27.09.2013 Views

Eigen rechter (Jan Terlouw) in pdf

Eigen rechter (Jan Terlouw) in pdf

Eigen rechter (Jan Terlouw) in pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong>


Boektoppers 2.001<br />

Boektoppers is een uitgave van Malmberg, Den Bosch.<br />

In de serie Boektoppers 2.001 va B<br />

(ISBN 9020847090)<br />

verschenen de volgende titels:<br />

De guillot<strong>in</strong>e, Simone van der Vlugt<br />

ISBN 902.0847163<br />

rec·play, Hans Hagen<br />

ISBN 902.0847171<br />

Steenkuib is een rat, Harm de Jonge<br />

ISBN 90 2.08 472.60<br />

Spoorloos verdwenen, Gijs Wanders<br />

ISBN 902.0847775<br />

<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong>, <strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />

ISBN 902.0847783<br />

Belofte maakt schuld, Gonneke Huiz<strong>in</strong>g<br />

ISBN 902.0847791


<strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong><br />

<strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />

2001<br />

Malmberg<br />

UitgeverIDen Bosch


Oorspronkelijke titel: <strong>Eigen</strong> <strong>rechter</strong><br />

Tekst: <strong>Jan</strong> <strong>Terlouw</strong><br />

© Uitgeverij Lemniscaat b.v., Rotterdam 1998<br />

Uitgegeven met een licentie van Uitgeverij Lemniscaat<br />

Omslagontwerp: Annemiek Dilven<br />

Foto omslag: Benelux Press<br />

BoekJauteurs<strong>in</strong>formatie: Floor Verbeek<br />

ISBN 90 208 47783<br />

Artikelnummer 159


Het was de dag dat de <strong>rechter</strong> uitspraak zou doen.<br />

1<br />

Twee jaar en een maand zaten ze daar al op te wachten.<br />

Juridische molens malen langzamer dan w<strong>in</strong>dmolens bij w<strong>in</strong>d­<br />

kracht één. Verdag<strong>in</strong>g. Vertrag<strong>in</strong>g. Uitstel. Nader onderzoek. Het<br />

waren termen waar het hele gez<strong>in</strong> deskundig <strong>in</strong> was geworden.<br />

Maar nu scheen er niets meer tussen te kunnen komen. Lusteloos<br />

zaten ze aan het ontbijt, vader, moeder en Jusrus.<br />

De telefoon r<strong>in</strong>kelde. Ze keken elkaar aan. Toch uitstel?<br />

'Yvonne', zei vader. 'Wedden?'<br />

Justus stond op. Zestien jaar, donker, bijna zwart haar en bru<strong>in</strong>e<br />

ogen waarmee hij de wereld om zich heen oplettend opnam. Door<br />

zijn <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gende blik leek hij iemand met wie je geen ruzie moest<br />

maken, maar <strong>in</strong> de regel was hij zeer vredelievend. 'Het is Yvonne.'<br />

Vader nam de hoorn over.<br />

'Om tien uur. ( ... ) Ik zal je direct bellen, of moeder zal het doen,<br />

als ze me opsluiten. ( ... ) Je weet het nooit. ( ... ) Zakjes plakken<br />

schijnt niet meer de gewoonte te zijn, maar anders krijg je beslist<br />

een stapel van me, <strong>in</strong> vijf verschillende kleuren. ( ... ) Ja, Boudewijn<br />

is prima, ik heb goede moed. ( ... ) Tot zaterdag.( ... ) Zal ik doen.<br />

Groeten van Yvonne. Ze leeft mee.'<br />

'Van m<strong>in</strong>uut tot m<strong>in</strong>uut, dat weet ik zeker', zei moeder.<br />

Ze kauwden op hun bru<strong>in</strong>e boterham met kaas, met trage<br />

beweg<strong>in</strong>gen. Zelfs vader, die gewoonlijk kauwde met het tempo<br />

van een moderne drukpers. Daarbij g<strong>in</strong>gen zijn kaken niet alleen<br />

op en neer, ze maakten ook nog een rollende beweg<strong>in</strong>g. Het zag<br />

er zeer energiek uit, zelfs een beetje bedreigend. Als Justus soms,<br />

<strong>in</strong> gedachten weggedwaald, zijn vork en zijn kaken liet rusten,<br />

deed een blik op de malende mond van zijn vader hem opschrik­<br />

ken. Dagdromen is nietsdoen, scheen die actieve mond te zeggen.<br />

Maar nu vergat zelfs vader af en toe de volgende hap te nemen.<br />

Nu staarde zelfs hij tussen twee slikbeweg<strong>in</strong>gen door even voor<br />

zich uit.<br />

De stilte was onnatuurlijk. Vader zat altijd vol grappen en ver­<br />

halen. Ook over zijn rechtszaak had hij de afgelopen jaren vaak<br />

5


komische opmerk<strong>in</strong>gen gemaakt. 'Het is wat om met een crim<strong>in</strong>eel<br />

aan tafel te zitten had hij gisteren nog gezegd.'<br />

Moeder was wat stiller van aard. Ze at bedachtzaam, en veegde<br />

om de paar happen haar mond af met een servet. Dat gebaar werd<br />

meestal gevolgd door het nemen van een slokje thee. Of nam ze<br />

eerst thee en veegde daarna haar lippen af? Ineens wist Justus dat<br />

niet meer, terwijl hij het honderden malen had gezien. Hij lette even<br />

op. Juist, eerst het servet, dan de thee.<br />

Toch was zijn moeder ook niet op haar mondje gevallen. Wel op<br />

haar stuitje trouwens, reden waarom ze op een opgeblazen rubber­<br />

band zat.<br />

Dat was gisteren gebeurd, toen ze gehaast de trap af kwam en<br />

een losliggende roe haar snelheid nog had vergroot. Bonkend met<br />

haar zitvlak van tree op tree was ze beneden aangeland, waar vader<br />

en Justus waren komen aansnellen, te laat om haar te kunnen hel­<br />

pen, en aanvankelijk <strong>in</strong> tweestrijd of ze moesten lachen of bekla­<br />

gen. Ze hadden gauw begrepen dat beklagen op z'n plaats was,<br />

want ze had zich fl<strong>in</strong>k bezeerd.<br />

'Denk je dat je het straks <strong>in</strong> de rechtszaal kunt uithouden, op die<br />

harde stoelen?' vroeg vader.<br />

'Jawel. Ik neem een kussentje mee.'<br />

'Zo lang zal het overigens niet duren.'<br />

'Daar geloof ik niet meer <strong>in</strong>.'<br />

Justus nam een krentenbol. Jam er op, of boter, of allebei? Hij<br />

kwam er niet toe dat vraagstuk tot een oploss<strong>in</strong>g te brengen. Zijn<br />

gedachten waren alweer elders en hij beet ongeïnteresseerd <strong>in</strong> het<br />

droge broodje. Stel dat zijn vader <strong>in</strong>derdaad werd veroordeeld, dat<br />

hij een jaar of meer de gevangenis <strong>in</strong> moest. In het beg<strong>in</strong>, een paar<br />

jaar geleden, was hij vier dagen vastgehouden op het politiebureau.<br />

'Om beschikbaar te zijn voor het onderzoek', hadden ze gezegd.<br />

Voorarrest had er <strong>in</strong> de krant gestaan. In verband met de affaire<br />

Molenhoek is J.H. V. te Stoutendam <strong>in</strong> voorarrest genomen. 'Niks<br />

aan de hand', had vader gezegd, toen hij na vier dagen die ze <strong>in</strong><br />

afschuwelijke spann<strong>in</strong>g hadden doorgebracht, monter het huis<br />

weer b<strong>in</strong>nenstapte. 'Misverstand. Verdachnnak<strong>in</strong>gen. Ik ben zo<br />

onschuldig als een pasgeboren k<strong>in</strong>d. Horen we nooit meer iets van.'<br />

Tijdens het vooronderzoek en <strong>in</strong> de verschillende fasen van het<br />

6


proces had hij steeds <strong>in</strong> dezelfde geest gesproken. 'Ik heb niets<br />

gedaan wat <strong>in</strong> strijd is met de wet. Ze zullen me met excuses laten<br />

gaan, let maar op.'<br />

Ook zijn advocaat, Boudewijn de Geus, was voortdurend opti­<br />

mistisch geweest. 'Ze hebben geen poot om op te staan', was zijn<br />

geliefde uitdrukk<strong>in</strong>g. 'Hoogstens leunen ze op hun ambtelijke elle­<br />

bogen.' Deze meester De Geus liep al tegen de vijftig, maar hij<br />

stond erop dat Justus hem Boudewijn noemde. Het was zijn manier<br />

om de strijd aan te gaan met het ouder worden. Hij had het gepro­<br />

beerd met jeugdige bloesjes, met uitbundige dassen, met potsierlij­<br />

ke bezoekjes aan een disco, allemaal tevergeefs. De laatste jaren<br />

ontwikkelde zich een buikje waar vroeger strakke spieren de boel<br />

<strong>in</strong> toom hadden gehouden. Dat verschafte hem een zekere waardig­<br />

heid. In ieder geval paste het beter dan zijn vroegere jongensachtige<br />

lichaam onder de ouder wordende kop vol grijs haar. Hoe dan ook,<br />

hij scheen een kundig jurist te zijn. Maar als het toch anders uit­<br />

pakte? Als vader de bak <strong>in</strong>draaide? Hield hij dat uit? Kwam hij dan<br />

tussen moordenaars en verkrachters te zitten, kerels met misdadige<br />

vuisten waar ze het liefst gezichten mee <strong>in</strong> elkaar slaan? Je zag dat<br />

<strong>in</strong> films over gevangenissen. Opgesloten zitten was één d<strong>in</strong>g, moe­<br />

ten vertoeven tussen kerels met angstaanjagende tronies die ongure<br />

d<strong>in</strong>gen met je willen doen was nog veel erger. Zijn vader was aller­<br />

m<strong>in</strong>st een krachtpatser. Vroeger dacht Justus dat hij de sterkste<br />

man van de wereld was, maar dat oordeel kwam door gebrek aan<br />

vergelijk<strong>in</strong>gsmateriaal. Nu was hij zelf al sterker dan zijn vader.<br />

Sterker <strong>in</strong> lichamelijk opzicht. Dat was onlangs nog gebleken, toen<br />

ze vriendschappelijk vochten om een tennisracket. Als er met de<br />

. tong moest worden gestreden was Justus nergens.<br />

En hoe moest het met hen? Zou er nog wel <strong>in</strong>komen zijn?<br />

Waarschijnlijk wel. Vader had altijd gezorgd dat er geen gebrek<br />

was. Hij strooide geld rond met het gemak waarmee een regenwolk<br />

zijn druppels eruit gooit. En hoe zouden ze op school reageren?<br />

Toen met het voorarrest hadden ze niks gezegd. Ze hadden een<br />

beetje gek naar Justus gekeken, maar dat was wellicht meer <strong>in</strong> zijn<br />

verbeeld<strong>in</strong>g geweest dan <strong>in</strong> werkelijkheid.<br />

'Justus zit erover te piekeren hoe het moet als ik straks moet zit­<br />

ten, zitten brommen', zei vader.<br />

7


Justus glimlachte bleekjes.<br />

'Geen zorgen, stamhouder. Ik word vrijgesproken, daar is geen<br />

twijfel aan. Vanmiddag is het allemaal voorbij, f<strong>in</strong>ito. Vanavond<br />

gaan we lekker eten <strong>in</strong> het visrestaurant.'<br />

Zou moeder er ook zo over denken? Ook zij was <strong>in</strong> gedachten<br />

verzonken. Maar ze schudde even met haar hoofd en zei: ' 't Wordt<br />

tijd. E<strong>in</strong>de maaltijd.'<br />

Met z'n drieën ruimden ze de ontbijtboel weg, de een nog<br />

gedienstiger dan de ander. Er zijn momenten dat iedereen ernaar<br />

streeft de heiligen naar de kroon te steken. Er waart een collectieve<br />

wens rond om niets verkeerd te doen. Met liefde heeft dat we<strong>in</strong>ig te<br />

maken, het komt voort uit iets anders, kwetsbaarheid, je geen hou­<br />

d<strong>in</strong>g weten te geven.<br />

Ze reden naar het gerechtsgebouw. Op de trappen die naar de<br />

<strong>in</strong>drukwekkende <strong>in</strong>gang leidden, ontmoetten ze Boudewijn de Geus<br />

die moeder kuste, Justus een hand gaf en daarna een arm om<br />

vaders schouder legde en hem vertelde hoe goed de zaak ervoor<br />

stond.<br />

Ze g<strong>in</strong>gen naar b<strong>in</strong>nen en volgden De Geus naar een zaaltje dat<br />

er uitzag als een vertrek <strong>in</strong> een cultureel centrum. Je zou je goed<br />

voor kunnen stellen dat het bestuur van de voetbalverenig<strong>in</strong>g<br />

SZmO (Stoutendam Zet 'm Op) hier vergaderde. Er h<strong>in</strong>g een por­<br />

tret van de kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>, dat was het enige officiële voorwerp dat er<br />

was te v<strong>in</strong>den. Justus had zich een veel <strong>in</strong>drukwekkender ruimte<br />

voorgesteld, met ouderwetse hoge stoelen, donkere betimmer<strong>in</strong>g,<br />

engeltjes tegen het plafond. Kortom, iets wat aan een plechtig ver­<br />

leden doet denken. Bij de eerdere zitt<strong>in</strong>gen was hij nooit geweest,<br />

zijn vader had dat niet gewild. Hij had de zitt<strong>in</strong>gen waar<strong>in</strong> zijn<br />

zaak werd behandeld, weggewuifd als niet van belang zijnde, zoiets<br />

als het afhalen van een paspoort.<br />

Het zaaltje was nagenoeg leeg. Ze zochten plaatsen <strong>in</strong> het<br />

gedeelte dat voor het publiek was bedoeld. De Geus was <strong>in</strong>eens<br />

verdwenen. Er druppelden nog een stuk of tien mensen b<strong>in</strong>nen.<br />

Niemand zei iets.<br />

Was dit nu een rechtszaal? Werd hier RECHT gesproken, op<br />

grond van de WET? G<strong>in</strong>gen vanuit dit onbeduidende zaaltje men­<br />

sen voor jaren de gevangenis <strong>in</strong>, om te boeten voor misdaden<br />

8


egaan tegen de gemeenschap? Justus kon zich daar geen voorstel­<br />

l<strong>in</strong>g van maken. De omgev<strong>in</strong>g deed hem denken aan de lez<strong>in</strong>g die<br />

ze eens hadden gehoord <strong>in</strong> een achterzaaltje van een dorpshuis,<br />

waar niet meer dan tw<strong>in</strong>tig mensen op af waren gekomen en waar<br />

de afwezigen na afloop gelijk bleken te hebben gehad.<br />

Nee kijk, er veranderde toch iets. Het werd plechtiger. De advo­<br />

caat kwam b<strong>in</strong>nen, nu gehuld <strong>in</strong> toga, en meteen daarop kwamen<br />

uit een zijdeur drie <strong>rechter</strong>s, ook <strong>in</strong> toga, die plaats namen aan de<br />

lange tafel voor<strong>in</strong>, hun gezicht naar het publiek. Twee vrouwen en<br />

een man waren het, veel jonger dan Justus zich had voorgesteld, zo<br />

te zien jonger dan De Geus.<br />

Er kwam nog een man <strong>in</strong> toga aanlopen, met driftige pasjes. Hij<br />

had een stapel papieren onder zijn arm en hij g<strong>in</strong>g zitten aan een<br />

tafelje dat haaks stond op de tafel van de <strong>rechter</strong>s.<br />

'De officier van justitie', fluisterde vader.<br />

Er was ook een tafelje waaraan een meneer <strong>in</strong> burger zat en die<br />

zei met luide stem: 'Aan de orde is de zaak van de Staat versus <strong>Jan</strong><br />

Hendrik Verdaasdonk.'<br />

De Geus wenkte. Vader stond op en g<strong>in</strong>g naast hem zitten, voor­<br />

aan. De middelste <strong>rechter</strong>, een mevrouw met kort haar en een bril­<br />

letje, nam het woord. Haar stem was hoog en we<strong>in</strong>ig plechtig. Ze<br />

zei niet 'u hebt', zoals het volgens moeder hoorde, maar 'u heeft'.<br />

Justus probeerde te volgen wat ze zei. Dat viel niet mee. In het<br />

beg<strong>in</strong> lukte het nog wel. Ze vatte samen waar het over g<strong>in</strong>g, name­<br />

lijk over de verkoop van grond <strong>in</strong> het gebied dat bekend stond als<br />

de Molenhoek, waar <strong>in</strong>tussen een honderdtal won<strong>in</strong>gen was<br />

gebouwd. Daarna g<strong>in</strong>g het over transacties, manipulaties, over­<br />

drachten, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsconstructies. Justus raakte de draad kwijt.<br />

Zijn gedachten dwaalden weg, naar televisieseries over rechtspraak<br />

die hij altijd precies begreep, naar ouderwetse rechtspraken waarbij<br />

de <strong>rechter</strong>s pruiken droegen, naar zijn zusje Yvonne die advocaat<br />

aan het worden was.<br />

Uit zijn ooghoeken keek hij naar zijn moeder. Ze zat rechtop,<br />

een kussentje onder haar niet ger<strong>in</strong>ge popo. Ze voerde al jaren een<br />

ongelijke strijd tegen het fenomeen uitdijen, niet geholpen door<br />

haar slanke echtgenoot, die als het onderwerp ter sprake kwam zei<br />

dat hij het wel leuk vond als er veel van haar was. Zowel zij als<br />

9


vader luisterden gespannen naar de woorden die de <strong>rechter</strong> oplas.<br />

De advocaat luisterde ook goed, leek het, maar <strong>in</strong> zijn rug zat m<strong>in</strong>­<br />

der spann<strong>in</strong>g. De officier van justitie speelde met een goudkleurig<br />

pennetje.<br />

' ... , zodat de rechtbank besluit tot vrijspraak', e<strong>in</strong>digde de <strong>rechter</strong>.<br />

De Geus zwengelde aan vaders hand en moeder trok Justus naar<br />

zich toe om hem te kussen. De <strong>rechter</strong> zei dat de zitt<strong>in</strong>g gesloten<br />

was, waarna ze met haar beide collega's afmarcheerde door het zij­<br />

deurtje. Moeder sprong op, greep naar haar stuitje, g<strong>in</strong>g weer zit­<br />

ten, kwam daarna voorzichtiger overe<strong>in</strong>d, strompelde naar vader<br />

en drukte hem plat. Daarna kuste ze De Geus, Justus omhelsde zijn<br />

vader, kortom, er was een kle<strong>in</strong> feestje van vier mensen. De officier<br />

keek zuur. Met zijn driftige pasjes liep hij langs hun groepje en<br />

snauwde tegen de advocaat dat die nog wel zou horen of hij <strong>in</strong><br />

hoger beroep g<strong>in</strong>g.<br />

'Dat zou me verbazen, mijn waarde', zei De Geus.<br />

Ze liepen het zaaltje uit, de trappen af, naar de kroeg aan de<br />

andere kant van het ple<strong>in</strong>. Vader had weer het hoogste woord.<br />

'Ik wist het', zei hij. 'Je bent een kei, Boudewijn. Je wordt een<br />

hele grote. Ik zal nooit je pleidooi van veertien dagen geleden ver­<br />

geten. Dat was magistraal. Zag je het gezicht van de officier? Ouwe<br />

chagrijn. Hij had nooit aan de zaak moeten beg<strong>in</strong>nen. Nou jongen,<br />

wat zeg je ervan? Zie je nou wel dat je ouwe heer onschuldig is? Er<br />

zit we<strong>in</strong>ig crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> de familie. Eerst even Yvonne bellen.'<br />

Hij verdween <strong>in</strong> de telefooncel bij de uitgang.<br />

'Wat ben ik opgelucht', zei moeder. 'Eerlijk gezegd was ik er<br />

helemaal niet gerust op.'<br />

'Het recht heeft gezegevierd', constateerde De Geus. Vader kwam<br />

terug, handenwrijvend, vergenoegd.<br />

'Yvonne was <strong>in</strong> de wolken. Ze komt het weekend. Ik heb gezegd<br />

dat ze vanavond op mijn kosten moet gaan eten met Bart. Heerlijke<br />

meid, die Yvonne. Dat wordt ook een goeie, Boudewijn, let op m'n<br />

woorden. Ze had deze uitspraak voorspeld, precies op grond van<br />

de argumenten die de <strong>rechter</strong> aanvoerde.'<br />

Ze dronken champagne. Ze maakten grappen en lachten. Ze<br />

deden de officier van justitie na. Later thuis, belden ze familie en<br />

vrienden, het was een feestdag van jewelste. 's Avonds aten ze met<br />

10


een tiental vrienden <strong>in</strong> het visrestaurant, waarbij de wijn rijkelijk<br />

vloeide.<br />

Tegen elven was Justus <strong>in</strong> zijn kamer. Ook hij had een paar gla­<br />

zen wijn gedronken. Zijn hoofd voelde licht, maar zijn ziel niet. Hij<br />

g<strong>in</strong>g voor de spiegel staan en keek zichzelf aan. Hij grijnsde zijn<br />

tanden bloot, maar zijn ogen lachten niet, zoals ze de hele dag niet<br />

echt hadden gelachen.<br />

Wat is er met me, dacht hij. Ben ik niet blij dat vader niet naar<br />

de gevangenis hoeft? Ben ik dan niet bang geweest dat hij achter de<br />

tralies zou komen, temidden van schurken en misdadigers? Zag ik<br />

niet voor me hoe hij na jaren de gevangenispoort uit zou komen<br />

strompelen, somber en uitgeblust? Ben ik niet blij? Of kan ik er<br />

niet tegen dat hij zo <strong>in</strong> het centrum van de belangstell<strong>in</strong>g staat? De<br />

hele avond waren vaders kw<strong>in</strong>kslagen over de tafel gegaan.<br />

Iedereen had aan zijn lippen gehangen. Aan zelfspot geen gebrek,<br />

aardig tegen iedereen, gul als geen ander. Voor zijn gasten was het<br />

beste nog niet goed genoeg geweest. Voor moeder was hij vanmid­<br />

dag een prachtige broche gaan kopen, 'omdat ze steeds achter hem<br />

was blijven staan'. Hij, Justus, had nieuwe tennisschoenen gekre­<br />

gen en voor Yvonne lag een beeldig tasje klaar, van zacht bru<strong>in</strong> leer.<br />

Zijn vader was een fantastische man. Als hij een glas teveel dronk<br />

werden zijn grappen wel eens een tikje platvloers, dan zag Justus<br />

dat moeder zich geneerde, maar dat was dan ook alles wat op<br />

vader was aan te merken. Nou dan. Slapen, man. Het was een<br />

prachtige dag geweest. Gisteravond had hij ook zo voor de spiegel<br />

gestaan, hartstikke ongerust. Hij had bij wijze van spreken het<br />

gerammel van ketenen gehoord, <strong>in</strong> gedachten had hij de <strong>rechter</strong><br />

horen zeggen: 'Ik veroordeel u tot tien jaar gevangenisstraf.' Of<br />

tw<strong>in</strong>tig. Je haalt je wat <strong>in</strong> 't hoofd. Met een jaar had hij ernstig<br />

reken<strong>in</strong>g gehouden. De Geus had het een keer gezegd: 'In het<br />

ondenkbare geval dat de <strong>rechter</strong> je schuldig bev<strong>in</strong>dt, kun je één of<br />

twee jaar krijgen.' Een mooie dag. Hij kon zijn klasgenoten weer<br />

recht <strong>in</strong> de ogen kijken. Zijn vader was onschuldig. Nou dan.<br />

11


2<br />

Die zaterdagmiddag kwam Yvonne.<br />

Ze was zeven jaar ouder dan Justus, een aardig uitziende, spor­<br />

tieve meid. Ze leek veel op haar vader, spraakzaam, levendig, bor­<br />

relend van <strong>in</strong>itiatief. De trap deed ze altijd met twee treden tegelijk,<br />

ze brak steevast een kopje of een bord als ze hielp met de afwas.<br />

Als ze turks fruit meebracht, zoals vandaag, was dat meteen een<br />

kilo, en ze knuffelde graag. Daar had Justus ernstig onder geleden<br />

toe hij kle<strong>in</strong> was, zijn oudere zus moest hem om de haverklap zo<br />

nodig op schoot trekken en overladen met liefkoz<strong>in</strong>gen. De laatste<br />

jaren was het m<strong>in</strong>der, niet omdat het karakter van Yvonne was ver­<br />

anderd, maar omdat Justus sprieten op zijn k<strong>in</strong> had die hij slechts<br />

van tijd tot tijd verwijderde, omdat hij één meter negenentachtig<br />

lang was geworden en omdat hij zijn slanke zusje met één hand op<br />

afstand kon houden.<br />

Er was nu een ander gevaar als Yvonne <strong>in</strong> de buurt was, name­<br />

lijk haar hartstocht voor het uitdrukken van meeëters. Vooral<br />

's zomers, als Justus schaars was gekleed, ontdekte ze altijd wel<br />

weer zwarte stipjes op zijn rug, die ze tot meeëter verklaarde en<br />

met wellust en scherpe nagels uitdrukte.<br />

'Doe dat maar bij Bart', zei Justus. Bart was haar laatste verove­<br />

r<strong>in</strong>g, een student <strong>in</strong> iets vaags, waar het woord cultuur <strong>in</strong> voor­<br />

kwam.<br />

'Bart is voor het knuffelen, jij bent voor de meeëters.'<br />

Yvonne kon goed leren. Ze had vlot het atheneum doorlopen,<br />

(de achten hadden met wat <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g negens kunnen zijn), en<br />

nu studeerde ze rechten <strong>in</strong> Leiden. Ze was bijna klaar. Als je mees­<br />

ter <strong>in</strong> de rechten bent, kun je daar van alles mee doen, maar<br />

voor Yvonne stond vanaf het beg<strong>in</strong> vast dat ze advocaat zou<br />

worden.<br />

't Was altijd gezellig als Yvonne er was. Meestal werden er eerst een<br />

uur ervar<strong>in</strong>gen uitgewisseld, maar deze keer trok ze zich na een<br />

paar m<strong>in</strong>uten terug <strong>in</strong> haar kamer met de tekst van het vonnis die<br />

ze haar vader afhandig had gemaakt. Beroepsmatig was ze toch al<br />

12


geïnteresseerd, en als het dan ook nog je geliefde vader betreft, kan<br />

het helemaal niet wachten.<br />

Na een tijdje kwam ze fluitend terug.<br />

'Goed van die Boudewijn' , zei ze. 'Hij heeft de enig kansrijke<br />

verdedig<strong>in</strong>gslijn gekozen. Petje af.'<br />

Pas de volgende middag kon Justus even alleen met Yvonne pra­<br />

ten. Ze zaten <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>, op de schitterende houten tu<strong>in</strong>meubels die<br />

vader een week eerder had gekocht. De zon scheen. De vl<strong>in</strong>der­<br />

struik werd bezocht door wel honderd pauwogen.<br />

'Ik snapte het vonnis niet', zei Justus.<br />

'Dat kan ik me voorstellen. Het staat vol juridische termen. Het<br />

belangrijkste is dat vader is vrijgesproken.'<br />

'Wat was er nu zo goed van Boudewijn?'<br />

'Laat me proberen het uit te leggen', zei Yvonne. 'Je weet dat er<br />

een heleboel wetten zijn. Daar<strong>in</strong> staat wat je mag of niet mag, of<br />

wat je moet. Dat lijkt makkelijk, maar dat is het niet. Een voor­<br />

beeld. Er staat <strong>in</strong> de wet dat je niet mag stelen. Stel nu dat je langs<br />

een kanaal komt waar een hond <strong>in</strong> is gevallen. Het beest zwemt hij­<br />

gend langs de kant, maar die is te stijl om uit het water te komen.<br />

Je probeert hem te helpen, maar je kunt er niet bij. Er is niemand <strong>in</strong><br />

de buurt. Het is duidelijk dat de hond haast niet meer kan.'<br />

'Ik zie het voor me', zei Justus.<br />

'Er is een huis <strong>in</strong> de buurt. Je belt aan. Er wordt niet open<br />

gedaan. Naast het huis ligt een ladder. Je sjouwt de ladder naar het<br />

kanaal en zet hem <strong>in</strong> het water. Je redt de hond. Je haalt de ladder<br />

naar boven, maar omdat je moe bent valt hij uit je handen en<br />

breekt. Op dat moment komt de eigenaar van de ladder aan fiet­<br />

sen. Hij zegt dat je zijn ladder hebt gestolen en vernield. Je legt uit<br />

wat er is gebeurd. 'Niks mee te maken', zegt de man.' 't Is mijn lad­<br />

der en bovendien heeft die hond vorige week drie kippen van me<br />

doodgebeten. Mijn zoontje heeft hij ook al eens te pakken gehad,<br />

een beet <strong>in</strong> zijn hand, gehecht <strong>in</strong> het ziekenhuis. Jammer dat die<br />

rothond niet is verzopen.'<br />

'Dan zal ik de ladder moeten vergoeden', meent Justus.<br />

'Je biedt dat aan. Maar de eigenaar zegt dat die ladder nog van<br />

zijn vader is geweest, dat hij barst van de sentimentele waarde en<br />

dat hij gerepareerd moet worden bij het museum voor middel-<br />

13


eeuwse huishoudelijke voorwerpen, wat vijfduizend gulden gaat<br />

kosten. Ik zeg maar wat.'<br />

'Ik zou zeggen dat hij op de pot kon plaatsnemen.'<br />

'De man gaat naar de <strong>rechter</strong>, want hij is zo iemand die dan naar<br />

de <strong>rechter</strong> gaat - daar zijn er meer van dan je denkt, volstrekte<br />

idioten <strong>in</strong> onze ogen - en dan moet de <strong>rechter</strong> uitspraak doen.<br />

Met alleen maar die wet <strong>in</strong> z'n hand dat je niet mag stelen.'<br />

'Ja ja', zei Justus. 'De <strong>rechter</strong> moet uitmaken wat de wet bedoelt<br />

<strong>in</strong> zo n geval, Ik zou het wel weten. Ik stuurde die vent met z'n<br />

kapotte ladder naar een tehuis voor laddergekken.'<br />

wet.'<br />

'Daar is weer een andere wet voor. Een nog lastiger toe te passen<br />

'Wie is vader nu, de man van de hond of de man van de ladder?'<br />

'Dat doet er niet toe', zei Yvonne. 'Belangrijk is dat Boudewijn<br />

heeft kunnen aantonen dat vader de wet waar het om g<strong>in</strong>g niet<br />

heeft overtreden. De <strong>rechter</strong> vond dat Boudewijn gelijk had en<br />

vader is vrijgesproken.<br />

En vertel me nu eens hoe het met Stijn gaat.'<br />

De middag verstreek. Na het avondeten g<strong>in</strong>g Yvonne terug naar<br />

Leiden. Vader zat voor Studio Sport, het onaantastbare programma<br />

van de vroege zondagavond. Justus keek mee tot het voetballen<br />

voorbij was. Het schermen en de motorraces die nog volgden, <strong>in</strong>te­<br />

resseerden hem niet. Hij besloot naar Stijn te gaan, Yvonne had<br />

hem op een idee gebracht.<br />

Stijn en hij waren al bevriend s<strong>in</strong>ds de basisschool. Ze waren zeer<br />

verschillend. Stijn leek op het eerste gezicht saai. Hij hield niet van<br />

avontuur. Hij was zelf voorspelbaar, de gebeurtenissen moesten dat<br />

zo mogelijk ook zijn. Zijn grote hobby was meteorologie, de kennis<br />

van het weer. Wellicht was dat omdat het weer zo onvoorspelbaar<br />

is. Hij vond het prachtig om het zo voorspelbaar mogelijk te maken.<br />

Als jongen van acht was hij al begonnen met<strong>in</strong>gen te doen. De<br />

temperatuur, de hoeveelheid regen die viel, later ook de vochtigheid<br />

van de lucht en de w<strong>in</strong>dsnelheid en -richt<strong>in</strong>g. Hij had geleerd de<br />

meetresultaten uit te zetten <strong>in</strong> een grafiek. Met grote nauwkeurig­<br />

heid kon hij je vertellen wat voor weer het <strong>in</strong> hun tu<strong>in</strong> was geweest,<br />

bijvoorbeeld vier jaar en drie maanden geleden.<br />

14


'Ik snap niet dat het je niet verveelt', zei Justus soms.<br />

'Afwijk<strong>in</strong>g van me.'<br />

Verder had Stijn een vriend<strong>in</strong>, ook al jaren. Ze heette Joke en ze<br />

woonde twee straten verderop. Justus had geen vriend<strong>in</strong>, nooit<br />

gehad ook. Hij vond meisjes wel leuk, heel leuk zelfs, als ze niet <strong>in</strong><br />

de buurt waren. Hij dacht aan hun witte tanden en hun bru<strong>in</strong>e<br />

benen en stelde zich voor hoe het zou zijn om ze aan te raken. In<br />

hun nabijheid werd hij verlegen en daardoor stuurs. Hij voelde zich<br />

niet prettig <strong>in</strong> hun buurt, hij klapte dicht zoals dat heet. Hij werd<br />

ook niet verliefd op één bepaald meisje, hoewel... 't was hem toch<br />

een keer overkomen. Dat was met Carolien. Carillon, noemde<br />

Justus haar <strong>in</strong> gedachten, want er zaten hoge heldere t<strong>in</strong>keltjes <strong>in</strong><br />

haar stem en als ze lachte was het of er een carillon speelde. En ze<br />

had een paardenstaart die verleidelijk danste op haar rug als ze<br />

liep. Carolien had een klas lager gezeten dan hij en voordat hij de<br />

moed had gehad haar aan te spreken, was ze verhuisd en uit zijn<br />

gezichtsveld verdwenen. <strong>Eigen</strong>lijk wel rustig. Denken aan haar had<br />

een beetje pijn gedaan <strong>in</strong> zijn maag en als hij haar had zien fietsen<br />

naast een andere jongen, haar t<strong>in</strong>kelende stem boven alle straatla­<br />

waai uit, kon hij soms een dag lang nergens anders aan denken.<br />

Maar Stijn had Joke. Hij beschouwde haar een beetje als eigen­<br />

dom, zoals een ander z'n brommer. Als iets dat altijd beschikbaar<br />

voor je is. Dat kl<strong>in</strong>kt vervelender dan het was, want zij had hetzelf­<br />

de gevoel over hem. Ze hoorden bij elkaar, punt uit.<br />

Er was nog iets opmerkelijks aan Stijn. Hij maakte gedichten.<br />

Evenals de meteorologie en Joke was het iets waar Justus we<strong>in</strong>ig<br />

van snapte. Wat bezielde Stijn om op te schrijven:<br />

Een schreeuw<br />

<strong>in</strong> de nacht van het verlangen.<br />

Vervlogen keus.<br />

Of toch de laatste uitweg.<br />

'Wat betekent dàt nou helemaal', zei Justus. 'Maakte hij er die<br />

nacht een e<strong>in</strong>d aan?'<br />

'Zou kunnen.'<br />

'Dat moet jij, als schrijver, toch weten.'<br />

15


'Nee, dat hoef ik niet te weten. Dat mag jij als lezer beslissen.'<br />

Justus dacht na. 'Waarom schrijf je niet:<br />

In de nacht van het verlangen<br />

bleef hij steeds besluiteloos.<br />

Toen heeft hij zich maar verhangen.<br />

Da's de uitweg die hij koos.<br />

Dat is tenm<strong>in</strong>ste iets wat ik zou snappen.' 'Omdat het rijmpje van<br />

jou niet vibreert.' 'Niet wat?'<br />

'Het veroorzaakt geen trill<strong>in</strong>gen, geen rimpel<strong>in</strong>gen.'<br />

'0 juist', zei Justus.<br />

Het kon Stijn we<strong>in</strong>ig schelen of zijn gedichten mooi werden<br />

gevonden of niet, althans zo leek het. Af en toe verscheen er een <strong>in</strong><br />

de schoolkrant en hij had ook al eens meegedaan aan een poëzie­<br />

wedstrijd <strong>in</strong> het Cultureel Centrum. Joke zei dat ze het prachtig<br />

vond, maar Justus had het vermoeden dat de verbl<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van de<br />

liefde een woordje meesprak. 'Geen keus, door de macht van het<br />

verlangen', mompelde hij.<br />

Die zondagavond g<strong>in</strong>g Justus dus langs bij Stijn. Hij zat met Joke<br />

op z'n kamer naar cd'tjes te luisteren, Franse liedjes die niet te ver­<br />

staan waren maar wel leuk klonken.<br />

Joke kwam op Justus af en omhelsde hem.<br />

'Hartelijk gefeliciteerd.'<br />

'Ben ik jarig?' vroeg Justus.<br />

'Met de vrijspraak van je vader, joh.'<br />

'0 ja. Dank je wel.'<br />

'Kan het je zo we<strong>in</strong>ig schelen?'<br />

'Nee. Jawel. Ik dacht er even niet aan.'<br />

Stijn stond op en knipte de cd-speler uit.<br />

'Je vader is dus onschuldig', zei hij. 'Dat zou mij een goed gevoel<br />

geven. Mijn eigen vader is schuldig aan te we<strong>in</strong>ig zakgeld geven,<br />

aan chagrijnig kijken als ik de krant eerder lees dan hij, aan uit­<br />

doen van de televisie voordat ik het uitgebreide weeroverzicht heb<br />

kunnen zien, maar dat is allemaal te we<strong>in</strong>ig voor celstraf. Jouw<br />

vader geeft je een vorstelijk zakgeld, hij is altijd opgewekt en als<br />

16


het aan hem ligt, staat de televisie de hele dag aan. En nu blijkt hij<br />

ook nog onschuldig aan fraude. Je moet een gelukkig mens zijn.'<br />

'Zeer gelukkig', zei Justus somber.<br />

'Wat zeg je dat opgetogen.'<br />

'Zeer gelukkig', juichte Justus.<br />

'Je hebt natuurlijk de pest <strong>in</strong> over dat stukje <strong>in</strong> de Stouten­<br />

dammer' , zei Joke.<br />

'Die lezen we niet. Wat stond er<strong>in</strong>?'<br />

'0, niks. Dat er een vormfout was gemaakt. Dat je vader geluk<br />

had gehad. Die kranten schrijven maar wat.'<br />

'Ik had het er nog over met Yvonne, vanmiddag. Ze zegt dat<br />

alleen de <strong>rechter</strong> beslist of iemand schuldig is of onschuldig. Niet<br />

de krant. En ze is bijna afgestudeerd <strong>in</strong> rechten.'<br />

'Onweer voorbij', constateerde Stijn. 'Stormveld weggedreven.<br />

Verwacht<strong>in</strong>g voor de lange termijn: droog en onbewolkt. Wil je een<br />

cola?'<br />

'Graag.'<br />

Maar tijdens het aanhoren van Jokes commentaar op de toptien<br />

van deze week, bleef het woord dre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> zijn hoofd. Vormfout.<br />

Foute vorm? Fout van vorm? Welke vorm? Mieke, een van de<br />

meisjes <strong>in</strong> hun klas, had een vormfout, want ze was veel te dik. Ze<br />

had geen vorm of de vorm van een pilaar. Justus vroeg zich af of ze<br />

daar iets aan kon doen. At ze te veel of had ze een ziekte onder de<br />

leden? Ze at wel veel, vond hij, ze snoepte graag. Maar misschien<br />

at ze veel omdat ze een ziekte onder de leden had. Een boom <strong>in</strong> de<br />

laan achter hun huis had ook een foute vorm. Er zat een rare bocht<br />

<strong>in</strong>, hij leek op je te zullen vallen als je er onderdoor kwam. En het<br />

nieuwe bankgebouw had een verkeerde vorm; althans, zijn vader<br />

schimpte op de architectuur, die hij foeilelijk vond. 'En dat nog wel<br />

voor een bank, die rijk wordt van onze centen', placht hij te zeg­<br />

gen.<br />

Ze praatten over school, over de vakantie die net was begonnen<br />

en die nog zes weken zou duren. Over de kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen, die er ener­<br />

zijds niet toe doen en anderzijds zo belangrijk zijn. Kletsen met<br />

vrienden.<br />

'Ik ga weer 's', kondigde Justus aan.<br />

'Haast?'<br />

17


'Nou nee, maar we kletsen toch zo maar wat.'<br />

, 't Is gek', zei Stijn. 'Onlangs hadden we onze oude buren op<br />

bezoek, je weet wel, de familie Van de Br<strong>in</strong>k.'<br />

'Die zijn toch naar Nieuw-Zeeland vertrokken?'<br />

'Ja, vijf jaar geleden al. Ze zijn terug. Het beviel ze niet. Nou<br />

goed, je zou denken dat je elkaar van alles te vertellen hebt, maar<br />

nee hoor. De avond sleepte zich voort. Gek hé? Kletsen kun je<br />

alleen met mensen die je ieder ogenblik ziet.'<br />

Stijn had zo zijn gedachten. Hij zag we<strong>in</strong>ig, hij mijmerde veel. Je<br />

kon met hem langs een kermis lopen en als je er voorbij was had hij<br />

niet gemerkt dat er een kermis aan de gang was. Dan waren zijn<br />

gedachten blijven hangen bij een slagersw<strong>in</strong>kel die je vijf m<strong>in</strong>uten<br />

eerder was gepasseerd. Zei je: 'Al weer kermis, het lijkt wel of hij<br />

er een maand geleden nog was. Toch is hij er maar eens per half<br />

jaar.' Antwoordde hij: 'Zouden over honderd jaar alle mensen<br />

vegetariër zijn?'<br />

Justus g<strong>in</strong>g naar huis. Hij at nog een gevulde koek met zijn<br />

ouders en g<strong>in</strong>g daarna naar zijn kamer. Vormfout. In de werk­<br />

kamer van zijn vader stond de driedelige Van Dale. Dus g<strong>in</strong>g hij<br />

weer even naar beneden. Vormfout. Het stond er niet <strong>in</strong>. Elfde<br />

druk, editie 1984. Een nieuw woord, dat er tien of vijftien jaar<br />

geleden nog niet was? Een vakterm die niet <strong>in</strong> het woordenboek<br />

thuishoorde? Geen wonder dat hij het niet kende. En de krant dan?<br />

Een krant gebruikte toch geen woorden die niet <strong>in</strong> Van Dale<br />

stonden?<br />

Hij moest het zijn vader vragen, dacht hij. Die zou heus wel<br />

weten wat er over zijn proces <strong>in</strong> de kranten had gestaan. Maar om<br />

de een of andere reden sprak hij niet graag met vader over het pro­<br />

ces. Met moeder dan? Die zou het wegwuiven. 'Heb ik geen ver­<br />

stand van', zou ze zeggen. Over d<strong>in</strong>gen die van belang zijn, maakt<br />

mijn vader een grap en mijn moeder gaat ze uit de weg, dacht hij<br />

met ongewone helderheid. Neem nou het probleem van de vluchte­<br />

l<strong>in</strong>gen, dat hij onlangs aan tafel had aangesneden. 'Allemaal een<br />

kwestie van status', had vader gezegd. 'Dat moet de reger<strong>in</strong>g maar<br />

oplossen was moeders commentaar geweest.'<br />

Nee, Yvonne moest hij hebben. Helaas was ze weer naar Leiden<br />

vertrokken. Zou hij haar opbellen? Lastig onderwerp voor een tele-<br />

18


foongesprek. Nou ja, hij zou nog wel zien. Vormfout. Hij draaide<br />

zich op zijn andere zij. Een mug snorde storend om zijn hoofd.<br />

Rotbeest. In de stilte van de avond maakte het een geluid als van<br />

een straaljager, zo vlak bij zijn oor. Zat de hor wellicht niet <strong>in</strong> het<br />

raam? Hij stond op, zonder het licht aan te doen, om niet nog meer<br />

<strong>in</strong>secten aan te trekken. Het hor zat wel degelijk <strong>in</strong> het raam. Hij<br />

zag dat zijn vader <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> zat en met iemand sprak. Wie was dat?<br />

