Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong>
Boektoppers 2.001<br />
Boektoppers is een uitgave van Malmberg, Den Bosch.<br />
In de serie Boektoppers 2.001 va B<br />
(ISBN 9020847090)<br />
verschenen de volgende titels:<br />
De guillot<strong>in</strong>e, Simone van der Vlugt<br />
ISBN 902.0847163<br />
rec·play, Hans Hagen<br />
ISBN 902.0847171<br />
Steenkuib is een rat, Harm de Jonge<br />
ISBN 90 2.08 472.60<br />
Spoorloos verdwenen, Gijs Wanders<br />
ISBN 902.0847775<br />
<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong>, <strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />
ISBN 902.0847783<br />
Belofte maakt schuld, Gonneke Huiz<strong>in</strong>g<br />
ISBN 902.0847791
<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong><br />
<strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />
2001<br />
Malmberg<br />
UitgeverIDen Bosch
Oorspronkelijke titel: <strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong><br />
Tekst: <strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />
© Uitgeverij Lemniscaat b.v., Rotterdam 1998<br />
Uitgegeven met een licentie van Uitgeverij Lemniscaat<br />
Omslagontwerp: Annemiek Dilven<br />
Foto omslag: Benelux Press<br />
BoekJauteurs<strong>in</strong>formatie: Floor Verbeek<br />
ISBN 90 208 47783<br />
Artikelnummer 159
Het was de dag dat de <strong>rechter</strong> uitspraak zou doen.<br />
1<br />
Twee jaar en een maand zaten ze daar al op te wachten.<br />
Juridische molens malen langzamer dan w<strong>in</strong>dmolens bij w<strong>in</strong>d<br />
kracht één. Verdag<strong>in</strong>g. Vertrag<strong>in</strong>g. Uitstel. Nader onderzoek. Het<br />
waren termen waar het hele gez<strong>in</strong> deskundig <strong>in</strong> was geworden.<br />
Maar nu scheen er niets meer tussen te kunnen komen. Lusteloos<br />
zaten ze aan het ontbijt, vader, moeder en Jusrus.<br />
De telefoon r<strong>in</strong>kelde. Ze keken elkaar aan. Toch uitstel?<br />
'Yvonne', zei vader. 'Wedden?'<br />
Justus stond op. Zestien jaar, donker, bijna zwart haar en bru<strong>in</strong>e<br />
ogen waarmee hij de wereld om zich heen oplettend opnam. Door<br />
zijn <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gende blik leek hij iemand met wie je geen ruzie moest<br />
maken, maar <strong>in</strong> de regel was hij zeer vredelievend. 'Het is Yvonne.'<br />
Vader nam de hoorn over.<br />
'Om tien uur. ( ... ) Ik zal je direct bellen, of moeder zal het doen,<br />
als ze me opsluiten. ( ... ) Je weet het nooit. ( ... ) Zakjes plakken<br />
schijnt niet meer de gewoonte te zijn, maar anders krijg je beslist<br />
een stapel van me, <strong>in</strong> vijf verschillende kleuren. ( ... ) Ja, Boudewijn<br />
is prima, ik heb goede moed. ( ... ) Tot zaterdag.( ... ) Zal ik doen.<br />
Groeten van Yvonne. Ze leeft mee.'<br />
'Van m<strong>in</strong>uut tot m<strong>in</strong>uut, dat weet ik zeker', zei moeder.<br />
Ze kauwden op hun bru<strong>in</strong>e boterham met kaas, met trage<br />
beweg<strong>in</strong>gen. Zelfs vader, die gewoonlijk kauwde met het tempo<br />
van een moderne drukpers. Daarbij g<strong>in</strong>gen zijn kaken niet alleen<br />
op en neer, ze maakten ook nog een rollende beweg<strong>in</strong>g. Het zag<br />
er zeer energiek uit, zelfs een beetje bedreigend. Als Justus soms,<br />
<strong>in</strong> gedachten weggedwaald, zijn vork en zijn kaken liet rusten,<br />
deed een blik op de malende mond van zijn vader hem opschrik<br />
ken. Dagdromen is nietsdoen, scheen die actieve mond te zeggen.<br />
Maar nu vergat zelfs vader af en toe de volgende hap te nemen.<br />
Nu staarde zelfs hij tussen twee slikbeweg<strong>in</strong>gen door even voor<br />
zich uit.<br />
De stilte was onnatuurlijk. Vader zat altijd vol grappen en ver<br />
halen. Ook over zijn rechtszaak had hij de afgelopen jaren vaak<br />
5
komische opmerk<strong>in</strong>gen gemaakt. 'Het is wat om met een crim<strong>in</strong>eel<br />
aan tafel te zitten had hij gisteren nog gezegd.'<br />
Moeder was wat stiller van aard. Ze at bedachtzaam, en veegde<br />
om de paar happen haar mond af met een servet. Dat gebaar werd<br />
meestal gevolgd door het nemen van een slokje thee. Of nam ze<br />
eerst thee en veegde daarna haar lippen af? Ineens wist Justus dat<br />
niet meer, terwijl hij het honderden malen had gezien. Hij lette even<br />
op. Juist, eerst het servet, dan de thee.<br />
Toch was zijn moeder ook niet op haar mondje gevallen. Wel op<br />
haar stuitje trouwens, reden waarom ze op een opgeblazen rubber<br />
band zat.<br />
Dat was gisteren gebeurd, toen ze gehaast de trap af kwam en<br />
een losliggende roe haar snelheid nog had vergroot. Bonkend met<br />
haar zitvlak van tree op tree was ze beneden aangeland, waar vader<br />
en Justus waren komen aansnellen, te laat om haar te kunnen hel<br />
pen, en aanvankelijk <strong>in</strong> tweestrijd of ze moesten lachen of bekla<br />
gen. Ze hadden gauw begrepen dat beklagen op z'n plaats was,<br />
want ze had zich fl<strong>in</strong>k bezeerd.<br />
'Denk je dat je het straks <strong>in</strong> de rechtszaal kunt uithouden, op die<br />
harde stoelen?' vroeg vader.<br />
'Jawel. Ik neem een kussentje mee.'<br />
'Zo lang zal het overigens niet duren.'<br />
'Daar geloof ik niet meer <strong>in</strong>.'<br />
Justus nam een krentenbol. Jam er op, of boter, of allebei? Hij<br />
kwam er niet toe dat vraagstuk tot een oploss<strong>in</strong>g te brengen. Zijn<br />
gedachten waren alweer elders en hij beet ongeïnteresseerd <strong>in</strong> het<br />
droge broodje. Stel dat zijn vader <strong>in</strong>derdaad werd veroordeeld, dat<br />
hij een jaar of meer de gevangenis <strong>in</strong> moest. In het beg<strong>in</strong>, een paar<br />
jaar geleden, was hij vier dagen vastgehouden op het politiebureau.<br />
'Om beschikbaar te zijn voor het onderzoek', hadden ze gezegd.<br />
Voorarrest had er <strong>in</strong> de krant gestaan. In verband met de affaire<br />
Molenhoek is J.H. V. te Stoutendam <strong>in</strong> voorarrest genomen. 'Niks<br />
aan de hand', had vader gezegd, toen hij na vier dagen die ze <strong>in</strong><br />
afschuwelijke spann<strong>in</strong>g hadden doorgebracht, monter het huis<br />
weer b<strong>in</strong>nenstapte. 'Misverstand. Verdachnnak<strong>in</strong>gen. Ik ben zo<br />
onschuldig als een pasgeboren k<strong>in</strong>d. Horen we nooit meer iets van.'<br />
Tijdens het vooronderzoek en <strong>in</strong> de verschillende fasen van het<br />
6
proces had hij steeds <strong>in</strong> dezelfde geest gesproken. 'Ik heb niets<br />
gedaan wat <strong>in</strong> strijd is met de wet. Ze zullen me met excuses laten<br />
gaan, let maar op.'<br />
Ook zijn advocaat, Boudewijn de Geus, was voortdurend opti<br />
mistisch geweest. 'Ze hebben geen poot om op te staan', was zijn<br />
geliefde uitdrukk<strong>in</strong>g. 'Hoogstens leunen ze op hun ambtelijke elle<br />
bogen.' Deze meester De Geus liep al tegen de vijftig, maar hij<br />
stond erop dat Justus hem Boudewijn noemde. Het was zijn manier<br />
om de strijd aan te gaan met het ouder worden. Hij had het gepro<br />
beerd met jeugdige bloesjes, met uitbundige dassen, met potsierlij<br />
ke bezoekjes aan een disco, allemaal tevergeefs. De laatste jaren<br />
ontwikkelde zich een buikje waar vroeger strakke spieren de boel<br />
<strong>in</strong> toom hadden gehouden. Dat verschafte hem een zekere waardig<br />
heid. In ieder geval paste het beter dan zijn vroegere jongensachtige<br />
lichaam onder de ouder wordende kop vol grijs haar. Hoe dan ook,<br />
hij scheen een kundig jurist te zijn. Maar als het toch anders uit<br />
pakte? Als vader de bak <strong>in</strong>draaide? Hield hij dat uit? Kwam hij dan<br />
tussen moordenaars en verkrachters te zitten, kerels met misdadige<br />
vuisten waar ze het liefst gezichten mee <strong>in</strong> elkaar slaan? Je zag dat<br />
<strong>in</strong> films over gevangenissen. Opgesloten zitten was één d<strong>in</strong>g, moe<br />
ten vertoeven tussen kerels met angstaanjagende tronies die ongure<br />
d<strong>in</strong>gen met je willen doen was nog veel erger. Zijn vader was aller<br />
m<strong>in</strong>st een krachtpatser. Vroeger dacht Justus dat hij de sterkste<br />
man van de wereld was, maar dat oordeel kwam door gebrek aan<br />
vergelijk<strong>in</strong>gsmateriaal. Nu was hij zelf al sterker dan zijn vader.<br />
Sterker <strong>in</strong> lichamelijk opzicht. Dat was onlangs nog gebleken, toen<br />
ze vriendschappelijk vochten om een tennisracket. Als er met de<br />
. tong moest worden gestreden was Justus nergens.<br />
En hoe moest het met hen? Zou er nog wel <strong>in</strong>komen zijn?<br />
Waarschijnlijk wel. Vader had altijd gezorgd dat er geen gebrek<br />
was. Hij strooide geld rond met het gemak waarmee een regenwolk<br />
zijn druppels eruit gooit. En hoe zouden ze op school reageren?<br />
Toen met het voorarrest hadden ze niks gezegd. Ze hadden een<br />
beetje gek naar Justus gekeken, maar dat was wellicht meer <strong>in</strong> zijn<br />
verbeeld<strong>in</strong>g geweest dan <strong>in</strong> werkelijkheid.<br />
'Justus zit erover te piekeren hoe het moet als ik straks moet zit<br />
ten, zitten brommen', zei vader.<br />
7
Justus glimlachte bleekjes.<br />
'Geen zorgen, stamhouder. Ik word vrijgesproken, daar is geen<br />
twijfel aan. Vanmiddag is het allemaal voorbij, f<strong>in</strong>ito. Vanavond<br />
gaan we lekker eten <strong>in</strong> het visrestaurant.'<br />
Zou moeder er ook zo over denken? Ook zij was <strong>in</strong> gedachten<br />
verzonken. Maar ze schudde even met haar hoofd en zei: ' 't Wordt<br />
tijd. E<strong>in</strong>de maaltijd.'<br />
Met z'n drieën ruimden ze de ontbijtboel weg, de een nog<br />
gedienstiger dan de ander. Er zijn momenten dat iedereen ernaar<br />
streeft de heiligen naar de kroon te steken. Er waart een collectieve<br />
wens rond om niets verkeerd te doen. Met liefde heeft dat we<strong>in</strong>ig te<br />
maken, het komt voort uit iets anders, kwetsbaarheid, je geen hou<br />
d<strong>in</strong>g weten te geven.<br />
Ze reden naar het gerechtsgebouw. Op de trappen die naar de<br />
<strong>in</strong>drukwekkende <strong>in</strong>gang leidden, ontmoetten ze Boudewijn de Geus<br />
die moeder kuste, Justus een hand gaf en daarna een arm om<br />
vaders schouder legde en hem vertelde hoe goed de zaak ervoor<br />
stond.<br />
Ze g<strong>in</strong>gen naar b<strong>in</strong>nen en volgden De Geus naar een zaaltje dat<br />
er uitzag als een vertrek <strong>in</strong> een cultureel centrum. Je zou je goed<br />
voor kunnen stellen dat het bestuur van de voetbalverenig<strong>in</strong>g<br />
SZmO (Stoutendam Zet 'm Op) hier vergaderde. Er h<strong>in</strong>g een por<br />
tret van de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>, dat was het enige officiële voorwerp dat er<br />
was te v<strong>in</strong>den. Justus had zich een veel <strong>in</strong>drukwekkender ruimte<br />
voorgesteld, met ouderwetse hoge stoelen, donkere betimmer<strong>in</strong>g,<br />
engeltjes tegen het plafond. Kortom, iets wat aan een plechtig ver<br />
leden doet denken. Bij de eerdere zitt<strong>in</strong>gen was hij nooit geweest,<br />
zijn vader had dat niet gewild. Hij had de zitt<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> zijn<br />
zaak werd behandeld, weggewuifd als niet van belang zijnde, zoiets<br />
als het afhalen van een paspoort.<br />
Het zaaltje was nagenoeg leeg. Ze zochten plaatsen <strong>in</strong> het<br />
gedeelte dat voor het publiek was bedoeld. De Geus was <strong>in</strong>eens<br />
verdwenen. Er druppelden nog een stuk of tien mensen b<strong>in</strong>nen.<br />
Niemand zei iets.<br />
Was dit nu een rechtszaal? Werd hier RECHT gesproken, op<br />
grond van de WET? G<strong>in</strong>gen vanuit dit onbeduidende zaaltje men<br />
sen voor jaren de gevangenis <strong>in</strong>, om te boeten voor misdaden<br />
8
egaan tegen de gemeenschap? Justus kon zich daar geen voorstel<br />
l<strong>in</strong>g van maken. De omgev<strong>in</strong>g deed hem denken aan de lez<strong>in</strong>g die<br />
ze eens hadden gehoord <strong>in</strong> een achterzaaltje van een dorpshuis,<br />
waar niet meer dan tw<strong>in</strong>tig mensen op af waren gekomen en waar<br />
de afwezigen na afloop gelijk bleken te hebben gehad.<br />
Nee kijk, er veranderde toch iets. Het werd plechtiger. De advo<br />
caat kwam b<strong>in</strong>nen, nu gehuld <strong>in</strong> toga, en meteen daarop kwamen<br />
uit een zijdeur drie <strong>rechter</strong>s, ook <strong>in</strong> toga, die plaats namen aan de<br />
lange tafel voor<strong>in</strong>, hun gezicht naar het publiek. Twee vrouwen en<br />
een man waren het, veel jonger dan Justus zich had voorgesteld, zo<br />
te zien jonger dan De Geus.<br />
Er kwam nog een man <strong>in</strong> toga aanlopen, met driftige pasjes. Hij<br />
had een stapel papieren onder zijn arm en hij g<strong>in</strong>g zitten aan een<br />
tafelje dat haaks stond op de tafel van de <strong>rechter</strong>s.<br />
'De officier van justitie', fluisterde vader.<br />
Er was ook een tafelje waaraan een meneer <strong>in</strong> burger zat en die<br />
zei met luide stem: 'Aan de orde is de zaak van de Staat versus <strong>Jan</strong><br />
Hendrik Verdaasdonk.'<br />
De Geus wenkte. Vader stond op en g<strong>in</strong>g naast hem zitten, voor<br />
aan. De middelste <strong>rechter</strong>, een mevrouw met kort haar en een bril<br />
letje, nam het woord. Haar stem was hoog en we<strong>in</strong>ig plechtig. Ze<br />
zei niet 'u hebt', zoals het volgens moeder hoorde, maar 'u heeft'.<br />
Justus probeerde te volgen wat ze zei. Dat viel niet mee. In het<br />
beg<strong>in</strong> lukte het nog wel. Ze vatte samen waar het over g<strong>in</strong>g, name<br />
lijk over de verkoop van grond <strong>in</strong> het gebied dat bekend stond als<br />
de Molenhoek, waar <strong>in</strong>tussen een honderdtal won<strong>in</strong>gen was<br />
gebouwd. Daarna g<strong>in</strong>g het over transacties, manipulaties, over<br />
drachten, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsconstructies. Justus raakte de draad kwijt.<br />
Zijn gedachten dwaalden weg, naar televisieseries over rechtspraak<br />
die hij altijd precies begreep, naar ouderwetse rechtspraken waarbij<br />
de <strong>rechter</strong>s pruiken droegen, naar zijn zusje Yvonne die advocaat<br />
aan het worden was.<br />
Uit zijn ooghoeken keek hij naar zijn moeder. Ze zat rechtop,<br />
een kussentje onder haar niet ger<strong>in</strong>ge popo. Ze voerde al jaren een<br />
ongelijke strijd tegen het fenomeen uitdijen, niet geholpen door<br />
haar slanke echtgenoot, die als het onderwerp ter sprake kwam zei<br />
dat hij het wel leuk vond als er veel van haar was. Zowel zij als<br />
9
vader luisterden gespannen naar de woorden die de <strong>rechter</strong> oplas.<br />
De advocaat luisterde ook goed, leek het, maar <strong>in</strong> zijn rug zat m<strong>in</strong><br />
der spann<strong>in</strong>g. De officier van justitie speelde met een goudkleurig<br />
pennetje.<br />
' ... , zodat de rechtbank besluit tot vrijspraak', e<strong>in</strong>digde de <strong>rechter</strong>.<br />
De Geus zwengelde aan vaders hand en moeder trok Justus naar<br />
zich toe om hem te kussen. De <strong>rechter</strong> zei dat de zitt<strong>in</strong>g gesloten<br />
was, waarna ze met haar beide collega's afmarcheerde door het zij<br />
deurtje. Moeder sprong op, greep naar haar stuitje, g<strong>in</strong>g weer zit<br />
ten, kwam daarna voorzichtiger overe<strong>in</strong>d, strompelde naar vader<br />
en drukte hem plat. Daarna kuste ze De Geus, Justus omhelsde zijn<br />
vader, kortom, er was een kle<strong>in</strong> feestje van vier mensen. De officier<br />
keek zuur. Met zijn driftige pasjes liep hij langs hun groepje en<br />
snauwde tegen de advocaat dat die nog wel zou horen of hij <strong>in</strong><br />
hoger beroep g<strong>in</strong>g.<br />
'Dat zou me verbazen, mijn waarde', zei De Geus.<br />
Ze liepen het zaaltje uit, de trappen af, naar de kroeg aan de<br />
andere kant van het ple<strong>in</strong>. Vader had weer het hoogste woord.<br />
'Ik wist het', zei hij. 'Je bent een kei, Boudewijn. Je wordt een<br />
hele grote. Ik zal nooit je pleidooi van veertien dagen geleden ver<br />
geten. Dat was magistraal. Zag je het gezicht van de officier? Ouwe<br />
chagrijn. Hij had nooit aan de zaak moeten beg<strong>in</strong>nen. Nou jongen,<br />
wat zeg je ervan? Zie je nou wel dat je ouwe heer onschuldig is? Er<br />
zit we<strong>in</strong>ig crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> de familie. Eerst even Yvonne bellen.'<br />
Hij verdween <strong>in</strong> de telefooncel bij de uitgang.<br />
'Wat ben ik opgelucht', zei moeder. 'Eerlijk gezegd was ik er<br />
helemaal niet gerust op.'<br />
'Het recht heeft gezegevierd', constateerde De Geus. Vader kwam<br />
terug, handenwrijvend, vergenoegd.<br />
'Yvonne was <strong>in</strong> de wolken. Ze komt het weekend. Ik heb gezegd<br />
dat ze vanavond op mijn kosten moet gaan eten met Bart. Heerlijke<br />
meid, die Yvonne. Dat wordt ook een goeie, Boudewijn, let op m'n<br />
woorden. Ze had deze uitspraak voorspeld, precies op grond van<br />
de argumenten die de <strong>rechter</strong> aanvoerde.'<br />
Ze dronken champagne. Ze maakten grappen en lachten. Ze<br />
deden de officier van justitie na. Later thuis, belden ze familie en<br />
vrienden, het was een feestdag van jewelste. 's Avonds aten ze met<br />
10
een tiental vrienden <strong>in</strong> het visrestaurant, waarbij de wijn rijkelijk<br />
vloeide.<br />
Tegen elven was Justus <strong>in</strong> zijn kamer. Ook hij had een paar gla<br />
zen wijn gedronken. Zijn hoofd voelde licht, maar zijn ziel niet. Hij<br />
g<strong>in</strong>g voor de spiegel staan en keek zichzelf aan. Hij grijnsde zijn<br />
tanden bloot, maar zijn ogen lachten niet, zoals ze de hele dag niet<br />
echt hadden gelachen.<br />
Wat is er met me, dacht hij. Ben ik niet blij dat vader niet naar<br />
de gevangenis hoeft? Ben ik dan niet bang geweest dat hij achter de<br />
tralies zou komen, temidden van schurken en misdadigers? Zag ik<br />
niet voor me hoe hij na jaren de gevangenispoort uit zou komen<br />
strompelen, somber en uitgeblust? Ben ik niet blij? Of kan ik er<br />
niet tegen dat hij zo <strong>in</strong> het centrum van de belangstell<strong>in</strong>g staat? De<br />
hele avond waren vaders kw<strong>in</strong>kslagen over de tafel gegaan.<br />
Iedereen had aan zijn lippen gehangen. Aan zelfspot geen gebrek,<br />
aardig tegen iedereen, gul als geen ander. Voor zijn gasten was het<br />
beste nog niet goed genoeg geweest. Voor moeder was hij vanmid<br />
dag een prachtige broche gaan kopen, 'omdat ze steeds achter hem<br />
was blijven staan'. Hij, Justus, had nieuwe tennisschoenen gekre<br />
gen en voor Yvonne lag een beeldig tasje klaar, van zacht bru<strong>in</strong> leer.<br />
Zijn vader was een fantastische man. Als hij een glas teveel dronk<br />
werden zijn grappen wel eens een tikje platvloers, dan zag Justus<br />
dat moeder zich geneerde, maar dat was dan ook alles wat op<br />
vader was aan te merken. Nou dan. Slapen, man. Het was een<br />
prachtige dag geweest. Gisteravond had hij ook zo voor de spiegel<br />
gestaan, hartstikke ongerust. Hij had bij wijze van spreken het<br />
gerammel van ketenen gehoord, <strong>in</strong> gedachten had hij de <strong>rechter</strong><br />
horen zeggen: 'Ik veroordeel u tot tien jaar gevangenisstraf.' Of<br />
tw<strong>in</strong>tig. Je haalt je wat <strong>in</strong> 't hoofd. Met een jaar had hij ernstig<br />
reken<strong>in</strong>g gehouden. De Geus had het een keer gezegd: 'In het<br />
ondenkbare geval dat de <strong>rechter</strong> je schuldig bev<strong>in</strong>dt, kun je één of<br />
twee jaar krijgen.' Een mooie dag. Hij kon zijn klasgenoten weer<br />
recht <strong>in</strong> de ogen kijken. Zijn vader was onschuldig. Nou dan.<br />
11
2<br />
Die zaterdagmiddag kwam Yvonne.<br />
Ze was zeven jaar ouder dan Justus, een aardig uitziende, spor<br />
tieve meid. Ze leek veel op haar vader, spraakzaam, levendig, bor<br />
relend van <strong>in</strong>itiatief. De trap deed ze altijd met twee treden tegelijk,<br />
ze brak steevast een kopje of een bord als ze hielp met de afwas.<br />
Als ze turks fruit meebracht, zoals vandaag, was dat meteen een<br />
kilo, en ze knuffelde graag. Daar had Justus ernstig onder geleden<br />
toe hij kle<strong>in</strong> was, zijn oudere zus moest hem om de haverklap zo<br />
nodig op schoot trekken en overladen met liefkoz<strong>in</strong>gen. De laatste<br />
jaren was het m<strong>in</strong>der, niet omdat het karakter van Yvonne was ver<br />
anderd, maar omdat Justus sprieten op zijn k<strong>in</strong> had die hij slechts<br />
van tijd tot tijd verwijderde, omdat hij één meter negenentachtig<br />
lang was geworden en omdat hij zijn slanke zusje met één hand op<br />
afstand kon houden.<br />
Er was nu een ander gevaar als Yvonne <strong>in</strong> de buurt was, name<br />
lijk haar hartstocht voor het uitdrukken van meeëters. Vooral<br />
's zomers, als Justus schaars was gekleed, ontdekte ze altijd wel<br />
weer zwarte stipjes op zijn rug, die ze tot meeëter verklaarde en<br />
met wellust en scherpe nagels uitdrukte.<br />
'Doe dat maar bij Bart', zei Justus. Bart was haar laatste verove<br />
r<strong>in</strong>g, een student <strong>in</strong> iets vaags, waar het woord cultuur <strong>in</strong> voor<br />
kwam.<br />
'Bart is voor het knuffelen, jij bent voor de meeëters.'<br />
Yvonne kon goed leren. Ze had vlot het atheneum doorlopen,<br />
(de achten hadden met wat <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g negens kunnen zijn), en<br />
nu studeerde ze rechten <strong>in</strong> Leiden. Ze was bijna klaar. Als je mees<br />
ter <strong>in</strong> de rechten bent, kun je daar van alles mee doen, maar<br />
voor Yvonne stond vanaf het beg<strong>in</strong> vast dat ze advocaat zou<br />
worden.<br />
't Was altijd gezellig als Yvonne er was. Meestal werden er eerst een<br />
uur ervar<strong>in</strong>gen uitgewisseld, maar deze keer trok ze zich na een<br />
paar m<strong>in</strong>uten terug <strong>in</strong> haar kamer met de tekst van het vonnis die<br />
ze haar vader afhandig had gemaakt. Beroepsmatig was ze toch al<br />
12
geïnteresseerd, en als het dan ook nog je geliefde vader betreft, kan<br />
het helemaal niet wachten.<br />
Na een tijdje kwam ze fluitend terug.<br />
'Goed van die Boudewijn' , zei ze. 'Hij heeft de enig kansrijke<br />
verdedig<strong>in</strong>gslijn gekozen. Petje af.'<br />
Pas de volgende middag kon Justus even alleen met Yvonne pra<br />
ten. Ze zaten <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>, op de schitterende houten tu<strong>in</strong>meubels die<br />
vader een week eerder had gekocht. De zon scheen. De vl<strong>in</strong>der<br />
struik werd bezocht door wel honderd pauwogen.<br />
'Ik snapte het vonnis niet', zei Justus.<br />
'Dat kan ik me voorstellen. Het staat vol juridische termen. Het<br />
belangrijkste is dat vader is vrijgesproken.'<br />
'Wat was er nu zo goed van Boudewijn?'<br />
'Laat me proberen het uit te leggen', zei Yvonne. 'Je weet dat er<br />
een heleboel wetten zijn. Daar<strong>in</strong> staat wat je mag of niet mag, of<br />
wat je moet. Dat lijkt makkelijk, maar dat is het niet. Een voor<br />
beeld. Er staat <strong>in</strong> de wet dat je niet mag stelen. Stel nu dat je langs<br />
een kanaal komt waar een hond <strong>in</strong> is gevallen. Het beest zwemt hij<br />
gend langs de kant, maar die is te stijl om uit het water te komen.<br />
Je probeert hem te helpen, maar je kunt er niet bij. Er is niemand <strong>in</strong><br />
de buurt. Het is duidelijk dat de hond haast niet meer kan.'<br />
'Ik zie het voor me', zei Justus.<br />
'Er is een huis <strong>in</strong> de buurt. Je belt aan. Er wordt niet open<br />
gedaan. Naast het huis ligt een ladder. Je sjouwt de ladder naar het<br />
kanaal en zet hem <strong>in</strong> het water. Je redt de hond. Je haalt de ladder<br />
naar boven, maar omdat je moe bent valt hij uit je handen en<br />
breekt. Op dat moment komt de eigenaar van de ladder aan fiet<br />
sen. Hij zegt dat je zijn ladder hebt gestolen en vernield. Je legt uit<br />
wat er is gebeurd. 'Niks mee te maken', zegt de man.' 't Is mijn lad<br />
der en bovendien heeft die hond vorige week drie kippen van me<br />
doodgebeten. Mijn zoontje heeft hij ook al eens te pakken gehad,<br />
een beet <strong>in</strong> zijn hand, gehecht <strong>in</strong> het ziekenhuis. Jammer dat die<br />
rothond niet is verzopen.'<br />
'Dan zal ik de ladder moeten vergoeden', meent Justus.<br />
'Je biedt dat aan. Maar de eigenaar zegt dat die ladder nog van<br />
zijn vader is geweest, dat hij barst van de sentimentele waarde en<br />
dat hij gerepareerd moet worden bij het museum voor middel-<br />
13
eeuwse huishoudelijke voorwerpen, wat vijfduizend gulden gaat<br />
kosten. Ik zeg maar wat.'<br />
'Ik zou zeggen dat hij op de pot kon plaatsnemen.'<br />
'De man gaat naar de <strong>rechter</strong>, want hij is zo iemand die dan naar<br />
de <strong>rechter</strong> gaat - daar zijn er meer van dan je denkt, volstrekte<br />
idioten <strong>in</strong> onze ogen - en dan moet de <strong>rechter</strong> uitspraak doen.<br />
Met alleen maar die wet <strong>in</strong> z'n hand dat je niet mag stelen.'<br />
'Ja ja', zei Justus. 'De <strong>rechter</strong> moet uitmaken wat de wet bedoelt<br />
<strong>in</strong> zo n geval, Ik zou het wel weten. Ik stuurde die vent met z'n<br />
kapotte ladder naar een tehuis voor laddergekken.'<br />
wet.'<br />
'Daar is weer een andere wet voor. Een nog lastiger toe te passen<br />
'Wie is vader nu, de man van de hond of de man van de ladder?'<br />
'Dat doet er niet toe', zei Yvonne. 'Belangrijk is dat Boudewijn<br />
heeft kunnen aantonen dat vader de wet waar het om g<strong>in</strong>g niet<br />
heeft overtreden. De <strong>rechter</strong> vond dat Boudewijn gelijk had en<br />
vader is vrijgesproken.<br />
En vertel me nu eens hoe het met Stijn gaat.'<br />
De middag verstreek. Na het avondeten g<strong>in</strong>g Yvonne terug naar<br />
Leiden. Vader zat voor Studio Sport, het onaantastbare programma<br />
van de vroege zondagavond. Justus keek mee tot het voetballen<br />
voorbij was. Het schermen en de motorraces die nog volgden, <strong>in</strong>te<br />
resseerden hem niet. Hij besloot naar Stijn te gaan, Yvonne had<br />
hem op een idee gebracht.<br />
Stijn en hij waren al bevriend s<strong>in</strong>ds de basisschool. Ze waren zeer<br />
verschillend. Stijn leek op het eerste gezicht saai. Hij hield niet van<br />
avontuur. Hij was zelf voorspelbaar, de gebeurtenissen moesten dat<br />
zo mogelijk ook zijn. Zijn grote hobby was meteorologie, de kennis<br />
van het weer. Wellicht was dat omdat het weer zo onvoorspelbaar<br />
is. Hij vond het prachtig om het zo voorspelbaar mogelijk te maken.<br />
Als jongen van acht was hij al begonnen met<strong>in</strong>gen te doen. De<br />
temperatuur, de hoeveelheid regen die viel, later ook de vochtigheid<br />
van de lucht en de w<strong>in</strong>dsnelheid en -richt<strong>in</strong>g. Hij had geleerd de<br />
meetresultaten uit te zetten <strong>in</strong> een grafiek. Met grote nauwkeurig<br />
heid kon hij je vertellen wat voor weer het <strong>in</strong> hun tu<strong>in</strong> was geweest,<br />
bijvoorbeeld vier jaar en drie maanden geleden.<br />
14
'Ik snap niet dat het je niet verveelt', zei Justus soms.<br />
'Afwijk<strong>in</strong>g van me.'<br />
Verder had Stijn een vriend<strong>in</strong>, ook al jaren. Ze heette Joke en ze<br />
woonde twee straten verderop. Justus had geen vriend<strong>in</strong>, nooit<br />
gehad ook. Hij vond meisjes wel leuk, heel leuk zelfs, als ze niet <strong>in</strong><br />
de buurt waren. Hij dacht aan hun witte tanden en hun bru<strong>in</strong>e<br />
benen en stelde zich voor hoe het zou zijn om ze aan te raken. In<br />
hun nabijheid werd hij verlegen en daardoor stuurs. Hij voelde zich<br />
niet prettig <strong>in</strong> hun buurt, hij klapte dicht zoals dat heet. Hij werd<br />
ook niet verliefd op één bepaald meisje, hoewel... 't was hem toch<br />
een keer overkomen. Dat was met Carolien. Carillon, noemde<br />
Justus haar <strong>in</strong> gedachten, want er zaten hoge heldere t<strong>in</strong>keltjes <strong>in</strong><br />
haar stem en als ze lachte was het of er een carillon speelde. En ze<br />
had een paardenstaart die verleidelijk danste op haar rug als ze<br />
liep. Carolien had een klas lager gezeten dan hij en voordat hij de<br />
moed had gehad haar aan te spreken, was ze verhuisd en uit zijn<br />
gezichtsveld verdwenen. <strong>Eigen</strong>lijk wel rustig. Denken aan haar had<br />
een beetje pijn gedaan <strong>in</strong> zijn maag en als hij haar had zien fietsen<br />
naast een andere jongen, haar t<strong>in</strong>kelende stem boven alle straatla<br />
waai uit, kon hij soms een dag lang nergens anders aan denken.<br />
Maar Stijn had Joke. Hij beschouwde haar een beetje als eigen<br />
dom, zoals een ander z'n brommer. Als iets dat altijd beschikbaar<br />
voor je is. Dat kl<strong>in</strong>kt vervelender dan het was, want zij had hetzelf<br />
de gevoel over hem. Ze hoorden bij elkaar, punt uit.<br />
Er was nog iets opmerkelijks aan Stijn. Hij maakte gedichten.<br />
Evenals de meteorologie en Joke was het iets waar Justus we<strong>in</strong>ig<br />
van snapte. Wat bezielde Stijn om op te schrijven:<br />
Een schreeuw<br />
<strong>in</strong> de nacht van het verlangen.<br />
Vervlogen keus.<br />
Of toch de laatste uitweg.<br />
'Wat betekent dàt nou helemaal', zei Justus. 'Maakte hij er die<br />
nacht een e<strong>in</strong>d aan?'<br />
'Zou kunnen.'<br />
'Dat moet jij, als schrijver, toch weten.'<br />
15
'Nee, dat hoef ik niet te weten. Dat mag jij als lezer beslissen.'<br />
Justus dacht na. 'Waarom schrijf je niet:<br />
In de nacht van het verlangen<br />
bleef hij steeds besluiteloos.<br />
Toen heeft hij zich maar verhangen.<br />
Da's de uitweg die hij koos.<br />
Dat is tenm<strong>in</strong>ste iets wat ik zou snappen.' 'Omdat het rijmpje van<br />
jou niet vibreert.' 'Niet wat?'<br />
'Het veroorzaakt geen trill<strong>in</strong>gen, geen rimpel<strong>in</strong>gen.'<br />
'0 juist', zei Justus.<br />
Het kon Stijn we<strong>in</strong>ig schelen of zijn gedichten mooi werden<br />
gevonden of niet, althans zo leek het. Af en toe verscheen er een <strong>in</strong><br />
de schoolkrant en hij had ook al eens meegedaan aan een poëzie<br />
wedstrijd <strong>in</strong> het Cultureel Centrum. Joke zei dat ze het prachtig<br />
vond, maar Justus had het vermoeden dat de verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van de<br />
liefde een woordje meesprak. 'Geen keus, door de macht van het<br />
verlangen', mompelde hij.<br />
Die zondagavond g<strong>in</strong>g Justus dus langs bij Stijn. Hij zat met Joke<br />
op z'n kamer naar cd'tjes te luisteren, Franse liedjes die niet te ver<br />
staan waren maar wel leuk klonken.<br />
Joke kwam op Justus af en omhelsde hem.<br />
'Hartelijk gefeliciteerd.'<br />
'Ben ik jarig?' vroeg Justus.<br />
'Met de vrijspraak van je vader, joh.'<br />
'0 ja. Dank je wel.'<br />
'Kan het je zo we<strong>in</strong>ig schelen?'<br />
'Nee. Jawel. Ik dacht er even niet aan.'<br />
Stijn stond op en knipte de cd-speler uit.<br />
'Je vader is dus onschuldig', zei hij. 'Dat zou mij een goed gevoel<br />
geven. Mijn eigen vader is schuldig aan te we<strong>in</strong>ig zakgeld geven,<br />
aan chagrijnig kijken als ik de krant eerder lees dan hij, aan uit<br />
doen van de televisie voordat ik het uitgebreide weeroverzicht heb<br />
kunnen zien, maar dat is allemaal te we<strong>in</strong>ig voor celstraf. Jouw<br />
vader geeft je een vorstelijk zakgeld, hij is altijd opgewekt en als<br />
16
het aan hem ligt, staat de televisie de hele dag aan. En nu blijkt hij<br />
ook nog onschuldig aan fraude. Je moet een gelukkig mens zijn.'<br />
'Zeer gelukkig', zei Justus somber.<br />
'Wat zeg je dat opgetogen.'<br />
'Zeer gelukkig', juichte Justus.<br />
'Je hebt natuurlijk de pest <strong>in</strong> over dat stukje <strong>in</strong> de Stouten<br />
dammer' , zei Joke.<br />
'Die lezen we niet. Wat stond er<strong>in</strong>?'<br />
'0, niks. Dat er een vormfout was gemaakt. Dat je vader geluk<br />
had gehad. Die kranten schrijven maar wat.'<br />
'Ik had het er nog over met Yvonne, vanmiddag. Ze zegt dat<br />
alleen de <strong>rechter</strong> beslist of iemand schuldig is of onschuldig. Niet<br />
de krant. En ze is bijna afgestudeerd <strong>in</strong> rechten.'<br />
'Onweer voorbij', constateerde Stijn. 'Stormveld weggedreven.<br />
Verwacht<strong>in</strong>g voor de lange termijn: droog en onbewolkt. Wil je een<br />
cola?'<br />
'Graag.'<br />
Maar tijdens het aanhoren van Jokes commentaar op de toptien<br />
van deze week, bleef het woord dre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> zijn hoofd. Vormfout.<br />
Foute vorm? Fout van vorm? Welke vorm? Mieke, een van de<br />
meisjes <strong>in</strong> hun klas, had een vormfout, want ze was veel te dik. Ze<br />
had geen vorm of de vorm van een pilaar. Justus vroeg zich af of ze<br />
daar iets aan kon doen. At ze te veel of had ze een ziekte onder de<br />
leden? Ze at wel veel, vond hij, ze snoepte graag. Maar misschien<br />
at ze veel omdat ze een ziekte onder de leden had. Een boom <strong>in</strong> de<br />
laan achter hun huis had ook een foute vorm. Er zat een rare bocht<br />
<strong>in</strong>, hij leek op je te zullen vallen als je er onderdoor kwam. En het<br />
nieuwe bankgebouw had een verkeerde vorm; althans, zijn vader<br />
schimpte op de architectuur, die hij foeilelijk vond. 'En dat nog wel<br />
voor een bank, die rijk wordt van onze centen', placht hij te zeg<br />
gen.<br />
Ze praatten over school, over de vakantie die net was begonnen<br />
en die nog zes weken zou duren. Over de kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen, die er ener<br />
zijds niet toe doen en anderzijds zo belangrijk zijn. Kletsen met<br />
vrienden.<br />
'Ik ga weer 's', kondigde Justus aan.<br />
'Haast?'<br />
17
'Nou nee, maar we kletsen toch zo maar wat.'<br />
, 't Is gek', zei Stijn. 'Onlangs hadden we onze oude buren op<br />
bezoek, je weet wel, de familie Van de Br<strong>in</strong>k.'<br />
'Die zijn toch naar Nieuw-Zeeland vertrokken?'<br />
'Ja, vijf jaar geleden al. Ze zijn terug. Het beviel ze niet. Nou<br />
goed, je zou denken dat je elkaar van alles te vertellen hebt, maar<br />
nee hoor. De avond sleepte zich voort. Gek hé? Kletsen kun je<br />
alleen met mensen die je ieder ogenblik ziet.'<br />
Stijn had zo zijn gedachten. Hij zag we<strong>in</strong>ig, hij mijmerde veel. Je<br />
kon met hem langs een kermis lopen en als je er voorbij was had hij<br />
niet gemerkt dat er een kermis aan de gang was. Dan waren zijn<br />
gedachten blijven hangen bij een slagersw<strong>in</strong>kel die je vijf m<strong>in</strong>uten<br />
eerder was gepasseerd. Zei je: 'Al weer kermis, het lijkt wel of hij<br />
er een maand geleden nog was. Toch is hij er maar eens per half<br />
jaar.' Antwoordde hij: 'Zouden over honderd jaar alle mensen<br />
vegetariër zijn?'<br />
Justus g<strong>in</strong>g naar huis. Hij at nog een gevulde koek met zijn<br />
ouders en g<strong>in</strong>g daarna naar zijn kamer. Vormfout. In de werk<br />
kamer van zijn vader stond de driedelige Van Dale. Dus g<strong>in</strong>g hij<br />
weer even naar beneden. Vormfout. Het stond er niet <strong>in</strong>. Elfde<br />
druk, editie 1984. Een nieuw woord, dat er tien of vijftien jaar<br />
geleden nog niet was? Een vakterm die niet <strong>in</strong> het woordenboek<br />
thuishoorde? Geen wonder dat hij het niet kende. En de krant dan?<br />
Een krant gebruikte toch geen woorden die niet <strong>in</strong> Van Dale<br />
stonden?<br />
Hij moest het zijn vader vragen, dacht hij. Die zou heus wel<br />
weten wat er over zijn proces <strong>in</strong> de kranten had gestaan. Maar om<br />
de een of andere reden sprak hij niet graag met vader over het pro<br />
ces. Met moeder dan? Die zou het wegwuiven. 'Heb ik geen ver<br />
stand van', zou ze zeggen. Over d<strong>in</strong>gen die van belang zijn, maakt<br />
mijn vader een grap en mijn moeder gaat ze uit de weg, dacht hij<br />
met ongewone helderheid. Neem nou het probleem van de vluchte<br />
l<strong>in</strong>gen, dat hij onlangs aan tafel had aangesneden. 'Allemaal een<br />
kwestie van status', had vader gezegd. 'Dat moet de reger<strong>in</strong>g maar<br />
oplossen was moeders commentaar geweest.'<br />
Nee, Yvonne moest hij hebben. Helaas was ze weer naar Leiden<br />
vertrokken. Zou hij haar opbellen? Lastig onderwerp voor een tele-<br />
18
foongesprek. Nou ja, hij zou nog wel zien. Vormfout. Hij draaide<br />
zich op zijn andere zij. Een mug snorde storend om zijn hoofd.<br />
Rotbeest. In de stilte van de avond maakte het een geluid als van<br />
een straaljager, zo vlak bij zijn oor. Zat de hor wellicht niet <strong>in</strong> het<br />
raam? Hij stond op, zonder het licht aan te doen, om niet nog meer<br />
<strong>in</strong>secten aan te trekken. Het hor zat wel degelijk <strong>in</strong> het raam. Hij<br />
zag dat zijn vader <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> zat en met iemand sprak. Wie was dat?<br />
Niet moeder, zoveel kon hij wel onderscheiden. Het was een man,<br />
een man die hij niet kende. Vreemd, zo laat op zondagavond. De<br />
mannen spraken gedempt, Justus kon er niets van verstaan.<br />
Hij g<strong>in</strong>g terug <strong>in</strong> bed. Zijn vader die <strong>in</strong> de late avond zit te flui<br />
steren met een onbekende man. Vreemd. Dat klopt niet helemaal.<br />
Je zou het best een vormfout kunnen noemen.<br />
19
3<br />
In het ochtendlicht lijkt alles anders. Zoals de aarde door de nacht<br />
is afgekoeld, zijn ook de gedachten koeler, nuchterder geworden.<br />
De schaduwen van de bomen wijzen <strong>in</strong> een andere richt<strong>in</strong>g dan de<br />
vorige avond. De oostzijde van het huis wordt door de zon besche<br />
nen; het is alsof een relativerender, oostelijker filosofie daardoor<br />
meer kans krijgt.<br />
Die man <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>, dat was natuurlijk een kennis van zijn vader,<br />
niks bijzonders.<br />
Justus besloot het gewoon te vragen.<br />
'Je had nog laat bezoek', zegt hij.<br />
'Een relatie van mijn werk. Hij wilde raad over iets waarmee hij<br />
vanochtend aan het werk moet.'<br />
Zie je wel, niks aan de hand.<br />
Als hij even met zijn moeder alleen is, vraagt hij: 'Is vader vrijge<br />
sproken op grond van een vormfout?'<br />
'Zo schijnen ze dat te noemen. Volgens Boudewijn zat de officier<br />
van justitie er helemaal naast met zijn aanklacht. Verkeerde argu<br />
menten, verkeerd opgeschreven, zoiets. De <strong>rechter</strong> gaat er dan van<br />
uit dat het hele verhaal niet klopt. Hoe dan ook, je vader is niet<br />
schuldig, gelukkig. Wil je karnemelk of yoghurt?' Ik maak me<br />
altijd zorgen om niks, denkt Justus. Zijn vader zei het soms: 'Je tilt<br />
veel te zwaar aan de d<strong>in</strong>gen. Dat heb je van opa Christiaan<br />
Correct.' Zijn grootvader heette natuurlijk niet echt zo. Zijn naam<br />
was Christiaan Luykens. Volgens vader had moeder er ook een tik<br />
van beet, zij het wat m<strong>in</strong>der dan haar vader. Hij had ook eens<br />
gezegd: 'Toen we pas getrouwd waren en ik nog op het gemeente<br />
huis werkte, maakte moeder al een kritische opmerk<strong>in</strong>g als ik per<br />
ongeluk een potlood van kantoor <strong>in</strong> m'n zak had. Terwijl ik<br />
natuurlijk geregeld mijn eigen potloden op het gemeentehuis<br />
gebruikte.'<br />
't Is waar, dacht Justus. Als de jongens vroeger appels g<strong>in</strong>gen jat<br />
ten <strong>in</strong> de boomgaard van de boer, deed ik niet mee. Yvonne wel.<br />
Die vond de appels lekkerder naarmate ze met meer risico <strong>in</strong> haar<br />
bezit waren gekomen.<br />
20
Normaal gesproken zouden ze deze dag met vakantie zijn<br />
gegaan, zijn vader en moeder en hij, met Rudolf, zijn neef. Rudolf<br />
woonde met zijn gescheiden moeder, de zuster van Justus' moeder,<br />
<strong>in</strong> Amsterdam. S<strong>in</strong>ds Yvonne niet meer meeg<strong>in</strong>g met vakantie,<br />
werd Rudolf altijd uitgenodigd. Dat was leuk voor Justus, en ook<br />
voor Rudolf, die geen broers en zusters had. Maar de tocht naar<br />
Spanje was uitgesteld vanwege moeders stuitje. Daar g<strong>in</strong>g het nog<br />
niet goed mee. Een lange tocht <strong>in</strong> de auto zou een martel<strong>in</strong>g voor<br />
haar zijn.<br />
Justus bedacht dat hij wel weer eens zou willen honkballen. Hij<br />
had een tijdje op een honkbalclub gezeten, samen met Stijn.<br />
Misschien had Stijn z<strong>in</strong> om weer eens een balletje te slaan. Waar<br />
was zijn honkbalknuppel? Waarschijnlijk op zolder. Hij g<strong>in</strong>g op<br />
zoek. Jazeker, daar stond hij, <strong>in</strong> een oude paraplubak.<br />
Zolders zijn aardig als je er een poos niet bent geweest. Je blijkt<br />
d<strong>in</strong>gen te hebben die je was vergeten. Als je ze weer ontdekt, is dat<br />
bijna hetzelfde als wanneer je ze nieuw krijgt op je verjaardag.<br />
Wat was dat voor een rol? Een vloerkleed, zo te zien. Justus<br />
maakte het touwtje los en rolde het kleed uit. Een prachtig kleed,<br />
nondeju. Waarom gebruikten ze dat niet? Ineens schoot hem te b<strong>in</strong><br />
nen waar dat kleed vandaan kwam. Hoe lang was het geleden?<br />
Vier jaar? Vijf jaar? Toen waren ze met vakantie geweest naar<br />
Turkije, <strong>in</strong> Antalya. Hij had pas het fotoboek nog zitten bekijken.<br />
Daar had zijn vader tapijten gekocht, dure tapijten. Tapijten waar<br />
over je <strong>in</strong>voerrechten moet betalen.<br />
Het staat hem weer levendig voor de geest.<br />
'Dat kan niet, Henk.' Zoiets had moeder gezegd. 'Daar krijgen<br />
we geduvel mee. Zo'n stapel kleden, dat ziet de douane beslist.<br />
Bovendien is het toch een soort diefstal. Je steelt van de Staat.' 'Ach<br />
wat', had vader gezegd. 'Iedereen doet het. Dit zit <strong>in</strong> de rafelige<br />
kantlijn van de wet. En wat de douane betreft, laat dat maar aan<br />
mij over.'<br />
De tapijten had hij voor een deel óp en voor een deel vóór de<br />
achterbank van hun auto gelegd. Toen ze <strong>in</strong> de buurt van de grens<br />
kwamen was vader gestopt en had hij aan Justus gevraagd of hij<br />
goed kon toneelspelen.<br />
'Toneelspelen?'<br />
21
'Ik wil dat je op die kleden gaat liggen en net doet of je slaapt.'<br />
Dat was niet zo moeilijk geweest. Hij had niet eens gemerkt dat ze de<br />
grens over waren gekomen, want vader had langzaam kunnen door<br />
rijden, hij was niet gecontroleerd. Maar Justus had toch het gevoel<br />
gehad dat hij iets belangrijks had gedaan, een kle<strong>in</strong>e heldendaad.<br />
Waar waren die tapijten gebleven? Hier lag er nog één. Elders <strong>in</strong><br />
huis waren ze niet, ze hadden andere kleden <strong>in</strong> de slaapkamers en<br />
de woonkamer had een parketvloer. Hij voelde <strong>in</strong>eens een niet te<br />
stuiten drang om te weten te komen wat er met die Turkse kleden<br />
was gebeurd. Met de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn hand g<strong>in</strong>g hij op zoek<br />
naar moeder. Ze zat op haar redd<strong>in</strong>gsboei aan haar werktafel een<br />
teken<strong>in</strong>g te maken voor het verenig<strong>in</strong>gsblad van de bridgeclub. Ze<br />
was goed <strong>in</strong> tekenen, als k<strong>in</strong>d was ze dat al geweest en ze had haar<br />
talent een handje geholpen door naar cursussen te gaan. Ze kon<br />
onaanspreekbaar zijn als ze zat te tekenen en voor haar doen onge<br />
woon kribbig als iemand toch probeerde haar te storen. Inspiratie<br />
laat zich niet gemakkelijk van zijn plaats dr<strong>in</strong>gen en is zelden<br />
gevoelig voor redelijke argumenten. Justus probeerde het toch.<br />
'Moeder .. .'<br />
'Hm?'<br />
'Mam, wat hebben we gedaan met de vloerkleden die we uit<br />
Antalya hebben meegebracht?'<br />
'Waar heb je het over?'<br />
'Vier of vijf jaar geleden waren we met vakantie <strong>in</strong> Turkije, weet<br />
je nog?'<br />
'Natuurlijk weet ik dat nog. Maar ik ben nu even bezig.'<br />
'Vader heeft toen een hele stapel tapijten gekocht. Ik moest erop<br />
liggen en net doen of ik sliep toen we over de grens kwamen.'<br />
'Ja, daar staat me iets van bij.'<br />
'Eén van die kleden ligt op zolder. Wat is er met de andere<br />
gebeurd?'<br />
Ze gumde iets uit.<br />
'Waar zijn de andere gebleven?'<br />
'Ik zou het niet weten.'<br />
'Hoe kan dat nou. Die kleden kostten honderden, of misschien<br />
wel duizenden dollars. Dan vergeet je toch niet wat je er mee hebt<br />
gedaan?' Ze legde haar potlood neer.<br />
22
'Eh ... nee.'<br />
'Weet je wat ik denk? Dat vader ze verkocht heeft. Met een fl<strong>in</strong>-<br />
ke w<strong>in</strong>st.'<br />
'Zou kunnen.'<br />
'Nee, dat is zo', zei Justus.<br />
'En?'<br />
'Zoiets heet smokkel. Doodgewone, ord<strong>in</strong>aire smokkel.' 'Papa<br />
houdt van een beetje avontuur.'<br />
Ze zei het zonder overtuig<strong>in</strong>g. Ze was bleek. Door het gedoe<br />
met haar stuitje was ze we<strong>in</strong>ig buiten geweest. Of was het door de<br />
zorgen die ze over vaders proces had gehad? Waar was de grens<br />
tussen 'een beetje avontuur' en de wet overtreden? Moeder stelde<br />
zich diezelfde vraag, daarvan was Justus overtuigd.<br />
Ze reikte omhoog en streek hem door zijn stugge haren, die na<br />
iedere wasbeurt fanatiek ten hemel rezen en zich door geen kam<br />
lieten temmen.<br />
'Moet je luisteren, Justus', zei ze. 'Niet alle mensen zijn hetzelf<br />
de. Je vader neemt de d<strong>in</strong>gen makkelijk, hij lééft makkelijk. Ik had<br />
het daar vroeger moeilijk mee, maar ik heb het leren accepteren.<br />
Papa is iemand die ervan geniet om voor niks met de tram te gaan<br />
en zo twee gulden te verdienen. Vervolgens spr<strong>in</strong>gt hij van de tram<br />
en gooit een tientje <strong>in</strong> de collectebus van het Leger des Heils.<br />
Ouderl<strong>in</strong>g hoe heet-ie, met dat vrome gezicht, die op de hoek<br />
woont, zou nooit zonder kaartje <strong>in</strong> de tram plaatsnemen, maar als<br />
je collecteert krijg je een kwartje van hem.'<br />
'Maar 't is wel zijn eigen kwarje.'<br />
'Papa is opgewekt en behulpzaam en gul, iedereen houdt van<br />
hem. Ik ook. Jij ook. Maar er zijn geen mensen zonder fouten, dat<br />
weet jij ook wel. Mijn vader was een Pietje Precies. Christiaan<br />
Correct, je weet wel. Van hem hield ik ook. Maar hij had veel m<strong>in</strong><br />
der vrienden dan papa. Ik heb geleerd de mensen te nemen zoals ze<br />
zijn. Toen ik je vader ontmoette, viel ik voor zijn vlotte, makkelijke<br />
manier van leven. Als reactie op opa Christiaan, veronderstel ik.<br />
Niemand is volmaakt. Gelukkig maar. Volmaakte mensen zouden<br />
waarschijnlijk volmaakt saai zijn.'<br />
, Saai is vader <strong>in</strong> ieder geval niet', zei Justus.<br />
Wat was er verder te zeggen? Zoals zijn moeder het voorstelde<br />
23
was zijn vader een heel kle<strong>in</strong> beetje een oplichter, iemand die een<br />
beetje speelt met de rafelige randen van de wet, zoals hij het zelf<br />
uitdrukte. Nou ja. Wat een onz<strong>in</strong> om zich daar druk over te maken.<br />
Moeder kon er ook mee leven.<br />
Hij zette de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn kamer en g<strong>in</strong>g de stad <strong>in</strong>.<br />
Als hij de rafelige randen van de wet nu ook eens verkende? Een<br />
tram hadden ze niet, dus gratis meerijden was niet mogelijk. In de<br />
stadsbus moest je voor<strong>in</strong> <strong>in</strong>stappen; je kwam niet ongemerkt langs<br />
de chauffeur.<br />
Weet je wat, hij g<strong>in</strong>g een appel jatten. Niet uit een boomgaard,<br />
de appels waren nog niet rijp. Nee, van een kraampje op de markt.<br />
Kijken hoe het voelde. Een appel pikken, dat was toch een kle<strong>in</strong><br />
vergrijp. Fietsen werden tegenwoordig met vrachtautolad<strong>in</strong>gen<br />
tegelijk gestolen en als zo'n dief werd gepakt, kwam hij ervanaf<br />
met een vaderlijke berisp<strong>in</strong>g, naar het schijnt. Wat is dan een appel?<br />
Er was geen markt meer, de stellages werden afgebroken. Even<br />
daalde een weldadige geruststell<strong>in</strong>g neer <strong>in</strong> Justus' roerige ziel. Het<br />
hoefde niet. Ho, wacht even. Dit was te gemakkelijk. Er waren<br />
groentew<strong>in</strong>kels genoeg met voor de deur uitgestald fruit. Kijk, daar<br />
bijvoorbeeld, bij Van der Made, <strong>in</strong> de Frans Halsstraat. Hij liep<br />
erlangs. Nog eens terug. De w<strong>in</strong>kel leek leeg. Voor de derde keer<br />
erlangs.<br />
Het leek hem ondenkbaar dat hij een appel van het rek zou pak<br />
ken en ermee vandoor zou gaan. Dat dééd je niet. Alles <strong>in</strong> hem ver<br />
zette zich ertegen. Het was zoiets als jezelf opzettelijk met een<br />
hamer op je duim slaan. Iets tegennatuurlijks.<br />
Hij maakte een omweg langs de grote kerk, over het marktple<strong>in</strong>,<br />
langs de gracht. Enkele van zijn klasgenoten pochten erover dat ze<br />
wel eens stalen <strong>in</strong> w<strong>in</strong>kels. Soms niet meer dan een handvol spij<br />
kers. Soms een stuk gereedschap, niet iets groots, een schroeven<br />
draaier of zo. Het ergste wat hij had gehoord was een zwembroek.<br />
Het ergste? Of het moedigste? Als hij hoorde van w<strong>in</strong>keldiefstal<br />
wist hij niet of hij jaloers was op het lef of walgde van wat hij <strong>in</strong><br />
zijn hart misdaad vond.<br />
Daar was nog een groentew<strong>in</strong>kel, die van Buitenhuis. Ook daar<br />
stonden kisten met appels buiten. Nee, dan toch maar bij Van der<br />
Made, die leek rijker.<br />
24
Met een grote bocht, via het park, g<strong>in</strong>g hij terug naar de Frans<br />
Halsstraat. Nog steeds leek de w<strong>in</strong>kel leeg. Weet je wat, hij zou er<br />
eerst eens een nachtje over slapen. Het was toch idioot om zo maar<br />
<strong>in</strong>eens, op een d<strong>in</strong>sdagmiddag, uit stelen te gaan. Uit stelen? Kom<br />
nou. Daar g<strong>in</strong>g het net om. Justus Correct, de kle<strong>in</strong>zoon van<br />
Christiaan Correct, noemde dat meteen stelen. Volgens anderen<br />
was het niet meer dan een ge<strong>in</strong>tje, iets waar je niet over nadacht.<br />
En vanmiddag g<strong>in</strong>g hij proberen erachter te komen of dat ook zo<br />
voelde als je het echt had gedaan.<br />
Met een schichtige beweg<strong>in</strong>g greep hij een appel. Te schichtig,<br />
b<strong>in</strong>nen viel het op.<br />
'Hé daar', riep iemand die naar buiten kwam.<br />
Justus rende weg, de hoek om, uit zicht. Drie m<strong>in</strong>uten later was<br />
hij thuis, hijgend, vuurrood. Hij spr<strong>in</strong>tte de trap op, naar zijn<br />
kamer. Zijn hart bonsde en het was niet van het harde lopen. Kom<br />
aan, Justus, je hebt het gered. Je hebt je avontuur. Een appel met<br />
risico. Die moet heerlijk zijn. Hij waste het d<strong>in</strong>g onder de kraan.<br />
Hij zette zijn tanden er<strong>in</strong>.<br />
Zo smaakte dus een gestolen vrucht. Op dit moment zei de heer<br />
Van der Made vast tegen zijn vrouw: 'De jeugd van tegenwoordig<br />
steelt er maar op los. Hebben ze het niet goed genoeg? Hebben ze<br />
niet alles wat hun hartje begeert?'<br />
Wat was het eigenlijk voor appel? Een EIstar? Wat zou hij kos<br />
ten? Twee kwartjes? Wat deed het ertoe. Al was de waarde een<br />
dubbeltje. Hij smaakte niet.<br />
Een vakantie op losse schroeven rammelt. Zou het er nog van<br />
komen om naar Spanje te gaan of niet? Zou het stuitje op tijd weer<br />
anoniem zijn, dat wil zeggen zijn aanwezigheid m<strong>in</strong>der opdr<strong>in</strong>gen,<br />
of niet? De familie Verdaasdonk werd landerig van de onzekerheid.<br />
'We kunnen dit jaar de grenzen niet v<strong>in</strong>den, ha ha', zei vader en hij<br />
kocht ijstaart om de moed er<strong>in</strong> te houden. Tenslotte besloten vader<br />
en moeder dat ze een paar dagen naar Terschell<strong>in</strong>g zouden gaan.<br />
Dat was een afstand die moeder kon overbruggen en het was een<br />
prachtig eiland, waar of niet.<br />
Maar Justus voelde er niet voor. Het was koel weer, dus met het<br />
strand zou het niet veel worden. En lange sportieve wandel<strong>in</strong>gen<br />
25
over de Bosplaat waren aardig hoor, hij had er niks op tegen, er<br />
zaten veel vogels en zo, prachtig natuurgebied, maar hij had<br />
gewoon niet zo veel z<strong>in</strong>.<br />
'V<strong>in</strong>d je het erg om een paar dagen alleen thuis te blijven?'<br />
Het tegendeel was waar. Wat is heerlijker dan alleen <strong>in</strong> huis te<br />
zijn, de galmende gang alleen voor jouw gejodel, de wc-deur wijd<br />
open als je alle tijd neemt om de m<strong>in</strong>erale resten van je diepvries<br />
maaltijd aan de natuur terug te geven. De eenzaamheid die ruim<br />
schoots wordt gecompenseerd door de vrijheid om je eigen<br />
regelmaat <strong>in</strong> te richten. Je kunt hardop praten zonder dat iemand<br />
denkt dat je zwak <strong>in</strong> het hoofd aan het worden bent en je kunt<br />
teveel suiker <strong>in</strong> de yoghurt doen zonder dat dit een verwijtend<br />
hoofdschudden teweegbrengt.<br />
'Nee hoor, gaan jullie gerust.'<br />
Dus g<strong>in</strong>gen ze. Justus' moeder sloeg eerst een hoeveelheid voed<br />
sel <strong>in</strong> waar haar zoon drie maanden van zou kunnen leven, ze<br />
somde alle gevaren op die iemand <strong>in</strong> de keuken kunnen bedreigen<br />
(hete kookplaten, ontploffende hogedrukpannen, scherpe vleesmes<br />
sen) en ze liet hem hun telefoonnummer op Terschell<strong>in</strong>g uit het<br />
hoofd leren. Ze verzekerde hem dat ze dagelijks zou bellen en<br />
hoogstens vier dagen zou wegblijven. Daarna liep ze met de stram<br />
me pasjes van een gewonde naar de auto.<br />
'Afmars dan maar', zei haar man.<br />
De vier dagen dat Justus het rijk alleen zou hebben, werden<br />
beperkt tot één. Er gebeurde iets dat gauw verteld is, maar dat hij<br />
de rest van zijn leven niet zou vergeten.<br />
't Was <strong>in</strong> de eerste nacht dat hij alleen <strong>in</strong> huis was.<br />
Hij had naar een Duitse Knmi gekeken op de televisie en daarna<br />
had hij een paar cd-ties gedraaid. Om elf uur was hij naar bed<br />
gegaan. Normaal gesproken sliep hij diep, maar misschien door de<br />
ongewoonte van het alleen zijn, werd hij omstreeks twee uur wak<br />
ker omdat hij iets meende te horen.<br />
't Is een vreemde wereld waar<strong>in</strong> je vertoeft als je op een onver<br />
wacht moment half wakker wordt. In enkele seconden maak je d<strong>in</strong><br />
gen mee waar je anders een dag voor nodig hebt. Je droomt nog<br />
gauw even een droom waar<strong>in</strong> je langdurig wordt achtervolgd door<br />
ongure types, je beg<strong>in</strong>t de droom drie keer opnieuw en net voor de<br />
26
ontknop<strong>in</strong>g weet je dat het niet echt is. Je probeert te bedenken<br />
waar je bent, welke dag het is en of je alleen bent. Dit alles <strong>in</strong> de<br />
tijd waar<strong>in</strong> de echo van het geluid dat je heeft gewekt uitsterft.<br />
Piepte daar de deur van de werkkamer van zijn vader? Hij was<br />
nu echt wakker en luisterde scherp.<br />
Stilte.<br />
Al was de maan nog maar net weer aan het wassen, echt pik<br />
donker was de zomernacht niet. Justus sliep altijd met de gordijnen<br />
en ramen wijd open. Hij was nu klaarwakker. Ogen kun je sluiten,<br />
oren niet. Blijkbaar is dat <strong>in</strong> de natuur niet veilig, want bij dieren is<br />
het net zo. Zo gauw er een takje kraakt, staan de oren van een<br />
slapend hert rechtop.<br />
Hoorde hij nu iets of niet? Echte stilte bestaat niet. Je hoort<br />
altijd wel iets. Hij had eens gelezen dat als je iemand opsluit <strong>in</strong> een<br />
volmaakt stille cel die persoon gek wordt. Hij hoorde zijn eigen<br />
ademhal<strong>in</strong>g. Als hij de rand van het laken op zijn oor legde, hoorde<br />
hij zijn hartslag. Hij hoorde een heel licht gesuis, kosmische deeltjes<br />
