25.09.2013 Views

Kvo 76 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

Kvo 76 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

Kvo 76 - Reunistenvereniging Onderzeedienst

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Jaargang 24, nr. Pagina <strong>76</strong> 1<br />

<strong>Onderzeedienst</strong><br />

Klaar Voor Onderwater<br />

In dit nummer:<br />

Commando wisseling OZD 1<br />

Belevenissen van een zeuntje 1<br />

In memoriam 2<br />

Herinneringen aan de. O-21 2<br />

Bemanningslijst K-XIII 3<br />

Een reis door de tijd (deel 2) 4<br />

Reünie Hr. Ms. Zeeleeuw 12<br />

Sabotagepoging a.b. K-XIII 13<br />

Reünie 2001 in Amsterdam 17<br />

Gedeelte uit toespraak 4 mei<br />

door Klaas Henk Ubels<br />

21<br />

Verslag ALV 25 april 2001 22<br />

Jaarverslag 2000 financiën 22<br />

Reünistenvereniging<br />

Commando wisseling <strong>Onderzeedienst</strong><br />

juni 2001<br />

De <strong>Onderzeedienst</strong> heeft m.i.v. 20 april 2001 een nieuwe commandant.<br />

Kapitein ter zee K.A.C. Hermsen nam het vaandel en bevel over van Kapitein<br />

ter zee G.H. van Beek. Kolonel Hermsen heeft een zonnige tijd in Curaçao<br />

achter de rug en Kolonel van Beek gaat het de functie van Commandant maritieme<br />

middelen in Amsterdam vervullen.<br />

Het bestuur en reünisten wensen beide heren veel succes in hun verdere loopbaan.<br />

Foto SGTLDA A. Splinter<br />

(vervolg van KVO-75 blz 17)<br />

Belevenissen van een zeuntje”Hr.Ms. 0-9”<br />

In Londen of waar dan ook werd er<br />

besloten dat de in en uitgaande post<br />

moest worden gecensureerd, dit in<br />

verband met de veiligheid van schip<br />

en bemanning, daar was iedereen het<br />

wel mee eens. Onze censuur Officier<br />

was een soort Clark Gable figuur,<br />

klein, donker en met een ragfijn snorretje.<br />

Waar enkele van ons, nog jonge<br />

jongens, het niet mee eens waren was<br />

dat hij eigenhandig taalcorrecties toepaste<br />

van het krom en kreupel geschreven<br />

Engels waarin zij hun liefde<br />

en andere gevoelens probeerden tot<br />

uiting te brengen, hij, de schrijver<br />

van de brief verontschuldigde “about<br />

his bad english”.<br />

(Vervolg op pagina 10)


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 2<br />

Colofon<br />

Verschijnt 4 maal per jaar in een<br />

oplage van 1190 exemplaren<br />

Voorzitter<br />

H.W. van Vliet<br />

Korteweg 8<br />

3054 AS Rotterdam<br />

010-4611514<br />

beermuis@dds.nl<br />

Secretaris<br />

D. Heij<br />

Bennekomseweg 69<br />

6866 DC Heelsum<br />

0317-317063<br />

Redactie KVO<br />

W.P.P. Falkmann<br />

Middelzand 5306<br />

1788 HC Den Helder<br />

0223-642668<br />

w.falkmann@wxs.nl<br />

Redactie KVO<br />

W.P. van der Veeken<br />

Jolstraat 74<br />

1784 NL Den Helder<br />

0223-630265<br />

Penningmeester<br />

A. Prins<br />

Heiligharn 166<br />

1785 SP Den Helder<br />

0223-635455<br />

2e Penningmeester<br />

M. van Dwingelen<br />

D.Abbesteelaan 16<br />

1785 GN Den Helder<br />

0223-632809<br />

Vert. COZD<br />

LTZ2oc A. Schouten<br />

<strong>Onderzeedienst</strong>/BUOPS<br />

Postbus 10000<br />

1780 CA Den Helder<br />

0223-653444<br />

vb_2058791@wish.nl<br />

Contactpersoon voor<br />

bestuursaangelegenheden,<br />

waaronder adreswijzigingen e.d.<br />

is de tweede penningmeester<br />

M. van Dwingelen<br />

De redactie behoudt zich het<br />

recht voor om artikelen in te<br />

korten, te weigeren of te<br />

verplaatsen naar een andere<br />

editie. Kopij dient in de regel<br />

niet langer te zijn dan ongeveer<br />

1 à 2 A4. Kopij bij voorkeur<br />

aanleveren op 3,5 inch diskette.<br />

Erelid van de vereniging :<br />

J.H. van Rede<br />

B EZOEK ONZE WEBSITE<br />

http://www.infoned.<br />

nl/reunist-ozd.html<br />

In Memoriam<br />

Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden;<br />

10 november 2000 A.W.R. Willemse 84 jaar Voorschoten<br />

5 januari 2001 H. Schouten Den Helder<br />

14 maart 2001 H. Klompé 74 jaar Ede<br />

21 maart 2001 J. Wildschut 67 jaar Delft<br />

maart 2001 H.B. Slot Kwadendamme<br />

maart 2001 W. Bagchus Den Haag<br />

1 april 2001 G de Jong 84 jaar Laren<br />

9 april 2001 A.G. van der Land 86 jaar Driehuis<br />

26 april 2001 J. van Wageningen 81 jaar Amersfoort<br />

10 mei 2001 E. Scholte 82 jaar Den Helder<br />

Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.<br />

Herinneringen aan Hr. Ms. 0-21<br />

Het torpederen van de Duitse onderzeeboot U-95.<br />

Op 28 november 1941 was de 0-21 op de terugweg van haar 4 e , tevens laatste<br />

oorlogspatrouille in de Tyrrheense zee, naar de thuishaven Gibraltar.<br />

Uitgezonderd van het tot zinken brengen van een houten schoener hadden we<br />

tijdens deze patrouille geen successen geboekt en toen .... was daar ineens ....op<br />

een paar uur afstand varen van Gibraltar, de Duitse onderzeeboot U-95.<br />

Oud commandant<br />

Hr. Ms. O-21,<br />

commandeur<br />

J.F. van Dulm<br />

ontmoette na de<br />

oorlog zijn oude<br />

rivaal<br />

Gert Schreiber,<br />

commandant van<br />

de door Hr. Ms.<br />

O-21 tot zinken<br />

gebrachte Duitse<br />

onderzeeboot<br />

U-95<br />

(Vervolg op pagina 18)<br />

Contributie<br />

De minimale contributie bedraagt f. 10,00 c.q. 5 per jaar<br />

Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven<br />

blijven.<br />

Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten.<br />

Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis<br />

in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten.<br />

Gironummer vereniging : 39.28.464.<br />

t.n.v. <strong>Onderzeedienst</strong> Reünistenvereniging<br />

Heiligharn 166<br />

1785 SP Den Helder


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 3<br />

Bemanningslijst Hr. Ms. K-XIII (de reis rond Celebes; 2 e reis).<br />

De bemanning voor de derde reis rond Sumatra werd aangevuld met nieuwelingen voor de thuisvaarders en<br />

een vervanger voor een matroos die achter moest blijven wegens ziekte van één van zijn kinderen). De bemanning<br />

voor deze laatste reis was dus nagenoeg dezelfde als die van de tweede reis.<br />

Luitenant ter Zee 2 e Klasse G. Mante<br />

Luitenant ter Zee 2 e Klasse K. van Dongen<br />

Luitenant ter Zee 3 e Klasse S. den Boeft<br />

Officier M.S.D. 2 e Klasse S.P. Visser<br />

Officier M.A.D. 2 e Klasse M. Deutekom<br />

Monteur Majoor C.G. Vermeulen<br />

Bootsman H. Binksma<br />

Sergeant Seiner L.J. Koster<br />

Sergeant Monteur B. Scheffer<br />

Sergeant Torpedomaker O. van Os<br />

Sergeant Machinist J.K. Valkier<br />

Kwartiermeester W.C. de Kok<br />

Korporaal Monteur E. Spreeuw<br />

Korporaal Torpedomaker C. Darphorn<br />

Korporaal Torpedomaker G.L. Logmans<br />

Korporaal Machinist D. ’t Hooft<br />

Korporaal Machinist P.H.F. Bastin<br />

Korporaal Machinist H. Roverts<br />

Korporaal Machinist A. de Boon<br />

Korporaal Ziekenverpleger M.J. Schop<br />

Seinersmaat H. Postema<br />

Matroos 1 e klasse J. Tebbes<br />

Stoker olieman J. de Vries<br />

Inl. Matroos 1 e Klasse Z. Tampilang<br />

Inl. Matroos 1 e Klasse S.D. Punu<br />

Inl. Matroos 1 e Klasse A. Nanlohy<br />

Inl. Matroos 2 e Klasse F. Waisapy<br />

Inl. Stoker olieman Moentari<br />

Inl. Stoker olieman Kirbadi<br />

Inl. Stoker olieman Mohamad Oedari<br />

Inl. Jongen Barni<br />

Inl. Jongen Poniman.<br />

Foto genomen naast de steiger van Dobo. Van boven naar beneden:<br />

Kirbadi-Tamilang, De Vries-Roverts, Oedari-Punu, Moentari-Bastin-Groot, Naffiohy, Darphorn, De Kok,<br />

Wiasappy-Siebrand, Vermeulen, Bakker, Koster, Van Os, Spreeuw, Loementa-Visser, Van der Linden,<br />

