Klik hier voor de folder GGZ reclassering Vincent van Gogh

In twee tot drie gesprekken probeert de reclassering een zo compleet
mogelijk beeld van u te krijgen en van de omstandigheden waaronder
u het delict heeft gepleegd. De reclassering stelt u vragen over eventuele
eerdere delicten, of u drugs of alcohol gebruikt, uw opleiding of
werk, financiële situatie, of u een partner en kind(eren) heeft en hoe
uw contact met hen is.
Als u daarvoor toestemming geeft, kan de reclassering contact opnemen
met bijvoorbeeld een familielid of hulpverlener om een nog
duidelijker beeld te krijgen van uw situatie.
De reclassering krijgt uit de gesprekken een beeld over de factoren
die bij u de kans op het plegen van een delict vergroten. Dit legt de
reclassering vast in een strafadvies. Dat advies wordt met u besproken.
In uw rechtszaak wordt het strafadvies van de reclassering door
de rechter betrokken bij zijn overwegingen.
2. U bent veroordeeld tot toezicht bij de reclassering
U bent veroordeeld tot een verplicht reclasseringscontact. Of u bent
verdachte en vrijgelaten uit voorlopige hechtenis en u moet zich melden
bij de reclassering tot de rechter een uitspraak heeft gedaan.
Het toezicht dat onze reclassering uitvoert, is bedoeld om te voorkomen
dat u nogmaals een delict pleegt. Over dat toezicht worden
afspraken met u gemaakt. Soms zijn deze afspraken al opgenomen
als bijzondere voorwaarden in het vonnis. Een bijzondere voorwaarde
kan zijn dat u een bepaalde behandeling of een training volgt.
De afspraken tussen u en de reclassering worden vastgelegd in een
‘overeenkomst toezicht’. Daar staat in wat van u wordt verwacht, welke
programma’s of trainingen u gaat volgen en aan welke regels u zich
moet houden. De reclasseringsmedewerker en u moeten deze overeenkomst
ondertekenen. De reclassering controleert of u zich houdt
aan deze overeenkomst. Het spreekt voor zich dat u deze afspraken
dient na te leven en uw best doet om niet meer in aanraking te komen
met politie of Justitie.
Een verplicht contact met de reclassering wordt meestal opgelegd
voor twee jaar, in combinatie met een voorwaardelijk strafdeel. Een
dergelijk voorwaardelijk strafdeel is een door de rechter vastgestelde
periode gevangenisstraf. Wanneer u zich niet houdt aan de aanwij-
zingen en afspraken van de reclassering, meldt de reclassering dit bij
Justitie. Justitie beslist of u het voorwaardelijk deel dan alsnog moet
uitzitten in de gevangenis.
3. U bent veroordeeld tot een werkstraf
De rechtbank heeft u veroordeeld tot het uitvoeren van een werkstraf.
Dat is onbetaalde arbeid, waartoe u verplicht bent. Uw werkstraf moet
u binnen een jaar uitvoeren. Als u uw werkstraf niet tijdig of niet goed
uitvoert, meldt de reclassering dat aan de officier van Justitie.
Bij GGZ reclassering VvG kunt u uw werkstraf uitvoeren. Na de
uitspraak van de rechter wordt u uitgenodigd door de reclassering
voor een eerste gesprek over uw werkstraf. Tijdens dit gesprek bekijkt
de reclasseringsmedewerker met u welk werkstrafproject voor u het
meest geschikt is voor de uitvoering van de werkstraf. U krijgt uitleg
over de regels. De afspraken tussen u en de reclassering worden
vastgelegd in een ‘overeenkomst werkstraffen’. Daar staat in wat van u
wordt verwacht en aan welke regels u zich dient te houden.
4. Interventies
De rechtbank, het gevangeniswezen of de reclassering heeft u opgelegd
dat u verplicht een gedragsinterventie moet volgen. U kunt dit
doen tijdens uw detentie of tijdens de periode dat u onder toezicht
staat. Wanneer u de gedragsinterventie niet volgt, kan dit gevolgen
hebben voor uw detentiefasering of uw toezicht. Een voorbeeld van
een gedragsinterventie is de leefstijltraining die door de reclasseringsmedewerkers
van GGZ reclassering VvG wordt verzorgd.
Wanneer u bij ons bent aangemeld voor de leefstijltraining, dan nodigen
onze reclasseringsmedewerkers u uit voor een intakegesprek.
Zij bespreken dan het verloop en de inhoud van de training met u. De
reclasseringsmedewerker vraagt u ook een overeenkomst voor het
volgen van de training te tekenen. Bij het niet naleven van deze overeenkomst
zijn wij genoodzaakt een melding te maken bij de trajectbegeleider
van het gevangeniswezen of bij de toezichthouder.
Het doel van de training is u te motiveren om uw problematisch middelengebruik
of gokgedrag te veranderen, zodat de kans op het plegen
van een delict afneemt. Soms betekent het dat u helemaal stopt met
het gebruik. Soms kan het doel worden om op gecontroleerde en
verantwoorde wijze te gebruiken.
U leert tijdens de training hoe het delictgedrag en het problematisch