artikel Jef Vekemans - De Kovel
artikel Jef Vekemans - De Kovel
artikel Jef Vekemans - De Kovel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
46<br />
de kovel<br />
DOSSIER<br />
REcht En gEREchtighEid<br />
Een in tweeën gehouwen kat<br />
boeddhistisch inzicht in de betekenis van rechtsregels<br />
Helder licht op rechtsregels werpt soms een Kung-An uit de Mumon-kan. Voor<br />
wie dit als Chinees in de oren klinkt: het is Chinees! Een Kung-An – beter<br />
bekend onder de Japanse term ‘koan’ – is een tot minimal art gestileerde<br />
openbare godsdienstles in het China van weleer. <strong>De</strong> Japanner Mumon<br />
en compagnie beheersten het genre perfect. Verduidelijker <strong>Jef</strong> <strong>Vekemans</strong> ontbolstert<br />
een van Mumons raadselverhaaltjes.<br />
<strong>De</strong> lessen van meester Mumon en enkele minder bekende verlichte geesten voor<br />
hem gaan terug op pareltjes van onderricht uit het boeddhistische China van<br />
de jaren 600-800 n.Chr. Mumons lessen zijn echter – geheel conform aan de<br />
Japanse mentaliteit – veel kernachtiger geformuleerd. Van alle contextuele gegevens<br />
bevrijd, krijgen ze een tijdloos<br />
karakter. Maar ze worden ook minder<br />
inzichtelijk voor buitenstaanders,<br />
vooral omdat de Japanse Rinzai-school,<br />
waarin de koans gingen<br />
floreren, een voorliefde heeft voor de<br />
paradox. Om de koan zijn oorspronkelijke<br />
appelerende kracht terug te<br />
geven, kan het nuttig zijn een context<br />
rond de oeroude paradox te construeren.<br />
Of toch minstens een en<br />
ander te verduidelijken.<br />
Afbeelding uit de Mumon-kan.<br />
<strong>Jef</strong> <strong>Vekemans</strong> Het vlijmscherpe oordeel.<br />
Nansen klieft een kat<br />
In het werk van de boeddhistische exegeet Katsuki Sekida, Two Zen Classics<br />
– Mumonkan en Hekiganroku (Weatherhill, New York, Tokyo, 1997), vinden<br />
we deze originele casus uit de koanverzameling van Meester Mumon terug:<br />
Nansen hakt de kat in stukken<br />
Op een dag zag Nansen monniken uit de hal van het oosten en de hal van het<br />
westen vechten om een kat. Hij greep de kat en zei tegen de monniken: “Laat<br />
iemand van jullie een enkel goed woord uitspreken en zo het leven van de kat<br />
redden.”<br />
Niemand antwoordde. Nansen sneed onmiddellijk de kat in tweeën. ’s Avonds<br />
keerde Joshu terug en Nansen sprak hem hierover. Daarop nam Joshu zijn sandalen,<br />
plaatste ze op zijn hoofd en wandelde naar buiten.<br />
Nansen zei: “Was u erbij, dan had u de kat ongetwijfeld kunnen redden.”<br />
Mumons commentaar<br />
Waarom zette Joshu zijn sandalen op zijn hoofd? Iemand die deze vraag kan<br />
beantwoorden, zal precies begrijpen hoe Nansen het conflict beslechtte. Wie deze<br />
vraag niet kan beantwoorden, moet het eigen hoofd goed in de gaten houden<br />
om het niet te verliezen.<br />
Afsluitend gedicht<br />
Was Joshu erbij geweest,<br />
hij zou tot omgekeerde daden hebben aangespoord.<br />
Joshu ritst het scheermes weg.<br />
Nansen smeekt voor zijn leven.<br />
47<br />
de kovel
48<br />
de kovel<br />
Het verhaal zelf behoeft niet veel uitleg. <strong>De</strong><br />
novicemeester Nansen betrapt twee kibbelende<br />
leerlingen. Ze vechten om een kat en het houdt<br />
maar niet op. Nansen probeert de vechtersbazen<br />
te scheiden, maar verliest zijn geduld. Hij<br />
stelt de twee pubers voor het blok: “Beslis nu<br />
aan wie de kat toebehoort of ik snijd het beest<br />