Niet moeder, zoveel kon hij wel onderscheiden. Het was een man,<br />

een man die hij niet kende. Vreemd, zo laat op zondagavond. De<br />

mannen spraken gedempt, Justus kon er niets van verstaan.<br />

Hij g<strong>in</strong>g terug <strong>in</strong> bed. Zijn vader die <strong>in</strong> de late avond zit te flui­<br />

steren met een onbekende man. Vreemd. Dat klopt niet helemaal.<br />

Je zou het best een vormfout kunnen noemen.<br />

19


3<br />

In het ochtendlicht lijkt alles anders. Zoals de aarde door de nacht<br />

is afgekoeld, zijn ook de gedachten koeler, nuchterder geworden.<br />

De schaduwen van de bomen wijzen <strong>in</strong> een andere richt<strong>in</strong>g dan de<br />

vorige avond. De oostzijde van het huis wordt door de zon besche­<br />

nen; het is alsof een relativerender, oostelijker filosofie daardoor<br />

meer kans krijgt.<br />

Die man <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>, dat was natuurlijk een kennis van zijn vader,<br />

niks bijzonders.<br />

Justus besloot het gewoon te vragen.<br />

'Je had nog laat bezoek', zegt hij.<br />

'Een relatie van mijn werk. Hij wilde raad over iets waarmee hij<br />

vanochtend aan het werk moet.'<br />

Zie je wel, niks aan de hand.<br />

Als hij even met zijn moeder alleen is, vraagt hij: 'Is vader vrijge­<br />

sproken op grond van een vormfout?'<br />

'Zo schijnen ze dat te noemen. Volgens Boudewijn zat de officier<br />

van justitie er helemaal naast met zijn aanklacht. Verkeerde argu­<br />

menten, verkeerd opgeschreven, zoiets. De <strong>rechter</strong> gaat er dan van<br />

uit dat het hele verhaal niet klopt. Hoe dan ook, je vader is niet<br />

schuldig, gelukkig. Wil je karnemelk of yoghurt?' Ik maak me<br />

altijd zorgen om niks, denkt Justus. Zijn vader zei het soms: 'Je tilt<br />

veel te zwaar aan de d<strong>in</strong>gen. Dat heb je van opa Christiaan<br />

Correct.' Zijn grootvader heette natuurlijk niet echt zo. Zijn naam<br />

was Christiaan Luykens. Volgens vader had moeder er ook een tik<br />

van beet, zij het wat m<strong>in</strong>der dan haar vader. Hij had ook eens<br />

gezegd: 'Toen we pas getrouwd waren en ik nog op het gemeente­<br />

huis werkte, maakte moeder al een kritische opmerk<strong>in</strong>g als ik per<br />

ongeluk een potlood van kantoor <strong>in</strong> m'n zak had. Terwijl ik<br />

natuurlijk geregeld mijn eigen potloden op het gemeentehuis<br />

gebruikte.'<br />

't Is waar, dacht Justus. Als de jongens vroeger appels g<strong>in</strong>gen jat­<br />

ten <strong>in</strong> de boomgaard van de boer, deed ik niet mee. Yvonne wel.<br />

Die vond de appels lekkerder naarmate ze met meer risico <strong>in</strong> haar<br />

bezit waren gekomen.<br />

20


Normaal gesproken zouden ze deze dag met vakantie zijn<br />

gegaan, zijn vader en moeder en hij, met Rudolf, zijn neef. Rudolf<br />

woonde met zijn gescheiden moeder, de zuster van Justus' moeder,<br />

<strong>in</strong> Amsterdam. S<strong>in</strong>ds Yvonne niet meer meeg<strong>in</strong>g met vakantie,<br />

werd Rudolf altijd uitgenodigd. Dat was leuk voor Justus, en ook<br />

voor Rudolf, die geen broers en zusters had. Maar de tocht naar<br />

Spanje was uitgesteld vanwege moeders stuitje. Daar g<strong>in</strong>g het nog<br />

niet goed mee. Een lange tocht <strong>in</strong> de auto zou een martel<strong>in</strong>g voor<br />

haar zijn.<br />

Justus bedacht dat hij wel weer eens zou willen honkballen. Hij<br />

had een tijdje op een honkbalclub gezeten, samen met Stijn.<br />

Misschien had Stijn z<strong>in</strong> om weer eens een balletje te slaan. Waar<br />

was zijn honkbalknuppel? Waarschijnlijk op zolder. Hij g<strong>in</strong>g op<br />

zoek. Jazeker, daar stond hij, <strong>in</strong> een oude paraplubak.<br />

Zolders zijn aardig als je er een poos niet bent geweest. Je blijkt<br />

d<strong>in</strong>gen te hebben die je was vergeten. Als je ze weer ontdekt, is dat<br />

bijna hetzelfde als wanneer je ze nieuw krijgt op je verjaardag.<br />

Wat was dat voor een rol? Een vloerkleed, zo te zien. Justus<br />

maakte het touwtje los en rolde het kleed uit. Een prachtig kleed,<br />

nondeju. Waarom gebruikten ze dat niet? Ineens schoot hem te b<strong>in</strong>­<br />

nen waar dat kleed vandaan kwam. Hoe lang was het geleden?<br />

Vier jaar? Vijf jaar? Toen waren ze met vakantie geweest naar<br />

Turkije, <strong>in</strong> Antalya. Hij had pas het fotoboek nog zitten bekijken.<br />

Daar had zijn vader tapijten gekocht, dure tapijten. Tapijten waar­<br />

over je <strong>in</strong>voerrechten moet betalen.<br />

Het staat hem weer levendig voor de geest.<br />

'Dat kan niet, Henk.' Zoiets had moeder gezegd. 'Daar krijgen<br />

we geduvel mee. Zo'n stapel kleden, dat ziet de douane beslist.<br />

Bovendien is het toch een soort diefstal. Je steelt van de Staat.' 'Ach<br />

wat', had vader gezegd. 'Iedereen doet het. Dit zit <strong>in</strong> de rafelige<br />

kantlijn van de wet. En wat de douane betreft, laat dat maar aan<br />

mij over.'<br />

De tapijten had hij voor een deel óp en voor een deel vóór de<br />

achterbank van hun auto gelegd. Toen ze <strong>in</strong> de buurt van de grens<br />

kwamen was vader gestopt en had hij aan Justus gevraagd of hij<br />

goed kon toneelspelen.<br />

'Toneelspelen?'<br />

21


'Ik wil dat je op die kleden gaat liggen en net doet of je slaapt.'<br />

Dat was niet zo moeilijk geweest. Hij had niet eens gemerkt dat ze de<br />

grens over waren gekomen, want vader had langzaam kunnen door­<br />

rijden, hij was niet gecontroleerd. Maar Justus had toch het gevoel<br />

gehad dat hij iets belangrijks had gedaan, een kle<strong>in</strong>e heldendaad.<br />

Waar waren die tapijten gebleven? Hier lag er nog één. Elders <strong>in</strong><br />

huis waren ze niet, ze hadden andere kleden <strong>in</strong> de slaapkamers en<br />

de woonkamer had een parketvloer. Hij voelde <strong>in</strong>eens een niet te<br />

stuiten drang om te weten te komen wat er met die Turkse kleden<br />

was gebeurd. Met de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn hand g<strong>in</strong>g hij op zoek<br />

naar moeder. Ze zat op haar redd<strong>in</strong>gsboei aan haar werktafel een<br />

teken<strong>in</strong>g te maken voor het verenig<strong>in</strong>gsblad van de bridgeclub. Ze<br />

was goed <strong>in</strong> tekenen, als k<strong>in</strong>d was ze dat al geweest en ze had haar<br />

talent een handje geholpen door naar cursussen te gaan. Ze kon<br />

onaanspreekbaar zijn als ze zat te tekenen en voor haar doen onge­<br />

woon kribbig als iemand toch probeerde haar te storen. Inspiratie<br />

laat zich niet gemakkelijk van zijn plaats dr<strong>in</strong>gen en is zelden<br />

gevoelig voor redelijke argumenten. Justus probeerde het toch.<br />

'Moeder .. .'<br />

'Hm?'<br />

'Mam, wat hebben we gedaan met de vloerkleden die we uit<br />

Antalya hebben meegebracht?'<br />

'Waar heb je het over?'<br />

'Vier of vijf jaar geleden waren we met vakantie <strong>in</strong> Turkije, weet<br />

je nog?'<br />

'Natuurlijk weet ik dat nog. Maar ik ben nu even bezig.'<br />

'Vader heeft toen een hele stapel tapijten gekocht. Ik moest erop<br />

liggen en net doen of ik sliep toen we over de grens kwamen.'<br />

'Ja, daar staat me iets van bij.'<br />

'Eén van die kleden ligt op zolder. Wat is er met de andere<br />

gebeurd?'<br />

Ze gumde iets uit.<br />

'Waar zijn de andere gebleven?'<br />

'Ik zou het niet weten.'<br />

'Hoe kan dat nou. Die kleden kostten honderden, of misschien<br />

wel duizenden dollars. Dan vergeet je toch niet wat je er mee hebt<br />

gedaan?' Ze legde haar potlood neer.<br />

22


'Eh ... nee.'<br />

'Weet je wat ik denk? Dat vader ze verkocht heeft. Met een fl<strong>in</strong>-<br />

ke w<strong>in</strong>st.'<br />

'Zou kunnen.'<br />

'Nee, dat is zo', zei Justus.<br />

'En?'<br />

'Zoiets heet smokkel. Doodgewone, ord<strong>in</strong>aire smokkel.' 'Papa<br />

houdt van een beetje avontuur.'<br />

Ze zei het zonder overtuig<strong>in</strong>g. Ze was bleek. Door het gedoe<br />

met haar stuitje was ze we<strong>in</strong>ig buiten geweest. Of was het door de<br />

zorgen die ze over vaders proces had gehad? Waar was de grens<br />

tussen 'een beetje avontuur' en de wet overtreden? Moeder stelde<br />

zich diezelfde vraag, daarvan was Justus overtuigd.<br />

Ze reikte omhoog en streek hem door zijn stugge haren, die na<br />

iedere wasbeurt fanatiek ten hemel rezen en zich door geen kam<br />

lieten temmen.<br />

'Moet je luisteren, Justus', zei ze. 'Niet alle mensen zijn hetzelf­<br />

de. Je vader neemt de d<strong>in</strong>gen makkelijk, hij lééft makkelijk. Ik had<br />

het daar vroeger moeilijk mee, maar ik heb het leren accepteren.<br />

Papa is iemand die ervan geniet om voor niks met de tram te gaan<br />

en zo twee gulden te verdienen. Vervolgens spr<strong>in</strong>gt hij van de tram<br />

en gooit een tientje <strong>in</strong> de collectebus van het Leger des Heils.<br />

Ouderl<strong>in</strong>g hoe heet-ie, met dat vrome gezicht, die op de hoek<br />

woont, zou nooit zonder kaartje <strong>in</strong> de tram plaatsnemen, maar als<br />

je collecteert krijg je een kwartje van hem.'<br />

'Maar 't is wel zijn eigen kwarje.'<br />

'Papa is opgewekt en behulpzaam en gul, iedereen houdt van<br />

hem. Ik ook. Jij ook. Maar er zijn geen mensen zonder fouten, dat<br />

weet jij ook wel. Mijn vader was een Pietje Precies. Christiaan<br />

Correct, je weet wel. Van hem hield ik ook. Maar hij had veel m<strong>in</strong>­<br />

der vrienden dan papa. Ik heb geleerd de mensen te nemen zoals ze<br />

zijn. Toen ik je vader ontmoette, viel ik voor zijn vlotte, makkelijke<br />

manier van leven. Als reactie op opa Christiaan, veronderstel ik.<br />

Niemand is volmaakt. Gelukkig maar. Volmaakte mensen zouden<br />

waarschijnlijk volmaakt saai zijn.'<br />

, Saai is vader <strong>in</strong> ieder geval niet', zei Justus.<br />

Wat was er verder te zeggen? Zoals zijn moeder het voorstelde<br />

23


was zijn vader een heel kle<strong>in</strong> beetje een oplichter, iemand die een<br />

beetje speelt met de rafelige randen van de wet, zoals hij het zelf<br />

uitdrukte. Nou ja. Wat een onz<strong>in</strong> om zich daar druk over te maken.<br />

Moeder kon er ook mee leven.<br />

Hij zette de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn kamer en g<strong>in</strong>g de stad <strong>in</strong>.<br />

Als hij de rafelige randen van de wet nu ook eens verkende? Een<br />

tram hadden ze niet, dus gratis meerijden was niet mogelijk. In de<br />

stadsbus moest je voor<strong>in</strong> <strong>in</strong>stappen; je kwam niet ongemerkt langs<br />

de chauffeur.<br />

Weet je wat, hij g<strong>in</strong>g een appel jatten. Niet uit een boomgaard,<br />

de appels waren nog niet rijp. Nee, van een kraampje op de markt.<br />

Kijken hoe het voelde. Een appel pikken, dat was toch een kle<strong>in</strong><br />

vergrijp. Fietsen werden tegenwoordig met vrachtautolad<strong>in</strong>gen<br />

tegelijk gestolen en als zo'n dief werd gepakt, kwam hij ervanaf<br />

met een vaderlijke berisp<strong>in</strong>g, naar het schijnt. Wat is dan een appel?<br />

Er was geen markt meer, de stellages werden afgebroken. Even<br />

daalde een weldadige geruststell<strong>in</strong>g neer <strong>in</strong> Justus' roerige ziel. Het<br />

hoefde niet. Ho, wacht even. Dit was te gemakkelijk. Er waren<br />

groentew<strong>in</strong>kels genoeg met voor de deur uitgestald fruit. Kijk, daar<br />

bijvoorbeeld, bij Van der Made, <strong>in</strong> de Frans Halsstraat. Hij liep<br />

erlangs. Nog eens terug. De w<strong>in</strong>kel leek leeg. Voor de derde keer<br />

erlangs.<br />

Het leek hem ondenkbaar dat hij een appel van het rek zou pak­<br />

ken en ermee vandoor zou gaan. Dat dééd je niet. Alles <strong>in</strong> hem ver­<br />

zette zich ertegen. Het was zoiets als jezelf opzettelijk met een<br />

hamer op je duim slaan. Iets tegennatuurlijks.<br />

Hij maakte een omweg langs de grote kerk, over het marktple<strong>in</strong>,<br />

langs de gracht. Enkele van zijn klasgenoten pochten erover dat ze<br />

wel eens stalen <strong>in</strong> w<strong>in</strong>kels. Soms niet meer dan een handvol spij­<br />

kers. Soms een stuk gereedschap, niet iets groots, een schroeven­<br />

draaier of zo. Het ergste wat hij had gehoord was een zwembroek.<br />

Het ergste? Of het moedigste? Als hij hoorde van w<strong>in</strong>keldiefstal<br />

wist hij niet of hij jaloers was op het lef of walgde van wat hij <strong>in</strong><br />

zijn hart misdaad vond.<br />

Daar was nog een groentew<strong>in</strong>kel, die van Buitenhuis. Ook daar<br />

stonden kisten met appels buiten. Nee, dan toch maar bij Van der<br />

Made, die leek rijker.<br />

24


Met een grote bocht, via het park, g<strong>in</strong>g hij terug naar de Frans<br />

Halsstraat. Nog steeds leek de w<strong>in</strong>kel leeg. Weet je wat, hij zou er<br />

eerst eens een nachtje over slapen. Het was toch idioot om zo maar<br />

<strong>in</strong>eens, op een d<strong>in</strong>sdagmiddag, uit stelen te gaan. Uit stelen? Kom<br />

nou. Daar g<strong>in</strong>g het net om. Justus Correct, de kle<strong>in</strong>zoon van<br />

Christiaan Correct, noemde dat meteen stelen. Volgens anderen<br />

was het niet meer dan een ge<strong>in</strong>tje, iets waar je niet over nadacht.<br />

En vanmiddag g<strong>in</strong>g hij proberen erachter te komen of dat ook zo<br />

voelde als je het echt had gedaan.<br />

Met een schichtige beweg<strong>in</strong>g greep hij een appel. Te schichtig,<br />

b<strong>in</strong>nen viel het op.<br />

'Hé daar', riep iemand die naar buiten kwam.<br />

Justus rende weg, de hoek om, uit zicht. Drie m<strong>in</strong>uten later was<br />

hij thuis, hijgend, vuurrood. Hij spr<strong>in</strong>tte de trap op, naar zijn<br />

kamer. Zijn hart bonsde en het was niet van het harde lopen. Kom<br />

aan, Justus, je hebt het gered. Je hebt je avontuur. Een appel met<br />

risico. Die moet heerlijk zijn. Hij waste het d<strong>in</strong>g onder de kraan.<br />

Hij zette zijn tanden er<strong>in</strong>.<br />

Zo smaakte dus een gestolen vrucht. Op dit moment zei de heer<br />

Van der Made vast tegen zijn vrouw: 'De jeugd van tegenwoordig<br />

steelt er maar op los. Hebben ze het niet goed genoeg? Hebben ze<br />

niet alles wat hun hartje begeert?'<br />

Wat was het eigenlijk voor appel? Een EIstar? Wat zou hij kos­<br />

ten? Twee kwartjes? Wat deed het ertoe. Al was de waarde een<br />

dubbeltje. Hij smaakte niet.<br />

Een vakantie op losse schroeven rammelt. Zou het er nog van<br />

komen om naar Spanje te gaan of niet? Zou het stuitje op tijd weer<br />

anoniem zijn, dat wil zeggen zijn aanwezigheid m<strong>in</strong>der opdr<strong>in</strong>gen,<br />

of niet? De familie Verdaasdonk werd landerig van de onzekerheid.<br />

'We kunnen dit jaar de grenzen niet v<strong>in</strong>den, ha ha', zei vader en hij<br />

kocht ijstaart om de moed er<strong>in</strong> te houden. Tenslotte besloten vader<br />

en moeder dat ze een paar dagen naar Terschell<strong>in</strong>g zouden gaan.<br />

Dat was een afstand die moeder kon overbruggen en het was een<br />

prachtig eiland, waar of niet.<br />

Maar Justus voelde er niet voor. Het was koel weer, dus met het<br />

strand zou het niet veel worden. En lange sportieve wandel<strong>in</strong>gen<br />

25


over de Bosplaat waren aardig hoor, hij had er niks op tegen, er<br />

zaten veel vogels en zo, prachtig natuurgebied, maar hij had<br />

gewoon niet zo veel z<strong>in</strong>.<br />

'V<strong>in</strong>d je het erg om een paar dagen alleen thuis te blijven?'<br />

Het tegendeel was waar. Wat is heerlijker dan alleen <strong>in</strong> huis te<br />

zijn, de galmende gang alleen voor jouw gejodel, de wc-deur wijd<br />

open als je alle tijd neemt om de m<strong>in</strong>erale resten van je diepvries­<br />

maaltijd aan de natuur terug te geven. De eenzaamheid die ruim­<br />

schoots wordt gecompenseerd door de vrijheid om je eigen<br />

regelmaat <strong>in</strong> te richten. Je kunt hardop praten zonder dat iemand<br />

denkt dat je zwak <strong>in</strong> het hoofd aan het worden bent en je kunt<br />

teveel suiker <strong>in</strong> de yoghurt doen zonder dat dit een verwijtend<br />

hoofdschudden teweegbrengt.<br />

'Nee hoor, gaan jullie gerust.'<br />

Dus g<strong>in</strong>gen ze. Justus' moeder sloeg eerst een hoeveelheid voed­<br />

sel <strong>in</strong> waar haar zoon drie maanden van zou kunnen leven, ze<br />

somde alle gevaren op die iemand <strong>in</strong> de keuken kunnen bedreigen<br />

(hete kookplaten, ontploffende hogedrukpannen, scherpe vleesmes­<br />

sen) en ze liet hem hun telefoonnummer op Terschell<strong>in</strong>g uit het<br />

hoofd leren. Ze verzekerde hem dat ze dagelijks zou bellen en<br />

hoogstens vier dagen zou wegblijven. Daarna liep ze met de stram­<br />

me pasjes van een gewonde naar de auto.<br />

'Afmars dan maar', zei haar man.<br />

De vier dagen dat Justus het rijk alleen zou hebben, werden<br />

beperkt tot één. Er gebeurde iets dat gauw verteld is, maar dat hij<br />

de rest van zijn leven niet zou vergeten.<br />

't Was <strong>in</strong> de eerste nacht dat hij alleen <strong>in</strong> huis was.<br />

Hij had naar een Duitse Knmi gekeken op de televisie en daarna<br />

had hij een paar cd-ties gedraaid. Om elf uur was hij naar bed<br />

gegaan. Normaal gesproken sliep hij diep, maar misschien door de<br />

ongewoonte van het alleen zijn, werd hij omstreeks twee uur wak­<br />

ker omdat hij iets meende te horen.<br />

't Is een vreemde wereld waar<strong>in</strong> je vertoeft als je op een onver­<br />

wacht moment half wakker wordt. In enkele seconden maak je d<strong>in</strong>­<br />

gen mee waar je anders een dag voor nodig hebt. Je droomt nog<br />

gauw even een droom waar<strong>in</strong> je langdurig wordt achtervolgd door<br />

ongure types, je beg<strong>in</strong>t de droom drie keer opnieuw en net voor de<br />

26


ontknop<strong>in</strong>g weet je dat het niet echt is. Je probeert te bedenken<br />

waar je bent, welke dag het is en of je alleen bent. Dit alles <strong>in</strong> de<br />

tijd waar<strong>in</strong> de echo van het geluid dat je heeft gewekt uitsterft.<br />

Piepte daar de deur van de werkkamer van zijn vader? Hij was<br />

nu echt wakker en luisterde scherp.<br />

Stilte.<br />

Al was de maan nog maar net weer aan het wassen, echt pik­<br />

donker was de zomernacht niet. Justus sliep altijd met de gordijnen<br />

en ramen wijd open. Hij was nu klaarwakker. Ogen kun je sluiten,<br />

oren niet. Blijkbaar is dat <strong>in</strong> de natuur niet veilig, want bij dieren is<br />

het net zo. Zo gauw er een takje kraakt, staan de oren van een<br />

slapend hert rechtop.<br />

Hoorde hij nu iets of niet? Echte stilte bestaat niet. Je hoort<br />

altijd wel iets. Hij had eens gelezen dat als je iemand opsluit <strong>in</strong> een<br />

volmaakt stille cel die persoon gek wordt. Hij hoorde zijn eigen<br />

ademhal<strong>in</strong>g. Als hij de rand van het laken op zijn oor legde, hoorde<br />

hij zijn hartslag. Hij hoorde een heel licht gesuis, kosmische deeltjes<br />

op weg naar de eeuwigheid, zou Stijn zeggen.<br />

Wat zou Stijn <strong>in</strong> zijn geval doen? Zou hij opstaan en gaan kij­<br />

ken? Ja, waarschijnlijk wel. Nee, waarschijnlijk niet. Wat wist je<br />

eigenlijk we<strong>in</strong>ig van elkaar. Toch eens vragen.<br />

Hoe hij zijn oren ook <strong>in</strong>spande, hij hoorde niets verdachts meer.<br />

Nou, als hij het zich had verbeeld kon hij ook wel even gaan kij­<br />

ken. Kon hij meteen voor zichzelf bewijzen dat hij géén zenuwpees<br />

was. Daar klopte iets niet. Als hij het zich had verbeeld, hoefde hij<br />

niet te gaan kijken.<br />

Maar een stemmetje <strong>in</strong> zijn hoofd zei dat hij het zich niet had<br />

verbeeld. Hij had wel degelijk iets gehoord.<br />

Hij zwaaide zijn benen buiten het bed en trok op de tast zijn<br />

tennisschoenen aan die er nog stonden van enkele uren eerder. Zijn<br />

ogen waren nu helemaal aan het .donker gewend. Het flauwe<br />

schijnsel van buiten scheen op iets dat naast zijn bed stond. A ja, de<br />

honkbalknuppel. Die nam hij mee, voor de zekerheid. Het ronde<br />

hout <strong>in</strong> zijn hand gaf hem een veilig gevoel.<br />

Zonder licht te maken liep hij via de overloop naar de trap. De<br />

dikke loper dempte zijn schreden. Daar was de deur van vaders<br />

werkkamer. Scheen daar nou licht onder die deur door? Justus'<br />

27


hart bonsde zo luid dat hij dacht dat een eventuele <strong>in</strong>breker het zou<br />

moeten horen.<br />

Zou hij zachtjes <strong>in</strong> de woonkamer de politie opbellen? Onz<strong>in</strong>.<br />

Als er een <strong>in</strong>breker was zou die het horen, als er geen was zou de<br />

politie hem uitlachen en zijn ouders zouden hem nooit meer alleen<br />

thuis laten.<br />

Vooruit, lafbek. Doe die deur open.<br />

Ineens resoluut deed hij de laatste stap naar de deur en gooide<br />

hem wijd open. Er was wel degelijk een <strong>in</strong>breker. De man stond<br />

gebogen over het bureau van Justus' vader, een zaklamp <strong>in</strong> zijn<br />

hand.<br />

Toen de deur openg<strong>in</strong>g, draaide hij zich om en r echtte zijn rug,<br />

<strong>in</strong> één beweg<strong>in</strong>g. De zaklamp zwaaide omhoog, g<strong>in</strong>g halverwege de<br />

zwaai uit. Justus kon nog net zien dat de man een stap <strong>in</strong> zijn rich­<br />

t<strong>in</strong>g deed. Hij voelde de honkbalknuppel <strong>in</strong> zijn hand. Automatisch<br />

nam hij de houd<strong>in</strong>g van de slagman aan. Hoe vaak had hij zo niet<br />

gemikt op de bal van de werper. Hij haalde uit, <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g waar<br />

hij de <strong>in</strong>breker vermoedde. Er kan veel door je hoofd gaan <strong>in</strong> een<br />

onderdeel van een seconde. Sommige werpers zien kans de bal een<br />

effect mee te geven waardoor hij op het laatste moment nog net<br />

wegdraait van de plaat, of er juist overheen gaat. Justus was <strong>in</strong><br />

staat op het laatste moment de richt<strong>in</strong>g van zijn slag nog bij te<br />

stellen.<br />

Nu, <strong>in</strong> deze flits <strong>in</strong> de tijd, schoot door zijn hoofd dat hij de man<br />

waarschijnlijk op zijn hoofd zou treffen en hem daarbij mogelijk<br />

zou doodslaan. Op het laatste, beslissende moment liet hij de knup­<br />

pel dalen, maar de kracht van de slag was nog steeds formidabel.<br />

Plop.<br />

Het geluid van knuppel tegen lichaam werd gevolgd door een<br />

kreet van pijn, daarna door een vallend lichaam. Justus reikte naar<br />

het lichtknopje. Het licht flitste aan.<br />

Op het vloerkleed, nagenoeg voor Justus' voeten, lag een man.<br />

Hij lag <strong>in</strong> elkaar gedoken. Met beide handen omklemde hij zijn l<strong>in</strong>­<br />

kerknie. Hij kermde. De zaklamp lag naast hem.<br />

Een gevoel van triomf schoot door Justus heen. Hij was de over­<br />

w<strong>in</strong>naar. Hij had een <strong>in</strong>breker overweldigd. J.W. Verdaasdonk,<br />

held.<br />

28


Het gevoel duurde niet lang. Dat kwam misschien omdat de<br />

overwonnene er we<strong>in</strong>ig bedreigend uitzag. Je maakt je van dieven<br />

een andere voorstell<strong>in</strong>g: een jaar of dertig, ruig gezicht, bru<strong>in</strong> en<br />

gemeen, gympen aan de voeten, strak truitje waaronder de spier­<br />

bundels bollen, wrede brede riem om het middel. Via vele televisie­<br />

netten wordt dit beeld <strong>in</strong> je hoofd geprent.<br />

De man op het vloerkleed was vooral deerniswekkend. Hij was<br />

een jaar of vijftig. Hij zat keurig <strong>in</strong> het pak en zijn zwartleren<br />

schoenen waren beslist diezelfde dag nog gepoetst. Er zijn situaties<br />

waar<strong>in</strong> je niet meteen een mooie volz<strong>in</strong> bij de hand hebt. 'Wat eh ...<br />

wat doet u hier?'<br />

De man kermde.<br />

'Bent u een dief?'<br />

Tja, je zegt wat onder zulke omstandigheden.<br />

, Ambulance', kreunde de man.<br />

Dat was een idee. Justus deed overal lampen aan, <strong>in</strong> de gang, de<br />

kamer, de vestibule, het buitenlicht. Daarna belde hij vanuit de<br />

woonkamer het alarmnummer. Hij gaf zijn adres en vroeg of ze<br />

direct een ziekenauto wilden sturen. Daarna belde hij de politie.<br />

Hij zei dat er was <strong>in</strong>gebroken en dat de <strong>in</strong>breker gewond op de<br />

vloer lag. Ze kwamen direct, zeiden ze.<br />

B<strong>in</strong>nen een kwartier was het huis vol mensen. De ziekenauto<br />

was er het eerst, maar nog voor de gewonde <strong>in</strong>breker op een bran­<br />

card was gelegd, stopte de politie al met blauw zwaailicht voor de<br />

deur. De sirene gebruikten ze niet, zo diep <strong>in</strong> de nacht. Een meneer<br />

<strong>in</strong> een gewoon burgerpak maakte zich bekend als <strong>in</strong>specteur<br />

Holtrigter. Eerst aan de <strong>in</strong>breker.<br />

'Wat is uw naam?' Kreun kreun.<br />

'Uw naam alstublieft.' 'Ik heb een arts nodig.'<br />

'Daar wordt aan gewerkt. Wie bent u?'<br />

'Slijkhuis.'<br />

'Ik spreek u nader <strong>in</strong> het ziekenhuis', zei de <strong>in</strong>specteur, die zich<br />

vervolgens tot Justus wendde.<br />

'Hoe heet je?'<br />

'Justus Verdaasdonk.'<br />

'Leeftijd?'<br />

'Zestien.'<br />

29


'Kunnen we hem meenemen?' vroegen de mannen <strong>in</strong> witte jas-<br />

sen van de ambulancedienst.<br />

aan?'<br />

'Ga je gang. Laat 'm niet ontsnappen.'<br />

De mannen grijnsden en sjouwden de brancard de deur uit.<br />

'Wat is er precies gebeurd?'<br />

Justus vertelde kort wat er was voorgevallen.<br />

'Dit is de honkbalknuppel waarmee je hebt geslagen, neem ik<br />

Justus knikte.<br />

'Die neem ik mee. Waar zijn je ouders?'<br />

'Op Terschell<strong>in</strong>g.'<br />

'Telefoonnummer? '<br />

Justus dreunde het op.<br />

'Zitten ze bij familie?'<br />

'Nee, <strong>in</strong> een hotel.'<br />

'Bel je ze dan ieder uur of zo, dat je het nummer uit je hoofd<br />

kent?'<br />

'Ik heb ze nog niet opgebeld.'<br />

'Dan heb je vast een hoog cijfer voor rekenen op school. Hoor<br />

eens, het is laat. We zullen je ouders niet midden <strong>in</strong> de nacht storen.<br />

Laten we even nagaan hoe de man is b<strong>in</strong>nen gekomen.' Ze door­<br />

zochten samen het huis. Nergens was een spoor van <strong>in</strong>braak. Geen<br />

gebroken ruitje, geen geforceerde deur, niets.<br />

'De achterdeur zit op de grendel', zei de <strong>in</strong>specteur. 'Had je de<br />

voordeur open laten staan?'<br />

'Absoluut niet. Ik ben heel goed nagegaan of alle deuren op slot<br />

waren.'<br />

'<strong>Eigen</strong>aardig. Nou, kom morgenochtend om negen uur naar het<br />

politiebureau. Dan praten we verder. Durf je alleen <strong>in</strong> huis te blij­<br />

ven?'<br />

'Natuurlijk wel.'<br />

'Goed, dan zie ik je morgenochtend. En doe de deur op slot.'<br />

'Ja. De groeten', zei Justus, enigsz<strong>in</strong>s geïrriteerd.<br />

Toen hij alleen was, liet hij zich achterover vallen <strong>in</strong> de grote<br />

leren fauteuil waar<strong>in</strong> zijn vader meestal zat. Zijn hart bonsde nog<br />

steeds abnormaal hard. Een biertje, dat zou misschien helpen om<br />

tot rust te komen. In zijn handen voelde hij nog de weernakende<br />

30


plop toen de knuppel het been raakte. Een klap op een levend<br />

orgaan, op het been van een mens. Een dief? Wat anders? De man<br />

kwam hem vaag bekend voor. Slijkhuis. Zijn vader noemde die<br />

naam wel eens.<br />

Zou hij weer <strong>in</strong> slaap kunnen komen? Hij dronk zijn glas leeg<br />

en g<strong>in</strong>g naar boven om het te proberen. Ieder geluid van de nacht<br />

hoorde hij. Ieder kraakje en knerpje van het huis, het aanslaan van<br />

de koelkast, het zachte tikken van de badkamerklok. Het was of<br />

alles honderd maal werd versterkt. Toch viel hij <strong>in</strong> slaap. Zo diep<br />

zelfs dat hij pas om tien over negen wakker werd. De gebeurtenis­<br />

sen van de afgelopen nacht sprongen <strong>in</strong> wat computerdeskundigen<br />

zouden noemen zijn RAM. Inspecteur Holtrigter. Hij was te laat.<br />

Nou ja. De <strong>in</strong>specteur versliep zich misschien ook wel. Toch maar<br />

even douchen, hij kon hoe dan ook niet meer op tijd zijn. Ontbijt<br />

sloeg hij over.<br />

Buiten klampte de buurvrouw hem aan, mevrouw Vogelenzang.<br />

Ze had 's nachts zoveel rumoer gehoord en ze had een ambulance<br />

voor de deur gezien. Ze had graag even langs willen komen, kijken<br />

of ze kon helpen, maar vanwege het uur had ze ervan afgezien. Was<br />

er iets met zijn vader of moeder?<br />

'Er was een dief <strong>in</strong> huis', zei Justus.<br />

'Nou toch. En is je moeder onwel geworden?' 'Nee, de dief.'<br />

'Gunst, dat hoor je zelden', kw<strong>in</strong>keleerde ze. 'Het is heel onge-<br />

bruikelijk', beaamde Justus.<br />

Drie kwartier te laat meldde hij zich op het politiebureau.<br />

31


4<br />

Inspecteur Holtrigter liet zich niet zien. Misschien had hij zich ver­<br />

slapen, maar dan had hij toch tijd gevonden om een zekere recher­<br />

cheur Wachtmans precies op de hoogte te brengen van wat er die<br />

nacht was gebeurd. Door hem werd Justus ontvangen. Hij bleek<br />

volledig geïnformeerd te zijn.<br />

'Zo, ben je daar e<strong>in</strong>delijk', begon hij onvriendelijk.<br />

'Ik was vergeten de wekker te zetten.'<br />

'Kan het je allemaal zo we<strong>in</strong>ig schelen?' Justus haalde zijn<br />

schouders op.<br />

'Eerst maar de gegevens opschrijven. Naam?'<br />

'Justus Verdaasdonk.'<br />

'Leeftijd?'<br />

'Dat heb ik meneer Holtrigter vannacht ook allemaal al verteld.'<br />

'Dan vertel je het nog maar eens.'<br />

'Zestien.'<br />

Justus' hele doopceel werd doorgenomen en aan de computer<br />

toevertrouwd. Daarna wendde Wachtmans zich af van het scherm<br />

en g<strong>in</strong>g door het vertrek lopen. Justus voelde zich er ongemakkelijk<br />

bij. Met zijn ogen volgde hij het geijsbeer van de rechercheur,<br />

als betrof het een vertraagde tenniswedstrijd: bal naar rechts,<br />

bal naar l<strong>in</strong>ks, bal naar rechts, bal naar l<strong>in</strong>ks. Hij constateerde<br />

dat de man afgetrapte schoenen droeg. Hij rook naar deodorant,<br />

en hij gebruikte er beslist teveel van Op een gegeven moment<br />

legde Wachtmans zijn handen op Justus' schouders en zei kwaad­<br />

aardig:<br />

'Waarom heb je meneer Slijkhuis neergeslagen met een honkbal-<br />

knuppel?'<br />

'Wat?'<br />

'Je hoort me best.'<br />

'Ik eh .. . '<br />

'Waarom? Meneer Slijkhuis is een kop kle<strong>in</strong>er dan jij en weegt<br />

niet meer dan honderdzestig pond.'<br />

'Ik dacht dat het een dief was. Ik bedoel, het was een dief.' 'Wat<br />

had hij dan gestolen?'<br />

32


'Dat weet ik niet.'<br />

'Hoe weet je dan dat hij een dief was?'<br />

'Wat zou u denken als iemand om twee uur 's nachts door uw<br />

huis sloop?'<br />

'Ken je meneer Slijkhuis?'<br />

'Nee.'<br />

'Hij is anders pas nog bij jullie thuis geweest.'<br />

'0 ja?'<br />

'Zondagavond nog, zegt hij.'<br />

'0, was hij dat.'<br />

'Dus je hebt hem wel degelijk ontmoet', zei de rechercheur.<br />

'Nee, ik zag mijn vader met een man <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong> zitten, zondag­<br />

avond laat. Ik zag het vanuit mijn kamer.'<br />

'En herkende je hem niet, vannacht?'<br />

'Nee. Later, toen hij zijn naam had genoemd, en toen hij op de<br />

brancard lag, kwam iets me bekend voor. Hoe is het met hem?'<br />

'Ik dacht dat je het nooit zou vragen. Het kan je blijkbaar wei­<br />

nig schelen dat je iemand met bruut geweld het ziekenhuis <strong>in</strong><br />

mept.'<br />

Justus voelde dat het zweet hem uitbrak.<br />

'Hoe is het met hem?'<br />

'Hij wordt op het ogenblik geopereerd. Je hebt z'n knie aan flar-<br />

den geslagen.'<br />

'Is de knie verbrijzeld? Komt het weer goed?'<br />

'Dat weten we pas na de operatie.'<br />

De rechercheur hervatte zijn wandel<strong>in</strong>g door het vertrek. Hij<br />

deed Justus nu meer denken aan een roofdier <strong>in</strong> een dierentu<strong>in</strong>,<br />

heen en weer, heen en weer, want de ruimte was hoogstens vier<br />

bij vijf meter. Het was ook niet wat je noemt een bureau, reali­<br />

seerde Justus zich. Hij had zich voorgesteld dat hij bij meneer<br />

Holtrigter aan een werktafel zou zitten, dat de <strong>in</strong>specteur een ver­<br />

klar<strong>in</strong>g zou opnemen en hem tenslotte zou prijzen omdat hij zich<br />

zo goed had geweerd. Zoveel dieven v<strong>in</strong>g de politie niet vandaag de<br />

dag.<br />

Maar deze ruimte leek meer een verhoorkamer. Ja waarachtig,<br />

dat was het. Die kale, lege tafel, het stomme krukje waarop hij<br />

moest zitten, er stond zelfs een lamp, waarvan hij zich kon voor-<br />

33


stellen dat ze die bij een verhoor 's nachts fel <strong>in</strong> het gezicht van de<br />

verdachte lieten schijnen.<br />

Verdachte? Was hij dan een verdachte?<br />

Hij had zich verdedigd tegen een <strong>in</strong>breker en de man aan de<br />

politie uitgeleverd. Wat was hier aan de hand?<br />

'Heb je iets tegen die Slijkhuis?' vroeg de rechercheur.<br />

'Ik had iets tegen die <strong>in</strong>breker, ja. Ik laat niet zomaar <strong>in</strong>breken<br />

<strong>in</strong> ons huis.'<br />

'Je had de politie moeten bellen.'<br />

'Dat heb ik toch gedaan?'<br />

'Van te voren had je moeten bellen.'<br />

'Dat g<strong>in</strong>g toch niet. Ik bedoel, ik wist niet zeker of er echt<br />

iemand <strong>in</strong> huis was. Ik zou toch voor gek hebben gestaan als er<br />

niks aan de hand was.'<br />

'Het gebeurt zo vaak dat we voor loos alarm moeten uitrukken.'<br />

'En v<strong>in</strong>den jullie dat leuk?'<br />

Voor het eerst lachte Wachtmans. 'Daar heb je gelijk aan.' Het<br />

geijsbeer werd hervat.<br />

'Hoe dan ook, je hoort wat, je denkt at het misschien een<br />

<strong>in</strong>breker is, je zoekt een wapen .. .'<br />

'Die honkbalknuppel stond toevallig naast m'n bed.'<br />

'Heel toevallig.'<br />

'Ja. We waren een balletje wezen slaan. Vraag maar aan mijn<br />

vriend Stijn.'<br />

'Dat zullen we doen. Je grijpt die knuppel, loopt naar beneden,<br />

ziet iemand bij de schrijftafel van je vader staan, en terwijl die man<br />

geen wapen heeft, en zonder dat hij je bedreigt, sla je hem tot<br />

moes. Je had hem makkelijk kunnen doodslaan, weet je dat?'<br />

'Daarom mikte ik op zijn benen.'<br />

'Zo, deed je dat? Je sloeg dus weloverwogen. Je bedacht precies<br />

waar je de man zou raken. Als het waar is wat je zegt, kun je ver­<br />

volgd worden wegens noodweerexces.'<br />

'Natuurlijk is het waar.'<br />

'Die meneer Slijkhuis heeft iets anders verklaard. Ik moet toege­<br />

ven dat hij nog niet bepaald grondig is verhoord, maar tussen zijn<br />

gekerm door heeft hij gezegd dat je hem zelf hebt b<strong>in</strong>nengelaten en<br />

dat je hem daarna hebt aangevallen.'<br />

34


'De smerige leugenaar', riep Justus woedend.<br />

'Er waren geen sporen van <strong>in</strong>braak', merkte Wachtmans op.<br />

'Hoe verklaar je dat?'<br />

'Weet ik niet.'<br />

'Hoe dan ook, zelfs als je verhaal klopt, heb je veel te hardhan­<br />

dig gereageerd.'<br />

'Het g<strong>in</strong>g vanzelf.'<br />

'Eerlijk gezegd heb ik er wel begrip voor', zei, <strong>in</strong>eens vriendelijk,<br />

de rechercheur. 'Ik weet niet wat ik zou doen als ik midden <strong>in</strong> de<br />

nacht een vreemde man <strong>in</strong> mijn huis aantrof. Maar je mag een<br />

<strong>in</strong>breker alleen lichamelijk letsel toebrengen als hij je aanvalt, liefst<br />

met een wapen. Dan heet het noodweer en dat is toegestaan. In<br />

jouw geval had je hem moeten aanspreken en de politie moeten<br />

bellen. Je hebt hem letsel toegebracht zonder dat daar echt reden<br />

voor was. Dat heet <strong>in</strong> de wet noodweerexces, een buitensporige<br />

reactie, en dat is strafbaar.'<br />

'Word ik gearresteerd?'<br />

'Nee nee, zo ver is het nog niet. Je kunt naar huis gaan. We heb­<br />

ben je ouders gebeld. Die komen zo dadelijk ook thuis. Je moet niet<br />

met vakantie gaan, als je dat van plan was. Je moet je beschikbaar<br />

houden voor nader verhoor. Het zou een slechte <strong>in</strong>druk maken als<br />

je onv<strong>in</strong>dbaar was.'<br />

'Ja', zei Justus.<br />

Hij verliet het politiebureau en fietste naar huis. In zijn hoofd<br />

vochten woede en ongerustheid om de voorrang. Die nare dreun<br />

van de knuppel op een lichaam zat hem dwars, maar geen ogenblik<br />

had hij gedacht dat hij niet <strong>in</strong> zijn recht had gestaan. Wie midden<br />

<strong>in</strong> de nacht uit <strong>in</strong>breken g<strong>in</strong>g, had zoiets toch te verwachten, zou je<br />

zeggen. Mag je je eigen huis dan niet meer verdedigen? Moest hij<br />

gaan zitten opbellen, met het risico dat de <strong>in</strong>breker hém een klap <strong>in</strong><br />

z'n nek zou geven?<br />

Thuis at hij een boterham, die niet smaakte. Hij probeerde<br />

Yvonne te bellen. Meer dan ooit had hij er behoefte aan met haar<br />

te spreken, haar deelgenoot te maken van wat hem was overko­<br />

men, maar vooral om haar men<strong>in</strong>g te horen over het recht. Dat stu­<br />

deerde ze immers. Zij moest hem kunnen uitleggen wat er<br />

rechtvaardig aan was dat niet de <strong>in</strong>breker, maar de persoon bij wie<br />

