artikel Jan Christiaens - De Kovel
artikel Jan Christiaens - De Kovel
artikel Jan Christiaens - De Kovel
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
32<br />
de kovel<br />
DOSSIER<br />
DE spirituElE zintuigEn<br />
Olivier Messiaen, de muzikale monnik<br />
Muziek voor lichamelijke en spirituele zintuigen<br />
<strong>Jan</strong> <strong>Christiaens</strong><br />
Op zijn visitekaartje omschreef Olivier Messiaen (1908-1992) zichzelf als compositeur<br />
de musique, professeur de composition, organiste, ornithologue et<br />
rythmicien. Een mondvol, die smaakt naar versplintering. Wie met zoveel dingen<br />
tegelijk bezig is, kan zich toch niet toeleggen op het ene noodzakelijke?<br />
En toch is Messiaens oeuvre gedragen door een sterke onderstroom, die richting<br />
gaf aan al zijn bezigheden. Als een muzikale monnik wist Messiaen talrijke<br />
draden steeds opnieuw samen te knopen: zijn bewondering voor de grootheid<br />
van de schepping, zijn verkenning van de muzikale tijd en van het ritme,<br />
zijn diepgeworteld en christocentrisch geloof, zijn adoratie van het vogelgezang,<br />
zijn dienstwerk als titularis-organist, zijn lesopdracht aan het conservatorium.<br />
Al zijn taken beleefde Messiaen met een benedictijnse waakzaamheid voor<br />
het wezenlijke: ut in omnibus glorificetur <strong>De</strong>us – “opdat God in alles worde<br />
verheerlijkt” (RB 57,7). 1 Met open zintuigen wandelde Messiaen door de schepping.<br />
Hij observeerde en luisterde aandachtig, en hij liet de impressies van zijn<br />
lichamelijke zintuigen resoneren in zijn spirituele zintuigen, waar ze ‘stem’<br />
kregen in muzikale jubel en lofzang. Hij luisterde niet alleen met het hoofd,<br />
maar meer nog met de oren van het hart (RB proloog, 1). Wie op zijn beurt zo<br />
naar Messiaens muziek luistert, hoort één diapason die al de boventonen<br />
schraagt: het is al jubel en lofzang (ps. 65,14).<br />
Kleur wordt hoorbaar, klank zichtbaar<br />
Het gezonde verstand wil dat de muziek een zaak is van het gehoor. Er is<br />
weinig te zien, te ruiken, te voelen of te smaken bij het beluisteren van<br />
muziek. Van eenheid in de zintuiglijke ervaringen lijkt, als het over muziek<br />
gaat, maar weinig in huis te komen. Toch kunnen we niet over muziek spreken<br />
zonder de andere zintuigen erbij te betrekken. We hebben het over hoge<br />
en lage tonen (ruimtelijkheid), over klankkleuren (zien), over een warme<br />
samenklank (voelen) of over een smaakvolle instrumentatie (smaken). Het<br />
Olivier Messiaen bij de<br />
generale repetitie van<br />
de creatie van een van<br />
zijn composities.<br />
© foto: Yayoi Kuruma.<br />
metaforisch spreken over muziek is doordrongen van een intuïtief besef van<br />
eenheid in de zintuiglijke ervaring. Olivier Messiaen was zich hiervan scherp<br />
bewust en heeft daarom de synergie tussen het gehoor en het gezicht in de<br />
verf gezet. Zijn eigenzinnige akkoorden karakteriseerde hij als ‘sons-couleurs’<br />
of klankkleur-complexen. 2 En dat ging verder dan louter metaforisch taalgebruik.<br />
Messiaen had de gave van de synesthesie, waardoor hij bij het horen<br />
van muziek heel precieze kleurencombinaties voor zijn innerlijk oog zag voorbijtrekken.<br />
Klanken werden voor hem zichtbaar, kleuren kon hij hoorbaar<br />
maken.<br />