op weg naar de eeuwigheid, zou Stijn zeggen.<br />
Wat zou Stijn <strong>in</strong> zijn geval doen? Zou hij opstaan en gaan kij<br />
ken? Ja, waarschijnlijk wel. Nee, waarschijnlijk niet. Wat wist je<br />
eigenlijk we<strong>in</strong>ig van elkaar. Toch eens vragen.<br />
Hoe hij zijn oren ook <strong>in</strong>spande, hij hoorde niets verdachts meer.<br />
Nou, als hij het zich had verbeeld kon hij ook wel even gaan kij<br />
ken. Kon hij meteen voor zichzelf bewijzen dat hij géén zenuwpees<br />
was. Daar klopte iets niet. Als hij het zich had verbeeld, hoefde hij<br />
niet te gaan kijken.<br />
Maar een stemmetje <strong>in</strong> zijn hoofd zei dat hij het zich niet had<br />
verbeeld. Hij had wel degelijk iets gehoord.<br />
Hij zwaaide zijn benen buiten het bed en trok op de tast zijn<br />
tennisschoenen aan die er nog stonden van enkele uren eerder. Zijn<br />
ogen waren nu helemaal aan het .donker gewend. Het flauwe<br />
schijnsel van buiten scheen op iets dat naast zijn bed stond. A ja, de<br />
honkbalknuppel. Die nam hij mee, voor de zekerheid. Het ronde<br />
hout <strong>in</strong> zijn hand gaf hem een veilig gevoel.<br />
Zonder licht te maken liep hij via de overloop naar de trap. De<br />
dikke loper dempte zijn schreden. Daar was de deur van vaders<br />
werkkamer. Scheen daar nou licht onder die deur door? Justus'<br />
27
hart bonsde zo luid dat hij dacht dat een eventuele <strong>in</strong>breker het zou<br />
moeten horen.<br />
Zou hij zachtjes <strong>in</strong> de woonkamer de politie opbellen? Onz<strong>in</strong>.<br />
Als er een <strong>in</strong>breker was zou die het horen, als er geen was zou de<br />
politie hem uitlachen en zijn ouders zouden hem nooit meer alleen<br />
thuis laten.<br />
Vooruit, lafbek. Doe die deur open.<br />
Ineens resoluut deed hij de laatste stap naar de deur en gooide<br />
hem wijd open. Er was wel degelijk een <strong>in</strong>breker. De man stond<br />
gebogen over het bureau van Justus' vader, een zaklamp <strong>in</strong> zijn<br />
hand.<br />
Toen de deur openg<strong>in</strong>g, draaide hij zich om en r echtte zijn rug,<br />
<strong>in</strong> één beweg<strong>in</strong>g. De zaklamp zwaaide omhoog, g<strong>in</strong>g halverwege de<br />
zwaai uit. Justus kon nog net zien dat de man een stap <strong>in</strong> zijn rich<br />
t<strong>in</strong>g deed. Hij voelde de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn hand. Automatisch<br />
nam hij de houd<strong>in</strong>g van de slagman aan. Hoe vaak had hij zo niet<br />
gemikt op de bal van de werper. Hij haalde uit, <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g waar<br />
hij de <strong>in</strong>breker vermoedde. Er kan veel door je hoofd gaan <strong>in</strong> een<br />
onderdeel van een seconde. Sommige werpers zien kans de bal een<br />
effect mee te geven waardoor hij op het laatste moment nog net<br />
wegdraait van de plaat, of er juist overheen gaat. Justus was <strong>in</strong><br />
staat op het laatste moment de richt<strong>in</strong>g van zijn slag nog bij te<br />
stellen.<br />
Nu, <strong>in</strong> deze flits <strong>in</strong> de tijd, schoot door zijn hoofd dat hij de man<br />
waarschijnlijk op zijn hoofd zou treffen en hem daarbij mogelijk<br />
zou doodslaan. Op het laatste, beslissende moment liet hij de knup<br />
pel dalen, maar de kracht van de slag was nog steeds formidabel.<br />
Plop.<br />
Het geluid van knuppel tegen lichaam werd gevolgd door een<br />
kreet van pijn, daarna door een vallend lichaam. Justus reikte naar<br />
het lichtknopje. Het licht flitste aan.<br />
Op het vloerkleed, nagenoeg voor Justus' voeten, lag een man.<br />
Hij lag <strong>in</strong> elkaar gedoken. Met beide handen omklemde hij zijn l<strong>in</strong><br />
kerknie. Hij kermde. De zaklamp lag naast hem.<br />
Een gevoel van triomf schoot door Justus heen. Hij was de over<br />
w<strong>in</strong>naar. Hij had een <strong>in</strong>breker overweldigd. J.W. Verdaasdonk,<br />
held.<br />
28
Het gevoel duurde niet lang. Dat kwam misschien omdat de<br />
overwonnene er we<strong>in</strong>ig bedreigend uitzag. Je maakt je van dieven<br />
een andere voorstell<strong>in</strong>g: een jaar of dertig, ruig gezicht, bru<strong>in</strong> en<br />
gemeen, gympen aan de voeten, strak truitje waaronder de spier<br />
bundels bollen, wrede brede riem om het middel. Via vele televisie<br />
netten wordt dit beeld <strong>in</strong> je hoofd geprent.<br />
De man op het vloerkleed was vooral deerniswekkend. Hij was<br />
een jaar of vijftig. Hij zat keurig <strong>in</strong> het pak en zijn zwartleren<br />
schoenen waren beslist diezelfde dag nog gepoetst. Er zijn situaties<br />
waar<strong>in</strong> je niet meteen een mooie volz<strong>in</strong> bij de hand hebt. 'Wat eh ...<br />
wat doet u hier?'<br />
De man kermde.<br />
'Bent u een dief?'<br />
Tja, je zegt wat onder zulke omstandigheden.<br />
, Ambulance', kreunde de man.<br />
Dat was een idee. Justus deed overal lampen aan, <strong>in</strong> de gang, de<br />
kamer, de vestibule, het buitenlicht. Daarna belde hij vanuit de<br />
woonkamer het alarmnummer. Hij gaf zijn adres en vroeg of ze<br />
direct een ziekenauto wilden sturen. Daarna belde hij de politie.<br />
Hij zei dat er was <strong>in</strong>gebroken en dat de <strong>in</strong>breker gewond op de<br />
vloer lag. Ze kwamen direct, zeiden ze.<br />
B<strong>in</strong>nen een kwartier was het huis vol mensen. De ziekenauto<br />
was er het eerst, maar nog voor de gewonde <strong>in</strong>breker op een bran<br />
card was gelegd, stopte de politie al met blauw zwaailicht voor de<br />
deur. De sirene gebruikten ze niet, zo diep <strong>in</strong> de nacht. Een meneer<br />
<strong>in</strong> een gewoon burgerpak maakte zich bekend als <strong>in</strong>specteur<br />
Holtrigter. Eerst aan de <strong>in</strong>breker.<br />
'Wat is uw naam?' Kreun kreun.<br />
'Uw naam alstublieft.' 'Ik heb een arts nodig.'<br />
'Daar wordt aan gewerkt. Wie bent u?'<br />
'Slijkhuis.'<br />
'Ik spreek u nader <strong>in</strong> het ziekenhuis', zei de <strong>in</strong>specteur, die zich<br />
vervolgens tot Justus wendde.<br />
'Hoe heet je?'<br />
'Justus Verdaasdonk.'<br />
'Leeftijd?'<br />
'Zestien.'<br />
29
'Kunnen we hem meenemen?' vroegen de mannen <strong>in</strong> witte jas-<br />
sen van de ambulancedienst.<br />
aan?'<br />
'Ga je gang. Laat 'm niet ontsnappen.'<br />
De mannen grijnsden en sjouwden de brancard de deur uit.<br />
'Wat is er precies gebeurd?'<br />
Justus vertelde kort wat er was voorgevallen.<br />
'Dit is de honkbalknuppel waarmee je hebt geslagen, neem ik<br />
Justus knikte.<br />
'Die neem ik mee. Waar zijn je ouders?'<br />
'Op Terschell<strong>in</strong>g.'<br />
'Telefoonnummer? '<br />
Justus dreunde het op.<br />
'Zitten ze bij familie?'<br />
'Nee, <strong>in</strong> een hotel.'<br />
'Bel je ze dan ieder uur of zo, dat je het nummer uit je hoofd<br />
kent?'<br />
'Ik heb ze nog niet opgebeld.'<br />
'Dan heb je vast een hoog cijfer voor rekenen op school. Hoor<br />
eens, het is laat. We zullen je ouders niet midden <strong>in</strong> de nacht storen.<br />
Laten we even nagaan hoe de man is b<strong>in</strong>nen gekomen.' Ze door<br />
zochten samen het huis. Nergens was een spoor van <strong>in</strong>braak. Geen<br />
gebroken ruitje, geen geforceerde deur, niets.<br />
'De achterdeur zit op de grendel', zei de <strong>in</strong>specteur. 'Had je de<br />
voordeur open laten staan?'<br />
'Absoluut niet. Ik ben heel goed nagegaan of alle deuren op slot<br />
waren.'<br />
'<strong>Eigen</strong>aardig. Nou, kom morgenochtend om negen uur naar het<br />
politiebureau. Dan praten we verder. Durf je alleen <strong>in</strong> huis te blij<br />
ven?'<br />
'Natuurlijk wel.'<br />
'Goed, dan zie ik je morgenochtend. En doe de deur op slot.'<br />
'Ja. De groeten', zei Justus, enigsz<strong>in</strong>s geïrriteerd.<br />
Toen hij alleen was, liet hij zich achterover vallen <strong>in</strong> de grote<br />
leren fauteuil waar<strong>in</strong> zijn vader meestal zat. Zijn hart bonsde nog<br />
steeds abnormaal hard. Een biertje, dat zou misschien helpen om<br />
tot rust te komen. In zijn handen voelde hij nog de weernakende<br />
30
plop toen de knuppel het been raakte. Een klap op een levend<br />
orgaan, op het been van een mens. Een dief? Wat anders? De man<br />
kwam hem vaag bekend voor. Slijkhuis. Zijn vader noemde die<br />
naam wel eens.<br />
Zou hij weer <strong>in</strong> slaap kunnen komen? Hij dronk zijn glas leeg<br />
en g<strong>in</strong>g naar boven om het te proberen. Ieder geluid van de nacht<br />
hoorde hij. Ieder kraakje en knerpje van het huis, het aanslaan van<br />
de koelkast, het zachte tikken van de badkamerklok. Het was of<br />
alles honderd maal werd versterkt. Toch viel hij <strong>in</strong> slaap. Zo diep<br />
zelfs dat hij pas om tien over negen wakker werd. De gebeurtenis<br />
sen van de afgelopen nacht sprongen <strong>in</strong> wat computerdeskundigen<br />
zouden noemen zijn RAM. Inspecteur Holtrigter. Hij was te laat.<br />
Nou ja. De <strong>in</strong>specteur versliep zich misschien ook wel. Toch maar<br />
even douchen, hij kon hoe dan ook niet meer op tijd zijn. Ontbijt<br />
sloeg hij over.<br />
Buiten klampte de buurvrouw hem aan, mevrouw Vogelenzang.<br />
Ze had 's nachts zoveel rumoer gehoord en ze had een ambulance<br />
voor de deur gezien. Ze had graag even langs willen komen, kijken<br />
of ze kon helpen, maar vanwege het uur had ze ervan afgezien. Was<br />
er iets met zijn vader of moeder?<br />
'Er was een dief <strong>in</strong> huis', zei Justus.<br />
'Nou toch. En is je moeder onwel geworden?' 'Nee, de dief.'<br />
'Gunst, dat hoor je zelden', kw<strong>in</strong>keleerde ze. 'Het is heel onge-<br />
bruikelijk', beaamde Justus.<br />
Drie kwartier te laat meldde hij zich op het politiebureau.<br />
31
4<br />
Inspecteur Holtrigter liet zich niet zien. Misschien had hij zich ver<br />
slapen, maar dan had hij toch tijd gevonden om een zekere recher<br />
cheur Wachtmans precies op de hoogte te brengen van wat er die<br />
nacht was gebeurd. Door hem werd Justus ontvangen. Hij bleek<br />
volledig geïnformeerd te zijn.<br />
'Zo, ben je daar e<strong>in</strong>delijk', begon hij onvriendelijk.<br />
'Ik was vergeten de wekker te zetten.'<br />
'Kan het je allemaal zo we<strong>in</strong>ig schelen?' Justus haalde zijn<br />
schouders op.<br />
'Eerst maar de gegevens opschrijven. Naam?'<br />
'Justus Verdaasdonk.'<br />
'Leeftijd?'<br />
'Dat heb ik meneer Holtrigter vannacht ook allemaal al verteld.'<br />
'Dan vertel je het nog maar eens.'<br />
'Zestien.'<br />
Justus' hele doopceel werd doorgenomen en aan de computer<br />
toevertrouwd. Daarna wendde Wachtmans zich af van het scherm<br />
en g<strong>in</strong>g door het vertrek lopen. Justus voelde zich er ongemakkelijk<br />
bij. Met zijn ogen volgde hij het geijsbeer van de rechercheur,<br />
als betrof het een vertraagde tenniswedstrijd: bal naar rechts,<br />
bal naar l<strong>in</strong>ks, bal naar rechts, bal naar l<strong>in</strong>ks. Hij constateerde<br />
dat de man afgetrapte schoenen droeg. Hij rook naar deodorant,<br />
en hij gebruikte er beslist teveel van Op een gegeven moment<br />
legde Wachtmans zijn handen op Justus' schouders en zei kwaad<br />
aardig:<br />
'Waarom heb je meneer Slijkhuis neergeslagen met een honkbal-<br />
knuppel?'<br />
'Wat?'<br />
'Je hoort me best.'<br />
'Ik eh .. . '<br />
'Waarom? Meneer Slijkhuis is een kop kle<strong>in</strong>er dan jij en weegt<br />
niet meer dan honderdzestig pond.'<br />
'Ik dacht dat het een dief was. Ik bedoel, het was een dief.' 'Wat<br />
had hij dan gestolen?'<br />
32
'Dat weet ik niet.'<br />
'Hoe weet je dan dat hij een dief was?'<br />
'Wat zou u denken als iemand om twee uur 's nachts door uw<br />
huis sloop?'<br />
'Ken je meneer Slijkhuis?'<br />
'Nee.'<br />
'Hij is anders pas nog bij jullie thuis geweest.'<br />
'0 ja?'<br />
'Zondagavond nog, zegt hij.'<br />
'0, was hij dat.'<br />
'Dus je hebt hem wel degelijk ontmoet', zei de rechercheur.<br />
'Nee, ik zag mijn vader met een man <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> zitten, zondag<br />
avond laat. Ik zag het vanuit mijn kamer.'<br />
'En herkende je hem niet, vannacht?'<br />
'Nee. Later, toen hij zijn naam had genoemd, en toen hij op de<br />
brancard lag, kwam iets me bekend voor. Hoe is het met hem?'<br />
'Ik dacht dat je het nooit zou vragen. Het kan je blijkbaar wei<br />
nig schelen dat je iemand met bruut geweld het ziekenhuis <strong>in</strong><br />
mept.'<br />
Justus voelde dat het zweet hem uitbrak.<br />
'Hoe is het met hem?'<br />
'Hij wordt op het ogenblik geopereerd. Je hebt z'n knie aan flar-<br />
den geslagen.'<br />
'Is de knie verbrijzeld? Komt het weer goed?'<br />
'Dat weten we pas na de operatie.'<br />
De rechercheur hervatte zijn wandel<strong>in</strong>g door het vertrek. Hij<br />
deed Justus nu meer denken aan een roofdier <strong>in</strong> een dierentu<strong>in</strong>,<br />
heen en weer, heen en weer, want de ruimte was hoogstens vier<br />
bij vijf meter. Het was ook niet wat je noemt een bureau, reali<br />
seerde Justus zich. Hij had zich voorgesteld dat hij bij meneer<br />
Holtrigter aan een werktafel zou zitten, dat de <strong>in</strong>specteur een ver<br />
klar<strong>in</strong>g zou opnemen en hem tenslotte zou prijzen omdat hij zich<br />
zo goed had geweerd. Zoveel dieven v<strong>in</strong>g de politie niet vandaag de<br />
dag.<br />
Maar deze ruimte leek meer een verhoorkamer. Ja waarachtig,<br />
dat was het. Die kale, lege tafel, het stomme krukje waarop hij<br />
moest zitten, er stond zelfs een lamp, waarvan hij zich kon voor-<br />
33
stellen dat ze die bij een verhoor 's nachts fel <strong>in</strong> het gezicht van de<br />
verdachte lieten schijnen.<br />
Verdachte? Was hij dan een verdachte?<br />
Hij had zich verdedigd tegen een <strong>in</strong>breker en de man aan de<br />
politie uitgeleverd. Wat was hier aan de hand?<br />
'Heb je iets tegen die Slijkhuis?' vroeg de rechercheur.<br />
'Ik had iets tegen die <strong>in</strong>breker, ja. Ik laat niet zomaar <strong>in</strong>breken<br />
<strong>in</strong> ons huis.'<br />
'Je had de politie moeten bellen.'<br />
'Dat heb ik toch gedaan?'<br />
'Van te voren had je moeten bellen.'<br />
'Dat g<strong>in</strong>g toch niet. Ik bedoel, ik wist niet zeker of er echt<br />
iemand <strong>in</strong> huis was. Ik zou toch voor gek hebben gestaan als er<br />
niks aan de hand was.'<br />
'Het gebeurt zo vaak dat we voor loos alarm moeten uitrukken.'<br />
'En v<strong>in</strong>den jullie dat leuk?'<br />
Voor het eerst lachte Wachtmans. 'Daar heb je gelijk aan.' Het<br />
geijsbeer werd hervat.<br />
'Hoe dan ook, je hoort wat, je denkt at het misschien een<br />
<strong>in</strong>breker is, je zoekt een wapen .. .'<br />
'Die honkbalknuppel stond toevallig naast m'n bed.'<br />
'Heel toevallig.'<br />
'Ja. We waren een balletje wezen slaan. Vraag maar aan mijn<br />
vriend Stijn.'<br />
'Dat zullen we doen. Je grijpt die knuppel, loopt naar beneden,<br />
ziet iemand bij de schrijftafel van je vader staan, en terwijl die man<br />
geen wapen heeft, en zonder dat hij je bedreigt, sla je hem tot<br />
moes. Je had hem makkelijk kunnen doodslaan, weet je dat?'<br />
'Daarom mikte ik op zijn benen.'<br />
'Zo, deed je dat? Je sloeg dus weloverwogen. Je bedacht precies<br />
waar je de man zou raken. Als het waar is wat je zegt, kun je ver<br />
volgd worden wegens noodweerexces.'<br />
'Natuurlijk is het waar.'<br />
'Die meneer Slijkhuis heeft iets anders verklaard. Ik moet toege<br />
ven dat hij nog niet bepaald grondig is verhoord, maar tussen zijn<br />
gekerm door heeft hij gezegd dat je hem zelf hebt b<strong>in</strong>nengelaten en<br />
dat je hem daarna hebt aangevallen.'<br />
34
'De smerige leugenaar', riep Justus woedend.<br />
'Er waren geen sporen van <strong>in</strong>braak', merkte Wachtmans op.<br />
'Hoe verklaar je dat?'<br />
'Weet ik niet.'<br />
'Hoe dan ook, zelfs als je verhaal klopt, heb je veel te hardhan<br />
dig gereageerd.'<br />
'Het g<strong>in</strong>g vanzelf.'<br />
'Eerlijk gezegd heb ik er wel begrip voor', zei, <strong>in</strong>eens vriendelijk,<br />
de rechercheur. 'Ik weet niet wat ik zou doen als ik midden <strong>in</strong> de<br />
nacht een vreemde man <strong>in</strong> mijn huis aantrof. Maar je mag een<br />
<strong>in</strong>breker alleen lichamelijk letsel toebrengen als hij je aanvalt, liefst<br />
met een wapen. Dan heet het noodweer en dat is toegestaan. In<br />
jouw geval had je hem moeten aanspreken en de politie moeten<br />
bellen. Je hebt hem letsel toegebracht zonder dat daar echt reden<br />
voor was. Dat heet <strong>in</strong> de wet noodweerexces, een buitensporige<br />
reactie, en dat is strafbaar.'<br />
'Word ik gearresteerd?'<br />
'Nee nee, zo ver is het nog niet. Je kunt naar huis gaan. We heb<br />
ben je ouders gebeld. Die komen zo dadelijk ook thuis. Je moet niet<br />
met vakantie gaan, als je dat van plan was. Je moet je beschikbaar<br />
houden voor nader verhoor. Het zou een slechte <strong>in</strong>druk maken als<br />
je onv<strong>in</strong>dbaar was.'<br />
'Ja', zei Justus.<br />
Hij verliet het politiebureau en fietste naar huis. In zijn hoofd<br />
vochten woede en ongerustheid om de voorrang. Die nare dreun<br />
van de knuppel op een lichaam zat hem dwars, maar geen ogenblik<br />
had hij gedacht dat hij niet <strong>in</strong> zijn recht had gestaan. Wie midden<br />
<strong>in</strong> de nacht uit <strong>in</strong>breken g<strong>in</strong>g, had zoiets toch te verwachten, zou je<br />
zeggen. Mag je je eigen huis dan niet meer verdedigen? Moest hij<br />
gaan zitten opbellen, met het risico dat de <strong>in</strong>breker hém een klap <strong>in</strong><br />
z'n nek zou geven?<br />
Thuis at hij een boterham, die niet smaakte. Hij probeerde<br />
Yvonne te bellen. Meer dan ooit had hij er behoefte aan met haar<br />
te spreken, haar deelgenoot te maken van wat hem was overko<br />
men, maar vooral om haar men<strong>in</strong>g te horen over het recht. Dat stu<br />
deerde ze immers. Zij moest hem kunnen uitleggen wat er<br />
rechtvaardig aan was dat niet de <strong>in</strong>breker, maar de persoon bij wie<br />
35
was <strong>in</strong>gebroken, werd vervolgd. Nou ja, troostte hij zichzelf, ze<br />
zouden de <strong>in</strong>breker ook wel pakken.<br />
Hoewel. Er waren geen sporen van <strong>in</strong>braak. Misschien had hij<br />
nog niks gestolen voor hij bij zijn pog<strong>in</strong>gen was gestoord. Een man<br />
als Boudewijn zou hem zo vrij krijgen.<br />
Yvonne antwoordde niet. Ze woonde <strong>in</strong> een studentenhuis en<br />
meestal was er wel iemand die de telefoon opnam. Maar ja, het<br />
was vakantietijd. Straks nog eens proberen.<br />
In de loop van de middag kwamen zijn ouders muis. Zijn moe<br />
der omhelsde hem alsof ze elkaar drie jaar niet hadden gezien. 'Hoe<br />
is het met je stuitje?'<br />
'Goed. Veel beter. Wat doet dat stuitje er nu toe. Hoe is het met<br />
jou. Wat heb je allemaal meegemaakt. Voel je je goed? Heb je geen<br />
hartklopp<strong>in</strong>gen?'<br />
'Gelukkig heb ik hartklopp<strong>in</strong>gen', zei Justus. 'Mooie, regelmati<br />
ge klopp<strong>in</strong>gen van het hart.'<br />
'Hè jasses .. .'<br />
'Vertel eens, jongen', zei vader. Justus vertelde <strong>in</strong> het kort wat er<br />
was gebeurd.<br />
'Dus b<strong>in</strong>nenkort ga ik de gevangenis <strong>in</strong> wegens noodweerexces',<br />
besloot hij. 'En die Slijkhuis gaat op de Canarische eilanden zitten<br />
genezen van zijn zere knie. Waarschijnlijk op onze kosten.' 'Daar is<br />
geen sprake van', zei vader.<br />
'Wie is Slijkhuis eigenlijk? Wat deed hij hier zondagavond?' 'Dat<br />
zei ik al, van de week. Een relatie van mijn werk. Ik zal hem<br />
meteen opzoeken als hij bij kennis is. Hij heeft heel wat uit te<br />
leggen.'<br />
De telefoon g<strong>in</strong>g. Justus nam op.<br />
'Ha Yvonne, fijn dat je belt.'<br />
Hij zei dat hij al een paar maal had geprobeerd haar te bereiken<br />
en vertelde wat er was voorgevallen.<br />
'Gossiemijne', zei Yvonne. 'Beschuldigen ze je van noodweer<br />
exces? Ik zal meteen even nakijken hoe dat zit. Over een paar uur<br />
ben ik bij jullie.'<br />
'Ze komt eraan', zei Justus.<br />
Tegen vijven was ze er. Als altijd maakte haar aanwezigheid dat<br />
36
alles meer glans kreeg. Ze bracht zonneschijn en een warme bries<br />
mee. Ze droeg als zo vaak een spijkerbroek, maar deze keer met<br />
een witte kanten blouse en sandalen met een hakje.<br />
vader.<br />
'Zo'n sjieke bloes past niet bij een spijkerbroek', vond haar<br />
'Daar heb jij geen verstand van. Dit is roerend goed, jij weet<br />
alleen iets van onroerend goed', zei ze, terwijl ze hem omhelsde.<br />
Vervolgens kuste ze haar moeder en daarna klom ze <strong>in</strong> Justus,<br />
terwijl ze uitriep: 'Onze held, onze dievenvanger, wat ben ik trots<br />
op je.'<br />
'Ja ja', zei Justus. Zijn zusjes uitlat<strong>in</strong>gen bevonden zich vaak <strong>in</strong><br />
het overgangsgebied tussen oprechte bewonder<strong>in</strong>g en spot. Je wist<br />
nooit welke kant het zou uitvallen.<br />
'Is-ie een keer alleen thuis, komt er meteen een <strong>in</strong>breker. Nooit<br />
is er bij ons <strong>in</strong>gebroken en kijk. En wat doet onze krachtpatser,<br />
onze kampioen? Hij maakt hem met één klap onschadelijk. Mijn<br />
kle<strong>in</strong>e broertje, hoe is het mogelijk.'<br />
'Zo kan-ie wel weer', zei Justus.<br />
'Fijn dat je er bent', zei moeder. 'V<strong>in</strong>d je dat we Boudewijn erbij<br />
moeten halen?'<br />
'Nog niet. Laten we eens kijken. Justus, als ik je goed begrijp<br />
heeft de politie je fl<strong>in</strong>k aan de tand gevoeld. Ze zeggen dat je de<br />
man kende, dat hij kle<strong>in</strong> van stuk is, ongewapend was, en dat er<br />
dus geen enkele reden was om hem zo'n oplawaai met een honk<br />
balknuppel te geven.'<br />
'Ze zeggen zelfs dat ik hem heb b<strong>in</strong>nengelaten. Of liever, dat<br />
schijnt die vent te hebben gezegd.'<br />
'Zijn er geen sporen van <strong>in</strong>braak?'<br />
'Nee.'<br />
'Ik denk dat ik dat kan verklaren', zei vader. 'Zondagavond h<strong>in</strong>g ik<br />
de sleutel terug <strong>in</strong> de boom, toen Slijkhuis net passeerde. Hij bleef<br />
staan voor een praatje en ik heb hem uitgenodigd nog een glas te dr<strong>in</strong><br />
ken <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. Hij kan gezien hebben waar we de sleutel bewaren.'<br />
In de notenboom <strong>in</strong> de voortu<strong>in</strong> hadden ze een spijker geslagen<br />
waar meestal een reservesleutel h<strong>in</strong>g. Huisgenoten die hun sleutel<br />
vergaten, konden zo toch b<strong>in</strong>nenkomen.<br />
'Dat is de verklar<strong>in</strong>g', vond moeder.<br />
37
'Stom van me', zei vader.<br />
'Nou', g<strong>in</strong>g Yvonne verder, 'je hebt hem dus niet b<strong>in</strong>nengelaten,<br />
maar je hebt hem wel een fikse dreun gegeven. Waarom?'<br />
'Stel je voor, het is pikdonker, je ziet bij het licht van een zaklamp<br />
iemand over de werktafel gebogen, een man die zich abrupt opricht,<br />
je hebt een honkbalknuppel <strong>in</strong> je handen, wat doe je dan?'<br />
'Ik zou weghollen', zei Yvonne, 'maar een held als jij slaat erop.<br />
Was dat nou spot of ernst?'<br />
'Venel eens, was er bij jou sprake van een hevige gemoeds<br />
toestand?'<br />
'Pardon?'<br />
'Was je hevig opgewonden? Artikel 41 van het Wetboek van<br />
Strafrecht zegt dat een heftige gemoedstoestand een schulduitslui<br />
t<strong>in</strong>gsgrond is. Met andere woorden, als je door de situatie fl<strong>in</strong>k<br />
over je toeren was, dan is dat een reden om je niet te vervolgen.'<br />
'Mijn hart bonsde tamelijk hard', zei Justus. 'Maar ik kan niet<br />
zeggen dat ik, gezien de omstandigheden, abnormaal opgewonden<br />
was.'<br />
'Je kunt natuurlijk altijd zeggen dat je dat wel was.'<br />
'Raadt mevrouw de advocaat me aan om te liegen?'<br />
'Mijn hemel, Justus', zei vader. 'Dat is toch geen liegen. Dat is<br />
de d<strong>in</strong>gen op een handige manier naar voren brengen.'<br />
zee.'<br />
'We kennen onze Justus' , zei Yvonne. 'Hij houdt van recht door<br />
'Stel eens', zei vader, 'dat Slijkhuis besluit geen aanklacht <strong>in</strong> te<br />
dienen. Wordt Justus dan niet vervolgd?'<br />
'Helaas, dat is geen reden voor een officier om af te zien van<br />
vervolg<strong>in</strong>g. Niet een particulier klaagt aan, dat doet de Staat. Het<br />
gaat hier om strafrecht, niet om civiel recht.'<br />
'Wat is het verschil?'<br />
'Dat leg ik later wel eens uit. Het gaat er nu om aannemelijk te<br />
maken dat Justus uit noodweer heeft gehandeld. Weet je wat zou<br />
helpen? Als Slijkhuis zou verklaren dat Justus zich best bedreigd<br />
kon voelen, bijvoorbeeld doordat hij bij de schaarse verlicht<strong>in</strong>g<br />
kon denken dat Slijkhuis een wapen <strong>in</strong> zijn hand had.' 'Goed idee',<br />
zei vader. 'Dat krijg ik wel voor elkaar bij die man.' 'Hoezo, doet<br />
die man wat je zegt?'<br />
38
'Misschien, misschien. Hij is tenslotte wederrechtelijk ons huis<br />
b<strong>in</strong>nengekomen, met of zonder sleutel.' Daar kan ik tegenover de<br />
<strong>rechter</strong> mogelijkerwijs iets verzachtends over aanvoeren.<br />
Justus hoorde dit alles met verwarde gevoelens aan. Hij had de<br />
<strong>in</strong>druk dat niet de waarheid van belang was, maar de manier waar<br />
op de d<strong>in</strong>gen werden voorgesteld. Hij had altijd gedacht dat wan<br />
neer iemand <strong>in</strong>breekt en gepakt wordt, die persoon schuldig is en<br />
de gevangenis <strong>in</strong> gaat. Hij had ook gedacht dat je je mag verdedi<br />
gen als je een <strong>in</strong>breker aantreft <strong>in</strong> je huis.<br />
'Ik v<strong>in</strong>d het belachelijk, dat noodweerexces of hoe heet het',<br />
barstte hij uit. 'Mag je je huis verdedigen of niet? Het lijkt waar<br />
achtig wel of ik de dief ben.'<br />
'Ik begrijp dat je het onrechtvaardig v<strong>in</strong>dt', zei Yvonne. 'Maar<br />
bekijk het eens zó: Stel, je hebt een rijke oom van wie je zult erven<br />
als hij uitstapt. Je v<strong>in</strong>dt dat oom, ondanks zijn gevorderde leeftijd,<br />
erg fit blijft. Op een avond, laat, loopt hij rond <strong>in</strong> je huis, omdat hij<br />
bij zijn bezoek eerder die dag per ongeluk iets heeft laten liggen. Je<br />
ziet je kans schoon. Je grijpt het keukenmes en rijgt hem er aan.<br />
Inbreker, noodweer, begrafenis, erfenis. Moet de wet dat goedv<strong>in</strong><br />
den? Nee dus. Daarom is niet iedere verdedig<strong>in</strong>g toegestaan. Er zijn<br />
grenzen. Daar moet je het toch mee eens zijn.'<br />
'Die oom was geen echte <strong>in</strong>breker', vond Justus.<br />
'Nee. Ik kan het verhaal langer en <strong>in</strong>gewikkelder maken. Het<br />
gaat om het idee. Je mag er maar niet onder alle omstandigheden<br />
op los slaan, omdat het nacht is en het jouw huis is. Snap je?'<br />
De volgende morgen mocht Justus' vader Slijkhuis bezoeken <strong>in</strong> het<br />
ziekenhuis. De politie had erbij willen zijn, maar meneer Verdaas<br />
donk kreeg gedaan dat hij Slijkhuis alleen kon spreken. Hij bleef<br />
lang weg, het grootste deel van de ochtend. Toen hij thuiskwam,<br />
werd hij natuurlijk bestormd met vragen.<br />
'Wat wilde hij stelen? Hoe is hij b<strong>in</strong>nengekomen? Hoe is het met<br />
hem? Is hij kwaad op Justus?'<br />
'Het gaat niet slecht met hem. Zijn been zal maanden <strong>in</strong> het gips<br />
moeten blijven, maar waarschijnlijk komt het weer helemaal goed.'<br />
'Wat had hij <strong>in</strong> ons huis te zoeken?'<br />
'Tja', zei vader.<br />
39
'Heeft hij dat niet verteld?'<br />
'Jawel. Maar ik heb hem beloofd er met niemand over te<br />
spreken.'<br />
'Wij mogen het toch wel weten', zei Yvonne verontwaardigd.<br />
'Ik heb het beloofd.'<br />
'Nou', zei Yvonne, 'dan zullen we raden. Het tafelzilver kwam<br />
hij niet stelen, dat zoek je niet <strong>in</strong> een werkkamer. Hij zocht iets <strong>in</strong> je<br />
bureau. Een document waarschijnlijk. Jij hebt dus een rapport of<br />
een brief of zoiets die hij graag wil hebben. Zou het de kaart van<br />
een goudmijn zijn? Onwaarschijnlijk. Althans, onwaarschijnlijk<br />
dat het de kaart is waarmee je een mijn met echt goud kunt v<strong>in</strong>den.<br />
Maar <strong>in</strong>formatie waarmee je geld kunt verdienen, bijvoorbeeld<br />
gegevens over een bedrijf waarvan je aandelen kunt kopen of ver<br />
kopen, dat kan best. Dat kan ook een goudmijn zijn, eentje waar<br />
voor je niet naar de b<strong>in</strong>nenlanden van Mrika hoeft. Heb jij zulke<br />
gegevens, waarde vader?'<br />
'Je bent een slimme luis.'<br />
'Wat zei hij over de aanklacht tegen Justus wegens noodweer<br />
exces?' vroeg moeder.<br />
'Hij zal verklaren dat Justus zich heel goed bedreigd heeft kun<br />
nen voelen. De zaklamp lijkt <strong>in</strong> 't donker best op een pistool.'<br />
'Wat ben ik daar blij om', zei moeder.<br />
'Wat heb je hem daarvoor moeten beloven?' wilde Yvonne<br />
weten.<br />
'Dat valt onder de zwijgplicht.'<br />
'Hoe is hij b<strong>in</strong>nengekomen?'<br />
'Hij had <strong>in</strong>derdaad gezien waar ik de sleutel oph<strong>in</strong>g.'<br />
Ze probeerden nog een tijdlang meer uit hem te krijgen, maar<br />
hun gewoonlijk zo loslippige man en vader was merkwaardig<br />
zwijgzaam en wijzer werden ze niet.<br />
Het zat Justus allemaal niet lekker. Het klopte niet. Vaders gedrag<br />
klopte niet. Een <strong>in</strong>breker <strong>in</strong> je huis. Je zoon betrapt hem en ver<br />
wondt hem. Dat is een gebeurtenis van jewelste. Daar praat je over,<br />
daar wil je alles van weten. Je vervangt het slot van de deur, of je<br />
koopt een wapen, of je moet valeriaan slikken tegen de zenuwen. Je<br />
doet niet net of er niks is voorgevallen.<br />
40
Dan blijkt de <strong>in</strong>breker ook nog iemand te zijn die je kent en er<br />
valt een geheime afspraak met hem te maken. Vreemd. Klopt niet.<br />
Bizar.<br />
Hij vertelde het hele verhaal aan Stijn. Die was vooral geïnteres<br />
seerd <strong>in</strong> de honkbalslag. Hij vond het verbazend moedig van Justus<br />
dat die op de dief was afgegaan en hem had neergeslagen. Toen hij<br />
hoorde dat de politie hem dat kwalijk nam, werd hij reuzekwaad.<br />
'Is er e<strong>in</strong>delijk eens iemand die een boef vangt, wat ze zelf<br />
horen te doen, en dan is het weer niet goed. Ze lijken wel gek<br />
tegenwoordig. '<br />
'De politie doet ook alleen maar wat ze moeten en mogen', zei<br />
Justus. Dat had hij Yvonne zo horen zeggen.<br />
'Nou, ik weet wat ik ga worden', verkondigde Stijn. 'Inbreker.<br />
Met kniebeschermers tegen bruten als jij.'<br />
'Toen ik die nacht wakker werd en meende iets te horen', zei<br />
Justus, 'dacht ik onder andere: wat zou Stijn doen <strong>in</strong> zo'n geval?<br />
Zou hij op onderzoek uitgaan of niet?'<br />
'En wat antwoordde Stijn <strong>in</strong> je gedachten?'<br />
'Hij hield z'n mond. Hij was besluiteloos. Hij dacht langer na<br />
dan ik me kon veroorloven.'<br />
'Zo', zei Stijn.<br />
'Wat zóu je gedaan hebben?'<br />
Stijn grijnsde. 'Ik zou graag zeggen dat ik naar beneden was<br />
gegaan, maar ik vrees dat ik mezelf zou hebben wijsgemaakt dat ik<br />
me dat geluid had verbeeld.'<br />
'Je weet pas zeker wat je zou doen als je het meemaakt.'<br />
Als je een ervar<strong>in</strong>g niet samen opdoet, kun je hem niet met iemand<br />
delen. Een appel kun je <strong>in</strong> tweeën snijden. Van een koffieboon kun<br />
je koffie zetten en die samen dr<strong>in</strong>ken. Een eenzame ervar<strong>in</strong>g is als<br />
een droom: hij is van jou alleen.<br />
Weet je wat, dacht Justus, ik ga zelf bij die meneer Slijkhuis op<br />
bezoek. Misschien kom ik er dan achter wat er aan de hand is. Hij<br />
herkauwde dat idee. In de diepere lagen van zijn hersens wist hij<br />
dat zo'n ondernem<strong>in</strong>g wel eens verstrekkende gevolgen kon heb<br />
ben. Dat hij zich bemoeide met d<strong>in</strong>gen die hem niet aang<strong>in</strong>gen. Dat<br />
hij d<strong>in</strong>gen te weten kon komen die hij liever niet wist. Maar hij had<br />
41
een hekel aan nevels, die hem het zicht ontnamen. Als k<strong>in</strong>d al, als<br />
hij viel, waste hij de wond op zijn knie hardhandig schoon,<br />
ondanks de pijn. Hij wilde zien wat er aan de hand was. De vol<br />
gende middag, tijdens het bezoekuur, bracht hij zijn plan ten uit<br />
voer. Slijkhuis lag <strong>in</strong> een gewoon ziekenhuis, niet <strong>in</strong> een bewaakte<br />
afdel<strong>in</strong>g van de gevangenis. Er zat ook geen politieagent naast zijn<br />
bed. Blijkbaar vreesde men niet dat hij ervandoor zou gaan. Justus<br />
zei het thuis niet dat hij met zijn slachtoffer wilde gaan praten. Zijn<br />
vader zou proberen hem tegen te houden, vermoedde hij, en dat<br />
was nu juist de reden om te gaan.<br />
De heer Slijkhuis lag op een lange tu<strong>in</strong>stoel <strong>in</strong> een soort serre.<br />
Hij las. Zijn l<strong>in</strong>kerbeen zat tot halverwege het dijbeen <strong>in</strong> het gips.<br />
Ander bezoek voor hem was er niet. Justus was <strong>in</strong>eens erg verlegen<br />
toen hij dat been zag, dat hij tenslotte had veroorzaakt. Hij was<br />
haast teruggegaan, maar dat was hem toch te k<strong>in</strong>derachtig. Hij<br />
naderde aarzelend.<br />
'Dag meneer.'<br />
Slijkhuis keek op. 'Goeiemiddag.'<br />
't Was <strong>in</strong>derdaad een tenger mannetje, die meneer Slijkhuis. De<br />
kamerjas die hij droeg was te wijd voor hem. Zijn gezicht was smal<br />
en bleek, zijn mond stond half open. Hij had vriendelijke bru<strong>in</strong>e<br />
ogen, waarmee hij Justus een beetje schuw aankeek.<br />
'Ik ben Justus Verdaasdonk.'<br />
'Ah juist. Van eh ... van dit hier.' Meneer Slijkhuis legde zijn<br />
hand op het gips.<br />
'Ja. Sorry.'<br />
'Mijn eigen schuld stelde Slijkhuis vast. 'Ik ben blij dat je niet op<br />
mijn oor hebt gemikt. HoeweL.'<br />
'Dan was u dood geweest', zei Justus.<br />
'Ja.'<br />
'Mag ik even gaan zitten?'<br />
'Daar staat een stoel. Schuif die maar bij.'<br />
Er waren we<strong>in</strong>ig mensen <strong>in</strong> de serre. Ze konden spreken zonder<br />
dat iemand anders het kon verstaan.<br />
'Aardig van je om langs te komen.'<br />
'Ik had u niet zo hard willen raken. Ik bedoel, nu ik u zie zou ik<br />
u nooit zo'n klap willen geven.'<br />
42
'Je bedoelt eigenlijk: wat deed je ook midden <strong>in</strong> de nacht <strong>in</strong> ons<br />
huis', zei meneer Slijkhuis.<br />
'Ja, ook', zei Justus.<br />
'Je vader heeft iets dat van mij is. Dat wilde ik zoeken en meene<br />
men. Ik dacht dat er niemand <strong>in</strong> huis was. Zeker was ik er niet van.<br />
Je moet erg geschrokken zijn. Ik v<strong>in</strong>d het fl<strong>in</strong>k van je dat je kwam<br />
kijken wat er aan de hand was. Ik zou het zelf nooit gedurfd heb<br />
ben.'<br />
'Wat heeft mijn vader van u?'<br />
'Een brief.'<br />
'Wat voor brief?'<br />
'Een brief die ik hem heb geschreven. Al wel drie jaar geleden.'<br />
, Als u die aan mijn vader hebt geschreven, dan is die brief nu toch<br />
van mijn vader?'<br />
'Ja, eigenlijk wel. Maar ik moet hem terughebben.'<br />
Tot verbijster<strong>in</strong>g van Justus begon meneer Slijkhuis zachtjes te<br />
huilen. Dat zie je niet vaak, een man die huilt. De operatie, dacht<br />
Justus. Na een operatie huil je, had hij wel eens gehoord. Dan ben<br />
je kwetsbaar.<br />
'Hebt u pijn aan uw knie?' vroeg hij, tegen beter weten <strong>in</strong>.<br />
Meneer Slijkhuis schudde zijn hoofd. Hij nam een pakje papie<br />
ren zakdoekjes van het tafelje naast zijn ligstoel en snoot zijn neus.<br />
'Let maar niet op me.'<br />
'Niemand vertelt mij ooit wat', zei Justus. 'Nou ja, ze vertellen<br />
alles half. Ik heb het gevoel dat u iets te maken hebt met het proces<br />
van mijn vader. Daar weet ik ook het fijne niet van.' Hij praatte<br />
maar door, om meneer Slijkhuis de gelegenheid te geven op te hou<br />
den met huilen. Want als een volwassen man zich zo laat gaan, dan<br />
weet je niet waar je kijken moet. 'Ik weet wel dat mijn vader ervan<br />
werd beschuldigd dat hij gerommeld had met grond waar won<strong>in</strong><br />
gen op zijn gebouwd. Hij ontkent dat en de <strong>rechter</strong> heeft hem gelijk<br />
gegeven. Maar als ik vraag hoe het precies zit, komen ze met<br />
smoesjes en met onbegrijpelijke juridische termen.'<br />
Meneer Slijkhuis haalde zijn neus op, wat het teken was van het<br />
def<strong>in</strong>itieve e<strong>in</strong>de van zijn huilbui.<br />
'Ik zou je heel wat kunnen vertellen', zei hij.<br />
'Doet u dat alstublieft.'<br />
43
'Je bent zijn zoon.'<br />
'Ja. Vertel het me toch. Vertel het me juist daarom.' Toen vertel<br />
de meneer Slijkhuis het volgende.<br />
44
5<br />
Enkele jaren eerder werkte Justus' vader, Henk Verdaasdonk, nog<br />
bij de gemeente Stoutendam. Daar hield hij zich bezig met won<strong>in</strong>g<br />
bouw. De heer Slijkhuis werkte ook bij de gemeente, maar zijn<br />
werkterre<strong>in</strong> was Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g, dat wil zeggen de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />
van het land. Het gemeentebestuur moet beslissen waar won<strong>in</strong>gen<br />
mogen worden gebouwd, waar de <strong>in</strong>dustrie zich mag vestigen,<br />
waar landbouw mag worden bedreven, kortom hoe het grond<br />
gebied van de gemeente mag worden gebruikt. Dat heet ruimtelijke<br />
orden<strong>in</strong>g.<br />
Ze kenden elkaar wel, maar niet erg goed, want er waren enkele<br />
honderden gemeenteambtenaren <strong>in</strong> Stoutendam.<br />
Ruim drie jaar geleden zaten ze een keer naast elkaar op de per<br />
soneelsavond. Het gesprek kwam op auto's en Verdaasdonk vertel<br />
de dat hij zijn antieke Saab g<strong>in</strong>g verkopen. Nu wilde het geval dat<br />
Slijkhuis een diepe liefde had voor oude stijlvolle auto's en hij had<br />
belangstell<strong>in</strong>g voor de Saab. Verdaasdonk zei dat hij er de volgende<br />
dag mee naar kantoor zou komen, dan kon Slijkhuis eens kijken.<br />
Vervolgens spraken ze over het werk. Verdaasdonk had iets<br />
gehoord over plannen waarmee de afdel<strong>in</strong>g van Slijkhuis bezig<br />
was. Plannen voor het bebouwen van een deel van de Ooster Eng,<br />
een stuk landbouwgrond. Nu is de prijs van landbouwgrond veel<br />
lager dan de prijs van grond waar je huizen op mag bouwen. Als<br />
een particulier te weten komt dat een stuk landbouwgrond wordt<br />
bestemd voor won<strong>in</strong>gbouw, kan hij die grond opkopen en er<br />
naderhand fl<strong>in</strong>k w<strong>in</strong>st op maken. En dus had de gemeente besloten<br />
dat de plannen met de Ooster Eng voorlopig geheim moesten<br />
blijven.<br />
De volgende dag kwam Verdaasdonk met de Saab naar kantoor.<br />
Slijkhuis was geïnteresseerd, maar hij vond de prijs die Verdaas<br />
donk vroeg veel te hoog. Misschien was het niet te veel, maar hij<br />
kon het niet betalen.<br />
Verdaasdonk had toen laten doorschemeren dat hij de prijs een<br />
fl<strong>in</strong>k stuk zou laten zakken, als hij een lapje grond <strong>in</strong> de Ooster<br />
Eng kon kopen voor de lage landbouwprijs die nu nog gold. Hij<br />
45
dacht erover om te verhuizen, had hij gezegd, maar hij moest dan<br />
wel weten <strong>in</strong> welk deel van de Ooster Eng gebouwd zou mogen<br />
worden.<br />
Hoe dan ook, een paar dagen later had Slijkhuis een briefje naar<br />
het woonadres van zijn collega gestuurd, waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> bedekte termen<br />
stond hoe de plannen met de Ooster Eng ervoor stonden. En de<br />
Saab was voor een vriendenprijsje zijn eigendom geworden.<br />
Justus' vader zag ervan af om te verhuizen. Maar wel liet hij een<br />
relatie van hem, iemand uit een andere gemeente, voor zijn reke<br />
n<strong>in</strong>g een fl<strong>in</strong>k stUk grond kopen <strong>in</strong> de Ooster Eng. En toen de plan<br />
nen officieel waren goedgekeurd en de nieuwe won<strong>in</strong>gen mochten<br />
worden gebouwd, liet hij de percelen verkopen. De stroman (de<br />
relatie die de transacties voor hem had gedaan) kreeg een deel van<br />
de w<strong>in</strong>st, maar de heer Verdaasdonk zelf werd er vooral heel wat<br />
beter van. Hij werd er zo welgesteld van dat hij besloot de gemeen<br />
te te verlaten en zelfstandig iets te beg<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de sector van onroe<br />
rend goed: hij g<strong>in</strong>g handeldrijven <strong>in</strong> grond en gebouwen.<br />
Maar de zaak lekte uit. De heer Slijkhuis was er nooit achter<br />
gekomen of de stroman zijn mond voorbij had gepraat of dat er<br />
iets anders was misgegaan, maar een feit is dat de politie op een<br />
kwade dag huiszoek<strong>in</strong>g had gedaan bij de familie Verdaasdonk. Ze<br />
hadden de hele privé-adm<strong>in</strong>istratie van <strong>Jan</strong> Hendrik Verdaasdonk<br />
meegenomen en hij zelf was vier dagen vastgehouden voor verhoor.<br />
Daarna leek het of de zaak <strong>in</strong> het vergeetboek was geraakt. Je<br />
hoorde er niets meer van. De kranten berichtten er niet meer over.<br />
Slijkhuis had niet de moed gehad om aan Verdaasdonk te vragen of<br />
justitie de zaak had laten vallen. Als hij zijn vroegere collega nu<br />
maar eens was tegengekomen, dan had hij kunnen vragen hoe het<br />
met zijn gezondheid g<strong>in</strong>g, met zijn gez<strong>in</strong>, met zijn nieuwe werk<br />
kr<strong>in</strong>g en, 0 ja, hoe gaat het met dat justitiële onderzoek? Maar hij<br />
kwam Verdaasdonk niet tegen, al was hij geregeld door de straat<br />
gewandeld waar ze woonden.<br />
Justitie zette de zaak wel degelijk door. Gedurende de jaren dat<br />
het proces zich voortsleepte had Slijkhuis geleefd <strong>in</strong> de voortduren<br />
de angst dat hij van zijn bed zou worden gelicht en <strong>in</strong> de gevange<br />
nis zou worden gegooid. Want de politie had natuurlijk ook zijn<br />
brief gevonden. Uit die brief bleek dat hij de geheime <strong>in</strong>formatie<br />
46
had doorgegeven, hij had zijn ziel verkocht om goedkoop aan een<br />
Saab te komen.<br />
Toen het uite<strong>in</strong>delijk tot een proces kwam, volgde hij dat zo<br />
nauwkeurig mogelijk en tot zijn verbaz<strong>in</strong>g werd zijn naam nooit <strong>in</strong><br />
verband met de zaak genoemd. Tot zijn diepe vreugde was de heer<br />
Verdaasdonk een week geleden vrijgesproken en Slijkhuis hoopte<br />
dat daarmee zijn rust zou weerkeren en hij weer lekker zou kunnen<br />
slapen.<br />
Helaas voor hem, zo g<strong>in</strong>g het niet.<br />
Een dag na de <strong>rechter</strong>lijke uitspraak had Justus' vader hem<br />
opgebeld.<br />
'Je hebt gemerkt dat ik je naam niet heb genoemd, tijdens het<br />
proces', had hij gezegd.<br />
'Ja, ik v<strong>in</strong>d dat fantastisch van je. Hartelijk dank.'<br />
'Ik heb nog altijd die brief van je. Die hebben ze niet gevonden,<br />
<strong>in</strong>dertijd. Ik bewaarde hem op een aparte plaats.'<br />
'Daar ben ik erg blij om', had Slijkhuis gezegd. 'Mag ik hem<br />
terughebben? '<br />
'Och ja, waarom niet?'<br />
Fidele kerel, die Verdaasdonk, had hij gedacht. Betrouwbare<br />
man. Nou ja, betrouwbaar ... voor zijn vrienden dan. En zo was<br />
Slijkhuis zondagavond laat, <strong>in</strong> opperbeste stemm<strong>in</strong>g, nog langs de<br />
won<strong>in</strong>g van de Verdaasdonks gegaan.<br />
De brief had hij niet gekregen.<br />
'Ik kan hem niet v<strong>in</strong>den', had Justus' vader gezegd.<br />
'Hoezo, niet v<strong>in</strong>den.'<br />
'Gewoon, niet v<strong>in</strong>den. Zoek. Kwijt. Maar dat komt wel goed<br />
hoor. Ik spoor hem wel op.'<br />
Slijkhuis' prachtige humeur plofte <strong>in</strong> elkaar. Hoe kon dat nou?<br />
Zo'n brief raak je niet kwijt. Hij geloofde zijn. vroegere collega niet.<br />
Anderzijds, Verdaasdonk keek zo hartelijk uit zijn ogen. Een en al<br />
sympathie. Hij was altijd een aardige vent geweest.<br />
Hij zei: 'Je hoeft niet bang te zijn dat hij ooit <strong>in</strong> verkeerde han<br />
den terechtkomt. En weet je, misschien heb je nog eens een aardige<br />
tip voor me. Ik vraag niet iets wat niet door de beugel kan, hoor. Ik<br />
heb m'n buik vol van processen en <strong>rechter</strong>s. Maar je weet wel, iets<br />
wat aardig kan zijn voor iemand die <strong>in</strong> het onroerend goed zit.'<br />
47
Opnieuw sliep Slijkhuis slecht. De brief was levensgevaarlijk.<br />
Als de officier hem te pakken kreeg, zou die <strong>in</strong> zijn handen wrijven<br />
van plezier. Want het was Slijkhuis natuurlijk niet ontgaan dat<br />
Verdaasdonk was vrijgesproken op grond van een vormfout. Daar<br />
zou de officier van justitie behoorlijk chagrijnig over zijn. Die had<br />
liever gezien dat de man was veroordeeld. Verdaasdonk kon hij<br />
voor hetzelfde feit niet opnieuw vervolgen. Maar iemand anders<br />
wel. Slijkhuis bijvoorbeeld.<br />
Toevallig had hij zondagavond gezien hoe Verdaasdonk een<br />
sleutel aan een spijker <strong>in</strong> de boom h<strong>in</strong>g. Bij hem thuis was er zo n<br />
reservesleutel aan een haakje laag <strong>in</strong> de muur van de garage. De<br />
meeste gez<strong>in</strong>nen zullen wel een soortgelijke regel<strong>in</strong>g hebben waar<br />
door <strong>in</strong>gewijden het huis <strong>in</strong> kunnen komen. Hij had twee dagen<br />
geleden ook opgemerkt dat de auto van de Verdaasdonks niet voor<br />
de deur stond. Ze waren dus waarschijnlijk met vakantie, zoals<br />
bijna iedereen. Het huis was donker. Met de moed der wanhoop<br />
had hij de sleutel geprobeerd. Zijn handen beefden toen hij hem<br />
omdraaide, want hij was geen waaghals, meneer Slijkhuis. Hij was<br />
geen man van geweld en avontuur. Hij was een oppassende huis<br />
vader, die één keer iets verkeerds had gedaan, en daar ontzettend<br />
spijt van had. En nu verschafte hij zich wederrechtelijk toegang tot<br />
een huis dat niet van hem was. De deur g<strong>in</strong>g zonder moeite open.<br />
Zijn handen beefden nog steeds toen hij <strong>in</strong> het bureau van zijn<br />
vroegere collega g<strong>in</strong>g zoeken. En toen plotsel<strong>in</strong>g de deur van de<br />
kamer openg<strong>in</strong>g en hij een knal tegen zijn knie kreeg, verwonderde<br />
hem dat eigenlijk niet eens. Zo gaat dat, als amateurs uit stelen<br />
gaan.<br />
De v<strong>in</strong>nige pijn <strong>in</strong> zijn knie was hem wel goed uitgekomen. Nu<br />
kon hij zich verschuilen achter gekerm, nu hoefde hij niet meteen<br />
een verklar<strong>in</strong>g af te leggen. Want wat moest hij zeggen? Hoe moest<br />
hij straks zijn vrouw uitleggen wat hem was overkomen? Ze zou<br />
eerder geloven dat de Belgen ons land gewapenderwijs waren b<strong>in</strong><br />
nen gevallen dan dat haar rechtschapen man uit <strong>in</strong>breken was<br />
gegaan. Om tijd te w<strong>in</strong>nen had hij daarom tegen de politie gezegd<br />
dat Justus hem had b<strong>in</strong>nengelaten.<br />
Gisteren, kort na zijn operatie, was Justus' vader hem komen<br />
opzoeken. Hij moest zeggen, die was reuze sympathiek geweest.<br />
48
Hij had er alle begrip voor dat Slijkhuis <strong>in</strong>zat over de brief en hij<br />
zou hem beslist v<strong>in</strong>den en vernietigen, of teruggeven, wat Slijkhuis<br />
maar wilde. Als enige tegenprestatie verlangde hij dat Slijkhuis die<br />
verklar<strong>in</strong>g dat hij was b<strong>in</strong>nengelaten zou <strong>in</strong>trekken. Het tegendeel<br />
was toch waar: hij was heel bedreigend geweest voor Justus.<br />
'En dat is natuurlijk ook zo', zei Slijkhuis trouwhartig. 'Als ik<br />
om twee uur 's nachts een <strong>in</strong>sluiper tegenkwam, zou ik flauwvallen<br />
van angst.'<br />
Justus' vader had ook nog gezegd dat hij wel wilde proberen<br />
Slijkhuis uit de gevangenis te houden. Tenslotte, als hij werd ver<br />
oordeeld, kostte hem dat waarschijnlijk zijn betrekk<strong>in</strong>g bij de<br />
gemeente. Dat zou jammer zijn voor Slijkhuis zelf en hij,<br />
Verdaasdonk, zou dan ook niet meer af en toe een <strong>in</strong>teressante tip<br />
kunnen krijgen. En dus wilde Verdaasdonk wel verklaren tegen<br />
over de politie dat hij zelf had aangewezen waar de sleutel h<strong>in</strong>g en<br />
dat hij toestemm<strong>in</strong>g had gegeven aan Slijkhuis, om <strong>in</strong> geval van<br />
haast of zoiets, zich toegang te verschaffen tot de won<strong>in</strong>g. Dan zou<br />
de officier van justitie de zaak vast laten vallen.<br />
Het zag er dus naar uit dat het redelijk goed zou aflopen met<br />
meneer Slijkhuis. En toch was hij doodongelukkig. Nu het weer<br />
beter met hem g<strong>in</strong>g, zouden zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren precies willen<br />
weten wat er aan de hand was, en ook op het gemeentehuis was de<br />
belangstell<strong>in</strong>g groot. Er had een berichtje <strong>in</strong> de Stoutendammer<br />
gestaan, weliswaar met <strong>in</strong>itialen (de <strong>in</strong>sluiper bleek te zijn T.S. te<br />
Stoutendam) maar het zou een wonder zijn als niet bekend werd<br />
wie T.S. was. Eén keer had hij een foutje gemaakt, nou ja een fout,<br />
omdat hij geen weerstand had kunnen bieden toen hij die klassieke<br />
Saab had gezien, en kijk nou eens. Misdaad loont niet, dat was<br />
maar weer eens bewezen.<br />
Of Justus' vader daar ook zo over dacht, staat te bezien. Eén<br />
d<strong>in</strong>g was zeker: meneer Slijkhuis kon beter op het rechte pad<br />
blijven. Justus was ontdaan door het verhaal van meneer Slijkhuis.<br />
Hij verzekerde de gewonde man dat hij er bij zijn vader op zou<br />
aandr<strong>in</strong>gen dat die de brief teruggaf en hij nam afscheid.<br />
Lange tijd zat hij op het stenen muurtje bij het kanaal waar hij<br />
wel vaker zijn toevlucht zocht als hij wilde nadenken. Als meneer<br />
Slijkhuis de waarheid had gesproken - en zijn mededel<strong>in</strong>gen had-<br />
49
den geloofwaardig geklonken - dan was zijn vader wel degelijk<br />
schuldig. Hij realiseerde zich dat hij daar eigenlijk allang van over<br />
tuigd was.<br />
Moeder kon ermee leven. Ze stelde vaders goede eigenschappen<br />
er tegenover en daarvan waren er genoeg. Yvonne wist het natuur<br />
lijk ook. Maar Yvonne hield van het spel, ze genoot van de handig<br />
heid en de overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g.<br />
Justus was anders. Hij hield niet van omwegen en zijpaden. Zelf<br />
had hij zijn fouten, zeker. Hij had al eens een jongen <strong>in</strong> zijn klas<br />
half bewusteloos geslagen, <strong>in</strong> drift. Hij had al eens autogereden,<br />
wat natuurlijk absoluut niet mocht op zijn leeftijd. Hij vergat soms<br />
de tij d, kwam vaak te laat thuis en liet zijn ouders <strong>in</strong> ongerustheid<br />
zitten. Maar hij kwam uit voor wat hij deed. Liegen, gappen, om<br />
de d<strong>in</strong>gen heen draaien, daar hield hij niet van. Daar kon hij niet<br />
tegen. Dat was ook wat hem <strong>in</strong> Stijn zo aantrok: die vond iets heel<br />
moois <strong>in</strong> de waarheid, hij maakte er gedichten over.<br />
Vader nam het niet zo nauw met de wet. Hij ritselde. Hij sjoe<br />
melde. Dat had hij gedaan zolang Justus zich her<strong>in</strong>nerde.<br />
Maar wat nog veel erger was, hij had meneer Slijkhuis gechan<br />
teerd, nou ja, onder druk gezet.<br />
Met trage voeten g<strong>in</strong>g Justus naar huis. De eerste die hij daar<br />
zag, was zijn vader.<br />
'Ik ben <strong>in</strong> het ziekenhuis bij Slijkhuis geweest', zei Justus. 'Je<br />
moet hem zijn brief terug geven.'<br />
'Ben jij bij .. .'<br />
Maar Justus was de trap al op. Hij kwam niet aan tafel voor het<br />
avondeten. 'Hoofdpijn', zei hij. Zijn moeder kwam boven met een<br />
aspir<strong>in</strong>e-achtig tabletje, wat hij weigerde. Ze probeerde uit hem te<br />
krijgen wat er aan de hand was. Hij zei dat hij er niet over wilde<br />
praten, hij had d<strong>in</strong>gen om over te denken.<br />
Later stuurden ze Yvonne op hem af.<br />
'Is onze held <strong>in</strong>gestort?'<br />
'Vader is vrijgesproken op grond van een vormfout', zei Justus.<br />
'Hoe zit dat precies?'<br />
'Is dat wat je dwars zit?'<br />
'Onder andere.'<br />
'Wat dan nog meer?'<br />
50
'Vertel me nu e<strong>in</strong>delijk eens zonder <strong>in</strong>gewikkeld te doen wat een<br />
vormfout is.'<br />
'Er zijn allerlei vormfouten mogelijk.'<br />
Justus keek haar recht <strong>in</strong> de ogen en zweeg.<br />
'Stel, de officier heeft zijn requisitoir gehouden, hij heeft de zaak<br />
samengevat en zijn eis gesteld, en dan toont de advocaat aan dat de<br />
datum <strong>in</strong> de dagvaard<strong>in</strong>g niet klopt. Het jaartal is niet goed, er<br />
staat bijvoorbeeld achttienhonderd <strong>in</strong> plaats van negentienhon<br />
derd. De advocaat zegt dat zijn cliënt op de datum van de dagvaar<br />
d<strong>in</strong>g nog niet geboren was en dus onmogelijk kan hebben gedaan<br />
waarvan hij wordt beschuldigd. Ofschoon iedereen weet dat het<br />
om een tikfout gaat en om niks anders, is er een grote kans dat de<br />
verdachte wordt vrijgesproken. Want, zegt de <strong>rechter</strong>, hij kan op<br />
die datum het strafbare feit niet hebben gepleegd.'<br />
'Dan volgt natuurlijk hoger beroep', zei Justus.<br />
'Nee, want <strong>in</strong> hoger beroep mag er niks meer aan de stukken<br />
worden veranderd. Het jaartal blijft verkeerd en de verdachte gaat<br />
vrijuit. Zoiets heet een vormfout.'<br />
'Dit is toch niet te geloven', vond Justus. 'Iemand vermoordt<br />
twee k<strong>in</strong>deren, hij komt vrij op grond van een tikfout, en hij kan<br />
rustig opnieuw twee k<strong>in</strong>deren om zeep helpen.'<br />
'Dat zou kunnen', zei Yvonne.<br />
'En jij zou als advocaat zo iemand vrij willen krijgen?' 'Daar is<br />
veel meer over te zeggen. Daar hebben we het nog wel eens over.<br />
Maar nu de vormfout <strong>in</strong> het proces van Pap. Je weet dat het begon<br />
nen is met een huiszoek<strong>in</strong>g. Daarbij heeft de politie iets verkeerd<br />
gedaan. Er was, zoals dat heet geen last tot b<strong>in</strong>nentred<strong>in</strong>g getekend<br />
door de hulpofficier van justitie. Daardoor waren de papieren die<br />
ze hebben gevonden niet rechtsgeldig. Ze waren onrechtmatig ver<br />
kregen en speelden dus geen rol bij het oordeel van de <strong>rechter</strong>s. Het<br />
was alsof ze er niet waren.' 'Als ze wel rechtsgeldig waren geweest,<br />
zou vader dan veroordeeld zijn?'<br />
'Dat zou best kunnen.' 'Wat denk je?'<br />
'Ik weet niet of de <strong>rechter</strong>s dan hadden geoordeeld dat er vol<br />
doende bewijs was.'<br />
'Hou nou eens op met dat gedraai. Heeft vader het gedaan of<br />
heeft hij het niet gedaan?'<br />
51
Yvonne keek haar broer recht <strong>in</strong> de ogen. 'Ik denk dat hij het<br />
heeft gedaan. Maar voor de wet is hij onschuldig. Dat heeft de<br />
rechtbank beslist.'<br />
'Hij is dus een crim<strong>in</strong>eel.'<br />
'Nee, dat is hij niet. In ons rechtssysteem ben je pas een crimi<br />
neel als dat voor de <strong>rechter</strong> blijkt.'<br />
In de dagen die volgden was er met Justus geen land te bezeilen.<br />
Hij verscheen nauwelijks aan tafel en een gesprek was met hem niet<br />
te voeren. Hij had het moeilijk.<br />
In het algemeen had hij er niet zo'n probleem mee de mensen te<br />
nemen zoals ze zijn. Hij was er al wel achter gekomen dat ze nooit<br />
wezenlijk veranderen, dat iemand hoogstens zijn gedrag een beetje<br />
kan bijstellen. Dat <strong>in</strong>zicht had hem <strong>in</strong>dertijd rust gegeven, want<br />
aanvankelijk had hij het als zijn heilige taak beschouwd om vrien<br />
den van hem op het rechte pad te brengen als ze daar <strong>in</strong> zijn ogen<br />
van waren afgeweken. Rudolf bijvoorbeeld, zijn neef. Die kon het<br />
niet laten kle<strong>in</strong>ere k<strong>in</strong>deren te pesten, en daar had Justus hem een<br />
keer een fikse bloedneus voor geslagen. Nu pestte Rudolf alleen<br />
nog k<strong>in</strong>deren als Justus niet <strong>in</strong> de buurt was. Nee, je moest er<strong>in</strong><br />
berusten dat mensen waren zoals ze waren. Maar nu zat deze<br />
