14.09.2013 Views

COÖPERATIEF LEREN Simon Veenman Sectie Onderwijs en ...

COÖPERATIEF LEREN Simon Veenman Sectie Onderwijs en ...

COÖPERATIEF LEREN Simon Veenman Sectie Onderwijs en ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1. Inleiding<br />

<strong>COÖPERATIEF</strong> <strong>LEREN</strong><br />

<strong>Simon</strong> <strong>Ve<strong>en</strong>man</strong><br />

<strong>Sectie</strong> <strong>Onderwijs</strong> <strong>en</strong> Educatie<br />

Katholieke Universiteit Nijmeg<strong>en</strong><br />

Paper t<strong>en</strong> behoeve van het practicum Instructievaardighed<strong>en</strong><br />

September 2001<br />

Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d of coöperatief ler<strong>en</strong> (CL) staat mom<strong>en</strong>teel sterk in de belangstelling. Het<br />

onderwerp scoort hoog op de onderwijspolitieke ag<strong>en</strong>da. Zo beveelt de Stuurgroep Evaluatie<br />

Weer-Sam<strong>en</strong>-Naar-School (Peschar & Meijer, 1997) ontwikkelingsgericht onderzoek aan<br />

waarbij zelfstandige werkvorm<strong>en</strong>, sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> het model van "directe instructie"<br />

in e<strong>en</strong> pass<strong>en</strong>d pedagogisch klimaat de basis di<strong>en</strong><strong>en</strong> te vorm<strong>en</strong>. In verschill<strong>en</strong>de rapport<strong>en</strong> van<br />

commissies <strong>en</strong> adviesorgan<strong>en</strong> voor het voorgezet onderwijs wordt gewez<strong>en</strong> op het belang van<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel krachtige onderwijsvorm voor de realisering van de<br />

basisvorming, het studiehuis <strong>en</strong> het vmbo (Stuurgroep Tweede Fase, 1994; Adviesraad<br />

<strong>Onderwijs</strong>, 1994). In veel school- of instellingswerkplann<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> onderwijsinstelling<strong>en</strong> de<br />

int<strong>en</strong>tie uit aandacht te will<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor CL is de noodzaak voor de leerling<strong>en</strong> om bij het uitvoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

leertaak met elkaar sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>. Hiertoe wordt de klas ingedeeld in kleine heterog<strong>en</strong>e<br />

groep<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> in deze coöperatieve leergroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geacht met elkaar te<br />

discussiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> te argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> over de leerstof, elkaar uitleg <strong>en</strong> informatie te gev<strong>en</strong>, elkaar<br />

te overhor<strong>en</strong> <strong>en</strong> elkaars zwakke kant<strong>en</strong> aan te vull<strong>en</strong>.<br />

Voor de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> belangstelling voor CL kunn<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangevoerd. Op de eerste plaats laat onderzoek zi<strong>en</strong> dat CL e<strong>en</strong> positieve invloed heeft de<br />

cognitieve <strong>en</strong> sociale ontwikkeling van de leerling<strong>en</strong> (zoals leerprestaties, inter-etnische<br />

vri<strong>en</strong>dschapp<strong>en</strong>, acceptatie van gehandicapte klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfvertrouw<strong>en</strong>). Op de tweede<br />

plaats wordt in de huidige opvatting<strong>en</strong> over onderwijs e<strong>en</strong> belangrijke plaats toegek<strong>en</strong>d aan<br />

actief ler<strong>en</strong>, de ontwikkeling van de d<strong>en</strong>kvermog<strong>en</strong>s van de leerling<strong>en</strong>, het ler<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> van<br />

problem<strong>en</strong>, de integratie <strong>en</strong> toepassing van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> e<strong>en</strong> actief mondeling taalgebruik.<br />

Hiervoor is CL is e<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d middel. Op de derde plaats kan via coöperatieve leergroep<strong>en</strong><br />

beter word<strong>en</strong> omgegaan met de individuele verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in de klas. Nu<br />

onderzoek de nadelige effect<strong>en</strong> heeft lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> van homoge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde leergroep<strong>en</strong> op<br />

de leerprestaties van de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> steeds meer overgaan tot heteroge<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gestelde leergroep<strong>en</strong>, neemt de betek<strong>en</strong>is van CL toe. Op de vierde plaats laat


onderzoek zi<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> met leerachterstand<strong>en</strong> het op schol<strong>en</strong> met coöperatief ingerichte<br />

leergroep<strong>en</strong> beter do<strong>en</strong> dan vergelijkbare leerling<strong>en</strong> in traditionele schol<strong>en</strong> met speciale<br />

onderwijsprogramma's (Stev<strong>en</strong>s & Slavin, 1995). Op de vijfde plaats wordt vanuit de rec<strong>en</strong>te<br />

opvatting<strong>en</strong> over ler<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> actief, doelgericht, cumulatief <strong>en</strong> constructief proces<br />

onderstreept dat ler<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>zeer bepaald wordt door sociale als door cognitieve factor<strong>en</strong> (ler<strong>en</strong><br />

als e<strong>en</strong> sociaal <strong>en</strong> gesitueerd proces van k<strong>en</strong>nisconstructie c.q. k<strong>en</strong>nis als co-constructie; Van<br />

der Lind<strong>en</strong>, 1999; Shuell, 1996).<br />

2. Effect<strong>en</strong> van coöperatief ler<strong>en</strong><br />

Het meeste onderzoek naar CL is te typer<strong>en</strong> als effect-onderzoek (Van der Lind<strong>en</strong>, 1999). In<br />

deze vorm van onderzoek wordt CL vergelek<strong>en</strong> met individuele of competitieve vorm<strong>en</strong> van<br />

ler<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> meta-analyse over de positieve effect<strong>en</strong> van CL op de cognitieve <strong>en</strong> sociale<br />

ontwikkeling van de leerling<strong>en</strong> concludeert Slavin (1995; 1996) dat CL het meest effectief is<br />

als naast e<strong>en</strong> groepsgeoriënteerde beloning ook de led<strong>en</strong> van de groep word<strong>en</strong> beloond voor<br />

hun individuele leerprestaties waarover ze verantwoording di<strong>en</strong><strong>en</strong> af te legg<strong>en</strong>. Groepsdoel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> individuele verantwoordelijkheid stimuler<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> om elkaar te help<strong>en</strong> of bij te<br />

staan <strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> maximale inspanning van de groepsled<strong>en</strong>. Studies waarin vorm<strong>en</strong> van<br />

CL gebaseerd zijn op coöperatieve groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele verantwoordelijkheid voor de<br />

geleverde groepsinspanning<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere effectgrootte zi<strong>en</strong> dan studies waarin vorm<strong>en</strong><br />

van CL niet gebaseerd zijn op coöperatieve groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele<br />

verantwoordelijkheid. De mediaan van de effectgrootte-maat voor 52 studies waarin vorm<strong>en</strong><br />

van CL gebaseerd zijn op groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong> individuele verantwoordelijkheid bedraagt +.32 <strong>en</strong><br />

slechts +.07 voor 25 studies waarin vorm<strong>en</strong> van CL niet gebaseerd zijn op groepsdoel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

individuele verantwoordelijkheid.<br />

E<strong>en</strong> belangrijke voorwaarde voor de effectiviteit van CL betreft de heterog<strong>en</strong>e<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de coöperatieve leergroep (B<strong>en</strong>nett & Dunne, 1992; Johnson & Johnson,<br />

1994; Slavin, 1995). Onderzoek laat zi<strong>en</strong> dat effectieve coöperatieve leergroep<strong>en</strong> bestaan uit<br />

goede, middelmatige <strong>en</strong> zwakke leerling<strong>en</strong> die met elkaar sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>. Zwakke <strong>en</strong><br />

middelmatige leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> duidelijk baat bij de sam<strong>en</strong>werking met goede leerling<strong>en</strong>.<br />

Goede leerling<strong>en</strong> prester<strong>en</strong> meer als ze sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met zwakke <strong>en</strong> middelmatige leerling<strong>en</strong><br />

dan als ze alle<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Zij ler<strong>en</strong> nieuwe leerstrategieën door de leerstof te onderwijz<strong>en</strong> aan<br />

de andere leerling<strong>en</strong>, doordat ze gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de leerstof in e<strong>en</strong> ander perspectief te<br />

zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> opnieuw te doord<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Zwakke leerling<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>werking in<br />

heterog<strong>en</strong>e groep<strong>en</strong> omdat ze ler<strong>en</strong> van de leerstrategieën van de goede leerling<strong>en</strong>. Studies<br />

over het interactiegedrag in de coöperatieve leergroep ton<strong>en</strong> aan dat de leerling<strong>en</strong> die in de<br />

coöperatieve leergroep uitleg gev<strong>en</strong> het meest ler<strong>en</strong>. Minder e<strong>en</strong>duidig zijn de studies over de<br />

vraag of de leerling<strong>en</strong> die de uitleg ontvang<strong>en</strong> er ook veel van ler<strong>en</strong>. Duidelijk is in ieder<br />

geval dat het gev<strong>en</strong> of ontvang<strong>en</strong> van uitleg zonder nadere toelichting of elaboratie (zie het<br />

paper of Effectief Vrag<strong>en</strong> Stell<strong>en</strong>) weinig bijdraagt tot het ler<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>, van het<br />

gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> van pasklare antwoord<strong>en</strong> wordt niet geleerd (Webb, 1992; Webb & Farivar,<br />

1994, 1999).<br />

Hoewel onderzoek aantoont dat CL e<strong>en</strong> positieve bijdrage levert aan de cognitieve <strong>en</strong><br />

sociale ontwikkeling van de leerling<strong>en</strong>, wordt CL in het Nederlandse onderwijs nog weinig<br />

toegepast. Ler<strong>en</strong> wordt hoofdzakelijk gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> individuele aangeleg<strong>en</strong>heid (Ros, 1994;<br />

<strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, K<strong>en</strong>ter & Post, 2000). Deze studies lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat de leerling<strong>en</strong> in het Nederlandse<br />

basisonderwijs meestal in e<strong>en</strong> groep werk<strong>en</strong> maar niet als groep. Dat er nog weinig aandacht<br />

is voor CL komt <strong>en</strong>erzijds doordat het ler<strong>en</strong> op school nog te veel gezi<strong>en</strong> wordt als e<strong>en</strong><br />

individuele aangeleg<strong>en</strong>heid (ler<strong>en</strong> doe je alle<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> geringe affiniteit van leerkracht<strong>en</strong> met<br />

instructievorm<strong>en</strong> die de leerling meer verantwoordelijkheid gev<strong>en</strong> om hun eig<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> te


eguler<strong>en</strong>. Anderzijds komt dit doordat leerkracht<strong>en</strong> nog weinig vertrouwd zijn met de<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> van CL. In de opleiding tot leraar <strong>en</strong> in de nascholing wordt tot<br />

nu toe weinig aandacht besteed aan de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de plaats van CL in het onderwijs,<br />

hoewel dit beeld nu snel begint te verander<strong>en</strong> (<strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, Van B<strong>en</strong>thum, Bootsma, Van<br />

