Jaarverslag 2011 - Boerenbond
Jaarverslag 2011 - Boerenbond
Jaarverslag 2011 - Boerenbond
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong>
Colofon<br />
Productie en teksten: <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden, afdeling Communicatie<br />
Vormgeving: <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden, Grafische Producties<br />
Fotografie: <strong>Boerenbond</strong>, Landelijke Gilden, Trias, Mechelse Veilingen, Marco Mertens,<br />
Toon Coussement, Rien van Rijthoven, Shutterstock<br />
V.U. Sonja De Becker, Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
© BoerenBond & LandeLijke GiLden 2012 • d/2012/0728/03
<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong>
2<br />
Inhoud<br />
05 De huidige en gewenste identiteit<br />
> Onderzoek naar onze identiteit<br />
> Naar een nieuwe huisstijl<br />
> Communicatie via vele kanalen<br />
> Wat zijn de conclusies?<br />
11 Een jaar <strong>Boerenbond</strong> in actie<br />
23 Een brede dienstverlening<br />
37 Landelijke Gilden, het jaar rond<br />
52 <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden<br />
“De werking van onze organisatie zal in 2012<br />
opnieuw de inzet vragen van duizenden vrijwilligers,<br />
land- en tuinbouwers en plattelandsbewoners.”
Geachte lezer<br />
<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden zijn het jaar 2012<br />
ingestapt met een nieuwe huisstijl en nieuwe logo’s. Dit<br />
is geen esthetische verandering, maar een doordachte<br />
keuze om <strong>Boerenbond</strong> als beroepsorganisatie van<br />
boeren en tuinders en Landelijke Gilden als socioculturele<br />
plattelandsorganisatie te positioneren in het<br />
Vlaanderen van vandaag en morgen.<br />
De stem van de boer en van de plattelandsbewoner<br />
dreigt aan draagkracht te verliezen tussen de vele<br />
burgergroepen van het zogenaamde nieuwe middenveld.<br />
Als doorgewinterde middenveldorganisatie hebben we<br />
ons in <strong>2011</strong> afgevraagd waar wij voor staan en waar wij<br />
naartoe willen. Leden, bestuursleden en buitenstaanders<br />
werden bevraagd. Uit het onderzoek blijkt dat wij<br />
als land- en tuinbouworganisatie met focus op belangenbehartiging,<br />
vorming en dienstverlening ervaren<br />
worden als de verdediger bij uitstek van de belangen van<br />
alle land- en tuinbouwers. De grote, onderbouwde<br />
dossierkennis in onze werking wordt (h)erkend. De drie<br />
kernopdrachten blijven de pijlers van de beroepsgerichte<br />
werking voor land- en tuinbouw. We drukken dat uit in<br />
het logo dat als het ware een kwaliteitslabel is en<br />
symboliseert dat <strong>Boerenbond</strong> achter zijn leden staat.<br />
Landelijke Gilden richt zich naar ontmoeting en samenzijn,<br />
naar dorp en platteland met aandacht voor het hele<br />
gezin. De ervaring van het platteland, met een belangrijke<br />
plaats voor de beleving van de actieve land- en<br />
tuinbouw, staat centraal. Verder is de belangenbehartiging<br />
voor een leefbaar platteland van belang. Vlaanderen<br />
heeft nood aan een sterk plattelandsbeleid, dat aangepast<br />
is aan de noden van een sterk verstedelijkt gebied.<br />
Ons platteland is meer dan de omgeving van de steden,<br />
het heeft een eigen identiteit en nood aan een eigen<br />
beleid. We kozen voor een open logo dat het vrijetijdsgevoel<br />
en het uitnodigend karakter van de beweging<br />
visualiseert.<br />
De enquête – waarvan u een samenvatting kan lezen in<br />
het eerste deel van dit jaarverslag – toonde aan dat we<br />
twee sterke merken in huis hebben die omschreven<br />
worden als integer, betrouwbaar, open, democratisch,<br />
gericht op dialoog en communicatief naar hun leden en<br />
de ruimere maatschappij. Met de slogan ‘eenheid in<br />
verscheidenheid’ drukken we uit dat deze twee merken<br />
onder één dak wonen.<br />
De identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden is<br />
herbevestigd in een nieuwe vormgeving. Maar de kracht<br />
van onze organisatie ligt niet in een kleur of een baseline.<br />
Ze ligt in de werking die in 2012 zal gericht zijn op<br />
houvast voor de leden, rechtszekerheid voor de land- en<br />
tuinbouwondernemers, een rechtvaardig land- en<br />
tuinbouwbeleid, behoud van de voorzieningen op het<br />
platteland, verkiezing van bekwame lokale bestuurders<br />
… Deze werking zal in 2012 opnieuw de inzet vragen van<br />
duizenden vrijwilligers, land- en tuinbouwers en<br />
plattelandsbewoners. Zij zullen hun engagement ter<br />
harte nemen!<br />
Piet Vanthemsche<br />
Voorzitter<br />
3
De huidige en gewenste identiteit<br />
Op basis van een bevraging naar de identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en<br />
Landelijke Gilden werd een nieuwe huisstijl ontwikkeld.<br />
Tegelijkertijd werden ook de communicatiekanalen onderzocht.<br />
Dit onderzoek resulteerde in nieuwe ledenbladen en de keuze voor<br />
een sterk digitaal platform.<br />
5
Onderzoek naar onze identiteit<br />
Eind 2010, begin <strong>2011</strong> gebeurde er door onderzoeksbureau<br />
Memori, het onderzoeks- en expertisecentrum<br />
van Lessius Hogeschool in Mechelen, een onderzoek<br />
naar de identiteit van <strong>Boerenbond</strong>. Het bureau bevroeg<br />
bestuursleden van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden.<br />
Men onderzocht de identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en<br />
Landelijke Gilden, ook corporate DNA genoemd. Van alle<br />
respondenten was 59% bestuurslid van Landelijke Gilden,<br />
21% van de beroepsgerichte werking en 18% bestuurslid<br />
van beide. Bij de bestuursleden van de beroepsgerichte<br />
werking waren alle sectoren vertegenwoordigd.<br />
Uit de enquête kwam naar voren dat beide groepen de<br />
verbondenheid met de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong> belangrijk<br />
vinden. Dit is meer nog het geval bij de bestuursleden<br />
van Landelijke Gilden. Slechts voor een minderheid is<br />
verbondenheid tussen beide overbodig.<br />
Verder werd er gepeild naar de gewenste identiteit van<br />
<strong>Boerenbond</strong> als belangenbehartiger voor land- en<br />
tuinbouw. Daarbij stelde men onder meer volgende<br />
kenmerken voor: ‘onderbouwd’, ‘met grondige dossierkennis’,<br />
‘verdediger van de belangen van alle land- en<br />
tuinbouwers’, ‘aanwezig in politieke overlegorganen’,<br />
‘gerespecteerd door beleidsverantwoordelijken’, ‘dialoog<br />
en overleg’ en ‘mobiliserend indien nodig’. Uit de<br />
enquête bleek dat alle voorgestelde kenmerken door<br />
90% van de bestuursleden van <strong>Boerenbond</strong> als ‘belangrijk’<br />
werd beschouwd.<br />
Worden deze kenmerken nu reeds gerealiseerd? Op deze<br />
vraag scoorde het aspect ‘onderbouwd, met grondige<br />
dossierkennis’ beduidend goed. 96% vindt dat <strong>Boerenbond</strong><br />
hieraan voldoet. De grootste kloof tussen het<br />
huidige en het gewenste imago ligt bij ‘gerespecteerd<br />
door beleidsverantwoordelijken’, ‘waakzaam’ en ‘verdediger<br />
van de belangen van àlle land- en tuinbouwers’.<br />
Ook voor het dienstbetoon en het aanbieden van vorming<br />
deed men deze oefening. Voorgestelde kenmerken waren<br />
hier onder meer ‘een organisatie die naar en met zijn<br />
leden communiceert’, ‘gericht op de echte noden van zijn<br />
leden’ en ‘onderbouwd en deskundig’. Voor deze drie<br />
kenmerken werden de beste scores opgetekend.<br />
Drie kenmerken scoorden minder goed, namelijk<br />
‘sensibiliserend’, ‘gericht op de echte noden van zijn<br />
leden’ en ‘servicegericht en ondersteunend’.<br />
6<br />
Aan de bestuursleden Landelijke Gilden werd gevraagd<br />
om van veertien gewenste kenmerken de tien belangrijkste<br />
aan te duiden. In de lijst werden onder meer<br />
‘verdediger van de belangen van het platteland’,<br />
‘ontmoetingsplaats tussen landbouwer en plattelander’,<br />
‘aantrekkelijk voor jongeren’, ‘voldoende gekend in de<br />
dorpsgemeenschap’, ‘gericht op sociale samenhang in<br />
het dorp’ en ‘gezinsgericht’ opgenomen. Alle kenmerken<br />
werden (zeer) belangrijk bevonden, behalve ‘aanwezig in<br />
politieke overlegorganen’, ‘sociaal, in de zin van aandacht<br />
voor kwetsbare groepen’ en ‘oproepend tot<br />
politiek-maatschappelijke actie’.<br />
Worden deze kenmerken nu al gerealiseerd? De kloof<br />
tussen de gewenste en de huidige identiteit was het<br />
grootst voor ‘aantrekkelijk voor jongeren’, ‘gerespecteerd<br />
door beleidsverantwoordelijken’ en ‘voldoende<br />
gekend in het dorp’.<br />
Naast de werking voor de land- en tuinbouw en de<br />
werking van Landelijke Gilden werd er gepeild naar de<br />
kenmerken van de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong>. Van de aspecten<br />
die als gewenst werden voorgesteld, voelden de<br />
respondenten het meest voor ‘integer, betrouwbaar’. Alle<br />
voorgestelde kenmerken kregen de score ‘belangrijk’.<br />
Dit geldt niet voor ‘ethisch’ en ‘christelijk geïnspireerd’.<br />
De meerderheid van de respondenten (90%) vindt dat<br />
<strong>Boerenbond</strong> ‘integer en betrouwbaar’ is. De grootste<br />
kloof tussen het gewenste en het huidige imago was er<br />
bij ‘open en transparant’. Bij het aspect ‘christelijk<br />
geïnspireerd’ was het gemiddeld belang dat men eraan<br />
hecht kleiner dan de gemiddelde tevredenheid.
Naar een nieuwe huisstijl<br />
Op basis van de resultaten van het corporate DNA-onder-<br />
zoek gaf <strong>Boerenbond</strong> aan het Antwerpse communicatiebureau<br />
LDV de opdracht om voor <strong>Boerenbond</strong>, Landelijke<br />
Gilden en de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong> een nieuwe huisstijl te<br />
ontwerpen. <strong>Boerenbond</strong> omschreef de opdracht als<br />
volgt: “De huisstijl moet de eigenheid en de eigenschappen<br />
van de drie delen respecteren, maar tegelijk moet<br />
ook duidelijk zijn dat ze samen horen.”<br />
De enquête toonde aan dat er twee sterke merken zijn:<br />
<strong>Boerenbond</strong> als beroepsorganisatie en Landelijke Gilden<br />
als socioculturele organisatie. Het huisstijlbureau<br />
ontwierp voor beide een nieuw logo en bijhorende<br />
huisstijl. Het nieuwe logo moet visualiseren wat <strong>Boerenbond</strong><br />
en Landelijke Gilden zijn, wie ze zijn en waar ze<br />
voor staan. Tegelijkertijd werd beslist om beide huismerken<br />
in de toekomst meer identiteit te geven, terwijl<br />
ze toch onder hetzelfde dak wonen. Als beide merken<br />
samen naar buiten komen, dan zal dat onder de koepelnaam<br />
<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden gebeuren, met<br />
beide logo’s op een grijze achtergrond.<br />
De bond staat achter de boeren<br />
<strong>Boerenbond</strong> bundelt de werking voor land- en tuinbouwers.<br />
Kernopdrachten blijven belangenverdediging,<br />
vorming en dienstverlening. Het logo stelt een kwaliteitslabel<br />
voor waarin de B van ‘Bond’ als een schaduw<br />
achter de B van ‘Boeren’ staat. De bond staat dus – zowel<br />
letterlijk als figuurlijk – achter zijn boeren, zoals de<br />
boeren centraal staan, maar steeds op steun van de<br />
organisatie kunnen rekenen. De donkergroene basiskleur<br />
drukt ernst uit. Enkel als <strong>Boerenbond</strong> op straat<br />
komt om actie te voeren, zal er gebruik worden gemaakt<br />
van de meer opvallende blauwe kleur. ‘Trouw aan<br />
land- en tuinbouw’ wordt de nieuwe slogan.<br />
De logo’s van AVBS en van het Innovatiesteunpunt<br />
bevatten een duidelijke, visuele link naar dat van<br />
<strong>Boerenbond</strong>. De kleur van het Innovatiesteunpunt wordt<br />
paars, terwijl het AVBS groen behoudt. Beiden krijgen<br />
ook een eigen slogan. Voor het Innovatiesteunpunt wordt<br />
dat ‘De toekomst begint vandaag’ en voor het AVBS<br />
‘De sierteelt- en groenfederatie’.<br />
Altijd iets te beleven<br />
Landelijke Gilden bundelt het socioculturele werk, maar<br />
ook de syndicale dossiers die het platteland als samenleving<br />
aanbelangen. Er werd gekozen voor een terracottakleur,<br />
een warme kleur die de actieve ontspanning<br />
symboliseert. Het ‘open logo’ verwijst naar het vrijetijdsgevoel<br />
en het uitnodigende karakter van de beweging.<br />
De kerktoren legt de link naar het dorp dat centraal staat<br />
in de werking. De baseline wordt ‘Samen beleef je meer’.<br />
Vermits Plattelandsklassen vzw ook onder Landelijke<br />
Gilden ressorteert krijgt deze entiteit een nieuw maar<br />
verwant logo, met als baseline ‘Altijd iets te beleven’.<br />
Wie alle logo’s naast elkaar legt, merkt dat er gekozen<br />
werd voor eenheid in verscheidenheid. Niet enkel de<br />
logo’s wekken dit gevoel op, uiteraard ook de werking<br />
zelf. Om het met een vergelijking te zeggen, ieder kind<br />
heeft zijn eigen karakter, maar maakt deel uit van de<br />
grote familie <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden.<br />
7
Communicatie via vele kanalen<br />
We leven in een maatschappij waarin communicatie<br />
centraal staat, daar is iedereen het<br />
wellicht over eens. Daarom wil <strong>Boerenbond</strong>,<br />
nog meer en beter dan vroeger, met zijn leden 3%<br />
13%<br />
communiceren. Dit moet gebeuren via een<br />
efficiënte en toekomstgerichte mix van mediakanalen.<br />
Om de juiste communicatiemiddelen<br />
te kunnen aanwenden was het nodig om inzicht<br />
13%<br />
te krijgen in het aantal mensen dat men<br />
bereikt, in het gebruik en de waardering van de<br />
huidige communicatiekanalen van <strong>Boerenbond</strong>.<br />
Aan Memori werd daarom eveneens gevraagd<br />
een zogenaamd multichannelonderzoek 12% uit te<br />
voeren en aanbevelingen te doen met betrekking<br />
tot de communicatie in de toekomst.<br />
Dit onderzoek gebeurde in het voorjaar door<br />
middel van een grootschalige enquête onder<br />
3500 lezers van Boer&Tuinder, die via een 8%<br />
systematische steekproef geselecteerd werden.<br />
Om betrouwbare resultaten te verkrijgen moesten<br />
alle sectoren en provincies voldoende<br />
vertegenwoordigd zijn (zie grafieken). Opmerkelijk<br />
was dat één op vier respondenten 21%<br />
bestuurslid van <strong>Boerenbond</strong> of Landelijke<br />
Gilden was. De gemiddelde leeftijd van de<br />
respondenten bedroeg 53,5 jaar, 14% was op<br />
het moment van de enquête 40 jaar of jonger.<br />
8<br />
10%<br />
15%<br />
5%<br />
16%<br />
8%<br />
4% 3%<br />
13%<br />
2%<br />
21%<br />
10%<br />
15%<br />
Verdeling respondenten<br />
12%<br />
8%<br />
13%<br />
5%<br />
8%<br />
16%<br />
3%<br />
2%<br />
4% 3%<br />
59%<br />
26%<br />
21%<br />
61%<br />
26%<br />
21%<br />
59%<br />
Aantal jaren lidmaatschap<br />
61%<br />
Landbouwers in hoofdberoep<br />
Landbouwers in hoofdberoep<br />
Landbouwers in bijberoep<br />
Landbouwers Gepensioneerde in bijberoep boeren<br />
Niet-landbouwer<br />
Gepensioneerde boeren<br />
Geen antwoord<br />
Niet-landbouwer<br />
Geen antwoord<br />
Meer dan 20 jaar<br />
Meer dan 20 jaar<br />
Tussen 11 en 20 jaar<br />
Tussen 11 en 20 jaar<br />
Tussen 6 6 en en 10 jaar 10 jaar<br />
5 jaar of minder<br />
5 jaar of minder<br />
Geen antwoord<br />
Geen antwoord<br />
Onderverdeling naar sectoren<br />
Akkerbouw<br />
Akkerbouw<br />
Melkvee Melkvee<br />
Vleesvee en kalveren<br />
Vleesvee en kalveren<br />
Varkens<br />
Varkens<br />
Groenten<br />
Groenten Fruit<br />
Pluimvee<br />
Fruit<br />
Sierteelt<br />
Pluimvee<br />
Sierteelt
Ledenbladen<br />
Uit het onderzoek bleek dat de meeste respondenten het<br />
ledenblad Boer&Tuinder wekelijks doornemen. Hiervan<br />
leest 14% het blad volledig, terwijl 73% vooral bepaalde<br />
artikels selecteert volgens zijn of haar interesse. Van<br />
alle respondenten vindt 98% het ledenblad betrouwbaar.<br />
Ook het feit dat het syndicale standpunt van de organisatie<br />
vertolkt wordt, is voor 92% van de geënquêteerden<br />
zeer belangrijk. Duiding over de ontwikkelingen in de<br />
eigen sector worden meest gelezen, gevolgd door<br />
marktberichten en bedrijfsreportages. Ook de tweewekelijkse<br />
vakbladen zijn een betrouwbare informatiebron.<br />
Ze liggen goed in de markt en zijn een waardevolle<br />
aanvulling bij het syndicale nieuws in Boer&Tuinder.<br />
Internetgebruik<br />
Zeer opvallend is dat 80% over een vaste computer of<br />
een laptop beschikt met toegang tot het internet. De<br />
gepensioneerde landbouwers zijn het minst online. Het<br />
percentage respondenten dat voor zijn internetgebruik<br />
afhankelijk is van vrienden of familie of van een<br />
computer op een openbare plaats, is zeer klein. Het<br />
internet wordt vooral gebruikt voor e-banking, het<br />
opzoeken van informatie, e-mailen, administratie,<br />
het volgen van de actualiteit en het online kopen<br />
en verkopen van goederen en diensten. De<br />
websites van de Vlaamse Landmaatschappij,<br />
<strong>Boerenbond</strong> en Vilt worden het meest<br />
bezocht. Toch raadpleegt slechts 26%<br />
frequent de <strong>Boerenbond</strong>website. Bijna 60%<br />
van de internetgebruikers is geabonneerd op<br />
een of meerdere digitale nieuwsbrieven van <strong>Boerenbond</strong>.<br />
Van de anderen zegt de meerderheid niet te weten dat de<br />
organisatie dit aanbod heeft. Hoewel de geschreven<br />
media de voorkeur genieten, verwachten veel leden<br />
extra informatie via het web. Het internet laat toe om<br />
sneller en anders te communiceren. Het is geen<br />
concurrentie, maar een aanvulling bij de gewone<br />
ledenbladen.<br />
Al is het internet zeer goed ingeburgerd, het beperkte<br />
gebruik van sociaalnetwerksites als Facebook en Twitter<br />
valt op. Slechts 16% van de leden die online actief zijn,<br />
zegt deze websites te bezoeken. Bij de leden die jonger<br />
zijn dan 40 jaar ligt het gebruik wel hoger, maar toch<br />
beduidend lager dan het Vlaams gemiddelde. Ook<br />
opvallend is dat 90% van de respondenten het internet<br />
een betrouwbare informatiebron<br />
vindt. Toch zegt 26%<br />
dat het moeilijk is om<br />
op de informatiesnelweg<br />
de gewenste<br />
info te vinden.<br />
9
Wat zijn de conclusies?<br />
Nieuwe ledenbladen<br />
Het ledenblad Boer&Tuinder wordt sterk gewaardeerd en<br />
zeer intensief gelezen. Het blad vertolkt het <strong>Boerenbond</strong>standpunt<br />
en dat moet volgens de onderzoekers<br />
van Memori in de toekomst zo blijven. Er is ruimte voor<br />
optimalisatie, maar dan gaat het vooral om kleine<br />
aandachtspunten. Boer&Tuinder is actueel, inhoudelijk<br />
sterk, vormelijk toegankelijk en aantrekkelijk en in<br />
eerste instantie bedoeld voor de leden-land- en<br />
tuinbouwers.<br />
De vier onderzochte vakbladen – landbouw&Techniek,<br />
verbondsnieuws, proeftuinnieuws en fruitteelnieuws –<br />