wetenschap hem dwars. Zijn vader zou dus niet veranderen. Moest<br />
hij daar dan maar gewoon mee leren leven?<br />
Moeder probeerde met Justus te praten; ze botste tegen een<br />
muur van zwijgzaamheid. Yvonne probeerde hem te knuffelen; hij<br />
was zo toeschietelijk als een klemmende la.<br />
Vader zei niets of nagenoeg niets. Hij had van Yvonne begrepen<br />
wat eraan schortte en hij begreep het best. Het moest maar slijten.<br />
Of nee, hij zou een handje helpen om de lucht te klaren. Dat deed<br />
hij op zijn manier. Hij kocht voor Justus een brommer. Een prach<br />
tig, spl<strong>in</strong>ternieuw exemplaar, opgevoerd tot het maximum toelaat<br />
bare, met alle toeters en bellen die het d<strong>in</strong>g maar begeerlijk konden<br />
maken, met de duurst verkrijgbare helm erbij, kortom, een cadeau<br />
om van te watertanden. Op een ochtend werd hij afgeleverd, nog<br />
net voordat Yvonne terug zou gaan naar Leiden.<br />
'Voor jou, Justus. Om goed te maken wat je door mij hebt moe<br />
ten doorstaan.'<br />
52
'Gossiemijne', riep Yvonne.<br />
Justus bekeek het cadeau. Zijn eerste reactie was er een van<br />
<strong>in</strong>tense blijdschap. Er was niets wat hij liever wilde hebben. Zijn<br />
vader was toch een prachtman, die door middel van dit vorstelijke<br />
gebaar zijn fout toegaf. De mooiste brommer van de stad. Maar<br />
langer dan tien seconden hield hij zichzelf niet voor de gek. Hij<br />
keek zijn vader aan en zei: 'Het is goed bedoeld, maar ik wil geen<br />
brommer die gekocht is met gestolen geld.'<br />
'Justus!' riep moeder geschrokken.<br />
'Het verbaast me dat je je ontbijt door je keel kon krijgen', zei<br />
vader woedend. 'Hoe heeft zo'n verdacht eitje door jouw recht<br />
vaardige slokdarm kunnen glijden. Ik weet niet wat jou mankeert,<br />
jongen.'<br />
'Het spijt me. Ik wil de brommer niet.'<br />
Moeder en Yvonne waren allebei tegen hem. Wel met begrip,<br />
maar ze vonden dat hij overdreef. In de dagen die volgden, pro<br />
beerden ze te bemiddelen tussen Justus en zijn vader.<br />
Vader was ontgoocheld. Hij had de bromfiets terug moeten<br />
geven aan de leverancier, met een niet aannemelijk kl<strong>in</strong>kend smoes<br />
je en hij had zich zeer vernederd gevoeld. Want bij het kopen had<br />
hij, loslippig als altijd, bij voorbaat opgeschept over het plezier dat<br />
hij zijn zoon g<strong>in</strong>g doen. 'De <strong>rechter</strong> spreekt me vrij en mijn zoon<br />
veroordeelt me', zei hij bitter tegen Yvonne. Moeder probeerde<br />
Justus ervan te overtuigen dat vader <strong>in</strong> zijn hart een door en door<br />
goeie man was.<br />
Yvonne haalde al haar juridische kennis uit de kast om uit te<br />
leggen dat de <strong>rechter</strong> besliste wat recht was, niet ene Justus<br />
Verdaasdonk.<br />
'De <strong>rechter</strong> had het mis', zei Justus koppig. 'Vader heeft het<br />
gedaan, dat weet jij, dat weet ik, en dat weet hij zelf. Hij moet het<br />
geld teruggeven, <strong>in</strong> plaats van er een brommer voor mij van te kopen.'<br />
'Teruggeven? Aan wie? Aan de projectontwikkelaar die er<br />
anders rijk van zou zijn geworden, en die trouwens toch al rijk is?<br />
Komaan, Justus, wees een beetje realistisch. Iedere dag worden er<br />
transacties gesloten over onroerend goed. Wie het slimst <strong>in</strong>formatie<br />
weet los te weken, verdient het meeste geld. Zo zit de wereld nu<br />
eenmaal <strong>in</strong> elkaar.'<br />
53
'Niet mijn wereld', zei Justus.<br />
Hij had er grote moeite mee dat zijn vader de brief van Slijkhuis<br />
'niet kon v<strong>in</strong>den'. Hij wilde Slijkhuis onder druk houden. Voor een<br />
deel was dat te begrijpen: zijn vader wilde er zeker van zijn dat<br />
Slijkhuis niet zou zeggen tegen de politie dat Justus hem had b<strong>in</strong><br />
nengelaten. Maar <strong>in</strong> hoeverre wilde zijn vader, met de dreig<strong>in</strong>g van<br />
die brief op de achtergrond, <strong>in</strong>teressante tips over het gemeentelijk<br />
beleid loskrijgen?<br />
Ook de opmerk<strong>in</strong>g van zijn vader over het ontbijt zat hem<br />
dwars. Wat was het verschil tussen een brommer en een eitje, een<br />
overhemd, schoolgeld? Hij leefde van gestolen geld. Hij had het<br />
goed van gestolen geld. Naarmate zijn ouders en Yvonne meer <strong>in</strong><br />
zijn hoofd probeerden te stampen dat hij overdreef, beet Justus zich<br />
vaster <strong>in</strong> die gedachte.<br />
Een dag later, toen hij alleen thuis was, zocht hij zijn spullen bij<br />
elkaar. De kleren die hij het liefst droeg, zijn tentje, toiletspullen,<br />
zijn verrekijker en nog zo het een en ander. Dat pakte hij allemaal<br />
op zijn fiets. Hij schreef een briefje en legde het op de keukentafel.<br />
Ik wil voor mezelf zorgen, stond er. Ik zal wel laten weten waar ik<br />
ben.<br />
Hij bezat ongeveer honderdvijftig gulden. Dertig gulden op zak,<br />
de rest op een bankreken<strong>in</strong>g. Kon hij die gebruiken? Voor een deel<br />
kwam het uit zakgeld, voor een deel was het een bedrag dat hij<br />
voor zijn zestiende verjaardag van oma had gekregen. Vooruit. Hij<br />
zou eerst de dertig gulden opmaken en dan als het moest de rest<br />
opnemen. Anders kon hij de tent ook wel achterlaten. Die had hij<br />
twee jaar eerder van zijn ouders gekregen.<br />
Met een bezwaard gemoed reed hij weg. Hij had .geen idee<br />
waarheen.<br />
54
6<br />
Twee maanden later. Justus werd wakker doordat de zon - nog<br />
zeer fel voor beg<strong>in</strong> september - de temperatuur <strong>in</strong> zijn tentje snel<br />
opvoerde. Hij draaide zich op zijn rug. Het luchtbed paste zich soe<br />
pel aan. Deze dag zou hij geluk hebben, dat optimistische gevoel<br />
huisde <strong>in</strong> zijn botten. Normaal gesproken zou hij alweer een week<br />
naar school zijn. Hij had laten weten dat hij dit jaar niet kwam.<br />
Jammer van zijn e<strong>in</strong>dexamen, want hij was <strong>in</strong> juni toegelaten tot<br />
vijf HAVO. Niks aan te doen. Dat examen haalde hij nog wel eens.<br />
Zijn ouders waren er niet blij mee. Er waren heftige discussies<br />
geweest, en tranen, van moeder. Een week na zijn vertrek had hij<br />
telefonisch laten weten waar hij was.<br />
foon.'<br />
'We moeten praten', had vader gezegd. 'Dat gaat niet per tele<br />
Hij was naar huis gefietst. Ze hadden gepraat. Yvonne was er<br />
ook bij geweest. Vader had zich gekwetst getoond. Hij begreep het<br />
niet. Niemand is zonder fouten, je mocht toch verwachten dat<br />
iemand van zestien met een redelijk verstand daar wel achter was.<br />
Je probeerde van het leven te maken wat ervan te maken was. Was<br />
hij, Henk Verdaasdonk, een misdadiger? Had hij Justus ooit gesla<br />
gen? Had hij zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren, ja of nee, een goed leven<br />
bezorgd? Was hij de schrik van weduwen en wezen, was hij<br />
gewelddadig, was hij gierig, was hij ... ? A ja, volgens Justus was hij<br />
een dief. Wie had hij dan bestolen? Niemand, althans volgens de<br />
<strong>rechter</strong>. Maar zijn zoon wist dat beter. Yvonne had hem bespot tot<br />
het maximum van haar vermogen. Wat heerlijk om een broer te<br />
hebben die later regelrecht naar de hemel zou gaan. Moeder<br />
Theresa, de heilige Sebastiaan, Justus Verdaasdonk, Franciscus van<br />
Assisië, wie hoort er niet thuis <strong>in</strong> dit rijtje? Moeder Theresa, want<br />
dat is een vrouw. In plaats van hem had ze haar vader zitten<br />
knuffelen, wat die kennelijk heel prettig had gevonden. 'Wij<br />
slechteriken, we maken er samen wel wat van <strong>in</strong> de hel', had ze<br />
gezegd.<br />
Moeder had hem het best begrepen. 'Iedereen moet zelf met de<br />
wet <strong>in</strong> het re<strong>in</strong>e komen. Dat maakt het leven zo mooi en zo moei-<br />
55
lijk.' Veel meer had ze niet gezegd, althans met woorden. Haar tra<br />
nen waren welsprekender geweest. Eens waren ze het natuurlijk<br />
niet geworden.<br />
Zijn vader berustte er tenslotte <strong>in</strong> dat hij deed wat hij juist vond.<br />
Wat moest hij anders? Hem via de politie terug laten halen? Leuke<br />
discussie kon dat worden.<br />
Zoon: 'Ik wil niet van het geld van mijn ouders leven, want mijn<br />
vader is er niet eerlijk aan gekomen.'<br />
Vader: 'Ik wil dat mijn zoon thuis komt wonen, want hij is veel<br />
te rechtvaardig om zich alleen te redden.'<br />
Voorwaarde was wel dat hij hen op de hoogte hield van zijn ver<br />
blijfplaats.<br />
Dat was nodig ook. Want nog voor hij had laten weten waar<br />
hij was, had <strong>in</strong>specteur Holtrigter naar hem gevraagd. Zijn ouders<br />
hadden moeten zeggen dat ze niet wisten waar hij was. Dat had<br />
een belabberde <strong>in</strong>druk op de <strong>in</strong>specteur gemaakt. Toen Justus<br />
zich een dag of wat later meldde bij het politiebureau, had hij<br />
danig op z'n kop gekregen. Of hij zich niet her<strong>in</strong>nerde dat hij<br />
bereikbaar moest blijven? En waar hij gezeten had? Zeker met een<br />
drugsbende <strong>in</strong>braken aan het organiseren? Het was duidelijk dat de<br />
<strong>in</strong>specteur niet veel <strong>in</strong> hem zag en het betreurde dat de aanklacht<br />
wegens noodweerexces niet doorg<strong>in</strong>g. Maar ja, na de verklar<strong>in</strong>g<br />
van de heer Slijkhuis had de officier van justitie de zaak laten<br />
vallen.<br />
'Je bent een gewelddadige jongeman', had Holtrigter gezegd.<br />
'Jonge mensen van zestien horen niet onv<strong>in</strong>dbaar te zijn voor hun<br />
ouders. Als je vader en moeder dat dan niet doen, ik hou je <strong>in</strong> de<br />
gaten, daar kun je op rekenen.'<br />
Wat had hij moeten zeggen? Wie zou zijn verhaal geloven?<br />
Trouwens, het g<strong>in</strong>g de <strong>in</strong>specteur niet aan.<br />
'U moet doen wat u niet laten kunt', had hij, niet erg beleefd,<br />
opgemerkt en daarna had de <strong>in</strong>specteur hem met een norse hoofd<br />
knik duidelijk gemaakt dat hij kon ophoepelen.<br />
Tot nu toe had het hem niet erg meegezeten, welbeschouwd. Eerst<br />
wel, toen hij nog niet was begonnen een baantje te zoeken. Hij had<br />
zijn tentje opgeslagen achter een boerderij, net buiten Stoutendam.<br />
56
Dat mocht voor vier gulden per dag, omdat hij alleen was en de<br />
tent kle<strong>in</strong>.<br />
Verder was hij, direct na dat gedoe met de <strong>in</strong>specteur, samen met<br />
Stijn twee weken naar Drenthe geweest. Stijn had hem fantastisch<br />
opgevangen. Justus had alles verteld en Stijn had gezegd:<br />
'Je vader is een aardige man en ik mag hem graag. Maar hij<br />
hoort zich als een vader te gedragen, dat wil zeggen dat hij het<br />
goede voorbeeld moet geven. Zoals hij handelt, weet jij niet waar je<br />
aan toe bent.' Stijn had er een gruwelijke hekel aan als je niet wist<br />
waar je aan toe was. 'Joke gaat twee weken naar Engeland, naar<br />
haar grootouders. Kom op, we gaan samen een fietstocht maken.'<br />
Zo waren ze dan door Drenthe gefietst en daar, al pratend en<br />
fietsend, had hij besloten van school te gaan, althans voorlopig.<br />
Stijn was het ermee eens geweest. 'Je kunt niet <strong>in</strong> verwarr<strong>in</strong>g leven',<br />
zei hij. 'Dan haal je je examen nooit. En je kunt het beter niet<br />
gedaan hebben dan gezakt zijn.'<br />
Maar toen ze terug waren, het tentje weer bij de boer, toen botste<br />
de mooie filosofie met de harde praktijk. Hoe vond hij werk? Eerst<br />
had hij een paar dagen pruimen mogen plukken voor diezelfde<br />
boer. Gedurende die dagen had hij geen stageld hoeven betalen, hij<br />
kreeg per dag een maaltijd, en nog wat geld toe. Maar toen de<br />
bomen leeg waren, was hij vergeefs op pad gegaan om een nieuw<br />
baantje te v<strong>in</strong>den. Wie heeft werk voor een jongen van zestien<br />
zonder opleid<strong>in</strong>g? Hij had gedacht achterrnekaar wat te v<strong>in</strong>den.<br />
Baantjes genoeg voor wie de handen uit de mouwen wil steken.<br />
Dat hoorde je toch altijd? Hij had aangeklopt bij bedrijven, bij<br />
restaurants, bij boeren. Zonder resultaat. 'Moet jij niet naar<br />
school? Wat kun je? Laat je vader maar eens langskomen.'<br />
Vorige week had hij bedacht dat hij misschien een uitker<strong>in</strong>g kon<br />
krijgen. Talloze mensen hadden een uitker<strong>in</strong>g, zeker mensen die<br />
graag een baan wilden hebben maar er geen konden v<strong>in</strong>den.<br />
Hij was naar het gemeentehuis gegaan en had na een paar mis<br />
lukte pog<strong>in</strong>gen het goede loket gevonden. Daar zat een vriendelijke<br />
mevrouw achter, die meteen vroeg hoe oud hij was.<br />
'Zestien.'<br />
'Heb je ouders?'<br />
57
'Jawel.'<br />
'Hebben die een <strong>in</strong>komen?'<br />
'Zeker.'<br />
'Dan zijn je ouders onderhoudsplichtig.'<br />
'Ik wil niet door mijn ouders worden onderhouden.'<br />
De mevrouw had het <strong>in</strong>teressant gevonden. Ze had iemand<br />
geroepen die haar plaats achter het loket kon overnemen en was<br />
met Justus aan een tafeltje gaan zitten.<br />
'Verdaasdonk zei je? Heeft je vader vroeger bij de gemeente<br />
gewerkt?'<br />
'Ja, dat heeft hij.'<br />
'Hij is voor zichzelf begonnen, her<strong>in</strong>ner ik me. En toen was er<br />
iets, een probleem met justitie', zei de ambtenares. 'Maar een tijdje<br />
geleden las ik <strong>in</strong> de krant dat hij is vrijgesproken.'<br />
'Dat klopt.'<br />
'Heeft hij geen andere baan gevonden? Hebben jullie f<strong>in</strong>anciële<br />
problemen?'<br />
'Nee, mijn vader verdient genoeg.'<br />
Ze keek hem lang en aandachtig aan. 'Als je vader was veroor<br />
deeld en <strong>in</strong> de gevangenis was terechtgekomen, en als jullie dan<br />
zonder <strong>in</strong>komen hadden gezeten, dan hadden we iets voor je kun<br />
nen doen. Nu niet.'<br />
'Jammer.'<br />
'Ik meen me te her<strong>in</strong>neren dat je vader een vrijgevige man was.<br />
Krijg je te we<strong>in</strong>ig zakgeld?'<br />
'Ik eh .. .'<br />
'Je wilt zijn zakgeld niet.' Justus knikte.<br />
'We leven <strong>in</strong> een rare wereld', zei de mevrouw. 'Zo raar, dat ik<br />
niets voor je kan doen. Je vader is onderhoudsplichtig voor je. Het<br />
spijt me.'<br />
Dus ook langs die weg had Justus niet de hand kunnen leggen<br />
op een bedragje om eten te kopen. Nu waren de honderdvijftig gul<br />
den waarmee hij was begonnen bijna op. Hij had nog twee gulden<br />
vijfenzeventig.<br />
Was het de zon die Justus zijn optimistische gevoel verschafte? Hij<br />
waste zich onder de buitenkraan van de wagenschuur, at een res-<br />
58
tantje brood van de vorige dag en g<strong>in</strong>g op pad. Eerst fietste hij naar<br />
een dorpje <strong>in</strong> de buurt, maar daar was we<strong>in</strong>ig te beleven. Kort na<br />
het middaguur was hij terug <strong>in</strong> Stoutendam. Haast automatisch<br />
kwam hij terecht bij het muurtje aan de haven waarop hij zo graag<br />
zat. Hij zette zijn fiets tegen een boom en keek uit over het groeze<br />
lige water. Aan de overkant waren wat scheepjes afgemeerd, een<br />
verveloze woonboot, een oude tjalk en een onooglijk pleziervaar<br />
tuigje dat Justus bij zichzelf een Stoutendamkruiser noemde.<br />
Aan de kant waar hij zat mochten geen schepen aanleggen,<br />
behalve voor laden en lossen. Deze middag was de bedrijvigheid op<br />
een wel heel laag pitje, want noch <strong>in</strong> het water, noch op de kade<br />
was ook maar iets te zien.<br />
Nee kijk, daar kwam waarachtig een auto aanrijden. Hij stopte<br />
aan de huizenkant van de kade en stak achteruit een toegangs<br />
weggetje naar een garage <strong>in</strong>. Voor de garage bleef de auto staan, de<br />
neus dus naar de weg en naar het water gericht. Een man stapte uit<br />
en liep langs de huizen.<br />
Justus volgde hem even met de ogen en daarna viel zijn blik<br />
weer op de auto. Die bewoog. Kennelijk had de eigenaar hem niet<br />
op de handrem of <strong>in</strong> een versnell<strong>in</strong>g gezet en de oprit helde een<br />
beetje. Langzaam reed de auto de weg op. Even zat Justus ver<br />
dwaasd te kijken. Toen realiseerde hij zich dat het voertuig regel<br />
recht het kanaal zou <strong>in</strong>rijden.<br />
Hij gaf een schreeuw, sprong van zijn muurje en holde naar de<br />
auto toe. Was er een deur open? Aan de bestuurderskant: nee. Hij<br />
rende om de auto heen. Ook aan de <strong>rechter</strong>kant waren de deuren<br />
op slot. Intussen was de auto al halverwege de weg. Nog een meter<br />
of zes en hij zou de plomp <strong>in</strong>gaan. Kon hij hem tegenhouden? Hij<br />
holde naar de voorkant en probeerde het. Je hebt bitter we<strong>in</strong>ig<br />
houvast aan de voorkant van een auto. Nergens zit een lekker<br />
handvat of een aanpakbare stang. Een en al stroomlijn.<br />
Hij zette zich schrap. Een paar stappen werd hij meegeduwd,<br />
richt<strong>in</strong>g water. Nog twee meter. Nu g<strong>in</strong>g de vaart toch uit de<br />
Mercedes, want dat was het. Stop, de auto stond stil, op een halve<br />
meter afstand van de rand van de kade. Als Justus losliet, g<strong>in</strong>g hij<br />
onherroepelijk het water <strong>in</strong>. Kon hij het houden? Ja, het g<strong>in</strong>g. Had<br />
hij maar een steen om onder een band te leggen. Hij keek om zich<br />
59
heen. Lag er ergens een steen? Ja, op een meter of tw<strong>in</strong>tig afstand<br />
lag een losse kl<strong>in</strong>ker. Als hij heel hard holde, zou hij dan op tijd zijn<br />
om die kl<strong>in</strong>ker te pakken?<br />
Om te proberen verm<strong>in</strong>derde hij even de druk tegen de auto.<br />
Meteen voelde hij weer beweg<strong>in</strong>g. Even denken aan de mechanica<br />
les. Versnell<strong>in</strong>g is kracht gedeeld door massa. De kracht was de<br />
zwaartekracht, de massa ... Ach wat, hij verbeeldde zich toch niet<br />
dat hij kon uitrekenen of hij tijd had die kei te halen?<br />
To ch moest er iets gebeuren. In de verte liep iemand, een oude<br />
meneer met een hondje aan de lijn. Justus gaf een brul. De meneer<br />
keek op. Nog een brul. De meneer hervatte zijn schuifelende wan-<br />
.<br />
del<strong>in</strong>g.<br />
Hoe lang hield hij dit vol? Komaan, hij zou nog maar eens<br />
roepen. Als er niemand kwam, zou hij op den duur toch de ren<br />
naar de steen moeten wagen, maar voorlopig g<strong>in</strong>g het nog.<br />
'Hallo! Hé daar! Hoort iemand me?'<br />
Geen reactie. Vijf m<strong>in</strong>uten g<strong>in</strong>gen voorbij. Opnieuw verm<strong>in</strong>der<br />
de Justus de druk op de auto. Het rotd<strong>in</strong>g begon meteen te bewe<br />
gen. 'Niks aan de hand met de lagers', mompelde hij. Auto's liepen<br />
vandaag de dag veel te soepel, begon hij te v<strong>in</strong>den.<br />
Was er werkelijk niemand op straat? Opnieuw riep hij luid dat hij<br />
door iemand gehoord wenste te worden. Warempel, daar g<strong>in</strong>g een<br />
voordeur open en iemand vertoonde zich. Een k<strong>in</strong>d. Een meisje van<br />
een jaar of vijf. Ze keek naar de roepende Justus. Dilemma. Kon hij<br />
dat kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong>d vragen naar hem toe te komen en de steen te brengen?<br />
Dat kon hij niet, besloot hij meteen. Ten eerste zou ze moeten over<br />
steken en juist dan zou er natuurlijk een auto de hoek om komen<br />
stuiven. Ten tweede zou ze veel te dicht bij de waterkant komen.<br />
En dus kon hij ook niet meer roepen. Veel te grote kans dat het<br />
k<strong>in</strong>d het huis uit zou komen. Misschien zou het <strong>in</strong> huis gaan toch<br />
ten, met die open deur, dacht hij, en dan zou een vader of een moe<br />
der dat voelen en merken dat het k<strong>in</strong>d de deur open had gezet en<br />
dan ...<br />
Het was niet meer nodig deze mogelijkheid verder <strong>in</strong> kaart te<br />
brengen, want een andere deur g<strong>in</strong>g open en de eigenaar van de<br />
auto kwam naar buiten. Hij zag meteen wat er aan de hand was en<br />
kwam aanspr<strong>in</strong>ten.<br />
60
'Daar ligt een kl<strong>in</strong>ker', riep Justus hem toe.<br />
De man was snel van begrip. Hij griste de kl<strong>in</strong>ker van de kade<br />
en had hem tien seconden later voor een achterwiel gelegd.<br />
Voorzichtig verm<strong>in</strong>derde Justus de kracht op de auto. Hij bewoog<br />
niet.<br />
'Nou zeg, dat is mooi werk van je', zei de man.<br />
Hij opende het portier met de daarvoor bestemde sleutel en zette<br />
zijn voertuig op een veilige plaats. Daarna stapte hij weer uit en zei<br />
tegen Justus dat hij Van Wakkeren heette, Klaas van Wakkeren, en<br />
dat hij een rund was om zijn auto niet op de handrem te zetten en<br />
dat Justus juist het tegenovergestelde was, het genie van de eeuw of<br />
zoiets en dat zijn doortastend optreden Klaas van Wakkeren een<br />
hoop ellende had bespaard. De auto was al negen jaar oud, al zag<br />
je dat er niet aan af, want hij werd goed onderhouden, dus zoveel<br />
was er niet aan verloren als-ie de geest gaf. Maar <strong>in</strong> het kanaal,<br />
Van Wakkeren moest er niet aan denken, de rompslomp met een<br />
kraanwagen en alles en ...<br />
'Justus Verdaasdonk', zei Justus.<br />
'Je bent een kerel naar m'n hart, Justus', zei Van Wakkeren.<br />
'Mag ik je vijfentw<strong>in</strong>tig gulden geven als belon<strong>in</strong>g?'<br />
'Ik zou liever een baan hebben', zei Justus.<br />
'Een baan?'<br />
'Ik zoek werk.'<br />
'Zo zo. Luister, ik hou van doortastende mensen. Ik zal zien wat<br />
ik voor je kan doen. Hier is mijn kaartje. Kom morgenochtend om<br />
tien uur bij me.'<br />
'Graag.'<br />
'Het adres staat erop. Nicolaas Beetsstraat. Ken je die?'<br />
'Zeker wel.'<br />
'Tot morgen dan.'<br />
Van Wakkeren reed weg. Justus keek op het kaarje. Autosloop<br />
bedrijf Klaas van Wakkeren, stond er. Nicolaas Beetsstraat 17. Zie<br />
je wel, dit was zijn geluksdag.<br />
Hij g<strong>in</strong>g terug naar zijn fiets. Naar zijn fiets? Waar was die? De<br />
boom waartegen de fiets had gestaan, stond frank en vrij te genie<br />
ten van de zon, ongeh<strong>in</strong>derd door ertegen leunende fietsen. Het<br />
was duidelijk dat iemand hem had meegenomen terwijl Justus met<br />
61
Van Wakkeren aan de praat was geweest. Meegenomen kl<strong>in</strong>kt erg<br />
vriendelijk. Gestolen, dat is het woord.<br />
Om tien uur de volgende morgen kwam Justus aan bij het bedrijf<br />
van de heer Van Wakkeren. Te voet. Daar had hij veertig m<strong>in</strong>uten<br />
over gedaan.<br />
Fraai was het bedrijf niet. Een slordige, bouwvallige werkplaats,<br />
met er vóór een aantal auto's die waarschijnlijk geacht werden het<br />
nog te doen, er achter een kerkhof vol wrakken, die allemaal één<br />
kleur gemeen hadden: het bru<strong>in</strong> van roestend ijzer.<br />
In de werkplaats stond iemand gebogen over de motor van een<br />
oud model Citroën. Dat was Van Wakkeren niet. Die zat <strong>in</strong> een kan<br />
toortje met een glazen deur, zodat hij een oog kon houden op wat er<br />
<strong>in</strong> de werkplaats voorviel. Hij zag Justus dan ook komen en wenkte.<br />
Justus g<strong>in</strong>g het kantoortje <strong>in</strong>.<br />
'Goeiernorgen. Ik zie dat je het hebt gevonden.'<br />
'Makkelijk.'<br />
'Weet je iets van auto's?'<br />
'Niet veel.'<br />
'Luister, ik kan je niet <strong>in</strong> dienst nemen. In vaste dienst bedoel ik.<br />
Je kunt wel klusjes voor me doen. Ik geef je daar tachtig gulden per<br />
dag voor. Heb ik geen geld, of heb ik geen werk, dan gaat het een<br />
dag niet door, of zo lang tot ik weer wél geld en werk heb. Voel je<br />
daar voor?'<br />
'Ja nou! Fantastisch.'<br />
'Hoe heet je ook weer?'<br />
'Justus Verdaasdonk.'<br />
'Moet je niet naar school?'<br />
'Ik ben zestien, ik ben niet meer leerplichtig.'<br />
'Waar zijn je ouders?'<br />
'Die wonen hier <strong>in</strong> Stoutendam. Ze zullen blij zijn dat ik werk<br />
heb gevonden.'<br />
'Goed, kom dan maar mee.'<br />
Van Wakkeren wees Justus een auto aan die kennelijk total loss<br />
was gereden. Hij zat van achteren gruwelijk <strong>in</strong> elkaar, maar ook de<br />
motor had een fikse tik gehad.<br />
'Sloop de bruikbare onderdelen er uit', zei Van Wakkeren. 'De<br />
62
dynamo, de accu, de blower, enf<strong>in</strong> je ziet maar. Gereedschap v<strong>in</strong>d je<br />
daar, op de werkbank. Als je iets niet weet, vraag je het maar aan<br />
Bashir.'<br />
Van Wakkeren wees op de man die met zijn bovenlijf onder een<br />
motorkap h<strong>in</strong>g.<br />
'Bashir, hoor eens.'<br />
Een jonge, pikzwarte man dook op uit de auto die hij onder<br />
behandel<strong>in</strong>g had.<br />
'Dit is Justus. Hij is de jongen die gisteren de Mercedes voor de<br />
verdr<strong>in</strong>k<strong>in</strong>gsdood heeft behoed. Hij komt hier voorlopig werken.<br />
Pas een beetje op hem.'<br />
Justus gaf Bashir een hand. Bashir lachte een mond vol witte<br />
tanden bloot.<br />
'Bashir uit Somalie', zei hij. 'Ik kan Scheven<strong>in</strong>gen zeggen.'<br />
Hij kon nog veel meer zeggen, bleek al gauw. Hij sprak heel<br />
goed Nederlands. En aardig was-ie ook. Wat prettig was. Want als<br />
je plotsel<strong>in</strong>g een dynamo uit een <strong>in</strong> elkaar geramde auto moet<br />
slopen en je weet niet eens hoe een dynamo eruitziet, en je kunt de<br />
motorkap niet open krijgen omdat die door de bots<strong>in</strong>g is verbogen,<br />
en je kunt de juiste gereedschappen niet v<strong>in</strong>den, en je hebt na vijf<br />
m<strong>in</strong>uten een paar knokkels van je <strong>rechter</strong>hand zó gestoten dat je<br />
die hand net zo lief niet meer zou willen hebben, althans de eerste<br />
tien m<strong>in</strong>uten, dan is het erg fijn als er een Bashir is die geduldig is,<br />
die je niet uitscheldt voor de grootste anti-auto-non-specialist die<br />
hij ooit heeft ontmoet, en die je uitlegt wanneer je beter een steek<br />
sleutel en wanneer je beter een r<strong>in</strong>gsleutel kunt gebruiken.<br />
Justus zwoegde zich door de dag. Ook de volgende dag, vrijdag,<br />
nam zijn kennis van auto's en het aantal schrammen op zijn han<br />
den toe. Maar om zes uur kreeg hij honderdzestig gulden en hij<br />
voelde zich een rijk persoon. Met bovendien een vrij weekend voor<br />
de boeg, lachte het leven.<br />
Het was wel erg h<strong>in</strong>derlijk dat hij geen fiets had. Zou hij het<br />
verdiende salaris besteden aan een tweedehands fiets? Het kostte<br />
hem weer meer dan een half uur om naar het centrum van<br />
Stoutendam te komen. Er was een tweedehands fietsenzaak <strong>in</strong> de<br />
Breestraat. Hij besloot er langs te gaan.<br />
Jawel, een keur van gebruikte fietsen stond buiten voor het<br />
63
edrijfje uitgestald. Kaartjes met de prijs h<strong>in</strong>gen aan het stuur.<br />
Maar dat ... wel wis en waarachtig, dat was zijn eigen fiets. Kijk<br />
maar, met die ene verroeste spaak <strong>in</strong> het voorwiel. En die scheef<br />
zittende bel. Dit was toch van de dolle. Hoe was zijn fiets geprijsd?<br />
Hij bekeek het kaartje. Honderd en tien gulden. Alsjeblieft. Dit<br />
nam hij niet. Dit rijwiel was zijn eigendom. Hij nam de fiets mee en<br />
daarmee uit.<br />
Zou hij er eerst met de fietsenbaas over praten? Dat gaf natuur<br />
lijk geduvel. Nee, hij had geen boodschap aan die ... hoe heette de<br />
eigenaar? ... die Davelaar, dat stond op de gevel. G.Davelaar, nieu<br />
we en tweedehands rijwielen. Hij nam de fiets uit het rek en sloeg<br />
zijn been er brutaalweg overheen. Dit voelde heel anders dan toen<br />
hij een appel stal. Hij reed bedaard weg, het kon hem niet schelen<br />
als de eigenaar het zag.<br />
Die zag het <strong>in</strong>derdaad. Hij spr<strong>in</strong>tte de w<strong>in</strong>kel uit, holde Justus<br />
achterna en greep de bagagedrager.<br />
'Zeg, beste vriend, wat zullen we nou hebben', hijgde de heer<br />
G. Davelaar.<br />
'Deze fiets is van mij.'<br />
'Zeker. Als je honderd en tien gulden hebt betaald.'<br />
'Nee, dit is mijn fiets. Drie dagen geleden gestolen op de kade<br />
bij het kanaal.'<br />
'Dat kunnen er zo veel zeggen.'<br />
Justus stapte af. 'Op het zadel zit aan de <strong>rechter</strong>kant een kras.<br />
Als we het zadeldekje eraf halen zult u het zien. Het dopje op het<br />
ventiel van het achterwiel ontbreekt. Is ook zo na te kijken. Dit is<br />
mijn gestolen fiets.'<br />
'Ik koop tweedehands fietsen <strong>in</strong>', zei Davelaar. 'Ik kan niet<br />
weten of die al of niet gestolen zijn.'<br />
'0 nee? Daar hebt u geen idee van?'<br />
'Nee. Ik heb een bonafide zaak.'<br />
'Dan zullen we het aan de politie moeten voorleggen' vond<br />
Justus. Hij had het gevoel dat Davelaar daar we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> <strong>in</strong> zou heb<br />
ben. Intussen haalde hij het zadeldek van het zadel en wees op de<br />
kras. 'Ziet u wel?'<br />
mee.'<br />
Davelaar gromde iets onverstaanbaars. 'Ik neem mijn fiets dus<br />
64
'Vooruit, je krijgt hem voor de halve prijs.'<br />
'Geen dubbeltje', zei Justus. 'Geen cent. Het is mijn eigen fiets.'<br />
'Ik protesteer', zei Davelaar. 'En ik meld het aan de politie.'<br />
weg.<br />
'Ja ja. Doet u dat maar. Al weet u natuurlijk niet hoe ik heet.'<br />
'En dat vertel je me natuurlijk niet .. .'<br />
'Jawel hoor. Justus Verdaasdonk. En doe ze de groeten.'<br />
Hij reed weg. Davelaar stond onnozel, met lege handen, op de<br />
Blij met zijn teruggevonden fiets g<strong>in</strong>g Justus bij zijn ouders<br />
langs. Alleen moeder was thuis. Ze probeerde zo veel mogelijk<br />
voedsel <strong>in</strong> hem te stoppen, want ten eerste doen moeders dat en ten<br />
tweede vond ze hem mager. Verder gaf ze hem een tas etenswaren<br />
mee. Justus vond het een beetje al te pr<strong>in</strong>cipieel om die te weigeren.<br />
Hij verzekerde haar dat hij het goed maakte. Hij verdiende geld, hij<br />
leerde iets van auto's, het g<strong>in</strong>g best met hem. En ze moest niet den<br />
ken dat hij niet van vader hield, hij wilde alleen anders leven.<br />
'Ik begrijp je wel', zei ze.<br />
65
7<br />
In de weken die volgden werkte Justus iedere dag bij het bedrijf<br />
van Van Wakkeren. Olie en smeer drongen diep <strong>in</strong> de poriën van<br />
zijn huid, zodat hij nooit meer echt schone handen had. Nog altijd<br />
stootte hij zich aan de vele bouten, stangen en onderdelen die het<br />
b<strong>in</strong>nenste van een automobiel bewonen, vooral omdat het oude,<br />
roestige wrakken waren die aan hem werden toevertrouwd.<br />
Moeren blijken dan erg vast te zitten en dan doe je je eerder pijn<br />
dan wanneer je het deksel van je nieuwe koffiepot losdraait. Maar<br />
al met al g<strong>in</strong>g het toch steeds beter. Bashir gaf deskundig advies en<br />
Van Wakkeren was tevreden over hem, zo leek het. Althans, hij<br />
g<strong>in</strong>g er steeds vanuit dat Justus de volgende dag terug zou komen.<br />
Het werd wel tijd om een ander onderkomen te v<strong>in</strong>den. Het<br />
werd fris <strong>in</strong> het tentje. Vooral 's avonds, bij de steeds vroeger <strong>in</strong>val<br />
lende duisternis, had Justus behoefte aan een stoel en een lamp.<br />
Via Bashir vond hij een kamer. De Somaliër woonde zelf <strong>in</strong> twee<br />
kamers bij een mevrouw De Wilde en <strong>in</strong> het huis ernaast kwam een<br />
kamer vrij. Justus trok er<strong>in</strong>, haalde wat meer van zijn spullen van<br />
huis en vond het leven een stuk comfortabeler.<br />
Die Bashir was een alleraardigste kerel. Hij bracht Justus <strong>in</strong> con<br />
tact met zijn eigen vriendenkr<strong>in</strong>g, meest buitenlanders met vreemde<br />
accenten en <strong>in</strong>teressante gewoontes. Hij leerde hem biljarten en<br />
nodigde hem regelmatig uit voor een door hemzelf bereide Somalische<br />
maaltijd, waarbij schapenvlees een belangrijke rol speelde.<br />
Achter het huis waar hij woonde, was een kle<strong>in</strong> schuurtje.<br />
Mevrouw De Wilde vond het goed dat Bashir dat schuurje gebruik<br />
te. Hij had een lasapparaat overgenomen van Van Wakkeren en nu<br />
laste hij <strong>in</strong> zijn vrije tijd van oud ijzer d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> elkaar die je rustig<br />
kunstvoorwerpen kon noemen. Dansende paren, een stier die zo op<br />
je af leek te komen, een pauw die met zijn verenpracht pronkte.<br />
Justus vond het verbazend goed en zei dat er een kunstenaar <strong>in</strong><br />
Bashir school.<br />
Bij een van hun gezamenlijke maaltijden vertelde Justus wat<br />
hem was overkomen, van de nachtelijke <strong>in</strong>braak en het verhoor bij<br />
de politie.<br />
66
'De politie, brr', zei Bashir.<br />
'Hoezo brr?'<br />
'Van de politie ik blijf weg.'<br />
'Ze bijten niet, hoor.'<br />
'Je moet weten, ik ben illegaal. Ik mag <strong>in</strong> Nederland niet wer<br />
ken. En niet zijn.'<br />
Justus had wel eens iets gehoord over vluchtel<strong>in</strong>gen die een sta<br />
tus aanvragen, dat wil zeggen dat ze proberen om <strong>in</strong> Nederland te<br />
mogen verblijven en te mogen werken. Zo'n status krijgen ze als ze<br />
kunnen aantonen dat ze <strong>in</strong> hun eigen land vervolgd worden, dat ze<br />
daar niet veilig zijn, bijvoorbeeld omdat ze het niet eens zijn met de<br />
politiek <strong>in</strong> hun land.<br />
'Kun je niet terug naar Somalië?'<br />
'Nee. Mijn clan, de Darood, wordt belaagd door andere clan, de<br />
Hawiye. Zij veel moorden en plunder<strong>in</strong>g en hoe heet dat, verkrach<br />
t<strong>in</strong>gen. Nederlandse reger<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ik kan wel ergens anders wonen<br />
<strong>in</strong> Somalië, <strong>in</strong> het noorden. Maar ik ken niemand <strong>in</strong> het noorden.<br />
En zij denken dat ik daar een adres heb, maar dat is niet zo. Het is<br />
niet veilig voor mij <strong>in</strong> Somalië.'<br />
'Het is toch vreemd dat de Nederlandse justitie dat niet weet',<br />
vond Justus.<br />
Bashir haalde zijn schouders op. Hij wist allang dat recht een<br />
betrekkelijk begrip is. Dat het alleen <strong>in</strong> grote lijnen klopt, niet tot<br />
<strong>in</strong> ieder detail.<br />
'Nog een reden waarom ik niet terug wil.'<br />
'Nou?'<br />
'Ik wil bij Jolande blijven.'<br />
Justus had Jolande al eens ontmoet. Een blonde, zeer Nederlandse<br />
vrouw was ze, iets ouder dan Bashir. Het was hem opgevallen dat<br />
Bashir veelvuldig een arm om haar heen had geslagen, maar hij<br />
wist niet dat ze een vaste relatie hadden. Althans, dat zou dan wel.<br />
'Jo lande is dus je vriend<strong>in</strong>?'<br />
, Ah, zo verliéfd. Zonder J olande kan ik niet.'<br />
'Kan zij ook niet zonder jou?' vroeg Justus realistisch.<br />
'Nee, zij ook houdt van mij.'<br />
'Als je met een Nederlandse vrouw trouwt, mag je <strong>in</strong> Nederland<br />
blijven, geloof ik. Waarom trouw je niet met Jolande?'<br />
67
Bashir draaide zijn ogen dramatisch naar boven, zodat alleen<br />
het wit nog te zien was. 'Kan niet.'<br />
'Waarom niet? Heb je al een vrouw <strong>in</strong> Somalië?'<br />
'Nee nee, ik zou morgen met Jolan kunnen trouwen. Maar zij<br />
kan niet. Ze is gescheiden van haar man, maar niet echt geschei<br />
den. Hoe noem je dat, voor de wet. Haar man is slecht. Hij zegt als<br />
ze scheiden hij zal zorgen dat hij Erik krijgt.'<br />
'Heeft Jolande een zoon?'<br />
'Natuurlijk, Erik. Drie jaar. Jolande durft scheid<strong>in</strong>g niet door te<br />
zetten, bang Erik kwijtraken. En dus zij kan niet met mij trouwen',<br />
besloot Bashir droevig.<br />
Dus Bashir mocht niet <strong>in</strong> Nederland zijn. Hij was <strong>in</strong> over<br />
tred<strong>in</strong>g. Hij leefde een onzeker leven. Als de politie hem op het<br />
spoor kwam, werd hij op een vliegtuig naar Somalië gezet. Althans,<br />
dat zouden ze proberen. Dat moest erg vervelend voor hem zijn.<br />
Kon hij, Justus, niet uitv<strong>in</strong>den of er een manier was om toch een<br />
verblijfsvergunn<strong>in</strong>g voor Bashir te krijgen?<br />
'Geen kans', zei Bashir. 'Alles al geprobeerd. Ik had een advo<br />
caat. Hij zegt alle mogelijkheden is uitgeput.'<br />
Het bleef Justus bezighouden. Hij leek er veel meer mee te zitten<br />
dan Bashir zelf. Die floot valse deuntjes terwijl hij afgeleefde auto's<br />
weer nieuwe levensvreugde gaf. Als hij Yvonne eens om raad<br />
vroeg? De gedachte werd direct uitgevoerd. Bij gebrek aan tele<br />
foonkaart en munten, schreef hij een brief aan zijn zus waar<strong>in</strong> hij<br />
het geval Bashir uiteenzette. Bashir was een vluchtel<strong>in</strong>g, had geen<br />
familie <strong>in</strong> Nederland, had er wel een vriend<strong>in</strong>, had allerlei proces<br />
sen en procedures meegemaakt, met hulp van een advocaat De<br />
Groot <strong>in</strong> Rotterdam, dat en dat adres. Alles afgewezen. Hij moest<br />
terug naar het land van zijn geboorte. Was daar nog iets aan te<br />
doen?<br />
Te gekke meid, die Yvonne. Altijd actief, altijd meteen aan de<br />
slag. Drie dagen later had hij een brief terug. De zaak leek hope<br />
loos, schreef Yvonne. Ze had die advocaat De Groot opgebeld en<br />
die had gezegd dat alles was geprobeerd. Bashir was voor<br />
Nederland niet van speciaal nut, hij liep volgens de laatste ambts<br />
berichten van Buitenlandse Zaken geen gevaar <strong>in</strong> Somalië, hij had<br />
68
hier geen vrouw of k<strong>in</strong>deren, hij moest terug. Er werden alleen uit<br />
zonder<strong>in</strong>gen gemaakt voor mensen die <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> uniek waren,<br />
die niet vervangbaar waren door iemand <strong>in</strong> Nederland zelf.<br />
Bijvoorbeeld een groot geleerde of een belangrijk kunstenaar, of<br />
een voetballer of iemand die uitzonderlijk hard kon lopen. Mensen<br />
die oude auto's konden slopen, of zelfs weer aan het rijden konden<br />
krijgen, hoezeer Yvonne daar ook bewonder<strong>in</strong>g voor had (ze kon<br />
zelf nauwelijks een nieuw <strong>in</strong>ktpatroon <strong>in</strong> een pen zetten), vielen<br />
niet <strong>in</strong> die categorie. Dus jammer, ze zag geen mogelijkheid om<br />
Bashir een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te verschaffen.<br />
De Verdaasdonks waren doorzettertjes, dat hadden ze zowel van<br />
vaders als van moeders kant meegekregen. Justus dacht aan het<br />
artistieke laswerk van zijn nieuwe vriend en er g<strong>in</strong>g opnieuw een<br />
brief naar zijn zus. De kernvraag daar<strong>in</strong> was: wie beslist of iemand<br />
een belangrijk kunstenaar is?<br />
Daar zijn geen precieze regels voor, schreef Yvonne terug. Je zou<br />
een e<strong>in</strong>d komen als een paar deskundigen <strong>in</strong> Nederland een verkla<br />
r<strong>in</strong>g afgaven waar<strong>in</strong> stond dat ze de betrokkene goed of waardevol<br />
of vernieuwend of wat dan ook vonden.<br />
'Ben je goed of waardevol of vernieuwend?' vroeg Justus aan Bashir.<br />
Bashir lachte. 'Vraag aan Jolande.'<br />
'Jolande v<strong>in</strong>dt je wellicht een Rod<strong>in</strong> of een Henri Moore, maar<br />
dat is niet zo overtuigend. Heb je wel eens iets verkocht?'<br />
'Ja natuurlijk', riep Bashir. 'Vroeger <strong>in</strong> Somalië. Onze buurman<br />
heeft een hert gekocht. Voor vijfenzestigduizend shill<strong>in</strong>g', besloot<br />
hij trots.<br />
'Hoeveel?' vroeg Justus verbaasd. 'Hoeveel is dat <strong>in</strong> guldens?'<br />
'Een tientje', zei Bashir.<br />
'Indrukwekkend', vond Justus.<br />
'Nou ja, nog niet zo veel. Maar ik heb ook niet veel gepro<br />
beerd.' 'Mag ik wat kunstwerken van je lenen, voor een paar<br />
dagen?'<br />
'Lenen? Je mag ze hebben. Je mag ze allemaal hebben.' Bashir<br />
gaf altijd alles weg, dat vond hij vanzelfsprekend.<br />
De volgende dag g<strong>in</strong>g Justus met een tas vol prestaties van<br />
69
Bashir naar zijn moeder. Hij koos een uur waarop hij vermoedde<br />
dat zijn vader niet thuis was.<br />
S<strong>in</strong>ds hij thuis weg was, spraken zijn vader en hij alleen nog<br />
over onbenullige, dagelijkse d<strong>in</strong>getjes. Ze geneerden zich voor<br />
elkaar. Daar leden ze beiden onder. Het was niet anders. 'Moet je<br />
eens kijken', zei Justus tegen zijn moeder. Hij stalde de ijzeren<br />
voorwerpen uit. 'Wat v<strong>in</strong>d je ervan?'<br />
Zijn moeder bekeek de zwanen en dansers, draaide ze een<br />
kwartslag, betastte ze en constateerde:<br />
'Niet slecht. Ik neem aan dat jij ze niet hebt gemaakt?' Ze wist<br />
maar al te goed dat Justus haar talent voor vormgev<strong>in</strong>g niet had<br />
geërfd.<br />
'Bashir. Van de sloperij. Ik heb je over hem verteld.' 'Helemaal<br />
niet slecht. Wil je proberen ze voor hem aan de man te brengen?'<br />
'Nee, dat niet.'<br />
Ze wachtte af, zijn moeder. Hij zou wel met zijn bedoel<strong>in</strong>g voor<br />
de draad komen.<br />
'Je had vroeger toch les van Frank Lagerweij ?'<br />
'Ja zeker.'<br />
'Zie je hem nog wel eens?'<br />
'Een enkele keer.'<br />
'Denk je dat Frank Lagerweij dit goed werk v<strong>in</strong>dt?' 'Dat zou ik<br />
niet weten. Het zou me niet verbazen.'<br />
Frank Lagerweij was een landelijk bekende beeldhouwer die <strong>in</strong>"<br />
Stoutendam woonde.<br />
'Bashir is hier illegaal. Als ze hem pakken sturen ze hem terug<br />
naar Somalië. Yvonne zegt dat er een kans is dat hij mag blijven als<br />
twee bekende mensen verklaren dat hij een belangrijk kunstenaar is.'<br />
, Ah, ik begrijp het.'<br />
Ze was er meteen vóór dat Bashir <strong>in</strong> Nederland zou blijven. Ze<br />
had een warm plekje <strong>in</strong> haar hart voor de man, al kende ze hem<br />
niet eens. Hij was kennelijk aardig voor Justus, hij had Justus opge<br />
vangen <strong>in</strong> de eerste moeilijke tijd. En bovendien, haar zoon moest<br />
zijn steun en toeverlaat <strong>in</strong> de sloperij niet kwijtraken.<br />
'Ik zal Frank opzoeken. Mag ik de kunstvoorwerpen een paar<br />
dagen houden?'<br />
'Ik wist dat je het zou doen', zei Justus dankbaar. 'Ik moet wel<br />
70
m<strong>in</strong>stens twéé verklar<strong>in</strong>gen hebben. Dus als Frank Lagerweij nog<br />
een vriendje <strong>in</strong> de buurt heeft .. .'<br />
'Ja ja. Je wilt het onderste uit de kan.'<br />
Waarachtig, het lukte. Frank Lagerweij en een kunstbroeder van<br />
hem schreven een briefje waar<strong>in</strong> ze verklaarden dat de kunstz<strong>in</strong>nige<br />
lasconstructies een aanzienlijke artistieke waarde hadden en dat ze<br />
het van belang vonden dat de kunstenaar die ze had vervaardigd<br />
kans kreeg zich <strong>in</strong> Nederland verder te ontwikkelen.<br />
'Wat nu?' vroeg Justus aan Yvonne, toen ze het weekend nadat<br />
de brieven waren b<strong>in</strong>nengekomen <strong>in</strong> Stoutendam was.<br />
'Nu sturen we die brieven naar het M<strong>in</strong>isterie van Justitie met<br />
het verzoek om het uitwijz<strong>in</strong>gsbevel van Bashir te herzien. Of we<br />
laten dat door zijn advocaat De Groot doen. Dat kan ik wel<br />
regelen.'<br />
'Hoe lang duurt het dan voor we iets horen?'<br />
'Ik ben bang dat dat maanden duurt.'<br />
'Nou ja, <strong>in</strong> ieder geval is er hoop.'<br />
Yvonne zei maar niet dat ze de kans dat Bashir zou mogen blijven<br />
heel kle<strong>in</strong> achtte. Ze ontdekte een meeëter op haar broers k<strong>in</strong><br />
en drukte hem uit, terwijl ze <strong>in</strong> opperste concentratie op haar<br />
onderlip beet. Justus liet het gelaten toe. Voor wat hoort wat.<br />
Hij bracht de stier en de andere kunstwerken terug, vertelde<br />
Bashir heel <strong>in</strong> het kort wat ze aan het proberen waren, hij, zijn moe<br />
der en Yvonne, maar besteedde er vooral veel tijd aan om Bashir te<br />
verzekeren dat de kans dat dit iets zou uithalen m<strong>in</strong>imaal was.<br />
Een paar weken later, op een avond, toen Justus bezig was een rest<br />
je maaltijd van de vorige dag op te warmen, diende zich een bezoe<br />
ker aan. Het was rechercheur Wachtmans, aan wie Justus zulke<br />
aangename her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen bewaarde.<br />
'Ik hoorde van je ouders dat je hier zat', zei Wachtmans.<br />
'Goeienavond.'<br />
'Nog slachtoffers gemaakt, de laatste tijd?' <strong>in</strong>formeerde de<br />
rechercheur met warme belangstell<strong>in</strong>g.<br />
'Ik dacht dat die zaak was afgedaan.'<br />
'Dat is ook zo, dat is ook zo. Naar ik hoor, loopt die meneer<br />
71
Slijkhuis weer als een kievit. Gek trouwens dat ze zeggen: lopen als<br />
een kievit, terwijl dat toch een vogel is, die dus kan vliegen.<br />
Waarom zeggen ze niet: hij loopt als een jachthond, of zoiets?' 'Ja<br />
ja', zei Justus. Waar wilde die man heen?<br />
'Waarom woon je eigenlijk niet thuis?'<br />
'Omdat ik liever hier woon.'<br />
'Ja ja', zei nu Wachtmans. 'Wat ik zeggen wou, weet jij waar ene<br />
Bashir Abdullai Haile woont?'<br />
'Hoezo?'<br />
'We kregen een verzoek van het departement van justitie om<br />
gegevens over een man met die naam. Een Somaliër. Ik heb wat<br />
navraag gedaan en ik kwam jouw naam tegen. Jij schijnt hem te<br />
kennen. En omdat wij zulke dikke vrienden zijn, dacht ik: die helpt<br />
me wel even.'<br />
Justus' nekharen g<strong>in</strong>gen overe<strong>in</strong>d staan. Wilde Wachtmans aan<br />
Bashir vertellen dat hij mocht blijven ... ? Of het tegenovergestelde?<br />
'Nou', zei Wachtmans, 'waar kan ik hem v<strong>in</strong>den?' Justus zweeg.<br />
'Weet je het niet?'<br />
'Dat zeg ik niet.'<br />
'Wat zeg je niet, waar ik hem kan v<strong>in</strong>den of dat je het niet weet?'<br />
'Wat willen jullie van hem?'<br />
'Effe babbelen.'<br />
Justus her<strong>in</strong>nerde zich het babbelen met de politie, <strong>in</strong> het bijzon<br />
der met de heer Wachtmans, maar al te goed. Hij besloot geen<br />
<strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen te geven.<br />
'Ik heb u niets over Bashir te zeggen.<br />
'Da's dan jammer', zei Wachtmans opgewekt. 'Ik zal d'r een<br />
notitie van maken: weigert met de politie mee te werken. Maar ik<br />
v<strong>in</strong>d 'm wel hoor, dat komt wel goed. Nou, ajuus.'<br />
'Goeienavond. '<br />
Wachtmans vertrok. Justus hoopte vurig dat Bashir niet net naar<br />
buiten zou komen. Tenslotte was het de deur ernaast. Maar dat<br />
deed Bashir niet. Hij was verwoed bezig <strong>in</strong> het schuurje om nieuwe<br />
kunstwerken te maken, gestimuleerd als hij was door de belangstel<br />
l<strong>in</strong>g van de laatste tijd.<br />
Toen Wachtmans uit de buurt was, g<strong>in</strong>g Justus zijn nieuwe<br />
vriend waarschuwen:<br />
72
'De politie wil weten waar je bent. Ik heb het ze niet verteld.'<br />
'Willen ze me het land uitsturen of me vertellen ik mag blijven?'<br />
'Wist ik het maar.'<br />
'Dan gewoon wachten', zei Bashir.<br />
Lang hoefde hij niet te wachten. Al de volgende middag verscheen<br />
Wachtmans met een politieman <strong>in</strong> uniform bij het sloopbedrijf. Hij<br />
groette hartelijk. Vervolgens liep hij met de agent door naar het<br />
kantoorje waar Van Wakkeren zat.<br />
'Uw werknemers?' vroeg hij met een hoofdknik <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />
van de sleutelende jongemannen.<br />
'Soms een dagje, als ik werk heb. Ik betaal ze dan per uur.'<br />
'Dat mag gelden voor Justus Verdaasdonk' , zei Wachtmans. 'het<br />
is zeker niet waar voor die Somaliër. Dat is een zwartwerker en u<br />
weet het heel goed. Je gaat op de bon, beste man. Dat gaat je heel<br />
wat kosten.'<br />
De eigenaar van het autosloopbedrijf beet een lelijk woord<br />
doormidden.<br />
'Vloeken is heel stout', zei Wachtmans vermanend. 'Zeker tegen<br />
mij, want ik doe alleen mijn werk. Met vreugde, zeker <strong>in</strong> dit geval,<br />
dat moet ik toegeven. Maar arbeidsvreugde is niet verboden.<br />
Bewaar het vloeken dus maar voor de <strong>rechter</strong>. U hoort nog van<br />
ons. Haile Selassi gaat met me mee.'<br />
Hij g<strong>in</strong>g terug naar de werkplaats, spiekte op een briefje en<br />
sprak Bashir formeel aan.<br />
'Bent u Bashir Abdullai Haile?'<br />
'Jawel.'<br />
'Dan moet ik u verzoeken met ons mee te gaan. U verblijft ille-<br />
gaal <strong>in</strong> Nederland. U zult worden uitgezet.'<br />
'Wanneer?'<br />
'Dat weet ik niet. Voorlopig blijft u <strong>in</strong> verzekerde bewar<strong>in</strong>g.'<br />
'In wat?'<br />
'We houden u vast tot we u kunnen uitwijzen.'<br />
Bashir keek Justus berustend aan. 'Wil jij Jolande waarschu<br />
wen?' Hij wendde zich tot de rechercheur. 'Mag mijn verloofde me<br />
komen opzoeken?'<br />
'Uw verloofde. Zo zo. Maar natuurlijk, we zijn geen boemannen.'<br />
73
'Waar moet ze dan zijn?'<br />
'Laat haar maar vragen op het politiebureau.'<br />
Toen ze waren vertrokken kwam Van Wakkeren woedend zijn<br />
kantoorje uit. Hij wapperde met een paar bankbiljetten.<br />
'Heb jij ze verteld dat Bashir hier werkte?'<br />
'Nee', zei Justus beschaamd. 'Maar we hebben wel bepaalde<br />
stappen gedaan om Bashir een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen.<br />
Daardoor is hij weer <strong>in</strong> de belangstell<strong>in</strong>g gekomen. Misschien is hij<br />
daarom wel opgespoord.'<br />
'Nou, je wordt feestelijk bedankt. Nu word ik ervan beschul<br />
digd een zwartwerker <strong>in</strong> dienst te hebben. Daar ben ik al eens eer<br />
der voor veroordeeld. Ze zullen me een zware douw geven, een<br />
hoge boete of misschien wel gevangenisstraf.'<br />
'Jee. Dat spijt me. Wanneer ben je een zwartwerker?'<br />
'Als je niet mag werken. Of <strong>in</strong> ieder geval als er geen sociale las<br />
ten voor je worden betaald. In het geval van Bashir kon ik die<br />
natuurlijk niet betalen. Hij is hier illegaal.'<br />
En dat was wel lekker voordelig ook, dacht Justus.<br />
'Jou kan ik ook niet houden. Nu je hier al zoveel weken bent,<br />
had ik voor jou ook sociale premies moeten gaan betalen. Hier is<br />
het loon dat je nog tegoed hebt. De groeten.'<br />
'Ja', zei Justus. 'Ook de groeten.'<br />
Hij legde de r<strong>in</strong>gsleutel waarmee hij een auto aan het opereren<br />
was op de werkbank, veegde zijn handen af aan een lap en vertrok.<br />
Nadat hij zich <strong>in</strong> zijn kamer had schoongeschrobd en opgeknapt,<br />
nam hij de tre<strong>in</strong> naar Leiden. Yvonnes studentenhuis stond aan een<br />
van de grachten. Met acht meisjes woonden ze daar en nu <strong>in</strong> de<br />
vroege herfst waren ze allemaal aanwezig en aan de slag voor hun<br />
tempobeurs. Gelukkig was ook Yvonne thuis.<br />
Ze had, als een van de ouderejaarsstudenten, een van de mooiste<br />
kamers. Het was daar een enorme troep. Heel anders dan bij<br />
Justus, die van orde hield. Ze haalde haar broer enthousiast b<strong>in</strong><br />
nen. Hij was er één keer eerder geweest, maar dat was <strong>in</strong> vakantie<br />
tijd, toen er verder haast niemand thuis was.<br />
'Wat een verrass<strong>in</strong>g', riep ze. 'Heb je een snipperdag?'<br />
'Ik ben er uitgegooid.'<br />
74
'Gossie. Heb je de kas leeggehaald?'<br />
'Zoiets. De politie is Bashir komen halen. Hij werkte natuurlijk<br />
zwart bij Van Wakkeren en die is dus op de bon gesl<strong>in</strong>gerd. Dat<br />
kan hem een lieve duit kosten.'<br />
'Zijn ze Bashir komen halen?'<br />
'Ja. Mijn schuld natuurlijk. Ik heb ze op het spoor gezet, met<br />
m'n acties om hem een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen. Van de wal<br />
<strong>in</strong> de sloot, zoals dat heet.'<br />
'Ai' , zei Yvonne.<br />
Ze dacht na. 'Het gevaar is dat er twee afdel<strong>in</strong>gen langs elkaar<br />
heen werken. De ene is bezig na te gaan of de beschikk<strong>in</strong>g moet<br />
veranderen, of hij mag blijven zogezegd, de andere weet dat hij hier<br />
illegaal is en gooit hem het land uit. Wat te doen, dat is de vraag.'<br />
Justus keek zijn zusje verwacht<strong>in</strong>gsvol aan. Hij had veel vertrou<br />
wen <strong>in</strong> haar v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid.<br />
'Heb je zelf een idee?' vroeg ze.<br />
'In de tre<strong>in</strong> zat ik eraan te denken of we hem niet uit het politie<br />
bureau kunnen bevrijden. Zo goed zullen ze hem niet bewaken.'<br />
Yvonne schoot <strong>in</strong> de lach. 'Wat ben je toch een romanticus. Loopt<br />
het huis uit omdat hij zijn vader een fraudeur v<strong>in</strong>dt en gaat daarna<br />
een politiebureau overvallen omdat er een vriendje van hem is<br />
gearresteerd. '<br />
'Dat is wat anders', zei Justus chagrijnig.<br />
'Het gaat wel allebei over wetsovertred<strong>in</strong>g.'<br />
'Anders.'<br />
'Goed', zei Yvonne, 'als je het politiebureau <strong>in</strong> Stoutendam wilt<br />
overvallen, zul je dat alleen moeten doen. Ik ben niet van de partij.<br />
Maar misschien weet ik iets beters.'<br />
De deur g<strong>in</strong>g open en drie baldadige meiden kwamen b<strong>in</strong>nen.<br />
'We willen je broer zien', kondigden ze aan.<br />
'Daar zit-ie. Justus heet-ie, maar dat weten jullie al. Justus, dit<br />
zijn Sandra, Rietje en Jacquel<strong>in</strong>e. Studeren met matig succes medi<br />
cijnen, biologie en Engels.'<br />
Justus stond op en gaf handen. Hij probeerde niet te hard te<br />
knijpen, want daar kreeg hij vaak commentaar over.<br />
'Wat is-ie sterk', zei Sandra.<br />
'Wat is-ie mooi', vond Rietje.<br />
75
'Wat lijkt-ie verstandig', oordeelde Jacquel<strong>in</strong>e.<br />
Ah, hier oefent Yvonne dat spottende toontje, dacht Justus. Hij<br />
wenste dat hij iets snedigs kon zeggen, maar zoals altijd <strong>in</strong> de nabij<br />
heid van meisjes, kreeg hij rode vlekken <strong>in</strong> zijn hals en wilden de<br />
grappen niet komen.<br />
'We hebben veel over je gehoord', zei Jacquel<strong>in</strong>e. 'Je studeert<br />
rechten <strong>in</strong> de praktijk, nietwaar?'<br />
'Op het ogenblik studeer ik voor autosloper. Studeerde voor<br />
autosloper. Ik ben net ontslagen.'<br />
'Tjee', zei Sandra. 'Onwijs. Wat nu?'<br />
'Daar hadden we het net over', zei Yvonne. 'Als jullie ophoepe<br />
len, kunnen we ons gesprek daarover voortzetten. We komen<br />
straks nog langs. Out! Weg! Foetsjie!'<br />
Ze g<strong>in</strong>gen.<br />
'Waar waren we?'<br />
'Je had een idee.'<br />
'0 ja. De professor bij wie ik afstudeer kent iemand die bij de<br />
IND werkt heel goed. De IND is de dienst die over vreemdel<strong>in</strong>gen<br />
gaat. Dat weet ik toevallig. Als hij bereid zou zijn z'n vriendje te<br />
bellen en aandacht te vragen voor het verzoekschrift dat advocaat<br />
De Groot over jouw Bashir heeft <strong>in</strong>gediend, wie weet wat er dan<br />
gebeurt.'<br />
'Kun je dat aan je professor vragen?'<br />
'Nee, eigenlijk niet. Maar hij v<strong>in</strong>dt dat ik een leuk neusje heb.<br />
Dat zei hij onlangs. En hij v<strong>in</strong>dt dat ik een <strong>in</strong>teressant onderwerp<br />
voor mijn scriptie heb gekozen. Misschien wil hij me een plezier<br />
doen.'<br />
'Je bent mijn lievel<strong>in</strong>gszusje.'<br />
'Kunst als je er maar één hebt. Wacht even hier, ik ga proberen<br />
hem op te bellen.' Yvonne liet nooit ergens gras over groeien. Ze<br />
g<strong>in</strong>g naar beneden, waar de gemeenschappelijke telefoon h<strong>in</strong>g.<br />
Justus wachtte, met een optimistisch gevoel. Yvonne bracht altijd<br />
optimistische gevoelens teweeg. Vijf m<strong>in</strong>uten later was ze terug.<br />
'Hij zal het proberen.' 'Je meent het.'<br />
'En nu gaan we de ronde doen langs mijn huisgenoten', zei<br />
Yvonne sadistisch.<br />
76
Tien dagen later kwam Bashir met zwaaiende armen bij Justus b<strong>in</strong><br />
nenstormen. De zwaaiende armen sloten zich om Justus' hals en tot<br />
zijn verbijster<strong>in</strong>g werd hij hartelijk op beide wangen gekust.<br />
'Ik heb verblijfsvergunn<strong>in</strong>g. Ik mag blijven. Bij Jolande', juichte<br />
Bashir. 'En bij jou', voegde hij eraan toe.<br />
'Hartelijk gefeliciteerd. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?'<br />
'Ik niet. Jij! Er was een fax bij de Vreemdel<strong>in</strong>gendienst. Ze zei<br />
den van Hoge Piet. Weet jij wie dat is? Een vergiss<strong>in</strong>g had Piet<br />
gezegd. Ik moest niet <strong>in</strong> bewar<strong>in</strong>g. Omdat ik kunstenaar ben.'<br />
Bashir klapte dubbel van het lachen. 'Ik ben kunstenaar. Wat weten<br />
zij veel.'<br />
Justus lachte mee. Blij om zijn vriend. Blij dat de moeite van<br />
