Een Zeeuws planetarium uit de tweede helft van - Huygens ING
Een Zeeuws planetarium uit de tweede helft van - Huygens ING
Een Zeeuws planetarium uit de tweede helft van - Huygens ING
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Over <strong>de</strong> pretenties qua vernieuwing en nauwkeurigheid kan Van <strong>de</strong><br />
Perre niettemin geen illusies gehad hebben, of toch wel. .. ? Het is in<br />
ie<strong>de</strong>r geval opvallend, dat hij in het najaar <strong>van</strong> 1787 een poging doet om<br />
een beschrijving <strong>van</strong> zijn <strong>planetarium</strong>, 'ingerigt na het voorschrift <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Heeren Martin & Ferguson, en verbetert met <strong>de</strong>n excentriquen loop<br />
<strong>de</strong>r planeeten', gepubliceerd te krijgen in <strong>de</strong> Verhan<strong>de</strong>lingen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Hollandsche Maatschappij <strong>de</strong>r Wetenschappen te Haarlem. (Zie bijlage<br />
1.) Op 5 september 1787 stuurt hij <strong>de</strong>ze beschrijving, vergezeld <strong>van</strong><br />
een viertal tekeningen, toe aan <strong>de</strong> secretaris <strong>de</strong>r Maatschappij, Ds.<br />
C.C.H. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Aas. In een begelei<strong>de</strong>nd schrijven verzoekt Van <strong>de</strong><br />
Perre diens advies ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> drie vragen: '(1) of <strong>de</strong>ze<br />
stukken zou<strong>de</strong>n waardig zijn, om aan <strong>de</strong> Maatschappij <strong>van</strong> mijnent<br />
wege te wor<strong>de</strong>n ge-offreert, (2) of zij zou<strong>de</strong>n waardig zijn <strong>de</strong> onkosten<br />
<strong>de</strong>r gravure en om in een <strong>de</strong>r volgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elen <strong>van</strong> s 'Genoodschaps<br />
Verhan<strong>de</strong>lingen te wer<strong>de</strong>n ingelascht, en ten (3) of ik als dan voor eyge<br />
rekening eenige exemplaren zou<strong>de</strong> mogen laten overdrukken om afzon<strong>de</strong>rlijk<br />
door mij aan <strong>de</strong>ze of geene mijner vrien<strong>de</strong>n of beken<strong>de</strong> te<br />
wor<strong>de</strong>n gédistribueert' .<br />
Van <strong>de</strong>r Aa antwoordt per keren<strong>de</strong> post. Naar zijn 'gering oor<strong>de</strong>el'<br />
moet een verhan<strong>de</strong>ling over 'zoodanige Volmaakingen <strong>van</strong> Werktuigen',<br />
vooral wanneer <strong>de</strong>ze zijn <strong>uit</strong>gedacht door 'zoo Aanzienlijke<br />
Mecaenaten' als Van <strong>de</strong> Perre, '<strong>de</strong>n Werken <strong>de</strong>r Maatschappij toteere<br />
zijn'. Over <strong>de</strong> onkosten <strong>de</strong>r gravure kan hij niet oor<strong>de</strong>len, maar misschien<br />
zou men <strong>de</strong> tekeningen kunnen verkleinen, zodat 'zij allen op<br />
één <strong>uit</strong>slaand blad te staan kwamen' .<br />
Ook overdrukken zou<strong>de</strong>n wel mogelijk zijn, on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>, dat het<br />
getal daar<strong>van</strong> <strong>de</strong> twaalf niet te bovengaat.<br />
Maar aangezien <strong>de</strong> beslissing over een plaatsing in <strong>de</strong> Verhan<strong>de</strong>lingen<br />
niet <strong>van</strong> Van <strong>de</strong>r Aa's oor<strong>de</strong>el afhangt, verzoekt hij Van <strong>de</strong> Perre ermee<br />
accoord te gaan dat het stuk door een aantal <strong>de</strong>skundige le<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r<br />
Maatschappij zal wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld.<br />
Kennelijk geeft Van <strong>de</strong> Perre zijn fiat aan dit voorstel, want in <strong>de</strong><br />
verga<strong>de</strong>ring <strong>de</strong>r Maatschappij wordt op 6 november besloten om <strong>de</strong><br />
Heeren Brunings, Van Marum, Steenstra en Damen als beoor<strong>de</strong>laren<br />
aan te wijzen. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring verzoekt <strong>de</strong> heer Brunings 6<br />
echter <strong>van</strong> het ' examen te wor<strong>de</strong>n geëxcuseerd', zodat er nu drie<br />
beoor<strong>de</strong>laren overblijven.<br />
De eerste die <strong>de</strong> stukken verkrijgt is Pybo Steenstra, Philos. Doctor en<br />
Lector in <strong>de</strong> Wis- Zeevaart en Sterrenkun<strong>de</strong> aan het Atheneum te<br />
Amsterdam 7 • Hij heeft voor zijn ' examen' niet veel tijd nodig. Eind<br />
