PDF 10,1 MB - Gemeente Heerhugowaard
PDF 10,1 MB - Gemeente Heerhugowaard
PDF 10,1 MB - Gemeente Heerhugowaard
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HEERHUGO W X\ A R D<br />
MONUMENTENLIJST<br />
GEMEENTE HEERHUGOWAARD<br />
Augustus 2000
VOORWOORD<br />
In navolging van vele andere gemeenten heeft het gemeentebestuur van <strong>Heerhugowaard</strong> besloten<br />
een gemeentelijke monumentenlijst op te stellen, zodat cultuurhistorisch waardevolle objecten voor<br />
de toekomst behouden blijven. Om een goed beeld te krijgen van het cultuurhistorisch erfgoed in<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>, is door de Werkgroep Monumenten <strong>Heerhugowaard</strong> een inventarisatie gemaakt<br />
van beeldbepalende panden en landschappelijke elementen in de gemeente. De resultaten van dit<br />
onderzoek zijn vastgelegd in Monumentaal <strong>Heerhugowaard</strong> (<strong>Heerhugowaard</strong>, 1994).<br />
Op 19 december 1996 is door de gemeenteraad de '<strong>Heerhugowaard</strong>se Monumentenverordening<br />
1996' vastgesteld. Op grond van deze verordening kunnen zaken en terreinen die qua bestemming<br />
onroerend zijn, op een gemeentelijke monumentenlijst worden geplaatst.<br />
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft, na advies van de werkgroep Monumenten<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>, een selectie van 74 objecten vastgesteld voor nader onderzoek naar de<br />
mogelijkheid van een gemeentelijke monumentenstatus.<br />
Een tweetal panden uit de selectie bleek sindsdien ingrijpend verbouwd, deze zijn derhalve<br />
afgevallen. Drie beeldbepalende panden die niet vermeld staan in Monumentaal <strong>Heerhugowaard</strong>, zijn<br />
na overleg met de werkgroep aan de selectie toegevoegd: Middenweg 252, Middenweg 401-403<br />
en Stationsweg 48.<br />
In de periode oktober 1998 - juni 1999 zijn alle geselecteerde objecten door architectuurhistoricus<br />
drs. J. van der Lee nader onderzocht en gefotografeerd, waarbij naast het exterieur ook het interieur<br />
is beoordeeld.<br />
Van elk object is een beschrijving gemaakt met een driedelige opzet bestaande uit een inleiding met<br />
algemene gegevens, een omschrijving van het exterieur en, als de eigenaar daarmee instemde, het<br />
interieur, en de motivatie voor een eventuele aanwijzing als gemeentelijk monument.<br />
In de beschrijvingen voorkomende dateringen worden soms verkort weergegeven door middel van<br />
een romeins cijfer gevolgd door een letter. Het romeinse cijfer geeft daarbij de eeuw aan (bv. XIX =<br />
19de eeuw) en de letter de helft (A of B), het kwart (a, b, c of d) of het midden (m) van die eeuw<br />
(bv. XXa = eerste kwart van de 20ste eeuw, XVIIIB = tweede helft van de 18de eeuw, XlXm =<br />
midden van de 19de eeuw).<br />
Daarnaast is in het archief van de gemeente en in het Regionaal Archief Alkmaar (RAA)<br />
archiefonderzoek verricht om van elk pand zoveel mogelijk gevens te achterhalen (bouwjaar,<br />
architect, opdrachtgever, aannemer, etc.). Architectuurhistoricus drs. C. Rogge, verbonden aan het<br />
Bureau Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Alkmaar heeft aanvullende informatie<br />
verstrekt over de Alkmaarse architecten Du Croix en Van Reyendam.<br />
Uit de 74 onderzochte objecten is een nadere selectie vastgesteld van 50 objecten die voor<br />
plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst in aanmerking komen.<br />
De aanwijzing van de gemeentelijke monumenten vindt in twee stappen plaats. Het voornemen om<br />
tot aanwijzing als gemeentelijk monument over te gaan wordt door het college van burgemeester en<br />
wethouders aan belanghebbenden bekend gemaakt. Vanaf de bekendmaking is er sprake van<br />
bescherming van het object volgens de <strong>Heerhugowaard</strong>se Monumentenverordening. Voor<br />
wijzigingen, sloop etc. moet vooraf een monumentenvergunning zijn verleend.<br />
Vervolgens vindt de aanwijzing tot gemeentelijk monument plaats.<br />
Deze voorlopige monumentenlijst bevat de objecten die het college voornemens is aan te wijzen als<br />
monument. Een uitzondering hierop is Middenweg 30, de aanwijzing van deze boerderij tot<br />
gemeentelijk monument heeft in augustus 1998 plaatsgevonden en is inmiddels onherroepelijk.<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>, augustus 2000<br />
Foto omslag: Boogbrug uit laatste kwart 19" eeuw en Kerkweg 28, voormalige onderwijzerswoning<br />
uit 1889
LIJST VAN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN<br />
Adres Object Datering Pag<br />
Hasselaarsweg 2-4<br />
Huygendijk 14-16<br />
Huygendijk 17<br />
Jan Glijnisweg 1 5<br />
Jan Glijnisweg 30<br />
Jan Glijnisweg 57<br />
Jan Glijnisweg 59<br />
Kerkweg 28<br />
Kerkweg, bij 26<br />
Kerkweg, bij 28<br />
Middenweg 28<br />
Middenweg 30<br />
Middenweg 155<br />
Middenweg 166<br />
Middenweg 168<br />
Middenweg 179<br />
Middenweg 200<br />
Middenweg 206<br />
Middenweg 212<br />
Middenweg 252<br />
Middenweg 273<br />
Middenweg 307<br />
Middenweg 354-356<br />
Middenweg 401-403<br />
Middenweg 41 1<br />
Middenweg 433<br />
Middenweg 433a<br />
Middenweg 451<br />
Middenweg 454<br />
Middenweg 479<br />
Middenweg 523<br />
Middenweg 541<br />
Middenweg 584<br />
Molenweg 8<br />
Oostdijk, naast 5<br />
Oostdijk 23<br />
Oostdijk 25<br />
Oostdijk 51<br />
Oterlekerweg 3<br />
Rustenburgerweg 126<br />
Rustenburgerweg 149 -'<br />
Rustenburgerweg 235<br />
Stationsweg 48<br />
Stationsweg 52<br />
Stationsweg 53<br />
Verlaat 1<br />
Verlaat 30<br />
Verlaat 46-48<br />
Westdijk 32-34-36<br />
'T-<br />
café<br />
polderhuis<br />
gemaal<br />
kop-rompboerderij<br />
r.-k. kerk met pastorie<br />
stolpboerderij<br />
onderwijzerswoning<br />
o.l. school met onderwijzerswoning<br />
brug<br />
luidklok<br />
stolpboerderij<br />
stolpboerderij<br />
rentenierswoning met kantoor<br />
pastorie<br />
hervormde kerk<br />
raadhuis<br />
bejaardenhuis<br />
burgemeesterswoning<br />
kassierswoning<br />
woonhuis<br />
rentenierswoning<br />
boerderij<br />
dubbel woonhuis<br />
dubbele arbeiderswoning<br />
stolpboerderij<br />
kop-rompboerderij met paardenstal<br />
woonhuis<br />
tuinderswoning met koolschuur<br />
boerderij met twee schuren<br />
onderwijzerswoning<br />
stolpboerderij met koolschuur<br />
r.-k. kerk met pastorie<br />
stolpboerderij<br />
stolpboerderij<br />
aardappelhut<br />
bakkerij<br />
woning met molenmakerswerkplaats<br />
stolpboerderij<br />
stolpboerderij met kapschuur<br />
kop-rompboerderij<br />
o.l. school met onderwijzerswoning<br />
stolpboerderij met kleinveeschuur<br />
woonhuis<br />
woonhuis<br />
gereformeerde kerk<br />
bakkerij<br />
woonhuis<br />
herberg<br />
maalderij met kunstmestpakhuis<br />
1912 1<br />
1790-1908 4<br />
1877 8<br />
1925 12<br />
1922-1923 15<br />
XVII of XVIII 19<br />
1881-1882 23<br />
1892 resp. 1889 26<br />
XlXd 30<br />
1460 32<br />
XlXd 34<br />
1869 37<br />
XIX resp. XXa 40<br />
1870 43<br />
1870 46<br />
1835 50<br />
1912-1913 53<br />
1912-1913 56<br />
1916 59<br />
1937 62<br />
circa 1880 65<br />
1918 68<br />
1950-1951 72<br />
1916 76<br />
1863 79<br />
19<strong>10</strong> resp. 1941 81<br />
1954 85<br />
1927 88<br />
circa 1880 91<br />
1881-1882 93<br />
XVIII resp. XXA 96<br />
19<strong>10</strong> <strong>10</strong>0<br />
circa 1885 <strong>10</strong>6<br />
1933 <strong>10</strong>8<br />
circa 1955 111<br />
1923 113<br />
1862 resp. XXa 116<br />
1949-1950 119<br />
1938-'39 resp. XlXd 122<br />
1915 125<br />
1922-1923 128<br />
1929 resp. XIX 131<br />
1919 134<br />
1930 137<br />
1916-1917/1938 140<br />
1916 143<br />
1937 146<br />
XVIII 148<br />
1916-'17 resp. 1929 151
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer:0008-002<br />
Adres: Hasselaarsweg 2<br />
1704 DW <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S <strong>10</strong>67
Inleiding<br />
Op de hoek van de Middenweg en de Hasselaarsweg gelegen voormalig CAFÉ "Oe<br />
Koffiemolen" daterend uit 1912. Het opvallend gesitueerde pand is opgetrokken in artnouveaustijl.<br />
Uitwendig verkeert het nog grotendeels in de originele staat. Het interieur is<br />
wegens meerdere verbouwingen niet meer oorspronkelijk. Sinds 1996 doet het gebouw dienst<br />
als chinees specialiteiten restaurant.<br />
N.B. De houten aanbouw tegen de linkerzijgevel valt buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder twee evenwijdige daken:<br />
een afgeplat schilddak gedekt met rode geglazuurde tuiles du nord en een zadeldak met<br />
achterschild boven het linker gedeelte van het pand. Het laatstgenoemde dak heeft een<br />
dekking van rode Hollandse pannen. De buitenmuren zijn opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in halfsteens verband; de omgaande plint en de risaliet van de voor- en<br />
rechterzijgevel zijn echter gemetseld in kruisverband (in XXd is het voegwerk platvol<br />
vernieuwd en de linkerzijgevel bekleed met rabatdelen).<br />
Blijkens oude ansichten was het linker gedeelte van de voorgevel (Z) oorspronkelijk voorzien<br />
van een opgeklampte dubbele deur en een trapgevel met toppilastertje. De aan de onderzijde<br />
getoogde strek van deze deur is nog aanwezig. Rechts van het linker geveldeel kent de<br />
voorgevel een symmetrische opzet met een middenrisaliet over twee bouwlagen en ter<br />
weerszijden hiervan een deur (links gewijzigd in een raam met enkelruits bowenlicht) en een<br />
venster, alle met een vijfruits bovenlicht bestaande uit een vierkante middenruit met ter<br />
weerszijden twee vierkante ruitjes boven elkaar. De strekken boven de bovenlichten hebben<br />
gecementeerde aanzet- en sluitstenen, de laatste met diamantkop. In de middenrisaliet<br />
bevindt zich op beide bouwlagen een breed venster onder een strek met gecementeerde sluiten<br />
aanzetstenen en een getoogde onderzijde. Het benedenvenster is voorzien van twee<br />
gekoppelde ramen met bovenlichten als genoemd (in het verdiepingsvenster bevond zich<br />
oorspronkelijk een door smalle zij ra men met vierruits bovenlicht geflankeerd middenraam met<br />
een bovenlicht als beneden). Onder het benedenvenster is een eerste steen ingemetseld met<br />
de volgende tekst: "DE EERSTE STEEN/ GELEGD DOOR/ CORNELIS ROOS/ OUD 3 JAAR/ DE<br />
ELFDE JUNI 1912". De middenrisaliet heeft bovenaan een uitkragend gemetseld fries waarop<br />
twee hoekpinakels. Ter weerszijden van de middenrisaliet wordt de voorgevel evenals de<br />
rechterzijgevel beëindigd door een lijstgoot op geprofileerde klossen.<br />
De rechterzijgevel (O) telt zes schuifvensters met in de bovenlichten een roedenverdeling als<br />
voor: rechts twee, in het midden twee, en links twee waartussen een smalle risalerende<br />
ingangspartij die zich uitstrekt over twee bouwlagen. Deze risaliet heeft op de begane grond<br />
een in een raam gewijzigde deur met bovenlicht als in de voorgevel, hierboven een verdiept<br />
liggend gevelvlak met het opschrift ""CAFÉ.", en ter hoogte van de verdieping een<br />
schuif venster als beneden. Zowel dit venster als het deurkozijn eronder worden ontlast door<br />
een strek met een getoogde onderzijde en gecementeerde sluit- en aanzetstenen. Bovenaan<br />
heeft de risaliet evenals voor een uitkragend gemetseld fries en twee hoekpinakels. De<br />
parterrevensters in de rechterzijgevel zijn voorzien van lekdorpels van rode profielsteen en<br />
worden ontlast door strekken met gecementeerde aanzet- en sluitstenen, de laatste met<br />
diamantkopmotief. Links van het middelste vensterpaar zijn boven elkaar twee muurankers<br />
aangebracht (de vensters/deuren in de linkerzijgevel zijn niet oorspronkelijk).<br />
In de achtergevel (N) bevinden zich halverwege twee muurankers boven elkaar en<br />
rechtsboven een klein tweeruits venster.<br />
Waardering<br />
Het voormalige café "De Koffiemolen" is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en<br />
architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard dorpscafé uit het eerste kwart
van de 20ste eeuw, opgetrokken in art-nouveaustijl. Vanwege de beeldbepalende situering op<br />
een kruispunt is het gebouw tevens ruimtelijk van belang.
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-003<br />
Adres: Huygendijk 14-16<br />
1703 RH <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
O 190
Inleiding<br />
In de zuidwesthoek van de <strong>Heerhugowaard</strong> en onderaan de Huygendijk gesitueerd voormalig<br />
POLDERHUIS dat tussen 1790 en 1908 zijn huidige vorm kreeg. Het in mei 1999 grotendeels<br />
gesloopte middengedeelte van het polderhuis diende als vergaderzaal voor het polderbestuur<br />
van de <strong>Heerhugowaard</strong>. Links van de vergaderzaal werd in 1869 voor de polderbaas een<br />
vrijstaand woonhuis van twee bouwlagen gebouwd dat naderhand (vermoedelijk in 1908)<br />
naar voren is verlengd en aansloot tegen het naar links verlengde middendeel. De bouw van<br />
het woonhuis werd in eigen beheer uitgevoerd door het aanbesteden van de levering van de<br />
benodigde bouwmaterialen (op 21 april 1869, tegelijkertijd met de jaarlijkse aanbesteding van<br />
de overige voor de polder benodigde materialen) en door het inhuren van werklui. 1 Uit de<br />
bewaarde maandstaten van gedane werkzaamheden en uitbetaalde arbeidslonen over 1869<br />
blijkt dat in de periode mei-juli 8 tot 12 man werkzaam waren en in de periode augustusoktober<br />
2 of 3 man (achter elke naam wordt het aantal gewerkte uren, het uurloon en het<br />
salaris vermeld). De huidige eigenaar van het polderhuis kwam tijdens een verbouwing van de<br />
woning een plank tegen met het opschrift "Den 11 October A 1869/ Willem Joon oud 28<br />
jaren". Diezelfde naam wordt ook meermalen in de maandstaten genoemd. De voor- en<br />
rechterzijgevel van de schuur zijn in de jaren '80 vernieuwd.<br />
N.B. Hoewel het middengedeelte van het polderhuis thans (mei 1999) grotendeels gesloopt is,<br />
wordt dit mede uit historisch oogpunt omschreven in de toestand tijdens de opname in januari<br />
1999.<br />
Omschrijving<br />
Op samengesteld grondplan opgetrokken gebouw bestaande uit een groot rechthoekig volume<br />
(8,5 m breed en 17,5 m diep) van twee bouwlagen onder twee evenwijdige schilddaken en<br />
tegen de rechterzijgevel hiervan een L-vormig volume van één bouwlaag onder twee haakse<br />
zadeldaken. Alle dakvlakken zijn gedekt met zwarte geglazuurde Hollandse pannen<br />
uitgezonderd het rechterzijschild van het schuurgedeelte rechts waarop gesmoorde Hollandse<br />
pannen liggen. De zijgevels van de schuur zijn samengesteld uit brede gepotdekselde delen.<br />
De achtergevel van het schuurgedeelte is evenals de aansluitende achtergevel van het<br />
dwarsgeplaatste middendeel en het uit 1859 daterende woonhuis links opgetrokken in<br />
bruinrode handvormsteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg. Het naderhand<br />
aangebouwde voorste gedeelte van het woonhuis is gemetseld in rode machinale waalsteen in<br />
kruisverband met snijvoeg (deels platvol vernieuwd). Het woonhuis heeft een gepleisterde<br />
plint. De voorgevel van het middendeel is grotendeels opgetrokken in oranjerode<br />
handgevormde drielingen in kruisverband met snijvoeg en onderaan gepleisterd. Blijkens<br />
aanwezige verfresten was dit pleisterwerk vroeger geblauwd. Het rechter gedeelte van de<br />
voorgevel van het middendeel is gemetseld in rode machinale drielingen in kruisverband met<br />
snijvoeg; het metselwerk van het linker gedeelte is identiek aan dat van het aangebouwde<br />
voorste deel van het woonhuis. Ter hoogte van de scheiding tussen dit linker- en het<br />
middendeel staat op de nok een rechthoekige schoorsteen van bruinrode baksteen. Achteraan<br />
op de nok van het schuurgedeelte staat een vierkante schoorsteen van rode handvormsteen.<br />
De dakgoten rond het gebouw zijn niet meer oorspronkelijk (thans mastgoten van<br />
asbestcement).<br />
De voorgevel (W) van het middendeel telt drie naderhand ingezette zesruits schuifvensters<br />
(XXB) die bovenaan geflankeerd worden door eveneens naderhand aangebrachte<br />
palmetankers. In het rechter gedeelte bevindt zich een kussendeur onder een gesneden<br />
bovenlicht waarin een amandelvorm geflankeerd door vier pijlpunten. Ter plaatse van de<br />
nieuwe zesruiter in het aangebouwde linker gedeelte van het middendeel bevond zich een<br />
geloogd zesruits schuifvenster als nog aanwezig in de achtergevel van hetzelfde deel.<br />
RAA, archief polder <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nrs. 638b en 642a.
Verder telt de achtergevel (O) van het middendeel drie dubbele glasdeuren met tweeruits<br />
bovenlicht en in elke deurvleugel een drieruits raam (vóór deze deuren was vroeger een<br />
veranda). Links van de deuren bevinden zich twee kleine vensters boven elkaar waarvan de<br />
bovenste de achterliggende opkamer verlicht en de onderste de kelder daaronder.<br />
De ten opzichte van het middendeel licht risalerende voorgevel (W) van het woonhuis heeft op<br />
de begane grond drie geloogde deuropeningen waarvan de linker naderhand vergroot is (de<br />
deuren zijn vernieuwd). Middenboven bevindt zich een getoogde dubbele paneeldeur met<br />
bovenin elke deurhelft een vierruits raam.<br />
De zijgevels van het woonhuis zijn voorzien van muurankers ter hoogte van de<br />
verdiepingsvloer en een uitkragende rollaag onder de (grotere) verdiepingsvensters die zich<br />
voortzet in de achtergevel. In het jongere rechter deel van de linkerzijgevel (N) bevinden de<br />
muurankers halverwege de begane grond (de ankers ter hoogte van de verdiepingsvloer zijn<br />
verwijderd). Iets hoger telt dit muurdeel drie getoogde drieruits tuimelraampjes van gietijzer.<br />
Het gepleisterde muurvlak rechtsonder markeert de plaats van een verdwenen buitenplee. Het<br />
oorspronkelijke gedeelte van de linkerzijgevel telt vijf kleine tweeruits vensters: boven drie en<br />
rechts beneden twee. De rechterzijgevel van het woonhuis heeft links een deur (XXb) met<br />
bovenlicht en is verder voorzien van vijf getoogde vensters (oorspronkelijk zesruits<br />
schuif vensters): één boven de deur, en zowel rechts van de deur als rechts in de gevel een<br />
vensteras met op beide bouwlagen een venster. De twee parterrevensters worden omlijst<br />
door een vanaf het maaiveld uitgemetseld muurvlak dat ter weerszijden van de verdwenen<br />
wisseldorpel voorzien is van een gecementeerde lijstje en boven de ontlastingsboog van het<br />
venster bekroond wordt door een gecementeerde kroonlijst. Zowel de vensters in deze gevel<br />
als in de achtergevel van het woonhuis worden ontlast door een segmentboog.<br />
De achtergevel (O) van het woonhuis kent een symmetrische opzet met zowel links als rechts<br />
op de parterre twee gekoppelde en getoogde zesruits schuiframen (in de twee linker ramen<br />
ontbreken de roeden) en op de verdieping een geloogd negenruits schuifvenster. De twee<br />
parterrevensters worden op vergelijkbare wijze omlijst als in de rechterzijgevel.<br />
In de voorgevel (W) van de schuur bevonden zich twee twaalfruits vaste ramen als in de<br />
huidige voorgevel (en onderaan vier kleine vensters waarvan de functie onduidelijk is). De<br />
houten bovengevel was vroeger uitgevoerd als een tuitgevel van brede staande delen waarin<br />
een opgeklampte deur met drieruits bovenlicht.<br />
In de linkerzijgevel (N) van de schuur bevinden zich twee opgeklampte deuren waarvan de<br />
linker bovenin beide deurhelften een ruitvormig vierruits raam heeft (de vensters in de<br />
rechterzijgevel van de schuur zijn niet oorspronkelijk).<br />
De in het verlengde van de achtergevel van het middendeel gelegen achtergevel (O) van de<br />
schuur heeft links een zesruits schuifvenster en rechts hiervan een paneeldeur met bovenlicht.<br />
Het interieur van de schuur en de achterliggende keuken verkeert nog gedeeltelijk in de<br />
oorspronkelijke staat. De schuur heeft een onbeschoten sporenkap. Naar verluidt was de<br />
schuurvloer vroeger bestraal met gele klinkertjes. Vanuit de schuur geefl een<br />
spiegelbeklampte deur toegang tot de achter de genoemde kussendeur gesitueerde vestibule.<br />
Dil vertrek heefl een vloer van brede delen, een wille tegellambrisering en een balkenplafond<br />
mei geprofileerde sleutelstukken (ojief prof iel). Tussen de hal en de achlergevel bevindl zich<br />
een (dichtgestort) keldertje mei opkamer. De voormalige keuken rechtsachter is vanuil de<br />
vestibule bereikbaar via een spiegelbeklampte deur. De twee plafondbalken in de keuken<br />
rusten op wandsiijlen voorzien van (ongeprofileerde) korbelen. Tegen de westmuur van de<br />
keuken staal een breed gemelseld fornuis waarin meerdere uilgespaarde ronde galen voor de<br />
kookpollen en pannen en waarboven een gepleisterde hangboezem met een rijke kroonlijst (de<br />
witbelegelde achterwand is nog gedeeltelijk inlaci). Rechls van de hangboezem bevindl zich<br />
een bovenkaslje mei dubbele deur. Een paneeldeur in de noordwand van de vestibule geefl<br />
6
toegang tot de voormalige vergaderzaal in het middendeel. De wanden van de rechthoekige<br />
zaal worden geleed door paarsbruin gemarmerde lisenen waarop een dito omgaande kroonlijst<br />
rust met gesneden bladmotieven. De zaal heeft een houten vloer en een door vier trekstangen<br />
versterkt gestuct spiegelgewelf voorzien van een ronde ventilatieopening waarin zes<br />
gesneden bladmotieven in radiaalvorm. Tegen de noordwand bevond zich een schouw.<br />
Het woonhuis links is inwendig verbouwd. Het vertrek tussen de vergaderzaal en het<br />
woonhuis heeft een wandbetimmering van brede staande delen, een enkelvoudig<br />
balkenplafond en tegen de zuidwand een schouw waarnaast een kast.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
merendeels gaaf bewaard gebleven voormalig polderhuis van de <strong>Heerhugowaard</strong> daterend uit<br />
het laatste kwart van de 18de eeuw met een aangebouwde dienstwoning voor de polderbaas<br />
uit het derde kwart van de 19de eeuw.
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-004<br />
Adres: Huygendijk 17<br />
1703 RG <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 2500
Inleiding<br />
Aan de noordzijde van de Huygendijk gelegen voormalig GEMAAL van de polder<br />
<strong>Heerhugowaard</strong> daterend uit 1877. Het gemaal werd in eigen beheer gebouwd onder leiding<br />
van de toenmalige polderbaas J. Leguit die het bestek schreef en het gebouw vermoedelijk<br />
ook heeft ontworpen. 2 Het door de ijzergieterij "De Prins van Oranje" te 's Gravenhage<br />
geleverde bemalingswerktuig bestond uit twee vijzels met een doorsnede van 2,05 m, ieder<br />
aangedreven door een ééncilinder condenceerende stoommachine van 60 p.k., waarbij de<br />
benodigde stoom geleverd werd door drie stoomketels 3 . De aanleiding om van wind- op<br />
stoombemaling over te gaan was de overvloedige regenval in de winter van 1874-1875<br />
waardoor een groot deel van de polder ruim 5 weken onder water stond 4 . In de vergadering<br />
van 2 december 1876 besloot het polderbestuur een stoomgemaal te bouwen aan de<br />
Oostertocht op de plaats van vijzelmolen nr. 25. Om de bouw te kunnen bekostigen werd een<br />
lening van <strong>10</strong>0.000,- aangegaan. In 1889 werd de capaciteit van het gemaal vergroot door<br />
bijplaatsing van een centrifugaalpomp aangedreven door een direct gekoppelde compound<br />
stoommachine met ketel (dezelfde leverancier als in 1877). 5 Om de nieuwe machines te<br />
kunnen plaatsen werd het gebouw naar ontwerp van architect Goldberg vergroot,<br />
vermoedelijk door het aan beide kanten te verlengen (deze aanbouwen met lessenaardak zijn<br />
opgetrokken in machinale baksteen en niet zoals het overige muurwerk in handvormsteen).<br />
Het werk werd gegund aan aannemer J. Oldenburg uit Bergen die met ƒ16.800,- als één na<br />
laagste inschrijver uit de bus kwam had. 6 Wegens het hoge kolenverbruik liet het<br />
polderbestuur in 1906 de ingenieurs W.C. en K. de Wit onderzoek doen naar de toestand van<br />
het stoomgemaal met als doel het en hoe het hoge kolenverbruik terug te dringen. Op hun<br />
advies werden binnen het bestaande gebouw de twee stoommachines met vijzels vervangen<br />
door nieuwe met centrifugaalpompen en twee ketels door nieuwe met een grotere capaciteit.<br />
In 1935 werd het gemaal omgebouwd tot dieselgemaal. Een olietekort als gevolg van de<br />
Tweede Wereldoorlog dwong het polderbestuur reeds zes jaar later over te gaan tot<br />
electrificatie van het gemaal. In de periode 1957-1960 werd het ketelhuis in het rechter<br />
gedeelte van het gemaal verbouwd tot vergaderzaal met (achterin) kluis en toiletgroep, en<br />
werd aansluitend achter de voorgevel een vestibule en een keuken gerealiseerd (in eigen<br />
beheer uitgevoerd naar ontwerp van het "Adviesbureau voor polderbemalingen J. v.d.<br />
Boogaard te Aalsmeer"). 7 De bestaande dubbele paneeldeur in het midden van de voorgevel<br />
maakte hierbij plaats voor een keukenvenster en de vensters ter weerszijden werden<br />
2 In de notulen van de vergadering van het polderbestuur van 12 december 1876 (RAA, archief polder <strong>Heerhugowaard</strong>,<br />
inv.nr. 26) staat over de bouw het volgende: "Voorts werd de polderbaas gemachtigd tot het aankopen van de<br />
benoodigde gereedschappen voor de bouw der machine alsmede om een bestek te maken en die de Heere Conyn,<br />
Jansen, Graftdyk en de Wit (houtleveranciers, JVDL) toetezenden van het benoodigde damhout en het hout van de<br />
fundeering, en de steenen kalk, en Cement aan te koopen by Stoel te Alkmaar alsmede ook bij Geveke aldaar. Hierna<br />
werd besloten om P. Leguit by den bouw die machine te gebruiken als onderopzigter tegen een loon van / <strong>10</strong>,-- per<br />
week, en dat het volk by de uitvoering zullen worden gebruikt wanneer dat noodig is waarvoor hun alsdan een verhoogd<br />
loon zal worden uitbetaald".<br />
3 RAA, archief polder <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 41 (ingekomen stukken 1906-19<strong>10</strong>), in opdracht van het polderbestuur<br />
opgesteld onderzoeksrapport van de ingenieurs W.C. en K. de Wit d.d. 7-4-1906 waarin de bestaande toestand van het<br />
stoomgemaal wordt omschreven evenals hoe op de hoge bemalingskosten te bezuinigen. De naam van de leverancier<br />
van de stoommachines blijkt uit de notulen van de vergadering van het polderbestuur van 24-4-1878: "Werd besloten de<br />
Directie van de Maatschappy Yzergietery de Prins van Oranje te 's Gravenhage te berigten dat zy over de derde termyn<br />
van de aannemingsom kunnen disponeren alsmede dat de machines naar genoegen werken."(RAA, archief polder<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr.26)<br />
4 J. Belonje, De Heer-hugawaard (1629-1929); een geschiedenis van den polder, Alkmaar, Van Putten & Oortmeijer,<br />
1929<br />
5 RAA, archief polder Heerhugoward, inv. nr. 41, rapport W.C. en K. de Wit d.d. 07-04-1906<br />
RAA, archief polder <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 26, vergadering d.d. 1-6-1889<br />
<strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3853
vervangen door een dubbele deur waarvan de rechter toegang geeft tot de vestibule en de<br />
linker tot de machinehal. In de achtergevel kwamen onder meer twee wc-ramen. In 1979<br />
werd het rechter gedeelte van het gemaal in opdracht van de Stichting Huygen-Dyck<br />
verbouwd tot poldermuseum. 8 Tot de ingebruikname van het naastgelegen nieuwe gemaal in<br />
1996 heeft het pand als gemaal dienst gedaan. In 1999 vond een inwendige verbouwing<br />
plaats om het gebouw naast poldermuseum geschikt te maken als trouwzaal.<br />
De schoorsteen rechts achter het gemaal is gesloopt.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan opgetrokken gemaal van één bouwlaag bestaande uit een<br />
hoofdvolume onder twee langgerekte en evenwijdige schilddaken waarop gesmoorde<br />
Hollandse pannen, en in het verlengde van dit dwarsgeplaatste hoofdvolume, tegen beide<br />
kopse zijgevels een aanbouw onder een flauwhellend lessenaardak (met asbestcement<br />
golfplaten) dat bovenaan aansluit tegen de dakvoet van de genoemde schilddaken. De<br />
buitengevels zijn opgetrokken in bruinrode handvormsteen waalformaat in kruisverband met<br />
snijvoeg en voorzien van een plint. Voor het opgaande muurwerk van de aanbouwen is echter<br />
bruinrode machinale waalsteen toegepast. De zijgevels (van de aanbouwen) hebben een<br />
getrapt uitgemetselde bovenrand van gele verblendsteen waarop een gietijzeren lijstgoot rust.<br />
Bovenaan de voor- en achtergevel (van het hoofdvolume) bevindt zich een grotere (houten)<br />
lijstgoot op geprofileerde gootklossen.<br />
De symmetrische voorgevel (2) wordt geleed door drie spaarvelden met kwartronde<br />
bovenhoeken: twee grote liggende velden waartussen een smal veld (waarin oorspronkelijk<br />
een dubbele paneeldeur). Van de drie vensters in elk liggend spaarveld resteren de middelste<br />
en de buitenste. Deze zijn vernieuwd met behoud van de oorspronkelijke roedenverdeling<br />
(twee zesruits onderramen met vierruits bovenlichten). De aanbouwen hebben aan de<br />
voorzijde een hoekliseen die vermoedelijk evenals achter overgaat in een uitgemetselde<br />
bovenrand waarin schootankers (ter plaatse van de dubbele deur in beide aanbouwen bevond<br />
zich blijkens oude ansichten een getoogd venster waarin een meerruits raam met x-vormige<br />
roedenverdeling).<br />
Beide zijgevels zijn voorzien van schootankers onder de genoemde uitkragend gemetselde<br />
bovenrand en hoeklisenen. De rechterzijgevel (O) wordt door een middenliseen in twee<br />
traveeën onderverdeeld, elk met een getoogd bovenlicht (valraam) waarin twee x-vormige<br />
roeden naast elkaar. Links bevindt zich een getoogde deur. De linkerzijgevel (W) had rechts<br />
een getoogd venster als in de voorzijde van de aanbouw (thans twee achtruits liggende vaste<br />
ramen en links hiervan een vernieuwde deur).<br />
De hoge achtergevel (N) van het hoofdvolume is voorzien van een hoge plint en wordt vanaf<br />
2/5 muurhoogte op dezelfde wijze geleed als de voorgevel. In het rechter spaarveld bevinden<br />
zich twee grote getoogde vensters waarin een vast zestienruits onderraam met brede middenroede<br />
en een getoogd bovenlicht in de vorm van een een twaalfruits valraam, eveneens met<br />
brede middenroede. Het middelste spaarveld is blind. In het linker spaarveld zijn twee dichtgezette<br />
halfronde vensters zichtbaar (de drie huidige vensters dateren uit XXc). De uitbouwen<br />
hebben aan de achterzijde een 20-ruits vast raam en een hoekrisaliet die overgaat in een<br />
uitgemetselde bovenrand waarin schootankers. In de hoge plint bevinden zich links twee<br />
dichtgezette ronde muuropeningen, onder het middelste spaarveld een halfronde inlaat, rechts<br />
een tweede dito inlaat, waarnaast een grotere derde inlaat.<br />
In het meermalen verbouwde interieur bevindt zich links van het midden een machinehal met<br />
in het midden van beide zijmuren een brede rechthoekige muuropening waarachter een deels<br />
met hout omtimmerde machinekamer. In elke machinekamer staat een centrifugaalpomp met<br />
electromotor opgesteld. De centrifugaalpompen zijn blijkens opschrift in 1907 vervaardigd<br />
door de Firma Pannevis & Zoon te Utrecht, de electromotoren in 1941 door Smit<br />
Ibidem<br />
<strong>10</strong>
Electrotechnische industrie in Slikkerveer. In de machinehal hangen vijf zwartglazen<br />
gedenkplaten die in vergulde letters de belangrijkste veranderingen aan het gemaal vermelden.<br />
De oudste hangt tegen de achterwand en heeft als opschrift "STOOMGEMAAL VAN DEN<br />
POLDER/ "HEERHUGOWAARDV IN HET JAAR 1907 VERNIEUWD/ ... [de namen van het<br />
polderbestuur]/ DOOR DE NAAML.VENN. "FABRIEK VAN STOOMKETELS EN WERKTUIGEN/<br />
V/H [voorheen] H & J. SUYVER TE AMSTERDAM/ T. KOOLHAAS - ADVISEUR/ C. MOEYES -<br />
OPZICHTER./ BOUVY-DORDT". De gedenkplaat boven de rechter centrifugaalpomp vermeldt<br />
"POLDER HEERHUGOWAARD/ 1935/ OMGEBOUWD TOT RUWOLIEGEMAAL/ ... [de namen<br />
van het polderbestuur]/ W. WIJTE - OPZICHTER/ ADVISEURS:/ IR. C.G. V. STEENIS & J.<br />
V.D. BOOGAARD". Rechts hiervan hangt een plaat met als opschrift "IN HET JAAR 1961<br />
WERD OP FEESTELIJKE WIJZE IN GEBRUIK GENOMEN/ EEN VERGADERZAAL, GESTICHT IN<br />
DIT GEBOUW, EN GEHEEL DOOR EIGEN/ PERSONEEL TOT STAND GEBRACHT, ONDER HET<br />
BESTUUR VAN:/ ... / M.A. MAGIELSEN - OPZICHTER/ J. V.D. BOOGAARD EN J. DE HAAN -<br />
ADVIESBURO". De gedenkplaat boven de linker centrif ugaalpomp vermeldt "POLDER<br />
HEERHUGOWAARD/ 1941/ DOOR OORLOGSOMSTANDIGHEDEN GEDWONGEN/ IS DIT<br />
GEMAAL GEëLECTRIFICEERD/ ONDER HET BESTUUR VAN/ .../ W. WIJTE. - OPZICHTER/ J.<br />
V.D. BOOGAARD. - ADVISEUR." Rechts hiervan hangt de jongste gedenkplaat "IN HET<br />
JAAR 1972 WERD EEN AANVANG GEMAAKT MET DE AUTOMATISERING/ VAN DE<br />
BEMALING, GEVOLGD DOOR DE BOUW VAN EEN NIEUWE KROOSBRUG/ MET<br />
KROOSHEKREINIGINGSINSTALLATIE, VOLTOOID IN 1975/ ONDER HET BESTUUR EN DE<br />
MEDEWERKING VAN:/ [naast de bestuursleden worden ook de hoofdingelanden, de<br />
machinist-opzichter en de vier medewerkers genoemd]/ J. V.D. BOOGAARD EN J. DE HAAN -<br />
ADVIESBURO/ W. EGAS, LANDUSTRIE - AANNEMERS". In de bergruimte tussen de rechter<br />
machinekamer en de achtergevel zijn de twee kappen zichtbaar. Deze ziende kappen (in de<br />
gemoderniseerde overige vertrekken door verlaagde plafonds aan het oog onttrokken) zijn<br />
uitgevoerd als met brede delen beschoten gordingenkappen. Het vertrek onder het rechter<br />
lessenaardak diende naar verluidt voor de opslag van kolen (de bestrating van oude<br />
straatstenen dateert uit 1979).<br />
Waardering<br />
Het poldermuseum is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als merendeels gaaf bewaard poldergemaal daterend uit het vierde kwart van de<br />
19de eeuw en als voormalig gemaal van de polder <strong>Heerhugowaard</strong>. Daarnaast is het gebouw<br />
ruimtelijk van belang vanwege de beeldbepalende ligging tussen de Huygendijk en het lager<br />
gelegen polderland.<br />
11
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-005<br />
Adres: Jan Glijnisweg 15<br />
1703 R L <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 281<br />
12
Inleiding<br />
Aan de noordwestzijde van de Jan Glijnisweg gelegen KOP-ROMPBOERDERIJ uit 1925. Deze<br />
boerderij werd gelijktijdig met de identieke naastgelegen boerderij Jan Glijnisweg 13 gebouwd<br />
in opdracht van landbouwer K. van Langen voor één van zijn zonen. 9 Aris Groot,<br />
bouwkundige te <strong>Heerhugowaard</strong> en tevens gemeente-opzichter, tekende voor het door<br />
neorenaissance en art nouveau beïnvloede ontwerp. De bouw was in handen van de<br />
plaatselijke aannemer P. Bot.<br />
In de jaren '70 is de rechterzijgevel van het stalgedeelte vernieuwd.<br />
N.B. De twee moderne dakkapellen boven het woongedeelte maken geen deel uit van de<br />
bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwde kop-rompboerderij bestaande uit een relatief<br />
ondiep woongedeelte van één bouwlaag met zadeldak waarachter een breder en enigszins<br />
hoger staldeel van één bouwlaag onder een zadeldak met achterschild. Beide daken hebben de<br />
nokrichting haaks op de weg en een dekking van gesmoorde muidenpannen. De buitengevels<br />
zijn boven een plint rode machinale waalsteen in kruisverband met platvolle voeg opgetrokken<br />
in dito baksteen in halfsteens verband met gesneden stootvoegen en platvolle lintvoegen. De<br />
door rechte wind veren beëindigde voorgevel wordt verlevendigd door banden van gele<br />
verblendsteen ter hoogte van de onder- en bovendorpels van de parterre- en<br />
verdiepingsvensters. De soberder zij- en achtergevels hebben op halve hoogte muurankers en<br />
bovenaan een kunststof mastgoot (vroeger houten blokgoten).<br />
In het midden van de symmetrische voorgevel (ZO) bevindt zich een portiek en ter<br />
weerszijden twee schuifvensters. De via twee betonnen treden bereikbare portiek heeft een<br />
vloer van rode en gele tegels en een originele voordeur onder een bovenlicht. De voordeur is<br />
uitgevoerd als paneeldeur met bovenin een raam met geloogde boven- en onderrand en<br />
hieronder een getoogd draairaampje. Beide ramen zijn beglaasd met geel kathedraalglas.<br />
Zowel de portiek als de schuifvensters worden ontlast door segmentbogen met onderin gele<br />
verblendsteen. De hoogvelden boven de vensters zijn betegeld met gele en blauwe<br />
geglazuurde tegeltjes in schaakbordpatroon. Tussen de segmentbogen bevinden zich<br />
muurankers ter hoogte van de zoldervloer. De eerste verdieping heeft in het midden een groot<br />
driedelig venster onder een brede segmentboog als genoemd. Ter weerszijden van dit venster<br />
bevindt zich een lager tweedelig venster onder een strek waarin eveneens gele verblendsteen.<br />
De driehoekige top van de voorgevel is bekleed met staande vellingdelen. Beneden dit houten<br />
schot is de gevel voorzien van twee muurankers.<br />
De boven het voorste zadeldak uitstekende brandmuur tussen het woon- en stalgedeelte heeft<br />
bovenin een klein vierruits rondvenster van gietijzer. Deze brandmuur wordt evenals de<br />
voorgevel afgesloten door rechte windveren.<br />
In de rechterzijgevel (NO) van het woongedeelte bevindt zich van links naar rechts een<br />
dichtgezet wc-raampje, een keldervenster (valraam), een schuifvenster, en een dichtgezette<br />
deur. De vernieuwde rechterzijgevel van het stalgedeelte telt nog drie oorspronkelijke<br />
geloogde gietijzeren stalvensters (tuimelramen).<br />
De linkerzijgevel (ZW) van het staldeel telt vier geloogde gietijzeren stalvensters (de deur<br />
rechts is in XXd aangebracht). Het woongedeelte heeft in de linkerzijgevel twee moderne<br />
liggende vensters.<br />
In de achtergevel (NW) bevindt zich van links naar rechts een terugliggende dichtgezette<br />
darsdeur, twee getoogde gietijzeren stalvensters, en een opgeklampte staldeur met drieruits<br />
bovenlicht. Twee lage dichtgezette muuropeningen ter hoogte van de twee stalvensters<br />
wijzen erop dat de korte regel naderhand in gebruik is geweest als varkensstal.<br />
g<br />
R.A.A., secretarie-arcief gmeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 133, bouwaanvraag feb. 1926<br />
13
De indeling van de woning is afgezien van de middengang, de (slaap)kamer rechtsvoor en de<br />
achterliggende betonnen kelder gewijzigd. In de achterwand van de kamer rechtsvoor<br />
bevinden zich drie paneeldeuren waarachter van links naar rechts twee legkasten en een<br />
voormalige doorgang. De meeste deuren op de begane grond zijn nog oorspronkelijk en<br />
uitgevoerd als een paneeldeur met bovenin drie liggende ramen voorzien van kathedraalglas.<br />
Een sobere trap met onderaan een kwart leidt naar de verbouwde zolder.<br />
Het stalgedeelte verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en is voorzien van een<br />
uit ronde vierkantstijlen samengesteld rechthoekig vierkant met aan de achterzijde een<br />
overstek. Tot aan de dekbalken van het vierkant is het dak beschoten met brede staande<br />
delen; daarboven zijn de pannen met riet onderschoten. Rond het vierkant bevindt zich een<br />
blauwgeverfde wand van brede staande delen waarin een opgeklampte deur naar de lange<br />
regel links van het vierkant. De lange regel heeft evenals de korte regel middenachter een<br />
betonnen stalvloer en een enkelvoudige zolderbalklaag bevloerd met brede delen. De<br />
verhoogde koestand van de lange regel wordt in vijf vakken verdeeld door vier houten stijlen<br />
die door ijzeren buizen met de wand zijn verbonden. Per vak konden twee koeien gestald<br />
worden. De korte regel bood plaats aan vier koeien, waarmee het oorspronkelijke aantal<br />
koeien op maximaal veertien komt. Om meer vee te kunnen houden is de dars rechtsachter in<br />
de jaren '70 verbouwd tot koestal.<br />
Waardering<br />
De boerderij is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels<br />
gaaf bewaard gebleven kop-rompboerderij uit de jaren '20 van de 20ste eeuw.<br />
14
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-006<br />
Adres: Jan Glijnisweg 30<br />
1703 RL <strong>Heerhugowaard</strong><br />
/\<br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 540<br />
15
Inleiding<br />
Op een ruim perceel aan de zuidoostzijde van de Jan Glijnisweg gesitueerd rooms-katholiek<br />
KERKGEBOUW uit 1922-1923 met bijbehorende PASTORIE uit dezelfde tijd. De aan de H.<br />
Familie gewijde kerk en de rechts hiervan gelegen pastorie werden gebouwd door de<br />
plaatselijke aannemer P. Bot naar ontwerp van de Haagse architect J.F. Klomp (1866-<br />
1946). <strong>10</strong> Opdrachtgever was het kerkbestuur van de nieuw opgerichte parochie van de H.<br />
Familie te <strong>Heerhugowaard</strong>. Oorspronkelijk zou de kerk een veertig meter hoge fronttoren<br />
krijgen, maar deze kwam wegens bezuinigingen te vervallen. De eerste steen voor de in<br />
neogotische stijl gebouwde kerk werd gelegd op 29 juni 1922 door deken M.P.A. Ooms van<br />
Alkmaar. Links tegen de linkerzijgevel werd in 1946-1947 een ketelhuis met kolenbergplaats<br />
aangebouwd. In 1966 zijn de kerk en pastorie ingrijpend verbouwd. De kerk kreeg middenvoor<br />
een door de Amsterdamse architect Fr. Boogers ontworpen moderne portaaluitbouw<br />
waarboven een open klokkenstoel met twee luidklokken (Aagje en Adriaan genaamd naar hun<br />
schenkers). De gotische tracering in de vensters van de zijgevels van de kerk was reeds<br />
eerder vervangen door een moderne betonnen variant. De pastorie werd naar ontwerp van de<br />
Alkmaarse architect W.E.J. Doedens ingrijpend verbouwd waarbij onder meer dakopbouwen,<br />
erkers verdwenen en de vensterindeling grondig gewijzigd werd (oorspronkelijk merendeels<br />
series van drie of vijf gekoppelde vensters met zes- of negenruits bovenlichten).<br />
Omschrijving<br />
Driebeukige kruiskerk onder één samengesteld dak waarin de lagere zadeldaken van de korte<br />
transeptarmen insnijden. De door twee veelhoekige zijkapellen met dito dak geflankeerde<br />
koorpartij is enigszins smaller en lager dan het schip en voorzien van een vierzijdige<br />
koorsluiting waarboven op het nokeinde een zeszijdige dakruiter. De laatste heeft een<br />
ingesnoerde zeskante spits gedekt met leien en bekroond door een vergulde bol waarop een<br />
kruis. Alle genoemde dakvlakken zijn gedekt met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Op<br />
het nokeinde boven de voorgevel staat een witgepleisterd klokkentorentje voorzien van een<br />
spitsboogopening waarin een kleine klok en een zadeldakje dat gedekt is met gesmoorde<br />
romaanse pannen en bekroond wordt door een kruis. De buitengevels zijn opgetrokken in<br />
gepleisterde baksteen en witgeverfd boven een donkergrijze plint. Bovenaan hebben de<br />
horizontaal beëindigde gevelvlakken een sterk uitkragende lijst waarlangs een zinken<br />
mastgoot. Het muurwerk wordt rondom geleed door steunberen die op circa tweederde<br />
hoogte inspringen en daar evenals bovenop afgedekt zijn met gesmoorde romaanse pannen.<br />
In de sobere en blinde voorgevel (NW) is de driebeukige opzet van het interieur met een breed<br />
middenschip en smalle zijbeuken herkenbaar doordat het middenschip enigszins risaleert en<br />
door steunberen gescheiden wordt van de zijbeuken. Dit effect wordt versterkt doordat boven<br />