Dat het Messiaen om meer te doen was dan een diffuus en ongearticuleerd<br />
ineenvloeien van auditieve en visuele prikkels, blijkt uit de lijsten met extreem<br />
gedetailleerde kleuromschrijvingen die hij opstelde. <strong>De</strong> ontdekking van een<br />
‘concordance’ tussen klank en kleur voor de tweede modus – de toonladders<br />
die Messiaen opnieuw uitvond – laat zich bijvoorbeeld aflezen uit deze notities:<br />
Rochers bleu-violet, parsemés de petits cubes gris, bleu de cobalt, bleu de Prusse<br />
foncé, avec quelques reflets pourpre violacé, or, rouge, rubis, et des étoiles mauves,<br />
noires, blanches. 3 Dit zijn de kleurschakeringen die een bepaalde ordening<br />
van de toonladder bij Messiaen opriep. Wat voor de lezer misschien vergezocht<br />
lijkt, was voor Messiaen een evidentie: gehoor en gezicht, klank en kleur – ze<br />
zijn niet los van elkaar te denken.<br />
Vele vluchtlijnen van één perspectief<br />
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat Messiaen zijn hele leven een<br />
sterke fascinatie koesterde voor de middeleeuwse glasramen. Als kind bezocht<br />
hij in Parijs de Notre-Dame en de Sainte-Chapelle. <strong>De</strong> schitterende kleurenrijkdom<br />
van de glasramen bracht de jonge Olivier aan het duizelen. Wellicht<br />
merkte hij toen al hoe die kleuren in zijn hoofd klankcomplexen opriepen, die<br />
ooit aan het papier zouden worden toevertrouwd. Vele jaren later, in 1965,<br />
keerde hij terug naar de Sainte-Chapelle, voor de première van zijn orkestwerk<br />
33<br />
de kovel
34<br />
de kovel<br />
Et exspecto resurrectionem mortuorum. “Een prachtige uitvoering”, aldus Messiaen<br />
in zijn dagboek, “dankzij alle reflecties van de zon in het rood en blauw<br />
van de glasramen.” 4 Zien en horen vloeien samen, ze zijn volgens Messiaen tot<br />
eenheid bestemd. Hij omschreef de muziek ooit als “een voortdurende dialoog<br />
tussen de ruimte en de tijd, tussen klank en kleur, een dialoog die uitmondt<br />
in een eenmaking (unification): de tijd is een ruimte, de klank is een kleur”. 5<br />
Zo beschouwd gaat synesthesie bij Messiaen niet alleen over een mysterieuze<br />
correspondentie tussen het gezicht en het gehoor. Die synergetische aandoening<br />
fungeerde als metafoor voor de veel bredere kruisbestuiving tussen<br />
domeinen die de moderne analytische geest liever gescheiden houdt. Messiaen<br />
kon zonder moeite de ‘eenstemmigheid’ in de verschillende aspecten van zijn<br />
oeuvre erkennen, zo sterk was hij doordrongen van een monastiek streven<br />
naar eenheid. Wie niet door hetzelfde eenheidsgevoel bewoond wordt, valt<br />
echter vooral de bonte diversiteit van Messiaens muziek op. Je vindt er, vaak<br />
in één en hetzelfde werk, mystieke verstilling naast erotische exuberantie.<br />
Kitscherig aandoende sentimentaliteit gaat er hand in hand met de meest hermetische<br />
kunstgrepen van de avant-garde. Maar ook al lijken ze heel uiteenlopend,<br />
toch komen deze vluchtlijnen van Messiaens oeuvre uiteindelijk samen<br />
in één punt.<br />
Om die ‘eenpuntigheid’ op het spoor te komen, moeten we nog wat dieper<br />
graven, naar de plaats waar de lichamelijke zintuigen van de componist aansluiting<br />
vinden – of juist niet? – bij de spirituele zintuigen.<br />
‘Luister aandachtig, mijn zoon’<br />