in twee stukken.” <strong>De</strong> kinderen kunnen natuurlijk<br />
niet beslissen en Nansen hakt de kat in<br />
tweeën. Hij kon niet anders meer. Vervolgens<br />
druipen de leerlingen af.<br />
Nansen krijgt vanzelfsprekend heel wat<br />
schuldgevoel over de doodslag en het slechte<br />
voorbeeld dat hij daarmee stelde. Ten einde<br />
raad stapt hij ’s avonds naar zijn abt en legt<br />
hem zijn twijfels voor: “Wat had ik moeten doen?” <strong>De</strong> abt doet zijn sandalen<br />
uit, zet ze op zijn hoofd en gaat zo naar buiten. Pas dan vallen de schellen<br />
van Nansens ogen.*<br />
Het korte begeleidende stukje commentaar en het gedicht leggen uit dat de<br />
abt de kat wél zou gespaard hebben en dat de vechtenden onder zijn leiding<br />
wél in vrede uit elkaar zouden gegaan zijn. Maar er staat ook dat de geschiedenis<br />
niet terug te draaien is. Wat Nansen gedaan heeft, heeft hij gedaan.<br />
Geen enkele leefregel helpt mij om goed te zijn<br />
Bevreemdend is de reactie van abt Joshu. <strong>De</strong> geldende regels in een middeleeuws<br />
Chinees Ch’an-klooster zijn flagrant geschonden, maar de abt laat zich<br />
niet verleiden tot een reprimande. Objectieve redenen om Nansen eens duchtig<br />
de levieten te lezen, waren er nochtans wel. <strong>De</strong> schuldenlast kan zelfs tellen:<br />
jonge monniken geven toe aan de verfoeilijke neiging om iets te bezitten, ze<br />
vechten, Nansen verliest er zijn geduld bij, een kat wordt onthoofd, Nansen<br />
probeert het probleem op de abt af te wentelen die afwezig bleek te zijn toen<br />
de spirituele nood het hoogst was…<br />
Zoals gezegd, de abt laat zich niet bepalen door het algemeen aanvaarde<br />
systeem van kloosterregels. Hij geeft Nansen geen belerende preek. Ook geen<br />
aanmoedigend of troostend woord. <strong>De</strong> abt hoopt de situatie ten goede te kunnen<br />
keren door juist géén antwoord te geven. Eigenlijk stuurt hij Nansen met<br />
een kluitje in het riet: “Trek uw plan met het mes, met de schoenen, met uw<br />
* In het oude China en in het Japan van Mumon droeg binnenshuis niemand schoenen. Zo wilde men<br />
vuil en stof buiten weren. Alleen een gestorvene werd, vooraleer hij of zij naar buiten werd gedragen, de<br />
schoenen aangebonden. Joshu lijkt met deze regel te spotten. Het is oerdom om schoenen op het hoofd<br />
te dragen. Even gek is het een scheermes te gebruiken om er een kat mee in tweeën te snijden. Nog dommer<br />
is het om ruzies te laten escaleren of om de Regel boven de mens te verheffen.<br />
Typisch zentuintje.<br />
schuldgevoel en met de regels en de gewoonten allerhande.” Meester Nansen<br />
zal zijn ‘fout’ zelf moeten inzien en een eigen antwoord vinden op de twijfels.<br />
En dat lukt blijkbaar. Althans, dat laat de koan doorschemeren. Die bevat<br />
een ondertoon van ‘verlichting’. <strong>De</strong> lezer van zijn kant begrijpt vanzelf dat het<br />
raadselverhaal bedoeld is als een compliment voor de woordenloze wijze les<br />
van de abt en zelfs voor het inzicht van de novicemeester die tenslotte zijn<br />
pupillen opnieuw (en opnieuw en opnieuw…) zal moeten helpen om als monnik<br />
te leren leven.<br />
<strong>De</strong> ware kunst bestaat erin om een probleemsituatie – op haast intuïtieve en<br />
meest natuurlijke wijze – ten goede te keren. En om dat goede is het natuurlijk<br />
te doen, niet om de bestraffing van fouten, niet om de rechtzetting van verkeerde<br />
