13.09.2013 Views

artikel Piet Janssen - De Kovel

artikel Piet Janssen - De Kovel

artikel Piet Janssen - De Kovel

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

F CUS<br />

Judas en Petrus als co-actoren in Jezus’ passie<br />

Refl ecties bij een Laatste Avondmaal van Johannes Wickert<br />

In de Brusselse kathedraal liep verleden jaar de tentoonstelling “Brug tussen<br />

aarde en hemel”, met werk van Johannes Wickert. <strong>Piet</strong> <strong>Janssen</strong> was al een tijdje<br />

geïntrigeerd door de fi guur van Wickert. Dat mag niet verbazen. <strong>Janssen</strong> en<br />

Wickert delen met elkaar een academisch werkveld. <strong>De</strong> eerste was tot voor kort<br />

professor schoolpsychologie in Leuven, de tweede doceerde ontwikkelingspsychologie<br />

in Keulen, combineerde dit met schilderkunstige activiteiten en behield<br />

daarbij een levendige interesse voor fysica (Wickert promoveerde op Einstein).<br />

Gewapend met een beginnend inzicht in het oeuvre van Wickert, opgedaan in<br />

het boek Johannes Wickert – schilderkunst/Malerei 1 , trok <strong>Janssen</strong> naar Brussel.<br />

Voor een veldonderzoek rond werk van de man die beweert: “Theologie interesseert<br />

me niet, wel wie Christus is.” 2 Dat onderzoek resulteerde in een alternatieve<br />

beeldmeditatie.<br />

<strong>Piet</strong> J. <strong>Janssen</strong><br />

Judas aan het Laatste Avondmaal<br />

Het eerste schilderij dat ik kort na Pasen in Brussel bewonder, is een onconventionele<br />

voorstelling van het Laatste Avondmaal. Het tableau van de Duitse schilder<br />

Johannes Wickert contrasteert stevig met wat klassieke kunstenaars over de<br />

instelling van eucharistie en priesterschap in beeld brengen. <strong>De</strong> normale opstelling<br />

is een, door apostelen omringde, Jezus aan een brede tafel; één van die<br />

leerlingen, veelal in de marge afgebeeld, is dan herkenbaar als Judas. Wickert<br />

plaatst de fi guur van Judas eveneens in een uiterste hoek. Maar anders dan bij<br />

zoveel andere afbeeldingen van het Laatste Avondmaal, krijgt deze apostel een<br />

centrale betekenis. Judas, die door de tatoeage “Judas I.” op zijn linkerarm alle<br />

twijfel over zijn identiteit wegneemt, leent zijn naam aan de titel van het doek.<br />

Hij staat bovendien zo opzichtig afgebeeld dat Jezus en de elf anderen wel op<br />

de achtergrond moeten blijven.<br />

69<br />

DE KOVEL


70<br />

DE KOVEL<br />

Wickerts schilderij van Judas (140 x 540 cm), zoals in april 2010 geëxposeerd in de kathedraal van Brussel.<br />

Twaalf kelken, die door hun hemelsblauwe kleur versmolten lijken met de<br />

eveneens blauwe Avondmaalstafel, springen ook in het oog. Elf linker onderarmen<br />

van apostelen suggereren dat even zovele onzichtbaar gebleven hoofden<br />

stevige ondersteuning behoeven. Alleen Judas – aan het rechter uiteinde, tegenover<br />

Jezus – kijkt me aan; zijn blik laat me niet meer los.<br />

Een deel van deze intrige weet Manu Verhulst trefzeker te verwoorden in<br />

drie pittige stroofjes 3 , die hij bij wijze van ondertiteling op dit beeld plakt.<br />

Ik ben Judas,<br />

voel mij verraden<br />

en tekort gedaan.<br />

Hij had de kracht<br />

van een leeuw<br />

en werd een schaap.<br />

Ik ben Judas,<br />

vader van vele christenen<br />

ontgoocheld<br />

en teleurgesteld<br />

met al hun boete<br />

en gebeden.<br />

Ik ben Judas.<br />

Heb zijn gezicht al uitgeveegd.<br />

Ik heb mijn eigen brood<br />

en wijn.<br />

Ik zal mijn eigen<br />

offerande zijn.<br />

Is die Judas een schismaticus? Ongetwijfeld. Hij kan zich niet identifi ceren met<br />

de boodschap van Jezus. Dit manco van ‘aansluiting’ wekt bij hem gevoelens<br />

van frustratie op, iets wat hij kennelijk met velen deelt. Althans, zo voert Verhulst<br />

