Nakomelingen van Cornelis Creemers op 't Sant - Thijs van der ...
Nakomelingen van Cornelis Creemers op 't Sant - Thijs van der ...
Nakomelingen van Cornelis Creemers op 't Sant - Thijs van der ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Nakomelingen</strong> <strong>van</strong> <strong>Cornelis</strong> <strong>Creemers</strong> <strong>op</strong> ’t <strong>Sant</strong><br />
Van den 6 april 1872 waarbij de beschuldigde is gedagvaard om <strong>op</strong> den 18 april 1872 in persoon voor dit hof te verschijnen.<br />
Gehoord de mondelinge verklaringen <strong>der</strong> Getuigen.Gehoord het Requisitoir <strong>van</strong> den Procureur-Generaal, schriftelijk en on<strong>der</strong>teekend aan het Hof<br />
overgegeven, daartoe strekkende, dat het den Hove moge behagen den beschuldigde te verklaren schuldig aan moetwilligen manslag en de<br />
schuldigverklaarde ter dier zaken te veroordelen tot eene tuchthuisstraf voor den tijd <strong>van</strong> vijftien jaar.<br />
Dat voorts de Beschuldigde zal worden gecomdemneerd in de kosten <strong>van</strong> het Proces ten behoeve <strong>van</strong> den Staat, des noods bij lijfsdwang te<br />
verhalen. Dat het Hof wij<strong>der</strong>s bevele, dat een Extract <strong>van</strong> deszelfs condemnatoir Arrest de plano worde gedrukt en aangeplakt binnen deze stad te<br />
Baarle-Nassau en te Alphen.<br />
Gelet <strong>op</strong> de verdediging door den Beschuldigde en Mr Aulius zijne Raadsman daartegen ingebragt.<br />
Na te hebben beraadslaagd overeenkomstig de Wet;<br />
Overwegende,<br />
Dat ter <strong>op</strong>enbare regtszitting door den Den beschuldigde is bekend in overeenstemming met de omstandige <strong>op</strong>gaven daar omtrent door hem voor<br />
den regter commisaris blijkens diens procesverbaal <strong>van</strong> den 3e februari 1872 gedaan. Dat hij in de namiddag <strong>van</strong> 14 januari 1872 ten huize <strong>van</strong><br />
<strong>Cornelis</strong> Verheijen te Alphen heeft aangetroffen Adriana en Elisabeth <strong>van</strong> Tilburg; dat zij <strong>van</strong> daar naar Baarle-Nassau gaande, haar heeft<br />
ingehaald en met haar een eindweg is afgewandeld; dat hij altijd veel <strong>van</strong> Adriana <strong>van</strong> Tilburg had gehouden, haar niet kon verlaten en getracht<br />
heeft, on<strong>der</strong>weg de kennis weer aantekn<strong>op</strong>en; dat hij <strong>op</strong> al, wat hij zeide scheeve en boosche antwoorden ontving; waardoor hij woedend werd en<br />
zich zelven niet meester bleef, dat hij in dien gemoedstoestand Adriana <strong>van</strong> Tilborg heeft aangegrepen <strong>op</strong> den grond geworpen, haar tusschen<br />
zijne knieen heeft geklemd en het mes, in judicio als overtuigingstuk voorhanden uit zijn zak heeft genomen en haar daarmede.Aan den hals<br />
gesneden; dat hij zich alleen herinneren kan tweemaalen te hebben gesneden en voor het overige zich niet meer weet, dat hij toen hij later het lijk<br />
zag, niet dacht haar zoo erg te hebben verwond; en niet de bedoeling had gehad haar te dooden, en dat hij na het gebeurde over de akkers is<br />
weggel<strong>op</strong>en.<br />
Overwegende dat de bekentenis in voegen als volgt door de huidige verklaringen <strong>der</strong> gehoorden getuigen is toegelicht en bevestigd; Dat namelijk<br />
door de huidige getuige Elisabeth <strong>van</strong> Tilburg is verklaard, dat zij en haar zuster des namiddags als voorzegd, om ongeveer half 3 ure ten huize<br />
