Expresse Bodemtextuur - Boerentaal

Bodemtextuur
Bodemtextuur geeft inzicht in kans op slemp
De bodem bestaat uit deeltjes van verschillende grootte. Sommige
houden vocht of nutriënten vast en spelen daarmee een rol
bij de bodemvruchtbaarheid. Ook om het risico van gevoeligheid
voor slemp en droogte in te schatten, speelt de bodemtextuur
een belangrijke rol. Daarop kunt u bijsturen.
De kleinste deeltjes van de bodem variëren nog enorm in grootte.
Ze worden aangeduid met klei (of lutum), silt en zand. De kleinste
gronddeeltjes heten klei, de grovere delen heten zand. Silt is groter
dan klei maar kleiner dan zand. Deze deeltjes bij elkaar worden
bodemtextuur genoemd.
De bodemtextuur verklaart bijvoorbeeld waarom twee percelen
met eenzelfde percentage afslibbaar toch verschillen in slempgevoeligheid.
Ook kan bodemtextuur het verschil in bewerkbaarheid
verklaren. En ook waarom het ene perceel zandgrond
droogtegevoeliger is dan het andere perceel, ondanks eenzelfde
humusgehalte. BLGG AgroXpertus kan de verhouding tussen de
Rendement Grip Gemak
De bodemtextuur is een van de fysische
bodemeigenschappen en bepaalt mede
de bodemvruchtbaarheid. Inzicht in de
bodemtextuur betekent dat u gericht
kunt bijsturen om de bodemvruchtbaarheid
te verbeteren. Dat leidt tot een beter
rendement.
Bodemtextuur is een vast gegeven, maar
u kunt wel bijsturen. Bijvoorbeeld, de
kans op slemp kunt u verminderen door
organische stof toe te voegen of calcium
toe te voegen (bijvoorbeeld bekalken of
gips). Daarmee hebt u grip op teeltrisico’s.
Expresse
verschillende bodemdeeltjes meten. Dat gaat een stap verder
dan het bepalen van het percentage afslibbaar. Daardoor geeft
deze meting extra inzicht in de eigenschappen van de bodem, of
het nu klei- of zandgrond is.
• Kleideeltjes zijn kleiner 0,002 millimeter. De kleiplaatjes binden
nutriënten als Ca, Mg en K. De kleideeltjes binden ook vocht,
maar ze staan dat niet snel af aan de plantenwortels.
• Silt is 0,002 tot 0,05 millimeter. Die deeltjes zijn nog steeds niet
zichtbaar zonder microscoop. Silt bindt weinig nutriënten.
Het kan wel goed water vasthouden en staat dat ook weer
gemakkelijk af aan het gewas.
• Zand is het deel van de korrels die tussen 0,05 en 2 millimeter
groot zijn. Zand bindt geen nutriënten en de korrels
zelf houden ook weinig vocht vast. Door de ruimte tussen
de zandkorrels voert het wel gemakkelijk vocht af; het zorgt
voor een goede ontwatering.
Informatie over bodemtextuur vindt u
op de uitslagen van de bemestingsonderzoeken.
Behalve een cijfer voor de
verslemping vindt u daarop de percentages
klei, silt en zand van uw bodem.
Overzichtelijk en eenduidig.

Bodemvruchtbaarheid
De grootte van de bodemdeeltjes van de grond bepalen dus voor
een groot deel de bodemvruchtbaarheid. Kleigrond bestaat uit
hele kleine deeltjes en is over het algemeen vruchtbaarder dan
zandgrond, waarvan de korrels veel groter zijn. De meeste grondsoorten
bestaan uit korrels van verschillende grootte. Zandgrond
bevat ook vaak klei en silt, kleigrond bevat ook zand.
Naamgeving
De verhouding tussen klei, silt en zand in een bodem bepaalt de
naamgeving van een grondsoort. Grofweg worden de percelen
nu ingedeeld in zand en klei, een grote ontbrekende is “zavel”.
Voor een precieze bemestingsadvisering is een verfijndere indeling
van de grondsoorten nodig. Door de bepaling van de bodemtextuur
is het mogelijk om een indeling te maken in zand, lemig
zand, zandige leem, zavel, lichte klei en klei.
De meeste bodems bevatten klei (ook lutum genoemd), silt en
zand. De kleinste zandkorrel is al 25 keer zo groot als een kleideeltje.
Verslemping
De bodemtextuur bepaalt de gevoeligheid voor verslemping. Bij
verslemping ontmengen de bodemdeeltjes. Een perceel waarvan
de grond grotendeels uit één van de drie soorten bodemdeeltjes
bestaat, is niet gevoelig voor verslemping doordat die deeltjes
niet kunnen ontmengen. Percelen die alledrie de bodemdeeltjes
bevatten, kunnen wel verslemping geven.
De verhouding tussen de verschillende bodemdeeltjes in een
perceel is een gegeven, daar kunt u als grondgebruiker niet op
sturen. Wel kunt u de kans op verslemping beperken. Als u aan de
hand van de bodemtextuur inziet dat er kans op verslemping is,
dan kunt u daarmee rekening houden. De grond bewerken onder
droge omstandigheden bijvoorbeeld, en het zaaibed niet te fijn
maken. Ook het verhogen van het gehalte organische stof en toevoegen
van calcium beperkt slempgevoeligheid doordat zowel
organische stof als calcium bodemdeeltjes binden.
In ontwikkeling
Bodemtextuur is een kengetal in ontwikkeling. Nu is het een
handvat om het bemestingsadvies aan te scherpen en geeft het
inzicht in de kans op verslemping. Daar komen in de toekomst
meer toepassingen bij. De grootte van de bodemdeeltjes heeft
ook invloed op het vochtvasthoudend vermogen van de grond.
Het bepaalt dus ook hoeveel water beschikbaar is voor de plant,
oftewel, hoe snel een perceel moet worden beregend. De informatie
van de bodemtextuur is daarom ook waardevol bij het gebruik
van bijvoorbeeld beregeningsplanners.
Standaard onderzoek
Het bepalen van de bodemtextuur, dus van de percentages klei, silt
en zand in de bodem, voert BLGG AgroXpertus standaard uit bij
de onderzoeken BemestingsWijzer en BemestingsMonitor Bodem.
Afslibbaar
Als u het % afslibbaar wilt weten kunt u het klei% + (grofweg)
de helft van de silt bij elkaar optellen, dan heeft u het afslibbaar.
pF-curve
BLGG AgroXpertus
Binnenhaven 5
Postbus 170
6700 AD Wageningen
Telefoon: +31 (0)88 - 8761010
Fax: +31 (0)88 - 8761011
E-mail: klantenservice@blgg.agroxpertus.com
Internet: blgg.agroxpertus.nl