Mante, Van Dongen, Den Boeft-Beynders, Poniman, Postenmajebbes, Barni


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 4<br />

(vervolg van KVO-75 blz 8)<br />

MONGOLIË<br />

Eindelijk tegen 04.00 in de ochtend vertrok de trein<br />

richting Ulan Bataar, de volgende stop. Al dat gedoe<br />

had wel tot gevolg dat we in plaats van 08.00<br />

uur pas om 11.00 uur aankwamen en ook nog eens<br />

op het verkeerde perron. Op zich was dat niet zo<br />

erg alleen iedereen die in de trein zat wilde allemaal<br />

tegelijkertijd uitstappen en de honderden mensen<br />

op het perron wilden ook meteen weer instappen.<br />

Toen we eindelijk wijselijk als laatste de trein uit<br />

waren gestapt en op dat supersmalle perron stonden<br />

werden we dan ook bijna onder de voet gelopen.<br />

Zelden zo’n ongeorganiseerde puinhoop gezien.<br />

Uiteindelijk bereikten we via de spoorrails een ander<br />

perron en konden zo onze weg naar de busjes<br />

vervolgen. Het reisbureau had besloten om ons gezelschap<br />

in drie kleine groepjes te verdelen en daarmee<br />

ook in drie verschillende hotels te huisvesten<br />

en dat was een goed plan vonden wij.<br />

Ulan Baatar is de hoofdstad van Mongolië, even<br />

voor het goede begrip, in het hele land wat net zo<br />

groot is als Duitsland, Nederland, België en Frankrijk<br />

bij elkaar, wonen maar 2 miljoen inwoners<br />

waarvan de meeste in de hoofdstad. Het is trouwens<br />

de enige stad van betekenis want de Mongolen zijn<br />

nomaden en trekken met hun kudden inclusief hun<br />

hele hebben en houwen door het land en wonen<br />

daar waar het gras groen is.<br />

De bedoeling is dat we hier zo’n vijf dagen blijven<br />

en onze gids, gemakshalve hebben we hem met zijn<br />

instemming Klaas genoemd, is een heel vriendelijk<br />

mens. Hij is arts en in zijn vakanties leidt hij toeristen<br />

rond. Om maar aan te geven hoe breed ze het<br />

hebben. Snel inchecken in het hotel, douchen en<br />

via een korte rondrit gingen we aan de lunch. Tijdens<br />

de rondrit door de stad viel het op hoe kleurig<br />

de mensen gekleed waren ondanks het feit dat het<br />

duidelijk te zien was dat het hier economisch gezien<br />

niet zo goed gaat. Niet zo verwonderlijk trouwens<br />

het is pas een paar jaar geleden dat Rusland<br />

zich van de ene op de andere dag terug trok uit dit<br />

land. Ze moesten ineens hun eigen broek ophouden<br />

en daarmee viel ook hun energiebron weg en moest<br />

het ingekocht worden wat natuurlijk weer ten koste<br />

gaat van de andere noodzakelijke voorzieningen.<br />

Toch kan je zien dat er hard gewerkt wordt de<br />

hoofdstraten zien er redelijk verzorgd uit en er is<br />

overal op straat bedrijvigheid. De plaatselijke markt<br />

Een reis door de tijd (2)<br />

wordt druk bezocht en geeft een goede indruk wat<br />

er zo in het land te koop is. Ook hier geld het gegeven<br />

dat je water moet kopen wil je tenminste niet<br />

aan de ‘rees’ gaan.<br />

Na de lunch bezoeken we een prachtig klooster<br />

waar we een enorme gouden Boeddha bewonderen<br />

van wel achtentwintig meter hoog en tweehonderd<br />

twintig ton zwaar. Het was bijzonder interessant om<br />

de uitleg te horen van Mr. Klaas. Hij legde uit hoe<br />

het Boeddhisme in elkaar steekt en wat de filosofie<br />

er achter is. Het sprak me wel aan en tevens gaf hij<br />

meteen iets prijs van zich zelf. Het bleek een fascinerend<br />

mens te zijn. Hij was docent geneeskunde<br />

aan de faculteit van Ulan Baatar en deed gidsen al<br />

zo’n vijftien jaar maar nu overwoog hij toch wel<br />

om er eens mee te gaan stoppen alleen hij vond het<br />

zo’n leuk werk. Dat bleek ook wel tijdens ons verblijf,<br />

niets was hem te veel.<br />

Na een onverwacht welkomstdiner, wat ons werd<br />

aangeboden door de plaatselijke collega van TIA-<br />

RA tours, begaven we ons moe maar voldaan naar<br />

bed. Hoewel het pas half tien was vielen we als een<br />

blok in slaap.<br />

De volgend ochtend toen ik voor het eerst sinds jaren<br />

pap tijdens het ontbijt naar binnen zat te werken<br />

vertelde onze gids het programma van die dag.<br />

Meteen na het ontbijt stapten we in de bus en kregen<br />

we een boeiende rit door de provincie TUV.<br />

Niet alleen het landschap met de prachtige natuur<br />

was boeiend maar ook de rijstijl van onze chauffeur<br />

was ronduit fascinerend te noemen. Soms zat ik met<br />

mijn ogen dicht met het idee ‘nou dat was het dan’<br />

maar iedere keer weer kwamen we er ongeschonden<br />

doorheen. Zo’n vijftig kilometer buiten de stad<br />

bezochten we een Boeddha klooster. Na de inval<br />

van de Russen aan het begin van de vorige eeuw<br />

werd het helemaal verwoest en meer dan tachtig<br />

monniken werden er ter plekke vermoord. Naast de<br />

ruïne werd een verwoest gedeelte opnieuw opgebouwd<br />

waarin een nieuwe gebedsruimte werd ge-


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 5<br />

maakt en tevens werd er plaats gemaakt voor een<br />

soort museum/gedenkplaats.<br />

Je moet bedenken dat zowel de ruïne als het herbouwde<br />

gedeelte hoog boven op een grote heuvel<br />

zijn gebouwd midden in een schitterend stuk ongerepte<br />

natuur. Wanneer je even plaats nam aan de<br />

oever van een snel stromend beekje en je liet de<br />

rust van de omgeving op je neerdalen dan voelde je<br />

jezelf als herboren.<br />

De lunch werd onverwacht geserveerd vanuit een<br />

GER en werd als openluchtpicknick opgediend.<br />

De plaatselijke gerechten waren niet te versmaden,<br />

alhoewel sommigen daar anders over dachten. Geen<br />

nood het kon bij mij ingeleverd worden... heerlijk.<br />

Na dit indrukwekkend bezoek keerden we terug<br />

naar Ulan Baatar en bezochten we het plaatselijke<br />

Natuur Historisch Museum waar we een goede indruk<br />

kregen van de bodemschatten van het land.<br />

Daar zit genoeg in, het probleem is alleen de infrastructuur.<br />

Die is er eigenlijk niet. Dwars door het<br />

onherbergzame land loopt één spoorlijn van het<br />

noorden dwars door de Gobiwoestijn naar het zuiden.<br />

Meer is er niet en vindt maar eens iemand die<br />

dat voor je wilt aanleggen.<br />

Kortweg gezegd belemmert het ontbreken van de<br />

broodnodige goede vervoersmogelijkheden de economische<br />

groei van het land. Het toerisme staat gelukkig<br />

voor ons nog in de kinderschoenen en alles<br />

is eigenlijk nog steeds zoals het al eeuwen lang is.<br />

Ik vrees dat de cultuur en daarmee de wijze waarop<br />

men nu leeft in de toekomst zal verdwijnen. Wat<br />

een prachtig stukje ongerept land. De mensen stralen<br />

ook levensvreugde uit en barsten van de energie.<br />

Over cultuur gesproken, onverwacht werden we<br />

vergast op een culturele namiddag. Een complete<br />

folkloristische show werd voor ons opgevoerd vol<br />

met dans, zang en acrobatiek.<br />

Vooral het jonge slangenmeisje maakte veel indruk<br />

op de vrouwelijke medereizigsters. Na het diner<br />

gingen we zelf eens even op stap. Wat iedere keer<br />

weer opviel dat je van het begin tot het eind werd<br />

aangestaard en zodra je oogcontact had werd er gegiecheld<br />

en heel schuchter werd er gedag gezegd.<br />

Hoewel het halverwege de avond was bleek het nog<br />

erg druk in de straten zelfs de grote warenhuizen<br />

waren open en verschilden eigenlijk met hun aanbod<br />

niet veel met de westerse collega’s. Al slenterend<br />

zagen we dat de behuizing hoofdzakelijk bestond<br />

uit hele blokken flats van zo’n drie à vier verdiepingen<br />

en ook hier kon je goed zien dat de le-<br />

vensstandaard erg laag was. Alles zag er sjofel uit<br />

en zodra je een beetje buiten het centrum kwam waren<br />

er hele woongemeenschappen opgetrokken van<br />

houten krotten stijf tegen elkaar aanleunend. Het<br />

geheel werd dan weer omsloten door een muur of<br />

stevige houten omheining zoals op het platte land.<br />

Eerder schreef ik al dat het nomaden zijn en één<br />

van de karakteristieke eigenschappen van hen is dat<br />

ze in een tent leven. Een mooie grote ronde tent genaamd<br />

GER.<br />

Het interieur is prachtig versierd met schilderingen<br />

wat een beetje op het Hindeloopen schilderen lijkt<br />

alleen is hier de kleur over het algemeen oranje.<br />

Midden in het dak van de tent waar de drie palen<br />

uitsteken is een gat open gelaten die ze naar gelang<br />

de weersgesteldheid met zeilen kunnen sluiten.<br />

Vlak daaronder is dan ook de potkachel geplaatst<br />

die op zijn beurt weer op een ondergrond van tegels<br />

staat. Daarin wordt hevig gestookt want ook eind<br />

mei kan het daar boven in de heuvels goed koud<br />

zijn. Dat hebben we aan de lijve ondervonden want<br />

we hebben een paar dagen en nachten in zo’n Ger<br />

gewoond en geslapen.<br />

Een beleving op zich. Nu zaten wij met zijn tweeën<br />

in zo’n Ger maar de meeste nomaden wonen daar<br />

met hun hele gezin in soms nog inclusief grootouders.<br />

En dan te bedenken dat er maar één ruimte is.<br />

Ik heb die nachten nog nooit zo veel gedroogde<br />

koeienstront verstookt, geloof me dat brand als een<br />

lier. Ons kampement lag midden in een uitgestrekt<br />

natuurreservaat ( bijna alle natuur van dat immense<br />

land is gelukkig beschermd) prachtig gelegen tussen<br />

de heuvels en de bergen rondom. Hoewel het al<br />

maanden niet geregend had bloeiden er toch nog<br />

mooie kleine bergbloemen en ook hier werd mij<br />

verteld, staat na een flinke regenbui de edelweiss<br />

meteen in bloei. Men keek verlangend uit naar het<br />

regenseizoen dat over twee weken moest beginnen.<br />

De Mongolen zijn kunstenaars op het paard en is<br />

voor hen dan ook het vervoermiddel bij uitstek eigenlijk<br />

wat voor ons de auto is. Hun aanbod om<br />

paard te gaan rijden heb ik wijselijk maar afgeslagen<br />

om geen idioot figuur te slaan. Achteraf maar<br />

goed ook want Marcel één van de twee jongens<br />

waarmee we reisden zou wel even gaan paardrijden.<br />

Na een paar minuten begon hij zijdelings met<br />

zadel en al opzij te zakken en donderde op het laatst<br />

finaal van zijn paard af. Iedereen die er achter reed,<br />

dat waren ze toevallig allemaal, hing gierend van de<br />

lach slap in het zadel en dagen later moest hij het<br />

nog horen.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 6<br />

