Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden - PON

Evaluatie Gebiedsgericht Werken
gemeente Uden
mevrouw ir. J. Luijten
ir. H. de Kuyper
K. Vinckx
het PON, kennis in uitvoering Tilburg, mei 2012

Colofon
Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van
Gemeente Uden
Auteurs
Jolanda Luijten, Hans de Kuyper en Koen Vinckx
Datum
mei 2012
© 2012 het PON, kennis in uitvoering.
Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is
toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan
dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Hoewel deze publicatie met
de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan het PON geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor
eventuele fouten.
Meer informatie:
www.hetpon.nl

Inhoudsopgave
Samenvatting 5
1 Inleiding 9
1.1 Aanleiding 9
1.2 De opdracht 9
1.3 De werkwijze 10
1.4 Opbouw van de rapportage 10
2 Organisatiestructuur 11
2.1 Functieverdeling 11
2.2 Interne overlegstructuren 11
2.3 De gebiedscoördinator 12
2.4 Taak en structuur van de gebiedsplatforms 13
2.5 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten 13
3 Samenwerking 15
3.1 Samenwerking binnen de gemeente 15
3.2 Samenwerking gemeente en maatschappelijke partners 16
3.3 Samenwerking gemeente en gebiedsplatforms 17
3.4 Samenwerking platforms en maatschappelijke partners 18
3.5 Samenwerking tussen de platforms 18
3.6 Samenwerking met de inwoners 19
3.7 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten 20
4 Inhoud 23
4.1 Het gebieds- en dorpsontwikkelingsplan (GOP/DOP) 23
4.2 Het uitvoeringsplan van het GOP 24
4.3 De gebieds- en uitvoeringsschouw 24
4.4 Het fysieke activiteitenprogramma 25
4.5 De sociale agenda 25
4.6 Overige zaken 26
4.7 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten 26
5 Informatievoorziening 29
5.1 De website 29
5.2 De nieuwsbrief 29
5.3 Nieuwe communicatiemiddelen 30
5.4 Een uitnodigende boodschap 30
5.5 Gezamenlijk werken aan communicatie 30
5.6 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten 31
6 Algemene conclusies en aanbevelingen 33

Bijlagen 35
Bijlage A Deelnemers groepsgesprek 37
Bijlage B Respons enquête 39
Bijlage C Vragenlijst gebiedsplatforms 41
Bijlage D Vragenlijst gemeente 49
Bijlage E Vragenlijst maatschappelijke partners 55
Bijlage F Hoe kunnen inwoners beter betrokken worden? 63

Samenvatting
Opdracht
Het PON kreeg van de gemeente Uden de opdracht om inzichtelijk te maken hoe
het Gebiedsgericht Werken (GGW) in Uden de afgelopen tijd vorm heeft gekregen.
Daarbij lag de nadruk op de interne organisatie bij de gemeente. Ook de samenwerking
met maatschappelijke partners en gebiedsplatforms, alsmede de communicatie
over het GGW komen bij de evaluatie aan de orde. Tevens is verzocht aanbevelingen
te doen voor de (nabije) toekomst.
Werkwijze
Het onderzoek heeft plaatsgevonden aan de hand van deskresearch en het bevragen
van relevante personen en partijen. Er zijn drie groepsgesprekken gehouden: een
gesprek met ambtenaren van de diverse afdelingen van de gemeente Uden, een
gesprek met de bij het GGW betrokken maatschappelijke partners en een groepsgesprek
met de gebiedsplatforms. Ter voorbereiding van en als input voor de groepsgesprekken
is een digitale vragenlijst verspreid onder alle betrokkenen.
Samen op weg
Uit de evaluatie blijkt dat de gemeente ervoor heeft gekozen om het GGW werkende
weg vorm en inhoud te geven. Deze keuze wordt breed gedragen, omdat zo de
mogelijkheid ontstaat om - binnen randvoorwaarden - maatwerk te leveren. In het
algemeen verloopt de samenwerking tussen de gemeenteambtenaren en -bestuurders
die verantwoordelijk zijn voor het GGW en de maatschappelijke partners en
gebiedsplatforms prettig. Er heerst een open cultuur en de onderlinge sfeer is goed.
De samenwerking met en betrokkenheid van vakambtenaren en andere afdelingen
is echter nog teveel afhankelijk van het toeval en de persoon.
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek doet het PON een aantal aanbevelingen voor de
verdere ontwikkeling van het GGW in de gemeente Uden:
Door de manier waarop de gemeente het GGW heeft aangepakt (niet alles van
tevoren dicht timmeren, maar er werkende weg invulling aan geven) is er een
verschuiving opgetreden in de rollen van gemeente en bewoners. De gemeente
durft dingen los te laten, waardoor bewoners meer eigen verantwoordelijkheid
kunnen nemen. Het is zaak deze positieve bijdrage aan burgerparticipatie in de
toekomst vast te houden.
In het GGW vervult de gebiedscoördinator een centrale rol. Echter, de functie is
kwetsbaar, omdat die aan één persoon is gekoppeld. We bevelen aan de functie
uit te breiden tot twee à drie coördinatoren. Zij kunnen de gebieden dan
verdelen en samen het vervolg van het GGW invulling geven.
Samenvatting 5

GGW vraagt om anders denken en werken van de gehele gemeentelijke organisatie.
Zo dient meer projectmatig in plaats van afdelingsgericht te worden
gewerkt. Het project moet centraal staan, waarbij gekeken wordt wanneer
welke afdelingen daarbij betrokken moeten worden. De meerwaarde van
samenwerking moet ‘tussen de oren komen’ van alle lagen in de gemeentelijke
organisatie. Om dit te bereiken is het zaak successen te vieren en meer zichtbaar
te maken.
Het is aan te bevelen een programma op te stellen voor interne scholing van
ambtenaren van de verschillende afdelingen. Zo kunnen bijvoorbeeld ambtenaren
van GGW samen met een afvaardiging van de platforms uitleg en toelichting
komen geven aan ambtenaren van vakafdelingen. Andersom kunnen
vakambtenaren uitleg komen geven aan de gebiedsplatforms. Op die manier
krijgen vakambtenaren meer feeling met GGW. En de platforms krijgen meer
zicht op het reilen en zeilen van de gemeentelijke organisatie.
Een goede interne en externe communicatie is een belangrijk onderdeel van
het GGW. Betrokkenen hebben nu verschillende beelden van het GGW, met
miscommunicatie tot gevolg. Door de uitgangspunten, werkwijze, overlegstructuren,
randvoorwaarden en kaders duidelijk vast te leggen en te verspreiden
onder de gebiedsplatforms, de maatschappelijke partners en intern binnen de
gemeente, kan iedereen zichzelf een duidelijk en eensluidend beeld vormen
van het GGW.
Omdat de nadruk tot nu toe lag bij het opstellen van de GOP’s/ DOP’s en het
instellen van de gebiedsplatforms zijn de andere instrumenten (schouwen,
fysiek activiteitenprogramma en sociale agenda) minder zichtbaar. Het is van
belang ook die instrumenten duidelijker te koppelen aan het GGW. Zij maken
het immers mogelijk het GGW concreet te maken. Bovendien is het belangrijk
de instrumenten structureel (met regelmaat en in elk gebied) en integraal
(resultaten uit de GOP’s/DOP’s en uitvoeringsschouwen laten terugkomen in
het fysieke activiteitenprogramma en de sociale agenda) op te pakken.
De gebiedsplatforms worden niet alleen bij de instrumenten van het GGW
ingeschakeld, maar ook voor andere beleidsmatige zaken (zoals brede school,
accommodatiebeleid, herinrichting, bestemmingsplannen). Dat wordt gewaardeerd
door de platforms en door de betrokken ambtenaren als positief ervaren.
Dit moet de gemeente dan ook vooral blijven doen.
Het is zaak om een goede afstemming te organiseren tussen gemeente, maatschappelijke
partners en gebiedsplatforms. Op tactisch niveau vervult de stuurgroep
hierin een belangrijke rol. Daarnaast dient op uitvoeringsniveau per
gebied te worden gezocht naar de best werkbare overlegvorm. Het biedt veel
meerwaarde om de agenda’s van zowel de gemeente, de maatschappelijke
partners en de gebiedsplatforms per gebied naast elkaar te leggen, zodat
slimme verbindingen kunnen worden gemaakt en zaken op elkaar kunnen
worden afgestemd. De overlegvorm en oplossingen kunnen per gebied variëren.
De grootste uitdaging voor allen die actief zijn in het GGW (gemeente, partners
én platforms) is het betrekken van bewoners erbij. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig.
Natuurlijk, er zijn altijd wel bewoners die lokaal betrokken en actief zijn.
Die laten zich wel zien en horen op bijeenkomsten. Maar hoe betrek je andere
bewoners, bijvoorbeeld de drukbezette tweeverdiener, bij de buurt?
6 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Dit voorbeeld laat zien dat dé burger niet bestaat. Op basis van leefstijlen zijn
verschillende burgertypen te onderscheiden, die in elke buurt in meer of
mindere mate voorkomen.
Het is van belang dat alle bij het GGW betrokken partijen (gemeente, maatschappelijke
partners en gebiedsplatforms) zich bewust zijn van het feit dat
een gerichte benadering nodig is om de verschillende typen burgers aan te
spreken en betrokken te maken. Dan pas kan burgerparticipatie (en dus: GGW)
een echt succes worden.
Niet praten, maar doen!
Tot slot wordt door veel betrokkenen opgemerkt dat de nadruk de afgelopen tijd te
veel heeft gelegen op het maken van plannen. Het heeft ook nogal wat tijd gekost
om de gebiedsplatforms op de rails te krijgen. Nu is het moment gekomen om met
elkaar aan de slag te gaan met de uitvoering van het GGW. Dat zal het meer zichtbaar
maken en een nieuwe impuls geven.
Hoe nu verder?
Op basis van de conclusies en aanbevelingen in dit rapport zal de gemeente Uden
eind van het jaar besluiten hoe de doorontwikkeling van het GGW de komende tijd
wordt aangepakt.
Samenvatting 7

8 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2008 heeft de gemeenteraad van Uden het beleidsplan Wmo 2008-2011 (getiteld
Mensen bouwen Uden voor elkaar) vastgesteld. In dit plan is de keuze gemaakt om
het bevorderen van de sociale samenhang in dorpen, wijken en buurten integraal en
gebiedsgericht te gaan aanpakken.
Een van de instrumenten om dat te doen is het opstellen van gebieds- of dorpsontwikkelingsplannen
(GOP’s/DOP’s). Een GOP/DOP bestaat uit een wensbeeld
van bewoners (deel 1) én een uitvoeringsplan (deel 2), waarin de wensbeelden
vertaald zijn in uitvoeringstermijnen. Inmiddels zijn voor bijna alle gebieden van
Uden GOP’s/DOP’s ontwikkeld.
Het besluit om te gaan werken met GOP’s/DOP’s heeft er tevens toe geleid dat de
gemeente fors is gaan investeren in gebiedsgericht werken (GGW). Kenmerken
daarvan zijn een integrale aanpak, alsmede het organiseren van betrokkenheid van
maatschappelijke instellingen en burgers.
Wat de betrokkenheid van burgers betreft heeft de gemeente Uden ervoor gekozen
te gaan werken met gebiedsplatforms (die samen met de al bestaande dorpsraden
een belangrijke schakel vormen tussen gemeente en burgers) en meer op uitvoering
gerichte werkgroepen.
1.2 De opdracht
De gemeente Uden heeft het PON verzocht een evaluatie uit te voeren van het
GGW in de gemeente Uden. De evaluatie heeft tot doel inzichtelijk te maken hoe het
GGW in de gemeente Uden de afgelopen tijd vorm heeft gekregen. De nadruk daarbij
ligt vooral op de interne kant: wat heeft het betekent voor de gemeentelijke organisatie?
Welk proces is er in gang gezet? Hoe ver staat de gemeente in dit proces
van implementatie? Wat gaat goed, wat kan beter?
Ook de samenwerking met maatschappelijke partners en gebiedsplatforms, alsmede
de communicatie over het GGW komen bij de evaluatie aan de orde. Tevens
is verzocht aanbevelingen te doen voor de (nabije) toekomst.
Op basis van de evaluatie zal de gemeente eind 2012 besluiten hoe de doorontwikkeling
van het GGW de komende tijd zal worden aangepakt.
1 Inleiding 9

