestand<br />
feminiseert. Overigens komt het grotere verzuim van vrouwen<br />
vooral doordat vrouwen zich vaker ziek melden. Recente<br />
publicaties zoeken de oorzaak in de combinatie van mantelzorg<br />
en werk. Soms leidt deze dubbele belasting ertoe dat<br />
de werknemer besluit minder te gaan werken. De vraag is,<br />
of dat iets oplost.<br />
Bij de aanstellingsomvang zien we het geijkte patroon: hoe<br />
kleiner de omvang, hoe hoger het verzuim. Bekend is dat<br />
vrouwen meer parttime werken dan mannen. In combinatie<br />
met het voorgaande is de vraag wat de oorzaak is van het<br />
hogere verzuim van vrouwen: de hogere belasting in de<br />
privésfeer of het parttime werken.<br />
32 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Het gemiddelde verzuim van het onderwijsondersteunend<br />
personeel (oop) lag in 2008 0,7 % hoger dan dat van het<br />
onderwijzend personeel. Vergeleken met voorgaande jaren<br />
wordt het verschil kleiner. Het resterende verschil is voornamelijk<br />
te verklaren vanuit de hogere gemiddelde verzuimduur,<br />
waarschijnlijk door ongunstiger werkomstandigheden.<br />
Van cijfers naar beleid<br />
Bij het maken van beleid op basis van verzuimcijfers is vrijwel<br />
altijd nader onderzoek nodig, omdat veranderingen in het<br />
ziekteverzuim verschillende oorzaken kunnen hebben. Nog<br />
belangrijker is het gesprek naar aanleiding van de cijfers: op<br />
landelijk niveau tussen de sociale partners en op schoolniveau<br />
tussen schoolleiding en medewerker. Dit zou een gezamenlijke<br />
zoektocht moeten zijn naar interpretaties, oorzaken en<br />
oplossingen. Op landelijk niveau kunnen de verzuimcijfers bijdragen<br />
aan discussies over leeftijdbewust personeels beleid,<br />
BAPO en werkdruk. Een school kan zich afvragen: komt<br />
het landelijke beeld overeen met onze cijfers? Waar zitten<br />
overeenkomsten en verschillen? Welke aandachtspunten voor<br />
personeelsbeleid levert dit op? Wat moeten we eventueel<br />
veranderen, hoe en met wie?<br />
Ontwikkeling verzuimonderzoek<br />
Het heeft lang geduurd voordat de verzuimcijfers van 2008<br />
bekend zijn geworden. Die lange doorlooptijd heeft verschillende<br />
oorzaken. Steeds meer schoolbesturen stappen over<br />
op een ander systeem voor salarisverwerking dan CASO. Dit<br />
betekent dat de onderzoekers gegevens moeten opvragen bij<br />
verschillende salarisverwerkers en in een enkel geval bij een<br />
afzonderlijk school<strong>bestuur</strong>. De verschillen tussen de salarissystemen<br />
brengen veel extra zoekwerk en rekenwerk met<br />
zich mee. Bovendien registreren scholen, sinds ze niet meer
verplicht zijn jaarlijks verzuimcijfers te<br />
leveren aan het Vervangingsfonds, hun verzuim<br />
soms buiten het salarissysteem, en is de<br />
registratie niet altijd volledig. Ook dit levert<br />
veel zoek- en rekenwerk op.<br />
Om ook in de toekomst verzekerd te zijn van<br />
betrouwbare verzuimkengetallen, is het van<br />
belang dat scholen het verzuim volgens duidelijke<br />
en uniforme regels blijven registreren.<br />
Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de<br />
verplichting die het ministerie oplegt aan<br />
schoolbesturen om personele gegevens aan<br />
te leveren aan DUO (voorheen Cfi). DUO<br />
