14.09.2013 Views

Archeologisch onderzoek - Gemeente Venlo

Archeologisch onderzoek - Gemeente Venlo

Archeologisch onderzoek - Gemeente Venlo

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

GEMEENTE VENLO<br />

PLANGEBIED SEVENUMSEWEG 1<br />

Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />

BAAC rapport V-10.0066 Juli 2010


GEMEENTE VENLO<br />

PLANGEBIED SEVENUMSEWEG 1<br />

Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />

BAAC rapport V-10.0066 Juli 2010<br />

Status<br />

definitief<br />

Auteur(s)<br />

D.F.A.E. Voeten, M.Sc.<br />

drs. E.A.M. de Boer<br />

A R C H E O L O G I E B O U W H I S T O R I E C U L T U U R H I S T O R I E


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Colofon<br />

ISSN<br />

Auteur(s)<br />

Redactie<br />

Cartografie<br />

1873-9350<br />

D.F.A.E. Voeten, M.Sc.<br />

drs. E.A.M. de Boer<br />

dr. ir. LA. Tebbens<br />

R. Sperwer<br />

Copyright HMB-groep te Maasbree / BAAC bv te Den Bosch<br />

Eindcontrole dr. ir. L.A. Tebbens<br />

Autorisatie<br />

(senior prospector)<br />

dr. ir. L.A. Tebbens<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of<br />

op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HMB-groep te Maasbree en/of BAAC<br />

bv te Den Bosch.<br />

BAAC bv<br />

Onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie<br />

Postbus 2015<br />

7420 AA Deventer<br />

Tel.: (0570) 67 00 55<br />

Fax: (0570) 61 84 30<br />

E-mail: deventer@baac.nl<br />

2<br />

Graaf van Solmsweg 103<br />

5222 BS ‘s-Hertogenbosch<br />

Tel.: (073) 61 36 219<br />

Fax: (073) 61 49 877<br />

E-mail: denbosch@baac.nl


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Administratieve gegevens<br />

Onderzoekgegevens<br />

Type <strong>onderzoek</strong> Inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> (verkennende fase)<br />

Datum opdracht 8 februari 2010<br />

Datum rapportage 06-05-2010<br />

Uitvoerder BAAC bv, vestiging Den Bosch<br />

Graaf van Solmsweg 103<br />

5222 BS Den Bosch<br />

073-6136219<br />

Projectleider D.F.A.E. Voeten, M.Sc.<br />

BAAC-rapport V-10.0066<br />

Veldmedewerkers D.F.A.E. Voeten, M.Sc.<br />

Vondstdeterminatie Drs. P.F.J. Franzen<br />

Opdrachtgever HMB-groep<br />

T. Hoeijmakers<br />

Voltaweg 8<br />

5993 SE MAASBREE<br />

Telefoonnr. 077-4652808<br />

Bevoegde overheid <strong>Gemeente</strong> <strong>Venlo</strong><br />

dhr. M. Dolmans<br />

Postbus 3434<br />

5902 RK <strong>Venlo</strong><br />

Telefoonnr. 077-3596666<br />

Beheer documentatie BAAC bv, ‘s-Hertogenbosch<br />

Beheer vondstmateriaal Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Limburg<br />

Avenue Ceramique 50<br />

6221 KV Maastricht<br />

tel. 043-3504586<br />

Locatiegegevens<br />

Provincie Limburg<br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Venlo</strong><br />

Plaats Californië<br />

Toponiem Sevenumseweg 1<br />

Kaartblad 52G<br />

Oppervlakte Circa 1 hectare<br />

RD-coördinaten Noordwesthoek: 204964/381345<br />

Noordoosthoek: 205038/381402<br />

Zuidwesthoek: 204995/381309<br />

Zuidoosthoek: 205063/381358<br />

Gegevens Archis Onderzoeksmeldingsnummer 39962<br />

Onderzoeksnummer volgt<br />

AMK-terrein nvt<br />

Waarnemingnummer(s) nvt<br />

Vondstmeldingsnummer(s) nvt<br />

Periode(s) Paleolithicum - Neolithicum<br />

3


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Inhoudsopgave<br />

Administratieve gegevens 3<br />

Inhoudsopgave 4<br />

1 Inleiding 5<br />

1.1 Onderzoekskader 5<br />

1.2 Ligging van het gebied 5<br />

2 Inventariserend Veld<strong>onderzoek</strong> 7<br />

2.1 Werkwijze 9<br />

2.2 Veldwaarnemingen 9<br />

2.3 Verkennend boor<strong>onderzoek</strong> 10<br />

2.3.1 Lithologie en bodemopbouw 11<br />

2.3.2 Bodemverstoringen 11<br />

2.3.3 <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren 11<br />

2.4 <strong>Archeologisch</strong>e interpretatie 12<br />

3 Conclusie en aanbevelingen 14<br />

3.1 Conclusie 14<br />

3.2 Aanbevelingen 14<br />

Geraadpleegde bronnen 15<br />

Bijlagen<br />

Bijlage 1 Overzicht van geologische en archeologische tijdvakken<br />

Bijlage 2 Indicatieve waarden met AMK-terreinen, waarnemingen en <strong>onderzoek</strong>en<br />