kunnen rekenen op een trouw lezerspubliek. Ze hebben<br />
een gelijkaardig profiel en sommige bladen leunen vrij<br />
dicht bij elkaar aan. Daarom stelt Memori voor om het<br />
aantal titels te beperken. Daarbij is het belangrijk dat<br />
alle sectoren voldoende relevante informatie blijven<br />
krijgen. Omdat <strong>Boerenbond</strong> een betrouwbaar imago<br />
heeft, moet het voor de lezer duidelijk zijn dat deze<br />
vakbladen van de organisatie afkomstig zijn.<br />
Digitale aanpak<br />
Eén van de aandachtspunten<br />
voor de toekomst is de uitbouw<br />
van een sterk digitaal platform.<br />
© BOERENBOND<br />
De meeste leden hebben<br />
KLACHTEN RESTSTIKSTOF<br />
Naar aanleiding van heel wat klachten van leden blijkt dat de opeenvolging van een lang en droog<br />
– als reactie op een interne oproep – vroeg voorzit- voorjaar met weinig gewasgroei, de natte zomer en<br />
ter Vanthemsche formeel aan minister Schauvliege het zeer warme najaar met veel mineralisatie duide-<br />
om rekening te houden met deze problemen bij het lijk hogere resultaten veroorzaakt bij bepaalde teel-<br />
opleggen van begeleidingsmaatregelen. De klachten, die niet te wijten zijn aan foutief bemestingsgeten<br />
hebben betrekking op Agrolab, in verband met drag van de boer. We hebben aan de minister ge-<br />
toegang tot het internet en<br />
de voorafgaande kennisgeving, het niet nakomen vraagd om ook hiermee rekening te houden. Het kan<br />
van gemaakte afspraken en afwijkende resultaten. immers niet dat boeren onterecht zware begelei-<br />
Deze afwijkende resultaten bewijzen trouwens de dingsmaatregelen opgelegd krijgen als ze zelf niet<br />
noodzaak van referentiepercelen, waarmee het de oorzaak zijn van een minder goed resultaat.<br />
CVBB nog dit jaar zal starten.<br />
Ten slotte vragen we maatregelen om een correcte<br />
Het betreft voorvallen die het vertrouwen in het sys- voorafgaande kennisgeving en uitvoering van de<br />
teem aantasten, niet het minst omdat Agrolab het staalname in de toekomst te garanderen en zo het<br />
hebben er vertrouwen in als<br />
grootste aandeel in de staalnames had. Bovendien vertrouwen in de aanpak te versterken. ■<br />
NIEUWE MEST-<br />
CAMPAGNE<br />
Van woensdag 22 tot vrijdag 24 februari<br />
(telkens van 12 tot 21 uur) vindt de der-<br />
informatiekanaal. Omdat uit de<br />
KAN STARTEN<br />
Afgelopen week eindigde het<br />
uitrijverbod voor dierlijke mest.<br />
de editie van de Agridagen plaats, op de<br />
terreinen van de KHK-Campus in Geel.<br />
Het hoofdthema van deze vakbeurs voor<br />
de intensieve veehouderij en de energiesector<br />
is dit keer ‘Grensverleggend<br />
Waar de vorst voldoende uit de ondernemen & energie’. Elke dag wordt via een seminarie een andere<br />
grond is, kan dus het dierlijke- sector in de kijker gezet (pluimvee, varkens en rundvee). Ook Boerenmestgebruik<br />
starten. We staan bond is aanwezig. Kom langs in tent B, stand 103, vervolledig er je le-<br />
enquête blijkt dat de meeste<br />
leden het liefst informatie op<br />
papier ontvangen, wordt een<br />
stil bij enkele aspecten van de<br />
wetgeving die dit jaar wijzigen of<br />
belangrijk zijn. > PAG. 7<br />
denfiche en krijg een presentje mee naar huis. Met een dossier in deze<br />
Boer&Tuinder kan je je bezoek aan de beurs voorbereiden. > PAG.23–28<br />
crossmediale aanpak (persoonlijke aanpak via verschillende<br />
media) voorgesteld. De gedrukte media moeten de<br />
leden ertoe aanzetten de website te bezoeken en op zoek<br />
te gaan naar meer informatie over een bepaald onderwerp.<br />
Hierbij moet de website meer zijn dan een digitale<br />
versie van Boer&Tuinder en de vakbladen. Het internet<br />
biedt de mogelijkheid om korter op de bal te spelen. Ook<br />
‘informatie op maat’ is makkelijk te realiseren via de<br />
10<br />
Nr. 07<br />
17 februari 2012<br />
jaargang 118<br />
WEEKBLAD VOOR LEDEN<br />
VAN BOERENBOND<br />
HOOFDBESTUUR PAG. 5<br />
VAKGROEP PLUIMVEE PAG. 6<br />
Boer&Tuinder<br />
MARKTEN PAG. 17 TOT 19<br />
STUDIEDAG VARKENS PAG. 12<br />
DIENSTBETOON PAG. 38<br />
BEWEGINGSNIEUWS PAG. 40 TOT 45<br />
Dialoogdagen voor<br />
de paardenhouderij<br />
Minister-president Kris Peeters lichtte zijn beleidsplan<br />
voor de paardenhouderij toe. Naar het beproefde<br />
recept worden weer dialoogdagen georganiseerd,<br />
rond thema’s met zowel knelpunten als kansen:<br />
promotie van onze Vlaamse sportpaarden,<br />
transport en kwaliteitsbevordering in pensionstallen<br />
en maneges. > PAG.21<br />
Handel in bio<br />
De EU en de VS hebben een<br />
‘vrijhandelsakkoord’ gesloten<br />
voor biologische landbouwen<br />
voedingsproducten. Beide<br />
biogrootmachten erkennen<br />
elkaars normen, controles en etikettering. Toch blijven<br />
er verschillen. Zal de EU overspoeld worden<br />
met Amerikaanse bioproducten? > PAG.4<br />
© WWW.FORTHELOVEOFCHOCOLATE.NE<br />
Cacaobonen om dromen<br />
waar te maken<br />
Congolese boeren produceren allerlei gewassen die<br />
ze zelf ook opeten, maar ze rekenen op de cacaoboon<br />
om hun levensdromen waar te maken. Door de kwaliteit<br />
van de cacao te verbeteren en de volgende<br />
schakels van het productieproces in eigen handen<br />
te nemen, verdienen ze bijvoorbeeld genoeg om hun<br />
kinderen naar school te kunnen laten gaan. > PAG. 14<br />
website die het mogelijk maakt om de info te personaliseren<br />
waarbij de bezoeker zelf aangeeft over welke<br />
onderwerpen hij wel of niet wenst te lezen of info te<br />
ontvangen. Hierbij stelt Memori een algemeen gedeelte<br />
voor met strategische informatie en een afgeschermd<br />
ledengedeelte dat eenvoudig te bereiken is.<br />
Uitdagingen<br />
<strong>Boerenbond</strong> staat voor grote uitdagingen. Op 1 januari<br />
2012 werd de nieuwe ledenstructuur van kracht waarbij<br />
nog alleen leden in hoofd- en in bijberoep opgenomen<br />
zijn. Het onderscheid tussen ‘met’ en ‘zonder specialistenbijdrage’<br />
werd afgeschaft.<br />
Op 1 januari 2012 kreeg Boer&Tuinder een andere<br />
lay-out, die aanleunt bij de nieuwe huisstijl.<br />
landbouw&Techniek werd omgedoopt in management&<br />
Techniek. Het blad werd volledig in het nieuw gestoken<br />
en neemt voortaan ook de sectoren glasgroenten en fruit<br />
op. Het valt nu in de bus bij alle <strong>Boerenbond</strong>leden;<br />
de leden van het AVBS krijgen sinds begin 2012<br />
het nieuwe blad sierteelt&groen voorziening,<br />
de opvolger van verbondsnieuws.<br />
Er zal werk gemaakt worden om de link met het internet<br />
te versterken en elektronische nieuwsbrieven te integreren.<br />
Verder zal ook de geschreven informatie geïntegreerd<br />
worden in een multimediaal gebeuren. Daarbij<br />
mag de toegankelijkheid niet uit het oog verloren<br />
worden.
Een jaar <strong>Boerenbond</strong> in actie<br />
In de syndicale werking van <strong>Boerenbond</strong> waren in <strong>2011</strong> een bijna<br />
onuitputtelijke reeks dossiers op plaatselijk, regionaal, Vlaams,<br />
federaal, Europees en zelfs mondiaal vlak aan de orde. Per seizoen<br />
komen enkele dossiers aan bod die hun stempel drukten of die nog<br />
volop actueel zijn.<br />
11
Crisis in de varkenshouderij<br />
Januari stond grotendeels in het teken van de crisis in de<br />
varkenshouderij. <strong>Boerenbond</strong> wilde actief zijn op drie<br />
domeinen:<br />
> bedrijven in nood zo goed mogelijk helpen en bijstaan;<br />
> zicht krijgen op de marktwerking en de toekomst van<br />
onze varkenssector;<br />
> goed communiceren over de rol van slachthuizen,<br />
verwerkers en retailers, over de evolutie van de<br />
prijzen en de grondstoffen- en voederprijzen.<br />
Van bij het begin van de varkenscrisis dreef <strong>Boerenbond</strong><br />
de doorstroming van informatie drastisch op. Via een<br />
‘kort crisisbericht’ werden de leden-varkenshouders op<br />
de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen.<br />
Op de website kon men actief deelnemen aan het ‘Forum<br />
Varkenshouderij’.<br />
Tijdens Agriflanders, de Vlaamse land- en tuinbouwbeurs,<br />
liep een petitie-actie en was er een actualiteitendebat<br />
met de varkenshouders en de rest van de keten<br />
(Bemefa, FEBEV, Comeos en Ter Beke). Na de spectaculaire<br />
en dramatische prijsval in Duitsland volgden er<br />
drukke contacten van de <strong>Boerenbond</strong>voorzitter met de<br />
12<br />
Winter<br />
Vlaamse en Nederlandse ministers van Landbouw en<br />
met landbouworganisaties in Vlaanderen, Nederland,<br />
Frankrijk, Duitsland en Denemarken. Met het oog op de<br />
verdere aanpak van de crisis stelde de Bondsraad van de<br />
<strong>Boerenbond</strong> dat de banken correct krediet moeten<br />
verlenen en de voederleverancier correct voeder.<br />
Belangenvermenging van deze twee kan zeer nefast zijn<br />
voor de sector op lange termijn.<br />
Eind januari was er eindelijk een lichtpunt. De ministers<br />
van Landbouw van de 27 europese lidstaten beslisten om<br />
over te gaan tot de private opslag van varkensvlees om<br />
de negatieve prijsspiraal te doorbreken. Verder besliste<br />
de Landbouwraad om de al lang aangekondigde ‘high<br />
level’-groep voor varkensvlees versneld te activeren. Op<br />
Europees niveau moesten experts aanbevelingen doen<br />
die meegenomen konden worden in de hervorming van<br />
het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.<br />
JANUARI <strong>2011</strong> 'HET KAN<br />
NIET DAT KATTENVOER<br />
DUURDER IS DAN ONS<br />
VARKENSVLEES.’
Het nieuwe Mestactieplan<br />
Op 10 februari vernamen de landbouworganisaties bij<br />
minister Schauvliege het resultaat van de onderhandeling<br />
met Europa rond het nieuwe Mestactieplan. Het<br />
draaide uit op een grote ontgoocheling.<br />
<strong>Boerenbond</strong> had in de onderhandeling met<br />
de overheid zijn verantwoordelijkheid<br />
genomen en meegedacht over haalbare,<br />
maar verantwoorde bemestingsnormen.<br />
Van januari tot november 2010 zat de<br />
organisatie rond de tafel tijdens harde<br />
maar faire onderhandelingen. De Vlaamse<br />
overheid verzekerde dat het voorstel dat op<br />
tafel lag goed onderbouwd en verdedigbaar<br />
was. Maar daarvan bleek na discussie met<br />
Europa niets over te blijven. Het resultaat<br />
was een diepe vertrouwensbreuk tussen de<br />
Vlaamse overheid en de land- en tuinbouw.<br />
Er heerste moedeloosheid en frustratie.<br />
Midden februari organiseerde <strong>Boerenbond</strong> in<br />
elke provincie syndicale overlegvergaderingen waar de<br />
eisenbundel rond het Mestactieplan besproken werd. In<br />
die week werden ook de CD&V-ministers uit de Vlaamse<br />
regering in hun thuisprovincie bezocht door een<br />
<strong>Boerenbond</strong> delegatie. In zijn eisenbundel beklemtoonde<br />
<strong>Boerenbond</strong> dat het toekomstig Mestactieplan niet zou<br />
kunnen zonder derogatie (derogatie laat toe dat bedrijven,<br />
onder strikte voorwaarden, meer dierlijke mest<br />
kunnen opbrengen dan de maximaal toegelaten<br />
bemestingsnorm), flankerende maatregelen,<br />
administratieve vereenvoudiging, goede bemestingsadviezen,<br />
betere opvolging van nitraatresidu’s en van het<br />
meetnetwerk en een efficiënt en effectief controlebeleid.<br />
<strong>Boerenbond</strong> vond dat de consultatieronde maximaal<br />
gebruikt moest worden om het nieuwe Mestdecreet bij<br />
te sturen en af te stemmen op de Vlaamse bedrijfsvoering.<br />
Tegelijkertijd moest de organisatie ook blijven<br />
herhalen dat er nood is aan een beter beleid. Er moet in<br />
de Mestbank een duidelijke scheiding komen tussen de<br />
controle- en de begeleidende diensten. De bemestingsnormen<br />
en de berekeningswijze van het nieuwe Mestactieplan<br />
kwamen uitvoerig aan bod in Boer&Tuinder.<br />
In een poging om de leden hierbij te helpen, ontwikkelde<br />
<strong>Boerenbond</strong> een rekenprogramma.<br />
FEBRUARI-MAART <strong>2011</strong><br />
‘FLANKERENDE MAATREGELEN<br />
MOETEN DE KNELPUNTEN EN<br />
DE INVULLING VAN HET MEST-<br />
ACTIEPLAN HELPEN OPVANGEN.’<br />
Begin maart gaf minister-president Kris Peeters in het<br />
Vlaams Parlement een eerste politiek antwoord op onze<br />
kritiek en verzuchtingen. Hij gaf zes principes aan voor<br />
het flankerend beleid:<br />
> strikte scheiding van beleid, controle en begeleiding;<br />
> bijkomende middelen voor waterkwaliteitsgroepen;<br />
> een grotere rol en meer middelen voor de praktijkcentra;<br />
> een efficiënter en doelgericht controlebeleid;<br />
> maximaal gebruik van het e-loket voor administratieve<br />
vereenvoudiging;<br />
> bijkomende middelen voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds<br />
(VLIF) voor mestopslag en mestscheiding.<br />
13
Eind maart kreeg minister Schauvliege van Europa een<br />
akkoord over de bemestingsnormen voor <strong>2011</strong>. <strong>Boerenbond</strong><br />
verkreeg dat er aanvullende normen zouden zijn<br />
voor de combinaties van landbouwteelten en groenten in<br />
eenzelfde jaar. Ook voor de sierteelt lagen er betere<br />
normen voor. Toch bleven er pijnpunten over. Ministerpresident<br />
Kris Peeters erkende de nood aan flankerende<br />
maatregelen die de knelpunten en de invulling invulling van het<br />
Mestactieplan zouden helpen opvangen:<br />
> hervorming van de VLM en de Mestbank;<br />
> hervorming van het mestbeleid;<br />
> inzet van praktijkcentra in begeleiding en<br />
bijkomend onderzoek;<br />
> bijkomende VLIF-steun voor extra mestopslag,<br />
opslag van dunne fractie en kleinschalige<br />
mestverwerking;<br />
> aanvullend onderzoek op meerdere vlakken.<br />
De derogatie was een belangrijke en noodzakelijke<br />
aanvulling op het voorliggende Mestactie-<br />
plan. Een onderzoek van van de Bodemkundige Dienst<br />
van België bevestigde de vraag naar derogatie.<br />
Er was immers geen significant verschil in<br />
stik stofresidu meetbaar tussen de percelen mét<br />
en zonder derogatie.<br />
Op 29 maart organiseerde de commissie Leefmilieu van<br />
het Vlaams Parlement een hoorzitting over het geplande<br />
Mestactieplan. <strong>Boerenbond</strong> en ABS brachten er een<br />
gemeenschappelijke kritiek en visie. Ook de milieubewegingen<br />
(Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt) kwamen<br />
aan het woord. Het viel op dat zij een stuk van de<br />
landbouwkritiek deelden en pleitten voor evenwichtige<br />
oplossingen.<br />
Op 5 april keurden de meerderheidspartijen in de<br />
commissie Leefmilieu het voorstel van decreet goed.<br />
Deze timing was heel belangrijk om tijdig de plenaire<br />
stemming in het parlement te realiseren, zodat men half<br />
mei kon voldoen aan de Europese voorwaarden. Het<br />
Vlaams Parlement bevestigde ongewijzigd het nieuwe<br />
Mestdecreet en op 17 mei keurde het eU-nitraatcomité<br />
het Vlaamse verzoek tot derogatie goed.<br />
Als het huidige Mestactieplan iets geleerd heeft, dan is<br />
het dat er nu moet begonnen worden met de voorbereidingen<br />
van een volgend Mestactieplan. Meer onderzoek,<br />
evaluatie en aanpassing van het meetnetwerk en<br />
evaluatie en bijsturing van de werking van de Mestbank,<br />
14<br />
op het vlak van controle zowel als begeleiding, zijn nodig.<br />
Daarnaast moet er werk gemaakt worden van de<br />
oprichting en realisatie van waterkwaliteitsgroepen. Ook<br />
de rapportering van Vlaanderen aan de EU moet<br />
gestroomlijnd worden. Bij dit alles eist <strong>Boerenbond</strong><br />
betrokkenheid.<br />
Lente<br />
<strong>Boerenbond</strong> deelt meubels uit<br />
Als een woonwinkelketen kan stunten met maaltijden,<br />
kunnen de boeren stunten met meubels. Om het<br />
ongenoegen van de landbouwsector kracht bij te zetten,<br />
trok <strong>Boerenbond</strong> op 10 april naar IKEA-Zaventem met<br />
een lading spiksplinternieuwe meubelen. Het was een<br />
uitgebreid assortiment kastjes, zetels, stoelen en<br />
bedden. Toen de actie begon, waren er ongeveer 200<br />
mensen die hoopten iets mee te pikken. Ontgoocheling<br />
was te lezen op de gezichten toen voorzitter Piet<br />
Vanthemsche aankondigde dat het om speelgoedmeubelen<br />
ging. Hij vroeg en kreeg begrip voor de <strong>Boerenbond</strong>stunt<br />
en duidde het opzet. Als IKEA stunt met maaltijden<br />
voor 2,5 euro, dan kan dat enkel omdat boeren onvoldoende<br />
betaald worden. In een pamflet werd uitgelegd<br />
dat een rundveehouder ongeveer 1460 dagen nodig heeft
APRIL <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />
BLIJFT BEKLEMTONEN DAT<br />
ONS BETAALBARE EN<br />
KWALITEITS VOLLE PRODUCT<br />
NIET DIENT OM TE STUNTEN,<br />
MAAR OM DE BEVOLKING<br />
TE VOEDEN.'<br />
om een kalf tot slachtrijp rund te brengen. De akkerbouwer<br />
zorgt 270 dagen lang voor de aardappelen en<br />
bewaart ze daarna maandenlang voor ze verwerkt<br />
worden tot diepvriesfriet. Een teler is 49 dagen in de<br />
weer voor een krop sla en tomaten oogsten kan pas na<br />
56 dagen. Kortom, aan de IKEA-lunch gaan minstens<br />
1835 dagen van land- en tuinbouwactiviteit vooraf. krijgt<br />
de boer dan loon naar werken?<br />
<strong>Boerenbond</strong> blijft beklemtonen dat betaalbaar en<br />
kwaliteitsvolle land- en tuinbouwproducten niet dienen<br />
om te stunten, maar om de bevolking te voeden. Door de<br />
IKEA-acties dreigen mensen alle respect voor voeding te<br />
verliezen. De voedselprijs is structureel te laag, waardoor<br />
de marges voor de boer niet kunnen groeien, al is<br />
dat broodnodig om de voedselzekerheid in Europa te<br />
blijven garanderen. Trouwens, voedselprijzen zijn al erg<br />
lang veel te laag, waardoor de land- en tuinbouwers –<br />
maar ook de voedingsindustrie – de (gestegen) kosten<br />
niet meer kunnen doorrekenen en geen eerlijke winst<br />
kunnen boeken om hun bedrijven rendabel te houden.<br />
Dat bedreigt de economische duurzaamheid van de<br />
voedselproductie. Alle sectoren van de landbouw- en<br />
voedselketen beraden zich samen over het goed functioneren<br />
van de voedselketen, op basis van een eerlijke<br />
prijsvorming, met aandacht voor betaalbare prijzen voor<br />
de consument.<br />
IKEA besmeurt met zijn actie het imago van de horeca en<br />
ondermijnt zijn geloofwaardigheid. Op lange termijn<br />
brengt het meubelbedrijf de Europese voedselzekerheid<br />
in het gedrang en ondermijnt het elke inspanning op het<br />
vlak van verduurzaming van de agrovoedingssector.<br />
Het weer doet wat het wil<br />
In het voorjaar leek het weer wat in de war, niet enkel in<br />
Europa, maar ook in andere delen van de wereld. Terwijl<br />
Zuid-Europa geconfronteerd werd met een heel laat<br />
voorjaar met koud en regenachtig weer, was bij ons het<br />
