Voorjaar - Actorion

Jaargang 8, nummer 1 Uitgave voorjaar 2009 Prijs ¤ 4,95
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Magazine voor overheid en bedrijfsleven
Thema: Perspectief
René Jansen, directeur Zakelijke Relaties, Rabobank
Nieuwe arbeidsrelatie tussen baas en werknemer
De ‘Future Cities’ van de stadsregio

Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen is een
business-to-business magazine voor overheid en
bedrijfsleven dat vier keer per jaar wordt uitgegeven door
Actorion Communicatie in een oplage
van 12.000 exemplaren.
www.netwerkkan.nl
Colofon Inhoudsopgave
Redactieadres
Actorion Communicatie
Arnhemsestraatweg 346
6881 NK Velp
T 026 – 443 82 87
F 026 – 389 25 48
E adviseurs@actorion.nl
Redactieraad
Leoni Delsink, Gemma Schoot (eindredacteur),
Peter Smit (hoofdredacteur), Susanne Swaters
Concept & Realisatie
Actorion Communicatie
Basisontwerp & Vormgeving
Ontwerpbureau NEO, Velp
Fotografie & Visuals
Anoek Bleumer, Robert Aarts,
Kim Baster, Paul Breuker, ChinaFotoPress/ANP,
Huub Coenen, Hans Crezee, Dickhoff Foto,
Corine Jansen, Jacques Kok, Luuk van der Lee,
Rens Plaschek, De Spelerij
Druk
Drukkerij Gelderland, Arnhem
Bladmanagement
Actorion Communicatie
Gratis toezending
Bestuurders in de Stadsregio Arnhem Nijmegen
Directeuren, managers en beleidsambtenaren van
(semi-)overheidsorganisaties in de stadsregio
Directeuren en managers van bedrijven in de stadsregio
Losse nummers zijn verkrijgbaar bij
Actorion Communicatie voor € 4,95
Copyright
Het auteursrecht op de artikelen uit Netwerk magazine
berust bij Actorion Communicatie.
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de
uitgever mag niets uit deze opgave worden verveelvoudigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm,
fotokopie, scan of op welke andere wijze dan ook.
Uitgave
Voorjaar 2009
Het volgende nummer van Netwerk Stadsregio Arnhem
Nijmegen verschijnt in juni 2009
Partners
Breed, Nijmegen
Drukkerij Gelderland, Arnhem
Euregio Rijn-Waal, Kleve
Gaardenhage (gemeente Arnhem
Willemsen Makelaars, Bieze Makelaars)
GIBO Groep Accountants en Adviseurs, Arnhem
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
JDI ICT, Dieren
Karst Grit Media, Renkum
Keizer Karel Podia, Nijmegen
KuiperArnhem Bouw en Ontwikkeling, Arnhem
Landgoed Avegoor, Ellecom
Nysingh advocaten - notarissen N.V., Arnhem
Stadsregio Arnhem Nijmegen, Nijmegen
Stichting De Driestroom, Elst
Stadsregio Arnhem Nijmegen
van de redactie
burgemeester in beeld
column
column
rubriek
column
column
3
4
5
6
10
11
12
15
17
18
19
21
22
25
26
27
28
30
33
34
36
37
38
40
41
43
45
47
48
50
Op bedrijfsuitje naar de Spelerij
Thema in beeld
René Jansen van Rabobank Arnhem en Omstreken
Euregio subsidieert duurzaamheid en innovatie
Kees Luesink van Doesburg
Nieuwe arbeidsrelatie tussen baas en werknemer
Nieuw in de regio: Flevum Forum Network
Specialist nieuwe media blogt voor HAN-faculteit
Jaap Modder
Stadsregionaal
Kwaliteit centraal in verstedelijkingsopgave
Klimaatneutrale ‘Future Cities’ in stadsregio
Golden Tulip Avegoor: Hello World!
Ronald Migo
Intussen buiten de arena...
RBT KAN houdt meerdere potten op het vuur
Regionale musea verleiden de bezoeker
De pijlers van het succes van Breed in 2008
Kredietverlening van de ‘dichtbijbank’ gegroeid
Monique Leyenaar
GEM Waalsprong: 2009 is jaar van de Citadel
‘Customer intimacy’ trekt huurders naar Matserhuis
Young Journalist Award 2009
Pieter van Dijk
Directiewisseling KuiperArnhem Bouw en Ontwikkeling
De franchiseformule van Ondernemersgroep De Driestroom
Masterclass Pers & Publiciteit van Actorion Communicatie
Nationale Sport Platform ontsteekt het sportvuur
Partnernieuws
perspectieven helpen
stadsregio uit de crisis
Het kabinet is druk in de weer met steunmaatregelen die ons land door de
crisis heen moeten loodsen. Wat doen bedrijven en overheden in de Stadsregio
Arnhem Nijmegen om voor hun organisaties en hun doelgroepen de moed erin
te houden? Deze voorjaarseditie van Netwerk staat vol met perspectieven.
De Euregio Rijn-Waal zet subsidies in voor kleinschalige
projecten onder de noemers ‘duurzaamheid’ en ‘innovatie’.
De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) heeft een
specialist nieuwe media die de HAN al bloggend en twitterend
profileert bij aankomend studenten. De Stadsregio Arnhem
Nijmegen laat zien hoe we nú de duurzame technieken kunnen
ontwikkelen, waarmee we straks in de steden regenwater kunnen
vasthouden en groen kunnen inzetten. In onze compacte
‘Future Cities’ zullen we dan ook veel groene daken en groene
muren aantreffen, die de steden behoeden voor oververhitting
en smog.
Golden Tulip Avegoor in Ellecom, waar gastvrijheid altijd al een
kernwaarde is, verwelkomt de wereld met een nieuw concept
waarin Avegoor samenwerkt met lokale ondernemers onder
de noemer: Hello World.
Breed zet in 2009 de succesvolle gerichtheid op het MKB
voort. Voor dit marktsegment in de regio blijft Breed mensen
een beperking opleiden en voorbereiden voor werk in de
dienstverlening en de productie. Het SW-bedrijf gaat dit nu
ook doen met mensen die uit Wet Werk en Bijstand.
Voor KuiperArnhem Bouw en Ontwikkeling wordt 2009 ook
een jaar van verandering. Ten eerste is het eerste deel
van de bedrijfsnaam veranderd: van KuiperBouwgroep in
KuiperArnhem. Maar daarnaast treedt algemeen directeur
Hans Winters, die jarenlang hét gezicht was van het bedrijf,
per 1 april aanstaande terug. Meer dan twintig jaar heeft
Winters het bouwbedrijf op socratische wijze geleid. John
Moesbergen zal het beleid voortzetten, maar hij realiseert
zich wel: “We zullen alert en creatief moeten zijn, maar dat
maakt de uitdaging des te interessanter.” Hans Winters komt in
september terug als commissaris en directeur van de holding.
Stichting De Driestroom legt al jaren veel creativiteit aan de
dag. Nu weer met een franchisformule voor zorgondernemers,
mede ontwikkeld door de Ondernemersgroep De Driestroom.
In het omslaginterview is een bankier aan het woord: René
Jansen, directeur van Rabobank Arnhem en Omstreken. Hij
vertelt onder meer over hoe de bank in de stadsregio meewerkt
aan tal van oplossingen om uit de crisis te komen. De
bank blijft daarbij herkenbaar als de bank met een stabiele
koers. Die koers heeft de Rabobank Groep een winst van 2,8
miljoen euro opgeleverd (naast een verlies door de crisis van
1,2 miljard). Elders in deze editie vertellen twee collega’s van
René Jansen, die dagelijks met de klanten werken, hoe de
Rabobank de lokale bedrijven blijft steunen, in welke sector
dan ook.
Jurriaan de Mol van het Regionaal Bureau Toerisme, het RBT
KAN, zet de strategie van diversificatie voort. Had het RBT
KAN zich alleen op bijvoorbeeld de Engelsen gericht, “dan
hadden we nu met de ineenstorting van het pond sterling een
probleem gehad”.
Toeristen en bezoekers zullen de Stadsregio Arnhem Nijmegen
ongetwijfeld weten te vinden, waar zo veel mensen en organisaties
- en niet te vergeten: de regionale musea op pagina 30
– de kunst van het verleiden verstaan.
Ik wens u veel leesplezier.
Peter Smit, hoofdredacteur
van de redactie
4 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 5

De Spelerij doet een beroep op de fantasie van haar bezoekers
“de overtreffende trap
van dromen is doen”
Zonder verwachting naar binnen en met een hoofd vol creatieve ideeën weer
naar buiten. Dat is kort gezegd wat je te wachten staat bij een bezoek aan De
Spelerij. Het begint al als je de poort van De Spelerij binnen komt. Jong en oud
worden hier gestimuleerd niet alleen te dromen maar vooral te doen.
Wie met collega’s bij De Spelerij binnenkomt voor een bedrijfs-
uitje en wordt omringd door rondrennende kinderen, zal
denken: ‘Waar ben ik nu beland?’ In de ‘Uitvinderij’, een werkplaats
waar de uitvinder in jezelf de kans krijgt om aan het
werk te gaan.
Jos Spanbroek, het creatieve brein achter De Spelerij, vertelt
met veel passie over zijn levenswerk. De van oorsprong
beeldend kunstenaar startte de Spelerij 25 jaar geleden
vanuit het idee dat je als kind kunst op een andere manier
moet ervaren dan er alleen naar te kijken. Zo ontstonden de
speelbeelden, wat leidde tot de vraag: wat willen kinderen
nog meer? Zelf praktisch bezig zijn en ontdekken, natuurlijk!
De Uitvinderij, een werkplaats midden in De Spelerij, was het
logische antwoord.
De schrootstrijd
Al pratende slaat Spanbroek razend snel de brug naar de volwassen
wereld. “In tijden van crisis is het belangrijk dat ook
bedrijven de creativiteit bij haar werknemers blijven stimuleren.
Je moet aandacht besteden aan het team om je heen.”
6 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009
Een nieuwe onverwachte omgeving kan een boost geven aan
de inventiviteit. En dit is precies wat Spanbroek bereikt met
de Schootstrijd. De maatpakken gaan uit en de overalls gaan
aan. Omringt door oud ijzer en metaalbewerkingapparaten
werk je als bedrijf samen aan een speciale voor hen bedachte
opdracht. Of krijg je de vraag voorgelegd: ‘Vind een antwoord
op het gat in de markt’. Op dat moment staat samenwerken
centraal. “Via de schrootstrijd leer je je collega’s op een
andere manier kennen”, aldus Mathijs Spanbroek, de zoon van
de kunstenaar.
De zaak ondersteboven zetten
Reagerend op rondrennende kinderen vertelt Spanbroek
verder: “We zetten mensen aan anders te kijken naar elkaar
en de objecten om hen heen. Op het moment dat je mensen
hier een praktische opdracht geeft, dan komen er heel andere
gedachten op gang dan achter het bureau. Dit levert werkelijk
de meest fantastische kunstwerken op”.
Op het terrein staan enkele voorbeelden van gemaakte
opdachten. Een twee meter hoog metalen mens en een energie
opwekkende installatie gemaakt uit trommels, fietswielen
en springveren. Oude gebruiksvoorwerpen vinden een tweedeleven
met een nieuwe functie en een eigen verhaal. “Niets
is op een gegeven moment meer te gek. Zo liepen teams van
Defensie met een liniaal in de hand grote vlakken op het veld
uit te zetten om een vredesmissie te spelen.”
Creatief denken is avontuur
Volgens Spanbroek merken de bezoekers dat het vrij laten van
de fantasie heel bevrijdend werkt. “Er komt creativiteit los bij
mensen van wie je dat misschien in eerste instantie niet had
verwacht. Maar uiteindelijk gaat het niet om wat ze maken,
maar om het creatieve proces tijdens de opdracht en dat is
heel mooi om te zien.” De enige voorwaarde die Spanbroek
stelt: “Durf het avontuur aan te gaan.”
www.schrootstrijd.nl
www.spelerij.nl
Tekst Leoni Delsink
Fotografie De Spelerij
Leren voor nu en voor later,
Leren voor perspectief
thema in beeld
Tekst en fotografie Anoek Bleumer

Directeur Zakelijke Relaties: René Jansen: “Rabobank blijft stabiele koers varen”
“Zeker in deze tijd willen we onze klanten met raad en daad terzijde staan om
de economische crisis te overwinnen. Daarbij is van belang dat we nauw betrokken
zijn bij een bedrijf dat het moeilijk heeft. We willen in een vroeg stadium
met de klant in gesprek, zodat we tijdig met elkaar de problemen signaleren.
Op die manier kunnen we samen met de klant kijken naar zijn perspectief en
komen tot een passende oplossing.”
Tekst Peter Smit
Fotografie Rens Plaschek
de crisis als prikkel om
nieuwe wegen in te slaan
Aan het woord is René Jansen (46), directeur Zakelijke
Relaties van de Rabobank Arnhem en Omstreken. Kort nadat
hij in 2007 de overstap maakte van de particuliere naar de
zakelijke markt, begon het op de internationale geldmarkt te
rommelen. Het leek in eerste instantie vooral een probleem
van de Verenigde Staten waar de hypotheekmarkt in elkaar
klapte. Maar al snel breidde het probleem zich uit en in 2008
begon het financiële systeem wereldwijd te wankelen.
Ondernemerstips voor 2009
In de speciale uitgave ‘Turbulente tijden’ geeft de Rabobank
praktische tips voor kansrijk ondernemen in 2009. Daarnaast
komen in dit boekje vooral ondernemers zelf aan het woord
om de lezer te voorzien van praktische tips en adviezen.
De belangrijkste ondernemerstips van de Rabobank voor dit
jaar zijn hieronder op een rij gezet:
• Verhoog de toegevoegde waarde voor de klant
Kies voor betrouwbaarheid, kwaliteit, flexibiliteit in service
en flexibiliteit in vaste contracten.
• Breng de kosten omlaag en onder controle door efficiency
Kies voor het uitbesteden van niet-kernactiviteiten, stop
De kredietcrisis is inmiddels een economische crisis van
ongekende omvang. De berichten over steunmaatregelen van
nationale overheden volgen elkaar in snel tempo op. En dan
praten we niet meer over miljoenen, maar over honderden
miljarden dollars en euro’s. De crisis breidt zich uit als een
olievlek en het einde is nog niet in zicht.
Nog steeds haalt de economische crisis dagelijks de voorpagina’s
van de kranten. Niet alleen banken hebben het zwaar,
verliesgevende activiteiten, kies voor een minimale voor-
raad en een strikt en snel debiteurenbeheer.
• Houd investeringen op peil en wees gepositioneerd als de
economie weer aantrekt
Blijf investeren in eigen kracht en onderscheidend vermogen,
productontwikkeling en productdifferentiatie. Vermijd
‘stuck in the middle’ en kies voor specialist- of kostenoriëntatie.
• Doe wat u belooft en doe niet moeilijk over formaliteiten
Wees beschikbaar als de klant er om vraagt. Geef fouten toe
en los ze perfect op. Laat de klant met rust, tenzij u ze echt
iets te bieden heeft.
door de recessie en het sterk geslonken vertrouwen van de
consument zitten ook andere sectoren in de hoek waar de
klappen vallen. Vooral in de bouw, in de handel van onroerend
goed en in de transportsector houden werkgevers en werknemers
hun hart vast.
Toch verwacht Jansen niet dat de arbeidsmarkt in de
Stadsregio Arnhem Nijmegen het extra zwaar te verduren
krijgt. “Nijmegen en Arnhem zijn van oudsher sterke steden.
Arnhem is de provinciehoofdstad met veel overheidsorganisaties,
zakelijke dienstverlening, onderwijs- en zorginstellingen.
Nijmegen is de stad met een universiteit en een sterke medische
sector. Ik verwacht dat de werkgelegenheid hier minder
onder druk komt te staan dan in andere regio’s.”
Stabiele koers
Zonder zichzelf op de borst te kloppen, geeft Jansen aan
dat de Rabobank in de afgelopen jaren een stabiele koers
is blijven varen. “Wij hebben niet meegedaan aan de gekte
op de geldmarkten. Een belangrijk punt hierbij is dat onze
bank eigenlijk niet te vergelijken is met andere banken. De
Rabobank is een coöperatieve bank die geen beursnotering
heeft en geen aandeelhouders kent. Andere banken hebben in
mijn ogen hun grenzen steeds verder verlegd, terwijl wij het
liefst een stabiele koers volgen. Wij speculeren niet met geld
en het maken van winst (lees aandeelhouderswaarde) is niet
het hoogste doel. Winst is voor ons in de eerste plaats een
middel om andere doelen te dienen. Onze missie is het realiseren
van waarde voor de klant. Dat toetsen we door continu
klantonderzoeken te doen, maar ook door hierover regelmatig
met onze ledenraad van gedachte te wisselen.”
Lokale betrokkenheid
Jansen: “Niemand zit te wachten op een economische recessie,
maar de crisis biedt ook ruimte voor nieuwe kansen en
uitdagingen. De regering neemt allerlei maatregelen om het
tij te keren, maar ook in de Stadsregio Arnhem Nijmegen zoeken
overheden en bedrijven elkaar op om samen aan oplossingen
te werken. Zo participeren wij als lokale Rabobank in
de stadsdialoog van de gemeente over de gevolgen van de
kredietcrisis voor Arnhem. Die lokale betrokkenheid werkt
echt heel stimulerend.”
En: “De praktijk laat ook zien dat de crisis voor veel bedrijven
een extra prikkel is om nieuwe wegen in te slaan. Ik zie veel
ondernemers die de mouwen opstropen, veerkracht tonen en
nieuwe ideeën lanceren. En vergeet niet dat we in onze regio
veel innovatieve bedrijven hebben. Die ondernemingen zijn
gelukkig flexibel. En we hebben nog steeds te maken met een
8 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 9
Paspoort
Naam René J.W. Jansen
Geboortedatum 15 juli 1962
Geboorteplaats Boxmeer
Burgerlijke staat Getrouwd met Babs
en vader van Daan, Thijs
en Jaap
“Onze missie is: waarde realiseren voor de klant”
Opleidingen
coverstory
MBA Rotterdam School of Management, Erasmus
Universiteit Rotterdam
Hogeschool Eindhoven, HEAO: bank en verzekeringen,
economie & management
Werkervaring
2007 – heden Directeur Zakelijke Relaties,
Rabobank Arnhem en Omstreken
2001 – 2006 Directeur Particulieren, Rabobank
Arnhem en Omstreken
1984 – 2001 Diverse (management)functies
bij Robeco , Exterre Venture
Capitalist en Rabobank
Lidmaatschappen
• Bestuur CASA (Centrum voor Architectuur en
Stedenbouwkundige Ontwikkeling Arnhem)
• Businessclub Golfbaan Welderen
• Stedelijk Netwerk
• Business Club Papendal Games
• Bouwsociëteit

