14.09.2013 Views

60 jaar weevers marknesse

60 jaar weevers marknesse

60 jaar weevers marknesse

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Weevers <strong>marknesse</strong><br />

<strong>60</strong> <strong>jaar</strong>


Zie dankba


ar terug en<br />

met vertrouwen vooruit


Weevers <strong>marknesse</strong><br />

kees Weevers


inhoudsopgave<br />

3 Voorwoord<br />

4 Hoofdstuk 1<br />

Wat er aan <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> Weevers voorafging<br />

1920 - 1948<br />

24 Hoofdstuk 2<br />

De start van Landbouwsmederij Weevers<br />

De eerste generatie: Toon en Truus Weevers<br />

1949 - 1966<br />

29 De Winkel<br />

56 <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> medewerkers Weevers Marknesse<br />

66 Hoofdstuk 3<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers gaat met de tijd mee<br />

De tweede generatie: Dik en Trees Weevers<br />

1967 - 1994<br />

72 We-eM een naam in de fruitteelt<br />

90 Hoofdstuk 4<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers voorbereid op de toekomst<br />

De derde generatie: Adrie en Peter Weevers<br />

1994 - 2008<br />

98 Weevers: Van standaardoplossing tot maatwerk in de landbouw<br />

116 Bronnen


voorWoord<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers in Marknesse bestaat op 1 januari 2009 zestig <strong>jaar</strong>. In deze periode heeft het<br />

bedrijf zich ontwikkeld van smederij tot mechanisatiebedrijf. Als je het zo leest, lijkt het niet zo bijzonder,<br />

maar deze ontwikkeling vond plaats in de context van de ontwikkeling van de Noordoostpolder en de<br />

ontwikkeling van de landbouw.<br />

De historie van zestig <strong>jaar</strong> en drie generaties Weevers is, op initiatief van onze moeder Trees Weevers, in<br />

dit boek beschreven. De wens om de historie vast te leggen is één, maar daaraan werkelijk gestalte en inhoud<br />

geven is iets anders. Wij zijn ontzettend blij dat onze broer Kees het wilde doen. Zijn inspanningen<br />

hebben geleid tot een boek om trots op te zijn en daar willen wij hem op deze plaats voor bedanken.<br />

Het boek beschrijft hoe onze opa en oma, Toon en Truus Weevers, via de Wieringermeer naar de Noordoostpolder<br />

kwamen en op 1 januari 1949 landbouwsmederij Weevers zijn gestart. Het was de tijd van veel<br />

handwerk en weinig machines. Toon Weevers was dan ook bedreven in het beslaan van paarden en het<br />

uitsmeden van ploegscharen. De jaren erna is de landbouw zo sterk gemechaniseerd dat toen onze vader<br />

Dik Weevers het bedrijf in 1967 overnam, een trekker inmiddels standaard was en machines steeds meer<br />

werk uit handen namen. Dik Weevers heeft het bedrijf mee laten ontwikkelen met de tijd door de gebouwen<br />

en bedrijfsmiddelen te moderniseren en oog te hebben voor innovatie, maatwerk en samenwerking.<br />

Toen hij plotseling overleed, hebben wij het bedrijf, samen met onze moeder, voortgezet en in 1998 overgenomen.<br />

De afgelopen jaren hebben wij veel energie gestoken in het verbeteren van service en kwaliteit<br />

voor de klanten, hetgeen mede mogelijk is door de in 2006 gerealiseerde nieuwbouw. Ook hebben we de<br />

samenwerking met onze broer Tonny (De Nieuwstad in Lelystad), met het oog op de wederzijdse verbreding<br />

van mogelijkheden, verder uitgebreid.<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers lijkt daarmee een mannenaangelegenheid, maar daarmee doen we de vrouwen<br />

in <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> Weevers ernstig tekort. Zij zijn onmisbaar en dragen vaak onzichtbaar bij aan het resultaat.<br />

Door hun inspanningen voor het gezin kunnen de mannen zich concentreren op het bedrijf. Daarnaast<br />

zijn ze niet zelden betrokken bij de administratieve kant van de zaak. Tenslotte en misschien wel het<br />

belangrijkst, zijn zij het vaak die veel (sociaal) contact hebben met medewerkers, klanten en leveranciers.<br />

Zij maken het bedrijf tot een familiebedrijf.<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers is een gezond bedrijf. Onze dank gaat uit naar de vele medewerkers die daar<br />

de afgelopen <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> aan hebben bijgedragen. Zij gaven klanten, leveranciers, onze (groot)ouders en ons<br />

het vertrouwen voor de toekomst.<br />

Adrie Weevers Peter Weevers


hoofdstuk 1<br />

Wat er aan <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> Weevers voorafging<br />

1920 - 1948<br />

Dit hoofdstuk geeft een korte schets van de persoonlijke ontwikkeling van Toon<br />

Weevers van smid in loondienst tot zelfstandig ondernemer (1920 – 1948) en<br />

tegelijkertijd inzicht in de context van de ontwikkeling en kolonialisering van het<br />

nieuwe land, de Noordoostpolder in het bijzonder.<br />

hoofdstuk 1


1 Veel feitelijke informatie uit dit hoofdstuk, over onder meer<br />

werkervaring en diploma’s, komt uit een brief van Toon Weevers<br />

d.d. 17 juni 1947 aan de Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), waarin hij inlichtingen geeft om<br />

zich als “ernstige candidaat” voor een smederij onder de aandacht<br />

te brengen (zie p. 16).<br />

2 Voor dit hoofdstuk is dankbaar gebruik gemaakt van het<br />

boekje dat Kees en Aly Weevers hebben samengesteld ter gelegenheid<br />

van hun 40-jarig huwelijk over de achtergronden<br />

van hun families. Het gaat hier met name om de passages<br />

over (leef)omstandigheden en specifieke gebeurtenissen.<br />

3 Truus Ernest is geboren in Heijningen, maar groeide op bij<br />

een oom en tante, die een kleine boerderij hadden in Klundert.<br />

4 Rentmeester Roebroek was eind 1929 door de regering benoemd<br />

in een commissie met onder meer als opdracht een<br />

ontwerpregeling te maken voor de ontginningsdienst van de<br />

Wieringermeer. Roebroek schreef het organisatierapport dat<br />

de basis was voor de Directie Wieringermeer. In mei 1930<br />

werd hij samen met de heren Smeding en Mesu benoemd in<br />

de Voorlopige Directie van de Wieringermeer. In de Voorlopige<br />

Directie was hij belast met de sociaal economische afdeling<br />

(maatschappelijke ontwikkeling van de Wieringermeer)<br />

en het beheer van de administratie.<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 38-44 en 61.<br />

BraBant<br />

De geschiedenis van zestig <strong>jaar</strong> Weevers begint feitelijk in 1920 in Zevenbergschen Hoek in het<br />

noordwesten van de provincie Brabant. 1 Toon Weevers wilde eigenlijk, net als zijn vader en broer,<br />

gaan werken bij de Nederlandse Spoorwegen (een veilige Rijksbetrekking), maar was daarvoor nog<br />

te jong. 2 Hij koos er voor bij een smid te gaan werken, omdat dat een goede basis was om later<br />

machinist te worden. Direct na de lagere school is Toon Weevers op 13-jarige leeftijd als leerling<br />

gaan werken op de landbouwsmederij van Krijnen in Zevenbergschen Hoek, waar hij 4,5 <strong>jaar</strong> heeft<br />

gewerkt. Daarna is hij als 1e knecht in dienst getreden bij Lourense, landbouwsmid te Klundert,<br />

waar hij drie <strong>jaar</strong> heeft gewerkt. Hij heeft al die jaren hard moeten werken en heeft veel geleerd,<br />

zoals smeedwerk, paarden beslaan en hoepels om wielen leggen.<br />

In de periode dat Toon Weevers werkte voor Lourense, kwam er elke dag een meisje langs de<br />

smederij met een melkkar om melk uit te venten. Het meisje, Truus Ernest 3 , maakte met<br />

iedereen een praatje en dus ook met de knecht van de smid. Toon Weevers had wel oog voor<br />

Truus Ernest en de vele gesprekjes leidden uiteindelijk tot verkering.<br />

Na Lourense ging Toon Weevers werken bij zijn oom, landbouwsmid Dingeman Weevers in<br />

Langeweg, die hem ongeveer een <strong>jaar</strong> later als bedrijfsleider plaatste bij de landbouwsmederij<br />

Wed. de Jong te Zevenbergen, waar hij 2 <strong>jaar</strong> werkzaam was.<br />

In die periode komt, als gevolg van het melkventen van Truus Ernest, de Wieringermeer in beeld.<br />

Een van haar adressen bij het melkventen was namelijk het huis van de heer Roebroek, rentmeester<br />

van de Domeinen te Klundert. Zoals ze met iedereen een praatje maakte, deed ze dat natuurlijk ook<br />

met de rentmeester. 4<br />

Toen ze weer een keer aanbelde, kwam de rentmeester zelf aan de deur en begon een praatje,<br />

waarin hij aan Truus Ernest vroeg of haar verloofde bij de smid werkte. Na haar bevestigende<br />

antwoord vroeg hij of ze er voor zouden voelen om naar de Wieringermeerpolder te gaan. Truus<br />

Ernest vroeg waar dat lag en vond dat nogal wat, maar ondanks de afstand hield ze de boot<br />

niet af. De rentmeester nodigde hen uit voor een gesprek, waar ze netjes aangekleed en met<br />

knikkende knieën naar toe gingen. Het gesprek en het perspectief van een grote werkplaats met<br />

meer machines, maakte hen enthousiast en ze besloten de stap te wagen.<br />

Toon Weevers, inmiddels werkzaam als smid-vuurwerker bij de “firma A. Verhagen en firma A.<br />

Rovers & Co” (aannemers te Made), stuurt op 22 september 1930 een sollicitatiebrief en diverse<br />

getuigschriften naar de “Voorlopige Directie van den Wieringermeerpolder” voor een baan als


5 In het getuigschrift d.d. 23 mei 1931 van genoemde werk-<br />

gever (dat hij nog meeneemt als hij voor de Directie gaat<br />

werken) staat dat Toon Weevers daar werkzaam is geweest<br />

van september 1930 tot juni 1931 en zich gedurende deze<br />

tijd als een goed en bekwaam vakman heeft doen kennen,<br />

vooral op het gebied van smeden en autogenisch lasschen.<br />

Tevens is hij van onbesproken gedrag en heeft zijn plichten<br />

als werknemer steeds met nauwgezetheid vervuld. De opstel-<br />

ler kan daarom genoemde persoon in kwestie niet anders,<br />

dan hem als een goed en betrouwbaar vakman in aller dienst<br />

aanbevelen.<br />

6 De arbeidsovereenkomst wordt bij brief d.d. 26 augustus<br />

1931 per 3 september opgezegd door de Directie, omdat deze<br />

per dezelfde datum wordt overgenomen door de nieuw opgerichte<br />

“Landbouwcultuurmaatschappij de Wieringermeer”,<br />

waarvan als Directeur optreedt de heer A. Minderhoud. Met<br />

ingang van 21 januari 1932 wordt de belooning nader vastgesteld<br />

op de eerder besproken ƒ 35,-- per week.<br />

Eerste arbeidsovereenkomst van Toon Weevers in 1931<br />

smid in een smederij. 5 Op 2 oktober 1930 schrijft De Voorlopige Wieringermeer-Directie:<br />

“In antwoord op nevenvermeld schrijven deelen wij u mede, dat wij U geplaatst hebben op de<br />

lijst der gegadigden voor smid bij een onzer te bouwen smederijen. Daar de smederij nog gebouwd<br />

moet worden, kunnen wij U op het oogenblik nog niet plaatsen.”<br />

Begin 1931 volgt een gesprek tussen de Directie en Toon Weevers, dat resulteert in een baan. In de<br />

schriftelijke bevestiging van 29 april 1931 van de Directie staat:<br />

“In vervolg op ons mondeling onderhoud deelen wij u mede, dat wij bereid zijn U in dienst te<br />

nemen tegen een salaris van ƒ 30,-- per week. U kunt zoo spoedig U dit mogelijk is, in dienst<br />

komen en moet U zich melden bij onzen smid-monteur Bosma te Kolhorn. Ingesloten doen wij U<br />

een vragenlijst toekomen, welke ingevuld aan ons in te zenden. De te verstrekken gegevens hebben<br />

wij noodig voor de op te stellen arbeidsovereenkomst. Tegelijk met deze inzending gelieve U ons te<br />

berichten, welke datum U van plan is af te reizen naar Uw nieuwe woonplaats.”<br />

Dat Toon Weevers al tijdens het gesprek over zijn aanstelling heeft onderhandeld over zijn salaris,<br />

blijkt uit het briefje van 23 mei 1931 bij de toezending van de arbeidsovereenkomst.<br />

De Directie schrijft:<br />

“Naar aanleiding van Uw aantekening op de U toegezonden vragenlijst deelen wij u mede, dat<br />

aanvankelijk het loon ƒ 30,-- bedraagt en dit bij gebleken geschiktheid zal worden verhoogd tot<br />

ƒ 35,-- per week.” 6<br />

Waarschijnlijk heeft Truus Ernest hem aangezet om al direct zijn salaris te bespreken.<br />

hoofdstuk 1


7 Antonius Florentius Weevers is geboren te Zevenbergschen<br />

Hoek op 9 juni 1907. Geertruida Ernest is geboren te Fijnaart<br />

op 2 juli 1907. Ze zijn beiden overleden te Emmeloord op<br />

respectievelijk 14 maart 1975 en 28 januari 1970.<br />

8 Over de woningen schrijft de Directie aan de Minister van<br />

Waterstaat (brief d.d. 5 december 1930 inzake het verkrijgen<br />

van de machtiging om over te gaan tot publieke aanbesteding<br />

van een tiental dubbele arbeiderswoningen bij Sluis I) onder<br />

meer “dat bij de woningen is uitgegaan van de gedachte dat<br />

deze zo algemeen mogelijk dienen te worden ingericht. Men<br />

treft er aan een flinke woonkamer, die, zoo gewenscht ook<br />

als woonkamer-keuken is in te richten, en een kleine keuken,<br />

die wanneer de woonkamer reeds als keuken dient, zeer geschikt<br />

als werkkeuken gebezigd kan worden. Gezorgd is voor<br />

behoorlijke slaapgelegenheden. Gedacht is om aan elk huis<br />

ongeveer 500 m2 grond te voegen; eene oppervlakte, waarop<br />

wel de noodige groente en ook een gedeelte van de noodige<br />

aardappelen verbouwd kunnen worden. De bedoeling is deze<br />

woningen te bestemmen voor gezinnen, die genegen zijn enkele<br />

kostgangers te houden. Ter vermijding van den bouw van<br />

tijdelijke barakken, waarin ook onze Buitendienst zal worden<br />

gevestigd, ligt het in de bedoeling één der woningen voor dat<br />

doel te bestemmen.” Bron: Archief Nieuw Land Erfgoedcentrum<br />

(RAFL), documentnummer 648.<br />

Wieringermeer<br />

Toon Weevers kwam op 26 mei 1931 in dienst van de Voorlopige Directie van de Wieringermeer als<br />

smid-monteur. Hij ging daarvoor in de kost in Kolhorn. De eerste morgen ging hij vroeg op de fiets<br />

naar de smederij in Middenmeer in de Wieringermeerpolder en meldde zich bij zijn chef de heer Bosma.<br />

Bosma was een echte Fries, die niet veel tijd had voor een praatje, behoudens: “Daar liggen ploegscharen<br />

en een hoop eggetanden. Ga die maar uitsmeden!” Tussen het smeden door kwamen er<br />

veel paarden voor hoefbeslag.<br />

Smederij in Middenmeer<br />

Snel daarna, op 6 augustus 1931, zijn Toon Weevers en Truus Ernest 7 getrouwd. In deze periode<br />

kwamen ook de eerste 20 woningen 8 in Slootdorp klaar (toen nog Sluis I) en zij kregen nummer<br />

9 aan de Slootweg (nu Wilhelminaweg). Het was een dubbel huis; links werd ingericht als kantoor<br />

voor de Buitendienst van de Directie Wieringermeer en rechts werd hun huis. Tussen het huis en het


Toon Weevers en chef Bosma op de motor<br />

9 Op het kantoor kwamen veel “hoge” heren op bezoek en<br />

een aantal mensen van lagere rang kwam later op hogere<br />

posten bij de Directie Wieringermeer en/of werd verantwoordelijk<br />

voor de kolonialisering van de Noordoostpolder.<br />

10 Pastoor Braak nam op 29 oktober 1931 zijn intrek bij Toon<br />

en Truus Weevers. Omdat er behalve op zondag geen kerk<br />

beschikbaar was, werd de H. Mis door de week dagelijks<br />

opgedragen in de woonkamer, tevens zit- en ontvangkamer<br />

van Mijnheer Pastoor. Tijdens de missen op zondag vervulde<br />

Toon Weevers vele jaren de belangrijke functies van misdienaar,<br />

koster en collectant. Uit: Ons Parochieblad d.d. zaterdag<br />

10 augustus 1940; feestnummer uitgegeven bij gelegenheid<br />

van het Zilveren Priesterfeest van de Zeer Eerw. Heer<br />

Pastoor P. Braak.<br />

In een interview in de Wieringermeerbode (donderdag 8 augustus<br />

1940) ter gelegenheid van het 25-jarig priesterjubileum<br />

van pastoor Braak staat: “De eerste tijd was hier eigenlijk<br />

overdag weinig voor ons te doen, aldus Pastoor Braak. Mijn<br />

parochie bestond uit twee personen, het echtpaar Weevers.<br />

Verder had ik de geestelijke verzorging van een 35 Polderjongens.”<br />

kantoor werd een deur gemaakt, waardoor Truus Weevers wat kon bijverdienen door voor koffie te<br />

zorgen en het kantoor schoon te houden. Truus Weevers heeft in die periode met veel mensen een<br />

goede relatie opgebouwd, waar ze later nog veel profijt van hebben gehad. 9<br />

Eerste huis in Slootdorp (vlnr Truus en Toon Weevers en Pastoor Braak)<br />

De eerste jaren waren niet gemakkelijk; niemand sprak Brabants en er waren bijna geen katholieken.<br />

10 Voor Truus Weevers was de verhuizing niet alleen daarom een grote stap, maar ook omdat<br />

de nieuwe gemeenschap in het begin voornamelijk uit mannen bestond en zij bovendien altijd kostgangers<br />

in huis had, waarvoor zij de was deed en het eten verzorgde. Ook voor Toon Weevers was<br />

het niet gemakkelijk. In de werkplaats was er nooit een waarderend woord en gebeurde er nooit<br />

genoeg. Bespreekbaar was dit niet, want tijdens de crisisjaren met een enorme werkloosheid kon je<br />

nergens anders terecht en was je als de dood voor ontslag. Toon Weevers heeft hierover wel eens een<br />

gesprek aangevraagd met de heer Roebroek, maar die prees zijn capaciteiten en verzekerde hem<br />

dat, als hij zijn best deed, hij nooit ontslag zou krijgen. Met nieuw zelfvertrouwen ging hij daarna<br />

aan de slag en de toekomst tegemoet.<br />

hoofdstuk 1


11 In eerste instantie werden in de Wieringermeer drie dor-<br />

pen aangewezen, gelegen op belangrijke kruispunten van<br />

wegen en kanalen in het centrum van de polder: Slootdorp,<br />

Middenmeer en Wieringerwerf. Dit bleek achteraf geen geluk-<br />

kige keuze. Als verzorgingscentra lagen deze dorpen te dicht<br />

bij elkaar en was de afstand ten opzicht van het oude land<br />

juist te groot. Na de Tweede Wereldoorlog is daarom ook nog<br />

het dorp Kreileroord gesticht.<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 88.<br />

12 Bij de vestiging van middenstanders was het beleid van de<br />

Voorlopige Directie er op gericht volop ruimte te geven aan het<br />

particulier initiatief. De inschrijving was openbaar om iedereen<br />

in de gelegenheid te stellen een winkel in de Wieringermeer te<br />

starten. Aanvankelijk was de animo niet groot. De eerste middenstanders<br />

arriveerden in 1932. Binnen enkele jaren nam de<br />

belangstelling echter zo toe, dat er een wanverhouding tussen<br />

het aantal kolonisten en middenstandsvestigingen dreigde te<br />

ontstaan. Een aantal winkeliers kon het hoofd maar met moeite<br />

boven water houden. De situatie leidde tot een drastische<br />

wijziging in de toelating van bedrijven. De openbare uitgifte<br />

werd vervangen door onderhandse uitgifte. In de zomer van<br />

1935 werden geen bedrijven meer toegelaten als geen lonend<br />

bestaan kon worden verwacht, terwijl voorts op vakbekwaamheid<br />

en persoonlijke geschiktheid werd gelet en enige financiële<br />

draagkracht werd gevraagd (een krachtige middenstand<br />

naar behoefte).<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 101-102.<br />

Toon Weevers rond 1931<br />

Vanaf 1936 heeft Toon Weevers geprobeerd om een eigen smederij te krijgen. Op 28 mei 1936 verstuurt<br />

hij zijn eerste verzoek om een smederij te mogen beginnen. Zijn verzoek wordt gesteund door<br />

een aantal pachters, die schrijven:<br />

“Ondergetekenden, allen als pachtboer gevestigd in het Zuid-Oosten van den Wieringermeerpolder,<br />

verzoeken U dringend op de aanvrage van A.F. Weevers, om zich als smid te mogen vestigen op of<br />

omtrent de plaats van het toekomstige Wagendorp, goedgunstig te willen beschikken.”<br />

De directie laat hierop begin juli weten dat zij niet mee kunnen werken om buiten de dorpen in de<br />

Wieringermeer een smederij te stichten. 11 Deze afwijzing heeft geleid tot een tweede verzoek op 16<br />

november 1936 met betrekking tot de vestiging van een smederij in een van de bestaande dorpen.<br />

De Directie laat hierop een paar dagen later weten:<br />

“dat in de dorpen in den Wieringermeer reeds voldoende smeden zijn gevestigd. Voor het vestigen<br />

van meerdere smederijen zal voorlopig geen grond beschikbaar worden gesteld, zoodat wij U<br />

moeten teleurstellen.” 12<br />

0


Hoefsmiddiploma Toon Weevers<br />

Geslaagden voor het hoefsmiddiploma (Toon Weevers vierde van links)<br />

Ook na deze afwijzing geeft Toon Weevers nog niet op. Op 9 maart 1937 schrijft hij aan de Directie:<br />

“Wederom teleurgesteld door U schrijven van 20 november daar voor ’t vestigen van meerdere<br />

smederijen voorloopig geen grond beschikbaar gesteld wordt, en in de Wieringermeerpolder reeds<br />

voldoende smederijen zijn gevestigd.<br />

Daar ik van goede zijde vernomen heb dat er plannen bestaan voor ’t vestigen van winkelpanden<br />

na bij de Hoornsche brug, zoo kom ik U nogmaals verzoeken indien zulks toch in de toekomst mogelijk<br />

zou worden ik in aanmerking zou mogen komen om een smederij te vestigen, en ik hiermede<br />

mijn ideaal zou zien vervuld.<br />

Bij voorbaat mijn innige dank betuigende en wederom de eer hebbende met hoogachting te zijn<br />

verblijf ik<br />

Hoogachtend<br />

Uw dw. dn. A. Weevers”<br />

Kort maar krachtig laat de Directie weten dat het niet in de bedoeling ligt een vierde dorp te stichten<br />

in de Wieringermeer. Mocht dat in de toekomst toch het geval zijn, dan kan hij zich daar opnieuw<br />

voor aanmelden.<br />

hoofdstuk 1


Pas van Toon Weevers om na de oorlog de polder in te mogen<br />

13 Op 25 juli 1941 krijgt de Directie Wieringermeer de opdracht<br />

zich met de inrichting en ontwikkeling van de Noordoostpolder<br />

bezig te houden. Smedings dienst, nu Directie<br />

Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), verhuist in augustus<br />

1941 van Alkmaar naar Zwolle.<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 122-123.<br />

14 Van Korre tot Koren. Afdeling Voorlichting van het Ministerie<br />

van Verkeer en Waterstaat te ’s-Gravenhage in samenwerking<br />

met de Directie IJsselmeerpolders te Zwolle, ed, 1961,<br />

p. 32.<br />

15 Op het zogenaamde perceel Werkhaven had de Directie<br />

twee werkplaatsbarakken laten plaatsen. Bron: Archief Nieuw<br />

Land Erfgoedcentrum (RAFL), documentnummer 963.<br />

16 Het gezin bestond in mei 1942 uit Toon en Truus en de<br />

kinderen Kees (1932), Dik (1933), Truus (1935) en Joke (1940).<br />

Later zijn nog geboren Piet (1945) en Toon (1948).<br />

Na deze afwijzing gooit Toon Weevers het over een andere boeg. Met het oog op de gevolgen van de<br />

nieuwe Vestigingswet Kleinbedrijf 1937 begint hij cursussen, waarmee hij aan de eisen van de wet ten<br />

aanzien van vakbekwaamheid en handelskennis kan voldoen. Hij heeft op dat moment al het getuigschrift<br />

3-jarige Teekenavondschool te Zevenbergen (1927-1930), het getuigschrift van de ambachtsschool<br />

te Breda, automobieltechniek (1928) en het bewijs van het volgen van een boekhoudcursus<br />

bij de heer Rädecker te Medemblik (1935) en voegt daaraan toe het Middenstandsdiploma Algemene<br />

Handelskennis (1938) en het Rijksdiploma Hoefsmid (1939).<br />

Tevens gaan Toon en Truus Weevers zich richten op een toekomst in de Noordoostpolder, waarvoor<br />

de Directie Wieringermeer in 1941 de verantwoordelijkheid krijgt. 13 De opbouw van de Wieringermeer<br />

is dan bijna voltooid, de Directie neemt afscheid als verantwoordelijke overheidsinstantie en<br />

de Wieringermeer wordt een zelfstandige gemeente. 14<br />

noordoostpoLder<br />

Begin 1942 wordt Toon Weevers overgeplaatst naar Lemmer. Hij moest vlakbij Lemmer 15 een<br />

werkplaats opzetten in de nieuwe polder, die in het voor<strong>jaar</strong> van 1942 vrijwel droog was. De eerste<br />

periode gaat hij in de kost bij slager Wiersma en op 28 april betrekt het gezin een van de nieuwe<br />

dienstwoningen voor personeel van de Directie (Willem Barendszstraat 18; huur ƒ 25,-- per maand).<br />

Toen het gezin naar Lemmer 16 vertrok had Truus Weevers kans gezien om ƒ 2.000,-- te sparen. Zij<br />

met kostgangers, kantoor schoonmaken en zuinig zijn en Toon met zaterdags kachels ombouwen<br />

op gas. De relatie met de inwoners van Lemmer was niet gemakkelijk, enerzijds vanwege de Friese<br />

taal en anderzijds omdat Toon werkte voor de Directie, die het viswater had drooggelegd. Door<br />

het werk in de polder had Toon, ondanks de oorlog, de beschikking over tarwe (Truus maakte er<br />

brood van, maar ook drank) en paardenvlees (paarden werden stiekem geslacht, omdat ze anders<br />

toch door de Duitsers gevorderd werden). Op deze manier konden ze ook hun Friese buren helpen,<br />

hetgeen leidde tot waardering en begrip. Bovendien hadden ze twee kippenhokken en een konijnenhok;<br />

eieren, kippen- en konijnenvlees werden geruild voor paling en kleding. Ondanks de moeilijke<br />

tijd werden ook in Lemmer weer kostgangers in huis genomen.<br />

Net als in de Wieringermeer is de heer Bosma ook in de Noordoostpolder weer zijn baas. Bosma<br />

was baas van de smederij, die deel uitmaakte van de Centrale Werkplaats en Magazijnen bij kamp<br />

Vollenhove. Voor werkoverleg moest hij op zaterdagochtend altijd op de fiets naar hem toe.<br />

Soms moest voor het wekoverleg ook een opdracht worden uitgevoerd om te laten zien dat je een<br />

goede smid was. Zo heeft Toon Weevers eens de opdracht gehad om een pikhouweel te smeden,


Benoeming in vaste dienst<br />

17 Aanvankelijk werd Toon Weevers per 1 mei 1943 bevorderd<br />

tot chef-smid (arbeidsovereenkomst d.d. 27 april 1943), maar<br />

eind 1943 werd deze benoeming met terugwerkende kracht<br />

omgezet in die tot werkmeester (arbeidsovereenkomst d.d.<br />

28 december 1943).<br />

18 Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken,<br />

Ministerie van openbare werken en wederopbouw, <strong>jaar</strong>gang<br />

27 no. 2, juli 1946, p. 22.<br />

19 Excursiegids 1948 Noordoostpolder. Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1948, p. 22 en 27.<br />

hetgeen zwaar werk was. Tevreden liet hij het resultaat zien. Het model werd door Bosma goedgekeurd<br />

en hij kreeg de opdracht er nog 100 te maken! Toon Weevers was daar helemaal niet blij mee<br />

(en heeft het uiteindelijk ook niet alleen hoeven doen).<br />

Toon Weevers werd met ingang van mei 1943 bevorderd tot werkmeester 17 onderhoud werktuigen en<br />

tractoren en zijn vaste benoeming volgde op 1 januari 1945. 18<br />

Na het droogvallen van de polder ging alle aandacht uit naar de verdere ontwatering, waarbij veel<br />

aandacht was voor mechanisatie, omdat dat veel besparing van mankracht opleverde. Al voor het<br />

droogvallen van de polder werden de kanalen gebaggerd, zodat enige afwatering en toegankelijkheid<br />

middels scheepvaartverkeer direct op gang kon komen. Na het droogvallen moesten tochten, sloten<br />

en greppels worden gegraven voor een intensieve ontwatering, hetgeen van groot belang was voor<br />

een goede kwaliteit van de jonge gronden. Het graven gebeurde met de hand en draglines. 19 Ook<br />

werden greppelploegen ingezet. Toon Weevers en een collega hebben voor het vormen van greppels<br />

een zware greppelploeg, een zogenaamde Spekhaak, gemaakt. Dit was een heel grote ploeg met 2<br />

reesters in het profiel van de greppels.<br />

Greppelploeg (Spekhaak)<br />

hoofdstuk 1


20 De Directie kampte tijdens de bezettingsjaren voortdurend<br />

met een tekort aan materieel en vakbekwame arbeiders.<br />

Vanwege deze problemen werd in 1942 de kolonialisatie van<br />

de polder vooruitgeschoven en werd het nieuwe land volledig<br />

ten dienste gesteld van de voedselvoorziening.<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 118-119.<br />

21 “Vooral de turfgasgenerator-trekkers vormen een vraagstuk,<br />

mede in verband met de olie-positie en het moeilijk verkrijgbaar<br />

zijn van nieuwe onderdelen. Hoewel de gebruikte<br />

olie zooveel mogelijk geregenereerd werd, kon toch niet in de<br />

behoefte van olie worden voorzien, zoodat op de meest ongelegen<br />

momenten trekkers stil gezet moesten worden”.<br />

Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken, Departement<br />

van waterstaat, <strong>jaar</strong>gang 24 no. 1, januari 1943, p. 19.<br />

22 Regelmatig konden er geen paarden worden beslagen<br />

vanwege het gebrek aan hoefnagels. Ook in 1947 konden<br />

door gebrek aan hoefnagels de paarden enige maanden niet<br />

op tijd worden beslagen. Toen er weer een grote partij nagels<br />

beschikbaar was, werd de achterstand gedeeltelijk door een<br />

aantal hoefsmeden uit de randgemeenten ingehaald.<br />

Maandverslag, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken),<br />

No. 158, juli/aug. 1947, p. 123.<br />

23 De grond werd pas aan particulieren overgedragen op het<br />

moment dat uit de resultaten bleek dat aan de exploitatie niet<br />

meer dan een normaal risico verbonden was en men de pachters<br />

goede huisvesting kon garanderen.<br />

Excursiegids 1948 Noordoostpolder. Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1948, p. 33-35.<br />

Toon Weevers (rechts)<br />

en medewerkers van<br />

werkplaats Lemmer<br />

In de oorlogsjaren probeerde de Directie zich met kunst- en vliegwerk aan de situatie aan te passen. 20<br />

Machines, onderdelen en reparatiemateriaal: alles was even schaars of erg duur. Werktuigen die in<br />

de Wieringermeer gebruikt en nagenoeg versleten waren, werden weer in gebruik genomen. Dikwijls<br />

moest het ene voertuig met onderdelen van het andere worden opgelapt. Uit gebrek aan brandstoffen<br />

werd met weinig succes overgeschakeld op (houtgestookte) gasgeneratoren, zodat de trekkers<br />

continu in de werkplaatsen stonden. 21 Slechts in zeer beperkte mate kon extra materiaal worden<br />

verkregen, dat bij gebruik ook nog vaak van slechte kwaliteit bleek. Op het land werd steeds meer<br />

met paarden geploegd in plaats van met trekkers en dus was er veel vraag naar hoefbeslag. 22 Het<br />

hoefbeslag duurde Toon Weevers al snel te lang; hij was in staat een paard binnen een uur op vier<br />

nieuwe ijzers te laten staan.<br />

De eerste jaren was de exploitatie van de nieuwe gronden in handen van de Staat 23 , die daar voornamelijk<br />

graan op verbouwde. Ook hierbij was de mechanisatie van groot belang. De trekkracht werd


24 Bij alle machines en werktuigen kwamen veel reparaties<br />

voor en waren weinig nieuwe onderdelen beschikbaar. Soms<br />

waren er wel voldoende onderdelen, maar vertraagden een<br />

tekort aan personeel en een geringere geschooldheid de revisie.<br />

Het liet zich dan ook aanzien dat er te weinig trekkers<br />

en binders voor de oogst beschikbaar waren. Gedeeltelijk kon<br />

hierin worden voorzien door het aannemen van loonmaaiers.<br />

Met de eigen beschikbare trekkers en machines werd een<br />

dubbel aantal uren gewerkt.<br />

Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken, Ministerie<br />

van openbare werken en wederopbouw, <strong>jaar</strong>gang 27 no.<br />

2, juli 1946, p. 31.<br />

25 Bij deze eerste verpachting heeft de Directie uitsluitend<br />

een keuze gedaan uit de groep pioniers, hetgeen kan worden<br />

gezien als een beloning voor de prestaties, die door deze<br />

mensen onder moeilijke omstandigheden zijn geleverd. Als<br />

pionier wordt beschouwd iedereen die vóór 1 augustus 1945<br />

tenminste twee <strong>jaar</strong> in de Noordoostpolder heeft gewerkt en<br />

op 1 november 1947 de 26-jarige leeftijd heeft bereikt.<br />

Excursiegids 1948 Noordoostpolder. Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1948, p. 41.<br />

26 De bouw van Marknesse start in 1948; aan het ‘stadje’<br />

Emmeloord wordt dan al gebouwd.<br />

27 Met de ervaringen van de Wieringermeer in het achterhoofd<br />

(zie noot 13), kon geen enkele winkelier zich zo maar<br />

vestigen in de Noordoostpolder. De behoefte van de bevolking<br />

zou bepalend zijn voor de hoeveelheid en het soort<br />

middenstandsbedrijven. De bedoeling was om allereerst een<br />

beperkt aantal winkels toe te laten, die gericht waren op de<br />

eerste, dagelijkse levensbehoeften, zoals een bakker, een kruidenier,<br />

een melkboer en eventueel een smid. Zij dienden de<br />

eerste tijd beschermd te worden tegen al te veel concurrentie;<br />

ze zouden het al moeilijk genoeg krijgen. Anno 1946 hadden<br />

zich al <strong>60</strong>0 kandidaten spontaan aangemeld om een zaak in<br />

de polder te mogen beginnen.<br />

M. Gort en A. van Oostrom, Uitverkoren. De kolonialisatie van<br />

de Noordoostpolder 1940-19<strong>60</strong>, Uitgeverij Waanders, 1987, p. 39.<br />

28 De Noordoostpolder in beeld. Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1953, p. 54.<br />

Graanbinder<br />

gemechaniseerd in de vorm van trekkers, met name rupstrekkers en het zaaien gebeurde met 8 meter<br />

brede zaaimachines. Voor het oogsten werd gebruik gemaakt van zelfbinders en na de oorlog ook<br />

van maaidorsmachines (combines). Zeker in de oogstperiode, waarin zeer intensief gebruik moest<br />

worden gemaakt van de beschikbare machines, was er nog wel eens gebrek aan voldoende machines<br />

en personeel, waardoor het noodzakelijk was ook loonmaaiers en loondorsers in te schakelen. 24<br />

Toon Weevers bewees zich al snel als een specialist in de reparatie en het onderhoud van onder meer<br />

graanbinders en dorsmachines. Niet alleen zijn werk werd gewaardeerd, maar ook zijn organisatie<br />

van de werkplaats: alle gereedschappen en materialen op zijn plaats en geen rommel.<br />