handelwijzen en niet om de toepassing van een verzameling voorschriften.<br />
Uiteindelijk moeten alle betrokkenen gewoon betere mensen worden. Niets<br />
meer, maar ook niets minder. Zo toont zich de zin van het leven in dit Chinese<br />
verhaal over vallen en opstaan, kansen verprutsen en kansen krijgen.<br />
Drie lessen<br />
Niemand zal beweren dat het er niet toe doet of je nu een scheermes gebruikt<br />
om je baard te scheren dan wel om er een kat mee te onthoofden. En bij het<br />
zien van schoenen op iemands hoofd denkt geen mens dat een nieuwe mode<br />
ingang vindt. Iedereen kent de getolereerde geplogenheden en de zin (of onzin)<br />
van bepaalde gewoonten. Door een inbreuk op de normen voor goed gedrag<br />
(het in tweeën hakken van de kat) te beantwoorden met een handeling die<br />
even absurd als belachelijk oogt, maakt de abt er attent op dat leefregels en<br />
redelijke argumenten in sommige gevallen geen zoden aan de dijk zetten.<br />
Joshu doet zelfs meer: hij geeft Nansen een les in overredingskracht – iets wat<br />
laatstgenoemde kan gebruiken in de omgang met balorige leerlingen die nooit<br />
overtuigd raken van het goede zolang ze in regels slechts regels zien. Van<br />
dezelfde vreemde kracht is ook Benedictus’ woord over de relatieve betekenis<br />
van de Regel voor monniken – “dit is slechts een regeltje voor beginnelingen”.<br />
49<br />
de kovel
50<br />
de kovel<br />
Kan de naleving van een leefregel geen problemen voorkomen? Natuurlijk<br />
wel, maar afstand van de leefregel is adequater als diezelfde richtlijn nu net<br />
problematisch blijkt te zijn. Als de leerlingen al niet geholpen werden door<br />
monastieke wijsheden als ‘hou geen dieren voor je eigen plezier’, dan zeker<br />
niet door de aanbeveling van een leermeester die hen vraagt elkaar die wijsheid<br />
voor te houden. Van de weeromstuit kampt de leraar zelfs met een nog groter<br />
probleem – een ‘crux’ die slechts van de baan is door de wijsheid vervolgens<br />
weer geweld aan te doen. Nansen doodt de kat om aan te tonen dat het onbenul<br />
van zijn leerlingen hemeltergend is. Anders gezegd, hij illustreert een<br />
theorie met een praktijk die verfoeilijker is dan wat de leerlingen mispeuterden.<br />
Wedden dat de jongelingen er een vreemd onderscheid van goed en<br />
kwaad op zullen na houden! Er was nochtans een goed alternatief. Een oplossing<br />
die ook Benedictus kende – zo zette de monnikenvader zijn hele strafcodex<br />
tussen haakjes door de toepassing ervan geheel te laten afhangen van<br />
het wijze beraad van de abt.<br />
Wie de openbare catechese over Joshu en Nansen herleest, zal er ongetwijfeld<br />
ook het populaire gezegde in herkennen dat kritiek levert op tendensen<br />
van juridische ‘verrechtsing’: “Iedereen wil duidelijke regels, scherpe<br />
controles en een lik-op-stuk-beleid met strenge straffen… maar niet voor de<br />
eigen kinderen.” Inderdaad – en ook hier licht de benedictijnse spiritualiteit<br />
eventjes op – exacte regels en definities zijn slechts hulpmiddelen om medemenselijkheid<br />
en vertrouwen de kansen te geven die nodig zijn voor een in<br />
principe grenzeloze groei. En om die groei (lees: genezing) gaat het toch,<br />
niet om stagnatie.<br />
<strong>Jef</strong> <strong>Vekemans</strong> is godsdienstleraar aan het Koninklijk Atheneum in Keerbergen (B). Na studies in de pedagogische<br />
wetenschappen en in de catechetiek werkt hij er voor de laatstejaars die voor het vak katholieke confessionele<br />