voert overleg met de belangrijkste salarisverwerkers<br />
om de registratie van personele<br />
gegevens in de salarissystemen te uniformeren.<br />
Wanneer dit overleg resultaat oplevert,<br />
kan ook het ziekteverzuimonderzoek daarvan<br />
profiteren. Ook dan blijft het noodzakelijk dat<br />
het verzuim volledig en correct geregistreerd<br />
wordt in het salarissysteem. Alle besturen<br />
krijgen hierover binnenkort een brief.<br />
De uitgebreide ziekteverzuimkengetallen,<br />
uitgesplitst naar personeelskenmerken en<br />
schoolkenmerken staat op www.arbo-vo.nl.<br />
Ook vinden de scholen die daarvoor toestemming<br />
hebben gegeven, hier hun verzuimcijfers<br />
en wordt toegelicht hoe zij een benchmark<br />
met vergelijkbare schoolsoorten kunnen uitvoeren.<br />
Hetzelfde geldt voor scholen die meedoen<br />
aan Vensters voor Verantwoording.<br />
COLUMN<br />
Hendrik-Jan van Arenthals<br />
Onderzoek<br />
Heeft u er ook zo genoeg van? Wanneer iemand het pleit wil beslechten<br />
met de woorden “uit onderzoek blijkt…?” Tijdens personeelsbijeenkomsten,<br />
sectieberaden en schoolleidersoverleg ‘blijkt er<br />
steeds meer uit onderzoek’. Heel de sector is in rap tempo ‘evidence<br />
based’ aan het worden. Het klinkt <strong>goed</strong>. Al zit er veel kaf tussen het<br />
koren, bluf tussen het bewijs.<br />
Het onderwijs wordt geplaagd door onderzoek in alle soorten en<br />
maten. De media nemen resultaten klakkeloos over, versimpelen<br />
nuances en blazen details met nieuwswaarde op tot ridicule proporties.<br />
Van een rapport van de Onderwijsraad bijvoorbeeld dan alleen<br />
het ‘tijdschrijven’ door docenten over. De tunnelvisiemethode van de<br />
Commissie Dijsselbloem kom op één lijn te staan met een onder zoek<br />
van zeg het SCO Kohnstamminstituut. Met als desastreus gevolg dat<br />
een dubieuze parlementaire enquête waarschijnlijk nog jaren vele<br />
wezenlijke discussies doodslaat.<br />
Stelt de sector zelf kritische vragen bij onderzoek? Over de manier<br />
van data verzamelen en de generaliseerbaarheid? Het is <strong>goed</strong> dat de<br />
VO-raad de methode van Trouw ter discussie stelt wat betreft haar<br />
onderzoek naar schoolkwaliteit. Dat ze overlegt met de onderwijsinspectie<br />
over de sterk betwistbare kwaliteitskaart. Al te vaak komt<br />
het voor, dat de sector uit rapporten dan toch maar ‘de positieve<br />
elementen haalt’, al zou het hele onderzoek eigenlijk publiek naar<br />
de prullenbak moeten worden verwezen.<br />
Soms zie je gebeuren hoe ‘onderzoek’ politiek wordt gebruikt<br />
en gestuurd. Dijsselbloem is daar niet het enige voorbeeld van.<br />
Het is zonneklaar dat het nieuwe jaar ons bezuinigingen zal brengen.<br />
Of moet ik zeggen: ons ‘productiever zal maken’? Het pad wordt<br />
geëffend door een rapport van de AOb (waaruit bleek dat we<br />
alle maal aan het oppotten zijn), van de Commissie Don (met een<br />
deugdelijk meerjarenbeleid kan het inderdaad wel wat minder…),<br />
de Commissie Smits (… en effectiever) en de Onderwijsraad. Laten<br />
we reageren op de onderzoeksmethodes, niet op iedere luchtballon<br />
die opstijgt. Het Lwoo afschaffen, het VWO met een jaar verkorten<br />
en wellicht samenvoegen met de HAVO, de kosten van de ‘gratis’<br />