De kolonialisatie van de polder liep van oost naar west. Het Staatsbedrijf nam aan de westzijde nieuwe<br />

grond in exploitatie en aan de oostzijde werd door de Directie in november 1947 gestart met de<br />

verpachting van landbouwgronden. 25 De eerste uitgiften waren derhalve bij Marknesse, dat daardoor<br />

als eerste dorp tot ontwikkeling kwam. 26 Hoewel er in het dorp natuurlijk snel behoefte ontstond aan<br />

zaken die voorzagen in de eerste levensbehoeften, zoals die van een kruidenier, een bakker, een slager,<br />

maar ook aan ambachtslieden, zoals een smid en een timmerman, werd er pas tot vestiging overgegaan<br />

als er een redelijke bestaansmogelijkheid voor deze middenstandsvestigingen mogelijk werd<br />

geacht. 27 Omdat het dorp nog lang klein zou blijven, lagen de kosten voor dit soort bedrijven hoog. 28<br />

hoofdstuk 1


Brief met verzoek om vestiging van een smederij te Marknesse


Ondanks deze verwachtingen raadde de heer Lindenbergh 29 van de Directie<br />

Toon Weevers in juni 1947 al aan, vooruitlopend op de verpachting van de<br />

eerste landbouwbedrijven en de ontwikkeling van het dorp, te solliciteren naar<br />

een eigen smederij in Marknesse. 30 Hij motiveerde dat met: “het is daar goede<br />

grond en er komen veel boeren”.<br />

Er is toen veel nagedacht door Toon en Truus Weevers. Hij had immers de<br />

zekerheid van een vaste betrekking bij de Rijksdienst en een goed salaris. 31<br />

Truus Weevers voelde er wel voor en na lang wikken en wegen werd op dinsdag<br />

17 juni 1947 een sollicitatiebrief geschreven. Toon Weevers schrijft:<br />

“Naar aanleiding van Uw schrijven betreffende de vestiging van een landbouwsmederij<br />

te Mark-nesse in de N.O.P. heb ik de eer mij op te geven als<br />

gegadigde voor dit bedrijf.<br />

Reeds in mei 1936, toenmaals in de Wieringermeer werkende, als smid-monteur<br />

te Slootdorp aan de smederij van de Cultuurmij, heb ik verzocht een<br />

smederij te mogen vestigen in een der dorpen van de W-meer. Daar er echter<br />

reeds voldoende smeden waren gevestigd moest U mij teleurstellen.<br />

(… tekst over werkervaring/diploma’s ….)<br />

Hopende dat ik U met deze inlichtingen volkomen op de hoogte heb gebracht<br />

en dat ik daardoor, mede in verband met de door U gewonnen inlichtingen<br />

omtrent mijn persoon en mijn werk, kunt besluiten mij als ernstige candidaat<br />

te beschouwen, teeken ik met de meeste Hoogachting,<br />

A.F. Weevers.”<br />

29 De heer A.G. Lindenbergh was hoofd van de afdeling Domeinbeheer, een onderafdeling<br />

van de Sociaal-Economische afdeling, en verantwoordelijk voor de selectie van boeren, land-<br />

arbeiders en middenstanders. De families Lindenbergh en Weevers woonden bij elkaar in de<br />

dienstwoningen van de Directie te Lemmer.<br />

30 Met het oog op de verpachting van bedrijven in het na<strong>jaar</strong> van 1947 worden voorbereidingen<br />

getroffen voor de vestiging van een landbouwsmederij te Marknesse.<br />

Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken, Ministerie van verkeer en waterstaat,<br />

<strong>jaar</strong>gang 28 no. 2, 1947, p. 95.<br />

In de verslagperiode werden geen vestigingsvergunningen verleend. De vestiging van een<br />

smederij en van enkele andere middenstandsbedrijven te Marknesse is in voorbereiding.<br />

Maandverslag, Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken), No. 157, mei/juni<br />

1947, p. 83.<br />

31 Als werkmeester verdiende hij in juli 1946 ƒ 2.134,08 loon op <strong>jaar</strong>basis, inclusief toelagen<br />

ƒ 3.820,79.<br />

hoofdstuk 1


32 De Noordoostpolder in beeld. Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1953, p. 54.<br />

33 Alle belangstellenden kregen een uitgebreid inlichtingenformulier<br />

thuisgestuurd, waarin onder meer werd gevraagd<br />

naar de leeftijd, gezinssamenstelling en gezondheidstoestand<br />

van de kandidaat en zijn gezin, de opleiding en ervaring, het<br />

beroep van ouders aan beide kanten, de geloofsovertuiging,<br />

eventuele functies in het maatschappelijk leven, de reden van<br />

sollicitatie, de kredietwaardigheid en referenties van personen<br />

of instanties. Als de behoefte aan een bepaalde winkel<br />

zich voordeed, werden de op papier meest geschikt lijkende<br />

kandidaten uitgenodigd voor een gesprek met de selektieafdeling<br />

van de Directie in Zwolle.<br />

M. Gort en A. van Oostrom, Uitverkoren. De kolonialisatie van<br />

de Noordoostpolder 1940-19<strong>60</strong>, Uitgeverij Waanders, 1987, p.<br />

40-41.<br />

34 In een schriftje is de volgende concepttekst gevonden<br />

van een brief aan de R.K. Middenstandsvereniging, die zeer<br />

actief heeft gelobbyed voor de kansen van katholieke middenstanders<br />

in de Noordoostpolder: “Ondergetekende A.F.<br />

Weevers R.K. van beroep werkmeester in de smederij van de<br />

Dir. v/d W’meer N.O.Polder wend zich op advies van Pastoor<br />

Koopmans tot Uwe instantie om enige inlichtingen betreffende<br />

het vestigen van een landbouwsmederij in de N.O.P.<br />

te verstrekken. Op de eerste plaats zou het mogelijk zijn mij<br />

p.o. te berichten of ik door middel van U vereniging financieel<br />

gesteund zou kunnen worden. Zelf ben ik niet geheel onbemiddeld<br />

en meen met verdere hulp de mogelijkheid te zien<br />

mij zelfstandig te kunnen vestigen. (Lemmer, Oct. ’47)”.<br />

De vraag naar middenstandsbedrijven in de polder was zeer groot. De Directie selecteerde streng en<br />

streefde er naar in de polder flinke en bekwame zakenlieden te krijgen, van wie mocht worden verwacht,<br />

dat zij de niet gemakkelijke taak, waarvoor zij zouden worden gesteld, aan zouden kunnen. 32<br />

De brief heeft een paar dagen klaar gelegen voor hij werd gepost, mede omdat Toon en Truus Weevers<br />

mochten vermoeden dat als zij zouden solliciteren naar de smederij, zij deze zeer waarschijnlijk<br />

ook toegewezen zouden krijgen. Op zondagavond gingen ze samen naar het postkantoor om de<br />

brief in de bus te stoppen, die hun toekomst ingrijpend zou veranderen.<br />

Er werden een aantal eisen gesteld aan de middenstanders die zich wilden vestigen. 33 Naast een<br />

goede kijk op zakendoen waren dat de vestigingseisen uit de Vestigingswet Kleinbedrijf 1937 ten<br />

aanzien van vakbekwaamheid, handelskennis en kredietwaardigheid. De laatste eis betekende dat<br />

men over voldoende middelen moest beschikken om het bedrijf te kunnen inrichten en exploiteren.<br />

Toon en Truus Weevers hadden hun spaargeld en daarnaast wilden een paar collega’s van Toon en<br />

oude kennissen uit de Wieringermeer hen wel wat geld lenen. Zelfs Pastoor Koopmans van parochie<br />

Emmeloord liet op een briefje weten:<br />

“Mijnh. Weevers!<br />

Bij uw plan een bod te doen op de smederij in Marknesse zullen wel finantieele voorwaarden worden<br />

gesteld. Indien u er moeilijkheden mee hebt, laat U mij het spoedig weten.<br />

met vr. groeten<br />

F.J.B. Koopmans Pastoor Emmeloord”<br />

Pastoor Koopmans was ook degene die hen verwees naar de R.K. Middenstandsvereniging 34 en de<br />

heer Linzel van de Nederlandsche Middenstandsbank. De laatste rekende voor hoeveel geld er nodig<br />

was en heeft hen vanaf het begin alle steun gegeven. Het was daardoor niet nodig van anderen te<br />

lenen. Steun kwam ook van de loonbedrijven Maris en Geertsema, die borg wilden staan en lieten<br />

weten dat zij voldoende werk hadden en veel gebruik zouden maken van de smederij.<br />

Net als in de Wieringermeer ging de besluitvorming Toon Weevers ook nu niet snel genoeg. Hij<br />

schreef daarom op 16 januari 1948 de volgende brief aan de Directie:<br />

“Hierbij neemt ondergetekende de vrijheid U een vraag te stellen welke voor hem van groot belang<br />

is. Ruim een half <strong>jaar</strong> geleden heb ik gesolliciteerd naar een landbouwsmederij te Marknesse welke<br />

volgens Uw rondschrijven van 12 juni ‘47 in het voor<strong>jaar</strong> van ’48 zal worden gevestigd. Tot nu toe<br />

heb ik echter hier niets meer van gehoord. Daar er voor het oprichten van een smederij zeer veel en<br />

vaak langdurige voorbereiding moet worden getroffen, is het voor mij evenals voor andere sollicitanten,<br />

vooral met het oog op relaties met de nieuwe pachters van zeer veel belang te weten wanneer<br />

de uitslag valt.<br />

Hopende dat u mij dit schrijven niet kwalijk neemt teeken ik met meeste Hoogachting<br />

A.F. Weevers”


35 In uitvoering zijnde werken: 2 tijdelijke smederijen te<br />

Marknesse en Ens.<br />

Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken, Ministerie<br />

van verkeer en waterstaat, <strong>jaar</strong>gang 29 no 1 en 2, 1e en<br />

2e kwartaal 1948, p. 55.<br />

In Marknesse en in Ens wordt een noodsmederij gebouwd;<br />

met het stellen van de spanten is een aanvang gemaakt.<br />

Overzicht werkzaamheden, Directie van de Wieringermeer<br />

Noordoostpolderwerken, No. 164, juli-augustus 1948, p. 213.<br />

Gereed gekomen werken: 2 tijdelijke smederijen te Marknesse<br />

en Ens.<br />

Driemaandelijks bericht betreffende de Zuiderzeewerken, Ministerie<br />

van verkeer en waterstaat, <strong>jaar</strong>gang 29 no 3 en 4, 3e en<br />

4e kwartaal 1948, p. 131.<br />

De Directie laat hem in reactie op 3 februari 1948 weten dat de vestiging van de landbouwsmederij<br />

te Marknesse grotendeels is voorbereid en de uitslag binnen korte tijd tegemoet kan worden gezien.<br />

Op deze brief volgt een uitnodiging voor een gesprek bij de selectieafdeling van de Directie in Zwolle.<br />

Op 13 maart 1948 krijgt Toon Weevers vervolgens het bericht van de Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken) dat deze hem toestemming verleent om zich als smid te Marknesse te<br />

vestigen. Hij mag zonder overleg geen personeel van de Directie overnemen en dient zelf te zorgen<br />

voor de nodige vergunningen. De Directie zal een noodsmederij bouwen 35 , die door hem kan worden<br />

gehuurd evenals een arbeiderswoning, die waarschijnlijk in het voor<strong>jaar</strong> van 1949 gereed zal zijn.<br />

Brief met toestemming voor vestiging<br />

van een smederij te Marknesse<br />

hoofdstuk 1


36 De uitgaven in 1948 heeft hij nauwkeurig bijgehouden in<br />

een schriftje (zie p. 22), dat daarmee een goed overzicht geeft<br />

van zijn voorbereidingsactiviteiten. De kosten van leveranties<br />

van onder andere ijzer en smeekolen in december 1948 boekt<br />

hij pas in januari 1949.<br />

Direct na de toestemming gaat Toon Weevers langs bij de Kamer van Koophandel en al in de eerste<br />

maanden schaft hij veel gereedschap aan. 36 Ook plaatst hij al snel een advertentie in de krant om,<br />

met het oog op de relatie met de pachters als zijn toekomstige klanten, de vestiging van zijn landbouwsmederij<br />

aan te kondigen. De tekst van de advertentie luidt:<br />

Daarnaast gaan de voorbereidingen voor de vestiging van start. Begin juni 1948 laat het Ministerie<br />

van Economische Zaken weten dat hij voldoet aan de minimum-eisen van vakbekwaamheid als bedoeld<br />

in het Vestigingsbesluit Smidsbedrijven 1944. Eind juli 1948 volgt het bericht van het ministerie<br />

dat de Minister van Economische Zaken het heeft goedgevonden om hem vergunning te verlenen<br />

tot het vestigen van een inrichting, bestemd of mede bestemd voor de uitoefening van een smids- en<br />

hoefsmidsbedrijf te Marknesse Noordoostpolder. Medio september 1948 volgt de vergunning van<br />

het Rijksbureau voor Metalen tot het vestigen van een groothandel in landbouwmachines en –werktuigen<br />

en onderdelen hiervan. Voor de eveneens aangevraagde groothandel in gereedschappen blijkt<br />

geen bedrijfsvergunning meer vereist.<br />

0<br />

Advertentie inzake vestiging van<br />

de smederij te Marknesse


37 De huurovereenkomst is pas op 15 november 1949 getekend.<br />

Uit de huurovereenkomst blijkt dat het gehuurde mag<br />

worden gebruikt voor de vestiging van een smederij en het<br />

verrichten van alle uit dit bedrijf voortvloeiende handelingen<br />

en dat het de huurder verboden is personen in zijn dienst aan<br />

te nemen of in zijn bedrijf te werk te stellen, die bij de directie<br />

werkzaam zijn of zijn geweest, behoudens voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de directie. De kosten voor de<br />

hinderwetsvergunning van de smederij waren ƒ2,50.<br />

38 Uit het inschrijvingsnummer in het Handelsregister der<br />

Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Overijssel, kantoor<br />

Zwolle (KvK-nr. 10396), kan weliswaar worden afgeleid dat<br />

Weevers de eerst ingeschreven smederij in de Noordoostpolder<br />

was, maar het was niet de eerst gevestigde smederij.<br />

W. Bosma, de baas van Toon Weevers bij de Directie in<br />

de Wieringermeer en de Noordoostpolder, had namelijk al<br />

een smederij gevestigd in Emmeloord op 1 augustus 1946<br />

(KvK-nr. 10468). Op 12 augustus 1948 schrijft Toon Weevers<br />

“Smids- en Hoefsmidsbedrijf A.F. Weevers” in met als vestigingsdatum<br />

1 september 1948.<br />

Bron: Archief KvK bij het Historisch Centrum Overijssel te<br />

Zwolle.<br />

Ook met ingang van januari 1949 start smederij Wed. Wink te<br />

Ens. Andere bedrijven in de handel en reparatie van tractoren<br />

en landbouwwerktuigen die al eerder actief waren in de Noordoostpolder,<br />

werkten vanuit vestigingen op het oude land.<br />

De Directie heeft de noodsmederij (gebouw no. L 99) gebouwd aan de Emmeloordseweg, waarbij in<br />

de hoefsmederij twee hoefstallen waren opgesteld. De huurovereenkomst 37 voor de noodsmederij<br />

met erf (2625 m 2 ) ging in op 1 januari 1949 (huurprijs ƒ 100,-- per maand).<br />

Toon Weevers had ten behoeve van de inrichting al eerder de beschikking over de smederij. Uit de<br />

inschrijving bij de Kamer van Koophandel 38 en het feit dat per 1 september 1948 zijn arbeidsovereenkomst<br />

is gewijzigd (verslechterd), kan worden afgeleid dat de noodsmederij per deze datum is<br />

opgeleverd en dat hij in de laatste maanden van 1948 tijd en gelegenheid kreeg om, naast zijn werkzaamheden<br />

als werkmeester, de start van het bedrijf voor te bereiden en de eerste klussen aan te nemen.<br />

Op zich hoefde er in de smederij nog niet zoveel te gebeuren, maar er werden (waarschijnlijk op<br />

provisiebasis) al wel machines verkocht en geleverd aan pachters. Een zelfbinder werd in die tijd in<br />

kisten aangeleverd. Met gereedschap, materialen en de auto van de Directie, werd deze dan op 2<br />

of 3 zaterdagen bij de boer op het erf of in de schuur in elkaar gezet.<br />

Plattegrond lokatie smederij<br />

hoofdstuk 1


Uitgaven 1948 voor start smederij


39 De woningen werden zo genoemd, omdat de Finse re-<br />

gering het geld heeft gegeven, waarmee deze woningen zijn<br />

gebouwd.<br />

40 De rekeningen van de N.V. Electriciteitsfabriek IJsselcentrale<br />

(Zwolle) werden, met betrekking tot het woonhuis,<br />

geadresseerd aan de heer A.F. Weevers, Nieuwbouw 1 te<br />

Marknesse.<br />

Medio december 1948 kregen Toon en Truus Weevers het bericht dat hun een woning was toegewezen.<br />

Deze Finse woning 39 , door de Directie aangeduid als de eerste gerekend vanaf de sluis (later<br />

Laagzijde 26) behoorde tot de eerste stenen woningen van Marknesse (huurprijs ƒ 24,-- per maand).<br />

Zij verhuisden zo spoedig mogelijk en waren op 28 december 1948 de eerste bewoners. 40 De laatste<br />

werkdag van Toon Weevers voor de Directie was vrijdag 31 december 1948, zodat hij op 1 januari<br />

1949 officieel voor zichzelf kon beginnen.<br />

Hoewel veel in de hiervoor beschreven periode betrekking heeft op Toon Weevers, mag niet worden<br />

onderschat welke rol zijn vrouw Truus daarin gespeeld heeft. Zij was misschien wel de meest ondernemende<br />

van de twee en heeft op beslissende momenten een doorslaggevende rol gehad. Toon<br />

was de vakman, maar het papierwerk, vaak onzichtbaar maar tegelijkertijd onmisbaar en zeer<br />

belangrijk, was veelal in haar handen en dat is later ook altijd zo gebleven.<br />

Luchtfoto Marknesse (1947), waarop door Toon Weevers de smederij en woningen eind 1948 zijn ingetekend (links)<br />

hoofdstuk 1


hoofdstuk 2<br />

de start van landbouwsmederij Weevers in <strong>marknesse</strong><br />

de eerste generatie: toon en truus Weevers<br />

1949 - 1966<br />

In dit hoofdstuk gaat het om de jaren dat Toon en Truus Weevers het<br />

bedrijf zijn gestart, hebben uitgebouwd en uiteindelijk hebben overgedragen<br />

aan Dik en Trees Weevers.<br />

hoofdstuk 2


1 Uit de dossiers in het Handelsregister der Kamer van<br />

Koophandel en Fabrieken voor Overijssel, kantoor Zwolle kan<br />

worden opgemaakt dat Weevers (gevestigd op 1 september<br />

1948) het vijfde bedrijf in Marknesse was. De eerste vier wa-<br />

ren respectievelijk J. Maris (loondors- ploeg- en maaibedrijf,<br />

gevestigd op 1 juli 1946), Drogerij Marknesse CV (drogen<br />

van gras en andere landbouwproducten, gevestigd op 24<br />

juni 1947), Rein Huizinga (rijwielhersteller, gevestigd op 4<br />

juli 1947, maar daarvoor al actief in Kamp Marknesse/Dorp<br />

B) en Boomkwekerij De Pionier (boomkwekerij, gevestigd in<br />

maart 1948).<br />

Archief KvK bij het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.<br />

Deze data zeggen echter niet alles, omdat ze vaak met terugwerkende<br />

kracht zijn ingevuld; data van vestiging zijn daarbij<br />

ouder dan de datum van de vergunning om een bedrijf te<br />

mogen starten. In een brief van de Directie aan de Kamer van<br />

Koophandel d.d. 10 mei 1948 waarin opgave wordt gedaan<br />

van “thans in de polder aanwezige middenstandbedrijven”<br />

worden voor Marknesse twee bedrijven genoemd, te weten<br />

A.E. Spits, kolenhandelaar, en T. Uiterdijk, timmerman.<br />

Nieuw Land Erfgoedcentrum, Documentnummer 1921.<br />

Van Spits is geen inschrijving gevonden bij de KvK en Uiterdijk<br />

heeft zich pas in 1950 ingeschreven.<br />

2 Deze advertentie (kosten ƒ <strong>60</strong>,-) is geplaatst in de “Excursiegids<br />

1949 Noordoostpolder”. De excursiegids werd<br />

<strong>jaar</strong>lijks uitgegeven door de Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken).<br />

3 In 1949 worden bij verschillende drukkerijen rekeningen,<br />

enveloppen, briefkaarten enzovoort besteld, te beginnen met<br />

100 rekeningen en 250 enveloppen in januari 1949. De kleine<br />

aantallen leiden tot veel verschillende uitvoeringen, omdat<br />

ook steeds nieuwe activiteiten aan het bedrijf werden toegevoegd.<br />

Een aantal briefhoofden, uit verschillende perioden in<br />

<strong>60</strong> <strong>jaar</strong> Weevers, zijn in dit boek opgenomen.<br />

emmeLoordseWeg<br />

Op zaterdag 1 januari 1949 start Toon Weevers in Marknesse officieel zijn smederij aan de<br />

Emmeloordseweg. 1 Het bedrijf presenteert zich in de beginperiode als:<br />

A.F. Weevers, Rijks Gedipl. Hoefsmid, Handel in landbouwwerktuigen en reparatie-bedrijf<br />

Advertentie in excursiegids 1949 2<br />

Oudst bekende rekeningpapier 3<br />

Toon Weevers maakt de start van het bedrijf samen met zijn zoon Kees, die de lagere landbouwschool<br />

heeft afgerond. Kees moet zijn baantje bij de Directie als paardenknecht en een reeds<br />

besproken stage daarvoor opzeggen (kom eerst maar een <strong>jaar</strong> thuis werken). Zoon Dik moet


Aantekeningen in werkschrift klus Geertsema<br />

4 Administratiekantoor Faber rekende voor het “Inrichten der<br />

boekhouding met het opmaken der beginbalans per 1 januari<br />

1949, centrale werkzaamheden en invullen der aangifte formulieren<br />

loon en omzetbelasting en verdere werkzaamheden<br />

over het 1e half<strong>jaar</strong> 1949” ƒ 100,00.<br />

eerst de ambachtsschool in Sneek afmaken en zit daarom in de kost bij de directeur van die school<br />

in Sneek. Hij is op vrije dagen uiteraard in de smederij te vinden en komt vanaf 1 april 1949 volledig<br />

in de smederij werken. Truus Weevers, vanaf het begin Moeder Weevers voor klanten en leveranciers,<br />

deed de boekhouding 4 , iets wat ze nog nooit gedaan had. Daarnaast regelde zij het winkeltje.<br />

de eerste Weken<br />

De eerste werkdagen werden, omdat hij pas op 31 december 1948 met zijn werk bij de Directie was<br />

gestopt, nog besteed aan het opstarten van het bedrijf en het inkopen van materiaal. De eerste factuur<br />

betreft dan ook een bestelling op 4 januari 1949 bij Bolte & Gorter NV (een handel in ijzerwaren<br />

en gereedschappen). Het ging om een groot aantal staven ijzer in verschillende diktes en diameters<br />

en plaatmateriaal (ƒ 215,41). Ook werd in de eerste week nog inventaris, zoals een boormachine en<br />

een slijpsteen, aangeschaft bij de bedrijven Bolte & Gorter en O. de Leeuw (ook een handel in ijzerwaren<br />

en gereedschappen), waar grote bedragen mee gemoeid waren (in totaal ƒ 3.117,30). Met deze<br />

aankopen was het bedrijf klaar voor de eerste klanten.<br />

Aantekeningen in werkschrift klus Maris<br />

Uit het werkschrift met aantekeningen van werkzaamheden blijkt dat vanaf donderdag 6 januari klanten<br />

worden geholpen. Tot de eerste klanten behoren de loonbedrijven Maris en Geertsema, die vanaf<br />

dat moment bijna dagelijks voor werk zorgen. Voor Maris wordt op 7 januari in het schrift genoteerd:<br />

“Hefboom van 4-scharige Ransomesploeg gelast en versterkt”, hetgeen 1,5 uur werk was à ƒ 2,00<br />

en, inclusief 6 electroden, tot een rekening leidt van ƒ 6,50. Op dezelfde dag staat voor Geertsema<br />

genoteerd “Rep. Antislipwielen”. Dit was nog een hele klus, waaraan gewerkt is door zoon Kees<br />

hoofdstuk 2


5 Eind 1947 zijn door de Directie rond Marknesse de eerste<br />

boerenbedrijven in pacht uitgegeven; de overige gronden<br />

werden bewerkt door het Staatsbedrijf (zie ook p. 7 en noot<br />

24 in Hoofdstuk 1). Er was dan ook al direct een behoorlijke<br />

klantenkring.<br />

6 Het werkschrift zegt hierover “K.H. de Vries, 17-1-49, 4<br />

zware eggen de tanden belegd, ƒ 140,-” (ongeveer 120 tanden).<br />

Dit was daarmee de eerste grote klus tussen ontelbare<br />

klusjes van ƒ 0,25 tot ƒ 5,-.<br />

7 De eerste klus in het schrift op 6 januari 1949 was voor<br />

Barendrecht te Marknesse, te weten “1 stel kachelpijpen<br />

gemaakt met 2 ellebogen en verloopstuk + maatnemen en<br />

plaatsen ƒ 12,80”.<br />

8 Het startsaldo op 1 januari 1949 bestond uit ƒ 896,09 in<br />

kas, ƒ 814,94 op de girorekening en ƒ 1.416,26 op de rekening<br />

van de Nederlandsche Middenstandsbank.<br />

9 Weevers had al snel bedrijfsauto’s (op 18 februari 1949<br />

wordt voor ƒ 1.113.- de eerste auto, een A-Ford, gekocht bij<br />

de firma Hak te Lemmer). Auto’s waren nog schaars in die<br />

tijd; een liter benzine kostte 26 cent. Toon Weevers werd in<br />

februari 1949 ook direct lid van de ANWB (ƒ 6,25).<br />

(3 uur a ƒ 1,00), zoon Dik (3 uur à ƒ 1,00) en de Baas (2,5 uur à ƒ 2,00). Totale rekening, inclusief<br />

een halve kilo ijzer (à ƒ 0,20), ƒ 11,75. Andere klussen voor deze bedrijven in de beginperiode waren<br />

onder meer het scherpen van ploegscharen, het repareren van de risters van een 4-scharige Mc-<br />

Cormick-ploeg (10 uur werk), het repareren van een mes voor een Deering binder, het bedrijfsklaar<br />

maken van een Cockshutt binder, het rechtzetten van de zitting van een Farmall tractor, het lassen en<br />

slijpen van bindermessen en het van nieuwe mesjes voorzien van een 10-voets maaimes.<br />

In de tweede week melden zich ook de eerste pachters, te weten K. de Vries, A. van Campen,<br />

J. Hoekstra, A.C. Korteweg, G. Boekee en P. de Boer, die al snel gevolgd worden door vele anderen. 5<br />

Werkzaamheden voor de boeren waren onder meer het beleggen van eggentanden 6 , het repareren<br />

en omleggen van een 3-paards zwing, het scherpen van ploegscharen, het lassen van een tandwiel<br />

en het lassen van stalkettingen.<br />

Aantekeningen in werkschrift klus De Vries<br />

Andere klanten in de eerste weken waren onder meer het Staatsbedrijf (ploegscharen scherpen),<br />

Politie Kingma (kachelpijpen), de Brandweer (reparatie brandweerwagentje), Pastoor Koopmans<br />

(winkelhaken en steunijzers voor de noodkerk in Ens), Christiaan en Nielsen bruggenbouw (gaten in<br />

frame van motorpomp branden bij nieuwe brug te Marknesse) en de middenstanders (zoals garagebedrijf<br />

Huitema, Grasdrogerij Marknesse en timmerman Uiterdijk) en burgers 7 van Marknesse.<br />

De zaak groeide sneller dan de portemonnee en Moeder Weevers had soms grote moeite om de<br />

financiën rond te krijgen. De eerste grote rekeningen konden niet direct betaald worden aangezien<br />

het startsaldo van het bedrijf ƒ 3.127,29 was. 8 Door een storting van leverancier Brinkmann &<br />

Niemeijer N.V. begin februari, konden de rekeningen worden betaald en werd de eerste auto aangeschaft.<br />

9 Moeder Weevers werd al snel bedreven in haar contacten met leveranciers en met haar<br />

gemoedelijkheid en een praatje kon ze altijd wel enig uitstel van betaling krijgen.


de WinkeL<br />

Vanaf het begin had Moeder Weevers een kleine<br />

winkel in een hoek van de noodsmederij, waar<br />

met name gereedschap, zoals hooi-, aardappel-,<br />

bieten- en mestvorken, graanwieders en zeisen,<br />

en eenvoudige huishoudelijke artikelen, zoals<br />

emmers en teilen, werden verkocht.<br />

Winkeltje in de oude smederij<br />

Veel werkzaamheden voor boeren en burgers<br />

hadden betrekking op kachels. Zo werden<br />

kachelpijpen in de smederij met de hand gemaakt.<br />

In het werkschrift worden ook genoemd:<br />

kachelrooster gelast, plat pijpje voor haardkachel<br />

gemaakt, lange pijp met dubbele elleboog voor<br />

schuur gemaakt en schroefje in handgreep voor<br />

kachel gemaakt. In aanvulling daarop werd een<br />

vergunning aangevraagd voor het verkopen van<br />

haarden en kachels. De gevraagde “vergunning<br />

tot het vestigen van een inrichting, bestemd<br />

of mede bestemd voor de uitoefening van een<br />

kleinhandel in haarden en kachels” werd op 22<br />

april 1949 verleend door het Ministerie van Economische<br />

Zaken. Het Bureau voor den handel<br />

in haarden, haardkachels en kachels in Nederland<br />

laat op 27 juni 1949 met betrekking tot de<br />

inschrijving weten: “Evenals alle nieuwbeginnenden,<br />

die voor inschrijving in aanmerking komen,<br />

kunt u momenteel slechts worden ingedeeld bij<br />

de categorie der detaillisten-niet-voorraadhouders.<br />

Er kan echter een overgang naar de klasse<br />

der voorraadhouders volgen indien u gedurende<br />

twee opeenvolgende kalenderjaren een<br />

behoorlijke omzet hebt bereikt en over redelijke<br />

winkelruimte beschikt.” De vereiste omzet was<br />

geen enkel probleem, want er bleek een enorme<br />

vraag naar haarden en kachels. De eerste jaren<br />

werden er ongeveer 50 kachels per <strong>jaar</strong> verkocht<br />

en in de winters van 1962-1963 en 1963-1964 liep<br />

dat op tot ruim 70 kachels. Populaire merken<br />

waren Tromp, Beckers, Etna, EMJ, B+D, DAVO<br />

en later Hoenson en Pelgrim. In de winter van<br />

1965-1966 werden volgens een overzicht 52<br />

kachels verkocht, waarvan 41 oliekachels (78%),<br />

4 kolenkachels (8%) en 7 gaskachels (14%).<br />

Met de groeiende verkoop van haarden en<br />

kachels groeide ook het winkelaanbod. Niet<br />

alleen op het gebied van kachels, zoals kolenkitten,<br />

haardenwas, mica en kachelplaten, maar<br />

juist op het terrein van huishoudelijke artikelen<br />

en ijzerwaren. Er ontstond een uitgebreid aanbod<br />

van emmers, schalen, waskommen, teilen,<br />

de WinkeL


10 De nieuwe winkel mag van de Directie niet 45 m 2 , maar<br />

maximaal 32 m 2 zijn. Ze merken daarbij op dat “een dergelijk<br />

pand niet moeilijk te vullen zal zijn met haarden, kachels,<br />

ijzerwaren, gereedschappen, emmers en teilen, welke artikelen<br />

thans ook door U worden gevoerd”. De Directie staat niet<br />

toe dat artikelen worden verkocht welke op het terrein liggen<br />

van het nog te vestigen bazaarbedrijf.<br />

Opening van de winkel in 1953<br />

nachtpotten, bedkruiken, melkkokers, fluitketels,<br />

pannen en serviezen. Ook vleesmachines,<br />

snijboonmolens en bascules werden verkocht<br />

evenals gloeilampen, armaturen, stekkers en<br />

stoppen. Uiteraard waren er ook nog de bezems<br />

en harken en het gereedschap van het eerste uur,<br />

zoals hooivorken, zeisen en aardappelgrepen.<br />

De uitbreiding van het aanbod gaf veel extra<br />

werk en dochter Truus werd dan ook ingeschakeld<br />

voor de winkel en het depôt voor Buta-Gas.<br />

0<br />

In de winkel werden in de jaren zestig onder<br />

meer de volgende huishoudelijke artikelen en<br />

ijzerwaren verkocht:<br />

· Wasmanden ƒ 12,00<br />

· Servies ƒ 90,00<br />

· Muizenval ƒ 0,40<br />

· Plastic slang ƒ 0,27 per meter<br />

· Waslijndraad ƒ 3,70<br />

· Staalborstel ƒ 0,75<br />

· Oliekannetje ƒ 4,75<br />

· Boomzaag ƒ 13,50<br />

· Spijkers ƒ 1,40 per pond<br />

· Stoppen ƒ 0,20<br />

· Pannenlikker ƒ 0,37<br />

Op 24 februari 1953 laat het accountantskantoor<br />

weten dat wasmachines vrije artikelen zijn en<br />

dus niet onder een vestigingswet vallen. Deze<br />

werden daarom aan het aanbod toegevoegd<br />

evenals koelkasten en diepvriezers.<br />

Na de opening van de nieuwe winkel in 1953 10<br />

wordt de inschrijving bij de Kamer van Koophandel<br />

aangepast tot “Smids- en hoefsmidbedrijf,<br />

kleinhandel in haarden en kachels, kleinhandel<br />

in huishoudelijke artikelen, glas, porcelein en<br />

aardewerk, luxe- en kunstnijverheidsartikelen,<br />

staalwaren en souvenirartikelen” waaruit met<br />

name de veranderingen met betrekking tot de<br />

winkel blijken.<br />

De winkel had ook een belangrijke sociale functie<br />

voor met name de boerenvrouwen. Moeder Weevers<br />

had altijd een luisterend oor en beurde de vrouwen<br />

weer op. Veel vrouwen hadden last van heimee en<br />

weinig contact met de familie, omdat ze op het<br />

bedrijf nog geen telefoon hadden. Moeder Weevers<br />

liet ze dan maar even naar huis bellen.