voorjaar bijzonder droog en vroeg. Het eerste slachtoffer<br />
van deze situatie was de groentesector want de verschuiving<br />
van de seizoenen creëerde een overlapping<br />
van de leveringsperiodes vanuit het buitenland en uit<br />
eigen land. Dit lag mee aan de basis van een tijdelijk<br />
overaanbod op de markt en bijgevolg van uitzonderlijk<br />
lage prijzen voor allerlei groentesoorten, in het bijzonder<br />
voor sla.<br />
Eind mei begon de aanhoudende droogte echt zorgen te<br />
baren in de polders, de zandstreken in het noorden van<br />
Antwerpen en het noorden van Limburg. Ook elders<br />
MEI <strong>2011</strong> 'DE AANHOUDENDE<br />
DROOGTE BEGON ECHT<br />
ZORGEN TE BAREN IN<br />
MEERDERE STREKEN<br />
VAN VLAANDEREN.'<br />
15
lieten de gevolgen van de droogte zich voelen. <strong>Boerenbond</strong><br />
volgde de situatie op de voet. Na een eerste<br />
evaluatie richtte de organisatie een brief aan minister<br />
van Landbouw Kris Peeters om de aandacht te vestigen<br />
op de problemen. De organisatie vroeg om bij veldcontroles<br />
op de naleving van de verplichtingen aangaande<br />
de bedrijfstoeslag en de agromilieumaatregelen<br />
rekening te houden met de droogte. In het kader van de<br />
randvoorwaarden rond teeltrotatie bij aardappelen<br />
moeten primeuraardappelen voor 20 juni gerooid zijn,<br />
maar door de droogte was er onvoldoende knolvorming.<br />
Heel wat landbouwers meldden problemen met de<br />
mechanische onkruidbestrijding aangezien de machines<br />
niet in de grond geraakten. Voor derogatiebedrijven was<br />
het niet evident om grasland vóór 31 mei opnieuw in te<br />
zaaien. Ook de verplichte aanwending van twee derde<br />
drijfmest vóór 31 mei was een probleem. Gezien de<br />
droogte kon die niet emissiearm toegediend worden,<br />
met risico op verbranding van de graszode. In het kader<br />
van controles op de derogatievoorwaarden verwachtte<br />
<strong>Boerenbond</strong> dan ook gezond verstand van de Mestbank.<br />
Begin juni had <strong>Boerenbond</strong> een overleg op het kabinet<br />
van federaal landbouwminister Sabine Laruelle voor een<br />
gedetailleerde analyse van de gevolgen voor de verschillende<br />
teelten. De definitieve schade zou pas geraamd<br />
kunnen worden op het moment van de oogst, maar het<br />
was belangrijk om al een dossier voor te bereiden. Er<br />
werd afgesproken om een werkgroep op te richten die<br />
zou nagaan of het mogelijk is om de procedure voor de<br />
toekenning van uitkeringen aan landbouwers via het<br />
Rampenfonds te vereenvoudigen, zodra alle vaststellingen<br />
gedaan zijn en na goedkeuring door de ministerraad.<br />
<strong>Boerenbond</strong> riep zijn leden op om op het juiste moment<br />
een beroep te doen op de gemeentelijke schattingscommissies.<br />
EHEC<br />
De voedselintoxicatie met enterohemorragische escherichia<br />
coli (EHEC) in Duitsland was een van de grootste en<br />
meest complexe voedselcrisissen in Europa van het<br />
voorbije decennium. Een paar duizend mensen werden<br />
ziek, meer dan 25 mensen stierven, vele tientallen zullen<br />
er letsels aan overhouden…<br />
Samen met het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöpe-<br />
16<br />
JUNI <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />
BLEEF AANDRINGEN OP EXTRA<br />
ONDERSTEUNINGS-<br />
MAATREGELEN VOOR ONZE<br />
TUINDERS OP VLAAMS NIVEAU.'<br />
raties (VBT) en de Vlaamse administratie werkte<br />
<strong>Boerenbond</strong> onmiddellijk een voorstel voor schaderegeling<br />
uit, dat door de diensten van landbouwminister Kris<br />
Peeters bij de andere Europese lidstaten werd bepleit.<br />
Acht landen steunden het Vlaamse voorstel, maar de<br />
reactie van de EU-landbouwcommissaris was onvoldoende.<br />
In dit dossier bleek het belang van de communicatie.<br />
Enkel door duidelijke en eerlijke communicatie kan<br />
een sector het vertrouwen van de consument winnen.<br />
Net daar ging het mis in Duitsland. Eerlijke communicatie<br />
betekent dat men duidelijk zegt dat het nulrisico niet<br />
bestaat, maar dat er goede en efficiënte systemen<br />
bestaan om met risico’s om te gaan. Dit was de kernboodschap<br />
telkens wanneer <strong>Boerenbond</strong> in de media<br />
aan het woord kwam.<br />
De aanslepende zoektocht in Duitsland naar de oorzaak<br />
van EHEC-besmetting belette dat het vertrouwen van de<br />
consument in groenten herstelde. De vraag naar<br />
groenten daalde en uiteindelijk stortten de prijzen in<br />
voor de groenten die wel verkocht raakten. Tonnen<br />
waardevolle producten die niet verkocht konden worden,<br />
werden vernietigd. De toestand werd versterkt door de<br />
Russische blokkade voor Europese groenten. Dit alles<br />
was zeer frustrerend voor de Vlaamse tuinders.<br />
Zij deden uitstekend werk en raakten door deze zaak<br />
volledig ten onrechte hun inkomen kwijt.<br />
De EU-Landbouwraad van begin juni maakte middelen<br />
vrij om de crisis te bestrijden. De Europese Commissie<br />
lanceerde een voorstel dat gebaseerd was op het
Vlaamse voorstel om op basis van het artikel 191 van de<br />
‘Integrale GMO-verordening’ steun te verlenen aan de<br />
tuinbouwbedrijven. De aanvaarding van dit principe was<br />
een bijzonder belangrijke stap. Daardoor nam Europa<br />
zelf het volledige steunbedrag voor zijn rekening. De<br />
verhoging van het steunpercentage van 30% naar 50%<br />
van de geleden schade was positief, net als het feit dat<br />
men ook voor meer producten steun kon vragen. Naast<br />
slasoorten, komkommer en tomaten werden ook paprika<br />
en courgettes in de lijst opgenomen. <strong>Boerenbond</strong> vroeg<br />
dat er niet alleen steun gegeven werd voor vernietigde<br />
producten, maar ook voor producten die verkocht waren<br />
geweest tegen dumpingprijzen en dus met zware<br />
verliezen. Minister Peeters installeerde een coördinatiecomité<br />
waarin overleg kon plaatsvinden tussen alle<br />
betrokken partijen. Intussen bleef <strong>Boerenbond</strong> aandringen<br />
op Vlaamse ondersteuningsmaatregelen voor onze<br />
tuinders: overbruggingskredieten, uitstel van aflossing<br />
met verlenging van VLIF-ondersteuning en een snellere<br />
uitbetaling van VLIF-kapitaalpremies. Op het federale<br />
niveau drong de organisatie aan op het voortzetten van<br />
de fiscale vrijstelling van VLIF-steun, uitstel van betaling<br />
van de sociale bijdragen en activering van het systeem<br />
van werkloosheid door overmacht voor bedrijven die hun<br />
personeel tijdelijk op non-actief moesten zetten.<br />
Eind juni was Rusland bereid om de grenzen weer te<br />
openen op voorwaarde dat betrouwbare instellingen in<br />
de Europese lidstaten attesten afleverden op basis van<br />
laboratoriumtesten waaruit bleek dat de groenten vrij<br />
waren van de gevaarlijke EHEC-bacterie. Voor de<br />
Vlaamse tuinders was dit een goede zaak. België,<br />
Nederland en Polen waren als enige landen onmiddellijk<br />
in staat om de gevraagde certificaten af te leveren.<br />
Tijdens de europese landbouwraad van 28 juni gaf de<br />
Europese Commissie meer uitleg over de steunregeling<br />
voor de Europese groentetelers die getroffen waren door<br />
de EHEC-crisis. Er werd vijf miljoen euro extra toegezegd<br />
voor de promotie van groenten. In Vlaanderen liep<br />
er toen al zo’n campagne, op initiatief van de veilingen,<br />
met de steun van minister-president Peeters. <strong>Boerenbond</strong><br />
vroeg dat dergelijke campagnes aangehouden<br />
zouden worden. De sector heeft nood aan een ondersteuning<br />
van de producten op lange termijn – op de<br />
binnenlandse én op de buitenlandse markt. Immers,<br />
de voornaamste hulpmaatregel was het opnieuw<br />
aantrekken van de markt voor de Vlaamse groenten.<br />
Zomer<br />
De zomertoer van het Gemeenschappelijk<br />
Landbouwbeleid<br />
Begin juli werd het voorstel voor het meerjarige financiele<br />
kader van de EU voor de periode 2013-2020 bekendgemaakt.<br />
Op het eerste gezicht leek het voorstel goed,<br />
want het bedrag bestemd voor landbouw bleef op<br />
hetzelfde niveau als voorheen. Bij nader onderzoek<br />
onthaalde <strong>Boerenbond</strong> de voorstellen toch op heel<br />
gemengde gevoelens. Een eerste vaststelling was dat<br />
het bedrag niet geïndexeerd wordt. Dat komt in feite<br />
neer op een inlevering voor het landbouwbudget van<br />
12%! Bovendien valt de verevening (dit is de aftopping<br />
van de toeslagen in de landen met een hoge toeslag per<br />
ha ten voordele van de landen met een lage toeslag per<br />
ha) heel nadelig uit voor ons land land en onze onze regio. regio. Als het<br />
voorstel uitgevoerd uitgevoerd zou worden, betekende betekende<br />
dat een bijkomende korting voor<br />
Vlaanderen van nog eens 7%, samen<br />
dus bijna een vijfde van de de middelen.<br />
JULI <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />
VROEG DE STEUN VAN HET GROTE<br />
PUBLIEK VOOR HET GLB.’<br />
17
Als klap op de vuurpijl stond in het voorstel dat 30% van<br />
de middelen gereserveerd moet worden voor vergroening.<br />
<strong>Boerenbond</strong> drong aan op een snel overleg met<br />
het kabinet van minister-president Peeters om na te<br />
gaan wat de beste strategie was om de belangen van de<br />
Vlaamse land- en tuinbouw te verdedigen.<br />
Op 29 juni konden toevallige bezoekers en de pers zich in<br />
het Leuvense Museum M vergapen aan zes echte boeren<br />
en boerinnen. Een bijbehorende tekst en geluidsband<br />
gaven uitleg over de tentoongestelde exemplaren en hun<br />
bezigheden. <strong>Boerenbond</strong> vroeg met deze actie de steun<br />
van het grote publiek voor het GLB, het Gemeenschappelijk<br />
Europees Landbouwbeleid. Zonder Europees<br />
beleid dreigt de landbouw in Vlaanderen teloor te gaan<br />
en dan zouden de boeren en boerinnen in de tentoonstelling<br />
wel eens de laatste exemplaren kunnen zijn.<br />
In de zomer organiseerde <strong>Boerenbond</strong> een GLB-zomertoer<br />
langs de Vlaamse provincies om ‘Jan met de pet’<br />
duidelijk te maken dat het Europees landbouwbeleid de<br />
Vlaming slechts 32 cent per dag kost. Daarmee is hij<br />
verzekerd van voldoende, kwaliteitsvol en betaalbaar<br />
voedsel en van een leefbaar platteland. Op 1 juli trok de<br />
toer naar de Gentse Kouter met koeien, kippen, schapen<br />
en het varken ‘Felicienne’. Felicienne maakte het publiek<br />
in de drukke Gentse winkelstraten warm voor het<br />
Europees landbouwbeleid. Op 3 juli streek men neer op<br />
de zeedijk in Nieuwpoort. Wie de nood aan eigen<br />
voedselproductie en plattelandsontwikkeling onderschreef,<br />
kon de ‘petitie tekenen’ door op de foto te gaan.<br />
Ook op de land- en tuinbouwdag in Alden Biesen (Bilzen)<br />
stond de <strong>Boerenbond</strong>stand in het teken van het GLB.<br />
In de provincie Antwerpen streek de GLB-toer neer op<br />
4 september, ter gelegenheid van Prominant in Geel.<br />
Pukkelpopstorm<br />
donderdag 18 augustus zal de geschiedenis ingaan als<br />
de dag van de Pukkelpopstorm, die ons land teisterde en<br />
vijf slachtoffers eiste op het Pukkelpopfestival. <strong>Boerenbond</strong><br />
betuigde zijn medeleven aan de slachtoffers en hun<br />
nabestaanden. Naast de menselijke schade richtte de<br />
storm ook heel wat materiële schade aan op de land- en<br />
tuinbouwbedrijven in het gebied. Meestal was de hele<br />
oogst van de fruitpercelen vernield. Alle vruchten<br />
droegen de sporen van het stormgeweld en werden<br />
18<br />
AUGUSTUS <strong>2011</strong> 'TEGEN<br />
DERGELIJK NATUURGEWELD<br />
STONDEN WE MACHTELOOS.’<br />
tegen een snel tempo rot. Door de striemende storm<br />
werden ook de bomen beschadigd. Er waren zelfs hele<br />
rijen omgewaaide of ontwortelde bomen.<br />
Uit een eerste inventaris bleek dat 4000 ha fruit schade<br />
geleden had onder het stormweer. Zo’n 2500 ha was er<br />
erg aan toe. Hiervan waren minstens 250 ha boomgaard<br />
met omgewaaide en ontwortelde bomen verloren.<br />
Daarnaast werd lichtere schade vastgesteld in nog eens<br />
1500 ha. Het omzetverlies werd geraamd op meer dan 42<br />
miljoen euro of een verlies van 16% van de totale<br />
hardfruitomzet. Ook de volgende jaren zullen de gevolgen<br />
van het noodweer voelbaar blijven in een lagere<br />
opbrengst bij de beschadigde bomen. <strong>Boerenbond</strong><br />
raamde de oogstverliezen voor de volgende drie à vier<br />
jaar op 16 miljoen euro. De heraanplant van nieuwe<br />
bomen werd op vijf miljoen euro geraamd.<br />
Om de ergste nood op korte termijn op te vangen,<br />
beloofde minister-president Peeters, op vraag van<br />
<strong>Boerenbond</strong>, vervroegde uitbetaling van VLIF-premies<br />
waarvan de betaling gepland was tussen oktober <strong>2011</strong><br />
en augustus 2012. Daarnaast bereidde de VLIF-administratie<br />
een uitbreiding voor van de omzendbrief voor de
groentesector (opgesteld in het kader van de EHECcrisis)<br />
naar de fruitsector in de getroffen gebieden.<br />
Hierbij werd er gekeken naar de mogelijkheden tot het<br />
herschikken van kredieten met behoud van VLIF-steun<br />
en uitstel van kapitaalaflossing. Er werd eveneens een<br />
overleg gepland met de kredietinstellingen en het VLIF<br />
om de kredietsituatie en het aflossingspotentieel te<br />
bespreken, waarbij steeds gevraagd werd om welwillend<br />
op te treden naar de getroffen klanten.<br />
Eind september verkreeg de organisatie het akkoord van<br />
de administratie van Financiën dat de opgelopen<br />
verliezen mochten gespreid worden over twee fiscale<br />
jaren.<br />
De ministerraad van 29 september keurde twee ontwerpen<br />
van Koninklijk Besluit goed, waardoor de storm van<br />
18 augustus erkend werd als ramp. iedereen die in de<br />
erkende gemeenten rechtstreekse materiële schade<br />
leed door wind of regen, kon via zijn gouverneur een dossier<br />
indienen om een vergoeding te krijgen van het<br />
Rampenfonds.<br />
Instandhoudingsdoelstellingen,<br />
landbouwverkeer en imago<br />
Om de Europese Habitatrichtlijn uit te voeren, wees de<br />
Vlaamse regering in september een eerste reeks van<br />
acht speciale beschermingszones aan. In Vlaanderen zijn<br />
er in totaal 38 habitatrichtlijngebieden waarvoor<br />
momenteel doelstellingen bepaald worden. Daarnaast<br />
legde de regering voor deze habitatrichtlijngebieden en<br />
de eventueel overlappende zones uit de vogelrichtlijngebieden<br />
instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) vast. De<br />
acht besluiten werden voorgelegd aan de adviesraden.<br />
Met deze besluiten voerde de Vlaamse regering een<br />
verplichting rond de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn<br />
uit, waarmee Europa waardevolle natuurlijke habitats en<br />
planten- en diersoorten wil beschermen.<br />
Voor het bepalen van de IHD’s wordt een uitgebreid<br />
proces opgesteld met meerdere overlegmomenten, die<br />
<strong>Boerenbond</strong> van nabij opvolgt. Per gebied maakte het<br />
Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een rapport op.<br />
Dit rapport wordt eerst wetenschappelijk getoetst in een<br />
wetenschappelijke begeleidingscommissie, waarin het<br />
adviesbureau Haskoning <strong>Boerenbond</strong> vertegenwoordigt.<br />
Vervolgens wordt het rapport besproken in het bovenlo-<br />
kaal overleg waarin regioconsulenten en leden van de<br />
<strong>Boerenbond</strong> vertegenwoordigd zijn. In dit overleg geven<br />
de vertegenwoordigers van de middenveldorganisaties<br />
(landbouw, natuur, industrie en ondernemingen, jacht,<br />
eigenaars …) onder meer aan waar er onvoldoende<br />
rekening gehouden werd met de sociaaleconomische<br />
situatie of met specifieke lokale situaties. Tot slot is er<br />
een laatste bespreking in de Vlaamse overleggroep,<br />
waarin de middenveldorganisaties op Vlaams niveau<br />
vertegenwoordigd zijn. De overblijvende discussiepunten<br />
over de doelstellingen (de geplande bosuitbreiding<br />
brengt, bijvoorbeeld, de leefbaarheid van bestaande<br />
landbouwbedrijven in gevaar) en aandachtspunten voor<br />
de realisatie van de natuurdoelen (bijvoorbeeld, men<br />
moet bij de natuurinrichting rekening houden met de<br />
waterhuishouding voor de omringende landbouwgebieden)<br />
worden opgenomen in een nota aan de leden van de<br />
Vlaamse regering.<br />
Voor <strong>Boerenbond</strong> is het belangrijk dat de doelstellingen<br />
– als er ruimte is – gelokaliseerd worden op plaatsen<br />
waar de sociaaleconomische impact het kleinst is. Dat is<br />
trouwens ook de beste garantie om de natuurdoelstellingen<br />
snel te realiseren. <strong>Boerenbond</strong> vraagt dat men,<br />
op termijn en in samenspraak met de actoren, voor elke<br />
speciale beschermingszone een ‘inrichtingsplan’<br />
opmaakt, waarin men duidelijk aangeeft wie welke<br />
inspanning waar en wanneer zal realiseren. Volgens de<br />
Europese richtlijnen mag men bij het vaststellen van de<br />
IHD’s enkel rekening houden met ecologische criteria.<br />
Daartegenover staat dat men bij de opmaak van een<br />
inrichtingsplan of bij het nemen van concrete maatregelen<br />
wel sociaaleconomische criteria mee in overweging<br />
kan nemen. Deze afweging zal in de praktijk vooral<br />
vertaald moeten worden in het tempo waarin sommige<br />
doelen gerealiseerd moeten worden. De Europese<br />
richtlijnen laten voldoende ruimte voor een gefaseerde<br />
ontwikkeling die rekening houdt met de sociaaleconomische<br />
realiteit.<br />
In juli 2010 werd de landbouwsector geconfronteerd met<br />
een nieuw KB ‘Uitzonderlijk vervoer’, dat ondubbelzinnig<br />
van toepassing is op grote landbouwvoertuigen. Omdat<br />
de agrarische sector niet betrokken was bij het ontstaan<br />
van het KB, werd er onvoldoende rekening gehouden met<br />
het specifieke karakter van de landbouwvoertuigen en<br />
met de werkzaamheden waarvoor ze ingezet worden. In<br />
een overleg met staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne<br />
19
Schouppe beklemtoonde <strong>Boerenbond</strong> de eigenheid van<br />
de landbouwvoertuigen en van de sector, vergeleken met<br />
de andere uitzonderlijke voertuigen. De overheid had<br />
begrip voor de opmerkingen en werkte een KB uit met<br />
specifieke bepalingen voor landbouwvoertuigen. Op<br />
3 november <strong>2011</strong> verscheen in het Belgisch staatsblad<br />
het belangrijke en langverwachte Koninklijk Besluit over<br />
het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen.<br />
op 18 september organiseerden <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke<br />
Gilden voor de 29ste keer de Dag van de Landbouw.<br />
