lees artikel - De Kovel
lees artikel - De Kovel
lees artikel - De Kovel
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
F cus<br />
Jean Bastiaens over de geestelijke ruimte<br />
van het Bijbelhuis in Zevenkerken<br />
“Hier beleef je de Bijbel als een huis<br />
van woningen”<br />
<strong>De</strong> Bijbeldienst van het bisdom Brugge heeft sinds haar<br />
oprichting in 1992 talloze inspanningen geleverd om de<br />
Schriftkennis onder de gelovigen te vergroten en te verfijnen.<br />
Tot die lovenswaardige initiatieven hoort het Bijbelhuis dat<br />
in 2007 zijn deuren opende in een vleugel van de oude abdijhoeve<br />
van de Sint-Andriesabdij in Zevenkerken. <strong>De</strong> multimediale<br />
en interactieve bijbelexploraties, waartoe oudtestamenticus<br />
Frans Lefevre en zijn ploeg alle denkbare kansen schiep,<br />
gebeuren voortaan onder het voogdijschap van diaken en exegeet<br />
Jean Bastiaens, de nieuwe directeur van het Bijbelhuis.<br />
<strong>De</strong> <strong>Kovel</strong> ontdekte in Bastiaens een gedreven verkondiger die<br />
zich bovendien terdege bewust is van de maatschappelijke en<br />
monastieke impact van zijn job.<br />
Dirk Hanssens osb & Luc <strong>De</strong>visscher<br />
Jean Bastiaens weet dat zijn duospan interviewers – een uit het monastieke<br />
midden en een uit de wereld van de Bijbel en het godsdienstonderricht – het<br />
parcours van de permanente bijbeltentoonstelling op de benedenverdieping van<br />
de abdijhoeve al eerder hebben doorlopen. Aan de balie van het Bijbelhuis wijdt<br />
hij – na een allerhartelijkst ‘welkom’ – daarom geen gebenedijd woord aan de<br />
obligate audiofoon en andere technologische hulpmiddelen die de bezoekers<br />
ter beschikking staan, maar trekt met zijn gezelschap onmiddellijk naar de<br />
bovenverdieping, het zogenaamde multimediale verwerkingscentrum. Er staat<br />
een rijtje computers, aangesloten op internet. Een twintigtal stoelen is in auditoriumstijl<br />
opgesteld, met een grote witte wand er tegenover – het kan niet<br />
anders of hier worden optische hoogstandjes over de Bijbel vertoond. En nog<br />
77<br />
d e ko v e l
78<br />
d e ko v e l<br />
pakt de nieuwe directeur niet uit met de snufjes die zo aantrekkelijk zijn voor<br />
de moderne mens. Hij schuift een paar tafels bijeen en laat ons plaatsnemen.<br />
Ouderwetser kan haast niet. Bastiaens’ glimlach – een minimaal maar fijnzinnig<br />
antwoord op onze verbaasde blikken – lijkt het woord van Paulus te onderstrepen:<br />
“U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw<br />
gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed,<br />
volmaakt en hem welgevallig is.” (cf. Rom 12,2)<br />
Maar alsof hij weet waaraan zijn bezoekers denken, probeert de directeur in<br />
een eerste uitlating over ‘zijn’ Bijbelhuis toch weer de band te herstellen tussen<br />
de eeuwenoude perkamenten van de Bijbel en het geïnformatiseerde leven van<br />
vandaag, tussen het gezag van de Schrift en de<br />
hedendaagse beleving van de wereld. “Verbin-<br />
‘Wat we beogen is niet de overdracht<br />
van kennis maar de inwijding in de<br />
onmetelijke, open ruimte van de Bijbel.’<br />
Jean Bastiaens.<br />
© foto:<br />
Elke van Aken.<br />
dingen leggen tussen tekst en leven, tussen<br />
exegese en actualiteit is in elke tijd nodig opdat<br />
de Bijbel vernieuwing en transformatie zou<br />
kunnen teweegbrengen. Op bijbelse grond<br />
gaan staan zonder daarom blind te zijn voor<br />
de tekenen van de eenentwintigste eeuw – dat<br />
is het wat het Bijbelhuis wil verwezenlijken. Als informatica en technologie<br />
daarbij behulpzaam zijn, waarom ze dan niet ten volle benutten? Voor de goede<br />
