Ziekenhuiskrant 2004 - Slingeland Ziekenhuis
Ziekenhuiskrant 2004 - Slingeland Ziekenhuis
Ziekenhuiskrant 2004 - Slingeland Ziekenhuis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Doetinchem, September <strong>2004</strong>
Eén van de plannen van een paar jaar geleden<br />
was het invoeren van betaald parkeren. “Daar is<br />
inmiddels iedereen aan gewend. En natuurlijk is<br />
het niet prettig om te moeten betalen voor parkeren<br />
maar we hebben ermee beoogd dat het<br />
personeel niet kris kras de auto neerzet. Er werken<br />
hier tenslotte 1600 man. Nu zijn de beste<br />
plaatsen voor het bezoek. De scheiding die we<br />
wilden tussen personeel en bezoek is dus een succes<br />
geworden. En klachten over betalen krijgen<br />
we niet meer.”<br />
De bouw van het Regionaal Geestelijk<br />
Gezondheidscentrum, het RGC, wordt eveneens<br />
binnenkort gestart. Volgend voorjaar begint aan<br />
het eind van de parkeerplaats de realisatie van<br />
het nieuwe gebouw. Het plan om het gebouw op<br />
palen te zetten en op die manier de parkeerruimte<br />
te behouden, is afgeblazen. “De gebouwen<br />
mogen maximaal veertien meter hoog worden.<br />
Op palen is dus geen optie. Nu hebben we ervoor<br />
gekozen om een parkeerkelder onder het<br />
gebouw te maken.”<br />
Gerealiseerd is inmiddels het TEC-gebouw. “Daar<br />
wordt al volop gebruik van gemaakt.<br />
Bijvoorbeeld de huisartsenpost, de bloedbank, de<br />
dienstapotheek en Sensire bezetten daar een<br />
ruimte. Het gebouw is zo ingericht dat we iedere<br />
vierkante meter kunnen gebruiken. Zo heeft het<br />
souterrain een bepaalde daglichtconstructie<br />
waardoor ook die ruimte optimaal benut kan<br />
worden.”<br />
Volgens Sparreboom is deze manier van omgaan<br />
met ruimte heel modern. “Dat is ook het beleid.<br />
Met weinig vierkante meters heel veel doen.<br />
Natuurlijk is er wel nagedacht over het eventueel<br />
‘<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />
kwalitatief hoogstaand’<br />
De afgelopen jaren heeft het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> veel plannen gemaakt en uitgevoerd.<br />
Algemeen directeur Arie Sparreboom blikt terug: “De plannen zijn altijd concreet geweest en<br />
we hebben ze in een korte doorlooptijd kunnen realiseren.”<br />
verplaatsen van het hele ziekenhuis. Maar tweederde<br />
deel is rond 1990 gebouwd en dat kun je<br />
in zo korte tijd niet afschrijven. Het is in<br />
Nederland gebruikelijk dat een ziekenhuis zo’n<br />
veertig jaar meegaat. En dan zou je dit moeten<br />
slopen. Dat is geen optie. Dat wil en kan niemand<br />
betalen.”<br />
Tijdens de bouw van het nieuwe RGC verwacht<br />
Sparreboom wel enige problemen rondom het<br />
parkeren. “We zijn een stuk parkeerterrein tijdelijk<br />
kwijt. We zijn met de gemeente in gesprek<br />
om tijdelijk een stuk grond naast het ziekenhuis<br />
daarvoor te gebruiken.”<br />
In het nieuwe gebouw komt GGNet. “GGNet is<br />
ontstaan uit een fusie van het psychiatrisch ziekenhuis<br />
Warnsveld, RIAGG Doetinchem en RIBW<br />
Doetinchem. Onze eigen PAAZ-afdeling wordt<br />
daarin geïntegreerd. Overigens wordt er nu al<br />
veel samengewerkt.”<br />
Om juist het nieuwe RGC op het terrein van het<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> te plaatsen heeft te maken<br />
met de visie van het Doetinchemse ziekenhuis.<br />
“Het mag niet uitmaken of je nu een kapotte<br />
nier hebt of een psychische stoornis. Je hoort in<br />
dezelfde gezondheids-setting terecht te kunnen.”<br />
Opleidingen<br />
De tweede kernactiviteit van het ziekenhuis is<br />
opleiden. “In de zorg zijn veel specifieke beroepen.<br />
Die moet je zelf wel opleiden. Op die<br />
manier kun je ook messcherp zijn ten aanzien<br />
van de kwaliteit. Er worden hier bijvoorbeeld<br />
zo’n 11 internisten opgeleid. En artsen voor de<br />
tropen, huisartsen en verpleegkundigen. We<br />
willen dialyse-verpleegkundigen gaan opleiden,<br />
Röntgen-laboranten, ja alle gespecialiseerde verpleegkundigen.”<br />
Volgens Sparreboom moeten<br />
de specialisten die<br />
opleiden hun vak altijd<br />
optimaal bijhouden.<br />
“Want hoe kun je een<br />
nieuwe collega opleiden<br />
als je zelf niet up to date<br />
in je vakgebied bent. En<br />
dat zegt iets over kwaliteit.<br />
We mogen stellen dat het<br />
<strong>Slingeland</strong> ziekenhuis zich<br />
aan de bovenkant bevindt<br />
wanneer het om kwaliteit<br />
gaat. We zien hier in huis<br />
veel personeel met veel<br />
specialistische kennis over<br />
• Arie Sparreboom, algemeen directeur<br />
bijvoorbeeld stoma, diabetes of moeilijke wonden.<br />
We zien dat specialisten in toenemende<br />
mate para-medici laten meelopen in spreekuren.<br />
Het probleem is alleen dat je altijd moet uitkijken<br />
tot hoever je gaat. Waar je de grens trekt wat je<br />
als ziekenhuis nog doet. Een grens tussen thuiszorg<br />
en ziekenhuiszorg. Want bijvoorbeeld<br />
iemand met diabetes kan op een gegeven<br />
moment goed door een diabetes-verpleegkundige<br />
worden begeleid. Dat kan heel goed vanuit de<br />
thuissituatie. Vroeger mocht een ziekenhuis geen<br />
thuiszorg bieden, die wet is veranderd. Inmiddels<br />
zijn we gestart met een eigen afdeling van specialistische<br />
thuiszorg.”<br />
Vernieuwingen<br />
Sparreboom is trots op de vernieuwingen in het<br />
ziekenhuis. “De afdeling Spoedeisende Hulp en<br />
de dialyse-afdeling zijn gloednieuw. De trombosedienst,<br />
de bloedbank in het TEC-gebouw, nu ook<br />
op middagen en avonden. Veel nieuwe specialisten<br />
zijn erbij gekomen, de laatste zes jaar zijn we<br />
van 60 tot 90 specialisten uitgegroeid. We hebben<br />
gelukkig het oplopen van de wachttijden kunnen<br />
terugbrengen. Bij de meeste vakken geldt nu een<br />
wachttijd van drie tot zes weken. De MRI is inmiddels<br />
vijf dagen in full swing. We hebben gepland<br />
om een nieuwe gamma camera aan te schaffen.<br />
We doen weliswaar al jarenlang aan nucleaire<br />
geneeskunde. Een gamma camera is een belangrijk<br />
instrument bij diagnostisch onderzoek bij de<br />
kankerbestrijding. En de laatste stap van wat een<br />
groot algemeen ziekenhuis in huis hoort te hebben<br />
is een uitbreiding van de mogelijkheid voor<br />
neurologische hernia-operaties. We werken daarvoor<br />
samen met het ziekenhuis Enschede en dat<br />
willen we geleidelijk uitbouwen. Als we dat hebben<br />
gerealiseerd dan is ons pakket helemaal vol.<br />
Dan zijn we voor het eerst echt compleet.”<br />
Niet zonder trots vertelt Sparreboom dat het<br />
Doetinchemse ziekenhuis ook financieel gezond<br />
is. “We hebben 2003 als tiende jaar op rij met<br />
een positief resultaat kunnen afsluiten. En voor<br />
<strong>2004</strong> ontwikkelt het zich heel gezond. Dankzij<br />
onze financiële positie kunnen we groeien en<br />
zorgen dat alle faciliteiten op orde zijn.”
Interne geneeskunde uitgebreid<br />
met nefroloog en dialyseafdeling<br />
De maatschap van de internisten in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> is in omvang toegenomen. Een<br />
negende specialist is de groep komen versterken. Deze negende man werd nodig door de komst<br />
van een dialyseafdeling. Iets wat al veel langer op de verlanglijst van de internisten stond, maar<br />
wat er nog nooit van was gekomen. Stuwende kracht tot de realisering werd zorgverzekeraar<br />
Amicon. Die zorgde ervoor dat er snel plannen werden gemaakt en dat ook snel de afdeling kon<br />
worden geopend. Afgelopen 1 juni is de Doetinchemse dialyse-afdeling een feit geworden.<br />
De nieuwe specialist is Job Huussen, nefroloog.<br />
“Een nefroloog is een internist die nierziekten als<br />
aandachtsgebied heeft”, legt Huussen uit. Voor<br />
zijn komst werd bij een gewenste dialyse contact<br />
gezocht met een ziekenhuis in Arnhem, Nijmegen<br />
of zelfs Ede/Wageningen. “Soms moest een aantal<br />
telefoontjes worden gepleegd om een patiënt<br />
geplaatst te krijgen. Dat betekende voor de<br />
patiënt vaak reizen en dat is natuurlijk een zware<br />
belasting”, vertelt Foeke de Vries, internist.<br />
Het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> heeft voor haar dialyseafdeling<br />
toestemming voor veertien stoelen.<br />
Iedere stoel is twee keer per dag te bezetten.<br />
Iedere dialyse-patiënt komt per week drie keer.<br />
Dat betekent dat in totaal 56 mensen te behandelen<br />
zijn. Op dit moment zijn zeven stoelen open<br />
en kunnen 26 mensen in het Doetinchemse ziekenhuis<br />
terecht. Als de verpleegkundigenformatie<br />
het toelaat volgen in de rest van dit jaar nog drie<br />
stoelen. “Dialyse vergt een zeer gespecialiseerde<br />
verpleging”, vertelt Huussen. “Net als op de<br />
intensive care. Niet iedereen is daar geschikt voor<br />
of heeft de ambitie die richting uit te gaan.” De<br />
opleiding voor de dialyse-verpleegkunde is tot nu<br />
toe steeds in Arnhem of Nijmegen geweest maar<br />
vanaf deze maand september start er tevens een<br />
opleiding in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>.<br />
Het meerendeel van de patiënten voor de<br />
Doetinchemse dialyse-afdeling komt uit deze<br />
regio die loopt vanaf het grensgebied met<br />
Duitsland tot aan Enschede en aan de andere<br />
kant Boxmeer. “Er was duidelijk een tekort aan<br />
dialyse capaciteit. Mensen uit deze regio kwamen<br />
soms zelfs in Nieuwegein of Venlo terecht.<br />
• Afdeling nierdialyse<br />
Dialyse-mogelijkheden in de eigen regio betekent<br />
voor de patiënten een verbetering van de kwaliteit<br />
van leven. Dit geeft heel veel winst.”<br />
Een nieuwe ontwikkeling op het gebied van de<br />
dialyse is de capd, continue ambulant peritoneaal<br />
dialyse. “Dit is een andere vorm van nierfunctievervanging”,<br />
vertelt Huussen. “Via de buik wordt<br />
gespoeld en de patiënt kan dit thuis doen. Het<br />
duurt zo’n dertig minuten en moet tot vier keer<br />
per dag worden gedaan. Het grote voordeel is dat<br />
de patiënt mobieler is en bijvoorbeeld op reis kan.<br />
Het nadeel is dat hij gedwongen is iedere dag<br />
met zijn ziekte bezig te zijn.”<br />
Hoezeer de ontwikkelingen ook voortschrijden en<br />
hoezeer de kwaliteit van leven voor de patiënt<br />
ook verbetert, toch blijft het volgens Huussen een<br />
kunstmatige vorm. “Een nieuwe nier is beter”,<br />
vindt hij. “Maar daarvoor is een wachtlijst van vier<br />
tot vijf jaar. Een alternatief is een transplantatie<br />
met een nier van een levende donor. Vroeger was<br />
dat veelal van een bloedverwant. Dat is nu<br />
anders. Ook de partner of een vriend kan donor<br />
zijn. Dat betekent geen wachtlijst. Zodra de donor<br />
past, kan de procedure starten. De ontvanger<br />
wordt in een eigen centrum voorbereid en de<br />
donor wordt altijd in Nijmegen nagekeken door<br />
een nefroloog. Die beoordeelt of de donor de<br />
operatie zonder teveel risico kan ondergaan en of<br />
er misschien in de toekomst problemen te verwachten<br />
zijn. Zo is er een afscheiding van donor<br />
en ontvanger en kan de procedure zo zorgvuldig<br />
mogelijk verlopen.” Transplanteren gebeurt niet<br />
in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>. “Maar dat moeten<br />
we ook niet willen. Dat brengt<br />
zoveel logistieke problemen met<br />
zich mee. Het is beter om de ervaring<br />
op dat gebied te concentreren<br />
in een aantal centra.”<br />
Naast de nieuwe dialyse-afdeling<br />
is er nòg een belangrijke aanvulling<br />
op de afdeling interne<br />
geneeskunde. “Dat is de komst<br />
van de derde maag/darm/leverarts,<br />
dokter Van den Hazel”, vertelt<br />
internist De Vries. “Nu kunnen<br />
we een afdeling op poten<br />
gaan zetten waarbij de polikliniek<br />
en de functieafdeling samensmelten.<br />
Deze nieuwe<br />
maag/darm/lever-unit moet zor-<br />
• Foeke de Vries, internist<br />
gen voor een snelle afhandeling van onderzoeken.<br />
Tevens starten we daarbij in september van<br />
dit jaar een verpleegkundig spreekuur.”<br />
De eisen die aan de organisatie van de nieuwe<br />
unit worden gesteld zullen hoog zijn. “Het betreft<br />
namelijk grote aantallen patiënten. Dat komt<br />
mede omdat de meeste ziekenhuizen deze specialisten<br />
niet in huis hebben.”<br />
Stamcellen<br />
Nieuwe ontwikkelingen zijn ook te melden vanuit<br />
de oncologie en de hematologie. “Transplantatie<br />
met eigen stamcellen”, aldus De Vries. “De stamcellen<br />
worden geïsoleerd, vervolgens ingevroren<br />
en op een bepaald moment weer opnieuw in de<br />
bloedbaan gebracht. Dit is belangrijk voor kankerpatiënten.<br />
Wanneer namelijk voor een behandeling<br />
chemo nodig is, kan dat als bijwerking hebben<br />
dat het beenmerg de chemo niet overleeft.<br />
Door het inbrengen van de eigen stamcellen groeit<br />
het beenmerg weer uit. Deze patiënten werden<br />
tot nu toe in Nijmegen behandeld. Dat blijft ook<br />
zo maar als de stamcellen zijn getransplanteerd<br />
volgt nog een ziekbed van enkele weken. En dat<br />
ziekbed wordt van Nijmegen verplaatst naar<br />
Doetinchem. Er is al de nodige zorg-ervaring<br />
opgedaan bij mensen met acute leukemie. Die<br />
zorg lijkt op de zorg na stamceltransplantatie.<br />
Ook de infrastructuur is hier al aanwezig. Daarom<br />
is het niet een al te grote inspanning om dit hier<br />
te doen. Per jaar zal het om zo’n tien tot twintig<br />
patiënten gaan.”<br />
De differentiatie in de maatschap van de internisten<br />
is belangrijk volgens De Vries. “Je praat over<br />
kwaliteit”, vindt hij. “De mogelijkheden voor<br />
algemene ziekenhuizen liggen natuurlijk op een<br />
ander niveau dan voor een academisch ziekenhuis.<br />
Maar het is heel inspirerend om met elkaar samen<br />
te werken.”