Yvonne en van moeder en van Frank Lagerweij had geloond. Blij<br />
voor zichzelf dat Bashir weer thuis was.<br />
'Zaterdagavond moeten al mijn vrienden komen, om feest te<br />
vieren. Jij natuurlijk ook. En je moeder en Yvonne. Kan dat?'<br />
'Ik zal het vragen.'<br />
Moeder wilde wel, maar kon niet. Yvonne wilde wel en kon<br />
wel. Het werd een leuk Somalisch feestje, met Yvonne als de held<strong>in</strong><br />
van de avond. Behalve zij, Jolande en Justus was de kamer pik<br />
zwart van de pikzwarte mensen, die <strong>in</strong> verschillende talen elkaar<br />
belangwekkende d<strong>in</strong>gen vertelden.<br />
Bashir hield een toespraak <strong>in</strong> bijna vloeiend Nederlands waar<strong>in</strong><br />
hij zijn vrienden vertelde dat Justus en zijn zuster hem zo fantas<br />
tisch hadden geholpen. Ze kregen ieder een ijzeren brouwsel als<br />
teken van zijn eeuwige dankbaarheid.<br />
Justus hield een toespraak waar<strong>in</strong> hij zei dat Bashir een waar<br />
kunstenaar was en dus puur op eigen kracht die verblijfsvergun<br />
n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de wacht had gesleept, maar dat hij vond dat ook alle m<strong>in</strong><br />
der kunstz<strong>in</strong>nige vluchtel<strong>in</strong>gen hier moesten blijven. Dat gaf fleur<br />
en kleur aan Nederland, en <strong>in</strong> ieder geval aan zijn leven.<br />
Daarna werd Yvonne bestormd met vragen, want veel van de<br />
aanwezigen hadden nog geen status en leefden <strong>in</strong> voortdurende<br />
angst dat ze terug naar hun land moesten.<br />
'Help', riep ze, 'ik moest er maar liever voor studeren om staats<br />
secretaris van Justitie te worden.'<br />
77
Later zaten Justus en Yvonne nog wat na te praten.<br />
'Weet je wat je gedaan hebt?' vroeg ze.<br />
'Hoezo?'<br />
'Je hebt zitten rommelen <strong>in</strong> de rafelige kantlijn van de wet.'<br />
'Anders', vond Justus.<br />
, Anders, maar toch. Ais mam Frank Lagerweij niet had gekend<br />
en ik de hoogleraar niet en de hoogleraar die man van de IND niet,<br />
dan zat Bashir nu <strong>in</strong> Somalië, denk je niet?'<br />
'Dat is'zo.'<br />
'En dus werkt de wet niet gelijk voor alle Bashirren, zou je zeg<br />
gen. V<strong>in</strong>d je dat rechtvaardig? Heeft de wet misschien een rafelige<br />
kantlijn? En heb jij <strong>in</strong> die kantlijn zitten rommelen?'<br />
'De andere Bashirren hebben er geen last van dat deze Bashir<br />
mag blijven', verdedigde hij zich.<br />
'0 nee? Wel eens van vreemdel<strong>in</strong>genhaat gehoord? Je kunt het je<br />
niet voorstellen, zeker niet na zo'n avond met al die gezellige men<br />
sen, maar er zijn Nederlanders die liever zouden zien dat iedereen<br />
die er niet net zo bleekscheterig uitziet als wij, het land uit werd<br />
gezet. Nou dan, door jouw acties voor jouw Bashir, is er weer een<br />
tje meer. Wie weet wakkert dat de vreemdel<strong>in</strong>genhaat aan, en dat is<br />
dan weer slecht voor de andere Bashirren. '<br />
'En toch is het wat anders dan diefstal', zei Justus koppig. 'Weet<br />
je trouwens dat mijn fiets is gestolen, een poosje geleden? Ik vond<br />
hem terug bij een tweedehands handelaar. Je weet wel, bij Davelaar<br />
<strong>in</strong> de Breestraat. Ik heb hem gewoon meegenomen en Davelaar is<br />
niet naar de politie gegaan. Dus heeft hij best geweten dat hij een<br />
gestolen fiets had <strong>in</strong>gekocht. Dat v<strong>in</strong>d ik heel wat anders dan<br />
proberen een Somaliër een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen.'<br />
'Heb jij je fiets uit die w<strong>in</strong>kel gehaald en ben je erop weg-<br />
gereden?'<br />
'Jazeker.'<br />
'Dan ben je een dief, weet je dat?'<br />
'Ga toch weg. Het was m'n eigen fiets.'<br />
'Tja', zei Yvonne, 'voor de wet was hij dat niet meer. Je fiets was<br />
je ontstolen. Je was hem kwijt.'<br />
'Wat had ik dan moeten doen?'<br />
'Je had naar de politie moeten gaan. Aangifte doen.'<br />
78
'Zou jij dat gedaan hebben?'<br />
'Nee, ik denk het niet', zei Yvonne. 'Jij weet en ik weet dat het<br />
niet helpt. De politie heeft geen tijd voor kle<strong>in</strong>e diefstallen. Ons<br />
rechtssysteem zit vol gaten. Het verschil tussen jou en mij is dat ik<br />
daar niet zo mee zit.'<br />
'En dat studeert rechten', zuchtte Justus.<br />
'Je krijgt het niet waterdicht', zei zijn zus luchthartig. 'Dat<br />
maakt het zo <strong>in</strong>teressant.'<br />
Justus zweeg.<br />
'Wat ga je maandag doen?'<br />
'Een nieuw baantje zoeken.'<br />
'Pap en mam zouden het heerlijk v<strong>in</strong>den als je weer thuis<br />
kwam.'<br />
'Ik weet het.'<br />
'De d<strong>in</strong>gen moeten hun loop hebben', zei Yvonne filosofisch. Ze<br />
kuste haar broer ten afscheid en g<strong>in</strong>g overnachten bij haar ouders.<br />
79
8<br />
Drie weken lang zocht Justus vergeefs naar werk. 't Is vreemd,<br />
dagen waar<strong>in</strong> we<strong>in</strong>ig gebeurt duren lang, een serie dagen die een<br />
tonig en hetzelfde zijn, lijkt achteraf te zijn omgevlogen. Justus liep<br />
het arbeidsbureau plat, g<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen bij talloze bedrijven om te ver<br />
tellen hoe werklustig hij was, bezocht alle garages van Stoutendam<br />
om zijn kwaliteiten als aankomend monteur aan te prijzen, het<br />
hielp niet. Het was een slappe tijd, hij had geen diploma's, altijd<br />
was er wel een reden om hem niet aan te nemen. Op een avond<br />
zocht hij troost bij Stijn. Die had net een schoolonderzoek afgerond<br />
waar hij redelijk door was gekomen en hij werkte nu zijn grafieken<br />
over het weer <strong>in</strong> hun tu<strong>in</strong> bij.<br />
'Hoe is het met Bashir?'<br />
'Fantastisch. Hij heeft werk gevonden bij een andere garage. De<br />
Peugeotgarage aan de B<strong>in</strong>nenweg. Legaal en alles. Hij is bij Jolande<br />
<strong>in</strong>getrokken. Ik v<strong>in</strong>d het wel jammer dat ik hem zo we<strong>in</strong>ig meer<br />
zie.'<br />
'Je hebt iets prachtigs voor hem gedaan', zei Stijn.<br />
'Yvonne zegt dat ik heb zitten rommelen <strong>in</strong> de rafelige kantlijn<br />
van de wet. <strong>Eigen</strong>lijk niet zo anders dan wat mijn vader doet.' Daar<br />
moest Stijn over nadenken.<br />
'Maar ik ben het er niet mee eens', zei Justus. 'Ik heb het niet<br />
voor mezelf gedaan.'<br />
'Ja, dat is iets anders. Voor je gevoel is dat iets anders.'<br />
'Hoezo, voor je gevoel?'<br />
'Nou ja, ik bedoel, je zou kunnen zeggen: wet is wet. Daar moet<br />
je je aan houden, hoe dan ook.'<br />
'Ik heb niks gedaan wat tegen de wet is.'<br />
'Dat is waar. Maar de wet is anders toegepast voor Bashir dan<br />
voor andere vluchtel<strong>in</strong>gen. Misschien moet ik zeggen: recht is<br />
recht. En dat is hier dan niet zo.'<br />
'Intussen wordt er wel iemand gestraft, en dat ben ik', zei Justus<br />
vol zelfbeklag. 'Ik ben ontslagen. En ik kan maar niks anders v<strong>in</strong>den.'<br />
'Supermarkten geprobeerd?'<br />
, Allemaal.'<br />
80
'Dan moet Joke iets verz<strong>in</strong>nen.'<br />
Justus lachte. 'Waarom moet Joke iets verz<strong>in</strong>nen?'<br />
'Omdat wij het niet kunnen. Soms hebben meisjes een heel<br />
andere <strong>in</strong>valshoek dan jongens. Ik ga haar opbellen.'<br />
Hij haalde de telefoon en belde waar Justus bij was.<br />
'Kom je vanavond nog? ( ... ) Justus is er. We willen je iets vragen.<br />
( ... ) Tot zo dan.'<br />
Hij verbrak de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. 'Ze komt eraan.'<br />
Leuk, twee mensen die zo op elkaar zijn <strong>in</strong>gesteld, dacht Justus.<br />
Hebben ze elkaar nodig, ze zijn voor elkaar beschikbaar. Zou hij<br />
het prettig v<strong>in</strong>den zo'n relatie te hebben? Soms wel, soms niet,<br />
besloot hij. Hij deed d<strong>in</strong>gen ook graag alleen. En dat was natuur<br />
lijk net het punt. Een beetje een vaste relatie, dat g<strong>in</strong>g niet. Joke<br />
verscheen en g<strong>in</strong>g zoals gewoonlijk op de grond zitten.<br />
'Wat is er aan de hand?'<br />
'Justus kan geen baan v<strong>in</strong>den. Weet jij iets?'<br />
'Jawel.'<br />
Stijn keek Justus aan met een gezicht van 'zei ik het niet'.<br />
'Wat dan?'<br />
'Tijdelijk hoor. Gert-<strong>Jan</strong> heeft zijn enkel gebroken. Stom gedaan<br />
op de brommer.'<br />
'Wie is Gert-<strong>Jan</strong>?'<br />
'De bezorger bij de apotheek. Hij brengt de medicijnen rond.'<br />
Joke's vader was apotheker. Hij had de grootste apotheek van<br />
Stoutendam. Er werkten vijf of zes assistenten, een magazijnmees<br />
ter en Gert-<strong>Jan</strong>, een jongen van achttien die bestell<strong>in</strong>gen bij de<br />
mensen thuisbracht als ze dat wensten.<br />
'En denk je dat ik het werk van die Gert-<strong>Jan</strong> kan doen zolang hij<br />
met ziekteverlof is?'<br />
'Ik zou niet weten waarom niet. Ik zal het mijn vader vragen.'<br />
Het g<strong>in</strong>g door. Justus kon terecht <strong>in</strong> apotheek Zeewald, met onmid<br />
dellijke <strong>in</strong>gang. Hij kreeg een brommer ter beschikk<strong>in</strong>g, op voor<br />
waarde dat hij voorzichtig zou rijden. Want Gert-<strong>Jan</strong> had met zijn<br />
gerag niet alleen zijn <strong>rechter</strong>enkel <strong>in</strong> de verniel<strong>in</strong>g gereden, maar<br />
ook voor honderden guldens schade aan de bromfiets toegebracht.<br />
Meneer Zeewald was een wat afgemeten man, niet onvriende-<br />
81
lijk, maar het zakelijke stond duidelijk op de voorgrond. Hij vertel<br />
de Justus wat er van hem werd verwacht en wat hij daarmee zou<br />
verdienen. Hij hoefde <strong>in</strong> het algemeen 's morgens pas om elf uur te<br />
komen, maar daar stond tegenover dat het 's avonds best zeven uur<br />
of half acht kon worden. Of hij Stoutendam goed kende?<br />
Ja, hij kende het stadje behoorlijk goed en trouwens, hij kon<br />
plattegronden lezen.<br />
Nou, dan zou het allemaal wel loslopen. Als Gert-<strong>Jan</strong> was gene<br />
zen, moest hij natuurlijk weer plaatsrnaken.<br />
'Dat begrijp ik, meneer Zeewald.'<br />
De medewerkers ontv<strong>in</strong>gen Justus hartelijk. Ze wilden allemaal<br />
met hun voornaam worden aangesproken, ook de oudste assisten<br />
te, die <strong>in</strong> de veertig moest zijn. Ze heette Annette Nachtegaal en ze<br />
was bijna zo oud als Justus' moeder. De man die de voorraad<br />
beheerde, b<strong>in</strong>nenkomende medicijnen registreerde en op hun plaats<br />
legde, de magazijnmeester dus, heette Bert Haverkamp. Hij was<br />
uitermate bedaard en precies en nam zijn tijd om Justus alles wat<br />
hij moest weten nauwkeurig uit te leggen.<br />
Het was geen moeilijk baantje. Justus vertrok als regel tegen<br />
half twaalf met de tassen op de brommer vol bestell<strong>in</strong>gen, die hij<br />
op verschillende plaatsen afleverde. 's Middags om een uur of drie<br />
g<strong>in</strong>g hij nog eens, en als het nodig was om zes uur voor de derde<br />
maal.<br />
In het algemeen w a ren de mensen thuis, want ziek. Een enkele<br />
keer belde hij vergeefs aan. Meestal betrof het dan geen spoedeisen<br />
de leverantie en dan probeerde hij het later nog eens. Soms gaf hij<br />
een bestell<strong>in</strong>g af bij de buren, als het om simpele, ongevaarlijke<br />
medicijnen g<strong>in</strong>g. Meneer Zeewald of de assistenten gaven altijd aan<br />
welke medicijnen hij <strong>in</strong> geen geval aan iemand anders af mocht<br />
geven dan aan de geadresseerde. Dat gold met name voor verdo<br />
vende middelen.<br />
Met Annette Nachtegaal kon hij het erg goed v<strong>in</strong>den. Ze was<br />
een opgewekt mens met vriendelijke ogen. Als Justus moest wach<br />
ten tot zijn tas klaar was, wat hij deed <strong>in</strong> een achterkamer aan de<br />
tafel waar ze 's morgens koffie dronken, kwam ze soms even bij<br />
hem zitten en toonde belangstell<strong>in</strong>g voor wat hij deed en wat hij<br />
van d<strong>in</strong>gen vond. Zelf had ze geen k<strong>in</strong>deren. Tot haar spijt, had ze<br />
82
Justus een keer toevertrouwd. Ze was <strong>in</strong> het bijzonder geïnteres<br />
seerd <strong>in</strong> de reden waarom hij niet meer naar school g<strong>in</strong>g. Hij maak<br />
te toch de <strong>in</strong>druk best te kunnen leren en dat ook niet zo vervelend<br />
te v<strong>in</strong>den.<br />
Justus sprak niet graag over het men<strong>in</strong>gsverschil met zijn vader,<br />
maar op den duur kreeg ze het natuurlijk toch uit hem.<br />
'Wat een dilemma voor je', zei ze. 'We denken wel dat de wet<br />
ons precies vertelt wat we moeten doen en laten, maar hoe vaak<br />
gebeurt het niet dat je voor vraagtekens komt te staan?'<br />
Toen Justus enkele weken bij apotheek Zeewald had gewerkt en hij<br />
op een namiddag op het punt stond weg te rijden voor zijn laatste<br />
rondje van de dag, kwam Annette naar hem toe. Ze had een pakje<br />
<strong>in</strong> haar hand en zei dat ze dat op het laatste moment had klaarge<br />
maakt.<br />
'Wil je dat ook bezorgen? Het is voor meneer VreugdenhilI. Hij<br />
woont aan de Hardenburgerweg, nummer 117. Het is net buiten de<br />
stad.'<br />
'Ik ken de Hardenburgerweg wel.'<br />
Meneer VreugdenhilI was iemand die je niet vergat als je hem<br />
had ontmoet. Hij was zeer oud, tegen de negentig wellicht. Hij had<br />
nog wonderlijk veel haar voor zijn leeftijd, maar het was spierwit<br />
en het h<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vreemde flarden om zijn hoofd. Hij droeg een ouder<br />
wetse zwarte pantalon met streepjes en een egaal zwart jasje dat zo<br />
glom dat je je er bijna <strong>in</strong> kon spiegelen. Hij woonde - alleen naar<br />
hij zei - <strong>in</strong> een groot vervallen herenhuis, dat krachtig werd aange<br />
vallen door de verwilderde tu<strong>in</strong>. Nog enkele jaren, zo leek het, en<br />
de uitbundige groeisels zouden het huis zijn b<strong>in</strong>nengedrongen. Wat<br />
vroeger een brede oprijlaan moest zijn geweest, was versmald tot<br />
een doorgang van een meter breed. In de kamers boven moest het<br />
ook bij dag behoorlijk donker zijn, want de brede bladeren van een<br />
catalpa en de woeker<strong>in</strong>gen van een wilde w<strong>in</strong>gerd bedekten de rui<br />
ten bijna helemaal. Het houtwerk had zo te zien m<strong>in</strong>stens tw<strong>in</strong>tig<br />
jaar geen nieuw verfje gehad. Al met al leek de villa op zijn bewo<br />
ner. 'Ik kom van apotheek Zeewald', zei Justus.<br />
'Ben je nieuw? Ik heb je nog niet eerder gezien.'<br />
'Ik val <strong>in</strong> voor Gert-<strong>Jan</strong>.'<br />
83
'Wat zeg je?'<br />
'Ik val <strong>in</strong> voor Gert-<strong>Jan</strong>', riep Justus.<br />
'Die is hier een keer geweest, geloof ik. Kon Annette niet?' 'Ze<br />
vroeg me dit bij u te bezorgen.'<br />
'Dank je.'<br />
Justus zag dat Meneer VreugdenhilI zwaar leunde op een stok.<br />
Hij had een wilskrachtig gezicht, met doordr<strong>in</strong>gende, diepliggende<br />
ogen. Zeer mager was hij, té mager, vond Justus. Enf<strong>in</strong>, hij was<br />
kennelijk ziek, anders had hij geen medicijnen nodig. Justus vroeg<br />
niet wat er aan mankeerde, want ten eerste vond hij dat <strong>in</strong>discreet,<br />
ten tweede had hij de ervar<strong>in</strong>g dat mensen niets liever doen dan<br />
daar anderhalf uur over praten. Wat hij aan de lange kant vond.<br />
'Jij wilt een glaasje ranja', stelde meneer Vreugdenhill vast.<br />
Ranja, uit welke tijd stamde dat? Hij wilde liever naar huis,<br />
maar om de een of andere reden kon hij niet weigeren.<br />
'Kom mee naar b<strong>in</strong>nen.'<br />
J ustus g<strong>in</strong>g zitten aan een bekraste houten keukentafel en keek<br />
hoe zijn gastheer een niet al te schoon glas van het granieten aan<br />
recht nam en daar wat oranje stroop <strong>in</strong> schonk. Dat vulde hij aan<br />
met water uit de kraan. Zijn hand beefde nauwelijks.<br />
'We krijgen regen', stelde meneer VreugdenhilI vast.<br />
Justus keek door het raam naar de lucht. Er was geen wolkje te<br />
bekennen.<br />
'Niet vandaag. Morgen.'<br />
Iedereen kan tegenwoordig voorspellen welk weer het morgen<br />
zal zijn, namelijk door de weersverwacht<strong>in</strong>g op teletekst te lezen.<br />
Toch dacht Justus geen seconde dat de oude heer zijn kennis van<br />
het KNMI had.<br />
'Voelt u dat aan uw gewrichten of zo?' Meneer Vreugdenhill<br />
knikte.<br />
'Vooral aan m'n knieën.'<br />
'Ik zal morgen een regenjas meenemen', zei Justus. Hij dronk<br />
haastig het mierzoete spul, bedankte en vertrok.<br />
In de weken die volgden kwam het nog twee maal voor dat Annette<br />
aan Justus een pakje voor meneer VreugdenhilI meegaf. Blijkbaar<br />
had ze een bijzondere zorg voor hem, want geen van de andere<br />
84
assistenten gaf ooit iets afzonderlijk mee, en Annette ook niet voor<br />
iemand anders. Meneer Vreugdenhill noemde Annette beide keren<br />
ook even en nooit een andere medewerkster van de apotheek. Justus<br />
was onder de <strong>in</strong>druk van de oude heer. Je kon goed aan hem zien<br />
dat hij iemand van gezag was geweest, of eigenlijk nog was. Je zou<br />
het niet <strong>in</strong> je hoofd halen hem zonder respect te behandelen.<br />
De familie Zeewald woonde <strong>in</strong> een huis dat was aangebouwd aan<br />
de apotheek, maar Justus zag Joke nooit. 's Morgens om elf uur<br />
was ze naar school en 's avonds kwam hij vaak de tassen terug<br />
brengen op een moment dat de familie waarschijnlijk aan tafel zat.<br />
Maar op een avond dat hij wat later was, het zal kwan over<br />
acht zijn geweest, zag hij haar het huis uitkomen. Hij wilde een<br />
groet roepen, maar hield die op het laatste moment b<strong>in</strong>nen zijn kie<br />
zen. Want hij zag dat er een jongen op haar stond te wachten, een<br />
jongen met een leren jasje en een motorfiets. Joke g<strong>in</strong>g bij hem ach<br />
terop zitten en ze reden weg, waarbij de knalpijp zich luid liet<br />
horen.<br />
Typisch, dacht Justus, want de jongen met de motor was beslist<br />
niet Stijn. Nou ja, misschien een neef of zo.<br />
De volgende avond kwam Stijn bij Justus langs. Dat deed hij zel<br />
den. Hij rukte zich moeilijk los van zijn statistieken en zijn gedich<br />
ten. Hij stond <strong>in</strong> de deuropen<strong>in</strong>g en maakte een ontredderde <strong>in</strong>druk.<br />
'Joke heeft het uitgemaakt', stamelde hij.<br />
'Wat zeg je me nou.'<br />
'Ze heeft een ander.'<br />
Het is een oud verhaal, dat bijna iedereen wel eens heeft<br />
gehoord of meegemaakt. De wereld is vol concurrenten, die zo<br />
maar los mogen rondlopen. Maar als het je overkomt, is het nieuw<br />
en uniek en erger dan iemand zich kan voorstellen.<br />
'Ze v<strong>in</strong>dt me saai', zei Stijn. 'Ze heeft iemand die haar mee-<br />
neemt naar de disco.'<br />
'En die een motor heeft.'<br />
'Wist jij ervan?' vroeg Stijn verbijsterd.<br />
'Nee. Toevallig zag ik gisteravond dat ze met iemand op een<br />
motor wegreed.'<br />
'Wat is het voor een gozer?'<br />
85
'Leer. Gespen. Chroom.'<br />
'Ze hoort bij mij', zei Stijn bitter.<br />
Dat was ook het gevoel dat Justus altijd had gehad. Stijn en<br />
Joke hoorden bij elkaar, zoals Van Gend hoort bij Loos en Oost bij<br />
West. Hoort Oost bij West? Ach, de aarde is een bol, Oost en West<br />
ontmoeten elkaar zou je kunnen zeggen. Onz<strong>in</strong>nige gedachteflar<br />
den, geboren uit zelfverdedig<strong>in</strong>g om even niets tegen Stijn te hoeven<br />
zeggen. Want wat moet je zeggen? Dat ze wel weer terugkomt? Dat<br />
het wel overgaat? Dat er duizend anderen zijn? Dat ze hem niet<br />
waard is?<br />
'Het is niet rechtvaardig', zei Stijn.<br />
Opnieuw sloegen Justus' gedachten op hol. Had Stijn dan recht<br />
op haar? Heb je er recht op gelukkig te zijn met iemand? Wie is<br />
dan de <strong>rechter</strong>? Wie is de advocaat? Staat er een straf op als je<br />
iemand anders ongelukkig maakt omdat je voor een ander kiest?<br />
Hoe zit het met de rechten van die b<strong>in</strong>k op z'n motor? Recht, recht.<br />
Zijn rechte wegen beter dan kromme? Mooier dan kromme?<br />
'Nee, het is niet rechtvaardig', beaamde hij, want er zijn<br />
momenten dat je iemand niet moet tegenspreken.<br />
Stijn g<strong>in</strong>g zitten.<br />
'Ik kan er niet eens een gedicht over maken', zei hij somber.<br />
'Een donderslag bij heldere hemel?' suggereerde Justus behulp<br />
zaam. 'Een orkaanuitbarst<strong>in</strong>g? Een nooit meer e<strong>in</strong>digende mot<br />
regen?<br />
Stijn keek wantrouwig. 'Bespot je me?'<br />
'Nee, natuurlijk niet. Het is echt lullig voor je. Ik begrijp het<br />
ook niet. Jij bent toch veel <strong>in</strong>teressanter dan een disco of een<br />
motorfiets.'<br />
Terwijl hij het zei, groeide ook het begrip voor Joke. Stijn was<br />
wel erg rustig, erg voorspelbaar, erg betrouwbaar. Heel fijn om als<br />
vriend te hebben, niet opw<strong>in</strong>dend voor een meisje misschien.<br />
'Ze komt vast bij je terug.'<br />
'Dan wil ik haar niet meer.'<br />
Een paar dagen later kwam Justus als gewoonlijk om elf uur de<br />
apotheek b<strong>in</strong>nen. Daar waren ze <strong>in</strong> ongerustheid over Annette, die<br />
zonder bericht niet was verschenen. Net toen besloten was dat ze<br />
86
maar eens naar haar huis zouden bellen, telefoneerde meneer<br />
Nachtegaal. Hij zei dat zijn vrouw de vorige avond, toen ze per<br />
fiets op weg was naar huis, een aanrijd<strong>in</strong>g had gehad met een auto.<br />
Ze had een hersenschudd<strong>in</strong>g en ze lag <strong>in</strong> het ziekenhuis. Heel ernstig<br />
was het niet, ze was weer bij bewustzijn, maar ze was nog erg suf.<br />
Een vervelend bericht. De medewerkers van de apotheek beslo<br />
ten bloemen te sturen en het werk van Annette onder elkaar te ver<br />
delen. Zo'n hersenschudd<strong>in</strong>g kon wel een paar weken duren. Aan<br />
het e<strong>in</strong>d van de middag kwam er opnieuw een telefoontje, deze<br />
keer uit het ziekenhuis. Een verpleegster bracht een verzoek van<br />
mevrouw Nachtegaal over, namelijk of een zekere Justus<br />
Verdaasdonk nog die avond naar het ziekenhuis wilde komen en<br />
mevrouw opzoeken.<br />
'Ik zal het hem zeggen', antwoordde meneer Zeewald.<br />
Justus was verbaasd en dat waren de assistenten ook. Waarom<br />
die korte tijd zo dik bevriend geraakt?<br />
Justus g<strong>in</strong>g, om half acht. Er was op dat tijdstip bezoekuur,<br />
maar bij Annette was niemand. Ze had aan haar gez<strong>in</strong> gezegd dat<br />
ze wilde slapen, fluisterde ze tegen Justus, want veel stem had ze<br />
niet. Ze had een verband om haar hoofd en haar gezicht was witter<br />
dan het laken.<br />
'Hoe is het ermee?'<br />
Met een mat glimlachje zei ze dat het wel meeviel, want dat wil<br />
len mensen graag horen. Bar goed g<strong>in</strong>g het natuurlijk niet, <strong>in</strong> ieder<br />
geval een stuk slechter dan de vorige dag.<br />
'Iedereen doet je de groeten en wenst je beterschap.'<br />
'Wil je ze hartelijk danken voor de prachtige bloemen?' Jusms<br />
knikte.<br />
'Je zult verbaasd zijn dat ik speciaal naar jou heb gevraagd', zei<br />
Annette. 'Ik wil je vragen iets voor me te doen.'<br />
'Natuurlijk. '<br />
'Op het nachtkastje ligt mijn handtas. Daar zit een pakje <strong>in</strong>.<br />
Haal het er even uit, wil je.'<br />
Justus deed wat hem werd gevraagd. Het was een pakje zoals hij<br />
er nu al drie naar meneer Vreugdenhill had gebracht.<br />
'Wil je vanavond nog dit pakje naar meneer Vreugdenhill bren<br />
gen? Vertel hem wat er is gebeurd. Zeg d t ik <strong>in</strong> het ziekenhuis lig<br />
87
en dat ik hem over een paar dagen zal opbellen. En praat hier ver<br />
der met niemand over.'<br />
'Ik zal het direct doen. En ik zal er met niemand over praten.'<br />
'Dank je wel', fluisterde Annette.<br />
Justus g<strong>in</strong>g meteen op pad. Vreemd vond hij het, heel vreemd.<br />
Hij trof meneer Vreugdenhill op de uitkijk naar het scheen, althans hij<br />
kwam meteen naar buiten toen hij Justus zag aankomen. Zijn gezicht<br />
leek nog magerder dan de vorige keer. Heel slecht zag hij er uit.<br />
Justus vertelde wat Annette was overkomen.<br />
'De arme', zei meneer Vreugdenhill. 'Hoe lang zal ze <strong>in</strong> het<br />
ziekenhuis blijven?'<br />
'Dat weet ik niet. Mensen met een hersenschudd<strong>in</strong>g moet je zo<br />
m<strong>in</strong> mogelijk verplaatsen, heb ik wel eens gehoord. Ze zal vast een<br />
paar weken plat moeten liggen.'<br />
Meneer VreugdenhilI knikte. 'Je zult gelijk hebben.'<br />
'Ik moest zeggen dat ze u over een paar dagen zal opbellen.'<br />
Meneer VreugdenhilI vroeg Justus deze keer niet b<strong>in</strong>nen, mis-<br />
schien omdat het al vrij laat was.<br />
Justus g<strong>in</strong>g naar huis. Wat zou hij de volgende dag <strong>in</strong> de apo<br />
theek moeten zeggen? Ze zouden vragen waarom Annette had<br />
gewild dat hij kwam. Of zouden ze dat niet vragen? En zo ja, wat<br />
moest hij dan zeggen? Hij had immers geheimhoud<strong>in</strong>g beloofd.<br />
Natuurlijk zou hij niets vertellen over het bezoek aan meneer<br />
VreugdenhilI. Maar vreemd was het.<br />
Ze vroegen hoe het met Annette was. Onuitgesproken bleef de<br />
vraag die duidelijk op hun gezichten lag waarom ze nu juist Justus<br />
had willen spreken. Ze belden meneer Nachtegaal op en vroegen of<br />
er die avond iemand van hen naar het bezoekuur kon gaan. Dat<br />
kon. Besloten werd dat Suze hen zou vertegenwoordigen. De vol<br />
gende morgen, om acht uur al, kwam er een agent van politie bij<br />
het huis van Justus langs met de vraag of hij om negen uur bij<br />
<strong>in</strong>specteur Holtrigter wilde komen. Wat nou weer, dacht Justus,<br />
maar hij beloofde dat hij er zou zijn.<br />
Hij moest eerst een kwartier wachten. Daarna werd hij <strong>in</strong> de<br />
kamer van de <strong>in</strong>specteur geroepen en er werd hem een plaats voor<br />
het bureau gewezen.<br />
88
'Een oude bekende', zei meneer Holtrigter.<br />
'Gaat het over m'n fiets?'<br />
'Nee, wat is er met je fiets? Gestolen?'<br />
'Dat was hij. Enkele dagen later vond ik hem terug bij<br />
Davelaar.' '0, bij die', zei de <strong>in</strong>specteur veelbetekenend.<br />
'Ik heb hem meegenomen. Davelaar was boos. Hij zei dat hij het<br />
bij u zou melden.'<br />
'Dat heeft hij bij mijn weten nooit gedaan. Je mag je fiets niet<br />
terugstelen, al zal je dat vreemd <strong>in</strong> de oren kl<strong>in</strong>ken. Maar daar gaat<br />
het vandaag niet over. Ken je een meneer Vreugdenhill, aan de<br />
Hardenburgerweg?'<br />
'Ja, die ken ik.'<br />
'Ben je wel eens bij hem geweest?'<br />
'Jawel. Ik heb er een paar maal medicijnen gebracht. Ik werk nu<br />
bij apotheek Zeewald.'<br />
'Dat weet ik. Wanneer ben je er het laatst geweest?'<br />
'Eergistera vond.'<br />
'Dat klopt met wat de buren zeiden. Heb je meneer Vreugdenhill<br />
gezien?'<br />
'Ja.'<br />
'Heb je hem weer medicijnen gebracht?'<br />
'Dat neem ik aan. Ik heb hem een pakje gebracht. Daar zullen<br />
medicijnen <strong>in</strong> hebben gezeten.'<br />
'In de apotheek zeggen ze dat je geen medicijnen voor meneer<br />
Vreugdenhill hebt meegekregen.'<br />
'Ik eh ... Waarom vraagt u dit allemaal?'<br />
'Meneer Vreugdenhill is dood. Gisteravond is hij gevonden. De<br />
mevrouw die de krant brengt, vond het zo vreemd stil. De deur was<br />
niet op slot. Ze is naar b<strong>in</strong>nen gegaan. Ze kende meneer<br />
Vreugdenhill goed. Ik geloof dat ze vijftien jaar de krant bij hem<br />
heeft bezorgd. Hij lag dood op zijn bed. Naast hem lag een <strong>in</strong>jectie<br />
naald en een leeg flesje. De politiearts heeft vastgesteld dat hij is<br />
gestorven aan een te grote dosis morf<strong>in</strong>e. We hebben geprobeerd<br />
zijn huisarts op te sporen. Maar geen enkele huisarts <strong>in</strong> Stouten<br />
dam weet iets van hem.'<br />
Dus <strong>in</strong> de pakjes die ik heb afgeleverd zat morf<strong>in</strong>e, dacht Justus.<br />
Maar waarom die geheimz<strong>in</strong>nigheid? Wat zat daar achter? Annette<br />
89
was zo'n aardige vrouw. Die kon onmogelijk iets slechts <strong>in</strong> de z<strong>in</strong><br />
hebben gehad. Hij had beloofd niemand iets te vertellen. Gold dat<br />
ook de politie? Dat gold waarschijnlijk juist de politie. 'Wie heeft je<br />
dat pakje gegeven?'<br />
Justus zweeg.<br />
'Iemand van de apotheek?'<br />
'Ik mag het niet zeggen.'<br />
'Ik beg<strong>in</strong> mijn buik vol te krijgen van jou, jongeman', zei de<br />
<strong>in</strong>specteur. 'Je móet het zeggen. Je bent verplicht de politie te<br />
helpen bij het opsporen van misdaden, heb je daar nooit van<br />
gehoord?'<br />
'Wie zegt dat er een misdaad is gepleegd?'<br />
'Dat vermoed ik. Vooruit, zeg op, van wie kwam dat pakje?'<br />
Het zweet brak Justus uit. Kon hij het maar even aan Yvonne<br />
vragen. Of aan Annette zelf.<br />
'Geef me een paar uur de tijd, <strong>in</strong>specteur. Ik wil advies vragen<br />
aan mijn zus. Ze is advocaat. Nou ja, bijna.'<br />
De <strong>in</strong>specteur zuchtte. 'Ook dat nog. Meneer wil een advocaat.<br />
Alleen omdat ik wat simpele <strong>in</strong>formatie wil. Nou, hoepel maar op.<br />
En kom vanmiddag terug om me <strong>in</strong> te lichten.'<br />
Justus vertrok haastig. Yvonne bellen? Ze was vaak niet te<br />
bereiken. Hij probeerde het en <strong>in</strong>derdaad, de huisgenote die<br />
opnam, wist niet waar zijn zusje zat.<br />
Naar het ziekenhuis dan. Hij trok er zich niets van aan dat het<br />
geen bezoekuur was. Met zijn neus <strong>in</strong> de lucht, alsof hij <strong>in</strong> het zie<br />
kenhuis hoorde, liep hij langs de portier. Die zei niets. Hij liep de<br />
trap op naar de tweede verdiep<strong>in</strong>g, regelrecht naar de kamer van<br />
Annette. Het g<strong>in</strong>g gesmeerd, niemand hield hem tegen.<br />
'Dag Annette.'<br />
Ze had haar ogen gesloten. Die g<strong>in</strong>gen open toen ze zijn stem<br />
hoorde.<br />
'Justus!'<br />
'Heb je het gehoord van meneer VreugdenhilI?'<br />
'Nee. Wat is er?'<br />
'Hij is dood. Een overdosis morf<strong>in</strong>e, zegt de politie.' Ze sloot<br />
haar ogen weer. 'Oom Ludo, mompelde ze. 'Is hij je oom? Ik<br />
bedoel, was hij je oom?'<br />
90
'Ja.' Annette had kennelijk moeite het nieuws te verwerken.<br />
Justus zweeg. Na een diepe zucht, zei Annette:<br />
'Van mezelf heet ik VreugdenhilI. Hij was een broer van mijn<br />
vader, een veel oudere broer. Mijn vader is overleden toen ik nog<br />
kle<strong>in</strong> was. Oom Ludo was als een vader voor me.'<br />
'De politie wil weten hoe hij aan de morf<strong>in</strong>e kwam. Ik heb niks<br />
gezegd, omdat ik je dat had beloofd. De <strong>in</strong>specteur is kwaad op<br />
me.'<br />
'Zeg maar dat de morf<strong>in</strong>e van mij kwam', zei Annette gelaten.<br />
'Daar komen ze toch achter en het kan me niet schelen ook.'<br />
'Maar wat' - Justus kon het niet laten het te vragen - 'wat zit<br />
hier allemaal achter?'<br />
'Pak die stoel maar, dan zal ik het je vertellen.' Justus schoof een<br />
stoel bij.<br />
Annette kwam voorzichtig overe<strong>in</strong>d.<br />
'Mijn oom was een eigenaardige en eigenz<strong>in</strong>nige man. Als hij<br />
ergens van overtuigd was, kon je hem met geen mogelijkheid op<br />
andere gedachten brengen. Heb je hem gesproken?'<br />
'Ja', zei Justus. 'Ik vond hem heel bijzonder.'<br />
'Dat was hij. Toen hij veel jonger was, is hij eens <strong>in</strong> een zieken<br />
huis geweest. Ze dachten dat hij een hart<strong>in</strong>farct had, want hij had<br />
hevige steken <strong>in</strong> de hartstreek. Hij wilde niet, maar zijn vrouw,<br />
tante Tilly, belde een ziekenauto. Ze legden hem meteen aan de<br />
beadem<strong>in</strong>g en weet ik veel, en drie dagen lang heeft hij op een afde<br />
l<strong>in</strong>g gelegen met hartbewak<strong>in</strong>g. Er was niets aan de hand. Hij had<br />
een ontstek<strong>in</strong>g aan een zenuw <strong>in</strong> de buurt van zijn hart. Maar hij<br />
was nog geen twee uur thuis of hij kreeg hevige koorts. Een <strong>in</strong>fectie<br />
of een virus, opgelopen <strong>in</strong> het ziekenhuis. Dit is allemaal gebeurd<br />
toen ik nog een k<strong>in</strong>d was. Hij is op het randje van dood geweest,<br />
die sterke Ludo, die nooit iets had. 'Zie je wel', schijnt hij gezegd te<br />
hebben toen hij weer beter was, 'artsen en ziekenhuizen maken je<br />
alleen maar ziek. Ik wil ze niet meer zien.'<br />
Daar heeft hij zich aan gehouden. Als hij eens griep had, kroop<br />
hij met een pot hete thee naast zijn bed onder de warme dekens.<br />
Had hij keelpijn, dan nam hij hon<strong>in</strong>g. En nog zo het een en ander.<br />
In het beg<strong>in</strong>, toen ik net apothekersassistente was, hadden we er<br />
vaak discussies over. 'Alle medicijnen hebben een vervelende<br />
91
ijwerk<strong>in</strong>g', was zijn stell<strong>in</strong>g. 'Afblijven van die rommel.' En hij<br />
had nog een beetje gelijk ook. Alleen vergat hij dat sommige men<br />
sen, die m<strong>in</strong>der sterk zijn dan hij was, zonder medicijnen dood zou<br />
den gaan. Denk maar eens aan longontstek<strong>in</strong>g: vroeger<br />
levensgevaarlijk, nu eenvoudig te genezen met antibiotica.'<br />
Justus knikte.<br />
'Tante Tilly is tien jaar geleden gestorven, toen hij negenenze<br />
ventig was. Hij wenste alleen te blijven wonen. Je hebt gezien hoe<br />
verwaarloosd het huis is. Hij bleef opgewekt. Tot ongeveer een<br />
halfjaar geleden. Toen bekende hij me dat hij buikpijn had en dat<br />
een glas melk, dat hij vroeger nam als zijn buik opspeelde, niet<br />
hielp.'<br />
'Dan zul je nu toch naar een dokter moeten', zei ik.<br />
'Geen sprake van.'<br />
Een paar dagen later kwam ik weer bij hem. Het was duidelijk<br />
dat hij verg<strong>in</strong>g van de pijn. Weer drong ik erop aan dat hij medi<br />
sche hulp zou zoeken. Hij prakkiseerde er niet over.<br />
'Ze zouden je morf<strong>in</strong>e kunnen geven', zei ik. 'Alleen morf<strong>in</strong>e<br />
tegen de pijn. Geen geneesmiddel.'<br />
Hij wilde er niet van horen. Hij veranderde het onderwerp van<br />
gesprek, en vroeg naar Frans. Ik had vreselijk met hem te doen. Ik<br />
was er ook van overtuigd dat hij het niet lang meer kon volhouden<br />
en uit het raam zou spr<strong>in</strong>gen of zoiets.<br />
Toen heb ik morf<strong>in</strong>e voor hem meegebracht uit de apotheek. Ik<br />
kon dat makkelijk doen. Ik ga over de adm<strong>in</strong>istratie van die d<strong>in</strong><br />
gen. Er is netjes voor betaald. De enige overtred<strong>in</strong>g is dat er geen<br />
recept van een arts was. Dat kon ik zonder probleem verdoezelen.<br />
Ik heb oom Ludo geleerd hoe hij zichzelf een <strong>in</strong>jectie kon geven.<br />
Ik heb hem gezegd hoeveel hij zichzelf kon <strong>in</strong>spuiten en dat hij die<br />
dosis alleen maar moest opvoeren als de pijn erger werd, en dan zo<br />
langzaam mogelijk. Hij was me erg dankbaar. Zeuren over zijn<br />
ziekte en pijn deed hij nooit. 'Mijn tijd zit er bijna op', zei hij soms.<br />
'Het is mooi geweest. Je gunt me nog een paar maanden zonder<br />
pijn. Dank je wel daarvoor.'<br />
Zo heb ik hem regelmatig voorzien van morf<strong>in</strong>e. Jij hebt enkele<br />
malen een flesje bij hem bezorgd, als ik echt niet zelf kon gaan.<br />
Toen hij hoorde van mijn aanrijd<strong>in</strong>g, en begreep dat ik enkele<br />
92
weken niet <strong>in</strong> de apotheek zou kunnen komen, heeft hij kennelijk<br />
besloten om zich de voorraad die jij hem had gebracht, normaal<br />
goed voor een dag of tien, <strong>in</strong>eens toe te dienen. Hij was een moedig<br />
man. Hij hield niet van halve maatregelen. Ik ben ervan overtuigd<br />
dat hij niet heeft beseft dat hij mij <strong>in</strong> moeilijkheden kon brengen.'<br />
Ze zweeg en g<strong>in</strong>g weer achterover liggen. Justus keek naar haar<br />
<strong>in</strong>-bleke gezicht. Ook een moedig mens, dacht hij. Een goede nicht<br />
van haar oom.<br />
'Ga nu maar', zei ze. 'Vertel alles aan die <strong>in</strong>specteur. Ik heb het<br />
gedaan uit liefde voor oom Ludo.'<br />
De volgende morgen riep meneer Zeewald alle assistenten bij<br />
elkaar. Justus en Bert Haverkamp mochten ook horen wat hij te<br />
zeggen had.<br />
'Annette heeft een halfj aar lang heimelijk morf<strong>in</strong>e verstrekt aan<br />
haar oude oom, meneer Vreugdenhill. De oude heer had waar<br />
schijnlijk kanker, maar hij wenste geen arts te raadplegen. Er was<br />
dus geen recept.'<br />
De assistenten staarden hem aan.<br />
, Annette heeft ongetwijfeld met menslievende motieven gehan<br />
deld. Maar haar gedrag is onvergefelijk. Het is niet alleen <strong>in</strong> strijd<br />
met de wet, het spot ook met de gedragscode waar iedereen die <strong>in</strong><br />
een apotheek werkt zich aan dient te houden. Inspecteur Holtrigter<br />
is me gisteravond komen vertellen wat zich heeft afgespeeld. Ik heb<br />
me diep geschaamd tegenover de <strong>in</strong>specteur. Dat zoiets <strong>in</strong> mijn apo<br />
theek heeft kunnen gebeuren. Jullie begrijpen dat Annette met<br />
<strong>in</strong>gang van vandaag is ontslagen.'<br />
'Wordt ze strafrechtelijk vervolgd?' vroeg een van de assistenten.<br />
'Ongetwijfeld. Maar dat is een zaak van de officier van justitie.'<br />
Ze g<strong>in</strong>gen terug naar hun werk, zwijgend. Ze moesten het verwer<br />
ken, daarna zou de discussie losbarsten, buiten aanwezigheid van<br />
hun baas. Justus g<strong>in</strong>g zijn ronde doen. Hij was woedend op Joke's<br />
vader. Moest dat nu werkelijk? Ontslagen op staande voet, alsof ze<br />
haar hand <strong>in</strong> de kas had gestoken. Alsof ze een crim<strong>in</strong>eel was.<br />
'Tja, dat is ze misschien ook wel, <strong>in</strong> de ogen van de officier van<br />
justitie', zei Yvonne.<br />
Het was de zaterdagavond volgend op de gebeurtenis met<br />
93
meneer Vreugdenhill. In het ouderlijk huis waren ze, en Justus had<br />
de geschiedenis verteld.<br />
'Gaat ze de gevangenis <strong>in</strong>?' vroeg moeder.<br />
'Dat hangt ervan af. Ten eerste is het niet zeker dat de officier de<br />
zaak voor de <strong>rechter</strong> brengt, maar ik denk het wel. En niet ten<br />
onrechte. De wet staat natuurlijk niet toe dat iemand die niet<br />
bevoegd is een ander morf<strong>in</strong>e toedient of verstrekt. Stel je voor, dan<br />
hadden wij Justus toch al jaren geleden zijn portie gegeven, toen we<br />
zagen dat hij zo'n kanjer van een neus kreeg.'<br />
'Leuk', zei Justus. 'Geestig. We zullen het maar niet hebben over<br />
het onsmakelijke wratje dat zich de laatste tijd bij jouw l<strong>in</strong>keroog<br />
hoek ontwikkelt.'<br />
'Wat?' Ze haalde meteen een spiegeltje uit haar tas.<br />
'Mispunt.'<br />
Justus grijnsde.<br />
'Je verstoort mijn betoog. Waar was ik. Ja, ten tweede hangt het<br />
er dan vanaf wat de <strong>rechter</strong> beslist. Hij kan haar onschuldig verkla<br />
ren, of schuldig, maar zonder dat hij een straf oplegt, of hij kan<br />
haar een voorwaardelijke straf geven.'<br />
'Wat wil dat zeggen?'<br />
'Als ze bijvoorbeeld een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf<br />
krijgt, met een proeftijd van drie jaar, betekent het dat ze niet naar<br />
de gevangenis hoeft, tenzij ze <strong>in</strong> de volgende drie jaar iets soort<br />
gelijks zou doen.'<br />
'Annette had toch geen keus', vond Justus. 'Als ze niets had<br />
gedaan, was hij misschien eerder gestorven en <strong>in</strong> ieder geval zou hij<br />
ondraaglijke pijn hebben gehad.'<br />
'Ze had het kunnen melden. Dan hadden ze hem wellicht ontoe<br />
reken<strong>in</strong>gsvatbaar verklaard. Twee psychiaters kunnen dat doen.<br />
Dan was hij tegen zijn z<strong>in</strong> opgenomen, tegen zijn z<strong>in</strong> onderzocht,<br />
tegen zijn z<strong>in</strong> geopereerd, tegen zijn z<strong>in</strong> vastgehouden.'<br />
'Krankz<strong>in</strong>nig', zei vader.<br />
'Ja, dat is het woord dat ze zouden hebben gebruikt.'<br />
'Dat bedoel ik niet.'<br />
'Ik weet het', gr<strong>in</strong>nikte Yvonne. 'We leven <strong>in</strong> een idiote wereld.<br />
Wat is gebeurd, is voor die meneer Vreugdenhill het beste. Hij<br />
wilde, op zijn leeftijd zeker, geen onderzoek, geen ziekenhuis, geen<br />
94
gedoe aan zijn lijf meer. Hij had alleen pijnstillers nodig en die<br />
kreeg hij . Was hij naar een arts gestapt dan had hij ze waarschijn<br />
lijk ook gekregen, alleen daar had hij geen vertrouwen <strong>in</strong>. En nu<br />
gaat die Annette misschien de gevangenis <strong>in</strong>, terwijl ze heeft gedaan<br />
wat liefdevol was.'<br />
'Maar <strong>in</strong> strijd met de wet', zei vader spottend.<br />
'Ja, <strong>in</strong> strijd met de wet. En je kunt geen wet verz<strong>in</strong>nen die ook<br />
voor dit soort uitzonder<strong>in</strong>gsgevallen precies goed is.'<br />
'Dan is de enige oploss<strong>in</strong>g dat de <strong>rechter</strong> <strong>in</strong> zo'n geval niet<br />
straft', gaf moeder als haar men<strong>in</strong>g.<br />
'Ik hoop dat hij dat doet', zei Yvonne. 'Maar als hij dat te mak<br />
kelijk doet, dan strooit na een tijdje iedereen lustig rond met morfi<br />
ne. En dat is ook weer niet de bedoel<strong>in</strong>g.'<br />
Justus dacht na, want iets te zeggen wist hij niet. Was de wet nu<br />
voor je of tegen je? Was hij er voor mensen die de d<strong>in</strong>gen goed wil<br />
den doen of juist voor de anderen? Hij bespeurde diep <strong>in</strong> zijn hart<br />
een groeiende afkeer van de wet. En morgen g<strong>in</strong>g hij Annette nog<br />
eens opzoeken <strong>in</strong> het ziekenhuis om haar te zeggen dat hij achter<br />
haar stond.<br />
95
9<br />
't Was niet meer zoals het geweest was <strong>in</strong> apotheek Zeewald. Niet<br />
alleen was de afwezigheid van de opgewekte Annette voelbaar, het<br />
kwam ook doordat de andere medewerkers een wrok hadden<br />
tegenover de apotheker. Hij was snel geweest met het ontslag, von<br />
den ze. Erg snel. Hij had Annette de kans moeten geven zich te ver<br />
dedigen.<br />
Justus vond het dan ook niet zo erg dat een paar weken later<br />
Gert-<strong>Jan</strong> terugkwam, de bezorger die zijn enkel had gebroken. Hij<br />
was genezen verklaard. Justus stond weer eens op straat.<br />
Hij g<strong>in</strong>g bij Annette langs, die weer thuis was uit het ziekenhuis.<br />
Hij kwam op een moment dat ze aan het musiceren was met haar<br />
man. Zij speelde piano, meneer Nachtegaal viool.<br />
, Ai, ik stoor', zei Justus.<br />
'Nee hoor, leuk dat je er bent. We waren net aan pauze toe.'<br />
'Komt er een proces?'<br />
'Ja, dat komt er zeker. Het is strafbaar wat ik heb gedaan.'<br />
'Voor de burgerlijke wet, niet voor de wet van het geweten', zei<br />
haar man hartelijk. Justus merkte dat hij haar zonder voorbehoud<br />
steunde en dat deed hem goed.<br />
'Ik neem aan dat je te zijner tijd zult moeten getuigen', zei<br />
meneer Nachtegaal tegen Justus.<br />
'Ik zal de waarheid moeten zeggen.'<br />
'Natuurlijk. Ik zal ook de waarheid zeggen', verzekerde Annette.<br />
'Weet je, ik ben schuldig, maar ik voel me niet schuldig. Ik zou het<br />
weer doen. En toch, denk ik, dat de wet niet anders kan zijn dan hij is.'<br />
'Gert-<strong>Jan</strong> is terug', zei Justus. 'Ik ben weer eens werkeloos.'<br />
'Zou je niet gewoon teruggaan naar school?'<br />
'Dus naar mijn vader?'<br />
Annette keek hem aan met een mengel<strong>in</strong>g van zorg en bewonde<br />
r<strong>in</strong>g. 'Je kunt <strong>in</strong> je eentje de wereld niet hervormen', zei ze. 'Straks<br />
sta je <strong>in</strong> het leven zonder opleid<strong>in</strong>g, met je gelijk <strong>in</strong> je overigens lege<br />
rugzak.'<br />
Het klonk verre van overtuigend. Justus lachte. 'En dat zegt<br />
iemand die vanwege haar hogere gelijk gevangenisstraf riskeert.'<br />
96
'Ik hoor dat je bij de begrafenis van mijn oom Ludo bent<br />
geweest.'<br />
Justus knikte. 'Ik vond hem bijzonder.'<br />
'Dat was hij ook. Hij was het waard risico voor te lopen.' 'Zeg<br />
jongeman', vroeg meneer Nachtegaal, 'waarom volg je de avond<br />
school niet?'<br />
Dat was een nieuwe gedachte voor Justus.<br />
'Misschien kan ik een baantje voor halve dagen krijgen', zei hij.<br />
'Veel geld heb ik niet nodig. Althans voor een tijdje. Ik heb weer<br />
wat gespaard. Ik zal erover denken, meneer Nachtegaal.' Hij vroeg<br />
of ze verder wilden gaan met muziek maken. Hij wilde graag luiste<br />
ren. Toen hij aandrong speelden ze het laatste deel van de sonate<br />
van Brahms waar ze mee bezig waren geweest. Justus vond het<br />
prachtig. Hij hoorde zelden klassieke muziek. Zijn moeder haatte<br />
de radio en zijn vader hield meer van eigentijdse prestaties, met<br />
veel elektrische gitaren. De vele kle<strong>in</strong>e foutjes die Annette en haar<br />
man maakten hoorde hij niet. Hij hoorde wel dat ze heel muzikaal<br />
speelden.<br />
Drie dagen later was het geluk met hem. Het arbeidsbureau had<br />
een baantje voor de ochtenden, ergens midden <strong>in</strong> Stoutendam.<br />
Lichte adm<strong>in</strong>istratieve werkzaamheden, stond er. De belon<strong>in</strong>g was<br />
m<strong>in</strong>imaal, maar genoeg om even van rond te komen. Hij moest er<br />
de volgende d<strong>in</strong>sdag maar langs gaan, dan zou de man die de baan<br />
aanbood er zijn.<br />
D<strong>in</strong>sdag ben ik jarig, dacht Justus. Dan word ik zeventien. Een<br />
nieuw jaar, een nieuwe start.<br />
Voor het eerst <strong>in</strong> zijn leven g<strong>in</strong>g hij die d<strong>in</strong>sdag de deur uit voor<br />
dat iemand hem had gefeliciteerd. Het was een lichte ochtend <strong>in</strong><br />
maart. De vorst was def<strong>in</strong>itief geweken. De dagen waren merkbaar<br />
aan het lengen, met m<strong>in</strong>uten per dag nu. Het adres was niet ver van<br />
het huis van zijn ouders, Karpatenstraat 23.<br />
Onder het bordje met 23 zat een ander bordje met de letters<br />
HbR. Daarnaast stak een ouderwetse bel <strong>in</strong> de muur, een koperen<br />
knop aan een stang. Het huis was m<strong>in</strong>stens honderd jaar oud, zo te<br />
zien. Groot was het niet. De ramen waren hoog en smal en ver<br />
deeld <strong>in</strong> ruitjes. Boven de vensters waren kle<strong>in</strong>e versier<strong>in</strong>kjes <strong>in</strong><br />
97
steen aangebracht. Er was een voortuIntje van nauwelijks een<br />
meter diep, waar<strong>in</strong> een armetierige vuurdoorn groeide.<br />
'Een dynamisch, modern bedrijf', mompelde Justus.<br />
Hij trok aan de bel en hoorde dat het b<strong>in</strong>nen galmde.<br />
Een man deed open. Een meneer? Een man? Hij was <strong>in</strong> ieder<br />
geval <strong>in</strong>drukwekkend. M<strong>in</strong>stens één meter negentig lang, breed <strong>in</strong><br />
de schouders, een buik van jewelste, hij moest ver over de honderd<br />
kilo wegen. Zijn gezicht was ook breed, grote mond, grote ogen,<br />
niet onvriendelijk. Justus voelde zich kle<strong>in</strong> en zijn zeventien jaar<br />
schrompelden <strong>in</strong>een tot pas zeventien jaar.<br />
'Van het arbeidsbureau?' vroeg de man.<br />
Hij was, ondanks het dure pak met het grijze vest, toch meer een<br />
man dan een meneer. Dat zat vooral <strong>in</strong> de klank van zijn stem.<br />
'Ja. Ik ben Justus Verdaasdonk.'<br />
'Kom b<strong>in</strong>nen.'<br />
Ze liepen een e<strong>in</strong>dje de gang <strong>in</strong>, eerste deur l<strong>in</strong>ks naar b<strong>in</strong>nen.<br />
Wat kennelijk vroeger de woonkamer was geweest, was nu <strong>in</strong>ge<br />
richt als een kantoortje. Dat wil zeggen, er stond een bureau, met<br />
een leunstoel erachter en een recht stoeltje ervoor. Er waren twee<br />
stalen dossierkasten en er stond nog een tafel met enkele stoelen er<br />
omheen. Dat was alles.<br />
'Mijn naam is Kozijnse. Ga zitten.' Hij ,wees naar de stoel voor<br />
het bureau en g<strong>in</strong>g er zelf achter zitten.<br />
'Ik ben de directeur - eigenaar kun je beter zeggen - van een<br />
sticht<strong>in</strong>g die Heren en andere nuttige d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zamelt voor gebie<br />
den waar een ramp is gebeurd. HbR, Hulp bij Rampen.<br />
Aardbev<strong>in</strong>gen, overstrom<strong>in</strong>gen, dat soort d<strong>in</strong>gen. De sticht<strong>in</strong>g<br />
werkt <strong>in</strong> verschillende steden. Zelf woon ik <strong>in</strong> Amsterdam.<br />
Dit kantoor hier <strong>in</strong> Stoutendam is op werkdagen van 9 tot 12 uur<br />
open. Dan kunnen er goederen worden afgeleverd. Ik heb iemand<br />
nodig die ze <strong>in</strong> ontvangst neemt, registreert, ordent, en verzendklaar<br />
maakt. Zwaar werk is het niet, je moet er vooral zijn. Zelf kom ik<br />
eens <strong>in</strong> de week, op z'n m<strong>in</strong>st eens <strong>in</strong> de veertien dagen.'<br />
'Lijkt me niet zo moeilijk', zei Justus.<br />
'Het is zo simpel als wat. Maar ik moet op je aan kunnen.'<br />
'Dat kunt u.'<br />
'Hoe kan ik daar zeker van zijn?'<br />
98
Tja, hoe kun je daar zeker van zijn?<br />
'Mijn eerlijke blauwe ogen?', zei Justus en hij sperde zijn don-<br />
kerbru<strong>in</strong>e spiegels van de ziel wijd open.<br />
De man lachte.<br />
'Waarom ben je niet op school?'<br />
'Ik ben zeventien.'<br />
'Dat is geen reden.'<br />
'Ik ga avondschool doen', zei Justus, die het besluit op dat<br />
moment nam.<br />
'Heb je ouders?'<br />
'Ja, ze wonen praktisch om de hoek.'<br />
'Heb je op het ogenblik een baan?'<br />
'Nee, meneer.'<br />
'Wat heb je hiervoor gedaan?'<br />
'Gewerkt bij apotheek Zeewald. Allerlei klusjes.'<br />
'Hebben ze je er uitgegooid?'<br />
'De jongen waar ik voor <strong>in</strong>viel, kwam terug. Hij had zijn enkel<br />
gebroken.'<br />
'Mag ik <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen vragen?'<br />
'Natuurlijk', zei Justus.<br />
'Je kunt dus direct beg<strong>in</strong>nen?'<br />
'Geen probleem. Graag zelfs.'<br />
'Goed, ik zal je een paar d<strong>in</strong>gen laten zien', zei meneer Kozijnse.<br />
Ze liepen het huis door, bekeken waar de goederen lagen opgetast<br />
en de systematiek van het ordenen, ze namen het boek door waar<br />
alles <strong>in</strong> werd opgetekend. Ingewikkeld was het niet.<br />
'Kan het niet beter met een computer?' vroeg Justus.<br />
'<strong>Eigen</strong>lijk wel. Ik ben er nog niet aan toe gekomen. Kun je met<br />
een computer omgaan?'<br />
'Ja hoor.'<br />
'Misschien schaffen we er dan een aan.<br />
Goed, Justus, ik neem je aan. Een maand op proef. Heeft het<br />
arbeidsbureau je gezegd wat je zult verdienen?'<br />
'Ja meneer.'<br />
'Vul even deze lijst <strong>in</strong>.'<br />
Toen Justus dat had gedaan, constateerde meneer Kozijnse direct<br />
dat hij vandaag jarig was. Een gunstig voorteken, vond hij. Nou,<br />
99
dan was alles geregeld. Morgen beg<strong>in</strong>nen. Hij zou er dan bij wijze<br />
van uitzonder<strong>in</strong>g ook zijn om Justus verder wegwijs te maken en<br />
hij kon trouwens altijd naar Amsterdam bellen. Zijn bedrijf daar<br />
heette CONVERT en daar was altijd wel iemand. 'Nog vragen?'<br />
'Nee, hartelijk bedankt. Ik zal mijn best doen.'<br />
Een jofele man, die Kozijnse, vond hij. Zakelijk, vriendelijk. Hij<br />
had het getroffen. En al was dat baantje nog zo eenvoudig, hij zou<br />
behoorlijk zelfstandig zijn. Dat idee beviel hem. Fluitend vertrok<br />
hij, om zich door zijn moeder te laten feliciteren.<br />
In de dagen die volgden liep het allemaal heel soepel. Te soepel<br />
eigenlijk, want er was bijna niets te doen. Nadat Justus zich de<br />
opzet van de adm<strong>in</strong>istratie had eigengemaakt, de nog niet verstuur<br />
de goederen had geïnspecteerd, en had uitgevonden hoe hij <strong>in</strong> het<br />
keukentje voor zichzelf koffie kon maken, g<strong>in</strong>g hij zitten wachten<br />
op de eerste klant. Die kwam pas na twee dagen. Het was een<br />
oudere mevrouw, die mopperde dat het <strong>in</strong>zamelpunt van het Leger<br />
des Heils was gesloten of iets dergelijks. Ze liet een zak met ouder<br />
wetse jurken achter.<br />
'Geen opw<strong>in</strong>dende baan', constateerde Justus bij zichzelf.<br />
Goed, dat gaf hem ruim de tijd om zich op de studie te werpen.<br />
Hij liet zich <strong>in</strong>schrijven bij een avondschool en bereidde zich <strong>in</strong>ner<br />
lijk voor op een paar saaie maanden. Van de zomer zou hij wel ver<br />
der zien.<br />
Ze werden m<strong>in</strong>der saai dan hij dacht.<br />
Op een d<strong>in</strong>sdagochtend, drie weken na Justus' verjaardag, ver<br />
scheen, zoals wel vaker, meneer Kozijnse. Hij constateerde dat alles<br />
goed liep en vroeg of Justus opmerk<strong>in</strong>gen had.<br />
'Er gaat zo we<strong>in</strong>ig om', zei Justus. 'Er zijn de afgelopen weken<br />
zes mensen geweest.'<br />
'Slappe tijd', zei meneer Kozijnse. 'Te we<strong>in</strong>ig rampen. Geen<br />
aardbev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Mexico. Geen overstrom<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Polen. De natuur<br />
houdt zich koest.'<br />
'Er is gebrek genoeg <strong>in</strong> de wereld. Te veel. Daar is geen natuur<br />
ramp voor nodig.'<br />
'Weet ik wel', zei Kozijnse, 'maar de mensen komen pas <strong>in</strong> actie<br />
als de televisie zielige k<strong>in</strong>deren laat zien op een ijsschots.'<br />
100
'Op een ijsschots?'<br />
'Bij wijze van spreken. In een noodsituatie. Wacht maar tot er<br />
weer eens een vulkaan uitbarst. Dan komen de mensen bij drommen<br />
met hun ouwe kamizooltjes en oudmodische jacquetten. Dan zul je<br />
het drukker hebben dan de president van de Nederlandse Bank.'<br />
Justus knikte. Hij zag hoe zijn werkgever een kanjer van een<br />
sigaar uit een hulsje haalde, de punt er afknipte met een duur uit<br />
ziende sigarenschaar en de brand er <strong>in</strong>joeg. Meneer Kozijnse was<br />
niet het type man dat zijn leven wijdde aan de lijdende mensheid.<br />
Waarom dacht hij dat nou? Te dik? Te welgedaan? Zijn woord<br />
keus?<br />
'Ik moet nog even de stad <strong>in</strong>. De auto laat ik staan. Die haal ik<br />
straks wel op.'<br />
Kozijnse gooide zijn jas los over de schouders en beende de deur<br />
uit. Een energieke man, ondanks zijn gewicht, dat was zeker.<br />
Justus, achter zijn bureau, verdiepte zich <strong>in</strong> de Engelse les die hij<br />
de vorige avond had meegekregen. Toen hij na een tijdje even pau<br />
zeerde, zag hij door het raam hoe aan de overkant een meisje naar<br />
het huis stond te kijken. Ze was van zijn leeftijd, schatte hij. Jack,<br />
spijkerbroek, kort haar. We<strong>in</strong>ig bijzonders aan te zien. Maar haar<br />
gedrag was bijzonder. Eerst dat gekijk, dat was al apart. Daarna<br />
werd het nog vreemder. Ze haalde iets uit de zak van haar jack en<br />
maakte een v<strong>in</strong>nige kras <strong>in</strong> het l<strong>in</strong>ker voorportier van meneer<br />
Kozijnses auto. Een Ford was het. Een grote. Een dure.<br />
Justus kwam half overe<strong>in</strong>d uit zijn stoel, wilde een schreeuw<br />
geven, maar die bleef steken <strong>in</strong> zijn keel. Want het leek of ze zich<br />
halverwege de kras bedacht. Ze hield op voordat de kras klaar<br />
was, zou je kunnen zeggen. Hij kwam maar tot halverwege het<br />
portier, terwijl een volwassen, een bewuste, een bedoelde kras van<br />
voor tot achter zou hebben gelopen.<br />
Daarna holde ze weg. Nou ja, hollen ... Ze deed een paar snelle<br />
stappen, keek schuw om zich heen, hield <strong>in</strong>, en liep toen gehaast<br />
weg van de plaats van het misdrijf. 'Misdrijfje', grijnsde Justus. Het<br />
hield hem bezig. Wat bezielde haar? Ze zag er niet uit als iemand<br />
die vernielzucht als hobby heeft. Het had een doelbewuste daad<br />
geleken, dié auto, alsof die haar iets had misdaan. Kun je een hekel<br />
hebben aan één bepaalde auto?<br />
101
Zou hij het zeggen tegen meneer Kozijnse? Dat probleem loste<br />
zichzelf voorlopig op. Want toen K'o zijnse terugkwam, zwaaide hij<br />
door het raam naar Justus, stapte gehaast, zonder de kras te zien,<br />
<strong>in</strong> zijn voertuig en reed weg.<br />
Justus vergat het voorval, of beter, hij vergat het bijna, tot hij<br />
een paar dagen later <strong>in</strong> een supermarkt <strong>in</strong>eens naast het meisje<br />