combinatie op het goede moment, zorgt de Geest.”<br />
Jean Bastiaens zucht even. In een Bijbelhuis waar zoveel geattendeerd wordt<br />
op het gebruik van de ogen en de oren van de bezoekers, heeft de Geest een<br />
cruciale maar onnaspeurbare taak. <strong>De</strong>nkt onze gids nu aan een ander vers van<br />
Paulus? Als dat zo is, dan moet het wel dit zijn, uit de eerste brief aan de Korintiërs:<br />
“Het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor
niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God<br />
bestemd voor wie hem liefheeft.’ God heeft ons dit geopenbaard door de Geest,<br />
want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God.” (1 Kor 2,9-10)<br />
Is het Bijbelhuis er in de eerste plaats voor de gelovige die aanvaardt<br />
dat er een Geest nodig is om de Bijbel in zijn samenhang te verstaan en te<br />
beleven? Of komt de expo eerder tegemoet aan de cultuurhistorische of zelfs<br />
artistieke honger van de bezoeker?<br />
Je a n Ba s t i a e n s: Waarom het ene tegen het andere uitgespeeld? Overigens, die<br />
Geest is er een van onbevooroordeelde openheid. <strong>De</strong> interactieve opstelling van<br />
de tentoonstelling beoogt zelfs het effect van een open huis waarin geëxploreerd<br />
mag worden naar eigen vermogen en behoefte. <strong>De</strong> bijbelexpo is niet opgevat als<br />
een museum met gebruiken of voorwerpen uit de leefwereld van de bijbelse<br />
landen. <strong>De</strong> hoofddoelstelling luidt: hoe de Bijbel benaderen, welk soort boek is<br />
de Bijbel en hoe <strong>lees</strong>, versta en beleef je de Schrift? Daarbij klinken van bij het<br />
begin de vragen die velen hieromtrent hebben. Bij elke vraag reikt het Bijbelhuis<br />
een <strong>lees</strong>sleutel aan. Maar de alertheid van de gids is evengoed van onschatbare<br />
waarde. Die gids zal als een geduldige ‘parakleet’ een <strong>lees</strong>veld moeten openen<br />
waarin de bezoeker voetje voor voetje en beetje bij beetje thuiskomt in de joodschristelijke<br />
traditie. Naargelang de aard van de initiële vraag van de bezoeker<br />
– welk soort boek is de Bijbel? wie schreef de verschillende onderdelen ervan?<br />
is alles waar gebeurd? hoe zit dat met die verschillende vertalingen van de Bijbel?<br />
gaat het om geschriften die exclusief aan gelovigen toebehoren? – wijst de<br />
gids een ontdekkingsroute aan en spoort hij aan tot een thematische verkenning<br />
van de tentoonstelling.<br />
Wie zonder vragen aankomt,<br />
vindt dus geen ingang?<br />
In zekere zin klopt dat. Vooraleer je het<br />
gevoel krijgt bij de hand genomen te worden<br />
– noem het voor mijn part gerust de<br />
jad hasjamajim of de ‘Hand uit de hemel’<br />
– moet je de Gids – schrijf dat ook maar<br />
met hoofdletter! – een vraag hebben voorgelegd.<br />
Het is de taak van de begeleider<br />
om die vraag op te roepen. Subtiel werk<br />
waarbij hij geholpen wordt door opschriften,<br />
beelden en doe-uitnodigingen die bij<br />
het bewandelen van de exporuimte direct<br />
in het oog springen. Het eerste compartiment<br />
van de tentoonstelling (maar ook de<br />
visuele ‘insteken’ van de overige afdelingen)<br />
wil trouwens meer oproepen dan<br />
kennis aanreiken. Zeg maar dat het Bijbel-<br />
79<br />
d e ko v e l
80<br />
d e ko v e l<br />
© foto: Bijbelhuis Zevenkerken.<br />
huis veeleer wil inwijden in de onmetelijke ruimte van de Schrift. Zoiets gaat<br />
verder dan de overdracht van informatie. Als op het einde van de rit de bezoeker<br />
de overtuiging is toegedaan dat de Bijbel geen massief voorwerp is voor de<br />
boekenplank maar een universum dat alle tijden omspant en vooral zo fascinerend<br />
is dat je het niet bij één verkenning kunt laten, dan is het bezoek geslaagd<br />