de zijbeuken het dak met een klein voorschild inspringt. Bovenin de door overhoekse<br />
steunberen geflankeerde voorgevel bevindt zich een uitgemetseld kruis van forse afmetingen.<br />
Rechts van de moderne portaaluitbouw zijn boven elkaar drie zwartgeverfde hardstenen<br />
gedenkstenen ingemetseld ter herinnering aan drie gesneuvelde militairen uit de parochie:<br />
Antoon Sijs, overleden op <strong>10</strong> mei 1940, Jan Does en Simon Brink. De twee laatsten vielen in<br />
Indonesië op 23 augustus respectievelijk 19 december 1947.<br />
De zijbeuken worden evenals beide transeptgevels door een steunbeer in twee traveeën<br />
geleed met in elke travee een spitsboogvenster. De spitsboogvensters in de als puntgevel<br />
uitgevoerde transeptgevels zijn hoger. Bovenin de door overhoekse steunberen geflankeerde<br />
transeptgevels bevindt zich een gedrukt spitsboogvenster waarin blank kathedraalglas. De aan<br />
het transept grenzende zijbeuktraveeën hebben een blinde biechtstoeluitbouw met<br />
lessenaarsdak (hierop lagen vroeger pannen). Voorbij de transeptarmen zet de zijbeuk zich met<br />
één travee voort waarin eveneens een spitsboogvenster en waarboven het dak op dezelfde<br />
wijze inspringt als links en rechts boven de voorgevel. Tussen deze zijbeuktravee en de kapel<br />
<strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-arcief, perceelsdossier 2881.<br />
16
linksachter heeft de linkerzijgevel (NO) een tot het middenschip inspringend muurvlak waarin<br />
een spitsboogvenster. De achthoekige zijkapellen ter weerszijden van het koor hebben in elk<br />
van de vier vrijliggende zijden een spitsboogvenster voorzien van de oorspronkelijke gotische<br />
tracering in de kop en diagonaal glas in lood (lichtgeel, roze en wit kathedraalglas met een<br />
paarse bies). Het achtzijdige dak van de door een steunbeer verstevigde zijkapellen wordt<br />
bekroond door een zinken piron. De vier zijden van de koorsluiting worden door steunberen<br />
van elkaar gescheiden en zijn elk voorzien van een groot spitsboogvenster met<br />
gebrandgeschilderd glas, een middenstijl en een gotische tracering in de kop. Onderin de vier<br />
koorzijden en de aan het koor grenzende zijde van de zijkapellen bevindt zich een klein<br />
keldervenster met een gedrukte spitsboogvorm en draadglas.<br />
Het gepleisterde en witgesausde interieur van de kerk wordt onderverdeeld in een breed<br />
middenschip en twee zeer smalle zijbeuken, van elkaar gescheiden door pijlers waartussen<br />
spitsbogen. Ter plaatse van de ondiepe transeptarmen opent zich één grote spitsboog naar<br />
het middenschip. Het middenschip wordt overwelfd door drie zesdelige kruisribgewelven<br />
waartussen spitsboogvormige gordelbogen. De zijbeuken en transeptarmen hebben<br />
langgerekte ribgewelven met een rib in de lengte-as die zich aan de uiteinden splitst naar de<br />
hoekpunten. Boven de zijkapellen en de koorsluiting bevindt zich een straalgewelf. Het<br />
oorspronkeljke bankenplan is nog vrijwel intact: in het middenschip twee blokken sobere<br />
vurenhouten banken waartussen een middenpad en in de transeptarmen dito zijbanken. De<br />
zijbeuken fungeren als zijpad en hebben evenals de paden in het middenschip een granitovloer<br />
(wit/rood met zwarte buitenranden). Vooraan in het middenschip staan over de volle breedte<br />
twee marmeren communiebanken. Beide zijn bekleed met bruinroze marmer, afgedekt met<br />
beige kalksteen en geplaatst op een verhoging van zwartgroen marmer. In de voorkant van<br />
beide communiebanken bevinden zich vier nissen waarin een zwartgroen marmeren zuiltje met<br />
vergulde basis en kapiteel (de rechter bank is naderhand rechts ingekort ten behoeve van een<br />
doorgang waardoor de rechter nis ontbreekt). De nissen worden van elkaar gecheiden door<br />
terugliggende mozaïeken met symbolen en voorstellingen die op de communie betrekking<br />
hebben. Het middelste mozaïek van de rechter communiebank toont de mannaregen in de<br />
woestijn hetgeen ook blijkt uit het vergulde opschrift onderaan deze communiebank: "UWE<br />
VADERS HEBBEN HET MANNA GEGETEN IN DE WOESTYN EN ZYN GESTORVEN". Centraal<br />
in de linker communiebank staat het Laatste Avondmaal met als bijbehorende tekst "WIE DIT<br />
BROOD EET ZAL LEVEN IN EEUWIGHEID". De vroeger aan Maria gewijde rechter zijkapel is<br />
gewijzigd in een doopkapel waarbij het zijaltaar is verdwenen. In de aan Sint Jozef gewijde<br />
linker zijkapel staat nog wel het oorspronkelijke zijaltaar. Dit sobere witgepfeisterde altaar<br />
heeft een blad van beige kalksteen en is geplaatst op een marmeren verhoging. Op het via<br />
drie treden bereikbare verhoogde priesterkoor staat een gemoderniseerd hoofdaltaar. In de<br />
linker koorwand is een eerste steen ingemetseld van beige kalksteen met de volgende<br />
inscriptie "ME POSUIT/ REVs. PLUR. DOMs./ M.P.A. OOMS/ DECANUS ALCMARIENSIS/ DIE<br />
28 JUNII 1922." (de zeereerwaarde heer M.P.A. Ooms, deken van Alkmaar, heeft mij gelegd<br />
op 28 juni 1928). De vier gebrandschilderde koorramen tonen van links naar rechts de blijde<br />
Boodschap, de Heilige Familie, de aanbidding der Koningen en de vlucht uit Egypte. Alle vier<br />
ramen zijn geschilderd door H.A. Byvoet. De middelste twee dateren uit 1928, de door L.E.<br />
Nobel gebrande buitenste uit 1949. Het orgel op de vernieuwde orgelgalerij achterin de kerk is<br />
weinig bijzonder: een éénklaviers pneumatisch Vermeulenorgel.<br />
De rechts naast de kerk gesitueerde pastorie wordt met het kerkgebouw verbonden door een<br />
kort tussenlid van twee bouwlagen dat direct voor de zijkapel rechtsachter aansluit tegen het<br />
schip. De parterre van het tussenlid is aan de voorzijde enigszins uitgebouwd onder een<br />
lessenaarsdak. De pastorie heeft een nagenoeg rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen<br />
onder een samengesteld dak met een ruim overstek, een dekking van gesmoorde<br />
17
verbeterde Hollandse pannen en een geringere dakhelling dan het kerkdak. Boven het<br />
genoemde tussenlid zet het dak zich als zadeldak voort.<br />
Het buitenmuurwerk van de pastorie en het tussenlid sluit aan bij dat van de kerk:<br />
witgepleisterde baksteen boven een donkergrijze onderrand (een plint ontbreekt). De vensters<br />
en deuren in de buitengevels zijn niet meer oorspronkelijk.<br />
De risalerende rechter helft van de brede voorgevel (NW) van de pastorie heeft links ter<br />
hoogte van de verdieping een afgeschuinde hoek waarvoor een op een overhoekse console<br />
geplaatst beeld van Madonna met Kind onder een geschoord en eveneens overhoeks<br />
lessenaarsdakje gedekt met halfronde gesmoorde daktegels. In het terugliggende linker<br />
gedeelte van de voorgevel bevindt zich rechts de voordeur onder een luifel en een<br />
(oorspronkelijk hoger) bovenlicht.<br />
De thans vlakke rechterzijgevel (ZO) was oorspronkelijk voorzien van een parterre-uitbouw<br />
met driezijdig dak en, evenals de voorgevel, een karakteristieke dakopbouw.<br />
Het linker gedeelte van de achtergevel (ZO) risaleert. Deze gevelsprong zet zich niet zoals bij<br />
de voorgevel voort in het dak: het achterschild verspringt hier enkele meters rechts van de<br />
gevelsprong.<br />
Het interieur van de pastorie bevat nog enkele elementen uit de bouwtijd waaronder een hal<br />
met ruime bordestrap, op de eerste verdieping paneeldeuren waarvan de panelen een<br />
kruismotief vormen, en een via een rechte steektrap bereikbare wijn- en kolenkelder met<br />
gecementeerde vloer en wanden en een plafond bestaande uit stalen balken waartussen<br />
t rogge welfjes. De via een trap met bovenaan een kwart bereikbare zolder heeft een met brede<br />
staande delen beschoten kap.<br />
Waardering<br />
De kerk met bijbehorende pastorie is van algemeen belang uit architectuur- en<br />
cultuurhistorisch oogpunt als gedeeltelijk gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een<br />
neogotische kerk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw<br />
18
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-007<br />
Adres: Jan Glijnisweg 57<br />
1703 RK <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 2469<br />
19
Inleiding<br />
Op de hoek van de Jan Glijnisweg en de Rustenburgerweg gelegen STOLPBOERDERIJ<br />
genaamd "De Landman" (voorheen "De Rustenburg"). Deze grote stolp met dubbel vierkant<br />
en staart dateert uit de 17de of 18de eeuw. Vermoedelijk is het achterste vierkant naderhand<br />
(in XVIII) toegevoegd, aangezien de twee achterste vierkantstijlen minder zwaar zijn<br />
uitgevoerd en afwijkende poeren hebben. De sobere voorgevel en de linkerzijgevel dateren uit<br />
omstreeks 1900. Eind jaren '30 liet de toenmalige eigenaar Willem Appelman de<br />
rechterzijgevel op het linker gedeelte na vernieuwen 11 . Het interieur is nog grotendeels<br />
oorspronkelijk en onder meer voorzien van een uit de eerste helft vann de 19de eeuw<br />
daterende smuiger waarop dieren staan afgebeeld.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwde stolpboerderij van het Noord-Hollandse type onder een<br />
met gesmoorde Hollandse pannen gedekt schilddak met de noklijn haaks op de weg.<br />
Rechtsachter bevindt zich een staarteinde waarvan het zadeldak gedekt is met dito pannen<br />
(op het zuidwestelijke dakvlak liggen ook rode Hollandse pannen). De voor- en linkerzijgevel<br />
zijn boven een gecementeerde plint opgetrokken in bruinrode machinale waalsteen in<br />
halfsteens verband met gesneden stootvoegen.<br />
De door een kroonlijst beëindigde voorgevel (ZO) telt drie paar T-vensters. Tussen het<br />
middelste en rechter vensterpaar bevindt zich een vernieuwde voordeur met bovenlicht. De<br />
sobere voorgevel wordt verlevendigd door koppen van gele verblendsteen in de strekken<br />
boven de vensters en lekdorpels van groengeglazuurde profielsteen onder de vensters.<br />
Bovenin het voorschild staat een vierkante schoorsteen (in de jaren '80 van de 20ste eeuw<br />
vernieuwd).<br />
De linkerzijgevel (ZW) is voorzien van muurankers op halve gevelhoogte en telt vier geloogde<br />
gietijzeren stafvensters (ter plaatse van het moderne vierruits stolpraam rechts bevond zich<br />
een vijfde dito venster).<br />
Oorspronkelijk hadden de zijgevels een blokgoot op geprofileerde gootklampen (vervangen<br />
door PVC-mastgoten).<br />
Het linker gedeelte van de rechterzijgevel (NO) is boven een gecementeerde plint gemetseld in<br />
rode handvormsteen (formaat circa 18,5 x 3,5 cm) in kruisverband. Ter plaatse van het<br />
meerruits liggende venster (XXc) bevonden zich twee kleine T-vensters. Het vernieuwde deel<br />
van de rechterzijgevel is boven een gecementeerde plint opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in halfsteens verband met licht verdiepte voeg en telt zes zesruits liggende stalvensters<br />
van ijzer. Links bevindt zich een steunbeer (met ter weerszijden een vierruits<br />
keukenraampje uit XXd) en rechts, ter hoogte van het stalletje aan het einde van de lange<br />
regel, een tweetal kleine zesruits schuifvensters die naar verluidt vroeger ook op deze plek<br />
zaten. Dit laatste geldt ook voor de gietijzeren regenpijp met dito vergaarbak rechts op de<br />
hoek.<br />
De vernieuwde staartgevel (NW) heeft in het midden een opgeklampte staldeur en ter<br />
weerszijden een klein vierruits venster waarvan het rechter met tuimelraam. Rechts bevindt<br />
zich een schootanker. Het door rechte windveren afgeschoten driehoekige voorschot is<br />
voorzien van een opgeklampte deur met drieruits bovenlicht. De zuidwestgevel van de staart<br />
was tot in de jaren '70 gepotdekseld.<br />
De achtergevel (NW) is nog steeds bekleed met brede gepotdekselde delen (de onderste helft<br />
naderhand vervangen door metselwerk). Van links naar rechts heeft de achtergevel een<br />
opgeklampte deur waarin een vierruits raampje en waarboven een vierruits bovenlicht, een<br />
gietijzeren regenpijp met dito vergaarbak, een klein vierruits venster, een terugliggende<br />
opgeklampte darsdeur afgehangen aan drie paar handgesmede duimgehengen en rechts<br />
hiervan een vierruits raampje. Boven het midden van de achtergevel bevindt zich een blokgoot<br />
Mededeling van de eigenaar, de heer T.C. Leek<br />
20
waaronder één geprofileerde gootklamp. Tot in de jaren '80 van de 20ste eeuw stond bovenin<br />
het achterschild een vierkante schoorsteen.<br />
Het interieur heeft een houten draagconstructie bestaande uit een dubbel vierkant met zowel<br />
aan de voor- als achterzijde een overstek. De zware vierkante stijlen van het voorste vierkant<br />
zijn geplaatst op poeren van rode handvormsteentjes met tot bovenaan toe versnijdingen.<br />
Oorspronkelijk had de boerderij een rieten dak. Om de zwaardere last van het pannendak te<br />
kunnen dragen zijn de zijschilden naderhand ondersteund door schoren rustend op een<br />
dwarsbalk aangebracht in de bovenste helft van het vierkant. Het pannendak is met riet<br />
onderschoten. Rond het vierkant bevindt zich een (deels vernieuwde) wand van brede staande<br />
delen. De ten behoeve van een keuken enigszins ingekorte koestal rechts van het vierkant<br />
bood oorspronkelijk plaats aan 28 koeien (thans nog 24). Het gangpad en de koestand zijn<br />
bestraat met blauwbakken en, langs de rand, gele ijsselsteentjes (de grup is naderhand<br />
aangesmeerd). Linksachter in de staart stond de stier. De zoldervloer boven de koestal rust op<br />
een alternerende balklaag waarvan de zwaardere balken ondersteund worden door stijlen en<br />
lisenen (zoldervloer en balklaag zijn vermoedelijk gelijktijdig met de rechterzijgevel vernieuwd).<br />
Vanuit de koestal geeft een opgeklampte deur toegang tot het ruime achterom middenachter.<br />
Het achterom heeft een betonnen vloer en een met brede delen bevloerde enkelvoudige<br />
zolderbalklaag met onder één balk een recht korbeel. Tegen de achterwand staat links een<br />
aanrecht (XXm) met granitoblad en rechts een sobere gepleisterde schouw. Het gepleisterde<br />
rookkanaal boven de schouw is gemetseld in rode handvormsteen en voorzien van een<br />
spekluik. In het smalle wandvlak rechts van de schouw bevindt zich onderaan een opgeklampt<br />
deurtje waarachter een turfkast, en hierboven een kast met paneeldeur. Een vierruits raampje<br />
rechts in de noordwestmuur van het achterom biedt uitzicht op het achterste gedeelte van de<br />
koestal. De wand tussen het achterom en de dars linksachter is voorzien van een<br />
opgeklampte deur en evenals de achterwand van de dars samengesteld uit stijl- en regelwerk<br />
bekleed met brede staande delen. De dansvloer bestaat uit brede vloerdelen (in het midden<br />
vervangen door beton), met uitzondering van het gedeelte bij de darsdeur dat bestraat is met<br />
gele ijsselsteentjes.<br />
Het woongedeelte omvat drie aan de voorgevel grenzende kamers. De kamer rechtsvoor heeft<br />
ter weerzijden van het raam in de zijgevel een kast met paneeldeur. Tegen de linkerzijwand<br />
staat een smuiger van witte tegeltjes en paarse ornamenttegeltjes. De smuiger telt in totaal<br />
zes paarse tegeltableaus die vervaardigd zijn in Utrecht in de eerste helft van de 19de eeuw:<br />
linksboven een man met paard, rechtsboven een stier, rechtsonder een zittende hond met een<br />
halsband waarop zijn naam "FIDEL", linksonder een op een kussen gezeten kat waarboven de<br />
tekst "DEZE KAT/ SNOEPT NIET", en op de boezem een bloemenvaas en bovenin een<br />
vogelkooi (het vogeltje en het drinkbakje zijn als enige niet paars maar respectievelijk geel en<br />
blauw). 12 Het rookkanaal boven de smuiger is gepleisterd. Links van de smuiger geeft een<br />
paneeldeur toegang tot de slaapkamer middenvoor. Dit vertrek heeft een vlakke zoldering van<br />
brede delen omstreeks 1900 verfraaid met een dunne omgaande lijst en meerkleurige hoeken<br />
middenornamenten van papier-maché. In de rococo hoekornamenten zijn rozen verwerkt;<br />
het middenornament toont bladwerk. De achterwand van de slaapkamer heeft in het midden<br />
een spiegelbeklampte dubbele deur waarachter een voormalige bedstede, en ter weerszijden<br />
een paneeldeur waarachter een kast. De houten vloer is bij de voorgevel sterk opgebold<br />
omdat zich hieronder een oude kelder bevindt met een gemetseld gewelf. Een deur links in de<br />
linkerzijwand geeft toegang tot de sobere kamer linksvoor waarin een aantal later<br />
aangebrachte vaste kasten. De plafondbalk in dit vertrek rust via een sleutelstuk met een<br />
17de-eeuws profiel in de voorgevel.<br />
Waardering<br />
De informatie over de herkomst en datering van de tableaus is afkomstig van de heer Jan Pluis, tegeldeskundige te<br />
Noordsleen. Hij vermoedt dat de tableaus van de kat en hond ouder zijn dan de overige en omstreeks 1800 gemaakt zijn<br />
in Utrecht of Alkmaar.<br />
21
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een 18de-eeuwse Noord-<br />
Hollandse stolp waarin een bijzondere smuiger uit de eerste helft van de 19de eeuw.<br />
22
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-008<br />
Adres: Jan Glijnisweg 59<br />
1702 PA <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 547<br />
23
Inleiding<br />
Op de hoek van de Jan Glijnisweg en de Rustenburgerweg gelegen voormalige<br />
ONDERWIJZERSWONING daterend uit 1881-1882. De woning werd gelijktijdig met de<br />
naastgelegen en inmiddels gesloopte openbare lagere school én de eveneens gesloopte o.l.<br />
school met onderwijzerswoning (Middenweg 479, zie daar) in De Noord gebouwd in opdracht<br />
van B&W van <strong>Heerhugowaard</strong>. Alle vier gebouwen zijn ontworpen door de Alkmaarse<br />
architect Willem Frederik du Croix (Leiden 1828 - Alkmaar 1887) in een door neorenaissance<br />
en chaletstijl beïnvloede bouwstijl. Du Croix was vanaf 1856 tot aan zijn overlijden in 1887<br />
stadsarchitect van Alkmaar. 13 Het initiatief tot de scholenbouw kwam van de inwoners van<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>: bij de ingekomen stukken van 1880 bevindt zich een petitie waarin<br />
voorgesteld wordt twee nieuwe scholen te bouwen omdat de bestaande school aan de<br />
Middenweg te ver afgelegen en te klein is voor de circa 300-350 leerlingen. 14 Op 31 augustus<br />
1881 vond in Koffyhuis de Zwaan te <strong>Heerhugowaard</strong> de aanbesteding plaats van beide<br />
vierklassige (160 leerlingen) scholen met onderwijzers woning. De bouw van de<br />
onderwijzerswoning en school in 't Kruis werd voor 25.500,- gegund aan de Oterleker<br />
aannemer J. Verweel die voor 26.000,- ook de school en onderwijzers woning in De Noord<br />
bouwde. 15 In een brief van 13 juni 1882 deelt Du Croix het college mee dat de voortgang van<br />
de bouw te wensen over laat en dat ook de aan de aannemer opgedragen verbeteringen niet<br />
worden uitgevoerd. Op 31 maart 1922 werd de onderwijzerswoning in 't Kruis verkocht aan<br />
het R.K. Kerkbestuur van de H. Dionysius dat ook de naastgelegen school overnam. 16 Bij een<br />
interne verbouwing troffen de huidige eigenaren onder de oudste behanglaag kranten aan uit<br />
1882.<br />
N.B. De houten bijkeukenaanbouw (XXd) rechtsachter maakt evenals de naastgelegen garage<br />
geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Het op T-vormig grondplan gebouwde pand bestaat uit twee rechthoekige bouwvolumes: een<br />
hoofdvolume van twee bouwlagen onder een flauwhellend zadeldak met de noklijn haaks op<br />
de Jan Glijnisweg en tegen de rechterzijgevel hiervan een dwarsvolume van anderhalve<br />
bouwlaag onder een zadeldak met de noklijn evenwijdig aan genoemde weg. Beide daken<br />
hebben rondom een overstek op rijkgeprofileerde klossen en waren oorspronkelijk gedekt met<br />
leien. De buitengevels zijn opgetrokkken in rode machinale waalsteen in kruisverband met<br />
snijvoeg. De voorgevel heeft een hardstenen plint, de overige gevels een gemetselde plint met<br />
een bovenrand van grijze cementsteen. De gevels worden horizontaal geleed door een<br />
omgaande waterlijst van dito kunststeen onder de vensters. Ter hoogte van de<br />
verdiepingsvloer zijn de gevels voorzien van muurankers met bladmotief. De vensters worden<br />
ontlast door segmentbogen van oranjerode verblendsteen met sluit- en aanzetstenen van<br />
grijze cementsteen. De boogvullingen onder de vensters zijn tenzij anders vermeld vernieuwd.<br />
De kopse voorgevel (ZO) van het hoofdvolume heeft op beide bouwlagen twee zesruits<br />
schuifvensters en in de top een klein rondvenster omgeven door oranjerode verblendsteen.<br />
Onder het dakoverstek erboven hangt een makelaar die door een dwarsbalk verbonden wordt<br />
met de gootklossen links- en rechtsboven. In de linkerzijgevel (ZW) bevindt zich linksonder<br />
een keldervenster en halverwege de eerste verdieping een klein venster (in de segmentboog<br />
erboven ontbreken sluit- en aanzetstenen). De begane grond was oorspronkelijk gesloten (het<br />
linker raam dateert uit 1988, het rechter van vóór 1930). Op het linkerdakschild staat rechts<br />
De informatie over de architect werd vriendelijk beschikbaar gesteld door mevr. drs. Carla Rogge, medewerker Bureau<br />
Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Alkmaar.<br />
14 RAA, secretarie-arcief van de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv. nr. 13<br />
RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv. nr. 130<br />
RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv. nr. 60.3<br />
24
van het midden een rechthoekige schoorsteen van rode machinale waalsteen. De achtergevel<br />
(NW) van het hoge volume is identiek aan de voorgevel, op de begane grond na: een waterlijst<br />
ontbreekt hier, het (oorspronkelijk lager doorgetrokken) zesruits schuifvenster rechts is smaller<br />
en meer naar het midden geplaatst, en links hiervan bevindt zich geen venster maar een<br />
(vernieuwde) keukendeur met bovenlicht onder een segmentboog als genoemd. Om de hoek<br />
zit rechtsonder in de noordoostgevel een tweede keldervenster.<br />
De voorgevel (ZO) van het dwarsvolume telt twee zesruits schuifvensters en heeft links een<br />
dubbele paneeldeur met tweeruits bovenlicht. Onder het dakoverstek wordt deze gevel<br />
verfraaid door een fries van diagonaal siermetselwerk (oranjerode verblendsteen en beige<br />
kalkzandsteen) waaronder een band van beige kalkzandsteen die zich voortzet in de zij- en<br />
achtergevel van het dwarsvolume. De rechterzijgevel (NO) van het dwarsvolume is op een<br />
vierruits zoldervenster na gesloten. Dit venster wordt ontlast door een segmentboog van<br />
oranjerode verblendsteen (zonder sluit- en aanzetstenen) waaronder de oorspronkelijk<br />
boogvulling van oranjerode verblendsteen en beige kalkzandsteen. Onder het dakoverstek<br />
hangt een makelaar die een relatief korte dwarsbalk kruist. De achtergevel (NW) van het<br />
dwarsvolume heeft rechts een geringe uitbouw waarin een (vernieuwde) achterdeur met<br />
bovenlicht en links hiervan een wc-raampje. Ook onder de ontlastingsboog boven de<br />
achterdeur is het oorspronkelijk siermetselwerk van oranjerode verblendsteen en beige<br />
kalkzandsteen nog aanwezig.<br />
Het interieur is nog gedeeltelijk oorspronkelijk en ondermeer voorzien van een gang van<br />
waaruit paneeldeuren toegang geven tot de aangrenzende vertrekken en tot een rechte<br />
steektrap naar de verdieping. De gang heeft een origineel stucplafond met middenornament<br />
(de geglazuurde plavuizen komen uit de kelder). In de woonkamer linksvoor staat een uit de<br />
zijkamer rechtsvoor afkomstige schouw met een zwartmarmeren onderboezem voorzien van<br />
een in- en uitzwenkende plaat (de consoles eronder zijn vervangen). Van de vensters in de<br />
woonkamer hebben de twee in de voorgevel aan de binnenzijde vouwblinden. Onder de<br />
verhoogd gelegen en gemoderniseerde keuken linksachter bevindt zich een kelder die vroeger<br />
toegankelijk was via een vloerluik (thans vanuit de gang). Rond het trapgat op de verdieping<br />
staat een hek waarvan de houten leuning rust op geornamenteerde gietijzeren spijlen. Vanaf<br />
de ruime overloop geven paneeldeuren toegang tot de drie slaapkamers op de eerste<br />
verdieping. De kruipzolder erboven is bereikbaar via een klein opgeklampt luik in het plafond<br />
van de overloop. Boven de rechter helft van het pand bevindt zich een met brede delen<br />
beschoten gordingenkap rustend op spitsboogvormige schenkelspanten.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt a4s<br />
karakteristieke en grotendeels gaaf bewaard gebleven onderwijzerswoning uit het laatste<br />
kwart van de 19de eeuw. Tevens heeft het pand situationele waarde vanwege de<br />
beeldbepalende ligging op de hoek van de Jan G lijnis weg en de Rustenburgerweg.<br />
25
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-009<br />
Adres: Kerkweg 28<br />
1704 DH <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
R 59<br />
26
Inleiding<br />
Aan de zuidzijde van de Kerkweg gelegen voormalige ONDERWIJZERSWONING uit 1889 met<br />
bijbehorende OPENBARE LAGERE SCHOOL uit 1892. De linksachter tegen de woning aangebouwde<br />
tweeklassige school (gemeenteschool nr.2) dateert in oorsprong uit 1850 en werd in<br />
1885 naar ontwerp van de Alkmaarse stadsarchitect Willem Frederik du Croix (Leiden 1828 -<br />
Alkmaar 1887) gerenoveerd. 17 In februari 1892 brandde de school af waarna herbouw volgde.<br />
Op 21 mei van dat jaar werd door B&W van <strong>Heerhugowaard</strong> de wederopbouw aanbesteed.<br />
Het bestek vermeldt onder meer dat de afgebrande ruïne moest worden opgeruimd en dat<br />
enkele bestaande muren en fundamenten moesten worden afgebroken. Het werk werd in drie<br />
delen aanbesteed: 1. de afbraak en het metsel- en stucadoorwerk, gegund aan C. Appelman<br />
voor <strong>10</strong>75,-, 2. het timmer-, ijzer-, zink-, lood- en koperwerk, gegund aan O. Keien voor<br />
975,- en 3. het schilder- en glaswerk, gegund aan P. Scholten voor 165,-. 18 Tot de<br />
opheffing van de school in 1934 heeft het gebouw als zodanig dienst gedaan. De door een<br />
trottoir van de Kerkweg gescheiden onderwijzerswoning werd gebouwd op de plaats van een<br />
gesloopte voorganger. De aanbesteding van deze door de Alkmaarse bouwkundige H.J. de<br />
Vries ontworpen woning vond blijkens het door de huidige eigenaar bewaarde bestek plaats<br />
op 6 maart 1889 in het raadhuis aan de Middenweg.<br />
De dubbele portaaluitbouw tegen de rechterzijgevel van het schoolgebouw is in de jaren '70<br />
vervangen door een moderne aanbouw de zich uitstrekt tot de achtergevel van de onderwijzerswoning.<br />
N.B. De bovengenoemde aanbouw maakt geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwde onderwijzerswoning van één bouwlaag onder een<br />
afgeplat schilddak gedekt met zwarte geglazuurde kruispannen. De buitengevels zijn opgetrokken<br />
in rode machinale waalklinkers in kruisverband (het snijvoegwerk is platvol vernieuwd) en<br />
voorzien van een door een rollaag afgesloten plint waarin kleine gietijzeren ventilatieroosters.<br />
Bovenaan worden de gevels beëindigd door een omgaande lijstgoot.<br />
De symmetrische voorgevel (N) van de onderwijzerswoning heeft in het midden onder een getoogd<br />
bovenlicht een paneeldeur waarin een vierruits draairaam met daarvoor een gietijzeren<br />
rooster. Ter weerszijden van de voordeur bevinden zich twee geloogde zesruits schuifvensters.<br />
In het midden van het voorschild staat een gemetselde dakopbouw onder een<br />
flauwhellend zinkgedekt zadeldak met rondom een overstek waarlangs gesneden windveren<br />
die op de hoeken en middenboven bekroond worden door een makelaar. In de voorzijde van<br />
de dakkapel (metselwerk als genoemd) bevindt zich een getoogd schuifvenster met vierruits<br />
onderraam (het enkelruits bovenlicht was vroeger tweeruits), en bovenin een kleine rondnis.<br />
De gesloten zijkanten zijn gemetseld in halfsteens verband.<br />
De zijgevels hebben muurankers ter hoogte van de zoldervloer. In de linkerzijgevel (O) bevindt<br />
zich links een paar geloogde zesruits schuif vensters. De rechterzijgevel (W) was<br />
oorspronkelijk gesloten.<br />
In de achtergevel (Z) bevonden zich links twee gekoppelde en getoogde zesruits<br />
schuifvensters onder één brede segmentboog. De laatste is nog aanwezig. Links van het<br />
RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv. nrs. 13 en 14 (ingekomen stukken). De verbouwing in 1885<br />
betrof vermoedelijk onder meer het aanbrengen van nieuwe ramen en schoolborden, het splitsen van de bestaande<br />
school in twee lokalen en het vergroten van het portaal (vergelijk de memorie van toelichting d.d. 19-6-1883 en de<br />
begroting d.d. 14-2-1883). De aanbesteding vond plaats op 20 juli 1885, waarna het werk door het gemeentebestuur<br />
voor ƒ 1.329,- gegund werd aan de laagste van de twaalf inschrijvers, aannemer J. van Zalingen te Oudkarspel.<br />
Diezelfde dag werd de verbouwing van de school (nr. 2) aan de Middenweg aanbesteed en gegund aan de plaatselijke<br />
aannemer K. Schuit voor / 2.080,-. Blijkens de rapporten van Du Croix waren beide verbouwingen op 15 november<br />
1885 voltooid.<br />
RAA, secretarie-arcief van de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 130<br />
27
midden heeft de achtergevel een geloogd keldervenster waarvoor drie diefijzers. De rechter<br />
helft van de achtergevel wordt door de genoemde aanbouw aan het oog onttrokken.<br />
Het interieur van de onderwijzerswoning verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat.<br />
Achter de vestibule ligt een smallere middengang van waaruit paneeldeuren toegang geven tot<br />
de aangrenzende vertrekken en tot een trap halverwege de linker gangwand waarnaast rechts<br />
een legkast. Oeze steektrap met bovenaan een kwart leidt naar zolder. Onder de trap bevond<br />
zich een bedstede die zowel vanuit de kamer rechtsvoor als de keuken rechtsachter<br />
toegankelijk was. Links van de gang waren oorspronkelijk twee kamers en suite waartussen<br />
een dubbele schuifdeur met aan weerskanten kasten. De roodgemarmerde schouw uit de<br />
voorste kamer bevindt zich thans in een huis aan de Witte Paal in Schagen. De achterwand<br />
van de achterkamer was uitgevoerd als bedstedenwand (twee bedsteden). Vanuit de<br />
voormalige keuken rechtsachter leidt een spiltrap naar de onderliggende kelder waarvan de<br />
vloer en de lambrisering betegeld zijn met bruingegfazuurde plavuizen. De tussen de keuken en<br />
de gang gesitueerde vroegere wc heeft een originele tegelvloer. Rond het trapgat op zolder<br />
staat een hek waarvan de houten handlijsten rusten op geornamenteerde gietijzeren spijlen.<br />
De zolder heeft een vloer van brede delen, een gepleisterde borstwering en een met brede<br />
delen beschoten gordingenkap. Middenvoor is met brede delen een dienstbodenkamer<br />
afgeschoten. In deze via een opgeklampte deur toegankelijke kamer bevindt zich links een<br />
ruime kast met opgeklampte dubbele deur en rechts een bedstede zonder deuren (hebben er<br />
nooit gezeten).<br />
De voormalige schoolgebouw linksachter heeft een rechthoekige plattegrond en is één<br />
bouwlaag hoog onder een zadeldak met de noklijn haaks op de weg en een dekking van<br />
gesmoorde OVH-pannen (oorspronkelijk gesmoorde Hollandse pannen). Het buitenmuurwerk is<br />
uitgevoerd in rode machinale waalklinkers in kruisverband met snijvoeg (de achtergevel is<br />
naderhand gepleisterd). De kopse voor- en achtergevel zijn vormgegeven als een door een<br />
rollaag afgedekte tuitgevel met onderaan schouders en bovenin een klein gietijzeren<br />
rondvenster met bloemvormige roedenverdeling. Verder waren de kopse gevels oorspronkelijk<br />
blind, omdat tegen deze muren aan de binnenzijde een schoolbord hing.<br />
Ter hoogte van het voormalige achterste klaslokaal telt de linkerzijgevel (O) drie vensters: een<br />
vierruits stolpraam met zesruits bovenlicht temidden van twee vijftienruits schuifvensters met<br />
vaste onderramen en naar beneden schuivende bovenlichten (de drie vensters van het voorste<br />
lokaal hebben in XXd plaats gemaakt voor een deur en twee moderne ramen).<br />
De rechterzijgevel (W) wordt door de genoemde aanbouw aan het oog onttrokken.<br />
Van de twee klaslokalen, die vanuit de aanbouw toegankelijk zijn via twee paneeldeuren met<br />
laag aangebrachte kindvriendelijke deurkruk, is het achterste lokaal nog grotendeels intact. Dit<br />
vertrek wordt gescheiden van het gewijzigde voorste lokaal door een houten dwarswand van<br />
brede staande delen waarin een doorgang. Het achterste lokaal heeft een met brede delen<br />
beschoten tongewelf waarvan de dwarsdoorsnede niet halfrond maar vijf hoekig is. In het<br />
midden van het gewelf bevindt zich een achthoekig luik naar de zolder, waarvan de met brede<br />
delen beschoten gordingenkap rust op houten spanten. De zijwaartse krachten van de kap<br />
worden opgevangen door in het lokaal aangebrachte ijzeren trekstangen die in het midden<br />
door twee vertikale stangen met het gewelf verbonden worden. Verder hangen tegen de<br />
achterwand twee ijzeren staven met haak waaraan vroeger het schoolbord hing. Aan het<br />
gewelf is te zien dat linksachter de kachel stond opgesteld.<br />
Waardering<br />
De voormalige openbare lagere school van Veenhuizen met bijbehorende onderwijzerswoning<br />
is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf<br />
bewaard gebleven dorpsschool met onderwijzerswoning uit het laatste kwart van de 19de<br />
28
eeuw. Tevens heeft het gebouw situationele waarde vanwege de landelijke ligging aan de<br />
Kerk weg.<br />
29
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-011<br />
Adres: Kerkweg, bij 28<br />
<strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
R 27 (gedeeltelijk)<br />
30
Inleiding<br />
In de Kerkweg gelegen BRUG over het punt waar de Noorder- en Zuiderkruistocht<br />
samenvloeien. Gezien de vormgeving van de brugleuning dateert de brug vermoedelijk uit het<br />
laatste kwart van de 19de eeuw.<br />
Omschrijving<br />
Circa vijf meter brede vaste boogbrug gemetseld in rode handvormsteen vechtformaat in<br />
halfsteens verband (het tongewelf) en kruisverband (de zijkanten). Het voegwerk is platvol<br />
vernieuwd. Beide brugleuningen zijn samengesteld uit drie gietijzeren balusters die op twee<br />
hoogtes door smeedijzeren staven met elkaar verbonden worden. De ruim 1 meter hoge balusters<br />
hebben een door een bloemknop bekroonde florale vormgeving en ter hoogte van de<br />
onderste staaf een ring waarboven en -onder een kraallijst.<br />
Waardering<br />
De brug is van algemeen belang uit cultuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven en<br />
voor het platteland zeldzame boogbrug uit het laatste kwart van de 19de eeuw.<br />
31
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-0<strong>10</strong><br />
Adres: Kerkweg, bij 26<br />
<strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
R 118 (gedeeltelijk)<br />
32
Inleiding<br />
In Mechelen gegoten bronzen KLOK uit 1460 genaamd Dionysius. De klok is afkomstig uit de<br />
in 1965 gesloopte hervormde kerk van Veenhuizen (bouwjaar 1862) en hing ook in de aan de<br />
heilige Dionysius gewijde voorgangers op de plaats van de gesloopte kerk. Sinds 1983 hangt<br />
de klok in een stalen klokkenstoel naast het nieuwe kerkgebouw.<br />
Omschrijving<br />
Bronzen luiklok met een gewicht van 280 kilo. De klok draagt het volgende opschrift: "INT *<br />
JAER * ONS * HEREN * M * CCCC * LX * DYONISIUS * IS * MYN * NAEM * MYN *<br />
GHELUYT * SY * GODE * BEQUAEM". Het bladfries onder de tekstrand wordt onderbroken<br />
door drie reliëfs voorstellend de kroning van Maria, de zweetdoek van Veronica en een<br />
dubbelkoppige adelaar.<br />
Waardering<br />
De klok is van algemeen belang uit cultuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven<br />
15de-eeuwse luiklok van de gesloopte kerk van Veenhuizen.<br />
33
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-012<br />
Adres: Middenweg 28<br />
1703 RC <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 5271<br />
34
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen STOLPBOERDERIJ die gezien<br />
de zware vierkantsconstructie in oorsprong dateert uit de 17de of 18de eeuw. 19 In het vierde<br />
kwart van de 19de eeuw zijn de buitengevels van deze Noord-Hollandse stolp vernieuwd. Een<br />
tegen de binnenzijde van de paneeldeur halverwege de darswand bevestigd plankje, waarop in<br />
potlood de tekst "M. Klaver/timmerman in den/Heer Hugo/Waard 1884", doet vermoeden dat<br />
deze verbouwing in 1884 heeft plaatsgevonden. Sindsdien heeft het exterieur slechts kleinere<br />
wijzigingen ondergaan. Zo zijn in 1955 de twee bedsteden tussen de woon- en slaapkamer<br />
verwijderd en is ter plaatse in de voorgevel een raam aangebracht (het derde raam van<br />
links). 20 Het interieur verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan opgetrokken stolpboerderij van het Noord-Hollandse type onder een<br />
rietgedekt schilddak met de noklijn haaks op de weg. Het dak heeft een omgaande<br />
pannenrand van zwarte geglazuurde Hollandse pannen. Zowel bovenin het voor- als het<br />
achterschild staat een vierkante schoorsteen van rode machinale baksteen. De rechterzijgevel<br />
en het rechter gedeelte van de linkerzijgevel zijn gemetseld in rode machinale waalsteen in<br />
halfsteens verband met snij voeg boven een plint in kruisverband. De enigszins hoger<br />
opgetrokken voorgevel is uitgevoerd in hetzelfde metsel- en voegwerk, maar dan in<br />
kruisverband. Links van het rechter muurgedeelte heeft de linkerzijgevel een houten darswand<br />
van brede horizontale rabatdelen boven een gecementeerde plint. De halfsteens achtergevel is<br />
naderhand gecementeerd en evenals de zijgevels voorzien van schootankers op halve<br />
gevelhoogte.<br />
De voorgevel (NW) telt zes geloogde (vroeger zesruits) schuifvensters waarvan de kozijnen en<br />
bovenlichten nog oorspronkelijk zijn: in het midden twee, links drie (waarvan de rechter in<br />
1955 geplaatst is), en rechts één. Links van het laatstgenoemde venster bevindt zich de<br />
vernieuwde voordeur met getoogd bovenlicht (vroeger een paneeldeur die toegang gaf tot de<br />
koestal). Onder het bijgeplaatste venster bevindt zich een dichtgezet keldervenster. De<br />
voorgevel wordt afgesloten door een bakgoot op gootklossen.<br />
De achter- en zijgevels hebben (vernieuwde) mastgoten die rusten op oude geprofileerde<br />
gootklampen. De rechterzijgevel (ZW) telt vier getoogde gietijzeren stalvensters (waartussen<br />
telkens een klein modern raam). Links bevindt zich een smal venster met bovenlicht (en rechts<br />
hiervan een modern uitzetraampje).<br />
De darswand (NO) heeft links een klein valraam, in het midden een paneeldeur met<br />
geprofileerd kalf en bovenlicht, en rechts twee kleine valramen. In het gemetselde rechter deel<br />
van de linkerzijgevel bevindt zich links een vierruits stolpraam en rechts een vast raam, beide<br />
naderhand ingezet.<br />
De achtergevel (ZO) heeft van links naar rechts een vernieuwde staldeur (vroeger een in<br />
tweeën gedeelde opgeklampte deur), een gewijzigd venster met drieruits bovenlicht, een wcraampje,<br />
en een terugliggende opgeklampte darsdeur afgehangen aan handgesmede<br />
duimgehengen. De mastgoot (asbestcement) mondt rechts uit in een gietijzeren vergaarbak.<br />
Het interieur heeft een houten draagconstructie bestaande uit een in bovenaanzicht<br />
rechthoekig vierkant met aan de voorzijde een overstek. De zwaar uitgevoerde vierkantsstijlen<br />
hebben een rechthoekige dwarsdoorsnede. Rond het vierkant is de vroeger blauwgeverfde<br />
wand van brede staande delen nog grotendeels aanwezig (het gedeelte tussen het vierkant en<br />
de dars is verwijderd). Ter hoogte van de rechts van het vierkant gesitueerde koestal bevindt<br />
1. Vroeger heette de boerderij "Veldzigt". Deze naam komt onder meer voor op de eerste Topographische en Militaire Kaart<br />
van het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan het gedeelte dat de <strong>Heerhugowaard</strong> beslaat dateert uit 1857-1858.<br />
2. <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3562.<br />
35
zich in de wand een opgeklampte deur en rechts hiervan een opgeklampte dubbele<br />
bedsteedeur met in elke deurhelft een kleine hartvormige opening. De koestal liep<br />
oorspronkelijk door tot aan de voorgevel, maar is naderhand ingekort. Achteraan bood de<br />
koestal plaats aan een dubbele rij koeien. Deze in het achterom uitgebouwde korte regel (hier<br />
stond het jongvee) heeft evenals de lange regel een verhoogde koestand met een rand van<br />
gele ijsselsteentjes. De zoldervloer boven de koestal en het achterom is samengesteld uit<br />
brede delen. In de achterwand van het achterom bevindt zich van rechts naar links een opgeklampte<br />
kastdeur, een schouw met een bordenplank op geprofileerde consoles, en een houtof<br />
turfbak waarboven een kastje met een opgeklampte deur. De muur tussen het achterom en<br />
de koestal is gepleisterd. Het achterom en de dars worden van elkaar gescheiden door een<br />
halfsteens muur van rode machinale waalsteen met daarin een opgeklampte deur. De<br />
darsvloer is bij de darsdeur bestraal met ijsselsteentjes en voor het overige met rode<br />
machinale klinkers. Boven de schouw van het achterom bevindt zich een gepleisterde<br />
rookkanaal waarin ter hoogte van de zolder een opgeklampt spekluik. Het rookkanaal boven<br />
de schouw van de kamer middenvoor is eveneens gepleisterd.<br />
Het woongedeelte bevat nog diverse oorspronkelijke elementen waaronder vloeren, wanden<br />
en plafonds van brede delen, schuifblinden aan de binnenzijde van de vensters, en<br />
paneeldeuren in de woonkamer middenvoor. Van de twee paneeldeuren in de achterwand van<br />
de woonkamer geeft de rechter toegang tot een kast en de linker tot een in het vierkant<br />
uitgebouwde bedstede (thans trapkast). Onder de twee in 1955 uitgebroken bedsteden<br />
tussen de woonkamer en de slaapkamer linksvoor bevindt zich een niet meer toegankelijke<br />
kelder met naar verluidt gepleisterde muren en een vloer van blauwbakken.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een rond een oudere kern<br />
opgetrokken Noord-Hollandse stolp uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Tevens is de<br />
boerderij vanwege haar markante hoofdvorm ruimtelijk van belang.<br />
36
Datum:<br />
Monumentnummer:<br />
Adres: Middenweg 30<br />
1703 RC <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
3679 (gedeeltelijk)<br />
37
Inleiding<br />
Aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen STOLPBOERDERIJ daterend uit 1869. De<br />
stolp werd gebouwd in opdracht van de 21-jarige Eefje Kaper op een stuk weiland dat zij<br />
gekocht had van Helena Heerles. Het exterieur van de boerderij verkeert op de vernieuwde<br />
voorgevel na nog grotendeels in de originele state. In het interieur is het stalgedeelte nog<br />
vrijwel oorspronkelijk.<br />
Links van de stolp staat verder van de weg af een voormalige varkensschuur. Deze schuur<br />
dateert vermoedelijk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw en maakt evenals de achter de<br />
boerderij gelegen boomgaard deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan opgetrokken stolpboerderij van het Noord-Hollandse type onder een<br />
rietgedekt schilddak met een korte nok haaks op de weg en een omgaande pannenrand van<br />
