23.09.2013 Views

Reizen van de slimme..

Reizen van de slimme..

Reizen van de slimme..

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

IMME DROS<br />

De reizen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

slilTIlTIe lTIan<br />

Amsterdam Antwerpen<br />

Em. Querido's Uitgeverij B.V.<br />

2000


Wil je meer weten? Querido op internet:<br />

hup:/ /www.querido.nl/<br />

Bekroond met een Zilveren Griffel 1989<br />

Eerste druk, 1988; twee<strong>de</strong> druk, 1989; <strong>de</strong>r<strong>de</strong> druk, als<br />

JeugdSalaman<strong>de</strong>r, 1993; vier<strong>de</strong> druk, 2000.<br />

Copyright text © 1988 by Imme Dros. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave<br />

mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt,<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> druk, fotokopie, microfilm of op welke<br />

an<strong>de</strong>re wijze ook, zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toe­<br />

stemming <strong>van</strong> Em. Querido's Uitgeverij B.V., Singel 262,<br />

1016 AC Amsterdam. No part of this book may be reprodu­<br />

ced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other<br />

means, without written permission from Em. Querido's Uitge­<br />

veriJ B. V., Singel 262, I016 AC Amsterdam.<br />

IS B N 90 214 6003 3 / NU G I 222


Langgele<strong>de</strong>n, toen ik klein was, hiel<strong>de</strong>n mijn ou<strong>de</strong>rs<br />

<strong>van</strong> dansen en uitgaan.<br />

Ze woon<strong>de</strong>n met mij op een bovenhuis in Amsterdam<br />

driehoog, en ze had<strong>de</strong>n weinig geld en veel<br />

schul<strong>de</strong>n.<br />

'Ja Niels, we waren arm ja, maar het kon ons niéts<br />

schelen. Geld maakt niet gelukkig.'<br />

Ik vond toen, langgele<strong>de</strong>n, <strong>van</strong> wel.<br />

'Als ik rijk was, als ik heel erg rijk was, steenrij k, stinkend<br />

rijk, dan zou ik een echte voetbal kopen <strong>van</strong> echt<br />

leer in plaats <strong>van</strong> zo'n plastic kreng dat meteen lek is.'<br />

'Onzin!' riep mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Denk dan eens aan die keer dat je voetbal gepikt is.<br />

Je zou toch veel har<strong>de</strong>r gehuild hebben als het een<br />

echte voetbal geweest was!' zei mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Nee,' zei ik, 'want als ik rijk was kocht ik gewoon<br />

nóg een echte voetbal.'<br />

Nu ik bijna volwassen ben -ik zit in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

het gymnasium (voor <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> keer) -vind ik het<br />

nog steeds een fijn gevoel om geld te hebben en mijn<br />

ou<strong>de</strong>rs die intussen stinkend steenrijk zijn, vin<strong>de</strong>n het<br />

stiekem ook, al zeggen ze <strong>van</strong> niet.<br />

'Welnee, geld is een noodzakelijk kwaad.'<br />

'Onzin, die auto moet ik gewoon hebben voor mijn<br />

werk.'<br />

5


'Natuurlijk gaan we net zo lief naar Zeeland, maar<br />

het is beter voor je opvoeding als we naar Athene<br />

(Rome, Egypte, Mexico, Kenia) gaan.'<br />

Ze geloven het zelf. Dansen doen ze niet meer en<br />

uitgaan betekent nu een hapje eten met vervelen<strong>de</strong> re­<br />

laties, een handje schud<strong>de</strong>n op een receptie, een stom­<br />

vervelend toneelstuk zien omdat ie<strong>de</strong>reen het ziet.<br />

Of ze gelukkig zijn kan ik niet beoor<strong>de</strong>len.<br />

Maar goed, toen ze nog dansten tot diep in <strong>de</strong><br />

nacht met hun armeluisvrien<strong>de</strong>n, toen had<strong>de</strong>n ze een<br />

oppas voor me. Hij heette meneer Frank en woon<strong>de</strong><br />

bene<strong>de</strong>n ons, tweehoog.<br />

Eenhoog woon<strong>de</strong> mevrouw Kooy met haar man en<br />

haar kin<strong>de</strong>ren, maar mijn moe<strong>de</strong>r ontweek mevrouw<br />

Kooy omdat die als ze eenmaal begon met praten niet<br />

meer wist te stoppen.<br />

Vanaf ons balkon kon je als je over <strong>de</strong> leuning hing<br />

het balkon <strong>van</strong> meneer Frank zien dat vol stond met<br />

planten, wel hon<strong>de</strong>rd.<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r had <strong>de</strong> grootste bewon<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong><br />

plantjes <strong>van</strong> meneer Frank. Hij leer<strong>de</strong> haar stekken en<br />

zij nodig<strong>de</strong> hem uit als ze macaroni maakte, want me­<br />

neer Frank had <strong>de</strong> grootste bewon<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> ma­<br />

caroni <strong>van</strong> mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

Toen ik geboren was, werd meneer Frank automa­<br />

tisch mijn oppas, het kon hem niet schelen in welke<br />

kamer hij televisie keek, zei hij .<br />

Ik had last met in slaap komen, dat heb ik nog<br />

steeds en meneer Frank zat voor mijn gevoel altijd<br />

naast mijn wieg of ledikantje of bed en las me voor tot<br />

ik sliep.<br />

6


Het ging altijd over <strong>de</strong> reizen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man,<br />

dat zei meneer Frank er ook bij . 'Nu ga ik je vertellen<br />

over <strong>de</strong> reizen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man.'<br />

Hij had een dik boek in een leren hoesje dat hij on­<br />

<strong>de</strong>r zijn arm droeg als hij bij ons kwam, ook als hij al­<br />

leen maar macaroni kwam eten.<br />

In dat boek ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verhalen.<br />

Ik begreep niet wat hij voorlas, eerst omdat ik te<br />

klein was en later omdat ik hem niet kon verstaan. De<br />

verhalen waren in een vreem<strong>de</strong> taal. Dat hin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> he­<br />

lemaal niet, ik was eraan gewend. Ik dacht dat voorle­<br />

zen altij d zo ging.<br />

Meneer Frank zei voordat hij begon eerst even<br />

waar we gebleven waren en wat er nu ging gebeuren.<br />

Bijvoorbeeld: De <strong>slimme</strong> man is met zijn schepen<br />

aangeland op een nieuw, vreemd eiland. De wind is<br />

gaan liggen. Het land is groen en op <strong>de</strong> heuvels lopen<br />

schapen. Er kringelt rook omhoog achter <strong>de</strong> bomen,<br />

het land is dus bewoond, maar ... door wie? Zijn het<br />

vrien<strong>de</strong>n, zijn het vijan<strong>de</strong>n?<br />

Dan <strong>de</strong>ed hij het boek open en las voor of hij <strong>de</strong>ed<br />

zijn ogen dicht en <strong>de</strong>clameer<strong>de</strong>, want hij ken<strong>de</strong> hele<br />

bladzij <strong>de</strong>n uit zijn hoofd. Ik lag te luisteren. Aan zijn<br />

stem kon ik horen wat er gebeur<strong>de</strong>, ik hoor<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

branding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee, het klotsen en kabbelen <strong>van</strong> het<br />

water rondom <strong>de</strong> boeg <strong>van</strong> <strong>de</strong> schepen, het ritselen<br />

<strong>van</strong> gras en bla<strong>de</strong>ren, het zachte blaten <strong>van</strong> schapen<br />

in <strong>de</strong> verte en het fluisteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> mannen.<br />

Mijn hart begon te bonken als er gevaar dreig<strong>de</strong>, en<br />

gevaar dreig<strong>de</strong> er elke keer.<br />

'Achter je!' wil<strong>de</strong> ik roepen, maar <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man<br />

7


heette niet voor niets <strong>slimme</strong> man, hij won altijd, zelfs<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> verschrikkelijke reus met het ene oog, <strong>de</strong> reus<br />

die zijn schapen liet wei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> heuvel, hij won met<br />

list, niet met geweld en hij ontkwam op tijd naar zijn<br />

snelle schepen.<br />

Op <strong>de</strong> lagere school moest ik <strong>de</strong> tafels <strong>van</strong> verme­<br />

nigvuldiging uit mijn hoofd leren en ik kon het niet.<br />

Meteen dacht ik aan meneer Frank. Als er iemand<br />

wist hoe je dingen uit je hoofd kon leren dan was hij<br />

het.<br />

'Meneer Frank, helpt u me met <strong>de</strong> tafels? U kunt<br />

zo goed onthou<strong>de</strong>n.'<br />

Hij lachte een beetje. 'Ach jochie, ik ben ook geen<br />

held in rekenen.'<br />

'Maar u kunt het dikke boek uit uw hoofd opzeg-<br />

gen!'<br />

'Dat is heel wat an<strong>de</strong>rs.'<br />

'Waarom is dat an<strong>de</strong>rs?'<br />

Ik hield er niet over op, ik dacht dat het een truc<br />

was, een handigheidje.<br />

'Toe meneer Frank, zeg nou hoe het gaat?'<br />

Zeuren, zeuren tot hij me uitleg<strong>de</strong> hoe hij <strong>de</strong> verha­<br />

len <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man uit zijn hoofd had geleerd.<br />

8


In <strong>de</strong> oorlog die <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog heette<br />

C'Heel langgele<strong>de</strong>n hoor jochie, daar weet jij gelukkig<br />

niets <strong>van</strong>') moest meneer Frank vluchten voor <strong>de</strong><br />

Vijand. De Vijand was meestal een Mof (een Duitse<br />

soldaat) of een NSB'er (een Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r die mee<strong>de</strong>ed<br />

met <strong>de</strong> Duitsers) of een verra<strong>de</strong>r (dat kon ie<strong>de</strong>reen<br />

zijn).<br />

Meneer Frank kwam terecht in Friesland bij een<br />

boer. Hij zat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond in een klein kel<strong>de</strong>rtje<br />

zon<strong>de</strong>r ramen en daar mocht hij overdag nooit uit, dat<br />

was te gevaarlijk met overal die Vijan<strong>de</strong>n. Hij had<br />

niets te doen, dat was het ergste. Het liefst wil<strong>de</strong> hij<br />

lezen, maar algauw had hij alle boeken <strong>van</strong> <strong>de</strong> boer<br />

drie keer uit.<br />

De oorlog duur<strong>de</strong> erg lang. Van ellen<strong>de</strong> begon meneer<br />

Frank aan <strong>de</strong> schoolboeken <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> boer.<br />

Daar was het boek <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man bij.<br />

Eerst dacht meneer Frank dat hij daar geen kant<br />

mee op kon, hij had wel Grieks geleerd op school,<br />

maar dat was te langgele<strong>de</strong>n. 'Ik kon geen letter meer<br />

lezen en ik had geen woor<strong>de</strong>nboek. Maar als je lang<br />

genoeg achter elkaar stil moet zitten dan wil je alles.<br />

Ik schreef <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n op die ik nog ken<strong>de</strong>, heel langzaam<br />

kon ik hier en daar een regel begrijpen. Later<br />

9


kocht <strong>de</strong> boer een Grieks woor<strong>de</strong>nboek en toen ging<br />

het beter. Het kostte veel tijd een paar zinnen te vertalen,<br />

maar dat was precies wat ik nodig had.'<br />

Algauw kwam er een probleem bij. De kaarsen<br />

raakten op, <strong>de</strong> olie voor <strong>de</strong> lamp raakte op. Meneer<br />

Frank kon niet langer uren achter elkaar aan zijn vertaling<br />

werken.<br />

'Daarom begon ik <strong>de</strong> verzen uit mijn hoofd te leren.<br />

Dan had ik wat te doen in het donker. En toen ik ze zo<br />

hardop voor mezelf zei, toen waren ze mooi. Ik had<br />

nooit gemerkt dat ze mooi waren. Ik zei ze op en ik<br />

was zelf op het schip bij <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man, op mijn<br />

plaats aan <strong>de</strong> riemen, ik had een eigen plaats tussen<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren, het leek of ik ze ken<strong>de</strong>. Maar het gekke<br />

was, jochie, die an<strong>de</strong>ren wil<strong>de</strong>n niet op reis zijn, ze<br />

had<strong>de</strong>n heimwee naar huis. Ik kon ze niet uitleggen<br />

wat ik voel<strong>de</strong>, ik durf<strong>de</strong> niet eens hardop te zeggen<br />

dat ik het liefst nooit wil<strong>de</strong> aankomen, dat ik weg<br />

wil<strong>de</strong>, zo maar een kant op, altijd ver<strong>de</strong>r en nergens<br />

heen ... '<br />

We verhuis<strong>de</strong>n plotseling naar Wassenaar. Meneer<br />

Frank huil<strong>de</strong> bijna toen hij hoor<strong>de</strong> dat mijn ou<strong>de</strong>rs<br />

een huis had<strong>de</strong>n gekocht zo ver <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

'Maar dan komt u toch bij ons logeren!' zei mijn<br />

moe<strong>de</strong>r. 'Heerlijk buiten, we hebben een grote tuin<br />

daar met <strong>van</strong> alles erin.'<br />

'Ja,' zei meneer Frank.<br />

Hij kwam nooit, hij kon zijn planten niet alleen laten.<br />

En wij gingen niet naar Amsterdam, het kwam er<br />

zomaar niet <strong>van</strong>. De zaak <strong>van</strong> mijn va<strong>de</strong>r liep veel te<br />

goed, dat was het probleem.<br />

10


'Jammer toch,' zei mijn moe<strong>de</strong>r. 'Meneer Frank zit<br />

zo aan huis gebakken, hij is er niet weg te bran<strong>de</strong>n.'<br />

Dat was wel waar, als ik erover nadacht dan kon ik<br />

me niet eens herinneren of meneer Frank wel eens <strong>de</strong><br />

trap afging naar buiten, gewoon <strong>de</strong> straat op.<br />

Nee, zijn boodschappen wer<strong>de</strong>n bezorgd, zijn kleren<br />

kocht hij bij een postor<strong>de</strong>rbedrijf, nieuwe plantjes<br />

bracht mijn moe<strong>de</strong>r of mevrouw Kooy mee <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

markt en ik haal<strong>de</strong> zijn postzegels op het postkantoortje.<br />

'Mam, ging meneer Frank wel eens uit?' vroeg ik.<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r ging erbij zitten en begon haar hoofd<br />

te schud<strong>de</strong>n.<br />

'Nee ... of ... het zal toch wel?'<br />

'Heb je hem wel eens op straat gezien?'<br />

'Nee. Nee. Maar dat zegt niets, ik ben kippig.'<br />

'Ik heb hem nooit buiten gezien,' zei mijn va<strong>de</strong>r en<br />

bla<strong>de</strong>r<strong>de</strong> in zijn agenda of dat zijn geheugen kon opfrissen.<br />

'Dat is toch raar!' riep ik. 'En meneer Frank houdt<br />

juist zoveel <strong>van</strong> reizen. Hij heeft al die atlassen en wegenkaarten<br />

en boeken met foto's <strong>van</strong> verre lan<strong>de</strong>n<br />

overzee.'<br />

Mijn ou<strong>de</strong>rs haal<strong>de</strong>n hun schou<strong>de</strong>rs op. 'Hij is<br />

oud,' zei<strong>de</strong>n ze.<br />

Ik bel<strong>de</strong> meneer Frank vaak, vooral 's avonds laat.<br />

'Ik kan weer niet slapen, meneer Frank.'<br />

Door <strong>de</strong> telefoon kwamen <strong>de</strong> zinnen over <strong>de</strong> <strong>slimme</strong><br />

man, ik zag meneer Frank zitten in zijn diepe stoel<br />

met zijn ogen dicht, zijn hoofd iets omhoog en dan<br />

vergat ik meneer Frank, het verhaal ging door en ik<br />

II


werd wakker in <strong>de</strong> ochtend met <strong>de</strong> hoorn naast mijn<br />

oor tuut tuut tuut ...<br />

Mijn va<strong>de</strong>r klaag<strong>de</strong> over hoge telefoonrekeningen,<br />

maar hij verdacht mijn moe<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> hele dag met<br />

vriendinnen bel<strong>de</strong>, mij verdacht niemand.<br />

Soms als we op vakantie waren en ik in zo'n vreemd<br />

bed moest, dan vroeg ik of ik even naar meneer Frank<br />

mocht bellen. Mijn ou<strong>de</strong>rs lachten me uit. 'Wat <strong>de</strong>nk<br />

je wel dat het kost om helemaal naar Ne<strong>de</strong>rland te<br />

bellen!'<br />

Ik lag uren in het donker <strong>van</strong> die slaapkamer te staren<br />

en probeer<strong>de</strong> me <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> meneer Frank te<br />

herinneren en het dansen<strong>de</strong> ritme <strong>van</strong> <strong>de</strong> lange versregels<br />

over <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man. Ik viel in slaap zodra het<br />

lukte.<br />

Uit al die lan<strong>de</strong>n waarnaar mijn ou<strong>de</strong>rs op vakantie<br />

gingen voor mijn opvoeding stuur<strong>de</strong> ik mooie kaarten<br />

naar meneer Frank, er ston<strong>de</strong>n bergen op, vulkanen,<br />

rotsige kusten, afgodsbeel<strong>de</strong>n.<br />

Hij schreef nooit, hij bel<strong>de</strong> om te bedanken.<br />

'Hou je <strong>van</strong> reizen jochie?'<br />

'Ik <strong>de</strong>nk het wel,' zei ik om hem niet teleur te stellen.<br />

'Ik ben alleen altijd zo misselijk on<strong>de</strong>rweg, luchtziek<br />

en wagenziek en zeeziek ook.'<br />

'Dat gaat over als je groter bent,' verzeker<strong>de</strong> hij .<br />

Hij had gelijk, ik kan nu <strong>de</strong> wereld rond zon<strong>de</strong>r een<br />

kotszak nodig te hebben.<br />

'En u meneer Frank? U houdt toch ook <strong>van</strong> reizen?'<br />

'<strong>Reizen</strong> is het allermooiste dat er bestaat,' zei hij .<br />

12


Mijn elf<strong>de</strong> verjaardag was net achter <strong>de</strong> rug toen ik<br />

een pakje kreeg over <strong>de</strong> post. Ik dacht dat het een ca<strong>de</strong>autje<br />

zou zijn en pakte het vlug uit.<br />

In bruin pakpapier en ou<strong>de</strong> kranten zat een beduimeld<br />

boek:, het kaft was kapot en wat erin stond kon<br />

ik niet eens lezen.<br />

'Wat is dit nou?' zei ik minachtend. 'Wat een smerig,<br />

oud boek, moet je kijken, er zit geeneens een<br />

briefje bij . Wie stuurt zoiets nou?'<br />

'Hm, dat is Grieks,' zei mijn va<strong>de</strong>r, 'dat daar is een<br />

pi, die ken ik <strong>van</strong> wiskun<strong>de</strong>. Vraag maar aan je moe<strong>de</strong>r<br />

wat het is.'<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r had het gymnasium gedaan en ze zei<br />

meteen: '0, een Homeros. Had ik ook, waar is dat<br />

ding gebleven? Gek, eigenlijk heb ik er nooit meer<br />

naar omgekeken. Je moet me niet vragen om er nog<br />

iets <strong>van</strong> te vertalen, ik ben alles vergeten.'<br />

'Wat heb ik hier nu aan?' zeur<strong>de</strong> ik. 'Wat staat er<br />

dan in? Waar gaat het over?'<br />

'Waar gaat het over .. . Het gaat over <strong>de</strong> oorlog bij<br />

Troje. Dat is dat hele eerste stuk. Het zijn eigenlijk<br />

twee boeken. Vanaf hier staat het verhaal over <strong>de</strong> reizen<br />

<strong>van</strong> Odysseus. De Odyssee.'<br />

Ik stond te staren naar <strong>de</strong> dansen<strong>de</strong> lettertjes. <strong>Reizen</strong>?<br />

Odysseus? <strong>Reizen</strong>?!<br />

13


'Was Odysseus een <strong>slimme</strong> man?'<br />

'0 ja, heel slim, daar stond hij om bekend, zo werd<br />

hij altijd genoemd, <strong>de</strong> listige, <strong>de</strong> vindingrijke, <strong>de</strong><br />

<strong>slimme</strong> .. .'<br />

Het was het boek <strong>van</strong> meneer Frank. Dat hij altijd<br />

bij zich had. Dat hij zelfs bij zich had als hij alleen<br />

maar kwam eten. Dat naast zijn stoel lag als hij tv<br />

keek, dat naast zijn gieter lag als hij <strong>de</strong> planten verzorg<strong>de</strong>,<br />

dat hij nooit uit zijn ogen liet. Ik bel<strong>de</strong> naar<br />

zijn huis. Niemand nam op.<br />

'Er is iets met meneer Frank,' zei ik, 'hij is niet thuis.'<br />

Mijn ou<strong>de</strong>rs keken daar niet <strong>van</strong> op, maar ik hield<br />

vol dat het helemaal niet eens kon! Meneer Frank was<br />

altijd thuis, altijd. En als hij niet thuis was dan ...<br />

'En dit is zijn boek. Het boek uit <strong>de</strong> oorlog. Uit <strong>de</strong><br />

kel<strong>de</strong>r in Friesland. Dat geeft hij niet zomaar weg.'<br />

'Hé, las meneer Frank dan Grieks?' vroeg mijn<br />

moe<strong>de</strong>r. 'Dat wist ik niet.'<br />

Wat weten jullie wel ! dacht ik.<br />

Mijn va<strong>de</strong>r werd toch een beetje ongerust, hij bel<strong>de</strong><br />

naar mevrouw Kooy.<br />

Een hele tijd stond hij alleen maar te luisteren, mijn<br />

moe<strong>de</strong>r zuchtte, keek naar <strong>de</strong> klok en zuchtte.<br />

Ein<strong>de</strong>lijk leg<strong>de</strong> mijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hoorn neer.<br />

'Wat is er met meneer Frank?' fluister<strong>de</strong> ik.<br />

'Meneer Frank is dood,' zei mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Hoe kan hij me een boek sturen als hij dood is?'<br />

'Hij was erg ziek, Niels. Hij wist dat hij erg ziek was,<br />

hij moest naar het ziekenhuis.'<br />

'Maar meneer Frank wil<strong>de</strong> niet naar een ziekenhuis,'<br />

schreeuw<strong>de</strong> ik.<br />

14


'Hij is ook niet gegaan,' zei mijn va<strong>de</strong>r. 'Hij is thuis<br />

overle<strong>de</strong>n. Ik vertel het je later nog wel.'<br />

'Hij heeft toch niet ... meneer Frank heeft zich toch<br />

niet ... net als die man in dat huis op <strong>de</strong> hoek ... '<br />

'Nee Niels, meneer Frank is gewoon in zijn bed<br />

doodgegaan. Haal je geen dingen in je hoofd.'<br />

'Dat doe ik wel, dat doe ik wel als je me niet zegt<br />

wat er gebeurd is! Is hij <strong>van</strong> het dak gesprongen soms<br />

zoals die jongen uit Haarlem?'<br />

'Ik zei je toch dat hij in zijn bed .. .'<br />

'Ik wil het weten.'<br />

'Nou goed.'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r vertel<strong>de</strong> dat meneer Frank op een dag<br />

in zijn bed was gaan liggen en niet meer had willen<br />

eten.<br />

Hij had een brief achtergelaten voor mevrouw<br />

Kooy met <strong>de</strong> polis <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrafenison<strong>de</strong>rneming.<br />

'Mevrouw Kooy <strong>van</strong> eenhoog?'<br />

'Ja natuurlijk.'<br />

Zodra ik alleen was, bel<strong>de</strong> ik naar mevrouw Kooy.<br />

Ze ken<strong>de</strong> me nog en riep eerst een paar minuten <strong>van</strong>:<br />

'Nielsje ! Nielsje ! Hoe is het toch met jou? Vertel nu<br />

toch eens aan buur Kooy hoe het ermee is !'<br />

Maar ik vroeg naar meneer Frank<br />

Ze praatte hon<strong>de</strong>rduit en minutenlang, maar ik<br />

kwam meer te weten over <strong>de</strong> hernia <strong>van</strong> haar man en<br />

het ein<strong>de</strong>xamen <strong>van</strong> haar dochter dan over meneer<br />

Frank.<br />

'Was hij erg ziek? Had hij veel pijn?' vroeg ik koppig.<br />

'Wie? Meneer Frank bedoel je? Ach pijn ... nee dat<br />

15


dacht ik niet, ik hoor<strong>de</strong> hem niet klagen ... móé, dat<br />

weL .. hij was moe en het viel me op dat zijn plantjes er<br />

niet zo best bij ston<strong>de</strong>n ... Ik zei nog, ik zei: meneer<br />

Frank hoe heb ik het nu met u? Wat zie ik? U laat uw<br />

petuniaatjes toch niet verpieteren? Want dat was niks<br />

voor meneer Frank ! Je weet misschien nog wel hoe<br />

precies hij was op die plantjes ... aldoor maar verpotten<br />

en begieten en bemesten, ik zou er het geduld niet<br />

voor hebben, maar ik geloof dat hij op het laatst, je<br />

snapt me wel, last had met bukken en zo ... Het was<br />

ook erg stoffig in zijn kamer en meneer Frank nou die<br />

was kéurig! Kéurig ! En je kon <strong>de</strong> klok op hem gelijk<br />

zetten, elke maandag en vrijdag om half negen, daar<br />

had je <strong>de</strong> stofzuiger <strong>van</strong> meneer Frank, dat miste<br />

nooit ! Ik zei wel eens : Riet, daar gaat <strong>de</strong> stofzuiger<br />

<strong>van</strong> meneer Frank, schiet op, je komt te laat ... maar<br />

pijn? .. Nee, nee niet te vergelijken met mijn Herman<br />

met die ellendige hernia, dat is toch wat! Nee als die<br />

bukt dan komt hij niet meer overeind, dan moet ik<br />

hem een duw geven .. . '<br />

'Heeft meneer Frank. .. nog iets gezegd over mij?'<br />

'Over jou? Dat zou ik <strong>de</strong>nken! 0 Nielsje, meneer<br />

Frank had het zo vaak over jou. Je hebt je pakje toch<br />

wel gekregen? Nou, <strong>de</strong> allerlaatste keer dat ik hem<br />

zag, levend dan, je begrijpt me wel, toen had hij het<br />

nog over jou. Denk erom, Dora, zei hij, als je weer<br />

komt dan moet dit pakje naar het jochie, hij is gauw<br />

jarig. Ik wil<strong>de</strong> het al meenemen, maar hij zei dat er<br />

nog een brief bij moest dus ik liet het liggen, en het<br />

was al helemaal ingepakt, postzegels erop, alles, ik<br />

snapte niet hoe er een brief bij moest, maar goed,<br />

16


mensen hebben hun eigenaardighe<strong>de</strong>n, dat is hun<br />

recht, ik liet het liggen en toen ik het vond, later dus,<br />

je snapt wel wanneer, toen lag het naast zijn bed precies<br />

zoals <strong>de</strong> keer daarvoor, niks aan veran<strong>de</strong>rd, geen<br />

brief te zien, niks... ach, hij was wat vergeetachtig<br />

moet je <strong>de</strong>nken, zevenentachtig, een gezegen<strong>de</strong><br />

leeftijd, niet dan? Mijn moe<strong>de</strong>r haal<strong>de</strong> net <strong>de</strong> zestig en<br />

mijn va<strong>de</strong>r die arme zieL .. '<br />

'Wie woont er nu in het huis <strong>van</strong> meneer Frank?'<br />

'Ach jongen, niemand nog. Alles moet eerst uitgeruimd<br />

wor<strong>de</strong>n en dat is het nou net, meneer Frank<br />

had helemaal geen familie meer, je snapt het wel,<br />

joods hè? En ver<strong>de</strong>r was er eigenlijk ook niemand, dus<br />

wie moet dat daar uitzoeken? De huisbaas zit ermee,<br />

hij was op meneer Frank gesteld en het heeft wel geen<br />

waar<strong>de</strong> wat er staat, maar je kunt <strong>de</strong> persoonlijke<br />

spulletjes <strong>van</strong> meneer Frank toch niet zo bij <strong>de</strong> boom<br />

zetten. Het is een tóéstánd, die man bewaar<strong>de</strong> nou<br />

werkelijk állés, tot lege broodzakken toe .. .'<br />

Het duur<strong>de</strong> meer dan een halfuur voor ik het gesprek<br />

durf<strong>de</strong> af te breken.<br />

17


Ik droom<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huis <strong>van</strong> meneer Frank, ik kon<br />

aan niets an<strong>de</strong>rs meer <strong>de</strong>nken.<br />

'Pappa, ik wil<strong>de</strong> je wat vragen .. .'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r keek me aan of ik gek was gewor<strong>de</strong>n<br />

toen hij hoor<strong>de</strong> wat ik <strong>van</strong> hem vroeg.<br />

'Het huis <strong>van</strong> meneer Frank opruimen? Hoe haal je<br />

het in je hoofd?'<br />

'Alsjeblieft pappa, alsjeblieft.'<br />

'Daar kunnen we ons niet mee bemoeien, zoiets<br />

moet per testament bepaald wor<strong>de</strong>n.'<br />

'Maar er is geen testament, er is niemand om het te<br />

doen,' schreeuw<strong>de</strong> ik. 'Meneer Frank had geen fami­<br />

lie, dat snap je toch zeker wel! Hij heeft niemand dan<br />

ons.'<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r kwam erbij, ze probeer<strong>de</strong> me te kalmeren,<br />

maar ik wil<strong>de</strong> niet kalmeren, ik sloeg om me<br />

heen, raakte mijn moe<strong>de</strong>r in haar gezicht, trapte een<br />

hoek uit <strong>de</strong> antieke kast, twee Delftse bor<strong>de</strong>n vielen<br />

aan gruis en ik weiger<strong>de</strong> te eten.<br />

'Ik eet niet meer tot jullie het doen.'<br />

Het eindig<strong>de</strong> ermee dat mijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huisbaas<br />

bel<strong>de</strong>. Die was erg blij dat mijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> nalatenschap<br />

<strong>van</strong> meneer Frank wil<strong>de</strong> or<strong>de</strong>nen.<br />

Op zaterdag gingen we naar Amsterdam.<br />

Ik zag onze <strong>de</strong>ur bene<strong>de</strong>n, die openstond zoals al-<br />

