Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam
Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam
Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
Evaluatieonderzoek van de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>
Colofon<br />
April 2010<br />
<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
Cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG)<br />
Druk: Drukkerij Leijten, <strong>Amsterdam</strong><br />
Fotografie: Juan Walter en Karen de Groot<br />
ISBN 978-90-5348-165-3<br />
EDG reeks 2010/3
Evaluatieonderzoek van<br />
de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
Cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering<br />
A.E. Hesselink, J. Osté, J. Walter, I.G. Stolte, M. de Wit, J. Veldhuis, S. Cremer<br />
Dit project is mogelijk gemaakt door:<br />
Evaluatie onderzoek SSCS
Evaluatie onderzoek SSCS
Inhoudsopgave<br />
Evaluatie onderzoek SSCS<br />
Samenvatting 3<br />
1 Inleiding 5<br />
2 Onderzoeksopzet 7<br />
2.1 Onderzoeksvragen 7<br />
2.2 <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> 7<br />
2.3 Onderzoeksdesign 7<br />
2.4 Theoretisch kader 8<br />
2.5 Uitkomstmaten 10<br />
2.6 Onderzoekspopulatie en wervingsprocedure 12<br />
2.7 Statistische analyse 14<br />
3 Resultaten 15<br />
3.1 Populatiebeschrijving (bereik) 15<br />
3.2 Beoordeling en beleving van de show 17<br />
3.3 Effect effectevaluatie (korte en lange termijn) 18<br />
3.3.1 Korte termijn 18<br />
3.3.2 Lange termijn 21<br />
3.3.3 Non-respons analyse 21<br />
3.4 Prevalentie en determinanten van seksueel (risico)gedrag onder jongeren in de<br />
Urban Lifestyle Scene 22<br />
4 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign 27<br />
4.1 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> 27<br />
4.2 Ervaringen onderzoeksdesign 28<br />
5 Conclusie, discussie en aanbevelingen 31<br />
Dankwoord 34<br />
Referenties 35<br />
Bijlagen 37<br />
Bijlage 1 Thema en determinanten per act 37<br />
Bijlage 2 Vragenlijst voormeting op locatie (T0) 39<br />
Bijlage 3 Vragenlijst lage termijn nameting (T2) 43<br />
Bijlage 4 Vragenlijst op locatie (Tx) 44<br />
Bijlage 5 ARRM in relatie met de SSCS 47<br />
Bijlage 6 Website pagina Party peeps 48<br />
Bijlage 7 Flyer <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> Cemedey <strong>Show</strong> 49<br />
Bijlage 8 Figuur 2 50<br />
Bijlage 9 Tabel 5 51<br />
Bijlage 10 Tabel 6 52<br />
Bijlage 11 Tabel 7 53<br />
Bijlage 12 Tabel 8 54<br />
Bijlage 13 Tabel 9 55<br />
Bijlage 14 Tabel 10 56
Evaluatie onderzoek SSCS<br />
2
Samenvatting<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Samenvatting<br />
De <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> (SSCS) is een gezondheidsbevorderende interventie die beoogt belangrijke<br />
(intermediaire) determinanten van seksueel (risico)gedrag te verbeteren. Aanleiding voor het ontwikkelen<br />
van de SSCS was de hoge prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s),<br />
tienerzwangerschappen en seksueel risicogedrag onder jongeren en migrantengroepen in Nederland.<br />
De show richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene, een stroming binnen de jeugdcultuur waarin<br />
zich jongeren uit veel verschillende migrantengroepen bevinden (Nederlandse Antillen, Suriname,<br />
Ghana, Marokko en Kaapverdië). Het initiatief voor de show kwam van de jongeren uit deze Urban<br />
Lifestyle Scene en zij hebben, onder begeleiding van de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het NIGZ, de show<br />
ontwikkeld en uitgevoerd (‘user as designer’ ontwerp). De SSCS is gebaseerd op de theorie van<br />
Entertainment Education (E&E). E&E is een strategie waarbij een educatieve boodschap overgedragen<br />
wordt via entertainment. Hierdoor wordt de boodschap toegankelijker voor groepen die niet goed<br />
bereikt worden met de traditionele vormen van gezondheidsbevordering. Om meer inzicht te krijgen in<br />
de effecten van de show op het publiek en de waardering van het gebruikte format is eind 2007 een<br />
(effect-)evaluatieonderzoek gestart.<br />
Om te onderzoeken in hoeverre de SSCS het beoogde publiek bereikt heeft en of het format en de<br />
inhoud van de show het publiek aanspraken hebben we de bezoekers gevraagd aan het eind van de<br />
show een vragenlijst in te vullen. De effectiviteit van de show is bestudeerd met behulp van een quasiexperimenteel<br />
onderzoek met een experimentele en controlegroep. De experimentele groep bestond<br />
uit respondenten die de show hebben gezien. Via een online vragenlijst heeft een voormeting en een<br />
korte en lange termijn nameting in de experimentele en controlegroep plaatsgevonden. Hierbij is<br />
onderzocht in hoevere de SSCS (intermediaire) determinanten, zoals intentie, attitude, sociale steun<br />
en risico perceptie, ten aanzien van condoomgebruik en testgedrag heeft beïnvloed. Door de online<br />
voormeting van de hele groep te bestuderen hebben we meer inzicht gekregen in de prevalentie van<br />
seksueel risicogedrag in de bereikte doelgroep.<br />
In de onderzoeksperiode (2008) zijn vijf shows gegeven waarvan drie in <strong>Amsterdam</strong> en twee in<br />
Rotterdam. Ondanks zeer intensieve pr kwamen er minder bezoekers op de show af dan voor de start<br />
van het onderzoek. Het aantal bezoekers per show liep uiteen van 22 bij de minst bezochte en 140 bij<br />
de best bezochte show. In totaal waren er 295 bezoekers waarvan 227 bezoekers de vragenlijst direct<br />
na de show hebben ingevuld (77%). De jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld waren voornamelijk<br />
tussen de 15 en 25 jaar en het betrof een groep met een multiculturele achtergronden. Meer dan de<br />
helft van de respondenten gebruikte niet altijd een condoom bij één of meerdere partners in het halve<br />
jaar voorafgaand aan de show. Vergeleken met de respondenten die de show niet bezochten was het<br />
risicogedrag van de bezoekers lager. Ook zijn de bezoekers ouder, hoger opgeleid en vaker allochtoon<br />
in vergelijking met de controlegroep. Het lijkt erop dat we met de show een selectief deel van de<br />
beoogde doelgroep hebben bereikt.<br />
3
Evaluatie onderzoek SSCS | Samenvatting<br />
4<br />
Het gebruikte format en de inhoud van de show werd door de bezoekers zeer positief geëvalueerd.<br />
De bezoekers van de show waren positief ten aanzien van de verstrekte informatie, gaven aan dat de<br />
informatie voor hen een toegevoegde waarde had en vonden de gegeven informatie overtuigend en<br />
aanvaardbaar. Dit zijn voorwaarden voor een succesvolle opname van informatie en een goede<br />
cognitieve verwerking van de informatie. De meeste respondenten gaven aan de intentie te hebben om<br />
met anderen te praten over de show en de show aan te bevelen. Ook op de vragen met betrekking tot<br />
de geloofwaardigheid van de performers, scoorden de respondenten positief. Dit zijn allemaal<br />
belangrijke voorwaarden voor het succesvol toepassen van de E&E strategie.<br />
Op basis van effectevaluatie van de SSCS kon geen effect worden aangetoond op de gemeten<br />
(intermediaire) determinanten van veilig vrijen. Het niet kunnen aantonen van een effect of trend wordt<br />
mogelijk veroorzaakt door een lage respons op de nametingen van de effectevaluatie. Bij de voormeting<br />
hebben 1306 jongeren de vragenlijst ingevuld en daarvan hebben slechts 225 jongeren ook een<br />
nameting ingevuld (17%).<br />
Met de gegevens die we verzameld hebben onder alle respondenten (n=1306) hebben we de<br />
beschikking over het seksueel risicogedrag van een grote groep voornamelijk allochtone jongeren.<br />
Vergeleken met eerder uitgevoerd landelijk onderzoek hebben de jongeren uit ons onderzoek eerder<br />
seksuele contacten en hebben ze vaker meerdere partners. Het seksueel risicogedrag (niet altijd<br />
condoom gebruik) dat zij in het halve jaar voor het onderzoek hebben vertoond is echter even groot als<br />
jongeren uit dezelfde leeftijdsgroep. Wel hebben de jongeren uit ons onderzoek het afgelopen jaar<br />
vaker een SOA test uitgevoerd.
1 Inleiding<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Inleiding<br />
In Nederland wordt onder jongeren en onder migranten groepen een hogere prevalentie seksueel<br />
overdraagbare aandoeningen (SOA’s), HIV/Aids en tienerzwangerschappen gezien dan bij autochtone<br />
jongeren [Gras et al., 2001; Stuart et al., 2002; De Graaf et al., 2005; Kuyper et al., 2005; Van Der Laar<br />
et al., 2005; Kuyper et al., 2006; Kedde, 2009]. Dit wordt veroorzaakt door relatief veel seksueel<br />
risicogedrag, zoals veel wisselende seksuele contacten, meerdere partners in dezelfde periode en de<br />
neiging om vaker onveilige seks te hebben. Jongeren onder de 25 jaar lijken vaker seksueel risicogedrag<br />
te vertonen dan oudere jongeren [Kocken et al., 2006; Kedde, 2009]. Ook bij verschillende<br />
migrantengroepen wordt een verhoogd risico gevonden [Gras et al., 2001; Kuyper et al., 2005].<br />
Als gevolg van dit verhoogde seksuele risicogedrag is ook de prevalentie geslachtsziekten zoals HIV,<br />
chlamydia, gonorroe en syfilis relatief hoger onder jongeren en bepaalde migrantengroepen in<br />
Nederland dan onder autochtone Nederlanders [Gras et al., 1999; Van Der Laar et al., 2005; Van Bergen<br />
et al, 2005; Van Veen et al., 2007; Van Den Broek et al., 2007; Koedijk et al., 2009]. Zo kwam in 2006<br />
chlamydia vaker voor op jonge leeftijd, 69% van de vrouwen en 59% van de mannen met clamydia is<br />
jonger dan 25 jaar [Van Veen et al., 2007]. Ook bleek chlamydia vaker voor te komen bij mensen van<br />
Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse afkomst [Van Veen et al., 2007]. Naast deze hogere prevalentie<br />
van geslachtsziekten komt ook het aantal tienerzwangerschappen onder bepaalde migranten groepen,<br />
zoals Surinaamers, Antilianen en Ghanezen, vaker voor dan bij Nederlanders [Stuart et al., 2002;<br />
De Graaf et al., 2005].<br />
Vanwege de hoge mate van seksueel risicogedrag, de relatief hoge prevalentie van HIV/SOA en het<br />
hoge aantal tienerzwangerschappen zijn migrantenpopulaties en in het bijzonder jongeren, belangrijke<br />
doelgroepen voor preventie [Gras et al., 2001]. Toch worden deze jongeren vaak slecht bereikt omdat ze<br />
vaak niet meer naar school gaan en geen gebruik maken van bestaande voorlichtingsprogramma’s of<br />
voorlichtingsmateriaal [Vogels et al., 2002]. Zo bereiken enkele succesvolle preventieprogramma’s vooral<br />
de schoolgaande jongeren [Bouwman & Draaisma, 2006] en is een ander programma alleen gericht op<br />
Antilliaanse jongeren. De meeste preventieprogramma’s bestaan voornamelijk uit voorlichting in de vorm<br />
van folders en groepsvoorlichting. Deze vorm van informatieoverdracht sluit niet aan bij de multiculturele<br />
doelgroep omdat hierbij vaak geen rekening wordt gehouden met de attitude, subjectieve norm en het<br />
gedrag van de doelgroep [El-Karimy et al., 2001, Wiggers et al., 2003]. Daarnaast is de voorlichting<br />
veelal technisch/rationeel van aard, waarbij de emotionele kant van seks onderbelicht blijft. Bij deze<br />
doelgroep lijken meer onderhoudende en participerende benaderingen nodig om onderwerpen zoals<br />
seksueel risicogedrag, SOA’s en relaties bespreekbaar te maken zodat dit uiteindelijk kan leiden tot een<br />
afname van het risicogedrag.<br />
Om dit te kunnen bewerkstelligen is, in samenwerking met de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het Nationaal<br />
Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), in 2004 het project Jongeren in<br />
Control: Doing it <strong>Safe</strong> gestart. Dit project richt zich op gezondheidsbevordering op het gebied van veilig<br />
vrijen en laat zich kenmerken als een ‘user as designer’ (i.e. voor jongeren door jongeren) ontwerp.<br />
Het eerste deelproject de ‘<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>’ (SSCS), is ontstaan op initiatief van jongeren uit<br />
de Urban Lifestyle Scene die betrokken zijn bij bekende stand-up comedy organisaties in <strong>Amsterdam</strong><br />
(namelijk Getentertained en Ilovecomedy). Bij de show wordt gebruik gemaakt van Entertainment<br />
Education (E&E) waarbij de educatieve boodschap gecombineerd wordt met entertainment en daarmee<br />
toegankelijker wordt voor groepen die als moeilijk bereikbaar worden beschouwd [Bouman, 1999,<br />
El-Karimy et al., 2001].<br />
5
Evaluatie onderzoek SSCS | Inleiding<br />
6<br />
De SSCS richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene, een stroming binnen de jeugdcultuur die is<br />
gebaseerd op muziek ( R&B, Hiphop, dancehall en reggaeton), kleding en uitgaan. Het gaat hierbij<br />
vooral om eerste, tweede en derde generatie allochtone jongeren die in de stad of de directe omgeving<br />
wonen. Door gebruik te maken van zowel de ‘user as designer’ aanpak als de E&E strategie lijkt het in<br />
theorie een veelbelovende interventie. Om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de SSCS is het<br />
onderliggende onderzoek uitgevoerd (hoofdstuk 3). Daarnaast zal de bereikte doelgroep en hun<br />
seksueel risicogedrag beschreven worden. Omdat het hier een unieke interventie betreft en een<br />
innovatief onderzoeksdesign, hebben we in hoofdstuk 4 enkele belangrijke aandachtspunten over de<br />
implementatie van de SSCS en het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 sluiten we het rapport af met<br />
de conclusie, discussie en enkele aanbevelingen.
2 Onderzoeksopzet<br />
2.1 Onderzoeksvragen<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
I. Trekt de SSCS de beoogde doelgroep (seksueel actieve jongeren, tussen 15-30 jaar, met een<br />
multiculturele achtergrond)?<br />
II. Spreekt het format (E&E strategie) en de inhoud van de SSCS de bezoekers aan op een manier<br />
dat: het publiek zich kan identificeren met rolmodellen; de bezoekers de informatie<br />
geloofwaardig, bruikbaar en van persoonlijk toegevoegde waarde vinden en de show discussie<br />
over seksueel gedrag opent?<br />
III. Verandert het bezoeken van de show belangrijke (intermediaire) determinanten, waaronder<br />
risico perceptie, sociale interactie en bewustzijn ten aanzien van (on)veilig vrijen en de attitude,<br />
sociale norm en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik en testgedrag?<br />
IV. Wat is de prevalentie van seksueel (risico)gedrag onder jongeren met een voornamelijk<br />
multiculturele achtergrond uit de Urban Lifestyle Scene?<br />
2.2 <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
De SSCS wordt verzorgd door jongeren uit de Urban Lifestyle Scene en richt zich op jongeren uit deze<br />
jeugdcultuur. De performers hebben 23 zeer gevarieerde acts ontworpen (bijlage 1), waarvan er per<br />
show ongeveer 15 worden opgevoerd. Naast het openen van de discussie over onderwerpen<br />
gerelateerd aan seksueel (risico)gedrag, richt de show zich op het geven van kennis over (on)veilig vrijen<br />
en op bewustwording van de risico’s van onveilig vrijen. Hiernaast behandelen de acts de sociale norm<br />
en sociale (peergroup) druk ten aanzien van thema’s zoals SOA testen, homoseksualiteit en<br />
tienerzwangerschap. Tot slot, richt de show zich op het beïnvloeden van de attitude ten aanzien van<br />
condoomgebruik en pilgebruik en het verbeteren van risicoperceptie van onveilige seks.<br />
De performers werken op vrijwillige basis en komen ongeveer een keer per week samen om aan hun acts<br />
en theateroptreden te werken. Ze hebben een aantal trainingen ontvangen over HIV/SOA en worden<br />
begeleid door de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het NIGZ om ervoor te zorgen dat de gezondheids-bevorderende<br />
boodschappen op de juiste manier in de acts worden verwerkt. Door het inzetten van jongeren uit de<br />
doelgroep bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van de acts sluit het programma goed aan bij het<br />
taalgebruik en de cultuur van de doelgroep en leent het programma zich voor cultuurspecifieke<br />
boodschappen.<br />
De SSCS wordt uit ideële overwegingen gratis opgevoerd en duurt ongeveer twee en een half uur.<br />
De show wordt opgevoerd in clubs, op evenementen en in community centra. Bij de show worden<br />
ook condooms uitgedeeld en door de jongeren ontworpen flyers en voorlichtingsmateriaal. De show<br />
is tussen 2004 en 2008 23 keer opgevoerd in <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam.<br />
2.3 Onderzoeksdesign<br />
Het studiedesign wordt weergegeven in figuur 2. Het betreft een quasi-experimentele onderzoeksopzet<br />
waarbij de experimentele groep de show wel heeft gezien en de controlegroep niet. Alle respondenten<br />
7
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
8<br />
uit dit onderzoek werden zes weken voor de show online benaderd en gevraagd een online vragenlijst in<br />
te vullen (voormeting: T0, bijlage 2). Na twee en twaalf maanden werden de respondenten weer<br />
benaderd met de vraag een online vragenlijst in te vullen, voor de korte (T1) en lange termijn<br />
(T2, bijlage 3) nameting. Aan de experimentele groep werd ook nog gevraagd om aan het einde de<br />
show een schriftelijke vragenlijst in te vullen (Tx, bijlage 4).<br />
Bij de metingen van de eerste twee shows bleek de respons op de online voormeting goed te zijn, maar<br />
het aantal jongeren dat vervolgens ook daadwerkelijk de show bezocht was laag (n=4). Hierdoor konden<br />
er nauwelijks jongeren geïncludeerd worden in de experimentele groep. Om deze reden is het<br />
oorspronkelijke onderzoeksdesign aangepast. Vanaf show 3 werd de voormeting in de experimentele<br />
groep voorafgaand aan de show op locatie uitgevoerd. De voormeting in de controle groep en alle<br />
nametingen in zowel de experimentele als in de controlegroep hebben allemaal online plaatsgevonden.<br />
Uiteindelijk bleek ook dit niet het gewenste aantal respondenten op te leveren in de experimentele<br />
groep (na 5 shows 41 respondenten in plaats van de geplande 448 respondenten). Hierdoor is, in overleg<br />
met de subsidiegever ZonMW, besloten het onderzoek voortijdig te beëindigen. Wel hebben we met de<br />
reeds verzamelde data geprobeerd de effectiviteit van de show aan te tonen.<br />
2.4 Theoretisch kader<br />
Entertainment Education en Elaboration Likelihood Model<br />
Klassieke methodes voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering besteden vaak onvoldoende<br />
aandacht aan traditionele attitudes en subjectieve normen van multiculturele en etnische groepen, ook al<br />
is de boodschap in de lokale taal (Bouman, 1999, Wiggers et al., 2003). Een mogelijk effectieve manier<br />
om deze zogenoemde moeilijk bereikbare groepen te bereiken is het inzetten van de E&E strategie<br />
(Bouman, 1999). Hierbij wordt een meer entertaining en participatieve aanpak ingezet waardoor mensen<br />
zich aangesproken voelen en gaan openstaan voor (discussie over) onderwerpen als SOA’s, seks en<br />
relaties (Bouman, 1999). Op deze manier kunnen verschillende stadia van (prosociale)<br />
gedragsverandering bewerkstelligd worden. De E&E-strategie vindt zijn basis in een aantal theorieën,<br />
waaronder de persuasion theory en de social-cognitive theory. De persuasion theory stelt dat naast<br />
cognitie ook affect een belangrijke rol speelt bij gedragsverandering (Rosseli et al., 1995). Bij de SSCS<br />
wordt de combinatie van cognitie en affect ingezet voor het verhogen van aandacht voor en bewustzijn<br />
van seksueel (risico-) gedrag, door de inhoudelijke boodschap over veilig vrijen te combineren met<br />
entertainment in de vorm van rap, stand up comedy, zang, dans en gesproken woord. De E&E strategie<br />
wordt momenteel door meerdere innovatieve preventieprogramma’s toegepast en lijkt succesvol te zijn<br />
in het verhogen van aandacht en bewustzijn (en zelfs gedragsverandering) rondom<br />
gezondheidsproblematiek (Bouman, 1999).<br />
Figuur 2 Onderzoeksdesign<br />
Tijd T0 - 6 weken voor de show Tx - direct na de show T1 - 2 maanden T2 - 1 jaar<br />