schoolboeken doorschuiven naar al die scholen met miljoenen op de<br />
bank? Houd toch op. Laten we, om dat vreselijke woord te gebruiken,<br />
nog krachtiger ‘proactief’ zijn, nagaan welke alternatieven<br />
reëel zijn en laten zien wat de gevolgen van bezuinigingen zouden<br />
zijn. Dan kunnen we tenminste met recht zeggen: “uit onderzoek<br />
blijkt…”<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 33
Rotterdams <strong>bestuur</strong> kweekt begrip met ouder -<br />
contactpersonen en studiereizen<br />
Praktijkverhaal k<br />
Brug tussen thuiscultuur en schoolcultuur<br />
Om <strong>goed</strong> les te kunnen geven, moeten leraren hun leerlingen kennen. Wanneer de<br />
cultuurverschillen groot zijn, spreekt dat niet vanzelf. Daarom zet een Rotterdams<br />
school<strong>bestuur</strong> oudercontactpersonen in en organiseren scholen reizen voor<br />
docenten naar Marokko, Turkije en de Kaapverdische eilanden.<br />
Tekst: Susan de Boer / Fotografie: Kees Trappenburg<br />
“We hebben mensen nodig die een brug kunnen slaan tussen<br />
de thuiscultuur van onze leerlingen en de schoolcultuur”,<br />
vertelt Wim Littooij, voorzitter van de raad van <strong>bestuur</strong> van<br />
de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs (CVO)<br />
te Rotterdam. “Goede oudercontacten zijn nodig om zaken<br />
als schooluitval en gedragsproblemen te bestrijden. Op onze<br />
scholen in de binnenstad van Rotterdam zitten voornamelijk<br />
kinderen met een Marokkaanse, Turkse of Kaapverdische<br />
achtergrond. Om hun ouders bij de school te betrekken, is<br />
het belangrijk dat er iemand is die het vertrouwen van deze<br />
ouders heeft, iemand die in dezelfde cultuur is opgegroeid<br />
en zowel de taal van de ouders als van de docenten spreekt.<br />
We hebben daarom mensen uit de betreffende culturen die<br />
een relevante hbo-opleiding hebben gevolgd, aangesteld als<br />
oudercontactpersoon.”<br />
De oudercontactpersonen werken op vaste dagen op verschillende<br />
locaties. Het is hun taak leerlingen te begeleiden,<br />
contacten met ouders te leggen en te onderhouden en docenten<br />
te ondersteunen bij bijvoorbeeld het voeren van gesprekken<br />
met ouders. Inmiddels zijn er bij CVO zes ouder contactpersonen<br />
actief. “Het idee is overgenomen door de gemeente<br />
Rotterdam. De eerste oudercontactpersonen bekostigden we<br />
met de gelden uit het Leerplusarrangement VO, nu wordt<br />
iedereen door de gemeente betaald. Als de gemeente ermee<br />
zou stoppen, houden we een aantal oudercontactpersonen<br />
zelf in dienst.” De scholen zijn in principe vrij om te kiezen<br />
of zij een oudercontactpersoon willen aanstellen, maar het<br />
<strong>bestuur</strong> van CVO dringt er wel op aan. Littooij: “Niet iedereen<br />
vond het meteen nodig voor zijn eigen locatie. Maar op<br />
de locaties waar de oudercontactpersonen werkten, waren<br />
de ervaringen positief. Daarom hebben we gezegd dat alle<br />
scholen moeten meedoen.”<br />
34 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Vertrouwen<br />
Fatima El Jaoui, maatschappelijk werker en van Marokkaanse<br />
afkomst, is een van de oudercontactpersonen van het eerste<br />
uur. Zij werkt op twee CVO-scholen: het Melanchthon met<br />
drie locaties en het Marnix Gymnasium. “Een schoolcontactpersoon<br />