Na lang aandringen ben ik dan toch nog op de foto<br />

gegaan zittend op een echte Jak, ik verzeker je dat<br />

is een indrukwekkend dier.<br />

Later die dag zijn we op bezoek gegaan bij zo’n<br />

boer die samen met zijn gezin en schoonouders in<br />

een Ger woonde. Het aandoenlijke was dat ze zich<br />

tot het uiterste hadden ingespannen om het ons naar<br />

de zin te maken. De tent zag er uit om door een ringetje<br />

te halen en we werden getrakteerd op zelfgemaakte<br />

verse yoghurt, boter en broodjes. De boer<br />

zelf vertelde trots via onze tolk dat hij honderd dieren<br />

had variërend van koeien, schapen, paarden en<br />

een hond. We horen hem een beetje voorzichtig uit<br />

hoe dat gaat met het verhuizen van de Ger en hoe<br />

dat zit met de schoolgaande kinderen. Hij vertelt<br />

dat het zo’n drie uur duurt om de tent op te bouwen<br />

en twee uur om hem af te breken. Wanneer hij opgebouwd<br />

is plaatsen ze er meestal een soort palissade<br />

omheen om de gewenste en ongewenste dieren<br />

op de juiste plaats te houden. De kinderen gaan<br />

meestal in het dichtstbijzijnde dorp naar school en<br />

blijven dan een week weg maar ik hoorde tussen de<br />

regels door dat ze het daar niet zo nauw mee nemen.<br />

Hij kan ieder stel handen heel goed gebruiken.<br />

Na enige tijd nemen we hartelijk afscheid en ieder<br />

van ons drukt de man als bewijs van dank voor zijn<br />

gastvrijheid een bedrag aan Mongools geld in de<br />

hand en bij elkaar was dat vermoedelijk een aardig<br />

maandinkomen. Buiten gekomen bewonderen we<br />

nog even de drie pas geboren kalveren en als extra<br />

cadeautje blazen we voor de kinderen nog een ballon<br />

op. We hadden ze met voorbedachte rade mee<br />

van huis genomen en dat was niet voor niets. Tsjonge,<br />

wat hadden we daar een succes mee. Toen een<br />

ballon spontaan knapte rolde het jongste kereltje<br />

bijna ondersteboven van het lachen.<br />

Later terug in het Ger kamp hebben we heerlijk gewandeld<br />

door de heuvels van Mongolië waarna we<br />

na het diner in een speciale Ger restaurant (de jonge<br />

ober liep in een smokingoverhemd inclusief vlinderstrikje,<br />

nota bene midden in de rimboe) ons zelf<br />

eens lekker verwenden met een prachtige zonsondergang.<br />

Dagboek even bijwerken, kachel opstoken<br />

met koeienstront en hup naar bed.<br />

De dag daarop was een heerlijke rustige dag. Wel<br />

kregen we nog een bustocht door het reservaat wat<br />

niet ver vandaan het kleine plaatsje Terelg ligt, zo’n<br />

honderd kilometer van Ulan Baatar en regelmatig<br />

werd er even gestopt om wat foto’s te nemen. De<br />

rest van de dag hebben we lekker geluierd en van<br />

de natuur genoten. Dit jaar is het uitzonderlijk<br />

droog in het land, er was vorig jaar al veel te weinig<br />

regen gevallen en nu begint het toch dramatische<br />

vormen aan te nemen. Er zijn zelfs gedeelten van<br />

het land waar de nomaden zichzelf van het leven<br />

beroven louter en alleen omdat de zin van hun bestaan<br />

is weggevallen. Hun complete kudde is door<br />

de dorst gestorven.<br />

Hier is het nog redelijk groen alhoewel ik toch regelmatig<br />

kale afgekloven beenderen zie liggen van<br />

dieren die het niet gehaald hebben.<br />

De laatste avond in het kamp worden we getrakteerd<br />

op een traditioneel afscheidsdiner. Ik heb<br />

even gevolgd hoe dat gegaan is. Om twaalf uur die<br />

middag werd er een schaap geslacht en zo rond de<br />

klok van vijf is er een hoog oplaaiend vuur zo heet<br />

dat er stenen in gelegd kunnen worden. Op het moment<br />

dat de stenen rood zijn van de hitte worden ze<br />

in een lege melkbus gestopt waar een laagje wodka<br />

in zit. Er worden gesneden uien, groenten en kruiden<br />

toegevoegd en tenslotte het in stukken gesneden<br />

schaap. Dan wordt de bus luchtdicht afgesloten<br />

en goed heen en weer geschud. Daarna worden er<br />

iedere keer nieuwe gloeiende stenen toegevoegd<br />

waardoor er telkens een wolk stoom vrij komt. Dan<br />

moet de bus zo’n anderhalf uur op het vuur staan,<br />

eigenlijk het principe van een snelkookpan dus. Het<br />

lijkt allemaal simpel en hygiënisch maar niets is<br />

minder waar, je wilt niet weten hoe dat in de praktijk<br />

allemaal toe gaat. Even goed heb ik heel smakelijk<br />

zitten eten, het had iets weg van het eten van<br />

krabbetjes... maar dan iets vetter.<br />

De volgende dag keerden we terug naar Ulan Baatar<br />

en kregen we de gelegenheid om nog een Natuur<br />

Historisch Museum te bezoeken. Bij uitstek geschikt<br />

om de rijke geschiedenis van het land te leren<br />

kennen. ’s Middags hebben we eerst een korte<br />

‘time-out’ gehouden waarna we de plaatselijke<br />

markt bezocht hebben. Een belevenis... wat een<br />

drukte en wat wordt er gehandeld en gesjacherd,<br />

wanneer je niet aan het afdingen doet wordt je duidelijk<br />

niet voor vol aangezien. En eerlijk is eerlijk<br />

ik begin het nog leuk te vinden ook.<br />

Die avond hebben we het rustig aan gedaan, de koffers<br />

gepakt wat gelezen en op tijd naar bed want<br />

morgen wordt het weer een super drukke dag. Op<br />

naar China.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 7<br />

CHINA<br />

‘s Ochtends vroeg op en op tijd naar de trein waar<br />

we hartelijk werden uitgezwaaid door de voltallige<br />

ploeg van het plaatselijke reisbureau en al een uurtje<br />

later reden we door het troosteloze landschap<br />

van de Gobi woestijn wat een droogte en een armoede.<br />

Af en toe passeren we een eenzaam stationnetje<br />

in een gele zandvlakte en je vraagt ja dan verwonderd<br />

af waar al die mensen die daar wonen van<br />

moeten leven. Er groeit helemaal niets. De meeste<br />

huizen staan op instorten je ziet er niemand buiten.<br />

Regelmatig zie je langs de treinbaan of iets verderop<br />

in de woestijn lijken liggen van dieren of mensen?<br />

Wat een enorm groot land.<br />

Rond negen uur die avond naderden we de grens en<br />

toen begon de poppenkast opnieuw. De grenspolitie<br />

en de douane kwamen aan boord, ramen en deuren<br />

dicht en politieagenten buiten voor de wagon geposteerd.<br />

Weer verschillende formulieren invullen<br />

en na anderhalf uur mochten we weer verder. Een<br />

stukje rijden door het niemandsland en toen begon<br />

het douane gedoe opnieuw bij de Chinese grens.<br />

En weer stonden we uren lang stil maar uiteindelijk<br />

mochten we verder en na langdurig rangeren werden<br />

we in een enorme loods gemanoeuvreerd en<br />

stonden de wagons in twee lange rijen naast elkaar.<br />

Nu wist ik van het gegeven dat de spoorbreedte van<br />

Rusland anders was dan de rest van Europa en dat<br />

met name in China dat ombouwen spectaculair was.<br />

Dus meteen toen de trein stil stond gelijk uit de<br />

trein gewipt voordat alles weer werd afgesloten.<br />

Alle wagons werden door een stel hydraulische liften<br />

van hun wielen getild en geloof me het was op<br />

een gegeven moment best een raar gezicht wanneer<br />

je twee lange rijen treinwagons hoog in de lucht<br />

zonder wielen ziet hangen. Met nota bene allemaal<br />

slapende passagiers er nog in. Na zo’n twee en een<br />

half uur mochten we dan eindelijk naar Beijing of<br />

het voormalige Peking vertrekken, uiteindelijk<br />

heeft alles bij elkaar zo’n negen uur geduurd. De<br />

rest van de nacht nauwelijks geslapen want ik heb<br />

alleen maar op mijn buik liggend naar buiten liggen<br />

kijken. Het werd al vroeg licht en het landschap<br />

veranderde aanmerkelijk. Vroeg in de ochtend stoppen<br />

we weer op een station nu is er geen sprake<br />

meer van handel drijven. Alle Mongoolse handelaren<br />

zijn in Ulan Bataar achter gebleven, dus is het<br />

redelijk rustig op het perron. Tot onze grote vreugde<br />

is ‘DE MUUR’ te zien dus snel een fotocompositie<br />

gemaakt van de trein samen met de muur, zo’n<br />

kans krijg ik nooit meer.<br />

Meer hoge bergen, veel meer groen en zoals in Indonesië<br />

veel rijstsawa’s. Ze zullen die hier wel anders<br />

noemen maar het geeft wel goed weer dat rijst<br />

één van de belangrijkste voedingsbronnen is. Duidelijk<br />

is ook te zien dat naast de ‘sawa’s’ ieder<br />

stukje grond wordt benut. De mensen doen er echt<br />

alles aan om hun eigen stukje grond te verzorgen.<br />

Alles gebeurt met de hand en het is net of je ver terug<br />

gaat in de tijd. Boeren zie je ploeteren met een<br />

buffel en een houten ploeg, soms staat er niet eens<br />

een buffel voor maar twee of drie Chinezen. Ook<br />

het dorsen van het graan gebeurt op een tijdrovende<br />

manier. Men slaat het koren met de hand op een<br />

ronde stenen binnen plaats op de grond of in sommige<br />

dorpen, zoals ik zag, wordt het graan in een<br />

cirkel gelegd en gaat er iemand met een tractor over<br />

heen rijden.<br />

Je kon al snel zien dat de Chinezen het met betrekking<br />

tot het milieu en de hygiëne niet zo nauw nemen.<br />

Daar zullen we de komende dagen nog wel<br />

meer een paar staaltjes van zien. Vlak naast de akkertjes,<br />

en dan bedoel ik centimeters, ligt vaak de<br />

plaatselijke vuilnisbelt van jaren. Een ophaaldienst<br />

kennen ze niet en veel mensen proberen er wat bij<br />

te verdienen door in hun riksja’s met bakjes hoog<br />

opgestapelde stukken karton, of afgeladen met lege<br />

plastic flessen of platgeslagen lege blikjes te vervoeren.<br />

Ik zag zelfs een fietsdriewieler met ongebluste kalk<br />

in zijn bakje dwars door een dorp rijden, de rillingen<br />

lopen toch over je rug?<br />

Naarmate de dag vorderde keek je steeds meer je<br />

ogen uit. Wat een prachtig land, hoe langer hoe<br />

meer zag je bewijzen dat hier op het platteland de<br />

mensen zeker tientallen jaren terug in de tijd leven.<br />

Opvallend is ook dat ieder dorpje ommuurd is alsof<br />

ze zichzelf willen beschermen, waarschijnlijk is dat<br />

dan ook zo. Wat me ook opviel waren de grafkruisen<br />

direct langs de spoorlijn alsof men daar een bijzondere<br />

betekenis aan hecht. Soms had men in de<br />

heuvels die dicht tegen de spoorlijn aanlagen een<br />

grot uitgegraven en vlak daarvoor een heuveltje gemaakt.<br />

Daar weer boven op stond dan een kruis.<br />

Een intrigerend gezicht, ik nam me voor om dat te<br />

zijner tijd nog eens uit zoeken.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 8<br />