zwartgeglazuurde (voorgevel) of gesmoorde Hollandse pannnen (achter- en zijgevels).<br />
Bovenin het voorschild staat een vierkante schoorsteen van rode machinale baksteen (de<br />
dakkapel eronder is niet oorspronkelijk). De halfsteens achter- en zijgevels zijn opgetrokken in<br />
rode machinale baksteen waalformaat met snijvoeg (het voegwerk van de rechterzijgevel is<br />
platvol vernieuwd). Genoemde gevels hebben vernieuwde goten (met hout omtimmerde<br />
kunststof bakgoten op houten gootklossen) en op halve hoogte muurankers waarmee de<br />
achterliggende wandstijlen verankerd worden. De naderhand vernieuwde voorgevel<br />
(spouwmuur) is uitgevoerd in hetzelfde metsel werk, maar met platvolle voeg. De voorgevel<br />
(NW) wordt afgesloten door een gootlijst op klossen en telt vijf vaste ramen met tweeruits<br />
bovenlichten (uitzetramen): rechts twee, in het midden twee, en links één. Rechts van het<br />
laatstgenoemde venster bevindt zich de voordeur die voorzien is van een geloogd vierruits<br />
raam.<br />
In het midden van de rechterzijgevel (ZW) bevindt zich een (vernieuwde) deur met bovenlicht<br />
en rechts hiervan een getoogd gietijzeren stalvenster. Links in de gevel is een venster als<br />
voor aangebracht.<br />
De linkerzijgevel (NO) telt drie kleine tuimelramen.<br />
De achtergevel (ZO) heeft links een terugliggende opgeklampte darsdeur en in het midden drie<br />
geloogde stalvensters waarvan de middelste nog voorzien is van een gietijzeren raam (de<br />
staldeur en het muurgedeelte rechts hiervan zijn recent vernieuwd).<br />
De inwendige houten draagconstructie bestaat uit een vierkant met ronde vierkantsstijlen en<br />
bovenaan zowel aan de voor- als achterzijde een overstek. Halverwege het voorste overstek<br />
bevindt zich een gecementeerd rookkanaal met een geringe dwarsdoorsnede. De houten<br />
wand rond het vierkant is op een aan de dars grenzend gedeelte na nog geheel aanwezig. Ter<br />
hoogte van het gewijzigde woongedeelte vóór is deze samengesteld uit brede staande delen<br />
en voor het overige uit smalle delen. Een opgeklampte deur in de wand geeft vanuit het<br />
vierkant toegang tot de lange regel (koegang) links hiervan. De laatste heeft een gangpad en<br />
grup van grijze tegels en ter weerszijden van de grup een rand van gele ijsselsteentjes. De<br />
zoldervloer boven de lange regel rust op een alternerende balklaag waarbij de zwaardere<br />
balken ondersteund worden door een muurstijl en een op de verhoogde koestand geplaatste<br />
stijl. De aan de achterzijde gesitueerde korte regel heeft een betonnen vloer en een<br />
enkelvoudige balklaag ondersteund door een onderslagbalk rustend op twee stijlen ter<br />
weerszijden van de verhoogde koestand. Tegen beide stijlen is een uit brede horizontale<br />
rabatdelen samengesteld zijschot aangebracht met een ojiefvormige voorzijde. Tussen de<br />
korte regel en de dars rechtsachter bevindt zich een uit smalle staande delen samengestelde<br />
wand met daarin een opgeklampte schuifdeur.<br />
Het gewijzigde woongedeelte heeft nog wanden van brede delen en een enkelvoudige<br />
balklaag van betrekkelijk zware balken (doorsnede 13 x 20 cm). Onder het vloerluik ter<br />
38
plaatste van de doorgang naar de kamer rechtsvoor bevindt zich een halfhoge kelder met een<br />
vloer van rode plavuizen en blauwgeverfde gepleisterde wanden.<br />
De verder van de weg gelegen voormalige varkensschuur links van de boerderij heeft een<br />
rechthoekige plattegrond en telt één bouwlaag onder een zadeldak met de noklijn haaks op de<br />
weg. Het linkerdakschild (NO) is gedekt met rode Hollandse pannen; op het rechterdakschild<br />
(ZW) liggen gesmoorde muidenpannen. De halfsteens buitenmuren zijn opgetrokken in rode<br />
machinale baksteen waalformaat met platvolle voeg en voorzien van een plint in kruisverband<br />
en muurankers op halve hoogte. De als topgevel uitgevoerde voor- en achtergevel worden<br />
afgesloten door rechte windveren.<br />
De door een makelaar in de vorm van twee zwanen bekroonde voorgevel (NW) heeft op de<br />
begane grond twee naderhand ingezette tweeruits betonnen stalvensters en ter hoogte van de<br />
hooizolder twee vierruits tuimelramen. In het midden van de rechterzijgevel (ZW) bevindt zich<br />
een opgeklampte deur met ter weerszijden een getoogd gietijzeren stalvenster (de<br />
opgeklampte deur rechts is evenals het wc-raai-npje ernaast naderhand aangebracht).<br />
De linkerzijgevel (NO) telt drie getoogde gietijzeren stalvensters. Linksonder bevindt zich een<br />
opgeklampte luik (voor de varkens) en rechts hiervan twee dito luiken naast elkaar. Onder het<br />
rechter stalvenster zat een derde muuropening, maar deze is naderhand dichtgezet.<br />
Links in de achtergevel (ZO) bevindt zich een opgeklampte dubbele deur waarboven een<br />
segmentboog met daaronder een gecementeerde boogvulling voorzien van siermotieven. De<br />
achtergevel heeft rechts een getoogd gietijzeren stalvenster (door de houten aanbouw aan het<br />
oog onttrokken). Middenboven geeft een opgeklampte deur met bovenlicht toegang tot de<br />
hooizolder.<br />
Inwendig heeft de varkensschuur een betonnen vloer, gecementeerde wanden, en een met<br />
brede delen bevloerde enkelvoudige zolderbalklaag waaronder een ijzeren onderslagbalk<br />
rustend op ijzeren stijlen (1-balken). Twee circa 1 meter hoge betonnen dwarsmuren haaks<br />
op de noordoostgevel markeren de plaats van de varkenshokken. Uit de achter de voorgevel<br />
gesitueerde verhoogde stalvloer met grup blijkt dat de schuur (naderhand?) tevens diende als<br />
kleinvee- of jongveestalling. De kap is uitgevoerd als een met riet onderschoten sporenkap<br />
samengesteld uit afwisselend lichte en zwaardere sporenparen, de laatste met hanenbalk.<br />
In de achter de boerderij gelegen boomgaard staan enkele hoogstam fruitbomen.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij met bijbehorende varkensschuur en boomgaard is van algemeen belang uit<br />
cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven<br />
voorbeeld van een Noord-Hollandse stolp uit het derde kwart van de 19de eeuw. Daarnaast<br />
is de boerderij ruimtelijk van belang vanwege haar markante hoofdvorm.<br />
39
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-014<br />
Adres: Middenweg 155<br />
1702HB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 3849<br />
40
Inleiding<br />
Aan de noordwestzijde van de Middenweg gelegen RENTENIERSWONING daterend uit het<br />
laatste kwart van de 19de eeuw. In XXa liet de toenmalige eigenaar, burgemeester W. van<br />
Slooten, rechtsachter op circa 1 meter van de achtergevel een klein KANTOOR bouwen, dat<br />
evenals de vlak achter het huis gelegen waterput deel uit maakt van de bescherming.<br />
Typologisch is het pand een renteniers woning. Dit type woonhuis werd in de tweede helft<br />
van de 19de eeuw veel gebouwd op het platteland van Noord-Holland. Kenmerkend zijn de<br />
rechthoekige hoofdvorm, de enkele bouwlaag met schilddak, en de symmetrische opzet van<br />
de voorgevel, vaak met een risalerende en/of verhoogde middenpartij (hier niet het geval) en<br />
hoekpilasters. In 1952 werd het woonhuis in opdracht van het Nederlands Hervormd<br />
Kerkbestuur te <strong>Heerhugowaard</strong> verbouwd tot verenigingslokaal waarbij de rechterzijgevel en<br />
de rechter helft van het interieur werden gewijzigd. 21 Sinds 1974 doet het pand weer dienst<br />
als woonhuis.<br />
N.B. Het naderhand gerealiseerde tussenlid en de tegen de achtergevel van het genoemde<br />
kantoortje aangebouwde garage vallen buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwd woonhuis van één bouwlaag onder een met<br />
zwarte geglazuurde Hollandse pannen gedekt schilddak met de noklijn evenwijdig aan de<br />
weg. Op beide nokeinden staat een (vernieuwde) vierkante hoekschoorsteen van rode<br />
baksteen. Oe buitengevels zijn boven een gepleisterde plint opgetrokken in rode<br />
handvormsteen waalformaat met snijvoeg: de voorgevel in kruisverband, de achter- en<br />
zijgevels in halfsteens verband. In de door een bakgoot op klossen afgesloten achter- en<br />
zijgevels bevinden zich op twee hoogten muurankers.<br />
De door een op klossen rustende lijstgoot beindigde voorgevel (ZO) kent een symmetrische<br />
opzet met in het midden een paneeldeur onder een getoogd bovenlicht en ter weerszijden<br />
twee geloogde T-vensters. In de paneeldeur bevinden zich twee tweeruits draairamen naast<br />
elkaar waarvoor gietijzeren deurroosters. De hoeken van de voorgevel worden gemarkeerd<br />
door een gepleisterde hoekpilaster met zowel in de voor- als zijkant een verdiept veld.<br />
In de rechterzijgevel (NO) bevond zich tot 1952 links en rechts een getoogd schuifvenster<br />
met een staande roede in het onderraam en bovenlicht, en links van het rechter venster een<br />
hoog aangebracht raampje (thans bevindt zich rechts van het midden en links een stolpraam<br />
met getoogd bovenlicht en rechts een horizontaal in tweeën gedeelde opgeklampte deur met<br />
getoogd bovenlicht en in de bovendeur een getoogd drieruits raam voorzien van blank<br />
kathedraalglas).<br />
De linkerzijgevel (ZW) heeft links en rechts een stolpraam met bovenlicht, en links van het<br />
midden een hoog aangebracht raampje.<br />
In de achtergevel (NW) bevindt zich rechts een dito raampje (ter plaatse van de dubbele<br />
deur links hiervan zat tot 1974 een zesruits schuifvenster) en links een dichtgezet venster.<br />
Van het oorspronkelijke interieur resteren enkele paneeldeuren (waren blijkens aanwezige<br />
verfresten oorspronkelijk blauw geverfd), een uit brede staande delen samengestelde<br />
zijwand in de kamer rechtsvoor, en een door dito wanden omtimmerde en evenwijdig aan de<br />
gewijzigde middengang gesitueerde steektrap met onderaan kwart leidend naar de zolder.<br />
De zolder heeft een originele vloer van brede delen en een met brede delen beschoten<br />
gordingenkap uit de bouwtijd rustend op drie spanten. Van de twee gecementeerde<br />
rookkanalen is de rechter schuin gemetseld. De oorspronkelijke stucplafonds en schouwen<br />
op de parterre zijn verdwenen. De vloer van de onderkelderde opkamer rechtsachter is<br />
verlaagd en de kelder volgestort met zand. De opkamer was voorzien van een hoekschouw.<br />
21 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 842.<br />
41
Links van de gang bevond zich een voorkamer en linksachter een keuken, beide met een<br />
schouw halverwege de scheidingsmuur. De vensters in de voorgevel waren aan de<br />
binnenzijde voorzien van schuifblinden.<br />
Het voormalig kantoor rechtsachter heeft een vierkante plattegrond en een hoogte van één<br />
bouwlaag onder een met zwarte geglazuurde pannen gedekt tentdak. De buitengevels zijn<br />
opgetrokken in rode machinale waalsteen in halfsteens verband (voegwerk platvol<br />
vernieuwd) en bovenaan voorzien van een bakgoot. Links in de voorgevel (ZO) van het<br />
kantoor bevindt zich een opgeklampte deur van kraaldelen (deze door het latere tussenlid<br />
aan het oog onttrokken deur was oorspronkelijk blauw geverfd). De rechterzijgevel (NO)<br />
heeft halverwege van een zesruits schuifvenster. In het midden van de linkerzijgevel (ZW)<br />
bevindt zich eveneens een zesruiter (vroeger een schuifvenster, thans een vierruits<br />
stolpraam met tweeruits bovenlicht). De achtergevel (NW) wordt door de naderhand<br />
aangebouwde garage nagenoeg aan het oog onttrokken.<br />
Inwendig heeft het kantoor een balkenplafond van brede delen en een onbeschoten<br />
sporenkap. In het plafond bevinden zich een luik en twee dichtgezette ronde openingen die<br />
de plaats van de verdwenen kachels markeren.<br />
Van de waterput op het achtererf is de vierkante bovenbouw opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen en afgedekt door een hardstenen dekplaat waarin een ronde opening (het<br />
oorspronkelijke tongewelf van de put is in XXd ingestort).<br />
Waardering<br />
Het woonhuis met bijbehorend kantoor en waterput is van algemeen belang uit cultuurhistorisch<br />
en architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld<br />
van een rentenierswoning uit het laatste kwart van de 19de eeuw.<br />
42
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-015<br />
Adres: Middenweg 166<br />
1702 HE <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 411<br />
43
Inleiding<br />
Op een ruim perceel aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen voormalige PASTORIE<br />
uit 1870. Het pand is evenals de gelijktijdig gebouwde naastgelegen hervormde kerk<br />
opgetrokken in neoromaanse trant. Aannemer was vermoedelijk Pieter Ruiter uit Winkel die<br />
ook de kerk gebouwd heeft. De architect van de kerk en pastorie is vooralsnog onbekend.In<br />
1970 werd de pastorie in twee woningen gesplitst waarbij het interieur volledig werd<br />
vernieuwd en het exterieur enkele kleine wijzigingen onderging. 22 Zo werden de driehoekige<br />
geveltoppen in gewijzigde vorm vernieuwd, de bestaande twee dakkappellen vervangen<br />
door vier nieuwe, en maakten de zijingang in de linkerzijgevel en de bijkeuken linksachter<br />
plaats voor een nieuwe entree respectievelijk een grotere anbouw waarin een woonkamer<br />
en bijkeuken. Naar verluidt lagen op de daken oorspronkelijk leien.<br />
N.B. De vier genoemde dakkapellen maken evenals de aanbouw linksachter geen deel uit<br />
van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwd pand waarvan het risalerende linker gedeelte<br />
twee bouwlagen telt onder een met gesmoorde tuiles gedekt zadeldak met de nok haaks op<br />
de weg. De rechter helft van het pand is één bouwlaag hoog onder een tegen het hoge<br />
linker volume aansluitend dwarsgeplaatst mansardedak. Op de twee ondervlakken van het<br />
mansardedak liggen gesmoorde kruispannen, de flauwhellende bovenvlakken zijn gedekt<br />
met zink. De buitengevels zijn boven een gepleisterde plint gemetseld in rode<br />
handvormsteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg. In de voor- en zijgevels is daarnaast<br />
gele baksteen toegepast, onder meer voor de ontlastingsbogen en sierlijsten. Ter<br />
hoogte van de verdiepingsvloer bevinden zich in alle gevels rozetankers. De kopse voor- en<br />
achtergevel van het hoge volume zijn uitgevoerd als een met hardsteen afgedekte tuitgevel;<br />
de zijgevels van het hoge volume en de voorgevel van het lage volume worden bovenaan<br />
afgesloten door een gootlijst waaronder een vermoedelijk uit gele bakstenen samengestelde<br />
overhoekse muizentand (thans rood geverfd).<br />
De voorgevel (NW) is evenals de linkerzijgevel (NO) op circa 3/5 parterrehoogte voorzien<br />
van een overhoekse muizentand van gele baksteen. Deze muizentanden worden<br />
onderbroken door pilasters met een verdiept veld en bovenaan een afwaterende hardstenen<br />
deksteen waaronder siermetselwerk. De voorgevel van het lage volume wordt door pilasters<br />
in twee traveeën geleed. In de rechter travee bevinden zich twee rondboogvensters met<br />
vierruits onderraam. De linker travee wordt door een liseen onderverdeeld in twee<br />
spaarvelden waarvan de rechter voorzien is van een dito rondboogvenster en de linker van<br />
een paneeldeur (XXb) onder een halfrond bovenlicht. De door gestapelde hoekpilasters<br />
geflankeerde voorgevel van het hoge volume heeft in het midden van de parterre een door<br />
smalle tweeruits zijlichten geflankeerd rondboogvenster waarin een vierruits raam. Het<br />
verdiepingsvenster erboven kent een vergelijkbare indeling, maar met een rechthoekig<br />
bovenlicht. Boven het verdiepingsvenster bevindt zich een rollaag van gele baksteen (het<br />
tweedelige zoldervenster in de gewijzigde geveltop was oorspronkelijk samengesteld uit<br />
gekeperde ramen). De bovenlichten op de begane grond worden ontlast door rondbogen van<br />
gele baksteen. Onder elk parterrevenster in de voor- en linkerzijgevel bevindt zich een<br />
verdiept veld van gele baksteen.<br />
De symmetrische linkerzijgevel (NO) wordt door vier gestapelde pilasters als voor in drie<br />
traveeën geleed. In de smalle middentravee bevinden zich ter hoogte van de eerste verdieping<br />
twee smalle drieruits schuifvensters (ter plaatse van de moderne ingang op de begane<br />
grond bevond zich een paneeldeur waarin een vierruits raam en waarnaast rechts een wcraampje).<br />
Beide zijtraveeën hebben een driedelig parterre- en verdiepingsvenster als in de<br />
22 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1797.<br />
44
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-016<br />
Adres: Middenweg 168<br />
1702 HE <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kastraal bekend sectie:<br />
N 4<strong>10</strong><br />
46
Inleiding<br />
Op een ruim perceel aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen Nederlands-hervormde<br />
KERK daterend uit 1870. Deze in neoromaanse trant opgetrokken kerk werd gebouwd door<br />
aannemer Pieter Ruiter uit Winkel. De architect is vooralsnog onbekend. In de jaren '60 is de<br />
kerk gerenoveerd, waarbij onder meer de vloer is vernieuwd. Aan de weg staat sinds 1983<br />
een uit XXB daterend ijzeren TOEGANGSHEK dat deel uit maakt van de bescherming. Dit<br />
hek stond oorspronkelijk aan de overkant van de Middenweg (ter hoogte van nr. 159).<br />
N.B. Het tegen de achtergevel aangebouwde ontmoetingscentrum valt buiten de<br />
bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Driebeukige pseudobasiliek van zes traveeën met een naar voren uitgebouwd middenschip<br />
waarin een fronttoren is opgenomen. Zowel op het zadeldak van het middenschip als de<br />
flauwhellende lessenaarsdaken van de zijbeuken liggen leien in Maasdekking. De<br />
rechthoekige toren heeft een door een vergulde haan bekroonde achtzijdige spits met een<br />
dubbele dekking van rechthoekige leien waarvan de onderhoeken zijn afgeschuind. De<br />
buitengevels zijn opgetrokken in rode handvormsteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg<br />
(deels platvol vernieuwd). Het muurwerk wordt verlevendigd door de toepassing van<br />
gele handvormsteen, onder meer in de rondbogen boven de vensters en rond de ingang. De<br />
zijgevels van de zijbeuken en de achtergevel hebben een door een rollaag afgesloten<br />
gemetselde plint. Rond de gehele voorzijde van de kerk (ook de voorkant van de zijbeuken)<br />
is de plint bekleed met hardsteen. De gevels worden verder horizontaal geleed door de<br />
verlengde lekdorpels van de verdiepingsvensters waaronder een overhoekse muizentand van<br />
gele handvormsteen. Boven de in hardsteen uitgevoerde verlengde lekdorpels springt het<br />
opgaande muurwerk enigszins terug. De zijgevels van de zijbeuken en van het middenschip<br />
(behalve ter weerszijden van de toren) worden bovenaan afgesloten door een gootlijst<br />
waaronder een dubbele overhoekse muizentand van rode handvormsteen. Op het gietijzeren<br />
rondvenster bovenin de voorgevel na zijn alle vensters uitgevoerd als gietijzeren<br />
rondboogvenster met een rechthoekige roedenverdeling (het glas is vernieuwd) en in de<br />
vensterkop een rond (tuimel)raampje.<br />
De voorgevel (NW) van het naar voren uitgebouwde middenschip wordt door vier<br />
steunberen in drie traveeën geleed. De overhoekse steunberen springen op circa 3/5 hoogte<br />
in, de hogere steunberen ter weerszijden van de middelste travee hebben bovendien een<br />
lage derde geleding. In de voorzijde van elke geleding bevindt zich een verdiept veld met<br />
onderin gele handvormsteen. De versnijdingen en de bovenzijde van de twee middelste<br />
steunberen worden afgedekt door een afwaterende hardstenen dekplaat waaronder<br />
uitkragend siermetselwerk. In de middelste travee bevindt zich een dubbele paneeldeur<br />
onder een halfrond bovenlicht. De ingang wordt omlijst door een puntgevel van gele<br />
handvormsteen met een hardstenen deklijst. Boven de ingang bevindt zich achtereenvolgens<br />
een hoog rondboogvenster waaronder de verlengde lekdorpel plaatselijk verhoogd is, en een<br />
klein rondvenster onder een gemetselde keperboog. In de door een klimmend boogfries van<br />
gele baksteen beëindigde zijtraveeën bevindt zich halverwege een smal rondboogvenster en<br />
op de begane grond een klein rondboogvenster waaronder een hardstenen lekdorpel en een<br />
klein verdiept veld van gele handvormsteen. Onder het boogfries wordt het muurwerk<br />
geleed door een lijst van siermetselwerk (onder meer een gele overhoekse muizentand) die<br />
zich evenals de boogfries voortzet bovenaan de zijgevels van het uitgebouwde voorste deel<br />
van het middenschip. In deze zijgevels bevinden zich vergelijkbare vensters als in de<br />
zijtraveeën van de voorgevel, maar hier geplaatst binnen rechthoekige spaarvelden.<br />
De voorgevel (NW) van elke zijbeuk is beneden voorzien van een rondbogige voormalige<br />
deuropening (thans een raam) en boven een rondboogvenster.<br />
De rechthoekige bovenbouw van de toren heeft in alle vier zijden twee galmgaten<br />
waaronder een waterlijst ingeklemd tussen haakse steunberen op de hoeken. De door een<br />
47
uitkragende band van rode koppen omkaderde galmgaten zijn in de zijkanten van de<br />
bovenbouw lager doorgetrokken. Boven de galmgaten in de voor- en zijkanten bevindt zich<br />
een door een dito band omgeven wijzerplaat. In de achterzijde ontbreekt een wijzerplaat. Ter<br />
hoogte van de wijzerplaten wordt de toren rondom verlevendigd door vertikale banden van<br />
gele koppen rustend op een door de koppen van de galmgaten onderbroken waterlijst.<br />
De zijgevels van de zijbeuken worden door steunberen in zes traveeën geleed met vanwege<br />
de achterliggende galerij per travee twee rondboogvensters boven elkaar. De eerste travee<br />
heeft echter in plaats van een benedenvenster een rechthoekig spaarveld. De onderste<br />
vensters zijn minder hoog en voorzien van een lekdorpel van schuingemetselde baksteen.<br />
Tussen de beneden- en bovenvensters bevindt zich onder de genoemde gele muizentand<br />
een verdiept veld bestaande uit twee metsellagen gele handvormsteen. De steunberen<br />
hebben halverwege een geleding die evenals de boven de goot uitstekende bovenzijde van<br />
de steunberen afgedekt is door een afwaterende hardstenen dekplaat waaronder uitkragend<br />
siermetselwerk: halverwege onder meer een gele muizentand, bovenaan een gele rondboog.<br />
De achtergevel (ZO) is ter plaatse van de zijbeuken gesloten. De licht risalerende achtergevel<br />
van het middenschip is uitgevoerd als een tuitgevel met een getrapt uitgemetselde bovenrand<br />
en een gekeperd spaarveld waarbinnen een groot rondboogvenster omlijst door een<br />
rechthoekig vlak. De laatste heeft een uitkragende gemetselde bovenrand en onder de<br />
ontlastingsboog een dito lijst die zich voorbij het spaarveld voortzet. De tuit bovenop de<br />
gevel wordt afgedekt door een hardstenen zadeldakje.<br />
Het op de tegelvloer (XXc) na geheel gepleisterde interieur verkeert nog grotendeels in de<br />
oorspronkelijke staat. Middenschip en zijbeuken worden van elkaar gescheiden door een<br />
rondboogarcade waarvan de zuilen achthoekige basementen hebben en geprofileerde<br />
kapitelen. In de zijbeuken bevindt zich op halve hoogte een galerij die voorzien is van een<br />
houten balustrade en zich langs de noordwestmuur voortzet als orgelgalerij (het orgel wordt<br />
verderop beschreven). De zijbeuksgalerijen hebben een getoogd en gepleisterd houten<br />
plafond. Het vlakke stucplafond onder de galerij wordt verfraaid door omlijste vierkante<br />
vakken. Boven het middenschip bevindt zich een tongewelf met een geleding van<br />
afwisselend gestileerde gordelbogen en verdiepte rechthoekige velden met floraal middenornament.<br />
Ter plaatse van de gordelbogen zijn trekstangen aangebracht. Aan elk van de<br />
voorste drie trekstangen hangt een grote geelkoperen kroonluchter. De rondboogvensters in<br />
de zijbeuken hebben een gestucte omlijsting. Het rondvenster in de zuidoostmuur heeft een<br />
brede omlijsting waarin afwisselend langwerpige velden en cirkels. Op de orgelgalerij staat<br />
sinds 1974 een uit de hervormde kerk van Lutjebroek afkomstig tweeklaviers orgel met<br />
zijkantbespeling dat blijkens opschrift in 1873 vervaardigd is door de bekende Amsterdamse<br />
orgelbouwer Pieter Flaes. De kas heeft een traditioneel front met door een siervaas<br />
bekroonde zijtorens en een hogere middentoren waarop een zogenaamde muziektrofee<br />
samengesteld uit onder meer een harp, een viool, een luit, trommels, trompetten en een<br />
klarinet. Afgezien van het vaastype is het front vrijwel identiek aan de Flaes-orgels in de<br />
hervormde kerken van Beets (1868) en Uitgeest (1869). Boven het orgel bevindt zich in de<br />
wand een wijzerplaat. De orgelgalerij wordt ondersteund door twee ranke gietijzeren zuilen<br />
met een achthoekig basement, een gecanneleerde schacht en een Korintisch kapiteel<br />
(naderhand zijn vier stalen kolommen toegevoegd). De wand onder de orgelgalerij wordt<br />
door vier gecanneleerde pilasters in drie traveeën geleed. In de brede middelste travee<br />
bevindt zich een dubbele paneeldeur naar het achterliggende portaal. Tegen beide<br />
zijtraveeën is een witmarmeren gedenkplaat bevestigd met verguld opschrift De linker<br />
vermeldt "L.S./ DE STICHTING DER ZELFSTANDIGE/ HERVORMDE GEMEENTE/ HEER<br />
HUGO WAARD/ IS AAN GEVANGEN DEN 2 MAART 1866/ EN MET GODS HULP<br />
VOLTOOID/ DEN 15 APRIL 1871/ DE EERSTE STEEN GELEGD/ DOOR/ Wm VADER. WZ/<br />
DEN 4 MEI 18707 EBEN HAëZER" (het laatste betekent: tot hiertoe heeft de Heer ons<br />
geholpen). Op de rechter gedenkplaat staan de namen van de tien leden van de "DE<br />
48
COMMISSIE/ TOT DE GEMEENTE-STICHTING" (de wandlampen boven de gedenkplaten zijn<br />
niet oorspronkelijk). Het brede ingangsportaal wordt overwelfd door een geloogd<br />
stucplafond met diagonale banden. Zowel links als rechts in het portaal bevindt zich een<br />
trap met halverwege een kwart. De trappen hebben een op gietijzeren spijlen rustende<br />
handlijst die onderaan eindigt in een rijke gedraaide trappaal. Bovenaan beide trappen geeft<br />
een paneeldeur toegang tot de galerijen en tot de toren waarvan de zolders met brede delen<br />
bevloerd zijn. In de toren hangt een bronzen luidklok die blijkens opschrift in 1949 gegoten<br />
is door Jacobus van Bergen te Midwolda ter vervanging van een Hemonyklok uit 1655. Op<br />
de klok staat het volgende gedicht vermeld: "UW HEMONY, NA DUITSE ROOF GELUKKIG<br />
TERUGGEVONDEN,/ MAG WEER IN CULE<strong>MB</strong>ORG GODS WERK EN WEG VERKONDEN./<br />
DIES BRENGT, HEER HUGO WAARD, DEEZ' STAD U WELVERDIENDE EER/ EN SCHENKT<br />
MET DANKBAARHEID EEN NIEUWE KLOK U WEER."<br />
Het toeaangshek aan de Middenweg bestaat uit een dubbel spijlenhek afgehangen aan<br />
gietijzeren hekpijlers in de vorm van een door een gestileerde eikel bekroonde gecanneleerde<br />
zuil met achthoekig basement. De aan de achterkant door een smeedijzeren staaf<br />
geschoorde hekpijlers hebben rijkgekrulde smeedijzeren wangen waarvan de buitenranden<br />
bezet zijn met vijfpuntige florale motieven (om het ongewenst passeren te bemoeilijken toen<br />
de sloot ter weerszijden nog niet gedempt was). Het onderste gedeelte van het dubbele hek<br />
bestaat uit een diagonaal raster van gietijzer waarop tussen de spijlen aangebrachte<br />
gietijzeren siermotieven in de vorm van een punt tussen bladranken. Het hek heeft een<br />
geprofileerde bovenrand bestaande uit twee gesmede staven waartussen diagonale<br />
kruismotieven. De smeedijzeren spijlen worden bekroond door een gietijzeren sierpunt.<br />
Waardering<br />
Het kerkgebouw met bijbehorend toegangshek is van algemeen belang uit architectuur- en<br />
cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven neoromaanse kerk uit het<br />
derde kwart van de 19de eeuw. Daarnaast heeft de kerk tesamen met de naastgelegen<br />
voormalige pastorie stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging in het<br />
centrum van <strong>Heerhugowaard</strong>. Tevens is de kerk van belang vanwege het daarin aanwezige<br />
Flaes-orgel uit 1873.<br />
49
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-017<br />
Adres: Middenweg 179<br />
1701 GA <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
D 2822<br />
50
Inleiding<br />
Aan de noordwestzijde van de Middenweg gelegen voormalig RAADHUIS uit 1835,<br />
opgetrokken in neoclassicistische stijl. Het rechter gedeelte van het pand deed aanvankelijk<br />
dienst als veldwachterswoning en was later in gebruik als onderwijzerswoning. Van de<br />
haaks tegen de achtergevel aansluitende tweeklassige openbare lagere school resteert het<br />
voorste gedeelte. In 1951 werd het achterste gedeelte van de school verbouwd tot<br />
werkplaats van Openbare Werken. 24 De rest van het pand is in 1955 verbouwd tot<br />
gezondheidscentrum, toegankelijk via een nieuwe serre-achtige entree tegen de achtergevel.<br />
In 1984 volgde een verbouwing tot woonhuis waarbij de door een plat dak vervangen kap<br />
op het ingekorte schoolgedeelte terugkeerde. De in chaletstijl uitgevoerde dakopbouw<br />
middenvoor dateert gezien de stijlkenmerken en de ter plaatse doorgezaagde dakgording van<br />
na de bouwtijd (vermoedelijk de jaren '60 of '70 van de 19de eeuw). Tot de bouw van een<br />
nieuw raadhuis in 1914 heeft het pand als zodanig dienst gedaan.<br />
N.B. De genoemde aangebouwde entree tegen de achtergevel en de twee moderne<br />
dakkapellen op het voormalige schoolgedeelte vallen buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op L-vormig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een L-vormig schilddak<br />
gedekt met gesmoorde OVH-pannen. De in rode handvormsteen gemetselde voor- en<br />
rechterzijgevel van het woonhuis zijn geblokt gepleisterd, de linkerzijgevel is vlak<br />
gepleisterd, en de (witgesausde) achtergevel van het woonhuis is evenals de rechterzijgevel<br />
van het voormalige schoolgedeelte gemetseld in rode handvormsteen formaat circa 17,5 x<br />
3,5 cm in kruisverband met snijvoeg (het rechter gedeelte van laatstgenoemde gevel is<br />
uitgevoerd in rode machinale baksteen van dezelfde grootte). De zijgevels hebben, evenals<br />
de hoger opgetrokken voorgevel, een plint en worden afgesloten door een op klossen<br />
rustende bakgoot waaronder schootankers. Op het dak staan twee (vernieuwde)<br />
hoekschoorstenen van rode baksteen.<br />
De door hoekpilasters beëindigde voorgevel (ZO) kent een symmetrische opzet met in het<br />
midden een door pilasters geflankeerde vernieuwde voordeur (oorspronkelijk een dubbele<br />
paneeldeur) met bovenlicht en ter weerszijden twee twaalfruits schuifvensters (de linker<br />
twee ramen zijn binnen de bestaande kozijnen vernieuwd). Tussen de bovenlichten van de<br />
twee rechter vensters bevindt zich een hardstenen eerste steen met de inscriptie: "DE<br />
EERSTE STEEN AAN DIT/ GEBOUW IS GELEGD/ DEN 11den MEI 1835, DOOR/ JAN<br />
DIRKSZOON WAIBOER/ OUD XI JAREN/ ZOON VAN DEN BURGEMEESTER/ DEZER<br />
GEMEENTE/ HEER HUGO WAARD." Het rijkgeprofileerde hoofdgestel dat de voorgevel<br />
afsluit dateert gezien de opliggende paneel- en cirkelmotieven van het fries vermoedelijk uit<br />
het laatste kwart van de 19de eeuw. Ter plaatse van de dakopbouw boven de voordeur is<br />
het hoofdgestel onderbroken. De witgesausde dakopbouw heeft geblokt gepleisterde<br />
hoeklisenen en een flauwhellend zadeldak met overstek waaronder floraal ajourwerk en<br />
middenvoor een rode leeuw met vergulde kroon. In de voorzijde van de dakopbouw<br />
bevinden zich twee gekoppelde en getoogde vensters waarboven een ronde opening<br />
bestemd voor de vlaggenmast.<br />
In de rechterzijgevel (NO) van het woonhuis bevindt zich links en rechts een twaalfruits<br />
schuifvenster. De rechterzijgevel van het voormalige schoolgedeelte is rechts voorzien van<br />
drie wc-raampjes (de twee opgeklampte deuren met drieruits bovenlicht in de linker<br />
gevelheft dateren uit XXc)<br />
De linkerzijgevel (ZW) telt vijf twaalfruits vensters (deels uit XXc; het kozijn van het tweede<br />
venster van rechts dateert gezien het kwartronde hoekprofiel vermoedelijk uit de bouwtijd).<br />
24 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4933.<br />
51
In de achtergevel (NW) van het woonhuis bevindt zich links een twaalfruits venster (en<br />
rechts hiervan een nieuw zesruits venster).<br />
Het interieur op de begane grond is door meerdere verbouwingen weinig oorspronkelijk. De<br />
uit brede delen samengestelde zoldervloer rust op een enkelvoudige balklaag. De deels van<br />
na de bouwtijd daterende gordingenkap is met brede delen beschoten. Op het rechter<br />
kapspant is met potlood de naam Jan Borst geschreven (vermoedelijk de timmerman die het<br />
spant vervaardigd heeft). Middenvoor was een zolderkamer afgeschoten.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
uitwendig grotendeels gaaf bewaard voormalig raadhuis uit het tweede kwart van de 19de<br />
eeuw, opgetrokken in neoclassicistische stijl.<br />
52
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-018<br />
Adres: Middenweg 200<br />
1701 GG <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 4333<br />
53
Inleiding<br />
Aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen voormalig BEJAARDENHUIS daterend uit<br />
1912-1913. Dit "Tehuis voor Ouden van dagen en Hulpbehoevenden" werd in opdracht van<br />
de gemeente gebouwd naar ontwerp van gemeente-opzichter Aris Groot. De aanbesteding<br />
vond plaats op 27 december 1912, waarna het werk gegund werd aan de plaatselijke<br />
aannemer Gerrit Hartland, die met 5321,- de laagste van de tien inschrijvers was. 26<br />
Initiatiefnemer achter de nieuwbouwplannen was gemeenteraadslid J. Met die in de raadsvergadering<br />
van 7 februari 1912 voorstelde een nieuw armenhuis te bouwen. Na<br />
onderzoek ging de gemeenteraad op 7 mei 1912 accoord met nieuwbouw "om de oude<br />
arme menschen een beter thuis te verschaffen". In de raadsvergadering van 19 juli 1912<br />
werden vier door de gemeentearchitect gemaakte plannen beoordeeld en werd het vierde als<br />
meest geschikte uitgekozen. In 1950 liet de gemeente het gebouw volgens de plannen van<br />
gemeentearchitect E. Besteman renoveren door de plaatselijke aannemer A.J. de Koning. 26<br />
Hierbij werden onder meer de twee slaapzalen rechts op de begane grond verbouwd tot een<br />
ruime conversatiezaal in oud-Hollandse stijl. Op de tot dan als bergruimte gebruikte<br />
zolderverdieping kwamen één- en tweepersoons slaapkamers en twee slaapzalen met<br />
chambrettes. De twee bestaande aanbouwen tegen de achtergevel werden evenals de<br />
vensters en deuren vernieuwd. Naderhand was in het gebouw de gemeentelijke sociale<br />
dienst gehuisvest. In 1983 werd het pand verbouwd tot sociowoning voor geestelijk<br />
gehandicapten.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een fors zadeldak<br />
waarvan de noklijn evenwijdig loopt aan de weg. Het dak is gedekt met rode muidenpannen<br />
(de dakkapellen dateren uit 1950). De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in kruisverband met snijvoeg. In de voor- en achtergevel bevinden zich<br />
rozetankers ter hoogte van de verdiepingsvloer. De kopse zijgevels zijn uitgevoerd als<br />
tuitgevel en voorzien van muurankers ter hoogte van de verdiepingsvloer en de gordingen<br />
van de kap.<br />
De oorspronkelijk symmetrische voorgevel (NW) heeft een licht risalerende middenpartij van<br />
twee bouwlagen onder een flauwhellend zadeldak waarop rode muidenpannen. De voorzijde<br />
van de verhoogde middenpartij is uitgevoerd als een door hoeklisenen geflankeerde tuitgevel<br />
waarin op de parterre oorspronkelijk drie gekoppelde T-vensters met zesruits bovenlichten<br />
(sinds 1950 twee vierruits ramen met tweeruits bovenlicht) en ter hoogte van de verdieping<br />
twee gekoppelde dito vensters (vanaf 1950 een groot liggend venster samengesteld uit vier<br />
vierruits ramen met tweeruits bovenlicht). Ter weerszijden van de middenpartij wordt de<br />
voorgevel beëindigd door een op geprofileerde klossen rustende lijstgoot waaronder een<br />
gemetseld fries dat zich ook voortzet langs de middenpartij. Het fries bevat een reeks<br />
cirkelvormige siermotieven van gele verblendsteen. Ter weerszijden van de middenpartij was<br />
de voorgevel voorzien van een paneeldeur met bovenin een zesruits raam en een zesruits<br />
bovenlicht. Links en rechts bevonden zich twee gekoppelde T-vensters met zesruits<br />
bovenlichten (het rechter deel van de voorgevel telt sinds 1950 twee kruisvensters voorzien<br />
van vierruits onderramen en tweeruits bovenlichten; in het linker deel bevindt zich links een<br />
dito venster en rechts hiervan een voordeur met zesruits bovenlicht). De tussendorpels van<br />
de parterrevensters worden geflankeerd door gele verblendsteen.<br />
De symmetrische rechterzijgevel (ZW) had links en rechts op de parterre en in het midden<br />
van de verdieping twee gekoppelde T-vensters met zesruits bovenlicht (vanaf 1950<br />
kruisvensters).<br />
2S . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 130.<br />
n . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4300.<br />
54
In de linkerzijgevel (NO) bevond zich links en middenboven een dito tweedelig venster en in<br />
het midden van de begane grond een enkel T-venster met zesruits bovenlicht (sinds 1950<br />
middenboven een kruisvenster, links een liggend venster waarin twee vierruits ramen, en in<br />
het midden een horizontaal in tweeën gedeelde deur met tweeruits bovenlicht en in de<br />
bovendeur een getoogd vierruits raam).<br />
In het midden van de achtergevel (ZO) bevonden zich twee gekoppelde T-vensters met<br />
zesruits bovenlicht en rechts hiervan achtereenvolgens een paneeldeur als voor en twee<br />
raampjes (thans in het midden twee zesruits vensters en ter plaatse van het kleine tweeruits<br />
venster links twee gekoppelde deuren met bovenlicht). Bovenaan de achtergevel bevindt<br />
zich een zinken bakgoot.<br />
Het interieur verkeert grotendeels in de staat die het met de verbouwing van 1950 kreeg.<br />
De begane grond heeft een T-vormige gang van waaruit paneeldeuren (voornamelijk<br />
vierpaneelsdeuren) toegang geven tot de diverse vertrekken (merendeels gemoderniseerd).<br />
De in oud-Hollandse stijl ontworpen conversatiezaal in het rechter gedeelte van de begane<br />
grond heeft een plafond van moerbalken en kinderbinten. De moerbalken rusten op<br />
ojiefvormig geprofileerde sleutelstukken waaronder lisenen. De deuren in deze zaal zijn aan<br />
de binnenzijde betimmerd met geprofileerde schrootjes en voorzien van smeedijzeren<br />
sierbeslag (een cartouchevormig deurschild en gehengen met een uiteinde in de vorm van<br />
een Franse lelie). Blijkens een artikel in het NHD van 27-1-1951 was het middelpunt van de<br />
conversatiezaal een grote oud-Hollandse schouw met op de zware balk boven de haard een<br />
spreuk van Ovidius waarin de wens werd uitgesproken dat de levensjaren die de mens nog<br />
gegeven zijn aangenaam en zoet mogen zijn. Op het snijpunt van de gang beneden bevindt<br />
zich een ruime rechte steektrap (uit 1950) waarlangs een rijkgekrulde smeedijzeren<br />
trapleuning met houten handlijst. De leuning zet zich voort rond het trapgat op de<br />
verdieping. De laatste heeft een gang in de lengte-as van het gebouw die zich ter plaatse<br />
van de trap verbreedt. Vanaf de gang op de verdieping geven vierpaneelsdeuren toegang tot<br />
de (gemoderniseerde) kamers. Zowel de paneeldeuren op de begane grond als die op de<br />
verdieping hebben een gebombeerde omlijsting. De vliering heeft een met smalle planken<br />
beschoten gordingenkap. Oorspronkelijk werd de begane grond door twee dwarsgangen in<br />
drieën gedeeld: in het linker gedeelte woonden de huisvader en -moeder, in het midden was<br />
de gecombineerde woon- en eetzaal waarachter een gang en twee kleine slaapkamers, en<br />
rechts bevonden zich de mannen- en vrouwenslaapzaal.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
in hoofdvorm gaaf bewaard gebleven gemeentelijk bejaardenhuis uit het eerste kwart van de<br />
20ste eeuw.<br />
55
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-019<br />
Adres: Middenweg 206<br />
1701 GH <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 5065<br />
lüJ. U. Uil<br />
«i «i<br />
V--<br />
56
Inleiding<br />
Op de hoek van de Middenweg en de Sportlaan gelegen voormalige<br />
BURGEMEESTERSWONING uit 1935 genaamd "'t Huygenwaert". Deze in de stijl van de<br />
Amsterdamse School opgetrokken villa werd in opdracht van B&W van <strong>Heerhugowaard</strong><br />
gebouwd naar ontwerp van ir. H. Thunnissen van het Haagse architectenbureau Thunnissen<br />
- Hendricks. 27 De uitvoering was in handen van de plaatselijke aannemer P. Bot. Thunnissen<br />
en Bot waren geen onbekenden van elkaar, omdat zij tussen 1928 en 1940 als architect en<br />
aannemer samenwerkten aan de bouw van de St. Willibrordusstichting in Heiloo.<br />
Middenweg 206 is gebouwd met een partij bakstenen die overbleef bij de bouw van Willibrord.<br />
28 Oorspronkelijk waren bijna alle vensters volledig beglaasd met pastelkleurig glas in<br />
lood. Ook zijn uit drie parterrevensters één of twee middenstijlen gezaagd. Verder verkeert<br />
het exterieur evenals het interieur nog vrijwel in de oorspronkelijke staat. Tot 1972 heeft<br />
het pand dienst gedaan als burgemeesterswoning.<br />
Waardering<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwde villa van twee bouwlagen onder een<br />
rietgedekt tentdak waarvan de linker (NW) en rechter (ZO) dakschilden lager zijn<br />
doorgetrokken tot boven de parterre. Het dak heeft aan alle vier zijden een ruim overstek.<br />
Op elk van de vier dakschilden staat een door riet omgeven dakkapel met in de houten<br />
voorzijde twee kleine vensters die al dan niet gekoppeld zijn. Tegen de rechterzijgevel sluit<br />
rechts een rechthoekige garage aan onder een rietgedekt schilddak dat voorzien is van een<br />
ruim overstek en haaks insnijdt in het rechterdakschild. De buitengevels zijn tot vlak boven<br />
de onderdorpels van de parterrevensters opgetrokken in rode genuaneerde machinale waalsteen<br />
in Noords verband met platvolle voeg en daarboven in gele machinale baksteen<br />
(formaat ca. 19x5 cm) in Noords verband met Dudokvoeg. De vensters hebben zwarte<br />
geglazuurde lekdorpeltegels. In de vierdelige parterre- en verdiepingsvensters zijn de<br />
buitenste ramen openslaande ramen en de binnenste uitgevoerd als vaste ramen.<br />
In de voorgevel (ZW) bevindt zich van links naar rechts een liggend venster (oorspronkelijk<br />
driedelig) liggend venster, een hoog aangebrachte zandstenen gevelsteen met de naam "'t<br />
HUIJGENWAERT", een vierdelig liggend venster waaruit de middenstijl verwijderd is, en in<br />
het terugliggende rechter deel van de parterre een dubbele glasdeur met onderin elke<br />
deurhelft twee liggende raampjes. De deur opent naar een vóór de rechter gevelhelft<br />
geplaatste houten veranda waarvan het rietgedekte lessenaardak rust op vijf vierkante<br />
stijlen met driehoekige hoekverstijvingen. De met gesmoorde rietvorsten afgedekte nok van<br />
het lessenaardak sluit aan tegen de voorgevel. De vloer van de veranda is betegeld met rode<br />
plavuizen. Ter hoogte van de eerste verdieping kent de voorgevel een symmetrische opzet<br />