<strong>van</strong> <strong>Cornelis</strong> Verheijen te Alphen hebben vertoefd en de beschuldigde aldaar is binnengekomen en zich tusschen hen heeft geplaatst, dat hij<br />
volstrekt niet dronken was en vruchteloos getracht heeft met haar zuster in gesprek te komen; dat zij spoedig daar<strong>op</strong> de woning <strong>van</strong> Verheijen<br />
hebben verlaten om naar Baarle Nassau te gaan, dat de beschuldigde hen on<strong>der</strong>weg heeft ingehaald; dat zij met haar zuster Adriana een gesprek<br />
heeft aangekno<strong>op</strong>t, doch <strong>van</strong> haar slechts korte niet bevredigende antwoorden heeft ont<strong>van</strong>gen; Dat namelijk de beschuldigde vroeger met<br />
genoemde haar zuster had verkeerd, doch ten gevolgen <strong>van</strong> twist waarbij hij haar mishandeld had, zij niets meer <strong>van</strong> hem wilde weten; dat, terwijl<br />
zij voortgaande, den grensoverschrijding <strong>van</strong> Alphen en Baarle-Nassau<br />
hadden overschreden, haar zuster Adriana ne<strong>der</strong>bukte om een behoefte te voldoen, en <strong>op</strong>staande eensklaps door de beschuldigde werd<br />
aangegrepen en <strong>op</strong> de grond geworpen; dat de beschuldigde daar<strong>op</strong> een knipmes uit zijn zak nam en haar zuster daarmede vermoed en als het<br />
ware dol, over hals en aangezicht sneed, zoodat het bloed over haar voorschoot liep; Dat zij getuige na vruchteloose poging om tusschen beiden<br />
te komen, waarbij hij ook haar bedreigde, zij luid om hulp roepende is weg gel<strong>op</strong>en en <strong>van</strong> ontsteltenis is gaan liggen; Dat onverwijl de getuige<br />
Wouter Oudegeest, diens huisvrouw en een <strong>der</strong>de persoon Meeuwese er bij zijn gekomen en zij getuige toen gezien heeft, dat gemelde haar<br />
zuster Adriana vreesselijk bebloed, onbewegelijk <strong>op</strong> den grond lag en alsoo was gedood. dat de beeedigde getuige Verheijen heeft bevestigd, dat<br />
de gezusters <strong>van</strong> Tilburg en de beschuldigde <strong>op</strong> voormelde namiddag ten zijner huize zijn geweest en zijn woning verlatende door den<br />
beschuldigde zijn <strong>op</strong>gevolgd; dat hij ongeveer twintig minuten daarna<br />
vernam dat Adriana <strong>van</strong> Tilburg vermoord was, naar de reeds aangeduidde plaats waar ze lag is heen gel<strong>op</strong>en en haar vreesselijk bebloed ,<br />
vermoord en levensloos aldaar heeft zien liggen;<br />
Dat de huidige getuige Verhoeven heeft verklaard dat hij <strong>op</strong> het ogenblik dat de voormelde gezusters <strong>van</strong> Tilburg en de beschuldigde<strong>van</strong> het huis<br />
<strong>van</strong> Verheijen den weg naar Baarle-Nassau <strong>op</strong>gingen hij hen te paard is voorbij gereden, en slechts ongeveer hon<strong>der</strong>d passen vooruit zijnde, hulp<br />
heeft hooren roepen en omziende den beschuldigde met Adriana <strong>van</strong> Tilburg doende heeft gezien, Dat hij niets ernstig vermoedende is<br />
voortgereden en den getuigen Oudegeest, dien huisvrouw en Meeuwese heeft ontmoet, die hem naar de oorzaak <strong>van</strong> hetgeen er voorviel vroegen,<br />
en naar de plaatst waar het geschieddee zijn <strong>op</strong>gegaan.<br />
Dat de beeedigde getuige Oudegeest dit heeft bevestigd en alver<strong>der</strong> heeft verklaard dat hij Elisabeth <strong>van</strong> Tilburg geweldig om hulp heeft hooren<br />