35


was <strong>in</strong>gebroken, werd vervolgd. Nou ja, troostte hij zichzelf, ze<br />

zouden de <strong>in</strong>breker ook wel pakken.<br />

Hoewel. Er waren geen sporen van <strong>in</strong>braak. Misschien had hij<br />

nog niks gestolen voor hij bij zijn pog<strong>in</strong>gen was gestoord. Een man<br />

als Boudewijn zou hem zo vrij krijgen.<br />

Yvonne antwoordde niet. Ze woonde <strong>in</strong> een studentenhuis en<br />

meestal was er wel iemand die de telefoon opnam. Maar ja, het<br />

was vakantietijd. Straks nog eens proberen.<br />

In de loop van de middag kwamen zijn ouders muis. Zijn moe­<br />

der omhelsde hem alsof ze elkaar drie jaar niet hadden gezien. 'Hoe<br />

is het met je stuitje?'<br />

'Goed. Veel beter. Wat doet dat stuitje er nu toe. Hoe is het met<br />

jou. Wat heb je allemaal meegemaakt. Voel je je goed? Heb je geen<br />

hartklopp<strong>in</strong>gen?'<br />

'Gelukkig heb ik hartklopp<strong>in</strong>gen', zei Justus. 'Mooie, regelmati­<br />

ge klopp<strong>in</strong>gen van het hart.'<br />

'Hè jasses .. .'<br />

'Vertel eens, jongen', zei vader. Justus vertelde <strong>in</strong> het kort wat er<br />

was gebeurd.<br />

'Dus b<strong>in</strong>nenkort ga ik de gevangenis <strong>in</strong> wegens noodweerexces',<br />

besloot hij. 'En die Slijkhuis gaat op de Canarische eilanden zitten<br />

genezen van zijn zere knie. Waarschijnlijk op onze kosten.' 'Daar is<br />

geen sprake van', zei vader.<br />

'Wie is Slijkhuis eigenlijk? Wat deed hij hier zondagavond?' 'Dat<br />

zei ik al, van de week. Een relatie van mijn werk. Ik zal hem<br />

meteen opzoeken als hij bij kennis is. Hij heeft heel wat uit te<br />

leggen.'<br />

De telefoon g<strong>in</strong>g. Justus nam op.<br />

'Ha Yvonne, fijn dat je belt.'<br />

Hij zei dat hij al een paar maal had geprobeerd haar te bereiken<br />

en vertelde wat er was voorgevallen.<br />

'Gossiemijne', zei Yvonne. 'Beschuldigen ze je van noodweer­<br />

exces? Ik zal meteen even nakijken hoe dat zit. Over een paar uur<br />

ben ik bij jullie.'<br />

'Ze komt eraan', zei Justus.<br />

Tegen vijven was ze er. Als altijd maakte haar aanwezigheid dat<br />

36


alles meer glans kreeg. Ze bracht zonneschijn en een warme bries<br />

mee. Ze droeg als zo vaak een spijkerbroek, maar deze keer met<br />

een witte kanten blouse en sandalen met een hakje.<br />

vader.<br />

'Zo'n sjieke bloes past niet bij een spijkerbroek', vond haar<br />

'Daar heb jij geen verstand van. Dit is roerend goed, jij weet<br />

alleen iets van onroerend goed', zei ze, terwijl ze hem omhelsde.<br />

Vervolgens kuste ze haar moeder en daarna klom ze <strong>in</strong> Justus,<br />

terwijl ze uitriep: 'Onze held, onze dievenvanger, wat ben ik trots<br />

op je.'<br />

'Ja ja', zei Justus. Zijn zusjes uitlat<strong>in</strong>gen bevonden zich vaak <strong>in</strong><br />

het overgangsgebied tussen oprechte bewonder<strong>in</strong>g en spot. Je wist<br />

nooit welke kant het zou uitvallen.<br />

'Is-ie een keer alleen thuis, komt er meteen een <strong>in</strong>breker. Nooit<br />

is er bij ons <strong>in</strong>gebroken en kijk. En wat doet onze krachtpatser,<br />

onze kampioen? Hij maakt hem met één klap onschadelijk. Mijn<br />

kle<strong>in</strong>e broertje, hoe is het mogelijk.'<br />

'Zo kan-ie wel weer', zei Justus.<br />

'Fijn dat je er bent', zei moeder. 'V<strong>in</strong>d je dat we Boudewijn erbij<br />

moeten halen?'<br />

'Nog niet. Laten we eens kijken. Justus, als ik je goed begrijp<br />

heeft de politie je fl<strong>in</strong>k aan de tand gevoeld. Ze zeggen dat je de<br />

man kende, dat hij kle<strong>in</strong> van stuk is, ongewapend was, en dat er<br />

dus geen enkele reden was om hem zo'n oplawaai met een honk­<br />

balknuppel te geven.'<br />

'Ze zeggen zelfs dat ik hem heb b<strong>in</strong>nengelaten. Of liever, dat<br />

schijnt die vent te hebben gezegd.'<br />

'Zijn er geen sporen van <strong>in</strong>braak?'<br />

'Nee.'<br />

'Ik denk dat ik dat kan verklaren', zei vader. 'Zondagavond h<strong>in</strong>g ik<br />

de sleutel terug <strong>in</strong> de boom, toen Slijkhuis net passeerde. Hij bleef<br />

staan voor een praatje en ik heb hem uitgenodigd nog een glas te dr<strong>in</strong>­<br />

ken <strong>in</strong> de tu<strong>in</strong>. Hij kan gezien hebben waar we de sleutel bewaren.'<br />

In de notenboom <strong>in</strong> de voortu<strong>in</strong> hadden ze een spijker geslagen<br />

waar meestal een reservesleutel h<strong>in</strong>g. Huisgenoten die hun sleutel<br />

vergaten, konden zo toch b<strong>in</strong>nenkomen.<br />

'Dat is de verklar<strong>in</strong>g', vond moeder.<br />

37


'Stom van me', zei vader.<br />

'Nou', g<strong>in</strong>g Yvonne verder, 'je hebt hem dus niet b<strong>in</strong>nengelaten,<br />

maar je hebt hem wel een fikse dreun gegeven. Waarom?'<br />

'Stel je voor, het is pikdonker, je ziet bij het licht van een zaklamp<br />

iemand over de werktafel gebogen, een man die zich abrupt opricht,<br />

je hebt een honkbalknuppel <strong>in</strong> je handen, wat doe je dan?'<br />

'Ik zou weghollen', zei Yvonne, 'maar een held als jij slaat erop.<br />

Was dat nou spot of ernst?'<br />

'Venel eens, was er bij jou sprake van een hevige gemoeds­<br />

toestand?'<br />

'Pardon?'<br />

'Was je hevig opgewonden? Artikel 41 van het Wetboek van<br />

Strafrecht zegt dat een heftige gemoedstoestand een schulduitslui­<br />

t<strong>in</strong>gsgrond is. Met andere woorden, als je door de situatie fl<strong>in</strong>k<br />

over je toeren was, dan is dat een reden om je niet te vervolgen.'<br />

'Mijn hart bonsde tamelijk hard', zei Justus. 'Maar ik kan niet<br />

zeggen dat ik, gezien de omstandigheden, abnormaal opgewonden<br />

was.'<br />

'Je kunt natuurlijk altijd zeggen dat je dat wel was.'<br />

'Raadt mevrouw de advocaat me aan om te liegen?'<br />

'Mijn hemel, Justus', zei vader. 'Dat is toch geen liegen. Dat is<br />

de d<strong>in</strong>gen op een handige manier naar voren brengen.'<br />

zee.'<br />

'We kennen onze Justus' , zei Yvonne. 'Hij houdt van recht door<br />

'Stel eens', zei vader, 'dat Slijkhuis besluit geen aanklacht <strong>in</strong> te<br />

dienen. Wordt Justus dan niet vervolgd?'<br />

'Helaas, dat is geen reden voor een officier om af te zien van<br />

vervolg<strong>in</strong>g. Niet een particulier klaagt aan, dat doet de Staat. Het<br />

gaat hier om strafrecht, niet om civiel recht.'<br />

'Wat is het verschil?'<br />

'Dat leg ik later wel eens uit. Het gaat er nu om aannemelijk te<br />

maken dat Justus uit noodweer heeft gehandeld. Weet je wat zou<br />

helpen? Als Slijkhuis zou verklaren dat Justus zich best bedreigd<br />

kon voelen, bijvoorbeeld doordat hij bij de schaarse verlicht<strong>in</strong>g<br />

kon denken dat Slijkhuis een wapen <strong>in</strong> zijn hand had.' 'Goed idee',<br />

zei vader. 'Dat krijg ik wel voor elkaar bij die man.' 'Hoezo, doet<br />

die man wat je zegt?'<br />

38


'Misschien, misschien. Hij is tenslotte wederrechtelijk ons huis<br />

b<strong>in</strong>nengekomen, met of zonder sleutel.' Daar kan ik tegenover de<br />

<strong>rechter</strong> mogelijkerwijs iets verzachtends over aanvoeren.<br />

Justus hoorde dit alles met verwarde gevoelens aan. Hij had de<br />

<strong>in</strong>druk dat niet de waarheid van belang was, maar de manier waar­<br />

op de d<strong>in</strong>gen werden voorgesteld. Hij had altijd gedacht dat wan­<br />

neer iemand <strong>in</strong>breekt en gepakt wordt, die persoon schuldig is en<br />

de gevangenis <strong>in</strong> gaat. Hij had ook gedacht dat je je mag verdedi­<br />

gen als je een <strong>in</strong>breker aantreft <strong>in</strong> je huis.<br />

'Ik v<strong>in</strong>d het belachelijk, dat noodweerexces of hoe heet het',<br />

barstte hij uit. 'Mag je je huis verdedigen of niet? Het lijkt waar­<br />

achtig wel of ik de dief ben.'<br />

'Ik begrijp dat je het onrechtvaardig v<strong>in</strong>dt', zei Yvonne. 'Maar<br />

bekijk het eens zó: Stel, je hebt een rijke oom van wie je zult erven<br />

als hij uitstapt. Je v<strong>in</strong>dt dat oom, ondanks zijn gevorderde leeftijd,<br />

erg fit blijft. Op een avond, laat, loopt hij rond <strong>in</strong> je huis, omdat hij<br />

bij zijn bezoek eerder die dag per ongeluk iets heeft laten liggen. Je<br />

ziet je kans schoon. Je grijpt het keukenmes en rijgt hem er aan.<br />

Inbreker, noodweer, begrafenis, erfenis. Moet de wet dat goedv<strong>in</strong>­<br />

den? Nee dus. Daarom is niet iedere verdedig<strong>in</strong>g toegestaan. Er zijn<br />

grenzen. Daar moet je het toch mee eens zijn.'<br />

'Die oom was geen echte <strong>in</strong>breker', vond Justus.<br />

'Nee. Ik kan het verhaal langer en <strong>in</strong>gewikkelder maken. Het<br />

gaat om het idee. Je mag er maar niet onder alle omstandigheden<br />

op los slaan, omdat het nacht is en het jouw huis is. Snap je?'<br />

De volgende morgen mocht Justus' vader Slijkhuis bezoeken <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis. De politie had erbij willen zijn, maar meneer Verdaas­<br />

donk kreeg gedaan dat hij Slijkhuis alleen kon spreken. Hij bleef<br />

lang weg, het grootste deel van de ochtend. Toen hij thuiskwam,<br />

werd hij natuurlijk bestormd met vragen.<br />

'Wat wilde hij stelen? Hoe is hij b<strong>in</strong>nengekomen? Hoe is het met<br />

hem? Is hij kwaad op Justus?'<br />

'Het gaat niet slecht met hem. Zijn been zal maanden <strong>in</strong> het gips<br />

moeten blijven, maar waarschijnlijk komt het weer helemaal goed.'<br />

'Wat had hij <strong>in</strong> ons huis te zoeken?'<br />

'Tja', zei vader.<br />

39


'Heeft hij dat niet verteld?'<br />

'Jawel. Maar ik heb hem beloofd er met niemand over te<br />

spreken.'<br />

'Wij mogen het toch wel weten', zei Yvonne verontwaardigd.<br />

'Ik heb het beloofd.'<br />

'Nou', zei Yvonne, 'dan zullen we raden. Het tafelzilver kwam<br />

hij niet stelen, dat zoek je niet <strong>in</strong> een werkkamer. Hij zocht iets <strong>in</strong> je<br />

bureau. Een document waarschijnlijk. Jij hebt dus een rapport of<br />

een brief of zoiets die hij graag wil hebben. Zou het de kaart van<br />

een goudmijn zijn? Onwaarschijnlijk. Althans, onwaarschijnlijk<br />

dat het de kaart is waarmee je een mijn met echt goud kunt v<strong>in</strong>den.<br />

Maar <strong>in</strong>formatie waarmee je geld kunt verdienen, bijvoorbeeld<br />

gegevens over een bedrijf waarvan je aandelen kunt kopen of ver­<br />

kopen, dat kan best. Dat kan ook een goudmijn zijn, eentje waar­<br />

voor je niet naar de b<strong>in</strong>nenlanden van Mrika hoeft. Heb jij zulke<br />

gegevens, waarde vader?'<br />

'Je bent een slimme luis.'<br />

'Wat zei hij over de aanklacht tegen Justus wegens noodweer­<br />

exces?' vroeg moeder.<br />

'Hij zal verklaren dat Justus zich heel goed bedreigd heeft kun­<br />

nen voelen. De zaklamp lijkt <strong>in</strong> 't donker best op een pistool.'<br />

'Wat ben ik daar blij om', zei moeder.<br />

'Wat heb je hem daarvoor moeten beloven?' wilde Yvonne<br />

weten.<br />

'Dat valt onder de zwijgplicht.'<br />

'Hoe is hij b<strong>in</strong>nengekomen?'<br />

'Hij had <strong>in</strong>derdaad gezien waar ik de sleutel oph<strong>in</strong>g.'<br />

Ze probeerden nog een tijdlang meer uit hem te krijgen, maar<br />

hun gewoonlijk zo loslippige man en vader was merkwaardig<br />

zwijgzaam en wijzer werden ze niet.<br />

Het zat Justus allemaal niet lekker. Het klopte niet. Vaders gedrag<br />

klopte niet. Een <strong>in</strong>breker <strong>in</strong> je huis. Je zoon betrapt hem en ver­<br />

wondt hem. Dat is een gebeurtenis van jewelste. Daar praat je over,<br />

daar wil je alles van weten. Je vervangt het slot van de deur, of je<br />

koopt een wapen, of je moet valeriaan slikken tegen de zenuwen. Je<br />

doet niet net of er niks is voorgevallen.<br />

40


Dan blijkt de <strong>in</strong>breker ook nog iemand te zijn die je kent en er<br />

valt een geheime afspraak met hem te maken. Vreemd. Klopt niet.<br />

Bizar.<br />

Hij vertelde het hele verhaal aan Stijn. Die was vooral geïnteres­<br />

seerd <strong>in</strong> de honkbalslag. Hij vond het verbazend moedig van Justus<br />

dat die op de dief was afgegaan en hem had neergeslagen. Toen hij<br />

hoorde dat de politie hem dat kwalijk nam, werd hij reuzekwaad.<br />

'Is er e<strong>in</strong>delijk eens iemand die een boef vangt, wat ze zelf<br />

horen te doen, en dan is het weer niet goed. Ze lijken wel gek<br />

tegenwoordig. '<br />

'De politie doet ook alleen maar wat ze moeten en mogen', zei<br />

Justus. Dat had hij Yvonne zo horen zeggen.<br />

'Nou, ik weet wat ik ga worden', verkondigde Stijn. 'Inbreker.<br />

Met kniebeschermers tegen bruten als jij.'<br />

'Toen ik die nacht wakker werd en meende iets te horen', zei<br />

Justus, 'dacht ik onder andere: wat zou Stijn doen <strong>in</strong> zo'n geval?<br />

Zou hij op onderzoek uitgaan of niet?'<br />

'En wat antwoordde Stijn <strong>in</strong> je gedachten?'<br />

'Hij hield z'n mond. Hij was besluiteloos. Hij dacht langer na<br />

dan ik me kon veroorloven.'<br />

'Zo', zei Stijn.<br />

'Wat zóu je gedaan hebben?'<br />

Stijn grijnsde. 'Ik zou graag zeggen dat ik naar beneden was<br />

gegaan, maar ik vrees dat ik mezelf zou hebben wijsgemaakt dat ik<br />

me dat geluid had verbeeld.'<br />

'Je weet pas zeker wat je zou doen als je het meemaakt.'<br />

Als je een ervar<strong>in</strong>g niet samen opdoet, kun je hem niet met iemand<br />

delen. Een appel kun je <strong>in</strong> tweeën snijden. Van een koffieboon kun<br />

je koffie zetten en die samen dr<strong>in</strong>ken. Een eenzame ervar<strong>in</strong>g is als<br />

een droom: hij is van jou alleen.<br />

Weet je wat, dacht Justus, ik ga zelf bij die meneer Slijkhuis op<br />

bezoek. Misschien kom ik er dan achter wat er aan de hand is. Hij<br />

herkauwde dat idee. In de diepere lagen van zijn hersens wist hij<br />

dat zo'n ondernem<strong>in</strong>g wel eens verstrekkende gevolgen kon heb­<br />

ben. Dat hij zich bemoeide met d<strong>in</strong>gen die hem niet aang<strong>in</strong>gen. Dat<br />

hij d<strong>in</strong>gen te weten kon komen die hij liever niet wist. Maar hij had<br />

41


een hekel aan nevels, die hem het zicht ontnamen. Als k<strong>in</strong>d al, als<br />

hij viel, waste hij de wond op zijn knie hardhandig schoon,<br />

ondanks de pijn. Hij wilde zien wat er aan de hand was. De vol­<br />

gende middag, tijdens het bezoekuur, bracht hij zijn plan ten uit­<br />

voer. Slijkhuis lag <strong>in</strong> een gewoon ziekenhuis, niet <strong>in</strong> een bewaakte<br />

afdel<strong>in</strong>g van de gevangenis. Er zat ook geen politieagent naast zijn<br />

bed. Blijkbaar vreesde men niet dat hij ervandoor zou gaan. Justus<br />

zei het thuis niet dat hij met zijn slachtoffer wilde gaan praten. Zijn<br />

vader zou proberen hem tegen te houden, vermoedde hij, en dat<br />

was nu juist de reden om te gaan.<br />

De heer Slijkhuis lag op een lange tu<strong>in</strong>stoel <strong>in</strong> een soort serre.<br />

Hij las. Zijn l<strong>in</strong>kerbeen zat tot halverwege het dijbeen <strong>in</strong> het gips.<br />

Ander bezoek voor hem was er niet. Justus was <strong>in</strong>eens erg verlegen<br />

toen hij dat been zag, dat hij tenslotte had veroorzaakt. Hij was<br />

haast teruggegaan, maar dat was hem toch te k<strong>in</strong>derachtig. Hij<br />

naderde aarzelend.<br />

'Dag meneer.'<br />

Slijkhuis keek op. 'Goeiemiddag.'<br />

't Was <strong>in</strong>derdaad een tenger mannetje, die meneer Slijkhuis. De<br />

kamerjas die hij droeg was te wijd voor hem. Zijn gezicht was smal<br />

en bleek, zijn mond stond half open. Hij had vriendelijke bru<strong>in</strong>e<br />

ogen, waarmee hij Justus een beetje schuw aankeek.<br />

'Ik ben Justus Verdaasdonk.'<br />

'Ah juist. Van eh ... van dit hier.' Meneer Slijkhuis legde zijn<br />

hand op het gips.<br />

'Ja. Sorry.'<br />

'Mijn eigen schuld stelde Slijkhuis vast. 'Ik ben blij dat je niet op<br />

mijn oor hebt gemikt. HoeweL.'<br />

'Dan was u dood geweest', zei Justus.<br />

'Ja.'<br />

'Mag ik even gaan zitten?'<br />

'Daar staat een stoel. Schuif die maar bij.'<br />

Er waren we<strong>in</strong>ig mensen <strong>in</strong> de serre. Ze konden spreken zonder<br />

dat iemand anders het kon verstaan.<br />

'Aardig van je om langs te komen.'<br />

'Ik had u niet zo hard willen raken. Ik bedoel, nu ik u zie zou ik<br />

u nooit zo'n klap willen geven.'<br />

42


'Je bedoelt eigenlijk: wat deed je ook midden <strong>in</strong> de nacht <strong>in</strong> ons<br />

huis', zei meneer Slijkhuis.<br />

'Ja, ook', zei Justus.<br />

'Je vader heeft iets dat van mij is. Dat wilde ik zoeken en meene­<br />

men. Ik dacht dat er niemand <strong>in</strong> huis was. Zeker was ik er niet van.<br />

Je moet erg geschrokken zijn. Ik v<strong>in</strong>d het fl<strong>in</strong>k van je dat je kwam<br />

kijken wat er aan de hand was. Ik zou het zelf nooit gedurfd heb­<br />

ben.'<br />

'Wat heeft mijn vader van u?'<br />

'Een brief.'<br />

'Wat voor brief?'<br />

'Een brief die ik hem heb geschreven. Al wel drie jaar geleden.'<br />

, Als u die aan mijn vader hebt geschreven, dan is die brief nu toch<br />

van mijn vader?'<br />

'Ja, eigenlijk wel. Maar ik moet hem terughebben.'<br />

Tot verbijster<strong>in</strong>g van Justus begon meneer Slijkhuis zachtjes te<br />

huilen. Dat zie je niet vaak, een man die huilt. De operatie, dacht<br />

Justus. Na een operatie huil je, had hij wel eens gehoord. Dan ben<br />

je kwetsbaar.<br />

'Hebt u pijn aan uw knie?' vroeg hij, tegen beter weten <strong>in</strong>.<br />

Meneer Slijkhuis schudde zijn hoofd. Hij nam een pakje papie­<br />

ren zakdoekjes van het tafelje naast zijn ligstoel en snoot zijn neus.<br />

'Let maar niet op me.'<br />

'Niemand vertelt mij ooit wat', zei Justus. 'Nou ja, ze vertellen<br />

alles half. Ik heb het gevoel dat u iets te maken hebt met het proces<br />

van mijn vader. Daar weet ik ook het fijne niet van.' Hij praatte<br />

maar door, om meneer Slijkhuis de gelegenheid te geven op te hou­<br />

den met huilen. Want als een volwassen man zich zo laat gaan, dan<br />

weet je niet waar je kijken moet. 'Ik weet wel dat mijn vader ervan<br />

werd beschuldigd dat hij gerommeld had met grond waar won<strong>in</strong>­<br />

gen op zijn gebouwd. Hij ontkent dat en de <strong>rechter</strong> heeft hem gelijk<br />

gegeven. Maar als ik vraag hoe het precies zit, komen ze met<br />

smoesjes en met onbegrijpelijke juridische termen.'<br />

Meneer Slijkhuis haalde zijn neus op, wat het teken was van het<br />

def<strong>in</strong>itieve e<strong>in</strong>de van zijn huilbui.<br />

'Ik zou je heel wat kunnen vertellen', zei hij.<br />

'Doet u dat alstublieft.'<br />

43


'Je bent zijn zoon.'<br />

'Ja. Vertel het me toch. Vertel het me juist daarom.' Toen vertel­<br />

de meneer Slijkhuis het volgende.<br />

44


5<br />

Enkele jaren eerder werkte Justus' vader, Henk Verdaasdonk, nog<br />

bij de gemeente Stoutendam. Daar hield hij zich bezig met won<strong>in</strong>g­<br />

bouw. De heer Slijkhuis werkte ook bij de gemeente, maar zijn<br />

werkterre<strong>in</strong> was Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g, dat wil zeggen de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />

van het land. Het gemeentebestuur moet beslissen waar won<strong>in</strong>gen<br />

mogen worden gebouwd, waar de <strong>in</strong>dustrie zich mag vestigen,<br />

waar landbouw mag worden bedreven, kortom hoe het grond­<br />

gebied van de gemeente mag worden gebruikt. Dat heet ruimtelijke<br />

orden<strong>in</strong>g.<br />

Ze kenden elkaar wel, maar niet erg goed, want er waren enkele<br />

honderden gemeenteambtenaren <strong>in</strong> Stoutendam.<br />

Ruim drie jaar geleden zaten ze een keer naast elkaar op de per­<br />

soneelsavond. Het gesprek kwam op auto's en Verdaasdonk vertel­<br />

de dat hij zijn antieke Saab g<strong>in</strong>g verkopen. Nu wilde het geval dat<br />

Slijkhuis een diepe liefde had voor oude stijlvolle auto's en hij had<br />

belangstell<strong>in</strong>g voor de Saab. Verdaasdonk zei dat hij er de volgende<br />

dag mee naar kantoor zou komen, dan kon Slijkhuis eens kijken.<br />

Vervolgens spraken ze over het werk. Verdaasdonk had iets<br />

gehoord over plannen waarmee de afdel<strong>in</strong>g van Slijkhuis bezig<br />

was. Plannen voor het bebouwen van een deel van de Ooster Eng,<br />

een stuk landbouwgrond. Nu is de prijs van landbouwgrond veel<br />

lager dan de prijs van grond waar je huizen op mag bouwen. Als<br />

een particulier te weten komt dat een stuk landbouwgrond wordt<br />

bestemd voor won<strong>in</strong>gbouw, kan hij die grond opkopen en er<br />

naderhand fl<strong>in</strong>k w<strong>in</strong>st op maken. En dus had de gemeente besloten<br />

dat de plannen met de Ooster Eng voorlopig geheim moesten<br />

blijven.<br />

De volgende dag kwam Verdaasdonk met de Saab naar kantoor.<br />

Slijkhuis was geïnteresseerd, maar hij vond de prijs die Verdaas­<br />

donk vroeg veel te hoog. Misschien was het niet te veel, maar hij<br />

kon het niet betalen.<br />

Verdaasdonk had toen laten doorschemeren dat hij de prijs een<br />

fl<strong>in</strong>k stuk zou laten zakken, als hij een lapje grond <strong>in</strong> de Ooster<br />

Eng kon kopen voor de lage landbouwprijs die nu nog gold. Hij<br />

45


dacht erover om te verhuizen, had hij gezegd, maar hij moest dan<br />

wel weten <strong>in</strong> welk deel van de Ooster Eng gebouwd zou mogen<br />

worden.<br />

Hoe dan ook, een paar dagen later had Slijkhuis een briefje naar<br />

het woonadres van zijn collega gestuurd, waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> bedekte termen<br />

stond hoe de plannen met de Ooster Eng ervoor stonden. En de<br />

Saab was voor een vriendenprijsje zijn eigendom geworden.<br />

Justus' vader zag ervan af om te verhuizen. Maar wel liet hij een<br />

relatie van hem, iemand uit een andere gemeente, voor zijn reke­<br />

n<strong>in</strong>g een fl<strong>in</strong>k stUk grond kopen <strong>in</strong> de Ooster Eng. En toen de plan­<br />

nen officieel waren goedgekeurd en de nieuwe won<strong>in</strong>gen mochten<br />

worden gebouwd, liet hij de percelen verkopen. De stroman (de<br />

relatie die de transacties voor hem had gedaan) kreeg een deel van<br />

de w<strong>in</strong>st, maar de heer Verdaasdonk zelf werd er vooral heel wat<br />

beter van. Hij werd er zo welgesteld van dat hij besloot de gemeen­<br />

te te verlaten en zelfstandig iets te beg<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> de sector van onroe­<br />

rend goed: hij g<strong>in</strong>g handeldrijven <strong>in</strong> grond en gebouwen.<br />

Maar de zaak lekte uit. De heer Slijkhuis was er nooit achter<br />

gekomen of de stroman zijn mond voorbij had gepraat of dat er<br />

iets anders was misgegaan, maar een feit is dat de politie op een<br />

kwade dag huiszoek<strong>in</strong>g had gedaan bij de familie Verdaasdonk. Ze<br />

hadden de hele privé-adm<strong>in</strong>istratie van <strong>Jan</strong> Hendrik Verdaasdonk<br />

meegenomen en hij zelf was vier dagen vastgehouden voor verhoor.<br />

Daarna leek het of de zaak <strong>in</strong> het vergeetboek was geraakt. Je<br />

hoorde er niets meer van. De kranten berichtten er niet meer over.<br />

Slijkhuis had niet de moed gehad om aan Verdaasdonk te vragen of<br />

justitie de zaak had laten vallen. Als hij zijn vroegere collega nu<br />

maar eens was tegengekomen, dan had hij kunnen vragen hoe het<br />

met zijn gezondheid g<strong>in</strong>g, met zijn gez<strong>in</strong>, met zijn nieuwe werk­<br />

kr<strong>in</strong>g en, 0 ja, hoe gaat het met dat justitiële onderzoek? Maar hij<br />

kwam Verdaasdonk niet tegen, al was hij geregeld door de straat<br />

gewandeld waar ze woonden.<br />

Justitie zette de zaak wel degelijk door. Gedurende de jaren dat<br />

het proces zich voortsleepte had Slijkhuis geleefd <strong>in</strong> de voortduren­<br />

de angst dat hij van zijn bed zou worden gelicht en <strong>in</strong> de gevange­<br />

nis zou worden gegooid. Want de politie had natuurlijk ook zijn<br />

brief gevonden. Uit die brief bleek dat hij de geheime <strong>in</strong>formatie<br />

46


had doorgegeven, hij had zijn ziel verkocht om goedkoop aan een<br />

Saab te komen.<br />

Toen het uite<strong>in</strong>delijk tot een proces kwam, volgde hij dat zo<br />

nauwkeurig mogelijk en tot zijn verbaz<strong>in</strong>g werd zijn naam nooit <strong>in</strong><br />

verband met de zaak genoemd. Tot zijn diepe vreugde was de heer<br />

Verdaasdonk een week geleden vrijgesproken en Slijkhuis hoopte<br />

dat daarmee zijn rust zou weerkeren en hij weer lekker zou kunnen<br />

slapen.<br />

Helaas voor hem, zo g<strong>in</strong>g het niet.<br />

Een dag na de <strong>rechter</strong>lijke uitspraak had Justus' vader hem<br />

opgebeld.<br />

'Je hebt gemerkt dat ik je naam niet heb genoemd, tijdens het<br />

proces', had hij gezegd.<br />

'Ja, ik v<strong>in</strong>d dat fantastisch van je. Hartelijk dank.'<br />

'Ik heb nog altijd die brief van je. Die hebben ze niet gevonden,<br />

<strong>in</strong>dertijd. Ik bewaarde hem op een aparte plaats.'<br />

'Daar ben ik erg blij om', had Slijkhuis gezegd. 'Mag ik hem<br />

terughebben? '<br />

'Och ja, waarom niet?'<br />

Fidele kerel, die Verdaasdonk, had hij gedacht. Betrouwbare<br />

man. Nou ja, betrouwbaar ... voor zijn vrienden dan. En zo was<br />

Slijkhuis zondagavond laat, <strong>in</strong> opperbeste stemm<strong>in</strong>g, nog langs de<br />

won<strong>in</strong>g van de Verdaasdonks gegaan.<br />

De brief had hij niet gekregen.<br />

'Ik kan hem niet v<strong>in</strong>den', had Justus' vader gezegd.<br />

'Hoezo, niet v<strong>in</strong>den.'<br />

'Gewoon, niet v<strong>in</strong>den. Zoek. Kwijt. Maar dat komt wel goed<br />

hoor. Ik spoor hem wel op.'<br />

Slijkhuis' prachtige humeur plofte <strong>in</strong> elkaar. Hoe kon dat nou?<br />

Zo'n brief raak je niet kwijt. Hij geloofde zijn. vroegere collega niet.<br />

Anderzijds, Verdaasdonk keek zo hartelijk uit zijn ogen. Een en al<br />

sympathie. Hij was altijd een aardige vent geweest.<br />

Hij zei: 'Je hoeft niet bang te zijn dat hij ooit <strong>in</strong> verkeerde han­<br />

den terechtkomt. En weet je, misschien heb je nog eens een aardige<br />

tip voor me. Ik vraag niet iets wat niet door de beugel kan, hoor. Ik<br />

heb m'n buik vol van processen en <strong>rechter</strong>s. Maar je weet wel, iets<br />

wat aardig kan zijn voor iemand die <strong>in</strong> het onroerend goed zit.'<br />

47


Opnieuw sliep Slijkhuis slecht. De brief was levensgevaarlijk.<br />

Als de officier hem te pakken kreeg, zou die <strong>in</strong> zijn handen wrijven<br />

van plezier. Want het was Slijkhuis natuurlijk niet ontgaan dat<br />

Verdaasdonk was vrijgesproken op grond van een vormfout. Daar<br />

zou de officier van justitie behoorlijk chagrijnig over zijn. Die had<br />

liever gezien dat de man was veroordeeld. Verdaasdonk kon hij<br />

voor hetzelfde feit niet opnieuw vervolgen. Maar iemand anders<br />

wel. Slijkhuis bijvoorbeeld.<br />

Toevallig had hij zondagavond gezien hoe Verdaasdonk een<br />

sleutel aan een spijker <strong>in</strong> de boom h<strong>in</strong>g. Bij hem thuis was er zo n<br />

reservesleutel aan een haakje laag <strong>in</strong> de muur van de garage. De<br />

meeste gez<strong>in</strong>nen zullen wel een soortgelijke regel<strong>in</strong>g hebben waar­<br />

door <strong>in</strong>gewijden het huis <strong>in</strong> kunnen komen. Hij had twee dagen<br />

geleden ook opgemerkt dat de auto van de Verdaasdonks niet voor<br />

de deur stond. Ze waren dus waarschijnlijk met vakantie, zoals<br />

bijna iedereen. Het huis was donker. Met de moed der wanhoop<br />

had hij de sleutel geprobeerd. Zijn handen beefden toen hij hem<br />

omdraaide, want hij was geen waaghals, meneer Slijkhuis. Hij was<br />

geen man van geweld en avontuur. Hij was een oppassende huis­<br />

vader, die één keer iets verkeerds had gedaan, en daar ontzettend<br />

spijt van had. En nu verschafte hij zich wederrechtelijk toegang tot<br />

een huis dat niet van hem was. De deur g<strong>in</strong>g zonder moeite open.<br />

Zijn handen beefden nog steeds toen hij <strong>in</strong> het bureau van zijn<br />

vroegere collega g<strong>in</strong>g zoeken. En toen plotsel<strong>in</strong>g de deur van de<br />

kamer openg<strong>in</strong>g en hij een knal tegen zijn knie kreeg, verwonderde<br />

hem dat eigenlijk niet eens. Zo gaat dat, als amateurs uit stelen<br />

gaan.<br />

De v<strong>in</strong>nige pijn <strong>in</strong> zijn knie was hem wel goed uitgekomen. Nu<br />

kon hij zich verschuilen achter gekerm, nu hoefde hij niet meteen<br />

een verklar<strong>in</strong>g af te leggen. Want wat moest hij zeggen? Hoe moest<br />

hij straks zijn vrouw uitleggen wat hem was overkomen? Ze zou<br />

eerder geloven dat de Belgen ons land gewapenderwijs waren b<strong>in</strong>­<br />

nen gevallen dan dat haar rechtschapen man uit <strong>in</strong>breken was<br />

gegaan. Om tijd te w<strong>in</strong>nen had hij daarom tegen de politie gezegd<br />

dat Justus hem had b<strong>in</strong>nengelaten.<br />

Gisteren, kort na zijn operatie, was Justus' vader hem komen<br />

opzoeken. Hij moest zeggen, die was reuze sympathiek geweest.<br />

48


Hij had er alle begrip voor dat Slijkhuis <strong>in</strong>zat over de brief en hij<br />

zou hem beslist v<strong>in</strong>den en vernietigen, of teruggeven, wat Slijkhuis<br />

maar wilde. Als enige tegenprestatie verlangde hij dat Slijkhuis die<br />

verklar<strong>in</strong>g dat hij was b<strong>in</strong>nengelaten zou <strong>in</strong>trekken. Het tegendeel<br />

was toch waar: hij was heel bedreigend geweest voor Justus.<br />

'En dat is natuurlijk ook zo', zei Slijkhuis trouwhartig. 'Als ik<br />

om twee uur 's nachts een <strong>in</strong>sluiper tegenkwam, zou ik flauwvallen<br />

van angst.'<br />

Justus' vader had ook nog gezegd dat hij wel wilde proberen<br />

Slijkhuis uit de gevangenis te houden. Tenslotte, als hij werd ver­<br />

oordeeld, kostte hem dat waarschijnlijk zijn betrekk<strong>in</strong>g bij de<br />

gemeente. Dat zou jammer zijn voor Slijkhuis zelf en hij,<br />

Verdaasdonk, zou dan ook niet meer af en toe een <strong>in</strong>teressante tip<br />

kunnen krijgen. En dus wilde Verdaasdonk wel verklaren tegen­<br />

over de politie dat hij zelf had aangewezen waar de sleutel h<strong>in</strong>g en<br />

dat hij toestemm<strong>in</strong>g had gegeven aan Slijkhuis, om <strong>in</strong> geval van<br />

haast of zoiets, zich toegang te verschaffen tot de won<strong>in</strong>g. Dan zou<br />

de officier van justitie de zaak vast laten vallen.<br />

Het zag er dus naar uit dat het redelijk goed zou aflopen met<br />

meneer Slijkhuis. En toch was hij doodongelukkig. Nu het weer<br />

beter met hem g<strong>in</strong>g, zouden zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren precies willen<br />

weten wat er aan de hand was, en ook op het gemeentehuis was de<br />

belangstell<strong>in</strong>g groot. Er had een berichtje <strong>in</strong> de Stoutendammer<br />

gestaan, weliswaar met <strong>in</strong>itialen (de <strong>in</strong>sluiper bleek te zijn T.S. te<br />

Stoutendam) maar het zou een wonder zijn als niet bekend werd<br />

wie T.S. was. Eén keer had hij een foutje gemaakt, nou ja een fout,<br />

omdat hij geen weerstand had kunnen bieden toen hij die klassieke<br />

Saab had gezien, en kijk nou eens. Misdaad loont niet, dat was<br />

maar weer eens bewezen.<br />

Of Justus' vader daar ook zo over dacht, staat te bezien. Eén<br />

d<strong>in</strong>g was zeker: meneer Slijkhuis kon beter op het rechte pad<br />

blijven. Justus was ontdaan door het verhaal van meneer Slijkhuis.<br />

Hij verzekerde de gewonde man dat hij er bij zijn vader op zou<br />

aandr<strong>in</strong>gen dat die de brief teruggaf en hij nam afscheid.<br />

Lange tijd zat hij op het stenen muurtje bij het kanaal waar hij<br />

wel vaker zijn toevlucht zocht als hij wilde nadenken. Als meneer<br />

Slijkhuis de waarheid had gesproken - en zijn mededel<strong>in</strong>gen had-<br />

49


den geloofwaardig geklonken - dan was zijn vader wel degelijk<br />

schuldig. Hij realiseerde zich dat hij daar eigenlijk allang van over­<br />

tuigd was.<br />

Moeder kon ermee leven. Ze stelde vaders goede eigenschappen<br />

er tegenover en daarvan waren er genoeg. Yvonne wist het natuur­<br />

lijk ook. Maar Yvonne hield van het spel, ze genoot van de handig­<br />

heid en de overw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g.<br />

Justus was anders. Hij hield niet van omwegen en zijpaden. Zelf<br />

had hij zijn fouten, zeker. Hij had al eens een jongen <strong>in</strong> zijn klas<br />

half bewusteloos geslagen, <strong>in</strong> drift. Hij had al eens autogereden,<br />

wat natuurlijk absoluut niet mocht op zijn leeftijd. Hij vergat soms<br />

de tij d, kwam vaak te laat thuis en liet zijn ouders <strong>in</strong> ongerustheid<br />

zitten. Maar hij kwam uit voor wat hij deed. Liegen, gappen, om<br />

de d<strong>in</strong>gen heen draaien, daar hield hij niet van. Daar kon hij niet<br />

tegen. Dat was ook wat hem <strong>in</strong> Stijn zo aantrok: die vond iets heel<br />

moois <strong>in</strong> de waarheid, hij maakte er gedichten over.<br />

Vader nam het niet zo nauw met de wet. Hij ritselde. Hij sjoe­<br />

melde. Dat had hij gedaan zolang Justus zich her<strong>in</strong>nerde.<br />

Maar wat nog veel erger was, hij had meneer Slijkhuis gechan­<br />

teerd, nou ja, onder druk gezet.<br />

Met trage voeten g<strong>in</strong>g Justus naar huis. De eerste die hij daar<br />

zag, was zijn vader.<br />

'Ik ben <strong>in</strong> het ziekenhuis bij Slijkhuis geweest', zei Justus. 'Je<br />

moet hem zijn brief terug geven.'<br />

'Ben jij bij .. .'<br />

Maar Justus was de trap al op. Hij kwam niet aan tafel voor het<br />

avondeten. 'Hoofdpijn', zei hij. Zijn moeder kwam boven met een<br />

aspir<strong>in</strong>e-achtig tabletje, wat hij weigerde. Ze probeerde uit hem te<br />

krijgen wat er aan de hand was. Hij zei dat hij er niet over wilde<br />

praten, hij had d<strong>in</strong>gen om over te denken.<br />

Later stuurden ze Yvonne op hem af.<br />

'Is onze held <strong>in</strong>gestort?'<br />

'Vader is vrijgesproken op grond van een vormfout', zei Justus.<br />

'Hoe zit dat precies?'<br />

'Is dat wat je dwars zit?'<br />

'Onder andere.'<br />

'Wat dan nog meer?'<br />

50


'Vertel me nu e<strong>in</strong>delijk eens zonder <strong>in</strong>gewikkeld te doen wat een<br />

vormfout is.'<br />

'Er zijn allerlei vormfouten mogelijk.'<br />

Justus keek haar recht <strong>in</strong> de ogen en zweeg.<br />

'Stel, de officier heeft zijn requisitoir gehouden, hij heeft de zaak<br />

samengevat en zijn eis gesteld, en dan toont de advocaat aan dat de<br />

datum <strong>in</strong> de dagvaard<strong>in</strong>g niet klopt. Het jaartal is niet goed, er<br />

staat bijvoorbeeld achttienhonderd <strong>in</strong> plaats van negentienhon­<br />

derd. De advocaat zegt dat zijn cliënt op de datum van de dagvaar­<br />

d<strong>in</strong>g nog niet geboren was en dus onmogelijk kan hebben gedaan<br />

waarvan hij wordt beschuldigd. Ofschoon iedereen weet dat het<br />

om een tikfout gaat en om niks anders, is er een grote kans dat de<br />

verdachte wordt vrijgesproken. Want, zegt de <strong>rechter</strong>, hij kan op<br />

die datum het strafbare feit niet hebben gepleegd.'<br />

'Dan volgt natuurlijk hoger beroep', zei Justus.<br />

'Nee, want <strong>in</strong> hoger beroep mag er niks meer aan de stukken<br />

worden veranderd. Het jaartal blijft verkeerd en de verdachte gaat<br />

vrijuit. Zoiets heet een vormfout.'<br />

'Dit is toch niet te geloven', vond Justus. 'Iemand vermoordt<br />

twee k<strong>in</strong>deren, hij komt vrij op grond van een tikfout, en hij kan<br />

rustig opnieuw twee k<strong>in</strong>deren om zeep helpen.'<br />

'Dat zou kunnen', zei Yvonne.<br />

'En jij zou als advocaat zo iemand vrij willen krijgen?' 'Daar is<br />

veel meer over te zeggen. Daar hebben we het nog wel eens over.<br />

Maar nu de vormfout <strong>in</strong> het proces van Pap. Je weet dat het begon­<br />

nen is met een huiszoek<strong>in</strong>g. Daarbij heeft de politie iets verkeerd<br />

gedaan. Er was, zoals dat heet geen last tot b<strong>in</strong>nentred<strong>in</strong>g getekend<br />

door de hulpofficier van justitie. Daardoor waren de papieren die<br />

ze hebben gevonden niet rechtsgeldig. Ze waren onrechtmatig ver­<br />

kregen en speelden dus geen rol bij het oordeel van de <strong>rechter</strong>s. Het<br />

was alsof ze er niet waren.' 'Als ze wel rechtsgeldig waren geweest,<br />

zou vader dan veroordeeld zijn?'<br />

'Dat zou best kunnen.' 'Wat denk je?'<br />

'Ik weet niet of de <strong>rechter</strong>s dan hadden geoordeeld dat er vol­<br />

doende bewijs was.'<br />

'Hou nou eens op met dat gedraai. Heeft vader het gedaan of<br />

heeft hij het niet gedaan?'<br />

51


Yvonne keek haar broer recht <strong>in</strong> de ogen. 'Ik denk dat hij het<br />

heeft gedaan. Maar voor de wet is hij onschuldig. Dat heeft de<br />

rechtbank beslist.'<br />

'Hij is dus een crim<strong>in</strong>eel.'<br />

'Nee, dat is hij niet. In ons rechtssysteem ben je pas een crimi­<br />

neel als dat voor de <strong>rechter</strong> blijkt.'<br />

In de dagen die volgden was er met Justus geen land te bezeilen.<br />

Hij verscheen nauwelijks aan tafel en een gesprek was met hem niet<br />

te voeren. Hij had het moeilijk.<br />

In het algemeen had hij er niet zo'n probleem mee de mensen te<br />

nemen zoals ze zijn. Hij was er al wel achter gekomen dat ze nooit<br />

wezenlijk veranderen, dat iemand hoogstens zijn gedrag een beetje<br />

kan bijstellen. Dat <strong>in</strong>zicht had hem <strong>in</strong>dertijd rust gegeven, want<br />

aanvankelijk had hij het als zijn heilige taak beschouwd om vrien­<br />

den van hem op het rechte pad te brengen als ze daar <strong>in</strong> zijn ogen<br />

van waren afgeweken. Rudolf bijvoorbeeld, zijn neef. Die kon het<br />

niet laten kle<strong>in</strong>ere k<strong>in</strong>deren te pesten, en daar had Justus hem een<br />

keer een fikse bloedneus voor geslagen. Nu pestte Rudolf alleen<br />

nog k<strong>in</strong>deren als Justus niet <strong>in</strong> de buurt was. Nee, je moest er<strong>in</strong><br />

berusten dat mensen waren zoals ze waren. Maar nu zat deze<br />

wetenschap hem dwars. Zijn vader zou dus niet veranderen. Moest<br />

hij daar dan maar gewoon mee leren leven?<br />

Moeder probeerde met Justus te praten; ze botste tegen een<br />

muur van zwijgzaamheid. Yvonne probeerde hem te knuffelen; hij<br />

was zo toeschietelijk als een klemmende la.<br />

Vader zei niets of nagenoeg niets. Hij had van Yvonne begrepen<br />

wat eraan schortte en hij begreep het best. Het moest maar slijten.<br />

Of nee, hij zou een handje helpen om de lucht te klaren. Dat deed<br />

hij op zijn manier. Hij kocht voor Justus een brommer. Een prach­<br />

tig, spl<strong>in</strong>ternieuw exemplaar, opgevoerd tot het maximum toelaat­<br />

bare, met alle toeters en bellen die het d<strong>in</strong>g maar begeerlijk konden<br />

maken, met de duurst verkrijgbare helm erbij, kortom, een cadeau<br />

om van te watertanden. Op een ochtend werd hij afgeleverd, nog<br />

net voordat Yvonne terug zou gaan naar Leiden.<br />

'Voor jou, Justus. Om goed te maken wat je door mij hebt moe­<br />

ten doorstaan.'<br />

52


'Gossiemijne', riep Yvonne.<br />

Justus bekeek het cadeau. Zijn eerste reactie was er een van<br />

<strong>in</strong>tense blijdschap. Er was niets wat hij liever wilde hebben. Zijn<br />

vader was toch een prachtman, die door middel van dit vorstelijke<br />

gebaar zijn fout toegaf. De mooiste brommer van de stad. Maar<br />

langer dan tien seconden hield hij zichzelf niet voor de gek. Hij<br />

keek zijn vader aan en zei: 'Het is goed bedoeld, maar ik wil geen<br />

brommer die gekocht is met gestolen geld.'<br />

'Justus!' riep moeder geschrokken.<br />

'Het verbaast me dat je je ontbijt door je keel kon krijgen', zei<br />

vader woedend. 'Hoe heeft zo'n verdacht eitje door jouw recht­<br />

vaardige slokdarm kunnen glijden. Ik weet niet wat jou mankeert,<br />

jongen.'<br />

'Het spijt me. Ik wil de brommer niet.'<br />

Moeder en Yvonne waren allebei tegen hem. Wel met begrip,<br />

maar ze vonden dat hij overdreef. In de dagen die volgden, pro­<br />

beerden ze te bemiddelen tussen Justus en zijn vader.<br />

Vader was ontgoocheld. Hij had de bromfiets terug moeten<br />

geven aan de leverancier, met een niet aannemelijk kl<strong>in</strong>kend smoes­<br />

je en hij had zich zeer vernederd gevoeld. Want bij het kopen had<br />

hij, loslippig als altijd, bij voorbaat opgeschept over het plezier dat<br />

hij zijn zoon g<strong>in</strong>g doen. 'De <strong>rechter</strong> spreekt me vrij en mijn zoon<br />

veroordeelt me', zei hij bitter tegen Yvonne. Moeder probeerde<br />

Justus ervan te overtuigen dat vader <strong>in</strong> zijn hart een door en door<br />

goeie man was.<br />

Yvonne haalde al haar juridische kennis uit de kast om uit te<br />

leggen dat de <strong>rechter</strong> besliste wat recht was, niet ene Justus<br />