18


tijd, <strong>de</strong> verveloze trap en <strong>de</strong> gaten boven <strong>de</strong> leuning in<br />

<strong>de</strong> muur die ik erin had gemept met mijn schepje.<br />

Mevrouw Kooy herken<strong>de</strong> me niet.<br />

'Ben jij Nielsje? Ach nee toch.'<br />

We klommen naar boven, mijn hart bonkte, ik was<br />

bang.<br />

Het huis <strong>van</strong> meneer Frank was netjes schoonge­<br />

maakt, mevrouw Kooy wees daar met klem op en ze<br />

zei erbij dat <strong>de</strong> plantjes natuurlijk al dood waren<br />

toen ... jullie snappen wel wanneer.<br />

Het kostte drie zaterdagen om <strong>de</strong> kasten <strong>van</strong> me­<br />

neer Frank leeg te halen en zijn bezittingen te sorte­<br />

ren.<br />

We zochten tussen kranten en vergeel<strong>de</strong> telefoon­<br />

boeken naar een testament of een brief of een laatste<br />

wil.<br />

Er was niets.<br />

'Het kon hem kennelijk niet schelen wat er ge­<br />

beur<strong>de</strong>,' zei mijn moe<strong>de</strong>r. 'Hij hield immers het meest<br />

<strong>van</strong> die planten en die heeft hij laten doodgaan.'<br />

'Hij hield het meest <strong>van</strong> reizen,' zei ik. 'Van reizen<br />

en <strong>van</strong> het boek uit <strong>de</strong> oorlog.'<br />

'Welk boek, Nielsje?' vroeg mevrouw Kooy.<br />

'Dat dikke boek met het ro<strong>de</strong> kaft, er zat altijd een<br />

hoesje om.'<br />

'0 dat boek, ja waar is dat toch gebleven?' riep me­<br />

vrouw Kooy. 'Eigenaardig, meneer Frank had het<br />

altijd naast zijn stoel of naast zijn bed.'<br />

'U hebt het zelf op <strong>de</strong> post gedaan,' zei ik. 'Het zat<br />

in dat pakje.'<br />

Ze sloeg haar han<strong>de</strong>n in elkaar.<br />

19


'Nu zie je eens hoe hij aan jou dacht! Ach dat boek,<br />

meneer Frank zat er zo vaak mee in zijn han<strong>de</strong>n, ik zie<br />

hem nog voor me ... hij zei een keer tegen me: 0 Dora,<br />

wat zou ik graag willen weten hoe die woor<strong>de</strong>n echt<br />

uitgesproken moeten wor<strong>de</strong>n. Niemand wist dat precies,<br />

zei hij, omdat het een do<strong>de</strong> taal was, dat zei hij:<br />

een do<strong>de</strong> taal... en ik vroeg nog, hoe kan een taal nou<br />

doodgaan, meneer Frank, maar dat kon hij me toch<br />

niet vertellen ... '<br />

'Weet u misschien of meneer Frank les heeft gegeven?'<br />

vroeg mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'0 nee, hij zat in een orkest, een groot orkest! Ja dat<br />

weet ik nu toevallig omdat mijn eigen schoonzusje in<br />

datzelf<strong>de</strong> orkest is begonnen, voor haar trouwen natuurlijk,<br />

en toen ze eenmaal met Herman zijn broer<br />

getrouwd was ja u begrijpt het wel, toen was het uit<br />

met <strong>de</strong> hoorn, ja ze zijn nog geëmigreerd naar Australië,<br />

zij liever dan ik, wat vind je in zo'n wildvreemd<br />

land, dat je thuis niet hebt? Je neemt jezelf overal mee<br />

naartoe, ja toch?'<br />

'In een orkest, meneer Frank?'<br />

'Jazeker, hij was violist en zijn vrouw ook, zo hebben<br />

ze elkaar leren kennen <strong>de</strong>nk ik, door <strong>de</strong> viool, ja<br />

ik spreek nu wel <strong>van</strong> voor <strong>de</strong> oorlog, later zat hij op<br />

een of an<strong>de</strong>r kantoor, was het iets met verzekeringen?<br />

Zoiets ja, in elk geval, hij zat op een kantoor, ja tot hij<br />

werd afgekeurd .. .'<br />

'Violist?' zei mijn moe<strong>de</strong>r. 'Maar hij speel<strong>de</strong> toch<br />

nooit? Er is ook helemaal geen bladmuziek in huis.'<br />

De buurvrouw keek vluchtig om zich heen.<br />

'Nee dat is zo.'<br />

20


Ik trok aan haar mouw. 'Heeft hij u ook verteld over<br />

<strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r in Friesland?'<br />

'Nee Niels, niet dat ik weet, hij praatte meer over<br />

zijn planten en over <strong>de</strong> reizen die hij had gemaakt.'<br />

'Maar hij maakte nooit reizen, hij kwam niet eens<br />

op straat !'<br />

'Wel toen hij jong was. 0 ja! Hij ging op reis met<br />

dat orkest, dat weet ik ook <strong>van</strong> mijn schoonzusje, ze<br />

zijn zelfs in Amerika geweest om te spelen.'<br />

'Maar waarom ging hij dan later nergens meer<br />

heen?' mompel<strong>de</strong> mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Ach je moet <strong>de</strong>nken, hij was oud,' zei mevrouw<br />

Kooy.<br />

21


In Amsterdam had ik een zandbak vol vriendjes en<br />

een eigen verloof<strong>de</strong>. Wij, mijn vrien<strong>de</strong>n en ik, had<strong>de</strong>n<br />

allemaal een verloof<strong>de</strong>. Die <strong>van</strong> mij heette Pauletje.<br />

Ze was het zusje <strong>van</strong> mijn allerbeste vriend. Bas. Bas<br />

zelf had een hele mooie verloof<strong>de</strong>, dat kwam omdat<br />

hij goed kon knokken. Het was Carlientje met <strong>de</strong><br />

blon<strong>de</strong> krullen.<br />

Blon<strong>de</strong> krullen, ik zie ze nog voor me, ze dansten<br />

om het ron<strong>de</strong> hoofd <strong>van</strong> Carlientje. Prachtig mooi.<br />

Het haar <strong>van</strong> mijn Pauletje was zwart en recht als<br />

een stoelpoot. Dat zei Bas. Hij vond Paulet wel aardig<br />

als zus maar niks als verloof<strong>de</strong>. Toen we naar Wassenaar<br />

moesten, dacht ik echt dat ik nooit meer een<br />

vriend zou krijgen, laat staan een verloof<strong>de</strong>.<br />

Het duur<strong>de</strong> ook erg lang voor ik me thuis voel<strong>de</strong> in<br />

<strong>de</strong> nieuwe stad en het duur<strong>de</strong> nog langer voor ik weer<br />

vrien<strong>de</strong>n kreeg. Dat lag aan mij, ik vergeleek elke jongen<br />

met Bas en Bas werd in mijn herinnering steeds<br />

geweldiger. Naar meisjes keek ik niet eens, niemand<br />

op <strong>de</strong> wereld kon tippen aan Pauletje, al was haar<br />

haar dan ook zo recht als een stoelpoot.<br />

Wat ik wel kreeg op <strong>de</strong> eerste dag in ons nieuwe<br />

huis, was een vriendin.<br />

Een vriendin, dat is eigenlijk geen vriend en ook<br />

geen verloof<strong>de</strong> natuurlijk. Ik kon haar met niemand<br />

22


vergelijken, ik kreeg haar gewoon ca<strong>de</strong>au bij het huis<br />

en <strong>de</strong> tuin.<br />

We waren aangekomen met twee verhuiswagens,<br />

een grote en een kleine (<strong>de</strong> verhuizers zei<strong>de</strong>n dat ze<br />

nooit zoveel troep in zo'n klein huis bij elkaar had<strong>de</strong>n<br />

gezien) en ik had nog nooit zo'n kanjerachtig gebouw<br />

gezien met zo weinig erin, ik ren<strong>de</strong> maar door het lege<br />

huis <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene kamer naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Algauw ston<strong>de</strong>n<br />

er wel overal verhuiskisten en mijn moe<strong>de</strong>r<br />

maakte koffie in <strong>de</strong> keuken voor <strong>de</strong> mannen. Ik kreeg<br />

een boterham met appelstroop, iets an<strong>de</strong>rs was er zo<br />

gauw niet te vin<strong>de</strong>n.<br />

Vanaf het balkon <strong>van</strong> een kamer aan <strong>de</strong> achterkant<br />

keek ik uit over een parkachtige tuin die helemaal <strong>van</strong><br />

ons was. Alles in Wassenaar leek enorm: <strong>de</strong> huizen,<br />

<strong>de</strong> tuinen, zelfs <strong>de</strong> wc's.<br />

De tuin was aangelegd, dat zag je. De perken leken<br />

nog het meest op <strong>de</strong> boekenkasten <strong>van</strong> iemand die alles<br />

op kleur en hoogte bij elkaar zet en ertussen lag het<br />

grasveld groen en glad als een biljartlaken.<br />

Het mooist vond ik <strong>de</strong> struiken en een zeshoekig<br />

tuinhuis achter een vijver met het formaat <strong>van</strong> een<br />

klein zwembad. Een echt zwembad had<strong>de</strong>n we trouwens<br />

ook, maar dat lag weer achter <strong>de</strong> struiken en het<br />

tuinhuis. Mijn va<strong>de</strong>r moest nog rijker zijn dan ik<br />

dacht.<br />

N aast onze tuin was weer een tuin, een beetje zo'n<br />

tuin als die <strong>van</strong> ons, maar slordiger, leuker dus en<br />

door die tuin ren<strong>de</strong> een meisje ongeveer even groot<br />

als Carlientje, maar absoluut niet zo mooi en ze had<br />

een konijn in haar armen. Ze ren<strong>de</strong> niet voor <strong>de</strong> lol, er<br />

23


zat een lange mevrouw achter haar aan en die keek<br />

boos.<br />

Voor ik goed en wel wist wat ik <strong>de</strong>ed, had ik een<br />

korst met appelstroop naar <strong>de</strong> lange mevrouw gegooid.<br />

Raak! Ze stond stil en veeg<strong>de</strong> verbaasd over<br />

haar gezicht, het meisje verdween tussen <strong>de</strong> bomen<br />

en heesters.<br />

Dat gaf me een goed gevoel, net als wanneer in een<br />

film <strong>de</strong> held het wint <strong>van</strong> <strong>de</strong> boef. Kadam! Lui<strong>de</strong> muziek<br />

en tevre<strong>de</strong>n gemompel in <strong>de</strong> zaal.<br />

Ik was een paar stapjes achteruitgelopen, ik ben<br />

niet gek. De boze mevrouw keek links en rechts en<br />

omhoog, draai<strong>de</strong> zich om en ging het buurhuis in.<br />

Tot mijn verbazing en ook wel ergernis zag ik even<br />

later het meisje met het konijn opduiken in onze<br />

bloe<strong>de</strong>igen tuin en doodgemoe<strong>de</strong>reerd het zeshoekige<br />

tuinhuis in gaan.<br />

Wat was dat nou? Die tuin was <strong>van</strong> ons. Dat tuinhuis<br />

was <strong>van</strong> mij . Ik was namelijk al besloten om het<br />

voor mezelf op te eisen. Er was verwarming, een<br />

kraan, aansluiting voor telefoon, dat had mijn moe<strong>de</strong>r<br />

allemaal weken <strong>van</strong> tevoren gezegd en nu ik het zelf<br />

had gezien wil<strong>de</strong> ik het hebben.<br />

Wat verbeeld<strong>de</strong> dat konijnenkind zich wel!<br />

Het tuinhuis was <strong>van</strong> mij, ik ren<strong>de</strong> naar bene<strong>de</strong>n en<br />

begon mijn moe<strong>de</strong>r te bewerken.<br />

'Mag ik in het tuinhuis slapen? Mag ik het tuinhuis?'<br />

Ze zei bijna ja in haar zenuwen, maar veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

het in nee toen het tot haar doordrong wat ik vroeg.<br />

'Als je groter bent, Niels.'<br />

24


Wat ik allemaal niet mag als ik groter ben! Daar<br />

kun je boeken mee vullen.<br />

Maar het tuinhuis was zo goed als <strong>van</strong> mij en meis­<br />

jes met konijnen had<strong>de</strong>n er maar uit te blijven. Ik<br />

vroeg me af hoe lang dat kind al in mijn tuinhuis had<br />

zitten hannesen met haar konijn en besloot or<strong>de</strong> op<br />

zaken te stellen.<br />

Ik stapte <strong>de</strong> tuin in. Onze tuin. Op dat ogenblik was<br />

ik niet langer een Amsterdammer, maar een bewoner<br />

<strong>van</strong> Wassenaar.<br />

25


Ons huis had lang te koop gestaan. Het was te groot<br />

en te duur in on<strong>de</strong>rhoud. Niemand kon het betalen<br />

behalve mijn va<strong>de</strong>r.<br />

Ik wist niet of mijn va<strong>de</strong>r <strong>de</strong> rijkste man <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>r­<br />

land was, maar in elk geval kocht hij het huis en een<br />

jacht en een heel bijzon<strong>de</strong>re auto die na twee jaar<br />

meer waard was dan een nieuwe. 'Dat is het werk,' zei<br />

mijn va<strong>de</strong>r tevre<strong>de</strong>n.<br />

Ik geloof<strong>de</strong> hem. Iemand die rijk kan wor<strong>de</strong>n zon­<br />

<strong>de</strong>r hulp, die moet je wel geloven.<br />

Halverwege het gazon bleef ik staan. Eerst nog<br />

maar een boterham halen.<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r werd zenuwachtig <strong>van</strong> me. 'Loop niet<br />

in <strong>de</strong> weg,' zei ze. Er zat niets an<strong>de</strong>rs op, ik moest <strong>de</strong><br />

tuin weer in. Ik tel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stappen naar het tuinhuis.<br />

Achten<strong>de</strong>rtig negenen<strong>de</strong>rtig veertig. De <strong>de</strong>ur klem<strong>de</strong>,<br />

ik floot zachtjes en duw<strong>de</strong> nog eens een keertje.<br />

'Ga weg! ' riep een boze stem. 'Ik zeg het tegen opa.<br />

Ga weg.'<br />

jou.'<br />

Wat had ik met opa te maken! Die was goed.<br />

'Het tuinhuis is an<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> mij! ' zei ik. 'En niet <strong>van</strong><br />

De <strong>de</strong>ur vloog open en ik viel half naar binnen. Het<br />

kostte me moeite mijn verontwaardig<strong>de</strong> toon terug te<br />

vin<strong>de</strong>n.<br />

26


'Wat doe jij hier?' vroeg ik.<br />

Het meisje stond met het konijn tegen zich aan in<br />

een <strong>van</strong> <strong>de</strong> zes hoeken. 'En wat doe jij hier?' snauw<strong>de</strong><br />

ze. 'Wie ben jij eigenlijk?'<br />

'Nee, zeg liever wie jij bent. Ik woon hier !'<br />

Daar kon ze niet tegenop. '0. Hoe kon ik dat nou<br />

weten? Ik heet Mart je.'<br />

'Mart je hoe?'<br />

'Mart je <strong>de</strong> Wildt. Ik woon daar.'<br />

'Bij dat lange mens met die neus?'<br />

'Juffrouw De Bok.'<br />

'Is dat je moe<strong>de</strong>r?' Stomme vraag, wie noemt een<br />

moe<strong>de</strong>r nou juffrouw !<br />

'Mijn moe<strong>de</strong>r?!' riep het meisje met het konijn.<br />

'N ee natuurlijk niet ! Mijn moe<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> mooiste<br />

vrouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld. En <strong>de</strong> beroemdste. Mijn moe<strong>de</strong>r<br />

is filmster in Amerika. Ol'<br />

'Jaja!'<br />

'Het is wel waar ! Vraag maar aan juffrouw De Bok.'<br />

'0 best, jouw moe<strong>de</strong>r is filmster in Amerika en ik<br />

ben <strong>de</strong> keizer <strong>van</strong> Japan.'<br />

'Jij ... jij bent een rotjoch.'<br />

'En jij bent knettergek.'<br />

Het konijn worstel<strong>de</strong> zich los, ren<strong>de</strong> op me af en<br />

beet in mijn voet. Het <strong>de</strong>ed gemeen pijn maar ik liet<br />

niks merken, ik schopte het kreng opzij.<br />

De dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> mooiste vrouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld<br />

griste het beest naar zich toe.<br />

'Stoute Argos, stoute stoute Argos ! Mag hij niet<br />

doen! Weet hij best !'<br />

'Hóé heet het konijn?' vroeg ik.<br />

27


'Argos.'<br />

'Dat is toch een hon<strong>de</strong>nnaam?' zei ik.<br />

'Nietes, het is een konijnennaam.'<br />

'Het is een hon<strong>de</strong>nnaam, zo heet <strong>de</strong> hond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>slimme</strong> .. . eh ik ken een hond die zo heet.'<br />

'Van wie dan, wie zijn hond heet dan zo?'<br />

Ik aarzel<strong>de</strong>, ik wist het niet zeker. Meneer Frank<br />

had het me toch verteld? Over <strong>de</strong> hond Argos. Of<br />

dacht ik dat maar?<br />

'Mijn opa zegt dat Argos een goeie naam is voor<br />

een konijn en mijn opa weet alles,' snoef<strong>de</strong> het meisje.<br />

'Hoe oud is je opa dan?'<br />

'Wat geeft dat? Gewoon oud.'<br />

'Met grijs haar en zo?'<br />

'Nee kaal.'<br />

'Mag ik hem eens zien?'<br />

Ze was verbaasd. 'Wat heb je daar nou aan?'<br />

'Ik heb zelf geen opa's, daarom.'<br />

'Tjee ik heb er drie en vier oma's.'<br />

Ik vond dat overdreven maar kon niet zo gauw uitrekenen<br />

hoe het zat. Het meisje was een opschepper<br />

met haar filmsterren en regimenten grootou<strong>de</strong>rs.<br />

'Kom maar mee naar mijn opa,' zei ze.<br />

De opa <strong>van</strong> Mart je zag er niet oud uit. Wel was hij<br />

kaal. Hij zat in een grote leren stoel en las.<br />

'Opa, dit is <strong>de</strong> jongen <strong>van</strong> hiernaast.'<br />

'Ik heet Niels <strong>de</strong> Rooy.'<br />

'Dag Niels boy,' verbaster<strong>de</strong> of grapte <strong>de</strong> opa, 'dus<br />

jij woont naast ons. Mooi huis, ruim ook.'<br />

Hij praatte een beetje vreemd, hij rekte <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

uit, zoals ik me voorstel<strong>de</strong> dat Engelsen dat doen, hij<br />

28


droeg ook het soort kleren dat Engelsen op plaatjes<br />

aanhebben, tweedjasje, trui, tweed broek.<br />

'Dag meneer De Wildt,' zei ik.<br />

Mart je en <strong>de</strong> opa lachten.<br />

'Ik heet Spruit,' zei <strong>de</strong> opa. 'Ik heet net als Mart jes<br />

moe<strong>de</strong>r zie je, dat is mijn dochter, zie je.'<br />

'Ik ken an<strong>de</strong>rs geen filmster uit Amerika die Spruit<br />

heet,' zei ik triomfantelijk.<br />

'Mijn moe<strong>de</strong>r heet Stella Star,' zei Mart je. 'Spruit<br />

kunnen ze daar niet eens uitspreken, zeg.'<br />

'Stella Star? Is jouw moe<strong>de</strong>r Stella Star? De<br />

filmster?'<br />

'Dat zei ik toch.'<br />

'Ja maar Stella Star,'-ik keek haar vol ontzag aan­<br />

'die is móói!'<br />

Daar was Carlientje nog niets bij, daar was nie­<br />

mand in <strong>de</strong> verste verte iets bij.<br />

'Ja,' zei Mart je. 'Die is mooi.'<br />

Ik was overdon<strong>de</strong>rd, ik vergat <strong>de</strong> hond Argos, ik<br />

kon alleen maar aan Stella Star <strong>de</strong>nken. Dat gekke<br />

meisje met haar clownshoofd was <strong>de</strong> dochter <strong>van</strong><br />

Stella Star, die kale meneer was <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Stella<br />

Star en ik ... ik was <strong>de</strong> buurjongen <strong>van</strong> Stella Star!<br />

29


Meneer Spruit werd een soort vriend <strong>van</strong> mij, als een<br />

opa je vriend kan zijn.<br />

Ik ging elke dag wel even bij hem binnen. Meestal<br />

zag ik hem in een zitten<strong>de</strong> houding, want hij zat onge­<br />

veer <strong>de</strong> hele dag behalve als hij liep te joggen. Dan<br />

droeg hij ook opeens niet meer <strong>de</strong> tweed jasjes en<br />

broeken, maar een speciaal pak uit <strong>de</strong> sportwinkel.<br />

Allereerst wil<strong>de</strong> ik <strong>van</strong> hem weten of hij Grieks kon<br />

lezen.<br />

'Hoe kom je daar nu toch bij, Niels boy? '<br />

'Dat konijn heet Argos en ik dacht .. .'<br />

'0 het konijn, ja dat is een trouw beestje, daarom<br />

heet hij zo.'<br />

'Maar Argos is <strong>de</strong> hond <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> ... <strong>van</strong> Odys­<br />

seus,' stamel<strong>de</strong> ik.<br />

'Zeker, natuurlijk, <strong>de</strong> hond Argos, nou of ik dat<br />

weet!' riep meneer Spruit. 'Ik heb verdorie nog aan<br />

toe dat hele stuk over die hond voor straf moeten ver­<br />

talen, ja naast het gewone huiswerk, ja ja! Ja, we haal­<br />

<strong>de</strong>n wat uit vroeger, Niels! Nou nou nou nou. Ik her­<br />

inner me ... we had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lessenaar <strong>van</strong> Buitendijk,<br />

dat was onze leraar Grieks, we noem<strong>de</strong>n hem trou­<br />

wens Tekko Taks omdat hij zo klein was, met <strong>van</strong> die<br />

korte beentjes. Hahaha ja zo noem<strong>de</strong>n we hem ... waar<br />

was ik, 0 ja, die lessenaar die had<strong>de</strong>n we dus zo gezet,<br />


zo, scheef op <strong>de</strong> verhoging ... je hoef<strong>de</strong> maar te zuch­<br />

ten en rats hij schoof er<strong>van</strong>af hahaha. Nou dat ge­<br />

beur<strong>de</strong>. En straf natuurlijk. Regels vertalen. Een klus<br />

hoor! Daar zat je uren aan, uuuren. Jajaja. Ik moest<br />

nogal eens strafwerk maken voor Grieks hahahaha,<br />

maar goed, toen had ik <strong>de</strong> pest in, maar nu weet ik<br />

toch maar wie Argos was, jaja ik heb een behoorlijke<br />

kennis <strong>van</strong> die ouwe Homeros dankzij <strong>de</strong> geintjes die<br />

ik uitgehaald heb met Tekko Taks hahahaha. Ja.'<br />

'Weet u nog hoe dat ging met <strong>de</strong> hond? '<br />

'Hond? 0 hond! Argos. Ja eh wacht even, die hond<br />

lag ergens, die lag ... hoe was het ook weer ... Odysseus<br />

kwam terug na twintig jaar jajaja, eerst had je <strong>de</strong> oor­<br />

log die duur<strong>de</strong> tien jaar en daarna ... weet je dat <strong>van</strong><br />

die oorlog? Bij Troje? Ja? Nee? Nou dat was me een<br />

oorlog ... Aan het eind wonnen <strong>de</strong> Grieken. Dankzij<br />

<strong>de</strong> <strong>slimme</strong> Odysseus, ja want slim was hij, listig, dat<br />

stond maar steeds in die regels die ik moest vertalen ...<br />

<strong>de</strong> listenrijke Odysseus, <strong>de</strong> schran<strong>de</strong>re Odysseus, ja<br />

ja, nou in elk geval verzon hij dat <strong>van</strong> het houten<br />

paard, dat verhaal ken je natuurlijk ... Niet? Goed <strong>de</strong><br />

Grieken maakten een paard zo groot dat het niet door<br />

<strong>de</strong> poort <strong>van</strong> Troje kon en dat lieten ze mid<strong>de</strong>n op<br />

<strong>de</strong> vlakte achter met in zijn houten buik tien solda­<br />

ten. Daarna gingen ze weg met al hun tenten en sche­<br />

pen. De mensen <strong>van</strong> Troje haal<strong>de</strong>n het paard binnen<br />

<strong>de</strong> muren, ze moesten <strong>de</strong> poort ervoor uitbreken.<br />

's Nachts kwam het hele Griekse leger terug en toen<br />

was het bekeken met <strong>de</strong> Trojanen, die ouwe Grieken<br />

waren geen lekkere jongens. De stad werd verwoest,<br />

je kunt <strong>de</strong> brokken nog bekijken in Turkije, moet je<br />

3I


eens doen later, eh waar was ik, 0 ja <strong>de</strong> oorlog was gewonnen<br />

en <strong>de</strong> Grieken gingen naar huis en over die<br />

terugtocht <strong>de</strong>ed Odysseus nog eens tien jaar ... Allerlei<br />

rampen on<strong>de</strong>rweg, <strong>de</strong> wind zat niet mee, <strong>de</strong> go<strong>de</strong>n za­<br />

ten tegen, noem maar op, in elk geval kwam hij pas na<br />

twintig jaar .. . '<br />

Twintig jaar, twintig jaar ... over of achter <strong>de</strong> stem<br />

<strong>van</strong> meneer Spruit hoor ik een an<strong>de</strong>re stem:<br />

Toen hij in het twintigste jaar thuiskwam, ver­<br />

wachtte niemand hem meer en wie nog aan hem<br />

dacht, dacht aan <strong>de</strong> jongen die hij voor <strong>de</strong> oorlog<br />

was ... daar stond hij en hij zag een vreem<strong>de</strong> muur,<br />

een appelboom die weg was en herhaal<strong>de</strong>lijk niet <strong>de</strong><br />

mensen die hij meen<strong>de</strong> te zien, hoogstens hun kin­<br />

<strong>de</strong>ren. Dus stond hij te aarzelen voor zijn huis. Alleen<br />

een hond die daar te sterven lag, een oud, vies<br />

dier, weggetrapt <strong>van</strong> het erf, herken<strong>de</strong> hem en probeer<strong>de</strong><br />

nog een keer op te springen. De staart be­<br />

woog, <strong>de</strong> oren lagen plat ... dat was alles. De man<br />

vond een naam in zijn geheugen: Argos! Argos ! En<br />

een ogenblik waren ze samen jong.<br />

Het was stil in <strong>de</strong> kamer. Mart je liet het konijn Argos<br />

vallen, het hipte beledigd weg naar een hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kamer en leg<strong>de</strong> drie keutels.<br />

'Opa wat kun je mooi vertellen, waarom heb je dat<br />

nooit eer<strong>de</strong>r gedaan?'<br />

'Ja nou je vroeg er eigenlijk nooit om.'<br />

'Ik wist ook niet dat je het kon.'<br />

'Wat zit jij te staren, Niels boy, heb je wel gehoord<br />

wat ik zei?'<br />

'Had<strong>de</strong>n ze <strong>de</strong> appelboom omgehakt?' vroeg ik.<br />

32


Meneer Spruit keek me raar aan. 'Appelboom?'<br />

'Hij zag toch dat er een an<strong>de</strong>re muur bij zijn huis<br />

stond en dat <strong>de</strong> appelboom weg was? En wat waren<br />

dat voor mensen op straat?'<br />

'Op straat?'<br />

'On<strong>de</strong>rweg naar zijn huis. Hij dacht dat hij ze<br />

ken<strong>de</strong>, maar ze waren het niet. Toen dacht hij dat het<br />

hun kin<strong>de</strong>ren waren.'<br />

Meneer Spruit schud<strong>de</strong> zijn hoofd. 'Niels boy, wat<br />

heb jij een fantasie!'<br />

Ik voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> haren op mijn armen prikken, had hij<br />

het verteld of niet? Wie had het verteld? En wanneer<br />

dan?<br />

'Opa, waarom lag die hond op <strong>de</strong> mesthoop?' vroeg<br />

Mart je.<br />

Mesthoop? Het woord mesthoop was toch niet genoemd?<br />

'Waarom opa? Waarom waren ze niet aardig voor<br />

hem, dat is toch zielig !'<br />

Mart je greep haar konijn en aai<strong>de</strong> het hevig, het<br />

konijn bleef boos.<br />

'Ging hij echt dood, opa?'<br />

'Ja hij was erg oud voor een hond. Ja hij ging dood.<br />

Meteen toen hij zijn baas gezien had, klats boem dood<br />

als een pier. Maar kind, je gaat toch niet huilen ! Het<br />

arme beest zat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zweren en <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>nvlooien<br />

en hij stonk een uur in <strong>de</strong> wind, <strong>de</strong>nk maar aan <strong>de</strong><br />

hond <strong>van</strong> tante Mathilda.'<br />

'0 get bah.'<br />

'Ja precies get bah, nou zeg je het zelf. Geen gezicht<br />

dat gedrocht, vieze ogen, vieze kwijlbek en die graf-<br />

33


lucht als hij geeuwt, nee kindje, het was beter dat Argos<br />

doodging. Niemand wil<strong>de</strong> hem meer. Als zo'n<br />

oud stinkdier niet je eigen hond is dan ben je er vies<br />

<strong>van</strong>. Nee. Beter dat hij doodging. Maar eerst herken­<br />

<strong>de</strong> hij zijn baasje. Niemand herken<strong>de</strong> Odysseus, zijn<br />

eigen vrouw niet eens, na twintig jaar lijk je niet meer<br />

op jezelf, maar een hond is trouw, een hond weet na<br />

twintig jaar nog altijd, dat is <strong>de</strong> baas, dat is hem.'<br />

Ik knikte en zei: 'En het laatste ogenblik was hij gelukkig,<br />

hij was weer jong.'<br />

Meneer Spruit wil<strong>de</strong> iets zeggen, maar juffrouw De<br />

Bok kwam binnen, vliegensvlug hield meneer Spruit<br />

een boek voor zijn gezicht en <strong>de</strong>ed of hij las. Juffrouw<br />

De Bok begon te klagen over het konijn.<br />

'Het is een gifstengel meneer en nou heeft hij ook<br />

nog op <strong>de</strong> aardappels gescheten.'<br />

Dát hoor<strong>de</strong> meneer Spruit !<br />

'Maar juffrouw De Bok, zoiets moet u toch niet<br />

zeggen waar kin<strong>de</strong>ren bij zijn, u moet het goe<strong>de</strong> voorbeeld<br />

geven!'<br />

Mart je en ik keken per ongeluk naar elkaar en begonnen<br />

te hikken <strong>van</strong> <strong>de</strong> lach. Vanaf dat moment was<br />

ze mijn vriendin.<br />

34


Mart je was dan wel <strong>de</strong> dochter <strong>van</strong> Stella Star maar ze<br />

leek niet op haar moe<strong>de</strong>r, helemaal niet ook!<br />

Stella Star had lang, blond, golvend haar dat op<br />

elke foto langer en golven<strong>de</strong>r leek en Mart je werd op<br />

school Piek genoemd en niet voor niets, wat op haar<br />

hoofd groei<strong>de</strong> stond alle kanten uit.<br />

Ik maakte me daar niet druk om, een vriendin is<br />

geen verloof<strong>de</strong>, algauw raakte ik gewend aan <strong>de</strong> naam<br />

