Spelling - de regels op een rij.pdf (792 kB) - Taaltelefoon.be ...
Spelling - de regels op een rij.pdf (792 kB) - Taaltelefoon.be ...
Spelling - de regels op een rij.pdf (792 kB) - Taaltelefoon.be ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Enkele of dub<strong>be</strong>le me<strong>de</strong>klinker<br />
22 Sch<strong>rij</strong>f <strong>een</strong> me<strong>de</strong>klinker dub<strong>be</strong>l na <strong>een</strong> korte klinker<br />
als er <strong>op</strong> die me<strong>de</strong>klinker <strong>een</strong> on<strong>be</strong>klemtoon<strong>de</strong> lettergreep<br />
volgt. Het gaat om <strong>de</strong> me<strong>de</strong>klinkers b, d, f, g, k, l, m,<br />
n, p, r, s, t, z en c (uitgesproken als /k/) na <strong>de</strong> korte klinkers<br />
/a/, /e/, /i/, /o/ en /u/.<br />
• aerobiccen, ballen, batikken, biggen, kennissen, kunnen,<br />
notarissen, petten, p<strong>op</strong>pen, quizzen, red<strong>de</strong>n, remmen,<br />
secce (wijn), snorren, tob<strong>be</strong>n, vonnissen, witte;<br />
Arnhemmer, Berchemmenaar, Hilversummer<br />
• uitzon<strong>de</strong>ring: chic, chique, chiquer, chicst<br />
23 MAAR (1): Sch<strong>rij</strong>f <strong>een</strong> me<strong>de</strong>klinker met <strong>een</strong> enkel<br />
teken in verbogen en vervoeg<strong>de</strong> vormen van woor<strong>de</strong>n<br />
die eindigen <strong>op</strong> -el, -em, -en, -er, -es, -et, -ig, -ik, -il, -it<br />
als die met <strong>een</strong> toonloze /e/, zoals in <strong>de</strong>, of met <strong>een</strong><br />
verzwakte /i/ wor<strong>de</strong>n uitgesproken.<br />
schakelen, a<strong>de</strong>men, rekenen, wapperen, dreumesen,<br />
lemmeten, <strong>be</strong>zigen, leeuweriken, stencilen, kievit - kieviten<br />
(naast kieviet - kievieten); Hattemer<br />
24 MAAR (2): Sch<strong>rij</strong>f <strong>de</strong> -m- met <strong>een</strong> enkel teken in afleidingen<br />
van plaatsnamen met twee lettergrepen die<br />
eindigen <strong>op</strong> -um.<br />
Bussumer, Rottumer<br />
25 Sch<strong>rij</strong>f aan het ein<strong>de</strong> van <strong>een</strong> Ne<strong>de</strong>rlands woord nooit<br />
tweemaal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> me<strong>de</strong>klinker. Bij uitheemse woor<strong>de</strong>n<br />
kan wel <strong>een</strong> dub<strong>be</strong>le slotme<strong>de</strong>klinker voorkomen. → 3<br />
hij laat (niet laatt zoals werkt), Wannes’ lied (niet Wanness<br />
lied zoals Jans lied)<br />
26 Laat <strong>de</strong> -s- van het achtervoegsel -s of -st weg in woor<strong>de</strong>n<br />
waarvan het grondwoord eindigt <strong>op</strong> <strong>een</strong> sisklank<br />
(/s/, /z/, /sj/, /zj/).<br />
zij is het wijste kind (niet wijsste), iets Belgisch (niet<br />
Belgischs), <strong>de</strong> orthodoxte houding (niet orthodoxste)<br />
Werkwoor<strong>de</strong>n<br />
zie vanaf nummer<br />
Stam 27<br />
Tegenwoordige tijd 28<br />
Verle<strong>de</strong>n tijd 32<br />
Voltooid <strong>de</strong>elwoord 34<br />
Gebie<strong>de</strong>n<strong>de</strong> wijs 36<br />
Engelse werkwoor<strong>de</strong>n 38<br />
7<br />
Stam<br />
Voor <strong>de</strong> vervoeging van <strong>de</strong> werkwoor<strong>de</strong>n gaan we uit van <strong>de</strong><br />
