15.09.2013 Views

interne GENEESKUNDE - NIV-Net

interne GENEESKUNDE - NIV-Net

interne GENEESKUNDE - NIV-Net

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>interne</strong><br />

Nummer 3<br />

JaargaNg 3<br />

september 2012<br />

geneeskunde<br />

Magazine voor de internist<br />

‘Alle deelspecialismen<br />

samen vormen de<br />

<strong>interne</strong> geneeskunde’<br />

Eric Fliers<br />

De carrièreswitch<br />

Douwe Biesma<br />

Wie volgt?<br />

Medische apps<br />

Internist met een<br />

meervoudig profiel<br />

Onbekend maakt<br />

onbemind?<br />

Nederlandse Internisten Vereniging Kracht in diversiteit.


Doelmatigheid in de praktijk 7<br />

Als lid van de Commissie Bom geeft<br />

Hans Pruijt zijn visie op dit actuele<br />

thema.<br />

J<strong>NIV</strong> 9<br />

oPLEIdInGSPRIJS<br />

EEN MEERVOUDIG<br />

PRoFIEL<br />

Jeanne Margot Kroese 19<br />

WIE VoLGT?<br />

Medische apps 13<br />

Familieanamnese 10<br />

Vader en dochter Cees en Marije<br />

Kallenberg hebben voor hetzelfde<br />

vak gekozen. Een duo-interview<br />

waarin zij vooruit- en terugblikken.<br />

rubrIeken<br />

E-mail uit het buitenland 14<br />

Alexander Cornet werkte zes<br />

maanden in Londen<br />

Geschiedenis 20<br />

Van Binnengasthuis naar<br />

Slotervaart, van CLB naar Sanquin<br />

De medicus in het theater 22<br />

La Traviata van Guiseppe Verdi<br />

IntervIew 4<br />

Eric Fliers<br />

In de serie gesprekken met<br />

voorzitters van deelspecialistische<br />

verenigingen zijn dit keer de schijnwerpers<br />

gericht op de Nederlandse<br />

Vereniging voor Endocrinologie<br />

(NVE). Een gesprek met voorzitter<br />

dr. Eric Fliers, internist-endocrinoloog<br />

in het AMC.<br />

Carrièreswitch 16<br />

De switch van internist-hematoloog<br />

naar voorzitter van de Raad van<br />

Bestuur van het St. Antonius<br />

Ziekenhuis in Utrecht/Nieuwegein.<br />

Douwe Biesma aan het woord.<br />

Medisch nieuws 24<br />

Rubriek met wetenswaardigheden<br />

Hora Est 27<br />

Yvo Smulders 28<br />

Mijn Eerste Pianoboek<br />

InHoud<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 1


colofon<br />

Snapper<br />

Beste lezer,<br />

Ik hoop van harte dat u allen van een goede vakantie hebt genoten. Natuurlijk<br />

waren er goede afspraken gemaakt over ‘wie wanneer werkt’. Voor de werkenden<br />

is die periode er altijd een met een andere sfeer. Minder vergaderingen en<br />

minder collega’s. De zorg blijkt gewoon te functioneren en vaak zelfs efficiënter<br />

te verlopen dan in de rest van het jaar. Bij mij geeft dat gebrek aan vergaderingen<br />

altijd een beetje een unheimisch gevoel. Je hoort toch minder en je vraagt je de<br />

hele tijd af wat men in de achterkamertjes aan het bedenken is om het werk voor<br />

ons nóg transparanter, nóg veiliger en nóg efficiënter te maken…<br />

Veel internisten hebben in de zomer heel hard gewerkt om de eerste cursus in<br />

het Snapperinstituut tot een succes te maken. Vooraanstaande collega’s hebben<br />

modules ontwikkeld waarin bijscholing op alle onderdelen van de <strong>interne</strong> geneeskunde<br />

wordt geboden. Medio september zal een groep van 30 internisten een<br />

aantal dagen in Duin & Kruidberg verblijven om met elkaar het programma in<br />

elkaar te zetten. Later in het jaar en in de regiobijeenkomsten 2013 zal het masterplan<br />

worden gepresenteerd, om met elkaar in discussie te gaan hoe het curriculum<br />

binnen de vereniging een plaats kan krijgen.<br />

Er is in de zomer ook hard gewerkt door de projectgroep Medisch specialist 2015,<br />

waarin de <strong>NIV</strong> gelukkig goed vertegenwoordigd is. In het najaar zullen zij met<br />

een visiedocument komen over de rol van de medisch specialist in de toekomst.<br />

In dit blad leest u weer een aantal mooie artikelen: er is aandacht voor het heden<br />

en het verleden van de <strong>interne</strong> geneeskunde, voor een carrièreswitch en ook is er<br />

weer aandacht voor cultuur. Ik wens u veel leesplezier! Houd ook uw mail en onze<br />

site regelmatig in de gaten, want er zal veel te communiceren zijn in de komende<br />

tijd.<br />

Frank Bosch,<br />

voorzitter<br />

Interne Geneeskunde,<br />

magazine voor de internist<br />

3 e jaargang, nummer 3, september 2012<br />

Redactie:<br />

Johanneke Portielje (hoofdredacteur),<br />

Hans Ablij, Evert-Jan de Kruijf, Anne-Els van<br />

de Logt, Bas Oude Elberink, Marina Kapteyn-<br />

Brus<br />

Redactie-adres:<br />

Van Zuiden Communications B.V.<br />

E-mail: kapteyn@ vanzuidencommunications.nl<br />

Vormgeving en DTP:<br />

HGPDESiGN<br />

Alphen aan den Rijn<br />

Uitgever:<br />

Van Zuiden Communications B.V.<br />

Postbus 2122<br />

2400 CC Alphen aan den Rijn<br />

ISSN 2211-100X<br />

© <strong>NIV</strong>, 2012<br />

Website <strong>NIV</strong>: www.internisten.nl<br />

Van dE VooRzITTER<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 3


4<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012


Eric Fliers, internist-endocrinoloog in het aMC<br />

‘Alle deelspecialismen samen<br />

vormen de <strong>interne</strong> geneeskunde’<br />

Hij wist het al vroeg in de opleiding:<br />

het wordt de endocrinologie. En zo<br />

geschiedde. Internist-endocrinoloog<br />

dr. Eric Fliers (AMC) over zijn deelspecialisme<br />

versus algemene<br />

<strong>interne</strong> geneeskunde, concentratie<br />

versus spreiding en de <strong>NIV</strong> versus<br />

de Nederlandse Vereniging voor<br />

Endocrinologie (NVE).<br />

‘Het is alsof de hersenen weer een<br />

beetje bij de endocrinologie zijn gaan<br />

horen. De afgelopen tien jaar zijn<br />

er veel ontwikkelingen geweest die<br />

daaraan ten grondslag liggen’, zegt<br />

Fliers. De ontdekking van het vethormoon<br />

leptine, dat een heel belangrijke<br />

rol speelt in de hypothalamus,<br />

is daarin volgens hem het keerpunt<br />

geweest. ‘In het kielzog van die ontdekking<br />

is er veel nieuwe kennis<br />

ontstaan over de werking van hypothalamushormonen,<br />

bijvoorbeeld in<br />

relatie tot morbide obesitas. Bij meer<br />

dan vijf procent van de patiënten die<br />

daaraan lijden is een mutatie gevonden<br />

in de receptor voor α­MSH, één<br />

van de upstream targets van leptine.<br />

De kennis dat er een duidelijke fysieke<br />

oorzaak is voor de vraatzucht van<br />

deze patiënten heeft een soort emancipatoire<br />

functie. Een ander voorbeeld<br />

van nieuwe interessante kennis is de<br />

ontdekking van de kisspeptines, hypothalame<br />

neuropeptiden die de puberteit<br />

initiëren. Als er iets misgaat met<br />

de signaalfunctie van deze peptiden<br />

ontstaat centraal hypogonadisme.’ De<br />

fascinatie voor de interactie tussen<br />

hormonen en de hersenen begon<br />

bij Fliers al voor het artsexamen. ‘In<br />

mijn promotietijd werkte ik bij het<br />

Nederlands Herseninstituut, waar ik<br />

onderzoek deed naar neuro­endocriene<br />

kerngebieden in de hypothalamus<br />

van de mens. Die interesse is<br />

sindsdien gebleven.’<br />

Kerndiscipline<br />

Ook op andere vlakken binnen de<br />

endocrinologie komt steeds meer<br />

kennis over de relatie tussen hormonen<br />

en de hersenen, ervaart Fliers.<br />

‘Tijdens mijn opleiding tot internist<br />

stond in de tekstboeken dat schildklierhormoon<br />

nauwelijks van betekenis<br />

is voor de volwassen hersenfunctie,<br />

en uitsluitend belangrijk is<br />

tijdens de hersenontwikkeling. Iets<br />

dergelijks geldt voor groeihormoon.<br />

Tegenwoordig kunnen we met functionele<br />

imaging, zoals fMRI, bij mensen<br />

zichtbaar maken dat hormonen grote<br />

effecten hebben op hersenfunctie,<br />

ook bij volwassenen. Dit verklaart<br />

waarschijnlijk waarom patiënten<br />

met te veel of te weinig hormoon<br />

vaak mentale klachten hebben. Op<br />

het gebied van diabetes mellitus<br />

type 2 is er de ontdekking van de<br />

GLP­1­analogen, een groep nieuwe<br />

‘Inhoudelijk zie ik<br />

endocrinologie als<br />

kernspecialisme<br />

van de <strong>interne</strong><br />

geneeskunde’<br />

geneesmiddelen gebaseerd op darmhormonen.<br />

Ze stimuleren niet alleen<br />

de afgifte en werking van insuline,<br />

maar doen ook het lichaamsgewicht<br />

afnemen via een effect op de hersenen.’<br />

Ontwikkelingen op een breed<br />

vlak, significant voor de endocrinologie.<br />

Maar ook voor de algemene<br />

<strong>interne</strong> geneeskunde, vindt Fliers:<br />

‘De endocrinologie bestrijkt gebieden<br />

die voor alle internisten belangrijk<br />

zijn. Denk aan de regulatie van<br />

water en zout, van het basaalmetabolisme,<br />

lichaamsgewicht, de menstruele<br />

cyclus. Inhoudelijk vind ik<br />

de endocrinologie dan ook echt een<br />

van de kerndisciplines van de <strong>interne</strong><br />

geneeskunde. Ik voel me zelf vooral<br />

endocrinoloog. Een prachtig vak waarbinnen<br />

je met weinig invasieve behandelingen<br />

– vaak gericht op het sturen<br />

van de plasmaconcentraties van hormonen­<br />

veel kunt betekenen voor<br />

mensen.’<br />

Met die dubbele disciplineaanduiding<br />

én het gevoel voornamelijk een deelspecialist<br />

te zijn, kan Fliers zich goed<br />

herkennen in de <strong>NIV</strong>. Het <strong>NIV</strong>­motto<br />

is immers Kracht in diversiteit. ‘Samen<br />

vormen de deelspecialismen in mijn<br />

ogen de hele <strong>interne</strong> geneeskunde. Dat<br />

is ook hoe we het in het AMC georganiseerd<br />

hebben. Toch heeft de endocrinologie<br />

als deelspecialisme een eigen<br />

identiteit en duidelijk bestaansrecht.<br />

Binnen ons vakgebied heb je soms te<br />

maken met hoogcomplexe zorg, denk<br />

aan zwangeren met ernstige endocriene<br />

problematiek of aan zeldzame<br />

erfelijke tumorsyndromen.’ Daarvoor<br />

zijn deelspecialistische internisten<br />

InTERVIEw<br />

TEKST: BRENDA KLUIJVER – BEELDEN BART VERSTEEG<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 5


6<br />

onmisbaar, vindt Fliers. Bundeling<br />

van krachten en kennis binnen een<br />

eigen vereniging is volgens hem<br />

daarom een pre. Zelf is hij voorzitter<br />

van de Nederlandse Vereniging voor<br />

Endocrinologie (NVE), een wetenschappelijke<br />

vereniging die tot doel heeft<br />

endocriene kennis te vergroten en het<br />

vakgebied uit te dragen. ‘En dat zijn<br />

niet alleen internisten. De NVE heeft<br />

500 leden, terwijl er in Nederland een<br />

kleine 200 geregistreerde internistendocrinologen<br />

zijn. Als bioloog,<br />

kinder arts, gynaecoloog of klinisch<br />

chemicus kun je immers ook werken<br />

in de endocrinologie.’<br />

Concentratie van zorg<br />

Waar de <strong>NIV</strong> – naast het bewaken van<br />

de kwaliteit van de opleiding­ volgens<br />

Fliers een belangrijke rol heeft, is<br />

meedenken over concentratie en<br />

afstemming van zorg. ‘Het gebeurt nu<br />

al: binnen de sectie Endocrinologie<br />

van de <strong>NIV</strong> discussiëren we daarover,<br />

samen met perifeer werkzame internisten.<br />

Welke zorg zou je op welke<br />

plek moeten leveren? Daar zit natuurlijk<br />

ook een opleidingsaspect aan.’<br />

Zelf is Fliers voorstander van meer<br />

concentratie van specialistische zorg.<br />

‘Voor heel specialistische en complexe<br />

aandoeningen is het niet handig<br />

overal in het land behandelingen aan<br />

te bieden. Denk aan hypofysetumoren,<br />

of patiënten met gemetastaseerd<br />

schildkliercarcinoom. Je moet niet in<br />

álle ziekenhuizen dergelijke opera­<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

