14.09.2013 Views

Kvo 66 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

Kvo 66 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

Kvo 66 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inhoud<br />

Kunnen we nu eindelijk eens barbecuen?<br />

Ja het moest<br />

Windkracht 10<br />

In Memoriam<br />

Oudejaars overpeinzing van de voorzitter<br />

Geachte redactie (Bloedvlaggen)<br />

De snuiver (deel III slot))<br />

KVO leden<br />

Hoe gaat het toch met....van der Meulen<br />

Oudgedienden onder elkaar<br />

Is dit het eerste ontwerp van ons OZD embleem?<br />

Oproep reünie snuivertrip Hr.Ms. “Zeehond” mrt.1949<br />

100 jaar Franse <strong>Onderzeedienst</strong><br />

-1-<br />

Blz.<br />

3<br />

3<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

8<br />

9<br />

10<br />

12<br />

13<br />

14<br />

Nr. <strong>66</strong> dec.’98


Samenstelling bestuur<br />

H.W. van Vliet Voorzitter Korteweg 8<br />

3054 AS Rotterdam<br />

010-4611514<br />

beermuis@dds.nl<br />

D. Heij Secretaris Bennekomseweg 68<br />

6871 KG Renkum<br />

0317-317063<br />

W.P.P. Falkmann Redactie KVO Middelzand 5306<br />

1788 HC Den Helder<br />

0223-642<strong>66</strong>8<br />

w.falkmann@wxs.nl<br />

W.P. van der Veeken Redactie KVO Jolstraat 74<br />

1784 NL Den Helder<br />

0223-630265<br />

A. Prins Penningmeester Heiligharn 1<strong>66</strong><br />

1785 SP Den Helder<br />

0223-635455<br />

M. van Dwingelen 2e Penningmeester D.Abbesteelaan 16<br />

1785 GN Den Helder<br />

0223-632809<br />

LTZ2oc A.G. Wegman Vertegenwoordiger OZD <strong>Onderzeedienst</strong> / BUOPS<br />

Postbus 10000<br />

1780 CA Den Helder<br />

0223-653444<br />

Erelid van de vereniging : de heer J.H. van Rede<br />

Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder adreswijzigingen e.d, is de tweede<br />

penningmeester M. van Dwingelen.<br />

Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit “Klaar voor Onderwater” is toegestaan na<br />

verkregen toestemming van de redactie.<br />

Contributie<br />

De minimale contributie bedraagt f. 10,00 per jaar<br />

Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn wil men als lid ingeschreven blijven.<br />

Voor 1 Maart niet betaald betekent afgevoerd als lid.<br />

Zij die reeds lid zijn krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten.<br />

Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te<br />

betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. Vergeet niet, eigen naam en adres, te vermelden.<br />

Gironummer vereniging : 39.28.464.<br />

t.n.v. <strong>Onderzeedienst</strong> Reünistenvereniging<br />

Heiligharn 1<strong>66</strong><br />

1785 SP Den Helder<br />

-2-<br />

25<br />

amsterdam 10 februari 1971<br />

secretaris president<br />

de nederlandsche bank<br />

VIJF EN TWINTIG<br />

GULDEN<br />

25<br />

jan pietersz<br />

sweelinck


“Ja het moest”<br />

Deze tekst staat op de achterzijde van ons monument.<br />

Onze gevallenen willen wij eren in deze en volgende KVO’s<br />

Mulder P.J.<br />

Andriese H.G. Misseijer W.Th.<br />

BouwmansH.G. Saidin<br />

Furer J.Th. Raden Sastrawidjaja<br />

Kasman Mas Soemantri<br />

Kokkelink D. Tatoeil Ch.<br />

Loekemeijer P. Zevenbergen E.<br />

Windkracht 10<br />

De storm stak op,<br />

het schip deinde,<br />

de golven beukten,<br />

het schip verdween.......<br />

het was een onderzeeboot,<br />

de O-twee-één.<br />

W. Claes 1941<br />

In Memoriam<br />

In de afgelopen tijd zijn de volgende leden van de vereniging overleden:<br />

10 juni A. Breel Leiden<br />

28 juli F.A. Meyer 91 jaar Medemblik<br />

10 november J.W. Scheer 93 jaar Den Helder<br />

Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken<br />

-3-<br />

Jarman L.J.<br />

Aken C.C.J.v. Laurens J.M.<br />

Blom W.F. Aboul Madjid R.<br />

Breeschoten A. Marsidan<br />

Broers T.J. Meijer F.<br />

Bruin A.T. Nagel H.C.v.d.<br />

Dam M.A.v. Nooy E.R. de<br />

Dungen F.v.d. Os O.v.<br />

Edwards C.A. Radder P.J.<br />

Enak Rademakers E.P.<br />

Groen P. Rietvelt A.<br />

Groenendaal G.E.J. Sanger H.R.<br />

Haasnoot A. Slob G.<br />

Hasselt L.J.v. Soeparno<br />

Heer P.de Tawi<br />

Karta Timmens G.<br />

Klumper J.J.W. Vastenhout E.A.<br />

Last J. Vorstenbos J.v.<br />

Vink A.


OUDEJAARS OVERPEINZING VAN DE<br />

VOORZITTER.<br />

Bij het schrijven van een stukje voor de overgang naar het laatste jaar van deze<br />

eeuw kan ik de verleiding bijna niet weerstaan om niet alleen terug te blikken naar het afgelopen<br />

jaar, maar naar de hele 20 e eeuw waarin de volledige geschiedenis van de Nederlandse<br />

<strong>Onderzeedienst</strong> zich heeft afgespeeld.<br />

Bij nader inzien is het echter toch beter dat tot volgend jaar te bewaren.<br />

Ik zal mij nu dus beperken tot 1998 : zoals U weet heeft onze vereniging twee hoofddoelstellingen,<br />

te weten het jaarlijks organiseren van een reünie en het uitgeven van een contactorgaan.<br />

Vergeleken met het vorige (lustrum)jaar met de grote geëmancipeerde reünie ter gelegenheid<br />

van het 90-jarig bestaan van de OZD was 1998 een rustig jaar met een goed bezochte reünie<br />

op de Marine Kazerne Amsterdam. Daarmee is de eerste doelstelling uitgevoerd. Voor wat<br />

betreft de tweede doelstelling, het uitgeven van een contactorgaan kunt U regelmatig zien dat<br />

er door de nieuwe redacteur Wil van der Veeken en reeds langer door Will Falkmann hard<br />

aan gewerkt wordt om voor U een smeuïg, informatief en prettig leesbaar blad te produceren.<br />

