14.09.2013 Views

Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam

Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam

Safe Sex Comedy Show - GGD Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

Evaluatieonderzoek van de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>


Colofon<br />

April 2010<br />

<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

Cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG)<br />

Druk: Drukkerij Leijten, <strong>Amsterdam</strong><br />

Fotografie: Juan Walter en Karen de Groot<br />

ISBN 978-90-5348-165-3<br />

EDG reeks 2010/3


Evaluatieonderzoek van<br />

de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

Cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering<br />

A.E. Hesselink, J. Osté, J. Walter, I.G. Stolte, M. de Wit, J. Veldhuis, S. Cremer<br />

Dit project is mogelijk gemaakt door:<br />

Evaluatie onderzoek SSCS


Evaluatie onderzoek SSCS


Inhoudsopgave<br />

Evaluatie onderzoek SSCS<br />

Samenvatting 3<br />

1 Inleiding 5<br />

2 Onderzoeksopzet 7<br />

2.1 Onderzoeksvragen 7<br />

2.2 <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> 7<br />

2.3 Onderzoeksdesign 7<br />

2.4 Theoretisch kader 8<br />

2.5 Uitkomstmaten 10<br />

2.6 Onderzoekspopulatie en wervingsprocedure 12<br />

2.7 Statistische analyse 14<br />

3 Resultaten 15<br />

3.1 Populatiebeschrijving (bereik) 15<br />

3.2 Beoordeling en beleving van de show 17<br />

3.3 Effect effectevaluatie (korte en lange termijn) 18<br />

3.3.1 Korte termijn 18<br />

3.3.2 Lange termijn 21<br />

3.3.3 Non-respons analyse 21<br />

3.4 Prevalentie en determinanten van seksueel (risico)gedrag onder jongeren in de<br />

Urban Lifestyle Scene 22<br />

4 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign 27<br />

4.1 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> 27<br />

4.2 Ervaringen onderzoeksdesign 28<br />

5 Conclusie, discussie en aanbevelingen 31<br />

Dankwoord 34<br />

Referenties 35<br />

Bijlagen 37<br />

Bijlage 1 Thema en determinanten per act 37<br />

Bijlage 2 Vragenlijst voormeting op locatie (T0) 39<br />

Bijlage 3 Vragenlijst lage termijn nameting (T2) 43<br />

Bijlage 4 Vragenlijst op locatie (Tx) 44<br />

Bijlage 5 ARRM in relatie met de SSCS 47<br />

Bijlage 6 Website pagina Party peeps 48<br />

Bijlage 7 Flyer <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> Cemedey <strong>Show</strong> 49<br />

Bijlage 8 Figuur 2 50<br />

Bijlage 9 Tabel 5 51<br />

Bijlage 10 Tabel 6 52<br />

Bijlage 11 Tabel 7 53<br />

Bijlage 12 Tabel 8 54<br />

Bijlage 13 Tabel 9 55<br />

Bijlage 14 Tabel 10 56


Evaluatie onderzoek SSCS<br />

2


Samenvatting<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Samenvatting<br />

De <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> (SSCS) is een gezondheidsbevorderende interventie die beoogt belangrijke<br />

(intermediaire) determinanten van seksueel (risico)gedrag te verbeteren. Aanleiding voor het ontwikkelen<br />

van de SSCS was de hoge prevalentie van seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s),<br />

tienerzwangerschappen en seksueel risicogedrag onder jongeren en migrantengroepen in Nederland.<br />

De show richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene, een stroming binnen de jeugdcultuur waarin<br />

zich jongeren uit veel verschillende migrantengroepen bevinden (Nederlandse Antillen, Suriname,<br />

Ghana, Marokko en Kaapverdië). Het initiatief voor de show kwam van de jongeren uit deze Urban<br />

Lifestyle Scene en zij hebben, onder begeleiding van de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het NIGZ, de show<br />

ontwikkeld en uitgevoerd (‘user as designer’ ontwerp). De SSCS is gebaseerd op de theorie van<br />

Entertainment Education (E&E). E&E is een strategie waarbij een educatieve boodschap overgedragen<br />

wordt via entertainment. Hierdoor wordt de boodschap toegankelijker voor groepen die niet goed<br />

bereikt worden met de traditionele vormen van gezondheidsbevordering. Om meer inzicht te krijgen in<br />

de effecten van de show op het publiek en de waardering van het gebruikte format is eind 2007 een<br />

(effect-)evaluatieonderzoek gestart.<br />

Om te onderzoeken in hoeverre de SSCS het beoogde publiek bereikt heeft en of het format en de<br />

inhoud van de show het publiek aanspraken hebben we de bezoekers gevraagd aan het eind van de<br />

show een vragenlijst in te vullen. De effectiviteit van de show is bestudeerd met behulp van een quasiexperimenteel<br />

onderzoek met een experimentele en controlegroep. De experimentele groep bestond<br />

uit respondenten die de show hebben gezien. Via een online vragenlijst heeft een voormeting en een<br />

korte en lange termijn nameting in de experimentele en controlegroep plaatsgevonden. Hierbij is<br />

onderzocht in hoevere de SSCS (intermediaire) determinanten, zoals intentie, attitude, sociale steun<br />

en risico perceptie, ten aanzien van condoomgebruik en testgedrag heeft beïnvloed. Door de online<br />

voormeting van de hele groep te bestuderen hebben we meer inzicht gekregen in de prevalentie van<br />

seksueel risicogedrag in de bereikte doelgroep.<br />

In de onderzoeksperiode (2008) zijn vijf shows gegeven waarvan drie in <strong>Amsterdam</strong> en twee in<br />

Rotterdam. Ondanks zeer intensieve pr kwamen er minder bezoekers op de show af dan voor de start<br />

van het onderzoek. Het aantal bezoekers per show liep uiteen van 22 bij de minst bezochte en 140 bij<br />

de best bezochte show. In totaal waren er 295 bezoekers waarvan 227 bezoekers de vragenlijst direct<br />

na de show hebben ingevuld (77%). De jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld waren voornamelijk<br />

tussen de 15 en 25 jaar en het betrof een groep met een multiculturele achtergronden. Meer dan de<br />

helft van de respondenten gebruikte niet altijd een condoom bij één of meerdere partners in het halve<br />

jaar voorafgaand aan de show. Vergeleken met de respondenten die de show niet bezochten was het<br />

risicogedrag van de bezoekers lager. Ook zijn de bezoekers ouder, hoger opgeleid en vaker allochtoon<br />

in vergelijking met de controlegroep. Het lijkt erop dat we met de show een selectief deel van de<br />

beoogde doelgroep hebben bereikt.<br />

3


Evaluatie onderzoek SSCS | Samenvatting<br />

4<br />

Het gebruikte format en de inhoud van de show werd door de bezoekers zeer positief geëvalueerd.<br />

De bezoekers van de show waren positief ten aanzien van de verstrekte informatie, gaven aan dat de<br />

informatie voor hen een toegevoegde waarde had en vonden de gegeven informatie overtuigend en<br />

aanvaardbaar. Dit zijn voorwaarden voor een succesvolle opname van informatie en een goede<br />

cognitieve verwerking van de informatie. De meeste respondenten gaven aan de intentie te hebben om<br />

met anderen te praten over de show en de show aan te bevelen. Ook op de vragen met betrekking tot<br />

de geloofwaardigheid van de performers, scoorden de respondenten positief. Dit zijn allemaal<br />

belangrijke voorwaarden voor het succesvol toepassen van de E&E strategie.<br />

Op basis van effectevaluatie van de SSCS kon geen effect worden aangetoond op de gemeten<br />

(intermediaire) determinanten van veilig vrijen. Het niet kunnen aantonen van een effect of trend wordt<br />

mogelijk veroorzaakt door een lage respons op de nametingen van de effectevaluatie. Bij de voormeting<br />

hebben 1306 jongeren de vragenlijst ingevuld en daarvan hebben slechts 225 jongeren ook een<br />

nameting ingevuld (17%).<br />

Met de gegevens die we verzameld hebben onder alle respondenten (n=1306) hebben we de<br />

beschikking over het seksueel risicogedrag van een grote groep voornamelijk allochtone jongeren.<br />

Vergeleken met eerder uitgevoerd landelijk onderzoek hebben de jongeren uit ons onderzoek eerder<br />

seksuele contacten en hebben ze vaker meerdere partners. Het seksueel risicogedrag (niet altijd<br />

condoom gebruik) dat zij in het halve jaar voor het onderzoek hebben vertoond is echter even groot als<br />

jongeren uit dezelfde leeftijdsgroep. Wel hebben de jongeren uit ons onderzoek het afgelopen jaar<br />

vaker een SOA test uitgevoerd.


1 Inleiding<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Inleiding<br />

In Nederland wordt onder jongeren en onder migranten groepen een hogere prevalentie seksueel<br />

overdraagbare aandoeningen (SOA’s), HIV/Aids en tienerzwangerschappen gezien dan bij autochtone<br />

jongeren [Gras et al., 2001; Stuart et al., 2002; De Graaf et al., 2005; Kuyper et al., 2005; Van Der Laar<br />

et al., 2005; Kuyper et al., 2006; Kedde, 2009]. Dit wordt veroorzaakt door relatief veel seksueel<br />

risicogedrag, zoals veel wisselende seksuele contacten, meerdere partners in dezelfde periode en de<br />

neiging om vaker onveilige seks te hebben. Jongeren onder de 25 jaar lijken vaker seksueel risicogedrag<br />

te vertonen dan oudere jongeren [Kocken et al., 2006; Kedde, 2009]. Ook bij verschillende<br />

migrantengroepen wordt een verhoogd risico gevonden [Gras et al., 2001; Kuyper et al., 2005].<br />

Als gevolg van dit verhoogde seksuele risicogedrag is ook de prevalentie geslachtsziekten zoals HIV,<br />

chlamydia, gonorroe en syfilis relatief hoger onder jongeren en bepaalde migrantengroepen in<br />

Nederland dan onder autochtone Nederlanders [Gras et al., 1999; Van Der Laar et al., 2005; Van Bergen<br />

et al, 2005; Van Veen et al., 2007; Van Den Broek et al., 2007; Koedijk et al., 2009]. Zo kwam in 2006<br />

chlamydia vaker voor op jonge leeftijd, 69% van de vrouwen en 59% van de mannen met clamydia is<br />

jonger dan 25 jaar [Van Veen et al., 2007]. Ook bleek chlamydia vaker voor te komen bij mensen van<br />

Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse afkomst [Van Veen et al., 2007]. Naast deze hogere prevalentie<br />

van geslachtsziekten komt ook het aantal tienerzwangerschappen onder bepaalde migranten groepen,<br />

zoals Surinaamers, Antilianen en Ghanezen, vaker voor dan bij Nederlanders [Stuart et al., 2002;<br />

De Graaf et al., 2005].<br />

Vanwege de hoge mate van seksueel risicogedrag, de relatief hoge prevalentie van HIV/SOA en het<br />

hoge aantal tienerzwangerschappen zijn migrantenpopulaties en in het bijzonder jongeren, belangrijke<br />

doelgroepen voor preventie [Gras et al., 2001]. Toch worden deze jongeren vaak slecht bereikt omdat ze<br />

vaak niet meer naar school gaan en geen gebruik maken van bestaande voorlichtingsprogramma’s of<br />

voorlichtingsmateriaal [Vogels et al., 2002]. Zo bereiken enkele succesvolle preventieprogramma’s vooral<br />

de schoolgaande jongeren [Bouwman & Draaisma, 2006] en is een ander programma alleen gericht op<br />

Antilliaanse jongeren. De meeste preventieprogramma’s bestaan voornamelijk uit voorlichting in de vorm<br />

van folders en groepsvoorlichting. Deze vorm van informatieoverdracht sluit niet aan bij de multiculturele<br />

doelgroep omdat hierbij vaak geen rekening wordt gehouden met de attitude, subjectieve norm en het<br />

gedrag van de doelgroep [El-Karimy et al., 2001, Wiggers et al., 2003]. Daarnaast is de voorlichting<br />

veelal technisch/rationeel van aard, waarbij de emotionele kant van seks onderbelicht blijft. Bij deze<br />

doelgroep lijken meer onderhoudende en participerende benaderingen nodig om onderwerpen zoals<br />

seksueel risicogedrag, SOA’s en relaties bespreekbaar te maken zodat dit uiteindelijk kan leiden tot een<br />

afname van het risicogedrag.<br />

Om dit te kunnen bewerkstelligen is, in samenwerking met de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het Nationaal<br />

Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), in 2004 het project Jongeren in<br />

Control: Doing it <strong>Safe</strong> gestart. Dit project richt zich op gezondheidsbevordering op het gebied van veilig<br />

vrijen en laat zich kenmerken als een ‘user as designer’ (i.e. voor jongeren door jongeren) ontwerp.<br />

Het eerste deelproject de ‘<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>’ (SSCS), is ontstaan op initiatief van jongeren uit<br />

de Urban Lifestyle Scene die betrokken zijn bij bekende stand-up comedy organisaties in <strong>Amsterdam</strong><br />

(namelijk Getentertained en Ilovecomedy). Bij de show wordt gebruik gemaakt van Entertainment<br />

Education (E&E) waarbij de educatieve boodschap gecombineerd wordt met entertainment en daarmee<br />

toegankelijker wordt voor groepen die als moeilijk bereikbaar worden beschouwd [Bouman, 1999,<br />

El-Karimy et al., 2001].<br />

5


Evaluatie onderzoek SSCS | Inleiding<br />

6<br />

De SSCS richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene, een stroming binnen de jeugdcultuur die is<br />

gebaseerd op muziek ( R&B, Hiphop, dancehall en reggaeton), kleding en uitgaan. Het gaat hierbij<br />

vooral om eerste, tweede en derde generatie allochtone jongeren die in de stad of de directe omgeving<br />

wonen. Door gebruik te maken van zowel de ‘user as designer’ aanpak als de E&E strategie lijkt het in<br />

theorie een veelbelovende interventie. Om inzicht te krijgen in de effectiviteit van de SSCS is het<br />

onderliggende onderzoek uitgevoerd (hoofdstuk 3). Daarnaast zal de bereikte doelgroep en hun<br />

seksueel risicogedrag beschreven worden. Omdat het hier een unieke interventie betreft en een<br />

innovatief onderzoeksdesign, hebben we in hoofdstuk 4 enkele belangrijke aandachtspunten over de<br />

implementatie van de SSCS en het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 sluiten we het rapport af met<br />

de conclusie, discussie en enkele aanbevelingen.


2 Onderzoeksopzet<br />

2.1 Onderzoeksvragen<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

I. Trekt de SSCS de beoogde doelgroep (seksueel actieve jongeren, tussen 15-30 jaar, met een<br />

multiculturele achtergrond)?<br />

II. Spreekt het format (E&E strategie) en de inhoud van de SSCS de bezoekers aan op een manier<br />

dat: het publiek zich kan identificeren met rolmodellen; de bezoekers de informatie<br />

geloofwaardig, bruikbaar en van persoonlijk toegevoegde waarde vinden en de show discussie<br />

over seksueel gedrag opent?<br />

III. Verandert het bezoeken van de show belangrijke (intermediaire) determinanten, waaronder<br />

risico perceptie, sociale interactie en bewustzijn ten aanzien van (on)veilig vrijen en de attitude,<br />

sociale norm en gedragsintentie ten aanzien van condoomgebruik en testgedrag?<br />

IV. Wat is de prevalentie van seksueel (risico)gedrag onder jongeren met een voornamelijk<br />

multiculturele achtergrond uit de Urban Lifestyle Scene?<br />

2.2 <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

De SSCS wordt verzorgd door jongeren uit de Urban Lifestyle Scene en richt zich op jongeren uit deze<br />

jeugdcultuur. De performers hebben 23 zeer gevarieerde acts ontworpen (bijlage 1), waarvan er per<br />

show ongeveer 15 worden opgevoerd. Naast het openen van de discussie over onderwerpen<br />

gerelateerd aan seksueel (risico)gedrag, richt de show zich op het geven van kennis over (on)veilig vrijen<br />

en op bewustwording van de risico’s van onveilig vrijen. Hiernaast behandelen de acts de sociale norm<br />

en sociale (peergroup) druk ten aanzien van thema’s zoals SOA testen, homoseksualiteit en<br />

tienerzwangerschap. Tot slot, richt de show zich op het beïnvloeden van de attitude ten aanzien van<br />

condoomgebruik en pilgebruik en het verbeteren van risicoperceptie van onveilige seks.<br />

De performers werken op vrijwillige basis en komen ongeveer een keer per week samen om aan hun acts<br />

en theateroptreden te werken. Ze hebben een aantal trainingen ontvangen over HIV/SOA en worden<br />

begeleid door de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong> en het NIGZ om ervoor te zorgen dat de gezondheids-bevorderende<br />

boodschappen op de juiste manier in de acts worden verwerkt. Door het inzetten van jongeren uit de<br />

doelgroep bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van de acts sluit het programma goed aan bij het<br />

taalgebruik en de cultuur van de doelgroep en leent het programma zich voor cultuurspecifieke<br />

boodschappen.<br />

De SSCS wordt uit ideële overwegingen gratis opgevoerd en duurt ongeveer twee en een half uur.<br />

De show wordt opgevoerd in clubs, op evenementen en in community centra. Bij de show worden<br />

ook condooms uitgedeeld en door de jongeren ontworpen flyers en voorlichtingsmateriaal. De show<br />

is tussen 2004 en 2008 23 keer opgevoerd in <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam.<br />

2.3 Onderzoeksdesign<br />

Het studiedesign wordt weergegeven in figuur 2. Het betreft een quasi-experimentele onderzoeksopzet<br />

waarbij de experimentele groep de show wel heeft gezien en de controlegroep niet. Alle respondenten<br />

7


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

8<br />

uit dit onderzoek werden zes weken voor de show online benaderd en gevraagd een online vragenlijst in<br />

te vullen (voormeting: T0, bijlage 2). Na twee en twaalf maanden werden de respondenten weer<br />

benaderd met de vraag een online vragenlijst in te vullen, voor de korte (T1) en lange termijn<br />

(T2, bijlage 3) nameting. Aan de experimentele groep werd ook nog gevraagd om aan het einde de<br />

show een schriftelijke vragenlijst in te vullen (Tx, bijlage 4).<br />

Bij de metingen van de eerste twee shows bleek de respons op de online voormeting goed te zijn, maar<br />

het aantal jongeren dat vervolgens ook daadwerkelijk de show bezocht was laag (n=4). Hierdoor konden<br />

er nauwelijks jongeren geïncludeerd worden in de experimentele groep. Om deze reden is het<br />

oorspronkelijke onderzoeksdesign aangepast. Vanaf show 3 werd de voormeting in de experimentele<br />

groep voorafgaand aan de show op locatie uitgevoerd. De voormeting in de controle groep en alle<br />

nametingen in zowel de experimentele als in de controlegroep hebben allemaal online plaatsgevonden.<br />

Uiteindelijk bleek ook dit niet het gewenste aantal respondenten op te leveren in de experimentele<br />

groep (na 5 shows 41 respondenten in plaats van de geplande 448 respondenten). Hierdoor is, in overleg<br />

met de subsidiegever ZonMW, besloten het onderzoek voortijdig te beëindigen. Wel hebben we met de<br />

reeds verzamelde data geprobeerd de effectiviteit van de show aan te tonen.<br />

2.4 Theoretisch kader<br />

Entertainment Education en Elaboration Likelihood Model<br />

Klassieke methodes voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering besteden vaak onvoldoende<br />

aandacht aan traditionele attitudes en subjectieve normen van multiculturele en etnische groepen, ook al<br />

is de boodschap in de lokale taal (Bouman, 1999, Wiggers et al., 2003). Een mogelijk effectieve manier<br />

om deze zogenoemde moeilijk bereikbare groepen te bereiken is het inzetten van de E&E strategie<br />

