Nakomelingen van Cornelis Creemers op 't Sant - Thijs van der ...

Anna Maria Habraken
Willem van der Sanden
J.Maximen
Nakomelingen van Cornelis Creemers op ’t Sant
op maandag 6 januari 1794 Bladel
Verkoop
Rechterlijk archief Bladel RA.34 folio 46v-47v
Antonij van de Water.
Bijlage LI
Verkoop huis en hof door Willem van der Sanden
(00239)
Compareerde voor schepenen des dorps van Bladel Willem van der Sanden inwoonder alhier den welke verclaert soovoor sig selven als in
qualiteijt erfgenaem ex testamento van sijne overledene huijsvrouw uijt de hand te hebben verkogt ende uijt dien hoofde wettelijk ende erffelijk te
cederen transporteren ende in eenen vollen regt van eijgendom op te dragen ende over te geven gelijk deselve doet bij ende mits desen aen ende
ten behoeven van Johannes Waelen en Johanna Roumantels egtelieden inwoonderen alhier een huijs en hof groot ongemeten gelegen alhier
onder Bladel ten gehugten het Hellen Eijnd deen sijde kinderen Bert van der Heijden en dander sijde de groote gemeente straat doende volgens
quohier folio 16 verso inde verpondinge twee stuijvers ende verclaarden comparanten dese goederen geen leene subject sijn hem aengekomen bij
koop volgens transport dato 4 februarij 1788 en dat dese overgifte geschiet voor ende omme een somme van een hondert vijf en vijftig guldens
waarvan bekent voldaan en betaalt te sijn, onder dese conditie de voorschreven huijsinge en hof voor een jaar is verhuurt aande Jood Manuel voor
eene somme van sestien gulden, en dus tot half maart seventien hondert vijf en negentigh, bij de getransporteerders niet anders kan worden
aanvaart ten maande voorschreven huurder vandie huure konde afsien blijvende voorschreven huurpenningen ten behoeven vanden
getransporteerders los en vrij uijtgenomen slands en dorps reele lasten nabuurlijke regten usantien ende serviteiten soovoor als nadelige van outs
regts ende gewoonte wegen daartoe staande ende gehorende belovende naar helmelinge vertijdenisse inne maniere gewoonlijk dit cederen
transporteren en erffelijk overgeven ten behoeve voorschreven altijt te sullen houden en doen houden voor goet vast bondig ende van waerden
ende jegens eene iegelijken te sullen vrijen waijren ende guaranderen van alle commer calange ende aantaal daa reets op wesende of nader
komende alles onder verbant als naar regten.
Aldus gedaan voor en ter presentie van vitus Willem van Crullenberg president Johanna Maxcines en Antonij van de Water schepenen die dese
neffens den comparant en mij secretaris ten prottocolle eijgenhandigh hebben ondertekent.
Op heden tot Bladel den sesden Januarij seventienhondert vier en negentigh na middags om twee ure.
Willem van der Sanden
W. van Crullenberg
J. Maxicines
Ant. van de Water
Kooppenning 155-0-0
op donderdag 5 mei 1796 Bladel
Testament
Rechterlijk archief Bladel RA.56 folio f.19-20
1/40 penning 3-17-8
Bijlage LII
Testament Reynier Tempelaers
(00019)
Compareerde voor schepenen des dorps van Bladel Reynier Tempelaers en Adriana Vergouwen egtelieden inwoonderen binnen desen dorpe, den
eersten comparante sieckelijk ende tweede comparanten gesont, dog bijden hun verstand seker wel magtig en gebruijkende, ons klaarblijkende te
disponeren doende sulx vuijt hunnen vrijen wil sonder inductie of persuantie van iemand, bevelende eerst en vooral hunne ziele aan god en hun
doode lighamen aende aarde met een eerlijke begraafnisse. Voorst bevoorende kasserende dood en te niete doende alle voorgaande testamenten
of andere dispositien niet willende dat deselve eenige werkinge sullen hebben, nogte effect sorteren, maar worden gehouden als of niets waare
gepasseert.
En komende nu tot de dispositie hunnen goederen soo verclaren sij comparanten testateuren malkanderen over ende weder en dirs de eerste
stervende aan de langstlevende van hen te laten ende te maken den vollen eijgendom van aller des eerststervende na te laten goederen actum
ende crediten, niets gereserveert ofte uijtgescheijden waarvan sij comparanten testateuren eenige magt van dispositie sijn hebbende dogt onder
dese bepalinge en restrictie dat de langstlevende geene goederen sal mogen verkopen, dan in casu van groote noodsakelijkhijd van gebreke en
dan telkens niet meerder als met vijftig guldens tegelijk, en die goederen welke van doode en overlijden van de langstlevende mogten gevonden
85