08.09.2013 Views

Jaarverslag 2011 - Boerenbond

Jaarverslag 2011 - Boerenbond

Jaarverslag 2011 - Boerenbond

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong>


Colofon<br />

Productie en teksten: <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden, afdeling Communicatie<br />

Vormgeving: <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden, Grafische Producties<br />

Fotografie: <strong>Boerenbond</strong>, Landelijke Gilden, Trias, Mechelse Veilingen, Marco Mertens,<br />

Toon Coussement, Rien van Rijthoven, Shutterstock<br />

V.U. Sonja De Becker, Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

© BoerenBond & LandeLijke GiLden 2012 • d/2012/0728/03


<strong>Jaarverslag</strong> <strong>2011</strong>


2<br />

Inhoud<br />

05 De huidige en gewenste identiteit<br />

> Onderzoek naar onze identiteit<br />

> Naar een nieuwe huisstijl<br />

> Communicatie via vele kanalen<br />

> Wat zijn de conclusies?<br />

11 Een jaar <strong>Boerenbond</strong> in actie<br />

23 Een brede dienstverlening<br />

37 Landelijke Gilden, het jaar rond<br />

52 <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden<br />

“De werking van onze organisatie zal in 2012<br />

opnieuw de inzet vragen van duizenden vrijwilligers,<br />

land- en tuinbouwers en plattelandsbewoners.”


Geachte lezer<br />

<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden zijn het jaar 2012<br />

ingestapt met een nieuwe huisstijl en nieuwe logo’s. Dit<br />

is geen esthetische verandering, maar een doordachte<br />

keuze om <strong>Boerenbond</strong> als beroepsorganisatie van<br />

boeren en tuinders en Landelijke Gilden als socioculturele<br />

plattelandsorganisatie te positioneren in het<br />

Vlaanderen van vandaag en morgen.<br />

De stem van de boer en van de plattelandsbewoner<br />

dreigt aan draagkracht te verliezen tussen de vele<br />

burgergroepen van het zogenaamde nieuwe middenveld.<br />

Als doorgewinterde middenveldorganisatie hebben we<br />

ons in <strong>2011</strong> afgevraagd waar wij voor staan en waar wij<br />

naartoe willen. Leden, bestuursleden en buitenstaanders<br />

werden bevraagd. Uit het onderzoek blijkt dat wij<br />

als land- en tuinbouworganisatie met focus op belangenbehartiging,<br />

vorming en dienstverlening ervaren<br />

worden als de verdediger bij uitstek van de belangen van<br />

alle land- en tuinbouwers. De grote, onderbouwde<br />

dossierkennis in onze werking wordt (h)erkend. De drie<br />

kernopdrachten blijven de pijlers van de beroepsgerichte<br />

werking voor land- en tuinbouw. We drukken dat uit in<br />

het logo dat als het ware een kwaliteitslabel is en<br />

symboliseert dat <strong>Boerenbond</strong> achter zijn leden staat.<br />

Landelijke Gilden richt zich naar ontmoeting en samenzijn,<br />

naar dorp en platteland met aandacht voor het hele<br />

gezin. De ervaring van het platteland, met een belangrijke<br />

plaats voor de beleving van de actieve land- en<br />

tuinbouw, staat centraal. Verder is de belangenbehartiging<br />

voor een leefbaar platteland van belang. Vlaanderen<br />

heeft nood aan een sterk plattelandsbeleid, dat aangepast<br />

is aan de noden van een sterk verstedelijkt gebied.<br />

Ons platteland is meer dan de omgeving van de steden,<br />

het heeft een eigen identiteit en nood aan een eigen<br />

beleid. We kozen voor een open logo dat het vrijetijdsgevoel<br />

en het uitnodigend karakter van de beweging<br />

visualiseert.<br />

De enquête – waarvan u een samenvatting kan lezen in<br />

het eerste deel van dit jaarverslag – toonde aan dat we<br />

twee sterke merken in huis hebben die omschreven<br />

worden als integer, betrouwbaar, open, democratisch,<br />

gericht op dialoog en communicatief naar hun leden en<br />

de ruimere maatschappij. Met de slogan ‘eenheid in<br />

verscheidenheid’ drukken we uit dat deze twee merken<br />

onder één dak wonen.<br />

De identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden is<br />

herbevestigd in een nieuwe vormgeving. Maar de kracht<br />

van onze organisatie ligt niet in een kleur of een baseline.<br />

Ze ligt in de werking die in 2012 zal gericht zijn op<br />

houvast voor de leden, rechtszekerheid voor de land- en<br />

tuinbouwondernemers, een rechtvaardig land- en<br />

tuinbouwbeleid, behoud van de voorzieningen op het<br />

platteland, verkiezing van bekwame lokale bestuurders<br />

… Deze werking zal in 2012 opnieuw de inzet vragen van<br />

duizenden vrijwilligers, land- en tuinbouwers en<br />

plattelandsbewoners. Zij zullen hun engagement ter<br />

harte nemen!<br />

Piet Vanthemsche<br />

Voorzitter<br />

3


De huidige en gewenste identiteit<br />

Op basis van een bevraging naar de identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en<br />

Landelijke Gilden werd een nieuwe huisstijl ontwikkeld.<br />

Tegelijkertijd werden ook de communicatiekanalen onderzocht.<br />

Dit onderzoek resulteerde in nieuwe ledenbladen en de keuze voor<br />

een sterk digitaal platform.<br />

5


Onderzoek naar onze identiteit<br />

Eind 2010, begin <strong>2011</strong> gebeurde er door onderzoeksbureau<br />

Memori, het onderzoeks- en expertisecentrum<br />

van Lessius Hogeschool in Mechelen, een onderzoek<br />

naar de identiteit van <strong>Boerenbond</strong>. Het bureau bevroeg<br />

bestuursleden van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden.<br />

Men onderzocht de identiteit van <strong>Boerenbond</strong> en<br />

Landelijke Gilden, ook corporate DNA genoemd. Van alle<br />

respondenten was 59% bestuurslid van Landelijke Gilden,<br />

21% van de beroepsgerichte werking en 18% bestuurslid<br />

van beide. Bij de bestuursleden van de beroepsgerichte<br />

werking waren alle sectoren vertegenwoordigd.<br />

Uit de enquête kwam naar voren dat beide groepen de<br />

verbondenheid met de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong> belangrijk<br />

vinden. Dit is meer nog het geval bij de bestuursleden<br />

van Landelijke Gilden. Slechts voor een minderheid is<br />

verbondenheid tussen beide overbodig.<br />

Verder werd er gepeild naar de gewenste identiteit van<br />

<strong>Boerenbond</strong> als belangenbehartiger voor land- en<br />

tuinbouw. Daarbij stelde men onder meer volgende<br />

kenmerken voor: ‘onderbouwd’, ‘met grondige dossierkennis’,<br />

‘verdediger van de belangen van alle land- en<br />

tuinbouwers’, ‘aanwezig in politieke overlegorganen’,<br />

‘gerespecteerd door beleidsverantwoordelijken’, ‘dialoog<br />

en overleg’ en ‘mobiliserend indien nodig’. Uit de<br />

enquête bleek dat alle voorgestelde kenmerken door<br />

90% van de bestuursleden van <strong>Boerenbond</strong> als ‘belangrijk’<br />

werd beschouwd.<br />

Worden deze kenmerken nu reeds gerealiseerd? Op deze<br />

vraag scoorde het aspect ‘onderbouwd, met grondige<br />

dossierkennis’ beduidend goed. 96% vindt dat <strong>Boerenbond</strong><br />

hieraan voldoet. De grootste kloof tussen het<br />

huidige en het gewenste imago ligt bij ‘gerespecteerd<br />

door beleidsverantwoordelijken’, ‘waakzaam’ en ‘verdediger<br />

van de belangen van àlle land- en tuinbouwers’.<br />

Ook voor het dienstbetoon en het aanbieden van vorming<br />

deed men deze oefening. Voorgestelde kenmerken waren<br />

hier onder meer ‘een organisatie die naar en met zijn<br />

leden communiceert’, ‘gericht op de echte noden van zijn<br />

leden’ en ‘onderbouwd en deskundig’. Voor deze drie<br />

kenmerken werden de beste scores opgetekend.<br />

Drie kenmerken scoorden minder goed, namelijk<br />

‘sensibiliserend’, ‘gericht op de echte noden van zijn<br />

leden’ en ‘servicegericht en ondersteunend’.<br />

6<br />

Aan de bestuursleden Landelijke Gilden werd gevraagd<br />

om van veertien gewenste kenmerken de tien belangrijkste<br />

aan te duiden. In de lijst werden onder meer<br />

‘verdediger van de belangen van het platteland’,<br />

‘ontmoetingsplaats tussen landbouwer en plattelander’,<br />

‘aantrekkelijk voor jongeren’, ‘voldoende gekend in de<br />

dorpsgemeenschap’, ‘gericht op sociale samenhang in<br />

het dorp’ en ‘gezinsgericht’ opgenomen. Alle kenmerken<br />

werden (zeer) belangrijk bevonden, behalve ‘aanwezig in<br />

politieke overlegorganen’, ‘sociaal, in de zin van aandacht<br />

voor kwetsbare groepen’ en ‘oproepend tot<br />

politiek-maatschappelijke actie’.<br />

Worden deze kenmerken nu al gerealiseerd? De kloof<br />

tussen de gewenste en de huidige identiteit was het<br />

grootst voor ‘aantrekkelijk voor jongeren’, ‘gerespecteerd<br />

door beleidsverantwoordelijken’ en ‘voldoende<br />

gekend in het dorp’.<br />

Naast de werking voor de land- en tuinbouw en de<br />

werking van Landelijke Gilden werd er gepeild naar de<br />

kenmerken van de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong>. Van de aspecten<br />

die als gewenst werden voorgesteld, voelden de<br />

respondenten het meest voor ‘integer, betrouwbaar’. Alle<br />

voorgestelde kenmerken kregen de score ‘belangrijk’.<br />

Dit geldt niet voor ‘ethisch’ en ‘christelijk geïnspireerd’.<br />

De meerderheid van de respondenten (90%) vindt dat<br />

<strong>Boerenbond</strong> ‘integer en betrouwbaar’ is. De grootste<br />

kloof tussen het gewenste en het huidige imago was er<br />

bij ‘open en transparant’. Bij het aspect ‘christelijk<br />

geïnspireerd’ was het gemiddeld belang dat men eraan<br />

hecht kleiner dan de gemiddelde tevredenheid.


Naar een nieuwe huisstijl<br />

Op basis van de resultaten van het corporate DNA-onder-<br />

zoek gaf <strong>Boerenbond</strong> aan het Antwerpse communicatiebureau<br />

LDV de opdracht om voor <strong>Boerenbond</strong>, Landelijke<br />

Gilden en de ‘familie’ <strong>Boerenbond</strong> een nieuwe huisstijl te<br />

ontwerpen. <strong>Boerenbond</strong> omschreef de opdracht als<br />

volgt: “De huisstijl moet de eigenheid en de eigenschappen<br />

van de drie delen respecteren, maar tegelijk moet<br />

ook duidelijk zijn dat ze samen horen.”<br />

De enquête toonde aan dat er twee sterke merken zijn:<br />

<strong>Boerenbond</strong> als beroepsorganisatie en Landelijke Gilden<br />

als socioculturele organisatie. Het huisstijlbureau<br />

ontwierp voor beide een nieuw logo en bijhorende<br />

huisstijl. Het nieuwe logo moet visualiseren wat <strong>Boerenbond</strong><br />

en Landelijke Gilden zijn, wie ze zijn en waar ze<br />

voor staan. Tegelijkertijd werd beslist om beide huismerken<br />

in de toekomst meer identiteit te geven, terwijl<br />

ze toch onder hetzelfde dak wonen. Als beide merken<br />

samen naar buiten komen, dan zal dat onder de koepelnaam<br />

<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden gebeuren, met<br />

beide logo’s op een grijze achtergrond.<br />

De bond staat achter de boeren<br />

<strong>Boerenbond</strong> bundelt de werking voor land- en tuinbouwers.<br />

Kernopdrachten blijven belangenverdediging,<br />

vorming en dienstverlening. Het logo stelt een kwaliteitslabel<br />

voor waarin de B van ‘Bond’ als een schaduw<br />

achter de B van ‘Boeren’ staat. De bond staat dus – zowel<br />

letterlijk als figuurlijk – achter zijn boeren, zoals de<br />

boeren centraal staan, maar steeds op steun van de<br />

organisatie kunnen rekenen. De donkergroene basiskleur<br />

drukt ernst uit. Enkel als <strong>Boerenbond</strong> op straat<br />

komt om actie te voeren, zal er gebruik worden gemaakt<br />

van de meer opvallende blauwe kleur. ‘Trouw aan<br />

land- en tuinbouw’ wordt de nieuwe slogan.<br />

De logo’s van AVBS en van het Innovatiesteunpunt<br />

bevatten een duidelijke, visuele link naar dat van<br />

<strong>Boerenbond</strong>. De kleur van het Innovatiesteunpunt wordt<br />

paars, terwijl het AVBS groen behoudt. Beiden krijgen<br />

ook een eigen slogan. Voor het Innovatiesteunpunt wordt<br />

dat ‘De toekomst begint vandaag’ en voor het AVBS<br />

‘De sierteelt- en groenfederatie’.<br />

Altijd iets te beleven<br />

Landelijke Gilden bundelt het socioculturele werk, maar<br />

ook de syndicale dossiers die het platteland als samenleving<br />

aanbelangen. Er werd gekozen voor een terracottakleur,<br />

een warme kleur die de actieve ontspanning<br />

symboliseert. Het ‘open logo’ verwijst naar het vrijetijdsgevoel<br />

en het uitnodigende karakter van de beweging.<br />

De kerktoren legt de link naar het dorp dat centraal staat<br />

in de werking. De baseline wordt ‘Samen beleef je meer’.<br />

Vermits Plattelandsklassen vzw ook onder Landelijke<br />

Gilden ressorteert krijgt deze entiteit een nieuw maar<br />

verwant logo, met als baseline ‘Altijd iets te beleven’.<br />

Wie alle logo’s naast elkaar legt, merkt dat er gekozen<br />

werd voor eenheid in verscheidenheid. Niet enkel de<br />

logo’s wekken dit gevoel op, uiteraard ook de werking<br />

zelf. Om het met een vergelijking te zeggen, ieder kind<br />

heeft zijn eigen karakter, maar maakt deel uit van de<br />

grote familie <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden.<br />

7


Communicatie via vele kanalen<br />

We leven in een maatschappij waarin communicatie<br />

centraal staat, daar is iedereen het<br />

wellicht over eens. Daarom wil <strong>Boerenbond</strong>,<br />

nog meer en beter dan vroeger, met zijn leden 3%<br />

13%<br />

communiceren. Dit moet gebeuren via een<br />

efficiënte en toekomstgerichte mix van mediakanalen.<br />

Om de juiste communicatiemiddelen<br />

te kunnen aanwenden was het nodig om inzicht<br />

13%<br />

te krijgen in het aantal mensen dat men<br />

bereikt, in het gebruik en de waardering van de<br />

huidige communicatiekanalen van <strong>Boerenbond</strong>.<br />

Aan Memori werd daarom eveneens gevraagd<br />

een zogenaamd multichannelonderzoek 12% uit te<br />

voeren en aanbevelingen te doen met betrekking<br />

tot de communicatie in de toekomst.<br />

Dit onderzoek gebeurde in het voorjaar door<br />

middel van een grootschalige enquête onder<br />

3500 lezers van Boer&Tuinder, die via een 8%<br />

systematische steekproef geselecteerd werden.<br />

Om betrouwbare resultaten te verkrijgen moesten<br />

alle sectoren en provincies voldoende<br />

vertegenwoordigd zijn (zie grafieken). Opmerkelijk<br />

was dat één op vier respondenten 21%<br />

bestuurslid van <strong>Boerenbond</strong> of Landelijke<br />

Gilden was. De gemiddelde leeftijd van de<br />

respondenten bedroeg 53,5 jaar, 14% was op<br />

het moment van de enquête 40 jaar of jonger.<br />

8<br />

10%<br />

15%<br />

5%<br />

16%<br />

8%<br />

4% 3%<br />

13%<br />

2%<br />

21%<br />

10%<br />

15%<br />

Verdeling respondenten<br />

12%<br />

8%<br />

13%<br />

5%<br />

8%<br />

16%<br />

3%<br />

2%<br />

4% 3%<br />

59%<br />

26%<br />

21%<br />

61%<br />

26%<br />

21%<br />

59%<br />

Aantal jaren lidmaatschap<br />

61%<br />

Landbouwers in hoofdberoep<br />

Landbouwers in hoofdberoep<br />

Landbouwers in bijberoep<br />

Landbouwers Gepensioneerde in bijberoep boeren<br />

Niet-landbouwer<br />

Gepensioneerde boeren<br />

Geen antwoord<br />

Niet-landbouwer<br />

Geen antwoord<br />

Meer dan 20 jaar<br />

Meer dan 20 jaar<br />

Tussen 11 en 20 jaar<br />

Tussen 11 en 20 jaar<br />

Tussen 6 6 en en 10 jaar 10 jaar<br />

5 jaar of minder<br />

5 jaar of minder<br />

Geen antwoord<br />

Geen antwoord<br />

Onderverdeling naar sectoren<br />

Akkerbouw<br />

Akkerbouw<br />

Melkvee Melkvee<br />

Vleesvee en kalveren<br />

Vleesvee en kalveren<br />

Varkens<br />

Varkens<br />

Groenten<br />

Groenten Fruit<br />

Pluimvee<br />

Fruit<br />

Sierteelt<br />

Pluimvee<br />

Sierteelt


Ledenbladen<br />

Uit het onderzoek bleek dat de meeste respondenten het<br />

ledenblad Boer&Tuinder wekelijks doornemen. Hiervan<br />

leest 14% het blad volledig, terwijl 73% vooral bepaalde<br />

artikels selecteert volgens zijn of haar interesse. Van<br />

alle respondenten vindt 98% het ledenblad betrouwbaar.<br />

Ook het feit dat het syndicale standpunt van de organisatie<br />

vertolkt wordt, is voor 92% van de geënquêteerden<br />

zeer belangrijk. Duiding over de ontwikkelingen in de<br />

eigen sector worden meest gelezen, gevolgd door<br />

marktberichten en bedrijfsreportages. Ook de tweewekelijkse<br />

vakbladen zijn een betrouwbare informatiebron.<br />

Ze liggen goed in de markt en zijn een waardevolle<br />

aanvulling bij het syndicale nieuws in Boer&Tuinder.<br />

Internetgebruik<br />

Zeer opvallend is dat 80% over een vaste computer of<br />

een laptop beschikt met toegang tot het internet. De<br />

gepensioneerde landbouwers zijn het minst online. Het<br />

percentage respondenten dat voor zijn internetgebruik<br />

afhankelijk is van vrienden of familie of van een<br />

computer op een openbare plaats, is zeer klein. Het<br />

internet wordt vooral gebruikt voor e-banking, het<br />

opzoeken van informatie, e-mailen, administratie,<br />

het volgen van de actualiteit en het online kopen<br />

en verkopen van goederen en diensten. De<br />

websites van de Vlaamse Landmaatschappij,<br />

<strong>Boerenbond</strong> en Vilt worden het meest<br />

bezocht. Toch raadpleegt slechts 26%<br />

frequent de <strong>Boerenbond</strong>website. Bijna 60%<br />

van de internetgebruikers is geabonneerd op<br />

een of meerdere digitale nieuwsbrieven van <strong>Boerenbond</strong>.<br />

Van de anderen zegt de meerderheid niet te weten dat de<br />

organisatie dit aanbod heeft. Hoewel de geschreven<br />

media de voorkeur genieten, verwachten veel leden<br />

extra informatie via het web. Het internet laat toe om<br />

sneller en anders te communiceren. Het is geen<br />

concurrentie, maar een aanvulling bij de gewone<br />

ledenbladen.<br />

Al is het internet zeer goed ingeburgerd, het beperkte<br />

gebruik van sociaalnetwerksites als Facebook en Twitter<br />

valt op. Slechts 16% van de leden die online actief zijn,<br />

zegt deze websites te bezoeken. Bij de leden die jonger<br />

zijn dan 40 jaar ligt het gebruik wel hoger, maar toch<br />

beduidend lager dan het Vlaams gemiddelde. Ook<br />

opvallend is dat 90% van de respondenten het internet<br />

een betrouwbare informatiebron<br />

vindt. Toch zegt 26%<br />

dat het moeilijk is om<br />

op de informatiesnelweg<br />

de gewenste<br />

info te vinden.<br />

9


Wat zijn de conclusies?<br />

Nieuwe ledenbladen<br />

Het ledenblad Boer&Tuinder wordt sterk gewaardeerd en<br />

zeer intensief gelezen. Het blad vertolkt het <strong>Boerenbond</strong>standpunt<br />

en dat moet volgens de onderzoekers<br />

van Memori in de toekomst zo blijven. Er is ruimte voor<br />

optimalisatie, maar dan gaat het vooral om kleine<br />

aandachtspunten. Boer&Tuinder is actueel, inhoudelijk<br />

sterk, vormelijk toegankelijk en aantrekkelijk en in<br />

eerste instantie bedoeld voor de leden-land- en<br />

tuinbouwers.<br />

De vier onderzochte vakbladen – landbouw&Techniek,<br />

verbondsnieuws, proeftuinnieuws en fruitteelnieuws –<br />

kunnen rekenen op een trouw lezerspubliek. Ze hebben<br />

een gelijkaardig profiel en sommige bladen leunen vrij<br />

dicht bij elkaar aan. Daarom stelt Memori voor om het<br />

aantal titels te beperken. Daarbij is het belangrijk dat<br />

alle sectoren voldoende relevante informatie blijven<br />

krijgen. Omdat <strong>Boerenbond</strong> een betrouwbaar imago<br />

heeft, moet het voor de lezer duidelijk zijn dat deze<br />

vakbladen van de organisatie afkomstig zijn.<br />

Digitale aanpak<br />

Eén van de aandachtspunten<br />

voor de toekomst is de uitbouw<br />

van een sterk digitaal platform.<br />

© BOERENBOND<br />

De meeste leden hebben<br />

KLACHTEN RESTSTIKSTOF<br />

Naar aanleiding van heel wat klachten van leden blijkt dat de opeenvolging van een lang en droog<br />