Inpakpapier winkel<br />

Gezamenlijke advertentie voor haarden en kachels<br />

De zorg voor de nieuwe winkel was in handen van<br />

Moeder Weevers en haar dochter Truus. De bel van<br />

de winkel was te horen in huis en als die ging spoedde<br />

een van beiden zich naar de winkel. Er was,<br />

vanwege de verschillende herkomst van de boeren,<br />

een groot verschil in de wijze waarop de klanten<br />

werden behandeld. Met de een kon je wat informeler<br />

omgaan, terwijl je bij een ander veel geduld<br />

moest hebben. Ook kwam regelmatig het verzoek<br />

om bijvoorbeeld servies te omschrijven als reparatie,<br />

waardoor de aankoop kon worden afgeschreven als<br />

bedrijfskosten.<br />

De winkel had een belangrijke functie en was<br />

een min of meer zelfstandige activiteit. Hij<br />

had daarom ook eigen rekeningen en uiteraard<br />

inpakpapier.<br />

Briefhoofd rekening winkel Moeder Weevers in de winkel<br />

De winkel heeft na de overname van het bedrijf<br />

door Dik en Trees Weevers (1967) nog een paar<br />

<strong>jaar</strong> bestaan. De aandacht ging toen echter<br />

vooral uit naar het mechanisatiebedrijf en steeds<br />

minder naar de winkel. Ook gezien de andere<br />

middenstand in Marknesse, er was ook een bazaar<br />

in het dorp met deels dezelfde producten,<br />

lag het voor de hand de huishoudelijke artikelen<br />

in de winkel af te stoten. Naast het onderhoud<br />

van haarden en kachels werd alleen de verkoop<br />

en installatie van verwarmingsapparaten en<br />

wasautomaten voortgezet. Met de opkomst van<br />

centrale verwarming werd uiteindelijk besloten<br />

ook deze activiteiten te beëindigen. De winkel is<br />

in 1970 opgeheven en verbouwd tot een showroom.<br />

de WinkeL


Zaaien<br />

Aardappels poten<br />

11 De feiten en getallen met betrekking tot het bedrijf in deze<br />

paragraaf zijn gebaseerd op gegevens uit de administratie<br />

over 1949 en in mindere mate 1950. Over de directe jaren<br />

daarna is minder materiaal beschikbaar. Met de voorbeelden<br />

over verkochte machines in 1949 willen we slechts herinneren<br />

aan merken en typen en de prijs ervan.<br />

het voLgen van de seizoenen<br />

De werkzaamheden in de smederij werden zeer sterk bepaald door de seizoengebonden werkzaamheden<br />

van de boeren. 11 Omdat het werk seizoengebonden was en dan ook snel klaar moest zijn,<br />

moest er vaak heel hard gewerkt worden. Al snel konden ze het werk niet meer aan en in maart 1949<br />

werden de eerste knechten in dienst genomen. Het waren Rieks Bok (smid uit Meppel) en Harry de<br />

Bruijn (leerling smid uit Zundert, die ook in de kost kwam). Om iedereen aan het werk te houden<br />

werd een extra aambeeld gekocht voor 95 gulden.<br />

De loonbedrijven brachten ’s avonds werk, in het begin vaak een kar vol ploegscharen, dat de<br />

volgende dag klaar moest zijn. Omdat ploegscharen nog met de hand werden uitgesmeed, kostte<br />

dat veel tijd. Er werd dan gewerkt met twee vuren en twee aambeelden. Als het moest werkten de<br />

zonen Kees en Dik en knecht Harry de Bruijn de hele nacht door, waarbij ze elkaar aflosten, zodat<br />

veel uren konden worden gemaakt. Als het werk dan uiteindelijk klaar was, gingen ze slapen in het<br />

kantoortje. Door de vermoeidheid hadden ze geen last van de kou, er was namelijk geen verwarming<br />

in de smederij en dus kon je je alleen even warmen bij het smidsvuur, en wassen deden ze dan<br />

maar een keertje niet (er was één kraantje met koud water).<br />

Na het ploegseizoen ging de aandacht uit naar het zaaien en poten van gewassen en het vrijhouden van<br />

het land van onkruid. Zaaimachines, kunstmeststrooiers, wiedmachines, eggen en cultivatoren werden<br />

nagekeken, gerepareerd en aangepast. Opvallend veel trekbewegingen/trekbeugels moesten worden<br />

rechtgezet en gelast en achter veel zaaimachines werden loopplanken gemaakt. Ook werd een “apparaat<br />

achter trekker gemaakt om wielsporen te verwijderen”. Voor veel werkzaamheden moest worden gelast<br />

of gesmeed, waarbij veel ijzer werd gebruikt. Omdat er toch nog al eens wat krom of kapot getrokken<br />

werd, werden versterkingsbalken aangebracht, trekogen, handels en slingers gemaakt en van alles omgelegd,<br />

ingekort of juist verlengd. Ook tandwielen en kettingen werden gelast of op maat gemaakt.<br />

De volgende getallen hebben betrekking op het lassen en smeden in 1949:<br />

· Voor het lassen werden in korte tijd 6<strong>60</strong> electroden besteld.<br />

· Op 30 augustus 1949 volgt een tijdelijke aansluiting voor een laschtransformator.<br />

· Er wordt ongeveer elke twee weken zuurstof en dissous besteld voor het autogenisch lassen.<br />

· Voor het smeden worden in 1949 50 hl smeekolen voor het smidsvuur besteld.<br />

Het zaai- en wiedseizoen werd ook zichtbaar in de verkoop van gereedschappen en machines. Aan<br />

gereedschap werden in het eerste half <strong>jaar</strong> veel wied- en veurschoffels, hakken, graanwieders, bietenschoffels<br />

en vlasschrepels verkocht, gescherpt, uitgesmeed of kleiner gemaakt. Ook werden veel<br />

nieuwe stelen op nog bruikbare gereedschappen gezet. Alle hakken, schoffels en schrepels werden


12 Het ging om Pracner Vlaszaaimachines 2 mtr. 26 rijen<br />

ƒ 855,- per stuk (Brinkmann & Niemeijer).<br />

13 Moline 4-scharige tractorploegen ƒ 1.075,52 (Louis Nagel).<br />

14 Landbouwwagen, draagvermogen 4000 kg. compleet met<br />

verzoolde buitenbanden, nieuwe binnenbanden, achterkoppeling<br />

en verende zitbanken (afm. laadbak 4 x 1.90) en 2<br />

menladders en 1 trekkerboom ƒ 855,- (Spijkstaal).<br />

15 VENTZKI cultivator type FCV 9-tands ƒ 146,50 (Boeke &<br />

Huidekoper).<br />

16 IDEAAL handzaaimachine ƒ 56,30 (Van Driel & Van Dorsten).<br />

17 ENGELSE onkruideggen type E 0010 ƒ 80,75 (Boeke &<br />

Huidekoper).<br />

18 Massey Harris 8-vts. Schotelkunstm.str. no. 16 ƒ 595,-<br />

(Brinkmann & Niemeijer).<br />

19 Halfautom. aardappelpootmach. 2-rijig ƒ 820,50 (Biewenga).<br />

in de werkplaats uit één stuk gesmeed. Dit handgereedschap liep later zo goed dat het maken ervan<br />

niet meer zelf kon worden gedaan en werd uitbesteed aan Van Driel in Nieuw-Vennep.<br />

Ook de verkoop van machines kwam al snel goed op gang. Veel boeren hadden dezelfde machines<br />

nodig en sommige besloten gezamenlijk machines te kopen (in zogenaamde combinaties). De<br />

eerste machines die werden verkocht waren 2 vlaszaaimachines 12 , die nog direct door de leverancier<br />

werden geleverd, maar waarvoor provisie werd ontvangen. Daarna volgden onder meer tractorploegen<br />

13 , een landbouwwagen 14 , cultivatoren 15 , handzaaimachines 16 , onkruideggen 17 , een kunstmeststrooier<br />

18 en een pootmachine. 19<br />

Oude smederij<br />

hoofdstuk 2


Factuur cultivator<br />

De boeren kwamen vaak ’s avonds langs om te bestellen wat ze nodig hadden, omdat ze overdag<br />

geen tijd hadden. Toon Weevers schreef dan alles op en zorgde ervoor dat het zo snel mogelijk klaar<br />

kwam of geleverd werd. Machines kwamen in die tijd nog vaak in kisten aan en moesten zelf in<br />

elkaar gezet worden.<br />

Bij een nieuwe verpachting werd een klein percentage toegewezen aan boeren, die niet als pionier<br />

hadden meegewerkt aan de kolonialisering van de Noordoostpolder. Op een keer kwam er zo’n<br />

pachter om te bestellen en vroeg: “Hoeveel korting krijg ik?”. Toon Weevers had dit nog nooit<br />

meegemaakt en wist niet wat hij moest zeggen. Gelukkig was er in de kamer een pionier, die zei:<br />

“Er wordt hier niemand te veel gevraagd, dus je betaalt wat de smid vraagt!” Zo werd een moeilijke<br />

situatie opgelost.<br />

In de beginperiode hadden met name het staatsbedrijf en de loonbedrijven de beschikking over<br />

trekkers. Slechts een aantal boeren had zelf een trekker, maar veruit de meesten maakten voor het<br />

werk op het land gebruik van paarden. Een veel voorkomende klus in de eerste jaren was dus ook het<br />

beslaan van paarden, waarvoor hoefsmeden werden aangenomen. Het kwam in die tijd regelmatig<br />

voor dat boeren hun paarden bij de hoefstal achterlieten en deze in een rij op hun beurt stonden te<br />

wachten om beslagen te worden.<br />

De kosten van de verschillende werkzaamheden met betrekking tot de paarden waren:<br />

1949 1968<br />

· Paard beslaan, 4 nieuwe hoefijzers ƒ 8,75 ƒ 22,00<br />

· Paard beslaan, 2 nieuwe hoefijzers ƒ 4,40 ƒ 11,00<br />

· Paard beslaan, 2 oude hoefijzers omleggen ƒ 2,20 ƒ 6,00<br />

· Hoefbehandeling kreupel paard ƒ 1,50 --<br />

· Paard 2 hoeven bekappen ƒ 1,30 ƒ 3,00<br />

· Paard straalbehandeling (binnenste van de hoef) ƒ 1,<strong>60</strong> --<br />

· Tandvlees uitbranden ƒ 0,<strong>60</strong> --<br />

Voor het beslaan van paarden werd in 1949 het volgende besteld:<br />

· 781 kg hoefijzers in verschillende maten<br />

· 11.500 hoefnagels<br />

· 450 stiften, waarvan 250 ijsnagels (puntige stift)


20 Veel boeren, die zelf niet over de noodzakelijke machines<br />

beschikten, besteedden het werk uit aan loonbedrijven. Heel<br />

veel (reparatie)werk in deze periode kwam dan ook van de<br />

loonbedrijven Maris en Geertsema.<br />

Personeel zomer 1951<br />

In de zomer verleggen de werkzaamheden zich naar het oogsten van vlas, graan, aardappels en bieten.<br />

Steeds meer werk moet verricht worden bij de boer op het land, omdat daar problemen ontstaan<br />

met de machines. Toon Weevers en zijn zoon Kees houden zich voornamelijk bezig met het buitenwerk,<br />

zoals de reparatie van binders en bietenlichters. Zoon Dik richt zich met beide medewerkers<br />

op het werk in de smederij, waar het beslaan van paarden uiteraard gewoon doorgaat, evenals het<br />

scherpen van ploegscharen en het slijpen van maaimessen en messen van bietenkoppers en aardappellichters.<br />

Het repareren van machines, zowel bij de boer 20 als in de smederij, betreft harkkeerders,<br />

maaimachines, binders, aardappel- en bietenlichters, bietenkoppers en combines. Met name de binders<br />

(bekende merken zijn Cockshutt, Cormick en Massey Harris) leveren veel werk op: bindermessen<br />

moeten worden geslepen, er moet nogal eens iets worden rechtgezet of gelast, tandwielen en<br />

torpedo’s lopen niet altijd goed en ook het knoopapparaat moet nogal eens worden gedemonteerd.<br />

hoofdstuk 2


Bedrijfsauto’s<br />

21 Massey Harris Binder no. 6 – 6 vts. rechts (provisie 7% op<br />

ƒ 1.843,50) (Brinkmann & Niemeijer).<br />

22 Claas Maaidorser met onderdelen (prijs onbekend; provisie<br />

ƒ 400,-) (O. de Leeuw).<br />

23 De eerste was een Aardappellichter “GE-VE” 2-rijig ƒ 155,-<br />

(Werktuigenbureau voor den landbouw).<br />

24 ROERSLEV Bietenrooier ƒ 950,- en ROERSLEV Bietenkopper<br />

ƒ 610,- 2 rijig (Van Driel en Van Dorsten). Op de factuur<br />

staat toegevoegd “Levering geschiedt onder garantie van<br />

goede werking. Betaling direct na 1ste dag van werking.”<br />

25 ROULET Aardappelrooier ƒ 995,- (Van Driel en Van Dorsten).<br />

26 Pezet Aardappelsorteermachine 110x<strong>60</strong> cm met 3 zeeften<br />

resp: 28 – 35 en 55 mm en 3 extra zeeften resp: 40 – 45 en 50<br />

mm ƒ 370,- (Werktuigenbureau voor den landbouw).<br />

27 Melotte wendploeg no. 26 ƒ 297,- (O. de Leeuw).<br />

28 Verkochte motoren zijn onder andere een Conrad motor<br />

op voetstuk met vrijloopkoppeling met riemschijf 125 mm<br />

ƒ 540,- (Van Rossum) en een luchtgekoelde benzinemotor<br />

Winconsin, model A.K. 1 cylinder 4-takt ƒ 300,- (Stokvis &<br />

zonen).<br />

29 National wiedmachines 2-wielig ƒ 435,- (Werktuigenbureau<br />

voor den landbouw).<br />

30 MELICHAR-UNIKUM zaaimachine, gewoon model 2 mtr,<br />

12-rijen met autostuur ƒ 754,- (Boeke & Huidekoper).<br />

De eerste boeren kwamen uit alle delen van Nederland en spraken nog sterk hun eigen dialect. De<br />

knechten in de smederij en de boeren konden elkaar daarom soms niet verstaan. Om te begrijpen<br />

wat er door de boer gewenst werd, werd dan Toon Weevers ingeschakeld, die daar door zijn jaren bij<br />

de Directie geen moeite meer mee had.<br />

Ook de verkoop beweegt zich mee met het seizoen. Naarmate het oogstseizoen dichterbij komt,<br />

worden machines verkocht zoals een binder 21 , een maaidorser 22 , 1- en 2-rijige aardappellichters 23 ,<br />

bietenlichters (eigen fabricaat), bietenrooiers 24 en een aardappelrooimachine 25 .<br />

Eens belde er een boer met de klacht dat er te weinig touw op een bol bindertouw zat. Toon<br />

Weevers ging er heen en zei: “Geef mij eens een bol touw”. Hij bond het touw aan de klink van de<br />

schuurdeur en zoon Kees moest er mee rond de schuur lopen tot de bol op was. De slagen werden<br />

geteld en er bleek meer dan voldoende op te zitten. De klant zei: “Wat moet ik daar nu mee?”, hij<br />

kon geen deur meer open krijgen. Toon Weevers antwoordde: “Dat is jouw probleem, al snijd je er<br />

zakkentouwtjes van.”<br />

Na de oogst worden de hoofdactiviteiten van de boeren het sorteren en uiteraard weer ploegen. Wat<br />

de verkoop betreft gaat het in deze periode om gereedschap, zoals aardappel- of bietenopschepvorken<br />

en bascules en worden er een aantal sorteermachines 26 en ploegen 27 verkocht. Ook worden er<br />

een aantal motoren 28 verkocht, die dienden voor het aandrijven van machines. Door de werkplaats<br />

wordt er in die periode niet alleen veel gerepareerd aan sorteermachines, transporteurs en ploegen,<br />

maar worden er opvallend veel antislipwielen gemonteerd en antislipbeugels gemaakt. Ook neemt<br />

het scherpen van ploegscharen weer veel tijd in beslag.<br />

Het kwam in deze periode heel vaak voor dat aan twee kanten van het vuur werd gewerkt om het<br />

grote aantal ploegscharen te verwerken. Het vuur werd dan hoog opgestookt, waardoor de smid te<br />

maken had met hoge temperaturen en veel roet en rook. Als de scharen daarna op het aambeeld<br />

werden bewerkt, veroorzaakte dat veel lawaai vanwege het hoge ritme van de hamer afwisselend<br />

op het aambeeld en de schaar. Van enige bescherming tegen hitte, lawaai of rondvliegende ijzerdeeltjes<br />

had men nog nooit gehoord. Smidsdoofheid kwam dan ook veel voor en regelmatig werden<br />

ijzersplinters met een vloeitje uit het oog gehaald.<br />

Niet seizoengebonden is er in het na<strong>jaar</strong> aandacht voor het nazien en eventueel repareren en soms<br />

ook schilderen van bijvoorbeeld maaimachines en zelfbinders. Bovendien heeft een aantal klanten<br />

goed geboerd en/of een vooruitziende blik en wordt er geïnvesteerd in machines voor het volgend<br />

<strong>jaar</strong>, zoals een wiedmachine 29 , zaaimachine 30 , kunstmeststrooier en zaadeggen.


Oude smederij De werkplaats<br />

In deze meer rustige periode werd ook ander werk aangenomen. Zo zijn er heel veel blikken bussen<br />

gelast (autogeen) voor het koppelen van waterleidingen onder de grond. Ook zijn er in opdracht<br />

van de gemeente vuilniswagens gemaakt, waaraan veel handwerk zat. De bak werd bijvoorbeeld<br />

helemaal geklonken en de haken waarin de bezems lagen uit een stuk gesmeed.<br />

De jaren direct na 1949 verlopen in grote lijnen hetzelfde, waarbij het werk wordt bepaald door de<br />

seizoenen. Het grote verschil met 1949 is dat de jaren erna alles in een grotere omvang plaatsvindt.<br />

Er komen meer boeren, omdat er door de Directie steeds meer bedrijven in pacht worden gegeven.<br />

In 1950 worden bedrijven niet meer alleen aan pioniers toegewezen. Een nieuwe groep betreft de<br />

Walcherse boeren van wie in de Tweede Wereldoorlog het land onder water is komen te staan. In<br />

november 1949 wordt bekend welke boeren uit Walcheren zijn geselecteerd. Omdat de meeste<br />

bedrijven zijn toegewezen in de buurt van Marknesse, reist Toon Weevers in januari 1950 naar<br />

hoofdstuk 2


31 Trekkers worden in deze periode nog niet veel verkocht.<br />

Direct na de oorlog verschijnen dank zij de Marshallhulp,<br />

waarmee de Amerikanen Europa na de oorlog economisch<br />

weer op de been proberen te helpen, weliswaar de eerste trekkers<br />

in de Noordoostpolder, maar er is een speciale commissie<br />

om ze te verdelen: één trekker op drie boeren.<br />

W. van der Bles en B. Rijken, Marknesse 50 <strong>jaar</strong>, De geschiedenis<br />

van een dorp, 1992, p. 68.<br />

32 Toon Weevers houdt heel nauwgezet in een schriftje bij<br />

welke percelen aan wie in erfpacht worden uitgegeven en<br />

welke omvang deze hebben. Later nummert hij de boeren die<br />

klant bij hem zijn, inclusief de loonmaaiers, de Staatsboeren,<br />

de Walcherse Boeren en andere middenstanders en organisaties<br />

die actief zijn in en rond Marknesse. Op 11 juni 1950 komt<br />

hij op 134 klanten.<br />

33 Uit: Reglement van de afdeling “Noordoostpolder” van de<br />

Bond van Smedenpatroons in Nederland, vastgesteld in de<br />

vergadering van 15 juli 1950, gehouden te Kraggenburg.<br />

1949<br />

1950<br />

1951<br />

Zeeland om deze boeren te bezoeken en hen te vragen bij hem klant te worden. Deze onderneming<br />

heeft veel resultaat opgeleverd.<br />

Met de komst van nieuwe boeren worden er ook meer machines verkocht. In eerste instantie gaat<br />

het veelal om nieuwe machines en kleinere aantallen; in latere jaren neemt de verkoop van nieuwe<br />

machines sterk toe en gaat het ook steeds vaker om de verkoop van ingeruilde machines. Opvallend<br />

is de grote vraag naar geulentrekkers, kooiwielen, aanaarders met klemmen en gecoverde buitenbanden.<br />

Met name ook landbouwwagens (Lindeteves) werden goed verkocht en stonden soms hoog<br />

opgestapeld bij het bedrijf. 31<br />

Administratieve gegevens zijn nog beschikbaar met betrekking tot de inkoop in de jaren 1949,<br />

1950 en 1951. Hieruit kan worden opgemaakt voor welk bedrag er in die jaren is ingekocht en welk<br />

aandeel hiervan is geboekt voor “materialen, inventaris en onkosten (bijvoorbeeld electriciteit)”<br />

respectievelijk “machines en onderdelen”. Een aantal getallen:<br />

aantal klanten 32 totale inkoop kosten materialen kosten machines schatting aantal verkochte<br />

nieuwe machines<br />

73 68.192,46 24.520,14 (36%) 43.672,32 (64%) 52<br />

162 225.227,77 81.132,00 (36%) 144.095,77 (64%) 139<br />

- 220.391,72 99.596,05 (45%) 120.795,67 (55%) 135<br />

Bond van smedenpatroons afdeLing noordoostpoLder<br />

Toon Weevers is ook altijd heel actief geweest naast het bedrijf. Zo ontstaat er al snel contact met de<br />

collega smeden in Emmeloord (Bosma, later Bosma & Gorter), Kraggenburg (Noorda & Ellens) en<br />

Ens (Wed. Wink) met het oog op het oprichten van een nieuwe afdeling van de Bond van Smedenpatroons<br />

in Nederland. De afdeling “Noordoostpolder” van de Bond van Smedenpatroons, organisatie<br />

van patroons in het smidsbedrijf en aanverwante vakken, is opgericht op 15 juli 1950 te Kraggenburg.<br />

De afdeling stelt zich ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen der leden, het bevorderen<br />

van een onderlinge collegiale verhouding en samenwerking en het dienen van de algemene<br />

Bondsbelangen. 33 Men wil dit doel onder meer bereiken door:<br />

· het berekenen en vaststellen van billijke prijzen voor werkstukken en werkzaamheden;<br />

· het bestrijden van deloyale concurrentie;


Folder smedenbond<br />

34 Toon Weevers was kerkmeester van de Rooms-Katholieke<br />

kerk in Marknesse en heeft later ook de lampen en kandelaars<br />

voor deze kerk gesmeed. Ook werd de pastoor, evenals<br />

bijvoorbeeld de huisarts, met de auto naar bijvoorbeeld parochianen<br />

buiten het dorp gebracht (bij hoge sneeuw gebeurde<br />

dit met de trekker).<br />

· het nemen van maatregelen om de verstandhouding tussen werkgevers en werknemers in<br />

goede banen te leiden;<br />

· het zoveel mogelijk onderling verstrekken van inlichtingen aangaande personeel, cliënten<br />

en handelaren.<br />

Verder wordt bepaald dat de afdeling te allen tijde de onpartijdigheid op kerkelijk en op politiek<br />

gebied strikt in acht neemt.Het eerste bestuur bestaat uit A.F. Weevers, voorzitter, J.J. Noorda,<br />

secretaris en J. Post, penningmeester.<br />

In de loop van 1951 stellen de gezamenlijke smeden in de Noordoostpolder een brief op voor nieuwe<br />

pachters. De tekst van de brief luidt:<br />

In verband met U a.s. vestiging als landbouwer in de NOP zijn we zo vrij U met deze vestiging<br />

geluk te wensen en U onze beste wensen voor de toekomst aan te bieden. Van deze gelegenheid<br />

maken we tevens gebruik uw aandacht te vestigen op onze smidsbedrijven in de NOP. Onze bedrijven<br />

zijn speciaal ingericht voor alle voorkomende reparaties, tevens belasten we ons gaarne met de<br />

levering van uw benodigde landbouwmachines en werktuigen. Want ook u koopt machines van de<br />

man, die ze ook repareren kan. Wij staan geheel voor u klaar!<br />

Het is onduidelijk of de brief (in deze versie) is verzonden, maar zeker zijn er gezamenlijke folders<br />

verspreid onder de titel “De Smid, Uw beste Vrind al eeuwen lang! Juist op de moeilijkste momenten,<br />

bespaart de smid u heel veel centen!” Op deze folders stonden teksten als:<br />

De smid, die smeedt het ijzer heet<br />

Staat snel en steeds voor u gereed.<br />

Hij repareert en doet het goed<br />

En levert u … als ’t moet met spoed!<br />

Een goede oogst<br />

eist goede werktuigen en machines<br />

Bestel ze tijdig via uw smid<br />

Zie hem niet alleen als reparateur<br />

Koopt ook bij hem<br />

Hij stelt u niet teleur!<br />

De smedenbond was op dat moment een van de weinige algemene organisaties, die niet langs<br />

traditionele kerkelijke lijnen was opgericht. Toon en Truus Weevers hechtten echter wel sterk aan<br />

het Rooms-Katholieke geloof. 34 Vanaf het allereerste begin was er dan ook een abonnement op<br />

“De Smid, Raad en Daad” een uitgave van de Nederlandse Rooms-Katholieke Smedenpatroonsbond<br />

(RKSB).<br />

hoofdstuk 2


35 Het Kamper Nieuwsblad meldt op 9 juni 1951: Naar wij<br />

vernemen zal dit bezoek een zgn. “werkbezoek” zijn. Er zullen<br />

dus geen speciale feestelijkheden op touw worden gezet,<br />

want de hoge gasten willen graag het dagelijks leven in de<br />

polder zien. Koningin Juliana hoopt zich op de hoogte te stellen<br />

van de sociale en culturele gang van zaken in het nieuwe<br />

land, terwijl Prins Bernard de technische kant van de nieuwe<br />

samenleving in ogenschouw hoopt te nemen. Men is in het<br />

nieuwe land zeer te spreken over dit a.s. bezoek, wat zeker zal<br />

blijken uit het groot aantal vlaggen, dat die dag zal worden<br />

uitgestoken.<br />

36 Volgens het draaiboek was er een kwartier voor het bezoek<br />

aan Marknesse beschikbaar. In het draaiboek staat:<br />

Eerst is er een rit door het dorp met een kort oponthoud bij<br />

de toegang tot een der scholen, waar de gehele schoolgaande<br />

jeugd van Marknesse is opgesteld. Vervolgens wordt een bezoek<br />

gebracht aan de smederij van de heer A.F. Weevers (De<br />

heer Weevers was reeds in de Wieringermeer bij de Directie<br />

werkzaam. Drie <strong>jaar</strong> geleden heeft hij zich als zelfstandig<br />

landbouwsmid te Marknesse gevestigd.) Verder staat in de<br />

stukken: “Bij Weevers even met werkzaamheden stoppen als<br />

H.M. binnenkomt; na een teken van Dr. Ir. Smeding normaal<br />

doorwerken.”<br />

Nieuw Land Erfgoedcentrum (RAFL), documentnummer 1115,<br />

Stukken betreffende het bezoek van het Koninklijk Paar aan<br />

de Noordoostpolder op 15 juli 1951.<br />

koninkLijk Bezoek<br />

Op vrijdag 13 juli 1951, een mooie zomerdag, brengen Koningin Juliana en Prins Bernard een bezoek<br />

aan de Noordoostpolder. 35 De Koningin brengt, begeleid door Landdrost Smeding, onder meer een<br />

bezoek aan smederij Weevers. Het bezoek wordt kort tevoren georganiseerd.<br />

De organisatie kwam kijken in de smederij en Toon en Truus Weevers instrueren: de Koningin niet<br />

zelf een hand aanbieden, zelf geen onderwerpen aansnijden, geen foto’s maken, de smederij is<br />

gewoon in bedrijf en denk om de tijd. 36<br />

Heel veel heeft deze instructie niet geholpen. Steen voor steen werden erf en smederij uitgeveegd en<br />

je kon er van de vloer eten. Het personeel droeg een schone overall (behalve Rieks Bok), de familie<br />

was keurig aangekleed en uiteraard was voor een fotograaf gezorgd. Bij de ontvangst werd de hele<br />

familie aan de Koningin voorgesteld.<br />

0


Het was voor Moeder Weevers geen enkel probleem om normaal met de Koningin om te gaan.<br />

Dochter Joke, een mongooltje, vroeg aan de hofdame of zij de Koningin was, waarop deze wees<br />

naar de Koningin, aan wie Joke toen dezelfde vraag nog maar eens stelde. Het gesprek tussen de<br />

moeders ging daardoor al snel over de dagelijkse zorg voor hun beider kinderen. De Koningin trok<br />

zich dan ook niets aan van de hofdame toen die kwam zeggen dat er geen tijd meer was. Ze zei:<br />

“dat bepaal ik zelf!”. Het bezoek is al met al behoorlijk uitgelopen.<br />

Bezoek Koningin Juliana<br />

hoofdstuk 2


37 Een overzicht van medewerkers gedurende <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> vindt u<br />

in het “Overzicht medewerkers” op p. 57.<br />

38 De vestiging van middenstandsbedrijven hield geen gelijke<br />

tred met de bevolkingsaanwas, waardoor niet in de allereerste<br />

behoeften van de bevolking kon worden voorzien.<br />

De Directie wilde eigenlijk dat de middenstanders zoveel<br />

mogelijk zelf hun panden stichtten, maar het aantal gegadigden<br />

dat bereid en in staat was te bouwen zonder geldelijke<br />

tegemoetkoming was uiterst klein. Minderhoud, die verantwoordelijk<br />

was voor het vestigingsbeleid, heeft jarenlang geprobeerd<br />

extra geld van het ministerie van Financiën los te<br />

peuteren en vroeg zich af waarom het de middenstanders zo<br />

moeilijk werd gemaakt, terwijl aan de pachters alle denkbare<br />

faciliteiten werden verleend. Uiteindelijk kwam in augustus<br />

1952 de speciale Financieringsregeling voor de bouw van<br />

middenstandsbedrijven in de Noordoostpolder tot stand. De<br />

bedoeling van deze financieringsregeling was om alleen strikt<br />

noodzakelijke bedrijven met een subsidie van maximaal 50%<br />

in de bouwkosten van het bedrijfsgebouw te ondersteunen.<br />

A.M.C. van Dissel, 59 <strong>jaar</strong> eigengereide doeners in Flevoland,<br />

Noordoostpolder en Wieringermeer. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders<br />

1930 – 1989, Walburg Pers, 1991, p. 173.<br />

39 De bouwkosten variëren, afhankelijk van aanpassing van<br />

de plannen, tussen ƒ 61.300,- en ƒ 76.000,-. Op 4 juli 1952<br />

volgt goedkeuring van het Ministerie van wederopbouw en<br />

volkshuisvesting voor het bouwen van een woning en van een<br />

smederij voor een bouwsom van ƒ 75.750. Op 9 juli volgt de<br />

bouwvergunning van de Landdrost van het openbaar lichaam<br />

“De Noordoostelijke Polder”. Op 18 juli wordt het contract<br />

van aanneming getekend voor de bouw van een woning met<br />

winkel en smederij voor de somma van ƒ 75.400,-.<br />

40 Het eerste weekrapport betreft de week van 17 tot en met<br />

23 juli 1952. Op 23 juli 1952 is begonnen met het uitzetten<br />

van de smederij met woning. Op 30 mei 1953 is de bouw opgeleverd.<br />

oudeWeg<br />

nieuWBouW Woning met WinkeL en smederij<br />

In de eerste jaren is er groei op alle gebieden. Het aantal klanten groeit, omdat er steeds meer<br />

landbouwbedrijven in pacht worden gegeven. Deze boeren zorgen voor een grotere verkoop van<br />

machines, die ook steeds groter worden. Door de grotere verkoop en toenemende werkzaamheden<br />

groeit ook het aantal personeelsleden; medio 1952 heeft Toon Weevers al 8 medewerkers<br />

in dienst, onder wie zijn zoons Kees en Dik. 37 Kortom, de zaken gaan goed en er is meer ruimte<br />

nodig. Eind 1951 wordt dan ook al nagedacht over nieuwbouw. Een andere reden om daar over<br />

na te denken, was het feit dat de huurperiode van de noodsmederij liep van 1 januari 1949 tot<br />

uiterlijk 31 december 1953.<br />

Op 12 december 1951 ontvangt Toon Weevers van de Directie het bericht dat zij “op basis van<br />

de financieringsregeling voor de bouw van middenstandsbedrijven in de Noordoostpolder 38 ,<br />

behoudens onvoorziene omstandigheden en onder voorbehoud van ministeriële goedkeuring,<br />

een bijdrage à fonds perdu van Rijkswege van 50% in de bouwkosten van het te stichten bedrijfspand<br />

(eventueel met woningen) in het vooruitzicht stellen.”<br />

Tot medio 1952 wordt er onderhandeld met bouw- en aannemersbedrijf Kingma en architectenbureau<br />

Klein over de nieuwbouw, waarvoor zoon Dik het eerste ontwerp heeft getekend. De<br />

plannen betreffen de bouw van een woning met vliering (die goed te bereiken en te gebruiken<br />

is), de bedrijfsgebouwen met buitenbestrating, de licht- en krachtinstallatie, de bedrijfs WC met<br />

wasgelegenheid, de opstelling voor hoefbeslag en een kantoor. 39 Om vertraging te voorkomen<br />

wordt het volgende vastgelegd:<br />

De aannemer moet dadelijk na bekomen goedkeuring met zijn voorbereidende werkzaamheden<br />

een aanvang nemen, opdat hij direct kan beginnen en daar op de meest krachtige wijze<br />

mee doorgaan, opdat in 200 werkbare dagen (zaterdag als halve dag te rekenen) het gehele<br />

werk volgens het bestek en tekening gereed is. Mocht blijken dat er niet voldoende aandacht<br />

aan bovengenoemde tijdsbepaling wordt geschonken, dan kunnen op kosten van de aannemer<br />

meerdere werklieden worden aangesteld. 40<br />

De bedrijfsgebouwen worden gebouwd aan Oudeweg 2 en door de winkel verbonden met het<br />

woonhuis op Hoge Sluiswal 25. De eerste steen wordt gelegd door Toon Weevers jr. op 10<br />

oktober 1952.


Plattegrond nieuwbouw<br />

Eerste steen door Toon Weevers jr.<br />

De bouw<br />

hoofdstuk 2


Foto’s opening<br />

41 De huur van de noodsmederij wordt opgezegd. De Direc-<br />

tie neemt de noodsmederij in gebruik voor de onderhouds-<br />

dienst. Toen daar geen behoefte meer aan was, werd het weer<br />

aangeboden voor een huur van ƒ 40,- per maand (minder<br />

dan de helft van de oorspronkelijke huur). Met ingang van<br />

1 maart 1967 wordt de noodsmederij weer gehuurd van de<br />

Dienst der Domeinen en nog later is het pand van de Domei-<br />

nen gekocht.<br />

42 De familie Weevers heeft, na de eerste woning in wat nu<br />

de Laagzijde heet (december 1948), ook nog gewoond op<br />

Breestraat 33 (mei 1950).<br />

Direkt na de oplevering op 30 mei 1953 worden de werkzaamheden verplaatst naar de nieuwbouw 41<br />

en verhuist het gezin naar de Hoge Sluiswal. 42 Ook wordt de uitnodiging verzonden voor de<br />

opening.<br />

Het is ons een voorrecht U thans te kunnen berichten, dat wij op 11 juni a.s. onze nieuwe<br />

landbouwsmederij en winkel in haarden, kachels en huishoudelijke artikelen officieel in gebruik<br />

hopen te nemen.<br />

Ter gelegenheid hiervan zal op deze dag van 3 tot 5.30 uur n.m. een receptie worden gegeven aan<br />

het nieuwe adres: Sluiswal.<br />

U bezoek zullen wij zeer op prijs stellen.<br />

A.F. WEEVERS<br />

Landbouwsmederij<br />

MARKNESSE.