Dier<strong>en</strong>, & Van der Kemp, 2002).<br />

3. Perspectiev<strong>en</strong> op coöperatief ler<strong>en</strong> 1[1]<br />

Bij de rec<strong>en</strong>te opvatting<strong>en</strong> over ler<strong>en</strong> word<strong>en</strong> meestal twee perspectiev<strong>en</strong> gehanteerd: het<br />

socio-constructivistische perspectief <strong>en</strong> het socio-culturele perspectief. Bij het socioconstructivistische<br />

perspectief wordt er van uitgegaan dat de cognitieve process<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

structur<strong>en</strong> van individu<strong>en</strong> beïnvloed word<strong>en</strong> door deelname aan sociale activiteit<strong>en</strong>. Ler<strong>en</strong><br />

wordt omschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> verandering van m<strong>en</strong>tale repres<strong>en</strong>taties of structur<strong>en</strong> onder invloed<br />

van sociale process<strong>en</strong>. Vanuit het socio-culturele perspectief wordt ler<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

sociaal <strong>en</strong> gesitueerd proces van k<strong>en</strong>nisconstructie gemedieerd door taal <strong>en</strong> culturele<br />

gereedschapp<strong>en</strong> (bijvoorbeeld computers, rek<strong>en</strong>machines, boek<strong>en</strong>, navigatiesystem<strong>en</strong>,<br />

vakgebond<strong>en</strong> gereedschapp<strong>en</strong>, getalnotaties, symbol<strong>en</strong>, rituel<strong>en</strong> e.d.). Dit perspectief bouwt<br />

voort op de Vygotskiaanse opvatting dat sociale process<strong>en</strong>, zoals argum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, door<br />

individu<strong>en</strong> verinnerlijkt word<strong>en</strong>. Door participatie in socio-culturele activiteit<strong>en</strong> kan de<br />

leerling zich de culturele gereedschapp<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>leving eig<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Beide<br />

perspectiev<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> geme<strong>en</strong> dat ze uitgaan van de constructivistische idee dat k<strong>en</strong>nis actief<br />

geconstrueerd wordt. De leeractiviteit kan echter in term<strong>en</strong> van individuele cognitie of in<br />

term<strong>en</strong> van sociale process<strong>en</strong> word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Deze opvatting sluit aan bij die van<br />

Salomon <strong>en</strong> Perkins (1998) dat hoewel alle ler<strong>en</strong> in zekere zin sociaal is, de mate van sociale<br />

mediatie kan verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> de deelnemers aan sociale activiteit<strong>en</strong> elk hun eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit<br />

behoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> op hun eig<strong>en</strong> manier bijdrag<strong>en</strong> aan het ler<strong>en</strong> dat plaatsvindt (Van Boxtel, 2000).<br />

Het onderwijs is erop gericht leerling<strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong> die i positieve<br />

zin kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan begripsontwikkeling. Uitgaande van de opvatting dat<br />

begripsontwikkeling e<strong>en</strong> actief proces van k<strong>en</strong>nisconstructie is dat met name door<br />

participaties in sociale situaties plaatsvindt, zijn twee k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van leeractiviteit<strong>en</strong> van<br />

belang.<br />

Voor het adequaat ler<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> van allerlei vakspecifieke begripp<strong>en</strong> is op de eerste<br />

plaats diepere verwerking noodzakelijk. Onder diepere verwerking of elaboratie vall<strong>en</strong> het<br />

bekijk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderwerp van verschill<strong>en</strong>de kant<strong>en</strong>, het legg<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

betek<strong>en</strong>isvolle relaties, het activer<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> van de voork<strong>en</strong>nis, het (h)erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> van<br />

problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> het prober<strong>en</strong> te begrijp<strong>en</strong> van nieuwe <strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong>de informatie.<br />

Verschill<strong>en</strong>de instructie-strategieën zijn gebaseerd op de idee dat het activer<strong>en</strong> van voork<strong>en</strong>nis<br />

<strong>en</strong> het vergelijk<strong>en</strong> van die voork<strong>en</strong>nis met nieuwe informatie e<strong>en</strong> positieve bijdrage levert aan<br />

begripsontwikkeling (zie ook het paper over Directe Instructie).<br />

Op de tweede plaats kan gewez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de noodzaak van directe sociale<br />

interactie. Verwerving van begripp<strong>en</strong> kan alle<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> door zoveel mogelijk deze<br />

begripp<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> in de communicatie met ander<strong>en</strong>.<br />

Gezi<strong>en</strong> het belang van elaboratieve activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> van participatie in sociale<br />

interactie, kan coöperatief ler<strong>en</strong> beschouwd word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> krachtige leeromgeving. Bij de<br />

aspect<strong>en</strong> van de sociale interactie die positief bijdrag<strong>en</strong> aan het ler<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

zich twee perspectiev<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>: het elaboratie-perspectief <strong>en</strong> het coconstructieperspectief.<br />

Het elaboratie perspectief. E<strong>en</strong> van de belangrijkste verklaring<strong>en</strong> voor de positieve<br />

resultat<strong>en</strong> van CL is waarschijnlijk de idee dat sociale interactie individuele cognitieve<br />

1[1] Deze paragraaf is gebaseerd op het werk van Van Boxtel (2000) <strong>en</strong> Roelofs, Van der Lind<strong>en</strong> <strong>en</strong> Erk<strong>en</strong>s (2000).


process<strong>en</strong> in gang zet die elaboratief van aard zijn <strong>en</strong> minder snel voorkom<strong>en</strong> in situaties<br />

waarin leerling<strong>en</strong> meer individueel werk<strong>en</strong>. Deze opvatting sluit aan bij het cognitivistische<br />

perspectief op ler<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> betere verwerking van informatie zou resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> beter<br />

georganiseerde <strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis. De elaboratie wordt in gang gezet doordat leerling<strong>en</strong><br />

tijd<strong>en</strong>s het sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> hun d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> verbaliser<strong>en</strong> (zie ook het paper of Effectief<br />

Vrag<strong>en</strong> Stell<strong>en</strong>).<br />

Het co-constructie perspectief. Vanuit dit perspectief wordt de verklaring vooral<br />

gezocht in de wijze waarop de sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> door coördinatie <strong>en</strong> communicatie<br />

<strong>en</strong> het gebruik van fysieke hulpmiddel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedeeld begrip bereik<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>. Dit<br />

proces van “gedeeld d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>” wordt co-constructie van k<strong>en</strong>nis g<strong>en</strong>oemd. Co-constructie levert<br />

e<strong>en</strong> belangrijke bijdrage aan het goed verlop<strong>en</strong> van de communicatie. Zonder gedeelde<br />

repres<strong>en</strong>taties of betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> is communicatie immers niet mogelijk. Wederzijds begrip moet<br />

continue gecreëerd <strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> proces dat ook wel “grounding”wordt<br />

g<strong>en</strong>oemd. Deze gedeelde gerichtheid op begrijp<strong>en</strong> kan zich uit<strong>en</strong> in het voortbouw<strong>en</strong> op<br />

elkaars bijdrag<strong>en</strong>, het stell<strong>en</strong> <strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> van verificatie-vrag<strong>en</strong>, het sam<strong>en</strong> formuler<strong>en</strong><br />

van antwoord<strong>en</strong> op gestelde vrag<strong>en</strong>, het uitwissel<strong>en</strong> van argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> stell<strong>en</strong> van kritische<br />

vrag<strong>en</strong> om conflict<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>.<br />

4. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van CL<br />

Het plaats<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> met de opdracht om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> maakt van<br />

deze groep<strong>en</strong> nog ge<strong>en</strong> coöperatieve leergroep<strong>en</strong>. In dergelijke groep<strong>en</strong> verloopt de interactie<br />

tuss<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> ongestructureerd, kunn<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> met elkaar wedijver<strong>en</strong> over<br />

de vraag wie het beste is of zich beperk<strong>en</strong> tot individualistisch of alle<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s<br />

Johnson <strong>en</strong> Johnson (1994; 1999) di<strong>en</strong>t CL te voldo<strong>en</strong> aan de volg<strong>en</strong>de vijf basisk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>:<br />

1) 1) positieve wederzijdse afhankelijkheid,<br />

2) 2) individuele verantwoordelijkheid,<br />

3) 3) directe interactie,<br />

4) 4) sociale vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

5) 5) evaluatie van het groepsproces.<br />

Deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> word<strong>en</strong> hieronder kort toegelicht.<br />

Positieve wederzijdse afhankelijkheid.<br />

Dit aspect is het allerbelangrijkste. De leerling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te beseff<strong>en</strong> dat ze elkaar nodig hebb<strong>en</strong><br />

om de leertaak met succes uit te voer<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zich te realiser<strong>en</strong> dat de inspanning<br />

van elk groepslid de hele groep t<strong>en</strong> goede komt. Dit betek<strong>en</strong>t dat de leraar de taak zorgvuldig<br />

moet structurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat het doel <strong>en</strong> de gevraagde kwaliteit van de opdracht duidelijk zijn.<br />

Positieve wederzijdse afhankelijkheid kan op verschill<strong>en</strong>de manier tot stand word<strong>en</strong><br />

gebracht: door het formuler<strong>en</strong> van geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong>, door e<strong>en</strong> verdeling van de<br />

material<strong>en</strong> of hulpmiddel<strong>en</strong>, door het gev<strong>en</strong> van beloning<strong>en</strong>, door het specificer<strong>en</strong> van bepaalde<br />

roll<strong>en</strong>, door het werk<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit. Van deze mogelijkhed<strong>en</strong> is het formuler<strong>en</strong> van<br />

geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> het belangrijkste, de andere mogelijkhed<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> de positieve<br />

wederzijdse afhankelijkheid alle<strong>en</strong> nog maar sterker.<br />

- Doelafhankelijkheid. De activiteit<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> van de groep zijn gericht op het<br />

bereik<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk doel. De doel<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> zijn zodanig met<br />

elkaar verbond<strong>en</strong> dat de e<strong>en</strong> zijn doel slechts kan bereik<strong>en</strong> als de ander zijn doel ook<br />

bereikt. De leraar wijst de leerling<strong>en</strong> op hun verantwoordelijkheid voor het ler<strong>en</strong> van de


te bestuder<strong>en</strong> leerstof <strong>en</strong> op hun verantwoordelijkheid t<strong>en</strong> opzicht van elkaars leerproces.<br />

Iedere leerling di<strong>en</strong>t er zeker van te zijn dat de andere leerling<strong>en</strong> met succes de leertaak<br />

volbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Doelafhankelijkheid kan tot stand word<strong>en</strong> gebracht door vooraf aan te gev<strong>en</strong><br />

aan welke criteria het werk moet voldo<strong>en</strong> (“iedere<strong>en</strong> in de groep di<strong>en</strong>t minst<strong>en</strong>s 8 van de<br />