<strong>De</strong> eerste woorden uit de Regel van Benedictus<br />
zouden boven het bed van elke<br />
componist moeten hangen: “Luister aandachtig,<br />
mijn zoon” (RB proloog, 1). Begint<br />
niet elke compositie met het aandachtig<br />
luisteren naar invallen en ideeën, naar de<br />
innerlijke stem van de componist? Bij<br />
Messiaen ging dat luisteren echter nog een<br />
stuk verder. Ja, hij was een meester in het<br />
ausculteren, in het aandachtig en nauwkeurig<br />
registreren van wat in de natuur<br />
Messiaen noteert vogelgezang. Uit de<br />
privécollectie van Yvonne Loriod-Messiaen.<br />
der dingen gegeven is. Maar hij luisterde bovendien met het oor van zijn hart.<br />
Als twee romaanse steunpilaren die elkaar halverwege de rondboog ontmoeten,<br />
zo hellen Messiaens accurate akoestische waarneming (obsculta, fili mi)<br />
en zijn spirituele luisterhouding (et inclina aurem cordis tui) vriendelijk naar<br />
elkaar over. Samen overkoepelen ze zijn immense bewondering voor de schepping,<br />
in het bijzonder voor de vogels, die ‘zangers voor Gods aangezicht’.<br />
In zijn Catalogue d’oiseaux (1958) 6 liet Messiaen deze bewondering de vrije<br />
loop. Dit bijna drie uur durende pianowerk is daadwerkelijk een catalogus van<br />
de meest diverse vogelgezangen. <strong>De</strong> afzonderlijke stukken dragen telkens de<br />
Notities van vogelgezang in het cahier van Messiaen, Bibliothèque nationale de France, Musique,<br />
Fonds Messiaen, Ms. 22967.<br />
35<br />
de kovel
36<br />
de kovel<br />
naam van een vogel: Le rouge-gorge, L’alouette des champs, La chuette hulotte,<br />
enzovoort. Aan de oorsprong van deze pianocyclus liggen de ontelbare luisterexpedities<br />
die Messiaen vaak in het holst van de nacht ondernam. Gewapend<br />
met pen en papier, de uiterlijke én innerlijke oren op scherp, trok hij erop uit<br />
om te observeren en te noteren.<br />
Als een ware monnik legde Messiaen zich erop toe bijzonder aandachtig te<br />
observeren en te ausculteren. Uit zijn notities kunnen we opmaken dat hij niet<br />
alleen het eigenlijke vogelgezang, maar ook de sfeer en de omgevingsgeluiden<br />
wou capteren. <strong>De</strong>ze primitieve schetsen groeiden naderhand uit tot de negentien<br />
pianostukken uit Catalogue d’oiseaux. In L’alouette-lulu (de boomleeuwerik)<br />
bijvoorbeeld roept Messiaen de geruisloze nachtelijke sfeer op met een<br />
reeks van vier uiterst zachte, zoet-dissonante akkoorden. Daarna klinkt telkens<br />
uit een vredige verte het betoverende gezang van de boomleeuwerik.<br />
Messiaens luisterhouding draagt, zoals hierboven al opgemerkt, een benedictijnse<br />
signatuur. En dit om twee redenen.<br />
Eerst en vooral neigt Messiaen niet alleen het hoofd, maar ook het hart. Hij<br />
luistert niet alleen als componist, als iemand die geïnteresseerd is in geluid<br />
tout court. Messiaen is bereid meer te horen dan er in akoestisch opzicht te<br />
horen is. Hij ‘beluistert’ daarom ook de schoonheid van de schepping. In wat<br />
hij noteert, ontwaart hij bovenal de hand van de Meester. <strong>De</strong>ze houding spoort<br />
helemaal met de proloog van de Regel, waarin Benedictus zijn volgelingen<br />
uitnodigt om ogen en oren (de synesthesie van Messiaen!) wijd open te zetten<br />
(RB proloog, 8-9).<br />
Bovendien luistert Messiaen niet naar zichzelf, naar zijn eigen ideeën en<br />