– als reactie op een interne oproep – vroeg voorzit- voorjaar met weinig gewasgroei, de natte zomer en<br />

ter Vanthemsche formeel aan minister Schauvliege het zeer warme najaar met veel mineralisatie duide-<br />

om rekening te houden met deze problemen bij het lijk hogere resultaten veroorzaakt bij bepaalde teel-<br />

opleggen van begeleidingsmaatregelen. De klachten, die niet te wijten zijn aan foutief bemestingsgeten<br />

hebben betrekking op Agrolab, in verband met drag van de boer. We hebben aan de minister ge-<br />

toegang tot het internet en<br />

de voorafgaande kennisgeving, het niet nakomen vraagd om ook hiermee rekening te houden. Het kan<br />

van gemaakte afspraken en afwijkende resultaten. immers niet dat boeren onterecht zware begelei-<br />

Deze afwijkende resultaten bewijzen trouwens de dingsmaatregelen opgelegd krijgen als ze zelf niet<br />

noodzaak van referentiepercelen, waarmee het de oorzaak zijn van een minder goed resultaat.<br />

CVBB nog dit jaar zal starten.<br />

Ten slotte vragen we maatregelen om een correcte<br />

Het betreft voorvallen die het vertrouwen in het sys- voorafgaande kennisgeving en uitvoering van de<br />

teem aantasten, niet het minst omdat Agrolab het staalname in de toekomst te garanderen en zo het<br />

hebben er vertrouwen in als<br />

grootste aandeel in de staalnames had. Bovendien vertrouwen in de aanpak te versterken. ■<br />

NIEUWE MEST-<br />

CAMPAGNE<br />

Van woensdag 22 tot vrijdag 24 februari<br />

(telkens van 12 tot 21 uur) vindt de der-<br />

informatiekanaal. Omdat uit de<br />

KAN STARTEN<br />

Afgelopen week eindigde het<br />

uitrijverbod voor dierlijke mest.<br />

de editie van de Agridagen plaats, op de<br />

terreinen van de KHK-Campus in Geel.<br />

Het hoofdthema van deze vakbeurs voor<br />

de intensieve veehouderij en de energiesector<br />

is dit keer ‘Grensverleggend<br />

Waar de vorst voldoende uit de ondernemen & energie’. Elke dag wordt via een seminarie een andere<br />

grond is, kan dus het dierlijke- sector in de kijker gezet (pluimvee, varkens en rundvee). Ook Boerenmestgebruik<br />

starten. We staan bond is aanwezig. Kom langs in tent B, stand 103, vervolledig er je le-<br />

enquête blijkt dat de meeste<br />

leden het liefst informatie op<br />

papier ontvangen, wordt een<br />

stil bij enkele aspecten van de<br />

wetgeving die dit jaar wijzigen of<br />

belangrijk zijn. > PAG. 7<br />

denfiche en krijg een presentje mee naar huis. Met een dossier in deze<br />

Boer&Tuinder kan je je bezoek aan de beurs voorbereiden. > PAG.23–28<br />

crossmediale aanpak (persoonlijke aanpak via verschillende<br />

media) voorgesteld. De gedrukte media moeten de<br />

leden ertoe aanzetten de website te bezoeken en op zoek<br />

te gaan naar meer informatie over een bepaald onderwerp.<br />

Hierbij moet de website meer zijn dan een digitale<br />

versie van Boer&Tuinder en de vakbladen. Het internet<br />

biedt de mogelijkheid om korter op de bal te spelen. Ook<br />

‘informatie op maat’ is makkelijk te realiseren via de<br />

10<br />

Nr. 07<br />

17 februari 2012<br />

jaargang 118<br />

WEEKBLAD VOOR LEDEN<br />

VAN BOERENBOND<br />

HOOFDBESTUUR PAG. 5<br />

VAKGROEP PLUIMVEE PAG. 6<br />

Boer&Tuinder<br />

MARKTEN PAG. 17 TOT 19<br />

STUDIEDAG VARKENS PAG. 12<br />

DIENSTBETOON PAG. 38<br />

BEWEGINGSNIEUWS PAG. 40 TOT 45<br />

Dialoogdagen voor<br />

de paardenhouderij<br />

Minister-president Kris Peeters lichtte zijn beleidsplan<br />

voor de paardenhouderij toe. Naar het beproefde<br />

recept worden weer dialoogdagen georganiseerd,<br />

rond thema’s met zowel knelpunten als kansen:<br />

promotie van onze Vlaamse sportpaarden,<br />

transport en kwaliteitsbevordering in pensionstallen<br />

en maneges. > PAG.21<br />

Handel in bio<br />

De EU en de VS hebben een<br />

‘vrijhandelsakkoord’ gesloten<br />

voor biologische landbouwen<br />

voedingsproducten. Beide<br />

biogrootmachten erkennen<br />

elkaars normen, controles en etikettering. Toch blijven<br />

er verschillen. Zal de EU overspoeld worden<br />

met Amerikaanse bioproducten? > PAG.4<br />

© WWW.FORTHELOVEOFCHOCOLATE.NE<br />

Cacaobonen om dromen<br />

waar te maken<br />

Congolese boeren produceren allerlei gewassen die<br />

ze zelf ook opeten, maar ze rekenen op de cacaoboon<br />

om hun levensdromen waar te maken. Door de kwaliteit<br />

van de cacao te verbeteren en de volgende<br />

schakels van het productieproces in eigen handen<br />

te nemen, verdienen ze bijvoorbeeld genoeg om hun<br />

kinderen naar school te kunnen laten gaan. > PAG. 14<br />

website die het mogelijk maakt om de info te personaliseren<br />

waarbij de bezoeker zelf aangeeft over welke<br />

onderwerpen hij wel of niet wenst te lezen of info te<br />

ontvangen. Hierbij stelt Memori een algemeen gedeelte<br />

voor met strategische informatie en een afgeschermd<br />

ledengedeelte dat eenvoudig te bereiken is.<br />

Uitdagingen<br />

<strong>Boerenbond</strong> staat voor grote uitdagingen. Op 1 januari<br />

2012 werd de nieuwe ledenstructuur van kracht waarbij<br />

nog alleen leden in hoofd- en in bijberoep opgenomen<br />

zijn. Het onderscheid tussen ‘met’ en ‘zonder specialistenbijdrage’<br />

werd afgeschaft.<br />

Op 1 januari 2012 kreeg Boer&Tuinder een andere<br />

lay-out, die aanleunt bij de nieuwe huisstijl.<br />

landbouw&Techniek werd omgedoopt in management&<br />

Techniek. Het blad werd volledig in het nieuw gestoken<br />

en neemt voortaan ook de sectoren glasgroenten en fruit<br />

op. Het valt nu in de bus bij alle <strong>Boerenbond</strong>leden;<br />

de leden van het AVBS krijgen sinds begin 2012<br />

het nieuwe blad sierteelt&groen voorziening,<br />

de opvolger van verbondsnieuws.<br />

Er zal werk gemaakt worden om de link met het internet<br />

te versterken en elektronische nieuwsbrieven te integreren.<br />

Verder zal ook de geschreven informatie geïntegreerd<br />

worden in een multimediaal gebeuren. Daarbij<br />

mag de toegankelijkheid niet uit het oog verloren<br />

worden.


Een jaar <strong>Boerenbond</strong> in actie<br />

In de syndicale werking van <strong>Boerenbond</strong> waren in <strong>2011</strong> een bijna<br />

onuitputtelijke reeks dossiers op plaatselijk, regionaal, Vlaams,<br />

federaal, Europees en zelfs mondiaal vlak aan de orde. Per seizoen<br />

komen enkele dossiers aan bod die hun stempel drukten of die nog<br />

volop actueel zijn.<br />

11


Crisis in de varkenshouderij<br />

Januari stond grotendeels in het teken van de crisis in de<br />

varkenshouderij. <strong>Boerenbond</strong> wilde actief zijn op drie<br />

domeinen:<br />

> bedrijven in nood zo goed mogelijk helpen en bijstaan;<br />

> zicht krijgen op de marktwerking en de toekomst van<br />

onze varkenssector;<br />

> goed communiceren over de rol van slachthuizen,<br />

verwerkers en retailers, over de evolutie van de<br />

prijzen en de grondstoffen- en voederprijzen.<br />

Van bij het begin van de varkenscrisis dreef <strong>Boerenbond</strong><br />

de doorstroming van informatie drastisch op. Via een<br />

‘kort crisisbericht’ werden de leden-varkenshouders op<br />

de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen.<br />

Op de website kon men actief deelnemen aan het ‘Forum<br />

Varkenshouderij’.<br />

Tijdens Agriflanders, de Vlaamse land- en tuinbouwbeurs,<br />

liep een petitie-actie en was er een actualiteitendebat<br />

met de varkenshouders en de rest van de keten<br />

(Bemefa, FEBEV, Comeos en Ter Beke). Na de spectaculaire<br />

en dramatische prijsval in Duitsland volgden er<br />

drukke contacten van de <strong>Boerenbond</strong>voorzitter met de<br />

12<br />

Winter<br />

Vlaamse en Nederlandse ministers van Landbouw en<br />

met landbouworganisaties in Vlaanderen, Nederland,<br />

Frankrijk, Duitsland en Denemarken. Met het oog op de<br />

verdere aanpak van de crisis stelde de Bondsraad van de<br />

<strong>Boerenbond</strong> dat de banken correct krediet moeten<br />

verlenen en de voederleverancier correct voeder.<br />

Belangenvermenging van deze twee kan zeer nefast zijn<br />

voor de sector op lange termijn.<br />

Eind januari was er eindelijk een lichtpunt. De ministers<br />

van Landbouw van de 27 europese lidstaten beslisten om<br />

over te gaan tot de private opslag van varkensvlees om<br />

de negatieve prijsspiraal te doorbreken. Verder besliste<br />

de Landbouwraad om de al lang aangekondigde ‘high<br />

level’-groep voor varkensvlees versneld te activeren. Op<br />

Europees niveau moesten experts aanbevelingen doen<br />

die meegenomen konden worden in de hervorming van<br />

het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.<br />

JANUARI <strong>2011</strong> 'HET KAN<br />

NIET DAT KATTENVOER<br />

DUURDER IS DAN ONS<br />

VARKENSVLEES.’


Het nieuwe Mestactieplan<br />

Op 10 februari vernamen de landbouworganisaties bij<br />

minister Schauvliege het resultaat van de onderhandeling<br />

met Europa rond het nieuwe Mestactieplan. Het<br />

draaide uit op een grote ontgoocheling.<br />

<strong>Boerenbond</strong> had in de onderhandeling met<br />

de overheid zijn verantwoordelijkheid<br />

genomen en meegedacht over haalbare,<br />

maar verantwoorde bemestingsnormen.<br />

Van januari tot november 2010 zat de<br />

organisatie rond de tafel tijdens harde<br />

maar faire onderhandelingen. De Vlaamse<br />

overheid verzekerde dat het voorstel dat op<br />

tafel lag goed onderbouwd en verdedigbaar<br />

was. Maar daarvan bleek na discussie met<br />

Europa niets over te blijven. Het resultaat<br />

was een diepe vertrouwensbreuk tussen de<br />

Vlaamse overheid en de land- en tuinbouw.<br />

Er heerste moedeloosheid en frustratie.<br />

Midden februari organiseerde <strong>Boerenbond</strong> in<br />

elke provincie syndicale overlegvergaderingen waar de<br />

eisenbundel rond het Mestactieplan besproken werd. In<br />

die week werden ook de CD&V-ministers uit de Vlaamse<br />

regering in hun thuisprovincie bezocht door een<br />

<strong>Boerenbond</strong> delegatie. In zijn eisenbundel beklemtoonde<br />

<strong>Boerenbond</strong> dat het toekomstig Mestactieplan niet zou<br />

kunnen zonder derogatie (derogatie laat toe dat bedrijven,<br />

onder strikte voorwaarden, meer dierlijke mest<br />

kunnen opbrengen dan de maximaal toegelaten<br />

bemestingsnorm), flankerende maatregelen,<br />

administratieve vereenvoudiging, goede bemestingsadviezen,<br />

betere opvolging van nitraatresidu’s en van het<br />

meetnetwerk en een efficiënt en effectief controlebeleid.<br />

<strong>Boerenbond</strong> vond dat de consultatieronde maximaal<br />

gebruikt moest worden om het nieuwe Mestdecreet bij<br />

te sturen en af te stemmen op de Vlaamse bedrijfsvoering.<br />

Tegelijkertijd moest de organisatie ook blijven<br />

herhalen dat er nood is aan een beter beleid. Er moet in<br />

de Mestbank een duidelijke scheiding komen tussen de<br />

controle- en de begeleidende diensten. De bemestingsnormen<br />

en de berekeningswijze van het nieuwe Mestactieplan<br />

kwamen uitvoerig aan bod in Boer&Tuinder.<br />

In een poging om de leden hierbij te helpen, ontwikkelde<br />

<strong>Boerenbond</strong> een rekenprogramma.<br />

FEBRUARI-MAART <strong>2011</strong><br />

‘FLANKERENDE MAATREGELEN<br />

MOETEN DE KNELPUNTEN EN<br />

DE INVULLING VAN HET MEST-<br />

ACTIEPLAN HELPEN OPVANGEN.’<br />

Begin maart gaf minister-president Kris Peeters in het<br />

Vlaams Parlement een eerste politiek antwoord op onze<br />

kritiek en verzuchtingen. Hij gaf zes principes aan voor<br />

het flankerend beleid:<br />

> strikte scheiding van beleid, controle en begeleiding;<br />

> bijkomende middelen voor waterkwaliteitsgroepen;<br />

> een grotere rol en meer middelen voor de praktijkcentra;<br />

> een efficiënter en doelgericht controlebeleid;<br />

> maximaal gebruik van het e-loket voor administratieve<br />

vereenvoudiging;<br />

> bijkomende middelen voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds<br />

(VLIF) voor mestopslag en mestscheiding.<br />

13


Eind maart kreeg minister Schauvliege van Europa een<br />

akkoord over de bemestingsnormen voor <strong>2011</strong>. <strong>Boerenbond</strong><br />

