Het was voor Moeder Weevers geen enkel probleem om normaal met de Koningin om te gaan. Dochter Joke, een mongooltje, vroeg aan de hofdame of zij de Koningin was, waarop deze wees naar de Koningin, aan wie Joke toen dezelfde vraag nog maar eens stelde. Het gesprek tussen de moeders ging daardoor al snel over de dagelijkse zorg voor hun beider kinderen. De Koningin trok zich dan ook niets aan van de hofdame toen die kwam zeggen dat er geen tijd meer was. Ze zei: “dat bepaal ik zelf!”. Het bezoek is al met al behoorlijk uitgelopen. Bezoek Koningin Juliana hoofdstuk 2
37 Een overzicht van medewerkers gedurende <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> vindt u in het “Overzicht medewerkers” op p. 57. 38 De vestiging van middenstandsbedrijven hield geen gelijke tred met de bevolkingsaanwas, waardoor niet in de allereerste behoeften van de bevolking kon worden voorzien. De Directie wilde eigenlijk dat de middenstanders zoveel mogelijk zelf hun panden stichtten, maar het aantal gegadigden dat bereid en in staat was te bouwen zonder geldelijke tegemoetkoming was uiterst klein. Minderhoud, die verantwoordelijk was voor het vestigingsbeleid, heeft jarenlang geprobeerd extra geld van het ministerie van Financiën los te peuteren en vroeg zich af waarom het de middenstanders zo moeilijk werd gemaakt, terwijl aan de pachters alle denkbare faciliteiten werden verleend. Uiteindelijk kwam in augustus 1952 de speciale Financieringsregeling voor de bouw van middenstandsbedrijven in de Noordoostpolder tot stand. De bedoeling van deze financieringsregeling was om alleen strikt noodzakelijke bedrijven met een subsidie van maximaal 50% in de bouwkosten van het bedrijfsgebouw te ondersteunen. A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland, Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders 1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 173. 39 De bouwkosten variëren, afhankelijk van aanpassing van de plannen, tussen ƒ 61.300,- en ƒ 76.000,-. Op 4 juli 1952 volgt goedkeuring van het Ministerie van wederopbouw en volkshuisvesting voor het bouwen van een woning en van een smederij voor een bouwsom van ƒ 75.750. Op 9 juli volgt de bouwvergunning van de Landdrost van het openbaar lichaam “De Noordoostelijke Polder”. Op 18 juli wordt het contract van aanneming getekend voor de bouw van een woning met winkel en smederij voor de somma van ƒ 75.400,-. 40 Het eerste weekrapport betreft de week van 17 tot en met 23 juli 1952. Op 23 juli 1952 is begonnen met het uitzetten van de smederij met woning. Op 30 mei 1953 is de bouw opgeleverd. oudeWeg nieuWBouW Woning met WinkeL en smederij In de eerste jaren is er groei op alle gebieden. Het aantal klanten groeit, omdat er steeds meer landbouwbedrijven in pacht worden gegeven. Deze boeren zorgen voor een grotere verkoop van machines, die ook steeds groter worden. Door de grotere verkoop en toenemende werkzaamheden groeit ook het aantal personeelsleden; medio 1952 heeft Toon Weevers al 8 medewerkers in dienst, onder wie zijn zoons Kees en Dik. 37 Kortom, de zaken gaan goed en er is meer ruimte nodig. Eind 1951 wordt dan ook al nagedacht over nieuwbouw. Een andere reden om daar over na te denken, was het feit dat de huurperiode van de noodsmederij liep van 1 januari 1949 tot uiterlijk 31 december 1953. Op 12 december 1951 ontvangt Toon Weevers van de Directie het bericht dat zij “op basis van de financieringsregeling voor de bouw van middenstandsbedrijven in de Noordoostpolder 38 , behoudens onvoorziene omstandigheden en onder voorbehoud van ministeriële goedkeuring, een bijdrage à fonds perdu van Rijkswege van 50% in de bouwkosten van het te stichten bedrijfspand (eventueel met woningen) in het vooruitzicht stellen.” Tot medio 1952 wordt er onderhandeld met bouw- en aannemersbedrijf Kingma en architectenbureau Klein over de nieuwbouw, waarvoor zoon Dik het eerste ontwerp heeft getekend. De plannen betreffen de bouw van een woning met vliering (die goed te bereiken en te gebruiken is), de bedrijfsgebouwen met buitenbestrating, de licht- en krachtinstallatie, de bedrijfs WC met wasgelegenheid, de opstelling voor hoefbeslag en een kantoor. 39 Om vertraging te voorkomen wordt het volgende vastgelegd: De aannemer moet dadelijk na bekomen goedkeuring met zijn voorbereidende werkzaamheden een aanvang nemen, opdat hij direct kan beginnen en daar op de meest krachtige wijze mee doorgaan, opdat in 200 werkbare dagen (zaterdag als halve dag te rekenen) het gehele werk volgens het bestek en tekening gereed is. Mocht blijken dat er niet voldoende aandacht aan bovengenoemde tijdsbepaling wordt geschonken, dan kunnen op kosten van de aannemer meerdere werklieden worden aangesteld. 40 De bedrijfsgebouwen worden gebouwd aan Oudeweg 2 en door de winkel verbonden met het woonhuis op Hoge Sluiswal 25. De eerste steen wordt gelegd door Toon Weevers jr. op 10 oktober 1952.