10 opgav<strong>en</strong> goed te hebb<strong>en</strong>”), door aan te gev<strong>en</strong> dat ieder groepslid zijn vorige prestatie<br />

di<strong>en</strong>t te overtreff<strong>en</strong> (“zorg er voor dat iedere<strong>en</strong> het deze week beter doet dan vorige<br />

week”), door het aangev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groepsscore (“iedere<strong>en</strong> kan 10 punt<strong>en</strong> behal<strong>en</strong>,<br />

opgeteld di<strong>en</strong>t elke groep minst<strong>en</strong>s 32 punt<strong>en</strong> te behal<strong>en</strong>”), door de groep e<strong>en</strong><br />

groepsopdracht te gev<strong>en</strong> in de vorm van e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk werkstuk of pres<strong>en</strong>tatie. Indi<strong>en</strong><br />

het gaat om e<strong>en</strong> groepsproduct in de vorm van e<strong>en</strong> werkstuk of iets dergelijks kan de<br />

leraar aan de leerling<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> hun handtek<strong>en</strong>ing onder het werkstuk te zett<strong>en</strong> waardoor<br />

ze verklar<strong>en</strong> dat ze het e<strong>en</strong>s zijn met de inhoud van het werkstuk, dat ze er persoonlijke<br />

verantwoordelijkheid voor nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat ze zich er van overtuigd hebb<strong>en</strong> dat ieder lid<br />

van de groep zich de inhoud heeft eig<strong>en</strong> gemaakt. Dit verhoogt de doelafhankelijkheid <strong>en</strong><br />

voorkomt het klaplop<strong>en</strong> of het meeliftersgedrag.<br />

- Materiaal-afhankelijkheid. Wanneer pas begonn<strong>en</strong> wordt met coöperatief ler<strong>en</strong>, leidt het<br />

creër<strong>en</strong> van doelafhankelijkheid op zich nog niet altijd tot sam<strong>en</strong>werking. Vaak di<strong>en</strong>t<br />

doelafhankelijkheid aangevuld te word<strong>en</strong> met materiaal-afhankelijkheid. Doordat ieder<br />

lid van de groep e<strong>en</strong> gedeelte van het materiaal ter beschikking krijgt, zijn de leerling<strong>en</strong><br />

van elkaar afhankelijk. Door de leerling<strong>en</strong> bijvoorbeeld één viltstift <strong>en</strong> één groot vel<br />

papier te gev<strong>en</strong>, of één microscoop moet<strong>en</strong> ze zelf onderling uitmak<strong>en</strong> wie wat gaat do<strong>en</strong>.<br />

- Taakafhankelijkheid. Door de leertaak of opdracht te verdel<strong>en</strong> over verschill<strong>en</strong>de<br />

leerling<strong>en</strong> zijn de leerling<strong>en</strong> van elkaar afhankelijk zowel voor het verkrijg<strong>en</strong> als het<br />

verwerk<strong>en</strong> van de leerstof. Omdat iedere leerling verantwoordelijk is voor het verwerk<strong>en</strong><br />

van één gedeelte van de leerstof di<strong>en</strong><strong>en</strong> ze aan elkaar de uitkomst<strong>en</strong> van deze verwerking<br />

duidelijk te mak<strong>en</strong>. Door de afzonderlijk verkreg<strong>en</strong> uitkomst<strong>en</strong> te integrer<strong>en</strong> tot één<br />

werkstuk ontstaat e<strong>en</strong> positieve wederzijdse afhankelijkheid. E<strong>en</strong> voorbeeld van deze<br />

werkwijze is de legpuzzel (zie verderop).<br />

- Beloningafhankelijkheid. Dit wordt verkreg<strong>en</strong> door niet alle<strong>en</strong> de individuele leerling te<br />

belon<strong>en</strong> voor de geleverde prestatie maar vooral de groep. Hierdoor wordt tot uiting<br />

gebracht dat de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> prestatie hebb<strong>en</strong> geleverd die hun individuele inspanning<br />

te bov<strong>en</strong> gaat (twee of vier wet<strong>en</strong> meer dan één) <strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>werking gewaardeerd<br />

wordt.<br />

- Rolafhankelijkheid. Ieder lid van de groep vervult e<strong>en</strong> rol die van belang is voor e<strong>en</strong><br />

goede sam<strong>en</strong>werking bij de uitvoering van de leertaak. E<strong>en</strong> onderscheid kan gemaakt<br />

word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> roll<strong>en</strong> die gericht zijn op de vorming van de groep, het functioner<strong>en</strong> van<br />

de groep of op het integrer<strong>en</strong> van het geleerde.<br />

Roll<strong>en</strong> die de vorming van het groepsgebeur<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld:<br />

* stilte-kapitein (deze leerling ziet er op toe de led<strong>en</strong> van de groep niet te hard sprek<strong>en</strong>;<br />

de volume-regelaar)<br />

* organisator (deze leerling ziet er op toe dat de klasg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> snel <strong>en</strong> rustig groep<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong>)<br />

* beurtverdeler (deze leerling ziet er op toe dat elke leerling zijn bijdrage levert of<br />

voldo<strong>en</strong>de aan bod komt)<br />

Roll<strong>en</strong> die het functioner<strong>en</strong> van de groep ondersteun<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld:<br />

* uitlegger (deze leerling ziet er op toe dat de led<strong>en</strong> van de groep zich helder<br />

uitdrukk<strong>en</strong>)<br />

* schrijver (deze leerling noteert de besluit<strong>en</strong> van de groep <strong>en</strong> redigeert het<br />

eindverslag)<br />

* aanmoediger (deze leerling stimuleert de led<strong>en</strong> van de groep om te kom<strong>en</strong> met<br />

ideeën <strong>en</strong> controleert of iedere<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijdrage levert)


* observator (deze leerling observeert of de led<strong>en</strong> van de groep gebruik mak<strong>en</strong> van de<br />

gew<strong>en</strong>ste sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong>)<br />

* taak-kapitein (deze bewaakt de doel<strong>en</strong> die de groep moet realiser<strong>en</strong>, houdt de tijd in<br />

de gat<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziet toe op de efficiëntie van de gevolgde werkwijze)<br />

* supporter (deze leerling geeft verbale <strong>en</strong> nonverbale ondersteuning door de bijdrage<br />

van de led<strong>en</strong> van de groep te prijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> te belon<strong>en</strong>)<br />

* uitlegger (deze leerling herformuleert of geeft e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van de ideeën van de<br />

led<strong>en</strong> van de groep)<br />

Roll<strong>en</strong> die de integratie van het geleerde ondersteun<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld:<br />

* sam<strong>en</strong>vatter (deze leerling vat nauwkeurig de conclusies van de groep sam<strong>en</strong>)<br />

* corrector (deze leerling corrigeert fout<strong>en</strong> of lacunes in de bijdrag<strong>en</strong> van de led<strong>en</strong> van<br />

de groep of wijst op belangrijke informatie die niet gebruikt is)<br />

* controleur (deze leerling ziet er op toe dat elke leerling van de groep kan uitlegg<strong>en</strong><br />

hoe de oplossing van de opgave tot stand is gekom<strong>en</strong> of waarom de groep deze<br />

conclusie heeft getrokk<strong>en</strong>)<br />

* materiaalbaas (deze leerling is verantwoordelijk voor het materiaal dat de groep<br />

nodig heeft <strong>en</strong> onderhoudt het contact met de andere groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leraar)<br />

* vlechter (deze leerling legt verband<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> strategieën die eerder<br />

geleerd zijn <strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de strategieën die de led<strong>en</strong> van de groep hebb<strong>en</strong><br />

geopperd ter bereiking van de oplossing van het gestelde probleem)<br />

* bed<strong>en</strong>ker (deze leerling stelt naast het eerst gegev<strong>en</strong> antwoord alternatieve<br />

antwoord<strong>en</strong> of de legt de groep nieuwe alternatiev<strong>en</strong> voor)<br />

Individuele <strong>en</strong> groepsverantwoordelijkheid.<br />

Het effect van coöperatief ler<strong>en</strong> is het grootst als niet alle<strong>en</strong> de groep als geheel verantwoordelijk<br />

wordt gehoud<strong>en</strong> voor het bereikte resultaat maar ook ieder lid van de groep voor zijn of haar<br />

bijdrage. Groepsverantwoordelijkheid di<strong>en</strong>t zo veel mogelijk gekoppeld te word<strong>en</strong> aan<br />

individuele verantwoordelijkheid. Hierdoor wordt voorkom<strong>en</strong> dat sommige leerling<strong>en</strong> hun<br />

bijdrag<strong>en</strong> afw<strong>en</strong>tel<strong>en</strong> op de schouders van ander<strong>en</strong> (meelifters of klaplopers). Het doel van de<br />

sam<strong>en</strong>werking is dat ieder lid van de groep er beter van wordt. Tijd<strong>en</strong>s de sam<strong>en</strong>werking ler<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> in de coöperatieve werkgroep nieuwe vaardighed<strong>en</strong>, inzicht<strong>en</strong> of strategieën, die ze<br />

vervolg<strong>en</strong>s zelfstandig di<strong>en</strong><strong>en</strong> toe te pass<strong>en</strong> om te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat ze de leerstof machtig zijn.<br />

Individuele verantwoordelijkheid kan bijvoorbeeld gestructureerd word<strong>en</strong> door ieder leerling na<br />

de sam<strong>en</strong>werking e<strong>en</strong> toets te lat<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, door leerling<strong>en</strong> willekeurig e<strong>en</strong> beurt te gev<strong>en</strong> om<br />

voor de klas uit te legg<strong>en</strong> wat de groep gedaan heeft of welke oplossing gevond<strong>en</strong> is, door als<br />

leraar te observer<strong>en</strong> wat de bijdrage is van ieder lid van de groep in het groepsproces, door één<br />

leerling de rol van "controleur" te gev<strong>en</strong> die er op toe ziet dat ieder lid van de groep de leerstof<br />

begrep<strong>en</strong> heeft, door de led<strong>en</strong> van de groep elkaars werd te rediger<strong>en</strong>, door leerling<strong>en</strong> de<br />

opdracht te gev<strong>en</strong> aan ander<strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong> wat ze gedaan of geleerd hebb<strong>en</strong>.


Directe interactie (face-to-face)<br />

De leerling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> zo dicht bij elkaar te zitt<strong>en</strong> dat ze gemakkelijk de b<strong>en</strong>odigde material<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> del<strong>en</strong>, met elkaar kunn<strong>en</strong> overlegg<strong>en</strong> <strong>en</strong> gedacht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat<br />

het meubilair in de klas zo moet word<strong>en</strong> opgesteld dat de led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep gemakkelijk<br />

onderling contact hebb<strong>en</strong>. Verder di<strong>en</strong><strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de groep<strong>en</strong> niet te dicht bij elkaar te zitt<strong>en</strong><br />

om te voorkom<strong>en</strong> dat de groep<strong>en</strong> elkaar wederzijds stor<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is het belangrijk dat er<br />

voldo<strong>en</strong>de loopruimte is tuss<strong>en</strong> de groep<strong>en</strong> zodat de leraar zich gemakkelijk van de <strong>en</strong>e naar de<br />

andere groep kan beweg<strong>en</strong> om het groepsgebeur<strong>en</strong> te observer<strong>en</strong> of om assist<strong>en</strong>tie te verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong>.<br />

Voor het werk<strong>en</strong> in kleine groep<strong>en</strong> zijn sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong> nodig.<br />

Coöperatief ler<strong>en</strong> is meer complex dan competitief of individueel ler<strong>en</strong> omdat van de leerling<strong>en</strong><br />

niet alle<strong>en</strong> cognitieve vaardigd<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verwacht voor het uitvoer<strong>en</strong> van de leertaak (taakwerk),<br />

maar ook sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardigd<strong>en</strong> (team-werk). De leerling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te<br />

wet<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> groep geleid moet word<strong>en</strong>, ze moet<strong>en</strong> elkaar vertrouw<strong>en</strong>, in staat zijn onderlinge<br />

conflict<strong>en</strong> op te loss<strong>en</strong>, met elkaar kunn<strong>en</strong> communicer<strong>en</strong>, besluit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> <strong>en</strong> durv<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>.<br />