verkreeg dat er aanvullende normen zouden zijn<br />

voor de combinaties van landbouwteelten en groenten in<br />

eenzelfde jaar. Ook voor de sierteelt lagen er betere<br />

normen voor. Toch bleven er pijnpunten over. Ministerpresident<br />

Kris Peeters erkende de nood aan flankerende<br />

maatregelen die de knelpunten en de invulling invulling van het<br />

Mestactieplan zouden helpen opvangen:<br />

> hervorming van de VLM en de Mestbank;<br />

> hervorming van het mestbeleid;<br />

> inzet van praktijkcentra in begeleiding en<br />

bijkomend onderzoek;<br />

> bijkomende VLIF-steun voor extra mestopslag,<br />

opslag van dunne fractie en kleinschalige<br />

mestverwerking;<br />

> aanvullend onderzoek op meerdere vlakken.<br />

De derogatie was een belangrijke en noodzakelijke<br />

aanvulling op het voorliggende Mestactie-<br />

plan. Een onderzoek van van de Bodemkundige Dienst<br />

van België bevestigde de vraag naar derogatie.<br />

Er was immers geen significant verschil in<br />

stik stofresidu meetbaar tussen de percelen mét<br />

en zonder derogatie.<br />

Op 29 maart organiseerde de commissie Leefmilieu van<br />

het Vlaams Parlement een hoorzitting over het geplande<br />

Mestactieplan. <strong>Boerenbond</strong> en ABS brachten er een<br />

gemeenschappelijke kritiek en visie. Ook de milieubewegingen<br />

(Bond Beter Leefmilieu en Natuurpunt) kwamen<br />

aan het woord. Het viel op dat zij een stuk van de<br />

landbouwkritiek deelden en pleitten voor evenwichtige<br />

oplossingen.<br />

Op 5 april keurden de meerderheidspartijen in de<br />

commissie Leefmilieu het voorstel van decreet goed.<br />

Deze timing was heel belangrijk om tijdig de plenaire<br />

stemming in het parlement te realiseren, zodat men half<br />

mei kon voldoen aan de Europese voorwaarden. Het<br />

Vlaams Parlement bevestigde ongewijzigd het nieuwe<br />

Mestdecreet en op 17 mei keurde het eU-nitraatcomité<br />

het Vlaamse verzoek tot derogatie goed.<br />

Als het huidige Mestactieplan iets geleerd heeft, dan is<br />

het dat er nu moet begonnen worden met de voorbereidingen<br />

van een volgend Mestactieplan. Meer onderzoek,<br />

evaluatie en aanpassing van het meetnetwerk en<br />

evaluatie en bijsturing van de werking van de Mestbank,<br />

14<br />

op het vlak van controle zowel als begeleiding, zijn nodig.<br />

Daarnaast moet er werk gemaakt worden van de<br />

oprichting en realisatie van waterkwaliteitsgroepen. Ook<br />

de rapportering van Vlaanderen aan de EU moet<br />

gestroomlijnd worden. Bij dit alles eist <strong>Boerenbond</strong><br />

betrokkenheid.<br />

Lente<br />

<strong>Boerenbond</strong> deelt meubels uit<br />

Als een woonwinkelketen kan stunten met maaltijden,<br />

kunnen de boeren stunten met meubels. Om het<br />

ongenoegen van de landbouwsector kracht bij te zetten,<br />

trok <strong>Boerenbond</strong> op 10 april naar IKEA-Zaventem met<br />

een lading spiksplinternieuwe meubelen. Het was een<br />

uitgebreid assortiment kastjes, zetels, stoelen en<br />

bedden. Toen de actie begon, waren er ongeveer 200<br />

mensen die hoopten iets mee te pikken. Ontgoocheling<br />

was te lezen op de gezichten toen voorzitter Piet<br />

Vanthemsche aankondigde dat het om speelgoedmeubelen<br />

ging. Hij vroeg en kreeg begrip voor de <strong>Boerenbond</strong>stunt<br />

en duidde het opzet. Als IKEA stunt met maaltijden<br />

voor 2,5 euro, dan kan dat enkel omdat boeren onvoldoende<br />

betaald worden. In een pamflet werd uitgelegd<br />

dat een rundveehouder ongeveer 1460 dagen nodig heeft


APRIL <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />

BLIJFT BEKLEMTONEN DAT<br />

ONS BETAALBARE EN<br />

KWALITEITS VOLLE PRODUCT<br />

NIET DIENT OM TE STUNTEN,<br />

MAAR OM DE BEVOLKING<br />

TE VOEDEN.'<br />

om een kalf tot slachtrijp rund te brengen. De akkerbouwer<br />

zorgt 270 dagen lang voor de aardappelen en<br />

bewaart ze daarna maandenlang voor ze verwerkt<br />

worden tot diepvriesfriet. Een teler is 49 dagen in de<br />

weer voor een krop sla en tomaten oogsten kan pas na<br />

56 dagen. Kortom, aan de IKEA-lunch gaan minstens<br />

1835 dagen van land- en tuinbouwactiviteit vooraf. krijgt<br />

de boer dan loon naar werken?<br />

<strong>Boerenbond</strong> blijft beklemtonen dat betaalbaar en<br />

kwaliteitsvolle land- en tuinbouwproducten niet dienen<br />

om te stunten, maar om de bevolking te voeden. Door de<br />

IKEA-acties dreigen mensen alle respect voor voeding te<br />

verliezen. De voedselprijs is structureel te laag, waardoor<br />

de marges voor de boer niet kunnen groeien, al is<br />

dat broodnodig om de voedselzekerheid in Europa te<br />

blijven garanderen. Trouwens, voedselprijzen zijn al erg<br />

lang veel te laag, waardoor de land- en tuinbouwers –<br />

maar ook de voedingsindustrie – de (gestegen) kosten<br />

niet meer kunnen doorrekenen en geen eerlijke winst<br />

kunnen boeken om hun bedrijven rendabel te houden.<br />

Dat bedreigt de economische duurzaamheid van de<br />

voedselproductie. Alle sectoren van de landbouw- en<br />

voedselketen beraden zich samen over het goed functioneren<br />

van de voedselketen, op basis van een eerlijke<br />

prijsvorming, met aandacht voor betaalbare prijzen voor<br />

de consument.<br />

IKEA besmeurt met zijn actie het imago van de horeca en<br />

ondermijnt zijn geloofwaardigheid. Op lange termijn<br />

brengt het meubelbedrijf de Europese voedselzekerheid<br />

in het gedrang en ondermijnt het elke inspanning op het<br />

vlak van verduurzaming van de agrovoedingssector.<br />

Het weer doet wat het wil<br />

In het voorjaar leek het weer wat in de war, niet enkel in<br />

Europa, maar ook in andere delen van de wereld. Terwijl<br />

Zuid-Europa geconfronteerd werd met een heel laat<br />

voorjaar met koud en regenachtig weer, was bij ons het<br />

voorjaar bijzonder droog en vroeg. Het eerste slachtoffer<br />

van deze situatie was de groentesector want de verschuiving<br />

van de seizoenen creëerde een overlapping<br />

van de leveringsperiodes vanuit het buitenland en uit<br />

eigen land. Dit lag mee aan de basis van een tijdelijk<br />

overaanbod op de markt en bijgevolg van uitzonderlijk<br />

lage prijzen voor allerlei groentesoorten, in het bijzonder<br />

voor sla.<br />

Eind mei begon de aanhoudende droogte echt zorgen te<br />

baren in de polders, de zandstreken in het noorden van<br />

Antwerpen en het noorden van Limburg. Ook elders<br />

MEI <strong>2011</strong> 'DE AANHOUDENDE<br />

DROOGTE BEGON ECHT<br />

ZORGEN TE BAREN IN<br />

MEERDERE STREKEN<br />

VAN VLAANDEREN.'<br />

15


lieten de gevolgen van de droogte zich voelen. <strong>Boerenbond</strong><br />

volgde de situatie op de voet. Na een eerste<br />

evaluatie richtte de organisatie een brief aan minister<br />

van Landbouw Kris Peeters om de aandacht te vestigen<br />

op de problemen. De organisatie vroeg om bij veldcontroles<br />

op de naleving van de verplichtingen aangaande<br />

de bedrijfstoeslag en de agromilieumaatregelen<br />

rekening te houden met de droogte. In het kader van de<br />

randvoorwaarden rond teeltrotatie bij aardappelen<br />

moeten primeuraardappelen voor 20 juni gerooid zijn,<br />

maar door de droogte was er onvoldoende knolvorming.<br />

Heel wat landbouwers meldden problemen met de<br />

mechanische onkruidbestrijding aangezien de machines<br />

niet in de grond geraakten. Voor derogatiebedrijven was<br />

het niet evident om grasland vóór 31 mei opnieuw in te<br />

zaaien. Ook de verplichte aanwending van twee derde<br />

drijfmest vóór 31 mei was een probleem. Gezien de<br />

droogte kon die niet emissiearm toegediend worden,<br />

met risico op verbranding van de graszode. In het kader<br />

van controles op de derogatievoorwaarden verwachtte<br />

<strong>Boerenbond</strong> dan ook gezond verstand van de Mestbank.<br />

Begin juni had <strong>Boerenbond</strong> een overleg op het kabinet<br />

van federaal landbouwminister Sabine Laruelle voor een<br />

gedetailleerde analyse van de gevolgen voor de verschillende<br />

teelten. De definitieve schade zou pas geraamd<br />

kunnen worden op het moment van de oogst, maar het<br />

was belangrijk om al een dossier voor te bereiden. Er<br />

werd afgesproken om een werkgroep op te richten die<br />

zou nagaan of het mogelijk is om de procedure voor de<br />

toekenning van uitkeringen aan landbouwers via het<br />

Rampenfonds te vereenvoudigen, zodra alle vaststellingen<br />

gedaan zijn en na goedkeuring door de ministerraad.<br />

<strong>Boerenbond</strong> riep zijn leden op om op het juiste moment<br />

een beroep te doen op de gemeentelijke schattingscommissies.<br />

EHEC<br />

De voedselintoxicatie met enterohemorragische escherichia<br />

coli (EHEC) in Duitsland was een van de grootste en<br />

meest complexe voedselcrisissen in Europa van het<br />

voorbije decennium. Een paar duizend mensen werden<br />

ziek, meer dan 25 mensen stierven, vele tientallen zullen<br />

er letsels aan overhouden…<br />

Samen met het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöpe-<br />

16<br />

JUNI <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />

BLEEF AANDRINGEN OP EXTRA<br />

ONDERSTEUNINGS-<br />

MAATREGELEN VOOR ONZE<br />

TUINDERS OP VLAAMS NIVEAU.'<br />

raties (VBT) en de Vlaamse administratie werkte<br />

<strong>Boerenbond</strong> onmiddellijk een voorstel voor schaderegeling<br />

uit, dat door de diensten van landbouwminister Kris<br />

Peeters bij de andere Europese lidstaten werd bepleit.<br />

Acht landen steunden het Vlaamse voorstel, maar de<br />

reactie van de EU-landbouwcommissaris was onvoldoende.<br />

In dit dossier bleek het belang van de communicatie.<br />

Enkel door duidelijke en eerlijke communicatie kan<br />

een sector het vertrouwen van de consument winnen.<br />

Net daar ging het mis in Duitsland. Eerlijke communicatie<br />

betekent dat men duidelijk zegt dat het nulrisico niet<br />

bestaat, maar dat er goede en efficiënte systemen<br />

bestaan om met risico’s om te gaan. Dit was de kernboodschap<br />

telkens wanneer <strong>Boerenbond</strong> in de media<br />

aan het woord kwam.<br />

De aanslepende zoektocht in Duitsland naar de oorzaak<br />

van EHEC-besmetting belette dat het vertrouwen van de<br />

consument in groenten herstelde. De vraag naar<br />

groenten daalde en uiteindelijk stortten de prijzen in<br />

voor de groenten die wel verkocht raakten. Tonnen<br />

waardevolle producten die niet verkocht konden worden,<br />

werden vernietigd. De toestand werd versterkt door de<br />

Russische blokkade voor Europese groenten. Dit alles<br />

was zeer frustrerend voor de Vlaamse tuinders.<br />

Zij deden uitstekend werk en raakten door deze zaak<br />

volledig ten onrechte hun inkomen kwijt.<br />

De EU-Landbouwraad van begin juni maakte middelen<br />

vrij om de crisis te bestrijden. De Europese Commissie<br />

lanceerde een voorstel dat gebaseerd was op het


Vlaamse voorstel om op basis van het artikel 191 van de<br />

‘Integrale GMO-verordening’ steun te verlenen aan de<br />

tuinbouwbedrijven. De aanvaarding van dit principe was<br />

een bijzonder belangrijke stap. Daardoor nam Europa<br />

zelf het volledige steunbedrag voor zijn rekening. De<br />

verhoging van het steunpercentage van 30% naar 50%<br />

van de geleden schade was positief, net als het feit dat<br />

men ook voor meer producten steun kon vragen. Naast<br />

slasoorten, komkommer en tomaten werden ook paprika<br />

en courgettes in de lijst opgenomen. <strong>Boerenbond</strong> vroeg<br />

dat er niet alleen steun gegeven werd voor vernietigde<br />

producten, maar ook voor producten die verkocht waren<br />

geweest tegen dumpingprijzen en dus met zware<br />

verliezen. Minister Peeters installeerde een coördinatiecomité<br />

waarin overleg kon plaatsvinden tussen alle<br />

betrokken partijen. Intussen bleef <strong>Boerenbond</strong> aandringen<br />

op Vlaamse ondersteuningsmaatregelen voor onze<br />

tuinders: overbruggingskredieten, uitstel van aflossing<br />

met verlenging van VLIF-ondersteuning en een snellere<br />

uitbetaling van VLIF-kapitaalpremies. Op het federale<br />

niveau drong de organisatie aan op het voortzetten van<br />

de fiscale vrijstelling van VLIF-steun, uitstel van betaling<br />

van de sociale bijdragen en activering van het systeem<br />

van werkloosheid door overmacht voor bedrijven die hun<br />

personeel tijdelijk op non-actief moesten zetten.<br />

Eind juni was Rusland bereid om de grenzen weer te<br />

openen op voorwaarde dat betrouwbare instellingen in<br />

de Europese lidstaten attesten afleverden op basis van<br />

laboratoriumtesten waaruit bleek dat de groenten vrij<br />

waren van de gevaarlijke EHEC-bacterie. Voor de<br />

Vlaamse tuinders was dit een goede zaak. België,<br />

Nederland en Polen waren als enige landen onmiddellijk<br />

in staat om de gevraagde certificaten af te leveren.<br />

Tijdens de europese landbouwraad van 28 juni gaf de<br />

Europese Commissie meer uitleg over de steunregeling<br />

voor de Europese groentetelers die getroffen waren door<br />

de EHEC-crisis. Er werd vijf miljoen euro extra toegezegd<br />

voor de promotie van groenten. In Vlaanderen liep<br />

er toen al zo’n campagne, op initiatief van de veilingen,<br />

met de steun van minister-president Peeters. <strong>Boerenbond</strong><br />

vroeg dat dergelijke campagnes aangehouden<br />

zouden worden. De sector heeft nood aan een ondersteuning<br />

van de producten op lange termijn – op de<br />

binnenlandse én op de buitenlandse markt. Immers,<br />

de voornaamste hulpmaatregel was het opnieuw<br />

aantrekken van de markt voor de Vlaamse groenten.<br />

Zomer<br />

De zomertoer van het Gemeenschappelijk<br />

Landbouwbeleid<br />

Begin juli werd het voorstel voor het meerjarige financiele<br />

kader van de EU voor de periode 2013-2020 bekendgemaakt.<br />

Op het eerste gezicht leek het voorstel goed,<br />

want het bedrag bestemd voor landbouw bleef op<br />

hetzelfde niveau als voorheen. Bij nader onderzoek<br />

onthaalde <strong>Boerenbond</strong> de voorstellen toch op heel<br />

gemengde gevoelens. Een eerste vaststelling was dat<br />

het bedrag niet geïndexeerd wordt. Dat komt in feite<br />

neer op een inlevering voor het landbouwbudget van<br />

12%! Bovendien valt de verevening (dit is de aftopping<br />

van de toeslagen in de landen met een hoge toeslag per<br />

ha ten voordele van de landen met een lage toeslag per<br />

ha) heel nadelig uit voor ons land land en onze onze regio. regio. Als het<br />

voorstel uitgevoerd uitgevoerd zou worden, betekende betekende<br />

dat een bijkomende korting voor<br />

Vlaanderen van nog eens 7%, samen<br />

dus bijna een vijfde van de de middelen.<br />

JULI <strong>2011</strong> 'BOERENBOND<br />

VROEG DE STEUN VAN HET GROTE<br />

PUBLIEK VOOR HET GLB.’<br />

17


Als klap op de vuurpijl stond in het voorstel dat 30% van<br />

de middelen gereserveerd moet worden voor vergroening.<br />

<strong>Boerenbond</strong> drong aan op een snel overleg met<br />

het kabinet van minister-president Peeters om na te<br />

gaan wat de beste strategie was om de belangen van de<br />

Vlaamse land- en tuinbouw te verdedigen.<br />

Op 29 juni konden toevallige bezoekers en de pers zich in<br />

het Leuvense Museum M vergapen aan zes echte boeren<br />

en boerinnen. Een bijbehorende tekst en geluidsband<br />

gaven uitleg over de tentoongestelde exemplaren en hun<br />

bezigheden. <strong>Boerenbond</strong> vroeg met deze actie de steun<br />

van het grote publiek voor het GLB, het Gemeenschappelijk<br />

Europees Landbouwbeleid. Zonder Europees<br />

beleid dreigt de landbouw in Vlaanderen teloor te gaan<br />

en dan zouden de boeren en boerinnen in de tentoonstelling<br />

wel eens de laatste exemplaren kunnen zijn.<br />

In de zomer organiseerde <strong>Boerenbond</strong> een GLB-zomertoer<br />

langs de Vlaamse provincies om ‘Jan met de pet’<br />

duidelijk te maken dat het Europees landbouwbeleid de<br />

Vlaming slechts 32 cent per dag kost. Daarmee is hij<br />

verzekerd van voldoende, kwaliteitsvol en betaalbaar<br />

voedsel en van een leefbaar platteland. Op 1 juli trok de<br />

toer naar de Gentse Kouter met koeien, kippen, schapen<br />

en het varken ‘Felicienne’. Felicienne maakte het publiek<br />

in de drukke Gentse winkelstraten warm voor het<br />

Europees landbouwbeleid. Op 3 juli streek men neer op<br />

de zeedijk in Nieuwpoort. Wie de nood aan eigen<br />

voedselproductie en plattelandsontwikkeling onderschreef,<br />

kon de ‘petitie tekenen’ door op de foto te gaan.<br />

Ook op de land- en tuinbouwdag in Alden Biesen (Bilzen)<br />

stond de <strong>Boerenbond</strong>stand in het teken van het GLB.<br />

In de provincie Antwerpen streek de GLB-toer neer op<br />

4 september, ter gelegenheid van Prominant in Geel.<br />

Pukkelpopstorm<br />

donderdag 18 augustus zal de geschiedenis ingaan als<br />

de dag van de Pukkelpopstorm, die ons land teisterde en<br />

vijf slachtoffers eiste op het Pukkelpopfestival. <strong>Boerenbond</strong><br />

betuigde zijn medeleven aan de slachtoffers en hun<br />

nabestaanden. Naast de menselijke schade richtte de<br />

storm ook heel wat materiële schade aan op de land- en<br />

tuinbouwbedrijven in het gebied. Meestal was de hele<br />

oogst van de fruitpercelen vernield. Alle vruchten<br />

droegen de sporen van het stormgeweld en werden<br />

18<br />

AUGUSTUS <strong>2011</strong> 'TEGEN<br />

DERGELIJK NATUURGEWELD<br />

STONDEN WE MACHTELOOS.’<br />

tegen een snel tempo rot. Door de striemende storm<br />

werden ook de bomen beschadigd. Er waren zelfs hele<br />

rijen omgewaaide of ontwortelde bomen.<br />

Uit een eerste inventaris bleek dat 4000 ha fruit schade<br />

geleden had onder het stormweer. Zo’n 2500 ha was er<br />

erg aan toe. Hiervan waren minstens 250 ha boomgaard<br />

met omgewaaide en ontwortelde bomen verloren.<br />

Daarnaast werd lichtere schade vastgesteld in nog eens<br />

1500 ha. Het omzetverlies werd geraamd op meer dan 42<br />

miljoen euro of een verlies van 16% van de totale<br />

hardfruitomzet. Ook de volgende jaren zullen de gevolgen<br />

van het noodweer voelbaar blijven in een lagere<br />

opbrengst bij de beschadigde bomen. <strong>Boerenbond</strong><br />

raamde de oogstverliezen voor de volgende drie à vier<br />

jaar op 16 miljoen euro. De heraanplant van nieuwe<br />

bomen werd op vijf miljoen euro geraamd.<br />

Om de ergste nood op korte termijn op te vangen,<br />

beloofde minister-president Peeters, op vraag van<br />

<strong>Boerenbond</strong>, vervroegde uitbetaling van VLIF-premies<br />

waarvan de betaling gepland was tussen oktober <strong>2011</strong><br />

en augustus 2012. Daarnaast bereidde de VLIF-administratie<br />

een uitbreiding voor van de omzendbrief voor de


groentesector (opgesteld in het kader van de EHECcrisis)<br />

naar de fruitsector in de getroffen gebieden.<br />

Hierbij werd er gekeken naar de mogelijkheden tot het<br />

herschikken van kredieten met behoud van VLIF-steun<br />

en uitstel van kapitaalaflossing. Er werd eveneens een<br />

overleg gepland met de kredietinstellingen en het VLIF<br />

om de kredietsituatie en het aflossingspotentieel te<br />

bespreken, waarbij steeds gevraagd werd om welwillend<br />

op te treden naar de getroffen klanten.<br />

Eind september verkreeg de organisatie het akkoord van<br />

de administratie van Financiën dat de opgelopen<br />

verliezen mochten gespreid worden over twee fiscale<br />

jaren.<br />

De ministerraad van 29 september keurde twee ontwerpen<br />

van Koninklijk Besluit goed, waardoor de storm van<br />

18 augustus erkend werd als ramp. iedereen die in de<br />

erkende gemeenten rechtstreekse materiële schade<br />

leed door wind of regen, kon via zijn gouverneur een dossier<br />

indienen om een vergoeding te krijgen van het<br />

Rampenfonds.<br />

Instandhoudingsdoelstellingen,<br />

landbouwverkeer en imago<br />

Om de Europese Habitatrichtlijn uit te voeren, wees de<br />

Vlaamse regering in september een eerste reeks van<br />

acht speciale beschermingszones aan. In Vlaanderen zijn<br />

er in totaal 38 habitatrichtlijngebieden waarvoor<br />

momenteel doelstellingen bepaald worden. Daarnaast<br />

legde de regering voor deze habitatrichtlijngebieden en<br />

de eventueel overlappende zones uit de vogelrichtlijngebieden<br />

instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s) vast. De<br />

acht besluiten werden voorgelegd aan de adviesraden.<br />

Met deze besluiten voerde de Vlaamse regering een<br />

verplichting rond de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn<br />

uit, waarmee Europa waardevolle natuurlijke habitats en<br />

planten- en diersoorten wil beschermen.<br />

Voor het bepalen van de IHD’s wordt een uitgebreid<br />

proces opgesteld met meerdere overlegmomenten, die<br />

<strong>Boerenbond</strong> van nabij opvolgt. Per gebied maakte het<br />

Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een rapport op.<br />

Dit rapport wordt eerst wetenschappelijk getoetst in een<br />

wetenschappelijke begeleidingscommissie, waarin het<br />

adviesbureau Haskoning <strong>Boerenbond</strong> vertegenwoordigt.<br />

Vervolgens wordt het rapport besproken in het bovenlo-<br />

kaal overleg waarin regioconsulenten en leden van de<br />

<strong>Boerenbond</strong> vertegenwoordigd zijn. In dit overleg geven<br />

de vertegenwoordigers van de middenveldorganisaties<br />

(landbouw, natuur, industrie en ondernemingen, jacht,<br />

eigenaars …) onder meer aan waar er onvoldoende<br />

rekening gehouden werd met de sociaaleconomische<br />

situatie of met specifieke lokale situaties. Tot slot is er<br />

een laatste bespreking in de Vlaamse overleggroep,<br />

waarin de middenveldorganisaties op Vlaams niveau<br />

vertegenwoordigd zijn. De overblijvende discussiepunten<br />

over de doelstellingen (de geplande bosuitbreiding<br />

brengt, bijvoorbeeld, de leefbaarheid van bestaande<br />

landbouwbedrijven in gevaar) en aandachtspunten voor<br />

de realisatie van de natuurdoelen (bijvoorbeeld, men<br />

moet bij de natuurinrichting rekening houden met de<br />

waterhuishouding voor de omringende landbouwgebieden)<br />

worden opgenomen in een nota aan de leden van de<br />

Vlaamse regering.<br />

Voor <strong>Boerenbond</strong> is het belangrijk dat de doelstellingen<br />

– als er ruimte is – gelokaliseerd worden op plaatsen<br />

waar de sociaaleconomische impact het kleinst is. Dat is<br />

trouwens ook de beste garantie om de natuurdoelstellingen<br />

snel te realiseren. <strong>Boerenbond</strong> vraagt dat men,<br />

op termijn en in samenspraak met de actoren, voor elke<br />

speciale beschermingszone een ‘inrichtingsplan’<br />

opmaakt, waarin men duidelijk aangeeft wie welke<br />

inspanning waar en wanneer zal realiseren. Volgens de<br />

Europese richtlijnen mag men bij het vaststellen van de<br />

IHD’s enkel rekening houden met ecologische criteria.<br />

Daartegenover staat dat men bij de opmaak van een<br />

inrichtingsplan of bij het nemen van concrete maatregelen<br />

wel sociaaleconomische criteria mee in overweging<br />

kan nemen. Deze afweging zal in de praktijk vooral<br />

vertaald moeten worden in het tempo waarin sommige<br />

doelen gerealiseerd moeten worden. De Europese<br />

richtlijnen laten voldoende ruimte voor een gefaseerde<br />

ontwikkeling die rekening houdt met de sociaaleconomische<br />

realiteit.<br />

In juli 2010 werd de landbouwsector geconfronteerd met<br />

een nieuw KB ‘Uitzonderlijk vervoer’, dat ondubbelzinnig<br />

van toepassing is op grote landbouwvoertuigen. Omdat<br />

de agrarische sector niet betrokken was bij het ontstaan<br />

van het KB, werd er onvoldoende rekening gehouden met<br />

het specifieke karakter van de landbouwvoertuigen en<br />

met de werkzaamheden waarvoor ze ingezet worden. In<br />

een overleg met staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne<br />

19


Schouppe beklemtoonde <strong>Boerenbond</strong> de eigenheid van<br />

de landbouwvoertuigen en van de sector, vergeleken met<br />

de andere uitzonderlijke voertuigen. De overheid had<br />

begrip voor de opmerkingen en werkte een KB uit met<br />

specifieke bepalingen voor landbouwvoertuigen. Op<br />

3 november <strong>2011</strong> verscheen in het Belgisch staatsblad<br />

het belangrijke en langverwachte Koninklijk Besluit over<br />

het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen.<br />

op 18 september organiseerden <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke<br />