Piek, opeens zei ik het zelf.<br />

Toch was ik <strong>de</strong> eerste dag op <strong>de</strong> school in Wassenaar<br />

een jongen, twee koppen groter dan ik, aangevlogen<br />

omdat hij Piek riep naar Mart je. Het was een<br />

idioot gevecht want die jongen moest lachen.<br />

Ik lag boven en siste: 'Zeg nog eens Piek tegen<br />

Mart je <strong>de</strong> Wildt.'<br />

'Maar zo heet ze toch!' riep mijn tegenstan<strong>de</strong>r.<br />

Vanaf dat ogenblik had ik zelf een bijnaam te pakken.<br />

Ik was en bleef Niels <strong>van</strong> Piek. Het stak me, ik<br />

was natuurlijk <strong>de</strong> beste vriend <strong>van</strong> Mart je, maar ik<br />

had wel even een an<strong>de</strong>re verloof<strong>de</strong>.<br />

'Vind je het vervelend dat ze je Piek noemen?'<br />

vroeg ik aan Mart je.<br />

'Nee, ik vind pieken leuk,' zei ze. 'Maar jij vindt het<br />

wel vervelend dat ze je Niels <strong>van</strong> Piek noemen.'<br />

'Ach nee,' zei ik. 'Maar ik heb nu eenmaal Pauletje.'<br />

35


'Wie is Pauletje?'<br />

'Pauletje, het zusje <strong>van</strong> Bas.'<br />

Ik vertel<strong>de</strong> over Pauletje, dat ik haar altijd uitkoos<br />

bij spelletjes en dat we elkaar kaarten stuur<strong>de</strong>n met<br />

hondjes erop, dat waren we zo gewend <strong>van</strong> heel langgele<strong>de</strong>n.<br />

'Wat leuk,' zei Mart je, 'wat enig leuk. Hondjes!'<br />

Ze maakte daarna vaak toespelingen op hondjes die<br />

me niet bevielen. Ik zag Pauletje pas op <strong>de</strong> begrafenis<br />

<strong>van</strong> meneer Schaap, het hoofd <strong>van</strong> mijn ou<strong>de</strong> school.<br />

Ze was erg lang gewor<strong>de</strong>n. We gaven elkaar een hand.<br />

Daar pieker<strong>de</strong> ik over. Ik vroeg voorzichtig aan Bas of<br />

hij nog met Carlientje ging. Of ze zijn verloof<strong>de</strong> nog<br />

was.<br />

'0 dié onzin,' zei Bas minachtend. 'Dat stomme<br />

gedoe. Nee Carlientje is gewoon een vette stuud.'<br />

Ik vroeg wat een vette stuud was en dat was iemand<br />

die aldoor maar keihard werkte om hoge cijfers te halen.<br />

'Nee ik ben met N annie,' meld<strong>de</strong> Bas. 'Die is lief zeg.'<br />

'Pauletje is ook lief,' zei ik trouw.<br />

'Lief!' gil<strong>de</strong> Bas. 'Het is een kreng. Ze zou jouw<br />

zusje maar eens moeten zijn. Ze kan trouwens niet<br />

eens rekenen.'<br />

'Ach,' zei ik.<br />

'Maar Niels kom op, je hebt toch wel een meisje in<br />

Wassenaar zeker!'<br />

Hij vond dat mijn verloving met Pauletje voorbij<br />

was. Ik liet het maar zo en pakte uit over Piek die geen<br />

vette stuud was, alleen maar erg slim en daar kon ze<br />

niets aan doen.


'Is ze wel mooi? ' vroeg Bas argwanend.<br />

'Tuurlijk,' snoef<strong>de</strong> ik. 'Haar moe<strong>de</strong>r is Stella Star.'<br />

'Nee!' zei Bas. 'Dat lieg je, Niels.'<br />

'Echt, haar moe<strong>de</strong>r is Stella Star, het is gewoon zo.'<br />

'Oooo! Heb je haar wel eens gezi e n? ' ---­<br />

hij.<br />

'Twee keer,' loog ik.<br />

'Vertel vertel! Is ze zo mooi als op <strong>de</strong> foto's?'<br />

'J a hoor, ze lijkt wel wat op juffrouw Welling.'<br />

'Die is an<strong>de</strong>rs niks.'<br />

'Daar lijkt ze op <strong>van</strong> dichtbij.'<br />

Bas geloof<strong>de</strong> me niet erg. 'Stella Star! ' fluister<strong>de</strong><br />

'Ja dat is <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Piek.'<br />

'En is die Piek dan niet zo verwaand als <strong>de</strong> pest? '<br />

'Piek verwaand? Waarom?'<br />

'Omdat Stella Star haar moe<strong>de</strong>r is.'<br />

'Dat zegt ze tegen niemand, ik weet het toevallig<br />

omdat ze naast ons woont, ik zie Stella Star gewoon<br />

door <strong>de</strong> tuin lopen.'<br />

Bas kwam <strong>de</strong> zaterdag na <strong>de</strong> begrafenis naar Was­<br />

senaar. Al die jaren maakten we steeds afspraken, ze<br />

gingen nooit door en daar had je 'm, 's morgens om<br />

half tien en klaar om Stella Star door <strong>de</strong> tuin te zien<br />

lopen.<br />

'Ja zeg, ze zit nu in Hollywood.'<br />

'Dan wil ik die Piek zien.'<br />

Ik was ongerust, hoe zou hij Piek vin<strong>de</strong>n? Tenslotte<br />

had hij ogen in zijn hoofd en Piek was <strong>van</strong> geen kant<br />

mooi. Maar of het nu kwam omdat Piek <strong>de</strong> dochter<br />

<strong>van</strong> een :filmster was, Bas vond haar prachtig.<br />

Ik kon gas terugnemen.<br />

37


'Ze heeft wel pieken.'<br />

'Ik houd <strong>van</strong> pieken.'<br />

'En sproeten natuurlijk.'<br />

'Ja prachtig,' zei Bas dromerig.<br />

'En om eerlijk te zijn, haar haar is ook wel rood.'<br />

'Ja ... ' zuchtte Bas.<br />

Hij had iets verstrooids over zich, keek steeds rich­<br />

ting buurhuis en toen Piek met het konijn <strong>de</strong> tuin in<br />

kwam begon hij uitsloverig balletje te koppen.<br />

Ik schaam<strong>de</strong> me voor hem, zoiets dééd je niet voor<br />

het meisje <strong>van</strong> een an<strong>de</strong>r.<br />

'Ik kom gauw weer eens,' zei hij op het station.<br />

'Ja doe dat,' riep ik.<br />

Na het bezoek <strong>van</strong> Bas dacht ik niet meer aan Paulet<br />

je, ze had me trouwens geen hondjeskaart gestuurd<br />

toen ik jarig was.<br />

De enige die het nog over Pauletje had was Piek.<br />

'Alweer eens een kaart gekregen met blaffers?'<br />

Dan <strong>de</strong>ed ik of ik het niet hoor<strong>de</strong>. Of ik keek geheimzinnig.<br />

In allebei <strong>de</strong> gevallen werd Piek kwaad.<br />

Ze had tóch het gevoel dat ik <strong>van</strong> haar was. Nie1s<br />

<strong>van</strong> Piek.


Met <strong>de</strong> hulp <strong>van</strong> Piek kwam ik <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> klas goed<br />

door. Het hele jaar werd er gepraat, verga<strong>de</strong>rd, ge­<br />

zeurd over schoolkeuze. Ik wil<strong>de</strong> naar het gymna­<br />

sium. Dat plan viel nergens goed. De on<strong>de</strong>rwijzers<br />

keken zuinig, mijn ou<strong>de</strong>rs ongerust, meneer Spruit<br />

vies.<br />

'Het gymnasium, wie gaat er nou nog naar het<br />

gymnasium? ' riep Bas aan <strong>de</strong> telefoon. We bel<strong>de</strong>n el­<br />

kaar sinds dat eerste bezoek weer regelmatig. Hij ging<br />

naar het atheneum.<br />

'Piek,' zei ik.<br />

'0 dat is wat an<strong>de</strong>rs,' zei Bas meteen vol begrip.<br />

Maar Piek had er niets mee te maken, ik wil<strong>de</strong> naar<br />

het gymnasium om het boek <strong>van</strong> meneer Frank te<br />

kunnen lezen. Ik was bovendien <strong>van</strong> plan Grieks te<br />

gaan stu<strong>de</strong>ren om het na het gymnasium allemaal nóg<br />

beter te kunnen lezen.<br />

'Er zit absoluut geen brood in ouwe talen,' oor­<br />

<strong>de</strong>el<strong>de</strong> mijn va<strong>de</strong>r.<br />

<strong>de</strong>r.<br />

'Het is zo moeilijk, Niels,' waarschuw<strong>de</strong> mijn moe­<br />

'Het is om te kotsen zo saai, Niels boy,' walg<strong>de</strong> me­<br />

neer Spruit.<br />

'Maar Piek gaat ook! '<br />

'Dan is Piek ook gek.'<br />

39


Piek wil<strong>de</strong> naar het gymnasium omdat ik naar het<br />

gymnasium wil<strong>de</strong>.<br />

Geen goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n maar ie<strong>de</strong>reen vond het normaal<br />

dat zij erheen ging. Piek was spijkerslim.<br />

Wat ik was werd nooit precies gezegd.<br />

Hoe dan ook, Piek en ik gingen allebei naar het<br />

gym.<br />

'Je krijgt er spijt <strong>van</strong>,' voorspel<strong>de</strong> meneer Spruit.<br />

'Die woor<strong>de</strong>n, die rijtjes, die verbuigingen en vervoegingen!<br />

Als ik er nog aan <strong>de</strong>nk. Wie gaat dat tegenwoordig<br />

nou vrijwillig uit zijn kop leren! Ik móést wel,<br />

vroeger moest je wel. Je had het nodig als je wil<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>ren.<br />

Maar nu! Geen bal heb je eraan, Niels boy. Ik<br />

vind het onzinnig!'<br />

'Ik wil het boek lezen <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> ... <strong>van</strong> Odysseus.'<br />

'Maar mijn beste lieve jongen, er zijn toch vertalingen.<br />

Ik heb ze bij bosjes. Welke wil je hebben? De Ne<strong>de</strong>rlandse?<br />

De Franse? De Duitse? De Engelse? Besteed<br />

je tijd liever aan mo<strong>de</strong>rne talen, daar heb je wat<br />

aan! Voor je <strong>de</strong> Griekse uitzon<strong>de</strong>ringen - en die taal<br />

hangt er<strong>van</strong> aan elkaar! - allemaal kent, heb je <strong>de</strong> hele<br />

wereldliteratuur drie keer doorgewerkt!'<br />

'Ik wil zelf lezen <strong>van</strong> die reus die <strong>de</strong> schapen liet<br />

wei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> heuvel...' zei ik.<br />

'Je bent zo koppig! Homeros is moeilijk, veel te<br />

moeilijk. Ook als je in <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> zit straks blijft het<br />

moeilijk en kijk naar mij, na tien, twintig jaar weet je<br />

niks meer. Het is verloren tijd.'<br />

'Ik wil het nu eenmaal.'<br />

'Je krijgt er spijt <strong>van</strong>,' herhaal<strong>de</strong> meneer Spruit.<br />


Juffrouw De Bok viel hem bij. 'Ja Grieks is verschrikkelijk.'<br />

'Ach juffrouw De Bok, was u ook op het gymnasium?'<br />

vroeg meneer Spruit meteen. 'Welk? Waar?<br />

Wat toevallig.'<br />

Nee juffrouw De Bok was op Kreta geweest.<br />

'Je kunt daar niet eens lezen in welke straat Je<br />

loopt!'<br />

De hele wereld was tegen me.<br />

In <strong>de</strong> eerste klas merkte ik al wat ie<strong>de</strong>reen bedoel<strong>de</strong><br />

en we had<strong>de</strong>n nog niet eens Grieks. De lessen waren<br />

ingewikkeld en het tempo lag zo hoog, het leek of <strong>de</strong><br />

leraren stukken oversloegen. En elke dag was er zoveel<br />

huiswerk te doen.<br />

Piek hielp me, maar het werd steeds dui<strong>de</strong>lijker dat<br />

ze alles tien keer vlugger snapte dan ik. Het enige dat<br />

zij niet kon begrijpen was dat ik iets na vier keer uitleggen<br />

nog niet doorhad. Ik maakte haar zenuwachtig.<br />

Maar ze hielp me en bleef me helpen, al was het<br />

vaak hopeloos.<br />

'Wat had je voor Frans, Niels?'<br />

'Vijf min.'<br />

'Hoe kan dat nou? Hoe kan dat nou?'<br />

'Het was moeilijk.'<br />

'Laat zien.'<br />

Ze vond het natuurlijk niét moeilijk.<br />

'Dat hebben we tien keer doorgenomen, dat wist<br />

je !'<br />

'Ik was het vergeten.'<br />

Heel langzaam kreeg ik <strong>de</strong> dingen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> knie en<br />

41


dan zaten ze er ook geheid in. Het was alleen zo vervelend<br />

dat er steeds nieuwe dingen bij kwamen in een<br />

steeds sneller tempo. Maar ik hield vol en ik ging over<br />

naar <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>. Met drie taken. De leraren wil<strong>de</strong>n me<br />

een kans geven, al had<strong>de</strong>n ze geen hoge dunk <strong>van</strong><br />

mijn hersens, ze had<strong>de</strong>n respect voor mijn wilskracht.<br />

'Je komt er wel, Niels ! Wanneer dan ook!'<br />

'Al ontbreken <strong>de</strong> krachten dan is toch <strong>de</strong> moed prijzenswaardig,'<br />

vertaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> rector rechtstreeks uit het<br />

Latijn.<br />

Piek was met gemid<strong>de</strong>ld acht punt acht <strong>de</strong> beste<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> klas.<br />

'Maar jij kunt veel har<strong>de</strong>r lopen dan ik,' troostte ze.<br />

42


In <strong>de</strong> zomervakantie na <strong>de</strong> eerste klas was ik veel alleen.<br />

We gingen niet op reis. Dat kwam mijn va<strong>de</strong>r<br />

goed uit.<br />

'Nee Niels, je schoolwerk gaat nu voor.'<br />

'Maar ie<strong>de</strong>reen is weg! Piek en Wim en Huub.'<br />

'Je wil<strong>de</strong> zelf naar het gymnasium.'<br />

'Ja maar ik hoef toch niet <strong>de</strong> hele vakantie te .. .'<br />

'J e moet er wat voor overhebben.'<br />

Ik vond dat ik er langzamerhand wel erg veel voor<br />

over moest hebben. Ik werkte uren en uren en <strong>de</strong> dag<br />

bleef lang.<br />

Meneer Spruit ontferm<strong>de</strong> zich over me. Hij zag me<br />

in <strong>de</strong> tuin bloemen omver schoppen.<br />

'Niels boy, kun jij me niet helpen met <strong>de</strong> biblio­<br />

theek? Het is een puinhoop.'<br />

Dat leek me aardig werk.<br />

'De boel staat door elkaar,' leg<strong>de</strong> meneer Spruit uit.<br />

'Het moet alfabetischer, dan kan ik eens wat vin<strong>de</strong>n.'<br />

We gingen samen aan <strong>de</strong> slag. We haal<strong>de</strong>n planken<br />

leeg, maakten stapels en daarna zetten we <strong>de</strong> planken<br />

weer vol.<br />

Meneer Spruit zorg<strong>de</strong> ervoor dat we niet te lang<br />

doorgingen, hij stuur<strong>de</strong> me naar huis om Latijn te<br />

doen of hij vond dat we nodig ergens naartoe moesten.<br />

'Even uitwaaien Niels boy, ik voel me stoffig.'<br />

43


'Maar zo schieten we niet op! '<br />

'Jawel, jazeker wel.'<br />

En we re<strong>de</strong>n in zijn ou<strong>de</strong>rwets grote auto naar zee<br />

of naar Den Haag of naar Amsterdam. Met meneer<br />

Spruit zag ik kanten <strong>van</strong> mijn eigen stad die ik niet<br />

ken<strong>de</strong>. We gingen met een waterfiets door <strong>de</strong> grachten.<br />

Dan zag je alles beter, zei meneer Spruit en dat<br />

was zo. Ik voel<strong>de</strong> me trots wor<strong>de</strong>n op Amsterdam.<br />

'Later ga ik er weer wonen,' zei ik. Het leek wel of ik<br />

heimwee had, als je heimwee kunt hebben naar iets<br />

dat je niet eer<strong>de</strong>r had gezien.<br />

Ik dacht steeds aan meneer Frank als ik naar <strong>de</strong><br />

smalle gevels en <strong>de</strong> bruggen keek. Hier had hij ge­<br />

woond, in <strong>de</strong>ze buurt, misschien in dat huis, misschien<br />

bij die brug. En ergens daar achter <strong>de</strong> huizen<br />

stond <strong>de</strong> school waar hij Grieks leer<strong>de</strong>. Ik zou nu ook<br />

gauw Grieks leren ...<br />

Meneer Spruit vertel<strong>de</strong> over <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man, ik<br />

moest er wel eerst om vragen, maar hij <strong>de</strong>ed zijn best<br />

voor me. Ik weet dat hij <strong>de</strong> vertalingen <strong>van</strong> Homeros<br />

vaak raadpleeg<strong>de</strong> om mijn vragen te kunnen beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

'Vindt u het niet vervelend, meneer Spruit?'<br />

'0 nee Niels boy, ik doe het graag.'<br />

Het was spannend om hem te horen vertellen over<br />

<strong>de</strong> oorlog bij Troje en <strong>de</strong> reis <strong>van</strong> Odysseus, vooral in<br />

<strong>de</strong> auto als het regen<strong>de</strong>. Dan dacht ik toch ook aan<br />

meneer Frank. Het was nog altijd vreemd dat ik hem<br />

niet meer kon opbellen. Als ik wakker lag wil<strong>de</strong> ik nog<br />

steeds zijn nummer draaien, dat allang <strong>van</strong> iemand<br />

an<strong>de</strong>rs was. Ik had het een keer gedaan en toen zei ie-<br />

44


mand: 'Met Smit.'<br />

Bij het sorteren in <strong>de</strong> bibliotheek <strong>van</strong> meneer Spruit<br />

vond ik per ongeluk drie dunne boekjes die weggemoffeld<br />

waren achter <strong>de</strong> verzamel<strong>de</strong> werken <strong>van</strong><br />

Heinrich Heine. Er ston<strong>de</strong>n gedichten en verhalen in<br />

en <strong>de</strong> schrijver was F. H.W. Spruit.<br />

'Is dat familie <strong>van</strong> u?' vroeg ik.<br />

Meneer Spruit werd rood en trok <strong>de</strong> boekjes uit<br />

mijn han<strong>de</strong>n.<br />

'Dat is niets,' zei hij . 'Ik zet ze zelf wel weg.'<br />

'De S is an<strong>de</strong>rs daar!' wees ik.<br />

Het was niet moeilijk om erachter te komen dat <strong>de</strong><br />

voorletters <strong>van</strong> meneer Spruit F. H.W. waren, ze ston<strong>de</strong>n<br />

op zijn naambordje bij <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur.<br />

Ik had een nieuw gevoel voor meneer Spruit. Hij<br />

was een schrijver. Een echte schrijver, net als Homeros.<br />

Je kon het wel aan hem zien ook, altijd had hij boeken<br />

om zich heen, als hij ging joggen stak er nog een<br />

boekje uit zijn achterzak. Ja hij hield <strong>van</strong> boeken.<br />

Geen won<strong>de</strong>r als hij zelf een schrijver was !<br />

'Hoe word je schrijver, meneer Spruit?'<br />

'Alsjeblieft praat daar niet over, Niels boy,' smeekte<br />

meneer Spruit. 'Ik wil er niets meer over horen.'<br />

Ik praatte er niet meer over, maar ik vergat <strong>de</strong> boekjes<br />

niet.<br />

Wist Piek wat voor opa ze had? Hij was toevallig<br />

wel even mooi F. H.W. Spruit.<br />

Meneer Spruit vertel<strong>de</strong> met smaak over Troje en<br />

Odysseus, maar als ik hem zijn gang liet gaan dan<br />

praatte hij liever over <strong>de</strong> boeken <strong>van</strong> een schrijver die<br />

45


Dickens heette, want daar hield hij het meest <strong>van</strong>. Ik<br />

dacht een tijdje dat die naam Dickens op het formaat<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> boeken sloeg, want ze waren dik. 'Die moet je<br />

eens lezen Niels boy, Dickens is zo geestig!'<br />

Geestig. De verhalen uit <strong>de</strong> dikke Dickensboeken<br />

waren helemaal niet geestig, ze gingen altijd over zielige,<br />

ziélige mensen die akelige dingen meemaakten of<br />

doodgingen.<br />

Maar meneer Spruit vond het geestig. Misschien<br />

dat je zoiets an<strong>de</strong>rs bekijkt als je oud bent. Ik kwam<br />

maar niet af <strong>van</strong> David Copperfield, daar was meneer<br />

Spruit dol op.<br />

Ik durf<strong>de</strong> niet te zeggen dat ik een hekel had aan die<br />

ellen<strong>de</strong> : zo'n arme jongen, va<strong>de</strong>r dood, een gemene<br />

stiefva<strong>de</strong>r, naar een kostschool moeten, gepest wor<strong>de</strong>n<br />

... het kon niet op.<br />

Zodra meneer Spruit even zweeg om a<strong>de</strong>m te halen<br />

ofte hoesten, probeer<strong>de</strong> ik vlug over iets an<strong>de</strong>rs te begmnen.<br />

'Ja prachtig <strong>van</strong> die arme on<strong>de</strong>rwijzer die zo lelijk<br />

fluit speelt voor zijn moe<strong>de</strong>rtje in het armenhuis,<br />

maar ik wil<strong>de</strong> eigenlijk iets vragen over .. .'<br />

Dan liet meneer Spruit zich alweer aflei<strong>de</strong>n. Hij<br />

was erg aardig voor mij.


In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> klas begonnen we met Grieks ! Ik had<br />

me erop verheugd, nu zou ik dan gaan lezen over <strong>de</strong><br />

reus met het ene oog die zijn schapen liet grazen op <strong>de</strong><br />

heuvel.<br />

Met kou<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n <strong>van</strong> spanning zat ik naar <strong>de</strong> leraar<br />

te kijken. Wat had ik me er eigenlijk <strong>van</strong> voorgesteld?<br />

Dat er een won<strong>de</strong>r zou gebeuren?<br />

Grieks was niet an<strong>de</strong>rs dan Latijn, vervelend en<br />

moeilijk met rare uitgangen en verbuigingen en lange<br />

woor<strong>de</strong>n die je in woor<strong>de</strong>nboeken moest opzoeken.<br />

Daar had ik toch altijd al moeite mee, bij elke letter<br />

moest ik weer het hele alfabet opzeggen. Grieks was<br />

moeilijk en <strong>de</strong> thema's ston<strong>de</strong>n bol <strong>van</strong> <strong>de</strong> stomste<br />

zinnen die je kon be<strong>de</strong>nken. Een heer ging naar <strong>de</strong><br />

stad met een bui<strong>de</strong>l geld. De jonge meisjes dansten<br />

rondom <strong>de</strong> bron. Dat werk.<br />

Voor het eerst kwam het i<strong>de</strong>e bij me op om <strong>van</strong><br />

school te gaan.<br />

Wat <strong>de</strong>ed ik op het gymnasium? Het werd nooit iets<br />

met dat Grieks, je hoef<strong>de</strong> alleen maar te luisteren naar<br />

<strong>de</strong> vijf<strong>de</strong>klassers, hoe die Homeros von<strong>de</strong>n.<br />

Er kwam bij dat Piek het niet meer opbracht om me<br />

uren te helpen.<br />

'Je kunt het toch niet,' riep ze af en toe. 'Het helpt<br />

geen moer. Je bent gewoon stom.'<br />

47


'Ja, ik ben stom,' zei ik.<br />

'Nee Niels, je bent natuurlijk niet stom, maar .. .'<br />

'Ja ik ben wel stom.'<br />

'Ach barst dan ook,' riep Piek en ren<strong>de</strong> het tuinhuis<br />

uit.<br />

Het tuinhuis was intussen mijn kamer, daar zat ik<br />

bijna altijd als ik niet op school was.<br />

Toen ik overging was mijn va<strong>de</strong>r zo trots dat hij<br />

achter mijn rug plannen had gemaakt met een architect<br />

om het zeshoekige 'hok' <strong>van</strong> alle gemakken te<br />

voorzien. Terwijl ik op school zat werd er met man en<br />

macht gebroken en gebouwd, aangevoerd en afgevoerd,<br />

zogenaamd omdat <strong>de</strong> fun<strong>de</strong>ring verzakt was.<br />

'We hebben een verrassing voor je,' zei mijn va<strong>de</strong>r<br />

en hij voer<strong>de</strong> me trots mee en gooi<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur <strong>van</strong> het<br />

tuinhuis open. 'Nou, wat vind je er<strong>van</strong>?'<br />

Ik was verbijsterd. Natuurlijk waar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ik het<br />

dat mijn va<strong>de</strong>r zich voor mij had uitgesloofd, maar<br />

<strong>de</strong> super<strong>de</strong>luxe schuifkasten, <strong>de</strong> minibadkamer, <strong>de</strong><br />

strakke wan<strong>de</strong>n (weg het ou<strong>de</strong> kraaltjeshout, weg <strong>de</strong><br />

lambriseringen!) <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne dubbele ramen (weg <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong> roetjesruiten) maakten dat het tuinhuis niet veel<br />

meer verschil<strong>de</strong> <strong>van</strong> mijn kamer boven.<br />

Ik zei: 'Wat mooi,' met zo'n stem dat mijn va<strong>de</strong>r begreep<br />

hoe ik me voel<strong>de</strong>. Hij rustte niet voor ik had bekend<br />

dat ik het ou<strong>de</strong> tuinhuis juist zo gezellig en spannend<br />

had gevon<strong>de</strong>n om alles wat eruit was gesloopt.<br />

'Ach maar jongen,' riep hij opgewekt. 'Geen punt.'<br />

Hij bel<strong>de</strong> <strong>de</strong> architect, stuur<strong>de</strong> hem naar mij toe en<br />

liet mij vertellen hoe ik wil<strong>de</strong> dat het interieur eruit<br />

zou zien. Zijn enige voorwaar<strong>de</strong> was dat het mo<strong>de</strong>rn


comfort moest blijven, want dat verhoog<strong>de</strong> <strong>de</strong> verkoopprijs<br />

<strong>van</strong> het huis. Niet dat hij het huis wil<strong>de</strong> verkopen,<br />

hij hield alleen met alles rekening, daarvoor<br />

was hij rijk en zakelijk. De mo<strong>de</strong>rne schuifkasten verdwenen<br />

achter een laag kraaltjesplanken, <strong>de</strong> lambriseringen<br />

kwamen terug <strong>van</strong> weggeweest, <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> plavuizenvloer<br />

dook op <strong>van</strong>on<strong>de</strong>r het parket, het engeltjesplafond<br />

<strong>van</strong> boven het zweven<strong>de</strong> plafond en <strong>de</strong><br />

authentieke roetjesramen wer<strong>de</strong>n zo geïsoleerd dat ze<br />

net zo goed waren als thermopane. Het tuinhuis zag<br />

er weer uit als op <strong>de</strong> eerste dag, maar ik had een koelkast,<br />

een huisbar, een keukenblok, een badkamer<br />

zon<strong>de</strong>r dat het stoor<strong>de</strong>.<br />

Alleen mijn bed stond erg bed te zijn. Tot mijn va<strong>de</strong>r<br />

op het i<strong>de</strong>e kwam een oud schip in zijn geheel op<br />

te kopen om daar het kapiteinsbed uit te breken voor<br />

mijn kamer. Hij maakte ver<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> het<br />

schip nog een aardige winst door alle on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len<br />

apart te verhan<strong>de</strong>len. Zoiets moet je kunnen. Ik dacht<br />

wel eens dat het later moeilijk voor me zou wor<strong>de</strong>n<br />

om zon<strong>de</strong>r prachtige en dierbare dingen te leven,<br />

want zakelijk inzicht had ik zeker niet geërfd. Het<br />

tuinhuis zou niet altijd <strong>van</strong> mij blijven.<br />

Maar op mijn <strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> verjaardag kreeg ik het eigendomsbewijs<br />