currIculum vItae<br />

Naam: Eric Fliers<br />

Leeftijd: 55 jaar<br />

Opleidingen:<br />

- 1980 Doctoraal Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam<br />

- 1985 Promotie “Hypothalamic changes in aging and Alzheimer’s<br />

disease”, Universiteit van Amsterdam<br />

- 1987 Artsexamen (cum laude), Universiteit van Amsterdam<br />

- 1987-1992 Interne Geneeskunde, AMC<br />

- 1992-1994 Deelspecialisme Endocrinologie<br />

Loopbaan:<br />

- 1981-1985 Promotieonderzoek (NWO), Nederlands Instituut voor<br />

Hersenonderzoek<br />

- 1985-1987 Coördinator Nederlandse Hersenbank (KNAW)<br />

- 1994-2005 Internist-endocrinoloog, AMC<br />

- 2005 Hoogleraar Endocrinologie, UvA<br />

- 2007 Hoofd afdeling Endocrinologie en Metabolisme, AMC,<br />

Amsterdam<br />

Huidige functie:<br />

Hoofd afdeling Endocrinologie en Metabolisme AMC, Amsterdam<br />

Nevenfuncties:<br />

Voorzitter Nederlandse Vereniging voor Endocrinologie<br />

Vicevoorzitter Sectie Endocrinologie <strong>NIV</strong><br />

Bestuur Graduate School AMC UvA<br />

ties en behandelingen willen uitvoeren.<br />

Concentratie van zorg verhoogt<br />

de kwaliteit van die zorg. Zelf denk ik<br />

dat je heldere afspraken kunt maken<br />

over de rolverdeling tussen ziekenhuizen<br />

onderling. Deels gebeurt dit<br />

al op grond van landelijke richtlijnen<br />

zoals de CBO­consensus schildkliercarcinoom,<br />

met gedefinieerde<br />

eisen die aan behandelcentra gesteld<br />

worden. Ook tussen UMC’s onderling<br />

liggen er mogelijkheden; binnen het<br />

AMC werken we nauw samen met het<br />

VUmc op het gebied van hypofysezorg.<br />

Nederland is een klein land, dus<br />

dat patiënten voor de beste zorg iets<br />

verder moeten reizen is volgens mij<br />

geen groot bezwaar.’<br />

Een ander aandachtspunt in de rolverdeling<br />

waar Fliers zich mee bezighoudt,<br />

is de turnover op de polikliniek<br />

van het AMC. ‘Als academisch<br />

endocrinologen willen we genoeg<br />

poliklinische ruimte houden voor<br />

eerste consulten voor hoogcomplexe<br />

zorg. Regelmatig krijgen we vanuit<br />

de eerste lijn patiënten verwezen<br />

met relatief eenvoudig te behandelen<br />

aandoeningen, zoals diabetes mellitus<br />

type 2 zonder complicaties of<br />

hypothyreoïdie. We doen een evaluatie<br />

en geven een advies, en verwijzen<br />

de patiënt vervolgens terug naar<br />

de eerste lijn. Om de zorg efficiënt<br />

en betaalbaar te houden, is dat de<br />

enige mogelijkheid.’ De academische<br />

endocrinologen moeten zich voor<br />

een groot deel richten op zeldzame<br />

ziekten. Gebruik dure centra alleen<br />

voor dure, complexe zorg. Dit is heel<br />

actueel nu de financiering van de<br />

zorg drastisch verandert. Ook dit is<br />

een onderwerp voor een vereniging<br />

als de <strong>NIV</strong>.’<br />

Evidence-based<br />

Fliers kijkt optimistisch naar de toekomst<br />

van de endocrinologie. Hij<br />

verwacht een sterkere vraag naar<br />

internist­endocrinologen als gevolg<br />

van de vergrijzing, en van de toename<br />

van het aantal mensen met obesitas<br />

en diabetes. ‘Op therapeutisch vlak<br />

is er veel winst te behalen. De dosering<br />

van hormoonbehandelingen zijn<br />

nog steeds niet evidence­based. Er<br />

zijn nu belangrijke ontwikkelingen<br />

in de medicamenteuze behandeling<br />

van schildkliercarcinoom. Daar zal de<br />

komende jaren vooruitgang worden<br />

geboekt. De farmaceutische industrie<br />

besteedt veel geld aan medicamenten<br />

tegen obesitas. Maar als je gaat<br />

sleutelen aan fundamentele functies<br />

als eetlust, dan dreigen er altijd aanzienlijke<br />

bijwerkingen op te treden.<br />

Dat was ook het geval met een van de<br />

meest recente middelen, waar mensen<br />

depressief van werden.’ Binnen zijn<br />

afdeling in het AMC is een aantal<br />

basale onderzoekers werkzaam op het<br />

gebied van eetlust en stofwisseling, in<br />

samenwerking met de clinici.‘Ik ben<br />

heel benieuwd waar we over vijf jaar<br />

staan; de ervaring leert dat dat moeilijk<br />

te voorspellen is.’


Doelmatigheid<br />

in de praktijk<br />

Interview met Hans Pruijt, commissie BoM<br />

Hans Pruijt is internist-hematoloog/<br />

oncoloog in het Jeroen Bosch<br />

Ziekenhuis te Den Bosch en lid van<br />

de Commissie Beoordeling (dure)<br />

Oncologische (genees)middelen<br />

(Commissie BOM). Deze commissie<br />

adviseert de beroepsgroep over het<br />

doelmatig voorschrijven van nieuwe<br />

oncologische middelen in de dagelijkse<br />

praktijk. Het thema doelmatigheid<br />

staat hoog op de agenda van<br />

de <strong>NIV</strong>.<br />

Commissie BOM<br />

Het bestuur van de Nederlandse<br />

Vereniging voor Medische Oncologie<br />

(NVMO) stelde in oktober 1999 de<br />

NVMO­commissie ter Beoordeling<br />

van Oncologische Middelen in om de<br />

klinische waarde van nieuwe geregis­<br />

Hans Pruijt, lid van de commissie BOM<br />

treerde geneesmiddelen, behandelmethoden<br />

en behandelindicaties op<br />

het gebied van de medische oncologie<br />

te beoordelen’. Hans Pruijt neemt<br />

sinds 2004 zitting in deze commissie.<br />

“Er waren vroeger niet veel geneesmiddelen<br />

tegen kanker. Toen paclitaxel<br />

(Taxol) in 1999 verscheen was<br />

dit een erg duur middel”, vertelt<br />

Pruijt. “Ongelijkheid bij verstrekking<br />

van middelen in verschillende regio’s<br />

leidde tot zogeheten ‘postcodegeneeskunde’,<br />

iets wat natuurlijk onacceptabel<br />

was. Voor het eerst ontstond er<br />

een discussie in de landelijke pers. Dit<br />

is aanleiding geweest om vanuit de<br />

NVMO een commissie op te richten<br />

die naar de toepassing van nieuwe<br />

en vaak kostbare middelen kijkt<br />

en zorgt voor een betere landelijke<br />

afstemming.”<br />

De Commissie Farmaceutische hulp<br />

(CFH) beoordeelt namens het College<br />

voor Zorgverzekeringen (CVZ) de<br />

therapeutische waarde van nieuwe<br />

geneesmiddelen. “De Commissie BOM<br />

bekijkt vanuit de beroepsgroep of<br />

een middel van toegevoegde waarde<br />

is”, zegt Pruijt. Voorwaarde om een<br />

nieuw geregistreerd middel te beoordelen<br />

is ten minste één gerandomiseerde<br />

fase­III­studie gepubliceerd in<br />

een peer­reviewed tijdschrift, bij voorkeur<br />

wanneer beoordeling door het<br />

CFH heeft plaatsgevonden. In 1999<br />

zijn tijdens een ledenvergadering van<br />

de NVMO de zogenaamde PASKWILcriteria<br />

opgesteld ter beoordeling<br />

van nieuwe middelen. Het acroniem<br />

PASKWIL staat voor: Palliatief,<br />

Adjuvant, Specifieke bijwerkingen,<br />

Kwaliteit van leven, Impact van de<br />

InTERVIEw<br />

TEKST: ANNE ELS VAN DE LOGT – BEELD: HANS PRUIJT<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 7


8<br />

dE oVERHEId wIL,<br />

TERECHT, naaR<br />

doELMaTIGHEId kIJkEn<br />

En DAAROM WORDEN<br />

DURE GENEESMIDDElEN<br />

tIJDElIJk GEREGIStREERD<br />

EN VERGOED<br />

behandeling en Level of evidence.<br />

“De laatste jaren werd iedereen onrustig<br />

doordat het aantal middelen en<br />

de kosten enorm zijn toegenomen.<br />

Natuurlijk wil je een behandeling<br />

ook kosteneffectief maken. Recent<br />

zijn daarom de criteria aangescherpt,<br />

waarin onder andere ook met hazard<br />

ratio’s wordt gewerkt, rekening<br />

houdend met de relatieve winst van<br />

overleving.”<br />

“De commissie bestaat uit verschillende<br />

medisch specialisten, een<br />

zieken huisapotheker en ook een<br />

statisticus. Per toerbeurt bereidt één<br />

van de artsen een bespreking over<br />

een nieuw middel voor. Op grond van<br />

de huidige studies wordt een overzicht<br />

gemaakt en deze leggen we<br />

langs de lat van de PASKWIL­criteria.<br />

Gezamenlijk wordt dan in een vergadering<br />

een conclusie opgesteld. De<br />

adviezen verschijnen op de NVMO­<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