Bedienend personeel<br />

Toespraak Toon Weevers bij opening nieuwbouw<br />

hoofdstuk 2


Kees Weevers voor de smederij<br />

Op 14 juli 1954 volgt de eindafrekening van de middenstandsfinanciering. De totale kosten blijken<br />

opgelopen tot ƒ 83.627,75 maar ƒ 8.887,00 komt niet voor financiering in aanmerking. Niet gefinancierd<br />

worden bijvoorbeeld:<br />

· de eerste steen (ƒ 62,50)<br />

· een ijzeren naambord (ƒ 588,13)<br />

· het aanbrengen van reclame (ƒ 15,00) en<br />

· de bank in het schaftlokaal (ƒ 53,00).<br />

Van de te financieren kosten ƒ 74.740,75 wordt ƒ 37.370,38 via de middenstandsfinanciering vergoed.<br />

de zoons: kees en dik<br />

Ongeveer gelijk met de aanvang van de nieuwbouw (juli 1952) moet zoon Kees zijn dienstplicht gaan<br />

vervullen bij de Genietroepen in Wezep. Er wordt een smid aangetrokken om hem te vervangen.<br />

Als Kees in juni 1953, inmiddels overgeplaatst naar Vught, verlof vraagt om de opening van de<br />

nieuwbouw bij te wonen, krijgt hij daarvoor geen toestemming van zijn Kapitein; “iedereen wil wel<br />

een feestje”. Toon Weevers vertelt dit aan Jan Maris, die zich realiseert hoe belangrijk het moment<br />

van de opening is voor de hele familie. Hij neemt contact op met de Kapitein en verzekert hem dat<br />

als Kees niet naar huis mag, hij hem persoonlijk komt halen. Kees krijgt als gevolg van deze actie<br />

alsnog toestemming om de opening bij te wonen.<br />

Als ook zoon Dik wordt opgeroepen om met ingang van 26 november 1953 zijn dienstplicht te<br />

vervullen, terwijl Kees nog niet eens is teruggekeerd, ziet Toon Weevers het somber in voor zijn<br />

bedrijf. Na een eerdere afwijzing door het Ministerie van Oorlog schrijft hij op 2 december 1953 een<br />

brief naar de Koningin met “een nederig verzoek, vrijstelling voor eerste oefening te verlenen voor<br />

zijn zoon Dignus P.A. Weevers”. In de brief verwijst hij naar zijn 18-jarig dienstverband als pionier in<br />

dienst van de Directie van de Wieringermeer, het feit dat hij geluk heeft gehad voor eigen rekening<br />

een smederij te kunnen beginnen en dat de Koningin het bedrijf (toen nog gevestigd in de noodsmederij)<br />

op 13 juli 1951 met een bezoek heeft vereerd. Verder voert hij als redenen aan dat:<br />

· de smederij sedert dien is uitgebreid en beter geoutilleerd van wege de steeds toenemende<br />

mechanisatie en modernisering naar wens der landbouwende bevolking, dank zij de vakbekwaamheid<br />

en het harde werken bij dag en nacht van zijn beide zonen;<br />

· in het nieuwe pand gewerkt wordt met acht knechten ten behoeve van de landbouwers en<br />

de bedrijven der Staatsdomeinen “In eigen beheer” onder de moderne vakkundige leiding in<br />

het bijzonder van zijn zoon Dignus P.A.;<br />

· deze behalve de vakkundige leiding in de smederij ook nog de buitendienst verricht, in het<br />

bijzonder wat betreft machines en tractoren;<br />

· deze tevens leeraar is in Landbouwwerktuigen en tractoren en als zodanig de laatste jaren<br />

avondcursussen geeft aan emigranten, jonge boeren en vooruitstrevende landarbeiders in


Dik Weevers voor de klas<br />

de Noordoostpolder;<br />

· het hem niet mogelijk is, een knecht met dezelfde capaciteiten te vinden en in dienst te nemen,<br />

waardoor hij niet in staat zal zijn, dit bedrijf, hetwelk na jarenlange arbeid, moeite en spaarzaamheid<br />

is opgebouwd, in stand te houden, doordat hij niet meer aan de behoefte en<br />

verlangens van de landbouwende bevolking kan voldoen.<br />

Het laatste argument lijkt niet helemaal terecht als bekend is dat bij de Kamer van Koophandel over<br />

1953 een omzet van ƒ 2<strong>60</strong>.000,- wordt opgegeven en een winst van ƒ 20.570,-.<br />

Toch moest elk dubbeltje in het gezin worden omgekeerd vanwege de zorg voor dochter Joke, een<br />

mongooltje. Het mocht haar aan niets ontbreken en alle zorg en voorzieningen moesten in die tijd<br />

uit eigen middelen worden betaald. Dit was wellicht ook de reden dat Kees, Dik en Truus op de<br />

loonlijst stonden, maar (bijna) het hele salaris moesten afstaan voor kost en inwoning (ƒ 15,- per<br />

week). Ook inwonende medewerkers betaalden dat bedrag.<br />

Aangezien het indienen van het verzoek geen opschortende werking had, is zoon Dik eind november<br />

in dienst getreden bij de Genietroepen in Vught. Zijn broer Kees was inmiddels Korporaal bij hetzelfde<br />

onderdeel en chef van de werkplaats voor onder meer bulldozers en kraanmachines. Kees had<br />

in januari 1954 zijn dienstplicht er op zitten en Dik volgde hem in zijn functie als werkplaatschef op.<br />

Omdat beide zonen tegelijkertijd in dienst zouden zitten, moest dochter Truus, die in die tijd in de<br />

winkel werkte, zo snel mogelijk haar rijbewijs halen, zodat zij knechten naar klussen bij de klant<br />

kon brengen. Er waren namelijk wel auto’s beschikbaar, maar geen van de knechten had een<br />

rijbewijs.<br />

Na verschillende procedures beslist de Raad van State op 27 juli 1954 “dat op grond van de overgelegde<br />

bescheiden en nader ingewonnen inlichtingen moet worden aangenomen dat door het verblijf<br />

van de dienstplichtige in werkelijke dienst voor eerste oefening geen onoverkomelijke bezwaren<br />

zullen ontstaan voor de instandhouding van de middelen van bestaan van het gezin waartoe hij<br />

behoort”. Dik zal zijn diensttijd dus moeten uitzitten tot en met mei 1955.<br />

Hoewel in militaire dienst was Dik toch opvallend vaak in het bedrijf te vinden. Niet zelden belde<br />

Dik zelf vanuit het kantoortje als Toon Weevers naar zijn onderdeel om te melden dat zoon Dik niet<br />

in orde was.<br />

Na hun diensttijd gaan Kees en Dik weer aan de slag in de smederij waar nog altijd meer dan genoeg<br />

werk voor handen is. Dik blijft daarnaast cursussen geven, zoals “landbouwwerktuigen”, “kennis van<br />

motoren” en “instructie maaidorsers en opraappersen”.<br />

hoofdstuk 2


43 Wieger Bosma had als eerste een smederij gevestigd in de<br />

Noordoostpolder en wel in Emmeloord (1 augustus 1946).<br />

Dit bedrijf heeft hij in 1951 overgedragen aan Klaas en Siewert<br />

Gorter (eerst nog onder de handelsnaam Bosma en Gorter<br />

NV i.o.). In april 1954 is hij vervolgens een smederij gestart<br />

in Luttelgeest.<br />

44 Kees en Aly Weevers hebben het bedrijf op 1 juli 1964<br />

overgedragen aan Peet van Driel, oud medewerker bij Toon<br />

Weevers, die het bedrijf voortzette onder zijn eigen naam.<br />

Zelf zijn Kees en Aly Weevers per 1 juli 1964 een landbouwmechanisatiebedrijf<br />

begonnen in Swifterbant (Oostelijk Flevoland).<br />

In 1982 is dit bedrijf uitgebreid met een vestiging<br />

in Zeewolde, met hun zoon Anton als bedrijfsleider. In 1994<br />

heeft Anton Weevers het bedrijf overgenomen. Vooruitlopend<br />

op de vestiging van het bedrijf in Swifterbant leverde Toon<br />

Weevers van augustus 1963 tot juli 1964 vanuit Marknesse al<br />

machines aan pachters in Oostelijk Flevoland.<br />

45 De percelen zijn niet voorzien van gebouwen; de pachter<br />

is verplicht deze binnen 5 <strong>jaar</strong> voor eigen rekening te bouwen,<br />

waarbij gebruik gemaakt kan worden van Rijks-financieringsregelingen.<br />

Rekening houdend met de aanzienlijke investeringen,<br />

laat de Directie de fruitteler zoveel mogelijk vrijheid<br />

om het bedrijf ineens of in de loop der jaren in te planten,<br />

maar binnen 2,5 <strong>jaar</strong> moet tenminste een vierde gedeelte<br />

van de oppervlakte van het bedrijf zijn ingeplant. Gegadigden<br />

zullen op 1 november van het betreffende <strong>jaar</strong> de leeftijd<br />

van 26 <strong>jaar</strong> moeten hebben bereikt. Alleen fruittelers die<br />

voldoende kapitaalkrachtig zijn om een bedrijf op moderne<br />

wijze te kunnen exploiteren, kunnen in aanmerking komen<br />

voor een bedrijf. De eis wordt gesteld dat zij over tenminste<br />

ƒ 25.000,- beschikken, vermeerderd met ƒ 5.000,- voor elke<br />

ha, die het bedrijf groot is. Van dit bedrag zal als regel de<br />

erfpachter, eventueel met zijn ouders en schoonouders, ten<br />

minste de helft moeten kunnen verschaffen. Het resterende<br />

deel zal verschaft moeten worden door de overige familieleden,<br />

door kennissen of door instellingen.<br />

Uit: Prospectus van de in 1952 en 1953 in de Noordoostpolder<br />

aan fruittelers uit te geven gronden, Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), december 1951, Zwolle.<br />

In 1956 deed zich de gelegenheid voor een smederij over te nemen in Luttelgeest. De voormalige<br />

baas van Toon Weevers bij de Directie, Wieger Bosma 43 , liet weten dat hij niet in staat was het bedrijf<br />

voort te zetten en bood Toon Weevers de gelegenheid het bedrijf over te nemen met het oog op de<br />

toekomst van zijn zoons. Toon Weevers heeft deze kans gegrepen en zoon Kees geholpen het bedrijf<br />

over te nemen. Met ingang van 1 mei 1956 heeft Kees Weevers het bedrijf overgenomen en de handelsnaam<br />

gewijzigd in “Smederij CPD Weevers”. 44<br />

Met het oog op het huwelijk van Dik Weevers met Trees Rops in 19<strong>60</strong> wordt tegen de woning op<br />

Hoge Sluiswal 25 een nieuwe woning gebouwd voor Toon en Truus Weevers en hun jongste kinderen.<br />

uitgifte van gronden voor fruitteeLt<br />

Na een lange voorbereiding (er is in het na<strong>jaar</strong> van 1946 al een fruitteelt-demonstratiebedrijf ingeplant<br />

bij Marknesse) besluit de Directie per 1 november 1952 en 1 november 1953 in de nabijheid van<br />

Marknesse en Kraggenburg ongeveer 480 hectare zavelgrond uit te geven voor het stichten van fruitteeltbedrijven.<br />

Het worden 48 bedrijven, die variëren in grootte van 6 tot 24 hectare. 45<br />

In de loop der jaren gaat de fruitteelt in de Noordoostpolder een voortrekkersrol innemen voor de<br />

fruitteelt in Nederland. Ook Weevers gaat zich sterk richten op de fruitteelt als specifieke klantengroep<br />

en ontwikkelt, vaak samen met de fruittelers, nieuwe producten met betrekking tot het beheer<br />

van het fruitbedrijf en de oogst. 46 De nieuwe productiemethodes van de fruittelers in de Noordoostpolder<br />

en de door Weevers ontwikkelde machines trekken veel belangstelling van telers uit binnenen<br />

buitenland.<br />

Briefhoofd met trekker<br />

verkoop tractoren<br />

Sinds de start van het bedrijf worden er al af en toe trekkers verkocht op provisiebasis, waarbij veel<br />

gewisseld wordt van leveranciers en merken. In eerste instantie (1948-1949) wordt het merk Massey<br />

Harris verkocht voor Brinkmann & Niemeijer. De eerste trekker wordt al eind 1948, voor de start


Advertentie overname smederij Luttelgeest<br />

46 Op de machines die zijn ontwikkeld voor de fruitteelt<br />

wordt ingegaan op p. 72.<br />

47 In 1950 verbreedt automobiel- en garagebedrijf Huitema<br />

te Marknesse zijn activiteiten al tot de handel in tractoren<br />

(Ferguson).<br />

48 Hij heeft een vergunning voor een smids- en hoefsmidsbedrijf<br />

en voor een groothandel in landbouwmachines en<br />

–werktuigen en onderdelen hiervan.<br />

49 Op 16 november 1957 geeft Toon Weevers deze wijziging<br />

pas door aan de KvK. Onder wijziging van het uitgeoefende<br />

bedrijf geeft hij aan: “Handel en reparatie in Tractoren en<br />

Tractorwerktuigen en Tuinbouwtractoren en werktuigen. Begonnen<br />

1 januari 1954.”<br />

van het bedrijf, verkocht aan loonwerker Schols en is een Massey Harris 55K. Daarna (1950-1951)<br />

volgt het merk Eicher voor de firma Lindeteves. Vervolgens (1951-1952) worden voor Van Driel & Van<br />

Dorsten de merken Allis Chalmers en Primus verkocht en tenslotte (1952-1953) John Deere, Volvo en<br />

Bolinder Munctell voor Kuiken in Emmeloord.<br />

In de loop van de jaren vijftig neemt de vervanging van paarden door tractoren sterk toe en wordt<br />

de handel in en reparatie van landbouwmachines uitgebreid naar tractoren. 47 Toon Weevers krijgt<br />

medio 1954 een aanbod van Boeke & Huidekoper n.v. om voor hen Mc Cormick-tractoren te gaan<br />

verkopen. Zij stellen echter wel de eis dat hij over toestemming van de Directie beschikt “om handel<br />

en reparatie in tractoren te verrichten, alsmede feitelijk kan uitoefenen”. Toon Weevers stuurt daarop<br />

een brief naar de Directie omdat de formulering van het erfpachtcontract zodanig is dat twijfelachtig<br />

is of het hem is toegestaan tractoren te verhandelen en daarop service te verlenen. 48 Hij beargumenteert<br />

daarin, op voorspraak van Boeke & Huidekoper, dat:<br />

1) Op het moment dat hij de oorspronkelijke overeenkomst aanging de scheiding tussen de handel<br />

in landbouwwerktuigen en landbouwtractoren veel scherper was. Immers ten dien tijde bestond<br />

het grootste gedeelte der verhandelde werktuigen uit getrokken werktuigen die in wezen zeer na<br />

stonden bij de verzwaarde uitvoeringen van deze vormen. Door de ontwikkeling van de<br />

mechanisatie waardoor het zwaartepunt zich verplaatste naar op- en aangebouwde werktuigen<br />

is de handel in laatstgenoemde zo nauw verwant aan de handel in tractoren dat een scheiding<br />

hiertussen steeds moeilijker is te trekken.<br />

2) In de logische ontwikkeling geschilderd onder punt 1. sluit aan dat zijn zoons, om zich te<br />

bekwamen in het vak van hun Vader, zich degelijk hebben doen onderwijzen in de behandeling<br />

en het verlenen van service van landbouwtractoren.<br />

3) Bovendien leent de ligging en de inrichting van zijn bedrijf en de aard van zijn clientèle er zich<br />

bij uitstek goed voor om de handel in landbouwtractoren en de daaraan verbonden service uit<br />

te oefenen, mede door de onder punt 1 en 2 geschetste omstandigheden.”<br />

Hij krijgt de gevraagde bevestiging dat ook landbouwtractoren mogen worden verkocht en daarmee<br />

begint een nieuwe activiteit in het bedrijf. 49 De samenwerking met Boeke & Huidekoper verloopt<br />

echter niet goed (zij willen het hoofddealerschap gunnen aan Gorter in Emmeloord vanwege de<br />

meer centrale ligging) en in januari 1955 laat Toon Weevers hen weten:<br />

Hierbij delen wij U mede, dat wij met ingang van 1-1-1955 op een ander merk Tractoren zijn overgegaan;<br />

en hiervoor het dealerschap hebben aangenomen, zodat de tractoren door U gevoerd niet<br />

meer door ons verkocht zullen worden in de N.O.P.<br />

Feitelijk bluft hij hier, want hij heeft geen alternatief. Zijn rechtvaardigheidsgevoel laat hem echter<br />

geen andere keus dan de relatie op te zeggen. Om toch trekkers te kunnen blijven verkopen, worden<br />

opnieuw afspraken gemaakt met Kuiken voor de verkoop van het merk John Deere.<br />

hoofdstuk 2


FIAT 211<br />

FIAT 411 R<br />

In 1957 wordt er gesproken met de firma Leonard Lang, die contacten heeft in Italië met FIAT. Op<br />

16 mei 1957 bevestigt J. Leonard Lang’s Automobielbedrijven NV de overeenkomst over het agentschap<br />

voor FIAT-tractoren voor landbouwdoeleinden voor het rayon Noord Oost Polder. Weevers is<br />

daarmee de eerste FIAT-dealer in Nederland. Als algemene voorwaarde wordt gesteld dat steeds 1<br />

FIAT-tractor in voorraad wordt gehouden en dat naar gelang de behoefte en voor zover nodig voor<br />

een goede service, onderdelen en gereedschap in voorraad worden genomen. Van elke verkochte<br />

FIAT-tractor moet de grondsoort worden opgegeven waarop deze komt te werken alsmede de eventueel<br />

te monteren werktuigen.<br />

De prijzen van FIAT wieltractoren zijn in 1957:<br />

· La Piccola 18 pk ƒ 6.430,-<br />

· La Piccola 18 pk met hydraulische hefinrichting ƒ 7.100.-<br />

· 25 R, 4 versnellingen ƒ 9.100,-<br />

· 25 RS, 4 versnellingen ƒ 9.050,-<br />

· 25 RV5 en 25 R5, 5 versnellingen ƒ 9.150,-<br />

· 25 RSV5 en 25 RS5, 5 versnellingen ƒ 9.100,-<br />

· <strong>60</strong> R met electrische starter ƒ 21.000,-<br />

· <strong>60</strong> R met bezinemotor-starter ƒ 21.500,-<br />

Medio 1962 waren er inmiddels 83 FIAT trekkers verkocht aan boeren verspreid over de hele polder,<br />

maar met name in de regio Marknesse, Luttelgeest, Emmeloord, Ens en Kraggenburg. Het ging<br />

naast de FIAT 18 (11) met name om de nieuwere typen 211 R (13), 312 R (28), 411 R (17) en SOM <strong>60</strong><br />

(5) en een groot aantal smalspoor-uitvoeringen voor de fruitteelt. Ook in de jaren na 1962 verliep de<br />

verkoop van tractoren goed en was een omzet van meer dan 20 tractoren per <strong>jaar</strong> geen uitzondering.<br />

De leus in die tijd was dan ook: “Op alle polderwegen komt men FIAT tegen.”<br />

De eerste jaren dat FIAT-tractoren werden verkocht ging zoon Dik ze zelf ophalen in Apeldoorn.<br />

Hij reed dan het hele eind op de trekker terug om de kosten van transport uit te sparen.<br />

De trekkers werden geleverd in allerlei varianten, zoals met of zonder hefinrichting, hoge of lage<br />

modellen en allerlei soorten banden. Ook was er een grote vraag naar accessoires, zoals een urenteller,<br />

rolhoes, winterjas, 16 km bord, achterschijnwerper, trekhaak en gereedschap. Bovendien waren<br />

kooiwielen geen overbodige luxe en die werden dan ook vrijwel altijd in combinatie met een nieuwe<br />

trekker besteld. De levering moest over het algemeen met spoed, soms spoedig en slechts bij uitzondering<br />

bij gelegenheid.<br />

0


Zaaimachine<br />

Aardappelpootmachine<br />

50 De Noordoostpolder in beeld, Directie van de Wieringermeer<br />

(Noordoostpolderwerken), ed, 1953, p. 38 en 40.<br />

(zie schema’s p. 52)<br />

In loop van tijd werden er steeds vaker tractoren ingeruild, met name van de merken Allis Chalmers<br />

en Ferguson. Ook werd incidenteel een paard ingeruild, dat daarvoor werd getaxeerd door Harrie<br />

Christiaens. Dit was geen succes, omdat deze paarden toch vaak met verlies werden doorverkocht.<br />

Op enig moment probeert zoon Dik zijn risico dan ook te verkleinen door met de koper van een<br />

tractor af te spreken dat deze een minimale verkoopprijs van ƒ 3.000,- voor twee ingeruilde paarden<br />

garandeert.<br />

ontWikkeLing van de mechanisering<br />

Naast de opmars van tractoren, neemt de mechanisatie op alle terreinen toe, waardoor het aantal<br />

manuren en paarduren zeer sterk afneemt. Waren voor de tarweoogst per hectare met de zelfbinder<br />

en dorsmachine met stro-pers nog 99 uren nodig, met de maaidorser en opraappers kon dat worden<br />

teruggebracht tot 42 uren. De mechanisatie van de suikerbietenoogst laat een nog grotere winst<br />

zien. Voor de oogst met de hand waren nog 165 manuren per hectare nodig, gemechaniseerd kon<br />

het aantal uren worden teruggebracht tot 66, waaronder nog slechts 38 manuren. 50<br />

Mede door de ontwikkeling van landbouwmachines lijkt de pionierstijd halverwege de jaren vijftig op<br />

zijn eind. Nog 10 <strong>jaar</strong> later is niet alleen de ontwikkeling doorgegaan (machines werden bijvoorbeeld<br />

steeds breder), maar zijn moderne landbouwmachines ook voor steeds meer boeren bereikbaar.<br />

Uiteraard werden in de smederij met gebruik van vuur en veerhamer nog steeds messen geslepen<br />

en ploegscharen gescherpt. Ook werden er tot ver in de jaren zestig nog paarden beslagen al was<br />

het aantal zeer sterk gedaald tussen 1954 en 19<strong>60</strong>. Daarnaast was er veel las- en constructiewerk. Zo<br />

werden bijvoorbeeld tientallen kooiwielen geheel in het bedrijf zelf gemaakt. De ringen werden gewalst<br />

en zuiver rond gemaakt, waarna de pijpen (onder een hoek afgezaagd en op maat geperst) er<br />

tussen werden gelast. Ook werden veel reparaties verricht. Omdat het uurloon nog laag lag, was het<br />

vaak goedkoper om onderdelen te repareren in plaats van te vervangen. Tegelijkertijd kwam er meer<br />

vraag naar v-snaren, vetnippels, sproeinippels, het verlengen van aftakassen en het vervangen van<br />

kogellagers en tandwielen. Al deze onderdelen en werkzaamheden zijn voorbeelden die te maken<br />

hebben met de mechanisering.<br />

Speciale opdrachten waren het smeden van namen voor de boerderijen. Pachters moesten indien<br />

zij een naam op hun boerderij wensten (en dat waren er veel), hiervoor de goedkeuring vragen van<br />

de Directie. Deze bracht regelmatig een lijst uit met goedgekeurde namen.<br />

hoofdstuk 2


Klaas Oosterheerd aan het werk na de koffie!<br />

organisatie van het Bedrijf<br />

De ontwikkelingen met betrekking tot de mechanisering en de groei van het aantal klanten hebben<br />

ook gevolgen voor de organisatie van het bedrijf. Allereerst is er natuurlijk de toename van het aantal<br />

medewerkers. Na de start van Toon Weevers met zijn zoon Kees komen er begin 1949 al snel twee<br />

knechten bij en komt ook zoon Dik definitief in het bedrijf. De jaren na 1949 groeit het bedrijf door<br />

naar 10 medewerkers in 1953. De jaren daarna schommelt het aantal medewerkers tussen 10 en 7<br />

om bij de overdracht van het bedrijf eind 1966 weer te eindigen op 7.<br />

hoofdstuk 2


In de jaren van de noodsmederij wordt de koffie thuis gemaakt en door dochter Truus zo snel mogelijk<br />

gebracht van de Laagzijde naar de werkplaats. De koffie zat in een grote melkkoker en melk en<br />

suiker waren reeds toegevoegd. Als er nog geen tijd was en de koffie was wat koud geworden, dan<br />

werd de kan even op het vuur gezet en de koffie weer warm gemaakt. Ook in de nieuwbouw werd<br />

de koffie nog in de keuken gemaakt en naar de werkplaats gebracht. Vertegenwoordigers en klanten<br />

werden in die tijd in de keuken ontvangen, waar veel koffie werd gedronken.<br />

Tot 19<strong>60</strong> werden er alleen smeden en leerling smeden aangenomen. De smeden waren min of meer<br />

algemeen inzetbaar. De leerling-smeden kregen de mogelijkheid zich te ontwikkelen en veelal groeiden<br />

ze door tot smid/bankwerker of smid. Weevers was daarvoor vanaf het begin aangesloten bij de<br />

stichting voor vakopleiding voor het smeden, constructie en machinereparatiebedrijf (smecoma).<br />

In 19<strong>60</strong> vindt de eerste officiële taakverdeling plaats en worden 2 medewerkers verantwoordelijk<br />

voor landbouwwerktuigen. In 1961 volgt de benoeming van een medewerker tot trekker-monteur.<br />

In dezelfde periode wordt smederij Weevers omgedoopt tot landbouwmechanisatiebedrijf Weevers,<br />

hetgeen aansluit op de ontwikkelingen in de landbouw en in het bedrijf. Later wordt, ook gezien de<br />

vele activiteiten in de fruitteelt, definitief gekozen voor mechanisatiebedrijf Weevers.<br />

De verkoop vindt in het begin voornamelijk thuis plaats in de avonduren, omdat de boeren overdag<br />

geen tijd hebben. Later vindt dit plaats in het kantoortje van Toon Weevers in de noodsmederij en<br />

Briefhoofd met landbouwmechanisatiebedrijf Weevers


Nieuw<strong>jaar</strong>skaart met overnamebericht<br />

51 In 1950 moeten de zonen Kees en Dik en dochter Truus<br />

een cursus Handelskennis en Boekhouden volgen.<br />

daarna in de nieuwbouw. Met het toenemen van de verkoop komen ook steeds meer vertegenwoordigers<br />

langs bij het bedrijf en met veel vertegenwoordigers ontstaat een goede, soms zeer<br />

vriendschappelijke, band. Een bijzondere dag is de donderdag, de officiële beurs- en marktdag in<br />

Emmeloord. Op de beurs treffen boeren en middenstand uit de Noordoostpolder en handelaren en<br />

vertegenwoordigers uit het hele land elkaar en worden verkopen vastgelegd of contacten gelegd met<br />

het oog op het toelichten van een uitstekend aanbod. De donderdag bracht daarmee veel bedrijvigheid,<br />

ook omdat vertegenwoordigers voor of na de beurs langskwamen in Marknesse.<br />

Met de groei nam ook de omvang van de boekhouding toe. Zowel het inkoop- en verkoopboek als de<br />

kas- en bankboeken werden met de hand geschreven, berekend en doorgerekend. De boekhouding<br />

werd in eerste instantie gedaan door Moeder Weevers zelf 51 en later gedurende vele jaren mede<br />

door dochter Truus. Dochter Truus bracht ook de rekeningen in de buurt rond op de fiets om postzegels<br />

uit te sparen.<br />

Moeder Weevers moest soms heel wat doen om het geld binnen te krijgen. Zo is ze eens bij een<br />

boer op de thee gegaan, waarbij ze liet weten pas te vertrekken als de rekening was betaald.<br />

Na een paar uur in de keuken van de boer was de zaak geregeld.<br />

overdracht van het Bedrijf<br />

De toenemende werkdruk, de voor Toon Weevers niet meer altijd goed te volgen vernieuwingen en<br />

het uitzicht op het bereiken van de leeftijd van <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> (waarvan 47 hard gewerkt), doen Toon en<br />

Truus Weevers besluiten het wat rustiger aan te doen en de zaak met ingang van 1967 over te dragen<br />

aan hun zoon Dik Weevers.<br />

In de koopovereenkomst is opgenomen dat Toon Weevers verkoopt aan Dik Weevers:<br />

· het recht op erfpacht van een perceel grond te Marknesse, met de rechten van erfpachter op<br />

woning Hoge Sluiswal 25 en daarbij gelegen winkel, kantoor, magazijn en werkplaatsen, met<br />

uitzondering van de woning Hoge Sluiswal 27;<br />

· de volledige inventaris van het tot januari 1967 door verkoper uitgeoefende bedrijf, met inbegrip<br />

van auto’s Fiat 1100 (bestelauto) en Fiat 1500L (personenauto);<br />

· de volledige voorraad op 1 januari 1967 tot dat bedrijf behorende;<br />

alles aan partijen voldoende bekend.<br />

Eind 1966 krijgen alle relaties een kaart, waarin Toon en Truus Weevers meedelen dat zij per 1 januari<br />

het bedrijf hebben overgedragen aan hun zoon D.P.A. Weevers. Zij bedanken iedereen voor het in<br />

hen gestelde vertrouwen en bevelen hun opvolger graag aan. Dik en Trees Weevers laten op hetzelfde<br />

kaartje weten dat zij het bedrijf op dezelfde voet zullen voortzetten en evenveel service willen bieden<br />

als men gewend was.<br />

hoofdstuk 2


Personeel 1951


<strong>60</strong> <strong>jaar</strong> medeWerkers<br />

Weevers <strong>marknesse</strong><br />

overzicht medeWerkers<br />

In het overzicht staan (bijna) alle medewerkers die in de afgelopen <strong>60</strong> <strong>jaar</strong>, volgens het Arbeidsregister<br />

dat sinds 1949 werd bijgehouden, bij mechanisatiebedrijf Weevers hebben gewerkt. Het is echter<br />

denkbaar dat er toch een aantal medewerkers niet in het overzicht staat. Dit kan in de eerste jaren<br />

bijvoorbeeld het geval geweest zijn, toen knechten soms ook in de kost waren bij moeder Weevers.<br />

Het ging dan meestal om het verkrijgen van werkervaring om na een paar maanden ergens anders<br />

aan de slag te gaan. Het salaris was dan vaak gelijk aan de kosten van kost en inwoning en deze<br />

vestzak – broekzak betalingen waren niet altijd zichtbaar. De laatste jaren kunnen met name stagiairs<br />

ontbreken. Stagiairs worden niet, zoals vroeger een leerling smid, in dienst genomen en zijn daarom<br />

ook niet zichtbaar op beschikbare loonlijsten. Aanvullingen zijn natuurlijk altijd welkom.<br />

Naam iN dieNst uit dieNst fuNctie<br />

Kees Weevers 01-01-1949 01-05-1956 Smid<br />

Rieks Bok 12-03-1949 23-08-1952 Smid<br />

Harry de Bruijn 19-03-1949 11-02-1950 Leerling smid<br />

Dik Weevers 01-04-1949 31-12-1966 Smid<br />

Jan Tubben 01-01-1950 03-01-1953 Smid<br />

Hendrik Postma 07-03-1950 29-04-1950 Leerling smid<br />

Gerrit Broenink 14-03-1950 21-11-1959 Smid<br />

Jan de Vries 01-05-1950 11-12-1954 Leerling smid<br />

Joh. Hulsmeijers 06-03-1951 16-04-1951 Smid<br />

Tjerk Top 13-03-1951 22-10-1955 Loopjongen<br />

Jan Appelman 10-04-1951 08-09-1951 Leerling smid<br />

Geert Kamps 26-03-1952 28-11-1953 Smid<br />

Jacob Compagner 18-07-1952 onbekend Smid<br />

Peet van Driel 02-03-1953 13-02-1954 Smid<br />

Hilbert van der Weij 13-04-1953 24-11-1956 Leerling smid<br />

Jo Smeltink 11-05-1953 25-06-1955 Smid<br />

Truus Weevers 01-07-1953 03-09-1959 Winkeljuffrouw<br />

Jo Mailly 06-12-1954 29-09-1956 Smid<br />

Anton Mekes 16-08-1954 27-09-1958 Leerling smid<br />

Sikke Wiersma 21-02-1955 30-04-1956 Smid<br />

Klaas Oosterheerd 05-03-1956 28-04-1996 Smid<br />

Herman Kanne 12-03-1956 01-06-1979 Smid<br />

Gerard Komdeur 30-07-1956 27-10-1956 Leerling smid<br />

Mart Christiaens 04-12-1956 23-04-2004 Leerling smid<br />

Harry Christiaens 01-01-1957 02-06-1969 Smid<br />

medeWerkers


Personeel 1983<br />

Personeel 1998<br />

A. Löhr 15-03-1958 19-04-1958 Leerling smid<br />

Piet Perdaems 04-05-1958 18-03-1961 Smid<br />

Hendrik Westra 20-07-1958 onbekend Leerling smid<br />

G. Schokkerbroek 26-07-1958 25-10-1958 Leerling smid<br />

Rinse van Seijen 08-06-1959 03-12-1961 Smid<br />

Anton Mekes 06-04-19<strong>60</strong> 01-07-1961 Smid<br />

A. Oosterkamp 06-04-19<strong>60</strong> 28-05-19<strong>60</strong> Leerling smid<br />

Willem Floor 21-11-19<strong>60</strong> 31-08-1962 Smid<br />

Jacob van der Guchte 21-11-19<strong>60</strong> 11-03-1961 Smid<br />

Gerrit Broenink 08-04-1961 26-03-1965 Smid<br />

Klaas Oosterheerd 01-03-1962 29-04-1996 Smid<br />

Cor Burger 04-02-1963 01-06-1965 Monteur werktuigen<br />

Anton van Spil 06-05-1963 26-09-1969 Monteur trekker<br />

Henni Visser 05-09-1964 onbekend Leerling monteur<br />

Piet Timmerman 21-06-1965 30-11-1973 Monteur werktuigen<br />

Cornelius van Pienbroek 04-07-1966 10-02-1968 Leerling monteur<br />

Piet Klooster 01-08-1967 onbekend Monteur<br />

Henni Visser 03-02-1969 14-05-1971 Monteur werktuigen<br />

Mevrouw Winter 18-04-1969 27-05-1998 Huishouding<br />

Piet Huizinga 29-09-1969 01-04-1980 Monteur trekker<br />

Gerrit Gerrits 21-06-1971 28-04-1978 Monteur werktuigen<br />

Antoon Vissers 17-07-1972 17-08-1973 Leerling monteur<br />

Bernadette Kraakman 17-07-1972 25-05-1973 Administratie<br />

Nico Verwer 13-08-1973 26-08-1983 Monteur werktuigen<br />

Guus Huizinga 13-08-1973 31-12-1975 Monteur trekker<br />

Emmy Laan 13-08-1973 01-07-1979 Administratie<br />

Johannes Hiemstra 03-02-1976 25-02-1977 Monteur trekker<br />

Harry Schwering 13-06-1977 01-07-1978 Monteur werktuigen<br />

Klaas Abma 14-08-1978 01-06-2000 Monteur trekker<br />

Jonny Temmink 11-06-1979 11-07-1990 Monteur trekker<br />

Geke Metselaar 11-06-1979 01-10-1996 Secretaresse<br />

Wilco Temmink 01-09-1980 01-07-1989 Monteur werktuigen<br />

Adrie Weevers 15-01-1989 01-04-1998 Verkoper/werkplaatschef<br />

Benno Zuidema 05-06-1989 01-12-1992 Monteur werktuigen<br />

John Rotink 10-09-1990 01-06-1996 Monteur trekker<br />

Helmut Krechting 01-02-1993 01-08-2000 Magazijn<br />

Peter Weevers 01-09-1994 01-04-1998 Verkoper<br />

Gerard Kouwen 10-06-1996 01-09-2006 Monteur werktuigen


Personeel 2008<br />

Arjen Feenstra 01-09-1996 01-09-1999 Leerling monteur<br />

Michiel van Duijl 01-10-1996 01-09-2006 Monteur trekker<br />

Ingrid Tromp Waayer 23-10-1996 Administratie<br />

Gert-Jan Brandsma 17-08-1999 Monteur trekker<br />

Michiel van der Slikke 29-05-2000 Monteur werktuigen<br />

André Vegterlo 01-10-2001 Magazijn<br />

Bart van de Wiel 10-09-2001 01-01-2005 Monteur werktuigen<br />

Gerard Assenberg 26-10-2002 05-07-2004 Leerling monteur<br />

Roel van Campen 01-03-2003 01-05-2006 Verkoper<br />

Roelof Vogelzang* 01-10-2004 Monteur werktuigen<br />

Willem Steeneveld* 01-10-2004 Monteur trekker/werkt.<br />

Wilco Temmink 01-10-2006 01-05-2008 Monteur werktuigen<br />

Remco Drent 01-08-2006 Leerling monteur<br />

Krijn van Groningen 01-11-2006 16-09-2008 Verkoper<br />

Bob Wisse** 01-01-2007 Verkoper<br />

John Schouten** 01-01-2007 Chef werkplaats<br />

Rene van Elburg** 01-01-2007 Monteur trekker<br />

Cora Heestermans-van Hees** 01-01-2007 Administratie<br />

Koen Dolleman** 01-01-2007 Leerling monteur<br />

Rudy van der Veeken ** 01-01-2007 01-05-2007 Monteur<br />

Erikjan de Jong 02-07-2007 Magazijn assistent<br />

Henry Wierenga 14-07-2008 Leerling monteur<br />

Arend Lanenga 03-11-2008 Verkoper<br />

* Deze medewerkers waren sinds 1-4-1996 in dienst van Weevers Kraggenburg.<br />

** Deze medewerkerrs waren al langer in dienst van Weevers Emmeloord.<br />

De data in dienst bij * en ** zijn de data waarop de vestiging is geïntegreerd met Weevers Marknesse.<br />

In het overzicht ontbreekt Tonny Weevers. Hij was wel altijd te vinden in de smederij, maar<br />

heeft nooit officieel gewerkt in Marknesse. Hij heeft zijn ervaring bij andere bedrijven opgedaan<br />

en is daarna direct als bedrijfsleider van Weevers Emmeloord aan de slag gegaan.<br />

Het aantal personeelsleden was in 1951 gegroeid naar 7 en in 1953 tot 10. Tot en met 2006 heeft<br />

het aantal medewerkers, inclusief administratie, vervolgens altijd tussen deze twee getallen<br />

geschommeld. Door de integratie van Weevers Kraggenburg (2004) en later Weevers Emmeloord<br />

(2006) in Weevers Marknesse is het aantal medewerkers gegroeid tot 16.<br />

medeWerkers


De smid aan het werk<br />

functies<br />

Tot begin jaren zestig bestonden er maar twee<br />

functies in het bedrijf, te weten smid en leerling-smid.<br />

De eerste waren Rieks Bok (smid)<br />

en Harry de Bruijn (leerling-smid). Bij wijze<br />

van uitzondering werd in 1951 een loopjongen<br />

aangenomen, Tjerk Top, die uiteindelijk ook via<br />

leerling-smid is doorgegroeid naar smid. Het<br />

verschil tussen leerling-smid en smid was de<br />

mate van werkervaring. Als de leerling bleef,<br />

dan werd deze op enig moment bevorderd van<br />

leerling-smid met ervaring tot smid met weinig<br />

ervaring. In heel enkele gevallen volgde daartussen<br />

een bevordering tot smid-bankwerker, die<br />

wellicht meer gericht was op een specialisatie.<br />

In 19<strong>60</strong> werden voor het eerst twee medewerkers,<br />

Mart Christiaens en Rinze van Seijen,<br />

specifiek aangewezen als monteur landbouwwerktuigen.<br />

Willem Floor wordt in dat <strong>jaar</strong> als<br />

eerste specifiek aangenomen als trekkermonteur.<br />

Voor hem waren er natuurlijk al medewerkers die<br />

trekkers repareerden, maar die deden dat naast<br />

allerlei andere werkzaamheden. Overigens werd<br />

de trekkermonteur bijgestaan door een fabrieksmonteur<br />

van Fiat, de heer Mario, die beschikte<br />

over een Fiat 500 die was ingericht met een<br />

gereedschapkist en reserve-onderdelen.<br />

De sfeer in het bedrijf en de relatie met de klanten<br />

is over het algemeen informeel. Iedereen wordt aangesproken<br />

met voornaam en vaak weten klanten de<br />

achternaam van het personeel niet eens. Dat was<br />

alleen anders toen Klaas Abma kwam, die Abma<br />

moest heten, omdat er al een Klaas (Oosterheerd)<br />

was.<br />

0<br />

De boekhouding is lang gedaan door moeder<br />

Weevers en haar dochter Truus. In 1972 werd<br />

voor administratieve werkzaamheden “een<br />

meisje voor kantoor” aangenomen.<br />

In de jaren zeventig komt er ook meer aandacht<br />

voor het magazijn, dat wordt beheerd door Mart<br />

Christiaens. Eerst gaat het om een goed beheer<br />

van het groeiende aantal onderdelen dat nodig<br />

is in het eigen bedrijf; later is het magazijn ook<br />

steeds meer een verkoopbalie van onderdelen.<br />

De verkoop van tractoren en werktuigen is lang<br />

het domein van de betreffende generatie Weevers.<br />

Later wordt een deel van de verkoop uitgevoerd<br />

door Mart Christiaens, met name dat met<br />

betrekking tot de fruitteelt, en weer later worden<br />

er vertegenwoordigers in dienst genomen.<br />

Tegenwoordig zijn in het bedrijf de volgende<br />

functies aanwezig: trekkermonteur, monteur<br />

landbouwwerktuigen, magazijnmedewerker,<br />

vertegenwoordiger, chef werkplaats, administratie<br />

en directie. Ook zijn er nog altijd leerlingen<br />

in dienst.<br />

arBeidstijden<br />

1949<br />

In de eerste periode werd 6 dagen per week gewerkt.<br />

De tijden waren van maandag tot en met<br />

vrijdag van 7.00 tot 18.00 uur en op zaterdag<br />

van 7.00 tot 16.00 uur, waarna de boel natuurlijk<br />

nog even geveegd moest worden voor het<br />

weekend.