<strong>van</strong> het tuinhuis met elke spijker die<br />

erin zat.<br />

'Al wil je het meenemen naar Timboektoe,' zei mijn<br />

va<strong>de</strong>r. 'Geen punt.'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r hield erg veel <strong>van</strong> me, mijn moe<strong>de</strong>r<br />

trouwens ook. Ze zou<strong>de</strong>n ook wel <strong>van</strong> me hou<strong>de</strong>n als<br />

ik <strong>van</strong> school af wil<strong>de</strong>.<br />

49


Ik zei dat ik <strong>van</strong> school wil<strong>de</strong> en ik dacht dat ie<strong>de</strong>reen<br />

opgelucht zou zijn. Ze had<strong>de</strong>n immers zo'n drukte ge­<br />

maakt toen ik erop ging. Maar nee.<br />

'Wát? Van school? Ben je nu helemaal gek gewor<strong>de</strong>n?'<br />

'Dat meen je toch zeker niet?'<br />

'Daar komt niks <strong>van</strong> in natuurlijk.'<br />

'We zullen er eerst met je ou<strong>de</strong>rs over praten. Een<br />

heel onverstandige beslissing.'<br />

Piek gaf zichzelf <strong>de</strong> schuld.<br />

'Het is omdat ik gezegd heb dat je stom bent, maar<br />

dat meen<strong>de</strong> ik niet, ik was gewoon kwaad.'<br />

'Het is gewoon waar. Ik ben te stom.'<br />

'Dat is niet waar, echt niet.'<br />

'Goed, dan ben ik te traag. Ik kan het niet, het is te<br />

veel. Ik werk veel har<strong>de</strong>r dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren en nog sta ik<br />

slecht.'<br />

'Niet slecht, twee onvoldoen<strong>de</strong>s op je kerstrapport,<br />

dat haal je zo op.'<br />

'Het is slecht als je dag en nacht zit te stampen en<br />

hoe moet ik het ophalen als ik nu al geen tijd overhoud?'<br />

Piek zocht steun bij meneer Spruit en meneer<br />

Spruit kwam uit zijn leren stoel en steven<strong>de</strong> recht op<br />

mijn tuinhuis af om me mores te leren.<br />

50


'Als je het maar laat ! Jij blijft op die school, versta je<br />

dat goed !'<br />

'Maar meneer Spruit, u zei zelf .. .'<br />

'Ik kijk je niet meer aan als je dat doet, hoor je?'<br />

'U zei dat het gymnasium nergens voor nodig-was.'<br />

'Niks mee te maken, dat was vorig jaar. Ik vind nog<br />

dat die opleiding niet nodig is voor ie<strong>de</strong>reen, maar ik<br />

houd er niet <strong>van</strong> als mensen <strong>de</strong> boel in <strong>de</strong> steek laten.<br />

Je bent eraan begonnen en je maakt het af, al doe je er<br />

tien jaar over. Ik weet nu dat je het kan en dat het voor<br />

jou <strong>de</strong> beste school is.'<br />

'Ik kan het juist niet !' kreun<strong>de</strong> ik.<br />

'Je moet,' zei meneer Spruit.<br />

Hij zanikte niet zoals mijn moe<strong>de</strong>r, dat je iets pas<br />

waar<strong>de</strong>ert als je er moeite voor moet doen, hij zuchtte<br />

niet zoals mijn va<strong>de</strong>r dat er natuurlijk wel meer goe<strong>de</strong><br />

opleidingen waren. Hij stond in zijn ou<strong>de</strong>rwetse wollen<br />

pak mid<strong>de</strong>nin mijn tuinhuis en was kwaad.<br />

'Niels boy, je was zo zeker <strong>van</strong> jezelf vorig jaar.'<br />

'Toen wist ik niet hoe moeilijk het was.'<br />

'Het is moeilijk maar je hoeft het niet in zes jaar te<br />

doen. Een keertje blijven zitten is tegenwoordig geen<br />

schan<strong>de</strong> meer.'<br />

'Maar dan zit Piek hoger dan ik.'<br />

Meneer Spruit zwaai<strong>de</strong> zijn armen omhoog.<br />

'Wat krijgen we nou! Ze woont al naast je verdorie<br />

nog aan toe, je hoeft toch niet ook nog eens in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

klas te zitten.'<br />

'Ik zal erover <strong>de</strong>nken,' zei ik om hem gerust te stellen.<br />

De hele wereld bemoei<strong>de</strong> zich met mijn besluit,<br />

51


zelfs juffrouw De Bok. Ze keek priemend naar me<br />

over haar borduurwerk, een tafellaken met bloemen<br />

en herten.<br />

'Iets half afmaken is het ergste dat er is.'<br />

'W ás ik maar op <strong>de</strong> helft,' zei ik.<br />

'Je wil<strong>de</strong> toch dat boek <strong>van</strong> meneer Frank kunnen<br />

lezen,' zanikte mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Ach mam, an<strong>de</strong>re jongens willen brandweerman<br />

wor<strong>de</strong>n of piloot of conducteur op een trein.'<br />

Maar ik had me al gewonnen gegeven, misschien<br />

door meneer Spruit, misschien zelfs door juffrouw De<br />

Bok met haar priegelwerk, ik bleef op school, niet omdat<br />

ik het zelf wil<strong>de</strong> : ik kon gewoon niet tegen <strong>de</strong><br />

overredingskracht <strong>van</strong> mijn omgeving op. Ik verbeeld<strong>de</strong><br />

me dat het boek <strong>van</strong> meneer Frank niet veel<br />

meer voor me beteken<strong>de</strong>, al lag het trouw naast mijn<br />

bed. Er waren zoveel dingen die me bezighiel<strong>de</strong>n, ik<br />

zat op een schaakvereniging met Piek, ik was opeens<br />

bezeten <strong>van</strong> muziek en wil<strong>de</strong> wel graag saxofoon leren<br />

spelen. Ik had vrien<strong>de</strong>n die me meevroegen naar <strong>de</strong><br />

bowling of een film. Wat moest ik aldoor met dat<br />

ouwe boek? Het had me geen geluk gebracht.<br />

En toch en toch, wanneer ik erg in <strong>de</strong> put zat of<br />

juist opgewon<strong>de</strong>n was om iets leuks, dan dacht ik aan<br />

meneer Frank. Ik keek naar het boek en nam het in<br />

mijn hand. Dan zocht ik op <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n naar woor<strong>de</strong>n<br />

die ik ken<strong>de</strong>.<br />

Het paasrapport was iets beter dan ik verwacht had.<br />

'Zie je nu wel !' zei Piek.<br />

'Ik zie niks en ik ben als <strong>de</strong> dood voor <strong>de</strong> proefwerkweek.'<br />

52


'Ja wie niet.'<br />

'Jij niet !'<br />

Ik werkte hard, ongelooflijk hard. Meneer Spruit<br />

vond het te dol wor<strong>de</strong>n.<br />

'Zo word je nog ziek.'<br />

Juffrouw De Bok bracht me een taart. 'Je moet<br />

goed eten.'<br />

'Maar een hele taart!'<br />

'Je bent in <strong>de</strong> groei.'<br />

De proefwerkweek kwam. En gmg. En daarna<br />

moest ik afwachten.<br />

'Hoe is het gegaan?' vroeg mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Wat <strong>de</strong>nk je?' vroeg mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Viel het mee?' vroegen meneer Spruit, juffrouw<br />

De Bok en <strong>de</strong> leraren. Waarom lieten ze me niet met<br />

rust ! In mijn klas <strong>de</strong>ed ie<strong>de</strong>reen zenuwachtig, ook<br />

Piek, die geen re<strong>de</strong>n had om zich druk te maken. Ik<br />

bleef ijzig kalm. Als ik naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ging zou ik in <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> blijven zitten, wat kon het me schelen of ik wel<br />

of niet overging.<br />

53


Er werd opgebeld door <strong>de</strong> rector. Ik was niet bevor<strong>de</strong>rd,<br />

daar kwam het op neer.<br />

'Ik had het verwacht,' zei ik.<br />

Dat was waar, maar wie zou gedacht hebben dat ik<br />

me zo ellendig zou voelen, zo ontzettend ellendig.<br />

(Ik ben stom, stom, stom en nu weet ie<strong>de</strong>reen het.)<br />

Het was thuis een begrafenisstemming, al riepen mijn<br />

ou<strong>de</strong>rs om het hardst dat het helemaal niet erg was.<br />

'Nee hoor!' riep ik nog har<strong>de</strong>r.<br />

(Stom, stom en nu weet ie<strong>de</strong>reen het.)<br />

Zo gauw ik weg kon komen, kroop ik in het tuinhuis,<br />

<strong>de</strong>ur op slot, luiken dicht.<br />

Op <strong>de</strong> tast scharrel<strong>de</strong> ik naar mijn bed. (Ik ben<br />

stom en ie<strong>de</strong>reen weet het.) Ik lag doodstil, het donker<br />

had witte lijnen, een rechthoek links en een rechthoek<br />

rechts, zitten blijven, blijven zitten. Het hele<br />

jaar over. Alle lessen over. Alle rijtjes opnieuw leren.<br />

Alle thema's weer maken. De hoofdstukken doorwerken<br />

uit het onleesbare geschie<strong>de</strong>nisboek vol gewrongen,<br />

volgepropte, lelijke zinnen. Terwijl Piek naar <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ging. Met Wim, mijn beste vriend na Bas. Met<br />

Huub, die zo kon lachen om niets. Met Klaas en Vic<br />

en Jan.<br />

Zitten blijven, blijven zitten, zitten waar je zit en<br />

verroer je niet, want <strong>de</strong> wachter staat op wacht en je<br />

54


ziet hem niet. En hij ziet jou niet als je blijft zitten.<br />

Stommeling!<br />

Het was ook allemaal <strong>de</strong> schuld <strong>van</strong> mijn ou<strong>de</strong>rs.<br />

Waarom moesten die zo nodig dansen en uitgaan<br />

toen ik klein-was en een oppas nodig hadt-Waarom<br />

lieten ze me bij meneer Frank met zijn boek uit <strong>de</strong><br />

oorlog? Een boek uit een kel<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>r licht, dagenlang<br />

geen kaarsen, blijf zitten waar je zit en verroer je<br />

niet, want <strong>de</strong> wachter staat op wacht en je ziet hem<br />

niet. In het donker on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond, je kon net zo goed<br />

dood zijn. Niet naar buiten, een zomer lang geen<br />

licht, zomers lang.<br />

Zitten blijven, ge<strong>van</strong>gen tussen twee ijzeren tangen<br />

tussen zon en maan, een trap on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> grond, twee<br />

trappen boven <strong>de</strong> grond, blijf zitten waar je zit ...<br />

Hon<strong>de</strong>rd plantjes op een balkon, drie kamers en<br />

een keuken. De buiten<strong>de</strong>ur naar <strong>de</strong> buitentrap.<br />

'Niels wil je sigaren voor me halen op <strong>de</strong> hoek?'<br />

Hij wist dat er een sigarenzaak was op <strong>de</strong> hoek,<br />

iemand had het hem verteld. Zelf had hij het niet gezien,<br />

hij kwam niet buiten, hij zat in zijn kamer tweehoog.<br />

Als hij zijn ogen dicht<strong>de</strong>ed en hardop zei wat er<br />

in het boek stond, zag hij dan het donker zon<strong>de</strong>r kaarsen?<br />

Het kwam allemaal <strong>van</strong> dat boek. Mijn hand schoot<br />

uit naar <strong>de</strong> plaats waar het altijd lag, mijn vingers al<br />

krom om te scheuren, te rukken, uit elkaar te trekken.<br />

Het boek lag stil te wachten en het nestel<strong>de</strong> zich in<br />

mijn han<strong>de</strong>n. De woe<strong>de</strong> zakte weg. Het liefst had ik<br />

willen huilen (Ik ben dom en ie<strong>de</strong>reen weet het!)<br />

maar wat heb je aan huilen, ik beet mijn tan<strong>de</strong>n op el-<br />

55


kaar en kneep mijn ogen stijf dicht.<br />

En toen zag ik het schip met <strong>de</strong> blauwe boeg. Het<br />

sneed in volle vaart door <strong>de</strong> golven. Op <strong>de</strong> lage banken<br />

zaten <strong>de</strong> roeiers naast elkaar, elk op zijn plaats,<br />

hun ruggen glommen en ze bewogen terwijl ze zongen<br />

over <strong>de</strong> zee.<br />

hop joho hop joho hop<br />

wijnkleurige zee<br />

grijze zee<br />

zee met <strong>de</strong> stralen<strong>de</strong> banen<br />

we vleien je we riJ'<strong>de</strong>n<br />

paardje op je rug we slaan<br />

je met onze kleine riemen<br />

hop joho hop joho hop<br />

donkere zee<br />

nevelzee<br />

zee zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>, visrijke zee<br />

spaar ons, maak dat we<br />

thuisvaren en brei<strong>de</strong>l <strong>de</strong><br />

tijgers <strong>van</strong> je golven<br />

hop joho hop joho hop<br />

paarse zee<br />

violette zee<br />

veelklotsen<strong>de</strong> zee<br />

zing voor ons hop joho hop<br />

zing voor ons zee, zing va<strong>de</strong>r zee<br />

en draag ons aan land<br />

hop joho hop joho hop<br />

zee zee meedogenloze zee<br />

onmetelijke <strong>de</strong>inen<strong>de</strong> zee


koester ons til ons hoog op<br />

en wzeg, wzeg ons zee<br />

lieve zee, gelief<strong>de</strong> zee<br />

hop joho hop joho hop<br />

diepe zee, bre<strong>de</strong> zee<br />

peilloze bittere zee met<br />

je breinzoute dood of<br />

hop joho hop joho hop.<br />

Dat of zoiets zongen <strong>de</strong> roeiers en ik zong mee, ik had<br />

zon<strong>de</strong>r moeite mijn plaats gevon<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> rij, <strong>de</strong> man<br />

naast me schikte voor me op, ik ken<strong>de</strong> hem bij naam.<br />

We bogen ons in een beweging, bogen ons en strekten<br />

ons. Mijn rug was stijf en pijnlijk, hoe lang had ik daar<br />

gezeten? Ik wist het. Vanaf het ogenblik dat we wakker<br />

wer<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> branding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee en merkten dat<br />

<strong>de</strong> vroeg geboren dageraad met haar vingers als rozen<br />

gekomen was. Buigen en weer strekken, buigen en<br />

weer strekken.<br />

We roei<strong>de</strong>n, we sloegen <strong>de</strong> zee met onze roeiriemen<br />

en <strong>de</strong> zee was wijnkleurig.<br />

57


Het schip met <strong>de</strong> blauwe boeg liet zich niet meer zien,<br />

hoe hard ik mijn ogen ook dichtkneep. Ik was bang<br />

dat ik het gewoon gedroomd had. Dat maakte me<br />

treurig, ik wil<strong>de</strong> het schip terug.<br />

Intussen was Piek vertrokken naar haar va<strong>de</strong>r. Ze<br />

had geprobeerd met me te praten, maar ik liet haar<br />

bonzen op <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur en <strong>de</strong>ed niet open. Toen ze weg<br />

was, had ik spijt. Te laat. Ze was op safari in Afrika.<br />

'Kunnen we ook niet op safari gaan in Afrika?'<br />

vroeg ik aan mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Niet voor een paar weekjes,' vond mijn va<strong>de</strong>r. 'Dat<br />

doen we later een keer en dan nemen we er <strong>de</strong> tijd<br />

voor.'<br />

Later!<br />

En mijn moe<strong>de</strong>r voel<strong>de</strong> niets voor safari's, ze wil<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> Nijl af met een boot.<br />

'En dan gaan we in <strong>de</strong> herfst. Je doet het jaar toch<br />

over, we kunnen je best een week of twee meenemen.<br />

Zeggen dat je ziek bent of zo.'<br />

'Ja daar trapt <strong>de</strong> rector in!'<br />

We gingen niet weg dit jaar, niet eens twee weken<br />

en ik zat weer met die ellenlange vakantie die langer<br />

duur<strong>de</strong> dan het hele schooljaar, vooral zon<strong>de</strong>r taken.<br />

Maar toevallig bleef Huub uit mijn klas (die niet<br />

meer mijn klas was) ook <strong>de</strong> hele zomer thuis. Hij had


een surfplank en zou me leren surfen. Ik vertel<strong>de</strong> het<br />

aan tafel aan mijn va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r die toevallig alle­<br />

bei thuis waren.<br />

'Ik ga surfen met Huub.'<br />

'Het is toch niet gevaarlijk hè?' vroeg mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

Mijn va<strong>de</strong>r wuif<strong>de</strong> haar bezorgdheid weg en kocht<br />

meteen een complete outfit, plank, pak, karretje voor<br />

achter <strong>de</strong> fiets. 'Omdat we niet met vakantie gaan.'<br />

'Allemachtig!' zei Huub on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk. 'Dat is<br />

een mooie!'<br />

'Ja gaat wel.'<br />

'Jij boft maar, Niels.'<br />

'Ja ik bof maar,' zei ik met een zucht. 'Nu moet ik<br />

wel, of het me bevalt of niet.'<br />

Daar moest Huub erg om lachen, we lachten wat af<br />

op het strand. Ik had geen aanleg voor <strong>de</strong> plank, dat<br />

merkte ik <strong>de</strong> eerste dag. 'Het wordt niks.'<br />

'Welja welja,' zei Huub . 'Bij mij ging het ook niet in<br />

het begin .. . '<br />

'Dat zeg je maar. Jij bent loeigoed, je wordt kampi­<br />

oen, man.<br />

Huub trok krom <strong>van</strong> het lachen.<br />

'Je kunt wel zien dat je er <strong>de</strong> ballen <strong>van</strong> af weet. Ik<br />

ben maar heel gewoontjes.'<br />

'Dan ben ik wel buitengewoontjes, maar dan<br />

slecht.'<br />

'Je leert het best, het gaat al beter dan gister.'<br />

Het was niet zo, maar wat <strong>de</strong>ed het ertoe, we had­<br />

<strong>de</strong>n iets te doen, we had<strong>de</strong>n plezier en we waren <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> straat.<br />

Zon<strong>de</strong>r Huub durf<strong>de</strong> ik het water niet eens in met<br />

59


dat grote, glad<strong>de</strong> ding, er kon iets mis zijn met <strong>de</strong><br />

wind of <strong>de</strong> stroom ofhet tij ofwat er nog meer was. Ik<br />

droom<strong>de</strong> wel <strong>van</strong> rij<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> schuimkoppen <strong>van</strong><br />

een vervaarlijke branding, in werkelijkheid klungel<strong>de</strong><br />

ik maar aan, het liefst lag ik eigenlijk languit op mijn<br />

plank en liet me drijven.<br />

'Je kunt beter een luchtbed nemen,' riep Huub.<br />

'Hmmmmm,' zei ik soezerig.<br />

Wel jammer dat ik niet kon surfen zoals die bruine<br />

hel<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> tv, maar ja ik was geen held, ik was een<br />

beetj e bang. En misschien beston<strong>de</strong>n hel<strong>de</strong>n ook wel<br />

niet. Odysseus was een held en toch was hij vooral<br />

slim, en slim hoef<strong>de</strong> niet voor een held, een held was<br />

domweg dapper.<br />

Meneer Spruit had een theorie over moed en hel­<br />

<strong>de</strong>ndom, hij vond dat een held iemand was die <strong>de</strong>ed<br />

wat er gedaan moest wor<strong>de</strong>n op het moment dat het<br />

nodig was.<br />

ik.<br />

'Ja maar dan is juffrouw De Bok ook een held,' zei<br />

Nee het ging om onmogelijke, levensgevaarlijke ta­<br />

ken, niet om huishou<strong>de</strong>n. Waarom eigenlijk niet?<br />

Daarom niet.<br />

Ik dobber<strong>de</strong> rond terwijl Huub een oogj e in het zeil<br />

hield en ik droom<strong>de</strong> over verre reizen en over Odys­<br />

seus, ik wás Odysseus en in <strong>de</strong> verte lag een vreemd,<br />

wild eiland, het stak omhoog uit <strong>de</strong> zee als <strong>de</strong> rand<br />

<strong>van</strong> een schild ... Zo'n eiland was er echt, want ik had<br />

staan luisteren bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur <strong>van</strong> <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> klas, waar <strong>de</strong><br />

rector les gaf. Ik was eruit gestuurd bij wiskun<strong>de</strong> en<br />

moest me mel<strong>de</strong>n.<br />

60


Ik wil<strong>de</strong> al kloppen maar hoor<strong>de</strong> iemand op een<br />

vreem<strong>de</strong> en toch beken<strong>de</strong> manier regels opdreunen.<br />

Ze lazen Homeros.<br />

Ik vergat wat ik bij die <strong>de</strong>ur kwam doen.<br />

Daar waren <strong>de</strong> zinnen, daar was het onverklaarbare<br />

geheim <strong>van</strong> <strong>de</strong> verhalen, ik dacht dat ik wist waar het<br />

over ging zon<strong>de</strong>r dat ik het zou kunnen navertellen.<br />

' ... <strong>de</strong> Grote Beer die door sommigen <strong>de</strong> wagen<br />

wordt genoemd,' vertaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> jongen die <strong>de</strong> beurt<br />

had.<br />

Ik was teleurgesteld. Die regels had<strong>de</strong>n zo geheimzinnig<br />

geldonken en nu ging het over <strong>de</strong> Grote Beer of<br />

het wagentje. Ik ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> Grote Beer al toen ik zes<br />

was en mijn va<strong>de</strong>r hem aanwees boven het dak <strong>van</strong><br />

ons huis.<br />

En toen ging er een rilling door me heen. Odysseus<br />

had op zijn vlot naar <strong>de</strong> Grote Beer gekeken! Bijna<br />

griezelig. Die sterren waren zo ver weg, als je uitreken<strong>de</strong><br />

hoe lang het licht erover <strong>de</strong>ed om bij Odysseus<br />

te komen en hoeveel langer het duur<strong>de</strong> voordat ik het<br />

zag, dan scheel<strong>de</strong> dat maar heel weinig.<br />

Ik ging naast <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur op <strong>de</strong> grond zitten.<br />

Een an<strong>de</strong>re leerling kreeg <strong>de</strong> beurt, hij las <strong>de</strong> zinnen<br />

goed in het metrum, zei <strong>de</strong> rector, maar <strong>de</strong> vertaling<br />

was te vrij .<br />

'Je moet niet zo sjoemelen, ik wil horen wat er<br />

staat.'<br />

Er zit wat in, dacht ik, woor<strong>de</strong>n betekenen nu eenmaal<br />

iets. Dat is juist het aardige <strong>van</strong> woor<strong>de</strong>n. Bij<br />

muziek kun je <strong>de</strong>nken wat je wil (mijn moe<strong>de</strong>r <strong>de</strong>nkt<br />

idiote verhalen bij muziek, mijn va<strong>de</strong>r luistert gewoon<br />

61


naar hoe het in elkaar zit, naar <strong>de</strong> structuur, zegt hij)<br />

maar bij woor<strong>de</strong>n staat er al iets. Of je ze nu leest in<br />

1000 voor Christus of nu. Het betekent niet helemaal<br />

hetzelf<strong>de</strong>, dat kan best, maar <strong>de</strong> Grote Beer is <strong>de</strong><br />

Grote Beer.<br />

Toen ik aan het eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> les naar <strong>de</strong> rector ging<br />

en hem zag zitten met zijn vinger bij een woord, vroeg<br />

ik of het lang duur<strong>de</strong> voordat Odysseus weer boven­<br />

kwam. Ze waren met <strong>de</strong> vertaling gekomen tot waar<br />

een grote, hoge golf boven op het vlot sloeg; <strong>de</strong> mast<br />

brak af, het vlot tol<strong>de</strong> rond, Odysseus werd bedolven<br />

en stikte bijna. Dat gevoel <strong>van</strong> bijna stikken herken<strong>de</strong><br />

ik want ik was ook wel eens omgevallen in zee.<br />

De rector keek naar me over zijn bril heen en<br />

daarna door zijn bril naar <strong>de</strong> tekst, las razendsnel en<br />

zei : 'Hier komt hij boven.'<br />

'En waar staat die hoge golf?'<br />

'Daar!' wees <strong>de</strong> rector. 'Maar wat doe jij hier?'<br />

Op mijn surfplank in <strong>de</strong> zon probeer<strong>de</strong> ik me <strong>de</strong><br />

golf voor te stellen die boven op Odysseus viel en hem<br />

met vlot en al kon be<strong>de</strong>lven.<br />

Dat was spannend.<br />

62


'Het eiland <strong>van</strong> <strong>de</strong> Faiaken!'<br />

Meneer Spruit wist welke kust als <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> een<br />

schild boven zee uitstak.<br />

'Ja dat is het eiland <strong>van</strong> <strong>de</strong> Faiaken.'<br />

Ondanks mijn surfavonturen met Huub liep ik elke<br />

dag even langs bij meneer Spruit en juffrouw De Bok.<br />

Ze waren altijd zo blij als ik kwam, zelfs het konijn Argos,<br />

dat an<strong>de</strong>rs bij terig <strong>de</strong>ed, wreef zich tegen mijn<br />

been. Ze misten Piek natuurlijk.<br />

'Waarom leek het op <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> een schild?'<br />

'Ik <strong>de</strong>nk omdat het zo glad leek <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> verte of<br />

omdat Odysseus hoopte dat het een glad<strong>de</strong> wand was.<br />

Maar glad was an<strong>de</strong>rs ! Dat merkte hij toen hij aan land<br />

probeer<strong>de</strong> te komen, <strong>de</strong> rotsen had<strong>de</strong>n vlijmscherpe<br />

punten, hij haal<strong>de</strong> het vel <strong>van</strong> zijn han<strong>de</strong>n .. .'<br />

'Wat gebeur<strong>de</strong> er toen?'<br />

Meneer Spruit spiekte in zijn vertaling. 'Hij moest<br />

nog een heel eind langs <strong>de</strong> kust zwemmen en ergens<br />

in <strong>de</strong> monding <strong>van</strong> een rivier kon hij pas uit het water<br />

kruipen ...<br />

'<br />

Hoe zag iemand eruit die zo lang in het zeewater<br />

had gedreven?<br />

Ik had wel eens dooie vingers gehad na het zwemmen,<br />

lelijk, witblauw, met dikke ribbels ... Hoe zag<br />

Odysseus eruit?


Er kwam water uit zijn mond en zijn neus, hij kreeg<br />

geen a<strong>de</strong>m meer, net als schaatsers na <strong>de</strong> tien kilometer,<br />

hij viel slap voorover, hij raakte bewusteloos ... En<br />

toen? Blijft alles zwart als je bewusteloos bent of<br />

droom je dan? En weet je later nog dat het dromen<br />

waren? Zou Odysseus allerlei avonturen gedroomd<br />

hebben toen hij op het eiland <strong>van</strong> <strong>de</strong> Faiaken lag?<br />

Hij lag door zee en tijd verzwakt als wrakhout op<br />

een vreemd, wild strand, halfdood, bijna gestikt in<br />

eigen braaksel en droom<strong>de</strong>... (Is op een reis diep<br />

het binnenland in, een roeispaan ligt tegen zijn<br />

schou<strong>de</strong>r, waarom? Hij loopt waar het zoet ruikt en<br />

bloemen weel<strong>de</strong>riger bloeien, ontmoet een wan<strong>de</strong>laar,<br />

een man die <strong>de</strong> zee niet kent, het woord niet<br />

weet, niet eens zout neemt bij zijn brood. 'Waar ga<br />

je heen met je zware wanschop, vreem<strong>de</strong>ling? Vandaag<br />

valt niks te wannen hier!' Hij plant het zilte<br />

hout in onverwante aar<strong>de</strong>, huilend <strong>van</strong> heimwee<br />

naar <strong>de</strong> schepen en <strong>de</strong> zee.)<br />

'Luister je nog?' vroeg meneer Spruit.<br />

'Waarom had hij heimwee naar <strong>de</strong> zee?'<br />

'Heimwee? Wie zegt dat hij heimwee had, hij kon<br />

geen zee meer zien.'<br />

'Ik dacht dat hij huil<strong>de</strong> <strong>van</strong> heimwee naar <strong>de</strong> schepen<br />

en <strong>de</strong> zee.'<br />

Meneer Spruit keek naar mij en daarna secuur in<br />

het boek.<br />

'Niks over heimwee.'<br />

'Liep hij dan niet met een roeispaan over zijn<br />

schou<strong>de</strong>r?'<br />

'Je gooit alles door elkaar. Dat was iets an<strong>de</strong>rs, dat


moest hij gaan doen als hij weer thuis was.'<br />

'0 ik dacht ... '<br />

'Je dacht verkeerd, Niels boy.'<br />

'En wat is wannen? Wat is een wanschop?'<br />

'Dat zoek ik voor je op, wacht ... een wan is een grote,<br />

platte schaalvormige mand om kaf <strong>van</strong> koren te<br />

schei<strong>de</strong>n door schud<strong>de</strong>n en opwerpen. Dus een wanschop<br />

is een schop met een soort platte bak aan het<br />

eind.'<br />

'Lijkt dat op een roeispaan?'<br />

'Dat zal misschien weL .. Maar let nu op wat ik lees.'<br />

Ik gooi<strong>de</strong> <strong>de</strong> verhalen dus door elkaar en toch leek<br />

het zo logisch wat ik in mijn hoofd had.<br />

Op mijn surfplank, die Huub al 'sufplank' noem<strong>de</strong>,<br />

lag ik te tobben over <strong>de</strong> verhalen <strong>van</strong> meneer Frank.<br />

Hij las steeds an<strong>de</strong>re stukken voor. Maar was dat wel<br />

zo? Kon het ook zijn dat hij hetzelf<strong>de</strong> stuk elke keer<br />

opnieuw opdreun<strong>de</strong> terwijl hij zei dat het hier- of<br />

daarover ging? Dácht ik alleen maar dat hij steeds<br />

iets an<strong>de</strong>rs vertel<strong>de</strong>? Dácht ik het alleen maar? Zoals<br />

<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>laar dacht dat <strong>de</strong> roeispaan een wanschop<br />

was? .. Had ik soms door <strong>de</strong> gewoonte <strong>van</strong> meneer<br />

Frank om in een onbegrijpelijke taal voor te lezen geleerd<br />

om niet te luisteren zodat ik voor mezelf een verhaal<br />

kon verzinnen dat me beviel?<br />

'Het staat er heel an<strong>de</strong>rs,' zei meneer Spruit. 'Jouw<br />

verhaal is niet het echte verhaal.'<br />

'Maar het was mooi,' riep ik. 'Ik vond het mooi.'<br />

'Dan is het toch goed,' suste meneer Spruit. 'Daar<br />

gaat het om hoor.'<br />

'Ja en toch wil ik ook weten wat er staat.'