Niet alle leerling<strong>en</strong> bezitt<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de mate. Meestal is het nodig<br />

leerling<strong>en</strong> deze vaardighed<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong>. Dit kan gebeur<strong>en</strong> door de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong> in acht te<br />

nem<strong>en</strong>. Allereerst di<strong>en</strong><strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de noodzaak van goede sam<strong>en</strong>werkingsvaardighed<strong>en</strong> in te<br />

zi<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> met de klas kan de leraar e<strong>en</strong> lijst van deze vaardighed<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong>. Uit deze lijst wordt<br />

e<strong>en</strong> keuze gemaakt voor e<strong>en</strong> of twee vaardighed<strong>en</strong> die in de eerstvolg<strong>en</strong>de les geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>.<br />

Inoef<strong>en</strong>ing kan plaats vind<strong>en</strong> via roll<strong>en</strong>spel. Duidelijk di<strong>en</strong>t gemaakt te word<strong>en</strong> wat de<br />

vaardigheid inhoudt <strong>en</strong> wanneer deze geëig<strong>en</strong>d is. Specificering van de vaardigheid kan plaats<br />

vind<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong> T-kaart. Links op deze kaart staat hoe de vaardigheid er concreet<br />

uitziet ("ziet er uit als..."), rechts de bijbehor<strong>en</strong>de verbale uiting<strong>en</strong> ("klinkt als...").<br />

Aanmoedig<strong>en</strong> om aan het gesprek deel te nem<strong>en</strong><br />

Ziet er uit als: Klinkt als:<br />

Glimlach<strong>en</strong> Wat d<strong>en</strong>k jij er van?<br />

Oogcontact Fantastisch!<br />

Duim opstek<strong>en</strong> Dat is e<strong>en</strong> goed idee!<br />

Klopje op de schouder Goed, zeg!<br />

Figuur 1. Voorbeeld van e<strong>en</strong> T-kaart<br />

E<strong>en</strong> dergelijke T-kaart kan sam<strong>en</strong> met de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s als poster<br />

word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong>. Bij de toepassing van de vaardigheid in de groep di<strong>en</strong>t de leerling<br />

feedback te krijg<strong>en</strong>. Ook di<strong>en</strong>t nagedacht te word<strong>en</strong> over de vraag hoe de toepassing van de<br />

vaardigheid kan word<strong>en</strong> verbeterd. Tot slot di<strong>en</strong>t de leerling de geleerde vaardigheid<br />

duurzaam toe te pass<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat de vaardigheid zo vaak moet word<strong>en</strong> toegepast dat<br />

deze routinematig in het gedrag van de leerling is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Belangrijk bij het aanler<strong>en</strong> van<br />

sociale vaardighed<strong>en</strong> is dat niet te veel hooi op de vork wordt g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> van<br />

één of twee vaardighed<strong>en</strong> per les is in eerste instantie voldo<strong>en</strong>de. Belangrijke<br />

sam<strong>en</strong>werkingsvaardighed<strong>en</strong> zijn: in de groep blijv<strong>en</strong>, ter zake kunn<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>, niet te luid<br />

sprek<strong>en</strong>, goed kunn<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, op je beurt wacht<strong>en</strong>, de ander lat<strong>en</strong> uitsprek<strong>en</strong>, doorvrag<strong>en</strong>,


sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>, elkaar kunn<strong>en</strong> aanmoedig<strong>en</strong>, elkaar complim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, hulp durv<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, het one<strong>en</strong>s durv<strong>en</strong> zijn met e<strong>en</strong> ander.<br />

Evaluatie van het groepsproces.<br />

Regelmatig besprek<strong>en</strong> de led<strong>en</strong> van de groep met elkaar <strong>en</strong> met de leraar hoe goed ze hun<br />

doel<strong>en</strong> bereikt hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat de bijdrage van iedere<strong>en</strong> is geweest. De led<strong>en</strong> van de groep<br />

beschrijv<strong>en</strong> welke activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> doelmatig zijn geweest <strong>en</strong> welke minder<br />

doelmatig <strong>en</strong> hoe in toekomstige situaties deze activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong> verbeterd kunn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Voortdur<strong>en</strong>de reflectie op het leerproces <strong>en</strong> het groepsgebeur<strong>en</strong> leidt er toe dat dit<br />

leerproces <strong>en</strong> groepsgebeur<strong>en</strong> steeds beter verlop<strong>en</strong>.<br />

5. Sam<strong>en</strong>stelling van de groep<strong>en</strong><br />

Bij het bepal<strong>en</strong> van de omvang van de grootte van de coöperatieve werkgroep kan de leraar<br />

zich lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door de volg<strong>en</strong>de overweging<strong>en</strong>: hoe groter de groep hoe groter de kans dat<br />

de verschill<strong>en</strong>de expertises van de leerling<strong>en</strong> elkaar aanvull<strong>en</strong>; hoe kleiner de groep hoe groter<br />

de kans op int<strong>en</strong>sievere sam<strong>en</strong>werking <strong>en</strong> meer actieve leertijd voor elk groepslid. De grootte<br />

van de groep bij sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> is meestal vier leerling<strong>en</strong>. Als de leraar <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

nog weinig ervaring hebb<strong>en</strong> met sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> is het raadzaam te beginn<strong>en</strong> met duo's<br />

of trio's. Met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de ervaring kunn<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s twee duo's gecombineerd word<strong>en</strong> tot<br />

e<strong>en</strong> viertal. In het algeme<strong>en</strong> geldt: hoe kleiner hoe beter <strong>en</strong> hoe beperkter de beschikbare tijd<br />

hoe kleiner de groep.<br />

E<strong>en</strong> heterog<strong>en</strong>e sam<strong>en</strong>stelling van de groep verdi<strong>en</strong>t in de meeste gevall<strong>en</strong> de<br />

voorkeur. In groep<strong>en</strong> die sam<strong>en</strong>gesteld zijn uit leerling<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de achtergrond<strong>en</strong>,<br />

vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> interesses kom<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> in aanraking met verschill<strong>en</strong>de zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong>,<br />

aanpakk<strong>en</strong> voor problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> zij meer geconfronteerd met cognitieve dissonanties<br />

die e<strong>en</strong> voorwaarde vorm<strong>en</strong> voor ler<strong>en</strong>. Meestal bestaat e<strong>en</strong> groep van vier leerling<strong>en</strong> uit één<br />

goede leerling, twee middelmatig prester<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zwak prester<strong>en</strong>de leerling.<br />

Hierbij wordt tev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wichtige verdeling tuss<strong>en</strong> de geslacht<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

etnische herkomst van de leerling<strong>en</strong> om integratie tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>.<br />

De groepssam<strong>en</strong>stelling wordt meestal niet aan de leerling<strong>en</strong> zelf overgelat<strong>en</strong>, omdat<br />

zelf gekoz<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> vaak niet heteroge<strong>en</strong> zijn. Deze groep<strong>en</strong> zijn vaak homoge<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>gesteld waarbij de goede leerling<strong>en</strong> met elkaar sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>, jong<strong>en</strong>s met jong<strong>en</strong>s,<br />

meisjes met meisjes, etnische minderhed<strong>en</strong> met etnische minderhed<strong>en</strong>. Deze groep<strong>en</strong> verton<strong>en</strong><br />

meer niet-taakgericht gedrag (vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> prat<strong>en</strong> soms meer over hun gezam<strong>en</strong>lijke belev<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />

dan over de leertaak) <strong>en</strong> beperk<strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> om in aanraking te<br />

kom<strong>en</strong> met andere zi<strong>en</strong>s- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kwijz<strong>en</strong>. Wanneer leerling<strong>en</strong> vrij zijn om zelf te bepal<strong>en</strong> wat<br />

ze will<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> of welk project ze will<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>, kan homoge<strong>en</strong> groeper<strong>en</strong> functioneel zijn<br />

omdat leerling<strong>en</strong> op grond van e<strong>en</strong>zelfde belangstelling sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>.<br />

6. Vorm<strong>en</strong> van coöperatieve leergroep<strong>en</strong><br />

Door Johnson <strong>en</strong> Johnson (1994) word<strong>en</strong> drie vorm<strong>en</strong> van coöperatieve leergroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

onderscheid<strong>en</strong>:<br />

1. Formele coöperatieve leergroep<strong>en</strong>. De duur van deze groep<strong>en</strong> kan variër<strong>en</strong> van één les<br />

tot less<strong>en</strong> die zich over <strong>en</strong>kele wek<strong>en</strong> uitstrekk<strong>en</strong>. In deze leergroep<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> in het realiser<strong>en</strong> van gezam<strong>en</strong>lijke leerdoel<strong>en</strong> door er voor te zorg<strong>en</strong> dat


ieder lid van de groep de leertak<strong>en</strong> met succes uitvoert. Elke leertaak in elk schoolvak<br />

kan zo gestructureerd word<strong>en</strong> dat sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> mogelijk is. Hierbij<br />

di<strong>en</strong>t de leraar:<br />

a) duidelijk de leerdoel<strong>en</strong> van de les te specificer<strong>en</strong>,<br />

b) e<strong>en</strong> aantal beslissing<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> mogelijk te<br />

mak<strong>en</strong> (het bepal<strong>en</strong> van de grootte van de groep <strong>en</strong> de groepssam<strong>en</strong>stelling),<br />

c) de leertaak op e<strong>en</strong> duidelijke manier aan de leerling<strong>en</strong> uit te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> te zorg<strong>en</strong> voor<br />

e<strong>en</strong> positieve wederzijdse afhankelijkheid tuss<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> (niet: ieder voor zich,<br />

maar: één voor all<strong>en</strong> <strong>en</strong> all<strong>en</strong> voor één),<br />

d) het bewak<strong>en</strong> van de voortgang van het ler<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> in groep<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>tueel tuss<strong>en</strong> beide kom<strong>en</strong> als de groep hulp nodig heeft of feedback te gev<strong>en</strong> op<br />

hun sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

e) het evaluer<strong>en</strong> van het leer- <strong>en</strong> groepsproces, dit wil zegg<strong>en</strong>, de leerling<strong>en</strong> lat<strong>en</strong><br />

beoordel<strong>en</strong> hoe goed hun groep gefunctioneerd heeft.<br />

2. Informele coöperatieve leergroep<strong>en</strong>. Dit zijn ad-hoc groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> duur van slechts<br />

<strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> per les tot e<strong>en</strong> gehele les. Van deze informele coöperatieve groep<strong>en</strong> kan<br />

de leraar gebruik tijd<strong>en</strong>s het gev<strong>en</strong> van directe instructie. Door gerichte<br />

sam<strong>en</strong>werkingsopdracht<strong>en</strong> kan de leraar e<strong>en</strong> bepaalde onderdeel van de les op e<strong>en</strong><br />

actieve wijze door de leerling<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> verwerk<strong>en</strong>, de juiste verwachting<strong>en</strong> van de<br />

leerling<strong>en</strong> voor de te volg<strong>en</strong> les op te wekk<strong>en</strong>, of de les op e<strong>en</strong> actieve wijze af te sluit<strong>en</strong><br />

waarbij de leerling<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat ze de leerstof begrep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. In kort<br />

dur<strong>en</strong>de discussies vóór, tijd<strong>en</strong>s <strong>en</strong> na de les voer<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de drie tot vijf<br />

minut<strong>en</strong> korte opdracht<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> partner uit. Door Kagan (1994) is e<strong>en</strong> veelheid van<br />

deze sam<strong>en</strong>werkingsstructur<strong>en</strong> ontwikkeld. Enkele van deze structur<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verderop<br />

besprok<strong>en</strong>.<br />

3. Coöperatieve stamgroep<strong>en</strong>. Deze hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duur van minst<strong>en</strong>s één jaar. Dit zijn<br />

heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde groep<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> duurzaam lidmaatschap. Het voornaamste<br />

doel van deze groep is de led<strong>en</strong> van de groep steun <strong>en</strong> hulp te gev<strong>en</strong> bij het slag<strong>en</strong> op<br />

school. Meestal kom<strong>en</strong> deze groep<strong>en</strong> vóór schooltijd bij elkaar (minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> keer per<br />

week) om bepaalde problem<strong>en</strong> te besprek<strong>en</strong>, huiswerk opdracht<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong> op<br />

uitvoering, elkaar ter verantwoording te roep<strong>en</strong> bij abs<strong>en</strong>tie e.d.<br />

Zoals gezegd, het bij-elkaar-zett<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> de opdracht gev<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong> te erk<strong>en</strong><br />

leidt nog niet tot e<strong>en</strong> coöperatieve leergroep. In het traditionele onderwijs krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

soms de opdracht om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>, wat ze ook do<strong>en</strong>, maar de leertak<strong>en</strong> zijn zodanig<br />

gestructureerd dat sam<strong>en</strong>werking nauwelijks vereist is. De leerling<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> dat ze beoordeeld <strong>en</strong><br />

beloond word<strong>en</strong> als individu <strong>en</strong> niet als led<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groep. Er is weinig inhoudelijke interactie<br />

over de leertaak, er wordt alle<strong>en</strong> uitleg gevraagd over hoe de taak moet word<strong>en</strong> uitgevoerd. De<br />

motivatie ontbreekt om elkaar te lat<strong>en</strong> del<strong>en</strong> in elkaars k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>. Elkaar help<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

onderlinge uitwisseling van informatie is beperkt. Sommige leerling<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> de andere leerling<strong>en</strong><br />

het werk do<strong>en</strong> (de zog<strong>en</strong>aamde meelifters), gewet<strong>en</strong>svolle groepsled<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> zich gefrustreerd<br />

of uitgebuit <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> er weinig voor zich maximaal in te spann<strong>en</strong>, liever werk<strong>en</strong> ze alle<strong>en</strong>. Uit<br />

het onderzoek van Ros (1994; <strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, K<strong>en</strong>ter & Post, 2000) blijkt dat als leerling<strong>en</strong> sam<strong>en</strong><br />

werk<strong>en</strong> dit overweg<strong>en</strong>d gebeurt in tweetall<strong>en</strong>, maar nauwelijks in heteroge<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gestelde<br />

groep<strong>en</strong>.<br />

Soms krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de opdracht om sam<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong> maar ontbreekt iedere<br />

motivatie om dat te do<strong>en</strong>. In deze pseudo-leergroep<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> ook dat ze beoordeeld<br />

word<strong>en</strong> als individu <strong>en</strong> niet als led<strong>en</strong> van de groep. Oppervlakkig gezi<strong>en</strong> overlegg<strong>en</strong> ze met<br />

elkaar, maar in feite wedijver<strong>en</strong> ze met elkaar. Ze zi<strong>en</strong> elkaar als rival<strong>en</strong> die bevocht<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong>. Hierdoor lat<strong>en</strong> ze het achterste van hun tong niet zi<strong>en</strong>, houd<strong>en</strong> informatie achter,


wantrouw<strong>en</strong> elkaars bedoeling<strong>en</strong> of tracht<strong>en</strong> elkaar in verwarring te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De som van het<br />

geheel is daardoor minder dan het totaal van individuele inspanning<strong>en</strong> van de groepsled<strong>en</strong>.<br />

In e<strong>en</strong> echte coöperatieve leergroep krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> de opdracht om sam<strong>en</strong> te<br />

werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarder<strong>en</strong> ze deze sam<strong>en</strong>werking. Ze zijn er zich van bewust dat hun succes<br />

afhankelijk is van de inspanning<strong>en</strong> van alle led<strong>en</strong> van de groep. Deze groep<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zich<br />

door het volg<strong>en</strong>de:<br />

a) a) het doel om het leerproces van alle led<strong>en</strong> van de groep te bevorder<strong>en</strong> leidt er toe dat<br />

alle led<strong>en</strong> zich maximaal inspann<strong>en</strong> waardoor e<strong>en</strong> resultaat bereikt wordt dat bov<strong>en</strong> hun<br />

individuele capaciteit<strong>en</strong> uitgaat. De led<strong>en</strong> van de groep beseff<strong>en</strong> dat ze van elkaar<br />

afhankelijk zijn ("sam<strong>en</strong> pomp<strong>en</strong> of verzuip<strong>en</strong>"), als één lid faalt, faalt iedere<strong>en</strong>.<br />

b) b) De led<strong>en</strong> van de groep houd<strong>en</strong> elkaar verantwoordelijk voor de kwaliteit van het<br />

geleverde werk. Alle<strong>en</strong> kwalitatief goed werk is in ieders belang.<br />

c) c) De led<strong>en</strong> van de groep werk<strong>en</strong> face-to-face bij het werk<strong>en</strong> aan gezam<strong>en</strong>lijke<br />

uitkomst<strong>en</strong> of product<strong>en</strong>. Ze werk<strong>en</strong> echt sam<strong>en</strong> <strong>en</strong> help<strong>en</strong>, ondersteun<strong>en</strong>, bemoedig<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

activer<strong>en</strong> elkaar.<br />

d) d) De led<strong>en</strong> van de groep beschikk<strong>en</strong> over sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong> deze om hun inspanning<strong>en</strong> op elkaar af te stemm<strong>en</strong> <strong>en</strong> om hun doel te<br />

bereik<strong>en</strong>. Taak-werk <strong>en</strong> team-werk word<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adrukt.<br />

e) e) De groep<strong>en</strong> gaan na in hoeverre er effectief <strong>en</strong> doelmatig gewerkt is <strong>en</strong> hoe de<br />

onderlinge sam<strong>en</strong>werking is geweest. Ze do<strong>en</strong> dit met het oog op e<strong>en</strong> beter functioner<strong>en</strong><br />

in de naaste toekomst.<br />

7. Enkele coöperatieve werkvorm<strong>en</strong> 2[2]<br />

De tot dusverre beschrev<strong>en</strong> inzicht<strong>en</strong> om sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> vorm te gev<strong>en</strong> zijn vooral<br />

ontle<strong>en</strong>d aan Johnson <strong>en</strong> Johnson (1994, 1994a,b). Zij gaan er van uit dat als de lerar<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

grondig inzicht hebb<strong>en</strong> in de theoretische uitgangspunt<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> zij het<br />

beste in staat zijn vorm te gev<strong>en</strong> aan sam<strong>en</strong>werkingssituaties. Zij zijn hierdoor in staat elke les<br />

zo te structurer<strong>en</strong> dat voldaan wordt aan de vijf basiselem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> (zie<br />

bov<strong>en</strong>). Elk onderdeel van het lesprogramma le<strong>en</strong>t zich - na e<strong>en</strong> aantal aanpassing<strong>en</strong> - in<br />

principe voor sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>.<br />

Op dit mom<strong>en</strong>t is e<strong>en</strong> veelheid van coöperatieve werkvorm<strong>en</strong> ontwikkeld om lerar<strong>en</strong><br />

behulpzaam te zijn bij het toepass<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>. Deze werkvorm<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> van<br />

simpel tot complex. Alle werkvorm<strong>en</strong> zijn in beginsel onafhankelijk van het gebruikte<br />

lesprogramma of methode, dit wil zegg<strong>en</strong> dat ze toegepast kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> veelheid van<br />

less<strong>en</strong>, ze zijn niet inhoudsgebond<strong>en</strong>. Veel werkvorm<strong>en</strong> zijn te vind<strong>en</strong> bij Kagan (1994).<br />

Nederlandse publicaties met e<strong>en</strong> beschrijving van coöperatieve werkvorm<strong>en</strong> zijn: Ebb<strong>en</strong>s,<br />

Ettekov<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van Rooij<strong>en</strong> (1997), Förrer, K<strong>en</strong>ter <strong>en</strong> <strong>Ve<strong>en</strong>man</strong> (2000) <strong>en</strong> Ha<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> Haitink<br />

(1998). Enkele bruibare werkvorm<strong>en</strong> (van Kag<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander<strong>en</strong>) zull<strong>en</strong> we nu kort besprek<strong>en</strong>.<br />

2[2] De illustraties bij de coöperatieve werkvorm<strong>en</strong> zijn ontle<strong>en</strong>d aan het AIO-project Implem<strong>en</strong>tatie van<br />

Coöperatief Ler<strong>en</strong> van de <strong>Sectie</strong> <strong>Onderwijs</strong> <strong>en</strong> Educatie van de Katholieke Universiteit Nijmeg<strong>en</strong>, maart 2001.


1. D<strong>en</strong>k<strong>en</strong>-del<strong>en</strong>-uitwissel<strong>en</strong> (Kagan, 1994)<br />

Deze coöperatieve werkvorm is op zich heel e<strong>en</strong>voudig toe te<br />

pass<strong>en</strong> <strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> krachtig middel om de leerling<strong>en</strong> aan het<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>.<br />

Deze werkvorm k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) de leraar stelt e<strong>en</strong> vraag aan de gehele groep.<br />

b) de leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> de tijd om in stilte over het antwoord na te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> (d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>). Deze d<strong>en</strong>kpauze kan door de leraar gestructureerd word<strong>en</strong> door<br />

bijvoorbeeld te zegg<strong>en</strong>: "Bed<strong>en</strong>k minst<strong>en</strong>s twee alternatiev<strong>en</strong> of oplossing<strong>en</strong> voor...".<br />

Om de individuele verantwoordelijkheid te verhog<strong>en</strong> kan de leraar de leerling<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> hun antwoord<strong>en</strong> op papier te zett<strong>en</strong>.<br />

c) de leerling<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> tweetall<strong>en</strong> (bijvoorbeeld met hun buur of met e<strong>en</strong> teamg<strong>en</strong>oot)<br />

<strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> elkaars antwoord<strong>en</strong> (del<strong>en</strong>). Gezam<strong>en</strong>lijk stell<strong>en</strong> zij het beste antwoord<br />

sam<strong>en</strong>.<br />

d) de leraar vraagt aan e<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong> uit het tweetal om hun antwoord<strong>en</strong> met de<br />

klas te del<strong>en</strong> (uitwissel<strong>en</strong>). Het is ook mogelijk dat de leraar de tweetall<strong>en</strong> vraagt hun<br />

oplossing te del<strong>en</strong> met de andere tweetall<strong>en</strong> waarmee ze e<strong>en</strong> groep van vier vorm<strong>en</strong>.<br />

