20.09.2013 Views

X-factor besluit eerste reguleringsperiode netbeheerders gas

X-factor besluit eerste reguleringsperiode netbeheerders gas

X-factor besluit eerste reguleringsperiode netbeheerders gas

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Openbaar<br />

Nederlandse Mededingingsautoriteit<br />

Nummer 100636-152<br />

BESLUIT<br />

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit namens de<br />

Minister van Economische Zaken op de bezwaren ingebracht tegen het <strong>besluit</strong> van 29<br />

augustus 2001, kenmerk 100350/149, inzake de <strong>factor</strong> xt 2002/2003 zoals bedoeld in artikel<br />

80 Gaswet voor <strong>netbeheerders</strong> en tegen het <strong>besluit</strong> van 12 juli 2002, kenmerk<br />

100801/16, tot wijziging van dat <strong>besluit</strong>.<br />

Betreft: 100636/1 Essent Netwerk Brabant B.V., Essent Netwerk Friesland NW-ZO N.V.,<br />

Essent Netwerk Limburg B.V., Essent Netwerk Noord N.V. en<br />

InfraMosane N.V.<br />

100636/2 EnergieNed<br />

100636/3 GNET Eindhoven B.V.<br />

100636/4 N.V. Continuon Netbeheer<br />

100636/5 DELTA Netwerkbedrijf B.V.<br />

100636/9 ENECO Netbeheer Amstelland B.V., ENECO Edelnet Delfland B.V.,<br />

ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V., ENECO Netbeheer B.V.,<br />

ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V., ENECO Netbeheer<br />

Midden-Kennemerland B.V., ENECO Netbeheer NOF B.V., ENECO<br />

Netbeheer Zeist en Omstreken B.V. en ENECO Netbeheer Weert N.V.<br />

100636/11 Westland Energie Infrastructuur B.V.<br />

100636/12 Inter<strong>gas</strong> Netbeheer B.V.<br />

100636/13 REMU N.V. en Elektriciteitsnetbeheer Utrecht B.V.<br />

100636/14 Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.<br />

100636/15 ONS Netbeheer B.V.<br />

100636/16 B.V. Netbeheer Haarlemmermeer<br />

100636/20 N.V. RENDO Holding en RENDO Netbeheer B.V.<br />

100636/21 Obra<strong>gas</strong> Net B.V.<br />

1 Openbaar


Openbaar<br />

I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE<br />

1. Bij <strong>besluit</strong> van 29 augustus 2001 (Stcrt. 2001, 167; hierna: het bestreden <strong>besluit</strong>) heeft de<br />

directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: de directeur DTe) namens de<br />

Minister van Economische Zaken (hierna: de Minister) de <strong>factor</strong> xt (hierna: x-<strong>factor</strong>) zoals<br />

bedoeld in artikel 80 Gaswet voor <strong>netbeheerders</strong>, voor elk van de jaren 2002 en 2003 voor<br />

alle in de aanhef van dit <strong>besluit</strong> vermelde <strong>netbeheerders</strong>, met uitzondering van DELTA<br />

Netwerkbedrijf B.V. (8,8) en Essent Netwerk Brabant B.V. (7,7), vastgesteld op 9.<br />

2. Ter voorbereiding op het bestreden <strong>besluit</strong> heeft de directeur DTe overleg gevoerd met de<br />

<strong>netbeheerders</strong>. De gevolgde procedure is beschreven in hoofdstuk 2 van het<br />

achtergrondrapport bij dit <strong>besluit</strong>. 1 Het achtergrondrapport is een onderdeel van het<br />

bestreden <strong>besluit</strong>.<br />

3. Naast de vertegenwoordigers van <strong>gas</strong>distributiebedrijven zijn vertegenwoordigers van<br />

belangenorganisaties en andere belangstellenden uitgenodigd voor overleg. Van de<br />

Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) is een reactie op het consultatiedocument<br />

ontvangen. VEMW en de Consumentenbond waren aanwezig op de hoorzitting van 23 maart<br />

2001. 2<br />

4. Tegen het bestreden <strong>besluit</strong> hebben tijdig bezwaar gemaakt:<br />

Essent Netwerk Brabant B.V., Essent Netwerk Friesland NW-ZO N.V., Essent Netwerk<br />

Limburg B.V., Essent Netwerk Noord N.V. en InfraMosane N.V. (verder tezamen:<br />

Essent)<br />

EnergieNed<br />

GNET Eindhoven B.V. (verder: GNET)<br />

N.V. Continuon Netbeheer (verder: Continuon)<br />

DELTA Netwerkbedrijf B.V. (verder: DELTA)<br />

ENECO Netbeheer Amstelland B.V., ENECO Edelnet Delfland B.V., ENECO Netbeheer<br />

Midden-Holland B.V., ENECO Netbeheer B.V., ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland<br />

B.V., ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V., ENECO Netbeheer NOF B.V.,<br />

ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V. en ENECO Netbeheer Weert N.V. (verder<br />

tezamen: ENECO)<br />

Westland Energie Infrastructuur B.V. (verder: Westland)<br />

Inter<strong>gas</strong> Netbeheer B.V. (verder: Inter<strong>gas</strong>)<br />

REMU N.V. en Elektriciteitsnetbeheer Utrecht B.V. (verder: ENBU)<br />

1 Price cap-regulering Gaswet. Achtergrondrapport bij het <strong>besluit</strong> inzake de <strong>factor</strong> xt 2002/2003<br />

zoals bedoeld in artikel 80 Gaswet (nr. 100350/150)<br />

2 Zie randnummer 7 van het achtergrondrapport.<br />

2 Openbaar


Openbaar<br />

Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.<br />

ONS Netbeheer B.V.<br />

B.V. Netbeheer Haarlemmermeer<br />

N.V. RENDO Holding en RENDO Netbeheer B.V. (verder: RENDO)<br />

Obra<strong>gas</strong> Net B.V. (verder: Obra<strong>gas</strong>)<br />

5. Bij <strong>besluit</strong> van 12 juli 2002, nr. 100801/16 (Stcrt. 2002, 135; hierna: het wijzigings<strong>besluit</strong>)<br />

heeft de directeur DTe het bestreden <strong>besluit</strong> gewijzigd en voor iedere netbeheerder opnieuw<br />

een x-<strong>factor</strong> vastgesteld. Deze varieert van 7,9 voor ENBU tot 9 voor de overige<br />