Gilden voor de 29ste keer de Dag van de Landbouw.<br />

In elke Vlaamse provincie werden zorgvuldig een tiental<br />

bedrijven geselecteerd. Zowat alle (deel)sectoren<br />

kwamen aan bod. Zo leerden de bezoekers de veelzijdige<br />

Vlaamse land- en tuinbouwsector kennen.<br />

Een week later vonden in Oudenaarde bij schitterend<br />

weer de Internationale Werktuigendagen plaats.<br />

SEPTEMBER <strong>2011</strong> ‘BURGERS EN<br />

CONSUMENTEN KONDEN EEN<br />

KIJKJE NEMEN ACHTER DE<br />

SCHERMEN VAN ONZE LAND-<br />

EN TUINBOUWBEDRIJVEN.’<br />

20<br />

Herfst<br />

Rouwstemming vanwege het toekomstige<br />

Europees landbouwbeleid<br />

De Vlaamse landbouw – traditioneel een trouwe aanhanger<br />

van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) –<br />

kon zich niet vinden in de voorstellen van de Europese<br />

Commissie voor het landbouwbeleid na 2013, die in<br />

oktober uitgebracht werden. Het Agrofront (de Fédération<br />

Wallonne de l’Agriculture (FWA), het Algemeen<br />

Boerensyndicaat (ABS) en <strong>Boerenbond</strong>) riep alle<br />

verantwoordelijke onderhandelaars op om de voorstellen<br />

van de Europese Commissie drastisch bij te sturen.<br />

Niet alles zat fout, maar bepaalde elementen vallen de<br />

Belgische landbouw zeer zwaar. De Landbouwraad, het<br />

Europees Parlement en de Europese Commissie moeten<br />

het met elkaar eens worden over het nieuwe GLB na<br />

2013. Bovendien moet het Europese budget voor de<br />

komende jaren vastgelegd worden. Uiteindelijk zal het<br />

Europees landbouwbeleid na 2013 staan of vallen met de<br />

centen die de lidstaten nog bereid zullen zijn aan Europa


OKTOBER <strong>2011</strong> 'WE LEGDEN<br />

DE MINISTER-PRESIDENT EEN<br />

TIENPUNTENPROGRAMMA<br />

VOOR, OP BASIS WAARVAN DE<br />

VOORSTELLEN NOG TEN GOEDE<br />

VAN DE VLAAMSE LAND- EN<br />

TUINBOUW BIJGESTUURD<br />

KUNNEN WORDEN.’<br />

te besteden, en binnen dat Europese budget, aan het<br />

landbouw- en voedselbeleid.<br />

Het Agrofront drong erop aan dat het totale Belgische<br />

GLB-budget en de koopkracht ervan maximaal behouden<br />

worden richting 2020. Het voorstel om 30% van de<br />

directe betaling van de steungelden afhankelijk te maken<br />

van de zogenaamde vergroeningsmaatregelen is volgens<br />

het Agrofront geen geschikt middel voor een intensieve<br />

productieregio als België, met een belangrijk aandeel<br />

van grondarme productie. Hierdoor dreigt de Belgische<br />

landbouw heel wat directe Europese middelen mis te<br />

lopen. Het Agrofront drong er ook op aan dat Europa de<br />

mogelijkheden van strategisch voorraadbeheer ernstig<br />

in overweging zou nemen. Het is nu zaak om in 2012 zo<br />

goed mogelijk en op alle niveaus de belangen van de<br />

Vlaamse land- en tuinbouw te verdedigen.<br />

<strong>Boerenbond</strong> gaf op 18 oktober <strong>2011</strong> in Brussel al een<br />

schot voor de boeg met een schijnbegrafenis van het<br />

GLB. Het was een symbolische begrafenisstoet, want<br />

<strong>Boerenbond</strong> stelt alle hoop op de politici om het tij te<br />

keren. De delegatie legde de minister-president een<br />

tienpuntenprogramma voor, op basis waarvan de<br />

voorstellen nog ten goede bijgestuurd kunnen worden.<br />

Minister Peeters garandeerde dat hij er alles aan zal<br />

doen om de discrepanties verder weg te werken.<br />

<strong>Boerenbond</strong> smeedde ook bondgenootschappen. Zo was<br />

er overleg met de Deense en Nederlandse collega’s om<br />

tot gemeenschappelijke standpunten te komen. Dat is<br />

een moeilijke oefening, want iedereen heeft zijn eigen<br />

voorkeuren en taboes. Maar het is noodzakelijk om op<br />

een hoger niveau tot een consensus te komen.<br />

Discussie over nitraatnormen<br />

In november werd het Mestactieplan, tot onbegrip van<br />

heel wat boeren, verstrengd. De effecten konden immers<br />

na enkele maanden nog niet zichtbaar zijn. De bepaling<br />

dat de normen voor het nitraatresidu verstrengd werden,<br />

was echter een gevolg van het vorige Mestdecreet en de<br />

conclusie van de VLM-studie over de relatie tussen het<br />

nitraatresidu en de kwaliteit van het oppervlakte- en<br />

grondwater. <strong>Boerenbond</strong> liet op de conclusies van de<br />

VLM-studies een statistisch onderzoek uitvoeren waaruit<br />

bleek dat de methodologie en de variatie van de gegevens<br />

te onzeker waren voor verdere beleidsconclusies,<br />

vooral met betrekking tot het grondwater. De discussie<br />

was aanleiding tot een beperkte daling van de reststikstof<br />

in gebieden met een minder goede waterkwaliteit.<br />

In gebieden waar het water voldoet aan de normen werd<br />

het beleid niet strenger.<br />

Het voorstel dat milieuminister Schauvliege bij Europa<br />

neerlegde om nieuwe, gebiedsgerichte nitraatstikstofwaarden<br />

toe te passen kreeg op 20 november groen<br />

licht. De staalname kan dus vanaf 1 januari 2012 met<br />

een nieuwe aanpak starten. Om tot een duurzame<br />

verbetering te komen werden op het terrein waterkwaliteitsgroepen<br />

opgestart, met prioriteit in de minder<br />

goede gebieden.<br />

Het is essentieel<br />

dat iedereen inzet<br />

op een maximale<br />

verbetering van<br />

de waterkwaliteit.<br />

NOVEMBER <strong>2011</strong> 'NA OVERLEG MET<br />

MINISTER VAN LEEF MILIEU JOKE<br />

SCHAUVLIEGE LEIDDE DE DISCUSSIE<br />

MAAR TOT EEN BEPERKTE DALING<br />

VAN DE RESTSTIKSTOFNORM.’<br />

21


Nieuwe federale regering<br />

<strong>Boerenbond</strong> nam het regeerakkoord van de regering<br />

Di Rupo I grondig door. Met het nieuwe akkoord over de<br />

staatshervorming, inclusief de financieringswet, lijkt<br />

België vertrokken voor een periode van nieuwe evenwichten.<br />

Het zwaartepunt verschuift nog meer naar het<br />

regionale niveau. De nieuwe geregionaliseerde landbouwbevoegdheden<br />

waren al een tijdje bekend: het BIRB<br />

(Belgisch Interventie- en Restitutiebureau), de pachtwet,<br />

het Landbouwrampenfonds en het algemeen Rampenfonds,<br />

onteigeningen met de aankoopcomités, dierenwelzijn,<br />

de plantentuin in Meise … <strong>Boerenbond</strong> hoopt dat<br />

de Vlaamse regering snel het overleg opstart om uit te<br />

maken hoe deze bevoegdheden geïntegreerd kunnen<br />

worden binnen de bestaande bevoegdheidspakketten. In<br />

het nieuwe regeerakkoord is er heel wat aandacht voor<br />

de zelfstandigen. De kinderbijslag en het minimumpensioen<br />

worden geleidelijk verhoogd tot het minimum van<br />

de werknemersregeling, de faillissementsverzekering<br />

wordt ruimer toegankelijk en de bijdrageberekening<br />

wordt aangepast, met de mogelijkheid om voorschotten<br />

te betalen. Niet onbelangrijk is dat het statuut van de<br />

meewerkende echtgenote geëvalueerd en, indien nodig,<br />

22<br />

aangepast wordt. Over het landbouwbeleid vertelt dit<br />

regeerakkoord weinig. Dat is logisch, want dat is een<br />

regionale bevoegdheid. Toch is de federale regering<br />

bevoegd voor het onderhandelen van internationale<br />

(multilaterale) akkoorden zoals het WTO-akkoord. Over<br />

dat laatste staat in het regeerakkoord dat men een<br />

evenwichtig besluit van de Doha-ronde wenst met als<br />

doelstelling een eerlijke wereldhandel en dat men de<br />

nontrade-concerns in de discussie wil meenemen.<br />

DECEMBER <strong>2011</strong> 'DE NIEUWE<br />

CD&V-EXCELLENTIES ZULLEN<br />

MOETEN BEWIJZEN DAT OOK ZIJ<br />

OOG HEBBEN VOOR DE NODEN<br />

VAN DE VLAAMSE EN DE BELGI-<br />

SCHE LAND- EN TUINBOUW.'


Een brede dienstverlening<br />

Al vanouds stelt <strong>Boerenbond</strong> zich tot doel te ijveren voor het behoud<br />

van zo veel mogelijk levenskrachtige land- en tuinbouwbedrijven in<br />

Vlaanderen en in Oost-België. Dit houdt in dat de organisatie, naast<br />

de syndicale belangenbehartiging, oog heeft voor noden en behoeften<br />

van de individuele ondernemer op zijn land- of tuinbouwbedrijf.<br />

Met een ruim en gedifferentieerd pakket aan vormingskansen en<br />

ondersteunings- en adviesdiensten wil <strong>Boerenbond</strong> zijn leden in staat<br />

stellen op een duurzame manier een gezinsinkomen te realiseren.<br />

23


Voor en door land- en tuinbouwers<br />

De ledenstructuur van <strong>Boerenbond</strong> bestaat uit een<br />

geografische en sectorgerichte tak. In beide takken staat<br />

de democratische opbouw centraal. Een vijftigtal consulenten<br />

begeleidt de ledenbeweging van <strong>Boerenbond</strong>.<br />

Consulenten voor de leden<br />

Land- of tuinbouwers die aansluiten bij <strong>Boerenbond</strong><br />

worden vanaf 1 januari 2012 automatisch lid van één van<br />

de 204 bedrijfsgilden. Zo’n gilde heeft als werkgebied<br />

één of meerdere fusiegemeenten. Ieder lid kan zich om<br />

de vijf jaar kandidaat stellen voor een bestuursfunctie.<br />

De bedrijfsgilden worden gegroepeerd in twintig regioraden.<br />

Bestuursleden van de bedrijfsgilden kunnen zich<br />

kandidaat stellen om deel uit te maken van een regioraad.<br />

Zowel de regioraden als de bedrijfsgilden worden<br />

begeleid door 14 regioconsulenten. De belangrijkste<br />

syndicale dossiers die de regioconsulenten in samenspraak<br />

met de besturen van de bedrijfsgilden en<br />

regioraden opvolgen, houden verband met ruimtelijke<br />

ordening, natuur, milieu, water en landschap. Afgevaardigden<br />

van de regioraden vormen het provinciaal<br />

bestuur. De provinciaal secretaris begeleidt deze<br />

hoogste structuur in de provincie. De voornaamste taken<br />

van dit bestuur zijn het opvolgen van de provinciale<br />

land- en tuinbouwdossiers en de agenda van het<br />

Hoofdbestuur, het hoogste orgaan van <strong>Boerenbond</strong>. De<br />

voorzitter van het provinciaal bestuur vertegenwoordigt<br />

de provincie in het Hoofdbestuur.<br />

Aan de leden van <strong>Boerenbond</strong> wordt bij hun toetreding<br />

gevraagd in welke land- of tuinbouwsectoren ze actief<br />

zijn. Elke vijf jaar wordt elk lid uitgenodigd om een<br />

bestuursfunctie op te nemen in één van deze sectoren<br />

door zich kandidaat te stellen voor een mandaat in de<br />

provinciale vakgroep. <strong>Boerenbond</strong> telt 36 provinciale<br />

vakgroepen. Deze worden begeleid door 13 landbouwconsulenten<br />

en 10 tuinbouwconsulenten. De provinciale<br />

vakgroepen bereiden de agenda voor van de sectorvakgroepen.<br />

Vertegenwoordigers van de provinciale vakgroepen<br />

vormen het bestuur van de sectorvakgroepen.<br />

Een sectorvakgroep is het hoogste orgaan voor de sector<br />

en wordt begeleid door een land- of tuinbouwconsulent<br />

24<br />

of een adviseur van de Studiedienst. Bij dossiers met<br />

vakgroepoverschrijdend belang bepaalt het Hoofdbestuur<br />

het <strong>Boerenbond</strong>standpunt. Daarom heeft ook elke<br />

sectorvakgroep daar een vertegenwoordiging.<br />

De land- en tuinbouwconsulenten hebben nog drie<br />

andere belangrijke taken: het geven van vorming, het<br />

bespreken van bedrijfseconomische boekhoudingen en<br />

het begeleiden van bedrijfsleiderskringen.<br />

Drie opdrachten<br />

De verschillende <strong>Boerenbond</strong>structuren hebben, naast<br />

hun specifieke taken, dezelfde opdrachten. Ten eerste:<br />

de belangenbehartiging. Het bestuur van elke structuur<br />

ijvert voor een optimale professionele situatie voor haar<br />

leden-land- en tuinbouwers en hun gezinnen. Ten<br />

tweede: de ledenwerving. Een beroepsorganisatie put<br />

haar sterkte uit het aantal leden dat ze kan vertegenwoordigen.<br />

Het is dan ook van het grootste belang dat<br />

land- en tuinbouwers solidair zijn met hun collega’s en<br />

samen <strong>Boerenbond</strong> gestalte geven. Ten derde: zorgen<br />

voor de nodige vorming van haar leden. Dat gebeurt door<br />

het organiseren van studievergaderingen, cursussen,<br />

voorlichtingsavonden en studiereizen. 40% van de<br />

vorming binnen <strong>Boerenbond</strong> wordt gegeven door de<br />

consulenten. Dienstbetoonconsulenten en regioconsulenten<br />

geven sectoroverschrijdende vorming die georganiseerd<br />

wordt door bedrijfsgilden, regioraden en de<br />

provincie. Land- en tuinbouwconsulenten geven sectorgerichte<br />

vorming, voornamelijk ingericht door studiekringen<br />

maar ook door vakgroepen. De leden kiezen zelf<br />

tot welke studiekringen zij toetreden. De toetreding is<br />

gratis en onbeperkt.<br />

<strong>Boerenbond</strong> in cijfers<br />

<strong>Boerenbond</strong> heeft 16.700 leden-boeren en -tuinders,<br />

waarvan 2430 bestuursleden. Er zijn 204 bedrijfsgilden,<br />

82 studiekringen en 36 provinciale vakgroepen. Vijftig<br />

consulenten begeleiden de ledenbeweging waarvan<br />

6 provinciaal secretarissen, 14 regio-, 13 landbouw-,<br />

10 tuinbouw- en 7 dienstbetoonconsulenten.


Eric Cuelenare:<br />

“Zij sTimuleerT oNs gewelDig.”<br />

Eric Cuelenare heeft een melkvee- en akkerbouwbedrijf<br />

in Maldegem. Hij is vijf jaar voorzitter van de bedrijfsgilde<br />

Maldegem-Adegem die een zeventigtal leden telt.<br />

Eric kan de steun die zijn gildewerking van de regioconsulente<br />

krijgt, erg waarderen. “Wij betrekken haar bij<br />

al onze activiteiten: wij informeren haar vooraf en zij<br />

neemt altijd contact op om te horen hoe een activiteit<br />

verlopen is.”<br />

Onder impuls van Eric nam de gilde deel aan en werd ze<br />

in <strong>2011</strong> laureaat van het Boerenburenplan van Cera met<br />

een project om de lokale bijenpopulatie te redden via het<br />

inzaaien van bloemenmengsels langs de akkerranden.<br />

“Onze consulente was echt enthousiast omdat we<br />

gewonnen hadden. Voor onze leden was het belangrijk<br />

dat zij een positief verhaal aan de plaatselijke bevolking<br />

konden brengen. “Ook voor de consulente was het een<br />

opsteker, licht Eric toe. “De consulenten hebben het niet<br />

onder de markt vandaag de dag. De landbouw moet<br />

overal inbinden en zij moeten dikwijls het slechte nieuws<br />

brengen: mestwetgeving, onteigeningen, bebossing, …”<br />

Een belangrijke opdracht van de regioconsulenten is het<br />

opvolgen van de lokale en regionale syndicale dossiers.<br />

En dat doet hun consulente heel goed, vindt Eric. “Een<br />

tijd geleden doemde hier het spook van de verbreding<br />

van het Schipdonkkanaal op. We hebben toen samen met<br />

het buurtcomité en met de hulp van onze consulente een<br />

voorlichtingsvergadering georganiseerd. Dat was zo’n<br />

succes dat de mensen van het wijkcomité nu nog altijd<br />

vragen dat <strong>Boerenbond</strong> het Schipdonkdossier goed blijft<br />

opvolgen.”<br />

De opvolging van het Schipdonkdossier en van andere<br />

landbouwbedreigende projecten zoals de bebossingsplannen<br />

voor het Maldegems Veld doet de consulente<br />

heel nauwgezet, vindt Eric. “Ik moet haar echt bewonderen.<br />

Ze volgt alles in overleg met ons op. En zij is ook<br />

eerlijk. Als een bepaald standpunt niet haalbaar is, zegt<br />

ze het ook.” Voor 2012 plant de bedrijfsgilde van Maldegem-Adegem<br />

een bewustmakingsactie rond voedselverspilling.<br />

“Ook daarin stimuleert ze ons geweldig. Als je<br />

voelt dat er iemand achter je staat, dan ben je krachtig.”<br />

25


Vorming laaft de dorst naar kennis<br />

Land- en tuinbouwers hebben net als elke andere<br />

bedrijfsleider een permanente nood aan actuele<br />

informatie en bijscholing. <strong>Boerenbond</strong> zorgt via het<br />

NCBL (Nationaal Centrum voor Beroepsvorming in de<br />

Landbouw vzw) voor een aanbod waarin ieder lid van de<br />

organisatie dat op zoek is naar nieuwe kennis, zijn<br />

gading kan vinden.<br />

Vorming op alle niveau’s<br />

Dank zij de fijnmazige structuur van de organisatie<br />

worden de vormingsnoden dicht bij de bron gedetecteerd<br />

en vaak ook beantwoord. De lokale bedrijfsgilden zijn de<br />

eerste organisatoren van plaatselijke studievergaderingen.<br />

Dikwijls wordt er door verschillende verenigingen<br />

samengewerkt om de organisatiekost te delen. Op die<br />

manier kan een betere, soms ook duurdere, spreker<br />

geboekt worden wat de kwaliteit van de vorming ten<br />

goede komt. Sommige thema’s zijn minder populair.<br />

Toch is ook die kennis onmisbaar voor een aantal leden.<br />

Om deze groep geïnteresseerden niet in de kou te laten<br />

staan wordt jaarlijks een provinciaal aanbod samengesteld.<br />

Ondersteuning<br />

Zowel op inhoudelijk als financieel vlak is er een<br />

belangrijke rol weggelegd voor het NCBL vzw.<br />

Het verhaal begint bij de inspiratie van de organisatoren.<br />

Via de sectorspecifieke vormingswijzers worden de<br />

thema’s en mogelijke lesgevers kenbaar gemaakt.<br />

Als de afspraken gemaakt zijn tussen de inrichter en de<br />

lesgever komt de administratieve molen op gang met<br />

bevestigingen aan alle betrokken partijen en, niet te<br />

vergeten, aan de subsidiërende overheid. Na afloop van<br />

de activiteit volgt de financiële afwikkeling waarbij elke<br />

partij zijn deel krijgt. Ook het aanmaken en versturen van<br />

extra promotie- en lesmateriaal behoren tot het dagelijkse<br />

takenpakket.<br />

26<br />

Lesgevers<br />

Om alle lessen te geven staat een heel legertje lesgevers<br />

paraat. Ze worden elk jaar bevraagd naar hun actuele<br />

thema’s zodat het aanbod ruim en divers blijft. Bovendien<br />

worden ze geregeld uitgenodigd om deel te nemen<br />

aan vervolmakingsdagen om zich zo bij te scholen.<br />

Ongeveer de helft van de lesgevers is in dienst van<br />

<strong>Boerenbond</strong> of van een van de gelieerde bedrijven.<br />

Eigen initiatieven<br />

Op vraag van de Vlaamse overheid organiseerde het<br />

NCBL vzw in <strong>2011</strong> twee studiedagen rond termijnmarkten.<br />

Tal van specialisten belichtten dit bijzonder actuele,<br />

onbekende onderwerp vanuit diverse hoeken.<br />

De managementcursussen vormen stilaan een klassieker<br />

in de jaarlijkse programmatie. Steeds meer bedrijfsleiders<br />

worden er zich van bewust dat een brede<br />

theoretische basis absoluut vereist is voor een duurzame<br />

bedrijfsvoering.<br />

Highlights<br />

Vier studenten van de KULeuven hebben in <strong>2011</strong> een<br />

ledenonderzoek uitgevoerd naar de noden rond vorming.<br />

De resultaten hiervan zijn in een aantal duidelijke<br />

richtlijnen gegoten en gecommuniceerd naar de<br />

consulenten, zodat zij hiermee rekening kunnen houden<br />

bij het organiseren van de vorming.<br />

NCBL in cijfers<br />

in <strong>2011</strong> kwamen 85.116 cursisten samen om in totaal<br />

9085 uren vorming te volgen bij 885 lesgevers.<br />

De meest succesvolle vormingsprogramma’s waren<br />

mest en mestwetgeving (92 activiteiten), verkeerswetgeving<br />

(81 activiteiten), energie (64 activiteiten), europees<br />

landbouwbeleid (42 activiteiten), tewerkstelling (21<br />

activiteiten) en Pools op de werkvloer (18 activiteiten).


