Verhaal: Cowboys bij het kanaal... - Echt gebeurd! - Utrecht
Verhaal: Cowboys bij het kanaal... - Echt gebeurd! - Utrecht
Verhaal: Cowboys bij het kanaal... - Echt gebeurd! - Utrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ECHT GEBEURD! <strong>Cowboys</strong> <strong>bij</strong> <strong>het</strong> <strong>kanaal</strong>… 5 juli 2009<br />
<strong>Cowboys</strong> <strong>bij</strong> <strong>het</strong> <strong>kanaal</strong>…<br />
“Ik vinnet stom hier.” zei Ad, met een grote rimpel tussen zijn wenkbrauwen en zijn neus.<br />
Zijn vader schrok op van zijn beschuitje en keek hem vragend aan. “Jij ook goeie morgen,<br />
jongen. Wou je ook een beschuitje <strong>bij</strong> je ont<strong>bij</strong>t?” vroeg hij plagend.<br />
“Ik wil naar ons ouwe huis in de Hobbemastraat…” zei Ad bokkig.<br />
“Nu al?” vroeg zijn vader verwonderd. “We zijn gisteren pas hierheen verhuisd!<br />
Ben je niet blij met een eigen kamer, in plaats van met je broertjes samen in stapelbedden,<br />
zoals in <strong>het</strong> oude huis?”<br />
Ad haalde onwillig zijn schouders op. “Ja…” gaf hij toe. “Dat is wel tof. Maar <strong>het</strong> is hier<br />
buiten zo’n rotzooi…allemaal zand en onkruid en modderplassen achter dat ijzeren hek.<br />
Thuis zou ik nu met de jongens van school in <strong>het</strong> Wilhelminapark gaan voetballen.”<br />
“Je hebt gelijk wat die woestenij betreft, jongen.” zei zijn vader troostend. “We zijn ook zo’n<br />
beetje de eersten die hier zijn komen wonen. Achter dat hek worden nog meer wijken<br />
gebouwd, net als dit wijkje. Even geduld, <strong>het</strong> wordt héél mooi…”<br />
“Ik moet <strong>het</strong> nog zien!” mopperde Ad.<br />
“Geduld is een schone zaak, jongen.” Zijn vader gaf hem een klopje op zijn hoofd. “We gaan<br />
wel een keer op de fiets naar Hoograven om te kijken. Je weet wel, die mooie nieuwe wijk die<br />
nog maar net klaar is. Het Kanaleneiland hier moet net zoiets worden, heb ik gelezen.”<br />
Moeder was intussen uit de keuken gekomen met een grote pot thee.<br />
“Die van Theunissen uit de Jan van Scorelstraat komen hier ook wonen en hoe <strong>het</strong>en die van<br />
de Rembrandtkade ook al weer, met die jongen met die sproeten…uit jouw klas…”<br />
“Spikkel!” zei Ad, blij verrast. “En Tim en Wim Theunissen…zijn die hier ook?”<br />
“Als ze er nog niet zijn, komen ze vandaag of morgen. Ik zou maar eens rondkijken als ik jou<br />
was.” zei zijn moeder.<br />
“Ik hoef geen thee…en ik eet mijn boterham buiten wel op!” En wèg was Ad.<br />
“Volgens mij hadden we hier net nog een humeurig kereltje.” zei vader glimlachend.<br />
Zijn vrouw schonk hem een nieuw kopje thee in. “Hij moet nog wennen.” zei ze.<br />
Bonk! Met een klap viel de keukendeur dicht en op de mat trok Ad zijn modder-schoenen<br />
uit. Even later hing hij gulzig aan de kraan in de gootsteen te drinken.<br />
“”Wat zie je eruit!” zei zijn moeder. “Ga eens opzij, dan kan ik de aardappelen af-gieten! Ga<br />
jij gauw naar boven je een beetje opfrissen. Trek je pyjama maar vast aan en leg je vuile<br />
kleren <strong>bij</strong> <strong>het</strong> wasgoed.”<br />
Bij <strong>het</strong> avondeten vertelde Ad honderduit: “Ik heb allemaal nieuwe vrienden! Ze zijn heel<br />
aardig! We hebben daar achter <strong>het</strong> hek gespeeld…er waren twee zandheuvels en met<br />
planken uit de bouw hebben we daar een dak tussen gemaakt voor een hut!<br />
En toen wouen we oorlogje spelen, maar iedereen wou de Canadezen zijn en nie-mand de<br />
Duitsers! En toen zijn we maar cowboytje gaan spelen…”<br />
Toen hij een paar flinke happen nam, vroeg moeder: “Heb je nog bekenden gezien?”<br />
“Tim en Wim waren er…” zei Ad met volle mond. “En morgen komt Spikkel, zeien ze. Kan die<br />
mooi Indiaan spelen. Met z’n sproeten is die precies een roodhuid!”<br />
Hans Doornweerd/Latifundium ad Flevum (LatAF)
ECHT GEBEURD! <strong>Cowboys</strong> <strong>bij</strong> <strong>het</strong> <strong>kanaal</strong>… 5 juli 2009<br />
“Pas je wel goed op, op dat bouwterrein …ik vind <strong>het</strong> best wel een beetje gevaarlijk zo! “ zei<br />
zijn moeder.<br />
“Ik wou dat ik zo’n speelterrein had gehad, toen ik zo oud was.” zei vader, met een<br />
dromerige blik in zijn ogen. “Ik heb best een leuke jeugd gehad in de binnenstad maar je<br />
moest wel altijd goed oppassen met die auto’s en met die paarden voor de sleperskarren.<br />
En hoe vaak we niet onze bal kwijtraakten in de Oude Gracht!”<br />
“Ze waren aan <strong>het</strong> zwemmen in <strong>het</strong> <strong>kanaal</strong>,” vertelde Ad enthousiast, “een paar grote<br />
jongens! Ze zwommen in hun gymbroekjes van school en één in zijn onderbroek, maar die<br />
gleed telkens van zijn billen! En één had een echt zwempak…met van die bandjes over zijn<br />
schouders…net als in de film! Mag ik daar óók zwemmen?”<br />
“Nou…,” zei zijn vader voorzichtig, ”…ik heb liever dat je daarmee even wacht tot ik heb<br />
gezien waar <strong>het</strong> is…”<br />
“…en of <strong>het</strong> een beetje veilig is!” vulde moeder bezorgd aan.<br />
“Als ik met dit mooie weer ergens nog een uurtje vrij kan nemen, gaan we daar samen<br />
zwemmen!” beloofde vader.<br />
Het kostte die avond niet veel moeite om Ad in bed te krijgen, rozig als hij was na een dag<br />
buitenspelen.<br />
“Volgens mij hadden we vanochtend nog een humeurig kereltje.” zei vader glim-lachend.<br />
“Ik zei je toch…,” antwoordde moeder,”…hij moet alleen nog een beetje wennen.”<br />
Hans Doornweerd/Latifundium ad Flevum (LatAF)