website en in het tijdschrift Medische<br />

Oncologie. In verband met een toenemende<br />

vraag komt de commissie<br />

inmiddels zesmaal per jaar samen.<br />

Add-onregeling<br />

In de meeste ziekenhuizen mogen<br />

nieuwe, dure middelen pas worden<br />

voorgeschreven als er een positief<br />

advies van de commissie BOM is.<br />

Doordat er om verschillende redenen<br />

vaak maanden of soms nog langer zit<br />

tussen de feitelijke registratie, beoordeling<br />

door de commissie BOM en het<br />

vaststellen van de vergoedingsstatus<br />

(en plaatsing op de lijst dure geneesmiddelen)<br />

door de CFH, geeft dit vaak<br />

veel vertraging. Binnen ziekenhuizen<br />

leidt dit dan ook tot veel discussie<br />

tussen artsen, apothekers en het<br />

management. Sinds januari 2012 is de<br />

nieuwe 'add­onregeling' van kracht.<br />

Hierin worden nieuwe middelen voorlopig<br />

toegelaten en volledig vergoed.<br />

Toetsing vindt achteraf plaats. Het<br />

voordeel is de snellere beschikbaarheid<br />

van middelen. Daartegenover<br />

staat dat de kosten niet meer bovenbudgettair<br />

zijn, maar onderdeel uitmaken<br />

van de onderhandelingen met<br />

de zorgverzekeraars. Hierbij geldt dat<br />

registratie nog geen indicatie is en de<br />

beoordeling van de commissie BOM<br />

gewenst blijft."<br />

Pruijt geeft aan het jammer te vinden<br />

dat de NVMO geen officiële subvereniging<br />

is van de <strong>NIV</strong>. “De NVMO<br />

fungeert als een belangrijke lobby<br />

naar de overheid toe. Omdat vanuit<br />

de Orde van Medisch Specialisten de<br />

<strong>NIV</strong> de wetenschappelijke vereniging<br />

is, is er soms onduidelijkheid over<br />

wie nu officieel het aanspreekpunt<br />

is. Statutair is er geen officiële band<br />

tussen de <strong>NIV</strong> en de NVMO en persoonlijk<br />

zou ik daar erg voor willen<br />

pleiten. Hechte samenwerking op<br />

gebieden als beroepsbelangen, DOT<br />

en kwaliteit zijn, naast de opleiding,<br />

van groot belang.”<br />

Onafhankelijkheid<br />

De commissie neemt uitgebreide<br />

maatregelen om onafhankelijk te<br />

blijven van de industrie. “Voorheen<br />

werd degene die een vergadering<br />

moest voorbereiden uitgebreid benaderd<br />

door de industrie om hun middel<br />

zo positief mogelijk te laten beoordelen.<br />

Tegenwoordig wordt geheim<br />

gehouden wie dit voorbereid. Gevolg<br />

is wel dat de voorzitter nu alle vragen<br />

en verzoeken krijgt. Met de industrie<br />

wordt niet gecommuniceerd”, aldus<br />

Pruijt. ‘Ik ben zelf uit alle advies raden<br />

gegaan. Wat lastig is, met name voor<br />

hoogleraren, is dat zij wetenschappelijk<br />

onderzoek doen en dat dit<br />

natuurlijk grotendeels wordt gefinancierd<br />

vanuit de industrie. Het risico<br />

bestaat dat er vanuit de buitenwereld<br />

getwijfeld gaat worden over de onafhankelijkheid<br />

van de commissie. Dit<br />

heeft nog geen problemen opgeleverd;<br />

echter de wereld wordt steeds ingewikkelder<br />

en het is als commissie<br />

steeds lastiger om het goed te doen.<br />

Op de website is een overzicht te<br />

vinden waarin de individuele belangen<br />

van de commissieleden staan<br />

aangegeven.”<br />

“Belangrijk is dat wij als commissie<br />

niet op de stoel van de behandelaar<br />

gaan zitten. Wij beoordelen puur de<br />

werkzaamheid en toxiciteit van een<br />

nieuw middel; de richtlijncommissie<br />

geeft een advies over de plaats van


een middel in de behandeling. Soms<br />

botst dit. Daarnaast vindt nog een<br />

tweede beoordeling plaats door de<br />

Commissie Dure Geneesmiddelen vanuit<br />

de NVMO. Dit is een overkoepelend<br />

orgaan waarin een drietal hoogleraren<br />

indicatiegebieden voor een aantal<br />

intramurale en extramurale dure<br />

medicijnen aangeven.”<br />

Doelmatigheid en kosten<br />

De overheid wil, terecht, naar doelmatigheid<br />

kijken en daarom worden<br />

dure geneesmiddelen tijdelijk geregistreerd<br />

en vergoed. Vervolgens<br />

is het de bedoeling dat de industrie<br />

binnen vier jaar een rapport<br />

opstelt, waarin wordt aangetoond<br />

dat een middel ook daadwerkelijk<br />

oplevert wat het bij aanvang heeft<br />

geclaimd. “Daar komt nog niet veel<br />

van terecht”, aldus Pruijt. “Het is<br />

erg lastig om goede doelmatigheidstudies<br />

op te zetten die laten zien dat<br />

Heeft jullie opleider, vakgroep, assistentengroep<br />

of ziekenhuis een goed<br />

en origineel initiatief genomen om<br />

bij te dragen aan de kwaliteit van<br />

opleiding(sklimaat)? Stuur hiervan<br />

dan een beschrijving in en win<br />

5000 euro (vrij te besteden) en een<br />

foto reportage met assistentengroep<br />

en opleider! Denk hierbij aan een<br />

manier om skills te trainen, videoopnames<br />

van policonsulten, themaetentjes,<br />

etc.<br />

middel A of B werkelijk effectief is<br />

in de dagelijkse praktijk (dus buiten<br />

de ideale situatie van een studie met<br />

alle selectiecriteria). Er is, voor zover<br />

ik weet, nog geen één middel van<br />

de markt gehaald omdat het niet<br />

geslaagd zou zijn voor een dergelijke<br />

test.”<br />

“De kosten gaan steeds meer een rol<br />

spelen, maar wie gaat hier eigenlijk<br />

over? De dokters, de overheid, de verzekeraars?<br />

Niemand wil zijn vingers<br />

hieraan branden. Als commissie BOM<br />

wordt een uitspraak gedaan over de<br />

prijs, echter niet over of een geneesmiddel<br />

te duur is. Inmiddels is er voor<br />

melanomen een behandeling beschikbaar<br />

gekomen die maar liefst 85.000<br />

euro kost per behandeling die uit vier<br />

toedieningen bestaat. Zolang het gaat<br />

om dure middelen bij een (relatief)<br />

klein aantal patiënten zal het waarschijnlijk<br />

geen groot probleem zijn.<br />

Maar wat als dergelijke dure middelen<br />

beschikbaar komen voor frequent<br />

voorkomende maligniteiten of andere<br />

ziektes? Onderhandelen over de prijs<br />

op landelijk niveau is niet of nauwelijks<br />

mogelijk. Hoe moeilijk het ook<br />

zal zijn, er gaat een moment komen<br />

dat de beroepsgroep met verzekeraars<br />

en overheid/politiek om de tafel moet<br />

gaan zitten om te bepalen waar de<br />

grenzen liggen.”<br />

Toekomstplannen<br />

Geleerde lessen van de commissie de<br />

afgelopen jaren zijn: a. het is moeilijk<br />

om belangen helemaal buiten te<br />

sluiten, b. criteria om middelen te<br />

beoordelen zijn arbitrair en c. financiën<br />

gaan de aankomende jaren een<br />

steeds grotere rol spelen. Voor wat<br />

betreft dit laatste hoopt Pruijt dat we<br />

op Europees niveau iets aan de prijsstelling<br />

van de dure middelen kunnen<br />

doen, om de juiste medicatie voor de<br />

juiste patient beschikbaar te blijven<br />

houden.<br />

In opleidingskwaliteit valt<br />

zeker te winnen!<br />

Het is bijna zover: de Opleidingsprijs<br />

2012 zal weer uitgereikt<br />

worden!<br />

Is jullie initiatief deze prijs<br />

waard?<br />

Doe dan het volgende:<br />

Stuur voor 1 december 2012 een<br />

beschrijving van jullie initiatief naar<br />

jniv@niv.knmg.nl o.v.v. ’Opleidingsprijs’.<br />

Geef aan waarom het initiatief relevant<br />

en vernieuwend is en of het makkelijk<br />

elders toepasbaar en kosteneffectief is.<br />

Een deskundige jury zal drie potentiële<br />

winnaars nomineren. Als jullie geselecteerd<br />

zijn maken jullie – indien gewenst<br />

met audiovisuele ondersteuning vanuit<br />

de J<strong>NIV</strong>– een filmpje van het initiatief<br />

om op 25 januari 2013 tijdens de<br />

J<strong>NIV</strong>­conferentie met het thema ‘Over<br />

de Grens’ het publiek te overtuigen op<br />

jullie als winnaar te stemmen! De daadwerkelijke<br />

prijsuitreiking vindt plaats<br />

op de Internistendagen 2013.<br />

Om collega’s te inspireren zullen de<br />

ideeën naderhand op de J<strong>NIV</strong>­site<br />

worden geplaatst.<br />

Voor meer informatie:<br />

www.internisten.nl/jniv.<br />

oPLEIdInGSPRIJS 2012<br />

TEKST: LENA DRESSELAARS – BEELDEN: <strong>NIV</strong><br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 9


10<br />

TEKST: KEES VERMEER – BEELDEN: BART VERSTEEG FaMILIEanaMnESE<br />

Vader Cees en dochter<br />

Marije kallenberg<br />

waarom kozen ze beiden voor het vak internist?<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012


Marije Kallenberg (29 jaar)<br />

Woonplaats: Leiden<br />

Functie: AIOS Interne Geneeskunde<br />

jaar 2, Haga Ziekenhuis, Den Haag<br />

“Ik ben zeker niet gepushed om<br />

Geneeskunde te gaan studeren”<br />

Prof. Cees Kallenberg (66 jaar)<br />

Woonplaats: Groningen<br />

Functie: em. hoogleraar Klinische<br />

Immunologie, UMCG, Groningen<br />

Marije: “Ik heb altijd al Geneeskunde<br />

willen studeren. Dat was voor mij<br />

keuze één tot en met tien. Het enthousiasme<br />

van mijn vader over zijn werk<br />

is daarbij wel van invloed geweest. Als<br />

hij ’s avonds thuiskwam stond ik altijd<br />

mee te luisteren naar de verhalen die<br />

hij mijn moeder vertelde. Maar mijn<br />

vader heeft mij zeker niet gepushed<br />

tot deze studie.”<br />

Cees: “Sterker nog: ik stimuleerde juist<br />

om breder te kijken. Ook mijn vrouw<br />

heeft altijd in de medische sector<br />

gewerkt en Marije’s broer en zus gingen<br />

eveneens Geneeskunde studeren. Wij<br />

zeiden daarom: er is nog zo veel meer!,<br />

denk er nog eens goed over na. Maar<br />

uiteindelijk was Marije het meest beslist<br />

om deze studie te gaan doen.”<br />

Marije: “Na mijn nogal woelige puberjaren<br />

ging ik na de middelbare school<br />

Cees: “Marije heeft<br />

een sterk sociaal<br />

gevoel en is erg<br />

betrokken. Ik leer ook<br />

van haar, met name<br />

op sociaal gebied.”<br />

eerst een jaar naar Amerika. Via<br />

decentrale selectie kon ik in Leiden<br />

aan de studie beginnen. Vanuit<br />

Amerika kon ik direct door.”<br />

Cees: “Ik vond het erg dapper dat ze<br />

naar Amerika ging. Zo maar in je<br />

eentje een jaar op een College. En het<br />

was een verrassing dat ze in Leiden<br />

ging studeren, want al haar vriendinnen<br />

gingen naar Utrecht. Maar ik vind<br />

het wel erg leuk. Ik ben opgegroeid in<br />

Oegstgeest en heb zelf ook in Leiden<br />

gestudeerd. Het is nu voor mij dubbel<br />

thuiskomen als ik hier ben.”<br />

Nooit last van gehad<br />

Cees: “<strong>Net</strong> als ik heeft Marije twee<br />

linkerhanden, dus een snijdend vak is<br />

niets voor haar. Maar ze heeft wel een<br />

sterk sociaal gevoel en is erg betrokken.<br />

De Interne Geneeskunde past<br />

veel beter bij haar. Tijdens haar studie<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