(Bouman, 1999). Hierbij wordt een meer entertaining en participatieve aanpak ingezet waardoor mensen<br />

zich aangesproken voelen en gaan openstaan voor (discussie over) onderwerpen als SOA’s, seks en<br />

relaties (Bouman, 1999). Op deze manier kunnen verschillende stadia van (prosociale)<br />

gedragsverandering bewerkstelligd worden. De E&E-strategie vindt zijn basis in een aantal theorieën,<br />

waaronder de persuasion theory en de social-cognitive theory. De persuasion theory stelt dat naast<br />

cognitie ook affect een belangrijke rol speelt bij gedragsverandering (Rosseli et al., 1995). Bij de SSCS<br />

wordt de combinatie van cognitie en affect ingezet voor het verhogen van aandacht voor en bewustzijn<br />

van seksueel (risico-) gedrag, door de inhoudelijke boodschap over veilig vrijen te combineren met<br />

entertainment in de vorm van rap, stand up comedy, zang, dans en gesproken woord. De E&E strategie<br />

wordt momenteel door meerdere innovatieve preventieprogramma’s toegepast en lijkt succesvol te zijn<br />

in het verhogen van aandacht en bewustzijn (en zelfs gedragsverandering) rondom<br />

gezondheidsproblematiek (Bouman, 1999).<br />

Figuur 2 Onderzoeksdesign<br />

Tijd T0 - 6 weken voor de show Tx - direct na de show T1 - 2 maanden T2 - 1 jaar<br />

online vragenlijst vragenlijst op locatie na de show na de show<br />

online vragenlijst online vragenlijst<br />

Experimentelel groep<br />

(Urban Scene regio<br />

<strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam<br />

Controle groep<br />

(Urban Scene overige<br />

regio’s in Nederland)<br />

T0e 1 TXe T1e T2e<br />

Interventie<br />

<strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

T0c T1c T2c<br />

1 Vanaf show 3 is d eze vragenlijst in de experimentele groep vlak voor de start van de show op locatie uitgevoerd.


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

Een ander model waarop de SSCS is gebaseerd is het Elaboration Likelihood Model (een<br />

gedragsveranderingsmodel). Volgens dit model hangt de effectiviteit van persuasie (overtuigingskracht)<br />

af van in hoeverre de ontvanger van de boodschap geïnteresseerd is in de boodschap en de<br />

mogelijkheid heeft deze te verwerken. Als de elaboration likelihood hoog is, wordt de centrale route van<br />

informatieverwerking gevolgd, wat betekent dat de ontvanger bewust met de informatie omgaat.<br />

Informatie wordt meer perifeer (zoals meer onbewust) verwerkt als de elaboration likelihood laag is.<br />

Deze route wordt bijvoorbeeld gevolgd wanneer de persuasieve effecten beïnvloedt worden door de<br />

ontvanger’s heuristieke principes. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld dat de informatie als<br />

geloofwaardig en aantrekkelijk (gebruik van muziek, humor, taal etc.) wordt gezien door de ontvangers.<br />

Zo hebben meerdere studies aangetoond dat de cognitieve verwerking van informatie het best gebeurt<br />

indien deze in gang is gezet door een positieve affectieve beoordeling van informatie door de ontvanger<br />

(Rothman et al., 1993). De SSCS richt zich op het verhogen van aandacht en bewustzijn voor veilig vrijen<br />

via de perifere route en stimuleert het publiek vervolgens meer bewust over de thematiek na te denken<br />

via de centrale route (Bouman, 1999).<br />

ASE-model en ARRM<br />

Om te verklaren hoe de SSCS gedrag (dan wel gedragsdeterminanten) kan beïnvloeden, zijn het ASEmodel<br />

(attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit) (Brug et al., 2008) en het Aids Risk Reducation Model<br />

(ARRM) (Catania et al., 1990) gecombineerd. Volgens het ASE-model (Figuur 1) wordt iemands gedrag,<br />

in ons geval condoomgebruik en SOA testgedrag, bepaald door de intentie het gedrag uit te voeren.<br />

Deze intentie wordt beïnvloed door attitude (hoe positief staat iemand ten aanzien van het gedrag?),<br />

sociale invloed (hoe positief staat de omgeving ten aanzien van het gedrag?) en eigen effectiviteit (in<br />

hoeverre ervaart iemand dat hij/zij het gewenste gedrag kan vertonen?) ten aanzien van het specifieke<br />

gedrag. Deze drie factoren worden op hun beurt weer beïnvloed door gedragsfactoren, psychologische<br />

factoren, kennis, risicoperceptie, biologische factoren en socio-culturele factoren. Tot slot spelen<br />

vaardigheden en barrières een rol in de stap van intentie tot het uitvoeren van gedrag naar het echt<br />

uitvoeren van het gedrag. Met name het beïnvloeden van de determinanten kennis, risicoperceptie,<br />

attitude, sociale invloed en intentie tot het gewenste gedrag zijn het doel van de interventie en komen<br />

terug in de inhoud en de vormgeving van de SSCS (grijze vlakken in figuur 1).<br />

Het ARRM is een stadiummodel dat is gebaseerd op diverse theorieën waarbij verschillende variabelen<br />

van andere gedragsveranderingmodellen geïntegreerd worden. Het ARRM suggereert drie stadia:<br />

labeling (zoals het herkennen en benoemen van risicogedrag), commitment (zoals het committeren om<br />

het risico te verlagen) en taking action (zoals informatie en oplossingen zoeken en beslissen tot<br />

gedragsverandering). De SSCS richt zich met name op determinanten die van invloed zijn in de eerste<br />

twee stadia. Echter, ook het derde stadium van ARRM sluit aan bij het doel, de inhoud en de vorm van<br />

de SSCS. Zo is interpersoonlijke communicatie een belangrijk onderdeel uit dit stadium, wat aansluit bij<br />

uitkomstmaten als sociale interactie (discussie) over veilig vrijen en sociale vergelijking. In bijlage 5<br />

worden de drie stadia van het ARRM in relatie met de SSCS nader uitgewerkt.<br />

9


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

10<br />

Figuur 1 Het ASE-model, de vlakken die grijs zijn gemaakt bevatten de determinanten van<br />

seksueel risicogedrag waar de SSCS zich op richt.<br />

Gedragsfactoren, zoals:<br />

- eerdere ervaringen met seksueel<br />

gedrag<br />

Psychologische factoren, zoals:<br />

- attributies<br />

- zelfvertrouwen<br />

Kennis, over bijvoorbeeld:<br />

- veilig vrijen<br />

- HIV/SOA transmissie<br />

Risicoperceptie<br />

- consequenties van onveilig vrijen<br />

- consequenties van<br />

Biologische factoren, zoals:<br />

- leeftijd<br />

- geslacht<br />

Sociaal-culturele factoren, zoals:<br />

- SES<br />

- religie en cultuur<br />

2.5 Uitkomstmaten<br />

Attitude:<br />

- cognitief<br />

- evaluatief<br />

- affectief<br />

Sociale invloed:<br />

- modeling<br />

- sociale norm<br />

- sociale druk<br />

Eigen-effectiviteit:<br />

- omvang<br />

- generability<br />

- sterkte<br />

vaardigheden<br />

Intentie Gedrag<br />

barrières<br />

De keuze van de uitkomstmaten is gebaseerd op een combinatie van het bovengenoemde theoretische<br />

framework, het doel en de inhoud van de show en eerdere ervaringen van onderzoekers en<br />

gezondheidsbevorderaars.<br />

Varaiabelen Tx meting<br />

De Tx vragenlijst (zie bijlage 4) bevatte vragen met betrekking tot de volgende demografische<br />

kenmerken: geslacht, leeftijd, woonplaats, etniciteit en seksuele geaardheid. De etniciteit van de<br />

respondent is bepaald aan de hand van het land van herkomst van zowel de respondent zelf als zijn/haar<br />

ouders. Wanneer de respondent zelf in het buitenland is geboren, is hij/zij eerste generatie allochtoon;<br />

als de respondent in Nederland is geboren en één van zijn/haar ouders is in het buitenland geboren dan<br />

is hij/zij tweede generatie allochtoon. De algemene waardering van de respondenten over de show is<br />

nagevraagd aan de hand van de volgende vraag: ‘welk rapportcijfer geef je aan de SSCS’. Aan de hand<br />

van een open vraag is aan de respondenten gevraagd wat zij de belangrijkste boodschap van de show<br />

vinden en hoe ze van de show hebben gehoord.<br />

De overige vragen werden allemaal met een vijfpuntsschaal uitgevraagd. De mening van de<br />

respondenten over de show werd gesteld aan de hand van vier vragen (α=0,92), bijvoorbeeld ‘Wat vond<br />

je van de show?’ met als antwoordmogelijkheden een vijfpuntsschaal van ‘flauw tot grappig’. De mening<br />

van de respondent over het gebruikte format (E&E strategie) is met één item uitgevraagd ‘De show vind<br />

ik een goede manier om meer over safe sex te weten te komen?’.<br />

Het oordeel van respondenten over de verstrekte informatie tijdens de show is met de volgende<br />

hoofdvraag onderzocht: ‘De informatie uit de show vind ik ..…’. Waarna vervolgens 12 verschillende<br />

items zoals ‘bruikbaar’, ‘nuttig’, ‘overtuigend’ en ‘betrouwbaar’ werden genoemd die ieder op een<br />

vijfpuntsschaal konden worden beantwoord. Met een factoranalyse zijn deze 12 items verdeeld in drie<br />

schalen namelijk bruikbaar (5 items; α=0,85), persoonlijk toegevoegde waarde (3 items; α=0,79) en<br />

aanvaardbaarheid (3 items; α=0,83) van de informatie.


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

Het overtuigende (persuasieve) karakter van de show is gemeten met twee items (r=0,61) namelijk: ‘De<br />

show heeft me aan het denken gezet’ en ‘Ik ga naar aanleiding van de show meer informatie zoeken’.<br />

Modeling ten opzichte van de acteurs werd gemeten aan de hand van zes items die onderverdeeld zijn<br />

in twee categorieën, namelijk: geloofwaardigheid van de performers (α=0,82) gemeten aan de hand<br />

van vragen zoals ‘Ik vind de comedians geloofwaardig’ en identificatie met de performers (α=0,82)<br />

gemeten aan de hand van ‘ik herken mijzelf in één of meer van de comedians’.<br />

De intentie tot sociale interactie naar aanleiding van de show (normatief proces) is gemeten met twee<br />

items (r=0,81) namelijk ‘Ik ga met mijn vrienden over de show praten’ en ‘Ik zou iemand anders aanraden<br />

naar de show te gaan’.<br />

Variabelen T0 en T1 meting<br />

In de T0 vragenlijst (bijlage 4) zijn de volgende demografische gegevens nagevraagd: geslacht, leeftijd,<br />

opleiding, woonplaats en etniciteit. De items die nu volgen zijn zowel in de T0 als de T1 vragenlijst<br />

afgenomen. Eerder SOA test gedrag is nagevraagd met de vraag ‘Hoe vaak heb je je het afgelopen half<br />

jaar laten testen op SOA?’ en ‘Was de laatste keer minder dan een maand geleden’.<br />

Zwangerschapstatus is nagevraagd me de vraag ‘Ben je ooit zwanger geweest?’ of ‘Is een meisje/vrouw<br />

ooit zwanger geweest van jou?’. Kennis is gemeten aan de hand van 4 items waarbij deelnemers werd<br />

gevraagd aan te geven of de uitspraken juist of onjuist waren, zoals ‘Je kunt een SOA krijgen via contact<br />

met een toiletbril’.<br />

De overige vragen werden allemaal met een vijfpuntsschaal uitgevraagd. Zo kon de vraag naar de<br />

betrokkenheid bij de thematiek van de SSCS worden gemeten met vijf antwoordmogelijkheden: ‘erg<br />

onbelangrijk’, ‘onbelangrijk’, ‘niet onbelangrijk, niet belangrijk’, ‘belangrijk, erg belangrijk’. De schaal zelf<br />

bestond uit acht items (α=0,93) waarbij de hoofdvraag om de betrokkenheid te meten is ‘Ik vind het<br />

belangrijk over de volgende onderwerpen iets te weten:….’ en de verschillende items zijn: ‘seks’,<br />

‘relaties’, ‘condoomgebruik’, ‘hoe vrijen leuker/lekkerder kan’, ‘hoe aan te geven wat je wel en niet wilt’,<br />

‘testgedrag’ en ‘pilgebruik’.<br />

Risicoperceptie ten aanzien van het krijgen van een SOA werd gemeten aan de hand van het item ‘hoe<br />

groot is de kans dat je met jouw manier van leven een SOA zal oplopen’.<br />

Sociale interactie is gemeten aan de hand van een schaal bestaande uit zeven items (α=0,86). Gevraagd<br />

werd of de respondent de afgelopen maand met vrienden heeft gepraat over zwangerschap, condoomgebruik,<br />

homoseksualiteit, het gebruiken van de pil, vreemdgaan, SOA en HIV testen en loverboys.<br />

De sociale norm ten aanzien van respectievelijk SOA testen (3 items; α=0,55), condoomgebruik (1 item)<br />

en homoseksualiteit (2 items; r=0,48) werd voor ieder onderwerp apart nagevraagd. De sociale norm ten<br />

aanzien van SOA testgedrag werd bijvoorbeeld nagevraagd met de vraag ‘Mijn vrienden vinden SOA<br />

testen stom’.<br />

De attitude ten aanzien van SOA testen werd gemeten aan de hand van twee items (r=0,67): ‘Na<br />

onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik ….’ Met als<br />

antwoordmogelijkheid een schaal van ‘heel goed’ tot ‘heel slecht’ en ‘heel belangrijk’ tot ‘heel<br />

onbelangrijk’. Attitude ten aanzien van condoomgebruik werd gemeten met een schaal bestaande uit<br />

drie items (α=0,80) te weten: ‘Condoomgebruik bij een nieuwe partner vind ik…’: ‘slecht’ tot ‘goed’,<br />

‘nutteloos’ tot ‘nuttig’ en ‘onbelangrijk’ tot ‘belangrijk’. Attitude ten aanzien van tienerzwangerschap is<br />

alleen gemeten onder tieners (jonger dan 20 jaar). De schaal bestond uit twee items (r=0,54): ‘Het lijkt<br />

me leuk om op mijn leeftijd vader/moeder te zijn’ en 'Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd vader/<br />

moeder te zijn’.<br />

De intentie tot het uitvoeren van een SOA test (twee items; r=0,28) werd gemeten door de respondent<br />

te vragen of hij/zij van plan is zich het komende half jaar te laten testen op een SOA en in hoeverre de<br />

respondent van plan is een SOA test uit te gaan voeren. Intentie tot condoomgebruik is gemeten met de<br />

vraag of de respondent condooms gaat gebruiken wanneer hij/zij een nieuwe partner krijgt.<br />

Het SOA testgedrag is gemeten met de vraag of de respondent de afgelopen maand een SOA test<br />

heeft laten uitvoeren. De T0 en T1 vragenlijsten online bevatten dezelfde items als de T0 vragenlijst op<br />

locatie (bijlage 2). Bij de T1 vragenlijst ontbreken alleen de vragen over demografische kenmerken.<br />

11


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

12<br />

Variabelen T2 meting<br />

Bij de lange termijn meting zijn attitude en intentie van SOA testen en condoomgebruik gemeten<br />

(bijlage 3). Ook is testgedrag en condoomgebruik uitgevraagd. We hebben hiervoor dezelfde schalen en<br />

items gebruikt als bij de voor- (T0) en nameting (T1).<br />

Seksueel risicogedrag<br />

Het seksueel risicogedrag is per respondent ingedeeld aan de hand van het aantal seksuele contacten en<br />

het condoomgebruik in het afgelopen half jaar. In alle gebruikte vragenlijsten is naar het aantal seksuele<br />

contacten gevraagd. Het condoomgebruik is nagevraagd wanneer de respondent aangaf één of meer<br />

seksuele contacten te hebben gehad met de vraag: ‘Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half jaar<br />

condooms gebruikt (jij of je partner)?’. De indeling ziet er als volgt uit:<br />

• geen partner (geen seksuele contacten in het half jaar voorafgaand aan de meting);<br />

• geen risicogedrag (altijd condoom gebruikt);<br />

• laag risicogedrag (seksuele contacten met één partner en niet altijd een condoom gebruikt);<br />

• matig risicogedrag (seksuele contacten met twee of drie partners en niet altijd een condoom<br />

gebruikt);<br />

• hoog risicogedrag (4 of meer partners en niet altijd een condoom gebruikt).<br />

2.6 Onderzoekspopulatie en wervingsprocedure<br />

Het onderzoek richt zich op jongeren uit de Urban Lifestyle Scene. De Urban Lifestyle Scene is een<br />

stroming binnen de jeugdcultuur die gebaseerd is op muziek ( R&B, Hiphop, dancehall en reggaeton),<br />

kleding en uitgaan. Het gaat hierbij vooral om eerste, tweede en derde generatie allochtone jongeren<br />

tussen de 15 en 30 jaar. Hun afkomst is voornamelijk uit Nederland, Nederlandse Antillen, Suriname,<br />

Afrika (Ghana) en Marokko (en in Rotterdam ook Kaapverdië).<br />

Het bereiken van de doelgroep, die bekend staat als moeilijk bereikbaar, vergt een specifieke aanpak.<br />

Tijdens het onderzoek is dan ook zoveel mogelijk gebruik gemaakt van jongeren uit de doelgroep zelf:<br />

freelance Urban Lifestyle Scene performers, performers die aangesloten zijn bij de jongerenorganisaties<br />

ILoveComey en Get Entertained en van een in de doelgroep gespecialiseerde organisatie PartyPeeps.<br />

Het grootste deel van de werving van de respondenten voor het onderzoek en de show werd uitgevoerd<br />

door PartyPeeps. PartyPeeps is een organisatie die een lifestyle community website beheert voor<br />

jongeren tussen de 16 en 30 jaar, die dezelfde interesses delen met betrekking tot muziek, kleding en<br />

uitgaan (www.partypeeps2000.nl). PartyPeeps had bij aanvang van het onderzoek meer dan 600.000<br />

geregistreerde gebruikers en hun website wordt dagelijks bezocht door ongeveer 30.000 jongeren. Om<br />

de deelnemers voor het onderzoek te werven schreef PartyPeeps een deel van haar ledenbestand aan<br />

via zogenoemde ‘batches’ (kleine boodschappen). Via deze batches werden jongeren gevraagd deel te<br />

nemen aan het onderzoek. Er werden jongeren aangeschreven in de leeftijdsgroep van 15 tot 30 jaar.<br />

Daarnaast werden er twee keer zoveel jongens als meisjes aangeschreven, omdat uit eerder onderzoek is<br />

gebleken dat vrouwen vaker meedoen aan onderzoek dan. Bij de laatste drie shows, waar de voormeting<br />

van de experimentele groep op locatie vlak voor de show plaatsvond, werd er bij de entree geworven<br />

door <strong>GGD</strong> medewerkers om de vragenlijst in te vullen. Daarnaast werd er tijdens de show herhaaldelijk<br />

door de performers gevraagd om ook de vragenlijst aan het einde van de show in te vullen (Tx). Voor de<br />

nametingen werden de respondenten die een voormeting hadden ingevuld online benaderd via hun<br />

PartyPeep-ID of door de <strong>GGD</strong> via e-mail. Bij de korte termijn nameting zijn alle respondenten van de<br />

voormeting benaderd en bij de lange termijn nameting is besloten alleen respondenten te benaderen<br />

die bij show 3, 4 en 5 een voormeting hadden ingevuld. De reden om de respondenten van show 1 en 2<br />

niet mee te nemen bij deze meting was omdat we bij show 1 en 2 slechts vier respondenten hadden<br />

onder de bezoekers van de show (experimentele groep). Naast het gericht aanschrijven van de jongeren<br />

kondigde PartyPeeps de SSCS aan in hun agenda ‘Events’ en in een ‘Alertbox’ van hun website<br />