Personeelsuitje<br />

Het salaris werd in de eerste jaren per week uitbetaald<br />

uit de kas. Een zeer ervaren smid hield in<br />

1950 van zijn brutoloon van ƒ 65,- per week, na<br />

aftrek van loonbelasting, ziektewet (1%) en ziekenfonds<br />

(1,8%), ƒ 59,29 over. Een leerling smid kreeg<br />

ƒ 15,- bruto en hield netto ƒ 14,09 per week over. In<br />

1961 was het nettoloon van de meest ervaren smid<br />

gegroeid tot ƒ 90,- per week.<br />

eind jaren 50 (aantekeningen dik Weevers)<br />

Maandags t/m vrijdags:<br />

07.30 – 12.00 uur en 13.00 – 17.45 uur<br />

Vrijdag in de derde week:<br />

07.30 – 12.00 uur en 13.00 – 18.00 uur<br />

Zaterdags in de 1e, 2e en 4e week:<br />

07.30 – 12.30 uur<br />

Zaterdag in de derde week: Vrij, maar in juli en<br />

augustus voorlopig geen vrije zaterdag. In de<br />

derde week wordt dan gewerkt als in overigen.<br />

1962<br />

Werkdagen Maandag t/m vrijdag<br />

Aanvang werktijd 07.30 uur<br />

1e rusttijd 10.00 – 10.15 uur<br />

2e rusttijd 12.00 – 13.00 uur<br />

3e rusttijd 15.30 – 15.45 uur<br />

Einde werktijd 18.00 uur<br />

Rustdagen Zaterdag en Zondag<br />

Na zes werkdagen in de week is de vijfdaagse<br />

werkweek, na een geleidelijke beperking van de<br />

werktijden op zaterdag, begin jaren zestig een<br />

feit geworden. De werktijd per dag was nog<br />

wel 9 uur.<br />

Vanaf de invoering van de vijfdaagse werkweek,<br />

werd er regelmatig overgewerkt om de werkzaamheden<br />

tijdig af te krijgen. Als er op zaterdag moest<br />

worden gewerkt, zorgde Trees Weevers altijd voor<br />

verse broodjes in de keuken.<br />

De snipperdagen werden in de jaren 19<strong>60</strong> – 1963<br />

nauwgezet bijgehouden in een schriftje. Naast<br />

ziekte, feesten, familiebezoek en vakantie, worden<br />

onder meer de volgende redenen gegeven voor het<br />

opnemen van een snipperdag: Fokdagen, RAI,<br />

Carnaval, KVP, JBTB, dronkenschap, niet op het<br />

werk verschenen, motor in de sloot, jagen, Floriade,<br />

rijles en proefrijden, examen, Allerheiligen, gerecht<br />

en voorkomen.<br />

2008<br />

De werktijd per dag is inmiddels 7,75 uur; de<br />

werkweek bedraagt nu 38,75 uur. Om al het werk<br />

op tijd af te krijgen wordt er, zeker in (de voorbereiding<br />

van) het oogstseizoen, met regelmaat<br />

overgewerkt.<br />

na gedane arBeid ….<br />

Met enige regelmaat gaat het bedrijf uit met de<br />

medewerkers en vaak gaan de partners dan mee.<br />

Meestal wordt er een activiteit ondernomen,<br />

waarna wordt afgesloten met een diner. Zo is<br />

een bezoek gebracht aan de Deltawerken, een<br />

stoomgemaal, de tuinen van Het Loo, Volendam<br />

en de Weerribben. Ook zijn regelmatig bezoeken<br />

gebracht aan het buitenland in combinatie<br />

met bedrijfsbezoek aan één van de leveranciers,<br />

zoals de Fiat-fabriek in Italië en de fabrieken van<br />

Massey Ferguson in Engeland en Frankrijk. In<br />

2007 heeft een werkbezoek plaatsgevonden aan<br />

Roemenië, waar Weevers Marknesse contacten<br />

heeft vanwege de handel in gebruikte machines.<br />

Jaarlijks gaat Trees Weevers nog uit eten met de<br />

medeWerkers


Personeelsuitje<br />

Personeelsreis naar Roemenië<br />

medewerkers en/of partners van de medewerkers<br />

die bij mechanisatiebedrijf Weevers hun pensioen<br />

hebben gehaald. Tijdens een gezellig diner worden<br />

dan verhalen opgehaald uit de oude tijd en wordt er<br />

bijgepraat over onder meer de gezondheid (kwaaltjes),<br />

kinderen en kleinkinderen.<br />

Op kleinere schaal wordt even bij elkaar gezeten<br />

voor bijvoorbeeld een ver<strong>jaar</strong>dag, de viering<br />

van Sinterklaas of het uitreiken van de kerstpakketten.<br />

Hiervoor werd in het verleden vaak de<br />

keuken van Trees Weevers gebruikt, maar met<br />

de huidige omvang van het personeel lukt dat<br />

alleen nog in de nieuwe kantine.<br />

In het bedrijf wordt veel gewerkt met jonge jongens,<br />

soms ook echt kwajongens. Zo hoorde de familie<br />

Weevers tijdens het middageten eens een ontzettende<br />

knal in de smederij. Wat bleek, Gerrit en Nico<br />

hadden een ballon gevuld met gas uit het autogeen<br />

lasapparaat. Ze dachten dat deze dan de lucht in<br />

ging, maar toen bleek dat dat niet zo was hebben<br />

ze hem op het smidsvuur gegooid. Een enorme<br />

ontploffing wat het gevolg. Het resultaat was een<br />

scheur in de muur, kapotte ramen en een stofvrij<br />

smidsvuur. De kolen lagen overal in de smederij.<br />

opLeidingen<br />

Vanaf het allereerste begin zijn er steeds leerlingen<br />

in dienst geweest, die werden opgeleid tot<br />

smid en kansen kregen om ervaring op te doen<br />

en te groeien. Nog steeds wordt er veel geïnvesteerd<br />

in het kennisniveau van de medewerkers.<br />

Zo leidt Weevers nog steeds leerlingen op. De<br />

huidige leerlingen gaan 1 dag in de week naar<br />

school voor de theorielessen. De praktijkervaring<br />

moeten ze opdoen binnen het bedrijf. Hierbij<br />

worden ze, mede door praktijkopdrachten,<br />

klaargestoomd voor het niveau van 2e en 1e<br />

monteur. Hun voortgang wordt getoetst door<br />

praktijkbegeleiders van Kenteq (voorheen SOM).<br />

Indien nodig worden ze daarna nog bijgespijkerd<br />

in zaken die binnen het bedrijf te weinig aan bod<br />

komen. Dit gebeurt over het algemeen bij de<br />

praktijkschool in Ede.<br />

Een groot verschil met vroeger is dat de leerlingen<br />

toen de normale werktijden hadden en alle studie<br />

en praktijk in eigen tijd moesten doen. Gemopper<br />

over het niveau van de opleidingen voor de jongelui<br />

is van alle tijden zo blijkt als je alle documenten<br />

doorleest. Het allerbelangrijkste is en blijft de leergierigheid<br />

van de monteur.<br />

Door bijscholing wordt ingespeeld op de hogere<br />

eisen die aan goed vakmanschap worden gesteld<br />

door de komst van bijvoorbeeld hydrauliek en<br />

electronica in de landbouw. Bijna elke machine<br />

heeft vandaag de dag een bedieningscomputer,<br />

waarvoor specifieke kennis noodzakelijk is. Trekkers<br />

worden op alle fronten aangestuurd door<br />

electronica (bijvoorbeeld electronisch motormanagement<br />

systeem, Power-shift/Vario transmissie,<br />

electronische hefinrichting, kopakkermanagement)<br />

en zijn hierdoor alleen nog goed te<br />

repareren als de monteurs vakkundig kunnen<br />

omgaan met computers/laptops. Daarnaast<br />

heeft de schaalvergroting bij leveranciers teweeg<br />

gebracht dat de verkoopaantallen voor Nederland<br />

zodanig gering zijn dat werkplaatshandboeken<br />

en handleidingen niet meer vertaald worden.<br />

Een moderne monteur moet zich dan ook redelijk<br />

tot goed met Engels en Duits kunnen redden ook<br />

omdat cursussen in deze taal gegeven worden.


Mart Christiaens<br />

Afscheid Mart Christiaens<br />

juBiLea<br />

Zonder welke andere medewerker dan ook te<br />

kort te willen doen, verdienen drie medewerkers<br />

in dit boek speciale aandacht. Niet alleen omdat<br />

zij lang in dienst van en zeer betrokken bij Weevers<br />

Marknesse zijn geweest, maar ook omdat<br />

uit de werkrelatie vriendschap is ontstaan tussen<br />

de families. Het gaat om Mart Christiaens en<br />

Klaas Oosterheerd, die beiden in 1956 zijn begonnen<br />

en als enige medewerkers drie generaties<br />

Weevers hebben meegemaakt, en mevrouw<br />

Winter. De lange en persoonlijke relaties maken<br />

het onmogelijk in de beschrijvingen hieronder<br />

ook maar enigszins volledig te zijn.<br />

mart christiaens<br />

Mart Christiaens is op 4 december 1956 op 17 jarige<br />

leeftijd in dienst getreden als leerling-smid.<br />

Hij reisde het gezin Christiaens uit Broekhuizenvorst<br />

in Limburg vooruit (zijn vader trad op<br />

1 januari 1957 in dienst bij smederij Weevers)<br />

en was daarom de eerste weken bij de familie<br />

Weevers in de kost. Hij heeft de eerste jaren veel<br />

uiteenlopende klussen gedaan, zowel in de werkplaats<br />

als ten behoeve van de winkel, zoals het<br />

plaatsen van kachels. In 1959 werd hij bevorderd<br />

tot smid en in 19<strong>60</strong> tot monteur werktuigen,<br />

waarmee hij de eerste was met een specifieke<br />

functie. Dit was het begin van een lange reeks<br />

van functies binnen het bedrijf.<br />

Een belangrijke rode draad in het werk was de<br />

fruitteelt. Vanaf de jaren zestig zijn met het oog<br />

op de ontwikkelingen in de fruitteelt en de eigen<br />

werkgelegenheid door Dik Weevers en Mart<br />

machines ontwikkeld en in productie genomen.<br />

De nauwe contacten van Mart met de fruittelers<br />

leiden ertoe dat hij ook trekkers en machines<br />

ging verkopen, waaruit tevens zijn administratieve<br />

vaardigheden bleken. Zo ging Mart bijvoorbeeld<br />

verkoopmappen maken met afbeeldingen<br />

en specificaties van trekkers en machines en<br />

hield hij alle verkopen bij op kaarten en lijstjes.<br />

Daarnaast maakte hij folders van de eigen<br />

producten, schreef hij berichten over shows en<br />

demonstraties en ging hij advertenties opstellen.<br />

Deze vaardigheden en zijn vakkennis waren<br />

ongetwijfeld de reden dat hij de verantwoordelijkheid<br />

kreeg voor het opzetten van het magazijn.<br />

Een taak erbij, want tegelijkertijd liet Mart<br />

niet veel los, zeker niet de fruitteeltsector. Hij<br />

was dan ook altijd te vinden in de smederij, want<br />

alles moest goed zijn georganiseerd en precies<br />

kloppen. Dag en nacht kon je met problemen bij<br />

hem terecht.<br />

Na het overlijden van Dik Weevers in 1994 werd<br />

zijn loyaliteit naar het bedrijf nog meer zichtbaar<br />

en zette hij zijn schouders er nog eens onder<br />

alsof het zijn eigen bedrijf was. In april 1996<br />

werd door Adrie en Peter Weevers het mechanisatiebedrijf<br />

in Kraggenburg overgenomen,<br />

de fruitteeltregio. Mart was bereid om daar<br />

bedrijfsleider te worden en naar Kraggenburg te<br />

verhuizen. Hij heeft dat gedaan tot 2004. In dat<br />

<strong>jaar</strong> kon Mart na ruim 47 dienstjaren verdiend<br />

met pensioen en werd Kraggenburg geïntegreerd<br />

in het bedrijf in Marknesse. Sinds die tijd is<br />

hij “uiteraard” nog wekelijks op het bedrijf in<br />

Marknesse te vinden.<br />

Een kenmerkende eigenschap van Mart was dat<br />

hij erg zuinig was. Zolang het nog werkte, was<br />

medeWerkers


Klaas Oosterheerd<br />

Mart en Klaas 40 <strong>jaar</strong> in dienst<br />

vervanging niet nodig. Mart deed dus heel lang met<br />

oude kasten, typemachines, bureaus en bureaustoelen<br />

(een scheur in de bekleding was geen probleem).<br />

Ook ging hij in de 17 <strong>jaar</strong> oude en afgeschreven<br />

Mercedes van Dik Weevers rijden tot die echt op<br />

was. Was vervanging echt nodig, dan moest dat op<br />

een zo goedkoop mogelijke manier en werd eerst<br />

even rondgevraagd of iemand nog iets over had.<br />

kLaas oosterheerd<br />

De 19-jarige Klaas Oosterheerd uit Lutjegast<br />

in Groningen kwam op 5 maart 1956 werken<br />

bij smederij Weevers, waar hij op een korte<br />

onderbreking na altijd is gebleven. Hij kwam in<br />

dienst als smid en is altijd SMID gebleven. Voor<br />

Klaas gold dat hij overal inzetbaar was, maar de<br />

meeste herinneringen gaan uit naar zijn werkzaamheden<br />

achter het vuur. Hij kon door zijn<br />

ervaring met vuur, hamer en aambeeld nog echt<br />

smeden en dus als geen ander ploegscharen en<br />

schoffels scherpen. Ook heeft hij veel paarden<br />

beslagen. Het handwerk was hem niet vreemd.<br />

Vaak gingen boeren met een klusje direct naar<br />

Klaas, die altijd bereid was dat even tussendoor<br />

te doen.<br />

De ontwikkelingen in de landbouw gingen snel en<br />

Klaas ontwikkelde zich mee. Door zijn ervaring<br />

en vakkennis was hij dus niet zo maar een smid.<br />

Hij vond altijd een oplossing om onderdelen vast<br />

of juist los te krijgen en wist hoe constructies<br />

het sterkst waren. Hij werd door Dik Weevers<br />

dan ook graag betrokken bij de ontwikkeling van<br />

machines voor de landbouw, zoals de stortbak,<br />

en het aanpassen van standaardmachines aan<br />

de specifieke omstandigheden in de polder.<br />

Klaas was een veelgebruikte vraagbaak; kwam<br />

je er even niet uit, dan vroeg je Klaas om raad.<br />

Hij was daartoe altijd bereid. Jonge monteurs<br />

kregen nog al eens te horen: “dat is geen slaan<br />

maar aaien” (als ze iets niet los kregen) of “zo<br />

houd je geen hamer vast”. Hoewel onopvallend,<br />

was hij toch nadrukkelijk aanwezig en iedereen<br />

wist hem op waarde te schatten. Tegelijk met<br />

de viering van zijn 40-jarig dienstverband ging<br />

Klaas met de VUT.<br />

Als er brand was in de omgeving van Marknesse,<br />

liet Klaas Oosterheerd alles uit zijn handen vallen,<br />

omdat hij commandant van de vrijwillige brandweer<br />

was. Als zijn pieper ging rende hij dan naar<br />

de kazerne, die gelukkig vlak bij de smederij lag.<br />

Omdat ook klanten wisten dat het werk dan toch<br />

stil lag (soms lag bijna het hele bedrijf stil, omdat<br />

ook andere medewerkers lid waren van de vrijwillige<br />

brandweer) vroeg men nog snel even waar het was.<br />

Ze reden er dan naar toe om te kijken en waren er<br />

dan soms eerder dan de brandweer zelf. Mechanisatiebedrijf<br />

Weevers was voor de brandweer bekend<br />

terrein, gelukkig niet omdat er brand is geweest,<br />

maar wel omdat er regelmatig geoefend werd.<br />

mart en klaas 25 en 40 <strong>jaar</strong> in dienst<br />

Zowel bij het 25-jarig jubileum (1981) als het<br />

40-jarig jubileum (1996) is voor Mart en Klaas<br />

een feest georganiseerd met klanten en leveranciers.<br />

Bij het 25-jarig jubileum werd hen een reis<br />

aangeboden naar respectievelijk Sri Lanka en<br />

Canada. Door donaties van klanten en leveranciers<br />

konden ook hun echtgenotes mee. Bij het<br />

40-jarig jubileum ontvingen zij, ook omdat er<br />

geen lintjes meer werden uitgereikt voor dergelijke<br />

prestaties, een gouden speld met daarop<br />

het logo van het bedrijf.


Laatste dag Mevrouw Winter<br />

Afscheid Mevrouw Winter<br />

mevrouW Winter<br />

Mevrouw Winter is in 1969 in dienst gekomen<br />

bij de familie Weevers. In tegenstelling tot de<br />

medewerkers in de smederij, werd zij bij haar<br />

achternaam genoemd (en geen Gretha), omdat<br />

Trees Weevers niet wilde dat haar kinderen haar<br />

bij haar voornaam zouden noemen. Overal<br />

sprong ze bij en steeds zorgde ze ervoor dat<br />

alles netjes en schoon was. Naast huishoudelijke<br />

hulp paste ze ook op de kinderen als Dik<br />

en Trees Weevers niet thuis waren. Als dit voor<br />

meerdere dagen was, trok ze met haar hele<br />

gezin in huis, waardoor tussen de families een<br />

hechte band is ontstaan. In het bedrijf hield ze<br />

de kantoren, showroom en kantine schoon. Als<br />

er een show werd georganiseerd, kwamen daar<br />

de werkplaats en het magazijn bij. Een grote<br />

klus was het wassen van de ramen op hoogte.<br />

Ze werd daarvoor met de heftruk van het ene<br />

naar het andere raam gereden; vanwege haar<br />

hoogtevrees werd daarvoor een stevige stelling<br />

gemaakt. In 1994 is haar 25 jarig jubileum gevierd<br />

en na bijna 30 <strong>jaar</strong> is ze met pensioen gegaan.<br />

Het contact is daarna uiteraard gebleven.<br />

Zij en Trees Weevers dronken graag een kopje<br />

koffie om de laatste nieuwtjes uit te wisselen en<br />

gingen regelmatig even winkelen.<br />

Mevrouw Winter was een enorme voetbalfan en<br />

zorgde daarom bij belangrijke wedstrijden van<br />

Feijenoord (haar club) en het Nederlands elftal<br />

altijd voor een voetbalpool met de jongens in de<br />

smederij. Die waren daar niet altijd blij mee, omdat<br />

ze zelf regelmatig won en dan even liet weten dat<br />

zij er dus toch meer verstand van had dan zij.<br />

medeWerkers


hoofdstuk 3<br />

mechanisatiebedrijf Weevers gaat mee met de tijd<br />

de tweede generatie: dik en trees Weevers<br />

1967 - 1994<br />

In dit hoofdstuk gaat het om de jaren dat Dik en Trees Weevers het bedrijf hebben<br />

overgenomen en steeds hebben aangepast aan de ontwikkelingen van de<br />

tijd. Het eindigt met het plotselinge overlijden van Dik Weevers op 27 juli 1994.<br />

hoofdstuk 3


Nieuw briefhoofd met logo<br />

Een diploma van Dik Weevers<br />

1 Zie p. 57 over de medewerkers bij Weevers gedurende <strong>60</strong> <strong>jaar</strong>.<br />

2 Dik Weevers bracht als 14-jarige jongen al veel tijd door bij<br />

de smid in Lemmer, waar hij spijkers recht mocht slaan en<br />

kachelpijpen leerde maken.<br />

geWoon doorWerken, maar eigen stempeL<br />

Dik Weevers begon op maandag 2 januari 1967 als eigenaar van Weevers Marknesse. Op zich veranderde<br />

er op dat moment niets: het werk van de week ervoor moest gewoon worden voortgezet,<br />

maar toch zette hij direct zijn eigen stempel op het bedrijf. Hij had niet alleen een goed gevoel voor<br />

de ontwikkelingen in de mechanisatie, maar ook voor de uitstraling en goede naam van het bedrijf.<br />

Zo had hij een paar <strong>jaar</strong> eerder de titel van het bedrijf gewijzigd van smederij in mechanisatiebedrijf.<br />

Met ingang van de overname werd, naast de naam, voor het eerst een beeldmerk ingevoerd.<br />

Het logo is, in overleg met Dik Weevers, ontworpen door Mart Christiaens, die sinds 1956 in het<br />

bedrijf werkt. 1 Met de strohalmen bovenin het beeldmerk is aansluiting gezocht bij de landbouw en<br />

daarmee met de klanten die zich bezig houden met akkerbouw, fruitteelt, tuinbouw en veeteelt.<br />

De letters WM staan uiteraard voor Weevers en Marknesse.<br />

opLeiding<br />

Dik Weevers was goed voorbereid op het voortzetten van het bedrijf. 2 Na de ambachtsschool in<br />

Sneek (1949) heeft hij in de jaren vijftig kans gezien om naast het werk in het bedrijf veel opleidingen<br />

te volgen. Er zijn onder meer diploma’s gehaald voor Landbouwwerktuigenkennis, Handelskennis,<br />

Landbouwwerktuigkunde, Praktijk smidsvak, Smid-machinebankwerker, Kennis van tractoren en<br />

tractorwerktuigen, Instructeur Machinedorsen (maaidorsers en oplaadpersen), Hoefsmid, Trekkermecanicien,<br />

Vakbekwaamheid smidsbedrijf en het Middenstandsdiploma. Ook gaf hij al jaren les in<br />

onder meer landbouwwerktuigenkennis.<br />

Veel van zijn diploma’s (en die van zijn vader Toon Weevers) hangen nog steeds aan de muur in het<br />

bedrijf. Dik Weevers heeft altijd veel waarde gehecht aan het opleiden van mensen in het algemeen<br />

en zijn medewerkers in het bijzonder. In 1967 treedt hij toe tot een adviescommissie van de stichting<br />

vakopleiding Smecoma met het oog op een “Beroepsopleiding in de metaalnijverheid”. Van<br />

1971 tot 1994 is hij vervolgens bestuurslid geweest van de Stichting Centrale Sectie Landbouwmechanisatiebedrijven<br />

Smecoma, die later is opgegaan in de branchegroep Centraal Orgaan Mechanisatiebedrijven<br />

(COM).<br />

Daarnaast had hij veel vakkennis opgedaan in de praktijk en heeft hij veel geleerd van de contacten<br />

met vertegenwoordigers en leveranciers. Dik Weevers was ook een zeer vaardige handelaar en liep<br />

veel verkopingen en veilingen af. Als hij niet kon krijgen waar hij voor kwam, veelal gebruikte machines,<br />

dan wist hij toch altijd wel iets op de kop te tikken dat hij kon gebruiken of met winst wist door<br />

te verkopen.


Bladzijde uit schriftje met inventaris<br />

Ondanks alle cursussen had Dik Weevers geen papieren voor het gasfitters– en kachelsmidbedrijf. De<br />

inschrijvingen voor deze activiteiten liepen dan ook nog even door op naam van zijn vader. Later zijn<br />

ook deze activiteiten formeel overgenomen. Met name Klaas Oosterheerd, die de benodigde opleidingen<br />

en ervaring had, heeft veel werkzaamheden in dit kader uitgevoerd.<br />

inventaris en voorraad<br />

Op het moment van de overname waren er 7 medewerkers in dienst. De inventaris en voorraad van het<br />

bedrijf op het moment van overname zijn door Dik Weevers precies opgeschreven in een schriftje, waarvan<br />

maar 11 bladzijden gebruikt hoefden te worden. Om een indruk te geven van de inventaris van het<br />

bedrijf volgt hier de opsomming van wat er op 1 januari 1967 te vinden was in de smederij:<br />

• Draaibank (2) • Aambeelden (2)<br />

• Compressor • Gelijkrichter<br />

• Messenslijpapparaat • Brandstoftestpomp<br />

• Zaagmachine • Prufex testapparaat<br />

• Pers (grote) • Doos nummers<br />

• Kolomboormachine • Doppendoos<br />

• Tafelboormachine • Kist klein gereedschap trekkers<br />

• Slijpsteen (2) • Kist klein gereedschap diversen<br />

• Luchtdrukhamer • Hoepelwals<br />

• Vuur + ventilator (2) • Plaatwals<br />

• Bankschroeven (6) • Schaafbank<br />

• Boormachines (2) • Puntlasapparaat<br />

• Pers (kleine) • Schuimblussers (3)<br />

• Elektrische lasapparaten (3) • Oliekachels (2)<br />

• Autogenisch lasapparaat • Olietank 1000 liter<br />

• Klein gereedschap • Auto’s Fiat (3): 1100 Tr./1300 Fam./1500 L<br />

Het Prufex testapparaat, waarmee condensators en bobines konden worden getest, had Dik Weevers<br />

rond 19<strong>60</strong> gekocht op een beurs. Toen hij dat aan zijn vader vertelde was die daar zeer ontstemd over;<br />

veel te duur. Je kon ook gewoon even met de condensator naar de fietsenmaker, die hem ook kon<br />

testen. Het viel niet mee hem te overtuigen dat het toch een goede investering was. Tegenwoordig is<br />

vervangen goedkoper dan testen. Het testapparaat ligt nog steeds op zolder.<br />

De medewerkers hadden nog geen eigen gereedschapskisten. Al het gereedschap hing op voorgetekende<br />

plaatsen aan de muur boven de werkbanken.<br />

Het magazijn en de winkel hadden kasten en stellingen en de winkel daarnaast uiteraard een toonbank<br />

en een kassa. Het kantoor had 2 stalen kasten, een ladenkast, een schrijfbureau, een tafel en 4 stoelen,<br />

2 kaartenbakken, een typemachine en een telmachine.<br />

hoofdstuk 3


Tekening op Opa’s kantoortje<br />

3 Deze stap kan wellicht ook worden verklaard uit het feit dat<br />

het bedrijf net was overgenomen. Toon Weevers heeft namelijk<br />

zijn bedenkingen bij grote mechanisatiebedrijven. In een<br />

bestuursvergadering van de Regelingscommissie Landbouwwerktuigenexpositie<br />

Noordoostpolder (d.d. 6 februari 1967)<br />

merkt hij op: “Ten aanzien van de landbouwmechanisatiebedrijven<br />

kan ook de vraag naar de wenselijkheid van grotere<br />

eenheden worden gesteld. Zoals gezegd zijn de prestaties per<br />

man de laatste jaren achteruit gegaan.”<br />

4 In ruil voor dit gebaar wordt schriftelijk vastgelegd (brief<br />

Leonard Lang d.d. 6 juni 1967) dat 2% van de verkopen die<br />

Wijnalda in de N.O.Polder realiseert toekomt aan Weevers.<br />

Bovendien wordt overeengekomen dat, indien Wijnalda stopt<br />

met de verkoop van Fiat trekkers het afgestane gedeelte van<br />

de polder opnieuw wordt toegewezen aan Weevers. Tenslotte<br />

wordt voor de periode vanaf 20 mei tot het einde van 1967<br />

een grotere korting gegeven op landbouwtrekkers “teneinde<br />

een betere konkurrentie-positie te bereiken t.o.v. de u konkurrerende<br />

merken”.<br />

Hoewel Dik de zaak had overgenomen bleef zijn vader nog tot zijn overlijden in 1975 aanwezig in ‘zijn’<br />

kantoor. Hij riep bekende klanten graag binnen om een praatje te maken over het bedrijf en de laatste<br />

nieuwtjes of om een sigaar te roken. Klanten die met een reparatie kwamen, liepen, als ze daarop konden<br />

wachten, ook vaak even binnen. Als de klus geklaard was, werd dat even gemeld op het kantoortje.<br />

Hoeveel functies de ruimte inmiddels ook heeft gehad, het blijft “Opa’s kantoortje”.<br />

Met betrekking tot de voorraad blijkt dat in de winkel, naast wat klein gereedschap, huishoudelijke artikelen<br />

en gasstellen, met name een grote hoeveelheid kachels, wasmachines en centrifuges aanwezig was.<br />

Op zolder van de smederij bevond zich een grote voorraad schoppen met stelen, aardappel- en bietenvorken,<br />

mestvorken, ballast- en stalschoppen, hooivorken, vorkstelen, tuinharken, schoffels en schrepels. In<br />

het magazijn ging het enerzijds om algemene voorraden als verf, vet, olie, bouten, moeren en ringen en<br />

anderzijds om onderdelen van machines en Fiat tractoren. Tenslotte zijn er een viertal ingeruilde tractoren<br />

(Fiat Som <strong>60</strong>, Fiat 415, John Deere en Fahr) en een twintigtal werktuigen, waaronder rooiers, ploegen,<br />

sproeimachines, een opraappers, een dorsmachine en een transporteur.<br />

omvang Bedrijf<br />

De regio waarin het bedrijf werkzaam was, was primair Marknesse en omgeving. Vanwege de vele contacten<br />

uit de tijd van de pioniers waren er echter ook klanten op wat grotere afstand van Marknesse. Daarnaast<br />

liepen de activiteiten rond de fruitteelt ook bij Luttelgeest en Kraggenburg. Het dealerschap van Fiat<br />

had bovendien betrekking op de hele Noordoostpolder. Vanwege de snelle ontwikkelingen in de mechanisatie<br />

en met name ook de tractoren, vroeg het Fiat-dealerschap voor de hele polder een grote inspanning.<br />

Omdat door de hele polder tractoren werden verkocht, moesten service en onderhoud vaak ter plekke worden<br />

geleverd. De grote spreiding van klanten legde een groot beslag op de beschikbare tijd en menskracht.<br />

In de jaren zestig was Fiat een merk in opkomst en moest dus nog terrein winnen ten opzichte van<br />

andere merken. Om de verkoop van Fiat-tractoren te stimuleren, moesten deze dicht bij de klant onder<br />

de aandacht worden gebracht. Op het moment dat Fiat een volledige serie tractoren kon presenteren,<br />

werden er rijdende FIAT Tractor shows gehouden. Leonard Lang had een speciale vrachtwagen laten<br />

bouwen, waarbij de cabine dienst kon doen als kantoor. De oplegger, waarmee 6 tractoren konden worden<br />

vervoerd, kon worden uitgebouwd tot een podium waarop deze werden tentoongesteld. Op diverse<br />

plaatsen in de polder werden de Fiat-tractoren met deze rijdende show gepresenteerd, waarbij in één<br />

week meerdere plaatsen werden aangedaan.<br />

Dik Weevers trad, vlak na de bedrijfsovername in 1967, in overleg met importeur Leonard Lang over de<br />

omvang van het dealerschap. 3 Gezamenlijk werd besloten het dealerschap voor landbouwtrekkers in de<br />

Noordoostpolder te splitsen en het noordelijke deel af te staan aan de firma Wijnalda in Creil. 4 Mechanisatiebedrijf<br />

Weevers had daarmee weer een omvang, waarmee het mogelijk was alle klanten goed te<br />

bedienen, snel in te kunnen blijven spelen op nieuwe ontwikkelingen in de sector en de activiteiten rond<br />

Marknesse juist uit te breiden.<br />

0


Kaart Noordoostpolder 1967 5<br />

5 De kaart is overgenomen uit Logboek te land, Drukkerij-<br />

uitgeverij Hoekstra en zonen en (kantoor)boekhandel d’Ailly,<br />

Emmeloord, 1967.<br />

Vrachtwagen voor rijdende show<br />

Uitnodiging voor rijdende FIAT TRACTOR SHOW<br />

hoofdstuk 3


We-em<br />

een naam in de fruitteeLt 6<br />

We-eM Wiedgarnituur met denkende schoffel<br />

6 Een groot deel van deze paragraaf is een bewerking van<br />

een artikel van Mart Christiaens, dat hij heeft geschreven<br />

voor een jubileumuitgave in het kader van 40 <strong>jaar</strong> N.F.O.<br />

Noordoostpolder.<br />

7 We-eM prijslijst 1962. Wiedgarnituur met “denkende”<br />

schoffel, kompleet met loopwiel, klemmen en 3 schoffels,<br />

werkbreedte 34 cm: ƒ 400,-. Schijvenegge, vijf schijfs, werkbreedte<br />

70 cm: ƒ 340,-. Verstekploeg, drie schaar werkbreedte<br />

75 cm: ƒ 655,-. Sleepcultivator, 5 tands, werkbreedte <strong>60</strong> cm:<br />

ƒ 439,-. Aanbouwbalk voor trekker: ƒ 100,-. Fruitwagen, lang<br />

390 cm, breed 75 cm, hoogte bovenkant bak 30 cm: prijs op<br />

aanvraag.<br />

Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven krijgt<br />

de fruitteelt gestalte in 1952 bij de verpachting<br />

van de eerste 5 bedrijven aan de Steenwijkerweg<br />

in Marknesse. De mechanisatie betekende<br />

de eerste jaren erg weinig. Veel werk kwam op<br />

‘mankracht’ aan. Als trekkracht werd het paard<br />

of een trekker van ongeveer 15 à 20 PK gebruikt.<br />

De eerste palen gingen de grond in, niet mechanisch<br />

maar door het slaan met de palenbus. Dit<br />

apparaat werd over de kop van een paal geplaatst<br />

en dan: “heien maar!” Wanneer men elkaar in die<br />

tijd als fruittelers ontmoette, was zeker één van<br />

de vragen: “Hoeveel sla jij er per dag?“ Waren er<br />

meerdere fruittelers bij elkaar, dan steeg het aantal<br />

snel, want ieder wilde het sterkst zijn.<br />

Nieuwe verpachtingen volgden en het arsenaal<br />

fruit breidde zich uit. De mogelijkheden van de<br />

trekker werden groter door ze met een hefinrichting<br />

uit te laten voeren. In combinatie met<br />

de cirkelmaaier, een van de eerste machines die<br />

veel werd gebruikt, leverde dat veel gemak op.<br />

De onkruidbestrijding op de zwartstrook rond<br />

de bomen gebeurde, tot de introductie van<br />

de chemische onkruidbestrijding rond 1963,<br />

mechanisch. In de eerste jaren gebruikte men<br />

bijvoorbeeld een tweewielige trekker met aangebouwde<br />

frees, maar moest tussen de bomen het<br />

onkruid nog met de hand worden weggehaald.<br />

De behoefte aan mechanisatie was groot en<br />

het lag voor de hand dat de eerste fruittelers<br />

met hun mechanisatieproblemen naar Weevers<br />

gingen. In samenwerking tussen fruittelers en<br />

smederij Weevers werden rond 1961 fruitwagens<br />

en verstekgrondbewerkingswerktuigen ontwikkeld.<br />

Onder de merknaam We-eM, zijn onder<br />

meer de verstekschijvenegge (3- en 5-schijfs), de<br />

verstekploeg (3-schaar), het verstekwiedgarnituur<br />

met “denkende” schoffel en een sleepcultivator<br />

gemaakt 7 , die gemonteerd werden aan<br />

smalspoortrekkers. Door deelname aan demonstratiedagen<br />

en tentoonstellingen in Bunnik,<br />

Liempde en Goes, kregen deze machines grote<br />

bekendheid in heel Nederland en werden ze ook<br />

in grote aantallen over het hele land verkocht.<br />

Aan geïnteresseerden worden folders en een prijslijst<br />

toegestuurd, waarbij in de begeleidende tekst<br />

wordt opgemerkt: “Reeds vele van deze werktuigen<br />

werden door ons tot volle tevredenheid van de<br />

gebruikers in binnen en buitenland geleverd, ook in<br />

Uw provincie zyn diverse van genoemde werktuigen<br />

in gebruik.” Later, als er een artikel in het weekblad<br />

De Fruitteelt is verschenen, wordt daar aan toegevoegd:<br />

“Wy kunnen zeggen, wat het weekblad De<br />

Fruitteelt schryft: HET IDEALE WERKTUIG VOOR<br />

DE FRUITTEELT.”<br />

Het succes is zo groot dat in 1963 aan klanten<br />

moet worden meegedeeld: “Door het overstelpende<br />

aantal orders en nypend personeelsgebrek zien<br />

wy ons genoodzaakt een minimum levertyd van<br />

minstens een maand in te moeten stellen.” Het<br />

buitenlandse succes beperkt zich niet tot de direct<br />

omliggende landen. Er wordt zelfs geleverd ten<br />

behoeve van fruit- en wijnboeren in Zuid-Afrika en<br />

aan een klant in Suriname.<br />

Vanwege de verkoop in het hele land neemt de<br />

correspondentie met klanten veel tijd in beslag.<br />

Ook garantie-afhandeling en het heen en weer<br />

sturen van onderdelen is tijdrovend. Mede<br />

vanwege het grote succes wordt daarom contact<br />

gezocht met mechanisatiebedrijven in verschillende<br />

delen van het land voor de verkoop.