1.3 De werkwijze
De evaluatie is uitgevoerd aan de hand van deskresearch (analyse van relevante
documenten en overige informatie) en het bevragen van relevante personen en
partijen. De betrokkenen van de gemeente, van de samenwerkingpartners en de
gebiedsplatforms hebben ieder een digitale vragenlijst ontvangen, met het verzoek
die zo volledig mogelijk in te vullen. De vragenlijsten zijn bedoeld om input te krijgen
voor de groepsdiscussies en het destilleren van verbeterpunten.
De vragenlijsten, inclusief het adressenbestand, zijn opgesteld in nauw overleg met
de opdrachtgever. De vragenlijst voor de gebiedsplatforms is bovendien vooraf
voorgelegd aan alle leden van de platforms.
De ingevulde vragenlijsten zijn door het PON verzameld en geanalyseerd.
Vervolgens zijn de uitkomsten ervan besproken met de betrokkenen. Per groepering
(gemeente, samenwerkingspartners en gebiedsplatforms) is een groepsbijeenkomst
belegd. De uitkomsten zijn gebruikt bij het opstellen van de rapportage, die tevens is
voorzien van conclusies en aanbevelingen voor de (nabije) toekomst.
1.4 Opbouw van de rapportage
Zowel de enquêtes als de groepsgesprekken spitsten zich toe op vier thema’s.
Na deze inleiding komen achtereenvolgens de vier thema’s aan de orde.
Hoofdstuk 2: De organisatiestructuur.
Hoofdstuk 3: De samenwerking. Daarbij wordt ingegaan op de samenwerking
binnen de gemeente, met de maatschappelijke partners, met de
gebiedsplatforms, tussen de platforms onderling en met de
inwoners.
Hoofdstuk 4: De inhoud.
Hoofdstuk 5: De informatievoorziening.
Elk hoofdstuk sluit af met een aantal concrete conclusies en aanbevelingen. Tot slot
zijn in hoofdstuk 6 nog enkele algemene conclusies en aanbevelingen op hoofdlijnen
weergegeven.
De bijlagen geven een overzicht van de deelnemers aan de groepsgesprekken
(bijlage A) de respons op de uitgezette vragenlijsten (bijlage B) en de drie vragenlijsten
(bijlagen C, D en E). Bijlage F geeft tot slot de resultaten weer van de brainstormsessie
die bij de installatiebijeenkomst van de gebiedsplatforms op 25 januari
2012 is gehouden.
10 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

2 Organisatiestructuur
Met GGW wil de gemeente Uden stimuleren dat bewoners actief betrokken zijn
bij de eigen woon- en leefomgeving. Om dat te bereiken zijn een verantwoordelijke
wethouder, clustercoördinator, projectleider gebiedsontwikkelingsplan,
gebiedscoördinator en een contactambtenaar aangesteld en zijn er gebiedsplatforms
geïnstalleerd. De gebiedsplatforms fungeren als aanspreekpunt en
adviseur voor de gemeente voor de manier waarop de gemeente communiceert
met de bewoners in het gebied en hoe bewoners betrokken kunnen
worden bij de ontwikkeling en uitvoering van gemeentelijk beleid en projecten
in hun eigen gebied.
Het GGW wordt getrokken door de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling,
maar omdat het gaat om een gebiedsgerichte, integrale aanpak zijn er ook
andere afdelingen bij betrokken. Dat geldt ook voor het MT, alsmede het
gemeentebestuur (college van B&W en gemeenteraad). Onlangs is ook de
afdeling Openbare Werken overgestapt op een gebiedsgerichte aanpak en zijn
wijkregisseurs benoemd.
2.1 Functieverdeling
Door een wethouder en enkele ambtenaren verantwoordelijk te maken voor het
GGW krijgt het GGW de nodige aandacht en heeft het een positie en status.
Binnen het GGW heeft de gemeente Uden echter veel verschillende functies
benoemd. De taakinhoud en het onderscheid tussen de diverse functies, zoals
bijvoorbeeld tussen de gebiedscoördinator en de contactambtenaar, is voor veel
betrokkenen onvoldoende helder. Zo verlopen de contacten tussen gebiedsplatforms
en gemeente in enkele platforms via de contactambtenaar en in andere
gebieden via de gebiedscoördinator.
2.2 Interne overlegstructuren
Er zijn binnen de gemeente diverse overleggen ingesteld in het kader van het GGW.
Zo is er een overleg ‘GGW klein’ voor de interne afstemming op detailniveau binnen
de GGW-medewerkers van de afdeling MO. Daarnaast is er een overleg ‘GGW
groot’. Hierin worden de grote lijnen besproken met een brede vertegenwoordiging
van de afdeling MO met de afdeling Communicatie.
Zowel veel ambtenaren als de maatschappelijke partners geven aan dat de overlegstructuren
voor hen onvoldoende helder zijn. Wie zit er bij welk overleg? Wat is
de inhoud/doelstelling van het overleg? Is het overleg op tactisch, operationeel of
uitvoerend niveau?
2 Organisatiestructuur 11

Het is aan te bevelen de huidige interne overlegstructuren, inclusief de taken en
verantwoordelijkheden te beschrijven en te verspreiden binnen de ambtelijke organisatie,
maatschappelijke partners en de platforms.
De afdelingen SoZa en Bouwen en Milieu maken (nog) geen deel uit van de diverse
interne overlegstructuren. Omdat het gebiedsgericht werken inhoudelijk ook hun
werkterrein beslaat is het verstandig ook deze afdelingen nauwer te betrekken bij
het GGW.
2.3 De gebiedscoördinator
De maatschappelijke partners en ambtenaren zijn van mening dat de gebiedscoördinator
haar werk voortvarend en goed oppakt, maar het geheel is te omvangrijk
voor één persoon om alle ins en outs van de gebieden te weten. Bovendien is één
gebiedscoördinator erg kwetsbaar. Om het behapbaar en minder kwetsbaar te
maken is het aan te bevelen de gebieden te verdelen en twee of drie
gebiedscoördinatoren aan te stellen.
Area heeft als oplossing hiervoor ook de gebieden in tweeën gesplitst en verdeeld
over twee medewerkers.
De functie van gebiedscoördinator is
beleidsmatig van aard en beperkt zich,
mede door de omvang van de gebieden,
uitsluitend tot de hoofdlijnen. De uitvoerende
medewerkers van de partners hebben
behoefte aan een aanspreekpunt tussen de
gebiedscoördinator (hoofdlijnen) en de
gebiedsregisseurs Openbare Werken
(uitvoering) in. Zij (en ook de platforms)
missen de functie van de vroegere wijkambtenaar,
die zich richt op praktische
zaken, het gebied goed kent en de weg
weet in het gemeentehuis.
Indien de gemeente niet kiest voor terugkeer van de wijkambtenaren, maar de praktische
uitvoering neerlegt bij de vakafdelingen, kan/moet de gebiedscoördinator de
rol vervullen van verwijzer. De gebiedscoördinator kan dan dienen als eerste aanspreekpunt
voor zowel de partners als de gebiedsplatforms en aangeven met wie,
welke vakambtenaar, contact kan worden opgenomen om de zaken op uitvoeringsniveau
aan te pakken. Hierbij is het wel van belang duidelijke afspraken te maken
over welke informatie via het centrale aanspreekpunt (de gebiedscoördinator)
verloopt en wanneer/waarover rechtstreeks contact tussen partners of gebiedsplatforms
en vakambtenaren gewenst is. Hierbij is bovendien een goede interne afstemming
tussen vakambtenaar en gebiedscoördinator noodzakelijk, mede om te voorkomen
dat zaken dubbelop verlopen (bijvoorbeeld de vakafdeling gaat in gesprek
met partners/bewoners en los daarvan voert de gebiedscoördinator overleg over
hetzelfde onderwerp met het gebiedsplatform/stuurgroep).
12 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden
Partners:
De drie wijkambtenaren waren goed
op de hoogte van wat er speelde in
het gebied en organiseerden
diverse pragmatische zaken. Dat
missen we wel.

2.4 Taak en structuur van de gebiedsplatforms
De gemeente Uden hanteert het uitgangspunt dat de platforms ieder op hun eigen
manier invulling kunnen geven aan hun taken. Dit wordt zeer gewaardeerd door de
gebiedsplatforms en is voor velen ook een belangrijke voorwaarde om actief mee te
doen. Tegelijkertijd wordt verschillend gedacht over de organisatiestructuur van de
platforms. Sommigen, zoals bijvoorbeeld Centrum, hebben behoefte aan een uniforme
structuur voor alle platforms. Veel anderen, waaronder Odiliapeel, willen er,
gezien de grote onderlinge verschillen, juist voor waken dat uniforme oplossingen
voor alle platforms moeten gelden.
Binnen de gewenste diversiteit moet gezocht worden naar de gemeenschappelijke
deler (de kaders en randvoorwaarden), waarbinnen de platforms de ruimte krijgen
naar eigen wens te opereren. Alle betrokkenen geven aan dat de geldende kaders
en randvoorwaarden voor hen nu onvoldoende duidelijk zijn.
Er bestaan verschillende beelden over de functie, rol en taken van de gebiedsplatforms.
Volgens de omschrijving van de gemeente fungeren ze als aanspreekpunt en
adviseur voor de gemeente voor de manier waarop de gemeente communiceert met
de inwoners in het gebied en hoe de inwoners betrokken kunnen worden (en
gehouden) bij gemeentelijk beleid en projecten in hun eigen woon- en leefgebied.
Daarnaast hebben de platforms een signalerende functie.
Veel ambtenaren en ook enkele platforms denken echter dat de platforms ook tot
taak hebben om als vertegenwoordiger van de inwoners de gemeente inhoudelijk te
adviseren over (beleids)plannen in het gebied. Dit leidt tot verschillende verwachtingen
en zelfs tot ongenoegens. Zo zijn enkele ambtenaren ontevreden over de
gebiedsplatforms, omdat zij onvoldoende verantwoording zouden nemen in de
vertegenwoordiging van de inwoners uit het gebied. Door meer duidelijkheid te
geven over de taak van de gebiedsplatforms kunnen deze ongenoegens worden
weggenomen.
2.5 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten
1 Goede communicatie over de werkwijze en uitgangspunten van het GGW
De uitgangspunten, werkwijze, randvoorwaarden en kaders moeten duidelijk worden
beschreven en verspreid onder de gebiedsplatforms, de maatschappelijke partners
en intern binnen de gemeente, zodat iedereen zichzelf een duidelijk en eensluidend
beeld kan vormen van het GGW. Het gaat daarbij onder meer om:
De taak/functie van (en onderscheid tussen) gebiedscoördinator en contactambtenaar,
clustercoördinator, projectleider GOP’s/DOP’s en gebiedsregisseurs.
De communicatielijnen (wie is wanneer/waarvoor aanspreekpunt).
De interne en externe (zie hoofdstuk 3) overlegstructuren (wie zit bij welk
overleg en wat wordt er besproken).
De taak, rol en functie van de gebiedsplatforms.
We pleiten hier voor een nadere uitwerking van de uitvoeringsnotitie (geen voornemens,
maar een heldere beschrijving van hoe het in de praktijk daadwerkelijk
gebeurt), die reeds is vastgesteld door het college.
2 Organisatiestructuur 13

Ook als processen om bepaalde redenen in de praktijk nog verlopen via oude structuren
en afwijken van de uitgangspunten en werkwijze van het GGW moet dit duidelijk
worden gecommuniceerd.
2 Aanstellen extra gebiedscoördinatoren
Om de kwetsbaarheid van de functie van gebiedscoördinator te verkleinen verdient
het aanbeveling om de functie uit te breiden tot twee à drie gebiedscoördinatoren.
Zij kunnen de gebieden dan verdelen en samen het vervolg van het GGW invulling
geven.
Daarnaast is het van belang om te regelen wie bij de gemeente op uitvoerend
niveau contactpersoon is voor vragen, klachten en medewerking bij de uitvoering
van projecten. Uiteraard is het dan zaak om duidelijke afspraken te maken over
welke informatie via het centrale aanspreekpint (de gebiedscoördinator) verloopt en
wanneer/waarover rechtstreeks contact met vakambtenaren gewenst is. Ook de
interne afstemming tussen gebiedscoördinator en vakambtenaren verdient daarbij
aandacht.
14 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