11


12<br />

was zij al actief in alle facetten van<br />

het studentenleven. Dat is goed voor je<br />

sociale vorming.”<br />

Marije: “Tijdens mijn coschappen<br />

merkte ik hoeveel naamsbekendheid<br />

mijn vader had. En bij zijn pensionering<br />

besefte ik pas goed hoeveel hij<br />

heeft bereikt in zijn carrière. Ik was<br />

daar natuurlijk erg trots op. Maar ik<br />

heb er in mijn studie of werk nooit<br />

last van gehad. Ik heb mijn eigen persoonlijkheid<br />

en doe dingen op mijn<br />

manier. Natuurlijk praten we wel<br />

over het vak. Dat vind ik heel leuk en<br />

boeiend. Ik zit in de luxe positie dat<br />

ik bij een bepaalde casus de expert<br />

opinion van mijn vader kan vragen.”<br />

Cees: “Maar dat gebeurt echt niet vaak.<br />

Ze heeft me nooit tijdens een dienst<br />

gebeld om mijn advies te vragen. En<br />

als we met de familie samen zijn,<br />

proberen we niet te veel over medische<br />

zaken te praten. Anders wordt<br />

het vervelend voor de partners.”<br />

Praktischer<br />

Marije: “Wat ik van huis uit heb meegekregen,<br />

is vooral analytisch denken. Bij<br />

ons thuis werd alles geanalyseerd. Maar<br />

een verschil met mijn vader is wel dat<br />

hij meer een wetenschapper is.”<br />

Cees: “Mijn vader was wiskundige en<br />

mijn vier broers zijn dat ook. Ik heb<br />

zelf altijd in het academische milieu<br />

gezeten, met veel onderwijs en onder­<br />

Marije: “Ik zit in de<br />

luxe positie dat ik bij<br />

een bepaalde casus<br />

de expert opinion van<br />

mijn vader kan vragen.”<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

zoek. Ik denk dat Marije veel praktischer<br />

is ingesteld dan ik. Ze vertelde eens<br />

dat ze op een stoel was gaan staan om<br />

een patiënt op de SEH te onder zoeken.<br />

Ze is niet zo groot en kon er niet goed<br />

bij, daarom pakte ze maar een stoel. Ik<br />

moest daar erg om lachen.”<br />

Marije: “Patiënten zien mij vaak aan<br />

voor de zuster. Dan heb ik een gesprek<br />

gehad met een ouder echtpaar en dan<br />

vragen ze: wanneer komt de dokter?<br />

Daarom stel ik me met name bij oudere<br />

patiënten nu altijd voor met “dokter<br />

Kallenberg”. Dat geeft duidelijkheid.<br />

Maar de paternalistische houding van<br />

vroeger is wel minder geworden. Ik<br />

zeg ook wel eens mijn voornaam.”<br />

Cees: “Dat is heel anders dan vroeger.<br />

In mijn tijd kwam het gewoon nooit<br />

ter sprake hoe je je aan de patiënt voorstelde.<br />

Zo heb ik wel meer veranderingen<br />

gezien. Destijds had je bijvoorbeeld<br />

geen compensatie voor diensten. En de<br />

relatie tot je opleider was er een van<br />

grote afstand. Je kreeg je briefje op<br />

gezag van de opleider. Nu wordt veel<br />

meer gekeken naar je competenties.”<br />

Plezierig<br />

Cees: “Ik ben aan het eind van de rit.<br />

Ik heb jarenlang de Internistendagen<br />

mede georganiseerd, maar ik ben<br />

met Marije helaas nooit op het punt<br />

gekomen om samen naar congressen<br />

te gaan.”<br />

Marije: “Ik heb wel één keer een poli<br />

meegelopen met mijn vader. Ik merkte<br />

dat de patiënten wisten wie ik was en<br />

dat ik in Leiden studeerde. De band<br />

van mijn vader met zijn patiënten was<br />

zo goed dat hij met hen ook over zijn<br />

kinderen praatte. Dat vond ik plezierig<br />

om te ervaren.”<br />

Cees: “Natuurlijk praten we samen wel<br />

regelmatig over het vak en over ont­<br />

wikkelingen in de zorg. Bijvoorbeeld<br />

de eigen bijdrage, bezuinigingen of<br />

het feit dat tweederde van de assistentinternisten<br />

vrouw is. Hoe ga je dat<br />

doen? Hoe combineer je dat met je<br />

gezin? Voor vrouwen is dat lastiger<br />

dan voor mannen. Wat dat betreft had<br />

ik het makkelijker. Mijn vrouw heeft<br />

alleen maar parttime gewerkt.”<br />

Eyeopener<br />

Marije: “Ik kan geen nadeel bedenken<br />

van het feit dat ik ‘de dochter van’<br />

ben. Ik zie het alleen maar als voordeel.<br />

Mensen herkennen de naam,<br />

maar dat legt geen extra druk op mij.”<br />

Cees: “Op bijeenkomsten van de <strong>NIV</strong><br />

hoor ik van collega’s als ze Marije zijn<br />

tegengekomen. Ze zeggen dan vaak<br />

dat ze erg enthousiast is. Laatst stuurde<br />

iemand me een briefje met daarop: “Ik<br />

kwam een stralende jonge Kallenberg<br />

tegen”. Dat is natuurlijk fantastisch om<br />

te horen. En ik leer ook van Marije.<br />

Met name op sociaal gebied. Als ze<br />

vertelt dat ze een diepgaand gesprek<br />

heeft gehad met een oudere patiënt<br />

over diens leefsituatie, dan is dat voor<br />

mij soms een eyeopener. Dan denk ik:<br />

ik had daar bij bepaalde patiënten ook<br />

dieper op in kunnen gaan om een beter<br />

totaalbeeld te krijgen. Dat had mijn<br />

handelen zeker kunnen beïnvloeden.”<br />

Marije: “We praten ook over mijn toekomst<br />

en differentiatie. Ik weet nog<br />

niet welke kant ik op wil. Maar het<br />

wordt niet dezelfde richting als mijn<br />

vader. Anders wordt het echt ‘de oude<br />

en de jonge Kallenberg”.<br />

Cees: “Ik kan haar daarover adviseren,<br />

maar je moet oppassen dat je niet<br />

jezelf projecteert op de ander.”<br />

Marije: “Maak je geen zorgen. Het zit<br />

niet in mijn karakter om dat te laten<br />

gebeuren.”


‘There’s an app for that..’<br />

Medische apps voor de internist<br />

Met de komst van smartphones en<br />

tablets is de ‘app’ geboren. Inmiddels<br />

zijn ze er voor alle mogelijke nuttige,<br />

vermakelijke en zeker ook veel nutteloze<br />

toepassingen. De slogan van<br />

Apple ‘There’s an app for that’ is dan<br />

ook veelzeggend.<br />

Early adopters<br />

Artsen ontpopten zich eind jaren<br />

90 als ‘early adopters’ waar het ging<br />

om het gebruik van palmtops voor<br />

zowel het bijhouden van hun agenda<br />

als digitale naslagwerken. Het is dan<br />

ook niet verwonderlijk dat er zowel<br />

in Apple’s App Store, als bij Google<br />

Play (Android’s evenknie) honderden<br />

medische apps te vinden zijn. Ook hier<br />

lopen zowel nut als inhoud en prijs<br />

sterk uiteen.<br />

Medische apps<br />

Grofweg tref je er apps aan die ofwel<br />

zijn gericht op patiënten ofwel op<br />

medische professionals. In de vorige<br />

editie van Wie volgt hebben wij al<br />

stilgestaan bij patiëntenapps. Het<br />

aanbod voor artsen is onder te verdelen<br />

in een aantal categorieën. Ten<br />

nuttIge apps<br />

eerste richten veel van de apps zich<br />

op naslag voor ‘at the bedside’, soms<br />

specifiek in bondige vorm, soms ook<br />

zeer uitgebreid. Een tweede groep<br />

bestaat uit verschillende soorten<br />

calculators, zowel voor doseringen,<br />

interacties, risicoscores als statistische<br />

toepassingen. De derde groep<br />

bestaat uit de medische nieuwsapps.<br />

Soms zijn deze specifiek door medische<br />

uitgevers uitgebracht, soms zijn<br />

het juist verzamelingen van critically<br />

appraised medische publicaties, of<br />

simpelweg medisch nieuws. Tot slot<br />

bestaat er een beperkte groep apps die<br />

aansluiting verzorgen met ziekenhuissoftware<br />

zoals het ziekenhuisinformatiesysteem,<br />

het elektronisch patiëntendossier,<br />

of het radiologiesysteem.<br />

Nut?<br />

Bij het maken van een keuze tussen<br />

de apps kun je je afvragen welke apps<br />

nu daadwerkelijk kunnen bijdragen in<br />

het dagelijks bestaan van de internist.<br />

Voorwaarden lijken in ieder geval te<br />

zijn dat de informatie betrouwbaar<br />

en actueel is. Daarnaast moet deze op<br />

een praktische manier worden gepresenteerd,<br />

relevant zijn en het liefst<br />

ook betaalbaar. Uit de enorme verscheidenheid<br />

aan apps maakten we<br />

een willekeurige lijst (zie kader) van<br />

essentiële apps die voldoen aan de<br />

eerder gestelde eisen. Om een indruk<br />

te krijgen van het aanbod en de kwaliteit<br />

van de (Nederlandse) apps zijn<br />

er verschillende groepen die apps<br />

beoordelen en bespreken. De meest<br />

bekende bron in Nederland is de<br />

website van Medisch Contact. Zeker<br />

de moeite waard tijdens de zoektocht<br />

naar nuttige en leuke aanvullingen<br />

voor aan het bed, of tijdens een verveeld<br />

moment op de overdracht.<br />

Jawel, zelfs hierbij geldt: ‘There’s an<br />

app for that!’<br />

Naslag<br />

• Acute <strong>NIV</strong> Het Acute boekje altijd op zak. Met ingebouwde calculatoren. Een groot succes. Gratis voor <strong>NIV</strong>-leden, te koop<br />

voor derden.<br />

• RH Medical Labs Normaalwaarden voor laboratoriumbepalingen, specifiek per patiëntcategorie en met de mogelijkheid<br />

om waarden om te rekenen en achtergrondinformatie te raadplegen.<br />

• Differential Diagnosis from the BMJ Group Intelligente software om te komen tot een waarschijnlijkheids- en differentiaaldiagnose.<br />

Uitgebreide achtergrondinformatie op een overzichtelijke manier gepresenteerd.<br />

• AIOS Nice-to-know en need-to-knowinformatie over de opleiding tot medisch specialist.<br />

• Eponyms Welke aandoening schuilt er achter de eigennaam?<br />

• Farmacotherapeutisch Kompas Alle medicatie-informatie van het CVZ bij de hand, zonder noodzaak tot <strong>interne</strong>tverbinding.<br />

Calculatoren<br />

• MedCalc Een klassieker onder de medische calculators. Overzichtelijke berekeningen in SI en metrische eenheden. Goede<br />

referenties naar de oorspronkelijke publicaties.<br />

• Acid Plus Interactieve bloedgasanalyse voor de kliniek alsmede ter referentie van de fysiologie.<br />

Nieuws<br />

• NEJM Als een van de eerste journals een volwaardige app. Mooie achtergrondinformatie en de oorsponkelijke stukken<br />

van de huidige week zijn gratis fulltekst te lezen.<br />

• MedZine Betrekkelijk nieuw Nederlands initiatief waarbij medisch nieuws door een redactie wordt geselecteerd en op<br />

basis van eigen voorkeuren wordt gepresenteerd.<br />

Richtlijnen<br />

• Kwaliteitskoepel Medisch Specialisten Actuele Nederlandse richtlijnen van alle specialismen en kwaliteitsinstellingen, te<br />

doorzoeken op trefwoorden of onderwerp.<br />

wIE VoLGT?<br />

TEKST: MART DE GRAAFF, SUTHESH SIVAPALARATNAM – BEELD: SHUTTERSTOCK<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 13


E-MaIL uIT HET BuITEnLand<br />

TEKST: ALEXANDER CORNET – BEELDEN: ALEXANDER CORNET, SHUTTERSTOCK.COM/ TRAPPy76<br />

14 InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

Standplaats<br />

L<br />

o<br />

n<br />

d<br />

E n


Van: Alexander Cornet, vierdejaars AIOS Interne Geneeskunde VU medisch centrum<br />

Standplaats: Londen<br />

Sinds: januari 2012<br />

Om dit opleidingsjaar eens anders te beginnen dan de voorgaande reisde Alexander<br />

Cornet op 5 januari jl. naar Londen af om zes maanden op de Intensive Care van het<br />

University College London Hospital (UCLH) te werken. Op deze internationaal gerespecteerde<br />

afdeling worden niet zelden spraakmakende patiënten met zeldzame aandoeningen<br />

behandeld. De poloniumintoxicatie van Aleksandr Litvinenko spreekt hierbij misschien wel<br />

het meest tot de verbeelding.<br />

Waarom heb je voor deze werkplek gekozen?<br />

UCLH is een universitair ziekenhuis in het centrum van Londen met als zwaartepunten<br />

hemato-oncologie en infectieziekten. De IC behoort tot de grootste van het Verenigd<br />

Koninkrijk en heeft 35 bedden, waarvan er 11 een ‘single-bed unit’ zijn met optimale<br />

isolatiemogelijkheden: handig gezien de zwaartepunten. De staf bestaat uit 10 intensivisten,<br />

van wie een groot deel zowel anesthesioloog als internist is. Een zeer ambitieuze<br />

groep, maar ook de ‘registrars’ (AIOS/fellows) en ‘house-officers’ (ANIOS/AIOS) zijn<br />

veelal Oxford- en Cambridge-laureaten.<br />

Dit klinkt spannend, werken in zo’n prestigieuze omgeving.<br />

Kun je beschrijven hoe het was?<br />

Intimiderend, op het eerste oog. De eerste maandagochtend in scrubs was<br />

dan ook een nerveuze aangelegenheid. De ochtendoverdracht bleek echter<br />

buitengewoon ontspannen en vond plaats in de ‘tea room’ onder het genot<br />

van de obligate cuppa (tea – of course). Alle patiënten werden elke ochtend<br />

besproken en de consultants (in een smetteloos pak, de manchetknopen glimmend<br />

onder het colbert) waren niet te beroerd om de overdracht te voorzien<br />

van de nodige foute (Engelse) grappen, waarbij niemand werd ontzien. Over de<br />

Nederlandse taal: “Dutch, that’s not a language, that’s a speech impediment!”.<br />

Over de patiënt die na 24 uur met een CVA werd gevonden in zijn bloemenkas:<br />

“What was he doing there? Pushing up daisies?”. Over de patient die ternauwernood<br />

een abdominale sepsis heeft doorstaan: “There was apparently some pus in<br />

his abdomen, which made his stay with us quite a challenge…”. Vervolgens werd<br />

er visite gelopen, maar niet zonder een geel plastic schort voor te doen voordat je<br />

bij de patiënt kwam. Infection – Don’t be the one, to pass it on: een NHS-adagium<br />

dat je werkelijk overal in het ziekenhuis tegenkwam. Na de visite volgde er een<br />

‘communication round’ met consultants, arts-assistenten, de nurse-in-charge, de<br />

apotheker, de fysiotherapeut en de diëtist. De middag was voor klusjes en onderwijs,<br />

veelal over de speerpunten van deze IC: de behandeling van ARDS, hemodynamische<br />

monitoring met ODM (oesophageal doppler monitoring) en mitochondriële disfunctie<br />

als oorzaak van bijna alles.<br />

En nog last gehad van je ‘speech impediment’?<br />

Volledig werken ‘in het Engels’ bleek moeilijker dan het lijkt met Schotten, Ieren,<br />

Welshmen en inwoners van de voormalige Britse koloniën als collega of patiënt. Wanneer<br />

je dan ook telefonisch consulten en verwijzingen mag afhandelen, wordt de uitdaging<br />

nog groter. Gelukkig is iedereen buitengewoon beleefd, en elk gesprek begint met: “I’m<br />

sorry to bother you…” Je begrijpt dat na de vierde nachtdienst van 13 uur (normale werktijden<br />

binnen de NHS) de ochtendoverdracht een bijna niet te nemen horde wordt, maar<br />

ook dan beleefdheid alom.<br />

Famous last words?<br />

Werken op de IC van UCLH was bijzonder en uitdagend, met enerzijds veel ruimte voor<br />

humor zoals alleen Britten dat kunnen, en anderzijds een ambitieuze groep stafleden en<br />

assistenten, wier kennis en motivatie zeer stimulerend werken.<br />

University College<br />

London Hospital<br />

Overdracht in de ‘tea room’<br />

“Sorry to bother you…” maar bijgestaan<br />

door de nurse-in-charge,<br />

een registrar en een consultant!<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 15