In elke Vlaamse provincie werden zorgvuldig een tiental<br />
bedrijven geselecteerd. Zowat alle (deel)sectoren<br />
kwamen aan bod. Zo leerden de bezoekers de veelzijdige<br />
Vlaamse land- en tuinbouwsector kennen.<br />
Een week later vonden in Oudenaarde bij schitterend<br />
weer de Internationale Werktuigendagen plaats.<br />
SEPTEMBER <strong>2011</strong> ‘BURGERS EN<br />
CONSUMENTEN KONDEN EEN<br />
KIJKJE NEMEN ACHTER DE<br />
SCHERMEN VAN ONZE LAND-<br />
EN TUINBOUWBEDRIJVEN.’<br />
20<br />
Herfst<br />
Rouwstemming vanwege het toekomstige<br />
Europees landbouwbeleid<br />
De Vlaamse landbouw – traditioneel een trouwe aanhanger<br />
van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) –<br />
kon zich niet vinden in de voorstellen van de Europese<br />
Commissie voor het landbouwbeleid na 2013, die in<br />
oktober uitgebracht werden. Het Agrofront (de Fédération<br />
Wallonne de l’Agriculture (FWA), het Algemeen<br />
Boerensyndicaat (ABS) en <strong>Boerenbond</strong>) riep alle<br />
verantwoordelijke onderhandelaars op om de voorstellen<br />
van de Europese Commissie drastisch bij te sturen.<br />
Niet alles zat fout, maar bepaalde elementen vallen de<br />
Belgische landbouw zeer zwaar. De Landbouwraad, het<br />
Europees Parlement en de Europese Commissie moeten<br />
het met elkaar eens worden over het nieuwe GLB na<br />
2013. Bovendien moet het Europese budget voor de<br />
komende jaren vastgelegd worden. Uiteindelijk zal het<br />
Europees landbouwbeleid na 2013 staan of vallen met de<br />
centen die de lidstaten nog bereid zullen zijn aan Europa
OKTOBER <strong>2011</strong> 'WE LEGDEN<br />
DE MINISTER-PRESIDENT EEN<br />
TIENPUNTENPROGRAMMA<br />
VOOR, OP BASIS WAARVAN DE<br />
VOORSTELLEN NOG TEN GOEDE<br />
VAN DE VLAAMSE LAND- EN<br />
TUINBOUW BIJGESTUURD<br />
KUNNEN WORDEN.’<br />
te besteden, en binnen dat Europese budget, aan het<br />
landbouw- en voedselbeleid.<br />
Het Agrofront drong erop aan dat het totale Belgische<br />
GLB-budget en de koopkracht ervan maximaal behouden<br />
worden richting 2020. Het voorstel om 30% van de<br />
directe betaling van de steungelden afhankelijk te maken<br />
van de zogenaamde vergroeningsmaatregelen is volgens<br />
het Agrofront geen geschikt middel voor een intensieve<br />
productieregio als België, met een belangrijk aandeel<br />
van grondarme productie. Hierdoor dreigt de Belgische<br />
landbouw heel wat directe Europese middelen mis te<br />
lopen. Het Agrofront drong er ook op aan dat Europa de<br />
mogelijkheden van strategisch voorraadbeheer ernstig<br />
in overweging zou nemen. Het is nu zaak om in 2012 zo<br />
goed mogelijk en op alle niveaus de belangen van de<br />
Vlaamse land- en tuinbouw te verdedigen.<br />
<strong>Boerenbond</strong> gaf op 18 oktober <strong>2011</strong> in Brussel al een<br />
schot voor de boeg met een schijnbegrafenis van het<br />
GLB. Het was een symbolische begrafenisstoet, want<br />
<strong>Boerenbond</strong> stelt alle hoop op de politici om het tij te<br />
keren. De delegatie legde de minister-president een<br />
tienpuntenprogramma voor, op basis waarvan de<br />
voorstellen nog ten goede bijgestuurd kunnen worden.<br />
Minister Peeters garandeerde dat hij er alles aan zal<br />
doen om de discrepanties verder weg te werken.<br />
<strong>Boerenbond</strong> smeedde ook bondgenootschappen. Zo was<br />
er overleg met de Deense en Nederlandse collega’s om<br />
tot gemeenschappelijke standpunten te komen. Dat is<br />
een moeilijke oefening, want iedereen heeft zijn eigen<br />
voorkeuren en taboes. Maar het is noodzakelijk om op<br />
een hoger niveau tot een consensus te komen.<br />
Discussie over nitraatnormen<br />
In november werd het Mestactieplan, tot onbegrip van<br />
heel wat boeren, verstrengd. De effecten konden immers<br />
na enkele maanden nog niet zichtbaar zijn. De bepaling<br />
dat de normen voor het nitraatresidu verstrengd werden,<br />
was echter een gevolg van het vorige Mestdecreet en de<br />
conclusie van de VLM-studie over de relatie tussen het<br />
nitraatresidu en de kwaliteit van het oppervlakte- en<br />
grondwater. <strong>Boerenbond</strong> liet op de conclusies van de<br />
VLM-studies een statistisch onderzoek uitvoeren waaruit<br />
bleek dat de methodologie en de variatie van de gegevens<br />
te onzeker waren voor verdere beleidsconclusies,<br />
vooral met betrekking tot het grondwater. De discussie<br />
was aanleiding tot een beperkte daling van de reststikstof<br />
in gebieden met een minder goede waterkwaliteit.<br />
In gebieden waar het water voldoet aan de normen werd<br />
het beleid niet strenger.<br />
Het voorstel dat milieuminister Schauvliege bij Europa<br />
neerlegde om nieuwe, gebiedsgerichte nitraatstikstofwaarden<br />
toe te passen kreeg op 20 november groen<br />
licht. De staalname kan dus vanaf 1 januari 2012 met<br />
een nieuwe aanpak starten. Om tot een duurzame<br />
verbetering te komen werden op het terrein waterkwaliteitsgroepen<br />
opgestart, met prioriteit in de minder<br />
goede gebieden.<br />
Het is essentieel<br />
dat iedereen inzet<br />
op een maximale<br />
verbetering van<br />
de waterkwaliteit.<br />
NOVEMBER <strong>2011</strong> 'NA OVERLEG MET<br />
MINISTER VAN LEEF MILIEU JOKE<br />
SCHAUVLIEGE LEIDDE DE DISCUSSIE<br />
MAAR TOT EEN BEPERKTE DALING<br />
VAN DE RESTSTIKSTOFNORM.’<br />
21
Nieuwe federale regering<br />
<strong>Boerenbond</strong> nam het regeerakkoord van de regering<br />
Di Rupo I grondig door. Met het nieuwe akkoord over de<br />
staatshervorming, inclusief de financieringswet, lijkt<br />
België vertrokken voor een periode van nieuwe evenwichten.<br />
Het zwaartepunt verschuift nog meer naar het<br />
regionale niveau. De nieuwe geregionaliseerde landbouwbevoegdheden<br />
waren al een tijdje bekend: het BIRB<br />
(Belgisch Interventie- en Restitutiebureau), de pachtwet,<br />
het Landbouwrampenfonds en het algemeen Rampenfonds,<br />
onteigeningen met de aankoopcomités, dierenwelzijn,<br />
de plantentuin in Meise … <strong>Boerenbond</strong> hoopt dat<br />
de Vlaamse regering snel het overleg opstart om uit te<br />
maken hoe deze bevoegdheden geïntegreerd kunnen<br />
worden binnen de bestaande bevoegdheidspakketten. In<br />
het nieuwe regeerakkoord is er heel wat aandacht voor<br />
de zelfstandigen. De kinderbijslag en het minimumpensioen<br />
worden geleidelijk verhoogd tot het minimum van<br />
de werknemersregeling, de faillissementsverzekering<br />
wordt ruimer toegankelijk en de bijdrageberekening<br />
wordt aangepast, met de mogelijkheid om voorschotten<br />
te betalen. Niet onbelangrijk is dat het statuut van de<br />
meewerkende echtgenote geëvalueerd en, indien nodig,<br />
22<br />
aangepast wordt. Over het landbouwbeleid vertelt dit<br />
regeerakkoord weinig. Dat is logisch, want dat is een<br />
regionale bevoegdheid. Toch is de federale regering<br />
bevoegd voor het onderhandelen van internationale<br />
(multilaterale) akkoorden zoals het WTO-akkoord. Over<br />
dat laatste staat in het regeerakkoord dat men een<br />
evenwichtig besluit van de Doha-ronde wenst met als<br />
doelstelling een eerlijke wereldhandel en dat men de<br />
nontrade-concerns in de discussie wil meenemen.<br />
DECEMBER <strong>2011</strong> 'DE NIEUWE<br />
CD&V-EXCELLENTIES ZULLEN<br />
MOETEN BEWIJZEN DAT OOK ZIJ<br />
OOG HEBBEN VOOR DE NODEN<br />
VAN DE VLAAMSE EN DE BELGI-<br />
SCHE LAND- EN TUINBOUW.'
Een brede dienstverlening<br />
Al vanouds stelt <strong>Boerenbond</strong> zich tot doel te ijveren voor het behoud<br />
van zo veel mogelijk levenskrachtige land- en tuinbouwbedrijven in<br />
Vlaanderen en in Oost-België. Dit houdt in dat de organisatie, naast<br />
de syndicale belangenbehartiging, oog heeft voor noden en behoeften<br />
van de individuele ondernemer op zijn land- of tuinbouwbedrijf.<br />
Met een ruim en gedifferentieerd pakket aan vormingskansen en<br />
ondersteunings- en adviesdiensten wil <strong>Boerenbond</strong> zijn leden in staat<br />
stellen op een duurzame manier een gezinsinkomen te realiseren.<br />
23
Voor en door land- en tuinbouwers<br />
De ledenstructuur van <strong>Boerenbond</strong> bestaat uit een<br />
geografische en sectorgerichte tak. In beide takken staat<br />
de democratische opbouw centraal. Een vijftigtal consulenten<br />
begeleidt de ledenbeweging van <strong>Boerenbond</strong>.<br />
Consulenten voor de leden<br />
Land- of tuinbouwers die aansluiten bij <strong>Boerenbond</strong><br />
worden vanaf 1 januari 2012 automatisch lid van één van<br />
de 204 bedrijfsgilden. Zo’n gilde heeft als werkgebied<br />
één of meerdere fusiegemeenten. Ieder lid kan zich om<br />
de vijf jaar kandidaat stellen voor een bestuursfunctie.<br />
De bedrijfsgilden worden gegroepeerd in twintig regioraden.<br />
Bestuursleden van de bedrijfsgilden kunnen zich<br />
kandidaat stellen om deel uit te maken van een regioraad.<br />
Zowel de regioraden als de bedrijfsgilden worden<br />
begeleid door 14 regioconsulenten. De belangrijkste<br />
syndicale dossiers die de regioconsulenten in samenspraak<br />
met de besturen van de bedrijfsgilden en<br />
regioraden opvolgen, houden verband met ruimtelijke<br />
ordening, natuur, milieu, water en landschap. Afgevaardigden<br />
van de regioraden vormen het provinciaal<br />
bestuur. De provinciaal secretaris begeleidt deze<br />
hoogste structuur in de provincie. De voornaamste taken<br />
van dit bestuur zijn het opvolgen van de provinciale<br />
land- en tuinbouwdossiers en de agenda van het<br />
Hoofdbestuur, het hoogste orgaan van <strong>Boerenbond</strong>. De<br />
voorzitter van het provinciaal bestuur vertegenwoordigt<br />
de provincie in het Hoofdbestuur.<br />
Aan de leden van <strong>Boerenbond</strong> wordt bij hun toetreding<br />
gevraagd in welke land- of tuinbouwsectoren ze actief<br />
zijn. Elke vijf jaar wordt elk lid uitgenodigd om een<br />
bestuursfunctie op te nemen in één van deze sectoren<br />
door zich kandidaat te stellen voor een mandaat in de<br />
provinciale vakgroep. <strong>Boerenbond</strong> telt 36 provinciale<br />
vakgroepen. Deze worden begeleid door 13 landbouwconsulenten<br />
en 10 tuinbouwconsulenten. De provinciale<br />
vakgroepen bereiden de agenda voor van de sectorvakgroepen.<br />
Vertegenwoordigers van de provinciale vakgroepen<br />
vormen het bestuur van de sectorvakgroepen.<br />
Een sectorvakgroep is het hoogste orgaan voor de sector<br />
en wordt begeleid door een land- of tuinbouwconsulent<br />
24<br />
of een adviseur van de Studiedienst. Bij dossiers met<br />
vakgroepoverschrijdend belang bepaalt het Hoofdbestuur<br />
het <strong>Boerenbond</strong>standpunt. Daarom heeft ook elke<br />
sectorvakgroep daar een vertegenwoordiging.<br />
De land- en tuinbouwconsulenten hebben nog drie<br />
andere belangrijke taken: het geven van vorming, het<br />
bespreken van bedrijfseconomische boekhoudingen en<br />
het begeleiden van bedrijfsleiderskringen.<br />
Drie opdrachten<br />
De verschillende <strong>Boerenbond</strong>structuren hebben, naast<br />
hun specifieke taken, dezelfde opdrachten. Ten eerste:<br />
de belangenbehartiging. Het bestuur van elke structuur<br />
ijvert voor een optimale professionele situatie voor haar<br />
leden-land- en tuinbouwers en hun gezinnen. Ten<br />
tweede: de ledenwerving. Een beroepsorganisatie put<br />
haar sterkte uit het aantal leden dat ze kan vertegenwoordigen.<br />
Het is dan ook van het grootste belang dat<br />
land- en tuinbouwers solidair zijn met hun collega’s en<br />
samen <strong>Boerenbond</strong> gestalte geven. Ten derde: zorgen<br />
voor de nodige vorming van haar leden. Dat gebeurt door<br />
het organiseren van studievergaderingen, cursussen,<br />
voorlichtingsavonden en studiereizen. 40% van de<br />
vorming binnen <strong>Boerenbond</strong> wordt gegeven door de<br />
consulenten. Dienstbetoonconsulenten en regioconsulenten<br />
geven sectoroverschrijdende vorming die georganiseerd<br />
wordt door bedrijfsgilden, regioraden en de<br />
provincie. Land- en tuinbouwconsulenten geven sectorgerichte<br />
vorming, voornamelijk ingericht door studiekringen<br />
maar ook door vakgroepen. De leden kiezen zelf<br />
tot welke studiekringen zij toetreden. De toetreding is<br />
gratis en onbeperkt.<br />
<strong>Boerenbond</strong> in cijfers<br />
<strong>Boerenbond</strong> heeft 16.700 leden-boeren en -tuinders,<br />
waarvan 2430 bestuursleden. Er zijn 204 bedrijfsgilden,<br />
82 studiekringen en 36 provinciale vakgroepen. Vijftig<br />
consulenten begeleiden de ledenbeweging waarvan<br />
6 provinciaal secretarissen, 14 regio-, 13 landbouw-,<br />
10 tuinbouw- en 7 dienstbetoonconsulenten.
Eric Cuelenare:<br />
“Zij sTimuleerT oNs gewelDig.”<br />
Eric Cuelenare heeft een melkvee- en akkerbouwbedrijf<br />
in Maldegem. Hij is vijf jaar voorzitter van de bedrijfsgilde<br />
Maldegem-Adegem die een zeventigtal leden telt.<br />
Eric kan de steun die zijn gildewerking van de regioconsulente<br />
krijgt, erg waarderen. “Wij betrekken haar bij<br />
al onze activiteiten: wij informeren haar vooraf en zij<br />
neemt altijd contact op om te horen hoe een activiteit<br />
verlopen is.”<br />
Onder impuls van Eric nam de gilde deel aan en werd ze<br />
in <strong>2011</strong> laureaat van het Boerenburenplan van Cera met<br />
een project om de lokale bijenpopulatie te redden via het<br />
inzaaien van bloemenmengsels langs de akkerranden.<br />
“Onze consulente was echt enthousiast omdat we<br />
gewonnen hadden. Voor onze leden was het belangrijk<br />
dat zij een positief verhaal aan de plaatselijke bevolking<br />
konden brengen. “Ook voor de consulente was het een<br />
opsteker, licht Eric toe. “De consulenten hebben het niet<br />
onder de markt vandaag de dag. De landbouw moet<br />
overal inbinden en zij moeten dikwijls het slechte nieuws<br />
brengen: mestwetgeving, onteigeningen, bebossing, …”<br />
Een belangrijke opdracht van de regioconsulenten is het<br />
opvolgen van de lokale en regionale syndicale dossiers.<br />
En dat doet hun consulente heel goed, vindt Eric. “Een<br />
tijd geleden doemde hier het spook van de verbreding<br />
van het Schipdonkkanaal op. We hebben toen samen met<br />
het buurtcomité en met de hulp van onze consulente een<br />
voorlichtingsvergadering georganiseerd. Dat was zo’n<br />
succes dat de mensen van het wijkcomité nu nog altijd<br />
vragen dat <strong>Boerenbond</strong> het Schipdonkdossier goed blijft<br />
opvolgen.”<br />
De opvolging van het Schipdonkdossier en van andere<br />
landbouwbedreigende projecten zoals de bebossingsplannen<br />
voor het Maldegems Veld doet de consulente<br />
heel nauwgezet, vindt Eric. “Ik moet haar echt bewonderen.<br />
Ze volgt alles in overleg met ons op. En zij is ook<br />
eerlijk. Als een bepaald standpunt niet haalbaar is, zegt<br />
ze het ook.” Voor 2012 plant de bedrijfsgilde van Maldegem-Adegem<br />
een bewustmakingsactie rond voedselverspilling.<br />
“Ook daarin stimuleert ze ons geweldig. Als je<br />
voelt dat er iemand achter je staat, dan ben je krachtig.”<br />
25
Vorming laaft de dorst naar kennis<br />
Land- en tuinbouwers hebben net als elke andere<br />
bedrijfsleider een permanente nood aan actuele<br />
informatie en bijscholing. <strong>Boerenbond</strong> zorgt via het<br />
NCBL (Nationaal Centrum voor Beroepsvorming in de<br />
Landbouw vzw) voor een aanbod waarin ieder lid van de<br />
organisatie dat op zoek is naar nieuwe kennis, zijn<br />
gading kan vinden.<br />
Vorming op alle niveau’s<br />
Dank zij de fijnmazige structuur van de organisatie<br />
worden de vormingsnoden dicht bij de bron gedetecteerd<br />
en vaak ook beantwoord. De lokale bedrijfsgilden zijn de<br />
eerste organisatoren van plaatselijke studievergaderingen.<br />
Dikwijls wordt er door verschillende verenigingen<br />
samengewerkt om de organisatiekost te delen. Op die<br />
manier kan een betere, soms ook duurdere, spreker<br />
geboekt worden wat de kwaliteit van de vorming ten<br />
goede komt. Sommige thema’s zijn minder populair.<br />
Toch is ook die kennis onmisbaar voor een aantal leden.<br />
Om deze groep geïnteresseerden niet in de kou te laten<br />
staan wordt jaarlijks een provinciaal aanbod samengesteld.<br />
Ondersteuning<br />
Zowel op inhoudelijk als financieel vlak is er een<br />
belangrijke rol weggelegd voor het NCBL vzw.<br />
Het verhaal begint bij de inspiratie van de organisatoren.<br />
Via de sectorspecifieke vormingswijzers worden de<br />
thema’s en mogelijke lesgevers kenbaar gemaakt.<br />
Als de afspraken gemaakt zijn tussen de inrichter en de<br />
lesgever komt de administratieve molen op gang met<br />
bevestigingen aan alle betrokken partijen en, niet te<br />
vergeten, aan de subsidiërende overheid. Na afloop van<br />
de activiteit volgt de financiële afwikkeling waarbij elke<br />
partij zijn deel krijgt. Ook het aanmaken en versturen van<br />
extra promotie- en lesmateriaal behoren tot het dagelijkse<br />
takenpakket.<br />
26<br />
Lesgevers<br />
Om alle lessen te geven staat een heel legertje lesgevers<br />
paraat. Ze worden elk jaar bevraagd naar hun actuele<br />
thema’s zodat het aanbod ruim en divers blijft. Bovendien<br />
worden ze geregeld uitgenodigd om deel te nemen<br />
aan vervolmakingsdagen om zich zo bij te scholen.<br />
Ongeveer de helft van de lesgevers is in dienst van<br />
<strong>Boerenbond</strong> of van een van de gelieerde bedrijven.<br />
Eigen initiatieven<br />
Op vraag van de Vlaamse overheid organiseerde het<br />
NCBL vzw in <strong>2011</strong> twee studiedagen rond termijnmarkten.<br />
Tal van specialisten belichtten dit bijzonder actuele,<br />
onbekende onderwerp vanuit diverse hoeken.<br />
De managementcursussen vormen stilaan een klassieker<br />
in de jaarlijkse programmatie. Steeds meer bedrijfsleiders<br />
worden er zich van bewust dat een brede<br />
theoretische basis absoluut vereist is voor een duurzame<br />
bedrijfsvoering.<br />
Highlights<br />
Vier studenten van de KULeuven hebben in <strong>2011</strong> een<br />
ledenonderzoek uitgevoerd naar de noden rond vorming.<br />
De resultaten hiervan zijn in een aantal duidelijke<br />
richtlijnen gegoten en gecommuniceerd naar de<br />
consulenten, zodat zij hiermee rekening kunnen houden<br />
bij het organiseren van de vorming.<br />
NCBL in cijfers<br />
in <strong>2011</strong> kwamen 85.116 cursisten samen om in totaal<br />
9085 uren vorming te volgen bij 885 lesgevers.<br />
De meest succesvolle vormingsprogramma’s waren<br />
mest en mestwetgeving (92 activiteiten), verkeerswetgeving<br />
(81 activiteiten), energie (64 activiteiten), europees<br />
landbouwbeleid (42 activiteiten), tewerkstelling (21<br />
activiteiten) en Pools op de werkvloer (18 activiteiten).