Verdaasdonk.<br />

'De <strong>rechter</strong> had het mis', zei Justus koppig. 'Vader heeft het<br />

gedaan, dat weet jij, dat weet ik, en dat weet hij zelf. Hij moet het<br />

geld teruggeven, <strong>in</strong> plaats van er een brommer voor mij van te kopen.'<br />

'Teruggeven? Aan wie? Aan de projectontwikkelaar die er<br />

anders rijk van zou zijn geworden, en die trouwens toch al rijk is?<br />

Komaan, Justus, wees een beetje realistisch. Iedere dag worden er<br />

transacties gesloten over onroerend goed. Wie het slimst <strong>in</strong>formatie<br />

weet los te weken, verdient het meeste geld. Zo zit de wereld nu<br />

eenmaal <strong>in</strong> elkaar.'<br />

53


'Niet mijn wereld', zei Justus.<br />

Hij had er grote moeite mee dat zijn vader de brief van Slijkhuis<br />

'niet kon v<strong>in</strong>den'. Hij wilde Slijkhuis onder druk houden. Voor een<br />

deel was dat te begrijpen: zijn vader wilde er zeker van zijn dat<br />

Slijkhuis niet zou zeggen tegen de politie dat Justus hem had b<strong>in</strong>­<br />

nengelaten. Maar <strong>in</strong> hoeverre wilde zijn vader, met de dreig<strong>in</strong>g van<br />

die brief op de achtergrond, <strong>in</strong>teressante tips over het gemeentelijk<br />

beleid loskrijgen?<br />

Ook de opmerk<strong>in</strong>g van zijn vader over het ontbijt zat hem<br />

dwars. Wat was het verschil tussen een brommer en een eitje, een<br />

overhemd, schoolgeld? Hij leefde van gestolen geld. Hij had het<br />

goed van gestolen geld. Naarmate zijn ouders en Yvonne meer <strong>in</strong><br />

zijn hoofd probeerden te stampen dat hij overdreef, beet Justus zich<br />

vaster <strong>in</strong> die gedachte.<br />

Een dag later, toen hij alleen thuis was, zocht hij zijn spullen bij<br />

elkaar. De kleren die hij het liefst droeg, zijn tentje, toiletspullen,<br />

zijn verrekijker en nog zo het een en ander. Dat pakte hij allemaal<br />

op zijn fiets. Hij schreef een briefje en legde het op de keukentafel.<br />

Ik wil voor mezelf zorgen, stond er. Ik zal wel laten weten waar ik<br />

ben.<br />

Hij bezat ongeveer honderdvijftig gulden. Dertig gulden op zak,<br />

de rest op een bankreken<strong>in</strong>g. Kon hij die gebruiken? Voor een deel<br />

kwam het uit zakgeld, voor een deel was het een bedrag dat hij<br />

voor zijn zestiende verjaardag van oma had gekregen. Vooruit. Hij<br />

zou eerst de dertig gulden opmaken en dan als het moest de rest<br />

opnemen. Anders kon hij de tent ook wel achterlaten. Die had hij<br />

twee jaar eerder van zijn ouders gekregen.<br />

Met een bezwaard gemoed reed hij weg. Hij had .geen idee<br />

waarheen.<br />

54


6<br />

Twee maanden later. Justus werd wakker doordat de zon - nog<br />

zeer fel voor beg<strong>in</strong> september - de temperatuur <strong>in</strong> zijn tentje snel<br />

opvoerde. Hij draaide zich op zijn rug. Het luchtbed paste zich soe­<br />

pel aan. Deze dag zou hij geluk hebben, dat optimistische gevoel<br />

huisde <strong>in</strong> zijn botten. Normaal gesproken zou hij alweer een week<br />

naar school zijn. Hij had laten weten dat hij dit jaar niet kwam.<br />

Jammer van zijn e<strong>in</strong>dexamen, want hij was <strong>in</strong> juni toegelaten tot<br />

vijf HAVO. Niks aan te doen. Dat examen haalde hij nog wel eens.<br />

Zijn ouders waren er niet blij mee. Er waren heftige discussies<br />

geweest, en tranen, van moeder. Een week na zijn vertrek had hij<br />

telefonisch laten weten waar hij was.<br />

foon.'<br />

'We moeten praten', had vader gezegd. 'Dat gaat niet per tele­<br />

Hij was naar huis gefietst. Ze hadden gepraat. Yvonne was er<br />

ook bij geweest. Vader had zich gekwetst getoond. Hij begreep het<br />

niet. Niemand is zonder fouten, je mocht toch verwachten dat<br />

iemand van zestien met een redelijk verstand daar wel achter was.<br />

Je probeerde van het leven te maken wat ervan te maken was. Was<br />

hij, Henk Verdaasdonk, een misdadiger? Had hij Justus ooit gesla­<br />

gen? Had hij zijn vrouw en k<strong>in</strong>deren, ja of nee, een goed leven<br />

bezorgd? Was hij de schrik van weduwen en wezen, was hij<br />

gewelddadig, was hij gierig, was hij ... ? A ja, volgens Justus was hij<br />

een dief. Wie had hij dan bestolen? Niemand, althans volgens de<br />

<strong>rechter</strong>. Maar zijn zoon wist dat beter. Yvonne had hem bespot tot<br />

het maximum van haar vermogen. Wat heerlijk om een broer te<br />

hebben die later regelrecht naar de hemel zou gaan. Moeder<br />

Theresa, de heilige Sebastiaan, Justus Verdaasdonk, Franciscus van<br />

Assisië, wie hoort er niet thuis <strong>in</strong> dit rijtje? Moeder Theresa, want<br />

dat is een vrouw. In plaats van hem had ze haar vader zitten<br />

knuffelen, wat die kennelijk heel prettig had gevonden. 'Wij<br />

slechteriken, we maken er samen wel wat van <strong>in</strong> de hel', had ze<br />

gezegd.<br />

Moeder had hem het best begrepen. 'Iedereen moet zelf met de<br />

wet <strong>in</strong> het re<strong>in</strong>e komen. Dat maakt het leven zo mooi en zo moei-<br />

55


lijk.' Veel meer had ze niet gezegd, althans met woorden. Haar tra­<br />

nen waren welsprekender geweest. Eens waren ze het natuurlijk<br />

niet geworden.<br />

Zijn vader berustte er tenslotte <strong>in</strong> dat hij deed wat hij juist vond.<br />

Wat moest hij anders? Hem via de politie terug laten halen? Leuke<br />

discussie kon dat worden.<br />

Zoon: 'Ik wil niet van het geld van mijn ouders leven, want mijn<br />

vader is er niet eerlijk aan gekomen.'<br />

Vader: 'Ik wil dat mijn zoon thuis komt wonen, want hij is veel<br />

te rechtvaardig om zich alleen te redden.'<br />

Voorwaarde was wel dat hij hen op de hoogte hield van zijn ver­<br />

blijfplaats.<br />

Dat was nodig ook. Want nog voor hij had laten weten waar<br />

hij was, had <strong>in</strong>specteur Holtrigter naar hem gevraagd. Zijn ouders<br />

hadden moeten zeggen dat ze niet wisten waar hij was. Dat had<br />

een belabberde <strong>in</strong>druk op de <strong>in</strong>specteur gemaakt. Toen Justus<br />

zich een dag of wat later meldde bij het politiebureau, had hij<br />

danig op z'n kop gekregen. Of hij zich niet her<strong>in</strong>nerde dat hij<br />

bereikbaar moest blijven? En waar hij gezeten had? Zeker met een<br />

drugsbende <strong>in</strong>braken aan het organiseren? Het was duidelijk dat de<br />

<strong>in</strong>specteur niet veel <strong>in</strong> hem zag en het betreurde dat de aanklacht<br />

wegens noodweerexces niet doorg<strong>in</strong>g. Maar ja, na de verklar<strong>in</strong>g<br />

van de heer Slijkhuis had de officier van justitie de zaak laten<br />

vallen.<br />

'Je bent een gewelddadige jongeman', had Holtrigter gezegd.<br />

'Jonge mensen van zestien horen niet onv<strong>in</strong>dbaar te zijn voor hun<br />

ouders. Als je vader en moeder dat dan niet doen, ik hou je <strong>in</strong> de<br />

gaten, daar kun je op rekenen.'<br />

Wat had hij moeten zeggen? Wie zou zijn verhaal geloven?<br />

Trouwens, het g<strong>in</strong>g de <strong>in</strong>specteur niet aan.<br />

'U moet doen wat u niet laten kunt', had hij, niet erg beleefd,<br />

opgemerkt en daarna had de <strong>in</strong>specteur hem met een norse hoofd­<br />

knik duidelijk gemaakt dat hij kon ophoepelen.<br />

Tot nu toe had het hem niet erg meegezeten, welbeschouwd. Eerst<br />

wel, toen hij nog niet was begonnen een baantje te zoeken. Hij had<br />

zijn tentje opgeslagen achter een boerderij, net buiten Stoutendam.<br />

56


Dat mocht voor vier gulden per dag, omdat hij alleen was en de<br />

tent kle<strong>in</strong>.<br />

Verder was hij, direct na dat gedoe met de <strong>in</strong>specteur, samen met<br />

Stijn twee weken naar Drenthe geweest. Stijn had hem fantastisch<br />

opgevangen. Justus had alles verteld en Stijn had gezegd:<br />

'Je vader is een aardige man en ik mag hem graag. Maar hij<br />

hoort zich als een vader te gedragen, dat wil zeggen dat hij het<br />

goede voorbeeld moet geven. Zoals hij handelt, weet jij niet waar je<br />

aan toe bent.' Stijn had er een gruwelijke hekel aan als je niet wist<br />

waar je aan toe was. 'Joke gaat twee weken naar Engeland, naar<br />

haar grootouders. Kom op, we gaan samen een fietstocht maken.'<br />

Zo waren ze dan door Drenthe gefietst en daar, al pratend en<br />

fietsend, had hij besloten van school te gaan, althans voorlopig.<br />

Stijn was het ermee eens geweest. 'Je kunt niet <strong>in</strong> verwarr<strong>in</strong>g leven',<br />

zei hij. 'Dan haal je je examen nooit. En je kunt het beter niet<br />

gedaan hebben dan gezakt zijn.'<br />

Maar toen ze terug waren, het tentje weer bij de boer, toen botste<br />

de mooie filosofie met de harde praktijk. Hoe vond hij werk? Eerst<br />

had hij een paar dagen pruimen mogen plukken voor diezelfde<br />

boer. Gedurende die dagen had hij geen stageld hoeven betalen, hij<br />

kreeg per dag een maaltijd, en nog wat geld toe. Maar toen de<br />

bomen leeg waren, was hij vergeefs op pad gegaan om een nieuw<br />

baantje te v<strong>in</strong>den. Wie heeft werk voor een jongen van zestien<br />

zonder opleid<strong>in</strong>g? Hij had gedacht achterrnekaar wat te v<strong>in</strong>den.<br />

Baantjes genoeg voor wie de handen uit de mouwen wil steken.<br />

Dat hoorde je toch altijd? Hij had aangeklopt bij bedrijven, bij<br />

restaurants, bij boeren. Zonder resultaat. 'Moet jij niet naar<br />

school? Wat kun je? Laat je vader maar eens langskomen.'<br />

Vorige week had hij bedacht dat hij misschien een uitker<strong>in</strong>g kon<br />

krijgen. Talloze mensen hadden een uitker<strong>in</strong>g, zeker mensen die<br />

graag een baan wilden hebben maar er geen konden v<strong>in</strong>den.<br />

Hij was naar het gemeentehuis gegaan en had na een paar mis­<br />

lukte pog<strong>in</strong>gen het goede loket gevonden. Daar zat een vriendelijke<br />

mevrouw achter, die meteen vroeg hoe oud hij was.<br />

'Zestien.'<br />

'Heb je ouders?'<br />

57


'Jawel.'<br />

'Hebben die een <strong>in</strong>komen?'<br />

'Zeker.'<br />

'Dan zijn je ouders onderhoudsplichtig.'<br />

'Ik wil niet door mijn ouders worden onderhouden.'<br />

De mevrouw had het <strong>in</strong>teressant gevonden. Ze had iemand<br />

geroepen die haar plaats achter het loket kon overnemen en was<br />

met Justus aan een tafeltje gaan zitten.<br />

'Verdaasdonk zei je? Heeft je vader vroeger bij de gemeente<br />

gewerkt?'<br />

'Ja, dat heeft hij.'<br />

'Hij is voor zichzelf begonnen, her<strong>in</strong>ner ik me. En toen was er<br />

iets, een probleem met justitie', zei de ambtenares. 'Maar een tijdje<br />

geleden las ik <strong>in</strong> de krant dat hij is vrijgesproken.'<br />

'Dat klopt.'<br />

'Heeft hij geen andere baan gevonden? Hebben jullie f<strong>in</strong>anciële<br />

problemen?'<br />

'Nee, mijn vader verdient genoeg.'<br />

Ze keek hem lang en aandachtig aan. 'Als je vader was veroor­<br />

deeld en <strong>in</strong> de gevangenis was terechtgekomen, en als jullie dan<br />

zonder <strong>in</strong>komen hadden gezeten, dan hadden we iets voor je kun­<br />

nen doen. Nu niet.'<br />

'Jammer.'<br />

'Ik meen me te her<strong>in</strong>neren dat je vader een vrijgevige man was.<br />

Krijg je te we<strong>in</strong>ig zakgeld?'<br />

'Ik eh .. .'<br />

'Je wilt zijn zakgeld niet.' Justus knikte.<br />

'We leven <strong>in</strong> een rare wereld', zei de mevrouw. 'Zo raar, dat ik<br />

niets voor je kan doen. Je vader is onderhoudsplichtig voor je. Het<br />

spijt me.'<br />

Dus ook langs die weg had Justus niet de hand kunnen leggen<br />

op een bedragje om eten te kopen. Nu waren de honderdvijftig gul­<br />

den waarmee hij was begonnen bijna op. Hij had nog twee gulden<br />

vijfenzeventig.<br />

Was het de zon die Justus zijn optimistische gevoel verschafte? Hij<br />

waste zich onder de buitenkraan van de wagenschuur, at een res-<br />

58


tantje brood van de vorige dag en g<strong>in</strong>g op pad. Eerst fietste hij naar<br />

een dorpje <strong>in</strong> de buurt, maar daar was we<strong>in</strong>ig te beleven. Kort na<br />

het middaguur was hij terug <strong>in</strong> Stoutendam. Haast automatisch<br />

kwam hij terecht bij het muurtje aan de haven waarop hij zo graag<br />

zat. Hij zette zijn fiets tegen een boom en keek uit over het groeze­<br />

lige water. Aan de overkant waren wat scheepjes afgemeerd, een<br />

verveloze woonboot, een oude tjalk en een onooglijk pleziervaar­<br />

tuigje dat Justus bij zichzelf een Stoutendamkruiser noemde.<br />

Aan de kant waar hij zat mochten geen schepen aanleggen,<br />

behalve voor laden en lossen. Deze middag was de bedrijvigheid op<br />

een wel heel laag pitje, want noch <strong>in</strong> het water, noch op de kade<br />

was ook maar iets te zien.<br />

Nee kijk, daar kwam waarachtig een auto aanrijden. Hij stopte<br />

aan de huizenkant van de kade en stak achteruit een toegangs­<br />

weggetje naar een garage <strong>in</strong>. Voor de garage bleef de auto staan, de<br />

neus dus naar de weg en naar het water gericht. Een man stapte uit<br />

en liep langs de huizen.<br />

Justus volgde hem even met de ogen en daarna viel zijn blik<br />

weer op de auto. Die bewoog. Kennelijk had de eigenaar hem niet<br />

op de handrem of <strong>in</strong> een versnell<strong>in</strong>g gezet en de oprit helde een<br />

beetje. Langzaam reed de auto de weg op. Even zat Justus ver­<br />

dwaasd te kijken. Toen realiseerde hij zich dat het voertuig regel­<br />

recht het kanaal zou <strong>in</strong>rijden.<br />

Hij gaf een schreeuw, sprong van zijn muurje en holde naar de<br />

auto toe. Was er een deur open? Aan de bestuurderskant: nee. Hij<br />

rende om de auto heen. Ook aan de <strong>rechter</strong>kant waren de deuren<br />

op slot. Intussen was de auto al halverwege de weg. Nog een meter<br />

of zes en hij zou de plomp <strong>in</strong>gaan. Kon hij hem tegenhouden? Hij<br />

holde naar de voorkant en probeerde het. Je hebt bitter we<strong>in</strong>ig<br />

houvast aan de voorkant van een auto. Nergens zit een lekker<br />

handvat of een aanpakbare stang. Een en al stroomlijn.<br />

Hij zette zich schrap. Een paar stappen werd hij meegeduwd,<br />

richt<strong>in</strong>g water. Nog twee meter. Nu g<strong>in</strong>g de vaart toch uit de<br />

Mercedes, want dat was het. Stop, de auto stond stil, op een halve<br />

meter afstand van de rand van de kade. Als Justus losliet, g<strong>in</strong>g hij<br />

onherroepelijk het water <strong>in</strong>. Kon hij het houden? Ja, het g<strong>in</strong>g. Had<br />

hij maar een steen om onder een band te leggen. Hij keek om zich<br />

59


heen. Lag er ergens een steen? Ja, op een meter of tw<strong>in</strong>tig afstand<br />

lag een losse kl<strong>in</strong>ker. Als hij heel hard holde, zou hij dan op tijd zijn<br />

om die kl<strong>in</strong>ker te pakken?<br />

Om te proberen verm<strong>in</strong>derde hij even de druk tegen de auto.<br />

Meteen voelde hij weer beweg<strong>in</strong>g. Even denken aan de mechanica­<br />

les. Versnell<strong>in</strong>g is kracht gedeeld door massa. De kracht was de<br />

zwaartekracht, de massa ... Ach wat, hij verbeeldde zich toch niet<br />

dat hij kon uitrekenen of hij tijd had die kei te halen?<br />

To ch moest er iets gebeuren. In de verte liep iemand, een oude<br />

meneer met een hondje aan de lijn. Justus gaf een brul. De meneer<br />

keek op. Nog een brul. De meneer hervatte zijn schuifelende wan-<br />

.<br />

del<strong>in</strong>g.<br />

Hoe lang hield hij dit vol? Komaan, hij zou nog maar eens<br />

roepen. Als er niemand kwam, zou hij op den duur toch de ren<br />

naar de steen moeten wagen, maar voorlopig g<strong>in</strong>g het nog.<br />

'Hallo! Hé daar! Hoort iemand me?'<br />

Geen reactie. Vijf m<strong>in</strong>uten g<strong>in</strong>gen voorbij. Opnieuw verm<strong>in</strong>der­<br />

de Justus de druk op de auto. Het rotd<strong>in</strong>g begon meteen te bewe­<br />

gen. 'Niks aan de hand met de lagers', mompelde hij. Auto's liepen<br />

vandaag de dag veel te soepel, begon hij te v<strong>in</strong>den.<br />

Was er werkelijk niemand op straat? Opnieuw riep hij luid dat hij<br />

door iemand gehoord wenste te worden. Warempel, daar g<strong>in</strong>g een<br />

voordeur open en iemand vertoonde zich. Een k<strong>in</strong>d. Een meisje van<br />

een jaar of vijf. Ze keek naar de roepende Justus. Dilemma. Kon hij<br />

dat kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong>d vragen naar hem toe te komen en de steen te brengen?<br />

Dat kon hij niet, besloot hij meteen. Ten eerste zou ze moeten over­<br />

steken en juist dan zou er natuurlijk een auto de hoek om komen<br />

stuiven. Ten tweede zou ze veel te dicht bij de waterkant komen.<br />

En dus kon hij ook niet meer roepen. Veel te grote kans dat het<br />

k<strong>in</strong>d het huis uit zou komen. Misschien zou het <strong>in</strong> huis gaan toch­<br />

ten, met die open deur, dacht hij, en dan zou een vader of een moe­<br />

der dat voelen en merken dat het k<strong>in</strong>d de deur open had gezet en<br />

dan ...<br />

Het was niet meer nodig deze mogelijkheid verder <strong>in</strong> kaart te<br />

brengen, want een andere deur g<strong>in</strong>g open en de eigenaar van de<br />

auto kwam naar buiten. Hij zag meteen wat er aan de hand was en<br />

kwam aanspr<strong>in</strong>ten.<br />

60


'Daar ligt een kl<strong>in</strong>ker', riep Justus hem toe.<br />

De man was snel van begrip. Hij griste de kl<strong>in</strong>ker van de kade<br />

en had hem tien seconden later voor een achterwiel gelegd.<br />

Voorzichtig verm<strong>in</strong>derde Justus de kracht op de auto. Hij bewoog<br />

niet.<br />

'Nou zeg, dat is mooi werk van je', zei de man.<br />

Hij opende het portier met de daarvoor bestemde sleutel en zette<br />

zijn voertuig op een veilige plaats. Daarna stapte hij weer uit en zei<br />

tegen Justus dat hij Van Wakkeren heette, Klaas van Wakkeren, en<br />

dat hij een rund was om zijn auto niet op de handrem te zetten en<br />

dat Justus juist het tegenovergestelde was, het genie van de eeuw of<br />

zoiets en dat zijn doortastend optreden Klaas van Wakkeren een<br />

hoop ellende had bespaard. De auto was al negen jaar oud, al zag<br />

je dat er niet aan af, want hij werd goed onderhouden, dus zoveel<br />

was er niet aan verloren als-ie de geest gaf. Maar <strong>in</strong> het kanaal,<br />

Van Wakkeren moest er niet aan denken, de rompslomp met een<br />

kraanwagen en alles en ...<br />

'Justus Verdaasdonk', zei Justus.<br />

'Je bent een kerel naar m'n hart, Justus', zei Van Wakkeren.<br />

'Mag ik je vijfentw<strong>in</strong>tig gulden geven als belon<strong>in</strong>g?'<br />

'Ik zou liever een baan hebben', zei Justus.<br />

'Een baan?'<br />

'Ik zoek werk.'<br />

'Zo zo. Luister, ik hou van doortastende mensen. Ik zal zien wat<br />

ik voor je kan doen. Hier is mijn kaartje. Kom morgenochtend om<br />

tien uur bij me.'<br />

'Graag.'<br />

'Het adres staat erop. Nicolaas Beetsstraat. Ken je die?'<br />

'Zeker wel.'<br />

'Tot morgen dan.'<br />

Van Wakkeren reed weg. Justus keek op het kaarje. Autosloop­<br />

bedrijf Klaas van Wakkeren, stond er. Nicolaas Beetsstraat 17. Zie<br />

je wel, dit was zijn geluksdag.<br />

Hij g<strong>in</strong>g terug naar zijn fiets. Naar zijn fiets? Waar was die? De<br />

boom waartegen de fiets had gestaan, stond frank en vrij te genie­<br />

ten van de zon, ongeh<strong>in</strong>derd door ertegen leunende fietsen. Het<br />

was duidelijk dat iemand hem had meegenomen terwijl Justus met<br />

61


Van Wakkeren aan de praat was geweest. Meegenomen kl<strong>in</strong>kt erg<br />

vriendelijk. Gestolen, dat is het woord.<br />

Om tien uur de volgende morgen kwam Justus aan bij het bedrijf<br />

van de heer Van Wakkeren. Te voet. Daar had hij veertig m<strong>in</strong>uten<br />

over gedaan.<br />

Fraai was het bedrijf niet. Een slordige, bouwvallige werkplaats,<br />

met er vóór een aantal auto's die waarschijnlijk geacht werden het<br />

nog te doen, er achter een kerkhof vol wrakken, die allemaal één<br />

kleur gemeen hadden: het bru<strong>in</strong> van roestend ijzer.<br />

In de werkplaats stond iemand gebogen over de motor van een<br />

oud model Citroën. Dat was Van Wakkeren niet. Die zat <strong>in</strong> een kan­<br />

toortje met een glazen deur, zodat hij een oog kon houden op wat er<br />

<strong>in</strong> de werkplaats voorviel. Hij zag Justus dan ook komen en wenkte.<br />

Justus g<strong>in</strong>g het kantoortje <strong>in</strong>.<br />

'Goeiernorgen. Ik zie dat je het hebt gevonden.'<br />

'Makkelijk.'<br />

'Weet je iets van auto's?'<br />

'Niet veel.'<br />

'Luister, ik kan je niet <strong>in</strong> dienst nemen. In vaste dienst bedoel ik.<br />

Je kunt wel klusjes voor me doen. Ik geef je daar tachtig gulden per<br />

dag voor. Heb ik geen geld, of heb ik geen werk, dan gaat het een<br />

dag niet door, of zo lang tot ik weer wél geld en werk heb. Voel je<br />

daar voor?'<br />

'Ja nou! Fantastisch.'<br />

'Hoe heet je ook weer?'<br />

'Justus Verdaasdonk.'<br />

'Moet je niet naar school?'<br />

'Ik ben zestien, ik ben niet meer leerplichtig.'<br />

'Waar zijn je ouders?'<br />

'Die wonen hier <strong>in</strong> Stoutendam. Ze zullen blij zijn dat ik werk<br />

heb gevonden.'<br />

'Goed, kom dan maar mee.'<br />

Van Wakkeren wees Justus een auto aan die kennelijk total loss<br />

was gereden. Hij zat van achteren gruwelijk <strong>in</strong> elkaar, maar ook de<br />

motor had een fikse tik gehad.<br />

'Sloop de bruikbare onderdelen er uit', zei Van Wakkeren. 'De<br />

62


dynamo, de accu, de blower, enf<strong>in</strong> je ziet maar. Gereedschap v<strong>in</strong>d je<br />

daar, op de werkbank. Als je iets niet weet, vraag je het maar aan<br />

Bashir.'<br />

Van Wakkeren wees op de man die met zijn bovenlijf onder een<br />

motorkap h<strong>in</strong>g.<br />

'Bashir, hoor eens.'<br />

Een jonge, pikzwarte man dook op uit de auto die hij onder<br />

behandel<strong>in</strong>g had.<br />

'Dit is Justus. Hij is de jongen die gisteren de Mercedes voor de<br />

verdr<strong>in</strong>k<strong>in</strong>gsdood heeft behoed. Hij komt hier voorlopig werken.<br />

Pas een beetje op hem.'<br />

Justus gaf Bashir een hand. Bashir lachte een mond vol witte<br />

tanden bloot.<br />

'Bashir uit Somalie', zei hij. 'Ik kan Scheven<strong>in</strong>gen zeggen.'<br />

Hij kon nog veel meer zeggen, bleek al gauw. Hij sprak heel<br />

goed Nederlands. En aardig was-ie ook. Wat prettig was. Want als<br />

je plotsel<strong>in</strong>g een dynamo uit een <strong>in</strong> elkaar geramde auto moet<br />

slopen en je weet niet eens hoe een dynamo eruitziet, en je kunt de<br />

motorkap niet open krijgen omdat die door de bots<strong>in</strong>g is verbogen,<br />

en je kunt de juiste gereedschappen niet v<strong>in</strong>den, en je hebt na vijf<br />

m<strong>in</strong>uten een paar knokkels van je <strong>rechter</strong>hand zó gestoten dat je<br />

die hand net zo lief niet meer zou willen hebben, althans de eerste<br />

tien m<strong>in</strong>uten, dan is het erg fijn als er een Bashir is die geduldig is,<br />

die je niet uitscheldt voor de grootste anti-auto-non-specialist die<br />

hij ooit heeft ontmoet, en die je uitlegt wanneer je beter een steek­<br />

sleutel en wanneer je beter een r<strong>in</strong>gsleutel kunt gebruiken.<br />

Justus zwoegde zich door de dag. Ook de volgende dag, vrijdag,<br />

nam zijn kennis van auto's en het aantal schrammen op zijn han­<br />

den toe. Maar om zes uur kreeg hij honderdzestig gulden en hij<br />

voelde zich een rijk persoon. Met bovendien een vrij weekend voor<br />

de boeg, lachte het leven.<br />

Het was wel erg h<strong>in</strong>derlijk dat hij geen fiets had. Zou hij het<br />

verdiende salaris besteden aan een tweedehands fiets? Het kostte<br />

hem weer meer dan een half uur om naar het centrum van<br />

Stoutendam te komen. Er was een tweedehands fietsenzaak <strong>in</strong> de<br />

Breestraat. Hij besloot er langs te gaan.<br />

Jawel, een keur van gebruikte fietsen stond buiten voor het<br />

63


edrijfje uitgestald. Kaartjes met de prijs h<strong>in</strong>gen aan het stuur.<br />

Maar dat ... wel wis en waarachtig, dat was zijn eigen fiets. Kijk<br />

maar, met die ene verroeste spaak <strong>in</strong> het voorwiel. En die scheef­<br />

zittende bel. Dit was toch van de dolle. Hoe was zijn fiets geprijsd?<br />

Hij bekeek het kaartje. Honderd en tien gulden. Alsjeblieft. Dit<br />

nam hij niet. Dit rijwiel was zijn eigendom. Hij nam de fiets mee en<br />

daarmee uit.<br />

Zou hij er eerst met de fietsenbaas over praten? Dat gaf natuur­<br />

lijk geduvel. Nee, hij had geen boodschap aan die ... hoe heette de<br />

eigenaar? ... die Davelaar, dat stond op de gevel. G.Davelaar, nieu­<br />

we en tweedehands rijwielen. Hij nam de fiets uit het rek en sloeg<br />

zijn been er brutaalweg overheen. Dit voelde heel anders dan toen<br />

hij een appel stal. Hij reed bedaard weg, het kon hem niet schelen<br />

als de eigenaar het zag.<br />

Die zag het <strong>in</strong>derdaad. Hij spr<strong>in</strong>tte de w<strong>in</strong>kel uit, holde Justus<br />

achterna en greep de bagagedrager.<br />

'Zeg, beste vriend, wat zullen we nou hebben', hijgde de heer<br />

G. Davelaar.<br />

'Deze fiets is van mij.'<br />

'Zeker. Als je honderd en tien gulden hebt betaald.'<br />

'Nee, dit is mijn fiets. Drie dagen geleden gestolen op de kade<br />

bij het kanaal.'<br />

'Dat kunnen er zo veel zeggen.'<br />

Justus stapte af. 'Op het zadel zit aan de <strong>rechter</strong>kant een kras.<br />

Als we het zadeldekje eraf halen zult u het zien. Het dopje op het<br />

ventiel van het achterwiel ontbreekt. Is ook zo na te kijken. Dit is<br />

mijn gestolen fiets.'<br />

'Ik koop tweedehands fietsen <strong>in</strong>', zei Davelaar. 'Ik kan niet<br />

weten of die al of niet gestolen zijn.'<br />

'0 nee? Daar hebt u geen idee van?'<br />

'Nee. Ik heb een bonafide zaak.'<br />

'Dan zullen we het aan de politie moeten voorleggen' vond<br />

Justus. Hij had het gevoel dat Davelaar daar we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> <strong>in</strong> zou heb­<br />

ben. Intussen haalde hij het zadeldek van het zadel en wees op de<br />

kras. 'Ziet u wel?'<br />

mee.'<br />

Davelaar gromde iets onverstaanbaars. 'Ik neem mijn fiets dus<br />

64


'Vooruit, je krijgt hem voor de halve prijs.'<br />

'Geen dubbeltje', zei Justus. 'Geen cent. Het is mijn eigen fiets.'<br />

'Ik protesteer', zei Davelaar. 'En ik meld het aan de politie.'<br />

weg.<br />

'Ja ja. Doet u dat maar. Al weet u natuurlijk niet hoe ik heet.'<br />

'En dat vertel je me natuurlijk niet .. .'<br />

'Jawel hoor. Justus Verdaasdonk. En doe ze de groeten.'<br />

Hij reed weg. Davelaar stond onnozel, met lege handen, op de<br />

Blij met zijn teruggevonden fiets g<strong>in</strong>g Justus bij zijn ouders<br />

langs. Alleen moeder was thuis. Ze probeerde zo veel mogelijk<br />

voedsel <strong>in</strong> hem te stoppen, want ten eerste doen moeders dat en ten<br />

tweede vond ze hem mager. Verder gaf ze hem een tas etenswaren<br />

mee. Justus vond het een beetje al te pr<strong>in</strong>cipieel om die te weigeren.<br />

Hij verzekerde haar dat hij het goed maakte. Hij verdiende geld, hij<br />

leerde iets van auto's, het g<strong>in</strong>g best met hem. En ze moest niet den­<br />

ken dat hij niet van vader hield, hij wilde alleen anders leven.<br />

'Ik begrijp je wel', zei ze.<br />

65


7<br />

In de weken die volgden werkte Justus iedere dag bij het bedrijf<br />

van Van Wakkeren. Olie en smeer drongen diep <strong>in</strong> de poriën van<br />

zijn huid, zodat hij nooit meer echt schone handen had. Nog altijd<br />

stootte hij zich aan de vele bouten, stangen en onderdelen die het<br />

b<strong>in</strong>nenste van een automobiel bewonen, vooral omdat het oude,<br />

roestige wrakken waren die aan hem werden toevertrouwd.<br />

Moeren blijken dan erg vast te zitten en dan doe je je eerder pijn<br />

dan wanneer je het deksel van je nieuwe koffiepot losdraait. Maar<br />

al met al g<strong>in</strong>g het toch steeds beter. Bashir gaf deskundig advies en<br />

Van Wakkeren was tevreden over hem, zo leek het. Althans, hij<br />

g<strong>in</strong>g er steeds vanuit dat Justus de volgende dag terug zou komen.<br />

Het werd wel tijd om een ander onderkomen te v<strong>in</strong>den. Het<br />

werd fris <strong>in</strong> het tentje. Vooral 's avonds, bij de steeds vroeger <strong>in</strong>val­<br />

lende duisternis, had Justus behoefte aan een stoel en een lamp.<br />

Via Bashir vond hij een kamer. De Somaliër woonde zelf <strong>in</strong> twee<br />

kamers bij een mevrouw De Wilde en <strong>in</strong> het huis ernaast kwam een<br />

kamer vrij. Justus trok er<strong>in</strong>, haalde wat meer van zijn spullen van<br />

huis en vond het leven een stuk comfortabeler.<br />

Die Bashir was een alleraardigste kerel. Hij bracht Justus <strong>in</strong> con­<br />

tact met zijn eigen vriendenkr<strong>in</strong>g, meest buitenlanders met vreemde<br />

accenten en <strong>in</strong>teressante gewoontes. Hij leerde hem biljarten en<br />

nodigde hem regelmatig uit voor een door hemzelf bereide Somalische<br />

maaltijd, waarbij schapenvlees een belangrijke rol speelde.<br />

Achter het huis waar hij woonde, was een kle<strong>in</strong> schuurtje.<br />

Mevrouw De Wilde vond het goed dat Bashir dat schuurje gebruik­<br />

te. Hij had een lasapparaat overgenomen van Van Wakkeren en nu<br />

laste hij <strong>in</strong> zijn vrije tijd van oud ijzer d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> elkaar die je rustig<br />

kunstvoorwerpen kon noemen. Dansende paren, een stier die zo op<br />

je af leek te komen, een pauw die met zijn verenpracht pronkte.<br />

Justus vond het verbazend goed en zei dat er een kunstenaar <strong>in</strong><br />

Bashir school.<br />

Bij een van hun gezamenlijke maaltijden vertelde Justus wat<br />

hem was overkomen, van de nachtelijke <strong>in</strong>braak en het verhoor bij<br />

de politie.<br />

66


'De politie, brr', zei Bashir.<br />

'Hoezo brr?'<br />

'Van de politie ik blijf weg.'<br />

'Ze bijten niet, hoor.'<br />

'Je moet weten, ik ben illegaal. Ik mag <strong>in</strong> Nederland niet wer­<br />

ken. En niet zijn.'<br />

Justus had wel eens iets gehoord over vluchtel<strong>in</strong>gen die een sta­<br />

tus aanvragen, dat wil zeggen dat ze proberen om <strong>in</strong> Nederland te<br />

mogen verblijven en te mogen werken. Zo'n status krijgen ze als ze<br />

kunnen aantonen dat ze <strong>in</strong> hun eigen land vervolgd worden, dat ze<br />

daar niet veilig zijn, bijvoorbeeld omdat ze het niet eens zijn met de<br />

politiek <strong>in</strong> hun land.<br />

'Kun je niet terug naar Somalië?'<br />

'Nee. Mijn clan, de Darood, wordt belaagd door andere clan, de<br />

Hawiye. Zij veel moorden en plunder<strong>in</strong>g en hoe heet dat, verkrach­<br />

t<strong>in</strong>gen. Nederlandse reger<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt ik kan wel ergens anders wonen<br />

<strong>in</strong> Somalië, <strong>in</strong> het noorden. Maar ik ken niemand <strong>in</strong> het noorden.<br />

En zij denken dat ik daar een adres heb, maar dat is niet zo. Het is<br />

niet veilig voor mij <strong>in</strong> Somalië.'<br />

'Het is toch vreemd dat de Nederlandse justitie dat niet weet',<br />

vond Justus.<br />

Bashir haalde zijn schouders op. Hij wist allang dat recht een<br />

betrekkelijk begrip is. Dat het alleen <strong>in</strong> grote lijnen klopt, niet tot<br />