dient om de visie en verwachtingen van de school<br />
‘Het begrip van de cultuur wordt enorm<br />
vergroot door rond te reizen in het land’<br />
en de ouders meer op elkaar af te stemmen. Het gaat om het<br />
vergroten van kennis van elkaars opvattingen en gewoontes<br />
en het versterken van betrokkenheid.” In de afgelopen jaren<br />
heeft haar functie steeds meer vorm gekregen. “Ik ben tien<br />
jaar geleden begonnen bij een project van de toenmalige<br />
directeur Gerard van Hooff. In het begin was het vooral<br />
brandjes blussen na een conflict of individueel advies geven<br />
aan een mentor. Nu is er een structurele aanpak. Ik train bijvoorbeeld<br />
mentoren in het voeren van slechtnieuwsgesprekken<br />
met ouders en ik organiseer ouderbijeenkomsten over<br />
thema’s als omgaan met de puberteit.”<br />
Aan docenten geeft Jaoui voorlichting over gewoonten en<br />
gebruiken van mensen met een Marokkaanse achtergrond.<br />
“Ramadan zegt de meeste docenten niets, maar ze merken<br />
wel dat leerlingen in die periode niet komen sporten. Ik leg<br />
dan uit dat vasten zwaar is en dat ze een lichter programma<br />
kunnen doen, waardoor leerlingen wel komen.” Ook is Jaoui<br />
betrokken bij de jaarplanning. “In Rotterdam hebben<br />
moslims het recht vrij te hebben op islamitische feestdagen.<br />
Op de scholen hebben we op die dagen studiebijeenkomsten<br />
voor de leraren gepland, zodat leerlingen geen les hebben.<br />
De islamitische docenten zijn natuurlijk ook vrij, maar dat
zijn er niet zoveel.” Aan de andere kant legt Jaoui aan ouders<br />
uit dat een christelijke identiteit betekent dat er uit de Bijbel<br />
wordt gelezen. “Traditionele ouders hebben daar soms<br />
moeite mee. Ik leg passages uit de Koran en de Bijbel naast<br />
elkaar om te laten zien dat er veel overeenkomsten zijn.”<br />
Volgens Jaoui is vooral een sfeer van vertrouwen belangrijk.<br />
“Ik zeg ook tegen de ouders: je kinderen groeien hier op,<br />
ze moeten in deze maatschappij hun weg vinden, neem je<br />
verantwoordelijkheid en praat met je kind.” Het is niet altijd<br />
eenvoudig een <strong>goed</strong>e balans te vinden tussen het belang van<br />
het kind en dat van de school, vindt Jaoui. “Er wordt gediscrimineerd.<br />
Een Marokkaans kind krijgt bij een incident te<br />
maken met hardere sancties. Dat gebeurt niet bewust, maar<br />
het gebeurt wel. Docenten voelen zich ook eerder bedreigd<br />
door een Marokkaans kind. Soms wordt een kind daarom van<br />
school verwijderd. Het komt voor dat ik tegenover de ouders<br />
het besluit van de school moet verdedigen, terwijl de school<br />
in mijn ogen een fout maakt. Toch wil ik het vertrouwen van<br />
de ouders vasthouden en samen zoeken naar een oplossing,<br />
een andere plek voor het kind.” Daartegenover staan de<br />
pareltjes: “Het is geweldig als een kind een diploma heeft<br />
gehaald en een traditionele vader met een baard mij<br />
persoonlijk komt bedanken voor mijn inspanningen.”<br />
naar Marokko<br />
CVO laat docenten ook op een andere en meer indringende<br />
manier kennismaken met de achtergrond van de leerlingen.<br />
Eens per twee jaar vindt een studiereis plaats naar Marokko,<br />
Turkije en de Kaapverdische eilanden. De achtdaagse reis<br />