'Dat kan nog altijd Niels boy, papier is geduldig.<br />

Be<strong>de</strong>nk jij maar gerust je eigen verhaal. Wat jij <strong>de</strong>nkt<br />

is waar. In elk geval zolang je het <strong>de</strong>nkt en niet zegt.<br />

Als je het zegt dan krijg je <strong>de</strong> wind <strong>van</strong> voren. Stel je<br />

voor dat jij <strong>de</strong>nkt "ik ben een koning", nou dan ben jij<br />

een koning. Niks aan <strong>de</strong> hand. Zeg het alleen niet<br />

hardop.'<br />

'Ik kijk wel uit!'<br />

'Juist! Kin<strong>de</strong>ren weten dat al, die zeggen niet "ik<br />

ben <strong>de</strong> koning" maar "ik was <strong>de</strong> koning". Ze maken er<br />

een spelletje <strong>van</strong>. We doen alsof ik <strong>de</strong> koning was.'<br />

Het was een spelletje, ik lag op mijn plank en verwachtte<br />

<strong>de</strong> hoge golf die me zou be<strong>de</strong>lven, want ik<br />

was Odysseus. De golf sleur<strong>de</strong> me mee <strong>de</strong> diepte in, ik<br />

kon niet aan land komen, <strong>de</strong> storm raas<strong>de</strong>, <strong>de</strong> rotsen<br />

waren scherp, <strong>de</strong> huid <strong>van</strong> mijn handpalmen bleef<br />

eraan kleven, help help! Kwam er dan nooit een eind<br />

aan mijn ellen<strong>de</strong>, kijk toch wat een lelijke do<strong>de</strong> vingers<br />

! Na dagen kroop ik op <strong>de</strong> kant... gruwelijk zag ik<br />

eruit, opgezet, blauwwit met overal dikke ribbels. Ik<br />

kotste <strong>de</strong> zee uit, ik zag zwarte vlekken voor mijn<br />

ogen, mijn oren suis<strong>de</strong>n... In mijn droom liep ik<br />

moeiteloos dwars door een oerwoud ver<strong>de</strong>r en ver<strong>de</strong>r<br />

weg <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee, zo ver dat ik het benauwd kreeg <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> dikke, zoete bloemen met hun honinglucht. Ik zette<br />

mijn roeispaan, mijn arme nutteloze roeispaan in<br />

die weeë grond ... ach zielige roeispaan, wees <strong>van</strong> een<br />

roeispaan, net als David Copperfield alleen op <strong>de</strong> wereld<br />

... ik moest erom huilen, mijn tranen waren zout,<br />

ach wat verlang<strong>de</strong> ik naar <strong>de</strong> schepen en <strong>de</strong> zee ...<br />

'Wat is er, wat heb je?' vroeg Huub. 'Ben je ziek?'<br />

66


Wat moest ik zeggen? Ik ben Odysseus? Ik was<br />

Odysseus?<br />

'Niks bijzon<strong>de</strong>rs, een beetj e kramp.'<br />

'0 ja dat is heel vervelend,' zei Huub .


Op dagen dat Huub geen zin had om te surfen, liep ik<br />

verloren rond. Mijn moe<strong>de</strong>r vond dan direct dat ik er<br />

niet goed uitzag. 'En ik ben zo bruin als wat.'<br />

'Hier een eitje voor je, hier een geperst sinaasap­<br />

peltje.'<br />

'Ga weg met die vieze verkleinwoordjes, ik ben niet<br />

ziek.'<br />

'Je bent in <strong>de</strong> groei en je moet goed eten.'<br />

'Allemachtig, je lijkt elke dag meer op juffrouw De<br />

Bok.'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r nam ook <strong>de</strong> tijd om me te bekijken en<br />

bel<strong>de</strong> een afspraak af. Er moest maar eens gepraat<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

'Je kunt mij altijd alles vertellen, jong. Vertel maar,<br />

wat is er, waar zit je mee?'<br />

Goed bedoeld, het werkte alleen niet. Vo ordat ik<br />

mezelf ertoe kon brengen om echt te zeggen wat me<br />

dwarszat (dat ik <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> over moest doen en dat<br />

Piek naar <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> ging) had hij al gera<strong>de</strong>n wat het<br />

wel zou zijn en hoe hij dat vroeger had opgelost. Dan<br />

waren we weer waar mijn va<strong>de</strong>r het liefst wil<strong>de</strong> zijn,<br />

bij vroeger toen het leuk was, toen <strong>de</strong> mensen wat<br />

aflachten en toen hijzelf stuurman ging wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

grote vaart. Ik vond het best, jammer alleen dat mijn<br />

va<strong>de</strong>r niet kon vertellen. Hij liet zich meeslepen door<br />

68


zijn eigen verhaal, begon al te lachen als er nog geen<br />

sprake was <strong>van</strong> een grap en <strong>de</strong>ed eigenlijk of ik erbij<br />

geweest was.<br />

'We had<strong>de</strong>n die ouwe vlet hahaha ja en die lag daar<br />

tussen het riet, lek dat kreng, lék! En JooP (welke<br />

JooP nu weer?) die had zijn broek al aan (was dat iets<br />

bijzon<strong>de</strong>rs voor Joop?) en stapt zo in die vlet, moest<br />

kunnen volgens hem ... hahaha ja. Dat ding begint te<br />

zinken, met een rotgang zonk dat ding hahaha ja ... tot<br />

zover in <strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r stond hij en bang dat hij was !<br />

(Dat hij zou verdrinken of zo?) Want zijn moe<strong>de</strong>r die<br />

kon er wat <strong>van</strong>. (Waar<strong>van</strong>?) Als die eenmaal begon<br />

dan hield ze niet meer op en hij wist wel wat er kwam<br />

als ze die broek zag ja.'<br />

Ik lachte mee voor <strong>de</strong> gezelligheid. 'Had hij dan an<strong>de</strong>rs<br />

geen broek aan als jullie gingen varen?'<br />

'Varen?'<br />

'Met die vlet.'<br />

'Hahaha, varen met die vlet? Met die lekke vlet,<br />

daar kon je niet in varen.'<br />

'Ik snap het niet <strong>van</strong> die broek.'<br />

'De broek <strong>van</strong> JooP toch, voor <strong>de</strong> bruiloft toch!'<br />

Nu weer een bruiloft! 'Wat voor bruiloft?'<br />

'Van zijn zus met Piet <strong>van</strong> <strong>de</strong> smid.'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r vertel<strong>de</strong> smakelijk ver<strong>de</strong>r en ik dacht na<br />

over <strong>de</strong> bruiloft, een bruiloft op een dorp ... muziek,<br />

slingers, een erepoort, misschien wel <strong>de</strong> fanfare.<br />

De vlet stak nog uit het water met een stukje blauwe<br />

boeg, twee jongens ren<strong>de</strong>n weg langs het riet en<br />

achter hen aan hol<strong>de</strong> een dikke mevrouw in een mantelpak<br />

met een grote corsage op haar borst: <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r<br />

die er wat <strong>van</strong> kon.


JooP kreeg een pak op zijn mod<strong>de</strong>rige don<strong>de</strong>r, dat<br />

was wat er<strong>van</strong> kwam en op het feest had hij als enige<br />

een ouwe, verschoten, verstel<strong>de</strong> broek met rafels aan.<br />

Wat was die Piet <strong>van</strong> <strong>de</strong> smid voor iemand, ik kon<br />

het niet vragen, mijn va<strong>de</strong>r had het al over iets an<strong>de</strong>rs.<br />

Hoe zag een bruid eruit? Ik was nooit op een bruiloft<br />

geweest. Bas wel, al twee keer. In onze familie kwamen<br />

geen bruiloften voor. Rare feesten, bruiloften.<br />

Raar dat mensen met elkaar gingen trouwen. Mijn va<strong>de</strong>r<br />

en moe<strong>de</strong>r bijvoorbeeld. Ze ken<strong>de</strong>n elkaar niet<br />

eens toen ze elkaar tegenkwamen en ze wisten bijna<br />

meteen dat ze met elkaar wil<strong>de</strong>n trouwen. Mijn va<strong>de</strong>r<br />

had meisjes genoeg om zich heen in dat dorp waar hij<br />

tot zijn twintigste woon<strong>de</strong> en hij vond er niet één lief<br />

genoeg, maar hij liep in Delft tegen een wildvreemd<br />

kind uit Weert aan en dat was het. Zoiets dacht hij bij<br />

zichzelf: dat is het. Heel raar. En <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Piek<br />

was drie keer getrouwd. Had die drie keer gedacht:<br />

dat is het?<br />

'Wanneer weet je of je met iemand wil trouwen?'<br />

vroeg ik aan mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Wat? Waar heb je het nu weer over?'<br />

'Wanneer weet je of je met iemand wil trouwen,<br />

daarover.'<br />

'Eh tja ... dat weet je pas als je het weet.'<br />

Mij leek het idioot om zomaar te kiezen in het wil<strong>de</strong><br />

weg, het leek me idioot om te willen trouwen.<br />

'Ja dat lijkt zo,' zei mijn va<strong>de</strong>r. 'Maar als je het wil is<br />

het juist doodgewoon en als je verliefd bent dan wil je<br />

niets an<strong>de</strong>rs.'<br />

'En hoe weet je dan of je verliefd bent?'<br />

70


'0 dat weet je,' zei mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Ik zou niemand weten met wie ik zou willen trou­<br />

wen.'<br />

'Jongens <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtien trouwen niet,' zei mijn va<strong>de</strong>r.<br />

'Dat komt <strong>van</strong>zelf.'<br />

Ja ja. Intussen maakte ik me toch wel ongerust. Wat<br />

stond me nog allemaal te wachten? Daarbij was zitten<br />

blijven niet <strong>de</strong> moeite waard. Ik begreep niet dat ik er<br />

nooit eer<strong>de</strong>r over nagedacht had.<br />

Ja toen ik klein was had ik Pauletje. Kin<strong>de</strong>rgedoe<br />

was dat. Ik zou er niet aan moeten <strong>de</strong>nken om met<br />

Pauletje in één huis te wonen. Ik zou met niemand in<br />

hetzelf<strong>de</strong> huis willen wonen, misschien hoogstens<br />

met Piek maar dan wel allebei op een eigen kamer.<br />

Toch zou het er een keer <strong>van</strong> moeten komen, of ik<br />

bleef alleen achter als mijn ou<strong>de</strong>rs er niet meer waren,<br />

dat zou niet gebeuren, maar ...<br />

'Niels boy, je hebt nog alle tijd,' troostte meneer<br />

Spruit.<br />

Met hem praatte ik het liefst. Hij zeur<strong>de</strong> niet over<br />

<strong>de</strong> groei, hij dram<strong>de</strong> niet over vroeger. Hij sloeg soms<br />

alleen wel eens door over Dickens.<br />

Daar kon ik me wel tegen verzetten voor eventjes.<br />

En daarna vertel<strong>de</strong> hij dan weer over <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man,<br />

zodat ik kon <strong>de</strong>nken wat ik wil<strong>de</strong> over <strong>de</strong> schepen die<br />

naar Troje gingen en <strong>de</strong> tenten op het strand.<br />

Geen moeite was hem te veel om me zo goed mo­<br />

gelijk in te lichten en terwijl hij zich uitsloof<strong>de</strong>, dwaal­<br />

<strong>de</strong>n mijn gedachten af. Hij noem<strong>de</strong> alles wat ik wil<strong>de</strong><br />

weten en toch dwaal<strong>de</strong>n mijn gedachten af. Hoe zou<br />

dat gaan als ik in <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> zat en moest vertalen wat er<br />

71


stond? Dat vroeg ik me af... en of <strong>de</strong> rector zich nooit<br />

eens iets voorstel<strong>de</strong> bij dat horten<strong>de</strong> en stoten<strong>de</strong> ver­<br />

talen <strong>van</strong> <strong>de</strong> leerlingen en wat <strong>de</strong> leerlingen zelf voor<br />

zich zagen als ze daar op hun plaats in <strong>de</strong> rij en zaten<br />

net als <strong>de</strong> roeiers en met hun vinger aangaven waar ze<br />

ook alweer gebleven waren.<br />

72


En toen kwam Stella Star uit Hollywood. Met veel<br />

koffers. Mijn moe<strong>de</strong>r hield niet op over die koffers,<br />

daar had ze meer belangstelling voor dan voor Stella<br />

Star.<br />

'Van echt leer en met hoekjes, waar zou ze die <strong>van</strong>­<br />

daan hebben?' riep mijn moe<strong>de</strong>r verlekkerd. Ze was<br />

dol op mooie koffers en we had<strong>de</strong>n er dan ook geen<br />

gebrek aan.<br />

'Piek zal <strong>de</strong> pest in hebben als ze hoort dat haar<br />

moe<strong>de</strong>r hier is,' zei ik. Net goed. Wat had Piek zo lang<br />

weg te gaan op safari ?<br />

Ik durf<strong>de</strong> niet goed binnen te lopen bij meneer<br />

Spruit nu ik die Stella Star in elk vertrek kon tegenko­<br />

men, maar meneer Spruit bel<strong>de</strong> zelf of ik kwam en<br />

dus ging ik.<br />

Ik zag Stella Star.<br />

Het was waar dat ik haar eer<strong>de</strong>r had gezien, maar<br />

wel met meer afstand ertussen. Nu liep ze rakelings<br />

voorbij mijn stoel, ik voel<strong>de</strong> <strong>de</strong> stof <strong>van</strong> haar jasje<br />

langs mijn hand.<br />

Plotseling begreep ik Bas, die naar Wassenaar wil<strong>de</strong><br />

komen om haar te zien, want er was veel aan haar te<br />

ZIen.<br />

Vaker dan normaal keek ik omhoog naar <strong>de</strong> ramen<br />

<strong>van</strong> het huis <strong>van</strong> meneer Spruit als ik op weg was <strong>van</strong><br />

73


<strong>de</strong> keuken naar mijn tuinhuis. Niet dat ik iets zag. Ja,<br />

juffrouw De Bok die een stofdoek uitschud<strong>de</strong>.<br />

Tot het weer omsloeg. Het was een regenachtige,<br />

kille week geweest, Huub en ik had<strong>de</strong>n maar twee da­<br />

gen gesurft en <strong>van</strong> <strong>de</strong> ene dag op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re brak <strong>de</strong><br />

zon door.<br />

Direct stond er een kanjer <strong>van</strong> een parasol in <strong>de</strong><br />

tuin bij Spruit en toen ik dicht langs <strong>de</strong> heg slenter<strong>de</strong><br />

noteer<strong>de</strong> ik tuinstoelen, wit met knalgele kussens.<br />

'Bij geel lijk je eer<strong>de</strong>r bruin,' wist mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

Dat zou wel zo zijn. In elk geval prijkte Stella Star<br />

in al haar Hollywoodpracht zo bruin als het maar kon<br />

op een lange ligbank met een huitje.<br />

'Waarom die nog in <strong>de</strong> zon moet!' riep mijn moe­<br />

<strong>de</strong>r jaloers. 'Poeh!'<br />

'Ze lijkt echt niet op Piek,' zei ik.<br />

Stella Star was mooi, zo mooi als maar kon, met<br />

niemand te vergelijken. En dat had ik niet eer<strong>de</strong>r ge­<br />

merkt! Ik vond haar een mevrouw, wel een mooie me­<br />

vrouw, maar een mevrouw en met die losse haren op<br />

haar botergele matras leek ze niet meer op een me­<br />

vrouw of op <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> iemand. Ze zou gewoon<br />

in <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> kunnen zitten, in <strong>de</strong> vier<strong>de</strong> misschien wel.<br />

Zon<strong>de</strong>r haar dure pakken en jurken was ze een meisje.<br />

En hoe kwam ik erbij dat ze op juffrouw Welling leek?<br />

Juffrouw Welling, poeh !<br />

Ik zette een stretcher naast <strong>de</strong> heg achter het tuin­<br />

huis op zes meter hemelsbreed <strong>van</strong> Stella Star en ik<br />

ging over tot langdurig zonneba<strong>de</strong>n.<br />

Huub was stomverbaasd dat ik niet mee ging sur­<br />

fen. 'Nu is het net perfect met dat windje erbij .'<br />

74


'Ik heb een spier verrekt in mijn rug,' zei ik.<br />

'Hoe krijg je dat voor elkaar?'<br />

'Met duiken .. .'<br />

Ik dook veel <strong>van</strong> <strong>de</strong> lage plank, <strong>van</strong>af <strong>de</strong> lage plank<br />

kon ik Stella Star helemaal zien. Nee ik had geen zin<br />

in surfen.<br />

'Volgen<strong>de</strong> week weer proberen?' vroeg <strong>de</strong> trouwe<br />

Huub.<br />

'Als het dan over is,' zei ik.<br />

Als er geen zon is, dacht ik. Zolang <strong>de</strong> zon scheen<br />

lag SteIl a Star zes meter <strong>van</strong> me af en ze was mooi. Ik<br />

wist vroeger niet wat mooi was, ik dacht dat Pauletje<br />

mooi was en Carlientje in elk geval, of an<strong>de</strong>rs juffrouw<br />

Welling wel. Maar nu wist ik beter. Stella Star was<br />

mooi. Dat was mooi. Ze werd niet rood in <strong>de</strong> zon zoals<br />

juffrouw De Bok, of sproeterig zoals Piek, of vlekkerig<br />

zoals Huub, haar huid kreeg gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> kleur <strong>van</strong><br />

roomtoffee, <strong>de</strong> dure soort, die onze banketbakker zelf<br />

maakte en die smolt op je tong. Niemand kon haar<br />

zien behalve ik, <strong>van</strong>af ons balkon zag je alleen haar<br />

tenen omdat er een windscherm achter haar huifstoel<br />

stond, maar ik, alleen ik op mijn duikplank of aan <strong>de</strong><br />

achterkant <strong>van</strong> het zwembad waar <strong>de</strong> struiken laag<br />

waren kon haar bekijken <strong>van</strong> topless tot teen. Mooi<br />

mooi mooi. Huid als roomtoffee, haren als acaciahoning<br />

...<br />

'Niels houdt opeens <strong>van</strong> zonneba<strong>de</strong>n,' zei mijn<br />

moe<strong>de</strong>r. 'Je kon hem vorig jaar met geen stok in <strong>de</strong><br />

zon krijgen. Wat een verschil maakt dat toch, kijk<br />

nou. Je bent een heel leuke jongen om te zien, eigenlijk<br />

best knap.'<br />

75


Ik was altijd eigenlijk best <strong>van</strong> alles, wat erop neerkwam<br />

dat je net niks was.<br />

'J a die Niels wordt een echte kerel,' zei mijn va<strong>de</strong>r<br />

en knipoog<strong>de</strong> naar me. Mannen on<strong>de</strong>r elkaar.<br />

Ik voel<strong>de</strong> me warm wor<strong>de</strong>n. Had hij iets gezien achter<br />

in <strong>de</strong> tuin? Was hij per ongeluk gaan zwemmen?<br />

Maar nee, loos alarm, mijn va<strong>de</strong>r die zoveel aan het<br />

ou<strong>de</strong> zwembad had laten verdokteren dat hij drie<br />

nieuwe ba<strong>de</strong>n had kunnen aanleggen, kwam met zijn<br />

zwembroeken en snorkels niet in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> het water.<br />

'Geen tijd. Geen tijd. Later.'<br />

En mijn moe<strong>de</strong>r zat liever op een terrasje dan in <strong>de</strong><br />

tuin. Ik hoef<strong>de</strong> me niet ongerust te maken.<br />

Meneer Spruit bel<strong>de</strong> op waar ik toch bleef.<br />

'Je bent toch niet ziek?'<br />

'Nee hoezo?'<br />

'We hebben je al twee dagen niet gezien.'<br />

Het was waar, het kwam omdat ik eerst bruin wil<strong>de</strong><br />

zijn voor ik op bezoek ging, maar dat kon ik niet zeggen.<br />

'Kom je?' drong meneer Spruit aan.<br />

'Ja direct,' zei ik. 'Even douchen.'<br />

Drie keer trok ik an<strong>de</strong>re kleren aan. Bij het witte<br />

hemd leek ik bruiner, het gestreepte truitje maakte<br />

mijn schou<strong>de</strong>rs bre<strong>de</strong>r en het gele jack ... in het gele<br />

jack was ik beslist ou<strong>de</strong>r. Het was dan ook <strong>van</strong> mijn<br />

va<strong>de</strong>r.<br />

'Je ziet er patent uit,' riep meneer Spruit toen ik<br />

ein<strong>de</strong>lijk kwam opdagen. 'Nietwaar, juffrouw De<br />

Bok?'


Met z'n tweeën vertroetel<strong>de</strong>n ze me met lekkere<br />

drankjes en hapjes en het konijn kwam bij me.<br />

Maar Stella Star bleef achter het scherm.<br />

77


Ik had nooit een vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> reizen <strong>van</strong> Odysseus<br />

gelezen. Als meneer Spruit er een aan me wil<strong>de</strong> geven<br />

of lenen, zei ik dat het niet hoef<strong>de</strong>.<br />

Liever liet ik hem vertellen of stukjes voorlezen. De<br />

gedrukte tekst zag er zo absoluut uit.<br />

Er stond wat er stond, dacht ik, en niets an<strong>de</strong>rs.<br />

Maar in <strong>de</strong> tuin op mijn stretcher kreeg ik steeds<br />

meer zin om bepaal<strong>de</strong> fragmenten zelf te lezen.<br />

Bijvoorbeeld dat waarin werd verteld over Helena<br />

<strong>van</strong> Troje, die <strong>de</strong> mooiste vrouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld was, in<br />

haar tijd dan.<br />

Meneer Spruit en ik had<strong>de</strong>n er toevallig net over<br />

gepraat. Ik was weer even op bezoek gegaan (in het<br />

gele jack <strong>van</strong> mijn va<strong>de</strong>r) en we dronken thee op het<br />

terras. We zaten in <strong>de</strong> gemakkelijke rotanstoelen, die<br />

kraakten bij elke beweging en had<strong>de</strong>n uitzicht op het<br />

wit met geel gestreepte windscherm. Het konijn Argos<br />

wipte op mijn voet en bleef er met zijn volle gewicht<br />

op liggen.<br />

'Kijk nou,' zei juffrouw De Bok verte<strong>de</strong>rd. Ze had<br />

mij bijna over mijn hoofd geaaid.<br />

Op een <strong>van</strong> <strong>de</strong> stoelen lag een donzig wit vestje.<br />

(Dat was <strong>van</strong> háár.)<br />

We roer<strong>de</strong>n in onze kopjes en ik zei achteloos: 'Er<br />

komen niet veel vrouwen voor in <strong>de</strong> boeken <strong>van</strong><br />

Homeros.'


'Jawel hoor, 0 ja,' riep meneer Spruit. 'Aardig wat<br />

ook.'<br />

'Maar meer mannen.'<br />

'Dat wel.'<br />

'Dus die vrouwen zijn niet erg belangrijk, bedoel<br />

ik.'<br />

Daar moest meneer Spruit over na<strong>de</strong>nken. Ik keek<br />

steels naar zijn gezicht. Zou zijn vrouw mooi geweest<br />

zijn? Dat moest haast wel. Op wie leek Stella Star an<strong>de</strong>rs?<br />

'Er komen meer mannen voor in het verhaal dan<br />

vrouwen,' zei meneer Spruit na een paar haastige<br />

slokjes. 'Maar <strong>de</strong> vrouwen zijn toch wel belangrijk.<br />

De hele oorlog ging om een vrouw. Om Helena.'<br />

'Ja maar mijn leraar zegt dat het in werkelijkheid<br />

helemaal niet zo was. Het ging om han<strong>de</strong>lsbelangen.'<br />

'Jaja,' knikte meneer Spruit. 'Dat zal allemaal best,<br />

maar we hebben het niet over <strong>de</strong> werkelijkheid. In het<br />

verhaal gaat <strong>de</strong> oorlog om Helena. En het is een mooi<br />

verhaal.'<br />

'Een mooi verhaal over een mooie vrouw!'<br />

'Precies Niels boy, wie schrijft er een epos over han<strong>de</strong>lsbelangen!<br />

En er kan naast die han<strong>de</strong>lsbelangen<br />

trouwens toch wel een vrouw in het spel geweest zijn?'<br />

'Een mooie vrouw.'<br />

'Ze moet echt mooi geweest zijn ja.'<br />

'Staat er dan hoe ze eruitzag? Waar staat dat?'<br />

'Dat weet ik niet meer, ik geloof niet dat er ergens<br />

staat hoe ze er precies uitzag. Maar als ze over <strong>de</strong><br />

muur liep dan hiel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> mannen op met praten<br />

en keken naar haar. Zo mooi was ze. En ze zei<strong>de</strong>n<br />

79


dat het <strong>de</strong> moeite waard was om voor zo'n vrouw te<br />

vechten.'<br />

Voor meneer Spruit moest dat wel een bewijs zijn,<br />

hij was zelf oud.<br />

'En ver<strong>de</strong>r staat er niets?'<br />

'Dat ze blond was, dat ze blanke armen had.'<br />

'Blánke armen?'<br />

'Dat von<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Grieken mooi voor vrouwen.'<br />

Maar <strong>de</strong> Grieken die dat mooi von<strong>de</strong>n waren dood.<br />

'Als ze nu een film wil<strong>de</strong>n maken <strong>van</strong> Troje, wie<br />

zou<strong>de</strong>n ze dan moeten nemen voor Helena?' vroeg ik.<br />

'0 ze hebben daar allang films over gemaakt,' zei<br />

meneer Spruit. 'Onzinnig! Je kunt nooit laten zien<br />

wat een held is en je kunt ook <strong>de</strong> mooiste vrouw <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> wereld niet laten zien.'<br />

'Waarom niet? Dat kan toch best, je zou .. .' Ik hield<br />

vlug op want woor<strong>de</strong>n als roomtoffee en acaciahoning<br />

zijn gezegd voor je het weet, ik keek over het gazon<br />

naar <strong>de</strong> strepen <strong>van</strong> het windscherm, wit geel, wit<br />

geel. Witte parasol, witte tafeL .. gele handdoeken ...<br />

witte stoel met een geel huitje ... dure kussens, dure<br />

zonnecrème ... han<strong>de</strong>lsbelangen .. .<br />

Maar het was niet om die dure meubels dat ik tien<br />

keer per dag <strong>de</strong> duikplank op klom terwijl ik niet hield<br />

<strong>van</strong> duiken, mijn ogen gingen er<strong>van</strong> prikken.<br />

'Iets bijzon<strong>de</strong>rs ... dus iets dat ongelooflijk mooi is,<br />

dat moet je niet zien,' oreer<strong>de</strong> meneer Spruit. 'Of je<br />

moet het maar heel even zien uit <strong>de</strong> verte. Ja. Je moet<br />

het heel even zien en daarna moet je verlangen om het<br />

nog eens te zien. Dan ga je erover dromen en in je dromen<br />

wordt het pas echt mooi, onbeschrijflijk mooi.'<br />

80


'Wat heb je aan dromen?' riep ik en weer zette ik<br />

mijn tan<strong>de</strong>n op elkaar om niet ver<strong>de</strong>r te praten.<br />

'Wat heb je zon<strong>de</strong>r dromen?' zei meneer Spruit.<br />

'Ja als je oud bent dan .. .' begon ik, maar meneer<br />

Spruit viel me in <strong>de</strong> re<strong>de</strong>.<br />

'Ook als je oud bent en in ie<strong>de</strong>r geval als je jong<br />

bent. Ach Niels boy, wat ken jij jezelf slecht! Als er iemand<br />

is die leeft met dromen dan ben jij het! Allemensen<br />

nog aan toe. Jij gaat naar een veel te zware<br />

school omdat je iets wilt kunnen lezen dat eigenlijk alleen<br />

maar in jouw kop bestaat. Je durft niet eens naar<br />

<strong>de</strong> vertaling te kijken! Dacht je dat ik niet begreep<br />

waarom? Je eigen be<strong>de</strong>nksels zijn belangrijker voor je<br />

dan <strong>de</strong> tekst. Je bent bang om iets te verliezen dat alleen<br />

maar in dromen bestaat. Nou, laat ik je vertellen<br />

dat je nooit kunt verliezen wat je zelf be<strong>de</strong>nkt. Wat je<br />

be<strong>de</strong>nkt dat ben je zelf.'<br />

'Hoe kan ik zelf <strong>de</strong> mooiste vrouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld<br />

be<strong>de</strong>nken? Die moet ik toch eerst gezien hebben!'<br />

'Niet in het echt, dat hoeft niet. In werkelijkheid<br />

bestaat zoiets als <strong>de</strong> mooiste vrouw niet. Ik geloof dat<br />

<strong>de</strong> werkelijkheid trouwens nooit helemaal zon<strong>de</strong>r verzinsels<br />

kan, zoals een verhaal niet helemaal zon<strong>de</strong>r<br />

iets <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid kan. Wij zitten hier met onze<br />

thee, maar dat is niet alles. Wat we <strong>de</strong>nken is net zo<br />

werkelijk als die tafel en die trekpot en die wesp op je<br />

mouw ... '<br />

'Wesp? Waar?' Ik vloog overeind.<br />

'Hij is al weg, daar gaat hij .'<br />

De wesp vloog over het wit met gele scherm, ik zag<br />

hem al nIet meer en tegelijk zag ik hem scherp en dui-<br />

8r


<strong>de</strong>lijk op <strong>de</strong> roomtoffeearm <strong>van</strong> Stella Star ... Hij stak<br />

haar, ze gil<strong>de</strong> en huil<strong>de</strong> ... ik had gelukkig thuis een<br />

mid<strong>de</strong>l tegen wespenbeten ...<br />

Heel voorzichtig trok ik <strong>de</strong> angel uit die onbeschrijflijke<br />

huid, ik boog me voorover en zoog <strong>de</strong><br />

wond schoon ...<br />

Ze zei: 'Je lijkt wel een dokter, wat doe je dat<br />

goed ... '<br />

Ik on<strong>de</strong>rsteun<strong>de</strong> haar, ze voel<strong>de</strong> zich nog wat duizelig<br />

... ze zou toch niet allergisch zijn voor wespenbeten<br />

en doodgaan!<br />

Dan lag ze daar koud en stijf op <strong>de</strong> gele kussens ...<br />

'We nemen een ijsje!' zei meneer Spruit. 'Juffrouw<br />

De Bok! We nemen een ijsje!'<br />

Het ijs was lekker maar smolt zo snel dat we als razen<strong>de</strong>n<br />

moesten likken. Ik zag een donkere druppel<br />

glij<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> meneer Spruit, net zo donker<br />

als <strong>de</strong> vlekken tussen zijn dikke a<strong>de</strong>ren. Mijn hand<br />

was glad en bij <strong>de</strong> pols groei<strong>de</strong>n blon<strong>de</strong> haren die er<br />

eerst niet waren ...<br />

Ik herken<strong>de</strong> mijn eigen hand opeens niet meer.<br />

82


Ik leen<strong>de</strong> dus toch een vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Odyssee en<br />

bla<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> kaft naar kaft op zoek naar <strong>de</strong> naam Helena.<br />