te noemen. Niet alle vragen zijn dan opgelost. Maar geen nood, de verkenner<br />
heeft alvast de impressie opgedaan van een groots huis met vele woningen dat<br />
erom vraagt bewoond te worden. Bij een volgend bezoek staan zijn zintuigen<br />
meteen open voor een nieuwe verwondering en kan de audiofoon het ‘bewijs’<br />
leveren dat het geloof uit het gehoor komt, ook op momenten waarop men iets<br />
anders had verwacht.<br />
<strong>De</strong> bezoekers van het Bijbelhuis zijn Ethiopiërs die bij Filippus komen<br />
aankloppen?<br />
Fijn dat jullie aan die passage uit de Schrift denken. Dat stukje uit de Handelingen<br />
is een knap staaltje van mystagogie. Filippus fungeert er als initiator in<br />
de mysteriën. Hij plaatst een en ander in zijn context zodat de vraag om de<br />
ritus te ondergaan vanzelf bij de Ethiopiër opkomt: “Waarom zou ik niet<br />
gedoopt kunnen worden?” (Hnd 8,38) Maar net zoals deze bijbelse duider van<br />
het boek Jesaja, zal de gids in het Bijbelhuis toch ook eerst het tafellaken – dat<br />
gigantische patchwork van culturen, tradities, achterliggende mythologische<br />
voorstellingen en literaire genres – ergens moeten vastgrijpen om het op te<br />
tillen. Anders gezegd, hij kiest een bepaalde ingang in het huis ‘Bijbel’ en
zorgt er met een beperkende themaroute voor dat er een samenhangend beeld<br />
ontstaat. Er zijn intussen al tien zo’n themaroutes uitgewerkt – stuk voor stuk<br />
clusters van achtergrondinformatie en verkenningen die garant staan voor een<br />
mooie integratie van kennis en inzicht die zich als een coherent geheel – een<br />
leefwereld! – aandient.<br />
Eigenlijk wordt de bezoeker zover gebracht dat hij de moed vindt om zelf<br />
de wereld van de Bijbel open te breken en er zijn voordeel mee te doen. Dat<br />
zou oneerbiedig klinken als er niet evenveel nadruk wordt gelegd op het aspect<br />
van openbaring dat geheel aan de kant van God ligt. Al is de term ‘nadruk’ hier<br />
natuurlijk slecht gekozen. Het gaat om dat onvatbare aspect van de tentoonstelling<br />
dat neigt naar verwondering en contemplatie.<br />
In de hoofdlijn van de expo kun je vier delen onderscheiden. Een eerste<br />
afdeling maakt sluimerende vragen tot prangende kwesties: welk soort boek is<br />
de Bijbel? Is het nog wel een boek voor deze tijd? En aan wie behoort het toe?<br />
<strong>De</strong>ze vragen wekken nieuwsgierigheid naar het godsdiensthistorisch kader van<br />
de Bijbel: de kosmische dimensie van het Tweestromenland, het ontstaan van<br />
de godsdienst van Israël, enzovoort. Dat is aan de orde in het tweede deel. Hier<br />
wordt het inzicht ingescherpt dat mensen en volkeren op verschillende manieren<br />
op zoek gingen (en gaan) naar God. Het is het fenomenologische en antropologische<br />
luik, zo onmisbaar om het godsvolk Israël (met zijn wetgevers, rechters,<br />
koningen en profeten) beter te leren kennen. Het derde deel laat op meerdere<br />
wijzen het besef groeien dat God ook zelf op zoek gaat naar de mens. God<br />
openbaart zich. <strong>De</strong> Hebreeuwse Bijbel is van<br />
die openbaring de neerslag, en tegelijk ook een<br />
antwoord: een Woord om er stil en biddend bij<br />
te verwijlen. In het vierde deel tenslotte ligt de<br />
focus bij Jezus, zijn optreden in Galilea en<br />
Jeruzalem, en bij de verschillende vensters<br />
waardoor je naar Jezus kunt kijken.<br />
‘Hier eindigt de ontdekkingsreis nooit.<br />
Je ondergaat een soort spel dat ook in<br />
het getijdengebed van monniken voor<br />
ongekende vergezichten zorgt.’<br />
Dus toch een sfeer van lectio divina in het Bijbelhuis?<br />
Dat zou ik denken, ja! Veel uitgebreide Schriftcitaten zijn hier dan wel niet te<br />