met in het midden een stolpraam en ter weerszijden een door drie stijlen in vieren gedeeld<br />
liggend venster. De drie vensters worden geflankeerd door drie brede banden van oranjerode<br />
handvormsteen ijsselformaat.<br />
In de linkerzijgevel (NW) bevinden zich twee liggende vensters waarvan het linker door drie<br />
stijlen in vieren gedeeld wordt (van de drie stijlen in het rechter vensters resteert de linker).<br />
De rechterzijgevel (ZO) is voorzien van een langgerekt venster dat oorspronkelijk door vijf<br />
stijlen onderverdeeld was in zes ramen met gewoon glas (de tweede en vierde stijl zijn<br />
naderhand verwijderd). De zuidwestgevel van de genoemde garage-uitbouw rechts tegen de<br />
rechterzijgevel is blind. In de kopse zuidoostgevel van de garage bevindt zich een vóór de<br />
gevel geplaatste opgeklampte dubbele deur met bovenin elke deur drie gekoppelde<br />
raampjes. De noordoostgevel van de garage is halverwege voorzien van een smal venster<br />
waarin ruitvormig (blank) glas in lood.<br />
1. <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceeldossier 4483.<br />
28 . Mededeling van de heer J. Schreurs, Middenweg 206.<br />
57
De achtergevel (NO) van het woonhuis heeft van rechts naar links een stolpraam, een smal<br />
venster als in de noordoostgevel van de garage, een ondiepe rondboogportiek waarin een<br />
opgeklampte rondboogdeur van eiken veilingdelen met bovenin een rond draairaampje, een<br />
kelderkoekoek met ijzeren rooster, een muurspleet waarachter een wc-raampje, een drietal<br />
kleine keukenvensters waarvan het middelste verhoogd is met een bovenlicht, en in het<br />
enigszins terugliggende linker geveldeel een (naar de bestaande vorm vernieuwde)<br />
bijkeukendeur met vierruits raam en bovenlicht. De gevelsprong rechts van de<br />
laatstgenoemde deur zet zich boven het dak voort in een hoge rechthoekige schoorsteen.<br />
De rondboogportiek heeft een vloer van rode tegels waarvoor een gemetselde stoep en<br />
getrapt gemetselde dagkanten die onderaan en ter hoogte van de boogaanzet verfraaid<br />
worden met een blok zandsteen. De eerste verdieping telt drie stolpramen. Tussen het linker<br />
en middelste bevindt zich een muurspleet als beneden.<br />
Het interieur is nog grotendeels oorspronkelijk en onder meer voorzien van<br />
sobere stucplafonds, met eiken triplex beklede deuren en eikenhouten vensterbanken op de<br />
parterre, in de ruime woonkamer eiken parket, een sierschouw van rode handvormsteen en<br />
onder het linker voorraam een vaste boekenkast, tussen de woonkamer en de "serre"<br />
rechtsvoor een dubbele schuifdeur waarin pastelkleurig glas in lood, in de ambtskamer twee<br />
vaste kasten waartussen een zich over twee wanden uitstrekkende eiken boekenkast, in de<br />
keuken een kastenwand waarin drie deuren voorzien van een vijftienruits raam, in de<br />
bijkeuken een vloer van rode plavuizen, en in de centrale hal een vloer van rode tegels, een<br />
met eiken omtimmerd balkenplafond en een bordestrap met eikenhouten treden en een<br />
geheel met eiken triplex beklede trapleuning waarboven een eiken handlijst. Halverwege de<br />
halwand tegenover de bordestrap bevindt zich een sierschouwtje van rode handvormsteen<br />
(thans gepleisterd) waarvan de haard betegeld is met meerkleurige 17de-eeuwse vogeltegels<br />
(ruim boven de haard bevond zich een eikenhouten bordenplank). Vanuit de hal leidt een<br />
deur waarin een achtruits raam van pastelkleurig glas in lood naar de vestibule.<br />
Laatstgenoemde heeft een vloer van roodbruine schilpadtegels en grijsporfieren tegels in<br />
schaakbordpatroon (per vier) binnen een rand van zwarte tegels, en een gele geglazuurde<br />
tegellambrisering met een boven- en onderrand en bies van zwarte geglazuurde tegels.<br />
Boven de lambrisering bevindt zich in de muur tussen de vestibule en de hal een<br />
gebrandschilderde raam met het gemeentewapen en daaronder een banderol met het opschrift<br />
"HEER HUYGENWAERT". De eerste verdieping heeft een ruime overloop van waaruit<br />
acht éénpaneelsdeuren met bovenin een liggend raam van kathedraalglas toegang geven tot<br />
de omliggende vertrekken (vijf slaapkamers, een badkamer, een wc en een kamer die<br />
bestemd was als bergruimte). De meeste slaapkamers zijn voorzien van één of twee vaste<br />
kasten met éénpaneelsdeur. Vanaf de overloop leidt een vergelijkbare bordestrap als<br />
beneden naar de met vellingdelen betimmerde overloop op de zolder. Hier bevindt zich een<br />
dienstbodenkamer. De kapconstructie bestaat uit een gordingenkap waarop vierkante<br />
daksporen rusten die het rieten dak dragen. Onder de bordestrap in de hal beneden leidt een<br />
rechte steektrap naar de onderliggende betonnen kelder. Tegen één van de kelderwanden<br />
staat een kleine witmarmeren gedenkplaat met in vergulde letters de inscriptie "AB ANNO<br />
INCARNATIONIS/ D[O]M[INI] M.C.M XXXV/ IR. H. THUNNISSEN. ARCH./ P. BOT.<br />
AANNEMER." (de twee eerste regels luiden vertaald: vanaf het jaar van de vleeswording<br />
van de Heer 1935; het is niet duidelijk of en waar deze gedenkplaat gehangen heeft).<br />
Waardering<br />
De villa is van algemeen belang uit architectuurhistorisch en cultuurhistorisch oogpunt als<br />
grotendeels gaaf bewaard gebleven burgemeesterswoning uit de jaren '30 van de 20ste<br />
eeuw opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School.<br />
58
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer 0008-020<br />
Adres: Middenweg 212<br />
1701 GH <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 2764<br />
59
Inleiding<br />
Aan de zuidoostzijde van de Middenweg gelegen voormalige KASSIERSWONING daterend<br />
uit 1916. Het in art-nouveaustijl opgetrokken pand werd gebouwd door en naar ontwerp<br />
van timmerman J. Kamp te <strong>Heerhugowaard</strong>. 29 Opdrachtgever was J. Borst, kassier van de<br />
plaatselijke Boerenleenbank. In 1988 is het pand verbouwd waarbij onder meer het interieur<br />
op de begane grond werd vernieuwd en de bestaande uitbouw linksachter vervangen werd<br />
door een nieuwe aanbouw over de volle breedte van de achtergevel. 30<br />
N.B. De genoemde aanbouw uit 1988 maakt geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een met gesmoorde<br />
kruispannen gedekt mansardedak waarvan de noklijn haaks staat op de weg. De<br />
buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in halfsteens verband met<br />
snijvoeg en voorzien van een plint gemetseld in kruisverband. De kopse voor- en achtergevel<br />
tellen elk vijf muurankers ter plaatse van de kapgordingen. In beide zijgevels bevinden zich<br />
twee muurankers op halve gevelhoogte.<br />
De voorgevel (NW) heeft links een ondiepe portiek (tot 1988 voorzien van de originele paneeldeur<br />
waarin naast elkaar twee draairamen met daarvoor siersmeedwerk) en in het<br />
midden twee schuifvensters met in de bovenlichten glas in lood. De portiek en vensters<br />
worden elk ontlast door een strek met een getoogde onderzijde en een gepleisterde<br />
sluitsteen met diamantkop. Middenboven bevindt zich een samengesteld venster bestaande<br />
uit een door een dito strek ontlast stolpraam met meerruits roedenverdeling geflankeerd<br />
door smalle en lagere drieruits zijramen in de vorm van een (vertikaal) gehalveerd<br />
spitsboogvenster. De bovengevel heeft een opvallende vorm met boven het middengedeelte<br />
opengewerkt horizontaal siermetselwerk tussen pilastertjes met een gecementeerde top, ter<br />
weerszijden van het middendeel een kwartrond zijdeel, en links- en rechtsonder een naar<br />
opzij uitkragend pilastertje met gecementeerde top.<br />
In de linker helft van de rechterzijgevel (ZW) bevonden zich tot 1960 drie kleine vensters (in<br />
dat jaar vervangen door het huidige venster).<br />
De linkerzijgevel (NO) had tot 1988 links een klein T-venster en rechts hiervan een<br />
stolpraam (thans een tweeruits liggend venster).<br />
De in 1988 gepleisterde achtergevel (ZO) is uitgevoerd als geknikte tuitgevel. Ter plaatse<br />
van het huidige venster middenboven bevond zich tot 1988 een opgeklampte deur met<br />
vierruits bovenlicht. Links en rechts hiervan heeft de achtergevel nog steeds een klein<br />
vierruits venster (in de door de moderne aanbouw aan het oog onttrokken begane grond<br />
bevond zich links een T-venster met drieruits bovenlicht).<br />
Het interieur is op de begane grond niet meer oorspronkelijk, afgezien van het balkenplafond<br />
en de naar de zolder leidende trap met onderaan een kwart (in 1988 is de trap verplaatst). 31<br />
29 . RAA, secretarie-archief van de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 131, bouwaanvraag f eb.<br />
1916.<br />
30 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3592.<br />
31 . Blijkens de ontwerptekening uit 1916 was oorspronkelijk rechts van de gang een voorkamer<br />
die vermoedelijk dienst deed als kantoor, en aan het einde van de gang, in de achterste helft van<br />
het pand een woonkamer. De achterwand van de voorkamer bestond uit twee kasten waartussen<br />
een schouw, de rechterzijwand uit twee bedsteden waartussen een kast. De<br />
achterliggende woonkamer had in de rechter wand links een bedstede en rechts een trap naar de<br />
zolder. Een door kasten geflankeerde deur in de achterwand gaf toegang tot de uitgebouwde<br />
keuken annex bergplaats.<br />
60
De zolderverdieping heeft een gordingenkap (dakbeschot vernieuwd). In beide zijwanden van<br />
de aan de voorgevel grenzende slaapkamer bevindt zich een driepaneelsdeur waarachter een<br />
bergruimte.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
karakteristieke en merendeels gaaf bewaard gebleven kassierswoning uit het eerste kwart<br />
van de 20ste eeuw, opgetrokken in art-nouveaustijl.<br />
61
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-021<br />
Adres: Middenweg 252<br />
1701 GJ <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N <strong>10</strong>66<br />
62
Inleiding<br />
Op de hoek van de Middenweg en de Van Veenweg gelegen WOONHUIS daterend uit<br />
1937. Het prominent gesitueerde pand werd in opdracht van de gezusters A. en A.<br />
Scholten gebouwd naar ontwerp van de <strong>Heerhugowaard</strong>er architect Eef Besteman in een<br />
aan de late Amsterdamse School verwante bouwtrant. Aannemer was Groot en Besteman<br />
te <strong>Heerhugowaard</strong> - Alkmaar. 32 In 1997 is het interieur verbouwd en de uitbouw linksachter<br />
gewijzigd en vergroot.<br />
N.B. De bovengenoemde uitbouw maakt geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis van twee bouwlagen onder een tamelijk<br />
flauwhellend schilddak met de nok haaks op de Middenweg. Het dak is gedekt met bruine<br />
verbeterde Hollandse pannen en heeft rondom een ruim overstek. De in halfsteens verband<br />
gemetselde buitengevels zijn opgetrokken in handvormsteen vechtformaat: tot aan de<br />
lekddorpeltegels van de parterrevensters miskleurig en daarboven bruinrood. De brede<br />
terugliggende voegen hellen enigszins achterover. De rechterzijgevel (Z) heeft links een<br />
halfronde erker, die niet gemetseld is in halfsteens maar in koppenverband. De lekdorpeltegels<br />
onder de vensters zijn uitgevoerd in gres.<br />
De voorgevel (W) heeft links een (vernieuwde) voordeur met daarvoor een gemetselde stoep<br />
uit de bouwtijd en rechts een enigszins uit de gevel komend liggend parterrevenster waarin<br />
een vast middenraam tussen smalle openslaande zijramen die voorzien zijn van een<br />
bovenlicht in de vorm van een uitzetraampje waarin glas in lood. Het blinde linker gedeelte<br />
van de eerste verdieping wordt verlevendigd door een siermotief van bruine en lichtgroene<br />
tegels met in het midden een rood tegeltje. Rechts van dit gesloten muurvlak springt de<br />
verdieping terug ten behoeve van een breed inpandig balkon op de hoek van de voor- en de<br />
rechterzijgevel. Het balkon dat zich uitstrekt boven de genoemde halfronde erker, heeft een<br />
gemetselde borstwering met buitenom een uitkragende betonnen sierband en bovenop een<br />
dubbele ijzeren handlijst. Op de hoek wordt deze onderbroken door een gemetselde pijler die<br />
het dakoverstek boven het balkon ondersteund. Het balkon is toegankelijk via een dubbele<br />
glasdeur in de achterwand met in elke deurhelft een twaalfruits raam. In het smalle<br />
gevelvlak links van de achterwand van het balkon bevindt zich een achtruits venster.<br />
De halfronde erker van de rechterzijgevel (Z) telt vijf gekoppelde ramen. Rechts heeft de<br />
rechterzijgevel op beide bouwlagen een driedelig venster waarin een door openslaande<br />
ramen geflankeerd vast middenraam.<br />
De linkerzijgevel (N) heeft links een vergelijkbaar, maar kleiner driedelig venster, en rechts<br />
twee kleine vaste glas-in-loodramen. Rechts van het midden bevindt zich vlak boven de<br />
grond een klein openslaand raam en bovenaan een groter openslaand glas-in-loodraam.<br />
Afgezien van laatstgenoemd venster is de eerste verdieping blind (de dakkapel halverwege<br />
het linkerdakschild dateert uit 1997).<br />
In de achtergevel (O) bevindt zich links een dubbele glas-in-looddeur en op de eerste verdieping<br />
een paneeldeur waarin een negenruits raam. Rechts op het achterschild staat een<br />
rechthoekige schoorsteen van bruinrode handvormsteen vechtformaat.<br />
De indeling van het interieur is zowel op de begane grond als de parterre gewijzigd. Wel zijn<br />
de originele paneeldeuren zoveel mogelijk gehandhaafd. Het merendeel heeft bovenin een<br />
liggend glas-in-loodraampje; enkele deuren op de verdieping bovenin drie raampjes (het middelste<br />
breder) van blank kathedraalglas. De naar de gang verplaatste twee schuifdeuren<br />
tussen de voormalige kamers en suite zijn geheel gevuld met glas in lood. De oorspronkelijk<br />
onbevloerde zolder heeft een beschoten gordingenkap.<br />
32 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3455.<br />
63
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als karakteristiek<br />
en grotendeels gaaf bewaard woonhuis uit de jaren '30 van de 20ste eeuw. Tevens<br />
heeft het pand situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging op een driesprong.<br />
64
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-022<br />
Adres: Middenweg 273<br />
1701 GD <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 5202<br />
65
Inleiding<br />
Aan de westzijde van de Middenweg gelegen RENTENIERSWONING daterend uit<br />
omstreeks 1880. De woning werd gebouwd door de plaatselijke aannemer Bernardus Kamp<br />
(1841-1915) die er vermoedelijk ook ging wonen (de huidige eigenaar is een achterkleinzoon<br />
van hem). Typologisch is het pand een rentenierswoning. Dit type woonhuis werd in de<br />
tweede helft van de 19de eeuw veel gebouwd op het platteland van Noord-Holland.<br />
Kenmerkend zijn de rechthoekige hoofdvorm, de enkele bouwlaag met schilddak, en de<br />
symmetrische opzet van de voorgevel waarin de nadruk ligt op de veelal risalerende en<br />
verhoogde middenpartij. Stilistisch vertoont Middenweg 273 uiteenlopende invloeden: de<br />
getoogde bovendorpels van de vensters gaan indirect terug op de Franse barokarchitectuur<br />
van de 17de en 18de eeuw, de paneeldeur en de banden in de dakopbouw zijn neorenaissance<br />
kenmerken, en het flauwhellende zadeldak met ruim overstek van de<br />
dakopbouw wijst op invloed van de chaletstijl. Naderhand is de woning vergroot met een<br />
aanbouw over de volle breedte van de achtergevel. In 1997-1998 heeft een renovatie<br />
plaatsgevonden waarbij onder meer het voegwerk en de dakgoten zijn vernieuwd<br />
(kunststof), de begane grond werd verbouwd en de zwarte geglazuurde Friese golfpannen<br />
op het voorschild zijn vervangen door gesmoorde Hollandse pannen.<br />
De LEILINDEN in de voortuin maken deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis van één bouwlaag onder een met gesmoorde<br />
Hollandse pannen gedekt schilddak waarvan de noklijn evenwijdig loopt aan de weg. De<br />
nokeinden worden bekroond door een vierkante piron van rode baksteen. De genoemde<br />
aanbouw aan de achterzijde heeft een aangekapt lessenaarsdak waarop eveneens<br />
gesmoorde Hollandse pannen. De buitenmuren zijn boven een gepleisterde plint opgetrokken<br />
in rode handvormsteen waalformaat in halfsteens verband met snijvoeg (de bovenste helft<br />
van de achtergevel is gemetseld in machinale waalsteen).<br />
De symmetrisch opgezette voorgevel (O) heeft in het midden een paneeldeur met getoogd<br />
bovenlicht en ter weerszijden twee getoogde schuif vensters. De paneeldeur is voorzien van<br />
een gietijzeren deurrooster met in het midden een klein paardenhoofd. Vóór de deur ligt een<br />
twee treden tellende stoep van gele baksteen. In de segmentbogen boven de vensters en de<br />
deur is gele baksteen toegepast. Bovenaan wordt de voorgevel afgesloten door een lijstgoot<br />
die in het midden onderbroken wordt ten behoeve van een kleine gemetselde dakopbouw.<br />
De laatste is voorzien van een flauwhellend zinkgedekt zadeldak met overstek en een klein<br />
getoogd T-venster waarboven een segmentboog als genoemd. Ter hoogte van de onder- en<br />
bovendorpel van het venster wordt de dakopbouw verfraaid door een band van gele<br />
baksteen. Het muurvlak onder het T-venster wordt verlevendigd door een uitkragende<br />
metsellaag van rode baksteen en een overhoekse muizentand van gele baksteen.<br />
In de rechterzijgevel (N) bevindt zich rechts een door een middenstijl in tweeën gedeeld<br />
venster en in de aanbouw een klein enkelruits venster (de twee vensters in de linkerzijgevel<br />
(Z) zijn modern).<br />
De achtergevel (W) heeft op halve gevelhoogte muurankers en van links naar rechts een<br />
tweeruits liggend venster, een achterdeur en een door een middenstijl in tweeëen gedeeld<br />
venster.<br />
Het interieur bevat nog enkele oorspronkelijke elementen waaronder een laddertrap naar de<br />
zolderverdieping en een met brede delen beschoten gordingenkap. De twee slaapkamers op<br />
zolder zijn gezien de vierpaneelsdeuren naderhand afgeschoten. In de rechter slaapkamer<br />
bevinden zich twee vaste kasten met hergebruikte dubbele paneeldeuren. Volgens een oudbewoonster<br />
is op één van de door tapijt en modern plaatmateriaal aan het oog onttrokken<br />
vloerdelen in dit vertrek het bouwjaar geschreven.<br />
66
In de voortuin staan halverwege de openbare weg en de voorgevel vier leilinden op rij.<br />
Waardering<br />
Het pand met bijbehorende leilinden is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch<br />
oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een<br />
rentenierswoning uit de tweede helft van de 19de eeuw.<br />
67
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-023<br />
Adres: Middenweg 307<br />
1701 GE <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 5263 (gedeeltelijk)<br />
68
Inleiding<br />
Op de hoek van de Middenweg en de Westtangent gelegen BOERDERIJ uit 1918 genaamd<br />
"Scherpenheuvel". Deze voormalige pachtboederij bestaande uit een woongedeelte<br />
waarachter een dwarsgeplaatste Zuid-Hollandse stal werd ontworpen en gebouwd door de<br />
plaatselijke aannemer, bouwkundige en gemeente-opzichter Aris Groot. 33 Opdrachtgever<br />
was H.A.C. Fabius, "Kapitein der Huzaren" te 's Gravenhage. De in nieuw-historiserende<br />
stijl opgetrokken boerderij verving een afgebrande stolpboerderij. Dat gekozen werd voor de<br />
bouw van een Zuid-Hollandse stal en niet voor een stolpoerderij hangt wellicht samen met<br />
de herkomst van de opdrachtgever. Afgezien van de uit de jaren '60 daterende lage<br />
aanbouw tegen de linkerzijgevel van het woongedeelte verkeert de boerderij nog vrijwel in<br />
de originele staat. Ook het interieur is nog gedeeltelijk oorspronkelijk.<br />
In 1942 of '43 liet de toenmalige bewoner P. Blauw voor zijn invalide vrouw S. Nierop links<br />
in de voortuin een tuinhuis bouwen. Dit markante en opvallend gesitueerde gebouwtje<br />
maakt deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op T-vormig grondplan opgetrokken boerderij bestaande uit een woongedeelte van één<br />
bouwlaag onder een afgeplat schilddak met uitgeknikte dakvoet en overstek, en daarachter<br />
een groter dwarsgeplaatst staldeel van één (enigszins lagere) bouwlaag onder een hoog<br />
schilddak met de noklijn evenwijdig aan de Middenweg. Alle dakvlakken zijn gedekt met<br />
gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Zowel het woonhuis als de stal heeft een<br />
rechthoekige plattegrond evenwijdig aan de Middenweg en buitenmuren opgetrokken in rode<br />
machinale baksteen waalformaat in kruisverband met snijvoeg. De op het westen gelegen<br />
achtergevel van de stal is om vochtdoorslag tegen te gaan afgewerkt met een pleisterlaag<br />
voorzien van schijnvoegen (imitatie natuursteenblokken). Bovenlangs alle gevels bevindt zich<br />
een houten bakgoot op balkjes (woning) of klossen (stal).<br />
Het woongedeelte heeft een symmetrische opgezette voorgevel (O) met in het midden een<br />
horizontaal in tweeën gedeelde paneeldeur waarvan de bovendeur voorzien is van een<br />
twintigruits raam met gewelfde bovenrand. Ter weerszijden van de deur bevindt zich een<br />
gekoppeld schuifvenster met achtruits bovenlichten en paneelblinden beschilderd in rood-wit<br />
zandlopermotief. Zowel de deur als beide vensters worden ontlast door een strek van<br />
afwisselend gele verblendsteen en grijze baksteen. Tussen de strek van de deur en het als<br />
luifel fungerende dakoverstek erboven bevndt zich een ingemetselde naamsteen met in<br />
opliggende letters "Scherpenheuvel". Links en rechts van de strek is in opliggende cijfers<br />
het bouwjaar "19" en "18" aangebracht; ter weerszijden van de strekken boven de vensters<br />
bevindt zich een schootanker. De dakvoet is boven beide vensters plaatselijk verhoogd,<br />
vermoedelijk om een beter lichtinval te krijgen en/of een levendiger gevelbeeld. In het<br />
midden van het voorste dakschild staat een kleine dakkapel met stolpraam en<br />
lessenaarsdak. Beide raamhelften hebben bovenin twee kleine ruiten. De twee planken opzij<br />
van het lessenaarsdak eindigen onderaan in een krulmotief (waartussen vroeger een zinken<br />
mastgoot). Op de nokeinden van het voorschild staat een eenvoudige gemetselde piron van<br />
gele baksteen.<br />
De rechterzijgevel (N) heeft twee vensters als voor (beide zijn naderhand enigszins naar rechts<br />
verplaatst), echter zonder strekken van afwisselend gele en grijze baksteen. Twee<br />
schootankers halverwege de gevel markeren de plaats van de vroegere binnenmuur tussen<br />
de voor- en de achterkamer. Rechtsonder bevindt zich een keldervenster voorzien van vier<br />
diefijzers en een strek van afwisselend gele en grijze baksteen. Links op het rechterdakschild<br />
staat een dakkapel als voor. Hier is ook de zinken mastgoot onderaan het lessenaarsdakje<br />
nog aanwezig. Rechtsboven is in het dakvlak een origineel drieruits legraam van gietijzer<br />
aangebracht.<br />
33 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4227.<br />
69
In de linkerzijgevel (Z) bevindt zich rechts een vierruits stolpraam van na de bouwtijd (XXc).<br />
De rest van de gevel wordt door de latere aanbouw grotendeels aan het oog onttrokken. De<br />
achterdeur, een horizontaal in tweeën gedeelde paneeldeur met in de bovendeur een zestienruits<br />
raam, is verplaatst van links in de gevel naar de voorzijde van de aanbouw. Op het<br />
linkerdakschild staan twee dakkapellen als voor.<br />
De stal telt in beide smalle muurdelen ter weerszijden van het woongedeelte twee stalvensters<br />
(het rechter venster van het linker muurdeel wordt door de genoemde aanbouw aan<br />
het oog onttrokken). Deze liggende stalvensters hebben een strek van afwisselend gele en<br />
grijze baksteen en een opvallende raamindeling: een vierkante middenruit met ter<br />
weerszijden twee kleine vierkante ruitjes boven elkaar.<br />
In beide symmetrisch opgezette zijgevels van de stal bevindt zich links en rechts een<br />
stalvenster van bovengenoemd type, echter met een rode strek. Beide gevels hebben in het<br />
midden een opgeklampte dubbele deur (oorspronkelijk een schuifdeur) waarboven een<br />
dakkapel voorzien van een lessenaarsdak en een dubbele deur naar de hooizolder. Elke<br />
deurhelft van laatstgenoemde deuren heeft bovenin een vierruits raam en daaronder een<br />
diagonaal beschoten paneel. De linkerzijgevel (Z) wordt onderaan verfraaid door een rollaag<br />
van oranjerode verblendsteen.<br />
De gepleisterde achtergevel (W) is voorzien van een dubbele rij gietijzeren muurankers en<br />
telt acht stalvensters als in de zijgevels. Rechts (vroeger ook links) bevindt zich een<br />
opgeklampte deur met een bovenlicht waarvan de roedenindeling overeenkomt met die van<br />
de stalvensters. In het achterschild zijn twee originele gietijzeren legramen aangebracht. Op<br />
de nok van het dak staan drie kleine houten ventilatie-opbouwen uit de bouwtijd, elk<br />
voorzien van een bitumengedekt tentdakje.<br />
Het interieur van het woongedeelte is nog gedeeltelijk oorspronkelijk en bevat onder meer<br />
paneeldeuren met bovenin een zes- of achtruits raam, in de keuken linksvoor een witte<br />
tegellambrisering met een groengeglazuurde onder- en bovenrand, de laatste met florale<br />
motieven in art-nouveaustijl, in de gang een vergelijkbare tegellambrisering met een<br />
bovenrand met golfmotief en daaronder een band van groene en witte tegeltjes in<br />
schaakbordpatroon, tegen de rechter gangwand een rechte steektrap met een houten<br />
leuning samengesteld uit vierkante balusters voorzien van vertikale en horizontale<br />
siergleuven, op de zolder aan de voorzijde drie afgeschoten slaapkamers uit de bouwtijd, elk<br />
toegankelijk via een spiegelbeklampte deur waarnaast aan de binnenzijde een originele<br />
wastafel. Alle drie kamers hebben een vlak plafond, de middelste van smalle delen, de<br />
buitenste van kraalschroten. De kap is uitgevoerd als een beschoten gordingenkap. Een<br />
opgeklampte deur halverwege de uit brede staande delen samengestelde achterwand van de<br />
zolder geeft toegang tot de hooizolder boven de stal. De ongedeelde hooizolder heeft een<br />
vloer van brede delen waarin vóór de deur boven de rechterzijgevel een opgeklampt trapluik.<br />
De met riet onderschoten gordingenkap rust op vier houten spanten. Op zolder staan nog de<br />
oorspronkelijke schuifdeuren tussen de voor- en achterkamer: paneeldeuren met bovenin<br />
een achtruits raam voorzien van geel glas (de huidige schuifdeuren in de kamer zijn<br />
afkomstig uit het schuin tegenover gelegen en in XXc gesloopte woonhuis "Huize<br />
Cornelis"). De Zuid-Hollandse stal op de begane grond bood plaats aan een dubbele rij<br />
koeien (in totaal 32 stuks). De betonnen vloer heeft het volgende dwarsprofiel: een<br />
gangpand, grup, koestand, goot, voergang, goot, koestand, grup, en gangpad. De brede<br />
zoldervloer wordt ondersteund door twee rijen houten stijlen waarop onderslagbalken<br />
rusten.<br />
Het zeshoekige tuinhuis heeft een in rode machinale baksteen waalformaat in halfsteens<br />
verband met terugliggende voeg opgetrokken borstwering waarop rondom staande vensters<br />
(twee aan iedere kant; de ramen zijn deels vast deels openslaand). Aan de westzijde wordt<br />
de borstwering onderbroken voor een dubbele deur waarin twee ramen. Het tuinhuis is<br />
voorzien van een steil zeszijdig tentdak gedekt met rode Romaanse pannen en bekroond<br />
70
door een bolvormige piron. Inwendig heeft het tuinhuis een houten vloer van smalle delen<br />
en een zeszijdig, in dwarsdoorsnede korfboogvormig gewelf betimmerd met latjes. Onder de<br />
twee ramen van de zuidgevel bevindt zich een lage vaste kast voorzien van twee<br />
paneeldeurtjes.<br />
Waardering<br />
De boerderij met bijbehorend tuinhuis is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een uit het eerste kwart<br />
van de 20ste eeuw daterende boerderij met Zuid-Hollandse stal. Daarnaast heeft de<br />
boerderij zeldzaamheidswaarde vanwege haar bijzondere opzet en situationele waarde<br />
vanwege de opvallende ligging op een kruispunt.<br />
71
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-024<br />
Adres: Middenweg 354-356<br />
1701 GM <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 4281 en 4282<br />
72
Inleiding<br />
Aan de oostzijde van de Middenweg gesitueerde DUBBEL WOONHUIS, in 1950-1951<br />
gebouwd voor twee medewerkers van de tegenover gelegen coöperatieve melkfabriek<br />
"Excelsior" (in 1981 gesloopt). Het pand werd ontworpen in de stijl van de Delftse School<br />
door het Alkmaarse architectenbureau C.D. van Reijendam & H.J. Hermans. 34 De<br />
bouwkosten bedroegen circa 30.000,-. In de linker woning (nr. 356) woonde de onderdirecteur<br />
van de melkfabriek en in de kleinere rechter woning de centrifugist (nr. 354).<br />
Achter het pand bevindt zich een dubbele stenen BERGING in dezelfde bouwstijl. Deze<br />
wordt door een MUUR op de grens van de achtertuinen verbonden met de achtergevel. De<br />
schuur en de muur dateren uit de bouwtijd en maken deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwd dubbel woonhuis van één bouwlaag onder<br />
een zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de weg. Het dak heeft een uitgezwenkte<br />
dakvoet en rondom een overstek. De rechter helft van de rechterzijgevel (Z) is uitgebouwd<br />
onder een vergelijkbaar, maar kleiner zadeldak. De voorgevel (W) heeft links van het midden<br />
een risalerende tuitgevel van anderhalve bouwlaag onder een zadeldak dat insnijdt in het<br />
voorschild. Links van deze risaliet is het hoofddak lager doorgetrokken boven een<br />
uitgebouwd portiek. Op alle genoemde dakvlakken liggen rode verbeterde Hollandse pannen.<br />
Halverwege de nok van het hoofddak staat een in rode handvormsteen gemetselde<br />
rechthoekige schoorsteen met terugliggende hoeken en een dekplaat van beton. De in<br />
halfsteens verband met verdiepte voeg gemetselde buitenmuren zijn boven een door een<br />
uitkragende strekkenlaag afgesloten trasraam van rode handvormsteen waalformaat<br />
opgetrokken in oranjerode handvormsteen waalformaat (in de achtergevel ontbreekt een<br />
uitkragende strekkenlaag). Bovenaan de rechtbeëindigde gevelvlakken bevindt zich een op<br />
geprofileerde gootklossen rustende lijstgoot waaronder een uitkragende band van<br />
laatstgenoemde baksteen. Alle hoeken van het pand zijn bovenaan in het vlak van de kopse<br />
gevel getrapt uitgemetseld. De vensters hebben lekdorpels van schuinomhoog geplaatste<br />
bakstenen op hun plat (bij nr. 356 vernieuwd) en worden ontlast door strekken of, bij de<br />
geloogde vensters, segmentbogen.<br />
In de rechter helft van de voorgevel (W) bevinden zich drie vierruits schuif vensters. De<br />
genoemde risalerende tuitgevel heeft beneden drie gekoppelde dito vensters en<br />
middenboven een getoogd venster waarin twee door een middenstijl gescheiden vierruits<br />
ramen. In de smalle rechterzijde van de risaliet bevindt zich een smal tweeruits<br />
schuifvenster. De uitgebouwde portiek links opent zowel naar de voor- als linkerzijgevel met<br />
een getoogde muuropening. In die aan de voorzijde bevindt zich een ijzeren spijlenhek. De<br />
portiek heeft een tweekleurige tegelvloer en een getoogd plafond. De opgeklampte voordeur<br />
is samengesteld uit geprofileerde vertikale delen en voorzien van een raampje met geslepen<br />
glas. Rechts op het voorschild staat een dakkapel met vierruits stolpraam en getoogd dak.<br />
De linkerzijaevel (N) heeft links twee gekoppelde vierruits openslaande ramen en in het<br />
midden twee met diagonaal (blank) glas in lood beglaasde valraampjes waartussen onderaan<br />
een klein keldervenster (valraam). De eerste verdieping telt twee vierruits vensters (links een<br />
stolpvenster, in het rechter twee tweeruits openslaande ramen). In de top van beide zijgevels<br />
bevindt zich een smal raampje ter verlichting van de vliering.<br />
De rechterzijgevel (Z) heeft links op de parterre een vierruits schuifvenster en op de<br />
verdieping een vierruits openslaand venster. In de uitgebouwde rechter gevelhelft bevindt<br />
zich rechts een vierruits openslaand venster en links een (vernieuwde) opgeklampte<br />
voordeur met raampje onder een getoogd bovenlicht waarboven een uitkragende betonnen<br />
latei die in het midden eveneens getoogd is. Ook de top van de uitbouw is voorzien van een<br />
smal raampje. In de smalle linkerzijde van de uitbouw bevindt zich een klein getoogd<br />
34 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier C4328.<br />
73
halvenster waarin diagonaal (blank) glas in lood. De in het verlengde van de achtergevel<br />
gelegen rechterzijde van de uitbouw is voorzien van een vierruits openslaand venster.<br />
Ter weerszijden van de scheidingsmuur haaks op de achtergevel (O) bevindt zich een<br />
dubbele tuindeur met in beide deurhelften een door een liggende roede in tweeën gedeeld<br />
raam en boven elke deurhelft een tweeruits bovenlicht. De rechter woning heeft links<br />
hiervan een vergelijkbare achterdeur die evenals de (vernieuwde) achterdeur rechts voorzien<br />
is van een tweeruits bovenlicht. Op het achterschild staan twee dakkapellen waarvan het<br />
platte dak een overstek heeft. De brede linker dakkapel heeft nog met zink beklede zijkanten<br />
en is voorzien van een vierruits stolpraam met rechts hiervan een tweeruits openslaand<br />
raam. De voorzijde van de rechter dakkapel bestaat uit twee tweeruits openslaande ramen.<br />
Het interieur van de rechter woning (nr. 354) verkeert nog vrijwel in de originele staat en<br />
bevat onder meer in de kamers op beide bouwlagen boardpiafonds met een vakindeling en<br />
paneeldeuren met bovenin een liggend raam van blank kathedraalglas. De twee kamers en<br />
suite op de begane grond worden gescheiden door een dubbele schuifdeur met tienruits<br />
ramen en zijn elk voorzien van een hoekschouw waarvan de in rode handvormsteen<br />
gemetselde onderboezem wordt afgedekt door een zwart granito plaat. De achterwand van<br />
de ondiepe haard bestaat uit in visgraatverband gemetselde bakstenen op hun plat (de haard<br />
in de voorkamer heeft een rondboogvorm, die in de achterkamer is getoogd). De voorkamer<br />
is voorzien van een vaste kast met paneeldeur linksvoor (de kast linksachter in de<br />
achterkamer is verwijderd). De hal bij de voordeur heeft een vloer van lichtgele tegels met<br />
een contrasterende rand en plint van rode tegels. Vanuit de hal leidt een scheluwe trap met<br />
houten handlijst naar de verdieping. De in geel beton-emaille lambrisering in de hal zet zich<br />
voort langs de trap. Onder de trap bevindt zich een halfverdiepte trapkast. Het halletje bij de<br />
achterdeur heeft een granito vloer en een lambrisering van betonemaille.<br />
Beide woningen hebben op de verdieping drie slaapkamers, en een doucheruimte met<br />
granito vloer. De vertrekken op de verdieping zijn toegankelijk via paneeldeuren waarvan de<br />
meeste met bovenin een liggend raam van blank kathedraalglas. De verdieping heeft een<br />
borstwering en een beschoten gordingenkap.<br />
De linker woning (nr.356) is op de begane grond gedeeltelijk verbouwd (de deuren zijn deels<br />
vernieuwd en de kamers en suite samengevoegd waarbij de schuifdeuren en de schouwen<br />
zijn verwijderd). De keuken linksachter heeft een granitovloer en een hoekschouw. In de<br />
gang bevindt zich een scheluwe trap met bovenaan een kwart waarlangs een spijlenhek en,<br />
langs de muur, een ronde handlijst. Onder de trap is een halfverdiepte trapkast gesitueerd<br />
en een toilet toegankelijk via een paneeldeur met bovenin een liggend raam van blank<br />
kathedraalglas. De gang heeft een vloer en (gewitte) lambrisering als in de rechter woning.<br />
De dubbele berging op het achtererf heeft een rechthoekige plattegrond (breder dan diep) en<br />
een flauwhellend zadeldak met rode verbeterde Hollandse pannen en de nok haaks op de<br />
weg. Het buitenmuurwerk is vrijwel identiek aan dat van het woonhuis (een uitkragende<br />
strekkenlaag ontbreekt). De voor- en achtergevel van de schuur zijn uitgevoerd als<br />
puntgevel. In de voorgevel (W) bevindt zich links en rechts een (vernieuwde) schuurdeur en<br />
middenboven een ruitvormig siermotief van vier terracotta tegels. De zijgevels zijn beide<br />
voorzien van een klein openslaand vierruits raam en een zinken bakgoot waaronder klossen.<br />
De achtergevel (O) is blind.<br />
De circa 4,5 m lange manshoge muur tussen de achtergevel van het woonhuis en het<br />
midden van de westelijke schuurgevel is gemetseld in oranjerode handvormsteen in<br />
halfsteens verband met verdiepte voeg. De muur wordt halverwege versterkt door een<br />
liseen en bovenop afgedekt met een rollaag.<br />
Waardering<br />
74
Het pand met bijbehorende berging en muur is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch<br />
oogpunt als voormalige personeelswoningen van de coöperatieve melkfabriek<br />
"Excelsior" en als karakteristiek en gaaf bewaard gebleven dubbel woonhuis uit het midden<br />
van de 20ste eeuw, opgetrokken in de stijl van de Delftse School.<br />
75
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-025<br />
Adres : Middenweg 401-403<br />
1704 BA <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 2225 en 2226<br />
76
Inleiding<br />
Circa veertig meter ten westen van de Middenweg en aan de spoorlijn <strong>Heerhugowaard</strong> -<br />
Obdam gelegen DUBBELE ARBEIDERSWONING uit 1916. Het pand werd gebouwd naar<br />
ontwerp van Aris Groot, bouwkundige te <strong>Heerhugowaard</strong> en tevens gemeente-opzichter. 35<br />
Opdrachtgever was het bestuur van de ruim 50 meter zuidelijker gelegen coöperatieve<br />
zuivelfabriek "Excelsior" dat de woningen liet bouwen voor twee van haar medewerkers. De<br />
sobere architectuur van het pand kan omschreven worden als late art nouveau. In 1962-<br />
1963 werd tussen de achtergevel en het uit de bouwtijd daterende dubbele schuurtje op het<br />
achtererf een dubbele bijkeuken gerealiseerd (ontwerp en uitvoering: C. Kooij te<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>). 36<br />
N.B. De bovengenoemde bijkeukens (thans keukens) vallen buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd dubbel woonhuis van één bouwlaag onder een wolfdak<br />
gedekt met gesmoorde muidenpannen. De oost-west gerichte nok wordt aan beide uiteinden<br />
bekroond door een bolvormige piron. Verder staan op de nok twee kleine vierkante<br />
schoorstenen van rode machinale waalsteen. De halfsteens buitengevels zijn eveneens<br />
opgetrokken in rode machinale waalsteen met snijvoeg en voorzien van een in kruisverband<br />
gemetselde plint (zelfde steen en voegwerk). Om vochtdoorslag tegen te gaan is de kopse<br />
westgevel vermoedelijk al bij de bouw gepleisterd. In de voorgevel en de zijgevels bevinden<br />
zich muurankers op halve gevelhoogte en in de zijgevels ook ter hoogte van de verdiepingsvloer.<br />
De voorgevel wordt in tegenstelling tot de overige gevels verlevendigd door<br />
twee sierbanden van gele verblendsteen ter hoogte van de onder- en bovendorpels van de<br />
vensters. Bovenaan de voor- en achtergevel bevindt zich een zinken mastgoot. De vensters<br />
worden ontlast door rollagen die in de voorgevel elk verfraaid zijn met vier koppen van gele<br />
verblendsteen.<br />
De symmetrische voorgevel (Z) telt zes vensters (oorspronkelijk T-ramen met zesruits<br />
bovenlicht): links een tweetal T-vensters, in het midden twee enkele vensters waarvan de<br />
ramen binnen het bestaande kozijn vernieuwd zijn, en rechts een paar vensters met zesruits<br />
bovenlichten.<br />
In de kopse rechterzijgevel (O) bevindt zich links een T-venster met zesruits bovenlicht en<br />
middenboven een binnen het bestaand kozijn vernieuwd raam. De linkerzijgevel (W) heeft<br />
alleen middenboven een (vernieuwd) venster.<br />
Beide woningen hebben in de achtergevel (N) twee smalle vensters waarvan de ramen met<br />
behoud van het bestaande kozijn vernieuwd zijn.<br />
Het interieur van beide woningen is nog merendeels oorspronkelijk en onder meer voorzien<br />
van paneeldeuren, balkenplafonds, in de woonkamer een door legkasten met paneeldeur<br />
geflankeerde schouw waarvan de houten onderboezem verfraaid is met snijwerk (bij nr.403<br />
wordt de onderboezem door een moderne ombouw aan het oog onttrokken), een rechte<br />
steektrap waaronder een verdiepte trapkast met een opgeklampte deur, en op de<br />
oorspronkelijk vermoedelijk ongedeelde zolder een met brede delen beschoten gordingenkap.<br />
Elke woning had op de begane grond twee aan de achtergevel grenzende slaapkamers<br />
waarvan er één naderhand bij de woonkamer getrokken is. De twee vertrekken middenvoor<br />
deden oorspronkelijk dienst als keuken (thans slaapkamers).<br />
K . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 131 (bouwaanvraag 8-4-1916)<br />
36 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3647 (bouwaanvraag 24-<br />
11-1962).<br />
77
Het dubbele schuurtje midden op het achtererf is uitgevoerd in hetzelfde metsel- en<br />
voegwerk als het woonhuis en voorzien van een met gesmoorde muidenpannen gedekt<br />
zadeldak waarvan de nok haaks staat op de lengterichting van het woonhuis. In beide<br />
zijgevels bevindt zich een (uitzet)raampje en een aan twee handgesmede duimgehengen<br />
afgehangen opgeklampte deur van vellingdelen. De achtergevel (N) is voorzien van twee<br />
raampjes. Inwendig wordt de schuur door een dwarsmuur in twee smalle ruimten verdeeld,<br />
elk met een betonnen vloer en een ziende en met brede delen beschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels<br />
gaaf bewaarde dubbele arbeiderswoning uit de jaren ' <strong>10</strong> van de 20ste eeuw,<br />
gebouwd in opdracht van de coöperatieve zuivelfabriek "Excelsior".<br />
78
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-026<br />
Adres: Middenweg 411<br />
1704 BA <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 2620<br />
79
Inleiding<br />
Aan de westzijde van de Middenweg gelegen STOLPBOERDERIJ daterend uit 1863. Deze<br />
kleine stolp heeft boven de voormalige stalgevel links nog een traditionele lage wand (het<br />
aangekapte dakje dat buiten de gebinten van een koestal steekt).<br />
Omschrijving<br />
Kleine stolpboerderij van het Noord-Hollandse type met een rechthoekige plattegrond en een<br />
rietgedekt schilddak. Het laatste heeft de nok haaks op de weg en een omgaande<br />
pannenrand van rode Hollandse pannen. In het voorschild bevindt zich een getrapte spiegel<br />
van dito pannen. De lage wand boven de linkerzijgevel is eveneens gedekt met rode<br />
Hollandse pannen.<br />
De buitengevels zijn gemetseld in halfsteens verband en bovenaan voorzien van een zinken<br />
mastgoot (het voegwerk is grotendeels platvol vernieuwd). De voor- en linkerzijgevel zijn<br />
uitgevoerd in rode handvormsteen waalformaat. Het onderste gedeelte van de achtergevel is<br />
opgetrokken in rode handvormsteen vechtformaat. Hierboven is de achtergevel evenals de<br />
gehele rechterzijgevel gemetseld in rode machinale waalsteen.<br />
In de nagenoeg symmetrische voorgevel (O) bevinden zich twee paar schuifvensters. Links<br />
van het linker venster is op halve gevelhoogte een schootanker aangebracht. De voorgevel<br />