Jeroen De Bock:<br />

“geeN oogkleppeN op, meT opeN ogeN<br />

iN De werelD kijkeN!”<br />

Jeroen is twintig en twee jaar zelfstandig helper op het<br />

ouderlijk varkens-, vleesvee- en akkerbouwbedrijf. Hij<br />

volgde in de loop van <strong>2011</strong> de managementcursus van<br />

het NCBL. Verspreid over zeven donderdagnamiddagen<br />

werden thema’s als fiscaliteit, verzekeringen, investeringscalculatie<br />

enzovoort aangesneden. Al was Jeroen<br />

met een aantal managementbegrippen vertrouwd vanuit<br />

zijn middelbare landbouwschoolopleiding, de cursus was<br />

meer dan zomaar een opfrissing. “Op school hadden we<br />

die basis ook wel gehad, maar daar vond ik dat, zoals<br />

wellicht vele andere vijftien- tot achttienjarigen, zware<br />

kost en zag ik er niet direct het nut van in. Maar als je<br />

twee jaar in het bedrijf gestaan hebt, denk je daar anders<br />

over en heb je zelfs spijt dat je op school niet beter<br />

opgelet hebt.” De les over ‘de boer als bedrijfsmanager’<br />

vond Jeroen enorm leerrijk. “Zeker als je, zoals ik, nog<br />

maar aan het begin van je loopbaan staat, is het bijzonder<br />

interessant om te leren welke managementcapaciteiten<br />

je nodig hebt om je bedrijf vandaag en morgen te<br />

leiden.” Ook de sessie over ‘onderhandelen en overtui-<br />

gen’ plaatst hij bij zijn meest leerrijke ervaringen van<br />

de cursus. “We moesten een rollenspel spelen en daarin<br />

kon je ervaren welke argumenten je in een gesprek of<br />

een discussie met resultaat kan gebruiken en welke<br />

niet.”<br />

Jeroen volgde de cursus met 11 andere deelnemers,<br />

uit verschillende land- of tuinbouwsectoren. En ook dat<br />

is vruchtbaar. “Je leert van elkaar. Iemand doet een<br />

inbreng vanuit zijn achtergrond, een fruitbedrijf<br />

bijvoorbeeld. Dat kan je dan op jouw beurt terugkoppelen<br />

naar je eigen bedrijfssituatie die voor een deel gelijk,<br />

maar ook voor een deel verschillend is. Daar leer je dan<br />

weer uit.”<br />

Naast zijn managementopleiding heeft Jeroen nog<br />

informaticacursussen gevolgd en een opleiding tot<br />

‘erkend verkoper en gebruiker van fytoproducten’. “Elke<br />

dag kan je bijleren. Het gaat niet op om met oogkleppen<br />

rond te lopen en alleen maar het werk op het bedrijf te<br />

zien, we moeten – zeker als jonge boeren – met open<br />

ogen in de wereld kijken.”<br />

27


Meten is weten<br />

Inzicht in zijn kosten en opbrengsten is voor een boer of<br />

tuinder cruciaal. De prijzen van land- en tuinbouwproducten<br />

stonden de laatste jaren constant onder druk. De<br />

aanhoudende kostprijsstijgingen van de grondstoffen en<br />

de financiële, economische en andere crisissen hadden<br />

in <strong>2011</strong> sterk negatieve gevolgen voor het rendement in<br />

de verschillende sectoren. Voor de individuele land- en<br />

tuinbouwer blijft het dus rekenen en voortdurend<br />

optimaliseren om voldoende marges over te houden. Een<br />

degelijke bedrijfseconomische boekhouding is hierbij<br />

een zeer nuttig en quasi onmisbaar instrument.<br />

TIBER: de bedrijfseconomische<br />

boekhouding van <strong>Boerenbond</strong><br />

Al meer dan 50 jaar biedt <strong>Boerenbond</strong> de mogelijkheid<br />

aan haar leden om onder begeleiding van de organisatie<br />

een bedrijfseconomische boekhouding te voeren.<br />

Gesteund door deze rijke ervaring en dankzij de inzet van<br />

een uitgebreid team van gespecialiseerde consulenten is<br />

deze boekhouding uitgegroeid tot een onvervangbaar<br />

instrument in de bedrijfsvoering van de hedendaagse<br />

land- en tuinbouwer. <strong>Boerenbond</strong> biedt onder de<br />

merknaam TIBER een bedrijfseconomisch boekhoudingspakket<br />

aan waarbij de informatieve waarde en de<br />

voorlichting centraal staan. Na de registratie van alle<br />

gegevens worden ze verwerkt tot een uitgebreid, maar<br />

toch overzichtelijk en gebruiksvriendelijk bedrijfsresultaat.<br />

Dit resultaat dient als basis voor een advies op maat van<br />

het bedrijf. De voornaamste kengetallen van verschillende<br />

jaren worden met elkaar vergeleken, zodat interne<br />

bedrijfsevoluties duidelijk worden. Deze kengetallen<br />

worden eveneens weergegeven ten opzichte van andere<br />

vergelijkbare bedrijven, zodat de bedrijfsleider zich<br />

gemakkelijk kan vergelijken met collega’s.<br />

28<br />

Begeleiding en bespreking<br />

Een goed ingevulde boekhouding is de basis van een<br />

correct bedrijfsresultaat. <strong>Boerenbond</strong> besteedt veel<br />

aandacht aan de volledigheid en de correctheid van de<br />

aangeleverde cijfers. Een uitgebreid team begeleidt de<br />

bedrijfsleider bij het invullen en controleren van zijn<br />

bedrijfseconomische boekhouding.<br />

Voor elke streek en deelsector heeft <strong>Boerenbond</strong> een<br />

gespecialiseerde consulent die samen met de bedrijfsleider<br />

het resultaat bespreekt. De bespreking gaat<br />

verder dan het vergelijken van de bedrijfscijfers met<br />

gemiddelden van de sector of de streek. Vooral de<br />

bijsturing naar de toekomst heeft een meerwaarde.<br />

Bedrijfseconomische voorlichting<br />

Dankzij de hoge betrouwbaarheid van de cijfergegevens<br />

van de bedrijfseconomische boekhoudingen kan <strong>Boerenbond</strong><br />

deze informatie, zonder de privacy te schenden,<br />

gebruiken voor sectordoeleinden. Onder andere in het<br />

kader van de syndicale belangenverdediging leveren de<br />

cijfergegevens heel vaak een realiteitsgetrouwe onderbouwing<br />

en een degelijke argumentatie voor de standpunten<br />

die door <strong>Boerenbond</strong> worden ingenomen.<br />

Anderzijds kunnen de gegevens ook aangewend worden<br />

voor studiewerk en diepgaande sectoranalyses. Deze<br />

studies en analyses vormen de basis voor de bedrijfseconomische<br />

voorlichting die <strong>Boerenbond</strong> aanbiedt aan<br />

haar leden.<br />

Boekhouding in cijfers<br />

In <strong>2011</strong> heeft <strong>Boerenbond</strong> voor 1113 bedrijven de<br />

boekhouding opgevolgd.<br />

85% van de boekhoudingen wordt elektronisch ingevuld.<br />

Dit gebeurt rechtstreeks via de module Tiber soft ofwel<br />

via een technisch boekhoudpakket.<br />

15% wordt in een klassiek rekenboek ingevuld.


Rudi Van Looveren:<br />

“miNsTeNs Zo BelANgrijk is heT iNZichT<br />

iN De TechNische resulTATeN.”<br />

Rudi Van Looveren baat een halfgesloten varkensbedrijf<br />

met 250 zeugen uit. Na de overname van het ouderlijk<br />

bedrijf in 2006 startte hij, omwille van de VLIF-reglementering,<br />

met een bedrijfseconomische boekhouding.<br />

Gedurende de voorbije vijf jaar is zijn boekhouding een<br />

onmisbaar instrument voor zijn bedrijfsmanagement<br />

gebleken. “De boekhouding geeft uiteraard een inzicht in<br />

de financiële resultaten van je bedrijf. Maar minstens zo<br />

belangrijk is het inzicht in de technische resultaten:<br />

hoeveel voeder gebruikt een dier per dag, welk is de<br />

gemiddelde groei per dag bij de vleesvarkens, hoeveel<br />

geef je uit aan diergeneeskundige kosten enzovoort.”<br />

In de crisissituatie waarin de varkenssector zich de<br />

voorbije paar jaar bevindt, bewijst de boekhouding meer<br />

dan ooit zijn nut. “Het komt er momenteel vooral op aan<br />

de variabele kosten terug te dringen en de uitgaven<br />

onder controle te houden. Het is zaak om met behoud<br />

van de kwaliteit zo goedkoop mogelijk een varken te<br />

produceren.” Eens per jaar komt de <strong>Boerenbond</strong>consu-<br />

lent voor de varkenshouderij in de provincie Antwerpen<br />

bij Rudi langs om zijn resultaten te bespreken. De cijfers<br />

van het voorbije jaar passeren in detail de revue; de<br />

evolutie over de jaren heen wordt bekeken en Rudi z’n<br />

resultaten worden vergeleken met die van gelijkaardige<br />

bedrijven elders in Vlaanderen. Rudi heeft hier alvast uit<br />

geleerd dat de gemiddelde groei van zijn vleesvarkens te<br />

laag was. Hij stuurt dit nu bij door andere vaderdieren in<br />

te kruisen.<br />

Sinds hij zijn boekhouding startte is Rudi ook lid van een<br />

bedrijfsleiderskring. Deze groep van negen varkenshouders<br />

komt een vijftal keer per jaar samen, telkens op een<br />

ander deelnemend bedrijf. Na het bedrijfsbezoek worden<br />

de cijfers van het gastbedrijf onder de loep genomen.<br />

“Wij communiceren in alle eerlijkheid over onze resultaten<br />

en daar leer je ontzettend veel van. Door die openheid<br />

heerst er ook een toffe sfeer waardoor je niet alleen<br />

maar cijfermatig op elkaar betrokken bent. Ik zou de<br />

bedrijfsleiderskring echt niet kunnen missen.”<br />

29


Dienstbetoon weet raad<br />

Leden van <strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden kunnen – op<br />

vertoon van hun lidkaart – bij hun organisatie terecht<br />

voor advies rond een zeer breed gamma van onderwerpen.<br />

Het advies bestrijkt alle aspecten van de wetgeving<br />

inzake onroerend goed (pachtwetgeving, ruimtelijke<br />

ordening, bouw- en milieuvergunning, …) maar betreft<br />

net zo goed andere wetgevingen en reglementeringen<br />

zoals het Veldwetboek en de VLIF-reglementering. Ook<br />

vragen i.v.m. het sociaal statuut zelfstandigen, de<br />

bedrijfsovername of de bedrijfsbeëindiging komen heel<br />

courant aan bod. De leden kunnen eveneens terecht voor<br />

bijstand en hulp in het kader van de protocolakkoorden<br />

en de vergoedingen die <strong>Boerenbond</strong> met de nutsvoorzieningsmaatschappijen<br />

treft inzake de aanleg van gasleidingen,<br />

waterzuiveringsstations, enzovoort. Wanneer er<br />

na uitzonderlijke weersomstandigheden beroep kan<br />

gedaan worden op het Rampenfonds, kunnen getroffen<br />

<strong>Boerenbond</strong>leden bij de dienstbetoonconsulenten<br />

terecht voor informatie en ondersteuning bij het invullen<br />

van de formulieren.<br />

Het dienstbetoon is georganiseerd via de inzet van zeven<br />

dienstbetoonconsulenten met een netwerk van<br />

32 wekelijkse of tweewekelijkse zitdagen, verspreid over<br />

heel Vlaanderen. Dankzij een goede spreiding in tijd en<br />

plaats kunnen de leden vlug advies krijgen. Voor<br />

specifieke aangelegenheden zoals schattingen en<br />

waarderingen in het kader van een bedrijfsovername<br />

komen de dienstbetoonconsulenten aan huis.<br />

Het dienstbetoon van <strong>Boerenbond</strong> is gratis en richt zich<br />

op eerstelijnsadvies. Voor eventuele nazorg in de vorm<br />

van het opstellen van een dossier of het invullen van<br />

formulieren wordt een vergoeding gevraagd. Voor<br />

gespecialiseerde of erg complexe aangelegenheden<br />

inzake, bijvoorbeeld, vennootschapsvorming of milieuwetgeving,<br />

wordt doorverwezen naar SBB.<br />

Het dienstbetoon van <strong>Boerenbond</strong> wordt door de leden<br />

zeer gewaardeerd omdat de adviezen een duidelijke<br />

meerwaarde hebben dankzij de deskundigheid en de<br />

ervaring van de consulenten. De dienstbetoonconsulenten<br />

volgen de omvangrijke en snel wijzigende wetgeving<br />

voor land- en tuinbouw op de voet. Hierbij worden zij<br />

ondersteund door de Studiedienst van <strong>Boerenbond</strong>.<br />

30<br />

Op hun beurt hebben de dienstbetoonconsulenten een<br />

stevig aandeel in de collectieve voorlichting van de<br />

organisatie via voordrachten in de lokale gilden en<br />

artikels in de ledenbladen.<br />

Dienstbetoon in cijfers<br />

in <strong>2011</strong> waren er 7625 contacten van <strong>Boerenbond</strong>leden<br />

met de consulenten Dienstbetoon. Twee derde van deze<br />

contacten gebeurden op een zitdag, een derde waren<br />

telefonische adviesvragen. Het aantal vragen per e-mail<br />

of via de website neemt stilaan toe.<br />

56% van de gebruikers is land- of tuinbouwer in hoofdberoep,<br />

13% in nevenberoep en 19% is gepensioneerd<br />

boer of tuinder, 11% is lid Landelijke Gilden buiten het<br />

beroep.<br />

De onderwerpen waarvoor men beroep doet op de<br />

consulenten Dienstbetoon kunnen in drie grote blokken<br />

ondergebracht worden.<br />

> Bijna 40% van de vragen heeft betrekking op juridische<br />

aangelegenheden met als uitschieter de<br />

pachtwet.<br />

> Meer dan 30% van de bezoekers wordt ondersteund<br />

bij het invullen van hun belastingbrief, de administratie<br />

i.v.m. mest- en wateraangifte enzovoort.<br />

> 15% van de vragen houdt verband met bedrijfseconomische<br />

thema’s: overname en stopzetting van het<br />

bedrijf, VLIF, quota, premies en subsidies.


Roger Engelbosch:<br />

“heT geefT eeN grooT gevoel<br />

vAN veiligheiD.”<br />

“Enkele jaren geleden had ik een probleem met de<br />

opzegging van de pacht van één van de akkers die wij<br />

bewerkten. de eerste pachtperiode van 18 jaar was<br />

afgelopen en de eigenaar wou onze pacht opzeggen om<br />

de grond in eigen gebruik te nemen.” Omdat Roger het<br />

vermoeden had dat deze motivatie ongegrond was,<br />

kwam hij met de opzegbrief naar de zitdag van <strong>Boerenbond</strong>.<br />

De consulent Dienstbetoon informeerde of de<br />

grondeigenaar wel degelijk zelf een landbouwer was.<br />

Dit is immers absoluut noodzakelijk in geval van pachtopzegging<br />

voor eigen gebruik. Dat bleek echter niet het<br />

geval te zijn. “Omdat hij ons koste wat het kost wou<br />

opzeggen, is hij dan een procedure voor de rechtbank<br />

begonnen. Gedurende de hele procedure heeft <strong>Boerenbond</strong><br />

ons begeleid en onze advocaat van advies voorzien.<br />

Uiteindelijk is de zaak in ons voordeel uitgesproken en<br />

de pachtopzegging onwettelijk verklaard.”<br />

Recent kwam Roger advies vragen rond een mogelijke<br />

vermogensplanning. Als vader van vier kinderen waarvan<br />

er één het bedrijf had overgenomen, wou hij een billijke<br />

verdeling gerealiseerd zien tussen zijn kinderen zonder<br />

dat de toekomstperspectieven van de overnemer in het<br />

gedrang zouden komen. Na een voorlichtingsvergadering<br />

legde hij zijn bekommernis voor aan de dienstbetoonconsulent<br />

die de voordracht gegeven had. Na overleg<br />

nam Roger contact op met zijn notaris. Op basis van alle<br />

informatie werd een voorstel uitgewerkt waarin de vier<br />

kinderen zich konden vinden. Roger vindt het cruciaal<br />

dat hij met de dienstbetoonmedewerkers van <strong>Boerenbond</strong><br />

in alle openheid kan spreken. “Je moet eerst en<br />

vooral vertrouwen hebben in de persoon met wie je<br />

handelt. En als je ziet dat hij je probleem au serieux<br />

neemt en het op een deskundige manier aanpakt, dan<br />

vertrouw je hem. Ik vind de consulenten heel bekwaam<br />

en dat geeft je in moeilijke situaties een groot gevoel van<br />

veiligheid.”<br />

31


De toekomst begint vandaag<br />

Het Innovatiesteunpunt biedt advies, vorming en<br />

begeleiding ter ondersteuning en ter stimulering van de<br />

innovatie op land- en tuinbouwbedrijven. De werking<br />

focust op twee thema’s: bedrijfsontwikkeling en milieutechnische<br />

innovatie.<br />

Bedrijfsontwikkeling<br />

De innovatieconsulenten Bedrijfsontwikkeling begeleiden<br />

land- en tuinbouwbedrijven in het opmaken van een<br />

strategie voor hun bedrijf en bij de keuzes en beslissingen<br />

die daarmee samenhangen. Mogelijke strategische<br />

keuzes zijn verbredingsactiviteiten zoals het produceren<br />

en verkopen van hoeveproducten, het inzetten op<br />

recreatie of toerisme of het overschakelen naar bio.<br />

Ondernemers kunnen een beroep doen op het Innovatiesteunpunt<br />

voor een gepaste afzetstrategie en een<br />

goed marketingplan. Zo krijgen ondernemers die bezig<br />

zijn met productontwikkeling en productinnovatie<br />

verkoopsadvies en worden projecten rond niche-afzetstrategieën<br />

ontwikkeld. Het Innovatiesteunpunt levert<br />

begeleiding op maat voor individuele bedrijven maar<br />

organiseert ook diverse vormingsinitiatieven die zowel<br />

heel intensief als zeer laagdrempelig kunnen zijn. Het<br />

Innovatiesteunpunt wil immers innovatie en creativiteit<br />

in de agrarische sector uitdragen en promoten. Het<br />

verzorgt hiervoor vele voordrachten rond innovatie,<br />

organiseert thematische en sectorspecifieke brainstorms<br />

en creativiteitssessies. Land- en tuinbouwers die<br />

inzetten op innovatie hebben dikwijls nood aan samenwerking.<br />

Het Innovatiesteunpunt helpt hen bij de<br />

partnersearch, binnen en buiten de sector. Samenwerkingsverbanden<br />

kunnen ook begeleiding vragen voor hun<br />

groeiproces. Ook voor het verwerven van ondernemersvaardigheden<br />

(informaticagebruik, personeelsbeleid,<br />

kostprijsberekening en rentabiliteit, good governance …)<br />

kunnen innovatieve land- en tuinbouwers bij het Innovatiesteunpunt<br />

terecht.<br />

32<br />

Milieutechnische innovatie<br />

De werking inzake milieutechnische innovatie steunt op<br />

twee pijlers: kringloop sluiten (Agrocycle) en cleantech.<br />

De deskundigheid, de dienstverlening en het vormingsaanbod<br />

van de milieutechnische consulenten situeert<br />

zich rond de thema’s energie, water, biomassa, geur en<br />

fijn stof. Een zeer belangrijk aspect van de dienstverlening<br />

inzake energie zijn de energiescans. Hierbij wordt<br />

een doorlichting gemaakt van het actuele energiegebruik<br />

op het bedrijf en worden aanbevelingen gedaan<br />

voor een zuiniger gebruik en voor energiebesparende of<br />

energieproducerende investeringen. In de verschillende<br />

provincies is een energieloket opgestart voor het<br />

eerstelijnsadvies rond energie. De adviezen inzake<br />

watermanagement betreffen waterbesparing, waterhergebruik<br />

en waterzuivering. Verder wordt een inventaris<br />

gemaakt van de beschikbare hoeveelheden agrarische<br />

reststromen vanuit de land- en tuinbouw. In nauwe<br />

samenwerking met onderzoekscentra wordt gezocht<br />

naar mogelijke conversietechnologieën van biomassa en<br />

de daaruit volgende valorisatie van rest- en nevenstromen.<br />

De clustering en samenwerking tussen agrarische,<br />

en ook niet-agrarische, bedrijven inzake milieutechnologie<br />

worden door deze innovatieconsulenten begeleid.<br />

De samenwerking met onderzoeksinstellingen en<br />

onderwijsinstellingen wordt eveneens door hen ter harte<br />

genomen en verder uitgebouwd.<br />

Innovatiesteunpunt in cijfers<br />

In <strong>2011</strong> registreerden de consulenten van het<br />

Innovatiesteunpunt 620 adviesaanvragen. Er werden<br />

60 energiescans uitgevoerd.<br />

Voor de structuren van <strong>Boerenbond</strong> (kringen en gilden)<br />

gaven de innovatieconsulenten 165 voordrachten.<br />

daarnaast organiseerde het innovatiesteunpunt 89 eigen<br />

vormingsinitiatieven met als meest bijzondere initiatieven<br />

‘Inzicht in de consument, ontmoeting met Guillaume<br />

Van Der Stighelen’ (230 aanwezigen); ‘Energie-Water<br />

Infodag’ (300 deelnemers) en ‘Infodag Innovatieve<br />

Veehouderij’ (286 aanwezigen).


