Dagboek Oom Jan - J.K. Feringa
Dagboek Oom Jan - J.K. Feringa
Dagboek Oom Jan - J.K. Feringa
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
24 Donderdag 30 november 1944<br />
D.v.Rooijen B.Kouwenhoven<br />
D.Werkhoven H.Sonne<br />
W. en J.Vogel Bakhuizen<br />
C.Ariës Fortuin<br />
M.Pille W.Kind<br />
W.van Bree<br />
D’Hous<br />
Weck<br />
’s Morgens weer naar de slavenmarkt op de Domplatz. Door een man door Osnabrück geleid en<br />
bij een object gebracht. Hier moesten we grondwerk verrichten. Ik ben daar weggeloopen en<br />
weer gaan werken bij een vrouw op de Klüshügel. Haar huis lag in elkaar en moesten we zoveel<br />
mogelijk onder de puin vandaan halen. Van de vrouw kreeg ik brood, middageten en brood mee<br />
voor het lager. Het werk werd weer door luchtalarm onderbroken. Om 4 uur was ik klaar en<br />
beloofde haar, de volgende dag weer terug te komen. Dit is echter niet doorgegaan, omdat wij<br />
de andere dag naar Oesede teruggingen. ’s Avonds vertelde lagerführer Löttmann, dat hij ons<br />
ging verlaten. In de loop v.d. dag hadden verschillende zich laten keuren. ‘s Avonds weer<br />
luchtalarm.<br />
25 Vrijdag 1 December 1944<br />
s Morgens allereerst Henk gefeliciteerd met zijn verjaardag. Lageführer Unger doet zijn intrede<br />
en deelt mede, dat wij om 10 uur per trein uit Osnabrück naar Oesede vertrekken. Na aankomst<br />
in Oesede betrekken we weer de school in de Adolf Hitlerstrasse. Nu moeten wij kamer 3<br />
nemen. Kamer 3 heeft een goede verlichting en andere kamerbewooners zijn jaloers op ons. We<br />
slapen weer op stro. En daar Willem van Bree met zijn been sukkelt verdeelt Meindert Pille<br />
grootendeels het eten. Kamer 1 wordt ziekenkamer. Kamer 2 is voor de wacht. Stawinsky wordt<br />
onze wachtfüher. Hij is in de oorlog aan zijn rug verwond en draagt nu een stalen vest voor<br />
steun. Ook is er een klein oud mannetje als wacht over ons. We noemden hem St.Nicolaas. Ook<br />
een zekere Frans is nog bij de wacht. Een jonge man met een mank been en een bril op. Hij<br />
draagt een zwart uniform.<br />
26 Zaterdag 2 December 1944<br />
’s Morgens is het aantreden om naar de slakkenberg te gaan in Malbergen. Deze berg behoort<br />
tot het hoogovenbedrijf der Klöcknerwerke A.G in Georgmarienhütte, afgekort Hütte. We gaan<br />
onder leiding van Leen Langbroek, van beroep kapitein van de binnenvaart. In Malbergen<br />
worden wij opgewacht door de Org.Todt. Zij laten ons in de rij staan, we worden geteld en men<br />
deelt ons mede, dat bij het werk niet het onmogelijke van ons verlangd wordt. Wanneer zij maar<br />
onze goede wil zien, komt alles in orde. Nu gaan we naar de berg, hier liggen houweelen en<br />
schoppen klaar. Hetgeen afgehakt is, moet in wagens gegooid worden. De slakken worden<br />
gebruikt onder de spoorrails. Ook gevangenen werken aan de berg en worden door een soldaat<br />
bewaakt. Het zijn meest Italianen in zebrapakjes.<br />
27 ’s Middags om 4 uur zijn we klaar en is er Feierabend.<br />
Zondag 3 December 1944<br />
Deze zondag zijn we niet vrij, maar moeten werken aan de slakkenberg van 8 uur tot 16,15 uur.<br />
Nu reeds maken de O.F’ers aanmerkingen op ons werk. Er mag niet te veel stilgestaan worden,<br />
de wagens moeten voller enz, enz….. Een bleekneus loopt bij hen rond. Hij heeft net een<br />
gezicht als een doodenmasker met bril op. Hij heeft een eigenaardige gewoonte om “Hallo<br />
paspoort!” te roepen wanneer iemand niet werkte. Met het paspoort bedoelt hij het laten zien<br />
van het persoonsbewijs. Deze uitroep van hem, heeft hij als spotnaam gekregen. Verder waren<br />
er nog de O.F’ers Adolf, Frans en Otto. De laatste had een klein snorretje en een gemeen<br />
uiterlijk. Een echte sadist<br />
28 Maandag 4 December 1944<br />
Iedere morgen meldden zich zeer velen krank. Zoo ook ik. Ik gaf voor last van mijn navelbreuk<br />
te hebben en niet in staat te zijn de schop of houweel te hanteeren. Dit alles wekte de woede<br />
van de lagerführer op. Hij kwam ’s morgens altijd de kamer op met de vraag:”Wer ist hier<br />
krank?”. En dan werden de zieken een voor een ondervraagd. En wanneer hij ze niet krank<br />
6