Bijlage 3 Boorpuntenkaart<br />

Bijlage 4 Boorbeschrijvingen<br />

4


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

1 Inleiding<br />

1.1 Onderzoekskader<br />

In opdracht van HMB-groep heeft het <strong>onderzoek</strong>s- en adviesbureau BAAC bv een<br />

archeologisch bureau<strong>onderzoek</strong> en inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> met behulp van<br />

boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong>.<br />

Het <strong>onderzoek</strong> is uitgevoerd in het kader van de aanvraag van een milieuvergunning.<br />

Met behulp van de bij het bureau<strong>onderzoek</strong> verworven informatie wordt een specifiek<br />

archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Het inventariserend veld<strong>onderzoek</strong> in de<br />

vorm van een verkennend boor<strong>onderzoek</strong> heeft tot doel inzicht te krijgen in de<br />

vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze<br />

in het verleden en om de intactheid van het bodemprofiel te bepalen.<br />

Tijdens het <strong>onderzoek</strong> dienen de volgende <strong>onderzoek</strong>svragen uit het Plan van Aanpak<br />

(Merlidis, 2010) te worden beantwoord:<br />

• Zijn binnen het plangebied bekende archeologische waarden aanwezig? Zo ja, zijn<br />

er gegevens bekend over de omvang, ligging, aard en datering hiervan?<br />

• Wat is de verwachte bodemopbouw in het gebied en zijn er gegevens bekend over<br />

bodemverstorende ingrepen in het verleden binnen het plangebied?<br />

• Wat is de specifieke archeologische verwachting voor het gebied?<br />

• Hoe is de bodemopbouw en is deze nog intact?<br />

• Is vervolg<strong>onderzoek</strong> nodig om de door het bureau<strong>onderzoek</strong> en verkennend<br />

boor<strong>onderzoek</strong> in beeld gebrachte gebieden met een archeologische verwachting<br />

en een intact bodemprofiel nader te <strong>onderzoek</strong>en en zo ja, in welke vorm?<br />

1.2 Ligging van het gebied<br />

Het plangebied ligt in het buitengebied van de gemeente <strong>Venlo</strong>, direct ten zuidwesten<br />

van het gehucht Californië, en behoort bij de boerderij gelegen op Sevenumseweg 1.<br />

Het plangebied grenst in het noordoosten aan het erf van deze boerderij en wordt aan<br />

de overige zijden omringd door akker- en weiland. De oppervlakte van het plangebied<br />

bedraagt circa 1 hectare. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.<br />

5


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied<br />

Momenteel is het plangebied in gebruik als akkerland. In de toekomst zal hier<br />

nieuwbouw in de vorm van een stal gerealiseerd worden. De te verwachten<br />

verstoringsdiepte bij de voorgenomen ontwikkeling is vooralsnog onbekend.<br />

6


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

1.3 Bureau<strong>onderzoek</strong><br />

Inleiding<br />

De gemeente <strong>Venlo</strong> heeft in overleg met de opdrachtgever besloten dat volstaan kan<br />

worden met een beknopt bureau<strong>onderzoek</strong> met een archeologische verwachting die<br />

gebaseerd is op de RAAP-rapporten 1050 en 1177 1 .Naast deze rapporten is voor dit<br />

<strong>onderzoek</strong> gebruik gemaakt van de bodemkaart, de geomorfologische kaart, het<br />

Actueel Hoogtebestand Nederland, historische kaarten uit circa 1830 en 1895 en de<br />

archeologische gegevens die beschikbaar zijn via Archis.<br />

Bekende landschappelijke, historische en archeologische gegevens<br />

Het plangebied maakt deel uit van het zuidelijke dekzandgebied. 2 Volgens de<br />

geomorfologische kaart ligt het plangebied in een grote dekzandvlakte (kaarteenheid<br />

3M13), gelegen tussen het Maasdal (o.a. kaarteenheid 4E9: dalvlakteterras) in het<br />

oosten en hoger gelegen dekzandruggen al dan niet met oud-bouwlanddek<br />

(kaarteenheid 3L5) in het noorden, westen en zuiden. 3 Volgens de bodemkaart komen<br />

in het plangebied veldpodzolgronden (kaarteenheid Hn23) voor, die zijn ontstaan in<br />

lemig fijn zand met grondwatertrap VI. 4<br />

In het begin van de negentiende eeuw maakte het plangebied nog deel uit van de rand<br />

een groot, nat heidegebied met veel vennetjes, dat ter hoogte van het plangebied<br />

bekend stond als de Kiviter Hei. Dit gebied werd doorsneden door een groot aantal<br />