Als U van mening bent dat er meer artikelen met historische waarde of grotere diepgang gepubliceerd<br />

moeten worden, nodig ik U hierbij uit om in de pen te klimmen.<br />

Ondertussen werpt het 100-jarig bestaan van de OZD zijn schaduwen vooruit en Uw bestuur<br />

is samen met de OZD al bezig daar ideeën voor te formuleren.<br />

Als we buiten onze vereniging kijken, zien we dat er wederom krachtige bedragen op defensie<br />

bezuinigd moeten worden. De ingreep bij de OZD enkele jaren geleden om terug te gaan<br />

van 6 naar 4 boten is al zo hard aangekomen dat de OZD ditmaal enigszins buiten de financiele<br />

snijoperatie wordt gehouden.<br />

Ook is het goed te weten, dat men met een kleine groep mensen bij RDM Submarines BV<br />

met man en macht bezig is de “know how van onderzeebootbouw“ te trachten voor Nederland<br />

te bewaren.Het is echter een moeizaam traject met thans geen behoefte aan Nederlandse<br />

nieuwbouw en onderhoud te Den Helder.<br />

Buiten Nederland zien we behoorlijk grote economische spanning en helaas ook oorlogen en<br />

opstanden op verschillende continenten.<br />

Wij zijn in West-Europa gezegend met economische voorspoed. Deze heeft op zijn beurt<br />

weer het nadeel dat er een groot personeelsverloop is, met name onder de KM-officieren, en<br />

dat treft de OZD met zijn relatief kleine aantal officieren gevoelig.<br />

Omdat we ons in deze maand op de jaarwisseling voorbereiden, wil ik van deze gelegenheid<br />

graag gebruik maken de wens uit te spreken dat U de feestdagen aan het eind van dit jaar in<br />

harmonie met de U dierbaren moogt beleven en dat U met een prachtig 1999 deze eeuw zult<br />