(bijlage 6). Ook werd de show vermeld in de evenementenlijst van PartyPeeps in de ochtendbladen


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

Sp!ts en Metro en op de websites van de theaterzalen. Bij de laatste shows zijn de pr-strategieën<br />

aangevuld met promofilmpjes op de site van PartyPeeps waarin beelden van de show te zien waren en<br />

bekende zangers de show promoten.<br />

De overige pr voor het bezoeken van SSCS en het meedoen aan het onderzoek vond plaats via<br />

(informele) netwerken van de betrokken gezondheidsbevorderaars, de performers en de<br />

jongerenorganisaties. Zo hebben de performers zelf de flyers (bijlage 7) en posters ontworpen en deze<br />

actief verspreid binnen hun eigen netwerk en gemeenschap. Er werden ook radiospotjes en<br />

promovideo’s gemaakt, deze werden onder andere op YouTube, Hyves en Facebook en de website van<br />

het ROC gepresenteerd. Voor de laatste shows werden op verschillende feesten in <strong>Amsterdam</strong><br />

promokaartjes voor de show uitgedeeld. Bij elke show werd opnieuw bekeken hoe de PR het beste kon<br />

verlopen. Zo werden de locaties van de show intensief betrokken bij de werving van het publiek omdat<br />

zij hun publiek kennen en konden meedenken over strategieën om deze jongeren te bereiken.<br />

Om de respons van het onderzoek te verhogen is gebruik gemaakt van beloningsmechanismen. Bij de<br />

eerste twee shows kregen de respondenten van de experimentele groep na het invullen van de<br />

vragenlijst online een gratis kaartje voor de show. Mensen die bij de show de voormeting invulden<br />

kregen een consumptiebon. Voor het invullen van de Tx vragenlijst was een relaxruimte ingericht en ook<br />

hier kregen ze een gratis consumptie. Per meetronde van een show gold dat de eerste 110<br />

respondenten (zowel in de experimentele als in de controlegroep) die een voor- en nameting hadden<br />

ingevuld een gratis kaartje voor een feest bij hen in de buurt kregen. Hiernaast maakte iedereen die een<br />

nameting had ingevuld kans op het winnen van een i-Pod. De keuze voor deze beloningen is gemaakt op<br />

advies van de betrokken gezondheidsbevorderaars, de jongerenorganisaties en PartyPeeps. Ook werd er<br />

na elke meeting minimaal één reminder naar de respondenten gestuurd.<br />

13


Evaluatie onderzoek SSCS | Onderzoeksopzet<br />

2.7 Statistische analyse<br />

14<br />

De antwoorden op de meeste vragen bestaan uit een vijfpunts likertschaal (1 tot 5). De schalen zijn zo<br />

(om-)gecodeerd dat een hogere score correspondeert met een positieve uitkomst. Het aantal items<br />

verschilt per schaal en om een eenduidige weergave te maken van de resultaten zijn de scores per schaal<br />

opgeteld en gedeeld door het aantal items (het gemiddelde). Bij de effectevaluatie zijn de schalen die<br />

tevens uitkomstvariabelen waren gedichotomiseerd. Dit omdat de meeste schalen niet normaal verdeeld<br />

waren. Het afkappunt voor deze dichotomisatie is bepaald aan de hand van de mediaan. Verder zijn bij<br />

alle schalen de missende waarden vervangen wanneer een schaal uit tenminste drie items bestond en<br />

waarvan de respondent minstens de helft van de vragen had ingevuld. De missende waarden zijn<br />

berekend door het gemiddelde van de antwoorden op de andere vragen van de betreffende schaal bij<br />

die respondent te nemen.<br />

Beschrijvende analyses zijn uitgevoerd om de karakteristieken en het risicogedrag van de doelgroep te<br />

bestuderen (frequenties, percentages, gemiddelden en standaarddeviaties). Dit is toegepast bij de<br />

evaluatie van de show (Tx), om de experimentele en controlegroep (T0) en om de gehele doelgroep (T0)<br />

te beschrijven. Om te onderzoeken of de experimentele en controlegroep van elkaar verschilden zijn er<br />

in eerste instantie univariate logistische regressie analyses uitgevoerd. Omdat het een quasigerandomiseerde<br />

trial betreft en je er dus niet vanuit kan gaan dat beide groepen bij aanvang van het<br />

onderzoek gelijk zijn, is bij elke analyse gecorrigeerd voor de score op de voormeting van de betreffende<br />

uitkomstmaat. Vervolgens zijn er multivariate logistische regressie analyses uitgevoerd waarbij<br />

gecorrigeerd werd voor de demografische gegevens die op de voormeting tussen de experimentele<br />

groep en de controlegroep van elkaar verschilden. Tenslotte zijn er met behulp van een chi-kwardraat<br />

toets non- respons analyses uitgevoerd. Hierbij werd gekeken of de respondenten die een voor- en<br />

nameting hebben ingevuld verschilden van degenen die alleen de voormeting hebben ingevuld.<br />

Tenslotte zijn chi-kwadraat toetsen uitgevoerd voor het bestuderen van verschillen tussen jongens en<br />

meisjes en het seksueel risicogedrag in de hele onderzoekspopulatie.


3 Resultaten<br />

3.1 Populatiebeschrijving (bereik)<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

In 2008 is er vijfmaal een SSCS geweest, waarvan drie in <strong>Amsterdam</strong> en twee in Rotterdam. In tabel 1 zijn<br />

de locatie, datum, het geschatte aantal bezoekers en de respons op Tx, per show weergegeven.<br />

Tabel 1 Locaties, datum, het geschatte aantal bezoekers en de respons op de Tx vragenlijst<br />

per show<br />

<strong>Show</strong> Stad Locatie Datum<br />

Aantal<br />

bezoekers<br />

Bezoekers die de Tx vragenlijst<br />

compleet hebben ingevuld<br />

1 <strong>Amsterdam</strong> Argan Zaterdag 24 - 05 - 08 38 38<br />

2 Rotterdam Odeon Zaterdag 14 - 06 - 08 29 29<br />

3 <strong>Amsterdam</strong> No Limit Vrijdag 19 - 09 - 08 67 61<br />

4 Rotterdam Odeon Vrijdag 10 - 10 - 08 22 22<br />

5 <strong>Amsterdam</strong> Melkweg Maandag 01 - 12 - 08 140 77<br />

Totaal 296 227<br />

Sociaal-demografische kenmerken<br />

Van de ongeveer 296 bezoekers van de SSCS hebben 227 bezoekers de vragenlijst aan het einde van de<br />

show ingevuld (77%). In tabel 2 is te zien dat de meeste respondenten in <strong>Amsterdam</strong> (53%) of Rotterdam<br />

(16%) woonden. Naar de shows in <strong>Amsterdam</strong> kwamen vooral jongeren die uit <strong>Amsterdam</strong> (71%) en<br />

omgeving (12 %) afkomstig waren en bij de shows in Rotterdam kwamen vooral jongeren uit Rotterdam<br />

(67%) en omgeving (8%). Een vijfde van de respondenten (20%) gaf aan al eerder naar een SSCS te zijn<br />

geweest en een derde van de respondenten (30%) kende één of meer performers. De bezoekers van de<br />

shows in <strong>Amsterdam</strong> waren vaker eerder naar een show geweest dan de bezoekers in Rotterdam.<br />

Daarnaast kenden bezoekers bij de shows in Rotterdam vaker één van de performers in vergelijking met<br />

de bezoekers in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

De meeste respondenten waren vrouw (69%) en jonger dan 17 jaar oud (45%). Er was sprake van een<br />

multicultureel publiek (77% was eerste of tweede generatie migrant) bestaande uit 49 verschillende<br />

nationaliteiten. De grootste groep respondenten was afkomstig uit Suriname (37%) en het Caribisch<br />

gebied (14%). De autochtone jongeren (16%) zijn waarschijnlijk voornamelijk derde generatie<br />

allochtonen. De bezoekers in <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam zijn vergelijkbaar wat betreft alle demografische<br />

kenmerken behalve de etniciteit. Zo komen er in Rotterdam iets vaker bezoekers uit Latijns-Amerika<br />

(10% versus 4 %) en iets minder vaak Marokkanen (2% versus 7%) dan in <strong>Amsterdam</strong>. In totaal gaven 42<br />

respondenten aan homo- of biseksueel te zijn, waarbij homoseksualiteit het meest gerapporteerd werd<br />

door meisjes.<br />

15


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

16<br />

Tabel 2 Demografische kenmerken, seksuele geaardheid en seksueel risicogedrag van de<br />

bezoekers van de alle 5 geëvalueerde SSCS (Tx).<br />

Woonplaats 1 <strong>Amsterdam</strong><br />

Omgeving <strong>Amsterdam</strong><br />

Rotterdam<br />

Omgeving Rotterdam<br />

Overig<br />

Onbekend<br />

Eerder bij show geweest Ja<br />

Nee<br />

Ken je één/meer performers Ja<br />

Nee<br />

Onbekend<br />

Geslacht Vrouw<br />

Man<br />

Onbekend<br />

Leeftijd < 17 jaar<br />

17 – 20 jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

> 25<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Autochtoon<br />

Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Onbekend<br />

Nederlands<br />

Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Latijns Amerika<br />

Marokko<br />

Sub-Sahara<br />

Overig geïndustrialiseerd<br />

Overig niet geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Seksuele geaardheid Heteroseksueel<br />

Homoseksueel (jongen-jongen)<br />

Homoseksueel (meisje-meisje)<br />

Biseksueel<br />

Onbekend<br />

Seksueel risicogedrag Geen partner<br />

Geen (altijd condoomgebruik)<br />

Laag risicogedrag<br />

Matig risicogedrag<br />

Hoog risicogedrag<br />

Onbekend<br />

Alle shows<br />

N = 227 (n (%))<br />

120 (53)<br />

21 (9)<br />

36 (16)<br />

4 (2)<br />

34 (15)<br />

12<br />

46 (20)<br />

181 (80)<br />

68 (30)<br />

155 (68)<br />

4<br />

156 (69)<br />

63 (27)<br />

8<br />

102 (45)<br />

76 (34)<br />

67 (30)<br />

46 (20)<br />

12<br />

36 (16)<br />

80 (35)<br />

95 (42)<br />

16<br />

36 (16)<br />

84 (37)<br />

31 (14)<br />

12 (5)<br />

12 (5)<br />

11 (5)<br />

9 (4)<br />

12 (5)<br />

16<br />

174 (77)<br />

4 (2)<br />

26 (11)<br />

12 (5)<br />

11<br />

32 (14)<br />

51 (22)<br />

72 (32)<br />

26 (11)<br />

12 (5)<br />

34<br />

1 Omgeving <strong>Amsterdam</strong> is Amstelveen, Haarlem, Diemen, Zaandam, Purmerend, Almere; omgeving Rotterdam is<br />

Dordrecht, Schiedam, Berkel en Rodenrijs en Spijkenisse.


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Seksueel risicogedrag<br />

Van de 227 respondenten gaven 161 respondenten aan het afgelopen half jaar seksuele contacten te<br />

hebben gehad, 32 respondenten hebben geen seksuele contacten gehad en 34 respondenten hebben<br />

de vraag over het aantal seksuele partners van het afgelopen half jaar of het condoomgebruik niet<br />

beantwoord. Van alle respondenten rapporteerden 32% laag seksueel risicogedrag en 16% matig tot<br />

hoog seksueel risicogedrag.<br />

3.2 Beoordeling en beleving van de show<br />

De 221 respondenten, die een vragenlijst direct na de show hadden ingevuld, gaven de show een<br />

gemiddeld rapportcijfer van 8,2. De mening van de respondenten over de show als geheel en het<br />

gebruikte format (E&E strategie) waren zeer positief (tabel 3). Ook vonden de respondenten de<br />

informatie bruikbaar en aanvaardbaar. Op de vragen of de informatie voor hen persoonlijk een<br />

toegevoegde waarde had scoorden ze wat minder hoog. Verder geven de respondenten aan de<br />

performers geloofwaardig te vinden. Op de vraag of ze zich ook met de acteurs konden identificeren<br />

scoorden ze wat minder positief. Onder de respondenten is een redelijk goede intentie tot het<br />

ondernemen van actie. De meest respondenten zijn van plan met vrienden te gaan praten over<br />

de show en ze willen de show aanraden aan anderen.<br />

Tabel 3 Mening van de respondenten over de SSCS, de verstrekte informatie en de<br />

performers (schaal van 1 tot 5; gemiddelde (sd))<br />

gemiddeld (SD)<br />

Mening over de show als geheel 4,4 (0,9)<br />

Mening over het gebruikte format 4,4 (0,8)<br />

Bruikbare informatie<br />

(bruikbaar, nuttig en belangrijk)<br />

Persoonlijk toegevoegde waarde<br />

(relevant voor mij persoonlijk, informatie die mij aanspreekt en informatie die<br />

me iets nieuws leert)<br />

Aanvaardbaarheid<br />

(geloofwaardig, realistisch, herkenbaar, overtuigend en betrouwbaar)<br />

4,6 (0,7)<br />

3,8 (1,1)<br />

4,5 (0,7)<br />

Geloofwaardigheid acteurs 4,6 (0,6)<br />

Identificatie met acteurs 3,5 (1,3)<br />

Intentie actie te ondernemen 3,9 (0,8)<br />

Sociale interactie tijdens show 3,3 (1,1)<br />

Wanneer de beoordeling en beleving van de SSCS onder de bezoekers van de show in <strong>Amsterdam</strong><br />

wordt vergeleken met die van de bezoekers van de show in Rotterdam blijken er geen verschillen te zijn.<br />

De meeste respondenten gaven aan van de show te hebben gehoord via PartyPeeps of via vrienden.<br />

Op de vraag wat voor de respondent de belangrijkste boodschappen van de show waren hebben 199<br />

respondenten één of meerdere antwoorden ingevuld. Hierbij werden vooral ‘veilig vrijen’ (n=123),<br />

‘condoomgebruik’ (n=22) en ‘informatie over SOA’s en HIV’ (n=19). Andere antwoorden waren<br />

‘ongewenst zwangerschap en tienerzwangerschap’, ‘je bent baas over je eigen lichaam’, ‘SOA testen’,<br />

‘dat je niet met iedereen in bed moet duiken’, ‘de gevolgen van onveilige seks’ en ‘pas op voor<br />

loverboys’.<br />

17


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

3.3 Effect <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> (korte en lange termijn)<br />

18<br />

3.3.1 Korte termijn effect <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

Van de jongeren die benaderd zijn voor het onderzoek (zie het stroomdiagram in figuur 2, bijlage 8)<br />

hebben 1.308 jongeren de voormeting ingevuld (202 uit de experimentele versus 1.106 uit de<br />

controlegroep). Er zijn 53.000 jongeren door PartyPeeps benaderd en van deze jongeren hebben er<br />

1.100 een vragenlijst ingevuld (2%). Van alle jongeren die de voormeting hebben ingevuld (n=1306)<br />

hebben er 225 (17%) ook de korte termijn nameting ingevuld (T1; 45 in de experimentele versus 180 in<br />

de controlegroep). Het inclusiecriteria dat de experimentele groep alleen uit de regio <strong>Amsterdam</strong> en<br />

Rotterdam mocht komen en de controlegroep uit andere regio’s in Nederland hebben we tijdens de<br />

analyses niet gehandhaafd. Wel mochten de respondenten de show niet eerder hebben gezien. In totaal<br />

waren er 6 respondenten die zowel een voor- als nameting hadden ingevuld maar de show al eerder<br />

hadden gezien (4 in experimentele en 2 in controlegroep), deze zijn niet meegenomen in de verdere<br />

analyses. De uiteindelijke onderzoekspopulatie bestond uit 41 respondenten in de experimentele groep<br />

en 178 in de controlegroep.<br />

Het merendeel van de respondenten bestond uit meisjes en jongeren tussen de 17 en 20 jaar en ze<br />

hadden een gemiddeld opleidingsniveau (tabel 4). De controlegroep bleek ouder (gemiddelde<br />

leeftijd in de controlegroep 18,7 versus 20,5 jaar in de experimentele groep) en lager opgeleid dan<br />

de experimentele groep. Er zijn geen grote verschillen tussen beide groepen in etniciteit.<br />

In de controlegroep zitten wel opvallend veel respondenten uit het Caribische gebied en overige<br />

geïndustrialiseerde landen. Van de respondenten in de controlegroep bleek 79% de intentie te hebben<br />

om naar de show te gaan wanneer deze bij hen in de buurt zou zijn.<br />

Het grootste gedeelte van de respondenten had in het half jaar voor het invullen van de voormeting één<br />

of meer seksuele contacten gehad (88% in de experimentele versus 83% in de controlegroep). In de<br />

experimentele groep is het aantal partners waarmee de respondenten het afgelopen half jaar seksueel<br />

contact hebben gehad lager. Zo heeft in de experimentele groep 27% meer dan één partner gehad en in<br />

de controlegroep 54%. In beide groepen gebruikten bijna driekwart van de respondenten die het<br />

afgelopen half jaar seksuele contacten hebben gehad niet altijd een condoom. In figuur 3 is te zien dat<br />

vergeleken met de controlegroep de experimentele groep het afgelopen half jaar iets vaker seksuele<br />

contacten heeft gehad. Daarnaast vertoonde de experimentele groep vaker laag risicogedrag en de<br />

controlegroep vaker matig tot hoog risicogedrag. Bijna een derde van alle een respondenten had in het<br />

afgelopen half jaar een SOA test gedaan. Omdat het om jonge populatie gaat zijn er in beide groepen<br />

relatief veel respondenten zwanger geweest (18% versus 28%).