de ‘verraden apostel’ (sic!) in strofe 1 en 2 ten tonele. Toch laat de dichter<br />

niet na de eigengereidheid van Judas te onderstrepen. In strofe 3 tekent hij een<br />

verbeten apostel die zijn conclusie al getrokken heeft: Vandaag nog zal ik mijn<br />

opdracht vervullen!<br />

<strong>De</strong>ze analyse van Manu Verhulst werpt voor mij maar ten dele een licht op<br />

het schilderij van Wickert. Staande voor het paneel, blijven de vragen en onduidelijkheden<br />

zich torenhoog ophopen. Wat betekenen die kelken, die afgewende<br />

blikken, dat kennelijk ergens van afgetrokken doek op de voorgrond links? En


ovenal, waarom komt Jezus zelf niet even nadrukkelijk in beeld? Dit schilderij<br />

is te weerbarstig om het in een driedelig vers te duiden. Ik loop met een wijde<br />

boog om de vragen heen; het vervolg van de tentoonstelling wacht!<br />

Eenmaal thuisgekomen zal de vooralsnog onbevredigende interactie met het<br />

schilderij van Wickert me parten spelen. <strong>De</strong> indruk dat ik iets over het hoofd<br />

zag, doet me zoeken naar wat mij als ‘gute Gestalt’ 4 wel begrijpelijk voorkomt. 5<br />

Figuur en achtergrond<br />

Tien dagen later daagt er iets. <strong>De</strong> psycholoog in mij herinnert zich de ‘vaas van<br />

Rubin’, een item dat gebeiteld staat in de opleiding van al wie het terrein van<br />

de psychologie betreedt. Het daarin werkzame principe toont zich in elk van de<br />

twaalf kelken op het schilderij van collega Wickert.<br />

Rubin staat voor een Gestalt-wetmatigheid in de waarneming. Wat waargenomen<br />

wordt, blijkt steeds een fi guur te zijn tegen een welbepaalde achtergrond.<br />

Wat eenmaal het statuut van fi guur verkrijgt, kan niet tezelfdertijd achtergrond<br />

zijn. Toch sluit dit geen verwisselbaarheid uit. Ofwel neem je in de<br />

tekening van Rubin een vaas waar, en dan zie je geen gezichten. Ofwel zie je<br />

de twee silhouetten van naar elkaar gekeerde gezichten, maar dan zie je geen<br />

vaas meer. Ook in elke kelk van Wickert etaleert zich het ‘Rubin-principe’; wie<br />

de afbeelding analyseert, neemt er vrij snel ook twee – ditmaal verschillende<br />

– gezichten in waar.<br />

<strong>De</strong> vaas van Rubin. <strong>De</strong> kelk van Wickert. <strong>De</strong> Judaskus, zoals geschilderd door Caravaggio<br />

(1598).<br />

Maar er is meer. Het is net of het gelaat rechts in de kelken van Wickert de<br />

aanzet tot een kus op de wang van het gezicht links uitbeeldt. Het kussende<br />

gezicht kan dat van Judas zijn; in dat geval is het gezicht links dat van de persoon<br />

tegenover hem aan het andere einde van de tafel. Enkele weken later vind<br />

ik deze hypothese treffend geïllustreerd in een bericht over een, eerst gestolen<br />

maar later weer opgedoken, schilderij van Caravaggio. Omdat het doek de<br />

‘gevangenneming van Jezus’ afbeeldt, staat het ook wel bekend onder de titel<br />

‘de Judaskus’. Vlak voor de aanhouding van de Meester zei Judas immers tot<br />

de Romeinse soldaten: “Hem die ik zal kussen, die is het.” (Mt. 26,48) <strong>De</strong> kus<br />

fungeerde dus als consigne voor het hem vergezellende arrestatieteam. Meteen<br />