zedenleer hebben gekozen.<br />
… op kromme lijnen<br />
Een hondse rechtszaak<br />
Carla Casseau<br />
Het was op een winterdag dat ik voor de vrederechter van het kanton, in opdracht van<br />
mijn stagemeester, een zaak moest gaan pleiten. <strong>De</strong> man hield van een plagerijtje: hij<br />
begroette mij steevast met “meester Cousteau”. Die dag was ik er echter niet gerust in.<br />
“Alles loopt op wieltjes”, poogde mijn stagemeester nog te sussen. Dat was enkel olie<br />
op het vuur. Ik was er in mijn korte loopbaan immers al achter gekomen dat onder<br />
zogenaamd ‘eenvoudige’ dossiers venijnige addertjes schuilen. Wat op het eerste gezicht<br />
een fluitje van een cent lijkt, is vaak zo stekelig dat zelfs de evangelist Lucas spijt zou<br />
krijgen ooit geschreven te hebben: “Maak je geen zorgen over hoe je je zult verdedigen<br />
of wat je zult zeggen…” (Lc 12,11) Neen, advocaten moeten pleidooien houden, het<br />
standpunt van hun cliënt uitleggen en opinies maken of breken. Nooit gaat dit vanzelf.<br />
Mijn dossier ging over een dwergpoedel die zijn trimbeurt bij de hondenkapper niet had<br />
overleefd. Het arme beestje was met een leiband vastgemaakt aan een tafel en toen de<br />
kapper even de keuken in moest om er melk van het vuur te zetten, sprong het hondje<br />
van de tafel. <strong>De</strong> tafel was echter hoger dan de leiband lang was. Amper tien seconden<br />
later was het hondje dood. Zijn eigenares eiste een fikse schadevergoeding van de<br />
kapper. Zelfs de politie had haar duit in het zakje gedaan door een heus strafonderzoek<br />
te voeren naar de tragische dood van het troeteldier.<br />
Gewapend met een reeks – vermeend sluitende – argumenten, probeerde ik me te<br />
vermannen in een resolute tred die me almaar dichter bij het ‘uur der hondse waarheid’<br />
bracht. Ik had echter niet gemerkt dat het voetpad voor de ingang van het vredegerecht<br />
door de vrieskou in een ijsbaan was omgetoverd. Enkel een stijlfiguur die de beste<br />
schaatser ter wereld mij niet kon hebben nagedaan, voorkwam dat ik op de grond<br />
smakte. Acrobatie die me een half uur voor de wedersamenstelling van mijn dossier<br />
bespaarde. <strong>De</strong> vrederechter had mijn spectaculaire entrée gadegeslagen. Dat maakte ik<br />
althans op uit zijn begroeting. Toen ik binnenstapte, sprak hij me vrolijk aan met “meester<br />
Clouseau”. Geen twijfel mogelijk: alleen het domme geluk van de inspecteur uit The pink<br />
panther kon mij nog redden.<br />
Ik spreidde de gigantische stapel papieren voor mij uit, monsterde mijn opponent<br />
aan mijn rechterzijde en schraapte mijn keel. Voordat ik van wal kon steken met mijn<br />
zorgvuldig voorbereide pleidooi, hief de vrederechter zijn hand. Strak keek hij beurtelings<br />
mij en mijn tegenstrever aan. Hij knorde: “Wie komt hier voor de hond?” “Ik”, flapte ik<br />
eruit. Mijn handen trilden. “<strong>De</strong> hond krijgt van mij gelijk”, antwoordde de vrederechter.<br />
Even was het muisstil. Toen grabbelde ik mijn documenten bijeen, mompelde een nauw<br />
hoorbaar ‘dankuwel’, schudde de vrederechter de hand en verliet het lokaal. Ik zag nog<br />
net hoe de tegenpartij verbouwereerd en druk gesticulerend een wending probeerde<br />
te geven aan het proces. Een stuntelige pirouette die zijn maker bij voorbaat door het<br />
ijs liet zakken.<br />
carla casseau is advocate. Zij pleit vooral in zaken van familierecht, echtscheiding, adoptie en erfrecht.<br />
51<br />
de kovel