paden, waaronder de Chemin de Sevenum a Grubbenvorst (de voorganger van de<br />

huidige Sevenumseweg) ten noorden van het plangebied en de Grande route de<br />

Hoorst a <strong>Venlo</strong>o (de huidige Horsterweg – Venrayseweg). De heide werd in het oosten<br />

van de bouwlanden langs de Maas gescheiden door een bosgebied. Het plangebied<br />

lag op de overgang van de heide naar het bos. 5 In de tweede helft van de negentiende<br />

eeuw heeft men op de hoek van de Sevenumseweg en de Venrayseweg een boerderij<br />

gebouwd en is hieromheen een klein gebied ontgonnen voor de landbouw. Vanaf deze<br />

periode heeft het plangebied een agrarisch gebruik gehad. 6<br />

Volgens de IKAW heeft het plangebied vanwege het voorkomen van relatief hoog<br />

gelegen veldpodzolgronden een middelhoge archeologische trefkans. In de omgeving<br />

van het plangebied zijn binnen een straal van circa 1 km diverse archeologische<br />

waarnemingen bekend. Op circa 470 m ten noordoosten van het plangebied is in 2007<br />

een archeologisch boor<strong>onderzoek</strong> uitgevoerd. Bij dit <strong>onderzoek</strong> werden geen<br />

archeologische indicatoren aangetroffen. De bodem was tot minimaal in de Bs-horizont<br />

verstoord (<strong>onderzoek</strong>smeldingsnr. 23978, vondstmeldingsnr. 412226).<br />

Bij een archeologische veldkartering zijn in 2005 van 700 m tot circa 1 km ten<br />

noordwesten van het plangebied diverse vuursteenartefacten uit de steentijd tot<br />

1<br />

Dijk, X.C.C. van & J.A.M. Roymans 2004, Dijk, X.C.C. van 2005<br />

2<br />

Berendsen, H.J.A. 2005.<br />

3<br />

ARCHIS II.<br />

4<br />

Bodemkaart van Nederland 1:50.000 (52 O). Grondwatertrap VI: gemiddeld hoogste grondwaterstand<br />

40 – 80 cm –mv, gemiddeld laagste grondwaterstand > 120 cm –mv.<br />

5<br />

Kadasterkaart (minuutplan) 1810-1841.<br />

6 Bonnekaart 1895.<br />

7


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

mogelijk de ijzertijd (ARCHIS-waarnemingsnr. 55540, 55667, 55669) en een fragment<br />

Elmpter aardewerk uit de late middeleeuwen (ARCHIS-waarnemingsnr. 56294)<br />

gevonden.<br />

Op circa 100 m ten zuidwesten van het plangebied is in 2004 en 2005 door RAAP een<br />

grootschalig archeologisch boor<strong>onderzoek</strong> en veldkartering uitgevoerd. Bij dit<br />

<strong>onderzoek</strong> werden op diverse plekken vuursteenartefacten aangetroffen. Deze<br />

bestonden uit een vuurstenen schrabber uit het laat-paleolithicum tot het mesolithicum<br />

(ARCHIS-waarnemingsnr. 56331), een klingkern en een spits uit het mesolithicum<br />

(ARCHIS-waarnemingsnr. 56319, 56329, 56333), een vuursteenspits en kling uit het<br />

midden-neolithicum (ARCHIS-waarnemingsnr. 56315, 56317) en diverse<br />

vuursteenafslagen uit het laatpaleolithicum tot Neolithicum (ARCHIS-waarnemingsnr.<br />

56307, 56313, 56321, 56323, 56325, 56327, 56335, 56493). Tevens werd een<br />

fragment blauwgrijs aardewerk uit de late middeleeuwen (ARCHIS-waarnemingsnr.<br />

56337) aangetroffen. Deze vondsten werden overwegend aangetroffen in hoge podzol-<br />

en vlakvaaggronden. In dit gebied bevonden zich plaatselijk depressies met lage/natte<br />

podzolgronden.<br />

Uit dit <strong>onderzoek</strong> blijkt dat het plangebied in de steentijd, en dan met name het<br />

paleolithicum en het mesolithicum, niet intensief werd gebruikt en vermoedelijk alleen<br />

dienst deed als extensief jacht- en migratiegebied. In de loop van het neolithicum<br />

kwam landbouw in zwang werden op de hogere gelegen dekzandruggen nabij laagtes<br />