online vragenlijst vragenlijst op locatie na de show na de show<br />
online vragenlijst online vragenlijst<br />
Experimentelel groep<br />
(Urban Scene regio<br />
<strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam<br />
Controle groep<br />
(Urban Scene overige<br />
regio’s in Nederland)<br />
T0e 1 TXe T1e T2e<br />
Interventie<br />
<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
T0c T1c T2c<br />
1 Vanaf show 3 is d eze vragenlijst in de experimentele groep vlak voor de start van de show op locatie uitgevoerd.
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
Een ander model waarop de SSCS is gebaseerd is het Elaboration Likelihood Model (een<br />
gedragsveranderingsmodel). Volgens dit model hangt de effectiviteit van persuasie (overtuigingskracht)<br />
af van in hoeverre de ontvanger van de boodschap geïnteresseerd is in de boodschap en de<br />
mogelijkheid heeft deze te verwerken. Als de elaboration likelihood hoog is, wordt de centrale route van<br />
informatieverwerking gevolgd, wat betekent dat de ontvanger bewust met de informatie omgaat.<br />
Informatie wordt meer perifeer (zoals meer onbewust) verwerkt als de elaboration likelihood laag is.<br />
Deze route wordt bijvoorbeeld gevolgd wanneer de persuasieve effecten beïnvloedt worden door de<br />
ontvanger’s heuristieke principes. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat de informatie als<br />
geloofwaardig en aantrekkelijk (gebruik van muziek, humor, taal etc.) wordt gezien door de ontvangers.<br />
Zo hebben meerdere studies aangetoond dat de cognitieve verwerking van informatie het best gebeurt<br />
indien deze in gang is gezet door een positieve affectieve beoordeling van informatie door de ontvanger<br />
(Rothman et al., 1993). De SSCS richt zich op het verhogen van aandacht en bewustzijn voor veilig vrijen<br />
via de perifere route en stimuleert het publiek vervolgens meer bewust over de thematiek na te denken<br />
via de centrale route (Bouman, 1999).<br />
ASE-model en ARRM<br />
Om te verklaren hoe de SSCS gedrag (dan wel gedragsdeterminanten) kan beïnvloeden, zijn het ASEmodel<br />
(attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit) (Brug et al., 2008) en het Aids Risk Reducation Model<br />
(ARRM) (Catania et al., 1990) gecombineerd. Volgens het ASE-model (Figuur 1) wordt iemands gedrag,<br />
in ons geval condoomgebruik en SOA testgedrag, bepaald door de intentie het gedrag uit te voeren.<br />
Deze intentie wordt beïnvloed door attitude (hoe positief staat iemand ten aanzien van het gedrag?),<br />
sociale invloed (hoe positief staat de omgeving ten aanzien van het gedrag?) en eigen effectiviteit (in<br />
hoeverre ervaart iemand dat hij/zij het gewenste gedrag kan vertonen?) ten aanzien van het specifieke<br />
gedrag. Deze drie factoren worden op hun beurt weer beïnvloed door gedragsfactoren, psychologische<br />
factoren, kennis, risicoperceptie, biologische factoren en socio-culturele factoren. Tot slot spelen<br />
vaardigheden en barrières een rol in de stap van intentie tot het uitvoeren van gedrag naar het echt<br />
uitvoeren van het gedrag. Met name het beïnvloeden van de determinanten kennis, risicoperceptie,<br />
attitude, sociale invloed en intentie tot het gewenste gedrag zijn het doel van de interventie en komen<br />
terug in de inhoud en de vormgeving van de SSCS (grijze vlakken in figuur 1).<br />
Het ARRM is een stadiummodel dat is gebaseerd op diverse theorieën waarbij verschillende variabelen<br />
van andere gedragsveranderingmodellen geïntegreerd worden. Het ARRM suggereert drie stadia:<br />
labeling (zoals het herkennen en benoemen van risicogedrag), commitment (zoals het committeren om<br />
het risico te verlagen) en taking action (zoals informatie en oplossingen zoeken en beslissen tot<br />
gedragsverandering). De SSCS richt zich met name op determinanten die van invloed zijn in de eerste<br />
twee stadia. Echter, ook het derde stadium van ARRM sluit aan bij het doel, de inhoud en de vorm van<br />
de SSCS. Zo is interpersoonlijke communicatie een belangrijk onderdeel uit dit stadium, wat aansluit bij<br />
uitkomstmaten als sociale interactie (discussie) over veilig vrijen en sociale vergelijking. In bijlage 5<br />
worden de drie stadia van het ARRM in relatie met de SSCS nader uitgewerkt.<br />
9
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
10<br />
Figuur 1 Het ASE-model, de vlakken die grijs zijn gemaakt bevatten de determinanten van<br />
seksueel risicogedrag waar de SSCS zich op richt.<br />
Gedragsfactoren, zoals:<br />
- eerdere ervaringen met seksueel<br />
gedrag<br />
Psychologische factoren, zoals:<br />
- attributies<br />
- zelfvertrouwen<br />
Kennis, over bijvoorbeeld:<br />
- veilig vrijen<br />
- HIV/SOA transmissie<br />
Risicoperceptie<br />
- consequenties van onveilig vrijen<br />
- consequenties van<br />
Biologische factoren, zoals:<br />
- leeftijd<br />
- geslacht<br />
Sociaal-culturele factoren, zoals:<br />
- SES<br />
- religie en cultuur<br />
2.5 Uitkomstmaten<br />
Attitude:<br />
- cognitief<br />
- evaluatief<br />
- affectief<br />
Sociale invloed:<br />
- modeling<br />
- sociale norm<br />
- sociale druk<br />
Eigen-effectiviteit:<br />
- omvang<br />
- generability<br />
- sterkte<br />
vaardigheden<br />
Intentie Gedrag<br />
barrières<br />
De keuze van de uitkomstmaten is gebaseerd op een combinatie van het bovengenoemde theoretische<br />
framework, het doel en de inhoud van de show en eerdere ervaringen van onderzoekers en<br />
gezondheidsbevorderaars.<br />
Varaiabelen Tx meting<br />
De Tx vragenlijst (zie bijlage 4) bevatte vragen met betrekking tot de volgende demografische<br />
kenmerken: geslacht, leeftijd, woonplaats, etniciteit en seksuele geaardheid. De etniciteit van de<br />
respondent is bepaald aan de hand van het land van herkomst van zowel de respondent zelf als zijn/haar<br />
ouders. Wanneer de respondent zelf in het buitenland is geboren, is hij/zij eerste generatie allochtoon;<br />
als de respondent in Nederland is geboren en één van zijn/haar ouders is in het buitenland geboren dan<br />
is hij/zij tweede generatie allochtoon. De algemene waardering van de respondenten over de show is<br />
nagevraagd aan de hand van de volgende vraag: ‘welk rapportcijfer geef je aan de SSCS’. Aan de hand<br />
van een open vraag is aan de respondenten gevraagd wat zij de belangrijkste boodschap van de show<br />
vinden en hoe ze van de show hebben gehoord.<br />
De overige vragen werden allemaal met een vijfpuntsschaal uitgevraagd. De mening van de<br />
respondenten over de show werd gesteld aan de hand van vier vragen (α=0,92), bijvoorbeeld ‘Wat vond<br />
je van de show?’ met als antwoordmogelijkheden een vijfpuntsschaal van ‘flauw tot grappig’. De mening<br />
van de respondent over het gebruikte format (E&E strategie) is met één item uitgevraagd ‘De show vind<br />
ik een goede manier om meer over safe sex te weten te komen?’.<br />
Het oordeel van respondenten over de verstrekte informatie tijdens de show is met de volgende<br />
hoofdvraag onderzocht: ‘De informatie uit de show vind ik ..…’. Waarna vervolgens 12 verschillende<br />
items zoals ‘bruikbaar’, ‘nuttig’, ‘overtuigend’ en ‘betrouwbaar’ werden genoemd die ieder op een<br />
vijfpuntsschaal konden worden beantwoord. Met een factoranalyse zijn deze 12 items verdeeld in drie<br />
schalen namelijk bruikbaar (5 items; α=0,85), persoonlijk toegevoegde waarde (3 items; α=0,79) en<br />
aanvaardbaarheid (3 items; α=0,83) van de informatie.
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
Het overtuigende (persuasieve) karakter van de show is gemeten met twee items (r=0,61) namelijk: ‘De<br />
show heeft me aan het denken gezet’ en ‘Ik ga naar aanleiding van de show meer informatie zoeken’.<br />
Modeling ten opzichte van de acteurs werd gemeten aan de hand van zes items die onderverdeeld zijn<br />
in twee categorieën, namelijk: geloofwaardigheid van de performers (α=0,82) gemeten aan de hand<br />
van vragen zoals ‘Ik vind de comedians geloofwaardig’ en identificatie met de performers (α=0,82)<br />
gemeten aan de hand van ‘ik herken mijzelf in één of meer van de comedians’.<br />
De intentie tot sociale interactie naar aanleiding van de show (normatief proces) is gemeten met twee<br />
items (r=0,81) namelijk ‘Ik ga met mijn vrienden over de show praten’ en ‘Ik zou iemand anders aanraden<br />
naar de show te gaan’.<br />
Variabelen T0 en T1 meting<br />
In de T0 vragenlijst (bijlage 4) zijn de volgende demografische gegevens nagevraagd: geslacht, leeftijd,<br />
opleiding, woonplaats en etniciteit. De items die nu volgen zijn zowel in de T0 als de T1 vragenlijst<br />
afgenomen. Eerder SOA test gedrag is nagevraagd met de vraag ‘Hoe vaak heb je je het afgelopen half<br />
jaar laten testen op SOA?’ en ‘Was de laatste keer minder dan een maand geleden’.<br />
Zwangerschapstatus is nagevraagd me de vraag ‘Ben je ooit zwanger geweest?’ of ‘Is een meisje/vrouw<br />
ooit zwanger geweest van jou?’. Kennis is gemeten aan de hand van 4 items waarbij deelnemers werd<br />
gevraagd aan te geven of de uitspraken juist of onjuist waren, zoals ‘Je kunt een SOA krijgen via contact<br />
met een toiletbril’.<br />
De overige vragen werden allemaal met een vijfpuntsschaal uitgevraagd. Zo kon de vraag naar de<br />
betrokkenheid bij de thematiek van de SSCS worden gemeten met vijf antwoordmogelijkheden: ‘erg<br />
onbelangrijk’, ‘onbelangrijk’, ‘niet onbelangrijk, niet belangrijk’, ‘belangrijk, erg belangrijk’. De schaal zelf<br />
bestond uit acht items (α=0,93) waarbij de hoofdvraag om de betrokkenheid te meten is ‘Ik vind het<br />
belangrijk over de volgende onderwerpen iets te weten:….’ en de verschillende items zijn: ‘seks’,<br />
‘relaties’, ‘condoomgebruik’, ‘hoe vrijen leuker/lekkerder kan’, ‘hoe aan te geven wat je wel en niet wilt’,<br />
‘testgedrag’ en ‘pilgebruik’.<br />
Risicoperceptie ten aanzien van het krijgen van een SOA werd gemeten aan de hand van het item ‘hoe<br />
groot is de kans dat je met jouw manier van leven een SOA zal oplopen’.<br />
Sociale interactie is gemeten aan de hand van een schaal bestaande uit zeven items (α=0,86). Gevraagd<br />
werd of de respondent de afgelopen maand met vrienden heeft gepraat over zwangerschap, condoomgebruik,<br />
homoseksualiteit, het gebruiken van de pil, vreemdgaan, SOA en HIV testen en loverboys.<br />
De sociale norm ten aanzien van respectievelijk SOA testen (3 items; α=0,55), condoomgebruik (1 item)<br />
en homoseksualiteit (2 items; r=0,48) werd voor ieder onderwerp apart nagevraagd. De sociale norm ten<br />
aanzien van SOA testgedrag werd bijvoorbeeld nagevraagd met de vraag ‘Mijn vrienden vinden SOA<br />
testen stom’.<br />
De attitude ten aanzien van SOA testen werd gemeten aan de hand van twee items (r=0,67): ‘Na<br />
onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik ….’ Met als<br />
antwoordmogelijkheid een schaal van ‘heel goed’ tot ‘heel slecht’ en ‘heel belangrijk’ tot ‘heel<br />
onbelangrijk’. Attitude ten aanzien van condoomgebruik werd gemeten met een schaal bestaande uit<br />
drie items (α=0,80) te weten: ‘Condoomgebruik bij een nieuwe partner vind ik…’: ‘slecht’ tot ‘goed’,<br />
‘nutteloos’ tot ‘nuttig’ en ‘onbelangrijk’ tot ‘belangrijk’. Attitude ten aanzien van tienerzwangerschap is<br />
alleen gemeten onder tieners (jonger dan 20 jaar). De schaal bestond uit twee items (r=0,54): ‘Het lijkt<br />
me leuk om op mijn leeftijd vader/moeder te zijn’ en 'Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd vader/<br />
moeder te zijn’.<br />
De intentie tot het uitvoeren van een SOA test (twee items; r=0,28) werd gemeten door de respondent<br />
te vragen of hij/zij van plan is zich het komende half jaar te laten testen op een SOA en in hoeverre de<br />
respondent van plan is een SOA test uit te gaan voeren. Intentie tot condoomgebruik is gemeten met de<br />
vraag of de respondent condooms gaat gebruiken wanneer hij/zij een nieuwe partner krijgt.<br />
Het SOA testgedrag is gemeten met de vraag of de respondent de afgelopen maand een SOA test<br />
heeft laten uitvoeren. De T0 en T1 vragenlijsten online bevatten dezelfde items als de T0 vragenlijst op<br />
locatie (bijlage 2). Bij de T1 vragenlijst ontbreken alleen de vragen over demografische kenmerken.<br />
11
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
12<br />
Variabelen T2 meting<br />
Bij de lange termijn meting zijn attitude en intentie van SOA testen en condoomgebruik gemeten<br />
(bijlage 3). Ook is testgedrag en condoomgebruik uitgevraagd. We hebben hiervoor dezelfde schalen en<br />
items gebruikt als bij de voor- (T0) en nameting (T1).<br />
Seksueel risicogedrag<br />
Het seksueel risicogedrag is per respondent ingedeeld aan de hand van het aantal seksuele contacten en<br />
het condoomgebruik in het afgelopen half jaar. In alle gebruikte vragenlijsten is naar het aantal seksuele<br />
contacten gevraagd. Het condoomgebruik is nagevraagd wanneer de respondent aangaf één of meer<br />
seksuele contacten te hebben gehad met de vraag: ‘Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half jaar<br />
condooms gebruikt (jij of je partner)?’. De indeling ziet er als volgt uit:<br />
• geen partner (geen seksuele contacten in het half jaar voorafgaand aan de meting);<br />
• geen risicogedrag (altijd condoom gebruikt);<br />
• laag risicogedrag (seksuele contacten met één partner en niet altijd een condoom gebruikt);<br />
• matig risicogedrag (seksuele contacten met twee of drie partners en niet altijd een condoom<br />
gebruikt);<br />
• hoog risicogedrag (4 of meer partners en niet altijd een condoom gebruikt).<br />
2.6 Onderzoekspopulatie en wervingsprocedure<br />
Het onderzoek richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene. De Urban Lifestyle Scene is een<br />
stroming binnen de jeugdcultuur die gebaseerd is op muziek ( R&B, Hiphop, dancehall en reggaeton),<br />
kleding en uitgaan. Het gaat hierbij vooral om eerste, tweede en derde generatie allochtone jongeren<br />
tussen de 15 en 30 jaar. Hun afkomst is voornamelijk uit Nederland, Nederlandse Antillen, Suriname,<br />
Afrika (Ghana) en Marokko (en in Rotterdam ook Kaapverdië).<br />
Het bereiken van de doelgroep, die bekend staat als moeilijk bereikbaar, vergt een specifieke aanpak.<br />
Tijdens het onderzoek is dan ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van jongeren uit de doelgroep zelf:<br />
freelance Urban Lifestyle Scene performers, performers die aangesloten zijn bij de jongerenorganisaties<br />
ILoveComey en Get Entertained en van een in de doelgroep gespecialiseerde organisatie PartyPeeps.<br />
Het grootste deel van de werving van de respondenten voor het onderzoek en de show werd uitgevoerd<br />
door PartyPeeps. PartyPeeps is een organisatie die een lifestyle community website beheert voor<br />
jongeren tussen de 16 en 30 jaar, die dezelfde interesses delen met betrekking tot muziek, kleding en<br />
uitgaan (www.partypeeps2000.nl). PartyPeeps had bij aanvang van het onderzoek meer dan 600.000<br />
geregistreerde gebruikers en hun website wordt dagelijks bezocht door ongeveer 30.000 jongeren. Om<br />
de deelnemers voor het onderzoek te werven schreef PartyPeeps een deel van haar ledenbestand aan<br />
via zogenoemde ‘batches’ (kleine boodschappen). Via deze batches werden jongeren gevraagd deel te<br />
nemen aan het onderzoek. Er werden jongeren aangeschreven in de leeftijdsgroep van 15 tot 30 jaar.<br />
Daarnaast werden er twee keer zoveel jongens als meisjes aangeschreven, omdat uit eerder onderzoek is<br />
gebleken dat vrouwen vaker meedoen aan onderzoek dan. Bij de laatste drie shows, waar de voormeting<br />
van de experimentele groep op locatie vlak voor de show plaatsvond, werd er bij de entree geworven<br />
door <strong>GGD</strong> medewerkers om de vragenlijst in te vullen. Daarnaast werd er tijdens de show herhaaldelijk<br />
door de performers gevraagd om ook de vragenlijst aan het einde van de show in te vullen (Tx). Voor de<br />
nametingen werden de respondenten die een voormeting hadden ingevuld online benaderd via hun<br />
PartyPeep-ID of door de <strong>GGD</strong> via e-mail. Bij de korte termijn nameting zijn alle respondenten van de<br />
voormeting benaderd en bij de lange termijn nameting is besloten alleen respondenten te benaderen<br />
die bij show 3, 4 en 5 een voormeting hadden ingevuld. De reden om de respondenten van show 1 en 2<br />
niet mee te nemen bij deze meting was omdat we bij show 1 en 2 slechts vier respondenten hadden<br />
onder de bezoekers van de show (experimentele groep). Naast het gericht aanschrijven van de jongeren<br />
kondigde PartyPeeps de SSCS aan in hun agenda ‘Events’ en in een ‘Alertbox’ van hun website<br />
(bijlage 6). Ook werd de show vermeld in de evenementenlijst van PartyPeeps in de ochtendbladen
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
Sp!ts en Metro en op de websites van de theaterzalen. Bij de laatste shows zijn de pr-strategieën<br />
aangevuld met promofilmpjes op de site van PartyPeeps waarin beelden van de show te zien waren en<br />
bekende zangers de show promoten.<br />
De overige pr voor het bezoeken van SSCS en het meedoen aan het onderzoek vond plaats via<br />
(informele) netwerken van de betrokken gezondheidsbevorderaars, de performers en de<br />
jongerenorganisaties. Zo hebben de performers zelf de flyers (bijlage 7) en posters ontworpen en deze<br />
actief verspreid binnen hun eigen netwerk en gemeenschap. Er werden ook radiospotjes en<br />
promovideo’s gemaakt, deze werden onder andere op YouTube, Hyves en Facebook en de website van<br />
het ROC gepresenteerd. Voor de laatste shows werden op verschillende feesten in <strong>Amsterdam</strong><br />
promokaartjes voor de show uitgedeeld. Bij elke show werd opnieuw bekeken hoe de PR het beste kon<br />
verlopen. Zo werden de locaties van de show intensief betrokken bij de werving van het publiek omdat<br />
zij hun publiek kennen en konden meedenken over strategieën om deze jongeren te bereiken.<br />
Om de respons van het onderzoek te verhogen is gebruik gemaakt van beloningsmechanismen. Bij de<br />
eerste twee shows kregen de respondenten van de experimentele groep na het invullen van de<br />
vragenlijst online een gratis kaartje voor de show. Mensen die bij de show de voormeting invulden<br />
kregen een consumptiebon. Voor het invullen van de Tx vragenlijst was een relaxruimte ingericht en ook<br />
hier kregen ze een gratis consumptie. Per meetronde van een show gold dat de eerste 110<br />
respondenten (zowel in de experimentele als in de controlegroep) die een voor- en nameting hadden<br />
ingevuld een gratis kaartje voor een feest bij hen in de buurt kregen. Hiernaast maakte iedereen die een<br />
nameting had ingevuld kans op het winnen van een i-Pod. De keuze voor deze beloningen is gemaakt op<br />
advies van de betrokken gezondheidsbevorderaars, de jongerenorganisaties en PartyPeeps. Ook werd er<br />
na elke meeting minimaal één reminder naar de respondenten gestuurd.<br />
13
Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />
2.7 Statistische analyse<br />
14<br />
De antwoorden op de meeste vragen bestaan uit een vijfpunts likertschaal (1 tot 5). De schalen zijn zo<br />
(om-)gecodeerd dat een hogere score correspondeert met een positieve uitkomst. Het aantal items<br />
verschilt per schaal en om een eenduidige weergave te maken van de resultaten zijn de scores per schaal<br />
opgeteld en gedeeld door het aantal items (het gemiddelde). Bij de effectevaluatie zijn de schalen die<br />
tevens uitkomstvariabelen waren gedichotomiseerd. Dit omdat de meeste schalen niet normaal verdeeld<br />
waren. Het afkappunt voor deze dichotomisatie is bepaald aan de hand van de mediaan. Verder zijn bij<br />
alle schalen de missende waarden vervangen wanneer een schaal uit tenminste drie items bestond en<br />
waarvan de respondent minstens de helft van de vragen had ingevuld. De missende waarden zijn<br />
berekend door het gemiddelde van de antwoorden op de andere vragen van de betreffende schaal bij<br />
die respondent te nemen.<br />
Beschrijvende analyses zijn uitgevoerd om de karakteristieken en het risicogedrag van de doelgroep te<br />
bestuderen (frequenties, percentages, gemiddelden en standaarddeviaties). Dit is toegepast bij de<br />
evaluatie van de show (Tx), om de experimentele en controlegroep (T0) en om de gehele doelgroep (T0)<br />
te beschrijven. Om te onderzoeken of de experimentele en controlegroep van elkaar verschilden zijn er<br />
in eerste instantie univariate logistische regressie analyses uitgevoerd. Omdat het een quasigerandomiseerde<br />
trial betreft en je er dus niet vanuit kan gaan dat beide groepen bij aanvang van het<br />
onderzoek gelijk zijn, is bij elke analyse gecorrigeerd voor de score op de voormeting van de betreffende<br />
uitkomstmaat. Vervolgens zijn er multivariate logistische regressie analyses uitgevoerd waarbij<br />
gecorrigeerd werd voor de demografische gegevens die op de voormeting tussen de experimentele<br />
groep en de controlegroep van elkaar verschilden. Tenslotte zijn er met behulp van een chi-kwardraat<br />
toets non- respons analyses uitgevoerd. Hierbij werd gekeken of de respondenten die een voor- en<br />
nameting hebben ingevuld verschilden van degenen die alleen de voormeting hebben ingevuld.<br />
Tenslotte zijn chi-kwadraat toetsen uitgevoerd voor het bestuderen van verschillen tussen jongens en<br />
meisjes en het seksueel risicogedrag in de hele onderzoekspopulatie.