<strong>netbeheerders</strong>. Ingevolge artikel 6:19, <strong>eerste</strong> lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna:<br />

Awb) worden de ingestelde bezwaren geacht mede te zijn gericht tegen dit wijzigings<strong>besluit</strong>.<br />

6. Bij brief van 12 augustus 2002 zijn de bezwaarmakers naar aanleiding van het<br />

wijzigings<strong>besluit</strong> nog in de gelegenheid gesteld binnen twee weken hun bezwaren aan te<br />

vullen of (gedeeltelijk) in te trekken. Van die gelegenheid hebben EnergieNed, GNET,<br />

Continuon, DELTA, ENECO, Inter<strong>gas</strong>, REMU N.V. en ENBU, en Obra<strong>gas</strong> tijdig gebruik<br />

gemaakt.<br />

7. Overeenkomstig het bepaalde bij artikel 7:4, tweede lid, van de Awb zijn de bezwaarschriften<br />

en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken vanaf 24 september 2002 gedurende<br />

een week voor belanghebbenden ter inzage gelegd.<br />

8. Op 1 oktober 2002 heeft ten kantore van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna:<br />

NMa) aan de Wijnhaven 24, te Den Haag een gemeenschappelijke hoorzitting<br />

plaatsgevonden waarvoor de indieners van de bezwaarschriften zijn uitgenodigd. VEMW en<br />

de Consumentenbond zijn op de hoogte gesteld van de hoorzitting. Van deze hoorzitting is<br />

een verslag gemaakt, dat op 8 november 2002 is toegezonden aan degenen die aanwezig<br />

waren op de gemeenschappelijke hoorzitting.<br />

9. Op 1 oktober 2002 heeft aansluitend op de gemeenschappelijke hoorzitting op verzoek van<br />

Inter<strong>gas</strong> en Essent nog een tweetal vertrouwelijke hoorzittingen plaatsgevonden. Van deze<br />

hoorzittingen zijn verslagen gemaakt die op 8 november 2002 zijn toegezonden aan Inter<strong>gas</strong><br />

en Essent afzonderlijk. De overige aanwezigen op de gemeenschappelijke hoorzitting is<br />

medegedeeld dat hun deze verslagen niet zijn toegezonden omdat zij bedrijfsvertrouwelijke<br />

gegevens bevatten.<br />

10. In zijn uitspraak van 13 november 2002 (no. AWB 01/841 e.v.; AB 2003/80, m.nt. IcvdV) heeft<br />

het CBb de x-<strong>factor</strong><strong>besluit</strong>en op grond van artikel 41 Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet)<br />

vernietigd op de grond dat de directeur DTe één uniforme x-<strong>factor</strong> dient vast te stellen en het<br />

3 Openbaar


Openbaar<br />

hem niet is toegestaan per netbeheerder een afzonderlijke x-<strong>factor</strong> te bepalen. Vervolgens is<br />

de beslissing op bezwaar aangehouden.<br />

11. Naar aanleiding van de situatie die was ontstaan door voormelde uitspraak van het CBb en<br />

het wetsvoorstel tot wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector en van de<br />

Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet (Kamerstukken 28 174; hierna: Wet Wijziging OEPS),<br />

hebben de directeur DTe en de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> verkennende gesprekken gevoerd met<br />

betrekking tot de regulering van de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong>. Deze gesprekken waren erop gericht<br />

om enerzijds een voor alle partijen bevredigende afwikkeling te bewerkstelligen van de <strong>eerste</strong><br />

<strong>reguleringsperiode</strong>, en anderzijds op voorhand zekerheid te verkrijgen omtrent enkele<br />

aspecten van de regulering en de tariefsontwikkeling in de tweede <strong>reguleringsperiode</strong><br />

(2005-2007), waaronder het niveau van het gelijke speelveld per 2007. Verdere gesprekken<br />

hebben plaatsgevonden tussen 16 juni en 3 november 2003.<br />

12. Met inachtneming van de uitspraak van het CBb, de Wet Wijziging OEPS en de uitkomsten<br />

van de gesprekken met de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong>, dient de d-g NMa thans een beslissing te<br />

nemen op de bezwaren die zijn ingebracht tegen het bestreden <strong>besluit</strong> zoals dat is gewijzigd<br />

bij het wijzigings<strong>besluit</strong>.<br />

II. JURIDISCH KADER<br />

13. Artikel 80 Gaswet luidde ten tijde van het nemen van het bestreden <strong>besluit</strong> en van het<br />

wijzigings<strong>besluit</strong>:<br />

“1. Onze Minister stelt met betrekking tot <strong>gas</strong> dat bestemd is voor levering aan beschermde<br />

afnemers of afnemers die jaarlijks per aansluiting minder dan 170000 m3 <strong>gas</strong> verbruiken voor<br />

iedere netbeheerder de tarieven vast die deze ten hoogste mag berekenen voor het transport<br />

van dat <strong>gas</strong> en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten, met inachtneming van het<br />

belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers een doelmatige<br />

bedrijfsvoering en kostenverlaging worden bevorderd, en met toepassing van<br />

de formule pt = (1 + ((cpi – xt) / 100)) pt-1, waarbij:<br />

pt = de tarieven die zullen gelden in periode t;<br />

pt – 1 = de tarieven die golden in de periode voorafgaand aan periode t;<br />

cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het<br />

quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan periode t, en<br />

van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan periode t, zoals<br />

deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;<br />

xt = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door <strong>netbeheerders</strong>.<br />

2. Onze Minister stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering vast voor<br />

een periode van ten minste één en ten hoogste twee jaar.<br />

4 Openbaar


Openbaar<br />

3. Alvorens Onze Minister de korting vaststelt voert hij overleg met de gezamenlijke<br />

<strong>netbeheerders</strong> en met representatieve organisaties van partijen op de <strong>gas</strong>markt over de<br />

vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en geeft in het<br />

<strong>besluit</strong> tot vaststelling van die korting aan welke gevolgtrekkingen hij heeft verbonden aan de<br />

uitkomsten van dat overleg.”<br />

14. Op 19 augustus 2003 trad de Wet Wijziging OEPS (Stb. 2003, 316) in werking. 3 Artikel 80<br />

Gaswet is daarbij - voor zover hier van belang - als volgt gewijzigd:<br />

“1. In het <strong>eerste</strong> lid wordt na ingevoegd: vanaf 1 januari 2002.<br />