3 Samenwerking
GGW is de integrale samenwerking tussen gemeente, inwoners en (vrijwillige
en professionele) organisaties in een gebied met als doel de burgers, gemeente
en organisaties dichter bij elkaar te brengen en de belangen van het totale
gebied mee te wegen bij de planontwikkeling en besluitvorming. De meerwaarde
ervan is dat je gezamenlijk met elkaar aan de slag bent in het gebied.
3.1 Samenwerking binnen de gemeente
De onderlinge samenwerking en afstemming tussen de ambtenaren van de afdeling
MO, die een specifieke taak hebben binnen het GGW, is goed. Er heerst een goede
sfeer, er is een grote drive om met het GGW aan de slag te gaan en te zoeken naar
samenwerking.
Ambtenaar:
Het is niet de bedoeling werkzaamheden
over de schutting te
gooien, maar wel om bij elkaar
over de schutting te kijken.
Er zijn echter ook verbeterpunten. De gebieds-
coördinator en communicatiemedewerkers zijn
erg afhankelijk van de informatie die zij krijgen
van de vakafdelingen. Het is veelal van de
persoon en het toeval afhankelijk of de vakambtenaar
de gebiedscoördinator (tijdig) informeert
over en betrekt bij zijn/haar werkzaamheden
en projecten. Zo zijn er meerdere voorbeelden
genoemd waarbij dat niet goed ging
(zie kader). Dergelijke voorvallen leiden tot
vervelende situaties en komen de geloofwaardigheid
van de gebiedscoördinator en de
gemeentelijke organisatie niet ten goede.
De bij de evaluatie betrokken ambtenaren
geven aan dat het GGW ertoe geleid heeft
dat zaken eerder gezamenlijk worden opgepakt,
dat ambtenaren meer begrip hebben
voor elkaar en er meer waardering is ontstaan
voor de vakkennis van collega’s. Ook
voelen ambtenaren van de vakafdelingen
zich ondersteund in hun communicatie met
burgers.
Gebiedscoördinator:
Daags na het overleg met het
gebiedsplatform stond er een
voor het gebied hele belangrijke
ontwikkeling in de krant. Ik had
daarover het platform niet geïnformeerd,
gewoonweg omdat ik
het niet wist.
3 Samenwerking 15

Ambtenaar:
Het gaat niet zozeer om de
interne structuur, als de
houding maar goed is. Als
men wil gaat het namelijk
allemaal wel goed.
16 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden
Soms staat men er gewoonweg niet bij stil, maar ook
onwilligheid van ambtenaren komt voor.
Ambtenaren erkennen dat de vakafdelingen met
name bezig zijn met eigen prioriteiten/werkzaamheden
en het GGW werken niet voor iedereen en
voor iedere afdeling een even hoge prioriteit heeft.
Ook komt het voor dat zaken dubbelop en naast elkaar gebeuren: vanuit het GGW
richting gebiedsplatforms en door de vakambtenaren richting inwoners en/of wijkraden.
3.2 Samenwerking gemeente en maatschappelijke partners
Dankzij het gebiedsgericht werken heeft de gemeente
het gevoel beter op de hoogte en meer betrokken te
zijn geraakt bij de ontwikkelingen die zich voordoen
bij de maatschappelijke partners. Partijen weten
elkaar beter te vinden en hebben meer begrip voor
ieders rol en positie. Partijen nemen vaker gezamenlijk
de verantwoordelijkheid, ieder vanuit zijn/
haar eigen taak en positie. Ook de partners zelf zijn
tevreden over de samenwerking met de gemeente
en de platforms. In het verleden zocht iedereen zelf
rechtstreeks en ad hoc contact met iedereen.
Nu vindt het contact veel structureler plaats.
Partner:
De samenwerking was altijd
al wel goed, maar nu heeft
de onderlinge communicatie
meer structuur gekregen.
In de stuurgroep ontmoeten de partners elkaar op bestuurlijk/directieniveau.
Bestuurlijk draagvlak en bestuurlijke aansturing binnen de maatschappelijke organisaties
is belangrijk voor een goede samenwerking.
Uitvoerende medewerkers van de diverse organisaties treffen elkaar in (sommige)
gebiedsplatforms, maar dit overleg is (nog) niet structureel. Met de GOP’s/DOP’s
waren projectgroepen ingesteld waarin zowel de partners, de gemeente als de
gebiedsplatforms zitting hebben. Met het afronden van de GOP’s/DOP’s zijn deze
projectgroepen gestopt. Het zou goed zijn deze projectgroepen structureel voort te
zetten per gebied.
Ook zijn er in diverse wijken in Uden buurtinformatienetwerken (BIN) geïntroduceerd,
waarin de politie, gemeente en wijkraad/burgers intensief samenwerken op
het gebied van veiligheid. Het opzetten van deze BIN-netwerken wordt ondersteund
door Vivaan. Deze netwerken worden door alle betrokkenen als zeer waardevol
geacht. Als voorbeeld van goede samenwerking tussen de diverse organisaties
wordt ook de flatraad genoemd.

De maatschappelijke partners betreuren het dat zij niet betrokken zijn geweest bij de
totstandkoming van de gebiedsindeling voor het GGW. Zo hanteert de politie een
andere gebiedsindeling. Dit maakt de uitvoering soms ingewikkeld, omdat meerdere
agenten binnen één gebied werkzaam zijn. De politie heeft de gemeente hier tijdig
over geïnformeerd, maar daar is niets mee gedaan.
Bovendien merken de partners op dat de gebieden niet logisch zijn samengesteld.
Er zijn nu gebieden geformeerd die bestaan uit zeer uiteenlopende en zelfs tegengestelde
wijken, die geen natuurlijke samenwerking kennen. De partners vinden het
jammer dat het zo is verlopen, maar zien de gebiedsindeling nu als een gegeven,
waarmee zij moeten handelen. Vivaan en Area hebben daar inmiddels hun eigen
structuur op aangepast.
Een niet onbelangrijk aandachtspunt dat wordt genoemd is dat gemeente en partners
verschillende rollen en belangen hebben ten opzichte van elkaar. Deze rollen
en belangen moeten duidelijk en openlijk worden benoemd en uit elkaar worden
gehouden.
3.3 Samenwerking gemeente en gebiedsplatforms
De platforms verkeren in verschillende ontwikkelfasen en ook de manier waarop de
contacten verlopen vanuit de gemeente en maatschappelijke partners met het platform
zijn per gebied verschillend. Uitgangspunt is dat ieder platform één vast aanspreekpunt
bij de gemeente heeft. Vervolgens kan ieder platform zelf invulling geven
aan de wijze waarop de communicatie met dit aanspreekpunt verloopt. Zij kunnen
onderling afspreken of de contactpersoon alle vergaderingen bijwoont of alleen op
afroep aansluit en schriftelijk op de hoogte wordt gehouden.
Door de grote onderlinge verschillen is het lastig
het overzicht te bewaren, maar het wordt door de
gebiedsplatforms wel zeer gewaardeerd dat de
gemeente en instellingen zich aanpassen aan de
wensen en favoriete manier van werken van de
platforms.
Hoe je het doet maakt niet uit,
als het in dat gebied en die
wijken maar werkt!
De gebiedsplatforms zijn goed te spreken over de sfeer binnen het gebiedsplatform
en de manier van samenwerking met de contactambtenaar en de gebiedscoördinator.
De lijnen zijn kort en er is grote betrokkenheid bij de gebiedsambtenaren en
de wethouder. Ook vinden zij het prettig te beschikken over één vast aanspreekpunt.
De gemeente brengt de platforms en maatschappelijke organisaties zowel schriftelijk
als mondeling goed op de hoogte van alle ontwikkelingen. De ervaring is dat
door het GGW de inwoners eerder betrokken worden bij projecten en er eerder
consensus wordt bereikt over de juiste oplossingsrichting. Wel wordt door alle
partijen erkend dat de contactambtenaar en gebiedscoördinator niet altijd voldoende
steun en medewerking krijgen van de vakinhoudelijke ambtenaren en de medewerking
(nog) teveel van de persoon afhankelijk is. Dat leidt ertoe dat de gebiedsplatforms
zich soms onvoldoende serieus genomen voelen.
3 Samenwerking 17

3.4 Samenwerking platforms en maatschappelijke partners
Door het GGW is de samenwerking en betrokkenheid van de diverse partners beter
zichtbaar geworden voor de burgers en is meer duidelijk geworden dat de diverse
partners er gezamenlijk voor willen gaan.
Er bestaan grote verschillen tussen de platforms: sommige hebben een lange
traditie, omdat ze voortbouwen op het werk van de dorpsraden, andere zijn pas zeer
recent tot stand gekomen. Dat leidt er onder meer toe dat sommige platforms nog
onvoldoende op de hoogte zijn van de werkzaamheden en projecten van de maatschappelijke
partners, terwijl andere platforms directe contacten onderhouden met
die partners. In het algemeen zijn de lijnen kort: als een platform een vraag neerlegt
bij één van de partners komt meestal snel en goed antwoord terug.
Enkele gebiedsplatforms zijn van mening dat de
communicatie van Area beter kan.
Vivaan en Area zijn bij sommige gebiedsplatforms
structureel aanwezig en bij andere platforms niet of
alleen op afroep. Zo zijn Vivaan en Area bijvoorbeeld
(nog) weinig zichtbaar in de dorpen.
Het belangrijkste voor de platforms is dat op het moment waarop zij de maatschappelijke
partners nodig hebben, ze er zijn. Soms is behoefte aan meer structureel en
frequenter overleg. Ook is het belangrijk dat de medewerkers voldoende mandaat
hebben om toezeggingen te kunnen doen en deze ook daadwerkelijk te kunnen
waarmaken.
3.5 Samenwerking tussen de platforms
Omdat de platforms zo verschillend van aard zijn en ze allemaal een eigen geschiedenis
hebben, is er tijd nodig om een gemeenschappelijke taal te leren spreken. Op
12 december 2011 hebben de platforms een gezamenlijk overleg gevoerd en op 25
januari 2012 werden de platforms tijdens een gezamenlijke bijeenkomst geïnstalleerd.
Deze bijeenkomsten, het persoonlijke contact tussen de platforms en de open
cultuur worden erg gewaardeerd. Om de vergaderdruk te beperken streven de platforms
naar één structurele bijeenkomst van de gezamenlijke platforms per jaar.
Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomst kunnen gemeenschappelijke thema’s worden
besproken (bijvoorbeeld communicatie met de gemeente, maatschappelijke partners
en de inwoners) en onderling informatie worden uitgewisseld. Als zich tussentijds
vraagstukken voordoen waarbij meerdere gebiedsplatforms een belang hebben kan
een extra gezamenlijk overleg worden ingepland.
Daarnaast willen de platforms graag op de hoogte worden gehouden van de activiteiten
van andere platforms en bijeenkomsten die plaatsvinden. Als voorbeeld
worden de informatiebijeenkomsten over veiligheid genoemd. Zo hoeven zij niet
steeds zelf opnieuw het wiel uit te vinden, maar kunnen zij van elkaar leren en interessante
activiteiten ook in het eigen gebied organiseren.
18 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden
Vivaan en Area:
Wij testen momenteel in
de praktijk uit wat voor
ons de beste werkwijze is.

