CO ADRIAANSE - TwenteSport.com

Tekst: Ferry de Goeijen - Fotografie: Herman Oude Alink
Topklasse heefT
doelen nog nIeT
WaaRgeMaakT
Met vier Twentse voetbalclubs is de Topklasse
begonnen aan haar tweede levensjaar. SVZW,
Excelsior’31, HSC’21 en Quick’20 zijn actief op het
hoogste amateurpodium. Hoewel spelen in de
Topklasse een prestigieus doel geworden is voor
Hoofdklasse-clubs, heeft de competitie het eigenlijke
streven nog niet behaald. De poging om de brug
tussen amateurvoetbal en betaald voetbal kleiner te
maken, is tot dusver mislukt en kent ook dit seizoen
vooralsnog geen progressie.
Peter Visser, vorig seizoen actief als rapporteur voor
TwenteSport.com, en René Nijhuis, destijds trainer
van Quick’20, zijn duidelijk in hun oordeel. Het niveau
van de Topklasse is even hoog als de onderste helft
van de Jupiler League. Maar er zijn nog flinke stappen
te zetten. Vooral de promotieregeling naar de Jupiler
League blijkt een obstakel. Er is geen animo. ‘En ik
kan me ook voorstellen dat clubs dat niet willen’,
zegt Nijhuis, tegenwoordig trainer van FC Twente A1.
‘Er komt zoveel bij kijken, op het organisatorische
vlak, maar ook bij de randvoorwaarden die de
KNVB stelt. Alleen al op het gebied van veiligheid.
IJsselmeervogels en Spakenburg zijn grote clubs die
het al heel goed voor elkaar hebben. Maar wie zegt
dat zij in de Jupiler League geen tweede Almere City
worden?’
Visser, thans actief als technisch beleidsmaker bij
HSC’21, bekijkt het van de sportieve kant. ‘Promotie
zal op den duur eigenlijk een verplichting moeten
worden. Die kant zal het ook wel op gaan. Maar dan zal
de KNVB clubs daarin wél tegemoet moeten komen,
n beschouWing
vooral met het oog op de vereisten.’ Nijhuis vindt een
extra Twentse profclub teveel van het goede. ‘Je bent
óók afhankelijk van de regio. Je moet je afvragen
hoeveel draagvlak er is voor nóg een betaalde
voetbalclub, met FC Twente en Heracles Almelo in de
buurt. Nee, ik verwacht niet dat er een club uit Twente
in de komende tien jaar promoveert naar de Jupiler
League.’ De scheiding tussen de competities doet
vooralsnog het meeste stof opwaaien. ‘Je hebt dan de
sterkste clubs bij elkaar. Dat onderscheid mag van mij
wel verdwijnen’, vertelt Visser. ‘Ook met het oog op
de regio is het interessant. Dan spelen alle regionale
Topklasse-clubs tegen elkaar. Oké, je hebt dan de
kans dat de zaterdagclubs overblijven. Maar het zij zo.
Zaterdagclubs zijn sterker, hebben meer geld. Hoe dat
komt? Het geloof zal nog wel een rol spelen. Misschien
is er bij de achterban en de sponsors meer binding.’
Nijhuis ziet een gemengde Topklasse eveneens als
een vooruitgang. ‘Quick was ook tegenstander van
één landelijke competitie. Het is wél de manier om het
niveau nog een extra boost te geven.’
Duel uit een oefenwedstrijd tussen twee Twentse topklassers.
Links Dennis Rosink (Excelsior’31), rechts Sven Weustink (HSC’21).
Twente SPORT
61