2. Na het <strong>eerste</strong> lid wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en<br />

vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende:<br />

2. De in het <strong>eerste</strong> lid bedoelde korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering heeft<br />

mede ten doel om een rendement te bewerkstelligen dat in ieder geval niet hoger is dan in het<br />

economisch verkeer gebruikelijk en dient de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid van de<br />

bedrijfsvoering van de <strong>netbeheerders</strong> te bevorderen.<br />

3. Het derde (…) lid kom[t] te luiden:<br />

3. Onze Minister stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering telkens vast<br />

voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. Voor iedere netbeheerder kan een<br />

afzonderlijke korting worden vastgesteld.”<br />

Ingevolge artikel VI, tweede lid, van de Wet Wijziging OEPS, werken voormelde wijzigingen<br />

van artikel 80 Gaswet terug tot en met 1 januari 2001. Voorts voorziet artikel IV, onderdeel I,<br />

van de Wet Wijziging OEPS erin dat artikel 80 Gaswet blijft bestaan tot, in ieder geval, 1<br />

januari 2012.<br />

15. Bij artikel 14 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 4 heeft de Minister aan de<br />

directeur DTe voor zover hier van belang mandaat verleend tot het nemen van <strong>besluit</strong>en die<br />

verband houden met artikel 80 Gaswet. Voorts heeft de Minister bij artikel 13 van dat Besluit<br />

aan de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa)<br />

mandaat verleend voor het behandelen van bezwaarschriften, waaronder het nemen van<br />

beslissingen op bezwaarschriften, tegen <strong>besluit</strong>en die zijn gebaseerd op onder meer artikel<br />

80 Gaswet.<br />

3 Zie Stb. 2003, 324.<br />

4 Staatscourant 2 april 2001, nr. 65.<br />

5 Openbaar


Openbaar<br />

III. HET BESTREDEN BESLUIT EN HET WIJZIGINGSBESLUIT<br />

III.1 Het bestreden <strong>besluit</strong><br />

16. Bij het bestreden <strong>besluit</strong> heeft de directeur DTe individuele x-<strong>factor</strong>en vastgesteld. Uit<br />

relevante kamerstukken had hij afgeleid dat de x-<strong>factor</strong>en waarover in de Gaswet wordt<br />

gesproken, zijn bedoeld als individuele x-<strong>factor</strong>en. De directeur DTe was van mening dat<br />

daarbij het principe van price cap-regulering met behulp van benchmarking gevolgd dient te<br />

worden, omdat de wetgever dit principe voorschrijft en omdat door middel van<br />

benchmarking het doel van het bevorderen van een doelmatige bedrijfsvoering van de<br />

<strong>netbeheerders</strong> het beste is gediend.<br />

17. In het achtergrondrapport 5 heeft de directeur DTe uiteengezet dat uitgangspunt bij het<br />

toepassen van price cap-regulering de gedachte is dat alle <strong>netbeheerders</strong>, evenals reguliere<br />

bedrijven in een concurrerende markt, moeten opereren op een economisch efficiënt<br />

kostenniveau. De omzet is in een concurrerende markt immers gelijk aan deze economisch<br />

efficiënte kosten. Onder economisch efficiënte kosten wordt hier verstaan de totale efficiënte<br />

kosten, inclusief een marktconforme rendementsvergoeding voor geïnvesteerd vermogen.<br />

Het toepassen van individuele x-<strong>factor</strong>en maakt dat de <strong>gas</strong>transporttarieven convergeren<br />

naar het economisch efficiënte kostenniveau. Netbeheerders krijgen voldoende tijd om naar<br />

dit kostenniveau toe te werken doordat de <strong>reguleringsperiode</strong> twee jaar betreft, en doordat<br />

rekening wordt gehouden met de haalbaarheid van de x-<strong>factor</strong>. Bij doorberekening van de<br />

individuele x-<strong>factor</strong> in de <strong>gas</strong>transporttarieven voor consumenten, leidt dit ertoe dat deze<br />

tarieven zich ook naar een economisch efficiënt kostenniveau zullen ontwikkelen. De<br />

<strong>netbeheerders</strong> berekenen in deze situatie geen kosten meer door in de tarieven die in een<br />

markt met concurrentie niet doorberekend zouden kunnen worden.<br />

18. In hoofdstuk 3 van het achtergrondrapport is nader ingegaan op de uitgangspunten van het<br />

model voor price cap-regulering <strong>gas</strong>, terwijl in de hoofdstukken 4, 5 en 6 daarvan is<br />

beschreven op welke wijze de x-<strong>factor</strong>en zijn berekend.<br />

19. Als gevolg van de gehanteerde benchmarkmethode, is de hoogte van iedere individuele x-<br />

<strong>factor</strong> afhankelijk van de hoogte van iedere andere x-<strong>factor</strong> door middel van de benchmark.<br />

Om die samenhang te benadrukken zijn de x-<strong>factor</strong>en die ten aanzien van ieder van de<br />

<strong>netbeheerders</strong> zijn vastgesteld, neergelegd in een en hetzelfde <strong>besluit</strong>.<br />

5 Zie paragraaf 3.4.<br />

6 Openbaar


Openbaar<br />

III.2 Het wijzigings<strong>besluit</strong><br />

20. In het bestreden <strong>besluit</strong> is geen rekening gehouden met het feit dat de kosten en<br />

opbrengsten voor onderhoud en vervanging van meters en aansluitingen tot het vrije domein<br />

behoren. Bij het wijzigings<strong>besluit</strong> zijn de kosten, boekwaarden en netto omzet van meters en<br />

aansluitingen verwijderd uit de berekening ten behoeve van het vaststellen van de x-<strong>factor</strong>en<br />

van de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong>. Dit heeft ertoe geleid dat de directeur DTe voor iedere<br />

netbeheerder opnieuw een x-<strong>factor</strong> heeft vastgesteld, die varieert van 7,9 voor ENBU tot 9<br />

voor de overige <strong>netbeheerders</strong>.<br />

IV. BEZWAREN<br />

21. In hun bezwaarschriften, zoals al dan niet toegelicht op de hoorzitting van 1 oktober 2002,<br />

hebben de indieners ervan een groot aantal bezwaren tegen het bestreden <strong>besluit</strong> en het<br />

wijzigings<strong>besluit</strong> aangevoerd. Zo wordt onder meer bezwaar gemaakt tegen de gevolgde<br />

procedure en de systematiek van de vaststelling van de x-<strong>factor</strong>, waaronder de gebruikte<br />

benchmarkmethode. In de overwegingen van het onderhavige <strong>besluit</strong> wordt niet specifiek<br />

ingegaan op de bezwaren die naar het oordeel van de d-g NMa inmiddels achterhaald zijn.<br />