Fons Gios:<br />

“oNZe secTor kAN elke iNNovATie<br />

goeD geBruikeN.”<br />

Advies en begeleiding geven aan boeren en tuinders die<br />

zelf innovatieve technieken ontwikkelen, is één van de<br />

kernopdrachten van het Innovatiesteunpunt. Varkenshouder<br />

Fons Gios kwam op het idee om de ammoniakuitstoot<br />

van een nieuwe stal te bestrijden via toevoeging<br />

van bacteriën aan de mest. Opdat zijn stalprototype als<br />

emissiearm vergund en erkend zou kunnen worden door<br />

de overheid, moest Fons metingen laten uitvoeren naar<br />

de effectiviteit en de efficiëntie van zijn procédé. “Ik nam<br />

contact op met de milieutechnische consulent van het<br />

Innovatiesteunpunt met de vraag welke onderzoeksinstelling<br />

die metingen zou kunnen uitvoeren.” De<br />

consulent ging op onderzoek uit en kreeg een positief<br />

antwoord van het ILVO, het Instituut voor Landbouw- en<br />

Visserijonderzoek. Het prijskaartje was echter behoorlijk<br />

hoog, te hoog voor een individueel bedrijf. Na overleg<br />

met Fons stelde de consulent voor om op zoek te gaan<br />

naar eventuele subsidies. Immers, bij een gunstig<br />

meetresultaat zou niet alleen Fons Gios maar de hele<br />

varkens- en pluimveesector over een nieuw type van<br />

emissiearme stal beschikken. Bij het VITO, het Vlaams<br />

Instituut voor Technologische Ontwikkeling, bleken in het<br />

kader van het Prodem-programma – het projectdemonstratieprogramma<br />

– financiële middelen voorhanden om<br />

het onderzoek mee te helpen bekostigen. “Dankzij de<br />

tussenkomst van het Innovatiesteunpunt kan de land- en<br />

tuinbouw beroep doen op Prodem-steun. Voor mij<br />

betekende het concreet dat het VITO twee derde van de<br />

metingskosten voor zijn rekening nam.” Verder bracht de<br />

innovatieconsulent de onderzoekers van het ILVO en het<br />

VITO samen om afspraken te maken over de onderzoeksen<br />

metingsmethodes. Fons Gios is erg opgezet met de<br />

steun die hij kreeg van het Innovatiesteunpunt. “Zonder<br />

de hulp van de innovatieconsulent hadden we niet<br />

geweten dat we beroep konden doen op Prodem en dan<br />

was het experiment met onze proefstal vastgelopen. Dat<br />

zou bijzonder spijtig geweest zijn, want onze sector kan<br />

elke innovatie goed gebruiken.”<br />

33


Projecten stimuleren vernieuwing<br />

Projectmatig werken zit in de lift. Zowel het Vlaamse als<br />

het Europese beleid rond economische ontwikkeling,<br />

milieutechnologie en plattelandsontwikkeling schakelt<br />

over van een structurele betoelaging naar een meer<br />

projectmatige aanpak. Na een voorzichtig begin vanaf de<br />

jaren 90, beslisten <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden in<br />

het voorjaar van 2007 om de projectwerking beter te<br />

gaan structureren zodat optimaal op deze evolutie kon<br />

ingespeeld worden. Er werd een projectcel uitgebouwd<br />

als intern kenniscentrum, ter ondersteuning van de<br />

leiding en van de verschillende diensten van de organisatie<br />

die meer en meer projectmatig werken.<br />

Hefboom voor innovatie<br />

Zeer belangrijk was dat er een visie ontwikkeld werd<br />

rond de manier waarop <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden<br />

met projecten binnen de werking zouden omgaan.<br />

Wat doen we projectmatig en wat niet ? Aan welke<br />

voorwaarden moeten projecten voldoen ? De organisatie<br />

koos daarbij resoluut voor de inzet van projecten voor<br />

het op gang brengen van innovatie binnen de werking.<br />

Het moet gaan om innovatie die de leden ten goede moet<br />

komen. Elk nieuw project wordt daarop afgetoetst<br />

alvorens het ontwikkeld kan worden.<br />

Van hagen tot hoeveproducten<br />

Er wordt vooral gefocust op het versterken van de<br />

mogelijkheden voor land- en tuinbouwers om in te<br />

spelen op vragen van de samenleving, maar die ook een<br />

meerwaarde voor de boer en tuinder zelf kunnen<br />

opleveren. Het gaat hier onder meer om de productie<br />

van hoeveproducten, het creëren van een belevingsaanbod<br />

op de hoeve, groene zorg, enzovoort. Dit gebeurde<br />

o.a. via het Interreg-project GROEI.kans ! waarbij<br />

grensoverschrijdend wordt samengewerkt met verschillende<br />

Nederlandse partners.<br />

Ook het leveren van publieke dienstverlening zoals het<br />

onderhouden van het landschap, het strooien van winter -<br />

zout en dergelijke werd vanuit een project uitgebouwd.<br />

34<br />

De sterke groei in de werking van Agro|aanneming en de<br />

oprichting van agrobeheergroepen zijn het tastbare<br />

bewijs van het succes van het EFRO-project ‘ECO²’.<br />

Van energiebesparing<br />

tot erosiebestrijding<br />

Een tweede grote ontwikkelingsrichting betreft de<br />

(milieu-)technische innovatie die boeren en tuinders<br />

moet toelaten om ook in de toekomst rendabel te blijven<br />

produceren binnen een alsmaar strenger regelgevend<br />

kader. Thema’s als reductie van emissies, vermindering<br />

van water- en energiegebruik, bestrijding van bodemerosie<br />

en de opwaardering van biomassa worden opgepakt<br />

vanuit projecten als ‘Bodembreed’, ‘Interactieve watersystemen’,<br />

‘Agrocycle’, …<br />

Van leren tot amuseren<br />

Vanuit Landelijke Gilden wordt vooral ingezet op projecten<br />

rond plattelandseducatie en de ontsluiting van<br />

erfgoed op het platteland. De koppeling tussen ‘leren’ en<br />

‘amuseren’ is daar de constante factor. Regionale<br />

educatieve netwerken brachten de landbouw letterlijk tot<br />

in honderden Vlaamse scholen. Projectgefinancierde<br />

landbouwkranten vielen in de brievenbus van duizenden<br />

gezinnen. Dit kon dankzij verschillende kleinere projecten<br />

die door Plattelandsklassen werden uitgevoerd en<br />

met projectmiddelen voor plattelandsontwikkeling<br />

(PDPO) gefinancierd werden.<br />

Projectwerking in cijfers<br />

In <strong>2011</strong> werden een veertigtal projecten uitgevoerd, meer<br />

dan een verdubbeling sinds 2007. ruim 6200 leden van<br />

<strong>Boerenbond</strong> & Landelijke Gilden werden ondersteund<br />

vanuit projecten. Zij kregen vorming, advies en dienstverlening,<br />

promotie en soms financiële ondersteuning bij<br />

hun activiteiten.


Kris Uytterhoeven:<br />

“heT is eeN DuiDelijke wiN-wiNsiTuATie.”<br />

in oktober 2008 werd het project eCo² opgestart. Het is<br />

een samenwerking tussen <strong>Boerenbond</strong>, Agro|bedrijfshulp,<br />

Vlaamse Landmaatschappij (VLM), Agentschap<br />

voor Natuur en Bos (ANB), Lisro en Rurant met steun<br />

van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.<br />

Het project wil landbouwers betrekken bij het landschaps-<br />

en natuurbeheer tegen een gepaste vergoeding.<br />

De concrete werken worden uitgevoerd door boeren die<br />

zich verenigd hebben in agrobeheergroepen (AGB’s).<br />

Eind <strong>2011</strong> waren er 9 agrobeheergroepen actief.<br />

Kris Uytterhoeven is vennoot van Agro|aanneming en<br />

voorzitter van de agrobeheergroep Pikhakendonk in<br />

Boortmeerbeek. “Kleine landschapselementen zoals<br />

knotwilgen, houtkanten en poelen hebben veelal hun<br />

economische functie voor de landbouw verloren. De VLM<br />

geeft via het systeem van de beheersvergoedingen aan<br />

de landbouwer een financiële tegemoetkoming om die<br />

elementen op zijn land in stand te houden. In een<br />

agrobeheergroep brengen de aangesloten boeren die<br />

middelen samen om dan als groep de beheertaken uit te<br />

voeren.” Het samenwerkingsverband heeft veel voordelen:<br />

de leden kunnen op elkaars gronden werken<br />

uitvoeren; men is beter uitgerust omdat men beroep kan<br />

doen op een ‘collectief’ machinepark; sommige werken<br />

kan men beter in groep aanpakken omdat ze voor een<br />

man alleen te zwaar of te gevaarlijk zijn en, niet in het<br />

minst, ‘het is plezanter samen.’ De leden van een ABG<br />

komen twee keer per jaar samen: in het najaar om de<br />

werken te plannen, in het voorjaar om ze te evalueren.<br />

De leden van de ABG zijn vennoten van Agro|aanneming,<br />

een erkend aannemingsbedrijf. “Zij zorgen voor de<br />

omkadering. Dat geeft ons de zekerheid dat zaken zoals<br />

facturatie, verzekering, signalisatie en de coördinatie van<br />

de werken in orde zijn,” legt Kris uit. Voor Kris, die ook<br />

heel wat ervaring heeft met werkopdrachten in het kader<br />

van Agro|aanneming zoals sneeuw ruimen op de<br />

luchthaven van Zaventem of het inzaaien van een<br />

speelveld voor de gemeente Rotselaar, zijn de agrarische<br />

natuurbeheerwerken onderdeel van zijn ‘normale’<br />

bedrijfsvoering. Hij krijgt er een marktconforme vergoeding<br />

voor.<br />

Bij de start in oktober telde de ABG Pikhakendonk zes<br />

leden, maar Kris streeft ernaar om uit te breiden zodat<br />

boeren uit de hele Dijlevallei tot en met Rotselaar<br />

kunnen participeren. “Het is een duidelijke win-winsituatie.<br />

De kleine landschapselementen worden tegen een<br />

erg schappelijke prijs onderhouden en de boeren die de<br />

werken uitvoeren, verdienen een centje bij.”<br />

35


Landelijke Gilden, het jaar rond<br />

Landelijke Gilden biedt bewoners van het platteland de kans elkaar<br />

te ontmoeten, te leren in een groep, cultuur te leren kennen en<br />

actie te ondernemen rond het platteland en zijn leefbaarheid.<br />

Enkele van de grotere activiteiten waren ‘Dorp in de Kijker’, ‘Open<br />

Tuinen’, de ‘Streekzoektocht’, de ‘Plattelandsacademie’ en de ‘Dag<br />

van de Landbouw’. Binnen Landelijke Gilden is er ook een specifiek<br />

aanbod voor tuinliefhebbers, schapenhouders en senioren.<br />

37


Lente<br />

Landelijke Gilden versterkt de<br />

sociale samenhang in dorpen<br />

In de loop van <strong>2011</strong> blokletterde een krant: “Socioculturele<br />

verenigingen bloeien en creëren verbondenheid op<br />

het platteland.” Tot deze conclusie kwamen onderzoekers<br />

van de KHLeuven die samen met Landelijke Gilden<br />

meer dan 1600 bewoners in vijf Vlaams-Brabantse<br />

plattelandsdorpen bevraagd hebben.<br />

Het onderzoek maakt duidelijk dat het klassieke<br />

sociaalculturele verenigingsleven nog lang niet dood is.<br />

22% van de bevraagde bewoners is actief lid van één of<br />

meer sociaalculturele verenigingen, waarbij Landelijke<br />

Gilden en KVLV bij de meest genoemde verenigingen zijn.<br />

Hiernaast is 34% van de bevraagden passief lid: ze<br />

betalen lidgeld of lezen het ledenblad. Tel hierbij nog<br />

24% van de geënquêteerden die ooit lid geweest zijn en<br />

de vaststelling is dat 78% van de respondenten lid is, of<br />

geweest is, van een sociaalculturele vereniging. Niet<br />

iedereen participeert in gelijke mate aan het verenigingsleven.<br />

Liefst 85% van de leden is ouder dan veertig.<br />

Onder de deelnemers zijn ook significant meer vrouwen,<br />

kerkgangers en personen die al langer in het dorp<br />

wonen.<br />

De onderzoekers vertaalden het begrip ‘sociale samenhang’<br />

in concrete en meetbare houdingen en gedragingen.<br />

Ze stelden vast dat mensen die ooit aangesloten<br />

38<br />

waren bij sociaalculturele verenigingen (in het verleden<br />

of nu) méér houdingen hebben en gedragingen vertonen<br />

die met sociale samenhang verbonden kunnen worden<br />

dan leden van andere soorten verenigingen (bijvoorbeeld<br />

voetbalclubs) of dan mensen die nooit lid zijn geweest.<br />

Ze zijn minder gericht op hun eigenbelang, meer bereid<br />

om dorpsgenoten te helpen en door hen geholpen te<br />

worden, voelen zich minder machteloos tegenover<br />

politiek in het algemeen en tegenover de lokale politiek<br />

in het bijzonder. Ze voelen zich ook meer betrokken op<br />

en verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in hun dorp.<br />

Bij de resultaten worden ook kritische kanttekeningen<br />

gemaakt ten aanzien van het klassieke verenigingsleven.<br />

Zo blijkt onder meer dat leden van sociaalculturele<br />

verenigingen sterk op elkaar gericht zijn. Uit dit groepsgevoel<br />

ontstaat een conservatieve reflex tegenover<br />

anderen, bijvoorbeeld inwijkelingen. Daarom zijn heel<br />

wat activiteiten van plaatselijke gilden gericht op het<br />

leggen van contacten met dorpsbewoners die niet tot de<br />

eigen groep behoren.<br />

Er werd in het onderzoek ook informatie gehaald uit<br />

interviews met spilfiguren van binnen en buiten het<br />

verenigingsleven. Op basis van deze gesprekken werden


uitdagingen en werkpunten geformuleerd, zoals de<br />

noodzaak om werk te maken van de integratie van<br />

nieuwkomers in de gemeente. Of de suggestie dat<br />

verenigingen die meer samenwerken hun slagkracht<br />

binnen de gemeenschap vergroten. Als de verenigingen<br />

ook in de toekomst een rol van betekenis willen spelen,<br />

zullen zij bovendien leden van alle leeftijdscategorieën<br />

moeten werven. Dit gebeurt best via brede gezinsactiviteiten<br />

en open evenementen.<br />

Het onderzoek geeft in geen geval aan dat Landelijke<br />

Gilden het geweer van schouder moet veranderen. Er<br />

gebeuren veel goede activiteiten in de lokale afdelingen.<br />

Heel wat van de aandachtspunten die het onderzoek<br />

aankaartte, zijn ondertussen opgenomen in de meerjarenplanning<br />

van Landelijke Gilden.<br />

Unieke ontmoeting met Congolese<br />

bezoekers<br />

Landelijke Gilden, KVLV en KLJ zijn al jaren solidair met<br />

familiale boeren in het Zuiden. Weliswaar is enkele jaren<br />

geleden, met de komst van nieuwe partners, de naam<br />

IVA of ‘Ieder voor Allen’ gewijzigd in Trias, de missie is<br />

dezelfde gebleven: steun bieden aan familiale landbouwers<br />

en ondernemende mensen in Afrika, Azië en<br />

Latijns-Amerika. De hoeksteen in de strategie van Trias<br />

is de versterking van ledenorganisaties.<br />

In het westen van Congo werkt de boerenfederatie<br />

Repam, die op korte termijn de bestaanszekerheid wil<br />

verbeteren van haar leden-landbouwers. Repam<br />

vertegenwoordigt 55 lokale boerengroepen in Bas-Congo.<br />

De oorsprong van haar bestaan is de plantageholding<br />

Scam die zijn beste gronden braak laat liggen, terwijl de<br />

druk op de grond voor de familiale boeren continu<br />

toeneemt. Intussen heeft Repam al broodnodige grond<br />

teruggewonnen van Scam.<br />

De voorbije jaren heeft Repam zich ook verdienstelijk<br />

gemaakt door de verdeling van verbeterd zaaigoed en<br />

maniokstekken aan de leden. Op het vlak van belangenverdediging<br />

zetten ze de eerste stappen.<br />

In het kader van het partnerschap tussen Landelijke<br />

Gilden en Repam waren drie bestuursleden van Repam<br />

te gast op het Vlaamse platteland in april <strong>2011</strong>. Ze<br />

ontdekten hoe lokale afdelingen van Landelijke Gilden<br />

functioneren en mee vorm geven aan de plattelandsontwikkeling<br />

in Vlaanderen. Ze namen deel aan dialogen en<br />

workshops, gingen op bezoek bij landbouwbedrijven<br />

en proefcentra. Zelfs een partijtje krulbollen<br />

stond op het programma! In 2012 volgt een reis<br />

van tien leden van Landelijke Gilden naar Congo<br />

om verder uit te wisselen over gemeenschappelijke<br />

uitdagingen als ledenwerving, vorming van<br />

bestuursleden en de organisatie van bestuursverkiezingen.<br />

Slaan Landelijke Landelijke Gilden en Repam de handen in<br />

elkaar, <strong>Boerenbond</strong> heeft op zijn beurt contacten<br />

met aardappeltelers in Ecuador.<br />

39


Pieter Devooght:<br />

“BesTuursliD ZijN is eeN mooie voorT-<br />

ZeTTiNg vAN mijN eNgAgemeNT iN klj.”<br />

Pieter Devooght is 30 jaar en leraar in het secundair<br />

onderwijs in Roeselare (West-Vlaanderen). Hij is verloofd<br />

met Sofie Keerman. Pieter is bestuurslid van de Landelijke<br />

Gilde van Loppem.<br />

Landelijke Gilde Loppem is een actieve afdeling met 15<br />

activiteiten per jaar en meer dan 100 leden. Pieter is het<br />

jongste bestuurslid op een totaal van 14. Hij vormt een<br />

goed team met de ‘doorgewinterde’ collega’s. Dat Pieter<br />

bestuurslid werd mag niet verwonderen. Binnen KLJ<br />

nam – en neemt – hij heel wat engagementen op, van het<br />

plaatselijke tot het nationale niveau. Hij is er nog steeds<br />

actief, maar eerder beleidsmatig. Hierdoor kwam er<br />

meer tijd om in te gaan op de vraag om bestuurslid van<br />

de plaatselijke landelijke gilde te worden. “Bestuurslid<br />

zijn van de Landelijke Gilde van Loppem is een mooie<br />

voortzetting van het engagement dat ik opnam in KLJ.<br />

Ik word wat te oud voor het echt jeugdbewegingswerk.<br />

Via de gilde blijf ik verbonden met het landelijke aspect<br />

en het verenigingsleven.”<br />

40<br />

De combinatie van zijn vrijwilligerswerk met zijn vriendin<br />

en zijn job is voor hem geen enkel probleem. Volgens<br />

Pieter slagen ze er als bestuursteam in om het werk<br />

goed te verdelen. Op die manier is iedereen wel eens<br />

verantwoordelijk voor een activiteit en is het maar één of<br />

twee keer per werkjaar wat drukker.<br />

Pieter heeft nog heel wat wensen voor de toekomst.<br />

Hij ziet de veelheid aan leeftijden in het bestuur als een<br />

sterkte van de gilde. “Zelf ben ik nog maar vier jaar<br />

bestuurslid,” vertelt hij, “terwijl ons oudste bestuurslid<br />

dat al meer dan 50 jaar is. Ik hoop dat we in de toekomst<br />

op dezelfde goede, constructieve manier met elkaar<br />

kunnen samenwerken, want het verenigingsleven is<br />

super. Mensen ontmoeten elkaar, delen vreugde en<br />

vriendschap en leren elkaar in een ontspannen sfeer<br />

kennen. Het is goed dat er vrijwilligerswerk is waarbij<br />

mensen activiteiten op touw zetten ten bate van de lokale<br />

gemeenschap.”