71<br />

DE KOVEL


72<br />

DE KOVEL<br />

laadt de bijbelse intertekst de Wickertse fi guur ‘kelk’ met een prangende betekenis<br />

op. Van drinkbeker op het Laatste Avondmaal wordt het nutsvoorwerp een<br />

verwijzing naar Jezus’ bede in de Hof van Olijven: “Abba, Vader, laat deze kelk<br />

aan mij voorbijgaan.” (Mc. 14,36) Een nieuw perspectief opent zich. Wie is hier<br />

de (centrale) fi guur, en wie vormt de achtergrond? Met die indringende vraag<br />

confronteert Wickert de toeschouwers. Maar valt met dit demasqué het (blauwe)<br />

doek? Kennelijk niet. Er zijn immers nog andere elementen op het doek van<br />

Wickert die zich moeilijk met de Gestalt laten rijmen.<br />

Wat betekent het dat Judas als enige apostel sandalen draagt? Waarom<br />

plaatst Jezus slechts één voet op de vloer, terwijl Hij zijn linkerhiel op zijn<br />

rechterenkel laat steunen? Allicht is het feit dat de vingers van zijn rechterhand<br />

het frame van de prent vasthouden, ook geen betekenisloos franje van de kunstschilder.<br />

Hoe dan ook, er zijn genoeg redenen om alert te blijven en zich niet<br />

tevreden te stellen met een eerste, voorlopige interpretatiesleutel voor dit Laatste<br />

Avondmaal. Ik hoop op nieuwe inzichten die een sluitende interpretatie<br />

mogelijk maken, ook al besef ik dat echte kunst zich tegen zulke verwachtingen<br />

teweerstelt.<br />

Petrus en Judas<br />

Tijdens een doorreis in Frankrijk6 krijg ik op 15 mei de kans een bezoek te<br />

brengen aan de kathedraal van Lisieux. Vroeger moet het in deze kerk ook<br />

overdag erg donker geweest zijn. Maar een handvol voortvarende kanunniken,<br />

die het lezen van hun koorgebed iets gemakkelijker wilden maken, liet de prachtige<br />

glasramen rond 1680 vervangen door meer licht doorlatend vensterglas, ook<br />

al waren ze hierdoor de beeldenstormende calvinisten enigszins ter wille. In de<br />

linker zijbeuk treffen mij de scènes op vier paar glasramen van latere datum.<br />

Ze verbeelden momenten uit het leven van Petrus die, samen met Paulus en<br />

Theresia, de patroonheilige van de kerk is. In een aftands boek van abbé Hardi<br />

valt de maker van de glasramen weinig eer te beurt. Hij zou niet meer gepresteerd<br />

hebben dan het ineenknutselen van enkele miserabele glasprenten, “des<br />

tableaux, dont la composition et l’exécution sont absolument dénués de toute<br />

valeur artistique”. 7 Dat kan best, toch is er iets dat mij raakt in deze zogenaamd<br />

inferieure vitraux van de kathedraal. Ik neem er foto’s van, zodat ik ze thuis<br />

grondig kan bestuderen.<br />

Lege stoel op glasraam ‘Laatste<br />

Avondmaal’ in de kathedraal van Lisieux.


Het eerste raam biedt een klassiek beeld van het Laatste Avondmaal. Een<br />

lege stoel, met een rode mantel eroverheen, springt in het oog. Daar moet Judas<br />

even tevoren gezeten hebben. Hij verliet de zaal nadat Jezus hem een stuk<br />

brood had aangereikt met de woorden: “Wat ge te doen hebt, doe dat spoedig.”<br />

Zo aanwezig als hij is op het schilderij van Wickert, zo afwezig is Judas op dit<br />

tafereel. Maar de impact van zijn vertrek is er niet minder om. <strong>De</strong> apostelgroep<br />

lijkt in commotie. Omdat Judas de beurs hield, menen sommigen dat Jezus hem<br />

opdroeg het gelag te betalen of de armen een aalmoes te geven. 8 <strong>De</strong> beschouwer<br />

van het glasraam weet uiteraard beter. Na Jezus’ zalving in Bethanië voer de<br />

Satan in de man die zich afvroeg of het ritueel met de dure balsem geen verkwisting<br />

inhield, aldus de auctoriële vermelding van de apostel Johannes (cf.<br />

Joh. 12,5). Uit het vervolg van het passieverhaal weten we dat Judas, kort nadat<br />

Jezus zijn apostelen bekende dat een van hen Hem zou verraden, naar de hogepriesters<br />

trok met wie hij voor de prijs van dertig zilverlingen de uitlevering van<br />

Jezus overeenkomt. Na de verraderskus in de Hof van Olijven, ervaart Judas<br />

wroeging over wat hij gedaan heeft. Hij wil het geld teruggeven, beseft dat deze<br />

geste de klok niet kan terugdraaien en slaat de hand aan zichzelf.<br />

Waarom bracht de glaskunstenaar Judas niet in beeld, vraag ik mij af. Smeert<br />

hij daardoor de tragiek niet over de andere, wel afgebeelde, leerlingen uit? Ineens<br />

denk ik dat zoiets wel eens juist de bedoeling kon zijn van de kunstenaar. Wie<br />

in eerste instantie koosjer wordt geacht, is dat niet meer. Neem nu die Petrus,<br />

die in de kathedraal Saint-Pierre uiteraard voor het voetlicht moet komen. Ook<br />

hij is niet van het zuiverste water. Weigerde hij aanvankelijk niet de voetwassing?<br />