De informatie wordt bij voorkeur via email uitgewisseld. Hiervoor is het handig als de
platforms beschikken over de contactgegevens van één aanspreekpunt per platform.
Sommige platforms hebben een duidelijke structuur met een voorzitter, secretaris
en penningmeester. Andere platforms hebben geen onderlinge taakverdeling
gemaakt. Daarbij is niet duidelijk wie het aanspreekpunt is van het betreffende platform.
Het is aan te bevelen dat één persoon als contactpersoon fungeert. Dat komt
de communicatie ten goede.
Naast deze genoemde informatie-uitwisseling willen de platforms graag op ieders
eigen wijze aan de slag en hechten ze grote waarde aan een eigen structuur en
werkwijze.
3.6 Samenwerking met de inwoners
Door de gebieden te vergroten is de afstand tussen gemeente en burgers groter
geworden dan ten tijde van de wijkraden. De maatschappelijke partners en diverse
ambtenaren geven aan concrete problemen vaak liever op buurt-, wijk- of zelfs flatniveau
aan te pakken. Dit kan door de wijkraden en buurtschappen nauw te betrekken
in de uitvoering van projecten. Veel wijkraden hebben nu echter het gevoel
volledig buiten spel te zijn gezet door de gemeente en zijn in hun ogen gedegradeerd
tot activiteitencommissies. Enkele gebiedsplatforms geven ook aan de kennis
en expertise van de wijkraden (met name bij de schouw) te missen. Het is belangrijk
dat bewoners en wijkraden via werkgroepen hun inbreng kunnen hebben bij de
daadwerkelijke uitvoering van projecten en dat duidelijk te communiceren.
Veel gebiedsplatforms vinden het lastig om de inwoners bij hun werk te betrekken.
Soms weten inwoners de platforms al te vinden, maar over het algemeen zijn de
platforms nog onvoldoende bekend en moet de drempel voor inwoners om de
platforms te benaderen worden verlaagd.
Tijdens de installatiebijeenkomst van de gebiedsplatforms
op 25 januari 2012 hebben de platforms in gemengde
groepjes met elkaar gebrainstormd over de vraag hoe
inwoners beter betrokken kunnen worden. De oogst van
deze brainstorm is weergegeven in bijlage F.
Platform:
Het gebiedsplatform
is als het ware de
aorta van de
communicatie.
Belangrijk is dat het platform geen doorgeefluik is of moet worden van individuele
klachten. Inwoners moeten zich met klachten rechtstreeks bij de gemeente melden.
De platforms staan daar niet tussen, maar kunnen wel aan de zijlijn erop toezien dat
het communicatieproces goed verloopt.
De GOP’s en DOP’s zijn een middel om inwoners te betrekken bij de zaken die zij
belangrijk achten in het gebied. Dit is echter in het ene gebied beter uit de verf
gekomen dan in andere gebieden. Sommige platforms zijn van mening dat individuele
burgers te weinig invloed konden uitoefenen en aandachtstrekkers teveel
aandacht kregen.
3 Samenwerking 19

3.7 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten
1 Scholing interne gemeentelijke organisatie:
GGW vraagt om anders denken en werken van de gehele organisatie. Zo dient
meer projectmatig in plaats van afdelingsgericht te worden gewerkt en moet veel
aandacht worden besteed aan een goede interne en externe communicatie en
samenwerking. De meerwaarde van samenwerking moet ‘tussen de oren komen’
van de ambtenaren. Om dit te bereiken moeten successen gevierd en meer zichtbaar
worden gemaakt.
Het is aan te bevelen een programma op te stellen voor interne scholing/academie
voor ambtenaren van diverse afdelingen. Zo kunnen bijvoorbeeld ambtenaren GGW
samen met een afgevaardigde van de platforms een toelichting komen geven aan
ambtenaren van de vakafdelingen. Als voorbeeld wordt het cluster Beleid en Advies
van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling genoemd. Andersom kunnen vakambtenaren
zichzelf ook voorstellen of een toelichting geven aan de gebiedsplatforms.
Hierdoor krijgen de vakambtenaren meer feeling met het GGW. En de platforms
krijgen meer zicht op het reilen en zeilen van de gemeentelijke organisatie.
Ook moet een cultuur ontstaan waarbinnen ambtenaren die niet of onvoldoende
willen meewerken gemakkelijker aangesproken kunnen worden op hun gedrag.
2 Kaders, uitgangspunten en afspraken per platform duidelijk vastleggen
Zoals ook al in het hoofdstuk organisatiestructuur is vermeld, is er behoefte aan
helderheid over de kaders en randvoorwaarden (gemeenschappelijke deler) waarbinnen
de gebiedsplatforms naar eigen wens kunnen opereren. Zo beschikt ieder
platform over een gemeentelijk aanspreekpunt, maar kan de frequentie en wijze
waarop de gemeentelijke contactpersoon en de maatschappelijke partners contact
hebben met elkaar per platform verschillen. Ook zijn de communicatielijnen niet
altijd welbewust gekozen. Het is aan te bevelen per platform duidelijke afspraken te
maken wie met wie op welke wijze communiceert (en als er geen overleg plaatsvindt
wat daarvan de reden is) en dit vast te leggen om de praktijk inzichtelijk te maken en
het overzicht te kunnen bewaren.
3 Managen van verwachtingen
Basis voor een goede communicatie is het goed managen van verwachtingen. Het
is belangrijk als iets niet kan, te communiceren waarom het niet kan. Niet alles is
direct mogelijk, maar dat moet dan wel duidelijk worden gemaakt.
4 Inwoners op buurt- en wijkniveau betrekken bij de uitvoering
De taak van de platforms is projecten in het gebied op hoofdlijnen te volgen. Voor de
daadwerkelijke uitvoering dienen zij de gemeente en maatschappelijke partners
rechtstreeks in contact te brengen met bestaande netwerken in de buurt en/of wijk of
kunnen zij een speciale werkgroep instellen. Het is verstandig om waar mogelijk de
wijkraden en buurtschappen hierbij een belangrijke rol te laten vervullen.
20 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

5 Organiseren afstemmingsoverleg tussen gemeente, partners en platforms
Het is aan te bevelen op zowel tactisch, operationeel als uitvoerend niveau structureel
overleg te organiseren tussen de gemeente, maatschappelijke partners en de
gebiedsplatforms. Het is een goed besluit om de stuurgroep van de GOP’s Zuid en
West voort te zetten als stuurgroep voor het GGW in zijn totaliteit. Hierdoor wordt
het overleg op tactisch niveau reeds voortgezet. Bovendien is het goed voor het
behoud/creëren van bestuurlijk draagvlak. Daarnaast moet nog op uitvoerend
niveau worden gezocht naar een werkbare vorm voor een structureel/frequent overleg
tussen de maatschappelijke partners, gemeente en platforms. Het is verstandig
per gebied in kaart te brengen welke overleggen reeds plaatsvinden, zodat zoveel
mogelijk bij bestaande netwerken kan worden aangesloten.
6 Organiseren afstemming tussen gebiedsplatforms
Eén keer per jaar kan een gezamenlijk overleg van de platforms worden georganiseerd
om gemeenschappelijke zaken met elkaar te bespreken en onderling af te
stemmen. Dit is bovendien goed om van elkaar te leren en een gemeenschappelijke
taal te ontwikkelen.
Daarnaast dient een lijst met contactgegevens van alle platforms te worden opgesteld,
zodat de platforms elkaar (bij voorkeur via email) kunnen informeren over
activiteiten die zij organiseren en elkaar kunnen benaderen op het moment zich
specifieke zaken voordoen met gemeenschappelijke belangen waarover overleg
gewenst is.
7 Platforms toegankelijker maken voor de inwoners
De inwoners moeten goed op de hoogte worden gebracht wat de gebiedsplatforms
doen, wie er in zitten en hoe en waarvoor mensen het platform kunnen bereiken.
Door als platform concrete activiteiten te organiseren of aan te sluiten bij bestaande
activiteiten komen de platforms persoonlijk in contact met de inwoners wat het
contact gemakkelijker maakt en de drempel verlaagt.
3 Samenwerking 21

22 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

4 Inhoud
Om het GGW vorm en inhoud te geven heeft de gemeente vier instrumenten
benoemd, namelijk:
Het gebieds- of dorpsontwikkelingsplan (GOP/DOP), bestaande uit een
wensbeeld van bewoners en een uitvoeringsplan.
De gebieds- en uitvoeringsschouw: eens per drie jaar een bezoek van het
college en jaarlijks een ambtelijk bezoek gericht op de uitvoering.
Het fysieke activiteitenprogramma.
De sociale agenda.
4.1 Het gebieds- en dorpsontwikkelingsplan (GOP/DOP)
De afgelopen periode ging de meeste aandacht uit naar het opstellen van de GOP’s/
DOP’s en het tot stand komen van de gebiedsplatforms.
Inmiddels is in bijna elk gebied (behalve het buitengebied) een GOP of DOP opgesteld.
De totstandkoming van de GOP’s/DOP’s heeft op verschillende manieren
plaatsgevonden. De DOP’s in Volkel en Odiliapeel zijn door (verschillende medewerkers
van) het PON begeleid. In Centrum en Oost heeft een ander bureau de
GOP’s begeleid. De GOP’s in Zuid en West zijn onder leiding van de gemeente zelf
tot stand gekomen.
De medewerkers van de gemeente zijn overwegend tevreden over de GOP’s en
DOP’s. Er is een goede betrokkenheid en duidelijke inbreng van de inwoners. Ook
inhoudelijk bieden de GOP’s en DOP’s een goed zicht op de wensen van de inwoners.
Wel kan volgens de medewerkers de betrokkenheid van diverse afdelingen
van de gemeente Uden beter.
Alle partijen (de gemeente, de maatschappelijke
partners en de gebiedsplatforms Zuid en West
zelf) zijn vooral enthousiast over de manier
waarop de GOP’s Zuid en West tot stand zijn
gekomen. Doordat de gemeente hier zelf de
ontwikkeling van de GOP’s op zich heeft
genomen, is de betrokkenheid van zowel de
gemeente als de inwoners groter en de interne
samenwerking binnen de ambtelijke organisatie
sterker. Ook de maatschappelijke partners zijn
bij deze GOP’s nauw betrokken.
Partner:
Bij de GOP’s Zuid en West
hebben we veel ruimte
gekregen voor onze inbreng.
Dat was heel prettig.
De meningen van de gebiedsplatforms over de GOP’s/DOP’s lopen zeer uiteen. In
Volkel, Centrum en Oost zijn de gebiedsplatforms ontevreden over de externe begeleiding
bij de GOP’s. ‘De begeleiders hadden onvoldoende kennis van de situatie in
Uden en waren slecht voorbereid.’
4 Inhoud 23

Met name Volkel geeft aan dat daardoor juist de bereidheid van burgers om te participeren
is afgenomen, waarvan zij nu nog steeds de gevolgen ondervinden.
De gebiedsplatforms Oost en Centrum zijn ook ontevreden over de inhoud van hun
GOP en vinden dat er te weinig inwoners bij betrokken waren. Odiliapeel is daarentegen
wel erg tevreden over het DOP en de totstandkoming ervan. Veel inwoners
hebben meegedaan en het gebiedsplatform Odiliapeel ziet het DOP dan ook als
goede leidraad voor wat er speelt.
4.2 Het uitvoeringsplan van het GOP
Veel van de gemeentelijke vertegenwoordigers geven aan dat zij onvoldoende zicht
hebben op de voortgang van de projecten en dat de betrokkenheid van de vakafdelingen
bij de uitvoeringsplannen van de GOP’s/DOP’s beter kan. Het GGW heeft op
de vakafdelingen niet de hoogste prioriteit. Als voorbeeld wordt de afdeling Stedelijke
Ontwikkeling genoemd. Zij erkennen dat hun prioriteit ligt bij de eigen ontwikkelingsprojecten
en dat zij te traag zijn met het nakomen van afspraken over de uitvoering
van de GOP’s.
De maatschappelijke partners zoeken naar een manier hoe je de GOP’s/DOP’s
actueel houdt en hoe je inwoners erbij betrokken houdt/krijgt. Zij vinden de uitvoeringsprogramma’s
ver van de burgers afstaan en onvoldoende concreet. Veel acties
zijn gericht op een periode van meer dan vijf jaar. De partners pleiten ervoor de
focus meer te leggen op de acties waar inwoners op korte termijn iets aan hebben.
Het is zaak nu over te gaan tot actie: van praten naar doen!
Veel leden van de gebiedsplatforms geven aan nog te kort betrokken te zijn om hun
mening te kunnen geven over het uitvoeringsplan van het GOP. Anderen geven aan
dat de gemeente naar hun idee goed heeft geluisterd bij het opstellen van het GOP/
DOP, maar dat de uitvoering ervan echter traag verloopt. Zij ervaren te weinig actie
vanuit de gemeente. En over de zaken die wel zijn uitgevoerd wordt te weinig
gecommuniceerd. Bovendien hebben enkelen het gevoel dat de gemeente het GOP
en de daarin vermelde acties niet serieus neemt en dat er onvoldoende wordt
samengewerkt/afgestemd binnen de gemeente (iedere afdeling/ambtenaar heeft
zijn/haar eigen prioriteiten).
4.3 De gebieds- en uitvoeringsschouw
Het idee is om in elk gebied één keer per drie jaar een gebiedsschouw uit te voeren
aan de hand van een relevant thema/onderwerp. Bij de gebiedsschouw is het voltallige
college van B & W aanwezig. Daarnaast wordt jaarlijks een uitvoeringsschouw
gehouden. Deze is gericht op concrete problemen, ontwikkelingen en oplossingen
en wordt op wijk- of buurtniveau georganiseerd door de vakambtenaren.
In de praktijk blijken de gebiedsschouwen nog niet structureel te worden uitgevoerd.
De meeste - bij de evaluatie betrokken - ambtenaren zijn niet op de hoogte van de
gebieds- en uitvoeringsschouwen. Ook zijn veel gebiedsplatforms nog niet lang
genoeg actief om al een schouw te hebben meegemaakt.
24 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