We-eM Verstekploeg<br />

Foldertje met We-eM producten<br />

Bij de snoei was de eerste jaren alleen de zaag,<br />

de handsnoeischaar en de zogenaamde Canadese<br />

schaar voor dikke takken voor handen. In het<br />

begin van de jaren zeventig kwamen de eerste<br />

pneumatische snoeischaren op de markt, die<br />

veel blessures, zoals “dikke polsen” en “snoeiarmen”<br />

voorkwamen. Later volgde de elektrisch<br />

aangedreven snoeischaar, waarvoor een batterij<br />

op de rug meegedragen moest worden. Ook<br />

het opruimen van het snoeihout was de eerste<br />

jaren handwerk. Later werd dat met een snoeihoutschuif<br />

gedaan. Het hout werd op een hoop<br />

geschoven en verbrand. Nog later werd voor het<br />

verwerken van snoeihout een houtversnipperaar<br />

gebruikt.<br />

Fruitteeltspuit oud en nieuw<br />

Uiteraard gebeurde ook het strokenpoetsen eerst<br />

met de hand. Begin jaren zeventig werd hiervoor<br />

een hooibouwwerktuig aangepast en rond 1975<br />

kwamen de eerste tweezijdig werkende strokenschoners<br />

op de markt, waaronder de We-eM<br />

stokenpoetser, die achter de trekker werden<br />

aangedreven door de aftakas.<br />

Een belangrijke ontwikkeling betrof de gewasbescherming.<br />

In de jaren vijftig gebeurde dat nog<br />

met een door het paard of de trekker getrokken<br />

machine met opgebouwde blower, welke<br />

werd aangedreven door een benzinemotor.<br />

Daarna werd de snelspuit in gebruik genomen,<br />

waarmee 1000 tot 1500 liter per hectare kon<br />

worden verspoten. Als de bomen maar goed nat<br />

waren, dan was het goed; de verdeling was niet<br />

zo belangrijk. In 1957 werd de snelnevelspuit<br />

geïntroduceerd en nog later volgden de dwarsstroomtechniek,<br />

de tunnelspuit en de drie-rijen<br />

spuit. Het aantal liter spuitmiddel dat per hectare<br />

wordt verbruikt neemt met de ontwikkeling<br />

van de techniek steeds verder af, maar toch wil<br />

de overheid daar meer controle op. In de jaren<br />

negentig wordt besloten dat voor 1 april 1998<br />

alle boomgaardspuiten gekeurd moeten zijn.<br />

Weevers springt hier direct op in en is eind 1994<br />

één van de zes keuringsstations in Nederland en<br />

beschikt bovendien over een Mobiele Boomgaardspuit<br />

Testinstallatie van de firma Douven.<br />

Een andere vorm van innovatie is de nachtvorstbestrijding.<br />

Tijdens nachtvorst wordt de bloesem<br />

besproeid, waardoor een bevroren laagje water<br />

een beschermlaag vormt.<br />

De eerste twintig <strong>jaar</strong> heeft de mechanisatie sterk<br />

bijgedragen aan het besparen van arbeid en het<br />

vereenvoudigen van het werk in de boomgaard.<br />

fruitteeLt


We-eM Plukstelling<br />

We-eM Plukpony<br />

Ook met betrekking tot de oogst heeft de<br />

mechanisatie echter niet stilgestaan en Weevers<br />

heeft ook daar onder de naam We-eM een<br />

aantal machines ontwikkeld. Aanvankelijk werd<br />

er geplukt met een plukslede, waarvan er vele in<br />

de smederij zijn gemaakt, en 20 kg-kisten. De<br />

volle kisten werden onder de bomen geplaatst<br />

en moesten één voor één op de wagen gezet<br />

worden. Bij de schuur werden de stapels kisten<br />

dan met een klemsteekwagen via de afrijplank<br />

van de wagen afgereden.<br />

Om bij hogere bomen de koppen te kunnen<br />

plukken moest de plukker op de plukslede<br />

gaan staan. Eind jaren zestig wordt de We-eM<br />

plukstelling ontwikkeld, die wordt voortgetrokken<br />

door een trekker. De plukstelling was ruim<br />

150 cm hoog en ongeveer 150 cm breed, maar<br />

had een flexibel plateau dat tot 350 cm uitgeschoven<br />

kon worden. De plukker kon hierdoor<br />

dicht bij de boomtop de hoogste appels op een<br />

eenvoudige manier plukken.<br />

Om het plukken in de kleine kisten te vergemakkelijken<br />

werd opnieuw in samenwerking met<br />

enkele fruittelers de We-eM Plukpony ontwikkeld<br />

(1972). Zes tot acht plukkers konden zo, al meelopend<br />

met de machine, rechtstreeks in kisten<br />

plukken die geplaatst waren op een rollenbaan.<br />

Aan het eind van de rollenbaan werden de kisten<br />

door één persoon op de meegetrokken wagen<br />

gezet. Het probleem van deze werkwijze was dat<br />

het tempo werd bepaald door de langzaamste<br />

plukker of de volste boom. Veel plukkers bleven<br />

daarom op eigen tempo in kistjes plukken, die<br />

midden tussen de bomen werden geplaatst. Om<br />

veel buk- en tilwerk te voorkomen bij het verzamelen<br />

van de kistjes, werd de We-eM Pakpony<br />

(1977), een zogenaamde kistenopraper of oogst-<br />

verzamelaar, ontwikkeld. Deze machine pakte<br />

de kistjes met behulp van twee wieltjes op van<br />

de grond en bracht ze via een transportband op<br />

werkhoogte. De kistjes konden vervolgens direct<br />

op pallets worden geplaatst, die later werden<br />

opgehaald met de trekker (met voor èn achter<br />

een palletdrager of hefmast). De Pakpony, die<br />

het inspannende tilwerk aanmerkelijk verlicht,<br />

heeft zijn weg gevonden naar bedrijven in heel<br />

Nederland, maar ook daarbuiten.<br />

Eind jaren zestig werden de zogenaamde voorraadkisten<br />

in gebruik genomen. Langzamerhand<br />

hebben deze in het hele proces de kleine kisten<br />

verdreven. In eerste instantie werden de plukmachines<br />

aangepast. Om ook met de Plukpony in<br />

deze kisten te kunnen plukken werden plukkistjes<br />

met onderlosser bedacht. Deze hebben<br />

echter geen stand kunnen houden, mede omdat<br />

door Munckhof de Pluk-O-Trak op de markt werd<br />

gebracht, die gebruik maakt van transportbandjes.<br />

De laatste jaren wordt direct in de voorraadkisten<br />

geplukt. Hiervoor zijn pluktreintjes<br />

ontwikkeld. Een aantal wagentjes met ieder een<br />

voorraadkist wordt, getrokken door een trekker,<br />

tussen de bomen doorgereden en tegelijkertijd<br />

volgeplukt. Als de kisten vol zijn worden ze naar<br />

de schuur gereden en komt het volgende treintje<br />

naar de plukkers.<br />

Door het gebruik van voorraadkisten en pallets<br />

werd het transport veel gemakkelijker. Ook was<br />

een voordeel dat veel ruimte in de koelcel werd<br />

bespaard. De elektrisch bediende stapelaars, die<br />

aanvankelijk werden gebruikt voor het stapelen<br />

in de bewaarcellen (een voorzichtig en tijdrovend<br />

werk), maakten plaats voor de heftruck.<br />

Ook op het gebied van sorteren hebben zich veel


We-eM Pakpony<br />

Advertentie voor de fruitteelt<br />

ontwikkelingen voorgedaan. Was het eerst volledig<br />

handwerk, nu zijn er computergestuurde<br />

machines, waarbij maat, kleur en hardheid kan<br />

worden bepaald en het product direct in verschillende<br />

verpakkingen kan worden verwerkt.<br />

Bij de ontwikkeling van de mechanisatie voor de<br />

fruitteelt vanaf de jaren vijftig is steeds een goed<br />

samenspel geweest tussen de fruittelers en mechanisatiebedrijf<br />

Weevers, met name Dik Weevers en<br />

Mart Christiaens. Mechanisatiebedrijf Weevers was<br />

leverancier van belangrijke merken en ontwikkelde<br />

zelf veel machines, die in grote aantallen in het eigen<br />

bedrijf werden geproduceerd. De leuze “We-eM<br />

een naam in de fruitteelt” is in de branche dan ook<br />

zeer bekend. Vele jaren liepen de contacten met de<br />

fruittelers vanuit Weevers vooral via Mart Christiaens.<br />

Door velen werd We-eM dan ook vertaald als<br />

“Weevers en Mart”. Show met fruitteeltmachines<br />

fruitteeLt


De showroom<br />

8 Zie ook het intermezzo over de winkel op p.29.<br />

9 Toon Weevers was bestuurslid van Regelingscommissie<br />

Landbouwwerktuigenexpositie Noordoostpolder. De taak van<br />

de commissie was het organiseren van landbouwwerktuigenexposities.<br />

In de vergadering d.d. 6 februari 1967 wordt geconstateerd<br />

dat deze commissie wel kan worden opgeheven.<br />

De commissie vindt de individuele exposities die plaatsvinden<br />

weliswaar minder interessant dan de algemene exposities<br />

die in het verleden door de commissie werden georganiseerd,<br />

maar de individuele exposities lijken beter te voldoen.<br />

Ze geven een rustiger gelegenheid tot bezichtiging en overleg<br />

in een overdekte ruimte.<br />

modernisering en uitBreiding van het Bedrijf<br />

de shoWroom<br />

In een tijd van veel nieuwe ontwikkelingen ging de aandacht vooral uit naar het mechanisatiebedrijf<br />

en steeds minder naar de winkel. Vrij snel na de overname werd dan ook besloten de winkel op te<br />

heffen 8 en in 1970 te verbouwen tot een moderne showroom. Ook hier ging Dik Weevers mee met<br />

het tijdsbeeld. Het werd voor een mechanisatiebedrijf steeds belangrijker op zijn eigen lokatie de<br />

producten te laten zien waarvan hij dealer was. Klanten moesten met eigen ogen zien hoe modern<br />

deze machines waren ten opzichte van concurrerende merken. Ook het regelmatig houden van<br />

individuele exposities ofwel shows werd een steeds belangrijker activiteit met het oog op klantenbinding.<br />

9 Bovendien bood de showroom gelegenheid om het aanbod kleinere machines uit te<br />

breiden, zoals stationaire motoren en tweewielige tuinbouwtrekkers en - werktuigen en in latere jaren<br />

(zit)gazonmaaiers. Uiteindelijk werd Weevers voor dit segment hoofddealer van Honda voor<br />

de Noordoostpolder.<br />

uitBreiding WerkpLaats<br />

Een terugkerend gegeven in de mechanisatie is dat de machines steeds groter worden. Bovendien<br />

nam eind jaren zestig de mechanisatiegraad bij veel boeren nog steeds toe. Het gevolg hiervan was<br />

dat de ruimte voor service en reparatie in het bedrijf onvoldoende was. In 1974 werd daarom achter<br />

de bestaande werkruimte een nieuwe werkplaats gebouwd. Er werd gekozen voor een hoge vierkante<br />

hal (20 x 15 meter), die enerzijds direct tegen de bestaande werkplaats werd aangebouwd en anderzijds<br />

vanwege de goede relatie met Maris op de erfscheiding kon worden gebouwd. Er werd goed<br />

nagedacht over vloer, licht en verwarming, zodat er een modern pand zou worden gebouwd dat weer<br />

jaren mee kon. Dik Weevers keek voor het bouwen dan ook goed rond bij collega’s die net nieuw<br />

hadden gebouwd, zodat van hun fouten kon worden geleerd en nog weinig bekende mogelijkheden<br />

konden worden toegepast. Zo kwamen er 4 meter hoge roldeuren, goed bruikbare takels en werd de<br />

stroom- en luchtvoorziening aangebracht in putten onder de vloer, zodat je overal apparatuur kon<br />

aansluiten. In het oude deel werden tegelijkertijd kantoren gebouwd en werd een groot deel ingericht<br />

als magazijn, waarvoor in de bestaande situatie ook te weinig ruimte was. Al met al leidde de nieuwbouw<br />

tot grote verbeteringen voor alle functies van het bedrijf.<br />

De opening werd gevierd in combinatie met het 25-jarig bestaan van mechanisatiebedrijf Weevers,<br />

dat daarvoor een <strong>jaar</strong> was uitgesteld. Op 23 januari 1975 werd de nieuwe werkplaats geopend<br />

met een grote feestelijke opening, waarbij veel klanten en leveranciers aanwezig waren. Ook Toon<br />

Weevers heeft, ondanks zijn ziekte, de opening nog meegemaakt. Deze pionier en oprichter van het<br />

bedrijf is een paar weken later overleden.


Vader Weevers bij de opening van de nieuwe werkplaats<br />

Na het overlijden van Toon Weevers heeft het nog bijna 4 <strong>jaar</strong> geduurd voor zijn kantoortje de<br />

functie van kantine kreeg. Hoewel het bij de nieuwbouw in 1953 als schaftlokaal was ingetekend,<br />

was het daar nooit voor gebruikt. Tot die tijd schafte het personeel bij mooi weer buiten op het gras<br />

en bij minder goed weer in de werkplaats. Ze gingen dan zitten op de werkbank of op zelfgemaakte<br />

stoelen van oude zittingen van tractoren of zaaimachines.<br />

organisatie<br />

Ook in de organisatie van het bedrijf ging men met de tijd mee. Er waren kleine moderniseringen,<br />

zoals het aanvragen van een postbus (Postbus 1 te Marknesse werd toegekend op 28 juli 1972) en<br />

het invoeren van bedrijfskleding (1979), maar ook grotere aanpassingen. Ter ondersteuning van<br />

Trees Weevers, die de administratie bijhield, werd in 1972 voor het eerst een meisje aangenomen op<br />

kantoor voor het verwerken van de werkbonnen en het schrijven van de facturen. De administratie<br />

was in die tijd nog een hele klus, omdat nog alles met de hand werd geschreven. Met ingang van<br />

februari 1973 werden voor het eerst alle facturen verwerkt met de typemachine. De geleidelijke invoering<br />

van de computer voor boekhouding en voorraadbeheer volgde halverwege de jaren tachtig.<br />

Meer fundamenteel was het besluit van Dik en Trees Weevers om mechanisatiebedrijf Weevers om<br />

te zetten in mechanisatiebedrijf Weevers BV, hetgeen werd gerealiseerd op 23 augustus 1973. De<br />

omzetting naar BV hield in dat ook het briefpapier weer gewijzigd moest worden. Van die wijziging<br />

werd gebruik gemaakt om het logo voortaan in blauw uit te voeren en om het inmiddels oude model<br />

FIAT te vervangen door een nieuw model.<br />

Niet nieuw, maar wel heel belangrijk voor de klanten, is de voor Weevers vanzelfsprekende bereikbaarheid.<br />

Zo is het normaal dat na het vertrek van het personeel klanten gewoon worden geholpen,<br />

zowel door de week na werktijd als op zaterdag. In de oogsttijd is er geen enkele beperking van de<br />

service en worden indien nodig midden in de nacht reparaties verricht.<br />

Briefhoofd Mechanisatiebedrijf Weevers bv<br />

hoofdstuk 3


Klaas op de heftruck<br />

Hoewel gezamenlijk eten, zeker ’s avonds, hoog in het vaandel stond bij de familie Weevers, werd<br />

dit vaak onderbroken. Eerst werd gewacht tot Dik tijd had en dan werd gezamenlijk gestart, maar<br />

niet zelden werd er al na een paar minuten op de deur geklopt of ging de telefoon. Dik Weevers<br />

stapte dan direct op om de klant te helpen. Adviezen van derden om tijdens het eten gewoon de<br />

telefoon niet op te nemen, werden bewust niet opgevolgd. Als een klant belt, dan neem je op. Daar<br />

heb je geen moeite mee, dan sta je gewoon klaar!<br />

modernisering van BedrijfsmiddeLen<br />

Vanaf de jaren zeventig kwam ook de vernieuwing van allerlei bedrijfsmiddelen op gang. In de eerste<br />

jaren na de nieuwbouw werd nog veel gebruik gemaakt van oude werkmethoden, zoals het smidsvuur,<br />

de ijzerzaag en de vijl, en bestaande apparatuur, waaronder de lasapparaten met electroden,<br />

het autogenisch lassen, de veerhamer, de wals en de draaibanken.<br />

Elke ochtend bij het opstarten van het bedrijf werd de ventilator voor het smidsvuur aangezet,<br />

hoewel het vuur niet elke dag meer werd gebruikt. Het geluid hoorde bij de werkplaats. Aan deze<br />

routine is een eind gekomen op de dag dat Dik Weevers overleed. De ventilator wordt nu alleen nog<br />

functioneel gebruikt.<br />

De eerste vernieuwing begin jaren zeventig bestond uit de aanschaf van onder meer een freesbank,<br />

acculader, verstuivertester, haakse slijpschijf, ijzerschaar en spie-steekbank. Hoewel onverslijtbaar,<br />

werden ook deze methoden en apparatuur in de jaren tachtig ingehaald door nieuwe technieken en<br />

daarom steeds minder gebruikt of vervangen. Zo kwamen er bijvoorbeeld een lintzaagmachine, elektrische<br />

ijzerknip- en ponsmachine, nieuwe CO2 lasapparaten en een draaibank met digitale uitlezing.<br />

Met deze apparatuur was het onder meer mogelijk zelf onderdelen te maken, waarmee je minder<br />

afhankelijk was van de leveranciers en klanten dus sneller geholpen konden worden.<br />

De nieuwe apparatuur had ook veel voordelen voor de medewerkers. Met name het lassen met<br />

electroden leidde nogal eens tot verbrande gezichten en lasogen. Hoewel je bij het lassen een kap<br />

moest gebruiken om dat te voorkomen, had je bij het begin van een laswerk vaak één hand nodig<br />

om het laswerk vast te houden en vast te pikken. Op deze momenten kon je geen kap vasthouden<br />

en als je een dag had met veel laswerk, kon het gebeuren dat je met een rood hoofd thuis kwam.<br />

Omdat machines steeds groter en zwaarder werden, waren in het bedrijf een takel, kriks en een heftruck<br />

geen overbodige luxe. Het vermogen van deze hulpmiddelen is in de loop der jaren alleen maar<br />

toegenomen. Bovendien kwamen er steeds zwaardere serviceauto’s en aanhangwagens met het oog<br />

op vervoer van werktuigen.


Nieuw<strong>jaar</strong>skaartje<br />

Show in de Weevershal<br />

reLatie met de kLant<br />

Modern was ook de relatie met de klant. Altijd is er oog geweest voor de relatie met de klant en het<br />

besef dat alleen met klanten een gezond bedrijf kan bestaan. Naast de soms zeer langdurige zakelijke<br />

en persoonlijke relaties met pioniers en hun opvolgers, werd aan het eind van het <strong>jaar</strong> de band<br />

getoond die het bedrijf voelde met al zijn klanten. Vanaf de jaren zestig tot in de jaren tachtig waren<br />

de nieuw<strong>jaar</strong>sattenties van Weevers een begrip.<br />

In de periode tussen kerstmis en nieuw<strong>jaar</strong> werd bij alle klanten aan huis een nieuw<strong>jaar</strong>scadeautje<br />

gebracht. Volgens goed uitgedachte routes reden vaak 3 auto’s twee dagen door de polder om alle<br />

adressen aan te doen. De kinderen van Dik en Trees Weevers en hun vriendjes reden mee om overal<br />

uit te stappen aan te bellen en het cadeautje persoonlijk af te geven. Zij vonden het natuurlijk<br />

helemaal niet vervelend om even te wachten op een snoepje of een stuiver.<br />

de WeevershaL<br />

Door het feit dat er steeds sneller nieuwe producten op de markt kwamen, leidde verkoop tot inruil<br />

van oude werktuigen en tractoren. Deze gebruikte machines voldeden vaak nog prima en moesten<br />

uiteraard ook weer worden verkocht.<br />

De gebruikte werktuigen en tractoren werden aanvankelijk buiten rondom het bedrijf opgesteld. Na<br />

de uitbreiding van de werkplaats in 1975 was daar echter nauwelijks ruimte meer voor. Bovendien<br />

werden de machines er niet beter van door in weer en wind buiten te staan. Zowel de machine als<br />

de verkoopprijs leden daaronder.<br />

In 1978 werd daarom een nieuwe hal gebouwd (1000 m 2 ) voor een permanente opstelling van<br />

nieuwe en gebruikte werktuigen en tractoren, alsmede voor een permanente opstelling van nieuw<br />

materiaal. De nieuwe hal werd uiteraard ook de plek om regelmatig een show te organiseren en de<br />

laatste nieuwe producten aan de klanten te laten zien.<br />

reLatie met het dorp<br />

De Weevershal kreeg al snel grote bekendheid. Dit had vooral te maken met het feit dat de hal direct<br />

gebruikt werd voor allerlei andere activiteiten, zoals dorpsfeesten, sportactiviteiten, rommelmarkten,<br />

popconcerten, kerstzangdiensten, veilingen voor goede doelen, KPJ-feesten en jubileumvieringen,<br />

zoals 40 <strong>jaar</strong> Marknesse met de reünie van oud-dorpsgenoten.<br />

Het uitlenen van de Weevershal voor deze activiteiten gebeurde met de beste bedoelingen, maar<br />

al snel kwamen politie en brandweer met allerlei wettelijke eisen. De hal moest voor evenementen<br />

worden uitgebreid met bijvoorbeeld noodverlichting en een vluchtdeur. Ook bleek regelmatig dat<br />

de stroomvoorziening te zwak was, bijvoorbeeld voor popconcerten. Achteraf had Dik Weevers wel<br />

hoofdstuk 3


Sponsoring SVM voetbal<br />

Show met nieuwe tractoren en werktuigen<br />

eens spijt dat hij weer eens wat had toegezegd, zoals een popconcert van Normaal, maar als het<br />

evenement goed was verlopen was hij toch een tevreden man.<br />

Behalve dat de Weevershal beschikbaar werd gesteld voor maatschappelijke activiteiten, ging het<br />

bedrijf in de jaren zeventig ook meer doen aan sponsoring. Het meest in het oog springend zijn de<br />

reclameborden en trainingspakken van voetbal- en volleybalteams van SVM. Ook andere verenigingen,<br />

zoals de ponyclub, duivenvereniging en drumband DOKA kregen een bijdrage als daar om werd<br />

gevraagd.<br />

tractoren en LandBouWmachines<br />

het fiat deaLerschap<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers is vanaf het allereerste begin van Fiat-tractoren in Nederland in 1957<br />

dealer geweest. Hiervoor is al geschreven over het feit dat het dealerschap in eerste instantie de hele<br />

Noordoostpolder betrof en over de rijdende Fiat shows begin jaren zestig, toen de eerste serie Fiat<br />

landbouwtractoren kon worden gepresenteerd. Later werden shows, zeker als er nieuwe modellen<br />

waren uitgebracht, in en om het eigen bedrijf georganiseerd.<br />

Vanaf het begin was er niet alleen een goede zakelijke relatie, maar ontstond er, zowel met de<br />

heren Leonard Lang zelf als met directeuren en vertegenwoordigers van de landbouwdivisie van<br />

Leonard Lang, een meer dan vriendschappelijke band. Leonard Lang sr. was een man met aanzien<br />

en had een hele dure auto met chauffeur. Als hij langs kwam voor overleg met Dik Weevers zei hij<br />

tegen zijn chauffeur: “Neem jij de kinderen maar even mee voor een ritje door de polder”.<br />

Fiat is altijd zeer actief geweest om zijn dealers snel te informeren over nieuwe ontwikkelingen. In<br />

1975 liet Fiat via een telegram aan zijn dealers weten dat de nieuwe 780 was gearriveerd en te zien<br />

zou zijn in Liempde (prijs ƒ 32.000 incl. luxe veiligheidscabine 85dba). Het belang hiervan was dat<br />

deze nieuwe serie een sterk afwijkend model had ten opzichte van de voorgaande series. Fiat wilde<br />

hiermee laten zien dat het met zijn tijd meeging en een trend kon zetten. Het nieuwe model was zo<br />

afwijkend dat ook het briefpapier van Weevers werd aangepast.<br />

In 1982 is mechanisatiebedrijf Weevers 25 <strong>jaar</strong> Fiat dealer en ontvangt het ter gelegenheid daarvan<br />

een zilveren legpenning uit handen van de directie van het Fiat Dieselcentrum te Apeldoorn. Weevers<br />

ontvangt als eerste in Nederland deze penning, die namens de directie van Fiat Trattori in Italië<br />

wordt uitgereikt. In die 25 <strong>jaar</strong> leverde Weevers ruim <strong>60</strong>0 Fiat-tractoren af in de Noordoostpolder.<br />

0


Verschillende Fiat modellen<br />

Regelmatig werden klanten uitgenodigd om nieuwe modellen en andere Fiat producten, zoals Gallignani<br />

persen en Laverda combines, te bekijken in het Fiat Dieselcentrum te Apeldoorn. Daarnaast<br />

heeft Weevers met medewerkers en klanten verschillende bezoeken gebracht aan de imposante<br />

fabrieken van FIAT-tractoren in Italië.<br />

In een verslag in een regionale krant staat over een van deze bezoeken: “De wandeling door de<br />

tractorenfabriek in Modena heeft een afstand van 5 kilometer. Per dag worden daar 350.000 onderdelen<br />

vervaardigd; er loopt 300 kilometer transportband door en een spoorlijn van 52 kilometer.<br />

Per dag worden er 330 tractoren afgeleverd. Het gezelschap uit de Noordoostpolder volgde het<br />

fabricageproces van het begin tot het einde.”<br />

In 1994 neemt Fiat de landbouwgroep van Ford over en gaat verder onder de naam New Holland.<br />

Aanvankelijk was ook Weevers positief over deze overname, die mogelijkheden bood om het beste<br />

van twee merken samen te brengen in een nieuwe generatie tractoren. Met de overname volgt echter<br />

een ander beleid met betrekking tot dealers, waarbij historische relaties niet tellen. Het gevolg was<br />

dat Weevers Marknesse niet meer in aanmerking kwam om hoofddealer te worden van New Holland.<br />

Bezoek aan de Fiat-fabriek in Italië<br />

hoofdstuk 3


SAMON producten<br />

10 Meer over deze producten en ontwikkelingen is te vinden<br />

in het intermezzo over ontwikkelingen in de landbouw (zie<br />

p. 98).<br />

11 De SAMON groep bestaat halverwege de jaren tachtig uit<br />

de mechanisatiebedrijven Ellens (Nagele), Elshof & Van Dijk<br />

(Creil en Rutten), Weevers BV Marknesse/Weevers Emmeloord,<br />

Weevers Swifterbant BV/Weevers Zeewolde BV en MCB<br />

Biddinghuizen. Later sluiten twee bedrijven buiten Flevoland<br />

zich aan, te weten Van Trier (De Heen/Brabant) en Leenpoel<br />

(Kamperland/Zeeland). Elk bedrijf binnen de SAMON werkt<br />

voor eigen rekening en heeft ook zijn eigen dealerschappen.<br />

12 Mede op initiatief van Dik Weevers nemen een aantal<br />

mechanisatiebedrijven uit de SAMON-groep aandelen in<br />

Climax, waardoor dit bedrijf de mogelijkheid kreeg zijn activiteiten<br />

verder uit te breiden en te innoveren.<br />

Gezien de goede ervaringen met Massey Ferguson bij Weevers Emmeloord en De Nieuwstad van<br />

zoon Tonny Weevers in Lelystad wordt in 1999, na ruim 40 <strong>jaar</strong>, besloten ook in Marknesse de overstap<br />

naar Massey Ferguson (MF) te maken. Een belangrijke overweging daarbij was de historie van<br />

dit merk en de goede naam met betrekking tot betrouwbaarheid en kwaliteit.<br />

productontWikkeLing en -vernieuWing<br />

Net als voor de fruitteelt maakte Weevers ook producten voor de landbouw. Halverwege de jaren zeventig<br />

heeft Weevers een ontsmettingsmachine op de markt gebracht voor de bestrijding van ziekten<br />

bij aardappelen. Ook werden in het bedrijf veel stortbakken gemaakt die de aanvoer van bijvoorbeeld<br />

aardappelen regelden bij de inschuring. Behalve deze producten die in grote aantallen zijn gemaakt,<br />

zijn in de loop der jaren veel standaardmachines aangepast aan specifieke wensen van klanten. 10<br />

samenWerking<br />

In tegenstelling tot begin jaren zestig werden begin jaren tachtig de beperkingen van de omvang van<br />

het bedrijf gevoeld. De toenemende concurrentie maakte dat met name de tweede generatie boeren<br />

(vaak opvolgers van de pioniers) meer geneigd was om ook bij andere leveranciers hun licht op te<br />

steken. Er ontstond dan ook behoefte om de mogelijkheden van het bedrijf te vergroten, zodat de<br />

klanten kwalitatief goede producten aangeboden konden worden tegen scherpe prijzen. Aangezien<br />

elk polderdorp zijn eigen mechanisatiebedrijf had, werd deze behoefte gevoeld bij meer bedrijven.<br />

De keuze voor samenwerking lag bij Dik Weevers meer voor de hand, dan de keuze voor uitsluitend<br />

zakelijke concurrentie. Samen met collega’s in de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland werd<br />

daarom de SAMON (SAmenwerkende Mechanisatiebedrijven Oostelijk Flevoland en Noordoostpolder)<br />

gevormd. 11<br />

De samenwerking heeft veel voordelen voor de klant. Dat begint al bij de inkoop. De deelnemende<br />

bedrijven zouden ieder op zich van een bepaalde machine bijvoorbeeld drie of vijf stuks nodig<br />

hebben, door gezamenlijke inkoop gaat het dan al gauw om 30 stuks. De inkoopcombinatie kan<br />

daarom voor een betere prijs goede merken inkopen. Een ander voordeel is dat leveranciers bereid<br />

zijn te luisteren naar de SAMON en de wensen van hun klanten. Met leveranciers kunnen afspraken<br />

gemaakt worden over aanpassingen. Er ontstaat dan ook een goede samenwerking met een aantal<br />

belangrijke leveranciers, zoals Climax 12 (in- en uitschuurlijnen), Veenhuis (o.a. kipwagens), Douven<br />

(o.a. veldspuiten) en Zonna (o.a. Grimme aardappelrooiers). In een aantal gevallen ontwikkelde de<br />

SAMON zelf een model van een product van een leverancier, dat dan door deze leverancier werd<br />

gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn kipwagens en transporteurs. De samenwerking heeft ook grote<br />

voordelen met betrekking tot de service. De gezamenlijke bedrijven beschikken over ervaren vakmensen,<br />

die indien nodig bij elkaar kunnen inspringen. Daarnaast werden onder meer gezamenlijk<br />

shows gehouden, werd samen opgetrokken op beurzen en gaf de SAMON een informatieblad uit.


hoofdstuk 3


De werkplaats


Reparatie trekker<br />

service en reparatie<br />

Het gaat in het bedrijf uiteraard niet alleen om de verkoop van trekkers en werktuigen. Waar wordt<br />

verkocht, moet immers ook service, zoals periodieke beurten, worden verleend en moeten reparaties<br />

worden verricht. In de beschrijving van werkzaamheden verandert door de jaren heen niet zo veel.<br />

Opvallend is dat nog steeds ploegscharen en schoffels worden gescherpt, banden worden geplakt,<br />

kettingen worden gerepareerd en van alles wordt gelast en rechtgezet.<br />

Klaas Oosterheerd zette voor elke ploegschaar die hij had gescherpt een streepje op de kap van het<br />

vuur, zodat hij, maar zeker ook Dik Weevers aan het eind van het seizoen kon zien hoeveel ploegscharen<br />

hij had verwerkt. Niet alleen het aantal werd daardoor zichtbaar, maar het leverde ook<br />

waardering op voor de fysieke inspanning die hij geleverd had.<br />

Met het oog op de werkgelegenheid wordt in rustige perioden werk gecreëerd of gezocht. De eigen<br />

machines zijn daar een voorbeeld van, maar door de moderne bedrijfsmiddelen was het ook mogelijk<br />

werk van derden aan te nemen, waaronder eigen leveranciers. Zo is er werk uitgevoerd voor<br />

onder meer Climax, Romas, Ridder en Grisnich.<br />

Verder komen voor het repareren van een hydroliekleiding, het vervangen van een aftakas, het rechtzetten<br />

van een steunrol in een boxenvuller, het vernieuwen van een aandrijfas en koppeling van een<br />

bietenrooier, het controleren van het brandstofcircuit, het demonteren en testen van een dynamo en<br />

het vervangen van de drukketel van een pomp.<br />

Omdat de machines steeds groter en ingewikkelder worden, nemen de kennis en ervaring die voor<br />

het uitvoeren van reparaties nodig zijn wel sterk toe. De werkplaats wordt in de jaren zeventig en<br />

tachtig bemand door gemiddeld 8 medewerkers met veelal een eigen specialisatie.<br />

Klanten kwamen in die tijd nog zonder afspraak met klussen naar de smederij en vroegen bijvoorbeeld<br />

Klaas, Mart of Herman of de reparatie tussendoor kon worden uitgevoerd. Deze namen<br />

verantwoordelijkheid en bepaalden zelf in hoge mate of dat mogelijk was of niet. Omdat dat goed<br />

ging, bemoeide Dik Weevers zich er niet veel mee.<br />

Het magazijn krijgt in de loop van jaren een steeds belangrijker functie. Het is niet alleen meer de<br />

plaats waar de voorraad wordt beheerd, die nodig is voor het uitvoeren van reparaties, maar ook steeds<br />

meer de winkel waar klanten onderdelen komen halen om zelf reparaties uit te voeren. Het assortiment<br />

wordt dan ook steeds groter. In de jaren zeventig gaat het bijvoorbeeld om olie, v-snaren,<br />

bouten en moeren, banden, vet, kogellagers, verf, ijzer, ketting, triltanden en beitels. Vijftien <strong>jaar</strong> later<br />

zijn daar onder meer aan toegevoegd lucht- en oliefilters, rubbers, pakkingen en hydroliekonderdelen.<br />

hoofdstuk 3


Duo-advertentie overname Emmeloord<br />

Weevers Emmeloord<br />

13 Op 1 april 1989 nemen Tonny en Rian Weevers Landbouwmechanisatiebedrijf<br />

De Nieuwstad in Lelystad over en beginnen<br />

daarmee voor zichzelf. Per 1 januari 2000 wordt MCB<br />

te Biddinghuizen overgenomen. Dit bedrijf wordt eind 2001<br />

overgeplaatst naar Lelystad en geïntegreerd in De Nieuwstad.<br />

toekomstgericht<br />

Weevers emmeLoord<br />

Op 1 april 1985 nemen Dik en Trees Weevers landbouwmechanisatiebedrijf De Nieuwstad in Emmeloord<br />

over, dat onder de naam Weevers Emmeloord zelfstandig blijft bestaan. Enerzijds werd deze<br />

uitbreiding gezocht met het oog op groei van mogelijkheden, anderzijds vanwege de toekomst van<br />

hun zonen, waarvan er meer dan één interesse had om een toekomst op te bouwen in de landbouwmechanisatie.<br />

Toen bekend werd dat Brinkmann & Niemeyer zich terug ging trekken uit de<br />

landbouwmechanisatie en het bedrijf in Emmeloord te koop werd aangeboden, is Dik Weevers er<br />

in geslaagd dit bedrijf over te nemen. Tonny Weevers, zoon van Dik en Trees Weevers en vernoemd<br />

naar zijn opa Toon Weevers, wordt bedrijfsleider van mechanisatiebedrijf Weevers Emmeloord.<br />

Dat Tonny Weevers in de voetsporen van zijn vader en opa zou treden, was al snel duidelijk. Hij is al<br />

van kinds af aan erg betrokken bij de smederij en was daar ook altijd te vinden. Het was zo erg dat<br />

zijn prestaties op de middelbare school er onder leden. Om te voorkomen dat de afleiding zo groot<br />

zou zijn dat hij zijn MAVO diploma niet zou halen, heeft hij deze opleiding op een kostschool gevolgd.<br />

Met het oog op een carrière in de landbouwmechanisatie heeft Tonny Weevers vervolgens eerst de<br />

middelbare technische school (MTS) in Sneek doorlopen en daarna het Instituut voor Autohandel<br />

(IVA) te Driebergen. Deze en andere opleidingen in techniek, verkoop, bedrijfsvoering en management<br />

en zijn ervaring in het bedrijf te Marknesse (waar hij nooit officieel gewerkt heeft), maken hem<br />

geschikt om deze vestiging te leiden.<br />

Het bedrijf in Emmeloord wordt met de aanwezige medewerkers op dezelfde voet voortgezet. Het<br />

aanwezige trekkermerk, Massey Ferguson, blijft een belangrijke basis in het verkoopprogramma.<br />