sterk groeiende groep van mensen die een eigen bedrijf willen
beginnen. Deze starters vormen een nieuwe generatie ondernemers.
De Rabobank participeert in deze regio al jaren in
Smart Start, een speciaal project waarin overheden en bedrijven
de krachten bundelen om startende ondernemers een
steuntje in de rug te geven. Dit project blijven we steunen.”
Rabobank, sparringpartner voor lokale ondernemer
Nieuwe kansen
“Ook al zijn het moeilijke tijden, dat betekent niet dat we moeten
gaan wachten op de volgende tegenslag. Ook zonder de
kredietcrisis zou de economie een tik hebben gekregen, alleen
niet zo hard als nu”, aldus Jansen. “Elk bedrijf moet in feite
zelf een koers uitstippelen om de recessie te overbruggen. En
daarbij kunnen wij als bank de helpende hand bieden. Het gaat
dan niet alleen om financiële hulp, maar ook om adviezen en
ondersteuning bij het nemen van de juiste maatregelen. De
huidige situatie is in mijn ogen ook een periode van reflectie,
die kan leiden tot nieuwe inzichten en nieuwe kansen.”
En: “Voorop staat dat de Rabobank de eigen klanten in goede
en in slechte tijden financiële continuïteit kan bieden. Het is
Geld voor de maatschappij
Ook in deze periode van financiële tegenvallers blijft de
Rabobank investeren in goede doelen en sponsoring. Een
vast percentage van de winst wordt hieraan besteed. De
Rabobank stopt geld in lokale, regionale en (inter)nationale
projecten. René Jansen: “We zijn sponsor van lokale
sportverenigingen, ondersteunen lokale kunst en cultuur
en doneren aan goede maatschappelijke initiatieven. Dat
beschouwen we als ons dividend aan de samenleving, een
soort cement voor de plaatselijke economie. Daarnaast
hebben we het Rabobank Stimuleringsfonds waarmee we
willen bijdragen aan duurzaamheid binnen onze regio. Het
fonds helpt lokale organisaties om economische, sociale en
ecologische projecten te verwezenlijken. Maar we steunen
met geld, kennis en medewerkers ook projecten in ontwikelingslanden
op een wijze die vergelijkbaar is met onze
eigen coöperatieve oorsprong ruim honderd jaar geleden.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen staat hoog in
ons vaandel. De economische recessie verandert daar niets
aan.”
van cruciaal belang dat banken kunnen rekenen op het vertrouwen
van hun klanten. En dat is gelukkig een sterk punt
van de Rabobank. Wij hebben loyale klanten omdat ze weten
dat we geen gebakken lucht verkopen. Mensen kunnen hun
spaargeld met een veilig gevoel bij onze bank wegzetten”,
aldus Jansen.
Geen kant en klare formule
“Hoe je als bedrijf de gevolgen van de crisis kunt omzeilen?
Daar is geen kant en klare formule voor. Ik zou ondernemers
willen oproepen om ons tijdig te gebruiken als sparringpartner,
zodat we samen kunnen kijken naar verschillende scenario’s
en mogelijkheden.”
“Het is in elk geval belangrijk dat een bedrijf in mindere tijden
vooral naar de eigen uitgaven kijkt. Als je in staat bent om de
kosten op een goede manier te beheersen, dan heb je al een
belangrijk instrument in handen. En als een bedrijf financiële
www.rabobank.nl/arnhem
10 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 11
coverstory
slagkracht heeft, dan kun je bijvoorbeeld investeren in nieuwe
technieken en producten. Daarnaast is het een voordeel wanneer
je als bedrijf over voldoende veerkracht beschikt. Je
moet immers alert kunnen reageren op wisselende marktomstandigheden.”
“Ik zie in de praktijk dat veel ondernemers in deze tijd het
hoofd koel houden. Even geen risicovolle stappen ondernemen
en vooral doen waar je goed in bent. De recessie blijft
voorlopig nog bestaan, maar het staat ook als een paal boven
water dat de economie straks weer gaat aantrekken. En ook
dan moet het bedrijfsleven, inclusief de bankwereld , klaar zijn
voor een nieuwe fase.”

euregio rijn-waal
Euregio Rijn-Waal biedt nieuwe kansen voor de Nederlands-Duitse grensregio
kleine projecten bieden
perspectief op vooruitgang
Jarenlang heeft de toenemende globalisering geleid tot een sterke economische
groei. Nu deze groei stagneert en volgens de prognoses zelfs krimpt, staan
bedrijven en organisaties voor de uitdaging nieuwe wegen en oplossingen te
zoeken om deze moeilijke tijden te overleven. Vooral voor de regionale economie
zijn er nog genoeg kansen.
Er valt met name te denken aan het benutten van de kansen
in het buurland. Dat zou de regionale economie een aardig
duwtje in de rug kunnen geven.
De Euregio Rijn-Waal kan daarbij ondersteuning bieden.
Ondersteuning van organisaties en ondernemingen is een van
haar kerntaken. Hiervoor staat de Euregio Rijn-Waal tot 2013
in het kader van het Interreg IVA programma van de EU circa
34 miljoen euro ter beschikking. Een belangrijk deel van deze
middelen is gereserveerd voor projecten op het gebied van
economie, technologie en innovatie en duurzame regionale
ontwikkeling.
Onder het motto ‘samen sterk’ wordt niet alleen de samenwerking
tussen Duitsland en Nederland gestimuleerd, maar ook de
samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven.
Een voorbeeld hiervan is het project Mechatronica. Doel
van dit project is het MKB in het gehele Duits-Nederlandse
grensgebied bij de verbetering van hun producten en productieprocessen
te ondersteunen. In het kader van het project
stellen experts van onder andere de Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen specialisten voor onderzoek en ontwikkeling
beschikbaar aan kleine ondernemingen. Bovendien zijn ook
voor concrete ontwikkelingsprojecten, zoals de bouw van prototypen,
middelen beschikbaar.
Safeguard is een ander project waarbij Nederlandse en Duitse
kennisinstellingen en bedrijven nauw met elkaar samenwerken.
Bij het project zijn in totaal meer dan dertig partners
betrokken, waaronder de Universiteit Wageningen en de
Radboud Universiteit Nijmegen. Zij ontwikkelen onder andere
gezamenlijk online-systemen, die dierenartsen en landbouwers
waarschuwen voor epidemieën en overdraagbare dierziekten.
Deze grote projecten hebben een zeer duurzaam karakter,
waardoor ook op de lange termijn positieve economische
gevolgen te verwachten zijn.
De Euregio Rijn-Waal biedt echter in het kader van Focus
Innovatie en Focus Duurzaamheid ook voor kleinschalige
Nederlands-Duitse projecten de mogelijkheid een ondersteuning
aan te vragen. De verschillende projecten rond economie,
technologie en innovatie bevorderen niet alleen de maat-
12 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009
www.euregio.org
Tekst Heidi de Ruiter, Euregio Rijn-Waal
schappelijke integratie, maar creëren ook nieuwe vormen van
economische samenwerking. Dit geldt met name voor projecten
op het gebied van: technologie en kennistransfer tussen
R&D en bedrijven; bevordering van grensoverschrijdende
netwerken en samenwerking van MKB bedrijven; bijscholing/
kwalificatie arbeidsmarkt; toerisme.
Binnen Focus Duurzaamheid staat de duurzame regionale
ontwikkeling centraal. Projecten op het gebied van herwinbare
energie en milieu, verkeer, ICT-infrastructuur en waterbeheer/
natuur- en landschapsbeheer kunnen op ondersteuning rekenen.
Euregio Rijn-Waal
Emmericher Str. 24
47533 Kleve
Duitsland
0049-2821-79300
0049-2821-793030
info@euregio.org
Subsidies Euregio Rijn-Waal
De Euregio Rijn-Waal biedt met subsidies voor kleinschalige
innovatie- en duurzaamheidprojecten in het Nederlands-
Duitse grensgebied nieuwe economische perspectieven.
Heeft u belangstelling voor één van de beschreven projecten
of heeft u zelf een idee voor een grensoverschrijdend
project, neem dan contact op met de Euregio Rijn-Waal.
In een persoonlijk gesprek kunt u uw ideeën toelichten en
bekijkt de Euregio Rijn-Waal hoe zij bij de uitvoering ervan
behulpzaam kan zijn.
Kees Luesink: “Dat helpen vormgeven van de samenwerking is een grote uitdaging”
Wat spreekt u aan in het burgemeesterschap?
“Voor mij persoonlijk betekent het continuïteit van mijn rol in
het openbaar bestuur. Mijn wethouderschap in Zutphen liep
af dus ben ik me gaan oriënteren. Je kunt dan burgemeestersambities
hebben voor een kleine gemeente. Maar dat zijn
vaak plattelandsgemeenten en daar ben ik niet echt op mijn
plaats. Dus toen ‘Doesburg’ vrijkwam, heb ik gesolliciteerd. Of
eigenlijk: wíj hebben gesolliciteerd. Want een functie als burgemeester
heeft ook invloed op het leven van je partner.”
Wat maakt Doesburg zo bijzonder?
“Het stedelijk karakter, de geschiedenis, de IJssel en de problematiek
op bestuurlijk niveau. En dat bedoel ik op een positieve
manier: Doesburg is een kleine gemeente, maar met een
stedelijke sociaal economische structuur en problematiek. Dat
interesseert me. In 2004 is er gesproken over een herindeling.
Dat is uiteindelijk niet doorgegaan, Doesburg wilde niet
bij Zevenaar, vijftien kilometer verderop, worden ingedeeld.
Voor een kleine zelfstandige gemeente als Doesburg is samenwerking
natuurlijk belangrijk. Helaas zie je vaak dat de vorm
de inhoud bepaalt; ik ben echt iemand die vind dat de inhoud
de vorm moet dicteren. Dat betekent dat je per werkgebied
of onderwerp een partner zoekt. Niet alleen om de voordelen
daarvan, maar ook om de cultuur en de werkwijze die passen
bij wat je voorstaat. De oriëntatie van de Doesburgse burger
is daarbij van groot belang. Die veelzijdige samenwerkingsverbanden
mee helpen vormgeven vind ik een grote uitdaging.”
Tekst Leoni Delsink
Fotografie Luuk van der Lee
Kees Luesink is sinds oktober vorig jaar burgemeester van de pittoreske hanzenstad
Doesburg. Daarvoor was hij twaalf jaar raadslid en daarna elf jaar wethouder in Zutphen,
ook een hanzenstad. Het burgemeesterschap van Doesburg vindt hij een mooi vervolg
op die ervaring.
Heeft u vrije tijd?
“Ja en nee. Officieel ben je natuurlijk 24 uur per dag in dienst.
Maar dat betekent niet dat je geen vrije tijd hebt. We hebben
hier in Doesburg piketdiensten, we verdelen als college de
weekends. Maar als bestuurder kun je werk en vrije tijd vaak
moeilijk scheiden. Als ik naar de markt loop om boodschappen
te doen, zie en ervaar ik dingen en word ik aangesproken; daar
moet je natuurlijk wel wat mee doen. In die zin gaat het werk
altijd door. Wel heb ik gemerkt dat je als burgemeester meer
met dagelijkse dingen bezig bent dan als wethouder, dat geeft
me meer ruimte in mijn hoofd. Ik houd van lezen en merk dat
ik daar weer vaker aan toe kom. Ik heb een paar jaar geleden
hartproblemen gehad en toen moest ik gaan sporten. Twee
keer per week sport ik ’s ochtends vroeg op fysiotherapeutische
basis, één keer in de week loop ik met een groep ambtenaren
hard. En ik ben het zelfs leuk gaan vinden!”
Wat is voor u de mooiste plek in Doesburg?
“Deze kamer. Er is een uitdrukking: ‘De overheid is van ons
allemaal’. Het openbaar bestuur en de democratie worden
gemaakt door ons allemaal. Dat is uit mijn hart gegrepen.
Deze kamer symboliseert voor mij dat ik deel uitmaak van dat
openbaar bestuur. Ik vind het fantastisch burgemeester te zijn
van Doesburg.”
www.doesburg.nl
burgemeester in beeld
Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 13

Bijzonder hoogleraar Frank Pot ziet een ‘poldermodel-plus’ ontstaan
nieuwe arbeidsrelatie
tussen baas en medewerker
Sociale innovatie, slimmer werken, dynamisch management, of vernieuwing
van het arbeidsproces. “Hoe je het ook noemt, arbeidsorganisaties hebben
het hard nodig om zich te kunnen handhaven in de crisis.” Dat vindt Frank
Pot (63), sinds september 2008 bijzonder hoogleraar Sociale Innovatie aan de
Raboud Universiteit Nijmegen.
Pot verzamelt momenteel Europese onderzoeksliteratuur
over de vraag hoe je organisaties zo kunt herontwerpen dat
je tegelijkertijd aan de ene kant de performance verbetert
(productiviteit en innovatief vermogen) en aan de andere kant
de risico’s op gezondheidsklachten vermindert. Alle soorten
organisaties komen daarbij in beeld, verwacht hij. Grote en
kleine, in alle sectoren. Zijn onderzoek zal resulteren in een
publicatie rond de vraag, of er voldoende indicaties zijn voor
de stelling dat preventie en performance twee kanten van
dezelfde medaille zijn. Pot heeft daar sterke aanwijzingen
voor. Hij probeert ook de theoretische verbinding tussen die
twee aspecten aan te scherpen.
Pot kent het onderzoeksterrein goed door zijn werk bij TNO.
Hij werkte er van 1983 tot 2007, als wetenschappelijk onderzoeker
en later als directeur TNO Arbeid en directeur Kennis
bij TNO Kwaliteit van Leven. “Ik heb er affiniteit mee.”
“Kenniswerkers zijn tegen het overspannene aan”
Pot gaat nog een onderwerp als onderzoeksobject oppakken:
de belasting van de hedendaagse kenniswerkers. “Volgens de
theorie zijn dat mensen in banen met een behoorlijke kwalitatieve
taakbelasting”, vertelt hij. “Maar ze hebben daarbij
wel veel regelmogelijkheden en die combinatie is volgens de
theorie de meest ideale om je te ontwikkelen en prestaties te
leveren. Toch begint men te vermoeden dat de kenniswerkers
tegen het overspannene aan beginnen te raken. Uit Europees
Tekst Gemma Schoot
Fotografie Dickhoff Foto
vergelijkend onderzoek dat elke vier jaar wordt gedaan, blijkt
dat mensen zelf meer stressrisico’s rapporteren. Kennelijk is
er toch iets aan de hand.”
Pot denkt dat die stress onder kenniswerkers te maken heeft
met ‘het nieuwe werken’, dat zich sinds een aantal jaren ontwikkelt
in met name de dienstverlening. De informatietechnologie
maakt het kenniswerkers mogelijk om overal hun werk
te doen. Het werk is dus makkelijker te combineren met het
privé-leven. Als ze hun taakstellingen maar halen.
De consequenties van het nieuwe werken zijn talrijk. Er verandert
nogal wat aan de fysieke werkplekken, de organisatiestructuur
en -cultuur, de managementstijl en de mentaliteit
van de kenniswerkers en hun managers. Zo zijn al voorbeelden
van een nieuwe generatie kantoorgebouwen (Microsoft op
Schiphol, Rabobank in Utrecht), die flexibel zijn in te delen
voor veel minder werknemers dan er op de loonlijst staan. Die
zijn immers ‘buiten spelen’ en komen alleen naar kantoor voor
bijvoorbeeld een belangrijke vergadering.
De zelfbewuste ‘medewerker 2.0’ met een dynamisch privéleven
of met jonge kinderen komt die flexibiliteit goed uit.
Maar het vereist wel een behoorlijk coördinatorisch vermogen,
en de vaardigheid om grenzen te trekken. Pot: “Ik zie het aan
mijn schoonzoon als we daar eten. Bij het toetje begint hij al
mobiel met zijn werk te mailen.”
Middellange termijn
Los van dit negatieve effect kan ‘het nieuwe werken’ allerlei
organisaties helpen op maatregelen te komen, waarmee ze
Frank Pot, bijzonder hoogleraar Sociale innovatie aan de Radboud Universiteit
zich kunnen handhaven in de recessie. “Gemeenten en bedrijven
hebben wel eens de neiging eerst de problemen van de
recessie te willen oplossen. Daarna zullen ze wel verder zien.
Maar mijn advies in het kader van perspectief is: kijk eerst
naar wat je verwacht op de middellange termijn, en redeneer
dan terug naar wat je op de korte termijn moet doen.”
Natuurlijk moet je daarbij rekening houden met de recessie.
Maar ook met een aantal trends, vindt Pot, en hij noemt een
inmiddels bekend rijtje: de krimpende beroepsbevolking door
vergrijzing en ontgroening, de ontwikkeling van onze economie
naar een kenniseconomie, de mondialisering waardoor de
concurrentie uit het buitenland is toegenomen, en als vierde
trend: energiebesparing. “Het is waar, als kleine en middelgrote
ondernemer sta je er niet dagelijks bij stil. Maar ik denk
toch dat je ze als context erbij moet nemen, als je praat over
perspectief.”
thema: perspectief
Want wat betekenen de trends voor het dagelijks ondernemen?
Pot zoomt in op de krappere arbeidsmarkt, een direct gevolg
van de krimpende beroepsbevolking. “Die krapte betekent dat
managers, bij gemeente of bedrijf, intern iets moeten met
mensen. Je moet je personeel beter benutten om de arbeidsproductiviteit
te bevorderen; die moet omhoog met minder
mensen. En je moet je personeel benutten voor vernieuwing
van producten en diensten, zodat je overeind kunt blijven in de
kenniseconomie en de mondialisering.”
Binden en loslaten
Het meest nieuwe aan wat er momenteel op dit concrete
aspect van de arbeidsverhoudingen gebeurt, vindt Pot, is de
nieuwe arbeidsrelatie tussen de medewerker en zijn baas die
op komst is. Pot doceert: “In het wetenschappelijk onderzoek
onderscheiden we drie dimensies in de arbeidsrelatie: de hiërarchische
relatie, de ruilrelatie en het psychologisch contract.
14 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 15