stond. Was ze het? Ze leek er <strong>in</strong> ieder geval op. Hij nam een pak<br />
karnemelk uit het rek, zij een pak yoghurt.<br />
Hij bekeek haar aandachtig. Leuk. Leuk meisje, zonder meer. Ze<br />
keek helder uit haar ogen, donkere oogharen, beetje bolle wangen,<br />
wat haar gezicht iets geestigs maar ook iets eigenwijs gaf. De zwie<br />
rige boodschappentas deed daar nog een schep bovenop.<br />
'Heb je het gedaan met een spijker of met een haarspeld?', zei hij.<br />
Ze keek op alsof hij een haarspeld <strong>in</strong> haar aantrekkelijke kontje<br />
had geprikt. Haar wangen werden rood, zo snel als hij nog nooit<br />
eerder had zien gebeuren. Ze wendde zich van hem af, gooide het<br />
pak yoghurt terug <strong>in</strong> het vak en haastte zich de w<strong>in</strong>kel uit. Ze was<br />
het dus, dacht Justus.<br />
Hij schaamde zich een beetje dat hij haar zo had laten schrik<br />
ken. Maar ook werd de ridder <strong>in</strong> hem wakker. Dit meisje was geen<br />
vandaal. Ze moest haar reden hebben gehad. Welke? Wat bezielde<br />
haar?<br />
Hij bespeurde een vreemd gevoel <strong>in</strong> zijn maag. Hij had z<strong>in</strong> om<br />
haar te helpen. Hij wist niet met wát, hij wist niet hoe, maar het<br />
gevoel was er.<br />
's Avonds vertelde hij het verhaal aan Stijn. Die was onmogelijk<br />
geworden s<strong>in</strong>ds hij Joke niet meer had. Hij zei bittere d<strong>in</strong>gen over<br />
ieder onderwerp dat op zijn pad kwam. De school deugde niet.<br />
De leraren waren Mieren. Franse chansons waren onbegrijpelijk,<br />
k<strong>in</strong>derachtig en eentonig. Zelfs de krokusjes die hun kopje opsta<br />
ken op het veldje tegenover hun huis, moesten dat laten.<br />
'Deze dame heeft een erfelijke spijkerziekte', zei hij somber.<br />
'Misschien is ze door haar vriend <strong>in</strong> de steek gelaten', pestte<br />
Justus.<br />
'Leuk.'<br />
'Heb jij neig<strong>in</strong>g auto's te bekrassen?'<br />
'Ik heb neig<strong>in</strong>g motorfietsen te bekrassen.'<br />
102
'Ah', zei Justus, 'dus haar vriend is er met een oudere, rijke<br />
dame <strong>in</strong> een Ford vandoor gegaan.'<br />
'Kan wezen.'<br />
Nee, aan Stijn had je niet veel meer. Zelfs een vraag van Justus<br />
over de neerslag <strong>in</strong> de eerste drie maanden van het jaar wekte zijn<br />
belangstell<strong>in</strong>g niet.<br />
'Het regent iedere dag', zei hij met zorgelijk veel zelfmedelijden.<br />
Dus stapte Justus al gauw weer op. Stijn moest maar een tijdje<br />
<strong>in</strong> zijn verdriet gaarstomen.<br />
Hij betrapte zich erop dat hij vaker dan vroeger een ommetje<br />
maakte, bij voorkeur <strong>in</strong> de buurt tussen het kantoorje waar hij<br />
werkte, en de supermarkt. 'Je hebt z<strong>in</strong> om haar weer tegen te<br />
komen, beken dat nu maar, man', zei hij tegen zichzelf. Idioot<br />
natuurlijk. Hij had haar nog nooit een woord horen zeggen, hij<br />
wist niet hoe ze heette, ze bekraste auto's, wat hij m<strong>in</strong>derwaardig<br />
vond, en toch. Tja, dat zijn zo van die gevoelens.<br />
Natuurlijk zag hij haar weer, want met ijver en geluk en krach<br />
tig willen valt heel wat te bereiken. Ze g<strong>in</strong>g weer de supermarkt <strong>in</strong>.<br />
Zijn hart maakte een sprongetje. Hij volgde haar op een afstandje<br />
en schoof <strong>in</strong> de drukte langzaam dichterbij.<br />
En toen maakte zijn blijdschap plaats voor een knoedel zenuwen<br />
<strong>in</strong> zijn buik. Wat te doen? Wat te zeggen? Meisjes maakten hem<br />
nerveus, dat was hij even vergeten.<br />
Hij zag ervan af. Er was niks aan haar. Een onnozel wicht, dat<br />
<strong>in</strong> een opwell<strong>in</strong>g krassen <strong>in</strong> auto's maakte.<br />
Toen stond ze tegenover hem en keek hem recht <strong>in</strong> zijn ogen.<br />
Om hen heen dromden de andere klanten. Ze zei niks, ze bleef kij<br />
ken. Hij moest iets zeggen. Er kwam geen gedachte bij hem op .<br />
. Waarom had hij dit niet voorbereid? Waarom had hij geen gerust<br />
stellende z<strong>in</strong> bij de hand? In zijn verwarr<strong>in</strong>g deed hij het stomste<br />
wat hij kon doen, vond hijzelf. Hij zei dezelfde z<strong>in</strong>:<br />
'Heb je het gedaan met een spijker of met een haarspeld?'<br />
'Kloothommel', zei ze.<br />
'Ik wil met je praten.'<br />
'Wacht buiten dan maar op me.'<br />
Hij kocht voor de vorm een zakje zoute drop, voegde zich bij de<br />
103
kortste rij voor de kassa's, die natuurlijk het langzaamst bleek op te<br />
schieten, maar toen hij buiten stond, moest hij toch nog een kwar<br />
tier wachten voor ze arriveerde, met een tas vol boodschappen.<br />
'Wat wil je van me?'<br />
'Niks, ik wil niks van je', zei Justus.<br />
'Hoe heet je?' 'Justus.'<br />
'Ik ben Noortje.'<br />
Ze liepen langzaam door de straat, hij met zijn handen <strong>in</strong> zijn<br />
zakken, zij zeulend met de tas boodschappen. Moest hij aanbieden<br />
die voor haar te dragen? Dat zou stom kl<strong>in</strong>ken, vond hij. Het stond<br />
ook stom dat zij zeulde en hij niet. Ook dit probleem wist hij niet<br />
op te lossen.<br />
'Wil je een dropje?'<br />
Ze wilde een dropje.<br />
'Waarom vroeg je dat?'<br />
'Vroeg ik wat.'<br />
'Van die spijker en die haarspeld.'<br />
'Ik zag het je doen. Maak je daar een gewoonte van?'<br />
'Hoe kun je dat nou gezien hebben. Er was niemand op straat.'<br />
'Ik zag het van b<strong>in</strong>nenuit. Door het raam.'<br />
'0, was je daar. Ik dacht dat er nooit iemand kwam dan die<br />
Kozijnse', zei ze.<br />
'Ik werk voor hem. S<strong>in</strong>ds kort.'<br />
'Wat doe je dan?'<br />
'Adm<strong>in</strong>istratie. Bijhouden wat er aan oude kled<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenkomt<br />
en uitgaat.'<br />
'Ouwe kled<strong>in</strong>g me hoela', zei ze. 'Denk je echt dat die man met<br />
z'n patserige auto zich druk maakt om k<strong>in</strong>dertjes op een ijsschots?'<br />
'Waarom noem je dat k<strong>in</strong>dertjes op een ijsschots?' vroeg Justus<br />
verbaasd.<br />
'Dat zegt hij altijd.'<br />
'Ken je hem dan zo goed?'<br />
'Ik ken hem, ja.'<br />
'En je houdt niet van hem.'<br />
Ze snoof m<strong>in</strong>achtend.<br />
'Waarom heb je zo'n hekel aan hem?' vroeg Justus.<br />
'Daarom.'<br />
104
Een antwoord waar je veel aan hebt.<br />
'Heb je hem verteld dat je zag wie de kras maakte?' 'Nee, hij is<br />
s<strong>in</strong>dsdien niet meer op kantoor geweest.'<br />
'Ga je het hem vertellen? Het kan me trouwens niks schelen', zei<br />
Noorje bokkig.<br />
'Je loopt maar te zeulen met die tas. Zal ik .. .'<br />
'Hier woon ik.'<br />
Ze stond stil voor de deur van een gewoon rijtjeshuis.<br />
'Nou, dag.'<br />
Justus keek schaapachtig. G<strong>in</strong>g ze nou <strong>in</strong>eens naar b<strong>in</strong>nen? Dat<br />
g<strong>in</strong>g ze.<br />
'Dag', zei hij.<br />
'Klap', zei de deur.<br />
Justus had we<strong>in</strong>ig bewonder<strong>in</strong>g voor zichzelf. Hij zat gebogen over<br />
zijn huiswerk, maar zijn gedachten waren elders. We<strong>in</strong>ig bewonde<br />
r<strong>in</strong>g? Hij was een oen, een hals, een zwakbegaafde, een ... Waarom<br />
was zij, die toch de kras had gemaakt, die toch de schuldige was,<br />
zelfverzekerd geweest en hij onnozel en zenuwachtig? Waarom was<br />
hij niet geestig en krachtig en doelbewust geweest? Waarom had hij<br />
het gevoel gehad dat hij iets verkeerds had gedaan? Waarom maak<br />
ten meisjes altijd dat je bloosde en stotterde en jezelf een sukkel<br />
voelde?<br />
Goed, haar hoefde hij <strong>in</strong> ieder geval niet weer te zien. Basta. Uit.<br />
Waarom, daarom. Typisch iets voor meiden. Waarom? Daarom.<br />
Logica hadden ze nog nooit van gehoord. Een k<strong>in</strong>d had hij zich<br />
gevoeld. Een kleuter. Een broekenmannetje.<br />
En dan de pretentie van zo'n wicht. Ze wil even ophelder<strong>in</strong>g<br />
over wat hij heeft gezegd. Ze kijkt hem recht <strong>in</strong> de ogen. Ze laat<br />
hem buiten wachten. Haar tas heeft hij lekker niet gedragen.<br />
Maar ze komt wel alles te weten wat ze wil weten. Dat Kozijnse<br />
er maar af en toe is. Dat hij <strong>in</strong> gebruikte kled<strong>in</strong>g doet. Dat hij voor<br />
Kozijnse werkt. Dat hij de man niks heeft verteld. En wat is hij zelf<br />
te weten gekomen? Niets. Helemaal niets.<br />
Zou hij er nog eens langs gaan?<br />
Ja, hij zal daar gek zijn. Nog eens meemaken dat ze hem als een<br />
snotjongen behandelt. Waarom zou ze zo de pest hebben aan<br />
105
meneer Kozijnse? Misschien heeft hij met zijn auto haar hondje<br />
aangereden. Die Noortje is wel iemand om een hondje te hebben,<br />
zo'n kle<strong>in</strong>tje, waar je de baas over kunt spelen. En Kozijnse is wel<br />
iemand om niet op overstekende hondjes te letten.<br />
Als hij haar eens een briefje schreef? Dat is misschien een idee.<br />
Hij neemt zijn blocnote en schrijft:<br />
Beste Noortje<br />
Nu weet ik nog niet waarom je de auto van meneer Kozijnse hebt<br />
bekrast. Als je me daar geen goede reden voor geeft, meld ik het bij<br />
de politie.<br />
Groeten<br />
Justus.<br />
Jasses wat een rotbrief. Gaat hij haar een beetje bedreigen. De eer<br />
ste prop gaat de prullenmand <strong>in</strong>. Hij probeert het opnieuw.<br />
Beste Noortje<br />
We hebben ons gesprek vanmiddag niet afgemaakt. Ik stel voor de<br />
we elkaar nog eens ontmoeten. Mijn telefoonnummer op kantoor<br />
ts ...<br />
Ook niks, tweede prop.<br />
Schrijven kan hij dus ook al niet. Vooruit, Engels idioom.<br />
Natuurkunde, de wet van Archimedes. Biologie, het verschil tussen<br />
mannetjes en vrouwtjes. Nou, dat verschil mag er wezen.<br />
Dag Noortje<br />
Ik vond het leuk je vanmiddag te ontmoeten. Ik wil je graag nog<br />
eens zien. Morgenavond om acht uur ben ik <strong>in</strong> Het Ezelsveulen op<br />
de Markt. Ik hoop dat je langskomt.<br />
Groeten<br />
Justus.<br />
Zo moet het maar. Gehaast, om niet weer van gedachten te veran<br />
deren, stopt hij het briefje <strong>in</strong> een envelop, schrijft daar Noortje op<br />
106
en gaat hem bij haar <strong>in</strong> de bus stoppen.<br />
Plop, zegt de brief als hij <strong>in</strong> de bus valt. Een onherroepelijk<br />
geluid. Justus gaat naar huis en slaapt onrustiger dan hij <strong>in</strong> weken<br />
heeft gedaan.<br />
107
Ze kwam.<br />
En ze wilde cola.<br />
10<br />
En ze was helemaal niet zo'n zelfverzekerd, alles naar haar hand<br />
zettend typetje als Justus had gedacht.<br />
'Die man heeft ons gez<strong>in</strong>, vooral mijn vader, reuze gemeen<br />
behandeld', zei ze.<br />
'GÓh.'<br />
'Hij lijkt 0 zo aardig, hij is de royaalste man van de wereld<br />
onder de honderd gulden, maar als het om grote bedragen gaat is<br />
hij de hebzuchtigste.'<br />
'En toch zamelt hij kleren <strong>in</strong> voor k<strong>in</strong>deren op een ijsschots', zei<br />
Justus.<br />
'Dat geloof ik dus niet. Die sticht<strong>in</strong>g is vast een dekmantel voor<br />
iets wat het daglicht niet kan velen.'<br />
'Je heet Noortje, hé? Noortje hoe?'<br />
'Noortje van der Molen. En jij?'<br />
'Justus Verdaasdonk.'<br />
De spann<strong>in</strong>g tussen hen was een stuk m<strong>in</strong>der geworden. Justus<br />
geloofde onmiddellijk dat Kozijnse niet deugde (terwijl hij niets<br />
anders dan aardige d<strong>in</strong>gen van hem had meegemaakt), en hij<br />
geloofde beslist dat Noortje wél deugde (terwijl hij haar een zo<br />
goed als nieuwe auto moedwillig had zien bekrassen). Hoe kwam<br />
dat nou, vroeg hij zich af. Dat moest 'm toch <strong>in</strong> het uiterlijk zitten,<br />
zou je zeggen. Er zijn zoveel d<strong>in</strong>gen op grond waarvan je iemand<br />
beoordeelt. Niet alleen wát hij zegt, ook hóe hij het zegt, hoe hij<br />
loopt, gaat zitten, zich kleedt, je aankijkt, al die d<strong>in</strong>gen samen<br />
geven je een beeld van iemand.<br />
'Wat heeft hij jullie dan aangedaan?' Noortje staarde naar<br />
buiten.<br />
'Blijkbaar genoeg om zijn auto te vernielen', zei J ustus.<br />
'Dat was idioot van me. Ik had al spijt terwijl ik bezig was. Ik<br />
deed het <strong>in</strong> een opwell<strong>in</strong>g.'<br />
gen.'<br />
Justus knikte. 'Ik heb soms ook onverwachte woede-uitbarst<strong>in</strong><br />
108
Hij wachtte, <strong>in</strong> de hoop dat ze meer zou vertellen. Dat deed ze.<br />
'Drie jaar geleden woonden we nog <strong>in</strong> het huis waar jij nu werkt.<br />
Het is meer dan honderd jaar <strong>in</strong> de familie geweest. Mijn vader is<br />
er geboren. Preek is er geboren, mijn broer. Ik ben er geboren.<br />
Kozijnse heeft het ons op een vuile manier afhandig gemaakt.'<br />
'Hoe dan?'<br />
'Op een manier dat geen <strong>rechter</strong> er iets aan schijnt te kunnen<br />
doen. Hij heeft het niet gestolen en toch is hij een dief, als je<br />
begrijpt wat ik bedoel.'<br />
ken.'<br />
'Zo'n beetje. Maar hoe g<strong>in</strong>g het dan precies?'<br />
'Dat moest ik je maar niet vertellen. Jij moet met die man wer<br />
Ja, dat was zo. Als hij te weten kwam dat Kozijnse een slim<br />
soort oplichter was, zo een die door de mazen van de wet zwom ...<br />
Iemand die d<strong>in</strong>gen deed die niet deugen, maar op een manier dat<br />
hij niet gepakt kon worden ... Dat kwam hem bekend voor. Daar<br />
was hij al eens voor weggelopen. Dan zou hij zijn baantje moeten<br />
opgeven. Terwijl het hem zo goed van pas kwam.<br />
Nu staarde hij door het raam.<br />
'Ik haal nog een cola. Wil jij ook?', zei Noortje. 'Of iets anders?'<br />
'Geef maar een bierje, of nee, ik moet vanavond naar school. Doe<br />
maar seven up.'<br />
Ze kwam terug met volle glazen.<br />
'Ik wil het toch weten', zei Justus. 'Als je het wilt vertellen.'<br />
'Waarom wil je het weten?'<br />
'Omdat ik je leuk v<strong>in</strong>d', zei hij, met <strong>in</strong>eens een vrijmoedigheid<br />
die hij nog nooit eerder had opgebracht. Hij kreeg er een kleur bij,<br />
en ook bij haar kroop het rood weer omhoog, net als een paar<br />
dagen geleden <strong>in</strong> de supermarkt.<br />
'Dan vertel ik het.'<br />
Meneer Van der Molen had een kle<strong>in</strong>e zaak midden <strong>in</strong> Stoutendam.<br />
Hij verkocht stoelen en tafels voor kant<strong>in</strong>es, kle<strong>in</strong>e cafés, en dat<br />
soort ruimtes, en verder van alles en nog wat voor buiten, zoals<br />
tu<strong>in</strong>meubels en parasols. Voor dat laatste was de stad <strong>in</strong>middels<br />
niet meer zo'n goede locatie. Aan de rand van het stadje en <strong>in</strong> de<br />
dorpen <strong>in</strong> de buurt verschenen overal tu<strong>in</strong>centra die niet alleen<br />
109
geraniums en ch<strong>in</strong>ese rozen verkochten, maar meer en meer ook<br />
zonneschermen, barbecue-sets en tu<strong>in</strong>ameublementen. Net als<br />
overal maakten ook de <strong>in</strong>woners van Stoutendam tochtjes met hun<br />
auto en g<strong>in</strong>gen voor hun tu<strong>in</strong>spullen naar w<strong>in</strong>kels met ruime keus<br />
en goede parkeermogelijkheid.<br />
Toch kon Van der Molen het hoofd nog boven water houden,<br />
door hard werken en zu<strong>in</strong>ig leven.<br />
Er was geen woonhuis aan de zaak verbonden. De familie,<br />
vader, moeder en dochter Noortje woonden <strong>in</strong> vaders geboorte<br />
huis, Karpatenstraat 23. Freek, die negen jaar ouder was dan Noor,<br />
woonde al jaren <strong>in</strong> Canada.<br />
Rechts naast de zaak van Van der Molen was een grote w<strong>in</strong>kel<br />
<strong>in</strong> lederwaren. <strong>Eigen</strong>aar <strong>in</strong>dertijd: Kozijnse. Hij was er zelf maar af<br />
en toe, want hij had op meerdere plaatsen <strong>in</strong> het land belangen. In<br />
de lederwarenzaak werkte een w<strong>in</strong>kelchef voor hem, Piet de<br />
Kon<strong>in</strong>g.<br />
Van der Molen en Kozijnse stonden op goede voet met elkaar.<br />
Er kwam wel eens een klant bij Van der Molen die zei dat hij door<br />
Kozijnse op Van der Molens w<strong>in</strong>kel attent was gemaakt en het<br />
omgekeerde gebeurde ook. Soms dronken ze na sluit<strong>in</strong>gstijd samen<br />
een biertje, <strong>in</strong> een kroegje op de hoek. 'Op een dag', zei Kozijnse<br />
bij zo'n gelegenheid: 'Hoe hou je het vol, man. Wie koopt er nu<br />
nog tu<strong>in</strong>meubels <strong>in</strong> de stad? De mensen zijn rijk genoeg, daar gaat<br />
het niet om. Ik verkoop duurdere en duurdere tasjes en koffers.<br />
Maar jij moet het moeilijk hebben met die tu<strong>in</strong>centra overal om<br />
Stoutendam heen.'<br />
'Ik red me', zei Van der Molen.<br />
, Als je er ooit over denkt te stoppen, neem ik de zaak van je<br />
over. Ik wil wel uitbreiden.'<br />
'Nee hoor', zei Van der Molen. 'Zoals gezegd, ik red me.'<br />
Af en toe kwam Kozijnse erop terug. Meestal met een kw<strong>in</strong>k<br />
slag, nooit vervelend of bedreigend. Maar Van der Molen zag geen<br />
kans iets groters en meer eigentijds buiten de stad te kopen en hij<br />
wilde er niet van horen.<br />
Achter de joviale toon van Kozijnse g<strong>in</strong>gen boze gedachten<br />
schuil. Hij wilde Van der Molen, die hij een kle<strong>in</strong>e, onbeduidende<br />
ploeteraar vond, weg hebben. En hij zon op een mogelijkheid.<br />
110
Een man als Kozijnse kent veel ondernemers, door het hele land.<br />
Hij komt <strong>in</strong> clubs waar ze elkaar op de hoogte houden van de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen van vraag en aanbod. Hij leest de vakbladen. Hij<br />
gaat geregeld naar het buitenland om de trends <strong>in</strong> de verschillende<br />
bedrijfstakken <strong>in</strong> de gaten te houden. Kortom, hij weet van wan<br />
ten.<br />
Zo was hij eens <strong>in</strong> gesprek met een grote fabrikant van tu<strong>in</strong>meu<br />
bels, die hem vertelde dat volgens hem de bekende witte kunststof<br />
stoelen en tafels hun langste tijd hadden gehad. 'Hout wordt de<br />
mode, let op m'n woorden', zei de man.<br />
Kozijnse knoopte het <strong>in</strong> z'n oren.<br />
Bij een andere gelegenheid sprak hij de eigenaar van een keten<br />
van landelijk gelegen restaurants, met veel tu<strong>in</strong> en terras. Het was<br />
J.G. van Heesteren, van de bekende Heesterrestaurants.<br />
'Wat is volgend seizoen de trend <strong>in</strong> terrasmeubels, Van Heesteren?'<br />
vroeg Kozijnse.<br />
'Rustiek', antwoordde Van Heesteren. 'Harmonie met de natuur.<br />
Al dat gedoe over het milieu heeft de smaak van de mensen veran<br />
derd. Dus hout. Hardhout dat op een natuurvriendelijke manier<br />
wordt gewonnen. Bij mij komt er geen kunststof meer <strong>in</strong>. Niet<br />
iedereen heeft het al <strong>in</strong> de gaten, maar ik ben er van overtuigd dat<br />
het dat wordt. Let maar op, over een poosje zie je nergens meer<br />
kunststof.'<br />
'Juist', zei Kozijnse.<br />
Hij belde de fabrikant van tu<strong>in</strong>meubels en vroeg of hij nog veel<br />
meubels van kunststof <strong>in</strong> voorraad had.<br />
'Natuurlijk', zei de man. 'Ze gaan er zo vlug mogelijk uit. Wil je<br />
ze kopen?'<br />
'Nee, ik zit niet <strong>in</strong> die branche', zei Kozijnse. 'Maar misschien<br />
weet ik iemand voor je. Wat geef je voor kort<strong>in</strong>g?'<br />
'Dat hangt ervan af. Wie m'n hele voorraad koopt, kan zeker<br />
25% krijgen op de <strong>in</strong>koopprijs.'<br />
'Ik geef het door. Misschien word je gebeld door een zekere Van<br />
der Molen. Die kon wel eens belangstell<strong>in</strong>g hebben. Wat zit er voor<br />
mij <strong>in</strong>?'<br />
'Als ik alles met 25% kort<strong>in</strong>g aan hem kan slijten, krijg jij 5%.'<br />
'Dat is afgesproken', zei Kozijnse.<br />
111
Een paar dagen later zat hij weer met Van der Molen <strong>in</strong> het café.<br />
'De economie trekt weer aan', zei Kozijnse. 'Goed voor onze<br />
bedrijven. Ik kan het al merken. Het gaat uitstekend <strong>in</strong> de leerbran<br />
che. Hoe is het bij jullie?'<br />
'Het gaat.'<br />
'Ik heb een tip voor je. Ken je Van Amerongen?'<br />
'De fabrikant? Natuurlijk ken ik die. Niet persoonlijk, ik ken<br />
z'n bedrijf. Ik betrek wel eens iets van ze.'<br />
'Naar ik hoor, dreigt hij failliet te gaan.'<br />
'0 ja?'<br />
'Hij probeert het te voorkomen door op andere artikelen over te<br />
gaan. Hij wil geloof ik tapijten en zo gaan maken. Dus moet hij<br />
zijn voorraad tu<strong>in</strong>meubels kwijt.'<br />
'Dat is <strong>in</strong>teressant.'<br />
'Ik heb uit betrouwbare bron gehoord dat wie zijn hele voor<br />
raad koopt, 20 à 25 procent kort<strong>in</strong>g kan krijgen. Als het iets voor<br />
jou is, moet je er snel bij zijn, lijkt me.'<br />
'Ik bel morgenochtend meteen. Bedankt man.'<br />
En dat is wat Van der Molen deed. Verlokt door de te verwach<br />
ten w<strong>in</strong>st, kocht hij veel te veel tafels en stoelen van witte kunst<br />
stof. Handenwrijvend van plezier kwam hij thuis.<br />
'Wie weet kunnen we te zijner tijd toch nog gaan uitkijken naar<br />
een bedrijf buiten de stad', zei hij tegen zijn vrouw.<br />
'Is het schip met goud b<strong>in</strong>nengevaren?'<br />
'Laten we zeggen, een scheepje. Maar toch .. .'<br />
'Vertel eens.'<br />
'Ik heb uit een bijna failliete boedel een voorraad meubels kun<br />
nen kopen voor een zeer aantrekkelijk prijsje. Daar gaan we lekker<br />
op verdienen.'<br />
'Mooi zo', riep Noortje. 'In februari naar de w<strong>in</strong>tersport.' Maar<br />
mevouw Van der Molen zei zu<strong>in</strong>ig:<br />
'Dan zul je ze eerst moeten verkopen, Bastiaan.'<br />
'De economie trekt aan.'<br />
'Laten we het hopen.'<br />
Mevrouw Van der Molen kreeg natuurlijk gelijk met haar scep<br />
sis. De witte tafels, stoelen en banken, ofschoon van prima kwali<br />
teit, bleken praktisch onverkoopbaar. Dat gaat zo met de mode.<br />
112
Niet alleen bij kled<strong>in</strong>g, ook voor allerlei andere d<strong>in</strong>gen. Wat giste<br />
ren prachtig werd gevonden, haalt men vandaag de neus voor op.<br />
Bl<strong>in</strong>ken, st<strong>in</strong>ken. Halleluja, kruist hem. Een maand na de aankoop<br />
besefte Van der Molen dat hij <strong>in</strong> de val was gelopen. Dat wil zeg<br />
gen, hij wist toen nog niet dat het een val was geweest. Hij dacht<br />
nog dat Kozijnse te goeder trouw had gehandeld.<br />
Ze dronken weer een biertje, <strong>in</strong> hun stamcafé. Kozijnse, royaal<br />
als altijd, betaalde.<br />
'Een flop', zei Van der Molen neerslachtig. 'Dit doet me de das<br />
om.'<br />
'Maar hoezo dan toch, beste kerel. Je bent er toch goedkoop<br />
aangekomen.'<br />
'Men gaat <strong>in</strong> hout. Kunststof is uit. En ik heb het niet zien aan<br />
komen.'<br />
'Kopen de mensen tegenwoordig houten tu<strong>in</strong>meubelen?'<br />
'Hardhout. Uit Australie. Uit Oost-Europa .. . '<br />
'Wat spijt me dat nou. Ik voel me schuldig dat ik je de tip heb<br />
gegeven.'<br />
'Het is mijn eigen schuld. Jij doet <strong>in</strong> leer. Ik had het zelf moeten<br />
weten.'<br />
'Kun je de klap opvangen?' vroeg Kozijnse vol medeleven. 'Ik<br />
denk het niet. Dit kon wel eens het e<strong>in</strong>de van m'n zaak betekenen.'<br />
'Als ik iets voor je kan doen ... Je weet dat ik met genoegen je<br />
zaak overneem. Dan zou ik uitbreiden.'<br />
'Als het tot een faillissement komt, zal ik eraan denken.' Nee,<br />
Van der Molen doorzag Kozijnse niet. Hij was een goedgelovig<br />
man, met vertrouwen <strong>in</strong> de mensen.<br />
Maar dat veranderde.<br />
Hij besloot een bezoek te brengen aan de fabriek die hem de<br />
partij had geleverd. De eigenaar, meneer Van Amerongen, ontv<strong>in</strong>g<br />
hem hartelijk.<br />
'U werkt natuurlijk op een heel andere schaal dan ik', zei Van<br />
der Molen, 'maar naar ik hoor zitten we <strong>in</strong> hetzelfde schuitje.' Van<br />
Amerongen trok zijn wenkbrauwen op.<br />
'U zit immers ook tegen een faillissement aan?'<br />
'Hoe komt u daarbij ?'<br />
'Dat hoorde ik zeggen.'<br />
113
'Dat hebt u dan verkeerd gehoord', zei Van Amerongen. 'Het<br />
gaat ons zeer goed. We gaan uitbreiden.'<br />
'Ik heb die partij witte tu<strong>in</strong>meubels van u gekocht.'<br />
'Ach ja, Van der Molen uit Stoutendam. Daar hebt u me mooi<br />
mee uit de brand geholpen. We doen alles <strong>in</strong> hout tegenwoordig.'<br />
'Dat heb ik te laat gemerkt', zei Van der Molen. 'Ik raak die par<br />
tij van u niet kwijt. Ik hou het hoofd niet boven water.' 'Wat spijt<br />
me dat nou.'<br />
'Ik kreeg een tip van mijn buurman, Kozijnse.'<br />
'Kozijnse, die ken ik wel. Zit bij me <strong>in</strong> de Rotary. Ik her<strong>in</strong>ner me<br />
dat hij uw naam noemde. Nou, die heeft u een lelijke poets gebak<br />
ken. Hij wist best dat het slecht g<strong>in</strong>g met de kunststof meubelen.'<br />
'Wist hij dat?'<br />
'Natuurlijk wist hij dat. Heeft-ie iets tegen u? Hebt u hem iets<br />
misdaan?'<br />
E<strong>in</strong>delijk brak het licht door bij Van der Molen.<br />
'Hij wil m'n zaak hebben.'<br />
'Wat een rotkerel', gromde Van Amerongen.<br />
Hij was zelf een solide, betrouwbare zakenman, die dit soort<br />
trucjes niet op prijs stelde. Hij vertelde Van der Molen dat hij zelfs<br />
een fl<strong>in</strong>ke commissie aan Kozijnse had betaald toen de deal was<br />
gesloten. Maar ja, zaken zijn zaken, er was natuurlijk geen sprake<br />
van dat hij het gebeurde kon terugdraaien. Het speet hem zeer voor<br />
Van der Molen en hij hoopte dat die zich zou redden. Wat Kozijnse<br />
betreft, daar zou hij <strong>in</strong> de toekomst voor uitkijken.<br />
Terug <strong>in</strong> Stoutendam stru<strong>in</strong>de Van der Molen direct de leder<br />
warenw<strong>in</strong>kel van zijn buurman <strong>in</strong>.<br />
'Waar is je baas', riep hij woedend tegen Piet de Kon<strong>in</strong>g. Die<br />
hoefde niet te antwoorden, want Kozijnse kwam al tevoorschijn.<br />
'Is er iets, buurman?'<br />
'Jij schoft. Jij smerige, hypocriete, achterbakse schoft.' 'Hij<br />
houdt niet van me', zei Kozijnse zoetsappig tegen zijn w<strong>in</strong>kelchef.<br />
'Je bent een laaghartige, crim<strong>in</strong>ele patser.'<br />
'Hij heeft een rijke woordenschat, v<strong>in</strong>d je niet Piet?'<br />
Het spottende toontje bracht Van der Molen tot nog groter<br />
razernij .<br />
'Ik zal je smerige, misdadige tronie .. .'<br />
114
Met gebalde vuisten kwam hij dichterbij en leek Kozijnse <strong>in</strong> zijn<br />
gezicht te willen slaan. Maar toen hij tegenover de man stond,<br />
werd het verschil <strong>in</strong> postuur wel heel duidelijk. Kozijnse leek twee<br />
maal zo zwaar, zo sterk, zo <strong>in</strong>drukwekkend.<br />
'Bedaar', zei hij met een valse glimlach. 'Laten we een biertje<br />
gaan dr<strong>in</strong>ken. Zaken zijn zaken, dat moest je toch langzamerhand<br />
weten.'<br />
Van der Molen begreep dat hij tegen deze man niet was opge<br />
wassen. Hij draaide zich om en liep de zaak uit.<br />
Thuis vertelde hij alles aan zijn vrouw en dochter. Hij verhulde<br />
niet hoe goedgelovig hij was geweest. Ze probeerden hem te troos<br />
ten.<br />
'Ik kan mijn schulden niet betalen', zei hij terneergeslagen. 'Ik<br />
zal de zaak moeten opheffen, en Kozijnse zal hem kopen.'<br />
'Nee', zei zijn vrouw. 'Hij krijgt hem niet.'<br />
'Hoe wou je dat verh<strong>in</strong>deren?'<br />
'We verkopen dit huis. Met de opbrengst betalen we de schul<br />
den. We zoeken een huurwon<strong>in</strong>g. En we zetten de w<strong>in</strong>kel voort.'<br />
'Mijn ouderlijk huis.'<br />
'Het is maar een huis.'<br />
Zo gebeurde het.<br />
Kozijnse begreep dat Van der Molen door de verkoop van zijn<br />
won<strong>in</strong>g zijn w<strong>in</strong>kel kon behouden, zodat hij de lederwarenzaak<br />
toch niet kon uitbreiden. Maar mannen als hij weten de bakens op<br />
tijd te verzetten. Hij verkocht zijn lederwarenw<strong>in</strong>kel voor een<br />
prachtige prijs. Om zijn gram te halen deed hij een bod op<br />
Karpatenstraat 23, niet onder zijn eigen naam, hij deed het via de<br />
sticht<strong>in</strong>g HbR (Hulp bij Rampen). En zo verwierf hij het huis.<br />
Van der Molen was opnieuw woedend toen hij hoorde wie zijn<br />
huis eigenlijk had gekocht. Woedend vooral op zichzelf. Hij liet<br />
zich voortdurend beetnemen.<br />
'Je bent geen partij voor een type als Kozijnse. En daar ben ik<br />
trots op', zei zijn vrouw troostend.<br />
'Zo is het gegaan', zei Noortje.<br />
'Wat een smerige, achterbakse ... hoe zei je vader dat?'<br />
' ... hypocriete schoft', vulde Noorje bereidwillig aan.<br />
115
'Ik ga onmiddellijk bij hem weg. Bij zo'n smeerlap wil ik niet<br />
werken.'<br />
'Dat lijkt me nogal stom. Hij kan zo tien anderen krijgen. Je<br />
straft er hem niet mee, je straft jezelf.'<br />
Justus verzonk <strong>in</strong> gepe<strong>in</strong>s.<br />
'Weet je', zei Noorje, 'ik vraag me af of zoiets gewoon maar<br />
mag. Kun je zo'n man niet voor de <strong>rechter</strong> slepen? Mijn vader zegt<br />
van niet, maar dat kan ik me niet voorstellen.'<br />
'Ik weet langzamerhand iets van <strong>rechter</strong>s.'<br />
Hij vertelde op zijn beurt wat hij het afgelopen jaar had meege<br />
maakt. Noortje luisterde net zo aandachtig als hij daarvoor had<br />
gedaan.<br />
'Ik heb altijd Yvonne achter de hand. Ik zal jullie geval eens aan<br />
haar voorleggen. Ik geef je we<strong>in</strong>ig kans.'<br />
'Ik reken nergens op.'<br />
'Ze komt dit weekend thuis. Ik ga ook thuis langs. Dan kan ik<br />
het vragen. Kom jij dan maandagmorgen naar de Karpatenstraat.<br />
Kun je gelijk je oude huis nog eens zien. Kozijnse is er nooit op<br />
maandag. Die komt alleen d<strong>in</strong>sdags, als hij al komt.' 'Ik heb maan<br />
dag het eerste uur vrij. Ik ben er om negen uur.' Leuk, dacht Justus.<br />
Heel leuk.<br />
'Geen schijn van kans', zei Yvonne.<br />
'Dus dit soort d<strong>in</strong>gen mag maar zo.'<br />
'Kozijnse heeft de wet niet overtreden. Zijn bedoel<strong>in</strong>gen deugden<br />
natuurlijk niet, maar de <strong>rechter</strong> kan geen bedoel<strong>in</strong>gen gaan straffen.'<br />
'Er klopt niks van ons rechtssysteem', mopperde Justus. Dat was<br />
een schop tegen het zere been van zijn zus. 'Denk jij dat je een beter<br />
systeem kunt verz<strong>in</strong>nen? Er gebeuren de hele dag door d<strong>in</strong>gen die<br />
niet goed zijn, maar die je niet bij wet kunt verbieden. Je zusje pes<br />
ten, mag dat? Een vrouw die net haar man heeft verloren l<strong>in</strong>ks laten<br />
liggen, mag dat? Je hond de hele dag alleen thuis laten zitten. Kle<strong>in</strong>e<br />
k<strong>in</strong>deren afsnauwen. Met iemand anders uitgaan zonder het tegen je<br />
vriendje te zeggen. Leraren sarren. Vuilnisemmers omtrappen.<br />
Alleen aan jezelf denken en de rest van de wereld laten barsten. Mag<br />
dat? En als dat niet mag, hoe wou je het dan bij wet verbieden?'<br />
Justus zweeg.<br />
116
'Hoor eens Justus', g<strong>in</strong>g Yvonne verder, 'de wet geeft regels om<br />
de samenlev<strong>in</strong>g m<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong> goede banen te leiden. Daarmee<br />
maak je van slechte mensen nog geen goeie. Goed en kwaad, daar<br />
houdt de ethiek zich mee bezig. Die gaat over de wet van het gewe<br />
ten. Godsdiensten zeggen er iets over. De christelijke kerken bij<br />
voorbeeld. Ze hebben de wet van Mozes: je mag niet dit en je mag<br />
niet dat, net zoiets als onze Nederlandse wetten. Maar er is nog iets<br />
bij, een gebod: je moet je medemensen net zo liefhebben als jezelf.<br />
De nalev<strong>in</strong>g van zo'n gebod kun je niet afdw<strong>in</strong>gen. Je kunt het<br />
alleen steeds weer zeggen, je kunt proberen jezelf en andere mensen<br />
ervan te overtuigen dat het een goed gebod is.<br />
Het zijn trouwens niet alleen kerken die dit soort d<strong>in</strong>gen zeggen.<br />
Het humanisme bijvoorbeeld zegt het ook. Feitelijk proberen heel<br />
veel ouders het hun k<strong>in</strong>deren bij te brengen: je moet niet liegen, je<br />
moet betrouwbaar zijn, je moet iets over hebben voor anderen, dat<br />
soort d<strong>in</strong>gen. Niet omdat het <strong>in</strong> de wet staat, maar omdat ons<br />
geweten het zegt.'<br />
'Straks ben je advocaat', zei Justus. 'Stel meneer Van der Molen<br />
sleept Kozijnse voor de <strong>rechter</strong>. Jij bent Kozijnses advocaat. Stel het<br />
is precies zo gegaan als Noortje me heeft verteld. Kun jij nu voor je<br />
geweten verantwoorden, dat geweten waar je het over hebt, om die<br />
man vrij te pleiten?'<br />
'Zonder probleem.'<br />
'Dat begrijp ik niet.'<br />
'Ik leer niet voor dom<strong>in</strong>ee, of voor zedenmeester, of voor gewe<br />
tensdeskundige. Ik probeer verstand te krijgen van de wetgev<strong>in</strong>g en<br />
de toepass<strong>in</strong>g van de wet. Ik zou aantonen dat mijn cliënt,<br />
Kozijnse, de wet niet heeft overtreden en dus vrijuit gaat. Ik zou<br />
grote last krijgen met m'n geweten als ik dat niet naar beste kun<br />
nen deed. Het zou een mooie boel worden als het anders was.<br />
Alleen omdat mijn <strong>in</strong>nerlijke overtuig<strong>in</strong>g zegt dat de man verkeerd<br />
heeft gehandeld, moet hij hangen. Nee, dank je wel zeg. Jij gelooft<br />
niet wat ik geloof, naar de brandstapel met die man. Daar weten de<br />
kerken waar ik het over had van mee te praten. Gelukkig veroorde<br />
len we mensen niet meer op grond van een opvatt<strong>in</strong>g maar op<br />
grond van een wetsovertred<strong>in</strong>g.' 'Je zult wel gelijk hebben. En toch<br />
zit het me niet lekker', zei Justus.<br />
117
'Dat weet ik wel. En vertel me nu eens iets over die Noortje.<br />
Hoe ziet ze eruit?'<br />
'Gewoon.'<br />
'Ah, je bent dus verliefd', constateerde Yvonne.<br />
118
11<br />
De natuur is wreed, de mens is slecht, althans sommige mensen zijn<br />
slecht, de zon komt op, de zon gaat onder, een hardwerkende<br />
illegaal wordt het land uitgezet op grond van de wet, iemand pikt<br />
het huis van een ander <strong>in</strong> ondanks de wet, Justus was bezig er<br />
achter te komen dat het leven niet simpel is.<br />
Kozijnse, zijn baas, had naar zijn men<strong>in</strong>g een huis door list en<br />
bedrog <strong>in</strong> zijn bezit gekregen, maar volgens de wet mocht je dat<br />
geen stelen noemen.<br />
Hij wenste dat hij het terug kon ritselen, ook b<strong>in</strong>nen de moge<br />
lijkheden van de wet.<br />
Hij stelde zich de vraag of hij het zou doen, als hij het kon.<br />
Stel hij kon Kozijnse <strong>in</strong> een weddenschap lokken. Stel ze vonden<br />
een oud kleed op zolder waarvan hij direct zag dat het <strong>in</strong> Antalya<br />
was gemaakt, omdat hij het herkende door de kleden die zijn vader<br />
<strong>in</strong>dertijd had gesmokkeld. Hij weet het zeker. Het is bijvoorbeeld<br />
hetzelfde kleed, dat ziet hij aan de bessensapvlek die hij er zelf op<br />
heeft gemorst. Hij zegt: 'Ik wed dat dit een kleed uit Antalya is.'<br />
Kozijnse v<strong>in</strong>dt dat onz<strong>in</strong>. Het kleed kan net zo goed uit de<br />
Achterhoek komen. 'Ik wed om een huis', zegt Justus. 'Heb jij dan<br />
een huis?' vraagt Kozijnse. Nee, dat heeft hij niet. Maar stel dat hij<br />
het wel heeft. Net geërfd van een tante of zo. 'Nou, dá's best', zegt<br />
Kozijnse hebberig. Ze wedden, het kleed wordt bekeken door een<br />
expert en Justus w<strong>in</strong>t zijn huis.<br />
Zou hij dat doen?<br />
Dat hangt ervan af, denkt hij. Bij Kozijnse zou hij het doen. Die<br />
verdient niet beter. Het zou een goeie straf voor hem zijn. Het zou<br />
rechtvaardig zijn, <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong>. Bij een ander zou hij het niet doen.<br />
Je kunt natuurlijk zeggen: dan moet die ander niet zo stom zijn.<br />
Maar toch. Nou ja, om een rolletje drop misschien. Niet om een<br />
huis. In pr<strong>in</strong>cipe maakt het eigenlijk geen verschil, denkt hij. Een<br />
huis of een rol drop. Onz<strong>in</strong>, natuurlijk maakt het verschil, zelfs <strong>in</strong><br />
pr<strong>in</strong>cipe. Een rol drop is een ge<strong>in</strong>tje, een huis kan iets uitmaken<br />
voor de rest van je leven.<br />
Het bleef Justus bezighouden.<br />
119
Maandagmorgen had hij Noortje door het huis zien dwalen. Ze<br />
had de trapleun<strong>in</strong>g gestreeld, ze had Justus gewezen op een buts <strong>in</strong><br />
het plafond, die haar broer Freek er<strong>in</strong> had gemaakt, ze had de<br />
koperen kraan <strong>in</strong> de keuken open en dicht gedraaid omdat hij zo<br />
lekker aanvoelde. Ze waren naar de vlier<strong>in</strong>g gegaan, waar ze had<br />
geconstateerd dat er nog een stapel oude planken was die er had<br />
gelegen zo lang ze zich her<strong>in</strong>nerde. Ze had uit het dakraam gehan<br />
gen en over de tu<strong>in</strong>en <strong>in</strong> de buurt gekeken en toen ze dat deed, had<br />
ze een paar maal haar neus opgehaald.<br />
Hoe kon hij Kozijnse het huis ontfutselen?<br />
D<strong>in</strong>sdagavond was hij bij Noortje thuis geweest. Hij had kennis<br />
gemaakt met haar ouders. Aardige mensen. Haar vader was een<br />
beetje kleurloos, <strong>in</strong> elkaar gedoken. Zijn ogen stonden droevig, of<br />
verbeeldde Justus zich dat nou? Ze hadden het even gehad over het<br />
huis waar hij nu werkte en meneer Van der Molen had gezegd:<br />
'Ach, het is maar een huis.' Het sneed Justus door de ziel, maar<br />
misschien was die ziel romantischer dan hij zelf wist. Een huis is zo<br />
belangrijk, had hij gedacht. Bijna zo belangrijk als een familielid.<br />
Hoe maakte hij Kozijnse het huis afhandig?<br />
Onz<strong>in</strong>, dat kon hij niet. Ophouden erover te denken.<br />
Later <strong>in</strong> de week g<strong>in</strong>g hij opnieuw langs bij Annette Nachtegaal.<br />
Net als de vorige keer stoorde hij het echtpaar bij het musiceren,<br />
dat zag hij door het raam. Hij wilde rechtsomkeert maken, maar<br />
meneer Nachtegaal zag hem en wenkte hem b<strong>in</strong>nen. 'Alleen als<br />
jullie doorspelen en ik mag luisteren', zei Justus. Ze speelden de<br />
sonate van eesar Franck. Justus applaudisseerde luid toen ze klaar<br />
waren.<br />
'Het lijkt nog nergens op', zei meneer Nachtegaal. 'We studeren<br />
hem nog maar net.'<br />
Ze spraken over muziek en wat het voor hen betekende. 'Ik ben<br />
ermee opgegroeid', vertelde meneer Nachtegaal. 'Mijn vader was<br />
violist, het was zijn beroep. Mijn broer is de bekende vioolbouwer<br />
'I<br />
<strong>in</strong> AJmsterdam, Koos Nachtegaal, je hebt misschien wel eens van<br />
hem: gehoord.'<br />
qat had Justus niet.<br />
I 'In vakkr<strong>in</strong>gen geldt hij als een van de besten <strong>in</strong> het land.'<br />
'En waar heb jij zo goed leren pianospelen, Annette?'<br />
120<br />
,
'Ik kan het absoluut niet goed.'<br />
'Je vist naar complimentjes.'<br />
'Nee hoor', zei ze, 'Frans speelt veel beter viool dan ik piano.<br />
Hij moet het met me doen. Ik doe m'n best. Ik heb als k<strong>in</strong>d piano<br />
les gehad, zoals iedereen.'<br />
'Ik niet', zei Justus.<br />
'Nou ja, bijna iedereen. Bijtje zoem, weet je wel. Muziekschool.<br />
De vreselijke uitvoer<strong>in</strong>gen aan het e<strong>in</strong>d van het jaar, als je een stuk<br />
je moest voorspelen. Maar goed, er is iets van blijven hangen. Hoe<br />
staat het leven?'<br />
Justus vertelde van zijn baantje <strong>in</strong> de Karpatenstraat en dat hij<br />
meneer Nachtegaals suggestie van de avondschool had opgevolgd.<br />
'Bravo!'<br />
'Maar ik heb een probleem.'<br />
In het kort legde hij uit hoe Kozijnse aan het huis van de familie<br />
Van der Molen was gekomen.<br />
'Dat er zulke mensen bestaan', zei Annette.<br />
'Hoe heet dat meisje', zei je?' vroeg haar man.<br />
'Noortje. Noortje van der Molen.'<br />
'Die ken ik. Althans, ik ken haar vader. De tu<strong>in</strong>meubelenzaak<br />
waar je het over had, is <strong>in</strong> de Boedapeststraat, is het niet?'<br />
'Ja, dat klopt.'<br />
De Nachtegalen keken elkaar aan. Annette sloeg een hand voor<br />
haar mond. Haar man kreeg een kleur.<br />
'Zo komt hij weer op ons pad', zei hij.<br />
'Hoezo?' vroeg Justus.<br />
'We staan bij hem <strong>in</strong> de schuld. We hebben hem niet netjes<br />
behandeld. '<br />
Justus wachtte of er meer onthull<strong>in</strong>gen zouden volgen.<br />
'En die man is op zo'n manier beetgenomen? Ja, dat zat er<strong>in</strong>.<br />
't Is een doodgoeie man, maar waarschijnlijk nogal naïef. Hij heeft<br />
me eens .. .' Nachtegaal verzonk <strong>in</strong> gepe<strong>in</strong>s.<br />
'Wat heeft hij?'<br />
'Die man heeft me ooit geweldig uit de brand geholpen. En ik<br />
heb hem nooit behoorlijk bedankt.'<br />
'Wat is er dan gebeurd?'<br />
'Dat zal ik je vertellen.'<br />
121
Meneer Nachtegaal had het over een gebeurtenis van een jaar of<br />
drie eerder. Hij organiseerde <strong>in</strong> die tijd wel eens kle<strong>in</strong>e concerten,<br />
klassieke muziek op de zondagmiddag. Een keer of twee, drie per<br />
jaar deed hij dat, en meestal <strong>in</strong> het Cultureel Centrum. Nu wilde<br />
het geval dat <strong>in</strong> de Boedapeststraat een gebouwtje was dat door de<br />
vrijz<strong>in</strong>nig hervormde gemeente als kerk werd gebruikt. De<br />
Nachtegalen kwamen er wel eens. Maar om een reden die hij<br />
vergeten was, waren de kerkdiensten verplaatst naar een ander<br />
gebouw en de voormalige ruimte stond tijdelijk leeg.<br />
Ha, dacht Frans Nachtegaal, dit is een perfecte zaal voor het<br />
ensemble dat over drie weken komt, want daar zitten nogal wat<br />
blazers bij en hun muziek zou <strong>in</strong> het gebouwtje van de vrijz<strong>in</strong>nig<br />
hervormden fantastisch kl<strong>in</strong>ken. Dus vroeg hij de koster of hij de<br />
ruimte mocht gebruiken voor zijn concert en dat mocht.<br />
Vervolgens maakte hij een ernstige fout. Hij g<strong>in</strong>g niet van tevoren<br />
kijken. Hij meende dat hij het gebouw voldoende kende. Er was<br />
een podium, dat wist hij. Enf<strong>in</strong>, pas de betreffende zondag, om<br />
streeks het middaguur, g<strong>in</strong>g hij er heen om de uitvoer<strong>in</strong>g voor te<br />
bereiden. Die zou om drie uur beg<strong>in</strong>nen.<br />
Hij belde aan bij de koster en kreeg de sleutel. Hij g<strong>in</strong>g het<br />
gebouw b<strong>in</strong>nen en bleef verbijsterd staan op de drempel. Het<br />
gebouw was leeg, leeg als een verlaten sportzaal. Er was een podi<br />
um, jazeker. Maar alle stoelen waren weg. Je zou er ple<strong>in</strong>vrees van<br />
krijgen, zo leeg was het.<br />
Hij g<strong>in</strong>g terug naar het huis van de koster.<br />
'Ja', zei de koster, 'de stoelen zijn vorige week weggehaald. Ik<br />
dacht dat u het wist.'<br />
'Ik wist van niets. Kunnen we ze terughalen?'<br />
'Volgens mij zijn ze naar Gron<strong>in</strong>gen gebracht.'<br />
Wat doe je <strong>in</strong> zo'n geval? Nachtegaal g<strong>in</strong>g op de rand van het<br />
podium zitten en bedacht dat er straks honderd mensen op de<br />
stoep zouden staan. Moesten die de musici staande aanhoren?<br />
Moesten ze anderhalf uur op hun benen staan? Er waren zeker<br />
mensen van tachtig bij. Dat kon je ze toch niet aandoen. En hij was<br />
ook niet verrukt van het idee dat ze hem zouden honen, dat ze hem<br />
zouden uitlachen, dat ze kwaad zouden zijn. Hij zou tot <strong>in</strong> lengte<br />
van jaren worden her<strong>in</strong>nerd aan deze blunder.<br />
122
Hij g<strong>in</strong>g naar een telefooncel en belde Annette. Die kwam met<br />
de auto (zelf was hij op de fiets gekomen) met daar<strong>in</strong> vier klap<br />
stoeltjes. Toen ze die aan het uitladen waren kwam Van der Molen<br />
langs. Hij bleef staan voor een praatje. Ze vertelden hem wat er<br />
aan de hand was.<br />
De meeste mensen zouden hebben gelachen en hun weg hebben<br />
vervolgd. <strong>Eigen</strong> schuld, dikke bult. Niet Van der Molen. Met alle<br />
goeiigheid die <strong>in</strong> hem was, zei hij:<br />
'Dat gaan we oplossen.'<br />
Hij nam hen mee naar zijn w<strong>in</strong>kel, die om de hoek was, hij<br />
haakte de aanhanger achter zijn auto en met z'n drieën reden ze<br />
alle tu<strong>in</strong>stoelen, klapstoelen, keukenstoelen en wat er maar <strong>in</strong> de<br />
w<strong>in</strong>kel te v<strong>in</strong>den was <strong>in</strong> vijf kwartier naar het lege kerkje. De laat<br />
ste stoel was net b<strong>in</strong>nen toen de eerste bezoekers zich meldden.<br />
Nachtegaal g<strong>in</strong>g opgelucht aan de slag om de muziekliefhebbers<br />
te verwelkomen, Annette parkeerde hun auto op het parkeerterre<strong>in</strong><br />
<strong>in</strong> de buurt, en geen van beiden merkte dat de heer Van der Molen,<br />
toen hij de aanhanger had weggebracht, terugkwam en een kaartje<br />
kocht voor het concert bij het meisje dat daarvoor bij de <strong>in</strong>gang<br />
van het gebouwtje had plaatsgenomen. Pas na de uitvoer<strong>in</strong>g, die<br />
zeer geslaagd was, troffen Nachtegaal en Van der Molen elkaar<br />
weer om de stoelen terug te gaan brengen.<br />
'Prachtig concert', zei Van der Molen.<br />
'0, hebt u het gehoord?'<br />
'Natuurlijk. '<br />
'Heeft Annette u een toegangsbewijs gegeven?'<br />
'Dat is wel goed.'<br />
Pas later, zei Annette dat ze dat niet had gedaan en dat ze dus<br />
hun redder <strong>in</strong> nood zijn eigen entreegeld hadden laten betalen. De<br />
stoelen werden teruggebracht en Van der Molen werd hartelijk<br />
bedankt.<br />
'Graag gedaan', zei de eigenaar van de w<strong>in</strong>kel <strong>in</strong> tu<strong>in</strong>meubelen.<br />
De grote organisator Nachtegaal nam zich voor om een enorme<br />
taart of een kist wijn of wat dan ook te laten bezorgen. Maar dat<br />
vergat hij. Er is geen goed woord van te zeggen, maar het kwam er<br />
niet van. Hij dacht dat Annette het had gedaan en zij meende dat<br />
haar man ervoor had gezorgd. Hoe dan ook, Van der Molen hoorde<br />
123
nooit meer iets van hen. Een jaar of zo later bedachten ze het en ze<br />
schaamden zich, vooral hij omdat hij er <strong>in</strong> de eerste plaats voor had<br />
moeten zorgen, maar toen durfden ze er niets meer aan te doen.<br />
'Ik krijg nog een kleur als ik eraan denk', zei de heer Nachtegaal.<br />
'Dat begrijp ik', zei Justus. 'En nou heeft die goedzak zich door<br />
Kozijnse zijn huis laten afpakken.'<br />
'Je zou zo'n schurk zijn nek omdraaien.'<br />
'Dat gaat misschien wat ver', vond Justus. 'Het gekke is dat de<br />
man best sympathiek is. Ik wou dat ik hem het huis weer afhandig<br />
kon maken.'<br />
'Als jij het zou doen, ga je de gevangenis <strong>in</strong>. Hij ziet kans het<br />
voor elkaar te krijgen zonder dat hem een strobreed <strong>in</strong> de weg<br />
wordt gelegd.'<br />
'Behalve als ik net zo'n truc verz<strong>in</strong> als hij.'<br />
'Dat lukt je nooit', zei Annette. 'Daar heb je te veel moraal voor.<br />
Je bent niet slecht genoeg. Zeker iemand als jij, die niet tegen het<br />
kle<strong>in</strong>ste beetje oplichterij kan.'<br />
'Het gekke is dat ik het geen oplichterij zou v<strong>in</strong>den. Het zou<br />
rechtvaardigheid zijn, gerechtigheid. Niet als ik het huis zelf hield<br />
natuurlijk, maar als het terugg<strong>in</strong>g naar de familie Van der Molen.'<br />
'Een verrukkelijke gedachte', zei meneer Nachtegaal.<br />
'Er zijn een paar punten <strong>in</strong> ons voordeel', somde Justus op.<br />
'Ten eerste is Kozijnse dol op geld. Daar kun je gebruik van<br />
maken. Ten tweede zou hij geen enkel vermoeden hebben dat ik<br />
zoiets van plan was. Ten derde kan het huis hem niet veel schelen.<br />
Ik bedoel, het gaat hem alleen om geld, hij heeft geen emotionele<br />
b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met het huis.'<br />
'Je hebt er serieus over nagedacht', zei Annette verbaasd. 'Heb je<br />
misschien al een plan?'<br />
'Nee, helaas niet.'<br />
'Laten we voor de aardigheid een plan verz<strong>in</strong>nen', zei meneer<br />
Nachtegaal enthousiast. Misschien was hij enthousiast omdat hij<br />
van spelletjes hield, misschien ook omdat hij zich nog steeds schul<br />
dig voelde tegenover Van der Molen. 'We doen het met een viool.<br />
Een oud kreng van een viool, we<strong>in</strong>ig waard, waarvan we die<br />
Kozijnse laten denken dat het een Stradivarius is.'<br />
124
'Wat is dat ook weer?'<br />
'Stradivarius was een beroemde Italiaanse vioolbouwer. Violen<br />
die hij heeft gemaakt kosten miljoenen. Er zijn wel meer bekende<br />
vioolbouwers. Amati, de familie Guarneri. De prijs van hun violen<br />
is astronomisch. Maar Stradivarius spant de kroon.'<br />
'En uw broer <strong>in</strong> Amsterdam is bereid voor ons plezier te verkla<br />
ren dat zo'n alledaags vioolje een Stradivarius is?'<br />
'Nee, dat is hij niet', zei meneer Nachtegaal ontnuchterd. 'Dat<br />
doet hij nooit. Daar is hij veel te veel vakman voor. En veel te eer<br />
lijk.'<br />
'0.'<br />
'Dat gaat dus niet. We mogen niet aannemen dat we Kozijnse<br />
een fabrieksviooltje kunnen aansmeren als ware het een<br />
Stradivarius, als niet een bekend expert een bewijs van echtheid<br />
geeft.' Dan gaan we maar eens een pot koffie zetten vond, Annette.<br />
Het liet Justus niet los. Hij sprak erover met Noortje, die zijn<br />
enthousiasme meteen deelde. Hij sprak erover met zijn moeder, die<br />
stomverbaasd was dat haar rechtvaardige Justus met zulke gedach<br />
ten rondliep. Hij sprak erover met Bashir, die er we<strong>in</strong>ig van begreep<br />
maar hem verzekerde dat hij tot iedere hulpactie bereid was. En hij<br />
dacht na, tot zijn hersens kraakten.<br />
Kozijnse had zich s<strong>in</strong>ds de kras op de auto niet meer laten zien,<br />
maar twee weken na dat gebeuren verscheen hij weer. Justus loerde<br />
naar de auto. De kras zat er nog, maar door stof en vuil was hij<br />
m<strong>in</strong>der goed te zien. Kozijnse sprak er niet over. Hij dacht waar<br />
schijnlijk dat hij die <strong>in</strong> Amsterdam had opgelopen. Justus bracht<br />
het gesprek op het huis . .<br />
'Hoe lang hebt u het eigenlijk al?'<br />
'Een jaar of twee, drie.'<br />
'Ik neem aan dat het vroeger een woonhuis was?'<br />
'Jazeker. Ik had hier <strong>in</strong> Stoutendam een zaak <strong>in</strong> lederwaren, <strong>in</strong><br />
de Boedapeststraat. Je kent hem misschien wel.'<br />
Justus knikte. 'Was die van u?'<br />
'Ernaast zit Van der Molen, tu<strong>in</strong>meubelen. Die man zit daar<br />
natuurlijk helemaal fout. Enkele jaren geleden heeft hij zich een<br />
voorraad kunststof tu<strong>in</strong>meubels laten aansmeren, net toen de men-<br />
125
sen houten stoelen op hun terras wilden. Geen zakenman, wat je<br />
noemt. Ik heb hem nog gewaarschuwd. De trend is aan het wijzi<br />
gen', zei ik. Hij wilde niet luisteren. Het g<strong>in</strong>g dan ook verkeerd. Hij<br />
woonde hier, <strong>in</strong> dit huis. Dat heeft hij moeten verkopen om het<br />
hoofd boven water te houden. Om hem te helpen heb ik het over<br />
genomen.'<br />
Waarschijnlijk geloofde hij het zelf.<br />
'Ik doe het wel weer van de hand. De prijzen trekken aan. Ik val<br />
me hier geen buil aan.'<br />
Stukje bij beetje ontstond een plannetje <strong>in</strong> het hoofd van Justus.<br />
Door noeste hersenarbeid groeide het uit tot een volwassen plan.<br />
Hij g<strong>in</strong>g met Noortje naar Annette en meneer Nachtegaal en<br />
legde het hun voor.<br />
'Zeg maar Frans', zei meneer Nachtegaal. Justus zei Frans.<br />
'Ik v<strong>in</strong>d het een knap plan', zei Annette voorzichtig, 'maar ik<br />
weet het niet. Er kan zóveel fout gaan. En we hebben al gedoe met<br />
justitie, ik denk niet dat het verstandig is nog meer aandacht op<br />
ons te vestigen.'<br />
'Het geniale van Justus' plan is dat we niets doen wat de wet ver<br />
biedt. Dat is juist het leuke, Annette!' riep meneer Nachtegaal, par<br />
don Frans, enthousiast. 'Jij hebt iets gedaan wat goed was en toch<br />
niet mag, Justus wil iets doen wat eigenlijk niet goed is en wel mag.'<br />
'Ik hoop', zei Justus, 'dat het eigenlijk wél goed is, én niet verbo<br />
den.'<br />
'Frans is <strong>in</strong> zijn hart een avonturier', zei Annette hoofdschud<br />
dend tegen Noortje en Justus. 'Als hij <strong>in</strong> een andere eeuw was<br />
geboren, zou hij zeerover zijn geworden. Een edele zeerover. Zo één<br />
die steelt van de rijken en uitdeelt aan de armen.'<br />
'Nee hoor, ontdekk<strong>in</strong>gsreiziger was ik geworden.'<br />
'Wat doe je nu eigenlijk?'<br />
'Accountant ben ik', zei Frans en hij lachte bulderend. 'Ik maak<br />
avontuurlijke tochten door de jaarreken<strong>in</strong>g van bedrijven. Hoe<br />
spannend dat kan zijn, zullen buitenstaanders nooit begrijpen.'<br />
'We zouden m<strong>in</strong>stens met de uitvoer<strong>in</strong>g van Justus' plan kunnen<br />
beg<strong>in</strong>nen, vond Noortje. 'Fase één, zogezegd. Gaat er iets mis, dan<br />
stoppen we.'<br />
126
'Verstandig meisje, hé', zei Frans tegen Justus.<br />
'Zeer verstandig.'<br />
'Ik wil best meedoen', zei de accountant en hij keek scheef naar<br />
zijn vrouw.<br />
'Vooruit dan maar', zei Annette.<br />
Zaterdagmorgen g<strong>in</strong>gen ze met z'n vieren met de auto van de<br />
Nachtegalen naar Utrecht. Ze parkeerden aan de rand van de stad<br />
en namen de stadsbus naar het centrum. Wandelend door de w<strong>in</strong><br />
kelstraten van de zo prachtig opgeknapte b<strong>in</strong>nenstad, kon Justus<br />
zich niet voorstellen dat ze hier een oude viool zouden v<strong>in</strong>den. De<br />
etalages blonken van de nieuwigheid. Nieuwe schoenen, nieuwe<br />
meubels, nieuwe tassen en ook nieuwe piano's en nieuwe gitaren.<br />
Maar Frans kende zijn oude stad. Hij had er gestudeerd en hij<br />
had er als student met veel plezier streken uitgehaald. Hij voerde<br />
hen naar een werfkelder aan een van de grachten, waar ze een vrij<br />
oude, <strong>in</strong> stofjas gehulde man troffen, die Frans zich nog her<strong>in</strong>nerde<br />
als 'Teus'.<br />
'Hoe gaan de zaken, Teus?'<br />
'Ja, zo'n gangetje.' Zijn Utrechtse tongval was onversneden. Het<br />
klonk als gaangetje.<br />
'Teus, we hebben een ouwe viool nodig. In een kist. Het hoeft<br />
geen goeie te zijn. Een strijkstok is ook niet per se nodig. Hij moet<br />
er oud uitzien. En hij mag maar we<strong>in</strong>ig kosten.'<br />
'Voor een ge<strong>in</strong>tje', zei Teus.<br />
'Precies.'<br />
'Heb ik wel, geloof ik.'<br />
Hij slofte de diepte van de kelder <strong>in</strong>, waar de contouren ver<br />
vaagden en de duisternis hem leek op te slokken. En alsof het de<br />
truc van een goochelaar was, kwam hij even later terug met een<br />
zeer vieze vioolkist.<br />
'Volgens mij zit er hier nog een <strong>in</strong>.'<br />
Met een lap sloeg hij het ergste stof van de kist. Een van de<br />
scharnieren van het deksel was kapot, van de bekled<strong>in</strong>g was niet<br />
veel meer over, het slotje was verroest, maar met een drupje olie<br />
lukte het toch de kist te openen. In wat eens rood velours of zoiets<br />
was geweest, sluimerde een viool, die er een beetje zielig uitzag.<br />
127
Maar dat zat hem vooral <strong>in</strong> een paar losbungelende, geknapte sna<br />
ren. De kast zelf zag er eigenlijk niet eens zo erg aftands uit.<br />
Frans pakte de viool uit de kist. Hij constateerde dat de a- en de<br />
e-snaar waren gebroken, de beide andere snaren waren gerafeld.<br />
Zo kon hij er niet op spelen. Trouwens, van de stok h<strong>in</strong>gen de<br />
haren ook slap.<br />
'Wat moet-ie kosten?' 'Honderd gulden.'<br />
'Doe je het ook voor vijfenzeventig?'<br />
Teus haalde zijn schouders op. 'Voor mijn part.' Frans keek<br />
Justus aan. 'Dan nemen we hem.'<br />
Justus stond erop hem zelf te betalen.<br />
'Uite<strong>in</strong>delijk gaat Noortjes vader hem betalen', zei hij optimis<br />
tisch. 'Als het plan is uitgevoerd.'<br />
'Ik denk eerder', meende Noortje. 'Daar hebben we het nog wel<br />
over.'<br />
In een jolige stemm<strong>in</strong>g reden ze terug naar Stoutendam, de viool<br />
<strong>in</strong> de kofferbak.<br />
'Als je het goed v<strong>in</strong>dt, hou ik hem dit weekend bij ons thuis', zei<br />
Frans. 'Ik zet er even snaren van mezelf op om hem te proberen en<br />
misschien knap ik hem ietsje op. Hoewel, ik zal hem niet te mooi<br />
maken.'<br />
'Ja, hou 'm maar even', zei Justus. 'Ik wil niet met een vioolkist<br />