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Tabel 4 Demografische kenmerken, seksueel risicogedrag, SOA testen en<br />

zwangerschapsstatus op T0 van de respondenten die zowel de<br />

voor- (T0) als nameting (T1) hebben ingevuld, voor de experimentele<br />

en controlegroep apart.<br />

Groep<br />

Geslacht Vrouw<br />

Leeftijd < 17 jaar<br />

17 - 20 jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

2> 25 jaar<br />

Niveau opleiding<br />

Laag (LBO/VBO, MAVO, VMBO)<br />

Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />

Hoog (HBO, WO)<br />

Generatie Autochtoon<br />

Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Nederlands<br />

Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Overig geïndustrialiseerd<br />

Overig niet geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Aantal partners1 Geen<br />

én<br />

Meer dan één<br />

Seksueel risicogedrag 1<br />

Geen partner<br />

Geen (altijd condoomgebruik)<br />

Laag risicogedrag 2<br />

Matig tot hoog risicogedrag 3<br />

SOA testgedrag van het afgelopen half jaar<br />

Ja<br />

Nee<br />

Onbekend<br />

Zwangerschapstatus (meisje en jongen)<br />

Nooit<br />

Ja + kind geboren<br />

Ja + abortus<br />

Onbekend<br />

Experimentele (n=41)<br />

n (%)<br />

3 (78)<br />

7 (7)<br />

19 (46)<br />

11 (27)<br />

4 (10)<br />

7 (17)<br />

23 (56)<br />

11 (27)<br />

10 (24)<br />

11 (27)<br />

19 (46)<br />

1<br />

10 (24)<br />

11 (27)<br />

6 (15)<br />

1 (3)<br />

12 (29)<br />

1<br />

5 (12)<br />

25 (61)<br />

11 (27)<br />

5 (12)<br />

9 (22)<br />

19 (46)<br />

8 (20)<br />

15 (37)<br />

23<br />

3<br />

(56)<br />

32 (78)<br />

3 (7)<br />

4 (24)<br />

2<br />

1 in het afgelopen half jaar;<br />

2 seksuele contacten met één partner en niet altijd een condoom gebruikt;<br />

3 seksuele contacten met 2 of meer partners en niet altijd een condoom gebruikt.<br />

Controle (n=178)<br />

n (%)<br />

142 (80)<br />

45 (25)<br />

91 (51)<br />

34 (19)<br />

8 (4)<br />

39 (22)<br />

126 (71)<br />

13 (7)<br />

44 (25)<br />

54 (30)<br />

80 (45)<br />

44 (25)<br />

43 (24)<br />

41 (23)<br />

11 (6)<br />

39 (22)<br />

31 (17)<br />

50 (28)<br />

97 (54)<br />

31 (17)<br />

39 (22)<br />

35 (20)<br />

73 (41)<br />

53 (30)<br />

125 (70)<br />

130 (72)<br />

24 (14)<br />

24 (14)<br />

19


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

20<br />

Figuur 3 Seksueel risicogedrag bij de voormeting (T0) van de experimentele vergeleken met<br />

controlegroep<br />

50<br />

45<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

% 0<br />

geen partner geen laag matig/hoog<br />

seksueel risicogedrag<br />

experimentele groep controle groep<br />

Wanneer de voor- en nameting van beide groepen met elkaar vergeleken wordt tabel 5, bijlage 9), blijkt<br />

dat de controlegroep op de voormeting minder kennis over SOA’s had en dat ze vaker een negatieve<br />

houding ten aanzien van homoseksualiteit hadden dan de experimentele groep. Bij de nameting blijkt<br />

de experimentele groep een betere sociale norm ten aanzien van condoomgebruik te hebben dan<br />

de controlegroep. Vergeleken met de voormeting neemt de kennis over SOA’s, de attitude ten aanzien<br />

van SOA testen, de intentie om SOA’s te testen en de sociale norm en attitude ten aanzien van<br />

condoomgebruik in beide groepen toe.<br />

Er is geen significant verschil tussen de experimentele en controlegroep op de gemeten determinanten<br />

van seksueel risicogedrag gevonden (tabel 6, bijlage 10). Een positieve trend ten gunste van de<br />

experimentele groep is te zien in de sociale norm, risico perceptie en attitude ten aanzien van SOA<br />

testen en de intentie uitvoeren SOA test.<br />

We hebben een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd om te controleren of de uitkomsten van de<br />

effectevaluatie anders waren wanneer het inclusiecriterium waarbij in de controlegroep alleen jongeren<br />

mochten deelnemen die niet uit de regio <strong>Amsterdam</strong> of Rotterdam zouden hebben aangehouden.<br />

Hiervoor hebben we de respondenten uit de regio <strong>Amsterdam</strong> en Rotterdam uit de controlegroep<br />

gehaald en de analyses opnieuw uitgevoerd. Het effect van de SSCS op de verschillende determinanten<br />

van seksueel risicogedrag veranderde niet. Ook hebben we een extra analyse uitgevoerd om te kijken of<br />

de vier respondenten uit de experimentele groep die de voormeting online hebben ingevuld effect<br />

hadden op de uitkomsten. Ook dit bleek niet het geval te zijn.


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

3.3.2 Lange termijn effect SSCS<br />

De lange termijn meting (T2) is uitgezet onder alle respondenten die bij show 3, 4 en 5 een voormeting<br />

hadden ingevuld. Deze groep bestond uit 523 respondenten maar omdat de e-mail adressen of PP-ID’s<br />

van 44 respondenten op de voormeting ontbraken hebben we slechts een deel van de respondenten<br />

aangeschreven (n=479). In totaal hebben 115 jongeren gereageerd (24%), waarvan 42 uit de<br />

experimentele groep en 73 uit de controlegroep.<br />

De meeste respondenten waren tussen de 17 en 20 jaar oud en de gemiddelde leeftijd van de<br />

respondenten uit de experimentele groep was significant hoger dan in de controlegroep (tabel 7, bijlage<br />

11). Ook waren de respondenten uit de experimentele groep vaker hoger opgeleid. Daarnaast zaten er<br />

in de experimentele groep meer eerste en tweede generatie allochtonen dan in de controlegroep (90%<br />

versus 75%) en in de experimentele groep zaten meer respondenten uit Suriname (41% versus 15%) en<br />

geïndustrialiseerde landen (19% versus 3%) en minder uit niet geïndustrialiseerde landen (7% versus<br />

15%). Verder hebben de respondenten uit de experimentele groep vaker één partner gehad (69% versus<br />

43%). Vergeleken met de controlegroep heeft de experimentele groep vaker seksuele contacten gehad,<br />

maar ze vertonen daarbij vaker geen of een laag risicogedrag. Het aantal respondenten dat een SOA<br />

test heeft uitgevoerd was hoger in de experimentele groep vergeleken met de controlegroep (43%<br />

versus 30%).<br />

De attitude ten aanzien van SOA testen en condoomgebruik op de voormeting worden zeer positief<br />

gescoord. Deze score is vooral positief in de experimentele groep vergeleken met de controlegroep<br />

(tabel 8, bijlage 12). Bij de lange termijn effectmeting hebben we geen effect van de SSCS op de<br />

gemeten uitkomstmaten gevonden (tabel 9, bijlage 13). Wel is er een positieve trend te zien ten aanzien<br />

van het SOA testgedrag. Opvallend is dat de intentie tot het gebruiken van condooms in de<br />

experimentele groep zowel op de voor- als op de lange termijn nameting significant hoger dan in de<br />

controlegroep. Kijken we naar het effect dan zien we zelfs een klein negatief effect van de SSCS. Dit<br />

komt doordat de intentie tot condoomgebruik in de experimentele groep gelijk blijft en in de<br />

controlegroep stijgt.<br />

3.3.3 Non-respons analyse (T0-T1)<br />

In totaal hebben 1306 respondenten de vragenlijst bij de voormeting ingevuld. Van hen zijn 31<br />

respondenten eerder naar de SSCS geweest (22 uit de experimentele en 9 uit de controlegroep). Deze<br />

31 respondenten zijn uit alle analyses gehaald waardoor we 1275 respondenten met een voormeting<br />

overhouden. In tabel 10 (bijlage 14) vergelijken we de respondenten die alleen T0 (n=1056) hebben<br />

ingevuld met de respondenten die de voor- en nameting (n=219) hebben ingevuld. Degenen die de<br />

SSCS hebben bezocht, vulden vaker ook een nameting in. Zowel de voor- en nameting zijn significant<br />

vaker ingevuld door respondenten die de intentie hadden naar de show te gaan, door meisjes en door<br />

jongeren met een gemiddeld opleidingsniveau. De respondenten die alleen de voormeting hebben<br />

ingevuld en degenen die de voor- en nameting hebben ingevuld, hebben even vaak seksuele één of<br />

meer contacten gehad en vertonen evenveel seksueel risicogedrag.<br />

21


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

3.4 Prevalentie van seksueel (risico)gedrag onder jongeren in de<br />

Urban Lifestyle Scene<br />

22<br />

In tabel 11 is een beschrijving te zien van alle respondenten die de eerste vragenlijst hebben ingevuld<br />

(n=1306). De gegevens zijn weergegeven voor de hele groep en voor de jongens en meisjes apart. De<br />

meeste respondenten zijn jonger dan 17, hebben een middelbaar opleidingsniveau. Ongeveer<br />

tweederde is allochtoon, waarvan het meerendeel tweede generatie. Bekijken we de etniciteit dan zien<br />

we relatief veel jongeren uit Suriname, het Caraïbische gebied en overige niet-geindustrialiseerde<br />

gebieden. Circa 30% is Nederlands. Hieronder bevinden zich waarschijnlijk veel derde generatie<br />

allochtonen (de jongeren en hun ouders zijn in Nederland geboren maar hun grootouders niet). Dit<br />

hebben we niet nagevraagd aan de jongeren zelf, maar volgens PartyPeeps, de organisatie die de<br />

respondenten heeft geworven, bestaat hun ledenbestand voornamelijk uit tweede en derde generatie<br />

allochtonen. De helft van de respondenten heeft meer dan één partner gehad en meer dan de helft van<br />

de respondenten vertoont laag tot hoog risicogedrag. Daarnaast heeft meer dan een kwart van de<br />

respondenten in het half jaar voorafgaand aan de meting een SOA test uitgevoerd (30% van de meisjes<br />

en 19% van de jongens).<br />

Vergelijken we de jongens met de meisjes dan blijken zij op alle variabelen, behalve bij de variabele<br />

eerdere zwangerschap, van elkaar te verschillen. Meisjes zijn jonger, hoger opgeleid en vaker<br />

autochtoon. Meisjes hebben vaker geen of één partner (meisjes; 44% versus jongens; 22%) en vertonen<br />

vaker een laag risicogedrag, terwijl jongens vaker meerdere partners hebben (meisjes; 39% versus<br />

jongens; 71%) en vaker matig en hoog risicogedrag vertonen. Ook hebben de meisjes het afgelopen half<br />

jaar vaker een SOA test uitgevoerd. In tabel 12 is te zien dat jonge jongens (


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Figuur 4 Condoomgebruik verdeeld naar het aantal partners (één ten opzichte van meer dan<br />

één) in het afgelopen half jaar per geslacht.<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

% 0<br />

Vrouw<br />

(n=388; 44%)<br />

Man<br />

(n=79; 20%)<br />

Vrouw<br />

(n=349; 39%)<br />

Man<br />

(n=287; 71%)<br />

Een partne Meer dan een partner<br />

Altijd Bijna altijd Nooit<br />

23


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Tabel 11 Populatiebeschrijving, seksueel risicogedrag en SOA testgedrag onder alle respondenten die<br />

een voormeting hebben ingevuld (n=1306), uitgesplitst naar geslacht.<br />

Geslacht Man<br />

Vrouw<br />

Leeftijd < 17 jaar<br />

17 - 20 jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

> 25 jaar<br />

Niveau opleiding Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />

Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />

Hoog (HBO, WO)<br />

Onbekend<br />

Etniciteit1 Autochtoon1 Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Nederlands1 Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Overig niet geïndustrialiseerd<br />

Overig geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Aantal partners 2 Geen<br />

Eén<br />

Meer dan één<br />

Onbekend<br />

24<br />

Seksueel risicogedrag 2 Geen partner<br />

Geen risicogedrag<br />

Laag<br />

Matig en hoog<br />

Lesbische relatie<br />

Onbekend<br />

Zwanger geweest Nee<br />

Ja, kind gekregen<br />

Ja, abortus gehad<br />

Onbekend<br />

SOA testgedrag 2 Wel<br />

Niet<br />

Onbekend<br />

Alle<br />

respondenten<br />

(N =1306) 1<br />

n (%)<br />

408 (31)<br />

898 (69)<br />

575 (44)<br />

402 (31)<br />

255 (19)<br />

74 (6)<br />

415 (32)<br />

689 (52)<br />

199 (15)<br />

3<br />

394 (30)<br />

356 (27)<br />

542 (42)<br />

14<br />

394 (30)<br />

305 (23)<br />

204 (16)<br />

319 (24)<br />

66 (5)<br />

18<br />

193 (15)<br />

467 (36)<br />

636 (49)<br />

10<br />

193 (15)<br />

287 (22)<br />

351 (27)<br />

455 (36)<br />

3<br />

17<br />

885 (68)<br />

170 (13)<br />

155 (12)<br />

96<br />

348 (27)<br />

945 (72)<br />

12<br />

Meisjes<br />

(N=898)<br />

427 (48)<br />

260 (29)<br />

163 (18)<br />

48 (5)<br />

270 (30)<br />

502 (55)<br />

125 (14)<br />

1<br />

310 (34)<br />

219 (24)<br />

367 (41)<br />

2<br />

310 (35)<br />

202 (22)<br />

131 (15)<br />

199 (22)<br />

50 (6)<br />

6<br />

155 (17)<br />

388 (44)<br />

349 (39)<br />

6<br />

155 (17)<br />

171 (19)<br />

292 (33)<br />

266 (30)<br />

3<br />

11<br />

618 (69)<br />

121 (13)<br />

95 (11)<br />

64<br />

272 (30)<br />

618 (69)<br />

8<br />

Jongens<br />

(N=408)<br />

148 (36)**<br />

142 (35)<br />

92 (23)<br />

26 (6)<br />

145 (35)**<br />

187 (46)<br />

74 (18)<br />

2<br />

84 (21)**<br />

137 (33)<br />

175 (43)<br />

12<br />

84 (21)**<br />

103 (25)<br />

73 (18)<br />

120 (29)<br />

16 (4)<br />

12<br />

38 (9)**<br />

79 (20)<br />

287 (71)<br />

4<br />

38 (9)**<br />

116 (28)<br />

59 (14)<br />

189 (46)<br />

6<br />

267 (65) #<br />

49 (12)<br />

60 (15)<br />

32<br />

76 (19)**<br />

327 (80)<br />

5<br />

** p< 0,01; * p


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Tabel 12 Seksueel contacten in het afgelopen half jaar uitgesplitst naar geslacht<br />

Afgelopen half jaar Geen seksuele contacten Wel seksuele contacten<br />

Vrouw < 15 jaar 17 (45) 21 (55)<br />

15-18 jaar 90 (23) 298 (77)<br />

18-21 jaar 27 (11) 231 (89)<br />

21-25 jaar 13 (8) 148 (92)<br />

> 25 jaar 8 (17) 39 (83)<br />

Man < 15 jaar 3 (33) 6 (67)<br />

15-18 jaar 17 (12) 122 (88)<br />

18-21 jaar 9 (6) 132 (94)<br />

21-25 jaar 6 (7) 84 (93)<br />

> 25 jaar 3 (12) 22 (88)<br />

Uit tabel 13, waarin we het seksueel risicogedrag nader bekijken, zien we dat jongeren tussen de 17 en<br />

de 25 vaker het hoogste risicogedrag vertonen (zowel laag risico als matig-hoog risicogedrag komt vaker<br />

voor dan geen). Eerste generatie allochtonen vertonen iets minder vaak seksueel risicogedrag dan<br />

tweede generatie allochtonen en autochtonen. Nederlandse jongeren vertonen het vaakste seksueel<br />

risicogedrag (72%), gevolgd door jongeren uit het Caribische gebied (63%), Surinamers (58%) en overig<br />

niet geïndustrialiseerd (57%). Jongeren die eerder een kind hebben verwekt maar dit hebben laten<br />

aborteren (of waarvan de partner een abortus heeft gehad) vertonen vaker matig-hoog seksueel<br />

risicogedrag (50%). Jongeren die een SOA-test hebben gehad vertonen vaker seksueel risicogedrag,<br />

zowel laag als matig-hoog, dan jongeren die geen SOA-test hebben gehad.<br />

25


Evaluatie onderzoek SSCS | Resultaten<br />

Tabel 13 De relatie tussen demografische variabelen, eerdere zwangerschap en SOA testgedrag en<br />

seksueel risicogedrag van alle respondenten die een voormeting hebben ingevuld (n=1306).<br />

Geslacht Vrouw<br />

Man<br />

Leeftijd < 17 jaar<br />

17 - 20 jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

> 25 jaar<br />

Niveau opleiding Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />

Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />

Hoog (HBO, WO)<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Autochtoon2 Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Nederlands2 Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Overig niet geïndustrialiseerd<br />

Overig geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Zwanger geweest Nee<br />

Ja, kind gekregen<br />

Ja, abortus gehad<br />

Onbekend<br />

SOA testgedrag 3 Wel<br />

Niet<br />

Onbekend<br />

26<br />

Geen<br />

partner 1<br />

N=193<br />

n (%)<br />

155 (18)<br />

38 (9)<br />

127 (22)<br />

36 (9)<br />

19 (8)<br />

11 (15)<br />

70 (17)<br />

103 (15)<br />

20 (10)<br />

39 (10)<br />

62 (18)<br />

91 (17)<br />

1<br />

39 (10)<br />

65 (22)<br />

22 (11)<br />

59 (19)<br />

5 (8)<br />

3<br />

162 (18)<br />

14 (8)<br />

5 (3)<br />

12<br />

17 (5)<br />

174 (19)<br />

2<br />

Seksueel risicogedrag<br />

1, 4 Geen<br />

N=287<br />

n (%)<br />

171 (19)<br />

116 (29)<br />

141 (25)<br />

84 (21)<br />

51 (20)<br />

11 (15)<br />

102 (25)<br />

139 (20)<br />

43 (22)<br />

3<br />

69 (18)<br />

95 (27)<br />

118 (22)<br />

5<br />

69 (18)<br />

61 (21)<br />

52 (26)<br />

78 (25)<br />

21 (32)<br />

6<br />

211 (24)<br />

21 (12)<br />

35 (23)<br />

20<br />

69 (20)<br />

215 (23)<br />

3<br />

1, 5 Laag<br />

N=351<br />

n (%)<br />

292 (33)<br />

59 (15)<br />

124 (22)<br />

119 (30)<br />

78 (32)<br />

30 (42)<br />

85 (21)<br />

201 (30)<br />

65 (34)<br />

131 (33)<br />

75 (21)<br />

144 (27)<br />

1<br />

131 (33)<br />

81 (27)<br />

48 (24)<br />

68 (22)<br />

22 (34)<br />

1<br />

216 (25)<br />

69 (41)<br />

37 (24)<br />

29<br />

104 (30)<br />

243 (26)<br />

4<br />

1, 6<br />

Matig-hoog<br />

N=455<br />

n (%)<br />

266 (30)**<br />

189 (47)<br />

180 (32)**<br />

157 (40)<br />

98 (40)<br />

20 (28)<br />

155 (37)*<br />

235 (35)<br />

65 (34)<br />

152 (39)**<br />

120 (34)<br />

179 (34)<br />

4<br />

152 (39)**<br />

91 (31)<br />

78 (39)<br />

112 (35)<br />

17 (26)<br />

5<br />

291 (33)**<br />

66 (39)<br />

77 (50)<br />

21<br />

153 (45)**<br />

299 (32)<br />

3<br />

** p< 0,01; * p


Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />

4 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong><br />

<strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />

4.1 Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong><br />

Het vergt een specifieke aanpak om niet schoolgaande jongeren met een allochtone achtergrond te<br />

bereiken met gezondheidsbevorderende interventies. Bij de werving van jongeren voor de SSCS is<br />

daarom zo optimaal mogelijk gebruik gemaakt van jongeren en jongerenorganisaties (ILove<strong>Comedy</strong> en<br />

Get Entertained) uit de doelgroep zelf. Ook is er een, in de doelgroep gespecialiseerde, organisatie<br />

(PartyPeeps) ingezet. Daarnaast richt de invulling van de show zich op het bereiken van de doelgroep.<br />

Ondanks alle inspanningen die zijn geleverd om de jongeren naar de show te krijgen is dit onvoldoende<br />

gelukt. Hieronder noemen we enkele aspecten waar rekening mee gehouden moet worden bij de<br />

werving voor een show als deze:<br />

• De locatie en het tijdstip waar de show wordt opgevoerd. Populairdere locaties zoals de Melkweg in<br />