wordt gefinancierd uit het scholingsbudget en uit Leerplusgelden<br />
en gesubsidieerd door het Europees Platform. “Het<br />
afgelopen jaar zijn we naar Marokko geweest”, vertelt Kees<br />
den Ouden, een van de organisatoren van de reis. “Het begrip<br />
van de cultuur wordt enorm vergroot door rond te reizen in<br />
het land. In Rabat vallen de verschillen nog mee, maar in het<br />
Rifgebergte heerst grote armoede.” De deelnemers brachten<br />
werkbezoeken aan basisscholen en scholen voor voortgezet<br />
onderwijs. “Zoveel verschillen zijn er niet eens. Er wordt<br />
‘Het is geweldig als een kind een diploma<br />
heeft gehaald en een traditionele vader<br />
mij persoonlijk komt bedanken voor<br />
mijn inspanningen’<br />
modern lesmateriaal gebruikt en de leraren en leerlingen<br />
gaan betrokken met elkaar om. Maar Berberkinderen krijgen<br />
geen les in hun eigen taal – de lessen zijn in het Arabisch –<br />
en er is geen extra aandacht voor leerlingen met een beperking.”<br />
Tijdens de reis zijn thema’s die ook in Nederland<br />
een rol spelen, uitgediept in intensieve studiebijeenkomsten.<br />
Den Ouden: “Hiërarchie bijvoorbeeld is heel belangrijk in<br />
de Marokkaanse cultuur. En de rol van de familie is veel<br />
sterker. Door het ter plekke te ervaren, wordt je inzicht in<br />
dit soort dingen vergroot. Op school ga je daardoor op een<br />
andere manier met ouders het gesprek aan.”<br />
VO-magazine 4 • januari 2010 35
WIE WAT WAAR<br />
Wie werkt waar agenda<br />
BORnEGO COLLEGE<br />
Heerenveen<br />
Frits Hoekstra wordt per 1 april de nieuwe rector van het Bornego<br />
<strong>College</strong> in Heerenveen en Joure. Hij was eerder directeur van de<br />
christelijke scholengemeenschap Ulbe van Houten in Sint Annaparochie<br />
en is momenteel vestigingsdirecteur van ROC Friese Poort in<br />
Emmeloord.<br />
CHRiSTELiJKE SCHOLEnGEMEEnSCHaP WaLCHEREn<br />
Walcheren<br />
Frans van der Knaap is per 1 februari benoemd tot rector van de<br />
Christelijke Scholengemeenschap Walcheren. Hij blijft tot juni nog<br />
1 dag per week werkzaam in zijn huidige functie van algemeen<br />
directeur van Kwadrant Scholengroep. Van der Knaap volgt Frida<br />
Steenblik op. Frida Steenblik is per 1 januari directeur-<strong>bestuur</strong>der<br />
van de scholengroep Leonardo da Vinci in Leiden.<br />
aLFaCOLLEGE<br />
Groningen<br />
Engel Antonides is met ingang van 1 februari 2010 benoemd tot<br />
voorzitter van het <strong>College</strong> van Bestuur van het Alfa-college. Hij is<br />
sinds 2003 al lid van dit <strong>bestuur</strong>. Het Alfacollege maakt onderdeel<br />
uit van de Stichting Christelijk Regionaal Opleidingencentrum<br />
Noord- en Oost-Nederland.<br />
Colofon VO-magazine is een uitgave van de<br />
VO-raad, de sector organisatie van het voortgezet<br />
onderwijs. VO-magazine verschijnt 7 keer per jaar<br />
in een oplage van 4.800 exemplaren.<br />
Redactie Mieke Aarts, Ingrid Janssen, Ron<br />
Onderwater, Nancy Optenkamp (hoofdredactie),<br />
Suzanne Visser (eindredactie). Medewerkers:<br />
Karen van Herpen (kort), Linda Zeegers (cover<br />
en fotospread), Martijn Laman.<br />
36 VO-magazine 4 • januari 2010<br />
Redactieadres VO-raad, Postbus 8282, 3503 RG<br />
UTRECHT, T 030 232 48 00, redactie@vo-raad.nl,<br />