mogen afsluiten.<br />

-4-<br />

De Voorzitter


Geachte redactie,<br />

Naar aanleiding van het verslag in KVO-65<br />

over de bloedvlaggen van Hr.Ms. “O-21” en<br />

Hr.Ms. “KXV” het navolgende.<br />

Twee leden van onze vereniging H.v.de Ende<br />

en J.van Nieuwenhuizen, beiden tachtigers,<br />

beiden laatste overlevenden, die de gehele Japanse<br />

oorlog van 8 december tot 15 augustus<br />

1946 aan boord van Hr.Ms. “KXIV” hebben<br />

gevaren. Deze onderzeeboot heeft op 23 december<br />

1941 in samenwerking met de MLD<br />

“Dornier vliegboot “X 35” de Japanse landingsvloot<br />

aangevallen bestaande uit 1 kruiser,<br />

2 torpedojagers, 3 troepentransportschepen,<br />

1 olietanker tijdens de landing op de<br />

olievelden bij Kuching, North West British-<br />

Borneo. Met resultaat dat de “KXIV” de kans<br />

heeft gekregen de torpedoschepen en de olietanker<br />

tot zinken te brengen.<br />

Na terugkomst in Soerabaja op 27 december<br />

1947 voor laden brandstof, torpedo’s en uitvoeren<br />

van noodzakelijke reparaties, heeft de<br />

“Toekan Tjet” op beide brugvleugels 3 troepenschepen<br />

en 1 olietanker geschilderd (zie<br />

foto).<br />

Aan boord was toen niets bekend van bet be-<br />

staan van een “Jolly-Roger” of “Bloedvlag”.<br />

Tijdens de grote beurt op de “Philadelphia<br />

Naval Dockyard” eind 1942 voor o.a. een<br />

nieuwe brug, zijn de oude brugwanden door<br />

de U.S Navy in Chicago gebruikt voor propaganda<br />

bij werving voor onderzeedienstper-<br />

-5-<br />

soneel waarbij de oudste Officier aanwezig<br />

is geweest. Na de grote beurt naar Dundee<br />

in Schotland gevaren. Aldaar zijn alle officieren<br />

overgeplaatst en vervangen door officieren<br />

van de O-boten, die voor de Britse<br />

Marine voeren. De Jongste Officier bleef<br />

aan boord en werd Tweede Officier.<br />

Tijdens de uitreis naar uiteindelijk Fremantle,<br />

West- Australië is in de Rode Zee de<br />

“Bloedvlag van de KXIV” door de officieren<br />

ontworpen. Een bloedrode vlag met een<br />

goudkleurige vechtende Nederlandse Leeuw<br />

(O-21) naar stuurboord lopend (zie foto).<br />

De “Jolly Roger” van de “KXIV” bij de<br />

OZD- kazerne heeft nooit bestaan. Foto- afschriften<br />

van de bloedvlag zijn al jaren aan-<br />

wezig in de traditie kamer maar de <strong>Onderzeedienst</strong><br />

heeft geen wijzigingen gedaan.<br />

Wij, twee leden, zijn van mening dat de toekomstige<br />

onderzeedienst - bemanning de<br />

ware oorlogsgeschiedenis moeten weten.<br />

Alle Nederlandse onderzeeboten hebben de<br />

“Jolly Roger”" gevoerd behalve de eigenzinnige<br />

“O-21” en de “KXIV”.<br />

J. Van Nieuwenhuizen


De snuiver (deel III)<br />

Het varen met een snorkelende U-boot was<br />

zeker in het begin geen aangename bezigheid.<br />

Als de boot z'n snorkel gebruikte en<br />

de topklep werd door de overslaande golven<br />

dicht gedrukt dan ontstond al vrij vlug een<br />

onderdruk in de boot. Velen onder ons hebben<br />

dat ook meegemaakt en kunnen nog<br />

steeds aanvoelen hoe het moet zijn geweest.<br />

Steeds maar weer de druk achter je trommelvliezen<br />

te moeten compenseren. Voorwaar<br />

een vermoeiende bezigheid. Ook werden<br />

soms afvoergassen via de inlaat weer<br />

naar binnen gezogen, waardoor de atmosfeer<br />

in de boot er niet beter op werd. Bovendien<br />

maakte het zogspoor van de snorkel<br />

inlaatmast en de opstaande navigatieperiscoop,<br />

vooral bij een glad zeeoppervlak, in<br />

ieder geval overdag detectie door de tegenstander<br />

mogelijk. Ook de psychische druk<br />

van een oorlog ter zee en het ontbreken van<br />

daglicht zorgde ervoor dat de bemanning<br />

erg kwetsbaar werd tengevolge van vermoeidheid.<br />

Mogelijk zijn door deze oorzaken<br />

enkele U-boten tot zinken gebracht.<br />

Tegenover de hier opgesomde nadelen<br />

stond echter als groot voordeel het feit dat<br />

voor radar indertijd een snorkelende onderzeeboot<br />

moeilijk te detecteren was.<br />

Als alleen de kille cijfers bekeken worden,<br />

moet worden geconcludeerd dat bij het<br />

Duitse onderzeedienstpersoneel, uitzonderingen<br />

daargelaten, van een ongelooflijke<br />

moed sprake is geweest. Binnen een dienst<br />

als de onderzeedienst, die een andere marine<br />

vormde als de bovenwater marine, moeten<br />

de enorme verliezen aan boten en bemanningen<br />

waargenomen zijn door de individuele<br />

onderzeedienstmensen.<br />

Rekenkundig was bij de Duitse onderzeeboten<br />

een overlevingskans van twee maanden.<br />

Zelfs blinde fanatici onder de bemanningen<br />

moeten toch hebben geweten dat de verliezen<br />

enorm waren. Zeker het personeel aan<br />

de Franse Atlantische kust, waar de frontboten<br />

waren geconcentreerd.<br />

Van de 1160 U-boten van de verschillende<br />

typen, zijn er 780 vernietigd door geallieerde<br />

handelingen en/of door andere oorzaken<br />

verloren gegaan.<br />

Van de 41000 man personeel zijn er 28000<br />

met hun boten in de diepte verdwenen en<br />

5000 krijgsgevangene gemaakt. Hier tegenover<br />

staan ook de enorme verliezen die de geallieerden<br />

geleden hebben aan schepen en bemanningen.<br />

De Amerikanen bijvoorbeeld verloren in de<br />

Pacific-oorlog 53 boten, voornamelijk van<br />

het Fleet type. De Nederlandse verliezen aan<br />

boten en bemanningen zijn ons allen bekend.<br />

Hoewel deze Nederlandse vinding door oorlogshandelingen<br />

en overmacht in verkeerde<br />

handen gevallen was, is het nut van dit idee<br />

overduidelijk bewezen. Technisch kwam de<br />

snuiverinstallatie, zo zullen we die in het vervolg<br />

noemen, door toepassing en ervaring<br />

van de Duitsers, steeds meer in staat van perfectheid.<br />

Pas na bestudering van enkele aan<br />

het eind van de oorlog buitgemaakte U-boten<br />

gingen de geallieerden pas in 1947 over op<br />

het gebruik van de snuiver.<br />

De Amerikanen die o.a. de U-2513 en de U-<br />

3008 in beslag genomen hadden, dit waren<br />

onderzeeboten van 1600 ton, van het type<br />

XXI, met hoofd elektromotoren van 2500pk<br />

en MAN diesel motoren van 2000 pk, bovendien<br />

uitgerust met de voor die tijd moderne<br />

snuiverinstallatie.<br />

Na de oorlog gingen diverse landen, veelal na<br />

bestudering van het Duitse XXI type, over op<br />

modernisering van de onderzeebootvloot. Zo<br />

waren de Amerikanen al in het gelukkige bezit<br />