vinden – tenzij in de bibliotheekkast met de literaire genres van de Bijbel – maar<br />
er is des te meer aandacht besteed aan de condities waarin de lectio en de<br />
meditatio – die eerste twee stappen voor de geestelijke lezing – vruchtbaar kunnen<br />
worden. Dat dit met een touchscreen gebeurt of met knoppen die bijkomende<br />
informatie oproepen en soms zelfs hele evoluties visualiseren, hoeft niet<br />
te betekenen dat er ondertussen geen brugjes worden geslagen tussen de Bijbel<br />
en het steeds voor uitzuivering vatbare persoonlijke leven. Zelfs die audiofoon<br />
op het hoofd zorgt voor een concentratie die raakvlakken heeft met het klimaat<br />
van afzondering waarin een monnik doorstoot naar de fasen van oratio en<br />
contemplatio, stappen drie en vier in het proces van de lectio divina. Al hoeft<br />
dat natuurlijk allemaal niet. Voor sommigen is de kerninformatie die de audiofoon<br />
automatisch meegeeft bij het betreden van een bepaalde zone, gewoon de<br />
81<br />
d e ko v e l
82<br />
d e ko v e l<br />
stimulans om de intellectuele honger te stillen door een nummer in te toetsen<br />
voor bijkomende uitleg, hetzij ter nadere kennismaking met het boek dat zowel<br />
joden, christenen als moslims inspireert, hetzij om iets meer te weten over de<br />
wordingsgeschiedenis van het Nieuwe Testament.<br />
Het is dan nog maar de vraag of die weetgrage bezoekers echt de toepassing<br />
van hun ervaringen kunnen maken zoals de ploeg van Frans Lefevre<br />
dat deed in het laatste compartiment van de expo, in die meditatieve ruimte<br />
waar het scheppingsgedicht uit het eerste boek van de Bijbel door de kalligrafie<br />
van Jan Rossey en het lied van Herman van Veen als een venster<br />
gaat fungeren waardoor je alle bijbelse beelden uit Eerste en Tweede Verbond<br />
in een stoet van eendracht ziet voorbij wandelen.<br />
Mooi samengevat! Die zone achter het gordijn, vlakbij de uitgang van de exporuimte,<br />
is exemplarisch voor de goede benadering van een bijbelperikoop, in dit<br />
geval de eerste bladzijde uit de Schrift, Genesis 1. Hier ervaar je de intrinsieke<br />
samenhang van de Bijbel, een eenheid waardoor ook je eigen leven, anno 2010,<br />
een zin en oriëntatie kan krijgen die je er zelf nooit aan had kunnen geven. Hier<br />
maakt het ‘leerhuis’ de omslag naar een ‘leefhuis’ en wordt het verlangen aangewakkerd<br />
om thuis te komen in de geheimen van het geloof. Elders in het<br />
parcours van de tentoonstelling gebeurt dat ook, maar minder expliciet. Neem<br />
nu die ladekast van de feestrollen<br />
van Israël. Je opent die<br />
van het Pesachfeest en vindt<br />
er de matze of het ongedesemde<br />
brood en vier bekers<br />
wijn uitgestald. Kom je dan<br />
even later een psalmtekst<br />
tegen, dan weet je dat die<br />
oeroude gebeden dankliederen<br />
zijn voor wat een mens aan<br />
eenvoudige gaven ontvangt –<br />
“brood om van te leven en<br />
wijn die vreugde schept”. En is<br />
er eigenlijk iets veranderd?<br />
Wat bij zo’n rondgang<br />
opvalt, is dat de eenduidigheid<br />
van de klassieke catechismusantwoorden<br />
ontbreekt, spijts<br />
alle coherentie en samenhang<br />
der onder delen. Alleen al het<br />
antwoord op de hamvraag<br />
rond de identiteit van Jezus<br />
van Nazaret, is zo rijkgeschakeerd<br />
als er schrijvers zijn in
het Nieuwe Testament. Het volstaat de zeven zuiltjes met de namen van even<br />
zovele verkondigers te consulteren en je beseft dat je met die Bijbel niet tien<br />
maand of tien jaar, maar een heel leven zoet bent.<br />
Samenhang en eenheid die de immensiteit en de rijkdom niet in de weg<br />
staan?<br />