De Ecuadoraanse organisatie heeft een goede structuur,<br />

maar er zijn nog vele uitdagingen inzake rendement en<br />

kwaliteit. Het was voor de twee <strong>Boerenbond</strong>leden die in<br />

november naar Ecuador reisden een herontdekking van<br />

het belang van een sterke boerenbeweging.<br />

De Noord-Zuidthematiek komt ook in het programmaaanbod<br />

voor de lokale afdelingen aan bod. Zo tekenden<br />

afdelingen in op de daguitstap ‘Te voet naar Congo’ dat<br />

een bezoek aan het Afrikamuseum in Tervuren omvatte<br />

en een verkenning van de sfeer en eetcultuur in de<br />

Brusselse Matongéwijk. Gilden konden ook proeven van<br />

het studiereisverhaal over het Congolese platteland dat<br />

Gi Matteusen bracht. Verder zetten heel wat afdelingen<br />

Trias en Repam centraal tijdens hun solidariteitsacties,<br />

zoals tijdens Stap voor S.T.A.P.-wandelingen (Antwerpen),<br />

Congo-troef-kaartavonden of -namiddagen en<br />

andere acties verspreid over alle provincies.<br />

Zomer<br />

De tuinwerking staat centraal<br />

Landelijke Gilden kan rekenen op een intensieve werking<br />

voor tuinliefhebbers, zowel op lokaal als op bovenlokaal<br />

vlak. Het jaarlijkse Open Tuinenweekend vormt hiervan<br />

het hoogtepunt. Aan het weekend van 25 en 26 juni<br />

namen in totaal 244 tuinen deel. In de provincie Antwerpen<br />

trok elke tuin gemiddeld 289 bezoekers; in Limburg<br />

207; in oost-Vlaanderen 272; in Vlaams-Brabant 214; in<br />

West-Vlaanderen 242 en in de grensstreek van Nederland<br />

378 bezoekers. Tijdens de editie van <strong>2011</strong> was er<br />

vooral aandacht voor vijvers en waterpartijen in de tuin.<br />

Tuinliefhebbers konden op voorhand beslissen<br />

welke tuinen ze zouden bezoeken aan de hand<br />

van de tuingids Open Tuinen <strong>2011</strong>. Deze<br />

kleurrijke gids bevatte niet alleen de<br />

adressen, foto’s en een beschrijving van<br />

alle deelnemende tuinen, maar er<br />

kwamen ook allerhande toepassingen<br />

van water aan bod. In elke provincie<br />

werden handige, mooie routes in kaart<br />

gebracht – de tuincircuits – met<br />

stopplaatsen aan verschillende tuinen.<br />

de afstanden varieerden van 8 tot 55 km.<br />

Eind augustus vond in de kruidtuin van Leuven de<br />

Tuindag plaats. Dit evenement was aan zijn vierde editie<br />

toe. Leden van Landelijke Gilden waren, samen met hun<br />

gezinsleden, welkom voor een exclusieve tuinmarkt en<br />

een gratis rondleiding.<br />

Tuinieren is een fijne hobby. Niet alleen voor volwassenen,<br />

ook voor kinderen. Maar niet alle kinderen hebben<br />

de kans om dat thuis te doen. Landelijke Gilden wil met<br />

de lokale afdelingen, en samen met de vele lagere<br />

scholen in Vlaanderen, zo veel mogelijk schooltuintjes<br />

aanleggen zodat de kinderen het tuinieren leren<br />

waarderen. Hiervoor wordt samen gewerkt met<br />

Aveve en vzw Plattelandsklassen.<br />

Landelijke Gilden biedt een<br />

financiële en didactische<br />

ondersteuning. Elke school<br />

kan deelnemen en een tuin<br />

starten. Met 92 deelnemers<br />

werd in <strong>2011</strong> een nieuw record<br />

gevestigd.<br />

De tuinwerking staat bij heel wat plaatse-<br />

41


lijke afdelingen centraal in het programma. Lokale<br />

bestuursleden organiseren jaarlijks honderden activiteiten<br />

– lessen, voordrachten, demonstraties … – rond het<br />

snoeien van rozen, sierstruiken of kleinfruit en het<br />

onderhoud van tuinmachines en -gereedschap. De<br />

provincie Antwerpen en het Meetjesland hebben een<br />

actieve tuinclub waar leden een uitgebreid tuinaanbod<br />

vinden.<br />

De zomer van<br />

Landelijke Gilden<br />

Op het platteland valt er altijd wel iets<br />

te beleven. Getuige daarvan is Buiten-<br />

Tips, de extra editie bij het juninummer<br />

van het ledenblad Buiten. Deze jaarlijkse<br />

brochure bundelt het uitgebreide<br />

zomeraanbod van Landelijke Gilden,<br />

per provincie, overzichtelijk en<br />

42<br />

chronologisch tot eind september.<br />

In <strong>2011</strong> ging de zomer van Landelijke Gilden officieel van<br />

start op Pinkstermaandag, tijdens de Haspengouwse<br />

Gordel. Deze recreatieve fietstocht was aan zijn zeventiende<br />

editie toe. Start- en aankomstplaats was Velm,<br />

een deelgemeente van Sint-Truiden.<br />

Het bleef droog, maar echt zonnig werd het niet. De<br />

organisatoren mochten toch op een mooie opkomst<br />

rekenen. De Haspengouwse Gordel<br />

was eveneens de start van een<br />

zwerfvuilcampagne waarmee men<br />

de deelnemers opriep om geen<br />

zwerfvuil in het landschap achter te<br />

laten. Tijdens andere grote recreatieve<br />

fietstochten werd deze<br />

campagne verdergezet.<br />

Landelijke Gilden laat haar leden<br />

proeven van alle facetten van het<br />

Vlaamse platteland. De lokale<br />

afdelingen nemen dit vaak letterlijk,<br />

want na een ontspannende fiets- of<br />

wandeltocht staan er meestal<br />

lekkere hapjes op het menu. Dit is<br />

het geval voor de vele sneukel- en<br />

smoefeltochten. Het is een traditie<br />

die jaren geleden in Oost-Vlaanderen ontstond, maar al<br />

snel de rest van het Vlaamse land veroverde.<br />

Naast de vele dorps- en hoevefeesten, zoektochten en<br />

tractorwijdingen vormen de recreatieve fietstochten de<br />

ruggengraat van het zomerprogramma. Het zijn ideale<br />

gelegenheden om, te voet of met de fiets, een mooie<br />

streek te ontdekken. Fietselieren (Lier), de Maaslandse<br />

Gordel (Opgrimbie), de Hagelandse Gordel (verschillende<br />

start- en stopplaatsen in het Hageland), Fietsen tussen<br />

Durme en Schelde (Hamme en Zele) en ’t Vijfde Wiel<br />

(Roeselare) zijn maar enkele voorbeelden.<br />

Een andere sterkhouder in de zomer van Landelijke<br />

Gilden is de Nationale Streekzoektocht. Leden van<br />

Landelijke Gilden konden in BuitenTips een extra bijlage<br />

van 8 pagina’s vinden over de nationale Streekzoektocht,<br />

met informatie, vragen en het deelnemingsformulier.<br />

deelnemen kon van 11 juni tot 28 augustus. nieuw was<br />

dat geïnteresseerden de fiets- en autoroute konden<br />

downloaden waardoor het bestand nadien via een<br />

gps-systeem kon geraadpleegd worden. In <strong>2011</strong> was<br />

deze zoektocht te gast in Riemst, in het zuidoosten van<br />

de provincie Limburg, tussen Tongeren en het Neder


Joke Pillet:<br />

“ik wil voorAl eeN Brug slAAN<br />

TusseN DorpsgeNoTeN.”<br />

Joke Pillet is 49 jaar en leidinggevend medewerker bij de<br />

Vlaamse gemeenschap. Ze is gehuwd met Eddy Verbinnen<br />

en moeder van twee studerende kinderen. Ze is<br />

voorzitter van Landelijke Gilde Wilsele-Putkapel<br />

(Vlaams-Brabant), van het schoolbestuur Vrije School<br />

Wilsele-Putkapel, van de scholengemeenschap ‘De<br />

Vaart’ én politiek actief bij CD&V-Leuven en -Wilsele.<br />

In 2006 kreeg de plaatselijke boerengilde een nieuwe<br />

boost. Samen met een vriendin nam Joke het heft in<br />

handen. Met de hulp van enkele vrijwilligers stampten ze<br />

de landelijke gilde uit de grond. Momenteel telt de gilde<br />

89 leden. Met elke maand een leuke activiteit op het<br />

programma is dat ook niet verwonderlijk. De verkiezing<br />

van de zonnekoning en –koningin, een verkiezing van de<br />

twee schoolkinderen die de grootste zonnebloem<br />

kweekten, is elk jaar een uitstekende promotieactie voor<br />

de gilde. Daarnaast denkt de gilde ook actief mee rond<br />

dorpsontwikkeling en werkt ze mee aan enkele projecten<br />

van dorpsopbouw.<br />

Wie bij Joke polst naar de redenen waarom ze dit alles<br />

doet, krijgt een duidelijk antwoord: “Ik kom graag onder<br />

de mensen. Ik wil vooral een brug slaan tussen dorpsgenoten<br />

die actief of passief willen meewerken aan het<br />

behoud van het landelijke karakter van het dorp. Samen<br />

werken we aan een bruisend dorp in een landelijke<br />

omgeving en versterken we de verbondenheid tussen de<br />

mensen in onze gemeente. Ik bouw mee aan een warme<br />

samenleving, waar er ruimte is voor iedereen! Door iets<br />

voor een ander te doen, krijg je veel in de plaats.”<br />

Ze beaamt dat het leven van een vrijwilliger druk is.<br />

Gelukkig heeft ze een echtgenoot die haar steunt in wat<br />

ze doet. De gezinstaken worden goed verdeeld. “Het is<br />

soms zwaar”, vertelt ze. “Maar omdat ik het zo graag<br />

doe, maak ik met plezier tijd voor mijn vrijwilligerswerk.<br />

Ik ben mijn bestuursleden ook heel dankbaar voor de<br />

warme vriendschap die ze geven en de hechte ploeg die<br />

wij vormen. Dankzij hun inzet valt het engagement te<br />

combineren met mijn werk en mijn gezin.” Volgens Joke<br />

is het niet vanzelfsprekend om mensen te motiveren om<br />

zich in te zetten voor anderen. Vrijwilligerswerk moet in<br />

de eerste plaats leuk zijn, maar het moet ook gewaardeerd<br />

worden. Want waardering is een belangrijke<br />

motivatie.<br />

Als wensen voor de toekomst geeft ze mee: “Een<br />

leefbaar dorp, daar blijven we voor gaan! En zolang<br />

mensen daar van dromen, zullen er wel altijd geëngageerde<br />

dorpsgenoten zijn met een hart voor het verenigingsleven<br />

die deze dromen in daden omzetten. We<br />

blijven ijveren voor de rechten en het bestaan van het<br />

platteland.”<br />

43


landse Maastricht. De deelnemers maakten onder meer<br />

kennis met het wijnkasteel van Genoeselderen, enig in<br />

z’n soort in België. Ook de waterburcht van Millen en de<br />

mergelgrotten kregen deelnemers over de vloer.<br />

Op 21 augustus vond in Leuven de Tuindag plaats in de<br />

hortus botanicus lovaniensis, de oudste botanische tuin<br />

van ons land. Oorspronkelijk was dit een wetenschappelijke<br />

plantencollectie, verbonden aan de universiteit.<br />

Nu herbergt hij ook nuttige, bijzondere en merkwaardige<br />

sierplanten. De Leuvense kruidtuin is zeer geliefd<br />

bij studenten die een herbarium samenstellen en bij<br />

tuinliefhebbers die er tijdens de middag hun boterhammen<br />

opeten. Tijdens de Tuindag gaf kunstenares Tinka<br />

Pittoors uitleg bij haar beeldententoonstelling; het<br />

toneelgezelschap M-theater zorgde voor enkele historische<br />

sketches. Verder konden de deelnemers ook<br />

genieten van een zomerse kooksessie.<br />

Projecten creëren extra kansen<br />

Projectwerking wint binnen Landelijke Gilden alsmaar<br />

aan belang. Het heeft tal van voordelen. Projecten<br />

zorgen voor externe financiering, bijvoorbeeld via<br />

Europese plattelandsontwikkelingsprogramma’s zoals<br />

PDPO of Leader. Projecten bieden zo kansen om meer<br />

middelen te besteden aan de missie van Landelijke<br />

Gilden, met name werken aan een leefbaar platteland.<br />

Projectwerking creëert bovendien een nieuwe dynamiek.<br />

Wie regelmatig met nieuwe projecten kan werken, krijgt<br />

de kans om door een andere bril te kijken en het<br />

routinewerk achter zich te laten. Verder kan men<br />

samenwerken met nieuwe partners, wat vaak zorgt voor<br />

een positieve inbreng.<br />

44<br />

Landelijke Gilden participeert in enkele nationale<br />

projecten. Zo werd er in <strong>2011</strong> door Plattelandsklassen<br />

vzw verder gewerkt aan de uitbouw en de ‘marktpositionering’<br />

van Weidepoort, een portaalsite voor landbouwen<br />

plattelandseducatie waarop leerkrachten, jeugdleiders<br />

of geïnteresseerde ouders heel wat educatieve<br />

hulpmiddelen vinden. Daarnaast ontwikkelde Plattelandsklassen<br />

ook twee plattelandseducatieve netwerken<br />

in de Leadergebieden ‘Kempen & Maasland’ en ‘MarkAante<br />

Kempen’. Het Interreg-project GROEI.kans wil<br />

ruraal ondernemerschap stimuleren en versterken en<br />

grensoverschrijdende samenwerking op velerlei vlakken<br />

aanmoedigen. Het Grundtvig-project ‘Learning villages’<br />

geeft de kans om te kijken hoe andere Europese<br />

plattelandsorganisaties werken rond dorpsontwikkeling.<br />

Ook lokale afdelingen gaan aan de slag met projecten<br />

met externe financiering. Vaak bundelen zij de krachten<br />

op bovenlokaal niveau, bijvoorbeeld op intergemeentelijk<br />

of gewestelijk vlak. Vele handen maken het werk licht,<br />

vele hoofden zorgen voor goede ideeën. Zo werkten<br />

enkele gilden en heel veel vrijwilligers binnen het<br />

Leadergebied MarkAante Kempen samen aan het project<br />

‘Hoevebenamingen’. De historische verklaring van<br />

379 hoevenamen werd verzameld in het boek ‘Landelijke<br />

erfgoed, onze trots’. De hoeves kregen ook een naamplaatje.<br />

Verder kan het gebeuren dat een individuele afdeling van<br />

Landelijke Gilden aan de slag gaat rond een project.<br />

Zo diende de Landelijke Gilde van Winksele-Delle in 2010<br />

met succes een project in bij de oproep ‘Buitengewone<br />

Buurt’ van de Koning Boudewijnstichting. Ze kregen<br />

5000 euro om in <strong>2011</strong> hun project ‘Ik hou van Delle’ te<br />

verwezenlijken. De twee doelstellingen van het project<br />

zijn het versterken van het dorpsgevoel en een grotere<br />

participatie van jonge gezinnen aan het dorpsleven. De<br />

eerste doelstelling werd aangepakt met een echte


‘Dellecampagne’. Uit een wedstrijd tussen de dorpsgenoten<br />

werd een logo geselecteerd dat zal afgedrukt<br />

worden op boodschappentasjes, bierkaartjes enzovoort.<br />

De participatie van de jonge gezinnen wil men verhogen<br />

door hen persoonlijk aan te spreken en uit te nodigen<br />

voor de activiteiten. Op de projectwebsite, ikhouvandelle.<br />

be, komt er een interactief smoelenboek zodat de<br />

inwoners elkaar online een eerste keer kunnen leren<br />

kennen. Daarnaast zal men een welkomstmoment<br />

organiseren voor nieuwe inwoners, een lichtjestocht, een<br />

gratis ontbijt op straat, een speelstraat en een stratenvierkamp.<br />

Herfst<br />

Boer en burger vinden elkaar<br />

op de Dag van de Landbouw<br />

op zondag 18 september vond de 29ste editie van de dag<br />

van de Landbouw plaats, dé ontmoetingsdag van de<br />

Vlaamse land- en tuinbouwers met het brede publiek.<br />

Vijftig bedrijven gaven een inkijk in hun dagelijkse<br />

werking. Algemeen secretaris Sonja De Becker: “Wie<br />

sinds zijn jeugd geen land- of tuinbouwbedrijf meer<br />

bezocht heeft, zet grote ogen op. Land- en tuinbouwbedrijven<br />

zijn minder toegankelijk geworden. Strenge<br />

voorschriften op het vlak van hygiëne dwingen de boer<br />

om de deuren te sluiten. De consument koopt zijn<br />

voeding in een supermarkt en hij is van het productieproces<br />

vervreemd. Omdat we het als sector belangrijk<br />

vinden dat boer en burger elkaar blijven vinden, organiseren<br />

<strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden dit evenement.<br />

Het is naast een plezant, gezellig en leerrijk gebeuren<br />

ook een voorbeeld van een hedendaagse, positieve<br />

syndicale actie.”<br />

45


Mark De Pauw:<br />

“ik sTorTTe mij Als vrijwilliger<br />

op De gewesTelijke seNioreNwerkiNg.”<br />

Mark de Pauw uit Sleidinge (oost-Vlaanderen) is 67 jaar.<br />

Hij was vroeger leerkracht in het lager onderwijs en is<br />

gehuwd met Nelly Blomme, waarmee hij twee kinderen<br />

en vier kleinkinderen heeft. Marc bouwt mee aan de<br />

seniorenwerking van Landelijke Gilden in de gewesten<br />

Evergem, Eeklo, Nevele en Lochristi. Het engagement<br />

van Mark in de beweging begon als secretaris in de<br />

lokale KLJ. Later werd hij verkozen tot bestuurslid van<br />

de landelijke gilde met de opdracht vernieuwing te<br />

brengen en de jonge gezinnen te vertegenwoordigen. Het<br />

ledenaantal steeg van 200 naar 300 en het organiseren<br />

van goede activiteiten was een uitdaging. Met de jaren<br />

zag hij het ledenaantal van de zestigplussers toenemen.<br />

Marc is nog steeds heel gemotiveerd. “In 2001 ging ik<br />

met pensioen. Ik was toen al meer dan 20 jaar secretaris<br />

van onze plaatselijke gilde. Mijn motto was: geef tijdig de<br />

fakkel door aan de jongeren en ga zelf mee met je<br />

leeftijd. Ik gaf mijn functie door en stortte me op vraag<br />

van onze consulent als vrijwilliger op de gewestelijke<br />

seniorenwerking. Ik werk samen met de seniorenafgevaardigden<br />

van alle afdelingen een vijftal activiteiten uit<br />

in vier gewesten. Ik geef tips, maak het verslag van de<br />

vergadering, leg sprekers vast, enzovoort. Het jaarprogramma<br />

bestaat uit een ontmoetingsnamiddag met<br />

koffietafel, een fietstocht, een dag- en een meerdaagse<br />

reis en een variéténamiddag.”<br />

46<br />

Zijn engagement vraagt veel tijd. “Maar ik doe het<br />

graag”, vervolgt hij, “en je kan op zeer veel dankbaarheid<br />

rekenen. Daarnaast is er nog tijd voor een grote tuin met<br />

moestuin, voor kleine huishoudelijke taken, hulp bij de<br />

kinderen en opvang van de kleinkinderen. Geregeld gaan<br />

mijn vrouw en ik op reis of volgen we voordrachten en<br />

lezingen.”<br />

Het geeft Marc enorm veel voldoening te zien dat de<br />

leden tevreden zijn en zeggen: “Dat we dat nog mogen<br />

meemaken, fantastisch man!” Het is de bedoeling om<br />

elke activiteit een meerwaarde te geven. “Een hoogtepunt<br />

vind ik in elk geval onze jaarlijkse afsluiter met een<br />

prachtige variéténamiddag voor alle senioren van drie<br />

gewesten. Hier mogen we elk jaar 350 tot 400 leden<br />

verwelkomen.”<br />

Binnen de seniorengroep zijn er uiteraard grote leeftijdsverschillen,<br />

van 55-plus tot 75-plus. “de interesses<br />

lopen uiteen en het is niet eenvoudig een goede mix te<br />

vinden in je programma. Goede activiteiten plannen is<br />

dan ook de uitdaging.”<br />

Marc zit met heel wat vragen: “Hoe kan je blijven<br />

omgaan met de steeds grotere groep senioren in onze<br />

beweging? Wie zal in de toekomst bereid zijn om op<br />

vrijwillige basis verantwoordelijkheid te nemen ? Dit<br />

wordt beslist niet eenvoudig. En toch… Ik hoop dat<br />

sommige leden het zullen aandurven.”


