handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Zo’n tien dagen voor het eerste ei wordt<br />
er ’s nachts gemiddeld eenmaal per uur<br />
gepaard. Dat gebeurt meestal nadat<br />
het wijfje een prooi heeft ontvangen.<br />
Dan is het eindelijk zover: het eerste<br />
ei is gelegd. Nu breekt er rust aan<br />
en de uilen worden nauwelijks nog<br />
waargenomen.<br />
2.2 Eieren<br />
Gewoonlijk legt de kerkuil 4-7 eieren<br />
en bij uitzondering meer dan 10.<br />
De eieren worden meestal om de<br />
andere dag gelegd, maar het komt ook<br />
voor dat binnen de legperiode de eieren<br />
met tussenpozen van drie tot vijf dagen<br />
worden gelegd. Na het leggen van het<br />
eerste ei begint wijfje direct te broeden.<br />
Het wijfje broedt alleen, terwijl het<br />
mannetje haar van voedsel voorziet.<br />
Na een broedperiode van 28-30 dagen<br />
komt het eerste jong uit het ei. Met<br />
ongeveer dezelfde tussenpozen als de<br />
eieren zijn gelegd, komen de jongen uit.<br />
Eieren (gem. afmeting 39 x 31 mm).<br />
André Eijkenaar<br />
2.3 Ontwikkeling van de jongen<br />
Een jonge kerkuil wordt hulpeloos en<br />
vrij kaal geboren. Het gewicht van het<br />
jonge uilskuiken bedraagt ongeveer<br />
Hoofdstuk 2 | Broedbiologie<br />
13-15 gram en het heeft een<br />
vleugellengte van ruim 13 mm.<br />
Het kuiken is slechts 50 mm lang.<br />
Het eerste geluid dat het jong laat<br />
horen is het tsjirpen: een ‘rinkelend’<br />
geluid, gecombineerd met piepende<br />
en krassende kreetjes. Al op de eerste<br />
levensdag laat het jong een zacht<br />
sissend geblaas horen.<br />
Jonge kerkuil van 1 dag oud (N0).<br />
André Eijkenaar<br />
Eerste week<br />
Op de eerste levensdag zijn de eerste<br />
donsveertjes al duidelijk zichtbaar,<br />
maar het donskleed is nog lang niet<br />
volledig. Om warmteverlies tegen te<br />
gaan, schuift het jong tussen de eieren<br />
en wordt het verder warm gehouden<br />
door het wijfje. Het jong is slechts<br />
enkele seconden in staat de kop op<br />
te richten om zo het voedsel van het<br />
wijfje te kunnen aannemen. De kleur<br />
van de huid is geelrood. De buik is<br />
bolvormig en helemaal kaal. De ogen<br />
zijn gesloten en op de snavel is een<br />
gedeeltelijk versleten ei-tand aanwezig.<br />
Bij het voeren van het jong laat het<br />
wijfje een klokkend geluid horen, buigt<br />
vervolgens over het jong en houdt<br />
het jong een klein stukje vlees voor.<br />
15