over straat. Je weet nooit. Als iemand het ziet en overbrieft aan<br />
Kozijnse is ons plan mislukt voor het goed en wel is gestart. We<br />
moeten ook nog verz<strong>in</strong>nen hoe we hem onopvallend <strong>in</strong> de<br />
Karpatenstraat krijgen.'<br />
'Daar zorg ik voor', zei Annette <strong>in</strong>ventief. 'Ben je er maandag<br />
morgen? Dan breng ik een grote zak oude Meren. Eri wat zou er<br />
tussen die Heren zitten?'<br />
Justus knikte dankbaar. 'Dat is een goeie oploss<strong>in</strong>g.'<br />
'Kijk', zei Annette maandagmorgen, 'deze kleren zijn voor Hulp<br />
bij Rampen. Ik heb gisteren alles bij elkaar gesleept wat Frans en ik<br />
eigenlijk nooit meer dragen. Het is heel, gewassen en gestreken.'<br />
'Namens HbR hartelijk dank.'<br />
'Voor de adm<strong>in</strong>istrateur van de sticht<strong>in</strong>g heb ik hier een per<br />
soonlijk geschenk.'<br />
Justus maakte de vioolkist open. Het kapotte scharnier was<br />
128
gerepareerd. Het ergste vuil was verwijderd. Hij haalde de viool uit<br />
de kist en pakte ook de strijkstok, waarvan de haren nog steeds <strong>in</strong><br />
een neerslachtige boog h<strong>in</strong>gen.<br />
'Frans heeft er gisteren even hele snaren opgezet en met zijn<br />
eigen stok gespeeld. Er kwam niet eens zo'n gek geluid uit. Kijk<br />
eens door dit gat, hier.'<br />
Een viool heeft twee open<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de klankkast, <strong>in</strong> de vorm van<br />
een f en een gespiegelde f.<br />
'Ik zie niks.'<br />
'Laat het licht <strong>in</strong> de andere open<strong>in</strong>g vallen. Wat zie je nu?' 'Daar<br />
zit een etiketje of zoiets.'<br />
'Wat staat daar op?'<br />
'Gagliano, lijkt me.'<br />
'Gagliano was ook een bekende vioolbouwer. Zijn violen zijn<br />
ook kostbaar. Maar lang niet zoals een Stradivarius, of een<br />
Guamen.'<br />
'Speelt Frans op een viool van Gagliano?'<br />
'Nee, Frans heeft een Lefèvre. Ook heel mooi. Ik neem aan dat<br />
Kozijnse niet weet wie Gagliano is.'<br />
'Vast niet. Hij zal het etiketje niet eens ontdekken.'<br />
'Ik ben benieuwd.'<br />
Annette vertrok en ]ustus g<strong>in</strong>g met de vioolkist naar de vlier<strong>in</strong>g.<br />
Daar verborg hij hem achter de stapel oude planken.<br />
Twee weken moest hij wchten voordat Kozijnse weer ver-<br />
scheen. Het leken twee maanden.<br />
'Goeiemorgen, ]ustus. Hoe staan de zaken?'<br />
'Dag meneer Kozijnse. Rustig. Ik overwerk me niet.'<br />
'Is het leven 's een tijdje makkelijk voor je', zei Kozijnse hartelijk.<br />
'In deze kast ontbreekt een plank', zei ]ustus. 'Ik geloof dat er<br />
op de vlier<strong>in</strong>g nog planken liggen. Zal ik er een <strong>in</strong>zetten?'<br />
'Dat is goed, jongen.'<br />
'Ik ga er direct een halen.'<br />
Hij g<strong>in</strong>g naar de vlier<strong>in</strong>g en vond de viool. Bijna was hij met<br />
alleen de viool naar beneden gegaan. Bij het trapgat merkte hij het.<br />
Sukkel, dacht hij, grote sukkel. Beheers je. Denk na. Maak niet<br />
onmiddellijk een fout.<br />
Met een plank en de vioolkist kwam hij het kantoortje <strong>in</strong>. Hij<br />
129
legde de kist achteloos op een stoel en begon op te meten hoeveel<br />
er van de plank moest worden afgezaagd.<br />
'Wat heb je daar?'<br />
'Lag onder de planken. Lijkt me een vioolkist. Ik dacht dat u die<br />
misschien nooit was tegengekomen.'<br />
Kozijnse maakte de kist open.<br />
'Er zit zelfs nog een viool <strong>in</strong>. Kan niet veel soeps zijn. Wil jij hem<br />
hebben?'<br />
Justus kwam uit de kast te voorschijn.<br />
'Ik kan geen viool spelen.'<br />
'Alles kan geleerd worden. Nou, hebben of niet? Anders zetten<br />
we hem bij de vuilnis.'<br />
'Goed, dan neem ik hem wel mee. Bedankt.'<br />
Kijk, het liep meteen al anders dan hij had gedacht. Het plan<br />
moest iets worden aangepast. Toen Kozijnse weg was, belde hij<br />
Noortje. Hij vertelde hoe het was gegaan.<br />
'Laten we het volgende doen', g<strong>in</strong>g hij verder. 'Alles moet zo<br />
dicht mogelijk bij de waarheid zijn, dan vergissen we ons m<strong>in</strong>der<br />
gauw. Ik stel voor dat jij morgen als ik uit mijn werk kom, dus tus<br />
sen de middag, met Bashir door de straat komt lopen, zodat ik jul<br />
lie tegenkom. Je kent Bashir. Ik zal hem vanavond vragen of hij je<br />
wil afhalen.'<br />
'Ik heb morgenochtend een aardrijkskundeproefwerk.'<br />
'Tot hoe laat?'<br />
'Tot half een.'<br />
'Dan doen we het daarna. Ik zal de vioolkist bij me hebben. Die<br />
zie jij. Je zegt de d<strong>in</strong>gen die we hebben afgesproken.'<br />
'Is dat niet een beetje onz<strong>in</strong>? Dat horen toch alleen wij drieën.'<br />
'Het is om te zorgen dat ik me niet verspreek. Alles moet zo echt<br />
mogelijk zijn. Doe je het?'<br />
'Natuurlijk.'<br />
'Hé! Dag Bashir', riep Justus.<br />
'Ha Justus.'<br />
'Heb je een nieuwe vriend<strong>in</strong>?'<br />
'Dit is Noortje. Noortje van der Molen', zei Bashir met een<br />
grijns.<br />
130
'Justus Verdaasdonk.'<br />
Wat heeft-ie serieuze trekjes, dacht Noortje en ze slikte een lach <strong>in</strong>.<br />
Ze liepen samen op, keuvelend over de d<strong>in</strong>gen van de dag.<br />
Omdat Noortje niet over de viool begon, zei Justus maar eens:<br />
'Ik heb een oude viool gevonden op de vlier<strong>in</strong>g van het huis<br />
waar ik werk. Ik heb 'm gekregen van de eigenaar.'<br />
'Van Kozijnse?' vroeg Noortje.<br />
'Ja.'<br />
'Dan is die viool van ons. Wij woonden daar vroeger. Mijn<br />
vader zei pas nog dat hij een papier heeft, waarop staat dat hij een<br />
viool bezit. Een eigendomsbewijs.'<br />
Justus hurkte en maakte de vioolkist open. 'Dit is-ie. Herken je<br />
hem?'<br />
'Nee, ik heb die viool nooit gezien. Mijn vader evenm<strong>in</strong>, geloof<br />
ik. Waar lag hij ?'<br />
'Achter een stapel planken op de vlier<strong>in</strong>g.'<br />
'Het huis is generaties lang <strong>in</strong> onze familie geweest. Misschien<br />
staat het eigendomsbewijs op naam van mijn grootvader.'<br />
'Kozijnse heeft mij die viool cadeau gegeven.'<br />
'Mooi', zei Noortje, 'dan kun je hem zo aan me doorgeven. Hij<br />
is ongetwijfeld van mijn vader. Die heeft alles van zijn vader<br />
geërfd.'<br />
Ze begon de kist dicht te maken.<br />
'Ho eens even. Stel, het is een kostbare viool. Hij is dus <strong>in</strong> ieder<br />
geval oud. Ik weet niet of muziek<strong>in</strong>strumenten meer waard worden<br />
als ze antiek zijn, zoals kasten en schilderijen en zo, maar als hij<br />
veel waard is, moet ik eerst met Kozijnse overleggen.'<br />
'Hij is van ons', zei Noortje en ze deed haar best om hebberig te<br />
kijken.<br />
'Dat zal moeten blijken', constateerde Justus koeltjes.<br />
'Als die viool komt uit huis van Noortje en hij nu is van jou,<br />
kun je hem toch geven aan haar', vond Bashir. Hij keek er zo<br />
trouwhartig bij, dat je zou zweren dat hij het meende.<br />
'Nee. Meneer Kozijnse heeft me de viool gegeven <strong>in</strong> de veron<br />
derstell<strong>in</strong>g dat het een waardeloos d<strong>in</strong>g is. Mocht blijken dat hij<br />
meer dan, zeg f75,- waard is, dan zou het onbehoorlijk zijn hem te<br />
houden. Dan moet ik dat met meneer Kozijnse overleggen.'<br />
131
'Wat zijn we weer eerlijk', grijnsde Bashir.<br />
'Tja, dat ben ik nu eenmaal.'<br />
's Middags g<strong>in</strong>g Justus met de viool naar zijn moeder. Hij vertelde<br />
<strong>in</strong> het kort wat hij van plan was. Het meeste wist ze trouwens al.<br />
Ze keek hem hoofdschuddend aan.<br />
'Ik begrijp we<strong>in</strong>ig van je.'<br />
'Zou Christiaan Correct dit niet hebben gedaan?'<br />
'Mijn vader?' Ze dacht na. 'Nee, zoiets zou hij niet hebben gedaan.'<br />
'Ik probeer onrecht te herstellen.'<br />
'Maar op een manier die .. .'<br />
'Nou?'<br />
'Op een manier die .. .'<br />
'Me op vader doet lijken?'<br />
Ze lachte. 'Je had het niet treffender kunnen zeggen.'<br />
'Ik wil graag dat je iets voor me doet', zei Justus. 'Je kunt zo<br />
goed tekenen. Zou je een eigendomsbewijs kunnen fabriceren dat<br />
er uitziet alsof het honderd jaar geleden is gemaakt, op oud papier<br />
dus, met wat vegen en krassen en ouderwetse <strong>in</strong>kt, of weet ik veel,<br />
nou ja, je snapt wat ik bedoel.'<br />
'Dat is valsheid <strong>in</strong> geschrifte.'<br />
'Helemaal niet. Je beschrijft deze viool, je schrijft dat er een eti<br />
ket <strong>in</strong> zit waarop de naam Gagliano staat vermeld, en dat staat er,<br />
kijk maar .. .'<br />
Hij liet het haar zien.<br />
.<br />
' ... en je schrijft dat hij eigendom is van B.S.C. van der Molen,<br />
en daar is niks fouts mee. Want de viool " was van mij en ik heb hem<br />
cadeau gegeven aan de wettige erfgenaam van B.S.C. van der<br />
Molen. Dus niks valsheid <strong>in</strong> geschrifte.'<br />
'Hm', zei moeder.<br />
'Doe je het?'<br />
'Ik zou het eens kunnen proberen.' Hij gaf haar een klapzoen.<br />
'Na het weekend klaar?'<br />
'Ik moet het geschikte papier v<strong>in</strong>den, en een kroontjespen en .. .'<br />
'Een week?' vroeg Justus. 'Ik laat de viool bij jou. Hier is een<br />
papiertje met wat vaktermen: klankkast, zangbalk, stapel, dat<br />
soort d<strong>in</strong>gen.'<br />
132
Frans Nachtegaal had een beschrijv<strong>in</strong>g voor hem gemaakt.<br />
Hoofdschuddend keek ze hem aan.<br />
'En niemand laten zien, hoor.'<br />
'Ook niet aan vader?'<br />
Justus dacht na.<br />
'Nog niet. Later zal ik het hem allemaal vertellen.'<br />
Het was maar goed dat er we<strong>in</strong>ig werk was <strong>in</strong> de Karpatenstraat,<br />
want zijn hoofd stond er niet naar. Met het huiswerk voor de<br />
avondschool wilde het ook niet vlotten. Hij g<strong>in</strong>g er 's avonds trouw<br />
heen en probeerde zich te concentreren, maar zijn gedachten<br />
dwaalden steeds af. Hetzelfde gebeurde als hij 's middags op zijn<br />
kamer zat en probeerde algebrasommen te maken. Alles moest per<br />
fect <strong>in</strong> elkaar steken, alles wat hij g<strong>in</strong>g zeggen tegen Kozijnse moest<br />
de goede toon hebben, want de man keek slim uit z'n ogen.<br />
De vriendschap met Noortje groeide met de dag. Hoe kan het<br />
ook anders als je samen met zoiets bezig bent. Een vluchtig zoentje<br />
's avonds na de bioscoop ontwikkelde zich tot een veel tijdrovender<br />
afscheid. Aangenaam, vond Justus, heel aangenaam. Hij voelde<br />
nieuw zelfvertrouwen <strong>in</strong> zich groeien. Misschien vonden meisjes<br />
hem toch niet zo'n sukkel als hij altijd had gedacht. Misschien<br />
vond vooral Noortje dat niet. Misschien wás hij het ook niet.<br />
Hij voelde een vaag schuldgevoel tegenover Stijn. Stijn zat <strong>in</strong> een<br />
dip. Justus betrapte zich erop dat hij geen z<strong>in</strong> had naar hem toe te<br />
gaan. Kom op, daar moest hij zich overheen zetten. Weet je wat, hij<br />
g<strong>in</strong>g Stijn bij het project betrekken. Dat zou hem opbeuren. Of zou<br />
hij Joke eens opzoeken? Och nee, dat had we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>. Hij had haar<br />
pas nog weer achterop zien zitten bij die gozer met z 'n chroom. Zij<br />
had nu ook een leren jasje aan, onherkenbaar was ze. Misschien<br />
kreeg ze er b<strong>in</strong>nenkort genoeg van. Zou Stijn haar dan terug wil<br />
len? Moeilijk te zeggen. Wat weet je we<strong>in</strong>ig van elkaar zo gauw het<br />
belangrijk wordt. Gelukkig hoefde hij die vraag niet te beantwoor<br />
den. Hij wenste dat Kozijnse wat vaker kwam dan eens <strong>in</strong> de veer<br />
tien dagen. Wachten duurt lang als je ergens <strong>in</strong>tens benieuwd naar<br />
bent.<br />
133
12<br />
Toen de heer Kozijnse e<strong>in</strong>delijk weer op kantoor verscheen, lag de<br />
vioolkist zichtbaar, aandachttrekkend, op tafel. Justus zat achter<br />
het bureau. Hij was geconcentreerd bezig. Zo zag het er <strong>in</strong> ieder<br />
geval uit. Hij had werkjes opgespaard voor als zijn baas er was,<br />
zodat hij de man tijdens een gesprek niet steeds <strong>in</strong> de ogen zou hoe<br />
ven kijken. Hij was niet zo zeker van zichzelf als het aankwam op<br />
onbevangen verz<strong>in</strong>sels opdissen.<br />
Je zou het ook gewoon liegen kunnen noemen, dacht hij streng.<br />
'Zo, Justus, hoe staat het leven, jongen.'<br />
'Prima. U ook?'<br />
Kozijnse liet zijn zware lichaam neer <strong>in</strong> de enige stoel die met<br />
een beetje fantasie aanspraak kon maken op de benam<strong>in</strong>g fauteuil<br />
en depte zijn voorhoofd met een zakdoek, zo uitvoerig alsof hij net<br />
de marathon had gelopen.<br />
'Ik zie dat je die ouwe viool niet hebt meegenomen.'<br />
'Jawel, meneer Kozijnse. Maar er is iets mee. Dat wilde ik u ver<br />
tellen.'<br />
'0 ja?'<br />
Het klonk we<strong>in</strong>ig geïnteresseerd. Zijn gedachten waren kenne-<br />
lijk elders.<br />
'Ik heb die viool laten zien aan een kennis van ons.'<br />
'Ons?'<br />
'Van onze familie. Een zekere meneer Nachtegaal.'<br />
'Wonend <strong>in</strong> het bronsgroen eikenhout.' Wat kon die Kozijnse<br />
melig zijn bij tijd en wijle.<br />
'Meneer Nachtegaal weet heel veel van violen. Ze zijn z'n lust<br />
en z'n leven, en z'n deskundigheid.'<br />
'En die meneer Nachtegaal zei dat deze viool een Stradivarius is.'<br />
'Zoiets ja.'<br />
De ogen van Kozijnse werden plotsel<strong>in</strong>g oplettend. Hij stond op<br />
en opende de kist.<br />
gen.'<br />
'Ik zie dat je wat herstelwerkzaamheden hebt verricht.'<br />
'Ik heb een paar oude snaren van die meneer Nachtegaal gekre<br />
134
Frans had de viool losjes met vier nog bruikbare snaren van<br />
hemzelf bespannen.<br />
Kozijnse nam het <strong>in</strong>strument <strong>in</strong> zijn handen. Hij probeerde er<br />
zonder veel succes op te tokkelen.<br />
'Tja. Typisch de klank van een Stradivarius .. .'<br />
'Als u door dat gat kijkt, ziet u een etiketje.'<br />
Kozijnse haalde een lees brilletje te voorschijn en tuurde. 'Wat<br />
staat daarop?'<br />
'Gagliano.'<br />
'Zegt me niks.'<br />
'Meneer Nachtegaal wil u spreken', zei Justus. 'Hij komt straks<br />
even langs. Ik vertelde hem dat u er vanmorgen waarschijnlijk zou<br />
zijn. En hij zei ook dat we goed op de viool moesten passen. Hij zei<br />
het wel drie keer.'<br />
'Zo.'<br />
'Ik moet u nog iets vertellen', g<strong>in</strong>g Justus verder. 'Ik heb waar<br />
schijnlijk iets stoms gedaan. Nou ja, ik kon het niet echt helpen.'<br />
'Een kop koffie over het kasboek gegooid?'<br />
'Nou nee. Toen ik de viool mee naar huis nam, kwam ik op<br />
straat een vriend van me tegen. Die had een meisje bij zich. Een<br />
zekere Noortje. Noortje van der Molen.'<br />
'Van der Molen. Van mijn oude buurman?'<br />
'Van de vorige eigenaar van dit huis.'<br />
'En?'<br />
'Ze zag de viool. Ze vroeg waar die vandaan kwam.'<br />
'Jij zei dat haar dat niets aang<strong>in</strong>g.'<br />
'Nee, jammer genoeg niet. Ik vertelde dat ik hem op de vlier<strong>in</strong>g<br />
had gevonden en van u had gekregen. Toen zei ze dat haar vader<br />
nog een oud eigendomsbewijs van een viool had - of het eigen<br />
domsbewijs van een oude viool - en dat hij zeker van hen was en<br />
dat ze hem meenam.'<br />
'Mensen zeggen altijd te veel', verkondigde Kozijnse. 'Weet je<br />
wat het grootste succes geeft <strong>in</strong> zaken, jongeman? Anderen laten<br />
praten en zelf je mond houden. Maar goed, je hebt de viool kenne<br />
lijk niet meegegeven.'<br />
'Nee, dat niet. Maar er is een brief gekomen van de vader van<br />
dat meisje. Aan u gericht, maar ik heb hem opengemaakt, omdat<br />
135
ik dacht dat het over de HbR g<strong>in</strong>g. Hier is hij.'<br />
Hij overhandigde Kozijnse een grote bru<strong>in</strong>e enveloppe. Er zat<br />
een kle<strong>in</strong> briefje <strong>in</strong> en nog een vel papier. Kozijnse las hardop voor:<br />
'Geachte heer Kozijnse<br />
Naar ik meen te weten bev<strong>in</strong>dt zich. <strong>in</strong> het pand Karpatenstraat 23<br />
nog een viool, daar achtergebleven toen wij zijn verhuisd. Zoals u<br />
kunt zien op de fo tokopie van het eigendomsbewijs die ik hier bijvoeg,<br />
is die viool mijn eigendom. Ik verzoek u mij het <strong>in</strong>strument<br />
terug te bezorgen, dan wel me te laten weten waar en wanneer ik<br />
het kan komen halen.<br />
Hoogachtend<br />
B.L. van der Molen.'<br />
Kozijnse bekeek het eigendomsbewijs.<br />
'Het zou dus <strong>in</strong>derdaad een Gagliano zijn. Misschien zijn<br />
Gagliano's heel wat waard, misschien wel duizenden guldens. Dat<br />
zou bepaald aardig zijn. Je zou het trouwens niet zeggen als je dit<br />
ouwe lijk ziet, maar mensen geven geld voor de gekste d<strong>in</strong>gen.<br />
Enf<strong>in</strong>, daar kan die meneer Nachtegaal van jou dus uitsluitsel over<br />
geven.'<br />
, Als het een kostbare viool is, hebt ti daar niet veel aan', zei<br />
Justus. 'Hij is immers eigendom van die meneer Van der Molen?'<br />
'Dat zit nog.'<br />
'Dat eigendomsbewijs lijkt mij echt.'<br />
'Misschien, misschien. Maar een viool die duizenden waard is,<br />
laat je toch niet achter. Die laat je toch niet op de vlier<strong>in</strong>g liggen.<br />
Vreemd verhaal hoor. Daar zou ik eerst eens wat meer over willen<br />
weten.'<br />
Kozijnse nam een opgevouwen ochtendblad uit zijn zak en ver<br />
diepte zich <strong>in</strong> de toestand van de wereld. Justus g<strong>in</strong>g door met zijn<br />
werk, maar had zijn gedachten er natuurlijk niet bij. Tot zover g<strong>in</strong>g<br />
het redelijk. Kozijnse raakte kennelijk geïnteresseerd. Nu maar<br />
hopen dat Frans zijn rol goed zou spelen.<br />
Hij kwam tegen elven. Hij had een stemmig accoutantspak aan,<br />
driedelig, en gedroeg zich afstandelijk, bijna uit de hoogte. Daar<br />
door leek hij een heel andere man dan de Frans die Justus kende.<br />
136
'U bent meneer Nachtegaal?'<br />
'Dat ben ik.'<br />
'Kozijnse. '<br />
Ze gaven elkaar een hand.<br />
'Jusrus heeft koffie gemaakt. Wilt u ook?'<br />
'Nee dank u. Ik dr<strong>in</strong>k zelden koffie. Ik kom langs om een paar<br />
opmerk<strong>in</strong>gen te maken over de viool.'<br />
Hij maakte een hoofdgebaar <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van de kist.<br />
'Denkt u dat het een kostbaar <strong>in</strong>strument is?'<br />
'Ik heb er vluchtig naar gekeken. Ik wilde hem niet uitvoerig en<br />
<strong>in</strong> detail bekijken zonder uw toestemm<strong>in</strong>g. Op het eerste gezicht<br />
leek het me de moeite waard hem niet bij het vuilnis te zetten, zoals<br />
bijna was gebeurd volgens Jusrus. Als u me toestaat .. .' Hij nam de<br />
viool uit de kist.<br />
Met grote tederheid hield Frans de viool vast. Alsof het een zui<br />
gel<strong>in</strong>g was. Hij tikte er zachtjes tegen, snoof eraan, liep ermee naar<br />
het raam, hield hem ondersteboven.<br />
'En?' vroeg Kozijnse ongeduldig.<br />
Nachtegaal zei niets, legde de viool op tafel en haalde een loep<br />
uit zijn vestzak. Daarmee begon hij de rand en de f-gaten van<br />
het <strong>in</strong>strument aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.<br />
Hij leek volledig <strong>in</strong> trance. Kozijnse en Jusrus zwegen eerbiedig.<br />
Nachtegaal stond op om opnieuw de viool <strong>in</strong> het licht te houden.<br />
'En?'<br />
Geen antwoord. Het onderzoek met de loep werd hervat. Jusrus<br />
keek er met bewonder<strong>in</strong>g naar. Hij betrapte zich erop dat hij zelf<br />
g<strong>in</strong>g denken dat het om een bijzonder <strong>in</strong>strument g<strong>in</strong>g.<br />
E<strong>in</strong>delijk legde meneer Nachtegaal de viool terug <strong>in</strong> zijn kist.<br />
'En?'<br />
'Ik kan niets zeggen.<br />
'Is het een kostbare viool?'<br />
'Zonder nauwkeuriger onderzoek kan ik niets zeggen. Ik wil<br />
geen verwacht<strong>in</strong>gen wekken.'<br />
'Is een Gagliano een kostbaar <strong>in</strong>strument?' vroeg Kozijnse.<br />
'Het zou me verbazen als het een Gagliano was.'<br />
'O?' Het klonk teleurgesteld. 'Waarom zit er dan een etiket <strong>in</strong><br />
met de naam Gagliano erop?'<br />
137
'Er zijn gevallen bekend', zei meneer Nachtegaal langzaam, 'dat<br />
er een valse naam <strong>in</strong> een viool werd geplakt om te verhullen dat het<br />
een kostbaarder <strong>in</strong>strument is.'<br />
'Dus u denkt dat het om een viool gaat die nog kostbaarder is<br />
dan een Gagliano?' zei Kozijnse met glimmende ogen.<br />
'Dat is niet onmogelijk.'<br />
'Een Stradivarius?'<br />
'Nee nee, dit is geen Stradivarius.'<br />
'Wat dan?'<br />
'Hoor eens hier, meneer Kozijnse, ik ga u geen d<strong>in</strong>gen zeggen die<br />
ik niet kan verantwoorden.'<br />
Kozijnse haalde diep adem.<br />
'Hoe komen we erachter?' vroeg hij.<br />
'Nauwkeurig onderzoek. Door meerdere experts. U kent mij<br />
niet, dus ik bied niet aan de viool mee te nemen. Als u wilt, kan ik<br />
terugkomen met wat hulpmiddelen om met meer zekerheid te kun<br />
nen zeggen of nader onderzoek aan te raden is. Zo'n onderzoek<br />
kost natuurlijk geld. Enkele duizenden guldens.'<br />
'Hoeveel zou hij waard kunnen zijn?' Nachtegaal haalde zijn<br />
schouders op. 'Kunt u niet een schatt<strong>in</strong>g maken?'<br />
'Ik denk er niet over', zei de heer Nachtegaal afgemeten.<br />
'Wat is de waarde van een Gagliano?'<br />
'Dat hangt ervan af. Zeg honderdduizend gulden als het <strong>in</strong>stru-<br />
ment geen ernstige gebreken heeft.'<br />
'En deze viool zou meer waard kunnen zijn? Veel meer?'<br />
'Zou kunnen.'<br />
'Moet ik meer denken aan vijfhonderdduizend? Een miljoen?'<br />
Opnieuw haalde Nachtegaal zijn schouders op. Zijn houd<strong>in</strong>g druk<br />
te uit dat hij de geldwaarde nauwelijks <strong>in</strong>teressant vond. Je vraagt<br />
toch ook niet wat de prijs van een geliefde is.<br />
'Als de viool aan een nauwkeurig onderzoek wordt onderwor<br />
pen, blijft dat dan geheim?' vroeg Kozijnse.<br />
'Nee, dat kan ik niet garanderen. Daar worden meerdere perso<br />
nen bij betrokken. Als het <strong>in</strong>derdaad ... , als het een <strong>in</strong>strument van<br />
een befaamde bouwer zou zijn, dan is dat groot nieuws <strong>in</strong> ons vak.<br />
Dat hou je niet stil.'<br />
'Bent u vioolbouwer?'<br />
138
'Kent u Amsterdam, meneer?' vroeg Nachtegaal uit de hoogte.<br />
'Daar woon ik.'<br />
'Kijkt u dan eens <strong>in</strong> de gids onder de naam Nachtegaal.'<br />
'Ik zou het op prijs stellen als u nog niet over deze vondst sprak<br />
met anderen', zei Kozijnse. 'Wanneer zou u weer kunnen komen?'<br />
'De komende twee weken niet. Op z'n vroegst over veertien<br />
dagen.'<br />
dig?'<br />
'Heel graag. Vandaag over veertien dagen. Wat ben ik u schul<br />
'Dat heeft geen haast', antwoordde meneer Nachtegaal.<br />
Hij gaf Kozijnse een hand, zei 'Dag Justus', wierp nog een lief<br />
devolle blik op de viool en vertrok.<br />
Over het moment dat nu kwam had Justus het langst nagedacht.<br />
Hoe moest hij zich gedragen? Als hij te enthousiast zou geloven dat<br />
ze met een beroemde viool van doen hadden, zou Kozijnse dat<br />
wellicht verdacht v<strong>in</strong>den. Niet enthousiast kon ook niet. Hij had<br />
besloten dat 'stomme verbaz<strong>in</strong>g' het best was.<br />
Daarom liep hij, toen Frans was vertrokken, naar de tafel<br />
en staarde zwijgend naar de viool, die daar <strong>in</strong> de open kist lag.<br />
Kozijnse was gaan zitten en ook zijn blik g<strong>in</strong>g nadenkend richt<strong>in</strong>g<br />
viool.<br />
Voorzichtig nam Justus het muziek<strong>in</strong>strument uit zijn bedje.<br />
'Pas op', zei Kozijnse. 'Laat hem niet vallen.'<br />
Er g<strong>in</strong>g een vreugdegolf door Justus heen. Kozijnse geloofde wat<br />
Frans had gezegd. Meteen volgde de domper:<br />
'Het is natuurlijk hoogst onwaarschijnlijk dat we een echt kost<br />
bare viool <strong>in</strong> handen hebben. Hoe goed ken jij die Nachtegaal?'<br />
'Mijn ouders kennen hem. Ik nauwelijks.'<br />
'Kan hij er belang bij hebben mij te laten denken dat we iets<br />
duurs hebben, terwijl het d<strong>in</strong>g niks waard is?' dacht Kozijnse hard<br />
op. Hij verwachtte geen antwoord van Justus, die er ook niet over<br />
piekerde er een te geven.<br />
'Wat zou zijn belang kunnen zijn? Een dure expertise, een<br />
onderzoek met een negatief resultaat, waar hij een paar duizend<br />
gulden voor kan declareren? Ja, dat zou heel goed kunnen.' Hij<br />
denkt dat alle mensen zijn zoals hij zelf is, dacht Justus. 'Weet die<br />
139
meneer Nachtegaal dat er een eigendomsbewijs van deze viool<br />
bestaat, met de naam Gagliano erop?'<br />
'Nee', antwoordde J ustus, 'dat kan hij volgens mij niet weten. Ik<br />
heb alleen gezegd, toen ik hem bij mijn ouders ontmoette, dat ik de<br />
viool van u had gekregen en dat u hem eigenlijk bij het vuilnis<br />
wilde zetten.'<br />
'Dat jij hem van mij hebt gekregen ... Hoor eens hier, Justus, je<br />
begrijpt toch wel dat als het <strong>in</strong>derdaad een heel duur <strong>in</strong>strument is,<br />
jij er geen aanspraak op kunt maken.'<br />
'Nee natuurlijk niet', zei Justus trouwhartig, 'hij is toch van die<br />
meneer Van der Molen.'<br />
'Un un, daar gaan we nog niet meteen van uit.'<br />
'Maar dat eigendomsbewijs?'<br />
'We weten niet of dat rechtsgeldig is. We weten niet of hij het<br />
orig<strong>in</strong>eel echt heeft. We weten niet of het op deze viool slaat. Nee,<br />
er zou heel wat te bewijzen vallen voor meneer Van der Molen. En<br />
aangezien hij niet de snuggerste is .. .' ' ... enuwel...'.<br />
Kozijnse gr<strong>in</strong>nikte. 'Aangezien hij niet de snuggerste is, heeft hij<br />
een juridische strijd om de viool nog niet zomaar gewonnen.' En hij<br />
voegde er aan toe: 'Zolang hij het <strong>in</strong>strument niet <strong>in</strong> handen heeft.'<br />
Justus knikte.<br />
, Als ik hier veel geld uit sleep, beloof ik je dat je een leuk percen<br />
tage krijgt. Ik zal het goed met je maken, vertrouw daar maar op.<br />
Tenslotte heb jij de viool gered van het vuilnis.' Hij nam het <strong>in</strong>stru<br />
ment over van Justus, die het nog steeds <strong>in</strong> zijn handen had. 'Een<br />
Stradivarius bij het vuilnis, stel je dat eens voor.' 'Het is geen<br />
Stradivarius', zei meneer Nachtegaal.'<br />
'Nou ja, een soortgelijke beroemdheid.'<br />
Hij legde de viool terug <strong>in</strong> zijn kist. De voorzichtigheid waarmee<br />
hij dat deed, maakte Justus weer optimistischer. 'Luister Justus', zei<br />
Kozijnse. 'We hebben hier te maken met een gecompliceerde situ<br />
atie. We weten niet of het een bijzondere viool is. Als het dat is,<br />
mag het niet bekend worden, voordat ik weet wie eigendomsrecht<br />
kan claimen. Hij is gevonden <strong>in</strong> mijn huis, ik heb hem <strong>in</strong> handen,<br />
ik moet door een jurist laten uitzoeken welke rechten me dat geeft.<br />
Het is voorlopig van het grootste belang dat dit alles niet bekend<br />
wordt. Zwijgen, zwijgen als het graf. Kan ik daarop rekenen?'<br />
140
'Ik zeg niks.'<br />
'Ik wil rustig nadenken over wat me te doen staat. Misschien<br />
advies <strong>in</strong>w<strong>in</strong>nen bij mijn bedrijfsjurist, maar dan zonder hem de<br />
details te vertellen. We hebben de tijd. Nachtegaal komt pas weer<br />
over veertien dagen.<br />
Hij maakte de vioolkist dicht.<br />
'Zo, die gaat hier <strong>in</strong> de kast. Ik doe de kast op slot en neem de<br />
sleutel mee. Niet dat ik jou niet vertrouw, gewoon omdat het veili<br />
ger is. Ik zie je weer over twee weken. Als er iets is, bel je maar. En<br />
denk eraan:- geen woord, tegen niemand.'<br />
'Geen woord.'<br />
'Je bent een puike medewerker.'<br />
Kozijnse ramde Justus op zijn schouder ten bewijze van zijn<br />
vriendschap en g<strong>in</strong>g zijns weegs.<br />
's Avonds zaten ze bij elkaar, bij de familie Nachtegaal thuis. Ook<br />
Noortje en Bashir waren er. Ze hadden allemaal verhoogde bloed<br />
druk, zo leek het, of een geestverruimend middel gesnoven. Of was<br />
het gewoon adrenal<strong>in</strong>e <strong>in</strong> het bloed, veroorzaakt door opw<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g?<br />
'Frans was geweldig', zei Justus. Frans keek bescheiden.<br />
'Absoluut geweldig. Hij zag Kozijnse nauwelijks. De man <strong>in</strong>te<br />
resseerde hem niet. Alleen de viool. De liefde voor het <strong>in</strong>strument<br />
straalde uit zijn ogen.'<br />
'Geloofde hij me? Denkt hij dat hij een miljoen, of meer, <strong>in</strong> han<br />
den heeft?'<br />
'Dat durf ik niet te zeggen', zei Justus. 'De man is van nature<br />
wantrouwend. '<br />
'Omdat hij zelf niet te vertrouwen is', zei Annette.<br />
'Hij zei dat je misschien uit was op een opdracht om de viool te<br />
onderzoeken omdat je daar veel geld aan zou verdienen.'<br />
'Ook een aardige mogelijkheid', vond Frans.<br />
'Maar hij borg de viool met zoveel zorg en voorzichtigheid op,<br />
dat ik weer moed kreeg.'<br />
'Wat nu zal hij doen?' vroeg Bashir.<br />
'Nadenken. Met zijn jurist praten over wiens eigendom het d<strong>in</strong>g<br />
is. En daar heeft hij twee weken de tijd voor', zei Justus met een<br />
vraag <strong>in</strong> zijn stem, terwijl hij naar Frans keek.<br />
141
'Ja, dat had ik je nog willen zeggen', zei Frans. 'Je dacht natuur<br />
lijk: waarom geeft hij hem zo veel tijd? Waarom zegt hij niet dat hij<br />
morgen terugkomt.'<br />
'Dat dacht ik, ja.'<br />
'Over twee weken gaat mijn broer Koos, de vioolbouwer, drie<br />
weken met vakantie. Ik pas dan op zijn huis. Ik krijg de sleutel en<br />
ik ga er tweemaal per week heen. Dat kan handig zijn. Ten eerste<br />
kan ik dan wat boeken van hem meenemen waar<strong>in</strong> violen van de<br />
beroemde bouwers worden beschreven, zonder dat ik Koos bij de<br />
zaak hoef te betrekken. Dat ziet er overtuigend uit voor Kozijnse.<br />
Ten tweede zou het kunnen zijn dat ik hem een keer mee moet<br />
nemen naar huis. Dan is het natuurlijk helemaal prachtig als ik <strong>in</strong><br />
de zaak van mijn broer terecht kan.'<br />
'Zou Koos dat goed v<strong>in</strong>den?' vroeg Annette.<br />
'Dat kunnen we hem dan niet vragen, want hij is met vakantie',<br />
zei Frans laconiek.<br />
Intussen zaten ze <strong>in</strong> onzekerheid over wat Kozijnse nu g<strong>in</strong>g<br />
doen. Het was onwaarschijnlijk dat hij zich bij een volgend bezoek<br />
van Frans totaal zou laten overtuigen dat hij met een kostbare<br />
viool van doen had. Hij zou meer zekerheid willen. 'Tenzij .. .', zei<br />
Annette.<br />
'Tenzij wat?'<br />
'Tenzij de viool wordt gestolen.'<br />
'Dan bezit hij hem niet meer', zei Justus.<br />
'Bijna wordt gestolen. Er wordt <strong>in</strong>gebroken. Er wordt naar de<br />
viool gezocht. Hij wordt niet gevonden, maar de sporen van<br />
<strong>in</strong>braak zijn zichtbaar.'<br />
'Kozijnse zou denken dat Van der Molen heeft geprobeerd zijn<br />
eigendom terug te halen', meende Justus.<br />
'Ja, dat zou hij denken. Hij zou ook denken dat het een dure<br />
viool moet zijn, anders breek je er niet voor <strong>in</strong>. Zijn verdenk<strong>in</strong>g dat<br />
de heer Nachtegaal op een goed betaald onderzoek uit is, wordt<br />
dan ook ondermijnd.'<br />
'Hij ligt dus <strong>in</strong> een kast?' vroeg Frans.<br />
'Ik denk <strong>in</strong> de muurkast <strong>in</strong> de kamer waar nu het kantoor is', zei<br />
Noortje.<br />
'Klopt.'<br />
142
'En Kozijnse heeft de sleutel?'<br />
'Ja, maar voor een <strong>in</strong>breker is die kast best open te krijgen.' 'En<br />
dan neemt hij de viool mee, wat niet de bedoel<strong>in</strong>g is', zei Annette.<br />
J ustus dacht na.<br />
'Daar weet ik iets op. In het bureau ligt een bos reservesleutels.<br />
Ook van de kast, dat heb ik al bekeken. Stel ik vertrouw het<br />
niet. Ik verberg de viool ergens <strong>in</strong> huis, waar een dief hem m<strong>in</strong>der<br />
makkelijk v<strong>in</strong>dt. De dief breekt de kast open en noppes. Kozijnse<br />
schrikt zich eerst de pleuris, maar hoera, zijn voortreffelijke werk<br />
nemer heeft de viool gered.'<br />
'En zijn vertrouwen <strong>in</strong> jou is tot <strong>in</strong> de stratosfeer gestegen', zei<br />
Frans.<br />
'Probleem', bracht Noortje te berde. 'Kozijnse denkt dat mijn<br />
vader de viool gestolen heeft. Vader kent het huis op z'n duimpje.<br />
Hoe denk je de viool zo te verstoppen dat vader hem niet kan v<strong>in</strong><br />
den? Ik bedoel: dat vader hem niet zou kunnen v<strong>in</strong>den als hij<br />
ernaar zocht.'<br />
'Zo'n plekje v<strong>in</strong>d jij voor me', zei Justus. 'Trouwens, zou je<br />
vader niet denken dat Kozijnse de viool blijkbaar heeft meegeno<br />
men naar Amsterdam?'<br />
Ze waren het erover eens dat het een goed plan was. Restte de<br />
vraag hoe het moest worden uitgevoerd.<br />
'Simpel', vond Noortje. 'Justus slaat morgenochtend een ruitje<br />
<strong>in</strong>, breekt de kast met een breekijzer open en gooit hier en daar wat<br />
meubilair om. Fluitje van een cent.'<br />
'Nee, zo moet dat niet, denk ik. Veel te l<strong>in</strong>k. Stel het je voor. Ik<br />
kom de volgende dag op kantoor en zie dat er is <strong>in</strong>gebroken. Dan<br />
moet ik de politie bellen. Die onderzoekt de zaak en ziet om de een<br />
of andere reden meteen dat het nep is.'<br />
'Welke reden?' vroeg Bashir.<br />
'Weet ik veel, het ruitje is vanuit de b<strong>in</strong>nenkant <strong>in</strong>geslagen, dat<br />
soort d<strong>in</strong>gen. Nee, ik ben ervan overtuigd dat we alles zo dicht<br />
mogelijk bij de werkelijkheid moeten houden, anders maken we<br />
fouten. Ik merkte het ook toen ik Kozijnse verslag moest uitbren<br />
gen van dat nepgesprek op straat, met jou en Bashir. Daar had ik<br />
toen enorm houvast aan.'<br />
143
'Ik denk dat je gelijk hebt, Justus', zei Frans. 'Er moet echt wor<br />
den <strong>in</strong>gebroken. Wie gaat dat doen?'<br />
'Ik ben nachtbl<strong>in</strong>d', zei Annette. 'En stel dat de politie me<br />
betrapt, dan gaan ze nog denken dat ik ook <strong>in</strong> dat geval met oom<br />
pje Vreugdenhill op geld uit was.'<br />
'Ik doen het', zei Bashir.<br />
'Nee, jij doen het niet', zei Justus streng. 'Als ze jou pakken ga je<br />
alsnog het land uit.'<br />
Ze keken naar Frans. 'Nee', zei die. 'Als ik betrapt zou worden,<br />
is dat heel overtuigend. Ik wil de viool hebben, ik ben er verliefd op<br />
geworden. Maar ik ben ongeschikt voor <strong>in</strong>braken. Mijn hart zou<br />
zo luid bonken dat de buren het zouden horen. Je kunt veel van me<br />
vragen, Justus, maar ik ga niet 's nachts ruitjes <strong>in</strong>slaan midden <strong>in</strong><br />
de stad. Laat mij maar toneel spelen.'<br />
'Ik dus', zei Noortje. 'Als ik word betrapt is het helemaal over-<br />
tuigend. Ik kom de viool van mijn vader halen.'<br />
Ze keken haar bezorgd aan. Zou ze dat aandurven?<br />
'Ik durf het eigenlijk niet, maar ik doe het.'<br />
'Ik ga mee', zei Justus.<br />
'Nee, dat is het domste wat we kunnen doen. Als jij <strong>in</strong>breekt <strong>in</strong><br />
het kantoor waar je werkt, halen ze gelijk de FBI erbij, of hoe heet<br />
dat <strong>in</strong> Nederland. Verdachter kan het niet.'<br />
'Ik weet wat', zei Justus. 'Ik vraag of Stijn met je meegaat. Stijn<br />
is mijn beste vriend. Hij is een beetje eigenaardig, hij schrijft<br />
gedichten en zo, maar hij is volstrekt betrouwbaar.'<br />
'En zou hij het doen?'<br />
'Zijn vriend<strong>in</strong>, die hij zijn hele leven heeft gehad, is van hem<br />
weggelopen. Hij denkt dat het leven niks meer waard is. Misschien<br />
geeft dit hem een kick. Het wordt tijd dat hij weer eens onder de<br />
mensen komt.'<br />
'Nou, onder de mensen', grijnsde Frans. 'Niet te veel mensen,<br />
hoop ik.'<br />
'Dá's goed', zei Stijn. 'Het maakt me niet uit of ik <strong>in</strong> de gevange<br />
nis zit of hier.'<br />
Justus gooide een prop naar zijn hoofd. 'Word wakker, man. Er<br />
is nog leven na Joke.'<br />
Hij had z<strong>in</strong> Stijn door elkaar te rammelen. Die zat maar te doen<br />
144
of zijn leven voorbij was, terwijl je zulke spannende d<strong>in</strong>gen kon<br />
doen als Kozijnse een aftands viooltje aansmeren.<br />
'Laten we eens onder ogen zien, beste Stijn, dat Joke niet het<br />
e<strong>in</strong>de van de wereld is.'<br />
'Hoe bedoel je?'<br />
'Wat is er eigenlijk aan haar? Waarom is ze zo bijzonder?'<br />
'Niks. Er is niks aan haar.'<br />
'Vond ze je gedichten mooi?'<br />
'Sommige.'<br />
'Hield ze van meteorologie?'<br />
'Ze haat meteorologie.'<br />
'Zoende ze zo goed?'<br />
'Jawel.'<br />
'Er zijn er meer die dat kunnen', zei Justus, als had hij niet pas<br />
enkele weken, maar jarenlange ervar<strong>in</strong>g.<br />
'Hier spreekt een expert', zei Stijn, met voor het eerst s<strong>in</strong>ds<br />
weken weer een vleugje humor <strong>in</strong> zijn stem.<br />
'Dus je doet het en je zorgt dat je niet <strong>in</strong> de gevangenis komt?'<br />
'Komt wel goed.'<br />
Justus wist <strong>in</strong>eens niet meer of het een goed idee was Stijn er<strong>in</strong> te<br />
betrekken. Als hij zo sloom en ongeïnspireerd was, liet hij zich wil<br />
loos pakken door de politie.<br />
'Het is niet de bedoel<strong>in</strong>g dat je gepakt wordt, snap je dat?<br />
Misschien kan het jou niet schelen, maar het is gevaarlijk voor het<br />
project.'<br />
'Ik zou zeggen dat Noortje de viool van haar vader komt halen<br />
en dat ik haar help. Omdat ze zo goed kan zoenen.'<br />
Justus wist niet of hij dit leuk vond.<br />
'De politie zou de viool willen zien. Ons plan zou <strong>in</strong> duigen<br />
vallen.'<br />
'Ach man, ik laat me niet pakken.'<br />
De huizen <strong>in</strong> de Karpatenstraat hadden een kle<strong>in</strong>e, ommuurde ach<br />
tertu<strong>in</strong>. Achter de achtermuur liep een paadje dat je kon gebruiken<br />
om een fiets achterom te rijden. Dat paadje werd ook gebruikt<br />
voor het uitlaten van honden, en dus was het eerste wat Stijn deed<br />
<strong>in</strong> een hondendrol trappen.<br />
145
'Ik wou dat er hier een lantaarnpaal stond', fluisterde hij.<br />
'Nee, dat wou je niet', zei Noortje. 'Hier rechts is een pol gras,<br />
daar kun je je schoen aan afvegen.'<br />
'Welke deur?'<br />
'Er staat 23 op, maar ik herken hem bl<strong>in</strong>del<strong>in</strong>gs. Hier is het.'<br />
'Heeft Justus de deur van het slot gedaan?'<br />
'Nee, het leek hem beter van niet. Kun jij op de muur klimmen?'<br />
Stijn hees zich op de muur en hielp daarna Noortje naar boven. Ze<br />
lieten zich snel aan de andere kant naar beneden glijden, want <strong>in</strong><br />
het flauwe licht van de stad zou iemand hen kunnen zien zitten.<br />
Hun ademhal<strong>in</strong>g begon gejaagder te gaan. Het is een vreemd<br />
gevoel als je op verboden terre<strong>in</strong> bent, <strong>in</strong> de nacht, ook al is het<br />
doel nog zo edel.<br />
Noortje nam Stijn bij de hand en leidde hem naar de achterkant<br />
van het huis.<br />
'Hier is de deur van de achterkamer. Justus heeft gezorgd dat de<br />
sleutel <strong>in</strong> het slot steekt, dus als we dit ruitje er uit halen kunnen<br />
we de sleutel omdraaien en de deur openen.'<br />
'De glassnijder.'<br />
Stijn kraste over de ruit, nadat hij eerst de ontstopper van zijn<br />
moeders gootsteen er tegen had gedrukt. Volgens vele misdadigers<br />
films zou hij zo geruisloos een rondje uit de ruit kunnen snijden. Dat<br />
lukte van geen kant. De ruit liet zich niet kisten. Daarom liep Stijn<br />
een e<strong>in</strong>dje de tu<strong>in</strong> <strong>in</strong> en vond een baksteen. 'Hou je oren maar dicht.'<br />
'Pas op, de hele buurt wordt wakker.'<br />
'Jammer dan.'<br />
Met kracht gooide hij de steen door het venster. In de stilte van<br />
de nacht, maakte het een oorverdovend lawaai. Ze schrokken zich<br />
beiden te pletter en maakten zich automatisch zo kle<strong>in</strong> mogelijk<br />
tegen de donkerte van de muur. Op Karpatenstraat 25 werd een<br />
raam geopend. Ze konden zich voorstellen dat iemand zijn hoofd<br />
naar buiten stak en scherp luisterde. Ze hielden zich doodstil. Het<br />
raam g<strong>in</strong>g weer dicht. M<strong>in</strong>stens tien m<strong>in</strong>uten lang bewogen ze niet.<br />
Daarna fluisterde Stijn:<br />
'Zullen we naar b<strong>in</strong>nen gaan?'<br />
'Goed. Maar zachtjes. Dat raam hiernaast, dat was vast Pikkema.<br />
Een keurige meneer.'<br />
146
'Zou hij de politie bellen?'<br />
'Ik hoop het niet.'<br />
'Nou, kom op.'<br />
Het kostte geen moeite de deur open te maken. Ze hadden<br />
handschoenen aan en hadden elkaar <strong>in</strong>geprent dat die geen<br />
moment uit mochten. Noortje kende het huis op haar duimpje en<br />
ze vonden dan ook zonder moeite de kamer met de kast waar de<br />
viool zou moeten liggen.<br />
'Nu zullen we toch de zaklamp moeten gebruiken om de kast<br />
open te breken', zei Stijn.<br />
Hij haalde hem te voorschijn. Maar net voor hij hem, afge<br />
schermd met zijn hand, aan wilde knippen, zei Noortje dr<strong>in</strong>gend:<br />
'Wacht!'<br />
Een politieauto draaide de straat <strong>in</strong> en reed er langzaam door.<br />
Ze drukten zich tegen de muur.<br />
'Pikkema heeft blijkbaar echt gebeld', fluisterde Noortje.<br />
'St.'<br />
De auto stopte en een agent stapte uit. Met een sterke zaklamp<br />
liep hij langs de huizen en scheen naar b<strong>in</strong>nen. Stijn en Noortje<br />
lieten zich achter het bureau op hun knieën zakken. Het licht van<br />
de zaklamp speelde door de kamer. Het duurde niet meer dan een<br />
halve m<strong>in</strong>uut, het leek een eeuwigheid.<br />
E<strong>in</strong>delijk verdween de agent.<br />
'Gossiemijne', fluisterde Stijn. 'Justus had me voorgespiegeld dat<br />
het niks zou voorstellen. Ik krijg hier een hartkwaal van.'<br />
'Dat zijn dan twee hartkwalen.'<br />
'Nu gaat die kast open.'<br />
Stijn zette het breekijzer dat hij had meegebracht <strong>in</strong> een kier van<br />
de kastdeur en duwde. Zonder veel moeite en vooral zonder veel<br />
geluid g<strong>in</strong>g de deur open.<br />
'Geen viool', zei Stijn.<br />
'Ja, gek hè?'<br />
Ze zetten alle kastdeuren open, alsof ze die hadden doorzocht,<br />
ze maakten een beetje rommel en toen vonden ze dat ze hun werk<br />
wel hadden gedaan.<br />
'Waar is die viool nou?'<br />
'Op de vlier<strong>in</strong>g. Ik stel voor dat we daar niet heengaan. Vanwege<br />
147
Pikkema. Het is boven gehorig tussen de beide huizen. Je zou hem<br />
trouwens niet v<strong>in</strong>den, hoor. Er is daar een bijna onzichtbaar luikje<br />
dat toegang geeft tot een ruimte onder de dakpannen. Ik denk dat<br />
zelfs mijn vader dat luikje vergeten is.'<br />
'Dan gaan we onverrichter zake naar huis.'<br />
'Of verrichter zake?'<br />
Stijn bracht Noortje naar huis. Haar ouders waren nog op en<br />
wachtten met spann<strong>in</strong>g op hun relaas.<br />
'Dus u bent op de hoogte?' vroeg Stijn.<br />
'Natuurlijk, we zijn <strong>in</strong> het complot. Ik heb zelf de brief met de<br />
kopie van het eigendomsbewijs aan Kozijnse geschreven. Ik v<strong>in</strong>d<br />
het een prachtplan van Justus. Niet dat het zal lukken, maar alleen<br />
al het idee dat we de strijd aangaan met die schurk v<strong>in</strong>d ik verruk<br />
kelijk.'<br />
'Was het griezelig?' vroeg mevrouw Van der Molen.<br />
'Ja', zei Noortje uit de grond van haar hart. 'Het was doodeng.'<br />
'Maar ook wel lekker' , vond Stijn. Hij had meer glans <strong>in</strong> zijn ogen<br />
dan <strong>in</strong> weken het geval was geweest. 'Best lekker.'<br />
148
13<br />
J ustus nam de schade <strong>in</strong> ogenschouw.<br />
Wat zou hij hebben gedaan als hij niet op een <strong>in</strong>braak voorbe<br />
reid was geweest? Hij zou eerst hebben gekeken of er geld was<br />
gestolen. Dat deed hij dus nu ook. In de la van het bureau stond<br />
een metalen kistje, waar het sleuteltje <strong>in</strong>stak. Het was de zoge<br />
naamde 'kle<strong>in</strong>e kas voor uitgaven als postzegels en koffiemelk.' Er<br />
zat nooit meer <strong>in</strong> dan een paar honderd gulden. Het kistje bleek<br />
onaangeroerd.<br />
Vervolgens g<strong>in</strong>g hij na hoe de <strong>in</strong>breker was b<strong>in</strong>nengekomen. Het<br />
gebroken ruitje was snel gevonden.<br />
Ook constateerde hij dat er een kast was opengebroken. En het<br />
viel hem op dat andere kasten open stonden. Er lagen wat spullen<br />
op de grond, een bureaubakje met folders en plattegronden, een<br />
doosje waar wat paperclips uit waren gevallen. Er ontbrak niets, zo<br />
te zien. Er was ook we<strong>in</strong>ig te halen. Wie zou gebruikte kled<strong>in</strong>g wil<br />
len stelen?<br />
De politie bellen, dat lag nu voor de hand. Hij meldde de<br />
<strong>in</strong>braak. Ze antwoordden dat ze b<strong>in</strong>nen een uur zouden komen.<br />
Daarna probeerde hij Kozijnse te bereiken, op zijn Amsterdamse<br />
nummer. Die was er niet. Men zei dat hij twee dagen naar<br />
Engeland was.<br />
'Er is <strong>in</strong>gebroken <strong>in</strong> het kantoor <strong>in</strong> Stoutendam', meldde Justus.<br />
'Mocht hij bellen uit Engeland, zeg hem dat dan. Er is wat schade,<br />
maar ik mis niets.'<br />
De politie arriveerde kort daarna. Gelukkig was het deze keer<br />
niet rechercheur Wachtmans. Ze namen poolshoogte en vroegen<br />
Justus wat er was gestolen.<br />
'Niets, voor zover ik kan nagaan. Er is hier ook bijna niets. De<br />
kle<strong>in</strong>e kas hebben ze niet gevonden. Of er is niet naar gezocht.' 'Er<br />
is vannacht gebeld', zei de agent. 'Door iemand uit de straat. Die<br />
had brekend glas gehoord. We zijn wezen kijken, maar alles leek<br />
rustig. Misschien is de <strong>in</strong>breker er toch zenuwachtig van geworden<br />
en is hij voortijdig vertrokken.'<br />
'Dat zou kunnen.'<br />
149
'Kan het zijn dat er naar iets speciaals is gezocht?'<br />
'Ik zou niet weten wat.'<br />
'Vraag dat even aan je baas als hij terug is.'<br />
'Dat zal ik doen', zei Justus.<br />
Daar bleef het bij. Ze zeiden dat ze misschien nog terug zouden<br />
komen om v<strong>in</strong>gerafdrukken op te nemen, maar overtuigend klonk<br />
dat niet. Er waren kennelijk belangrijker zaken. Op Justus' vraag<br />
hoe groot de kans was dat de dader zou worden gepakt, haalden ze<br />
hun schouders op.<br />
'De grootste kans is dat we te zijner tijd een drugsverslaafde<br />
<strong>in</strong>rekenen die vijftig <strong>in</strong>braken bekent, waaronder deze. Zo gaat het<br />
bijna altijd. Nou, het beste. En laat dat ruitje repareren. Ik wed dat<br />
de verzeker<strong>in</strong>g het betaalt.'<br />
'Dag', zei Justus.<br />
Twee dagen later belde Kozijnse.<br />
'Ik hoor dat er is <strong>in</strong>gebroken', zei hij met een nerveuzige klank<br />
<strong>in</strong> zijn stem. 'Is de viool weg?'<br />
'Nee, die hebben ze niet gevonden.'<br />
'Hoe is dat mogelijk?'<br />
'Ja, beetje eigenwijs van me misschien, maar ik had hem beter<br />
verstopt.'<br />
'Je bent een held', riep Kozijnse. 'Ik kom naar je toe.'<br />
Nog voor het middaguur was hij er. 'Vertel, jongen, vertel.'<br />
'Nou ja, ik vond die kast niet zo'n veilige plaats voor een viool die<br />
misschien erg kostbaar is. Ik hoorde zulke astronomische bedra<br />
gen. Daar bent u misschien aan gewend, maar ik niet.' 'Ik geloof<br />
niet dat die viool veel waard is.'<br />
'0.'<br />
Meende die Kozijnse dat nou, of wilde hij zichzelf niet rijk reke<br />
nen? Rijk was hij trouwens toch al. Of wilde hij vooral niet goed<br />
gelovig lijken en was dit zijn manier om zich te verdedigen?<br />
'Maar ga door. Wat heb je gedaan?'<br />
'Ik heb het hele huis doorzocht.'<br />
'Misschien een tweede viool gevonden?' grijnsde Kozijnse. 'Ik<br />
zocht naar een goede plaats om de viool te verstoppen. Die heb ik<br />
gevonden op de vlier<strong>in</strong>g. Er zit daar een nauwelijks zichtbaar luik-<br />
150
je, dat toegang geeft tot een ruimte onder de dakpannen. De viool<br />
kist kon net door het luikje.'<br />
'En de dief heeft daar niet gezocht.'<br />
'Nee. De politie denkt dat het een verslaafde was. Die gaat niet<br />
<strong>in</strong> het donker op de vlier<strong>in</strong>g zoeken.'<br />
'Denk jij ook dat het een verslaafde was?'<br />
'Nee.'<br />
'Waarom niet?'<br />
'Omdat de kle<strong>in</strong>e kas niet was meegenomen.'<br />
'Wie denk je dan dat het was?'<br />
'Die Van der Molen. Op zoek naar zijn viool.'<br />
'Maar Van der Molen zou dat luikje op de vlier<strong>in</strong>g moeten<br />
kennen.'<br />
'Misschien', zei Justus. 'Mijn vader zou <strong>in</strong> ons huis zo'n luikje<br />
niet kennen. Het lijkt me waarschijnlijker dat Van der Molen denkt<br />
dat u de viool mee naar Amsterdam hebt genomen.' 'En toen?'<br />
'Toen merkte ik eergisterochtend dat er was <strong>in</strong>gebroken. Ik ben<br />
meteen naar de vlier<strong>in</strong>g gehold.' Wat begon het liegen hem gemak<br />
kelijk af te gaan. 'De viool is er nog. Ik heb de politie gebeld en die<br />
is gekomen. De viool heb ik niet genoemd. Ik dacht aan wat u zei:<br />
praat zo we<strong>in</strong>ig mogelijk.'<br />
'Je bent opmerkelijk verstandig voor je leeftijd', zei Kozijnse<br />
waarderend.<br />
'De afgelopen twee nachten heb ik hier geslapen. Dat leek me<br />
veiliger. Ik heb een matras <strong>in</strong> de achterkamer gelegd.'<br />
'Je bewaakt die viool met je leven, hé?'<br />
'Nou ja, als hij meer dan een miljoen waard is.'<br />
'Je hebt prima gehandeld. Kom op, we gaan samen lekker een<br />
hapje eten bij de Griek.'<br />
Ze lieten zich de maaltijd goed smaken. Kozijnse vertelde over<br />
de goede zaken die hij <strong>in</strong> Engeland had gedaan, en <strong>in</strong> het algemeen<br />
over zijn eigen voortreffelijkheid. Dat laatste was een beetje irri<br />
tant, maar hij was een onderhoudend spreker. Net voor ze zouden<br />
opstappen', zei hij:<br />
'Ik zal de viool meenemen naar mijn kluis <strong>in</strong> Amsterdam. Dan<br />
kun jij weer lekker thuis gaan slapen.'<br />
Het was de opmerk<strong>in</strong>g waarvoor Justus had gevreesd. Feitelijk<br />
151
had hij onmiddellijk na de <strong>in</strong>braak aan deze mogelijkheid gedacht.<br />
Het lag zo voor de hand. Stom dat ze het niet eerder hadden over<br />
wogen. Als Kozijnse de viool meenam was hij uit het zicht. Hij,<br />
Justus, zou niet meer met zijn neus zitten bovenop alles wat <strong>in</strong> ver<br />
band met de viool werd ondernomen. Het gevaar was groot dat<br />
Kozijnse het <strong>in</strong>strument aan anderen zou laten zien.<br />
Stom, stom, stom.<br />
'Kunt u doen', zei hij achteloos. 'Voor mij hoeft het niet.'<br />
'Ik heb thuis een brandkast waar hij, zeker zonder de kist, wel<br />
<strong>in</strong> zou passen.'<br />
'Het gevaar is natuurlijk dat Van der Molen ook een nachtelijk<br />
bezoekje brengt aan uw huis <strong>in</strong> Amsterdam.'<br />
'Ik heb een alarm<strong>in</strong>stallatie.'<br />
'Dat zal veilig genoeg zijn', knikte Justus.<br />
'Er is een kle<strong>in</strong> probleem. Ik moet zo dadelijk naar Den Bosch.<br />
Daar moet ik de auto tot vanavond <strong>in</strong> een garage laten staan. En<br />
dat z<strong>in</strong>t me niet.'<br />
'Dan laat u de viool toch hier. Van der Molen zal er overal naar<br />
gaan zoeken, behalve <strong>in</strong> de Karpatenstraat 23. Daar is hij al<br />
geweest. Feitelijk is dat de veiligste plaats op de wereld.'<br />
'Daar heb je ook wel weer gelijk aan.'<br />
'En voor de zekerheid blijf ik er slapen. Dat maakt me niks uit<br />
voor die paar dagen. B<strong>in</strong>nenkort komt meneer Nachtegaal weer en<br />
dan horen we dat de viool toch het meest thuishoort bij de vuilnis.'<br />
'Goed, dan doen we het zo', zei Kozijnse.<br />
Ze zaten die avond weer bij elkaar bij de Nachtegalen. Ze voelden<br />
zich zo langzamerhand echt een team. Behalve Justus waren ook<br />
Noortje en Bashir er, en nu natuurlijk ook Stijn. Justus deed verslag<br />
van zijn behandel<strong>in</strong>g van de gevolgen van de <strong>in</strong>braak. Ze schrok<br />
ken van het idee dat Kozijnse de viool zou hebben meegenomen.<br />
'Niet bijster <strong>in</strong>telligent van ons', vond Frans.<br />
Anderzijds moesten ze toegeven dat de <strong>in</strong>braak wel overtuigend<br />
was geweest. Kozijnse zou nu toch denken dat de vader van<br />
Noortje best wist dat het om een waardevolle viool g<strong>in</strong>g. Een<br />
Gagliano.<br />
'We hebben fase één nu wel achter de rug', zei Annette.<br />
152
'Dat kun je wel zeggen.'<br />
twee.'<br />
'Dat betekent dat we moeten beslissen of we doorgaan naar fase<br />
Ze keken haar verbaasd aan.<br />
'Ik heb gezegd dat ik, met aarzel<strong>in</strong>g, mee zou doen aan fase één.<br />
Ik weet niet of ik verder wil. Ik hèb niet goed geslapen van die<br />
<strong>in</strong>braak. Dat gaat toch ver. Dat is een crim<strong>in</strong>ele daad.'<br />
'Tja', zei haar man.<br />
Alle leeuwen en beren stormden weer op Justus af. Het leek zo<br />
ongerijmd wat hij aan het doen was. Weglopen van huis omdat zijn<br />
vader iets had gedaan waar de rechtbank hem niet voor had ver<br />
oordeeld en zelf iets ondernemen waar hij zeker wel voor kon<br />
worden veroordeeld.<br />
Het was of Frans zijn gedachten raadde.<br />
'Wat hebben Noortje en Stijn nu helemaal gedaan', zei hij. 'Ze<br />
hebben een ruitje <strong>in</strong>gegooid. Ze hebben een piepkle<strong>in</strong> slotje van een<br />
kastdeur vernield.'<br />
'Het is niet eens vernield', zei Stijn. 'Als je de sleutel hebt func<br />
tioneert die kastdeur nog steeds.'<br />
'Alleen een ruitje <strong>in</strong>gegooid dus. Niets gestolen. Denk je dat je<br />
daarvoor de gevangenis <strong>in</strong> zou gaan?'<br />
'Het gaat om het pr<strong>in</strong>cipe.'<br />
'Ja, het pr<strong>in</strong>cipe', riep Bashir. 'Het pr<strong>in</strong>cipe dat onrecht moet<br />
worden, hoe je zegt dat, niet gedaan gemaakt. Dat jij bent aan het<br />
doen.'<br />
Frans knikte. 'Daar gaat het om. Je moet de d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun pro<br />
porties zien. Als je te ver gaat met je pr<strong>in</strong>cipes, maak je weer andere<br />
brokken.'<br />
lend.<br />
'En we doen het tenslotte niet voor onszelf', zei Annette aarze<br />
'Net zo m<strong>in</strong> als jij de morf<strong>in</strong>e voor je oom voor jezelf achterover<br />
drukte.'<br />
'Ik doe het eigenlijk wel voor mezelf', zei Noortje bedremmeld.<br />
'Nou ja, voor ons. Voor ons gez<strong>in</strong>.'<br />
Daar moesten ze even over denken.<br />
'Het zou <strong>in</strong>derdaad zuiverder zijn geweest als Noortje niet had<br />
meegedaan aan die <strong>in</strong>braak', vond Frans. 'Ze mag best met een<br />
153
truc proberen Kozijnse zijn huis afhandig te maken, want hij heeft<br />
hetzelfde gedaan. Maar vooral zij moet b<strong>in</strong>nen de wet blijven.<br />
Bashir draaide zijn ogen naar boven, een gebaar dat ze van hem<br />
gewend waren als hij iets volstrekte onz<strong>in</strong> vond.<br />
kerij.'<br />
'Bashir is het niet met je eens, Frans', zei Justus.<br />
'Jullie praten over kruimeljes, maar wij zijn bezig met een bak<br />
'Trouwens', zei Stijn, 'Noortje heeft helemaal geen <strong>in</strong>braak<br />
gepleegd. Ik heb het ruitje <strong>in</strong>geslagen. Zij probeerde me nog tegen<br />
te houden. Ik heb de deur opengemaakt. Ze heeft voortdurend<br />
geroepen dat ik terug moest gaan, ze heeft me gesmeekt om die<br />
kastdeur niet open te rukken, ze is de onschuld <strong>in</strong> eigen persoon.'<br />
Ze lachten, Bashir het hardst.<br />
Kijk die Stijn eens, dacht Justus. Er zitten weer rimpeltjes om<br />
zijn ogen. Die bedaarde, poëtische Stijn, van wie het je bij wijze<br />
van spreken verbaast dat hij de trap af kan lopen, volgens mij heeft<br />
hij het hartstikke leuk gevonden.<br />
'Ik heb genoten', zei Stijn. 'Vooral met die politie <strong>in</strong> de straat en<br />
wij achter het bureau. Mijn hart g<strong>in</strong>g zo lekker te keer, ik wil nog<br />
wel eens.'<br />
'Dus we gaan door?'<br />
Ze g<strong>in</strong>gen door. Ook Annette g<strong>in</strong>g aarzelend akkoord. Bashir<br />
wenste meer <strong>in</strong>geschakeld te worden en Stijn zei dat hij de hele boel<br />
aan Kozijnse g<strong>in</strong>g verraden als hij geen groter aandeel kreeg <strong>in</strong> het<br />
complot.<br />
'Als we jullie kunnen gebruiken, roepen we meteen', beloofde<br />
Justus.<br />
Ze bespraken de volgende stap.<br />