Getuigt het niet van schutterigheid dat hij de geliefde leerling Johannes aanstoot<br />

om bij Jezus wat meer uitleg te vragen over de akelige voorspelling van een verrader<br />

in eigen kring? Valt hij niet in slaap in de Hof van Olijven, om dan in een<br />

impulsieve bui het oor van de knecht Malchus af te slaan? En verloochent hij<br />

zijn Meester niet tot driemaal toe wanneer omstanders en dienstpersoneel van<br />

het Sanhedrin hem menen te herkennen als volgeling van Jezus van Nazaret?<br />

Petrus had er zichzelf nochtans volstrekt niet toe in staat gezien.<br />

En kijk, de drie volgende paren van glasramen roepen precies deze pijnlijke<br />

scènes op! Petrus ligt met twee andere apostelen in de Hof van Olijven te slapen,<br />

terwijl een engel een bemoedigend woord richt tot Jezus die net daarvoor<br />

de menselijke verzuchting had geuit: “Vader, als Gij wilt, laat dan deze beker<br />

aan Mij voorbijgaan.” Het menselijke karakter van Jezus’ bede wordt er overigens<br />

onderstreept doordat de maker van het glasraam de blauwe mantel –<br />

blauw is de kleur van de godheid – op de rotsen drapeert en niet meer om de<br />

schouders van de Mensenzoon (afbeelding a). Op het volgende tweeluik staat<br />

Judas in rode mantel afgebeeld. <strong>De</strong> lijdzaamheid waarmee Jezus zich door<br />

Judas laat kussen, contrasteert met de felheid waarmee Petrus de knecht van<br />

de hogepriester te lijf gaat (afbeelding b). Tot slot is er nog een tweeluik waarop<br />

Jezus wordt weggeleid terwijl Petrus voor de derde keer zijn Meester verloochent<br />

– het in beeld gebrachte dienstmeisje (links) en de kraaiende haan (rechts)<br />

laten daarover geen twijfel bestaan (afbeelding c).<br />

73<br />

DE KOVEL


74<br />

DE KOVEL<br />

Afbeelding a:<br />

Petrus slaapt terwijl<br />

een engel Jezus<br />

aanspoort om de<br />

beker tot op de<br />

bodem te ledigen.<br />

Afbeelding b:<br />

Petrus hakt in op<br />

Malchus terwijl<br />

Judas Jezus kust.<br />

Afbeelding c:<br />

Petrus zweert de man<br />

van Nazaret niet<br />

te kennen.


<strong>De</strong> bijrol die Petrus in heel dit gebeuren vervult – zo laten de glasramen<br />

doorschemeren – is die van een beunhaas en brekebeen. Eigenlijk past hem<br />

evengoed het label van ‘verrader’. Petrus zowel als Judas vertolken, elk op eigen<br />

wijze, een geloof dat mank loopt. Maar waarom wordt Petrus – echter niet nadat<br />

hij door de Verrezene tot driemaal toe op zijn tekortkomingen wordt aangesproken<br />

– tot herder van de kudde aangesteld (cf. Joh. 21,15-19), en wacht voor<br />

Judas alleen een tragische dood? Het antwoord schuilt in Judas’ grondhouding.<br />

Realiseert Judas zijn fatum niet door zich in diepe wroeging te wentelen, in een<br />

poel die alle hoop op Gods oneindige barmhartigheid laat verstikken? Toegegeven,<br />

zijn geloofshandicap was niet het gevolg van naïeve spontaneïteit en een<br />

even sympathieke ‘brekebeen’ als Petrus zou hij nooit meer worden, maar<br />

moest hij daarom hangen als een slachtdier? Ging zijn Meester ook niet voor<br />

hem de harde lijdensweg ten einde toe?<br />

Ten voeten uit<br />

Na deze reiservaring neem ik de afbeelding van het moderne Judasschilderij<br />

weer ter hand. Met een schok realiseer ik mij dat ook Wickert oog had voor de<br />