www.vo-raad.nl.<br />
Fotografie voorpagina NFP Photography<br />
Illustratie rubrieken Saskia Daniels<br />
Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht<br />
Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht<br />
Advertenties Uitgeverij Recent Amsterdam,<br />
T 020 330 89 98 (Ray Aronds), www.recent.nl.<br />
27-01 Symposium ‘Van wensenlijst naar<br />
regeerakkoord’<br />
Wie Voor <strong>bestuur</strong>ders en schoolleiders<br />
Waar Utrecht<br />
28-01 Conferentie ‘Lessen uit Onderzoek’<br />
Wie Betrokkenen onderwijsinnovatie<br />
Waar Utrecht<br />
16-02 Werkbijeenkomst LOB<br />
Wie Voor schoolleiders<br />
Waar Amsterdam<br />
03-02 Regio 6 ‘Een veilig schoolklimaat’<br />
Wie Voor <strong>bestuur</strong>ders en schoolleiders<br />
Waar Leende<br />
02-03 Werkbijeenkomst LOB<br />
Wie Voor schoolleiders<br />
Waar Zwolle<br />
05-03 Werkbijeenkomst LOB<br />
Wie Voor schoolleiders<br />
Waar Den Bosch<br />
18-03 VO-congres 2010<br />
Wie Voor schoolleiders en <strong>bestuur</strong>ders<br />
Waar Nieuwegein<br />
Meer informatie en inschrijven:<br />
R www.vo-raad.nl/agenda<br />
Issn 1873-1163<br />
Abonnementen Besturen en de daarbij horende<br />
scholen, die lid zijn van de VO-raad ontvangen het<br />
VO-magazine gratis. Een abonnement kost € 75,per<br />
jaar. Beëindiging van het abonnement dient<br />
schriftelijk te geschieden voor 1 juli.
ADVERTENTIE<br />
Partnerschap, als voorwaarde voor het succes<br />
In de snel veranderende onderwijswereld zijn <strong>bestuur</strong>ders en managers<br />
van onderwijsinstellingen afhankelijk van een deugdelijke administratie.<br />
Merces is gespecialiseerd op dit terrein en staat garant voor<br />
kwalitatief hoogwaardige ondersteuning op de gebieden:<br />
Salarisadministratie, Personeelsadministratie,<br />
Financiële administratie, Managementinformatie en Opleiding & Training<br />
en<br />
Ten behoeve van o.a. het Integraal Personeelsbeleid<br />
hebben wij Merces@Work.<br />
Een totaaloplossing voor P&O en salarisverwerking.<br />
Onze jarenlange ervaring gekoppeld aan een flexibele werkwijze en<br />
Moderne ICT, maakt Merces uw geschikte partner.<br />
T: 0344 648 000<br />
F: 0344 648 099<br />
CBE<br />
Impact op maat,<br />
Governance<br />
Scholenbouw<br />
CBE HR<br />
Merces BV<br />
Postbus 6277<br />
4000 HG Tiel<br />
Nederland<br />
voor duurzame veranderingen<br />
■ Overgang naar RvT-CvB model<br />
■ Besturingsaudit<br />
■ Boardroom voor <strong>bestuur</strong>ders<br />
■ Toezichtkamer voor RvT-leden<br />
p.pollen@cbe.nl w.jansen@cbe.nl<br />
■ Ontwikkeling van huisvesting scenario’s<br />
■ Projectbegeleiding<br />
■ Financieringsbemiddeling naar Gemeenten en Corporaties<br />
■ Doordecentralisatie<br />
g.schenk@cbe.nl<br />
■ Strategisch HRM<br />
■ Top Recruitment van Bestuurders, Toezichthouders en Directeuren<br />
■ Insight Assessments als selectie-instrument<br />
■ Generatiemanagement en Diversiteitsmanagement<br />
m.dewit@cbe.nl m.luyer@cbe.nl<br />
U maakt het verschil, wij bieden support<br />
adviseren, interim-management, recruitment & assessments<br />
Herengracht 250, 1016 BV Amsterdam, e.vanbueren@cbe.nl, 020-5217412<br />
info@merces.nl<br />
www.merces.nl<br />
www.cbe.nl
ADVERTENTIE<br />
Hoe ziet<br />