In het verleden waren de schouwen wijkgericht en algemener van aard. Nu wordt de
gebiedsschouw themaspecifiek uitgevoerd (bestemmingsplan, verkeer et cetera),
waardoor er steeds specialistische ambtenaren bij betrokken zijn. Wellicht wordt de
gebiedsschouw hierdoor ook minder als zodanig herkend.
De uitvoeringsschouw geeft volgens de betrokken ambtenaren een goed inzicht in
concrete zaken (met name in de openbare ruimte) die snel kunnen worden opgepakt
en uitgevoerd. Bovendien biedt het de mogelijkheid om dicht bij de burgers te staan.
Wel geven de ambtenaren aan dat de voorbereiding van de schouw beter kan.
Enkele leden van de platforms zijn in hun
hoedanigheid als wijk- of dorpsraad in het
verleden betrokken geweest bij een of
meerdere uitvoeringsschouw(en). Ook zij
zijn hierover overwegend tevreden.
Bovendien geven zij aan dat acties voortkomend
uit de uitvoeringsschouw goed
lijken te worden opgepakt.
De uitvoeringsschouw moet blijven plaatsvinden op wijk- en buurtniveau en worden
georganiseerd in samenspraak met de wijkraden of andere buurtorganisaties. Taak
van het gebiedsplatform is om erop toe te zien dat de geplande schouwen worden
uitgevoerd, de juiste mensen/partijen erbij betrokken worden en de acties die uit de
schouwen voortkomen daadwerkelijk worden opgepakt.
4.4 Het fysieke activiteitenprogramma
Het fysieke activiteitenprogramma is bedoeld als een actielijst waarin alle fysieke
activiteiten in het gebied worden weergegeven. Het doel en de inhoud van het
fysieke activiteitenprogramma is bij het merendeel van de ambtenaren, de leden van
de gebiedsplatforms en de maatschappelijke partners niet bekend.
4.5 De sociale agenda
De sociale agenda is bedoeld als een
actielijst waarin alle sociaal-culturele activiteiten
in het gebied worden weergegeven.
Het doel en de inhoud van de sociale
agenda is bij het merendeel van de ambtenaren,
de leden van de gebiedsplatforms
en de maatschappelijke partners niet
bekend. Zij zijn (nog) nauwelijks betrokken
bij het opstellen van de sociale agenda.
Platform:
Met de schouw worden urgente
zaken en wensen belicht en wordt
de communicatie en samenwerking
met de gemeente versterkt.
Vivaan:
De sociale agenda biedt de kans om
bewoners mede verantwoordelijk te
maken voor het up to date houden
van de agenda en vanuit samenwerking
nieuwe initiatieven te
ontwikkelen.
4 Inhoud 25

De sociale agenda wordt momenteel als pilot in het Centrumgebied opgesteld door
Vivaan. De ervaringen hiermee zijn positief en dienen als voorbeeld voor de
ontwikkeling van sociale agenda’s in de andere gebieden.
Gebiedsplatform Centrum heeft een inventarisatie gemaakt van de activiteiten die
plaatsvinden. Daar is een agenda uit voortgekomen op basis waarvan is gekeken
waar overlap in activiteiten zit en waar nieuwe activiteiten kunnen worden geïnitieerd.
Vervolgens zijn inwoners en buurtverenigingen benaderd om na te gaan
welke activiteiten zij kunnen organiseren.
Binnenkort wordt gestart met het opstellen van een sociale agenda voor de gebieden
West, Zuid, Oost en het buitengebied.
4.6 Overige zaken
Behalve via de vier instrumenten kunnen de gemeente of de maatschappelijke partners
de gebiedsplatforms ook voor andere zaken inschakelen. In de praktijk zijn
gebiedsplatforms al meerdere malen benaderd door projectleiders van de gemeente.
De tevredenheid onder zowel de ambtenaren als de gebiedsplatforms hierover is
groot. Als voorbeelden worden genoemd: de brede school, accommodatiebeleid,
herinrichting van pleinen/straten, bouwzaken en bestemmingsplannen. Ook zijn er in
enkele gebieden in samenwerking met de gebiedsplatforms informatieavonden
georganiseerd over veiligheid in de wijk. De opkomst was groot en deze bijeenkomsten
worden door de gebiedsplatforms als zeer positief ervaren. Er was goed
contact met en vanuit de gemeente(ambtenaren) en een goede inbreng van diverse
betrokken partijen. Ook Area heeft reeds goede ervaringen met het inschakelen van
het gebiedsplatform met betrekking tot de leefbaarheid in de flatwijk.
De ambtenaren geven aan de gebiedsplatforms ook in de toekomst graag bij diverse
zaken te willen inschakelen. Ook de gebiedsplatforms zelf willen graag betrokken
worden bij diverse thema’s. Genoemd zijn het accommodatiebeleid en de invulling
van de MFA’s, de herontwikkeling van het openbare gebied, de gevolgen van de
vergrijzing en de WMO, het geven van meer informatie over de wijk, de leefbaarheid
en sociale cohesie, communicatie naar en discussie met burgers, recreatie, afvalstoffenverwerking
en energievoorzieningen (biomassacentrale).
4.7 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten
1 Instrumenten duidelijk koppelen aan gebiedsgericht werken
Omdat de nadruk tot nu toe gelegen heeft bij het
opstellen van de GOP’s/DOP’s, worden de andere
instrumenten minder gezien als dé instrumenten van
het GGW. Het is van belang ook die instrumenten
duidelijker te koppelen aan het GGW. Zij maken het
immers mogelijk om het GGW concreet te maken.
26 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden
De instrumenten behelzen
de praktische zaken (de
uitvoering!) die je aan de
inwoners kunt laten zien.

2 Instrumenten structureel en integraal oppakken
De instrumenten kunnen structureler en integraler worden opgepakt.
De uitvoeringsschouwen moeten met meer regelmaat en in elk gebied worden
uitgevoerd. Met de gebiedsplatforms kan worden besproken waar en hoe vaak
een uitvoeringsschouw gewenst is. De uitvoering van deze schouwen vindt
plaats op wijk- of buurtniveau en in samenwerking met de wijk- en buurtorganisaties.
De gebiedsschouw dient eveneens met regelmaat te worden opgepakt.
Deze vindt plaats op gebiedsniveau en wordt met/door de gebiedsplatforms
georganiseerd.
Naar alle partijen toe moet duidelijker worden gecommuniceerd wat het fysieke
activiteitenprogramma en de sociale agenda inhouden.
Voor elk gebied dient een fysiek activiteitenprogramma te worden opgesteld.
De fysieke acties uit de GOP’s/DOP’s en de (uitvoerings)schouwen moeten
terugkomen in dit fysieke activiteitenprogramma. Ook andere fysieke ontwikkelingen
die plaatsvinden of gepland zijn in het desbetreffende gebied worden bij
voorkeur in het fysieke activiteitenprogramma opgenomen. Hierdoor ontstaat
een totaaloverzicht van de fysieke acties en plannen in het gebied.
Voor elk gebied dient ook een sociale agenda te worden opgesteld, mits de
platforms/bewoners daar zelf ook behoefte aan hebben. Alle geplande sociale
activiteiten in het gebied moeten worden opgenomen in de sociale agenda.
Ook de sociale acties uit de GOP’s/DOP’s en de gebiedsschouwen moeten
terugkomen in de sociale agenda, zodat de sociale agenda een totaalbeeld
geeft van de sociale acties en plannen in het gebied.
3 Samenwerking gemeente, partners en platforms
Het is aan te bevelen per gebied een regulier overleg/afstemming te organiseren
tussen de gemeente, maatschappelijke partners en platforms over de inhoud van de
activiteitenprogramma’s en de voortgang van de acties. Idealiter worden in het
fysieke activiteitenprogramma en de sociale agenda behalve de ontwikkelingen en
plannen van de gemeente en de platforms/inwoners ook de initiatieven van de maatschappelijke
partners integraal opgenomen Zo ontstaat per gebied een overzicht
van alle plannen en ontwikkelingen van alle partijen en kunnen slimme verbindingen
worden gelegd en zaken op elkaar worden afgestemd.
Ook zou het goed zijn als de GOP’s/DOP’s niet alleen een status hebben binnen de
gemeente, maar ook bij de directies van de maatschappelijke partners op de agenda
worden gezet. Partners staan vaak wel als betrokkene of zelfs trekker van actiepunten
vermeld, maar dit heeft geen enkele status als zij de plannen niet ook zelf
hebben vastgesteld/besproken.
De maatschappelijke partners ontvangen bovendien graag een digitale versie van
de uitvoeringsplannen zodat ze deze gemakkelijker intern kunnen verspreiden. De
politie wil dit bijvoorbeeld gebruiken om een goede relatie te leggen van de GOP’s/
DOP’s met de wijkscan van de politie.
4 Inhoud 27

4 Structureel overleg over voortgang activiteitenprogramma’s en acties
Het is aan te bevelen de voortgang van de acties die staan vermeld in het fysieke
activiteitenprogramma en de sociale agenda structureel op de agenda van het
gebiedsplatform te zetten. Bij voorkeur zijn ook de maatschappelijke partners bij dit
overleg aanwezig.
Door regelmatig de stand van zaken en de acties die zijn uitgevoerd te communiceren
naar de inwoners, blijven ook de inwoners uit het gebied betrokken.
5 Aan de slag met de uitvoering van acties!
Er zijn de afgelopen tijd al vele plannen ontwikkeld. Het is belangrijk nu aan de slag
te gaan met de uitvoering van de actiepunten en zeker zo belangrijk de uitgevoerde
acties zichtbaar te maken voor de inwoners.
28 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

5 Informatievoorziening
Om de inwoners te informeren over het GGW heeft de gemeente de website
www.uden.nl/mijnwijk ingesteld en is/was het de bedoeling per gebied regelmatig
een nieuwsbrief uit te brengen.
5.1 De website
De site wordt gezien als het belangrijkste communicatie/informatie kanaal voor
inwoners. Het is belangrijk hier goed in te investeren.
De website is momenteel niet up to date. Alle informatie over het GGW moet terug
te vinden zijn op de website. Het idee wordt geopperd om meer informatie te
plaatsen over de gebieden zelf en te vermelden (met foto en eventueel contactgegevens)
wie de leden van de platforms zijn.
Behalve de inhoud is ook de structuur van de site nu erg onoverzichtelijk, is de website
onvoldoende bekend en moeilijk vindbaar vanuit de homepage van de
gemeentesite. Er moeten duidelijke categorieën en een goede zoekfunctie worden
aangemaakt en de site moet een prominentere plaats op de homepage van de
gemeente Uden krijgen. Deze problemen zijn inmiddels door de gemeente onderkend
en er wordt reeds actie op ondernomen.
5.2 De nieuwsbrief
In de praktijk is er tot dusver eenmalig een gemeentebrede krant over het GGW
verspreid en zijn er in enkele gebieden gebiedsgerichte nieuwsbrieven verschenen.
Tot op heden verschijnen de nieuwsbrieven echter niet met een vaste frequentie. Er
is behoefte aan een nieuwsbrief die met meer regelmaat, bijvoorbeeld eens per
kwartaal, uitkomt.
De eenduidige vormgeving en tot de verbeelding sprekende lay-out van de nieuwsbrief
worden gewaardeerd. Ook wordt de per gebied weergegeven informatie op
prijs gesteld. Over de inhoud van de nieuwsbrief lopen de meningen uiteen. Het
taalgebruik moet toegankelijker (minder beleidstaal en vaktermen) en meer afgestemd
op de inwoners. Ook is behoefte aan meer foto’s en meer visueel weergegeven
informatie.
De nieuwsbrief is een goed communicatiemiddel om de inwoners te informeren over
de stand van zaken en voortgang van de acties uit het fysieke activiteitenprogramma
en de sociale agenda. Het is belangrijk resultaten zichtbaar te maken. De betrokkenen
hebben echter wel behoefte aan meer actuele informatie in de nieuwsbrief.
5 Informatievoorziening 29