persoon van Petrus. Vermoedelijk is de vierde apostel van rechts de man die<br />

samen met de Donderzonen de nacht slapend had doorgebracht in Getsemane:<br />

de kreupele kerkleider in spe. Maar nu mijn blik zich richt naar wat zich onder<br />

de tafel afspeelt, herinner ik mij ook weer de inhoud van een diepte-interview<br />

dat pastoor Lothar Klinges ooit van zijn parochiaan Wickert afnam en dat gepubliceerd<br />

werd onder de titel “Ich bin mehr Maler als Professor”. 9 Na de inventarisatie<br />

van het wereld- en mensbeeld dat de erudiete fysicus, psycholoog en<br />

religieus schilder zich al studerend heeft eigengemaakt, gaat Klinges in op “das<br />

letzte Abendmahl und die Rolle der Fübe”. Dit tweede deel van zijn verslag laat<br />

me nog op een andere manier naar de twaalf Wickert-kelken kijken. Of althans<br />

mijn duiding daarvan verbreden.<br />

Klinges toont aan waarom Menschen-Maler<br />

Wickert in de loop van zijn schilderkunstige carrière<br />

steeds meer aandacht ging besteden aan<br />

“den vergessenen Füben”. Wickert had ontdekt<br />

dat de mens via zijn voeten op de hem typerende<br />

wijze contact maakt met de aarde. <strong>De</strong> manier<br />

waarop personen gaan en staan, weerspiegelt<br />

hun psyche, hun grondhouding (roots) bij de<br />

benadering van God en medemens. Vandaar dat<br />

Wickert de voetwassing – die als gebaar van<br />

‘zelfvernedering’ deel uitmaakt van het Laatste<br />

Avondmaal – opwaardeert tot meest verzoenende<br />

ervaring: “Ich zeige damit, dass ich mich wirklich<br />

zum anderen hin bücken und klein machen<br />

kann.” Maar er is meer.<br />

75<br />

DE KOVEL


76<br />

DE KOVEL<br />

Dat in elk van de apostelen (en dus ook in ons!) een judas schuilt, toont<br />

zich niet enkel in de kelken, maar ook in de manier waarop die leerlingen hun<br />

voeten plaatsen. Terwijl hun linker wijsvinger de richting uitgaat van de man<br />

die zij in zijn missie proberen na te volgen, wijzen hun blote en stevig in de<br />

pijnlijke situatie geaarde voeten naar de collega die zij (nog) niet willen laten<br />

vallen. Wickert bekent overigens aan zijn interviewer: “Wir kommen von Judas<br />

nicht los, deshalb habe ich ihn immer wieder gemalt.” Maar dat betekent niet<br />

dat we met z’n allen als verraders moeten gediskwalifi ceerd worden. Wel dat<br />

op ons – net als op Judas – de verdenking rust het Jezuswoord “mijn rijk is niet<br />

van deze wereld” nauwelijks te begrijpen.<br />

Meteen is ook duidelijk waarom Wickert de ons aankijkende Judas met (te<br />

grote) sandalen aan zijn voeten schilderde. Die sandalen plaatsen hem, net als<br />

zijn korf met ‘eigen brood en wijn’, op een mentale en geestelijke afstand van<br />

Jezus die ervoor koos zijn solidariteit met de zwakke mens te tonen door blootsvoets<br />

te gaan en daarmee alle waardigheid (het blauwe bovenkleed) af te leggen.<br />

Maar Wickert zou Wickert niet zijn als hij er geen unieke confrontatie van<br />

maakte. Op zijn schilderij beroert alleen Jezus’ rechtervoet, in verbondenheid<br />

met de mensen, de aarde. <strong>De</strong> linkervoet lijkt zich daarentegen al klaar te maken<br />

voor de hemelvaart. Of herkennen we in die bedrieglijk-ontspannen ‘voetenstand’<br />

de manier waarop de Gekruisigde aan het schandhout genageld werd?<br />

“Diese ‘Doppelheit’ macht das Besondere der Fübe Jesu aus”, laat Wickert optekenen.<br />

Een bijzonderheid waarin ook het handenspel van Jezus deelt? Allicht.<br />

Het is immers alsof de Jezus van Wickert zich met zijn rechterhand gaat optrekken<br />

uit het gesloten kader waarbinnen zijn taak in deze wereld dient volbracht.<br />

