Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
attesten te voegen van de verantwoordelijken of eigenaars der bezochte plaatsen.<br />
ln ieder gevai zagen ze er beslist ook uit aIs aanbevelingsbrieven die de<br />
opsporingen van de kunstenaar zouden vergemakkelijken, hem deuren openen<br />
die anders gesloten zouden gebleven zijn 39. Rij kan dus onmogelijk verward<br />
worden met de geschiedschrijver van het hof 40 en nog minder is het aan te<br />
nemen dat Rubens hem in 1609 bij zijn terugkeer uit Italië uit zijn ambt verdreven<br />
zou hebben 41.<br />
Ret is dan ook niet te verwonderen dat de Succa siechts aIs "commis a la<br />
recherche effigionaire de princes" vermeld wordt in prestigeakten, die van hem<br />
uitgaan, of in bezoeksattesten die de termen herhaalden van het introductieschrijven<br />
dat de kunstenaar had moeten vertonen 42. ln al1e andere officiële<br />
documenten wordt deze titei nooit vermeld, ook niet in akten die rechtstreeks<br />
van de Aartshertogen uitgaan.<br />
Ondanks het geringe aantai authentieke documenten over de Succa, die<br />
tot nu toe aan het licht gebracht zijn, geeft de voigende tabei een overzicht van<br />
zijn bedrijvigheid en reizen over een periode van een twintigtai jaren:<br />
1567 (ten Iaatste)<br />
4 augustus 1582<br />
Antwerpen<br />
Antwerpen<br />
Geboorte van Antonio de Succa.<br />
Staat der verdeling der goederen van<br />
Willem de Succa. Antonio wordt aIs<br />
minderjarig vermeld 43.<br />
De gezworen chirurgen van de stad<br />
Antwerpen worden bij het ziekbed van<br />
schellingen schuldig was, maar misschien betreft het niet dezelfde persoon (Zie Antwerpen,<br />
SAA, Weesmeesterkamer 36, bundel 6. 4 augustus 1582).<br />
39 J.B. Gramaye, had voor dezelfde redenen ook van de Aartshertogen een introductieschrijven<br />
verkregen, cf. J. Stecher, Grarnaye, Jean-Baptiste, kol. 180, M.A. Arnould,<br />
Historiographie, op. cit., p. 38, en A. Viaene, De historiograaf, p. 319-322.<br />
40 Volgens M.A. Arnould, Historiographie, op. cit., zijn de officiële historiografen achtereenvolgens<br />
Justus Lipsius (1595-1606), J.B. Gramaye (1606-1608), vervolgens Puteanus,<br />
in de ons betreffende tijd.<br />
41 W. Stechow, Sorne thoughts, p. 31.<br />
42 Aldus, in de inleiding tot de uitgave van A. Barlande uit 1603 "Jan Vrients ... estant<br />
assisté d'Antoine de Succa, gentilhomme aussi natif d'Anvers, comis de vos Alteses<br />
Serenissimes a la recherche des genealogies effigionnaires de Princes ... "; de erkenning<br />
door de Antwerpse magistraat van de adeldom der familie de Succa, op 27 juli 1603 (Brussel,<br />
M.B.Z., nr. 62, f. 68 en Antwerpen, SAA, Col1ectanea 20, f. 155-156v G , Certificatieboeck<br />
68, f. 201 (11/1/1607); een verklaring van 16 maart 1617 inzake zijn wapen,<br />
ondertekend door de Succa (kopie in Brussel, KB, TI 6448, f. 7); een akte van P. de Launay,<br />
wapenkoning van het hertogdom Brabant, gedateerd 1 april 1648 (Zie Brussel, M.B.Z.,<br />
nr. 62, f. 65vO); zijn grafschrift in de Antwerpse Sint-Andrieskerk. ln de tekst der<br />
Mernoriën wordt hij door de attesten op dezelfde wijze genoemd.<br />
43 Antwerpen, SAA, Weesmeesterkamer 38, bundel6.