van het z.g. Fleet type onderzeeboot, de<br />

Gato, de Balao en de Tench klasse. Ontworpen<br />

voor een hoge bovenwatervaart en voorzien<br />

van vier dieselmotoren en twee krachtige<br />

hoofdelectromotoren.<br />

Het romp ontwerp en het uiterlijk van de drie<br />

-6-


Fleet-typen verschilden op details, wel was<br />

een groot verschil in dikte van de drukvaste<br />

huid. Tevens werden dieselmotoren van<br />

verschillende fabricage toegepast.<br />

Ofschoon het ontwerp van de snuiverinstallatie<br />

verder gebruik verdiende, werd direct<br />

na de tweede wereldoorlog het Amerikaanse<br />

Fleet type voor wat betreft de snuiverinstal-<br />

latie, nog niet aangepast. Wel werd eerst<br />

een R-boot, een boot uit de eerste wereld<br />

oorlog, van een primitieve snuiverinstallatie<br />

voorzien om eerst uitgebreide proeven te<br />

doen.<br />

De noodzaak grootschalig snuivers te gaan<br />

installeren werd, door het beëindigen van de<br />

vijandelijkheden op zee, niet noodzakelijk<br />

geacht.<br />

De Engelsen zagen wel direct het nut van de<br />

snuiverinstallatie en begonnen vrijwel direct<br />

na afloop van de vijandelijkheden, in navolging<br />

van de in beslag genomen Duitse Uboten,<br />

met de modificatie van hun T-boten.<br />

De Nederlandse onderzeedienst heeft in totaal,<br />

door de aanzienlijke verliezen die geleden<br />

zijn, tijdens en na de oorlog vier Engelse,<br />

zogenaamde T-boten in dienst gehad,<br />

Hr. Ms. Dolfijn, Zeehond, Zwaardvis en<br />

Tijgerhaai.<br />

In verloop van tijd zijn deze boten uitgerust<br />

met een z.g. klapsnorkel, die zoals hiervoor<br />

beschreven, door de Duitse U-boten van het<br />

type VII en het type IX in gebruik geweest<br />

zijn. In vergelijking met onze O-boten en<br />

de Duitse U-boten oogden deze boten wat<br />

ouderwets en vooroorlogs. De voortstuwing<br />

installatie was echter, voor wat betreft de<br />

hoofd elektromotoren, krachtiger dan onze<br />

O-boten.<br />

Een primeur voor onze onderzeedienst was<br />

de overtocht van Hr. Ms. Zeehond, die de<br />

Atlantische-Oceaan grotendeels snuiverend<br />

overstak in 1949.<br />

Pas in 1947 zijn de onderzoekingen van de<br />

Amerikanen verder gegaan en is de snuiverinstallatie<br />

voor de Fleet type boten, die omgebouwd<br />

werden tot Guppy’s, verder ontwikkeld.<br />

Het maakte, gezien het feit dat het Fleet<br />

type ruim ontworpen boten waren, dat voor<br />

het vinden van ruimte voor een snuiverinstallatie<br />

niet zoveel moeite behoefde te worden<br />

gedaan.<br />

Een probleem was, dat de Duitsers bij hun<br />

standaard onderzeebootmotoren de z.g.<br />

viertact diesel gebruikten, die minder gevoelig<br />

waren voor drukschommelingen tijdens<br />

snuiverbedrijf dan de tweetact motoren die<br />

standaard geïnstalleerd waren op de Amerikaanse<br />

onderzeeboten. De drukschommelin-<br />

gen veroorzaakten in de beginfase van de<br />

snuiverbeproevingen schade aan de dieselmotoren.<br />

Van de door de motor mechanisch<br />

aangedreven blowers, de spoelpompen, daarvan<br />

braken de aandrijf-tandwielen. Nadat de<br />

dieselmotor-fabrikanten het ontwerp herzien<br />

hadden zijn hiermee geen problemen meer<br />

ontstaan.<br />

De eerste Amerikaanse Fleet-type die van een<br />

snuiverinstallatie is voorzien was de Irex, SS<br />

482. Dit was een boot van de Tench klasse,<br />

gebouwd in 1944/45 (in de tijd van bijna vijf<br />

maanden!!), bij de submarine ship-yard te<br />

Portsmouth.<br />

Bij de ombouw tot fleetsnorkel werd ook een<br />

gestroomlijnd sail aangebracht. Verder oogde<br />

de boot nog hetzelfde als tijdens het oorspronkelijke<br />

ontwerp. Zelfs nog met de kanonnen<br />

opgesteld aan dek.<br />

Na het oplossen van de storingen en uitvoeren<br />

van modificaties aan de Irex werd in 1951<br />

als eerste de Fleet Snorkel boot afgeleverd.<br />

In de periode 1951-1952 in totaal 18 stuks, en<br />

genomen uit de, ten opzichte van de Gato<br />

klasse, modernere Balao en Tench klasse. In-<br />

-7-


wendig weken de nieuwe Fleet snorkels<br />

slechts een weinig af van het originele ontwerp.<br />

In vergelijking met het Duitse Type<br />

XXI waren de prestaties van de Guppy’s beter.<br />

Bij de Nederlandse onderzeedienst zijn twee<br />

Guppy’s in dienst geweest, SS-3<strong>66</strong> de Hawkbill,<br />

(Zeeleeuw) en SS-367 de Icefish<br />

(Walrus).<br />

Beide gebouwd bij de Manitowoc Shipbuilding<br />

Company. De kiel van de Zeeleeuw is<br />

gelegd in augustus 1943 en te water gelaten<br />

in januari 1944. Van de Walrus werd de kiel<br />

gelegd in september 1943 en te water gelaten<br />

in februari 1944. Bij de Amerikaanse marine<br />

in dienst gesteld in mei en juni 1944. Daarna<br />

werden tot aan het einde van de tweede wereldoorlog<br />

patrouilles uitgevoerd. Bij de<br />

Amerikaanse marine zijn ze uit dienst gesteld<br />

in september 1946 en juni 1946 en toegevoegd<br />

aan de reservevloot. In 1953 omgebouwd<br />

tot Fleetsnorkel Guppy 1B en overgedragen<br />

aan de Nederlandse marine. De Zeeleeuw<br />

heeft dienst gedaan van april 1953 tot<br />

oktober 1969. De Walrus heeft dienst gedaan<br />

van februari 1953 tot juli 1971. Beide boten<br />

zijn door Nederlandse scheepsslopers gesloopt.<br />

Het bestuur<br />

wenst u een gezond, gelukkig en voorspoedig<br />

1999<br />

-8-<br />

Aan het basisprincipe van de snuiverinstallatie<br />

is weinig meer aan toegevoegd. De installatie<br />

is aan de moderne technieken aangepast<br />

en in gebruik bij vrijwel elke natie<br />

dat over een onderzeebootwapen beschikt.<br />

Om mij te oriënteren op het voorgaande onderwerp<br />

heb ik veel informatie gevonden in<br />

de hieronder aangegeven boekwerken.<br />

Literatuur opgave;<br />

a; 40,60 en 75 jaar bestaan <strong>Onderzeedienst</strong>.<br />

b; The Fleet Submarine in the U.S.Navy.<br />

c; Marineblad no 4,April 1995 art.E van den<br />

Pol.<br />

d; Geschichte des deutschen U-bootbaus.<br />

Einde C. van Herwijnen<br />

KVO leden:<br />

Vergeet a.u.b. niet uw accept giro in te vullen en op de post te doen. bijzonderheden vindt u<br />

onderaan bladzijde 2. Bij voorbaat onze hartelijke dank voor het vertrouwen dat u wederom<br />

in ons gesteld heeft.<br />

De reunie 1999 is op 4 juni 1999 in het gebouw de Witte Raaf, Nieuwe Haven complex.<br />

Houd deze belangrijke dag vrij voor het ontmoeten van oude vrienden. Nadere bijzonderheden<br />

komen in KVO-67.