Precies. <strong>De</strong> ontdekkingsreis eindigt nooit. En om daarvan overtuigd te raken,<br />
moet je het Woord ook in de liturgie beleven. <strong>De</strong> liturgie – die ultieme geestelijke<br />
leidsvrouw – gaat uit van de eenheid van de Schrift, maar leidt ook tot een<br />
beter begrip van de Bijbel doordat ze in het spel van de intertekstualiteit (vraag<br />
en antwoord, contrasten, psalmen met nieuwtestamentische verzen als antifoon,<br />
…) verbanden blootlegt die nooit aan het licht komen in een sec-exegetische<br />
benadering van diezelfde teksten. Bovendien is het lezen van de Bijbel in de<br />
context van de liturgie sterk toegespitst op de heilshistorische dynamiek die in<br />
de Schrift verborgen ligt, wachtend op de biddende mens die er een concrete<br />
gestalte aan verleent. Het Woord Gods kun je dus maar beter ook eens beluisteren<br />
in de lectio continua van de woorddiensten of in de getijdengebeden van<br />
de monniken. In de abdijkerk van Zevenkerken – amper vijftig meter van het<br />
Bijbelhuis vandaan – vallen tijdens de lauden of de vespers alle beperkingen<br />
van een puur wetenschappelijke benadering van de Bijbel weg. Dit is pas echte<br />
mystagogie wat daar gebeurt. Dit is – en vergeef me het knipoogje naar een<br />
recentelijk uitgegeven boek – de azuurblauwe 3D-versie van de meest polyglotte<br />
Studiebijbel. (Nvdr: Bastiaens verwijst naar de Studiebijbel in Perspectief, NBG/<br />
Jongbloed, 2009. Die protestantse uitgave werd – omwille van haar weinig<br />
studieuze nadruk op de samenhang van de Schrift en haar ietwat aangezette<br />
manier waarop het nochtans vrije werk van de Geest in begeleidend commentaar<br />
‘gestuurd’ wordt – door Frans Lefevre ooit de ‘blauwe’ versie van de wetenschappelijk<br />
sterkere ‘rode’ NBV Studiebijbel genoemd.)<br />
<strong>De</strong> onderdompeling in een abdijliturgie vermijdt dat we al op voorhand<br />
denken te weten wat er in de Bijbel staat. <strong>De</strong> soms vreemde clash der teksten<br />
is zinverrijkend, want ze openbaart telkens weer iets anders van de oneindige<br />
rijkdom aan betekenissen die in de Schrift liggen opgeborgen. Dat doet me<br />
denken aan de midrasj die vertelt hoe Mozes zich in een visioen als leerling in<br />
de bank zag zitten terwijl hij luisterde naar het onderricht van rabbi Akiva over<br />
zijn Tora!<br />
Dat bronzen beeld van Mozes, halfweg het parcours van de expo, zuigt<br />
overigens alle aandacht naar zich toe. Het beeld maakt deel uit van een trio.<br />
Het trio van bijbelse personages die de Tenach of de Hebreeuwse Bijbel vertegenwoordigen:<br />
Wet (Tora), Profeten (Nebiïm) en Geschriften (Chetubim). Voor<br />
de Wet valt geen ander figuur te bedenken dan Mozes die de stenen tafelen van<br />
de Sinaiberg naar beneden droeg. Dat voor het profetengilde de ‘kleine’ Amos<br />
mag opdraven, is minder vanzelfsprekend. Maar ik maal er niet om. Amos, een<br />
83<br />
d e ko v e l
84<br />
d e ko v e l<br />
veehoeder uit het zuiden, was onverbiddelijk<br />
in zijn aanklacht tegen hofcollega’s<br />
die zich bezondigden aan<br />
machtsmisbruik. Slippendragerij en<br />
lippendienst aan de hiërarchie was<br />
hem een gruwel. Die opstandigheid<br />
zou hedendaagse ‘kleine’ profeten wat<br />
meer mogen sieren. Als representant<br />
van de Geschriften modelleerde de<br />
kunstenaar tenslotte de figuur van<br />
David, de dansende koning met de<br />
harp. Meer dan Salomo, de vermeende schrijver van Prediker, Hooglied en<br />
Spreuken, past die reus van de Hebreeuwse Bijbel bij een monastieke traditie.<br />
Kiezen de monniken niet de Davidsliederen, die menselijke stem uit het psalter,<br />
als merg voor hun getijden? En is hun liturgie ook geen gestileerde vorm van<br />