Doordat we gedurende de treinreis regelmatig diverse<br />

tijdzones passeerden was het verschil met<br />

Amsterdam opgelopen tot zes uur en op het laatste<br />

gedeelte was ik de tel een beetje kwijt geraakt. Dat<br />

komt gewoon doordat tijd eigenlijk van ondergeschikt<br />

belang is geworden en onverwacht duurde de<br />

dag toch nog langer dan we gedacht hadden. Daar<br />

kwam nog bij dat de temperatuur ook opgelopen<br />

was naar zo’n ruim dertig graden. Verlangend keken<br />

we uit naar Beijing, de bebouwing werd alsmaar<br />

dikker en stedelijker tot we in de verte de<br />

wolkenkrabbers van het centrum van de stad kunnen<br />

zien. De eerste parkjes tussen de buitenwijken<br />

met de typische hutongs (oude zijstraatjes met<br />

woonhuizen) schuiven voorbij.<br />

Eindelijk laat in de middag rijden we het immense<br />

station binnen en zodra de trein stil staat is het een<br />

gekrioel van jewelste op de perrons. Tijdens het<br />

binnenrijden had ik, al hangend uit het raam onze<br />

gids met zijn omhoog geheven bordje zien staan<br />

dus wachten we rustig af tot de trein wat leger is eer<br />

wij ons op het perron wagen. Spoedig maken we<br />

kennis met onze ‘Tony’ die ons hartelijk welkom<br />

heette in China en vroeg ons beleefd of we hem<br />

maar wilde volgen. De warmte, de hoeveelheid<br />

Chinezen in één keer, de smog, de enorme drukte<br />

op het stationsplein en het gegeven dat we eigenlijk<br />

best wel een beetje ‘uitgewoond’ zijn na zo’n enerverende<br />

treinreis hobbelen we met onze bagage<br />

zeulend achter hem aan. Na een stevige wandeling<br />

komen we bij onze bus en wordt razendsnel onze<br />

bagage ingeladen. Tony vertelt trots dat er ongeveer<br />

twaalf miljoen mensen in de stad wonen en dan zijn<br />

de twee miljoen illegalen niet eens meegeteld. Dat<br />

woont en werkt op een oppervlakte zo groot als de<br />

provincie Utrecht. Beduusd laten we informatie tot<br />

ons komen.<br />

Eindelijk arriveren we in ons hotel en hebben we<br />

de rest van de avond vrij. Na een heerlijke snelle<br />

douche en schone kleren zoeken we samen met de<br />

jongens de dichtstbijzijnde eetgelegenheid. Deze<br />

was ons aanbevolen door een passerende landgenoot<br />

die op het punt van vertrekken stond. We troffen<br />

het, later bleek het een uitzondering te zijn, men<br />

had een klein smoezelig inlegvelletje in de menukaart<br />

gestopt en het was in redelijk leesbaar Engels.<br />

Dus iedereen bestellen. Ik bestelde vis want daar<br />

ben ik gek op alleen tot mijn grote schrik moest ik<br />

hem aanwijzen in een groot aquarium achter onze<br />

rug. Ik hoefde hem nog net niet te vangen maar dat<br />

scheelde niet veel. Eerlijk is eerlijk hij was heerlijk<br />

alleen wat ik mij niet had gerealiseerd was de moeilijkheidsgraad.<br />

Die was namelijk dubbel zo groot ...<br />

vis eten met stokjes... ik geef het je te doen. Je leert<br />

wel snel zeker als je trek hebt. Na het eten nog wat<br />

ontspannen gewandeld en wat genoten van de façades<br />

die de voorkant vormen van de zeer drukke weg<br />

waaraan ons hotel gelegen is. Alles is van marmer,<br />

glas en veel moderne gebouwen zijn bij de ingang<br />

getooid met een karakteristieke Chinese poort. Na<br />

een uurtje gaat bij ons langzaam het lichtje uit en<br />

moe maar tevreden vallen we in slaap in ons luxe<br />

hotelbed.<br />

Veranderingen in China gaan erg snel, ouderen raken<br />

de tel kwijt en de jeugd is erg in voor verwestering.<br />

Dat zie je aan het intreden van nieuwe westerse<br />

producten, recht tegenover ons hotel werd een<br />

nieuw fastfood restaurant geopend en je kon over<br />

de hoofden lopen. Het lag aan een groot winkelplein<br />

waarop door het Amerikaanse bedrijf allerlei<br />

activiteiten voor de kinderen georganiseerd waren.<br />

Enorme bloemstukken in grote vazen waren langs<br />

de voorgevel van het pand geplaatst die dan ook ongestoord<br />

daar een paar dagen konden blijven staan.<br />

Een hele happening.<br />

De kleding die gedragen wordt is over het algemeen<br />

westers al zie je hier en daar toch nog wel ouderen<br />

lopen in de zo bekende communistische kledij.<br />

Het boekje van MAO is overal te koop en wordt<br />

je soms opdringerig aangeboden. De ouderen rijden<br />

over het algemeen op rammelende en roestige fietsen<br />

terwijl veel jongeren op mountainbikes rondcrossen<br />

en allemaal een buzzer of een mobieltje bij<br />

zich dragen. Wanneer je goed oplet kan je zien dat<br />

de ouderen toch moeite hebben met alle veranderingen<br />

die zich de laatste tien jaar hebben voor gedaan.<br />

China heeft best een kolossale verandering ondergaan<br />

want na het communisme is deze politieke<br />

stroming ingewisseld voor een meer socialer en liberaler<br />

beleid. De grote tegenstellingen kan je goed<br />

zien wanneer je de moeite neemt om ‘s morgens<br />

vroeg op te staan en dan te zorgen om voor zeven<br />

uur in een park te zijn. Dan kijk je je ogen uit, groepen<br />

mensen zijn Tai Chi aan het beoefenen sommigen<br />

doen dat met een waaier, andere groepen zijn<br />

de Tai Chi sport aan het beoefenen met een zwaard<br />

anderen zijn weer bezig puur met de beweging van<br />

Tai Chi, weer anderen zijn bezig met gymnastiekoefeningen.<br />

Zelfs zag ik mensen die aan het stijl-


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 9<br />

dansen waren, heel fanatiek zag ik ze bezig met de<br />

Engelse wals. Ik had zo mee kunnen doen. Ook hier<br />

waren we de enige westerlingen in de ruime omgeving<br />

en we vielen dan ook behoorlijk op ondanks<br />

dat we zo nonchalant mogelijk rond wandelden.<br />

Wat ook heel bijzonder was waren de groepjes oudere<br />

mannen en vrouwen die traditionele muziek<br />

aan het maken waren. Heel fanatiek werd er ook<br />

om beurten bij gezongen en het spontane applaus<br />

van onze kant werd dan ook heel dankbaar en trots<br />

in ontvangst genomen. Ik verdenk ze er ook van dat<br />

ze extra hun best deden vanwege onze aanwezigheid.<br />

Veel jongeren zijn ook aan het badmintonnen<br />

of zijn verwoed met een kaartspel bezig waarbij<br />

volgens mijn waarnemingen ook best wel gegokt<br />

wordt. Maar niet iedereen is druk bezig want er zijn<br />

er ook die een zanggroepje gevormd hebben en<br />

weer anderen lezen hun ochtendkrantje.<br />

Kortom zo’n bezoekje aan een park is een belevenis<br />

op zich.<br />

De volgende ochtend om acht uur vertrek naar de<br />

Verboden Stad. Gelukkig was het niet zo erg druk<br />

en onze gids leid ons door de kaartencontrole en we<br />

konden ons vergapen aan de pracht en praal van dit<br />

paleis.<br />

Het was indrukwekkend om die prachtige gebouwen<br />

te zien sommigen waren gesloten voor het publiek<br />

ter bescherming van het cultuurgoed. Opvallend<br />

was hoe schoon alle pleinen en gebouwen hier<br />

in de Verboden Stad worden gehouden en hoe anders<br />

is het buiten deze Verboden Stad.<br />

De drukte van de mensen die komen kijken naar het<br />

verblijf van de zesentwintig keizers die hier gewoond<br />

hebben is te vergelijken met die van een<br />

popconcert. Het is zo’n 35 graden wat het hier in de<br />

drukte nu niet echt aangenaam maakt.<br />

Een nauwe poort leidt naar het eerste binnenplein.<br />

De doorgang is erg krap, bovendien willen nog enkele<br />

auto’s tussen de massa mensen door rijden.<br />

Dan komen we via een tweede plein, net als alle andere<br />

pleinen, uit aan de achterkant van de Verboden<br />

Stad. Aan de pleinen staan allemaal eeuwenoude<br />

gebouwen, centraal op elk plein staat een gebouw<br />

waar de keizer gefeliciteerd kon worden en waar hij<br />

zijn belangrijke gasten kon ontvangen en waar hij<br />

leefde en sliep. Overal waren prachtige marmeren<br />

bruggetjes te zien en wat ook opviel waren de<br />

enorme manshoge schalen of eigenlijk meer vazen<br />

waar water in bewaard werd. Zo kon men, wanneer<br />

er een brand was, sneller blussen.<br />

Links en rechts kon je even ontvluchten aan de<br />

drukte en meteen overviel je de serene rust die er<br />

dan hing. Heel bijzonder wanneer je nagaat dat er<br />

een tiental meters verderop honderden mensen lopen.<br />

Aan het eind van deze stad in een stad ligt dan<br />

ook nog een prachtig park waar je lekker van je ijsje<br />

kunt genieten of even kunt uitpuffen in de schaduw.<br />

Na een heerlijke lunch bezochten we het zomerpaleis<br />

van de keizer wat gelegen is in weer een prachtig<br />

park maar deze keer met een groot meer. Het<br />

lijkt een beetje op de Verboden Stad maar dan<br />

weer heel anders, veel meer pagoden, andere kleur<br />

dakpannen. Langs het grote meer ligt een anderhalve<br />

kilometer corridor met schilderingen. Deze waren<br />

tijdens de revolutie wit gemaakt maar zijn nu<br />

gerestaureerd met felle kleuren. Je vindt het mooi<br />

of niet. Je kan je begeven naar een romantisch<br />

plekje wanneer je gewoon ergens een trapje naar<br />

boven neemt en dan kom je uit bij de meest prachtige<br />

voorportalen naast, in en boven elkaar gebouwd,<br />

deze leiden je uiteindelijk allemaal naar de tempel.<br />

Je kon daar heerlijk wandelen en genieten van alle<br />

vaders en moeders die met hun kind daar aan het<br />

wandelen waren. Omdat in China een ‘één kind‘<br />

politiek gevoerd wordt is het een beetje beangstigend<br />

om te zien hoe de (groot)ouders met hun kindje<br />

omgaan zo intens genieten ze van het kind. Begrijpelijk<br />

natuurlijk maar het zijn wel kleine keizers<br />

en keizerinnetjes.<br />

Een tochtje met een echte drakenboot sloot ons bezoek<br />

daar af en tot slot van deze vermoeiende dag<br />

bezochten we nog een heel oud theater waar we een<br />

acrobaten show en westerse maar ook veel traditionele<br />

dans kregen voorgeschoteld. Het was hartverwarmend<br />

om te zien en horen hoe de Chinezen in<br />

de zaal reageerden op de voor ons simpele en eenvoudige<br />

grappen en grollen op het toneel. Prachtig<br />

gewoon en ook dat was weer iets om nooit te vergeten.<br />

wordt vervolgt<br />

Dick de Jong


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 10<br />

“Er viel nogal<br />

wat te beleven<br />

in het leven<br />

van het<br />

zeuntje”<br />

(Vervolg van pagina 1)<br />

Als PS. benadrukte hij dat hij (himself)<br />

onder de indruk was van haar geschreven<br />

brieven en vond dat zij “extremely<br />

charming” moest zijn en hij haar graag<br />

wilde ontmoetten. Dit ging als een lopend<br />

vuurtje door het schip en was een<br />

gerede aanleiding van onze Cdt. om de<br />

censuur Officier te doen aflossen.<br />

Enkele maanden daarvoor hadden wij<br />

een nieuwe Cdt. 1 ste .Off. en Chef der<br />

Equipage gekregen, er waaide een andere<br />

wind door de boot, veel meer ontspannen<br />

alsof de bemanning vriendelijker<br />

voor elkaar werd en er een prettige<br />

werkkring ontstond, maar altijd het<br />

idee had dat de Cdt. over je schouder<br />

mee stond te kijken bij alles wat je<br />

deed. In het kort het was “a happy<br />

ship”. Er viel nogal wat te beleven in<br />

het leven van het zeuntje. Wederom<br />

liep hij met een ketel koffie over het<br />

hoofddek van het moederschip toen hij<br />

aan bakboordzijde een H bootje (klein<br />

en oud Engels onderzeebootje) zag liggen.<br />

Men was de boot voorover aan<br />

het trimmen om de schroeven en achterduikroeren<br />

boven water te krijgen<br />

waarschijnlijk voor reparatie. Het<br />

voorschip was al gedeeltelijk onderwater.<br />

Het zeuntje zag het water reeds bij<br />

het voortorpedolaadluik staan en riep<br />

dan ook naar enkele mensen in de kuip<br />

van de boot “Sir, Sir joer torpiedoe<br />

etch is open”. Aan de veelheid aan orders<br />

en de drukte aan dek van de boot,<br />

begreep het zeuntje: ‘daar had hij toch<br />

wel goed aan gedaan’. Niet lang daarna<br />

gebeurde hetzelfde met een soortgelijk<br />

onderzeebootje dat langs de pier<br />

gemeerd lag in Rothesay, maar daar<br />

liep geen zeuntje. Vermoedelijk<br />

schreef de Officier van de wacht in het<br />

scheepsdagboek “safely berthed along<br />

the quay, submerged”.<br />

Het leven in de BBK draaide gewoon<br />

door met alle ge- en ongemakken.<br />

‘Naast de schurftmijt had nu ook de<br />

platluis gemonsterd, via de toiletten<br />

aan boord van het moederschip’, zei<br />

men. Van onze zeevader kregen wij de<br />

raad om voortaan op de toiletten te<br />

gaan staan, maar volgens het zeuntje<br />

hielp dit niet, want op bijna alle binnenkanten<br />

van de toiletdeuren stond<br />

het advies “it is no use standing on this<br />

seat, because the crabs are jumping 20<br />

feet”.<br />

Ook hadden we 3 gevallen van begin<br />

van scheurbuik aan boord. Van Hall<br />

had het goed te pakken, zijn tandvlees<br />

was ontstoken en er kwam een zeer<br />

vieze reuk uit zijn mond, zachtjes uitgedrukt.<br />

Bij mijzelf was het tandvlees<br />

grijs/blauw en kon ik mijn tanden heen<br />

en weer bewegen. We kregen daarop<br />

“lemlem” aanboord, daar kregen we<br />

iedere dag een scheutje van vermengd<br />

met water, dat hielp op den duur. Lemlem<br />

was een extract van de lemon, citroen<br />

dus, rijk aan vitamientjes. De<br />

Britten hadden dit ontdekt als middel<br />

tegen scurvy, derhalve hadden de Yankees<br />

de Britten de bijnaam Lymies toebedeeld.<br />

Na verloop van tijd kregen wij weer<br />

eens een paar dagen verlof en dus<br />

spoedde ik weer naar Leuchars, het<br />

vliegveld waar “320” was gestationeerd.<br />

Samen met mijn broer gingen<br />

wij naar Aberdeen waar enkele hotels<br />

beschikbaar waren voor de Nederlandse<br />

Marine. Twee dagen na onze aankomst<br />

in Aberdeen ontmoetten wij iemand<br />

die zojuist van Leuchars was gekomen<br />

en vertelde ons dat er 3 kisten<br />

(Lockheed Hudsons) vermist waren,<br />

zij waren niet teruggekeerd van een<br />

vlucht. Direct keerden wij terug naar<br />

Leuchars, bij aankomst aldaar hoorden<br />

wij dat op Koninginnedag een<br />

“Daylight Raid” boven het Skagerrak<br />

met 4 lockheeds was uitgevoerd waarvan<br />

er 3 niet teruggekeerd waren. Consternatie,<br />

droefheid, en woede alom.<br />