<strong>Amsterdam</strong> lijken meer jongeren te trekken. Ook moet de show concurreren met andere<br />

vrijetijdsbestedingactiviteiten waardoor de dag en het tijdstip van de show belangrijk is. De shows<br />

werden vroeg in de avond gegeven (20.00 uur) en de laatste show, die zeer goed bezocht was, is op<br />

een maandag gegeven;<br />

• Omdat het netwerk van de performers en jongerenorganisaties op een bepaald moment is uitgeput<br />

moet er intensiever naar andere ingangen gezocht worden om de doelgroep te bereiken. Bij de<br />

meting onder de bezoekers van de show bleek dat 30% één of meer performers kent. Hetgeen<br />

bevestigd hoe belangrijk het netwerk van de performers is;<br />

• Ook de inhoud van de show zal regelmatig vernieuwd moeten worden zodat jongeren zich blijven<br />

interesseren voor de show;<br />

• Om de jongeren naar de show te krijgen is een goede pr belangrijk en iets dat continu aandacht en<br />

expertise vereist. Zo hebben we tijdens de onderzoeksperiode aanspraak gemaakt op PartyPeeps die<br />

een grote groep jongeren uit de doelgroep online bereikt. Ook hebben we gewerkt met flyers en<br />

posters die door de doelgroep zelf ontworpen zijn. Per show is opnieuw bekeken hoe de pr het beste<br />

uitgevoerd kon worden. Hierbij is de locatie waar de show werd opgevoerd intensief betrokken;<br />

• Vanaf de start van de show hebben alle activiteiten rond de show op vrijwillige basis plaatsgevonden.<br />

Dit vrijwillige karakter kent echter grenzen. Het is namelijk van belang om bij een show als deze<br />

enigszins te kunnen concurreren met de commerciële partijen. Hiervoor moeten voldoende financiële<br />

middelen beschikbaar zijn. Vooral omdat de corebusiness van de betrokken organisaties als Get<br />

Entertained, ILove<strong>Comedy</strong> en PartyPeeps vrijetijdsbesteding en entertainment business is en niet<br />

gezondheidsbevordering. Wanneer een project als dit een meer structurele vorm wil krijgen zullen<br />

daar ook financiële middelen tegenover moeten staan.<br />

De show staat of valt met de inzet en betrokkenheid van de performers, niet in de laatste plaats vanwege<br />

hun contacten met de doelgroep. Dit is de kracht van de interventie maar maakt het tegelijkertijd<br />

kwetsbaar. Er blijkt een redelijk verloop te zijn onder de performers. Wat weer gevolgen kan hebben<br />

voor de continuïteit en kwaliteit van de acts in de show. Het verloop onder de performers wordt deels<br />

veroorzaakt omdat de performers niet betaald worden voor hun werkzaamheden. Het is gebleken dat dit<br />

vrijwillige karakter bij enkele performers een bepaalde mate van vrijblijvendheid genereerde. Een kleine<br />

groep performers was structureel aanwezig maar een aantal andere performers was minder betrouwbaar<br />

en wisselend aanwezig bij trainingen en/of de shows. Omdat de performers niet betaald werden voelden<br />

zij zich niet verplicht steeds aanwezig te zijn. Ook zijn enkele jongeren vertrokken omdat ze de<br />

tijdsinvestering ten opzichte van de symbolische vergoeding niet redelijk verdeeld vonden.<br />

27


Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />

28<br />

Daarnaast werden performers in de loop van de tijd beter (ze groeien) waardoor ze de show ontgroeien<br />

en stoppen en/of doorstromen naar het betaalde circuit. Ook kan investering in een baan, opleiding of<br />

eigen gezin een reden zijn voor de jongeren om zich terug te moeten trekken. Door het vertrekken van<br />

deze performers moet er continu gezorgd worden voor een nieuwe aanwas van jongeren.<br />

Het begeleiden van de performers vergt een specifieke aanpak. Ook moet deze begeleider iemand zijn<br />

die hen op de juiste manier weet aan te spreken en te motiveren. Het is bijvoorbeeld belangrijk de<br />

jongeren goed te coachen over hoe ze om moeten gaan met de nieuw verworven status (in hun<br />

netwerk). Ook moet deze begeleider/gezondheidsbevorderaar goed om kunnen gaan met jongeren die<br />

zgn. sterallures krijgen waardoor ze meer eisen stellen (zoals financiering of een grotere rol in de show)<br />

of geen onbetaalde tijd meer willen inzetten en uit de groep vertrekken.<br />

Een belangrijk leerpunt bij dit project was dat de verantwoordelijkheid voor de shows vooral bij de <strong>GGD</strong><br />

heeft gelegen. Het is gedurende het project niet gelukt deze verantwoordelijkheid over te dragen aan<br />

de jongeren of een jongerenorganisatie. Hierdoor is de <strong>GGD</strong> gedurende het project te sterk belast<br />

geweest met allerlei activiteiten zoals pr, zoeken van locaties, werven, stimuleren van de performers en<br />

organiseren van financiering. In toekomstige projecten zullen andere, lokale- of jongerenorganisaties<br />

verantwoordelijk moeten worden gemaakt voor het project. De <strong>GGD</strong> kan het project begeleiden en haar<br />

expertise aanbieden. Ook voor de verankering (institutionalisatie) van een project als dit, is het belangrijk<br />

externe organisaties vanaf het begin mede verantwoordelijk te maken.<br />

4.2 Ervaringen onderzoeksdesign<br />

Het betreft hier een unieke interventie met een innovatief onderzoeksdesign. De jongeren worden online<br />

benaderd voor het bezoeken van de show en het meedoen aan het onderzoek. Door deze benadering is<br />

het gelukt om een grote groep jongeren met verschillende etnische achtergronden te bereiken. Het<br />

lukte echter niet om deze groep jongeren ook een nameting te laten invullen en de show te bezoeken.<br />

We hebben het volgende geconstateerd:<br />

PartyPeeps heeft 49.000 leden aangeschreven met de vraag deel te nemen aan het onderzoek. Van hen<br />

heeft 3% de vragenlijst ingevuld. Van deze respondenten, die een voormeting hadden ingevuld, vulde<br />

slechts 17% de vragenlijst voor de korte termijn nameting in en 24% voor de lange termijn nameting.<br />

Daarnaast bleek slechts 2% van de respondenten uit de experimentele groep die hadden aangegeven<br />

‘zeker’ (51%) of misschien (37%) naar de show te gaan ook daadwerkelijk naar de show te komen.<br />

Blijkbaar was de stap van ‘intentie om naar de show te gaan’ en ‘daadwerkelijk naar de show gaan’ te<br />

groot. Het oorspronkelijk onderzoeksdesign waarbij jongeren online werden benaderd, online<br />

vragenlijsten invulden en waarbij de experimentele groep de live SSCS bezocht heeft bij deze doelgroep<br />

niet gewerkt.<br />

In de experimentele groep heeft, vanaf show 3, de voormeting voorafgaand aan de show op locatie<br />

plaatsgevonden. Dit bleek succesvol te zijn. Een keerzijde hiervan is echter dat we nu twee vragenlijsten<br />

op locatie uitvoerden (één voor de show en één na de show). Als mogelijk gevolg hiervan zien we dat de<br />

respons op de meting aan het einde van de show afneemt na het invoeren van de voormeting op locatie.<br />

Om de respons te vergroten hebben we gedurende het onderzoek geëxperimenteerd met verschillende<br />

vormen van beloning voor jongeren die beide vragenlijsten invulden (voor- en nameting). Zo hebben we<br />

bij de eerste drie shows kaartjes voor feesten bij de respondent in de buurt uitgedeeld aan de eerste<br />

110 jongeren die de vragenlijst online invulden. Bij de laatste shows hebben we naast de kaarten voor<br />

een feest ook iPods verloot en bij de lange termijn nameting hebben we geen kaartjes voor een feest<br />

uitgedeeld, maar alleen een duurdere iPod (iPod Touch) verloot. Wij hebben geen duidelijke<br />

aanwijzingen of de verschillende vormen van de beloning effect hadden op de respons.<br />

Mogelijk hangt de lage respons samen met de lengte van de vragenlijst, de onderwerpen van de<br />

vragenlijst (intieme vragen over seks, condoomgebruik, zwangerschap etc.) en met een zekere<br />

onderzoeksmoeheid aan de kant van de bezoekers (na een voor- en een tussenmeting ook nog een<br />

nameting). Bij de lange termijn nameting is de vragenlijst veel korter (11 vragen bij de lange termijn


Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />

nameting versus 115 vragen bij de korte termijn nameting) en de respons iets hoger (24% versus 17%).<br />

Voor toekomstig onderzoek is het belangrijk om de vragen op zo’n manier te presenteren dat ze de<br />

jongeren meer aanspreken. Er kan daarbij gedacht worden aan andere onderzoeksinstrumenten of een<br />

meer entertainment aanpak van vragen stellen. Ook zouden jongeren actief ingezet kunnen worden bij<br />

het afnemen van vragenlijsten. Als laatste hebben we twee keer zoveel jongens als meisjes benaderd<br />

voor het onderzoek en toch is de respons op het onderzoek en het bezoeken van de show groter bij<br />

meisjes. Ook de nameting werd significant vaker door meisjes ingevuld dan door jongens. Toekomstig<br />

onderzoek zou ingezet kunnen worden of een gender specifieke benadering van respondenten een<br />

grotere respons oplevert.<br />

Het online afnemen van een vragenlijst zorgt voor verschillende voordelen. Zo zijn er nooit missende<br />

antwoorden op een vraag omdat de respondent pas verder kan naar de volgende vraag nadat ze een<br />

antwoord hebben geven. Wel wordt vaker gezien dat de respondenten de vragenlijst niet afmaken. Een<br />

ander voordeel is dat respondenten via hun inlogcode of e-mail adres gemakkelijk te benaderen zijn voor<br />

een nameting. Wanneer de vragenlijst op papier wordt ingevuld, worden er vaker vragen overgeslagen<br />

en wordt er vaak een onjuist of onleesbaar correspondentie adres ingevuld. Hierdoor zijn de<br />

respondenten niet meer te benaderen voor een nameting.<br />

29


Evaluatie onderzoek SSCS | Ervaringen implementatie <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> en onderzoeksdesign<br />

30


Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />

5 Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />

Conclusie<br />

De SSCS trekt het beoogde publiek, namelijk een multiculturele groep van seksueel actieve jongeren<br />

tussen 15 en 25 jaar. Onder de respondenten zijn maar liefst 49 verschillende etnische achtergronden<br />

geteld. De bezoekers zijn enthousiast over de show en het gebruikte format (E&E strategie) en ze<br />

vonden de performers geloofwaardig. Daarnaast hadden de bezoekers een positieve attitude ten<br />

aanzien van de verstrekte informatie en vonden ze de informatie aanvaardbaar en van toegevoegde<br />

waarde voor hen persoonlijk. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor een succesvol toegepaste E&E<br />

strategie. Wel is het aantal jongeren dat naar de show komt, ondanks zeer intensieve pr, lager dan in<br />

de shows voorafgaande aan het onderzoek. Ook zijn de jongeren die de show bezoeken ouder, hoger<br />

opgeleid en vertonen ze minder seksueel risicogedrag dan de jongeren die de show niet hebben<br />

bezocht maar wel een vragenlijst hebben ingevuld bij de voormeting. We hebben geen effect van de<br />

SSCS op (intermediaire) determinanten van condoomgebruik en SOA testgedrag kunnen aantonen door<br />

de lage opkomst bij de show en de lage respons op de nameting (te kleine power). Hierdoor hebben we<br />

dus ook niet kunnen aantonen of de toegepaste E&E strategie effectief is. De jongeren uit onze<br />

onderzoekspopulatie (eerste- , tweede en derde generatie allochtonen met een voornamelijk Surinaamse<br />

en Caribische etniciteit) hebben op jongere leeftijd seksuele contacten en lopen een vergelijkbaar<br />

seksueel risico door niet altijd een condoom te gebruiken als jongeren met dezelfde leeftijd uit andere<br />

studies. Daarnaast voeren ze vaker een SOA test uit.<br />

Discussie<br />

Ondanks dat we met de SSCS een grote groep jongeren hebben bereikt is er waarschijnlijk sprake van<br />

selectieve respons. Zo blijkt dat de jongeren die de show bezoeken een half jaar voorafgaand aan de<br />

voormeting, minder seksueel risicogedrag vertonen dan alle jongeren die een voormeting hebben<br />

ingevuld (48% versus 63%). Ook in vergelijking met de bevindingen in andere studies is het seksueel<br />

risicogedrag in de experimentele groep lager [Gras et al.,1999, De Graaf et al., 2005, Bakker &<br />

Vanwesenbeeck, 2006]. Zo wordt in het onderzoek ‘seks onder je 25e’ gevonden dat tweederde van<br />

de jongens en viervijfde van de meisjes niet altijd een condoom heeft gebruikt bij de laatste partner<br />

[De Graaf et al., 2005]. Daarnaast heeft 39% van de jongeren uit de experimentele groep het half jaar<br />

voorafgaand aan het onderzoek een SOA test uitgevoerd terwijl dit onder de totale onderzoekspopulatie<br />

27% is. Opvallend is ook dat de SSCS oudere en hoger opgeleide jongeren bereikt in vergelijking tot de<br />

respondenten die alleen de voormeting hebben ingevuld.<br />

Het format (E&E strategie) en de inhoud van de SSCS spreekt de bezoekers op zo’n manier aan dat ze<br />

de informatie geloofwaardig, bruikbaar en van persoonlijk toegevoegde waarde vinden. Daarnaast gaven<br />

de bezoekers aan dat ze de performers geloofwaardig vonden en zich redelijk goed konden identificeren<br />

met de performers. Dit wijst op een goede modeling. Al deze kenmerken wijzen erop dat het persuasive<br />

karakter van de show als hoog mag worden beschouwd [Rosseli et al., 1995]. Ook gaven de bezoekers<br />

aan dat de bij de show gegeven informatie een toegevoegde waarde had voor hen persoonlijk, terwijl<br />

mensen die risicogedrag vertonen vaak vinden dat de boodschap niet op henzelf van toepassing is.<br />

Deze combinatie laat zien dat er onder de bezoekers sprake is van een positieve affectieve beoordeling<br />

van de verstrekte informatie hetgeen een voorwaarde is voor een positieve response-efficacy en een<br />

goede cognitieve verwerking van de informatie [Rothman et al., 1993, Casey et al., 2009]. Dit leidt er in<br />

potentie toe dat de verstrekte informatie ook daadwerkelijk opgenomen en gebruikt zal worden<br />

(gedragsverandering). Samengevat lijkt het erop dat de E&E strategie goed is toegepast in de SSCS en<br />

dat het in potentie een effectieve interventie is [Bouman, 1999, El-Karimy et al., 2001].<br />

31


Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />

32<br />

Het is in het onderliggende onderzoek niet gelukt om het effect van SSCS op belangrijke (intermediaire)<br />

determinanten van condoomgebruik en testgedrag aan te tonen. Wel is er een lichte positieve trend ten<br />

gunste van de experimentele groep te zien bij de sociale norm, risicoperceptie en attitude ten aanzien<br />

van SOA testen en de intentie tot het uitvoeren van een SOA test. Bij de lange termijn meting was er<br />

ook een positieve trend te zien in het SOA testgedrag. Dat er geen verschillen konden worden<br />

aangetoond werd waarschijnlijk veroorzaakt door de lage power. De lage respons werd mogelijk<br />

veroorzaakt door de lengte van de vragenlijst, de herhalingscomponent van vergelijkbare vragen, het<br />

onderwerp zelf (intieme vragen over seks, condoomgebruik, zwangerschap etc.), de manier van<br />

uitvragen van determinanten van risicogedrag en met een zekere onderzoeksmoeheid aan de kant van<br />

de bezoekers (na een voor- en een tussenmeting ook nog een nameting). Een andere reden waarom we<br />

geen effect konden aantonen, werd mogelijk veroorzaakt doordat de experimentele- en controlegroep<br />

op de voormeting van elkaar verschilden. Daarnaast vertoonden ze minder seksueel risicogedrag<br />

waardoor er in de experimentele groep dus ook minder te verbeteren was voor wat betreft<br />

(determinanten van) seksueel risicogedrag.<br />

Een methodologische kanttekeningen bij de effectevaluatie is dat we waarschijnlijk te maken hebben<br />

met een selectieve groep jongeren binnen de Urban Lifestyle Scene die naar de show komen en / of de<br />

vragenlijst hebben ingevuld. Het is bijvoorbeeld zo dat er veel meisjes naar de show komen en de<br />

vragenlijsten invullen, terwijl er twee keer zoveel jongens als meisjes zijn aangeschreven. Daarnaast heeft<br />

de soort vragenlijst (online of op papier) en de plek van het invullen van de vragenlijst (op locatie of<br />

thuis) mogelijk invloed gehad op de uitkomsten van het onderzoek. Zo kan het zijn dat jongeren die<br />

alleen achter hun pc de vragenlijst invulden meer waarheidsgetrouwe antwoorden gaven dan de<br />

jongeren die de vragenlijst op locatie invulden.<br />

De Urban Lifestyle Scene bestaat uit een groep multiculturele jongeren die vergeleken met andere<br />

studies op jongere leeftijd seksuele contacten hebben en een vergelijkbaar seksueel risicogedrag<br />

vertonen. Onder alle jongeren die een voormeting voor ons onderzoek hebben ingevuld (n=1306)<br />

bevinden zich veel Surinamers (23%), jongeren uit het Caribische gebied (16%) en waarschijnlijk derde<br />

generatie allochtonen. De jongeren blijken eerder seksuele contacten te hebben en hebben daarbij<br />

vaker meerdere partners dan de jongeren uit andere onderzoeken. Zo vindt van De Graaf et al. (2005),<br />

dat 43% van de 15 tot 18 jarigen seksuele contacten heeft en in ons onderzoek is dat 79%. Ook de<br />

oudere jongeren uit ons onderzoek hebben meer seksuele contacten (18 tot 21 jarigen en 21-25 jarigen).<br />

Overeenkomstig met het onderzoek van De Graaf et al. (2005), vinden wij dat jongens in de jongste<br />

leeftijdsgroepen (15-21 jaar) eerder seksuele contacten hebben dan meisjes. Daarnaast vertoont 62% van<br />

de jongeren uit ons onderzoek het half jaar voor het invullen van de vragenlijst seksueel risicogedrag<br />

(63% meisjes en 62% jongens). In het onderzoek ‘Seks onder je 25e’ vertonen de deelnemers tussen de<br />

12 en 25 jaar meer seksueel risicogedrag (79% meisjes en 67% jongens) [De Graaf et al., 2005]. Terwijl wij<br />

juist weer meer seksueel risicogedrag vinden onder jongeren met meer dan één partner dan in het<br />

onderzoek ‘Seksuele gezondheid in Nederland 2009’ [Kedde et al., 2009]. Vergelijkbaar met andere<br />

recente landelijke onderzoeken onder jongeren tussen de 15 en 34, vinden we dat meisjes vaker<br />

seksueel risicogedrag vertonen dan jongens [Kedde, 2009, De Graaf et al., 2005, Kuyper et al., 2006].<br />

Kuyper et al. (2006), geeft als mogelijke verklaring dat vrouwen de risico’s van onveilige seks hoger<br />

inschatten dan mannen, waardoor ze zich de seksuele contacten zonder condoomgebruik beter kunnen<br />

herinneren.<br />

Hierbij moet opgemerkt worden dat wij mogelijk een overschatting van het seksueel risicogedrag onder<br />

de jongeren uit onze doelgroep vinden omdat wij geen onderscheid konden maken tussen vaste en losse<br />

partners. Wij hebben de jongeren met een vaste partner die niet altijd een condoom hebben gebruikte<br />

tot de laag seksueel risicogeroep gerekend. Het kan zijn dat het hier gaat om een vaste relatie tussen<br />

jongeren die beide nooit eerder seks hebben gehad of die een SOA test hebben uitgevoerd. Ook wordt<br />

in de meeste (recente) onderzoeken gevraagd naar het condoomgebruik bij de laatste partner terwijl wij<br />

vragen naar het condoomgebruik in het afgelopen half jaar. Dit kan de vergelijkbaarheid van onze<br />

onderzoekspopulatie met andere onderzoeken verstoren.<br />

Vergeleken met andere studies is het aantal jongeren wat het half jaar voor het invullen van de vragenlijst<br />

een SOA test heeft uitgevoerd in ons onderzoek hoog [Gras et al., 2001, De Graaf et al., 2005]. In onze<br />

totale onderzoekspopulatie heeft 31% van de meisjes en 19% van de jongens een SOA test uitgevoerd<br />

en kijken we alleen naar de jongeren die seksuele contacten hebben gehad dan vinden wij percentages