De hiërarchische relatie verandert, nu verantwoordelijkheden
laag in de organisatie komen te liggen. Dat gebeurt nog lang
niet overal. Een team of een persoon kan zelfs zoveel verantwoordelijkheid
krijgen, dat er sprake is van zelfsturing.
De ruilrelatie verandert door een tendens van beloning op
maat in niet alleen bonussen, maar ook in diverse werkprivéarrangementen.
Daarover gaan individuele medewerkers en
teams in onderhandeling met hun managers. Een voorbeeld is
het ‘zelfroosteren’. De leidinggevende bepaalt welke diensten
er moeten worden gedraaid. De medewerkers tekenen in op
de diensten van hun voorkeur. Lastige diensten worden in
onderling overleg verdeeld. Het psychologisch contract verandert,
doordat mensen steeds ontwikkelingsgerichter met hun
loopbaan bezig zijn. Ze werken ergens vijf jaar, en zoeken dan
elders nieuwe uitdagingen. Tien jaar terug hadden we het er
nog over dat de werkgever mensen moest boeien en binden.
Nu moet hij ze ook weer los kunnen laten!”
“Feedback geven volgens het boekje:
iedereen kan het leren”
Alles bij elkaar lijkt het erop dat managers een behoorlijk ingewikkelde
taak voor de kiezen krijgen. “Maar”, zegt Pot, “het
is wél wat er aan het gebeuren is. Vertrouwen wordt nu iets
wat in de arbeidsrelatie een heel belangrijke rol moet spelen.
Mensen ontwikkelen zich, bedrijven zullen sneller groeien en
verdwijnen. Het motto ‘van werk naar werk’, dat in de politiek
tegenwoordig hoog op de agenda staat, hoort nu tot de
actuele context van bedrijven. Het is volkomen nieuw dat
medewerker en baas een zodanige verstandhouding hebben,
waarbij enerzijds de medewerker zich met het bedrijf identificeert
en er graag wil werken. Anderzijds weet de manager dat
die medewerker over vijf jaar misschien al weggaat.”
Pot concludeert dat managers en medewerkers dus met elkaar
moeten praten over hun ambities. “Managers moeten leren
meer en beter te communiceren met hun medewerkers. Over
hoe ze zich zouden willen ontwikkelen en of dat binnen de
organisatie kan. Dat klinkt als open deuren, maar dat zijn het
niet. Dat soort gesprekken zijn vreselijk moeilijk. De meeste
leidinggevenden kunnen dat niet, en de meeste medewerkers
ook niet. Ik heb het zelf ook pas later geleerd. Ook zoiets als
feedback geven volgens het boekje. Iedereen kan dat leren.
Dus als we die kant op gaan, en ik denk dat dit moet, dan zullen
we veel moeten doen aan de communicatievaardigheden
van de managers die direct mensen aansturen, en van de
medewerkers.”
Volgens Pot gaat overigens hetzelfde op voor bedrijven en
organisaties. Die moeten meer en beter communiceren met
hun omgeving. Voor innovatie en voor de relatie met de
arbeidsmarkt is het verstandig contacten te zoeken met andere
bedrijven - of andere gemeenten als je in een gemeente
werkt - en (kennis)instellingen in de regio. “In de wetenschappelijke
theorie heet dat ‘absorptive capacity’. Het vermogen
van een organisatie om kennis van buiten te benutten.”
Poldermodel-plus
Denkt Pot dat deze ontwikkelingen ook de verhouding tussen
de sociale partners op macroniveau gaat veranderen? Ja, en
hij zegt erbij dat hij blij is met ons poldermodel, “want we kunnen
er hele grote problemen goed mee oplossen.”
Nu wordt daar weer een beroep op gedaan. Hij ziet daarbij
zelfs een ‘poldermodel-plus’ ontstaan: “De sociale partners
zijn meer bereid om elkaars perspectieven en belangen te respecteren.
Ik zie bereidheid om mee te denken over de manier
waarop de andere partij haar risico’s kan managen. Met een
kreet heet dat tegenwoordig ‘wederkerig risicomanagement’.
Goede onderhandelaars deden dat altijd al wel. Maar nu kan
het ons expliciet helpen, omdat de sociale partners nu meer
een gezamenlijke visie hebben waarnaar ze kunnen verwijzen.
Je komt er namelijk nooit uit als je alleen maar over concrete
dingen praat. Als je een gezamenlijke doelstelling weet te formuleren,
dan kun je je bij concrete maatregelen afvragen: hoe
verhoudt zich dit tot de doelstelling?”
Meer over sociale innovatie: www.ncsi.nl (Nederlands Centrum Sociale
Innovatie; Frank Pot was namens TNO in 2006 een van de oprichters).
Leestip: Innovatieroutine. Dany Jacobs (HAN) en Hendrik Snijders
(Rijksuniversiteit Groningen). Assen, Kon. Van Gorcum/Stichting
Management Studies, 2008.
www.ncsi.nl
Binnenkort ook in de Stadsregio Arnhem Nijmegen: Flevum Forum Network
de toekomst is aan
de netwerkorganisatie
Netwerken tijdens een uitgebreide lunch onder een strakke regie, is dat nou
leuk? Ja, dat is leuk. En inspirerend en effectief bovendien. Onlangs woonde
Netwerk er een bij in Son & Breugel, georganiseerd door Flevum Forum
Network, een landelijk netwerk dat zich nu ook in Gelderland en Utrecht gaat
uitspreiden.
Jan-Joris Bernaards is de man die dat netwerk in deze contreien
gaat ontwikkelen met thematische netwerklunches en
regionale meetings. De ‘beroepsnetwerker’ Bernaards is in
februari begonnen bij Flevum. “Hier kan ik al mijn ervaring in
netwerken, relatiebeheer en accountmanagement kwijt.”
Op de lunchebijeenkomst in Son & Breugel kijkt hij de Flevumaanpak
af van gespreksleider Jorrit Schiks. Schiks voert een
strakke regie, maar zorgt door zijn stijl voor een informele en
open sfeer. Er wordt regelmatig gelachen. Hij houdt de zestien
deelnemers scherp, tussen de soep en de broodjes door, en
let erop dat iedereen voldoende aan het woord komt tijdens
de discussie. Die gaat over de vragen: met welke innovatie
ben je bezig en wat voor perspectief heb je ermee? En: hoe
denken de deelnemers over ‘open innovatie’? Aan het eind
zorgt hij ervoor dat de deelnemers tot zaken kunnen komen
met elkaar.
Open innovatie
De bijdragen aan de discussie waren divers. Dat kan ook niet
anders met zo veel verschillende ondernemers aan tafel, werkzaam
in ICT, design, organisatieadvies, subsidieadvies, robotica,
de catering, de machinebouw. Zo vond de robot-bouwer
het belangrijk, dat bijvoorbeeld studenten die op universiteiten
technische innovaties uitwerken, meer dan één versie van
hun prototype moeten kunnen bouwen, “totdat je het echte
prototype hebt waar je helemaal ‘ja’ tegen zegt.”
De organisatieadviseur zei dat je de behoefte scherp moet
definiëren, want dan kun je er makkelijker de juiste partners bij
vinden. “Eén voorbeeld: bedrijven zoeken kostenreductie. De
specificering van die vraag kan zijn, een gedeeltelijke automatisering
van het programmeerwerk.”
In de terminologie van een jonge internetondernemer heet het
‘user centered design’. Volgens hem is de crux producten te
bedenken die tijd besparen en goedkope antwoorden zijn op
de vraag en ‘sustainability’ hebben. “Dat vraagt om een ander
businessmodel, gebaseerd op de sociale infrastructuur op
internet. Denk aan LinkedIn. Die infrastructuur leent zich ook
Jan Joris Bernaards van Flevum Forum Network
16 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 17
www.flevum.nl
flevum forum network
Tekst Gemma Schoot
Fotografie Kim Baster
voor innovatietrajecten. Op mijn website vormen de bezoekers
een ‘co-creation community’. Ze kunnen er de meeste
uiteenlopende producten becommentariëren. De producenten
reageren daar dan weer op met productverbeteringen.”
De conclusie was dat bedrijven met elkaar zullen moeten
samenwerken en samen de risico’s moeten willen dragen.
Men vond dat de maatschappij voor een “structuurinnovatie”
staat, waarin technische en sociale innovatie en duurzaamheid
hand in hand gaan. Een innovatie die het hele “Umfeld”, de
hele context van het ondernemen, beïnvloedt. Tot en met de
contractvormen aan toe.
Jan-Joris Bernaards heeft nu de Flevum-aanpak wel in beeld,
een aanpak die ondernemers helpt om hun business-omgeving
te versterken en te vergroten. Het ‘Kennis is macht’ van de
twintigste eeuw is passé. Het motto van nu is: ‘Kennis delen
is kracht’.

Vacature webdeveloper
De functie
Als ontwikkelaar werk je aan het functioneel en technisch ontwerp van diverse webapplicaties. Je werkt samen met de 0pdrachtgever en je collega's aan dit ontwerp,
bespreekt dit samen met de opdrachtgever en stelt vervolgens de specificaties op. In overleg met de opdrachtgever zet jij dit ontwerp vervolgens om in een functionele
webapplicatie. Je onderhoudt en documenteert de webapplicatie en bent voor de opdrachtgever het primaire aanspreekpunt.
Verder zal je ook werkzaam zijn binnen onze interne projecten, die net zoals de andere projecten een uitdaging voor je zullen zijn.
Wij vragen
• HBO of WO werk- en en denkniveau
• Ervaring met de ontwikkeling van webapplicaties in PHP5
• Kennis van HTML, CSS en Ajax is een must
Jouw profiel
• Je vind het een uitdaging om nieuwe dingen te bedenken en toe te passen
• Je staat voor wat je doet, en je bent niet bang om je te ontwikkelen
• Je wil graag werken in een hecht team
Wij bieden
• Een goed salaris
• Goede secundaire arbeidsvoorwaarden
• Een flexibele werkgever
• Deelname aan collectief pensioen
• Een hecht team met uitdagende opdrachten
• Een mogelijkheid tot het volgen van een opleidingen
Interesse?
Voor vragen of meer informatie kun je contact opnemen met Igmar Palsenberg, JDI, bereikbaar op 0313 496741. Spreekt deze functie je aan, stuur dan een e-mail
(voorkeur) of brief met CV naar: JDI B.V.
Igmar Palsenberg, i.palsenberg@jdi.nl
10
10 mei
2009
HAN-KAN
ESTAFETTE
MARATHON
V A N A R N H E M
www.hankanmarathon.nl
BUSINESSRUN
N A A R N I J M E G E N
NIEUW!
doe mee met je bedrijf!
ESTAFETTE 4 PERSONEN 10.1 KM P.P
ESTAFETTE 2 PERSONEN 21.2 KM P.P.
HELE MARATHON
‘Geen push maar pull’ als nieuwe communicatiestrategie per weblog
hogeschool van arnhem en nijmegen
specialist nieuwe media
blogt voor faculteit
Sinds 1 september is Hans Mestrum in dienst van de faculteit Techniek (waaronder
ook de Informatica en Communicatie Academie valt) van de HAN. Via
zijn weblog wil hij de faculteit op de kaart zetten en een bijdrage leveren aan
een innovatiever imago. Mestrum: “Het maatschappelijke en sociale aspect van
techniek is vaak nog onderbelicht.”
Hans Mestrum begon vier jaar geleden met bloggen, toen hij
in dienst was als trendwatcher bij Tulip. Mestrum: “Het was in
eerste instantie meer een manier om mijn eigen documenten
te ordenen dan om te communiceren met de buitenwereld. Ik
kreeg echter al snel positieve reacties op mijn weblog. Toen
ben ik, uiteraard na afstemming met de directie, onder werktijd
gaan bloggen. Zonder expliciet de bedrijfsnaam te noemen,
heeft dat Tulip een innovatiever imago opgeleverd.”
Twittercase
Mestrum is op een bijzondere manier bij de HAN terecht gekomen.
“Ik was op zoek naar een nieuwe baan en heb hierover
iets op Twitter gezet. Twitter is een webservice waar je korte
boodschappen achter kunt laten. Guido Crolla, docent aan de
HAN, las dit bericht en schreef een aanbevelingsbrief. Binnen
twee dagen zat ik vervolgens met de directie om de tafel.
Hans Mestrum, specialist nieuwe media
www.han.nl
www.hansonexperience.com
18 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 19
Tekst Hans Rebers
Fotografie Robert Aarts
Faculteitsdirecteur van de faculteit Techniek, Ella Hueting,
wist dat ze, onder andere, anders wilde communiceren over
de faculteit: veel meer via nieuwe media, zoals weblogs en
videoblogs. Na dit gesprek wilde ze mij in dienst nemen, en
ik heb de vrijheid gekregen om deze compleet nieuwe functie
vorm en inhoud te geven.”
Weblog
Het gros van zijn tijd bij de HAN besteedt Mestrum aan zijn
weblog, net als bij Tulip op persoonlijke titel. Hij heeft dus
bijvoorbeeld niet de huisstijl van de HAN overgenomen.
Mestrum: “Door met berichtjes en filmpjes aandacht aan de
opleiding en de faculteit te geven, hoop ik mensen hiervoor te
interesseren. Onze boodschap is dat techniek niet alleen iets
is voor jongens die met technische spullen willen stoeien. Het
maatschappelijke aspect van technische opleidingen is vaak
onderbelicht gebleven. Denk bijvoorbeeld aan de zorg of aan
de milieuproblematiek. Beide zijn sectoren in een maatschappelijk
en sociale context en met een technische achtergrond.”
Geen push maar pull
De meeste werkzaamheden verricht Mestrum op aanvraag van
docenten en leerlingen. “Docenten komen naar me toe met de
vraag of ik aandacht wil besteden aan een bepaald project.
Dan schrijf ik erover op mijn weblog of ik maak een filmpje.
Ook leerlingen komen steeds vaker naar me toe met een vergelijkbaar
verzoek. Daarnaast ga ik gastcolleges geven.”
Ondertussen weten mensen zijn weblog steeds beter te vinden.
Mestrum: “Ik heb bewust niet te veel reclame gemaakt
voor de website. Je moet gewoon zorgen dat je iets aanbiedt,
wat mensen kunnen gebruiken of wat ze leuk vinden. Dan vinden
ze je vanzelf wel. Dus geen push maar pull. En het lijkt te
werken, want sinds ik bij de HAN werk, is het aantal bezoekers
van mijn site flink toegenomen.”

column
Zelden heb ik zo’n nuchtere burgemeester
gezien als de burgemeester van Linz.
Linz? Ja Linz! Het stond bij mij ook niet op
de kaart maar het is een stad in Oostenrijk
en met honderdnegentig duizend inwoners
is het de derde stad van dat land (de regio
telt zeshonderdduizend inwoners).
cultuur = economie
We waren daar op bezoek omdat Linz dit jaar Culturele
hoofdstad van Europa is. En daar trekt men zelf een
bedrag van zestig miljoen euro voor uit, sponsoring
levert nog eens zeven miljoen euro op. Maar dat is
lang niet alles. De afgelopen jaren werd er zo’n honderd
miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe culturele faciliteiten.
Grenzend aan het centrum en langs de Donau
staat een sculpturaal gebouw te glimmen, het nieuwe
museum voor moderne kunst. Aan de overkant van de
rivier is een centrum voor elektronische media neergezet.
De grote componist Bruckner is een Linzenaar en
daarom werd er geïnvesteerd in het Bruckner Haus en
het Bruckner Orkest. En ooit ging een deel van het slot,
hoger in de stad gelegen, in vlammen op. De Europese
hoofdstad was aanleiding dat ontbrekende deel weer
hypermodern in te vullen. Kortom, op weg naar de
Culturele hoofdstad heeft Linz haar culturele uitrusting
in korte tijd even helemaal vernieuwd.
Toen we burgemeester Franz Dobusch vroegen waarom
de stad zoveel geld in cultuur heeft geïnvesteerd, gaf
hij het meest nuchtere antwoord van 2009: cultuur =
economie.
Hij zei natuurlijk meer. Over de afnemende betekenis
van de oude industrie, Linz heeft nog steeds een fors
aandeel in de chemie- en staalindustrie. Over ”sanfte
Standortfaktoren”, de rol die het cultureel aanbod
speelt bij beslissingen van burgers en bedrijven om zich
ergens te vestigen.
Cultuur = economie. Het is eigenlijk wel gedurfd om
hierover te beginnen, midden in een economische
recessie. Toch denk ik dat ze in Linz in hun handjes
mogen knijpen. Zonder die beslissing in 2000 om te
gáán voor culturele hoofdstad, had Linz er anno 2009
een stuk minder florissant voor gestaan. De stad heeft
als slogan: ”Linz verändert”. Ook wel gedurfd…! De
algemene wijsheid is toch dat burgers niet van verandering
houden en dat bestuurders daar maar beter
niet mee aan kunnen komen. Maar Dobusch weet maar
al te goed dat de wereld snel verandert, dat Linz een
stad is in een internationaliserende economie en op
zoek moet naar nieuwe economische dragers. Hij gaat
zijn burgers dus een beetje voor en wijst ze de weg
naar een andere toekomst. En…hij ziet kansen. In het
fraai uitgevoerde boek over de stad begint hij met deze
stelling: “Mittelgrossen Städten wird eine vielversprechende
Zukunft vorausgesagt, wenn sie die Chancen
dazu ergreifen. Sie bieten menschlichen Dimensionen
und sind aber zugleich gross genug um über ein
Potenzial an interessanten kulturelle und wirtschaftlichen
Entwicklungen zu verfügen.“
Het zou me niet verbazen als er ook in Arnhem en in
Nijmegen en daarbuiten een publiek debat ontstaat
over de culturele uitrusting van dit gebied. Als we dat
doen zijn de nuchtere Dobuschiaanse wijsheden bruikbaar:
1: cultuur= economie, 2: het gaat om de zachte
vestigingsplaatsfactoren en 3: middelgrote steden hebben
een veelbelovende toekomst.
Jaap Modder
voorzitter College van bestuur Stadsregio Arnhem
Nijmegen
voorzitter Stichting Sonsbeek Internationaal
modder@destadsregio.nl
fietsenstallingen opgeknapt
Foto: Luuk van der Lee
sustainable visions in de steeg
Elk jaar organiseert de Universiteit Wageningen de cursus Sustainable
Urban Energy. De cursus wordt gevolgd door internationale studenten
afkomstig uit onder meer China, Frankrijk, Italië, de Verenigde Staten
maar ook Nederland. De studenten doen in grofweg zes weken tijd een
onderzoek op het gebied van duurzame energie in de stedelijke leefomgeving.
Tijdens een eindpresentatie die op 13 februari jongstleden
op het gemeentehuis van Rheden plaatsvond, deden de studenten verslag
van hun onderzoek.
De studenten presenteerden innovatieve projectvoorstellen op het
gebied van zonne-energie, biomassa uit rioolwater, elektrisch rijden,
opslag van (goedkope) energie et cetera. Bijzonder is dat het onderzoek
gebaseerd was op onderzoeksvragen die door de Stadsregio
Arnhem Nijmegen zijn ingebracht. Het gaat er immers om wetenschap
en praktijk ook op regionaal niveau met elkaar te verbinden. Een aantal
bestuurders van stadsregiogemeenten toonde warme belangstelling
voor de praktische toepassing van de ‘innovative visions’ in de stadsregio.
De twee beste presentaties worden ingebracht tijdens de Eureka
III conferentie op 28 mei aanstaande.
stadsregionaal
Onlangs zijn de reizigers op station Velp verrast met een klein present-
je van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, waarmee de oplevering van de
vernieuwde fietsenstalling bij het station feestelijk werd gemarkeerd.
In de afgelopen maanden is hard gewerkt aan het opknappen van
fietsenstallingen bij vier stations in de stadsregio. Op station Nijmegen
Heyendaal, Wijchen, Zetten-Andelst en Velp zijn overkapte fietsenklemmen
en fietskluizen geplaatst. Deze uitbreiding is mogelijk gemaakt
door financiële bijdragen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen, ProRail
en de betrokken gemeenten. Fietsenstallingen zijn nodig om het openbaar
vervoer letterlijk toegankelijker te maken, vindt de stadsregio.
Voor ProRail past de uitbreiding in haar programma ‘Ruimte voor de
Fiets’. Daarom zullen ProRail en de stadsregio binnenkort een overeenkomst
sluiten om nog een aantal fietsenstallingen aan te pakken, eerst
bij de stations Arnhem Zuid en Oosterbeek en later ook bij Duiven en
Arnhem Presikhaaf.
actuele reisinformatie bij busstations en haltes
Het busstation bij Nijmegen Centraal heeft de primeur. Daar komt het
eerste Dynamisch Reizigers Informatie Systeem oftewel DRIS. Het
DRIS informeert reizigers waar welke bus staat en hoe laat deze vertrekt.
Ook eventuele calamiteiten komen op het DRIS te staan. In 2009
plaatst de Stadsregio Arnhem Nijmegen deze nieuwe informatiesystemen
bij 85 busstations en bushaltes in de regio.
Het systeem werkt als volgt. De bussen in de stadsregio zijn voorzien
van boordcomputers. Deze computers bepalen de precieze locatie van
de bus (straat, snelweg ter hoogte van paal XX enzovoort) en sturen
deze informatie door naar de centrale computer van de vervoerder.
Deze gegevens koppelt de vervoerder aan de dienstregeling. Op deze
wijze kan de vervoerder bepalen of een bus te vroeg, op tijd of te laat
bij een halte aankomt. Die informatie verschijnt op het DRIS. Ervaring
leert dat reizigers wachten op een bus niet zo erg vinden. Wat hen hindert,
is het niet weten hoe lang men moeten wachten. Met de nieuwe
DRIS weet de reiziger tot op de minuut nauwkeurig waar en wanneer
zijn bus vertrekt.
Met het nieuwe systeem wil de Stadsregio Arnhem Nijmegen de kwaliteit
van het openbaar vervoer vergroten.
20 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 21