Jeroen De Bock:<br />
“geeN oogkleppeN op, meT opeN ogeN<br />
iN De werelD kijkeN!”<br />
Jeroen is twintig en twee jaar zelfstandig helper op het<br />
ouderlijk varkens-, vleesvee- en akkerbouwbedrijf. Hij<br />
volgde in de loop van <strong>2011</strong> de managementcursus van<br />
het NCBL. Verspreid over zeven donderdagnamiddagen<br />
werden thema’s als fiscaliteit, verzekeringen, investeringscalculatie<br />
enzovoort aangesneden. Al was Jeroen<br />
met een aantal managementbegrippen vertrouwd vanuit<br />
zijn middelbare landbouwschoolopleiding, de cursus was<br />
meer dan zomaar een opfrissing. “Op school hadden we<br />
die basis ook wel gehad, maar daar vond ik dat, zoals<br />
wellicht vele andere vijftien- tot achttienjarigen, zware<br />
kost en zag ik er niet direct het nut van in. Maar als je<br />
twee jaar in het bedrijf gestaan hebt, denk je daar anders<br />
over en heb je zelfs spijt dat je op school niet beter<br />
opgelet hebt.” De les over ‘de boer als bedrijfsmanager’<br />
vond Jeroen enorm leerrijk. “Zeker als je, zoals ik, nog<br />
maar aan het begin van je loopbaan staat, is het bijzonder<br />
interessant om te leren welke managementcapaciteiten<br />
je nodig hebt om je bedrijf vandaag en morgen te<br />
leiden.” Ook de sessie over ‘onderhandelen en overtui-<br />
gen’ plaatst hij bij zijn meest leerrijke ervaringen van<br />
de cursus. “We moesten een rollenspel spelen en daarin<br />
kon je ervaren welke argumenten je in een gesprek of<br />
een discussie met resultaat kan gebruiken en welke<br />
niet.”<br />
Jeroen volgde de cursus met 11 andere deelnemers,<br />
uit verschillende land- of tuinbouwsectoren. En ook dat<br />
is vruchtbaar. “Je leert van elkaar. Iemand doet een<br />
inbreng vanuit zijn achtergrond, een fruitbedrijf<br />
bijvoorbeeld. Dat kan je dan op jouw beurt terugkoppelen<br />
naar je eigen bedrijfssituatie die voor een deel gelijk,<br />
maar ook voor een deel verschillend is. Daar leer je dan<br />
weer uit.”<br />
Naast zijn managementopleiding heeft Jeroen nog<br />
informaticacursussen gevolgd en een opleiding tot<br />
‘erkend verkoper en gebruiker van fytoproducten’. “Elke<br />
dag kan je bijleren. Het gaat niet op om met oogkleppen<br />
rond te lopen en alleen maar het werk op het bedrijf te<br />
zien, we moeten – zeker als jonge boeren – met open<br />
ogen in de wereld kijken.”<br />
27
Meten is weten<br />
Inzicht in zijn kosten en opbrengsten is voor een boer of<br />
tuinder cruciaal. De prijzen van land- en tuinbouwproducten<br />
stonden de laatste jaren constant onder druk. De<br />
aanhoudende kostprijsstijgingen van de grondstoffen en<br />
de financiële, economische en andere crisissen hadden<br />
in <strong>2011</strong> sterk negatieve gevolgen voor het rendement in<br />
de verschillende sectoren. Voor de individuele land- en<br />
tuinbouwer blijft het dus rekenen en voortdurend<br />
optimaliseren om voldoende marges over te houden. Een<br />
degelijke bedrijfseconomische boekhouding is hierbij<br />
een zeer nuttig en quasi onmisbaar instrument.<br />
TIBER: de bedrijfseconomische<br />
boekhouding van <strong>Boerenbond</strong><br />
Al meer dan 50 jaar biedt <strong>Boerenbond</strong> de mogelijkheid<br />
aan haar leden om onder begeleiding van de organisatie<br />
een bedrijfseconomische boekhouding te voeren.<br />
Gesteund door deze rijke ervaring en dankzij de inzet van<br />
een uitgebreid team van gespecialiseerde consulenten is<br />
deze boekhouding uitgegroeid tot een onvervangbaar<br />
instrument in de bedrijfsvoering van de hedendaagse<br />
land- en tuinbouwer. <strong>Boerenbond</strong> biedt onder de<br />
merknaam TIBER een bedrijfseconomisch boekhoudingspakket<br />
aan waarbij de informatieve waarde en de<br />
voorlichting centraal staan. Na de registratie van alle<br />
gegevens worden ze verwerkt tot een uitgebreid, maar<br />
toch overzichtelijk en gebruiksvriendelijk bedrijfsresultaat.<br />
Dit resultaat dient als basis voor een advies op maat van<br />
het bedrijf. De voornaamste kengetallen van verschillende<br />
jaren worden met elkaar vergeleken, zodat interne<br />
bedrijfsevoluties duidelijk worden. Deze kengetallen<br />
worden eveneens weergegeven ten opzichte van andere<br />
vergelijkbare bedrijven, zodat de bedrijfsleider zich<br />
gemakkelijk kan vergelijken met collega’s.<br />
28<br />
Begeleiding en bespreking<br />
Een goed ingevulde boekhouding is de basis van een<br />
correct bedrijfsresultaat. <strong>Boerenbond</strong> besteedt veel<br />
aandacht aan de volledigheid en de correctheid van de<br />
aangeleverde cijfers. Een uitgebreid team begeleidt de<br />
bedrijfsleider bij het invullen en controleren van zijn<br />
bedrijfseconomische boekhouding.<br />
Voor elke streek en deelsector heeft <strong>Boerenbond</strong> een<br />
gespecialiseerde consulent die samen met de bedrijfsleider<br />
het resultaat bespreekt. De bespreking gaat<br />
verder dan het vergelijken van de bedrijfscijfers met<br />
gemiddelden van de sector of de streek. Vooral de<br />
bijsturing naar de toekomst heeft een meerwaarde.<br />
Bedrijfseconomische voorlichting<br />
Dankzij de hoge betrouwbaarheid van de cijfergegevens<br />
van de bedrijfseconomische boekhoudingen kan <strong>Boerenbond</strong><br />
deze informatie, zonder de privacy te schenden,<br />
gebruiken voor sectordoeleinden. Onder andere in het<br />
kader van de syndicale belangenverdediging leveren de<br />
cijfergegevens heel vaak een realiteitsgetrouwe onderbouwing<br />
en een degelijke argumentatie voor de standpunten<br />
die door <strong>Boerenbond</strong> worden ingenomen.<br />
Anderzijds kunnen de gegevens ook aangewend worden<br />
voor studiewerk en diepgaande sectoranalyses. Deze<br />
studies en analyses vormen de basis voor de bedrijfseconomische<br />
voorlichting die <strong>Boerenbond</strong> aanbiedt aan<br />
haar leden.<br />
Boekhouding in cijfers<br />
In <strong>2011</strong> heeft <strong>Boerenbond</strong> voor 1113 bedrijven de<br />
boekhouding opgevolgd.<br />
85% van de boekhoudingen wordt elektronisch ingevuld.<br />
Dit gebeurt rechtstreeks via de module Tiber soft ofwel<br />
via een technisch boekhoudpakket.<br />
15% wordt in een klassiek rekenboek ingevuld.
Rudi Van Looveren:<br />
“miNsTeNs Zo BelANgrijk is heT iNZichT<br />
iN De TechNische resulTATeN.”<br />
Rudi Van Looveren baat een halfgesloten varkensbedrijf<br />
met 250 zeugen uit. Na de overname van het ouderlijk<br />
bedrijf in 2006 startte hij, omwille van de VLIF-reglementering,<br />
met een bedrijfseconomische boekhouding.<br />
Gedurende de voorbije vijf jaar is zijn boekhouding een<br />
onmisbaar instrument voor zijn bedrijfsmanagement<br />
gebleken. “De boekhouding geeft uiteraard een inzicht in<br />
de financiële resultaten van je bedrijf. Maar minstens zo<br />
belangrijk is het inzicht in de technische resultaten:<br />
hoeveel voeder gebruikt een dier per dag, welk is de<br />
gemiddelde groei per dag bij de vleesvarkens, hoeveel<br />
geef je uit aan diergeneeskundige kosten enzovoort.”<br />
In de crisissituatie waarin de varkenssector zich de<br />
voorbije paar jaar bevindt, bewijst de boekhouding meer<br />
dan ooit zijn nut. “Het komt er momenteel vooral op aan<br />
de variabele kosten terug te dringen en de uitgaven<br />
onder controle te houden. Het is zaak om met behoud<br />
van de kwaliteit zo goedkoop mogelijk een varken te<br />
produceren.” Eens per jaar komt de <strong>Boerenbond</strong>consu-<br />
lent voor de varkenshouderij in de provincie Antwerpen<br />
bij Rudi langs om zijn resultaten te bespreken. De cijfers<br />
van het voorbije jaar passeren in detail de revue; de<br />
evolutie over de jaren heen wordt bekeken en Rudi z’n<br />
resultaten worden vergeleken met die van gelijkaardige<br />
bedrijven elders in Vlaanderen. Rudi heeft hier alvast uit<br />
geleerd dat de gemiddelde groei van zijn vleesvarkens te<br />
laag was. Hij stuurt dit nu bij door andere vaderdieren in<br />
te kruisen.<br />
Sinds hij zijn boekhouding startte is Rudi ook lid van een<br />
bedrijfsleiderskring. Deze groep van negen varkenshouders<br />
komt een vijftal keer per jaar samen, telkens op een<br />
ander deelnemend bedrijf. Na het bedrijfsbezoek worden<br />
de cijfers van het gastbedrijf onder de loep genomen.<br />
“Wij communiceren in alle eerlijkheid over onze resultaten<br />
en daar leer je ontzettend veel van. Door die openheid<br />
heerst er ook een toffe sfeer waardoor je niet alleen<br />
maar cijfermatig op elkaar betrokken bent. Ik zou de<br />
bedrijfsleiderskring echt niet kunnen missen.”<br />
29
Dienstbetoon weet raad<br />
Leden van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden kunnen – op<br />
vertoon van hun lidkaart – bij hun organisatie terecht<br />
voor advies rond een zeer breed gamma van onderwerpen.<br />
Het advies bestrijkt alle aspecten van de wetgeving<br />
inzake onroerend goed (pachtwetgeving, ruimtelijke<br />
ordening, bouw- en milieuvergunning, …) maar betreft<br />
net zo goed andere wetgevingen en reglementeringen<br />
zoals het Veldwetboek en de VLIF-reglementering. Ook<br />
vragen i.v.m. het sociaal statuut zelfstandigen, de<br />
bedrijfsovername of de bedrijfsbeëindiging komen heel<br />
courant aan bod. De leden kunnen eveneens terecht voor<br />
bijstand en hulp in het kader van de protocolakkoorden<br />
en de vergoedingen die <strong>Boerenbond</strong> met de nutsvoorzieningsmaatschappijen<br />
treft inzake de aanleg van gasleidingen,<br />
waterzuiveringsstations, enzovoort. Wanneer er<br />
na uitzonderlijke weersomstandigheden beroep kan<br />
gedaan worden op het Rampenfonds, kunnen getroffen<br />
<strong>Boerenbond</strong>leden bij de dienstbetoonconsulenten<br />
terecht voor informatie en ondersteuning bij het invullen<br />
van de formulieren.<br />
Het dienstbetoon is georganiseerd via de inzet van zeven<br />
dienstbetoonconsulenten met een netwerk van<br />
32 wekelijkse of tweewekelijkse zitdagen, verspreid over<br />
heel Vlaanderen. Dankzij een goede spreiding in tijd en<br />
plaats kunnen de leden vlug advies krijgen. Voor<br />
specifieke aangelegenheden zoals schattingen en<br />
waarderingen in het kader van een bedrijfsovername<br />
komen de dienstbetoonconsulenten aan huis.<br />
Het dienstbetoon van <strong>Boerenbond</strong> is gratis en richt zich<br />
op eerstelijnsadvies. Voor eventuele nazorg in de vorm<br />
van het opstellen van een dossier of het invullen van<br />
formulieren wordt een vergoeding gevraagd. Voor<br />
gespecialiseerde of erg complexe aangelegenheden<br />
inzake, bijvoorbeeld, vennootschapsvorming of milieuwetgeving,<br />
wordt doorverwezen naar SBB.<br />
Het dienstbetoon van <strong>Boerenbond</strong> wordt door de leden<br />
zeer gewaardeerd omdat de adviezen een duidelijke<br />
meerwaarde hebben dankzij de deskundigheid en de<br />
ervaring van de consulenten. De dienstbetoonconsulenten<br />
volgen de omvangrijke en snel wijzigende wetgeving<br />
voor land- en tuinbouw op de voet. Hierbij worden zij<br />
ondersteund door de Studiedienst van <strong>Boerenbond</strong>.<br />
30<br />
Op hun beurt hebben de dienstbetoonconsulenten een<br />
stevig aandeel in de collectieve voorlichting van de<br />
organisatie via voordrachten in de lokale gilden en<br />
artikels in de ledenbladen.<br />
Dienstbetoon in cijfers<br />
in <strong>2011</strong> waren er 7625 contacten van <strong>Boerenbond</strong>leden<br />
met de consulenten Dienstbetoon. Twee derde van deze<br />
contacten gebeurden op een zitdag, een derde waren<br />
telefonische adviesvragen. Het aantal vragen per e-mail<br />
of via de website neemt stilaan toe.<br />
56% van de gebruikers is land- of tuinbouwer in hoofdberoep,<br />
13% in nevenberoep en 19% is gepensioneerd<br />
boer of tuinder, 11% is lid Landelijke Gilden buiten het<br />
beroep.<br />
De onderwerpen waarvoor men beroep doet op de<br />
consulenten Dienstbetoon kunnen in drie grote blokken<br />
ondergebracht worden.<br />
> Bijna 40% van de vragen heeft betrekking op juridische<br />
aangelegenheden met als uitschieter de<br />
pachtwet.<br />
> Meer dan 30% van de bezoekers wordt ondersteund<br />
bij het invullen van hun belastingbrief, de administratie<br />
i.v.m. mest- en wateraangifte enzovoort.<br />
> 15% van de vragen houdt verband met bedrijfseconomische<br />
thema’s: overname en stopzetting van het<br />
bedrijf, VLIF, quota, premies en subsidies.
Roger Engelbosch:<br />
“heT geefT eeN grooT gevoel<br />
vAN veiligheiD.”<br />
“Enkele jaren geleden had ik een probleem met de<br />
opzegging van de pacht van één van de akkers die wij<br />
bewerkten. de eerste pachtperiode van 18 jaar was<br />
afgelopen en de eigenaar wou onze pacht opzeggen om<br />
de grond in eigen gebruik te nemen.” Omdat Roger het<br />
vermoeden had dat deze motivatie ongegrond was,<br />
kwam hij met de opzegbrief naar de zitdag van <strong>Boerenbond</strong>.<br />
De consulent Dienstbetoon informeerde of de<br />
grondeigenaar wel degelijk zelf een landbouwer was.<br />
Dit is immers absoluut noodzakelijk in geval van pachtopzegging<br />
voor eigen gebruik. Dat bleek echter niet het<br />
geval te zijn. “Omdat hij ons koste wat het kost wou<br />
opzeggen, is hij dan een procedure voor de rechtbank<br />
begonnen. Gedurende de hele procedure heeft <strong>Boerenbond</strong><br />
ons begeleid en onze advocaat van advies voorzien.<br />
Uiteindelijk is de zaak in ons voordeel uitgesproken en<br />
de pachtopzegging onwettelijk verklaard.”<br />
Recent kwam Roger advies vragen rond een mogelijke<br />
vermogensplanning. Als vader van vier kinderen waarvan<br />
er één het bedrijf had overgenomen, wou hij een billijke<br />
verdeling gerealiseerd zien tussen zijn kinderen zonder<br />
dat de toekomstperspectieven van de overnemer in het<br />
gedrang zouden komen. Na een voorlichtingsvergadering<br />
legde hij zijn bekommernis voor aan de dienstbetoonconsulent<br />
die de voordracht gegeven had. Na overleg<br />
nam Roger contact op met zijn notaris. Op basis van alle<br />
informatie werd een voorstel uitgewerkt waarin de vier<br />
kinderen zich konden vinden. Roger vindt het cruciaal<br />
dat hij met de dienstbetoonmedewerkers van <strong>Boerenbond</strong><br />
in alle openheid kan spreken. “Je moet eerst en<br />
vooral vertrouwen hebben in de persoon met wie je<br />
handelt. En als je ziet dat hij je probleem au serieux<br />
neemt en het op een deskundige manier aanpakt, dan<br />
vertrouw je hem. Ik vind de consulenten heel bekwaam<br />
en dat geeft je in moeilijke situaties een groot gevoel van<br />
veiligheid.”<br />
31
De toekomst begint vandaag<br />
Het Innovatiesteunpunt biedt advies, vorming en<br />
begeleiding ter ondersteuning en ter stimulering van de<br />
innovatie op land- en tuinbouwbedrijven. De werking<br />
focust op twee thema’s: bedrijfsontwikkeling en milieutechnische<br />
innovatie.<br />
Bedrijfsontwikkeling<br />
De innovatieconsulenten Bedrijfsontwikkeling begeleiden<br />
land- en tuinbouwbedrijven in het opmaken van een<br />
strategie voor hun bedrijf en bij de keuzes en beslissingen<br />
die daarmee samenhangen. Mogelijke strategische<br />
keuzes zijn verbredingsactiviteiten zoals het produceren<br />
en verkopen van hoeveproducten, het inzetten op<br />
recreatie of toerisme of het overschakelen naar bio.<br />
Ondernemers kunnen een beroep doen op het Innovatiesteunpunt<br />
voor een gepaste afzetstrategie en een<br />
goed marketingplan. Zo krijgen ondernemers die bezig<br />
zijn met productontwikkeling en productinnovatie<br />
verkoopsadvies en worden projecten rond niche-afzetstrategieën<br />
ontwikkeld. Het Innovatiesteunpunt levert<br />
begeleiding op maat voor individuele bedrijven maar<br />
organiseert ook diverse vormingsinitiatieven die zowel<br />
heel intensief als zeer laagdrempelig kunnen zijn. Het<br />
Innovatiesteunpunt wil immers innovatie en creativiteit<br />
in de agrarische sector uitdragen en promoten. Het<br />
verzorgt hiervoor vele voordrachten rond innovatie,<br />
organiseert thematische en sectorspecifieke brainstorms<br />
en creativiteitssessies. Land- en tuinbouwers die<br />
inzetten op innovatie hebben dikwijls nood aan samenwerking.<br />
Het Innovatiesteunpunt helpt hen bij de<br />
partnersearch, binnen en buiten de sector. Samenwerkingsverbanden<br />
kunnen ook begeleiding vragen voor hun<br />
groeiproces. Ook voor het verwerven van ondernemersvaardigheden<br />
(informaticagebruik, personeelsbeleid,<br />
kostprijsberekening en rentabiliteit, good governance …)<br />
kunnen innovatieve land- en tuinbouwers bij het Innovatiesteunpunt<br />
terecht.<br />
32<br />
Milieutechnische innovatie<br />
De werking inzake milieutechnische innovatie steunt op<br />
twee pijlers: kringloop sluiten (Agrocycle) en cleantech.<br />
De deskundigheid, de dienstverlening en het vormingsaanbod<br />
van de milieutechnische consulenten situeert<br />
zich rond de thema’s energie, water, biomassa, geur en<br />
fijn stof. Een zeer belangrijk aspect van de dienstverlening<br />
inzake energie zijn de energiescans. Hierbij wordt<br />
een doorlichting gemaakt van het actuele energiegebruik<br />
op het bedrijf en worden aanbevelingen gedaan<br />
voor een zuiniger gebruik en voor energiebesparende of<br />
energieproducerende investeringen. In de verschillende<br />
provincies is een energieloket opgestart voor het<br />
eerstelijnsadvies rond energie. De adviezen inzake<br />
watermanagement betreffen waterbesparing, waterhergebruik<br />
en waterzuivering. Verder wordt een inventaris<br />
gemaakt van de beschikbare hoeveelheden agrarische<br />
reststromen vanuit de land- en tuinbouw. In nauwe<br />
samenwerking met onderzoekscentra wordt gezocht<br />
naar mogelijke conversietechnologieën van biomassa en<br />
de daaruit volgende valorisatie van rest- en nevenstromen.<br />
De clustering en samenwerking tussen agrarische,<br />
en ook niet-agrarische, bedrijven inzake milieutechnologie<br />
worden door deze innovatieconsulenten begeleid.<br />
De samenwerking met onderzoeksinstellingen en<br />
onderwijsinstellingen wordt eveneens door hen ter harte<br />
genomen en verder uitgebouwd.<br />
Innovatiesteunpunt in cijfers<br />
In <strong>2011</strong> registreerden de consulenten van het<br />
Innovatiesteunpunt 620 adviesaanvragen. Er werden<br />
60 energiescans uitgevoerd.<br />
Voor de structuren van <strong>Boerenbond</strong> (kringen en gilden)<br />
gaven de innovatieconsulenten 165 voordrachten.<br />
daarnaast organiseerde het innovatiesteunpunt 89 eigen<br />
vormingsinitiatieven met als meest bijzondere initiatieven<br />
‘Inzicht in de consument, ontmoeting met Guillaume<br />
Van Der Stighelen’ (230 aanwezigen); ‘Energie-Water<br />
Infodag’ (300 deelnemers) en ‘Infodag Innovatieve<br />
Veehouderij’ (286 aanwezigen).