Evaluatie onderzoek SSCS | Conclusie, discussie en aanbevelingen<br />

van 38% en 22%. In het onderzoek ‘Seks Onder je 25e’ heeft 11% van de meisjes en 9% van de jongens<br />

die het halve jaar voor het onderzoek seksuele contacten heeft gehad een SOA test heeft laten uitvoeren<br />

[De Graaf et al., 2005]. Onze onderzoeksgroep bestaat uit voornamelijk allochtone jongeren en uit<br />

eerder onderzoek blijkt ook dat zij vaker dan autochtone jongeren een SOA/HIV test uitvoeren [Gras et<br />

al., 2001]. Daarnaast vinden wij, net als in het onderzoek ‘Seks Onder je 25’, dat jongens uit Suriname en<br />

het Caribische gebied (inclusief Antillianen) vaker een SOA test uitvoeren dan andere etnische groepen<br />

(data niet in dit rapport). Bij vrouwen vinden wij geen verschil in testgedrag en etniciteit terwijl in het<br />

onderzoek ‘Seksuele Gezondheid in Nederland 2006’ de Turkse/Marokkaanse en Surinaamse/Antiliaanse<br />

vrouwen vaker een SOA/HIV test uit hebben gevoerd dan mannen [Bakker & Vanwesenbeeck, 2006].<br />

Aanbevelingen<br />

• Tijdens de onderzoeksperiode is veel aandacht besteed aan de pr. Het is daarbij belangrijk om naast<br />

de expertise van de organisaties ook de jongeren zelf en hun netwerk in te zetten voor het optimaal<br />

bereiken van de doelgroep.<br />

• Voor het opzetten van een project kan het inzetten van jongeren en organisaties op deels vrijwillige<br />

basis uitgevoerd worden. Voor de langere termijn is het van belang voldoende draagkracht en<br />

financiering te regelen. Dit om het project minder kwetsbaar en afhankelijk te maken van de ‘goede<br />

wil’ van de verschillende partijen op de langere termijn. Hiermee zorg je ook dat een project enigszins<br />

kan concurreren met commerciële partijen die vrijetijdsactiviteiten voor de jongeren organiseren.<br />

• Bij een project als deze zal er regelmatig gezorgd moeten worden voor vernieuwing van de show.<br />

Dit kan mogelijk deels gerealiseerd worden door met grote regelmaat te zorgen voor nieuwe<br />

performers. Op deze manier bereik je ook steeds nieuwe netwerken.<br />

• Door verschillende omstandigheden, waaronder tijdgebrek, het vrijblijvende karakter van het project<br />

en beperkte financiële middelen, is het niet gelukt de SSCS over te dagen aan een jongerenorganisatie<br />

waardoor de toekomst van de SSCS onzeker is. Een optie is om individuele acts uit de<br />

SSCS in de toekomst te koppelen aan andere, al reeds bestaande (commerciële) activiteiten voor<br />

jongeren uit de Urban Lifestyle Scene. Ook zou gedacht kunnen worden aan het vertonen van delen<br />

van de show via internet. Het is immers gebleken dat je een grote groep jongeren uit deze scene<br />

online goed kan bereiken. Door een online presentatie mis je echter wel de interactie tussen de<br />

performers en het publiek.<br />

• Het afnemen van vragenlijsten online biedt verschillende voordelen. Zo wordt de respondent<br />

‘gedwongen’ om alle vragen te beantwoorden waardoor je niet te maken hebt met missende<br />

waarden. Wel kunnen respondenten hun vragenlijst vroegtijdig afbreken. Een ander voordeel is dat je<br />

de respondent gemakkelijk opnieuw kan benaderen via een unieke code of e-mailadres. Een laatste<br />

voordeel kan zijn dat de respondenten de vragenlijst alleen (thuis achter hun pc) invullen wat mogelijk<br />

meer waarheidsgetrouwe antwoorden geeft dan een vragenlijst die op locatie wordt ingevuld.<br />

• Het uitvoeren van online onderzoek lijkt een goede manier om jongeren te bereiken voor een eerste<br />

meting maar het lukt niet goed om meerdere metingen bij één deelnemer uit te voeren en om de<br />

jongeren naar een activiteit, zoals de SSCS, toe te krijgen. Vervolgonderzoek is nodig om te<br />

onderzoeken of er andere meetinstrumenten of manieren zijn voor het afnemen van de vragenlijsten<br />

die beter aansluiten bij deze jongeren. In de SSCS is bijvoorbeeld goed ingespeeld op de leefcultuur<br />

van de doelgroep door gebruik te maken van een minder traditionele manier van voorlichten (E&E<br />

strategie) en het ‘user as designer principe’. Bij toekomstig onderzoek onder dergelijke doelgroepen<br />

zou een nieuw instrument ontwikkeld kunnen worden waarmee de effectmaten op een mindere<br />

traditionele manier uitgevraagd worden. Mogelijk kunnen jongeren ook zelf betrokken worden bij het<br />

ontwikkelen en/of uitvoeren van vragenlijsten. Daarnaast is het belangrijk om korte vragenlijsten te<br />

gebruiken wanneer men een vragenlijst vaker af wil nemen bij dezelfde deelnemers.<br />

33


Evaluatie onderzoek SSCS | Dankwoord<br />

Dankwoord<br />

34<br />

Het onderliggende onderzoek is gefinancierd door ZonMW en uitgevoerd door de afdeling<br />

Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG) van de <strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong>.<br />

De begeleidingscommissie van het onderzoek bestaat uit drs. Johan Osté, dr. Ineke Stolte, dhr. Juan<br />

Walter, dr. Martine Bouman, dr. Pepijn van Empelen, mw. Kahelijne de Groot (NIGZ), Ir. Jan Jansen,<br />

dr. Matty de Wit, dr. Udi Davidovich, drs. Stephan Cremer en prof. dr. Arnoud Verhoeff. Het onderzoek<br />

is uitgevoerd door drs. Jolanda Veldhuis en de data analyse en rapportage door dr. Arlette Hesselink.<br />

Wij willen de crew van de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> bedanken voor hun jarenlange inzet voor de show.<br />

Begeleiders: Juan Walter, Kathelijne de Groot en de assistenten Astrid van der Steen en Paulo Vieira<br />

Theaterbegeleiding: Clay Toppenberg.<br />

Harde Kern crew tijdens de onderzoeksperiode: Marcel Sporkslede (a.k.a – Aries), Earl de Randamie<br />

(a.k.a. Odog), Ruben Keet (a.k.a. Rups), Clara Opoku (a.k.a. C.I.A.) Stacey V. Esajas (a.k.a. Crazy Stacey),<br />

Clarence Creebsburg, Lucho Ambrosina, Philip Bakker (a.k.a - Philly D), Melvin Sporkslede (a.k.a –<br />

Scrooge), Scrooge dansers, DJ Joshua Walter en DJ Gman.<br />

Oude crew (degene die gestopt zijn vóór het onderzoek maar wel hebben opgetreden): Gerold<br />

Havertong (Macnack, a.k.a Rahzkel), Cheryl Jordan (a.k.a. Lil C), Jumoke Vreden, Dayenne Denneboom,<br />

Sheilla Sapulettey, Saundry Felicien, Angela Hofwijks, Len Debets, Dominique Baal, Alten Rigters, Scitta<br />

en Lady Shy.<br />

Passanten (degene die een aantal keren bij de trainingen zijn geweest): Big Ed, Widad, Jenifer, Omar,<br />

Inge, Samantha en Pasquale.<br />

Hand en span crew: Crew I love <strong>Comedy</strong>.<br />

Daarnaast willen we PartyPeeps en de jongerenorganisaties Get Entertained en ILove<strong>Comedy</strong> bedanken<br />

voor de grote rol zij hebben gespeeld bij de show en de werving. Als laatste willen we iedereen die heeft<br />

deelgenomen aan het onderzoek hartelijk danken voor de inzet en tijdsinvestering.


Referenties<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Referenties<br />

Bakker F, Vanwesenbeeck I. Seksuele gezondheid in Nederland 2006. Delft: Eburon, 2006.<br />

Bergen JEAM van, Götz HM, Richardus JH, Hoebe CJPA, Broer J, Coenen AJJ. Chlamydia trachomatisinfecties<br />

in 4 regio’s in Nederland: resultaten van een bevolkingsonderzoek via de <strong>GGD</strong> en implicaties<br />

voor screening. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2005;149:2167-2174.<br />

Bouman MPA. The turtle and the peacock: collaboration for prosocial change: the entertainmenteducation<br />

strategy on television [proefschrift Wageningen]. S.l.: s.n., 1999.<br />

Bouman MPA, Draaisma E. Find Out: een televisie-interventie volgens de user-as-designer benadering.<br />

Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 2006;34:307-318.<br />

Broek IVF van den, Koedijk FDH, Veen MG van, Coul ELM op de, Sighem AI van, Sande MAB van der.<br />

<strong>Sex</strong>ually transmitted infections, including hiv, in the Netherlands in 2007. Bilthoven: RIVM, 2008.<br />

Brug J, Van Assema P, Lechner L. (2000). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een<br />

planmatige aanpak. Assen, Van Gorcum. 2008.<br />

Casey MK, Timmermann L, Allen M, Krahn S, LaPlant Turkiewicz K. Response and self-efficacy of condom<br />

use: a meta-analysis of this important element of aids education and prevention. Southern<br />

Communication Journal 2009;74:57-78.<br />

Catania JA, Kegeles SM, Coates TJ. Towards an understanding of risk behavior:<br />

an AIDS risk reduction model (ARRM). Health Education & Behavior, 1990;17, 53-72.<br />

El-Karimy E, Gras M, Varkevisser C, Hoek A van den. Risk perception and sexual relations among African<br />

migrants in <strong>Amsterdam</strong>. Medische Antropologie 2001;13:301-322.<br />

Graaf H de, Meijer S, Poelman J, Vanwesenbeeck I. Seks onder je 25e: seksuele gezondheid van<br />

jongeren in Nederland anno 2005. Delft: Eburon, 2005.<br />

Gras MJ, Weide JF, Langendam MW, Coutinho RA, Hoek A van den. HIV prevalence, sexual risk<br />

behaviour and sexual mixing patterns among migrants in <strong>Amsterdam</strong> the Netherlands. AIDS<br />

1999;13:1953-1962.<br />

Gras MJ, Benthem BHB van, Coutinho RA, Hoek A van den. Determinants of high-risk sexual behavior<br />

among immigrant groups in <strong>Amsterdam</strong>: implications for interventions. Journal of Acquired Immune<br />

Deficiency Syndromes 2001;28:166-172.<br />

Kedde H. SOA en HIV: condoomgebruik en testgedrag. In: Bakker F, Graaf H de, Haas S, Kedde H,<br />

Kruijer H, Wijsen C. De seksuele gezondheid in Nederland 2009. Utrecht: Rutgers Nisso Groep, 2009.<br />

Kocken PL, Dorst A van, Schaalma H. The relevance of cultural factors in predicting condom use<br />

intentions among immigrants from the Netherlands Antilles. Health Education Research 2006;21:230-<br />

238.<br />

35


Evaluatie onderzoek SSCS | Referenties<br />

36<br />

Koedijk FDH, Vriend HJ, Veen MG van, Coul ELM op de, Broek IVF van den, Sighem AI van, Verheij RA,<br />

Sande MAB van der. <strong>Sex</strong>ually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2008. Bilthoven:<br />

RIVM, 2009.<br />

Kuyper L, Bakker F, Zimbile F. Veilig vrijen en condoomgebruik bij jongeren en jongvolwassenen: stand<br />

van zaken september 2004 en ontwikkelingen sinds september 1987. Utrecht: Rutgers Nisso Groep,<br />

2005.<br />

Kuyper L, Haas S de. SOA en HIV, testgedrag en condoomgebruik. In: Bakker F, Vanwesenbeeck I.<br />

Seksuele gezondheid in Nederland 2006. Delft: Eburon, 2006.<br />

Laar MJW van de, Boer IM de, Koedijk FDH, Coul ELM op de. HIV and sexually transmitted infections in<br />

the Netherlands in 2004: un update. Bilthoven: RIVM, 2005.<br />

Rosselli F, Skelly JJ, Mackie DMM. Processing rational and emotional messages: the cognitive and<br />

affective mediation of persuasion. Journal of Experimental Social Psychology 1995;31:163-190.<br />

Rothman AJ, Salovey P, Antone C, Keough K, Martin CD. The influence of message framing on intentions<br />

to perform health behaviors. Journal of Experimental Social Psychology 1993;29:408-433.<br />

Stuart MAM, Wal MF van der, Schilthuis RW. Geboorten en abortussen bij <strong>Amsterdam</strong>se tienermeisjes<br />

naar etnische herkomst, 1996-1998. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2002;146:263-267.<br />

Veen MG van, Koedijk FDH, Broek IVF van den, Coul ELM op de, Boer IM de, Sighem AI van, Sande MAB<br />

van der. <strong>Sex</strong>ually transmitted infections in the Netherlands in 2006. Bilthoven: RIVM, 2007.<br />

Vogels T, Buitendijk SE, Bruil J, Dijkstra NS, Paulussen TGWM. Jongeren, seksualiteit, preventie en<br />

hulpverlening: een verkenning van de situatie in 2002. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2002.<br />

Wiggers LCW, Wit JBF de, Gras MJ, Coutinho RA, Hoek A van den. Risk behavior and social-cognitive<br />

determinants of condom use among ethnic minority communities in <strong>Amsterdam</strong>. Aids Education and<br />

Prevention 2003;15:430-447.


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 1<br />

Thema’s en determinanten per act van de SSCS<br />

ACT THEMA DETERMINANTEN<br />

1) <strong>Safe</strong> sex battle<br />

Diverse issues; hoe iemand eruit ziet;<br />

onveilige sex; sexueel gedrag; zelfrespect;<br />

relatie man-vrouw; trio<br />

2) Virgin Maagdelijkheid, eerste keer, (intimiteit)<br />

3) Condom millionaires SOA’s / (on)veilige seks<br />

4) Contraception Contraceptie (pil & condoom); onderhandeling<br />

tussen man en vrouw<br />

5) My friend is positive Homoseksualiteit / HIV positiviteit & testen<br />

6) Who’s my baby’s father? Tienerzwangerschap; zwangerschapstest;<br />

threesome relation<br />

7) I’m the biggest Onzekerheid penis grootte; verschil<br />

‘blood’/ ‘flesh’ penis<br />

8) Taboo<br />

Seksueel gedrag: Peer pressure to different<br />

sex techniques; keuze ‘nee’te zeggen<br />

als jhe er niet klaar voor bent / denkt dat<br />

het onveilig is<br />

9) I’m in love with a stripper Seksueel gedrag: Conflicting feelings in<br />

certain erotic situations; homoseksualiteit<br />

10) Red light Prostitutie<br />

11) Dance <strong>Comedy</strong> Verschillende aspecten (on)veilige seks<br />

(STD/HIV besmetting, condoom gebruik)<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis<br />

- Attitude (eerste keer sex / maagdelijkheid)<br />

- Sociale invloed: norm / pressure<br />

- Social interaction<br />

- Kennis (SOA’s)<br />

- Awareness risico onveilige seks / risico perceptie<br />

- Kennis<br />

- Social norms<br />

- Awareness risk unsafe sex (risico perceptie)<br />

- Attitude condoom gebruik; contraceptives / pil)<br />

- Self efficacy / skills (negotiation)<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Awareness risk of unsafe sex / risico perceptie /<br />

consequenties onveilige sex<br />

- Attitude bare backing; unsafe sex; condoom<br />

gebruik)<br />

- Kennis (testen zwangerschap, hoe gebruik je test,<br />

hoe werkt test)<br />

- Sociale norm (zwangerschap & threesome relation)<br />

- Attitude (tienerzwangerschap & threesome<br />

relation)<br />

- Self efficacy / barrières zwangerschapstest<br />

- Attitude pil / condoom gebruik<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm (pressure)<br />

- Barrieres<br />

- Self efficacy<br />

- Risicoperceptie t.a.v. onveilige sex<br />

- Kennis- Sociale norm<br />

- Attitude (strippen / homoseksualiteit)<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

37


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

38<br />

ACT THEMA DETERMINANTEN<br />

12) Back in time, youth<br />

nowadays!<br />

Reflectie vroeger-nu in seksuele vrijheid /<br />

seksueel gedrag: verschillen en overeenkomsten<br />

13) Lover or just friends (Seksuele) relaties / intimiteit<br />

14) Why do my brother and<br />

I not?<br />

<strong>Sex</strong>ual freedom; contraception; seks voor<br />

het huwelijk<br />

15) They lie Seksueel gedrag; safe sex; realiteit vs.<br />

sprookje; monogamie vs. polygamie<br />

16) La Familia Act over SOA/HIV en relatie van hebben<br />

SOA en kwestbaarheid voor HIV<br />

17) The toyshop Bezoek sex shop, fantasie sex tools; gevoel<br />

dat ’t oproept bij partner<br />

18) Menstruation Hoe vrouw doet tijdens menstruatie; relatie<br />

man-vrouw<br />

19) Full contact Intimiteit / naïviteit; verliefdheid vs. sex;<br />

lust vs. liefde; “eenzijdige liefde”<br />

20) Fife-windows Boodschap: safe sex, maak keuzes, schat<br />

risico’s in;<br />

- homoseksualiteit / condooms<br />

- relatie andere culturele achtergrond<br />

- sex met ex / sleeping around<br />

- HIV infected zijn<br />

- potential risk of blow jobs<br />

21) The preacher<br />

Relatie man-vrouw; (mis) communicaties<br />

dagelijks leven; sexuele gezondheid<br />

22) Positive Meisje zwanger en HIV positief; anders<br />

behandeld door mensen<br />

23) STD-clinic Bezoek aan een Soa-kliniek; kennis over<br />

SOA kliniek en behandelmogelijkheden<br />

- Kennis (sexual freedom)<br />

- Sociale norm (sexual freedom)<br />

- Attitude (t.a.v. tienerzwangerschap & sexual<br />

freedom)<br />

- Kennis (t.a.v. seksuele relaties)<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis (condom vs. pil; double dutch; gevolgen<br />

geen contraceptie)<br />

- Sociale norm (contraceptives, seks voor het<br />

huwelijk)<br />

- Attitude (condoom, pil, contraceptives, seks voor<br />

het huwelijk)<br />

- Risicoperceptie (gevolgen van geen contraceptie)<br />

- Self efficacy / barrières (contraceptie halen)<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude (condoom gebruik / contraceptie)<br />

- Awareness unsafe sex / risico perceptie onveilig<br />

vrijen<br />

- Kennis<br />

- Sociale norm<br />

- Attitude<br />

- Kennis<br />

- Decrease taboos à barriers<br />

- Kennis (over testen)<br />

- Attitude (t.a.v. testen)