Naast de aanwezige merken, worden machines en werktuigen die al in Marknesse worden vertegenwoordigd<br />

aan het programma toegevoegd, hetgeen voordelen heeft voor de klant (kennis van het<br />

product) en richting de leverancier (betere voorwaarden).<br />

Tegelijk met de aankondiging van de overname wordt ook hier het sterke punt van de bereikbaarheid<br />

ingevoerd. De klanten worden er direct op gewezen dat het bedrijf ook na sluitingstijd en,<br />

indien nodig, op zaterdag voor hen klaar staat. Al snel wordt bij het bedrijf een woning gebouwd,<br />

waar Tonny en Rian Weevers gaan wonen. Enerzijds kan de bereikbaarheid daardoor makkelijker<br />

worden gerealiseerd en anderzijds kan Rian, die de administratie doet en ook veel contacten heeft<br />

met klanten en leveranciers, flexibel inspringen. 13


Onthulling glas-in-loodraam (kunstenaar Annemiek Punt)<br />

14 In dit kader hebben Dik en Trees Weevers de klanten gevraagd<br />

om een financiële bijdrage. Tijdens het feest wordt<br />

bekend gemaakt dat deze bijdragen, verdubbeld door het<br />

jubilerende bedrijf, wordt geschonken aan de commissie<br />

Woord en Beeld met het oog op het realiseren van het boek<br />

50 <strong>jaar</strong> Marknesse, dat in 1992 zal verschijnen. De gift bedraagt<br />

ƒ 5.080,-.<br />

15 Dik Weevers is daarnaast onder meer actief geweest in<br />

besturen van de kerk, scholen en verenigingen. Ook Trees<br />

Weevers is erg actief geweest in allerlei organisaties en verenigingen,<br />

zoals de kerk, Caritas, Woord en Beeld, Vrijwillige<br />

hulpdienst en Dorpsbelang Marknesse.<br />

40 <strong>jaar</strong> Weevers<br />

In 1989 bestaat mechanisatiebedrijf Weevers 40 <strong>jaar</strong>. Dit gegeven is belangrijk genoeg om te vieren;<br />

er is geen toekomst zonder verleden. De feestelijkheden starten met een bijeenkomst met leveranciers<br />

en collega’s. De dag erna volgt een groot feest, dat door honderden klanten is bezocht. Tijdens<br />

deze bijeenkomsten wordt veel teruggekeken naar het begin van het bedrijf en alle ontwikkelingen<br />

die hebben plaatsgevonden. 14<br />

In een interview met de krant merkt Dik Weevers op: “Het is eigenlijk altijd vanzelfsprekend<br />

geweest dat ik in het bedrijf van mijn vader ging werken. Achteraf gezien is het een goede keus<br />

geweest, want het vak boeit me in hoge mate. Naast de handel en de techniek vind ik de omgang<br />

met de mensen nog altijd het meest aantrekkelijke.”<br />

Uiteraard wordt ook naar de toekomst gekeken. Zo wordt tijdens het feest bekend gemaakt dat<br />

Adrie Weevers, de tweede zoon van Dik en Trees Weevers, sinds een maand als vertegenwoordiger<br />

voor het bedrijf werkzaam is. Daarnaast is er een grootse jubileumshow, waar het allernieuwste op<br />

mechanisatiegebied wordt gepresenteerd in combinatie met oude werktuigen (een hobby van Dik<br />

Weevers). Tijdens de show werd een aantal topmerken gepresenteerd, die al jaren door het bedrijf<br />

worden vertegenwoordigd. Het gaat onder andere om Fiat tractoren, Samon werktuigen, Douven<br />

veldspuiten, Climax aardappellijn, Veenhuis kip-, meng- en mestwagens, Rumptstad ploegen en<br />

Honda tweewielige trekkers en gazonmaaiers.<br />

Het 40 jarig bestaan is uiteraard ook gevierd met de familie. Tijdens die bijeenkomst worden de<br />

grondleggers van het bedrijf ‘vader en moeder Weevers’ geëerd. Beiden zijn te vroeg gestorven en<br />

verdienen een vaste plaats in het door hen gestichte bedrijf. Dik en Trees Weevers hebben daarom<br />

aan een kunstenaar de opdracht gegeven een glas-in-lood raam te maken. Het kunstwerk bevat de<br />

beeltenissen van Toon en Truus Weevers met daar om heen de ontwikkeling van het bedrijf.<br />

maatschappeLijke organisaties<br />

Dik Weevers heeft de toekomst ook altijd in een breder perspectief gezien. Voor mechanisatiebedrijf<br />

Weevers is geen toekomst zonder boeren, zonder goed opgeleide medewerkers, zonder een goede<br />

brancheorganisatie voor de mechanisatiebedrijven, zonder ondernemers in het dorp Marknesse en<br />

zonder (verenigingsleven in) het dorp Marknesse. Hij is dan ook altijd actief geweest in allerlei commissies<br />

en besturen.<br />

Om een indruk te geven volgen een paar voorbeelden van zijn betrokkenheid bij maatschappelijke<br />

organisaties, die in relatie staan tot het bedrijf. 15 Eind jaren zeventig was Dik Weevers lid van de<br />

Beurscommissie van De Beurs in Emmeloord. In Marknesse wordt hij in 1988 de eerste voorzitter<br />

van de tot Ondernemersvereniging Marknesse omgedoopte middenstandsvereniging (in 1953<br />

hoofdstuk 3


D.P.A. Weeversstraat<br />

opgericht onder de naam Handel en Ambacht). Ook is hij lid van de Promotiecommissie van<br />

Dorpsbelang Marknesse. Rond 1990 is hij lid van de Commissie van Toelating en Toezicht van de<br />

Landbouw RAI. Als hij meer tijd krijgt voor zijn hobby met betrekking tot oude tractoren wordt hij<br />

bestuurslid van de afdeling Flevoland van de Oude Tractoren en Motorenvereniging (OTMV).<br />

Of het met zijn maatschappelijke betrokkenheid te maken heeft, is niet bekend, maar in 1981<br />

wordt Dik Weevers door Gedeputeerde Staten van Overijssel uitgenodigd voor een déjeuner ter ere<br />

van Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus der Nederlanden in<br />

Zwartsluis. Hij zat aan tafel bij Prins Claus, vlak achter de Koningin, die aan de naastliggende tafel<br />

zat en was daar best trots op. Minder trots was hij op het feit dat hij niet zo bekend bleek met de<br />

etiquette. In het boekje ter gelegenheid van het bezoek werd hij vermeld als directeur-eigenaar van<br />

een landbouwmechanisatiebedrijf te Emmeloord. Hoewel blij met de toevoeging eigenaar, was hij<br />

minder te spreken over de verkeerde plaatsaanduiding. Hij heeft dat uiteraard rechtgezet door Prins<br />

Claus te vertellen over het bezoek van Koningin Juliana in 1951 aan het bedrijf in Marknesse.<br />

In 1994 treedt Dik Weevers uit het bestuur van de branchegroep COM (Centraal Orgaan Mechanisatiebedrijven)<br />

en wordt bij die gelegenheid door de Raad van Bestuur van de Metaalunie benoemd<br />

tot lid van verdienste. Zijn verdiensten waren het feit dat hij 23 <strong>jaar</strong> lid van het bestuur is geweest<br />

(eerst van de Stichting Centrale Sectie Landbouwmechanisatiebedrijven Smecoma en later van de<br />

branchegroep COM, waar genoemde sectie in op is gegaan). Namens de COM heeft hij 17 <strong>jaar</strong> deel<br />

uitgemaakt van de Raad van Bestuur van de Metaalunie en is hij ook nog een aantal jaren Bondsraadslid<br />

geweest. Verder heeft hij de brancheorganisatie in diverse externe instellingen en organen<br />

vertegenwoordigd, zoals de Praktijkschool voor Landbouwtechniek, de ledenraad van de Federatie<br />

Het Landbouwwerktuig en de Redactieraad van het blad Landbouwmechanisatie.<br />

een toekomst zonder dik Weevers<br />

Op 1 april 1994 werkte Dik Weevers 45 <strong>jaar</strong> in het bedrijf. Enerzijds vanwege zijn gezondheid en anderzijds<br />

omdat hij vond dat zijn ouders te kort van hun pensioen hebben kunnen genieten, speelde<br />

hij toen al met de gedachte hoe en wanneer hij de zaak het beste kon overdragen. Zover is het helaas<br />

niet gekomen. Op 27 juli 1994 overleed hij onverwacht, voordat hij de toekomst uit had kunnen<br />

stippelen. Dat hij op dat moment nog de spil van het bedrijf was en nog midden in de samenleving<br />

stond, bleek uit de overweldigende belangstelling bij zijn uitvaart.


De benoeming tot lid van verdienste van de Metaalunie<br />

hoofdstuk 3


hoofdstuk 4<br />

mechanisatiebedrijf Weevers voorbereid op de toekomst<br />

de derde generatie: adrie en peter Weevers<br />

1994 - 2008<br />

Dit hoofdstuk betreft de voortzetting van het bedrijf na het plotselinge overlijden<br />

van Dik Weevers. Zijn zoons Adrie en Peter Weevers zetten het bedrijf voort, nemen<br />

het over van hun moeder Trees Weevers en bereiden het voor op de toekomst.<br />

hoofdstuk 4


Een diploma van Adrie Weevers<br />

Een diploma van Peter Weevers<br />

1 De situatie bij Weevers Emmeloord, dat zelfstandig naast<br />

Weevers BV in Marknesse functioneert, blijft onder leiding<br />

van Rink de Jong onveranderd.<br />

met vertrouWen vooruit<br />

Na het overlijden van Dik zet Trees Weevers samen met zoon Adrie, die al enige jaren in het bedrijf<br />

werkt, het bedrijf voort. In september 1994 komt ook zoon Peter in het bedrijf werken. Afgesproken<br />

wordt dat Adrie, die op 1 december 1994 wordt benoemd tot directeur, de klanten aan het bedrijf zal<br />

bedienen en dat Peter “de boer opgaat”. 1<br />

Trees Weevers neemt na het overlijden van Dik vele touwtjes in handen, zowel intern als extern en<br />

onderhoudt veel contacten. Ze is erg gedreven om het bedrijf op een goede manier over te dragen<br />

aan haar zoons Adrie en Peter. Afscheid nemen lukt niet in één keer en gebeurt stukje bij beetje.<br />

Ze blijft daarom eerst direct, later indirect, nog later aan de zijlijn en tot op de dag van vandaag op<br />

afstand nauw betrokken en altijd bereid om even in te springen. Elk jubileum of opening kondigt ze<br />

aan nu echt afscheid te nemen. Is <strong>60</strong> <strong>jaar</strong> Weevers voor haar, inmiddels 73 <strong>jaar</strong>, een goed moment<br />

om echt van haar pensioen te gaan genieten?<br />

Adrie Weevers heeft na de MAVO, MTS werktuigbouw en een tweetal jaren HTS werktuigbouw<br />

gedaan. Daarna volgden het Instituut voor de Autohandel (IVA), dat hij in 1986 heeft afgerond, en<br />

managementtrainingen, waarbij hij zijn vakdiploma’s haalt. Hij heeft werkervaring opgedaan bij bedrijven<br />

voor garageapparatuur, zoals hefbruggen en uitlijnapparaten. Toen Dik Weevers in 1989 een<br />

hartaanval kreeg, is Adrie eerst part-time als vertegenwoordiger in Marknesse aan de slag gegaan,<br />

omdat hij zeker wilde weten of de landbouwsector wel iets voor hem was. Adrie Weevers is ook<br />

bestuurlijk actief. De meest opvallende bestuurlijke activiteiten zijn: voorzitter ondernemersvereniging<br />

Marknesse, voorzitter ondernemersvereniging Groendorpen, lid adviescommissie economisch<br />

beleid Gemeente Noordoostpolder en voorzitter stichting Future Farming Flevoland.<br />

Peter Weevers heeft na de HAVO 2 <strong>jaar</strong> MTS werktuigbouw in Sneek gedaan, maar is daarna overgestapt<br />

naar de nieuwe opleiding landbouwtechniek aan de MTS in Apeldoorn (eerste lichting).<br />

Hij heeft werkervaring opgedaan bij mechanisatiebedrijf Bruinsma in Dronten en Zijlstra&Bolhuis<br />

(Climax) in Veendam. Vanuit Zijlstra&Bolhuis is hij voor Farm Frites naar Polen gegaan voor het opzetten<br />

en begeleiden van een boerderij van 3000 hectare. Vervolgens mocht hij van Dik Weevers nog<br />

een <strong>jaar</strong> naar Canada, omdat hij nog niet nodig was in Marknesse. Hij heeft daar gewerkt voor Jake<br />

Kloosterman, importeur van Grimme en Climax machines. Bestuurlijke ervaring heeft Peter Weevers<br />

onder meer opgedaan in de Jongerenraad van de Rabobank en de Leadercommissie provincie Flevoland,<br />

waar hij nu nog bij betrokken is.<br />

Het bedrijf dat Dik Weevers achterliet was altijd in beweging en met de tijd meegegaan en hij slaagde<br />

er steeds in zich te onderscheiden van de concurrentie. Met de komst van Adrie en Peter wordt


Folder in het Pools<br />

verder in de toekomst gekeken. De toenemende concurrentie en het afnemend aantal landbouwbedrijven<br />

maakt het nog belangrijker om het bedrijf in positieve zin te profileren. Zekerheid vraagt om<br />

een goede visie op de toekomst en tegelijkertijd om het benutten van de kansen die zich voordoen.<br />

Omdat dit uiteraard ook geldt voor De Nieuwstad van Tonny en Rian Weevers in Lelystad, wordt de<br />

samenwerking tussen de broers uitgebreid.<br />

nieuWe kansen en uitdagingen<br />

poLen<br />

Peter beschikt over een internationaal georiënteerd instinct. Mede op grond van zijn ervaring in Polen<br />

(hij was daar als technische man betrokken bij een aardappelproject van Farm Frites via leverancier<br />

Climax) wordt in 1995 besloten om in Polen te gaan pionieren. Climax had in de jaren daarvoor<br />

al een aantal inschuurlijnen in Polen verkocht, maar de noodzakelijke (onderdelen)service haperde.<br />

De leverancier kwam daarom, mede gezien de ervaring van Peter, met het verzoek aan Weevers<br />

om het importeurschap voor Climax in Polen (een groeimarkt) in te vullen. Besloten werd de stap<br />

te wagen en uiteraard mag Peter het zelf gaan uitvoeren. Hij en monteur Harco Christiaens gaan<br />

in eerste instantie gedurende het oogstseizoen de reparatie- en servicewerkzaamheden uitvoeren.<br />

Naast reparatie en levering van onderdelen is het echter ook de bedoeling om een mechanisatiebedrijf<br />

op te bouwen met het oog op verkoop van nieuwe en tweedehands machines. Voor de nieuwe<br />

machines moeten ze het hebben van de boeren die vanuit heel Europa naar Polen trekken. Gebruikte<br />

machines, die in Nederland niet meer op belangstelling van de boeren kunnen rekenen, zijn in Polen<br />

nog goed aan Poolse boeren te verkopen. In folders wordt er daarom direct op gewezen dat Weevers<br />

totale mechanisatie levert en, naast Climax, ook gespecialiseerd is in merken als Grimme, Dubex,<br />

Pottinger, Fiatagri en Massey Ferguson.<br />

Een bekend beeld in die tijd zijn de lange rijen voor de Poolse grens. Alles moest ingeklaard worden.<br />

Zo moest Adrie eens een flink aantal uren extra wachten, omdat de douanebeambte een bandenspanningsmeter<br />

niet kon rubriceren en er gewacht moest worden op een collega.<br />

Weevers Polen wordt gevestigd in het plaatsje Stupsk, niet ver van de Oostzee, waar het onderdak<br />

vindt in het Holland Business Centre, waarin meer Nederlandse bedrijven zijn gehuisvest. De<br />

ontwikkeling van het bedrijf bleek erg afhankelijk van de snelheid van de ontwikkeling van de Poolse<br />

landbouwsector. Na marktonderzoek en gesprekken over samenwerking is, met name omdat er<br />

uitbreidingsmogelijkheden kwamen in Kraggenburg, besloten de activiteiten in Polen niet voort te<br />

zetten. Het Poolse initiatief mocht uiteraard niet ten koste gaan van de bestaande bedrijven.<br />

hoofdstuk 4


Werkplaats Weevers Kraggenburg<br />

2 De verandering in Marknesse is nog groter, omdat op 29<br />

april 1996, na 40 jaren trouwe dienst, ook afscheid wordt genomen<br />

van Klaas Oosterheerd.<br />

3 Het dealerschap van Beverol wordt ondergebracht in een<br />

nieuwe onderneming, Bevop Oliehandel, waar de broers<br />

Tonny, Adrie en Peter Weevers eigenaar van zijn.<br />

4 Cees Simonse heeft op 29 december 2003 zijn werkzaamheden<br />

na 18 <strong>jaar</strong> (waaronder 7 in dienst van Bevop) beëindigd.<br />

Tijdens het huwelijksfeest van Adrie Weevers en Ingrid Oosterveld in de Weevershal (1995) blijkt<br />

dat Ingrid geen landbouwachtergrond heeft. Als Ingrid tijdens het feest even naar huis wil en de<br />

deur niet in kan, omdat de vriendenclub deze gebarricadeerd had met een wentelploeg, komt zij<br />

verontwaardigd terug en roept: ”Adrie er staat een aardappelrooier voor de deur.” Later gaat Ingrid<br />

meer voor het bedrijf doen, zoals de boekhouding van Kraggenburg, het organiseren van personeelsfeesten<br />

en bedrijfsuitjes en het onderhouden van contacten met personeel en klanten.<br />

kraggenBurg<br />

Polen wordt beëindigd, omdat er dichter bij Marknesse een kans kwam om de activiteiten verder<br />

uit te breiden. Toen collega mechanisatiebedrijf Elshof & Van Dijk liet weten het bedrijf in Kraggenburg<br />

te willen verkopen, kwam dat voor Adrie en Peter zeer gelegen. Adrie Weevers had al bedacht<br />

dat gezien het afnemend aantal boeren in de Noordoostpolder het aantal mechanisatiebedrijven<br />

niet gelijk kon blijven en was overtuigd van de voordelen van de overname. Het bedrijf in Kraggenburg,<br />

actief in fruitteelt en akkerbouw, sloot qua werkzaamheden en werkgebied perfect aan op<br />

Weevers Marknesse. Het bood daarmee goede mogelijkheden voor het creëren van meer omzet en<br />

schaalvoordelen en het uitwisselen van kennis en ervaring ten behoeve van de continuïteit van beide<br />

bedrijven. Adrie en Peter hebben daarom het bedrijf per 1 april 1996 overgenomen en daarvoor de<br />

vennootschap Weevers Kraggenburg opgericht.<br />

In aanvang vinden er in Kraggenburg geen wijzigingen plaats. Het personeel blijft gewoon in dienst<br />

en ook de vertrouwde merken blijven aanwezig. De overname heeft echter wel gevolgen voor Weevers<br />

Marknesse. Mart Christiaens, op dat moment al bijna 40 <strong>jaar</strong> werkzaam in Marknesse, krijgt de<br />

dagelijkse leiding over Weevers Kraggenburg en hij gaat, gezien de visie van Weevers op service, bij<br />

het bedrijf wonen. 2<br />

Gerard Elshof en Siem van Dijk hebben altijd veel samengewerkt met Dik Weevers. Ze hadden een<br />

vriendschappelijke band en veel waardering voor elkaar. Dit laten zij ook merken in hun klantenbrief<br />

over de “wisseling van de wacht”. Zij laten daarin weten dat “het bedrijf is overgenomen door<br />

de gebroeders Weevers uit Marknesse, die geen onbekenden zijn in de landbouwmechanisatie,<br />

zodat uw zaken goed behartigd zullen worden.” Ook schrijven zij dat Mart Christiaens zijn sporen<br />

in het vak ruim heeft verdiend. Zij bevelen de gebroeders Weevers dan ook gaarne aan.<br />

deaLerschap BeveroL<br />

Met ingang van 1997 wordt het dealerschap van Beverol smeermiddelen 3 overgenomen van Cees<br />

Simonse. De overname wordt naar buiten toe stil gehouden, omdat Cees Simonse 4 zijn werk nog<br />

een aantal jaren op dezelfde voet wil voorzetten en Weevers en De Nieuwstad de samenwerking<br />

met Beverol eerst verder willen ontwikkelen. De mechanisatiebedrijven zochten niet alleen een<br />

goede leverancier voor smeer- en olieproducten, maar ook een innovatieve partner voor zaken als


Advertentie met 4 (oude) logo’s<br />

trekkerkeuringen en oliemonsteranalyse. Zaken waar de klant zijn voordeel mee kan doen om de<br />

kostprijs van machines naar beneden te krijgen en de levensduur ervan te verlengen. Direct in 1997<br />

is daarom al gestart met de bouw van een compleet ingericht Beverol trekkerkeurings- en teststation<br />

bij Weevers Emmeloord.<br />

Logo’s van de drie Weevers bedrijven in NOP<br />

nieuWe ontWikkeLingen<br />

kLanten en faBrikanten<br />

Twee belangrijke ontwikkelingen in de sector zijn de sanering van boerenbedrijven en de concentratie<br />

aan fabrikantenzijde. Door de sanering van bedrijven heeft Weevers steeds meer grote landbouwbedrijven<br />

en loonbedrijven als klant. Deze klanten hebben specifieke wensen met betrekking tot de<br />

machines die ze kopen en die op korte termijn rendement moeten opleveren. De relatie met de fabrikanten<br />

van deze machines is dan ook zeer belangrijk. De kwaliteit van het product bepaalt immers<br />

in hoge mate of klanten bereid zijn het te kopen. Mechanisatiebedrijf Weevers wijst fabrikanten, op<br />

basis van klant- en praktijkervaringen, dan ook regelmatig op mogelijkheden voor productontwikkeling<br />

en –innovatie, maar moet constateren dat deze weg vaak maar langzaam tot aanpassingen leidt.<br />

Omdat de standaarduitvoering van een machine vaak op Europees niveau wordt verkocht, is het niet<br />

meer zo eenvoudig als vroeger om een fabrikant te overtuigen een aanpassing te maken voor de<br />

hoofdstuk 4


Logo met tandrad en korenaren<br />

5 Het nieuwe logo is ontwikkeld door zus Helma Weevers.<br />

6 Column in eerste uitgave van Transmissie, januari 1997.<br />

Nederlandse markt, laat staan de specifieke markt in de Noordoostpolder. Daarnaast is het zo dat<br />

steeds meer fabrikanten fuseren, waardoor merken en dealerschappen wijzigen en jarenlange, vaak<br />

persoonlijke relaties plaatsmaken voor strikt zakelijke relaties.<br />

samenWerking mechanisatieBedrijven Weevers en de nieuWstad<br />

Om in te kunnen blijven spelen op specifieke wensen van de klant hebben de broers Tonny, Adrie en<br />

Peter besloten intensiever samen te gaan werken, waardoor kennis en ervaring worden gebundeld.<br />

Een ander effect is dat daarmee het inkoopvolume wordt vergroot, waardoor er meer mogelijkheden<br />

zijn om een gunstiger positie te creëren bij de leveranciers. Door veelal dezelfde merken te voeren<br />

is er meer kennis bij de medewerkers en kan het onderdelenniveau hierop aangepast worden. De<br />

positieve effecten van de samenwerking en een goede service zijn wapens om de klant te behouden<br />

en de concurrentie voor te blijven.<br />

Dat de intentie voor de samenwerking langdurig en toekomstgericht is, blijkt uit het feit dat de<br />

mechanisatiebedrijven van Weevers in Marknesse, Emmeloord en Kraggenburg en De Nieuwstad in<br />

Lelystad met ingang van 1997 overgaan tot een gezamenlijke beeldvorming. Er wordt een nieuw<br />

logo 5 ingevoerd voor alle vestigingen. Het nieuwe logo bestaat uit een tandrad met enkele korenaren.<br />

De korenaren staan symbool voor de agrarische sector. Het tandrad staat voor de techniek.<br />

Voor Weevers Marknesse is dit het meest duidelijk een breuk met het verleden, omdat op dat moment<br />

precies 30 <strong>jaar</strong> geleden het bekende WM logo was ingevoerd bij de overname van het bedrijf<br />

door Dik Weevers. Wel is de kleur blauw van het oude logo gehandhaafd.<br />

Op hetzelfde moment start het samenwerkingsverband met hun nieuwe technische uitgave Transmissie.<br />

Met de Transmissie worden de agrarische ondernemers en loonbedrijven in Flevoland<br />

geïnformeerd over de diensten en producten die Weevers en De Nieuwstad leveren en de mensen<br />

die bij hen werken. Technische informatie over nieuwe trekkers en werktuigen vormt de basis van het<br />

informatiebulletin. Daarnaast vinden de lezers handige tips voor onderhoud en bevat het bulletin<br />

een overzicht van gebruikte trekkers en landbouwmachines.<br />

Wij staan d’r achter 6<br />

Is een boer met een rode trekker beter af dan zijn collega die een groene trekker rijdt? Het antwoord<br />

is nee. Maar daarmee is ook niet gezegd dat de groene beter is dan de rode. Laten we<br />

eerlijk zijn, slechte trekkers zijn er eigenlijk niet meer. De trekkermerken hebben stuk voor stuk<br />

een goede basiskwaliteit. Met dat verschil dat de een het iets goedkoper kan leveren dan de ander.<br />

En natuurlijk zijn er technische verschillen tussen de merken. Bij de ene fabrikant is een ontwikkeling<br />

in een verder stadium dan bij de andere. Maar over twee <strong>jaar</strong> kan dat omgekeerd zijn.<br />

En zolang er trekkers gemaakt worden zijn er voorlopers en volgers. Ook dat zal de komende


Transmissie<br />

jaren niet anders worden. Hoeft een boer dan helemaal niet op de prijs en kwaliteit van de trekker<br />

te letten? Natuurlijk wel. Maar veel belangrijker dan de kleur of het merk van de trekker is het dealerbedrijf<br />

dat achter het product staat. Negen van de tien trekkers gaan nooit stuk. Als ze tenminste<br />

regelmatig en goed onderhouden worden. Maar je zal maar net die tiende trekker hebben en de<br />

oogst staat voor de deur. Dan moet er direct deskundige ondersteuning van het dealerbedrijf komen.<br />

Want op zo’n moment telt slechts een ding: de trekker moet zo snel als het kan weer draaien.<br />

Desnoods moet een andere trekker ter beschikking worden gesteld. Anders gezegd: wie kiest voor<br />

een trekker of machine met een goede basiskwaliteit, hoeft niet zo scherp naar de kleur te kijken.<br />

Kijk maar naar het bedrijf dat erachter staat. Kleur is voor de mechanisatiebedrijven van Weevers<br />

en De Nieuwstad dan ook niet zo belangrijk. Wij staan voor de basiskwaliteit van het product dat<br />

we verkopen. En mocht dat – op welk moment dan ook – een aanvullende ondersteuning vragen,<br />

dan kunt u ons daarop aanspreken. Net zo goed als wij vanzelfsprekend open staan voor opbouwende<br />

kritiek van uw zijde.<br />

overname Weevers <strong>marknesse</strong><br />

In 1998 wordt, na een zorgvuldige voorbereiding, de werkmaatschappij van Weevers BV, door Adrie<br />

en Peter Weevers van hun moeder Trees Weevers overgenomen. Omdat het 50-jarig bestaan van het<br />

bedrijf aanstaande is, wordt hier geen aandacht aan besteed. De werkmaatschappij wordt ondergebracht<br />

in de vennootschap Weevers Marknesse. De broers zetten hun activiteiten ongewijzigd voort,<br />

waarbij Adrie de taken algemene zaken en werkplaatschef heeft en Peter zorgt voor inkoop, verkoop<br />

en PR.<br />

De inventarislijst bij overname zag er heel anders uit dan de inventarislijst bij de start van het<br />

bedrijf in 1949 of bij de overname door Dik Weevers in 1967. Naast klein gereedschap, dat ook in<br />

1949 en 1967 op de lijst stond, zijn er een groot aantal machines aanwezig, zoals een cirkelzaagmachine,<br />

een lintzaagmachine, een bandendemonteerapparaat en een boor- en freesmachine,<br />

maar ook een schaarhefbrug en een testbaan voor boomgaardspuiten. Verder staat er computerapparatuur<br />

op de lijst evenals een telefooncentrale en autotelefoon. Bovendien is de omvang van de<br />

transportmiddelen sterk gestegen. Naast 2 heftrucks en 3 aanhangwagens, staan er 6 bedrijfsauto’s<br />

op de lijst.<br />

hoofdstuk 4


Weevers:<br />

van standaardopLossing tot<br />

maatWerk in de LandBouW<br />

Zelfrijdende schoffelmachine<br />

Sinds de uitgifte van de eerste pachtboerderijen<br />

ten behoeve van de landbouw is er veel<br />

veranderd. De werkzaamheden in de landbouw<br />

op zichzelf zijn niet zozeer veranderd, maar de<br />

mogelijkheden van trekkers en machines des te<br />

meer. In het begin werd het zware werk op het<br />

land uitgevoerd door landarbeiders en werd voor<br />

trekkracht voornamelijk gebruik gemaakt van<br />

paarden. Ook konden de beschikbare landbouwwerktuigen,<br />

die het werk moesten verlichten,<br />

nauwelijks landbouwmachines genoemd<br />

worden. Sinds de jaren vijftig zijn de gewassen<br />

in de akkerbouw grotendeels dezelfde gebleven,<br />

namelijk tarwe, aardappelen, bieten en uien.<br />

Verdwenen is het vlas dat in de beginjaren werd<br />

verbouwd en nieuw zijn bijvoorbeeld witlof en<br />

winterwortelen. Daarnaast is er rond Marknesse<br />

op beperkte schaal een variatie aan tuinbouw,<br />

bollenteelt, fruitteelt en weidebouw. Ook is er<br />

steeds meer aandacht voor de biologisch dynamische<br />

landbouw.<br />

Zonder ook maar een enigszins volledig beeld<br />

te willen schetsen, worden hierna in grote lijnen<br />

een aantal ontwikkelingen beschreven met betrekking<br />

tot de landbouw.<br />

Vanaf het begin waren de verwachtingen van<br />

mechanisatie groot en de boeren op het nieuwe<br />

land stonden daar ook zeer open voor. In de<br />

jaren vijftig is de mechanisatie dan ook sterk<br />

toegenomen. Mechanisatiebedrijf Weevers had<br />

daarbij door de jaren heen niet alleen aandacht<br />

voor de machines zoals die werden aangeboden<br />

door de leveranciers, maar juist ook voor de<br />

aanpassingen daaraan, die de machine meerwaarde<br />

gaf voor de specifieke situatie van de<br />

klant.<br />

Na de uitgifte van de eerste pachtbedrijven<br />

in 1947 en 1949 verschijnen al snel de eerste<br />

trekkers in de polder. Aanvankelijk waren het<br />

trekkers van 20 pk zonder hefinrichting, die de<br />

rol van de paarden overnamen. Het aantal pk’s<br />

werd snel meer, omdat de machines en werktuigen<br />

die ermee getrokken moesten worden<br />

steeds groter werden. Bovendien werd een<br />

hefinrichting standaard, waardoor machines ook<br />

gedragen konden worden. Veel aandacht ging uit<br />

naar de mogelijkheden om de spoorbreedte van<br />

trekkers aan te passen, zodat deze door de rijen<br />

in het gewas konden rijden. In koude perioden<br />

werd de trekker voorzien van een winterjas voor<br />

meer comfort.<br />

Fiat met winterjas


Moderne MF trekker met cabine<br />

Halverwege de jaren zestig was 40 pk nog heel<br />

gangbaar, maar begin jaren tachtig was 100 pk<br />

al geen uitzondering meer. Dit had wellicht ook<br />

te maken met de groeiende omvang van het<br />

werk dat in de seizoenen verricht moest worden.<br />

Enerzijds investeerden verschillende boeren in<br />

grotere machines voor gezamenlijk gebruik en<br />

anderzijds werden de landbouwbedrijven steeds<br />

groter, omdat het land van boeren die zich niet<br />

staande konden houden of vrijwillig stopten,<br />

werd overgenomen. De nieuwe machines maken<br />

het, mede door de ontwikkeling van fronthef<br />

en aftakas, ook steeds beter mogelijk om veel<br />

werk alleen te doen, dan wel met een beperkt<br />

aantal mensen. De ontwikkelingen gaan door en<br />

inmiddels zijn trekkers met variabele transmissies,<br />

waarmee snelheden tot 50 km p/u worden<br />

gehaald, zeer gangbaar. Deze trekkers vol met<br />

electronica zijn voorzien van zeer comfortabele<br />

cabines met radio/cd speler, climatcontrol,<br />

cruise control, electronische hefinrichting en,<br />

als laatste ontwikkeling, GPS.<br />

Een ontwikkeling die ook met de trekker te maken<br />

heeft betreft de banden; feitelijk de opvolger<br />

van de hoefijzers van het paard. De eerste<br />

banden waren diagonaal opgebouwd, later werd<br />

dat radiaal. Hierdoor werd de band soepeler<br />

(comfort) en kon de bandenspanning verlaagd<br />

worden (minder bodemverdichting). Afhankelijk<br />

van het werk dat moest worden verricht, waren<br />

er banden met hoge of lage nokken, brede of<br />

smalle banden en dubbele montering. In verband<br />

met de bodemdruk worden de banden de<br />

laatste jaren steeds breder en wordt de bandenspanning<br />

lager. De nieuwste trend is de herontdekking<br />

van de rupsband.<br />

Trekker met kooiwielen en cambridge rol<br />

Challenger met rotorkopeg<br />

LandBouW


Landbouwploeg oud en nieuw<br />

Goede grondbewerking is een belangrijke basis<br />

voor een goede oogst. Aanvankelijk werd het<br />

land bewerkt met een zogenaamde getrokken<br />

rondgaande 1- of 2-scharige ploeg. Al snel werd<br />

dat uitgebreid naar een 4-scharige getrokken<br />

ploeg en, door de mogelijkheden van de hefinrichting,<br />

een 1- of 2-scharige wend- of kantelploeg.<br />

Wentelploegen, 3-, 4- of zelfs 5-schaar,<br />

waarmee ook dieper kon worden geploegd, zijn<br />

nu de standaard, maar ook de eerste 7-schaar<br />

is al in de Noordoostpolder verkocht.<br />

Voor het zaaien werd de grond voorbewerkt<br />

met kromtandeggen, soms met meerdere eggen<br />

naast of achter elkaar. Later kwamen de<br />

triltandcultivator (in 1973 maar liefst 2,75 meter<br />

breed/29 tands), de schudeg en nu de rotorkopeg.<br />

Steeds vaker wordt eggen gecombineerd<br />

met zaaien. De zaaimachine achter de kopeg<br />

scheelt veel tijd, zeker in vergelijking met het feit<br />

dat in het begin nog handzaaimachines werden<br />

gebruikt. Na de handzaaimachine volgden de<br />

paardenzaaimachine (2 meter breed), die later<br />

vaak werd omgebouwd voor trekkergebruik.<br />

Met betrekking tot graan en gras wordt gebruik<br />

gemaakt van 3 tot 4 meter brede pijpenzaaimachines.<br />

Ook bieten werden gezaaid en moesten<br />

later met de hand gedund worden. Al snel<br />

kwamen er precisiezaaimachines, welke het zaad<br />

op een bepaalde afstand konden zaaien, zodat<br />

er minder gedund hoefde te worden. Met de<br />

veredeling van het zaad is dat nu ook overbodig<br />

en zijn de zaaimachines van 6 naar 18 en zelfs<br />

24 rijen gegaan.<br />

00<br />

Aardappels poten gebeurde al sneller machinaal<br />

met een 2- of 4-rijige pootmachines, waar de<br />

aardappelen met de hand in een bakje werden<br />

gelegd. Nu zijn er 4- of 6-rijige pootmachines<br />

met corrector, zodat er op de juiste afstand kan<br />

worden gepoot. Het principe van de bekerpootmachine<br />

is al jaren ongewijzigd en wordt nog<br />

steeds veel toegepast. Een doorontwikkeling<br />

is de snarenbedpootmachine, waarmee met<br />

minder beschadiging voorgekiemde aardappelen<br />

gepoot kunnen worden.<br />

Ook het kunstmeststrooien heeft grote ontwikkelingen<br />

doorgemaakt. Aanvankelijk gebeurde<br />

dit met de hand, later met getrokken wielaangedreven<br />

schotelstrooiers met een bereik van 3,80<br />

meter. Grotere werkbreedtes werden bereikt met<br />

de pendelstrooiers en strooiers met 1 of 2 werpschijven,<br />

die een bereik hebben tot wel 45 meter.<br />

Ontwikkelingen daarna betroffen het realiseren<br />

van een goede verdeling en de optimale hoeveelheid<br />

kunstmest.<br />

Met het oog op de onkruidbestrijding zijn bij<br />

smederij Weevers de eerste jaren veel schoffels<br />

en hakken gesmeed, waarmee de boer en<br />

zijn knecht door het gewas liepen. Later is het<br />

zogenaamde wiedgarnituur ontwikkeld, bestaande<br />

uit een enkele of dubbele schoffelbalk<br />

voor de trekker. Ook heeft Weevers zelfrijdende<br />

bietenschoffelmachines (op 4 wielen met losse<br />

benzinemotor) gebouwd, maar dat heeft nooit<br />

een grote vlucht genomen. Het scherpen van<br />

schoffels is een bezigheid die door de jaren heen<br />

nooit is verdwenen. Door de komst van bestrijdingsmiddelen<br />

worden er tegenwoordig veel<br />

minder schoffels gescherpt dan vroeger.