Goede resultaten polikliniek<br />
‘Stoppen-met-roken’<br />
Roken is nog steeds doodsoorzaak nummer 1. Jaarlijks gaan 20.000 mensen in Nederland te<br />
vroeg dood en wereldwijd zijn dat er zelfs vier miljoen. De overheid probeert op alle mogelijke<br />
manieren de mens van zijn rookverslaving af te helpen. Het wordt de roker steeds moeilijker<br />
gemaakt en misschien lijkt het beleid hier en daar wat doorgeslagen, het belang van stoppen<br />
met roken wordt er alleen nog maar extra door onderstreept.<br />
In november 2002 is in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />
heel voorzichtig een start gemaakt met een polikliniek<br />
Stoppen-met-roken. Aloys Heutinck, consulent<br />
longziekten en ooit zelf een straffe roker,<br />
probeert samen met Maritha Spekschoor de<br />
roker een handvat te geven om de strijd tegen<br />
de sigaret aan te gaan. Voorlopig worden de<br />
‘stoppers’ echter nog alleen naar de poli doorverwezen<br />
via de longarts maar in de toekomst<br />
kan dat ook via de huisarts.<br />
“Vroeger moesten de rokers altijd op eigen wilskracht<br />
het maar voor elkaar zien te krijgen om<br />
te stoppen”, aldus Heutinck. “Nu denken we<br />
daar iets anders over. We bieden ondersteuning.<br />
We proberen de rokers inzicht te geven in hun<br />
verslavingsgedrag. We willen weten waarom ze<br />
ooit zijn begonnen en proberen ze er dan van te<br />
overtuigen dat ze afscheid moeten gaan nemen<br />
van een vijand en niet van een vriend.”<br />
Samen met de consulent wordt een datum vastgesteld<br />
waarop definitief wordt gestopt. En dan<br />
begint de weg om de roker voor te bereiden op<br />
die laatste sigaret. “En dat is niet gemakkelijk.<br />
De verslaving is hevig. Van de verslaving zit<br />
negentig procent tussen de oren en is tien procent<br />
lichamelijk. We proberen met een combinatie<br />
van ‘verhaal en middel’ de roker van zijn verslaving<br />
af te helpen.”<br />
Heutinck geeft aan dat het ten allen tijde zinvol<br />
is om met roken te stoppen. “Het is inmiddels<br />
bewezen dat er altijd een rendement is. Ook al<br />
ben je zeventig jaar, dan nog is het zinvol om te<br />
stoppen.”<br />
Na twee dagen is de nicotine uit het bloed. Na<br />
een aantal jaren is er nog steeds wat restschade,<br />
maar er is een aanzienlijke verbetering.<br />
De grootste groep ‘stoppers’ stopt om gezondsheidsredenen.<br />
“Het helpt als de dokter het<br />
zegt.” Een deel stopt om het verslavingsmechanisme<br />
te doorbreken en dat zijn volgens<br />
Heutinck de mensen met de meeste kans op succes.<br />
“Ik ben zelf inmiddels zeven jaar gestopt. Ik<br />
kon als roker echt nog geen honderd meter hard<br />
lopen en nu loop ik een halve marathon. Je<br />
krijgt er zoveel voor terug als je niet meer rookt.<br />
Mensen die stoppen om gezondheidsredenen<br />
merken ook heel snel dat ze meer lucht hebben.<br />
Ze zijn vrijwel direct minder benauwd. Dat geeft<br />
een steuntje in de rug. Want het blijft moeilijk.<br />
Afleren is lastiger dan aanleren.”<br />
De mensen die de stoppen-met-roken-poli<br />
bezoeken krijgen gedoseerd informatie mee.<br />
Eventueel worden medicijnen voorgeschreven<br />
om dat lichamelijke deel te vergemakkelijken.<br />
De stopdag wordt goed doorgenomen. Er wordt<br />
ook gesproken over het ‘gewicht’. “Alle stoppers<br />
komen wat aan. Zo’n twee tot drie kilo. De stofwisseling<br />
wordt namelijk weer normaal. Die is al<br />
Schoonmaak<br />
• Aloys Heutinck<br />
• Per jaar maken we 85.800 toiletten schoon.<br />
• Per jaar wordt er ongeveer 28000 m2 glas gewassen.<br />
• Per jaar worden er ongeveer 3.150.000 papieren<br />
handdoekjes gebruikt om je handen mee af te drogen.<br />
• Per jaar wordt er 27.002 rol toiletpapier gebruikt.<br />
• Per jaar wordt er 114.500 km gang machinaal gereinigd.<br />
• Per jaar wordt er 10.010.000 m2 per jaar schoon<br />
gemaakt met ongeveer 50 medewerkers per dag.<br />
die jaren te snel geweest, waardoor er eigenlijk<br />
altijd wat teveel is gegeten. Nu moet het<br />
patroon weer normaal gemaakt worden. En het<br />
is natuurlijk niet de bedoeling dat de nicotineprikkel<br />
wordt omgezet in een eet-prikkel. Niet<br />
van de ene verslaving in de andere vervallen. En<br />
die paar kilo, dat is geen probleem. Vaak heeft<br />
het toenemen van het lichaamsgewicht ook te<br />
maken met ouder worden. En dus niet alleen<br />
met het stoppen met roken. Het is de jas van het<br />
leven.”<br />
Gebleken is dat van de mensen die hun sigaret<br />
hebben afgezworen en die dat een jaar hebben<br />
volgehouden, nog maar vijf procent weer in de<br />
oude gewoonte terugvalt. Van de rokers die in<br />
2002 via de polikliniek in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> hebben getracht te stoppen is zeventien<br />
procent daarin geslaagd. Het tweede jaar<br />
was het al 26 procent die zich ex-roker mocht<br />
gaan nomen. Een duidelijk stijgende lijn.<br />
Heutinck verwacht aan het eind van dit jaar zelfs<br />
op een stop-percentage van dertig procent te<br />
zijn uitgekomen.<br />
• Isabel ter Heerdt
Spoedeisende hulp<br />
belangrijke ingang ziekenhuis<br />
De spoedeisende hulp van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> beschikt sinds vorig jaar juni over een fonkelnieuwe<br />
afdeling. De nieuwe ingang is ten opzichte van de oude zo’n tien meter opgeschoven<br />
en is opgesplitst in een ingang voor patiënten die met ambulancevervoer naar het ziekenhuis<br />
komen, met vlak daarnaast een ingang voor patiënten die met eigen vervoer komen. Met de<br />
komst van de nieuwe afdeling is de logistiek van de patiëntenstroom verbeterd en is tevens de<br />
privacy van de patiënt meer gewaarborgd. Er zijn nu meerdere ruimtes beschikbaar waardoor er<br />
meer patiënten in een bepaalde tijd voor onderzoek en behandeling terecht kunnen.<br />
De nieuwe afdeling spoedeisende hulp is vrijwel<br />
volledig geautomatiseerd en digitaal. “Tot 2002<br />
waren we analoog”, vertelt chirurg en traumatoloog<br />
Sjoerd van der Meer. “Nu beschikt elke<br />
kamer over een computer die is aangesloten op<br />
het netwerk.”<br />
Marcel Rekers, hoofd intensive care en interim<br />
hoofd spoedeisende hulp beaamt het belang: “De<br />
patiënt wordt nu 1 keer ingevoerd en daar kunnen<br />
alle afdelingen gebruik van maken. Binnenkort<br />
gaan we ook de patiëntenlogistiek en registratie<br />
op de Spoedeisende Hulp digitaliseren.”<br />
Door automatisering komen er behalve de patiëntgebonden<br />
ook andere belangrijke gegevens<br />
beschikbaar. “Om zo efficiënt mogelijk te werken is<br />
het belangrijk om inzicht te hebben in hoe er<br />
gewerkt wordt. Bijvoorbeeld hoe lang een patiënt<br />
op Spoedeisende Hulp in behandeling is, maar ook<br />
hoeveel patiënten er op jaarbasis voor welk specialisme<br />
komen. Gegevens betreffende aantal, oorzaak<br />
en aard van ongevallen gaan naar de regionale<br />
en landelijke traumaregistratie. Dat is dus een<br />
wetenschappelijk belang. de privacy van de patiënt<br />
is uiteraard te allen tijde gewaarborgd.”<br />
De ingang van de spoedeisende hulp is, naast de<br />
hoofdingang, een belangrijke ingang van het ziekenhuis.<br />
Per jaar komen zo’n dertien- tot veertienduizend<br />
patiënten via deze ingang naar binnen.<br />
“Hier moeten de patiënten op het goede spoor in<br />
het ziekenhuis worden gezet. Dat betekent<br />
• Marcel Rekers en Ria Schlief<br />
opvang, diagnose stellen, een eerste behandeling<br />
geven en verdere behandeling in gang zetten.”<br />
Traumaopvang is een specialistische opvang.<br />
“Iedereen die er bij betrokken is heeft een speciale<br />
scholing gehad. Zowel de medische specialisten, de<br />
arts-assistenten als de verpleegkundigen”, vertelt<br />
Van der Meer. “We werken volgens een stappenplan:<br />
het ABC-schema. Het is een protocol dat<br />
begint bij de meest bedreigende functies. A staat<br />
voor airway = ademweg; B voor breathing = ademhaling<br />
en C voor circulation = bloedsomloop. Dus,<br />
treat first what kills first.”<br />
Het stappenplan hoort bij het ATLS-systeem:<br />
Advanced Trauma Life Support. “Deze manier van<br />
werken is in 1995 in Amerika begonnen”, legt Van<br />
der Meer uit. “Niet lang hierna is het hier ingevoerd.<br />
Binnen ATLS kent iedereen zijn taak en werk<br />
volgens een bepaalde systematiek. Dat geldt voor<br />
de traumatoloog, de anesthesioloog, de röntgenlaborant,<br />
de verpleegkundige en verder iedereen die<br />
bij de opvang betrokken is. Ernstig gewonden<br />
behandel je niet alleen. Dat is teamwork. Daar is<br />
structuur voor nodig. ATLS biedt die structuur.”<br />
Spoedeisende Hulp verpleegkundige Ria Schlief<br />
legt uit dat op deze manier alles systematisch<br />
wordt afgewerkt en er dus niets wordt vergeten.<br />
Na opvang van elke ernstig gewonde patiënt<br />
wordt binnen vijf dagen het gehele verloop van de<br />
opvang met alle betrokken disciplines doorgesproken.<br />
Hoe de opvang is verlopen, hoe de patiënt is<br />
aangetroffen, hoe lang het<br />
heeft geduurd enzovoort.<br />
“Dat is zinvol. Zo worden verbeterpunten<br />
zichtbaar.”<br />
De nieuwe afdeling spoedeisende<br />
hulp is goed ingericht<br />
voor de opvang van patiënten<br />
die acuut zorg nodig<br />
hebben. De acute kamer ligt<br />
in een rechte lijn tegenover<br />
de ambulance-ingang. Op de<br />
Röntgenkamer en op de<br />
acute kamer kunnen alle<br />
röntgenfoto’s gemaakt worden<br />
en op iedere behandelkamer<br />
kan bewakingsapparatuur<br />
worden aangesloten.<br />
De afdeling beschikt over<br />
een brandwondendouche en<br />
brandwondenkamer en er is<br />
• Maarten Knikkink, gipsmeester en Sjoerd v.d.<br />
Meer, chirurg<br />
een kamer met sluis voor patiënten die mogelijk<br />
besmettelijk zijn. “Deze kamer wordt ook gebruikt<br />
voor triage”, vertelt Van der Meer. “Door triage<br />
wordt volgens protocol beoordeeld hoe snel er<br />
zorg nodig is: acute, op zeer korte<br />
termijn of binnen afzienbare tijd. Bij elke patiënt<br />
die binnenkomt wordt dat beoordeeld door een<br />
verpleegkundige.”<br />
De nieuwe afdeling beschikt tevens over een overlegkamer<br />
voor artsen en verpleegkundigen.<br />
Overleg in een afgescheiden kamer geeft meer<br />
privacy voor de patiënt.<br />
“Deze afdeling zoals die nu is georganiseerd is<br />
goed in staat optimale zorg aan een traumapatiënt<br />
te geven”, aldus Van der Meer. “Maar in de toekomst<br />
zullen er meer diagnostische mogelijkheden<br />
komen op de afdeling Spoedeisende Hulp om de<br />
patiënt in het zogenaamde ‘gouden uur’ zo snel<br />
mogelijk te behandelen. Er zullen nog modernere<br />
en geavanceerdere hulpmiddelen op deze afdeling<br />
komen om in dat eerste uur na het ongeval<br />
adequaat te kunnen handelen.”<br />
Voor iedereen staat er 24 uur per dag een team<br />
hulpverleners klaar. Voor klachten met een huisartsgeneeskundig<br />
karakter tijdens kantooruren<br />
bij de huisarts en buiten kantooruren op de huisartsen-post.<br />
Voor spoedeisende hulp op de<br />
Spoedeisende Hulp.<br />
Van der Meer hecht eraan om te vermelden dat via<br />
de ingang van de Spoedeisende Hulp niemand die<br />
denkt spoedeisende hulp nodig te hebben wordt<br />
weggestuurd. “Iedereen die rechtsstreeks op de<br />
Spoedeisende Hulp komt wordt altijd gezien door<br />
een arts. Betreft het hulp met een huisartsgeneeskundig<br />
karakter, dan verwijzen we na de beoordeling<br />
door een arts naar de huisarts.”