(zoals dichtgestoven meanders) permanente nederzettingen gebouwd. Desondanks<br />

zijn in de dekzandvlakte ten westen van het plangebied enkele clusters van vondsten<br />

uit deze periode aangetroffen. Voor de bronstijd, ijzertijd en Romeinse tijd geldt<br />

eveneens dat de meeste vindplaatsen zich bevinden op de dekzandruggen langs of op<br />

de flank van een dicht gestoven meander. In de middeleeuwen is sprake van enkele<br />

kampontginningen op de hoger gelegen gronden. Pas in de negentiende eeuw zijn de<br />

heidegebieden voor de landbouw ontgonnen. 7<br />

Verwachtingsmodel<br />

Op basis van bovenstaande informatie wordt aan het plangebied een middelhoge<br />

verwachting voor archeologische waarden (vuursteenconcentraties) van jagerverzamelaars<br />

uit het (laat)paleolithicum tot neolithicum toegekend. Voor de bronstijd tot<br />

nieuwe tijd geldt een lage archeologische verwachting.<br />

7<br />

Dijk, X.C.C. van & J.A.M. Roymans 2004, Dijk, X.C.C. van 2005.<br />

8


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

2 Inventariserend Veld<strong>onderzoek</strong><br />

2.1 Werkwijze<br />

Aan de hand van het beknopte bureau<strong>onderzoek</strong> en de RAAP-rapporten 1050 en 1177<br />

is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Het voorliggende <strong>onderzoek</strong> is<br />

erop gericht inzicht in de bodemopbouw alsmede de intactheid daarvan te verkrijgen.<br />

Het veld<strong>onderzoek</strong> bestond uit een verkennend boor<strong>onderzoek</strong>. Hierbij wordt<br />

beoordeeld wat de bodemopbouw van het plangebied is en in hoeverre de bodem nog<br />

intact is. Een intacte bodem betekent dat eventuele archeologische vindplaatsen nog<br />

gaaf aanwezig kunnen zijn.<br />

Bij een verkennend boor<strong>onderzoek</strong> worden gemiddeld 6 boringen per hectare verricht<br />

met een edelmanboor met een diameter van 7 centimeter. In het plangebied zijn 8<br />

boringen geplaatst, waarbij 2 boringen met een zandguts zijn uitgevoerd. De boringen<br />

zijn gezet tot minimaal 25 centimeter in de “schone” C-horizont, hetgeen neerkomt op<br />

een diepte van maximaal 110 cm –mv. De opgeboorde sedimenten zijn lithologisch<br />

(volgens de NEN 5104) en bodemkundig beschreven (volgens De Bakker & Schelling<br />

1989).<br />

Hoewel een verkennend boor<strong>onderzoek</strong> niet gericht is op het opsporen van<br />

archeologische indicatoren, is wel gelet op de aanwezigheid hiervan door de<br />

opgeboorde sedimenten te verbrokkelen en te inspecteren. <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren<br />

kunnen een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats<br />

ter plaatse of in de nabijheid van de betreffende boring(en). Deze indicatoren bestaan<br />

bijvoorbeeld uit aardewerk, verbrande huttenleem, vuursteen, metaal, houtskool en al<br />

dan niet verbrand bot. Eventuele vondsten die zijn aangetroffen, werden meegenomen,<br />

schoongemaakt en gedetermineerd.<br />

De locaties van de boringen zijn ingemeten met GPS, waarbij de afwijking maximaal<br />

circa 2 meter bedraagt. De hoogteligging ten opzichte van NAP is afgeleid uit het<br />

Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN, 2010).<br />

Het veld<strong>onderzoek</strong> heeft plaatsgevonden op 16 maart 2010. In navolgende paragrafen<br />

worden de resultaten van het veld<strong>onderzoek</strong> beschreven. Het hoofdstuk wordt<br />

afgesloten met een archeologische interpretatie. De locaties van de boringen staan<br />

weergegeven op de boorpuntenkaart (Bijlage 2). De boorbeschrijvingen bevinden zich<br />

in Bijlage 3.<br />

2.2 Veldwaarnemingen<br />

8 AHN, 2010<br />

Aan het maaiveld waren geen aanwijzingen zichtbaar die zouden kunnen duiden op de<br />

aanwezigheid van archeologische resten in de bodem. Het plangebied kent weinig<br />

reliëf (zie figuur 2.1) en het maaiveld is gelegen op een gemiddelde hoogte van circa<br />

24,15 m +NAP 8 .<br />

9


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Figuur 2.1 Plangebied, foto genomen in noordoostelijke richting<br />

10


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

2.3 Verkennend boor<strong>onderzoek</strong><br />

2.3.1 Lithologie en bodemopbouw<br />

De bodem in het plangebied wordt gekenmerkt door een 30 tot 40 cm dikke,<br />

donkerbruingrijze bouwvoor, die bestond uit matig humeus, sterk siltig, zeer fijn zand.<br />

Direct onder de bouwvoor werd in het zuidelijke deel van het plangebied (boringen 7 en<br />

8) een 25 tot 40 cm dikke laag, lichtgeelgrijs, matig tot sterk, zeer fijn zand<br />

aangetroffen. Hieronder, en in de rest van het plangebied direct onder de bouwvoor,<br />

bevond zich een ijzerrijke, donkergeelgrijze tot (licht)oranjegrijze laag (zeer fijn, matig<br />

fijn zand). Het betreft hier een Cg-horizont. Een Cg-horizont is een C-horizont met gleyverschijnselen<br />