Op deze wijze del<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> hun antwoord<strong>en</strong> niet met de gehele klas waar steeds<br />

maar één leerling aan het woord is, maar met hun teamg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Hierdoor wordt de<br />

uitwisselingsgraad met e<strong>en</strong> factor acht verhoogd.<br />

2. Rotonde (Kagan, 1994)<br />

Bij deze coöperatieve werkvorm levert iedere leerling e<strong>en</strong><br />

bijdrage aan de groep. Deze bijdrage kan schriftelijk of<br />

mondeling geschied<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> schriftelijke rotonde beschikt de<br />

groep over één vel papier <strong>en</strong> één p<strong>en</strong>. Iedere leerling schrijft<br />

zijn antwoord op het papier <strong>en</strong> geeft vervolg<strong>en</strong>s de p<strong>en</strong> door<br />

aan de leerling naast hem (kloksgewijs). Om de individuele<br />

verantwoordelijkheid te vergrot<strong>en</strong> kan iedere leerling ev<strong>en</strong>tueel<br />

zijn antwoord in e<strong>en</strong> andere kleur schrijv<strong>en</strong>.<br />

Na afloop bediscussiër<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaars antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> door all<strong>en</strong> gedeeld<br />

antwoord op dat vervolg<strong>en</strong>s in de klas kan word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> mondelinge rotonde<br />

del<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaars antwoord<strong>en</strong> mondeling zonder deze op te schrijv<strong>en</strong>. De rotonde is<br />

met name geschikt om leerling<strong>en</strong> vooraf na te lat<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over wat ze van de les kunn<strong>en</strong><br />

verwacht<strong>en</strong> nadat de inhoud is aangekondigd, om te controler<strong>en</strong> of de verstrekte informatie<br />

goed is verwerkt, of om e<strong>en</strong> directe instructie-les meer lev<strong>en</strong>dig te mak<strong>en</strong>.


3. Kopp<strong>en</strong> bij elkaar (Kagan, 1994)<br />

Deze coöperatieve werkvorm vormt het alternatief voor het<br />

traditionele vraag-antwoord-spel in de klas: de leraar stelt<br />

klassikaal e<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> één leerling krijgt vervolg<strong>en</strong>s de beurt<br />

om deze vraag te beantwoord<strong>en</strong> terwijl de andere leerling<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong>.


Deze werkvorm k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) Iedere leerling in de groep krijgt e<strong>en</strong> nummer. Dit nummer geeft de leraar of de leerling<strong>en</strong><br />

gev<strong>en</strong> zichzelf e<strong>en</strong> nummer.<br />

b) De leraar stelt e<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> geeft aan dat iedere<strong>en</strong> serieus over het antwoord na moet<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: "Zorg er voor dat iedere<strong>en</strong> in de groep de hoofdgedachte uit dit<br />

gedicht kan aangev<strong>en</strong>".<br />

c) De leerling<strong>en</strong> stek<strong>en</strong> hun kopp<strong>en</strong> bij elkaar <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> er voor dat iedere<strong>en</strong> het antwoord<br />

weet. Ev<strong>en</strong>tueel krijgt één leerling uit de groep de rol van "controleur" toebedeeld. De<br />

deelname van elke leerling bij deze stap kan word<strong>en</strong> verhoogd door de leerling<strong>en</strong> voordat<br />

ze hun kopp<strong>en</strong> bij elkaar stek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> d<strong>en</strong>ktijd te gev<strong>en</strong> (waarbij ze ev<strong>en</strong>tueel<br />

hun antwoord kort op papier zett<strong>en</strong>). Op deze manier krijg<strong>en</strong> de wat zwakkere leerling<strong>en</strong><br />

tijd om over hun antwoord na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> de betere leerling<strong>en</strong> de tijd om hun antwoord<br />

beter te doord<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Hierdoor wordt e<strong>en</strong> gelijke inbr<strong>en</strong>g bevorderd.<br />

d) De leraar noemt willekeurig e<strong>en</strong> nummer waarop de leerling<strong>en</strong> met het betreff<strong>en</strong>de<br />

nummer hun hand opstek<strong>en</strong> om hun antwoord te gev<strong>en</strong>. Als het antwoord meerdere<br />

aspect<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t, kan de leraar ook naar de bijdrage van de andere nummers vrag<strong>en</strong>.<br />

Deze coöperatieve werkvorm is uitermate geschikt voor het verwerk<strong>en</strong> van informatie die<br />

eerder is verstrekt via directe instructie of via bestudering van e<strong>en</strong> schriftelijke tekst. Het is<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> geschikte werkvorm om leerling<strong>en</strong> voor te bereid<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> toets. Ook kan op<br />

deze manier bij de leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> juist verwachtingspatroon bij e<strong>en</strong> les word<strong>en</strong> gecreëerd,<br />

bijvoorbeeld als de leraar bij e<strong>en</strong> les over de boulevardpers zegt: "Zorg er voor dat iedere<strong>en</strong> in<br />

het team drie red<strong>en</strong><strong>en</strong> kan noem<strong>en</strong> waarom gedragsregels voor de pers noodzakelijk zijn."<br />

4. Drie-fas<strong>en</strong>-interview (Kagan, 1994)<br />

Deze coöperatieve werkvorm is ook uitermate geschikt om<br />

informatie met elkaar te del<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verwerk<strong>en</strong>. Ook voor het<br />

creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> juist verwachtingspatroon voor e<strong>en</strong> les ("wat<br />

wil je over dit onderwerp wet<strong>en</strong>?"), voor het afsluit<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

les ("wat heb je tijd<strong>en</strong>s deze les geleerd?") of voor het<br />

nabesprek<strong>en</strong> van het opgegev<strong>en</strong> huiswerk ("wat vond je<br />

interessant aan deze opdracht?").<br />

Deze werkvorm k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) Uitgaande van e<strong>en</strong> groep van vier, interview<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> elkaar in tweetall<strong>en</strong> over e<strong>en</strong><br />

vraag die de leraar gesteld heeft (bijvoorbeeld: "Wat is het laatste boek dat je gelez<strong>en</strong> had<br />

<strong>en</strong> wat vond je er van?"). Eerst interviewt leerling één leerling twee, waarna de roll<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> omgedraaid.<br />

b) Vervolg<strong>en</strong>s wordt e<strong>en</strong> mondelinge rotonde gehoud<strong>en</strong>: elke leerling vertelt de groep wat de<br />

geïnterviewde leerling vertelt heeft (del<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong>).<br />

5. Woord<strong>en</strong>web


Voor het ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitwissel<strong>en</strong> van begripp<strong>en</strong> is het<br />

mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> conceptuele kaart (concept map) e<strong>en</strong><br />

belangrijk hulpmiddel. Ieder team krijgt e<strong>en</strong> groot vel papier<br />

met in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> rechthoek e<strong>en</strong> sleutelbegrip,<br />

bijvoorbeeld "literatuur". Iedere leerling schrijft om beurt<strong>en</strong><br />

(via e<strong>en</strong> schriftelijke rotonde) e<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>- of onderschikk<strong>en</strong>d<br />

begrip op <strong>en</strong> laat via e<strong>en</strong> pijl de relatie met de andere<br />

begripp<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Op deze wijze wordt e<strong>en</strong> sleutelbegrip<br />

uite<strong>en</strong>gelegd in verschill<strong>en</strong>de deelconcept<strong>en</strong> met hun onderlinge relaties. Deze coöperatieve<br />

werkvorm is zeer geschikt voor het activer<strong>en</strong> van de voork<strong>en</strong>nis van de leerling<strong>en</strong> (“wat weet<br />

ik al van het onderwerp?”), voor het ontwikkel<strong>en</strong> van nieuwe begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> de relaties tuss<strong>en</strong><br />

begripp<strong>en</strong> (“Wat zijn de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> wesp?”).<br />

6. Legpuzzel (Aronson, 1978)<br />

Bij deze sam<strong>en</strong>werkingsvorm wordt gebruik gemaakt van<br />

stamgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> expertgroep<strong>en</strong>. Omdat het te bestuder<strong>en</strong><br />

materiaal eerst verdeeld wordt over verschill<strong>en</strong>de leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s wordt sam<strong>en</strong>gebracht tot één geheel, wordt deze<br />

methode ook wel 'legpuzzel' g<strong>en</strong>oemd. Deze methode is vooral<br />

uitgewerkt door Aronson (1978) <strong>en</strong> Slavin (1995).<br />

Deze methode k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) a) De leraar kiest e<strong>en</strong> geschikte leertaak. Deze leertaak laat zich opdel<strong>en</strong> in<br />

bijvoorbeeld vier del<strong>en</strong> (indi<strong>en</strong> er gewerkt wordt met groep<strong>en</strong> van vier leerling<strong>en</strong>). De<br />

leerling<strong>en</strong> hoev<strong>en</strong> niet ev<strong>en</strong>veel van het onderwerp af te wet<strong>en</strong>. Op deze manier kan e<strong>en</strong><br />

tekst, e<strong>en</strong> boek of e<strong>en</strong> onderwerp in vier del<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgesplitst.<br />

b) De leraar stelt heterog<strong>en</strong>e groep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> (qua bekwaamheid, geslacht, etnische afkomst,<br />

populariteit e.d.).<br />

c) Elke leerling ontvangt in zijn stamgroep e<strong>en</strong> deel van de tekst of de opdracht. Deze<br />

word<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s individueel doorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

d) Alle leerling<strong>en</strong> met dezelfde opdracht of onderwerp kom<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s bij elkaar in de<br />

expertgroep. Hierbij bediscussiër<strong>en</strong> zij de opdracht <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> er op toe dat iedere leerling de<br />

leerstof beheerst. Ev<strong>en</strong>tueel kan e<strong>en</strong> discussieleider word<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong>. Op deze manier<br />

word<strong>en</strong> deze leerling<strong>en</strong> de experts voor dit onderdeel. T<strong>en</strong>slotte gaan ze gezam<strong>en</strong>lijk na<br />

hoe het bestudeerde materiaal het beste aan de andere leerling<strong>en</strong> van de stamgroep<br />

uitgelegd kan word<strong>en</strong>.<br />

e) De experts ker<strong>en</strong> terug naar hun stamgroep <strong>en</strong> legg<strong>en</strong> aan elkaar uit wat ze van het<br />

onderwerp wet<strong>en</strong>. Hierbij wordt het materiaal dat de vier experts bij elkaar br<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />

geïntegreerd zodat elke leerling zich e<strong>en</strong> expert mag beschouw<strong>en</strong> wat het hele onderwerp<br />

betreft. Door hun afzonderlijke puzzelstukjes bij elkaar te legg<strong>en</strong>, legg<strong>en</strong> ze de hele<br />

puzzel. Tot slot zi<strong>en</strong> ze er op toe dat iedere<strong>en</strong> het onderwerp beheerst <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel klaar is<br />

om e<strong>en</strong> individuele test met succes af te legg<strong>en</strong>.<br />

f) f) De leerling<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> individueel verantwoording af van het geleerde,<br />

bijvoorbeeld in de vorm van e<strong>en</strong> toets of groepsproduct. Indi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toets wordt<br />

afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> individuele verbeteringsscores berek<strong>en</strong>d: in hoeverre is de leerling<br />

vergelek<strong>en</strong> met zijn vorige prestatie vooruit gegaan? Deze individuele verbeteringscores


word<strong>en</strong> opgeteld tot e<strong>en</strong> groepsscore waarna de groep geprez<strong>en</strong> wordt voor hun inzet <strong>en</strong><br />

prestaties.<br />

7. Placemat (Craig<strong>en</strong> & Gre<strong>en</strong>, 1999)<br />

Deze werkvorm wordt ook wel de Swiss-army knife<br />

g<strong>en</strong>oemd omdat deze coöperatieve structuur zich<br />

gemakkelijk overal laat toepass<strong>en</strong> <strong>en</strong> direct duidelijk maakt<br />

wat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> inhoudt.<br />

Deze werkvorm k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) Uitdel<strong>en</strong> van het materiaal. Elke groep krijgt e<strong>en</strong> flap of<br />

e<strong>en</strong> groot vel papier. In het midd<strong>en</strong> van deze flap tek<strong>en</strong>t iemand uit de groep e<strong>en</strong> vierkant:<br />

hierin komt later het geme<strong>en</strong>schappelijk groepsproduct te staan (de gedeelde opvatting<strong>en</strong>).<br />