V. OVERWEGINGEN<br />

Bezwaren tegen de individuele x-<strong>factor</strong>en<br />

22. De dg-NMa stelt vast dat aangezien artikel 80 Gaswet een met artikel 41 E-wet vergelijkbare<br />

bepaling bevat, uit voormelde uitspraak van het CBb van 13 november 2002 volgt dat ook op<br />

grond van artikel 80 Gaswet, zoals dat artikel luidde tot 19 augustus 2003, één uniforme x-<br />

<strong>factor</strong> moest worden vastgesteld.<br />

23. Deze uitspraak van het CBb gaf de Staatssecretaris van Economische Zaken (hierna: de<br />

Staatssecretaris) aanleiding de betekenis van de x-<strong>factor</strong> te verduidelijken. In de zesde nota<br />

van wijziging van het voorstel van de Wet Wijziging OEPS heeft hij duidelijkheid in de<br />

wettekst verschaft over enkele doelstellingen van het reguleringssysteem, zoals die indertijd<br />

in de toelichting bij het voorstel van wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten<br />

behoeve van het stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van<br />

elektriciteit aan beschermde afnemers en de discussies met de Tweede en Eerste Kamer tot<br />

7 Openbaar


Openbaar<br />

uitdrukking zijn gebracht (Kamerstukken II 1998/1999 26 303, nr. 3, blz. 6, Kamerstukken I<br />

1998/1999 26 303, nr. 225f, blz. 9). 6<br />

24. In artikel 80 Gaswet werd een nieuw tweede lid ingevoegd, waarbij werd bepaald dat de x-<br />

<strong>factor</strong> mede ten doel heeft om een rendement te bewerkstelligen dat in ieder geval niet hoger<br />

is dan in het economisch verkeer gebruikelijk en de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid<br />

van de bedrijfsvoering van de <strong>netbeheerders</strong> dient te bevorderen. 7<br />

25. De x-<strong>factor</strong> dient een doelmatige bedrijfsvoering van de <strong>netbeheerders</strong> te bevorderen. In de<br />

toelichting op de zesde nota van wijziging is uiteengezet dat de bedoeling van het<br />

reguleringssysteem in de Gaswet is om bedrijven die zich in een monopoloïde situatie<br />

bevinden een prikkel te geven net zo doelmatig te handelen als bedrijven op een markt met<br />

concurrentie. Dat wordt ook tot uitdrukking gebracht door de verwijzing naar het begrip<br />

marktwerking in artikel 80, <strong>eerste</strong> lid, Gaswet. Dit betekent in de <strong>eerste</strong> plaats dat eventuele<br />

winsten die qua omvang uitgaan boven het redelijk rendementsniveau (monopoliewinsten)<br />

bij deze bedrijven moeten worden teruggebracht tot een redelijk rendement. In de tweede<br />

plaats zullen de bedrijven ernaar moeten streven om net zo efficiënt te werken als het meest<br />

efficiënte bedrijf in de sector. In de derde plaats zal de sector sowieso als geheel haar<br />

efficiencyniveau dienen te verhogen. 8<br />

26. Met de bepaling dat de korting mede dient om de gelijkwaardigheid in de doelmatigheid van<br />

de bedrijfsvoering van de <strong>netbeheerders</strong> te bevorderen, is uitdrukkelijk vastgelegd dat het<br />

wegwerken van efficiencyverschillen tussen de bedrijven één van de doelstellingen van een<br />

individuele efficiencykorting is. 9<br />

27. Thans kan ingevolge artikel 80, derde lid, tweede volzin, Gaswet met terugwerkende kracht<br />

tot 1 januari 2001 voor iedere netbeheerder een afzonderlijke korting worden vastgesteld,<br />

maar het betreft hier een discretionaire bevoegdheid. Dit betekent dat de d-g NMa de<br />

beleidsvrijheid heeft om in deze beslissing op bezwaar zowel een individuele als een<br />

generieke x-<strong>factor</strong> vast te stellen. Ten aanzien van de invulling van deze beleidsvrijheid<br />

overweegt de d-g NMa het volgende.<br />

28. De leden van de CDA-fractie in de Eerste Kamer meenden dat het invoeren met<br />

terugwerkende kracht van de bevoegdheid om individuele x-<strong>factor</strong>en vast te stellen, inbreuk<br />

maakt op de rechtspositie van energiebedrijven en voorbij gaat aan het belang van de<br />

6 Zie TK, 2002-2003, 28 174, nr. 28, p. 11-12.. Zie ook TK, 2002-2003, 28 174, nr. 48, p. 13 en EK,<br />

2002-2003, 28 174, nr. 110b, p. 5.<br />

7 TK 2002-2003, 28 174, nr. 28, p. 7.<br />

8 TK, 2002-2003, 28 174, nr. 28, p. 13.<br />

9 Idem, p.13-14.<br />

8 Openbaar


Openbaar<br />

rechtszekerheid. Daarom verzochten zij de Staatssecretaris af te zien van deze<br />

terugwerkende kracht door, bij aanvaarding van het wetsvoorstel, de directeur DTe op te<br />

dragen om af te zien van zijn discretionaire bevoegdheid van het toepassen van individuele x-<br />

<strong>factor</strong>en over de jaren die liggen voor de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. 10<br />

De Staatssecretaris merkte dienaangaande op:<br />

“Het voorstel van de leden van de CDA-fractie heeft mij ertoe gebracht de hier in het geding<br />

zijnde belangen [het beginsel van de rechtszekerheid; de overweging dat consumenten ook<br />

over de afgelopen periode moeten kunnen profiteren van de voordelen van liberalisering als<br />