invallen, maar naar wat hem voorafgaat en aan zijn initiatief ontsnapt. Hij<br />
weerstaat aan de tendens van het moderne subject om zichzelf voortdurend<br />
in het centrum te plaatsen. Messiaen luistert naar de praecepta magistri<br />
(RB proloog, 1), naar wat de Meester (de God van de schepping) voorschrijft.<br />
En hij luistert nauwkeurig, het hoofd lichtjes naar links geneigd. Want wat er<br />
te horen is, doet ertoe.<br />
In de Messe de la Pentecôte (1950) 7 vinden we heel wat vogelgezangen – zoals<br />
overigens in vele andere composities van Messiaen. Dit orgelwerk vormt<br />
ook een duidelijke indicatie van Messiaens op benedictijnse leest geschoeide<br />
luisteren. <strong>De</strong> overweldigende sortie van deze pinkstermis, Le vent de l’Esprit,<br />
celebreert de onweerstaanbare kracht van de Geest met een vocalise gebaseerd<br />
op het gezang van de leeuwerik (alouette). In zijn commentaar bij dit stuk<br />
schrijft Messiaen over dit vogelgezang: “Het staat symbool voor het Alleluia,<br />
voor de vreugde van de heilige Geest.” 8 Hierin reveleert zich de interface tussen<br />
Messiaens lichamelijke en spirituele zintuigen. Wat de componist hoort, resoneert<br />
tot diep in zijn hart, tot op die plek waar de mens nog aanspreekbaar is<br />
voor het Mysterie dat hem overstijgt. Messiaen is geen koele observator, maar<br />
een geëngageerd luisteraar. Hij luistert “met verbaasde oren naar wat de stem<br />
van God hem [via de schepping] toeroept” (RB proloog, 9). Alouette klinkt in<br />
zijn oren als Alleluia. Voor wie zo kijkt en luistert, voor wie die eenheid tussen<br />
lichamelijke en spirituele zintuigen bewaart, is het al jubel en lofzang.<br />
Muziek en dogma omhelzen elkaar<br />
Jubel en lofzang, dat zijn ook de kernwoorden in Messiaens eigen geloofsbeleving.<br />
Zijn opuslijst leest als een theologie van de verheerlijking: Le Banquet<br />
céleste, L’Ascension, Les Corps Glorieux, Quatuor pour la fin du temps, Messe de<br />
la Pentecôte, Couleurs de la Cité Céleste, La Transfiguration de Notre Seigneur<br />
Jésus-Christ, Eclairs sur l’Au-delà. En zo zijn er nog een aantal titels te noemen<br />
die daarvan de illustratie zijn. Maar wat meer is, uit deze neiging van Messiaens<br />
hart blijkt opnieuw zijn synthetische geest, die uit is op integratie en eenheid.<br />
Als een twintigste-eeuwse Johannes verstaat hij de kunst om ogenschijnlijke<br />
tegenstellingen toch samen te zien. Een eenvoudig stukje brood en de mysterievolle<br />
aanwezigheid van de Heer (Le Banquet céleste), tijd als bedding voor de<br />
eeuwigheid (Quatuor pour la fin du temps), de mens Jezus en de verheerlijkte<br />
Christus (La Transfiguration): het zijn allemaal thema’s waaruit blijkt dat de<br />
religieuze werken van Messiaen op paradoxale geloofswaarheden pivoteren.<br />
Opmerkelijk is dat Messiaen in dit verband de mond vol had van zijn<br />
streven naar “une musique vraie”. 9 In zijn composities met een uitgesproken<br />
religieuze thematiek wilde Messiaen recht doen aan de theologische draagwijdte<br />
van de geloofsmysteries. Niet zozeer zijn individuele beleving van een<br />
bepaald geloofspunt stond centraal, maar de dogmatische diepte ervan. <strong>De</strong><br />
waarheidsclaim die hij hieraan verbond, nam Messiaen erg au sérieux. Zo<br />