En van doorbreking van een gesloten kader gesproken… – zorgt de Judas van<br />

Wickert daar ook niet een beetje voor door oogcontact te zoeken met de<br />

beschouwer buiten het kader van het schilderij? Met die laatste vraag raken we<br />

aan het sublieme van Wickerts Laatste Avondmaal.<br />

Schilder en docent<br />

<strong>De</strong> Gestalt van Wickert houdt de indruk gaande dat het er de kunstenaar om te<br />

doen was zijn toeschouwers in dubio te laten verkeren. Voor wie of wat zal de<br />

toeschouwer kiezen in deze dualiteit van het menselijke en het goddelijke? Voor<br />

de fi guur Judas? Of voor de, Jezus en zijn volgelingen omvattende, achtergrond<br />

van de gerealiseerde verlossing? <strong>De</strong> tweede optie is in de kathedraal van Lisieux<br />

glashelder in beeld gebracht en is ons at surface level uiteraard genoegzaam<br />

bekend. Maar het is duidelijk dat de docent psychologie – iets wat Wickert zal<br />

blijven – zijn beschouwers wil uitdagen tot een deep level learning, tot het<br />

doorlopen van een studieus proces dat de roots voor humaan leven aanboort en<br />

dat bijgevolg een dialoog over authentieke religieuze ervaringen kan openen.<br />

Die artistieke aanpak, die er een is van participatie en transformatie door noch<br />

voor fi guur noch voor achtergrond te kiezen maar de Gestalt te laten werken,<br />

had Koenraad <strong>De</strong> Wolf al eerder samengevat in een slagzin die de ‘agenda’ van<br />

de kunstenaar treffend resumeert: “Kunst smeedt een brug tussen hemel en


Het sacrament van de voetwassing<br />

Dirk Hanssens osb<br />

Hoe belangrijk voeten zijn, wisten de eerste iconenschilders al. Hoe vaak werden<br />

blote voeten niet op iconen afgebeeld? Voeten zijn zowat het symbool voor alles<br />

wat bij mensen hoort. Aan een voet kun je zien hoe iemand in zijn vel zit. Een voet<br />

verraadt het binnenhuis van een mens, beweert de schilder Johannes Wickert die<br />

al honderden ongeschoeide voeten op het linnen vereeuwigde. Wie oog heeft<br />

voor voeten leert bovendien dat je er zowel de vreugde als het lijden op kunt afl ezen.<br />

Zwaar ziek zijn, in de zevende hemel vertoeven, revalidatie ondergaan, in<br />

spanning verkeren – het heeft allemaal gevolgen voor je voeten. En voor diegenen<br />

die naar die voeten willen luisteren, meent Toni Zenz, een andere kunstenaar die,<br />

behalve met oren en toegenegen lichaamshoudingen, iets met voeten heeft.<br />

Voetverzorging is dan ook van enorm belang. Het gebeurt best door een professional,<br />

een pedicure, maar liefst nog door iemand die van je houdt. Want dat het met<br />

liefde gedaan wordt – ook dat is belangrijk. Niet alleen bij zieken, maar ook bij<br />

zelfverklaarde gezonden, kan een voetmassage wonderen verrichten. Niet voor<br />

Toni Zenz, Voetwassing,<br />

basreliëf, St. Godelieveabdij<br />

Brugge. Zenz beeldt<br />

Jezus af in een houding<br />

die onderstreept dat de<br />

wereld ‘op zijn kop staat’.<br />

Jezus legt daarbij zijn oor<br />

te luisteren aan de voeten<br />

van Petrus – “zullen ze in<br />

mijn voetspoor treden”,<br />

lijkt Hij zich af te vragen.<br />

niets zeggen verplegers dat je voor afgeleefde dementerenden weinig kunt doen, tenzij aanwezig zijn en voor<br />

hun voeten zorgen. Verlichting, verlossing – het begint met het meest basale. Maar het omgekeerde is ook waar.<br />

Ontreddering laat zich kennen in de verstoring van de basale functies.<br />

Jezus wilde zijn leerlingen bij het Laatste Avondmaal beelden en tekenen meegeven die ze nooit meer zouden<br />

vergeten. Hij schonk ze alsof Hij zichzelf weggaf. In brood en wijn – verwijzingen naar basale behoeften: kracht<br />

om van te leven, vreugde die het leven van zin vervult. Maar Jezus wilde zijn zelfgave ook ten voeten uit tonen.<br />