Silvia van Aalst en José Bijloo zijn beide jaren als<br />
verpleegkundige werkzaam geweest. Een ‘verleden’<br />
waar het Bureau Patiëntenvoorlichting heel<br />
duidelijk een voordeel mee heeft. “Wij proberen<br />
met de ogen van de patiënt de behoefte aan<br />
informatie te bekijken. Wat wil de patiënt weten<br />
van zijn ziekte en van de behandeling. Door onze<br />
ervaring hebben we daar een redelijke kijk op.”<br />
Silvia van de Berg heeft gezondheidswetenschappen<br />
gestudeerd waar voorlichting en communicatie<br />
een belangrijk onderdeel van zijn. “Goede<br />
informatie is voor een patiënt van heel groot<br />
belang. Zeker als een patiënt slecht nieuws krijgt<br />
gebeurt het regelmatig dat niet alles wat door de<br />
arts wordt verteld ook wordt ‘opgeslagen’. Dan is<br />
het van belang om het juiste voorlichtingsmateriaal<br />
mee naar huis te kunnen nemen.”<br />
De medewerkers van het Bureau<br />
Patiëntenvoorlichting lichten dus zelf niet voor.<br />
“Wij adviseren hoe de voorlichting goed kan worden<br />
afgestemd op de behoefte die er bij de<br />
patiënten bestaat. Daarvoor maken we gebruik<br />
van hulpmiddelen zoals folders of een website.<br />
De behandelend arts geeft natuurlijk informatie<br />
over de medische situatie van de patiënt. Maar<br />
daar-naast is er vaak behoefte aan aanvullende<br />
informatie over ziekte en gezondheid. En die<br />
informatie is bij ons verkrijgbaar.”<br />
Het foldermateriaal dat verkrijgbaar is bij het<br />
bureau kan worden onderverdeeld in twee<br />
categorieën: de interne en de externe informatiefolders.<br />
De interne folders behandelen de aan het<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> gerelateerde zaken. Een<br />
goed voorbeeld daarvan is het boekje Opname in<br />
het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>. Hierin kan de patiënt<br />
alle belangrijke informatie vinden die te maken<br />
heeft met de opname. Er staan adviezen in over<br />
mee te nemen kleding maar ook de bezoektijden<br />
zijn erin te vinden evenals de rechten en plichten<br />
Bureau patiëntenvoorlichting<br />
breidt aanbod informatie uit<br />
Enigszins verscholen naast het bezoekersrestaurant op de begane grond, bevindt zich het<br />
Bureau Patiëntenvoorlichting. Drie enthousiaste dames zijn er verantwoordelijk voor optimale<br />
voorlichting en informatie naar patiënten en familie. Deze voorlichting gebeurt door middel van<br />
folders, brochures of via de website. Het drietal bestaat uit Silvia van den Berg coördinator,<br />
José Bijloo en Silvia van Aalst.<br />
die een patiënt heeft. Bijvoorbeeld informatie over<br />
de WGBO, de wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst.<br />
Bij een opname is het namelijk<br />
van belang dat de patiënt weet wat er gaat<br />
gebeuren en waarom. In de WGBO is vastgelegd<br />
dat de hulpverlener de plicht heeft om de patiënt<br />
duidelijke informatie te geven. De patiënt heeft er<br />
dus recht op te weten waarom allerlei onderzoeken<br />
worden gedaan of wat een bepaalde behandeling<br />
voor gevolgen kan hebben. De patiënt mag<br />
zelfs het onderzoek weigeren wanneer hij of zij<br />
bezwaren heeft.<br />
Maar naast rechten heeft een patiënt ook plichten.<br />
Zo vermeldt het informatieboekje dat er van de<br />
patiënt wordt verwacht dat hij of zij de hulpverlener<br />
duidelijk en volledig informeert. Want alleen<br />
dan kan de goede diagnose worden gesteld en kan<br />
een deskundige behandeling volgen. “Belangrijke<br />
informatie dus die voor de patiënt van groot<br />
belang is”, vertelt José Bijloo. Het Bureau<br />
Patiëntenvoorlichting kent een reeks van deze<br />
interne folders. Gemakkelijk te herkennen aan de<br />
vormgeving: wit en blauw. Folders die ook door de<br />
medewerkers zelfs worden samengesteld.<br />
De externe folders betreffen het materiaal dat bijvoorbeeld<br />
door patiëntenverenigingen wordt uitgegeven.<br />
“Wij screenen deze folders op begrijpbaarheid,<br />
leesbaarheid en we kijken of er geen<br />
belangrijke informatie ontbreekt. Natuurlijk willen<br />
we ook niet dat de folder commercieel is.<br />
Regelmatig leggen we de zaak voor aan een arts<br />
om zeker te zijn dat het een goede folder<br />
betreft.”<br />
Patiënten mogen ten allen tijde<br />
binnenlopen bij het Bureau om<br />
voorlichting te halen. “Maar<br />
wij proberen om via de polikliniek<br />
de informatie al bij<br />
de patiënt te krijgen. Wij<br />
willen de patiënt goed geïnformeerd<br />
het ziekenhuis<br />
weer uit krijgen.”<br />
In het najaar wordt het aanbod<br />
aan informatie nog verder<br />
uitgebreid. Dan komt er<br />
een informatiezuil waarop<br />
twee computers beschikbaar<br />
zijn. Eén computer voor mensen<br />
in een rolstoel en één<br />
voor staande patiënten.<br />
Hierop is een medische encyclopedie<br />
te raadplegen. “Het<br />
is een encyclopedie waar we<br />
zelf ook mee werken. Het is een beetje de bijbel<br />
op dit gebied. Wij vinden het goed om deze<br />
mogelijkheid ook aan de patiënten aan te bieden.<br />
En ingewikkeld om ermee werken is het niet.<br />
Iemand die internet een beetje kent, kan gemakkelijk<br />
zijn weg vinden in deze encyclopedie. Maar<br />
er komt ook een instructiekaart te hangen. En<br />
even bij ons binnenlopen en vragen blijft natuurlijk<br />
tot de mogelijkheden behoren.”<br />
Patiënteninformatiewijzer<br />
“Communicatie is complex, zeker in een ziekenhuis”,<br />
aldus de dames van het Bureau<br />
Patiëntenvoorlichting. “Om dat goed te laten verlopen<br />
moet ook de patiënt zijn aandeel aan de<br />
communicatie leveren. Dat betekent dat de patiënt<br />
zich goed moet voorbereiden en van te voren<br />
moet nadenken over te stellen vragen. De patiënt<br />
heeft recht op informatie maar hij heeft ook zelf<br />
een eigen verantwoordelijkheid. Het is een samenwerking.<br />
De patiënt kan het niet alleen en de arts<br />
kan het niet alleen. En wij helpen de patiënt om<br />
goed geïnformeerd te worden.”<br />
Een mooi voorbeeld is patiënteninformatiewijzer:<br />
een mapje met daarin de hele route die de patiënt<br />
moet doorlopen. “Informatie op maat dus. Alleen<br />
dat wat voor die patiënt van belang is.<br />
En gedoseerd. Het mapje wordt uitgebreid wanneer<br />
een extra toevoeging noodzakelijk is.”<br />
Wie thuis al iets wil weten over het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> kan de digitale snelweg op. Via<br />
www.slingelandziekenhuis.nl is heel gebruikersvriendelijk<br />
al veel informatie te verkrijgen.<br />
• Silvia van Aalst, José Bijloo en Silvia van den Berg
• Edwin van Onselen<br />
Zo'n vijftig jaar geleden is de plastische chirurgie<br />
ontstaan. Door de vele oorlogsgewonden vroeg in<br />
Engeland een aantal chirurgen zich af, of er niet<br />
iets gedaan kon worden voor deze groep. Er volgde<br />
een snelle ontwikkeling. En inmiddels is het<br />
experimentele stadium van vijftig jaar geleden uitgegroeid<br />
tot een belangrijke specialisatie die in<br />
alle grote opleidingsziekenhuizen en in alle algemene<br />
ziekenhuizen aanwezig is.<br />
“De plastisch chirurgen onderscheiden zich door<br />
de manier van handelen”, vertelt Van Onselen.<br />
“Wij hebben de kennis van de anatomie van het<br />
gehele lichaam gecombineerd met zogenaamd<br />
'gentle tissue handling'. Wij zijn erop getraind het<br />
weefsel niet te beschadigen. Wij behoren tot de<br />
doeners onder de specialisten, tot de snijdende<br />
groep. Onze speciale kennis maakt dat we bepaalde<br />
dingen kunnen doen. Wij kunnen heel delicaat<br />
weefsel verplaatsen.”<br />
Van Onselen legt uit dat zijn specialisatie op een<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> uitgebreid<br />
met afdeling plastische chirurgie<br />
De jongste afdeling binnen het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> is de afdeling plastische chirurgie.<br />
Op 1 december van het vorig jaar is de afdeling gestart terwijl de eerste operaties in januari van<br />
dit jaar hebben plaats gevonden. “Een nieuwe afdeling opstarten betekent een organisatie van<br />
niets naar iets brengen”, vertelt Edwin van Onselen, plastisch chirurg. “Heel belangrijk is de<br />
kwaliteitsbewaking. Alles moet er zijn. Op dit moment kunnen we zeggen dat we in de laatste<br />
fase daarvan zitten.” Samen met Paul Kouwenberg, eveneens plastisch chirurg, geeft Van<br />
Onselen vorm en inhoud aan de nieuwe afdeling plastisch chirurgie. Een belangrijke afdeling.<br />
Want: “Zonder plastisch chirurg is een ziekenhuis invalide”, aldus Van Onselen.<br />
aantal pijlers rust. Als eerste noemt hij de reconstructieve<br />
chirurgie. “Na grote trauma's of na kanker<br />
waar delen van het lichaam zijn weggenomen,<br />
kunnen we met plastische chirurgie weer iets<br />
nieuws maken. Dat heeft veelal in de eerste plaats<br />
een functioneel effect maar direct daarna ook een<br />
cosmetisch effect.”<br />
Over cosmetische chirurgie wil Van Onselen niet<br />
praten. “Dat bestaat niet. Neem bijvoorbeeld een<br />
hazenlip. Het is in de eerste plaats functioneel om<br />
dat te opereren en daarna ook cosmetisch. Het<br />
hoort allemaal bij elkaar. Cosmetische chirurgie<br />
wordt in een bepaalde hoek gedrukt en dat is lang<br />
niet altijd terecht. Heeft een vrouw hele kleine<br />
borsten waar ze graag iets aan wil laten doen, dan<br />
wordt dat heel anders beoordeeld dan wanneer<br />
een vrouw na kanker een borst mist en daar iets<br />
aan wil laten doen. Terwijl de ingreep in beide<br />
gevallen van groot belang is voor de vrouw.”<br />
De plastisch chirurg werkt volgens Van Onselen<br />
meer aan de 'buitenkant' dan zijn collega's. “Elke<br />
dokter verbetert iets maar bij ons is het resultaat<br />
vaak visueel goed te beoordelen.” Hij noemt het<br />
verwijderen van huidkanker in zichtbare gebieden,<br />
of bij kinderen de hazenlip en de flaporen. Maar<br />
ook bij ingewikkelde botbreuken, verlammingen,<br />
genitale chirurgie en bij reconstructies na kanker is<br />
de plastisch chirurg van groot belang. Ook transseksuele<br />
operaties worden door de plastisch chirurg<br />
gedaan. “Ons specialisme is niet afgebakend voor<br />
een bepaalde groep zoals dat wel het geval is bij<br />
bijvoorbeeld de kinderarts, de cardioloog of de<br />
gynaecoloog.”<br />
Inkoop & Logistiek<br />
• Het SZ heeft in 2003 262 ton huishoudelijk afval afgevoerd.<br />
Dit komt overeen met 487 huishoudens uit Doetinchem.<br />
• Het SZ heeft in 2003 85 ton papier afgevoerd.<br />
Dit komt overeen met 584 huishoudens uit Doetinchem.<br />
• Het SZ heeft in 2003 29 ton incontinentie materiaal afgevoerd.<br />
• Het elektriciteitsverbruik is 5,2 miljoen kWh geweest.<br />
Dit komt overeen met ongeveer 1567 huishoudens.<br />
• Het gasverbruik was 994.000 kub.<br />
Dit komt overeen met ongeveer 511 huishoudens uit Doetinchem.<br />
• Specifiek ziekenhuis afval is 32 ton geweest.<br />
De jongste afdeling van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong><br />
is er ook voor mensen die denken een operatie<br />
nodig te hebben. Maar of dat ook gebeurt hangt<br />
af van het advies van de plastisch chirurg. “Pas na<br />
een consult kunnen we bekijken wat we gaan<br />
doen en of we wat gaan doen.” Overigens meldt<br />
Van Onselen wel dat de verzekering niet altijd<br />
alles vergoed.<br />
In vijftig jaar is veel gebeurd op het gebied van<br />
plastisch chirurgie. En nog steeds gaat de ontwikkeling<br />
in razend tempo verder. “We staan nog aan<br />
het begin. Wat nu erg in de belangstelling staat is<br />
tissue engineering. Iemand heeft bijvoorbeeld<br />
geen oor. We boetseren met kraakbeen een oor<br />
en plaatsen dat in het lichaam om het te laten<br />
groeien. Is het voltooid dan halen we het eruit en<br />
wordt het geplaatst. Maar er kan ook steeds meer<br />
in een laboratorium. Het wordt mogelijk om delen<br />
van het lichaam te vervangen. Het is nog toekomst<br />
maar soms kan de ontwikkeling ook grote sprongen<br />
maken en is de toekomst misschien dichterbij<br />
dan men denkt. Ja, het is een boeiend vakgebied.”