Daar Matje van Tijgerhaai (2) een opening plaatst voor de nieuwe KVO rubriek, wil ik als hofmeester<br />

van de T-boot Tijgerhaai (1) niet achterblijven in de, lijkt mij, nieuwsgierig en humoristische<br />

genoemde rubriek.<br />

“ Hoe gaat het toch met …..”<br />

Het moest er eens van komen en terecht zoals gebruikelijk van de meest gevreesde naam Hr.<br />

Ms. Tijgerhaai. Bemanningen met lef en een voorzet zoals nu maar weer<br />

blijkt. Als hofmeester had je aan boord in die jaren geen voor- noch achternaam<br />

en dus bleef het bij een voornaam Hof. De klemtoon wel op de "H"<br />

van ......! Men had geen idee, hoeveel pijn en gevoel van OZD cultuurachterstand<br />

dit veroorzaakte. Het geblinddoekt moeten af oefenen in bijzijn<br />

van de oudste officier en bootsman heeft niet meer opgeleverd dan de<br />

broodnodige en dan ook gebruikte zakdoek van de boots. Het verzorgen<br />

van party's voor officieren was een begrip voor het wachtsvolk, vanwege<br />

voor nop, lees gratis verstrekte hapjes en natte voor braniekragen aan<br />

boord verboden straffe versnaperingen. De uiteraard niet zelf gemaakte<br />

hapjes, gepikt uit de pantry en kombuis van de carrier Doorman waren ware heldendaden vanwege<br />

het feit dat je ongevraagd van: "leg neer die bal," langs de wacht moest zien te komen en<br />

zo de valreep af te glippen. Ook de bewaking door MP-ers van het Korps mariniers die daar<br />

rond spookten moest men niet onderschatten. Dat ik achteraf bemerkte een jopper van een stoker<br />

te hebben gedragen tijdens het ongezien professioneel rond zwieren en dwalen over de dekken<br />

met de grote plateaus hapjes, zoekende naar een uitgang zonder gearresteerd te worden,<br />

verbaast mij nog iedere dag!<br />

De fluisterende toegespitste opmerking van de commandant, dat hij diezelfde hapjes die ochtend<br />

aan boord van het vlaggeschip bij de schout bij nacht ook al had gehad, deed niets af aan<br />

de complimenten van de oudste officier, die vond dat de hof en de kok het voor weinig dik in<br />

orde hadden en liep glunderend in de centrale tussen zijn gasten rond met een gezicht van kijk:<br />

"dat kunnen wij ook." En inderdaad 't smoelde goed dankzij het mede gepikte schone witte laken<br />

op de kaartentafel, zodat ik er een latere detachering op het Koninklijk Huis als lakei aan<br />

heb overgehouden. Maar helaas, zelfs met deze toenaderingen heeft de bemanning van hoog tot<br />

laag mijn naam niet terug gegeven. Dat ik voor deze moedige krijgshandelingen geen lintje heb<br />

gekregen, is natuurlijk te wijten aan de meer dan voortreffelijke afgeoefendheid van de door<br />

mij geprezen bemanning! Het behoeft niet altijd de commandant of oudste officier te zijn die<br />

complimentjes aan de bemanning uitdeelt, het kan de Hof. natuurlijk ook zijn!<br />

Na zes jaar marine heb ik mijn carrière voortgezet als systeemontwikkelaar IT<br />

(automatisering). Door ziekte heb ik mijn onderneming moeten afstoten en heb mijn zoon als<br />

adelborst en Ltz. zeedienst naar de koopvaardij (maritiem officier) zien gaan. Ook ik ben benieuwd<br />

wie de volgende OZD-er is, die zich meldt in deze humoristische rubriek! Onze "Klaar<br />

Voor Onderwater" verdient het, waar en of niet waarheden, het liefst met een beetje overdruk,<br />

dat moet, anders is het verhaal niet waterdicht. Dus drie claxons of waren het er twee?<br />

Jawel, ik blijf een Hof! Kwijt mij niet bij een volgende reünie voor een goede whisky naar al<br />

die 5 officieren die destijds te weinig uit die fles, maar dan wel aantoonbaar hebben gekregen!<br />

Het tafellaken is niet terug gegaan en is uiteindelijk in de OZD-familie gebleven! Met mijn gezondheid<br />

gaat het uitstekend en ben er weer helemaal bovenop. 't Giet oan met "Hoe gaat het<br />

toch met..."<br />

Groeten uit Friesland en wens een ieder en zijn dierbaren een gelukkig "1999".<br />

-9-<br />

Hofmeester der eerste klasse b.d.<br />

Herbert van der Meulen<br />

Leeuwarden.


Minister-President P. de Jong was gisteren (29 juni<br />

1967) helemaal niet vergeten dat hij eens commandant<br />

van een Nederlandse onderzeeboot is geweest en daarom<br />

was hij ook naar Den Helder gereisd. Daar, in de<br />

thuishaven van de <strong>Onderzeedienst</strong> - die zestig jaar bestaat<br />