<strong>in</strong> ieder detail.<br />

'Nog een reden waarom ik niet terug wil.'<br />

'Nou?'<br />

'Ik wil bij Jolande blijven.'<br />

Justus had Jolande al eens ontmoet. Een blonde, zeer Nederlandse<br />

vrouw was ze, iets ouder dan Bashir. Het was hem opgevallen dat<br />

Bashir veelvuldig een arm om haar heen had geslagen, maar hij<br />

wist niet dat ze een vaste relatie hadden. Althans, dat zou dan wel.<br />

'Jo lande is dus je vriend<strong>in</strong>?'<br />

, Ah, zo verliéfd. Zonder J olande kan ik niet.'<br />

'Kan zij ook niet zonder jou?' vroeg Justus realistisch.<br />

'Nee, zij ook houdt van mij.'<br />

'Als je met een Nederlandse vrouw trouwt, mag je <strong>in</strong> Nederland<br />

blijven, geloof ik. Waarom trouw je niet met Jolande?'<br />

67


Bashir draaide zijn ogen dramatisch naar boven, zodat alleen<br />

het wit nog te zien was. 'Kan niet.'<br />

'Waarom niet? Heb je al een vrouw <strong>in</strong> Somalië?'<br />

'Nee nee, ik zou morgen met Jolan kunnen trouwen. Maar zij<br />

kan niet. Ze is gescheiden van haar man, maar niet echt geschei­<br />

den. Hoe noem je dat, voor de wet. Haar man is slecht. Hij zegt als<br />

ze scheiden hij zal zorgen dat hij Erik krijgt.'<br />

'Heeft Jolande een zoon?'<br />

'Natuurlijk, Erik. Drie jaar. Jolande durft scheid<strong>in</strong>g niet door te<br />

zetten, bang Erik kwijtraken. En dus zij kan niet met mij trouwen',<br />

besloot Bashir droevig.<br />

Dus Bashir mocht niet <strong>in</strong> Nederland zijn. Hij was <strong>in</strong> over­<br />

tred<strong>in</strong>g. Hij leefde een onzeker leven. Als de politie hem op het<br />

spoor kwam, werd hij op een vliegtuig naar Somalië gezet. Althans,<br />

dat zouden ze proberen. Dat moest erg vervelend voor hem zijn.<br />

Kon hij, Justus, niet uitv<strong>in</strong>den of er een manier was om toch een<br />

verblijfsvergunn<strong>in</strong>g voor Bashir te krijgen?<br />

'Geen kans', zei Bashir. 'Alles al geprobeerd. Ik had een advo­<br />

caat. Hij zegt alle mogelijkheden is uitgeput.'<br />

Het bleef Justus bezighouden. Hij leek er veel meer mee te zitten<br />

dan Bashir zelf. Die floot valse deuntjes terwijl hij afgeleefde auto's<br />

weer nieuwe levensvreugde gaf. Als hij Yvonne eens om raad<br />

vroeg? De gedachte werd direct uitgevoerd. Bij gebrek aan tele­<br />

foonkaart en munten, schreef hij een brief aan zijn zus waar<strong>in</strong> hij<br />

het geval Bashir uiteenzette. Bashir was een vluchtel<strong>in</strong>g, had geen<br />

familie <strong>in</strong> Nederland, had er wel een vriend<strong>in</strong>, had allerlei proces­<br />

sen en procedures meegemaakt, met hulp van een advocaat De<br />

Groot <strong>in</strong> Rotterdam, dat en dat adres. Alles afgewezen. Hij moest<br />

terug naar het land van zijn geboorte. Was daar nog iets aan te<br />

doen?<br />

Te gekke meid, die Yvonne. Altijd actief, altijd meteen aan de<br />

slag. Drie dagen later had hij een brief terug. De zaak leek hope­<br />

loos, schreef Yvonne. Ze had die advocaat De Groot opgebeld en<br />

die had gezegd dat alles was geprobeerd. Bashir was voor<br />

Nederland niet van speciaal nut, hij liep volgens de laatste ambts­<br />

berichten van Buitenlandse Zaken geen gevaar <strong>in</strong> Somalië, hij had<br />

68


hier geen vrouw of k<strong>in</strong>deren, hij moest terug. Er werden alleen uit­<br />

zonder<strong>in</strong>gen gemaakt voor mensen die <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> uniek waren,<br />

die niet vervangbaar waren door iemand <strong>in</strong> Nederland zelf.<br />

Bijvoorbeeld een groot geleerde of een belangrijk kunstenaar, of<br />

een voetballer of iemand die uitzonderlijk hard kon lopen. Mensen<br />

die oude auto's konden slopen, of zelfs weer aan het rijden konden<br />

krijgen, hoezeer Yvonne daar ook bewonder<strong>in</strong>g voor had (ze kon<br />

zelf nauwelijks een nieuw <strong>in</strong>ktpatroon <strong>in</strong> een pen zetten), vielen<br />

niet <strong>in</strong> die categorie. Dus jammer, ze zag geen mogelijkheid om<br />

Bashir een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te verschaffen.<br />

De Verdaasdonks waren doorzettertjes, dat hadden ze zowel van<br />

vaders als van moeders kant meegekregen. Justus dacht aan het<br />

artistieke laswerk van zijn nieuwe vriend en er g<strong>in</strong>g opnieuw een<br />

brief naar zijn zus. De kernvraag daar<strong>in</strong> was: wie beslist of iemand<br />

een belangrijk kunstenaar is?<br />

Daar zijn geen precieze regels voor, schreef Yvonne terug. Je zou<br />

een e<strong>in</strong>d komen als een paar deskundigen <strong>in</strong> Nederland een verkla­<br />

r<strong>in</strong>g afgaven waar<strong>in</strong> stond dat ze de betrokkene goed of waardevol<br />

of vernieuwend of wat dan ook vonden.<br />

'Ben je goed of waardevol of vernieuwend?' vroeg Justus aan Bashir.<br />

Bashir lachte. 'Vraag aan Jolande.'<br />

'Jolande v<strong>in</strong>dt je wellicht een Rod<strong>in</strong> of een Henri Moore, maar<br />

dat is niet zo overtuigend. Heb je wel eens iets verkocht?'<br />

'Ja natuurlijk', riep Bashir. 'Vroeger <strong>in</strong> Somalië. Onze buurman<br />

heeft een hert gekocht. Voor vijfenzestigduizend shill<strong>in</strong>g', besloot<br />

hij trots.<br />

'Hoeveel?' vroeg Justus verbaasd. 'Hoeveel is dat <strong>in</strong> guldens?'<br />

'Een tientje', zei Bashir.<br />

'Indrukwekkend', vond Justus.<br />

'Nou ja, nog niet zo veel. Maar ik heb ook niet veel gepro­<br />

beerd.' 'Mag ik wat kunstwerken van je lenen, voor een paar<br />

dagen?'<br />

'Lenen? Je mag ze hebben. Je mag ze allemaal hebben.' Bashir<br />

gaf altijd alles weg, dat vond hij vanzelfsprekend.<br />

De volgende dag g<strong>in</strong>g Justus met een tas vol prestaties van<br />

69


Bashir naar zijn moeder. Hij koos een uur waarop hij vermoedde<br />

dat zijn vader niet thuis was.<br />

S<strong>in</strong>ds hij thuis weg was, spraken zijn vader en hij alleen nog<br />

over onbenullige, dagelijkse d<strong>in</strong>getjes. Ze geneerden zich voor<br />

elkaar. Daar leden ze beiden onder. Het was niet anders. 'Moet je<br />

eens kijken', zei Justus tegen zijn moeder. Hij stalde de ijzeren<br />

voorwerpen uit. 'Wat v<strong>in</strong>d je ervan?'<br />

Zijn moeder bekeek de zwanen en dansers, draaide ze een<br />

kwartslag, betastte ze en constateerde:<br />

'Niet slecht. Ik neem aan dat jij ze niet hebt gemaakt?' Ze wist<br />

maar al te goed dat Justus haar talent voor vormgev<strong>in</strong>g niet had<br />

geërfd.<br />

'Bashir. Van de sloperij. Ik heb je over hem verteld.' 'Helemaal<br />

niet slecht. Wil je proberen ze voor hem aan de man te brengen?'<br />

'Nee, dat niet.'<br />

Ze wachtte af, zijn moeder. Hij zou wel met zijn bedoel<strong>in</strong>g voor<br />

de draad komen.<br />

'Je had vroeger toch les van Frank Lagerweij ?'<br />

'Ja zeker.'<br />

'Zie je hem nog wel eens?'<br />

'Een enkele keer.'<br />

'Denk je dat Frank Lagerweij dit goed werk v<strong>in</strong>dt?' 'Dat zou ik<br />

niet weten. Het zou me niet verbazen.'<br />

Frank Lagerweij was een landelijk bekende beeldhouwer die <strong>in</strong>"<br />

Stoutendam woonde.<br />

'Bashir is hier illegaal. Als ze hem pakken sturen ze hem terug<br />

naar Somalië. Yvonne zegt dat er een kans is dat hij mag blijven als<br />

twee bekende mensen verklaren dat hij een belangrijk kunstenaar is.'<br />

, Ah, ik begrijp het.'<br />

Ze was er meteen vóór dat Bashir <strong>in</strong> Nederland zou blijven. Ze<br />

had een warm plekje <strong>in</strong> haar hart voor de man, al kende ze hem<br />

niet eens. Hij was kennelijk aardig voor Justus, hij had Justus opge­<br />

vangen <strong>in</strong> de eerste moeilijke tijd. En bovendien, haar zoon moest<br />

zijn steun en toeverlaat <strong>in</strong> de sloperij niet kwijtraken.<br />

'Ik zal Frank opzoeken. Mag ik de kunstvoorwerpen een paar<br />

dagen houden?'<br />

'Ik wist dat je het zou doen', zei Justus dankbaar. 'Ik moet wel<br />

70


m<strong>in</strong>stens twéé verklar<strong>in</strong>gen hebben. Dus als Frank Lagerweij nog<br />

een vriendje <strong>in</strong> de buurt heeft .. .'<br />

'Ja ja. Je wilt het onderste uit de kan.'<br />

Waarachtig, het lukte. Frank Lagerweij en een kunstbroeder van<br />

hem schreven een briefje waar<strong>in</strong> ze verklaarden dat de kunstz<strong>in</strong>nige<br />

lasconstructies een aanzienlijke artistieke waarde hadden en dat ze<br />

het van belang vonden dat de kunstenaar die ze had vervaardigd<br />

kans kreeg zich <strong>in</strong> Nederland verder te ontwikkelen.<br />

'Wat nu?' vroeg Justus aan Yvonne, toen ze het weekend nadat<br />

de brieven waren b<strong>in</strong>nengekomen <strong>in</strong> Stoutendam was.<br />

'Nu sturen we die brieven naar het M<strong>in</strong>isterie van Justitie met<br />

het verzoek om het uitwijz<strong>in</strong>gsbevel van Bashir te herzien. Of we<br />

laten dat door zijn advocaat De Groot doen. Dat kan ik wel<br />

regelen.'<br />

'Hoe lang duurt het dan voor we iets horen?'<br />

'Ik ben bang dat dat maanden duurt.'<br />

'Nou ja, <strong>in</strong> ieder geval is er hoop.'<br />

Yvonne zei maar niet dat ze de kans dat Bashir zou mogen blijven<br />

heel kle<strong>in</strong> achtte. Ze ontdekte een meeëter op haar broers k<strong>in</strong><br />

en drukte hem uit, terwijl ze <strong>in</strong> opperste concentratie op haar<br />

onderlip beet. Justus liet het gelaten toe. Voor wat hoort wat.<br />

Hij bracht de stier en de andere kunstwerken terug, vertelde<br />

Bashir heel <strong>in</strong> het kort wat ze aan het proberen waren, hij, zijn moe­<br />

der en Yvonne, maar besteedde er vooral veel tijd aan om Bashir te<br />

verzekeren dat de kans dat dit iets zou uithalen m<strong>in</strong>imaal was.<br />

Een paar weken later, op een avond, toen Justus bezig was een rest­<br />

je maaltijd van de vorige dag op te warmen, diende zich een bezoe­<br />

ker aan. Het was rechercheur Wachtmans, aan wie Justus zulke<br />

aangename her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>gen bewaarde.<br />

'Ik hoorde van je ouders dat je hier zat', zei Wachtmans.<br />

'Goeienavond.'<br />

'Nog slachtoffers gemaakt, de laatste tijd?' <strong>in</strong>formeerde de<br />

rechercheur met warme belangstell<strong>in</strong>g.<br />

'Ik dacht dat die zaak was afgedaan.'<br />

'Dat is ook zo, dat is ook zo. Naar ik hoor, loopt die meneer<br />

71


Slijkhuis weer als een kievit. Gek trouwens dat ze zeggen: lopen als<br />

een kievit, terwijl dat toch een vogel is, die dus kan vliegen.<br />

Waarom zeggen ze niet: hij loopt als een jachthond, of zoiets?' 'Ja<br />

ja', zei Justus. Waar wilde die man heen?<br />

'Waarom woon je eigenlijk niet thuis?'<br />

'Omdat ik liever hier woon.'<br />

'Ja ja', zei nu Wachtmans. 'Wat ik zeggen wou, weet jij waar ene<br />

Bashir Abdullai Haile woont?'<br />

'Hoezo?'<br />

'We kregen een verzoek van het departement van justitie om<br />

gegevens over een man met die naam. Een Somaliër. Ik heb wat<br />

navraag gedaan en ik kwam jouw naam tegen. Jij schijnt hem te<br />

kennen. En omdat wij zulke dikke vrienden zijn, dacht ik: die helpt<br />

me wel even.'<br />

Justus' nekharen g<strong>in</strong>gen overe<strong>in</strong>d staan. Wilde Wachtmans aan<br />

Bashir vertellen dat hij mocht blijven ... ? Of het tegenovergestelde?<br />

'Nou', zei Wachtmans, 'waar kan ik hem v<strong>in</strong>den?' Justus zweeg.<br />

'Weet je het niet?'<br />

'Dat zeg ik niet.'<br />

'Wat zeg je niet, waar ik hem kan v<strong>in</strong>den of dat je het niet weet?'<br />

'Wat willen jullie van hem?'<br />

'Effe babbelen.'<br />

Justus her<strong>in</strong>nerde zich het babbelen met de politie, <strong>in</strong> het bijzon­<br />

der met de heer Wachtmans, maar al te goed. Hij besloot geen<br />

<strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen te geven.<br />

'Ik heb u niets over Bashir te zeggen.<br />

'Da's dan jammer', zei Wachtmans opgewekt. 'Ik zal d'r een<br />

notitie van maken: weigert met de politie mee te werken. Maar ik<br />

v<strong>in</strong>d 'm wel hoor, dat komt wel goed. Nou, ajuus.'<br />

'Goeienavond. '<br />

Wachtmans vertrok. Justus hoopte vurig dat Bashir niet net naar<br />

buiten zou komen. Tenslotte was het de deur ernaast. Maar dat<br />

deed Bashir niet. Hij was verwoed bezig <strong>in</strong> het schuurje om nieuwe<br />

kunstwerken te maken, gestimuleerd als hij was door de belangstel­<br />

l<strong>in</strong>g van de laatste tijd.<br />

Toen Wachtmans uit de buurt was, g<strong>in</strong>g Justus zijn nieuwe<br />

vriend waarschuwen:<br />

72


'De politie wil weten waar je bent. Ik heb het ze niet verteld.'<br />

'Willen ze me het land uitsturen of me vertellen ik mag blijven?'<br />

'Wist ik het maar.'<br />

'Dan gewoon wachten', zei Bashir.<br />

Lang hoefde hij niet te wachten. Al de volgende middag verscheen<br />

Wachtmans met een politieman <strong>in</strong> uniform bij het sloopbedrijf. Hij<br />

groette hartelijk. Vervolgens liep hij met de agent door naar het<br />

kantoorje waar Van Wakkeren zat.<br />

'Uw werknemers?' vroeg hij met een hoofdknik <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g<br />

van de sleutelende jongemannen.<br />

'Soms een dagje, als ik werk heb. Ik betaal ze dan per uur.'<br />

'Dat mag gelden voor Justus Verdaasdonk' , zei Wachtmans. 'het<br />

is zeker niet waar voor die Somaliër. Dat is een zwartwerker en u<br />

weet het heel goed. Je gaat op de bon, beste man. Dat gaat je heel<br />

wat kosten.'<br />

De eigenaar van het autosloopbedrijf beet een lelijk woord<br />

doormidden.<br />

'Vloeken is heel stout', zei Wachtmans vermanend. 'Zeker tegen<br />

mij, want ik doe alleen mijn werk. Met vreugde, zeker <strong>in</strong> dit geval,<br />

dat moet ik toegeven. Maar arbeidsvreugde is niet verboden.<br />

Bewaar het vloeken dus maar voor de <strong>rechter</strong>. U hoort nog van<br />

ons. Haile Selassi gaat met me mee.'<br />

Hij g<strong>in</strong>g terug naar de werkplaats, spiekte op een briefje en<br />

sprak Bashir formeel aan.<br />

'Bent u Bashir Abdullai Haile?'<br />

'Jawel.'<br />

'Dan moet ik u verzoeken met ons mee te gaan. U verblijft ille-<br />

gaal <strong>in</strong> Nederland. U zult worden uitgezet.'<br />

'Wanneer?'<br />

'Dat weet ik niet. Voorlopig blijft u <strong>in</strong> verzekerde bewar<strong>in</strong>g.'<br />

'In wat?'<br />

'We houden u vast tot we u kunnen uitwijzen.'<br />

Bashir keek Justus berustend aan. 'Wil jij Jolande waarschu­<br />

wen?' Hij wendde zich tot de rechercheur. 'Mag mijn verloofde me<br />

komen opzoeken?'<br />

'Uw verloofde. Zo zo. Maar natuurlijk, we zijn geen boemannen.'<br />

73


'Waar moet ze dan zijn?'<br />

'Laat haar maar vragen op het politiebureau.'<br />

Toen ze waren vertrokken kwam Van Wakkeren woedend zijn<br />

kantoorje uit. Hij wapperde met een paar bankbiljetten.<br />

'Heb jij ze verteld dat Bashir hier werkte?'<br />

'Nee', zei Justus beschaamd. 'Maar we hebben wel bepaalde<br />

stappen gedaan om Bashir een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen.<br />

Daardoor is hij weer <strong>in</strong> de belangstell<strong>in</strong>g gekomen. Misschien is hij<br />

daarom wel opgespoord.'<br />

'Nou, je wordt feestelijk bedankt. Nu word ik ervan beschul­<br />

digd een zwartwerker <strong>in</strong> dienst te hebben. Daar ben ik al eens eer­<br />

der voor veroordeeld. Ze zullen me een zware douw geven, een<br />

hoge boete of misschien wel gevangenisstraf.'<br />

'Jee. Dat spijt me. Wanneer ben je een zwartwerker?'<br />

'Als je niet mag werken. Of <strong>in</strong> ieder geval als er geen sociale las­<br />

ten voor je worden betaald. In het geval van Bashir kon ik die<br />

natuurlijk niet betalen. Hij is hier illegaal.'<br />

En dat was wel lekker voordelig ook, dacht Justus.<br />

'Jou kan ik ook niet houden. Nu je hier al zoveel weken bent,<br />

had ik voor jou ook sociale premies moeten gaan betalen. Hier is<br />

het loon dat je nog tegoed hebt. De groeten.'<br />

'Ja', zei Justus. 'Ook de groeten.'<br />

Hij legde de r<strong>in</strong>gsleutel waarmee hij een auto aan het opereren<br />

was op de werkbank, veegde zijn handen af aan een lap en vertrok.<br />

Nadat hij zich <strong>in</strong> zijn kamer had schoongeschrobd en opgeknapt,<br />

nam hij de tre<strong>in</strong> naar Leiden. Yvonnes studentenhuis stond aan een<br />

van de grachten. Met acht meisjes woonden ze daar en nu <strong>in</strong> de<br />

vroege herfst waren ze allemaal aanwezig en aan de slag voor hun<br />

tempobeurs. Gelukkig was ook Yvonne thuis.<br />

Ze had, als een van de ouderejaarsstudenten, een van de mooiste<br />

kamers. Het was daar een enorme troep. Heel anders dan bij<br />

Justus, die van orde hield. Ze haalde haar broer enthousiast b<strong>in</strong>­<br />

nen. Hij was er één keer eerder geweest, maar dat was <strong>in</strong> vakantie­<br />

tijd, toen er verder haast niemand thuis was.<br />

'Wat een verrass<strong>in</strong>g', riep ze. 'Heb je een snipperdag?'<br />

'Ik ben er uitgegooid.'<br />

74


'Gossie. Heb je de kas leeggehaald?'<br />

'Zoiets. De politie is Bashir komen halen. Hij werkte natuurlijk<br />

zwart bij Van Wakkeren en die is dus op de bon gesl<strong>in</strong>gerd. Dat<br />

kan hem een lieve duit kosten.'<br />

'Zijn ze Bashir komen halen?'<br />

'Ja. Mijn schuld natuurlijk. Ik heb ze op het spoor gezet, met<br />

m'n acties om hem een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen. Van de wal<br />

<strong>in</strong> de sloot, zoals dat heet.'<br />

'Ai' , zei Yvonne.<br />

Ze dacht na. 'Het gevaar is dat er twee afdel<strong>in</strong>gen langs elkaar<br />

heen werken. De ene is bezig na te gaan of de beschikk<strong>in</strong>g moet<br />

veranderen, of hij mag blijven zogezegd, de andere weet dat hij hier<br />

illegaal is en gooit hem het land uit. Wat te doen, dat is de vraag.'<br />

Justus keek zijn zusje verwacht<strong>in</strong>gsvol aan. Hij had veel vertrou­<br />

wen <strong>in</strong> haar v<strong>in</strong>d<strong>in</strong>grijkheid.<br />

'Heb je zelf een idee?' vroeg ze.<br />

'In de tre<strong>in</strong> zat ik eraan te denken of we hem niet uit het politie­<br />

bureau kunnen bevrijden. Zo goed zullen ze hem niet bewaken.'<br />

Yvonne schoot <strong>in</strong> de lach. 'Wat ben je toch een romanticus. Loopt<br />

het huis uit omdat hij zijn vader een fraudeur v<strong>in</strong>dt en gaat daarna<br />

een politiebureau overvallen omdat er een vriendje van hem is<br />

gearresteerd. '<br />

'Dat is wat anders', zei Justus chagrijnig.<br />

'Het gaat wel allebei over wetsovertred<strong>in</strong>g.'<br />

'Anders.'<br />

'Goed', zei Yvonne, 'als je het politiebureau <strong>in</strong> Stoutendam wilt<br />

overvallen, zul je dat alleen moeten doen. Ik ben niet van de partij.<br />

Maar misschien weet ik iets beters.'<br />

De deur g<strong>in</strong>g open en drie baldadige meiden kwamen b<strong>in</strong>nen.<br />

'We willen je broer zien', kondigden ze aan.<br />

'Daar zit-ie. Justus heet-ie, maar dat weten jullie al. Justus, dit<br />

zijn Sandra, Rietje en Jacquel<strong>in</strong>e. Studeren met matig succes medi­<br />

cijnen, biologie en Engels.'<br />

Justus stond op en gaf handen. Hij probeerde niet te hard te<br />

knijpen, want daar kreeg hij vaak commentaar over.<br />

'Wat is-ie sterk', zei Sandra.<br />

'Wat is-ie mooi', vond Rietje.<br />

75


'Wat lijkt-ie verstandig', oordeelde Jacquel<strong>in</strong>e.<br />

Ah, hier oefent Yvonne dat spottende toontje, dacht Justus. Hij<br />

wenste dat hij iets snedigs kon zeggen, maar zoals altijd <strong>in</strong> de nabij­<br />

heid van meisjes, kreeg hij rode vlekken <strong>in</strong> zijn hals en wilden de<br />

grappen niet komen.<br />

'We hebben veel over je gehoord', zei Jacquel<strong>in</strong>e. 'Je studeert<br />

rechten <strong>in</strong> de praktijk, nietwaar?'<br />

'Op het ogenblik studeer ik voor autosloper. Studeerde voor<br />

autosloper. Ik ben net ontslagen.'<br />

'Tjee', zei Sandra. 'Onwijs. Wat nu?'<br />

'Daar hadden we het net over', zei Yvonne. 'Als jullie ophoepe­<br />

len, kunnen we ons gesprek daarover voortzetten. We komen<br />

straks nog langs. Out! Weg! Foetsjie!'<br />

Ze g<strong>in</strong>gen.<br />

'Waar waren we?'<br />

'Je had een idee.'<br />

'0 ja. De professor bij wie ik afstudeer kent iemand die bij de<br />

IND werkt heel goed. De IND is de dienst die over vreemdel<strong>in</strong>gen<br />

gaat. Dat weet ik toevallig. Als hij bereid zou zijn z'n vriendje te<br />

bellen en aandacht te vragen voor het verzoekschrift dat advocaat<br />

De Groot over jouw Bashir heeft <strong>in</strong>gediend, wie weet wat er dan<br />

gebeurt.'<br />

'Kun je dat aan je professor vragen?'<br />

'Nee, eigenlijk niet. Maar hij v<strong>in</strong>dt dat ik een leuk neusje heb.<br />

Dat zei hij onlangs. En hij v<strong>in</strong>dt dat ik een <strong>in</strong>teressant onderwerp<br />

voor mijn scriptie heb gekozen. Misschien wil hij me een plezier<br />

doen.'<br />

'Je bent mijn lievel<strong>in</strong>gszusje.'<br />

'Kunst als je er maar één hebt. Wacht even hier, ik ga proberen<br />

hem op te bellen.' Yvonne liet nooit ergens gras over groeien. Ze<br />

g<strong>in</strong>g naar beneden, waar de gemeenschappelijke telefoon h<strong>in</strong>g.<br />

Justus wachtte, met een optimistisch gevoel. Yvonne bracht altijd<br />

optimistische gevoelens teweeg. Vijf m<strong>in</strong>uten later was ze terug.<br />

'Hij zal het proberen.' 'Je meent het.'<br />

'En nu gaan we de ronde doen langs mijn huisgenoten', zei<br />

Yvonne sadistisch.<br />

76


Tien dagen later kwam Bashir met zwaaiende armen bij Justus b<strong>in</strong>­<br />

nenstormen. De zwaaiende armen sloten zich om Justus' hals en tot<br />

zijn verbijster<strong>in</strong>g werd hij hartelijk op beide wangen gekust.<br />

'Ik heb verblijfsvergunn<strong>in</strong>g. Ik mag blijven. Bij Jolande', juichte<br />

Bashir. 'En bij jou', voegde hij eraan toe.<br />

'Hartelijk gefeliciteerd. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?'<br />

'Ik niet. Jij! Er was een fax bij de Vreemdel<strong>in</strong>gendienst. Ze zei­<br />

den van Hoge Piet. Weet jij wie dat is? Een vergiss<strong>in</strong>g had Piet<br />

gezegd. Ik moest niet <strong>in</strong> bewar<strong>in</strong>g. Omdat ik kunstenaar ben.'<br />

Bashir klapte dubbel van het lachen. 'Ik ben kunstenaar. Wat weten<br />

zij veel.'<br />

Justus lachte mee. Blij om zijn vriend. Blij dat de moeite van<br />

Yvonne en van moeder en van Frank Lagerweij had geloond. Blij<br />

voor zichzelf dat Bashir weer thuis was.<br />

'Zaterdagavond moeten al mijn vrienden komen, om feest te<br />

vieren. Jij natuurlijk ook. En je moeder en Yvonne. Kan dat?'<br />

'Ik zal het vragen.'<br />

Moeder wilde wel, maar kon niet. Yvonne wilde wel en kon<br />

wel. Het werd een leuk Somalisch feestje, met Yvonne als de held<strong>in</strong><br />

van de avond. Behalve zij, Jolande en Justus was de kamer pik­<br />

zwart van de pikzwarte mensen, die <strong>in</strong> verschillende talen elkaar<br />

belangwekkende d<strong>in</strong>gen vertelden.<br />

Bashir hield een toespraak <strong>in</strong> bijna vloeiend Nederlands waar<strong>in</strong><br />

hij zijn vrienden vertelde dat Justus en zijn zuster hem zo fantas­<br />

tisch hadden geholpen. Ze kregen ieder een ijzeren brouwsel als<br />

teken van zijn eeuwige dankbaarheid.<br />

Justus hield een toespraak waar<strong>in</strong> hij zei dat Bashir een waar<br />

kunstenaar was en dus puur op eigen kracht die verblijfsvergun­<br />

n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de wacht had gesleept, maar dat hij vond dat ook alle m<strong>in</strong>­<br />

der kunstz<strong>in</strong>nige vluchtel<strong>in</strong>gen hier moesten blijven. Dat gaf fleur<br />

en kleur aan Nederland, en <strong>in</strong> ieder geval aan zijn leven.<br />

Daarna werd Yvonne bestormd met vragen, want veel van de<br />

aanwezigen hadden nog geen status en leefden <strong>in</strong> voortdurende<br />

angst dat ze terug naar hun land moesten.<br />

'Help', riep ze, 'ik moest er maar liever voor studeren om staats­<br />

secretaris van Justitie te worden.'<br />

77


Later zaten Justus en Yvonne nog wat na te praten.<br />

'Weet je wat je gedaan hebt?' vroeg ze.<br />

'Hoezo?'<br />

'Je hebt zitten rommelen <strong>in</strong> de rafelige kantlijn van de wet.'<br />

'Anders', vond Justus.<br />

, Anders, maar toch. Ais mam Frank Lagerweij niet had gekend<br />

en ik de hoogleraar niet en de hoogleraar die man van de IND niet,<br />

dan zat Bashir nu <strong>in</strong> Somalië, denk je niet?'<br />

'Dat is'zo.'<br />

'En dus werkt de wet niet gelijk voor alle Bashirren, zou je zeg­<br />

gen. V<strong>in</strong>d je dat rechtvaardig? Heeft de wet misschien een rafelige<br />

kantlijn? En heb jij <strong>in</strong> die kantlijn zitten rommelen?'<br />

'De andere Bashirren hebben er geen last van dat deze Bashir<br />

mag blijven', verdedigde hij zich.<br />

'0 nee? Wel eens van vreemdel<strong>in</strong>genhaat gehoord? Je kunt het je<br />

niet voorstellen, zeker niet na zo'n avond met al die gezellige men­<br />

sen, maar er zijn Nederlanders die liever zouden zien dat iedereen<br />

die er niet net zo bleekscheterig uitziet als wij, het land uit werd<br />

gezet. Nou dan, door jouw acties voor jouw Bashir, is er weer een­<br />

tje meer. Wie weet wakkert dat de vreemdel<strong>in</strong>genhaat aan, en dat is<br />

dan weer slecht voor de andere Bashirren. '<br />

'En toch is het wat anders dan diefstal', zei Justus koppig. 'Weet<br />

je trouwens dat mijn fiets is gestolen, een poosje geleden? Ik vond<br />

hem terug bij een tweedehands handelaar. Je weet wel, bij Davelaar<br />

<strong>in</strong> de Breestraat. Ik heb hem gewoon meegenomen en Davelaar is<br />

niet naar de politie gegaan. Dus heeft hij best geweten dat hij een<br />

gestolen fiets had <strong>in</strong>gekocht. Dat v<strong>in</strong>d ik heel wat anders dan<br />

proberen een Somaliër een verblijfsvergunn<strong>in</strong>g te bezorgen.'<br />

'Heb jij je fiets uit die w<strong>in</strong>kel gehaald en ben je erop weg-<br />

gereden?'<br />

'Jazeker.'<br />

'Dan ben je een dief, weet je dat?'<br />

'Ga toch weg. Het was m'n eigen fiets.'<br />

'Tja', zei Yvonne, 'voor de wet was hij dat niet meer. Je fiets was<br />

je ontstolen. Je was hem kwijt.'<br />

'Wat had ik dan moeten doen?'<br />

'Je had naar de politie moeten gaan. Aangifte doen.'<br />

78


'Zou jij dat gedaan hebben?'<br />

'Nee, ik denk het niet', zei Yvonne. 'Jij weet en ik weet dat het<br />

niet helpt. De politie heeft geen tijd voor kle<strong>in</strong>e diefstallen. Ons<br />

rechtssysteem zit vol gaten. Het verschil tussen jou en mij is dat ik<br />

daar niet zo mee zit.'<br />

'En dat studeert rechten', zuchtte Justus.<br />

'Je krijgt het niet waterdicht', zei zijn zus luchthartig. 'Dat<br />

maakt het zo <strong>in</strong>teressant.'<br />

Justus zweeg.<br />

'Wat ga je maandag doen?'<br />

'Een nieuw baantje zoeken.'<br />

'Pap en mam zouden het heerlijk v<strong>in</strong>den als je weer thuis<br />

kwam.'<br />

'Ik weet het.'<br />

'De d<strong>in</strong>gen moeten hun loop hebben', zei Yvonne filosofisch. Ze<br />

kuste haar broer ten afscheid en g<strong>in</strong>g overnachten bij haar ouders.<br />

79


8<br />

Drie weken lang zocht Justus vergeefs naar werk. 't Is vreemd,<br />

dagen waar<strong>in</strong> we<strong>in</strong>ig gebeurt duren lang, een serie dagen die een­<br />

tonig en hetzelfde zijn, lijkt achteraf te zijn omgevlogen. Justus liep<br />

het arbeidsbureau plat, g<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen bij talloze bedrijven om te ver­<br />

tellen hoe werklustig hij was, bezocht alle garages van Stoutendam<br />

om zijn kwaliteiten als aankomend monteur aan te prijzen, het<br />

hielp niet. Het was een slappe tijd, hij had geen diploma's, altijd<br />

was er wel een reden om hem niet aan te nemen. Op een avond<br />

zocht hij troost bij Stijn. Die had net een schoolonderzoek afgerond<br />

waar hij redelijk door was gekomen en hij werkte nu zijn grafieken<br />

over het weer <strong>in</strong> hun tu<strong>in</strong> bij.<br />

'Hoe is het met Bashir?'<br />

'Fantastisch. Hij heeft werk gevonden bij een andere garage. De<br />

Peugeotgarage aan de B<strong>in</strong>nenweg. Legaal en alles. Hij is bij Jolande<br />

<strong>in</strong>getrokken. Ik v<strong>in</strong>d het wel jammer dat ik hem zo we<strong>in</strong>ig meer<br />

zie.'<br />

'Je hebt iets prachtigs voor hem gedaan', zei Stijn.<br />

'Yvonne zegt dat ik heb zitten rommelen <strong>in</strong> de rafelige kantlijn<br />

van de wet. <strong>Eigen</strong>lijk niet zo anders dan wat mijn vader doet.' Daar<br />

moest Stijn over nadenken.<br />

'Maar ik ben het er niet mee eens', zei Justus. 'Ik heb het niet<br />

voor mezelf gedaan.'<br />

'Ja, dat is iets anders. Voor je gevoel is dat iets anders.'<br />

'Hoezo, voor je gevoel?'<br />

'Nou ja, ik bedoel, je zou kunnen zeggen: wet is wet. Daar moet<br />

je je aan houden, hoe dan ook.'<br />

'Ik heb niks gedaan wat tegen de wet is.'<br />

'Dat is waar. Maar de wet is anders toegepast voor Bashir dan<br />

voor andere vluchtel<strong>in</strong>gen. Misschien moet ik zeggen: recht is<br />

recht. En dat is hier dan niet zo.'<br />

'Intussen wordt er wel iemand gestraft, en dat ben ik', zei Justus<br />

vol zelfbeklag. 'Ik ben ontslagen. En ik kan maar niks anders v<strong>in</strong>den.'<br />

'Supermarkten geprobeerd?'<br />

, Allemaal.'<br />

80


'Dan moet Joke iets verz<strong>in</strong>nen.'<br />

Justus lachte. 'Waarom moet Joke iets verz<strong>in</strong>nen?'<br />

'Omdat wij het niet kunnen. Soms hebben meisjes een heel<br />

andere <strong>in</strong>valshoek dan jongens. Ik ga haar opbellen.'<br />

Hij haalde de telefoon en belde waar Justus bij was.<br />

'Kom je vanavond nog? ( ... ) Justus is er. We willen je iets vragen.<br />

( ... ) Tot zo dan.'<br />

Hij verbrak de verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. 'Ze komt eraan.'<br />

Leuk, twee mensen die zo op elkaar zijn <strong>in</strong>gesteld, dacht Justus.<br />

Hebben ze elkaar nodig, ze zijn voor elkaar beschikbaar. Zou hij<br />

het prettig v<strong>in</strong>den zo'n relatie te hebben? Soms wel, soms niet,<br />

besloot hij. Hij deed d<strong>in</strong>gen ook graag alleen. En dat was natuur­<br />

lijk net het punt. Een beetje een vaste relatie, dat g<strong>in</strong>g niet. Joke<br />

verscheen en g<strong>in</strong>g zoals gewoonlijk op de grond zitten.<br />

'Wat is er aan de hand?'<br />

'Justus kan geen baan v<strong>in</strong>den. Weet jij iets?'<br />

'Jawel.'<br />

Stijn keek Justus aan met een gezicht van 'zei ik het niet'.<br />

'Wat dan?'<br />

'Tijdelijk hoor. Gert-<strong>Jan</strong> heeft zijn enkel gebroken. Stom gedaan<br />

op de brommer.'<br />

'Wie is Gert-<strong>Jan</strong>?'<br />

'De bezorger bij de apotheek. Hij brengt de medicijnen rond.'<br />

Joke's vader was apotheker. Hij had de grootste apotheek van<br />

Stoutendam. Er werkten vijf of zes assistenten, een magazijnmees­<br />

ter en Gert-<strong>Jan</strong>, een jongen van achttien die bestell<strong>in</strong>gen bij de<br />

mensen thuisbracht als ze dat wensten.<br />

'En denk je dat ik het werk van die Gert-<strong>Jan</strong> kan doen zolang hij<br />

met ziekteverlof is?'<br />

'Ik zou niet weten waarom niet. Ik zal het mijn vader vragen.'<br />

Het g<strong>in</strong>g door. Justus kon terecht <strong>in</strong> apotheek Zeewald, met onmid­<br />

dellijke <strong>in</strong>gang. Hij kreeg een brommer ter beschikk<strong>in</strong>g, op voor­<br />

waarde dat hij voorzichtig zou rijden. Want Gert-<strong>Jan</strong> had met zijn<br />

gerag niet alleen zijn <strong>rechter</strong>enkel <strong>in</strong> de verniel<strong>in</strong>g gereden, maar<br />

ook voor honderden guldens schade aan de bromfiets toegebracht.<br />

Meneer Zeewald was een wat afgemeten man, niet onvriende-<br />

81


lijk, maar het zakelijke stond duidelijk op de voorgrond. Hij vertel­<br />

de Justus wat er van hem werd verwacht en wat hij daarmee zou<br />

verdienen. Hij hoefde <strong>in</strong> het algemeen 's morgens pas om elf uur te<br />

komen, maar daar stond tegenover dat het 's avonds best zeven uur<br />

of half acht kon worden. Of hij Stoutendam goed kende?<br />

Ja, hij kende het stadje behoorlijk goed en trouwens, hij kon<br />

plattegronden lezen.<br />

Nou, dan zou het allemaal wel loslopen. Als Gert-<strong>Jan</strong> was gene­<br />

zen, moest hij natuurlijk weer plaatsrnaken.<br />

'Dat begrijp ik, meneer Zeewald.'<br />

De medewerkers ontv<strong>in</strong>gen Justus hartelijk. Ze wilden allemaal<br />

met hun voornaam worden aangesproken, ook de oudste assisten­<br />

te, die <strong>in</strong> de veertig moest zijn. Ze heette Annette Nachtegaal en ze<br />

was bijna zo oud als Justus' moeder. De man die de voorraad<br />

beheerde, b<strong>in</strong>nenkomende medicijnen registreerde en op hun plaats<br />

legde, de magazijnmeester dus, heette Bert Haverkamp. Hij was<br />

uitermate bedaard en precies en nam zijn tijd om Justus alles wat<br />

hij moest weten nauwkeurig uit te leggen.<br />

Het was geen moeilijk baantje. Justus vertrok als regel tegen<br />

half twaalf met de tassen op de brommer vol bestell<strong>in</strong>gen, die hij<br />

op verschillende plaatsen afleverde. 's Middags om een uur of drie<br />

g<strong>in</strong>g hij nog eens, en als het nodig was om zes uur voor de derde<br />

maal.<br />

In het algemeen w a ren de mensen thuis, want ziek. Een enkele<br />

keer belde hij vergeefs aan. Meestal betrof het dan geen spoedeisen­<br />

de leverantie en dan probeerde hij het later nog eens. Soms gaf hij<br />

een bestell<strong>in</strong>g af bij de buren, als het om simpele, ongevaarlijke<br />

medicijnen g<strong>in</strong>g. Meneer Zeewald of de assistenten gaven altijd aan<br />

welke medicijnen hij <strong>in</strong> geen geval aan iemand anders af mocht<br />

geven dan aan de geadresseerde. Dat gold met name voor verdo­<br />

vende middelen.<br />

Met Annette Nachtegaal kon hij het erg goed v<strong>in</strong>den. Ze was<br />

een opgewekt mens met vriendelijke ogen. Als Justus moest wach­<br />

ten tot zijn tas klaar was, wat hij deed <strong>in</strong> een achterkamer aan de<br />

tafel waar ze 's morgens koffie dronken, kwam ze soms even bij<br />

hem zitten en toonde belangstell<strong>in</strong>g voor wat hij deed en wat hij<br />

van d<strong>in</strong>gen vond. Zelf had ze geen k<strong>in</strong>deren. Tot haar spijt, had ze<br />

82


Justus een keer toevertrouwd. Ze was <strong>in</strong> het bijzonder geïnteres­<br />

seerd <strong>in</strong> de reden waarom hij niet meer naar school g<strong>in</strong>g. Hij maak­<br />

te toch de <strong>in</strong>druk best te kunnen leren en dat ook niet zo vervelend<br />

te v<strong>in</strong>den.<br />

Justus sprak niet graag over het men<strong>in</strong>gsverschil met zijn vader,<br />

maar op den duur kreeg ze het natuurlijk toch uit hem.<br />

'Wat een dilemma voor je', zei ze. 'We denken wel dat de wet<br />

ons precies vertelt wat we moeten doen en laten, maar hoe vaak<br />

gebeurt het niet dat je voor vraagtekens komt te staan?'<br />

Toen Justus enkele weken bij apotheek Zeewald had gewerkt en hij<br />

op een namiddag op het punt stond weg te rijden voor zijn laatste<br />

rondje van de dag, kwam Annette naar hem toe. Ze had een pakje<br />

<strong>in</strong> haar hand en zei dat ze dat op het laatste moment had klaarge­<br />

maakt.<br />

'Wil je dat ook bezorgen? Het is voor meneer VreugdenhilI. Hij<br />

woont aan de Hardenburgerweg, nummer 117. Het is net buiten de<br />

stad.'<br />

'Ik ken de Hardenburgerweg wel.'<br />

Meneer VreugdenhilI was iemand die je niet vergat als je hem<br />

had ontmoet. Hij was zeer oud, tegen de negentig wellicht. Hij had<br />

nog wonderlijk veel haar voor zijn leeftijd, maar het was spierwit<br />

en het h<strong>in</strong>g <strong>in</strong> vreemde flarden om zijn hoofd. Hij droeg een ouder­<br />

wetse zwarte pantalon met streepjes en een egaal zwart jasje dat zo<br />

glom dat je je er bijna <strong>in</strong> kon spiegelen. Hij woonde - alleen naar<br />

hij zei - <strong>in</strong> een groot vervallen herenhuis, dat krachtig werd aange­<br />

vallen door de verwilderde tu<strong>in</strong>. Nog enkele jaren, zo leek het, en<br />

de uitbundige groeisels zouden het huis zijn b<strong>in</strong>nengedrongen. Wat<br />

vroeger een brede oprijlaan moest zijn geweest, was versmald tot<br />

een doorgang van een meter breed. In de kamers boven moest het<br />

ook bij dag behoorlijk donker zijn, want de brede bladeren van een<br />

catalpa en de woeker<strong>in</strong>gen van een wilde w<strong>in</strong>gerd bedekten de rui­<br />

ten bijna helemaal. Het houtwerk had zo te zien m<strong>in</strong>stens tw<strong>in</strong>tig<br />

jaar geen nieuw verfje gehad. Al met al leek de villa op zijn bewo­<br />

ner. 'Ik kom van apotheek Zeewald', zei Justus.<br />

'Ben je nieuw? Ik heb je nog niet eerder gezien.'<br />

'Ik val <strong>in</strong> voor Gert-<strong>Jan</strong>.'<br />

83


'Wat zeg je?'<br />

'Ik val <strong>in</strong> voor Gert-<strong>Jan</strong>', riep Justus.<br />

'Die is hier een keer geweest, geloof ik. Kon Annette niet?' 'Ze<br />

vroeg me dit bij u te bezorgen.'<br />

'Dank je.'<br />

Justus zag dat Meneer VreugdenhilI zwaar leunde op een stok.<br />

Hij had een wilskrachtig gezicht, met doordr<strong>in</strong>gende, diepliggende<br />

ogen. Zeer mager was hij, té mager, vond Justus. Enf<strong>in</strong>, hij was<br />

kennelijk ziek, anders had hij geen medicijnen nodig. Justus vroeg<br />

niet wat er aan mankeerde, want ten eerste vond hij dat <strong>in</strong>discreet,<br />

ten tweede had hij de ervar<strong>in</strong>g dat mensen niets liever doen dan<br />

daar anderhalf uur over praten. Wat hij aan de lange kant vond.<br />

'Jij wilt een glaasje ranja', stelde meneer Vreugdenhill vast.<br />

Ranja, uit welke tijd stamde dat? Hij wilde liever naar huis,<br />

maar om de een of andere reden kon hij niet weigeren.<br />

'Kom mee naar b<strong>in</strong>nen.'<br />

J ustus g<strong>in</strong>g zitten aan een bekraste houten keukentafel en keek<br />

hoe zijn gastheer een niet al te schoon glas van het granieten aan­<br />

recht nam en daar wat oranje stroop <strong>in</strong> schonk. Dat vulde hij aan<br />

met water uit de kraan. Zijn hand beefde nauwelijks.<br />

'We krijgen regen', stelde meneer VreugdenhilI vast.<br />

Justus keek door het raam naar de lucht. Er was geen wolkje te<br />

bekennen.<br />

'Niet vandaag. Morgen.'<br />

Iedereen kan tegenwoordig voorspellen welk weer het morgen<br />

zal zijn, namelijk door de weersverwacht<strong>in</strong>g op teletekst te lezen.<br />