is onderaan geblauwd. Bovenin het voorschild staat een schoorsteen van rode machinale<br />
waalsteen (de schoorsteen is evenals het rookkanaal eronder vernieuwd).<br />
De rechterzijgevel (N) telt vijf muurankers op halve muurhoogte en heeft links twee kleine<br />
dichtgezette vensters. Rechts bevindt zich een opgeklampte deur en links hiervan twee<br />
halfronde gietijzeren tuimelraampjes (het tweeruits venster in het midden is naderhand<br />
aangebracht).<br />
De vensters in de lage linkerzijgevel (Z) zijn niet oorspronkelijk (XXd). Ter plaatse van het<br />
rechter venster bevonden zich twee bedstederaampjes. De kleine vierkante vensters rechts<br />
van het midden en links waren uitgevoerd als tuimelraam. Rechts van elk van beide vensters<br />
bevindt zich een schootanker op halve gevelhoogte.<br />
De achtergevel (W) heeft links een terugliggende opgeklampte darsdeur. Ter plaats van het<br />
moderne venster halverwege de gevel bevond zich een halfrond gietijzeren tuimelraampje.<br />
Links hiervan bevindt zich een schootanker (rechts van het raam zat vermoedelijk een<br />
tweede schootanker). De uit XXd daterende deur rechts verving een voorganger van na de<br />
bouwtijd.<br />
De houten draagconstructie in het interieur bestaat uit een lichtgebouwd vierkant met aan<br />
de voorzijde een ruim overstek en achter een geringer overstek. De ranke vierkantsstijlen<br />
zijn geplaatst op poeren van rode handvormsteen. De kap is uitgevoerd als sporenkap.<br />
Rechts van het vierkant bevindt zich de (ten behoeve van een slaapkamer ingekorte) dars<br />
waarvan de vloer vroeger bestraat was met rode baksteen (thans beton). De aan de<br />
binnenzijde gepleisterde rechterzijgevel is ter hoogte van de dars geblauwd. Van de<br />
enkelvoudige zolderbalklaag boven het als bijkeuken fungerende achterom middenachter is<br />
de middelste balk nog oorspronkelijk. De koestal links van het vierkant is reeds lang geleden<br />
bij het woongedeelte getrokken en geheel verbouwd. Van het aan de voorgevel grenzende<br />
woongedeelte is de enkelvoudige zolderbalklaag nog oorspronkelijk. In de woonkamer<br />
linksvoor bevonden zich vroeger zowel rechts als links twee bedsteden.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een kleine Noord-Hollandse<br />
stolp daterend uit het derde kwart van de 19de eeuw.<br />
80
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-027<br />
Adres: Middenweg 433<br />
1704 BB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 1157<br />
81
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de westzijde van de Middenweg gelegen KOP-ROMPBOERDERIJ uit<br />
19<strong>10</strong> genaamd "Maria Jacoba Hoeve" met bijbehorende PAARDENSTAL uit 1941. In 19<strong>10</strong><br />
werd de bestaande 18de-eeuwse stolpboerderij op deze plaats verbouwd tot de huidige<br />
boerderij. Daartoe werd het vierkant naar voren toe vergroot met een tweede vierkant<br />
waartegen een nieuw woonhuis in art-nouveaustijl werd aangebouwd. Van de oorspronkelijke<br />
stolp resteert het vierkant en de darswand rechts die sinds 19<strong>10</strong> door een<br />
aangebouwde varkensschuur aan het oog onttrokken wordt. De in opdracht van C. Kuiper<br />
Jz. gebouwde paardenstal rechts op het achtererf verving een voorganger op dezelfde<br />
plaats. De nieuwe paardenstal "dienende tot een tweetal boxen voor twee dekhengsten"<br />
werd ontworpen en vermoedelijk ook gebouwd door Klaas Silver uit Hoogwoud. 37 In 1948<br />
werd het bestaande keukenraam (een T-raam) in de rechterzijgevel van de woning<br />
vervangen door een eveneens door Silver ontworpen driedelig keukenvenster.<br />
N.B. Buiten de bescherming vallen de moderne ligboxenstal (ca. 1972) tegen de<br />
linkerzijgevel en de aanbouw (1962) tegen de achtergevel van de boerderij.<br />
Omschrijving<br />
Kop-rompboerderij bestaande uit een op vrijwel rechthoekig grondplan (haaks op de weg)<br />
opgetrokken woongedeelte van één bouwlaag onder een afgeplat schilddak waarop<br />
bruingeglazuurde tuiles du nord, en een nagenoeg vierkant stalgedeelte onder een (vroeger<br />
rietgedekt) schilddak met bovenin het (kleine) voor- en achterschild een uilenbord.<br />
Linksachter bevindt zich een staarteinde waarvan het zuidelijke dakschild nog gedekt is met<br />
zwarte geglazuurde Hollandse pannen (op het onderaan uitgezenkte noordelijke dakschild<br />
liggen thans gesmoorde kruispannen, evenals op het achterschild). Het dak van de woning<br />
werd bekroond door een terracotta vorstkam. De buitengevels zijn opgetrokken in rode<br />
machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg (deels platvol vernieuwd). De gevels van<br />
het woonhuis worden evenals de afgeknotte voorgevel van het schuurgedeelte beëindigd<br />
door een blinde balustrade van gele verblendsteen waarop een betonnen lijstgoot. Boven het<br />
trasraam van het woonhuis bevindt zich een afsluitende rollaag van oranjerode verblendsteen.<br />
De vensters van het woonhuis hebben lekdorpels van gewapend beton en worden<br />
ontlast door dito lateien waarin lineaire siermotieven en waarboven een rollaag van<br />
afwisselend oranjerode en gele verblendsteen. De schuifvensters in de voor- en linkerzijgevel<br />
van het woongedeelte zijn voorzien van glas in lood in de bovenlichten.<br />
De voorgevel (O) van het woonhuis heeft in het midden een ondiepe portiek waarin een<br />
opvallend vormgegeven Jugendstil paneeldeur onder een bovenlicht met glas in lood. Van de<br />
twee druppelvormige middenpanelen van de voordeur is de onderste dicht en de bovenste<br />
voorzien van geel kathedraalglas. Bovenin de voordeur bevindt zich een kussenvormig raam<br />
van groen kathedraalglas. De via een hardstenen trap van drie treden bereikbare portiek is<br />
voorzien van een lambrisering van geglazuurde crèmekleurige tegels met een geprofileerde<br />
boven- en onderand van bruingeglazuurde tegels. Boven de portiek bevindt zich een op<br />
getrapt uitgemetselde consoles van gele verblendsteen rustend balkon met een betonnen<br />
vloer en een balkonhek van gele verblendsteen. De hoekpijlers worden bekroond door een<br />
siervaas. Het balkon is toegankelijk via een dubbele glasdeur met een bovenlicht waarin glas<br />
in lood. De balkondeur ligt terug in een hoge gemetselde dakopbouw met plat dak. Bovenin<br />
de voorkant van de dakopbouw bevindt zich een nauwelijks terugliggende gevelsteen met<br />
de naam "MARIA JACOBA/ HOEVE." De naamsteen wordt ingeklemd tussen de zijkanten<br />
van de dakopbouw die bovenaan verfraaid zijn met een band van gele verblendsteen. Het<br />
linker gedeelte van de voorgevel is uitgevoerd als een driezijdige erker met in de voorkant<br />
een schuifvenster en in de schuine zijden een smaller schuifvenster. Boven het rechter<br />
37 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1876.<br />
82
erkerraam zet de genoemde blinde balustrade zich in een rechte lijn voort tot aan de linker<br />
hoekpijler van het balkonhek zodat een afdakje ontstaat. De rechter gevelhelft is voorzien<br />
van een schuifvenster en een afgeschuinde hoek waarin een smaller schuifvenster.<br />
In de rechterzijgevel (N) van de woning bevindt zich van rechts naar links een paneeldeur<br />
voorzien van een twaalfruits raam van geel kathedraalglas en een bovenlicht, een (in 1948<br />
verbreed) keukenvenster, een kelderkoekoek waarboven een dubbele glasdeur met<br />
tweedelig bovenlicht, en linksboven een rond gietijzeren ventilatierooster. Zowel halverwege<br />
het rechter- als linkerdakschild staat een dakkapel voorzien van een stolpraam en een<br />
lessenaarsdak waarop bruingeglazuurde kruispannen.<br />
De linkerzijgevel (Z) van het woongedeelte heeft van rechts naar links<br />
twee schuifvensters met luiken, een (vernieuwde) dubbele glasdeur met bovenlicht, en een<br />
paneeldeur met bovenlicht.<br />
In de voorgevel (O) van het schuurgedeelte bevindt zich links een tweeruits stalvenster<br />
(valraam) en rechts twee door een middenstijl in tweeën gedeeld stalvensters aangebracht<br />
op verschillende hoogtes. De rechts tegen de schuur aangebouwde voormalige<br />
varkensschuur heeft zowel in de smalle voor- als achterzijde een opgeklampte dubbele deur.<br />
De rechterzijgevel (N) van de varkensschuur is voorzien van een gecementeerde plint,<br />
schootankers op halve gevelhoogte en een zinken mastgoot (de vier zesruits stalvensters<br />
van schokbeton zijn niet oorspronkelijk). In de rechter gevelhelft bevinden zich drie<br />
dichtgezette muuropeningen waardoor de varkens naar buiten konden.<br />
De door de varkensschuur aan het oog onttrokken oorspronkelijke rechterzijgevel is<br />
onderaan gemetseld in rode handvormsteen vechtformaat in halfsteens verband en<br />
daarboven samengesteld uit brede gepotdekselde delen. De hoogte van deze gevel bedraagt<br />
maar liefst circa 4 meter.<br />
De linkerzijgevel (O) van het schuurgedeelte is door de genoemde ligboxenstal niet<br />
zichtbaar.<br />
In de achtergevel (W) bevindt zich naast het moderne stalvenster links een opgeklampte<br />
darsdeur die niet terugligt maar boven de dakvoet uitsteekt onder een afzonderlijk<br />
lessenaarsdak. Rechts van de darsdeur wordt de achtergevel evenals de noordgevel van het<br />
staarteinde door het genoemde melklokaal aan het oog onttrokken. De westgevel van de<br />
staart is vernieuwd.<br />
Het interieur van het woonhuis verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. De<br />
vestibule en de daarvan door een tochtdeur waarin een geëtst art-nouveauraam gescheiden<br />
middengang hebben een meerkleurige (blauw/bruinrood/grijs) vloer van ornamenttegels, een<br />
gemarmerde lambrisering, en een vlak stucplafond. Vanuit de middengang geven<br />
paneeldeuren die aan de gangzijde gehout zijn (imitatie eiken) toegang tot de aangrenzende<br />
vertrekken: links van de gang twee kamers en suite waartussen een door kasten<br />
geflankeerde dubbele schuifdeur, en rechts een voorkamer, een trap met onderaan een<br />
kwart naar zolder en waarnaast een kleine onderkelderde tussenkamer, en een gemoderniseerde<br />
keuken. De sobere tussenkamer is vanuit de voorkamer en keuken toegankelijk<br />
via een paneeldeur. De voorkamer heeft een stucplafond met een floraal middenornament,<br />
door een lijst verbonden hoekornamenten in de vorm van een door takken met bladeren en<br />
besjes omgeven vogelnestje met op de rand een vogel, en een omgaande buitenrand van<br />
gestileerde bladeren. Dit stucplafond is nog voorzien van de originele kleuren: een beige<br />
fond, groene en geelgroene bladeren, rode besjes, bruine takken en nestjes, blauwe eitjes en<br />
gele vogels. De twee kamers en suite links van de gang hebben een nagenoeg identiek<br />
stucplafond dat echter naderhand gewit is. In de linker voorkamer bevindt zich rechts van<br />
de schuifdeur geen kast maar een hoekschouw waarvan de zwartmarmeren art nouveau<br />
onderboezem verfraaid is met dunne vergulde omkaderingen waarbinnen dito gestileerde<br />
florale motieven. De achterwand van de getoogde haardopening is bekleed met crèmekleurige<br />
tegels. Achterin de middengang geeft een vergelijkbare deur als naar de vestibule (het<br />
83
geëtste raam is hier gesneuveld en vervangen door gewoon glas) toegang tot een brede<br />
dwarsgang die zich uitstrekt tot beide zijgevels en voorzien was van een gemarmerde<br />
lambrisering als in de middengang. In de westmuur van de gang bevinden zich vier dubbele<br />
paneeldeuren met achter de linker een originele bedstede, en links een opgeklampte deur<br />
naar de achterliggende koestal (achter de tweede dubbele deur van links bevond zich<br />
vermoedelijk ook een bedstede; de ruimten achter de andere deuren zijn onherkenbaar<br />
gewijzigd). De ruime zolder heeft een vloer van brede delen en een met dito delen beschoten<br />
gordingenkap. Middenvoor is met brede delen een slaapkamer afgeschoten toegankelijk via<br />
een opgeklampte deur. Ten zuiden van deze slaapkamer bevindt zich een bergruimte<br />
waarvan de hergebruikte dubbele paneeldeur mogelijk afkomstig is uit de stolpboerderij.<br />
De inwendige draagconstructie van het schuurgedeelte bestaat uit een dubbel vierkant<br />
waarvan het voorste lichter is uitgevoerd dan het achterste. De vierkantsstijlen van het<br />
achterste vierkant rusten op poeren van rode handvormsteen. De kap is uitgevoerd als een<br />
sporenkap (tot aan de bovenbalken van het vierkant zijn de pannen met riet onderschoten).<br />
De verbouwde koestal links van het vierkant heeft evenals het gemoderniseerde achterom<br />
middenachter een enkelvoudige zolderbalklaag waarop brede delen (zowel de koestal als het<br />
achterom en de dars hebben thans een vlakke beton vloer). In de blauwgeverfde wand<br />
tussen de koestal en het vierkant bevindt zich links een opgeklampte deur.<br />
De paardenstal rechts op het achtererf heeft een rechthoekige plattegrond en een hoogte<br />
van één bouwlaag onder een zadeldak gedekt met rode muidenpannen van geringe dikte. De<br />
buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in halfsteens verband. De als<br />
puntgevel uitgevoerde voor- en achtergevel worden beëindigd door rechte windveren.<br />
De symmetrische voorgevel (O) heeft op de begane grond twee smalle vensters en ter<br />
hoogte van de zolder een kleine dubbele paneeldeur onder een halfrond drieruits bovenlicht<br />
(de rechter deurhelft ontbreekt; in de linker deurhelft bevindt zich een raam)<br />
De zijgevels van de paardenstal zijn eveneens symmetrisch opgezet. In de linkerzijgevel (Z)<br />
bevinden zich drie gekoppelde opgeklampte deuren waarvan de buitenste horizontaal in<br />
tweeëen gedeeld worden. De rechterzijgevel (N) telt drie kleine vensters waarvan de linker<br />
en middelste nog voorzien zijn van een vierruits raam. Bovenaan heeft deze gevel<br />
gootklossen (de dakgoot ontbreekt) en halverwege muurankers.<br />
In de achtergevel (W) van de paardenstal bevindt zich rechts van het midden een klein<br />
venster.<br />
Waardering<br />
De boerderij met bijbehorende paardenstal is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en<br />
architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven art nouveau koprompboerderij<br />
uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met een 18de-eeuwse kern.<br />
Daarnaast is de boerderij ruimtelijk van belang vanwege haar markante hoofdvorm en riante<br />
ligging. Wegens het gaaf bewaarde interieur heeft de boerderij tevens<br />
zeldzaamheidswaarde.<br />
84
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-028<br />
Adres: Middenweg 433A<br />
1704 BB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 1352<br />
85
Inleiding<br />
Aan de westzijde van de Middenweg gelegen WOONHUIS uit 1954 genaamd "Op de Hoge<br />
Wurft". Het landelijk gelegen pand werd ontworpen en gebouwd door aannemer Jb. de<br />
Vries uit Nieuwe Niedorp als rentenierswoning voor veehouder C. Kuiper die boerde in de<br />
naastgelegen Maria Jacoba Hoeve (Middenweg 433). De architectuur van het volgens de<br />
Premieregeling Woningbouw gebouwde pand vertoont invloeden van de Amsterdamse<br />
School. Op 15 januari 1954 werd de bouwvergunning verleend en in juli van datzelfde jaar<br />
vond de afschouw plaats. 38 De vensters in de voor-, linkerzij- en achtergevel waren vroeger<br />
voorzien van roedenramen. In de rechterzijgevel zijn deze nog wel aanwezig. De linkerzijgevel<br />
(Z) is omstreeks 1996 opnieuw opgetrokken met behoud van de bestaande indeling.<br />
Omschrijving<br />
Op samengesteld grondplan gebouwd pand bestaande uit een evenwijdig aan de weg<br />
gesitueerd rechthoekig hoofdvolume van twee bouwlagen onder een rietgedekt wolfsdak<br />
waarvan het rechter deel van het rechterdakschild en de linker helft van het achterschild<br />
zich enigszins glooiend lager voortzetten boven de rechthoekige keuken/schuuruitbouw<br />
rechtsachter. Het wolfsdak heeft een ruim overstek en de noklijn evenwijdig aan de weg.<br />
Op de nok staat rechts van het midden een vierkante schoorsteen van rode handvormsteen.<br />
De buitengevels zijn opgetrokken in oranjerode handvormsteen waalformaat in halfsteens<br />
verband met platvolle voeg. Het door een rollaag afgesloten trasraam is uitgevoerd in rode<br />
handvormsteen waalformaat, eveneens in halfsteens verband met platvolle voeg. De vensters<br />
hebben lekdorpeltegels van gres en een rollaag ter ontlasting van de bovendorpel.<br />
In de voorgevel (O) bevindt zich links een groot venster (waarin vroeger twee zesruits<br />
ramen) en rechts een kleiner venster (oorspronkelijk vierruits). Beide vensters kunnen met<br />
een luik worden afgesloten. Rechtsboven is de dakvoet van het voorschild opgewipt ten<br />
behoeve van een dakopbouw waarin twee gekoppelde ramen (vroeger vierruits). Onder dit<br />
venster is in witte gotische letters de naam "Op de Hoge Wurft"<br />
op de voorgevel geschilderd. In de voorgevel van de schuuruitbouw tegen de rechter helft<br />
van de rechterzijgevel bevindt zich een opgeklampte dubbele rondboogdeur.<br />
De rechterzijgevel (N) heeft links van de uitgebouwde schuur een voordeur waarin een vierruits<br />
raam van geslepen glas. Direct boven de deur bevindt zich een waterlijst en een negenruits<br />
halvenster voorzien van Frans antiekglas. Dit venster en de deur worden omlijst door<br />
een uitgemetselde rand ter breedte van een strek. Boven de ingang wordt het overstek<br />
geschoord en is een zinken mastgootje aangebracht om het regenwater op te vangen. De<br />
lage rechterzijgevel van de uitgebouwde schuur telt twee vierruits vensters van geringe<br />
afmeting en heeft rechts een klein luikje.<br />
In de linkerzijgevel (Z) bevindt zich een groot liggend parterrevenster (waarin vroeger links<br />
en rechts een zesruits raam) voorzien van luiken. De eerste verdieping heeft links en rechts<br />
een venster waarin twee openslaande ramen (vroeger vierruits). Boven de verdieping is de<br />
linkerzijgevel bekleed met gepotdekselde schaaldelen en voorzien van een halfrond tweeruits<br />
zoldervenster.<br />
De achtergevel (W) heeft rechts een dubbele glasdeur (vroeger met twee zesruits ramen)<br />
waarboven een bovenlicht (voorheen vierruits) en een houten balkon dat toegankelijk is via<br />
een dubbele glasdeur (vroeger met twee vierruits ramen) waarboven de dakvoet is<br />
opgewipt. Het tegen de uitbouw rechtsachter aansluitende balkon heeft een dicht hek van<br />
gepotdekselde schaaldelen. De kinderbinten onder de balkonvloer worden gedragen door<br />
een moerbalk waarvan het rechter balkeinde kruist met een uit de gevel komende<br />
dwarsbalk. De twee balken zijn verfraaid met een kwartrond geprofileerd uiteinde en worden<br />
op het snijpunt geschoord. De lage risalerende linker gevelhelft heeft in de smalle zuidzijde<br />
een venster en op het westen rechts een tweedelig liggend keukenvenster (waarin vroeger<br />
38 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1876.<br />
86
twee tweeruits ramen) en links een opgeklampte deur waarnaast een uitbouwtje met in de<br />
zuidkant een luikje. Boven het genoemde keukenvenster bevindt zich halverwege het<br />
dakvlak een door riet omgeven dakkapel waarin een tweedelig liggend venster.<br />
Het interieur is nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat en onder meer voorzien van<br />
boardplafonds en opdekdeuren op beide bouwlagen, een onderkelderde hal waarin een trap<br />
met onder- en bovenaan een kwart en een lattenleuning, en een keukenkast waarin vijf<br />
raampjes van blank kathedraalglas boven elkaar. De badkamer op de verdieping heeft een<br />
granitovloer, de vliering een onbeschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als merendeels<br />
gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een uit de jaren vijftig van de 20ste eeuw<br />
daterend woonhuis opgetrokken in de stijl van de Amsterdamse School.<br />
87
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-029<br />
Adres: Middenweg 451<br />
1704 BB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 1132<br />
88
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de westzijde van de Middenweg gesitueerde TUINDERSWONING<br />
genaamd "Sunny Home" met naastgelegen KOOLSCHUUR. Beide panden werden in 1927<br />
gebouwd in opdracht van de tuinder Aris Kist. 39 De bijkeuken rechtsachter dateert evenals de<br />
aanbouw tegen de achtergevel van de koolschuur uit 1959. 40 Naderhand heeft de serre tegen<br />
de achtergevel van de woning plaats gemaakt voor een als keuken dienende uitbouw van de<br />
kamer linksachter.<br />
N.B. De genoemde latere aanbouwen tegen de achtergevel van het woonhuis en de schuur<br />
maken geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis van één bouwlaag onder een met<br />
rode geglazuurde tuiles du nord gedekt zadeldak. Het dak heeft rondom een overstek en de<br />
nok haaks op de weg. Boven het uitgebouwde rechter gedeelte van de rechterzijgevel (N) zet<br />
het noordelijke dakvlak zich lager door. De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in halfsteens verband met snijvoeg. Het door een rollaag afgesloten trasraam is<br />
gemetseld in kruisverband. De voor- en achtergevel zijn uitgevoerd als topgevel en voorzien<br />
rechte windveren. In de zijgevels bevinden zich muurankers ter hoogte van de<br />
verdiepingsvloer. Onderaan het op getrapt geprofileerde klossen rustende dakoverstek boven<br />
de zijgevels bevindt zich een bakgoot. De vensters zijn voorzien van bruine geglazuurde<br />
lekdorpeltegels.<br />
De voorgevel (O) heeft links een driezijdige erker met zowel in de voorzijde als in de smallere<br />
schuine zijden een schuifvenster met in het bovenlicht glas in lood. Het platte erkerdak kraagt<br />
over op getrapt geprofileerde klossen. Rechts heeft de voorgevel een portiek waarvan de<br />
zijwanden tot boven aan toe betegeld zijn met witte geglazuurde tegels afgewisseld met<br />
donkergroene geglazuurde banden. De portiekvloer is evenals de trede ervoor en de latei<br />
boven de portiek afgewerkt met (zwart/wit) granito. De door glas in lood zij- en bovenlichten<br />
omgeven voordeur is uitgevoerd als een in de stijl van de Amsterdamse School vormgeven<br />
paneeldeur met twee vertikale opliggende latten waartussen gepotdekselde delen en bovenin<br />
een draairaampje. Ter hoogte van de verdieping heeft de voorgevel een uit drie gekoppelde<br />
zesruits ramen (de buitenste openslaand) samengesteld terugliggend venster waarvoor twee<br />
kolommen die een latei dragen. De kolommen zijn voorzien van getrapt uitkragende kapitelen.<br />
Zowel de kolommen als de latei hebben een granito afwerkingslaag als de latei boven de<br />
portiek. Vóór het terugliggende verdiepingsvenster bevindt zich een houten bloembak rustend<br />
op vier getrapt uitkragende klossen.<br />
De linkerzijgevel (Z) heeft rechts een schuifvenster met in het bovenlicht glas in lood (het<br />
venster links is gewijzigd).<br />
In de linker helft van de rechterzijgevel (N) bevindt zich rechts een wc-raampje, links een op<br />
gelijke hoogte aangebracht liggend gias-in-loodraampje, en middenonder een klein<br />
keldervenster beveiligd door twee dief ijzers. Het risalerende rechter geveldeel heeft in de<br />
noordzijde een schuifvenster en in de smalle oostzijde een openslaand venster.<br />
In de achtergevel (W) bevindt zich ter hoogte van de verdieping rechts een glasdeur en links<br />
een klein venster.<br />
Het interieur is nog grotendeels oorspronkelijk en onder meer voorzien van een gang met<br />
tweekleurige granitovloer, paneeldeuren met bovenin drie liggende ramen, een onderkelderde<br />
trap met bovenaan een kwart waarlangs een lattenhek, links van de gang twee kamers en<br />
39 . Mededeling van mevrouw Van Langen, Middenweg 451.<br />
40 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1595.<br />
89
suite waartussen een dubbele schuifdeur, en rechtsachter de voormalige keuken. Beide<br />
kamers en suite hebben ten noorden van de schuifdeur een kast en ten zuiden een<br />
hoekschouw waarvan de onderboezem bekleed is met roze/beige marmer en de haard is<br />
betegeld met witte geglazuurde tegels als in de portiek. De verdieping heeft naar verluidt een<br />
beschoten gordingenkap en telt drie slaapkamers.<br />
De schuin achter het woonhuis gelegen koolschuur heeft een rechthoekige plattegrond en een<br />
hoogte van één bouwlaag onder een mansardekap met gesmoorde muidenpannen en de<br />
noklijn haaks op de weg. De buitenmuren zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in<br />
halfsteens verband met snijvoeg. De zijgevels hebben muurankers op halve gevelhoogte. In de<br />
kopse voor- en achtergevel bevinden zich bovendien muurankers ter hoogte van de<br />
verdiepingsvloer en de vliering.<br />
De symmetrische voorgevel (O) van de schuur heeft zowel op de begane grond als de<br />
verdieping een opgeklampte deur en ter weerszijden een hoog aangebracht liggend venster<br />
voorzien van een tweeruits raam (bij de rechter vensters nog uitgevoerd als tuimelraam).<br />
Beide zijgevels zijn voorzien van vier dito vensters en een opgeklampte deur rechts (de deur<br />
in de rechterzijgevel is dichtgezet). De vensters in de rechterzijgevel zijn met uitzondering<br />
van het linker nog voorzien van tuimelramen. In de achtergevel (W) bevindt zich rechts een<br />
opgeklampte deur, links een dichtgezet venster, en ter hoogte van de zolderverdieping twee<br />
(vernieuwde) vensters waartussen een dichtgezette deur. Inwendig heeft de koolschuur een<br />
betonnen begane-grondvloer, gepleisterde muren, een houten schot in de lengte-as, en een<br />
houten verdiepingsvloer rustend op een enkelvoudige balklaag. In het voorste gedeelte van<br />
de schuur bevond zich een koollift. De kap is uitgevoerd als een beschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
Het woonhuis en de naastgelegen schuur zijn van algemeen belang uit cultuurhistorisch en<br />
architectuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven tuinderswoning en<br />
koolschuur daterend uit de jaren '20 van de 20ste eeuw. De koolschuur heeft tevens<br />
zeldzaamheidswaarde omdat het één van de laatste van de vele koolschuren is die in de<br />
<strong>Heerhugowaard</strong> gestaan hebben.<br />
90
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-030<br />
adres: Middenweg 454<br />
1704 BK <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 636<br />
91
Inleiding<br />
Aan de oostzijde van de Middenweg gelegen BOERDERIJ genaamd "Hoeve Oostwijk"<br />
bestaande uit een stolp waarvoor omstreeks 1880 een woonhuis is gebouwd. Links van de<br />
boerderij bevindt zich een KOOLSCHUUR uit 1906 en rechts op het achtererf staat een<br />
KLEINVEESCHUUR. Beide schuren maken deel uit van de bescherming. Wegens bezwaren<br />
van de eigenaar konden de panden alleen vanaf de openbare weg worden beoordeeld.<br />
Omschrijving<br />
Het woonhuis is gebouwd op rechthoekig grondplan en één bouwlaag hoog onder een<br />
zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de weg en een dekking van gesmoorde kruispannen.<br />
De buitenmuren zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in kruisverband (voorgevel) of<br />
halfsteens verband (zijgevels). Op de nok staat links van het midden een vierkante<br />
schoorsteen van dito baksteen. De kopse zijgevels zijn uitgevoerd als tuitgevel.<br />
De voorgevel (W) is voorzien van hoekpilasters en wordt afgesloten door een lijstgoot<br />
waaronder een overhoekse muizentand en een in visgraatverband gemetseld fries. Rechts en<br />
links van het midden heeft de voorgevel een paar geloogde schuif vensters. Onder elk van<br />
de vier vensters bevindt zich een in visgraatverband gemetseld spaarveld. De deur links in<br />
de voorgevel is vervangen door een venster.<br />
De linkerzijgevel (N) heeft rechts een klein schuifvenster, middenonder een drieruits keldervenster<br />
en links een (vernieuwde) paneeldeur met tweeruits bovenlicht. Ter hoogte van<br />
de zolderverdieping bevinden zich twee kleine tweeruits vensters. De rechterzijgevel (Z)<br />
heeft links een klein venster en rechts een groter venster waarin twee openslaande ramen<br />
en een bovenlicht (de bovengevel is naar de bestaande vorm vernieuwd).<br />
De door een klein tussenlid van het woonhuis gescheiden stolpboerderij heeft een<br />
rechthoekige plattegrond en een schilddak met de nok haaks op de weg. Het voor- en<br />
linkerzijschild zijn boven een pannenrand van gesmoorde Hollandse pannen gedekt met riet.<br />
Op het rechterzijschild liggen rode Hollandse pannen. De buitengevels zijn opgetrokken in<br />
rode machinale waalsteen.<br />
In de door het woonhuis deels aan het oog onttrokken voorgevel (W) bevindt zich links een<br />
raampje en rechts een tweeruits stalvenster van schokbeton. De linkerzijgevel (N) heeft<br />
rozetankers op halve gevelhoogte en is van rechts naar links voorzien van een terugliggende<br />
opgeklampte darsdeur met in de linker helft een loopdeur, twee vensters waartussen een<br />
opgeklampte deur, een opgeklampte schuifdeur en een vierruits stalvenster (de<br />
rechterzijgevel is in XXB vernieuwd).<br />
De koolschuur links van de stolpboerderij is gebouwd op rechthoekig grondplan en één<br />
bouwlaag hoog onder een mansardekap met de nok haaks op de weg. De buitengevels zijn<br />
gemetseld in rode baksteen in halfsteens verband. Op het dak liggen gesmoorde dakpannen.<br />
In de voorgevel (W) bevindt zich rechts een klein liggend tweeruits venster en ter hoogte<br />
van de zolderverdieping links en rechts een klein tweeruits venster.<br />
De kleinveeschuur rechtsachter heeft een rechthoekig plattegrond en een hoogte van één<br />
bouwlaag onder een met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak waarvan de noklijn parallel<br />
loopt aan de weg. De kopse noord- en zuidgevel zijn uitgevoerd als tuitgevel en evenals de<br />
westgevel opgetrokken in rode baksteen.<br />
Waardering<br />
De boerderij met bijbehorende twee schuren is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als grotendeels gaaf bewaard woonhuis uit XlXd vóór een oudere<br />
stolpboerderij met kleinveeschuur, en als voorbeeld van een koolschuur uit het eerste kwart<br />
van de 20ste eeuw.<br />
92
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-044<br />
Adres: Stationsweg 48<br />
1702 AG <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 2980<br />
134
Inleiding<br />
Aan de noordoostzijde van de Stationsweg gelegen WOONHUIS daterend uit 1919. Het<br />
karakteristieke pand is ontworpen en gebouwd door de <strong>Heerhugowaard</strong>er aannemer Jan<br />
Leegwater. 57 De architectuur vertoont eigentijdse kenmerken zoals schuifvenstens met<br />
meerruits bovenlichten en een combinatie van schoonmetselwerk en contrasterend<br />
pleisterwerk.<br />
In 1949 liet de toenmalige eigenaar, de weduwe De Jong - Groot te Alkmaar, rechts in de<br />
rechterzijgevel een venster aanbrengen (ontwerp en uitvoering: A. Swager te<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>). 58 De uitgebouwde bijkeuken linksachter maakte begin jaren zeventig plaats<br />
voor een nieuwe aanbouw.<br />
N.B. De genoemde moderne aanbouw tegen de achtergevel valt buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis van één bouwlaag onder een zadeldak met de<br />
noklijn evenwijdig aan de weg. Het dak heeft rondom een overkragende dakrand en is<br />
gedekt met gesmoorde kruispannen. De buitengevels zijn tot aan de wisseldorpels van de<br />
parterrevensters gemetseld in rode machinale waalsteen en daarboven gepleisterd en<br />
witgesausd. Het door een omgaande rollaag afgesloten schoonmetselwerk is uitgevoerd in<br />
halfsteens verband met snijvoeg boven een in kruisverband gemetselde plint. De vensters<br />
worden ontlast door strekken van rode waalsteen die contrasteren met het omringende<br />
witgesausde pleisterwerk.<br />
In de voorgevel (ZW) bevindt rechts van het midden een voordeur<br />
(oorspronkelijk een lagere paneeldeur waarin een negenruits raam) met meerruits bovenlicht.<br />
Rechts heeft de voorgevel twee gekoppelde schuiframen met negenruits bovenlichten, links<br />
een driedelig schuifvenster waarin een middenraam met twaalfruits bovenlicht tussen<br />
smallere zijramen met zesruits bovenlicht. Bovenaan de voorgevel bevindt zich een bakgoot<br />
rustend op klossen die naar voren uitsteken.<br />
De als puntgevel uitgevoerde kopse zijgevels zijn voorzien van muurankers ter hoogte van<br />
de verdiepingsvloer en rechte windveren die bekroond worden door een makelaar. In de<br />
rechterzijgevel (ZO) bevindt zich links een smal schuifvenster met zesruits bovenlicht en<br />
middenboven een schuifvenster met negenruits bovenlicht (het venster rechts beneden is<br />
niet oorspronkelijk).<br />
De linkerzijgevel (NW) heeft rechts een smal schuifvenster met zesruits bovenlicht, links een<br />
schuifvenster met negenruits bovenlicht en middenboven een schuifvenster met zesruits<br />
bovenlicht.<br />
De achtergevel (NO) is links voorzien van een tweeruits venster. Bovenaan bevindt zich een<br />
zinken mastgoot.<br />
Het interieur heeft nog gedeeltelijk de oorspronkelijke indeling met een middengang, linksvoor<br />
een woonkamer, en linksachter een slaapkamer (het voormalige kantoor rechtsvoor en<br />
de achterliggende keuken zijn naderhand samengevoegd tot één vertrek). De originele<br />
paneeldeuren zijn nog merendeels aanwezig. Een steile laddertrap leidt naar de zolder waar<br />
rechts een slaapkamer afgeschoten is. De laatste is toegankelijk via een opgeklampte deur.<br />
De zolder heeft een vloer van brede delen en een eveneens met brede delen beschoten<br />
gordingenkap.<br />
Waardering<br />
". Mededeling van de eigenaar, de heer L.D. Stuurman.<br />
58 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3721.<br />
135
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als karakteristiek<br />
en grotendeels gaaf bewaard woonhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.<br />
136
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-045<br />
Adres:<br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
N 2978<br />
Stationsweg 52<br />
1702 AG <strong>Heerhugowaard</strong><br />
137
Inleiding<br />
Aan de noordoostzijde van de Stationsweg gelegen WOONHUIS uit 1930. De woning werd<br />
gebouwd door aannemer J.C Klerq te <strong>Heerhugowaard</strong>. 59 Opdrachtgever was aannemer Jan<br />
Leegwater Jbzn. die er zelf ging wonen en het huis ook heeft ontworpen in een door de<br />
Amsterdamse School beïnvloede bouwtrant. In 1946-1947 werd het pand in opdracht van<br />
het Gereformeerde Kerkbestuur van <strong>Heerhugowaard</strong> verbouwd tot pastorie (ontwerper en<br />
aannemer: Jb. Lugtig te <strong>Heerhugowaard</strong>). 60 Bij deze verbouwing waarvan tekeningen<br />
ontbreken zijn vermoedelijk op de zolder meerdere slaapkamers gerealiseerd (blijkens de<br />
ontwerptekening uit 1929 was oorspronkelijk alleen vóór op de zolder een kamer afgeschoten).<br />
Om meer licht te krijgen werden toen ook de drie bestaande gekoppelde glas-inloodramen<br />
op de eerste verdieping van de voorgevel vervangen door twee negenruits<br />
vensters. Tot 1969 heeft het pand dienst gedaan als predikantswoning.<br />
Omschrijving<br />
Vrijstaand woonhuis gebouwd op een onregelmatig grondplan en bestaande uit een<br />
rechthoekig hoofdvolume (7,5 x 9 m) van één bouwlaag onder een steil zadeldak met de<br />
noklijn haaks op de weg waartegen aan alle vier zijden een rechthoekige uitbouw: zowel<br />
tegen de voorgevel en als tegen de rechterzijgevel een erker met plat dak, tegen de<br />
linkerzijgevel een uitgebouwde hal onder een insnijdend zadeldak, en tegen de achtergevel<br />
een bijkeuken met plat dak. Beide erkers zijn rondom voorzien van ramen en een kroonlijst<br />
rond het overkragende dak. De twee genoemde zadeldaken hebben een dekking van<br />
gesmoorde tuiles du nord. Op het rechterdakschild van het hoofddak staat middenboven een<br />
vierkante schoorsteen van rode machinale waalsteen. De buitengevels zijn opgetrokken in<br />
machinale waalsteen in Vlaams verband (de achtergevel in halfsteens verband) met<br />
snijvoeg: tot en met een omgaande rollaag ter hoogte van de lekdorpels van de<br />
parterrevensters paarsrode waalsteen en daarboven rode waalsteen. De kopse voor- en<br />
achtergevel zijn uitgevoerd als een puntgevel met een overkragende dakrand. Bovenaan de<br />
zijgevels bevindt zich een bakgoot die aan de kant van de voorgevel uitsteekt. De vensters<br />
rusten op lekdorpels van afwaterend gemetselde baksteen (de twee ramen in de bijkeuken<br />
hebben een houten lekdorpel) en worden ontlast door een (staande) rollaag.<br />
In de voorgevel (ZW) bevindt zich links een stolpraam met in het bovenlicht glas in lood. De<br />
erker tegen de rechter gevelhelft heeft in beide zijkanten een smal raam met bovenlicht en<br />
in de voorzijde een door smalle zijramen geflankeerd liggend middenraam onder één langgerekt<br />
bovenlicht. De drie bovenlichten in de erker zijn eveneens voorzien van glas in lood (de<br />
twee negenruits verdiepingsvensters en het raampje ter hoogte van de vliering zijn naderhand<br />
aangebracht). Bovenin de voorgevel bevindt zich verticaal metselwerk van paarsrode<br />
machinale waalsteen in halfsteens verband.<br />
De rechterzijgevel (ZO) heeft rechts een stolpraam met bovenlicht. In de serre-achtige erker<br />
links bevindt zich in de voorkant een door zijramen geflankeerd stolpraam, en in beide<br />
zijkanten twee gekoppelde ramen (oorspronkelijk waren de ramen in deze erker halverwege<br />
voorzien van een horizontale roede).<br />
De linkerzijgevel (NW) heeft links een keukenvenster (oorspronkelijk een stolpraam met bovenlicht).<br />
De noordwestgevel van de hal-uitbouw links van het midden is uitgevoerd als een<br />
symmetrische puntgevel met op de begane grond drie smalle glas-in-loodramen en ter<br />
hoogte van de verdieping een driehoekig venster. Evenals de voorgevel heeft het zadeldak<br />
erboven een overkragende dakrand en onderaan een naar voren uitstekende bakgoot. In de<br />
smalle zuidwestzijde van de uitbouw bevindt zich de voordeur: een paneeldeur waarin vier<br />
raampjes met geslepen glas boven elkaar (het bovenste uitgevoerd als draairaampje, de<br />
59 . RAA, secretarie-archiefgemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 134, bouwaanvraag 11 dec. 1929.<br />
60 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1717.<br />
138
overige vast). Boven de deur bevindt zich een vlakke houten luifel die rechts rust in de<br />
zijgevel en linksvoor op een expressief vormgegeven houten stijl die zich onderaan verjongt<br />
en bovenenaan voorzien is van een gestileerd kapiteel. De stijl is geplaatst op een<br />
borstwering die de voortzetting vormt van het onderste muurdeel van de noordwestgevel<br />
van de uitbouw. In de bovenkant van de borstwering is een smalle bloembak uitgespaard.<br />
De stoep vóór de deur is betegeld met rode en, langs de rand, zwarte tegels. In de<br />
noordoostzijde van de uitbouw bevindt zich een keldervenster waarin een valraam en twee<br />
dief ijzers.<br />
De achtergevel (NO) heeft in het midden van de eerste verdieping een deurkozijn (waarin<br />
vroeger een dichte paneeldeur, thans een vijftienruits raam) en ter weerszijden een<br />
(naderhand vergroot) venster (het vlieringraampje en de dubbele tuindeur links op de<br />
parterre en het vlieringraampje zijn naderhand aangebracht). De uitgebouwde bijkeuken<br />
linksachter is voorzien van twee kleine vensters: een door een horizontale roede in tweeën<br />
gedeeld raam in het midden van de zuidoostkant en een enkelruits uitzetraam rechts in de<br />
noordoostgevel. In laatstgenoemde gevel bevindt zich links een paneeldeur waarin een door<br />
een horizontale roede in tweeën gedeeld raam. Een tweede, thans dichtgezette paneeldeur<br />
bevond zich rechts in de noordwestzijde en gaf toegang tot het achterliggende<br />
klompenhossie.<br />
Het interieur verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat. De onderkelderde hal heeft<br />
een vloer van smalle delen, een omgaande paneellambrisering, een balkenplafond en een<br />
bordestrap waarlangs een houten spijlenleuning met onderaan een dito hoofdbaluster.<br />
Vanuit de hal geven paneeldeuren met bovenin kathedraalglas toegang tot de omringende<br />
vertrekken, waaronder een kantoortje linksvoor (de vroeger door een openslaande dubbele<br />
glas-in-looddeur gescheiden woon- en slaapkamer en suite, en de keuken linksachter zijn<br />
thans samengevoegd tot één vertrek; vanuit de woonkamer gaf een schuifdeur met glas in<br />
lood toegang tot de erker tegen de rechterzijgevel). Vanuit de keuken geeft een paneeldeur<br />
toegang tot de onder de hal gesitueerde sobere kelder. Blijkens de ontwerptekening bestond<br />
de zolderverdieping op een afgeschoten kamer aan de voorzijde na uit één ongedeelde<br />
ruimte (thans een ruime, met veilingdelen afgeschoten overloop van waaruit paneeldeuren<br />
toegang geven tot drie slaapkamers en een badkamer; de vliering erboven is bereikbaar via<br />
een steektrap). De kap is uitgevoerd als een met brede delen beschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als karakteristiek<br />
en grotendeels gaaf bewaard woonhuis uit het tweede kwart van de 20ste eeuw,<br />
opgetrokken in een door de Amsterdamse School beïnvloede bouwtrant.<br />
139
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-046<br />
Adres: Stationsweg 53<br />
1702 AB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
O 499<br />
\<br />
140
Inleiding<br />
Op een ruim perceel aan de zuidwestzijde van de Stationsweg gelegen gereformeerde KERK<br />
daterend uit 1916-1917. Deze kleine zaalkerk voor circa <strong>10</strong>0 kerkgangers werd gebouwd<br />
door en naar ontwerp van de plaatselijke timmerman-aannemer Jan Leegwater. 61<br />
Opdrachtgever was de Raad der Gereformeerde Kerk te <strong>Heerhugowaard</strong>. De kerk werd<br />
gebouwd naast de uit 1912 daterende christelijke school. Na de ingebruikname van het<br />
nieuwe kerkgebouw op 8 maart 1917 werd het oude kerkje aan de Middenweg (een tot<br />
kerkzaal verbouwde stal) verkocht aan genoemde "ome Jan" Leegwater. 62 In 1938 werd de<br />
Stationswegkerk vanwege het groeiende ledental vier meter naar voren vergroot en<br />
inwendig voorzien van een galerij (vergunning 8-6-1938; af se hou w augustus 1938). Ook<br />
deze uitbreiding is ontworpen en gebouwd door J. Leegwater. De nieuwe voorgevel in de<br />
stijl van de Amsterdamse School kreeg een karakteristiek torentje bekleed met koper. Onder<br />
de ranke torenspits kwam een luidklok te hangen. Sinds de uitbreiding van '38 is het exterieur<br />
op de vernieuwde deur in de achtergevel na ongewijzigd. In de sobere kerkruimte<br />
bevindt zich een Pels-orgel uit 1939 (in 1956 vergroot).<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwde zaalkerk onder een zadeldak met achterschild en de<br />
noklijn haaks op de weg. Het dak is gedekt met gesmoorde platte Friese pannen (het<br />
voorste gedeelte van het rechterzijschild met zwarte geglazuurde dito pannen). De zijgevels<br />
en de achtergevel zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in halfsteens verband met<br />
snijvoeg en worden beëindigd door een lijstgoot op uitkragende gootklossen. Het trasraam<br />
wordt afgesloten door een rollaag (ontbreekt in het jongere voorste gedeelte).<br />