- wandelde hij tussen de honderden reünisten,<br />

druk herinneringen ophalend met de mannen die in en<br />

voor de oorlog het wapen-onderwater bemanden. De<br />

borsten van de oudgedienden zaten onder de medailles<br />

en ridderorden, die van de geuniformeerden droegen<br />

kleine regenboogjes aan onderscheidingen. De minister-president<br />

zelf had alleen een papiertje op zijn donkergrijze<br />

pak. “De Jong”stond erop.<br />

Flippers fluiten naar Flippers.<br />

Om kwart over tien gisterochtend zaten ze in Den Helder<br />

al volop aan het bier. ‘Hoe gaat het Jan? Wat ben<br />

jij netjes geworden en wat zie je er goed uit.’- Wat kan<br />

dat anders zijn dan een reünie? Klopt. De Nederlandse<br />

<strong>Onderzeedienst</strong> bestaat zestig jaar. De mannen van<br />

toen en de mannen van nu kwamen daarom een dag<br />

lang bij elkaar. ‘Daar heb je Piet ook”, zei een oude<br />

man, onder de onderscheidingen op zijn burgerpak;<br />

“hij is m’n oude commandant”. - En hij was er inderdaad,<br />

minister-president P. de Jong, lachend over zijn<br />

hele gezicht, aan alle kanten vrienden ontdekkend en<br />

handen gevend. Het was dezelfde meneer De Jong die<br />

eens commandant was van een Nederlandse onderzeeboot<br />

en hij was zijn oude wapen niet vergeten.<br />

OUDE WAPEN? Zeg het niet tegen kapitein ter zee<br />

H. Starink, commandant van de Dienst. “Wij hebben<br />

een jong wapen”, zegt hij, “want de maximumleeftijd<br />

van officieren is 35 jaar en van onderofficieren<br />

veertig”.<br />

“Ik ben er eigenlijk al een jaar overheen”, vertelt commandant<br />

R.J.M. Speckens van de onderzeeboot Potvis,<br />

“want ik ben 36.”<br />

De Potvis is een van de zes onderzeeboten die wij in<br />

Nederland hebben. Dat is niet ze gek veel, maar België<br />

heeft er niet één en in Den Helder zijn ze snel bereid<br />

dat even tussen neus en lippen door te zeggen.<br />

Schikken.<br />

OUDGEDIENDEN ONDER ELKAAR.<br />

-10-<br />

Over “duikboten” praat geen mens meer, dat is taal<br />

van voor de oorlog. Dus commandant Speckens gebruikt<br />

het woord natuurlijk ook niet. Dertien jaar geleden<br />

is hij bij de <strong>Onderzeedienst</strong> gekomen, Nieuw<br />

Guinea, de West, hij heeft het allemaal meegemaakt.<br />

Ik sta in een zaal, stampvol reünisten. Bejaarde<br />

mannen, mannen van middelbare leeftijd, jonge mannen<br />

- een geweldige opkomst. Die kerels stellen het<br />

gewoon op prijs elkaar weer eens echt te zien en te<br />

spreken, denk ik; die mensen waarderen elkaar.<br />

• “Klopt”, zegt de heer H. Tichelman (64), voor<br />

de oorlog commandant van wat toen een duikboot<br />

heette. “Je leert elkaar nergens zo goed<br />

kennen als op een onderzeeboot. Je leert anderen<br />

ervaren, je moet je naar anderen schikken<br />

en de discipline is opgebouwd naar orde van<br />

waardering.<br />

- Meneer Speckens, zeg ik tegen de huidige commandant<br />

van de Potvis, hoeveel mensen zitter er op<br />

uw schip en hoe groot is het?<br />

“We zitten met 67 man aan boord, inclusief de zeven<br />

officieren. Het personeel wisselt aldoor, omdat we<br />

opleiden. En de Potvis is 78 meter lang, maar dat is<br />

het buitenwerk. Bij de binnenmaat gaat er natuurlijk<br />

een heleboel af.<br />

Er is bier.<br />

- Dan zit u in zo’n onderzeeboot dus wel met de<br />

knieën tegen elkaar?<br />

“Komt het wel op neer”, zegt de commandant. “Het<br />

is een beetje bekrompen leven aan boord. De enige<br />

die een apart hutje met eigen wastafel heeft is de<br />

commandant. Iedereen moet de hele dag vragen:<br />

Mag ik even langs? Het is dikwijls een kwestie van<br />

duwen om er door te komen. Je moet geven en nemen,<br />

zuinig zijn met water en elkaar goed kunnen<br />

verdragen.”<br />

- Zuinig met water, maar bier is er aan boord?<br />

“Ja, bier is er” lacht commandant Speckens.<br />

Vreselijke stank<br />

- En als u onder water gaat, voor hoe lang is dat?<br />

“ Je hebt je vaste reizen, in het voorjaar, de zomer en<br />

de winter. Die duren ongeveer twee maanden.<br />

Een onderzeeboot vertrekt, gaat onder water en komt<br />

eigenlijk pas weer boven wanneer je terug bent.”<br />

- En tussentijds wordt niet gedebarkeerd?<br />

“Jawel en op kosten van de Marine mogen we dan<br />

zelfs in hotels slapen”, aldus de commandant. “Maar<br />

dat heb je dan ook echt nodig.”<br />

- Wanneer u nu zo’n tijdje onder water zit, hoe is het<br />

dan met de lucht? De kok moet toch koken, maar er<br />

is geen afvoer.<br />

“Die luchtjes blijven allemaal in het schip hangen”,<br />

zegt de heer Speckens. “De luchtjes van de keuken<br />

en ook de sigarettenrook. Als ik na een reis thuis<br />

kom, dan stink ik ook gewoon.”