• Baukje Zorko en Nathalie Reulink<br />
Iedere ochtend van 08.00 uur tot ongeveer<br />
13.00 uur is er een logopedist aanwezig. Soms<br />
is het noodzakelijk om bij een patiënt aanwezig<br />
te zijn wanneer er gegeten wordt. Want dat is<br />
namelijk een van de nieuwe gebieden waarop<br />
logopedie zich steeds vaker gaat richten: de<br />
slikproblematiek.<br />
“Logopedie staat eigenlijk op vier pijlers”, vertelt<br />
Baukje Zorko. “Stem, spraak, taal en gehoor.<br />
Daar is de pijler slikproblemen bijgekomen.”<br />
Slikproblemen kunnen voorkomen bij mensen<br />
die bijvoorbeeld een beroerte hebben gehad. Of<br />
bij chronische ziektes zoals bijvoorbeeld<br />
Parkinson. Ook voor en na een operatie in het<br />
keel- en mondgebied kunnen slikproblemen<br />
optreden. Maar ook bij patiënten die om een<br />
geheel andere reden in het ziekenhuis liggen en<br />
verzwakt zijn, kan het slikken moeilijk zijn. En<br />
soms neemt de ouderdom een slikprobleem met<br />
zich mee.<br />
“Onze patiënten bevinden zich eigenlijk door<br />
het gehele ziekenhuis heen”, vertellen de logopedisten.<br />
“Meestal worden deze mensen naar<br />
ons doorverwezen door de neuroloog en wanneer<br />
dat gebeurt dan gaan we het slikken bekijken.<br />
Is het slikken van een slechte kwaliteit maar<br />
is er kans op een snelle verbetering dan kan<br />
gekozen worden voor een sonde via de neus.<br />
Komt alles helemaal niet goed op gang en gaat<br />
het vermoedelijk lang duren dan wordt gekozen<br />
voor de PEG-sonde: een sonde die door de buikwand<br />
rechtstreeks in de maag wordt geplaatst.<br />
En kan de patiënt bijvoorbeeld wel wat ingedikt<br />
vocht drinken, zeg maar op vla-dikte, dan gaan<br />
we dit met de patiënt oefenen.”<br />
De logopedist beschikt voor het oefenen over<br />
verschillende compensatietechnieken.<br />
Technieken om de motoriek van de mond te verbeteren.<br />
“Kiezen op elkaar, tong tegen het<br />
gehemelte, doorbijten, slikken en naslikken. Met<br />
daarop weer verschillende varianten. Dat zijn<br />
adviezen die we de patiënten geven. En van<br />
daaruit proberen we langzaam te gaan bouwen<br />
tot we uitkomen bij normaal eten en drinken.”<br />
Niet altijd loopt de uitgezette weg zo voorspoedig<br />
als de logopedist zich had voorgesteld. “En<br />
soms moet je dan weer terug naar de sonde.”<br />
Het is duidelijk dat een heel nauw overleg met<br />
de verpleegkundige en met de keuken van<br />
Logopedie kan helpen<br />
bij slikproblematiek<br />
De groep logopedisten van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> bestaat uit Baukje Zorko, Marissa Dorgelo en<br />
Nathalie Reulink. De eerste twee dames werken al geruime tijd op de logopedie en Baukje heeft<br />
naast de parttime functie in het ziekenhuis ook een praktijk in Wehl, waar eveneens Marissa<br />
Dorgelo parttime werkt. Nathalie Reulink is net afgestudeerd en heeft de bedoeling om eveneens<br />
naast haar parttime baan in een praktijk te gaan werken. “Want dat is heel gebruikelijk in ons vak.<br />
Parttime werken. Overigens hebben we hier met z’n drieën samen wel een hele baan. Dus kan er<br />
iedere dag van de week een beroep op logopedie worden gedaan”, aldus Baukje Zorko.<br />
doorslaggevend belang is. In het medisch dossier<br />
zit dan ook een groen blad speciaal voor de<br />
para-medici waarop de bevindingen en adviezen<br />
van de logopedist snel en gemakkelijk te vinden<br />
zijn.<br />
“Voor de familie houden we een schriftje bij. Dat<br />
ligt bij de patiënt en zo blijft ook de familie van<br />
de vorderingen op de hoogte. Soms schrijft de<br />
familie er zelf opmerkingen in. Zo stond er<br />
laatst: Hoi Baukje, we waren bij vader en we<br />
zien hoe hij vooruitgaat. Dat zijn leuke dingen.”<br />
Patiënten die moeite hebben met slikken kunnen<br />
zich gemakkelijk verslikken. “Ook daar kunnen<br />
we soms adviezen bij geven. Zo is de houding<br />
van de patiënt heel belangrijk. Het tempo<br />
waarin wordt gegeten en de medicatie kunnen<br />
van invloed zijn. Soms is het ook de slecht passende<br />
gebitsprothese en soms moet het bestek<br />
worden aangepast.”<br />
Wanneer het voedsel blijft steken in de slokdarm<br />
wordt samen met de radioloog een ‘slikfoto’<br />
gemaakt. “We blijven dan bij de patiënt. Tijdens<br />
het onderzoek moet de patiënt een contrastmiddel<br />
slikken waardoor de weg via de mond, door<br />
de slokdarm naar de maag goed kan worden<br />
bekeken. Blijkt de slikfunctie helemaal te ontbreken,<br />
dan kunnen we als logopedisten niets meer<br />
doen. Dan moet er worden doorverwezen naar<br />
een specialist.”<br />
Gelukkig kan in veel gevallen de logopedie wel<br />
een uitkomst bieden. “Vaak blijven we bij de<br />
patiënt als er wordt gegeten. En wanneer van de<br />
vla-dikte-dranken kan worden overgegaan tot<br />
iets stevigers, dan laten we bijvoorbeeld een<br />
proefmaaltijd maken. Dat gaat in nauw overleg<br />
met de keuken. Vuistregel is en blijft overigens<br />
dat wij opbouwen maar dat bij terugval te allen<br />
tijde de verpleegkundige de zaak weer kan<br />
terugdraaien.”<br />
Overigens kunnen patiënten zodra ze uit het ziekenhuis<br />
worden ontslagen en toch nog behoefte<br />
hebben aan begeleiding van een logopedist,<br />
hiervoor terecht bij een logopedist in de eigen<br />
woonomgeving.<br />
Maar de logopedie in het ziekenhuis doet nog<br />
meer. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzoek<br />
gedaan bij patiënten met afasie. Hiervoor wordt<br />
een behandeling gezocht via de logopedie<br />
evenals bij dysarthrie en slikproblemen bij neuro-<br />
logische patiënten. “Met logopedie boeken we<br />
goede resultaten. Natuurlijk blijft het altijd<br />
afhankelijk van bijvoorbeeld de mate van<br />
beschadiging in de hersenen. Is de beschadiging<br />
te groot voor een oplossing via oefeningen dan<br />
zoeken we een alternatieve vorm van communicatie.<br />
Hiervoor is het belangrijk om vooral de<br />
familie goed te begeleiden en te steunen.<br />
Instrumenten hiervoor kunnen gebaren en aanwijzen<br />
zijn. Ook misschien via ja of nee zinnen.<br />
Of met een kleine computer wanneer er nog wel<br />
gebruik van de vingers kan worden gemaakt.<br />
Voordat we echter tot een bepaalde methode<br />
overgaan moet eerst goed worden onderzocht<br />
wat er allemaal is uitgevallen.”<br />
Ook voor de logopedie geldt dat er steeds nieuwe<br />
ontwikkelingen komen. “We moeten door<br />
bijscholing op de hoogte blijven van wat er<br />
speelt. Het paramedisch kwaliteitsregister<br />
dwingt ons daar ook min of meer toe. En die<br />
kwaliteit is belangrijk.”<br />
Colofon<br />
De <strong>Slingeland</strong> <strong><strong>Ziekenhuis</strong>krant</strong> is een uitgave<br />
van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> Doetinchem.<br />
Deze uitgave verschijnt als speciale bijlage bij<br />
de Gelderse Post Doetinchem, IJsselstreek,<br />
Wischpost, Liemers Lantaren en Achterhoek<br />
Nieuws Zuid in een oplage van 101.356<br />
exemplaren.<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>:<br />
Saskia de Ree-Steenbergen (eindredactie)<br />
Tekst:<br />
Lideke Simon<br />
Foto's:<br />
Toon Hendriks<br />
Charles Keijser<br />
Vormgeving:<br />
WCGO / Mark Siebelink<br />
Coördinatie/exploitatie:<br />
Lideke Simon<br />
Website:<br />
www.slingelandziekenhuis.nl<br />
September <strong>2004</strong>
“Een moeilijk vak. Ongelooflijk technisch en ook heel theoretisch.<br />
Het behelst geneeskunde en materiaalkunde. Voor kaakchirurgie<br />
heb je absoluut een driedimensionaal inzicht nodig. En dat<br />
hebben we gelukkig alle drie”, aldus Marcel Larik, mede doelend op<br />
zijn twee collega’s Rob Mooren en Martien de Koning. Sinds december<br />
2000 vormen deze drie kaakchirurgen een maatschap.<br />
En hoewel de polikliniek op dit moment wordt aangepast, is alles<br />
aanwezig wat er nodig is.<br />
De kaakchirurg begeeft zich op een aantal vakgebieden.<br />
Zo behoort traumatologie in het<br />
hoofd- en halsgebied tot het vakgebied van de<br />
kaakchirurg, evenals speekselklierchirurgie, de<br />
reconstructieve chirurgie van de onder- en<br />
bovenkaak, de implantologie en de dento<br />
alveolaire chirurgie waaronder het verwijderen<br />
van verstandkiezen valt, wortelpuntoperaties en<br />
kleine correcties aan de kaak.<br />
“We constateren dat er steeds meer verschuivingen<br />
plaatsvinden van kliniek naar polikliniek”,<br />
vertellen Larik en Mooren. “Steeds meer wordt<br />
plaatselijke verdoving toegepast. En omdat er<br />
meer poliklinisch kan worden gedaan, loopt de<br />
wachttijd terug. En dat is voor de patiënten<br />
belangrijk.”<br />
De kaakchirugie heeft veel raakvlakken met<br />
andere specialisaties en op een aantal vlakken<br />
zelfs overlappingen. “Dat maakt ons vak zo boeiend.<br />
We doen veel meer dan de mensen soms<br />
denken. Overigens varieert dat per ziekenhuis<br />
en zelfs per land. In Duitsland is het gebied<br />
waarop de kaakchirurg actief is nog groter”,<br />
aldus de Doetinchemse kaakchirurgen. “Wij<br />
doen natuurlijk veel priegelwerk. Met het<br />
begrip gentle tissue handling begint dan ook<br />
onze opleiding. Enkele technieken die bijvoorbeeld<br />
de plastisch chirurg doet, beheersen wij<br />
ook. Zo komen patiënten met kwaadaardigheden<br />
in het gezicht via de dermatoloog bij ons<br />
als er gesneden moet worden. Hoewel sommige<br />
dermatologen ook zelf snijden. Maar wij halen<br />
op onze beurt bijvoorbeeld bij een neusfractuur<br />
er vaak een KNO-arts bij.”<br />
Implantologie<br />
Tandheelkundige implantaten behoren tot het<br />
vakgebied van de kaakchirurg. Nieuwe ontwikkelingen<br />
volgen elkaar op dit gebied in rap<br />
tempo op. “Dat heeft alles met materialen te<br />
maken”, vertelt Mooren. “Was het tot voor<br />
twee jaar nog standaard dat een implantaat drie<br />
maanden nodig had om in te groeien en dat<br />
gedurende die periode de kaak niet teveel kon<br />
worden belast, tegenwoordig is dat met het<br />
nieuwste materiaal teruggebracht tot zes weken.”<br />
Ook esthetisch is er vooruitgang geboekt. “De<br />
plaats van het implantaat voor de voortanden is<br />
veranderd. We bekijken nu eerst waar de ideale<br />
Veel nieuwe ontwikkelingen op<br />
gebied van kaakchirurgie<br />
• Vlnr. Martien de<br />
Koning, Rob<br />
Mooren en<br />
Marcel Larik<br />
plek is voor het implantaat en daar passen we<br />
het bot op aan. En er is nog resultaat te halen<br />
met tissue engineering op plaatsen waar het bot<br />
of tandvlees weg is.”<br />
De kaakchirurgen melden veel nieuwe ontwikkelingen<br />
in materiaal. “Het kunstbot met een<br />
deel eigen bot bestaat al. Wat de toekomst<br />
wordt is een soort mal van chemisch materiaal<br />
dat veel op bot lijkt. Daar kan het eigen bot in<br />
aangroeien. De mal is van een zodanige samenstelling<br />
dat die uiteindelijk weer verdwijnt. De<br />
benodigde weefselvermeerdering kan via verschillende<br />
manieren verkregen worden. Het<br />
toverwoord daarin is de stamceltechniek. Dat<br />
wordt de toekomst, daar gaan we naartoe. En<br />
hoe lang dat nog duurt...”<br />
Endoscopische chirurgie<br />
Voor de behandeling van kaakkopfracturen zijn<br />
eveneens ontwikkelingen te melden.<br />
“De endoscopische chirurgie. Het staat in ons<br />
vakgebied nog wat in de kinderschoenen maar<br />
het is echt nieuw. Met endoscopische chirurgie<br />
kunnen we via een klein sneetje in de huid een<br />
scoop inbrengen. Een scoop is een klein buisje<br />
waardoor we met behulp van een camera<br />
kunnen opereren. Het voordeel is dat de snee<br />
minimaal is, dat er minder weefsel wordt<br />
verplaatst en dat de kans op complicaties is<br />
verkleind.” Mooren geeft aan veel mogelijkheden<br />
te zien voor deze vorm van opereren in<br />
de kaakgewrichtschirurgie.<br />
Ook op het gebied van distractie is nieuws te<br />
melden. Distractie is een techniek om een te<br />
kort botstuk te corrigeren. “Dit gebeurde altijd<br />
op een bepaalde leeftijd, als de patient is uitgegroeid.<br />
Nu zijn we in staat om via een nieuwe<br />
techniek bij jonge mensen van 12 of 13 jaar, en<br />
soms nog jonger, een ernstige afwijking aan de<br />
kaak te opereren. Dat kan om een kaakverbreding<br />
of -verlenging gaan. De jonge patiëntjes<br />
hebben van deze afwijkingen niet alleen functieproblemen<br />
maar vaak ook psychische problemen.<br />
Een grote stap vooruit is dit dus voor ons<br />
ziekenhuis.”<br />
Wensen<br />
En hoewel de afdeling kaakchirurgie over veel<br />
nieuwe mogelijkheden kan beschikken, er blijven<br />
ook nog een aantal wensen bestaan. Een<br />
wens van de kaakchirurgen, die overigens op<br />
korte termijn al in vervulling gaat, is de mogelijkheid<br />
om bijvoorbeeld twee dagen per week<br />
in het ziekenhuis samen te werken met een<br />
gespecialiseerde tandarts voor heel bijzondere<br />
tandheelkunde. “Een soort tussenstation tussen<br />
tandarts en kaakchirurg. Deze tandarts is er<br />
voor een bepaalde groep patiënten, zoals de<br />
angst-patiënten, de mensen met kaakgewrichtsklachten<br />
en de mensen met slaapproblemen<br />
door snurken. Want voor de sociale problematiek<br />
rondom snurken kan een apparaatje worden<br />
aangemeten dat de kaak een beetje naar<br />
voren houdt. Dat kan een speciale tandarts doen.”<br />
“Een boeiend vak”, sluiten de kaakchirurgen af.<br />
“Een vak dat volop in beweging is. Via congressen<br />
en cursussen zoals volgend jaar in<br />
Zwitserland, blijven we op de hoogte van de<br />
nieuwe ontwikkelingen. Dat is belangrijk. Dat<br />
betekent kwaliteit.”<br />
Informatie over het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>?<br />
Kijk op de website<br />
www.slingelandziekenhuis.nl<br />
www
• Henk Drost, cardioloog<br />
Hartfalen wordt volgens Drost de epidemie van de<br />
toekomst. Patiënten zullen door hartfalen vaker<br />
voor controle naar het ziekenhuis moeten komen.<br />
In september van dit jaar start daarom een nieuwe<br />
polikliniek: de hartfalenpoli. “Hiervoor zijn twee<br />
verpleegkundigen opgeleid die onder supervisie<br />
van de cardiologen patiënten intensief controleren<br />
en eventueel de medicatie bijstellen. Op deze<br />
manier moet het minder vaak noodzakelijk zijn dat<br />
de patiënten worden opgenomen.”<br />
De vijf cardiologen die aan het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> zijn verbonden stellen zich veel van de<br />
nieuwe poli voor. De hartfalenpoli is gerealiseerd<br />
naast de bestaande polikliniek cardiologie. “De<br />
beide verpleegkundigen werken ieder twee dagdelen<br />
op de hartfalenpoli en doen daar eigenlijk<br />
een soort dokterswerk. Maar daar zijn ze voor<br />
huisdrukkerij: Nemat Afshar<br />
Cardiologie start nieuwe<br />
‘hartfalen-poli’<br />
De ontwikkelingen op het gebied van cardiologie staan niet stil. Door betere behandelingen<br />
overleven patiënten steeds vaker een hartinfarct. De prehospitale trombolyse die inmiddels zo’n<br />
twee jaar geleden is gestart, is daar zeker debet aan. Dit project is samen met de GGD, de<br />
ambulancedienst, het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> en het Beatrix <strong>Ziekenhuis</strong> in Winterswijk opgestart<br />
en houdt in dat al in de thuissituatie de patiënt medicijnen krijgt toegediend. De ambulancebroeder<br />
kan de diagnose stellen, er kan thuis al een ECG worden gemaakt omdat alle ziekenauto’s<br />
tegenwoordig de apparatuur aan boord hebben, en met stolseloplossende medicijnen kan<br />
vervolgens het infarct worden beperkt. Want dat is volgens Henk Drost, cardioloog, het toverwoord:<br />
infarctgrootte-beperking. “Daardoor overleven meer patiënten een hartinfarct. Maar het<br />
hart heeft wel een tik gehad en dus zullen er in de toekomst meer mensen komen met een verminderde<br />
pompfunctie van het hart, patiënten dus met hartfalen.”<br />
opgeleid. En overigens, ze werken al op de polikliniek<br />
cardiologie”, vertelt Drost.<br />
Nieuw is eveneens de dit jaar opgezette ‘eerste<br />
harthulp’. “We hebben twee bedden beschikbaar<br />
gemaakt voor mensen die met hartklachten worden<br />
opgenomen. Twee observatiebedden.<br />
Belangrijk is om snel te weten wat er aan de hand<br />
is. In een korte periode wordt een scala aan onderzoek<br />
gedaan. Zo wordt er een hartfilmpje<br />
gemaakt, een fietstest gedaan en een bloedonderzoek.<br />
In een snel tempo kan worden bekeken wat<br />
de reden van de klachten is. En vervolgens is het<br />
snel mogelijk om de patiënt of door te sturen naar<br />
de hartbewaking of weer naar huis te laten gaan.”<br />
Voor de cardioloog is de automatisering, die<br />
uiteraard ook in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> steeds<br />
meer terrein wint, een bijzonder instrument. Via<br />
het beeldscherm kan hij aan zijn bureau, dus op<br />
afstand, de patiënt op bijvoorbeeld de hartbewaking<br />
volgen. “Natuurlijk blijft de patiënt centraal<br />
en zal het nooit de bedoeling zijn om alles vanaf<br />
afstand te beoordelen. Het is belangrijk en het<br />
blijft belangrijk om vaak zelf de patiënt te zien.<br />
Service<br />
• Huisdrukkerij:<br />
2,8 miljoen kopieën<br />
per jaar<br />
• drukwerk/productie:<br />
2,4 miljoen per jaar<br />
Maar door de mogelijkheden die de computer met<br />
zich meebrengt wordt wel veel tijd bespaard. De<br />
cardioloog kan nu ieder gewenst moment van de<br />
dag de toestand van een patiënt bekijken. Zonder<br />
dat hij daarvoor eerst veel lange gangen doormoet.”<br />
De ontwikkelingen op het gebied van de cardiologie<br />
gaan met een rap tempo. Voor de patiënt is dat<br />
vaak letterlijk van levensbelang. Er worden steeds<br />
minder mensen met een hartinfarct opgenomen.<br />
De laatste jaren een daling van zo’n 10 procent,<br />
een landelijke trend.<br />
“Betere behandelingen van bijvoorbeeld de bloeddruk<br />
en het cholesterolgehalte zijn daar de oorzaak<br />
van. Ook de betere resultaten van dotteren<br />
maakt de kans op fatale infarcten veel kleiner.”<br />
Drost meldt dat de patiënten steeds ouder worden.<br />
“We streven allemaal naar een langer en een beter<br />
leven. Ook de ouderen kunnen we nog wat bieden.<br />
Soms zijn patiënten 85 jaar en kun je toch nog<br />
opereren en soms is dat bij een 65-jarige niet meer<br />
mogelijk. Maar duidelijk is wel dat we steeds meer<br />
kunnen doen.”