ging aan een orgelwerk als de Méditations sur le Mystère de la Sainte Trinité<br />
(1969) een gedegen theologische voorbereiding vooraf, waarbij de componist<br />
zich vooral verdiepte in Thomas van Aquino’s Summa Theologiae. 10 Messiaen<br />
las de doorwrochte scholastieke uiteenzetting over de triniteit en formuleerde<br />
zijn eigen artistieke responsio op de cascade van quaestiones waarin Thomas<br />
de complexe kwestie haarfijn analyseert. <strong>De</strong>ze aanpak verklaart waarom hij<br />
zijn religieus werk steevast als theologisch, en nooit als mystiek, karakteriseerde.<br />
Het gaat helemaal niet om een soort spiritueel idiolect, waarin de<br />
individuele spiritualiteit de toon zet. Veeleer beoogde Messiaen een objectieve<br />
muzikale uitdrukking van enkele centrale katholieke geloofspunten. Op<br />
dit punt knoopt de orde van de schoonheid aan bij die van de waarheid.<br />
Muziek en dogma omhelzen elkaar.<br />
Zoals elke oprechte omhelzing is dit geen geforceerde of geconstrueerde<br />
eenheid, maar veeleer een ontvangen harmonie. Meer nog, volgens Messiaen<br />
neigen de centrale geloofspunten uit zichzelf naar een extatische verklanking:<br />
ze zingen eenstemmig Alleluia. Daarom is er in Messiaens zelfverstaan ook<br />
niet de minste wrijving geweest tussen zijn muzikale loopbaan en zijn spirituele<br />
weg. Bovendien ging het volgens hem in die harmonie allerminst om een<br />
toevallige convergentie tussen beroep en geloofsovertuiging, maar om een<br />
zelfde concentratie op het wezenlijke en het ene. Bij Messiaen vinden we dan<br />
37<br />
de kovel
38<br />
de kovel<br />
ook weinig tot geen sporen van een ongemakkelijke verhouding tussen de<br />
modernistische esthetiek enerzijds en de wetmatigheden van de katholieke<br />
liturgie anderzijds, iets wat van vele collega-organisten in de jaren na Vaticanum<br />
II zeker niet gezegd kan worden. 11 Messiaen vond het zo ontstellend<br />
evident dat zijn moderne muziektaal en de katholieke liturgie uiteindelijk hetzelfde<br />
mysterie vieren, dat zijn vastberadenheid hierover voor een moderne<br />
analytische geest soms wat naïef aandoet.<br />
Compositorische spilzucht<br />
Uit het voorgaande moge klaar zijn dat in Olivier Messiaens esthetiek de<br />
muziek nooit louter illustratie kon worden van geloofswaarheden. Messiaen<br />
componeerde een oeuvre waarin de waarheid en de schoonheid op een veel<br />
dieper niveau op elkaar inhaken. Zijn muziek is zelf zingende dogmatiek, ze<br />
is het tot klank geworden exces van de waarheid van het geloof. Daar waar de<br />
geloofsmysteries overlopen van waarheid en uitmonden in een woordeloze<br />
lofzang, heeft Messiaen postgevat als tolk van de jubel. Maar net hier schuilt<br />
nu ook het tere punt: niet alleen woorden schieten tekort om recht te doen aan<br />
de rijkdom van de geloofsmysteries, ook klanken zijn ontoereikend. Dat Messiaen<br />
het vaak niet meer ‘gezegd’ kreeg, is te merken aan de vele plaatsen in<br />
zijn composities waar de muziek de grenzen van het welvoeglijke lijkt te overschrijden<br />
of waar het ‘waarheidsoverschot’ van het geloof tot compositorische<br />
spilzucht heeft geleid, kortom, waar er in feite teveel te horen (en te zien) is<br />
voor de lichamelijke zintuigen.<br />