- En tussendoor even boven komen?<br />

“Als je boven komt en de zaak opengooit, dan is het<br />

heerlijk om frisse lucht te ruiken. Maar ga dan voorlopig<br />

niet terug naar beneden, want het stinkt vreselijk.<br />

Pinken op de naad<br />

“Zeven Nederlandse onderzeeboten gingen in de laatste<br />

oorlog verloren”, vertelt commandant Starink in een<br />

dreinende motregen, wanneer vroegere en hedendaagse<br />

mannen van de Onderzeebootdienst front hebben<br />

gemaakt voor het vaandel. Premier de Jong staat helemaal<br />

vooraan: de hakken tegen elkaar, de pinken op de<br />

naad van de broek tijdens het spelen van het Wilhelmus.<br />

Er wordt een krans gelegd en dan begint de eigenlijke<br />

“reünie”. Steeds maar mannen die elkaar ineens ontdekken.<br />

“Hé, Piet, ook al AOW-er?”<br />

De oud-commandant Tichelman, wiens zoon nu als officier<br />

op de Potvis vaart, vertelt: “Ik was eerst commandant<br />

op de K-8, dat was in 1934. De K-18 en de<br />

K-17 heb ik ook gehad.”<br />

- Meneer Tichelman, ik dacht dat het allemaal O-boten<br />

waren, vroeger?<br />

“Dat ligt er aan”, is zijn antwoord. “De K-boten waren<br />

voor de Koloniën, die gingen naar Indië, de O-boten<br />

bleven hier. Op de O-13 heb ik ook gevaren. Op Go ede<br />

Vrijdag 1939 viel Mussolini Albanië binnen en een<br />

paar dagen later, dinsdag na Pasen, ging de O-13 naar<br />

de West. Het zou voor zes weken zijn, het werd zes<br />

jaar.”<br />

In de oorlog heeft oud-commandant Tichelman ook<br />

gevaren. “Een ontzettende slachting meegemaakt”,<br />

zegt hij. Dat was in oktober 1940, toen we een groot<br />

konvooi van Amerika naar Engeland begeleidden. In<br />

één nacht verloren we dertig schepen.”<br />

- Wat is nu het grote verschil tussen de onderzeeboten<br />

van nu en de duikboten uit uw tijd, wil ik weten.<br />

“Die duikboten konden niet zo lang onder water blijven”,<br />

legt de heer Tichelman uit. “’s Nachts voeren we<br />

boven water. Daar beneden kon je het zes en dertig uur<br />

uithouden, dan moest je naar boven. Maar de geest aan<br />

boord was precies hetzelfde: één grote familie. Het<br />

was en is altijd kamperen in een onderzeeboot. Je staat<br />

elkaar voortdurend op de tenen, maar je krijgt een natuurlijke<br />

selectie. Allemaal een kwestie van aanpassing.”<br />

- Vreemde dingen meegemaakt?<br />

Ja, oud commandant Tichelman wel. “Je had wel<br />

eens dat een klep verkeerd zat; dan werd de boot te<br />

zwaar en ging naar beneden; je moest dan maar<br />

weer zien dat je boven kwam. Ook eens een lekkage<br />

van koolzuur. Theoretisch had iedereen al dood<br />

moeten zijn, maar we kwamen pijlsnel naar boven<br />

en alles liep goed af.”<br />

- En hoe lang kan nu een Potvis onder water blijven,<br />

vraag ik aan commandant Speckens.<br />

“Oh, als het moet best drie weken”, zegt hij. - Hoe<br />

-11-<br />

diep gaat u nu? - De commandant lacht. “Ik heb eens<br />

via de radio gehoord, dat het tot honderd-en-tachtig<br />

meter kon, dus dan vertel ik u geen geheim als ik dat<br />

zeg.”<br />

Verouderd<br />

En intussen heeft commandant Starink een bandopname,<br />

waarop het gefluit van dolfijnen en het gekraak<br />

van garnalen te horen is. “Storende invloeden,<br />

waarover we nog te weinig weten”, zegt hij.<br />

Wanneer een van onze onderzeeboten wordt<br />

“geknipt en geschoren” (elke zes maanden: in dok)<br />

dan zijn we tijdelijk een-zesde van onze <strong>Onderzeedienst</strong><br />

kwijt. Maar er zijn twee nieuwe schepen in<br />

aanbouw en dat schijnt dan ook weer hard nodig,<br />

want ingewijden zeggen dat de twee Walrus-boten<br />

voor hun oorlogstaak verouderd zijn.<br />

De flippers van Den Helder stonden gisteren nog<br />

vijf jaar van hun AOW af en niemand kon me<br />

zeggen, wat een Schout-bij-Nacht nu eigenlijk<br />

overdag doet.<br />

Maar dat je in Den Helder tussen de elite zit, dat<br />

heeft een kind binnen een paar minuten in de gaten.<br />

Alles even correct, almaar salueren, iedereen laat iedereen<br />

voor gaan, niemand verroert een vin wanneer<br />

het vaandel neigt.<br />

Geen ongedierte<br />

- En toch zijn het dezelfde mannen die tijdens een<br />

oefening van de NAVO een muisje aan boord ontdekken,<br />

er eerst heftig achterheen joegen, maar tenslotte<br />

kaaskorstjes en andere lekkernijen voor het<br />

beestje neerlegden en met verbijstering stonden te<br />

kijken toen de valreep in Rotterdam uitgebracht werd<br />

en het muisje dat ze zo hadden vertroeteld, als eerste<br />

de wal op rende.<br />

“Onder water is geen muiswaardig bestaan”, zeggen<br />

ze in Den Helder. En ook: “Daarom hebben<br />

de Nederlandse onderzeeboten nooit last van ongedierte.”<br />

(Uit het Algemeen Dagblad van vrijdag 30 juni<br />

1967)


Is dit het eerste<br />

ontwerp van<br />

ons OZD<br />

embleem?<br />

De heer W. Claes heeft in een telefoongesprek met D. Heij kenbaar gemaakt dat hij waarschijnlijk<br />

het eerste ontwerp van ons <strong>Onderzeedienst</strong> embleem heeft. Hoe e.e.a. tot stand gekomen<br />

is verwoord hij in onderstaande samengevatte brieven.<br />

Zeer geachte Heer Heij,<br />

-12-<br />

13/14 oktober 1998,<br />

Naar aanleiding van ons telefoongesprek doe ik u hierbij het besproken vignet toekomen.<br />

Dit vignet is bij niemand bekend en werd in 1943 tijdens een van de patrouilles in Straat Malakka<br />

door van Dulm getekend. Dit bij wijze van tijdverdrijf.<br />

Mogelijk wilde hij het vignet als onderzeedienst vignet of wapen introduceren, maar waarschijnlijk<br />

is dit ontwerp niet geheel wat men wenste. Ook kan het zijn, dat dit gewoon als<br />

hobby en uiting van een idee tot stand is gekomen.<br />

Het is in ieder geval blijven liggen. Ik heb destijds met mijn eigen camera een afdruk gemaakt.<br />

Wat de boot betreft, het is niet de 0-21 zoals u ook wel zult constateren, het 8,8 kanon voor<br />

de toren ontbreekt en de boeg is anders en doet denken aan bv. die van de Zwaardvisch of<br />

andere Engelse onderzeeboot. Mogelijk is een Duitse onderzeeboot bedoeld, maar ook de<br />

U-95 b.v. was anders, de boeg, de toren en ook kleiner. Ik heb van de U-95 met mijn eigen<br />

camera een foto genomen uit James Fighting Ships, de serie waartoe de U-94 vermoedelijk<br />

behoorde, ik meen de U-93.<br />

De boot kan dus ook gewoon als aanduiding OZD getekend zijn, dus zonder enige specifieke<br />

weergave van een bepaalde boot. Ik heb bewust deze tekening niet in mijn boek opgenomen,<br />

omdat ik daarvoor er eigenlijk 'geen raad mee wist' en dit dus niet kon plaatsen.<br />

Ik zei tegen mevrouw van Dulm eens, toen zij het over het boek had en de plaats van haar<br />

man erin, dat dit ook een klein monument was voor haar man en men hem niet zou vergeten.<br />

'U moet maar denken, “die Amsterdamse jongen heeft zijn best gedaan” en dat vond ze<br />

prachtig. Een foutje mag dan wel worden geaccepteerd, maar haar ”Jan” kwam er goed vanaf,<br />

vond ze. En steeds weer vroeg ze hoe groot de oplage was enz. Onlangs, 28 september,<br />

was er weer een mooi artikel in de Provinciale Zeeuwse Courant en aardig voor deze regio,<br />

Vlissingen en omgeving dus.