Vanuit het midd<strong>en</strong> van dit geme<strong>en</strong>schappelijke vierkant word<strong>en</strong> naar de uiteind<strong>en</strong> toe vier<br />

lijn<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong> die de flap in gelijke del<strong>en</strong> verdeelt (bij e<strong>en</strong> groep van drie wordt de<br />

ruimte buit<strong>en</strong> het vierkant in drie stukk<strong>en</strong> opgedeeld). De leraar kan er ook voor kiez<strong>en</strong><br />

om vooraf zelf deze indeling te mak<strong>en</strong>; dit spaart tijd.<br />

b) Iedere<strong>en</strong> schrijft zijn bevinding<strong>en</strong> op. De leraar geeft e<strong>en</strong> opdracht. Hij vraagt<br />

bijvoorbeeld of de groep<strong>en</strong> de voordel<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> will<strong>en</strong> opschrijv<strong>en</strong><br />

(“noteer minst<strong>en</strong>s vijf voordel<strong>en</strong> van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>”). De groepsled<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

gedur<strong>en</strong>de <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> individueel hun ideeën of antwoord<strong>en</strong> op in de hoek<strong>en</strong> van het<br />

vel. Ev<strong>en</strong>tueel krijgt ieder groepslid e<strong>en</strong> stift met e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> kleur zodat direct duidelijk is<br />

wat iedere<strong>en</strong> aan de opdracht bijdraagt (structurering van de individuele<br />

verantwoordelijkheid).<br />

c) Discussie in de groep. Na de individuele bed<strong>en</strong>ktijd, prober<strong>en</strong> de groepsled<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

gezam<strong>en</strong>lijk antwoord te kom<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> beargum<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> hun keuzes maar staan<br />

op<strong>en</strong> voor de inbr<strong>en</strong>g van de andere groepsled<strong>en</strong>. Het overleg moet resulter<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />

geme<strong>en</strong>schappelijk antwoord.<br />

d) Invull<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>schappelijke rechthoek. Wanneer de leerling<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming<br />

hebb<strong>en</strong> bereikt, schrijv<strong>en</strong> ze het antwoord op in de geme<strong>en</strong>schappelijke rechthoek.<br />

Ev<strong>en</strong>tueel kan nog de opdracht word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> de opgeschrev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

rangnummer te voorzi<strong>en</strong> (“geeft het meest belangrijke voordeel van sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong><br />

het cijfer één, daarna het cijfer twee aan het op e<strong>en</strong> na belangrijkste k<strong>en</strong>merk, <strong>en</strong>z.”).


e) Klassikale uitwisseling. De leraar vraagt <strong>en</strong>kele woordvoerders van de groepjes (ev<strong>en</strong>tueel<br />

aselect gekoz<strong>en</strong>) om nam<strong>en</strong>s de groep de gegev<strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> toe te licht<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> de<br />

vell<strong>en</strong> groot g<strong>en</strong>oeg zijn, kunn<strong>en</strong> deze aan de muur gehang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

8. Groepsonderzoek (Sharan & Sharan, 1992)<br />

Door Kagan (1994), Coh<strong>en</strong> (1994) <strong>en</strong> Sharan <strong>en</strong> Sharan<br />

(1992) zijn verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van groepsonderzoek<br />

uitgewerkt. Elke groep onderzoekt e<strong>en</strong> deelaspect van<br />

de algem<strong>en</strong>e vraagstelling, waarbij elke groep<br />

verantwoordelijk is voor de uit te voer<strong>en</strong> tak<strong>en</strong>, de te<br />

vervull<strong>en</strong> roll<strong>en</strong> <strong>en</strong> het te bestuder<strong>en</strong> materiaal. De<br />

vraagstelling van het onderzoek kan door de leraar<br />

word<strong>en</strong> aangereikt maar ook door de leerling<strong>en</strong> via e<strong>en</strong><br />

uitgebreide discussie in de klas.<br />

Deze werkwijze k<strong>en</strong>t de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />

a) Vaststelling van het onderwerp <strong>en</strong> indeling in groep<strong>en</strong>. De leerling<strong>en</strong> bekijk<strong>en</strong> het<br />

onderwerp van verschill<strong>en</strong>de kant<strong>en</strong>, stell<strong>en</strong> deelvraagstelling<strong>en</strong> voor <strong>en</strong> ord<strong>en</strong><strong>en</strong> de<br />

gedane suggesties. Vervolg<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> groep<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesteld. De groep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

heteroge<strong>en</strong> of homoge<strong>en</strong> (qua interesse) zijn sam<strong>en</strong>gesteld. Heterog<strong>en</strong>e groep<strong>en</strong> met<br />

e<strong>en</strong>zelfde interesse verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> de voorkeur.<br />

b) Keuze van de deelvraagstelling<strong>en</strong>. Elke groep kiest e<strong>en</strong> deelonderwerp <strong>en</strong> werkt dat<br />

vervolg<strong>en</strong>s uit. De groep bepaalt zelf hoe dit gebeurt (individueel of in par<strong>en</strong>). Drie vrag<strong>en</strong><br />

staan c<strong>en</strong>traal: wat gaan we bestuder<strong>en</strong>, hoe do<strong>en</strong> we het <strong>en</strong> waarom do<strong>en</strong> we het?<br />

c) Uitwerking van de deelvraagstelling<strong>en</strong>. Elke groep voert de planning uit zoals<br />

overe<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong> in stap twee. E<strong>en</strong> tijdlimiet wordt vastgesteld. De groepsled<strong>en</strong> werk<strong>en</strong><br />

nauw sam<strong>en</strong> bij het verzamel<strong>en</strong>, integrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het rapporter<strong>en</strong> van het verzamelde<br />

materiaal.<br />

d) Rapportage. Elke groep bereidt e<strong>en</strong> eindpres<strong>en</strong>tatie voor. Ev<strong>en</strong>tueel wijst iedere groep e<strong>en</strong><br />

afgevaardigde aan voor e<strong>en</strong> stuurgroep die toeziet op de vordering<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de<br />

groep<strong>en</strong>, op de afstemming van de verschill<strong>en</strong>de deelvraagstelling op elkaar, op de<br />

planning van de pres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> de b<strong>en</strong>odigde material<strong>en</strong> <strong>en</strong> faciliteit<strong>en</strong>.<br />

e) Pres<strong>en</strong>tie van het eindrapport of werkstuk. Elke leerling vervult hierbij de rol van leraar <strong>en</strong><br />

legt de medeleerling<strong>en</strong> uit wat is bereikt.<br />

f) Evaluatie. T<strong>en</strong>slotte gaan leraar <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> na wat er geleerd is, wat goed ging <strong>en</strong><br />

wat minder goed ging <strong>en</strong> hoe in de nabije toekomst mogelijk e<strong>en</strong> meer doelgerichte<br />

aanpak kan word<strong>en</strong> bereikt. Ook word<strong>en</strong> de sociale <strong>en</strong> communicatieve vaardighed<strong>en</strong><br />

geëvalueerd.<br />

8. Opdracht<br />

Bereid met de groep voor het practicum e<strong>en</strong> coöperatieve activiteit voor van ongeveer 20<br />

minut<strong>en</strong>. Probeer hierbij de vijf basisk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van coöperatief ler<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> (het<br />

structur<strong>en</strong> van de positieve wederzijdse afhankelijkheid, het structurer<strong>en</strong> van de individuele<br />

verantwoordelijkheid, het realiser<strong>en</strong> van directe interactie, het formuler<strong>en</strong> van de b<strong>en</strong>odigde<br />

sociale vaardighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> het evaluer<strong>en</strong> van het groepsproces). Sch<strong>en</strong>k tev<strong>en</strong>s aandacht aan de<br />

sam<strong>en</strong>stelling van de groep (heteroge<strong>en</strong> of homoge<strong>en</strong> groeper<strong>en</strong>), de grootte van de groep,<br />

mogelijke roll<strong>en</strong> voor de groepsled<strong>en</strong>, de groepstaak <strong>en</strong> het b<strong>en</strong>odigde materiaal (bijvoorbeeld


flaps, stift<strong>en</strong>, plakband). Selecteer bij de groepstaak e<strong>en</strong> bepaalde coöperatieve werkvorm <strong>en</strong><br />

verantwoord deze keuze.<br />

Literatuur<br />

Abrami, P.C., Chambers, B., Pouls<strong>en</strong>, C., De <strong>Simon</strong>e, C., d'Apollonia, & Howd<strong>en</strong>, J. (1995).<br />

Classroom connections: Understanding and using cooperative learning. Toronto:<br />

Harcourt Brace & Company.<br />

Adviesraad <strong>Onderwijs</strong> (1994). Ruimte voor ler<strong>en</strong>. Utrecht: ARO.<br />

Aronson, E. (1978). The jigsaw classroom. Beverly Hills, CA: Sage Publications.<br />

B<strong>en</strong>nett, N., & Dunne, E. (1992). Managing classroom groups. Chelt<strong>en</strong>ham: Stanley Thornes<br />

Publishers.<br />

Boxtel, C. van (2000). Sociale interactie die bijdraagt aan begripsontwikkeling. In J. van der<br />

Lind<strong>en</strong> <strong>en</strong> E. Roelofs (Red.), Ler<strong>en</strong> in dialoog (pp. 65-88). Groning<strong>en</strong>: Wolters-<br />

Noordhoff.<br />

Coh<strong>en</strong>, E.G. (1994). Restructuring the classroom: Conditions for productive small groups.<br />

Review of Educational Research, 64(1), 1-35.<br />

Craig<strong>en</strong>, J., & Gre<strong>en</strong>, N. (1999). Cooperative learning. Maastricht:KPC Educational<br />

Advisors, European C<strong>en</strong>tre/Georgian College.<br />

Ebb<strong>en</strong>s, S., Ettekov<strong>en</strong>, S., & van Rooij<strong>en</strong>, J. (1997). Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>: praktijkboek.<br />

Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff.<br />

Förrer, M., K<strong>en</strong>ter, B., & <strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, S. (2000). Coöperatief ler<strong>en</strong> in het basisonderwijs.<br />