Hier raken we een van de meest fascinerende aspecten van Messiaens<br />
muziek. In sommige werken bestookt de componist zijn luisteraars met een<br />
dusdanig overweldigend aanbod van klank, ritme en kleurenduizeling, dat<br />
hun lichamelijke zintuigen op de grenzen van hun bevattingsvermogen botsen.<br />
Begin van de sortie (‘Le souffle du vent’) uit de Messe de la Pentecôte, Editions Leduc, Parijs, 1951.<br />
Een mooi voorbeeld van deze tendens vormt het orgelstuk Transports de joie<br />
d’une âme devant la gloire du Christ qui est la sienne, waarvan de titel alleen<br />
al getuigt van een zekere kwistigheid. Dit stuk maakt deel uit van de vierledige<br />
orgelcyclus L’Ascension, die de Hemelvaart als thematiek heeft. 12 Transports de<br />
joie is in feite een uitgestrekt Alleluia, een exuberante en extatische vreugdeuitbarsting.<br />
Naar het einde toe van dit stuk schrijft Messiaen een snelle opeenvolging<br />
van steeds wisselende akkoorden, in een opzwepend tempo en met het<br />
karakter van een virtuoze toccata. Objectief gezien overstijgen de auditieve<br />
prikkels de mogelijkheden van de waarnemer. <strong>De</strong> normale luisterhouding, die<br />
erop gericht is een zekere logica en samenhang te ontwaren in het gehoorde,<br />
wordt hier moedwillig gedwarsboomd. Messiaen bouwt een massieve klankmuur,<br />
ondoordringbaar voor wie een ‘boodschap’ wil beluisteren. Bij de luisteraar<br />
blijft alleen een gevoel van onmacht en duizeling over.<br />
Waarnemen: voor waar aannemen<br />
Gooit de componist zo zijn eigen ruiten niet in? Het is op zijn minst vreemd<br />
te noemen dat Messiaen in sommige composities muziek schrijft die eigenlijk<br />
onhoorbaar is. Het benedictijnse devies – ‘Luister aandachtig, mijn zoon’ –<br />
krijgt hier een paradoxale draai: luister aandachtig en je zal horen dat je niet<br />
kan horen. Messiaen vergeleek dit gevoel van onmacht en duizeling graag met<br />
het bekijken van middeleeuwse glasramen. Als het zonlicht in de glasramen<br />
speelt, verliezen de figuren en taferelen hun heldere contouren en wordt de<br />
toeschouwer verblind door een duizelingwekkende kleurenschittering.<br />
Dit gevoel van verblinding en duizeling (éblouissement) komt volgens Messiaen<br />
dicht in de buurt van een religieuze ervaring. <strong>De</strong> zintuigen van de toeschouwer<br />
worden immers dermate verzadigd, dat ze wegens hun ontoereikendheid<br />
als het ware overschakelen op andere vormen van waarneming. Dat<br />
omturnen omschreef Messiaen in zijn Conférence de Notre-Dame, een toespraak<br />
die hij in 1977 in Parijs hield. Hij sprak er van une percée vers l’au-delà: een<br />
doorbraak naar de overkant, naar gene zijde, naar het Transcendente. 13 Of in<br />
termen die affiniteit hebben met de muziek: een doorbraak vanuit het onhoorbare<br />
naar het ongehoorde (in de twee betekenissen van het woord).<br />
Het lijkt er sterk op dat Messiaen hier net dat scharnierpunt bespeelt dat<br />
voor de luisteraar zo belangrijk is om de lichamelijke zintuigen te laten inhaken<br />
op de spirituele. Voor de toehoorder die met de begrensdheid van zijn<br />
muzikaal bevattingsvermogen geconfronteerd wordt, klinkt Messiaens muziek<br />
in eerste instantie bedreigend. Ze ontsnapt aan de greep van het op controle<br />
gerichte moderne subject dat het eigene wil terugvinden in het vreemde. Maar<br />