één van de hoofddoelstellingen van de liberalisering; en het belang dat recht gedaan wordt<br />

aan de uitspraak van het CBb] opnieuw te wegen. In dit verband heb ik met de directeur DTe<br />

overlegd over de mogelijkheid om enerzijds consumenten te laten profiteren van de<br />

liberalisering zonder dat gebruik wordt gemaakt van de terugwerkende kracht die in het<br />

wetsvoorstel is voorzien. In dit gesprek heeft de directeur DTe aangegeven voornemens te zijn<br />

een <strong>besluit</strong> te nemen inhoudende dat een generieke efficiencykorting wordt opgelegd voor de<br />

afgelopen <strong>reguleringsperiode</strong>. Derhalve zie ik ruimte voor een voorstel dat aansluit bij de<br />

zorgen die door met name de CDA-fractie zijn verwoord. Dit voorstel houdt in dat ik een brief<br />

zal sturen aan de directeur DTe waarin ik de lijn die door hem is ingezet zal ondersteunen.<br />

Dat zou betekenen dat aan de mogelijkheid van terugwerkende kracht geen invulling wordt<br />

gegeven.<br />

Het voorgaande laat onverlet dat met de inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel<br />

alsnog de mogelijkheid ontstaat voor de directeur DTe voor de komende <strong>reguleringsperiode</strong><br />

individuele efficiencykortingen vast te stellen per netbeheerder. Zodoende zullen op de langere<br />

termijn bestaande verschillen in doelmatigheid tussen <strong>netbeheerders</strong> nagenoeg kunnen<br />

verdwijnen.” 11<br />

29. Gelet op het voorgaande, is de d-g NMa van mening dat het vertrouwensbeginsel zijn<br />

wettelijke beleidsvrijheid tot het vaststellen van individuele of generieke x-<strong>factor</strong>en heeft<br />

beperkt. Het vertrouwensbeginsel laat hem slechts de ruimte om met betrekking tot de jaren<br />

voor de inwerkingtreding van de Wet Wijziging OEPS (2002/2003) een generieke x-<strong>factor</strong><br />

vast te stellen. Ten behoeve van een zorgvuldige invoering van de systematiek die DTe<br />

voornemens is na de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> te gebruiken voor het vaststellen van de x-<br />

<strong>factor</strong>en, acht de d-g NMa het daarnaast noodzakelijk om de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> met<br />

één jaar te verlengen. Dat betekent dat een generieke x-<strong>factor</strong> wordt vastgesteld voor de<br />

periode 2002 tot en met 2004.<br />

10 EK, 2002-2003, 28 174, nr. 110c, p. 1.<br />

11 EK, 2002-2003, 28 174, nr. 110d, p. 1-2. Zie ook EK, 1 juli 2003, p. 31-941 lk; en EK, 1 juli 2003, p.<br />

31-957 rk.<br />

9 Openbaar


Openbaar<br />

30. Het bezwaar van onder anderen Continuon dat de directeur DTe ten onrechte voor alle<br />

<strong>netbeheerders</strong> verschillende x-<strong>factor</strong>en heeft vastgesteld, is derhalve gegrond.<br />

Bezwaren tegen de benchmarkmethode<br />

31. Het oordeel van het CBb impliceert dat de methodiek ter bepaling van x-<strong>factor</strong>en ook voor de<br />

<strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> ingrijpend dient te worden herzien. De voorheen gehanteerde systematiek<br />

leidde immers per definitie tot verschillende x-<strong>factor</strong>en. Hieronder wordt de nieuwe<br />

systematiek beschreven.<br />

32. Ter bepaling van de hoogte van de generieke x-<strong>factor</strong> is het benchmarkonderzoek uitgevoerd.<br />

Daarbij is als uitgangspunt genomen de overweging dat consumenten ook in de <strong>eerste</strong><br />

<strong>reguleringsperiode</strong> moeten kunnen profiteren van de voordelen van liberalisering en dat op<br />

termijn sprake moet zijn van tariefconvergentie naar een uniform niveau. Aangezien in de<br />

<strong>eerste</strong> periode een generieke x-<strong>factor</strong> wordt toegepast, is tariefconvergentie slechts aan het<br />

einde van de tweede <strong>reguleringsperiode</strong> mogelijk (dat wil zeggen ultimo 2007).<br />

33. Derhalve heeft DTe per ultimo 2007 een eindpunt vastgesteld waarbij de tarieven van de<br />

verschillende <strong>netbeheerders</strong> naar elkaar toe zijn geconvergeerd. Het vaststellen van het<br />

eindpunt is geschied door de tarieven van de <strong>netbeheerders</strong> te vergelijken ten opzichte van<br />

de zogeheten “samengestelde output”, en door het toepassen van een algemene<br />

productiviteitsverbetering.<br />

34. DTe heeft daarbij met bezwaarmakers geconstateerd dat de vergelijkbaarheid van de<br />

kostengegevens slecht is omdat de <strong>netbeheerders</strong> verschillende boekhoudmethodes<br />

hanteren en de betrouwbaarheid van de door hen aangeleverde data onvoldoende is. Daarom<br />

zijn de tariefniveaus van de verschillende (groepen van) <strong>netbeheerders</strong> vergeleken, waarbij<br />

het laagste niveau binnen de sector is vastgesteld als redelijk tarief. De kosten behorende bij<br />

dit tarief zijn als efficiënt doel gesteld voor alle andere <strong>netbeheerders</strong>. Verondersteld is tevens<br />

dat in de periode 2001-2007 de efficiënte kosten jaarlijks dalen met 1%.<br />

35. Een vergelijking tussen de tarieven 2001 en het berekende eindpunt ultimo 2007 resulteert in<br />

een gemiddelde daling in de sector netbeheer van 3,8 procent per jaar. Dit verschil dient<br />

geleidelijk in 6 jaar te worden afgebouwd. Hierdoor ontstaat een uniforme x-<strong>factor</strong> van 3,8 per<br />

jaar voor de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong>.<br />

36. Voor een onderbouwing van het door DTe uitgevoerde benchmarkonderzoek wordt verwezen<br />

naar de bijlage 1 bij dit <strong>besluit</strong>.<br />

10 Openbaar


Openbaar<br />

37. In het licht van de uitspraak van het CBb, de toezegging van de Staatssecretaris en de<br />

bezwaren die zijn aangevoerd tegen de benchmarkmethode, wordt in dit <strong>besluit</strong> het<br />

bestreden <strong>besluit</strong>, zoals gewijzigd bij het wijzigings<strong>besluit</strong>, herroepen en wordt ten aanzien<br />

van alle <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> gezamenlijk ingevolge artikel 80, derde lid, Gaswet voor de<br />

periode 2002-2004 één x-<strong>factor</strong> vastgesteld die wordt bepaald op 3,8.<br />