Een ieder zat in zak en as. Wie zaten er<br />

allemaal in? Die en die en die. Vrienden<br />

en maten allen uit elkaar gerukt.<br />

Hoewel er iedere dag mensen sneuvelden<br />

bij het leger, luchtmacht en marine,<br />

kwam dit natuurlijk ontzettend<br />

hard aan en na enige tijd ging men<br />

weer langzaam over tot de orde van de


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 11<br />

dag tot de volgende vluchten boven<br />

vijandelijk gebied.<br />

We waren nu alweer een lange tijd in<br />

Schotland waar onze basis was. Hoewel<br />

wij toch buitenlanders waren zijn<br />

wij op een geweldige manier opgevangen<br />

door dit ontzettend vriendelijke<br />

volk en genoten van hun grote gastvrijheid,<br />

niettegenstaande dat vrijwel alles<br />

op de bon was en dat was al heel vroeg<br />

in de oorlog, kregen we altijd het beste<br />

voorgeschoteld als we ergens op visite<br />

waren. Ik geloof dan ook dat ik namens<br />

de maten kan zeggen “Bonny,<br />

Bonny Scotland we love you”.<br />

Er waren ook wel eens momenten dat<br />

het enigszins uit de hand liep. Het<br />

zeuntje had kennis gekregen aan een<br />

bijzonder mooie Schotse snuitebol en<br />

kreeg op een gegeven moment het in<br />

zijn hoofd om een langdurige verbintenis<br />

aan te gaan. De Cdt. had de Schipper<br />

opdracht gegeven om met de pet<br />

rond te gaan nadat het zeuntje om toestemming<br />

had gevraagd om die verbintenis<br />

aan te gaan. In onze pas stond<br />

“this rating is not married, this rating is<br />

not allowed to get married”.<br />

Het zeuntje had zijn broer over laten<br />

komen, die was nu gestationeerd in het<br />

zuiden van Engeland nu bij 860<br />

sqadron, om kennis met zijn waarschijnlijk<br />

aanstaande “sister in law” te<br />

maken. Om het kort te houden, die zaterdagavond<br />

verliep niet volgens plan,<br />

we zouden een biertje gaan drinken in<br />

de pub op het aanstaande evenement<br />

en hadden ook wat Noorse vrienden<br />

uitgenodigd van een onderzeeboot die<br />

naast ons lag, vlak voor sluitingstijd<br />

van de pub ontstond er een hevige<br />

commotie, in een mum van tijd waren<br />

de Hollanders en de Noren die een verschil<br />

van mening hadden met Britse<br />

zeelieden, in gevecht met elkaar op het<br />

dorpsplein. Na verloop van tijd kwam<br />

natuurlijk de Politie en M.P. op de<br />

proppen en haalde de zaak uit elkaar.<br />

De volgende morgen moesten we bij<br />

de Cdt. op het matje komen, met de<br />

meest onschuldige en uitgestreken<br />

snuit deden we ons verhaal. De Cdt.<br />

vroeg ons of wij soms teveel hadden<br />

gedronken, kijk en dat was niet eerlijk,<br />

als de Officieren een drankje teveel<br />

hadden genuttigd, dan waren zij in<br />

“high spirits”, maar jan punt had dan<br />

een “stuk in zijn kraag”, grapje. We<br />

kwamen er met een schrobbering van<br />

af, wat was namelijk het geval, de Cdt.<br />

en Off.van beide boten hadden vanuit<br />

de kuip met verrekijkers de slag gevolgd<br />

en we hoorden dat als we verloren<br />

hadden het er niet zo best voor ons<br />

had uitgezien. Het ergste was dat mijn<br />

would be schoonvader in de battle betrokken<br />

was, hij was namelijk een 6<br />

foot plus- politieagent, iemand had<br />

hem zijn helm over de oren getrokken<br />

en derhalve wenste hij met geen ene<br />

bloody foreigner te maken hebben.<br />

Aftrap huwelijk. Zeuntje moest bij de<br />

Cdt. verschijnen en vroeg wat hij met<br />

die 80 pond moest doen die was opgehaald,<br />

dat wist het zeuntje natuurlijk<br />

ook niet, hij zou dit wel even aan de<br />

baksmeester vragen, die bleef ook het<br />

antwoord schuldig. Het geld ging nu<br />

als ik het wel heb naar het spitsige<br />

fonds.<br />

We hoorden dat onze Cdt. naar een andere<br />

boot zou gaan en wel naar de “K-<br />

14” wat wij allemaal betreurden want<br />

we hadden zo’n goede boot soepel en<br />

gedisciplineerd, goed afgeoefend. De<br />

nieuwe Cdt. kwam aanboord en bij het<br />

afscheid nemen van onze oude Cdt.<br />

vroeg hij mij of ik mee wilde, graag<br />

Cdt. Zo verzeilde ik naar Dundee waar<br />

de “K-14” in Camperdowndock lag.<br />

De kazerne waarin wij werden ondergebracht<br />

was een oude jamfabriek genaamd<br />

“Ambrose”. Er was een veelheid<br />

van nationaliteiten, Deens, Noors,<br />

Pools , Fransen en Nederlanders. Op<br />

de eerste verdieping waren de slaap/<br />

etenszalen. De jannen sliepen nog in<br />

slaapzakken (kooien) die ‘s avonds<br />

werden opgehangen en ‘s morgens<br />

weer gesjord en opgeborgen werden.<br />

Beneden was de was en doucheplaats,<br />

een niet bepaalde hygiënische gelegenheid.<br />

Af en toe waren er zo’n 20 a 30<br />

personen die wel of niet in hun blote<br />

“iemand had<br />

hem zijn helm<br />

over de oren<br />

getrokken en<br />

derhalve<br />

wenste hij met<br />

geen ene<br />

bloody<br />

foreigner te<br />

maken<br />

hebben”


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 12<br />

kont rond liepen en bezig waren met douchen en of<br />

zittende in een grote ronde teil hun plunje aan het<br />

wassen waren. Wij waren er wel wat huiverig van<br />

maar ja het geraamte moest een keer afgesopt worden,<br />

al met al niet zo fris “do put it mildly”.<br />

Op een avond ongeveer 7 uur kwam de Ltz. Kwint<br />

de slaap/eetzaal op en vroeg of er vrijwilligers waren<br />

om de “O-15” te bemannen, wat was het geval<br />

de “O-15” was kort daarvoor van patrouille teruggekeerd<br />

en de helft van de bemanning was met verlof,<br />

door een of andere oorzaak moest de “O-15”<br />

weer klaar worden gemaakt voor patrouille. Waarschijnlijk<br />

was het Duitse slagschip de “Tirpitz”<br />

weer aan zijn knieën getrokken en op weg naar de<br />

Noordkaap, of was dit van plan om de Moermansk<br />

konvooien aan te vallen. Later heb ik gelezen dat<br />

dit niet helemaal juist was, met zijn drieën meldden<br />

wij ons, te weten Korp Mach Piet Kuizinga, Matr 1<br />

Dick Steenbergen en ondergetekende. Diezelfde<br />

avond meldden wij ons aanboord van de “O-15”<br />

waar de bemanning reeds bezig was met munitie,<br />

torpedo's, voeding, brandstof en smeerolie te laden.<br />

De volgende dag of een dag daarna vertrokken wij<br />

naar Lerwick. Bij aankomst aldaar lagen daar enkele<br />

Noorse MTB's die een vrij geregelde dienst met<br />

Noorwegen onderhielden en o.a. de post verzorgden<br />

met hun land. Die nacht kwam er een Engelse<br />

T boot langszij, ik meen de “Telemachus” met aan<br />

stuur- en bakboord naast de toren, een klein onderzeebootje.<br />

De volgende nacht vertrok hij alweer en<br />

wij de daarop volgende morgen. Een paar uur buiten<br />

Lerwick schoven wij er onder voor het aftrimmen<br />

van de boot. Piet de machinist aan de luchtverdeelbak,<br />

Dick aan het voorduikroer en zeuntje aan<br />

het achterduikroer. 3 clacksons, diepte wordt 12.5<br />

meter beide elektromotoren op langzaam, orders<br />

vanuit de toren. “Helling 5 graden voorover” orders<br />

van de voorduikroerganger, bij diepte 10 meter opdracht<br />

helling “0” vraag vanuit de toren “wat is de<br />

diepte” diepte is 15 meter “ik zei toch 12.5 meter”<br />

order van Dick “5 graden achterover”,<br />

achterduikroerganger, “achterduikroer vol voor rijzen”<br />

“diepte?” diepte 20 meter beide roeren nu vol<br />

voor rijzen. “Diepte?” diepte 30 meter. “Beide machines<br />

halve kracht” antwoord beide machines halve<br />

kracht, de boot kreeg nu steeds meer helling<br />

voorover, voorwerpen begonnen te schuiven, de<br />

Cdt. kwam nu in de centrale, Dick meldde om de 5<br />

meter de diepte, “diepte 50 meter. “beide machines<br />

volle kracht” antwoord, “beide machines volle<br />

kracht” de boot kreeg steeds meer helling voorover,<br />

op ongeveer 70 meter met een helling van 15 à 20<br />

graden voorover begon Piet met zijn slagklep te tikken,<br />

was dat vragen voor aandacht? Slok op 1<br />

“diepte 80 meter”. Bij 90 meter hoorden we geborrel<br />

langs de boot, hoofdtank 1 was nu waarschijnlijk<br />

leeg, de diepte nu was +/- 95 meter, de boot<br />

schudde hevig en bleef gelukkig hangen en ging<br />

toen met grote helling achterover en met grote snelheid<br />

naar de oppervlakte en kwakte met een grote<br />

klap en behoorlijke slagzij op het water. Dick meldde<br />

“aan de oppervlakte” het torenluik ging nu open.<br />

Dat was wel even schrikken. Wat bleek, een asje<br />

van het mechanisme van het achterduikroer was gebroken<br />

waardoor het achterduikroer vol voor duiken<br />

bleef liggen met alle gevolgen van dien. Terug<br />

naar Lerwick, patrouille afgelast tot ons groot ongenoegen<br />

en enkele dagen later weer terug naar Dundee,<br />

terug op de “K-14” klaar maken voor het verre<br />

Oosten. Inmiddels was ik 21 jaar geworden dus<br />

nachtpassagieren. Ik hoefde niet meer in de looppas<br />

vanuit de bios om 11 uur aan boord te zijn.<br />

Al met al een enerverende tijd. Advies, zorg dat je<br />

er bij komt, althans bij de OZD.<br />

Leuker kunnen we het niet maken.<br />

Reünie bemanning Hr. Ms. Zeeleeuw periode 1988 - 1991<br />

W.Verbaan<br />

Zeuntje "09"<br />

Op zaterdag 8 september 2001 vanaf 19.00 uur zal een reünie worden gehouden voor de oud bemanningsleden<br />

die de proeftocht en / of de garantievaart (oktober 1988 tot mei 1991) van Hr. Ms. Zeeleeuw<br />

hebben meegemaakt.<br />

De reünie (zonder partner; tenue burger) zal tijdens de Wereld Havendagen worden gehouden aan boord<br />

van Hr. Ms. Amsterdam. Vermoedelijk zal dan Hr. Ms. Amsterdam aan de Wilhelmina pier te Rotterdam<br />

afgemeerd liggen.<br />

Opgave voor 20 augustus door overmaking van f.25,- op bankrekening 1923 20 661 t.n.v. Kasbeheerder<br />

Hr. Ms. Amsterdam, NAPO 315, 3509 VP Utrecht, onder vermelding van “Reünie Zeeleeuw”.<br />

Voor nadere informatie kunt U terecht bij KTZ R. van Rooijen Commandant Hr. Ms. Amsterdam,<br />

0223-653600, e-mail: hrmsamsterdam@navy.dnet.mindef.nl of bij LTZT 2OC D. Kiers Mijnendienst,<br />

0223-654251.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 13<br />

Nieuwe gegevens met betrekking tot<br />

sabotagepoging aan boord van Hr.Ms. K-XIII (deel-1)<br />

Sabotage op Onderzeeër, Reeds driemaal gepleegd.<br />

Aan boord van den Onderzeeër K13 werd gisteren een begin van brand ontdekt. Dit is reeds de derde maal<br />

dat gepoogd werd het schip een prooi der vlammen te doen worden. Twee malen werd n.l. in Soerabaja<br />

ontdekt dat in een hoekje, waar kabels en oliejassen lagen opgestapeld, een brandende lont was neergelegd.<br />

J.l. Zondag lag in datzelfde een oude kabaya 1 ) te branden. De Marine autoriteiten zelf leiden het onderzoek.<br />

Aan boord van den onderzeeër bevinden zich een 7-tal Inlandsche matrozen 2 ).<br />

Aldus een kort bericht in de Java Bode van 6 januari 1930. Geen wereldnieuws: het was geplaatst op de<br />

binnenpagina van de krant. Het grote nieuws over sabotage en muiterij moest nog komen; n.l. de muiterij<br />

op de “De Zeven Provinciën” op 4 februari 1933. Drie jaar voordat deze uitbrak waren er al voortekenen<br />

van onvrede en strubbelingen onder het personeel van de K-XIII. In de dissertatie van J.C.H. Blom betreffende<br />

de muiterij op de “De Zeven Provinciën” 3 ) wordt het eerder genoemde voorval niet beschreven. Ook<br />

in het Marineblad en het Marinejaarboek uit de jaren 1930/1931 wordt hierover niets gezegd4 ).<br />

Het was in die jaren op politiek gebied erg rumoerig op Java en Sumatra5<br />

) De P.N.I. 6 ), onder leiding van Soekarno, probeerde onder andere<br />

via opstanden de onafhankelijkheid van Nederlands Indië te bewerkstelligen.<br />

De kranten7 ) stonden vol met verhalen over geplande opstanden<br />

die door de politie waren verijdeld. Bij de Koninklijke Marine waren<br />

door de regering opgelegde bezuinigingen voor veel opvarenden<br />

een grote bron van ergernis. De vraag rijst nu of de sabotagepoging aan<br />

boord van Hr. Ms. K-XIII een onderdeel vormt van georganiseerde opstand<br />

of dat het meer een uiting van onvrede was over het Marinebeleid8<br />

) in die tijd. Daar het gebeuren in 1930 in de literatuur en officiële<br />

bronnen niet voorkomt, vormt het vinden van de aantekeningen van G.<br />

Mante9 ), de toenmalige commandant van Hr. Ms. K-XIII, de aanleiding<br />

voor de schrijver, om hier een artikel aan te wijden. Bovendien<br />

bestaat er het voornemen om de aantekeningen van Mante integraal in<br />

boekvorm uit te geven, hetgeen medio 2002 gerealiseerd dient te worden.<br />

Luitenant ter zee 2e klasse G. Mante was gedurende drie reizen<br />

commandant van Hr. Ms. K-XIII, in het kader van wetenschappelijk<br />

onderzoek door de Archipel waar totaal 15.600 mijl werd afgelegd en<br />

234 maal onder water werd gevaren voor het verrichten van slingerwaarnemingen,<br />

die met grote nauwkeurigheid uitgevoerd dienden te<br />

worden10 Mante en P. de Jong<br />

).<br />

Hr. Ms. K-XIII 11 ) had haar sporen reeds met wetenschappelijk onderzoek verdiend. Op haar uitreis in 1926<br />

van Den Helder naar de Oost 12 ) was er onder leiding van professor dr. Ir. F.A. Vening Meinesz geodetisch<br />

onderzoek gedaan naar de grillige vormen van de aardkorst 13 ). De eigenaardige resultaten, welke verkregen<br />

waren bij de zwaartekrachtmetingen in het oostelijke deel van Archipel en later in 1927 in de Indische Oceaan<br />

bezuiden Java vormden voor de Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing reden om de hulp<br />

van de Koninklijke Marine in te roepen en evenals vroeger en ook later nog vele malen het geval was, een<br />

onderzeeboot beschikbaar te stellen. De Koninklijke Marine willigde het verzoek in en Hr. Ms. K-XIII<br />

werd beschikbaar gesteld om het onderzoek uit te voeren.<br />

Mante’s aantekeningen gaan over deze reizen. Er zijn onder zijn commando drie (wetenschappelijke) reizen<br />

gemaakt. De volgende passage die betrekking heeft op het incident, komt uit de aantekeningen van de<br />

laatste reis. Deze is letterlijk overgenomen, in het taalgebruik van toen (alleen enkele grammaticale verbeteringen<br />

en met aanvullingen van de bewerker) en begint op de dag vóór de sabotagepoging.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 14<br />