in tweede instantie heeft dergelijke overmatige muziek ook een verlossend<br />
karakter, omdat ze de luisteraar ertoe brengt een bevrijdende sprong van kenosis<br />
te maken. In die kenosis wordt het houvast van de ratio losgelaten, de<br />
actieve controledrang maakt plaats voor ontledigende overgave. Waar het uitwendige<br />
oor faalt, brengt het oor van het hart soelaas. Waarneming – waarheid<br />
(in bezit) nemen – wordt hier herschapen tot waar-neming: het voor waar<br />
39<br />
de kovel
40<br />
de kovel<br />
Messiaen aan het orgel van Cavaillé-Coll in de<br />
Drievuldigheidskerk (église de la Trinité). Uit de<br />
privécollectie van Yvonne Loriod-Messiaen.<br />
aannemen van wat aan mij gebeurt.<br />
<strong>De</strong> toehoorder, die wil ‘vatten’ wat hij<br />
hoort, wordt een ‘toe-be-hoorder’:<br />
iemand die toebehoort aan een waarheid<br />
die hem tegemoet komt. Wat de<br />
lichamelijke zintuigen te boven gaat,<br />
roept een andersoortig, spiritueel zintuig<br />
wakker.<br />
Onvermogen als kracht<br />
Wat geldt voor de zintuigen, gaat ook<br />
op voor Messiaens muziek zelf: haar<br />
onvermogen is haar kracht. Messiaens<br />
werk dingt zo sterk naar wat Hans Urs<br />
von Balthasar “de stralende kern van<br />
het geloof” 14 noemt, dat de muziek –<br />
ondanks haar schittering – alleen maar<br />
kan verbleken bij het goddelijk licht.<br />
Juist haar onvermogen om het transcendente<br />
ten enenmale uit te drukken,<br />
maakt Messiaens muziek adembenemend. Haar extatische schreeuw van<br />
machteloosheid om de kloof te overbruggen, is de mooiste lofzang. Maar dit<br />
alles wordt echter een en al jubel en lofzang als de muziek, in haar ‘eenpuntigheid’,<br />
ook nog een laatste eenheid tot stand brengt: die met het hart van de<br />
luisteraar. <strong>De</strong> weg daarheen loopt via de zintuigen. Er is immers veel te horen<br />
en te zien in Messiaens muziek, vooral als die oorverdovend en oogverblindend<br />
wordt.<br />
Precies door het gelukzalige falen van de lichamelijke zintuigen, ontwaken<br />
de spirituele zintuigen. Het fysieke onvermogen slaat een grote spirituele<br />
kracht los: het onhoorbare wordt de uitdrukking voor het ongehoorde, de zintuigen<br />
ontplooien zich tot echte zin-tuigen, in de toehoorder ontpopt zich een<br />
toe-be-hoorder en de waarnemer wordt een waarheidsontvanger.<br />
<strong>Jan</strong> <strong>Christiaens</strong> is doctor in de musicologie. Hij is als docent en onderzoeker verbonden aan de K.U.Leuven.<br />
Tot zijn interesses behoren de muziekfilosofie, het oeuvre van Olivier Messiaen en de band tussen muziek<br />
en spiritualiteit in het algemeen.<br />
NOTEN<br />
1 Alle citaten uit de Regel van Benedictus komen uit: Patrick Lateur, <strong>De</strong> Regel van Benedictus,<br />
Lannoo, Tielt, 2010.<br />
2 Claude Samuel, Permanences d’Olivier Messiaen. Dialogues et commentaires, Actes Sud, Parijs,<br />
1999, blz. 97.<br />
3 Claude Samuel, Permanences d’Olivier Messiaen, blz. 99.<br />
4 Peter Hill & Nigel Simeone, Messiaen, Yale University Press, New Haven/London, 2005, blz. 261.<br />
5 “En effet, la musique est un perpétuel dialogue entre l’espace et le temps, entre le son et la<br />
couleur, dialogue qui aboutit à une unification: le temps est un espace, le son est une couleur<br />
