handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
handleiding - Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Paalkast (verhoogde<br />
concurrentie van o.a.<br />
holenduif, kauwen)<br />
Johan de Jong<br />
In kerktoren en op kerkzolder<br />
Kerkgebouwen zijn tegenwoordig vaak<br />
niet meer toegankelijk voor vogels.<br />
Plaatsing van een nestkast in kerktoren<br />
of op de kerkzolder (eventueel met<br />
inlooppijp) is als broedplaats zinvol<br />
indien de afstand tot het open veld,<br />
waar de vogels kunnen jagen niet groter<br />
is dan 250 meter. Wanneer gedurende<br />
een deel van de nacht schijnwerpers op<br />
de kerk staan gericht heeft het geen zin<br />
om een kast te plaatsen.<br />
Afstand tussen de kasten<br />
Het Soortbeschermingsplan van de<br />
Kerkuil (1996) gaf aan dat in geschikte<br />
gebieden een dichtheid van 8-10 kasten<br />
per 25 km² kan worden aangehouden,<br />
voor zover het gaat om het bieden<br />
Hoofdstuk 6 | Bescherming<br />
van broedgelegenheid. En in beste<br />
leefgebieden werd één kast per km²<br />
aanbevolen. Telemetrisch onderzoek<br />
in het broedseizoen (1996-1998)<br />
resulteerde in een territorium grootte<br />
van één paartje kerkuilen van 0,6 km²<br />
in zeer goede biotopen tot 12 km² in<br />
slechte gebieden. In het topjaar 2007<br />
bedroeg het aantal broedparen in<br />
Friesland op de kleigrond (open gebied)<br />
10 paar, op de veengrond 20 paar en<br />
op het zand (kleinschalig) 25 paar per<br />
km². De afstand tussen de paren is dus<br />
zeer variabel. In rijke voedselgebieden<br />
op de kleinschalige zandgronden is de<br />
afstand tussen de bezette nestkasten<br />
ongeveer 250 meter. Op een aantal<br />
plaatsen is de afstand nog kleiner en<br />
er zijn zelfs locaties in <strong>Nederland</strong> waar<br />
twee paren succesvol in één gebouw<br />
hebben gebroed. Bij het plaatsen van<br />
nieuwe kasten kan de afstand tussen de<br />
kasten erg variëren en is afhankelijk van<br />
de kwaliteit van het leefgebied van de<br />
kerkuil.<br />
Twee kasten in één schuur<br />
Meerdere kasten op vrij dicht bij<br />
elkaar op één bedrijf in verschillende<br />
gebouwen kan gunstig zijn voor de<br />
kerkuil. Zelfs twee kasten in één schuur<br />
heeft voordelen. De uilen slapen vaak<br />
solitair en hebben op deze manier elk<br />
een kast ter beschikking. Daarnaast<br />
wordt soms met een tweede broedsel<br />
in een andere kast begonnen als de<br />
jongen nog niet zijn uitgevlogen. Als er<br />
meer tijd tussen de broedsel zit, kiest<br />
het vrouwtje bij aanwezigheid van twee<br />
kasten vaak voor een “schone” kast.<br />
53