(roestverschijnselen), welke zich vormt in een relatief laaggelegen<br />

gebied onder invloed van grondwaterschommelingen. Onder de Cg-horizont bevindt<br />

zich de C-horizont, die bestond uit lichtgeelgrijs tot witgrijs, matig siltig, zeer fijn zand<br />

met enkele ijzerrijke oxidatievlekken.<br />

2.3.2 Bodemverstoringen<br />

Vermoedelijk kwam in het plangebied oorspronkelijk een veldpodzolgrond voor. Door<br />

verploeging is het oorspronkelijke humuspodzolprofiel in de A-horizont opgenomen,<br />

waardoor een 30 tot 40 cm dikke bouwvoor is ontstaan met direct daaronder de Chorizont.<br />

Deze bodem kan derhalve worden gerekend tot de vlakvaaggronden.<br />

2.3.3 <strong>Archeologisch</strong>e indicatoren<br />

In boring 7 werd in de top van de bouwvoor een fragmentje koolas (niet dateerbaar) en<br />

een aardewerkfragment aangetroffen. Het aardewerk werd gekenmerkt door een<br />

donkergrijze deklaag aan beide zijden met een lichtere kern. Het geheel doet terra<br />

nigra-achtig aan en zou derhalve in de Romeinse tijd kunnen dateren. Aangezien het<br />

aardewerk hard is gebakken is echter niet uit te sluiten dat het om recenter aardewerk<br />

uit de middeleeuwen gaat. 9<br />

9 Determinatie P. Franzen (BAAC), 28 april 2010.<br />

11


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Figuur 2.2 Bodemprofiel zoals aangetroffen ter hoogte van boring 1. De rode lijnen kennen een<br />

interval van 10 centimeter<br />

12


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

2.4 <strong>Archeologisch</strong>e interpretatie<br />

Ter hoogte van boring 7 werd in de bouwvoor een fragment Romeins of middeleeuws<br />

aardewerk aangetroffen. Omdat dit fragment zich in de verploegde bouwvoor bevindt<br />

wijst het als zodanig niet direct op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats<br />

ter plaatse. Gezien het feit dat het bodemprofiel is verploegd en het plangebied tot in<br />

de tweede helft van de negentiende eeuw in gebruik was als heide, is het niet<br />

waarschijnlijk dat zich in het plangebied een (onverstoord) vindplaats uit deze periode<br />

of de steentijd bevindt.<br />

13


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

3 Conclusie en aanbevelingen<br />

3.1 Conclusie<br />

Op basis van de voorstudie werd een middelhoge verwachting voor archeologische<br />

waarden (vuursteenconcentraties) van jager-verzamelaars uit het paleolithicum tot<br />

neolithicum toegekend en een lage archeologische verwachting voor de periode<br />

bronstijd - nieuwe tijd.<br />

Voor de ontginning was binnen het plangebied waarschijnlijk een natte veldpodzol<br />

aanwezig. Tijdens en na de ontginning zijn de horizonten van deze veldpodzol<br />

verploegd, waarbij een A-horizont van 30 tot 40 centimeter dik is ontstaan op een Chorizont<br />

met veel ijzervlekken. De bovenste 40 centimeter van de bodem is dus niet<br />

meer intact, terwijl de ijzervlekken aangeven dat het om relatief natte gronden gaat.<br />

Met inachtname van de bevindingen van RAAP-rapporten 1050 en 1177 wordt de<br />

aanwezigheid van (intacte) archeologische waarden uit de periode midden-neolithicum<br />

– nieuwe tijd onwaarschijnlijk geacht, daar de natte gronden geen aantrekkingskracht<br />

zullen hebben gehad ten aanzien van (vroege) vestiging. Uit de periode paleolithicum –<br />

vroeg-neolithicum worden met name archeologische waarden verwacht op de<br />

overgang van hoger gelegen, drogere gronden naar lager gelegen gebieden. Daar het<br />

plangebied is gelegen op relatief natte gronden in een uitgestrekte dekzandvlakte zal<br />

het plangebied ook geen sterke aantrekkingskracht gehad hebben voor (tijdelijke)<br />

jachtkampen van jagers-verzamelaars. Derhalve wordt ook de aanwezigheid van<br />

archeologische waarden uit de periode paleolithicum – vroeg-neolithicum<br />

onwaarschijnlijk geacht. Bovendien moet er vanuit gegaan worden dat eventuele<br />

archeologische waarden die zich binnen de bovenste 30 tot 40 centimeter bevonden<br />

hebben niet meer intact aanwezig zijn daar dit bereik door ploegactiviteiten is<br />

verstoord.<br />

3.2 Aanbevelingen<br />

Op basis van het veld<strong>onderzoek</strong> wordt het niet waarschijnlijk geacht dat zich in het<br />

plangebied een onverstoord archeologische vindplaats bevindt en wordt geen<br />

vervolg<strong>onderzoek</strong> aanbevolen.<br />

Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds<br />

gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende<br />

activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de<br />

bevoegde overheid en leidt tot een selectiebesluit.<br />

Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de<br />

gebruikte <strong>onderzoek</strong>smethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of<br />

resten nooit volledig worden uitgesloten. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij<br />

bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van<br />

archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen<br />

van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister (in de praktijk de<br />