'Ik kom d<strong>in</strong>sdag', zei Frans. 'Normaal is het kantoorje open van<br />
negen tot twaalf, hé? Gaat Kozijnse dan meestal weg, of blijft hij<br />
hangen?'<br />
'Hij blijft eigenlijk nooit. Soms heeft hij een afspraak elders <strong>in</strong><br />
het land. Soms rijdt hij terug naar Amsterdam.'<br />
'Dan hoop ik dat hij dat d<strong>in</strong>sdag ook doet. Ik kom om een uur<br />
of elf, iets eerder misschien. Dan heb ik ruim een uur om de viool<br />
te onderzoeken en dan vertrekken we allemaal tegelijk om twaalf<br />
uur. En wie weet .. .'<br />
154
'Wie weet wat?'<br />
'Dat zien we nog wel.'<br />
D<strong>in</strong>sdagmorgen. Justus werd om zeven uur wakker, een uur eerder<br />
dan gewoonlijk. Hij stond op van zijn matras en douchte lang<br />
durig. Hij schoor zich <strong>in</strong>tussen tweemaal <strong>in</strong> de week, meestal<br />
's zondags en 's woensdags, maar vandaag werd een extra scheer<br />
beurt <strong>in</strong>gelast. In het keukentje at hij een paar boterhammen en<br />
dronk thee. Daarna klom hij naar de vlier<strong>in</strong>g en haalde de viool<br />
tevoorschijn. Toen was het pas kwart voor acht. Hij moest wach<br />
ten tot kwart over negen voor Kozijnse verscheen. Dat was zeer<br />
vroeg voor zijn doen. E<strong>in</strong>deloos kunnen anderhalf uur duren, maar<br />
van één d<strong>in</strong>g kun je zeker zijn, ze gaan om.<br />
'Heeft die Nachtegaal nog gebeld?'<br />
'Nee, meneer Kozijnse.'<br />
'Ik heb zijn nummer vanmorgen gedraaid, <strong>in</strong> Amsterdam, maar<br />
er werd niet opgenomen.'<br />
Justus verschoot van kleur. Weer ontsnapt. Je moest wel geluk<br />
hebben <strong>in</strong> dit werk, dacht hij .<br />
'Misschien is hij al op weg hiernaartoe.'<br />
'Dat zal dan wel.'<br />
Er kwam warempel een mevrouw met een zak kleren. Ze <strong>in</strong>for<br />
meerde wat daar nu mee g<strong>in</strong>g gebeuren en Justus verzekerde haar<br />
dat ze bij de eerste de beste ramp goed van pas zouden komen.<br />
'Nietwaar, meneer Kozijnse?'<br />
Kozijnse kwam omhoog uit zijn stoel.<br />
'Mevrouw, zonder mensen als u zou de wereld een slechtere<br />
plaats zijn. Telkens als de natuur te keer gaat, bij aardbev<strong>in</strong>gen,<br />
overstrom<strong>in</strong>gen, extreme droogte, noem maar op, staan wij klaar<br />
om de behoeftigen en ontheemden te helpen. Uw steun is daarbij<br />
onmisbaar. Ik dank u.'<br />
Hij schudde krachtig haar hand.<br />
Het is geen wonder dat hij rijk is geworden, dacht Justus. Wat<br />
kan die man charmant zijn. Die mevrouw is alweer helemaal weg<br />
van hem. Het was ook geen wonder dat de vader van Noortje hem<br />
had vertrouwd. Als je hem zo bezig zag, zou je hem je laatste cent<br />
<strong>in</strong> bewar<strong>in</strong>g geven.<br />
155
'Mevrouw, we houden ons aanbevolen.'<br />
Justus keek tersluiks op zijn horloge. Vijf voor elf. Hij hoopte<br />
dat Frans net zo goed <strong>in</strong> vorm zou zijn als de vorige keer.<br />
De mevrouw vertrok en amper was ze weg of Frans, het afstan<br />
delijke trekje om zijn mond, meldde zich, met aktentas en een lange<br />
smalle zwarte doos.<br />
'Welkom, welkom.'<br />
'Goedemorgen. Zal ik maar meteen aan de slag gaan?'<br />
'Graag. Justus brengt koffie.'<br />
'Dit gaat even duren. Gaat u <strong>in</strong>tussen rustig uw gang.<br />
'Natuurlijk.'<br />
Kozijnse pakte het kasboek en deed alsof hij zich er<strong>in</strong> verdiepte.<br />
In werkelijkheid loerde hij over de rand om te zien wat Frans uit<br />
voerde. Die g<strong>in</strong>g zitten met een aktentas op zijn knieën en haalde<br />
daar een stapeltje boeken uit. Daarna nam hij de viool uit de kist,<br />
legde die op tafel en g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de boeken zitten bladeren.<br />
Justus vond dat hij best nieuwsgierig mocht zijn, dus keek hij<br />
mee <strong>in</strong> de boeken. Wat hij zag, waren afbeeld<strong>in</strong>gen van violen van<br />
allerlei vorm, reeksen Cijfers die waarschijnlijk afmet<strong>in</strong>gen aanga<br />
ven en brokjes tekst die mogelijk beschrijv<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>strumenten<br />
bevatten.<br />
'Mm', mompelde Frans en net als de vorige keer had Justus de<br />
sensatie dat daar een echte expert aan het werk was, met een echt<br />
beroemde viool.<br />
Het duurde en duurde. Soms greep Frans haast fanatiek een<br />
ander boek, bladerde, bromde, keerde terug naar het boek waar<strong>in</strong><br />
hij begonnen was.<br />
Kozijnse pretendeerde allang niet meer dat hij verdiept was <strong>in</strong> de<br />
f<strong>in</strong>anciën van HbR. Er was spann<strong>in</strong>g op zijn joviale gezicht te lezen.<br />
Langzaam maar zeker begon Frans te knikken.<br />
'Is het .. . '<br />
Kozijnse kon niet tegen mensen die waren zoals Frans zich nu<br />
voordeed. Dat langzame, dat wetenschappelijke, dat voorzichtige.<br />
Zeg eens wat man, hoorde je hem denken. Durf eens wat. Maar hij<br />
beheerste zich. Hij wilde niet zo geïnteresseerd lijken. Dat is niet<br />
. goed <strong>in</strong> de handel. En misschien moest deze Nachtegaal de viool<br />
ooit voor hem verkopen.<br />
156
'Zo, nu zal ik er nieuwe snaren opzetten.'<br />
Frans deed warempel vrijwillig een mededel<strong>in</strong>g. Hij dook<br />
opnieuw <strong>in</strong> zijn tas en produceerde vier snaren, nog gloednieuw <strong>in</strong><br />
hun cellofaan verpakk<strong>in</strong>g. Het opzetten was een tijdrovend werkje,<br />
want steeds ontstemde het <strong>in</strong>strument weer. Met beleid draaide hij<br />
de snaren één voor één kle<strong>in</strong>e beetjes strakker, waarbij een griezelige<br />
pang uit de klankkast Kozijnse haast van zijn stoel deed opspr<strong>in</strong>gen.<br />
'Dat heb je met die oude <strong>in</strong>strumenten', mompelde Frans.<br />
Met zijn tanden bijtend op zijn onderlip draaide hij de snaren<br />
nog vaster aan, steeds tussendoor tokkelend om te horen of hij de<br />
goede toonhoogte te pakken had ...<br />
'Zo zou het moeten kunnen.'<br />
Uit de doos haalde hij een strijkstok. Hij legde de viool op zijn<br />
l<strong>in</strong>kerschouder, klemde hem vast met zijn k<strong>in</strong> en streek twee snaren<br />
tegelijk aan. Hij stemde nog een beetje bij en speelde toen wat<br />
loopjes en figuurtjes. Justus had zich voorbereid op een gruwelijk<br />
gekras maar daar was geen sprake van. Het klonk best goed. Het<br />
klonk eigenlijk heel goed. Frans varieerde. Streek lange forse tonen<br />
en zachte tedere. Snelle spr<strong>in</strong>gende en vloeiende. Hij liet de toon<br />
aanzwellen en afzwakken <strong>in</strong> één streek, hij liet de strijkstok dansen<br />
op de snaren <strong>in</strong> een snelle riedel. Opnieuw draaide hij de snaren<br />
iets aan en speelde toen een bekende wals van Strauss. De tonen<br />
vulden het vertrek, probeerden elkaar <strong>in</strong> te halen zonder daar<strong>in</strong> te<br />
slagen. Voor iemand die nog nooit van dichtbij een violist bezig<br />
had gezien was het <strong>in</strong>drukwekkend.<br />
'Een <strong>in</strong>teressant <strong>in</strong>strument', zei Frans.<br />
'Weet u nu wat voor merk het is?' vroeg Kozijnse alsof het om<br />
een auto g<strong>in</strong>g.<br />
Als antwoord begon Frans opnieuw te spelen. Wat kan hij dat<br />
goed, dacht Justus bewonderend. De ene na de andere bekende<br />
klassieke melodie danste door de kamer.<br />
'Ik heb nog nooit op zo'n bijzonder <strong>in</strong>strument gespeeld', zei<br />
Frans met even een zweem van opgetogenheid <strong>in</strong> zijn stem.<br />
Kozijnse straalde.<br />
'Wat is het?'<br />
'Ik kan niets met zekerheid zeggen.' Frans viel terug <strong>in</strong> zijn<br />
plechtige, afgemeten toon.<br />
157
'Maar u hebt een vermoeden.'<br />
'Een sterk vermoeden zelfs.'<br />
Kozijnse keek verwacht<strong>in</strong>gsvol.<br />
Frans begon college te geven. 'Men heeft het altijd over<br />
Stradivarius, de beroemde Italiaanse vioolbouwer die een leerl<strong>in</strong>g<br />
was van Amati. We spreken over de zeventiende eeuw, <strong>in</strong> de plaats<br />
Cremona. In de werkplaats van Amati werkte ook een zekere<br />
Andrea Guarneri en hij werd beter dan zijn leermeester. Het moet<br />
die familie <strong>in</strong> het bloed hebben gezeten, want .ook twee zonen van<br />
Andrea bouwden zeer goede violen. En een kle<strong>in</strong>zoon. Maar er was<br />
er één die de kroon spande: Giuseppe n Antonio Guarneri, waar<br />
schijnlijk een neef van Andrea. Hij wordt ook wel de Guarneri del<br />
Gesu genoemd. Hij bouwde buitengewoon goede <strong>in</strong>strumenten, die<br />
hij signeerde met de letters jHS.' Hij stopte, keek naar de viool die<br />
hij nog altijd <strong>in</strong> zijn handen had.<br />
'Staat daar jHS <strong>in</strong>?'<br />
'Er zit een etiketje <strong>in</strong> waar Gagliano opstaat. Dit is honderd<br />
procent zeker geen Gagliano. Het zou kunnen zijn dat onder dit<br />
etiketje .. .'<br />
'Scheur het er dan uit, man! Eh, kunt u dat etiketje verwijderen,<br />
meneer Nachtegaal?'<br />
'Dat zou met de uiterste voorzichtigheid, onder laboratorium<br />
omstandigheden, moeten gebeuren. Ik kan dat niet eens zelf. Daar<br />
is een andere expert voor nodig, wellicht zelfs twee.'<br />
'u kunt nu dus geen zekerheid geven?'<br />
'In dit soort gevallen is zekerheid het resultaat van een proces<br />
dat enkele maanden kan duren.'<br />
'Maar u vermoedt dat het een viool is van die meneer de Tweede<br />
hoe heet-ie, Garneti?'<br />
'Guarneri. Onderzoek zou het moeten bevestigen.'<br />
'En dat komt dan groot <strong>in</strong> de kranten', zei Kozijnse.<br />
'Dat lijkt me waarschijnlijk. Mag ik aannemen dat u de eigenaar<br />
bent van de viool?'<br />
Kozijnse wierp een snelle blik op Justus. 'Jazeker.'<br />
'Maar u wilt niet dat de hele wereld te weten komt dat u even<br />
tueel miljonair bent.'<br />
'Dat hebt u goed begrepen.'<br />
158
'Tja, u moet dan maar eens goed overwegen wat u wilt doen. U<br />
kunt ervan op aan dat ik tot nader order mijn mond zal houden.<br />
Als u verder van mijn diensten gebruik wilt maken, hoor ik dat<br />
wel. Overigens, ik ga altijd vroeg <strong>in</strong> het seizoen met vakantie, dus<br />
de komende weken ben ik moeilijk te bereiken.'<br />
'Ik ben u zeer dankbaar. Wat ben ik u schuldig?'<br />
'Ik stuur u wel een reken<strong>in</strong>g.'<br />
Frans pakte zijn spullen bij elkaar. Het was <strong>in</strong>tussen kwart voor<br />
één geworden.<br />
'Ik vertrek ook. En Justus' werktijd zit er ook op', zei Kozijnse.<br />
'Berg jij de viool op, Justus?'<br />
'Dat doe ik.'<br />
Met z'n tweeën verlieten ze het pand. Frans nam de tijd. Hij<br />
bezichtigde de gevel van het huis, deelde ongevraagd mee dat zijn<br />
auto om de hoek op de gracht stond, gaf Kozijnse een hand en liep<br />
op zijn gemak richt<strong>in</strong>g gracht. De auto van Kozijnse stond voor de<br />
deur van Karpatenstraat 23. Hij zwaaide nog even naar Justus en<br />
stapte <strong>in</strong>. Net voor hij wegreed, draaide Frans met zijn auto de<br />
Karpatenstraat <strong>in</strong>, woof vluchtig en reed de straat uit.<br />
Nu begreep Justus wat Frans voor had. Het was zeer gemakke<br />
lijk voor Kozijnse om Frans te volgen naar Amsterdam.<br />
En dat is dan ook wat er gebeurde. Kozijnse kwam op het idee:<br />
zonder moeite kon hij nagaan of die Nachtegaal werkelijk de man<br />
was voor wie hij zich uitgaf.<br />
Rustig reed Frans Nachtegaal naar Amsterdam. Hij had het<br />
gevoel dat hij het er goed had afgebracht en dat was een aangena<br />
me sensatie. Door zijn achteruitkijkspiegel zag hij dat Kozijnse op<br />
enige afstand volgde. Goed zo. Hij gaf wat meer gas. Ze lagen nu<br />
zo goed op koers dat Kozijnse hem makkelijk <strong>in</strong> het vizier zou kun<br />
nen houden.<br />
Het was niet druk op de weg en ook <strong>in</strong> Amsterdam kon hij zon<br />
der problemen naar Zuid rijden, waar zijn broer woonde. Het was<br />
een groot huis, eigenlijk gewoon een woonhuis, met twee betrekke<br />
lijk kle<strong>in</strong>e etalageruiten, waarachter enkele strijk<strong>in</strong>strumenten<br />
waren uitgestald. Het grootste deel van de zaak werd <strong>in</strong> beslag<br />
genomen door een van buiten onzichtbare werkplaats. Hij parkeer<br />
de voor de deur, haalde een sleutel uit zijn zak en opende de w<strong>in</strong>-<br />
159
keldeur. Uit zijn ooghoeken zag hij ' dat Kozijnse bij de hoek van de<br />
straat was gestopt en hem kennelijk gadesloeg. Ziezo, dit was toch<br />
overtuigend, zou je zeggen. Toen hij b<strong>in</strong>nen was, hield hij van ach<br />
ter uit de zaak de straat <strong>in</strong> de gaten. Kozijnse reed langzaam langs,<br />
wierp een blik op het naambordje (Koos Nachtegaal, vioolbouwer)<br />
en verdween uit zicht.<br />
Fluitend gaf Frans de planten water, controleerde of alles <strong>in</strong> orde<br />
was en reed toen terug naar Stoutendarn. Hij was best tevreden<br />
over zichzelf.<br />
Justus <strong>in</strong>tussen, vond het jammer dat Frans zijn strijkstok weer had<br />
meegenomen. Hij had een haast onbedw<strong>in</strong>gbare z<strong>in</strong> om ook eens te<br />
proberen geluid uit de viool te krijgen. Hij haalde de oude strijk<br />
stok uit de kist, maar daar was werkelijk niets mee aan te vangen.<br />
De paar haren die er nog op zaten, h<strong>in</strong>gen veel te los. Wacht eens,<br />
je kon ze strakker draaien, zag hij. Hij her<strong>in</strong>nerde zich dat hij dat<br />
Frans ook had zien doen met zijn strijkstok. Nee, hij kreeg ze wel<br />
iets strakker, maar het bleef armetierig.<br />
Toch nam hij de viool uit de kist en hield hem vast zoals hij dat<br />
Frans had zien doen. L<strong>in</strong>kerhand om de hals, v<strong>in</strong>gers op de snaren,<br />
de kast van de viool geklemd tussen l<strong>in</strong>kerschouder en k<strong>in</strong>. Hij liep<br />
naar de spiegel. Zo zag dat er dus uit. Zou hij violist willen zijn?<br />
Ja, besloot hij, dat zou ik graag willen zijn, voor mijn beroep. Stel<br />
je voor, je staat op een toneel, achter je zit een orkest, voor je zitten<br />
honderden mensen <strong>in</strong> diepe stilte te wachten en dan strijk je. Hij<br />
hief de strijkstok omhoog en bewoog hem boven de snaren. Wat<br />
kon die Frans dat goed, en dat was dan nog niet eens een beroeps<br />
violist. Het leek hem onmogelijk om zo snel en zo zuiver met al die<br />
v<strong>in</strong>gers te werken en iets moois uit het <strong>in</strong>strument te laten komen.<br />
niet?<br />
Hij keek naar zichzelf <strong>in</strong> de spiegel. Waarom kon hij dat nu<br />
'Omdat je het niet geleerd hebt, sufferd', zei hij hardop.<br />
Muziek is zoiets vreemds, dacht hij. Het kan je <strong>in</strong> allerlei stem<br />
m<strong>in</strong>gen brengen. Je kunt er blij van worden als je treurig bent en<br />
treurig als je blij bent. Bij een feestje maakt het alles uit of je goede<br />
muziek hebt. Bij begrafenissen speelde het ook zo'n rol. Hij wist<br />
nog, toen opa Christiaan Correct werd begraven ... Ze hadden <strong>in</strong> de<br />
160
aula gezeten en iemand had een duffe toespraak gehouden. Toen de<br />
man was uitgesproken, had er muziek geklonken. Dat was ook van<br />
Brahms geweest, net als het stuk dat Annette en Frans speelden die<br />
eerste keer dat hij bij ze kwam. En dat was zo <strong>in</strong>drukwekkend<br />
geweest dat hij voor het eerst s<strong>in</strong>ds zijn grootvader dood was, tra<br />
nen <strong>in</strong> zijn ogen had gekregen. Dat deed de muziek.<br />
Of deed de musicus het? Hij nam de viool <strong>in</strong> beide handen en<br />
keek ernaar. Uit zo'n kle<strong>in</strong> houten gevalletje, mits <strong>in</strong> de handen van<br />
een goede violist, kon geluid komen dat mensen aan het huilen<br />
bracht. Wat een macht eigenlijk, als je zo'n <strong>in</strong>strument had en dat<br />
kon.<br />
Hij begreep <strong>in</strong>eens dat je van zo'n viool bijna zo kon houden als<br />
van een mens. Want samen met je <strong>in</strong>strument was je veel meer dan<br />
zonder je <strong>in</strong>strument.<br />
Hij legde de viool terug <strong>in</strong> de kist. Zou hij dat nou nog kunnen<br />
leren, vroeg hij zich af. Hij had wel eens gehoord dat de beroemde<br />
musici heel jong waren begonnen. Op hun vijfde of zo. Nou ja, een<br />
beroemd musicus zou hij zeker niet meer worden. Maar zo goed<br />
spelen als Frans, wie weet. Hij zou het eens vragen.<br />
Justus maakte de kist dicht en bracht hem terug naar de vlier<strong>in</strong>g.<br />
Hij betrapte zich erop dat hij veel voorzichtiger met het <strong>in</strong>strument<br />
omg<strong>in</strong>g dan toen ze hem hadden gekocht <strong>in</strong> die werfkelder <strong>in</strong><br />
Utrecht. Dat had Frans bereikt. Het was hetzelfde ouwe d<strong>in</strong>g, maar<br />
een beetje geloofde hij <strong>in</strong>tussen. dat de viool was gebouwd door die<br />
Guarneri del Gesu.<br />
Stel nu eens dat hij echt door die man was gemaakt. Het kon<br />
toch. Het kwam toch voor. Een oud schilderij blijkt <strong>in</strong>eens een<br />
Rembrandt te zijn. Een oude viool is gebouwd door een beroemd<br />
heid. Je zou die man <strong>in</strong> de werfkelder, Teus, dan toch m<strong>in</strong>stens een<br />
deel van de w<strong>in</strong>st moeten geven. En hij zou Kozijnse toch ook<br />
nog eens voorhouden dat hij de viool eigenlijk al van hem had<br />
gekregen. Justus droomde verder. Als, door enorm toeval, ze een<br />
kostbare viool hadden gevonden, dan bereikten ze dat Kozijnse een<br />
nog rijkere man werd dan hij al was. Het zou wel een grap zijn,<br />
zeg.<br />
Ach wat, ophouden met die onz<strong>in</strong>. Het was niet de bedoel<strong>in</strong>g<br />
dat hij overtuigd was van de waarde van de viool, Kozijnse moest<br />
161
dat zijn. En ze waren aardig op weg, vond hij. Het sprongetje van<br />
schrik toen de viool een knal had laten horen, had boekdelen<br />
gesproken.<br />
162
14<br />
In Leiden was Yvonne bezig met de laatste maanden van haar stu<br />
die. Ze moest een scriptie schrijven en had als onderwerp gekozen<br />
'de rol van de leugen en de bewijsbaarheid van de leugen <strong>in</strong> het<br />
strafrecht'. Liegen mag niet, maar ja, bewijs maar eens dat iemand<br />
door middel van een leugen een strafbaar feit heeft gepleegd.<br />
Soms moet iemand onder ede iets verklaren. Het betekent dat<br />
hij eerst heeft gezworen dat hij de waarheid zal spreken. Alles wat<br />
hij vervolgens zegt, wordt opgeschreven. Als hij liegt terwijl hij<br />
onder ede staat, pleegt hij me<strong>in</strong>eed. Als bewezen kan worden dat<br />
hij heeft gelogen, wordt hij gestraft voor het plegen van me<strong>in</strong>eed.<br />
Als je niet 'onder ede staat', zoals dat heet, is het een stuk lasti<br />
ger. Stel er is een veil<strong>in</strong>g. Je wilt graag een schilderij kopen en je<br />
weet dat meneer A dat ook wil. Nu zeg je tegen A dat de veil<strong>in</strong>g<br />
niet doorgaat, wat niet waar is. A komt niet en jij koopt het schil<br />
derij gOèdkoper dan wanneer A er ook was geweest. Kun je daar<br />
voor vervolgd en gestraft worden?<br />
Terwijl de zon steeds hoger aan de hemel kwam en de merels<br />
steeds uitbundiger floten <strong>in</strong> de beukenhaag, zat Yvonne te zwoegen<br />
op haar scriptie. Gelukkig waren haar huisgenoten Sandra, Rietje<br />
en Jacquel<strong>in</strong>e <strong>in</strong> een soortgelijk lijden gedompeld. Ze moesten ook<br />
examens doen en allerlei werkstukken afmaken.<br />
Maar je kunt niet altijd werken.<br />
Op een avond zaten ze met z'n vieren een spelletje te doen. Risk<br />
speelden ze. Het is een spel waarbij je moet proberen delen van de<br />
wereld te veroveren. Yvonne speelde met toewijd<strong>in</strong>g en ambitie, als<br />
een echte generaal of president. Tot haar verdriet verloor ze toch.<br />
Rietje verloor ook en dat kon haar totaal niets schelen. Jacquel<strong>in</strong>e<br />
won, maar dat scheen haar nauwelijks op te vallen.<br />
'Als je een spel speelt moet je willen w<strong>in</strong>nen', vond Yvonne.<br />
Jacquel<strong>in</strong>e begreep dat niet. 'Wat maakt het nou uit wie er w<strong>in</strong>t?<br />
Je doet het toch voor de lol. Bovendien is het puur geluk.'<br />
'Niet helemaal. Je kunt pech hebben. Je kunt ook stom doen. Ik<br />
had bijvoorbeeld nooit Afrika moeten aanvallen. Dat heeft me de<br />
kop gelost.'<br />
163
'Ga dus nooit <strong>in</strong> de politiek', zei Sandra.<br />
Yvonne begreep niet dat iemand een spel wil spelen als het hem,<br />
<strong>in</strong> dit geval haar, koud laat of ze w<strong>in</strong>t of niet. Waarom zou je het<br />
dan doen?<br />
'Tijdverdrijf', zei Jacquel<strong>in</strong>e.<br />
'Waarom zou je de tijd willen verdrijven?'<br />
Niemand had z<strong>in</strong> daarop <strong>in</strong> te gaan. Maar de gedachtewissel<strong>in</strong>g<br />
had de lust om nog een rondje te doen verdreven. Ze g<strong>in</strong>gen achter<br />
uit zitten en bespraken hoe <strong>in</strong>spannend het was om te studeren en<br />
hoe we<strong>in</strong>ig begrip de wereld <strong>in</strong> het algemeen en hun ouders <strong>in</strong> het<br />
bijzonder daarvoor hadden. Sandra probeerde de anderen te <strong>in</strong>te<br />
resseren voor de vele ziektes die je kunt krijgen, Rietje voor de tal<br />
rijke <strong>in</strong>secten die de aarde bewonen en Jacquel<strong>in</strong>e voor de<br />
geheimtaal Oud-engels die ze moest ontcijferen.<br />
'En jij houdt je bezig met de leugen', zei Rietje tegen Yvonne.<br />
'Ja, en met broertje Justus.'<br />
'Hoezo? Heeft hij weer een probleem?'<br />
'Hij is een probleem. Hij wil niet meer thuis wonen, omdat<br />
vader een beetje heeft gesjoemeld. Hij houdt zich veel meer bezig<br />
met recht en onrecht dan ik, terwijl ik over zes weken juriste hoop<br />
te zijn. Dat is toch idioot voor een jongen van zestien, pardon<br />
zeventien.'<br />
'Dat hoort bij een jongen van die leeftijd, zou ik zeggen', zei<br />
Jacquel<strong>in</strong>e met de toon van iemand die alle stormen van het leven<br />
al achter de rug heeft.<br />
'Hoe breng ik hem aan het verstand dat goed en kwaad niet<br />
alleen door de wet worden geregeld', zuchtte Yvonne.<br />
'Hij heeft behoefte aan een vriend<strong>in</strong>', meende Sandra.<br />
'Ben jij beschikbaar?'<br />
Ze lachten. Allemaal wisten ze dat Sandra tot over haar oren<br />
verliefd was op ene Gerard, en dat die liefde met veel hartstocht<br />
werd beantwoord.<br />
'Ik zou willen dat Justus <strong>in</strong> een situatie terechtkwam waar<strong>in</strong> hij<br />
een belangrijke besliss<strong>in</strong>g moest nemen op grond van zijn geweten,<br />
desnoods <strong>in</strong> strijd met de wet. En ik zou willen dat hij eens smoor<br />
verliefd werd', mijmerde Yvonne. Haar fantasie g<strong>in</strong>g met haar op<br />
de loop. 'Of liefst allebei tegelijk. Zijn pr<strong>in</strong>ses zit gevangen <strong>in</strong> een<br />
164
kasteel, bewaakt door een draak. Maar het doden van draken is bij<br />
de wet verboden, want draken zijn schaars en worden met uitster<br />
v<strong>in</strong>g bedreigd. Wat te doen? Pr<strong>in</strong>ses wordt iedere dag geslagen door<br />
een helleveeg van een vrouw .. .'<br />
aan.<br />
' ... of door een puistjesuitdrukster', vulde Rietje behulpzaam<br />
, ... een helleveeg van een vrouw en de pr<strong>in</strong>ses schreit om hulp.<br />
Justus hoort het via <strong>in</strong>ternet en zijn ridderlijke, van liefde overstro<br />
mende hart, wil erop af. Nou ja, zijn lichaam bol van de gestaalde<br />
spieren waar<strong>in</strong> zich dat hart bev<strong>in</strong>dt, wil erop af. En dan zit daar<br />
die draak.'<br />
'Die beschermde draak.'<br />
'Ongeveer negentig van de honderd jongens die ik ken, zouden<br />
de benen nemen van angst. Negen procent zou die draak z'n zeven<br />
koppen afslaan. Of zes van z'n koppen moet dat zijn, geloof ik. Eén,<br />
Justus, zou op drie meter afstand van de draak gaan zitten naden<br />
ken en hij zou na twee dagen tot een pr<strong>in</strong>cipiële besliss<strong>in</strong>g komen.'<br />
'Welke?'<br />
'Dat weet ik niet.'<br />
Er viel een stilte.<br />
'Allemaal een oploss<strong>in</strong>g verz<strong>in</strong>nen', beval Yvonne.<br />
'Voor dat probleem met die beschermde draak?'<br />
'Nee, voor Justus die zijn vader niet kan pruimen.'<br />
'Tja', zei Sandra, '<strong>in</strong> mijn vak zouden we een kle<strong>in</strong>e hersenope<br />
ratie uitvoeren, waarbij enkele rechtvaardigheidsknobbeltjes zou<br />
den worden weggesneden.'<br />
'Rietje?'<br />
'In de biologie zouden we de erfelijke factoren opsporen die hem<br />
zo gemaakt hebben. Heb je niet eens verteld over een opa<br />
Christiaan Correct? Vervolgens zouden we vaststellen dat een soort<br />
met die eigenschappen <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig overlev<strong>in</strong>gskan<br />
sen heeft, maar dat er natuurlijk uitzonder<strong>in</strong>gen zijn. Daar zouden<br />
we het bij laten.'<br />
Ze keken nu naar Jacquel<strong>in</strong>e, die Engels studeerde.<br />
'Ieder zoekt een oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zijn eigen vakgebied? Welja. Dan<br />
ga ik bij Shakespeare te rade. Die heeft over alle menselijke emoties<br />
geschreven. Maar daar kom je ook niet ver mee. Want de ene keer<br />
165
zegt hij dat het allemaal <strong>in</strong> de sterren staat wat ons overkomt, een<br />
andere keer zegt hij dat onze fouten <strong>in</strong> onszelf liggen, niet <strong>in</strong> de<br />
sterren.'<br />
'Wie wil er thee?' Ze wilden allemaal thee. Rietje g<strong>in</strong>g 'm zetten,<br />
want ze zaten op haar kamer.<br />
'Ik ben dus bezig met die scriptie over liegen en de strafbaarheid<br />
daarvan', zei Yvonne. 'Wie kan een voorbeeld verz<strong>in</strong>nen waarbij<br />
liegen niet alleen mag, maar zelfs moet?'<br />
'Mijn moeder komt thuis met een hoed. Een monster van een<br />
hoed. Ze komt stralend thuis en vraagt hoe ik hem v<strong>in</strong>d. Zeg ik:<br />
het monster van de eeuw? Nee, ik zeg: past goed bij je, of zoiets.'<br />
'Ik bedoel iets wat te maken heeft met strafrecht.'<br />
'Nou', zei. Jacquel<strong>in</strong>e, 'het is oorlog en je hebt een onderduiker<br />
bij je verborgen. De bezetter komt en vraagt of je iemand <strong>in</strong> huis<br />
hebt. Volgens mij moet je nu nee zeggen.'<br />
'Maar', zei Yvonne, '<strong>in</strong> dat geval overtreed je een wet die je niet<br />
erkent. De wet van de bezetter namelijk.'<br />
'Goed, dan is het geen bezetter, maar je eigen overheid. Je broer<br />
heeft een auto gestolen. De politie komt. Je zegt: hij is hier niet.'<br />
'Dan ben je strafbaar.'<br />
'Maar ben je ook schuldig volgens je eigen geweten? Of zou je je<br />
schuldig voelen als je hem aangaf?'<br />
Daar moesten ze over denken. Ze kwamen tot verschillende<br />
conclusies. Sandra zou hem aangeven en een goede advocaat voor<br />
hem betalen. Jacquel<strong>in</strong>e zou proberen hem te overreden zichzelf<br />
aan te geven. Rietje zou zeggen: 'Hiér is hij niet' en dan bedoelen:<br />
<strong>in</strong> deze kamer.<br />
'En jij zelf, Yvonne?'<br />
'Ik weet dat ik hem zou moeten aangeven. De juriste <strong>in</strong> me zegt<br />
dat ik dat ook beslist zou doen. Maar het zusje van die broer zou<br />
het niet opbrengen. Ik zou met een stalen gezicht zeggen:<br />
'Gisteren was hij nog <strong>in</strong> Hoenderlo. Ga daar eens kijken.'<br />
'Maakt dat je een slechte juriste?'<br />
'Helemaal niet. Het maakt me een slechte staatsburger. En een<br />
goede zuster. Denk ik.'<br />
'Misschien toch ook wel een slechte raadgeefster voor je broer',<br />
meende Sandra.<br />
166
'Daar kun je best gelijk <strong>in</strong> hebben.'<br />
Het bleef Yvonne bezighouden. Ze had te doen met haar vader.<br />
S<strong>in</strong>ds Justus was vertrokken, leek het alsof er een waas over zijn<br />
vrolijkheid was getrokken. Alleen merkbaar voor wie hem heel<br />
goed kende.<br />
Natuurlijk, ze praatte niet goed wat vader had gedaan.<br />
Misschien deed hij dat zelf <strong>in</strong>tussen ook niet meer, althans niet<br />
meer met dezelfde overmoed, dezelfde flair. Maar hij moest steeds<br />
aan kennissen uitleggen waarom Justus niet meer thuis woonde.<br />
Dat was hard voor hem. Hoe moest hij het verklaren? Mijn zoon<br />
wil niet leven van geld dat ik, volgens hem, heb gestolen. Dat kun<br />
je toch niet zeggen? Nu mompelde hij iets over een jaartje free<br />
wheelen, over 'zo'n jongen die toch onafhankelijk wil zijn' en hij<br />
bracht het gesprek snel op iets anders. Een grap eroverheen, dat<br />
was ook een probaat middel. 'Heb je gehoord van die hongerstaker<br />
uit Liberia? Die kunnen we nu per luchtpost terugsturen, ha ha.'<br />
Het was het soort grappen waar Yvonne niet van hield. Maar ze<br />
hield wel van haar vader. Hij deed het uit onmacht. In wezen was<br />
hij een gulle, hartelijke man, die als eerste klaar zou staan om de<br />
hongerstaker een maaltijd te geven.<br />
Ze wist dat haar vader ook een oprechte liefde had voor Justus,<br />
misschien hield hij nog wel meer van hem dan van haar. Dat pr<strong>in</strong>ci<br />
piële, dat rechtvaardige, waar hij zelf zo we<strong>in</strong>ig van had, trok hem<br />
aan. Daarom was hij ook nog altijd zo dol op moeder. Soms zou ze<br />
Justus door elkaar willen schudden. Wees eens een beetje m<strong>in</strong>der<br />
rechtlijnig. Aanvaard dat niet alle mensen hetzelfde zijn. Maak niet<br />
van alles een pr<strong>in</strong>cipe. Anderzijds had ze zo'n bewonder<strong>in</strong>g voor<br />
haar halsstarrige broer. Er zat zoveel pit <strong>in</strong> hem. Zoveel moed.<br />
Maar wat moest er van hem terechtkomen als hij met al die moed<br />
de hele wereld te lijf g<strong>in</strong>g?<br />
Daar zat hij nou op die eenzame kamer, pe<strong>in</strong>sde ze. We<strong>in</strong>ig<br />
vrienden, want de contacten van school liepen natuurlijk terug.<br />
Nou ja, hij deed nu avondschool, had ze gehoord. Zat-ie daar<br />
eenzaam Franse woordjes te leren. Nooit eens een leuk meisje <strong>in</strong> z'n<br />
buurt. Ze werd helemaal neerslachtig als ze eraan dacht. Zo'n jonge<br />
knul moest toch op avontuur gaan, de wereld verkennen, die moest<br />
zijn dagen niet slijten met diepe gedachten over rechtsfilosofie.<br />
167
Kom op, ze g<strong>in</strong>g er iets aan doen. Ze g<strong>in</strong>g hem uit z'n hol roken.<br />
Als ze nu eens een feestje organiseerde met haar Leidse vrienden en<br />
hem daarbij uitnodigde? Ach nee, daar had hij we<strong>in</strong>ig aan. Hij<br />
kende de meesten niet en ze waren ook te oud voor hem. Ze moest<br />
iets doen <strong>in</strong> Stoutendam. Met Stijn en Bashir, die wisten vast wel<br />
wat mensen bij elkaar te brengen waar je een leuke avond mee kon<br />
hebben. Met z'n allen een avond naar de disco. En wie betaalt dat?<br />
Vader natuurlijk.<br />
o ja? En daar zou Justus natuurlijk helemaal geen bezwaar<br />
tegen hebben. Komaan, een avondje uit, betaald met dievengeld.<br />
Mijn hemel, dievengeld. Jaren geleden was het allemaal alweer,<br />
vader was vrijgesproken door de <strong>rechter</strong>, hij verdiende zijn geld<br />
tegenwoordig op een eerlijke manier, voor zover ze wist, of bijna<br />
eerlijk. Hm. Justus moest het misschien toch maar niet weten wie<br />
zo'n avondje betaalde.<br />
Niet vertellen. In het vage houden. Daar ga je al weer, dacht ze.<br />
Was dat nou liegen? Of was dat creatief met de waarheid omspr<strong>in</strong><br />
gen, niet <strong>in</strong> haar eigen belang, maar <strong>in</strong> dat van Justus. Ze besefte<br />
dat ze daar zelf geen enkele moeite mee had, maar dat Justus er<br />
anders over zou denken.<br />
Zou haar vader zo'n avondje willen betalen? Vast en zeker. Ook<br />
als hij zelf niet werd uitgenodigd, en als Justus nooit zou weten wie<br />
de goede gever was. Ze besloot haar vader erover te bellen. En<br />
morgenavond g<strong>in</strong>g ze naar Stoutendam om haar broer op een<br />
paard te zetten en over de wereld te laten galopperen.<br />
Het kwam er de volgende dag niet van. Toen ze aan het probe<br />
ren was zich te verdiepen <strong>in</strong> het onderwerp van haar scriptie,<br />
kwam Bart langs. Ze had genoeg van Bart. Het was er niet meer.<br />
Het klikte niet meer. Waar zat 'm dat nu <strong>in</strong>? Bart boog met alle<br />
w<strong>in</strong>den mee. Hij had over niets een onwankelbare op<strong>in</strong>ie. In het<br />
beg<strong>in</strong> had ze dat prettig gevonden. Zijzelf had over alles opvatt<strong>in</strong><br />
gen en verkondigde die met een zekerheid die we<strong>in</strong>ig tegenspraak<br />
duldde.<br />
'Interessant', zei Bart dan. 'Je hebt gelijk.'<br />
Het is leuk om gelijk te krijgen. Een tijdje. Dan komt de behoef<br />
te aan tegendruk. De weerstand die Bart bood, was als de weer<br />
stand van water. Duw er tegen en het geeft mee. Maar je krijgt niet<br />
168
het gevoel dat je iets hebt bereikt, zoals wanneer je een rotsblok<br />
opzij hebt geduwd.<br />
Was Bart een watje? Nee, dat kon je niet zeggen. Dan zou ze<br />
nooit op hem zijn gevallen. Hij was meer een wat. Een grote,<br />
belangwekkende berg zachtigheid. Zij hield uite<strong>in</strong>delijk meer van<br />
hard.<br />
'Ik moet werken, Bart', zei ze.<br />
'Ik weet het. Je scriptie, hé?'<br />
'Zo is dat.'<br />
Maar hij g<strong>in</strong>g niet. Hij drentelde rond, plukte aan de gordijnen,<br />
hield een trui van haar die rondsl<strong>in</strong>gerde omhoog en vroeg of die<br />
nieuw was en zei dat hij wel even koffie zou zetten.<br />
'Ik moet werken.'<br />
'Je hebt toch wel tijd voor één kop koffie.'<br />
'Nou, tien m<strong>in</strong>uten dan.'<br />
Terwijl Bart e<strong>in</strong>deloos <strong>in</strong> zijn koffie roerde, zei hij dat hij had<br />
nagedacht over wat Yvonne over de relatie tussen Justus en zijn<br />
vader had verteld. 'Misschien weet ik een oploss<strong>in</strong>g', zei hij.<br />
'0 ja?' Er klonk zoveel ongeloof door <strong>in</strong> haar stem dat Bart,<br />
toch al geen snelle spreker, nog verder vertraagde.<br />
'Een gespreksgroep.'<br />
'Het ei van Columbus', riep Yvonne.<br />
'Echt waar, het werkt. Je hebt gespreksgroepen voor allerlei<br />
relatieproblemen. Ook tussen vaders en zonen.'<br />
'Sjonge toch.'<br />
'Het zit 'm vaak <strong>in</strong> iets wat vroeger is voorgevallen. Heeft je<br />
vader Justus wel eens geslagen toen hij kle<strong>in</strong> was?'<br />
'Nee hoor.'<br />
'Weet je dat zeker?'<br />
Yvonne begon er genoeg van te krijgen. 'Bart, wat kom je<br />
doen?' 'Ik wou vragen of jij met mij naar een gespreksgroep wilt<br />
gaan om over onze relatie te praten.' .<br />
Alle lichten stonden nu op groen voor Yvonne om d<strong>in</strong>gen te zeg<br />
gen waar ze later spijt van zou hebben.<br />
a) Ze haatte gespreksgroepen. Ze hield ervan als mensen hun<br />
eigen peultjes dopten.<br />
b) Ze was bezig met een scriptie over de rol van de leugen,<br />
169
waardoor ze enorme z<strong>in</strong> had om geen blad voor haar mond te<br />
nemen.<br />
c) Ze wenste even haar rechtlijnige broer, met wie ze <strong>in</strong> gedach<br />
ten zo bezig was, niet vergeleken te zien met het Grote Wat Bart.<br />
d) Ze wilde werken en niet nadenken over een relatie die wat<br />
haar betreft over en uit was.<br />
En dus barstte ze los <strong>in</strong> een alleenspraak die van Bart geen spaan<br />
heel liet. Ze vergeleek hem met alle weekdieren die ze kon beden<br />
ken, ze wenste hem op de maan of welk hemellichaam ook als het<br />
de aarde maar niet was, ze sprak de wens uit dat hij de rest van zijn<br />
leven zou slijten <strong>in</strong> de meest fantastische gespreksgroep aller tijden,<br />
met als belangrijkste eigenschap dat zij er niet <strong>in</strong> zou zitten, ze ...<br />
'Ik begrijp het', zei Bart.<br />
'Wat begrijp je.'<br />
'Dat je geen z<strong>in</strong> hebt vanavond met me te gaan eten.'<br />
Hij is onmogelijk, dacht Yvonne. Niet te beledigen. Onverstoor<br />
baar. Ik wou dat ik iets van hem had, van die onverstoorbaarheid.<br />
Dat ik mijn venijnige tong <strong>in</strong> toom kon houden. Dat ik zo kon<br />
<strong>in</strong>casseren. Hij is geen weekdier. Hij is als een groot meer. Je kunt<br />
er heel hard <strong>in</strong> slaan met een stok, maar het meer verandert er niet<br />
door.<br />
maar.<br />
'Ik ga met je eten', zei ze met een zucht.<br />
Maar naar Stoutendam ga ik ook, dacht ze koppig. Morgen dan<br />
170
15<br />
Geachte heer Kozijnse<br />
Tot mijn spijt hebt u niet gereageerd op mijn brief van 25 april.<br />
Ik heb u daar<strong>in</strong> gevraagd me te laten weten wanneer en waar ik<br />
een viool met de merknaam Gagliano, die mijn eigendom is, terug<br />
kan krijgen. Tenzij u b<strong>in</strong>nenkort reageert, zie ik mij genoodzaakt<br />
een deurwaarder <strong>in</strong> te schakelen.<br />
Hoogachtend<br />
B.L. van der Molen<br />
Deze brief had de vader van Noortje, op aanraden van Justus,<br />
een paar dagen geleden op de bus gedaan. Hij was geadresseerd<br />
Karpatenstraat 23. Justus had hem doorgestuurd naar het woon<br />
adres van Kozijnse <strong>in</strong> Amsterdam.<br />
Hij had goede hoop dat Kozijnse <strong>in</strong>tussen overtuigd was van de<br />
zeer grote waarde van de viool. Als die waarde algemeen bekend<br />
werd, zou Kozijnse hem nooit meer voor een Gagliano kunnen<br />
laten doorgaan, of hem voor de waarde van een Gagliano van Van<br />
der Molen overnemen, en dat zou hem vast niet z<strong>in</strong>nen.<br />
Met spann<strong>in</strong>g wachtte Justus d<strong>in</strong>sdagmorgen op de komst van<br />
zijn baas. Maar die verscheen niet. In plaats daarvan belde hij<br />
tegen elf uur op.<br />
'Justus, ik kan vanochtend niet komen. Maar ik kom vanavond.<br />
Luister goed. In Alkmaar woont ook een bekende viooltaxateur,<br />
een zekere Richardson. Een echte kenner. Ik wil toch graag de<br />
men<strong>in</strong>g van een tweede deskundige over de viool. Mijn secretaresse<br />
heeft hem gebeld. Hij komt vanavond naar Stoutendam om het<br />
<strong>in</strong>strument te bekijken.'<br />
keel.<br />
Justus zat verstomd aan de telefoon.<br />
'Luister je?'<br />
'Jazeker', bracht Justus uit. Er kwam nauwelijks geluid uit zijn<br />
'Ben je verkouden?'<br />
'Nee, eh ja, een beetje schor.'<br />
'Kun je vanavond van school verzuimen?'<br />
171
'Er is geen les. De leraar is ziek.'<br />
'Richardson komt met de tre<strong>in</strong> om twaalf voor zeven aan op het<br />
station <strong>in</strong> Stoutendam. Ik red dat niet. Ik moet vanmiddag <strong>in</strong><br />
Rotterdam zijn. Zou jij hem voor mij willen afhalen?<br />
Bedenk maar iets om hem te herkennen, of hij jou. Een bordje<br />
met Kozijnse of zo. Zie maar.<br />
Kom dan met een taxi met Richardson naar de Karpatenstraat,<br />
wil je? Hou hem even bezig. Geef hem koffie. Laat hem de viool<br />
niet zien voor ik er ben. Ik wil meemaken hoe hij op het <strong>in</strong>strument<br />
reageert. Begrijp je?'<br />
'Het is duidelijk. Komt voor elkaar. Hoe laat bent u er?'<br />
'Ik hoop er om half acht te zijn.'<br />
'Tot vanavond dan.'<br />
Justus legde de ho om neer en zonk achterover <strong>in</strong> de bureaustoel<br />
alsof zijn laatste uur had geslagen. Dit was dus e<strong>in</strong>de oefen<strong>in</strong>g. Nu<br />
zou alles uitkomen. En hij zou erbij moeten zijn als het bedrog uit<br />
kwam.<br />
Hij zuchtte diep. Het zou ook een wonder zijn geweest als er<br />
geen spaak <strong>in</strong> het wiel was gekomen. Als plan leek het leuk, de<br />
praktijk was iets anders. Dag baantje. Dag huis van de familie Van<br />
der Molen. Misschien wel dag Noortje. Want wie houdt nu van<br />
verliezers?<br />
Een kwartier, tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten zwom hij rond <strong>in</strong> zwartgalligheid<br />
en pessimisme. Toen kreeg hij daar genoeg van. Hij had geen talent<br />
voor neerslachtigheid. Het activiteitsvirus begon te werken. Zijn<br />
creativiteit rammelde aan de deur.<br />
Zou er nog iets aan te doen zijn? Kon die meneer Richardson <strong>in</strong><br />
het complot worden betrokken?<br />
Nee, dat kon niet. Het zou de man z'n reputatie kosten. Kon<br />
Richardson de tre<strong>in</strong> missen?<br />
Zou niet helpen, dan kwam hij met de volgende tre<strong>in</strong>. Zou hij<br />
naar Alkmaar bellen en zeggen dat de afspraak niet door kon gaan?<br />
Dan g<strong>in</strong>g hij morgen door, of volgende week.<br />
Kon hij de viool tijdelijk verwisselen voor een echte Guameri?<br />
Hé, dat was een <strong>in</strong>teressante gedachte. Maar hoe moest hij daaraan<br />
komen vóór vanavond zeven uur? Trouwens, Kozijnse zou zien dat<br />
het een ander <strong>in</strong>strument was.<br />
172
Zou hij een slaapmiddel <strong>in</strong> de koffie van Richardson doen,<br />
zodat die boven de viool <strong>in</strong> slaap viel?<br />
Onz<strong>in</strong> natuurlijk.<br />
Justus wist dat Frans Nachtegaal vaak tussen de middag thuis<br />
kwam lunchen. Hij had behoefte aan vertrouwden om te overleg<br />
gen. Hij sprong op zijn fiets en racete naar het huis van Annette en<br />
Frans. Ze waren er.<br />
Zwijgend hoorden ze zijn verhaal aan.<br />
'Dat was dan dat', zei Frans. 'Het was leuk geprobeerd.' Ze<br />
zwegen. Justus staarde naar een trage bromvlieg die over het tafel<br />
blad kuierde. Waarschijnlijk eentje van vorig jaar die zichzelf had<br />
overleefd. Frans dacht aan Bastiaan van der Molen, die hij zo graag<br />
een plezier had willen doen. Annette voelde een zekere oplucht<strong>in</strong>g.<br />
Ze hield niet van de spann<strong>in</strong>g die het project teweegbracht.<br />
'Ik had allerlei zotte gedachten', zei Justus. 'Een slaapmiddel <strong>in</strong><br />
de koffie van die Richardson. Zorgen dat hij de Karpatenstraat niet<br />
kan v<strong>in</strong>den. Onz<strong>in</strong> natuurlijk. Dat lost niks op.'<br />
'De heer Richardson moet plotsel<strong>in</strong>g voor een jaar naar het bui<br />
tenland', suggereerde Frans.<br />
'Er zijn nog meer viooltaxateurs <strong>in</strong> het land.'<br />
'Toch moet er een oploss<strong>in</strong>g zijn', zei Justus koppig. 'We zouden<br />
natuurlijk .. .' pe<strong>in</strong>sde Annette.<br />
'We zouden natuurlijk wat?'<br />
'Nee nee, genoeg is genoeg. We houden ermee op.'<br />
'We zouden natuurlijk. . .' drong Justus aan.<br />
'De gedachte g<strong>in</strong>g even door mijn hoofd dat iemand anders voor<br />
meneer Richardson zou kunnen spelen. Kozijnse kent hem niet, als<br />
ik je goed begrijp.'<br />
'Ja!' riep Frans enthousiast.<br />
'Wie dan?'<br />
'Iemand die <strong>in</strong> het complot zit. Frans niet natuurlijk. Ik ben een<br />
vrouw en het g<strong>in</strong>g niet over een mevrouw Richardson. Dat geldt<br />
ook voor Noortje. Die is trouwens te jong, net als Stijn. Dus .. .'<br />
'Bashir.'<br />
'Ik niet geloven Bashir zijn geloofwaardig vioolbouwer uit<br />
Alkmaar', merkte Frans realistisch op.<br />
'Echt niet?'<br />
173
'Nee. Hoewel. Misschien juist.'<br />
'Ja', zei Justus. 'Een zwarte Amerikaan. Al jaren <strong>in</strong> Nederland ...<br />
Waarom niet. Alleen, hij speelt geen noot viool.'<br />
'Ga hem halen', riep Frans, spontaan als accountants zijn. 'Ik<br />
neem vanmiddag vrij. Ik ga meteen bellen. In een paar uur maak ik<br />
van Bashir een ervaren vioolbouwer. '<br />
Er zijn situaties <strong>in</strong> het leven dat je geen tijd krijgt om zenuwachtig<br />
te worden. Of beter gezegd, om daaraan toe te geven. Justus merk<br />
te dat hij steeds moest slikken omdat zijn maag tegen zijn keel leek<br />
te drukken. Hij moest ook veelvuldig naar de wc zonder veel resul<br />
taat. Maar dit alles verh<strong>in</strong>derde hem niet om de krachttoer voor te<br />
bereiden.<br />
Die avond, tien voor zeven. Een bescheiden stroompje mensen ver<br />
liet het stationnetje van Stoutendam. Bij de uitgang stonden twee<br />
jonge mensen. Ze keurden elkaar geen blik waardig. Een van hen<br />
was Stijn. Hij bekeek alle reizigers aandachtig en stapte af op een<br />
meneer die stilhield en speurend om zich heen keek. Hij had een<br />
grote aktentas bij zich. Een das had hij niet om, maar hij zat wel<br />
keurig <strong>in</strong> het pak. Een vijftiger, zo te zien.<br />
'Bent u meneer Richardson?' vroeg Stijn beleefd.<br />
'Jazeker.'<br />
'Ik ben Justus Verdaasdonk', zei Stijn. 'Ik kom u afhalen namens<br />
meneer Kozijnse.'<br />
'0, juist.'<br />
'We nemen een taxi.'<br />
'Is het ver?'<br />
'Te ver om te lopen.'<br />
Ze namen plaats <strong>in</strong> een taxi.<br />
'Kennedylaan 10', zei Stijn.<br />
'Ik dacht dat we <strong>in</strong> de Karpatenstraat moesten zijn?'<br />
'Daar heeft meneer Kozijnse zijn kantoor', deelde Stijn mee. 'De<br />
viool is bij hem thuis, <strong>in</strong> de Kennedylaan.'<br />
Ai, dat was l<strong>in</strong>k. Had Kozijnse misschien gezegd dat hij <strong>in</strong><br />
Amsterdam woonde?<br />
Meneer Richardsons reactie stelde Stijn gerust:<br />
174
'Juist.'<br />
Hij bleek een spraakzaam man. Hij vroeg naar wetenswaardig<br />
heden <strong>in</strong> Stoutendam, waar hij naar zijn zeggen nog nooit was<br />
geweest, maar hij <strong>in</strong>teresseerde zich voor de architectuur van ste<br />
den, hij had gelezen dat Stoutendam vroeger door een s<strong>in</strong>gel omge<br />
ven was geweest, maar dat ze die hadden gedempt, jammer nou,<br />
steeds meer steden kwamen terug van zulk soort <strong>in</strong>grepen, zelf<br />
kwam hij uit Alkmaar, ongeveer even groot als Stoutendam ...<br />
Stijn knikte <strong>in</strong>stemmend.<br />
'Je werkt voor meneer Kozijnse, Justus?'<br />
'Voor halve dagen. Meneer Kozijnse doet veel voor goede doe<br />
len. Ik regel <strong>in</strong> de Karpatenstraat de <strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>g van gebruikte<br />
kled<strong>in</strong>g.'<br />
'Ga je niet meer naar school?'<br />
, Avondschool.'<br />
'Zo zo.'<br />
De taxi stopte voor Kennedylaan 10, het huis van Frans en<br />
Annette.<br />
'Zestien vijftig alsjeblieft.' Stijn betaalde.<br />
Ze liepen door het voortu<strong>in</strong>tje naar de deur. Op de muur zat<br />
een houten bordje, waarop met zwierige zwarte letters stond: P.<br />
Kozijnse. Dat was een van de werkjes die Justus die middag had<br />
gedaan.<br />
Toen de taxi met Stijn en de heer Richardson uit het gezicht was<br />
verdwenen, sprak Justus een zwarte meneer aan, die keurig <strong>in</strong> het<br />
pak zat en die ook speurend rondkeek.<br />
'Meneer Richardson?'<br />
'Zeker, hem ik ben', zei Bashir.<br />
'Ik ben Justus Verdaasdonk. Ik kom u namens meneer Kozijnse<br />
afhalen.'<br />
'Goede jongen. Jij bent natuurlijk licht verbaasd dat ik ben<br />
zwart. Heeft secretaresse dat niet gezegd?'<br />
'Niet dat ik weet', zei Justus. 'We nemen een taxi naar de<br />
Karpatenstraat. '<br />
'Heel goed.'<br />
Justus had Bashir nog nooit <strong>in</strong> zo'n deftig pak gezien. Hij had<br />
175
wel een das om, en een zwierige hoed maakte van hem een heer die<br />
het leven gemakkelijk naar zijn hand zette. Hij had een tas bij zich<br />
die Justus 's middags zolang even uit de werkkamer van zijn vader<br />
had geleend, want Bashir kon moeilijk met de tas van Frns aanko<br />
men.<br />
Ze arriveerden bij Karpatenstraat 23. Justus betaalde de taxi en<br />
opende de voordeur. Kozijnse was er nog niet.<br />
'Ik maak even koffie, Bashir. '<br />
'Meneer Richardson alstublieft.'<br />
'Meneer Richardson.'<br />
'Wat is jouw werk hier?' vroeg Bashir.<br />
'Meneer Kozijnse is een weldoener. Hij zamelt gebruikte kled<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong>, om uit te delen bij rampen. De sticht<strong>in</strong>g heet HbR, Hulp bij<br />
Rampen. Ik doe de adm<strong>in</strong>istratie voor hem.'<br />
'En er zat bij de oude kled<strong>in</strong>g een viool?'<br />
'Zoiets.'<br />
'Laat zien, ja.'<br />
'Even wachten tot meneer Kozijnse er is, als u het goed v<strong>in</strong>dt.'<br />
'Is goed.'<br />
Frans Nachtegaal deed open. Hij maakte zich bekend als Kozijnse,<br />
Piet Kozijnse, en hij verwelkomde de heer Richardson hartelijk.<br />
Annette kwam ook te voorschijn. Voor de gelegenheid heette ze<br />
Marjole<strong>in</strong> Kozijnse en ze zei dat ze koffie klaar had. Of prefereerde<br />
meneer Richardson thee?<br />
Nee, koffie was prima.<br />
In tegenstell<strong>in</strong>g tot Frans speelde Annette niet zo best toneel. Ze<br />
keek een beetje schuw en haar z<strong>in</strong>netjes kwamen er gekunsteld uit.<br />
Frans en Stijn waren opgelucht toen ze naar de keuken verdween<br />
en ze hoopten dat ze zich niet te veel zou vertonen.<br />
Frans daarentegen was <strong>in</strong> zijn element.<br />
'Ik stel uw komst zeer op prijs', zei hij. 'Ik ben <strong>in</strong> het bezit van<br />
een oude viool, en ik overweeg hem van de hand te doen. Ik vraag<br />
me af of het een Gagliano is. Er staat wel iets <strong>in</strong>, maar het is niet<br />
leesbaar. Ik wil graag van u een <strong>in</strong>dicatie van de waarde van het<br />
<strong>in</strong>strument.'<br />
'Laten we eens kijken.'<br />
176
Frans haalde zijn Lefèvre te voorschijn en overhandigde hem<br />
aan Richardson. Die liep ermee naar het raam, draaide hem om en<br />
om, snuffelde eraan, kortom, hij deed net zoiets als Frans had<br />
gedaan met de viool van Kozijnse.<br />
niets.<br />
'Dit lijkt me geen Gagliano', zei meneer Richardson.<br />
Frans trok een gezicht alsof hem dat hogelijk verbaasde. Hij zei<br />
Richardson haalde enkele boeken te voorschijn en een meetlat<br />
en hij begon de afmet<strong>in</strong>gen van de viool te vergelijken met cijfers <strong>in</strong><br />
zijn boeken. M en toe knikte hij.<br />
'Mag ik erop spelen?'<br />
'Natuurlijk', zei Frans.<br />
De heer Richardson stemde de viool en speelde wat, een paar<br />
toonladders, een stukje Bach. Hij kon het m<strong>in</strong>der goed dan Frans,<br />
vond Annette. Tegelijkertijd vroeg ze zich bezorgd af hoe Bashir<br />
zich zou houden. Die kon geen noot spelen.<br />
Richardson legde de viool neer.<br />
maler.<br />
'Wilt u nog een kop koffie?' De stem van Annette klonk al nor-<br />
'Graag.'<br />
'Jij ook, Piet?'<br />
Frans grijnsde. 'Graag, Marjole<strong>in</strong>.'<br />
'Ik ben bang dat ik u moet teleurstellen begon Richardson.'<br />
'De waarde van een goede Gagliano is m<strong>in</strong>stens tweehonderdvijftig<br />
duizend gulden. Er zijn wel exemplaren die meer dan drie ton heb<br />
ben opgebracht. Voor zover ik kan nagaan is dit geen Gagliano.<br />
Mogelijk een Lefèvre. Dat zou me niet verbazen. Mooi <strong>in</strong>strument,<br />
mooie klank ook. Kle<strong>in</strong> wel. Maar het aardige is, de oorspronkelij<br />
ke hals zit er nog aan. En misschien ook wel de oorspronkelijke<br />
zangbalk. 't Lijkt erop, maar dat kan ik zo niet met zekerheid zeg<br />
gen. Kijk, de toets reikt maar tot hier. Van de meeste <strong>in</strong>strumenten<br />
uit die tijd, is de hals vervangen om er een langere toets op te kun<br />
nen zetten. De grote vioolconcerten kun je op dit <strong>in</strong>strument niet<br />
spelen. Te hoog, hé. Aardig <strong>in</strong>strument, met name voor de liefheb<br />
ber. Voor wie oude muziek op oude <strong>in</strong>strumenten wil spelen. Zo<br />
iemand zou hier best wat voor over hebben. Tja. Om zeker te zijn<br />
dat het een Lefèvre is, zou een gedetailleerder onderzoek nodig zijn.'<br />
177
Frans knikte.<br />
'De waarde van een Lefèvre, zoals dit <strong>in</strong>strument, met oorspronkelijke<br />
hals, is vandaag de dag misschien tw<strong>in</strong>tig, vijfentw<strong>in</strong>tigduizend<br />
gulden, of natuurlijk wat de liefhebber er voor geeft. Als<br />
iemand u voor dit <strong>in</strong>strument dertigduizend biedt, zou ik het bod<br />
onmiddellijk aannemen. Bent u beroepsviolist?' 'Nee hoor, ik ben<br />
maar een amateurtje.'<br />
'Meneer Kozijnse speelt prachtig', zei Stijn. Wist hij veel. Hij<br />
had hem nog nooit een noot horen spelen, Frans niet en Kozijnse al<br />
helemaal niet. Maar hij vond zijn rol wat mager.<br />
'Och, als u geen Tschaikovski en Shostakovitsch op het concertpodium<br />
hoeft te spelen, voldoet deze viool waarschijnlijk uitstekend.'<br />
'Ik dank u voor uw advies', zei Frans. 'Wat ben ik u schuldig?'<br />
'Driehonderd gulden.'<br />
Frans trok zijn portemonnaie en betaalde.<br />
'Dank u wel. Mocht u de viool <strong>in</strong>derdaad willen verkopen, dan<br />
kan ik u wellicht behulpzaam zijn.'<br />
'Ik wil er even over denken. Misschien bel ik u erover op.'<br />
'U hebt mijn telefoonnummer.'<br />
'Ja', loog Frans. 'Ik breng u naar het station.'<br />
Richardson stond op en gaf Annette een hand. 'Dag mevrouw<br />
Kozijnse.'<br />
Ook Stijn groette hij en daarna vertrok hij met Richardson.<br />
'Phoe' , zuchtte Annette.<br />
'Dit deel is goed verlopen', zei Stijn. 'Maar hoe zou het <strong>in</strong> de<br />
Karpatenstraat gaan?'<br />
Voorlopig g<strong>in</strong>g het daar ook goed.<br />
Bashir vertelde Justus over zijn jeugd <strong>in</strong> Amerika, waar hij nooit<br />
was geweest. Het was oefen<strong>in</strong>g voor het geval Kozijnse ernaar zou<br />
vragen. Hij maakte expres wat meer fouten <strong>in</strong> zijn Nederlands dan<br />
anders, maar Justus ontraadde hem dat. Het accent van Bashir was<br />
weliswaar buitenlands, maar iemand die er oor voor had kon<br />
horen dat het geen Amerikaans accent was en ook zijn kromme<br />
constructies waren niet typisch Amerikaans.<br />
Om iets over half acht verscheen Kozijnse.<br />
178
'Bent u meneer Richardson?' vroeg hij verbaasd.<br />
'Ja. Zwart hé?'<br />
'Dat geeft niet', zei Kozijnse onhandig.<br />
'Ik kom uit de States, Louisiana.'<br />
Bashir had besloten dat Louisiana heel muzikaal klonk.<br />
Kozijnse verontschuldigde zich voor zijn late komst. Hij had een<br />
belangrijke afspraak gehad die niet kon worden verzet.<br />
'Niet probleem', zei Bashir.<br />
'U bent vioolbouwer?'<br />
'Ja, s<strong>in</strong>ds mijn jeugd, en taxateur. Mijn vader ook vioolbouwer,<br />
<strong>in</strong> Louisiana. Onze familie leven van muziek<strong>in</strong>strumenten.'<br />
'Hoe bent u <strong>in</strong> Nederland terechtgekomen?'<br />
Bashir draaide :ûjn ogen naar het plafond. 'Liefde, meneer<br />
Kozijnse. Ik hier was met een orkest, nu vijf jaar geleden. En daar zij<br />
was, de mooiste vrouw van de wereld. Tot nu zij mij hier heeft gehou<br />
den, <strong>in</strong> Alkmaar. Alkmaar nu ook de mooiste stadje van de wereld.'<br />
'Ja, de liefde vermag veel.'<br />
'Gelukkig ik kan makkelijk mijn brood verdienen <strong>in</strong> Nederland,<br />
door kennis van muziek<strong>in</strong>strumenten.'<br />
'Niet alleen violen?'<br />
'Nee, alle snaar<strong>in</strong>strumenten, bas, gitaar, banjo, alles. Maar<br />
meeste de viool.'<br />
Hij begon een verhandel<strong>in</strong>g over violen waar Justus met angst<br />
en beven naar luisterde. Want alles wat hij zei, had hij diezelfde<br />
middag voor het eerst van Frans gehoord. Hij laat zich meeslepen<br />
door zijn rol, dacht Justus. Dat gaat fout.<br />
Het leek erop dat Kozijnse er genoeg van begon te krijgen.<br />
'Haal de viool eens, Justus', zei hij.<br />
Justus haastte zich naar boven, om Kozijnse en Bashir maar zo<br />
kort mogelijk alleen te laten. Hij kwam met de vioolkist terug en<br />
opende hem.<br />
Bashir sloop dichterbij, strekte zijn handen uit naar het <strong>in</strong>stru<br />
ment, trok ze weer terug, terwijl zijn gezicht straalde alsof hij zeer<br />
gelukkig was.<br />
'Het altijd weer avontuur om kennis te maken met nieuw <strong>in</strong>stru<br />
ment', zei hij met de passie van de Mrikaan die zichzelf nog toe<br />
staat zijn gevoelens te uiten. 'Als met een vrouw. '<br />
179
'Ja ja', zei Kozijnse.<br />
Met grote tederheid nam Bashir de viool <strong>in</strong> zijn lenige v<strong>in</strong>gers.<br />
In tegenstell<strong>in</strong>g tot Frans praatte hij aan één stuk door. Hij meldde<br />
alles wat hij zag en deed. Lichtbru<strong>in</strong>, wel wat verkleurd door het<br />
licht en door ouderdom, het leed geen twijfel dat het een <strong>in</strong>stru<br />
ment was dat Napoleon nog had gezien, wellicht ouder, de geur<br />
was ook oud, was het meneer Kozijnse wel eens opgevallen dat<br />
deze viool rook als een oude houten brug, of misschien als een<br />
scheepswerf waar pek, geteerd touw en oude schepen zo'n eigen<br />
aardige geur verspreidden?<br />