november kan hij Ds. Van <strong>de</strong>r Aa al zijn oor<strong>de</strong>el mee<strong>de</strong>len. Volgens<br />
Steenstra kan <strong>de</strong> Maatschappij het stuk wel plaatsen, al is hij niet<br />
enthousiast.<br />
92<br />
'De tekeningen kunnen meer Sieraad dan <strong>de</strong> Beschrijving geleerdheid<br />
aan <strong>de</strong> Werken <strong>de</strong>r Maatschappij bijzetten', aldus Steenstra. Niettemin<br />
zou volgens hem '<strong>de</strong> kostbaarheid <strong>de</strong>r Plaaten <strong>de</strong> eenigste zwaarigheid<br />
zijn, om <strong>de</strong> plaatsing <strong>van</strong> het stuk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Berichten tegen te hou<strong>de</strong>n' .<br />
Het is jammer dat <strong>de</strong> Maatschappij geen afzon<strong>de</strong>rlijke werken <strong>van</strong><br />
'nieuw <strong>uit</strong>gevon<strong>de</strong>ne en door haar goedgekeur<strong>de</strong> Vindingen <strong>van</strong><br />
Konstenaars ' <strong>uit</strong>geeft, an<strong>de</strong>rs zou <strong>de</strong>ze beschrijving zeker daartoe<br />
behoren 8 •<br />
Laat Steenstra <strong>de</strong> mogelijkheid tot plaatsing nog open, bepaald afwijzend<br />
is daarentegen <strong>de</strong> reactie <strong>van</strong> Christiaan Hendrik Damen (1755-<br />
1793), hoogleraar te Lei<strong>de</strong>n 9 • Damen's grootste bezwaar tegen het stuk<br />
is, dat <strong>de</strong> beschrijving alleen een verhaal bevat, <strong>van</strong> datgene dat met het<br />
<strong>planetarium</strong> gedaan kan wor<strong>de</strong>n, maar geen 'ontvouwing <strong>van</strong> 't<br />
Mechanismus, waardoor zulks te weeg gebragt word'.<br />
Het werktuig zelf schijnt 'in veele omstandighe<strong>de</strong>n zeer inferieur te zijn<br />
aan het <strong>planetarium</strong> <strong>van</strong> Eyse Eysinga, zoals dat door <strong>de</strong>n Heer Prof<br />
Van Swin<strong>de</strong>n zeer nauwkeurig is beschreven', aldus Damen'o. 'Het<br />
eenige voor<strong>de</strong>el 't welk het <strong>Zeeuws</strong>che Planetarium boven dat <strong>van</strong><br />
Eysinga zou<strong>de</strong> kunnen hebben', zo vervolgt hij, 'zou<strong>de</strong> alleen kunnen<br />
bestaan in eene grootere eenvoudigheid <strong>van</strong> 't mechanismus, en <strong>de</strong>eze<br />
kan niet beoor<strong>de</strong>elt wor<strong>de</strong>n, dan <strong>uit</strong> eene meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> beschrijving'<br />
.<br />
Damen's conclusie is dan ook, dat 'zoo als het stuk in questie thans is,<br />
het niet waardig is, om on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> verhan<strong>de</strong>lingen <strong>de</strong>r Maatschappij<br />
geplaatst te wor<strong>de</strong>n. Vooral niet met zulke kostbaare plaatsen, welke<br />
luttel instructief zijn'.<br />
Op <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> 8 januari 1788 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ingekomen adviezen<br />
<strong>van</strong> Steenstra en Damen voorgelezen. De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>laar, Martinus<br />
<strong>van</strong> Marum (1750-1837), directeur <strong>van</strong> het kabinet <strong>de</strong>r Hollandsche<br />
Maatschappij <strong>de</strong>r Wetenschappen, geeft mon<strong>de</strong>ling zijn advies, zodat<br />
we over zijn opinie niet ver<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n ingelicht". Naar aanleiding <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>ze adviezen wordt besloten om aan <strong>de</strong> heer Damen te vragen 'een<br />
opstel te maaken <strong>van</strong> eenige consi<strong>de</strong>ratiën, die men daaromtrent aan<br />
<strong>de</strong>n Heer zen<strong>de</strong>r daar<strong>van</strong> zal communiceren'. Van het daarop ingekomen<br />
antwoord zal dan afhangen, wat men ver<strong>de</strong>r met <strong>de</strong> beschrijving<br />
zal doen.<br />
Helaas voor Van <strong>de</strong> Perre blijft Damen's standpunt ook bij zijn twee<strong>de</strong><br />
advies ongewijzigd. Op 13 januari 1788 schrijft hij aan Ds. Van <strong>de</strong>r Aa<br />
het navolgen<strong>de</strong>:<br />
'Wel Eerwaardig en Zeer Geleerd Heer!<br />
Voor zo verre als <strong>de</strong> onvolledige beschrijving toelaat, heb ik noch<br />
eens het <strong>Zeeuws</strong>che <strong>planetarium</strong> met dat <strong>van</strong> Eysinga vergeleeken,<br />
maar daardoor geen aanleiding gekreegen, om 't algemeene <strong>van</strong> mijn<br />
93