38. Gelet hierop komt het verzoek van GNET en Inter<strong>gas</strong> tot vergoeding van de kosten die zij in<br />

de bezwaarfase redelijkerwijs hebben moeten maken, voor toewijzing in aanmerking. Met<br />

inachtneming van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht worden de kosten van<br />

GNET begroot op 1 (verschijnen hoorzitting) x 1,5 (zwaar) x € 322,-- = € 483,-- en voor<br />

Inter<strong>gas</strong> op 2 (aanvullend bezwaarschrift, verschijnen hoorzitting) x 1,5 (zwaar) x € 322,-- = €<br />

966,--.<br />

VI. Beslissing<br />

39. De Minister van Economische Zaken:<br />

verklaart de bezwaren tegen het <strong>besluit</strong> van 29 augustus 2001, kenmerk 100350/149, zoals<br />

gewijzigd bij <strong>besluit</strong> van 12 juli 2002, kenmerk 100801/16, gedeeltelijk gegrond;<br />

herroept het aldus gewijzigde <strong>besluit</strong>;<br />

stelt ten aanzien van:<br />

1. Essent Netwerk Brabant B.V.<br />

2. Essent Netwerk Friesland NW-ZO N.V.<br />

3. Essent Netwerk Limburg B.V.<br />

4. Essent Netwerk Noord N.V.<br />

5. InfraMosane N.V.<br />

6. GNET Eindhoven B.V.<br />

7. N.V. Continuon Netbeheer<br />

8. DELTA Netwerkbedrijf B.V.<br />

9. ENECO Netbeheer Amstelland B.V.<br />

10. ENECO Edelnet Delfland B.V.<br />

11. ENECO Netbeheer Midden-Holland B.V.<br />

12. ENECO Netbeheer B.V.<br />

13. ENECO Netbeheer Zuid-Kennemerland B.V.<br />

14. ENECO Netbeheer Midden-Kennemerland B.V.<br />

15. ENECO Netbeheer NOF B.V.<br />

16. ENECO Netbeheer Zeist en Omstreken B.V.<br />

17. ENECO Netbeheer Weert N.V.<br />

18. Westland Energie Infrastructuur B.V.<br />

11 Openbaar


Openbaar<br />

19. Inter<strong>gas</strong> Netbeheer B.V.<br />

20. Elektriciteitsnetbeheer Utrecht B.V.<br />

21. Netbeheerder Centraal Overijssel B.V.<br />

22. ONS Netbeheer B.V.<br />

23. B.V. Netbeheer Haarlemmermeer<br />

24. RENDO Netbeheer B.V. en<br />

25. Obra<strong>gas</strong> Net B.V.<br />

ingevolge artikel 80, derde lid, van de Gaswet voor de periode 2002-2004 een x-<strong>factor</strong> vast<br />

die wordt bepaald op 3,8;<br />

verstaat dat aan GNET en aan Inter<strong>gas</strong> door de Minister van Economische Zaken worden<br />

vergoed de kosten, die zij in verband met hun bezwaren redelijkerwijs hebben moeten<br />

maken, welke kosten voor GNET worden begroot op € 483,-- (zegge:<br />

vierhonderdendrieentachtig euro) en voor Inter<strong>gas</strong> op € 966,-- (zegge:<br />

negenhonderdenzesenzestig euro); en<br />

wijst de Staat der Nederlanden aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.<br />

40. Van dit <strong>besluit</strong> wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Voorts zal dit <strong>besluit</strong> worden<br />

gepubliceerd op de Internetpagina van DTe.<br />

Datum: 17 november 2003<br />

De Minister van Economische Zaken,<br />

voor deze:<br />

de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,<br />

voor deze:<br />

Prof. dr. R. Smits<br />

directeur Juridische Dienst<br />

12 Openbaar


Openbaar<br />

Tegen dit <strong>besluit</strong> kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit <strong>besluit</strong> is betrokken, binnen zes weken na<br />

bekendmaking daarvan beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, postbus 20021,<br />

2500 EA ’s-Gravenhage.<br />

BIJLAGE 1: TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN DE METHODE TOT<br />

VASTSTELLING VAN DE X-FACTOR<br />

1 Inleiding<br />

In deze bijlage wordt de methode om de uniforme x-<strong>factor</strong> voor de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> in de <strong>eerste</strong><br />

<strong>reguleringsperiode</strong> vast te stellen nader toegelicht. De opbouw van deze bijlage is als volgt:<br />

1 Inleiding.........................................................................................................................................................13<br />

2 Bepaling van de uniforme x-<strong>factor</strong> ................................................................................................................13<br />

3 De benchmarksystematiek............................................................................................................................14<br />

3.1 Beschrijving van de input-<strong>factor</strong> ...........................................................................................................15<br />

3.2 Beschrijving van de output-<strong>factor</strong> .........................................................................................................15<br />

4 Onderbouwing van de algemene productivititeitsverbetering.....................................................................15<br />

5 Bepaling van de uniforme x-<strong>factor</strong> 2002-2004.............................................................................................16<br />

2 Bepaling van de uniforme x-<strong>factor</strong><br />

De uniforme x-<strong>factor</strong> dient zodanig bepaald te worden dat een doelmatige bedrijfsvoering wordt<br />

bevorderd, resulterend in zo laag mogelijke tarieven. DTe heeft vastgesteld dat deze doelstelling<br />

bestaat uit twee componenten, te weten:<br />

a. Een uniforme korting voor het opheffen van bestaande inefficiënties en overwinsten die<br />

worden bepaald ten opzichte van de meest efficiënte netbeheerder (hierna: de inhaalslag);<br />

b. Een uniforme korting voor sectorbrede productiviteitsverbetering (hierna: de algemene<br />

productiviteitsverbetering).<br />

De uniforme inhaalslag wordt bepaald door middel van het uitvoeren van een benchmark op de<br />

kosten van de <strong>netbeheerders</strong>. Bij gebrek aan betrouwbare en vergelijkbare kostengegevens<br />

worden de tarieven gebruikt als benadering van de kosten.<br />

13 Openbaar


Openbaar<br />

Met behulp van de benchmark wordt bepaald hoe groot de uniforme inhaalslag is die behaald<br />

dient te worden om alle <strong>netbeheerders</strong> op een gelijk efficiëntieniveau te krijgen. De <strong>netbeheerders</strong><br />