Exclusieve Exclusieve
bouwkavels in
Arnhem
Nieuwbouw
Verbouw
Onderhoud
Renovatie
T 026 - 445 27 51
www.willemsen.nl
Bouwkundig tekenwerk
Aanvraag bouwvergunning
voor particulieren en bedrijven
T 026 - 384 22 22
www.bieze-makelaars.nl
LiemersBouw B.V.
Mollevite 26
6931 KG Westervoort
Postbus 185
6930 AD Westervoort
T 026 312 13 43
E info@liemersbouw.nl
I www.liemersbouw.nl
Stadsregionale verstedelijkingsopgave voor 2010–2020
kwaliteit centraal
na het grote bouwen
In 2005 is in de Stadsregio Arnhem Nijmegen het Versnellingsproject Tempo
KAN! gestart. Sindsdien zijn er in de stadsregio 16.519 woningen gebouwd.
Eind 2009 loopt dit traject af. Dan start een nieuwe fase. Portefeuillehouder
Wonen Gosse Noordewier over de resultaten van Tempo KAN! en de verdere,
regionale verstedelijkingsopgave 2010-2020.
Het doel van Tempo KAN! was het terugbrengen van het
woningtekort tot 1,5 procent van de totale vraag. Met de centrale
overheid was afgesproken dat in de stadsregio 24.498
woningen gebouwd zouden worden. In 2010 komt de verstedelijkingsopgave
in een nieuwe fase. De stadsregio is immers niet
langer sec een groeigebied. In sommige gebieden is sprake
van stabilisatie en zelfs van krimp. Uit cijfers blijkt dat de
stadsregio tot 2025 nog groeit, maar dat die groei zich vooral
concentreert in bepaalde gebieden.
Als bevlogen bestuurder is Gosse Noordewier nauw betrokken
bij het behalen van de bouwdoelstellingen. De 16.519 gebouwde
woningen noemt hij een immense prestatie: “Gemeenten,
corporaties, projectontwikkelaars en andere partijen hebben
ongelooflijk goed samengewerkt. Dit heeft niet alleen geleid
tot voldoende, maar ook tot betaalbare woningen. Met name
voor starters en senioren. In de grote steden is zelfs 35 procent
betaalbaar gebouwd in plaats van de gestelde dertig procent.
Helaas halen we de gestelde bouwdoelen pas volgend jaar. In
2010 zijn sinds 2005 zo’n 24.500 woningen gebouwd.”
Nieuwe bouwopgaven tot 2020
“Voor de periode 2010–2020 worden andere doelen gesteld.
Was het vizier tot voor kort vooral gericht op bouwen, de
komende tijd gaan we meer kijken naar de integrale bouwopgave
en de effecten van de verstedelijking op andere
beleidsterreinen. Aan welke woningen is behoefte, wie gaan er
wonen, wat zijn voorwaarden om ergens prettig te wonen, hoe
vangen we de vergrijzing en de gezinsverdunning op, hoe gaan
we om met de huidige recessie? Allemaal vragen waar we de
komende jaren mee aan het werk gaan.”
Regionaal gebiedsdocument
“Het ministerie van VROM wil voor het einde van het jaar van
iedere stadsregio een regionaal gebiedsdocument ontvangen.
VROM is daarbij niet alleen geïnteresseerd in aantallen,
maar vooral in de verhouding van de verstedelijking met
andere beleidsterreinen, zoals openbaar vervoer, medische
voorzieningen, infrastructuur, groen en werkgelegenheid.
www.destadsregio.nl
stadsregio arnhem nijmegen
Tekst Heidi Heuvelsland
Omdat de stadsregio de input van de gemeenten nodig heeft
zijn gemeenten op dit moment bezig met het maken van
gemeentelijke woonvisies met een realistische en integrale
toekomstbeeld van de woningmarkt. Deze gemeentelijke visies
worden besproken op subregionale bijeenkomsten. Met deze
resultaten kan de stadsregio de integrale en reële regionale
bouwbehoefte op papier zetten.”
Nieuwe verstedelijkingsafspraken en
concessieovereenkomsten
“Op basis van het regionaal gebiedsdocument worden nieuwe
verstedelijkingsafspraken gemaakt met VROM en worden er
nieuwe concessieovereenkomsten met de gemeenten voor
2010–2020 gesloten. Op basis van de regionale gebiedsdocumenten
bepaalt de rijksoverheid of er financiering komt voor
gemeentelijke en regionale bouwprogramma’s. Op dit moment
is de verwachting dat er tot 2020 zo’n dertig- tot 35.000
vooral betaalbare woningen moeten worden gebouwd om de
verwachte groei op te vangen.”
22 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 23

Project ‘Future cities’ moet steden klimaatbestendig maken
compacte, moderne stad
fungeert als hitte-eiland
De Stadsregio Arnhem Nijmegen ziet luchtproblematiek en klimaatverandering
niet als bedreiging maar als kans. Met het ambitieuze programma Eureka
wil de stadsregio het klimaat en de bereikbaarheid van de regio verbeteren. Een
opvallend initiatief binnen Eureka is ‘Future Cities’. De stadsregiogemeenten
Arnhem en Nijmegen en de gemeente Tiel werken hierin samen met andere
Europese steden.
“In ‘Future Cities’ onderzoeken we hoe we (regen)water kunnen
vasthouden en groen kunnen inzetten om de oververhitting
van steden tegen te gaan en de luchtkwaliteit te verbeteren.
Het onderzoek moet duidelijk maken met welke maatregelen
steden en stadsregio’s klimaatbestendig gemaakt kunnen
worden”, licht Vincent Kuypers het project toe.
Kuypers is onderzoeker bij Alterra, het gerenommeerde kennisinstituut
voor de groene leefomgeving, dat deel uitmaakt
van Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Hij is nauw
betrokken bij Future Cities en hij vindt dat het een initiatief is
dat ondersteuning verdient van gemeenten, andere overheden
en bedrijfsleven: het gaat er immers om de leefbaarheid van
steden en directe omgeving te verbeteren en te waarborgen.
“Klimaatverandering kan leiden tot vaker voorkomende extreme
weersomstandigheden: hevige neerslag, langdurige droogteperioden
en hittegolven”, vertelt hij. “Deze gevolgen hebben
hun weerslag op ons dagelijkse leven. Eén van de veranderingen,
een verandering die tot nu toe relatief onderbelicht bleef
en die voor grote problemen kan zorgen, is warmte.”
Nederland wordt warmer. In de afgelopen twee decennia zijn
veel van de warmste jaren ooit geregistreerd. Dit heeft gevolgen
voor de gezondheid van de Nederlandse bevolking. Door
hittegolven in Nederland in 2003 en 2006 stierven tussen de
duizend en 2.200 mensen meer dan gemiddeld. Het opwarmen
van de aarde heeft dus een negatieve invloed op de gezondheid
van mensen. Volgens Kuypers zijn in steden de gevolgen
nog eens extra voelbaar omdat daar het zogenaamde Urban
Heat Island-effect optreedt: “Zo kan in steden de temperatuur
’s nachts tot tien graden zijn dan in omliggende gebieden”,
aldus Kuypers.
Tekst Rijk Willemse, La Verbe
Fotografie ChinaFotoPress/ANP
Anders omgaan met water en groen
Kuypers: “Voor Future Cities gaan we uit van de volgende aanname:
steden worden steeds compacter en dichter bebouwd.
Daardoor en ook onder invloed van de klimaatverandering
moeten we anders omgaan met water en groen. Water en
groen moeten zorgen voor koeling van de stad. De compacte,
moderne stad is een hitte-eiland in de omgeving. Overdag
warmt de stad enorm op door de dichte bebouwing, ’s nachts
kan die hitte niet goed weg. Vooral donkere en verharde
oppervlakten dragen daaraan bij. Zo ontstaan temperatuurverschillen
tussen de stad en de directe omgeving. Met lastige
gevolgen: een ernstige verslechtering van de luchtkwaliteit,
mensen slapen minder goed, rusten minder uit, wat gevolgen
heeft voor de gezondheid. Verder gaan stadsbewoners nog
meer airconditioners aanschaffen, wat slecht is voor het klimaat.
We moeten het water in de stad, dat via regen en de
rivieren binnenkomt, beter vasthouden en opslaan. Daarmee
kunnen we de stad afkoelen. Bovendien kunnen we er aantrekkelijkere
groene gebieden mee maken, wat bijdraagt aan een
betere luchtkwaliteit en ook weer zorgt voor koeling. Verder
onderzoeken we hoe we de wind kunnen gebruiken voor verkoeling.”
Bomenrijen en lanen
Kuypers somt een aantal groentoepassingen op die tot het
beoogde effect kunnen leiden: “’s Zomers kun je met groene
daken en groene muren binnenshuis de hitte beperken en
daarmee ook het energieverbruik door airco’s verminderen.
’s Winters kun je op die manier isoleren. Groen tegen en voor
de zuidgevel kan leiden tot een aangenamer binnenklimaat en
de warmte-uitstraling van een gebouw beperken. En vergeet
niet de bomenrijen en lanen die zo passen in het Nederlandse
straatbeeld en die we op vele wegen binnen en buiten de stad
tegenkomen. Aan deze bomen zijn al veel mooie eigenschappen
toegeschreven, zoals esthetische waarden, natuurwaarden,
luchtzuivering enzovoort. Het bestrijden van het Urban
Heat Island-effect kan gerust aan dit rijtje worden toegevoegd”,
vindt Kuypers.
Elders in Nederland zijn al regelingen ontworpen om toepas-
singen van groen te bevorderen. Zo heeft Rotterdam een
subsidieregeling voor groene daken ontworpen op basis
van de bijdrage aan de waterregeling. Amsterdam gaat het
Rotterdamse voorbeeld volgen. Kuypers: “Voor de Zuidas in
Amsterdam moet twintig tot dertig procent van het dakoppervlak
groen dak worden. In andere steden wordt gewerkt
aan voorschriften en regelingen om groene daken of ‘verticaal
groen’ aantrekkelijk te maken voor particulieren en woningcorporaties.
Natuurlijk kan dit ook toegepast worden op en
om pleinen en parkeerterreinen: bomen kunnen er een groen
dak vormen. Niet alleen voorkomt dit dat de auto een sauna
wordt, ook gaat dit voor een deel de verdamping van benzine
tegen.”
Europese subsidie
De initiatiefnemers van Future Cities hebben een Europese subsidie
gekregen, een zogenaamde Interreg-subsidie. ‘Interreg’–
van: ‘interregionaal’ – houdt in dat in een project buitenlandse
partners meedoen. In Future Cities werken de gemeenten Tiel,
Arnhem en Nijmegen onder meer samen met het Engelse
Hastings, de West-Vlaamse regio, de Emscherparkregio en het
Franse Rouen.
Op 1 januari 2009 is in het project Future Cities van de
Stadsregio Arnhem Nijmegen formeel met het onderzoek
begonnen. Het onderzoek wordt gedaan in Arnhem, in een
wijk waar herstructurering plaatsvindt en waar nieuwe principes
worden toegepast en getest. Ook in Nijmegen gaat men
met het project aan de slag. Kuypers: “Daar gaat het vooral
om kleinschalige toepassingen, bijvoorbeeld groene daken.
Hoe kunnen we met slim aangelegd groen de stad afkoelen?
In de Waalsprong is dat trouwens al lang toegepast met bijvoorbeeld
wadi’s, die regenwater vasthouden in de grond.
Dat soort principes willen we algemener gaan toepassen om
de hele regio op temperatuur te houden en slimmer met het
schone regenwater om te gaan.” www.destadsregio.nl
stadsregio arnhem nijmegen
24 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 25

Golden Tulip Avegoor is klaar voor de wereld
hello world
is een beleving op zich
Met de komst van een nieuwe hotelmanager met een nieuw concept waait er
een frisse wind door de deuren van Golden Tulip Avegoor. Positiviteit, creativiteit
en het zoeken naar de schoonheid van de eenvoud zijn de nieuwe uitgangspunten.
Het frisse concept ‘Hello World’ sluit hier feilloos op aan.
Madelinde Moesbergen heeft zich vol enthousiasme gestort
op de ‘vreemde eend in de Golden Tulip keten’, een liefkozende
benaming voor het hotel dat als het aan Madelinde ligt het
paradepaardje van de familie wordt. Waar anderen het gezien
de malaise wellicht iets rustiger aan doen, is het volgens
Madelinde juist nu dé tijd om je te onderscheiden. ”Negativiteit
moet je achter je laten, kijk met een positieve blik vooruit. Het
gaat helemaal niet om wat je met geld kunt bereiken, maar het
gaat om je creativiteit. Daarmee kom je heel ver.”
De schoonheid van eenvoud
‘Hello World’ is de manier waarmee Golden Tulip Avegoor dit
denken ook echt uitdraagt in de praktijk. Het idee is heel eenvoudig:
het hotel kijkt over de eigen branchegrenzen heen en
bundelt de krachten. Madelinde: ”Door samen te werken met
verschillende ondernemers uit de regio, kunnen wij onze gasten
Avegoor echt laten ervaren en wordt een weekendje weg
een ware beleving.”
Met ingang van maart staat iedere maand in het teken van een
thema. Samen met lokale ondernemers worden de thema’s
verder uitgewerkt. Kennis en expertise over en uit de regio
wordt samengebracht in een waar belevingsarrangement.
In maart was het thema ‘World of Family’. Erop uit met je
familie staat centraal. Vaders en zonen en moeder en dochters
crossen met een GPS door de Veluwse bossen. Er kan gestept
worden en het zwembad van Avegoor is voor de gelegenheid
omgetoverd tot waterbal wedstrijdbad. ”Het gaat ons om het
creëren van een onverwacht moment, waarbij beleving van de
omgeving en het samen zijn voorop staan. Genieten zit vaak in
de eenvoud van kleine dingen.”
Zoektocht naar creativiteit
Tot en met mei zijn de thema’s al uitgewerkt. Zo komt er een
World of Nature met verschillende interessante lezingen en
workshops, en een World of Wellness waar het managen van
de eigen energie een belangrijke rol gaat spelen. De thema’s
voor de overige maanden van het jaar liggen al wel vast, maar
Avegoor is nog op zoek naar partijen met goede ideeën voor
invulling. “Zie dit als een oproep”, zegt Madelinde. “Bedrijven
die willen aansluiten bij ons concept, zijn van harte welkom.”
www.goldentulipavegoor.nl
www.avegoor.nl/helloworld
golden tulip avegoor
Tekst Leoni Delsink
Fotografie Golden Tulip Avegoor
Golden Tulip Avegoor wil met de uitwerking van Hello World
een win-win-situatie creëren. “Het samenwerken met verschillende
bedrijven zorgt voor een enorme creatieve impuls en
enthousiasme. Waarmee we met elkaar tot positieve ervaringen
komen. Dit geldt niet alleen voor onze gasten, maar ik
merk het ook bij mijn medewerkers.”
Het belooft een goed jaar te worden voor Golden Tulip
Avegoor. In 2009 blijft het niet bij dromen over ideeën, ze
worden juist omgezet in ware dromen.
26 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 27