3 Resultaten<br />
3.1 Populatiebeschrijving (bereik)<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
In 2008 is er vijfmaal een SSCS geweest, waarvan drie in <strong>Amsterdam</strong> en twee in Rotterdam. In tabel 1 zijn<br />
de locatie, datum, het geschatte aantal bezoekers en de respons op Tx, per show weergegeven.<br />
Tabel 1 Locaties, datum, het geschatte aantal bezoekers en de respons op de Tx vragenlijst<br />
per show<br />
<strong>Show</strong> Stad Locatie Datum<br />
Aantal<br />
bezoekers<br />
Bezoekers die de Tx vragenlijst<br />
compleet hebben ingevuld<br />
1 <strong>Amsterdam</strong> Argan Zaterdag 24 - 05 - 08 38 38<br />
2 Rotterdam Odeon Zaterdag 14 - 06 - 08 29 29<br />
3 <strong>Amsterdam</strong> No Limit Vrijdag 19 - 09 - 08 67 61<br />
4 Rotterdam Odeon Vrijdag 10 - 10 - 08 22 22<br />
5 <strong>Amsterdam</strong> Melkweg Maandag 01 - 12 - 08 140 77<br />
Totaal 296 227<br />
Sociaal-demografische kenmerken<br />
Van de ongeveer 296 bezoekers van de SSCS hebben 227 bezoekers de vragenlijst aan het einde van de<br />
show ingevuld (77%). In tabel 2 is te zien dat de meeste respondenten in <strong>Amsterdam</strong> (53%) of Rotterdam<br />
(16%) woonden. Naar de shows in <strong>Amsterdam</strong> kwamen vooral jongeren die uit <strong>Amsterdam</strong> (71%) en<br />
omgeving (12 %) afkomstig waren en bij de shows in Rotterdam kwamen vooral jongeren uit Rotterdam<br />
(67%) en omgeving (8%). Een vijfde van de respondenten (20%) gaf aan al eerder naar een SSCS te zijn<br />
geweest en een derde van de respondenten (30%) kende één of meer performers. De bezoekers van de<br />
shows in <strong>Amsterdam</strong> waren vaker eerder naar een show geweest dan de bezoekers in Rotterdam.<br />
Daarnaast kenden bezoekers bij de shows in Rotterdam vaker één van de performers in vergelijking met<br />
de bezoekers in <strong>Amsterdam</strong>.<br />
De meeste respondenten waren vrouw (69%) en jonger dan 17 jaar oud (45%). Er was sprake van een<br />
multicultureel publiek (77% was eerste of tweede generatie migrant) bestaande uit 49 verschillende<br />
nationaliteiten. De grootste groep respondenten was afkomstig uit Suriname (37%) en het Caribisch<br />
gebied (14%). De autochtone jongeren (16%) zijn waarschijnlijk voornamelijk derde generatie<br />
allochtonen. De bezoekers in <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam zijn vergelijkbaar wat betreft alle demografische<br />
kenmerken behalve de etniciteit. Zo komen er in Rotterdam iets vaker bezoekers uit Latijns-Amerika<br />
(10% versus 4 %) en iets minder vaak Marokkanen (2% versus 7%) dan in <strong>Amsterdam</strong>. In totaal gaven 42<br />
respondenten aan homo- of biseksueel te zijn, waarbij homoseksualiteit het meest gerapporteerd werd<br />
door meisjes.<br />
15
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
16<br />
Tabel 2 Demografische kenmerken, seksuele geaardheid en seksueel risicogedrag van de<br />
bezoekers van de alle 5 geëvalueerde SSCS (Tx).<br />
Woonplaats 1 <strong>Amsterdam</strong><br />
Omgeving <strong>Amsterdam</strong><br />
Rotterdam<br />
Omgeving Rotterdam<br />
Overig<br />
Onbekend<br />
Eerder bij show geweest Ja<br />
Nee<br />
Ken je één/meer performers Ja<br />
Nee<br />
Onbekend<br />
Geslacht Vrouw<br />
Man<br />
Onbekend<br />
Leeftijd < 17 jaar<br />
17 – 20 jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
> 25<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Autochtoon<br />
Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Onbekend<br />
Nederlands<br />
Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Latijns Amerika<br />
Marokko<br />
Sub-Sahara<br />
Overig geïndustrialiseerd<br />
Overig niet geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Seksuele geaardheid Heteroseksueel<br />
Homoseksueel (jongen-jongen)<br />
Homoseksueel (meisje-meisje)<br />
Biseksueel<br />
Onbekend<br />
Seksueel risicogedrag Geen partner<br />
Geen (altijd condoomgebruik)<br />
Laag risicogedrag<br />
Matig risicogedrag<br />
Hoog risicogedrag<br />
Onbekend<br />
Alle shows<br />
N = 227 (n (%))<br />
120 (53)<br />
21 (9)<br />
36 (16)<br />
4 (2)<br />
34 (15)<br />
12<br />
46 (20)<br />
181 (80)<br />
68 (30)<br />
155 (68)<br />
4<br />
156 (69)<br />
63 (27)<br />
8<br />
102 (45)<br />
76 (34)<br />
67 (30)<br />
46 (20)<br />
12<br />
36 (16)<br />
80 (35)<br />
95 (42)<br />
16<br />
36 (16)<br />
84 (37)<br />
31 (14)<br />
12 (5)<br />
12 (5)<br />
11 (5)<br />
9 (4)<br />
12 (5)<br />
16<br />
174 (77)<br />
4 (2)<br />
26 (11)<br />
12 (5)<br />
11<br />
32 (14)<br />
51 (22)<br />
72 (32)<br />
26 (11)<br />
12 (5)<br />
34<br />
1 Omgeving <strong>Amsterdam</strong> is Amstelveen, Haarlem, Diemen, Zaandam, Purmerend, Almere; omgeving Rotterdam is<br />
Dordrecht, Schiedam, Berkel en Rodenrijs en Spijkenisse.
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Seksueel risicogedrag<br />
Van de 227 respondenten gaven 161 respondenten aan het afgelopen half jaar seksuele contacten te<br />
hebben gehad, 32 respondenten hebben geen seksuele contacten gehad en 34 respondenten hebben<br />
de vraag over het aantal seksuele partners van het afgelopen half jaar of het condoomgebruik niet<br />
beantwoord. Van alle respondenten rapporteerden 32% laag seksueel risicogedrag en 16% matig tot<br />
hoog seksueel risicogedrag.<br />
3.2 Beoordeling en beleving van de show<br />
De 221 respondenten, die een vragenlijst direct na de show hadden ingevuld, gaven de show een<br />
gemiddeld rapportcijfer van 8,2. De mening van de respondenten over de show als geheel en het<br />
gebruikte format (E&E strategie) waren zeer positief (tabel 3). Ook vonden de respondenten de<br />
informatie bruikbaar en aanvaardbaar. Op de vragen of de informatie voor hen persoonlijk een<br />
toegevoegde waarde had scoorden ze wat minder hoog. Verder geven de respondenten aan de<br />
performers geloofwaardig te vinden. Op de vraag of ze zich ook met de acteurs konden identificeren<br />
scoorden ze wat minder positief. Onder de respondenten is een redelijk goede intentie tot het<br />
ondernemen van actie. De meest respondenten zijn van plan met vrienden te gaan praten over<br />
de show en ze willen de show aanraden aan anderen.<br />
Tabel 3 Mening van de respondenten over de SSCS, de verstrekte informatie en de<br />
performers (schaal van 1 tot 5; gemiddelde (sd))<br />
gemiddeld (SD)<br />
Mening over de show als geheel 4,4 (0,9)<br />
Mening over het gebruikte format 4,4 (0,8)<br />
Bruikbare informatie<br />
(bruikbaar, nuttig en belangrijk)<br />
Persoonlijk toegevoegde waarde<br />
(relevant voor mij persoonlijk, informatie die mij aanspreekt en informatie die<br />
me iets nieuws leert)<br />
Aanvaardbaarheid<br />
(geloofwaardig, realistisch, herkenbaar, overtuigend en betrouwbaar)<br />
4,6 (0,7)<br />
3,8 (1,1)<br />
4,5 (0,7)<br />
Geloofwaardigheid acteurs 4,6 (0,6)<br />
Identificatie met acteurs 3,5 (1,3)<br />
Intentie actie te ondernemen 3,9 (0,8)<br />
Sociale interactie tijdens show 3,3 (1,1)<br />
Wanneer de beoordeling en beleving van de SSCS onder de bezoekers van de show in <strong>Amsterdam</strong><br />
wordt vergeleken met die van de bezoekers van de show in Rotterdam blijken er geen verschillen te zijn.<br />
De meeste respondenten gaven aan van de show te hebben gehoord via PartyPeeps of via vrienden.<br />
Op de vraag wat voor de respondent de belangrijkste boodschappen van de show waren hebben 199<br />
respondenten één of meerdere antwoorden ingevuld. Hierbij werden vooral ‘veilig vrijen’ (n=123),<br />
‘condoomgebruik’ (n=22) en ‘informatie over SOA’s en HIV’ (n=19). Andere antwoorden waren<br />
‘ongewenst zwangerschap en tienerzwangerschap’, ‘je bent baas over je eigen lichaam’, ‘SOA testen’,<br />
‘dat je niet met iedereen in bed moet duiken’, ‘de gevolgen van onveilige seks’ en ‘pas op voor<br />
loverboys’.<br />
17
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
3.3 Effect <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> (korte en lange termijn)<br />
18<br />
3.3.1 Korte termijn effect <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
Van de jongeren die benaderd zijn voor het onderzoek (zie het stroomdiagram in figuur 2, bijlage 8)<br />
hebben 1.308 jongeren de voormeting ingevuld (202 uit de experimentele versus 1.106 uit de<br />
controlegroep). Er zijn 53.000 jongeren door PartyPeeps benaderd en van deze jongeren hebben er<br />
1.100 een vragenlijst ingevuld (2%). Van alle jongeren die de voormeting hebben ingevuld (n=1306)<br />
hebben er 225 (17%) ook de korte termijn nameting ingevuld (T1; 45 in de experimentele versus 180 in<br />
de controlegroep). Het inclusiecriteria dat de experimentele groep alleen uit de regio <strong>Amsterdam</strong> en<br />
Rotterdam mocht komen en de controlegroep uit andere regio’s in Nederland hebben we tijdens de<br />
analyses niet gehandhaafd. Wel mochten de respondenten de show niet eerder hebben gezien. In totaal<br />
waren er 6 respondenten die zowel een voor- als nameting hadden ingevuld maar de show al eerder<br />
hadden gezien (4 in experimentele en 2 in controlegroep), deze zijn niet meegenomen in de verdere<br />
analyses. De uiteindelijke onderzoekspopulatie bestond uit 41 respondenten in de experimentele groep<br />
en 178 in de controlegroep.<br />
Het merendeel van de respondenten bestond uit meisjes en jongeren tussen de 17 en 20 jaar en ze<br />
hadden een gemiddeld opleidingsniveau (tabel 4). De controlegroep bleek ouder (gemiddelde<br />
leeftijd in de controlegroep 18,7 versus 20,5 jaar in de experimentele groep) en lager opgeleid dan<br />
de experimentele groep. Er zijn geen grote verschillen tussen beide groepen in etniciteit.<br />
In de controlegroep zitten wel opvallend veel respondenten uit het Caribische gebied en overige<br />
geïndustrialiseerde landen. Van de respondenten in de controlegroep bleek 79% de intentie te hebben<br />
om naar de show te gaan wanneer deze bij hen in de buurt zou zijn.<br />
Het grootste gedeelte van de respondenten had in het half jaar voor het invullen van de voormeting één<br />
of meer seksuele contacten gehad (88% in de experimentele versus 83% in de controlegroep). In de<br />
experimentele groep is het aantal partners waarmee de respondenten het afgelopen half jaar seksueel<br />
contact hebben gehad lager. Zo heeft in de experimentele groep 27% meer dan één partner gehad en in<br />
de controlegroep 54%. In beide groepen gebruikten bijna driekwart van de respondenten die het<br />
afgelopen half jaar seksuele contacten hebben gehad niet altijd een condoom. In figuur 3 is te zien dat<br />
vergeleken met de controlegroep de experimentele groep het afgelopen half jaar iets vaker seksuele<br />
contacten heeft gehad. Daarnaast vertoonde de experimentele groep vaker laag risicogedrag en de<br />
controlegroep vaker matig tot hoog risicogedrag. Bijna een derde van alle een respondenten had in het<br />
afgelopen half jaar een SOA test gedaan. Omdat het om jonge populatie gaat zijn er in beide groepen<br />
relatief veel respondenten zwanger geweest (18% versus 28%).