Toch dacht Justus geen seconde dat de oude heer zijn kennis van<br />

het KNMI had.<br />

'Voelt u dat aan uw gewrichten of zo?' Meneer Vreugdenhill<br />

knikte.<br />

'Vooral aan m'n knieën.'<br />

'Ik zal morgen een regenjas meenemen', zei Justus. Hij dronk<br />

haastig het mierzoete spul, bedankte en vertrok.<br />

In de weken die volgden kwam het nog twee maal voor dat Annette<br />

aan Justus een pakje voor meneer VreugdenhilI meegaf. Blijkbaar<br />

had ze een bijzondere zorg voor hem, want geen van de andere<br />

84


assistenten gaf ooit iets afzonderlijk mee, en Annette ook niet voor<br />

iemand anders. Meneer Vreugdenhill noemde Annette beide keren<br />

ook even en nooit een andere medewerkster van de apotheek. Justus<br />

was onder de <strong>in</strong>druk van de oude heer. Je kon goed aan hem zien<br />

dat hij iemand van gezag was geweest, of eigenlijk nog was. Je zou<br />

het niet <strong>in</strong> je hoofd halen hem zonder respect te behandelen.<br />

De familie Zeewald woonde <strong>in</strong> een huis dat was aangebouwd aan<br />

de apotheek, maar Justus zag Joke nooit. 's Morgens om elf uur<br />

was ze naar school en 's avonds kwam hij vaak de tassen terug­<br />

brengen op een moment dat de familie waarschijnlijk aan tafel zat.<br />

Maar op een avond dat hij wat later was, het zal kwan over<br />

acht zijn geweest, zag hij haar het huis uitkomen. Hij wilde een<br />

groet roepen, maar hield die op het laatste moment b<strong>in</strong>nen zijn kie­<br />

zen. Want hij zag dat er een jongen op haar stond te wachten, een<br />

jongen met een leren jasje en een motorfiets. Joke g<strong>in</strong>g bij hem ach­<br />

terop zitten en ze reden weg, waarbij de knalpijp zich luid liet<br />

horen.<br />

Typisch, dacht Justus, want de jongen met de motor was beslist<br />

niet Stijn. Nou ja, misschien een neef of zo.<br />

De volgende avond kwam Stijn bij Justus langs. Dat deed hij zel­<br />

den. Hij rukte zich moeilijk los van zijn statistieken en zijn gedich­<br />

ten. Hij stond <strong>in</strong> de deuropen<strong>in</strong>g en maakte een ontredderde <strong>in</strong>druk.<br />

'Joke heeft het uitgemaakt', stamelde hij.<br />

'Wat zeg je me nou.'<br />

'Ze heeft een ander.'<br />

Het is een oud verhaal, dat bijna iedereen wel eens heeft<br />

gehoord of meegemaakt. De wereld is vol concurrenten, die zo­<br />

maar los mogen rondlopen. Maar als het je overkomt, is het nieuw<br />

en uniek en erger dan iemand zich kan voorstellen.<br />

'Ze v<strong>in</strong>dt me saai', zei Stijn. 'Ze heeft iemand die haar mee-<br />

neemt naar de disco.'<br />

'En die een motor heeft.'<br />

'Wist jij ervan?' vroeg Stijn verbijsterd.<br />

'Nee. Toevallig zag ik gisteravond dat ze met iemand op een<br />

motor wegreed.'<br />

'Wat is het voor een gozer?'<br />

85


'Leer. Gespen. Chroom.'<br />

'Ze hoort bij mij', zei Stijn bitter.<br />

Dat was ook het gevoel dat Justus altijd had gehad. Stijn en<br />

Joke hoorden bij elkaar, zoals Van Gend hoort bij Loos en Oost bij<br />

West. Hoort Oost bij West? Ach, de aarde is een bol, Oost en West<br />

ontmoeten elkaar zou je kunnen zeggen. Onz<strong>in</strong>nige gedachteflar­<br />

den, geboren uit zelfverdedig<strong>in</strong>g om even niets tegen Stijn te hoeven<br />

zeggen. Want wat moet je zeggen? Dat ze wel weer terugkomt? Dat<br />

het wel overgaat? Dat er duizend anderen zijn? Dat ze hem niet<br />

waard is?<br />

'Het is niet rechtvaardig', zei Stijn.<br />

Opnieuw sloegen Justus' gedachten op hol. Had Stijn dan recht<br />

op haar? Heb je er recht op gelukkig te zijn met iemand? Wie is<br />

dan de <strong>rechter</strong>? Wie is de advocaat? Staat er een straf op als je<br />

iemand anders ongelukkig maakt omdat je voor een ander kiest?<br />

Hoe zit het met de rechten van die b<strong>in</strong>k op z'n motor? Recht, recht.<br />

Zijn rechte wegen beter dan kromme? Mooier dan kromme?<br />

'Nee, het is niet rechtvaardig', beaamde hij, want er zijn<br />

momenten dat je iemand niet moet tegenspreken.<br />

Stijn g<strong>in</strong>g zitten.<br />

'Ik kan er niet eens een gedicht over maken', zei hij somber.<br />

'Een donderslag bij heldere hemel?' suggereerde Justus behulp­<br />

zaam. 'Een orkaanuitbarst<strong>in</strong>g? Een nooit meer e<strong>in</strong>digende mot­<br />

regen?<br />

Stijn keek wantrouwig. 'Bespot je me?'<br />

'Nee, natuurlijk niet. Het is echt lullig voor je. Ik begrijp het<br />

ook niet. Jij bent toch veel <strong>in</strong>teressanter dan een disco of een<br />

motorfiets.'<br />

Terwijl hij het zei, groeide ook het begrip voor Joke. Stijn was<br />

wel erg rustig, erg voorspelbaar, erg betrouwbaar. Heel fijn om als<br />

vriend te hebben, niet opw<strong>in</strong>dend voor een meisje misschien.<br />

'Ze komt vast bij je terug.'<br />

'Dan wil ik haar niet meer.'<br />

Een paar dagen later kwam Justus als gewoonlijk om elf uur de<br />

apotheek b<strong>in</strong>nen. Daar waren ze <strong>in</strong> ongerustheid over Annette, die<br />

zonder bericht niet was verschenen. Net toen besloten was dat ze<br />

86


maar eens naar haar huis zouden bellen, telefoneerde meneer<br />

Nachtegaal. Hij zei dat zijn vrouw de vorige avond, toen ze per<br />

fiets op weg was naar huis, een aanrijd<strong>in</strong>g had gehad met een auto.<br />

Ze had een hersenschudd<strong>in</strong>g en ze lag <strong>in</strong> het ziekenhuis. Heel ernstig<br />

was het niet, ze was weer bij bewustzijn, maar ze was nog erg suf.<br />

Een vervelend bericht. De medewerkers van de apotheek beslo­<br />

ten bloemen te sturen en het werk van Annette onder elkaar te ver­<br />

delen. Zo'n hersenschudd<strong>in</strong>g kon wel een paar weken duren. Aan<br />

het e<strong>in</strong>d van de middag kwam er opnieuw een telefoontje, deze<br />

keer uit het ziekenhuis. Een verpleegster bracht een verzoek van<br />

mevrouw Nachtegaal over, namelijk of een zekere Justus<br />

Verdaasdonk nog die avond naar het ziekenhuis wilde komen en<br />

mevrouw opzoeken.<br />

'Ik zal het hem zeggen', antwoordde meneer Zeewald.<br />

Justus was verbaasd en dat waren de assistenten ook. Waarom<br />

die korte tijd zo dik bevriend geraakt?<br />

Justus g<strong>in</strong>g, om half acht. Er was op dat tijdstip bezoekuur,<br />

maar bij Annette was niemand. Ze had aan haar gez<strong>in</strong> gezegd dat<br />

ze wilde slapen, fluisterde ze tegen Justus, want veel stem had ze<br />

niet. Ze had een verband om haar hoofd en haar gezicht was witter<br />

dan het laken.<br />

'Hoe is het ermee?'<br />

Met een mat glimlachje zei ze dat het wel meeviel, want dat wil­<br />

len mensen graag horen. Bar goed g<strong>in</strong>g het natuurlijk niet, <strong>in</strong> ieder<br />

geval een stuk slechter dan de vorige dag.<br />

'Iedereen doet je de groeten en wenst je beterschap.'<br />

'Wil je ze hartelijk danken voor de prachtige bloemen?' Jusms<br />

knikte.<br />

'Je zult verbaasd zijn dat ik speciaal naar jou heb gevraagd', zei<br />

Annette. 'Ik wil je vragen iets voor me te doen.'<br />

'Natuurlijk. '<br />

'Op het nachtkastje ligt mijn handtas. Daar zit een pakje <strong>in</strong>.<br />

Haal het er even uit, wil je.'<br />

Justus deed wat hem werd gevraagd. Het was een pakje zoals hij<br />

er nu al drie naar meneer Vreugdenhill had gebracht.<br />

'Wil je vanavond nog dit pakje naar meneer Vreugdenhill bren­<br />

gen? Vertel hem wat er is gebeurd. Zeg d t ik <strong>in</strong> het ziekenhuis lig<br />

87


en dat ik hem over een paar dagen zal opbellen. En praat hier ver­<br />

der met niemand over.'<br />

'Ik zal het direct doen. En ik zal er met niemand over praten.'<br />

'Dank je wel', fluisterde Annette.<br />

Justus g<strong>in</strong>g meteen op pad. Vreemd vond hij het, heel vreemd.<br />

Hij trof meneer Vreugdenhill op de uitkijk naar het scheen, althans hij<br />

kwam meteen naar buiten toen hij Justus zag aankomen. Zijn gezicht<br />

leek nog magerder dan de vorige keer. Heel slecht zag hij er uit.<br />

Justus vertelde wat Annette was overkomen.<br />

'De arme', zei meneer Vreugdenhill. 'Hoe lang zal ze <strong>in</strong> het<br />

ziekenhuis blijven?'<br />

'Dat weet ik niet. Mensen met een hersenschudd<strong>in</strong>g moet je zo<br />

m<strong>in</strong> mogelijk verplaatsen, heb ik wel eens gehoord. Ze zal vast een<br />

paar weken plat moeten liggen.'<br />

Meneer VreugdenhilI knikte. 'Je zult gelijk hebben.'<br />

'Ik moest zeggen dat ze u over een paar dagen zal opbellen.'<br />

Meneer VreugdenhilI vroeg Justus deze keer niet b<strong>in</strong>nen, mis-<br />

schien omdat het al vrij laat was.<br />

Justus g<strong>in</strong>g naar huis. Wat zou hij de volgende dag <strong>in</strong> de apo­<br />

theek moeten zeggen? Ze zouden vragen waarom Annette had<br />

gewild dat hij kwam. Of zouden ze dat niet vragen? En zo ja, wat<br />

moest hij dan zeggen? Hij had immers geheimhoud<strong>in</strong>g beloofd.<br />

Natuurlijk zou hij niets vertellen over het bezoek aan meneer<br />

VreugdenhilI. Maar vreemd was het.<br />

Ze vroegen hoe het met Annette was. Onuitgesproken bleef de<br />

vraag die duidelijk op hun gezichten lag waarom ze nu juist Justus<br />

had willen spreken. Ze belden meneer Nachtegaal op en vroegen of<br />

er die avond iemand van hen naar het bezoekuur kon gaan. Dat<br />

kon. Besloten werd dat Suze hen zou vertegenwoordigen. De vol­<br />

gende morgen, om acht uur al, kwam er een agent van politie bij<br />

het huis van Justus langs met de vraag of hij om negen uur bij<br />

<strong>in</strong>specteur Holtrigter wilde komen. Wat nou weer, dacht Justus,<br />

maar hij beloofde dat hij er zou zijn.<br />

Hij moest eerst een kwartier wachten. Daarna werd hij <strong>in</strong> de<br />

kamer van de <strong>in</strong>specteur geroepen en er werd hem een plaats voor<br />

het bureau gewezen.<br />

88


'Een oude bekende', zei meneer Holtrigter.<br />

'Gaat het over m'n fiets?'<br />

'Nee, wat is er met je fiets? Gestolen?'<br />

'Dat was hij. Enkele dagen later vond ik hem terug bij<br />

Davelaar.' '0, bij die', zei de <strong>in</strong>specteur veelbetekenend.<br />

'Ik heb hem meegenomen. Davelaar was boos. Hij zei dat hij het<br />

bij u zou melden.'<br />

'Dat heeft hij bij mijn weten nooit gedaan. Je mag je fiets niet<br />

terugstelen, al zal je dat vreemd <strong>in</strong> de oren kl<strong>in</strong>ken. Maar daar gaat<br />

het vandaag niet over. Ken je een meneer Vreugdenhill, aan de<br />

Hardenburgerweg?'<br />

'Ja, die ken ik.'<br />

'Ben je wel eens bij hem geweest?'<br />

'Jawel. Ik heb er een paar maal medicijnen gebracht. Ik werk nu<br />

bij apotheek Zeewald.'<br />

'Dat weet ik. Wanneer ben je er het laatst geweest?'<br />

'Eergistera vond.'<br />

'Dat klopt met wat de buren zeiden. Heb je meneer Vreugdenhill<br />

gezien?'<br />

'Ja.'<br />

'Heb je hem weer medicijnen gebracht?'<br />

'Dat neem ik aan. Ik heb hem een pakje gebracht. Daar zullen<br />

medicijnen <strong>in</strong> hebben gezeten.'<br />

'In de apotheek zeggen ze dat je geen medicijnen voor meneer<br />

Vreugdenhill hebt meegekregen.'<br />

'Ik eh ... Waarom vraagt u dit allemaal?'<br />

'Meneer Vreugdenhill is dood. Gisteravond is hij gevonden. De<br />

mevrouw die de krant brengt, vond het zo vreemd stil. De deur was<br />

niet op slot. Ze is naar b<strong>in</strong>nen gegaan. Ze kende meneer<br />

Vreugdenhill goed. Ik geloof dat ze vijftien jaar de krant bij hem<br />

heeft bezorgd. Hij lag dood op zijn bed. Naast hem lag een <strong>in</strong>jectie­<br />

naald en een leeg flesje. De politiearts heeft vastgesteld dat hij is<br />

gestorven aan een te grote dosis morf<strong>in</strong>e. We hebben geprobeerd<br />

zijn huisarts op te sporen. Maar geen enkele huisarts <strong>in</strong> Stouten­<br />

dam weet iets van hem.'<br />

Dus <strong>in</strong> de pakjes die ik heb afgeleverd zat morf<strong>in</strong>e, dacht Justus.<br />

Maar waarom die geheimz<strong>in</strong>nigheid? Wat zat daar achter? Annette<br />

89


was zo'n aardige vrouw. Die kon onmogelijk iets slechts <strong>in</strong> de z<strong>in</strong><br />

hebben gehad. Hij had beloofd niemand iets te vertellen. Gold dat<br />

ook de politie? Dat gold waarschijnlijk juist de politie. 'Wie heeft je<br />

dat pakje gegeven?'<br />

Justus zweeg.<br />

'Iemand van de apotheek?'<br />

'Ik mag het niet zeggen.'<br />

'Ik beg<strong>in</strong> mijn buik vol te krijgen van jou, jongeman', zei de<br />

<strong>in</strong>specteur. 'Je móet het zeggen. Je bent verplicht de politie te<br />

helpen bij het opsporen van misdaden, heb je daar nooit van<br />

gehoord?'<br />

'Wie zegt dat er een misdaad is gepleegd?'<br />

'Dat vermoed ik. Vooruit, zeg op, van wie kwam dat pakje?'<br />

Het zweet brak Justus uit. Kon hij het maar even aan Yvonne<br />

vragen. Of aan Annette zelf.<br />

'Geef me een paar uur de tijd, <strong>in</strong>specteur. Ik wil advies vragen<br />

aan mijn zus. Ze is advocaat. Nou ja, bijna.'<br />

De <strong>in</strong>specteur zuchtte. 'Ook dat nog. Meneer wil een advocaat.<br />

Alleen omdat ik wat simpele <strong>in</strong>formatie wil. Nou, hoepel maar op.<br />

En kom vanmiddag terug om me <strong>in</strong> te lichten.'<br />

Justus vertrok haastig. Yvonne bellen? Ze was vaak niet te<br />

bereiken. Hij probeerde het en <strong>in</strong>derdaad, de huisgenote die<br />

opnam, wist niet waar zijn zusje zat.<br />

Naar het ziekenhuis dan. Hij trok er zich niets van aan dat het<br />

geen bezoekuur was. Met zijn neus <strong>in</strong> de lucht, alsof hij <strong>in</strong> het zie­<br />

kenhuis hoorde, liep hij langs de portier. Die zei niets. Hij liep de<br />

trap op naar de tweede verdiep<strong>in</strong>g, regelrecht naar de kamer van<br />

Annette. Het g<strong>in</strong>g gesmeerd, niemand hield hem tegen.<br />

'Dag Annette.'<br />

Ze had haar ogen gesloten. Die g<strong>in</strong>gen open toen ze zijn stem<br />

hoorde.<br />

'Justus!'<br />

'Heb je het gehoord van meneer VreugdenhilI?'<br />

'Nee. Wat is er?'<br />

'Hij is dood. Een overdosis morf<strong>in</strong>e, zegt de politie.' Ze sloot<br />

haar ogen weer. 'Oom Ludo, mompelde ze. 'Is hij je oom? Ik<br />

bedoel, was hij je oom?'<br />

90


'Ja.' Annette had kennelijk moeite het nieuws te verwerken.<br />

Justus zweeg. Na een diepe zucht, zei Annette:<br />

'Van mezelf heet ik VreugdenhilI. Hij was een broer van mijn<br />

vader, een veel oudere broer. Mijn vader is overleden toen ik nog<br />

kle<strong>in</strong> was. Oom Ludo was als een vader voor me.'<br />

'De politie wil weten hoe hij aan de morf<strong>in</strong>e kwam. Ik heb niks<br />

gezegd, omdat ik je dat had beloofd. De <strong>in</strong>specteur is kwaad op<br />

me.'<br />

'Zeg maar dat de morf<strong>in</strong>e van mij kwam', zei Annette gelaten.<br />

'Daar komen ze toch achter en het kan me niet schelen ook.'<br />

'Maar wat' - Justus kon het niet laten het te vragen - 'wat zit<br />

hier allemaal achter?'<br />

'Pak die stoel maar, dan zal ik het je vertellen.' Justus schoof een<br />

stoel bij.<br />

Annette kwam voorzichtig overe<strong>in</strong>d.<br />

'Mijn oom was een eigenaardige en eigenz<strong>in</strong>nige man. Als hij<br />

ergens van overtuigd was, kon je hem met geen mogelijkheid op<br />

andere gedachten brengen. Heb je hem gesproken?'<br />

'Ja', zei Justus. 'Ik vond hem heel bijzonder.'<br />

'Dat was hij. Toen hij veel jonger was, is hij eens <strong>in</strong> een zieken­<br />

huis geweest. Ze dachten dat hij een hart<strong>in</strong>farct had, want hij had<br />

hevige steken <strong>in</strong> de hartstreek. Hij wilde niet, maar zijn vrouw,<br />

tante Tilly, belde een ziekenauto. Ze legden hem meteen aan de<br />

beadem<strong>in</strong>g en weet ik veel, en drie dagen lang heeft hij op een afde­<br />

l<strong>in</strong>g gelegen met hartbewak<strong>in</strong>g. Er was niets aan de hand. Hij had<br />

een ontstek<strong>in</strong>g aan een zenuw <strong>in</strong> de buurt van zijn hart. Maar hij<br />

was nog geen twee uur thuis of hij kreeg hevige koorts. Een <strong>in</strong>fectie<br />

of een virus, opgelopen <strong>in</strong> het ziekenhuis. Dit is allemaal gebeurd<br />

toen ik nog een k<strong>in</strong>d was. Hij is op het randje van dood geweest,<br />

die sterke Ludo, die nooit iets had. 'Zie je wel', schijnt hij gezegd te<br />

hebben toen hij weer beter was, 'artsen en ziekenhuizen maken je<br />

alleen maar ziek. Ik wil ze niet meer zien.'<br />

Daar heeft hij zich aan gehouden. Als hij eens griep had, kroop<br />

hij met een pot hete thee naast zijn bed onder de warme dekens.<br />

Had hij keelpijn, dan nam hij hon<strong>in</strong>g. En nog zo het een en ander.<br />

In het beg<strong>in</strong>, toen ik net apothekersassistente was, hadden we er<br />

vaak discussies over. 'Alle medicijnen hebben een vervelende<br />

91


ijwerk<strong>in</strong>g', was zijn stell<strong>in</strong>g. 'Afblijven van die rommel.' En hij<br />

had nog een beetje gelijk ook. Alleen vergat hij dat sommige men­<br />

sen, die m<strong>in</strong>der sterk zijn dan hij was, zonder medicijnen dood zou­<br />

den gaan. Denk maar eens aan longontstek<strong>in</strong>g: vroeger<br />

levensgevaarlijk, nu eenvoudig te genezen met antibiotica.'<br />

Justus knikte.<br />

'Tante Tilly is tien jaar geleden gestorven, toen hij negenenze­<br />

ventig was. Hij wenste alleen te blijven wonen. Je hebt gezien hoe<br />

verwaarloosd het huis is. Hij bleef opgewekt. Tot ongeveer een<br />

halfjaar geleden. Toen bekende hij me dat hij buikpijn had en dat<br />

een glas melk, dat hij vroeger nam als zijn buik opspeelde, niet<br />

hielp.'<br />

'Dan zul je nu toch naar een dokter moeten', zei ik.<br />

'Geen sprake van.'<br />

Een paar dagen later kwam ik weer bij hem. Het was duidelijk<br />

dat hij verg<strong>in</strong>g van de pijn. Weer drong ik erop aan dat hij medi­<br />

sche hulp zou zoeken. Hij prakkiseerde er niet over.<br />

'Ze zouden je morf<strong>in</strong>e kunnen geven', zei ik. 'Alleen morf<strong>in</strong>e<br />

tegen de pijn. Geen geneesmiddel.'<br />

Hij wilde er niet van horen. Hij veranderde het onderwerp van<br />

gesprek, en vroeg naar Frans. Ik had vreselijk met hem te doen. Ik<br />

was er ook van overtuigd dat hij het niet lang meer kon volhouden<br />

en uit het raam zou spr<strong>in</strong>gen of zoiets.<br />

Toen heb ik morf<strong>in</strong>e voor hem meegebracht uit de apotheek. Ik<br />

kon dat makkelijk doen. Ik ga over de adm<strong>in</strong>istratie van die d<strong>in</strong>­<br />

gen. Er is netjes voor betaald. De enige overtred<strong>in</strong>g is dat er geen<br />

recept van een arts was. Dat kon ik zonder probleem verdoezelen.<br />

Ik heb oom Ludo geleerd hoe hij zichzelf een <strong>in</strong>jectie kon geven.<br />

Ik heb hem gezegd hoeveel hij zichzelf kon <strong>in</strong>spuiten en dat hij die<br />

dosis alleen maar moest opvoeren als de pijn erger werd, en dan zo<br />

langzaam mogelijk. Hij was me erg dankbaar. Zeuren over zijn<br />

ziekte en pijn deed hij nooit. 'Mijn tijd zit er bijna op', zei hij soms.<br />

'Het is mooi geweest. Je gunt me nog een paar maanden zonder<br />

pijn. Dank je wel daarvoor.'<br />

Zo heb ik hem regelmatig voorzien van morf<strong>in</strong>e. Jij hebt enkele<br />

malen een flesje bij hem bezorgd, als ik echt niet zelf kon gaan.<br />

Toen hij hoorde van mijn aanrijd<strong>in</strong>g, en begreep dat ik enkele<br />

92


weken niet <strong>in</strong> de apotheek zou kunnen komen, heeft hij kennelijk<br />

besloten om zich de voorraad die jij hem had gebracht, normaal<br />

goed voor een dag of tien, <strong>in</strong>eens toe te dienen. Hij was een moedig<br />

man. Hij hield niet van halve maatregelen. Ik ben ervan overtuigd<br />

dat hij niet heeft beseft dat hij mij <strong>in</strong> moeilijkheden kon brengen.'<br />

Ze zweeg en g<strong>in</strong>g weer achterover liggen. Justus keek naar haar<br />

<strong>in</strong>-bleke gezicht. Ook een moedig mens, dacht hij. Een goede nicht<br />

van haar oom.<br />

'Ga nu maar', zei ze. 'Vertel alles aan die <strong>in</strong>specteur. Ik heb het<br />

gedaan uit liefde voor oom Ludo.'<br />

De volgende morgen riep meneer Zeewald alle assistenten bij<br />

elkaar. Justus en Bert Haverkamp mochten ook horen wat hij te<br />

zeggen had.<br />

'Annette heeft een halfj aar lang heimelijk morf<strong>in</strong>e verstrekt aan<br />

haar oude oom, meneer Vreugdenhill. De oude heer had waar­<br />

schijnlijk kanker, maar hij wenste geen arts te raadplegen. Er was<br />

dus geen recept.'<br />

De assistenten staarden hem aan.<br />

, Annette heeft ongetwijfeld met menslievende motieven gehan­<br />

deld. Maar haar gedrag is onvergefelijk. Het is niet alleen <strong>in</strong> strijd<br />

met de wet, het spot ook met de gedragscode waar iedereen die <strong>in</strong><br />

een apotheek werkt zich aan dient te houden. Inspecteur Holtrigter<br />

is me gisteravond komen vertellen wat zich heeft afgespeeld. Ik heb<br />

me diep geschaamd tegenover de <strong>in</strong>specteur. Dat zoiets <strong>in</strong> mijn apo­<br />

theek heeft kunnen gebeuren. Jullie begrijpen dat Annette met<br />

<strong>in</strong>gang van vandaag is ontslagen.'<br />

'Wordt ze strafrechtelijk vervolgd?' vroeg een van de assistenten.<br />

'Ongetwijfeld. Maar dat is een zaak van de officier van justitie.'<br />

Ze g<strong>in</strong>gen terug naar hun werk, zwijgend. Ze moesten het verwer­<br />

ken, daarna zou de discussie losbarsten, buiten aanwezigheid van<br />

hun baas. Justus g<strong>in</strong>g zijn ronde doen. Hij was woedend op Joke's<br />

vader. Moest dat nu werkelijk? Ontslagen op staande voet, alsof ze<br />

haar hand <strong>in</strong> de kas had gestoken. Alsof ze een crim<strong>in</strong>eel was.<br />

'Tja, dat is ze misschien ook wel, <strong>in</strong> de ogen van de officier van<br />

justitie', zei Yvonne.<br />

Het was de zaterdagavond volgend op de gebeurtenis met<br />

93


meneer Vreugdenhill. In het ouderlijk huis waren ze, en Justus had<br />

de geschiedenis verteld.<br />

'Gaat ze de gevangenis <strong>in</strong>?' vroeg moeder.<br />

'Dat hangt ervan af. Ten eerste is het niet zeker dat de officier de<br />

zaak voor de <strong>rechter</strong> brengt, maar ik denk het wel. En niet ten<br />

onrechte. De wet staat natuurlijk niet toe dat iemand die niet<br />

bevoegd is een ander morf<strong>in</strong>e toedient of verstrekt. Stel je voor, dan<br />

hadden wij Justus toch al jaren geleden zijn portie gegeven, toen we<br />

zagen dat hij zo'n kanjer van een neus kreeg.'<br />

'Leuk', zei Justus. 'Geestig. We zullen het maar niet hebben over<br />

het onsmakelijke wratje dat zich de laatste tijd bij jouw l<strong>in</strong>keroog­<br />

hoek ontwikkelt.'<br />

'Wat?' Ze haalde meteen een spiegeltje uit haar tas.<br />

'Mispunt.'<br />

Justus grijnsde.<br />

'Je verstoort mijn betoog. Waar was ik. Ja, ten tweede hangt het<br />

er dan vanaf wat de <strong>rechter</strong> beslist. Hij kan haar onschuldig verkla­<br />

ren, of schuldig, maar zonder dat hij een straf oplegt, of hij kan<br />

haar een voorwaardelijke straf geven.'<br />

'Wat wil dat zeggen?'<br />

'Als ze bijvoorbeeld een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf<br />

krijgt, met een proeftijd van drie jaar, betekent het dat ze niet naar<br />

de gevangenis hoeft, tenzij ze <strong>in</strong> de volgende drie jaar iets soort­<br />

gelijks zou doen.'<br />

'Annette had toch geen keus', vond Justus. 'Als ze niets had<br />

gedaan, was hij misschien eerder gestorven en <strong>in</strong> ieder geval zou hij<br />

ondraaglijke pijn hebben gehad.'<br />

'Ze had het kunnen melden. Dan hadden ze hem wellicht ontoe­<br />

reken<strong>in</strong>gsvatbaar verklaard. Twee psychiaters kunnen dat doen.<br />

Dan was hij tegen zijn z<strong>in</strong> opgenomen, tegen zijn z<strong>in</strong> onderzocht,<br />

tegen zijn z<strong>in</strong> geopereerd, tegen zijn z<strong>in</strong> vastgehouden.'<br />

'Krankz<strong>in</strong>nig', zei vader.<br />

'Ja, dat is het woord dat ze zouden hebben gebruikt.'<br />

'Dat bedoel ik niet.'<br />

'Ik weet het', gr<strong>in</strong>nikte Yvonne. 'We leven <strong>in</strong> een idiote wereld.<br />

Wat is gebeurd, is voor die meneer Vreugdenhill het beste. Hij<br />

wilde, op zijn leeftijd zeker, geen onderzoek, geen ziekenhuis, geen<br />

94


gedoe aan zijn lijf meer. Hij had alleen pijnstillers nodig en die<br />

kreeg hij . Was hij naar een arts gestapt dan had hij ze waarschijn­<br />

lijk ook gekregen, alleen daar had hij geen vertrouwen <strong>in</strong>. En nu<br />

gaat die Annette misschien de gevangenis <strong>in</strong>, terwijl ze heeft gedaan<br />

wat liefdevol was.'<br />

'Maar <strong>in</strong> strijd met de wet', zei vader spottend.<br />

'Ja, <strong>in</strong> strijd met de wet. En je kunt geen wet verz<strong>in</strong>nen die ook<br />

voor dit soort uitzonder<strong>in</strong>gsgevallen precies goed is.'<br />

'Dan is de enige oploss<strong>in</strong>g dat de <strong>rechter</strong> <strong>in</strong> zo'n geval niet<br />

straft', gaf moeder als haar men<strong>in</strong>g.<br />

'Ik hoop dat hij dat doet', zei Yvonne. 'Maar als hij dat te mak­<br />

kelijk doet, dan strooit na een tijdje iedereen lustig rond met morfi­<br />

ne. En dat is ook weer niet de bedoel<strong>in</strong>g.'<br />

Justus dacht na, want iets te zeggen wist hij niet. Was de wet nu<br />

voor je of tegen je? Was hij er voor mensen die de d<strong>in</strong>gen goed wil­<br />

den doen of juist voor de anderen? Hij bespeurde diep <strong>in</strong> zijn hart<br />

een groeiende afkeer van de wet. En morgen g<strong>in</strong>g hij Annette nog<br />

eens opzoeken <strong>in</strong> het ziekenhuis om haar te zeggen dat hij achter<br />

haar stond.<br />

95


9<br />

't Was niet meer zoals het geweest was <strong>in</strong> apotheek Zeewald. Niet<br />

alleen was de afwezigheid van de opgewekte Annette voelbaar, het<br />

kwam ook doordat de andere medewerkers een wrok hadden<br />

tegenover de apotheker. Hij was snel geweest met het ontslag, von­<br />

den ze. Erg snel. Hij had Annette de kans moeten geven zich te ver­<br />

dedigen.<br />

Justus vond het dan ook niet zo erg dat een paar weken later<br />

Gert-<strong>Jan</strong> terugkwam, de bezorger die zijn enkel had gebroken. Hij<br />

was genezen verklaard. Justus stond weer eens op straat.<br />

Hij g<strong>in</strong>g bij Annette langs, die weer thuis was uit het ziekenhuis.<br />

Hij kwam op een moment dat ze aan het musiceren was met haar<br />

man. Zij speelde piano, meneer Nachtegaal viool.<br />

, Ai, ik stoor', zei Justus.<br />

'Nee hoor, leuk dat je er bent. We waren net aan pauze toe.'<br />

'Komt er een proces?'<br />

'Ja, dat komt er zeker. Het is strafbaar wat ik heb gedaan.'<br />

'Voor de burgerlijke wet, niet voor de wet van het geweten', zei<br />

haar man hartelijk. Justus merkte dat hij haar zonder voorbehoud<br />

steunde en dat deed hem goed.<br />

'Ik neem aan dat je te zijner tijd zult moeten getuigen', zei<br />

meneer Nachtegaal tegen Justus.<br />

'Ik zal de waarheid moeten zeggen.'<br />

'Natuurlijk. Ik zal ook de waarheid zeggen', verzekerde Annette.<br />

'Weet je, ik ben schuldig, maar ik voel me niet schuldig. Ik zou het<br />

weer doen. En toch, denk ik, dat de wet niet anders kan zijn dan hij is.'<br />

'Gert-<strong>Jan</strong> is terug', zei Justus. 'Ik ben weer eens werkeloos.'<br />

'Zou je niet gewoon teruggaan naar school?'<br />

'Dus naar mijn vader?'<br />

Annette keek hem aan met een mengel<strong>in</strong>g van zorg en bewonde­<br />

r<strong>in</strong>g. 'Je kunt <strong>in</strong> je eentje de wereld niet hervormen', zei ze. 'Straks<br />

sta je <strong>in</strong> het leven zonder opleid<strong>in</strong>g, met je gelijk <strong>in</strong> je overigens lege<br />

rugzak.'<br />

Het klonk verre van overtuigend. Justus lachte. 'En dat zegt<br />

iemand die vanwege haar hogere gelijk gevangenisstraf riskeert.'<br />

96


'Ik hoor dat je bij de begrafenis van mijn oom Ludo bent<br />

geweest.'<br />

Justus knikte. 'Ik vond hem bijzonder.'<br />

'Dat was hij ook. Hij was het waard risico voor te lopen.' 'Zeg<br />

jongeman', vroeg meneer Nachtegaal, 'waarom volg je de avond­<br />

school niet?'<br />

Dat was een nieuwe gedachte voor Justus.<br />

'Misschien kan ik een baantje voor halve dagen krijgen', zei hij.<br />

'Veel geld heb ik niet nodig. Althans voor een tijdje. Ik heb weer<br />

wat gespaard. Ik zal erover denken, meneer Nachtegaal.' Hij vroeg<br />

of ze verder wilden gaan met muziek maken. Hij wilde graag luiste­<br />

ren. Toen hij aandrong speelden ze het laatste deel van de sonate<br />

van Brahms waar ze mee bezig waren geweest. Justus vond het<br />

prachtig. Hij hoorde zelden klassieke muziek. Zijn moeder haatte<br />

de radio en zijn vader hield meer van eigentijdse prestaties, met<br />

veel elektrische gitaren. De vele kle<strong>in</strong>e foutjes die Annette en haar<br />

man maakten hoorde hij niet. Hij hoorde wel dat ze heel muzikaal<br />

speelden.<br />

Drie dagen later was het geluk met hem. Het arbeidsbureau had<br />

een baantje voor de ochtenden, ergens midden <strong>in</strong> Stoutendam.<br />

Lichte adm<strong>in</strong>istratieve werkzaamheden, stond er. De belon<strong>in</strong>g was<br />

m<strong>in</strong>imaal, maar genoeg om even van rond te komen. Hij moest er<br />

de volgende d<strong>in</strong>sdag maar langs gaan, dan zou de man die de baan<br />

aanbood er zijn.<br />

D<strong>in</strong>sdag ben ik jarig, dacht Justus. Dan word ik zeventien. Een<br />

nieuw jaar, een nieuwe start.<br />

Voor het eerst <strong>in</strong> zijn leven g<strong>in</strong>g hij die d<strong>in</strong>sdag de deur uit voor­<br />

dat iemand hem had gefeliciteerd. Het was een lichte ochtend <strong>in</strong><br />

maart. De vorst was def<strong>in</strong>itief geweken. De dagen waren merkbaar<br />

aan het lengen, met m<strong>in</strong>uten per dag nu. Het adres was niet ver van<br />

het huis van zijn ouders, Karpatenstraat 23.<br />

Onder het bordje met 23 zat een ander bordje met de letters<br />

HbR. Daarnaast stak een ouderwetse bel <strong>in</strong> de muur, een koperen<br />

knop aan een stang. Het huis was m<strong>in</strong>stens honderd jaar oud, zo te<br />

zien. Groot was het niet. De ramen waren hoog en smal en ver­<br />

deeld <strong>in</strong> ruitjes. Boven de vensters waren kle<strong>in</strong>e versier<strong>in</strong>kjes <strong>in</strong><br />

97


steen aangebracht. Er was een voortuIntje van nauwelijks een<br />

meter diep, waar<strong>in</strong> een armetierige vuurdoorn groeide.<br />

'Een dynamisch, modern bedrijf', mompelde Justus.<br />

Hij trok aan de bel en hoorde dat het b<strong>in</strong>nen galmde.<br />

Een man deed open. Een meneer? Een man? Hij was <strong>in</strong> ieder<br />

geval <strong>in</strong>drukwekkend. M<strong>in</strong>stens één meter negentig lang, breed <strong>in</strong><br />

de schouders, een buik van jewelste, hij moest ver over de honderd<br />

kilo wegen. Zijn gezicht was ook breed, grote mond, grote ogen,<br />

niet onvriendelijk. Justus voelde zich kle<strong>in</strong> en zijn zeventien jaar<br />

schrompelden <strong>in</strong>een tot pas zeventien jaar.<br />

'Van het arbeidsbureau?' vroeg de man.<br />

Hij was, ondanks het dure pak met het grijze vest, toch meer een<br />

man dan een meneer. Dat zat vooral <strong>in</strong> de klank van zijn stem.<br />

'Ja. Ik ben Justus Verdaasdonk.'<br />

'Kom b<strong>in</strong>nen.'<br />

Ze liepen een e<strong>in</strong>dje de gang <strong>in</strong>, eerste deur l<strong>in</strong>ks naar b<strong>in</strong>nen.<br />

Wat kennelijk vroeger de woonkamer was geweest, was nu <strong>in</strong>ge­<br />

richt als een kantoortje. Dat wil zeggen, er stond een bureau, met<br />

een leunstoel erachter en een recht stoeltje ervoor. Er waren twee<br />

stalen dossierkasten en er stond nog een tafel met enkele stoelen er<br />

omheen. Dat was alles.<br />

'Mijn naam is Kozijnse. Ga zitten.' Hij ,wees naar de stoel voor<br />

het bureau en g<strong>in</strong>g er zelf achter zitten.<br />

'Ik ben de directeur - eigenaar kun je beter zeggen - van een<br />

sticht<strong>in</strong>g die Heren en andere nuttige d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>zamelt voor gebie­<br />

den waar een ramp is gebeurd. HbR, Hulp bij Rampen.<br />

Aardbev<strong>in</strong>gen, overstrom<strong>in</strong>gen, dat soort d<strong>in</strong>gen. De sticht<strong>in</strong>g<br />

werkt <strong>in</strong> verschillende steden. Zelf woon ik <strong>in</strong> Amsterdam.<br />

Dit kantoor hier <strong>in</strong> Stoutendam is op werkdagen van 9 tot 12 uur<br />

open. Dan kunnen er goederen worden afgeleverd. Ik heb iemand<br />

nodig die ze <strong>in</strong> ontvangst neemt, registreert, ordent, en verzendklaar<br />

maakt. Zwaar werk is het niet, je moet er vooral zijn. Zelf kom ik<br />

eens <strong>in</strong> de week, op z'n m<strong>in</strong>st eens <strong>in</strong> de veertien dagen.'<br />

'Lijkt me niet zo moeilijk', zei Justus.<br />

'Het is zo simpel als wat. Maar ik moet op je aan kunnen.'<br />

'Dat kunt u.'<br />

'Hoe kan ik daar zeker van zijn?'<br />

98


Tja, hoe kun je daar zeker van zijn?<br />

'Mijn eerlijke blauwe ogen?', zei Justus en hij sperde zijn don-<br />

kerbru<strong>in</strong>e spiegels van de ziel wijd open.<br />

De man lachte.<br />

'Waarom ben je niet op school?'<br />

'Ik ben zeventien.'<br />

'Dat is geen reden.'<br />

'Ik ga avondschool doen', zei Justus, die het besluit op dat<br />

moment nam.<br />

'Heb je ouders?'<br />

'Ja, ze wonen praktisch om de hoek.'<br />

'Heb je op het ogenblik een baan?'<br />

'Nee, meneer.'<br />

'Wat heb je hiervoor gedaan?'<br />

'Gewerkt bij apotheek Zeewald. Allerlei klusjes.'<br />

'Hebben ze je er uitgegooid?'<br />

'De jongen waar ik voor <strong>in</strong>viel, kwam terug. Hij had zijn enkel<br />

gebroken.'<br />

'Mag ik <strong>in</strong>licht<strong>in</strong>gen vragen?'<br />

'Natuurlijk', zei Justus.<br />

'Je kunt dus direct beg<strong>in</strong>nen?'<br />

'Geen probleem. Graag zelfs.'<br />

'Goed, ik zal je een paar d<strong>in</strong>gen laten zien', zei meneer Kozijnse.<br />

Ze liepen het huis door, bekeken waar de goederen lagen opgetast<br />

en de systematiek van het ordenen, ze namen het boek door waar<br />

alles <strong>in</strong> werd opgetekend. Ingewikkeld was het niet.<br />

'Kan het niet beter met een computer?' vroeg Justus.<br />

'<strong>Eigen</strong>lijk wel. Ik ben er nog niet aan toe gekomen. Kun je met<br />

een computer omgaan?'<br />

'Ja hoor.'<br />

'Misschien schaffen we er dan een aan.<br />

Goed, Justus, ik neem je aan. Een maand op proef. Heeft het<br />

arbeidsbureau je gezegd wat je zult verdienen?'<br />

'Ja meneer.'<br />

'Vul even deze lijst <strong>in</strong>.'<br />

Toen Justus dat had gedaan, constateerde meneer Kozijnse direct<br />

dat hij vandaag jarig was. Een gunstig voorteken, vond hij. Nou,<br />

99


dan was alles geregeld. Morgen beg<strong>in</strong>nen. Hij zou er dan bij wijze<br />

van uitzonder<strong>in</strong>g ook zijn om Justus verder wegwijs te maken en<br />

hij kon trouwens altijd naar Amsterdam bellen. Zijn bedrijf daar<br />

heette CONVERT en daar was altijd wel iemand. 'Nog vragen?'<br />

'Nee, hartelijk bedankt. Ik zal mijn best doen.'<br />

Een jofele man, die Kozijnse, vond hij. Zakelijk, vriendelijk. Hij<br />

had het getroffen. En al was dat baantje nog zo eenvoudig, hij zou<br />

behoorlijk zelfstandig zijn. Dat idee beviel hem. Fluitend vertrok<br />

hij, om zich door zijn moeder te laten feliciteren.<br />

In de dagen die volgden liep het allemaal heel soepel. Te soepel<br />

eigenlijk, want er was bijna niets te doen. Nadat Justus zich de<br />

opzet van de adm<strong>in</strong>istratie had eigengemaakt, de nog niet verstuur­<br />

de goederen had geïnspecteerd, en had uitgevonden hoe hij <strong>in</strong> het<br />

keukentje voor zichzelf koffie kon maken, g<strong>in</strong>g hij zitten wachten<br />

op de eerste klant. Die kwam pas na twee dagen. Het was een<br />

oudere mevrouw, die mopperde dat het <strong>in</strong>zamelpunt van het Leger<br />

des Heils was gesloten of iets dergelijks. Ze liet een zak met ouder­<br />

wetse jurken achter.<br />

'Geen opw<strong>in</strong>dende baan', constateerde Justus bij zichzelf.<br />

Goed, dat gaf hem ruim de tijd om zich op de studie te werpen.<br />

Hij liet zich <strong>in</strong>schrijven bij een avondschool en bereidde zich <strong>in</strong>ner­<br />

lijk voor op een paar saaie maanden. Van de zomer zou hij wel ver­<br />

der zien.<br />

Ze werden m<strong>in</strong>der saai dan hij dacht.<br />

Op een d<strong>in</strong>sdagochtend, drie weken na Justus' verjaardag, ver­<br />

scheen, zoals wel vaker, meneer Kozijnse. Hij constateerde dat alles<br />

goed liep en vroeg of Justus opmerk<strong>in</strong>gen had.<br />

'Er gaat zo we<strong>in</strong>ig om', zei Justus. 'Er zijn de afgelopen weken<br />

zes mensen geweest.'<br />

'Slappe tijd', zei meneer Kozijnse. 'Te we<strong>in</strong>ig rampen. Geen<br />

aardbev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Mexico. Geen overstrom<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Polen. De natuur<br />

houdt zich koest.'<br />

'Er is gebrek genoeg <strong>in</strong> de wereld. Te veel. Daar is geen natuur­<br />

ramp voor nodig.'<br />

'Weet ik wel', zei Kozijnse, 'maar de mensen komen pas <strong>in</strong> actie<br />

als de televisie zielige k<strong>in</strong>deren laat zien op een ijsschots.'<br />