[Brand aan boord!]<br />

[3 januari 1930]<br />

“De nacht is verder rustig en behalve het laatste gedeelte van de E.W. 14 ) die na tienen geheel onder water<br />

werd doorgebracht, slapen wij tot de volgende ochtend tien minuten voor zeven. Om zeven uur werd er<br />

voor de bemanning 15 ) overal gemaakt. Op de brug is de jongste officier al in actie. Een groot aantal bergen<br />

van Java zijn in zicht: De Tjerimai [Tjaremie], Boekit Toenggoel, Tankoeban Prahoe, Gedeh en de Salak.<br />

Een schouwspel dat zich maar weinig vertoont en dan nog maar alleen in de regentijd.<br />

De plaatsen van waarneming liggen allen mooi vast en er is blijkbaar weinig stroom. Nadat het tijdsein dat<br />

op de boogzender van de Malabar 16 ) gegeven wordt, opgevangen is, gaan wij om 8 uur 's morgens van 4<br />

januari weer onderwater voor waarneming no. 175. Na bovenkomst wordt koers gezet naar Priok. Wij varen<br />

langs hoek Krawang en de vuurtoren van Edam en ongeveer half drie meren wij op de boeien in de haven.<br />

Met het oog echter op de harde winden in de haven die zeer veelvuldig uit zee waaien, laten wij ten<br />

overvloede nog een anker vallen. De ankerkabel blijkt onklaar van de trommel gelopen te zijn en niet dan<br />

na een uur hard werken voor al ons dekpersoneel slagen wij er weer in om de kabel te klaren. De motorsloep<br />

van het vliegkamp wordt ons voor communicatie met de wal toegezonden en helpt ons met het meren<br />

op de boeien. Na vier uur is er echter niemand van de sloep meer aanwezig en moeten wij de motorist en<br />

de stuurman leveren. Een paar korporaals varen even mee in de haven om de behandeling te leren en komen<br />

spoedig als afgeoefend terug.<br />

Nu wordt het laden voor de wal en blijft het wachtsvolk alleen met de professor achter. De sloep vaart enige<br />

malen heen en weer om de mensen aan de wal te zetten Om vier uur is iedereen weg en zoekt onderdak.<br />

De officieren gaan naar het hotel “De Nederlanden” in Batavia, waar de Marine en naar ik meen ook andere<br />

zeelui korting hebben. Al spoedig zitten wij in de mandikamer 17 ) en maken al plannen om van de grote<br />

stad te gaan genieten. In twee auto's waren wij van Priok, naar Batavia gereden. Dit is nog steeds een gevaarlijke<br />

weg waar menig ongeluk gebeurt ondanks alle geplaatste borden met "Pas op het slipgevaar".<br />

Toch ziet men ieder keer weer min of meer beschadigde auto's staan. Het is ook geen wonder wanneer men<br />

de dwaze langs de weg ziet jakkeren, zonder zich te storen aan de verkeersregelen. Soms is het een sport<br />

om toch maar vooral niet uit te wijken voor het allerlaatste ogenblik en dan is het nog maar juist mogelijk<br />

om met veel roer een botsing te voorkomen. Heeft men de tegenligger veel angst aangejaagd dan is de pret<br />

buitengewoon groot. De Priokweg schijnt zich buitengewoon goed te lenen voor dergelijke autoraces.<br />

Vreemd is het dat de dergelijke weg in Soerabaja veel minder als raceparcours wordt gebruikt, hoewel deze<br />

veel breder en mooier is. Bussen en taxi's wedijveren om elkaar voor te komen. Er staan wel enkele politieposten<br />

die nauwkeurig trachten een einde te maken aan deze woeste spelletjes, doch tussen deze posten<br />

in is nog ruimte genoeg om elkaar de stuipen op het lijf te jagen. Verantwoordelijkheidsgevoel voor inzittenden<br />

is bij deze Soedanese chauffeurs in het geheel niet aanwezig. Het recht van de sterkste geldt steeds:<br />

een vrachtauto wint het van de bus, deze weer van een luxe auto die weer sterker is dan een motorfiets.<br />

De gevolgen van een aanrijding, zijn meestal de volgende: de schuldige chauffeur die door een smak tegen<br />

een boom of in een sloot, zijn auto tot stilstaan heeft gebracht, redt zich in allerijl door de vlucht en laat het<br />

aan de eigenaar over om de auto weg te halen en de schade te vergoeden.<br />

Terwijl ik in de mandikamer zit en probeer schoon te worden, word ik opgeschrikt door de mededeling dat<br />

ik dadelijk aan de telefoon moet komen. Ik ga en tot mijn ontsteltenis hoor ik van Den Boeft, die officier<br />

van de wacht is, dat er brand is uitgebroken in de hekbuiskamer. De brand kon gelukkig gauw worden ge-


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 15<br />

blust door het flinke en kordate optreden van de korporaal monteur Frederik de Groote, die de brand ontdekte,<br />

die ogenblikkelijk de officier van de wacht waarschuwde zodat dadelijk maatregelen genomen konden<br />

worden en het brandende bruinwerk buitenboord gezet kon worden.<br />

Ik belde dadelijk de Chef Staf van het Departement op en dadelijk daarna gingen wij allen weer naar beneden.<br />

Nu reed de taxi niet hard genoeg naar onze zin.<br />

Waar het niet uitgesloten was dat deze brand door kwaadwilligheid was ontstaan, werd het passagieren<br />

onmiddellijk ingetrokken en namen de oudste officier en ik allen een verhoor af. Spoedig bleek het al dat er<br />

hier opzet in het spel was. De commissie duurde tot zondagmiddag en hoewel niet voldoende bewijzen gevonden<br />

werden, waren de verklaringen van twee van de inlanders willens en wetens fout. Er kwam nu behalve<br />

uitkijk op de brug, nu nog een schildwacht benedendeks om herhaling te voorkomen. Er werd bovendien<br />

wacht op wacht afgedaan en hierna mochten de mensen weer gaan passagieren. Met de politieke politie<br />

18 ) sprak ik af dat de inlanders aan de wal nagegaan zouden worden.<br />

Zondag 6 januari dineerden Vening Meinesz, Visser en ik bij de Commandant Zeemacht, waar de heer en<br />

mevrouw Boerema medegasten waren. Na afloop ging ik nog met Den Boeft naar het “Hotel des Indes” en<br />

keken naar het dansen. Enige afleiding had ik graag; steeds moest ik piekeren over de brand aanboord,<br />

van slapen kwam toch niets. Het was mij een groot raadsel hoe deze inlanders, welke steeds een voorbeeldige<br />

indruk op mij hebben gemaakt, er toe gekomen waren deze brand te stichten. Dat zij het gedaan hadden<br />

stond voor mij vast, doch welke gevolgen had het niet kunnen hebben? Zij waren nu aan de wal, doch<br />

hun rasgenoten aanboord? Ontploffingen, doden wellicht, waren bij het niet tijdig ontdekken, het gevolg<br />

geweest. Inlanders, die reeds twee reizen meemaakten, en waarvan nooit iets in hun nadeel gezegd had<br />

kunnen worden, mensen met een buitengewoon groten ijver. Steeds waren zij correct geweest. Ogenschijnlijk<br />

dienden zij met veel animo, van ontevredenheid was geen spraken geweest en nu???? Wie had hen ertoe<br />

aangezet? Wat wisten de anderen ervan? Hun gezichten blijven altijd even uitdrukkingsloos. Zij verraden<br />

niets met hun blik. Ondoorgrondelijk zijn zij.<br />

Ook de getuigen voor de Commissie zijn plotseling geheel dom. Zij hadden gedacht dat de Commandant de<br />

brand had aangestoken om te zien of het brandalarm wel werkte. Dan kriebelen je handen toch wel even bij<br />

zulke verklaringen, maar je moet je bedwingen, want met ongeduld bereik je helemaal niets. Steeds maar<br />

doorgaan, minuten wachten op een antwoord. Als ze zien dat het begint te vervelen, dan hebben zij het gewonnen.<br />

Toen ik zondag het Proces-verbaal<br />

afsloot had ik de vaste overtuiging<br />

dat deze twee inlanders er meer van<br />

afwisten en het zelfs gedaan hadden,<br />

doch hoe de anderen er tegenover<br />

stonden was mij een compleet<br />

raadsel. Van een van de andere inlanders<br />

die al jaren lang bij de Marine<br />

is, zou ik nog kunnen verklaren<br />

dat hij ter goeder trouw was, doch<br />

van de andere? Neen. Ik weet het<br />

niet. Die inlander ging het aan het<br />

hart dat de brand was ontstaan in<br />

het gedeelte van het schip waar hij<br />

voor was aangewezen om schoon te<br />

houden. Een van zijn zoons is met<br />

een bestuursambtenaar mee naar<br />

Holland gegaan en is daar verder<br />

Afgemeerd langszij oliesteiger Emmahaven


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 16<br />

opgevoed. Aandoenlijk is het om hem daarover te horen praten, zo trots. Toch voelt hij dat het beter is dat<br />

zijn zoon niet meer terug moet komen. Hij moet in Holland blijven. Soms vraagt hij ons wat voor cadeautjes<br />

hij hem moet sturen. Enige tijd geleden verzond hij een paar schoenen die hijzelf had uitgezocht en zijn<br />

keuze vond hij meer dan schitterend. Deze oude Moentari kreeg reeds een Oranje Nassau medaille. En<br />

toch??? Had niet een ieder aan boord voor de brand voor deze twee verdachten willen instaan? Welken<br />

invloed van buiten is hier aan het werk?<br />

Maandag 6 januari werden de kastjes weer eens aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. De brieven<br />

enz. van de verdachten werden netjes gebundeld en op het Departement gebracht. Na inzage van het Proces-verbaal<br />

op het Departement kreeg ik van de Commandant Zeemacht order om de twee verdachten de<br />

volgende morgen per trein naar Soerabaja op te zenden en hen daartoe onder geleide naar de wal te laten<br />

brengen waar zij in ontvangst genomen zouden worden door enkele gewapende mensen van het Subsistentenkader<br />

Landmacht.<br />

Na deze bespreking met de Commandant Zeemacht ging ik nog even naar de Chef Personeel om mijn thuisvaartboot<br />

te weten te komen en vandaar naar de Inspecteur Scheepvaart om te praten over de lodingen die<br />

wij ten Noorden van Poeloe zouden verrichten. Hier waren nl. enkele riffen gerapporteerd; er was een opnemer<br />

naar toe gezonden zonder dat deze echter wat had kunnen vinden. Met het echolood zouden wij enkele<br />

slagen maken.<br />

Van het Departement ging ik naar het Postkantoor en vroeg daar de directeur te spreken. Een der lagere<br />

ambtenaren kon mij wel helpen toen ik hem de reden van mijn komst mededeelde. Ik verzocht hem de brieven<br />

die voor de twee verdachten aan zouden komen achter te houden met het oog op het onderzoek. Ik gaf<br />

hem bovendien nog de nummers op van de Staatsbladen waarin en in welke gevallen dit mocht en zelfs<br />

moest gebeuren en ging heen nadat mij volkomen medewerking werd verleend. Ik behoefde alleen maar de<br />

namen op te schrijven en klaar was alles.<br />

Getroffen door deze medewerking en vlotheid ging ik terug naar het hotel waar de anderen reeds lang zaten<br />

te genieten van de muziek, pait en rust. Wij bestelden een rijsttafel en deze bleek alras voortreffelijk te<br />

zijn. Een biertje legde de laatste zorgen ter zijde en het zou wel een prettige middag worden. Hetgeen ook<br />

volkomen klopte.<br />

's Avonds waren Visser en ik de gast van Professor Boerema. De professor had een zeer goede radio, hetgeen<br />

men maar weinig in de Oost ziet. Wij maakten het niet te laat en gingen nu dadelijk naar kooi.<br />

G.D Horneman Wordt vervolgt<br />

1 ) Maleis voor een wit linnenjasje, dicht, maar ruim.<br />

2 ) Java Bode, maandag 6 januari 1930, No. 4, Eerste Blad, pagina 3.<br />

3 ) Blom, J.C.H, De Muiterij op de Zeven Provinciën, 1975. (Handelseditie)<br />

4 ) Raven, G. (ed), De Kroon op het Anker, 1988.<br />

Bosscher, Ph.M., De Koninklijke Marine in de TweedeWereldoorlog, deel 1. 1984.<br />

Mollema, J.C., Geschiedenis van Nederland ter Zee, 1942.<br />

5 ) Doel van den, H.W., Het Rijk van Insulinde, 1996.<br />

6 ) Perserikatan Nasional Indonesia.<br />

7 ) bv. in de Java Bode van 3 januari 1930, vrijdag, de plannen waren:<br />

opstand beginnen in de nacht van 31 december /1 januari of op 1/2 januari of op 15/16 januari.<br />

8 ) Over de personele problemen in de Koninklijke Marine in deze periode: Swarte, J.L. Speerpunt 1971, 1971. Bosscher, Ph.M.,<br />

Het laatste woord over de muiterij aan boord van Hr. Ms. “De Zeven Provinciën?, Marineblad, juli 1979, blz. 323/330<br />

en Na vijftig jaar, Marineblad, maart 1983, blz. 105/111. Peer, H., Daar komen de Jantjes, Uit de geschiedenis van de<br />

Matrozenbond (1897-1933), 1997. Keppy, H., De laatste Inlandse schepelingen, Molukkers in dienst van de Koninklijke<br />