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Tabel 4 Demografische kenmerken, seksueel risicogedrag, SOA testen en<br />
zwangerschapsstatus op T0 van de respondenten die zowel de<br />
voor- (T0) als nameting (T1) hebben ingevuld, voor de experimentele<br />
en controlegroep apart.<br />
Groep<br />
Geslacht Vrouw<br />
Leeftijd < 17 jaar<br />
17 - 20 jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
2> 25 jaar<br />
Niveau opleiding<br />
Laag (LBO/VBO, MAVO, VMBO)<br />
Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />
Hoog (HBO, WO)<br />
Generatie Autochtoon<br />
Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Nederlands<br />
Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Overig geïndustrialiseerd<br />
Overig niet geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Aantal partners1 Geen<br />
én<br />
Meer dan één<br />
Seksueel risicogedrag 1<br />
Geen partner<br />
Geen (altijd condoomgebruik)<br />
Laag risicogedrag 2<br />
Matig tot hoog risicogedrag 3<br />
SOA testgedrag van het afgelopen half jaar<br />
Ja<br />
Nee<br />
Onbekend<br />
Zwangerschapstatus (meisje en jongen)<br />
Nooit<br />
Ja + kind geboren<br />
Ja + abortus<br />
Onbekend<br />
Experimentele (n=41)<br />
n (%)<br />
3 (78)<br />
7 (7)<br />
19 (46)<br />
11 (27)<br />
4 (10)<br />
7 (17)<br />
23 (56)<br />
11 (27)<br />
10 (24)<br />
11 (27)<br />
19 (46)<br />
1<br />
10 (24)<br />
11 (27)<br />
6 (15)<br />
1 (3)<br />
12 (29)<br />
1<br />
5 (12)<br />
25 (61)<br />
11 (27)<br />
5 (12)<br />
9 (22)<br />
19 (46)<br />
8 (20)<br />
15 (37)<br />
23<br />
3<br />
(56)<br />
32 (78)<br />
3 (7)<br />
4 (24)<br />
2<br />
1 in het afgelopen half jaar;<br />
2 seksuele contacten met één partner en niet altijd een condoom gebruikt;<br />
3 seksuele contacten met 2 of meer partners en niet altijd een condoom gebruikt.<br />
Controle (n=178)<br />
n (%)<br />
142 (80)<br />
45 (25)<br />
91 (51)<br />
34 (19)<br />
8 (4)<br />
39 (22)<br />
126 (71)<br />
13 (7)<br />
44 (25)<br />
54 (30)<br />
80 (45)<br />
44 (25)<br />
43 (24)<br />
41 (23)<br />
11 (6)<br />
39 (22)<br />
31 (17)<br />
50 (28)<br />
97 (54)<br />
31 (17)<br />
39 (22)<br />
35 (20)<br />
73 (41)<br />
53 (30)<br />
125 (70)<br />
130 (72)<br />
24 (14)<br />
24 (14)<br />
19
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
20<br />
Figuur 3 Seksueel risicogedrag bij de voormeting (T0) van de experimentele vergeleken met<br />
controlegroep<br />
50<br />
45<br />
40<br />
35<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
5<br />
% 0<br />
geen partner geen laag matig/hoog<br />
seksueel risicogedrag<br />
experimentele groep controle groep<br />
Wanneer de voor- en nameting van beide groepen met elkaar vergeleken wordt tabel 5, bijlage 9), blijkt<br />
dat de controlegroep op de voormeting minder kennis over SOA’s had en dat ze vaker een negatieve<br />
houding ten aanzien van homoseksualiteit hadden dan de experimentele groep. Bij de nameting blijkt<br />
de experimentele groep een betere sociale norm ten aanzien van condoomgebruik te hebben dan<br />
de controlegroep. Vergeleken met de voormeting neemt de kennis over SOA’s, de attitude ten aanzien<br />
van SOA testen, de intentie om SOA’s te testen en de sociale norm en attitude ten aanzien van<br />
condoomgebruik in beide groepen toe.<br />
Er is geen significant verschil tussen de experimentele en controlegroep op de gemeten determinanten<br />
van seksueel risicogedrag gevonden (tabel 6, bijlage 10). Een positieve trend ten gunste van de<br />
experimentele groep is te zien in de sociale norm, risico perceptie en attitude ten aanzien van SOA<br />
testen en de intentie uitvoeren SOA test.<br />
We hebben een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om te controleren of de uitkomsten van de<br />
effectevaluatie anders waren wanneer het inclusiecriterium waarbij in de controlegroep alleen jongeren<br />
mochten deelnemen die niet uit de regio <strong>Amsterdam</strong> of Rotterdam zouden hebben aangehouden.<br />
Hiervoor hebben we de respondenten uit de regio <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam uit de controlegroep<br />
gehaald en de analyses opnieuw uitgevoerd. Het effect van de SSCS op de verschillende determinanten<br />
van seksueel risicogedrag veranderde niet. Ook hebben we een extra analyse uitgevoerd om te kijken of<br />
de vier respondenten uit de experimentele groep die de voormeting online hebben ingevuld effect<br />
hadden op de uitkomsten. Ook dit bleek niet het geval te zijn.
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
3.3.2 Lange termijn effect SSCS<br />
De lange termijn meting (T2) is uitgezet onder alle respondenten die bij show 3, 4 en 5 een voormeting<br />
hadden ingevuld. Deze groep bestond uit 523 respondenten maar omdat de e-mail adressen of PP-ID’s<br />
van 44 respondenten op de voormeting ontbraken hebben we slechts een deel van de respondenten<br />
aangeschreven (n=479). In totaal hebben 115 jongeren gereageerd (24%), waarvan 42 uit de<br />
experimentele groep en 73 uit de controlegroep.<br />
De meeste respondenten waren tussen de 17 en 20 jaar oud en de gemiddelde leeftijd van de<br />
respondenten uit de experimentele groep was significant hoger dan in de controlegroep (tabel 7, bijlage<br />
11). Ook waren de respondenten uit de experimentele groep vaker hoger opgeleid. Daarnaast zaten er<br />
in de experimentele groep meer eerste en tweede generatie allochtonen dan in de controlegroep (90%<br />
versus 75%) en in de experimentele groep zaten meer respondenten uit Suriname (41% versus 15%) en<br />
geïndustrialiseerde landen (19% versus 3%) en minder uit niet geïndustrialiseerde landen (7% versus<br />
15%). Verder hebben de respondenten uit de experimentele groep vaker één partner gehad (69% versus<br />
43%). Vergeleken met de controlegroep heeft de experimentele groep vaker seksuele contacten gehad,<br />
maar ze vertonen daarbij vaker geen of een laag risicogedrag. Het aantal respondenten dat een SOA<br />
test heeft uitgevoerd was hoger in de experimentele groep vergeleken met de controlegroep (43%<br />
versus 30%).<br />
De attitude ten aanzien van SOA testen en condoomgebruik op de voormeting worden zeer positief<br />
gescoord. Deze score is vooral positief in de experimentele groep vergeleken met de controlegroep<br />
(tabel 8, bijlage 12). Bij de lange termijn effectmeting hebben we geen effect van de SSCS op de<br />
gemeten uitkomstmaten gevonden (tabel 9, bijlage 13). Wel is er een positieve trend te zien ten aanzien<br />
van het SOA testgedrag. Opvallend is dat de intentie tot het gebruiken van condooms in de<br />
experimentele groep zowel op de voor- als op de lange termijn nameting significant hoger dan in de<br />
controlegroep. Kijken we naar het effect dan zien we zelfs een klein negatief effect van de SSCS. Dit<br />
komt doordat de intentie tot condoomgebruik in de experimentele groep gelijk blijft en in de<br />
controlegroep stijgt.<br />
3.3.3 Non-respons analyse (T0-T1)<br />
In totaal hebben 1306 respondenten de vragenlijst bij de voormeting ingevuld. Van hen zijn 31<br />
respondenten eerder naar de SSCS geweest (22 uit de experimentele en 9 uit de controlegroep). Deze<br />
31 respondenten zijn uit alle analyses gehaald waardoor we 1275 respondenten met een voormeting<br />
overhouden. In tabel 10 (bijlage 14) vergelijken we de respondenten die alleen T0 (n=1056) hebben<br />
ingevuld met de respondenten die de voor- en nameting (n=219) hebben ingevuld. Degenen die de<br />
SSCS hebben bezocht, vulden vaker ook een nameting in. Zowel de voor- en nameting zijn significant<br />
vaker ingevuld door respondenten die de intentie hadden naar de show te gaan, door meisjes en door<br />
jongeren met een gemiddeld opleidingsniveau. De respondenten die alleen de voormeting hebben<br />
ingevuld en degenen die de voor- en nameting hebben ingevuld, hebben even vaak seksuele één of<br />
meer contacten gehad en vertonen evenveel seksueel risicogedrag.<br />
21
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
3.4 Prevalentie van seksueel (risico)gedrag onder jongeren in de<br />
Urban Lifestyle Scene<br />
22<br />
In tabel 11 is een beschrijving te zien van alle respondenten die de eerste vragenlijst hebben ingevuld<br />
(n=1306). De gegevens zijn weergegeven voor de hele groep en voor de jongens en meisjes apart. De<br />
meeste respondenten zijn jonger dan 17, hebben een middelbaar opleidingsniveau. Ongeveer<br />
tweederde is allochtoon, waarvan het meerendeel tweede generatie. Bekijken we de etniciteit dan zien<br />
we relatief veel jongeren uit Suriname, het Caraïbische gebied en overige niet-geindustrialiseerde<br />
gebieden. Circa 30% is Nederlands. Hieronder bevinden zich waarschijnlijk veel derde generatie<br />
allochtonen (de jongeren en hun ouders zijn in Nederland geboren maar hun grootouders niet). Dit<br />
hebben we niet nagevraagd aan de jongeren zelf, maar volgens PartyPeeps, de organisatie die de<br />
respondenten heeft geworven, bestaat hun ledenbestand voornamelijk uit tweede en derde generatie<br />
allochtonen. De helft van de respondenten heeft meer dan één partner gehad en meer dan de helft van<br />
de respondenten vertoont laag tot hoog risicogedrag. Daarnaast heeft meer dan een kwart van de<br />
respondenten in het half jaar voorafgaand aan de meting een SOA test uitgevoerd (30% van de meisjes<br />
en 19% van de jongens).<br />
Vergelijken we de jongens met de meisjes dan blijken zij op alle variabelen, behalve bij de variabele<br />
eerdere zwangerschap, van elkaar te verschillen. Meisjes zijn jonger, hoger opgeleid en vaker<br />
autochtoon. Meisjes hebben vaker geen of één partner (meisjes; 44% versus jongens; 22%) en vertonen<br />
vaker een laag risicogedrag, terwijl jongens vaker meerdere partners hebben (meisjes; 39% versus<br />
jongens; 71%) en vaker matig en hoog risicogedrag vertonen. Ook hebben de meisjes het afgelopen half<br />
jaar vaker een SOA test uitgevoerd. In tabel 12 is te zien dat jonge jongens (
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Figuur 4 Condoomgebruik verdeeld naar het aantal partners (één ten opzichte van meer dan<br />
één) in het afgelopen half jaar per geslacht.<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
% 0<br />
Vrouw<br />
(n=388; 44%)<br />
Man<br />
(n=79; 20%)<br />
Vrouw<br />
(n=349; 39%)<br />
Man<br />
(n=287; 71%)<br />
Een partne Meer dan een partner<br />
Altijd Bijna altijd Nooit<br />
23
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Tabel 11 Populatiebeschrijving, seksueel risicogedrag en SOA testgedrag onder alle respondenten die<br />
een voormeting hebben ingevuld (n=1306), uitgesplitst naar geslacht.<br />
Geslacht Man<br />
Vrouw<br />
Leeftijd < 17 jaar<br />
17 - 20 jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
> 25 jaar<br />
Niveau opleiding Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />
Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />
Hoog (HBO, WO)<br />
Onbekend<br />
Etniciteit1 Autochtoon1 Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Nederlands1 Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Overig niet geïndustrialiseerd<br />
Overig geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Aantal partners 2 Geen<br />
Eén<br />
Meer dan één<br />
Onbekend<br />
24<br />
Seksueel risicogedrag 2 Geen partner<br />
Geen risicogedrag<br />
Laag<br />
Matig en hoog<br />
Lesbische relatie<br />
Onbekend<br />
Zwanger geweest Nee<br />
Ja, kind gekregen<br />
Ja, abortus gehad<br />
Onbekend<br />
SOA testgedrag 2 Wel<br />
Niet<br />
Onbekend<br />
Alle<br />
respondenten<br />
(N =1306) 1<br />
n (%)<br />
408 (31)<br />
898 (69)<br />
575 (44)<br />
402 (31)<br />
255 (19)<br />
74 (6)<br />
415 (32)<br />
689 (52)<br />
199 (15)<br />
3<br />
394 (30)<br />
356 (27)<br />
542 (42)<br />
14<br />
394 (30)<br />
305 (23)<br />
204 (16)<br />
319 (24)<br />
66 (5)<br />
18<br />
193 (15)<br />
467 (36)<br />
636 (49)<br />
10<br />
193 (15)<br />
287 (22)<br />
351 (27)<br />
455 (36)<br />
3<br />
17<br />
885 (68)<br />
170 (13)<br />
155 (12)<br />
96<br />
348 (27)<br />
945 (72)<br />
12<br />
Meisjes<br />
(N=898)<br />
427 (48)<br />
260 (29)<br />
163 (18)<br />
48 (5)<br />
270 (30)<br />
502 (55)<br />
125 (14)<br />
1<br />
310 (34)<br />
219 (24)<br />
367 (41)<br />
2<br />
310 (35)<br />
202 (22)<br />
131 (15)<br />
199 (22)<br />
50 (6)<br />
6<br />
155 (17)<br />
388 (44)<br />
349 (39)<br />
6<br />
155 (17)<br />
171 (19)<br />
292 (33)<br />
266 (30)<br />
3<br />
11<br />
618 (69)<br />
121 (13)<br />
95 (11)<br />
64<br />
272 (30)<br />
618 (69)<br />
8<br />
Jongens<br />
(N=408)<br />
148 (36)**<br />
142 (35)<br />
92 (23)<br />
26 (6)<br />
145 (35)**<br />
187 (46)<br />
74 (18)<br />
2<br />
84 (21)**<br />
137 (33)<br />
175 (43)<br />
12<br />
84 (21)**<br />
103 (25)<br />
73 (18)<br />
120 (29)<br />
16 (4)<br />
12<br />
38 (9)**<br />
79 (20)<br />
287 (71)<br />
4<br />
38 (9)**<br />
116 (28)<br />
59 (14)<br />
189 (46)<br />
6<br />
267 (65) #<br />
49 (12)<br />
60 (15)<br />
32<br />
76 (19)**<br />
327 (80)<br />
5<br />
** p< 0,01; * p
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Tabel 12 Seksueel contacten in het afgelopen half jaar uitgesplitst naar geslacht<br />
Afgelopen half jaar Geen seksuele contacten Wel seksuele contacten<br />
Vrouw < 15 jaar 17 (45) 21 (55)<br />
15-18 jaar 90 (23) 298 (77)<br />
18-21 jaar 27 (11) 231 (89)<br />
21-25 jaar 13 (8) 148 (92)<br />
> 25 jaar 8 (17) 39 (83)<br />
Man < 15 jaar 3 (33) 6 (67)<br />
15-18 jaar 17 (12) 122 (88)<br />
18-21 jaar 9 (6) 132 (94)<br />
21-25 jaar 6 (7) 84 (93)<br />
> 25 jaar 3 (12) 22 (88)<br />
Uit tabel 13, waarin we het seksueel risicogedrag nader bekijken, zien we dat jongeren tussen de 17 en<br />
de 25 vaker het hoogste risicogedrag vertonen (zowel laag risico als matig-hoog risicogedrag komt vaker<br />
voor dan geen). Eerste generatie allochtonen vertonen iets minder vaak seksueel risicogedrag dan<br />
tweede generatie allochtonen en autochtonen. Nederlandse jongeren vertonen het vaakste seksueel<br />
risicogedrag (72%), gevolgd door jongeren uit het Caribische gebied (63%), Surinamers (58%) en overig<br />
niet geïndustrialiseerd (57%). Jongeren die eerder een kind hebben verwekt maar dit hebben laten<br />
aborteren (of waarvan de partner een abortus heeft gehad) vertonen vaker matig-hoog seksueel<br />
risicogedrag (50%). Jongeren die een SOA-test hebben gehad vertonen vaker seksueel risicogedrag,<br />
zowel laag als matig-hoog, dan jongeren die geen SOA-test hebben gehad.<br />
25
Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />
Tabel 13 De relatie tussen demografische variabelen, eerdere zwangerschap en SOA testgedrag en<br />
seksueel risicogedrag van alle respondenten die een voormeting hebben ingevuld (n=1306).<br />
Geslacht Vrouw<br />
Man<br />
Leeftijd < 17 jaar<br />
17 - 20 jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
> 25 jaar<br />
Niveau opleiding Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />
Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />
Hoog (HBO, WO)<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Autochtoon2 Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Nederlands2 Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Overig niet geïndustrialiseerd<br />
Overig geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Zwanger geweest Nee<br />
Ja, kind gekregen<br />
Ja, abortus gehad<br />
Onbekend<br />
SOA testgedrag 3 Wel<br />
Niet<br />
Onbekend<br />
26<br />
Geen<br />
partner 1<br />
N=193<br />
n (%)<br />
155 (18)<br />
38 (9)<br />
127 (22)<br />
36 (9)<br />
19 (8)<br />
11 (15)<br />
70 (17)<br />
103 (15)<br />
20 (10)<br />
39 (10)<br />
62 (18)<br />
91 (17)<br />
1<br />
39 (10)<br />
65 (22)<br />
22 (11)<br />
59 (19)<br />
5 (8)<br />
3<br />
162 (18)<br />
14 (8)<br />
5 (3)<br />
12<br />
17 (5)<br />
174 (19)<br />
2<br />
Seksueel risicogedrag<br />
1, 4 Geen<br />
N=287<br />
n (%)<br />
171 (19)<br />
116 (29)<br />
141 (25)<br />
84 (21)<br />
51 (20)<br />
11 (15)<br />
102 (25)<br />
139 (20)<br />
43 (22)<br />
3<br />
69 (18)<br />
95 (27)<br />
118 (22)<br />
5<br />
69 (18)<br />
61 (21)<br />
52 (26)<br />
78 (25)<br />
21 (32)<br />
6<br />
211 (24)<br />
21 (12)<br />
35 (23)<br />
20<br />
69 (20)<br />
215 (23)<br />
3<br />
1, 5 Laag<br />
N=351<br />
n (%)<br />
292 (33)<br />
59 (15)<br />
124 (22)<br />
119 (30)<br />
78 (32)<br />
30 (42)<br />
85 (21)<br />