column
Kijkt u ook elke avond even naar de agendacommissie
van ons parlement? Ik bedoel
natuurlijk het programma van Pauw en
Witteman. Alle ellende van de wereld passeert
de revue: de kredietcrisis in al haar
facetten, de vreselijke brand in Australië,
Londen die Wilders weigert, een gestoorde
man die moordt in een Belgische kindercrèche….
centrifuge
Gedreven in het interrumperen van hun gasten proberen
zij de achterkant van het gelijk te tonen. Als u dit zo
vlak voor de nacht te zware kost vindt, dan rest u niet
veel anders dan de knop in te drukken. Want als u gaat
zappen, blijft u zien dat dezelfde wereld doordraait op
het andere net en is de kans groot dat u ook dezelfde
gasten aantreft. Weliswaar in een andere outfit, maar
altijd weer die interviewer op zoek naar die achterkant.
Het wordt trouwens nog aardiger als de interviewers
elkáár gaan uitnodigen in hun niet aflatende baltsgedrag.
Een flauwe analyse natuurlijk, want er is niks mis
mee dat we onze kritische houding blijven aanscherpen
met actuele informatie. Maar ik wil ook zeggen dat we
in een stroomversnelling van informatie terecht zijn
gekomen (we weten alles veel sneller dan ooit), maar
dat we nog steeds op basis van een anders geordende
wereld reageren. Pauw en Witteman willen immers een
snelle reactie; aarzeling bij de gasten staan ze niet toe.
“Hallo, mag ik even nadenken?”, schijnt niet krachtdadig
over te komen.
Het doet me denken aan mijn kindertijd toen ik stiekem
de klep van de centrifuge op zolder opendeed (“niet je
hand erin steken, jongetje!”) en een bonte schakering
zag van kleuren en strepen die roteerden en waarvan je
de oorsprong pas weer zag als het apparaat ophield met
supersnel ronddraaien. Dan ontwaarde je de gekleurde
handdoeken weer en je favoriete shirt.
In Chicago werd dat gevoel om de centrifuge te stoppen
even manifest toen Obama zijn geroemde Yes we canspeech
hield. Met een traan van Jesse Jackson die zich
kon meten met die van Maxima, voelde je de behoefte
bij mensen aan een nieuwe blik op de toekomst.
En laten we dat nu in onze regio ook al een tijdje geleden
begrepen hebben! In de Achterhoek kwamen in februari
honderden ondernemers en politici bijeen om concrete
kansen voor duurzame projecten te benoemen in een
kordaat ‘aanvalsplan’. Een ondernemende samenleving
wordt door Petra van Wingerden, de portefeuillehouder
economie van de Stadsregio Arnhem Nijmegen,
eveneens gebruikt als ze samen met het bedrijfsleven
de economische agenda schrijft met de simpele maar
sterke boodschap: ‘Laten we sterk maken wat al sterk
is’. Ofwel: ‘wees trots op het zittende bedrijfsleven
en faciliteer optimaal de ontwikkelingsmogelijkheden’.
Ook de provincie Gelderland heeft de oproep van KVKvoorzitter
Gert-Jan Oplaat om investeringen naar voren
te halen, serieus en slagvaardig ter hand genomen. De
gemeenten volgden met het initiëren van onder andere
mobilteitscentra om mensen die ontslagen dreigen te
worden, maatwerk te bieden bij de omscholing. Evenals
onze ondernemende Hoge School van Arnhem en
Nijmegen die met een crisisloket eerstelijns hulp biedt
en doorverwijst.
Dat perspectief van die ondernemende inzet van al die
partijen maakt die oprukkende crisis natuurlijk niet
anders maar haalt wel dat onrustige centrifuge-effect
weg. Laten we dat maar eens gaan vertellen bij Pauw
en Witteman!
Ronald Migo
Directeur Kamer van Koophandel Centraal Gelderland
ronald.migo@kvk.nl
“Druk, druk, druk? Nee joh, tijd zat voor de sport!”
Intussen buiten de arena ...
Met de raadsverkiezingen van 2010 voor de deur, start de Vereniging
Nederlandse Gemeenten binnenkort een campagne om kandidaten voor het
openbaar bestuur te werven. Want het aanbod is zorgwekkend schaars geworden
door het enorme tijdsbeslag dat de publieke zaak zou vergen. Maar toch:
het sportbloed van bestuurders kruipt waar het niet gaan kan.
28 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 29
Tekst Arian Kuil
Illustratie Huub Coenen
“je doet iets wat eigenlijk
niet kan, dat is de kick”
Een functie in het openbaar bestuur vraagt offers. Het stelt
sommigen ook voor lastige keuzes. De vorig jaar in Heumen
aangetreden wethouder Jolanda van Veluw zag zich genoodzaakt
haar bedrijf te verkopen en haar kersverse Arnhemse
collega Roeland Kreeft, zegde zijn baan bij een adviesbureau
in Dordrecht op.
Raadsleden verrichten hun taak meestal naast hun baan. Al
helpt het soms als je ‘ouwe lullen-dagen’ krijgt, zoals Thieu
Hoeken, die vorig jaar als raadslid in Ubbergen werd benoemd.
Van Veluw, eerder al raadslid in Nijmegen, kon dat nog combineren
met haar reisbureau, maar legde daarvoor wel zeven
vrijwilligersfuncties neer. “Aanvankelijk ben ik ook minder
gaan sporten, maar dat heb ik later weer kunnen oppakken
door mijn tijd anders in te delen.”
Mens sana in corpore sano. De Romeinen wisten het al; van
oud-minister Pieter Winsemius weten we dat hij zelfs een
kabinetsberaad afzegde om te kunnen hardlopen. Raadsleden
en bestuurders die hele of halve banen opzeggen maar wél
blijven sporten, verkeren kortom in goed gezelschap.
Dat moet de zeventig jaar jonge Tom Couwenhoven, de nestor
van de Rhedense gemeenteraad, goed doen. Sinds 1998 heeft
hij zijn hart verpand aan de publieke zaak. Hij had daarnaast
al een warme wandelliefde, maar sinds zijn pensionering is hij
ook hartstochtelijk gaan parachutespringen. Regelmatig laat
hij zich in een Cessna Grand Caravan naar 3,6 km hoogte vliegen
om naar beneden te springen. Zo’n honderd loodrechte
meters vrije val, en dan maar hopen dat het touwtje het doet.
“De eerste paar sprongen was ik wel bang, maar inmiddels is
die angst wel weg. Nu is het gewoon leuk en lekker. Je doet
iets wat eigenlijk niet kan, dat is de kick”, aldus het krasse
raadslid.
De rubriek Intussen buiten de politieke arena gaat over de onvermoede
kanten van lokale en regionale politici. Buitenpolitieke activiteiten’ dus,
die niettemin wél van politieke betekenis kunnen zijn. Heeft u tips? Mail
ze naar: ariankuil@actorion.nl

Volgens directeur Jurriaan de Mol van RBT KAN is het nu tijd voor een ander ‘systeem’
“we houden graag meerdere
potten op het vuur”
Sinds de Stadsregio en het toeristische bedrijfsleven in 2003 het Regionaal
Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen (RBT KAN) oprichtten, is het toeristische
marktaandeel van de regio gegroeid. Strooit de huidige recessie roet in
het eten? Jurriaan de Mol, directeur van RBT KAN ziet voor het binnenlands
toerisme juist kansen: “Ik verwacht in 2009 meer Nederlandse toeristen dan
de afgelopen jaren.”
De Mol omschrijft het RBT KAN als een “echte marketingorganisatie
voor de regio”. Waar in steden als Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag citymarketing gebruikelijk is, wordt
dat in deze regio ‘pas’ sinds 2003 professioneel opgepakt. En
die benadering werpt haar vruchten af, zo wijzen de cijfers uit.
In 2006 vonden circa 2,5 miljoen overnachtingen in deze regio
plaats; een groei van 13,1 procent in vergelijking met 2005.
Ook zijn zij in hetzelfde jaar 9,2 procent meer gaan besteden.
In 2008 behaalde de regio Arnhem-Nijmegen binnen
Nederland qua toeristisch marktaandeel zelfs de vijfde plaats.
Logischerwijs is het marketingbudget flink meegegroeid. “We
zitten nu per jaar op zo’n drie miljoen. Zes jaar geleden was
dat nog drie ton”, licht De Mol toe. Dit bedrag wordt overigens
opgehoest door de lokale en provinciale overheden en de
Jurriaan de Mol, directeur RBT KAN
Tekst Liesbeth Timmermans
Fotografie Nederlands Openlucht Museum
toeristische accommodaties in de regio. “We hebben nu 35
partners zoals hotels, musea en attracties. Zij betalen stevig
mee aan de regionale promotie. Kennelijk hebben wij als RBT
KAN veel draagvlak”, constateert De Mol.
Met zo’n 25.000 arbeidsplaatsen vormt de toeristisch-recreatieve
sector in regio Arnhem-Nijmegen acht procent van de
totale werkgelegenheid. De Mol vindt het lastig om nu al in te
schatten of deze sector onder druk komt te staan: “De horeca
heeft sowieso last van het rookverbod en de recessie. Wellicht
zijn mensen nu voorzichtiger. Ze gaan bijvoorbeeld wel naar
Burgers’ Zoo, maar nemen daar geen kopje koffie. Hoe dat
doorwerkt, is een kwestie van afwachten.”
De Mol is wel ronduit positief over de kansen van zijn corebusiness:
mensen van buiten de regio naar binnen halen.
“Ik verwacht dat het aantal toeristen in 2009 zal toenemen.
Nederlanders zullen namelijk hun tweede vakantie, vanwege
de voorzichtigheid, binnen de landsgrenzen blijven. Daar profiteert
deze regio van.”
Prachtig product
Als echte marketeer weet De Mol uiteraard te vertellen wat de
regio Arnhem-Nijmegen zo aantrekkelijk maakt: “We hebben
een prachtig product. Twee gezellige compacte steden (oudste
stad en mode-designstad) omringd door schitterende natuur.
Daarnaast weten we dat toeristen het genoeglijke tempo waarderen,
evenals de goede prijs-kwaliteitverhouding.”
Hoe gaat RBT KAN ervoor zorgen dat de Nederlandse vakantiegangers
naar deze regio komen en bijvoorbeeld niet
voor Brabant of Groningen kiezen? “We borduren voort op
bestaande campagnes waarin ons prachtige product wordt
gepresenteerd. Denk bijvoorbeeld aan de Romeinse campagne
van het Rijk van Nijmegen, Made in Arnhem en Even Liemers
Leven. Verder zijn we met lokale overheden en de provincie in
bespreking over een extra promotiecampagne om juist nu die
binnenlandse toeristen te trekken. Dat willen we doen door
radiocommercials en extra digitale communicatie. Zie dat als
het toefje slagroom op de taart.”
Middellange termijn
Naast het toefje recessieslagroom heeft RBT KAN in 2009
een aantal nieuwe marketingacties gepland. Deze waren al
voor de kredietcrisis bedacht. “We hebben recentelijk de
Liberation Route gepresenteerd. In april starten we met de
campagne Cool Breaks. Deze wordt internationaal ingezet en
is gericht op mensen die een weekendje weg gaan. Mensen
hebben Londen, Parijs en Amsterdam inmiddels een paar keer
bezocht en staan open voor een onbekendere stad. Met een
crossmediale campagne willen we bezoekers trekken die via
de HSL en Weeze-Airport makkelijk met Nijmegen en Arnhem
verbonden zijn.”
Daarnaast worden de digitale mogelijkheden verder uitgebuit.
Volledig in lijn met web 3.0 worden bezoekers uitgenodigd
hun ervaringen via internet te delen. “Toeristen kunnen straks
hun eigen digitale fotoboek bij VVV Nijmegen achterlaten of
spannende streekgerechten met anderen delen. Natuurlijk
mogen de eigen gemaakte filmpjes niet ontbreken. Zo komen
we één-op-één in contact met mensen en kunnen we ze nog
makkelijker bereiken en vasthouden.”
Een andere doelgroep waar RBT KAN nadrukkelijk op inzet zijn
de 65-plussers. “In 2011/2012 gaan in één keer 450.000 babyboomers
met pensioen. Dat is qua koopkracht een belangrijke
doelgroep. Zeker als er rust is gekomen in het economisch
vaarwater.”
thema: perspectief
Ook put De Mol vertrouwen uit de investeringen en toekomstplannen:
“De Waalkade en Plein ‘44 worden flink opgeknapt.
Verder is het belangwekkend dat het Romeins verleden zichtbaar
wordt gemaakt. Denk ook aan de komst van het Nationaal
Historisch Museum en Park Lingezegen, de fietsknooppunten
en het succes van het World Statues festival. Interessant is
bovendien dat we met verschillende hotelketens in gesprek
zijn. Deze regio kan nog wel een aantal goede 4- en 3-sterren
hotels gebruiken, zeker met de toekomstige groei.”
Per saldo stelt De Mol: “Het perspectief op de middellange
termijn is gewoon goed. De lijn die we hebben ingezet moeten
we vasthouden.” Een uitgangspunt daarbij is diversivicatie.
RBT KAN richt zijn pijlen bewust op de vier omvangrijkste
toeristengroepen: de Nederlanders, de Duitsers, de Vlamingen
en de Britten. “We houden graag meerdere potten op het vuur.
Eén is te gevaarlijk. Stel dat we ons volledig hadden gefocust
op de Britten, dan hadden we nu met de ineenstorting van het
pond sterling een probleem gehad.” De opkomende reismarkten
Brazilië, China, Rusland en India worden (nog) niet door
RBT KAN bewerkt. “Dat kost veel tijd en geld. Laat Amsterdam
eerst maar de kolen uit het vuur halen.”
Nieuw recept
De Mol ziet in de huidige recessie geen bedreiging: “We zijn
erdoor overvallen. Binnen twee maanden zijn heel wat bedrijven
van een gezonde situatie naar een lege orderportefeuille
gegaan. Natuurlijk is dat vervelend, maar ik zie het als een nieuwe
uitdaging. Ik heb ook de recessie van de jaren tachtig meegemaakt
en de dotcom-crisis. De huidige situatie leert ons dat
we een nieuw recept nodig hebben. In de jaren tachtig is gekozen
voor een terugtredende overheid en meer ruimte voor de
vrije markt. Nu is het kennelijk tijd voor een ander ‘systeem’.”
30 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 31

Vernieuwing, verbreding, uitbreiding, extra activiteiten, ‘block busters’
regionale musea
verleiden de bezoeker
Volgens Stichting Erfgoed Nederland hebben de 55 grootste musea in het land
in 2008 een kleine miljoen meer bezoekers getrokken dan in 2008. In de regio
Arnhem-Nijmegen heeft in deze categorie alleen het Arnhemse Watermuseum
meer mensen ontvangen. Hoe verklaren de musea hun bezoekersaantallen en
wat doen ze in 2009 om nieuwe bezoekers te trekken? En kleine ronde langs
vier musea in de regio.
Het museumpark Orientalis had in 2008 te maken met een
daling van het bezoekersaantal: van 91.333 in 2007 naar
85.000 vorig jaar. Directeur Pieter-Matthijs Gijsbers plaatst
de daling in het kader van een cruciale fase van de transformatie
van het voormalige Bijbels Openluchtmuseum. Het
museumpark, ooit opgericht als een puur rooms-katholiek
devotiepark, is de thematiek al enige jaren aan het verbreden.
Behalve op het Christendom richt Orientalis zich nu ook op het
Jodendom en de Islam en op hun betekenis voor de huidige
samenleving.
De nieuwe oriëntatie heeft natuurlijk gevolgen voor de inrichting
van het museumpark. Fase 1 daarvan is voltooid, maar
in de uitvoering van fase 2 is vertraging geslopen. Gijsbers:
“Bezoekers zien een museumpark dat ‘niet af’ is, dat verwacht
men niet van een museum. Dat heeft ons bezoekers gekost.
Daarnaast blijft ook een deel van onze traditionele, christelijke
doelgroep weg.”
“Daarom gaan we dit jaar met extra slagkracht de geplande
fase 2-projecten uitrollen: onder andere het Bijbelhuis,
Tenachhuis en Koranhuis, maar ook recreatieonderdelen zoals
een speeltuin en publieksvoorzieningen. Dit hoger serviceniveau
is noodzakelijk, want de helft van de bezoekers zijn
Duitsers en zij zijn in Duitsland een hoger serviceniveau in de
musea gewend.”
“De vertraging in fase 2 heeft verschillende oorzaken. Een
ervan is dat de fondsenwerving bij overheden en christelijk
georiënteerde fondsen gefrustreerd is geraakt door een proces
tegen Orientalis, aangespannen door bisschop Hurkmans
van Den Bosch – Orientalis ligt in ‘zijn’ gebied. Als orthodoxkatholieke
bisschop probeerde hij de verbreding van onze thematiek
te voorkomen. In januari 2008 hebben we dat proces
Tekst Gemma Schoot
Fotografie Nederlands Watermuseum
na zeven jaar gewonnen. Een pak van ons hart. De fondsenwerving
trekt nu gelukkig weer aan.”
“Tegelijkertijd speelde in de afgelopen zeven jaar de groeiende
polarisatie in het maatschappelijk debat over de Islam.
Financiers worden door de islamfobie huiverig om Orientalis
te steunen. Dat is jammer, vooral omdat wij met open vizier in
de islamdiscussie staan.”
Positief is weer dat Orientalis een nieuwe doelgroep blijkt aan
te kunnen boren: bedrijven en instellingen die Orientalis als
inspirerende locatie voor bedrijfstrainingen of vergaderingen
zien.
Afrika Museum
Het bezoekersaantal van het Afrika Museum zakte van 79.700
in 2007 naar 68.702 in 2008.
Maud Relouw wordt er niet onrustig van: “Het is een normalisering
na de uitschieters van bijna tachtigduizend bezoekers in
2006 en 2007. We hadden toen net het hele museum grondig
uitgebreid en vernieuwd en dat trok veel nieuwe belangstellenden.
Het museum is nu twee keer zo groot. We hebben een
nieuwe tentoonstellingszaal, een Atrium en een Auditorium
met honderdvijftig zitplaatsen. We zakken nu dus een beetje
terug naar het basisaantal.”
Normalisering of niet, het Afrika Museum wil liever op het
hogere bezoekersaantal blijven. Het museum organiseert
daarom activiteiten parallel aan de tentoonstelling Roots &
More – De Reis van de Geesten, met kunst van hedendaagse
kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora. Zo kun je iedere maand
(op elke zondag) een van de vele Latijns-Amerikaanse dansen
leren; ze hebben immers Afrikaanse Roots. “We streven voor
2009 naar de 85.000 tot negentigduizend bezoekers!”
Opa-en-oma-dag in het Nederlands Watermuseum, Arnhem
Nederlands Watermuseum
De bezoekersaantallen van het Nederlands Watermuseum stijgen
gestaag, van 2005 naar 2006 met een sprong van 45.000
naar 66.000. In 2008 kwamen er ruim 71.000 bezoekers.
Suzanne Beekman van het Nederlands Watermuseum: “De
stijging in 2006 komt vooral doordat we toen de museumjaarkaart
hebben ingevoerd. Wat betreft communicatie hebben we
de afgelopen jaren gewerkt met een olievlekstrategie: eerst
zorgen voor bekendheid in Arnhem en omstreken en daarna
steeds verder uitbreiden. Nu zijn we op landelijk niveau bezig,
onder andere met een ster en cultuur-spot. We merken aan de
bezoekersaantallen dat onze bekendheid steeds groter wordt.
Free-publicity en positieve mond-tot-mondreclame spelen
daarin een belangrijke rol. Van de recessie merken we nog niet
veel. De bezoekers blijven komen, maar dat komt ook doordat
veel Nederlanders juist in eigen land blijven en uitstapjes met
de kinderen maken.”
“Een van de plannen voor 2009 is dat we de bezoekersdoelgroepen
meer verspreid willen ontvangen. We kunnen namelijk
in ruimte niet uitbreiden. Het betekent dat we extra aandacht
geven aan schoolgroepen; die bezoeken het museum door de
week. We maken het aantrekkelijk met vervoerssubsidies en
nieuwe lespakketten. Daarnaast hebben we bijzondere activiteiten
en evenementen, in de vakanties, maar ook in het kader
van ons vijfjarig jubileum. In maart is er een grootschalige
sponsorloop voor kinderen door park Sonsbeek: ‘Wandelen
voor water’. De opbrengst gaat naar Ghana waar watertappunten
worden gemaakt. De komende herfstvakantie is het
Nederlands Watermuseum de hoofdlocatie voor het sprookjesfestival
in Arnhem.”
thema: perspectief
Museum Het Valkhof
Het bezoekersaantal van Museum Het Valkhof daalde van ruim
158.000 naar 110.000. René Kwant, hoofd Publiekszaken, houdt
het hoofd koel. “We houden altijd een gemiddelde van honderdduizend
per jaar aan. De daling in 2008 komt doordat we
in 2007 de grote publiekstentoonstelling ‘De laatste uren van
Herculaneum’ hadden, met kunstschatten uit het Herculaneum,
dat net als Pompeii werd verwoest door de Vesuvius. We hebben
om de twee jaar zo’n ‘blockbuster’, waarmee we altijd
mikken op 75.000 bezoekers extra. ‘Herculaneum’ trok boven
verwachting zelfs 121.000 bezoekers.”
De tweejaarlijkse, extra grote tentoonstellingen organiseert
Het Valkhof naast de jaarlijks circa vijf andere tentoonstellingen
en de presentatie van de vaste collectie. Maar er zijn
ook kleinere tentoonstellingen en soms trekken ook die onverwacht
veel bezoekers, zoals ‘Historisch Kant’, waar “bussen
vol liefhebbers” naartoe kwamen.
Komend najaar is er weer een publiekstrekker: de wereld van
Katherina. Kwant: “We laten dan onder meer het Getijdenboek
van Katherina van Kleef zien, uit ongeveer 1440. Het is
het belangrijkste laatmiddeleeuwse manuscript dat uit de
Noordelijke Nederlanden bewaard is gebleven. Het kan niet
anders of er komen minstens zo veel mensen als naar de tentoonstelling
over de miniaturenschilders ‘De gebroeders Van
Limburg’ in 2005.”
www.erfgoednederland.nl
32 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 33