De gemeente geeft aan dat dit lastig is, omdat de voorbereiding van de nieuwsbrief
veel tijd vergt. De info moet zes weken voor de verschijningsdatum al klaar zijn,
waardoor de informatie al niet meer actueel is op het moment dat de nieuwsbrief bij
de inwoners op de deurmat valt. Bovendien is de nieuwsbrief een erg kostbare aangelegenheid.
De nieuwsbrief wordt nu uitsluitend verspreid onder de inwoners van het gebied. De
partners geven aan ook graag de nieuwsbrief te ontvangen. Ook is het verstandig
de nieuwsbrieven goed te verspreiden binnen de gemeente.
5.3 Nieuwe communicatiemiddelen
De huidige communicatiemiddelen zijn nogal traditioneel. Behalve een papieren
versie van de nieuwsbrief moeten ook de digitale mogelijkheden worden benut en
kunnen social media worden ingezet. Daarbij is het belangrijk niet alleen in te zetten
op het informeren van inwoners, maar ook communicatiemiddelen in te zetten om
de interactie met de inwoners aan te gaan. Zo kunnen inwoners worden uitgedaagd
de discussie met elkaar aan te gaan of te komen met ideeën voor specifieke problemen
in het gebied (bijvoorbeeld de aanpak van hondenpoepoverlast).
De gemeente is momenteel al op zoek naar nieuwe communicatiemogelijkheden.
5.4 Een uitnodigende boodschap
Het is van belang om de toonzetting van de communicatie zodanig te kiezen dat
inwoners zich uitgenodigd voelen om mee te (gaan) doen. Immers, in het GGW
staat de burger centraal staat. De gebiedsambtenaren hebben het idee dat de informatie
nu onvoldoende aankomt bij de inwoners.
De inwoners moeten meer gevoel krijgen bij het GGW. Dit kan door concrete voorbeelden
en best practices voor het voetlicht te brengen. Door hierbij duidelijk te
maken wat ieders (gemeente, maatschappelijke partners, platforms en bewoners)
rollen en taken zijn, wordt zichtbaar wat er in gezamenlijkheid bereikt kan worden.
5.5 Gezamenlijk werken aan communicatie
Momenteel is de invulling van de informatievoorziening (nieuwsbrief en website)
vooral nog een gemeentelijke aangelegenheid. Ook de partners en gebiedsplatforms
kunnen input leveren en mede verantwoordelijk worden gemaakt voor de
informatievoorziening. Zo kunnen de leden van het gebiedsplatform zich voorstellen
in de nieuwsbrief (met foto en eventueel contactgegevens) en informatie aanleveren
voor de website en kunnen de maatschappelijke organisaties informatie geven over
projecten en ontwikkelingen in het gebied waarmee zij zich bezighouden.
30 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

5.6 Conclusies en mogelijke oplossingen/verbeterpunten
1 Website upgraden
Het is belangrijk de website up to date te houden. Hiervoor dient een webmaster te
worden aangesteld die daarvoor zorg draagt. Ook dienen de platforms zelf informatie
aan te dragen voor plaatsing op de website en is het verstandig een automatische
koppeling te maken tussen de info op de gemeentelijke site en de informatie
op mijnwijk.nl.
De gemeente heeft een plan van aanpak opgesteld voor het aanpassen van de
structuur van de website en de informatie per gebied. De uitvoering daarvan is
inmiddels gestart.
2 Zorg voor een regelmatige en goed verspreide informatievoorziening
Om ervoor te zorgen dat het GGW meer dan tot nu toe gaat leven onder de Udense
bevolking is een regelmatige informatievoorziening van groot belang. Daarin voorziet
nu de nieuwsbrief. Als besloten wordt daarmee door te gaan is het zaak dat die
met een vaste regelmaat gaat verschijnen en behalve onder de inwoners ook
worden verspreid onder de ambtelijke afdelingen en de (maatschappelijke) organisaties
en verenigingen die actief zijn in het gebied.
Mochten andere communicatiemiddelen worden ingezet, dan vergt ook de regelmaat
en verspreiding ervan de nodige aandacht.
3 Werk bij de informatievoorziening samen met partners en platforms
De nieuwsbrief en website zijn nu vooral een gemeentelijke aangelegenheid. Het is
goed de platforms en maatschappelijke partners in de redactie te betrekken. Zij
kunnen de nieuwsbrief en website ook gebruiken om de inwoners te informeren over
de ontwikkelingen en te betrekken bij projecten waar zij zich mee bezig houden.
4 Digitale mogelijkheden en social media inzetten
Om de inwoners te voorzien van up to date en recentere informatie kan ook een
digitale versie van de nieuwsbrief worden gemaakt. Daarnaast blijft er behoefte aan
een papieren versie. Ook is het een idee om een facebookpagina en twitteraccount
aan te maken en een linkdin-groep die kunnen worden ingezet om discussies te
voeren met betrekking tot het GGW en de interactie met bewoners aan te gaan.
5 Informatievoorziening 31

32 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

6 Algemene conclusies en aanbevelingen
Samen op weg!
De gemeente heeft ervoor gekozen het GGW werkende weg vorm en inhoud te
geven. Deze keuze wordt breed gedragen, omdat zo de mogelijkheid ontstaat om
- binnen randvoorwaarden - maatwerk te leveren. Door deze werkwijze is er een
verschuiving opgetreden in de rollen van gemeente en bewoners. De gemeente
durft dingen los te laten, waardoor bewoners meer eigen verantwoordelijkheid
kunnen nemen. Het is zaak deze positieve bijdrage aan burgerparticipatie in de
toekomst vast te houden.
Prettige samenwerking!
In het algemeen verloopt de samenwerking tussen de gemeenteambtenaren en
-bestuurders die verantwoordelijk zijn voor het GGW en de maatschappelijke partners
en gebiedsplatforms prettig. Er heerst een open cultuur en de onderlinge sfeer
is goed. De samenwerking met en betrokkenheid van vakambtenaren en andere
afdelingen is echter nog teveel afhankelijk van het toeval en de persoon.
Anders denken en werken!
GGW vraagt om anders denken en werken van de gehele gemeentelijke organisatie.
Zo dient meer projectmatig in plaats van afdelingsgericht te worden gewerkt. Het
project moet centraal staan en er moet worden gekeken welke afdelingen daarbij
moeten worden ingeschakeld. Een goede interne en externe communicatie moet
een belangrijk onderdeel zijn van zo’n projectmatige benadering. De meerwaarde
van samenwerking moet ‘tussen de oren komen’ van alle lagen in de gemeentelijke
organisatie. Om dit te bereiken is het zaak successen te vieren en meer zichtbaar te
maken en een programma op te stellen voor interne scholing van ambtenaren van
de verschillende afdelingen.
Niet praten, maar doen!
Tegelijkertijd wordt door veel betrokkenen opgemerkt dat de nadruk de afgelopen
tijd te veel heeft gelegen op het maken van plannen. Het heeft ook nogal wat tijd
gekost om de gebiedsplatforms op de rails te krijgen. Tot nu toe is vooral veel
gepraat over het gebiedsgericht werken en zijn veel uitgangspunten en processen
op beleidsniveau uitgewerkt. De gemeente moet ervoor waken dat de aanpak niet te
abstract wordt. Zowel de partners als de inwoners, maar ook de (vak)ambtenaren
zelf hebben nu behoefte aan concrete acties en uitvoering. Het moment is gekomen
om met elkaar aan de slag te gaan met de uitvoering van het GGW. Dat zal het
meer zichtbaar maken en een nieuwe impuls geven.
6 Algemene conclusies en aanbevelingen 33

De burger bestaat niet!
De grootste uitdaging voor allen die actief zijn in het GGW (gemeente, partners én
platforms) is het betrekken van bewoners erbij. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig.
Natuurlijk, er zijn altijd wel bewoners die lokaal betrokken en actief zijn. Die laten
zich wel zien en horen op bijeenkomsten. Maar hoe betrek je andere bewoners,
bijvoorbeeld de drukbezette tweeverdiener, bij de buurt?
Dit voorbeeld laat zien dat dé burger niet bestaat. Op basis van leefstijlen onderscheiden
we vier burgertypen:
De volgzame burger: voor hem speelt het sociale leven zich voor het grootste
deel af in de buurt, is gezagsgetrouw.
De pragmatische burger: voor hem heeft de buurt vooral een woonfunctie, heeft
er verder weinig binding mee, maar wil wel betrokken zijn bij zaken die hem
raken of interesseren.
De afzijdige burger: is wantrouwend en defensief, maar ook zelfredzaam;
gebruikt als consument de voorzieningen in de buurt, betrokkenheid bij de overheid
uit zich vooral in protest bij bijvoorbeeld veranderingen.
De actieve burger: voor hem is de buurt vooral de thuisbasis, het vertrekpunt
van waaruit activiteiten elders worden ondernomen, heeft vertrouwen in de
overheid en denkt graag mee met een maatschappijkritische blik.
In elke buurt kom je de verschillende burgertypen tegen. Bovendien kun je binnen
de vier burgertypen ook nog zowel denkers (zij die willen praten en overleggen) als
doeners (zij die in de buurt de handen uit de mouwen willen steken) onderscheiden.
Beiden zijn nodig om GGW tot een succes te maken.
Een gemeente die wil bereiken dat alle bewoners zo veel mogelijk betrokken raken
bij het GGW, zal een gerichte benadering moeten kiezen, toegespitst op wat de
verschillende burgertypen aanspreekt. Het gaat erom creatieve middelen in te
zetten, waardoor mensen zich laten verleiden om ook mee te gaan doen.
Op dit moment is (nog 1 ) geen staalkaart van methoden die met succes kunnen
worden toegepast per burgertype. Bovendien speelt daarbij ook nog de ‘couleur
locale’ een rol: wat in het ene dorp werkt hoeft in een andere wijk helemaal niet
succesvol te zijn.
Het belangrijkste is dat alle bij het GGW betrokken partijen (gemeente, maatschappelijke
partners en gebiedsplatforms) zich bewust zijn van het feit dat een gerichte
benadering nodig is om de verschillende typen burgers aan te spreken en betrokken
te maken. Dan pas kan burgerparticipatie (en dus: GGW) een echt succes worden.
1 In opdracht van de provincie onderzoekt het PON op dit moment wat mensen in Brabant ertoe
beweegt te (gaan) participeren. We gaan daarbij na in hoeverre de uitkomsten van dit onderzoek
herleid kunnen worden naar de verschillende burgertypen. Eind dit jaar hopen we op basis van dit
onderzoek te beschikken over meer handreikingen over hoe elk burgertype in beweging te krijgen is.
34 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Bijlagen
Bijlagen 35

36 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Bijlage A Deelnemers groepsgesprek
Er hebben drie groepsgesprekken plaatsgevonden. Hieronder staat weergeven
welke personen hebben deelgenomen aan het betreffende groepsgesprek:
Groepsgesprek met vertegenwoordigers gemeente, 19 maart 2012
Afdeling Communicatie Inge Smolders
Afdeling SO Anthony Wijnen
Afdeling OW Ton Franken, Christ Jan van Herpen, Theo de Haas
Afdeling MO Juanita van der Hoek, Margreet van de Rakt, Inge
Deckers, Emil Kolsteeg, Thelma van de Akker
Groepsgesprek met maatschappelijke partners, 19 maart 2012
Area Wonen Marijke Klerkx, Marie-Claire v/d Wiel, Yvon Dentener
Vivaan Jeanne Hollemans
Politie Toon van Vught, Patricia van der Lienden
Groepsgesprek met gebiedsplatforms, 8 maart 2012 2
Gebiedsplatform Centrum Jac Jansen, Wilbert Willems
Gebiedsplatform Zuid-Uden Rob Metsch, Mieke Noë
Gebiedsplatform Buitengebied i.o. Toon de Wild
Dorpsraad Volkel Rinus Verhoeven, Rini Verwegen
Dorpsraad Odiliapeel Leo Rooijmans, Willy Ivits
Bij alle drie gesprekken waren vanuit het PON aanwezig:
Hans de Kuyper, Jolanda Luijten, Koen Vinckx
2 De gebiedsplatforms zijn op 25 januari 2012 officieel geïnstalleerd. Veel platforms zijn ‘in oprichting’
al enkele jaren actief, maar sommige zijn in hun huidige hoedanigheid dus pas korte tijd aan de
slag,waardoor deze evaluatie in hun ogen te vroeg kwam. Ook de maatschappelijke partners gaven
aan nog weinig ervaring met het GGW te hebben. De ervaringen/meningen van de verschillende
gebiedsplatforms lopen ver uiteen. Zij verkeren in verschillende fasen en werken alle op een andere
manier. Er zijn grote verschillen tussen de ervaringrijke dorpsraden enerzijds en de minder ervaringrijke
gebiedsplatforms in de kern Uden, maar ook tussen de gebiedsplatforms binnen de kern Uden.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de ervaringen van de vroegere wijkraden niet beschouwd mogen
worden als ervaringen met het werken als gebiedsplatform. De evaluatie onder de gebiedsplatforms
en maatschappelijke partners is dan ook niet zozeer bedoeld als terugblik, maar moet meer worden
gezien als ‘bijvangst’ om de knelpunten te inventariseren en aanbevelingen en verbeterpunten te
formuleren voor de (nabije) toekomst.
Bijlage A Deelnemers groepsgesprek 37