16<br />

TEKST: KEES VERMEER – BEELD: ST. ANTONIUS ZIEKENHUIS CaRRIÈRESwITCH<br />

douwe Biesma, voorzitter Raad van Bestuur St. antonius ziekenhuis:<br />

‘BEStUREN<br />

VERBREEdT JE BLIk’<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

currIculum vItae<br />

Naam: Douwe Hedde Biesma<br />

Leeftijd: 49 jaar<br />

Opleidingen:<br />

- 1990 - 1996 Opleiding tot internist in De Lichtenberg (nu<br />

Meander Medisch Centrum) te Amersfoort en het Academisch<br />

Ziekenhuis Utrecht (nu UMC Utrecht)<br />

Promotie: 1 maart 1994<br />

Proefschrift: De rol van erytropoëtine bij autologe bloeddonoren<br />

Loopbaan:<br />

- 1996 - 2007 Internist-hematoloog in het St. Antonius<br />

Ziekenhuis<br />

- 2007 Hoogleraar en opleider cluster Utrecht Interne<br />

Geneeskunde, Voorzitter Divisie Interne Geneeskunde &<br />

Dermatologie UMC Utrecht<br />

- 2010 Voorzitter Raad van Bestuur<br />

St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein<br />

Huidige functie: Voorzitter Raad van Bestuur St. Antonius<br />

Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein


Internist-hematoloog Douwe Biesma is sinds eind 2010 voorzitter van de Raad<br />

van Bestuur van het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein. Biesma<br />

had daarvoor al veel bestuurlijk werk gedaan. De patiënten mist hij wel, maar<br />

de nieuwe plek geeft hem ook veel voldoening: “Ik kan nu een bijdrage leveren<br />

in de organisatie, zodat mensen met meer plezier naar hun werk gaan.”<br />

Waarom heeft u de overstap<br />

gemaakt?<br />

“Ik had al veel gedaan op bestuurlijk<br />

vlak, onder meer als voorzitter<br />

van het stafbestuur, opleider Interne<br />

Geneeskunde en voorzitter van ons<br />

Oncologiecentrum. In 2007 werd<br />

ik hoogleraar Interne Geneeskunde<br />

in het UMCU, een combinatie<br />

van management, opleiderschap,<br />

patiënten zorg en research. Dat was<br />

een moment om me af te vragen welke<br />

kant ik op wilde. In het UMCU deed ik<br />

geen directe patiëntenzorg. Miste ik<br />

dat? Ik heb daar veel over gesproken<br />

met collega’s en ook met bestuurders<br />

in dezelfde positie.”<br />

En wat is het antwoord?<br />

“Natúúrlijk mis ik het contact met<br />

patiënten. Dat is voor mij altijd een<br />

bron van inspiratie geweest. In de<br />

spreekkamer kun je je dagelijks verwonderen<br />

over wat we allemaal nog<br />

niet weten. Ik had op de computer<br />

altijd een worddocument openstaan<br />

voor aantekeningen en bijna al mijn<br />

onderzoek komt voort uit vragen uit<br />

de spreekkamer. Patiëntenzorg is<br />

bovendien heel dankbaar werk als je<br />

het zorgvuldig doet. Ik mis de patiënt<br />

dus wel, maar ik heb daar niet veel<br />

last van. Als arts haalde ik voldoening<br />

uit bijvoorbeeld de begeleiding van<br />

een ernstig zieke patiënt. Nu zit ik<br />

in een positie waarin ik de zorg voor<br />

hele groepen patiënten kan verbeteren.”<br />

Is een arts de beste bestuurder van<br />

een ziekenhuis?<br />

“Ik denk van wel, want je weet waar<br />

het over gaat en kunt vanuit je<br />

medisch­inhoudelijke achtergrond<br />

meehelpen om keuzes te maken. Voor<br />

bijvoorbeeld de discussie over concentratie<br />

en spreiding van de zorg is<br />

het goed om een medisch specialist<br />

aan het roer te hebben. Jaren geleden<br />

bestonden ziekenhuisbesturen voornamelijk<br />

uit mensen met een economische<br />

of financiële achtergrond.<br />

Nu zijn er veel meer bestuurders met<br />

een medische achtergrond of met<br />

Kwaliteit in hun portefeuille.”<br />

Heeft deze functie nieuwe inzichten<br />

opgeleverd?<br />

“Ik heb gemerkt dat het besturen<br />

van een ziekenhuis een lange adem<br />

vergt. Vroeger reageerde ik veel meer<br />

primair op gebeurtenissen. Nu wegen<br />

bij beslissingen ook externe factoren<br />

mee. Er zijn veel mensen die zich<br />

met de zorg bemoeien, zoals verzekeraars<br />

en de overheid. Dat maakt dat<br />

je anders naar problemen kijkt. Maar<br />

ik vind het wel leuk en soms verfrissend<br />

om die mensen te spreken. Het<br />

verbreedt je blik. We moeten als<br />

zieken huis bijvoorbeeld maatschappelijk<br />

verantwoord en efficiënt omgaan<br />

met beperkte middelen. Dan zijn<br />

andere overwegingen belangrijker<br />

dan die van een individuele specialist<br />

of een enkele maatschap. Je hebt ook<br />

input van buiten nodig voor dat soort<br />

bestuurlijke thema’s.”<br />

Kijkt u nu ook anders naar de <strong>interne</strong><br />

geneeskunde?<br />

“Ja, ook dat is veranderd. Voorheen<br />

dacht ik: een internist of mijn maatschap<br />

moet over de volle breedte<br />

excelleren. Maar nu denk ik juist dat<br />

we meer focus moeten aanbrengen.<br />

Dat was wel een eyeopener voor mij:<br />

je kunt de zorg beter organiseren als<br />

je die concentreert. Maar veel medisch<br />

specialisten hebben nog steeds moeite<br />

om hun ‘unieke postzegels’ af te staan<br />

in het belang van de kwaliteit van de<br />

zorg. Die discussie zijn we nu aan het<br />

voeren in Nederland. Het geeft ook<br />

input voor een strategische discussie in<br />

huis. Wat doen we goed? Wat doen we<br />

minder goed? Wat willen we behouden?<br />

Wat gaan we stoppen? Vooral<br />

dat laatste is tamelijk nieuw voor mijn<br />

ziekenhuis.”<br />

Hoe kijken uw oud-collega’s nu<br />

tegen u aan?<br />

“Zij hebben wel moeten wennen aan<br />

mijn nieuwe rol en werkstijl, denk<br />

ik. We hebben nog steeds een goede<br />

verhouding, er zitten vrienden van mij<br />

in de maatschap. Maar de internisten<br />

krijgen geen voorkeursbehandeling.<br />

We moeten samen met alle specialisten<br />

werken aan verbetering.”<br />

U heeft nu de hele dag managers om<br />

u heen. Hoe bevalt dat?<br />

“Ik merk dat managers vaak veel<br />

tijd nodig hebben om hun boodschap<br />

over te brengen. Maar zelf wil<br />

ik altijd graag op tijd beginnen en<br />

eindigen. Dat moest vroeger in de<br />

spreek kamer ook, daar heb je nooit<br />

veel tijd. Besprekingen duren bij mij<br />

daarom maximaal drie kwartier. Ik<br />

Ik kan nu helpen om<br />

de zorg voor meer<br />

mensen te verbeteren<br />

zie daardoor al verandering: mensen<br />

komen steeds beter to the point. En<br />

men hoort van mij heel duidelijk wat<br />

ik er van vind. Maar ik probeer met<br />

een menselijke maat te besturen. Ik<br />

zoek de balans tussen het delen van<br />

informatie en persoonlijke aandacht.”<br />

De RvB bestaat uit drie personen.<br />

Hoe is de samenwerking?<br />

“We houden binnenkort voor de<br />

vierde keer intervisie. Dan kunnen we<br />

alles tegen elkaar uitspreken. Dat is<br />

belangrijk, want anders kropt het op<br />

tot ergernissen. Ook in de maatschap<br />

kon ik altijd goed delen wat me bezighield.<br />

Ik heb er behoefte aan om af en<br />

toe te spiegelen. Specialisten worden<br />

opgeleid in zeven competenties, maar<br />

internisten kennen een achtste, namelijk<br />

reflectie. Alleen daardoor functioneert<br />

iemand goed. Je hebt niets aan<br />

jaknikkers om je heen.”<br />

Is het lonely at the top?<br />

“Zo voelt het soms wel. Je krijgt als<br />

bestuurder majeure problemen op je<br />

bord en je moet beslissingen nemen<br />

over grote onderwerpen die voor veel<br />

mensen gevolgen kunnen hebben.<br />

Maar van andere bestuurders hoor ik<br />

dat het in het St. Antonius primair om<br />

de medische inhoud blijft gaan. Dat<br />

geeft me een goed gevoel.”<br />

Waar haalt u voldoening uit?<br />

“Ik kan nu het juiste klimaat scheppen<br />

om de zorg goed te organiseren,<br />

of op zijn minst daar een bijdrage<br />

aan leveren. Daardoor kunnen veel<br />

mensen met meer plezier naar hun<br />

werk gaan. Ik zet hier als het ware de<br />

vloerverwarming aan. En mijn geluk<br />

is dat ik als hoogleraar nog steeds<br />

betrokken ben bij enkele researchprojecten.<br />

Zo houd ik inhoudelijk nog<br />

een beetje voeling met mijn specialisme.”<br />

Voelt u dan uw internistenhart weer<br />

kloppen?<br />

“Ja, maar dat voel ik ook in discussies<br />

met andere medisch specialisten, als<br />

we in gesprek zijn over goede zorg.<br />

Dat willen we goed regelen en ruimte<br />

houden voor innovatie. In die processen<br />

kan ik hier en daar een drupje olie<br />

geven. Ik word er blij van als ik zie dat<br />

mensen goed functioneren en creatief<br />

bezig zijn, en daardoor trots zijn op<br />

hun ziekenhuis.”<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 17


de terugkeer van<br />

de generalist<br />

Jeanne Margot kroese koos voor een meervoudig profiel<br />

Jeanne Margot Kroese heeft in haar<br />

opleiding gekozen voor een samengesteld<br />

profiel. Anders dan bij een<br />

aandachtsgebied of enkelvoudig profiel<br />

loop je bij een meervoudig profiel<br />

kortere stages in verschillende<br />

aandachtsgebieden.<br />

Multidisciplinair werken<br />

Jeanne Margot Kroese heeft een<br />

samengesteld profiel dat bestaat uit<br />

endocrinologie, diabetes en vasculaire<br />

geneeskunde.<br />

“Al tijdens mijn studie geneeskunde<br />

merkte ik dat ik meer een generalist<br />

ben dan een specialist. Daarom heb ik<br />

voor de <strong>interne</strong> geneeskunde gekozen.<br />

Ik was in het bijzonder geïnteresseerd<br />

in de deelgebieden vasculaire<br />

Met mijn<br />

samengestelde<br />

profiel ben ik breed<br />

georiënteerd.<br />

geneeskunde, diabetes en endocrinologie.<br />

Deze drie deelgebieden sluiten<br />

goed op elkaar aan. Multidisciplinair<br />

werken spreekt me aan en binnen<br />

deze aandachtsgebieden is daarvan<br />

veelvuldig sprake. Ik ben dus niet<br />

geregistreerd als endocrinoloog of<br />

vasculair geneeskundige, maar heb in<br />

de praktijk veel profijt van het feit dat<br />

ik uitgebreide kennis heb van beide<br />

gebieden. Met mijn samengestelde<br />

profiel ben ik breed georiënteerd.”<br />

Jeanne Margot: "De opleiding tot internist met een meervoudig profiel is een<br />