201 (30)<br />
65 (34)<br />
131 (33)<br />
75 (21)<br />
144 (27)<br />
1<br />
131 (33)<br />
81 (27)<br />
48 (24)<br />
68 (22)<br />
22 (34)<br />
1<br />
216 (25)<br />
69 (41)<br />
37 (24)<br />
29<br />
104 (30)<br />
243 (26)<br />
4<br />
1, 6<br />
Matig-hoog<br />
N=455<br />
n (%)<br />
266 (30)**<br />
189 (47)<br />
180 (32)**<br />
157 (40)<br />
98 (40)<br />
20 (28)<br />
155 (37)*<br />
235 (35)<br />
65 (34)<br />
152 (39)**<br />
120 (34)<br />
179 (34)<br />
4<br />
152 (39)**<br />
91 (31)<br />
78 (39)<br />
112 (35)<br />
17 (26)<br />
5<br />
291 (33)**<br />
66 (39)<br />
77 (50)<br />
21<br />
153 (45)**<br />
299 (32)<br />
3<br />
** p< 0,01; * p
Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />
4 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong><br />
<strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />
4.1 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />
Het vergt een specifieke aanpak om niet schoolgaande jongeren met een allochtone achtergrond te<br />
bereiken met gezondheidsbevorderende interventies. Bij de werving van jongeren voor de SSCS is<br />
daarom zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van jongeren en jongerenorganisaties (ILove<strong>Comedy</strong> en<br />
Get Entertained) uit de doelgroep zelf. Ook is er een, in de doelgroep gespecialiseerde, organisatie<br />
(PartyPeeps) ingezet. Daarnaast richt de invulling van de show zich op het bereiken van de doelgroep.<br />
Ondanks alle inspanningen die zijn geleverd om de jongeren naar de show te krijgen is dit onvoldoende<br />
gelukt. Hieronder noemen we enkele aspecten waar rekening mee gehouden moet worden bij de<br />
werving voor een show als deze:<br />
• De locatie en het tijdstip waar de show wordt opgevoerd. Populairdere locaties zoals de Melkweg in<br />
<strong>Amsterdam</strong> lijken meer jongeren te trekken. Ook moet de show concurreren met andere<br />
vrijetijdsbestedingactiviteiten waardoor de dag en het tijdstip van de show belangrijk is. De shows<br />
werden vroeg in de avond gegeven (20.00 uur) en de laatste show, die zeer goed bezocht was, is op<br />
een maandag gegeven;<br />
• Omdat het netwerk van de performers en jongerenorganisaties op een bepaald moment is uitgeput<br />
moet er intensiever naar andere ingangen gezocht worden om de doelgroep te bereiken. Bij de<br />
meting onder de bezoekers van de show bleek dat 30% één of meer performers kent. Hetgeen<br />
bevestigd hoe belangrijk het netwerk van de performers is;<br />
• Ook de inhoud van de show zal regelmatig vernieuwd moeten worden zodat jongeren zich blijven<br />
interesseren voor de show;<br />
• Om de jongeren naar de show te krijgen is een goede pr belangrijk en iets dat continu aandacht en<br />
expertise vereist. Zo hebben we tijdens de onderzoeksperiode aanspraak gemaakt op PartyPeeps die<br />
een grote groep jongeren uit de doelgroep online bereikt. Ook hebben we gewerkt met flyers en<br />
posters die door de doelgroep zelf ontworpen zijn. Per show is opnieuw bekeken hoe de pr het beste<br />
uitgevoerd kon worden. Hierbij is de locatie waar de show werd opgevoerd intensief betrokken;<br />
• Vanaf de start van de show hebben alle activiteiten rond de show op vrijwillige basis plaatsgevonden.<br />
Dit vrijwillige karakter kent echter grenzen. Het is namelijk van belang om bij een show als deze<br />
enigszins te kunnen concurreren met de commerciële partijen. Hiervoor moeten voldoende financiële<br />
middelen beschikbaar zijn. Vooral omdat de corebusiness van de betrokken organisaties als Get<br />
Entertained, ILove<strong>Comedy</strong> en PartyPeeps vrijetijdsbesteding en entertainment business is en niet<br />
gezondheidsbevordering. Wanneer een project als dit een meer structurele vorm wil krijgen zullen<br />
daar ook financiële middelen tegenover moeten staan.<br />
De show staat of valt met de inzet en betrokkenheid van de performers, niet in de laatste plaats vanwege<br />
hun contacten met de doelgroep. Dit is de kracht van de interventie maar maakt het tegelijkertijd<br />
kwetsbaar. Er blijkt een redelijk verloop te zijn onder de performers. Wat weer gevolgen kan hebben<br />
voor de continuïteit en kwaliteit van de acts in de show. Het verloop onder de performers wordt deels<br />
veroorzaakt omdat de performers niet betaald worden voor hun werkzaamheden. Het is gebleken dat dit<br />
vrijwillige karakter bij enkele performers een bepaalde mate van vrijblijvendheid genereerde. Een kleine<br />
groep performers was structureel aanwezig maar een aantal andere performers was minder betrouwbaar<br />
en wisselend aanwezig bij trainingen en/of de shows. Omdat de performers niet betaald werden voelden<br />
zij zich niet verplicht steeds aanwezig te zijn. Ook zijn enkele jongeren vertrokken omdat ze de<br />
tijdsinvestering ten opzichte van de symbolische vergoeding niet redelijk verdeeld vonden.<br />
27
Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />
28<br />
Daarnaast werden performers in de loop van de tijd beter (ze groeien) waardoor ze de show ontgroeien<br />
en stoppen en/of doorstromen naar het betaalde circuit. Ook kan investering in een baan, opleiding of<br />
eigen gezin een reden zijn voor de jongeren om zich terug te moeten trekken. Door het vertrekken van<br />
deze performers moet er continu gezorgd worden voor een nieuwe aanwas van jongeren.<br />
Het begeleiden van de performers vergt een specifieke aanpak. Ook moet deze begeleider iemand zijn<br />
die hen op de juiste manier weet aan te spreken en te motiveren. Het is bijvoorbeeld belangrijk de<br />
jongeren goed te coachen over hoe ze om moeten gaan met de nieuw verworven status (in hun<br />
netwerk). Ook moet deze begeleider/gezondheidsbevorderaar goed om kunnen gaan met jongeren die<br />
zgn. sterallures krijgen waardoor ze meer eisen stellen (zoals financiering of een grotere rol in de show)<br />
of geen onbetaalde tijd meer willen inzetten en uit de groep vertrekken.<br />
Een belangrijk leerpunt bij dit project was dat de verantwoordelijkheid voor de shows vooral bij de <strong>GGD</strong><br />
heeft gelegen. Het is gedurende het project niet gelukt deze verantwoordelijkheid over te dragen aan<br />
de jongeren of een jongerenorganisatie. Hierdoor is de <strong>GGD</strong> gedurende het project te sterk belast<br />
geweest met allerlei activiteiten zoals pr, zoeken van locaties, werven, stimuleren van de performers en<br />
organiseren van financiering. In toekomstige projecten zullen andere, lokale- of jongerenorganisaties<br />
verantwoordelijk moeten worden gemaakt voor het project. De <strong>GGD</strong> kan het project begeleiden en haar<br />
expertise aanbieden. Ook voor de verankering (institutionalisatie) van een project als dit, is het belangrijk<br />
externe organisaties vanaf het begin mede verantwoordelijk te maken.<br />
4.2 Ervaringen onderzoeksdesign<br />
Het betreft hier een unieke interventie met een innovatief onderzoeksdesign. De jongeren worden online<br />
benaderd voor het bezoeken van de show en het meedoen aan het onderzoek. Door deze benadering is<br />
het gelukt om een grote groep jongeren met verschillende etnische achtergronden te bereiken. Het<br />
lukte echter niet om deze groep jongeren ook een nameting te laten invullen en de show te bezoeken.<br />
We hebben het volgende geconstateerd:<br />
PartyPeeps heeft 49.000 leden aangeschreven met de vraag deel te nemen aan het onderzoek. Van hen<br />
heeft 3% de vragenlijst ingevuld. Van deze respondenten, die een voormeting hadden ingevuld, vulde<br />
slechts 17% de vragenlijst voor de korte termijn nameting in en 24% voor de lange termijn nameting.<br />
Daarnaast bleek slechts 2% van de respondenten uit de experimentele groep die hadden aangegeven<br />
‘zeker’ (51%) of misschien (37%) naar de show te gaan ook daadwerkelijk naar de show te komen.<br />
Blijkbaar was de stap van ‘intentie om naar de show te gaan’ en ‘daadwerkelijk naar de show gaan’ te<br />
groot. Het oorspronkelijk onderzoeksdesign waarbij jongeren online werden benaderd, online<br />
vragenlijsten invulden en waarbij de experimentele groep de live SSCS bezocht heeft bij deze doelgroep<br />
niet gewerkt.<br />
In de experimentele groep heeft, vanaf show 3, de voormeting voorafgaand aan de show op locatie<br />
plaatsgevonden. Dit bleek succesvol te zijn. Een keerzijde hiervan is echter dat we nu twee vragenlijsten<br />
op locatie uitvoerden (één voor de show en één na de show). Als mogelijk gevolg hiervan zien we dat de<br />
respons op de meting aan het einde van de show afneemt na het invoeren van de voormeting op locatie.<br />
Om de respons te vergroten hebben we gedurende het onderzoek geëxperimenteerd met verschillende<br />
vormen van beloning voor jongeren die beide vragenlijsten invulden (voor- en nameting). Zo hebben we<br />
bij de eerste drie shows kaartjes voor feesten bij de respondent in de buurt uitgedeeld aan de eerste<br />
110 jongeren die de vragenlijst online invulden. Bij de laatste shows hebben we naast de kaarten voor<br />
een feest ook iPods verloot en bij de lange termijn nameting hebben we geen kaartjes voor een feest<br />
uitgedeeld, maar alleen een duurdere iPod (iPod Touch) verloot. Wij hebben geen duidelijke<br />
aanwijzingen of de verschillende vormen van de beloning effect hadden op de respons.<br />
Mogelijk hangt de lage respons samen met de lengte van de vragenlijst, de onderwerpen van de<br />
vragenlijst (intieme vragen over seks, condoomgebruik, zwangerschap etc.) en met een zekere<br />
onderzoeksmoeheid aan de kant van de bezoekers (na een voor- en een tussenmeting ook nog een<br />
nameting). Bij de lange termijn nameting is de vragenlijst veel korter (11 vragen bij de lange termijn
Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />
nameting versus 115 vragen bij de korte termijn nameting) en de respons iets hoger (24% versus 17%).<br />
Voor toekomstig onderzoek is het belangrijk om de vragen op zo’n manier te presenteren dat ze de<br />
jongeren meer aanspreken. Er kan daarbij gedacht worden aan andere onderzoeksinstrumenten of een<br />
meer entertainment aanpak van vragen stellen. Ook zouden jongeren actief ingezet kunnen worden bij<br />
het afnemen van vragenlijsten. Als laatste hebben we twee keer zoveel jongens als meisjes benaderd<br />
voor het onderzoek en toch is de respons op het onderzoek en het bezoeken van de show groter bij<br />
meisjes. Ook de nameting werd significant vaker door meisjes ingevuld dan door jongens. Toekomstig<br />
onderzoek zou ingezet kunnen worden of een gender specifieke benadering van respondenten een<br />
grotere respons oplevert.<br />
Het online afnemen van een vragenlijst zorgt voor verschillende voordelen. Zo zijn er nooit missende<br />
antwoorden op een vraag omdat de respondent pas verder kan naar de volgende vraag nadat ze een<br />
antwoord hebben geven. Wel wordt vaker gezien dat de respondenten de vragenlijst niet afmaken. Een<br />
ander voordeel is dat respondenten via hun inlogcode of e-mail adres gemakkelijk te benaderen zijn voor<br />
een nameting. Wanneer de vragenlijst op papier wordt ingevuld, worden er vaker vragen overgeslagen<br />
en wordt er vaak een onjuist of onleesbaar correspondentie adres ingevuld. Hierdoor zijn de<br />
respondenten niet meer te benaderen voor een nameting.<br />
29
Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />
30
Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />
5 Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />
Conclusie<br />
De SSCS trekt het beoogde publiek, namelijk een multiculturele groep van seksueel actieve jongeren<br />
tussen 15 en 25 jaar. Onder de respondenten zijn maar liefst 49 verschillende etnische achtergronden<br />
geteld. De bezoekers zijn enthousiast over de show en het gebruikte format (E&E strategie) en ze<br />
vonden de performers geloofwaardig. Daarnaast hadden de bezoekers een positieve attitude ten<br />
aanzien van de verstrekte informatie en vonden ze de informatie aanvaardbaar en van toegevoegde<br />
waarde voor hen persoonlijk. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor een succesvol toegepaste E&E<br />
strategie. Wel is het aantal jongeren dat naar de show komt, ondanks zeer intensieve pr, lager dan in<br />
de shows voorafgaande aan het onderzoek. Ook zijn de jongeren die de show bezoeken ouder, hoger<br />
opgeleid en vertonen ze minder seksueel risicogedrag dan de jongeren die de show niet hebben<br />
bezocht maar wel een vragenlijst hebben ingevuld bij de voormeting. We hebben geen effect van de<br />
SSCS op (intermediaire) determinanten van condoomgebruik en SOA testgedrag kunnen aantonen door<br />
de lage opkomst bij de show en de lage respons op de nameting (te kleine power). Hierdoor hebben we<br />
dus ook niet kunnen aantonen of de toegepaste E&E strategie effectief is. De jongeren uit onze<br />
onderzoekspopulatie (eerste- , tweede en derde generatie allochtonen met een voornamelijk Surinaamse<br />
en Caribische etniciteit) hebben op jongere leeftijd seksuele contacten en lopen een vergelijkbaar<br />
seksueel risico door niet altijd een condoom te gebruiken als jongeren met dezelfde leeftijd uit andere<br />
studies. Daarnaast voeren ze vaker een SOA test uit.<br />
Discussie<br />
Ondanks dat we met de SSCS een grote groep jongeren hebben bereikt is er waarschijnlijk sprake van<br />
selectieve respons. Zo blijkt dat de jongeren die de show bezoeken een half jaar voorafgaand aan de<br />
voormeting, minder seksueel risicogedrag vertonen dan alle jongeren die een voormeting hebben<br />
ingevuld (48% versus 63%). Ook in vergelijking met de bevindingen in andere studies is het seksueel<br />
risicogedrag in de experimentele groep lager [Gras et al.,1999, De Graaf et al., 2005, Bakker &<br />
Vanwesenbeeck, 2006]. Zo wordt in het onderzoek ‘seks onder je 25e’ gevonden dat tweederde van<br />
de jongens en viervijfde van de meisjes niet altijd een condoom heeft gebruikt bij de laatste partner<br />
[De Graaf et al., 2005]. Daarnaast heeft 39% van de jongeren uit de experimentele groep het half jaar<br />
voorafgaand aan het onderzoek een SOA test uitgevoerd terwijl dit onder de totale onderzoekspopulatie<br />
27% is. Opvallend is ook dat de SSCS oudere en hoger opgeleide jongeren bereikt in vergelijking tot de<br />
respondenten die alleen de voormeting hebben ingevuld.<br />
Het format (E&E strategie) en de inhoud van de SSCS spreekt de bezoekers op zo’n manier aan dat ze<br />
de informatie geloofwaardig, bruikbaar en van persoonlijk toegevoegde waarde vinden. Daarnaast gaven<br />
de bezoekers aan dat ze de performers geloofwaardig vonden en zich redelijk goed konden identificeren<br />
met de performers. Dit wijst op een goede modeling. Al deze kenmerken wijzen erop dat het persuasive<br />
karakter van de show als hoog mag worden beschouwd [Rosseli et al., 1995]. Ook gaven de bezoekers<br />
aan dat de bij de show gegeven informatie een toegevoegde waarde had voor hen persoonlijk, terwijl<br />
mensen die risicogedrag vertonen vaak vinden dat de boodschap niet op henzelf van toepassing is.<br />
Deze combinatie laat zien dat er onder de bezoekers sprake is van een positieve affectieve beoordeling<br />
van de verstrekte informatie hetgeen een voorwaarde is voor een positieve response-efficacy en een<br />
goede cognitieve verwerking van de informatie [Rothman et al., 1993, Casey et al., 2009]. Dit leidt er in<br />
potentie toe dat de verstrekte informatie ook daadwerkelijk opgenomen en gebruikt zal worden<br />
(gedragsverandering). Samengevat lijkt het erop dat de E&E strategie goed is toegepast in de SSCS en<br />
dat het in potentie een effectieve interventie is [Bouman, 1999, El-Karimy et al., 2001].<br />
31
Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />
32<br />
Het is in het onderliggende onderzoek niet gelukt om het effect van SSCS op belangrijke (intermediaire)<br />
determinanten van condoomgebruik en testgedrag aan te tonen. Wel is er een lichte positieve trend ten<br />
gunste van de experimentele groep te zien bij de sociale norm, risicoperceptie en attitude ten aanzien<br />
van SOA testen en de intentie tot het uitvoeren van een SOA test. Bij de lange termijn meting was er<br />
ook een positieve trend te zien in het SOA testgedrag. Dat er geen verschillen konden worden<br />
aangetoond werd waarschijnlijk veroorzaakt door de lage power. De lage respons werd mogelijk<br />
veroorzaakt door de lengte van de vragenlijst, de herhalingscomponent van vergelijkbare vragen, het<br />