<strong>gas</strong> wordt vervolgens een aantal jaren de gelegenheid gegeven om deze gemiddelde uniforme<br />

inhaalslag te realiseren. In de huidige beslissing op bezwaar wordt deze termijn bepaald door de<br />

<strong>eerste</strong> en de tweede periode samen te nemen. Dat wil zeggen dat de gemiddelde uniforme<br />

inhaalslag over 6 jaar wordt uitgesmeerd.<br />

Daarnaast dient de algemene productiviteitsverbetering bepaald te worden. Dit gebeurt aan de<br />

hand van een vergelijking met de algemene productiviteitsverbetering bij <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> in<br />

andere landen en bij de <strong>netbeheerders</strong> elektriciteit in Nederland. Dit komt in paragraaf 4 verder<br />

aan bod.<br />

3 De benchmarksystematiek<br />

Onder benchmarking wordt verstaan het vergelijken van bedrijven op basis van een aantal<br />

kritische parameters. DTe hanteert als uitgangspunt dat benchmarking op basis van kosten<br />

gebeurt. In dit specifieke geval van de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> is het echter niet mogelijk gebleken om<br />

voldoende betrouwbare en vergelijkbare kostengegevens te vinden om direct op kosten te<br />

benchmarken. Deze tekortkomingen van de data zijn deels een historische erfenis, en komen<br />

deels voort uit verschillen in boekhoudmethodes tussen de verschillende <strong>netbeheerders</strong>. Hierbij<br />

speelt mee dat door het meer geconcentreerde historische investeringspatroon bij<br />

<strong>gas</strong>distributiebedrijven dergelijke verschillen, in combinatie met de verschillen in leeftijd van de<br />

netwerken, pregnanter naar voren komen dan bij elektriciteitsdistributiebedrijven het geval is.<br />

DTe heeft daarom de aanname gemaakt dat de door de <strong>netbeheerders</strong> gehanteerde initiële<br />

tarieven de kosten reflecteren. Deze tarieven moesten immers voldoende zijn om de door de<br />

<strong>netbeheerders</strong> gemaakte kosten, inclusief een redelijk rendement, tenminste te dekken. DTe heeft<br />

voor de <strong>netbeheerders</strong> <strong>gas</strong> de benchmark dan ook uitgevoerd op basis van tarieven. Na afloop<br />

van de uitgevoerde tarievenbenchmark heeft DTe de uitkomst, en daarmee de aannemelijkheid<br />

van de gebruikte aanname, op redelijkheid getoetst. Dit wordt in paragraaf 5 beschreven.<br />

Opgemerkt moet worden dat een tarievenbenchmark slechts eenmalig kan worden uitgevoerd.<br />

Na toepassing van de resultaten van de tarievenbenchmark zijn alle bedrijven immers op<br />

hetzelfde tariefniveau beland, waardoor een nieuwe tarievenbenchmark geen nieuwe informatie<br />

op zou leveren. Daarom, en omdat DTe van mening blijft dat de efficiënte economische kosten<br />

de basis voor regulering moeten vormen, zal gewerkt worden aan het betrouwbaarder maken van<br />

de kostendata, onder meer door het instellen van regulatorische accountingregels.<br />

14 Openbaar


Openbaar<br />

Voor het uitvoeren van de benchmark dienen de relevante input- en output<strong>factor</strong>en gedefinieerd<br />

te worden.<br />

3.1 Beschrijving van de input-<strong>factor</strong><br />

In de benchmark neemt DTe de tarieven van iedere netbeheerder als vertrekpunt voor de<br />

vergelijking tussen de <strong>netbeheerders</strong>. De relevante vraag ter bepaling van de doelmatigheid van<br />

de <strong>netbeheerders</strong> is in dit geval immers wat de <strong>netbeheerders</strong> leveren voor de tarieven die zij<br />

rekenen.<br />

3.2 Beschrijving van de output-<strong>factor</strong><br />

De voor de benchmark relevante output<strong>factor</strong> is bepaald op basis van i) de wetsgeschiedenis, ii)<br />

de ervaringen van DTe met de regulering van elektriciteits- en <strong>gas</strong>bedrijven, en iii) de bezwaren<br />

en beroepen die tegen deze variabele in een eerder stadium zijn ingediend door bedrijven. Het<br />

uitgangspunt hierbij is dat gemeten dient te worden of de afnemers waar voor hun geld krijgen.<br />

De output<strong>factor</strong> die derhalve geïdentificeerd is, is de samengestelde output van een netbeheerder<br />

<strong>gas</strong>.<br />

De samengestelde output wordt berekend door de output van een individuele netbeheerder te<br />

wegen op basis van de sectortarieven. Voor deze output worden de door de <strong>netbeheerders</strong><br />

daadwerkelijk gefactureerde volumes gebruikt. Dit is analoog aan de output<strong>factor</strong> die bij<br />

<strong>netbeheerders</strong> elektriciteit gebruikt is.<br />

4 Onderbouwing van de algemene productivititeitsverbetering<br />

DTe heeft met betrekking tot de algemene productiviteitsverbetering onderzoek gedaan ten<br />

behoeve van het oorspronkelijke x-<strong>factor</strong> <strong>besluit</strong> door middel van een vergelijkende studie in het<br />

buitenland. De resultaten van deze studie gaven aan dat toezichthouders de algemene<br />

productiviteitsverbetering (‘frontiershift’) voor <strong>gas</strong> in andere landen hebben gezet binnen het<br />

bereik van 0,6 tot 1,5 procent per jaar. 12<br />

12 Price cap-regulering Gaswet. Achtergrondrapport bij het <strong>besluit</strong> inzake de <strong>factor</strong> xt 2002/2003<br />

zoals bedoeld in artikel 80 Gaswet (nr. 100350/150)<br />

15 Openbaar


Openbaar<br />

DTe heeft tevens gekeken naar de ervaringen bij elektriciteitsdistributiebedrijven. Daar is voor de<br />

<strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> in Nederland een algemene productiviteitsverbetering van 2 procent<br />

vastgesteld. De Noorse toezichthouder op de energiesector heeft bij het opleggen van<br />

doelmatigheidskortingen voor elektriciteitsdistributiebedrijven gewerkt met een algemene<br />

productiviteitsverbetering die, afhankelijk van de periode, 1,5 tot 2 procent bedraagt.<br />