Na het overlijden van v. Dulm waren we bij mevrouw van Dulm een middag op bezoek en<br />

heb ik alle reacties na zijn overlijden gezien en o.a. voor mijn archief afdrukken gemaakt van<br />

de correspondentie uit een van de albums van mevrouw van Dulm. Zij kende mijn documentatie<br />

en zo kon ik ook van het overlijden van haar man zoveel mogelijk informatie opnemen.<br />

Tevens stuurde mevrouw van Dulm mij een pakje papieren, wat foto’s enz. om in mijn archief<br />

op te nemen. Ik moet u meedelen, dat een groot aantal ordners, foto albums, enz. t.z.t.<br />

naar het Maritieme Historie gaat. Ook heb ik nog diverse attributen voor de Traditiekamer,<br />

zoals het oude hydraulische handle van de periscoop, wat kleppen, koperen moeren en bouten,<br />

wat onderdeeltjes van torpedobuis en de handboeien en dolk die ik tijdens de landingen<br />

op Bali en Java droeg. Verder nog een zwemvest van een van de Duitse krijgsgevangenen<br />

die door mij werd gered, als een bijzonder en persoonlijke herinnering!<br />

Nu kwam ik tot de ontdekking, dat het origineel van de tekening ook aan mij was toegezonden<br />

en ik deze al in een van mijn O-21 albums had opgenomen. De originele tekening heb<br />

ik, voor mijn archief (0-21), van mevrouw van Dulm ontvangen.<br />

Ik meen u dit gegeven te moeten toezenden, opdat u geen onjuiste informatie hebt over dit<br />

vignet en daarmee eventueel rekening kunt houden.<br />

Inmiddels verblijf ik met vriendelijke groeten,<br />

-13-<br />

Wijnand Claes<br />

Met dank aan de redactie van Klaar voor Onderwater voor de geboden plaatsruimte gaarne<br />

uw aandacht voor het volgende.<br />

Zoals ik tijdens de Algemene Ledenvergadering op woensdag 6 mei bij de rondvraag vertelde,<br />

heb ik het plan opgevat voor een reünie in het voorjaar van 1999 met de nog bereikbare<br />

bemanningsleden van Hr.Ms. “Zeehond”, met wie wij in maart 1949 de eerste langdurige<br />

snuivertocht hebben gemaakt.<br />

Een dag na vertrek uit Paramaribo gingen we onderwater en kwamen er een of twee dagen<br />

voor aankomst Ponta Delgada (Azoren) weer uit.<br />

Om de drie dagen de brug boven water en commandant en optredende navigatie-officier met<br />

sextant naar de brug, snel bestek en weer binnenboord. Een paar keer ook het HMK, om te<br />

kijken of alles nog heel was. Het was een geslaagde tocht van 14 dagen.<br />

Barend Wallenaar, torpedomaker, raadde de juiste logstand bij afmeren in Ponta Delgada en<br />

kreeg daarvoor een fraaie tafelaansteker, die een matroos aan het roer voorstelde, als ik het<br />

goed heb.<br />

We hadden een dokter aan boord om iedereen in de gaten te houden. We werden door de Koninklijke<br />

Marine uiterst vriendelijk behandeld; geen echte werkzaamheden, alleen wachtlopen,<br />

de rest was vrije tijd.<br />

Bridge- en andere kaartwedstrijden, ‘s middags film, ‘s avonds film, heerlijk vers fruit uit<br />

blik en noem maar op, en DUBBELE onderwater toelage.<br />

Nu de reünie:


Bemanningslijst en journaal over deze periode zijn tot op heden onvindbaar (het Rijksarchief<br />

te Den Haag beschikt niet over dit journaal).<br />

Namen die ik tot nu toe heb, deels met adressen:<br />

SGTELMNT Bal KPLTPMKR Krikke KOK de Vries<br />

KOK de Vries<br />

KWMR Geerse LTZ Mackay TPMKR Wallenaar<br />

LTZ T. Hermsen KPLKOK Metzelaar KPLMACH Warlich<br />

LTZ Hopman LTZ Munnik KPLTLG de Weerd<br />

KPLZVP Hünneman LTZ Niemeijer SGTMACH v.Willigenburg<br />

KPLTLG Jansen SGTMACH v.d.Oever TLG de Winter<br />

SGTELMNT Joon LTZ AR Schoen LTZ Wolderling<br />

KPLELMNT Kleinschmidt KPLMACH Spruyt LTZ v.d. Zweep<br />

Een aantal van deze mensen is helaas reeds overleden, maar ik heb hun namen hier toch bij<br />

gezet omdat ik van allen niet zeker ben en omdat het lezen van hun namen bij deze of gene<br />

wellicht de gedachte opwerpt van: ‘oh ja!, die en die waren ook aan boord’.<br />

Gaarne uw hulp bij het voltooien van de bemanningslijst met een telefoontje of briefje aan<br />

mijn adres.<br />

Verder uw opgave of u in principe zult deelnemen aan deze reünie.<br />

De eerste gedachte is die te houden in Rotterdam van ‘s ochtends een uur of elf tot pakweg<br />

vier uur in de middag, eind maart of begin april 1999.<br />

Plaats van ontmoeting: verzoeke advies.<br />

Misschien zou dat kunnen in de Marinierskazerne aan het Toepad. Er is daar een zeer bruikbaar<br />

Militair tehuis met een betaalbare hap, nassie behoort niet tot de onmogelijkheden.<br />

Als er een redelijke prijs voor is af te spreken, valt ook de BUFFEL in de Leuvehaven bij het<br />

Maritiem Museum te overwegen.<br />

Misschien is er een mogelijkheid vlak bij de Waalhaven, maar dat weet ik niet.<br />

Wanneer ik zowat van iedereen gehoord heb, zal ik mij met twee of drie man in commissie<br />

verenigen om het geheel in verstandige democratische banen te leiden.<br />

Ik hoop op veel belangstelling.<br />

Ph.S. Niemeijer<br />

Hoge Weidelaan 34, 2275 TL Voorburg (tel.: 070 - 3905948)<br />

Honderd jaar Franse onderzeedienst<br />

De “Association Generale Amicale des Anciens des Sous-Marins” houdt haar 36 e congres<br />

van 21 tot 24 mei 1999 te Brest in Frankrijk. Het is in 1999 namelijk honderd jaar geleden<br />

dat de eerste Franse onderzeeboot “NARVAL” te water werd gelaten. Leden die informatie<br />

over dit congres wensen kunnen contact opnemen met de secretaris.<br />

-14-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!