38 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Bijlage B Respons enquête
Er zijn 3 verschillende vragenlijsten uitgezet.
Vragenlijst gebiedsplatforms
De vragenlijst voor gebiedsplatforms is verzonden aan 62 personen van 7
verschillende platforms. Hiervan zijn 30 vragenlijsten ingevuld. Deze zijn als volgt
verdeeld over de verschillende gebiedsplatforms:
1x Centrum (gezamenlijk ingevuld)
10x Odiliapeel
3x Buitengebied
6x Oost
2x Volkel
5x West
4x Zuid
Vragenlijst gemeente
De vragenlijst voor de gemeente is verzonden aan 20 gemeenteambtenaren van 4
verschillende afdelingen. Hiervan zijn 12 vragenlijsten ingevuld. Deze zijn als volgt
verdeeld over de verschillende afdelingen:
6x Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling (MO)
5x Afdeling Openbare Werken (OW)
2x Afdeling Stedelijke Ontwikkeling (SO)
1x Afdeling communicatie
Vragenlijst maatschappelijke partners
De vragenlijst voor maatschappelijke partners is verzonden aan 12 medewerkers en
bestuurders van 4 verschillende organisaties. Hiervan zijn 8 vragenlijsten ingevuld.
Deze zijn als volgt verdeeld over de verschillende organisaties:
3x Politie
2x Area
2x Vivaan
1x Compass
Bijlage B Respons enquête 39

40 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Bijlage C Vragenlijst gebiedsplatforms
Bijlage C Vragenlijst gebiedsplatforms 41

Vragenlijst aan leden gebiedsplatforms
Met gebiedsgericht werken wil de gemeente stimuleren dat bewoners actief betrokken zijn bij de eigen
woon- en leefomgeving. Om dat te bereiken zijn gebiedsplatforms ingesteld, die fungeren als
aanspreekpunt en adviseur voor de gemeente. Het gaat vooral over de manier waarop de gemeente
communiceert met de bewoners in het gebied en hoe bewoners betrokken kunnen worden bij
gemeentelijk beleid en projecten in hun eigen gebied.
Deze vragenlijst is bedoeld om te achterhalen wat de ervaringen zijn van de gebiedsplatforms met het
gebiedsgericht werken: wat ging goed en wat zou beter moeten? De resultaten van deze vragenlijst
worden gebruikt als input/informatie voor de groepsgesprekken met gemeente, samenwerkingspartners
en gebiedsplatforms. Twee leden van elk gebiedsplatform ontvangen in de loop van februari een
uitnodiging voor het gesprek.
Algemeen
1 Wat verstaat u persoonlijk onder het begrip “gebiedsgericht werken”?
2 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de wijze waarop uw gebiedsplatform is
ontstaan?
a Waarover bent u tevreden?
b Waarover bent u niet/minder tevreden?

Vragen over de inhoud
3 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de inbreng van uw gebiedsplatform bij
onderstaande punten?
a het opstellen van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
b de uitvoering van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
c de gebieds- en
uitvoeringsschouw
d het fysieke
activiteitenprogramma
tevreden zowel tevreden,
als ontevreden
ontevreden NVT, wij zijn
nog niet zo
ver
ik ben hier
niet bekend
mee
dat weet ik
niet
e de sociale agenda
4 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a het opstellen van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
b de uitvoering van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
c de gebieds- en
uitvoeringsschouw
d het fysieke
activiteitenprogramma
e de sociale agenda
Toelichting op uw antwoord bij vraag 3
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………….
5 Wordt uw platform tussendoor ook wel eens door de gemeente ingeschakeld bij zaken die
invloed hebben op de leefbaarheid van uw gebied?
Ja ga door met de volgende vraag
Nee ga door met vraag 8
Dat weet ik niet ga door met vraag 8
2

6 Bij welke zaken is uw platform tussendoor ingeschakeld en op welke manier gebeurde dat?
7 In hoeverre bent u hierover tevreden of ontevreden?
Ik ben hierover tevreden
Ik ben hierover zowel tevreden als ontevreden
Ik ben hierover niet tevreden
8 Kunt u uw antwoord hieronder kort toelichten?
9 Zijn er nog zaken die in uw gebied spelen en waar uw platform bij betrokken wil worden?
Zo ja, welke zaken zijn dat dan en welke rol wil het platform dan vervullen?
Ja, en dat is bij de volgende zaken:
Nee
Dat weet ik niet
Vragen over samenwerking
10 Hoe verlopen in het algemeen de contacten met de andere gebiedsplatforms?
c Wat gaat goed?
d Wat kan beter?
11 Hoe verlopen in het algemeen de contacten met de gemeente?
a Wat gaat goed?
3

Wat kan beter?
12 Hoe verlopen in het algemeen de contacten met de andere maatschappelijke partners
(woningcorporatie, welzijnswerk, politie e.d.)?
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
Vragen over communicatie
13 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de manier waarop de gemeente….
a uw gebiedsplatform informeert
tevreden zowel tevreden,
als ontevreden
ontevreden NVT, wij zijn
nog niet zo ver
dat weet ik niet
b inwoners informeert over het
gebiedsgericht werken in de gemeente
c inwoners informeert over de
gebiedsplatforms
14 Kunt u uw hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a informatie van de gemeente aan uw
gebiedsplatform
b informatie van de gemeente aan de
inwoners over het gebiedsgericht
werken in de gemeente
c informatie van de gemeente aan de
inwoners over de gebiedsplatforms
Toelichting op uw antwoord bij vraag 11
4

15 Bent u bekend met de gemeentelijke nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken en de
gebiedsplatforms?
ja
nee ga door met vraag 16
dat weet ik niet ga door met vraag 16
16 Wat vindt u van de gemeentelijke nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken en de
gebiedsplatforms?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
17 Wat vindt u van de informatie over het gebiedsgericht werken en de gebiedsplatforms op de
gemeentelijke website?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
18 Op welke wijze informeert u als platform de inwoners?
5

19 Wordt u als platform ook door de bewoners van uw werkgebied benaderd en/of krijgt u
verzoeken om advies, informatie of ondersteuning?
Ja, namelijk voor:
Nee
Dat weet ik niet
Vragen over de organisatie
20 De gemeente Uden heeft het gebiedsgericht werken georganiseerd met een
verantwoordelijke wethouder, een gebiedscoördinator en een contactambtenaar. Wat vindt
van de wijze waarop dit georganiseerd is?
Tot slot
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
21 Heeft u nog suggesties of tips om het gebiedsgericht werken te verbeteren?
22 Zijn er nog zaken over het gebiedsgericht werken en/of de gebiedsplatforms die van belang
zijn om ook mee te nemen in de evaluatie? Deze kunt u hieronder kort omschrijven.
6

23 Van welk gebiedsplatform bent u lid?
Centrum Zuid Buitengebied
West Volkel
Oost Odiliapeel
U bent aan het einde gekomen van deze vragenlijst.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
7

Bijlage D Vragenlijst gemeente
Bijlage D Vragenlijst gemeente 49

Vragenlijst aan vertegenwoordigers van de gemeente
Met gebiedsgericht werken wil de gemeente stimuleren dat bewoners actief betrokken zijn bij de eigen woon- en leefomgeving.
Om dat te bereiken zijn een verantwoordelijke wethouder, clustercoördinator, projectleider gebiedsontwikkelingsplan, gebieds-
coördinator, contactambtenaar en gebiedsplatforms aangesteld. De gebiedsplatforms fungeren als aanspreekpunt en adviseur
voor de gemeente voor de manier waarop de gemeente communiceert met de bewoners in het gebied en hoe bewoners betrok-
ken kunnen worden bij gemeentelijk beleid en projecten in hun eigen gebied.
Deze vragenlijst is bedoeld om te achterhalen wat de ervaringen zijn van de gemeentelijke ambtenaren met het gebiedsgericht
werken: wat ging goed en wat zou beter moeten? De resultaten van deze vragenlijst worden gebruikt als input/informatie voor de
groepsgesprekken met gemeente, samenwerkingspartners en gebiedsplatforms. Uiterlijk 1 maart 2012 ontvangt u een uitnodiging
voor het gesprek.
Algemeen
1 Wat verstaat u persoonlijk onder het begrip “gebiedsgericht werken”?
Vragen over de organisatie
2 De gemeente Uden heeft het gebiedsgericht werken georganiseerd met een verantwoordelijke wethouder, een
beleidsverantwoordelijke (clustercoördinator), een projectleider gebiedsontwikkelingsplan, een gebiedscoördina-
tor, aangevuld met een contactambtenaar. Wat vindt van de wijze waarop dit georganiseerd is?
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
3 Hoe verlopen volgens u de contacten tussen de ambtenaren van de vakafdelingen en de ambtenaren die verant-
woordelijk zijn voor het gebiedsgericht werken (clustercoördinator, projectleider gebiedsontwikkelingsplan,
gebiedscoördinator, contactambtenaar)?
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
4 Welke effecten heeft het gebiedsgericht werken volgens u gehad op de onderlinge samenwerking binnen de
gemeente?
a Wat gaat daardoor beter?
b Wat gaat daardoor minder goed?

Vragen over samenwerking
5 Weet u wat de functie van de gebiedsplatforms is?
Ja, namelijk ………………………………………………………………………………..
Nee
Dat weet ik niet
6 Welke effecten heeft het gebiedsgericht werken volgens u gehad op de samenwerking tussen gemeente en
burgers?
a Wat gaat daardoor beter?
b Wat gaat daardoor minder goed?
7 Hoe verlopen volgens u de contacten van de gemeente met de gebiedsplatforms?
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
8 Welke effecten heeft het gebiedsgericht werken volgens u gehad voor de samenwerking met maatschappelijke
partners (woningcorporatie, welzijnswerk, politie en dergelijke)?
a Wat gaat daardoor beter?
b Wat gaat daardoor minder goed?
Vragen over communicatie
9 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de manier waarop de gemeente….
a de gebiedsplatforms informeert
tevreden zowel tevreden,
als ontevreden
ontevreden dat weet ik niet
b inwoners informeert over het
gebiedsgericht werken in de gemeente
c inwoners informeert over de
gebiedsplatforms
2

10 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a informatie van de gemeente aan de
gebiedsplatforms
b informatie van de gemeente aan de inwoners over
het gebiedsgericht werken in de gemeente
c informatie van de gemeente aan de inwoners over
de gebiedsplatforms
Toelichting op uw antwoord bij vraag 9
11 Bent u bekend met de gemeentelijke nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken en de gebiedsplatforms?
Ja
Nee ga door met vraag 13
Dat weet ik niet ga door met vraag 13
12 Wat vindt u van de gemeentelijk nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken en de gebiedsplatforms?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
13 Wat vindt u van de informatie over het gebiedsgericht werken en de gebiedsplatforms op de gemeentelijke
website?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
Vragen over de inhoud
14 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de inbreng van de gebiedsplatforms bij onderstaande punten?
a het opstellen van het Gebieds- of
Dorpsontwikkelingsplan
b de uitvoering van het Gebieds- of
Dorpsontwikkelingsplan
tevreden zowel tevreden,
als ontevreden
ontevreden dat weet ik niet
c de gebieds- en uitvoeringsschouw
d het fysieke activiteitenprogramma
e de sociale agenda
3