AM R&M adv. 240x340mm.pdf 25-02-2009 10:05:55
De pijlers onder het succes in 2008
SW-bedrijf Breed heeft een succesvol jaar achter de rug. Door goed in te spelen
op de regionale markt en haar medewerkers gericht op te leiden, hebben ze
weinig onder de kredietcrisis te leiden gehad. Algemeen directeur Erwin Duits:
“Je investeert veel, maar je krijgt er ook veel voor terug.”
www.denkbreed.nl
34 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 35
breed
Tekst Hans Rebers
Fotografie Hans Crezee
“we plaatsen mensen
uit mét bagage”
De cijfers spreken eigenlijk voor zich. In het jaar 2008 heeft
Breed maar liefst 197 medewerkers een contract aangeboden.
Ook zijn de wachtlijsten flink geslonken. Bovendien wordt
ruimschoots voldaan aan de ‘3x1/3-regel’ die alle sw-bedrijven
in Nederland hanteren. Deze regel stelt dat van de WSW-ers
een derde deel moet werken bij een reguliere werkgever, een
derde deel bij een regulieren werkgever maar onder begeleiding
van het sw-bedrijf en een derde deel intern. Algemeen
Directeur Erwin Duits: “Driekwart van onze medewerkers is op
dit moment bij een reguliere werkgever aan de slag. Voor ons
is 2008 dus absoluut een goed jaar ”
Drie pijlers
Heel vanzelfsprekend is dit mooie resultaat niet. Door de
economische crisis is de financiële situatie van veel bedrijven
immers niet al te best. Duits verklaart het succes op basis van
de drie pijlers van hun beleid: “Een aantal jaren geleden hebben
we een grondige analyse gemaakt van de arbeidsmarkt
in de regio. Op basis hiervan hebben we de drie pijlers van
ons beleid bepaald. De eerste is dat we de nadruk leggen op
dienstverlening, en minder op productiewerk. De tweede is dat
we expertise willen bieden. Dit betekent dat je je medewerkers
goed moet scholen. Recentelijk hebben bijvoorbeeld negen
medewerkers een opleiding tot huishoudelijke hulp afgerond.
Voor hen was er vrijwel meteen werk. Je investeert dus, maar
je krijgt er ook een hoop voor terug. Ook veel van ons productiewerk
is expertise. We doen bijvoorbeeld veel elektromontagewerk,
waarvoor we onze medewerkers opgeleid hebben en
waarvoor machines aangeschaft zijn. Zo heb je iets te beiden
dat anderen niet hebben, waardoor er minder fluctuatie is in
werk. Het is een groot succes, want op het moment is de vraag
groter dan het aanbod. De derde pijler van ons beleid ten
slotte is dat we ons met name gericht hebben op het mkb.”
Breed breder
Dit jaar zet Breed dit beleid voort. Met die verandering, dat
Breed niet alleen mensen met een sw-indicatie aan een baan
wil helpen. Duits: “Steeds meer mensen uit de Wet Werk en
Bijstand (WWB) vinden via ons een plek op de arbeidsmarkt.
In Druten is er bijvoorbeeld een zwerfvuilteam met zowel men-
sen uit de WWB als mensen met een sw-indicatie aan de slag.
In Wijchen loopt er op het moment een nieuw project op basis
van dit succesvolle ‘Drutense model’. We hopen in de toekomst
nog veel meer van dergelijke projecten te kunnen realiseren.
Uiteindelijk gaat het er ons om, dat we mensen helpen die niet
zelf aan een baan kunnen komen.”
Erwin Duits, directeur Breed

Kredietverlening Rabobank Arnhem en Omstreken in 2008 gegroeid
de ‘dichtbijbank’ is er voor
klanten uit iedere sector
De managers Edwin Boekhorst en Jorrit van Eck van Rabobank Arnhem en
Omstreken staan in deze kritieke economische periode hun zakelijke relaties
met raad en daad bij. Hoe doen ze dat, hoe werven ze zélf nieuwe klanten en
hoe bedienen ze de bestaande klanten? Over de persoonlijke benadering van ‘dé
dichtbijbank van Nederland’, waarvan de deur altijd open staat, voor bedrijven
en instellingen uit welke sector dan ook.
Van Eck behartigt de Groot Zakelijke Relaties en ‘groot’ betekent
in bankierstermen: bedrijven met een jaaromzet vanaf
ongeveer tien miljoen euro. Boekhorst richt zich met zijn team
op het Midden en Klein Bedrijf (MKB).
De grootzakelijke relaties en de complexere klanten uit de
MKB-categorie hebben een vaste accountmanager. “Hij is de
spin in het web, zijn vaste contactpersoon, gewoon bereikbaar
op zijn lokale 026-nummer bij de Rabobank en niet weg gestopt
achter een 0800-nummer. Hij kent ‘de tent en de vent’ – m/v
natuurlijk – en de lokale en regionale markt. Daardoor staat
hij dichtbij de klant. Dat geldt overigens ook voor de adviseurs
van het team Bedrijven Advies, waar MKB-ondernemers altijd
terecht kunnen voor advies over betalingsverkeer, financieren
en verzekeringen”, vertelt Boekhorst.
Zo nodig worden specialistische vragen van de klant uitgezet
binnen de Rabobank Groep. Dat kunnen vragen zijn over leasing,
vastgoed, verzekeringen, internationaal zakendoen en
beleggingen of over branchespecifieke wetenswaardigheden.
Soms leidt zo’n vraag tot spin off voor die gespecialiseerde
Groeps-onderdelen. Klanten hoeven dus niet bij verschillende
loketten aan te kloppen. “Als ondernemers ergens een hekel
aan hebben is het dat wel. Ze willen gewoon dat dingen geregeld
worden”, aldus Boekhorst.
Zaken regelen voor de klant, dat doen Van Eck en Boekhorst
in grote mate lokaal en zelfstandig. Van Eck: “Negen van de
tien financieringsbeslissingen nemen we zelfstandig, binnen
de spelregels van de Rabobank-organisatie. Alle honderdvijftig
Rabobanken werken zelfstandig. Ze zitten immers dicht bij de
klant en hebben de kennis van de lokale markt.”
Kredietverlening is inderdaad lastiger tegenwoordig en
Boekhorst en Van Eck leggen dan ook regelmatig aan klanten
Tekst Hans Rebers, Gemma Schoot
Fotografie Luuk van der Lee
uit waarom. Van Eck: “Vóór de kredietcrisis bestond de prijs
voor geld lenen uit onze inkoopprijs plus een debiteurenopslag
waarin een zeer kleine liquiditeitsopslag zit. Nu de geldmarkt
voor de banken minder toegankelijk is, is de prijs voor de
beschikbaarheid van liquiditeit hoger geworden. In het jargon
wordt de premie boven de inkoopprijs liquiditeitsopslag
genoemd. Dit verhoogt de kostprijs voor de bank en dus de
rente voor klanten.”
“Onze deur staat altijd open”
Hoe gaan Boekhorst en Van Eck met hun teams de crisis te
lijf? Volgens Boekhorst is het een van de sterke punten van de
Rabobank, dat de bank voor iedere ondernemer openstaat: de
eenpitter, de ZZP-er, de ondernemer met een hele organisatie
achter zich; uit welke branche dan ook. Dat was altijd al zo en
dat zal ook zo blijven. “Onze deur blijft open. Natuurlijk kijken
wij samen met onze relaties naar de gevolgen van de crisis en
de veranderde perspectieven voor de ondernemer, als sparringpartner.”
Het blijkt dat Rabobank Arnhem en Omstreken een toeloop
heeft van klanten en de kredietverleningen zijn in 2008 met
meer dan twintig procent gegroeid. Boekhorst en Van Eck denken
dat dit onder meer komt doordat de Rabobank een zeer
stabiele bank is, waar nog steeds elke ondernemer welkom is.
De bank is zich door de kredietcrisis niet uitsluitend gaan richten
op sectoren waarvan nog enige groei te verwachten is, op
de krenten uit de pap dus. Wel is de bank voor nieuwe klanten
kritisch aan de poort. “Maar dan positief kritisch”, benadrukt
De managers Edwin Boekhorst en Jorrit van Eck van Rabobank Arnhem en Omstreken
Van Eck. “In de huidige tijd denken ondernemers gelukkig
nog steeds in kansen, maar ze zijn zich wel meer bewust van
de risico’s. We blijven met hen daarover in gesprek. Ook over
actuele zaken zoals teruglopende afzet, betalingsproblemen
bij afnemers, vermindering van financiële risico’s, kredietverzekering
en efficiency-maatregelen. We helpen de klant het
juiste beeld van zijn situatie te krijgen, zodat hij daarop proactief
zijn maatregelen kan baseren.”
Vergelijken
Wat ondernemers goed helpt bij strategische keuzes, aldus
Boekhorst en Van Eck, is een vergelijking van de eigen kengetallen
met de landelijke gemiddelden binnen zijn branche. De
Rabobank houdt die in een grote, landelijke database bij. Op
basis van deze vergelijking, ‘Uw Cijfers & Trends’ geheten, kan
de ondernemer ook noodzakelijke heroverwegingen maken.
Daarnaast is deze dienstverlening inzetbaar voor grote bedrijven
die voor een fusie staan en waarin de Rabobank een
adviserende rol speelt. Boekhorst: “Die vergelijking maakt de
accountmanager samen met de klant. De klant kan zich eraan
spiegelen en toetsen. De landelijke database geeft een zeer
betrouwbaar beeld, aangezien we marktleider zijn binnen het
MKB.”
Ook voor innovatieve bedrijven in de regio wil de Rabobank
Arnhem en Omstreken graag als sparringpartner fungeren.
Boekhorst noemt de participatie van de Rabobank in het
rabobank arnhem en omstreken
EMT- Project onder leiding van de Stichting KIEMT (Kennis en
Innovatie in Energie en Milieu Technologie). Het project heeft
het doel de innovatiekracht binnen de EMT-sector te stimuleren
en kennisintensieve en innovatieve EMT-bedrijven te
realiseren. “Samen met deze bedrijven kijken we hoe we voor
hen geschikte financieringsbronnen kunnen aanboren, zoals
venture capital, subsidies of borgstellingskredieten.”
“Het lastige voor een bankier is het inschatten van de marktkansen
van innovatieve bedrijven. Wie weet wat dé brandstof
voor de auto van de toekomst is, mag het zeggen! Wordt het
ethanol, biogas, waterstof of aardgas? Je moet het aan een
bankier niet vragen.”
Voelen de heren zich zelf ook ondernemer? “We zijn zeker
een ondernemende bank, mede dankzij onze zelfstandigheid
van opereren. We kijken goed naar de lokale markt en met
name naar de behoefte van onze klanten. Die vertalen we dan
naar het operationele niveau. We willen de nummer 1 zijn voor
bedrijven: dichtbij en betrokken bij onze klanten met toonaangevende
dienstverlening en oplossingen. Daarnaast blijven we
met lokale partners uit bijvoorbeeld het notariaat, consultancy
en de accountancy in gesprek. We wisselen kennis en beelden
uit en daarmee helpen we onze klanten en elkaar vooruit.”
www.rabobank.nl/arnhem
36 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 37

column
In deze Netwerk staat perspectief voor
de regionale bedrijvigheid centraal. Nu is
‘mijn bedrijf’, de Radboud Universiteit,
een belangrijke schakel, want als er één
plek is waar men toekomstgericht bezig
is, zeker waar het de regio betreft, dan is
het wel het onderwijs. Vanuit mijn positie
gezien lijkt het perspectief niet ongunstig.
Er is nog weinig sprake van een economische
recessie op de universiteit.
achteruitkijkspiegel
Terug dus naar het perspectief in bredere zin. Een van
oorsprong mathematisch concept. Het concept ontwikkelt
zich in de loop der eeuwen in de schilderkunst
(en tegenwoordig in 3D-image building en Tom Tom’s)
steeds verder.
Het principe is eenvoudig: trek ergens een horizontale
lijn, kies daarop een ‘verdwijnpunt’ en laat alle lijnen
die in werkelijkheid parallel lopen, daar samenvallen.
Latere verfijningen bestaan uit het definiëren van meer
dan één verdwijnpunt, met als bijzonder geval een
perspectief zonder verdwijnpunt. We hebben het dan
over een situatie waarin er geen parallelle lijnen zijn.
Bijvoorbeeld een niet-lineair landschap met veel bergen
en dalen.
Het lijkt mij interessant om te vergelijken hoe de verschillende
bijdragen aan dit nummer met parallelliteit
omgaan, maar dat is pas na het verschijnen van dit
nummer mogelijk. Interessanter is het verschijnsel
waar Leonardo da Vinci al op wees, namelijk het grote
belang van objecten die dichtbij zijn en de basis van de
parallelle lijnen vormen. Kort gezegd: de kwaliteit van
een perspectief wordt bepaald door het beginpunt, de
uitgangsvoorwaarden.
Voor de maatschappij, en de politiek in het bijzonder,
wordt zo’n beginpunt gevormd door meningen en
opvattingen van burgers daarover. Om daar zicht op te
krijgen is het Continu Onderzoek Burgerperspectieven
van het Sociaal Cultureel Planbureau van belang. In het
zojuist verschenen rapport over het vierde kwartaal
van 2008, vinden we een aantal opmerkelijke meningen
over de economische recessie en over de politiek.
De stemming blijkt nog niet al te negatief. Weliswaar
maakt bijna tweederde van de mensen zich zorgen
over de economische crisis, maar men verwacht
dat vooral anderen er de negatieve gevolgen van
zullen ondervinden. Wat wil je ook, met een minister
van Financiën (en met hem de regering) die de
Nederlandse economie gunstig zag afsteken tegen die
van andere landen, die beweerde dat onze economie
tegen een stootje kon en zeker tegen een geringe
krimp van 0.9 procent, en die voortvarend banken
opkocht en andere aan een monetair infuus legde.
Wat de politiek zelf betreft kan het in dit rapport bijna
niet beter. “Ten opzichte van het eerste kwartaal 2008
wordt de politiek nog maar de helft zo vaak als probleem
genoemd door Nederlanders: van 18% naar 9%”.
En: “Het vertrouwen in de regering is fors gestegen:
55% geeft nu ‘voldoende’ (….) tegenover 45% in het
tweede kwartaal”.
Da Vinci zij het al: als het beginpunt niet correct is,
wordt het niets met het perspectief.
De vraag is nu: hebben we hier te maken met een blik
in de achteruitkijkspiegel? Ik vrees van wel. Maar voorlopig
spint de politiek er garen bij. Laten we hopen dat
het daarbij om een echte draad van Ariadne gaat die
ons uit het labyrint van de economische crisis de weg
terug doet vinden.
Monique Leyenaar
Hoogleraar Vergelijkende Politicologie,
i.h.b. Politieke Participatie en Politieke Vernieuwing,
Radboud Universiteit Nijmegen
m.leyenaar@fm.ru.nl
Nieuwe directeur Jan de Wilde: “Citadel maakt de Waalsprong volwassen”
centrumgebied wordt
hoogwaardig en authentiek
De Waalsprong in Nijmegen staat voor een belangrijke fase in haar ontwikkeling.
De afgelopen jaren lag de nadruk sterk op de bouw van woningen, maar
2009 staat in het teken het centrumgebied de Citadel. Volgens Jan de Wilde
zijn de ambities nog altijd hoog, ongeacht de crisis.
In januari van dit jaar kwam De Wilde naar Nijmegen als directeur
van de Grond Exploitatie Maatschappij Waalsprong (GEM),
de privaat-publieke samenwerking waarmee de gemeente
Nijmegen samen met ontwikkelaars en corporaties de ontwikkeling
van de Waalsprong regisseert en vorm geeft. Eerder was
De Wilde wethouder van Amersfoort en gedeputeerde van de
Provincie Utrecht, op beide posten met de thema’s wonen en
stedelijke vernieuwing in zijn portefeuille. In Amersfoort was hij
onder meer betrokken bij de wijk Vathorst en het centrumplan.
Voor de Waalsprong staat het jaar 2009 vooral in het teken
van de planvorming voor de Citadel, aldus De Wilde. Met een
beeldkwaliteitsplan en een bestemmingsplan wordt dit jaar als
het goed is het fundament gelegd voor het centrumgebied. De
ambitie is groot. “We moeten hier uitpakken met iets bijzonders,
ook omdat de Citadel een bovenwijkse functie krijgt als
het gaat om winkels en voorzieningen. Hier komen straks de
mensen van buiten, dit wordt het visitekaartje.”
Het k-woord
Gepokt en gemazeld door jaren ervaring is De Wilde niet bang
voor het k-woord: de kredietcrisis. “Natuurlijk is die ingrijpend,
en natuurlijk zal de crisis van invloed zijn op het tempo van de
ontwikkeling. Maar het is geen showstopper. De Waalsprong
gaat niet over een paar huizen, we praten over een stadsdeel
van twaalfduizend woningen, zo groot als de stad Zutphen,
waar straks zo’n twintig procent van de Nijmeegse bevolking
woont. Voor zo’n lange termijn-project is een crisis, hoe diep
ook, niet meer dan een rimpeling. De invloed ervan zal straks
terug te vinden zijn, zoals een bosbrand voor de specialist
terug te vinden is in de jaarringen van een woudreus. Maar de
ontwikkeling gaat door.”
Jan de Wilde, directeur GEM Waalsprong
Kosmopolitische stadsbevolking
Op dit moment buigen drie van de beste stedenbouwkundige
bureaus van Nederland zich samen met landschapsarchitecten
en ingenieurs over de plannen voor de Citadel, onder leiding
van Kees Rijnboutt, de ‘godfather’ van de Nederlandse stedenbouw.
Ze staan volgens De Wilde voor een lastige, ingewikkelde
klus. Maar ook een dankbare. “Hoe vaak komt het voor
dat je een centrumgebied kunt bouwen op zo’n bijzondere
locatie, pal aan de rivier, grenzend aan de uiterwaarden, maar
ook bijna versmolten met het bestaande stadscentrum?”
Die locatie drukt een stempel op de sfeer van het toekomstige
centrumgebied, schetst de Wilde. “Met de woningen richten we
ons op moderne, urbane stadsbewoners die hoge eisen stellen
aan externe voorzieningen.” Ook als het gaat om winkels en
dienstverlening spreekt De Wilde in termen van hoogwaardig
en authentiek. “Het centrumgebied maakt de Waalsprong
volwassen. Grote ondernemers die vooruit kijken en die kansen
zien op een van de meest strategische bouwlocaties van
Nijmegen, moeten beslist eens bij me op de koffie komen.”
info@waalsprong.nl
www.waalsprong.nl
gem waalsprong
Tekst Rob Goossens i.o.v. GEM Waalsprong
Fotografie Paul Breuker
38 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 39