Op basis hiervan is DTe gekomen tot een algemene productiviteitsverbetering voor de <strong>eerste</strong> en<br />

de tweede <strong>reguleringsperiode</strong> van 1 procent per jaar. Gezien de algemene<br />

productiviteitsverbeteringen in andere onderzochte landen is dit een conservatieve schatting. DTe<br />

heeft hierbij meegewogen dat de trendmatige volumegroei bij <strong>gas</strong>distributie minder is dan bij<br />

elektriciteit, waardoor er minder dan bij elektriciteit ‘automatisch’ productiviteitsverbetering<br />

wordt geboekt. Bovendien kent <strong>gas</strong>distributie door de sterkere fluctuaties van jaar op jaar,<br />

samenhangend met de graaddagen van die jaren, een enigszins hoger risico dan<br />

elektriciteitsdistributie, gegeven de huidige tariefstructuren. Al met al lijkt de directeur DTe een<br />

algemene productiviteitsverbetering van 1 procent per jaar redelijk.<br />

Voor de tweede <strong>reguleringsperiode</strong> betreft de algemene productiviteitsverbetering een inschatting<br />

die nagecalculeerd zal worden. Voor de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> zal deze inschatting, bij gebrek<br />

aan bruikbare meetgegevens, niet nagecalculeerd worden.<br />

5 Bepaling van de uniforme x-<strong>factor</strong> 2002-2004<br />

Het efficiënte eindpunt ultimo 2007 wordt bepaald door uit te gaan van de netbeheerder die bij<br />

aanvang van de regulering de laagste tarieven per samengestelde output heeft. Deze bepaalt het<br />

efficiënte niveau. Dit efficiënte niveau is vervolgens jaarlijks aangepast met de hiervoor<br />

aangegeven algemene productiviteitsverbetering.<br />

Een vergelijking tussen de tarieven 2001 en het berekende eindpunt ultimo 2007 resulteert in een<br />

gemiddelde jaarlijkse daling voor de sector netbeheer van 3,8 procent. Hierdoor ontstaat een<br />

uniforme x-<strong>factor</strong> van 3,8 per jaar voor de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong>.<br />

De x-<strong>factor</strong> voor de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> is hiermee hoger dan voor elektriciteitsdistributie,<br />

waar de x-<strong>factor</strong> gebaseerd is op een kostenbenchmark en uitkomt op 3,2. 13 Dit maakt het<br />

aannemelijk dat de bij <strong>gas</strong>distributie gebruikte tarievenbenchmark ervoor zorgt dat in ieder geval<br />

13 Zie Tweede herziene <strong>besluit</strong> op bezwaar tot vaststelling van de korting ter bevordering van de<br />

doelmatige bedrijfsvoering ingevolge artikel 41, <strong>eerste</strong> lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de<br />

periode 2001-2003 (no. 101496/65.O191)<br />

16 Openbaar


Openbaar<br />

een deel van de door bedrijven behaalde overwinst wordt verwijderd. Daarmee lijkt de door de<br />

directeur DTe gemaakte aanname dat de initiële tarieven de kosten reflecteren redelijk.<br />

Deze generieke x-<strong>factor</strong> van 3,8 bestaat uit een inhaalslag en een algemene<br />

productiviteitsverbetering. De algemene productiviteitsverbetering bedraagt 1 procent op de<br />

totale efficiënte economische kosten.<br />

17 Openbaar


Openbaar<br />

BIJLAGE 2: VERREKENEN EERSTE PERIODE<br />

Omdat de <strong>eerste</strong> <strong>reguleringsperiode</strong> ten tijde van vaststelling van de nieuwe, uniforme x-<strong>factor</strong><br />

reeds voor een deel verstreken is, moet bepaald worden hoe met die reeds vertreken periode<br />

omgegaan dient te worden. Immers, <strong>netbeheerders</strong> kunnen ten gevolge van de nieuwe x-<strong>factor</strong> in<br />

de periode 2001 tot en met nu te lage tarieven berekend hebben aan hun afnemers.<br />

Er zal geen ambtshalve correctie van de tarief<strong>besluit</strong>en 2001 en 2002 plaatsvinden. Er wordt geen<br />

tarief<strong>besluit</strong> 2003 vastgesteld. Correcties die door DTe ten gevolge van de nieuwe, uniforme x-<br />

<strong>factor</strong> doorgevoerd zullen worden in de tarief<strong>besluit</strong>en 2002 en de gehanteerde tarieven 2003,<br />

zullen gecorrigeerd worden in het tarief<strong>besluit</strong> 2004 dat zal ingaan per 1 januari 2004. In het<br />

tarief<strong>besluit</strong> 2004 zullen derhalve twee verzamelingen tarieven worden vastgesteld:<br />

a. De op basis van de x-<strong>factor</strong> berekende tarieven 2004, die de basis vormen voor de toegestane<br />

omzetten voor de jaren 2005 tot en met 2007;<br />

b. De eenmalig gecorrigeerde tarieven voor de <strong>eerste</strong> helft van 2004.<br />

In de eenmalig gecorrigeerde tarieven 2004 worden:<br />

a. de verschillen tussen de vastgestelde en gehanteerde tarieven 2002 en 2003 en de met de<br />

nieuwe x-<strong>factor</strong> van 3,8 berekende tarieven 2002 en 2003 verwerkt;<br />

b. eventuele individuele correcties uit het verleden verwerkt.<br />

Over de eenmalige correcties zoals beschreven in het voorgaande lid wordt de heffingsrente<br />

volgens artikel 30, vijfde lid van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, berekend.<br />

Toepassing van het voorgaande leidt tot twee groepen transporttarieven per netbeheerder: de<br />

transporttarieven 2004 zonder compensatie en de transporttarieven <strong>eerste</strong> helft 2004 met<br />

compensatie, zoals vermeld in onderstaande tabellen. Onderstaande cijfers zijn inclusief het<br />

consumentenprijsindexcijfer.<br />

18 Openbaar


Openbaar<br />

Transporttarieven 2004 zonder compensatie (inclusief inflatie)<br />

19 Openbaar


Openbaar<br />

Transporttarieven <strong>eerste</strong> helft 2004 met compensatie (inclusief inflatie)<br />

20 Openbaar


Openbaar<br />

BIJLAGE 3: Overzicht van de resultaten<br />

De in deze bijlage vermelde gegevens zijn exclusief inflatie in prijspeil 2001 en gebaseerd op de<br />

totale kosten en de gegevens voor alle afnemers.<br />

21 Openbaar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!