De in Noords verband gemetselde voorgevel (NO) is uitgevoerd als topgevel en heeft een<br />
symmetrische opzet. In het midden bevindt zich een door lisenen geflankeerde dubbele<br />
paneeldeur onder een betonnen luifel, en ter weerszijden een drieruits stalen rondvenster.<br />
De luifel fungeert als basis voor twee dichter op elkaar geplaatste lisenen waartussen een<br />
hoog drieruits stalen verdiepingsvenster (een uitzetraam waaronder twee vaste ramen).<br />
Bovenin de gevel worden deze lisenen verbonden door een kleinere betonnen luifel<br />
waarboven een klein raampje. Beide luifels hebben een afwerkingslaag van fijn grind. De<br />
lisenen steken door de uitkragende dakrand en vormen tesamen met de bovenste luifel de<br />
basis van een met koper bekleed torentje. Dit is samengesteld uit een ranke vierzijdige spits<br />
geplaatst op een tussen twee zijwanden ingeklemde uitkragende plaat waaronder een kleine<br />
luidklok hangt. De twee zijwanden zijn aan de bovenzijde flauw ingekeept. Alle vensters in<br />
de voorgevel zijn beglaasd met blank kathedraalglas.<br />
Beide zijgevels worden door ranke steunberen met als deksteen een afwaterende betontegel<br />
in vijf traveeën geleed. In elk van de middelste drie traveeën bevindt zich een driedelig venster<br />
voorzien van drie ramen waarvan het bovenlicht beglaasd is met kathedraalglas. Bij de<br />
middelste ramen ligt de tussendorpel hoger en is het bovenlicht uitgevoerd als valraam. De<br />
achterste travee van beide zijgevels heeft een smal en geheel met kathedraalglas beglaasd<br />
venster met bovenlicht. In de brede (en jongere) voorste travee bevinden zich een drietal<br />
kleine vensters met kathedraalglas. De linkerzijgevel (ZO) heeft bovendien rechtsboven een<br />
dito vierde venster. In deze gevel is onder het venster in de tweede travee van rechts een<br />
witmarmeren eerste steen ingemetseld met de volgende inscriptie: "DE EERSTE STEEN/ IS<br />
GELEGD DOOR/ NEELTJE GOOTJES P.d[ochter]/ OUD 2 JAAR/ 27-9-1916" (tot 1938<br />
bevond deze gedenksteen zich linksonder in de voorgevel).<br />
61 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4007.<br />
62 . Gereformeerde kerk <strong>Heerhugowaard</strong> <strong>10</strong>0 jaar onderweg, <strong>Heerhugowaard</strong>, 1988, p. 19.<br />
141
De achtergevel (ZO) wordt versterkt door drie steunberen als genoemd. Rechts van het<br />
midden bevindt zich een smal venster (de achterdeur met bovenlicht links van het midden is<br />
in XXd vernieuwd).<br />
Het interieur verkeert nog gedeeltelijk in de vooroorlogse staat.<br />
De kerkruimte heeft sinds de bouw een betonnen vloer en een met liggende veilingdelen<br />
beschoten ziende kap waarin halverwege een plafond van dito delen (de oorspronkelijk uit<br />
veilingdelen samengestelde lambrisering langs de wanden is vernieuwd). De kapspanten zijn<br />
om en om voorzien van vakwerk onder de horizontale plafondbalk. Twee smeedijzeren<br />
trekstangen versterken de kapconstructie. In de linker wand van het achter de voordeur<br />
gesitueerde ingangsportaal bevindt zich links een rondboogvormige doorgang waarachter<br />
een scheluwe trap naar de galerij. Rechts hiervan is als gedenksteen de hardstenen<br />
grafsteen ingemetseld van Klaas Bakker (1831-1901), één van de grondleggers van de<br />
gereformeerde gemeente in <strong>Heerhugowaard</strong>. In tegenstelling tot beneden zijn op de galerij<br />
de oorspronkelijke vaste kerkbanken nog aanwezig. Deze sober vormgegeven banken staan<br />
opgesteld in twee blokken (beneden vroeger drie blokken waartussen twee paden). Van<br />
beneden af gezien helt de houten (veilingdelen) balustrade tesamen met het voorste<br />
gedeelte van de galerij naar achteren over. Tegen de achterwand van de kerkzaal is rechts<br />
een gedenksteen bevestigd ter nagedachtenis aan drie in de oorlog omgebrachte<br />
gemeenteleden. Boven de huidige preekstoel vóór in de kerk hangt een in 1939 door de<br />
Alkmaarse orgelbouwer B. Pels vervaardigd pneumatisch orgel met open front. In 1956<br />
werd dit éénklaviers orgel door de Amsterdamse firma Fonteijn - Gaal uitgebreid, waarbij de<br />
bestaande speeltafel rechtsvoor vervangen werd door de huidige, twee klavieren tellende<br />
eikenhouten speeltafel linksvoor. Een vernieuwde deur links van de preekstoel (vroeger een<br />
paneeldeur) geeft toegang tot de achtergelegen sobere consistoriekamer. In de ruimte<br />
rechtsachter (thans keuken) bevond zich een bordestrap naar de boven de consistorie<br />
gelegen zolder. De vliering boven de kerkruimte heeft een beschoten gordingenkap. In de<br />
Tweede Wereldoorlog deed de vliering dienst als schuilplaats voor onderduikers en<br />
wapenopslagplaats.<br />
Waardering<br />
Het kerkgebouw is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als<br />
grotendeels gaaf bewaard gebleven gereformeerde dorpskerk uit het eerste kwart van de<br />
20ste eeuw met een karakteristieke voorgevel uit 1938 in de stijl van de Amsterdamse<br />
School.<br />
142
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008047<br />
Adres: Verlaat 1<br />
1704 J N <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 2615<br />
143
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de noordwestzijde van het Verlaat gelegen voormalige BAKKERIJ<br />
daterend uit 1916. Het pand werd gebouwd door aannemer Rutsen uit Nieuwe Niedorp op<br />
de plaats van een gesloopte boerderij. 63 Opdrachtgever was bakker Meurs. In 1918, reeds<br />
twee jaar na de bouw, werd de bakkerij gewijzigd in een groentewinkel. Vanaf circa 1932<br />
had paardenslager Vos er een slagerij met achterliggende slachtplaats.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een met gesmoorde<br />
Hollandse pannen gedekt zadeldak met achterschild en de noklijn haaks op de weg. De<br />
voorgevel is opgetrokken in rode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. De<br />
halfsteens zijgevels zijn gemetseld in dito baksteen in halfsteens verband boven een in<br />
kruisverband gemetseld trasraam. Halverwege de begane grond hebben de voor- en zijgevels<br />
muurankers. Bovenaan de zijgevels bevindt zich een op gootklossen rustende zinken<br />
bakgoot die zich voortzet boven de naderhand gepleisterde achtergevel.<br />
De voorgevel (ZO) wordt door lisenen in drie traveeën geleed. In de smalle middentravee<br />
bevindt zich op de begane grond een vernieuwde voordeur met bovenlicht en op de eerste<br />
verdieping een T-venster met drieruits bovenlicht. De linker travee is voorzien van een<br />
breder dito venster, de rechter travee van een winkelpui waarin, onder zes bovenlichten met<br />
geel kathedraalglas, rechts een paneeldeur met daarin een raam en links hiervan een door<br />
twee vertikale roeden in drieëen gedeeld etalageraam. Elke muuropening in de voorgevel<br />
wordt ontlast door een strek van oranjerode verblendsteen met boven- en onderin koppen<br />
van gele verblendsteen en gecementeerde aanzet- en (verhoogde) sluitstenen met<br />
diamantkopmotief. De strekken boven de twee T-vensters en de voordeur hebben een<br />
gekeperde onderzijde waaronder aansluitend een bovendorpel met gekeperde bovenkant.<br />
Vanaf de twee middelste lisenen loopt ter hoogte van de zoldervloer een uitgemetselde band<br />
schuin omhoog tot aan de uitkragende rand onderlangs het dakoverstek. De voorgevel<br />
wordt beëindigd door rechte windveren die samenkomen in een gepunte makelaar waarvan<br />
de doorhangende onderkant door een dwarslat verbonden wordt met de windveren.<br />
In de rechterzijgevel (NO) bevinden zich twee kleine vierruits tuimelramen en rechts een<br />
dubbele deur met bovenin elke deurhelft drie raampjes. De bovenranden van de zes<br />
raampjes vormen een keperboog.<br />
De vensters in de linkerzijgevel (ZW) zijn gewijzigd.<br />
De achtergevel (NW) heeft links een groot tweeruits raam dat voorzien is van draadglas en<br />
aan de rechterzijde geflankeerd wordt door een paneeldeur met tweeruits bovenlicht. Rechts<br />
van het midden bevindt zich een keukenvenster.<br />
Het interieur heeft op de begane grond nog nagenoeg de oorspronkelijke indeling met in het<br />
verlengde van de middengang een rechte steektrap naar de zolder, en ter weerszijden van<br />
de gang twee vertrekken: links twee kamers en suite, rechtsvoor de voormalige winkel, en<br />
rechtsachter de vroegere bakkerij (later slachtplaats). In het laatstgenoemde vertrek is de<br />
met brede delen bevloerde enkelvoudige zolderbalklaag zichtbaar. De overige vertrekken<br />
hebben thans verlaagde plafonds. Onder de gangtrap leidt een houten trap naar de kelder<br />
waarvan de vloer is betegeld met bruingeglazuurde plavuizen. De zolder heeft een met brede<br />
delen beschoten gordingenkap. Middenvoor is hier met brede staande delen een kamer<br />
afgeschoten, toegankelijk via een paneeldeur voorzien van een door een staande roede in<br />
tweeën gedeeld raam waarboven en -onder drie ruitjes van geel kathedraalglas. In de<br />
noordoostwand van deze kamer bevinden zich twee deuren met achter de vernieuwde<br />
rechter een voormalige bedstede en achter de paneeldeur links een kast (de overige<br />
zolderkamers dateren van na WOU).<br />
1. De gegevens in de inleiding werden verstrekt door de eigenaar, de heer T. Bakker.<br />
144
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een uit het eerste kwart van de 20ste<br />
eeuw daterende bakkerij op het platteland.<br />
145
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-048<br />
Adres: Verlaat 30<br />
1704JP <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 1922<br />
146
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de zuidoostzijde van het Verlaat gelegen WOONHUIS uit 1937. Het<br />
pand werd gebouwd naast de nieuwe provinciale weg door aannemer C. Leegwater die zelf<br />
in het buurpand Verlaat 32 woonde. 64 Leegwater leverde ook het ontwerp van dit in late<br />
Amsterdamse School opgetrokken woonhuis. Opdrachtgever was meesterschilder W.<br />
Langedijk.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis van één bouwlaag onder een steil zadeldak<br />
waarvan de noklijn haaks staat op de weg. Het dak heeft een overstek en een dekking van<br />
zwarte geglazuurde Romaanse pannen. Het linkerdakschild is enigszins lager doorgetrokken<br />
en voorzien van een uitgezwenkte dakvoet. Onderaan beide zijschilden bevindt zich een<br />
bakgoot die zich voortzet tegen de voorgevel en eindigt op enige afstand van de hoek. De<br />
buitengevels zijn gemetseld in rode handvormsteen vechtformaat in halfsteens verband met<br />
terugliggende voeg. Linksachter bevindt zich een uitbouw (op de bouwtekeninng aangeduid<br />
als "bergplaats") onder een plat dak met overstek. De gevels van deze uitbouw zijn vanaf<br />
borsthoogte bekleed met brede gepotdekselde delen.<br />
De voorgevel (NW) heeft op de begane grond rechts van het midden een driedelig liggend<br />
venster waarin een vierkant middenraam tussen zijramen voorzien van blank glas in lood. In<br />
het midden van de eerste verdieping is een lager liggend venster aangebracht dat door drie<br />
stijlen wordt onderverdeeld in vier ramen (de buitenste openslaand). Onder de in diagonaal<br />
siermetselwerk uitgevoerde top van de puntgevel bevindt zich een smal zoldervenster dat<br />
door twee uitkragende bakstenen visueel wordt geleed. Het ruim boven de voorgevel<br />
uitstekende zadeldak heeft rechte windveren. Op de hoek van de voor- en linkerzijgevel wijkt<br />
de parterre boven borstweringshoogte terug. In de korte noordwestzijde van deze<br />
rechthoekige inham bevindt zich een smal venster voorzien van blank glas in lood, in de<br />
noordoostzijde een driedelig liggend venster waarvan het rechter zijraam om de hoek in de<br />
voorgevel geplaatst is. Het boven de terugliggende hoek uitstekende zadeldak wordt<br />
ondersteund door een vierkante stijl op de hoek van de borstwering. Tegen de voorzijde van<br />
de laatste bevindt zich een halfronde bloembak gemetseld in koppenverband.<br />
De linkerzijgevel (ZW) heeft in het midden een vlakke voordeur waarin een raam, en links<br />
een liggend venster voorzien van een vierkant vast raam dat aan de linkerzijde geflankeerd<br />
wordt door een openslaand raam. In de aansluitende voorgevel (NW) van de uitbouw<br />
linksachter bevindt zich een opgeklampte deur waarin links- en rechtsboven een smal<br />
raampje. De linkerzijgevel (ZW) van de uitbouw telt drie gekoppelde ramen.<br />
In de rechterzijgevel (NO) van het woonhuis bevindt zich links een vernieuwd venster en<br />
rechts een dito liggend venster waarin, evenals zijn voorganger, een stijl rechts van het midden.<br />
Ter hoogte van de verdiepingsvloer is de rechterzijgevel voorzien van sierankers.<br />
De achtergevel (ZO) en het interieur konden wegens bezwaren van de eigenaar niet<br />
beoordeeld worden.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels<br />
gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een woonhuis de jaren dertig van de 20ste<br />
eeuw.<br />
64 <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4025.<br />
147
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-049<br />
Adres: Verlaat 46-48<br />
1704JP <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 769<br />
148
Inleiding<br />
Op de hoek van het Verlaat en de langs de Westerlangereis lopende Niedorperdijk gelegen<br />
voormalige HERBERG daterend uit de 18de eeuw. Het momenteel in tweeën bewoonde pand<br />
diende tussen 1919 en 1930 als pakhuis van de NV Handelsraad LTB Kring Koolstreek.<br />
Daarvoor was het een café met bovengelegen danszaal en een later aangebouwde doorrijstal<br />
tegen de zuidoostgevel. De doorrijstal werd in 1941 gesloopt en met het vrijkomende hout<br />
werd de kap van het herenhuis geheel vernieuwd. Omstreeks 1960 is het pand voor dubbele<br />
bewoning geschikt gemaakt, waartoe het interieur werd verbouwd en ook het exterieur<br />
wijzigingen onderging: het venster in het midden van de gevel aan het Verlaat maakte plaats<br />
voor een deur, het linker venster van de gevel aan de Niedorperdijk werd vervangen door<br />
twee deuren en ter plaatse van de in het interbellum aangebrachte pakhuisdeur middenboven<br />
keerde een (kleiner) venster terug. Ook werd in het midden van de zuidoostgevel ter hoogte<br />
van de eerste verdieping een smal venster aangebracht. De schuifvensters zijn successievelijk<br />
in XXd vervangen met behoud van de oorspronkelijke kozijnen en de 19de-eeuwse<br />
roedenverdeling. Op een ingekleurde tekening van C. Bok uit 1820 (prentverzameling gemeente<br />
Alkmaar) staat het huis nog afgebeeld met een kleinere, 18de-eeuwse roedenverdeling<br />
in de vensters en luiken ter weerszijden van de vensters op de begane grond.<br />
Onder de vensters zijn in deze eeuw lekdorpels aangebracht van schuingeplaatste rode<br />
machinale baksteen. Van het in de loop van de 20ste eeuw meermalen verbouwde interieur<br />
zijn de kelders, de schouw in de keuken, de balklagen en de rookkanalen op zolder nog oorsponkelijk.<br />
Omschrijving<br />
Op vierkant grondplan gebouwd herenhuis van twee bouwlagen onder een afgeplat tentdak<br />
gedekt met hergebruikte gesmoorde Hollandse pannen en bekroond door vier eenvoudige<br />
hoekschoorstenen van rode baksteen (vroeger hoger) waarvan de westelijke en de oostelijke<br />
alleen een decoratieve functie hebben. Op het noordoostelijke dakvlak aan de kant van de<br />
Niedorperdijk liggen rond het midden nog de oorspronkelijke zwarte geglazuurde Hollandse<br />
pannen. Het geheel onderkelderde pand is boven een gecementeerde plint opgetrokken in<br />
rode handvormsteen (formaat circa 18/19x4 cm) in kruisverband. Het voegwerk is platvol<br />
vernieuwd. Aan het metselwerk is te zien dat op de hoek van het Verlaat en de Niedorperdijk<br />
na de bouwtijd een ingang heeft gezeten. De gevels worden afgesloten door een in de jaren<br />
'40 aangebrachte zinken bakgoot op houten gootklossen.<br />
De voorgevel (NO) aan de Niedorperdijk heeft in het midden, op de plaats waar<br />
oorspronkelijk de voordeur zat, een dubbele deur (XXc) waarboven gekoppelde tweeruits<br />
bovenlichten en een rollaag. Rechts hiervan bevindt zich een twaalfruits schuifvenster (het<br />
13 cm brede kozijn is voorzien van een kwartrond hoekprofiel) waarboven een anderhalfsteens<br />
strek, en uiterst rechts, ter hoogte van de verdiepingsvloer, een schootanker. Links<br />
bevond zich oorspronkelijk ook een schuifvenster. De eerste verdieping heeft in het midden<br />
een zesruits liggend venster en ter weerszijden hiervan een negenruits schuifvenster.<br />
De rechterzijgevel (NW) aan het Verlaat is links en rechts voorzien van een twaalfruits<br />
schuifvenster waarboven, evenals boven het voormalige venster in het midden, een anderhalfsteens<br />
strek van lichtrode handvormsteen. Beide raamkozijnen zijn 11,5 cm breed en<br />
voorzien van een ojiefprofiel. Onder het linker venster bevindt zich een kelderluikje. De eerste<br />
verdieping telt drie negenruits schuifvensters.<br />
De linkerzijdevel (ZO) is blijkens nog aanwezige verfresten onderaan geblauwd geweest.<br />
Linksonder zit een vernieuwd vierruits keldervenster. Op de begane grond was rechts de<br />
doorgang vanuit de aangebouwde doorrijstal naar het café. Deze muuropening is in 1941<br />
dichtgezet met miskleurige machinale baksteen afkomstig van de gesloopte doorrijstal. Het<br />
twaalfruits schuifvenster in het midden van de begane grond dateert van na de bouwtijd.<br />
Links bevond zich oorspronkelijk ook een venster (wellicht het venster dat nu in het midden<br />
zit) waarvan de in lichtrode handvormsteen gemetselde strek nog aanwezig is. Later was<br />
hier een deur en momenteel een klein keukenraam (jaren '40). Hierboven wordt de verdiepingsbalklaag<br />
door vier schootankers verankerd. Ter weerszijden van het smalle<br />
149
verdiepingsvenster bevindt zich een negenruits schuifvenster dat gewijzigd is in een stolpraam<br />
met drieruits bovenlicht.<br />
De kelderverdieping is van buitenaf toegankelijk via een opgeklampte deur van rabatplanken<br />
rechtsonder in de achtergevel (ZW). Links in deze gevel bevindt zich een tweede<br />
opgeklampte deur waarvan alleen de bovenste helft zichtbaar is. De zeer brede vertikale<br />
delen van deze deur wijzen op een hoge ouderdom. Tussen beide deuren bevinden zichn<br />
twee kleine keldervensters met een liggende ovaalvorm (oeil de boeuf). De begane grond telt<br />
twee twaalf ruits schuif vensters onder anderhalf steens strekken. Het linker venster heeft een<br />
ojiefprofiel, het rechter een kwartrond profiel. Tussen beide vensters bevindt zich een wcraampje.<br />
De eerste verdieping heeft links van het midden één negenruits schuifvenster. In<br />
het midden van de gevel zijn vermoedelijk in deze eeuw ter hoogte van de vloeren van de<br />
begane grond en de eerste verdieping twee zware kruisvormige muurankers aangebracht.<br />
Links van het onderste bevindt zich een schootanker en rechts van het bovenste een tweetal<br />
schootankers boven elkaar.<br />
In het interieur is de indeling op de begane grond en de eerste verdieping met uitzondering<br />
van de keuken in de zuidhoek van de begane grond niet meer oorspronkelijk. Tegen de<br />
noordoostmuur heeft de keuken een schouw met een bovenaan halfronde gietijzeren haardplaat<br />
zonder voorstelling en een gepleisterde boezem rustend op een klassiek geprofileerde<br />
schouwbalk. De achterwand van de onderboezem was tot het eind van de jaren '60<br />
betegeld met blauwe tegeltjes met bijbelse voorstellingen (door een vorige bewoner verwijderd).<br />
De vloer-, wand- en plafondafwerking op de begane grond en de eerste verdieping<br />
wordt door moderne afwerkingsmaterialen grotendeels aan het oog onttrokken. In het<br />
oostelijke vertrek op de begane grond is het balkenplafond in het zicht gelaten (de houten<br />
vloer is hier rond 1960 vervangen door een betonnen). Dit plafond bestaat uit brede delen<br />
rustend op 18 cm brede balken voorzien van kwartronde hoekprofielen. Onder de evenwijdig<br />
aan de Niedorperdijk lopende balken is een stalen onderslagbalk aangebracht. Dit laatste is<br />
vermoedelijk gedaan toen het pand in gebruik was als pakhuis met als doel om de verdiepingsvloer<br />
zwaarder te kunnen belasten. Ook werd toen de vloer van de voor pulpopslag<br />
gebruikte zolder verstevigd door het aanbrengen van een dubbele beplanking. In de woonkamer<br />
van de bovenwoning zijn de 15 cm brede, ongeprofileerde zolderbalken in het zicht<br />
gelaten. De zolder telt twee schuingemetselde rookkanalen van rode handvormsteen<br />
(ijsselformaat) in halfsteens verband. De kap is beschoten. De via een houten steektrap<br />
bereikbare kelderverdieping wordt door twee elkaar kruisende muren in vier kwarten verdeeld<br />
waarvan alleen het zuidelijke voorzien is van een verharde vloer bestraal met rode handvormstenen<br />
op hun plat. Dit vertrek is toegankelijk via de genoemde deur rechts in de<br />
zuidwestgevel. In het balkenplafond boven deze ruimte is het haardgewelf onder de schouw<br />
in de keuken verwijderd. Tegen dezelfde noordoostmuur bevindt zich in de aangrenzende<br />
kelderruimte aan het Verlaat nog wel een haardgewelf dat in dwarsdoorsnede kwartrond<br />
uitgemetseld is. Uit de aanwezigheid hiervan valt af te leiden dat op de begane grond in de<br />
westhoek een kamer was met schouw.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch oogpunt als merendeels<br />
gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een herberg daterend uit de 18de eeuw. Het<br />
monumentale gebouw heeft situationele waarde vanwege zijn beeldbepalende ligging pal op<br />
de hoek van het Verlaat en de Niedorperdijk.<br />
150
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-050<br />
Adres: Westdijk 32-34-36<br />
1704AK <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
O 2184<br />
151
Inleiding<br />
Aan de zuidzijde van de Westdijk gelegen voormalige ELECTRISCHE MAALDERIJ "De Goede<br />
Verwachting" uit 1916-1917 met naastgelegen KUNSTMESTPAKHUIS uit 1929. De<br />
maalderij werd gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School naar ontwerp van de<br />
Hoornse architect H. Cramer. Opdrachtgever was het Bestuur der Coöperatieve Aankoopvereeniging<br />
met Malerij "De Goede Verwachting" te <strong>Heerhugowaard</strong>. Op 12 september<br />
1916 diende het bestuur een vergunningaanvraag voor de bouw van een "electrische malerij<br />
met kantoor, paardenstal, privaten, kapberg, steiger, en een dubbele arbeiderswoning". 66<br />
Over de functie van het gebouw vermeldt de aanvraag "Zij zal dienen tot het malen van graan,<br />
als mais, gerst, tarwe, enz. voor veevoeder, het breken van Amerik. koeken tot brokken en het<br />
vermalen hiervan tot meel. Voorts tot het opslaan van veevoeder als graan, koeken, pulp, enz.<br />
De beweegkracht zal worden voortgebracht door electromotoren, waarvoor de stroom zal<br />
worden geleverd door de K.E.M.". Blijkens de ontwerptekening bevond de paardenstal, waarin<br />
twee boxen en een tuigenkast, zich in een uitbouw linksachter. Voor het vertikale en het<br />
horizontale transport in de maalderij waren een jakobsladder respectievelijk een ondergrondse<br />
dwarstransporteur aanwezig. In 1929 liet de vereniging tussen de maalderij en de dubbele<br />
arbeiderswoning ten westen hiervan een kunstmestpakhuis bouwen naar ontwerp van de<br />
bouwkundige (en gemeentearchitect) Aris Groot. 66 De bouw werd uitgevoerd door de<br />
plaatselijke aannemers P.Hittema, Goed en Boekenstyn. Wegens bezwaren van de eigenaar<br />
tegen een aanwijzing als gemeentelijk monument zijn de maalderij en het kunstmestpakhuis<br />
vanaf de openbare weg beschreven. De dubbele arbeiderswoning is te zeer verbouwd om voor<br />
plaatsing in aanmerking te komen.<br />
N.B. De latere aanbouwen (XXd) tegen de linkerzij- en achtergevel van de maalderij, het<br />
tussenlid tussen de maalderij en het kunstmestpakhuis, en de dubbele arbeiderswoning maken<br />
geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd fabriekspand van twee bouwlagen onder een plat dak. De<br />
buitenmuren zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg. Het<br />
trasraam wordt afgesloten door een omgaande rollaag. Bovenaan de gevels bevindt ,zich een<br />
(anderhalf)steens brede bovenrand van verticaal metselwerk. Zowel de voorgevel als beide<br />
zijgevels worden op regelmatige wijze geleed door vijf lisenen waarvan de buitenste op circa 1<br />
m uit de hoek geplaatst zijn. Elke liseen wordt bekroond door een hardstenen blok waarvan de<br />
zijkanten zijn afgeschuind. Ook de vier bovenhoeken van het gebouw zijn verfraaid met een<br />
hardstenen blok. Daarnaast is onder meer hardsteen toegepast voor de kegelvormige<br />
stootblokken onderaan ter weerszijden van de dubbele deuren in de voorgevel. De vensters<br />
zijn voorzien van afwaterend gemetselde lekdorpels.<br />
De symmetrisch opgezette voorgevel (N) heeft een getrapte gevelbeëiniging doordat de<br />
middelste travee hoger is opgetrokken dan de twee flankerende traveeën en de laatste op hun<br />
beurt weer boven de overige traveeën uitsteken. In de middelste travee bevindt zich een<br />
dichtgezette deuropening, een vierkant verdiepingsvenster en bovenin een liggend spaarveld.<br />
De twee flankerende traveeën hebben ook bovenin een (lager) liggend spaarveld en op beide<br />
bouwlagen een dubbele paneeldeur met in elke deurhelft een zeshoekig raam met X-vormige<br />
roeden. De parterredeuren worden ontlast door een zware betonnen latei waarvan de<br />
bovenkant een flauwe kepervorm heeft. Boven de verdiepingsdeuren bevindt zich een zware<br />
strek met een vergelijkbare bovenzijde. De rechter deur heeft hierboven een houten hijsbalk<br />
met ijzeren haak. De minder brede flankerende traveeën zijn op beide bouwlagen voorzien van<br />
een hoog aangebracht vierkant venster waarboven een strek (naar verluidt waren de vensters<br />
66 . RAA, secretarie-archief gemeen<br />
66 . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 134, bouwaanvraag 12-8-1929.<br />
152
oorspronkelijk voorzien van draadglas dat zonder raamhout direct in de muur was<br />
aangebracht).<br />
In beide zijgevels is een rij dichtgezetfe verdiepingsvensters met een vergelijkbare grootte als<br />
de voorgevelvensters zichtbaar (in elk van de vijf brede traveeën één paar). Tegen de rechter<br />
travee van de linkerzijgevel (O) sluit het voormalige kantoor aan. Deze éénlaagse uitbouw<br />
heeft een vierkante plattegrond en een plat dak. Het kantoor is toegankelijk via een<br />
(vernieuwde) deur met bovenlicht links in de voorgevel (N) van het kantoor. Rechts hiervan<br />
bevinden zich twee schuifvensters met XX-vormige roedenverdeling in het bovenlicht. De<br />
linkerzijgevel (O) van het kantoor is blind. Beide gevels zijn bovenaan verfraaid met<br />
siermetselwerk in de vorm van een breed fries van om en om inspringende paren drieklezoren<br />
in schaakbordpatroon. Evenals bij het hoofdgebouw is op de hoek bovenaan een blok<br />
hardsteen toegepast. De rechterzijgevel (W) van de maalderij wordt ter hoogte van de parterre<br />
door het genoemde tussenlid aan het oog onttrokken.<br />
Inwendig heeft de maalderij een gewapend betonskelet.<br />
Het evenwijdig aan de maalderij gesitueerde kunstmestpakhuis heeft een rechthoekige<br />
plattegrond, één volledige bouwlaag en een zolderverdieping met borstwering onder een met<br />
grijze golfplaten van asbestcement gedekt zadeldak waarvan de noklijn haaks staat op de dijk.<br />
De buitenmuren zijn gemetseld in geelrode machinale waalsteen in halfsteens verband met<br />
snijvoeg. De kopse voorgevel (N) is uitgevoerd als een sobere tuitgevel afgedekt met een<br />
rollaag waaronder muurankers. In het midden van de symmetrische voorgevel bevindt zich<br />
zowel op de begane grond als de verdieping een dubbele paneeldeur onder een betonnen latei.<br />
De twee deurhelften van de parterredeur zijn evenals die van de maalderij voorzien van een<br />
zeshoekig raam met roeden in X-vorm. De kleiner zolderdeur heeft bovenin elke deurhelft een<br />
liggend rechthoekig raam waarin een XX-vormige roedenverdeling. Op de latei boven<br />
laatstgenoemde deur rust een stalen hijsbalk (H-balk). De rechterzijgevel (W) telt zes hoog<br />
aangebrachte (dichtgezette) parterrevensters waarboven een doorgaande betonnen latei<br />
(wellicht een vloerplaat) die zich om de hoek voortzet in de voorgevel. Bovenaan de<br />
rechterzijgevel bevindt zich een boeiboord waaronder muurankers. De linkerzijgevel wordt door<br />
het genoemde tussenlid aan het oog onttrokken.<br />
Waardering<br />
De voormalige maalderij "De Goede Verwachting" met bijbehorend kunstmestpakhuis is van<br />
algemeen belang uit architectuurhistorisch en cultuurhistorisch oogpunt als grotendeels gaaf<br />
bewaard gebleven electrische maalderij uit de jaren '<strong>10</strong> van de 20ste eeuw, opgetrokken in de<br />
stijl van de Amsterdamse School.<br />
153
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-031<br />
Adres: Middenweg 479<br />
1704 BC <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 203<br />
93
Inleiding<br />
Aan de westzijde van de Middenweg gelegen voormalige ONDERWIJZERSWONING<br />
uit 1881-1882. De woning werd tesamen met de inmiddels gesloopte achterliggende<br />
openbare lagere school gebouwd naar ontwerp van de Alkmaarse architect Willem Frederik<br />
du Croix (1828 Leiden - 1887 Alkmaar) in een door neorenaissance en chaletstijl beïnvloede<br />
bouwstijl. Opdrachtgever was de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong> die gelijktijdig in 't Kruis een<br />
o.l. school (gesloopt) met onderwijzerswoning (Jan Glijnisweg, zie daar) liet bouwen,<br />
eveneens naar ontwerp van Du Croix. Willem Frederik du Croix was van 1856 tot aan zijn<br />
dood in 1887 stadsarchitect van Alkmaar. 41 Het initiatief tot de scholenbouw kwam van de<br />
inwoners van <strong>Heerhugowaard</strong>: bij de ingekomen stukken van 1880 bevindt zich een petitie<br />
waarin voorgesteld wordt twee nieuwe scholen te bouwen omdat de bestaande school aan<br />
de Middenweg te ver afgelegen en te klein is voor de circa 300-350 leerlingen. 42 Op 31<br />
augustus 1881 vond in Koffyhuis de Zwaan te <strong>Heerhugowaard</strong> de aanbesteding plaats van<br />
beide vierklassige (160 leerlingen) scholen met onderwijzerswoning. De bouw van de<br />
onderwijzerswoning en school in De Noord werd voor 26.000,- gegund aan de Oterleker<br />
aannemer J. Verweel die voor 25.500,- ook de school en onderwijzerswoning in 't Kruis<br />
bouwde. 43 In een brief van 13 juni 1882 deelt Du Croix het college mee dat de voortgang<br />
van de bouw te wensen over laat en dat ook de aan de aannemer opgedragen verbeteringen<br />
niet worden uitgevoerd. De gemeente verkocht in 1922 de onderwijzerswoning aan het "RK<br />
Kerkbestuur der Parochie van het Heilig Hart van Jezus" die ook de achterliggende school<br />
had overgenomen.<br />
In de naderhand gepleisterde linkerzijgevel bevond zich een vierruits zoldervenster. De<br />
voorgevel was oorspronkelijk voorzien van zesruits schuifvensters. De bovenlichten hiervan<br />
zijn vernieuwd en uit de onderramen zijn de roeden gezaagd.<br />
In de achtertuin bevindt zich een WATERKELDER uit de bouwtijd die deel uit maakt van de<br />
bescherming.<br />
N.B. De moderne aanbouw tegen de achtergevel valt buiten de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op T-vormig grondplan gebouwd pand bestaande uit twee rechthoekige bouwvolumes: een<br />
hoofdvolume van twee bouwlagen onder een flauwhellend zadeldak met de noklijn haaks op<br />
de weg en tegen de linkerzijgevel hiervan een dwarsvolume van anderhalve bouwlaag onder<br />
een zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de weg. Beide daken hebben een op rijke<br />
klossen rustend overstek waarlangs een rijkgeprofileerde daklijst. Blijkens oude foto's was<br />
het dak van het hoofdvolume oorspronkelijk gedekt met zink (thans asfaltbitumen) en lagen<br />
op het dak van het dwarsvolume ruitvormige daktegels (thans leien). Halverwege de<br />
rechterzijgevel bevindt zich een uitgebouwde entree onder een flauwhellend lessenaarsdak<br />
(thans met bitumineuze dekking). De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in kruisverband met snijvoeg. De voorgevel heeft een hardstenen plint die zich<br />
voortzet tot en met de voorzijde van de genoemde uitbouw, de overige gevels hebben een<br />
gemetselde plint met een bovenrand van grijze kunststeen. De gevels worden geleed door<br />
een omgaande waterlijst van dito kunststeen onder de vensters en door banden van beige<br />
kalkzandsteen ter hoogte van de wissel- en bovendorpels van de vensters. Ter hoogte van<br />
de verdiepingsvloer zijn de gevels voorzien van muurankers met bladmotief. De<br />
41 . De informatie over de architect werd vriendelijk beschikbaar gesteld door mevr. drs Carla<br />
Rogge, medewerker Bureau Monumentenzorg en Archeologie van de gemeente Alkmaar.<br />
2. RAA, secretarie-archief van de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 13.<br />
3. RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 130.<br />
94
schuifvensters worden ontlast door segmentbogen van oranjerode verblendsteen met<br />
gepleisterde aanzet- en sluitstenen en een bovenrand van beige kalkzandsteen. De boog vullingen<br />
onder de vensters zijn voorzien van diagonaal siermetselwerk van beige kalkzandsteen<br />
en deels zwartgeverfde oranjerode verblendsteen.<br />
De kopse voorgevel (O) van het hoge volume heeft op beide bouwlagen twee schuifvensters<br />
en in de top een door oranjerode verblendsteen omgeven rondvenstertje waaronder een<br />
muuranker als genoemd. Onder het dakoverstek erboven hangt een makelaar die door een<br />
dwarsbalk verbonden wordt met de klossen halverwege het dakoverstek. Het dwarsvolume<br />
heeft aan de voorzijde twee schuifvensters en bovenaan een band van beige kalkzandsteen<br />
en drie velden met siermetselwerk als boven de vensters.<br />
In de rechterzijgevel (N) bevindt zich middenboven een venster (het liggende venster<br />
erboven is in XXB aangebracht). De uitgebouwde entree tegen het midden van de blinde<br />
parterre heeft in de oostzijde een dubbele paneeldeur met bovenlicht waarboven een<br />
segmentboog en boogvulling als genoemd. De noordgevel van de uitbouw is gesloten. In de<br />
westgevel van de uitbouw bevindt zich rechts een paneeldeur met bovenlicht en links een<br />
wc-raampje waarvoor twee dief ijzers. Zowel het wc-raampje als het bovenlicht van de<br />
achterdeur worden ontlast door een strek van oranjerode verblendsteen.<br />
De linkerzijgevel (Z) van het dwarsvolume heeft in het midden een (vernieuwde) dubbele<br />
deur met bovenlicht en middenboven een (nieuw) zoldervenster. De linkerzijgevel van het<br />
hoofdvolume is gesloten.<br />
De achtergevel (W) van het hoofdvolume is boven de gewijzigde begane grond vrijwel<br />
identiek aan de voorgevel, alleen zijn hier de schuifvensters nog voorzien van hun zesruits<br />
roedenindeling (de boogvullingen zijn naderhand aangesmeerd) en heeft de achtergevel geen<br />
makelaar en dwarsbalk. De achtergevel van het dwarsvolume wordt door een latere<br />
aanbouw grotendeels aan het oog onttrokken.<br />
Het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat en is onder meer voorzien<br />
van een dwarsgang van waaruit paneeldeuren toegang geven tot de aangrenzende<br />
vertrekken, tot een keldertrap en tot een scheluwe trap naar zolder. Zowel op de parterre als<br />
de verdieping worden de oorspronkelijke stucplafonds door verlaagde plafonds aan het oog<br />
onttrokken. Het stucplafond van de gang heeft naar verluidt bij de ingang een rozetvormig<br />
ornament. In de kamer rechtsvoor staat tegen de noordmuur een originele schouw met een<br />
zwartmarmeren onderboezem waarvan de in- en uitzwenkende plaat rust op twee consoles<br />
waaronder een bladmotief. De vloer van de onderkelderde keuken rechtsachter lag<br />
oorspronkelijk verhoogd ten opzichte van de overige vertrekken (in XXB verlaagd). De<br />
keldervloer was betegeld met gele en groene geglazuurde plavuizen in schaakbordpatroon.<br />
Rond het trapgat op de verdieping staat een hek waarvan de houten handlijst rust op<br />
geornamenteerde gietijzeren spijlen. Vanaf de ruime overloop (ten behoeve van een<br />
badkamer verkleind) geven paneeldeuren toegang tot de drie slaapkamers op de eerste<br />
verdieping. De kruipzolder erboven is bereikbaar van een opgeklampt luik in het plafond van<br />
de overloop. De linker helft van het pand heeft een met brede delen beschoten<br />
gordingenkap rustend op spitsboogvormige schenkelspanten.<br />
Achter de woning bevindt zich een dubbele waterkelder waarvan de twee door rondbogen<br />
verbonden rechthoekige reservoirs afgedekt zijn met hardstenen platen. De keldervloer en<br />
het onderste gedeelte van de wanden is naar verluidt betegeld met groene en gele<br />
geglazuurde plavuizen in schaakbordpatroon.<br />
Waardering<br />
Het pand met bijbehorende waterkelder is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorisch<br />
oogpunt als karakteristiek en grotendeels gaaf bewaard gebleven onderwijzerswonig<br />
uit het laatste kwart van de 19de eeuw.<br />
95
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-032<br />
Adres: Middenweg 523<br />
1704 BE <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 1234<br />
96
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de westzijde van de Middenweg gelegen STOLPBOERDERIJ genaamd<br />
"Lelyhof". Gezien de zware vierkantsconstructie en de in gele handvormsteen opgetrokken<br />
linkerzijgevel dateert deze voormalige pachtboerderij tenminste uit de 18de eeuw. In 1730<br />
wordt het omschreven als "een huismanswoning met plantage en heerschapsvertrekken<br />
onder hetselve dak". Eigenaar in dat jaar is de Amsterdamse koopman Matthijs Ooms. Aan<br />
zijn echtgenote Margaretha Lely dankt de boerderij haar naam. 44 De huidige, uit 1915<br />
daterende voorgevel werd in opdracht van Nan Pool ontworpen en gebouwd door C.<br />
Hartland, "Mr. Timmerman" te <strong>Heerhugowaard</strong>. 45 In 1950 maakte het riet op het rechterdakschild<br />
plaats voor een pannendak en werd de tegen de rechterzijgevel aangebouwde<br />
koolschuur vervangen door een enigszins bredere "aardappelbewaarplaats" (ontworpen door<br />
P.J. Oudeman i.o.v zijn vader Klaas Oudeman). 46 De wapensteen in de achtergevel van de<br />
koolschuur werd daarbij overgezet naar de nieuwe achtergevel. Het is onduidelijk waar deze<br />
wapensteen oorspronkelijk was ingemetseld en van welke familie dit wapen is (mogelijk<br />
bevond het zich in de vroegere voorgevel). In 1966 is het woongedeelte in de boerderij<br />
verbouwd en vergroot.<br />
Rechts van de boerderij staat een KOOLSCHUUR daterend uit het interbellum. Deze schuur<br />
werd gebouwd in opdracht van de veehouder en tuinder Klaas Oudeman die sinds zijn<br />
huwelijk in 1918 de boerderij pachtte.<br />
Van de dubbele water- en windsingel rond de enigszins verhoogd gelegen boerderij resteert<br />
het gedeelte langs de Middenweg. Dit maakt evenals de koolschuur, de bomen langs de<br />
oprijlaan en de vijf in de onderstaande omschrijving genoemde vruchtbomen deel uit van de<br />
bescherming.<br />
N.B. De tegen de rechterzijgevel van de boerderij aangebouwde schuur is uitsluitend<br />
beschermd vanwege de wapensteen in de achtergevel.<br />
Omschrijving<br />
Grote stolpboerderij van het Noord-Hollandse type met een rechthoekig grondplan en een<br />
schilddak waarvan de nok haaks staat op de weg. Het linkerdakschild is gedekt met riet en<br />
voorzien van een in het midden verhoogde pannenrand (vroeger van rode Hollandse pannen,<br />
nu van rode verbeterde Hollandse pannen). Op de overige drie dakvlakken liggen gesmoorde<br />
kruispannen (de dakgoten boven de achter- en zijgevels zijn modern). Het voorschild heeft<br />
bovenin een vierkante schoorsteen (XX) van rode machinale waalsteen en lager een brede<br />
dakkapel (XXb) met gepotdekselde zijwanden, twee lage stolpramen en een lessenaarsdak<br />
waarop eveneens gesmoorde kruispannen.<br />
De voorgevel (O) is gemetseld in paarsrode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg<br />
en wordt afgesloten door een bakgoot waaronder een met ruitmotieven verfraaid fries<br />
van dito baksteen met accenten van contrasterende gele baksteen. De voorgevel telt vier<br />
voormalige schuifvensters (de ramen zijn met behoud van de bestaande kozijnen<br />
vernieuwd): links één, links van het midden twee, en rechts van het midden één. De<br />
voordeur rechts van het linker venster was uitgevoerd als een sobere art nouveau<br />
paneeldeur waarin een raampje en waarboven een bovenlicht. Vóór de voordeur ligt een vermoedelijk<br />
uit 1916 daterende betonnen stoep. Onder het tweede venster van links bevindt<br />
zich een kelderkoekoek (het kelderraam is vernieuwd). De voorgevel heeft rechts een grote<br />
dubbele paneeldeur met bovenin beide deurhelften een zesruits liggend raam van geel kathe-<br />
44 . Monumentaal <strong>Heerhugowaard</strong>, p. 270.<br />
45 . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 130 (bouwaanvraag 14-5-1915).<br />
46 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 12.<br />
97
draalglas. De bovendorpels van de vensters en deuren in de voorgevel worden ontlast en<br />
omkaderd door zandstenen lateien.<br />
De linkerzijgeve| (Z) is opgetrokken in gele handvormsteen ijsselformaat in kruisverband (de<br />
vensters en deuren in deze gevel zijn niet oorspronkelijk).<br />
De in rode machinale baksteen gemetselde rechterzijaevel (N) is vermoedelijk bij de bouw<br />
van de genoemde aardappelbewaarplaats vernieuwd.<br />
De achtergevel (W) van de boerderij is boven een gepleisterde plint opgetrokken in rode<br />
machinale waalsteen in halfsteens verband met platvolle voeg. Links bevindt zich een terugliggende<br />
opgeklampte darsdeur waarnaast een opgeklampte deur met bovenlicht. Rechts<br />
van de darsdeur telt de achtergevel vier tweeruits stalvensters waartussen drie zich<br />
verjongende steunberen die de gevel verstevigen en halverwege voorzien zijn van een<br />
muuranker. Rechts bevindt zich een (vernieuwde) deur waarnaast een aangebouwd boenhok<br />
van rode baksteen onder een flauwhellend lessenaarsdak.<br />
De wapensteen links in de achtergevel (W) van de tegen de rechterzijgevel aangebouwde<br />
schuur is uitgevoerd in zandsteen en toont een adellijk familiewapen. Het in vier kwartieren<br />
(1 en 3 met een horizontale band, 2 en 4 met drie spanen) gedeelde wapen wordt bekroond<br />
door een helm waarop een mannentorso die in beide armen een spaan vasthoudt.<br />
Het interieur is afgezien van de vierkantsconstructie niet meer oorspronkelijk. Het dubbele<br />
vierkant is samengesteld uit zware en in doorsnede vrijwel rechthoekige grenen vierkantsstijlen<br />
geplaatst op poeren van rode handvormsteentjes. Van de twee vierkanten is het voorste<br />
kleiner en gebouwd op een rechthoekig grondvlak. Het achterste vierkant heeft een<br />
nagenoeg vierkant grondvlak. Het houten hooischot rond het vierkant is niet meer aanwezig<br />
(langs het achterom middenachter en de voormalige koestal links van het vierkant<br />
vervangen door een halfsteens muur). De dars rechts van het vierkant en het achterom zijn<br />