(…).” Geciteerd in Trinité Média Communication (uitg.), Olivier Messiaen, homme de foi.<br />
Regard sur son oeuvre d’orgue, Editions Saint-Paul, Parijs, 1995, blz. 5.<br />
6 Referentie-opnames: Roger Muraro (Accord) en Anatol Ugorski (<strong>De</strong>utsche Grammophon);<br />
goedkoper alternatief: Håkon Austbø (Naxos).<br />
7 Referentie-opname: Olivier Latry (<strong>De</strong>utsche Grammophon).<br />
8 Geciteerd in: Trinité Média Communication (uitg.), Olivier Messiaen, homme de foi. Regard sur<br />
son œuvre d’orgue, blz. 45.<br />
9 Olivier Messiaen, Technique de mon langage musical, Leduc, Parijs, 1944, blz. 5.<br />
10 In 2002 had ik de gelegenheid studiewerk te verrichten in de privé-bibliotheek van Olivier<br />
Messiaen. Verschillende kamers in het ruime appartement in de Parijse Rue Marcadet waren<br />
volgestouwd met boeken. Uit de aard der boeken blijkt dat Messiaen heel belezen was op het<br />
vlak van de theologie. Zo bezat hij de volledige Summa Theologiae. Maar ook heel wat andere<br />
referentiewerken en verschillende bijbelvertalingen en bijbelcommentaren. Ze getuigen van<br />
de ernst waarmee Messiaen theologie bedreef.<br />
11 Zie hierover Ann Labounsky, Jean Langlais. The Man and his Music, Amadeus Press, Oregon,<br />
2000, hoofdstuk 10 (‘Vatican II Conflicts 1959-1972’).<br />
12 <strong>De</strong> vertolking door Olivier Latry, op het orgel van de Parijse Notre-Dame, doet volledig<br />
recht aan Messiaens kwistigheid (Messiaen – Complete Organ Works, Olivier Latry, <strong>De</strong>utsche<br />
Grammophon).<br />
13 Olivier Messiaen, Conférence de Notre-Dame, Leduc, Parijs, 1978, blz. 2.<br />
14 Hans Urs von Balthasar, Geloofwaardig is alleen de liefde, Paul Brand, Antwerpen, 1963.<br />
Parkeer ook eens bij deze<br />
Stilstand<br />
Ze staat stiller dan<br />
een staande klok<br />
stil kan staan.<br />
Dieper dan stilte<br />
vallen kan tussen<br />
stoelen achter een<br />
tafel waarop twee<br />
flessen stil staan,<br />
neemt ze plaats<br />
in de ruimte<br />
vol van haar<br />
stervende beweging.<br />
Lager dan een engel<br />
vallen kan, zinkt<br />
ze in zichzelf.<br />
Als god dit ziet,<br />
noemt hij de kamer<br />
hemel, de seconde<br />
eeuwig.<br />
P<br />
Parkeer ook eens bij deze<br />
… en ontdek hoe je kovel<br />
een Parnassusmantel wordt!<br />
… ontdek hoe je kovel<br />
een Parnassusmantel wordt!<br />
Uit: En alles staat stil<br />
van KURT DE BOODT.<br />
Uitgeverij P<br />
Een greep uit de rijke oogst van de voorbije jaren:<br />
Rome & Assisi en Ravenna, twee poëziebundels<br />
waarin PATRICK LATEUR naar het wezen<br />
van de evangelische inspiratie peilt.<br />
Vader, zeg me…, de verhalenbundel<br />
waarmee DIRK HANSSENS zijn lezers<br />
met wijsheden van woestijnvaders omhangt.<br />
Hout op snee, ANTON VAN WILDERODES<br />
meest speelse én diepzinnige taalminiatuurtjes<br />
bij de ‘misericordes’ uit koorbanken.<br />
IJsland, Asland, Arctica, White-out en Kristalschedel,<br />
metafysische verzen waarin CLAUDE VAN DE BERGE stilte afdwingt<br />
voor het eindeloze dat in onwezenlijke landschappen schuilgaat.<br />
Grensland, de mystiek getinte poëziebundel<br />
van ANNE-MARIE DEMOEN, een dichteres op zoek<br />
Uitgeverij<br />
Sint-Antoniusberg 9,<br />
B-3000 Leuven<br />
www.uitgeverij-p.be<br />
41<br />
de kovel