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> heeft<br />
open dag op zondag 10 oktober<br />
Op zondag 10 oktober houdt het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> een open dag. Van 11.00 tot 16.00 uur is<br />
iedereen van harte welkom om de opengestelde afdelingen te komen bekijken. Uit voorgaande<br />
jaren is gebleken dat er heel veel belangstelling is voor deze open dag. En dat heeft waarschijnlijk<br />
alles te maken met de wijze waarop de bezoekers worden ontvangen.<br />
“Wij proberen op alle afdelingen die meedoen<br />
aan de open dag de bezoekers ook echt<br />
wat te laten zien”, vertelt Saskia de Ree, PRfunctionaris<br />
van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>.<br />
“Dus kom je op de OK, dan zie je wat er op de<br />
OK gebeurt. Kom je in de keuken, dan zie je<br />
bijvoorbeeld hoe het eten wordt geportioneerd.<br />
Voor de eerste keer doet ook de apotheek<br />
mee. Iedereen mag door de apotheek<br />
lopen en zien hoe het daar gaat. Maar ook<br />
onze nieuwe afdeling dialyse is opengesteld.<br />
De bezoekers kunnen gaan kijken hoe het er<br />
uit ziet. En op de afdeling plastische chirurgie<br />
kan worden bekeken wat daar allemaal wordt<br />
gedaan. De afdeling Spoedeisende Hulp is<br />
open en daar worden zelfs Lotus-slachtoffers<br />
ingezet om de bezoekers duidelijk te maken<br />
hoe er wordt gewerkt.”<br />
Saskia de Ree meldt dat de mensen die vorige<br />
keer de open dag hebben bezocht, deze keer<br />
weer veel andere nieuwe ontwikkelingen kunnen<br />
bekijken. “Vernieuwingen en ontwikkelingen<br />
staan niet stil in ons ziekenhuis. Dat<br />
willen we graag allemaal laten zien. Daar zijn<br />
we ook trots op. We zijn trots op ons ziekenhuis<br />
en met veel liefde willen we laten zien<br />
waar we hier met z’n allen mee bezig zijn.<br />
Wat er allemaal is en wat we allemaal kunnen.”<br />
De route door het ziekenhuis wordt goed aangegeven<br />
en kan van twee verschillende kanten<br />
worden gestart. “De route is vrij lang.<br />
Overal staan gastvrouwen die goed herkenbaar<br />
zijn om vragen te beantwoorden. Er zijn<br />
• Saskia de Ree-Steenbergen, PR-functionaris<br />
verschillende plaatsen waar de mensen een<br />
glaasje water kunnen drinken. En wanneer de<br />
route voor sommigen toch te lang blijkt te<br />
zijn, dan kunnen ze via de gastvrouwen de<br />
route onderbreken.”<br />
Iedereen in het verzorgingsgebied van het<br />
Doetinchemse ziekenhuis krijgt de kans het<br />
ziekenhuis tijdens de open dag eens van een<br />
andere kant te bekijken. Ook het nieuwe TECgebouw<br />
is open, daar kan een kijkje worden<br />
genomen bij onder andere de bloedbank en<br />
bij Sensire. “Niet bij de huisartsenpost. Die is<br />
gewoon in bedrijf.”<br />
Uiteraard zijn ook de verschillende patiëntenafdelingen<br />
niet voor het publiek toegankelijk.<br />
De dagelijkse zorg gaat immers gewoon door<br />
en de rust moet voor de patiënt gewaarborgd<br />
blijven.<br />
Naast de informatie op de verschillende afdelingen<br />
kan de bezoeker tevens veel voorlichtingsmateriaal<br />
vinden tijdens de open dag. Zo<br />
is de Patiënten Advies Raad aanwezig evenals<br />
de Stichting Vrienden van het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong>. Ook is er een stand over de opleidingen<br />
in het ziekenhuis en heeft de<br />
Doetinchemse bibliotheek er een informatiepunt.<br />
Aan het eind van de route krijgen de bezoekers<br />
koffie met iets lekkers aangeboden in het<br />
auditorium.<br />
Gruitpoort<br />
Het centrum voor kunstzinnige vorming De<br />
Gruitpoort zorgt voor<br />
een luchtig accent tijdens<br />
de open dag. Buiten<br />
brengt een straattheater<br />
de nodige sfeer en binnen<br />
zijn er bijvoorbeeld<br />
demonstraties van houtsnijden<br />
en grafiek. Er is<br />
een tentoonstelling van<br />
grafiek en een karikatuurtekenaar,<br />
allemaal verzorgt<br />
door De Gruitpoort.<br />
In de verschillende wachtkamers<br />
is er voor kinderen<br />
circus en grimeren. Ook<br />
kunnen de kids ‘te gek<br />
op de foto’. Ze kunnen<br />
zich als arts verkleden of<br />
als verpleegster en worden<br />
op die manier ‘te<br />
• Archieffoto open dag 2002<br />
gek’ op de foto gezet.<br />
De Gruitpoort heeft drie informatiestands tijdens<br />
de open dag waar het filmhuis, het theater,<br />
het cursusaanbod en algemene informatie<br />
verkrijgbaar is.<br />
Ook via www.gruitpoort.nl is overigens over<br />
het centrum voor kunstzinnige vorming van<br />
alles te vinden.<br />
Open dag 8 oktober<br />
kinderafdeling<br />
Alle scholen in de regio zijn uitgenodigd<br />
om een kijkje te nemen op de kinderafdeling.<br />
Op vrijdag 8 oktober in de ochtend<br />
komen de groepen 1 tot en met 4.<br />
's Middags komen de groepen 4 tot en met 8.<br />
De schooljeugd en hun onderwijzers krijgen<br />
informatie over bijvoorbeeld gezonde voeding<br />
en over het belang van sporten. Maar<br />
ook over: buisjes in je oren, hoe gaat dat<br />
precies, en hoe verloopt de voorbereiding<br />
op een operatie.<br />
De rondleiding wordt afgesloten met een<br />
optreden van Warboel.
Transmuraal en Educatief Centrum<br />
nieuw op terrein ziekenhuis<br />
Afgelopen voorjaar is op het terrein van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> het TEC geopend. Het<br />
Transmuraal & Educatief Centrum, kortweg TEC genoemd is een modern gebouw waarvan alle<br />
vierkante meters optimaal worden gebruikt. In het gebouw bevinden zich de huisartsenpost, de<br />
dienstapotheek, de trombosedienst, twee transferverpleegkundigen van het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong>, de Thuiszorgwinkel, de bloedbank, Beter Horen en Roessingh Revalidatie Techniek.<br />
De bovenste verdieping is geheel in gebruik als Educatief Centrum.<br />
“We zijn heel blij met de komst van het TEC”,<br />
vertelt Arie Sparreboom, directeur van het<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>. “Met de thuiszorg, de<br />
huisartsenpost en al die andere huurders. Maar<br />
voor ons ziekenhuis is ook de opleidingsverdieping<br />
erboven heel belangrijk. In het opleidingscentrum<br />
zit zelfs een grote medische<br />
bibliotheek. We leiden natuurlijk ook veel op.<br />
Dat is onze tweede kernactiviteit.”<br />
Huisartsenpost Oude IJssel is geen echte nieuwkomer<br />
op het ziekenhuisterrein. In oktober<br />
2001 heeft deze post een onderkomen gekregen<br />
in het beheersgebouw. Dit voorjaar is zij<br />
verhuisd naar het souterrain van het TEC.<br />
Net als de dienstapotheek is de huisartsenpost<br />
geopend tussen 17.00 en 8.00 uur en in het<br />
weekend en op feestdagen.<br />
De Huisartsenpost zit gelijkvloers met de<br />
Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. Vlak<br />
voordat de huisartsenpost opengaat, wordt een<br />
crashkar van het ziekenhuis op de huisartsenpost<br />
gezet. Deze kar bevat instrumenten en<br />
medicatie voor reanimatie. Na sluitingstijd<br />
wordt de kar weer teruggebracht.<br />
Dienstapotheek Oude IJssel is gehuisvest op de<br />
begane grond van het TEC. Er zijn vijftien apotheken<br />
uit de regio betrokken bij deze dienstapotheek,<br />
uit Doetinchem, Hengelo, Zelhem,<br />
Varsseveld, Wehl/Kilder, Terborg, Ulft,<br />
Gendringen, Silvolde en 's-Heerenberg. De apotheek<br />
van Dinxperlo overweegt deelname. De<br />
dienstapotheek streeft naar dezelfde regionale<br />
dekking als de huisartsenpost Oude IJssel.<br />
Nu er een dienstapotheek is, zijn de apotheken<br />
in de regio ‘s nachts gesloten. Voor de patiënten<br />
die van de huisartsenpost een recept meekrijgen,<br />
is dat geen probleem. Immers, de dienstapotheek<br />
zit een verdieping hoger in het TEC.<br />
Dienstapotheek Oude IJssel is opgezet naar het<br />
voorbeeld van dienstapotheek Salland in<br />
Deventer. Er wordt niet bereid, er zijn alleen<br />
kant-en-klare artikelen verkrijgbaar. De enige<br />
uitzondering daarop is het aanmaken van antibiotica-dranken.<br />
De dienstapotheek is er ook<br />
niet voor herhalingsrecepten. Insteek van de<br />
dienstapotheek is dat mensen uit de nood worden<br />
geholpen tot hun eigen apotheek weer<br />
open is. Alle deelnemende apotheken hebben<br />
hun computer gekoppeld aan de computer van<br />
de dienstapotheek. Op die manier kan er<br />
medicatiebewaking plaatsvinden van de<br />
patiënten die de dienstapotheek bezoeken.<br />
Een aantal jaren geleden telde Nederland 22<br />
regionale bloedbanken. In 1998 is dat aantal<br />
teruggebracht naar negen. In 2002 is men naar<br />
één landelijke bloedbank gegaan, verdeeld<br />
over vier regionale divisies. Die landelijke<br />
bloedbank heet Sanquin Bloedbank en is door<br />
de minister van VWS aangewezen om er voor<br />
te zorgen dat er in Nederland voldoende<br />
donorbloed voorhanden is. Stichting Sanquin<br />
Bloedvoorziening heeft als enige in Nederland<br />
het recht om bloed in te zamelen. Doetinchem<br />
valt onder Regio<br />
Zuidoost van<br />
Sanquin Bloedbank,<br />
waarvan het regiokantoor<br />
in Nijmegen<br />
gevestigd is.<br />
In Doetinchem<br />
wordt uiteraard al<br />
jarenlang bloed<br />
ingezameld. Vroeger<br />
gebeurde dat bij de<br />
Spoedeisende Hulp<br />
in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong>, daarna<br />
is men verhuisd naar<br />
Partycentrum Hart<br />
van Doetinchem en<br />
sinds dit voorjaar is<br />
Sanquin Bloedbank<br />
weer terug op het<br />
ziekenhuisterrein. En wel op de eerste verdieping<br />
van het TEC.<br />
Audicien Beter Horen zit al op twee locaties in<br />
Doetinchem en heeft er met haar vestiging in<br />
het TEC een derde locatie bij. De andere twee<br />
vestigingen zitten aan de Walstraat (centrum)<br />
en de Terborgseweg.<br />
Hoortoestellen worden steeds kleiner en beter.<br />
Bovendien is door de opkomst van de walkman<br />
het helemaal geen raar gezicht meer dat<br />
iemand iets in zijn of haar oor heeft. Op dit<br />
moment worden hoortoestellen nog door de<br />
zorgverzekeraars vergoed, maar in 2006 houdt<br />
dat waarschijnlijk op.<br />
Duidelijk zichtbaar op de begane grond aan de<br />
voorkant van het TEC bevindt zich de thuiszorgwinkel<br />
van Sensire. De Doetinchemse thuiszorgwinkel<br />
was voorheen gevestigd in de stad,<br />
bij schouwburg Amphion. Op de eerste verdieping<br />
van het TEC-gebouw heeft Sensire nog<br />
meer ruimtes in gebruik. Daar hebben de<br />
medewerkers voor specifieke zorg hun kantoor,<br />
zoals de diabetesverpleegkundige, incontinentieverpleegkundige<br />
en de oncologieverpleegkundige.<br />
Op de begane grond, boven de huisartsenpost,<br />
bevindt zich een vestiging van Roessingh<br />
Revalidatie Techniek. Hier kan men terecht<br />
voor protheses, ortheses (voor ondersteuning<br />
en correctie), maar bijvoorbeeld ook voor<br />
steunkousen. De vestiging in het TEC is twee<br />
hele dagen en een dagdeel geopend. De openingstijden<br />
sluiten aan op de spreekuren van<br />
de revalidatieartsen. Roessingh Revalidatie<br />
Techniek is nog wat zoekende wat betreft de<br />
openingsuren. Ze werken veel op afspraak.