Bijlage 2<br />

vragenlijst voormeting op locatie<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Hoi! Jouw mening is voor ons erg belangrijk: daarom vragen we je deze lijst in te vullen. Het invullen van de<br />

lijst duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. Alle informatie die je geeft is absoluut vertrouwelijk: de informatie die<br />

je geeft blijft geheim<br />

Graag willen we je eerst wat algemene vragen stellen.<br />

1. Wat is je geslacht? q man q vrouw<br />

2. Wat is je leeftijd<br />

3. In welke plaats woon je?<br />

4. Wat is je Partypeeps login naam? (als je die hebt)<br />

5. Wat is je mailadres?<br />

……….. (jaar)<br />

………………………………..………….….…….........................<br />

………….………………………………………………..…..….…<br />

…………..…………..…………...…………….………..……....…<br />

6. Ben je eerder bij de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> geweest? q ja q nee q misschien<br />

7. Wat is je hoogst behaalde opleiding of met welke opleiding<br />

ben je nu bezig? (kruis aan) à<br />

O LBO/VBO O MBO<br />

O MAVO/MULO O HBO<br />

O VMBO O Universiteit (WO)<br />

O HAVO/VWO O Anders, namelijk ………………..........<br />

De volgende vragen gaan over SOA. SOA zijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, geslachtsziektes.<br />

8. Geef van de volgende uitspraken aan of ze juist of onjuist zijn: Juist Onjuist Geen idee<br />

- Je kunt een SOA krijgen via contact met de toiletbril q q q<br />

- Als je een SOA hebt, ben je ook meer vatbaar voor het krijgen van HIV (het virus dat<br />

Aids veroorzaakt)<br />

q q q<br />

- De meeste vrouwen merken het wel als ze chlamydia hebben q q q<br />

- Als je je na de seks goed wast, loop je minder snel een SOA op q q q<br />

9. Hoe groot is de kans denk je, dat je met jouw manier van leven een SOA zal<br />

oplopen?<br />

O Absoluut geen kans<br />

O Zeer kleine kans<br />

O Kleine kans<br />

O Redelijke kans<br />

O Grote kans<br />

10. Ik ben angstig om een SOA te krijgen O Ja, zeker wel<br />

O Waarschijnlijk wel<br />

O Misschien<br />

O Waarschijnlijk niet<br />

O Nee, zeker niet<br />

11. Heb je op dit moment een partner of het afgelopen half jaar een<br />

partner gehad?<br />

q Ja q nee (à sla dan vraag 12 over en<br />

ga naar de volgende bladzijde)<br />

39


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

12. Hoe vaak heb je de afgelopen maand met je partner gepraat over: Nooit<br />

40<br />

Bijna<br />

nooit<br />

Soms Vaak<br />

- jullie relatie? q q q q q<br />

- verliefdheid? q q q q q<br />

- dingen die je graag doet of zou willen doen op seksueel gebied? q q q q q<br />

- dingen die je niet wilt doen op seksueel gebied? q q q q q<br />

- het voorkomen van zwangerschap? q q q q q<br />

- condoomgebruik? q q q q q<br />

- je laten testen op SOA en/of HIV? q q q q q<br />

13. In welk land ben je geboren? 14. In welk land is je moeder geboren? 15. In welk land is je vader geboren?<br />

……………………………………………..... ………………………………….................... ……………………………............................<br />

16. Val je op mannen of vrouwen? q mannen q vrouwen q beiden<br />

17. Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel contact<br />

(= vaginaal, oraal, anaal) gehad?<br />

Met ….. partners<br />

18. Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half<br />

jaar condooms gebruikt (jij òf je partner)?<br />

q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />

Geef aan in hoeverre je het met de onderstaande uitspraken eens bent.<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien<br />

Waarschijnlijk<br />

niet<br />

19. Je moet een partner hebben om erbij te horen q q q q q<br />

20. Ik durf nee te zeggen tegen seks als ik denk dat het onveilig is q q q q q<br />

21. Ik zou nooit dingen tegen mijn zin doen op seksueel gebied q q q q q<br />

22. Ik heb zelf controle over wat ik tijdens de seks doe q q q q q<br />

23. Ik heb zelf controle over wat ik tijdens een relatie doe q q q q q<br />

24. Mensen met HIV / Aids hebben dat aan zichzelf te danken q q q q q<br />

25. Ik vind het belangrijk over de volgende onderwerpen iets te weten:<br />

Erg<br />

onbelangrijk Onbelangrijk<br />

Niet onbelangrijk,<br />

niet<br />

belangrijk<br />

Belangrijk<br />

Heel<br />

vaak<br />

Nee,<br />

zeker<br />

niet<br />

Erg<br />

belangrijk<br />

- seks q q q q q<br />

- relaties q q q q q<br />

- zwangerschap q q q q q<br />

- homoseksualiteit q q q q q<br />

- condoomgebruik q q q q q<br />

- loverboys q q q q q<br />

- hoe je vrijen leuker / lekkerder kunt maken q q q q q<br />

- hoe je kunt aangeven wat je wel en niet wilt q q q q q<br />

- je laten testen op SOA en/of HIV q q q q q<br />

- het gebruiken van de pil q q q q q


Geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren.<br />

26. Als mannen met mannen gaan, vind ik dat …<br />

geen probleem O O O O O wel een probleem<br />

27. Als een tiener zwanger is, vind ik dat …<br />

geen probleem O O O O O wel een probleem<br />

heel goed O O O O O heel slecht<br />

28. Als vrouwen met vrouwen gaan, vind ik dat …<br />

geen probleem O O O O O wel een probleem<br />

29. Hoe vaak heb je de afgelopen maand met je vrienden gepraat<br />

over:<br />

Nooit<br />

Bijna<br />

nooit<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Soms Vaak Heel vaak<br />

- zwangerschap? q q q q q<br />

- condoomgebruik? q q q q q<br />

- homoseksualiteit q q q q q<br />

- het gebruiken van de pil? q q q q q<br />

- vreemdgaan? q q q q q<br />

- je laten testen op SOA en/of HIV? q q q q q<br />

- loverboys? q q q q q<br />

De volgende vragen gaan over SOA-testen (testen voor geslachtsziektes). Ook als je nog nooit seks hebt gehad of als je<br />

je nog nooit eerder hebt laten testen zijn we benieuwd naar jouw mening.<br />

30. Hoe vaak ben je het afgelopen half jaar getest op SOA? q niet q 1 keer q vaker dan 1 keer<br />

31. Was de laatste keer minder dan een maand geleden? q ja q nee<br />

Geef hieronder aan, wat het beste jouw mening weergeeft, door het rondje in te kleuren.<br />

32. Na onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik …<br />

heel goed O O O O O heel slecht<br />

heel belangrijk O O O O O heel onbelangrijk<br />

Geef hieronder aan, in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen / vragen<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel Misschien<br />

Waar- Nee, zeker<br />

schijnlijk niet niet<br />

33. Mijn vrienden vinden het stom om je te laten testen op SOA q q q q q<br />

34. De mening van mijn vrienden over het laten testen op SOA is<br />

erg belangrijk voor me<br />

q q q q q<br />

35. Ben je van plan om je in het komende half jaar te laten testen<br />

op SOA?<br />

36. Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een nieuwe<br />

q q q q q<br />

partner zonder condoom. Zou jij je daarna laten testen op<br />

SOA?<br />

q q q q q<br />

37. Vind je dat je laten testen op SOA iets is om je voor te<br />

schamen?<br />

q q q q q<br />

38. Vind je dat je laten testen op SOA wijst op een losbandig<br />

leven?<br />

q q q q q<br />

== zie volgende bladzijde ==<br />

41


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

39. Ben je ooit zwanger geweest?<br />

(kruis aan)<br />

42<br />

VUL DIT BLOK ALLEEN IN ALS JE EEN VROUW BENT:<br />

O Nee<br />

O Ja, dat was ook de bedoeling<br />

O Ja, zonder dat het de bedoeling was en ik heb een abortus gehad<br />

O Ja, zonder dat het de bedoeling was en het kind is geboren<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee, zeker<br />

niet<br />

40. Het lijkt me leuk om op mijn leeftijd moeder te zijn q q q q q<br />

41. Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd moeder te zijn q q q q q<br />

39. Is een meisje / vrouw ooit zwanger geweest<br />

van jou?<br />

(kruis aan)<br />

VUL DIT BLOK ALLEEN IN ALS JE EEN MAN BENT:<br />

O Nee<br />

O Ja, dat was ook de bedoeling<br />

O Ja, zonder dat het de bedoeling was en de vrouw heeft een abortus gehad<br />

O Ja, zonder dat het de bedoeling was en het kind is geboren<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee, zeker<br />

niet<br />

40. Het lijkt me leuk om op mijn leeftijd vader te zijn q q q q q<br />

41. Het lijkt me makkelijk om op mijn leeftijd vader te zijn q q q q q<br />

De stellingen hieronder gaan over jouw mening over condoomgebruik. Ook als je nog nooit seks hebt gehad, zijn we<br />

benieuwd naar jouw mening!<br />

Geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren.<br />

42. Condoomgebruik bij seksueel contact met een nieuwe partner vind ik …<br />

Slecht O O O O O goed<br />

Nutteloos O O O O O nuttig<br />

Onbelangrijk O O O O O belangrijk<br />

43. Mijn vrienden vinden dat ik zeker altijd een condoom<br />

moet gebruiken met mijn nieuwe sekspartners<br />

44. De mening van mijn vrienden over condoomgebruik is<br />

erg belangrijk voor me<br />

45. Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een<br />

nieuwe partner. Ben je dan van plan om ook condooms<br />

te gebruiken?<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee, zeker<br />

niet<br />

q q q q q<br />

q q q q q<br />

q q q q q<br />

== Dit was het! Hartstikke bedankt voor het invullen ==


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 3<br />

online vragenlijst lange termijn nameting<br />

Bedankt dat je mee wilt doen aan het onderzoek. De vragen gaan over jou ervaring met seks, condoomgebruik<br />

en SOA testen. Sommige vragen zijn misschien erg persoonlijk. Toch willen we je vragen om eerlijke antwoorden<br />

te geven want alle informatie die je geeft is voor ons superbelangrijk. Ook als je nog nooit seks hebt gehad, zijn<br />

we geïnteresseerd in jouw mening!<br />

Alle antwoorden worden absoluut vertrouwelijk en anoniem behandeld.<br />

De volgende vragen gaan over de ervaring die jij tot nu toe hebt gehad met relaties en seks.<br />

1 Wat is je leeftijd<br />

2 Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel<br />

contact (= vaginaal, oraal, anaal) gehad?<br />

3 Hoe vaak heb je daarbij het afgelopen half jaar condooms<br />

gebruikt (jij of je partner)?<br />

4 Hoe vaak ben je het afgelopen half jaar getest op SOA? (SOA’s<br />

zijn Seksueel Overdraagbare Aandoeningen, geslachtsziektes).<br />

……….. (jaar)<br />

Met ….. partners<br />

q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />

q niet q 1 keer q vaker dan 1 keer<br />

De stellingen hieronder gaan over jouw mening over condoomgebruik en SOA tests.. Geef hieronder aan wat<br />

het beste jouw mening weergeeft door het rondje aan te klikken.<br />

5 Stel je eens voor: je hebt seksueel contact met een nieuwe partner. Ben je dan van plan om ook condooms te gebruiken?<br />

(Nee, zeker niet) 1 2 3 4 5 (Ja, zeker wel)<br />

Condoomgebruik bij seksueel contact met een nieuwe partner vind ik …<br />

6 nutteloos O O O O O nuttig<br />

7 onbelangrijk O O O O O belangrijk<br />

Na onveilig seksueel contact (=zonder condoom) laten testen op SOA vind ik …<br />

8 heel slecht O O O O O heel goed<br />

9 heel onbelangrijk O O O O O heel belangrijk<br />

10 Ben je van plan om je in het komende half jaar te laten testen op SOA?<br />

(Nee, zeker niet) 1 2 3 4 5 (Ja, zeker wel)<br />

******************** verzend *******************<br />

43


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 4<br />

vragenlijst Tx<br />

Hoi! Je hebt net de <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong> gezien. Wij hopen dat je het leuk vond. Graag willen wij je nog wat<br />

vragen stellen, zodat de volgende show nog leuker en beter wordt. Jouw mening is voor ons erg belangrijk:<br />

daarom vragen we je deze lijst in te vullen. Het invullen van de lijst duurt ongeveer 10 minuten. Alle informatie<br />

die je geeft is absoluut vertrouwelijk: de informatie die je geeft blijft geheim!<br />

1. Heb je de show al eerder gezien? q ja q nee<br />

2. Ken je één of meerdere performers persoonlijk? q ja q nee<br />

3. Wat vond je van de show? (geef hieronder aan wat het beste jouw mening weergeeft door het rondje in te kleuren)<br />

Flauw O O O O O Grappig<br />

Oninteressant O O O O O Interessant<br />

Niet leerzaam O O O O O Leerzaam<br />

Slecht O O O O O Goed<br />

4. Wat zijn voor jou de belangrijkste boodschappen<br />

die je in de show hebt gehoord? 1) …………………………………………………………………………<br />

2) …………………………………………………………………………<br />

3) …………………………………………………………………………<br />

4) ………………………………………………………………...……….<br />

5. Wat vond je de twee leukste acts in de show? 1) ………………………………………………………………………....<br />

2) ………………………………………………………………………….<br />

6. Heb je tijdens het kijken naar de show met anderen<br />

over de show gepraat?<br />

7. Welk rapportcijfer geef je aan ‘The <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong><br />

<strong>Comedy</strong> <strong>Show</strong>’?<br />

44<br />

q nee q wel eens q regelmatig q vaak q heel vaak<br />

Omcirkel je cijfer à 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

Geef aan in hoeverre je het met de onderstaande stellingen eens bent.<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijn-<br />

lijk wel<br />

Misschien Waarschijn-<br />

lijk niet<br />

Nee,<br />

zeker niet<br />

8. Ik ga met mijn vrienden over de show praten q q q q q<br />

9. De show heeft me aan het denken gezet q q q q q<br />

10. Ik ga naar aanleiding van de show meer informatie zoeken q q q q q<br />

11. Ik zou iemand anders aanraden naar deze show te gaan q q q q q<br />

Geef aan in hoeverre je het met onderstaande stellingen eens bent.<br />

12. Ik denk dat sommige situaties uit de show ook in het echte<br />

leven kunnen gebeuren<br />

13. Sommige situaties van de show herken ik uit mijn eigen<br />

leven<br />

14. De show vind ik een goede manier om meer over safe sex<br />

te weten te komen<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee, zeker<br />

niet<br />

q q q q q<br />

q q q q q<br />

q q q q q


15. De informatie uit de show vind ik …<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee,<br />

zeker niet<br />

Bruikbaar q q q q q<br />

Nuttig q q q q q<br />

Relevant voor mij persoonlijk q q q q q<br />

Belangrijk q q q q q<br />

Informatie die me aanspreekt q q q q q<br />

Geloofwaardig q q q q q<br />

Realistisch q q q q q<br />

Herkenbaar q q q q q<br />

Overtuigend q q q q q<br />

Informatie die me iets nieuws leert q q q q q<br />

Betrouwbaar q q q q q<br />

Onderstaande stellingen gaan over de comedians van de show. Geef aan in hoeverre je het<br />

ermee eens bent.<br />

16.<br />

Ja, zeker<br />

wel<br />

Waarschijnlijk<br />

wel<br />

Misschien Waarschijnlijk<br />

niet<br />

Nee,<br />

zeker niet<br />

Ik vind de comedians geloofwaardig q q q q q<br />

Ik vind de comedians overtuigend q q q q q<br />

Ik vind de comedians betrouwbaar q q q q q<br />

Ik herken mijzelf in een of meer van de comedians q q q q q<br />

Ik voel me verbonden met een of meerdere van de comedians q q q q q<br />

De gebeurtenissen die de comedians in de show meemaken,<br />

zouden ook in mijn eigen leven kunnen voorkomen<br />

17. Wat is je geslacht? q man q vrouw<br />

18. Wat is je leeftijd ……….. (jaar)<br />

q q q q q<br />

19. In welke plaats woon je? ....................................................................................................................<br />

20. Wat is je Partypeeps login naam? (als je die hebt) ………….……………………………………………………….….….…….<br />

21. Wat is je mailadres? …………..…………..………………………@………………….…...……..<br />

22. In welk land ben je geboren? 23. In welk land is je moeder geboren? 24. In welk land is je vader geboren?<br />

…………………………………………….... ………………………………………..……. ………………………………...……………<br />

25. Val je op mannen of vrouwen? q mannen q vrouwen q beiden<br />

26. Met hoeveel partners heb je in het afgelopen half jaar seksueel<br />

contact gehad?<br />

Met ….. partners<br />

27. Hoe vaak heb je daarbij een condoom gebruikt?<br />

(omcirkel het antwoord)<br />

q nooit q bijna nooit q soms q bijna altijd q altijd<br />

45


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

28. Hoe heb je van de show gehoord?<br />

29. Zijn er onderwerpen die je nu hebt gemist in<br />

de show?<br />

30. Hoe zou de show voor jou aantrekkelijker<br />

gemaakt kunnen worden?<br />

En tot slot:<br />

31. Wil je nog wat kwijt over de show?<br />

46<br />

…………………………………………………………………...…………………....<br />

………………………………………………………………………………………...<br />

q Nee q ja, namelijk:<br />

……………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………….......................<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………<br />

………………………………………….....................................................................<br />

== Dit was het! Dank je wel! ==


Bijlage 5<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Box 1 De drie stadia van het ARRM in relatie met de SSCS; de determinanten van seksueel<br />

risicogedrag die meegenomen worden in het onderzoek staan achter de beschrijvingen<br />

tussen haakjes.<br />

Stadium 1 Labeling is het herkennen en benoemen van het eigen gedrag als ‘high risk’. Dit stadium<br />

is overeenkomstig enkele van de doelen van de SSCS, namelijk het verhogen van risicoperceptie en<br />

bewustzijn ten aanzien van het probleem. Van invloed hierop kan zijn:<br />

- kennis van seksuele activiteiten geassocieerd met HIV transmissie (kennis);<br />

- geloven dat je persoonlijk kwetsbaar bent voor HIV (risicoperceptie);<br />

- geloven dat het hebben van Aids /SOA ongewenst is (attitude);<br />

- sociale normen en netwerk (sociale norm).<br />

Stadium 2 Commitment is het zich committeren om seksuele hoogrisico contacten te reduceren en<br />

laagrisico activiteiten te verhogen. Van invloed hierop kunnen zijn:<br />

- kosten en voordelen (attitude);<br />

- plezier beleving, e.g. beïnvloedt de gedragsverandering mijn beleving van en / of plezier in<br />

seks? (attitude);<br />

- reduceert de gedragsverandering mijn kans op HIV infectie (respons effectiviteit)<br />

- eigen effectiviteit (eigen effectiviteit);<br />

- kennis en sociale factoren (groepsnormen en sociale steun) beïnvloeden de beliefs van een<br />

individu ten aanzien van de kosten, voordelen en eigen effectiviteit (kennis, sociale invloed).<br />

Stadium 3 Taking action bestaat uit drie fases: 1) het zoeken van informatie, 2) oplossingen<br />

verzamelen en 3) beslissingen nemen. Van invloed hierop kunnen zijn:<br />

- de mogelijkheid om te communiceren en onderhandelen met de partner (sociale interactie);<br />

- omgaan met beliefs en het gedrag van de sekspartner (sociale invloed);<br />

- het sociale netwerk en probleemoplossende keuzes (eigen effectiviteit);<br />

- eerder ervaringen met problemen en oplossingen (eigen effectiviteit);<br />

- mate van zelfvertrouwen (eigen waarde);<br />

- benodigdheden om hulp te zoeken (sociale interactie)<br />

47


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 6<br />

website Party Peeps<br />

48


Bijlage 7<br />

flyer <strong>Safe</strong> <strong>Sex</strong> <strong>Comedy</strong><br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

49


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 8<br />

50<br />

Figuur 2 Stroomdiagram met het aantal aangestuurde personen en de respondenten op de<br />

voormeting (T0) en de voor- en nameting (T0 en T1) verdeeld over de experimentele en<br />

controle groep.<br />

<strong>Show</strong> Experimentele groep Controle groep<br />

1 Online aangestuurd (5.000 + 20.000) 1<br />

T0 617<br />

T0 – T1 2 108<br />

2 Online aangestuurd 4.000 1<br />

T0 164<br />

T0-T1 2 33<br />

3 2 Aanwezig bij show 3 67<br />

T0 66 4<br />

T0-T1 18<br />

4 2 Aanwezig bij show 3 21<br />

T0 19 4<br />

T0-T1 2<br />

5 2 Aanwezig bij show 3 140<br />

T0 113 4<br />

T0-T1 21<br />

14.000 Online aangestuurd<br />

170 T 0<br />

25 T0 – T1<br />

10.000 Online aangestuurd<br />

159 T0<br />

14 T0 – T1<br />

Eerder bij show geweest 5 - 4 - 2 Eerder bij show geweest 5<br />

Totaal T0 – T1 41 178<br />

1 In eerste instantie zijn jongeren uit de stad en de directe omgeving waar de show gegeven werd (<strong>Amsterdam</strong> of Rotterdam)<br />

online benaderd voor de experimentele groep en jongeren uit andere regio’s in Nederland voor de controlegroep. Omdat de<br />

jongeren die de voormeting hadden ingevuld uiteindelijk niet naar de show kwamen en de respons op de voor- en nameting<br />

laag was zijn de jongeren die benaderd zijn voor de experimentele- en controlegroep bij show 1 en 2 samengevoegd;<br />

2 Omdat het aantal respondenten die de voormeting invulde ook daadwerkelijk naar de show kwamen is besloten voor show<br />

3, 4 en 5 de werving voor de experimentele groep op locatie te laten plaatsvinden;<br />

3 Schatting van het aantal deelnemers wat aanwezig was bij de show;<br />

4 Enkele deelnemers uit de experimentele groep zijn niet benaderd voor de korte termijn nameting omdat zij geen geldig<br />

PartyPeep ID of e-mailadres hebben ingevuld (14 bij show; 3 bij show 4 en; 20 bij show 5);<br />

5 Deelnemers die bij de voormeting hebben aangegeven eerder bij de show te zijn geweest worden niet meegenomen in de<br />

effectevaluatie.


