Nakomelingen van Cornelis Creemers op 't Sant - Thijs van der ...

Nakomelingen van Cornelis Creemers op ’t Sant
VIII-B Joannes van de Sande, zoon van Bartholomeus Reynier van Vee (VII) en Helena Steurmans, is gedoopt op dinsdag 12 februari
1709 te Leende (doopgetuigen waren Aleijdis Bitters en Joannis Ariën Didden (zie VI.1)).
Joannes trouwt op maandag 7 juni 1745 te Hillegersberg op 36-jarige leeftijd met Wilhelmina Simons van Rooij.
1745 - 14 apr - De schepenen van Leende schrijven voor Jan een ontlastbrief in verband met zijn voorgenomen huwelijk met een 'jonge
dogter' afkomstig uit Schijndel en wonende te 'Bergsen Hoek bij Rotterdam'. Het jonge paar gaat wonen "op den Oudendijk bij Rotterdam"
waar Jan al woonde .
Van Joannes en Wilhelmina zijn twee kinderen bekend:
1 Helena van de Sande is gedoopt op dinsdag 9 mei 1747 te Rotterdam in de Leeuwenstraat (doopgetuigen waren Antonie van Roijen
en Helena van der Sande).
2 Bartholomeus van de Sande is gedoopt op zaterdag 20 september 1749 te Rotterdam in de Leeuwenstraat (doopgetuige was
Josijntje van Lieshoudt).
VIII-C Reynerus van der Sanden, zoon van Bartholomeus
Reynier van Vee (VII) en Helena Steurmans, meester kleermaker en
collecteur, wonende te Leende en te Bladel, is gedoopt op zondag 31
juli 1712 te Leende (doopgetuigen waren Henricus van Sechelen en
Gertrudis Fransen), is overleden op vrijdag 10 november 1775 te
Bladel. Reynerus werd 63 jaar, 3 maanden en 10 dagen.
Reynerus gaat in ondertrouw (schepenbank) op zaterdag 3 maart 1742
te Bladel, trouwt (schepenbank) op zondag 18 maart 1742 aldaar op
29-jarige leeftijd met de 23-jarige Maria Coolen ook genaamd Johanna
Maria Coolen, dochter van Cornelis Coolen en Anna Maria
Dijckmans. Maria, wonende te Bladel, is gedoopt op zaterdag 26
november 1718 aldaar (doopgetuigen waren Michael Dijckmans en
Petronella Danckers), is overleden op zondag 10 februari 1782 aldaar.
Maria werd 63 jaar, 2 maanden en 15 dagen.
Handtekeningen van Reijner van der Sande en zijn vrouw Maria Koolen
1741 - 24 jul - Reijnier van der Sanden woont in het gehucht de Straet
op de Markt 36 te Bladel. Al voor zijn huwelijk met Maria Coolen woont daar. Ook de eigenaar woont in dat huis. Vermoedelijk oefent hij
hier zijn kleermakersberoep uit. Zijn latere vrouw Maria Coolen woont ook aan de Markt op nummer 13.
1746 - 28 jul - Het gezin van Reijnier en Maria Coolen woont in een woning aan de Markt nummer 33 te Bladel. De woning wordt gehuurd
van de weduwe Hendrick Kerckhofs. Vermoedelijk zijn reijnier en Maria direct na hun trouwen in dit huis gaan wonen en oefent Reijner
daarin zijn kleermakersberoep uit.
1746 - Reynier van der Sanden is in dat jaar collecteur van de verpondingsgelden en koningsbede van de gemeente Bladel. De
verponding en koningsbede zijn twee van de belangrijkste vormen van belasting op onroerende goederen (gronden, gebouwen e.d.). De
belastingdruk is in die tijd zeer hoog. Samen met nog andere belastingen op de veeteelt, graanbouw en andere produkten bedraagt deze
dikwijls meer dan vijftig procent van de opbrengst. Dit in tegenstelling tot de provincie Holland waar de belastingdruk minder dan de helft
is van de Kempen. Omdat de opbrengsten op de schrale zandgronden toch al erg laag zijn heerst er in de Kempen bij de meeste
gezinnen armoede.
Reynier is als collecteur aangesteld door de Raad van State en krijgt hiervoor een collecteloon van vier en een half procent. Bij het
ophalen van gelden worden leggers of kohieren gebruikt om precies te weten welke gronden belastbaar zijn en voor hoeveel elk stuk
grond is aangeslagen en wie op dat moment de eigenaar is. De collecteur is verantwoordelijk voor het ophalen van alle gelden, tekorten
moeten in de regel uit eigen middelen worden aangevuld. Zelfs na het overlijden van de collecteur moet zijn weduwe er voor zorgen dat
de gelden worden afgedragen. Vandaar dat de meeste collecteurs er niet op staan te kijken om aangesteld te worden. Wel duidt het
collecteurschap erop dat Reynier een bepaalde vertrouwenspositie in de gemeente Bladel heeft c.q. 'van onbesproken gedrag' is. De
gelden worden afgedragen aan de ontvanger van de gemeente die deze op zijn beurt weer afdraagt aan de ontvanger generaal in 's-
Gravenhage.
Uit het verslag van de gemeente-ontvanger gedateerd op 11 december 1750 blijkt dat de ontvanger van de gemeente Bladel 169 gulden
(ongeveer tien procent van het totaal aan jaarlijkse verpondingsgelden en coninxbede van de gemeente Bladel) meer aan de ontvanger
generaal heeft afgedragen dan dat hij van de collecteur Reynier van der Sanden heeft ontvangen. Vermoedelijk heeft Reynier deze 169
gulden geheel of gedeeltelijk zelf moeten bijleggen.
1746 - 14 jan - Reijnier van der Sanden moet samen met enkele andere Bladelnaren voor de schepenbank van Bladel getuigen in
verband met een voorval waarover predikant Adriaan Viersen behoorlijk gefrustreerd is. De overhoring vindt plaats voor de schepenen
Cornelis Adriaensen en Jan Reepmakers en genoemde predikant. Tijdens het verhoor blijkt dat Evert Culius, commies van het comptoir
der recherche te Bladel in de herberg van Jan Helselmans ten overstaan van diverse getuigen, waaronder Reijnier van der Zanden zijn
functie vergelijkt met die van de predikant en de pastoor. Hij heeft het over het met schop werken aan 'de dijk' tussen Bladel en Netersel.
Evert Culius zou in de herberg gezegd hebben op de vraag of hij ook mee gaat helpen; "dat zal ik om den duvel niet doen tenzij ook de
13