zang en dans? David staat bovendien voor de messiaanse verwachting. Dat<br />
roept dan weer een aardige associatie op met de gemeenzame typering van<br />
monniken als eeuwige adventsmensen.<br />
En <strong>lees</strong> dan eens de teksten op de panelen achter de bronzen beelden.<br />
Zowaar een heel leerplan voor het godsdienstonderricht.<br />
Over het leerplan gesproken – daar is vandaag nogal wat heibel over.<br />
Onlangs kwam het godsdienstonderricht in het Vlaamse schoolnetwerk in<br />
de media naar aanleiding van een uitspraak van aartsbisschop Léonard.<br />
Mgr. Léonard vraagt meer aandacht voor kennisoverdracht, terwijl Mieke<br />
van Hecke, de directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het<br />
Katholiek Onderwijs, er enigszins geprikkeld op wijst dat de door de bisschoppenconferentie<br />
mee goedgekeurde leerplannen (die vertrekken van<br />
de maatschappelijke interesses van de jongeren) evengoed kansen bieden<br />
om – op een natuurlijker wijze – de antwoorden uit de Bijbel naar voren<br />
te brengen.<br />
<strong>De</strong> vingerwijzing van de aartsbisschop raakt aan bedenkingen die al langer<br />
leven, ook bij leerkrachten. Alleen bracht hij zijn kritiek wat onbehouwen naar<br />
voren. Geen enkele leerkracht godsdienst wil horen dat hij of zij maar een ‘allegaartje’<br />
opdist. Lesgevers willen er wel degelijk hun steentje toe bijdragen dat<br />
leerlingen een levensbeschouwelijke identiteit opbouwen. Hoewel… die hoofddoelstelling<br />
blijft een vaag gegeven, hé.<br />
<strong>De</strong> leerplannen gaan niet uit van een catechetisch concept. Met hun typisch<br />
antropologische invalshoeken zorgen ze echter voor een aantal valkuilen, waarvan<br />
het gemis aan samenhang in de christelijke visie er een van is. <strong>De</strong> huidige<br />
leerplannen zijn complex en gedifferentieerd. Het zijn ‘werkplaatsen’ die veel<br />
inventiviteit en flexibiliteit van de leerkracht vergen. En daar ligt nu juist de<br />
tere plek: de heuristische kwaliteiten van hen die ze toepassen zijn zwaar<br />
overschat. Talloos zijn de kansen om bijbelpassages op een zinnige manier bij
het leerprogramma te betrekken,<br />
maar je moet verduveld goed met<br />
de materie vertrouwd zijn om dit<br />
op een manier te doen die recht<br />
verschaft zowel aan de leefconditie<br />
van de jongere als aan de rijkdom<br />
of het polyvalente karakter<br />
van het citaat uit de Schrift.<br />
Kortom, omdat het huidige<br />
leerplan voor het godsdienstonderricht<br />
zo idealistisch is, werkt<br />
het vaak niet. <strong>De</strong> roep om meer inhoud is dus terecht. Maar daarom hoef je het<br />
godsdienstonderricht nog niet te versmallen tot een vak van pure kennisoverdracht.<br />
Anders dreig je een aantal dingen die gewoon tot de bestaansconditie<br />
van de mens behoren, van hun humus te onttrekken. Neem nu het begrip<br />
‘zonde’. Nooit slaag je erin zo’n term uit de oubollige sfeer van duistere biechthokjes<br />
weg te halen, als je niet de moed opbrengt om in dagelijkse situaties de<br />
verwevenheid van goed en kwaad te erkennen. Die houding is niet alleen bijbels<br />
– ik denk onder meer aan de brieven van Paulus –, ze is ook monastiek: dicht<br />
bij de grond waarop we leven en werken.<br />
Het Bijbelhuis is genoemd naar de abdij waarvan het de lokalen in<br />
bruikleen heeft. Maar die naam ‘Zevenkerken’ is een verwijzing naar de<br />
zeven kerken van Asia, de geadresseerden van het bemoedigende bijbelboek<br />
dat we kennen onder de benaming ‘Apokalyps’ of ‘Openbaring’ van Johannes.<br />
Welke zijn de zeven kerken waarnaar het Bijbelhuis zijn hoopvolle<br />
boodschap richt?<br />