Bijlage 9<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Tabel 5 De (determinanten van) seksueel risicogedrag van respondenten verdeeld naar<br />

experimentele (n=41) en controle groep (n=178) op de voor- (T0) en nameting (T1).<br />

Kennis over SOA<br />

Goede kennis over SOA<br />

Betrokkenheid bij thematiek van de SSCS<br />

(vindt het belangrijk meer te weten te komen over veilig<br />

vrijen onderwerpen )<br />

Sociale norm<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Positief ten aanzien van SOA testen Exp.<br />

Controle<br />

Positief ten aanzien van condoomgebruik Exp.<br />

Controle<br />

Positief over homoseksualiteit Exp.<br />

Controle<br />

Risico perceptie<br />

Grote(-re) kans op oplopen SOA 2<br />

Sociale interactie<br />

met vrienden gepraat over seksgerelateerde<br />

onderwerpen<br />

Attitude<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Positieve attitude ten aanzien van SOA test Exp.<br />

Controle<br />

Positieve attitude ten aanzien condoom- gebruik Exp.<br />

Controle<br />

Negatief attitude ten aanzien van tiener- zwangerschap 3 Exp.<br />

Controle<br />

Gedragsintentie<br />

Positieve intentie ten aanzien van uitvoeren SOA test Exp.<br />

Controle<br />

Positieve attitude ten aanzien van condoomgebruik Exp.<br />

Controle<br />

Risicogedrag<br />

Wel testgedrag SOA afgelopen maand<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Voormeting (n=219) 1 ,<br />

n (%)<br />

29 (71)<br />

93 (52)<br />

3 (13)<br />

27 (28)<br />

N=215<br />

13 (34)<br />

52<br />

N=216<br />

(29)<br />

27 (68)<br />

107<br />

N=218<br />

(60)<br />

23 (56)<br />

73 (41)<br />

9 (33)<br />

47<br />

N=120<br />

(44)<br />

39 (95)<br />

171<br />

N=217<br />

(96)<br />

26 (68)<br />

119 (67)<br />

N=216<br />

30 (77)<br />

129 (73)<br />

N= 217<br />

6 (23)<br />

49 (36)<br />

N=162<br />

8 (21)<br />

54 (30)<br />

N=216<br />

31 (78)<br />

132 (74)<br />

N=218<br />

4 (11)<br />

18 (10)<br />

N=216<br />

1 Als het aantal respondenten op de betreffende schaal kleiner is dan 219 (41 tov 178) dan staat dit vermeld in de cel;<br />

2 Alleen respondenten die seksueel actief zijn op T0 en ‘bijna altijd’ tot ‘nooit’ een condoom gebruiken (n=135);<br />

3 Alleen respondenten die op T0 jonger dan 20 jaar zijn (n=162).<br />

Nameting (n=219) 1<br />

n (%)<br />

39 (95)<br />

171 (96)<br />

7 (30)<br />

27<br />

(28)<br />

12 (32)<br />

51<br />

N=215<br />

(29)<br />

31 (76)<br />

104 (58)<br />

22 (54)<br />

78 (44)<br />

10 (37)<br />

36<br />

N=120<br />

(33)<br />

23 (56)<br />

109 (61)<br />

31 (76)<br />

121 (68)<br />

34 (83)<br />

150 (85)<br />

N=218<br />

8 (31)<br />

48 (35)<br />

N=162<br />

13 (32)<br />

56 (32)<br />

32 (78)<br />

128 (72)<br />

3 (7)<br />

11 (6)<br />

51


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 10<br />

52<br />

Tabel 6 Vergelijking van de experimentele en de controle groep twee maanden na de show<br />

op de belangrijkste (determinanten van) seksueel risicogedragingen (T0-T1).<br />

Ongecorrigeerd a<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

Gecorrigeerd b<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

Gecorrigeerd c<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

Kennis over SOA’s OR = 0,65 [0,13, 3,38] OR = 0,88 [0,15, 5,08] OR = 0,76 [0,13, 4,49]<br />

Betrokkenheid bij thematiek OR = 1.45 [0,51, 4,13] OR = 1,10 [0,46, 2,64] OR = 0,93 [0,42, 2,08]<br />

Sociale norm<br />

ten aanzien van SOA testen OR = 1,16 [0,53, 2,55] OR = 0,99 [0,43, 2,28] OR = 0,97 [0,42, 2,25]<br />

ten aanzien van condoomgebruik OR = 2,09 [0,91, 4,79]# OR = 1,87 [0,80, 4,38] OR = 1,88 [0,80, 4,41]<br />

Sociale norm homoseksualiteit OR = 0,96 [0,37, 2,46] OR = 0,89 [0,33, 2,40] OR = 0,93 [0,34, 2,55]<br />

Risico perceptie oplopen SOA 1 OR = 1,79 [0,61, 5,25] OR = 1,64 [0,53, 5,13] OR = 1,64 [0,53, 5,13] 2<br />

Sociale interactie met vrienden OR = 0,62 [0,27, 3,38] OR = 0,57 [0,24, 1,35] OR = 0,56 [0,23, 1,36]<br />

Attitude<br />

SOA test OR = 1,60 [0,66, 3,92] OR = 1,33 [0,52, 3,37] OR = 1,42 [0,51, 3,99]<br />

Condoomgebruik OR = 0,71 [0,26, 1,93] OR = 0,74 [0,26, 2,14] OR = 0,68 [0,21, 2,18]<br />

Tienerzwangerschap 3 OR = 1,46 [0,43, 4,91] OR = 1,37 [0,39, 4,89] OR =1,40 [0,40, 4,91]<br />

Intentie<br />

Uitvoeren SOA test OR = 1,41 [0,62, 3,25] OR = 1,44 [0,60, 3,42] OR = 1,34 [0,60, 3,42]<br />

Condoomgebruik OR = 1,31 [0,51, 3,28] OR = 1,09 [0,41, 2,59] OR = 1,03 [0,38, 2,74]<br />

Risicogedrag, testgedrag SOA<br />

van afgelopen maand<br />

OR = 0,81 [0,16, 4,11] OR = 0,76 [0,15, 4,00] OR = 0,77 [0,15, 4,01]<br />

p-waarde: # < 0.10, * P


Bijlage 11<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Tabel 7 Demografische kenmerken van de respondenten die zowel de voor- (T0) als lange<br />

termijn nameting (T2) hebben ingevuld, voor de experimentele en controlegroep<br />

apart.<br />

<strong>Show</strong> 3<br />

4<br />

5<br />

Geslacht Vrouw<br />

Leeftijd < 17 jaar<br />

17 - 20 jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

> 25 jaar<br />

Niveau opleiding<br />

Laag (LBO/VBO, MAVO, VMBO)<br />

Midden (HAVO/VWO, MBO)<br />

Hoog (HBO, WO)<br />

Generatie Autochtoon<br />

Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Etniciteit Nederlands<br />

Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Geïndustrialiseerd<br />

Niet geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Aantal partners 2<br />

Geen<br />

Eén<br />

Meer dan één<br />

Seksueel risicogedrag2 Geen partner<br />

Geen (altijd condoomgebruik)<br />

Laag risicogedrag<br />

Matig tot hoog risicogedrag<br />

Onbekend<br />

SOA testgedrag van het afgelopen half jaar<br />

Ja<br />

Nee<br />

Experimentele groep<br />

(n=42)<br />

n (%)<br />

12 (29)<br />

3 (7)<br />

27 (64)<br />

33 (79)<br />

4 (10)<br />

17 (4)<br />

11 (26)<br />

10 (20)<br />

4 (10)<br />

21 (51)<br />

16 (39)<br />

6 (14)<br />

12 (29)<br />

24 (57)<br />

6 (14)<br />

17 (41)<br />

8 (19)<br />

8 (19)<br />

3 (7)<br />

1 (2)<br />

29 (69)<br />

12 (29)<br />

1 (5)<br />

13 (33)<br />

21 (53)<br />

5 (13)<br />

2<br />

17 (43)<br />

25 (57)<br />

1 Alleen de respondenten van show 3 t/m 5 zijn benaderd om de vragenlijst in te vullen;<br />

2 in het afgelopen half jaar.<br />

Controle groep<br />

(n=73)<br />

n (%)<br />

40 (55)<br />

0<br />

33 (45)<br />

63 (86)<br />

23 (32)<br />

35 (45)<br />

14 (19)<br />

1 (2)<br />

18 (25)<br />

46 (63)<br />

9 (12)<br />

32 (44)<br />

19 (26)<br />

22 (30)<br />

32 (47)<br />

10 (15)<br />

14 (21)<br />

2 (3)<br />

10 (15)<br />

5<br />

13 (18)<br />

29 (40)<br />

31 (42)<br />

13 (18)<br />

15 (21)<br />

20 (27)<br />

25 (34)<br />

22 (30)<br />

51 (70)<br />

53


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 12<br />

54<br />

Tabel 8 De (determinanten van) seksueel risicogedrag van respondenten verdeeld naar<br />

experimentele (n=42) en controle groep (n=73) op de voor- (T0) en lange termijn<br />

nameting (T2). In de tabel staan de aantallen (%) met een positieve score op de<br />

schaal<br />

Attitude<br />

SOA test 2 Exp.<br />

Controle<br />

Condoomgebruik Exp.<br />

Controle<br />

Gedragsintentie<br />

Uitvoeren SOA test Exp.<br />

Controle<br />

Condoomgebruik 2 Exp.<br />

Controle<br />

Risicogedrag<br />

SOA test afgelopen ½ jaar<br />

1 keer of vaker<br />

Condoomgebruik afgelopen ½ jaar 3<br />

Altijd<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Exp.<br />

Controle<br />

Voormeting<br />

1, 2 (n=115)<br />

n (%)<br />

31 (78)<br />

41 (56)<br />

n=113<br />

31 (89)<br />

55 (75)<br />

n=108<br />

26 (65)<br />

45 (62)<br />

n=113<br />

35 (88)<br />

47 (64)<br />

17 (43)<br />

22 (30)<br />

n=113<br />

13 (33)<br />

17 (27)<br />

Lange termijn<br />

nameting<br />

1, 2 (n=115)<br />

n (%)<br />

29 (69)<br />

41 (56)<br />

35 (83)<br />

55 (75)<br />

28 (67)<br />

46 (63)<br />

36 (86)<br />

47 (64)<br />

16 (38)<br />

24 (34)<br />

9 (23)<br />

15 (21)<br />

1 Als het aantal respondenten op de betreffende schaal kleiner is dan 215 (42 tov 73) dan staat dit vermeld in de cel;<br />

2 De meeste uitkomstmaten zijn niet normaal verdeeld waardoor we hebben besloten alle schalen te dichotomiseren.<br />

Als afkappunt hebben we de mediaan genomen. In de tabel staan alle percentage boven de mediaan vermeld;<br />

3 Alleen als afgelopen half jaar met 1 of meer partners seksueel contact hebben gehad (voormeting n=103 en lange<br />

termijn nameting n=110)


Bijlage 13<br />

Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Tabel 9 Vergelijking van de experimentele en de controle groep een jaar na de show op de<br />

belangrijkste (determinanten van) seksueel risicogedragingen (T0-T2).<br />

Attitude<br />

Ongecorrigeerd a<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

Gecorrigeerd b<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

Gecorrigeerd c<br />

[95% CI] /<br />

OR [95% CI]<br />

SOA test OR = 0,73 [0,32, 1,69] OR = 1,04 [0,36, 2,99] OR = 1,18 [0,37, 3,67]<br />

Condoomgebruik OR = 0,60 [0,20, 1,84] OR = 1,02 [0,26, 3,97] OR = 0,94 [0,20, 4,39]<br />

Gedragsintentie<br />

Uitvoeren SOA test OR = 0,95 [0,41, 2,21] OR = 1,12 [0,40, 3,09] OR = 1,19 [0,40, 3,56]<br />

Condoomgebruik OR = 0,41 [0,41, 1,13] OR = 0,59 [0,18, 1,90] OR = 0,69 [0,20, 2,36]<br />

Risicogedrag<br />

SOA test afgelopen ½ jaar<br />

1 keer of vaker<br />

Condoomgebruik afgelopen ½<br />

jaar 1<br />

OR = 1,19 [0,47, 2,97] OR = 1,89 [0,62, 5,74]<br />

OR = 1,77 [0,57, 5,50]<br />

OR = 0,83 [0,26, 2,67] OR = 0,99 [0,23, 4,27] OR = 1,05 [0,24, 4,65]<br />

p-waarde: # < 0.10, * P


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Bijlage 14<br />

56<br />

Tabel 10 Alle respondenten die voormeting (T0) hebben ingevuld en de vergelijking tussen de<br />

respondenten die de voormeting (T0) en de nameting (T1) hebben ingevuld.<br />

Onderzoeksgroep<br />

Experimentele<br />

Controle<br />

Intentie naar show te gaan<br />

Ja<br />

Nee<br />

Misschien<br />

Onbekend<br />

Geslacht Vrouw<br />

Man<br />

Onbekend<br />

Leeftijd < 15 jaar<br />

15 - 20jaar<br />

21 - 25 jaar<br />

26 - 30 jaar<br />

> 30 jaar<br />

Niveau opleiding<br />

Laag (LBO/VBO,MAVO,VMBO)<br />

Midden (HAVO/VWO,MBO)<br />

Hoog (HBO, WO)<br />

Onbekend<br />

Etniciteit1 Autochtoon<br />

Eerste generatie allochtoon<br />

Tweede generatie allochtoon<br />

Onbekend<br />

Etniciteit Nederlands<br />

Suriname<br />

Caribisch gebied<br />

Latijns Amerika<br />

Marokko<br />

Sub Sahara<br />

Azië<br />

Overig geïndustrialiseerd<br />

Overig niet geïndustrialiseerd<br />

Onbekend<br />

Alle respondenten<br />

(N =1275) 1<br />

n (%)<br />

178 (14)<br />

1097 (86)<br />

783 (71)<br />

112 (10)<br />

213 (19)<br />

201<br />

878 (69)<br />

397 (31)<br />

1<br />

47 (4)<br />

915 (72)<br />

245 (19)<br />

39 (3)<br />

29 (2)<br />

411 (32)<br />

675 (53)<br />

187 (15)<br />

3<br />

391 (31)<br />

351 (28)<br />

521 (41)<br />

12<br />

391 (31)<br />

289 (23)<br />

200 (16)<br />

20 (2)<br />

42 (3)<br />

66 (5)<br />

73 (6)<br />

63 (5)<br />

116 (9)<br />

18<br />

Respons T0 en T1<br />

(n= 219) 1<br />

n (%)<br />

41 (19) *<br />

178 (81)<br />

146 (79) *<br />

94 (5)<br />

31 (17)<br />

33<br />

174 (79) **<br />

45 (21)<br />

9 (4)<br />

153 (70)<br />

45 (20)<br />

6 (3)<br />

6 (3)<br />

46 (21) **<br />

149 (67)<br />

24 (12)<br />

54 (21) #<br />

65 (30)<br />

99 (46)<br />

1<br />

54 (25)<br />

54 (22)<br />

47 (20)<br />

3 (1)<br />

6 (3)<br />

11 (5)<br />

19 (9)<br />

12 (6)<br />

12 (6)<br />

2<br />

Respons alleen<br />

T0 (n = 1056) 1<br />

n (%)<br />

137 (12) *<br />

919 (87)<br />

637 (69) *<br />

103 (11)<br />

182 (20)<br />

178<br />

703 (66) **<br />

352 (34)<br />

1<br />

38 (4)<br />

762 (72)<br />

200 (19)<br />

33 (3)<br />

23 (2)<br />

367 (35) **<br />

525 (49)<br />

162 (15)<br />

2<br />

337 (27) #<br />

286 (33)<br />

422 (40)<br />

11<br />

337 (32)<br />

235 (23)<br />

153 (15)<br />

17 (2)<br />

36 (3)<br />

55 (5)<br />

54 (5)<br />

51 (5)<br />

104 (9)<br />

16<br />

p-waarde: # < 0.10, * P


Evaluatie onderzoek SSCS | Bijlagen<br />

Tabel 10 vervolg Alle respondenten die voormeting (T0) hebben ingevuld en de vergelijking tussen<br />

de respondenten die de voormeting (T0) en de nameting (T1) hebben ingevuld.<br />

Aantal partners2<br />

Geen<br />

Eén<br />

Meer dan één<br />

Onbekend<br />

Seksueel risicogedrag 2<br />

Geen partner<br />

Geen (altijd condoomgebruik)<br />

Laag risicogedrag<br />

Matig tot hoog risicogedrag<br />

Onbekend<br />

Alle respondenten<br />

(N =1275) 1<br />

n (%)<br />

316 (25)<br />

467 (37)<br />

485 (38)<br />

7<br />

316 (25)<br />

252 (20)<br />

346 (28)<br />

345 (27)<br />

16<br />

Respons T0 en T1<br />

(n= 219) 1<br />

n (%)<br />

52 (24)<br />

75 (34)<br />

92 (42)<br />

52 (24)<br />

46 (21)<br />

55 (25)<br />

66 (30<br />

Respons alleen<br />

T0 (n = 1056) 1<br />

n (%)<br />

264 (25)<br />

392 (37)<br />

393 (38)<br />

7<br />

264 (25)<br />

206 (20)<br />

291 (28)<br />

279 (27)<br />

p-waarde: # < 0.10, * P


<strong>GGD</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

cluster Epidemiologie, Documentatie en<br />

Gezondheidsbevordering (EDG)<br />

Postbus 2200<br />

1000 CE <strong>Amsterdam</strong><br />

bezoekadres: Nieuwe Achtergracht 100<br />

telefoon: 020 555 5495<br />

e-mail: edg@ggd.amsterdam.nl<br />

website: www.gezond.amsterdam.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!