Amersfoort: Christelijk Pedagogisch Studiec<strong>en</strong>trum.<br />

Ha<strong>en</strong><strong>en</strong>, J., & Haitink, A. (Red.) (1998). Teamler<strong>en</strong> op school <strong>en</strong> in de klas. Leid<strong>en</strong>: Spruyt,<br />

Van Mantgem & De Does bv.<br />

Johnson, D.W., & Johnson, R.T. (1994). Learning together and alone: Cooperative,<br />

competitive, and individualistic learning (4th ed.). Boston: Allyn and Bacon.<br />

Johnson, D.W., & Johnson, R.T. (1999). Making cooperative learning work. Theory into<br />

Practice, 38(2), 67-73.<br />

Johnson, D.W., Johnson, R.T., & Holubec, E.J. (1994a). Cooperative learning in the<br />

classroom. Alexandria: Association for Supervision and Curriculum Developm<strong>en</strong>t.<br />

Johnson, D.W., Johnson, R.T., & Holubec, E.J. (1994b). The new circles of learning:<br />

Cooperation in the classroom and school. Alexandria: Association for Supervision<br />

and Curriculum Developm<strong>en</strong>t.<br />

Kagan, S. (1994). Cooperative learning (10th ed.). San Juan Capistrano, CA: Kagan<br />

Cooperative Learning.<br />

Lamberigts, R. (1988). Coöperatief ler<strong>en</strong>. In H.P.M. Creemers et al. (Eds.), <strong>Onderwijs</strong>kundig<br />

Lexicon (pp. C 1300: 1-10). Alph<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> Rijn: Samson.<br />

Lind<strong>en</strong>, J. van der (1999). Sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong>: verslag literatuurstudie. In P.R.J. <strong>Simon</strong>s<br />

(Ed.), Review studie ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> instructie (pp. 82-97). The J.H.G.I. Giesbers Reports on<br />

Education, No. 13. Nijmeg<strong>en</strong>, Departm<strong>en</strong>t of Educational Sci<strong>en</strong>ces, University of<br />

Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Panitz, T. (1999). Why more teachers do not use collaborative learning techniques [Online].<br />

Available: http://www.capecod.net/~tpanitz/tedspage/tedsarticles/whyfewclusers.htm<br />

[2000, February 25].<br />

Peschar, J. L., & Meijer, C.J.W. (1997). WSNS op weg: De evaluatie van het “Weer Sam<strong>en</strong><br />

Naar School”-beleid. Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff.


Roelofs, E., Lind<strong>en</strong>, J. van der, & Erk<strong>en</strong>s, G. (2000). Ler<strong>en</strong> in dialoog: E<strong>en</strong> discussie over<br />

sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong>d ler<strong>en</strong> in onderwijs <strong>en</strong> opleiding. In J. van der Lind<strong>en</strong> <strong>en</strong> E. Roelofs<br />

(Red.), Ler<strong>en</strong> in dialoog (pp. 7-34). Groning<strong>en</strong>: Wolters-Noordhoff.<br />

Ros, A.A. (1994). Sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> effectief onderwijs. Academisch<br />

proefschrift, Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>.<br />

Salomon, G., & Perkins, D. N. (1998). Individual and social aspects of learning. In P. D.<br />

Pearson & A. Iran-Nejad (Eds.), Review of research in education, volume 23 (pp. 1-<br />

24).. Washington, DC: American Educational Research Association.<br />

Sharan, Y., & Sharan, S. (1992). Expanding cooperative learning through group<br />

investigation. New York: Teachers College Press.<br />

Shuell, T.J. (1996). Teaching and learning in a classroom context. In D.C. Berliner & R.C.<br />

Calfee (Eds.), Handbook of educational psychology (pp. 726-764). New York:<br />

Macmillan.<br />

Slavin, R.E. (1995). Cooperative learning: Theory, research, and practice (2nd ed). Boston:<br />

Allyn and Bacon.<br />

Slavin, R.E. (1996). Research on cooperative learning and achievem<strong>en</strong>t: What we know, what<br />

we need to know. Contemporary Educational Psychology, 21(1), 43-69.<br />

Stev<strong>en</strong>s, R.J., & Slavin, R.E. (1995). The cooperative elem<strong>en</strong>tary school: Effects on stud<strong>en</strong>ts'<br />

achievem<strong>en</strong>t, attitudes, and social relations. American Educational Research Journal,<br />

32(2), 321-351.<br />

Stuurgroep Profiel Tweede Fase Voortgezet <strong>Onderwijs</strong> (1994). De tweede fase vernieuwt:<br />

Scharnier tuss<strong>en</strong> basisvorming <strong>en</strong> hoger onderwijs, deel 2. D<strong>en</strong> Haag: Porsius.<br />

<strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, S., K<strong>en</strong>ter, B., & Post, K. (2000). Cooperative learning in Dutch primary schools.<br />

Educational Studies, 26(3), 281-302.<br />

<strong>Ve<strong>en</strong>man</strong>, S., B<strong>en</strong>thum, N. van, Bootsma, D., Dier<strong>en</strong>, J. van, & Kemp, N. van der (2002).<br />

Cooperative learning and teacher education. Teaching and Teacher Education, 18(1)<br />

(in press).<br />

Webb, N.M. (1992). Testing a theoretical model of stud<strong>en</strong>t interaction and learning in small<br />

groups. In R. Hertz-Lazarowitz & N. Miller (Eds.), Interaction in cooperative groups:<br />

The theoretical anatomy of group learning (pp. 102-119). New York: Cambridge<br />

University Press.<br />

Webb, N.W., & Farivar, S. (1994). Promoting helping behaviour in cooperative small groups<br />

in middle school mathematics. American Educational Research Journal, 31(2), 369-<br />

395.<br />

Webb, N. M., & Farivar, S. (1999). Developing productive group interaction in middle school<br />

mathematics. In A. M. O’Donnell & A. King (Eds), Cognitive perspectives on peer learning<br />

(pp. 117-149). Mahwah, NJ: Lawr<strong>en</strong>ce Erlbaum Associates.<br />

Websites over coöperatief ler<strong>en</strong><br />

Hieronder volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele websites met informatie over CL, werkvorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorbeeldless<strong>en</strong>.<br />

http://www.sitesforteachers.com/index.html<br />

E<strong>en</strong> verzameladres voor voorbeeldless<strong>en</strong> uit de praktijk (al dan niet met coöperatief ler<strong>en</strong>)<br />

http://www.mhhe.com/socsci<strong>en</strong>ce/education/methods/resources.html<br />

Education Teaching Methods Web resources (praktijkgericht)<br />

http://www.sedl.org/scimath/compass/v01n02/welcome.html


Southwest Educational Developm<strong>en</strong>t Laboratory; praktijkgericht)<br />

http://www.educationworld.com/maillist.shtml<br />

Education World Newsletter (praktijkgericht, breed georiënteerd; m<strong>en</strong> kan zich hierop<br />

abonner<strong>en</strong>)<br />

http://204.184.214.251/coop/ecoopmain.html<br />

Cooperative Learning Elem<strong>en</strong>tary Activities (lesvoorbeeld<strong>en</strong> voor kleuters t/m groep 7)<br />

http://sps.k12.mo.us/coop/ecoopmain.html<br />

Idem als bov<strong>en</strong>: Cooperative Learning Elem<strong>en</strong>tary Activities<br />

http://www.howardcc.edu/profdev/resources/learning/groups1.htm<br />

Howard Community College’s Teaching Resources: Ideas on CL and the use of small groups<br />

http://www2.emc.maricopa.edu/innovation/CCL/CCL.html<br />

Neil Davidson’s website: Cooperative/Collaborative Learning (CL-modell<strong>en</strong>, less<strong>en</strong>, links)<br />

http://www.stanford.edu/group/pci/<br />

Coh<strong>en</strong>’s website at Stanford University (Program for Complex Instruction)<br />

http://scov.csos.jhu.edu<br />

C<strong>en</strong>ter for Social Organization of Schools, Johns Hopkins University (Slavin)<br />

http://www.clcrc.com<br />

Johnson & Johnson’s homepage: The Cooperative Learning C<strong>en</strong>ter at the University of<br />

Minnesota (met tekst<strong>en</strong>, nieuwsbriev<strong>en</strong>, meta-analyse, e.d.)<br />

http://www.KaganOnline.com/<br />

De website van Kagan (met nieuwsbriev<strong>en</strong> e.d.)<br />

http://sps.k12.mo.us/coop/cybercoop/html<br />

Website met voorbeeldless<strong>en</strong><br />

http://www.cloudnet.com/~edrbsass/edlea.htm<br />

Adres met Learning theories and Models of Teaching<br />

http://idea.uml.edu/assessm<strong>en</strong>t/coop.html<br />

Website met voorbeeldless<strong>en</strong><br />

http://www.capecod.net/~tpanitz/tedspage (Website van Ted Panitz. E<strong>en</strong> belangrijk adres met<br />

veel tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdstukk<strong>en</strong> over CL, waaronder: 67 voordel<strong>en</strong> van CL, alternatieve<br />

evaluatievorm<strong>en</strong> bij CL, cooperative versus collaborative learning, CL in het wiskundeonderwijs,<br />

CL in het hoger onderwijs, waarom zo weinig leerkracht<strong>en</strong> CL gebruik<strong>en</strong>, CL als<br />

krachtige leeromgeving, ervaring<strong>en</strong> van leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> met CL. Ook bevat dit<br />

adres verwijzing<strong>en</strong> naar andere belangrijke CL-sites.<br />

http://www.eriche.org/Library/crib/colllearn.html<br />

Useful information on differ<strong>en</strong>t aspects of CL - many in higher education settings<br />

Collaborative Learning Resources


http://<strong>en</strong>glish.ucsb.edu/transcriptions/resources.shtml<br />

Links with an emphasis using research & technology procedures<br />

Comparing Traditional Teaching and Collaborative Learning<br />

http://www.crcssd1.calgary.ab.ca/tech/otn/learn/collaborative.html<br />

Comparative overview of traditional and collaborative approaches<br />

Collaborative & Cooperative Learning for Sci<strong>en</strong>ce<br />

http://www.muskingum.edu/~chemistry/collabor.htm<br />

Refer<strong>en</strong>ces collated for those with an interest in sci<strong>en</strong>ce education<br />

Cooperative Learning Strategies for University Stud<strong>en</strong>ts<br />

http://id-www.ucsb.edu/IC/Resources/Collab-L/strategies.html<br />

Deze site bevat o.a. web links, verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> cooperative and collaborative learning, CL<br />

in het hoger onderwijs, peer assessm<strong>en</strong>t in group work, nieuwsbriev<strong>en</strong> over CL.<br />

Five Basic Elem<strong>en</strong>ts of Cooperative Learning<br />

http://web.ec.tased.edu.au/las/sose/fiveelem.htm<br />

Provides insight into the differ<strong>en</strong>ces betwe<strong>en</strong> group work and cooperative learning<br />

Ideas on Cooperative Learning and the Use of Small Groups<br />

http://www.howardcc.edu/profdev/resources/learning/groups1.htm<br />

Bevat voorbeeld<strong>en</strong> van coöperatieve werkvorm<strong>en</strong><br />

Excell<strong>en</strong>t comp<strong>en</strong>dium of techniques in the cooperative learning area. Jigsaw Cooperative<br />

Learning Strategy<br />

http://discoversd.tie.net/teacher/get_started/jigsaw.html

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!