RCE) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988.<br />

14


BAAC bv V-10.0066 Sevenumseweg 1 te <strong>Venlo</strong><br />

Geraadpleegde bronnen<br />

Literatuur<br />

Bakker, H. de & J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie voor Nederland.<br />

De hogere niveaus. Wageningen: Staring Centrum.<br />

Berendsen, H.J.A., 2005. Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische<br />

regio’s. (Fysische geografie van Nederland). Assen: Koninklijke Van Gorcum.<br />

Dijk, X.C.C. van. 2005. Plangebied Trade Port-Noord, fase II; gemeente <strong>Venlo</strong>; een<br />

inventariserend archeologisch <strong>onderzoek</strong>. RAAP-rapport 1177. Amsterdam: RAAP<br />

<strong>Archeologisch</strong> Adviesbureau B.V.<br />

Dijk, X.C.C. van & J.A.M. Roymans. 2004. Plangebied Trade Port-Noord, fase 1;<br />

gemeente <strong>Venlo</strong>; een inventariserend archeologisch <strong>onderzoek</strong>. RAAP-rapport 1050.<br />

Amsterdam: RAAP <strong>Archeologisch</strong> Adviesbureau B.V.<br />

Merlidis, T. 2010. Onderzoeksvoorstel – plan van aanpak plangebied Sevenumseweg<br />

1 te <strong>Venlo</strong>. ’s-Hertogenbosch: BAAC bv.<br />

SIKB, 2006a. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1. Goude: SIKB.<br />

Kaarten<br />

AHN, 2010. Actueel Hoogtebestand Nederland. Te raadplegen via http://www.ahn.nl.<br />

ARCHIS II, registratie- en informatiesysteem van de Rijksdienst voor het Cultureel<br />

Erfgoed, te raadplegen via http://archis2.archis.nl.<br />

Bonnekaart 1895. Blad 695 Grubbenvorst. Te raadplegen via http://watwaswaar.nl.<br />

Kadasterkaart (minuutplan en OAT). Kaartblad Grubbenvorst, sectie E Heihoeven,<br />