100


'Op een ijsschots?'<br />

'Bij wijze van spreken. In een noodsituatie. Wacht maar tot er<br />

weer eens een vulkaan uitbarst. Dan komen de mensen bij drommen<br />

met hun ouwe kamizooltjes en oudmodische jacquetten. Dan zul je<br />

het drukker hebben dan de president van de Nederlandse Bank.'<br />

Justus knikte. Hij zag hoe zijn werkgever een kanjer van een<br />

sigaar uit een hulsje haalde, de punt er afknipte met een duur uit­<br />

ziende sigarenschaar en de brand er <strong>in</strong>joeg. Meneer Kozijnse was<br />

niet het type man dat zijn leven wijdde aan de lijdende mensheid.<br />

Waarom dacht hij dat nou? Te dik? Te welgedaan? Zijn woord­<br />

keus?<br />

'Ik moet nog even de stad <strong>in</strong>. De auto laat ik staan. Die haal ik<br />

straks wel op.'<br />

Kozijnse gooide zijn jas los over de schouders en beende de deur<br />

uit. Een energieke man, ondanks zijn gewicht, dat was zeker.<br />

Justus, achter zijn bureau, verdiepte zich <strong>in</strong> de Engelse les die hij<br />

de vorige avond had meegekregen. Toen hij na een tijdje even pau­<br />

zeerde, zag hij door het raam hoe aan de overkant een meisje naar<br />

het huis stond te kijken. Ze was van zijn leeftijd, schatte hij. Jack,<br />

spijkerbroek, kort haar. We<strong>in</strong>ig bijzonders aan te zien. Maar haar<br />

gedrag was bijzonder. Eerst dat gekijk, dat was al apart. Daarna<br />

werd het nog vreemder. Ze haalde iets uit de zak van haar jack en<br />

maakte een v<strong>in</strong>nige kras <strong>in</strong> het l<strong>in</strong>ker voorportier van meneer<br />

Kozijnses auto. Een Ford was het. Een grote. Een dure.<br />

Justus kwam half overe<strong>in</strong>d uit zijn stoel, wilde een schreeuw<br />

geven, maar die bleef steken <strong>in</strong> zijn keel. Want het leek of ze zich<br />

halverwege de kras bedacht. Ze hield op voordat de kras klaar<br />

was, zou je kunnen zeggen. Hij kwam maar tot halverwege het<br />

portier, terwijl een volwassen, een bewuste, een bedoelde kras van<br />

voor tot achter zou hebben gelopen.<br />

Daarna holde ze weg. Nou ja, hollen ... Ze deed een paar snelle<br />

stappen, keek schuw om zich heen, hield <strong>in</strong>, en liep toen gehaast<br />

weg van de plaats van het misdrijf. 'Misdrijfje', grijnsde Justus. Het<br />

hield hem bezig. Wat bezielde haar? Ze zag er niet uit als iemand<br />

die vernielzucht als hobby heeft. Het had een doelbewuste daad<br />

geleken, dié auto, alsof die haar iets had misdaan. Kun je een hekel<br />

hebben aan één bepaalde auto?<br />

101


Zou hij het zeggen tegen meneer Kozijnse? Dat probleem loste<br />

zichzelf voorlopig op. Want toen K'o zijnse terugkwam, zwaaide hij<br />

door het raam naar Justus, stapte gehaast, zonder de kras te zien,<br />

<strong>in</strong> zijn voertuig en reed weg.<br />

Justus vergat het voorval, of beter, hij vergat het bijna, tot hij<br />

een paar dagen later <strong>in</strong> een supermarkt <strong>in</strong>eens naast het meisje<br />

stond. Was ze het? Ze leek er <strong>in</strong> ieder geval op. Hij nam een pak<br />

karnemelk uit het rek, zij een pak yoghurt.<br />

Hij bekeek haar aandachtig. Leuk. Leuk meisje, zonder meer. Ze<br />

keek helder uit haar ogen, donkere oogharen, beetje bolle wangen,<br />

wat haar gezicht iets geestigs maar ook iets eigenwijs gaf. De zwie­<br />

rige boodschappentas deed daar nog een schep bovenop.<br />

'Heb je het gedaan met een spijker of met een haarspeld?', zei hij.<br />

Ze keek op alsof hij een haarspeld <strong>in</strong> haar aantrekkelijke kontje<br />

had geprikt. Haar wangen werden rood, zo snel als hij nog nooit<br />

eerder had zien gebeuren. Ze wendde zich van hem af, gooide het<br />

pak yoghurt terug <strong>in</strong> het vak en haastte zich de w<strong>in</strong>kel uit. Ze was<br />

het dus, dacht Justus.<br />

Hij schaamde zich een beetje dat hij haar zo had laten schrik­<br />

ken. Maar ook werd de ridder <strong>in</strong> hem wakker. Dit meisje was geen<br />

vandaal. Ze moest haar reden hebben gehad. Welke? Wat bezielde<br />

haar?<br />

Hij bespeurde een vreemd gevoel <strong>in</strong> zijn maag. Hij had z<strong>in</strong> om<br />

haar te helpen. Hij wist niet met wát, hij wist niet hoe, maar het<br />

gevoel was er.<br />

's Avonds vertelde hij het verhaal aan Stijn. Die was onmogelijk<br />

geworden s<strong>in</strong>ds hij Joke niet meer had. Hij zei bittere d<strong>in</strong>gen over<br />

ieder onderwerp dat op zijn pad kwam. De school deugde niet.<br />

De leraren waren Mieren. Franse chansons waren onbegrijpelijk,<br />

k<strong>in</strong>derachtig en eentonig. Zelfs de krokusjes die hun kopje opsta­<br />

ken op het veldje tegenover hun huis, moesten dat laten.<br />

'Deze dame heeft een erfelijke spijkerziekte', zei hij somber.<br />

'Misschien is ze door haar vriend <strong>in</strong> de steek gelaten', pestte<br />

Justus.<br />

'Leuk.'<br />

'Heb jij neig<strong>in</strong>g auto's te bekrassen?'<br />

'Ik heb neig<strong>in</strong>g motorfietsen te bekrassen.'<br />

102


'Ah', zei Justus, 'dus haar vriend is er met een oudere, rijke<br />

dame <strong>in</strong> een Ford vandoor gegaan.'<br />

'Kan wezen.'<br />

Nee, aan Stijn had je niet veel meer. Zelfs een vraag van Justus<br />

over de neerslag <strong>in</strong> de eerste drie maanden van het jaar wekte zijn<br />

belangstell<strong>in</strong>g niet.<br />

'Het regent iedere dag', zei hij met zorgelijk veel zelfmedelijden.<br />

Dus stapte Justus al gauw weer op. Stijn moest maar een tijdje<br />

<strong>in</strong> zijn verdriet gaarstomen.<br />

Hij betrapte zich erop dat hij vaker dan vroeger een ommetje<br />

maakte, bij voorkeur <strong>in</strong> de buurt tussen het kantoorje waar hij<br />

werkte, en de supermarkt. 'Je hebt z<strong>in</strong> om haar weer tegen te<br />

komen, beken dat nu maar, man', zei hij tegen zichzelf. Idioot<br />

natuurlijk. Hij had haar nog nooit een woord horen zeggen, hij<br />

wist niet hoe ze heette, ze bekraste auto's, wat hij m<strong>in</strong>derwaardig<br />

vond, en toch. Tja, dat zijn zo van die gevoelens.<br />

Natuurlijk zag hij haar weer, want met ijver en geluk en krach­<br />

tig willen valt heel wat te bereiken. Ze g<strong>in</strong>g weer de supermarkt <strong>in</strong>.<br />

Zijn hart maakte een sprongetje. Hij volgde haar op een afstandje<br />

en schoof <strong>in</strong> de drukte langzaam dichterbij.<br />

En toen maakte zijn blijdschap plaats voor een knoedel zenuwen<br />

<strong>in</strong> zijn buik. Wat te doen? Wat te zeggen? Meisjes maakten hem<br />

nerveus, dat was hij even vergeten.<br />

Hij zag ervan af. Er was niks aan haar. Een onnozel wicht, dat<br />

<strong>in</strong> een opwell<strong>in</strong>g krassen <strong>in</strong> auto's maakte.<br />

Toen stond ze tegenover hem en keek hem recht <strong>in</strong> zijn ogen.<br />

Om hen heen dromden de andere klanten. Ze zei niks, ze bleef kij­<br />

ken. Hij moest iets zeggen. Er kwam geen gedachte bij hem op .<br />

. Waarom had hij dit niet voorbereid? Waarom had hij geen gerust­<br />

stellende z<strong>in</strong> bij de hand? In zijn verwarr<strong>in</strong>g deed hij het stomste<br />

wat hij kon doen, vond hijzelf. Hij zei dezelfde z<strong>in</strong>:<br />

'Heb je het gedaan met een spijker of met een haarspeld?'<br />

'Kloothommel', zei ze.<br />

'Ik wil met je praten.'<br />

'Wacht buiten dan maar op me.'<br />

Hij kocht voor de vorm een zakje zoute drop, voegde zich bij de<br />

103


kortste rij voor de kassa's, die natuurlijk het langzaamst bleek op te<br />

schieten, maar toen hij buiten stond, moest hij toch nog een kwar­<br />

tier wachten voor ze arriveerde, met een tas vol boodschappen.<br />

'Wat wil je van me?'<br />

'Niks, ik wil niks van je', zei Justus.<br />

'Hoe heet je?' 'Justus.'<br />

'Ik ben Noortje.'<br />

Ze liepen langzaam door de straat, hij met zijn handen <strong>in</strong> zijn<br />

zakken, zij zeulend met de tas boodschappen. Moest hij aanbieden<br />

die voor haar te dragen? Dat zou stom kl<strong>in</strong>ken, vond hij. Het stond<br />

ook stom dat zij zeulde en hij niet. Ook dit probleem wist hij niet<br />

op te lossen.<br />

'Wil je een dropje?'<br />

Ze wilde een dropje.<br />

'Waarom vroeg je dat?'<br />

'Vroeg ik wat.'<br />

'Van die spijker en die haarspeld.'<br />

'Ik zag het je doen. Maak je daar een gewoonte van?'<br />

'Hoe kun je dat nou gezien hebben. Er was niemand op straat.'<br />

'Ik zag het van b<strong>in</strong>nenuit. Door het raam.'<br />

'0, was je daar. Ik dacht dat er nooit iemand kwam dan die<br />

Kozijnse', zei ze.<br />

'Ik werk voor hem. S<strong>in</strong>ds kort.'<br />

'Wat doe je dan?'<br />

'Adm<strong>in</strong>istratie. Bijhouden wat er aan oude kled<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenkomt<br />

en uitgaat.'<br />

'Ouwe kled<strong>in</strong>g me hoela', zei ze. 'Denk je echt dat die man met<br />

z'n patserige auto zich druk maakt om k<strong>in</strong>dertjes op een ijsschots?'<br />

'Waarom noem je dat k<strong>in</strong>dertjes op een ijsschots?' vroeg Justus<br />

verbaasd.<br />

'Dat zegt hij altijd.'<br />

'Ken je hem dan zo goed?'<br />

'Ik ken hem, ja.'<br />

'En je houdt niet van hem.'<br />

Ze snoof m<strong>in</strong>achtend.<br />

'Waarom heb je zo'n hekel aan hem?' vroeg Justus.<br />

'Daarom.'<br />

104


Een antwoord waar je veel aan hebt.<br />

'Heb je hem verteld dat je zag wie de kras maakte?' 'Nee, hij is<br />

s<strong>in</strong>dsdien niet meer op kantoor geweest.'<br />

'Ga je het hem vertellen? Het kan me trouwens niks schelen', zei<br />

Noorje bokkig.<br />

'Je loopt maar te zeulen met die tas. Zal ik .. .'<br />

'Hier woon ik.'<br />

Ze stond stil voor de deur van een gewoon rijtjeshuis.<br />

'Nou, dag.'<br />

Justus keek schaapachtig. G<strong>in</strong>g ze nou <strong>in</strong>eens naar b<strong>in</strong>nen? Dat<br />

g<strong>in</strong>g ze.<br />

'Dag', zei hij.<br />

'Klap', zei de deur.<br />

Justus had we<strong>in</strong>ig bewonder<strong>in</strong>g voor zichzelf. Hij zat gebogen over<br />

zijn huiswerk, maar zijn gedachten waren elders. We<strong>in</strong>ig bewonde­<br />

r<strong>in</strong>g? Hij was een oen, een hals, een zwakbegaafde, een ... Waarom<br />

was zij, die toch de kras had gemaakt, die toch de schuldige was,<br />

zelfverzekerd geweest en hij onnozel en zenuwachtig? Waarom was<br />

hij niet geestig en krachtig en doelbewust geweest? Waarom had hij<br />

het gevoel gehad dat hij iets verkeerds had gedaan? Waarom maak­<br />

ten meisjes altijd dat je bloosde en stotterde en jezelf een sukkel<br />

voelde?<br />

Goed, haar hoefde hij <strong>in</strong> ieder geval niet weer te zien. Basta. Uit.<br />

Waarom, daarom. Typisch iets voor meiden. Waarom? Daarom.<br />

Logica hadden ze nog nooit van gehoord. Een k<strong>in</strong>d had hij zich<br />

gevoeld. Een kleuter. Een broekenmannetje.<br />

En dan de pretentie van zo'n wicht. Ze wil even ophelder<strong>in</strong>g<br />

over wat hij heeft gezegd. Ze kijkt hem recht <strong>in</strong> de ogen. Ze laat<br />

hem buiten wachten. Haar tas heeft hij lekker niet gedragen.<br />

Maar ze komt wel alles te weten wat ze wil weten. Dat Kozijnse<br />

er maar af en toe is. Dat hij <strong>in</strong> gebruikte kled<strong>in</strong>g doet. Dat hij voor<br />

Kozijnse werkt. Dat hij de man niks heeft verteld. En wat is hij zelf<br />

te weten gekomen? Niets. Helemaal niets.<br />

Zou hij er nog eens langs gaan?<br />

Ja, hij zal daar gek zijn. Nog eens meemaken dat ze hem als een<br />

snotjongen behandelt. Waarom zou ze zo de pest hebben aan<br />

105


meneer Kozijnse? Misschien heeft hij met zijn auto haar hondje<br />

aangereden. Die Noortje is wel iemand om een hondje te hebben,<br />

zo'n kle<strong>in</strong>tje, waar je de baas over kunt spelen. En Kozijnse is wel<br />

iemand om niet op overstekende hondjes te letten.<br />

Als hij haar eens een briefje schreef? Dat is misschien een idee.<br />

Hij neemt zijn blocnote en schrijft:<br />

Beste Noortje<br />

Nu weet ik nog niet waarom je de auto van meneer Kozijnse hebt<br />

bekrast. Als je me daar geen goede reden voor geeft, meld ik het bij<br />

de politie.<br />

Groeten<br />

Justus.<br />

Jasses wat een rotbrief. Gaat hij haar een beetje bedreigen. De eer­<br />

ste prop gaat de prullenmand <strong>in</strong>. Hij probeert het opnieuw.<br />

Beste Noortje<br />

We hebben ons gesprek vanmiddag niet afgemaakt. Ik stel voor de<br />

we elkaar nog eens ontmoeten. Mijn telefoonnummer op kantoor<br />

ts ...<br />

Ook niks, tweede prop.<br />

Schrijven kan hij dus ook al niet. Vooruit, Engels idioom.<br />

Natuurkunde, de wet van Archimedes. Biologie, het verschil tussen<br />

mannetjes en vrouwtjes. Nou, dat verschil mag er wezen.<br />

Dag Noortje<br />

Ik vond het leuk je vanmiddag te ontmoeten. Ik wil je graag nog<br />

eens zien. Morgenavond om acht uur ben ik <strong>in</strong> Het Ezelsveulen op<br />

de Markt. Ik hoop dat je langskomt.<br />

Groeten<br />

Justus.<br />

Zo moet het maar. Gehaast, om niet weer van gedachten te veran­<br />

deren, stopt hij het briefje <strong>in</strong> een envelop, schrijft daar Noortje op<br />

106


en gaat hem bij haar <strong>in</strong> de bus stoppen.<br />

Plop, zegt de brief als hij <strong>in</strong> de bus valt. Een onherroepelijk<br />

geluid. Justus gaat naar huis en slaapt onrustiger dan hij <strong>in</strong> weken<br />

heeft gedaan.<br />

107


Ze kwam.<br />

En ze wilde cola.<br />

10<br />

En ze was helemaal niet zo'n zelfverzekerd, alles naar haar hand<br />

zettend typetje als Justus had gedacht.<br />

'Die man heeft ons gez<strong>in</strong>, vooral mijn vader, reuze gemeen<br />

behandeld', zei ze.<br />

'GÓh.'<br />

'Hij lijkt 0 zo aardig, hij is de royaalste man van de wereld<br />

onder de honderd gulden, maar als het om grote bedragen gaat is<br />

hij de hebzuchtigste.'<br />

'En toch zamelt hij kleren <strong>in</strong> voor k<strong>in</strong>deren op een ijsschots', zei<br />

Justus.<br />

'Dat geloof ik dus niet. Die sticht<strong>in</strong>g is vast een dekmantel voor<br />

iets wat het daglicht niet kan velen.'<br />

'Je heet Noortje, hé? Noortje hoe?'<br />

'Noortje van der Molen. En jij?'<br />

'Justus Verdaasdonk.'<br />

De spann<strong>in</strong>g tussen hen was een stuk m<strong>in</strong>der geworden. Justus<br />

geloofde onmiddellijk dat Kozijnse niet deugde (terwijl hij niets<br />

anders dan aardige d<strong>in</strong>gen van hem had meegemaakt), en hij<br />

geloofde beslist dat Noortje wél deugde (terwijl hij haar een zo<br />

goed als nieuwe auto moedwillig had zien bekrassen). Hoe kwam<br />

dat nou, vroeg hij zich af. Dat moest 'm toch <strong>in</strong> het uiterlijk zitten,<br />

zou je zeggen. Er zijn zoveel d<strong>in</strong>gen op grond waarvan je iemand<br />

beoordeelt. Niet alleen wát hij zegt, ook hóe hij het zegt, hoe hij<br />

loopt, gaat zitten, zich kleedt, je aankijkt, al die d<strong>in</strong>gen samen<br />

geven je een beeld van iemand.<br />

'Wat heeft hij jullie dan aangedaan?' Noortje staarde naar<br />

buiten.<br />

'Blijkbaar genoeg om zijn auto te vernielen', zei J ustus.<br />

'Dat was idioot van me. Ik had al spijt terwijl ik bezig was. Ik<br />

deed het <strong>in</strong> een opwell<strong>in</strong>g.'<br />

gen.'<br />

Justus knikte. 'Ik heb soms ook onverwachte woede-uitbarst<strong>in</strong>­<br />

108


Hij wachtte, <strong>in</strong> de hoop dat ze meer zou vertellen. Dat deed ze.<br />

'Drie jaar geleden woonden we nog <strong>in</strong> het huis waar jij nu werkt.<br />

Het is meer dan honderd jaar <strong>in</strong> de familie geweest. Mijn vader is<br />

er geboren. Preek is er geboren, mijn broer. Ik ben er geboren.<br />

Kozijnse heeft het ons op een vuile manier afhandig gemaakt.'<br />

'Hoe dan?'<br />

'Op een manier dat geen <strong>rechter</strong> er iets aan schijnt te kunnen<br />

doen. Hij heeft het niet gestolen en toch is hij een dief, als je<br />

begrijpt wat ik bedoel.'<br />

ken.'<br />

'Zo'n beetje. Maar hoe g<strong>in</strong>g het dan precies?'<br />

'Dat moest ik je maar niet vertellen. Jij moet met die man wer­<br />

Ja, dat was zo. Als hij te weten kwam dat Kozijnse een slim<br />

soort oplichter was, zo een die door de mazen van de wet zwom ...<br />

Iemand die d<strong>in</strong>gen deed die niet deugen, maar op een manier dat<br />

hij niet gepakt kon worden ... Dat kwam hem bekend voor. Daar<br />

was hij al eens voor weggelopen. Dan zou hij zijn baantje moeten<br />

opgeven. Terwijl het hem zo goed van pas kwam.<br />

Nu staarde hij door het raam.<br />

'Ik haal nog een cola. Wil jij ook?', zei Noortje. 'Of iets anders?'<br />

'Geef maar een bierje, of nee, ik moet vanavond naar school. Doe<br />

maar seven up.'<br />

Ze kwam terug met volle glazen.<br />

'Ik wil het toch weten', zei Justus. 'Als je het wilt vertellen.'<br />

'Waarom wil je het weten?'<br />

'Omdat ik je leuk v<strong>in</strong>d', zei hij, met <strong>in</strong>eens een vrijmoedigheid<br />

die hij nog nooit eerder had opgebracht. Hij kreeg er een kleur bij,<br />

en ook bij haar kroop het rood weer omhoog, net als een paar<br />

dagen geleden <strong>in</strong> de supermarkt.<br />

'Dan vertel ik het.'<br />

Meneer Van der Molen had een kle<strong>in</strong>e zaak midden <strong>in</strong> Stoutendam.<br />

Hij verkocht stoelen en tafels voor kant<strong>in</strong>es, kle<strong>in</strong>e cafés, en dat<br />

soort ruimtes, en verder van alles en nog wat voor buiten, zoals<br />

tu<strong>in</strong>meubels en parasols. Voor dat laatste was de stad <strong>in</strong>middels<br />

niet meer zo'n goede locatie. Aan de rand van het stadje en <strong>in</strong> de<br />

dorpen <strong>in</strong> de buurt verschenen overal tu<strong>in</strong>centra die niet alleen<br />

109


geraniums en ch<strong>in</strong>ese rozen verkochten, maar meer en meer ook<br />

zonneschermen, barbecue-sets en tu<strong>in</strong>ameublementen. Net als<br />

overal maakten ook de <strong>in</strong>woners van Stoutendam tochtjes met hun<br />

auto en g<strong>in</strong>gen voor hun tu<strong>in</strong>spullen naar w<strong>in</strong>kels met ruime keus<br />

en goede parkeermogelijkheid.<br />

Toch kon Van der Molen het hoofd nog boven water houden,<br />

door hard werken en zu<strong>in</strong>ig leven.<br />

Er was geen woonhuis aan de zaak verbonden. De familie,<br />

vader, moeder en dochter Noortje woonden <strong>in</strong> vaders geboorte­<br />

huis, Karpatenstraat 23. Freek, die negen jaar ouder was dan Noor,<br />

woonde al jaren <strong>in</strong> Canada.<br />

Rechts naast de zaak van Van der Molen was een grote w<strong>in</strong>kel<br />

<strong>in</strong> lederwaren. <strong>Eigen</strong>aar <strong>in</strong>dertijd: Kozijnse. Hij was er zelf maar af<br />

en toe, want hij had op meerdere plaatsen <strong>in</strong> het land belangen. In<br />

de lederwarenzaak werkte een w<strong>in</strong>kelchef voor hem, Piet de<br />

Kon<strong>in</strong>g.<br />

Van der Molen en Kozijnse stonden op goede voet met elkaar.<br />

Er kwam wel eens een klant bij Van der Molen die zei dat hij door<br />

Kozijnse op Van der Molens w<strong>in</strong>kel attent was gemaakt en het<br />

omgekeerde gebeurde ook. Soms dronken ze na sluit<strong>in</strong>gstijd samen<br />

een biertje, <strong>in</strong> een kroegje op de hoek. 'Op een dag', zei Kozijnse<br />

bij zo'n gelegenheid: 'Hoe hou je het vol, man. Wie koopt er nu<br />

nog tu<strong>in</strong>meubels <strong>in</strong> de stad? De mensen zijn rijk genoeg, daar gaat<br />

het niet om. Ik verkoop duurdere en duurdere tasjes en koffers.<br />

Maar jij moet het moeilijk hebben met die tu<strong>in</strong>centra overal om<br />

Stoutendam heen.'<br />

'Ik red me', zei Van der Molen.<br />

, Als je er ooit over denkt te stoppen, neem ik de zaak van je<br />

over. Ik wil wel uitbreiden.'<br />

'Nee hoor', zei Van der Molen. 'Zoals gezegd, ik red me.'<br />

Af en toe kwam Kozijnse erop terug. Meestal met een kw<strong>in</strong>k­<br />

slag, nooit vervelend of bedreigend. Maar Van der Molen zag geen<br />

kans iets groters en meer eigentijds buiten de stad te kopen en hij<br />

wilde er niet van horen.<br />

Achter de joviale toon van Kozijnse g<strong>in</strong>gen boze gedachten<br />

schuil. Hij wilde Van der Molen, die hij een kle<strong>in</strong>e, onbeduidende<br />

ploeteraar vond, weg hebben. En hij zon op een mogelijkheid.<br />

110


Een man als Kozijnse kent veel ondernemers, door het hele land.<br />

Hij komt <strong>in</strong> clubs waar ze elkaar op de hoogte houden van de<br />

ontwikkel<strong>in</strong>gen van vraag en aanbod. Hij leest de vakbladen. Hij<br />

gaat geregeld naar het buitenland om de trends <strong>in</strong> de verschillende<br />

bedrijfstakken <strong>in</strong> de gaten te houden. Kortom, hij weet van wan­<br />

ten.<br />

Zo was hij eens <strong>in</strong> gesprek met een grote fabrikant van tu<strong>in</strong>meu­<br />

bels, die hem vertelde dat volgens hem de bekende witte kunststof<br />

stoelen en tafels hun langste tijd hadden gehad. 'Hout wordt de<br />

mode, let op m'n woorden', zei de man.<br />

Kozijnse knoopte het <strong>in</strong> z'n oren.<br />

Bij een andere gelegenheid sprak hij de eigenaar van een keten<br />

van landelijk gelegen restaurants, met veel tu<strong>in</strong> en terras. Het was<br />

J.G. van Heesteren, van de bekende Heesterrestaurants.<br />

'Wat is volgend seizoen de trend <strong>in</strong> terrasmeubels, Van Heesteren?'<br />

vroeg Kozijnse.<br />

'Rustiek', antwoordde Van Heesteren. 'Harmonie met de natuur.<br />

Al dat gedoe over het milieu heeft de smaak van de mensen veran­<br />

derd. Dus hout. Hardhout dat op een natuurvriendelijke manier<br />

wordt gewonnen. Bij mij komt er geen kunststof meer <strong>in</strong>. Niet<br />

iedereen heeft het al <strong>in</strong> de gaten, maar ik ben er van overtuigd dat<br />

het dat wordt. Let maar op, over een poosje zie je nergens meer<br />

kunststof.'<br />

'Juist', zei Kozijnse.<br />

Hij belde de fabrikant van tu<strong>in</strong>meubels en vroeg of hij nog veel<br />

meubels van kunststof <strong>in</strong> voorraad had.<br />

'Natuurlijk', zei de man. 'Ze gaan er zo vlug mogelijk uit. Wil je<br />

ze kopen?'<br />

'Nee, ik zit niet <strong>in</strong> die branche', zei Kozijnse. 'Maar misschien<br />

weet ik iemand voor je. Wat geef je voor kort<strong>in</strong>g?'<br />

'Dat hangt ervan af. Wie m'n hele voorraad koopt, kan zeker<br />

25% krijgen op de <strong>in</strong>koopprijs.'<br />

'Ik geef het door. Misschien word je gebeld door een zekere Van<br />

der Molen. Die kon wel eens belangstell<strong>in</strong>g hebben. Wat zit er voor<br />

mij <strong>in</strong>?'<br />

'Als ik alles met 25% kort<strong>in</strong>g aan hem kan slijten, krijg jij 5%.'<br />

'Dat is afgesproken', zei Kozijnse.<br />

111


Een paar dagen later zat hij weer met Van der Molen <strong>in</strong> het café.<br />

'De economie trekt weer aan', zei Kozijnse. 'Goed voor onze<br />

bedrijven. Ik kan het al merken. Het gaat uitstekend <strong>in</strong> de leerbran­<br />

che. Hoe is het bij jullie?'<br />

'Het gaat.'<br />

'Ik heb een tip voor je. Ken je Van Amerongen?'<br />

'De fabrikant? Natuurlijk ken ik die. Niet persoonlijk, ik ken<br />

z'n bedrijf. Ik betrek wel eens iets van ze.'<br />

'Naar ik hoor, dreigt hij failliet te gaan.'<br />

'0 ja?'<br />

'Hij probeert het te voorkomen door op andere artikelen over te<br />

gaan. Hij wil geloof ik tapijten en zo gaan maken. Dus moet hij<br />

zijn voorraad tu<strong>in</strong>meubels kwijt.'<br />

'Dat is <strong>in</strong>teressant.'<br />

'Ik heb uit betrouwbare bron gehoord dat wie zijn hele voor­<br />

raad koopt, 20 à 25 procent kort<strong>in</strong>g kan krijgen. Als het iets voor<br />

jou is, moet je er snel bij zijn, lijkt me.'<br />

'Ik bel morgenochtend meteen. Bedankt man.'<br />

En dat is wat Van der Molen deed. Verlokt door de te verwach­<br />

ten w<strong>in</strong>st, kocht hij veel te veel tafels en stoelen van witte kunst­<br />

stof. Handenwrijvend van plezier kwam hij thuis.<br />

'Wie weet kunnen we te zijner tijd toch nog gaan uitkijken naar<br />

een bedrijf buiten de stad', zei hij tegen zijn vrouw.<br />

'Is het schip met goud b<strong>in</strong>nengevaren?'<br />

'Laten we zeggen, een scheepje. Maar toch .. .'<br />

'Vertel eens.'<br />

'Ik heb uit een bijna failliete boedel een voorraad meubels kun­<br />

nen kopen voor een zeer aantrekkelijk prijsje. Daar gaan we lekker<br />

op verdienen.'<br />

'Mooi zo', riep Noortje. 'In februari naar de w<strong>in</strong>tersport.' Maar<br />

mevouw Van der Molen zei zu<strong>in</strong>ig:<br />

'Dan zul je ze eerst moeten verkopen, Bastiaan.'<br />

'De economie trekt aan.'<br />

'Laten we het hopen.'<br />

Mevrouw Van der Molen kreeg natuurlijk gelijk met haar scep­<br />

sis. De witte tafels, stoelen en banken, ofschoon van prima kwali­<br />

teit, bleken praktisch onverkoopbaar. Dat gaat zo met de mode.<br />

112


Niet alleen bij kled<strong>in</strong>g, ook voor allerlei andere d<strong>in</strong>gen. Wat giste­<br />

ren prachtig werd gevonden, haalt men vandaag de neus voor op.<br />

Bl<strong>in</strong>ken, st<strong>in</strong>ken. Halleluja, kruist hem. Een maand na de aankoop<br />

besefte Van der Molen dat hij <strong>in</strong> de val was gelopen. Dat wil zeg­<br />

gen, hij wist toen nog niet dat het een val was geweest. Hij dacht<br />

nog dat Kozijnse te goeder trouw had gehandeld.<br />

Ze dronken weer een biertje, <strong>in</strong> hun stamcafé. Kozijnse, royaal<br />

als altijd, betaalde.<br />

'Een flop', zei Van der Molen neerslachtig. 'Dit doet me de das<br />

om.'<br />

'Maar hoezo dan toch, beste kerel. Je bent er toch goedkoop<br />

aangekomen.'<br />

'Men gaat <strong>in</strong> hout. Kunststof is uit. En ik heb het niet zien aan­<br />

komen.'<br />

'Kopen de mensen tegenwoordig houten tu<strong>in</strong>meubelen?'<br />

'Hardhout. Uit Australie. Uit Oost-Europa .. . '<br />

'Wat spijt me dat nou. Ik voel me schuldig dat ik je de tip heb<br />

gegeven.'<br />

'Het is mijn eigen schuld. Jij doet <strong>in</strong> leer. Ik had het zelf moeten<br />

weten.'<br />

'Kun je de klap opvangen?' vroeg Kozijnse vol medeleven. 'Ik<br />

denk het niet. Dit kon wel eens het e<strong>in</strong>de van m'n zaak betekenen.'<br />

'Als ik iets voor je kan doen ... Je weet dat ik met genoegen je<br />

zaak overneem. Dan zou ik uitbreiden.'<br />

'Als het tot een faillissement komt, zal ik eraan denken.' Nee,<br />

Van der Molen doorzag Kozijnse niet. Hij was een goedgelovig<br />

man, met vertrouwen <strong>in</strong> de mensen.<br />

Maar dat veranderde.<br />

Hij besloot een bezoek te brengen aan de fabriek die hem de<br />

partij had geleverd. De eigenaar, meneer Van Amerongen, ontv<strong>in</strong>g<br />

hem hartelijk.<br />

'U werkt natuurlijk op een heel andere schaal dan ik', zei Van<br />

der Molen, 'maar naar ik hoor zitten we <strong>in</strong> hetzelfde schuitje.' Van<br />

Amerongen trok zijn wenkbrauwen op.<br />

'U zit immers ook tegen een faillissement aan?'<br />

'Hoe komt u daarbij ?'<br />

'Dat hoorde ik zeggen.'<br />

113


'Dat hebt u dan verkeerd gehoord', zei Van Amerongen. 'Het<br />

gaat ons zeer goed. We gaan uitbreiden.'<br />

'Ik heb die partij witte tu<strong>in</strong>meubels van u gekocht.'<br />

'Ach ja, Van der Molen uit Stoutendam. Daar hebt u me mooi<br />

mee uit de brand geholpen. We doen alles <strong>in</strong> hout tegenwoordig.'<br />

'Dat heb ik te laat gemerkt', zei Van der Molen. 'Ik raak die par­<br />

tij van u niet kwijt. Ik hou het hoofd niet boven water.' 'Wat spijt<br />

me dat nou.'<br />

'Ik kreeg een tip van mijn buurman, Kozijnse.'<br />

'Kozijnse, die ken ik wel. Zit bij me <strong>in</strong> de Rotary. Ik her<strong>in</strong>ner me<br />

dat hij uw naam noemde. Nou, die heeft u een lelijke poets gebak­<br />

ken. Hij wist best dat het slecht g<strong>in</strong>g met de kunststof meubelen.'<br />

'Wist hij dat?'<br />

'Natuurlijk wist hij dat. Heeft-ie iets tegen u? Hebt u hem iets<br />

misdaan?'<br />

E<strong>in</strong>delijk brak het licht door bij Van der Molen.<br />

'Hij wil m'n zaak hebben.'<br />

'Wat een rotkerel', gromde Van Amerongen.<br />

Hij was zelf een solide, betrouwbare zakenman, die dit soort<br />

trucjes niet op prijs stelde. Hij vertelde Van der Molen dat hij zelfs<br />

een fl<strong>in</strong>ke commissie aan Kozijnse had betaald toen de deal was<br />

gesloten. Maar ja, zaken zijn zaken, er was natuurlijk geen sprake<br />

van dat hij het gebeurde kon terugdraaien. Het speet hem zeer voor<br />

Van der Molen en hij hoopte dat die zich zou redden. Wat Kozijnse<br />

betreft, daar zou hij <strong>in</strong> de toekomst voor uitkijken.<br />

Terug <strong>in</strong> Stoutendam stru<strong>in</strong>de Van der Molen direct de leder­<br />

warenw<strong>in</strong>kel van zijn buurman <strong>in</strong>.<br />

'Waar is je baas', riep hij woedend tegen Piet de Kon<strong>in</strong>g. Die<br />

hoefde niet te antwoorden, want Kozijnse kwam al tevoorschijn.<br />

'Is er iets, buurman?'<br />

'Jij schoft. Jij smerige, hypocriete, achterbakse schoft.' 'Hij<br />

houdt niet van me', zei Kozijnse zoetsappig tegen zijn w<strong>in</strong>kelchef.<br />

'Je bent een laaghartige, crim<strong>in</strong>ele patser.'<br />

'Hij heeft een rijke woordenschat, v<strong>in</strong>d je niet Piet?'<br />

Het spottende toontje bracht Van der Molen tot nog groter<br />

razernij .<br />

'Ik zal je smerige, misdadige tronie .. .'<br />

114


Met gebalde vuisten kwam hij dichterbij en leek Kozijnse <strong>in</strong> zijn<br />

gezicht te willen slaan. Maar toen hij tegenover de man stond,<br />

werd het verschil <strong>in</strong> postuur wel heel duidelijk. Kozijnse leek twee­<br />

maal zo zwaar, zo sterk, zo <strong>in</strong>drukwekkend.<br />

'Bedaar', zei hij met een valse glimlach. 'Laten we een biertje<br />

gaan dr<strong>in</strong>ken. Zaken zijn zaken, dat moest je toch langzamerhand<br />

weten.'<br />

Van der Molen begreep dat hij tegen deze man niet was opge­<br />

wassen. Hij draaide zich om en liep de zaak uit.<br />

Thuis vertelde hij alles aan zijn vrouw en dochter. Hij verhulde<br />

niet hoe goedgelovig hij was geweest. Ze probeerden hem te troos­<br />

ten.<br />

'Ik kan mijn schulden niet betalen', zei hij terneergeslagen. 'Ik<br />

zal de zaak moeten opheffen, en Kozijnse zal hem kopen.'<br />

'Nee', zei zijn vrouw. 'Hij krijgt hem niet.'<br />

'Hoe wou je dat verh<strong>in</strong>deren?'<br />

'We verkopen dit huis. Met de opbrengst betalen we de schul­<br />

den. We zoeken een huurwon<strong>in</strong>g. En we zetten de w<strong>in</strong>kel voort.'<br />

'Mijn ouderlijk huis.'<br />

'Het is maar een huis.'<br />

Zo gebeurde het.<br />

Kozijnse begreep dat Van der Molen door de verkoop van zijn<br />

won<strong>in</strong>g zijn w<strong>in</strong>kel kon behouden, zodat hij de lederwarenzaak<br />

toch niet kon uitbreiden. Maar mannen als hij weten de bakens op<br />

tijd te verzetten. Hij verkocht zijn lederwarenw<strong>in</strong>kel voor een<br />

prachtige prijs. Om zijn gram te halen deed hij een bod op<br />

Karpatenstraat 23, niet onder zijn eigen naam, hij deed het via de<br />

sticht<strong>in</strong>g HbR (Hulp bij Rampen). En zo verwierf hij het huis.<br />

Van der Molen was opnieuw woedend toen hij hoorde wie zijn<br />

huis eigenlijk had gekocht. Woedend vooral op zichzelf. Hij liet<br />

zich voortdurend beetnemen.<br />

'Je bent geen partij voor een type als Kozijnse. En daar ben ik<br />

trots op', zei zijn vrouw troostend.<br />

'Zo is het gegaan', zei Noortje.<br />

'Wat een smerige, achterbakse ... hoe zei je vader dat?'<br />

' ... hypocriete schoft', vulde Noorje bereidwillig aan.<br />

115


'Ik ga onmiddellijk bij hem weg. Bij zo'n smeerlap wil ik niet<br />

werken.'<br />

'Dat lijkt me nogal stom. Hij kan zo tien anderen krijgen. Je<br />

straft er hem niet mee, je straft jezelf.'<br />

Justus verzonk <strong>in</strong> gepe<strong>in</strong>s.<br />

'Weet je', zei Noorje, 'ik vraag me af of zoiets gewoon maar<br />

mag. Kun je zo'n man niet voor de <strong>rechter</strong> slepen? Mijn vader zegt<br />

van niet, maar dat kan ik me niet voorstellen.'<br />

'Ik weet langzamerhand iets van <strong>rechter</strong>s.'<br />

Hij vertelde op zijn beurt wat hij het afgelopen jaar had meege­<br />

maakt. Noortje luisterde net zo aandachtig als hij daarvoor had<br />

gedaan.<br />

'Ik heb altijd Yvonne achter de hand. Ik zal jullie geval eens aan<br />

haar voorleggen. Ik geef je we<strong>in</strong>ig kans.'<br />

'Ik reken nergens op.'<br />

'Ze komt dit weekend thuis. Ik ga ook thuis langs. Dan kan ik<br />

het vragen. Kom jij dan maandagmorgen naar de Karpatenstraat.<br />

Kun je gelijk je oude huis nog eens zien. Kozijnse is er nooit op<br />

maandag. Die komt alleen d<strong>in</strong>sdags, als hij al komt.' 'Ik heb maan­<br />

dag het eerste uur vrij. Ik ben er om negen uur.' Leuk, dacht Justus.<br />

Heel leuk.<br />

'Geen schijn van kans', zei Yvonne.<br />

'Dus dit soort d<strong>in</strong>gen mag maar zo.'<br />

'Kozijnse heeft de wet niet overtreden. Zijn bedoel<strong>in</strong>gen deugden<br />

natuurlijk niet, maar de <strong>rechter</strong> kan geen bedoel<strong>in</strong>gen gaan straffen.'<br />

'Er klopt niks van ons rechtssysteem', mopperde Justus. Dat was<br />

een schop tegen het zere been van zijn zus. 'Denk jij dat je een beter<br />

systeem kunt verz<strong>in</strong>nen? Er gebeuren de hele dag door d<strong>in</strong>gen die<br />

niet goed zijn, maar die je niet bij wet kunt verbieden. Je zusje pes­<br />

ten, mag dat? Een vrouw die net haar man heeft verloren l<strong>in</strong>ks laten<br />

liggen, mag dat? Je hond de hele dag alleen thuis laten zitten. Kle<strong>in</strong>e<br />

k<strong>in</strong>deren afsnauwen. Met iemand anders uitgaan zonder het tegen je<br />

vriendje te zeggen. Leraren sarren. Vuilnisemmers omtrappen.<br />

Alleen aan jezelf denken en de rest van de wereld laten barsten. Mag<br />

dat? En als dat niet mag, hoe wou je het dan bij wet verbieden?'<br />

Justus zweeg.<br />

116


'Hoor eens Justus', g<strong>in</strong>g Yvonne verder, 'de wet geeft regels om<br />

de samenlev<strong>in</strong>g m<strong>in</strong> of meer <strong>in</strong> goede banen te leiden. Daarmee<br />

maak je van slechte mensen nog geen goeie. Goed en kwaad, daar<br />

houdt de ethiek zich mee bezig. Die gaat over de wet van het gewe­<br />

ten. Godsdiensten zeggen er iets over. De christelijke kerken bij­<br />

voorbeeld. Ze hebben de wet van Mozes: je mag niet dit en je mag<br />

niet dat, net zoiets als onze Nederlandse wetten. Maar er is nog iets<br />

bij, een gebod: je moet je medemensen net zo liefhebben als jezelf.<br />

De nalev<strong>in</strong>g van zo'n gebod kun je niet afdw<strong>in</strong>gen. Je kunt het<br />

alleen steeds weer zeggen, je kunt proberen jezelf en andere mensen<br />

ervan te overtuigen dat het een goed gebod is.<br />

Het zijn trouwens niet alleen kerken die dit soort d<strong>in</strong>gen zeggen.<br />