stam.<br />
27 De stam van <strong>een</strong> werkwoord is <strong>de</strong> vorm die we horen<br />
als we <strong>de</strong> uitgang -en (soms -n) van <strong>de</strong> infinitief weglaten.<br />
Als we <strong>de</strong> stam sch<strong>rij</strong>ven, passen we waar nodig <strong>de</strong><br />
<strong>regels</strong> voor <strong>de</strong> spelling van klinkers en me<strong>de</strong>klinkers toe.<br />
→ 4, 20, 21, 25<br />
• -en valt weg: antwoor<strong>de</strong>n - antwoord, douchen - douch,<br />
dromen - droom, hakken - hak, komen - kom (lange /oo/<br />
wordt kort), meppen - mep, poetsen - poets, schrob<strong>be</strong>n<br />
- schrob, skiën - ski, sleeën - slee, straffen - straf, taxiën<br />
- taxi, vegen - veeg, verhuizen - verhuis, wan<strong>de</strong>len -<br />
wan<strong>de</strong>l, zeven - zeef<br />
• -n valt weg: doen - doe, gaan - ga, oliën - olie, zien - zie<br />
Tegenwoordige tijd<br />
28 Gebruik voor <strong>de</strong> eerste persoon enkelvoud <strong>de</strong> stam.<br />
ik antwoord, ik dweil, ik hark, ik word<br />
29 Gebruik voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> persoon enkelvoud<br />
<strong>de</strong> stam + t. Pas waar nodig <strong>de</strong> <strong>regels</strong> voor <strong>de</strong> spelling van<br />
klinkers en me<strong>de</strong>klinkers toe. → 4, 20, 21, 25<br />
jij antwoordt, jij dweilt, jij gaat, het ge<strong>be</strong>urt, zij harkt, u kaart,<br />
u laat, hij schrobt, hij skiet, het vliegtuig taxiet, hij verhuist,<br />
dat verkleurt, hij wordt, wordt u, u zeeft<br />
30 MAAR: Sch<strong>rij</strong>f g<strong>een</strong> -t als het werkwoord voor het<br />
on<strong>de</strong>rwerp je of jij staat.<br />
zon<strong>de</strong>r -t<br />
antwoord jij - Antwoord je <strong>op</strong> alle vragen? - hark jij<br />
toch met -t<br />
Wordt je zoon ziek? (niet je maar je zoon is on<strong>de</strong>rwerp in<br />
<strong>de</strong>ze zin)<br />
31 Gebruik voor <strong>de</strong> eerste, twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> persoon<br />
meervoud <strong>de</strong> stam + en (of n). Dat is <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> vorm als<br />
<strong>de</strong> infinitief.<br />
wij antwoor<strong>de</strong>n, wij doen, jullie dweilen, wij harken, zij<br />
wor<strong>de</strong>n, zij zien<br />
Verle<strong>de</strong>n tijd<br />
In <strong>de</strong> verle<strong>de</strong>n tijd is er <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid tussen regelmatige en<br />
onregelmatige werkwoor<strong>de</strong>n. Werkwoor<strong>de</strong>n zijn regelmatig als<br />
ze in <strong>de</strong> verle<strong>de</strong>n tijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stam heb<strong>be</strong>n als in <strong>de</strong> tegenwoordige<br />
tijd (dweil - dweil<strong>de</strong>, hark - harkte). Ze zijn onregelmatig als<br />
klinkers of me<strong>de</strong>klinkers veran<strong>de</strong>ren, waardoor er <strong>een</strong> aparte<br />
stam voor <strong>de</strong> verle<strong>de</strong>n tijd is (vraag - vroeg, <strong>de</strong>nk - dacht). Voor<br />
<strong>de</strong> vorm van die verle<strong>de</strong>ntijdsstam zijn g<strong>een</strong> sluiten<strong>de</strong> <strong>regels</strong> te<br />
geven.