Ik vond niets dat <strong>de</strong> moeite waard was.<br />

'Waar staat dat dan <strong>van</strong> die ou<strong>de</strong> mannen op <strong>de</strong><br />

muur <strong>van</strong> Troje?' vroeg ik aan meneer Spruit.<br />

'0 dat. Daarvoor moet je het boek over <strong>de</strong> oorlog<br />

hebben, het eerste boek. Wacht, ik haal het voor je.'<br />

Hij was vast wel verbaasd dat ik <strong>de</strong> vertalingen<br />

wil<strong>de</strong> lezen, maar hij liet het niet merken.<br />

'Kijk, hierin staat alles over Troje.'<br />

'En Helena?'<br />

'Niet alles natuurlijk, er is veel meer over Helena<br />

geschreven.'<br />

'Maar staat erin over die prins die haar meenam<br />

naar Troje?'<br />

'Hij komt er wel in voor .. .'<br />

'Was hij jong? Die prins bedoel ik.'<br />

'Ja. Ja die was jong.'<br />

Maar wat bedoel<strong>de</strong> meneer Spruit met jong?! Iemand<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig of <strong>van</strong> twintig hooguit, in elk geval<br />

niet <strong>van</strong> bijna veertien.<br />

Op mijn stretcher las ik wat er stond over Helena.<br />

Ze had witte armen, of blanke armen, en ze was aan<br />

het handwerken. Bij handwerken moest ik wel <strong>de</strong>n-


ken aan juffrouw De Bok met haar herten.<br />

Helena werkte aan een groot dubbelbreed kleed op<br />

haar weefgetouw; in kleuren die <strong>van</strong> het doek afspatten,<br />

maakte zij afbeeldingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bloedige gevechten<br />

tussen <strong>de</strong> Trojaanse paar<strong>de</strong>ntemmers en <strong>de</strong> Grieken<br />

in hun bronzen wapenrusting die zich voor haar<br />

lieten afslachten in <strong>de</strong> oorlog.<br />

Arme Helena, dat was wat an<strong>de</strong>rs dan herten borduren.<br />

Ze verlang<strong>de</strong> naar haar land en naar haar familie en<br />

als ze <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> haar eerste man hoor<strong>de</strong> moest ze<br />

huilen.<br />

Toch was ze steeds weer verliefd op <strong>de</strong> prins. Hij<br />

kwam zwierig <strong>van</strong> het slagveld als <strong>van</strong> een feest, hij<br />

zag er prachtig uit. Ze keek niet naar hem maar<br />

merkte het toch. Ze zei: 'Waarom ben je niet gewoon<br />

gesneuveld!'<br />

Maar even later, misschien omdat ze toch naar hem<br />

keek, riep ze: 'Ga niet terug naar het slagveld, laten ze<br />

je niet doodmaken.'<br />

Zie je, ze was verliefd op <strong>de</strong> prins ...<br />

Ik lag met mijn hoofd op <strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong>n over Helena,<br />

het was heet in <strong>de</strong> zon maar ik ging niet in <strong>de</strong><br />

schaduw. Bruin wou ik zijn en zwierig.<br />

Stella Star zag me op <strong>de</strong> duikplank en dacht meteen:<br />

die zou goed zijn voor <strong>de</strong> prins in die film over<br />

Troje. We gingen naar Hollywood. Stella Star wil<strong>de</strong><br />

alleen Helena spelen als ik <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> Paris kreeg.<br />

'Hij is wel wat jong voor die rol,' zei <strong>de</strong> regisseur,<br />

maar Stella Star had het voor het zeggen en toen was<br />

ik <strong>de</strong> prins uit Troje, mijn schip vloog over <strong>de</strong> golven


en Helena stond achter me <strong>de</strong> hele reis, ze keek naar<br />

mijn sterke han<strong>de</strong>n en zag <strong>de</strong> haren bij mijn pols.<br />

We film<strong>de</strong>n in een zui<strong>de</strong>lijk land, het was er heet<br />

het gazon voor ons hotel moest <strong>de</strong> hele dag gesproeid<br />

wor<strong>de</strong>n en bij het zwembad was een bar, daar haal<strong>de</strong><br />

ik drankjes, koele drankjes voor Stella Star.<br />

'Dank je, Niels jij weet precies wat ik nodig heb.'<br />

'Dat komt omdat ik je wel aardig vind, baby.'<br />

'Is dat zo Niels, is dat echt zo? Vind je mij aardig?'<br />

'Nogal ja.'<br />

'Net zo aardig als Piek?'<br />

'Shit zeg, wat heeft Piek ermee te maken?'<br />

Maar het was al te laat. Weg waren <strong>de</strong> opwin<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

beel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een tropische tuin en witte gebouwen ik<br />

lag weer gewoon te zweten achter <strong>de</strong> heg.<br />

Piek, tja. Wat zou die zeggen als ze wist wat ik dacht<br />

over mij en Stella Star? Haar eigen moe<strong>de</strong>r.<br />

Piek. Het was niet <strong>de</strong> eerste keer dat ze mijn spannen<strong>de</strong><br />

dromen in <strong>de</strong> war schopte.<br />

Geweldige en spannen<strong>de</strong> dromen. Ik red<strong>de</strong> Stella<br />

Star uit een bran<strong>de</strong>nd gebouw, ik vocht voor haar tegen<br />

drie, vier kerels met allemaal judodiploma's, ik<br />

droeg haar uit <strong>de</strong> zee, een zee vol haaien, zij was dan<br />

bedwelmd door <strong>de</strong> rook of half verdronken en ik paste<br />

kunstmatige a<strong>de</strong>mhaling toe, ik had op <strong>de</strong> televisie<br />

gezien hoe dat ging ... maar net als ik zover gekomen<br />

was moest ik aan Piek <strong>de</strong>nken, het gebeur<strong>de</strong> gewoon.<br />

'Doe niet zo idioot,' zei Piek.<br />

'Ik moet toch even haar leven red<strong>de</strong>n?'<br />

'Ach kom, mijn moe<strong>de</strong>r is driedubbel getrouwd.'<br />

Ja dat kon wel waar zijn, maar ze was mooi.<br />

85


'Ze is zo mooi, Piek.'<br />

'Mooi is wie mooi doet,' zei juffrouw De Bok, die<br />

soms ook opdook mid<strong>de</strong>nin mijn bedachte gesprekken<br />

over Stella Star, ze wees op haar schoot vol geborduur<strong>de</strong><br />

herten.<br />

'Mooi zijn koffers met leren hoekjes,' zuchtte mijn<br />

moe<strong>de</strong>r.<br />

Ie<strong>de</strong>reen bemoei<strong>de</strong> zich ermee, maar niet lang, ik<br />

dacht ie<strong>de</strong>reen ver weg, ik dacht een onbewoond eiland<br />

mid<strong>de</strong>nin zee, ik dacht mezelf ou<strong>de</strong>r en Stella<br />

Star precies zoals ze was ...<br />

Ik verbrand<strong>de</strong> ondanks <strong>de</strong> zonneolie met beschermingsfactor<br />

zes.<br />

Ik dacht een wit ziekenhuis met koele lakens en een<br />

koele hand op mijn voorhoofd.<br />

'Niels ga toch niet meer in <strong>de</strong> zon.'<br />

'Ach Stella.'<br />

Ik dacht dat het nooit meer over zou gaan.<br />

86


De zon liet me niet in <strong>de</strong> steek, maar Stella Star soms<br />

wel. Dan was <strong>de</strong> stoel met het huitje leeg en ik klom<br />

voor joker op <strong>de</strong> duikplank, mijn oren gespitst:<br />

kraakte het grind daar? Ritsel<strong>de</strong> het gras? Kwam ze<br />

eraan? Nee? Dan moest <strong>de</strong> dag om en wel als <strong>de</strong> bliksem.<br />

Avond moest het wor<strong>de</strong>n en pijlsnel morgen met<br />

Stella Star terug waar ze hoor<strong>de</strong>.<br />

Op zulke dagen was ik nergens meer, ik zag een<br />

lange, lange reeks precies zulke dagen voor me in een<br />

toekomst zon<strong>de</strong>r Stella Star. Ze ging weer weg immers,<br />

met haar acaciahaar en haar toffeehuid. Over<br />

een maand ging ze terug naar Hollywood, waar mijn<br />

va<strong>de</strong>r vast niet heen wil<strong>de</strong> op vakantie. Ik zag het gebeuren:<br />

ze stapte kwiek in het vliegtuig met haar<br />

koffers vol leren hoekjes, weg uit mijn ogen. Als ik dat<br />

uitgebreid bedacht, wil<strong>de</strong> ik dood zijn en er kwamen<br />

alleen nog treurige dingen in me op zoals rapporten<br />

en puistjes en meneer Frank zijn plantjes en <strong>de</strong> boekjes<br />

<strong>van</strong> meneer Spruit en mijn eigen magere armen<br />

zon<strong>de</strong>r spierbal.<br />

Op dagen zon<strong>de</strong>r Stella Star hoef<strong>de</strong> ik niet in <strong>de</strong><br />

zon te liggen, ik ging naar Huub of ik hing rond bij<br />

meneer Spruit. Dat was niet leuk. Huub kon alleen<br />

maar praten over surfen en meneer Spruit had weer<br />

een nieuw boek <strong>van</strong> zijn Dickens on<strong>de</strong>r han<strong>de</strong>n en


hield niet op over een gekke vrouw die twintig jaar<br />

lang in haar bruidsjurk bleef lopen omdat haar brui<strong>de</strong>gom<br />

haar op <strong>de</strong> trouwdag had laten stikken. Alles<br />

stond er nog precies zoals op die bruiloft die niet door<br />

was gegaan. De tafel met <strong>de</strong> bor<strong>de</strong>n en glazen en <strong>de</strong><br />

bruidstaart. Ja zeg.<br />

'Hoe kan dat nou?' riep ik. 'Na twintig jaar is er<br />

toch niets meer <strong>van</strong> over?'<br />

Meneer Spruit schud<strong>de</strong> zijn hoofd.<br />

'Niels jongen, dit is toch een prachtig verhaal.<br />

Waarom vind je nu dat dit niet kan en een reus met<br />

één oog wel? Waarom kan iemand niet twintig jaar in<br />

een bruidsjurk lopen en waarom is een oorlog <strong>van</strong> tien<br />

jaar om één vrouw gewoon?'<br />

'Maar dat was <strong>de</strong> mooiste vrouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld.'<br />

Meneer Spruit ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong> zijn gelief<strong>de</strong> Dickens.<br />

Hij probeer<strong>de</strong> te bewijzen dat het allemaal kon <strong>van</strong><br />

die jurk en die taart.<br />

'Nou ik geloof het niet,' zei ik.<br />

'En je gelooft wel dat Odysseus naar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwereld<br />

gaat en met zijn do<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r praat en dat zijn<br />

vrien<strong>de</strong>n door een heks veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n in varkens,<br />

dat mag allemaal, maar een taart kan na twintig jaar<br />

niet een vieze pad<strong>de</strong>stoel zijn waar beesten uit kruipen.<br />

Kom nou toch!'<br />

'Wie wor<strong>de</strong>n er in varkens veran<strong>de</strong>rd?'<br />

'Gewoon, <strong>de</strong> Grieken bij Odysseus op het schip. In<br />

borstelige varkens wer<strong>de</strong>n ze veran<strong>de</strong>rd, ja. Dat stoort<br />

je niet? Dat vind jij niet gek?'<br />

'Dat was heel langgele<strong>de</strong>n,' zei ik. 'Drieduizend<br />

jaar.'<br />

88


'Kon het dan drieduizend jaar gele<strong>de</strong>n wel?' riep<br />

meneer Spruit. 'Wat is dat voor een argument? Waarom<br />

noem je het ene onzin en het an<strong>de</strong>re niet?'<br />

'Dat <strong>van</strong> Odysseus is een verhaal en dat <strong>van</strong> die<br />

taart .. . '<br />

'Dat is ook een verhaal.'<br />

'Maar het lijkt of het echt gebeurd is. Alles staat er<br />

zo precies, hoe die kamer is en dat <strong>de</strong> jurk vergeeld is<br />

en dan geloof ik het niet meer. Bij Odysseus is het<br />

toch maar wat hij zelf vertelt, wat iemand zegt ho"eft<br />

niet altijd helemaal waar te zijn.'<br />

'Wat een schrijver opschrijft hoeft ook niet waar te<br />

zijn.'<br />

'Maar hij doet wel of het waar is.'<br />

'Odysseus ook.'<br />

We waren zo verhit aan het praten dat we <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur<br />

niet hoor<strong>de</strong>n en we merkten pas dat SteIl a Star bij ons<br />

was toen ze naast ons stond. Ik kon geen woord meer<br />

uitbrengen, meneer Spruit herhaal<strong>de</strong> zijn stelling en<br />

won <strong>de</strong> discussie. Tevre<strong>de</strong>n draai<strong>de</strong> hij zich naar<br />

Stella. 'Hé dag kind.'<br />

En toen ging ze bij ons zitten.<br />

'Jij bent Niels <strong>van</strong> hiernaast.'<br />

'Ja ... eh, mijn moe<strong>de</strong>r vindt dat u zulke mooie koffers<br />

hebt.'<br />

In elk geval een zin waar het woord 'mooi' in voorkwam.<br />

'Dank je, die heb ik speciaal laten maken.'<br />

'Ze zijn erg mooi.'<br />

'Jij bent <strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> Mart je hè?'<br />

Ja ik was <strong>de</strong> vriend <strong>van</strong> Mart je. Ja. Ja.


'En <strong>van</strong> meneer Spruit,' zei ik. Weer een volzin.<br />

Meneer Spruit glom en wreef over zijn kale hoofd.<br />

'Zo is het.'<br />

'Hij vertelt me over Troje en zo.'<br />

Ik keek haar afwachtend aan, ze zou kunnen opspringen,<br />

verrast, verrukt !<br />

'Dat is ook toevallig, wij gaan een film maken over<br />

<strong>de</strong> val <strong>van</strong> Troje. Ik speel <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> Helena. Het probleem<br />

is, we hebben geen geschikte prins Paris ... '<br />

Maar Stella Star glimlachte beeldig en zei: 'Dat is<br />

leuk.'<br />

'Dat zijn <strong>de</strong> verhalen <strong>van</strong> Homeros,' drong ik aan.<br />

'Jaja, was die niet doof?'<br />

'Ja blind,' zei ik betoverd. 'Hij schreef over Helena<br />

en over ... eh ... Helena.'<br />

'0 daar weet papa vast veel <strong>van</strong>,' zei ze.<br />

Meneer Spruit wreef alweer over zijn hoofd.<br />

'Nou kind, nou kind.'<br />

Stella Star glimlachte nog wat en vroeg over Martje<br />

en praatte over Mart je. Zo'n lief kind en zo vroeg met<br />

alles, op haar vijf<strong>de</strong> wil<strong>de</strong> ze al dokter wor<strong>de</strong>n.<br />

'Dat wil ze nog,' zei meneer Spruit.<br />

'Wat wil<strong>de</strong> u wor<strong>de</strong>n toen u klein was?' vroeg ik aan<br />

Stella Star.<br />

'Dat weet ik niet meer.'<br />

'Jij wil<strong>de</strong> prinses wor<strong>de</strong>n,' riep meneer Spruit.<br />

'Is dat waar? Ja het is waar, ik weet het weer. Ik<br />

wil<strong>de</strong> een prinses wor<strong>de</strong>n met prachtige kleren aan.'<br />

'Dat is gebeurd ook,' zei ik.<br />

De glimlach zakte weg uit het mooie gezicht vlak bij<br />

me.<br />

90


'Ach ja; zei Stella Star. 'En jij Niels? Wat wil jij wor<strong>de</strong>n?'<br />

Ik kon niet be<strong>de</strong>nken wat zij graag wil<strong>de</strong> dat ik<br />

wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

'Niels wordt schrijver; zei meneer Spruit.<br />

Ik viel nog net niet <strong>van</strong> mijn stoel.<br />

'Helemaal niet, dat heb ik nooit gezegd.'<br />

Wat moest Stella Star <strong>van</strong> me <strong>de</strong>nken! Dat ik een<br />

opschepper was?<br />

'Ik doe toch niks ! Ik kan niet eens schrijven, ik heb<br />

een laag cijfer voor opstel ! Dus !'<br />

Dat overtuig<strong>de</strong> meneer Spruit niet, hij bleef volhou<strong>de</strong>n.<br />

'En toch word jij schrijver, let maar op.'<br />

'Ach papa, jij <strong>de</strong>nkt dat ie<strong>de</strong>reen schrijver wil wor<strong>de</strong>n,'<br />

glimlachte Stella Star. Als ik er zo uitzag als ik<br />

glimlachte dan zou ik het ook doen.<br />

'Niéls wórdt schrijver.'<br />

Ik trok een gezicht naar Stella Star ofwij samen wel<br />

beter wisten. Stel je voor, <strong>de</strong> hele dag schrijven. Als ik<br />

gek was !<br />

Maar Stella Star fluister<strong>de</strong> met haar hand op mijn<br />

arm: 'Hè ja Niels en dan schrijf jij een scenario voor<br />

een film met een fantastische rol voor mij erin. Zou je<br />

dat doen?'<br />

Onmid<strong>de</strong>llijk paste ik in een nieuwe droom: ik zat<br />

op een wit strand in een regisseursstoel met een stapel<br />

papier op mijn schoot en kraste hier wat weg, schreef<br />

daar wat bij.<br />

Stella Star in haar Helenajurk boog zich half over<br />

me heen.<br />

9 I


'Wat doe je nu Niels?'<br />

'Ik geef je even wat meer tekst in <strong>de</strong>ze scène.'<br />

'0 Niels jij schrijft zulke góéie teksten, het is net of<br />

ik ze zelf be<strong>de</strong>nk als ik ze zeg ... '<br />

'Dat komt omdat ik jou wel een beetje ken, baby ...<br />

'<br />

'0 Niels ... '<br />

'Zou je dat leuk vin<strong>de</strong>n?' drong Stella Star aan.<br />

'0 ja,' zuchtte ik.<br />

92


Zodra Stella Star erachter kwam dat ik kon surfen,<br />

wil<strong>de</strong> ze naar het strand en me zien.<br />

Daar had ik niet op gerekend toen ik haar vertel<strong>de</strong><br />

hoe geweldig het wel was om op <strong>de</strong> branding te rij<strong>de</strong>n.<br />

Tegensputteren hielp niet en er kwam ook geen storm<br />

of zo. Ik moest eraan geloven.<br />

Stella Star reed me met <strong>de</strong> auto <strong>van</strong> meneer Spruit<br />

naar het strand, ik probeer<strong>de</strong> koortsachtig iets te ver­<br />

zinnen zodat ik niet op een verschrikkelijke manier af<br />

hoef<strong>de</strong> te gaan. Op het strand was Huub. Ook dat<br />

nog.<br />

'Hé Niels! Is je spierpijn over? '<br />

'Niet helemaal,' mompel<strong>de</strong> ik. 'M en toe schiet het<br />

erin.'<br />

'Dag mevrouw,' zei Huub, die niet zag dat Stella<br />

Star iets heel bijzon<strong>de</strong>rs was.<br />

lig.'<br />

'Dit is <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Piek.'<br />

'Ik zit bij Piek in <strong>de</strong> klas,' riep Huub. 'Wat toeval­<br />

Er was niets toevalligs aan, ik sjor<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> plank<br />

en vroeg me af op welk ogenblik ik een aanval <strong>van</strong><br />

acute spierkramp zou kunnen krijgen.<br />

Stella Star bekeek intussen het zeil <strong>van</strong> Huub <strong>van</strong><br />

alle kanten, terwijl het een heel gewoon zeil was en ze<br />

vroeg of Huub haar wil<strong>de</strong> laten zien hoe hij kon sur-<br />

93


fen, terwijl ze in Amerika toch zeker wel betere surfers<br />

had gezien.<br />

Huub ging goedgehumeurd het water in en Stella<br />

Star gaf <strong>de</strong> ene gil na <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re over <strong>de</strong> toeren die hij<br />

uithaal<strong>de</strong> om niet te vallen.<br />

'Kun jij dat ook? ' vroeg ze aan mij.<br />

'Ach ja,' zei ik verveeld.<br />

'Ook dat springen en omdraaien in <strong>de</strong> lucht?'<br />

'Het is niet zo moeilijk als het lijkt. Ik heb alleen een<br />

spier verrekt in mijn rug, ik weet niet of het nu .. .'<br />

'Kijk toch hoe geweldig hij dat doet! '<br />

Huub wás geweldig, ik had hem wel willen wurgen.<br />

Diep ellendig hees ik me in mijn pak en trok mijn<br />

plank een eindje dichter naar het water.<br />

N et toen ik in elkaar wil<strong>de</strong> krimpen omdat die<br />

<strong>de</strong>kselse spier weer ging opspelen, kwam H uub me<br />

helpen. 'Hup Niels! '<br />

Ik had te lang gewacht. Er stond een straffe wind<br />

zoals dat heet en tot mijn verbazing vloog ik zon<strong>de</strong>r<br />

moeite langs <strong>de</strong> kust, ik keek om naar Stella Star en zij<br />

zwaai<strong>de</strong> uitbundig. Het ging ongelooflijk, ik scheer<strong>de</strong><br />

sierlijk over het water, jammer genoeg niet op Stella<br />

Star af maar <strong>van</strong> haar <strong>van</strong>daan. Steeds ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

haar <strong>van</strong>daan!<br />

En hoe moest ik terug? Ik sprong <strong>van</strong> <strong>de</strong> plank en<br />

worstel<strong>de</strong> tot mijn mid<strong>de</strong>l in zee een paar meter terug.<br />

Onbegonnen werk, ik hoopte vurig dat Stella en<br />

Huub mijn geploeter niet zou<strong>de</strong>n zien.<br />

Natuurlijk zagen ze het wel, ik kon niet veel an<strong>de</strong>rs<br />

doen dan terugklimmen op <strong>de</strong> plank en zo goed als ik<br />

kon laveren.<br />

94


Hoe het mogelijk was zal wel een raadsel blijven<br />

maar ik hield me staan<strong>de</strong>, het leek me toe dat Stella<br />

Star me a<strong>de</strong>mloos volg<strong>de</strong> in mijn heldhaftige gevecht<br />

met <strong>de</strong> elementen. In mijn overmoed probeer<strong>de</strong> ik<br />

nog een soort sprong of meer een huppelt je te maken<br />

over een aanrollen<strong>de</strong> golf en toen bleek <strong>de</strong> plank weer<br />

groter dan ik dacht, loodzwaar ook, ik viel, ging kopjeon<strong>de</strong>r<br />

en kon niet omhoogkomen; een sterke on<strong>de</strong>rstroom<br />

zoog me terug, <strong>de</strong> plank kantel<strong>de</strong>, sloeg tegen<br />

mijn hoofd en alles was verloren ...<br />

... verloren verloren <strong>de</strong> slag is verloren vlucht!<br />

vlucht! terug naar <strong>de</strong> kust! vlug! terug naar <strong>de</strong> zee<br />

en <strong>de</strong> schepen, mannen, geen tijd te verliezen! ver­<br />

zamelen daar bij <strong>de</strong> tenten<br />

Wacht <strong>de</strong> bevelen! hé jij! Jij ook. Wat doe je? wie<br />

ben je? <strong>van</strong> wie <strong>de</strong> zoon, met wie gekomen, wie is je<br />

lei<strong>de</strong>r? ..<br />

Hij had het tegen mij, <strong>de</strong> wildvreem<strong>de</strong> wil<strong>de</strong>man met<br />

zijn vervaarlijke gebrul, maar in <strong>de</strong> paniek <strong>van</strong> het<br />

ogenblik kon ik wegkomen zon<strong>de</strong>r antwoord te geven,<br />

ik ren<strong>de</strong> mee met mannen om me heen, ze verdrongen<br />

zich, persten me tussen zich in, zodat ik geen a<strong>de</strong>m<br />

kon halen, ik stikte ... Stank <strong>van</strong> bloed, zweet, doods­<br />

angst, ik wist wat ik rook, ik had meegemaakt dat een<br />

hond met zijn poten in <strong>de</strong> ijzeren grijpstrip on<strong>de</strong>raan<br />

een roltrap terechtkwam -winkelen<strong>de</strong> mensen vielen<br />

op en over elkaar heen, <strong>de</strong> hond gier<strong>de</strong> met een hoge<br />

stem en toen was er die stank, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> stank ... ik stikte<br />

zelf, ik viel, ik werd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voet gelopen.<br />

'Hierlangs jochie kom op, pak mijn hand vast en<br />

blijf overeind!<br />

95


Niels ! Niet vallen, kijk uit, nee hou vol, an<strong>de</strong>rs ben<br />

je verloren ... '<br />

'Meneer Frank,' zei ik. 'Hoe komt u hier? Bent u<br />

niet dood?'<br />

'Hier niet,' zei hij en trok me mee, ik kon het tempo<br />

niet volhou<strong>de</strong>n maar er was geen keus. Om ons heen<br />

suis<strong>de</strong> een lawaai <strong>van</strong> gehijg uit duizend kelen, zware<br />

wapens kletsten tegen elkaar, voeten stampten op <strong>de</strong><br />

doffe, droge zandgrond. 'Verloren, <strong>de</strong> strijd is verlo­<br />

ren !'<br />

Ik mocht rusten bij <strong>de</strong> branding <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee ...<br />

'Welke strijd is verloren?' vroeg ik. Mijn keel <strong>de</strong>ed<br />

nog pijn maar mijn hoofd lag op <strong>de</strong> schoot <strong>van</strong> meneer<br />

Frank.<br />

'De strijd <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag,' zei meneer Frank. 'Morgen<br />

gaat het wel beter, morgen winnen wij weer.'<br />

'Was Helena op <strong>de</strong> muren?'<br />

'Die was er.'<br />

'Herken<strong>de</strong> u haar?'<br />

'Ie<strong>de</strong>reen herkent Helena,' zei meneer Frank.<br />

Het werd snel donker.<br />

'Waar zijn we, waar zijn we, waar is <strong>de</strong> zee, wat zijn<br />

dat voor vuren?' vroeg ik ongerust.<br />

'Dat zijn <strong>de</strong> straatlantaarns bij <strong>de</strong> gracht, daar is <strong>de</strong><br />

Staalstraat, laten we erdoor lopen, het is vijf uur en<br />

Saartje heeft vioolles .. .'<br />

'Meneer Frank, loop niet zo hard, meneer Frank !'<br />

'Ssst. Stil toch ! Ik ben een on<strong>de</strong>rduiker. Uit die<br />

kaars ! Kraakt daar iets in <strong>de</strong> sneeuw? Zijn dat laarzen?<br />

Hakken <strong>van</strong> laarzen op <strong>de</strong> keukenvloer? Was dat<br />

<strong>de</strong> achter<strong>de</strong>ur !? Wat zeggen ze? Welke taal is het?'