bewuste keuze."<br />

Nieuw<br />

“Vroeger had je de algemeen internist.<br />

Door alle deelspecialismen is de<br />

<strong>interne</strong> geneeskunde enorm versnipperd<br />

geraakt. Het is belangrijk dat er<br />

internisten blijven die verstand hebben<br />

van verschillende deelgebieden. Een<br />

internist met een samengesteld profiel<br />

zal natuurlijk nooit de deelspecialist<br />

overbodig maken, maar is voor maatschappen<br />

een hele goede aanvulling:<br />

door het generalistisch karakter van<br />

het meervoudig profiel is het makkelijker<br />

op deelgebieden continuïteit van<br />

zorg te waarborgen.”<br />

Nascholing<br />

“Met mijn samengesteld profiel moet<br />

ik mij op drie deelgebieden nascholen.<br />

Omdat mijn hart juist ligt op de<br />

overlap die er is tussen vasculaire<br />

geneeskunde, endocrinologie en diabetes<br />

beleef ik er veel plezier aan om van<br />

deze gebieden op de hoogte te blijven<br />

van de nieuwste ontwik kelingen.”<br />

Toekomst<br />

“Al met al heb ik met mijn meervoudig<br />

profiel precies bereikt wat ik<br />

al tijdens mijn studie geneeskunde<br />

voor ogen had: ik mag me begeven op<br />

een breed vlak van pathologie waarin<br />

ik erg geïnteresseerd ben. Met het<br />

samengestelde profiel blijft er binnen<br />

de <strong>interne</strong> geneeskunde ook ruimte<br />

voor generalisten die mijns inziens<br />

in een zo breed specialisme als de<br />

<strong>interne</strong> hard nodig zijn.”<br />

Meer weten over het<br />

samengestelde profiel?<br />

Neem dan contact op met de <strong>NIV</strong><br />

en vraag naar Bas Oude Elberink of<br />

Jelle van der Helm. Ze zijn bereikbaar<br />

via tel. 030-28 23 229 of per<br />

e-mail: secr@niv.knmg.nl. Of kijk op<br />

www.internisten.nl.<br />

oPLEIdInG<br />

TEKST: BRENDA KLUIJVER<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 19


20<br />

TEKST: JAN VAN DER MEER - BEELDEN: ARCHIEF CLB GESCHIEdEnIS<br />

Van Binnengasthuis naar<br />

Slotervaart, van CLB naar Sanquin<br />

Waar raken de historie van het<br />

Centraal Laboratorium van de<br />

Bloedtransfusie dienst en die van de<br />

<strong>interne</strong> geneeskunde elkaar? Jan van<br />

der Meer neemt ons mee in de historie<br />

van de eerste bloedtransfusiedienst in<br />

Nederland.<br />

“We zagen de koningin achter de<br />

ramen door de verschillende afdelingen<br />

van het gebouw schrijden,<br />

omringd door een stoet in jacquet<br />

gestoken dribbelende maraboes die<br />

steeds een paar stapjes terug deden<br />

om haar voor te laten gaan. Als<br />

moesten zij uitproberen of de vloer het<br />

wel hield. We zagen haar even later<br />

over het terrein lopen, bij de vijver verpozen<br />

en wuiven, leek het wel, naar de<br />

pelikanen op het eilandje. En ik geloof<br />

waarachtig dat ze terugknikten met<br />

die stofzuigerzakken. Misschien kwam<br />

dat ook wel omdat hare majesteit weer<br />

iets wilds met veren op haar hoofd<br />

had. Dat ze een soortgenoot in haar<br />

meenden te herkennen.” Zo beschrijft<br />

Jan Wolkers in Turks Fruit met dichterlijke<br />

vrijheid de opening van het<br />

nieuwe Centraal Laboratorium van de<br />

Bloedtransfusiedienst (CLB) van het<br />

Nederlandse Rode Kruis. Het CLB was<br />

tussen 1956 en ’59 verhuisd van het<br />

Binnengasthuis in het oude centrum<br />

naar een lege vlakte tussen de tuinders<br />

van Slotervaart in Amsterdam West.<br />

Naast de koningin staan burgemeester<br />

G. van Hall en de wetenschappelijk<br />

en algemeen directeur professor J.J.<br />

(Joghem) van Loghem. Beiden zijn van<br />

groot belang geweest voor de groei en<br />

bloei van het CLB.<br />

Eerste bloedtransfusiedienst<br />

In 1930 was door internist dr. H.C.S.M.<br />

van Dijk onder auspiciën van het Rode<br />

Kruis in Rotterdam de eerste bloedtransfusiedienst<br />

in Nederland opge­<br />

De opening van het nieuwe CLB in 1959. Rechts naast de koningin professor<br />

Van Loghem en geheel rechts burgemeester Van Hall.<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

richt, gevolgd door diensten in veel<br />

andere steden. Onder dreiging van<br />

een nieuwe wereldoorlog ontstond<br />

de behoefte aan voorraden bloed.<br />

Hiertoe werden in samenwerking met<br />

de geneeskundige dienst van de landmacht<br />

twee conserveerinrichtingen<br />

ingericht, één in Rotterdam onder<br />

leiding van Van Dijk en één in het<br />

Binnengasthuis in Amsterdam onder<br />

leiding van prof. dr. J.G.G. Borst (vader<br />

van de biochemicus Piet en schoonvader<br />

van de latere minister Els). De<br />

internist Borst is vooral bekend geworden<br />

door zijn onderzoek naar water en<br />

zout en de bloedsomloop en door zijn<br />

klinisch onderwijs, maar in de jaren 30<br />

was hij een pionier van de bloedtransfusie.<br />

Zijn assistenten verzorgden de<br />

bloedtransfusies in het Binnengasthuis.<br />

Hij ontwierp een langwerpige<br />

glazen kolf waarin bloed kon worden<br />

bewaard en getransporteerd, de zogenaamde<br />

Borstkolf. De Rotterdamse<br />

inrichting ging bij het bombardement<br />

in mei 1940 verloren zodat<br />

Amsterdam als nationaal centrum<br />

overbleef. In 1943 kreeg de conserveerinrichting<br />

in het Binnengasthuis de<br />

naam Centraal Laboratorium van<br />

de Bloedtransfusiedienst van het<br />

Nederlandsche Roode Kruis, een<br />

weidse naam voor een laboratorium<br />

dat krap behuisd was op een zolder<br />

van een gebouw aan een steegje op<br />

het ziekenhuisterrein. Directeur werd<br />

Jip Spaander, assistent van Borst,<br />

en later de eerste directeur van het<br />

Rijksinstituut voor de Volksgezondheid,<br />

het latere RIVM. De Borstkolf maakte<br />

het in die oorlogsjaren mogelijk bloed<br />

door het hele land te transporteren<br />

en heeft onder andere bij de slag om<br />

Arnhem dienst gedaan.<br />

Groei<br />

In de oorlog hadden de Engelsen en<br />

Amerikanen de techniek van de bloedtransfusie<br />

verder ontwikkeld. Na 1945<br />

werd die achterstand door het CLB<br />

snel ingelopen. De fragiele Borstkolf<br />

werd vervangen door de robuuste<br />

glazen fles en later de plastic zak. De<br />

van de Amstel Brouwerij afkomstige<br />

biochemicus Mastenbroek ontwierp<br />

een methode om plasma lyofiel te


Ingang van het CLB in Slotervaart De ingang van het CLB in het Binnengasthuis.<br />

drogen, later gevolgd door de fractionering<br />

waarbij plasma in diverse componenten<br />

zoals albumine en immunoglobulinen<br />

werd gescheiden. De groei<br />

van de activiteiten – behalve op een<br />

zolder nu ook in een kelder – vroeg<br />

om een nieuwe structuur. Begonnen<br />

als een dienst van het Rode Kruis was<br />

het CLB uitgegroeid tot een bedrijf<br />

dat grote investeringen moest doen.<br />

Onder leiding van de bankier, curator<br />

van de Gemeente Universiteit en latere<br />

burgemeester Van Hall werd in 1949<br />

een zelfstandige stichting opgericht<br />

waarin het Rode Kruis, Gemeente<br />

Amsterdam, Ministerie van Oorlog en<br />

het Rijk vertegenwoordigd waren.<br />

Researchlaboratorium<br />

In 1950 volgde Van Loghem Spaander<br />

op als directeur. Na zijn opleiding tot<br />

internist in het Wilhelmina Gasthuis<br />

had hij in 1945 op de zolder van het<br />

CLB tijdens zijn diensttijd als reserveofficier<br />

een researchlaboratorium ingericht.<br />

Het kamertje bood ruimte aan<br />

twee personen, een microscoop, een<br />

handcentrifuge en een ijskast die op<br />

petroleum ‘liep’. Zijn eerste researchonderwerp<br />

was het in 1940 ontdekte<br />

resussysteem met als praktisch gevolg<br />

het doen van wisseltransfusies bij<br />

pasgeborenen waarvoor hij met een<br />

medewerkster en een chauffeur het<br />

land inging. De research werd de<br />

derde belangrijke pijler van het CLB<br />

naast de productie van plasmacomponenten<br />

en transfusieapparatuur en de<br />

diagnostiek van transfusie problemen<br />

en auto­immuunziekten. In 1959 werd<br />

Van Loghem hoogleraar immunopathologie<br />

en werd het laboratorium<br />

voor experimentele en klinische<br />

IN DE JAREN 50 wERd<br />

RESEaRCH dE dERdE<br />

BELanGRIJkE PIJLER<br />

Van HET CLB<br />

immunologie van de Universiteit van<br />

Amsterdam in het CLB geïntegreerd.<br />

Van Loghem had een goede neus voor<br />

talent en hij gaf zijn medewerkers de<br />

ruimte onder het motto ‘Iedereen die<br />

de dertig gepasseerd is heeft het recht<br />

op het maken van zijn eigen fouten’.<br />

Dit leidde onder meer tot 62 promoties.<br />

Bij zijn aantreden als directeur<br />

had het CLB in het BG 70 medewerkers,<br />

bij zijn vertrek in 1979 ongeveer 1000.<br />

Hij ontdekte al vroeg het werk van<br />

Corneille, Heijboer en Wolkers toen<br />

dat nog betaalbaar was, en legde een<br />

van de eerste naoorlogse bedrijfskunstverzamelingen<br />

in Nederland aan in de<br />

verwachting dat kunst aan de muur de<br />

onderzoeker in het lab stimuleert.<br />

Fusie<br />

Ondertussen waren in het land 110<br />

bloedtransfusiediensten van het<br />

Rode Kruis werkzaam die in de jaren<br />

70 opgingen in 22 regionale bloedbanken<br />

waar bloed werd afgenomen<br />

en bewerkt. Het CLB verzamelde de<br />

grondstof voor de productie van plasmacomponenten<br />

door middel van zogenoemde<br />

plasmacampagnes in dorpen<br />

op afstand van de bloedbanken. Dat gaf<br />

de nodige wrijving tussen de bloedbanken<br />

en het CLB. Verder was elke bloed­<br />

bank een aparte stichting met een eigen<br />

bestuur en beleid. Het was dan ook niet<br />

eenvoudig een landelijk transfusiebeleid<br />

uit te voeren, waar zeker grote behoefte<br />

aan was toen bleek dat het aidsvirus<br />

door bloed kon worden overgebracht.<br />

Vooral dankzij de inzet van minister Els<br />

Borst – gepromoveerd bij Van Loghem<br />

– fuseerden de bloedbanken en het CLB<br />

en ontstond op 1 januari1998 Sanquin<br />

Bloedvoorziening, waarmee de naam<br />

CLB geschiedenis werd.<br />

De bloedtransfusiedienst in Nederland<br />

is gestart door een internist, een internist<br />

heeft in het BG de basis voor het<br />

CLB gelegd en het CLB is geleid door<br />

internisten (behalve Van Loghem onder<br />

meer Pim van Aken en Ernest Briët).<br />

Veel internisten hebben daar hun militaire<br />

diensttijd doorgebracht en zijn<br />

er gepromoveerd op onderwerpen als<br />

auto­immuunziekten, virushepatitis,<br />

aids, hematologische ziekten, bloedstolling,<br />

allergische aandoeningen en<br />

transplantatieproblematiek. Het CLB is<br />

dan ook niet alleen het centraal laboratorium<br />

van de bloedtransfusiedienst<br />

maar ook het centraal laboratorium<br />

van de inwendige geneeskunde.<br />

Met dank aan Anneke de Regt en Bouke<br />

Bottelier voor het leveren van de foto’s.<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 21