roepen en gezien heeft dat zij <strong>op</strong> den grond ging liggen; dat hij met zijn vrouw en Meeuwese gena<strong>der</strong>d zijnde, hun door Elisabeth <strong>van</strong> Tilburg werd<br />
toegeroepen, komt toch gauw, zij hebben onze Jaan vermoord; Dat hij getuige ongeveer hon<strong>der</strong>d passen ver<strong>der</strong> Adriana <strong>van</strong> Tilburg voorover <strong>op</strong><br />
het gras heeft vinden liggen met de voeten tegen de den straatweg gekeerd.het aangezicht met haar haren bedekt, naast haar blijkbaar uitgerukte<br />
haren, en de muts achter de voeten, dat hij een zware wond aan den linkerkant <strong>van</strong> den hals heeft waargenomen en zij hevig bloedde, en hij<br />
terstond bespeurde dat zij een lijk was, en zij naar zijn gissing niet meer dan ongeveer vijf minuten dood was; dat de zuster Elisabeth <strong>van</strong> Tilburg<br />
hem daar<strong>op</strong> omstandig (uitvoerig) het voor gevallene en de aanleiding daar<strong>van</strong> heeft verhaald in voegen als hiervoor is vermeld; dat toen hij<br />
getuige bij het lijk kwam, daarbij niemand aanwezig was.<br />
== Doorgestreept == Dat hij getuige den aankomende personen naar het gezegt te Baarle-Nassau en Alphen heeft gestuurd te, zijnde het toen<br />
ongeveer drie ure, en na<strong>der</strong> de identiteit <strong>van</strong> het lijk heeft bevestigd.<br />
Overwegende dat de geneesheer Gommers on<strong>der</strong> eede heeft verklaard dat hij <strong>op</strong> genoemde namiddag ongeveer kwartier voor 4 ure door den<br />
burgemeester te Baarle-Nassau is gerequireerd (gevor<strong>der</strong>d), om zich naar den plaats <strong>op</strong> de grensscheiding <strong>van</strong> Alphen en Baarle-Nassau te<br />
begeven alwaar gezegd werd een meisje te zijn vermoord; dat hij zich dadelijk met den veldwachter daarheen heeft gespoed en ter plaatse<br />
voormeld het lijk de genoemde Adriana <strong>van</strong> Tilburg voorover <strong>op</strong> de graszoden heeft vinden liggen, met de voeten tegen de straatweg, dat hem de<br />
verschillende wonden aan den hals en het gezicht aanduidden dat het gesneden wonden waren, en naar zijn oordeel (Invoeging <strong>van</strong>uit het<br />
linkerka<strong>der</strong>: Met welk oordeel het hof zich verenigd) de dood onmiddellijk door de wond aan de hals moet zijn teweeg gebracht; dat nadat hij den<br />
dood geconstateerd had, het lijk <strong>op</strong> last <strong>van</strong> den burgemeester naar het gemeentehuis is over gebracht.<br />
Overwegende dat dezelfde getuige en de getuige Hooreman, officier <strong>van</strong> gezondheid <strong>der</strong> 2e klasse ver<strong>der</strong> on<strong>der</strong> eed hebben verklaard, in<br />
overeenstemming <strong>van</strong> hun vroeger <strong>op</strong>gemaakte visum tepertium, dat zij in den nacht tusschen 14 en 15 januari 1872 te Baarle-Nassau het door<br />
den regter commisaris aan hen overgegeven lijk <strong>van</strong> Adriana <strong>van</strong> Tilburg uit en inwendig hebben geschouwd en daar<strong>op</strong> uitwendig hebben<br />
waargenomen een wonde aan de linkerzijde <strong>van</strong> den hals beginnende voor aan den hals een centimeter links <strong>van</strong> het midden <strong>van</strong> de<br />
zoogenaamde adamsappel, 13 centimeter lang 3 diep en 3 breed, gapende en in horizontale rigting verlo<strong>op</strong>ende naar den nek, met doorsnijding<br />
106