‘Customer intimacy’, extra zorg en aandacht voor zakelijke huurder, werkt
Dat vindt Gabriëlle van Galen van PingProperties. Anderhalf jaar geleden
besloot deze verhuurder het Arnhems Matserhuis om te zetten van ‘single
tenant’ (één huurder) naar ‘multi tenant’ (bedrijfsverzamelgebouw). Dat zorgde
direct voor beweging en een flink aantal nieuwe huurders, binnengehaald
door een geslaagde samenwerking met Strijbosch Thunnissen Bedrijfmakelaars
Arnhem.
Tekst Elsbeth Lelyveld, Rik van Druten
Fotografie Luuk van der Lee
“een kwestie van
de juiste vastgoedvisie”
Een van de nieuwe huurders is Stichting Thuiszorg Midden-
Gelderland; het nieuwe kantoor werd op 25 maart door burgemeester
Pauline Krikke geopend.
Huurders weten te trekken nu de economie tegenzit, voor
praktisch iedereen, het is een vak apart. ‘Seller markets’,
gemakkelijke markten waarin de aanbieders kopers hun prijs
Matserhuis
Kantoorgebouw ‘Matserhuis’ ligt in Arnhem-Zuid naast kantorenpark
Gelderse Poort en het nieuwe woongebied Schuytgraaf.
Van de totale vloeroppervlakte van 4.665 vierkante meter is
nog 2.650 vierkante meter voor verhuur beschikbaar.
Het Matserhuis beschikt over honderdvier parkeerplaatsen,
kunnen opleggen, behoren even tot het verleden. Maar prijs
bepaalt niet alles. Wie bijvoorbeeld ‘customer intimacy’ weet
te creëren, kan soms de concurrentie een slag voorblijven.
In de regio Arnhem heeft de investment management organisatie
PingProperties B.V. met succes zulke klantnabijheid
gecreëerd door een samenwerking met makelaar Strijbosch
waarvan er nog 71 vrij zijn. De huurtermijn is tien jaar, telkens te
verlengen met een periode van vijf jaar. De huurprijs bedraagt
€ 120/m2 per jaar, exclusief BTW en servicekosten. Voor nadere
informatie of bezichtiging: Strijbosch Thunnissen Bedrijfsmakelaars,
Jacco Vogelaar, 06-53267058 vogelaar@s-t.nl
Thunnissen Bedrijfmakelaars. Gabriëlle van Galen van
PingProperties: “We werken meestal met huurovereenkomsten
voor periodes van vijf jaar tot tien jaar. Een goede relatie
met je klant is net zo belangrijk als een huurder contracteren.
Als je je ook daarna niet af en toe laat zien, kan je bij het
aflopen van het contract wel eens voor lelijke verrassingen
komen te staan.”
Samen met een lokale partner is het voor het vanuit Amsterdam
opererende PingProperties makkelijker die klantnabijheid
te realiseren. Naast het Matserhuis verhuurt PingProperties
bovendien nog twee andere vastgoedobjecten in Arnhem,
ook in samenwerking met Strijbosch Thunnissen. “Ze kennen
de lokale markt in deze regio”, zegt Gabriëlle Van Galen.
“Bovendien zien we bij hen dezelfde gedrevenheid en ondernemerschap
als bij PingProperties. Het gaat bij dit soort
samenwerkingsverbanden naast het resultaat ook om de
spreekwoordelijke klik. En die is er met Strijbosch Thunnissen
absoluut.”
Huurder uitgangspunt
Inmiddels is het ruim 4.660 vierkante meter metende
Matserhuis aan de Arnhemse Burgemeester Matsersingel
in Arnhem-Zuid voor vijftig procent verhuurd, ondanks de
verslechterde marktomstandigheden. “PingProperties is een
organisatie die gaat voor een langetermijnrelatie”, zegt
Gabriëlle van Galen van PingProperties. “Ons uitgangspunt is
de huurder. De huurders zijn ons kapitaal. Dus moeten we hen
koesteren.”
De klant is weer koning, uit welbegrepen eigenbelang, betoogt
Gabriëlle Van Galen. De economische crisis biedt volgens haar
ook kansen. “PingProperties richt zich op de opportunity
investeringsmarkt. Waar andere partijen problemen verwachten,
zien wij vaak kansen. Een kwestie van de juiste vastgoedvisie
en slagvaardig handelen. Dat werkt, het ‘proven track
record’ bewijst het!”
strijbosch thunnissen bedrijfsmakelaars arnhem
Jacco Vogelaar, Strijbosch Thunnissen Gabriëlle van Galen, PingProperties
Koesteren
Strijbosch Thunissen is trots op de succesvolle samenwerking
met PingProperties. “Een klant binnenhalen is één ding”, zegt
makelaar Jacco Vogelaar, “maar als je meedenkt met een
huurder, hij gaat zich er thuis voelen en klachten worden snel
verholpen, dan heeft die huurder bij het aflopen van de contractperiode
gewoon geen enkele reden om te vertrekken.”
Gabriëlle Van Galen vult Vogelaar aan met een voorbeeld.
“Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland wilde bij het
Matserhuis graag de naam op de gevel. Begrijpelijk, maar in
een pand met meerdere huurders wordt het dan al snel een
visueel rommeltje. Wij hebben er toen samen voor gezorgd,
dat er een logozuil kwam met niet alleen de naam van
Stichting Thuiszorg Midden-Gelderland, maar ook die van de
andere huurders.”
Precies de werkwijze zoals PingProperties die graag ziet, zegt
Van Galen. “Het gaat erom dat je iets toevoegt aan het verhuren.
Op een vergelijkbare manier hebben wij in Amsterdam
Zuidoost een frisse wind laten waaien door het Atlas-complex,
de vroegere vestiging van Fokker. Prima kantoorgebouw, maar
de fut was eruit. Samen met het architectenbureau van Pi de
Bruijn hebben we het gebouw een opfrisbeurt gegeven en zullen
wij functies toevoegen, zoals een lunchrestaurant, kinderopvang
en fitness. Nu loopt het weer als een trein.”
Daar zijn flinke investeringen mee gemoeid. “Inderdaad, maar
je moet het zien op de langere termijn”, zegt Van Galen. “Als
je je huurders goed behandelt en hen van dienst bent, verhuizen
ze aan het eind van het contract niet voor een paar euro’s
minder naar elders. Extra zorg en aandacht kosten geld, maar
wij besparen kosten door minder verloop, leegstand, wervingskosten
en dergelijke. Het is geen ei van Columbus, maar
we hebben gemerkt dat het werkt. Voor alle partijen. En daar
gaat het om.”
www.stmakelaars.nl
40 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 41

Ooit klein begonnen, is de Europese Unie uitgegroeid naar 27 lidstaten. En als
het aan de EU ligt worden dit er alleen maar meer. Hoe verandert de uitbreiding
van de EU ons perspectief op Europa? Dat is de vraag die centraal staat
bij de Europese prijs voor Jonge Journalisten 2009.
www.EUjournalist-award.eu
Tekst Leoni Delsink
Fotografie Young Journalist Award
“Uitbreiding van de EU klinkt zwaar en moeilijk, maar dat hoeft het niet te zijn”
verruim je blik
en geef je visie op europa
De prijs is een initiatief van Directoraat-Generaal Uitbreiding
van de Europese Commissie in samenwerking met de Europese
Jeugdpersassociatie en Café Babel en wordt voor de tweede
keer uitgereikt. Begin februari is de strijd om de Europese prijs
begonnen. Olli Rehn, Europees commissaris voor Uitbreiding
kijkt ernaar uit om de visies van jonge journalisten uit heel
Europa te lezen en te beluisteren. Volgens hem zijn zij de
belangrijke opinieleiders voor hun generatie. De wedstrijd
biedt hen een mogelijkheid hun visies op de Europese toekomst
te delen met de maatschappij.
Vorig jaar was het de eer aan Leen Vervaeke. Zij won toen
de prijs met haar inzending ‘Voor Kroatië lijkt de oorlog eindelijk
voorbij’. Deelname aan de wedstrijd was voor haar een
uitgelezen manier voor een verdiepingslag in haar werkveld.
“Ik werkte net een half jaar op de buitenland redactie van de
Volkskrant toen ik de oproep om deel te nemen aan de wedstrijd
tegenkwam”, zo vertelt ze. “Het onderwerp en de prijs
spraken me erg aan, dus besloot ik mee te doen.”
Succesformule uitgebreid
Na het succes van de wedstrijd van vorig jaar biedt de
Europese Commissie dit jaar de mogelijkheid aan meer jonge
journalisten om hun talenten onder de aandacht te brengen.
Naast geschreven online- of printartikelen staat de prijs van
2009 namelijk ook open voor radiojournalisten. Het nationale
jurypanel bestaat uit Dolf Rogmans, hoofdredacteur van de
Journalist en Jamila Baaziz gerespecteerd journaliste voor
de Wereldomroep. Na de sluitingsdatum voor deelname 31
mei, beoordelen zij de Nederlandse ingezonden artikelen en
radiofragmenten die betrekking moeten hebben op de uitbreiding
van de Europese Unie of het toekomstperspectief van
Europa.
Open staan voor talent
De winnende artikelen en radiofragmenten worden op de
wedstrijdwebsite gepubliceerd en uitgegeven in een boekje.
De prijs die verbonden is aan de wedstrijd is een culturele en
historische reis naar Berlijn. Een extra bijzonder bezoek, want
de hoofdstad van Duitsland viert dit jaar de twintigste verjaardag
van de val van de Berlijnse Muur. Alle nationale winnaars
worden hiervoor uitgenodigd. Volgens Leen is dit wat zo mooi
is aan het initiatief van de Europese prijs. “Je komt in contact
met heel veel verschillende mensen uit alle deelstaten.
Mensen in dezelfde leeftijd met dezelfde passie voor journalistiek.
Met elkaar kun je ervaringen uitwisselen.”
Aan het eind van de reis krijgen de winnaars de gelegenheid
vertegenwoordigers van de EU, politici, ambassadeurs en
professionele journalisten te ontmoeten. “Deze mensen ontmoeten
en met hen praten, daar leer je echt heel veel van”,
aldus Leen Vervaeke.
Met de Europese Prijs voor Jonge Journalisten zet de EU
in op het talent van de jeugd en houdt zo een open blik op
vooruitgang.
Jonge journalisten in Ljubljana bij de uitreiking van de Young
Journalist Award in 2008
De kredietcrisis heeft ons allen lelijk verrast.
Bij Nysingh zien we een verandering
van het soort zaken waarin wij betrokken
zijn. Curatoren maken overuren door
benoeming in nieuwe faillissementen en
advocaten die voorheen hun dagen vulden
met het begeleiden van bedrijfsovernames,
dragen dezer dagen weer vaker de toga om
voor de rechtbank de kracht van contracten
te testen.
do’s and don’ts
Risico’s en kansen
We zien in onze praktijk dat bedrijven meer moeite hebben
om onder de voorheen gebruikelijke voorwaarden
bancaire financiering aan te trekken. Gelet daarop, verbaast
het niet dat over de hele linie het aantal bedrijfsovernames
terugloopt. Wij merken echter dat bedrijven
die groei door overname met eigen middelen kunnen
financieren, hun acquisitieplannen doorzetten en juist
kansen zien. Wel zien we daarbij dat voor het verrichten
van transacties meer tijd wordt uitgetrokken dan voorheen.
Er wordt meer belang gehecht aan het afdichten
van risico’s en de onderhandelingen strekken zich tot
kleinere details uit. In dat kader zien wij kopende partijen
hogere eisen stellen aan boekenonderzoeken en
verkopende partijen hun onderneming meer verkoopklaar
te maken. Die aldus uitgetrokken langere periode
voor het tot stand brengen van een transactie brengt
wel weer als risico mee dat het momentum wordt verloren
of dat door een verdere verslechtering van het
economische tij financiering onmogelijk wordt. Voor
kopers moet de opgestelde juridische documentatie
in dat geval een escape bieden, voor verkopers zoveel
mogelijk grondslag om nakoming van gemaakte koopafspraken
te kunnen afdwingen.
Informele reorganisaties
Als bedrijven er wel in slagen krediet te verkrijgen, dreigt
vaker dan voorheen opzegging omdat niet meer kan
worden voldaan aan de door banken opgelegde financiële
ratio’s. Fnuikend is bovendien de “Kaltstellung”
van hele sectoren door kredietverzekeraars, waardoor
bedrijven tegen acute cashproblematiek aanlopen. Bij
een dergelijke financiële tegenwind doen ondernemers
er goed aan na te denken over de wijze waarop hun
onderneming gestructureerd is, voordat het te laat is.
Zonodig kan door middel van informele reorganisatie
buiten de gerechtelijke insolventieprocedure om verdere
neergang worden voorkomen. Dit heeft als belangrijk
voordeel boven een doorstart nà faillissement, dat kapitaalvernietiging
en negatieve publiciteit veelal kunnen
worden voorkomen.
Bestuurdersaansprakelijkheid
In moeilijke tijden zijn bestuurders van ondernemingen
nogal eens geneigd extra risico’s te nemen. Waar
een bestuurder normaal al goed moet nadenken over
de verplichtingen die hij namens de vennootschap
aangaat, geldt dat in twee voor twaalf situaties des te
meer. Als een bestuurder namens de vennootschap verplichtingen
aangaat waarvan hij weet dat de vennootschap
die waarschijnlijk niet kan nakomen, riskeert hij
daarop op grond van bestuurdersaansprakelijk achteraf
zelf te worden aangesproken. Hoewel de hoofdregel is
dat de vennootschap aansprakelijk is voor schade van
schuldeisers die voortkomt uit het niet nakomen van
verplichtingen, is het goed het risico van bestuurdersaansprakelijkheid
te verminderen door zaken goed vast
te leggen. Juist in economisch mindere tijden is het
zaak besluitvorming schriftelijk vast te leggen, bestuurstaken
op te nemen in een directiereglement en voor
besluitvorming geldende formaliteiten zorgvuldig na
te leven (bijvoorbeeld goedkeuring van de aandeelhouders
vooraf).
Pieter van Dijk
Advocaat ondernemingsrecht
p.vandijk@nysingh.nl
42 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 43
column

Omdat we het complete traject verzorgen: van pril idee tot
complete huisstijl en van schetsontwerp tot website.
Omdat onze visie in eerste instantie uitgaat van de uwe.
Omdat onze ontwerpen eigentijds zijn, we ons eigen
handschrift hebben, maar niet trendy of stijlgebonden zijn.
Omdat we werken met heldere offertes, aantrekkelijke
tarieven en strakke deadlines.
En omdat we behalve toegankelijk, creatief en klantgericht
ook meedenkend, maar niet meegaand zijn.
Ontwerpbureau NEO
Zutphensestraatweg 16
6881 WS Velp
telefoon 026 442 48 31
fax 026 351 47 41
post@ontwerpbureauneo.nl
www.ontwerpbureauneo.nl
Nieuw directieteam KuiperArnhem behoudt sociocratische koers
kuiperarnhem bouw en ontwikkeling
Na meer dan twintig jaar draagt Hans Winters, algemeen directeur van
KuiperArnhem, op 1 april aanstaande het directiestokje over. De overdracht
betekent de afsluiting van een boeiend tijdperk en het begin van een nieuw.
Een gesprek met Hans Winters en zijn opvolger John Moesbergen over verleden,
heden en toekomst.
www.kuiperarnhem.nl
Tekst Joep Winters
Fotograaf Jacques Kok
“ondernemen doe je samen”
Onder leiding van Hans Winters is KuiperArnhem Bouw en
Ontwikkeling de laatste twee decennia een toonbeeld geworden
van sociocratische bedrijfsvoering: “Dat sociocratische
karakter heeft me altijd erg aangesproken. Het uit zich intern
in de open structuur, de gelijke benadering van de medewerkers
en een bijzondere bedrijfscultuur. Extern manifesteert het
zich door een brede definitie van de term klant – iedereen is
onze klant, zowel de directe koper van een woning als de milieubeweging.
Dat is onze beleving van ‘klantwaarde’.”
Die transparantie, maar ook het sociaal-culturele engagement
en de professionaliteit waarmee KuiperArnhem zich in de
markt profileert, zijn dé pijlers van het onderscheidend vermogen.
Moesbergen: “Ons beleid is erop gericht een kwalitatieve kennispartner
te zijn waar onze opdrachtgevers zonder enige
terughoudendheid op kunnen vertrouwen. Dat betekent dat
wij meer waarde willen toevoegen dan de gemiddelde bouwer
of ontwikkelaar.”
Koersbehoud
Het is niet verwonderlijk dat het nieuwe directieteam voor
een belangrijk deel eenzelfde koers zal aanhouden. Het
vertrouwen in de toekomst is gebaseerd op die sterke identiteit
van de onderneming. Aanstaand algemeen directeur
Moesbergen wordt in het team bijgestaan door Berend van
der Meijden, directeur KuiperVastgoed, Ferdi Zeelenberg,
directeur KuiperBouwservice en Jan Bruil, financieel manager.
Momenteel werken zij intensief aan het ondernemingsplan
voor de komende vijf jaar.
Moesbergen: “In het plan benoemen we ook de verschillende
organisatorische taken en verantwoordelijkheden. Berend blijft
zich bezighouden met projectontwikkeling, Ferdi met renovatie,
vernieuwbouw en restauratie en ik met de grotere logistieke
bouwprojecten. Jan Bruil wordt ons ‘financieel geweten’.
Van belang is dat we elkaar aanvullen, maar bovenal kritisch
volgen. Ondernemen doen we samen, voor de continuïteit van
de onderneming en een meerwaarde voor onze klanten.”
Winters kiest na 1 april voor een sabbatical en keert in september
terug als commissaris/directeur holding. Als eigenaar
blijft hij betrokken bij de onderneming. In zijn nieuwe rol zal
hij zich richten op de acquisitie van nieuwe projecten en het
onderhouden van contacten met relaties.
Economisch noodweer
De bouwwereld staat volgens critici aan de vooravond van
nog heviger economisch weer. Moesbergen en zijn mensen
beseffen dat: “Als alle voorspellingen uitkomen, heeft onze
sector nog een lange en moeizame weg te gaan.” Door een
gedegen marktanalyse en het tijdig benoemen van kansen, zet
het nieuwe directieteam toch in op continuering van de sterke
positie van de onderneming. “Het is tevens een voordeel dat ik
een ander netwerk heb. Zo kunnen we ons geografisch marktgebied
vergroten, en daarmee onze portefeuille verbreden.”
Dat KuiperArnhem de malaise zal overleven, staat voor
Moesbergen vast: “Financieel en organisatorisch staan we er
goed voor, dus we kunnen een redelijke storm weerstaan. We
zullen alert en creatief moeten zijn, maar dat maakt de uitdaging
des te interessanter.”
V.l.n.r.: Hans Winters (scheidend directeur), John Moesbergen
(opvolger), Ferdi Zeelenberg en Berend van der Meijden
44 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 45