onderwerp zelf (intieme vragen over seks, condoomgebruik, zwangerschap etc.), de manier van<br />
uitvragen van determinanten van risicogedrag en met een zekere onderzoeksmoeheid aan de kant van<br />
de bezoekers (na een voor- en een tussenmeting ook nog een nameting). Een andere reden waarom we<br />
geen effect konden aantonen, werd mogelijk veroorzaakt doordat de experimentele- en controlegroep<br />
op de voormeting van elkaar verschilden. Daarnaast vertoonden ze minder seksueel risicogedrag<br />
waardoor er in de experimentele groep dus ook minder te verbeteren was voor wat betreft<br />
(determinanten van) seksueel risicogedrag.<br />
Een methodologische kanttekeningen bij de effectevaluatie is dat we waarschijnlijk te maken hebben<br />
met een selectieve groep jongeren binnen de Urban Lifestyle Scene die naar de show komen en / of de<br />
vragenlijst hebben ingevuld. Het is bijvoorbeeld zo dat er veel meisjes naar de show komen en de<br />
vragenlijsten invullen, terwijl er twee keer zoveel jongens als meisjes zijn aangeschreven. Daarnaast heeft<br />
de soort vragenlijst (online of op papier) en de plek van het invullen van de vragenlijst (op locatie of<br />
thuis) mogelijk invloed gehad op de uitkomsten van het onderzoek. Zo kan het zijn dat jongeren die<br />
alleen achter hun pc de vragenlijst invulden meer waarheidsgetrouwe antwoorden gaven dan de<br />
jongeren die de vragenlijst op locatie invulden.<br />
De Urban Lifestyle Scene bestaat uit een groep multiculturele jongeren die vergeleken met andere<br />
studies op jongere leeftijd seksuele contacten hebben en een vergelijkbaar seksueel risicogedrag<br />
vertonen. Onder alle jongeren die een voormeting voor ons onderzoek hebben ingevuld (n=1306)<br />
bevinden zich veel Surinamers (23%), jongeren uit het Caribische gebied (16%) en waarschijnlijk derde<br />
generatie allochtonen. De jongeren blijken eerder seksuele contacten te hebben en hebben daarbij<br />
vaker meerdere partners dan de jongeren uit andere onderzoeken. Zo vindt van De Graaf et al. (2005),<br />
dat 43% van de 15 tot 18 jarigen seksuele contacten heeft en in ons onderzoek is dat 79%. Ook de<br />
oudere jongeren uit ons onderzoek hebben meer seksuele contacten (18 tot 21 jarigen en 21-25 jarigen).<br />
Overeenkomstig met het onderzoek van De Graaf et al. (2005), vinden wij dat jongens in de jongste<br />
leeftijdsgroepen (15-21 jaar) eerder seksuele contacten hebben dan meisjes. Daarnaast vertoont 62% van<br />
de jongeren uit ons onderzoek het half jaar voor het invullen van de vragenlijst seksueel risicogedrag<br />
(63% meisjes en 62% jongens). In het onderzoek ‘Seks onder je 25e’ vertonen de deelnemers tussen de<br />
12 en 25 jaar meer seksueel risicogedrag (79% meisjes en 67% jongens) [De Graaf et al., 2005]. Terwijl wij<br />
juist weer meer seksueel risicogedrag vinden onder jongeren met meer dan één partner dan in het<br />
onderzoek ‘Seksuele gezondheid in Nederland 2009’ [Kedde et al., 2009]. Vergelijkbaar met andere<br />
recente landelijke onderzoeken onder jongeren tussen de 15 en 34, vinden we dat meisjes vaker<br />
seksueel risicogedrag vertonen dan jongens [Kedde, 2009, De Graaf et al., 2005, Kuyper et al., 2006].<br />
Kuyper et al. (2006), geeft als mogelijke verklaring dat vrouwen de risico’s van onveilige seks hoger<br />
inschatten dan mannen, waardoor ze zich de seksuele contacten zonder condoomgebruik beter kunnen<br />
herinneren.<br />
Hierbij moet opgemerkt worden dat wij mogelijk een overschatting van het seksueel risicogedrag onder<br />
de jongeren uit onze doelgroep vinden omdat wij geen onderscheid konden maken tussen vaste en losse<br />
partners. Wij hebben de jongeren met een vaste partner die niet altijd een condoom hebben gebruikte<br />
tot de laag seksueel risicogeroep gerekend. Het kan zijn dat het hier gaat om een vaste relatie tussen<br />
jongeren die beide nooit eerder seks hebben gehad of die een SOA test hebben uitgevoerd. Ook wordt<br />
in de meeste (recente) onderzoeken gevraagd naar het condoomgebruik bij de laatste partner terwijl wij<br />
vragen naar het condoomgebruik in het afgelopen half jaar. Dit kan de vergelijkbaarheid van onze<br />
onderzoekspopulatie met andere onderzoeken verstoren.<br />
Vergeleken met andere studies is het aantal jongeren wat het half jaar voor het invullen van de vragenlijst<br />
een SOA test heeft uitgevoerd in ons onderzoek hoog [Gras et al., 2001, De Graaf et al., 2005]. In onze<br />
totale onderzoekspopulatie heeft 31% van de meisjes en 19% van de jongens een SOA test uitgevoerd<br />
en kijken we alleen naar de jongeren die seksuele contacten hebben gehad dan vinden wij percentages
Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />
van 38% en 22%. In het onderzoek ‘Seks Onder je 25e’ heeft 11% van de meisjes en 9% van de jongens<br />
die het halve jaar voor het onderzoek seksuele contacten heeft gehad een SOA test heeft laten uitvoeren<br />
[De Graaf et al., 2005]. Onze onderzoeksgroep bestaat uit voornamelijk allochtone jongeren en uit<br />
eerder onderzoek blijkt ook dat zij vaker dan autochtone jongeren een SOA/HIV test uitvoeren [Gras et<br />
al., 2001]. Daarnaast vinden wij, net als in het onderzoek ‘Seks Onder je 25’, dat jongens uit Suriname en<br />
het Caribische gebied (inclusief Antillianen) vaker een SOA test uitvoeren dan andere etnische groepen<br />
(data niet in dit rapport). Bij vrouwen vinden wij geen verschil in testgedrag en etniciteit terwijl in het<br />
onderzoek ‘Seksuele Gezondheid in Nederland 2006’ de Turkse/Marokkaanse en Surinaamse/Antiliaanse<br />
vrouwen vaker een SOA/HIV test uit hebben gevoerd dan mannen [Bakker & Vanwesenbeeck, 2006].<br />
Aanbevelingen<br />
• Tijdens de onderzoeksperiode is veel aandacht besteed aan de pr. Het is daarbij belangrijk om naast<br />
de expertise van de organisaties ook de jongeren zelf en hun netwerk in te zetten voor het optimaal<br />
bereiken van de doelgroep.<br />
• Voor het opzetten van een project kan het inzetten van jongeren en organisaties op deels vrijwillige<br />
basis uitgevoerd worden. Voor de langere termijn is het van belang voldoende draagkracht en<br />
financiering te regelen. Dit om het project minder kwetsbaar en afhankelijk te maken van de ‘goede<br />
wil’ van de verschillende partijen op de langere termijn. Hiermee zorg je ook dat een project enigszins<br />
kan concurreren met commerciële partijen die vrijetijdsactiviteiten voor de jongeren organiseren.<br />
• Bij een project als deze zal er regelmatig gezorgd moeten worden voor vernieuwing van de show.<br />
Dit kan mogelijk deels gerealiseerd worden door met grote regelmaat te zorgen voor nieuwe<br />
performers. Op deze manier bereik je ook steeds nieuwe netwerken.<br />
• Door verschillende omstandigheden, waaronder tijdgebrek, het vrijblijvende karakter van het project<br />
en beperkte financiële middelen, is het niet gelukt de SSCS over te dagen aan een jongerenorganisatie<br />
waardoor de toekomst van de SSCS onzeker is. Een optie is om individuele acts uit de<br />
SSCS in de toekomst te koppelen aan andere, al reeds bestaande (commerciële) activiteiten voor<br />
jongeren uit de Urban Lifestyle Scene. Ook zou gedacht kunnen worden aan het vertonen van delen<br />
van de show via internet. Het is immers gebleken dat je een grote groep jongeren uit deze scene<br />
online goed kan bereiken. Door een online presentatie mis je echter wel de interactie tussen de<br />
performers en het publiek.<br />
• Het afnemen van vragenlijsten online biedt verschillende voordelen. Zo wordt de respondent<br />
‘gedwongen’ om alle vragen te beantwoorden waardoor je niet te maken hebt met missende<br />
waarden. Wel kunnen respondenten hun vragenlijst vroegtijdig afbreken. Een ander voordeel is dat je<br />
de respondent gemakkelijk opnieuw kan benaderen via een unieke code of e-mailadres. Een laatste<br />
voordeel kan zijn dat de respondenten de vragenlijst alleen (thuis achter hun pc) invullen wat mogelijk<br />
meer waarheidsgetrouwe antwoorden geeft dan een vragenlijst die op locatie wordt ingevuld.<br />
• Het uitvoeren van online onderzoek lijkt een goede manier om jongeren te bereiken voor een eerste<br />
meting maar het lukt niet goed om meerdere metingen bij één deelnemer uit te voeren en om de<br />
jongeren naar een activiteit, zoals de SSCS, toe te krijgen. Vervolgonderzoek is nodig om te<br />
onderzoeken of er andere meetinstrumenten of manieren zijn voor het afnemen van de vragenlijsten<br />
die beter aansluiten bij deze jongeren. In de SSCS is bijvoorbeeld goed ingespeeld op de leefcultuur<br />
van de doelgroep door gebruik te maken van een minder traditionele manier van voorlichten (E&E<br />
strategie) en het ‘user as designer principe’. Bij toekomstig onderzoek onder dergelijke doelgroepen<br />
zou een nieuw instrument ontwikkeld kunnen worden waarmee de effectmaten op een mindere<br />
traditionele manier uitgevraagd worden. Mogelijk kunnen jongeren ook zelf betrokken worden bij het<br />
ontwikkelen en/of uitvoeren van vragenlijsten. Daarnaast is het belangrijk om korte vragenlijsten te<br />
gebruiken wanneer men een vragenlijst vaker af wil nemen bij dezelfde deelnemers.<br />
33
Evaluatie onderzoek SSCS | Dankwoord<br />
Dankwoord<br />
34<br />
Het onderliggende onderzoek is gefinancierd door ZonMW en uitgevoerd door de afdeling<br />
Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG) van de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong>.<br />
De begeleidingscommissie van het onderzoek bestaat uit drs. Johan Osté, dr. Ineke Stolte, dhr. Juan<br />
Walter, dr. Martine Bouman, dr. Pepijn van Empelen, mw. Kahelijne de Groot (NIGZ), Ir. Jan Jansen,<br />
dr. Matty de Wit, dr. Udi Davidovich, drs. Stephan Cremer en prof. dr. Arnoud Verhoeff. Het onderzoek<br />
is uitgevoerd door drs. Jolanda Veldhuis en de data analyse en rapportage door dr. Arlette Hesselink.<br />
Wij willen de crew van de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> bedanken voor hun jarenlange inzet voor de show.<br />
Begeleiders: Juan Walter, Kathelijne de Groot en de assistenten Astrid van der Steen en Paulo Vieira<br />
Theaterbegeleiding: Clay Toppenberg.<br />
Harde Kern crew tijdens de onderzoeksperiode: Marcel Sporkslede (a.k.a – Aries), Earl de Randamie<br />
(a.k.a. Odog), Ruben Keet (a.k.a. Rups), Clara Opoku (a.k.a. C.I.A.) Stacey V. Esajas (a.k.a. Crazy Stacey),<br />
Clarence Creebsburg, Lucho Ambrosina, Philip Bakker (a.k.a - Philly D), Melvin Sporkslede (a.k.a –<br />
Scrooge), Scrooge dansers, DJ Joshua Walter en DJ Gman.<br />
Oude crew (degene die gestopt zijn vóór het onderzoek maar wel hebben opgetreden): Gerold<br />
Havertong (Macnack, a.k.a Rahzkel), Cheryl Jordan (a.k.a. Lil C), Jumoke Vreden, Dayenne Denneboom,<br />
Sheilla Sapulettey, Saundry Felicien, Angela Hofwijks, Len Debets, Dominique Baal, Alten Rigters, Scitta<br />
en Lady Shy.<br />
Passanten (degene die een aantal keren bij de trainingen zijn geweest): Big Ed, Widad, Jenifer, Omar,<br />
Inge, Samantha en Pasquale.<br />
Hand en span crew: Crew I love <strong>Comedy</strong>.<br />
Daarnaast willen we PartyPeeps en de jongerenorganisaties Get Entertained en ILove<strong>Comedy</strong> bedanken<br />
voor de grote rol zij hebben gespeeld bij de show en de werving. Als laatste willen we iedereen die heeft<br />
deelgenomen aan het onderzoek hartelijk danken voor de inzet en tijdsinvestering.
Referenties<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Referenties<br />
Bakker F, Vanwesenbeeck I. Seksuele gezondheid in Nederland 2006. Delft: Eburon, 2006.<br />
Bergen JEAM van, Götz HM, Richardus JH, Hoebe CJPA, Broer J, Coenen AJJ. Chlamydia trachomatisinfecties<br />
in 4 regio’s in Nederland: resultaten van een bevolkingsonderzoek via de <strong>GGD</strong> en implicaties<br />
voor screening. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2005;149:2167-2174.<br />
Bouman MPA. The turtle and the peacock: collaboration for prosocial change: the entertainmenteducation<br />
strategy on television [proefschrift Wageningen]. S.l.: s.n., 1999.<br />
Bouman MPA, Draaisma E. Find Out: een televisie-interventie volgens de user-as-designer benadering.<br />
Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 2006;34:307-318.<br />
Broek IVF van den, Koedijk FDH, Veen MG van, Coul ELM op de, Sighem AI van, Sande MAB van der.<br />
<strong>Sex</strong>ually transmitted infections, including hiv, in the Netherlands in 2007. Bilthoven: RIVM, 2008.<br />
Brug J, Van Assema P, Lechner L. (2000). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een<br />
planmatige aanpak. Assen, Van Gorcum. 2008.<br />
Casey MK, Timmermann L, Allen M, Krahn S, LaPlant Turkiewicz K. Response and self-efficacy of condom<br />
use: a meta-analysis of this important element of aids education and prevention. Southern<br />
Communication Journal 2009;74:57-78.<br />
Catania JA, Kegeles SM, Coates TJ. Towards an understanding of risk behavior:<br />
an AIDS risk reduction model (ARRM). Health Education & Behavior, 1990;17, 53-72.<br />
El-Karimy E, Gras M, Varkevisser C, Hoek A van den. Risk perception and sexual relations among African<br />
migrants in <strong>Amsterdam</strong>. Medische Antropologie 2001;13:301-322.<br />
Graaf H de, Meijer S, Poelman J, Vanwesenbeeck I. Seks onder je 25e: seksuele gezondheid van<br />
jongeren in Nederland anno 2005. Delft: Eburon, 2005.<br />
Gras MJ, Weide JF, Langendam MW, Coutinho RA, Hoek A van den. HIV prevalence, sexual risk<br />
behaviour and sexual mixing patterns among migrants in <strong>Amsterdam</strong> the Netherlands. AIDS<br />
1999;13:1953-1962.<br />
Gras MJ, Benthem BHB van, Coutinho RA, Hoek A van den. Determinants of high-risk sexual behavior<br />
among immigrant groups in <strong>Amsterdam</strong>: implications for interventions. Journal of Acquired Immune<br />
Deficiency Syndromes 2001;28:166-172.<br />
Kedde H. SOA en HIV: condoomgebruik en testgedrag. In: Bakker F, Graaf H de, Haas S, Kedde H,<br />
Kruijer H, Wijsen C. De seksuele gezondheid in Nederland 2009. Utrecht: Rutgers Nisso Groep, 2009.<br />
Kocken PL, Dorst A van, Schaalma H. The relevance of cultural factors in predicting condom use<br />
intentions among immigrants from the Netherlands Antilles. Health Education Research 2006;21:230-<br />
238.<br />
35
Evaluatie onderzoek SSCS | Referenties<br />
36<br />
Koedijk FDH, Vriend HJ, Veen MG van, Coul ELM op de, Broek IVF van den, Sighem AI van, Verheij RA,<br />
Sande MAB van der. <strong>Sex</strong>ually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2008. Bilthoven:<br />
RIVM, 2009.<br />
Kuyper L, Bakker F, Zimbile F. Veilig vrijen en condoomgebruik bij jongeren en jongvolwassenen: stand<br />
van zaken september 2004 en ontwikkelingen sinds september 1987. Utrecht: Rutgers Nisso Groep,<br />
2005.<br />
Kuyper L, Haas S de. SOA en HIV, testgedrag en condoomgebruik. In: Bakker F, Vanwesenbeeck I.<br />
Seksuele gezondheid in Nederland 2006. Delft: Eburon, 2006.<br />
Laar MJW van de, Boer IM de, Koedijk FDH, Coul ELM op de. HIV and sexually transmitted infections in<br />
the Netherlands in 2004: un update. Bilthoven: RIVM, 2005.<br />
Rosselli F, Skelly JJ, Mackie DMM. Processing rational and emotional messages: the cognitive and<br />
affective mediation of persuasion. Journal of Experimental Social Psychology 1995;31:163-190.<br />
Rothman AJ, Salovey P, Antone C, Keough K, Martin CD. The influence of message framing on intentions<br />
to perform health behaviors. Journal of Experimental Social Psychology 1993;29:408-433.<br />
Stuart MAM, Wal MF van der, Schilthuis RW. Geboorten en abortussen bij <strong>Amsterdam</strong>se tienermeisjes<br />
naar etnische herkomst, 1996-1998. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2002;146:263-267.<br />
Veen MG van, Koedijk FDH, Broek IVF van den, Coul ELM op de, Boer IM de, Sighem AI van, Sande MAB<br />
van der. <strong>Sex</strong>ually transmitted infections in the Netherlands in 2006. Bilthoven: RIVM, 2007.<br />
Vogels T, Buitendijk SE, Bruil J, Dijkstra NS, Paulussen TGWM. Jongeren, seksualiteit, preventie en<br />
hulpverlening: een verkenning van de situatie in 2002. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2002.<br />
Wiggers LCW, Wit JBF de, Gras MJ, Coutinho RA, Hoek A van den. Risk behavior and social-cognitive<br />
determinants of condom use among ethnic minority communities in <strong>Amsterdam</strong>. Aids Education and<br />
Prevention 2003;15:430-447.