Welke kerken willen we een hart onder de riem steken? Tja, dat is een vraag<br />
als een bronzen klok. Ik waag een poging en spreek ten persoonlijke titel.<br />
Bovenal wil het Bijbelhuis er zijn voor de kerk van de bijbelliefhebbers, de<br />
‘Davids’ die zich niet te beroerd voelen om te zingen en te dansen bij zoveel<br />
schittering van goud dat van het Woord afstraalt. Het Bijbelhuis wil steun verlenen<br />
aan de kerk van de onbevooroordeelde openheid. Voorts draagt het de<br />
kerk van de vrijmoedigheid – die van de apostel Paulus – een warm hart toe.<br />
Het Bijbelhuis sympathiseert zelfs met de kerk van de opstandige maar constructief<br />
ingestelde profeten – die van Amos dus. Volgens mij heb ik nu al vier<br />
Aziatische kerken opgesomd. Hier de laatste drie: de kerk van de Vader, de God<br />
van joden, christenen en moslims; de kerk van de Zoon, de profeet die geen<br />
getto’s duldde; en de kerk van de Geest, de onnaspeurbare kracht die niettemin<br />
vreugde verschaft aan al wie zijn hulp aanvaardt om het Woord open te breken<br />
en te bewonen als een huis van vele woningen.<br />
Kan dat ermee door als antwoord op een vraag die eigenlijk veel te groot is<br />
voor mensen?<br />
85<br />
d e ko v e l
86<br />
d e ko v e l<br />
Jean Bastiaens (°1957, Maastricht) is bijbelexegeet en onderlegd in<br />
pastorale vaardigheden. Hij werkte onder meer tien jaar lang mee aan<br />
het interconfessioneel project van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004).<br />
Daarna was hij in Vlaams-Brabant bij mgr. <strong>De</strong> Bie vicariaal verantwoordelijke<br />
voor de vorming. Hij werd diaken gewijd in Berchem, waar hij<br />
tot voor vijf maanden nog woonde. Maar het bisdom Antwerpen stond<br />
hem af aan het bisdom Brugge dat hem in februari 2010 aanzocht om<br />
directeur te worden van de diocesane Bijbeldienst. Bastiaens publiceerde<br />
o.m. Een onmetelijke schatkamer (KBs 2009), een handzaam<br />
boek voor wie thuis wil komen in de methode van de lectio divina<br />
en de contemplatieve dialoog.<br />
INFO | Individuele bezoekers zijn welkom in het Bijbelhuis Zevenkerken op elke woensdag, zaterdag<br />
en zondag van 14u tot 17u. Tickets kosten € 3,- (kinderen tot tien: gratis). Groepen uit het onderwijs,<br />
de parochie of de cultuurvereniging kunnen ook op andere dagen zowel op de benedenverdieping<br />
van de interactieve tentoonstelling als op de bovenverdieping in de multimediale ruimte terecht,<br />
al dan niet voor een dagprogramma op maat. Wel dient daarvoor een tijdige afspraak te worden<br />
gemaakt via tel. 0032-(0)50.300.479 of e-mail info@bijbelhuiszevenkerken.be. Meer informatie en<br />
beeldmateriaal is te vinden op www.bijbelhuiszevenkerken.be.<br />
<strong>De</strong> ideale voorbereiding bij het bezoek aan het<br />
Bijbelhuis: Een onmetelijke schatkamer<br />
Tien korte hoofdstukken maken de lezer vertrouwd<br />
met de bijbelse geloofstaal. Elk hoofdstuk sluit met een<br />
bijbeltekst waarvoor de drie stappen van de lectio divina<br />
worden voorbereid: lectio (lezing bijbeltekst), meditatio<br />
(overdenking) en oratio (gebed).<br />
Tien impulsen om de rijkdom van de Schrift te ervaren<br />
en de geestelijke lezing ervan in te oefenen, individueel<br />
of in groepsverband.<br />
Lezers van <strong>De</strong> <strong>Kovel</strong> kunnen dit boek bestellen aan de prijs van<br />
€ 12,- i.p.v. € 14,50.<br />
Mail naar redactie@dekovel.org. Op eenvoudige vraag wordt<br />
het boek u toegestuurd, samen met de factuur.<br />
Katholieke Bijbelstichting www.bijbel.net<br />
Een onmetelijke<br />
schatkamer<br />
Leven en bidden<br />
met de Bijbel<br />
Jean Bastiaens<br />
130 blz Prijs €14,50<br />
IsBN 978 906173 1511