Hij mikte op een blijvend toonbeeld. “Doe dit tot gedachtenis aan Mij.” Neen, een stapje verder: “Doe het aan<br />

anderen. Want alleen zo word Ik herdacht.” “Zal Ik het jullie voordoen?” heeft Hij toen gezegd. En Hij legde<br />

zijn bovenkleren af. Hij begon met het verzorgen van hun voeten, niet om ze schoon te maken, maar omdat<br />

die voeten in zijn voetspoor moesten treden. En Hij voegde eraan toe: “Als Ik jullie de voeten was, dan moeten<br />

jullie ook elkaar de voeten wassen.”<br />

Als je niet eerst voor medemensen zorgt, voor zieken en armen die we allemaal een beetje zijn, kun je niet aan<br />

tafel gaan. Doe je das uit, stroop je mouwen op, doe je lendenschort aan, maak je klein en zoek de doornen in<br />

andermans lichaam, likdoornen die hem of haar beletten ten voeten uit te leven. Neen, je hoeft geen splinters<br />

te zoeken. Die balk in je eigen oog maakt het je onmogelijk om het pincet goed te gebruiken. Wat je wel kunt,<br />

is komaf maken met schijnprocessen. Anderen beschuldigen en zeggen dat ze de miserie aan zichzelf te danken<br />

hebben – het is een manier om niets te moeten doen! Je kunt niet aan tafel gaan zonder het sacrament van de<br />

voetwassing. “Inderdaad,” zei Jezus, “dit is slavenwerk, maar ik doe het vrijwillig. Omdat Ik het wil, worden<br />

geboden klussen tot vrije daden van liefde omgebogen.”<br />

Pas als we elkaar de voeten hebben gewassen, kunnen we aan tafel gaan, voorgezeten door de Heer zelf. Wie<br />

zijn sandalen aanhoudt, is gezien. Maar Judas dacht: wie niet weg is, is gezien. Hij vluchtte, ook van zijn eigen<br />

schaduw, en belette zo dat Jezus hem toerustte met voedsel en met vreugde. Arme Judas die zichzelf geen<br />

nieuw begin meer gunde.<br />

77<br />

DE KOVEL KOV K EL


78<br />

DE KOVEL<br />

aarde.” <strong>De</strong> slagzin werd de kop van een <strong>artikel</strong> in Tertio 10 , dat zowaar Wickert<br />

als een soort schilderende ‘pontifex’ opvoert. Zelf getuigt Wickert in die bijdrage:<br />

Ik toon de puinhoop die het individualisme in onze samenleving aanricht,<br />

waardoor het natuurlijke weefsel van het gemeenschapsleven en de band met<br />

het transcendente – die onverbrekelijk deel uitmaken van ons genetische<br />

erfgoed – grotendeels zijn verwoest. (…) Dit zijn geen vrijblijvende plaatjes,<br />

maar keiharde analyses die tonen wat mensen beroert, in de war brengt en<br />

wanhopig maakt. (…) Toch laten mijn diepgravende psychologische analyses<br />

aanvoelen hoezeer mensen verlangen naar contact, hoezeer ze snakken naar<br />

een uitweg. (…) En hoewel op het eerste gezicht geen plaats lijkt weggelegd<br />

voor de keerzijde van de ‘condition humaine’ – de hoop, de liefde en de<br />

vreugde – is die onderhuids telkens voelbaar. (…)<br />

Voor de echte heling moeten we echter naar een dieper niveau, naar de roots<br />

van ons bestaan: de authentieke religieuze beleving. Langs telkens weer<br />

onverwachte invalshoeken probeer ik (…) daarom de schatkamer van het<br />

spirituele leven te openen en dieper door te dringen in de kern van de christelijke<br />

en de bijbelse traditie. (…) Ik probeer de dualiteit tussen het menselijke<br />

en het goddelijke te overstijgen en een brug te slaan tussen de aarde en<br />

de hemel. (…)<br />

Omdat de realisatie van die brug uiteraard de macht van de kunstenaar te boven<br />

gaat, signeert Wickert zijn doeken niet; de ichthus of het naar Jezus verwijzend<br />

vissymbool volstaat als signalement van de voltooiing van de per defi nitie<br />