22<br />

TEKST: HANS ABLIJ – BEELD: SHUTTERSTOCK dE MEdICuS In HET THEaTER 7<br />

la traviata van<br />

Giuseppe Verdi<br />

Een meesterwerk voor het hele volk. dokter Grenvil, een salon-medicus in<br />

het Parijse nachtleven<br />

We mogen het gerust De Grote Drie<br />

van Giuseppe Verdi noemen: Rigoletto<br />

(1850), Il Trovatore (De troubadour,<br />

1852) en La Traviata (De dolende, 1853).<br />

Zijn vele andere opera’s zijn zeker niet<br />

minder groot, maar vrijwel iedereen,<br />

van operaliefhebber tot operahater,<br />

herkent wel een melodie uit één van<br />

deze opera’s. Uit Rigoletto zal dat ‘La<br />

donna e mobile’ zijn, uit Il Trovatore<br />

‘Di quella pira’ en uit La Traviata<br />

natuurlijk het drinklied ‘Brindisi’. La<br />

Traviata staat op de tweede plaats van<br />

de meest uitgevoerde opera’s over de<br />

gehele wereld, na Die Zauberflöte van<br />

Mozart. Het publiek en de recensenten<br />

uit die tijd hadden dat nooit kunnen<br />

bevroeden. Maar zo gaat het vaak<br />

met meesterwerken: de wereld is er<br />

meestal nog niet klaar voor.<br />

De ontstaansgeschiedenis<br />

La Traviata is gebaseerd op het deels<br />

autobiografische toneelstuk La<br />

dame aux Camélias (de dame met de<br />

Camelia’s) van Alexandre Dumas jr.,<br />

de onwettige zoon van Alexandre<br />

Dumas, de beroemde geestelijk vader<br />

van De drie musketiers. Alexandre<br />

Dumas jr. had in het midden van<br />

de 19 e eeuw een verhouding met<br />

Alphonsine (Marie) Duplessis (1824­<br />

1847), een beroemde Parijse courtisane,<br />

die twee jaar voor haar dood<br />

ook de liefde van Franz Liszt wist te<br />

winnen. Het libretto is geschreven<br />

door Verdi’s boezemvriend en talenwonder<br />

Francesco Maria Piave, die<br />

we nog kennen uit de vorige aflevering<br />

over Macbeth. De première<br />

vond plaats op 6 maart 1853 in het<br />

theater La Fenice in Venetië. Het was<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

geen onverdeeld succes, wat vooral te<br />

wijten was aan de casting. De hoofdrol<br />

werd gezongen door een ‘veel te<br />

oude’ sopraan met overgewicht, die de<br />

rol van de beeldschone Violetta door<br />

haar fysionomie onmogelijk geloofwaardig<br />

kon neerzetten. Het publiek<br />

was hier weinig gecharmeerd van en<br />

vond bovendien de mannelijke rollen<br />

ook onder de maat (wat stem betreft<br />

dan). Verdi voelde dit aankomen en<br />

heeft nog getracht een jongere en ook<br />

slankere sopraan te casten, maar dat is<br />

niet gelukt. De kritieken in de kranten<br />

logen er niet om. Bovendien vonden<br />

velen het onderwerp over een courtisane<br />

moreel verwerpelijk en Verdionwaardig.<br />

Verdi schrijft hierover<br />

in een beroemd geworden brief: “La<br />

Traviata was gisteravond een deceptie.<br />

Lag dit aan mijn compositie of<br />

aan de cast? De tijd zal het leren”. In<br />

Engeland heeft zelfs de Kerk getracht<br />

de uitvoering in London te voorkomen,<br />

zonder succes. Het resultaat was wel<br />

dat koningin Victoria de voorstelling<br />

niet heeft bezocht, hoewel, volgens<br />

insiders, de muziek en de tekst op<br />

Buckingham Palace wel hoog gewaardeerd<br />

werden!<br />

Het verhaal<br />

Het verhaal van La Traviata speelt<br />

zich af rond de oogverblindende<br />

Violetta, een courtisane die in Parijs<br />

een luxueus leven leidt en door iedereen<br />

aanbeden wordt. Als kenmerk<br />

draagt ze altijd de exotische bloem<br />

van de Camellia japonica bij zich, een<br />

bloem met een kleurig en uitbundig<br />

uiterlijk. Violetta is juist hersteld van<br />

tuberculose en geeft ter ere van haar<br />

terugkomst in het Parijse nachtleven<br />

een groot feest. Eén van haar stille<br />

aanbidders is Alfredo, een adellijke<br />

nieuwkomer van buiten de stad. De<br />

aanvankelijk ironische en kokette<br />

Violetta is in haar hart diep geroerd<br />

door de oprechtheid van Alfredo en<br />

kan haar liefde voor hem niet langer<br />

bedwingen. Ze komen tot de conclusie<br />

dat er meer is dan het societyleven<br />

in Parijs en dat dit leven de<br />

gezondheid van Violetta verder zal<br />

schaden. Ze besluiten om zich terug<br />

te trekken op het platteland om te<br />

genieten van waar het in het leven<br />

echt om draait: gezondheid en hun<br />

wederzijdse liefde. De twee kunnen<br />

echter het leven op het landhuis niet<br />

bekostigen. Violetta besluit daarom<br />

om haar bezittingen in Parijs te verkopen<br />

om zo hun gelukzalige bestaan<br />

te kunnen voortzetten. Alfredo komt<br />

hier achter en reist naar de hoofdstad<br />

om de verkoop te voorkomen. De<br />

vader van Alfredo, Giorgo Germont,<br />

maakt gebruik van zijn afwezigheid<br />

en eist van Violetta dat zij Alfredo<br />

opgeeft, omwille van de goede naam<br />

van de familie. Aanvankelijk verzet<br />

ze zich, maar uiteindelijk bezwijkt ze<br />

onder de druk van de onheuse argumenten<br />

van de Giorgio Germont.<br />

Ze geeft toe en schrijft Alfredo een<br />

afscheidsbrief. Alfredo is bij zijn terugkomst<br />

geschokt en ontroostbaar door<br />

het plotselinge vertrek van Violetta,<br />

onwetend van de reden. In een kattenbelletje<br />

schrijft Violetta later nog aan<br />

Alfredo dat ze haar oude leven als<br />

courtisane zogenaamd terug wil. Hij<br />

voelt zich door haar verraden en heeft<br />

nog maar één wens: wraak op zijn<br />

vermeende geliefde. In Parijs ontstaat


een grimmige sfeer als Violetta aan de<br />

hand van baron Douphol verschijnt.<br />

Aan de goktafel volgen beschimpingen<br />

en aantijgingen tussen de baron<br />

en Alfredo. Omdat Violetta de ware<br />

reden voor het verbreken van hun<br />

relatie niet kan zeggen, smijt Alfredo<br />

zijn gewonnen geld naar de voeten<br />

van Violetta en maakt haar uit voor<br />

omkoopbare straatmeid. Ondertussen<br />

is de tuberculose bij Violetta in alle<br />

hevigheid terug gekomen en heeft<br />

een eindstadium bereikt. Haar behandelend<br />

arts, dokter Grenvil, belooft<br />

haar dat ze spoedig zal genezen, maar<br />

Violetta voelt dat ze de ziekte niet<br />

zal overwinnen en het leven haar in<br />

de steek laat. Giorgo Germont krijgt<br />

wroeging over wat hij Violetta en zijn<br />

zoon heeft aangedaan. Hij vertelt zijn<br />

zoon, die gevlucht is na de baron te<br />

hebben verwond in een duel, de waarheid<br />

over de onbaatzuchtige opoffering<br />

van Violetta. Alfredo reist haastig<br />

terug naar Parijs om haar vergiffenis<br />

te vragen. Ze dromen samen nog<br />

kort over een nieuw en ander leven.<br />

Violetta sterft vervolgens in de armen<br />

van Alfredo.<br />

Dokter Grenvil en het goede<br />

nieuws tegen beter weten in<br />

Naast Violetta is de figuur van dokter<br />

Grenvil ook gebaseerd op een historisch<br />

persoon. De arts van Madame<br />

Duplessis was namelijk dokter<br />

David Ferdinand Koreff (1783­1851).<br />

Koreff was in zijn tijd een alom<br />

bekend homeopathisch arts en had<br />

vele beroemdheden als patiënten:<br />

E.T.A. Hoffmann, familie Bonaparte,<br />

Heinrich Heine en Vicomte de<br />

Chateaubriand, om er maar een paar<br />

te noemen. Zijn behandelmethoden<br />

zouden tegenwoordig tot de categorie<br />

kwakzalverij behoren.<br />

Tijdens de gehele opera wordt Violetta<br />

langzaam verteerd door de tuberculose.<br />

De ziekte zet zich onstuitbaar<br />

voort. Het grote feest aan het begin<br />

van de opera is niets anders dan een<br />

korte opleving in haar gezondheid. En<br />

dokter Grenvil feest vrolijk mee. Alsof<br />

het zijn werk is dat Violetta aan de<br />

betere hand is. De enige die Violetta<br />

kan overtuigen dat het zware nachtleven<br />

van Parijs haar gezondheid<br />

geen goed doet is Alfredo. Hij overtuigt<br />

haar dat een geregeld leven in<br />

de gezondere atmosfeer op het platteland<br />

haar enige redding is. Een advies<br />

dat eigenlijk dokter Grenvil haar<br />

moet geven. Maar ja, dokter Grenvil<br />

heeft zijn handen al vol aan het<br />

Parijse nachtleven. Hij zingt met volle<br />

borst mee in het beroemde drinklied<br />

Brindisi. En als Violetta dan onwel<br />

wordt tijdens de opening van de opera<br />

verzaakt hij zijn medische plicht om<br />

haar bij te staan. Sterker nog: samen<br />

met het hele gezelschap spoort hij<br />

haar aan om toch vooral de dans voort<br />

te zetten. De enige die een niet­pluisgevoel<br />

heeft is Alfredo. En dit nietpluisgevoel,<br />

gecombineerd met zijn<br />

liefdesverklaring, doet Violetta realiseren<br />

dat een rustiger leven op het<br />

platteland met Alfredo de enige goede<br />

beslissing is. Naast dansen en drinken<br />

blijkt dokter Grenvil ook een verwoed<br />

kaartspeler en gokker te zijn. Zo<br />

neemt hij, naast onder meer Alfredo<br />

en baron Douphol, plaats aan de speeltafel<br />

en gokt er lustig op los. Tijdens<br />

de doodsstrijd van Violetta heeft<br />

Guiseppe Verdi (1813-1901)<br />

Grenvil gelukkig nog enkele berustende<br />

woorden voor de stervende<br />

Violetta, die vertelt een redelijke<br />

nacht te hebben gehad: “Coraggio<br />

adunque la convalescenza. Non e’<br />

lontana (Wel dan… houdt moed. Je<br />

genezing is nabij).” Maar hij weet wel<br />

beter. Bij het verlaten van de kamer<br />

draait hij zich naar de dienstmeid<br />

om met de mededeling: “La tisi non<br />

le accorda che poche ore (De kwaal<br />

gunt haar nog maar enkele uren)”.<br />

Het arbeidsethos van dokter Grenvil is<br />

een combinatie van een destijds onbehandelbare<br />

aandoening (ook voor een<br />

homeopathisch arts) en een liederlijke<br />

levensinstelling. En Verdi krijgt zijn<br />

gelijk. De tijd heeft geleerd welk een<br />

meesterwerk La Traviata is.<br />

Volgende aflevering: La Forza del<br />

destino van Giuseppe Verdi (1862)<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 23


MEdISCH nIEuwS<br />

24<br />

HEMAtOlOGIE<br />

Overleving mantelcellymfoom<br />

De overlevingskans van oudere patiënten (≥ 60 jaar) met<br />

mantelcellymfoom neemt toe wanneer zij na chemotherapie<br />

een onderhoudsbehandeling met rituximab krijgen.<br />

Dit concluderen Europese onderzoekers onder leiding van<br />

hematoloog prof. dr. Hanneke Kluin­Nelemans van het<br />

Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij bestudeerden<br />

het effect van onderhoudsbehandeling met rituximab<br />

of interferon­α bij patiënten die goed reageerden op<br />

initiële chemotherapie. De vierjaarsoverleving was 58%<br />

in de groep die rituximab kreeg, en 29% in de groep die<br />

interferon­α kreeg. In de groep die de meest gunstige<br />

reactie liet zien op de initiële chemotherapie was de<br />

vierjaars overleving op rituximab zelfs 87%. De resultaten<br />

zijn gepubliceerd in The New England Journal of Medicine.<br />

UMCG, 9 augustus 2012<br />

AlGEMEEN<br />

Internet als informatiebron<br />

Internet is een belangrijke bron van informatie over<br />

gezondheidszorg, zo blijkt uit onderzoek van het<br />

<strong>NIV</strong>EL. Uit de gegevens van het Consumentenpanel<br />

Gezondheidszorg blijkt dat driekwart van de mensen in<br />

het voorafgaande halfjaar ten minste één keer op <strong>interne</strong>t<br />

naar gezondheidsinformatie heeft gezocht. Ruim 90%<br />

van de mensen gebruikt <strong>interne</strong>t omdat dit de snelste<br />

manier is om aan informatie te komen, meer dan 80%<br />

vanwege de beschikbaarheid van actuele informatie. Er<br />

wordt vooral gezocht naar omschrijvingen, behandelingen<br />

en oorzaken van klachten en aandoeningen. Op basis<br />

van de gevonden informatie besluit 17% naar de (huis)<br />

arts te gaan en 11% dit juist niet te doen. Door informatie<br />

op <strong>interne</strong>t besluit 4% om het advies van de arts niet op<br />

te volgen en 2% om een second opinion te vragen. Bijna<br />

een derde past zijn leefstijl aan op basis van informatie<br />

op <strong>interne</strong>t.<br />

<strong>NIV</strong>EL, 2 augustus 2012<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

MEDISCHE ONCOlOGIE<br />

Geen invloed roken op chemotherapie<br />

Roken heeft geen invloed op de farmacokinetiek van<br />

paclitaxel en docetaxel, zo blijkt uit onderzoek van het<br />

Erasmus MC­Daniel den Hoed, gepubliceerd in Clinical<br />

Cancer Research. Eerder was bij irinotecan gevonden<br />

dat rokers een aanzienlijk lagere blootstelling hebben<br />

in vergelijking met niet­rokers, waardoor dosisaanpassing<br />

nodig is. De onderzoekers onderzochten nu 566<br />

patiënten die met paclitaxel of docetaxel werden behandeld.<br />

De farmacokinetische parameters van de twee<br />

taxanen bleken niet verschillend tussen rokers en nietrokers.<br />

Daarnaast was er bij de rokers minder sprake<br />

van neutropenie en leukopenie. Deze verschillen waren<br />

echter al aanwezig voor aanvang van de behandeling.<br />

Vervolgonderzoek zal moeten aantonen welke werkzame<br />

stof verantwoordelijk is voor de beschermende effecten.<br />

Erasmus MC, 15 augustus 2012<br />

INFECtIEZIEktEN<br />

HDAC-remmer tegen latente hiv-infectie?<br />

Amerikaanse onderzoekers hebben een eerste stap gezet<br />

naar een potentieel nieuwe behandelstrategie tegen hiv.<br />

Door middel van de histondeacetylase­remmer vorinostat<br />

zijn ze erin geslaagd het latent aanwezige hiv­virus in<br />

rustende CD4+ T­cellen te activeren. De onderzoekers<br />

bestudeerden eerst de werking van vorinostat in vitro. Ze<br />

isoleerden rustende CD4+ T­cellen van 16 hiv­patiënten<br />

die succesvol werden behandeld met antiretrovirale<br />

middelen. De cellen van 11 patiënten lieten een statistisch<br />

significante toename zien van hiv­RNA expressie na<br />

blootstelling aan vorinostat. Acht van hen participeerden<br />

vervolgens in een in­vivostudie. Zes uur na toediening<br />

van 400 mg vorinostat bleek de expressie van hiv­RNA<br />

gemiddeld 4,8 maal toegenomen in de CD4+ T­cellen.


