18.09.2013 Views

Noordzee-weekdieren: Gastropoda - Strandvondsten

Noordzee-weekdieren: Gastropoda - Strandvondsten

Noordzee-weekdieren: Gastropoda - Strandvondsten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

LEPETIDAE - Lepeta Gray, 1842<br />

Lepeta caeca (Muller, 1776)<br />

Afb. 14 Lepeta caeca. Boven- en zijaanzicht;<br />

kopzijde boven. 8 x vergroot.<br />

Vorm van het schelpje als een Patella, echter<br />

veel kleiner. Dof niet doorschijnend. De top ligt<br />

op ca. 1/3 vanuit de voorrand en is vaak sterk afgesleten.<br />

Tophoek gemiddeld 100°. Het profiel<br />

van de voorkant is recht, de achterkant is altijd<br />

iets bol. Vanuit de top stralen een 100-120 tal ribbeltjes<br />

die gekruist worden door een 60-80 tal<br />

groeilijntjes, zodat een fijn knobbeltjes patroon<br />

ontstaat. De binnenzijde is glanzend parelmoerachtig:<br />

het spierindruksel is hoefijzervormig. In<br />

bovenaanzicht zijn de voor- en de achterkant<br />

rond en zijkanten recht. De mondopening is<br />

ovaal, naar voren iets toegespitst. Mondrand vrijwel<br />

glad.<br />

Kleur vuilwit of grijzig, binnenzijde melkwit.<br />

L.B.H. = 17.13.7 mm.<br />

Een arctische soort die zuidelijk alleen op grotere<br />

diepten voorkomt. Zeer zeldzaam in het noordelijk<br />

deel van de <strong>Noordzee</strong>, rond Schotland en<br />

bij de Shetland eilanden. Algemener in de Noorse<br />

fjorden.<br />

Lepeta fulva (Müller, 1776)<br />

(syn. Piiidium fulvum (Müller, 1776))<br />

Afb. 15 Lepeta fulva. Boven- en zijaanzicht;<br />

kopzijde boven. 6 x vergroot.<br />

Mutsvormig schelpje, ondoorschijnend en dof.<br />

De top ligt dicht tegen de voorkant van de schelp<br />

aan. Het uiterste topje net iets vooroverhangend.<br />

Tophoek zeer variabel, 75-135°, meestal<br />

groter dan 110°. In zijaanzicht is de voorzijde tamelijk<br />

hol en de achterzijde duidelijk bol. Een 60-<br />

tal knobbelige ribbels loopt van de top naar de<br />

schelprand, gekruist door een 40-tal zwakke<br />

groeilijntjes. De groeven tussen de ribbels zijn<br />

breed en tamelijk onregelmatig. De binnenzijde<br />

is glanzend en toont de ribbels van de buitenzijde.<br />

Mondopening is ovaal, voor- en achterzijde<br />

nogal stomp, zijkanten recht. De mondrand is<br />

aan de binnenzijde licht gecreneleerd.<br />

Kleur oranje tot roodachtig, soms wit. Aan de<br />

binnenzijde is het spierindruksel soms dof-wit.<br />

L.B.H. = 7.5.2,5 mm.<br />

Een noordelijke soort, bekend van IJsland, Noorwegen<br />

tot in het Kattegat, de Engelse <strong>Noordzee</strong>kust<br />

en de westkust van heel Groot-Brittannië.<br />

Vooral in het zuidelijk deel van zijn verspreidingsgebied<br />

op grotere diepten (tot 600 meter).<br />

Niet langs de oostelijke <strong>Noordzee</strong>kust of in het<br />

Kanaal.<br />

vita marina zeebiologische dokum entatie nov.-dec. 1985 noordzee-<strong>weekdieren</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!