Ik had hem nooit moeten vertellen over de werfkelder <strong>in</strong><br />
Utrecht, dacht Justus. Hij zit mij te stangen. Zo dadelijk verspreekt<br />
hij zich.<br />
Bashir klopte zachtjes tegen de viool, haalde een loep uit zijn<br />
zak en onderzocht iedere vierkante centimeter.<br />
'Is het een kostbaar <strong>in</strong>strument?' Kozijnse kon het niet b<strong>in</strong>nen<br />
houden.<br />
, Alle muziek<strong>in</strong>strumenten kostbaar', riep Bashir <strong>in</strong> vervoer<strong>in</strong>g.<br />
'Wat ze niet kunnen oproepen! Lachen en traan, ontroer<strong>in</strong>g en<br />
wraak ... hoe heet dat? ... wraakzucht .. .'<br />
'Ik bedoel kostbaar <strong>in</strong> termen van geld.'<br />
'Ah ja, dit wereld van geld en rijkdom. Ik weet nog niet. Geduld<br />
alstublieft.'<br />
Kozijnse vond vioolkenners omslachtige mensen, of ze nu veel<br />
zeiden of we<strong>in</strong>ig. Hij besloot <strong>in</strong> stilte dat hij de rest van zijn leven<br />
we<strong>in</strong>ig het gezelschap van dit soort vakmensen zou zoeken. Eerst<br />
die lijzige man uit Amsterdam, nu deze welbespraakte Amerikaan.<br />
Hij maakte achter Bashirs rug een grimas naar Justus, wat zoveel<br />
wilde zeggen als: wat een zeldzame ouwe deur.<br />
Frans kwam terug en verzekerde Annette en Stijn dat de heer<br />
Richardson veilig <strong>in</strong> de tre<strong>in</strong> zat naar Alkmaar. Geen kans meer dat<br />
hij Stoutendam op stelten zou gaan zetten. Ze feliciteerden elkaar<br />
met hun voortreffelijke toneelspel en stelden vast dat meneer<br />
Richardson een aardig en deskundig persoon was.<br />
'Knap dat hij zag dat het een Lefèvre is', zei Annette.<br />
'Mijn viool is dus misschien zo'n tw<strong>in</strong>tigduizend gulden waard',<br />
180
zei Frans. 'Dat weet ik dan ook weer eens. Ik zal de verzeker<strong>in</strong>g<br />
aanpassen.'<br />
Ze zwegen. Het grote wachten begon.<br />
Bashir had zijn tas geopend en hetzelfde stapeltje boeken te<br />
voorschijn gehaald als Frans al eens op dezelfde tafel had uitge<br />
spreid. Annette had ze met transparant folie gekaft, maar ondanks<br />
dat zagen ze er nog steeds akelig hetzelfde uit. De gelijkenis viel<br />
Kozijnse ook op.<br />
'Standaardwerken zeker?'<br />
'Ja, dit zijn boeken die ieder vioolbouwer heeft. Zonder deze<br />
werken het is onmogelijk met enige zekerheid een viool te identifi<br />
ceren.'<br />
Hij hield nu toch een poosje zijn mond, dat is te zeggen, hij<br />
mompelde zacht voor zich heen terwijl hij met een uitrol baar meetl<strong>in</strong>t<br />
en met tabellen <strong>in</strong> zijn boeken bezig was. Plotsel<strong>in</strong>g maakte een<br />
zekere agitatie zich van hem meester. Hij greep het boek dat onder<br />
op de stapel lag, bladerde er gejaagd <strong>in</strong>, vergeleek nog eens met een<br />
pag<strong>in</strong>a met afbeeld<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een ander boek, keek door zijn loep<br />
gespannen naar het etiketje b<strong>in</strong>nen<strong>in</strong> de viool, bescheen het toen<br />
met Annettes sleutelgatlampje, keek nog eens en mompelde: 'Kan<br />
niet waar zijn.'<br />
'Wat kan niet waar zijn?'<br />
Bashir legde het <strong>in</strong>strument neer en begon door het vertrek te<br />
lopen. 'Zoiets je maakt maar eens <strong>in</strong> een leven mee', zei hij. 'Als het<br />
waar is.'<br />
'Wat dan, man.'<br />
'Hebt u wel gehoord van de naam Guarneri?'<br />
'Ja, daar heb ik van gehoord.'<br />
'Ik denk dat onder dit etiketje staat: ]HS. Dat zou betekenen dat<br />
dit viool is gemaakt door de Guarneri del Gesu.'<br />
Kozijnse straalde.<br />
Justus liep naar de tafel en keek naar de viool alsof hij hem nog<br />
nooit eerder had gezien.<br />
'Niet aankomen', zei Kozijnse.<br />
We hebben beet, dacht Justus.<br />
'Moet u er niet op spelen?' vroeg Kozijnse.<br />
'Nee, nee', zei Bashir, 'dit viool is mij niet waardig. Ik ben niet<br />
181
een goede violist. Een bouwer, een taxateur, ja, maar dit viool heeft<br />
recht op een eersteklas musicus.'<br />
'Wat is de waarde van het <strong>in</strong>strument, denkt u?'<br />
'Zeer, zeer veel. Maar zekerheid is er niet.' 'Maar u denkt dat<br />
het een Guarneri is?' 'Ik moet voorzichtig zijn, maar ik denk heel<br />
waarschijnlijk.' 'Wat raadt u me aan nu te doen?' vroeg Kozijnse.<br />
'U wilt hem verkopen?'<br />
'Waarschijnlijk wel.'<br />
'Belangrijkste is echtheid te laten vaststellen. Dat is <strong>in</strong>gewikkeld<br />
proces. Er zijn verschillende deskundigen nodig. Als u wilt, ik kan<br />
u helpen.'<br />
'Daar wil ik eerst over nadenken', zei Kozijnse. 'Ik wil u vragen<br />
met niemand over dit bezoek en over deze viool te spreken. Ik wil<br />
voorlopig geen publiciteit.'<br />
'Ik zwijg als graf', verzekerde de heer Richardson. 'Maar ik ben<br />
wel opgewonden. Nooit eerder <strong>in</strong> mijn leven ik tegengekomen zo<br />
bijzonder <strong>in</strong>strument.'<br />
'U hoort nog wel van me. Hoeveel ben ik u schuldig?' Bashir<br />
was bezig de boeken <strong>in</strong> zijn tas te stoppen. Hij vroeg zich af of hij<br />
de heer Kozijnse een paar honderd gulden afhandig zou maken,<br />
maar hij had het gevoel dat Justus het daar niet erg mee eens zou<br />
zijn.<br />
'Ik stuur u wel de reken<strong>in</strong>g', zei hij met lichte tegenz<strong>in</strong>. 'Ik heb<br />
uw adres.'<br />
'Prima.'<br />
Bashir wierp nog een verliefde blik op de viool en pakte zijn tas.<br />
'Kunnen we een taxi bellen?'<br />
'Ik breng u even naar het station.'<br />
'Dat is vriendelijk van u.'<br />
Ze liepen door de gang, naar de voordeur. Bashir g<strong>in</strong>g het eerst<br />
naar buiten, gevolgd door Kozijnse. Justus bleef nog even achter<br />
om de viool naar zijn schuilplaats te brengen. Maar hij hoorde<br />
door de open voordeur wat er gebeurde.<br />
Yvonne had deze avond uitgekozen om naar Stoutendam te<br />
gaan om Justus op te fleuren. Ze was bij het huis waar hij een<br />
kamer huurde geweest, maar hij was er niet. Misschien was hij <strong>in</strong><br />
de Karpatenstraat, ze had gehoord dat hij soms op kantoor sliep.<br />
182
Dus wandelde ze daarheen. Ze kwam de straat <strong>in</strong> en zag dat de<br />
deur van nummer 23 net open g<strong>in</strong>g. Hé, wie kwam daar naar bui<br />
ten? Dat was een bekend gezicht. Ze zette een drafje <strong>in</strong> en riep met<br />
alle enthousiasme dat <strong>in</strong> haar was:<br />
'Hallo Bashir. Hoe gaat het met je, ouwe Mrikaan.'<br />
183
16<br />
Na half elf 's avonds was er niets meer te beleven <strong>in</strong> Stoutendam,<br />
althans op door-de-weekse avonden. Het constante geruis van<br />
auto's werd beduidend m<strong>in</strong>der, w<strong>in</strong>kels schakelden over op nacht<br />
verlicht<strong>in</strong>g. Zelfs <strong>in</strong> juni, als de duisternis laat <strong>in</strong>viel, g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> veel<br />
huizen de gordijnen dicht.<br />
laan.<br />
Die waren ook dicht bij de familie Nachtegaal, <strong>in</strong> de Kennedy<br />
'Alsof er een sterfgeval heeft plaatsgevonden', zei Frans.<br />
Annette kwam uit de keuken. Ze had maar weer eens wat te<br />
dr<strong>in</strong>ken gemaakt, thee deze keer, want spann<strong>in</strong>g maakt de monden<br />
droog.<br />
'Nu sta ik erop dat ik uitleg krijg', zei Yvonne.<br />
Ze zat naast Bashir op de tweezitsbank en keek het gezelschap<br />
rond. Frans en Annette had ze nooit eerder ontmoet en ook<br />
Noortje was nieuw voor haar. Met haar scherpe blik nam ze waar<br />
dat Justus meer dan gewone belangstell<strong>in</strong>g voor Noortje toonde.<br />
Hij was trouwens ook naast haar gaan zitten.<br />
'Tja .. .', zei Justus.<br />
'Ik v<strong>in</strong>d het reuze gezellig om zo hartelijk door je gekust te wor<br />
den, Bashir', grijnsde Yvonne, 'maar het was wel erg <strong>in</strong>tiem voor<br />
iemand die me pas nog zei dat hij zo <strong>in</strong>tens veel houdt van ene<br />
Jolande. Als Jolande <strong>in</strong> de buurt was geweest had je nu een blauw<br />
oog.'<br />
'Vergev<strong>in</strong>g. Enige manier om te zorgen dat jij niet verder<br />
spreken.'<br />
Justus begon te lachen. Steeds harder. De tranen liepen over zijn<br />
wangen. Frans begon mee te lachen. Daarna Noortje. Tenslotte<br />
lachten ze allemaal, ze lachten de spann<strong>in</strong>g van zich af, ze lachten<br />
om de komische situatie, ze lachten om zichzelf en om Kozijnse.<br />
Toen hij weer kon spreken zei Frans:<br />
'En nu graag een nauwkeurig verslag van wat er is gebeurd.'<br />
'Jij vertellen', zei Bashir tegen Justus.<br />
'Nou kijk', begon Justus, 'Bashir had een prachtige voorstell<strong>in</strong>g<br />
-gegeven bij Kozijnse, net zo mooi als jij, Frans, maar anders. De<br />
184
tederheid waarmee hij de viool aanraakte, je zou alleen al op grond<br />
daarvan zweren dat het een Guarneri is. Kozijnse wist het toen echt<br />
zeker. Enf<strong>in</strong>, Kozijnse zal Bashir, pardon meneer Richardson, even<br />
naar het station brengen. Bashir loopt de deur uit en daar staat<br />
Yvonne <strong>in</strong> de straat en ze roept zoiets als: 'Hoe staat het leven,<br />
ouwe Mrikaan.' Ik stond verstijfd van schrik <strong>in</strong> het portaal, maar<br />
Bashir spr<strong>in</strong>gt op haar af en beg<strong>in</strong>t haar vurig te zoenen.<br />
'Ik schrok me te pletter', zei Yvonne. 'Hij kust me, met die grote<br />
mond van hem, en tussendoor', siste hij: 'Niets zeggen. Jij niets zeg<br />
gen. Niet een woord.' Nu zou dat ook niet hebben gekund, want<br />
<strong>in</strong>tussen perste hij ook alle lucht uit me.'<br />
'Nou ja', g<strong>in</strong>g Justus verder, 'na een poosje draaide Bashir zich<br />
om naar Kozijnse en zei zoiets als dat dit nu de vrouw van zijn dro<br />
men was, die hem <strong>in</strong> Nederland had gehouden en dat hij nog steeds<br />
zo dol op haar was dat als hij haar een dag niet had gezien hij haar<br />
omstandig moest omhelzen, dat was het Mrikaanse bloed <strong>in</strong> hem<br />
waar zijn vrouw het over had, ook al woonde zijn familie al twee<br />
eeuwen <strong>in</strong> de Verenigde Staten. Intussen stond ik de vetste knip<br />
ogen die ik kan opbrengen over de schouder van Kozijnse heen <strong>in</strong><br />
de richt<strong>in</strong>g van Yvonne te sturen.<br />
'Ik dacht dat je een enge aangezichtsverlamm<strong>in</strong>g had opgelo<br />
pen', zei Yvonne.<br />
'Maar je hield je mond.'<br />
'Ja, zoveel was wel tot me doorgedrongen, jullie hadden even<br />
geen z<strong>in</strong> <strong>in</strong> mijn toch altijd waardevolle opmerk<strong>in</strong>gen.'<br />
'Goed', g<strong>in</strong>g Justus verder, 'Bashir stelde Yvonne aan Kozijnse<br />
voor als mevrouw Richardson, en of Kozijnse begrijpen kon dat hij<br />
voor deze fasc<strong>in</strong>erende vrouw <strong>in</strong> Nederland was gebleven. Dat kon<br />
Kozijnse.' 'Wat fijn dat je me komt halen, liefste', zei Bashir ook<br />
nog, of zoiets, en dat ze nu nog even samen Stoutendam g<strong>in</strong>gen ver<br />
kennen, dus hij hoefde niet naar het station te worden gebracht.'<br />
'Wat dacht jij van dit alles?' vroeg Annette aan Yvonne.<br />
'Ik dacht dat ik <strong>in</strong> een grote grap terecht was gekomen en dat ik<br />
maar moest meespelen.'<br />
'Ze was meesterlijk', zei Justus. 'Vooral toen Bashir mij aan haar<br />
voorstelde. Hij zei dat ik Justus Verdaasdonk was en toen zei ze<br />
heel koelbloedig: 'Yvonne Richardson'. Ze gaf me een hand alsof ik<br />
185
een compleet vreemde voor haar was en daarna liepen ze hand <strong>in</strong><br />
hand de straat uit.'<br />
'Geweldig', riep Noortje.<br />
'En wat zei Kozijnse toen ze weg waren?' wilde Frans weten.<br />
'Hij vond die Richardson een vreemde vogel. Zomaar op straat<br />
je vrouw gaan staan kussen, gods wereld had rare kostgangers.<br />
Maar goed, hij was kennelijk iemand die veel verstand had van<br />
muziek<strong>in</strong>strumenten. Hij had toch donders gauw door gehad dat<br />
het om een Guarneri g<strong>in</strong>g.'<br />
Opnieuw lachten ze.<br />
'Een Guarneri', zei Yvonne. 'Is het denkbaar dat ik uit de brand<br />
word geholpen?'<br />
Ze vertelden haar het hele verhaal. Ze luisterde met een verba<br />
z<strong>in</strong>g die kolossale vormen aannam.<br />
stem.<br />
'En dat heb jij bedacht, Justus?' zei ze met diep ongeloof <strong>in</strong> haar<br />
'Samen hebben we het bedacht.'<br />
'Jij hebt bedacht dat er zoiets moest gebeuren?'<br />
'Eh ... ja.'<br />
'En de wet dan? En het recht dan? En de handel en wandel van<br />
je vader dan?'<br />
'Eh ... ja.'<br />
'Doet de wet er <strong>in</strong>eens niet meer toe?'<br />
'Het gaat om rechtvaardigheid', zei Justus.<br />
'Of gaat het om Noortje riep Yvonne met het gebrek aan tact<br />
waaraan ze wel vaker leed.<br />
Justus kreeg een kleur, Noortje kreeg een kleur. Bashir lachte<br />
zijn gulle lach. Frans zei:<br />
'En wat dan nog?'<br />
'Ja, wat dan nog', vond ook Yvonne. 'Rechtvaardigheid gaat<br />
voor wet, daar draait het om.'<br />
Ze stond op en tot Justus' verbijster<strong>in</strong>g gaf ze hem een dikke<br />
klapzoen.<br />
'Wat ben je toch een verbaz<strong>in</strong>gwekkend jongmens', zei ze. 'Ik<br />
dacht dat ik je aardig kende, maar nee. Weet je waarom ik van<br />
avond naar Stoutendam was gekomen? Om je wat afleid<strong>in</strong>g te<br />
bezorgen <strong>in</strong> je saaie bestaantje. Nou nou.<br />
186
Geachte heer Van der Molen<br />
Inderdaad heb ik <strong>in</strong> uw voormalige won<strong>in</strong>g een viool aangetroffen<br />
met de naam Gagliano er <strong>in</strong>. Ik ben bereid het <strong>in</strong>strument van u te<br />
kopen. Ik bied u er honderdduizend gulden voor.<br />
Hoogachtend<br />
P. Kozijnse.<br />
Twee dagen na het bezoek van de heer Richardson aan de Karpaten<br />
straat ontv<strong>in</strong>g de vader van Noortje deze brief. In opperste vreugde<br />
liet hij hem zien aan Justus. Honderdduizend gulden voor een waarde<br />
loze viool, daar kon hij niet over uit. Wat had die Justus dat fantastisch<br />
voor elkaar gekregen. Hij had al een antwoordbrief klaar.<br />
Geachte heer Kozijnse<br />
Ik ga akkoord met uw aanbod. Mijn bankreken<strong>in</strong>gnummer is ...<br />
'Nee, meneer Van der Molen.' zei Justus.<br />
'Hoezo nee.'<br />
'Er zit meer <strong>in</strong>.'<br />
'Als we gaan onderhandelen is er altijd het risico dat Kozijnse<br />
doorkrijgt dat hij bedot wordt. We hebben een kans dat het hon<br />
derdvijftigduizend gulden wordt, of honderdvijfenzeventig. Maar<br />
ik heb liever honderdduizend nu, dan honderdvijftig misschien<br />
over een poosje.'<br />
'Er zit meer <strong>in</strong>. Maar er is nog iets anders. Ik heb er lang met<br />
mijn zusje Yvonne over gepraat. U móet zeggen dat u de viool wilt<br />
. laten taxeren. Een deskundige moet uitmaken hoeveel hij waard is.'<br />
'Wie dan?' vroeg meneer Van der Molen. 'Zou de broer van<br />
meneer Nachtegaal willen verklaren dat het een Guar-... hoe heet<br />
zo'n d<strong>in</strong>g, is?'<br />
'Nee, dat doet hij zeker niet', zei Justus. 'Maar dat hoeft ook<br />
niet. Kozijnse zal namelijk weigeren hem te laten taxeren. Want hij<br />
denkt dat een deskundige zal zeggen dat de viool één of meer mil<br />
joen waard is en hij wil hem u voor een Gagliano verkopen.'<br />
Meneer Van der Molen had niet zo precies gevolgd wat er allemaal<br />
was gebeurd, en hij riep zijn vrouw erbij. Justus legde het allemaal<br />
nog eens uit.'<br />
187
'Het mooiste zou zijn als we een brief van meneer Kozijnse<br />
kregen waar<strong>in</strong> hij niet <strong>in</strong>gaat op uw voorstel om de viool te laten<br />
taxeren', besloot hij. 'Dan kan hij later nooit naar de <strong>rechter</strong> gaan<br />
en zeggen dat u hem hebt bedrogen.'<br />
Yvonne had daar bij Justus op aangedrongen.<br />
'Ik zou maar doen wat Justus aanraadt', vond mevrouw Van der<br />
Molen.<br />
En zo kwam een dag later de volgende brief b<strong>in</strong>nen op Karpaten<br />
straat 23:<br />
Geachte heer Kozijnse<br />
In pr<strong>in</strong>cipe ben ik bereid de viool waarover we hebben gecorrespondeerd<br />
te verkopen. De prijs lijkt me echter aan de lage kant. Ik<br />
stel voor dat we een onafhankeljke deskundige laten bepalen wat<br />
een redelijke prijs is.<br />
Hoogachtend<br />
B. van der Molen.<br />
Kozijnse schoof Justus de brief toe.<br />
'Lees maar.'<br />
Justus las het briefje dat hij zelf had opgesteld.<br />
'Tja, dat zat er<strong>in</strong>. Weten wij veel wat een Gagliano waard is?<br />
Misschien wel het dubbele van wat u biedt. Dat denkt Van der<br />
Molen misschien ook wel.'<br />
'De viool wordt niet getaxeerd voordat hij mijn eigendom is', zei<br />
Kozijnse vastberaden. 'Ik neem hem trouwens mee vanmiddag. Ik<br />
heb met mijn bank <strong>in</strong> Amsterdam afgesproken dat hij daar <strong>in</strong> de<br />
kluis kan.'<br />
Dat kon nu we<strong>in</strong>ig kwaad meer, dacht Justus. In een bankkluis<br />
lag hij veilig. Daar zou hij niet ieder ogenblik worden uitgehaald<br />
om aan iemand te worden getoond.<br />
'Hoe denkt u die meneer Van der Molen ertoe te bewegen de<br />
viool te verkopen zonder taxatierapport?' vroeg hij .<br />
'Daar moet ik over denken.'<br />
Kozijnse begon door het kantoor te lopen ten bewijze ervan dat<br />
hij nadacht. Justus keek ernaar vanuit zijn stoel. Er kwam weer<br />
eens een golf van wroeg<strong>in</strong>g bij hem omhoog, hij had dat al meer-<br />
188
dere malen gehad. Hij had nu eenmaal ook wel enige sympathie<br />
voor Kozijnse. De man kon zeer hartelijk zijn en ook heel royaal<br />
soms. Een beetje zoals zijn vader, bedacht hij. Kozijnse was natuur<br />
lijk een heel andere man, veel dikker alleen al, maar ook patseriger.<br />
Was zijn vader dan niet patserig? Soms wel. Maar zijn vader had<br />
het meer bij vlagen, om zich een houd<strong>in</strong>g te geven of zo, Kozijnse<br />
had het altijd.<br />
Kom op, hij moest niet sentimenteel worden. Kozijnse kreeg zijn<br />
verdiende loon. Wie bedriegt, moet erop rekenen bedrogen te wor<br />
den. Zou dit het goede moment zijn om met zijn ideetje te komen?<br />
Hij waagde het erop.<br />
'Dit is toch het vroegere woonhuis van de familie Van der<br />
Molen, hé? Ze hadden daar toch al generaties lang <strong>in</strong> gewoond?'<br />
'Ja, hoezo?'<br />
'Nou, ik dacht, als u hem het huis eens aanbood voor de viool?'<br />
Kozijnse stond stil.<br />
'Ik heb driehonderdduizend voor het huis betaald.'<br />
'0. Ja. Da's een boel.'<br />
'Maar toch ... de waarde van de viooL.' Kozijnse hervatte zijn<br />
geijsbeer.<br />
Met grote moeite hield Justus zijn mond. Hij mocht onder geen<br />
voorwaarde de <strong>in</strong>druk wekken dat het hem veel kon schelen. Hij<br />
moest steeds denken aan wat Kozijnse zelf had gezegd:<br />
mensen praten altijd te veel. Laat de anderen het woord maar<br />
doen. Afwachten dus.<br />
Maar ook Kozijnse was een goede leerl<strong>in</strong>g van zijn eigen school.<br />
Er kwam niet veel meer uit hem. Hij stopte de krant <strong>in</strong> zijn tas en<br />
zei:<br />
'Haal de viool even, Justus.'<br />
Justus g<strong>in</strong>g naar de vlier<strong>in</strong>g. Dit zal de laatste keer zijn, dacht<br />
hij. Hij haalde de vioolkist te voorschijn en zette hem op de grond.<br />
Hij hurkte en maakte de kist open.<br />
'Jou zie ik waarschijnlijk nooit meer terug', mompelde hij.<br />
Teder alsof hij een baby uit de wieg haalde, nam hij het muziek<br />
<strong>in</strong>strument <strong>in</strong> zijn handen, tokkelde op een snaar, streelde zacht<br />
over het hout.<br />
Hij stelde zich voor hoe Kozijnse de viool woedend zou vertrap-<br />
189
pen als hij ontdekte dat het maar een eenvoudig fabrieksviooltje<br />
was, van nauwelijks enige waarde. De gedachte sneed hem door de<br />
ziel. Wat een onz<strong>in</strong>, een houten kistje met snaren erop. Maar toch.<br />
Hij g<strong>in</strong>g naar beneden en overhandigde Kozijnse de vioolkist.<br />
'Tot b<strong>in</strong>nenkort', zei zijn werkgever.<br />
'Wat gaat u nu doen?' wilde Justus roepen, maar hij hield het<br />
b<strong>in</strong>nen. 'Dag meneer Kozijnse.'<br />
Iemand die gefotografeerd wordt, een fotomodel of een beroemd<br />
heid of een bruid of zo, is na afloop waarschijnlijk vermoeider<br />
dan de fotograaf. Mensen die een lange vliegreis maken, zijn<br />
bij aankomst uitgeputter dan de stewardessen .. De gebeurtenissen<br />
passief over je laten komen, wachten, nietsdoen, is zeer <strong>in</strong>span<br />
nend.<br />
Justus overnachtte niet meer <strong>in</strong> de Karpatenstraat nu de viool er<br />
niet meer was. Hij miste hem zoals je je oude poes mist, die de hele<br />
dag sliep, maar er wel was. Hij wenste dat hij meer werk had, de<br />
ochtenden die hij op kantoor doorbracht. Hij zou het prettig moe<br />
ten v<strong>in</strong>den dat hij zijn huiswerk kon maken, maar hij werkte liever<br />
voor het geld dat hij verdiende.<br />
Noortje was overdag op school, hij 's avonds. Gezellig was dat<br />
niet. Toch vonden ze iedere dag wel even een moment om elkaar<br />
te zien. Ze waren echt vertrouwd met elkaar geworden. Was hij<br />
verliefd? Waarschijnlijk ben ik verliefd, dacht hij, maar de spann<strong>in</strong>g<br />
die het voor de gek houden van Kozijnse met zich meebracht, over<br />
schaduwde het wel een beetje. Ze spraken daar zoveel over, het<br />
duwde andere d<strong>in</strong>gen weg. Het werd tijd dat daar een e<strong>in</strong>d aan<br />
kwam.<br />
Kozijnse had nu al drie dagen niet van zich laten horen. De<br />
vader van Noortje had beloofd het onmiddellijk te laten weten als<br />
er een bericht kwam. Iedere ochtend g<strong>in</strong>g Justus met meer tegenz<strong>in</strong><br />
naar kantoor, en met de vage angst daar een woedende Kozijnse<br />
aan te treffen, die achter de waarheid was gekomen.<br />
Het was vrijdagavond, een avond dat Justus geen school had.<br />
Noortje en hij hadden afgesproken naar de disco te gaan en Stijn<br />
ook mee te nemen. Soms valt het mee, soms valt het tegen. Justus<br />
190
kon zich soms laten gaan <strong>in</strong> een disco, <strong>in</strong> trance raken van de harde<br />
muziek, de uren zich aaneen laten rijgen zodat hij niet meer wist<br />
waar ze waren gebleven. En soms vond hij het allemaal niks. Je<br />
kon niet met elkaar praten, je zag we<strong>in</strong>ig, de muziek was alleen<br />
hard en niks anders.<br />
Hij bewoog met Noortje afwisselend <strong>in</strong> het bijna duister en <strong>in</strong><br />
het felle gekleurde bewegende licht, en hij wist dat Stijn eenzaam<br />
aan de bar zat.<br />
'Laten we weggaan', brulde hij Noortje <strong>in</strong> het oor.<br />
Ze zochten Stijn en verlieten de bewegende menigte.<br />
'Bioscoop?'<br />
Er was geen film die hen lokte.<br />
'Kegelen?'<br />
Alle kegelbanen waren bezet.<br />
'Naar ons?', zei Noorje.<br />
Justus had even geen z<strong>in</strong> <strong>in</strong> meneer Van der Molen, die een soort<br />
eentonigheid uitstraalde waar je neerslachtig van kon worden. Als<br />
er nu een brief van Kozijnse lag, maar die lag er niet.<br />
Ze keken naar Stijn, die echter een regenwolk bestudeerde en<br />
niet op de gedachte wilde komen dat ze bij hem cd'tjes zouden kunnen<br />
gaan spelen.<br />
'Naar ons', zei Justus <strong>in</strong>eens, tot zijn eigen stomme verbaz<strong>in</strong>g.<br />
'Naar jullie?' vroeg Stijn. Hij bedacht waarschijnlijk dat het weer<br />
soms ook <strong>in</strong>eens omsloeg.<br />
'Ja, naar ons. Noortje heeft mijn ouders nog nooit ontmoet.'<br />
'Eng', zei Noortje.<br />
'Ze zijn heel aardig.'<br />
'Dat zal best.'<br />
'Kom op', riep Stijn, 'ik heb je ouwelui ook al bijna een, jaar niet<br />
gezien. En vroeger kwam ik er iedere week.'<br />
Ze g<strong>in</strong>gen.<br />
Justus vroeg zich af hoe hij het zou aanleggen. Van de voordeur<br />
had hij geen sleutel. En s<strong>in</strong>ds de diefstal h<strong>in</strong>g er geen reservesleutel<br />
meer <strong>in</strong> de boom. Hij zou dus moeten aanbellen. Hij had wel een sleutel<br />
van de achterdeur. Die g<strong>in</strong>g trouwens meestal pas 's avonds laat op<br />
slot. De achterdeur was te bereiken via een poortje dat toegang gaf tot<br />
de tu<strong>in</strong>. Met Noortje, die voor het eerst kwam, via de bijkeuken en<br />
191
onverwacht voor zijn ouders naar biÏmen, dat was niet aantrekkelijk.<br />
Aanbellen bij de voordeur van zijn eigen ouderlijk huis evenm<strong>in</strong>.<br />
Waar was hij aan begonnen? Maar terugkrabbelen wou hij ook niet.<br />
Via de achterdeur toch maar.<br />
'Mooie tu<strong>in</strong>', zei Noortje. 'Wie onderhoudt die?'<br />
'Vooral mijn moeder. Vroeger hielp ik ook wel eens.'<br />
'Misschien zitten je vader en moeder naar de televisie te kijken<br />
en storen we.'<br />
'Dan gaan we naar mijn kamer.'<br />
'Heb je die dan nog?'<br />
'Ja natuurlijk. Mijn vader doet nu al bijna een jaar alsof ik even<br />
een boodschap aan het doen ben.'<br />
Ze waren <strong>in</strong>tussen <strong>in</strong> de keuken aangekomen en Justus riep hard<br />
hallo.<br />
'Justus?'<br />
Dat was moeder.<br />
'Ja, ik ben het.'<br />
Ze kwam aandraven, het potlood waarmee ze had zitten teke<br />
nen nog <strong>in</strong> de hand.<br />
'Ik wou Noortje aan je voorstellen. Noortje van het eigendoms-<br />
bewijs van de viool, weet je wel.'<br />
'Wat leuk, wat goed. Dag Noortje. Dag Stijn.'<br />
'Is vader thuis?'<br />
'Hij kijkt televisie.'<br />
'Hij keek televisie', zei Justus' vader, die ook de keuken <strong>in</strong>kwam.<br />
Ze bleven er hangen. Moeder maakte koffie en vader begon dunne<br />
plakjes ham te snijden. Het was helemaal niet het uur van de dag<br />
om dunne plakjes ham te eten en bij koffie paste het ook al niet,<br />
maar hij was er goed <strong>in</strong> en het gaf hem iets te doen en hij wilde iets<br />
aanbieden en de ham stond er toch nog en ze aten ham.<br />
Daarna g<strong>in</strong>g het gesprek over koetjes en kalfjes. Er werd gretig<br />
gebruik van gemaakt dat Justus niet alleen was gekomen. Noortje<br />
werd uitgevraagd over haar school en Stijn over zijn meteorologie<br />
en over zijn gedichten en over Joke. Het was Justus' vader die dat<br />
laatste vroeg. Zijn moeder wist af van de tragedie. 'Joke zie ik niet<br />
meer', zei Stijn, opmerkelijk opgewekt. 'Die rijdt tegenwoordig<br />
motor.'<br />
192
'Rijdt motor?'<br />
'Ja, achterop bij iemand met een leren pak aan.'<br />
-'a', zei vader. 'Dan was ze dus niks voor jou.'<br />
'Klopt. Ik heb nu een hoop vrije tijd over.' Hij is er overheen,<br />
dacht Justus. Goed zo.<br />
Toen viel er een stilte. Er zijn van die momenten. Als er geen<br />
enkele spann<strong>in</strong>g is tussen mensen, gaat het babbelen maar door,<br />
babbelen als kabbelen, van water. Als een waterstroom die vanzelfsprekend<br />
is, bergafwaarts, op zoek naar het waterpas van het meer.<br />
Is er een obstakel <strong>in</strong> de beek, een dammetje, dan hoopt het water<br />
zich op. Zo stagneert ook het gesprek, als de gesprekspartners zich<br />
bewust worden van de spann<strong>in</strong>g die er tussen hen is.<br />
Er worden <strong>in</strong>formatieve vragen gesteld. Hoe is het op school?<br />
Hoe is het op het werk? Nog een <strong>in</strong>teressante film gezien de laatste<br />
tijd? Mensen die dagelijks en spann<strong>in</strong>gsloos met elkaar omgaan<br />
stellen geen vragen, ze doen mededel<strong>in</strong>gen. 'Er kwam vandaag een<br />
man langs op de zaak met twee neuzen. Nou ja, hij had een wrat<br />
op zijn wang die bijna zo groot was als zijn neus.' Of: 'Ik moet<br />
morgen naar de tandarts. Ik verheug me.' Of gewoon: 'Wat blijft<br />
het koud.'<br />
'Ik moet er vandoor', zei Stijn.<br />
'Leuk je weer eens te hebben gezien', zei vader. 'Kom gauw<br />
weer', Hij zei niet: 'Komaan, de avond is nog jong. Blijf nog even.<br />
We gaan een biertje dr<strong>in</strong>ken.' Iedereen heeft een hekel aan het soort<br />
spann<strong>in</strong>g die er heerste. Iedere activiteit die de spann<strong>in</strong>g wegneemt,<br />
zelfs weggaan, is welkom.<br />
Justus en Noortje g<strong>in</strong>gen ook. Ze stelden voor nog een wandel<strong>in</strong>g<br />
te maken naar het centrum. Kijken of er iets te doen was, maar<br />
Stijn wilde niet mee. Hij had een gedicht <strong>in</strong> zijn hoofd, zei hij.<br />
Waarover dan wel?<br />
'Waarover? Waarover? Bij jullie moet het altijd ergens over<br />
gaan. Een gedicht is klank, vorm, gevoel.'<br />
'Wij zijn maar gewone stervel<strong>in</strong>gen', zei Justus. 'We willen iets<br />
begrijpen.'<br />
'Ga maar kroketten eten uit de automaat', gromde Stijn. Ze<br />
lachten. 'Ga dan mee.'<br />
193
'De volgende keer. Tot kijk.'<br />
En zo slenterden Noortje en Justus weer verder, doelloos, maar<br />
nu met z'n tweeën, en dus was er geen doel nodig. Justus bedacht<br />
hoe ontspannen hij zich met Noortje voelde. Hoe lang kenden ze<br />
elkaar nu? Een paar maanden.<br />
'Weet je nog dat je die kras op de auto van Kozijnse maakte?'<br />
Ze kneep <strong>in</strong> zijn hand.<br />
'Ik kan me dat nu haast niet meer voorstellen. Je bent heel<br />
anders dan ik toen dacht', zei Justus.<br />
'Hoe dan? Hoe anders?'<br />
'Gewoon, zoals je bent.'<br />
'Zeer verhelderend', vond Noortje.<br />
'Ik durf alles tegen je te zeggen, dat is zo leuk. Als ik mezelf<br />
stom v<strong>in</strong>d. Als ik v<strong>in</strong>d dat ik iets goed heb gedaan. Als ik de pest <strong>in</strong><br />
heb. Als ik me onoverw<strong>in</strong>nelijk voel.'<br />
'Ook als je mij vervelend v<strong>in</strong>dt?'<br />
'Dat v<strong>in</strong>d ik nooit.'<br />
'Mooi zo', zei Noortje. 'Mag ik je dan iets zeggen wat je misschien<br />
niet prettig v<strong>in</strong>dt om te horen?'<br />
'Zeg het maar.'<br />
'Zul je niet kwaad worden?'<br />
'Beloofd', zei Justus.<br />
'Ik v<strong>in</strong>d dat je weer gewoon tegen je vader moet doen.' Justus<br />
stond stil. Ze waren bij de gracht aangekomen. In het schijnsel van<br />
een straatlantaarn zag Justus een stuk plastic drijven. Of liever, hij<br />
zag het niet, hij staarde ernaar zonder het te zien.<br />
'Waarom?'<br />
'Je vader lijkt me aardig.'<br />
'Jawel, maar .. .'<br />
'Hij lijkt me aardig. Ik kan niet geloven dat hij echt slecht is.'<br />
'Dat is hij ook niet. Hij heeft iets slechts en heel veel goeds.'<br />
'Waarom zie je dan steeds dat ene slechte?' vroeg Noortje. Daar<br />
wist Justus niet meteen een antwoord op.<br />
'Is het misschien omdat hij niet wil toegeven dat dat ene niet<br />
deugt?'<br />
'Ja, misschien is dat het wel', zei Justus.<br />
'Je moet er met hem over praten. Dat helpt vast.'<br />
194
'Dat gaat niet.'<br />
'Dat g<strong>in</strong>g niet', zei Noortje. 'Misschien gaat het nu wel. Ik vond<br />
hem <strong>in</strong> ieder geval aardig.'<br />
'En ik v<strong>in</strong>d jou aardig', constateerde Justus. Hij besefte <strong>in</strong>eens<br />
dat hij nu graag naar huis zou gaan om te horen wat zijn ouders<br />
van Noortje vonden. Ja, daar zou hij z<strong>in</strong> <strong>in</strong> hebben.<br />
195
17<br />
Maandag kwam de brief.<br />
Hij kwam laat. In Stoutendam viel de post op de eerste werkdag<br />
van de week pas <strong>in</strong> de loop van de middag <strong>in</strong> de bus. Blijkbaar<br />
moet de PTT dan nog op gang komen na het weekend. De vader<br />
van Noortje vond de brief om half zeven, toen hij thuiskwam van<br />
de zaak.<br />
Geachte heer Van der Molen<br />
Uw voorstel om de viool waarover we hebben gecorrespondeerd te<br />
laten taxeren, lijkt me een m<strong>in</strong>der vruchtbaar idee. Hoe gaat zoiets:<br />
u wijst een taxateur aan en die komt met een hoge prijs. Ik wijs een<br />
deskundige aan en die taxeert voor een lage waarde. Dan zijn we<br />
nog geen stap verder gekomen. Ik doe u daarom een genereus aanbod.<br />
Ik koop uw muziek<strong>in</strong>strument voor het pand Karpatenstraat<br />
23. We stellen de waarde van zowel de viool als van het huis<br />
op f 200.000,- om de overdrachtskosten, die ik voor mijn reken<strong>in</strong>g<br />
zal nemen, laag te houden.<br />
Dit aanbod is vier dagen geldig, tot 2 juli a.s.<br />
Hoogachtend<br />
P. Kozijnse<br />
Er rolde een traan over de wang van meneer Van der Molen toen<br />
hij de brief had gelezen. Zijn vrouw, die gespannen naar hem had<br />
zitten kijken terwijl hij las, schrok ervan.<br />
'Slecht nieuws?'<br />
Van der Molen schudde zijn hoofd en overhandigde haar de<br />
brief. 'Lees maar.'<br />
Ze las en meteen erna gilde ze: 'Noortjel'<br />
Haar dochter kwam aanstormen en kreeg de brief <strong>in</strong> de hand<br />
geduwd.<br />
'Hoera!' riep ze.<br />
'Maar dit kan toch niet', zei haar moeder <strong>in</strong>eens ernstig. 'Dit<br />
past toch niet <strong>in</strong> onze opvatt<strong>in</strong>g over goed en kwaad. Dit is toch<br />
oplichterij. Een huis voor een waardeloos viooltje.'<br />
196
'Kozijnse heeft het huis van ons gestolen', zei Noortje v<strong>in</strong>nig.<br />
'Zo is dat', zei haar vader.<br />
'Maar niet <strong>in</strong> de ogen van de wet. Hij heeft niets strafbaars gedaan.'<br />
'Wij doen ook niets strafbaars als we de viool ruilen tegen het<br />
huis', zei Noortje. 'De viool is van ons. We hebben gevraagd om<br />
een onafhankelijke taxatie en dat wil Kozijnse niet. De waarde van<br />
een viool is maar wat een gek ervoor geeft. Dat zegt de zus van<br />
Justus en die studeert ervoor.'<br />
Toen Justus om kwart voor tien uit zijn avondschool kwam, stond<br />
Noortje hem op te wachten. Boven haar spijkerbroek droeg ze een<br />
feestelijk felrood jasje over een hemelsblauwe bloes en <strong>in</strong> haar oren<br />
hangers die leken op de wielen van een zeer dure auto. Justus zag<br />
haar staan en twee golven welden op <strong>in</strong> zijn buik. De ene van verliefdheid,<br />
de andere van optimisme.<br />
'Hebben we beet?'<br />
Ze vloog hem om de hals en verzekerde hem dat hij een genie was.<br />
'Het huis. Hij wil de viool ruilen voor ons huis.' Justus liet zijn<br />
<strong>in</strong>gehouden adem gaan en zei:<br />
'Mooi. Wat een verstandige man.'<br />
En toen knuffelde hij haar uitvoerig.<br />
Daarna maakten ze op hun fietsen een tocht langs alle betrokkenen,<br />
Frans en Annette, Bashir en Stijn, om het goede nieuws te vertellen.<br />
Dat had natuurlijk ook per telefoon gekund, maar ze wilden<br />
de reacties met eigen' ogen zien.<br />
En verschillend waren die. Frans maakte een luchtsprong die<br />
voor zijn leeftijd niet verantwoord was en hij riep dat hij <strong>in</strong> het vervolg<br />
carrière wenste te maken <strong>in</strong> de misdaad, maar dan wel van de<br />
soort zoals Rob<strong>in</strong> Hood die had geïntroduceerd. Annette keek zorgelijk.<br />
Het kon toch allemaal eigenlijk niet door de beugel, vond ze.<br />
Bovendien moest ze de volgende dag bij de officier van justitie<br />
komen, daar was over gebeld. Misschien moest ze de gevangenis <strong>in</strong>.<br />
Bashir en Stijn waren ook thuis. Bashir zou Noortje een stuk uit<br />
haar oor hebben gebeten als de oorhanger niet <strong>in</strong> de weg had gezeten.<br />
Hij danste met haar en Justus <strong>in</strong> het rond tot ze duizelig op zijn<br />
gammele bank neervielen en hij deelde de wereld mee dat het leven<br />
prachtig was.<br />
197
Stijn daarentegen volstond met te zeggen dat hij de afloop<br />
bevredigend vond. Wat hem betrof begonnen ze morgen aan de<br />
volgende klus, het was hem goed bevallen, wilden ze fris of iets<br />
anders?<br />
Tenslotte g<strong>in</strong>gen ze naar het huis van Noortje en bespraken hoe<br />
het antwoord van meneer Van der Molen moest luiden.<br />
'Zakelijk en niet te happig', vond Justus. 'Dus ook niet te snel.<br />
Overmorgen, zou ik zeggen. Gewoon een kort briefje dat u op het<br />
voorstel <strong>in</strong>gaat.'<br />
Het g<strong>in</strong>g <strong>in</strong>eens allemaal heel snel. De volgende dag werd zijn laatste<br />
d<strong>in</strong>sdag op kantoor. Justus had besloten dat hij het baantje bij<br />
Kozijnse niet kon houden, ook niet als HbR werd verplaatst naar<br />
een ander pand. Hij vond dat hij geen geld meer van hem kon aannemen<br />
na wat er was gebeurd. Bovendien wilde hij niet <strong>in</strong> de buurt<br />
zijn als Kozijnse ontdekte hoe hij voor de gek was gehouden.<br />
Met spann<strong>in</strong>g wachtte hij of zijn baas zou komen. En ja, tegen<br />
elven verscheen de man. Hij groette, <strong>in</strong>formeerde of er iets bijzonders<br />
was en g<strong>in</strong>g vervolgens als gewoonlijk zijn ochtendblad zitten<br />
lezen. Justus maakte koffie, alles zo gewoon mogelijk.<br />
'Nog post gekomen die ik moet zien?' vroeg Kozijnse van achter<br />
zijn krant.<br />
'Nee, alleen wat folders.'<br />
'Ook geen brief van die Van der Molen?'<br />
'Nee, ook niet.'<br />
Kozijnse zweeg, verdiept <strong>in</strong> de beursberichten. Kon hij het vragen,<br />
pe<strong>in</strong>sde Justus. Ja, dat moest toch kunnen.<br />
'Verwacht u nieuws over de viool?'<br />
'Ja, ik heb een nieuw bod gedaan. Om precies te zijn, ik heb<br />
hem aangeboden de viool te ruilen voor dit pand.'<br />
'Zo.'<br />
'Als hij toehapt, en ik denk dat hij dat doet, moeten we hieruit.'<br />
'Dat komt voor mij niet slecht uit', zei Justus. 'Ik wilde u toch zeggen<br />
dat ik met dit baantje wil ophouden. Er is te we<strong>in</strong>ig te doen, en<br />
ik wil volgend seizoen weer naar de gewone dagschool.'<br />
'Uitstekend', antwoordde Kozijnse. 'Ik hef dit bedrijfje op.<br />
B<strong>in</strong>nenkort beg<strong>in</strong> ik iets soortgelijks <strong>in</strong> Amsterdam. Je hebt het<br />
198
goed gedaan, jongen. En luister, als de viool mijn eigendom wordt<br />
en ik heb hem van de hand gedaan, dan zit er voor jou ook nog wel<br />
iets <strong>in</strong>. Ik zal je niet vergeten.'<br />
Zijn stem klonk hartelijk en hij keek Justus aan met een blik<br />
alsof hij de goedheid zelve was. Waarschijnlijk vond hij ook dat hij<br />
dat was.<br />
'Dat hoeft niet, mompelde Justus.<br />
'Jawel, jawel. Jij bent zo'n doodeerlijke jongeman, je denkt<br />
waarschijnlijk dat ik die Van der Molen benadeel, hé? Je denkt dat<br />
ik vijf keer zoveel voor de viool zal beuren als de waarde van het<br />
huis. Zo gaat dat <strong>in</strong> de handel, jongen. Van der Molen wilde de<br />
viool laten taxeren. Dat zou-ie moeten doorzetten. Hij kent me<br />
toch. En toch wed ik dat-ie dat niet doet. Het huis, dat zal hij met<br />
beide handen aanpakken, vermoed ik. Zo'n lokkertje kan hij vast<br />
niet weerstaan.'<br />
'U zult wel weer gelijk hebben.'<br />
'Justus, jongen, neem dit van je ouwe werkgever mee: er zijn <strong>in</strong><br />
dit leven sukkels en slimmeriken. Wees blij dat je een tijdje, eh .. . '<br />
, ... bij een slimmerik hebt kunnen werken', vulde Justus bereidwillig<br />
aan.<br />
'Nou ja, jij zegt het. Je hebt deze maanden iets geleerd, daar kun<br />
je je hele leven wat aan hebben.'<br />
Het volle gezicht van Kozijnse straalde voldaanheid uit. Hij<br />
genoot van het leven met volle teugen.<br />
'Ik zal deze maanden niet licht vergeten, meneer Kozijnse.'<br />
'Nou, jongen, geef me dan nog maar eens een kop koffie.'<br />
De officier van justitie van Stoutendam, die de zaak van Annette<br />
Nachtegaal moest behandelen, zat er een beetje mee <strong>in</strong> zijn maag.<br />
Er waren de laatste tijd enkele <strong>rechter</strong>lijke uitspraken geweest <strong>in</strong><br />
gevallen van euthanasie, dat is iemand een zachte dood laten sterven,<br />
omdat hij ongeneeslijk ziek is. De men<strong>in</strong>gen zijn erover verdeeld<br />
wanneer dat wel mag en wanneer niet. De <strong>rechter</strong>s waren vrij<br />
streng op dat punt, bedacht de officier, ook <strong>in</strong> de gevallen waar<strong>in</strong><br />
overduidelijk was dat het uit liefde was gedaan. En dan, het was<br />
niet de bedoel<strong>in</strong>g van mevrouw Nachtegaal geweest om haar oom<br />
te helpen met euthanasie. Ze had hem morf<strong>in</strong>e gegeven om zijn pijn<br />
199
te verzachten, niet om hem te helpen doodgaan. Ze had hem<br />
natuurlijk wel de mogelijkheid verschaft om zichzelf te doden,<br />
maar ja, je kunt ook van het dak spr<strong>in</strong>gen en daken zijn er overal.<br />
Nee, de <strong>rechter</strong> zou haar wellicht niet veroordelen wegens het<br />
plegen van euthanasie. Maar: ze had morf<strong>in</strong>e verstrekt aan haar<br />
oom terwijl ze niet bevoegd was dat te doen. Dat was wel strafbaar.<br />
Daarvoor zou de <strong>rechter</strong> haar misschien wél veroordelen, al<br />
zou haar advocaat met alle welsprekendheid die hij kon opbrengen<br />
betogen dat ze er zeer goede redenen voor had gehad. De officier<br />
hoorde het de advocaat al zeggen: Mevrouw of meneer de <strong>rechter</strong>,<br />
moest mevrouw Nachtegaal haar oom dan zo laten lijden? U kunt<br />
zeggen dat ze hem onder dwang medische hulp had moeten laten<br />
geven. Dan had ze hem gek moeten laten verklaren. En hij was niet<br />
gek. Hij was verre van gek. Zijn verstand was nog volkomen helder.<br />
Ik kan talloze getuigen oproepen die dat zullen bevestigen.<br />
Mogen we van mevrouw Nachtegaal verlangen dat ze haar <strong>in</strong>telligente<br />
oom <strong>in</strong> een dwangbuis had laten stoppen? Mogen we van<br />
haar verlangen dat ze hem had laten lijden, terwijl ze de weldadige<br />
morf<strong>in</strong>e onder handbereik had? Nee, meneer de <strong>rechter</strong>, mevrouw<br />
Nachtegaal heeft gedaan wat een warmvoelend mens onder zulke<br />
omstandigheden hoort te doen. Ze heeft haar oom zijn waardigheid<br />
laten behouden, ze heeft hem geholpen. Daarmee heeft ze misschien<br />
gehandeld <strong>in</strong> strijd met de letter van de wet, maar zeker niet<br />
<strong>in</strong> strijd met de geest, met de bedoeliI).g van onze wet.<br />
Lastig geval hoor. De officier van justitie kwam pas na lang<br />
nadenken tot een conclusie.<br />
Diezelfde avond schreef meneer Van der Molen zijn brief. Justus<br />
had hem gezegd dat hij het meteen kon doen, Kozijnse zat erop te<br />
wachten.<br />
Geachte heer Kozijnse<br />
Ofschoon ik de voorkeur had gegeven aan een taxatie, ga ik <strong>in</strong> op<br />
het aanbod <strong>in</strong> uw brief van gisteren. Ik stel voor dat we de overdracht<br />
zo spoedig mogelijk laten plaatsv<strong>in</strong>den.<br />
Hoogachtend<br />
RL. van der Molen<br />
200
Justus postte de brief zelf en g<strong>in</strong>g daarna door naar de Kennedylaan,<br />
om te horen wat Annette voor nieuws had van de officier van<br />
justitie. Hij trof haar en Frans midden <strong>in</strong> een discussie daarover.<br />
'De officier heeft een schikk<strong>in</strong>g voorgesteld', zei Annette. 'Hij<br />
v<strong>in</strong>dt dat ik schuldig ben en wil me dus schuldig verklaren. De<br />
schikk<strong>in</strong>g die hij voorstelt, is dat ik één gulden boete betaal. Een<br />
symbolische straf dus.'<br />
'En ik v<strong>in</strong>d dat ze dat niet moet accepteren', zei Frans. 'Waarom<br />
niet?'<br />
'Omdat ze dan een strafblad heeft.'<br />
'Een strafblad?'<br />
'Ja, geen schone lei meer, zogezegd. Haar naam komt dan voor<br />
op de lijst van mensen die ooit zijn schuldig bevonden aan een misdaad.<br />
Ik v<strong>in</strong>d dat ze niet schuldig is. Ze heeft gedaan wat een mens<br />
met een geweten onder zulke omstandigheden moet doen.'<br />
'Maar het mag niet, volgens de wet', zei Justus.<br />
'Wat wij hebben gedaan met die viool mag ook niet volgens de<br />
wet', vond Frans.<br />
'Dat mag nou net weer wél van de wet. Het deugt niet, maar het<br />
mag. Zegt Yvonne.'<br />
'Ik zou daar graag eens met die zuster van je over praten', zei<br />
Frans.<br />
'Ze moet morgenmiddag toevallig <strong>in</strong> Stoutendam zijn. Zal ik<br />
vragen of ze 's avonds bij jullie komt? Dan kan ze Annette misschien<br />
advies geven over het aanbod van de officier van justitie.'<br />
'Dat zou ik heel fijn v<strong>in</strong>den', zei Annette. 'Jij komt dan toch ook?'<br />
En zo werd de volgende avond het gesprek hervat, <strong>in</strong> bijzijn van<br />
Yvonne.<br />
'Jouw geweten', zei dat je je oom moest helpen, ook al mocht<br />
het niet van de wet', zei Frans tegen zijn vrouw.<br />
'Dat is zo.'<br />
'Maar', zei Yvonne, 'toch is het goed dat de wet het verbiedt. Je<br />
kunt niet toestaan dat iedereen <strong>in</strong> het wilde weg morf<strong>in</strong>e uitdeelt.'<br />
'Dat v<strong>in</strong>d ik ook', oordeelde Annette. 'Ik heb de wet overtreden.<br />
Heel bewust heb ik dat gedaan. Met overtuig<strong>in</strong>g. Ik zou het weer<br />
doen. En dus ben ik schuldig. Ik v<strong>in</strong>d het niet erg om schuldig te<br />
201
zijn. Ik wil het zijn. Een enkele keer <strong>in</strong> je leven moet je dat durven,<br />
bewust de wet overtreden. Omdat de wet nu eenmaal niet perfect<br />
kan zijn. Maar ik v<strong>in</strong>d het ook goed dat de officier me een straf<br />
oplegt. Daarmee geeft hij aan dat je de wet niet mag overtreden. En<br />
omdat ook hij v<strong>in</strong>dt dat de wet nu eenmaal niet perfect is, geeft hij<br />
alleen een symbolische straf, zo zie ik dat.'<br />
'En dat strafblad dan?'<br />
Annette haalde haar schouders op. 'Dat moet dan maar. Ik ben<br />
toch niet van plan om bij de overheid <strong>in</strong> dienst te gaan of om <strong>rechter</strong><br />
te worden of zoiets.'<br />
'Dat weet je nooit', zei Justus.<br />
'Volgens de wet ben ik schuldig', zei Annette. 'Volgens mijn<br />
geweten niet. Wel schuldig, geen straf. Ik heb er vrede mee. Ik zal<br />
de uitspraak <strong>in</strong>lijsten en boven mijn bed hangen, als een blijvende<br />
her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan de strijd die er altijd zal blijven tussen wet en<br />
geweten.'<br />
Yvonne knikte. 'Als iedereen zowel de wet als zijn geweten zo ernstig<br />
nam als jij, dan was de wereld een betere plek', zei ze hartelijk.<br />
M<strong>in</strong>der dan een week later werd het pand Karpatenstraat 23 overgedragen<br />
aan meneer en mevrouw Van der Molen. Als betal<strong>in</strong>g<br />
diende het eigendomsbewijs dat Justus' moeder zo kunstig had vervaardigd.<br />
De dag ervoor was het huis ontruimd. Een kle<strong>in</strong> vrachtautootje<br />
was voldoende om de we<strong>in</strong>ige kantoormeubelen en wat er<br />
verder <strong>in</strong> het huis stond naar Amsterdam te vervoeren. En dus<br />
trokken vader, moeder en dochter Van der Molen al heel snel weer<br />
<strong>in</strong> hun oude won<strong>in</strong>g en de vreugde was groot. Ze wilden dat Justus<br />
met hen kwam feestvieren, vooral Noortje wilde dat, maar Justus<br />
was onv<strong>in</strong>dbaar. De mevrouw van wie hij een kamer huurde zei dat<br />
hij zich al een paar dagen niet had laten zien, en ook zijn vader en<br />
moeder wisten niet waar hij was. Hij had tegen Noorje gezegd dat<br />
hij moest nadenken. Blijkbaar wilde hij dat doen zonder dat zij <strong>in</strong><br />
de buurt was, bedacht ze met een pijnkrampje <strong>in</strong> het hart.<br />
De volgende ochtend kreeg ze een lief briefje van hem. Nu hij<br />
zijn baantje niet meer had, was hij even een vrij man, schreef hij,<br />
vrij <strong>in</strong> zijn beweg<strong>in</strong>gen althans, niet vrij <strong>in</strong> zijn vriendschappen, met<br />
name voor haar, en <strong>in</strong> een bevlieg<strong>in</strong>g waren Stijn en hij er een lang<br />
202
weekend op uit getrokken', zeilen <strong>in</strong> Friesland. Hij was nog even<br />
bij hun oude huis langs geweest, de dag voor de verhuiz<strong>in</strong>g, maar<br />
er was niemand, nou ja, hij was zo weer terug. En hij zou veel aan<br />
haar denken. Liefs, Justus.<br />
Stijn was een goeie om <strong>in</strong> je buurt te hebben als je wilde nadenken.<br />
Die sprak alleen als hem iets werd gevraagd. Hij kon uren naar het<br />
water en de lucht kijken, of naar de sporen die zijn v<strong>in</strong>gers trokken<br />
als hij zijn hand <strong>in</strong> het water hield.<br />
Het gekke is dat je met een zeilboot tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> kunt<br />
varen, mijmerde Justus. Nou ja, schu<strong>in</strong> tegen de w<strong>in</strong>d, maar door<br />
te zigzaggen kwam je overal waar je wezen wilde.<br />
'Stijn, v<strong>in</strong>d je het niet vreemd dat je tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> kunt varen?'<br />
'Nee', zei Stijn.<br />
'Waarom niet?'<br />
'Met energie van de w<strong>in</strong>d kun je een turb<strong>in</strong>e laten draaien. De<br />
turb<strong>in</strong>e kan een dynamo aandrijven. De dynamo maakt elektriciteit.<br />
Met elektriciteit kun je een scheepsmotor laten draaien. Met<br />
een draaiende scheepsmotor kun je tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> varen.'<br />
'Dat bedoel ik niet.'<br />
'Weet ik.'<br />
'Waarom zeg je het dan?' Stijn antwoordde niet.<br />
Kun je handelen <strong>in</strong> strijd met de wet zonder schuldig te zijn,<br />
vroeg Justus zich af. Door de wet te bestuderen kun je <strong>in</strong>zicht krijgen.<br />
Met dat <strong>in</strong>zicht kun je volksvertegenwoordiger worden. Als<br />
volksvertegenwoordiger kun je proberen de wet te veranderen. Als<br />
de wet is veranderd, kun je doen wat je vroeger niet mocht zonder<br />
<strong>in</strong> strijd met de wet te zijn. Wat een onz<strong>in</strong>. Onz<strong>in</strong>? Je kunt ook<br />
schu<strong>in</strong> tegen de wet <strong>in</strong>gaan, zoals bij zeilen. Op een manier dat je<br />
net niet schuldig bent. Dan maak je een slag en je gaat op een andere<br />
manier schu<strong>in</strong> tegen de wet <strong>in</strong>. Zo doe je toch wat je wilt, wet of<br />
geen wet. Zat de wereld zo <strong>in</strong> elkaar? Allemaal mensen die langs de<br />
wet scheren, zoals zijn vader voor zichzelf, en hij voor Noortje, en<br />
Annette voor haar oom, en Frans en Stijn voor de kick, en Bashir<br />
ook voor de kick, maar ook voor hem, Justus.<br />
Het was een lang jaar geweest, vond hij, een jaar dat voor drie<br />
telde.<br />
203
De heer P. Kozijnse liep, een vioolkist onder zijn arm, de w<strong>in</strong>keldeur<br />
b<strong>in</strong>nen van de vioolbouwer K. Nachtegaal <strong>in</strong> Amsterdam<br />
Zuid. Er was een meneer bezig <strong>in</strong> de zaak die vroeg wat hij voor de<br />
b<strong>in</strong>nenkomer kon doen.<br />
'Ik wil graag meneer Nachtegaal spreken', zei Kozijnse.<br />
'Daar spreekt u mee.'<br />
'Ik bedoel de vioolbouwer.'<br />
'Dat ben ik.'<br />
'Nee, dat bent u niet', zei Kozijnse beslist. 'Ik ken meneer<br />
Nachtegaal. '<br />
De ander begon te lachen. 'Toch weet ik vrij nauwkeurig wie ik<br />
ben', zei hij. 'Nachtegaal, vioolbouwer.'<br />
'Bent u dan op mijn kantoor geweest om deze viool te taxeren?'<br />
'Nee meneer, dat ben ik niet.'<br />
Een vaalgrijs vermoeden kroop op <strong>in</strong> het lang niet domme hoofd<br />
van de heer Kozijnse.<br />
'Wilt u eens even naar deze viool kijken?'<br />
De eigenaar van de zaak nam het <strong>in</strong>strument uit de kist, hield<br />
hem even <strong>in</strong> het licht, tokkelde erop.<br />
'Is dit een Guarneri?'<br />
'Een Guarneri?' De vioolbouwer sloeg krom van het lachen en<br />
zei toen hij weer kon spreken: 'Dit is met permissie een schroothoopviooltje<br />
van de simpelste soort.'<br />
'Dank u', zei Kozijnse gereserveerd.<br />
Hij pakte de viool <strong>in</strong> en vertrok. Bedaard stapte hij <strong>in</strong> zijn auto<br />
en reed naar Alkmaar, waar hij na kort zoeken aankwam bij de<br />
won<strong>in</strong>g van de heer Richardson. Het was een gewoon woonhuis,<br />
met een bord op de muur: G.P Richardson, vioolbouwer. Kozijnse<br />
belde aan. De heer Richardson deed zelf open.<br />
'Bent u de heer Richardson, vioolbouwer?<br />
'Dat ben ik.'<br />
'Dank u wel.'<br />
Kozijnse draaide zich om en liet de heer Richardson verbouwereerd<br />
<strong>in</strong> de deuropen<strong>in</strong>g staan. Hij reed terug, richt<strong>in</strong>g Stoutendam,<br />
waarbij hij een aantal keren diep ademhaalde en zichzelf krachtig<br />
toesprak.<br />
Zijn b<strong>in</strong>nenste kookte. Niet eens zozeer om het geld dat hij had<br />
204
verspeeld, al g<strong>in</strong>g het hem aan het hart. Hij hield van geld, maar hij<br />
zou er geen boterham m<strong>in</strong>der om eten. Nee, zijn trots had een<br />
knauw gekregen. Hij had zich laten bedotten door een snotneus<br />
van zeventien. Dat is niet makkelijk te verwerken. Het was goed<br />
dat het een heel e<strong>in</strong>d was van Alkmaar naar Stoutendam. Tijd voor<br />
Kozijnse om af te koelen.<br />
En Kozijnse had een karakter dat er wezen mocht. Toen hij vlak<br />
bij Stoutendam was, keerde hij om en reed terug naar Amsterdam.<br />
Hij g<strong>in</strong>g naar zijn kantoor, haalde de viool uit de kist en legde hem<br />
zichtbaar op een kast.<br />
'Jij zult me er iedere dag aan her<strong>in</strong>neren dat een mens altijd op<br />
zijn hoede moet zijn', mompelde hij .<br />
Diezelfde dag huurde Justus een bakfiets. Met hulp van Noortje en<br />
Stijn laadde hij hem vol en reed hij ermee naar zijn ouderlijk huis.<br />
Voor de gelegenheid belde hij aan bij de voordeur. Zijn moeder<br />
deed open. Ze zag de bakfiets en brak spontaan <strong>in</strong> tranen uit.<br />
'Kom je .. .'<br />
Ze omhelsden elkaar.<br />
'Ja. Als jullie het goed v<strong>in</strong>den, wou ik weer thuis komen wonen.'<br />
Zijn moeder keerde zich om en gilde de gang <strong>in</strong>: 'Henk!'<br />
Vader kwam aanlopen en staarde naar de bakfiets. Daarna keek<br />
hij Justus aan.<br />
, Als jullie het goed v<strong>in</strong>den .. .'<br />
Zijn vader legde een arm om zijn schouder.<br />
'Jij had gelijk. Ik had ongelijk.'<br />
"k Weet niet', zei Justus. 'Heb je die brief van meneer Slijkhuis<br />
nog gevonden?' Hij haatte zichzelf dat hij het vroeg. De Christiaan<br />
Correct <strong>in</strong> hem kon het niet laten.<br />
Aan moeders gezicht was te zien dat ze niet wist waarover het<br />
g<strong>in</strong>g.<br />
'Kort nadat je bent vertrokken heb ik hem gevonden. Eh ... heb<br />
ik me her<strong>in</strong>nerd waar ik hem bewaarde.' En <strong>in</strong> een heldhaftige<br />
pog<strong>in</strong>g om niet langs de waarheid heen te scheren, corrigeerde hij<br />
zichzelf nog eens. ' ... heb ik hem uit de kluis gehaald en naar<br />
Slijkhuis gebracht.'<br />
'En die was blij.'<br />
205
'Dat kun je wel zeggen. Sjonge jonge, wat een angstig baasje is<br />
dat.'<br />
Justus keek zijn vader aan. Dat was <strong>in</strong> ieder geval niet een angstig<br />
baasje. Die durfde iedere strijd aan, zelfs als het erom g<strong>in</strong>g<br />
zichzelf een beetje te verbeteren.<br />
Drie maanden later kwamen Justus en Noortje op een avond de<br />
heer P. Kozijnse tegen. In Stoutendam. Justus had gehoopt dat de<br />
man nooit meer een voet <strong>in</strong> Stoutendam zou zetten, nu hij zijn<br />
bedrijfje daar niet meer had. Zijn oude werkgever zag hen nog<br />
voordat ze hem zelf <strong>in</strong> de gaten hadden. Justus' eerste neig<strong>in</strong>g was<br />
om er vandoor te gaan, maar dat was hem toch te laf. Trouwens,<br />
Kozijnse zei meteen: 'Ik bijt niet.'<br />
Blijkbaar had hij het schrikgebaar van Justus haarscherp waargenomen.<br />
'Dag meneer Kozijnse.' Noortje zei niets.<br />
'Woon je weer lekker <strong>in</strong> je oude huis?' vroeg Kozijnse.<br />
'Jawel.'<br />
'Ben jij nou kwaad op mij of ik op jullie?' vroeg Kozijnse<br />
geamuseerd.<br />
'Ik ben niet kwaad', zei Noortje met een stuurs gezicht en ze<br />
voegde eraan toe: 'meer.'<br />
'Jongeman', zei Kozijnse, en zijn kolossale gestalte leek de hele<br />
straat te vullen, 'jongeman, je hebt me gruwelijk opgelicht en een<br />
tijdlang heb ik met de gedachte rondgelopen je terug te pakken. Ik<br />
heb er uite<strong>in</strong>delijk van afgezien, uit waarder<strong>in</strong>g voor je slimheid.<br />
Iemand die zo vaardig door de mazen van de wet weet te kruipen<br />
,kan ik gebruiken. Als je van school bent, kom dan bij me werken.<br />
Ik bied je een baan aan. Wij kunnen het samen ver brengen.'<br />
'Dat denk ik niet', zei Justus.<br />
'Hoezo niet.'<br />
'We gebruiken de mazen van de wet op een verschillende<br />
manier.'<br />
'Daar komen we uit', zei Kozijnse.<br />
'Ik denk het niet.'<br />
'Je gaat er nog wel anders over denken als je ouder bent.'<br />
'Ik hoop het niet', zei Justus.<br />
206