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 1<br />
Thema’s en determinanten per act van de SSCS<br />
ACT THEMA DETERMINANTEN<br />
1) <strong>Safe</strong> sex battle<br />
Diverse issues; hoe iemand eruit ziet;<br />
onveilige sex; sexueel gedrag; zelfrespect;<br />
relatie man-vrouw; trio<br />
2) Virgin Maagdelijkheid, eerste keer, (intimiteit)<br />
3) Condom millionaires SOA’s / (on)veilige seks<br />
4) Contraception Contraceptie (pil & condoom); onderhandeling<br />
tussen man en vrouw<br />
5) My friend is positive Homoseksualiteit / HIV positiviteit & testen<br />
6) Who’s my baby’s father? Tienerzwangerschap; zwangerschapstest;<br />
threesome relation<br />
7) I’m the biggest Onzekerheid penis grootte; verschil<br />
‘blood’/ ‘flesh’ penis<br />
8) Taboo<br />
Seksueel gedrag: Peer pressure to different<br />
sex techniques; keuze ‘nee’te zeggen<br />
als jhe er niet klaar voor bent / denkt dat<br />
het onveilig is<br />
9) I’m in love with a stripper Seksueel gedrag: Conflicting feelings in<br />
certain erotic situations; homoseksualiteit<br />
10) Red light Prostitutie<br />
11) Dance <strong>Comedy</strong> Verschillende aspecten (on)veilige seks<br />
(STD/HIV besmetting, condoom gebruik)<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis<br />
- Attitude (eerste keer sex / maagdelijkheid)<br />
- Sociale invloed: norm / pressure<br />
- Social interaction<br />
- Kennis (SOA’s)<br />
- Awareness risico onveilige seks / risico perceptie<br />
- Kennis<br />
- Social norms<br />
- Awareness risk unsafe sex (risico perceptie)<br />
- Attitude condoom gebruik; contraceptives / pil)<br />
- Self efficacy / skills (negotiation)<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Awareness risk of unsafe sex / risico perceptie /<br />
consequenties onveilige sex<br />
- Attitude bare backing; unsafe sex; condoom<br />
gebruik)<br />
- Kennis (testen zwangerschap, hoe gebruik je test,<br />
hoe werkt test)<br />
- Sociale norm (zwangerschap & threesome relation)<br />
- Attitude (tienerzwangerschap & threesome<br />
relation)<br />
- Self efficacy / barrières zwangerschapstest<br />
- Attitude pil / condoom gebruik<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm (pressure)<br />
- Barrieres<br />
- Self efficacy<br />
- Risicoperceptie t.a.v. onveilige sex<br />
- Kennis- Sociale norm<br />
- Attitude (strippen / homoseksualiteit)<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
37
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
38<br />
ACT THEMA DETERMINANTEN<br />
12) Back in time, youth<br />
nowadays!<br />
Reflectie vroeger-nu in seksuele vrijheid /<br />
seksueel gedrag: verschillen en overeenkomsten<br />
13) Lover or just friends (Seksuele) relaties / intimiteit<br />
14) Why do my brother and<br />
I not?<br />
<strong>Sex</strong>ual freedom; contraception; seks voor<br />
het huwelijk<br />
15) They lie Seksueel gedrag; safe sex; realiteit vs.<br />
sprookje; monogamie vs. polygamie<br />
16) La Familia Act over SOA/HIV en relatie van hebben<br />
SOA en kwestbaarheid voor HIV<br />
17) The toyshop Bezoek sex shop, fantasie sex tools; gevoel<br />
dat ’t oproept bij partner<br />
18) Menstruation Hoe vrouw doet tijdens menstruatie; relatie<br />
man-vrouw<br />
19) Full contact Intimiteit / naïviteit; verliefdheid vs. sex;<br />
lust vs. liefde; “eenzijdige liefde”<br />
20) Fife-windows Boodschap: safe sex, maak keuzes, schat<br />
risico’s in;<br />
- homoseksualiteit / condooms<br />
- relatie andere culturele achtergrond<br />
- sex met ex / sleeping around<br />
- HIV infected zijn<br />
- potential risk of blow jobs<br />
21) The preacher<br />
Relatie man-vrouw; (mis) communicaties<br />
dagelijks leven; sexuele gezondheid<br />
22) Positive Meisje zwanger en HIV positief; anders<br />
behandeld door mensen<br />
23) STD-clinic Bezoek aan een Soa-kliniek; kennis over<br />
SOA kliniek en behandelmogelijkheden<br />
- Kennis (sexual freedom)<br />
- Sociale norm (sexual freedom)<br />
- Attitude (t.a.v. tienerzwangerschap & sexual<br />
freedom)<br />
- Kennis (t.a.v. seksuele relaties)<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis (condom vs. pil; double dutch; gevolgen<br />
geen contraceptie)<br />
- Sociale norm (contraceptives, seks voor het<br />
huwelijk)<br />
- Attitude (condoom, pil, contraceptives, seks voor<br />
het huwelijk)<br />
- Risicoperceptie (gevolgen van geen contraceptie)<br />
- Self efficacy / barrières (contraceptie halen)<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude (condoom gebruik / contraceptie)<br />
- Awareness unsafe sex / risico perceptie onveilig<br />
vrijen<br />
- Kennis<br />
- Sociale norm<br />
- Attitude<br />
- Kennis<br />
- Decrease taboos à barriers<br />
- Kennis (over testen)<br />
- Attitude (t.a.v. testen)
Bijlage 2<br />
vragenlijst voormeting op locatie<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Hoi! Jouw mening is voor ons erg belangrijk: daarom vragen we je deze lijst in te vullen. Het invullen van de<br />
lijst duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. Alle informatie die je geeft is absoluut vertrouwelijk: de informatie die<br />
je geeft blijft geheim<br />
Graag willen we je eerst wat algemene vragen stellen.<br />
1. Wat is je geslacht? q man q vrouw<br />
2. Wat is je leeftijd<br />
3. In welke plaats woon je?<br />
4. Wat is je Partypeeps login naam? (als je die hebt)<br />
5. Wat is je mailadres?<br />
……….. (jaar)<br />
………………………………..………….….…….........................<br />
………….………………………………………………..…..….…<br />
…………..…………..…………...…………….………..……....…<br />
6. Ben je eerder bij de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> geweest? q ja q nee q misschien<br />
7. Wat is je hoogst behaalde opleiding of met welke opleiding<br />
ben je nu bezig? (kruis aan) à<br />
O LBO/VBO O MBO<br />
O MAVO/MULO O HBO<br />
O VMBO O Universiteit (WO)<br />
O HAVO/VWO O Anders, namelijk ………………..........<br />
De volgende vragen gaan over SOA. SOA zijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, geslachtsziektes.<br />
8. Geef van de volgende uitspraken aan of ze juist of onjuist zijn: Juist Onjuist Geen idee<br />
- Je kunt een SOA krijgen via contact met de toiletbril q q q<br />
- Als je een SOA hebt, ben je ook meer vatbaar voor het krijgen van HIV (het virus dat<br />
Aids veroorzaakt)<br />
q q q<br />
- De meeste vrouwen merken het wel als ze chlamydia hebben q q q<br />
- Als je je na de seks goed wast, loop je minder snel een SOA op q q q<br />
9. Hoe groot is de kans denk je, dat je met jouw manier van leven een SOA zal<br />
oplopen?<br />
O Absoluut geen kans<br />
O Zeer kleine kans<br />
O Kleine kans<br />
O Redelijke kans<br />
O Grote kans<br />
10. Ik ben angstig om een SOA te krijgen O Ja, zeker wel<br />
O Waarschijnlijk wel<br />
O Misschien<br />
O Waarschijnlijk niet<br />
O Nee, zeker niet<br />
11. Heb je op dit moment een partner of het afgelopen half jaar een<br />
partner gehad?<br />
q Ja q nee (à sla dan vraag 12 over en<br />
ga naar de volgende bladzijde)<br />
39
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
12. Hoe vaak heb je de afgelopen maand met je partner gepraat over: Nooit<br />
40<br />
Bijna<br />
nooit<br />
Soms Vaak<br />
- jullie relatie? q q q q q<br />
- verliefdheid? q q q q q<br />
- dingen die je graag doet of zou willen doen op seksueel gebied? q q q q q<br />
- dingen die je niet wilt doen op seksueel gebied? q q q q q<br />
- het voorkomen van zwangerschap? q q q q q<br />
- condoomgebruik? q q q q q<br />
- je laten testen op SOA en/of HIV? q q q q q<br />
13. In welk land ben je geboren? 14. In welk land is je moeder geboren? 15. In welk land is je vader geboren?<br />
……………………………………………..... ………………………………….................... ……………………………............................<br />
16. Val je op mannen of vrouwen? q mannen q vrouwen q beiden<br />
17. Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel contact<br />
(= vaginaal, oraal, anaal) gehad?<br />
Met ….. partners<br />
18. Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half<br />
jaar condooms gebruikt (jij òf je partner)?<br />
q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />
Geef aan in hoeverre je het met de onderstaande uitspraken eens bent.<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien<br />
Waarschijnlijk<br />
niet<br />
19. Je moet een partner hebben om erbij te horen q q q q q<br />
20. Ik durf nee te zeggen tegen seks als ik denk dat het onveilig is q q q q q<br />
21. Ik zou nooit dingen tegen mijn zin doen op seksueel gebied q q q q q<br />
22. Ik heb zelf controle over wat ik tijdens de seks doe q q q q q<br />
23. Ik heb zelf controle over wat ik tijdens een relatie doe q q q q q<br />
24. Mensen met HIV / Aids hebben dat aan zichzelf te danken q q q q q<br />
25. Ik vind het belangrijk over de volgende onderwerpen iets te weten:<br />
Erg<br />
onbelangrijk Onbelangrijk<br />
Niet onbelangrijk,<br />
niet<br />
belangrijk<br />
Belangrijk<br />
Heel<br />
vaak<br />
Nee,<br />
zeker<br />
niet<br />
Erg<br />
belangrijk<br />
- seks q q q q q<br />
- relaties q q q q q<br />
- zwangerschap q q q q q<br />
- homoseksualiteit q q q q q<br />
- condoomgebruik q q q q q<br />
- loverboys q q q q q<br />
- hoe je vrijen leuker / lekkerder kunt maken q q q q q<br />
- hoe je kunt aangeven wat je wel en niet wilt q q q q q<br />
- je laten testen op SOA en/of HIV q q q q q<br />
- het gebruiken van de pil q q q q q
Geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren.<br />
26. Als mannen met mannen gaan, vind ik dat …<br />
geen probleem O O O O O wel een probleem<br />
27. Als een tiener zwanger is, vind ik dat …<br />
geen probleem O O O O O wel een probleem<br />
heel goed O O O O O heel slecht<br />
28. Als vrouwen met vrouwen gaan, vind ik dat …<br />
geen probleem O O O O O wel een probleem<br />
29. Hoe vaak heb je de afgelopen maand met je vrienden gepraat<br />
over:<br />
Nooit<br />
Bijna<br />
nooit<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Soms Vaak Heel vaak<br />
- zwangerschap? q q q q q<br />
- condoomgebruik? q q q q q<br />
- homoseksualiteit q q q q q<br />
- het gebruiken van de pil? q q q q q<br />
- vreemdgaan? q q q q q<br />
- je laten testen op SOA en/of HIV? q q q q q<br />
- loverboys? q q q q q<br />
De volgende vragen gaan over SOA-testen (testen voor geslachtsziektes). Ook als je nog nooit seks hebt gehad of als je<br />
je nog nooit eerder hebt laten testen zijn we benieuwd naar jouw mening.<br />
30. Hoe vaak ben je het afgelopen half jaar getest op SOA? q niet q 1 keer q vaker dan 1 keer<br />
31. Was de laatste keer minder dan een maand geleden? q ja q nee<br />
Geef hieronder aan, wat het beste jouw mening weergeeft, door het rondje in te kleuren.<br />
32. Na onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik …<br />
heel goed O O O O O heel slecht<br />
heel belangrijk O O O O O heel onbelangrijk<br />
Geef hieronder aan, in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen / vragen<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel Misschien<br />
Waar- Nee, zeker<br />
schijnlijk niet niet<br />
33. Mijn vrienden vinden het stom om je te laten testen op SOA q q q q q<br />
34. De mening van mijn vrienden over het laten testen op SOA is<br />
erg belangrijk voor me<br />
q q q q q<br />
35. Ben je van plan om je in het komende half jaar te laten testen<br />
op SOA?<br />
36. Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een nieuwe<br />
q q q q q<br />
partner zonder condoom. Zou jij je daarna laten testen op<br />
SOA?<br />
q q q q q<br />
37. Vind je dat je laten testen op SOA iets is om je voor te<br />
schamen?<br />
q q q q q<br />
38. Vind je dat je laten testen op SOA wijst op een losbandig<br />
leven?<br />
q q q q q<br />
== zie volgende bladzijde ==<br />
41
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
39. Ben je ooit zwanger geweest?<br />
(kruis aan)<br />
42<br />
VUL DIT BLOK ALLEEN IN ALS JE EEN VROUW BENT:<br />
O Nee<br />
O Ja, dat was ook de bedoeling<br />
O Ja, zonder dat het de bedoeling was en ik heb een abortus gehad<br />
O Ja, zonder dat het de bedoeling was en het kind is geboren<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee, zeker<br />
niet<br />
40. Het lijkt me leuk om op mijn leeftijd moeder te zijn q q q q q<br />
41. Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd moeder te zijn q q q q q<br />
39. Is een meisje / vrouw ooit zwanger geweest<br />
van jou?<br />
(kruis aan)<br />
VUL DIT BLOK ALLEEN IN ALS JE EEN MAN BENT:<br />
O Nee<br />
O Ja, dat was ook de bedoeling<br />
O Ja, zonder dat het de bedoeling was en de vrouw heeft een abortus gehad<br />
O Ja, zonder dat het de bedoeling was en het kind is geboren<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee, zeker<br />
niet<br />
40. Het lijkt me leuk om op mijn leeftijd vader te zijn q q q q q<br />
41. Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd vader te zijn q q q q q<br />
De stellingen hieronder gaan over jouw mening over condoomgebruik. Ook als je nog nooit seks hebt gehad, zijn we<br />
benieuwd naar jouw mening!<br />
Geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren.<br />
42. Condoomgebruik bij seksueel contact met een nieuwe partner vind ik …<br />
Slecht O O O O O goed<br />
Nutteloos O O O O O nuttig<br />
Onbelangrijk O O O O O belangrijk<br />
43. Mijn vrienden vinden dat ik zeker altijd een condoom<br />
moet gebruiken met mijn nieuwe sekspartners<br />
44. De mening van mijn vrienden over condoomgebruik is<br />
erg belangrijk voor me<br />
45. Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een<br />
nieuwe partner. Ben je dan van plan om ook condooms<br />
te gebruiken?<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee, zeker<br />
niet<br />
q q q q q<br />
q q q q q<br />
q q q q q<br />
== Dit was het! Hartstikke bedankt voor het invullen ==
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 3<br />
online vragenlijst lange termijn nameting<br />
Bedankt dat je mee wilt doen aan het onderzoek. De vragen gaan over jou ervaring met seks, condoomgebruik<br />
en SOA testen. Sommige vragen zijn misschien erg persoonlijk. Toch willen we je vragen om eerlijke antwoorden<br />
te geven want alle informatie die je geeft is voor ons superbelangrijk. Ook als je nog nooit seks hebt gehad, zijn<br />
we geïnteresseerd in jouw mening!<br />
Alle antwoorden worden absoluut vertrouwelijk en anoniem behandeld.<br />
De volgende vragen gaan over de ervaring die jij tot nu toe hebt gehad met relaties en seks.<br />
1 Wat is je leeftijd<br />
2 Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel<br />
contact (= vaginaal, oraal, anaal) gehad?<br />
3 Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half jaar condooms<br />
gebruikt (jij of je partner)?<br />
4 Hoe vaak ben je het afgelopen half jaar getest op SOA? (SOA’s<br />
zijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, geslachtsziektes).<br />
……….. (jaar)<br />
Met ….. partners<br />
q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />
q niet q 1 keer q vaker dan 1 keer<br />
De stellingen hieronder gaan over jouw mening over condoomgebruik en SOA tests.. Geef hieronder aan wat<br />
het beste jouw mening weergeeft door het rondje aan te klikken.<br />
5 Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een nieuwe partner. Ben je dan van plan om ook condooms te gebruiken?<br />
(Nee, zeker niet) 1 2 3 4 5 (Ja, zeker wel)<br />
Condoomgebruik bij seksueel contact met een nieuwe partner vind ik …<br />
6 nutteloos O O O O O nuttig<br />
7 onbelangrijk O O O O O belangrijk<br />
Na onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik …<br />
8 heel slecht O O O O O heel goed<br />
9 heel onbelangrijk O O O O O heel belangrijk<br />
10 Ben je van plan om je in het komende half jaar te laten testen op SOA?<br />
(Nee, zeker niet) 1 2 3 4 5 (Ja, zeker wel)<br />
******************** verzend *******************<br />
43
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 4<br />
vragenlijst Tx<br />
Hoi! Je hebt net de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> gezien. Wij hopen dat je het leuk vond. Graag willen wij je nog wat<br />
vragen stellen, zodat de volgende show nog leuker en beter wordt. Jouw mening is voor ons erg belangrijk:<br />
daarom vragen we je deze lijst in te vullen. Het invullen van de lijst duurt ongeveer 10 minuten. Alle informatie<br />
die je geeft is absoluut vertrouwelijk: de informatie die je geeft blijft geheim!<br />
1. Heb je de show al eerder gezien? q ja q nee<br />
2. Ken je één of meerdere performers persoonlijk? q ja q nee<br />
3. Wat vond je van de show? (geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren)<br />
Flauw O O O O O Grappig<br />
Oninteressant O O O O O Interessant<br />
Niet leerzaam O O O O O Leerzaam<br />
Slecht O O O O O Goed<br />
4. Wat zijn voor jou de belangrijkste boodschappen<br />
die je in de show hebt gehoord? 1) …………………………………………………………………………<br />
2) …………………………………………………………………………<br />
3) …………………………………………………………………………<br />
4) ………………………………………………………………...……….<br />
5. Wat vond je de twee leukste acts in de show? 1) ………………………………………………………………………....<br />
2) ………………………………………………………………………….<br />
6. Heb je tijdens het kijken naar de show met anderen<br />
over de show gepraat?<br />
7. Welk rapportcijfer geef je aan ‘The <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong><br />
<strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>’?<br />
44<br />
q nee q wel eens q regelmatig q vaak q heel vaak<br />
Omcirkel je cijfer à 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Geef aan in hoeverre je het met de onderstaande stellingen eens bent.<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijn-<br />
lijk wel<br />
Misschien Waarschijn-<br />
lijk niet<br />
Nee,<br />
zeker niet<br />
8. Ik ga met mijn vrienden over de show praten q q q q q<br />
9. De show heeft me aan het denken gezet q q q q q<br />
10. Ik ga naar aanleiding van de show meer informatie zoeken q q q q q<br />
11. Ik zou iemand anders aanraden naar deze show te gaan q q q q q<br />
Geef aan in hoeverre je het met onderstaande stellingen eens bent.<br />
12. Ik denk dat sommige situaties uit de show ook in het echte<br />
leven kunnen gebeuren<br />
13. Sommige situaties van de show herken ik uit mijn eigen<br />
leven<br />
14. De show vind ik een goede manier om meer over safe sex<br />
te weten te komen<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee, zeker<br />
niet<br />
q q q q q<br />
q q q q q<br />
q q q q q
15. De informatie uit de show vind ik …<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee,<br />
zeker niet<br />
Bruikbaar q q q q q<br />
Nuttig q q q q q<br />
Relevant voor mij persoonlijk q q q q q<br />
Belangrijk q q q q q<br />
Informatie die me aanspreekt q q q q q<br />
Geloofwaardig q q q q q<br />
Realistisch q q q q q<br />
Herkenbaar q q q q q<br />
Overtuigend q q q q q<br />
Informatie die me iets nieuws leert q q q q q<br />
Betrouwbaar q q q q q<br />
Onderstaande stellingen gaan over de comedians van de show. Geef aan in hoeverre je het<br />
ermee eens bent.<br />
16.<br />
Ja, zeker<br />
wel<br />
Waarschijnlijk<br />
wel<br />
Misschien Waarschijnlijk<br />
niet<br />
Nee,<br />
zeker niet<br />
Ik vind de comedians geloofwaardig q q q q q<br />
Ik vind de comedians overtuigend q q q q q<br />
Ik vind de comedians betrouwbaar q q q q q<br />
Ik herken mijzelf in een of meer van de comedians q q q q q<br />
Ik voel me verbonden met een of meerdere van de comedians q q q q q<br />
De gebeurtenissen die de comedians in de show meemaken,<br />
zouden ook in mijn eigen leven kunnen voorkomen<br />
17. Wat is je geslacht? q man q vrouw<br />
18. Wat is je leeftijd ……….. (jaar)<br />
q q q q q<br />
19. In welke plaats woon je? ....................................................................................................................<br />
20. Wat is je Partypeeps login naam? (als je die hebt) ………….……………………………………………………….….….…….<br />
21. Wat is je mailadres? …………..…………..………………………@………………….…...……..<br />
22. In welk land ben je geboren? 23. In welk land is je moeder geboren? 24. In welk land is je vader geboren?<br />
…………………………………………….... ………………………………………..……. ………………………………...……………<br />
25. Val je op mannen of vrouwen? q mannen q vrouwen q beiden<br />
26. Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel<br />
contact gehad?<br />
Met ….. partners<br />
27. Hoe vaak heb je daarbij een condoom gebruikt?<br />
(omcirkel het antwoord)<br />
q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />
45
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
28. Hoe heb je van de show gehoord?<br />
29. Zijn er onderwerpen die je nu hebt gemist in<br />
de show?<br />
30. Hoe zou de show voor jou aantrekkelijker<br />
gemaakt kunnen worden?<br />
En tot slot:<br />
31. Wil je nog wat kwijt over de show?<br />
46<br />
…………………………………………………………………...…………………....<br />
………………………………………………………………………………………...<br />
q Nee q ja, namelijk:<br />
……………………………………………………………………………<br />
……………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………….......................<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
…………………………………………………………………………………………<br />
………………………………………….....................................................................<br />
== Dit was het! Dank je wel! ==
Bijlage 5<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Box 1 De drie stadia van het ARRM in relatie met de SSCS; de determinanten van seksueel<br />
risicogedrag die meegenomen worden in het onderzoek staan achter de beschrijvingen<br />
tussen haakjes.<br />
Stadium 1 Labeling is het herkennen en benoemen van het eigen gedrag als ‘high risk’. Dit stadium<br />
is overeenkomstig enkele van de doelen van de SSCS, namelijk het verhogen van risicoperceptie en<br />
bewustzijn ten aanzien van het probleem. Van invloed hierop kan zijn:<br />
- kennis van seksuele activiteiten geassocieerd met HIV transmissie (kennis);<br />
- geloven dat je persoonlijk kwetsbaar bent voor HIV (risicoperceptie);<br />
- geloven dat het hebben van Aids /SOA ongewenst is (attitude);<br />
- sociale normen en netwerk (sociale norm).<br />
Stadium 2 Commitment is het zich committeren om seksuele hoogrisico contacten te reduceren en<br />
laagrisico activiteiten te verhogen. Van invloed hierop kunnen zijn:<br />
- kosten en voordelen (attitude);<br />
- plezier beleving, e.g. beïnvloedt de gedragsverandering mijn beleving van en / of plezier in<br />
seks? (attitude);<br />
- reduceert de gedragsverandering mijn kans op HIV infectie (respons effectiviteit)<br />
- eigen effectiviteit (eigen effectiviteit);<br />
- kennis en sociale factoren (groepsnormen en sociale steun) beïnvloeden de beliefs van een<br />
individu ten aanzien van de kosten, voordelen en eigen effectiviteit (kennis, sociale invloed).<br />
Stadium 3 Taking action bestaat uit drie fases: 1) het zoeken van informatie, 2) oplossingen<br />
verzamelen en 3) beslissingen nemen. Van invloed hierop kunnen zijn:<br />
- de mogelijkheid om te communiceren en onderhandelen met de partner (sociale interactie);<br />
- omgaan met beliefs en het gedrag van de sekspartner (sociale invloed);<br />
- het sociale netwerk en probleemoplossende keuzes (eigen effectiviteit);<br />
- eerder ervaringen met problemen en oplossingen (eigen effectiviteit);<br />
- mate van zelfvertrouwen (eigen waarde);<br />
- benodigdheden om hulp te zoeken (sociale interactie)<br />
47
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 6<br />
website Party Peeps<br />
48
Bijlage 7<br />
flyer <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong><br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
49
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 8<br />
50<br />
Figuur 2 Stroomdiagram met het aantal aangestuurde personen en de respondenten op de<br />
voormeting (T0) en de voor- en nameting (T0 en T1) verdeeld over de experimentele en<br />
controle groep.<br />
<strong>Show</strong> Experimentele groep Controle groep<br />
1 Online aangestuurd (5.000 + 20.000) 1<br />
T0 617<br />
T0 – T1 2 108<br />
2 Online aangestuurd 4.000 1<br />
T0 164<br />
T0-T1 2 33<br />
3 2 Aanwezig bij show 3 67<br />
T0 66 4<br />
T0-T1 18<br />
4 2 Aanwezig bij show 3 21<br />
T0 19 4<br />
T0-T1 2<br />
5 2 Aanwezig bij show 3 140<br />
T0 113 4<br />
T0-T1 21<br />
14.000 Online aangestuurd<br />
170 T 0<br />
25 T0 – T1<br />
10.000 Online aangestuurd<br />
159 T0<br />
14 T0 – T1<br />
Eerder bij show geweest 5 - 4 - 2 Eerder bij show geweest 5<br />
Totaal T0 – T1 41 178<br />
1 In eerste instantie zijn jongeren uit de stad en de directe omgeving waar de show gegeven werd (<strong>Amsterdam</strong> of Rotterdam)<br />
online benaderd voor de experimentele groep en jongeren uit andere regio’s in Nederland voor de controlegroep. Omdat de<br />
jongeren die de voormeting hadden ingevuld uiteindelijk niet naar de show kwamen en de respons op de voor- en nameting<br />
laag was zijn de jongeren die benaderd zijn voor de experimentele- en controlegroep bij show 1 en 2 samengevoegd;<br />
2 Omdat het aantal respondenten die de voormeting invulde ook daadwerkelijk naar de show kwamen is besloten voor show<br />
3, 4 en 5 de werving voor de experimentele groep op locatie te laten plaatsvinden;<br />
3 Schatting van het aantal deelnemers wat aanwezig was bij de show;<br />
4 Enkele deelnemers uit de experimentele groep zijn niet benaderd voor de korte termijn nameting omdat zij geen geldig<br />
PartyPeep ID of e-mailadres hebben ingevuld (14 bij show; 3 bij show 4 en; 20 bij show 5);<br />
5 Deelnemers die bij de voormeting hebben aangegeven eerder bij de show te zijn geweest worden niet meegenomen in de<br />
effectevaluatie.