nog herkenbaar. De verbouwde koestal links van het vierkant strekte zich uit tot de<br />
voorgevel. In de zomer werd het voorste gedeelte van de koestal ingericht als "staltje".<br />
Vermoedelijk omdat hier 's zomer gewoond werd en niet op het achterom, bevond de haard<br />
zich niet zoals gebruikelijk in het achterom maar vooraan in de koestal, direct voorbij de<br />
vierkantsstijl linksvoor. Deze haard was betegeld met vrij dikke witgeglazuurde tegels met<br />
blauwe (bloem?)motiefjes. Het brede rookkanaal boven de haard was gemetseld van<br />
boerengeeltjes en voorzien van een opgeklampt spekluik. De bestrating van de koegang in<br />
de koestal bestond eveneens uit boerengeeltjes die nog aanwezig zijn onder de huidige<br />
vloer. Ook de rand (rolla) van de onverharde verhoogde koestand was gemetseld van<br />
boerengeeltjes.<br />
Langs de Middenweg is de dubbele windsingel nog aanwezig (de tussenliggende watersingel<br />
is gedempt). Ter weerszijden van de oprijlaan rechts op het erf staan esdoorns. De<br />
notenboom op het schapenweidje vóór de boerderij verving een oude dito boom. Links van<br />
de boerderij staan vier oude hoogstam prinsenperenbomen.<br />
De koolschuur rechts van de boerderij heeft een rechthoekige plattegrond en een hoogte<br />
van één bouwlaag onder twee evenwijdige zadeldaken met de noklijn haaks op de weg en<br />
een dekking van rode kruispannen. In beide buitenste dakvlakken komen twee rijen van drie<br />
(of vier) glazen kruispannen voor die de twee zolders verlichten. De buitenmuren zijn<br />
opgetrokken in rode machinale waalsteen in halfsteens verband met snijvoeg. Zowel in het<br />
midden van de kopse voor- als achtergevel bevindt zich een ingang met ter weerszijden<br />
hiervan een klein tweeruits venster. Beide zijgevels hebben muurankers op halve<br />
gevelhoogte en tellen elk acht kleine liggende vensters waarin een door een horizontale<br />
roede in tweeën gedeeld valraam. Ter isolatie zijn tegen de binnenkant van de buitenmuren<br />
met cement aangesmeerde platen van geperst stro aangebracht (hiertegen werden<br />
bovendien losse rietmatten geplaatst). De balken van de met brede delen bevloerde<br />
98
enkelvoudige zolderbalklaag zijn om en om voorzien van dunne korbelen en worden in het<br />
midden ondersteund door het in de lengte-as geplaatste koolrek dat bestaat uit een rij stijlen<br />
waartegen (in verband met de ventilatie) aan weerszijden op meerdere hoogtes horizontale<br />
planken zijn bevestigd. In het voorste gedeelte van de zoldervloer bevindt zich rechts en<br />
links een luik dat toegang geeft tot een van de twee lage bergzolders. De zolders hebben<br />
met brede delen beschoten gordingenkappen.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij met bijbehorende bomen en koolschuur is van algemeen belang uit cultuuren<br />
architectuurhistorisch oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven Noord-Hollandse<br />
stolp uit de 18de eeuw, en als zeldzame en gave koolschuur uit het interbellum. Vanwege<br />
haar markante hoofdvorm en ruime ligging in de dorpskern van De Noord is de boerderij<br />
tevens ruimtelijk van belang.<br />
99
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentennummer: 0008-033<br />
Adres: Middenweg 541<br />
1704 BE <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 748<br />
<strong>10</strong>0
Inleiding<br />
Aan de westzijde van de Middenweg gelegen rooms-katholiek KERKGEBOUW uit 19<strong>10</strong> met<br />
bijbehorende PASTORIE uit dezelfde tijd. De aan het Heiig Hart van Jezus gewijde kerk en<br />
de rechts hiervan gesitueerde pastorie werden gebouwd naar ontwerp van architect C.P.W.<br />
Dessing (Naaldwijk 1844 - Gouda 1913) te Gouda. De aanbesteding van de bouw vond<br />
plaats op 30 december 1909 waarna het werk voor 62.782,- gegund werd aan de<br />
Haarlemse aannemers Schiphorst en Philips. 47 Op 21 april 19<strong>10</strong> werd de eerste steen<br />
gelegd door deken H. Ebbenhuizen van Alkmaar die op 22 november van datzelfde jaar de<br />
kerk inzegende. De kerkwijding vond plaats in mei 1911 door bisschop A.J. Galliër van<br />
Haarlem. Reden voor de bouw van een kerk in De Noord was dat de Dionysiuskerk voor de<br />
parochianen in het noordelijk deel van de <strong>Heerhugowaard</strong> te ver lag en te klein werd.<br />
Daarom benoemde Galliër in april 1909 de kapelaan van de Haagse Jozefkerk Chr. Helwig<br />
tot kapelaan in 't Veld met de opdracht een nieuwe parochie voor te bereiden. De nieuwe<br />
parochie zou gewijd worden aan het Heilig Hart van Jezus. Over de plaats van de nieuwe<br />
kerk ontstond naijver tussen de parochianen omdat zowel aan de Middenweg als aan de<br />
Veenhuizerweg een gratis bouwterrein werd aangeboden. Bij bisschoppelijk besluit werd<br />
uiteindelijk gekozen voor het door de weduwe C. Woltman-Elpers te Amsterdam beschikbaar<br />
gestelde perceel aan de Middenweg. De Heilig Hartkerk is gebouwd in<br />
neoromaanse trant. De bovenbouw van de markante hoektoren vertoont byzantijnse<br />
invloeden. Wellicht heeft Dessing zich hierbij laten inspireren door de romaans-byzantijnse<br />
architectuur van de Sacré-Coeur (1876-1919) in Parijs, de belangrijkste Heilig Hartkerk ter<br />
wereld. In 1953-1954 werd tegen de linkerzijgevel van de kerk een kleine Mariakapel<br />
aangebouwd in aangepaste stijl (ontwerp: architect Overtoom te Alkmaar; uitvoering:<br />
Langedijk). De vijf gebrandschilderde koorramen zijn in 1961 vervaardigd door de bekende<br />
glazenier Joep Nicolas in Tegelen. De overige ramen in de kerk zijn in 1958-1959 voorzien<br />
van pastelkleurig glas in lood (atelier fa. Geutjes te Venlo geadviseerd door Joep Nicolas). In<br />
1968 is het priesterkoor verhoogd en vergroot en zijn het hoogaltaar, de uit 1939 daterende<br />
houten communiebanken en de preekstoel uit 1926 (Maas, Haarlem) verwijderd.<br />
De door een klein tussenlid met de kerk verbonden pastorie is opgetrokken in een relatief<br />
sobere baksteenarchitectuur die aansluit bij het kerkgebouw.<br />
N.B. De twee naderhand gerealiseerdee lage aanbouwen tegen de sacristie vallen buiten de<br />
bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Driebeukige basiliek met een ingebouwde hoektoren en een halfrond gesloten koor dat<br />
smaller en lager is dan het dertien traveeëen tellende middenschip. Zowel op het zadeldak<br />
van het middenschip als op het eveneens door een kruis bekroonde koordak liggen leien met<br />
afgeschuinde hoeken (zgn. lammekoppen) in Maasdekking. De zijbeuken strekken zich uit<br />
tot aan de dertiende schiptravee en zijn voorzien van een lessenaardak waarop dito leien.<br />
Tegen de noordzijde van het koor sluit een sacristie aan met een rechthoekige plattegrond<br />
en een hoogte van één bouwlaag onder een schilddak met eenzelfde leidekking en de noklijn<br />
haaks op de lengterichting van de kerk. De nokeinden van het schilddak worden bekoond<br />
door een zinken piron. De buitenmuren zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in<br />
kruisverband met platvolle voeg. De voorgevel (O) heeft een door een afgeschuinde<br />
bovenrand beëindigde plint van dito metselwerk die zich voorzet rond de hoektoren<br />
linksvoor en tot en met de voorgevel van de pastorie. De genoemde daken hebben een<br />
dakrand van vertikale leien met een gepunte onderzijde. Hieronder worden de gevels<br />
verfraaid door getrapt uitkragend siermetselwerk waarin bij de zijbeuken en de sacristie<br />
47 . Parochiecentrum (pastorie), Registrum memoralia.<br />
<strong>10</strong>1
koppen van gele verblendsteen en bij het middenschip en het koor bovendien een keperfries<br />
van gele verblendsteen.<br />
In de voorgevel (O) bevindt zich een groot en sober rondboogportaal met schuine<br />
dagkanten. Het portaal omvat twee opgeklampte dubbele deuren waarvan de voorzijde<br />
bekleed is met eiken kraaldelen en verfraaid met verfijnd floraal sierbeslag. Boven elke<br />
dubbele deur bevindt zich een hardstenn latei en een halfrond bovenlicht omlijst door een<br />
gemetselde rondboog. Het muurvlak boven beide bogen is beschilderd met een afbeelding<br />
van het Heilig Hart en de tekst "EERBIED IN GODS HUIS" tussen een alfa en omega<br />
(kleuren: roze, lichtgeel, rood en bruin). De genoemde lateien hebben een gekartelde<br />
onderrand, een geloogde bovenzijde en in het midden een kruismotief. Rechts tegen de<br />
voorgevel bevindt zich de halfrond uitgebouwde voormalige doopkapel (thans mortuarium)<br />
waarin vijf smalle rondboogvensters. De door een (halve) zinken piron bekroonde halve<br />
koepel van de kapel is gedekt met schubvormige zinken platen en heeft een leien dakrand<br />
als genoemd. Boven de piron wordt de voorgevel verlevendigd door een smalle rondboognis.<br />
Links van de koepel bevindt zich een smal rondboogvenster, en recht boven de laatste een<br />
Heilig Hartbeeld dat evenals de vijfzijdige console eronder en de dito baldakijn (met<br />
kruismotief) erboven uitgevoerd is in crèmekleurig kalksteen. De voorgevel heeft boven het<br />
ingangsportaal een groot rondvenster waarboven een spaarveld beëindigd door een<br />
klimmend rondboogfries. Dit fries omlijst een vijftal rondboogvensters in de top van de gevel<br />
die naar het midden toe hoger en breder worden en voorzien zijn van kathedraalglas. De<br />
voorgevel wordt afgesloten door een rechte daklijst waaronder uitkragend siermetselwerk<br />
met koppen van gele verblendsteen. De enigszins risalerende hoektoren links is gebouwd<br />
vierkant grondplan en heeft ter hoogte van de parterre in de zuidzijde een drietal<br />
(dichtgezette) rondboogvensters (het middelste is breder en hoger) en in de voorzijde een<br />
klein rondboogportaal waarin een enkele deur als in het hoofdportaal met daarboven een<br />
vergelijkbare hardstenen latei en eveneens een halfrond bovenlicht. Enkele meters boven het<br />
torenportaal bevinden zich drie kleine gekoppelde rondboogvensters. Halverwege heeft de<br />
toren aan alle vier zijden een rechthoekig spaarveld met bovenin een vierkante wijzerplaat<br />
waaronder een met gele verblendsteen verfraaid fries en hieronder (behalve aan de kant van<br />
het middenschip) twee grote gekoppelde rondboogvensters voorzien van kathedraalglas<br />
(lichtgroen binnen een lichtgele rand). Boven wordt de vierkante torenschacht afgesloten<br />
door een blinde balustrade. Vanaf de bovenzijde van de genoemde vensters is de toren<br />
voorzien van afgeschuinde hoeken die boven de balustrade overgaan in steunberen die de<br />
ronde bovenbouw van de toren flankeren. Tussen de gelede en door een zadeldakje<br />
afgedekte steunberen telt de bovenbouw telkens drie gekoppelde en op ranke pijlers<br />
rustende rondbogen waarboven drie vierkante spaarvelden voorzien van een ronde opening.<br />
Op de ronde bovenbouw rust een spits koepeldak gedekt met leien in Maasdekking en<br />
bekroond door een bol waarop een kruis.<br />
Zowel de zijgevels als het koor worden geleed door steunberen waarvan de bovenzijde (bij<br />
de lichtbeuk) en de twee geledingen (bij de zijbeuken en het koor) afgedekt zijn met een gemetseld<br />
lessenaardakje. In elke zijbeuk- en lichtbeuktravee bevinden zich drie gekoppelde<br />
rondboogvensters waarvan de middelste hoger en enigszins breder is uitgevoerd. De niet<br />
door zijbeuken geflankeerde laatste schiptravee heeft in plaats hiervan echter een groot<br />
rondvenster. Tegen de voorlaatste zijbeuktraveeën sluit een kleine biechtstoeluitbouw aan<br />
(bij de noordgevel door de latere laagbouw aan het oog onttrokken) met twee smalle<br />
vensters waarin kathedraalglas en rond het platte dak een leien rand als genoemd. De<br />
rechthoekige Mariakapel tegen de eerste zijbeuktravee na de hoektoren heeft een leigedekt<br />
lessenaardak met dito dakrand. In deze aanbouw ontbreken vensters. Bovenin de westgevel<br />
van het middenschip bevindt zich een klein rondboogvenster. Op beide dakvlakken van het<br />
schipdak staan vier dakkapellen voorzien van een persienne, leigedekte zijkanten en een dito<br />
zadeldak bekroond door een piron.<br />
<strong>10</strong>2
Het koor telt zeven rondboogvensters waarboven een gemetselde lijst. De muurvlakken<br />
hierboven worden verlevendigd door terugliggende vertikale banden (vijf per travee).<br />
Halverwege het koordak staat een dakkapel als op het schipdak, maar met in plaats van een<br />
persienne een opgeklampt luik waarin een opening in de vorm van een vierpas.<br />
In de noordgevel van de sacristie bevinden zich twee glas-in-loodramen (XXb). De dakkapel<br />
boven deze gevel heeft een vierruits stolpraam, leigedekte zijkanten en een plat dak. Op de<br />
blinde oostegevl staat links een hogere tweede dakkapel. De westgevel van de sacristie telt<br />
vier vensters als in de noordgevel.<br />
Het interieur van de kerk verkeert nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat. Het brede<br />
middenschip en de smalle, als zijpad fungerende zijbeuken worden van elkaar gescheiden<br />
door een rondboogarcade van kruispijlers. De rondbogen en de pijlers zijn, evenals de<br />
overige bogen in de kerk, gemetseld in gele verblendsteen en op de overgang verfraaid met<br />
blauwgeglazuurd (en geelgeglazuurd) tegel- en metselwerk. De buitenrand van de rondbogen<br />
bestaat uit een rollaag van afwisselend gele verblendsteen en geelgeglazuurde baksteen. De<br />
kruispijlers hebben evenals de gepleisterde wanden een plint (basement) van rode klinkers<br />
en zetten zich voort als lisenen waartegen gemetselde consoles die de gordelbogen van het<br />
boven het middenschip aangebrachte houten tongewelf dragen. Ook de lisenen en de<br />
consoles zijn verfraaid met blauw- en geelgeglazuurd siermetselwerk. Het uit brede delen<br />
samengestelde tongewelf van het middenschip heeft boven elke lichtbeuktravee een<br />
steekkap en is geschilderd in de originele kleurstelling: okergele gordelbogen en ribben,<br />
waarbinnen een grijswit fond met een lichtblauwe buitenrand en een groene bies met<br />
bladmotieven. De langsnaden tussen de delen worden geaccentueerd door een okergele<br />
rand met kleinere bladmotieven. Bovenin het tongewelf bevinden zich drie- en<br />
vierpasvormige ventilatieopeningen. Het wandvlak boven de arcade wordt verlevendigd door<br />
kleine geloogde spaarvelden (drie per travee) waarvan de in gele verblendsteen gemetselde<br />
segmentbogen aanzetten hebben van blauwgeglazuurde baksteen. Onder het rondvenster in<br />
de westelijke schiptravee bevinden zich vijf gekoppelde rondboognisjes (zelfde materiaalgebruik),<br />
en lager een blinde rondboog van gele verblendsteen. De zijbeuktraveeën<br />
worden overwelfd door dwarsgeplaatste en gestucte tongewelven, en van elkaar<br />
gescheiden door rondbogen die aan de wandzijde rusten op eveneens in gele verblendsteen<br />
gemetselde lisenen. De genoemde biechtstoelen hebben in de zijbeuken een houten uitbouw<br />
waarin twee paneeldeuren voorzien van rijkgesneden panelen en een negenruits raam met<br />
pastelkleurig kathedraalglas. De biechtstoelen hebben een gekartelde bovenrand waaronder<br />
een fries van driepassen. De overige deuren in de kerk zijn uitgevoerd als achtpaneelsdeur<br />
(Amerikaans grenen). In het middenschip is het oorspronkelijke bankenplan, twee door een<br />
middenpad gescheiden blokken, nog aanwezig. De zijkanten van de in Amerikaans grenen<br />
uitgevoerde banken zijn verfraaid met een driebasboog en een vierpas. De met zwart-wit<br />
geblokte biezen verfraaide driekleurige granito vloeren zijn in de zijbeuken voorzien van<br />
cirkelvormige middenmotieven met kruis. Het middenschip opent met een rondboog naar het<br />
koor. De halfronde achterwand van het door een (gestucte) halve koepel overwelfde koor<br />
telt zeven in 1961 door Joep Nicolas vervaardigde gebrandschilderde rondboogvensters<br />
waartussen lisenen van gele verblendsteen met bovenaan siermetselwerk als bij de<br />
kruispijlers. Van de door rondbogen van gele verblendsteen ontlaste koorramen zijn de twee<br />
buitenste voorzien van ondoorzichtig non-figuratief glas in grijstinten. De vijf overige ramen<br />
tonen thema's uit het Nieuwe Testament: bovenin v.l.n.r. de Aanbidding der Koningen, de<br />
doop in de Jordaan, het Laatste Avondmaal, de Verrijzenis, en Pinksteren, en onderin v.l.n.r.<br />
de Vlucht naar Egypte, de Wonderbare visvangst, de Intocht in Jeruzalem, de Graflegging,<br />
en Petrus en Paulus.<br />
Het houten zangersbalkon achterin de kerk strekt zich uit over de eerste travee van het<br />
middenschip en heeft een houten balustrade met twee rechthoekige hoofdbalusters die<br />
voorzien zijn van een zadeldakje en verfraaid met gotische drie- en vierpassen. De balken<br />
<strong>10</strong>3
onder de balkonvloer hebben geprofileerde sleutelstukken; de moerbalk onder de balustrade<br />
wordt aan de uiteinden ondersteund door een rijk vormgegeven schoor. Achter de<br />
zangerstribune opent een ruime rondboog naar een door een houten tongewelf overwelfde<br />
orgelruimte (het orgel en het loze orgelfront zijn niet oorspronkelijk). Een paneeldeur in de<br />
rechter wand van deze ruimte geeft toegang tot de eerste torenzolder. De zangerstribune is<br />
bereikbaar via een trappenhuis met houten bordestrap links van het onder de orgelruimte<br />
gesitueerde ingangsportaal. Dit vanuit de kerkruimte via twee dubbele paneeldeuren met<br />
halfrond bovenlicht bereikbare portaal heeft een tweekleurige granito vloer en twee gestucte<br />
en door een rondboog gescheiden kruisgraatgewelven (de buitenrand is uitgevoerd in gele<br />
verblendsteen). De voormalige doopkapel links van het trappenhuis opent met een rondboog<br />
waarin een smeedijzeren hek naar de zijbeuk. De doopkapel heeft een granito vloer en wordt<br />
overwelfd door een kruisgraatgewelf en een halve koepel. Het (naar rechtsvoor verplaatste)<br />
doopvont is uitgevoerd in wit/geel/grijs marmer en voorzien van een ovaal bekken waarop<br />
een geelkoperen deksel. Laatstgenoemde wordt bekroond door een kruis en draagt het<br />
volgende randschrift: "PER + BAPTISMUM + ME<strong>MB</strong>RA + CHRISTI + AC + DE +<br />
CORPORE + EFFICIMUR + ECCLESIAE". De rechts van het portaal gesitueerde bergruimte<br />
is zowel vanuit het portaal als de kerk via een paneeldeur toegankelijk, de aangrenzende<br />
onderste torenruimte via de genoemde buitendeur en een in de zijbeuk uitkomende<br />
paneeldeur. De onderste torenruimte heeft een granitovloer en langs de muur een houten<br />
trap met lattenhek leidend naar de eerste torenzolder. Het uurwerk op de tweede<br />
torenzolder is blijkens opschrift in 1916 vervaardigd door Eijsbouts in Asten<br />
("NEDERLANDSCHE FABRIEK/ VAN TORENUURWERKEN/ B. EIJSBOUTS ASTEN/ N 547<br />
ANNO 1916"). Bovenin de toren hangen vier klokken: een uit 1946 daterende Andreasklok<br />
ter vervanging van een in de oorlog geroofde voorganger en drie kleinere klokken<br />
geschonken bij het 75-jarig bestaan van de parochie in 1985. De aangebouwde Mariakapel<br />
opent met een rondboog naar de (zuidelijke) zijbeuk en wordt overwelfd door een halve<br />
koepel. De kap boven het tongewelf is uitgevoerd als een met brede delen beschoten<br />
gordingenkap.<br />
De pastorie heeft een rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen onder een afgeplat<br />
schilddak gedekt met lammekoppen. Op het dak staan vier dakkapellen voorzien van een<br />
stolpraam: op het achterschild twee met plat dak, halverwege het rechterzijschild één met<br />
zadeldak en op het voorschild eveneens één met zadeldak. Het buitenmuurwerk is op het<br />
snijvoegwerk na identiek aan dat van de kerk (ook hier alleen aan de straatzijde een plint).<br />
Ook worden hier de gevels afgesloten door een dakrand van vertikale leien waaronder<br />
uitkragend siermetselwerk met daarin koppen van gele verblendsteen. De vensters in de<br />
achter- en zijgevels worden ontlast door strekken, de vensters in de voorgevel door<br />
segmentbogen waaronder een boogvulling van siermetselwerk samengesteld uit rode<br />
baksteen en gele verblendsteen. De bovenlichten van de vensters zijn beglaasd met glas in<br />
lood. Op beide zijgevels staan twee rechthoekige schoorstenen van rode baksteen met een<br />
sierband van gele verblendsteen en een getrapt uitgemetselde bovenrand waarin eveneens<br />
gele verbendsteen.<br />
De voorgevel (O) is verfraaid met sierankers en telt vijf vensterassen met op beide<br />
bouwlagen schuifvensters. De middelste vensteras heeft op de parterre geen venster maar<br />
een terugliggende en getoogde paneeldeur waarboven een rond bovenlicht voorzien van glas<br />
in lood. De linker twee vensterassen zijn samengenomen in een geringe hoekrisaliet waarvan<br />
de afgewolfde geveltop beëindigd wordt door een getrapt fries waaronder middenboven<br />
twee smalle zoldervensters naast elkaar.<br />
De rechterzijgevel (N) is voorzien van vier smalle schuifvensters: links op beide bouwlagen,<br />
rechts beneden en halverwege de verdieping.<br />
In de linkerzijgevel (Z) bevindt zich rechts op beide bouwlagen een schuifvenster van het<br />
laatstgenoemde type en middenboven een breder venster. Onder de laatste heeft de<br />
<strong>10</strong>4
linkerzijgevel een kleine rechthoekige uitbouw met een plat dak, in de zuidzijde linksboven<br />
een klein vensters en in de oostzijde twee kleine vensters boven elkaar. Het aansluitende<br />
tussenlid is één bouwlaag hoog onder een plat dak. In de oostgevel van het tussenlid<br />
bevindt zich een door een klein zijraam geflankeerde paneeldeur, in de westgevel links een<br />
tweeruits venster en rechts een deur waarin een raam. De aansluitende achtergevel (W) van<br />
de pastorie heeft op de begane grond van links naar rechts twee dubbele paneeldeuren met<br />
raam en bovenlicht, een in een venster gewijzigde achterdeur met bovenlicht, en een<br />
keukenvenster waarin twee door een middenstijl gescheiden schuif vensters. Onder het<br />
laatstgenoemde venster bevindt zich een kelderkoekoek waarin twee kelderramen. Ter<br />
hoogte van de eerste verdieping telt de achtergevel vijf stolpramen met bovenlicht.<br />
Inwendig verkeert de pastorie nog gedeeltelijk in de oorspronkelijke staat en bevat onder<br />
meer: in de vestibule een stucplafond met middenornament (vruchten) en een tochtpui<br />
(ramen en deur vernieuwd), aansluitend een ruime T-vormige gang waarin een tot aan de<br />
zolder leidende bordestrap met houten handlijst en hoofdbaluster (spijlen vernieuwd), onder<br />
de trap een rechte laddertrap naar de kelder waarvan de -vloer betegeld is met lichtgele<br />
tegels en het plafond bestaat uit ijzeren liggers waartussen gecementeerde troggewelfjes,<br />
rechts van de gang twee kamers en suite gescheiden door een dubbele schuifdeur (dichte<br />
paneeldeuren) met ter weerszijden in elke kamer een kast met paneeldeur (één deur<br />
ontbreekt), in beide kamers een stucplafond met een radiaalvormige vakindeling en een<br />
middenornament bestaande uit een kruis waarvan de armen uitmonden in een boom met<br />
vruchten (tegen de noordwand van de voorste kamer hangt een ingelijste en door architect<br />
C.P.W. Dessing gesigneerde presentatietekening van de kerk en pastorie), in de kamer<br />
linksvoor een Jugendstil stucplafond met florale midden- en hoekornamenten en een<br />
zwartmarmeren schouw in neorenaissancestijl met boven de geloogde haardopening een<br />
sluitsteen met diamantkop, op de verdieping in de kamer linksvoor een Jugendstil<br />
stucplafond met florale middenornamentenals laatstgenoemd, en in het (voormalige) kamertje<br />
middenvoor een stucplafond met floraal middenornament. Rechts van de gang op de<br />
eerste verdieping waren oorspronkelijk drie kamers (thans één). In de voormalige voorste<br />
kamer van de drie bevindt zich een schouw waarvan de sobere onderboezem geheel met<br />
eikenhout is bekleed en voorzien is van een rondboogvormige haardopening. Bovenaan de<br />
eerdergenoemde bordestrap geeft een paneeldeur (waarin vermoedelijk naderhand een raam<br />
is aangebracht) toegang tot de zolder waar zich drie slaapkamers bevinden uit de bouwtijd:<br />
middenvoor, linksvoor en linksachter (de kamer rechtsachter is naderhand afgeschoten). Alle<br />
drie kamers zijn toegankelijk via een paneeldeur die evenals de deur bovenaan de trap nog<br />
geschilderd is in de originele kleurstelling: lichtgele panelen binnen lichtgroene stijlen, regels<br />
en kozijnen (de paneeldeuren op de parterre en de verdieping zijn vervangen door vlakke<br />
opdekdeuren). De zolder heeft een gepleisterde borstwering en een met brede delen<br />
beschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
De kerk met bijbehorende pastorie is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorische<br />
waarde als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een in neoromaanse<br />
trant gebouwde kerk uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Tevens heeft de kerk met<br />
haar beeldbepalende romaans-byzantijnse toren grote stedenbouwkundige waarde.<br />
<strong>10</strong>5
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-034<br />
Adres: Middenweg 584<br />
1704 BR <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
S 2375<br />
<strong>10</strong>6
Inleiding<br />
Aan de oostzijde van de Middenweg gelegen STOLPBOERDERIJ uit omstreeks 1885. De<br />
stolp wordt door een ruim voorerf gescheiden van de Middenweg. De geblokte hoekpilasters<br />
van de voorgevel wijzen op neoclassicistische invloeden. Vanaf omstreeks 1928 werd de<br />
stolp bewoond door een uit Hem afkomstige tuinder die op de ingekorte koestal linksachter<br />
enkele koeien hield en het vierkant gebruikte voor de opslag van onder meer kool,<br />
aardappelen, etc. Het achter het vierkant gesitueerde achterom werd verbouwd tot<br />
bewaarplaats van pootaardappelen waartoe in de achtergevel een grote glazen pui werd geplaatst.<br />
De rechterzijgevel is evenals het interieur vernieuwd.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwde stolpboerderij van het NoordHollandse type<br />
onder een rietgedekt schilddak met de nok haaks op de weg en een omgaande pannenrand<br />
van verschillende soorten dakpannen: vóór zwarte geglazuurde Hollandse pannen, rechts en<br />
achter gesmoorde Hollandse pannen en links rode Hollandse pannen. Onderaan de<br />
buitenmuren bevindt zich een gepleisterde plint (de dakgoten bovenaan de gevels zijn niet<br />
oorspronkelijk). De zij- en achtergevels zijn gemetseld in rode machinale waalsteen in<br />
halfsteens verband en voorzien van snijvoegen en schootankers op halve gevelhoogte.<br />
De voorgevel (W) is opgetrokken in dito waalsteen in kruisverband (en deels staand<br />
verband) met snijvoeg. De gevel wordt verfraaid door geblokt gemetselde hoekpilasters en<br />
telt vijf geloogde T-vensters met houten lekdorpels: rechts twee, in het midden twee, en<br />
links één (het raampje tussen beide vensterparen is naderhand geplaatst). Rechts van het<br />
linker venster bevindt zich een in XXb vernieuwde voordeur onder een getoogd tweeruits<br />
bovenlicht.<br />
De rechterzijgevel (Z) heeft in de rechter helft twee geloogde darsvensters (vroeger van<br />
gietijzer; de tussenliggende deur is naderhand geplaatst; het keukenvenster en de deur links<br />
dateren uit 1959 48 ).<br />
In de linkerzijgevel (N) bevinden zich links twee tweeruits stalvensters en rechts een dichtgezet<br />
stalvenster (de overige vensters in deze gevel zijn niet oorspronkelijk).<br />
De achtergevel (O) heeft links een terugliggende opgeklampte darsdeur (de onderste<br />
deurhelft is gewijzigd). Rechts bevindt zich een opgeklampte deur met bovenlicht waarnaast<br />
een tweeruits stalvenster en een klein raampje (de glazen pui in het midden van de<br />
achtergevel is niet oorspronkelijk). De bakgoot bovenaan de achtergevel rust op<br />
geprofileerde gootklampen.<br />
Het interieur is afgezien van de vierkantsconstructie, de sporenkap en de met brede delen<br />
bevloerde enkelvoudige zolderbalklaag boven het (gewijzigde) woongedeelte niet meer<br />
oorspronkelijk. Het enkele vierkant heeft een ruim overstek aan de voorzijde. De ronde<br />
vierkantstijlen zijn voorzien van telmerken en geplaatst op (oudere?) poeren van rode<br />
handvormsteen. Enkele schoren van het vierkant hebben gezien de inkepingen een andere<br />
functie gehad.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
redelijk gaaf bewaard gebleven Noord-Hollandse stolp uit het vierde kwart van de 19de<br />
eeuw. Vanwege haar markante hoofdvorm is de boerderij tevens ruimtelijk van belang.<br />
48 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1973.<br />
<strong>10</strong>7
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-035<br />
Adres: Molenweg 8<br />
1704 DL <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
R 188<br />
<strong>10</strong>8
Inleiding<br />
Aan de zuidzijde van de Molenweg gelegen STOLPBOERDERIJ uit 1933. De in opdracht van<br />
Evert Schoen door de <strong>Heerhugowaard</strong>er timmerman W.F. Kuiten gebouwde stolp verving<br />
een afgebrande voorganger. 49 Architect G. Hartland te Heiloo tekende voor het ontwerp. De<br />
architectuur vertoont invloeden van de Amsterdamse School (onder meer in de gekoppelde<br />
vensters en de deuren van het woongedeelte). De landelijk gelegen boerderij wordt door een<br />
ruim voorerf gescheiden van de openbare weg. De bovenlichten van het aan de voorgevel<br />
grenzende woongedeelte waren oorspronkelijk voorzien van glas in lood. Om een betere<br />
lichtinval te krijgen zijn deze glas-in-loodramen verwijderd en opgeslagen.<br />
N.B. De uit 1967-1968 daterende stalaanbouw tegen de rechterzijgevel maakt geen deel uit<br />
van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg vierkant grondplan gebouwde stolpboerderij van het NoordHollandse type<br />
onder een met gesmoorde muidenpannen gedekt schilddak met de noklijn haaks op de weg.<br />
Rechtsachter heeft de stolp een brede staart onder een insnijdend zadeldak waarop<br />
eveneens gesmoorde muidenpannen. De buitenmuren zijn tot en met een omgaande rollaag<br />
ter hoogte van de onderdorpels van de (voorgevel)vensters gemetseld in rode (bezande)<br />
machinale waalklinkers in halfsteens verband (onderaan kruisverband) met snijvoeg.<br />
Hierboven zijn de gevels gemetseld in rode genuanceerde machinale waalsteen in halfsteens<br />
verband met enigszins verdiepte voeg. Het in kruisverband gemetselde trasraam is bij de<br />
achtergevel, de rechterzijgevel en de linker helft van de linkerzijgevel uitgevoerd als plint.<br />
De plintloze voorgevel (N) heeft een brede middenrisaliet van twee bouwlagen onder een in<br />
het voorschild snijdend schilddak met overstek en een dekking als genoemd. Op het snijpunt<br />
van de nok en het voorschild staat een lage vierkante schoorsteen van rode waalsteen (met<br />
pijp). De middenrisaliet is beneden voorzien van twee liggende vensters samengesteld uit<br />
drie gekoppelde schuiframen met bovenlicht waarboven een uitkragende latei van<br />
uitgewassen grindbeton, en ter hoogte van de verdieping van drie paar gekoppelde<br />
openslaande ramen die direct onder de dakgoot geplaatst zijn en door twee gepotdekselde<br />
penanten van elkaar worden gescheiden. Zowel de middenrisaliet als het smalle linker en<br />
rechter gedeelte van de voorgevel wordt beëindigd door een bakgoot waaronder een rollaag.<br />
Ook ter hoogte van de onderdorpel van het verdiepingsvenster wordt het muurwerk verlevendigd<br />
door een rollaag. Op de buitenboei van de goot boven het linker en rechter geveldeel<br />
was de volgende tekst geschilderd: "Het hemelvuur sloeg mij ter neer, door rappe hand<br />
herrees ik weer" (door de ouders van de huidige eigenaar weggeschilderd, omdat het<br />
gerucht gaat dat de ontstane brand na de blikseminslag van 1933 is aangestoken). Het<br />
linker deel van de voorgevel is voorzien van twee gekoppelde schuiframen met bovenlicht.<br />
In het rechter geveldeel bevindt zich rechts een schuifvenster met in het bovenlicht blank<br />
kathedraalglas, en links een paneeldeur waarin een tweeruits draairaampje dat evenals het<br />
bovenlicht boven de deur beglaasd is met blank kathedraalglas.<br />
De door een bakgoot op uitkragende klossen beëindigde linkerzijaevel (O) is van rechts naar<br />
links voorzien van een (gewijzigd) keukenvenster, een via een betonnen stoep van twee<br />
treden bereikbare paneeldeur waarin een draairaampje en bovenin een liggend raampje die<br />
evenals het bovenlicht erboven voorzien zijn van blank kathedraalglas, een klein keldervenster<br />
waarin twee diefijzers en waarvoor een gemetselde kelderkoekoek, een door een<br />
zijraam met bovenlicht (valraam) geflankeerde opgeklampte bijkeukendeur met bovenlicht,<br />
een opgeklampte deur met bovenlicht en twee tweeruits liggende darsraampjes (de dakkapel<br />
is niet oorspronkelijk). Rechts van de eerstgenoemde deur bevindt zich op enige afstand van<br />
de muur een waterput met een vierkante bovenbouw van beton.<br />
49 . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 135, bouwaanvraag 12-8-1933.<br />
<strong>10</strong>9
Van de door de stalaanbouw aan het oog onttrokken rechterzijqevel (W) resteert de<br />
onderste muurstrook. Op het rechterdakschild staan twee dakkapellen met twee gekoppelde<br />
liggende ramen en een lessenaardak.<br />
In de achtergevel (Z) bevindt zich rechts een terugliggende opgeklampte darsdeur (veilingdelen)<br />
afgehangen aan drie paar duimgehengen. Links van de darsdeur heeft de achtergevel<br />
achtereenvolgens een opgeklampte deur met (gewijzigd) bovenlicht en een halfrond<br />
gietijzeren stalraampje. In de korte oostgevel van de risalerende staart rechts bevindt zich<br />
een dito stalraampje (boven deze gevel en het middendeel van de achtergevel bevindt zich<br />
een PVC mastgoot). De brede zuidgevel van het staarteinde is uitgevoerd als een<br />
symmetrische topgevel met rechte windveren. In het midden van deze gevel bevindt zich<br />
beneden een (vernieuwde) staldeur met dichtgetimmerd bovenlicht en ter weerszijden twee<br />
muurankers en een stalraampje als genoemd, en boven een door kleine zijlichten<br />
geflankeerde opgeklampte dubbele deur onder één getoogde rollaag.<br />
Het interieur verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. De houten draagconstructie<br />
bestaat uit een enkel vierkant met een ruim overstek aan de voorzijde. De ronde vierkantstijlen<br />
zijn geplaatst op poeren die gezien de rode handvormsteen mogelijk resteren van de<br />
afgebrande voorganger. De sporenkap is met riet onderschoten. Rond het vierkant is het uit<br />
brede staande delen samengestelde schot nog aanwezig. Ook de voeting hiervan is<br />
gemetseld van rode handvormsteen. Aan de kant van de koestal rechts van het vierkant en<br />
in de achter het vierkant gesitueerde gang was deze wand oorspronkelijk blauw geverfd (de<br />
naderhand aangebrachte grijze verf is thans grotendeels afgebladderd). Tussen het vierkant<br />
en het woongedeelte bevindt zich een gecementeerde brandmuur. De tot melklokaal<br />
verbouwde paardenstal middenachter bood plaats aan twee paarden en wordt door een<br />
gang gescheiden van het vierkant. Een opgeklampte deur aan het einde van deze gang geeft<br />
toegang tot de dars waarvan de vloer uitgevoerd is in beton. De koestal rechts van het<br />
vierkaant strekt zich uit tot aan de voorgevel en bood op de lange regel plaats aan 20<br />
koeien. Op de korte regel linksachter in de koestal was ruimte voor 5 koeien of 6 pinken. De<br />
koeschotten bestaande uit een houten stijl, twee horizontale ijzeren buizen en (lager) een<br />
zwaar deel zijn nog aanwezig. De koestal heeft een betonnen vloer en een enkelvoudige<br />
zolderbalklaag waarop brede delen rusten. In de houten wand tussen de koestal en het<br />
vierkant bevindt zich rechts een opgeklampte kastdeur en in het midden een opgeklampte<br />
deur naar het vierkant. Links in het verlengde van de houten wand is een gecementeerde<br />
muur waarin rechts een opgeklampte deur met daarachter een gang uitkomend in het<br />
woongedeelte. Het laatste is op de begane grond nog gedeeltelijk oorspronkelijk en onder<br />
meer voorzien van paneeldeuren met bovenin drie ruitjes (een brede tussen twee smalle) van<br />
blank kathedraalglas, en vier vierpaneels kastdeuren in de achterwand van de met de<br />
slaapkamer rechts van het midden vergrote woonkamer. In het vanuit de keuken linksvoor<br />
en de deur rechts in de linkerzijgevel bereikbare halletje leidt een trap met onderaan een<br />
kwart en een dichte houten borstwering naar de dwarsgang op de eerste verdieping. Vanuit<br />
deze lange gang geven paneeldeuren met bovenin drie ruitjes als beneden toegang tot drie<br />
aan de voorzijde gesitueerde slaapkamers en een bergruimte linksvoor waarin een laddertrap<br />
naar de boven de slaapkamers gelegen vliering. Aan het einde van de gang was vroeger een<br />
deur naar de zolder boven de koestal. Onder de trap naar de verdieping leidt een trap naar<br />
de onder het halletje gesitueerde kelder. De laatste heeft een vloer van vermoedelijk<br />
hergebruikte gele en groene geglazuurde plavuizen in schaakbordpatroon.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
grotendeels gaaf bewaard gebleven Noord-Hollandse stolp uit het tweede kwart van de<br />
20ste eeuw. De boerderij is vanwege haar markante hoofdvorm en landelijke ligging tevens<br />
ruimtelijk van belang.<br />
1<strong>10</strong>
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-036<br />
Adres: Oostdijk, naast 5<br />
1701 DB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 3666<br />
111
Inleiding<br />
In het land en op circa 50 m ten westen van de Oostdijk gelegen AARDAPPELHUT daterend<br />
uit het midden van de jaren '50 van de 20ste eeuw. Dit type schuur werd gebruikt voor het<br />
vorstvrij en donker bewaren van aardappels en andere tuinbouwprodukten. De zijgevels van<br />
de enigszins ingegraven hut waren oorspronkelijk tot aan de dakrand aangeaard. De<br />
betonplaten waaruit het dak is samengesteld zijn afkomstig van een gesloopte hangar of<br />
gebouw bij het voormalige vliegveld in Bergen (NH).<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwde schuur onder een uit prefab betonplaten samengesteld<br />
flauwhellend zadeldak waarvan het twee rijen betonplaten tellende noordelijke dakvlak twee<br />
keer zo breed is als het uit één rij bestaande zuidelijke dakvlak. Beide dakvlakken kragen uit<br />
boven het opgaande muurwerk van de zijgevels. Halverwege de nok staat een vierkante<br />
schoorsteen van bruinrode waalsteen met een betonnen dekplaat. De uit gewapend beton<br />
samengestelde platen meten circa 0,5 bij 2,5 m en tonen aan de onderzijde vier cassetten<br />
op rij. Op de vlakke bovenzijde van de rechthoekige platen is asfaltbitumen aangebracht. De<br />
als spouwmuren uitgevoerde buitengevels zijn opgetrokken in machinale waalsteen in<br />
halfsteens verband. Voor de als topgevel uitgevoerde voor- en achtergevel werd bruinrode<br />
waalsteen gebruikt. De met (2 x 4) kleine steunberen verstevigde zijgevels zijn gemetseld in<br />
hergebruikte baksteen.<br />
In het midden van de symmetrische voorgevel (O) bevindt zich een opgeklampte deur van<br />
vellingschroten. De gevel wordt afgedekt door een rollaag.<br />
De lage zijgevels zijn geheel blind.<br />
Ter plaatse van de huidige muurdoorbraak in het midden van de achtergevel (W) bevond<br />
zich vermoedelijk een achteringang.<br />
Het interieur wordt door een halfsteens dwarsmuur onderverdeeld in twee ruimten van<br />
gelijke grootte. In beide vertrekken staan twee paar gemetselde pijlertjes die twee betonnen<br />
langsbalken dragen waarop de genoemde drie rijen betonplaten rusten. Tegen de binnenzijde<br />
van de achtergevel bevinden zich twee gecementeerde ventilatiekanalen waarop twee in de<br />
vloer aangebrachte ventilatiekanalen aansloten. Het achterste vertrek heeft een betonnen<br />
vloer. De vloer van het voorste vertrek is onverhard.<br />
Waardering<br />
De schuur is van algemeen belang uit cultuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven<br />
aardappelhut uit de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Het object heeft tevens zeldzaamheidswaarde<br />
omdat het van de vele aardappelhutten die in <strong>Heerhugowaard</strong> gestaan hebben de<br />
enig overgebleven is.<br />
112
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-037<br />
Adres: Oostdijk 23<br />
1701 DB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 42<br />
113
Inleiding<br />
Onderaan de westzijde van de Oostdijk gelegen voormalige BAKKERIJ uit 1923. De in<br />
opdracht van broodbakker C. Groot gebouwde woning annex bakkerij verving een op 9 juli<br />
van dat jaar afgebrande voorganger. 50 Blijkens het op 31 juli 1923 ingediende verzoek tot<br />
wederopbouw was de uitvoering in handen van de gebroeders Poland. Zij woonden in het<br />
naastgelegen pand Oostdijk 25.<br />
Het exterieur is afgezien van twee vernieuwde dakkapellen en enkele gewijzigde vensters en<br />
deuren nog intact. In het interieur is onder meer het winkeltje rechtsvoor herkenbaar gebleven.<br />
N.B. De uit omstreeks 1955 daterende schuur rechts van het pand maakt geen deel uit van<br />
de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een met rode<br />
muidenpannen gedekt schilddak met de noklijn evenwijdig aan de weg. De licht risalerende<br />
linker helft van de voorgevel is tot en met de zolderverdieping recht opgemetseld onder een<br />
af gewolfd zadeldak haaks op het schilddak. De nokeinden werden vroeger bekroond door<br />
een gepunte piron als op het buurpand Oostdijk 25. De in rode machinale waalsteen met<br />
gesneden voeg opgetrokken buitengevels zijn gemetseld in halfsteens verband boven een in<br />
kruisverband uitgevoerde plint. De buitenmuren zijn niet halfsteens, maar aan de binnenzijde<br />
voorzien van een klamplaag. Bovenaan worden de gevels afgesloten door een lijstgoot,<br />
waaronder de linkerzijgevel en de rechter helft van de voorgevel een houten sierrand hebben<br />
van kraalschrootjes. In de zijgevels bevinden zich op halve hoogte muurankers.<br />
De voorgevel (O) heeft rechts een in 1998 naar de bestaande vorm vernieuwde winkelpui<br />
waarin een schuifraam met drieruits bovenlicht en links hiervan een winkeldeur (met zesruits<br />
raam) onder een dito bovenlicht. Boven de winkelpui is een gecementeerde sierlatei aangebracht.<br />
In de linker helft van de voorgevel bevindt zich beneden een modern liggend venster<br />
(vroeger een driedelig venster waarin een breed middenraam tussen openslaande ramen, alle<br />
drie met glas in lood bovenlicht) en op de verdieping twee gekoppelde schuiframen met<br />
drieruits bovenlichten onder een decoratieve latei als boven de winkelpui. Onder het<br />
verdiepingvenster hangt een houten bloembak. Het hoekvenster links op de begane grond<br />
bestaat uit twee ramen met bovenlicht: een smal raam aan de voorzijde en een breed raam<br />
in de linkerzijgevel (Z). Laatstgenoemde gevel heeft verder links een schuif venster met<br />
(vernieuwd) drieruits bovenlicht.<br />
In de rechterzijgevel (N) bevindt zich links een hoog aangebracht raampje en in het midden<br />
een naderhand ingezet venster. De rechter helft van de gevel wordt door de aangebouwde<br />
schuur grotendeels aan het oog onttrokken.<br />