'Meneer Frank, niet weggaan, ik kan niet slapen.<br />

Vertel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staalstraat en <strong>de</strong> <strong>slimme</strong> man ... Waar<br />

bent u? Waar ben ik?'<br />

Ik keek in het doo<strong>de</strong>rnstige gezicht <strong>van</strong> Huub. Om<br />

ons heen een massa vreem<strong>de</strong> mensen ... Wat lag mijn<br />

hoofd toch zacht, zo zacht en iemand streel<strong>de</strong> mijn<br />

haar ... Stella Star streel<strong>de</strong> mijn haar! En mijn hoofd<br />

lag tegen haar aan. Ie<strong>de</strong>reen bemoei<strong>de</strong> zich met ons.<br />

'Hoe gaat het nou j ongeman?'<br />

'Beetje beter uitkijken dan maar.'<br />

'Dat gaat <strong>de</strong> zee maar op .. .'<br />

'Waaghalzen meneer, maar ja <strong>de</strong> jeugd!'<br />

'Het lijkt zo kalm, maar je hebt die gemene on<strong>de</strong>rstroom<br />

.. .'<br />

Maar maar maar maar!<br />

'Is dat uw zoon mevrouw? Wat zullu geschrokken<br />

zijn!'<br />

Ik kneep mijn ogen dicht. Ze dachten dat Stella<br />

Star zomaar een of an<strong>de</strong>r mens was, ze dachten dat<br />

Stella Star mijn moe<strong>de</strong>r was. Hoe kón iemand zoiets<br />

<strong>de</strong>nken.<br />

Niemand herken<strong>de</strong> Helena.<br />

97


Het was uit met surfen, mijn va<strong>de</strong>r sleepte eigenhandig<br />

<strong>de</strong> plank naar <strong>de</strong> garage.<br />

'Die blijft daar voorlopig staan, ik wist niet dat het<br />

zo gevaarlijk was.'<br />

'Het is niet gevaarlijk en het was een ongelukje,<br />

echt niks om je druk over te maken.'<br />

'Je had dood kunnen zijn!'<br />

'Helemaal niet.'<br />

Maar het kwam me prima uit dat ik niet meer hoef<strong>de</strong>,<br />

ik lag uitgesurft bij het zwembad. Duiken <strong>de</strong>ed ik<br />

ook niet meer, want ik wist intussen dat Stella Star<br />

haar contactlenzen niet in had als ze in <strong>de</strong> zon lag, ze<br />

kon niet eens zien wat er op <strong>de</strong> duikplank stond.<br />

Ik las in <strong>de</strong> vertalingen maar zocht niet langer naar<br />

Helena, wat ik dan wél zocht wist ik niet. Het kon<br />

toch niet zo zijn dat ik opeens achter <strong>de</strong> roeiers zocht<br />

naar <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong> een kel<strong>de</strong>r, of dat ik het verhaal<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> reus met het ene oog alleen maar las omdat het<br />

me sterk <strong>de</strong>ed <strong>de</strong>nken aan vioolles in <strong>de</strong> Staalstraat.<br />

Sinds het ongeluk met <strong>de</strong> surfplank was er een vergeten<br />

stad bereikbaar gewor<strong>de</strong>n, een stad met grachten<br />

en wallen, aan het water ston<strong>de</strong>n bomen, in <strong>de</strong><br />

zomer hield een vracht bla<strong>de</strong>ren het schijnsel <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> straatlantaarns tegen. En <strong>de</strong>ze stad had vreem<strong>de</strong>,<br />

open vlaktes waar mannen elkaar te lijf gingen met


lansen en zwaar<strong>de</strong>n, er re<strong>de</strong>n wagens getrokken door<br />

vier paar<strong>de</strong>n ...<br />

Van zoiets werd je wel wanhopig! Waarom hield<br />

mijn kromme verstand zich niet aan <strong>de</strong> regels, kon ik<br />

dan nooit gewoon rechttoe rechtaan <strong>de</strong>nken, moest ik<br />

altijd om een hoek of via iets an<strong>de</strong>rs terechtkomen<br />

waar ik wil<strong>de</strong> zijn? Op een keer was ik in <strong>de</strong> badkamer<br />

bij <strong>de</strong> dubbele spiegel met een krant in mijn hand, ik<br />

zag <strong>de</strong> tekst in spiegelschrift, maar als ik in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

spiegel naar mezelf in <strong>de</strong> eerste spiegel keek, kon ik <strong>de</strong><br />

krant gewoon lezen. Zo werkten mijn idiote hersens.<br />

Ik wist niet wat ik wil<strong>de</strong> opschrijven, laat staan<br />

hoe.<br />

'Meneer Spruit, hoe moet je een boek schrijven?'<br />

Niemand zo verbaasd als meneer Spruit. 'Wou jij<br />

dan een boek schrijven?'<br />

Net ofhij niet had beweerd dat ik een schrijver zou<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

'Hoe moet het?'<br />

'Ik zou je graag helpen, maar ik weet het niet. Ik<br />

ben geen schrijver.'<br />

'Wel waar, u hebt drie boeken geschreven.'<br />

'J a en ik ben er gauw mee opgehou<strong>de</strong>n, het leek<br />

nergens naar.'<br />

'Wie kan het me dan leren?'<br />

Dat was het probleem. Meneer Spruit dacht dat je<br />

nergens kon leren hoe je moest schrijven.<br />

'Je moet gewoon beginnen.'<br />

'Beginnen is juist moeilijk, ik kan het niet.'<br />

'Vast wel Niels boy.'<br />

'Nee, ik kan het niet. Ik ben stom!'<br />

99


'Ho ho, rustig aan, je maakt juffrouw De Bok aan<br />

het schrikken en dan mislukt <strong>de</strong> cake.'<br />

'Ik kan het niet opschrijven, ik weet niet hoe dat<br />

moet.'<br />

'Wat wil je opschrijven?'<br />

'Die dingen allemaal, al die dingen.'<br />

'Dingen?'<br />

'Die hier zitten, hier hier hier!' Ik sloeg tegen mijn<br />

hoofd, ik schud<strong>de</strong> mijn hoofd heen en weer.<br />

'Ik krijg het er niet uit. Als ik het wil opschrijven<br />

dan ... Ik kan het niet!'<br />

Meneer Spruit knikte, schud<strong>de</strong> zijn hoofd, knikte.<br />

'Toch moet je ergens mee beginnen. Hin<strong>de</strong>rt niet<br />

waarmee, als er maar iets staat, je kunt het later weggooien,<br />

maar je moet iets opschrijven. Vertel over je<br />

kamertje in Amsterdam, dan heb je een begin.'<br />

'Een begin <strong>van</strong> wat?'<br />

'Een begin <strong>van</strong> alles.'<br />

'En als het een fout begin is?'<br />

'Dan begin je weer opnieuw.'<br />

Ik trok me terug in mijn tuinhuis met een pak<br />

schrijfmachinepapier, vijfhon<strong>de</strong>rd vel.<br />

Her papier was erg wit, het pak was erg dik en ik<br />

durf<strong>de</strong> niet te beginnen. Toch ging ik niet terug naar<br />

<strong>de</strong> stretcher. Als mijn moe<strong>de</strong>r me riep, vergat ik te<br />

komen en aan tafel mompel<strong>de</strong> ik af en toe per ongeluk<br />

een zin om te horen hoe het klonk als begin.<br />

'Wat zit je toch naar die sla te kijken,' zei mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Is er wat?'<br />

Ik zei dat er niets was, maar mijn moe<strong>de</strong>r geloof<strong>de</strong><br />

het niet.<br />

100


'Je bent jezelf niet na dat ongeluk met die surfplank,<br />

ik zal een afspraak voor je maken met dokter<br />

De Vries.'<br />

Allemachtig, ze wil<strong>de</strong> mijn hoofd laten nakijken!<br />

Dokter De Vries was een studievriend <strong>van</strong> mijn va<strong>de</strong>r<br />

en heette meestal Jasper.<br />

'Ik ga niet naar Jasper, ik ben niet gek.'<br />

'Je doet erg eigenaardig,' hield mijn moe<strong>de</strong>r vol. 'Je<br />

bent jezelf niet.'<br />

'Dat ben ik wel,' riep ik. 'En ik zal zelf wel weten of<br />

ik naar Jasper moet of niet.'<br />

'Mensen die naar Jasper moeten, weten dat zelf<br />

meestal niet,' zei mijn moe<strong>de</strong>r. 'Daarom moeten ze<br />

naar Jasper.'<br />

'Er is niets met me, ik probeer gewoon een boek te<br />

schrijven.'<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r keek of ze nu zeker wist dat ik in <strong>de</strong><br />

war was.<br />

'Een boek? Hoezo?'<br />

'Omdat ik dat wil! Ben<strong>de</strong>s mensen schrijven een<br />

boek.'<br />

'Ja dat is zo. Waar gaat je boek over?'<br />

'N ergens over.'<br />

'Toe nou Nielsje, je kunt het mij toch wel vertellen?'<br />

'Het gaat over ... over meneer Frank,' zei ik.<br />

'Over meneer Frank uit Amsterdam?'<br />

'Die ja.'<br />

'Maar wat kun je dan vertellen over meneer<br />

Frank?'<br />

'Waar had jij dan gedacht dat het over zou gaan?'<br />

101


Ze beet op haar lip en keek links en rechts of <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />

door <strong>de</strong> kamer zweef<strong>de</strong>n.<br />

'Ik weet niet, over iets dat je leuk vindt ... sciencefiction<br />

of zo of iets met smokkelaars.'<br />

'Daar vind ik niks aan. Dat vindt pappa leuk.'<br />

'0 ja, ja dat is zo,' mompel<strong>de</strong> ze. 'Maar meneer<br />

Frank .. .'<br />

'Hij paste toch altijd op me, ik zag hem vaker dan<br />

jullie.'<br />

'Dat is niet waar!'<br />

'In elk geval praatte hij altijd met me en hij vertel<strong>de</strong><br />

me over toen hij klein was en op vioolles zat. Waar<br />

ook alweer? In <strong>de</strong> Staalstraat?'<br />

'De Staalstraat? Waar is dat?'<br />

'Zei ik Staalstraat? Wat idioot, hoe kom ik daar nu<br />

bij?'<br />

'Je zei dat meneer Frank vioolles had in <strong>de</strong> Staalstraat.'<br />

'Ikke? Nee Saartje had vioolles in <strong>de</strong> Staalstraat.'<br />

'Het is toch echt beter dat je een keer naar Jasper<br />

gaat,' herhaal<strong>de</strong> mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Kan ]asper schrijven?'<br />

Nee dat kon ]asper niet en dus ging ik niet naar<br />

Jasper, ik had wel iets beters te doen. Naar <strong>de</strong> stapel<br />

papier staren en af en toe een vel in <strong>de</strong> machine draaien,<br />

waar ik dan al vlug een prop <strong>van</strong> kon maken. Het<br />

leek zo gemakkelijk om bladzij<strong>de</strong>n achter elkaar vol te<br />

schrijven. Over ons huis in Amsterdam, driehoog,<br />

met voor <strong>de</strong> grote boom en aan <strong>de</strong> achterkant op het<br />

zui<strong>de</strong>n een dubbele rij tuinen. Ons balkon had <strong>de</strong> hele<br />

dag zon als er zon was. Er stond een grote magnolia in<br />

I02


<strong>de</strong> tuin <strong>van</strong> <strong>de</strong> drogist rechts, in het voorjaar was hij<br />

wit <strong>van</strong> <strong>de</strong> bloemen.<br />

'Net een bruidsboeket,' zei mevrouw Kooy elk jaar.<br />

Als ik me over <strong>de</strong> leuning boog zag ik meneer Frank<br />

bij zijn planten. Hij was aan het wie<strong>de</strong>n of zat te lezen.<br />

'Dag meneer Frank.'<br />

'Dag jochie, kom je soms limona<strong>de</strong> drinken?'<br />

Wanneer praatte hij over vioolles in <strong>de</strong> Staalstraat?<br />

Als ik bij hem op het balkon zat, als hij dacht dat ik<br />

sliep? Of had ik het zelf bedacht? Bestond <strong>de</strong> Staalstraat<br />

niet eens en moest ik echt mijn hoofd na laten<br />

kijken bij Jasper?<br />

1°3


Schrijver wor<strong>de</strong>n wil<strong>de</strong> ik niet, maar ik moest schrijven,<br />

het hin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> niet hoe het op papier kwam, ik<br />

wil<strong>de</strong> het kunnen lezen. Wat, dat zou ik wel zien als<br />

het er stond.<br />

'Staalstraat,' tikte ik. 'Staalstraat. Staalstraat.'<br />

Het was waar, je moest ergens mee beginnen.<br />

Staalstraat. Daar kwam geen woord meer achter.<br />

Over. Ruk . Prop. Nieuw vel.<br />

'Mijn kamer in Amsterdam had tralies voor het<br />

raam.'<br />

Eigenaardig, dat stond er zomaar en ik had niet<br />

meer aan die gekke horizontale tralies gedacht al die<br />

tijd dat ik in Wassenaar woon<strong>de</strong>. Toch geen goed begin,<br />

kon ik niet beter schrijven eh ...<br />

'Mijn kamer in Amsterdam was op zol<strong>de</strong>r.'<br />

Wat had je daaraan? Weg ermee. Ruk. Prop. Nieuw<br />

vel.<br />

'Ons huis in Amsterdam was driehoog.'<br />

Idioot. Een huis dat driehoog stond, zoiets heette<br />

niet een huis.<br />

Ruk. Prop. Nieuw vel. Dat boek kwam nooit af.<br />

'Mijn ou<strong>de</strong>rs woon<strong>de</strong>n in Amsterdam in een huis<br />

dat op <strong>de</strong> Churchill-Iaan stond .. .' Nee, een huis dat în<br />

<strong>de</strong> Churchill-Iaan stond, of was het áán <strong>de</strong> Churchilllaan?<br />

In elk geval schreef je drie l'en achter elkaar in<br />

I04


Churchill-laan, dat was bijzon<strong>de</strong>r, mijn moe<strong>de</strong>r begreep<br />

nooit dat onze groenteman in Amsterdam dat<br />

altijd fout schreef terwijl hij er al tien jaar woon<strong>de</strong>.<br />

Was dat een goed begin? Nee het was een rotbegin,<br />

ik wou zo'n rotbegin niet. Ruk. Prop. Nieuw vel.<br />

'Toen ik werd geboren waren mijn ou<strong>de</strong>rs nog jong.'<br />

Dat was beter en waar ook! Er zaten bij ons in <strong>de</strong><br />

zes<strong>de</strong> wel drie meisjes zo oud als mijn moe<strong>de</strong>r was<br />

toen ik kwam en pappa was ongeveer zo oud als <strong>de</strong><br />

broer <strong>van</strong> Huub. Niet te geloven. Dus.<br />

'Toen ik werd geboren waren mijn ou<strong>de</strong>rs jong en<br />

ze hiel<strong>de</strong>n veel <strong>van</strong> dansen. Hun buurman heette meneer<br />

Frank, hij paste altijd op mij .'<br />

Veel te saai voor een goed begin, maar het was een<br />

begin.<br />

'Schrijf je een mooi verhaal voor mij?' vroeg Stella<br />

Star zodra ze hoor<strong>de</strong> dat ik probeer<strong>de</strong> te schrijven.<br />

Ik had graag willen zeggen: 'Ja dat heb je goed gera<strong>de</strong>n.'<br />

'Ik weet zeker dat je het kan,' zei ze.<br />

Hoe kon zij dat weten, ze leek mijn moe<strong>de</strong>r wel, die<br />

riep ook altijd dat ik iets kon omdat zij het zeker wist.<br />

Ik begon naar Piek te verlangen die tenminste geen<br />

onzin zei en gewoon <strong>de</strong>ed. Waarom bleef ze toch zo<br />

verdom<strong>de</strong> lang weg altijd. Mij maar in <strong>de</strong> steek laten!<br />

Mooie vriendschap !<br />

Toen ze er ein<strong>de</strong>lijk was bleef ik zolang ik het uit­<br />

hield in mijn tuinhuis, want ik was kwaad op haar en<br />

dat duur<strong>de</strong> precies achteneenhalve minuut.<br />

Ik wist niet hoe vlug ik via <strong>de</strong> tuin bij <strong>de</strong> achter<strong>de</strong>ur<br />

moest komen.<br />

r05


'Piek ! Piek, waar zit je?'<br />

En daar was ze. Piek zelf. 'Ha Niels, ik heb wat voor<br />

je meegebracht, m'n gie m'n ga m'n gommetje, kijk !'<br />

Een jachtmes.<br />

'Is dat om het konijn te slachten?' vroeg ik. Argos<br />

was me meteen weer aangevallen, alle lief<strong>de</strong> in één<br />

klap vergeten.<br />

'Wat ben je bruin, zeg,' riep Piek.<br />

'Jij niet en wat is er met je haar?'<br />

Ze had er een touwtje om gebon<strong>de</strong>n, alle pieken lagen<br />

plat.<br />

'Vind je het gek?'<br />

'Nee maar .. . '<br />

Ze leek ou<strong>de</strong>r, bijna zo oud als Stella Star.<br />

'Ik laat het groeien,' zei Piek.<br />

We aten welkomsttaart <strong>van</strong> juffrouw De Bok. Stella<br />

Star zat naast ons, ze leg<strong>de</strong> af en toe haar arm om Piek<br />

heen, zo <strong>van</strong> : die is <strong>van</strong> mij .<br />

'Alles gaat voorbij,' zei meneer Spruit toen hij zijn<br />

punt ophad, hij zuchtte en zette het schoteltje neer.<br />

Hij bedoel<strong>de</strong> niet <strong>de</strong> taart, dacht ik, hij had het over<br />

<strong>de</strong> vakantie <strong>van</strong> Piek of <strong>de</strong> vakantie <strong>van</strong> Stella Star, of<br />

over het hele leven. Zo zat het in elkaar, zo zat het dus<br />

in elkaar.<br />

Meneer Frank had me verteld over <strong>de</strong> reis <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>slimme</strong> man <strong>van</strong> zijn eiland terug naar zijn eiland en<br />

dat was ook zijn eigen reis <strong>van</strong> Amsterdam terug naar<br />

Amsterdam.<br />

De verhalen liepen door elkaar heen. De grot <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> reus met het ene oog was een kel<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>r kaarsen.<br />

De vijan<strong>de</strong>n waren buiten en <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur zat dicht.<br />

106


Het was oorlog en het oog <strong>van</strong> <strong>de</strong> vij and zag alles.<br />

Vanaf mijn eerste week had ik verhalen gehoord,<br />

onbegrijpelijke verhalen want ik ken<strong>de</strong> geen woor<strong>de</strong>n,<br />

maar ik had oren. Ik hoor<strong>de</strong> alles. Ik ken<strong>de</strong> het woord<br />

'Odysseus' voordat ik wist dat het een naam was, ik<br />

ken<strong>de</strong> het woord 'Staalstraat' voordat ik op <strong>de</strong> kaart<br />

<strong>van</strong> Amsterdam had gezien dat die straat echt bestond.<br />

In mijn geheugen lagen klanken vast die iets<br />

beteken<strong>de</strong>n en heel langzaam, woord voor woord<br />

leer<strong>de</strong> ik <strong>de</strong> samenhang begrijpen.<br />

'De taart is op,' zei meneer Spruit om dui<strong>de</strong>lijk te<br />

maken wat hij bedoel<strong>de</strong> en juist daardoor wist ik zeker<br />

dat ik gelijk had, het ging niet om <strong>de</strong> taart, het ging<br />

om alles behalve die hemelsemod<strong>de</strong>rtaart <strong>van</strong> juffrouw<br />

De Bok.<br />

'Ga je morgen mee naar Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren?'<br />

vroeg Piek toen ze me uitliet.<br />

'Wat moet je in Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren?'<br />

'Gewoon, het is er mooi en mijn moe<strong>de</strong>r wil er­<br />

heen.'<br />

'Ik heb eigenlijk eh <strong>van</strong> alles te doen,' zei ik aarzelend.<br />

'Wat dan wel?'<br />

Ik wil<strong>de</strong> niet zeggen dat ik een boek schreef, maar<br />

iets an<strong>de</strong>rs kon ik ook niet verzinnen.<br />

'Gewoon <strong>van</strong> alles.'<br />

'0 ... ja natuurlijk, <strong>van</strong> alles,' zei Piek.<br />

Ze keek naar me zoals het konijn Argos. Ik lachte<br />

erom.<br />

'Bijt me maar niet!'<br />

'Nee dank je feestelijk,' zei ze.<br />

I07


Ik wil<strong>de</strong> nog iets terugzeggen, maar ze had <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur<br />

al idioot hard voor mijn neus dichtgegooid. Zeker ergens<br />

kwaad om. Vrouwen.<br />

ro8


De school is weer begonnen. Piek zit in een an<strong>de</strong>re<br />

klas en ver<strong>de</strong>r wil ze geen Piek meer heten.<br />

'Ik heb geen pieken meer.'<br />

'Kan wel zijn, maar mij noemen ze nog steeds Niels<br />

<strong>van</strong> Piek.'<br />

'Dan zeg jij ook gewoon dat ze daarmee op moeten<br />

hou<strong>de</strong>n,' zegt Piek vinnig.<br />

Kan ik doen, kan ik doen, maar het stomme is dat<br />

ik die naam wil hou<strong>de</strong>n. Dat zeg ik niet tegen Piek, ik<br />

kijk wel uit, ik zeg niks meer tegen Piek. Ze is helemaal<br />

verpest op <strong>de</strong> safari, meteen erna <strong>de</strong>ed ze al gek<br />

tegen me. Ik lucht mijn hart bij Stella Star.<br />

'Piek doet zo gek tegen me.'<br />

'Wat toevallig!' zegt Stella Star. 'Piek zegt juist dat<br />

jij zo gek doet tegen háár.'<br />

'Zie je nou wel dat ze gek is!'<br />

Stella Star kijkt een beetje verdrietig. 'Ze wil niet<br />

meer mee winkelen en zo en ik ga al zo gauw weer<br />

naar huis.'<br />

Zo heeft ie<strong>de</strong>reen problemen met Piek. Het konijn<br />

ziet er zielig uit met klitten in zijn vacht. Juffrouw De<br />

Bok moet ze eruit halen.<br />

Op school gaat het re<strong>de</strong>lijk, <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren in mijn<br />

klas zijn geschikt, wel kin<strong>de</strong>rachtig, een beetje <strong>van</strong> die<br />

omhooggevallen bruggers, ze hebben het druk met<br />

109


stoer doenj ik geloof toch niet dat ik vorig jaar zo was.<br />

Maar het is een opluchting dat ik voor het eerst<br />

meekom met <strong>de</strong> restj ik houd tijd over voor an<strong>de</strong>re<br />

dingen. Ook voor mijn boek dat geen boek is en het<br />

ook wel niet wor<strong>de</strong>n zalj omdat ik elke keer weer helemaal<br />

opnieuw beginj wat er al staat <strong>de</strong>ugt niet.<br />

In <strong>de</strong> bibliotheek zoek ik boeken over <strong>de</strong> oorlog <strong>van</strong><br />

Troje en <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlogj er zijn er genoeg.<br />

Er zijn erg veel boeken op <strong>de</strong> wereldj ik kan maar beter<br />

ophou<strong>de</strong>n met mijn geknoei. Piek kwam me een<br />

keer tegen op straat toen ik een tas boeken bij me had.<br />

'Wat heb jij daar nou?'<br />

'0 boeken.'<br />

'Ha hé! Welke boeken?'<br />

Ze wil<strong>de</strong> ze zien en stond een tijdje te bla<strong>de</strong>ren in<br />

een vertaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> reizen <strong>van</strong> Odysseus uit 1500.<br />

Mijn leraar Ne<strong>de</strong>rlands had verteld dat die zo mooi<br />

was.<br />

'Ben je nog steeds bezig met je <strong>slimme</strong> man? Lees<br />

je nooit iets an<strong>de</strong>rs?'<br />

'0 ja hoor/ zei ik. 'Ik lees ook wel eens iets <strong>van</strong><br />

Dickens.'<br />

Ze gaf me het boek met een vies gezicht terug.<br />

'Ik snap niet dat je er geen genoeg <strong>van</strong> krijgt.'<br />

'En ik snap niet dat jij geen genoeg krijgt <strong>van</strong> je<br />

sommetjes.'<br />

'Met wiskun<strong>de</strong> kun je alle kanten op later,' zei Piek.<br />

Dat had ze <strong>van</strong> onze wiskun<strong>de</strong>leraar!<br />

'Nou fijn voor jou/ zei ik. 'Dag hoorj ik moet <strong>de</strong>ze<br />

kant op.' En ik sloeg een straat in waar ik niets te zoeken<br />

had. Piek en haar wiskun<strong>de</strong>! Als ik haar bezig zie<br />

IlO


met die vraagstukken, steeds an<strong>de</strong>re vraagstukken<br />

met steeds <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bewijzen, ellenlange reeksen kleine<br />

cijfers en letters, dan word ik duizelig en moet ik<br />

<strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> vrouw <strong>van</strong> Odysseus. Ze weef<strong>de</strong> een<br />

dubbelbre<strong>de</strong> mantel en werkte <strong>de</strong> hele dag, maar als<br />

het donker werd haal<strong>de</strong> ze alles weer uit. Zinloos<br />

werk, net als sommen maken. En dan had Penelope<br />

nog een goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> mantel af was moest ze<br />

trouwen en ze wil<strong>de</strong> niet trouwen omdat ze geloof<strong>de</strong><br />

dat Odysseus nog leef<strong>de</strong>. Met dat zinloze werk hield<br />

ze <strong>de</strong> vrijers op een afstand.<br />

Maar Piek houdt geen vrijers op een afstand, ze<br />

haalt ze binnen. Opeens heeft ze een stoet vriendjes,<br />

ze <strong>de</strong>nkt zeker dat dat zo hoort voor iemand uit <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ! Ik zie haar steeds met iemand an<strong>de</strong>rs, het is<br />

belachelijk. Belachelijk!<br />

SteUa Star vindt het ook, al zegt ze het niet.<br />

'Ze is nog jong, Niels !' zucht Stella Star.<br />

Ik krijg steeds meer bewon<strong>de</strong>ring voor haar, ze is<br />

een begrijpen<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r.<br />

Intussen mis ik Piek en ik betrap mezelf erop dat ik<br />

steeds vaker <strong>de</strong>nk aan Pauletje en dat het jammer is<br />

dat Piek daar niets <strong>van</strong> weet. Hoe zou het toch gaan<br />

met Paulet, nu ik zo gegroeid ben moet ze bijna wel<br />

weer kleiner zijn dan ik ...<br />

Er hangen <strong>de</strong> laatste tijd nogal veel kaarten met<br />

hondjes erop in allerlei winkels. Ik stuur Paulet een<br />

kaart. En nog een kaart. En een briefje. En een brief.<br />

Ze schrijft me terug, vier kantjes!<br />

Ik spreid <strong>de</strong> brief uit op mijn tafel voor als Piek<br />

weer eens komt en ik bel Pa ui et op.<br />

III


'Wanneer kom je naar Wassenaar?' vraag ik. 'We<br />

hebben al zo lang een afspraak! En als je nu komt dan<br />

zie je Stella Star.'<br />

'Stella Star!' steunt Pauletje.<br />

'Ja. Zeg het maar niet tegen Bas.'<br />

'Nee ik zal gek zijn,' roept Pauletje. 'Kan het zaterdag?'<br />

En óf het zaterdag kan. Ik haal haar breeduit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

trein en loop uitvoerig door Wassenaar langs alle<br />

plekken waar Piek wel eens komt. Maar mooi dat<br />

Piek nergens is, niet eens bij haar thuis.<br />

Ik stel Pauletje voor aan Stella Star en daarna kan<br />

Pauletje over niets meer praten dan over <strong>de</strong> film en<br />

hoe of dat je erbij kunt komen.<br />

Piek blijft spoorloos. Pas 's avonds als ik Pauletje<br />

naar het station breng, komt Piek doodleuk aanfietsen.<br />

'Hoi Niels.'<br />

'Waar zat jij nou <strong>de</strong> hele dag!' roep ik kwaad, ik kan<br />

mezelf wel een mep geven maar het is niet an<strong>de</strong>rs.<br />

'0 daar,' wijst Piek.<br />

'Dit is Pauletje,' zeg ik zo achteloos mogelijk. 'En<br />

dit is Piek.'<br />

Piek en Pauletje schatten elkaar.<br />

'0 is dat nou Pauletje. Van <strong>de</strong> hondjeskaarten!'<br />

'0 ja, Piek. Van het konijn.'<br />

'Zeg we moeten opschieten,' roep ik haastig en leg<br />

een arm om Pauletje. 'Dag Piek.'<br />

Pauletje lacht allerliefst naar Piek en leunt zwaar<br />

tegen mijn arm.<br />

'Ja, dag Piek.'<br />

II2


We lopen door, Pauletje en ik. Ik kan er niets aan<br />

doen, ik moet omkijken. Piek staat nog op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

plaats.<br />

Op het station geven Pauletje en ik elkaar een echte<br />

zoen.<br />

'Dag!' 'Dag!' 'Dag!'<br />

Zwaaien zwaaien handkusje handkusje en Pauletje<br />

IS weg.<br />

Al zit ik dan pas in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>, ik mag rustig <strong>de</strong>nken<br />

en zeggen dat ik een meisje heb.<br />

II3


De zondag na Pa ui et komt Piek weer eens langs in<br />

mijn tuinhuis. Ik had erop gehoopt en zit tussen<br />

hondjeskaarten, foto's en blaadjes brief.<br />

'0 ben jij het.'<br />

Pieks ogen vliegen <strong>van</strong> kaart naar foto.<br />

'Niet bezig aan je <strong>slimme</strong> man?'<br />

'Nee ik moest eerst even eh een brief schrijven .. .'<br />

Ik leg mijn arm zogenaamd per ongeluk over een<br />

vel papier waarop met mijn grootste letters staat: liefste<br />

Paulet.<br />

'Dan zal ik je niet storen,' zegt Piek. Ze loopt naar<br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>ur.<br />

'Nee niet weggaan!' roep ik. 'Toe nou, niet weggaan<br />

Piek.'<br />

Ze draait zich bliksemsnel om.<br />

'Mártjel'<br />

'Goed goed, maar blijf nog even alsjeblieft, Piek.'<br />

'Nee.'<br />

'Even maar.'<br />

'Waarom?'<br />

'Gewoon.'<br />

'Ik heb geen zin om te blijven, absoluut geen zin.'<br />

'Wat heb ik gedaan, je doet zo raar.'<br />

'Je doet zelf raar, je doet stápélidióótgék en ik gá<br />

náár huis !'<br />

II4


Ze stampt bij elke lettergreep.<br />

Maar ze blijft staan. En ik zit. Een onmogelijke toestand.<br />

Ik pak <strong>de</strong> brief op en verscheur hem.<br />

'Zo goed?'<br />

Piek wordt zo rood als haar glad<strong>de</strong> haar.<br />

'Wat heeft dat ermee te maken!'<br />

Kan ik nog terug? Nee.<br />

'Je bent gewoon jaloers.'<br />

'Ik jaloers? Op een kind met aangeplakte wimpers<br />

zeker.'<br />

'Aangeplakte wimpers, nou wordt-ie mooi! Je hebt<br />

zelf aangeplakte wimpers mens !'<br />

'Zie je nou wel, zie je nou wel!'<br />

'Wat nou, zie je wel?'<br />

'Ach barst toch!' En ze gaat echt weg.<br />

Al ben ik niet echt sportief, ik kan hard lopen en ik<br />

weet haar tegen te hou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> heg.<br />