Fons Gios:<br />
“oNZe secTor kAN elke iNNovATie<br />
goeD geBruikeN.”<br />
Advies en begeleiding geven aan boeren en tuinders die<br />
zelf innovatieve technieken ontwikkelen, is één van de<br />
kernopdrachten van het Innovatiesteunpunt. Varkenshouder<br />
Fons Gios kwam op het idee om de ammoniakuitstoot<br />
van een nieuwe stal te bestrijden via toevoeging<br />
van bacteriën aan de mest. Opdat zijn stalprototype als<br />
emissiearm vergund en erkend zou kunnen worden door<br />
de overheid, moest Fons metingen laten uitvoeren naar<br />
de effectiviteit en de efficiëntie van zijn procédé. “Ik nam<br />
contact op met de milieutechnische consulent van het<br />
Innovatiesteunpunt met de vraag welke onderzoeksinstelling<br />
die metingen zou kunnen uitvoeren.” De<br />
consulent ging op onderzoek uit en kreeg een positief<br />
antwoord van het ILVO, het Instituut voor Landbouw- en<br />
Visserijonderzoek. Het prijskaartje was echter behoorlijk<br />
hoog, te hoog voor een individueel bedrijf. Na overleg<br />
met Fons stelde de consulent voor om op zoek te gaan<br />
naar eventuele subsidies. Immers, bij een gunstig<br />
meetresultaat zou niet alleen Fons Gios maar de hele<br />
varkens- en pluimveesector over een nieuw type van<br />
emissiearme stal beschikken. Bij het VITO, het Vlaams<br />
Instituut voor Technologische Ontwikkeling, bleken in het<br />
kader van het Prodem-programma – het projectdemonstratieprogramma<br />
– financiële middelen voorhanden om<br />
het onderzoek mee te helpen bekostigen. “Dankzij de<br />
tussenkomst van het Innovatiesteunpunt kan de land- en<br />
tuinbouw beroep doen op Prodem-steun. Voor mij<br />
betekende het concreet dat het VITO twee derde van de<br />
metingskosten voor zijn rekening nam.” Verder bracht de<br />
innovatieconsulent de onderzoekers van het ILVO en het<br />
VITO samen om afspraken te maken over de onderzoeksen<br />
metingsmethodes. Fons Gios is erg opgezet met de<br />
steun die hij kreeg van het Innovatiesteunpunt. “Zonder<br />
de hulp van de innovatieconsulent hadden we niet<br />
geweten dat we beroep konden doen op Prodem en dan<br />
was het experiment met onze proefstal vastgelopen. Dat<br />
zou bijzonder spijtig geweest zijn, want onze sector kan<br />
elke innovatie goed gebruiken.”<br />
33
Projecten stimuleren vernieuwing<br />
Projectmatig werken zit in de lift. Zowel het Vlaamse als<br />
het Europese beleid rond economische ontwikkeling,<br />
milieutechnologie en plattelandsontwikkeling schakelt<br />
over van een structurele betoelaging naar een meer<br />
projectmatige aanpak. Na een voorzichtig begin vanaf de<br />
jaren 90, beslisten <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden in<br />
het voorjaar van 2007 om de projectwerking beter te<br />
gaan structureren zodat optimaal op deze evolutie kon<br />
ingespeeld worden. Er werd een projectcel uitgebouwd<br />
als intern kenniscentrum, ter ondersteuning van de<br />
leiding en van de verschillende diensten van de organisatie<br />
die meer en meer projectmatig werken.<br />
Hefboom voor innovatie<br />
Zeer belangrijk was dat er een visie ontwikkeld werd<br />
rond de manier waarop <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden<br />
met projecten binnen de werking zouden omgaan.<br />
Wat doen we projectmatig en wat niet ? Aan welke<br />
voorwaarden moeten projecten voldoen ? De organisatie<br />
koos daarbij resoluut voor de inzet van projecten voor<br />
het op gang brengen van innovatie binnen de werking.<br />
Het moet gaan om innovatie die de leden ten goede moet<br />
komen. Elk nieuw project wordt daarop afgetoetst<br />
alvorens het ontwikkeld kan worden.<br />
Van hagen tot hoeveproducten<br />
Er wordt vooral gefocust op het versterken van de<br />
mogelijkheden voor land- en tuinbouwers om in te<br />
spelen op vragen van de samenleving, maar die ook een<br />
meerwaarde voor de boer en tuinder zelf kunnen<br />
opleveren. Het gaat hier onder meer om de productie<br />
van hoeveproducten, het creëren van een belevingsaanbod<br />
op de hoeve, groene zorg, enzovoort. Dit gebeurde<br />
o.a. via het Interreg-project GROEI.kans ! waarbij<br />
grensoverschrijdend wordt samengewerkt met verschillende<br />
Nederlandse partners.<br />
Ook het leveren van publieke dienstverlening zoals het<br />
onderhouden van het landschap, het strooien van winter -<br />
zout en dergelijke werd vanuit een project uitgebouwd.<br />
34<br />
De sterke groei in de werking van Agro|aanneming en de<br />
oprichting van agrobeheergroepen zijn het tastbare<br />
bewijs van het succes van het EFRO-project ‘ECO²’.<br />
Van energiebesparing<br />
tot erosiebestrijding<br />
Een tweede grote ontwikkelingsrichting betreft de<br />
(milieu-)technische innovatie die boeren en tuinders<br />
moet toelaten om ook in de toekomst rendabel te blijven<br />
produceren binnen een alsmaar strenger regelgevend<br />
kader. Thema’s als reductie van emissies, vermindering<br />
van water- en energiegebruik, bestrijding van bodemerosie<br />
en de opwaardering van biomassa worden opgepakt<br />
vanuit projecten als ‘Bodembreed’, ‘Interactieve watersystemen’,<br />
‘Agrocycle’, …<br />
Van leren tot amuseren<br />
Vanuit Landelijke Gilden wordt vooral ingezet op projecten<br />
rond plattelandseducatie en de ontsluiting van<br />
erfgoed op het platteland. De koppeling tussen ‘leren’ en<br />
‘amuseren’ is daar de constante factor. Regionale<br />
educatieve netwerken brachten de landbouw letterlijk tot<br />
in honderden Vlaamse scholen. Projectgefinancierde<br />
landbouwkranten vielen in de brievenbus van duizenden<br />
gezinnen. Dit kon dankzij verschillende kleinere projecten<br />
die door Plattelandsklassen werden uitgevoerd en<br />
met projectmiddelen voor plattelandsontwikkeling<br />
(PDPO) gefinancierd werden.<br />
Projectwerking in cijfers<br />
In <strong>2011</strong> werden een veertigtal projecten uitgevoerd, meer<br />
dan een verdubbeling sinds 2007. ruim 6200 leden van<br />
<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden werden ondersteund<br />
vanuit projecten. Zij kregen vorming, advies en dienstverlening,<br />
promotie en soms financiële ondersteuning bij<br />
hun activiteiten.
Kris Uytterhoeven:<br />
“heT is eeN DuiDelijke wiN-wiNsiTuATie.”<br />
in oktober 2008 werd het project eCo² opgestart. Het is<br />
een samenwerking tussen <strong>Boerenbond</strong>, Agro|bedrijfshulp,<br />
Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Agentschap<br />
voor Natuur en Bos (ANB), Lisro en Rurant met steun<br />
van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.<br />
Het project wil landbouwers betrekken bij het landschaps-<br />
en natuurbeheer tegen een gepaste vergoeding.<br />
De concrete werken worden uitgevoerd door boeren die<br />
zich verenigd hebben in agrobeheergroepen (AGB’s).<br />
Eind <strong>2011</strong> waren er 9 agrobeheergroepen actief.<br />
Kris Uytterhoeven is vennoot van Agro|aanneming en<br />
voorzitter van de agrobeheergroep Pikhakendonk in<br />
Boortmeerbeek. “Kleine landschapselementen zoals<br />
knotwilgen, houtkanten en poelen hebben veelal hun<br />
economische functie voor de landbouw verloren. De VLM<br />
geeft via het systeem van de beheersvergoedingen aan<br />
de landbouwer een financiële tegemoetkoming om die<br />
elementen op zijn land in stand te houden. In een<br />
agrobeheergroep brengen de aangesloten boeren die<br />
middelen samen om dan als groep de beheertaken uit te<br />
voeren.” Het samenwerkingsverband heeft veel voordelen:<br />
de leden kunnen op elkaars gronden werken<br />
uitvoeren; men is beter uitgerust omdat men beroep kan<br />
doen op een ‘collectief’ machinepark; sommige werken<br />
kan men beter in groep aanpakken omdat ze voor een<br />
man alleen te zwaar of te gevaarlijk zijn en, niet in het<br />
minst, ‘het is plezanter samen.’ De leden van een ABG<br />
komen twee keer per jaar samen: in het najaar om de<br />
werken te plannen, in het voorjaar om ze te evalueren.<br />
De leden van de ABG zijn vennoten van Agro|aanneming,<br />
een erkend aannemingsbedrijf. “Zij zorgen voor de<br />
omkadering. Dat geeft ons de zekerheid dat zaken zoals<br />
facturatie, verzekering, signalisatie en de coördinatie van<br />
de werken in orde zijn,” legt Kris uit. Voor Kris, die ook<br />
heel wat ervaring heeft met werkopdrachten in het kader<br />
van Agro|aanneming zoals sneeuw ruimen op de<br />
luchthaven van Zaventem of het inzaaien van een<br />
speelveld voor de gemeente Rotselaar, zijn de agrarische<br />
natuurbeheerwerken onderdeel van zijn ‘normale’<br />
bedrijfsvoering. Hij krijgt er een marktconforme vergoeding<br />
voor.<br />
Bij de start in oktober telde de ABG Pikhakendonk zes<br />
leden, maar Kris streeft ernaar om uit te breiden zodat<br />
boeren uit de hele Dijlevallei tot en met Rotselaar<br />
kunnen participeren. “Het is een duidelijke win-winsituatie.<br />
De kleine landschapselementen worden tegen een<br />
erg schappelijke prijs onderhouden en de boeren die de<br />
werken uitvoeren, verdienen een centje bij.”<br />
35
Landelijke Gilden, het jaar rond<br />
Landelijke Gilden biedt bewoners van het platteland de kans elkaar<br />
te ontmoeten, te leren in een groep, cultuur te leren kennen en<br />
actie te ondernemen rond het platteland en zijn leefbaarheid.<br />
Enkele van de grotere activiteiten waren ‘Dorp in de Kijker’, ‘Open<br />
Tuinen’, de ‘Streekzoektocht’, de ‘Plattelandsacademie’ en de ‘Dag<br />
van de Landbouw’. Binnen Landelijke Gilden is er ook een specifiek<br />
aanbod voor tuinliefhebbers, schapenhouders en senioren.<br />
37
Lente<br />
Landelijke Gilden versterkt de<br />
sociale samenhang in dorpen<br />
In de loop van <strong>2011</strong> blokletterde een krant: “Socioculturele<br />
verenigingen bloeien en creëren verbondenheid op<br />
het platteland.” Tot deze conclusie kwamen onderzoekers<br />
van de KHLeuven die samen met Landelijke Gilden<br />
meer dan 1600 bewoners in vijf Vlaams-Brabantse<br />
plattelandsdorpen bevraagd hebben.<br />
Het onderzoek maakt duidelijk dat het klassieke<br />
sociaalculturele verenigingsleven nog lang niet dood is.<br />
22% van de bevraagde bewoners is actief lid van één of<br />
meer sociaalculturele verenigingen, waarbij Landelijke<br />
Gilden en KVLV bij de meest genoemde verenigingen zijn.<br />
Hiernaast is 34% van de bevraagden passief lid: ze<br />
betalen lidgeld of lezen het ledenblad. Tel hierbij nog<br />
24% van de geënquêteerden die ooit lid geweest zijn en<br />
de vaststelling is dat 78% van de respondenten lid is, of<br />
geweest is, van een sociaalculturele vereniging. Niet<br />
iedereen participeert in gelijke mate aan het verenigingsleven.<br />
Liefst 85% van de leden is ouder dan veertig.<br />
Onder de deelnemers zijn ook significant meer vrouwen,<br />
kerkgangers en personen die al langer in het dorp<br />
wonen.<br />
De onderzoekers vertaalden het begrip ‘sociale samenhang’<br />
in concrete en meetbare houdingen en gedragingen.<br />
Ze stelden vast dat mensen die ooit aangesloten<br />
38<br />
waren bij sociaalculturele verenigingen (in het verleden<br />
of nu) méér houdingen hebben en gedragingen vertonen<br />
die met sociale samenhang verbonden kunnen worden<br />
dan leden van andere soorten verenigingen (bijvoorbeeld<br />
voetbalclubs) of dan mensen die nooit lid zijn geweest.<br />
Ze zijn minder gericht op hun eigenbelang, meer bereid<br />
om dorpsgenoten te helpen en door hen geholpen te<br />
worden, voelen zich minder machteloos tegenover<br />
politiek in het algemeen en tegenover de lokale politiek<br />
in het bijzonder. Ze voelen zich ook meer betrokken op<br />
en verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in hun dorp.<br />
Bij de resultaten worden ook kritische kanttekeningen<br />
gemaakt ten aanzien van het klassieke verenigingsleven.<br />
Zo blijkt onder meer dat leden van sociaalculturele<br />
verenigingen sterk op elkaar gericht zijn. Uit dit groepsgevoel<br />
ontstaat een conservatieve reflex tegenover<br />
anderen, bijvoorbeeld inwijkelingen. Daarom zijn heel<br />
wat activiteiten van plaatselijke gilden gericht op het<br />
leggen van contacten met dorpsbewoners die niet tot de<br />
eigen groep behoren.<br />
Er werd in het onderzoek ook informatie gehaald uit<br />
interviews met spilfiguren van binnen en buiten het<br />
verenigingsleven. Op basis van deze gesprekken werden
uitdagingen en werkpunten geformuleerd, zoals de<br />
noodzaak om werk te maken van de integratie van<br />
nieuwkomers in de gemeente. Of de suggestie dat<br />
verenigingen die meer samenwerken hun slagkracht<br />
binnen de gemeenschap vergroten. Als de verenigingen<br />
ook in de toekomst een rol van betekenis willen spelen,<br />
zullen zij bovendien leden van alle leeftijdscategorieën<br />
moeten werven. Dit gebeurt best via brede gezinsactiviteiten<br />
en open evenementen.<br />
Het onderzoek geeft in geen geval aan dat Landelijke<br />
Gilden het geweer van schouder moet veranderen. Er<br />
gebeuren veel goede activiteiten in de lokale afdelingen.<br />
Heel wat van de aandachtspunten die het onderzoek<br />
aankaartte, zijn ondertussen opgenomen in de meerjarenplanning<br />
van Landelijke Gilden.<br />
Unieke ontmoeting met Congolese<br />
bezoekers<br />
Landelijke Gilden, KVLV en KLJ zijn al jaren solidair met<br />
familiale boeren in het Zuiden. Weliswaar is enkele jaren<br />
geleden, met de komst van nieuwe partners, de naam<br />
IVA of ‘Ieder voor Allen’ gewijzigd in Trias, de missie is<br />
dezelfde gebleven: steun bieden aan familiale landbouwers<br />
en ondernemende mensen in Afrika, Azië en<br />
Latijns-Amerika. De hoeksteen in de strategie van Trias<br />
is de versterking van ledenorganisaties.<br />
In het westen van Congo werkt de boerenfederatie<br />
Repam, die op korte termijn de bestaanszekerheid wil<br />
verbeteren van haar leden-landbouwers. Repam<br />
vertegenwoordigt 55 lokale boerengroepen in Bas-Congo.<br />
De oorsprong van haar bestaan is de plantageholding<br />
Scam die zijn beste gronden braak laat liggen, terwijl de<br />
druk op de grond voor de familiale boeren continu<br />
toeneemt. Intussen heeft Repam al broodnodige grond<br />
teruggewonnen van Scam.<br />
De voorbije jaren heeft Repam zich ook verdienstelijk<br />
gemaakt door de verdeling van verbeterd zaaigoed en<br />
maniokstekken aan de leden. Op het vlak van belangenverdediging<br />
zetten ze de eerste stappen.<br />
In het kader van het partnerschap tussen Landelijke<br />
Gilden en Repam waren drie bestuursleden van Repam<br />
te gast op het Vlaamse platteland in april <strong>2011</strong>. Ze<br />
ontdekten hoe lokale afdelingen van Landelijke Gilden<br />
functioneren en mee vorm geven aan de plattelandsontwikkeling<br />
in Vlaanderen. Ze namen deel aan dialogen en<br />
workshops, gingen op bezoek bij landbouwbedrijven<br />
en proefcentra. Zelfs een partijtje krulbollen<br />
stond op het programma! In 2012 volgt een reis<br />
van tien leden van Landelijke Gilden naar Congo<br />
om verder uit te wisselen over gemeenschappelijke<br />
uitdagingen als ledenwerving, vorming van<br />
bestuursleden en de organisatie van bestuursverkiezingen.<br />
Slaan Landelijke Landelijke Gilden en Repam de handen in<br />
elkaar, <strong>Boerenbond</strong> heeft op zijn beurt contacten<br />
met aardappeltelers in Ecuador.<br />
39
Pieter Devooght:<br />
“BesTuursliD ZijN is eeN mooie voorT-<br />
ZeTTiNg vAN mijN eNgAgemeNT iN klj.”<br />
Pieter Devooght is 30 jaar en leraar in het secundair<br />
onderwijs in Roeselare (West-Vlaanderen). Hij is verloofd<br />
met Sofie Keerman. Pieter is bestuurslid van de Landelijke<br />
Gilde van Loppem.<br />
Landelijke Gilde Loppem is een actieve afdeling met 15<br />
activiteiten per jaar en meer dan 100 leden. Pieter is het<br />
jongste bestuurslid op een totaal van 14. Hij vormt een<br />
goed team met de ‘doorgewinterde’ collega’s. Dat Pieter<br />
bestuurslid werd mag niet verwonderen. Binnen KLJ<br />
nam – en neemt – hij heel wat engagementen op, van het<br />
plaatselijke tot het nationale niveau. Hij is er nog steeds<br />
actief, maar eerder beleidsmatig. Hierdoor kwam er<br />
meer tijd om in te gaan op de vraag om bestuurslid van<br />
de plaatselijke landelijke gilde te worden. “Bestuurslid<br />
zijn van de Landelijke Gilde van Loppem is een mooie<br />
voortzetting van het engagement dat ik opnam in KLJ.<br />
Ik word wat te oud voor het echt jeugdbewegingswerk.<br />
Via de gilde blijf ik verbonden met het landelijke aspect<br />
en het verenigingsleven.”<br />
40<br />
De combinatie van zijn vrijwilligerswerk met zijn vriendin<br />
en zijn job is voor hem geen enkel probleem. Volgens<br />
Pieter slagen ze er als bestuursteam in om het werk<br />
goed te verdelen. Op die manier is iedereen wel eens<br />
verantwoordelijk voor een activiteit en is het maar één of<br />
twee keer per werkjaar wat drukker.<br />
Pieter heeft nog heel wat wensen voor de toekomst.<br />
Hij ziet de veelheid aan leeftijden in het bestuur als een<br />
sterkte van de gilde. “Zelf ben ik nog maar vier jaar<br />
bestuurslid,” vertelt hij, “terwijl ons oudste bestuurslid<br />
dat al meer dan 50 jaar is. Ik hoop dat we in de toekomst<br />
op dezelfde goede, constructieve manier met elkaar<br />
kunnen samenwerken, want het verenigingsleven is<br />
super. Mensen ontmoeten elkaar, delen vreugde en<br />
vriendschap en leren elkaar in een ontspannen sfeer<br />
kennen. Het is goed dat er vrijwilligerswerk is waarbij<br />
mensen activiteiten op touw zetten ten bate van de lokale<br />
gemeenschap.”