blad 2. Te raadplegen via http://watwaswaar.nl.<br />

Topografische atlas Limburg 1:25.000, 2004. Den Haag: ANWB.<br />

15


Bijlage 1<br />

Overzicht van geologische en archeologische tijdvakken


Overzicht geologische en archeologische tijdvakken<br />

Ouderdom<br />

in jaren<br />

11.755<br />

12.745<br />

13.675<br />

14.025<br />

15.700<br />

29.000<br />

50.000<br />

75.000<br />

115.000<br />

130.000<br />

370.000<br />

410.000<br />

475.000<br />

850.000<br />

2.600.000<br />

Chronostratigrafie MIS Lithostratigrafie<br />

Holoceen 1<br />

Laat-<br />

Weichselien<br />

(Laat-<br />

Glaciaal)<br />

Midden-<br />

Weichselien<br />

(Pleniglaciaal)<br />

Vroeg-<br />

Weichselien<br />

(Vroeg-<br />

Glaciaal)<br />

Eemien<br />

(warme periode)<br />

Late Dryas<br />

(koud)<br />

Allerød<br />

(warm)<br />

Vroege Dryas<br />

(koud)<br />

Bølling<br />

(warm)<br />

Laat-<br />

Pleniglaciaal<br />

Midden-<br />

Pleniglaciaal<br />

Vroeg-<br />

Pleniglaciaal<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5a<br />

5b<br />

5c<br />

5d<br />

5e<br />

Saalien (ijstijd) 6<br />

Holsteinien<br />

(warme periode)<br />

Elsterien (ijstijd)<br />

Cromerien<br />

(warme periode)<br />

Pre-Cromerien<br />

Formaties: Naaldwijk<br />

(marien), Nieuwkoop<br />

(veen), Echteld (fluviatiel)<br />

Formatie<br />

van<br />

Kreftenheye<br />

Formatie<br />

van<br />

Urk<br />

Formatie<br />

van<br />

Sterksel<br />

Eem<br />

Formatie<br />

Formatie<br />

van Drente<br />

Formatie<br />

van Peelo<br />

Formatie<br />

van<br />

Boxtel<br />

Formatie<br />

van<br />

Beegden


Cal. jaren<br />

v/n Chr.<br />

1500<br />

450<br />

12<br />

0<br />

800<br />

2000<br />

4900<br />

5300<br />

8800<br />

35.000<br />

300.000<br />

1950<br />

815<br />

3755<br />

7020<br />

8240<br />

11.755<br />

12.745<br />

13.675<br />

14.025<br />

15.700<br />

75.000<br />

115.000<br />

130.000<br />

14 C jaren Chronostratigrafie<br />

0<br />

2650<br />

5000<br />

8000<br />

9000<br />

10.150<br />

10.800<br />

11.800<br />

12.000<br />

13.000<br />

Laat-<br />

Weichselien<br />

(Laat-<br />

Glaciaal)<br />

Midden-<br />

Weichselien<br />

(Pleniglaciaal)<br />

Vroeg-<br />

Weichselien<br />

(Vroeg-<br />

Glaciaal)<br />

Subatlanticum<br />

koeler<br />

vochtiger<br />

Pollen<br />

zones<br />

Vb2<br />

Vb1<br />

Va<br />

IVb<br />

Subboreaal<br />

koeler<br />

droger IVa<br />

Atlanticum<br />

warm<br />

vochtig<br />

Boreaal<br />

warmer<br />

Preboreaal<br />

warmer<br />

Eemien<br />

(warme periode)<br />

Saalien (ijstijd)<br />

III<br />

II<br />

Late Dryas LW III<br />

I<br />

Vegetatie<br />

Loofbos<br />

eik en hazelaar<br />

overheersen<br />

haagbeuk<br />

veel cultuurplanten<br />

rogge, boekweit,<br />

korenbloem<br />

Loofbos<br />

eik en hazelaar<br />

overheersen<br />

beuk>1% invloed<br />

landbouw<br />

(granen)<br />

Loofbos<br />

eik, els en hazelaar<br />

overheersen<br />

in zuiden speelt<br />

linde een grote rol<br />

den overheerst<br />

hazelaar, eik, iep,<br />

linde, es<br />

eerst berk en later<br />

den overheersend<br />

parklandschap<br />

Allerød LW II<br />

dennen- en<br />

berkenbossen<br />

Vroege Dryas<br />

open<br />

parklandschap<br />

LWI open vegetatie met<br />

Bølling<br />

kruiden en<br />

berkenbomen<br />

perioden met een<br />

poolwoestijn en<br />

perioden met een<br />

toendra<br />

perioden met bos<br />

en perioden met<br />

een subarctisch<br />

open landschap<br />

loofbos<br />

<strong>Archeologisch</strong>e<br />

perioden<br />

Nieuwe tijd<br />

Middeleeuwen<br />

Romeinse tijd<br />

IJzertijd<br />

Bronstijd<br />

Neolithicum<br />

Mesolithicum<br />

Laat-Paleolithicum<br />

Midden-Paleolithicum<br />

Vroeg-Paleolithicum<br />

Chronostratigrafie voor Noordwest-Europa volgens Zagwijn (1974), Vandenberghe (1985) en De Mulder et al.<br />

(2003). Lithostratigrafie<br />

volgens De Mulder et al. (2003). Mariene isotoop stadium (MIS) volgens Bassinot et al. (1994). Atmosferische data volgens Stuiver et al.<br />

(1998).<br />

Zuurstofisotoop calibratie (OxCal) versie 3.9 Bronk Ramsey (2003), toegepast op het Laat-Weichselien en het Holoceen.<br />

<strong>Archeologisch</strong>e periode-indeling en ouderdom volgens de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodem<strong>onderzoek</strong> (ROB).<br />

Vegetatie bewerkt volgens Berendsen (2000). Pollenzones volgens P. Vos & P. Kiden (2005).