Gynaecologie zet belangrijke<br />
stappen voorwaarts<br />
De afdeling gynaecologie van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> heeft lange tijd gewerkt met een team van<br />
vier gynaecologen. Sinds begin 2003 is dat aantal uitgebreid en op dit moment zijn zes gynaecologen<br />
werkzaam op een afdeling waar veel nieuwe ontwikkelingen zijn. “Mede dankzij de uitbreiding<br />
van het team kunnen we ons nu goed toeleggen op nieuwe mogelijkheden binnen ons vakgebied<br />
en dat levert een behoorlijke kwaliteitsverbetering op”, aldus Frans Reijnders, gynaecoloog.<br />
De vraag naar gynaecologische hulp neemt toe.<br />
Het gynaecologisch aanbod eveneens. Zowel op<br />
het gebied van verloskunde, gynaecologie als<br />
vruchtbaarheid zijn belangrijke nieuwe stappen<br />
gezet.<br />
“De prenatale diagnostiek biedt steeds meer<br />
mogelijkheden”, vertelt gynaecoloog Eveline Tepe.<br />
“Tijdens de zwangerschap kan gewezen worden<br />
op de mogelijkheid om eventuele afwijkingen bij<br />
het kind op te sporen. In speciale centra waar wij<br />
mee samenwerken vindt de prenatale diagnostiek<br />
plaats. Daar wordt bijvoorbeeld een vlokkentest<br />
gedaan of een vruchtwaterpunctie. We doen hier<br />
wel een zogenaamde prenatale screening.<br />
Wanneer de zwangerschap 11 weken is gevorderd<br />
kunnen we een nekplooimeting bij het kind doen<br />
en een tripletest, dat is een bloedbepaling bij de<br />
moeder. Met de resultaten kunnen we een kansberekening<br />
op afwijkingen maken en eventueel<br />
doorverwijzen naar het centrum Arnhem of<br />
Nijmegen. Binnen de prenatale screening kan bij<br />
20 weken zwangerschap een uitgebreide echoscopie<br />
worden uitgevoerd om bijvoorbeeld een<br />
open ruggetje op te sporen. Wanneer afwijkingen<br />
worden geconstateerd verwijzen wij door naar het<br />
centrum voor prenatale diagnostiek”, aldus Eveline<br />
Tepe.<br />
De vraag naar prenatale screening neemt toe. De<br />
informatie over deze mogelijkheden vindt zijn weg<br />
naar aanstaande ouders en steeds vaker wordt<br />
door hen zekerheid gezocht in een vroeg stadium.<br />
Pijnstilling<br />
“Pijnstilling tijdens de baring bestond vroeger<br />
slechts uit een warm bad of een warme douche”,<br />
• Eveline Tepe, gynaecoloog<br />
legt Reijnders uit. “Tegenwoordig wordt steeds<br />
vaker een ruggenprikverdoving toegepast. Tien<br />
procent van de bevallingen in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> gebeurt inmiddels op die manier.<br />
Dat kan dankzij de goede samenwerking met de<br />
anesthesisten.”<br />
De verloskundige zorg in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> wordt ondersteund door een eigen<br />
groep verloskundigen. Dit zijn speciaal opgeleide<br />
verloskundigen die in dienst zijn van het ziekenhuis<br />
en werken onder supervisie van de dienstdoende<br />
gynaecoloog.<br />
Alle toekomstige moeders en vaders worden voor<br />
een bevalling in het <strong>Slingeland</strong> ziekenhuis goed<br />
voorgelicht. Iedere eerste dinsdag van de maand is<br />
er een voorlichtingsavond waarbij een verpleegkundige,<br />
een verloskundige en een gynaecoloog<br />
de aanstaande ouders vertellen hoe een bevalling<br />
in het ziekenhuis kan verlopen. Overigens zijn ook<br />
aanstaande ouders die thuis bevallen welkom bij<br />
deze avonden. Immers ook zij kunnen onverwacht<br />
toch nog naar het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> moeten,<br />
waar overigens jaarlijks zo'n duizend bevallingen<br />
plaats vinden.<br />
Gynaecologisch oncoloog<br />
Voor kwaadaardige gynaecologische aandoeningen<br />
heeft het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> een samenwerkingsverband<br />
met het universiteits ziekenhuis<br />
van Nijmegen. Gynaecologische oncologen komen<br />
naar het Doetinchemse <strong>Ziekenhuis</strong> om specialistische<br />
operaties uit te voeren. “De patiënt kan hierdoor<br />
in veel gevallen in het eigen ziekenhuis blijven<br />
en de nazorg wordt door de eigen specialist<br />
gedaan. Dat is voor veel mensen heel prettig.”<br />
Nieuwe technieken<br />
Omdat de mensen steeds<br />
ouder worden en ze een<br />
goede kwaliteit van leven<br />
willen, wordt op tal van<br />
gebieden nieuwe technieken<br />
ontwikkeld. Voor een<br />
verzakking van de baarmoeder<br />
bijvoorbeeld, of<br />
voor incontinentie. Voor dit<br />
laatste is een samenwerking<br />
met de urologen<br />
gestart. “Incontinentie is<br />
lang een probleem<br />
geweest waar niet zo<br />
gemakkelijk over werd<br />
gesproken”, weet<br />
Reijnders. “Dat is gelukkig<br />
• Frans Reijnders, gynaecoloog<br />
veranderd. De stap naar de huisarts is sneller<br />
gemaakt en met goede oefentherapie is veel te<br />
bereiken. Brengt dat niet het gewenste resultaat,<br />
dan kan een operatieve ingreep uitkomst bieden.<br />
Een betrekkelijk simpele ingreep met een heel<br />
mooi resultaat.”<br />
Vrouwen die last hebben van overmatige menstruatie<br />
ondergingen vroeger meestal een baarmoederverwijdering.<br />
Tegenwoordig kan dit probleem ook<br />
worden opgelost door een kijkoperatie in de baarmoeder,<br />
een zogenaamde hysteroscopische operatie.<br />
Hierbij wordt door een klein buisje via de baarmoedermond<br />
weefsel van de binnenkant van de<br />
baarmoeder verwijderd.<br />
Fertiliteit<br />
Bij de fertiliteitsonderzoeken en - behandelingen<br />
(onderzoek en behandeling gericht op de vruchtbaarheid)<br />
kan eveneens een kwaliteitsverbetering<br />
worden gemeld. Er is een apart fertiliteitsspreekuur<br />
gestart. Doktersassistentes zijn hiervoor speciaal<br />
opgeleid. Zij hebben de tijd, de aandacht en de<br />
expertise die nodig is om een goede invulling aan<br />
dit spreekuur te geven, waarbij zij werken onder<br />
supervisie van de gynaecoloog. “De onderzoeken<br />
en de behandelingen zijn vaak intensief”, vertelt<br />
Eveline Tepe. “Soms moeten de mensen iedere dag<br />
terugkomen. En dat lukt niet bij een gynaecoloog.”<br />
Co-assistent<br />
“Gelukkig wordt onze polikliniek binnenkort uitgebreid,<br />
wat ook nodig is met al die nieuwe ontwikkelingen.<br />
Daarbij komt nog dat vanaf volgend jaar<br />
co-assistenten een deel van hun opleiding ook op<br />
de afdeling gynaecologie kunnen krijgen. “Dat we<br />
in staat zijn om deze opleiding te kunnen bieden<br />
zegt natuurlijk wel iets over onze groep”, vinden<br />
de beide gynaecologen.
• Jan Bürer<br />
“Reuma is een verzamelnaam voor zo’n 150<br />
verschillenden ziektes, syndromen en aandoeningen”,<br />
vertelt J. Bürer, reumatoloog. “In<br />
Nederland wordt het begrip reuma soms ten<br />
onrechte gebruikt. Dat is verwarrend. De<br />
bekendste reumatische aandoening is de chronische<br />
gewrichtsreuma: reumatoïde artritis.<br />
Dat is echt een vervelende ziekte. Dat maakt<br />
je gewrichten kapot als je er niets aan doet.”<br />
Volgens de Nederlandse reumatologen lijdt 1<br />
procent van de westerse bevolking aan deze<br />
aandoening.<br />
De groep mensen met chronische reumatoïde<br />
artritis is een groep die de reumatoloog veel<br />
ziet en die de zorg van de reumatoloog nodig<br />
heeft. Een groep die tot voor kort wel kon<br />
worden behandeld met zware anti-reumamedicijnen<br />
maar die niet kon worden genezen.<br />
“Maar er zijn nieuwe ontwikkelingen te melden”,<br />
aldus Bürer, “Er is een wonder-medicijn<br />
gekomen. Door uitgebreid wetenschappelijk<br />
onderzoek van het afweersysteem is ontdekt<br />
dat de zogenaamde Tumor necrosis factoralpha<br />
blokker de ernstige vormen van deze<br />
reuma-aandoening veel rustiger kan krijgen.<br />
Dat betekent dat de mensen die altijd de<br />
meeste last van de ziekte hebben gehad nu<br />
vaak goed te behandelen zijn.”<br />
Het nieuwe medicijn heeft echter een schaduwzijde.<br />
“Het is enorm duur. Op jaarbasis<br />
kost een behandeling voor 1 patiënt zo’n<br />
13.000 euro. Dat betekent dat je het niet zo<br />
maar aan iedereen kunt geven. Dit is alleen<br />
voor mensen die het echt heel hard nodig<br />
hebben.”<br />
De overheid heeft landelijk geregeld dat voor<br />
Ontwikkelingen reumatologie<br />
staan niet stil<br />
De reumatologen van het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> beoefenen hun vak in de volle breedte en<br />
diepte. Zij zijn opgeleid in de interne geneeskunde en hebben zich daarna speciaal gericht op<br />
de aandoeningen van het bewegingsapparaat. De reumatoloog is als het ware de internist<br />
voor aandoeningen van het bewegingsapparaat.<br />
behandeling toestemming moet worden<br />
gevraagd voor vergoeding van het medicijn.<br />
Aan een centrale commissie moet worden<br />
aangetoond dat de ziekte ernstig genoeg is<br />
om te behandelen. Aan een aantal criteria<br />
moet worden voldaan en is dat het geval dan<br />
gaat er een positief advies naar de ziektekostenverzekeraar.<br />
“Dan volgt er een behandeling<br />
van drie maanden. Daarna moet opnieuw<br />
een aanvraag worden ingediend. Er moet worden<br />
aangetoond dat er een verbetering is opgetreden.<br />
Van te voren is vastgesteld hoe groot die<br />
verbetering moet zijn. Wordt daar aan voldaan<br />
dan volgt een tweede positief advies.<br />
En dan kan de patiënt vervolgens levenslang<br />
een behandeling krijgen met de tnf-alpha<br />
blokkers.”<br />
Het nieuwe medicijn heeft naast de financiële<br />
schaduwzijde nog een bijwerking: “Er kan een<br />
verhoogde kans zijn op bepaalde infecties. En<br />
deze infecties verlopen dan ook nog eens ernstiger.<br />
Op de grote groep is het aantal patiënten<br />
dat dit negatieve effect heeft te verwaarlozen<br />
maar bij het individu telt het natuurlijk<br />
sterk. Toch blijkt dat zelfs in het geval van<br />
infecties de patiënt toch graag het medicijn<br />
blijft gebruiken”, vertelt de reumatoloog.<br />
Voor de groep die met het medicijn behandeld<br />
kan worden betekent het een enorme<br />
stap voorwaarts. “Het leven krijgt weer kwaliteit.<br />
Een aantal voelt zich zelfs niet meer ziek.<br />
Ze hebben minder pijn, zijn minder stijf en<br />
niet of aanzienlijk minder moe. Het is echt<br />
een verschil van dag en nacht. Sommigen kunnen<br />
zelfs hun werk of hun hobby weer opnemen.<br />
Want als je chronisch ziek bent dan heb<br />
je vaak nergens zin in. Dus ook deze negatieve<br />
gevoelens verdwijnen.”<br />
Het tnf-alpha blokkerende medicijn is sinds<br />
een paar maanden ook toegestaan voor<br />
patiënten met de ziekte van Bechterew en<br />
voor mensen met Artritis Psoriatica. “Ook hier<br />
blijkt het te werken. Maar ook hier geldt het<br />
aanvraagsysteem bij de overheid voor de vergoeding.”<br />
Sinds twee jaar heeft het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> een derde reumatoloog: mevrouw<br />
Irene Idema. “Er was behoefte aan een derde<br />
dokter”, aldus Bürer. “De wachtlijsten werden<br />
te lang.”<br />
Bürer en Idema vormen met Peter Lanting een<br />
maatschap. Bürer en Lanting zijn naast het<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> ook werkzaam in het<br />
streekziekenhuis in Winterswijk.<br />
Reumaconsulente<br />
De reumaconsulente is een gespecialiseerde<br />
verpleegkundige waarmee de reumatologen<br />
steeds beter en nauwer samenwerken. In<br />
Doetinchem zijn twee consulentes werkzaam<br />
en ze hebben een eigen spreekuur. Ze adviseren<br />
over praktische zaken zoals bad, lift,<br />
traplift, parkeerkaart en uitkering, ze geven<br />
voorlichting over de ziekte en het medicijngebruik.<br />
Ze hebben een eigen verantwoordelijkheid<br />
maar werken goed samen met de<br />
reumatoloog. “In de toekomst worden hun<br />
werkzaamheden waarschijnlijk nog verder uitgebreid”,<br />
verwacht Bürer.<br />
Een andere nieuwe ontwikkeling is het gebruik<br />
van de echografie. “Het werkt goed en<br />
gemakkelijk bij weke-delen reuma”, vertelt<br />
Bürer. “Het heeft een aanvullend karakter op<br />
de Röntgenonderzoeken, de Röntgenfoto’s,<br />
en het is minder belastend voor de patiënt.”<br />
Ook voor de reumatologie staan de ontwikkelingen<br />
niet stil. Het nieuwe ‘wonder-medicijn’<br />
is een grote stap vooruit voor de patiënt.<br />
Informatie over het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong>?<br />
Kijk op de website<br />
www.slingelandziekenhuis.nl<br />
www
Fysiotherapie: TENS behandeling<br />
biedt uitkomst bij pijn<br />
Een niet-medicamenteuze pijntherapie voor chronisch patiënten, dat is de TENS-therapie. Hennie<br />
Hubert en Lucia Neijenhuis, beide fysiotherapeut in het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> zijn er razend enthousiast<br />
over. “Het is geen nieuwe behandeling maar helaas nog wel steeds vrij onbekend. En<br />
onbekend maakt onbemind. Gelukkig kunnen we langzamerhand constateren dat de TENStherapie<br />
steeds vaker wordt toegepast. Ook specialisten verwijzen steeds vaker patiënten met<br />
chronische pijn door voor de TENS -behandeling. Want daar is de behandeling voor bedoeld,<br />
voor mensen die chronisch pijn hebben en eigenlijk alles al hebben geprobeerd.”<br />
TENS staat voor Transcutane Elektrische Neuro<br />
Stimulatie. Met een handig apparaat worden<br />
gerichte lichaamspunten elektrisch gestimuleerd<br />
waardoor pijn en klachten verminderen.<br />
“Mensen die chronisch pijn hebben, hebben vaak<br />
al van alles geprobeerd”, aldus Hubert. “Van<br />
manuele therapie, tot spuiten en fysiotherapie.<br />
Noem maar op. En nog steeds blijft de pijn. Die<br />
groep mensen kunnen wij misschien iets bieden.<br />
Voor die groep mensen kan de TENS-therapie uitkomst<br />
bieden. Gebleken is dat twee-derde van de<br />
mensen in beperkte tot grote mate baat heeft bij<br />
deze therapie.”<br />
Het TENS-apparaatje, dat gemakkelijk draagbaar<br />
is en in de broekzak past, bevat batterijen of een<br />
accu. Er worden kabeltjes in bevestigd die op hun<br />
beurt weer aan elektroden worden vastgemaakt.<br />
De zelfklevende elektroden worden zo dicht<br />
mogelijk bij de pijnbron vastgeplakt op de huid.<br />
De benodigde frequentie wordt ingesteld en door<br />
kleine stroompjes moet vervolgens de pijnprikkel<br />