15 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a het opstellen van het Gebieds- of
Dorps-ontwikkelingsplan
b de uitvoering van het Gebieds- of
Dorpsontwikkelingsplan
c de gebieds- en uitvoeringsschouw
d het fysieke activiteitenprogramma
e de sociale agenda
Toelichting op uw antwoord bij vraag 14
16 Heeft u ook wel eens (tussendoor) het gebiedsplatform ingeschakeld bij zaken die invloed hebben op de
leefbaarheid van een gebied?
Ja ga door met de volgende vraag
Nee ga door met vraag 20
Dat weet ik niet ga door met vraag 20
17 Bij welke zaken heeft u een gebiedsplatform tussendoor ingeschakeld en op welke manier gebeurde dat?
18 In hoeverre bent u hierover tevreden of ontevreden?
Ik ben hierover tevreden
Ik ben hierover zowel tevreden als ontevreden
Ik ben hierover niet tevreden
19 Kunt u uw antwoord hieronder kort toelichten?
20 Zijn er nog zaken waarvoor u zelf een gebiedsplatform zou willen betrekken?
Tot slot
Zo ja, welke zaken zijn dat dan en welke rol moet het platform dan vervullen?
Ja, en dat is bij de volgende zaken:
Nee
Dat weet ik niet
21 Heeft u nog suggesties of tips om het gebiedsgericht werken te verbeteren?
4

22 Zijn er nog zaken over het gebiedsgericht werken en/of de gebiedsplatforms die van belang zijn om ook mee te
nemen in de evaluatie? Deze kunt u hieronder kort omschrijven.
23 Wat is uw functie binnen de gemeente Uden?
Specifieke functie in het kader van gebiedsgericht werken (contactambtenaar, gebiedscoördinator, projectleider GOP,
clustercoördinator)
Leidinggevende/lid MT
Ambtenaar bij de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Ambtenaar bij de afdeling Stedelijke Ontwikkeling
Ambtenaar bij de afdeling Openbare Werken
Ambtenaar bij de afdeling Bouwen en Milieu
Anders, namelijk
U bent aan het einde gekomen van deze vragenlijst.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
5

Bijlage E Vragenlijst maatschappelijke
partners
Bijlage E Vragenlijst maatschappelijke partners 55

Vragenlijst aan maatschappelijke partners
Met gebiedsgericht werken wil de gemeente stimuleren dat bewoners actief betrokken zijn bij de eigen
woon- en leefomgeving. Om dat te bereiken zijn bij de gemeente een verantwoordelijke wethouder,
clustercoördinator, projectleider gebiedsontwikkelingsplan, gebiedscoördinator, contactambtenaar,
alsmede gebiedsplatforms ingesteld. De gebiedsplatforms fungeren als aanspreekpunt en adviseur
voor de gemeente voor de manier waarop de gemeente communiceert met de bewoners in het gebied
en hoe bewoners betrokken kunnen worden bij gemeentelijk beleid en projecten in hun eigen gebied.
Deze vragenlijst is bedoeld om te achterhalen wat de ervaringen zijn van de maatschappelijke partners
met het gebiedsgericht werken: wat ging goed en wat zou beter moeten? De resultaten van deze
vragenlijst worden gebruikt als input/informatie voor de groepsgesprekken met gemeente, samenwerkingspartners
en gebiedsplatforms.
Algemeen
1 Wat verstaat u persoonlijk onder het begrip “gebiedsgericht werken”?
Vragen over samenwerking
2 In hoeverre heeft het gebiedsgericht werken volgens u invloed gehad op de samenwerking
tussen….
Is beter
geworden
Niet beter en
niet slechter
geworden
Is slechter
geworden
Dat weet ik niet
a De gemeente en u(w organisatie)
b De burgers en u(w organisatie)
c De gemeente en de burgers
d De afdelingen binnen de gemeente
e U(w organisatie) en andere
maatschappelijke partners

3 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u vindt dat de samenwerking beter of
slechter is geworden?
a Samenwerking gemeente
en u(w organisatie)
b Samenwerking burgers en
u(w organisatie)
c Samenwerking gemeente
en burgers
d Interne samenwerking
binnen de gemeente
e Samenwerking u(w
organisatie) en andere
maatschappelijke partners
4 Weet u wat de functie van de gebiedsplatforms is?
Ja , namelijk
Nee
Dat weet ik niet
Toelichting op uw antwoord bij vraag 2
5 Hoe verlopen volgens u de contacten tussen de gemeente, de gebiedsplatforms en de
maatschappelijke organisaties?
a Wat gaat goed?
b Wat kan beter?
2

Vragen over communicatie
6 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de manier waarop de gemeente….
Tevreden Zowel tevreden,
als ontevreden
Ontevreden Dat weet ik niet
a U(w organisatie) informeert over het
gebiedsgericht werken in de gemeente
b U(w organisatie) informeert over de
gebiedsplatforms
c Inwoners informeert over het gebiedsgericht
werken in de gemeente
d Inwoners informeert over de gebiedsplatforms
e De gebiedsplatforms informeert
7 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a Informatie van de gemeente
aan u(w organisatie) over
het gebiedsgericht werken
in de gemeente
b Informatie van de gemeente
aan u(w organisatie) over
de gebiedsplatforms
c Informatie van de gemeente
aan de inwoners over het
gebiedsgericht werken in de
gemeente
d Informatie van de gemeente
aan de inwoners over de
gebiedsplatforms
e Informatie van de gemeente
aan de gebiedsplatforms
Toelichting op uw antwoord bij vraag 6
8 Bent u bekend met de gemeentelijke nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken en de
gebiedsplatforms?
Ja
Nee ga door met vraag 10
Dat weet ik niet ga door met vraag 10
3

9 Wat vindt u van de gemeentelijk nieuwsbrief over het gebiedsgericht werken?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
10 Wat vindt u van de informatie over het gebiedsgericht werken op de gemeentelijke website?
a Wat vindt u goed?
b Wat kan beter?
Vragen over de inhoud
11 In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over de inbreng van uw organisatie bij
onderstaande punten?
a Het opstellen van het Gebieds-/
Dorpsontwikkelingsplan
b De uitvoering van het Gebieds-/
Dorpsontwikkelingsplan
Tevreden Zowel tevreden,
als ontevreden
Ontevreden Dat weet ik niet
c De gebieds- en uitvoeringsschouw
d Het fysieke activiteitenprogramma
e De sociale agenda
4

12 Kunt u hieronder per item kort toelichten waarom u hierover wel of niet tevreden bent?
a Het opstellen van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
b De uitvoering van het
Gebieds-/Dorpsontwikkelingsplan
c De gebieds- en
uitvoeringsschouw
d Het fysieke
activiteitenprogramma
e De sociale agenda
Toelichting op uw antwoord bij vraag 11
13 Heeft u zelf wel eens het gebiedsplatform ingeschakeld bij zaken die invloed hebben op de
leefbaarheid van een gebied?
Ja ga door met de volgende vraag
Nee ga door met vraag 17
Dat weet ik niet ga door met vraag 17
14 Bij welke zaken heeft u een gebiedsplatform tussendoor ingeschakeld en op welke manier
gebeurde dat?
15 In hoeverre bent u hierover tevreden of ontevreden?
Ik ben hierover tevreden
Ik ben hierover zowel tevreden als ontevreden
Ik ben hierover niet tevreden
16 Kunt uw antwoord hieronder kort toelichten?
17 Zijn er nog zaken waarvoor u zelf een gebiedsplatform zou willen betrekken?
Zo ja, welke zaken zijn dat dan en welke rol moet het platform dan vervullen?
Ja, en dat is bij de volgende zaken:
Nee
Dat weet ik niet
5

Vragen over de organisatie
18 De gemeente Uden heeft het gebiedsgericht werken intern georganiseerd met een verantwoordelijke
wethouder, een beleidsverantwoordelijke (clustercoördinator) een projectleider
gebiedsontwikkelingsplan, een gebiedscoördinator, aangevuld met een contactambtenaar.
Wat vindt u van de wijze waarop dit georganiseerd is?
Tot slot
a Wat vindt u goed?
b Wat kan volgens u beter?
19 Heeft u nog suggesties of tips om het gebiedsgericht werken te verbeteren?
20 Zijn er nog zaken over het gebiedsgericht werken en/of de gebiedsplatforms die van belang
zijn om ook mee te nemen in de evaluatie? Deze kunt u hieronder kort omschrijven.
21 Bij welke organisatie bent u werkzaam?
Vivaan
Area
Compass
Politie
U bent aan het einde gekomen van deze vragenlijst.
Hartelijk dank voor uw medewerking.
6

62 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden

Bijlage F Hoe kunnen inwoners beter
betrokken worden?
Tijdens de installatiebijeenkomst van de gebiedsplatforms van 25 januari 2012
hebben de gebiedsplatforms is gemengde groepjes gebrainstormd over de vraag:
Hoe kun je bewoners betrokken maken? Dit heeft de onderstaande ideeën opgeleverd.
Organiseer activiteiten
digitaal straatprikbord
‘mijn wijk’ op de website veel prominenter maken
stel een BIN (BurgerInformatieNetwerk) in
successen boeken en vieren
stel een burgerdenktank in
zet een straatnetwerk in
organiseer het onderwerp gerelateerd
verdeel aandachtsgebieden
gebruik de D2-methode (denkers en doeners)
vraag mensen persoonlijk
zorg voor een persoonlijke en open communicatie/dialoog
maak het klein via directe contacten
begin kleinschalig en zorg voor een olievlek
door te investeren en te cashen
benut de buurtsuper
een lichtkrant bij de supermarkt
organiseer activiteiten
organiseer een zeskamp
rij met een geluidswagen door de wijk
creëer een ontmoetingsplek (‘benkske’)
zorg voor röring
school, kids
organiseer een ontbijtclub
beleg een jaarvergadering
jaarlijks evalueren en terugkoppelen (jaarverslag én mondeling)
formeer gelegenheidswerkgroepjes en ga erop af: hangjongeren, moeders op
school
Werk samen met anderen
organiseer inbreng/inspraak/betrokkenheid die ertoe doet en doe er iets mee
breng wensen en behoeften van bewoners samen met de gemeentelijke visie
denk niet in eilandjes (wij-zij) maar in wij-land
heb als gemeente en gebiedsplatform een luisterend oor
werk samen met instanties en koppel dat terug naar bewoners
weet waar je naar toe verwijst (voorkom kastje en de muur)
Bijlage F Hoe kunnen inwoners beter betrokken worden? 63

ewaak het proces en het algemeen belang (platform is geen klachtenbureau)
bewaak het proces en neem je rol samen met de wijkcontactambtenaar
ken de structuren en weet hoe die willen communiceren
geef vertrouwen, toon interesse en belangstelling
communiceer tijdig (niet als mosterd na de maaltijd)
gebruik bestaande netwerken
Eisen aan de gemeente
hoe betrekken we ook de ambtenaren?
werk meta-disciplinair (en niet in zuiltjes)
maak een stakeholders-analyse
betrek de platforms vroeg (vóór het ontwerp)
gedragsverandering van ambtenaren is nodig
neem de platforms serieus
kom beloftes na
wees betrouwbaar
luister naar bewoners
betrek ook de wijkraden en buurtverenigingen
benut de buurtschappen en wijkraden
behoudt de structuur van wijkraden en buurtschappen
betrek directe omwonenden bij een project, gebruikmakend van de bestaande
structuren (bijvoorbeeld buurtvereniging)
zorg voor een snelle terugkoppeling van gemeente naar platforms
betrek de platforms bij de opdrachtontvangst
Zet communicatiemiddelen in
maak het bekend en zichtbaar (nieuwsbrief, krant, bibliotheek, apotheek et
cetera)
webpagina (via de gemeente)
zorg voor een toegankelijke gemeentelijk website
actuele website
herkenbare nieuwsbrief in combinatie met de website
persberichten, nieuwsbrief, mail, sociale media
nieuwsbrief per gebied
nieuwsbrief (kort, concreet, herkenbaar)
dorpsblad
informatie in media, zoals ’t periodiekske
communiceer per e-mail
kliknieuws, twitter, nieuwsbrief
zorg voor infopunten bij ontmoetingsplekken
plaats een informatiezuil op openbare plaatsen en in openbare gebouwen
maak een app-zuiltje
mailcontact, website per buurt, praten
sociale media
social media: sms, twitter, hyves, facebook
blogspot
voor ouderen specifieke communicatiemiddelen (post, bijeenkomsten)
vorm aanpassen aan de doelgroep: jongeren, moeders
64 Evaluatie Gebiedsgericht Werken gemeente Uden