Marine 1915-1965, 1994.<br />

9 ) 1.785 Pro motie 1917. (XV)(MOK)(Mk)(LII5)b, Geb. Willemstad (NB) 5 sept. 1898; gefusilleerd door de Duitse bezetting in<br />

de Bloemendaalse Duinen 25 september 1942; as bijgezet op Erebegraafplaats te Loenen (Gl) 23 april 1954.<br />

Ltz. 3 e kl. 17 aug. 1920; ltz. 2 e kl. 17 aug. 1922; ltz. 1 e kl. 14 jan. 1931, e.o. 1 sept. 1936. Ltz. 1 e kl. KMR 1 sept. 1936. Insp.<br />

v.d. Scheepvaart te ’s-Gravenhage 1 september 1936 – 25 september 1942; bezat plannen voor overtocht Rotterdam naar


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 17<br />

Engeland (foto’s van deze plannen zijn naar Engeland gezonden ); verrichtingen omtrent binnenscheepvaart doorgegeven<br />

1940 – 7 augustus 1941; door de Duitse bezetting gearresteerd op 7 augustus 1941; door Feldgericht te Amersfoort<br />

“abgetrent” in april 1942; bij de tweede “Ordedienst-proces” te Amsterdam ter dood veroordeeld op 18 augustus 1942.<br />

(Gedenkboek Adel borsten-opleiding te Willemsoord, 1854-1954). Uit de aantekeningen blijkt dat Mante een scherp opnemingsvermogen<br />

en een sociaal gevoel heeft. Hij heeft een uitgesproken mening over politiek en die steekt hij niet onder<br />

stoelen of banken. Hij is nieuwsgierig naar de autochtone bevolking, hun woon-en leef- omstandigheid. Hij ziet het Duitse<br />

en Japanse gevaar, ruim 10 jaar voor het uitbreken van de Tweede wereldoorlog, reeds in. Bv. de zwakheid van de verdediging<br />

van de haven Balikpapan en de opkomst van Nationalisme en Expansionisme van Duitsland en Japan (en dat in 1930!).<br />

10 ) De Wet van Newton zegt dat de zwaartekracht afhankelijk is van de grootte en afstand van aantrekkende massa’s. Wanneer<br />

nu de aarde geheel rond zou zijn, zou de zwaartekracht ook overal gelijk moeten zijn; is dit niet het geval dan moeten de<br />

zwaartekrachtmetingen in verschillende gebieden een andere uitkomst geven. Dit onderzoek gebeurde door middel van een<br />

slingerapparaat, dat door professor Vening Meinisz was geperfectioneerd om de storende invloeden van b.v. temperatuurverschillen,<br />

trillingen e.d. op te heffen. Door waarnemingen van de gedragingen van de slinger op verschillende plaatsen kon hij<br />

de zwaartekracht meten. Een ander doel van onderzoek was het tweede gedeelte van de Wet van Newton, namelijk dat de<br />

zwaartekracht afhankelijk is van de hoeveelheid van de aantrekkende massa. Deze meting geschiedde door middel van echo<br />

loding. Dat zulke metingen het beste uitgevoerd konden worden aan boord van een onderzeeboot is begrijpelijk, omdat de on<br />

derzeeboot, eenmaal ondergedoken, weinig last heeft van schommelingen en slecht weer.<br />

11 ) Over de verrichtingen over deze reizen en gegevens van Hr. Ms. K-XIII. (komt in KVO-77)<br />

12 ) Linden van der, C., Wytema, M.S Met Hr. Ms. K-XIII naar Nederlandsch Indië, n.d.<br />

13 ) Felix Andries Vening Meinesz, geboren op 30-07-1887 te Scheveningen, overleed op 10-08-1966 in Amersfoort. Van 1927<br />

tot 1957 was hij buitengewoon hoogleraar in de kartografie en later ook in de geofysica in Utrecht en van 1938 tot 1957 bui<br />

tengewoon hoogleraar in de geodesie in Delft. Over de betekenis van de zwaartekrachtmetingen gedaan door prof. Dr. Ir. F.<br />

A. Vening Meinesz met medewerking van de Koninklijke Marine zie: Jaarverslag Vereniging Nederlands Historisch Scheep<br />

vaartmuseum Amsterdam, 1982, blz. 55 t/m 61.<br />

14 ) Eerste wacht (20-24 uur).<br />

15 ) Zie bemanningslijst KVO-<strong>76</strong> bladzijde 3.<br />

16 ) Deze tijdsbepaling was nodig voor de juiste plaatsbepaling en meting.<br />

17 ) Wasruimte.<br />

18 ) De PID (Politieke Inlichtingen Dienst).<br />

In gesprek met...<br />

Reünie 2001 in Amsterdam<br />

Bootje komt zo...<br />

Waar zijn ze gebleven?<br />

Foto’s<br />

E.W.M. Kowalski


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 18<br />

De geredden van de U-95 verlaten na binnenkomst Gibraltar de O-21. De commandant loopt voorop<br />

(Vervolg van pagina 2)<br />

Mijn scheepsmakker Wijnand Claes heeft het torpederen<br />

van de U-95 levendig beschreven in zijn boek<br />

“Hr. Ms. 0-21 & de kat met negen levens”. Ik kan<br />

daar weinig aan toevoegen. Deze herinnering t.w.<br />

het torpederen van de U-95, begint dan ook op<br />

bladzijde 118 van genoemd boekwerk waar Wijnand<br />

m.b.t. het oppikken van drenkelingen schrijft:<br />

“...Kees van Toor en ik hingen samen aan de bovenbouw,<br />

ik reikte een Duitser de hand en trok”<br />

enz... Het lukte ons echter niet de drenkeling aan<br />

boord te hijsen totdat hij ons toeriep: “zwischen die<br />

Beine,bitte”. En dat bleek dé oplossing te zijn al<br />

was het toch wel een weinig génant, een Duitser en<br />

dan nog wel de commandant van een U-boot, want<br />

die was het, tussen de benen te grijpen! In ieder geval<br />

konden we hem op deze wijze wel aan dek hijsen.<br />

En daarmee had Kapitänleutnant Gert Schreiber<br />

voor de eerste keer voet gezet aan boord van een<br />

Nederlandse oorlogsbodem. Circa 20 jaar later zou<br />

hij als divisiecommandant van een paar Duitse onderzeebootbestrijdingsfregatten<br />

deelnemen aan oefeningen<br />

met smaldeel 5. Vooraf maakte Schreiber<br />

echter zijn opwachting bij de smaldeelcommandant<br />

aan boord van Hr. Ms. De Ruyter.<br />

In die periode diende ik als Adjudant-OBD op De<br />

Ruyter bij de staf. Helaas werd ik te laat ingelicht<br />

over Schreiber's bezoek aan boord anders was ik<br />

hem zeker de hand komen drukken! (In die tijd was<br />

mededeelzaamheid toch nog vaak een schaars goed<br />

bij de Marine).<br />

Een onwillig anker<br />

Enige uren later voeren wij, zonder echt te beseffen<br />

dat wij door het oog van een naald waren gekropen,<br />

maar toch wel een beetje trots met 12 geredde Duit-<br />

sers de haven van Gibraltar binnen. Er waren de gebruikelijke<br />

orders “Meerrol op post” en “Anker<br />

klaarmaken om te vallen” Tijdens meerrol was<br />

mijn plaats op het voordek en daar begonnen de<br />

moeilijkheden. We voeren langzaam in de richting<br />

van H.M.S. Maidstone, ons onderzeebootmoederschip.<br />

Aan boord van de Maidstone was ook de Britse bevelhebber<br />

van de Middellandse zeevloot aanwezig<br />

Admiraal Sir James Sommerville om ons welkom<br />

te heten en geluk te wensen met het behaalde succes.<br />

Maar tijdens het anker klaarmaken om te vallen<br />

ging er iets mis, iets heel erg mis... De bootsman<br />

ontkoppelde de borg van het paddestoelanker en tot<br />

onze grote schrik maakte anker en ketting gelijk<br />

een vrije val naar de bodem van de haven! De<br />

bootsman probeerde onmiddellijk het anker weer in<br />

te draaien maar dat lukte niet.<br />

Intussen lagen we gestopt. Irritatie op de toren en<br />

consternatie op het voordek! Wat nu?... Tenslotte<br />

kreeg kwartiermeester Koldenhof opdracht om de<br />

ankerketting te ontkoppelen , waardoor de hele ketting<br />

op de bodem van de haven belandde! Je kon<br />

een admiraal moeilijk laten wachten....<br />

Intussen begon men zich aan boord van de<br />

Maidstone ongerust te maken over ons. Zij seinden<br />

met de lamp en vroegen of wij assistentie nodig<br />

hadden. Later hoorden wij dat men aan boord van<br />

de Maidstone even had gedacht dat de Duitsers<br />

amok maakten... Maar onze Britse seiner Rees stelde<br />

de Maidstone weer snel gerust.<br />

Nadat we met een boei de plaats van het anker in de<br />

haven hadden gemarkeerd voeren we verder richting<br />

Maidstone. Eenmaal langszij de Maidstone<br />

deed de hartelijke ontvangst van de bemanning ons<br />

goed.