Bijlage 9<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Tabel 5 De (determinanten van) seksueel risicogedrag van respondenten verdeeld naar<br />
experimentele (n=41) en controle groep (n=178) op de voor- (T0) en nameting (T1).<br />
Kennis over SOA<br />
Goede kennis over SOA<br />
Betrokkenheid bij thematiek van de SSCS<br />
(vindt het belangrijk meer te weten te komen over veilig<br />
vrijen onderwerpen )<br />
Sociale norm<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Positief ten aanzien van SOA testen Exp.<br />
Controle<br />
Positief ten aanzien van condoomgebruik Exp.<br />
Controle<br />
Positief over homoseksualiteit Exp.<br />
Controle<br />
Risico perceptie<br />
Grote(-re) kans op oplopen SOA 2<br />
Sociale interactie<br />
met vrienden gepraat over seksgerelateerde<br />
onderwerpen<br />
Attitude<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Positieve attitude ten aanzien van SOA test Exp.<br />
Controle<br />
Positieve attitude ten aanzien condoom- gebruik Exp.<br />
Controle<br />
Negatief attitude ten aanzien van tiener- zwangerschap 3 Exp.<br />
Controle<br />
Gedragsintentie<br />
Positieve intentie ten aanzien van uitvoeren SOA test Exp.<br />
Controle<br />
Positieve attitude ten aanzien van condoomgebruik Exp.<br />
Controle<br />
Risicogedrag<br />
Wel testgedrag SOA afgelopen maand<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Voormeting (n=219) 1 ,<br />
n (%)<br />
29 (71)<br />
93 (52)<br />
3 (13)<br />
27 (28)<br />
N=215<br />
13 (34)<br />
52<br />
N=216<br />
(29)<br />
27 (68)<br />
107<br />
N=218<br />
(60)<br />
23 (56)<br />
73 (41)<br />
9 (33)<br />
47<br />
N=120<br />
(44)<br />
39 (95)<br />
171<br />
N=217<br />
(96)<br />
26 (68)<br />
119 (67)<br />
N=216<br />
30 (77)<br />
129 (73)<br />
N= 217<br />
6 (23)<br />
49 (36)<br />
N=162<br />
8 (21)<br />
54 (30)<br />
N=216<br />
31 (78)<br />
132 (74)<br />
N=218<br />
4 (11)<br />
18 (10)<br />
N=216<br />
1 Als het aantal respondenten op de betreffende schaal kleiner is dan 219 (41 tov 178) dan staat dit vermeld in de cel;<br />
2 Alleen respondenten die seksueel actief zijn op T0 en ‘bijna altijd’ tot ‘nooit’ een condoom gebruiken (n=135);<br />
3 Alleen respondenten die op T0 jonger dan 20 jaar zijn (n=162).<br />
Nameting (n=219) 1<br />
n (%)<br />
39 (95)<br />
171 (96)<br />
7 (30)<br />
27<br />
(28)<br />
12 (32)<br />
51<br />
N=215<br />
(29)<br />
31 (76)<br />
104 (58)<br />
22 (54)<br />
78 (44)<br />
10 (37)<br />
36<br />
N=120<br />
(33)<br />
23 (56)<br />
109 (61)<br />
31 (76)<br />
121 (68)<br />
34 (83)<br />
150 (85)<br />
N=218<br />
8 (31)<br />
48 (35)<br />
N=162<br />
13 (32)<br />
56 (32)<br />
32 (78)<br />
128 (72)<br />
3 (7)<br />
11 (6)<br />
51
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 10<br />
52<br />
Tabel 6 Vergelijking van de experimentele en de controle groep twee maanden na de show<br />
op de belangrijkste (determinanten van) seksueel risicogedragingen (T0-T1).<br />
Ongecorrigeerd a<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
Gecorrigeerd b<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
Gecorrigeerd c<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
Kennis over SOA’s OR = 0,65 [0,13, 3,38] OR = 0,88 [0,15, 5,08] OR = 0,76 [0,13, 4,49]<br />
Betrokkenheid bij thematiek OR = 1.45 [0,51, 4,13] OR = 1,10 [0,46, 2,64] OR = 0,93 [0,42, 2,08]<br />
Sociale norm<br />
ten aanzien van SOA testen OR = 1,16 [0,53, 2,55] OR = 0,99 [0,43, 2,28] OR = 0,97 [0,42, 2,25]<br />
ten aanzien van condoomgebruik OR = 2,09 [0,91, 4,79]# OR = 1,87 [0,80, 4,38] OR = 1,88 [0,80, 4,41]<br />
Sociale norm homoseksualiteit OR = 0,96 [0,37, 2,46] OR = 0,89 [0,33, 2,40] OR = 0,93 [0,34, 2,55]<br />
Risico perceptie oplopen SOA 1 OR = 1,79 [0,61, 5,25] OR = 1,64 [0,53, 5,13] OR = 1,64 [0,53, 5,13] 2<br />
Sociale interactie met vrienden OR = 0,62 [0,27, 3,38] OR = 0,57 [0,24, 1,35] OR = 0,56 [0,23, 1,36]<br />
Attitude<br />
SOA test OR = 1,60 [0,66, 3,92] OR = 1,33 [0,52, 3,37] OR = 1,42 [0,51, 3,99]<br />
Condoomgebruik OR = 0,71 [0,26, 1,93] OR = 0,74 [0,26, 2,14] OR = 0,68 [0,21, 2,18]<br />
Tienerzwangerschap 3 OR = 1,46 [0,43, 4,91] OR = 1,37 [0,39, 4,89] OR =1,40 [0,40, 4,91]<br />
Intentie<br />
Uitvoeren SOA test OR = 1,41 [0,62, 3,25] OR = 1,44 [0,60, 3,42] OR = 1,34 [0,60, 3,42]<br />
Condoomgebruik OR = 1,31 [0,51, 3,28] OR = 1,09 [0,41, 2,59] OR = 1,03 [0,38, 2,74]<br />
Risicogedrag, testgedrag SOA<br />
van afgelopen maand<br />
OR = 0,81 [0,16, 4,11] OR = 0,76 [0,15, 4,00] OR = 0,77 [0,15, 4,01]<br />
p-waarde: # < 0.10, * P
Bijlage 11<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Tabel 7 Demografische kenmerken van de respondenten die zowel de voor- (T0) als lange<br />
termijn nameting (T2) hebben ingevuld, voor de experimentele en controlegroep<br />
apart.<br />
<strong>Show</strong> 3<br />
4<br />
5<br />
Geslacht Vrouw<br />
Leeftijd < 17 jaar<br />
17 - 20 jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
> 25 jaar<br />
Niveau opleiding<br />
Laag (LBO/VBO, MAVO, VMBO)<br />
Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />
Hoog (HBO, WO)<br />
Generatie Autochtoon<br />
Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Etniciteit Nederlands<br />
Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Geïndustrialiseerd<br />
Niet geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Aantal partners 2<br />
Geen<br />
Eén<br />
Meer dan één<br />
Seksueel risicogedrag2 Geen partner<br />
Geen (altijd condoomgebruik)<br />
Laag risicogedrag<br />
Matig tot hoog risicogedrag<br />
Onbekend<br />
SOA testgedrag van het afgelopen half jaar<br />
Ja<br />
Nee<br />
Experimentele groep<br />
(n=42)<br />
n (%)<br />
12 (29)<br />
3 (7)<br />
27 (64)<br />
33 (79)<br />
4 (10)<br />
17 (4)<br />
11 (26)<br />
10 (20)<br />
4 (10)<br />
21 (51)<br />
16 (39)<br />
6 (14)<br />
12 (29)<br />
24 (57)<br />
6 (14)<br />
17 (41)<br />
8 (19)<br />
8 (19)<br />
3 (7)<br />
1 (2)<br />
29 (69)<br />
12 (29)<br />
1 (5)<br />
13 (33)<br />
21 (53)<br />
5 (13)<br />
2<br />
17 (43)<br />
25 (57)<br />
1 Alleen de respondenten van show 3 t/m 5 zijn benaderd om de vragenlijst in te vullen;<br />
2 in het afgelopen half jaar.<br />
Controle groep<br />
(n=73)<br />
n (%)<br />
40 (55)<br />
0<br />
33 (45)<br />
63 (86)<br />
23 (32)<br />
35 (45)<br />
14 (19)<br />
1 (2)<br />
18 (25)<br />
46 (63)<br />
9 (12)<br />
32 (44)<br />
19 (26)<br />
22 (30)<br />
32 (47)<br />
10 (15)<br />
14 (21)<br />
2 (3)<br />
10 (15)<br />
5<br />
13 (18)<br />
29 (40)<br />
31 (42)<br />
13 (18)<br />
15 (21)<br />
20 (27)<br />
25 (34)<br />
22 (30)<br />
51 (70)<br />
53
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 12<br />
54<br />
Tabel 8 De (determinanten van) seksueel risicogedrag van respondenten verdeeld naar<br />
experimentele (n=42) en controle groep (n=73) op de voor- (T0) en lange termijn<br />
nameting (T2). In de tabel staan de aantallen (%) met een positieve score op de<br />
schaal<br />
Attitude<br />
SOA test 2 Exp.<br />
Controle<br />
Condoomgebruik Exp.<br />
Controle<br />
Gedragsintentie<br />
Uitvoeren SOA test Exp.<br />
Controle<br />
Condoomgebruik 2 Exp.<br />
Controle<br />
Risicogedrag<br />
SOA test afgelopen ½ jaar<br />
1 keer of vaker<br />
Condoomgebruik afgelopen ½ jaar 3<br />
Altijd<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Exp.<br />
Controle<br />
Voormeting<br />
1, 2 (n=115)<br />
n (%)<br />
31 (78)<br />
41 (56)<br />
n=113<br />
31 (89)<br />
55 (75)<br />
n=108<br />
26 (65)<br />
45 (62)<br />
n=113<br />
35 (88)<br />
47 (64)<br />
17 (43)<br />
22 (30)<br />
n=113<br />
13 (33)<br />
17 (27)<br />
Lange termijn<br />
nameting<br />
1, 2 (n=115)<br />
n (%)<br />
29 (69)<br />
41 (56)<br />
35 (83)<br />
55 (75)<br />
28 (67)<br />
46 (63)<br />
36 (86)<br />
47 (64)<br />
16 (38)<br />
24 (34)<br />
9 (23)<br />
15 (21)<br />
1 Als het aantal respondenten op de betreffende schaal kleiner is dan 215 (42 tov 73) dan staat dit vermeld in de cel;<br />
2 De meeste uitkomstmaten zijn niet normaal verdeeld waardoor we hebben besloten alle schalen te dichotomiseren.<br />
Als afkappunt hebben we de mediaan genomen. In de tabel staan alle percentage boven de mediaan vermeld;<br />
3 Alleen als afgelopen half jaar met 1 of meer partners seksueel contact hebben gehad (voormeting n=103 en lange<br />
termijn nameting n=110)
Bijlage 13<br />
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Tabel 9 Vergelijking van de experimentele en de controle groep een jaar na de show op de<br />
belangrijkste (determinanten van) seksueel risicogedragingen (T0-T2).<br />
Attitude<br />
Ongecorrigeerd a<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
Gecorrigeerd b<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
Gecorrigeerd c<br />
[95% CI] /<br />
OR [95% CI]<br />
SOA test OR = 0,73 [0,32, 1,69] OR = 1,04 [0,36, 2,99] OR = 1,18 [0,37, 3,67]<br />
Condoomgebruik OR = 0,60 [0,20, 1,84] OR = 1,02 [0,26, 3,97] OR = 0,94 [0,20, 4,39]<br />
Gedragsintentie<br />
Uitvoeren SOA test OR = 0,95 [0,41, 2,21] OR = 1,12 [0,40, 3,09] OR = 1,19 [0,40, 3,56]<br />
Condoomgebruik OR = 0,41 [0,41, 1,13] OR = 0,59 [0,18, 1,90] OR = 0,69 [0,20, 2,36]<br />
Risicogedrag<br />
SOA test afgelopen ½ jaar<br />
1 keer of vaker<br />
Condoomgebruik afgelopen ½<br />
jaar 1<br />
OR = 1,19 [0,47, 2,97] OR = 1,89 [0,62, 5,74]<br />
OR = 1,77 [0,57, 5,50]<br />
OR = 0,83 [0,26, 2,67] OR = 0,99 [0,23, 4,27] OR = 1,05 [0,24, 4,65]<br />
p-waarde: # < 0.10, * P
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Bijlage 14<br />
56<br />
Tabel 10 Alle respondenten die voormeting (T0) hebben ingevuld en de vergelijking tussen de<br />
respondenten die de voormeting (T0) en de nameting (T1) hebben ingevuld.<br />
Onderzoeksgroep<br />
Experimentele<br />
Controle<br />
Intentie naar show te gaan<br />
Ja<br />
Nee<br />
Misschien<br />
Onbekend<br />
Geslacht Vrouw<br />
Man<br />
Onbekend<br />
Leeftijd < 15 jaar<br />
15 - 20jaar<br />
21 - 25 jaar<br />
26 - 30 jaar<br />
> 30 jaar<br />
Niveau opleiding<br />
Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />
Midden (HAVO/VWO,MBO)<br />
Hoog (HBO, WO)<br />
Onbekend<br />
Etniciteit1 Autochtoon<br />
Eerste generatie allochtoon<br />
Tweede generatie allochtoon<br />
Onbekend<br />
Etniciteit Nederlands<br />
Suriname<br />
Caribisch gebied<br />
Latijns Amerika<br />
Marokko<br />
Sub Sahara<br />
Azië<br />
Overig geïndustrialiseerd<br />
Overig niet geïndustrialiseerd<br />
Onbekend<br />
Alle respondenten<br />
(N =1275) 1<br />
n (%)<br />
178 (14)<br />
1097 (86)<br />
783 (71)<br />
112 (10)<br />
213 (19)<br />
201<br />
878 (69)<br />
397 (31)<br />
1<br />
47 (4)<br />
915 (72)<br />
245 (19)<br />
39 (3)<br />
29 (2)<br />
411 (32)<br />
675 (53)<br />
187 (15)<br />
3<br />
391 (31)<br />
351 (28)<br />
521 (41)<br />
12<br />
391 (31)<br />
289 (23)<br />
200 (16)<br />
20 (2)<br />
42 (3)<br />
66 (5)<br />
73 (6)<br />
63 (5)<br />
116 (9)<br />
18<br />
Respons T0 en T1<br />
(n= 219) 1<br />
n (%)<br />
41 (19) *<br />
178 (81)<br />
146 (79) *<br />
94 (5)<br />
31 (17)<br />
33<br />
174 (79) **<br />
45 (21)<br />
9 (4)<br />
153 (70)<br />
45 (20)<br />
6 (3)<br />
6 (3)<br />
46 (21) **<br />
149 (67)<br />
24 (12)<br />
54 (21) #<br />
65 (30)<br />
99 (46)<br />
1<br />
54 (25)<br />
54 (22)<br />
47 (20)<br />
3 (1)<br />
6 (3)<br />
11 (5)<br />
19 (9)<br />
12 (6)<br />
12 (6)<br />
2<br />
Respons alleen<br />
T0 (n = 1056) 1<br />
n (%)<br />
137 (12) *<br />
919 (87)<br />
637 (69) *<br />
103 (11)<br />
182 (20)<br />
178<br />
703 (66) **<br />
352 (34)<br />
1<br />
38 (4)<br />
762 (72)<br />
200 (19)<br />
33 (3)<br />
23 (2)<br />
367 (35) **<br />
525 (49)<br />
162 (15)<br />
2<br />
337 (27) #<br />
286 (33)<br />
422 (40)<br />
11<br />
337 (32)<br />
235 (23)<br />
153 (15)<br />
17 (2)<br />
36 (3)<br />
55 (5)<br />
54 (5)<br />
51 (5)<br />
104 (9)<br />
16<br />
p-waarde: # < 0.10, * P
Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />
Tabel 10 vervolg Alle respondenten die voormeting (T0) hebben ingevuld en de vergelijking tussen<br />
de respondenten die de voormeting (T0) en de nameting (T1) hebben ingevuld.<br />
Aantal partners2<br />
Geen<br />
Eén<br />
Meer dan één<br />
Onbekend<br />
Seksueel risicogedrag 2<br />
Geen partner<br />
Geen (altijd condoomgebruik)<br />
Laag risicogedrag<br />
Matig tot hoog risicogedrag<br />
Onbekend<br />
Alle respondenten<br />
(N =1275) 1<br />
n (%)<br />
316 (25)<br />
467 (37)<br />
485 (38)<br />
7<br />
316 (25)<br />
252 (20)<br />
346 (28)<br />
345 (27)<br />
16<br />
Respons T0 en T1<br />
(n= 219) 1<br />
n (%)<br />
52 (24)<br />
75 (34)<br />
92 (42)<br />
52 (24)<br />
46 (21)<br />
55 (25)<br />
66 (30<br />
Respons alleen<br />
T0 (n = 1056) 1<br />
n (%)<br />
264 (25)<br />
392 (37)<br />
393 (38)<br />
7<br />
264 (25)<br />
206 (20)<br />
291 (28)<br />
279 (27)<br />
p-waarde: # < 0.10, * P
<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
cluster Epidemiologie, Documentatie en<br />
Gezondheidsbevordering (EDG)<br />
Postbus 2200<br />
1000 CE <strong>Amsterdam</strong><br />
bezoekadres: Nieuwe Achtergracht 100<br />
telefoon: 020 555 5495<br />
e-mail: edg@ggd.amsterdam.nl<br />
website: www.gezond.amsterdam.nl