Deze resultaten laten zien dat een moleculair mechanisme<br />

om hiv­latentie te doorbreken in vivo kan worden<br />

toegepast. Uiteraard is deze behandeling erop gericht de<br />

(voorheen) latent geïnfecteerde cellen te vernietigen. Of<br />

dit echter ook gebeurt na activatie is nog onduidelijk.<br />

Archin NM, et al. Nature, 26 juli 2012<br />

OUDERENGENEESkUNDE/<br />

MEDISCHE ONCOlOGIE<br />

Speerpunt ouderen<br />

KWF Kankerbestrijding heeft kanker bij ouderen als speerpunt<br />

benoemd in haar huidige beleid. Naar verwachting<br />

zal de incidentie van kanker bij ouderen (> 65 jaar) in 2020<br />

tot 75.000 per jaar zijn gestegen; nu is dat 55.000. Kanker<br />

is een ouderdomsziekte, toch weten we relatief weinig<br />

over kanker bij ouderen omdat onderzoek vooral plaatsvindt<br />

bij patiënten tussen de 30­55 jaar. Zo is het bijvoorbeeld<br />

onbekend of de gebruikte testen voor screening en<br />

vroegdiagnostiek wel geschikt zijn voor oudere patiënten.<br />

Ook komt bij ouderen meer comorbiditeit voor, waarvan<br />

nog grotendeels onbekend is hoe deze het beloop van de<br />

ziekte en de behandeling beïnvloedt.<br />

KWF, 20 juli 2012<br />

OUDERENGENEESkUNDE<br />

Vaatafwijkingen en dementie<br />

De ziekte van Alzheimer en andere geheugenstoornissen<br />

zouden in de toekomst mogelijk beter kunnen worden<br />

behandeld met medicijnen tegen hart­ en vaatziekten.<br />

Dat is de inzet van een nieuw onderzoeksprogramma ‘Go<br />

with the flow’ van het LUMC en het AMC in Amsterdam.<br />

De komende vijf jaar zal in beeld worden gebracht welk<br />

effect een door hart­ en vaatfalen afwijkende bloedstroom<br />

naar de hersenen heeft op de hersenfunctie. Het<br />

LUMC en het AMC werken samen binnen het Rembrandt<br />

Instituut, dat in 2010 werd opgericht voor wetenschappelijk<br />

onderzoek naar hart­ en vaatziekten. Het onderzoek<br />

is mogelijk dankzij een nieuwe digitale MRI­scanner<br />

van Philips: de Ingenia 3 Tesla MRI. Het LUMC beschikt<br />

als eerste ziekenhuis in Nederland over dit systeem.<br />

LUMC, 15 augustus 2012<br />

ENDOCRINOlOGIE<br />

Subsidie stofwisselingsziekten<br />

Het VU medisch centrum start een groot Europees<br />

onderzoek naar de incidentie en behandeling van<br />

stofwisselings ziekten. Doel van het onderzoek is het<br />

bereiken van uniforme registratie en behandeling van<br />

deze aandoeningen binnen Europa. Door het aanleggen<br />

van een centraal datasysteem met alle klinische gegevens<br />

en het stimuleren van het gebruik van Europese protocollen<br />

voor diagnostiek en behandeling hoopt men de wetenschappelijke<br />

onderbouwing van de vaak dure therapie bij<br />

deze groep zeldzame ziekten te verbeteren. Het onderzoek<br />

wordt gesubsidieerd door EU Health, onderdeel van<br />

de Europese Commissie.<br />

VUmc, 8 augustus 2012<br />

AlGEMEEN<br />

Seksespecifieke aanpak in zorg<br />

Bij de presentatie van het rapport ‘Vrouwen zijn anders’<br />

benadrukte ZonMw­voorzitter Pauline Meurs dat in de<br />

zorg nog te weinig rekening wordt gehouden met verschillen<br />

tussen mannen en vrouwen. Er zijn steeds meer<br />

aanwijzingen dat bij verschillende aandoeningen de<br />

invloed van sekse een grotere rol speelt dan gedacht. Dat<br />

geldt niet alleen voor hart­ en vaatziekten en depressie;<br />

ook op andere terreinen lijkt het zinvol en noodzakelijk<br />

om onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen.<br />

Volgens Meurs is er dan ook behoefte aan een nieuw<br />

kennisprogramma ‘Seksespecifieke gezondheidszorg’.<br />

Meer kennis over deze verschillen kan de gezondheid van<br />

vrouwen verbeteren, het ziekteverzuim terugdringen en<br />

maatschappelijke kosten reduceren, bijvoorbeeld door<br />

veranderingen in het inkoopbeleid van zorgverzekeraars.<br />

ZonMw vraagt met name aandacht voor vrouwspecifieke<br />

veroudering.<br />

ZonMW, 18 juli 2012<br />

MEdISCH nIEuwS<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 25


Stellingen uit recente proefschriften<br />

Kosteneffectiviteitsanalyses zouden een grotere rol moeten krijgen in het bepalen<br />

van de grenzen van het gebruik van nieuwe, dure oncologische behandelingen.<br />

De ware ontdekkingsreis bestaat niet uit het zoeken naar nieuwe vergezichten, maar<br />

in het krijgen van nieuwe ogen. (Marcel Proust)<br />

Maaike de Boer, Nodal isolated tumor cells and micrometastases in early stage breast cancer<br />

(Maastricht, 7 september 2012)<br />

Interdisciplinair onderzoek vergt de moed van wetenschappers om voorbij de<br />

grenzen van het eigen vakgebied te denken.<br />

Voor zowel de praktijk van de medisch oncoloog als van de geestelijk verzorger<br />

geldt dat stilstand soms ook vooruitgang is.<br />

Hanneke van Laarhoven, Rethinking distress: An exploration in religious studies and medicine<br />

(Nijmegen, 28 juni 2012)<br />

Bij patiënten met een chronische nierziekte is het voorschrijven van een laag zout<br />

dieet effectiever in het verlagen van de uitscheiding van tubulaire schademarkers in<br />

de urine dan het voorschrijven van een angiotensine II antagonist.<br />

Het zou verplicht moeten worden om bij het publiceren van een artikel de<br />

bijbehorende data vrij te geven.<br />

Wanneer ‘milieuvriendelijk’ geschreven staat, wordt vaak minder milieuvervuilend<br />

bedoeld.<br />

Ferdau Nauta, Urinary Markers of Glomerular and Tubular Damage in Chronic Kidney Disease<br />

(Groningen, 18 januari 2012)<br />

Een verbetering in de hospital standardized mortality rate van een ziekenhuis zegt<br />

meer over de kwaliteit van de medische registratie dan over de kwaliteit van de<br />

ziekenhuiszorg.<br />

Of de aarde 7 miljard en meer mensen aankan, hangt uiteindelijk niet af van de<br />

aarde, maar van de mensen.<br />

Wilfried Roeloffzen, Thromboelastography (25 april 2012)<br />

HoRa EST<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012 27


Column<br />

28<br />

Hein Yvo Smulders Visser<br />

InTERnE GEnEESkundE 3 · 2012<br />

Mijn Eerste Pianoboek<br />

Als u het nou niet doorvertelt, wil ik u wel iets toevertrouwen: Ik ben vaak<br />

een beetje onzeker. Nu is onzekerheid veel internisten eigen, doorgaans<br />

vanwege een zekere ‘ontmaskeringsangst’. Ik zou pas echt uit de school<br />

klappen als ik u zou vertellen welke collega’s mij vertelden mijn vrees te<br />

delen dat iemand zou ontdekken hoeveel ze eigenlijk niet weten. Van<br />

sommigen zou het u verbazen.<br />

Hoogleraren zijn overigens bovengemiddeld onzeker (op allerlei gebieden:<br />

ik las ooit een interview met een voormalig seksverslaafde artsenbezoekster<br />

voor wie hoogleraren, vanwege hun diepgewortelde onzekerheid, de eenvoudigste<br />

prooi waren). Voor wie zich trouwens illusies maakt: dit is een<br />

oorzaak, geen gevolg van hun positie.<br />

Maar goed, ik had u een persoonlijke ontboezeming beloofd: ik ben vaak<br />

onzeker omdat ik in academia probeer op te komen voor integrale Interne<br />

Geneeskunde, terwijl de hoogcomplexe zorg van superspecialisten me links<br />

en rechts voorbijschiet. Als ik hematologen een patiënt met acute leukemie<br />

voor de hellepoort zie wegslepen, dan voel ik me heel erg klein. En dat<br />

gevoel heb ik steeds vaker, of oncologen nu met 23 e -lijns molecular targeting<br />

een kankercel op de knieën dwingen, of MDL-artsen met hun argon-lasergames<br />

het colon doen oplichten. Ik voelde me daardoor vaak een sukkel,<br />

iemand die in Carnegy Hall probeert Mijn Eerste Pianoboek aan de man te<br />

brengen. Maar: ik ben genezen.<br />

Wat is er gebeurd? Afgelopen zomer werkte ik drie maanden als internist<br />

in het waarschijnlijk kleinste ziekenhuis op Nederlands grondgebied:<br />

Fundashon Mariadal op Bonaire. Het heeft iets van 25 bedden, enkele<br />

polikamers, een piepkleine SEH en één OK. Je doet daar ALLES, inclusief<br />

cardiologie, longziekten, MDL, you name it. Wat deed ik daar? Internist zijn,<br />

doodgewoon internist zijn: gezond verstand voorrang geven boven veronderstelde<br />

feiten, nergens voor weglopen, hulp vragen als ik dacht dat dat<br />

nodig was, geconsulteerd worden door anderen zonder dat ik telkens de<br />

idiote vraag hoefde te stellen wat ‘precies de vraagstelling is’, en sparren<br />

met de arts-assistent in plaats van haar niet-medische competenties tot vier<br />

cijfers achter de komma te kaapeebeeën. Nou ja, ga zo maar door.<br />

Toen ik naar Bonaire vertrok was ik wel wat nerveus. In het VUmc probeer<br />

ik maximaal antidogmatisch, aprotocollair en anderszins tegendraads te<br />

zijn, en ik vreesde dat dat misschien alleen goed ging doordat veel van mijn<br />

collega’s meer in de pas lopen. Maar zonder te willen polariseren: ik ben tot<br />

een tegenovergestelde conclusie gekomen.<br />

Ergo: deze drie maanden hebben me goed gedaan en zelfvertrouwen<br />

gegeven. Ik schrijf dit medio augustus en keer straks vol goede moed terug<br />

naar Amsterdam. Meer dan ooit tevoren ben ik overtuigd van de meerwaarde<br />

die generalistische sukkels, met een H-keutel van likmevestje,<br />

kunnen hebben voor een academisch ziekenhuis.<br />

O ja, en dan nu de uitslag van de prijsvraag van vorige keer. U had 50 euro<br />

kunnen verdienen als u een casus kon aanleveren waarbij SIADH tot schade<br />

had geleid zonder dat daar een mensenhand aan te pas was gekomen. Het<br />

aantal reacties viel me mee: nul. De prijs wordt derhalve niet uitgekeerd,<br />

and I rest my case.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!