het volgende<br />
schooljaar<br />
eruit?<br />
FoLeTa volledig<br />
vernieuwd.<br />
FoLeTa is een programma voor Formatieplanning,<br />
Les- en Taaktoedeling. Het heeft als doel de middelen<br />
die de school ter beschikking staan op een effectieve en<br />
efficiënte wijze in te zetten. Tientallen variabelen<br />
beïnvloeden de formatie. Veel functionarissen zijn erbij<br />
betrokken. Ze leveren informatie aan, maken berekeningen<br />
en vragen om informatie. Omdat maar een enkeling<br />
het geheel overziet is de school vaak kwetsbaar.<br />
In FoLeTa zijn alle onderdelen in één database<br />
opgenomen.<br />
Demo in Utrecht op<br />
16 februari 2010.<br />
Interesse?<br />
350 scholen in het voorgezet onderwijs gebruiken<br />
FoLeTa. Daarmee is het verreweg het grootste formatieplanningsprogramma.<br />
Schrijf u in voor een demo in<br />
Utrecht (www.foleta.nl) of nodig ons uit bij u op school.<br />
T 030 634 16 83 / info@foleta.nl / www.foleta.nl
ADVERTENTIE<br />
Onderwijs Groep<br />
De IVIO Onderwijs Groep:<br />
voorloper in passend onderwijs<br />
De IVIO Onderwijs Groep bestaat uit het IVIO-Examenbureau, IVIO-Boeken en de Wereldschool.<br />
Samen bieden wij een compleet pakket voor alle ‘bijzondere’ leerlingen.<br />
Leerlingen die praktijkonderwijs volgen, door omstandigheden niet naar (een gewone) school kunnen<br />
of tijdelijk met hun ouders in het buitenland verblijven kunnen bij de IVIO Onderwijs Groep terecht.<br />
Deze leerlingen vinden hier bij hen passende examens, geïndividualiseerde onderwijsprogramma’s<br />
en lesmateriaal.<br />
Graag denken wij met u mee over een passende onderwijs oplossing voor uw leerlingen!<br />
IVIO-Examenbureau: Aantoonbaar Vaardig<br />
Jaarlijks laten duizenden leerlingen, met het IVIO diploma in de hand, zien dat ze<br />
aantoonbaar vaardig zijn. Daarmee ontvangen uw leerlingen niet alleen een waardevol<br />
diploma, maar ervaren ook hun eigen succes. Dat stimuleert en geeft vertrouwen voor<br />
verdere scholing of een plek op de arbeidsmarkt.<br />
IVIO-Examenbureau heeft grote expertise opgebouwd in het afnemen en ontwikkelen van<br />
examens in het Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs.<br />
www.ivio-examenbureau.nl<br />
IVIO-Boeken: Maak kennis met ons lesmateriaal<br />
IVIO-Boeken heeft brede kennis van lesmateriaal passend bij uw doelgroep. IVIO-<br />
Boeken vergelijkt lesmethodes voor u en adviseert wat het beste bij uw leerlingen en<br />
uw onderwijsfilosofie past. IVIO-Boeken levert lesboeken op maat; per groep/klas, per<br />
leerling, per locatie, afhankelijk van uw wensen.<br />
Ook instellingen met (deels) eigen lesmateriaal kunnen bij IVIO-Boeken terecht voor<br />
tekstredactie, didactische bewerking en productie.<br />
www.ivio-boeken.nl<br />
Wereldschool: Verreweg het beste onderwijs!<br />
De Wereldschool verzorgt geïndividualiseerd afstandsonderwijs met de programma’s van<br />
het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Kinderen die niet naar school gaan, maar<br />
ook leerlingen die op school feitelijk een ander programma zouden moeten volgen dan de<br />
school kan bieden, zijn gebaat bij het onderwijsaanbod van de Wereldschool.<br />
www.wereldschool.nl<br />
Pascallaan 71 | 8231 JN Lelystad | tel. (0320) 22 99 20 | fax. (0320) 22 99 70