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 19<br />

Het afvoeren van de Duitsers<br />

Eén voor één kwamen zij aan dek de commandant<br />

voorop.<br />

Toen zij van boord gingen stond ik aan dek tegen<br />

de toren geleund (op foto 1 geheel links) en dacht:<br />

Jullie oorlogspatrouilles zijn over maar wij gaan<br />

straks weer gewoon door en wie weet voor hoe lang<br />

nog? Na het afwikkelen van de vereiste formaliteiten<br />

verscheen er een legertruck om de Duitsers af te<br />

voeren naar het “Prisoner of War camp”, dat ongeveer<br />

halverwege de top, op de rots lag. Maar zo<br />

eenvoudig bleek dat toch weer niet te zijn. De commandant<br />

gaf de Britse bewakingsofficier te kennen<br />

dat hij i.v.m zijn status recht had op vervoer met<br />

een personenauto en dat hij weigerde om met z'n<br />

bemanning in één truck te gaan zitten. (Formeel had<br />

de U-boot commandant krachtens de Conventie van<br />

Genève nog gelijk ook).<br />

De bewakingsofficier bood de commandant echter<br />

excuses aan voor al het ongemak... en deelde hem<br />

mede, dat hij van e.e.a. op de hoogte was... maar<br />

legde hij met typisch Britse humor verder uit: ....<br />

“Meerdere malen is er een koopvaardijschip met<br />

personenauto's onderweg geweest naar Gibraltar<br />

maar helaas, U of uw wapenbroeders hebben tot nu<br />

toe zo'n schip steeds getorpedeerd”. Maar de commandant<br />

hield voet bij stuk.<br />

En zo kon het gebeuren dat zijn bemanning een half<br />

uurtje later al in het P.O.W camp arriveerde en zat<br />

te genieten van hun eerste Britse “cup of tea” terwijl<br />

hun commandant pas na twee uur lopen met<br />

hijgen en stijgen en wellicht doodmoe, het camp<br />

binnen ging.<br />

Noot: ... Het tragische bij dit verhaal is dat er inderdaad<br />

een konvooi onderweg was naar Gibraltar.<br />

Aan boord van een van de schepen bevond zich o.a.<br />

ook een contingent van 44 Britse Marva's, de eerste<br />

Marva's die in de oorlog werden uitgezonden overzee.<br />

Hun schip werd getorpedeerd. Alle Marva's<br />

kwamen daarbij om het leven....<br />

De ondervraging van de geredden<br />

In het voorjaar van 1942 verscheen in het Britse<br />

“Monthly Anti-Submarine Report”, een maandblad<br />

waarin maandelijks werd gerapporteerd over de onderzeebootoorlog,<br />

een verslag van de ondervraging<br />

van de geredden van de U-95. Hierbij een samenvatting<br />

van dit verslag:<br />

Cdt. Schreiber bleek 29 jaar oud te zijn en was een<br />

jaargenoot van Prien van de U-47 die in 1939 het<br />

Britse slagschip “Royal Oak” had getorpedeerd.<br />

Schreiber was een ervaren U-boot commandant<br />

maar weinig succesvol. Gedurende zes patrouilles<br />

bracht hij slechts 60. 000 ton scheepsruimte tot zinken.<br />

Op zijn vierde patrouille torpedeerde U-95 gedurende<br />

5 weken op zee één koopvaardij schip van<br />

5000 ton en keerde huiswaarts met 12 torpedo's.<br />

Tijdens de vijfde oorlogspatrouille ontdekte de U-<br />

95 een niet geëscorteerde koopvaarder van 9000<br />

ton. Onderwatervarend volgde de U-95 geruime<br />

tijd het contact zonder aan te vallen. Eenmaal in de<br />

aanval verschoot Schreiber 13 torpedo's zonder het<br />

schip te treffen. Woedend blies hij de boot naar de<br />

oppervlakte en schoot een aantal granaten af op het<br />

doel. Na enige tijd stopte Schreiber met schieten en<br />

kreeg de bemanning gelegenheid het schip te verlaten.<br />

Vervolgens schoot Schreiber zijn veertiende tevens<br />

zijn laatste torpedo af op het doel. Deze torpedo<br />

bracht tenslotte het schip tot zinken.<br />

Voor de zevende oorlogspatrouille vertrok de U-95<br />

vanuit Lorient met 3 andere U-boten naar de Middellandse<br />

zee. Op 28 november bovenwatervarend<br />

nabij het Spaanse eiland Alboran, ontdekten de uitkijken<br />

een ‘vreemde onderzeeboot’. De hoek van<br />

inzien was te ongunstig om vast te stellen of het een<br />

vriend of vijand was en Schreiber nam, i.v.m.de<br />

mogelijke aanwezigheid van eigen boten in de omgeving<br />

geen risico's. Toen de 0-21 werd ontdekt<br />

speelde de oudste officier van de U- boot met 3 bemanningsleden<br />

onder het genot van een cognacje,<br />

een spelletje Skat. Juist toen de kaartspelers besloten<br />

ermee te stoppen kwam van de toren de melding:<br />

“Beneden ... alarm!” Omdat de alarmmelding<br />

met een zacht gedempte stem overkwam dacht<br />

men in de<br />

boot eerst<br />

nog dat iemand<br />

een<br />

grapje uithaalde!<br />

Maar toen<br />

één van de<br />

manschappen<br />

uit de<br />

toren kwam<br />

hoorde de<br />

bemanning<br />

dat “er boven<br />

iets aan<br />

de hand


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 20<br />

was…”. Een uur lang volgde de U-95 de “vreemde<br />

onderzeeboot” zonder dat er iets gebeurde. Eén van<br />

de kaartspelers die de dagwacht had trok zijn leren<br />

jasje aan en ging de toren in. Een collega raadde hem<br />

aan zijn zwemvest mee te nemen, maar de kaartspeler<br />

zei, dat hij niet zo gauw wist waar hij zijn vest gelaten<br />

had en dat hij het later wel zou komen ophalen!<br />

Tegelijkertijd kwam er vanuit de toren de order:<br />

“voordeksels open..”. Intussen werd de afstand tussen<br />

de boten kleiner en Schreiber probeerde in een gunstige<br />

lanceerpositie te komen. Vervolgens kwam de<br />

order ‘voordeksels dicht..’. en kort daarna weer:<br />

‘voordeksels open…’. De bemanning begon te vloeken!<br />

Toen Schreiber na 4 pogingen er niet in slaagde<br />

in een gunstige lanceerpositie te komen was hij te<br />

dichtbij om te lanceren. Maar plotseling zagen zij de<br />

0-21 wegdraaien over stuurboord. Door seinen met<br />

de lamp probeerde Schreiber de aandacht van de 0-<br />

21 te trekken. Langzaam varend gaf Schreiber order<br />

om het 20 mm kanon te bemannen en de kanonbemanning<br />

kreeg opdracht om, terwijl de U- boot vaart vermeerderde<br />

een paar granaten op het doel af te vuren.<br />

Op dat moment lanceerde de 0-21 een torpedo vanuit<br />

de hekbuizen. Vanwege het maanlicht was de bellenbaan<br />

moeilijk te zien. De jongste officier van de U-95,<br />

een gedecoreerde ex-luchtmacht officier zag de bellenbaan<br />

het eerst en schreeuwde: ‘Bellenbaan over<br />

bakboord!’ Bakboord's uitkijk, een bottelier, duwde<br />

de officier opzij,keek over de reling en gaf vervolgens<br />

roer naar stuurboord. De torpedo miste maar ging<br />

rakelings langs de boot.<br />

De kwartiermeester in de toren hoorde het harde<br />

schroefgeruis.<br />

De 0-21 zag de U-boot koers veranderen en vuurde<br />

een 2 e torpedo, richting 2 graden vòòr de boeg van<br />

de U-boot. Op de U-boot zag men aan de bellenbaan<br />

dat deze torpedo meer naar bakboord ging<br />

dan de eerste. De U-boot draaide verder door naar<br />

stuurboord recht in de bellenbaan van de torpedo!<br />

De Duitser in de toren hoorde een geluid als of er<br />

een kanon werd afgevuurd en dacht dat zijn hoofd<br />

uiteen spleet. De 2e torpedo was raak... Naar beneden<br />

kijkend zag de Duitser in de toren een rode<br />

steekvlam en een verschrikkelijk dikke rookwolk. En<br />

terwijl hij door het torenluik heen de toren werd op<br />

geblazen stroomde het zeewater al de centrale binnen.<br />

Eenmaal aan dek zag hij een paar manschappen<br />

en hoorde hij de commandant schreeuwen, dat<br />

zij bij elkaar moesten blijven. In het water verloor<br />

hij echter alle richtingsgevoel, maar zag wel de<br />

Spaanse bergen. De boot zonk binnen enkele seconden<br />

en nam 34 opvarenden met zich mee...<br />

Ten slotte: De oudste officier bleek een fanatieke en<br />

onverdraagbare Nazi te zijn. Hans Spach de jongste<br />

officier had 4 jaar bij de luchtmacht gediend en<br />

1 1 0 operationele vluchten gemaakt. Hij was gedecoreerd<br />

met de 'Oak Leaves'. De derde officier had<br />

geen marine opleiding maar had gediend bij de<br />

Marine-artillerie. Twee geredde onder-officieren<br />

waren ervaren onderzeebootmannen. Een van hen<br />

was gedecoreerd met het IJzeren Kruis 1 e en 2 e<br />

klasse. Vijf andere manschappen waren jong en onervaren.<br />

Enkele manschappen hadden, vanwege de<br />

torpedo explosie, last van `shock' en geheugenverlies.<br />

Tot zover het gecomprimeerde verslag van de ondervraging<br />

van de geredden van de U-95.<br />

Vertrek Gibraltar<br />

Na vooraf m.b.v een duiker nog het anker te hebben<br />

opgepikt vertrokken we een week later, op 5 december<br />

1941 terug naar Schotland. De boot was toe<br />

aan een onderhoudsbeurt. Toen we de haven van<br />

Gibraltar uitvoeren kon ik nog niet bevroeden dat ik<br />

krap 13 maanden later weer deze haven... en de<br />

Middellandse Zee zou binnenvaren, nu met Hr. Ms.<br />

Dolfijn voor “a tour of duty” van 18 maanden…<br />

C. van Toor<br />

Oud opvarende Hr. Ms. O-21<br />

Foto’s C. van Toor


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 21<br />

Gedeelte uit toespraak op 4 mei 2001 gehouden door:<br />

VLOOTPREDIKANT KLAAS HENK UBELS<br />

‘Vrijheid is leven zonder angst’.<br />

Dat is het thema waarmee het Nationaal Comité 4 en 5 mei dit jaar de mensen te denken wil geven.<br />

‘Vrijheid is leven zonder angst.’<br />

Toen ik deze woorden tot mij door liet dringen, moest ik denken aan een tweetal ontmoetingen afgelopen<br />

jaar met oud-onderzeedienstmannen die in de oorlog op verschillende onderzeeboten gevaren hadden.<br />

Zij vertelden hoe de angst onderwater soms ondraaglijk was, zoals wanneer ze urenlang bestookt werden<br />

met dieptebommen.<br />

Maar er was voor hen nauwelijks tijd om daar verder bij stil te staan.<br />

Pas na afloop van de oorlog kwam wat dat betreft de ellende.<br />

Veel onderzeedienstmannen die bij gevechtshandelingen betrokken waren geweest kregen alsnog maagbloedingen<br />

of ernstige zenuwinzinkingen.<br />

De jarenlang opgekropte angst sloeg genadeloos toe.<br />

Waarschijnlijk gold dit ook voor andere militairen, die hun leven op het spel gezet hebben voor de vrijheid.<br />

Voor een vrijheid om te kunnen leven zonder angst.<br />

Om te kunnen léven zonder angst.<br />

De onderzeedienstmannen van wie de namen hier gegraveerd staan, hebben hun inzet voor de vrijheid<br />

moeten bekopen met hun leven.<br />

Zij hebben de angst tot het uiterste ondergaan.<br />

En het zijn vooral hun namen die wij hier vanmorgen gedenken.<br />

De 16-jarige Leonie Beks uit Emmeloord schreef het navolgende gedicht.<br />

Daarin verwoordt ze hoe zij zelf als jongere de twee minuten stilte ervaart.<br />

‘Levend verleden’<br />

Het speelt niet meer in onze harten,<br />

tijd en afstand, grote brug.<br />

Te ver, te gruwelijk, iemand anders,<br />

ergens anders, lang terug.<br />

Maar in twee minuten stilte<br />

schreeuwen stemmen uit ’t verleden,<br />

klinken kreten uit de toekomst,<br />

spreken stemmen uit het heden.<br />

Twee lange minuten stilte<br />

als zout in open wonden.<br />

Wordt eventjes teruggedacht,<br />

wordt eindelijk rust gevonden.<br />

Die twee minuten stilte,<br />

men zwijgt in alle talen.<br />

Komt even het gevoel terug,<br />

dan leven de verhalen.<br />

In die twee minuten stilte,<br />

dan komt het verleden vrij.<br />

Tijd en afstand overwonnen<br />

dus toch heel even zo dichtbij.<br />

Kapitein ter zee K.A.C. Hermsen<br />

en Vlootpredikant K.H. Ubels tijdens de 4 mei herdenking<br />

Er werden kransen en bloemen gelegd bij het Monument<br />

door COZD, Reünistenvereniging en genodigden


Klaar Voor Onderwater <strong>76</strong> Pagina 22<br />

Verslag van de Algemene Ledenvergadering d.d. woensdag 25 april 2001<br />

Aanwezig: 251 leden en het bestuur m.u.v. de heer Schouten.<br />

Om 11:00 uur opende de voorzitter de vergadering en heette iedereen hartelijk welkom. Een speciaal welkom<br />

kreeg de heer J.H. v. Rede, erelid van onze vereniging. De commandant <strong>Onderzeedienst</strong> was helaas<br />

verhinderd, hij het zich verexcuseren. CMM Amsterdam werd bedankt voor de door hem geboden gastvrijheid.<br />

Nadat de namen van onze overleden leden waren voorgelezen, hield de vergadering staande één minuut<br />

stilte om hen in eerbied te gedenken.<br />

Op 4 mei 2000 heeft het bestuur een krans gelegd bij ons Monument. De voorzitter herinnerde de leden aan<br />

de mogelijkheid om aan de 4-mei-herdenking deel te nemen.<br />

Het ledental van de vereniging blijft nagenoeg stabiel rond de 1150 leden.<br />

De voorzitter heeft kort voor het vertrek van de onderzeeboten Zwaardvis en Tijgerhaai naar Maleisië de<br />

boten nog kunnen bezoeken en geconstateerd dat ze beide in goede staat waren.<br />

Onze vereniging zal deelnemen aan het eerbetoon voor Z.K.H. Prins Bernhard.<br />

Een aantal leden van onze vereniging (± 50) heeft gereageerd op de oproep van de RDM in onze vergadering<br />

om van hun kennis en kunde gebruik te kunnen maken. Momenteel is er nog geen sprake van vervolgactie.<br />

Vele positieve reacties hebben het bestuur bereikt over KVO. De beide redacteuren werden geprezen.<br />

Het uitstekende financiële verslag van de penningmeester werd onder applaus aanvaard. Na<br />

voorlezing van het verslag van de Kascommissie verleende de vergadering, wederom onder<br />

applaus, het bestuur décharge voor het gevoerde goede financiële beleid.<br />

Tijdens de rondvraag werd een oude vraag herhaald om rang/stand en dienstvak te vermelden<br />

in KVO bij de overleden leden. Het bestuur heeft het standpunt ingenomen dat dit niet zal<br />

gebeuren daar e. e.a. veel extra administratie vergt en de vereniging uit oud-onderzeedienst-<br />

mannen bestaat.<br />

Om 11:18 uur sloot de voorzitter de vergadering.<br />

Na een sprankelende lezing van de Vice-admiraal L.L. Buffart CZMNED over de “Koninklijke Marine in<br />

beweging” begon een geslaagde reünie.<br />

De secretaris.<br />

Jaarverslag 2000 over de financien van de vereniging<br />

Inkomsten over 2000: Uitgaven over 2000:<br />

f f<br />

Contributies 19.220,10 8.721,70 Bestuurskosten 6.328,22 2.871,62<br />

Bijdragen Reünie 3.955,00 1.794,70 Representatie 390,00 1<strong>76</strong>,97<br />

Rente 1.897,78 861,18 Reünie 2.566,35 1.164,56<br />

Diversen 220,96 100,27 KVO 10.816,54 4.908,33<br />

100-jaar OZD 266,35 120,86<br />

___________________ Verzekeringen 161,84 73,44<br />

Totaal: 25.293,84 11.477,84* Totaal: 20.529,30 9.315,79*<br />

Inkomsten Uitgaven = Winst<br />

25293,84 20.529,30 = 4.<strong>76</strong>4,54 f<br />

11477,84 9.315,79 = 2.162,05<br />

f<br />

Vermogen van de vereniging per 311299: 62.060,28 28.161,73<br />

Saldo winst: 4.<strong>76</strong>4,54 2.162,05<br />

Vermogen van de vereniging per 311200: 66.824,82 30.323,78<br />

* gecorrigeerd bedrag i.v.m. omrekening Euro

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!