De deur in het midden van de achtergevel (W) is evenals de vensters in deze gevel<br />
vernieuwd (oorspronkelijk had de achterdeur een bovenlicht en bevond zich rechts een<br />
schuifvenster als in de linkerzijgevel). Op het achterschild stond vroeger zowel links- als<br />
rechtsboven een schoorsteen, de linker van de bakkerij, de rechter van het woongedeelte<br />
(de laatste is naderhand verplaatst naar de nok).<br />
In het interieur is de oorspronkelijke indeling nog gedeeltelijk herkenbaar. Het ondiepe winkeltje<br />
rechtsvoor heeft een houten vloer waaraan nog zichtbaar is dat rechts van de ingang<br />
een kleine L-vormige toonbank stond (op de plaats waar de toonbank stond is de vloer<br />
zwartgeverfd). In de linkerzijmuur van het winkeltje bevindt zich een deur naar de<br />
woonkamer linksvoor. De achtermuur heeft een dichtgezette deur naar de achterliggende<br />
voormalige bakkerij, en rechts hiervan een eveneens dichtgezette rondboogvormige<br />
1. RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 132, bouwaanvraag 31-7-1923.<br />
114
muuropening waardoor vanuit de bakkerij bakblikken konden worden opgeslagen in een<br />
smalle en tot de voorgevel doorlopende bergruimte die oorspronkelijk van het winkeltje was<br />
afgescheiden. De woonkamer linksvoor had evenals de achterliggende vroegere<br />
woonkeuken een bedstede en een vaste kast. In het laatstgenoemde vertrek is de bedstede<br />
nog herkenbaar. Beide kamers hebben een balkenplafond en ten noorden van de verdwenen<br />
dubbele schuifdeur een gepleisterd rookkanaal. Het verbouwde bakkerijgedeelte<br />
rechtsachter had in tegenstelling tot alle overige vertrekken geen houten vloer, maar een<br />
lager gelegen betonnen vloer waaronder een waterkelder. Boven de uitgebroken bedstede in<br />
de voormalige woonkeuken leidt een laddertrap naar de zolderverdieping waarvan de met<br />
brede delen beschoten gordingenkap in het midden door één spant ondersteund wordt. De<br />
drie afgeschoten zolderkamertjes in de linker helft van de zolder zijn naderhand vergroot. De<br />
rechter zolderhelft diende als opslagruimte voor de bakkerij.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
merendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een uit het eerste kwart van de 20ste<br />
eeuw daterende bakkerij op het platteland.<br />
115
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-038<br />
Adres: Oostdijk 25<br />
1701 DB <strong>Heerhugowaard</strong><br />
adastraal bekend sectie:<br />
116
Inleiding<br />
Onderaan de westzijde van de Oostdijk gelegen WOONHUIS met achterliggende<br />
MOLENMAKERSWERKPLAATS. Het woonhuis werd in 1862 gebouwd in opdracht van<br />
timmerman Cornelis Poland (1827-1880) die het met de bijbehorende timmerzaak in 1865<br />
voor 1200,- verkocht aan zijn broer Dirk Poland (1831-1903), de eerste timmermanmolenmaker<br />
Poland en grondlegger van het nog bestaande molenmakersbedrijf Poland dat<br />
hier tot halverwege de jaren '90 van de 20ste eeuw gevestigd was. 51 Het woonhuis is in<br />
het eerste kwart van de 20ste eeuw verbouwd waarbij onder meer de voorgevel een<br />
dakopbouw kreeg, de zesruits schuiframen plaats maakten voor schuiframen met drieruits<br />
bovenlicht, en het rieten dak vervangen werd door een pannendak. Wegens bezwaren van<br />
de eigenaar is het interieur niet beoordeeld.<br />
De rechts op het achtererf gesitueerde houten molenmakerswerkplaats dateert vermoedelijk<br />
uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.<br />
N.B. De moderne aanbouw (1998) tegen de achterzijde van het woonhuis valt buiten de<br />
bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwd woonhuis (stolpwoning) van één bouwlaag onder een<br />
schilddak met de noklijn haaks op de weg. Het voor- en rechterzijschild zijn gedekt met<br />
gesmoorde muidenpannen; op het linkerzij- en achterschild liggen gesmoorde Hollandse<br />
pannen. De buitenmuurwerk is boven een gepleisterde plint opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in halfsteens verband met snijvoeg. Bovenaan beide zijgevels bevindt zich een<br />
lijstgoot.<br />
De hoger opgetrokken voorgevel (O) wordt beëindigd door een kroonlijst en is voorzien van<br />
twee paar niet geheel symmetrisch geplaatste schuifvensters met drieruits bovenlicht.<br />
Midden op de gevel staat een dakopbouw (metselwerk als genoemd) met twee door een<br />
middenstijl gescheiden schuiframen en een flauwhellend zadeldak (dito pannen) met<br />
overstek. Boven alle vensters in de voorgevel bevindt zich een gepleisterde strek waarin<br />
ruitvormige siermotieven. Het voorschild heeft bovenin een gemetseld uilenbord waarin<br />
twee geloogde drieruits raampjes van gietijzer. Het uilenbord heeft een gepleisterde deklijst<br />
met zowel onderaan als bovenop een kleine obelisk. Direct achter de bovenste obelisk staat<br />
op de nok een vierkante schoorsteen van rode baksteen.<br />
In de rechterzijgevel (N) bevindt zich links een portiek waarin een art nouveau paneeldeur<br />
met bovenlicht, in het midden een schuifvenster met drieruits bovenlicht, en rechts twee<br />
(vernieuwde) vensters. De deur heeft bovenin een gewelfde lijst waaronder vijf smalle ruitjes<br />
naast elkaar.<br />
De linkerzijgevel (Z) is rechts van het midden voorzien van een zwaar floraal muuranker uit<br />
1862 (vergelijkbare muurankers bevonden zich in de voorgevel; de drie vensters in deze<br />
gevel zijn modern).<br />
De achtergevel (W) wordt door de genoemde aanbouw aan het oog onttrokken.<br />
De houten molenmakerswerkplaats rechtsachter heeft een langwerpig rechthoekige<br />
plattegrond en een hoogte van één bouwlaag onder een zadeldak met gesmoorde<br />
muidenpannen en de nok haaks op de weg. De buitengevels zijn samengesteld uit brede<br />
staande delen. Het door rechte windveren beëindigd voorschot van de voorgevel (O) is<br />
echter uitgevoerd in staande kraaldelen en voorzien van een eveneens van kraaldelen getimmerde<br />
opgeklampte deur. Boven de aan twee handgesmede duimgehengen afgehangen deur<br />
bevindt zich een korte hijsbalk met ijzeren oog. De begane grond heeft rechts een luikje en<br />
51 . Ed Dekker, "Het molenmakersbedrijf Poland: een ambachtelijke traditie van 130 jaar in<br />
<strong>Heerhugowaard</strong>", Westfrieslands Oud en Nieuw 62 (1995), 59.<br />
117
in het midden een opgeklampte dubbele deur, eveneens van kraaldelen en afgehangen aan<br />
handgesmede duimgehengen (het onderste paar is vernieuwd).<br />
In de linkerzijgevel (Z) bevinden zich van links naar rechts twee gekoppelde zesruits liggende<br />
vensters, een zesruits liggend venster, twee achtruits liggende vensters, een opgeklampte<br />
deur, en twee gekoppelde zesruits liggende vensters. De rechterzijgevel (N) is voorzover<br />
zichtbaar gesloten. Bovenaan deze gevel zijn de oorspronkelijke gootklampen nog aanwezig.<br />
Waardering<br />
Het woonhuis met bijbehorende houten werkplaats is van algemeen belang uit<br />
cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als zeldzame en gaaf bewaarde<br />
molenmakerswerkplaats uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, en als een karakteristieke,<br />
uit het derde kwart van de 19de eeuw daterende stolpwoning waarvan het exterieur nog<br />
grotendeels verkeert in de toestand van na de verbouwing in het eerste kwart van de 20ste<br />
eeuw. Tevens is het complex van historische waarde omdat het molenmakersbedrijf Poland<br />
hier vanaf de oprichting in 1865 tot ver in de 20ste eeuw gevestigd was.<br />
118
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-039<br />
Adres: Oostdijk 51<br />
1701 DC <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 4244<br />
119
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de westzijde van de Oostdijk gelegen STOLPBOERDERIJ genaamd<br />
"Maria Hoeve" uit 1949-1950. De naar ontwerp van architect S. Vis in Oudkarspel<br />
gebouwde boerderij verving een afgebrande voorganger. 52 Opdrachtgever was veehouder A.<br />
Oudhuis {de aannemer is niet bekend). Op 8-8-1949 werd de bouwvergunning verleend en<br />
in juni 1950 vond de afschouw plaats. De architectuur van de boerderij vertoont zowel late<br />
Amsterdamse School (o.a. potdekselwerk, dakopbouw) als Delftse School invloeden (o.a.<br />
parterrevensters). De stal werd in 1983 vergroot met een forse aanbouw tegen de<br />
achtergevel.<br />
N.B. De genoemde stalaanbouw tegen de achtergevel maakt geen deel uit van de<br />
bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Stolpboerderij van het Noord-Hollandse type met een rechthoekige plattegrond en een met<br />
rode OVH-pannen gedekt schilddak. De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale<br />
waalsteen in half steens verband met enigszins terugliggende voeg. Bovenin het voorschild<br />
staat een forse vierkante schoorsteen uitgevoerd in hetzelfde metselwerk. Het voorschild<br />
heeft een gering overstek waarlangs een boeiboord. De achter- en zijgevels worden<br />
bovenaan afgesloten door een lijstgoot.<br />
De hoge voorgevel (O) heeft afgeschuinde bovenhoeken en is in het midden verhoogd met<br />
een brede dakopbouw onder een in het voorschild snijdend schilddak met overstek. Op het<br />
boeiboord rond het overstek is middenvoor in rode letters de naam "MARIA-HOEVE"<br />
geschilderd. Onder het overstek telt de voorzijde van de dakopbouw twee keer drie<br />
gekoppelde vierruits ramen (een vast raam tussen twee openslaande) waaronder een op vier<br />
paar klossen rustende doorgaande houten bloembak en een gemetselde borstwering. Ter<br />
weerszijden van de laatste is de voorgevel bekleed met brede gepotdekselde delen. Links en<br />
in het midden heeft de voorgevel een liggend parterrevenster waarin een vast vierruits<br />
middenraam tussen smallere openslaande tweeruits zijramen. Tussen beide vensters bevindt<br />
zich een vlakke voordeur waarin een (oorspronkelijk drieruits) raam. Voor de deur ligt een<br />
stoep van zwartgespikkeld wit granito. De voorgevel is rechts voorzien van een derde<br />
liggend venster waarin vier gekoppelde tweeruits openslaande ramen. Alle drie vensters<br />
hebben een uitkragende betonnen latei en een lekdorpel van afwaterende bakstenen op hun<br />
kant.<br />
De linkerzijgevel (Z) heeft een plint en wordt door drie steunberen in vier traveeën geleed.<br />
De zich verjongende steunberen worden afgedekt door een afwaterende betonnen dekplaat.<br />
In de rechter travee bevindt zich een venster als links in de voorgevel. De twee linker<br />
traveeën tellen elk twee drieruits stalvensters van schokbeton met bovenin een serie<br />
ventilatiegaten. In de resterende travee bevindt zich van links naar rechts een dito<br />
stalvenster, een (vernieuwde) deur met bovenlicht en een uitzetraam. Op het linkerdakschild<br />
staat rechtsonder een dakkapel voorzien van twee vierruits openslaande ramen en een<br />
flauwhellend zadeldak.<br />
De rechterzijgevel (N) wordt door vier steunberen als links geleed in vier traveeën. De brede<br />
linker travee is gesloten, de overige drie traveeën zijn elk voorzien van een vierruits<br />
uitzetraam.<br />
In de door de stalaanbouw grotendeels aan het oog onttrokken achtergevel (W) bevindt zich<br />
links een terugliggende opgeklampte darsdeur met in de rechter deurhelft een loopdeur. Het<br />
muurvlak links van de darsdeur is gemetseld in kruisverband. Rechts tegen de achtergevel<br />
sluit een oudere laagbouw aan met in de zuidgevel twee getoogde gietijzeren stalvensters<br />
en een opgeklampte deur.<br />
52 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 3981.<br />
120
Het interieur van het aan de voorgevel grenzende woongedeelte verkeert nog grotendeels in<br />
de oorspronkelijke staat en is onder meer voorzien van éénpaneelsdeuren met bovenin een<br />
liggend raam van blank kathedraalglas, vierpaneels kastdeuren, een gang waarin een rechte<br />
steektrap naar de eerste verdieping, en een woonkamer met een boardplafond voorzien van<br />
een vakindeling en een schouw waarvan de gemetselde onderboezem wordt afgesloten door<br />
een plaat van gepolijst kalksteen. De eerste verdieping heeft een dwarsgang van waaruit<br />
vier paneeldeuren als beneden toegang geven tot drie slaapkamers en de zolder. Het<br />
stalgedeelte is in de loop der tijd gewijzigd. De inwendige houten draagconstructie bestaat<br />
uit een enkel vierkant van forse afmetingen.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch<br />
oogpunt als grotendeels gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een Noord-Hollandse stolp<br />
uit het midden van de 20ste eeuw. Vanwege haar markante hoofdvorm is de boerderij<br />
tevens ruimtelijk van belang.<br />
121
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-040<br />
Adres: Oterlekerweg 3<br />
1703RM <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 556<br />
122
Inleiding<br />
Aan de noordoostzijde van de Oterlekerweg gesitueerde STOLPBOERDERIJ uit 1938-1939<br />
genaamd "Grenshoeve" met achtergelegen KAPSCHUUR uit omstreeks 1900. De vlakbij de<br />
grens tussen de gemeenten <strong>Heerhugowaard</strong> en Schermer gelegen boerderij werd gebouwd<br />
in interbellum-architectuur naar ontwerp van de Alkmaarse architect H.J. Schaap.<br />
Opdrachtgever was de veehouder, tuinder en bollenkweker Dirk Kuilboer. Zijn zoon Nico<br />
legde op 7 september 1938 de eerste steen. De nieuwe boerderij verving een in slechte<br />
staat verkerende voorganger, bollenlokaal<br />
Het rechter venster in de linkerzijgevel en de vensters in de voorgevel zijn vervangen door<br />
moderne aluminium vensters die op de parterre dezelfde indeling hebben.<br />
N.B. De houten schuur tussen de stolp en de kapschuur en de aanbouw tegen de<br />
noordoostgevel van de kapschuur maken geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan (17,37 m breed en 15,84 m diep) gebouwde stolpboerderij van<br />
het gekeerde West-Friese type onder een met rode verbeterde Hollandse pannen gedekt<br />
tentdak waarop een ventilatieopbouw.<br />
De door een forse bakgoot beëindigde buitenmuren zijn opgetrokken in bruinrode machinale<br />
waalsteen in halfsteens verband met snijvoeg boven een door een rollaag afgesloten<br />
trasraam van rode waalsteen (zelfde metselverband en voegwerk). Onder de vensters<br />
bevinden zich gesmoorde lekdorpeltegels.<br />
De symmetrische voorgevel (ZW) heeft een brede middenrisaliet met een puntgevel<br />
waarachter een in het voorschild snijdend zadeldak. Op de nok van de laatste staat<br />
achteraan een rechthoekige schoorsteen van bruinrode machinale waalsteen. In het midden<br />
van de middenrisaliet bevindt zich een vernieuwde voordeur onder een dito luifel en<br />
bovenlicht, en ter weerszijden een driedelig venster bestaande uit een breed middenraam<br />
met bovenlicht tussen smallere zijramen met bovenlicht. Ter plaatse van de huidige<br />
verdiepingsvensters bevonden zich twee paar zesruits openslaande ramen. Het smalle<br />
zoldervenster bovenin de puntgevel was oorspronkelijk drieruits. Rechts van de voordeur is<br />
boven het trasraam een kleine hardstenen eerste steen ingemetseld met de inscriptie<br />
"D.E.S.G./ DOOR NICO KUILBOER THZ./ 7/9 - 38." (D.E.S.G. is de afkorting voor de eerste<br />
steen gelegd, JVDL). In het linker en rechter gedeelte van de voorgevel bevindt zich een<br />
venster met bovenlicht (de bovenlichten van de oorspronkelijke parterrevensters waren<br />
voorzien van glas in lood).<br />
De linkerzijgevel (NW) heeft rechts een driedelig venster als in de middenrisaliet, links een<br />
terugliggende opgeklampte darsdeur met in de rechter deurhelft een loopdeurtje, en in het<br />
tussenliggende geveldeel drie door betonnen lateien ontlaste vensters bestaande uit twee<br />
half overlappend en met enige tussenruimte voor elkaar geplaatste zesruits liggende stalen<br />
ramen. De zo ontstane ventilatie-opening tussen beide ramen kan aan de binnenkant door<br />
een ijzeren klepje worden afgesloten dat met scharnieren bevestigd is bovenop het achterste<br />
raam.<br />
De rechterzijgevel (ZO) telt vijf stalvensters van het laatstgenoemde type, maar met vierruits<br />
in plaats van zesruits ramen. In het linker gedeelte van deze gevel bevindt zich van rechts<br />
naar links een voormalige staldeur (nu een moderne bijkeukendeur) met bovenlicht en betonnen<br />
latei, een dichtgezet zesde stalvenster (waaronder een naderhand geplaatst bijkeukenvenster),<br />
en een smal venster waarin twee voor elkaar geplaatste tweeruits stalen raampjes.<br />
In de achtergevel (NO) bevinden zich vier stalvensters als in de rechterzijgevel met daartussen<br />
muurankers op halve gevelhoogte. Het linker gedeelte van de achtergevel is voorzien<br />
van twee opgeklampte staldeuren.<br />
123
Het interieur van de boerderij verkeert nog gedeeltelijk in de originele staat. Vanuit het<br />
halletje achter<br />
De kapschuur heeft een nagenoeg vierkante grondplan en een met rode Hollandse pannen<br />
gedekt tentdak dat zich lager doorzet boven de buitenstijlruimten aan de zuidwest- en<br />
zuidoostzijde. De buitengevels zijn ter hoogte van de begane grond gemetseld in rode<br />
machinale waalsteen in halfsteens verband met snijvoeg (deels platvol vernieuwd) en<br />
voorzien van muurankers op halve gevelhoogte. Boven de parterre zijn de hoge noordwesten<br />
noordoostgevel samengesteld uit brede gepotdekselde en geteerde delen. Beide gevels<br />
hebben bovenaan nog een blokgoot op geprofileerde gootklampen (de blokgoot boven de<br />
lage zuidwest- en zuidoostgevel is vervangen).<br />
In de noordwestgevel van de kapschuur bevindt zich van links naar rechts een opgeklampte<br />
dubbele deur, twee stalvensters (oorspronkelijk tweeruits uitzetramen) en een opgeklampte<br />
darsdeur waarboven een door een rechte windveer beëindigd schot van geteerde staande<br />
rabatdelen met daarin een klein venster. Onder de blokgoot boven de hoge gepotdekselde<br />
wand is eveneens een kleine opening aangebracht.<br />
De noordoostgevel van de kapschuur telt vier stalvensters (oorspronkelijk voorzien van<br />
tweeruits uitzetramen) en heeft rechtsboven een groot liggend luik dat verwijderd werd om<br />
hooi vanaf de hooiwagen in het vierkant te kunnen bergen. De blokgoot zet zich hier ook<br />
voort boven het uit geteerde staande rabatdelen samengestelde driehoekig gevelvlak<br />
linksboven.<br />
In de noordwestgevel van de kapschuur bevindt zich van links naar rechts een opgeklampte<br />
staldeur, een stalvenster waarin een tweeruits uitzetraam, een dito deur en twee dito<br />
stalvensters. De rechter gevelhelft heeft onderaan een plint van (secundair verwerkte ?)<br />
rode handvormsteen ijsselformaat in kruisverband.<br />
De zuidwestgevel van de schuur telt drie geloogde gietijzeren stalvensters.<br />
De inwendige houten draagconstructie van de kapschuur bestaat uit een relatief<br />
lichtgebouwd enkel vierkant waarop het met riet onderschoten pannendak rust. Een gootje<br />
in de vierkantsvloer wijst erop dat het vierkant ooit bestemd was als varkensstal. Naderhand<br />
(XXb) is het vierkant verbouwd tot koolschuur door het aanbrengen van een zoldervloer en<br />
houten wanden tegen de muren met daarachter een isolerende vulling van zaagsel. De<br />
zoldervloer rust op een enkelvoudige balklaag waaronder een stalen onderslagbalk (I-balk) op<br />
houten stijlen. Vóór (ZW) het vierkant bevindt zich de dars en aangrenzend rechtsvoor de<br />
voormalige paardenstal die naderhand in noordoostelijke richting vergroot is tot een<br />
pinkenstal. De zoldervloer boven dit gedeelte bestaat nog uit brede delen.<br />
Waardering<br />
De boerderij en de bijbehorende schuur zijn van algemeen belang uit architectuur- en<br />
cultuurhistorisch oogpunt als merendeels gaaf bewaard gebleven stolpboerderij uit het<br />
tweede kwart van de 20ste eeuw, opgetrokken in interbellum-architectuur, en als<br />
karakteristieke en grotendeels gaaf bewaarde kapschuur uit het laatste kwart van de 19de<br />
of het eerste kwart van de 20ste eeuw.<br />
124
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-041<br />
Adres: Rustenburgerweg 126<br />
1703 RZ <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 396<br />
125
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de zuidwestzijde van de Rustenburgerweg gelegen KOP-<br />
ROMPBOERDERIJ uit 1915 genaamd "Reigerhof" (voorheen "Houtzicht"). De in opdracht<br />
van onderwijzer J. Klomp te Beverwijk gebouwde boerderij verving een stolp die in 1914 als<br />
gevolg van blikseminslag was afgebrand. Blijkens de bouwaanvraag werd het werk<br />
uitgevoerd door "A. Klaver en As. Groot Co". 53 Laatstgenoemde Aris Groot, naast<br />
bouwkundige ook gemeente-opzichter, heeft de in art-nouveaustijl opgetrokken boerderij<br />
vermoedelijk ontworpen (de bouwtekening is ongesigneerd). In 1950 is het stalgedeelte<br />
afgebrand. De toenmalige eigenaar, de weduwe J. Klomp te Schoorl, liet dit gedeelte in<br />
1950-1951 herbouwen naar ontwerp van architect D. Noë te Assendelft. 54 Het nieuwe<br />
stalgedeelte is meer naar voren gebouwd zodat de bestaande dwarsgang achterin het<br />
woongedeelte kwam te vervallen.<br />
N.B. De tegen de linkerzijgevel aangebouwde loopstal maakt geen deel uit van de bescherming.<br />
Omschrijving<br />
Kop-rompboerderij bestaande uit een op rechthoekig grondplan gebouwd woongedeelte van<br />
één bouwlaag onder een met gesmoorde muidenpannen gedekt zadeldak, en een breder en<br />
hoger stalgedeelte met een rechthoekige plattegrond en een schilddak waarop gesmoorde<br />
OVH-pannen. Beide daken hebben de noklijn haaks op de weg en aan de voorzijde een<br />
wolfseind. Bovenin het staldak bevinden zich rondom rode ventilatiepannen. Het<br />
woongedeelte is opgetrokken in rode machinale waalsteen in kruisverband (voorgevel) of<br />
half steens verband (zijgevels) en voorzien van snijvoegwerk en een plint (kruisverband). In<br />
de voorgevel is naast rode baksteen ook groene geglazuurde baksteen toegepast. De platvol<br />
gevoegde stalmuren zijn gemetseld in rode machinale waalsteen in kruisverband (zijgevels)<br />
of halfsteens verband (voor- en achtergevel). De stalvensters hebben lekdorpels van gres.<br />
De symmetrische voorgevel van het woongedeelte (NO) heeft in het midden een door een<br />
rondboog van groene geglazuurde baksteen omlijste portiek (oorspronkelijk dieper) waarin<br />
een art nouveau paneeldeur voorzien van een bovenlicht en twee draairaampje waarvoor<br />
gietijzeren roosters. Ter weerszijden van de ingang bevindt zich een tweetal T-vensters<br />
voorzien van luiken, en boven de portiek een breed driedelig verdiepingvenster waarin een<br />
vierruits stolpraam geflankeerd door lagere en smallere tweeruits zijlichten. Ter hoogte van<br />
de onder- en bovendorpels van de vensters wordt de voorgevel verlevendigd door banden<br />
van groene geglazuurde baksteen. De vensters hebben lekdorpels van schuingemetselde dito<br />
baksteen en worden ontlast door segmentbogen waarin gepleisterde sluit- en aanzetstenen<br />
en koppen van groene geglazuurde baksteen. De gepleisterde boogvullingen worden<br />
verlevendigd door ruitjes van dito baksteen. Ter hoogte van de zoldervloer en boven het<br />
verdiepingsvenster is de voorgevel voorzien van muurankers. De windveren boven de<br />
voorgevel zijn verfraaid met biljoenen en inkepingen. Het wolfseind wordt bekroond door<br />
een bolvormige piron.<br />
De zijgevels van het woongedeelte worden bovenaan afgesloten door een lijstgoot op<br />
klossen. De vensters en deur in de zijgevels zijn niet oorspronkelijk (ter plaatse van het<br />
driedelige keukenraam in de rechterzijgevel zat tot 1941 een T-venster; in de linkerzijgevel<br />
bevonden zich twee vierruits stolpramen met tweeruits bovenlicht).<br />
In de voorgevel (NO) van het stalgedeelte bevindt zich rechts en links een geloogd zesruits<br />
stalvenster van beton en bovenin, direct onder het wolfseind, een klein gietijzeren rondven-<br />
53 . RAA, secretarie-archief gemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 130, bouwaanvraag 27-5-1915.<br />
64 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 1929.<br />
126
ster met een bloemvormige roedenindeling. Uiterst rechts wordt de voorgevel versterkt door<br />
een zich verjongende steunbeer.<br />
De rechterzijgevel (NW) van het stalgedeelte telt vier getoogde vierruits vensters van beton<br />
en heeft links een opgeklampte deur (vroeger een horizontaal in tweeën gedeelde deur)<br />
waarnaast rechts een getoogd zesruits stalvenster als genoemd. In de door de naderhand<br />
aangebouwde stal aan het oog onttrokken linkerzijgevel (ZO) van het stalgedeelte bevinden<br />
zich zeven drieruits betonnen stalvensters en rechts een opgeklampte deur.<br />
De achtergevel (ZW) heeft van links naar rechts een terugliggende opgeklampte darsdeur<br />
waarboven een zinken mastgoot (de overige goten van de stal zijn vernieuwd in kunststof),<br />
een dichtgezette deur en drie drieruits betonnen stalvensters. Rechts heeft de achtergevel<br />
een gewijzigde uitbouw van één bouwlaag met plat dak (dit voormalige boenhuis dateert<br />
van vóór de brand van 1950).<br />
Het woongedeelte van het interieur bevat nog enkele elementen uit de bouwtijd waaronder<br />
balkenplafonds in de gewijzigde kamers op de parterre. Van de middengang resteert de<br />
achterste helft van waaruit paneeldeuren toegang geven tot de omliggende vertrekken en<br />
tot een naar de zolder leidende steektrap rechtsachter. De oorspronkelijk ongedeelde zolder<br />
heeft een met brede delen beschoten gordingenkap (de vliering en de slaapkamers zijn<br />
naderhand gerealiseerd).<br />
Het stalgedeelte heeft een vierkant met aan de achterzijde een overstek. Op het vierkant<br />
rust een gordingenkap die tot aan de dekbalken van het vierkant is beschoten met brede<br />
delen. Voor de ventilatie van de hooiberging is het pannendak boven het vierkant niet<br />
beschoten, maar met riet onderschoten. De brandmuur tussen het vierkant en het<br />
woongedeelte is aan de binnenzijde gecementeerd. Vanuit het vierkant geeft een<br />
opgeklampte deur toegang tot de koestal links van het vierkant. De enkelrijïge koestal strekt<br />
zich uit tot aan de achtergevel. Het achterom middenachter biedt plaats aan een dubbele rij<br />
koeien. Rechts van het vierkant bevindt zich de voormalige paardenstal die vanuit de dars<br />
rechtsachter bereikbaar is via een opgeklampte deur. De stal- en zoldervloeren zijn evenals<br />
de darsvloer uitgevoerd in beton (blijkens een dichtgezette grup heeft de dars ook<br />
gedeeltelijk dienst gedaan als veestalling). De zoldervloeren worden ondersteund door ijzeren<br />
H-balken die rusten op ronde ijzeren palen. Zowel in de zoldervloer boven de koestal als die<br />
boven het achterom zijn langs de (buiten)muur rechthoekige openingen uitgespaard<br />
waardoor hooi naar beneden kon worden geworpen. De binnenmuren, waaronder die rond<br />
het vierkant, zijn gemetseld uit baksteen en gepleisterd.<br />
Waardering<br />
De boerderij is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt<br />
als merendeels gaaf bewaard gebleven kop-rompboerderij uit het eerste kwart van de 20ste<br />
eeuw. Daarnaast is de boerderij ruimtelijk van belang vanwege haar markante hoofdvorm.<br />
127
Datum: 28-08-2000<br />
Monumentnummer: 0008-042<br />
Adres: Rustenburgerweg 149<br />
1703 RV <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
P 569<br />
128
Inleiding<br />
Aan de noordoostzijde van de Rustenburgerweg gelegen voormalige OPENBARE LAGERE<br />
SCHOOL met ONDERWIJZERSWONING uit 1922-1923. Het in late art-nouveaustijl<br />
opgetrokken pand werd gebouwd in opdracht van de gemeente <strong>Heerhugowaard</strong> naar<br />
ontwerp van gemeentearchitect Aris Groot. De aanbesteding vond plaats op 6 november<br />
1922 en werd diezelfde dag voor 18.966,- gegund aan W. van Duin, aannemer te<br />
Spanbroek. Op 25 mei 1923 werd het nieuwe gebouw opgeleverd. De bouw van de school<br />
hing samen met de Lager Onderwijswet van 1920. Als gevolg van de gelijkschakeling van<br />
het openbaar en bijzonder onderwijs zou de bestaande vierklassige openbare lagere school<br />
(nr. 1) vanwege het grote aantal katholieke leerlingen grotendeels ontvolkt raken. Het<br />
kerkbestuur van de parochie van de H. Dionysius bleek bereid om de bestaande school en<br />
onderwijzerswoning over te nemen. Voor de leerlingen waarvan de ouders openbaar<br />
onderwijs verlangden werd een nieuwe tweeklassige openbare lagere school gebouwd. Het<br />
gebouw heeft niet lang als zodanig dienst gedaan, want in 1946 werd de school in opdracht<br />
van het R.K. Schoolbestuur van de Parochie H. Familie verbouwd tot kleuterschool waarbij<br />
onder meer de vensterindeling enigszins werd gewijzigd (ontwerp en uitvoering: aannemer<br />
P. Bot). 55 Sinds 1989 doet het gebouw dienst als woning en atelier.<br />
Omschrijving<br />
Op nagenoeg rechthoekig grondplan gebouwd pand van één bouwlaag onder een<br />
samengesteld dak met een overstek en de noklijn evenwijdig aan de weg. Het dak is gedekt<br />
met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Onderlangs het op getrapt geprofileerde<br />
klossen rustende dakoverstek bevindt zich een zinken mastgoot. De buitengevels zijn<br />
opgetrokken in rode machinale waalsteen. Het rechter gedeelte van het pand is de<br />
voormalige onderwijzerswoning. De voor- en rechterzijgevel hiervan (uitgezonderd de keukenuitbouw<br />
rechts) zijn gemetseld in halfsteens verband, het overige buitenmuurwerk is<br />
uitgevoerd in kruisverband.<br />
De voorgevel (ZW) van de onderwijzerswoning heeft rechts een door zij- en bovenlichten<br />
omgeven (vernieuwde) voordeur en links hiervan een verhoogde risaliet onder een in het<br />
hoofddak snijdend wolfsdak waarop een bolvormige piron. In de risaliet bevindt zich zowel<br />
op de parterre als de verdieping een (vernieuwd) driedelig venster (beneden oorspronkelijk<br />
met meerruits bovenlichten en luiken, boven oorspronkelijk een achtruits stolpraam tussen<br />
vierruits zijramen). Op het voorschild staat rechts van de risaliet een kleine dakkapel waarin<br />
twee ramen. Links van de risaliet telt de voorgevel zes hoge (gewijzigde) vensters: twee<br />
brede vensters die beide geflankeerd worden door smalle vensters.<br />
De linkerzijgevel (NW) heeft links een portaaluitbouw met in de noordwestzijde een liggend<br />
tweedelig venster en in de voorzijde (ZW) een dubbele deur met in elke deurhelft een achtruits<br />
raam. Het boven het portaal doorgetrokken linkerzijschild vormt boven de ingang een<br />
afdak dat op de buitenste hoeken rust op twee houten stijlen. De voorzijde van het afdak is<br />
bekleed met staande veilingschroten die onderaan halfrond zijn uitgevoerd.<br />
In de achtergevel (NO) bevindt zich van rechts naar links een tweedelig liggend venster, vier<br />
tweeruits wc-raampjes waarvan de linker twee in 1989 vervangen zijn door een deur met<br />
zijraam, een klein venster, (een in 1989 door een deur vervangen venster) en in het<br />
terugligggende linker gedeelte een in een venster gewijzigde dubbele deur met zij- en<br />
bovenlichten (de drie bovenlichten zijn in tegenstelling tot de zijlichten nog aanwezig en<br />
voorzien van blank glas in lood) en links hiervan een bijkeuken met een plat dak en een<br />
deels dichtgezet venster. Op het achterschild staan drie lage schoorstenen van rode<br />
machinale waalsteen.<br />
De genoemde bijkeuken is toegankelijk via een (vernieuwde) deur in de rechterzijde<br />
waarvoor een betonnen stoep van twee treden. De keukenuitbouw links hiervan heeft zowel<br />
56 . <strong>Gemeente</strong>huis <strong>Heerhugowaard</strong>, secretarie-archief, perceelsdossier 4001<br />
129
in de zuidoostzijde als in de smalle zuidwestzijde een venster met bovenlicht. Boven de<br />
rechthoekige keukenuitbouw is het rechterdakschild lager doorgetrokken. In de linker helft<br />
van de rechterzijgevel (ZO) bevindt zich een klein tweedelig glas-in-loodraam en, rechts<br />
hiervan, een vierruits wc-raampje. In het midden van het rechterdakschild staat een<br />
dakkapel als op het voorschild en rechtsboven een rechthoekige schoorsteen van rode<br />
machinale waalsteen die zich bovenaan verjongd tot een vierkante top.<br />
Het interieur van de voormalige onderwijzerswoning verkeert nog grotendeels in de<br />
oorspronkelijke staat en is onder meer voorzien van een tochtpui waarin glas-in-loodramen<br />
(rood en geel glas en blank kathedraalglas) tussen de vestibule en de achterliggende gang,<br />
links van de gang twee kamers en suite met rechts van de verdwenen tussenliggende<br />
schuifdeuren in beide kamers een legkast en links in de achterkamer een hoekschouw<br />
waarvan de met rode plavuizen afgedekte onderboezem gemetseld is in rode handvormsteen<br />
met verdiepte voeg (in de voorkamer bevond zich een vergelijkbare hoekschouw), en in de<br />
aan het einde van de gang gesitueerde keuken rechtsachter een schouw met boven de<br />
haard een bordenplank op geprofileerde klossen. In de gang bevindt zich een steektrap met<br />
bovenaan een kwart waarlangs een houten leuning samengesteld uit bewerkte vierkante<br />
spijlen. Een opgeklampte deur in de rechter gangwand geeft toegang tot de onder de trap en<br />
de gang gelegen kelder waarvan de vloer bestaat uit gele ongeglazuurde tegels. De nog<br />
vrijwel oorspronkelijke eerste verdieping heeft een hoge gepleisterde borstwering waarop<br />
een met brede delen beschoten gordingenkap rust. Vanaf de overloop geven paneeldeuren<br />
toegang tot de slaapkamer linksvoor en linksachter en opgeklampte deuren tot het kamertje<br />
rechtsvoor en de bergruimte rechtsachter. De laatste heeft geen plafond waardoor de lage<br />
vliering boven de overloop van hieruit bereikbaar is. De overloop, de beide slaapkamers en<br />
het kamertje rechtsvoor hebben alle een vlak plafond van veilingschroten.<br />
De oorspronkelijke indeling van de school is nog herkenbaar. Vanuit de vestibule linksachter<br />
geeft een dubbele paneeldeur met bovenin elke deurhelft een raam toegang tot een aan de<br />
achtergevel grenzende brede gang (naderhand deels volgebouwd) die eindigt in een via een<br />
paneeldeur toegankelijke voormalige bergplaats rechtsachter. Rechts in de rechter<br />
gangwand bevindt zich een tot het voormalige klaslokaal linksvoor toegang gevende<br />
paneeldeur met bovenin een zesruits liggend raam (de deur tot het rechtsvoor klaslokaal<br />
heeft plaats gemaakt voor een brede doorgang). De twee lokalen staan met elkaar in<br />
verbinding door een paneeldeur waarvan het liggende zesruits raam is dichtgezet. In beide<br />
lokalen bevinden zich tegen het (verlaagde) plafond twee uitgemetselde rookkanalen die de<br />
plaats van de verdwenen kachels markeren. De zolder van de school heeft een met brede<br />
delen beschoten gordingenkap.<br />
Waardering<br />
Het pand is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als<br />
merendeels gaaf bewaard gebleven openbare lagere school met onderwijzerswoning<br />
daterend uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.<br />
130
Datum:<br />
Monumentnummer:<br />
Adres: Rustenburgerweg 235<br />
1703 RV <strong>Heerhugowaard</strong><br />
Kadastraal bekend sectie:<br />
131
Inleiding<br />
Op een ruim erf aan de noordoostzijde van de Rustenburgerweg gesitueerde<br />
STOLPBOERDERIJ uit 1929 met naastgelegen KLEINVEESCHUUR. De boerderij verving een<br />
in slechte staat verkerende grotendeels houten voorganger waarvan het 17de- of 18deeeuwse<br />
vierkant bleef staan. Rond dit vierkant bouwden de gebroeders Poland in opdracht<br />
van veehouder P. Hes een nieuwe stolp. 56 Waarschijnlijk leverden zij ook het ontwerp (de<br />
ontwerptekening bij de bouwaanvraag van 1 juli 1929 is ongesigneerd). De kleinveeschuur<br />
rechts op het achtererf dateert vermoedelijk uit de 19de eeuw. Rond het ruime erf bevond<br />
zich vroeger een windsingel van essen en iepen (thans merendeels knotwilgen). Van deze<br />
windsingel resteren enkele essen langs de Rustenburgerweg.<br />
Omschrijving<br />
Op rechthoekig grondplan gebouwde stolpboerderij van het afgeleide Noord-Hollandse type<br />
onder een met gesmoorde muidenpannen gedekt schilddak met de nok haaks op de weg.<br />
Rechtsachter heeft de stolp een staarteinde onder een zadeldak waarvan het<br />
noordwestelijke dakschild evenals het achterschild van de stolp gedekt is met rode<br />
Hollandse pannen. Zowel bovenin het voor- als achterschild staat een hoge vierkante<br />
schoorsteen van rode machinale waalsteen. De buitengevels zijn opgetrokken in dito<br />
baksteen in halfsteens verband met snijvoeg boven een in kruisverband gemetselde plint. De<br />
zijgevels worden afgesloten door een lijstgoot (de achtergevel door een PVC mastgoot).<br />
De door een kroonlijst beëindigde voorgevel (ZW) telt vijf schuifvensters met drieruits<br />
bovenlichten waarin geel kathedraalglas: links twee, in het midden twee en rechts één.<br />
Links van het rechter venster bevindt zich een ondiepe portiek voorzien van een betonnen<br />
vloer en een vernieuwde voordeur onder een drieruits bovenlicht waarin geel kathedraalglas<br />
(de bewaard gebleven originele voordeur is uitgevoerd als een paneeldeur in de stijl van de<br />
Amsterdamse School met twee vertikale lijsten waartussen bovenin een draairaampje).<br />
Middenboven heeft de voorgevel een in hetzelfde metsel- en voegwerk uitgevoerde<br />
dakopbouw voorzien van twee gekoppelde schuifvensters als op de begane grond en een<br />
flauwhellend zadeldak gedekt met gesmoorde muidenpannen (de windveren waren onderaan<br />
voorzien van een vierkant siermotief). De sluitsteen in de strek boven laatstgenoemde<br />
vensters is uitgevoerd als een jaartalsteen met de vergulde inscriptie "ANNO/ 1929".<br />
In de linker helft van de linkerzijgevel (NW) bevinden zich van links naar rechts twee geloogde<br />
zesruits stalvensters van ijzer, een opgeklampte deur met bovenlicht, en een dito<br />
derde stalvenster. De rechter helft van de linkerzijgevel is blind.<br />
De rechterzijgevel (ZO) telt zeven stalvensters als in de linkerzijgevel en heeft links een<br />
schuifvenster als in de voorgevel (het wc-raampje rechts hiervan is evenals het kleine venster<br />
uiterst links naderhand aangebracht).<br />
In de achtergevel (NO) bevindt zich van rechts naar links een terugliggende opgeklampte<br />
darsdeur van vellingdelen, een opgeklampte deur onder een tweeruits bovenlicht, en een<br />
schuifvenster als in de voorgevel maar met blank glas in het drieruits bovenlicht. De<br />
aansluitende noordwestgevel van het staarteinde is voorzien van twee stalvensters als in de<br />
linkerzijgevel. In het midden van de kopse puntgevel (NO) van de staart bevindt zich<br />
beneden een opgeklampte deur met bovenlicht en boven een opgeklampte deur met<br />
tweeruits bovenlicht. Ter weerszijden van beide deuren is een muuranker aangebracht. De<br />
puntgevel wordt beëindigd door rechte windveren.<br />
De houten draagconstructie in het interieur bestaat uit een vierkant met aan de voor- en<br />
rechterzijde een overstek. De vierkantsstijl linksachter en de daarin ingelaten onderste<br />
schoor zijn voorzien van het telmerk "HU". Het pannendak is met riet onderschoten. Rond<br />
56 . RAA, secretarie-archiefgemeente <strong>Heerhugowaard</strong>, inv.nr. 134, bouwaanvraag 1-7-1929 (nr.-<br />
41)<br />
132
het vierkant bevindt zich een in 1929 vernieuwd schot van brede staande delen waarin<br />
enkele opgeklampte deuren (de deur tussen het vierkant en de dars linksachter is evenals<br />
twee kastdeuren in de koestal vervaardigd van uit de gesloopte voorganger afkomstig hout<br />
dat nog geverfd is in de kleuren appelbloesem en blauw). De rookkanalen onder de<br />
genoemde twee schoorstenen hebben een vierkante doorsnede en zijn gemetseld in rode<br />
machinale baksteen. Rechts van het vierkant bevindt zich de koestal waarvan de lange regel<br />
plaats bood aan vijftien koeien. De achteraan dubbelrijïge koestal heeft een betonnen<br />
stalvloer met grup en verhoogde koestand en, evenals het achterom middenachter, een<br />
alternerende zolderbalklaag. In de koestal worden de zwaardere balken ondersteund door<br />
stijlen. Het achterom en de dars hebben een vlakke betonnen vloer (de achterste helft van<br />
de darsvloer was bestraat met boerengeeltjes die naderhand zijn aangesmeerd). In de<br />
achterwand van het achterom bevindt zich een eenvoudige haard waarnaast rechtsonder<br />
een opgeklampt deurtje met daarachter een houthok.<br />
Het aan de voorgevel grenzende woongedeelte kent een traditionele indeling met twee door<br />
een (vernieuwde) dubbele schuifdeur gescheiden kamers. De slaapkamer linksvoor had<br />
tegen de linkerzijgevel oorspronkelijk een kastenwand. In de woonkamer middenvoor staat<br />
tegen de achterwand een schouw waarvan de onderboezem bekleed is met witgeaderd<br />
donkergrijs marmer. Ter weerszijden van de schouw bevindt zich een paneeldeur waarachter<br />
een kast. Vanuit de kamer middenvoor leidt een doorgang met ter weerszijden hiervan een<br />
voormalige bedstede (thans een kast en een trapkast) naar de achter de voordeur<br />
gesitueerde gang. Ter plaatse van de aan de gang grenzende keuken rechtsvoor bevonden<br />
zich twee slaapkamers. Aan het einde van de gang geeft een opgeklampte deur toegang tot<br />
de koestal.<br />
De kleinveeschuur rechts op het achtererf heeft een rechthoekige plattegrond en een hoogte<br />
van één bouwlaag onder een met rode Hollandse pannen gedekt zadeldak waarvan de<br />
noklijn haaks staat op de weg (op het voorste gedeelte van het rechterzijschild liggen geen<br />
rode maar gesmoorde Hollandse pannen). De kopse voor- en achtergevel zijn uitgevoerd als<br />
een puntgevel met een door rechte windveren beëindigde houten bovengevel. Het onderste<br />
gedeelte van de achtergevel (NO) is opgetrokken in bruine handvormsteen vechtformaat in<br />
halfsteens verband boven een in kruisverband gemetselde plint (voor het overige is de<br />
achtergevel evenals de voorgevel in XXB vernieuwd). De beide zijgevels zijn opgetrokken in<br />
rode machinale waalsteen in halfsteens verband met platvolle voeg. De onderaan<br />
gecementeerde rechterzijgevel (ZO) telt twee getoogde gietijzeren stalvensters (het<br />
tussenliggende luik voor de varkens en het tweeruits stalvenster rechts zijn naderhand<br />
aangebracht). De linkerzijgevel (NW) heeft rechts een opgeklampte deur en in het linker<br />
geveldeel een geloogd gietijzeren stalvenster en muurankers op halve hoogte (de<br />
opgeklampte dubbele deur in het midden is naderhand geplaatst). In het midden van de<br />
achtergevel (NO) bevinden zich twee opgeklampte luiken die dateren uit de tijd dat de<br />
schuur als varkensstal in gebruik was.<br />
Inwendig heeft de schuur een betonnen vloer, muurstijlen, een alternerende zolderbalklaag<br />
en een onbeschoten gordingenkap. Naar verluidt stond halverwege de linkerzijwand een<br />
gemetselde schouw.<br />
Waardering<br />
De stolpboerderij met bijbehorende kleinveeschuur is van algemeen belang uit cultuurhistorisch<br />
en architectuurhistorisch oogpunt als vrijwel gaaf bewaard gebleven Noord-Hollandse<br />
stolp uit het tweede kwart van de 20ste eeuw met een 17de- of 18de-eeuws vierkant.<br />
Vanwege haar markante hoofdvorm en ruime ligging is de boerderij tevens ruimtelijk van<br />
belang.<br />
133