Overal in Vlaanderen openden<br />

land- en tuinbouwbedrijven<br />

de deuren. Verschillende<br />

onder hen pakten uit met<br />

proevertjes en met extra<br />

animatie. Andere werkten<br />

samen met collega’s uit de<br />

buurt en bundelden hun<br />

activiteiten activiteiten in een zogenaamde<br />

cluster. Dat was onder meer<br />

het geval in Gingelom, waar de<br />

bezoekers terecht konden op<br />

een fruitteelt-, een varkens-,<br />

een akkerbouw- en een<br />

para-agrarisch bedrijf. De plaatselijke<br />

afdelingen afdelingen van Landelijke<br />

Gilden zorgden op heel wat bedrijven voor randanimatie<br />

met bijvoorbeeld een maïsdoolhof, springkastelen,<br />

fototentoonstellingen en tractorritjes.<br />

In de aanloop naar de Dag van de Landbouw werd via<br />

You Tube een filmpje gelanceerd met in de hoofdrol een<br />

boer die de ontdekking van zijn leven doet: hij was er<br />

zogezegd in geslaagd om aardappelen zonder schil te<br />

telen. Schillen zou dus niet meer nodig zijn... De<br />

bedoeling van het filmpje was de consument te doen<br />

stilstaan bij het werk dat land- en tuinbouwers steken in<br />

het kweken van gewassen en het fokken van dieren. Het<br />

filmpje werd verspreid via verschillende sociaalnetwerksites<br />

– onder meer Facebook – met de bedoeling het<br />

publiek warm te maken voor de opendeurdag.<br />

Dankzij de lokale gilden en de landbouwgezinnen die<br />

hun bedrijf openstelden, beleefden vele bezoekers een<br />

interessante en leerrijke dag.<br />

Prinses Mathilde viert 25 jaar<br />

Plattelandsklassen mee<br />

Plattelandsklassen vierde zijn 25-jarig bestaan in stijl,<br />

in aanwezigheid van prinses Mathilde en heel wat<br />

prominenten. De viering vond plaats op 29 september<br />

<strong>2011</strong> in De Boerekreek in Sint-Jan-in-Eremo, waar het<br />

verhaal van Plattelandsklassen begon. Via een academisch<br />

gedeelte, een bezoek aan infostands en gesprekken<br />

met vrijwilligers kon prinses Mathilde zich een goed<br />

beeld vormen van de werking. Alle vrijwilligers die<br />

Plattelandsklassen groot maken, waren op<br />

de viering uitgenodigd. Zij waren talrijk talrijk<br />

aanwezig en werden uitdrukkelijk bedankt. bedankt.<br />

Zij kregen allen een paar laarzen cadeau,<br />

zodat ze met stevig schoeisel verder<br />

kunnen werken aan de uitbouw van<br />

Plattelandsklassen.<br />

Op 30 september, de dag na de viering, kregen alle<br />

basisscholen in Vlaanderen een verrassing in de<br />

brievenbus: het themablad Grasspriet over duurzame<br />

voeding. De Grassprietreeks, eveneens te downloaden<br />

via www.grasspriet.be, bestaat uit thematische dossiers<br />

over de land- en tuinbouw, gericht naar kinderen van de<br />

derde graad. Deze feestelijke twintigste editie behandelde<br />

met ‘Duurzaamheid in land- en tuinbouw’ een<br />

actueel, sectoroverschrijdend thema. De reacties op dit<br />

verjaardagsgeschenk waren zeer positief.<br />

Als afsluiter van het feestjaar organiseerden Plattelandsklassen<br />

en Landelijke Gilden op 17 november <strong>2011</strong><br />

een Plattelandsacademie met als onderwerp ‘Plattelandseducatie:<br />

levensecht leren of public relations?’<br />

Al was iedereen het roerend eens over de zin en het<br />

maatschappelijk belang van landbouw- en plattelandseducatie,<br />

toch kwam er een grondige discussie op gang<br />

over vragen als “Wat is de rol van de verschillende<br />

overheden?”, “Hoe kunnen we het onderwijs nog beter<br />

bereiken?”, enzovoort.<br />

47


Op 25 jaar tijd is Plattelandsklassen vzw uitgegroeid<br />

tot de referentie inzake landbouw- en plattelandseducatie.<br />

In <strong>2011</strong> genoten 131 scholen of 4.549 leerlingen<br />

van een meerdaagse plattelandsklas; het netwerk van<br />

kijkboerderijen groeide uit tot 72 bedrijven; het aanbod<br />

van didactisch materiaal werd uitgebreid met een<br />

didactische werkbundel ‘Educatief Haspengouw’, de<br />

Haspengouwmobiel, het klassikaal gezelschapsspel<br />

‘Weet wat je eet’ en andere werkvormen. Kortom, er is<br />

altijd iets te beleven met Plattelandsklassen!<br />

Winter<br />

Vrijwilligers maken het verschil<br />

<strong>2011</strong> was het Europees jaar van het vrijwilligerswerk.<br />

Onder het motto ‘Vrijwilligers maken het verschil’ ging in<br />

binnen- en buitenland heel wat aandacht naar het werk<br />

van vrijwilligers en de uitdagingen waarvoor zij staan.<br />

Naar schatting 30% van alle Europeanen doet vrijwilligerswerk,<br />

meer dan 100 miljoen mensen dus!<br />

“Vrijwilligers weerspiegelen de diversiteit van de<br />

Europese samenleving, waarin mensen van alle leeftijden,<br />

vrouwen en mannen, actieven en werklozen,<br />

mensen van verschillende religieuze groepen en van alle<br />

nationaliteiten betrokken zijn”, zegt het Europees<br />

Centrum Vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk bevordert<br />

de sociale samenhang, stimuleert het actief ouder<br />

worden, laat de jeugd de ervaring van hun<br />

leven opdoen, ligt aan de basis van<br />

talloze humanitaire acties en<br />

maakt ons tot zelfbewuste,<br />

solidaire burgers.<br />

Vrijwilligers maken<br />

Landelijke Gilden<br />

Driekwart van de Vlaamse bevolking<br />

is lid van een vereniging en één op<br />

twee is zelfs actief lid. Maar zonder<br />

bestuursleden zouden al die verenigingen<br />

geen lang leven beschoren<br />

48<br />

zijn. Dit geldt ook voor Landelijke Gilden. Een afdelingsbestuur<br />

kan tot 30 bestuursleden tellen. Naast bestuursleden<br />

is er op lokaal vlak nog een groot aantal vrijwilligers<br />

die losse taken en/of tijdelijke engagementen<br />

opnemen. Een ruwe schatting leert dat dit over 24.000<br />

personen per jaar gaat.<br />

in <strong>2011</strong> waren er 68.735 leden Landelijke Gilden.<br />

de beweging telde ruim 7245 bestuursleden in<br />

910 afdelingen. 36% is jonger dan 50 jaar, 38% zit in<br />

de leeftijdsgroep tussen 50 en 65 jaar en 26% is ouder<br />

dan 65. 44,5% van de bestuursleden komt uit de<br />

land- en tuinbouw.<br />

576 afdelingen stuurden een werkingsverslag in.<br />

Daaruit blijken volgende activiteitscijfers:<br />

> Aantal lokale activiteiten: 6919<br />

- Ledenactiviteiten: 4124<br />

- open activiteiten: 2795<br />

> Gemiddeld aantal lokale activiteiten: 12<br />

> aantal lokale bestuursvergaderingen: 3928<br />

> Gemiddeld aantal bestuursvergaderingen: 6,9<br />

> Aantal deelnemers aan lokale activiteiten: 622.594<br />

- Ledenactiviteiten: 152.573<br />

- open activiteiten: 470.021<br />

> Aantal deelnemers aan bovenlokale<br />

activiteiten: 122.202<br />

- Ledenactiviteiten: 41.407<br />

- open activiteiten: 80.795


Verjonging belangrijk<br />

voor de toekomst<br />

Om de dynamiek in de bestuursploeg te houden,<br />

organiseert Landelijke Gilden om de vijf jaar een<br />

algemene campagne voor bestuursverkiezingen.<br />

De huidige campagne startte in september <strong>2011</strong>.<br />

Voor deze bestuursverkiezingscampagne schoof het<br />

Nationaal Bestuur van Landelijke Gilden enkele belangrijke<br />

prioriteiten naar voren. Een eerste is verjonging. Dit<br />

is geen gemakkelijk doel. Als er een goede verstandhouding<br />

is met de plaatselijke KLJ-afdeling of met een<br />

andere jeugdbeweging lukt het om een doorstroming<br />

van jongeren naar het bestuur van de<br />

landelijke gilde te realiseren. Op andere<br />

plaatsen zoekt het bestuur versterking<br />

door bij nieuwe dorpsbewoners – vaak<br />

jongere mensen – aan te kloppen.<br />

Een tweede uitdaging is het bewaken en<br />

het versterken van de diversiteit binnen<br />

de bestuursploegen. Mannen en<br />

vrouwen, uit alle hoeken van het dorp,<br />

gevestigde dorpelingen en nieuwkomers,<br />

jongeren en ouderen, mensen actief<br />

binnen en buiten de land- en tuinbouwsector…<br />

iedereen is welkom in de<br />

besturen. Het versterkt de verankering<br />

en vergroot de achterban.<br />

De wijze waarop bestuursverkiezingen georganiseerd<br />

worden, is niet op alle plaatsen gelijk. Maar één kenmerk<br />

zou overal gelijk moeten zijn: wie met de beste<br />

bedoelingen de bestuursploeg wil komen versterken,<br />

moet hiertoe de kans krijgen.<br />

De lokale verkiezingen zijn meteen ook de aftrap voor de<br />

verkiezing van vertegenwoordigers in de gewestraden,<br />

de provinciale besturen en het Nationaal Bestuur. Eind<br />

2012 zullen al deze bovenlokale structuren vernieuwd<br />

zijn.<br />

De senioren van<br />

Landelijke Gilden in actie<br />

Landelijke Gilden telt 29.714 leden in de leeftijdscategorie<br />

60+ (43% van het totaal). Er kwamen 592 nieuwe<br />

leden in deze leeftijdscategorie bij. Dat is zeker te<br />

danken aan de vele activiteiten die door en voor deze<br />

leeftijdsgroep worden georganiseerd. Op lokaal niveau<br />

organiseerden 87 afdelingen een eigen aanbod, met in<br />

totaal 187 activiteiten. Het gaat om voordrachten,<br />

uitstappen of activiteiten die in het teken staan van ‘sport<br />

en spel’. Naast de plaatselijke seniorenwerking is er nog<br />

een ruim aanbod op gewestelijk, regionaal of provinciaal<br />

niveau. Verspreid over Vlaanderen en Oost-België zijn er<br />

49


ijna vijftig stuurgroepen actief. Elke stuurgroep is<br />

samengesteld uit seniorenvrijwilligers die afgevaardigd<br />

worden door de lokale besturen van Landelijke Gilden.<br />

Samen organiseerden ze 241 activiteiten. Voordrachten,<br />

culturele voorstellingen en reizen zijn de toppers uit het<br />

aanbod. Er bestaan sterke regionale verschillen in het<br />

aantal stuurgroepen: de provincie Antwerpen telt er 15<br />

(98 activiteiten), Limburg 5 (14 activiteiten), oost-Vlaanderen<br />

10 (50 activiteiten), Vlaams-Brabant 5 (23 activiteiten),<br />

West-Vlaanderen 12 (42 activiteiten) en Oost-België<br />

2 (8 activiteiten).<br />

de Seniorenraad van de Landelijke Beweging werd op 8<br />

december 1992 opgericht om de belangen te verdedigen<br />

van zestigplussers die op het platteland wonen. Tot<br />

vandaag zetelen in de Seniorenraad Seniorenraad twaalf twaalf senioren<br />

(zestigplussers): zes uit KVLV<br />

en zes uit Landelijke Gilden,<br />

telkens één per Vlaamse<br />

provincie en één uit Oost-<br />

België. De raad wordt<br />

beurtelings voorgezeten door<br />

iemand van KVLV of Landelijke<br />

Gilden. Hij levert levert advies aan de de<br />

eigen structuren (Landelijke<br />

Gilden en KVLV) en verdedigt<br />

de belangen van de leden in<br />

diverse overlegorganen,<br />

waaronder de Vlaamse<br />

Ouderenraad. Ouderenraad. Omdat Omdat deze raad<br />

erkend is als officieel adviesorgaangaan<br />

van van de de Vlaamse Vlaamse regering, regering,<br />

besteedt de Seniorenraad heel<br />

wat wat aandacht aan de voorbereiding<br />

en opvolging van haar<br />

50<br />

vertegenwoordiging. In <strong>2011</strong> kwamen adviezen op de<br />

agenda rond de programmatie in de ouderenzorg, de<br />

concretisering van het Vlaamse Woonzorgdecreet, de<br />

voorbereiding van een basisdecreet Vlaamse sociale<br />

bescherming en de thematieken ‘wonen en armoede’ en<br />

‘leeftijdsdiscriminatie in de hospitalisatieverzekering’.<br />

Verder kwam de interne Vlaamse staatshervorming ter<br />

sprake en werd meegewerkt aan de opbouw van<br />

verschillende memoranda voor de gemeente- en<br />

provincieraadsverkiezingen van 2012.<br />

Zonder vrijwilligers zou er van een seniorenwerking<br />

geen sprake zijn. Net zoals voor de andere structuren<br />

van Landelijke Gilden, ging in september <strong>2011</strong> een<br />

periode van bestuursverkiezingen van start. In een<br />

eerste fase worden de vertegenwoordigers van de lokale<br />

afdelingen in de gewestelijke of regionale stuurgroepen<br />

verkozen. Wegens de leeftijdsverschillen binnen de<br />

seniorengroep wordt gevraagd om liefst een jongere en<br />

een oudere senior aan te duiden. In een volgende fase<br />

verkiest men onder deze vertegenwoordigers een<br />

provinciaal seniorenvoorzitter, naast een kandidaat voor<br />

de Seniorenraad van de Landelijke Beweging. Zij<br />

vertegenwoordigen ook de leden 60+ in het provinciaal<br />

bestuur van Landelijke Gilden van hun provincie.


Een nieuw logo<br />

Landelijke Gilden ontwikkelde in <strong>2011</strong> een nieuw logo en<br />

een bijpassende huisstijl. De kracht van de organisatie<br />

ligt niet in een frisse kleur of krachtig logo. Ze ligt in de<br />

werking. Vrijwilligers en leden maken van Landelijke<br />

Gilden elke dag weer een sterk merk. Meer dan vroeger<br />

is het nodig hun inspanningen te ondersteunen met een<br />

goede communicatiestrategie. Daarom ontsnapte ook<br />

Landelijke Gilden niet aan de vraag of haar identiteit<br />

herkenbaar aanwezig is in haar logo en huisstijl. De<br />

denkoefening van Landelijke Gilden sloot aan bij die van<br />

<strong>Boerenbond</strong>. Ook de beroepsgerichte werking zette<br />

immers een gelijkaardige oefening op in het kader van<br />

de evaluatie van de werking van haar structuren.<br />

De identiteit van Landelijke Gilden werd tien jaar geleden<br />

door het Nationaal Bestuur beschreven in een missie.<br />

Landelijke Gilden is een socioculturele vereniging die<br />

lokaal verankerd is. Ze wordt gedragen door de inzet van<br />

haar vrijwilligers en streeft een duurzame band met<br />

haar leden na. De werking is waardegedreven en gericht<br />

op het versterken van de leefbaarheid van dorp en<br />

platteland. Bij de opmaak van het beleidsplan <strong>2011</strong>-2015<br />

werd hier nog een extra accent aan toegevoegd: Landelijke<br />

Gilden is er voor al wie mee wil bouwen aan het<br />

Vlaamse platteland, wat zijn achtergrond of woonplaats<br />

ook is.<br />

Met de hulp van een extern communicatiebureau ging<br />

Landelijke Gilden aan de slag om deze identiteit te<br />

vertalen in imagokenmerken. Honderden bestuursleden<br />

werkten mee aan een bevraging en beschreven vijf<br />

‘top-imagoaccenten’.<br />

Landelijke Gilden is:<br />

> gericht op ontmoeting en samenzijn, op sociale<br />

samenhang;<br />

> gericht op het dorp en het platteland;<br />

> met de focus op het gezin, met aandacht voor de mix<br />

van gezinssamenstellingen (jong, oud, groot, klein …);<br />

> gericht op de beleving van het platteland, met daarin<br />

een belangrijke plaats voor de beleving van de actieve<br />

land- en tuinbouw;<br />

> verdediger van de belangen van een leefbaar platteland.<br />

Ontwerpers vertaalden deze ‘top-imagoaccenten’ in een<br />

kleurig nieuw logo, dat half september door de nationale<br />

bestuursorganen van Landelijke Gilden werd aangenomen.<br />

Het resultaat is verrassend: het herdachte logo, de<br />

nieuwe warme kleur (terracotta-oranje) en de toegevoegde<br />

slagzin ‘Samen beleef je meer’. Het landschap uit<br />

het oude logo bleef behouden. De uitbrekende vogel<br />

voegt hieraan het vrijetijdsgevoel toe. De kerktoren stelt<br />

het dorp voor. De ronde vorm – die men eveneens<br />

terugvindt in het nieuwe logo van <strong>Boerenbond</strong> – roept de<br />

51


idee van een kwaliteitslabel op. Het open en uitnodigende<br />

gevoel dat de beweging kenmerkt, wordt versterkt<br />

door het uitbreken van de vogel uit de cirkel.<br />

Eind <strong>2011</strong> werd hard gesleuteld aan de aanpassing van<br />

tijdschriften, website, promotiematerialen en<br />

bewegingsmaterialen . Er is een plan om alle promotiematerialen<br />

die in de plaatselijke gilden gebruikt worden,<br />

te vervangen. De uitvoering hiervan zal in de loop van<br />

2012 zijn beslag krijgen.<br />

Landelijke Gilden is voortdurend in verandering, zoekend<br />

naar een passend antwoord op de uitdagingen die zich<br />

stellen. De bestuurskracht en de creativiteit in de lokale<br />

afdelingen is hierbij de belangrijkste troef. Het nieuwe<br />

logo wil een kwaliteitslabel zijn dat, over alle Vlaamse<br />

dorpen heen, Landelijke Gilden herkenbaar maakt als<br />

een dynamische, zelfbewuste en open vereniging.<br />

52


Eenheid in verscheidenheid<br />

<strong>Boerenbond</strong> en Landelijke Gilden zijn met diverse eigen diensten of<br />

in samenwerkingsverbanden met derden geëngageerd in<br />

organisaties rond land- en tuinbouw en rond welzijn en welvaart<br />

op het platteland. Het hoofdkantoor van <strong>Boerenbond</strong> & Landelijke<br />

Gilden is gehuisvest aan de Diestsevest in de stationsomgeving van<br />

Leuven. Op werkdagen zijn bezoekers welkom tussen 7 en 18 uur.<br />

53


Hoofdkantoor<br />

<strong>Boerenbond</strong> &<br />

Landelijke Gilden<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 60 00<br />

<strong>Boerenbond</strong><br />

F 016 28 60 09<br />

info@boerenbond.be<br />

www.boerenbond.be<br />

Landelijke Gilden<br />

F 016 28 60 29<br />

info@landelijkegilden.be<br />

www.landelijkegilden.be<br />

54<br />

Provinciale kantoren<br />

Antwerpen<br />

Maal 1, 2440 Geel<br />

T 014 59 51 50<br />

F 014 59 51 59<br />

antwerpen@boerenbond.be<br />

antwerpen@landelijkegilden.be<br />

Limburg<br />

Kiezelstraat 56, 3500 Hasselt<br />

T 011 27 83 00<br />

F 011 27 83 06<br />

limburg@boerenbond.be<br />

limburg@landelijkegilden.be<br />

Oost-België<br />

Malmedyer Strasse 63, 4780 St. Vith<br />

T 080 41 00 60<br />

F 080 41 00 69<br />

ilona.benker@bauernbund.be<br />

www.bauernbund.be<br />

Oost-Vlaanderen<br />

denen 157, 9080 Lochristi<br />

T 09 243 88 20<br />

F 09 243 88 30<br />

oostvlaanderen@boerenbond.be<br />

oostvlaanderen@landelijkegilden.be<br />

Vlaams-Brabant<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 61 02<br />

F 016 28 61 09<br />

vlaamsbrabant@boerenbond.be<br />

vlaamsbrabant@landelijkegilden.be<br />

West-Vlaanderen<br />

diksmuidsesteenweg 406/4, 8800 roeselare<br />

T 051 26 03 80<br />

F 051 26 03 89<br />

westvlaanderen@boerenbond.be<br />

westvlaanderen@landelijkegilden.be<br />

Eigen organisaties<br />

Agro|diensten<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

Agro|bedrijfshulp cvba<br />

T 016 28 64 64<br />

F 016 28 64 39<br />

info@agrobedrijfshulp.be<br />

www.agrobedrijfshulp.be<br />

Agro|services cvba<br />

T 016 28 64 30<br />

F 016 28 64 39<br />

hoofdkantoor@agro-services.be<br />

www.agro-services.be<br />

Agro|aanneming cvba<br />

T 016 28 64 64<br />

F 016 28 64 39<br />

info@agroaanneming.be<br />

www.agroaanneming.be<br />

Internationale Werktuigendagen<br />

voor Land- en Tuinbouw vzw<br />

kortrijksesteenweg 1097C,<br />

9051 Gent<br />

T 09 245 36 13<br />

F 09 245 36 11<br />

info@werktuigendagen.be<br />

www.werktuigendagen.be<br />

Plattelandsklassen vzw<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 60 28<br />

F 016 28 60 29<br />

info@plattelandsklassen.be<br />

www.plattelandsklassen.be


<strong>Boerenbond</strong> is partner in:<br />

NCBL vzw (Nationaal Centrum voor<br />

Beroepsvorming in Land- en Tuinbouw)<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 61 10<br />

F 016 28 61 19<br />

ncbl@boerenbond.be<br />

www.boerenbond/vorming<br />

Agriflora cvba<br />

kortrijksesteenweg 1097C, 9051 Gent<br />

T 09 245 36 13<br />

F 09 245 36 11<br />

info@agriflanders.be<br />

www.agriflanders.be<br />

Steunpunt Groene Zorg vzw<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 61 28<br />

F 016 28 60 59<br />

groenezorg@boerenbond.be<br />

www.groenezorg.be<br />

Logeren in Vlaanderen vzw<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 60 35<br />

F 016 28 60 39<br />

info@logereninvlaanderen.be<br />

www.logereninvlaanderen.be<br />

Landelijke Gilden zijn partner in:<br />

Landelijke Thuiszorg vzw<br />

remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />

T 070 22 88 78<br />

F 016 24 39 72<br />

thuiszorg@kvlv.be<br />

www.landelijkethuiszorg.be<br />

Landelijke Kinderopvang vzw<br />

remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />

T 016 24 39 81<br />

F 016 24 39 76<br />

landelijkekinderopvang@kvlv.be<br />

www.landelijkekinderopvang.be<br />

Zorg-Saam vzw<br />

remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />

T 016 24 39 75<br />

F 016 24 39 71<br />

zorgsaam@zorgsaam.be<br />

www.zorgsaam.be<br />

Ons zorgnetwerk vzw<br />

remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />

T 016 24 39 75<br />

F 016 24 39 72<br />

onszorgnetwerk@kvlv.be<br />

www.onszorgnetwerk.be<br />

Trias vzw<br />

Handelsstraat 20 b14, 1000 Brussel<br />

T 02 513 75 34<br />

F 02 512 05 02<br />

trias@triasngo.be<br />

www.triasngo.be<br />

55


Andere verenigingen van<br />

de Landelijke Beweging<br />

KVLV<br />

remylaan 4B, 3018 Wijgmaal<br />

T 016 24 49 40<br />

F 016 24 49 41<br />

info@kvlv.be<br />

www.groepkvlv.be<br />

KLJ<br />

Waversebaan 99, 3050 Oud-Heverlee<br />

T 016 47 99 99<br />

F 016 47 99 95<br />

info@klj.be<br />

www.klj.be<br />

LRV<br />

Waversebaan 99, 3050 Oud-Heverlee<br />

T 016 47 99 60<br />

F 016 44 99 85<br />

info@lrv.be<br />

www.lrv.be<br />

56<br />

Bedrijven van de<br />

Groep <strong>Boerenbond</strong><br />

ACERTA<br />

Diestsevest 14, 3000 Leuven<br />

T 016 24 53 99<br />

F 016 24 53 53<br />

corporate.communications@acerta.be<br />

www.acerta.be<br />

Agri Investment Fund<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 62 51<br />

F 016 28 62 59<br />

Aveve<br />

Minderbroedersstraat 8, 3000 Leuven<br />

T 016 24 26 26<br />

F 016 24 28 82<br />

aveve@aveve.be<br />

www.aveve.be<br />

MRBB<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven<br />

T 016 28 62 51<br />

F 016 28 62 59<br />

SBB<br />

Vuurkruisenlaan 2, 3000 Leuven<br />

T 070 22 26 73<br />

F 070 22 26 72<br />

info@sbb.be<br />

www.sbb.be


Diestsevest 40, 3000 Leuven – www.boerenbond.be – www.landelijkegilden.be<br />

Diestsevest 40, 3000 Leuven – www.boerenbond.be – www.landelijkegilden.be

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!