‘gebrekkige’ pogingen van de schilder. Als bindteken tussen aarde en hemel<br />

fungeert immers Jezus zelf. Hij is<br />

dé pontifex maar ook het bruggenhoofd,<br />

de veilige veste die diep<br />

binnendringt in een wereld die<br />

Judas’ keuze almaar vaker als de<br />

juiste keuze promoot. Is de handhaving<br />

van die veste zoiets als de<br />

bittere kelk die Jezus ook vandaag<br />

nog tot op de bodem ledigt – die<br />

ene kelk die op het glasraam in<br />

Lisieux te zien is, maar niet op het<br />

doek van Wickert (er staan immers<br />

geen dertien, maar slechts twaalf<br />

bekers op het schilderij)? Alleen al<br />

om deze trouvaille is Wickert een<br />

waardige laureaat van de Kaiser<br />

Lothar Preis, die hem onlangs werd<br />

toegekend. 11


Nog een laatste keer neem ik Judas in ogenschouw.<br />

En nu pas valt het me op: hij kijkt mij<br />

niet aan, zijn ogen staan op afwezig. <strong>De</strong> man<br />

kijkt niemand aan. Zou de Heiland, wiens<br />

gezicht aan aller ogen onttrokken is, hem niet<br />

aankijken? En schilderde Wickert daarom een<br />

kledingstuk voor Judas in dezelfde kleur als<br />

dat van Jezus? Tussen de twee fi guren aan de<br />

uiteinden van het doek staat alleen een tafel,<br />

een immense dertiende kelk op zijn kop.<br />

<strong>Piet</strong> J. <strong>Janssen</strong> (°1934) is emeritus gewoon hoogleraar schoolpsychologie aan de KULeuven. Begin 2009<br />

bundelde hij zijn onderzoek rond studeren en doceren in het bij Garant (Antwerpen/Apeldoorn) verschenen boek<br />

Studenten leren niet, zij studeren; over transformatie als psychologische kern van hoger onderwijs.<br />

1 Koenraad <strong>De</strong> Wolf & Manu Verhulst, Johannes Wickert. Schilderkunst / Malerei , Halewijn,<br />

Antwerpen, 2009.<br />

2 Het citaat komt voor in een interview met Johannes Wickert, gepubliceerd in het Vlaamse<br />

weekblad Kerk&leven van 30 december 2009 (blz. 9).<br />

3 Johannes Wickert. Schilderkunst / Malerei, blz. 115.<br />

4 Een Gestalt laat zich psychologisch defi niëren als de samengestelde of complexe vormeenheid<br />

waarin de delen bijdragen tot de betekenis van het geheel en tezelfdertijd aan dit geheel hun<br />

betekenis ontlenen. <strong>De</strong> emoticons ‘Jantje lacht’ (☺) en ‘Jantje huilt’ () illustreren wat een<br />

Gestalt is: de ogen in beide fi guurtjes zijn objectief gezien identiek, maar ‘staan’ compleet<br />

‘anders’ (blij versus sip).<br />

5 Het werd uiteindelijk een queeste die maandenlang aanhield. Wat ik als een coherente visie<br />

aan de redactie van <strong>De</strong> <strong>Kovel</strong> kon aanbieden, is o.m. schatplichtig aan enkele substantiële<br />

inzichten die mijn broer Toon E.M. <strong>Janssen</strong> (historicus in Nijmegen) en Dirk Hanssens osb<br />

(hoofdredacteur van <strong>De</strong> <strong>Kovel</strong>) aanreikten.<br />

6 <strong>De</strong> reis ging van de abdij van Saint Pierre in Solesmes naar die van Saint Wandrille de<br />

Fontenelle in Normandië; getuige mijn bijdrage in <strong>De</strong> <strong>Kovel</strong> 14 (september 2010, blz. 87-98):<br />

“Gregoriaans begrijpen en beleven; een culturele vierdaagse naar aanleiding van de<br />

millenniumviering van Solesmes.”<br />

7 Abbé V. Hardi, La cathédrale St. Pierre de Lisieux, Imprimerie Frazier-Sage, Paris, 1917, blz. 233.<br />

Het denigrerend commentaar is afkomstig van M. Etienne <strong>De</strong>villé die een hoofdstuk wijdde<br />

aan de glasramen van de kathedraal.<br />

8 Vrij naar Joh. 13,29.<br />

9 Wie “Ich bin mehr Maler als Professor“ googlet, komt meteen bij dit gesprek terecht.<br />

10 Tertio 513 (8 december 2009). Het volstaat de titel van dit <strong>artikel</strong> in te tikken op Google om het<br />

in extenso te lezen.<br />

11 Op zaterdag 10 juli 2010 ontving Johannes Wickert de Kaiser Lothar Preis in de Salvator Basilika<br />

in Prüm (D).<br />

79<br />

DE KOVEL

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!