Bijlage 2<br />

Indicatieve waarden met AMK-terreinen, waarnemingen<br />

en <strong>onderzoek</strong>en


382000<br />

381000<br />

56288<br />

56503<br />

56292<br />

56487<br />

56337<br />

56335<br />

56499<br />

56329<br />

56327<br />

56331<br />

56325<br />

56497<br />

56495<br />

56491 56493<br />

56485<br />

56489<br />

56382 56380<br />

56321<br />

56378<br />

56323<br />

56319<br />

56376<br />

56317<br />

18558<br />

56374<br />

56313<br />

56311 56307<br />

56309<br />

56366<br />

56363<br />

56361<br />

56357<br />

56355<br />

56351<br />

56349<br />

35431<br />

56290<br />

204000<br />

55671<br />

56294<br />

22794<br />

56305<br />

56303 56301<br />

55667<br />

56513<br />

56541<br />

56543<br />

5653756539<br />

56535<br />

31468<br />

56533<br />

56507<br />

55669<br />

55540<br />

28248<br />

0 250 500 750 1.000 m<br />

204000<br />

21641<br />

56531<br />

205000<br />

36392<br />

24450<br />

5110751109<br />

205000<br />

28623<br />

28253<br />

23978<br />

28247<br />

18378<br />

23354<br />

28246<br />

28953<br />

5371<br />

206000<br />

206000<br />

29149<br />

29063<br />

29081<br />

29065<br />

31653<br />

38749<br />

37547<br />

19404<br />

382000<br />

381000<br />

IKAW, AMK-terreinen en<br />

Archis waarnemingen<br />

<strong>Venlo</strong>, Sevenumseweg 1<br />

LEGENDA<br />

plangebied<br />

<strong>onderzoek</strong>smeldingen<br />

waarnemingen<br />

AMK-terreinen<br />

beschermd monument<br />

zeer hoge archeologische waarde<br />

hoge archeologische waarde<br />

archeologische waarde<br />

archeologische betekenis<br />

indicatieve waarden (IKAW)<br />

hoge indicatieve waarde<br />

middelhoge indicatieve waarde<br />

lage indicatieve waarde<br />

bebouwing<br />

water


Bijlage 3<br />

Boorpuntenkaart


381500<br />

381400<br />

381300<br />

381200<br />

Berkter Hei<br />

204900<br />

204900<br />

5<br />

205000<br />

8<br />

25<br />

2<br />

205000<br />

6<br />

3<br />

3<br />

1<br />

7<br />

4<br />

58<br />

Sevenumseweg<br />

Horsterweg<br />

1<br />

205100<br />

205100<br />

<strong>Venlo</strong>, Sevenumseweg 1 0 100 m<br />

boorpuntenkaart<br />

plangebied<br />

boorpunten<br />

topografische ondergrond<br />

16<br />

381500<br />

381400<br />

381300<br />

381200


Bijlage 4<br />

Boorbeschrijvingen


<strong>Venlo</strong>, Sevenumseweg 1<br />

boring: 10066-1<br />

beschrijver: DV, datum: 16-3-2010, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 24,24, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams<br />

Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: geen, provincie:<br />

Limburg, gemeente: <strong>Venlo</strong>, plaatsnaam: <strong>Venlo</strong>, opdrachtgever: HMB-groep, uitvoerder: BAAC bv<br />

0 cm -Mv / 24,24 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (


<strong>Venlo</strong>, Sevenumseweg 1<br />

boring: 10066-3<br />

beschrijver: DV, datum: 16-3-2010, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 24,14, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams<br />

Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: geen, provincie:<br />

Limburg, gemeente: <strong>Venlo</strong>, plaatsnaam: <strong>Venlo</strong>, opdrachtgever: HMB-groep, uitvoerder: BAAC bv, opmerking: zandguts<br />

0 cm -Mv / 24,14 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (


<strong>Venlo</strong>, Sevenumseweg 1<br />

boring: 10066-6<br />

beschrijver: DV, datum: 16-3-2010, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 24,07, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams<br />

Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: zandguts-2 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: geen, provincie:<br />

Limburg, gemeente: <strong>Venlo</strong>, plaatsnaam: <strong>Venlo</strong>, opdrachtgever: HMB-groep, uitvoerder: BAAC bv, opmerking: zandguts<br />

0 cm -Mv / 24,07 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />

Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: begraven regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor<br />

35 cm -Mv / 23,72 m +NAP<br />

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />

Lithologie: zand, matig siltig, lichtoranjegrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: C-horizont met roestvlekken, veel Fe-vlekken<br />

65 cm -Mv / 23,42 m +NAP<br />

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelgrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken<br />

Einde boring op 90 cm -Mv / 23,17 m +NAP<br />

boring: 10066-7<br />

beschrijver: DV, datum: 16-3-2010, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 24,14, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams<br />

Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: geen, provincie:<br />

Limburg, gemeente: <strong>Venlo</strong>, plaatsnaam: <strong>Venlo</strong>, opdrachtgever: HMB-groep, uitvoerder: BAAC bv<br />

0 cm -Mv / 24,14 m +NAP<br />

Lithologie: zand, sterk siltig, matig humeus, donkerbruingrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: begraven regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor<br />

40 cm -Mv / 23,74 m +NAP<br />

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />

Lithologie: zand, matig siltig, lichtgeelgrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken<br />

80 cm -Mv / 23,34 m +NAP<br />

Algemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)<br />

Lithologie: zand, matig siltig, oranjegrijs, zeer fijn, kalkloos<br />

Bodemkundig: C-horizont, enkele Fe-vlekken<br />

Opmerking: veel Fe onderin;bedekt wrschlk leem (vochtig)<br />

Einde boring op 110 cm -Mv / 23,04 m +NAP<br />

boring: 10066-8<br />

beschrijver: DV, datum: 16-3-2010, precisie locatie: 1 m, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, hoogte: 24,11, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams<br />

Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: akker, vondstzichtbaarheid: geen, provincie:<br />

Limburg, gemeente: <strong>Venlo</strong>, plaatsnaam: <strong>Venlo</strong>, opdrachtgever: HMB-groep, uitvoerder: BAAC bv, opmerking: venlo9<br />

0 cm -Mv / 24,11 m +NAP<br />

Algemeen: aard ondergrens: abrupt (

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!