De Ecuadoraanse organisatie heeft een goede structuur,<br />
maar er zijn nog vele uitdagingen inzake rendement en<br />
kwaliteit. Het was voor de twee <strong>Boerenbond</strong>leden die in<br />
november naar Ecuador reisden een herontdekking van<br />
het belang van een sterke boerenbeweging.<br />
De Noord-Zuidthematiek komt ook in het programmaaanbod<br />
voor de lokale afdelingen aan bod. Zo tekenden<br />
afdelingen in op de daguitstap ‘Te voet naar Congo’ dat<br />
een bezoek aan het Afrikamuseum in Tervuren omvatte<br />
en een verkenning van de sfeer en eetcultuur in de<br />
Brusselse Matongéwijk. Gilden konden ook proeven van<br />
het studiereisverhaal over het Congolese platteland dat<br />
Gi Matteusen bracht. Verder zetten heel wat afdelingen<br />
Trias en Repam centraal tijdens hun solidariteitsacties,<br />
zoals tijdens Stap voor S.T.A.P.-wandelingen (Antwerpen),<br />
Congo-troef-kaartavonden of -namiddagen en<br />
andere acties verspreid over alle provincies.<br />
Zomer<br />
De tuinwerking staat centraal<br />
Landelijke Gilden kan rekenen op een intensieve werking<br />
voor tuinliefhebbers, zowel op lokaal als op bovenlokaal<br />
vlak. Het jaarlijkse Open Tuinenweekend vormt hiervan<br />
het hoogtepunt. Aan het weekend van 25 en 26 juni<br />
namen in totaal 244 tuinen deel. In de provincie Antwerpen<br />
trok elke tuin gemiddeld 289 bezoekers; in Limburg<br />
207; in oost-Vlaanderen 272; in Vlaams-Brabant 214; in<br />
West-Vlaanderen 242 en in de grensstreek van Nederland<br />
378 bezoekers. Tijdens de editie van <strong>2011</strong> was er<br />
vooral aandacht voor vijvers en waterpartijen in de tuin.<br />
Tuinliefhebbers konden op voorhand beslissen<br />
welke tuinen ze zouden bezoeken aan de hand<br />
van de tuingids Open Tuinen <strong>2011</strong>. Deze<br />
kleurrijke gids bevatte niet alleen de<br />
adressen, foto’s en een beschrijving van<br />
alle deelnemende tuinen, maar er<br />
kwamen ook allerhande toepassingen<br />
van water aan bod. In elke provincie<br />
werden handige, mooie routes in kaart<br />
gebracht – de tuincircuits – met<br />
stopplaatsen aan verschillende tuinen.<br />
de afstanden varieerden van 8 tot 55 km.<br />
Eind augustus vond in de kruidtuin van Leuven de<br />
Tuindag plaats. Dit evenement was aan zijn vierde editie<br />
toe. Leden van Landelijke Gilden waren, samen met hun<br />
gezinsleden, welkom voor een exclusieve tuinmarkt en<br />
een gratis rondleiding.<br />
Tuinieren is een fijne hobby. Niet alleen voor volwassenen,<br />
ook voor kinderen. Maar niet alle kinderen hebben<br />
de kans om dat thuis te doen. Landelijke Gilden wil met<br />
de lokale afdelingen, en samen met de vele lagere<br />
scholen in Vlaanderen, zo veel mogelijk schooltuintjes<br />
aanleggen zodat de kinderen het tuinieren leren<br />
waarderen. Hiervoor wordt samen gewerkt met<br />
Aveve en vzw Plattelandsklassen.<br />
Landelijke Gilden biedt een<br />
financiële en didactische<br />
ondersteuning. Elke school<br />
kan deelnemen en een tuin<br />
starten. Met 92 deelnemers<br />
werd in <strong>2011</strong> een nieuw record<br />
gevestigd.<br />
De tuinwerking staat bij heel wat plaatse-<br />
41
lijke afdelingen centraal in het programma. Lokale<br />
bestuursleden organiseren jaarlijks honderden activiteiten<br />
– lessen, voordrachten, demonstraties … – rond het<br />
snoeien van rozen, sierstruiken of kleinfruit en het<br />
onderhoud van tuinmachines en -gereedschap. De<br />
provincie Antwerpen en het Meetjesland hebben een<br />
actieve tuinclub waar leden een uitgebreid tuinaanbod<br />
vinden.<br />
De zomer van<br />
Landelijke Gilden<br />
Op het platteland valt er altijd wel iets<br />
te beleven. Getuige daarvan is Buiten-<br />
Tips, de extra editie bij het juninummer<br />
van het ledenblad Buiten. Deze jaarlijkse<br />
brochure bundelt het uitgebreide<br />
zomeraanbod van Landelijke Gilden,<br />
per provincie, overzichtelijk en<br />
42<br />
chronologisch tot eind september.<br />
In <strong>2011</strong> ging de zomer van Landelijke Gilden officieel van<br />
start op Pinkstermaandag, tijdens de Haspengouwse<br />
Gordel. Deze recreatieve fietstocht was aan zijn zeventiende<br />
editie toe. Start- en aankomstplaats was Velm,<br />
een deelgemeente van Sint-Truiden.<br />
Het bleef droog, maar echt zonnig werd het niet. De<br />
organisatoren mochten toch op een mooie opkomst<br />
rekenen. De Haspengouwse Gordel<br />
was eveneens de start van een<br />
zwerfvuilcampagne waarmee men<br />
de deelnemers opriep om geen<br />
zwerfvuil in het landschap achter te<br />
laten. Tijdens andere grote recreatieve<br />
fietstochten werd deze<br />
campagne verdergezet.<br />
Landelijke Gilden laat haar leden<br />
proeven van alle facetten van het<br />
Vlaamse platteland. De lokale<br />
afdelingen nemen dit vaak letterlijk,<br />
want na een ontspannende fiets- of<br />
wandeltocht staan er meestal<br />
lekkere hapjes op het menu. Dit is<br />
het geval voor de vele sneukel- en<br />
smoefeltochten. Het is een traditie<br />
die jaren geleden in Oost-Vlaanderen ontstond, maar al<br />
snel de rest van het Vlaamse land veroverde.<br />
Naast de vele dorps- en hoevefeesten, zoektochten en<br />
tractorwijdingen vormen de recreatieve fietstochten de<br />
ruggengraat van het zomerprogramma. Het zijn ideale<br />
gelegenheden om, te voet of met de fiets, een mooie<br />
streek te ontdekken. Fietselieren (Lier), de Maaslandse<br />
Gordel (Opgrimbie), de Hagelandse Gordel (verschillende<br />
start- en stopplaatsen in het Hageland), Fietsen tussen<br />
Durme en Schelde (Hamme en Zele) en ’t Vijfde Wiel<br />
(Roeselare) zijn maar enkele voorbeelden.<br />
Een andere sterkhouder in de zomer van Landelijke<br />
Gilden is de Nationale Streekzoektocht. Leden van<br />
Landelijke Gilden konden in BuitenTips een extra bijlage<br />
van 8 pagina’s vinden over de nationale Streekzoektocht,<br />
met informatie, vragen en het deelnemingsformulier.<br />
deelnemen kon van 11 juni tot 28 augustus. nieuw was<br />
dat geïnteresseerden de fiets- en autoroute konden<br />
downloaden waardoor het bestand nadien via een<br />
gps-systeem kon geraadpleegd worden. In <strong>2011</strong> was<br />
deze zoektocht te gast in Riemst, in het zuidoosten van<br />
de provincie Limburg, tussen Tongeren en het Neder
Joke Pillet:<br />
“ik wil voorAl eeN Brug slAAN<br />
TusseN DorpsgeNoTeN.”<br />
Joke Pillet is 49 jaar en leidinggevend medewerker bij de<br />
Vlaamse gemeenschap. Ze is gehuwd met Eddy Verbinnen<br />
en moeder van twee studerende kinderen. Ze is<br />
voorzitter van Landelijke Gilde Wilsele-Putkapel<br />
(Vlaams-Brabant), van het schoolbestuur Vrije School<br />
Wilsele-Putkapel, van de scholengemeenschap ‘De<br />
Vaart’ én politiek actief bij CD&V-Leuven en -Wilsele.<br />
In 2006 kreeg de plaatselijke boerengilde een nieuwe<br />
boost. Samen met een vriendin nam Joke het heft in<br />
handen. Met de hulp van enkele vrijwilligers stampten ze<br />
de landelijke gilde uit de grond. Momenteel telt de gilde<br />
89 leden. Met elke maand een leuke activiteit op het<br />
programma is dat ook niet verwonderlijk. De verkiezing<br />
van de zonnekoning en –koningin, een verkiezing van de<br />
twee schoolkinderen die de grootste zonnebloem<br />
kweekten, is elk jaar een uitstekende promotieactie voor<br />
de gilde. Daarnaast denkt de gilde ook actief mee rond<br />
dorpsontwikkeling en werkt ze mee aan enkele projecten<br />
van dorpsopbouw.<br />
Wie bij Joke polst naar de redenen waarom ze dit alles<br />
doet, krijgt een duidelijk antwoord: “Ik kom graag onder<br />
de mensen. Ik wil vooral een brug slaan tussen dorpsgenoten<br />
die actief of passief willen meewerken aan het<br />
behoud van het landelijke karakter van het dorp. Samen<br />
werken we aan een bruisend dorp in een landelijke<br />
omgeving en versterken we de verbondenheid tussen de<br />
mensen in onze gemeente. Ik bouw mee aan een warme<br />
samenleving, waar er ruimte is voor iedereen! Door iets<br />
voor een ander te doen, krijg je veel in de plaats.”<br />
Ze beaamt dat het leven van een vrijwilliger druk is.<br />
Gelukkig heeft ze een echtgenoot die haar steunt in wat<br />
ze doet. De gezinstaken worden goed verdeeld. “Het is<br />
soms zwaar”, vertelt ze. “Maar omdat ik het zo graag<br />
doe, maak ik met plezier tijd voor mijn vrijwilligerswerk.<br />
Ik ben mijn bestuursleden ook heel dankbaar voor de<br />
warme vriendschap die ze geven en de hechte ploeg die<br />
wij vormen. Dankzij hun inzet valt het engagement te<br />
combineren met mijn werk en mijn gezin.” Volgens Joke<br />
is het niet vanzelfsprekend om mensen te motiveren om<br />
zich in te zetten voor anderen. Vrijwilligerswerk moet in<br />
de eerste plaats leuk zijn, maar het moet ook gewaardeerd<br />
worden. Want waardering is een belangrijke<br />
motivatie.<br />
Als wensen voor de toekomst geeft ze mee: “Een<br />
leefbaar dorp, daar blijven we voor gaan! En zolang<br />
mensen daar van dromen, zullen er wel altijd geëngageerde<br />
dorpsgenoten zijn met een hart voor het verenigingsleven<br />
die deze dromen in daden omzetten. We<br />
blijven ijveren voor de rechten en het bestaan van het<br />
platteland.”<br />
43
landse Maastricht. De deelnemers maakten onder meer<br />
kennis met het wijnkasteel van Genoeselderen, enig in<br />
z’n soort in België. Ook de waterburcht van Millen en de<br />
mergelgrotten kregen deelnemers over de vloer.<br />
Op 21 augustus vond in Leuven de Tuindag plaats in de<br />
hortus botanicus lovaniensis, de oudste botanische tuin<br />
van ons land. Oorspronkelijk was dit een wetenschappelijke<br />
plantencollectie, verbonden aan de universiteit.<br />
Nu herbergt hij ook nuttige, bijzondere en merkwaardige<br />
sierplanten. De Leuvense kruidtuin is zeer geliefd<br />
bij studenten die een herbarium samenstellen en bij<br />
tuinliefhebbers die er tijdens de middag hun boterhammen<br />
opeten. Tijdens de Tuindag gaf kunstenares Tinka<br />
Pittoors uitleg bij haar beeldententoonstelling; het<br />
toneelgezelschap M-theater zorgde voor enkele historische<br />
sketches. Verder konden de deelnemers ook<br />
genieten van een zomerse kooksessie.<br />
Projecten creëren extra kansen<br />
Projectwerking wint binnen Landelijke Gilden alsmaar<br />
aan belang. Het heeft tal van voordelen. Projecten<br />
zorgen voor externe financiering, bijvoorbeeld via<br />
Europese plattelandsontwikkelingsprogramma’s zoals<br />
PDPO of Leader. Projecten bieden zo kansen om meer<br />
middelen te besteden aan de missie van Landelijke<br />
Gilden, met name werken aan een leefbaar platteland.<br />
Projectwerking creëert bovendien een nieuwe dynamiek.<br />
Wie regelmatig met nieuwe projecten kan werken, krijgt<br />
de kans om door een andere bril te kijken en het<br />
routinewerk achter zich te laten. Verder kan men<br />
samenwerken met nieuwe partners, wat vaak zorgt voor<br />
een positieve inbreng.<br />
44<br />
Landelijke Gilden participeert in enkele nationale<br />
projecten. Zo werd er in <strong>2011</strong> door Plattelandsklassen<br />
vzw verder gewerkt aan de uitbouw en de ‘marktpositionering’<br />
van Weidepoort, een portaalsite voor landbouwen<br />
plattelandseducatie waarop leerkrachten, jeugdleiders<br />
of geïnteresseerde ouders heel wat educatieve<br />
hulpmiddelen vinden. Daarnaast ontwikkelde Plattelandsklassen<br />
ook twee plattelandseducatieve netwerken<br />
in de Leadergebieden ‘Kempen & Maasland’ en ‘MarkAante<br />
Kempen’. Het Interreg-project GROEI.kans wil<br />
ruraal ondernemerschap stimuleren en versterken en<br />
grensoverschrijdende samenwerking op velerlei vlakken<br />
aanmoedigen. Het Grundtvig-project ‘Learning villages’<br />
geeft de kans om te kijken hoe andere Europese<br />
plattelandsorganisaties werken rond dorpsontwikkeling.<br />
Ook lokale afdelingen gaan aan de slag met projecten<br />
met externe financiering. Vaak bundelen zij de krachten<br />
op bovenlokaal niveau, bijvoorbeeld op intergemeentelijk<br />
of gewestelijk vlak. Vele handen maken het werk licht,<br />
vele hoofden zorgen voor goede ideeën. Zo werkten<br />
enkele gilden en heel veel vrijwilligers binnen het<br />
Leadergebied MarkAante Kempen samen aan het project<br />
‘Hoevebenamingen’. De historische verklaring van<br />
379 hoevenamen werd verzameld in het boek ‘Landelijke<br />
erfgoed, onze trots’. De hoeves kregen ook een naamplaatje.<br />
Verder kan het gebeuren dat een individuele afdeling van<br />
Landelijke Gilden aan de slag gaat rond een project.<br />
Zo diende de Landelijke Gilde van Winksele-Delle in 2010<br />
met succes een project in bij de oproep ‘Buitengewone<br />
Buurt’ van de Koning Boudewijnstichting. Ze kregen<br />
5000 euro om in <strong>2011</strong> hun project ‘Ik hou van Delle’ te<br />
verwezenlijken. De twee doelstellingen van het project<br />
zijn het versterken van het dorpsgevoel en een grotere<br />
participatie van jonge gezinnen aan het dorpsleven. De<br />
eerste doelstelling werd aangepakt met een echte
‘Dellecampagne’. Uit een wedstrijd tussen de dorpsgenoten<br />
werd een logo geselecteerd dat zal afgedrukt<br />
worden op boodschappentasjes, bierkaartjes enzovoort.<br />
De participatie van de jonge gezinnen wil men verhogen<br />
door hen persoonlijk aan te spreken en uit te nodigen<br />
voor de activiteiten. Op de projectwebsite, ikhouvandelle.<br />
be, komt er een interactief smoelenboek zodat de<br />
inwoners elkaar online een eerste keer kunnen leren<br />
kennen. Daarnaast zal men een welkomstmoment<br />
organiseren voor nieuwe inwoners, een lichtjestocht, een<br />
gratis ontbijt op straat, een speelstraat en een stratenvierkamp.<br />
Herfst<br />
Boer en burger vinden elkaar<br />
op de Dag van de Landbouw<br />
op zondag 18 september vond de 29ste editie van de dag<br />
van de Landbouw plaats, dé ontmoetingsdag van de<br />
Vlaamse land- en tuinbouwers met het brede publiek.<br />
Vijftig bedrijven gaven een inkijk in hun dagelijkse<br />
werking. Algemeen secretaris Sonja De Becker: “Wie<br />
sinds zijn jeugd geen land- of tuinbouwbedrijf meer<br />
bezocht heeft, zet grote ogen op. Land- en tuinbouwbedrijven<br />
zijn minder toegankelijk geworden. Strenge<br />
voorschriften op het vlak van hygiëne dwingen de boer<br />
om de deuren te sluiten. De consument koopt zijn<br />
voeding in een supermarkt en hij is van het productieproces<br />
vervreemd. Omdat we het als sector belangrijk<br />
vinden dat boer en burger elkaar blijven vinden, organiseren<br />
<strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden dit evenement.<br />
Het is naast een plezant, gezellig en leerrijk gebeuren<br />
ook een voorbeeld van een hedendaagse, positieve<br />
syndicale actie.”<br />
45
Mark De Pauw:<br />
“ik sTorTTe mij Als vrijwilliger<br />
op De gewesTelijke seNioreNwerkiNg.”<br />
Mark de Pauw uit Sleidinge (oost-Vlaanderen) is 67 jaar.<br />
Hij was vroeger leerkracht in het lager onderwijs en is<br />
gehuwd met Nelly Blomme, waarmee hij twee kinderen<br />
en vier kleinkinderen heeft. Marc bouwt mee aan de<br />
seniorenwerking van Landelijke Gilden in de gewesten<br />
Evergem, Eeklo, Nevele en Lochristi. Het engagement<br />
van Mark in de beweging begon als secretaris in de<br />
lokale KLJ. Later werd hij verkozen tot bestuurslid van<br />
de landelijke gilde met de opdracht vernieuwing te<br />
brengen en de jonge gezinnen te vertegenwoordigen. Het<br />
ledenaantal steeg van 200 naar 300 en het organiseren<br />
van goede activiteiten was een uitdaging. Met de jaren<br />
zag hij het ledenaantal van de zestigplussers toenemen.<br />
Marc is nog steeds heel gemotiveerd. “In 2001 ging ik<br />
met pensioen. Ik was toen al meer dan 20 jaar secretaris<br />
van onze plaatselijke gilde. Mijn motto was: geef tijdig de<br />
fakkel door aan de jongeren en ga zelf mee met je<br />
leeftijd. Ik gaf mijn functie door en stortte me op vraag<br />
van onze consulent als vrijwilliger op de gewestelijke<br />
seniorenwerking. Ik werk samen met de seniorenafgevaardigden<br />
van alle afdelingen een vijftal activiteiten uit<br />
in vier gewesten. Ik geef tips, maak het verslag van de<br />
vergadering, leg sprekers vast, enzovoort. Het jaarprogramma<br />
bestaat uit een ontmoetingsnamiddag met<br />
koffietafel, een fietstocht, een dag- en een meerdaagse<br />
reis en een variéténamiddag.”<br />
46<br />
Zijn engagement vraagt veel tijd. “Maar ik doe het<br />
graag”, vervolgt hij, “en je kan op zeer veel dankbaarheid<br />
rekenen. Daarnaast is er nog tijd voor een grote tuin met<br />
moestuin, voor kleine huishoudelijke taken, hulp bij de<br />
kinderen en opvang van de kleinkinderen. Geregeld gaan<br />
mijn vrouw en ik op reis of volgen we voordrachten en<br />
lezingen.”<br />
Het geeft Marc enorm veel voldoening te zien dat de<br />
leden tevreden zijn en zeggen: “Dat we dat nog mogen<br />
meemaken, fantastisch man!” Het is de bedoeling om<br />
elke activiteit een meerwaarde te geven. “Een hoogtepunt<br />
vind ik in elk geval onze jaarlijkse afsluiter met een<br />
prachtige variéténamiddag voor alle senioren van drie<br />
gewesten. Hier mogen we elk jaar 350 tot 400 leden<br />
verwelkomen.”<br />
Binnen de seniorengroep zijn er uiteraard grote leeftijdsverschillen,<br />
van 55-plus tot 75-plus. “de interesses<br />
lopen uiteen en het is niet eenvoudig een goede mix te<br />
vinden in je programma. Goede activiteiten plannen is<br />
dan ook de uitdaging.”<br />
Marc zit met heel wat vragen: “Hoe kan je blijven<br />
omgaan met de steeds grotere groep senioren in onze<br />
beweging? Wie zal in de toekomst bereid zijn om op<br />
vrijwillige basis verantwoordelijkheid te nemen ? Dit<br />
wordt beslist niet eenvoudig. En toch… Ik hoop dat<br />
sommige leden het zullen aandurven.”