'Laat me los.'<br />

'Je gaat mee en je zegt wat er is. En als je niet zo<br />

meegaat dan trek ik je mee aan je pieken. Dus!'<br />

Ik ben stukken sterker en ze gaat mee.<br />

Binnen vraag ik: 'Wat is er, waarom doe je zo<br />

stom?'<br />

'Jij doet stom, eerst wil je nooit meer met me<br />

mee .. .'<br />

'Waarnaar toe mee?'<br />

'Naar Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren!'<br />

'0 dat .. . '<br />

'Ja dat, precies dat. En op school zie je me niet<br />

eens .. . '<br />

115


'Dan moet je maar niet <strong>van</strong> die kleren dragen die ik<br />

niet ken.'<br />

'En je staat dat stomme kind uit Amsterdam af te<br />

likken bij <strong>de</strong> trein.'<br />

'Waar heb je het over?!'<br />

'Jullie ston<strong>de</strong>n te zoenen wel waar. Ik heb het zelf<br />

gezien.'<br />

Ze heeft ons gezien, ze is achter ons aan geracet en<br />

ze heeft ons gezien. Haha!<br />

'Je bent wél jaloers !' roep ik triomfantelijk. 'Je bent<br />

achter ons aan gekomen, je spioneert, jij "<br />

'Don<strong>de</strong>r op!' gilt Piek. 'Laat me erlangs !'<br />

Ze stompt me en duwt me en raakt me tussen mijn<br />

ribben en daar kan ik niet tegen.<br />

'Piek, nee Piek, je kietelt me, Piek je weet dat ik dahaar<br />

niet tehegen kahan, toe nou hahaha hou op hahaha,<br />

die zoen was hahahaha niet doen Piek!'<br />

'Je bent op dat stomme kind,' beschuldigt Piek en<br />

weet me met spitse vingers te treffen.<br />

Ik kronkel en verloochen mijn eigen verloof<strong>de</strong>.<br />

'Niehiet hihihiet.'<br />

'Je bent op die lieve schattige Pauletje, hè? Hè?'<br />

'Stop stop oehoehoe niehiehiehiet doen!'<br />

'Jawel je bent op die lieve leuke Pauletje <strong>van</strong> die<br />

lieve leuke hondjeskaartjes. Niet? Niet? Niet?'<br />

Ik zak slap <strong>van</strong> het lachen op <strong>de</strong> grond. Ze hoeft nu<br />

nog maar te wijzen om me te laten kronkelen.<br />

'Nee - echt -niet - erewoord.'<br />

'En dat zoenen dan en dat geslijm <strong>van</strong> handkusje<br />

handkusje dag dag dag?'<br />

'Ik wil<strong>de</strong> alleen maar, ik wil<strong>de</strong> .. .'<br />

II6


'Nou? Nou? Als je durft te liegen !'<br />

'Hou op, niet doen, niet doen ... Ik wil<strong>de</strong> jou jaloers<br />

maken! Ik zweer het hihihoehoe.'<br />

'Je wist niet eens dat ik het zag!'<br />

'Kon ik het helpen dat jij <strong>de</strong> hele dag weg was !'<br />

'Heb je haar <strong>de</strong> hele dag lopen zoenen?'<br />

'Nee niet <strong>de</strong> hele dag.'<br />

'En waarom moet ik trouwens jaloers zijn op dat<br />

stomme kind?'<br />

'Pauletje is geen .. .'<br />

'Wáárom?'<br />

De uitleg is erg verne<strong>de</strong>rend, ik grom wat en Piek<br />

moet me weer op gang brengen met een vinger in<br />

mijn zij, zodat ik halfgek word en smeek om gena<strong>de</strong>.<br />

'Zeg op.'<br />

'Om om om ... het is jouw schuld, je komt niet meer<br />

en je gaat met Tim.'<br />

'Ik met Tim, je bent hiero.'<br />

'Met Don dan of met Huub . Je bent aldoor met<br />

Huub.'<br />

'Je ijlt.'<br />

'Het is wél waar, je hebt helemaal nooit tijd voor<br />

mij, je vindt me stom.'<br />

'Ja stom dat ben je, een stomme idioot dat ben je!'<br />

'Zie je nou wel. Ik weet heus wel dat jij slim bent en<br />

ik niet en dat ik niet eens overge .. .'<br />

'Stom stom stom!' gilt Piek. 'Je snapt ook niks, je<br />

snapt niet eens dat ik <strong>de</strong> pest in heb als je niet mee wil<br />

naar Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren .. .'<br />

'Aldoor dat stomme Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren, wat moet<br />

ik in dat stomme Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren?'<br />

lI7


'Niks helemaal niks maar je had mee kunnen gaan.<br />

Je had me vijf weken niet gezien, ik dacht dat je graag<br />

met me meeging, maar nee, je hebt het te druk met je<br />

stomme boeken <strong>van</strong> die stomme ouwe vent die allang<br />

dood is. 0 ik kan je wel...'<br />

ken.<br />

Piek kijkt rond en schopt dan maar tegen <strong>de</strong> boe­<br />

'Die zijn wél <strong>van</strong> <strong>de</strong> bibliotheek!' zeg ik.<br />

'0 0 nou .. .' zegt Piek. Ik zie dat ze staat te huilen.<br />

Huilen ! Piek!<br />

Ik vlieg overeind.<br />

'Piek, niet doen Piek.'<br />

'Mártje,' snikt ze.<br />

Ik kan haar niet zien huilen, ik moet er bijna zelf<br />

<strong>van</strong> huilen.<br />

'Piek, lieve Piek. Lieve Piek.'<br />

'Waag het niet dat je me zoent net als die .. . '<br />

Ik waag het wel, het lukt niet zo goed als met Paule­<br />

tje, maar ik sta er wel <strong>van</strong> te trillen. Piek geeft me een<br />

klap in mijn gezicht, het is een erg zachte klap, daar<br />

hoef ik me niet aan te storen.<br />

!I8


Ik krijg mijn ou<strong>de</strong>rs niet uit <strong>de</strong> eerste zin <strong>van</strong> mijn<br />

boek dat maar geen boek wil wor<strong>de</strong>n en omdat het nu<br />

eenmaal zo is, heb ik me erbij neergelegd. Ze kunnen<br />

me trouwens vertellen hoe het vroeger was, want ik<br />

ben veel vergeten.<br />

De kamer aan <strong>de</strong> voorkant herinner ik me niet<br />

meer, er waren ramen en achter <strong>de</strong> ramen zag je <strong>de</strong><br />

boom, <strong>de</strong> boom herinner ik me wel, in <strong>de</strong> zomer zag je<br />

<strong>de</strong> huizen aan <strong>de</strong> overkant niet <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> dichte bla<strong>de</strong>ren.<br />

'Hebben we geen foto's <strong>van</strong> ons huis in Amsterdam?'<br />

Bijna niet, mensen maken geen foto's <strong>van</strong> huizen<br />

als ze er gewoon in wonen, alleen foto's <strong>van</strong> zichzelf in<br />

<strong>de</strong> kamers en dan zie je haast geen kamer.<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r is nu wel begonnen ons nieuwe huis<br />

te fotograferen en <strong>de</strong> tuin en het tuinhuis en het<br />

zwembad.<br />

'Jammer dat ik er vroeger niet aan gedacht heb,'<br />

zegt ze.<br />

Van meneer Frank hebben we wel foto's maar hij<br />

staat er altijd zo op dat je zijn gezicht niet goed ziet.<br />

Mijn ou<strong>de</strong>rs zijn verbaasd over mij. Ik wil aldoor<br />

gezellig zitten praten met <strong>de</strong> tv uit, zo kennen ze me<br />

niet.<br />

II9


'Jullie waren arm en jullie von<strong>de</strong>n het niet erg,<br />

toch?' vraag ik terwijl we drinken <strong>van</strong> <strong>de</strong> thee die mijn<br />

moe<strong>de</strong>r speciaal bestelt bij een winkel in Lon<strong>de</strong>n.<br />

Ze kijken elkaar aan.<br />

'N ee we von<strong>de</strong>n het niet erg, maar we wisten natuurlijk<br />

ook niet beter,' zegt mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'En jullie hiel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> dansen en uitgaan?'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r vergeet even op zijn bonbon te kauwen.<br />

'Dansen? Hoezo dansen?'<br />

'Gewoon dansen op muziek, dat <strong>de</strong><strong>de</strong>n jullie toch?<br />

Daarom moest meneer Frank toch altijd op mij passen?'<br />

'0 ja, meneer Frank, ja die paste op,' roepen mijn<br />

va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r. 'Ja meneer Frank.'<br />

Ik geloof niet dat ze na <strong>de</strong> begrafenis ooit nog aan<br />

hem gedacht hebben.<br />

'En waar dansten jullie dan?'<br />

Dat staat ze niet meer zo bij .<br />

'Er werd wel eens gedanst, ja maar we gingen toch<br />

meer gewoon uit.'<br />

'Wat is dat, gewoon uit?'<br />

Dat kunnen ze niet precies zeggen.<br />

'Ik heb altijd gehoord dat jullie dol waren op dansen<br />

en uitgaan,' houd ik vol. In mijn hoofd is dat een<br />

wet gewor<strong>de</strong>n, een formule. Niemand brengt me<br />

meer af <strong>van</strong> dat beeld <strong>van</strong> mijn dansen<strong>de</strong>, mijn rondzwieren<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs, jong en arm en onbekommerd.<br />

'Dat zal dan wel,' sust mijn va<strong>de</strong>r. Het kan hem niet<br />

schelen hoe zijn leven vijftien jaar gele<strong>de</strong>n was, hij is<br />

het vergeten net als <strong>de</strong> schoorsteen in onze voorkamer<br />

en <strong>de</strong> schuif<strong>de</strong>uren en <strong>de</strong> kast in <strong>de</strong> gang.<br />

120


'Jullie hebben wel een slecht geheugen,' zeg ik somber.<br />

'Ik hoop niet dat ik dat erf. Meneer Frank wist alles<br />

nog! Van <strong>de</strong> oorlog en <strong>van</strong> voor <strong>de</strong> oorlog ook. Van<br />

<strong>de</strong> vioolles en <strong>van</strong> Saartje Diamant, die drie huizen<br />

ver<strong>de</strong>r woon<strong>de</strong> en <strong>van</strong> <strong>de</strong> stoep voor het huis <strong>van</strong> meneer<br />

Diamant, die was <strong>van</strong> blauwe steen en dat komt<br />

uit <strong>de</strong> zee.'<br />

Mijn va<strong>de</strong>r knijpt een schijfje citroen uit boven zijn<br />

thee, hij neemt geen suiker meer tegenwoordig.<br />

'Tja .. .' zegt hij .<br />

'Ik wil het graag weten; dring ik aan.<br />

'Wat dan toch, <strong>van</strong> dat dansen? Wil je soms op les?'<br />

'Ik wil weten hoe jullie waren en hoe ik was en of<br />

het waar is wat ik <strong>de</strong>nk dat waar is, of ik het niet zelf<br />

heb verzonnen of zo.'<br />

'Nou fantasie heb je wel ja,' roept mijn moe<strong>de</strong>r. 'De<br />

dingen die jij altijd bedacht!'<br />

Ze lachen hartelijk. 'Ja ja ja.' 'Nou nou nou!'<br />

Wat heb ik aan die verstandhouding zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> feiten?<br />

'Noem dan eens wat op.'<br />

'Haha, je had een hond en daar wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> je mee in<br />

het park. Als we thuiskwamen dan hing je <strong>de</strong> riem<br />

naast je jasje.'<br />

'Ik wist niet dat we een hond had<strong>de</strong>n.'<br />

'Die had<strong>de</strong>n we ook niet hahaha, jij had een hond<br />

en een riem.'<br />

'En die hond die bestond niet.'<br />

'Nee, niet echt.'<br />

'Ik bedacht een hond?'<br />

'0 ja en muizen en een kanarie en een papegaai,<br />

121


niet allemaal tegelijk hoor, dat niet. En een vriendje,<br />

je noem<strong>de</strong> hem Emiel. .. '<br />

'Ik weet alleen nog dat er een televisieserie was over<br />

een jongen die Emiel heette.'<br />

'Dat zal wel, in elk geval: dat was je vriendje en je<br />

ging bij hem logeren.'<br />

'Waar?'<br />

'Boven op je kamer, dat was <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij .'<br />

'Boer<strong>de</strong>rij?'<br />

'Emiel woon<strong>de</strong> op een boer<strong>de</strong>rij .'<br />

Ik weet <strong>van</strong> niks. Mijn va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r zijn niet <strong>de</strong><br />

enigen die een slecht geheugen hebben.<br />

I22


Dus ga ik naar Amsterdam.<br />

Niet naar het hondjesmeisje, zoals Piek alweer jaloers<br />

zegt, maar om meer te weten te komen over<br />

mijzelf en meneer Frank bij mijn buurvrouw mevrouw<br />

Kooy. Zij was er tenslotte ook al toen ik werd<br />

geboren.<br />

Mevrouw Kooy neemt alle tijd voor me en praat<br />

uren. Ze zegt alleen niets. Niets over mijn ou<strong>de</strong>rs of<br />

meneer Frank of mij. Als ik wegga ben ik terneerge­<br />

slagen.<br />

Nu zal ik het nooit weten, <strong>de</strong>nk ik als ik op straat<br />

sta, onze ou<strong>de</strong> straat die me weinig meer zegt. Ja dat is<br />

<strong>de</strong> boom, daar ston<strong>de</strong>n <strong>de</strong> vuilniszakken en het groot<br />

vuil en hier fietsten we op onze driewielers. En in <strong>de</strong><br />

Maasstraat had ik judoles ...<br />

Opeens houd ik een voorbijganger aan en vraag:<br />

'De Staalstraat, is dat ver, meneer?'<br />

'Je kunt met <strong>de</strong> 25 tot <strong>de</strong> Munt ... daar zou ik het<br />

nog eens vragen.'<br />

Bij <strong>de</strong> Munt wijzen ze me ver<strong>de</strong>r. Ik moet <strong>de</strong><br />

Nieuwe Doelenstraat in en rechts <strong>de</strong> brug over.<br />

De Staalstraat. Een smalle straat met smalle hoge<br />

huizen, winkels, een houten bruggetje over een groene<br />

gracht ... Groenburgvval... Ik loop in <strong>de</strong> wereld <strong>van</strong><br />

meneer Frank, ik voel <strong>de</strong> ongelijke stoeptegels on<strong>de</strong>r<br />

123


mijn voeten, ik hoor het doffe geluid <strong>van</strong> <strong>de</strong> planken<br />

en ik kom bij <strong>de</strong> Zwanenburgwal waar hij woon<strong>de</strong>.<br />

Dat zijn <strong>de</strong> bomen ... Maar wat er aan <strong>de</strong> overkant<br />

staat is nieuw.<br />

Meneer Frank heeft dit nooit gezien, hij is er niet<br />

meer heen gegaan. Net zomin als ik <strong>de</strong> drie trappen<br />

naar <strong>de</strong> zol<strong>de</strong>rverdieping ben opgegaan om mijn ou<strong>de</strong><br />

kamertje nog eens te zien.<br />

Het had gekund, mevrouw Kooy zei het, ze ken<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong> nieuwe bewoners <strong>van</strong> driehoog, zulke aardige<br />

mensen, ze von<strong>de</strong>n het vast best als ik even ... Maar ik<br />

wil<strong>de</strong> niet. Natuurlijk wil<strong>de</strong> ik niet naar boven. Zolang<br />

ik die aardige nieuwe mensen niet zag was daar<br />

nog altijd ons huis.<br />

Ik loop langzaam ver<strong>de</strong>r en probeer zo te kijken dat<br />

ik <strong>de</strong> omgeving niet hoef te zien, alleen het water. Ik<br />

sluit mijn oren voor het verkeer en hoor het klikken<br />

<strong>van</strong> kleine golven tegen <strong>de</strong> beschoeiing ...<br />

Hoor je dat jochie, hoor je dat? Hetzelf<strong>de</strong>, precies hetzelf<strong>de</strong><br />

en kijk. .. <strong>de</strong> schaduwen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bomen in <strong>de</strong><br />

gracht... wiegelend, wisselend. .. Ik sta in <strong>de</strong> kamer <strong>van</strong><br />

mijn moe<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> mooie kamer aan <strong>de</strong> voorkant waar we op<br />

feestdagen eten en ik kijk naar het water ... Als het raam<br />

open is, als ik me naar buiten buig dan zie ik <strong>de</strong> stoep bij<br />

Diamant. .. blauwe steen, drie tre<strong>de</strong>n. .. die steen winnen<br />

ze in <strong>de</strong> zee, het is zeesteen ... daar is <strong>de</strong> winkel <strong>van</strong> meneer<br />

Diamant en daar aan <strong>de</strong> overkant, daar is het plein. .. in<br />

<strong>de</strong> winter als <strong>de</strong> bomen kaal zijn zie je het beter ... overdag<br />

maken ze er vuurtjes om hun han<strong>de</strong>n te warmen, ze verkopen<br />

er alles, alles, <strong>de</strong>kens, ou<strong>de</strong> schoenen, horloges ... je<br />

moet afdingen dat vin<strong>de</strong>n ze leuk, ze lachen als je afdingt,<br />

I24


ze lachen als ze hun han<strong>de</strong>n wrijven boven het vuur en ze<br />

kijken elk boodschappenmeisje na: hé schat zal ik je warm<br />

maken? .. mijn moe<strong>de</strong>r wil niet dat ik daarheen ga ... en in<br />

<strong>de</strong> winter als het vroeg donker is en ik hier sta te wachten<br />

op Saartje Diamant ... tot ze <strong>van</strong> vioolles komt uit <strong>de</strong><br />

Staalstraat, dan trekt mijn moe<strong>de</strong>r me weg <strong>van</strong> het raam,<br />

omdat je <strong>de</strong> krul kunt zien en <strong>de</strong> kerels die daar staan te<br />

wachten ... ik kan haar niet zeggen dat ik niet bij" het raam<br />

sta voor die kerels bij" <strong>de</strong> krul, maar voor Saartje Dia­<br />

mant ... Mijn moe<strong>de</strong>r vindt Saartje Diamant toch al mijn<br />

soort niet en meneer Diamant vindt mij Saartjes soort<br />

niet ...<br />

In <strong>de</strong> zomer als alle ramen openstaan, dan zit ik in <strong>de</strong><br />

achterkamer. .. Saartje Diamant speelt een langzame<br />

wals, een <strong>van</strong> <strong>de</strong> Duitse dansen <strong>van</strong> Schubert ... ik klem<br />

mijn han<strong>de</strong>n in elkaar, ik hoor wel hoe beheerst ze <strong>de</strong> maat<br />

vastzet met haar kleine vingers, dat is niet gemakkelijk,<br />

maar zij kan het ... je hoort aan het zingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> melodie<br />

dat die weg wil schieten uit <strong>de</strong> maat, maar ze houdt vast ...<br />

Zie je het jochie? Zie je <strong>de</strong> bomen? Hoor je <strong>de</strong> muziek? ..<br />

Het is er nog allemaal, het is keihard gebleven ... je zou<br />

toch <strong>de</strong>nken, je zou verwachten dat dit ook weg was ...<br />

maar nee. .. <strong>de</strong> huizen zijn gebleven en alleen <strong>de</strong> dingen<br />

achter die gevels en <strong>de</strong> mensen die langs het water liepen,<br />

die zijn weg en niemand kent me in mijn eigen straat.<br />

Ben ik <strong>de</strong> enige die het nog weet? Hoe moet ik het dan<br />

vasthou<strong>de</strong>n! Er zijn geen foto's, geen brieven ... Ik kan<br />

met niemand meer praten ... ik zal het vergeten, ik vergeet<br />

het nu al... waren het vijf tegels of zes tegels die scheef<br />

lagen? .. Ging het raam naar binnen open? ..<br />

Als ik niets te doen heb probeer ik alles nauwkeurig voor<br />

I25


me te zien ... nee dat was in <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r ... ik dacht dat ik het<br />

precies wist. .. maar later raakte ik in <strong>de</strong> war> omdat ik<br />

ging twijfelen ... waren het vvf tegels? welnee eer<strong>de</strong>r zeven><br />

acht> negen!<br />

Pas toen ik bezig was met het boek en <strong>de</strong> maatschema 's,<br />

toen kon ik soms opeens weer zien hoeveel tegels het waren,<br />

op een ogenblik dat ik niet zo verbeten nadacht> ik zag ze<br />

gewoon uit mv'n ooghoeken zoals wanneer ik me haastte<br />

om een liter melk te halen voor <strong>de</strong> winkel dicht was.<br />

En door het boek dacht ik aan an<strong>de</strong>re dingen, aan <strong>de</strong><br />

school en mijn bank> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> rij achteraan... mijn hand lag<br />

naast dat boek> niet hetzelf<strong>de</strong> boek> maar precies zo 'n<br />

boek ... ik was weer in <strong>de</strong> les> ik zat te wachten tot het uur<br />

om was en keek naar mijn hand naast het boek> <strong>de</strong> zon<br />

kroop <strong>van</strong> het boek naar mijn hand> als mijn hand in <strong>de</strong><br />

zon lag was het uur om ...<br />

De leraar gaf me een beurt> ik moest vertalen.<br />

'Je hebt er geen gevoel voor> ' zei <strong>de</strong> leraar. Hij had<br />

gelv'k. Homeros interesseer<strong>de</strong> me niet> dat vertalen ging zo<br />

langzaam> er waren zoveel woor<strong>de</strong>n op te schrijven in het<br />

woordjesschrift> steeds weer an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n voor bijna<br />

hetzelf<strong>de</strong>.<br />

M v'n gedachten dwaal<strong>de</strong>n altijd af vooral als ik <strong>de</strong> beurt<br />

toch al had gehad" . ik dacht aan Saartje Diamant in het<br />

lokaal boven en of ze me wel eens hoor<strong>de</strong> als ik speel<strong>de</strong> op<br />

<strong>de</strong> viool .. , want ik was ook op les en ik <strong>de</strong>ed mv'n best om<br />

Saartje te imponeren, 'Je had vroeger moeten beginnen,'<br />

zei mijn leraar. Dat zei hij later niet meer en Saartje <strong>de</strong>ed<br />

haar raam open en hing naar buiten om naar me te luisteren<br />

...<br />

Ik speel voor haar alleen> <strong>de</strong> melodie trekt aan <strong>de</strong> maat,<br />

126


maar ik houd haar vast ... Hoor je wel jochie? ..<br />

Ik weet niet hoe lang ik bij het water heb gestaan,<br />

een agent loopt voorbij en even later komt hij <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kant, hij kijkt naar me.<br />

Ik ga terug naar <strong>de</strong> Staalstraat en bel in een winkel<br />

naar mijn moe<strong>de</strong>r.<br />

'Misschien kom ik laat thuis.'<br />

'Waar zit je dan?'<br />

'In Amsterdam. Ik ga even naar Bas.'<br />

'Doe je voorzichtig? Doe je <strong>de</strong> groeten?'<br />

'Jajaja, ik moet ophangen hoor! Mijn kwartjes zijn<br />

op.'<br />

Ik hang op, ik moet wachten tot het donker is om<br />

naar <strong>de</strong> gracht te kijken, in die tijd kan ik nog langs<br />

Bas.<br />

127


Bas is thuis, Paulet is thuis. Ik kan blijven eten en ie<strong>de</strong>reen<br />

is blij dat ik langskom. Hoewel, Paulet doet<br />

kattig, helemaal niet of we elkaar op het station hebben<br />

gezoend. Gelukkig, dat betekent dat het gewoon<br />

uit is. Ik voel<strong>de</strong> me al niet zo prettig met twee meisjes,<br />

zo versier<strong>de</strong>rig. Bas zegt dat hij wel zin heeft met me<br />

mee te gaan naar Wassenaar.<br />

'Ik wil Stella Star nog graag even zien voor ze weggaat.'<br />

'Die is al weg,' lieg ik.<br />

Ik kan Bas niet mee hebben, ik wil alleen naar <strong>de</strong><br />

gracht om <strong>de</strong> straatlantaarns te zien.<br />

Om negen uur is het donker genoeg, ik zeg ie<strong>de</strong>reen<br />

gedag, behalve Paulet, die niet eens naar bene<strong>de</strong>n<br />

komt.<br />

'Die heeft weer eens wat,' zegt Bas.<br />

Ik loop aan <strong>de</strong> overkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> straat naar <strong>de</strong> tramhalte<br />

bij <strong>de</strong> Waalstraat en kijk omhoog naar onze ramen<br />

achter <strong>de</strong> boom. Daar was het, daar zat ik met<br />

meneer Frank. Ook op tweehoog wonen weer mensen,<br />

ik zie licht.<br />

Het duurt lang voordat <strong>de</strong> tram komt, het duur<strong>de</strong><br />

altijd lang voordat <strong>de</strong> tram kwam, herinner ik me, mijn<br />

moe<strong>de</strong>r klaag<strong>de</strong> erover als we naar <strong>de</strong> stad gingen.<br />

Ik stap uit bij <strong>de</strong> Munt. In het donker ziet alles er<br />

128


an<strong>de</strong>rs uit, ik ga aarzelend <strong>de</strong> brug over. Hier was het<br />

toch? De Nieuwe Doelenstraat, <strong>de</strong> brug, <strong>de</strong> Staalstraat,<br />

het bruggetje over <strong>de</strong> Groenburgwal en dan<br />

ben ik er .<br />

... ik <strong>de</strong>nk wel eens, ik <strong>de</strong>nk ... zou het huis er nog altijd<br />

zijn? Achter die gevel bedoel ik, of is alles weggebroken en<br />

an<strong>de</strong>rs gemaakt? Is <strong>de</strong> trap weg en <strong>de</strong> gang tussen <strong>de</strong> keuken<br />

en <strong>de</strong> slaapkamer, en zijn <strong>de</strong> kastjes er nog waar <strong>de</strong><br />

broodtrommel in stond en <strong>de</strong> botervloot? En kun je nog<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> trap links naar <strong>de</strong> mooie kamer en gaan <strong>de</strong> ramen<br />

nog naar binnen open? of was het naar buiten? .. Zullen<br />

het altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ramen zijn en zullen er bomen zijn, die<br />

kale bomen in <strong>de</strong> herfst. .. in <strong>de</strong> winter en gele, scheve<br />

lantaarnschijnsels over <strong>de</strong> gracht? .. en als het vijf uur is<br />

geweest hoor je dan als je het raam opentrekt, ze gingen<br />

toch naar binnen open, hoor je dan die vlugge, felle stappen<br />

... ze komen <strong>van</strong> rechts steeds dichterbij, ik zie haar,<br />

SaartJe Diamant, ze loopt voorbiJ ze gaat <strong>de</strong> stoep op,<br />

drie tre<strong>de</strong>n ... Komt ze? Is het viJf uur of nog niet? Ik kan<br />

niet weggaan, ik moet wachten tot het vijf uur is, tot ze<br />

komt en voor een keer stilstaat bij onze <strong>de</strong>ur en binnenkomt<br />

<strong>de</strong> houten trap op, tot ze hier is, hier in <strong>de</strong> kamer<br />

waar ik op haar wacht ...<br />

Ik hoor <strong>de</strong> stem <strong>van</strong> meneer Frank, zo dui<strong>de</strong>lijk of<br />

hij naast me staat en ik mijn hand maar hoef uit te ste­<br />

ken om hem vast te pakken.<br />

Het is laat als ik thuiskom, mijn va<strong>de</strong>r en moe<strong>de</strong>r<br />

zitten allebei op me te wachten.<br />

'Je was al lang weg bij Bas, we hebben opgebeld.<br />

Waar zat je toch?'<br />

Ik vertel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staalstraat en meneer Frank.<br />

I29


'Ik moest weten of ik het verzonnen had of niet. Ik<br />

moest weten of hij het had verteld.'<br />

'En weet je het nu?'<br />

'Ja. Ja ik geloof <strong>van</strong> wel.'<br />

Mijn moe<strong>de</strong>r wil absoluut dat ik nog iets warms<br />

drink en ik zeg, goed als zij dan ook meedoen.<br />

We zitten met z'n drieën bij elkaar, misschien lijkt<br />

onze kamer hier wel op onze kamer in Amsterdam,<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lamp, <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> planten, <strong>de</strong> radio staat aan,<br />

mijn moe<strong>de</strong>r zingt gedachteloos mee terwijl ze roert<br />

. in haar beker.<br />

Mijn va<strong>de</strong>r kijkt naar haar, schudt zijn hoofd een<br />

beetje en lacht.<br />

Opeens zeg ik: 'Laat nou eens zien hoe jullie dansen?'<br />

'Dansen? Wat heb je toch met dat dansen?'<br />

'Toe laat nou zien!'<br />

Ze vin<strong>de</strong>n het idioot, ze giechelen, ze protesteren,<br />

krijgen zo ongeveer <strong>de</strong> slappe lach bij het i<strong>de</strong>e, maar ik<br />

hou vol, ik drens als een klein kind.<br />

'Hè toe, dansen jullie voor mij, één keertje maar.'<br />

Dan doen ze het. Ik zie mijn ou<strong>de</strong>rs dansen terwijl<br />

<strong>de</strong> melodie <strong>van</strong> een stokoud liedje overgaat in <strong>de</strong> melodie<br />

<strong>van</strong> een nog veel ou<strong>de</strong>r liedje. De beker met iets<br />

warms wordt koud in mijn hand. Ik <strong>de</strong>nk aan dingen<br />

die veran<strong>de</strong>ren en tegelijk niet veran<strong>de</strong>ren ... huizen<br />

aan <strong>de</strong> gracht... bomen ... water. .. oorlog, <strong>de</strong> oorlog<br />

<strong>van</strong> meneer Frank, <strong>de</strong> oorlog <strong>van</strong> Troje ... Troje ... <strong>de</strong><br />

schepen en <strong>de</strong> zee... water dat cilin<strong>de</strong>rt naar het<br />

strand ... dat klikt tegen een wallenkant ... bruist achter<br />

<strong>de</strong> riemen <strong>van</strong> het schip met <strong>de</strong> blauwe boeg


en zoals wanneer <strong>de</strong> hengsten <strong>van</strong> een vierspan bij<br />

het knallen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zweep tegelijk hoog opspringend<br />

<strong>de</strong> vlakte instormen en met grote vaart hun weg<br />

afleggen, zo ook sprong <strong>de</strong> boeg hoog op-en daarachter<br />

kookte het purperen water <strong>van</strong> <strong>de</strong> altijdklotsen<strong>de</strong><br />

zee-terwijl het schip onverstoorbaar en<br />

gelijkmatig vooruitvloog, zelfs geen giervalk, snelste<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vogels, had het kunnen bijhou<strong>de</strong>n, zo ra­<br />

zendsnel sneed het door <strong>de</strong> golvenrijen <strong>van</strong> <strong>de</strong> zee ...<br />

'Jaja,' roep ik, 'zo was het, ik weet het weer.'<br />

Mijn ou<strong>de</strong>rs dansen sierlijk passen en figuren die ze<br />

al leer<strong>de</strong>n voordat ik bestond. Ik <strong>de</strong>nk aan mijn ou<strong>de</strong>rs<br />

die jong waren, aan mezelf toen ik klein was. Wat<br />

dacht ik, wat <strong>de</strong>nk ik nu dat ik toen dacht? En wat zal<br />

ik veel later <strong>de</strong>nken dat ik nu <strong>de</strong>nk?<br />

Helena loopt op <strong>de</strong> muren, SteIl a Star ligt stil in<br />

haar huid. Piek buigt zich over haar weefsel <strong>van</strong><br />

bewijzen, ik zit voor lege vellen papier en schrijf <strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n die er nog niet zijn, maar die alles voor me<br />

zullen vasthou<strong>de</strong>n zolang ik wil.<br />

Langgele<strong>de</strong>n, toen ik klein was, hiel<strong>de</strong>n mijn ou­<br />

<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> dansen en uitgaan ...<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!