Trekker met Weevers wiedgarnituur<br />

Landbouwspuit oud en nieuw<br />

Met het oog op onkruidbestrijding en gewasbescherming<br />

werden ook gewasbeschermingsmiddelen<br />

gebruikt. Uiteraard gebeurde dit eerst ook<br />

lopend met de handspuit op de rug. Gedragen<br />

en getrokken spuitmachines waren een hele<br />

vooruitgang en daar werden er dan ook veel<br />

van verkocht. In eerste instantie ontwikkelde de<br />

spuitmachine zich in de breedte; eerst 12 meter<br />

(met verlengde boom 15 meter), later 18 of 21<br />

meter tot nu spuitmachines met een boombreedte<br />

van 50 meter! De laatste decennia wordt<br />

veel aandacht besteed aan de milieuaspecten<br />

van het spuiten en worden met name de spuitdoppen<br />

verbeterd, waardoor minder spuitmiddel<br />

hoeft te worden gebruikt. Sinds 1997 moeten<br />

spuiten ook periodiek gekeurd worden, waarvoor<br />

mechanisatiebedrijf Weevers al sinds 1984<br />

beschikt over een speciaal keuringsstation.<br />

Het oogstseizoen is traditioneel een hectisch<br />

seizoen. In een beperkte tijd moet alles geoogst<br />

en in bewaarruimtes opgeslagen worden.<br />

0<br />

Vlas werd eerst met de hand getrokken en later<br />

met trekmachines uit België. Weevers verkocht deze<br />

machines en kreeg het hele seizoen een monteur<br />

van de fabriek. Het vlas kwam op regels te liggen<br />

en werd met de hand op bossen gebonden en tegen<br />

elkaar later op ruiters gezet. Als het vlas droog was<br />

werd het naar Zeeland of België vervoerd om daar<br />

te worden bewerkt.<br />

De tarwe werd vanaf het begin met zelfbinders<br />

gemaaid. De bossen kwamen gebonden op het<br />

land te liggen, waarna ze eerst opgehokt en later<br />

op zogenaamde tollen gezet werden. Als het<br />

voldoende droog was, werd het opgeslagen in de<br />

schuur om in de winter te worden gedorst. Het<br />

graan kwam in zakken van 70 kg. Het stro werd<br />

gelijk geperst met een draadpers en opgeslagen.<br />

In de jaren vijftig kwamen de combines steeds<br />

meer in beeld, zowel getrokken als zelfrijdende<br />

machines.<br />

LandBouW


Loonbedrijf Maris kocht 8 persen in één keer<br />

Looftrekker<br />

Een enkele keer werd een (getrokken) combine verkocht<br />

aan een boer, maar over het algemeen was<br />

de aanschaf alleen weggelegd voor loonbedrijven.<br />

Zij konden voldoende volume maaien om de investering<br />

te laten lonen. Hetzelfde gold voor persen.<br />

In de jaren vijftig heeft Weevers eens 13 combines<br />

in één <strong>jaar</strong> verkocht aan loonbedrijven. Buurman<br />

Maris kocht eens 8 balenpersen in één keer.<br />

Het graan dat gedorst was kwam ook via een<br />

glijgoot in zakken. Later - en nu nog - werden er<br />

bunkers (graantanks) op de machines gebouwd<br />

en is er geen man meer nodig voor het opzakken.<br />

De graantanks werden met een vijzel in de<br />

kipwagen gelost en het graan afgevoerd naar de<br />

silo’s voor opslag. Het stro werd met de pick-up<br />

van een pers opgenomen en in kleine balen<br />

geperst.<br />

In 1949 werden de aardappelen nog gerooid met<br />

1- of vaak 2-rijige lichters. Het loof werd met de<br />

hand verwijderd en de lichter, die met messen<br />

onder de aardappels doorging, bracht de aardappelen<br />

boven de grond. Daarna werden ze met de<br />

vork opgeschept en in zakken verzameld. Later<br />

kwamen de eerste 1-rijige rooiers, waarmee de<br />

aardappelen via een zeefketting op rijen gelegd<br />

werden. Onder andere door Weevers werd achter<br />

deze rooiers een opvoerketting gebouwd met<br />

een schudzeef, zodat de aardappelen gelijk opgezakt<br />

konden worden. Deze zakken werden op<br />

het land gezet en later afgevoerd. Het loof werd<br />

in die tijd verwijderd met een tegendraaiende<br />

loofrol.<br />

Halverwege de jaren vijftig kwamen de eerste<br />

fabrieksmachines van onder andere Grimme.<br />

Deze hadden een grotere capaciteit en betere<br />

0<br />

reiniging van grond en vooral loof. De aardappelen<br />

kwamen ook toen nog in zakken en gingen<br />

mee op het platform naar de kopakker, waar ze<br />

op de wagen werden gezet. Ook deze machines<br />

zijn met inzicht van Weevers verbeterd en aangepast,<br />

bijvoorbeeld door ze uit te rusten met<br />

een transportband, zodat de aardappelen in een<br />

meerijdende kipwagen konden worden gelost.<br />

Daarna zijn bunkers op de machines geplaatst<br />

en hoefde er geen wagen meer naast te rijden.<br />

Nu zijn de 2-, 4-rijige en sinds 2008 ook 3-rijige<br />

machines zo uitgerust dat het product vrijwel<br />

onder alle omstandigheden kan worden gerooid.<br />

Ook is de capaciteit per dag enorm toegenomen.<br />

In de jaren tachtig zijn de zelfrijdende rooiers<br />

ontwikkeld, die tegenwoordig ook nog worden<br />

verkocht, maar de belangstelling voor getrokken<br />

rooiers neemt steeds meer toe. De nieuwe<br />

machines worden vanuit de cabine op de trekker<br />

electrisch bediend en zijn voorzien van diverse<br />

camera’s.<br />

Eind jaren zeventig was er veel aandacht voor<br />

de looftrekker, maar toch breekt die, mede door<br />

technische problemen, nog steeds niet door.<br />

Over het algemeen wordt het loof doodgespoten<br />

dan wel geklapt tot kort boven de rug en dan<br />

gespoten zodat het afsterft. Door milieumaatregelen<br />

leek de strijd tussen chemisch en mechanisch<br />

alsnog in het voordeel uit te kunnen vallen<br />

van de Iooftrekker, maar dat is niet gebeurd.<br />

In 2000 is mechanisatiebedrijf Weevers nog<br />

betrokken geweest bij het ontwikkelen van een<br />

automatische diepteregeling op een looftrekker,<br />

waardoor looftrekken een nog beter systeem kon<br />

worden.<br />

Ook bietenrooien werd aanvankelijk met de


Aardappelrooicombinatie<br />

Weevers had in 2008 de wereldprimeur met deze 3 rijige Grimme wagenrooier<br />

0<br />

hand gedaan; eerst rooien, dan koppen en<br />

vervolgens opladen. Later kwamen er 1-rijige bietenlichters<br />

en nog later heeft Weevers als eerste<br />

3-rijige lichters gemaakt onder een toolbar. Daarna<br />

kwamen er 2-rijige kopmachines en rooiers<br />

die de bieten met een draaiende conische korf<br />

schoner maakten en op rijen legden. Vervolgens<br />

werd een machine ontwikkeld die de bieten met<br />

een draaiende beweging rooide, waarna ze direct<br />

met een afvoertransporteur op een kipwagen<br />

werden geladen. De ontwikkelingen lopen sinds<br />

de jaren zestig parallel aan de ontwikkelingen<br />

bij het aardappelrooien. Er kwamen 6-rijige machines<br />

met een loofklapper voor op de trekker<br />

en de 6-rijige rooier er achter. Met een speciale<br />

oplader werden de bieten nog beter gereinigd<br />

en opgeladen. Nu zijn er zelfrijdende machines<br />

die 6 soms 12 rijen tegelijkertijd rooien, waarbij<br />

de bieten in een grote bunker komen, die op de<br />

kopakker wordt gelost.<br />

LandBouW


Ontsmetter<br />

Inschuurlijn<br />

Direct na het rooien moeten onder meer aardappelen<br />

en uien worden ingeschuurd. In de<br />

eerste jaren werden de zakken met aardappelen<br />

geleegd op een transporteur, waarvan Weevers<br />

er ook nog een aantal heeft gemaakt, waarmee<br />

de aardappelen in de box gestort werden. Later<br />

kwam de boxenvuller en konden de boxen<br />

gelijkmatiger worden gevuld zonder schade aan<br />

de aardappelen. Halverwege de jaren zeventig<br />

waren er veel ziekten in de aardappelen en heeft<br />

mechanisatiebedrijf Weevers onder eigen naam<br />

nog een zogenaamde ontsmetter ontwikkeld.<br />

De aardappels werden in de ontsmetter gestort,<br />

korte tijd ondergedompeld en met een transportband<br />

naar boven gebracht. Vervolgens kwamen<br />

ze bij een unit voor zakken of een rollenbaan<br />

voor kisten om te worden verwerkt. In korte tijd<br />

zijn er veel van gemaakt, maar mede vanwege<br />

het verbod op bepaalde ontsmettingsmiddelen,<br />

waaronder kwik, is de ontsmetter verdwenen.<br />

Sinds de aardappelen worden aangevoerd met<br />

de kipwagen, worden ze gestort in stortbakken,<br />

die de aardappels via een zogenaamde duo-band<br />

en transporteur leiden naar een boxenvuller. Op<br />

deze manier kon de stortbak op een goed bereikbare<br />

plaats op het erf blijven staan en konden<br />

vanwege de variabele lengte van duo-band en<br />

boxenvuller de boxen in de schuur machinaal<br />

gevuld worden zonder noemenswaardig handwerk.<br />

Vanaf 1975 zijn onder de naam Weevers<br />

ook ongeveer 125 stortbakken gemaakt. Door de<br />

samenwerking in SAMON zijn via deze organisatie<br />

inschuurlijnen ingekocht en verkocht.<br />

Later heeft mechanisatiebedrijf Weevers nog<br />

aandelen gehad in Climax, een bedrijf dat<br />

bekend stond om zijn inschuurlijnen, waardoor<br />

specifieke wensen konden worden doorgevoerd<br />

0<br />

0<br />

in de machines die gebouwd werden.<br />

In de landbouw vinden de werkzaamheden plaats<br />

verdeeld over het land en de boerderij. De afstand<br />

tussen boerderij en land wordt op een dag dan ook<br />

heel vaak afgelegd. Om te voorkomen dat men<br />

steeds met een trekker moet, introduceert mechanisatiebedrijf<br />

Weevers in 1985 de Trike, een driewielige<br />

motor en later ook de Quad (vierwielig). Het<br />

gebruik van deze motor was makkelijk, comfortabel<br />

en snel en dus ideaal voor de landbouw, zeker toen<br />

er nog geen mobiele telefoon bestond. Zowel de<br />

Trike als de Quad is door de politie van de openbare<br />

weg gehaald, omdat onduidelijk was of die daar<br />

wel mochten rijden, hoe hard ze mochten en of ze<br />

voorzien zouden moeten zijn van een kenteken. Bij<br />

gebruik op eigen erf en land speelt dit echter niet.<br />

Een activiteit die in de beginjaren nog wel,<br />

maar tegenwoordig eigenlijk niet meer op het<br />

eigen bedrijf gebeurt is het sorteren van aardappels<br />

(eerst in zakken, later in kisten). Sorteren<br />

gebeurt nu meer centraal bij gespecialiseerde<br />

bedrijven.<br />

In de beginjaren zijn veel sorteermachines geleverd<br />

aan boeren, die later weer zijn ingeruild. Het<br />

grote aantal ingeruilde sorteermachines is de basis<br />

geweest voor contacten met boeren uit voormalige<br />

Oostblok-landen, waaruit het Occasion Centrum<br />

Flevoland (OCFL) is ontstaan.<br />

Een van de laatste ontwikkelingen in de landbouw<br />

is de invoering van satellietnavigatie<br />

(RTK-GPS) op tractoren. Met behulp van deze<br />

techniek kunnen de bodem dan wel de gewassen,<br />

nadat deze in kaart zijn gebracht, zodanig<br />

plaatsspecifiek bewerkt worden dat een optimaal


Vooruitgang<br />

Satellietnavigatie<br />

0<br />

0<br />

rendement uit de gewassen gehaald kan worden<br />

met een fikse reducering van het gebruik van<br />

bijvoorbeeld gewasbeschermingsmiddelen.<br />

Mechanisatiebedrijf Weevers heeft een belangrijke<br />

rol gespeeld bij deze ontwikkeling. Het<br />

was een van de medeoprichters van het project<br />

precisielandbouw in Flevoland.<br />

Dit project heeft mede dankzij Europese en Provinciale<br />

subsidie voor een enorme investeringsimpuls<br />

gezorgd in deze nieuwe technieken.<br />

De provincie heeft laten weten dat het project<br />

”Precisielandbouw in Flevoland” samen met één<br />

of twee andere projecten is genomineerd voor de<br />

award “Meest toonaangevend project 2000-2008”<br />

in de categorie Ontwikkeling landelijk gebied.<br />

De jury vond van het project Precisielandbouw in<br />

Flevoland: “Bundeling van kennis en techniek. Met<br />

dit bijzondere project hebben bedrijven en boeren<br />

precisielandbouw op de Flevolandse kaart gezet. Dit<br />

project draagt in positieve zin bij aan zowel de reguliere<br />

als biologische landbouw, want hiermee wordt<br />

een landbouwperceel met behulp van GPS apparatuur<br />

zo specifiek bewerkt dat de landbouwgrond<br />

precies krijgt wat het nodig heeft. Het gebruik van<br />

GPS apparatuur is bijzonder vernieuwend voor de<br />

(inter)nationale landbouwsector.”<br />

LandBouW


Feest 50 <strong>jaar</strong> Weevers<br />

50 <strong>jaar</strong> Weevers <strong>marknesse</strong> :<br />

het Begin van een nieuW tijdperk<br />

Van 7 tot 9 januari 1999 wordt het gouden jubileum van Weevers Marknesse gevierd. Het jubileum<br />

begint traditioneel met een feest met klanten en leveranciers in de Weevershal. Het is het eerste<br />

jubileum dat gevierd wordt met de derde generatie Weevers, Adrie en Peter, aan het roer. Omdat Dik<br />

Weevers is overleden, wordt bij de opening het verleden toegelicht door oom Kees Weevers, die in<br />

1949 samen met opa Toon Weevers is begonnen. De derde generatie kan de terugblik naar het verleden<br />

niet meer maken en is veel sterker gericht op de toekomst.<br />

0<br />

Onthulling glas-in-loodraam van Dik Weevers (kunstenaar Annemiek Punt)


Glas-in-loodraam van Dik Weevers<br />

In zijn toespraak zei Adrie Weevers onder meer: “Als gereedschap voor de toekomst willen wij onze<br />

klanten een zo goed mogelijk merkenpakket aanbieden met een grote bedrijfszekerheid” en “Ook<br />

kunnen wij fouten maken en vragen daarvoor uw begrip; samen komen we er wel uit”. Hij wees er<br />

bovendien op dat de klant natuurlijk onmisbaar is en dat zij hopelijk hun vertrouwen blijven geven<br />

in de toekomst. Hij heeft niet geweten dat hij hiermee zijn opa zou herhalen, die bij de opening van<br />

het bedrijf aan de Oudeweg in 1953 zei: Er zijn in het noodgebouw fouten gemaakt, misschien wel<br />

grote. In de toekomst zullen er ook fouten voorkomen, alleen hopen we, mede door dit nieuwe gebouw,<br />

in veel mindere mate. In dit nieuwe pand hopen we onze klanten beter en vlugger te kunnen<br />

bedienen, terwijl we aan onze stelregel “De klant is koning” nog meer inhoud proberen te geven.<br />

Net als 10 <strong>jaar</strong> eerder werd ook deze keer een glas-in-loodraam onthuld, deze keer met de beeltenis<br />

van Dik Weevers. Het raam is een aanvulling op het raam met de oprichters van het bedrijf en<br />

bevat tevens afbeeldingen van grote ontwikkelingen die zich in de periode van Dik Weevers hebben<br />

voorgedaan.<br />

De dagen erna is er een grote jubileumshow, waarbij alle merken en de laatste innovaties op het<br />

gebied van akkerbouw, fruitteelt, veehouderij en tuin en park worden gepresenteerd. Gedurende<br />

2 dagen komen veel klanten en belangstellenden de show bezoeken.<br />

nieuWe koers<br />

Vrij snel na het jubileum wordt een nieuwe koers uitgezet door Tonny, Adrie en Peter Weevers. De<br />

zekerheid van vroeger, toen boeren als vanzelfsprekend klant waren bij de dichtstbijzijnde smederij,<br />

is door de toegenomen mobiliteit, professionalisering, schaalvergroting en concurrentie verdwenen.<br />

Om te overleven als mechanisatiebedrijf moet het groot genoeg zijn om interessant te blijven voor<br />

leveranciers en klanten en moet het personeel voldoende geschoold zijn om stilstand van de machines<br />

bij de boeren tot een minimum te beperken.<br />

Met de wetenschap dat 75% van de totale oppervlakte van de Noordoostpolder een agrarische functie<br />

blijft houden en Flevoland als één van de drie gebieden in Nederland wordt gezien met toekomstperspectief<br />

voor de landbouw, zien de broers kansen om de bedrijven in Marknesse en Lelystad voor<br />

te bereiden op de toekomst. De samenwerking en gezamenlijke uitstraling worden versterkt. Zowel<br />

voor de leveranciers als de klanten is het belangrijk te weten dat de mechanisatiebedrijven Weevers<br />

en De Nieuwstad een toekomst zien.<br />

0<br />

hoofdstuk 4


Bekendmaking MF dealerschap<br />

7 Weevers Marknesse was in 1957 hoofddealer geworden<br />

van Fiat, later subdealer van New Holland.<br />

a-merken en deaLerschappen<br />

Allereerst wordt geïnvesteerd in het merkenbeleid en de relatie met leveranciers, waarbij er naar<br />

gestreefd wordt in de bedrijven zoveel mogelijk dezelfde merken te gaan voeren.<br />

Een belangrijke wijziging in dit kader is de overstap in Marknesse naar Massey Ferguson in 1999.<br />

Weevers Emmeloord en De Nieuwstad in Lelystad zijn dan al dealer van Massey Ferguson, een<br />

merk met een lange historie. Massey Ferguson is daarbij een zeer moderne trekker met uitstekende<br />

prestaties, die modellen heeft voor alle sectoren. De overstap naar Massey Ferguson was dan ook<br />

een logische. Ook waren er uitstekende relaties met de importeur Motrac (tegenwoordig Mechatrac).<br />

De keuze om ook in Marknesse over te stappen op Massey Ferguson was zakelijk dan ook minder<br />

moeilijk dan emotioneel. 7 Er werd dan ook veel aandacht besteed aan de motivering van de overstap,<br />

omdat de klanten in de toekomst natuurlijk ook bereid zouden moeten zijn dezelfde overstap<br />

te maken. Met één merk op verschillende vestigingen in heel Flevoland en een goede onderdelenvoorziening<br />

kunnen de klanten nog beter worden bediend. Gespecialiseerd personeel en specialistisch<br />

gereedschap kunnen indien nodig op verschillende vestigingen worden ingezet. Inmiddels<br />

zijn Weevers en De Nieuwstad hoofddealer van MF voor Flevoland en de randgebieden. Bovendien<br />

hebben beide vestigingen het 4 Sterren certificaat behaald voor het Massey Ferguson dealerschap,<br />

waarvoor alle facetten (scholing van verkopers en monteurs, onderdelenvoorziening, werkplaatsinrichting,<br />

servicegraad en klanttevredenheid) worden beoordeeld.<br />

Introductieshow Massey Ferguson<br />

0


Veeteelt<br />

Tuin & Park<br />

8 Het jarenlange dealerschap van Douven spuiten werd eind<br />

1999 ingetrokken vanwege de fusie tussen Douven en John<br />

Deere, waarna de spuiten via de John Deere dealers werden<br />

verspreid.<br />

9 Meer informatie over het reguliere opleiden is te vinden in<br />

het intermezzo over personeel op p. 62.<br />

In dezelfde periode werd Weevers net als De Nieuwstad hoofddealer voor Dubex spuitmachines voor<br />

de Noordoostpolder respectievelijk Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. 8<br />

Alle inspanningen hebben er toe geleid dat de mechanisatiebedrijven Weevers en De Nieuwstad<br />

nu hoofddealer zijn van toonaangevende A-merken voor elke sector waarin ze actief zijn. Door het<br />

gezamenlijke merken- en inkoopbeleid zijn de bedrijven groot genoeg om voldoende machines te<br />

verkopen en daarmee concurrerend voor andere mechanisatiebedrijven in de regio.<br />

Voor de akkerbouw is Grimme het merk met een zeer breed productassortiment voor de aardappelteelt.<br />

Daarnaast zijn merken voor de akkerbouw onder meer Dubex (spuitmachines), Holaras<br />

(uienrooiers en klappers), Veenhuis (kipwagens), Niemeyer en Vogel & Noot (ploegen), Bogballe<br />

(kunstmeststrooiers), Evers (cultivatoren) en Agricola (zaaimachines).<br />

Voor de veehouders, die zich in toenemende mate in de polder vestigen, worden bijvoorbeeld<br />

geleverd Pottinger en Ziegler (maaiers, harken en schudders), AP (voerbakken) en Strautmann<br />

(voerwagens en mestverspreiders).<br />

Voor de fruittelers zijn bekende merken Perfect (maaiers, versnipperaars en hefmasten), Pellenc<br />

(snoeischaren) en Munckhof (spuiten en plukmachines).<br />

Daarnaast worden voor de groene sector merken aangeboden als Honda (gazonmaaiers, frezen,<br />

waterpompen en aggregaten) en Stihl (kettingzagen, bosmaaiers en heggenscharen).<br />

kennis en deskundigheid<br />

Een belangrijke basis voor het bedrijf is goed geschoold en gemotiveerd personeel. Hier wordt door<br />

Weevers veel in geïnvesteerd en ze is dan ook een door de Kenteq (voorheen Stichting Opleiding<br />

Metaalbedrijven) erkend leerbedrijf. Door zelf op te leiden, kan de continuïteit van vakmensen<br />

worden gegarandeerd. Daarom zijn er steeds leerlingen in het bedrijf die worden opgeleid en wordt<br />

er veel aandacht besteed aan bijscholing om zo het technisch vereiste niveau te onderhouden. 9 Alle<br />

scholing is er op gericht om reparaties snel en deskundig uit te kunnen voeren en zo kort mogelijk<br />

stilstand van machines te garanderen.<br />

Medewerkers van Weevers maken daarom ook veel gebruik van scholing via leveranciers. Ieder merk<br />

heeft zijn eigen cursussen. Zo geeft Grimme in Duitsland cursusdagen op het gebied van zelfrijders,<br />

getrokken rooiers, pootmachines en inschuurlijnen. Verder vindt bij verschillende merken scholing<br />

plaats met betrekking tot het gebruik van computers of testkasten voor het stellen van diagnoses.<br />

Alle nieuwe tractoren en steeds meer machines, zoals spuiten, pootmachines, aardappelrooiers en<br />

kunstmeststrooiers worden op die manier getest. Daarnaast worden samen de De Nieuwstad cursussen<br />

opgezet voor eigen medewerkers.<br />

0<br />

hoofdstuk 4


Een van de certificaten<br />

service en certificering<br />

Het bedrijf heeft in de afgelopen jaren verschillende certificaten behaald. Dit werd deels gestimuleerd<br />

doordat het wettelijk verplicht was maar vooral ook omdat het gevraagd werd en steeds meer<br />

gevraagd zal worden vanuit de agrarische sector. De belangrijkste certificaten betreffen de erkenning<br />

tot SKL-keurbedrijf en VCA-keuringsbedrijf.<br />

Door de erkenning als SKL-keurbedrijf kan extra service geboden worden voor landbouwspuiten,<br />

boomgaardspuiten en tractoren. Een keuring is in het belang van de boeren, omdat die moet produceren<br />

tegen zo laag mogelijke kosten, met zoveel mogelijk opbrengst en tegenwoordig ook met<br />

zo weinig mogelijk belasting voor het milieu. Bij de keuring worden de trekkers en machines op<br />

slijtage en afwijkingen gecontroleerd en aan de milieueisen getoetst. Om het keurmerk te mogen<br />

voeren heeft Weevers een behoorlijke investering moeten doen, bijvoorbeeld voor de aanschaf van<br />

apparatuur en de inrichting van keuringsstations. Het bedrijf is dan ook het enige in Nederland, dat<br />

zo’n breed keuringsprogramma heeft. Weevers wordt met de betrekking tot de keuringen ook zelf<br />

regelmatig gecontroleerd door de Stichting Keuring Landbouwmachines.<br />

Keuringscentrum<br />

Weevers is ook een VCA-keuringsbedrijf, dat <strong>jaar</strong>lijks gecontroleerd wordt door de KEMA. VCA<br />

keuringen hebben betrekking op veiligheids-, arbo- en milieuaspecten. In de Noordoostpolder is<br />

Weevers het enige mechanisatiebedrijf dat zelf VCA gecertificeerd is en COM-VCA keuringen mag<br />

uitvoeren. Dat wil zeggen dat alle arbeidsmiddelen die in het bedrijf gebruikt worden veilig en<br />

0


Verhuisbericht Weevers Kraggenburg<br />

Esli en oma Weevers slaan de eerste paal<br />

10 Mart Christiaens, bedrijfsleider in Kraggenburg, had<br />

op 23 april 2004 na een dienstverband van ruim 47 <strong>jaar</strong><br />

afscheid genomen.<br />

functioneel zijn en dat Weevers arbeidsmiddelen mag keuren voor derden. De keuring betreft landbouwmachines,<br />

Tuin & Park machines, 230/400 Volt installaties, tractoren, heftrucs, hef- en hijswerktuigen<br />

en aanhangers.<br />

Tenslotte is de serviceverlening krachtig omdat Adrie en Peter beiden bij de zaak wonen en daardoor<br />

in staat zijn direct hulp te bieden, ook ‘s avonds en in de weekeinden. Dit is een belangrijke motivatie<br />

geweest om de nieuwbouw op de bestaande locatie door te zetten, want op het industrieterrein<br />

bij Marknesse (een andere optie) mogen geen woningen meer gebouwd worden.<br />

schaaLvergroting<br />

Integratie Weevers Kraggenburg<br />

Vanaf 2000 wordt door Adrie en Peter nagedacht over de wijze waarop het bedrijf invulling kan<br />

geven aan de noodzakelijke schaalvergroting. De wens is om in Marknesse te komen tot nieuwbouw,<br />

omdat daar onvoldoende ruimte is voor de steeds groter wordende aardappelrooiers, spuiten en<br />

zelfrijders, waarover steeds meer klanten beschikken. Om dat mogelijk te maken moeten kosten<br />

worden bespaard. Uiteindelijk wordt daarom besloten de vestiging in Kraggenburg te sluiten en alle<br />

activiteiten naar Marknesse over te brengen. De gedachte is dat gezien de mogelijkheden van de huidige<br />

trekkers de afstand naar Marknesse nu minder belangrijk is dan snel en goed geholpen worden.<br />

Klanten accepteren in het hoogseizoen geen lange wachttijden en verwachten specialisten, die met<br />

het juiste gereedschap snel de problemen oplossen. Aan deze verwachtingen was in Kraggenburg<br />

steeds moeilijker te voldoen en daar nog in investeren zou niet rendabel zijn. In juli 2004 worden<br />

de klanten in Kraggenburg dan ook geïnformeerd dat de vestiging rond 1 oktober 2004 zou sluiten.<br />

De beide medewerkers, Roelof Vogelzang en Willem Steeneveld, gaan mee naar Marknesse. 10 De<br />

dealerschappen die in Kraggenburg werden gevoerd, worden ingeruild voor het A-merkenprogramma<br />

van Marknesse.<br />

Nieuwbouw Weevers Marknesse<br />

Tot 2004 werd door Adrie en Peter ingezet op volledige nieuwbouw van het bedrijf op het nieuwe<br />

industrieterrein bij Marknesse. Uiteindelijk is daar toch van af gezien; niet omdat banken moeilijk te<br />

overtuigen waren van een gezonde toekomst, maar met name omdat de gemeente het niet toestond<br />

één of twee woonhuizen bij het bedrijf te bouwen. Omdat geen invulling gegeven kon worden aan dit<br />

service-aspect dat bij Weevers hoog in het vaandel staat, bleef er geen andere keus dan op de huidige<br />

lokatie nieuwe alternatieven te ontwikkelen. Om op de bestaande lokatie een moderne werkplaats<br />

te kunnen bouwen, kopen Adrie en Peter de huidige gebouwen van Weevers BV en grond van de<br />

buurman (voorheen Maris). In 2004 zijn de gebouwen op het aangekochte terrein gesloopt en is de<br />

grond gesaneerd. Uiteindelijk wordt in 2006 met de nieuwbouw gestart.<br />

hoofdstuk 4


Onthulling plaquette door Trees Weevers<br />

Integratie Weevers Marknesse en Emmeloord<br />

De nieuwe werkplaats voldoet aan alle eisen en wordt voorzien van moderne apparatuur. Zo is er<br />

vloerverwarming, een bovenloopkraan, een richtbank in de vloer, een afzuiginstallatie, grote ruime<br />

deuren en ideale verlichting. In de werkplaats kan efficiënt gewerkt worden aan de moderne grote<br />

machines, waardoor de reparatietijd kan worden verkort en daarmee de stilstand van machines bij<br />

de klanten. Tegelijkertijd zijn er nieuwe kantoren, een kantine en wasgelegenheid gerealiseerd en is<br />

het magazijn aangepast. Op 21 december 2006 wordt de nieuwe werkplaats feestelijk geopend.<br />

Uitnodiging voor opening nieuwbouw<br />

Integratie Weevers Emmeloord<br />

Met het in gebruik nemen van de nieuwbouw in Marknesse worden de activiteiten in Emmeloord<br />

beëindigd. Ook nu geldt dat door de faciliteiten die in Marknesse geboden kunnen worden, klanten<br />

daar beter en sneller geholpen kunnen worden. Het is niet mogelijk op twee lokaties zodanig te<br />

investeren dat op beide lokaties hetzelfde serviceniveau mogelijk is. Door te centraliseren kan nog<br />

beter worden ingespeeld op de wensen van de klant. Voor de klanten van Emmeloord is de afstand<br />

daarbij de enige wijziging, omdat het merkenprogramma niet verandert. Voor de medewerkers van<br />

Emmeloord, dat een zelfstandig bedrijf was (“hun bedrijf”), waren de veranderingen veel groter. Cora<br />

Heestermans, Bob Wisse, John Schouten, Rene van Elburg, Rudy van der Veeken en Koen Dolleman,<br />

kregen niet alleen een nieuwe werkplek en nieuwe collega’s, maar ook een andere bedrijfscultuur en<br />

–structuur, waarin John Schouten chef werkplaats werd. Toch heeft iedereen, overtuigd van de vooruitgang<br />

voor klanten en bedrijf, de stap naar de nieuwe omgeving gemaakt.<br />

Occasion Centrum Flevoland (OCFL)<br />

De schaalvergroting onder de boeren heeft ook een keerzijde. Waar sommige boeren groter worden,<br />

moeten andere boeren er mee stoppen. Ook hier lag een kans voor mechanisatiebedrijf Weevers,


Logo OCFL<br />

dat zich van oudsher ook heeft geconcentreerd op de handel in gebruikte tractoren en machines. Nu<br />

komt het steeds vaker voor dat complete bedrijfsinventarissen worden gekocht, in prijs variërend van<br />

1 20.000 tot 1 200.000. Naast de gebruikelijke inruil gaat het derhalve om een volwaardige activiteit.<br />

Weevers Marknesse en De Nieuwstad Lelystad hebben hiervoor dan ook een zelfstandig bedrijf<br />

opgericht, Occasion Centrum Flevoland.<br />

Met het oog op de opslag van deze machines heeft Weevers BV, op initiatief van Trees Weevers, in<br />

2006 een grote loods gekocht (ook van voorheen Maris) op loopafstand van het huidige bedrijf. Het<br />

was Trees Weevers een doorn in het oog dat steeds meer machines buiten stonden bij gebrek aan<br />

ruimte. De aangekochte hal, met een oppervlakte van 3100 m2, biedt daarvoor voldoende gelegenheid.<br />

De activiteiten van OCFL beperken zich niet tot de omgeving van Marknesse of Nederland. Regelmatig<br />

bezoekt Peter beurzen of presenteert hij OCFL met een stand in het buitenland, bijvoorbeeld<br />

Tjechië of Oekraïne. Daarnaast heeft hij een samenwerkingsverband opgezet voor de verkoop van<br />

gebruikte machines in Roemenië, waar overigens ook met gebruik van tweedehands rooiers in loonwerk<br />

wordt gerooid.<br />

kLaar voor de toekomst<br />

De eerste jaren van de 21e eeuw hebben in het teken gestaan van het creëren van een goede uitgangssituatie<br />

voor de toekomst. Die situatie lijkt er nu te zijn. Er is een stevig merkenpakket en<br />

een goede relatie met leveranciers. Het bedrijf beschikt over een breed servicepakket, keuringstations,<br />

een onderdelenmagazijn en een hoog serviceniveau. Er is een moderne werkplaats, met goed<br />

gereedschap en de juiste apparatuur, die gelegenheid biedt om onder goede omstandigheden te<br />

werken aan tractoren en machines. Ook is er aandacht voor arbeidsomstandigheden en scholing,<br />

waardoor er gewerkt kan worden met deskundige, gespecialiseerde en gemotiveerde medewerkers.<br />

Door de integratie van bedrijven heeft Weevers Marknesse nu 16 medewerkers, meer dan ooit in <strong>60</strong><br />

<strong>jaar</strong>. Mechanisatiebedrijf Weevers lijkt door dit alles gegroeid en dat is natuurlijk ook zo, maar belangrijker<br />

is dat door al deze maatregelen kwaliteit geboden kan worden aan de klanten. Alleen met<br />

kwaliteit kan de klant worden overtuigd dat hij klant moet blijven of worden. Een goede relatie met<br />

de klanten was en is dan ook een speerpunt van het bedrijf.<br />

Weevers Marknesse staat echter niet alleen. Zeker de samenwerking met De Nieuwstad in Lelystad<br />

heeft grote meerwaarde, evenals de gezamenlijke ondernemingen OCFL en Bevop. De samenwerking<br />

tussen de broers kan nog verder worden ontwikkeld. Ze hebben ieder hun sterke kanten en<br />

specialiteiten, waar de klanten nog veel plezier aan kunnen hebben.<br />

hoofdstuk 4


mechanisatieBedrijf Weevers <strong>marknesse</strong><br />

is voorBereid op de toekomst!<br />

hoofdstuk 4


Bronnen<br />

interviews (door trees Weevers en tom)<br />

H. de Bruijn (medewerker)<br />

H. Schoe (klant)<br />

C. Abrahamse (klant)<br />

H. Poisz (leverancier)<br />

F. Masteling (klant)<br />

K. van Beek (klant)<br />

M. Scholtens (klant)<br />

I. Korteweg (klant)<br />

P. Huizinga (medewerker en klant)<br />

S. van ’t Zet (klant)<br />

H. Kanne (medewerker)<br />

P. Timmerman (medewerker)<br />

J. de Vries (medewerker)<br />

T. Top (medewerker)<br />

K. Abma (medewerker)<br />

G. Metselaar (medewerker)<br />

A. van der Woerd (leverancier)<br />

P. Perdaems (medewerker)<br />

gesprekken<br />

Kees en Aly Weevers<br />

Truus Vrakking – Weevers<br />

Ton en Truus Weevers<br />

Roel Winter<br />

Mart Christiaens<br />

archief<br />

Weevers Marknesse<br />

Nieuwland Erfgoed Centrum te Lelystad<br />

(archief Directie Wieringermeer)<br />

Historisch Centrum Overijssel te Zwolle<br />

(archief Kamer van Koophandel)<br />

Beeldmateriaal<br />

Alle foto’s komen uit eigen bezit, van familie of<br />

van betrokkenen, zoals hierboven genoemd.<br />

Van een aantal foto’s is bekend of vermoeden we<br />

dat ze zijn gemaakt door Roel Winter of Hans<br />

Veenhuis. Mocht dit boek onverhoopt toch foto’s<br />

of beeldmateriaal bevatten waarop auteursrechten<br />

van derden berusten, wilt u dan contact<br />

opnemen met Weevers bv, Marknesse.<br />

met dank aan<br />

Trees Weevers, Tonny, Adrie, Helma en Peter<br />

en in het bijzonder Sjakolien, Sera en Neri.<br />

coLofon<br />

Tekst: Kees Weevers<br />

Grafisch ontwerp: Rita Ottink<br />

Druk: Scholma druk<br />

ISBN/EAN: 978-90-9023850-0<br />

december 2008<br />

www.<strong>weevers</strong>.info


Zie dankbaar terug en<br />

met vertrou


wen vooruit


<strong>60</strong> <strong>jaar</strong><br />

Mechanisatie op Maat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!