Overal in Vlaanderen openden<br />
land- en tuinbouwbedrijven<br />
de deuren. Verschillende<br />
onder hen pakten uit met<br />
proevertjes en met extra<br />
animatie. Andere werkten<br />
samen met collega’s uit de<br />
buurt en bundelden hun<br />
activiteiten activiteiten in een zogenaamde<br />
cluster. Dat was onder meer<br />
het geval in Gingelom, waar de<br />
bezoekers terecht konden op<br />
een fruitteelt-, een varkens-,<br />
een akkerbouw- en een<br />
para-agrarisch bedrijf. De plaatselijke<br />
afdelingen afdelingen van Landelijke<br />
Gilden zorgden op heel wat bedrijven voor randanimatie<br />
met bijvoorbeeld een maïsdoolhof, springkastelen,<br />
fototentoonstellingen en tractorritjes.<br />
In de aanloop naar de Dag van de Landbouw werd via<br />
You Tube een filmpje gelanceerd met in de hoofdrol een<br />
boer die de ontdekking van zijn leven doet: hij was er<br />
zogezegd in geslaagd om aardappelen zonder schil te<br />
telen. Schillen zou dus niet meer nodig zijn... De<br />
bedoeling van het filmpje was de consument te doen<br />
stilstaan bij het werk dat land- en tuinbouwers steken in<br />
het kweken van gewassen en het fokken van dieren. Het<br />
filmpje werd verspreid via verschillende sociaalnetwerksites<br />
– onder meer Facebook – met de bedoeling het<br />
publiek warm te maken voor de opendeurdag.<br />
Dankzij de lokale gilden en de landbouwgezinnen die<br />
hun bedrijf openstelden, beleefden vele bezoekers een<br />
interessante en leerrijke dag.<br />
Prinses Mathilde viert 25 jaar<br />
Plattelandsklassen mee<br />
Plattelandsklassen vierde zijn 25-jarig bestaan in stijl,<br />
in aanwezigheid van prinses Mathilde en heel wat<br />
prominenten. De viering vond plaats op 29 september<br />
<strong>2011</strong> in De Boerekreek in Sint-Jan-in-Eremo, waar het<br />
verhaal van Plattelandsklassen begon. Via een academisch<br />
gedeelte, een bezoek aan infostands en gesprekken<br />
met vrijwilligers kon prinses Mathilde zich een goed<br />
beeld vormen van de werking. Alle vrijwilligers die<br />
Plattelandsklassen groot maken, waren op<br />
de viering uitgenodigd. Zij waren talrijk talrijk<br />
aanwezig en werden uitdrukkelijk bedankt. bedankt.<br />
Zij kregen allen een paar laarzen cadeau,<br />
zodat ze met stevig schoeisel verder<br />
kunnen werken aan de uitbouw van<br />
Plattelandsklassen.<br />
Op 30 september, de dag na de viering, kregen alle<br />
basisscholen in Vlaanderen een verrassing in de<br />
brievenbus: het themablad Grasspriet over duurzame<br />
voeding. De Grassprietreeks, eveneens te downloaden<br />
via www.grasspriet.be, bestaat uit thematische dossiers<br />
over de land- en tuinbouw, gericht naar kinderen van de<br />
derde graad. Deze feestelijke twintigste editie behandelde<br />
met ‘Duurzaamheid in land- en tuinbouw’ een<br />
actueel, sectoroverschrijdend thema. De reacties op dit<br />
verjaardagsgeschenk waren zeer positief.<br />
Als afsluiter van het feestjaar organiseerden Plattelandsklassen<br />
en Landelijke Gilden op 17 november <strong>2011</strong><br />
een Plattelandsacademie met als onderwerp ‘Plattelandseducatie:<br />
levensecht leren of public relations?’<br />
Al was iedereen het roerend eens over de zin en het<br />
maatschappelijk belang van landbouw- en plattelandseducatie,<br />
toch kwam er een grondige discussie op gang<br />
over vragen als “Wat is de rol van de verschillende<br />
overheden?”, “Hoe kunnen we het onderwijs nog beter<br />
bereiken?”, enzovoort.<br />
47
Op 25 jaar tijd is Plattelandsklassen vzw uitgegroeid<br />
tot de referentie inzake landbouw- en plattelandseducatie.<br />
In <strong>2011</strong> genoten 131 scholen of 4.549 leerlingen<br />
van een meerdaagse plattelandsklas; het netwerk van<br />
kijkboerderijen groeide uit tot 72 bedrijven; het aanbod<br />
van didactisch materiaal werd uitgebreid met een<br />
didactische werkbundel ‘Educatief Haspengouw’, de<br />
Haspengouwmobiel, het klassikaal gezelschapsspel<br />
‘Weet wat je eet’ en andere werkvormen. Kortom, er is<br />
altijd iets te beleven met Plattelandsklassen!<br />
Winter<br />
Vrijwilligers maken het verschil<br />
<strong>2011</strong> was het Europees jaar van het vrijwilligerswerk.<br />
Onder het motto ‘Vrijwilligers maken het verschil’ ging in<br />
binnen- en buitenland heel wat aandacht naar het werk<br />
van vrijwilligers en de uitdagingen waarvoor zij staan.<br />
Naar schatting 30% van alle Europeanen doet vrijwilligerswerk,<br />
meer dan 100 miljoen mensen dus!<br />
“Vrijwilligers weerspiegelen de diversiteit van de<br />
Europese samenleving, waarin mensen van alle leeftijden,<br />
vrouwen en mannen, actieven en werklozen,<br />
mensen van verschillende religieuze groepen en van alle<br />
nationaliteiten betrokken zijn”, zegt het Europees<br />
Centrum Vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk bevordert<br />
de sociale samenhang, stimuleert het actief ouder<br />
worden, laat de jeugd de ervaring van hun<br />
leven opdoen, ligt aan de basis van<br />
talloze humanitaire acties en<br />
maakt ons tot zelfbewuste,<br />
solidaire burgers.<br />
Vrijwilligers maken<br />
Landelijke Gilden<br />
Driekwart van de Vlaamse bevolking<br />
is lid van een vereniging en één op<br />
twee is zelfs actief lid. Maar zonder<br />
bestuursleden zouden al die verenigingen<br />
geen lang leven beschoren<br />
48<br />
zijn. Dit geldt ook voor Landelijke Gilden. Een afdelingsbestuur<br />
kan tot 30 bestuursleden tellen. Naast bestuursleden<br />
is er op lokaal vlak nog een groot aantal vrijwilligers<br />
die losse taken en/of tijdelijke engagementen<br />
opnemen. Een ruwe schatting leert dat dit over 24.000<br />
personen per jaar gaat.<br />
in <strong>2011</strong> waren er 68.735 leden Landelijke Gilden.<br />
de beweging telde ruim 7245 bestuursleden in<br />
910 afdelingen. 36% is jonger dan 50 jaar, 38% zit in<br />
de leeftijdsgroep tussen 50 en 65 jaar en 26% is ouder<br />
dan 65. 44,5% van de bestuursleden komt uit de<br />
land- en tuinbouw.<br />
576 afdelingen stuurden een werkingsverslag in.<br />
Daaruit blijken volgende activiteitscijfers:<br />
> Aantal lokale activiteiten: 6919<br />
- Ledenactiviteiten: 4124<br />
- open activiteiten: 2795<br />
> Gemiddeld aantal lokale activiteiten: 12<br />
> aantal lokale bestuursvergaderingen: 3928<br />
> Gemiddeld aantal bestuursvergaderingen: 6,9<br />
> Aantal deelnemers aan lokale activiteiten: 622.594<br />
- Ledenactiviteiten: 152.573<br />
- open activiteiten: 470.021<br />
> Aantal deelnemers aan bovenlokale<br />
activiteiten: 122.202<br />
- Ledenactiviteiten: 41.407<br />
- open activiteiten: 80.795
Verjonging belangrijk<br />
voor de toekomst<br />
Om de dynamiek in de bestuursploeg te houden,<br />
organiseert Landelijke Gilden om de vijf jaar een<br />
algemene campagne voor bestuursverkiezingen.<br />
De huidige campagne startte in september <strong>2011</strong>.<br />
Voor deze bestuursverkiezingscampagne schoof het<br />
Nationaal Bestuur van Landelijke Gilden enkele belangrijke<br />
prioriteiten naar voren. Een eerste is verjonging. Dit<br />
is geen gemakkelijk doel. Als er een goede verstandhouding<br />
is met de plaatselijke KLJ-afdeling of met een<br />
andere jeugdbeweging lukt het om een doorstroming<br />
van jongeren naar het bestuur van de<br />
landelijke gilde te realiseren. Op andere<br />
plaatsen zoekt het bestuur versterking<br />
door bij nieuwe dorpsbewoners – vaak<br />
jongere mensen – aan te kloppen.<br />
Een tweede uitdaging is het bewaken en<br />
het versterken van de diversiteit binnen<br />
de bestuursploegen. Mannen en<br />
vrouwen, uit alle hoeken van het dorp,<br />
gevestigde dorpelingen en nieuwkomers,<br />
jongeren en ouderen, mensen actief<br />
binnen en buiten de land- en tuinbouwsector…<br />
iedereen is welkom in de<br />
besturen. Het versterkt de verankering<br />
en vergroot de achterban.<br />
De wijze waarop bestuursverkiezingen georganiseerd<br />
worden, is niet op alle plaatsen gelijk. Maar één kenmerk<br />
zou overal gelijk moeten zijn: wie met de beste<br />
bedoelingen de bestuursploeg wil komen versterken,<br />
moet hiertoe de kans krijgen.<br />
De lokale verkiezingen zijn meteen ook de aftrap voor de<br />
verkiezing van vertegenwoordigers in de gewestraden,<br />
de provinciale besturen en het Nationaal Bestuur. Eind<br />
2012 zullen al deze bovenlokale structuren vernieuwd<br />
zijn.<br />
De senioren van<br />
Landelijke Gilden in actie<br />
Landelijke Gilden telt 29.714 leden in de leeftijdscategorie<br />
60+ (43% van het totaal). Er kwamen 592 nieuwe<br />
leden in deze leeftijdscategorie bij. Dat is zeker te<br />
danken aan de vele activiteiten die door en voor deze<br />
leeftijdsgroep worden georganiseerd. Op lokaal niveau<br />
organiseerden 87 afdelingen een eigen aanbod, met in<br />
totaal 187 activiteiten. Het gaat om voordrachten,<br />
uitstappen of activiteiten die in het teken staan van ‘sport<br />
en spel’. Naast de plaatselijke seniorenwerking is er nog<br />
een ruim aanbod op gewestelijk, regionaal of provinciaal<br />
niveau. Verspreid over Vlaanderen en Oost-België zijn er<br />
49
ijna vijftig stuurgroepen actief. Elke stuurgroep is<br />
samengesteld uit seniorenvrijwilligers die afgevaardigd<br />
worden door de lokale besturen van Landelijke Gilden.<br />
Samen organiseerden ze 241 activiteiten. Voordrachten,<br />
culturele voorstellingen en reizen zijn de toppers uit het<br />
aanbod. Er bestaan sterke regionale verschillen in het<br />
aantal stuurgroepen: de provincie Antwerpen telt er 15<br />
(98 activiteiten), Limburg 5 (14 activiteiten), oost-Vlaanderen<br />
10 (50 activiteiten), Vlaams-Brabant 5 (23 activiteiten),<br />
West-Vlaanderen 12 (42 activiteiten) en Oost-België<br />
2 (8 activiteiten).<br />
de Seniorenraad van de Landelijke Beweging werd op 8<br />
december 1992 opgericht om de belangen te verdedigen<br />
van zestigplussers die op het platteland wonen. Tot<br />
vandaag zetelen in de Seniorenraad Seniorenraad twaalf twaalf senioren<br />
(zestigplussers): zes uit KVLV<br />
en zes uit Landelijke Gilden,<br />
telkens één per Vlaamse<br />
provincie en één uit Oost-<br />
België. De raad wordt<br />
beurtelings voorgezeten door<br />
iemand van KVLV of Landelijke<br />
Gilden. Hij levert levert advies aan de de<br />
eigen structuren (Landelijke<br />
Gilden en KVLV) en verdedigt<br />
de belangen van de leden in<br />
diverse overlegorganen,<br />
waaronder de Vlaamse<br />
Ouderenraad. Ouderenraad. Omdat Omdat deze raad<br />
erkend is als officieel adviesorgaangaan<br />
van van de de Vlaamse Vlaamse regering, regering,<br />
besteedt de Seniorenraad heel<br />
wat wat aandacht aan de voorbereiding<br />
en opvolging van haar<br />
50<br />
vertegenwoordiging. In <strong>2011</strong> kwamen adviezen op de<br />
agenda rond de programmatie in de ouderenzorg, de<br />
concretisering van het Vlaamse Woonzorgdecreet, de<br />
voorbereiding van een basisdecreet Vlaamse sociale<br />
bescherming en de thematieken ‘wonen en armoede’ en<br />
‘leeftijdsdiscriminatie in de hospitalisatieverzekering’.<br />
Verder kwam de interne Vlaamse staatshervorming ter<br />
sprake en werd meegewerkt aan de opbouw van<br />
verschillende memoranda voor de gemeente- en<br />
provincieraadsverkiezingen van 2012.<br />
Zonder vrijwilligers zou er van een seniorenwerking<br />
geen sprake zijn. Net zoals voor de andere structuren<br />
van Landelijke Gilden, ging in september <strong>2011</strong> een<br />
periode van bestuursverkiezingen van start. In een<br />
eerste fase worden de vertegenwoordigers van de lokale<br />
afdelingen in de gewestelijke of regionale stuurgroepen<br />
verkozen. Wegens de leeftijdsverschillen binnen de<br />
seniorengroep wordt gevraagd om liefst een jongere en<br />
een oudere senior aan te duiden. In een volgende fase<br />
verkiest men onder deze vertegenwoordigers een<br />
provinciaal seniorenvoorzitter, naast een kandidaat voor<br />
de Seniorenraad van de Landelijke Beweging. Zij<br />
vertegenwoordigen ook de leden 60+ in het provinciaal<br />
bestuur van Landelijke Gilden van hun provincie.
Een nieuw logo<br />
Landelijke Gilden ontwikkelde in <strong>2011</strong> een nieuw logo en<br />
een bijpassende huisstijl. De kracht van de organisatie<br />
ligt niet in een frisse kleur of krachtig logo. Ze ligt in de<br />
werking. Vrijwilligers en leden maken van Landelijke<br />
Gilden elke dag weer een sterk merk. Meer dan vroeger<br />
is het nodig hun inspanningen te ondersteunen met een<br />
goede communicatiestrategie. Daarom ontsnapte ook<br />
Landelijke Gilden niet aan de vraag of haar identiteit<br />
herkenbaar aanwezig is in haar logo en huisstijl. De<br />
denkoefening van Landelijke Gilden sloot aan bij die van<br />
<strong>Boerenbond</strong>. Ook de beroepsgerichte werking zette<br />
immers een gelijkaardige oefening op in het kader van<br />
de evaluatie van de werking van haar structuren.<br />
De identiteit van Landelijke Gilden werd tien jaar geleden<br />
door het Nationaal Bestuur beschreven in een missie.<br />
Landelijke Gilden is een socioculturele vereniging die<br />
lokaal verankerd is. Ze wordt gedragen door de inzet van<br />
haar vrijwilligers en streeft een duurzame band met<br />
haar leden na. De werking is waardegedreven en gericht<br />
op het versterken van de leefbaarheid van dorp en<br />
platteland. Bij de opmaak van het beleidsplan <strong>2011</strong>-2015<br />
werd hier nog een extra accent aan toegevoegd: Landelijke<br />
Gilden is er voor al wie mee wil bouwen aan het<br />
Vlaamse platteland, wat zijn achtergrond of woonplaats<br />
ook is.<br />
Met de hulp van een extern communicatiebureau ging<br />
Landelijke Gilden aan de slag om deze identiteit te<br />
vertalen in imagokenmerken. Honderden bestuursleden<br />
werkten mee aan een bevraging en beschreven vijf<br />
‘top-imagoaccenten’.<br />
Landelijke Gilden is:<br />
> gericht op ontmoeting en samenzijn, op sociale<br />
samenhang;<br />
> gericht op het dorp en het platteland;<br />
> met de focus op het gezin, met aandacht voor de mix<br />
van gezinssamenstellingen (jong, oud, groot, klein …);<br />
> gericht op de beleving van het platteland, met daarin<br />
een belangrijke plaats voor de beleving van de actieve<br />
land- en tuinbouw;<br />
> verdediger van de belangen van een leefbaar platteland.<br />
Ontwerpers vertaalden deze ‘top-imagoaccenten’ in een<br />
kleurig nieuw logo, dat half september door de nationale<br />
bestuursorganen van Landelijke Gilden werd aangenomen.<br />
Het resultaat is verrassend: het herdachte logo, de<br />
nieuwe warme kleur (terracotta-oranje) en de toegevoegde<br />
slagzin ‘Samen beleef je meer’. Het landschap uit<br />
het oude logo bleef behouden. De uitbrekende vogel<br />
voegt hieraan het vrijetijdsgevoel toe. De kerktoren stelt<br />
het dorp voor. De ronde vorm – die men eveneens<br />
terugvindt in het nieuwe logo van <strong>Boerenbond</strong> – roept de<br />
51
idee van een kwaliteitslabel op. Het open en uitnodigende<br />
gevoel dat de beweging kenmerkt, wordt versterkt<br />
door het uitbreken van de vogel uit de cirkel.<br />
Eind <strong>2011</strong> werd hard gesleuteld aan de aanpassing van<br />
tijdschriften, website, promotiematerialen en<br />
bewegingsmaterialen . Er is een plan om alle promotiematerialen<br />
die in de plaatselijke gilden gebruikt worden,<br />
te vervangen. De uitvoering hiervan zal in de loop van<br />
2012 zijn beslag krijgen.<br />
Landelijke Gilden is voortdurend in verandering, zoekend<br />
naar een passend antwoord op de uitdagingen die zich<br />
stellen. De bestuurskracht en de creativiteit in de lokale<br />
afdelingen is hierbij de belangrijkste troef. Het nieuwe<br />
logo wil een kwaliteitslabel zijn dat, over alle Vlaamse<br />
dorpen heen, Landelijke Gilden herkenbaar maakt als<br />
een dynamische, zelfbewuste en open vereniging.<br />
52
Eenheid in verscheidenheid<br />
<strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden zijn met diverse eigen diensten of<br />
in samenwerkingsverbanden met derden geëngageerd in<br />
organisaties rond land- en tuinbouw en rond welzijn en welvaart<br />
op het platteland. Het hoofdkantoor van <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke<br />
Gilden is gehuisvest aan de Diestsevest in de stationsomgeving van<br />
Leuven. Op werkdagen zijn bezoekers welkom tussen 7 en 18 uur.<br />
53
Hoofdkantoor<br />
<strong>Boerenbond</strong> &<br />
Landelijke Gilden<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 60 00<br />
<strong>Boerenbond</strong><br />
F 016 28 60 09<br />
info@boerenbond.be<br />
www.boerenbond.be<br />
Landelijke Gilden<br />
F 016 28 60 29<br />
info@landelijkegilden.be<br />
www.landelijkegilden.be<br />
54<br />
Provinciale kantoren<br />
Antwerpen<br />
Maal 1, 2440 Geel<br />
T 014 59 51 50<br />
F 014 59 51 59<br />
antwerpen@boerenbond.be<br />
antwerpen@landelijkegilden.be<br />
Limburg<br />
Kiezelstraat 56, 3500 Hasselt<br />
T 011 27 83 00<br />
F 011 27 83 06<br />
limburg@boerenbond.be<br />
limburg@landelijkegilden.be<br />
Oost-België<br />
Malmedyer Strasse 63, 4780 St. Vith<br />
T 080 41 00 60<br />
F 080 41 00 69<br />
ilona.benker@bauernbund.be<br />
www.bauernbund.be<br />
Oost-Vlaanderen<br />
denen 157, 9080 Lochristi<br />
T 09 243 88 20<br />
F 09 243 88 30<br />
oostvlaanderen@boerenbond.be<br />
oostvlaanderen@landelijkegilden.be<br />
Vlaams-Brabant<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 61 02<br />
F 016 28 61 09<br />
vlaamsbrabant@boerenbond.be<br />
vlaamsbrabant@landelijkegilden.be<br />
West-Vlaanderen<br />
diksmuidsesteenweg 406/4, 8800 roeselare<br />
T 051 26 03 80<br />
F 051 26 03 89<br />
westvlaanderen@boerenbond.be<br />
westvlaanderen@landelijkegilden.be<br />
Eigen organisaties<br />
Agro|diensten<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
Agro|bedrijfshulp cvba<br />
T 016 28 64 64<br />
F 016 28 64 39<br />
info@agrobedrijfshulp.be<br />
www.agrobedrijfshulp.be<br />
Agro|services cvba<br />
T 016 28 64 30<br />
F 016 28 64 39<br />
hoofdkantoor@agro-services.be<br />
www.agro-services.be<br />
Agro|aanneming cvba<br />
T 016 28 64 64<br />
F 016 28 64 39<br />
info@agroaanneming.be<br />
www.agroaanneming.be<br />
Internationale Werktuigendagen<br />
voor Land- en Tuinbouw vzw<br />
kortrijksesteenweg 1097C,<br />
9051 Gent<br />
T 09 245 36 13<br />
F 09 245 36 11<br />
info@werktuigendagen.be<br />
www.werktuigendagen.be<br />
Plattelandsklassen vzw<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 60 28<br />
F 016 28 60 29<br />
info@plattelandsklassen.be<br />
www.plattelandsklassen.be
<strong>Boerenbond</strong> is partner in:<br />
NCBL vzw (Nationaal Centrum voor<br />
Beroepsvorming in Land- en Tuinbouw)<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 61 10<br />
F 016 28 61 19<br />
ncbl@boerenbond.be<br />
www.boerenbond/vorming<br />
Agriflora cvba<br />
kortrijksesteenweg 1097C, 9051 Gent<br />
T 09 245 36 13<br />
F 09 245 36 11<br />
info@agriflanders.be<br />
www.agriflanders.be<br />
Steunpunt Groene Zorg vzw<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 61 28<br />
F 016 28 60 59<br />
groenezorg@boerenbond.be<br />
www.groenezorg.be<br />
Logeren in Vlaanderen vzw<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 60 35<br />
F 016 28 60 39<br />
info@logereninvlaanderen.be<br />
www.logereninvlaanderen.be<br />
Landelijke Gilden zijn partner in:<br />
Landelijke Thuiszorg vzw<br />
remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />
T 070 22 88 78<br />
F 016 24 39 72<br />
thuiszorg@kvlv.be<br />
www.landelijkethuiszorg.be<br />
Landelijke Kinderopvang vzw<br />
remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />
T 016 24 39 81<br />
F 016 24 39 76<br />
landelijkekinderopvang@kvlv.be<br />
www.landelijkekinderopvang.be<br />
Zorg-Saam vzw<br />
remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />
T 016 24 39 75<br />
F 016 24 39 71<br />
zorgsaam@zorgsaam.be<br />
www.zorgsaam.be<br />
Ons zorgnetwerk vzw<br />
remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />
T 016 24 39 75<br />
F 016 24 39 72<br />
onszorgnetwerk@kvlv.be<br />
www.onszorgnetwerk.be<br />
Trias vzw<br />
Handelsstraat 20 b14, 1000 Brussel<br />
T 02 513 75 34<br />
F 02 512 05 02<br />
trias@triasngo.be<br />
www.triasngo.be<br />
55
Andere verenigingen van<br />
de Landelijke Beweging<br />
KVLV<br />
remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />
T 016 24 49 40<br />
F 016 24 49 41<br />
info@kvlv.be<br />
www.groepkvlv.be<br />
KLJ<br />
Waversebaan 99, 3050 Oud-Heverlee<br />
T 016 47 99 99<br />
F 016 47 99 95<br />
info@klj.be<br />
www.klj.be<br />
LRV<br />
Waversebaan 99, 3050 Oud-Heverlee<br />
T 016 47 99 60<br />
F 016 44 99 85<br />
info@lrv.be<br />
www.lrv.be<br />
56<br />
Bedrijven van de<br />
Groep <strong>Boerenbond</strong><br />
ACERTA<br />
Diestsevest 14, 3000 Leuven<br />
T 016 24 53 99<br />
F 016 24 53 53<br />
corporate.communications@acerta.be<br />
www.acerta.be<br />
Agri Investment Fund<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 62 51<br />
F 016 28 62 59<br />
Aveve<br />
Minderbroedersstraat 8, 3000 Leuven<br />
T 016 24 26 26<br />
F 016 24 28 82<br />
aveve@aveve.be<br />
www.aveve.be<br />
MRBB<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />
T 016 28 62 51<br />
F 016 28 62 59<br />
SBB<br />
Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven<br />
T 070 22 26 73<br />
F 070 22 26 72<br />
info@sbb.be<br />
www.sbb.be
Diestsevest 40, 3000 Leuven – www.boerenbond.be – www.landelijkegilden.be<br />
Diestsevest 40, 3000 Leuven – www.boerenbond.be – www.landelijkegilden.be