onderbroken worden.<br />
“De eerste keer dat een patiënt bij ons komt gaan<br />
• Lucia Neijenhuis en Hennie Hubert<br />
we uitgebreid de werking van het apparaat uitleggen.<br />
De TENS werkt als een vorm van stimulatiebehandeling.<br />
Vergelijk het met wanneer je jeuk<br />
hebt, dan ga je krabben. Stoot je je hoofd, dan ga<br />
je wrijven. Een stimulatie dus. De TENS stimuleert<br />
je zenuwstelsel en behandelt dus in feite in ‘je<br />
computer’. De elektrische prikkel op de huid<br />
onderbreekt de pijnprikkel. Door de stimulatie<br />
wordt endorfine vrijgemaakt en de patiënt voelt<br />
zich beter. Het is een begrijpelijk verhaal waar<br />
iedereen achter kan staan. Je hoeft er ook niet in<br />
te geloven. De TENS-therapie is wetenschappelijk<br />
bewezen en in de praktijk uitgetest.”<br />
Na de uitleg krijgt de patiënt een paar weken het<br />
apparaatje mee naar huis. Thuis kan de patiënt<br />
zelf zoeken waar voor hem de perfecte plek is om<br />
de plakkers op de huid te bevestigen. “Omdat het<br />
hier om mensen gaat die al heel veel hebben<br />
geprobeerd om van hun pijn af te komen is het<br />
belangrijk om er de tijd voor te nemen. Vaak zijn<br />
deze mensen sceptisch als ze aan de TENS-therapie<br />
beginnen. Ze hebben er niet echt veel vertrouwen<br />
meer in en dat vertrouwen moeten we zien<br />
op te bouwen.”<br />
Na een week of twee wordt samen met de fysiotherapeut<br />
bekeken welk resultaat de TENS-behandeling<br />
heeft opgeleverd. “We vragen de patiënt<br />
een pijn-score-formulier in te vullen. Zowel voor,<br />
tijdens en na de behandeling moet dat formulier<br />
ingevuld worden. Op die manier proberen wij<br />
inzicht te krijgen in de pijn. De patiënt moet de<br />
gradatie van de pijn invullen, van onuitstaanbare,<br />
nauwelijks te verdragen pijn tot geen pijn of<br />
klachten.”<br />
Gebleken is inmiddels dat twee-derde deel van de<br />
mensen baat heeft bij de behandeling. De een in<br />
een meerdere mate dan de ander. De ervaring<br />
heeft geleerd dat al bij een geringe positieve<br />
reactie de patiënt vaak door wil gaan met deze<br />
vorm van pijnbestrijding. “Het apparaat werkt<br />
niet genezend. Er zijn ook geen bijwerkingen. Als<br />
er een positief resultaat is, dan gaan we bekijken<br />
hoe er misschien nog meer verbetering kan worden<br />
aangebracht. Over het algemeen komen patiënten<br />
tweemaal voor behandeling. Soms is het<br />
nodig dat iemand drie of vier keer terugkomt. Bij<br />
voldoende resultaat krijgt de patiënt het apparaat<br />
in bruikleen mee naar huis.”<br />
Verschillende zorgverzekeraars leveren deze producten<br />
en de patiënt krijgt het gratis in bruikleen.<br />
De batterijen en de plakkers worden vergoed.<br />
Mensen met een pacemaker kunnen de TENS niet<br />
gebruiken. “En wanneer er geen resultaat is, dan<br />
gaat de patiënt terug naar de arts of specialist.”<br />
Er is zeer recent op de afdeling fysiotherapie een<br />
onderzoek naar de effectiviteit van de TENSbehandelingen<br />
afgerond. Dit onderzoek heeft<br />
gelopen van 1 januari tot 1 juli <strong>2004</strong>. Gebleken is<br />
dat 58 procent van de patiënten zoveel baat<br />
heeft bij de TENS dat ze besluiten om het apparaatje<br />
te blijven gebruiken.<br />
TENS-behandelingen kunnen worden gebruikt bij<br />
pijnklachten op het gebied van diverse specialismen.<br />
Behandeling kan alleen plaatsvinden op verwijzing<br />
van arts of specialist.<br />
FSP (Facilitair Service Punt)<br />
Wist u dat het FSP gemiddeld<br />
20.000 meldingen per jaar verwerkt?<br />
• Ilse Onland
Apotheek Service Punt<br />
belangrijke schakel tussen ziekenhuis en thuis<br />
Het Apotheek Service Punt, ofwel het ASP, is de schakel tussen het ziekenhuis en de openbare apotheken.<br />
Het ASP is opgericht in samenwerking met de Apothekers Vereniging <strong>Slingeland</strong> en het<br />
<strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> en bestaat inmiddels sinds 1992. Het doel is de kwaliteit van zorg te verbeteren.<br />
Het is een service aan de patiënt om de overgangssituatie waar het geneesmiddelen betreft, zo<br />
goed mogelijk te laten verlopen. Door als intermediair op te treden tussen ziekenhuis apotheek en<br />
openbare apotheek wordt de kans op fouten bij geneesmiddelenoverdracht geminimaliseerd.<br />
Karin Munsterman zwaait de scepter in het<br />
ASP. “Het ASP zorgt voor de afstemming van<br />
de ontslagmedicatie van de patiënt”, vertelt ze.<br />
“De verpleegafdeling meldt als er ontslag in<br />
zicht is. Via de computer wordt vervolgens een<br />
lijst met de medicatie van de patiënt uitgedraaid<br />
die door de behandelend arts wordt nagekeken.<br />
Dan zijn er verschillende mogelijkheden. Is het<br />
medicijn bijvoorbeeld al thuis gebruikt of is het<br />
pas in het ziekenhuis gebruikt. Moet de patiënt<br />
er thuis mee doorgaan of juist ermee stoppen.<br />
Misschien is er zelfs nieuwe medicatie nodig of<br />
moet de sterkte worden aangepast. Al deze<br />
gegevens komen bij mij terecht en ik zorg dat<br />
per fax de eigen apotheek van de patiënt op<br />
de hoogte wordt gebracht. De patiënt kan vervolgens<br />
na het ontslag rechtsstreeks naar de<br />
apotheek waar de medicatie al klaar ligt. En<br />
gaat de patiënt bijvoorbeeld naar een verzorgingshuis,<br />
dan worden de medicijnen daar<br />
gebracht. De wachttijden worden op deze<br />
manier veel kleiner. En als een medicijn niet in<br />
voorraad is, dan kan de eigen apotheek het<br />
bestellen, zodat het in huis is als de patiënt<br />
komt.”<br />
Andersom zou volgens Karin Munsterman<br />
dezelfde procedure moeten gelden. “Om de<br />
service nog beter te maken en fouten in de<br />
geneesmiddelenvoorziening zo klein mogelijk<br />
te houden willen we ook graag met de opnamemedicatie<br />
aan het werk gaan. In een aantal<br />
ziekenhuizen in het land wordt al op die<br />
manier gewerkt en je hoort allemaal goede<br />
geluiden. We willen voordat de patiënt wordt<br />
opgenomen een lijst opvragen bij de eigen<br />
apotheek met daarop de medicijnen die worden<br />
gebruikt. Nu komen patiënten vaak met<br />
een tasje met verschillende flesjes en doosjes of<br />
ze weten helemaal niet welke medicijnen ze<br />
gebruiken. Een lijst van de eigen apotheek kan<br />
een dag voor de opname bij de afdeling worden<br />
gebracht waar de patiënt zal worden<br />
opgenomen. De verpleegkundigen en de arts<br />
kunnen dan duidelijk zien welke geneesmiddelen<br />
er thuis worden gebruikt.”<br />
Helaas moet Karin Munsterman constateren<br />
dat nog niet aan alle randvoorwaarden hiervoor<br />
is voldaan. “We zitten met een probleem<br />
in formatieplaatsen en de automatisering blijft<br />
een struikelblok.” Maar als het aan haar lag,<br />
zou ze er het liefst al vandaag mee starten.<br />
Karin Munsterman zorgt eveneens voor de verspreiding<br />
van de diabetes startpakketten en de<br />
urologiepakketten. “Wanneer de diagnose diabetes<br />
is, krijgt de patiënt een pakket mee.<br />
Deze pakketten worden door de diabetesverpleegkundigen<br />
en de verpleegkundigen op de<br />
afdeling uitgereikt. Ik zorg voor de aanvulling.<br />
Dus ook voor de bestelling. Hetzelfde geldt<br />
voor de urologiepakketten. Die krijgen patiënten<br />
mee als overbrugging wanneer ze naar<br />
huis mogen.”<br />
Karin heeft haar werkplek op dit moment<br />
vlakbij de medewerkers van de ziekenhuis<br />
apotheek. “Dat is prettig. Zij kunnen voor mij<br />
invallen als ik er niet ben. En wanneer ik met<br />
een vraag zit, kan ik gemakkelijk even overleggen.”<br />
Een nieuwe ontwikkeling is het TEC-gebouw.<br />
Op het terrein van het ziekenhuis bevindt zich<br />
in dit nieuwe gebouw de Huisartsenpost, de<br />
apotheek en Sensire. “Op dit moment draaien<br />
een aantal leden van de Apothekers Vereniging<br />
<strong>Slingeland</strong> hun diensten in de dienstapotheek.<br />
Binnen 1,5 jaar zal de dienstapotheek ook overdag<br />
gebruikt worden, zodat de patiënt na ontslag<br />
direct hier de medicijnen kan ophalen. Karin is<br />
• Karin Munsterman<br />
manager van de dienstapotheek in het TEC. Toch<br />
hoopt ze dat haar werkplek in de buurt van de<br />
collega’s van de ziekenhuis apotheek blijft. “Dat<br />
contact vind ik erg fijn en hoop ik in stand te<br />
kunnen houden.”<br />
Voeding<br />
Dagelijkse hoeveelheden van gerechten<br />
verstrekt door de centrale keuken:<br />
• Vlees: 98.550 porties<br />
• Vleesjus: 105.850 porties<br />
• Groente: 105.850 porties<br />
• Mixvoeding: 3.650 porties<br />
• Aardappelen: 94.900 porties<br />
• Aardappelpuree: 20.075 porties<br />
• Appelmoes: 25.550 porties<br />
• Toetjes: 10.950 liter (45.625 porties)<br />
• Ingrid Papen
“Door de vergrijzing neemt het aantal mensen met<br />
heupslijtage toe. Dat heeft tot gevolg dat de druk<br />
op de wachtlijst toeneemt. Om toch voldoende<br />
patiënten te kunnen helpen aan een heupprothese<br />
is het dus noodzakelijk om de doorstroom te versnellen”,<br />
vertelt Han Bakens, orthopeed. “We moeten<br />
de periode die de patiënt in het ziekenhuis verblijft<br />
verkorten zodat er ruimte wordt gecreëerd<br />
voor iemand anders.”<br />
Om de strijd tegen de lange wachtlijsten aan te<br />
gaan zijn drie projecten opgestart: Nazorg<br />
Implantaten Project, het Samen Sterk programma<br />
en het verpleegkundig spreekuur.<br />
Binnen het project Nazorg Implantaten wordt,<br />
voordat de datum van de operatie een feit is, de<br />
nazorg geregeld. Samen met het RIO (Regionaal<br />
Indicatie Orgaan) en de Thuiszorg wordt de vorm<br />
van nazorg geïndiceerd en geregeld. En blijkt bijvoorbeeld<br />
na de opnameperiode in het ziekenhuis<br />
nog een nazorg van zes weken in een verzorgingshuis<br />
noodzakelijk dan is dat op het moment van<br />
opname allemaal al geregeld.<br />
Afdelingshoofd René Ketelaar legt uit dat patiënten<br />
met een nieuwe heupprothese vroeger soms<br />
onnodig lang in het ziekenhuis lagen. “We vroegen<br />
ons af hoe dat kwam. De patiënt was eigenlijk<br />
al zover genezen dat opname niet langer noodza-<br />
Wachtlijsten Orthopedie<br />
aanzienlijk verkort<br />
Verkorting van de wachttijd. Dat is het uitgangspunt geweest bij het uitzetten van een nieuwe<br />
logistieke route voor patiënten die een heupprothese nodig hebben. Zorgvuldig is met verschillende<br />
partijen overlegd en na een periode van aftasten en ontwikkelen kan inmiddels worden<br />
geconcludeerd dat er flinke winst is geboekt. Was vroeger de wachtlijst voor een nieuwe heup<br />
zes tot zeven maanden, nu is dat aanzienlijk verkort en het streven is om binnenkort uit te<br />
komen op vier tot zes weken. Tel daar nog eens een paar weken voor de polikliniek bij op en de<br />
wachttijd voor een heupprothese is teruggebracht tot maximaal acht weken.<br />
kelijk was. Uiteindelijk bleek dat de nazorg het<br />
probleem was. Nu doen we dat dus anders. Eerst<br />
wordt de hulp geregeld, dan de operatiedatum en<br />
dan bespreken we de ontslag-criteria. Bijvoorbeeld<br />
de patiënt moet eerst kunnen lopen voordat hij<br />
ontslagen kan worden. Dat is een kwaliteitsbewaking<br />
die in het belang van de patiënt is. En het<br />
resultaat is dat de bedden niet langer oneigenlijk<br />
worden gebruikt.”<br />
Samen Sterk<br />
De mensen die voor een heupprothese in aanmerking<br />
komen zijn volgens Ketelaar te verdelen in de<br />
groep zeventig- en tachtigjarigen en de groep die<br />
jonger is: de vijftigers, of de vitale ouderen. “In het<br />
Samen Sterk programma willen we de tweede<br />
groep, dus de vijftigers en de vitale ouderen, in vijf<br />
dagen een heupprothese geven. Dat betekent op<br />
maandag de operatie en vijf dagen later ontslag<br />
uit het ziekenhuis. Tenzij er complicaties zijn<br />
natuurlijk. Voor de andere groep neemt het traject<br />
acht dagen in beslag.”<br />
Voor de ‘vijfdaagse’ groep is een speciaal handboek<br />
ontwikkeld waarin per dag wordt vermeld<br />
wat er allemaal moet gebeuren en welke vorderingen<br />
er gemaakt moeten worden. “Revalideren is<br />
bij een nieuwe heupprothese het belangrijkste”,<br />
• Roelof Kuipers, orthopeed (Han Bakens afwezig) en René Ketelaar, hoofdverpleegkundige<br />
aldus Bakens en Ketelaar. “De patiënt moet het<br />
besef hebben dat hij na de operatie niet ziek is.<br />
Het gaat om het verhelpen van een ongemak. Hij<br />
moet dus aan het werk om te revalideren. En met<br />
dat besef is het mogelijk dat de patiënt na vijf<br />
dagen het ziekenhuis weer verlaat.”<br />
Naast het verkorten van de opnameduur is het<br />
voor een snelle doorstroom van de patiënten ook<br />
noodzakelijk om de ‘productie’ op de operatiekamer<br />
te verhogen. “Daar wordt nu ziekenhuisbreed<br />
aan gewerkt”, vertelt Bakens. “Nieuw is dat zonder<br />
pauze de gehele dag wordt doorgewerkt. De verschillende<br />
medische teams wisselen elkaar af maar<br />
die wisseling sluit naadloos op elkaar aan. Daar zit<br />
geen tijdverlies meer tussen. Per dag levert dat een<br />
tijdwinst op van zo’n twee uur. We hebben zeven<br />
operatiekamers, dus hebben we een winst van<br />
veertien uur.”<br />
Om in te spelen op de extra mogelijkheden die er<br />
door de nieuwe wijze van werken op de opertiekamer<br />
is ontstaan, is er een snellere instroom van<br />
patiënten noodzakelijk. Drie keer per week is<br />
daarom een verpleegkundig spreekuur in het leven<br />
geroepen. Twee zeer ervaren verpleegkundigen:<br />
Toos van Asselt en Gerrie Buunk, begeleiden hier<br />
de patiënten die aanspraak maken op een nieuwe<br />
heup en die door één van de orthopeden zijn<br />
doorverwezen. “Deze verpleegkundigen kunnen<br />
de patiënt prima inschatten en bekijken wat er<br />
nodig is. Zij kunnen ze opvangen na de operatie en<br />
hebben een uitstekende kijk op praktische zaken.”<br />
Met dit spreekuur lijkt de cirkel rond: de opnametijd<br />
is verkort, door meer capaciteit op de OK kunnen<br />
meer patiënten geopereerd worden, de doorstroom<br />
op de verpleegafdeling is versneld door het<br />
vijfdagen-plan en de instroom is versneld met het<br />
verpleegkundig spreekuur.