Arie de Vries: “De overhead van onze franchisebedrijven zit onder de tien procent!”
franchiseformule
voor zorgondernemers
Stichting De Driestroom, zorginstelling voor mensen met een beperking, heeft
samen met Ondernemersgroep De Driestroom een franchiseconcept ontwikkeld
voor ondernemers in de zorg. Arie de Vries van de Ondernemersgroep
vertelt over de formule, gesecondeerd door zijn collega’s Johan Eemond, Wim
Muidenberg en Theo van Sluisveld.
“Het grote verschil met de initiatieven die zorginstellingen
in het verleden zelf ook wel namen - denk bijvoorbeeld aan
een winkeltje of een lunchroom - is de commerciële insteek.
Daarmee wordt continuïteit gegarandeerd. De formule mikt op
zorgbedrijven die zichzelf bedruipen, waar de ondernemer zijn
inkomen uit haalt.”
”In het verleden zag je soms hele leuke initiatieven van zorginstellingen
vanuit de gedachte van meer keuze voor de
cliënten en zinvol bezig zijn. Daar werd dan veel AWBZ-geld
ingepompt. Vervolgens bleek na verloop van tijd dat het toch
niet helemaal werkte en dan ging zo’n project weer ter ziele.
Goed bedoeld, maar wel pure geldverspilling. Bij dit franchiseconcept
gaat het echt om ondernemers. Natuurlijk met voeling
voor de zorg, want je werkt met of voor mensen met een
beperking. Maar het zijn wel ondernemers met een drive om
hun bedrijf succesvol te maken.”
Zorg ‘puur’
“De formule bestrijkt vier gebieden. Zorg & retail; zorg &
leisure; zorg & horeca en zorg ‘puur’. Een voorbeeld van
dit laatste concept zijn de gezinsvervangende tehuizen op
commerciële basis die we hebben. Dat zijn kleinschalige
Driestroomhuizen met een zestal bewoners. Zo’n woonvorm is
alleen mogelijk als je het op commerciële basis doet. Als je dat
als zorginstelling zelf wil doen heb je te maken met diensten,
toeslagen, een 36-urige werkweek, noem maar op: dat red
je niet. Een ondernemer denkt niet in uren. En dan nog iets,
als je kijkt naar de overhead van een gemiddelde zorginstelling
kom je gauw uit op 25 tot dertig procent. Onze bedrijven
zitten onder de tien procent! Dat scheelt flink wat AWBZ-geld
dat weer aan de cliënten ten goede komt!”
Belangstelling?
“Als ondernemers belangstelling hebben voor onze franchise
formule wordt er een uitgebreide procedure ingezet. Alles
ligt ook vast in een handboek. Ondernemers hoeven niet uit
de zorg afkomstig te zijn, maar moeten er wel voeling mee
hebben. Dat kan niet anders, je werkt met mensen met een
www.driestroom.nl
stichting de driestroom
Tekst Elsbeth Lelyveld
Fotografie Luuk van der Lee
beperking, dingen gaan soms minder snel, je moet zaken soms
vaker uitleggen. In een aantal gesprekken moeten ze hun
motivatie voor wat betreft de zorgkant en het ondernemerschap
toelichten. Als dat goed zit, moet er een ondernemersplan
komen, dat door de ondernemersgroep en de Driestroom
wordt beoordeeld. Vervolgens kijken we of het plan te financieren
is. En als de onderneming van de grond komt, blijven we
er bij betrokken. De eerste maanden krijgen de ondernemers
gratis ondersteuning bij een aantal administratieve zaken. En
voor alle duidelijkheid: er is natuurlijk voldoende toezicht en
controle, zodat de kwaliteit van de zorg en de deskundigheid
volledig geborgd is!”
V.l.n.r.: Johan Eemond, Arie de Vries, Wim Muidenberg, Theo van
Sluisveld. Op de voorgrond: Bram Handstede, franchisenemer zorg
& horeca. Meer informatie over de franchiseformule bij Theo van
Sluisveld: 024 32 32 751
46 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 47

Actorion Communicatie presenteert:
Masterclass
Pers & Publiciteit
Laat het spel tussen uzelf en journalisten beter verlopen
• Dynamisch spel bron en medium
• Over grenzen heen kijken
• Bewust zijn van de boodschap
• Anticiperen
• Professionaliseren
Actorion Communicatie biedt niet alleen organisaties of communi­
catie afdelingen de kans om sterker te communiceren met de pers.
Wegens grote belangstelling bieden wij u ook een nieuwe unieke kans.
Schrijf u in als individu voor de Masterclass Pers en Publiciteit en sluit
later dit jaar aan bij nieuwe trainingen. Ook voor de nieuwe serie trai­
ningen geldt: vol is vol.
Meer weten? Neem dan contact op met Actorion Communicatie en vraag
naar Arian Kuil. Ons telefoonnummer is 026 443 82 87.
Samen aan de slag met pers en publiciteit
Pers en politiek kunnen niet zonder elkaar. Ze onderhouden een haatliefdeverhouding
waarin de dialoog meestal via korte en vooral spannende boodschappen
wordt gevoerd. Waar ze elkaar niet meer verstaan gaat dat al snel
ten koste van de carrière van de politicus. Vraag het maar aan de afgetreden
minister Ella Vogelaar.
actorion communicatie
meerwaarde masterclass
door regionale opzet
Het functioneren van het openbaar bestuur stelt hoge eisen
aan de communicatieve vaardigheden van de bestuurders.
Hun effectiviteit is voor en belangrijk deel afhankelijk van hun
relatie met het publiek, die vooral wordt bepaald door de wijze
waarop ze in de media komen. Communicatieadviseurs en dus
ook afdelingen communicatie van overheden zijn daardoor
steeds belangrijker geworden.
Al in 2001 constateerde de commissie Wallage in haar rapport
‘In dienst van de democratie’ dat communicatie ook meer in
het hart van het beleid thuishoort. Ook die beweging vereist
een verdere professionaliseringsslag van communicatieafdelingen.
Groepen samenbrengen
Communicatieadviseurs van Actorion komen bij veel afdelingen
communicatie over de vloer. Daarbij valt vooral de enorme
diversiteit in zowel werkwijze als positie van die afdelingen op.
Wat ook opvalt, is het bekeringswerk om eerder in het proces
betrokken te worden, en dat er nauwelijks over de grenzen van
de eigen gemeente, provincie of departement heen gekeken
wordt. Dit laatste was reden om de opzet van onze Masterclass
Pers en Publiciteit zoveel mogelijk regionaal op te pakken.
Door communicatieadviseurs en persvoorlichters van verschillende
gemeenten in één regio samen te brengen, zijn niet
alleen de uit de groep komende voorbeelden herkenbaarder,
maar groeit ook het besef dat deze bij elkaar om de hoek
werkende collega’s meer aan elkaar kunnen hebben dan vaak
nu het geval is. Bovendien leren de verschillende adviseurs en
voorlichters elkaar op zo’n intensieve dag ook weer wat beter
kennen. Een belangrijk voordeel, voor als het er echt om gaat
spannen en ze bijvoorbeeld in crisissituaties in de regio nauw
moeten samenwerken.
Eerste regio’s
De eerste regio’s die de Masterclass op deze wijze hebben
opgepakt zijn Haaglanden en de Achterhoek. In Haaglanden
wordt de Masterclass aangeboden door het bestuur van het
Stadsgewest Haaglanden. In de Achterhoek is een vraag van
48 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 49
www.actorion.nl
Tekst Arian Kuil
Beeld Corine Janssen
een afdeling van één van de gemeenten opgepakt in een regionaal
overleg en zelfstandig uitgebouwd tot een masterclass
die later dit voorjaar wordt gegeven.
Omdat in de Masterclass juist de eigen voorbeelden een
belangrijke input vormen om nader te beschouwen, is een
minimum van zes en maximum van veertien deelnemers per
Masterclass gesteld. Overigens blijft het mogelijk dat belangstellenden
zich als individu aanmelden.
Voormalig minister Ella Vogelaar op bezoek bij basisschool de
Arabesk in Schuytgraaf, Arnhem, vlak voor haar aftreden in
november vorig jaar.

Promotiecampagne Stichting Nationale Sport Platform start in april
De Stichting Nationale Sport Platform heeft grote ambities. Via de Nationale
Sport Week en de Winter Driedaagse moeten zoveel mogelijk Nederlanders
met sport in aanraking komen. Nederlandse gemeenten kunnen hieraan een
grote bijdrage leveren. Directeur Kees Sijbesma: “Het is mijn grote wens dat
alle gemeenten een sportweek opnemen in hun sportbeleidsplan.”
Tekst Hans Rebers
Fotografie Nationale Sportplatform
“in alle steden ontsteken
we het sportvuur”
De Stichting Nationale Sport Platform, voorheen Stichting
Nationale Sportweek, is er voor de promotie van de breedtesport.
Kees Sijbesma is er sinds een jaar directeur en bij zijn
aanstelling heeft hij de opdracht meegekregen deze promotie
breder te trekken. “We willen Nederlanders op meerdere
momenten per jaar in aanraking laten komen met diverse
vormen van sport”, zegt hij. “Naast de naamsverandering,
die dit ambitieniveau tot uitdrukking brengt, betekent dit dat
we bijvoorbeeld druk bezig zijn met de organisatie van de
Nationale Sport Winter Driedaagse. Samen met de Nationale
Sport Week, die we dit jaar voor de zesde keer organiseren,
vormt dit onze etalage voor de nationale sport.”
Het is de ambitie van Sijbesma dat alle Nederlandse gemeenten
gebruik zullen gaan maken van de etalage die de Stichting
Nationale Sport Platform hun biedt: “Door activiteiten te organiseren
rondom de Sport Week of de Winter Driedaagse, maakt
een gemeente gebruik van de aandacht die wij genereren. Je
ziet nu nog te vaak dat gemeenten een groot sportevenement
plannen vlak voor of na de Sport Week. Het is mijn grote wens,
dat alle gemeenten in Nederland het in hun beleid opnemen
dat ze jaarlijks een sportweek organiseren. Onze stichting kan
hen daarin bijstaan met kennis en kunde. De organisatie van
de activiteiten blijft in handen van de gemeenten en verenigingen,
maar wij kunnen ze sturen en adviseren. Daarnaast
leveren we promotiemateriaal en bijvoorbeeld banners met
het logo van de Sport Week of de Winter Driedaagse.”
Sportvuur
De eerstkomende mogelijkheid voor gemeenten om sport
in de etalage te zetten is in april, wanneer de zesde Sport
Week van start gaat. Middels een heuse roadshow, die in
zeven dagen zeven gemeenten aan zal doen, wordt aandacht
gevraagd voor de breedtesport. Sijbesma legt uit: “Elke dag
zal in het teken van een bepaald thema staan. Zo hebben
we in Maastricht de Dag van de fietssport. Verder is er een
aantal vaste onderdelen zoals een Lotto Promotie Team, een
Nationale Sport Doe Test van Zilveren Kruis Achmea en een
gevarieerd lokaal sportaanbod. In alle steden zal het sportvuur
ontstoken worden. Dit sportvuur, een sportieve verwijzing
naar het Olympische vuur, staat symbool voor passie en plezier.
Ook komen de ‘Sportlets’ langs, sportieve wezens uit een
televisieprogramma van Nickelodeon. Zij moeten de kinderen
laten zien dat sporten heel leuk is.”
Sportkrant en sportiefste familie
Voor de promotie van de Sport Week gaat de stichting
in samenwerking met Wegener een Nationale Sport Krant
maken. De eerste editie verschijnt nog dit jaar. Sijbesma: “De
krant gaat zestien pagina’s tellen, en voor een klein bedrag
kunnen gemeenten twee pagina’s vullen met het lokale programma.
Zo kunnen de inwoners van de gemeente zien waar
wat te doen is. De Nationale Sport Krant, die we gaan verspreiden
met de huis-aan-huisbladen, is een prachtige ankeiler,
die de mensen vertelt dat de Sport Week eraan komt. Het is
dus puur een middel om de aandacht voor de Sport Week te
vergroten.”
Zeker niet minder aandacht zal een nieuw televisieprogramma
trekken: ‘De sportiefste familie van Nederland’, dat vanaf 2010
op de Nederlandse televisie moet verschijnen. “We zijn nu in
de afrondende fasen van de financiering. Binnenkort wordt
dus duidelijk of dit programma ook daadwerkelijk realiteit zal
worden”, verwacht Sijbesma.
Wethouder Rita Weeda voert in Arnhem de openingshandeling uit voor de Nationale Sportweek 2008
Winter Driedaagse
Voor de koude sporten is er vanaf komend najaar de Winter
Driedaagse. Sijbesma: “Drie dagen lang willen we de wintersporten
onder de aandacht van de Nederlanders brengen.
Niet alleen grotere sporten als schaatsen en skiën, maar ook
bijvoorbeeld ijsklimmen en icespeedcross. De ambitie is om er
een oer-Hollandse driedaagse van te maken. We hebben deze
winter goed kunnen zien hoe dit verbroedert: heel Nederland
was aan het schaatsen. Op de schaats kom je op plekken waar
je normaal nooit komt. Met het winterfeest willen we de mensen
hun eigen Holland op sportieve wijze laten voelen.”
Sijbesma vertelt hoe enthousiast de mogelijke partners waren
over het idee van een winterfeest, eigenlijk al vanaf de lancering.
“Sportbonden als de Schaatsbond en Ski Vereniging
vonden het een goed initiatief. Ook vanuit de Nederlandse
gemeenten hebben we veel positieve reacties ontvangen.
Via onze samenwerking met het VSG – de Vereniging Sport
en Gemeenten, die zich inzet voor sport op lokaal niveau –
hebben we onze ambities aan alle gemeenten met meer dan
85.000 inwoners kunnen voorleggen. Met verscheidene steden
hebben we al contact gehad, zoals Zoetermeer, Eindhoven
en Maastricht. Ook een stad als Den Haag lijkt me een uiterst
geschikte kandidaat, naast uiteraard schaatsstad Heerenveen.
Ik denk dat we er met de Winter Driedaagse straks een prachtig
tweede evenement bij hebben.”
Voorbeeldgemeente Arnhem
Een van de steden die al enkele jaren gebruik maken van het
podium van de Nationale Sport Week, is Arnhem. “Absoluut
een voorbeeldgemeente”, zo noemt Sijbesma de Gelderse
hoofdstad. “Al sinds het begin van de Nationale Sport Week in
2004 zijn ze enthousiaste deelnemer. Omdat ze hier zo trots
op zijn, hebben ze er voor gekozen om dit aan heel Nederland
te tonen. En vandaar dus dat ze een van de steden zijn waar de
roadshow dit jaar langs komt, namelijk op zondag 19 april.”
Het thema in Arnhem is vecht- en verdedigingssporten en volgens
Sijbesma past dat thema perfect bij Arnhem, waar veel
verschillende verenigingen op dit vlak actief zijn. “Bovendien
spreek je met dit thema veel allochtone jongeren aan; een
doelgroep die soms wat lastig te bereiken is voor georganiseerde
sporten. Wat ik mooi vind aan Arnhem, is dat ze niet
alleen sportactiviteiten onder brengen in de Sport Week, maar
ook bijvoorbeeld workshops voor vrijwilligers. Dit is natuurlijk
een prachtig initiatief, want veel sportverenigingen drijven op
de inzet van vrijwilligers.”
50 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009 51

partnernieuws
nieuw bij han-kan estafette & marathon:
businessrun
Op zondag 10 mei 2009 vindt de vierde editie van de HAN-KAN
estafette & marathon plaats. Het startschot klinkt om 9.00 uur op
de Arnhemse campus van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
(HAN), gelost door wethouder Weeda van Economische Zaken en
Sport van Arnhem. Vanaf Arnhem gaat de route via de dijken van de
Lingewaard naar de HAN Campus in Nijmegen. Studenten van de HAN
hebben samen met professionals, politie en de betrokken gemeenten
de organisatie in handen.
Nieuw is dit jaar de BusinessRun. Bedrijven kunnen teams van vier of
twee personen inschrijven en doen mee in een apart klassement.
De route van de hardloopwedstrijd loopt voor een groot deel door de
gemeente Lingewaard met wisselpunten voor de estafette met twee of
vier personen op de Angerensedijk, op het Julianaplein in Gendt en op
de Defensiedijk in de richting van de Waaldijk naar Lent. Hardlopers
kunnen zich voor dit hardloopevenement inschrijven voor de hele
gratis boekje rittenadministratie
Wie een auto van de zaak rijdt en bijtelling wil voorkomen, moet aan
drie voorwaarden voldoen. Allereerst: niet meer dan vijfhonderd kilometer
voor privé-doeleinden per jaar rijden. Ten tweede: u moet dit
kunnen bewijzen aan de inspecteur van de Belastingdienst aan de hand
van een adequaat bijgehouden kilometeradministratie. En als derde
voorwaarde geldt, dat u die administratie kunt onderbouwen met uw
afsprakenagenda en garagenota’s.
Om dit wat eenvoudiger te maken, heeft GIBO Groep Accountants
win de gibo studiebeurs van € 10.000!
Ben je of ken je een student die een opleiding volgt met als doel: een
loopbaan in de accountancy of (fiscale) adviesdienstverlening? Dan
biedt de GIBO Groep de unieke kans om extra soepel het diploma te
bemachtigen. Doe mee aan de GIBO Studiebeurs prijsvraag en maak
regionieuws
roots & more - de reis van de geesten
Van 1 april t/m 1 november is er in het Afrika Museum in Berg en Dal
een unieke tentoonstelling: Roots & More - De Reis van de Geesten.
Roots & More is een tentoonstelling over spiritualiteit in het werk van
hedendaagse kunstenaars uit de Afrikaanse diaspora (o.a. Cuba, Haïti,
Brazilië en de Verenigde Staten). Een tentoonstelling over de spirituele
rijkdom die Afrika de westerse wereld heeft geboden en nog steeds
biedt. Roots & More toont spectaculaire kunst: hangende boten met
52 Netwerk Stadsregio Arnhem Nijmegen - maart 2009
marathon (42,195 km), estafette met twee personen (21,1 km p.p.) en
estafette met vier personen (10,5 km p.p.). Informatie over de route,
BusinessRun en inschrijvingen: www.hankanmarathon.nl
en Adviseurs het Rittenregistratieboekje 2009 samengesteld. Het
Rittenregistratieboekje is een praktisch hulpmiddel om de zakelijke
en privé-kilometers bij te houden. Bovendien accepteert de fiscus dit
(bijgehouden) boekje als bewijs. Daarnaast kunt u in het boekje alles
nalezen over de auto van de zaak en de regelgeving rond reiskosten.
Belangstellenden kunnen het boekje gratis aanvragen op www.gibogroep.nl.
Zij kunnen daar ook een rekenprogrammaatje downloaden
voor de administratieve verwerking van de rittenregistratie.
kans op een tegemoetkoming in de studiekosten van tienduizend euro!
Kijk op www.investeerinjezelf.nu.
Zelf geen financiële achtergrond? Stuur dan deze link door naar vrienden,
familie of kennissen die je hier wellicht blij mee kunt maken.
oplichtende geestwezens, een geestwezen
dat piepend en knarsend een enorme
boot roeit, de ijzingwekkende beelden van
het mysterieuze Bizango genootschap
van Haïti, geesten in flessen, schilderijen
met magische tekens en vreemde verschijningen.
Poort tot Klarendal, Arnhem
KuiperArnhem
Bouw en Ontwikkeling
Nieuwbouw
Renovatie
Restauratie
Groot onderhoud
Projectontwikkeling
Westervoortsedijk 95a
6827 AW Arnhem
Tel (026) 443 02 43
Fax (026) 443 56 16
www.kuiperarnhem.nl
KuiperBouw en KuiperBouwservice zijn ISO 9001 en VCA gecertificeerde, zelfstandige dochtervennootschappen van KuiperBouwgroep.
KuiperBouwgroep maakt tezamen met de zelfstandige vennootschap KuiperVastgoed Arnhem deel uit van KuiperArnhem Bouw en Ontwikkeling.

Buitenaards
Ervaar de emotionele kracht van het drukwerk van Drukkerij Gelderland.
Bel 026 - 384 01 84 voor een inspirerende kennismaking of een altijd concurrerende offerte.
Mercatorweg 18 6827 DC Arnhem
info@drukkerijgelderland.nl