Diëtisten binden strijd aan met<br />
overvoeding en ondervoeding<br />
In het <strong>Slingeland</strong> <strong>Ziekenhuis</strong> werken zes diëtisten. En hoewel de taak heel veelzijdig is, kan worden<br />
gesteld dat in de kliniek de ondervoeding een groot probleem is en dat in de polikliniek de<br />
overvoeding het grote probleem is.<br />
“Ondervoeding is niet altijd even goed te herkennen”,<br />
vertelt diëtist Tineke van Amersfoort.<br />
“Ook forse en dikkere mensen kunnen namelijk<br />
ondervoed zijn.”<br />
Van ondervoeding wordt in de medische<br />
wereld gesproken op het moment dat iemand<br />
in zes maanden tijd ongeveer tien procent van<br />
zijn of haar lichaamsgewicht ongewenst verliest.<br />
Of in drie maanden vijf procent. “Dan<br />
raken de voorraden in het lichaam op en ontstaan<br />
er tekorten.”<br />
Het snel en ongewenst gewicht verliezen kan<br />
volgens Van Amersfoort verschillende oorzaken<br />
hebben. “Het kan door verwaarlozing komen.<br />
Bij oudere mensen bijvoorbeeld die niet meer<br />
voldoende goed voor zichzelf kunnen zorgen<br />
en nauwelijks meer voor zichzelf een goede<br />
maaltijd koken. Ook bij alcoholisten zie je dat<br />
ze soms slecht voor zichzelf zorgen. Maar er<br />
kan ook een ziekte zijn die de oorzaak is van<br />
het gewichtsverlies. Bij langdurige diarree of<br />
bij grote wonden waarbij eiwit verlies<br />
optreedt.”<br />
Van Amersfoort vindt dat vanuit de thuissituatie<br />
al een signaal moet komen dat er ondervoeding<br />
dreigt. “De huisarts zou hier een belang-<br />
• Vlnr. Tineke van Amersfoort, L. Mulder en M. van Beek<br />
rijke rol in kunnen spelen.”<br />
Maar in het ziekenhuis is volgens de diëtist ook<br />
meer aandacht voor het probleem ondervoeding<br />
nodig. “Bij opname worden lengte en<br />
gewicht nagegaan. Hier zou standaard ook<br />
gevraagd moeten worden of de patiënt ongewenst<br />
is afgevallen. En weet de patiënt niet<br />
hoeveel kilo’s er af zijn, kijk dan naar de ringen<br />
of naar de kleding. Daar valt ook vaak uit af te<br />
lezen of iemand is afgevallen.”<br />
Gewenst afvallen is volgens Van Amersfoort<br />
een heel ander verhaal. “Ons lichaam beschikt<br />
over een regelmechanisme waardoor we bij<br />
gewenst afvallen vetten verliezen maar de<br />
spiermassa intact blijft. Bij een ziekte kan de<br />
stofwisseling zich moeilijker aanpassen. Dan<br />
volgt er eiwit verlies en nemen de spieren af.<br />
Er ontstaat vermindering van weerstand en<br />
patiënten krijgen een grotere kans op doorliggen<br />
en bijkomende infecties. Er ontstaat een<br />
algehele zwakte. Door het eten aan te passen<br />
kan er behoorlijk wat bereikt worden. We proberen<br />
in zo’n situatie de gehele dag te benutten.<br />
We zorgen ‘s avonds voor nog een lekker<br />
hapje of een extra tussendoortje. Lekkere hapjes<br />
met eiwitten en soms een dieetpreparaat,<br />
dranken. We rekenen<br />
dan natuurlijk op de<br />
medewerking van de<br />
verpleging, want het<br />
is niet de bedoeling<br />
dat de hapjes er de<br />
volgende morgen nog<br />
staan. En in een uiterste<br />
geval overleggen<br />
we de mogelijkheid<br />
voor sonde-voeding.”<br />
Er kan volgens de diëtist<br />
veel bereikt worden<br />
met voeding, ook<br />
bij kanker. Bij bepaalde<br />
vormen van kanker<br />
waardoor een verstoorde<br />
stofwisseling<br />
ontstaat, wordt met<br />
bijvoeding echter nog<br />
niet echt veel resultaat<br />
geboekt. “Heel<br />
voorzichtig zijn er<br />
aanwijzingen dat met<br />
bepaalde visvetten<br />
misschien iets bereikt<br />
kan worden.”<br />
Overvoeding<br />
Overvoeding is het probleem van deze tijd. Het<br />
lijkt alsof de mens steeds dikker wordt. “De<br />
gevolgen van overgewicht zijn niet gering.<br />
Diabetes of een verstoorde vetstofwisseling,<br />
risico’s voor hart en bloedvaten, de gewrichten,<br />
hoge bloeddruk kunnen door het overgewicht<br />
ontstaan.”<br />
De balans tussen eten en wat er nodig is lijkt<br />
ver te zoeken. “De mensen en helaas ook de<br />
kinderen zijn veel te weinig actief, ze zitten<br />
veel te veel. Gingen vroeger de kids nog op de<br />
fiets naar school, tegenwoordig worden ze<br />
maar al te vaak met de auto gebracht.<br />
En overal en altijd is er wat te eten.<br />
Tussendoortje hier en tussendoortje daar.<br />
En lang niet altijd is het nodig om te eten.”<br />
De mensen moeten weer actief gemaakt worden,<br />
vindt Van Amersfoort. “Daar kan op verschillende<br />
manieren aan worden gewerkt.<br />
Bedrijven kunnen bijvoorbeeld sporten aanbieden.<br />
En minder vette happen in de kantine. De<br />
huisarts kan wijzen op de risico’s.”<br />
De diëtist meldt dat het ongezonde vet vooral<br />
rond de buik zit. Van Amersfoort ziet graag dat<br />
er goede voorlichting komt, dat de kennis van<br />
producten wordt vergroot zodat goede keuzes<br />
kunnen worden gemaakt. “Want mensen die<br />
willen afvallen bezuinigen op de aardappel<br />
maar gaan wel royaal met vlees om. Men eet te<br />
weinig groente en fruit.”<br />
Tijdens de open dag van het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> op 10 oktober willen de diëtisten de<br />
problematiek rondom het overgewicht en de<br />
ondervoeding centraal stellen. Via voorlichting<br />
willen ze proberen de bezoekers inzicht te<br />
geven in risico’s en gevolgen van overgewicht<br />
en ondervoeding.
VAC-therapie biedt uitkomst bij<br />
slecht genezende wonden<br />
Marga Diks en Helga Delfsma zijn verpleegkundig consulent wondverzorging en decubitus. Op<br />
het gebied van de wondverzorging zijn nieuwe ontwikkelingen te melden. “Een nieuwe therapie<br />
voor slecht genezende wonden”, aldus Marga Diks.<br />
Slecht genezende wonden zijn wonden die niet<br />
binnen een bepaalde termijn sluiten. Vaak grote<br />
wonden met veel wondvocht. Wonden die het<br />
gevolg kunnen zijn van een operatie en die een<br />
slechte genezing hebben omdat bijvoorbeeld de<br />
patiënt een slechte circulatie heeft, of bepaalde<br />
medicijnen gebruikt of in een heel slechte conditie<br />
is.<br />
Maar ook chronische wonden die het gevolg zijn<br />
van ontstekingen of wonden bij diabetespatiënten<br />
of mensen met slechte vaten,<br />
genezen soms moeilijk.<br />
Voor deze patiënten kan, wanneer eerst een<br />
aantal criteria goed is bekeken, Vacuüm<br />
Assistant Closure, kortweg VAC-therapie<br />
genoemd, een uitkomst bieden.<br />
“Zo’n twee jaar geleden zijn we met VAC-therapie<br />
begonnen”, aldus Marga Diks. “Het is een<br />
nieuwe en actieve manier om door middel van<br />
lokale onderdruk wondgenezing te bevorderen.”<br />
Bij de VAC therapie wordt in de wond een spons<br />
geplaatst. De spons moet precies op maat bin-<br />
• Leo Heere, sportarts<br />
“Mijn terrein is sport en bewegen. Met bewegen<br />
kun je heel veel bereiken”, vertelt Heere. Hij legt<br />
uit dat in het verleden bewegen nooit een hoge<br />
nen de wondranden passen. Er wordt een slang<br />
in de spons geplaatst en vervolgens wordt de<br />
spons met wondfolie afgeplakt. De slang wordt<br />
aangesloten op een vacuümsysteem waardoor<br />
het vocht uit de wond wordt gezogen. “Vocht<br />
houdt de genezing tegen”, vertelt Diks. “In dat<br />
vocht kunnen ook bacteriën zitten en viezigheid.<br />
Via de pomp wordt dat afgezogen en<br />
omdat de wond goed is afgeplakt kunnen er<br />
van buitenaf geen andere bacteriën meer bij<br />
komen.”<br />
Zodra de patiënt is aangesloten op het systeem<br />
kan hij eigenlijk naar huis. Met behulp van de<br />
wijkverpleging, die hiervoor speciaal is<br />
geschoold, kan de behandeling thuis verder<br />
plaatsvinden. “Het resultaat is wonderbaarlijk”,<br />
vertelt de consulente. “Soms krijgen we wonden<br />
waarvan we echt niet weten wat we er mee<br />
moeten. Dan biedt de VAC-therapie uitkomst en<br />
gaat de genezing aanzienlijk sneller.”<br />
Twee keer per week moet de spons worden<br />
gewisseld. “Terwijl anders een wond soms drie<br />
Sportarts pleit voor<br />
meer bewegen<br />
Sinds mei vorig jaar heeft sportarts Leo Heere een middag per week spreekuur in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong>. De rest van de week werkt Heere als sportarts in Papendal. Sport en bewegen is zijn<br />
vakgebied.<br />
prioriteit had in de wereld van de geneeskunde.<br />
“Rust was altijd het advies. Neem maar voldoende<br />
rust dan gaat het met een paar weken wel<br />
weer over.”<br />
Tegenwoordig denkt men daar anders over. “We<br />
bewegen veel te weinig. Omdat er te weinig aan<br />
beweging wordt gedaan, ook bij de jeugd,<br />
komen er steeds meer mensen met overgewicht.<br />
Dat resulteert weer in meer aandoeningen en<br />
blessures. Te dikke mensen hebben meer kans op<br />
diabetes type 2 en met bewegen is overgewicht<br />
te bestrijden. Maar meer aandoeningen zijn met<br />
bewegen heel goed te bestrijden of zelfs te<br />
voorkomen. Het is van belang dat we bewegen<br />
gaan inbouwen in ons dagelijks bestaan.”<br />
Veelal via de huisarts komen de patiënten bij de<br />
sportarts terecht. “Mensen met blessures, maar<br />
bijvoorbeeld ook met vaak onschuldige hartritmestoornissen.<br />
Ze willen weten hoe ze kunnen<br />
• Helga Delfsma (links) en Marga Diks<br />
keer per dag moet worden verschoond.”<br />
Tijdens de open dag in het <strong>Slingeland</strong><br />
<strong>Ziekenhuis</strong> op 10 oktober wordt de<br />
VAC-therapie gedemonstreerd.<br />
bewegen, wat goed voor hen is. Samen gaan we<br />
bekijken welke sport aanspreekt en wat er<br />
medisch geschikt is.” De sportarts heeft duidelijk<br />
een adviserende taak. Hij tast af wat de mensen<br />
kunnen en wat ze willen. “Want het moet wel<br />
leuk zijn om te doen.”<br />
De mens is gemaakt om te bewegen vindt Heere.<br />
“Iets dat in het verleden veel te weinig werd<br />
erkend.” Sommige aandoeningen zijn duidelijk<br />
te verhelpen of te voorkomen door goed te<br />
bewegen. De sportarts diagnostiseert en behandelt<br />
sport- en bewegings gerelateerde aandoeningen.<br />
“Daar horen ook blessures bij. En soms<br />
moeten mensen geremd worden in hun mate<br />
van sporten of bewegen.”<br />
Heere verzorgt ook sportkeuringen voor mensen<br />
die sporten of willen gaan sporten. Op de afdeling<br />
cardiologie wordt er testen gedaan en volgt<br />
een op maat gesneden advies.