Het humanisme bijvoorbeeld zegt het ook. Feitelijk proberen heel<br />

veel ouders het hun k<strong>in</strong>deren bij te brengen: je moet niet liegen, je<br />

moet betrouwbaar zijn, je moet iets over hebben voor anderen, dat<br />

soort d<strong>in</strong>gen. Niet omdat het <strong>in</strong> de wet staat, maar omdat ons<br />

geweten het zegt.'<br />

'Straks ben je advocaat', zei Justus. 'Stel meneer Van der Molen<br />

sleept Kozijnse voor de <strong>rechter</strong>. Jij bent Kozijnses advocaat. Stel het<br />

is precies zo gegaan als Noortje me heeft verteld. Kun jij nu voor je<br />

geweten verantwoorden, dat geweten waar je het over hebt, om die<br />

man vrij te pleiten?'<br />

'Zonder probleem.'<br />

'Dat begrijp ik niet.'<br />

'Ik leer niet voor dom<strong>in</strong>ee, of voor zedenmeester, of voor gewe­<br />

tensdeskundige. Ik probeer verstand te krijgen van de wetgev<strong>in</strong>g en<br />

de toepass<strong>in</strong>g van de wet. Ik zou aantonen dat mijn cliënt,<br />

Kozijnse, de wet niet heeft overtreden en dus vrijuit gaat. Ik zou<br />

grote last krijgen met m'n geweten als ik dat niet naar beste kun­<br />

nen deed. Het zou een mooie boel worden als het anders was.<br />

Alleen omdat mijn <strong>in</strong>nerlijke overtuig<strong>in</strong>g zegt dat de man verkeerd<br />

heeft gehandeld, moet hij hangen. Nee, dank je wel zeg. Jij gelooft<br />

niet wat ik geloof, naar de brandstapel met die man. Daar weten de<br />

kerken waar ik het over had van mee te praten. Gelukkig veroorde­<br />

len we mensen niet meer op grond van een opvatt<strong>in</strong>g maar op<br />

grond van een wetsovertred<strong>in</strong>g.' 'Je zult wel gelijk hebben. En toch<br />

zit het me niet lekker', zei Justus.<br />

117


'Dat weet ik wel. En vertel me nu eens iets over die Noortje.<br />

Hoe ziet ze eruit?'<br />

'Gewoon.'<br />

'Ah, je bent dus verliefd', constateerde Yvonne.<br />

118


11<br />

De natuur is wreed, de mens is slecht, althans sommige mensen zijn<br />

slecht, de zon komt op, de zon gaat onder, een hardwerkende<br />

illegaal wordt het land uitgezet op grond van de wet, iemand pikt<br />

het huis van een ander <strong>in</strong> ondanks de wet, Justus was bezig er­<br />

achter te komen dat het leven niet simpel is.<br />

Kozijnse, zijn baas, had naar zijn men<strong>in</strong>g een huis door list en<br />

bedrog <strong>in</strong> zijn bezit gekregen, maar volgens de wet mocht je dat<br />

geen stelen noemen.<br />

Hij wenste dat hij het terug kon ritselen, ook b<strong>in</strong>nen de moge­<br />

lijkheden van de wet.<br />

Hij stelde zich de vraag of hij het zou doen, als hij het kon.<br />

Stel hij kon Kozijnse <strong>in</strong> een weddenschap lokken. Stel ze vonden<br />

een oud kleed op zolder waarvan hij direct zag dat het <strong>in</strong> Antalya<br />

was gemaakt, omdat hij het herkende door de kleden die zijn vader<br />

<strong>in</strong>dertijd had gesmokkeld. Hij weet het zeker. Het is bijvoorbeeld<br />

hetzelfde kleed, dat ziet hij aan de bessensapvlek die hij er zelf op<br />

heeft gemorst. Hij zegt: 'Ik wed dat dit een kleed uit Antalya is.'<br />

Kozijnse v<strong>in</strong>dt dat onz<strong>in</strong>. Het kleed kan net zo goed uit de<br />

Achterhoek komen. 'Ik wed om een huis', zegt Justus. 'Heb jij dan<br />

een huis?' vraagt Kozijnse. Nee, dat heeft hij niet. Maar stel dat hij<br />

het wel heeft. Net geërfd van een tante of zo. 'Nou, dá's best', zegt<br />

Kozijnse hebberig. Ze wedden, het kleed wordt bekeken door een<br />

expert en Justus w<strong>in</strong>t zijn huis.<br />

Zou hij dat doen?<br />

Dat hangt ervan af, denkt hij. Bij Kozijnse zou hij het doen. Die<br />

verdient niet beter. Het zou een goeie straf voor hem zijn. Het zou<br />

rechtvaardig zijn, <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong>. Bij een ander zou hij het niet doen.<br />

Je kunt natuurlijk zeggen: dan moet die ander niet zo stom zijn.<br />

Maar toch. Nou ja, om een rolletje drop misschien. Niet om een<br />

huis. In pr<strong>in</strong>cipe maakt het eigenlijk geen verschil, denkt hij. Een<br />

huis of een rol drop. Onz<strong>in</strong>, natuurlijk maakt het verschil, zelfs <strong>in</strong><br />

pr<strong>in</strong>cipe. Een rol drop is een ge<strong>in</strong>tje, een huis kan iets uitmaken<br />

voor de rest van je leven.<br />

Het bleef Justus bezighouden.<br />

119


Maandagmorgen had hij Noortje door het huis zien dwalen. Ze<br />

had de trapleun<strong>in</strong>g gestreeld, ze had Justus gewezen op een buts <strong>in</strong><br />

het plafond, die haar broer Freek er<strong>in</strong> had gemaakt, ze had de<br />

koperen kraan <strong>in</strong> de keuken open en dicht gedraaid omdat hij zo<br />

lekker aanvoelde. Ze waren naar de vlier<strong>in</strong>g gegaan, waar ze had<br />

geconstateerd dat er nog een stapel oude planken was die er had<br />

gelegen zo lang ze zich her<strong>in</strong>nerde. Ze had uit het dakraam gehan­<br />

gen en over de tu<strong>in</strong>en <strong>in</strong> de buurt gekeken en toen ze dat deed, had<br />

ze een paar maal haar neus opgehaald.<br />

Hoe kon hij Kozijnse het huis ontfutselen?<br />

D<strong>in</strong>sdagavond was hij bij Noortje thuis geweest. Hij had kennis<br />

gemaakt met haar ouders. Aardige mensen. Haar vader was een<br />

beetje kleurloos, <strong>in</strong> elkaar gedoken. Zijn ogen stonden droevig, of<br />

verbeeldde Justus zich dat nou? Ze hadden het even gehad over het<br />

huis waar hij nu werkte en meneer Van der Molen had gezegd:<br />

'Ach, het is maar een huis.' Het sneed Justus door de ziel, maar<br />

misschien was die ziel romantischer dan hij zelf wist. Een huis is zo<br />

belangrijk, had hij gedacht. Bijna zo belangrijk als een familielid.<br />

Hoe maakte hij Kozijnse het huis afhandig?<br />

Onz<strong>in</strong>, dat kon hij niet. Ophouden erover te denken.<br />

Later <strong>in</strong> de week g<strong>in</strong>g hij opnieuw langs bij Annette Nachtegaal.<br />

Net als de vorige keer stoorde hij het echtpaar bij het musiceren,<br />

dat zag hij door het raam. Hij wilde rechtsomkeert maken, maar<br />

meneer Nachtegaal zag hem en wenkte hem b<strong>in</strong>nen. 'Alleen als<br />

jullie doorspelen en ik mag luisteren', zei Justus. Ze speelden de<br />

sonate van eesar Franck. Justus applaudisseerde luid toen ze klaar<br />

waren.<br />

'Het lijkt nog nergens op', zei meneer Nachtegaal. 'We studeren<br />

hem nog maar net.'<br />

Ze spraken over muziek en wat het voor hen betekende. 'Ik ben<br />

ermee opgegroeid', vertelde meneer Nachtegaal. 'Mijn vader was<br />

violist, het was zijn beroep. Mijn broer is de bekende vioolbouwer<br />

'I<br />

<strong>in</strong> AJmsterdam, Koos Nachtegaal, je hebt misschien wel eens van<br />

hem: gehoord.'<br />

qat had Justus niet.<br />

I 'In vakkr<strong>in</strong>gen geldt hij als een van de besten <strong>in</strong> het land.'<br />

'En waar heb jij zo goed leren pianospelen, Annette?'<br />

120<br />

,


'Ik kan het absoluut niet goed.'<br />

'Je vist naar complimentjes.'<br />

'Nee hoor', zei ze, 'Frans speelt veel beter viool dan ik piano.<br />

Hij moet het met me doen. Ik doe m'n best. Ik heb als k<strong>in</strong>d piano­<br />

les gehad, zoals iedereen.'<br />

'Ik niet', zei Justus.<br />

'Nou ja, bijna iedereen. Bijtje zoem, weet je wel. Muziekschool.<br />

De vreselijke uitvoer<strong>in</strong>gen aan het e<strong>in</strong>d van het jaar, als je een stuk­<br />

je moest voorspelen. Maar goed, er is iets van blijven hangen. Hoe<br />

staat het leven?'<br />

Justus vertelde van zijn baantje <strong>in</strong> de Karpatenstraat en dat hij<br />

meneer Nachtegaals suggestie van de avondschool had opgevolgd.<br />

'Bravo!'<br />

'Maar ik heb een probleem.'<br />

In het kort legde hij uit hoe Kozijnse aan het huis van de familie<br />

Van der Molen was gekomen.<br />

'Dat er zulke mensen bestaan', zei Annette.<br />

'Hoe heet dat meisje', zei je?' vroeg haar man.<br />

'Noortje. Noortje van der Molen.'<br />

'Die ken ik. Althans, ik ken haar vader. De tu<strong>in</strong>meubelenzaak<br />

waar je het over had, is <strong>in</strong> de Boedapeststraat, is het niet?'<br />

'Ja, dat klopt.'<br />

De Nachtegalen keken elkaar aan. Annette sloeg een hand voor<br />

haar mond. Haar man kreeg een kleur.<br />

'Zo komt hij weer op ons pad', zei hij.<br />

'Hoezo?' vroeg Justus.<br />

'We staan bij hem <strong>in</strong> de schuld. We hebben hem niet netjes<br />

behandeld. '<br />

Justus wachtte of er meer onthull<strong>in</strong>gen zouden volgen.<br />

'En die man is op zo'n manier beetgenomen? Ja, dat zat er<strong>in</strong>.<br />

't Is een doodgoeie man, maar waarschijnlijk nogal naïef. Hij heeft<br />

me eens .. .' Nachtegaal verzonk <strong>in</strong> gepe<strong>in</strong>s.<br />

'Wat heeft hij?'<br />

'Die man heeft me ooit geweldig uit de brand geholpen. En ik<br />

heb hem nooit behoorlijk bedankt.'<br />

'Wat is er dan gebeurd?'<br />

'Dat zal ik je vertellen.'<br />

121


Meneer Nachtegaal had het over een gebeurtenis van een jaar of<br />

drie eerder. Hij organiseerde <strong>in</strong> die tijd wel eens kle<strong>in</strong>e concerten,<br />

klassieke muziek op de zondagmiddag. Een keer of twee, drie per<br />

jaar deed hij dat, en meestal <strong>in</strong> het Cultureel Centrum. Nu wilde<br />

het geval dat <strong>in</strong> de Boedapeststraat een gebouwtje was dat door de<br />

vrijz<strong>in</strong>nig hervormde gemeente als kerk werd gebruikt. De<br />

Nachtegalen kwamen er wel eens. Maar om een reden die hij<br />

vergeten was, waren de kerkdiensten verplaatst naar een ander<br />

gebouw en de voormalige ruimte stond tijdelijk leeg.<br />

Ha, dacht Frans Nachtegaal, dit is een perfecte zaal voor het<br />

ensemble dat over drie weken komt, want daar zitten nogal wat<br />

blazers bij en hun muziek zou <strong>in</strong> het gebouwtje van de vrijz<strong>in</strong>nig<br />

hervormden fantastisch kl<strong>in</strong>ken. Dus vroeg hij de koster of hij de<br />

ruimte mocht gebruiken voor zijn concert en dat mocht.<br />

Vervolgens maakte hij een ernstige fout. Hij g<strong>in</strong>g niet van tevoren<br />

kijken. Hij meende dat hij het gebouw voldoende kende. Er was<br />

een podium, dat wist hij. Enf<strong>in</strong>, pas de betreffende zondag, om­<br />

streeks het middaguur, g<strong>in</strong>g hij er heen om de uitvoer<strong>in</strong>g voor te<br />

bereiden. Die zou om drie uur beg<strong>in</strong>nen.<br />

Hij belde aan bij de koster en kreeg de sleutel. Hij g<strong>in</strong>g het<br />

gebouw b<strong>in</strong>nen en bleef verbijsterd staan op de drempel. Het<br />

gebouw was leeg, leeg als een verlaten sportzaal. Er was een podi­<br />

um, jazeker. Maar alle stoelen waren weg. Je zou er ple<strong>in</strong>vrees van<br />

krijgen, zo leeg was het.<br />

Hij g<strong>in</strong>g terug naar het huis van de koster.<br />

'Ja', zei de koster, 'de stoelen zijn vorige week weggehaald. Ik<br />

dacht dat u het wist.'<br />

'Ik wist van niets. Kunnen we ze terughalen?'<br />

'Volgens mij zijn ze naar Gron<strong>in</strong>gen gebracht.'<br />

Wat doe je <strong>in</strong> zo'n geval? Nachtegaal g<strong>in</strong>g op de rand van het<br />

podium zitten en bedacht dat er straks honderd mensen op de<br />

stoep zouden staan. Moesten die de musici staande aanhoren?<br />

Moesten ze anderhalf uur op hun benen staan? Er waren zeker<br />

mensen van tachtig bij. Dat kon je ze toch niet aandoen. En hij was<br />

ook niet verrukt van het idee dat ze hem zouden honen, dat ze hem<br />

zouden uitlachen, dat ze kwaad zouden zijn. Hij zou tot <strong>in</strong> lengte<br />

van jaren worden her<strong>in</strong>nerd aan deze blunder.<br />

122


Hij g<strong>in</strong>g naar een telefooncel en belde Annette. Die kwam met<br />

de auto (zelf was hij op de fiets gekomen) met daar<strong>in</strong> vier klap­<br />

stoeltjes. Toen ze die aan het uitladen waren kwam Van der Molen<br />

langs. Hij bleef staan voor een praatje. Ze vertelden hem wat er<br />

aan de hand was.<br />

De meeste mensen zouden hebben gelachen en hun weg hebben<br />

vervolgd. <strong>Eigen</strong> schuld, dikke bult. Niet Van der Molen. Met alle<br />

goeiigheid die <strong>in</strong> hem was, zei hij:<br />

'Dat gaan we oplossen.'<br />

Hij nam hen mee naar zijn w<strong>in</strong>kel, die om de hoek was, hij<br />

haakte de aanhanger achter zijn auto en met z'n drieën reden ze<br />

alle tu<strong>in</strong>stoelen, klapstoelen, keukenstoelen en wat er maar <strong>in</strong> de<br />

w<strong>in</strong>kel te v<strong>in</strong>den was <strong>in</strong> vijf kwartier naar het lege kerkje. De laat­<br />

ste stoel was net b<strong>in</strong>nen toen de eerste bezoekers zich meldden.<br />

Nachtegaal g<strong>in</strong>g opgelucht aan de slag om de muziekliefhebbers<br />

te verwelkomen, Annette parkeerde hun auto op het parkeerterre<strong>in</strong><br />

<strong>in</strong> de buurt, en geen van beiden merkte dat de heer Van der Molen,<br />

toen hij de aanhanger had weggebracht, terugkwam en een kaartje<br />

kocht voor het concert bij het meisje dat daarvoor bij de <strong>in</strong>gang<br />

van het gebouwtje had plaatsgenomen. Pas na de uitvoer<strong>in</strong>g, die<br />

zeer geslaagd was, troffen Nachtegaal en Van der Molen elkaar<br />

weer om de stoelen terug te gaan brengen.<br />

'Prachtig concert', zei Van der Molen.<br />

'0, hebt u het gehoord?'<br />

'Natuurlijk. '<br />

'Heeft Annette u een toegangsbewijs gegeven?'<br />

'Dat is wel goed.'<br />

Pas later, zei Annette dat ze dat niet had gedaan en dat ze dus<br />

hun redder <strong>in</strong> nood zijn eigen entreegeld hadden laten betalen. De<br />

stoelen werden teruggebracht en Van der Molen werd hartelijk<br />

bedankt.<br />

'Graag gedaan', zei de eigenaar van de w<strong>in</strong>kel <strong>in</strong> tu<strong>in</strong>meubelen.<br />

De grote organisator Nachtegaal nam zich voor om een enorme<br />

taart of een kist wijn of wat dan ook te laten bezorgen. Maar dat<br />

vergat hij. Er is geen goed woord van te zeggen, maar het kwam er<br />

niet van. Hij dacht dat Annette het had gedaan en zij meende dat<br />

haar man ervoor had gezorgd. Hoe dan ook, Van der Molen hoorde<br />

123


nooit meer iets van hen. Een jaar of zo later bedachten ze het en ze<br />

schaamden zich, vooral hij omdat hij er <strong>in</strong> de eerste plaats voor had<br />

moeten zorgen, maar toen durfden ze er niets meer aan te doen.<br />

'Ik krijg nog een kleur als ik eraan denk', zei de heer Nachtegaal.<br />

'Dat begrijp ik', zei Justus. 'En nou heeft die goedzak zich door<br />

Kozijnse zijn huis laten afpakken.'<br />

'Je zou zo'n schurk zijn nek omdraaien.'<br />

'Dat gaat misschien wat ver', vond Justus. 'Het gekke is dat de<br />

man best sympathiek is. Ik wou dat ik hem het huis weer afhandig<br />

kon maken.'<br />

'Als jij het zou doen, ga je de gevangenis <strong>in</strong>. Hij ziet kans het<br />

voor elkaar te krijgen zonder dat hem een strobreed <strong>in</strong> de weg<br />

wordt gelegd.'<br />

'Behalve als ik net zo'n truc verz<strong>in</strong> als hij.'<br />

'Dat lukt je nooit', zei Annette. 'Daar heb je te veel moraal voor.<br />

Je bent niet slecht genoeg. Zeker iemand als jij, die niet tegen het<br />

kle<strong>in</strong>ste beetje oplichterij kan.'<br />

'Het gekke is dat ik het geen oplichterij zou v<strong>in</strong>den. Het zou<br />

rechtvaardigheid zijn, gerechtigheid. Niet als ik het huis zelf hield<br />

natuurlijk, maar als het terugg<strong>in</strong>g naar de familie Van der Molen.'<br />

'Een verrukkelijke gedachte', zei meneer Nachtegaal.<br />

'Er zijn een paar punten <strong>in</strong> ons voordeel', somde Justus op.<br />

'Ten eerste is Kozijnse dol op geld. Daar kun je gebruik van<br />

maken. Ten tweede zou hij geen enkel vermoeden hebben dat ik<br />

zoiets van plan was. Ten derde kan het huis hem niet veel schelen.<br />

Ik bedoel, het gaat hem alleen om geld, hij heeft geen emotionele<br />

b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met het huis.'<br />

'Je hebt er serieus over nagedacht', zei Annette verbaasd. 'Heb je<br />

misschien al een plan?'<br />

'Nee, helaas niet.'<br />

'Laten we voor de aardigheid een plan verz<strong>in</strong>nen', zei meneer<br />

Nachtegaal enthousiast. Misschien was hij enthousiast omdat hij<br />

van spelletjes hield, misschien ook omdat hij zich nog steeds schul­<br />

dig voelde tegenover Van der Molen. 'We doen het met een viool.<br />

Een oud kreng van een viool, we<strong>in</strong>ig waard, waarvan we die<br />

Kozijnse laten denken dat het een Stradivarius is.'<br />

124


'Wat is dat ook weer?'<br />

'Stradivarius was een beroemde Italiaanse vioolbouwer. Violen<br />

die hij heeft gemaakt kosten miljoenen. Er zijn wel meer bekende<br />

vioolbouwers. Amati, de familie Guarneri. De prijs van hun violen<br />

is astronomisch. Maar Stradivarius spant de kroon.'<br />

'En uw broer <strong>in</strong> Amsterdam is bereid voor ons plezier te verkla­<br />

ren dat zo'n alledaags vioolje een Stradivarius is?'<br />

'Nee, dat is hij niet', zei meneer Nachtegaal ontnuchterd. 'Dat<br />

doet hij nooit. Daar is hij veel te veel vakman voor. En veel te eer­<br />

lijk.'<br />

'0.'<br />

'Dat gaat dus niet. We mogen niet aannemen dat we Kozijnse<br />

een fabrieksviooltje kunnen aansmeren als ware het een<br />

Stradivarius, als niet een bekend expert een bewijs van echtheid<br />

geeft.' Dan gaan we maar eens een pot koffie zetten vond, Annette.<br />

Het liet Justus niet los. Hij sprak erover met Noortje, die zijn<br />

enthousiasme meteen deelde. Hij sprak erover met zijn moeder, die<br />

stomverbaasd was dat haar rechtvaardige Justus met zulke gedach­<br />

ten rondliep. Hij sprak erover met Bashir, die er we<strong>in</strong>ig van begreep<br />

maar hem verzekerde dat hij tot iedere hulpactie bereid was. En hij<br />

dacht na, tot zijn hersens kraakten.<br />

Kozijnse had zich s<strong>in</strong>ds de kras op de auto niet meer laten zien,<br />

maar twee weken na dat gebeuren verscheen hij weer. Justus loerde<br />

naar de auto. De kras zat er nog, maar door stof en vuil was hij<br />

m<strong>in</strong>der goed te zien. Kozijnse sprak er niet over. Hij dacht waar­<br />

schijnlijk dat hij die <strong>in</strong> Amsterdam had opgelopen. Justus bracht<br />

het gesprek op het huis . .<br />

'Hoe lang hebt u het eigenlijk al?'<br />

'Een jaar of twee, drie.'<br />

'Ik neem aan dat het vroeger een woonhuis was?'<br />

'Jazeker. Ik had hier <strong>in</strong> Stoutendam een zaak <strong>in</strong> lederwaren, <strong>in</strong><br />

de Boedapeststraat. Je kent hem misschien wel.'<br />

Justus knikte. 'Was die van u?'<br />

'Ernaast zit Van der Molen, tu<strong>in</strong>meubelen. Die man zit daar<br />

natuurlijk helemaal fout. Enkele jaren geleden heeft hij zich een<br />

voorraad kunststof tu<strong>in</strong>meubels laten aansmeren, net toen de men-<br />

125


sen houten stoelen op hun terras wilden. Geen zakenman, wat je<br />

noemt. Ik heb hem nog gewaarschuwd. De trend is aan het wijzi­<br />

gen', zei ik. Hij wilde niet luisteren. Het g<strong>in</strong>g dan ook verkeerd. Hij<br />

woonde hier, <strong>in</strong> dit huis. Dat heeft hij moeten verkopen om het<br />

hoofd boven water te houden. Om hem te helpen heb ik het over­<br />

genomen.'<br />

Waarschijnlijk geloofde hij het zelf.<br />

'Ik doe het wel weer van de hand. De prijzen trekken aan. Ik val<br />

me hier geen buil aan.'<br />

Stukje bij beetje ontstond een plannetje <strong>in</strong> het hoofd van Justus.<br />

Door noeste hersenarbeid groeide het uit tot een volwassen plan.<br />

Hij g<strong>in</strong>g met Noortje naar Annette en meneer Nachtegaal en<br />

legde het hun voor.<br />

'Zeg maar Frans', zei meneer Nachtegaal. Justus zei Frans.<br />

'Ik v<strong>in</strong>d het een knap plan', zei Annette voorzichtig, 'maar ik<br />

weet het niet. Er kan zóveel fout gaan. En we hebben al gedoe met<br />

justitie, ik denk niet dat het verstandig is nog meer aandacht op<br />

ons te vestigen.'<br />

'Het geniale van Justus' plan is dat we niets doen wat de wet ver­<br />

biedt. Dat is juist het leuke, Annette!' riep meneer Nachtegaal, par­<br />

don Frans, enthousiast. 'Jij hebt iets gedaan wat goed was en toch<br />

niet mag, Justus wil iets doen wat eigenlijk niet goed is en wel mag.'<br />

'Ik hoop', zei Justus, 'dat het eigenlijk wél goed is, én niet verbo­<br />

den.'<br />

'Frans is <strong>in</strong> zijn hart een avonturier', zei Annette hoofdschud­<br />

dend tegen Noortje en Justus. 'Als hij <strong>in</strong> een andere eeuw was<br />

geboren, zou hij zeerover zijn geworden. Een edele zeerover. Zo één<br />

die steelt van de rijken en uitdeelt aan de armen.'<br />

'Nee hoor, ontdekk<strong>in</strong>gsreiziger was ik geworden.'<br />

'Wat doe je nu eigenlijk?'<br />

'Accountant ben ik', zei Frans en hij lachte bulderend. 'Ik maak<br />

avontuurlijke tochten door de jaarreken<strong>in</strong>g van bedrijven. Hoe<br />

spannend dat kan zijn, zullen buitenstaanders nooit begrijpen.'<br />

'We zouden m<strong>in</strong>stens met de uitvoer<strong>in</strong>g van Justus' plan kunnen<br />

beg<strong>in</strong>nen, vond Noortje. 'Fase één, zogezegd. Gaat er iets mis, dan<br />

stoppen we.'<br />

126


'Verstandig meisje, hé', zei Frans tegen Justus.<br />

'Zeer verstandig.'<br />

'Ik wil best meedoen', zei de accountant en hij keek scheef naar<br />

zijn vrouw.<br />

'Vooruit dan maar', zei Annette.<br />

Zaterdagmorgen g<strong>in</strong>gen ze met z'n vieren met de auto van de<br />

Nachtegalen naar Utrecht. Ze parkeerden aan de rand van de stad<br />

en namen de stadsbus naar het centrum. Wandelend door de w<strong>in</strong>­<br />

kelstraten van de zo prachtig opgeknapte b<strong>in</strong>nenstad, kon Justus<br />

zich niet voorstellen dat ze hier een oude viool zouden v<strong>in</strong>den. De<br />

etalages blonken van de nieuwigheid. Nieuwe schoenen, nieuwe<br />

meubels, nieuwe tassen en ook nieuwe piano's en nieuwe gitaren.<br />

Maar Frans kende zijn oude stad. Hij had er gestudeerd en hij<br />

had er als student met veel plezier streken uitgehaald. Hij voerde<br />

hen naar een werfkelder aan een van de grachten, waar ze een vrij<br />

oude, <strong>in</strong> stofjas gehulde man troffen, die Frans zich nog her<strong>in</strong>nerde<br />

als 'Teus'.<br />

'Hoe gaan de zaken, Teus?'<br />

'Ja, zo'n gangetje.' Zijn Utrechtse tongval was onversneden. Het<br />

klonk als gaangetje.<br />

'Teus, we hebben een ouwe viool nodig. In een kist. Het hoeft<br />

geen goeie te zijn. Een strijkstok is ook niet per se nodig. Hij moet<br />

er oud uitzien. En hij mag maar we<strong>in</strong>ig kosten.'<br />

'Voor een ge<strong>in</strong>tje', zei Teus.<br />

'Precies.'<br />

'Heb ik wel, geloof ik.'<br />

Hij slofte de diepte van de kelder <strong>in</strong>, waar de contouren ver­<br />

vaagden en de duisternis hem leek op te slokken. En alsof het de<br />

truc van een goochelaar was, kwam hij even later terug met een<br />

zeer vieze vioolkist.<br />

'Volgens mij zit er hier nog een <strong>in</strong>.'<br />

Met een lap sloeg hij het ergste stof van de kist. Een van de<br />

scharnieren van het deksel was kapot, van de bekled<strong>in</strong>g was niet<br />

veel meer over, het slotje was verroest, maar met een drupje olie<br />

lukte het toch de kist te openen. In wat eens rood velours of zoiets<br />

was geweest, sluimerde een viool, die er een beetje zielig uitzag.<br />

127


Maar dat zat hem vooral <strong>in</strong> een paar losbungelende, geknapte sna­<br />

ren. De kast zelf zag er eigenlijk niet eens zo erg aftands uit.<br />

Frans pakte de viool uit de kist. Hij constateerde dat de a- en de<br />

e-snaar waren gebroken, de beide andere snaren waren gerafeld.<br />

Zo kon hij er niet op spelen. Trouwens, van de stok h<strong>in</strong>gen de<br />

haren ook slap.<br />

'Wat moet-ie kosten?' 'Honderd gulden.'<br />

'Doe je het ook voor vijfenzeventig?'<br />

Teus haalde zijn schouders op. 'Voor mijn part.' Frans keek<br />

Justus aan. 'Dan nemen we hem.'<br />

Justus stond erop hem zelf te betalen.<br />

'Uite<strong>in</strong>delijk gaat Noortjes vader hem betalen', zei hij optimis­<br />

tisch. 'Als het plan is uitgevoerd.'<br />

'Ik denk eerder', meende Noortje. 'Daar hebben we het nog wel<br />

over.'<br />

In een jolige stemm<strong>in</strong>g reden ze terug naar Stoutendam, de viool<br />

<strong>in</strong> de kofferbak.<br />

'Als je het goed v<strong>in</strong>dt, hou ik hem dit weekend bij ons thuis', zei<br />

Frans. 'Ik zet er even snaren van mezelf op om hem te proberen en<br />

misschien knap ik hem ietsje op. Hoewel, ik zal hem niet te mooi<br />

maken.'<br />

'Ja, hou 'm maar even', zei Justus. 'Ik wil niet met een vioolkist<br />

over straat. Je weet nooit. Als iemand het ziet en overbrieft aan<br />

Kozijnse is ons plan mislukt voor het goed en wel is gestart. We<br />

moeten ook nog verz<strong>in</strong>nen hoe we hem onopvallend <strong>in</strong> de<br />

Karpatenstraat krijgen.'<br />

'Daar zorg ik voor', zei Annette <strong>in</strong>ventief. 'Ben je er maandag­<br />

morgen? Dan breng ik een grote zak oude Meren. Eri wat zou er<br />

tussen die Heren zitten?'<br />

Justus knikte dankbaar. 'Dat is een goeie oploss<strong>in</strong>g.'<br />

'Kijk', zei Annette maandagmorgen, 'deze kleren zijn voor Hulp<br />

bij Rampen. Ik heb gisteren alles bij elkaar gesleept wat Frans en ik<br />

eigenlijk nooit meer dragen. Het is heel, gewassen en gestreken.'<br />

'Namens HbR hartelijk dank.'<br />

'Voor de adm<strong>in</strong>istrateur van de sticht<strong>in</strong>g heb ik hier een per­<br />

soonlijk geschenk.'<br />

Justus maakte de vioolkist open. Het kapotte scharnier was<br />

128


gerepareerd. Het ergste vuil was verwijderd. Hij haalde de viool uit<br />

de kist en pakte ook de strijkstok, waarvan de haren nog steeds <strong>in</strong><br />

een neerslachtige boog h<strong>in</strong>gen.<br />

'Frans heeft er gisteren even hele snaren opgezet en met zijn<br />

eigen stok gespeeld. Er kwam niet eens zo'n gek geluid uit. Kijk<br />

eens door dit gat, hier.'<br />

Een viool heeft twee open<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de klankkast, <strong>in</strong> de vorm van<br />

een f en een gespiegelde f.<br />

'Ik zie niks.'<br />

'Laat het licht <strong>in</strong> de andere open<strong>in</strong>g vallen. Wat zie je nu?' 'Daar<br />

zit een etiketje of zoiets.'<br />

'Wat staat daar op?'<br />

'Gagliano, lijkt me.'<br />

'Gagliano was ook een bekende vioolbouwer. Zijn violen zijn<br />

ook kostbaar. Maar lang niet zoals een Stradivarius, of een<br />

Guamen.'<br />

'Speelt Frans op een viool van Gagliano?'<br />

'Nee, Frans heeft een Lefèvre. Ook heel mooi. Ik neem aan dat<br />

Kozijnse niet weet wie Gagliano is.'<br />

'Vast niet. Hij zal het etiketje niet eens ontdekken.'<br />

'Ik ben benieuwd.'<br />

Annette vertrok en ]ustus g<strong>in</strong>g met de vioolkist naar de vlier<strong>in</strong>g.<br />

Daar verborg hij hem achter de stapel oude planken.<br />

Twee weken moest hij wchten voordat Kozijnse weer ver-<br />

scheen. Het leken twee maanden.<br />

'Goeiemorgen, ]ustus. Hoe staan de zaken?'<br />

'Dag meneer Kozijnse. Rustig. Ik overwerk me niet.'<br />

'Is het leven 's een tijdje makkelijk voor je', zei Kozijnse hartelijk.<br />

'In deze kast ontbreekt een plank', zei ]ustus. 'Ik geloof dat er<br />

op de vlier<strong>in</strong>g nog planken liggen. Zal ik er een <strong>in</strong>zetten?'<br />

'Dat is goed, jongen.'<br />

'Ik ga er direct een halen.'<br />

Hij g<strong>in</strong>g naar de vlier<strong>in</strong>g en vond de viool. Bijna was hij met<br />

alleen de viool naar beneden gegaan. Bij het trapgat merkte hij het.<br />

Sukkel, dacht hij, grote sukkel. Beheers je. Denk na. Maak niet<br />

onmiddellijk een fout.<br />

Met een plank en de vioolkist kwam hij het kantoortje <strong>in</strong>. Hij<br />

129


legde de kist achteloos op een stoel en begon op te meten hoeveel<br />

er van de plank moest worden afgezaagd.<br />

'Wat heb je daar?'<br />

'Lag onder de planken. Lijkt me een vioolkist. Ik dacht dat u die<br />

misschien nooit was tegengekomen.'<br />

Kozijnse maakte de kist open.<br />

'Er zit zelfs nog een viool <strong>in</strong>. Kan niet veel soeps zijn. Wil jij hem<br />

hebben?'<br />

Justus kwam uit de kast te voorschijn.<br />

'Ik kan geen viool spelen.'<br />

'Alles kan geleerd worden. Nou, hebben of niet? Anders zetten<br />

we hem bij de vuilnis.'<br />

'Goed, dan neem ik hem wel mee. Bedankt.'<br />

Kijk, het liep meteen al anders dan hij had gedacht. Het plan<br />

moest iets worden aangepast. Toen Kozijnse weg was, belde hij<br />

Noortje. Hij vertelde hoe het was gegaan.<br />

'Laten we het volgende doen', g<strong>in</strong>g hij verder. 'Alles moet zo<br />

dicht mogelijk bij de waarheid zijn, dan vergissen we ons m<strong>in</strong>der<br />

gauw. Ik stel voor dat jij morgen als ik uit mijn werk kom, dus tus­<br />

sen de middag, met Bashir door de straat komt lopen, zodat ik jul­<br />

lie tegenkom. Je kent Bashir. Ik zal hem vanavond vragen of hij je<br />

wil afhalen.'<br />

'Ik heb morgenochtend een aardrijkskundeproefwerk.'<br />

'Tot hoe laat?'<br />

'Tot half een.'<br />

'Dan doen we het daarna. Ik zal de vioolkist bij me hebben. Die<br />

zie jij. Je zegt de d<strong>in</strong>gen die we hebben afgesproken.'<br />

'Is dat niet een beetje onz<strong>in</strong>? Dat horen toch alleen wij drieën.'<br />

'Het is om te zorgen dat ik me niet verspreek. Alles moet zo echt<br />

mogelijk zijn. Doe je het?'<br />

'Natuurlijk.'<br />

'Hé! Dag Bashir', riep Justus.<br />

'Ha Justus.'<br />

'Heb je een nieuwe vriend<strong>in</strong>?'<br />

'Dit is Noortje. Noortje van der Molen', zei Bashir met een<br />

grijns.<br />

130


'Justus Verdaasdonk.'<br />

Wat heeft-ie serieuze trekjes, dacht Noortje en ze slikte een lach <strong>in</strong>.<br />

Ze liepen samen op, keuvelend over de d<strong>in</strong>gen van de dag.<br />

Omdat Noortje niet over de viool begon, zei Justus maar eens:<br />

'Ik heb een oude viool gevonden op de vlier<strong>in</strong>g van het huis<br />

waar ik werk. Ik heb 'm gekregen van de eigenaar.'<br />

'Van Kozijnse?' vroeg Noortje.<br />

'Ja.'<br />

'Dan is die viool van ons. Wij woonden daar vroeger. Mijn<br />

vader zei pas nog dat hij een papier heeft, waarop staat dat hij een<br />

viool bezit. Een eigendomsbewijs.'<br />

Justus hurkte en maakte de vioolkist open. 'Dit is-ie. Herken je<br />

hem?'<br />

'Nee, ik heb die viool nooit gezien. Mijn vader evenm<strong>in</strong>, geloof<br />

ik. Waar lag hij ?'<br />

'Achter een stapel planken op de vlier<strong>in</strong>g.'<br />

'Het huis is generaties lang <strong>in</strong> onze familie geweest. Misschien<br />

staat het eigendomsbewijs op naam van mijn grootvader.'<br />

'Kozijnse heeft mij die viool cadeau gegeven.'<br />

'Mooi', zei Noortje, 'dan kun je hem zo aan me doorgeven. Hij<br />

is ongetwijfeld van mijn vader. Die heeft alles van zijn vader<br />

geërfd.'<br />

Ze begon de kist dicht te maken.<br />

'Ho eens even. Stel, het is een kostbare viool. Hij is dus <strong>in</strong> ieder<br />

geval oud. Ik weet niet of muziek<strong>in</strong>strumenten meer waard worden<br />

als ze antiek zijn, zoals kasten en schilderijen en zo, maar als hij<br />

veel waard is, moet ik eerst met Kozijnse overleggen.'<br />

'Hij is van ons', zei Noortje en ze deed haar best om hebberig te<br />

kijken.<br />

'Dat zal moeten blijken', constateerde Justus koeltjes.<br />

'Als die viool komt uit huis van Noortje en hij nu is van jou,<br />

kun je hem toch geven aan haar', vond Bashir. Hij keek er zo<br />

trouwhartig bij, dat je zou zweren dat hij het meende.<br />

'Nee. Meneer Kozijnse heeft me de viool gegeven <strong>in</strong> de veron­<br />

derstell<strong>in</strong>g dat het een waardeloos d<strong>in</strong>g is. Mocht blijken dat hij<br />

meer dan, zeg f75,- waard is, dan zou het onbehoorlijk zijn hem te<br />

houden. Dan moet ik dat met meneer Kozijnse overleggen.'<br />

131


'Wat zijn we weer eerlijk', grijnsde Bashir.<br />

'Tja, dat ben ik nu eenmaal.'<br />

's Middags g<strong>in</strong>g Justus met de viool naar zijn moeder. Hij vertelde<br />

<strong>in</strong> het kort wat hij van plan was. Het meeste wist ze trouwens al.<br />

Ze keek hem hoofdschuddend aan.<br />

'Ik begrijp we<strong>in</strong>ig van je.'<br />

'Zou Christiaan Correct dit niet hebben gedaan?'<br />

'Mijn vader?' Ze dacht na. 'Nee, zoiets zou hij niet hebben gedaan.'<br />

'Ik probeer onrecht te herstellen.'<br />

'Maar op een manier die .. .'<br />

'Nou?'<br />

'Op een manier die .. .'<br />

'Me op vader doet lijken?'<br />

Ze lachte. 'Je had het niet treffender kunnen zeggen.'<br />

'Ik wil graag dat je iets voor me doet', zei Justus. 'Je kunt zo<br />

goed tekenen. Zou je een eigendomsbewijs kunnen fabriceren dat<br />

er uitziet alsof het honderd jaar geleden is gemaakt, op oud papier<br />

dus, met wat vegen en krassen en ouderwetse <strong>in</strong>kt, of weet ik veel,<br />

nou ja, je snapt wat ik bedoel.'<br />

'Dat is valsheid <strong>in</strong> geschrifte.'<br />

'Helemaal niet. Je beschrijft deze viool, je schrijft dat er een eti­<br />

ket <strong>in</strong> zit waarop de naam Gagliano staat vermeld, en dat staat er,<br />

kijk maar .. .'<br />

Hij liet het haar zien.<br />

.<br />

' ... en je schrijft dat hij eigendom is van B.S.C. van der Molen,<br />

en daar is niks fouts mee. Want de viool " was van mij en ik heb hem<br />

cadeau gegeven aan de wettige erfgenaam van B.S.C. van der<br />

Molen. Dus niks valsheid <strong>in</strong> geschrifte.'<br />

'Hm', zei moeder.<br />

'Doe je het?'<br />

'Ik zou het eens kunnen proberen.' Hij gaf haar een klapzoen.<br />

'Na het weekend klaar?'<br />

'Ik moet het geschikte papier v<strong>in</strong>den, en een kroontjespen en .. .'<br />

'Een week?' vroeg Justus. 'Ik laat de viool bij jou. Hier is een<br />

papiertje met wat vaktermen: klankkast, zangbalk, stapel, dat<br />

soort d<strong>in</strong>gen.'<br />

132


Frans Nachtegaal had een beschrijv<strong>in</strong>g voor hem gemaakt.<br />

Hoofdschuddend keek ze hem aan.<br />

'En niemand laten zien, hoor.'<br />

'Ook niet aan vader?'<br />

Justus dacht na.<br />

'Nog niet. Later zal ik het hem allemaal vertellen.'<br />

Het was maar goed dat er we<strong>in</strong>ig werk was <strong>in</strong> de Karpatenstraat,<br />

want zijn hoofd stond er niet naar. Met het huiswerk voor de<br />

avondschool wilde het ook niet vlotten. Hij g<strong>in</strong>g er 's avonds trouw<br />

heen en probeerde zich te concentreren, maar zijn gedachten<br />

dwaalden steeds af. Hetzelfde gebeurde als hij 's middags op zijn<br />

kamer zat en probeerde algebrasommen te maken. Alles moest per­<br />

fect <strong>in</strong> elkaar steken, alles wat hij g<strong>in</strong>g zeggen tegen Kozijnse moest<br />

de goede toon hebben, want de man keek slim uit z'n ogen.<br />

De vriendschap met Noortje groeide met de dag. Hoe kan het<br />

ook anders als je samen met zoiets bezig bent. Een vluchtig zoentje<br />

's avonds na de bioscoop ontwikkelde zich tot een veel tijdrovender<br />

afscheid. Aangenaam, vond Justus, heel aangenaam. Hij voelde<br />

nieuw zelfvertrouwen <strong>in</strong> zich groeien. Misschien vonden meisjes<br />

hem toch niet zo'n sukkel als hij altijd had gedacht. Misschien<br />

vond vooral Noortje dat niet. Misschien wás hij het ook niet.<br />

Hij voelde een vaag schuldgevoel tegenover Stijn. Stijn zat <strong>in</strong> een<br />

dip. Justus betrapte zich erop dat hij geen z<strong>in</strong> had naar hem toe te<br />

gaan. Kom op, daar moest hij zich overheen zetten. Weet je wat, hij<br />

g<strong>in</strong>g Stijn bij het project betrekken. Dat zou hem opbeuren. Of zou<br />

hij Joke eens opzoeken? Och nee, dat had we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>. Hij had haar<br />

pas nog weer achterop zien zitten bij die gozer met z 'n chroom. Zij<br />

had nu ook een leren jasje aan, onherkenbaar was ze. Misschien<br />

kreeg ze er b<strong>in</strong>nenkort genoeg van. Zou Stijn haar dan terug wil­<br />

len? Moeilijk te zeggen. Wat weet je we<strong>in</strong>ig van elkaar zo gauw het<br />

belangrijk wordt. Gelukkig hoefde hij die vraag niet te beantwoor­<br />

den. Hij wenste dat Kozijnse wat vaker kwam dan eens <strong>in</strong> de veer­<br />

tien dagen. Wachten duurt lang als je ergens <strong>in</strong>tens benieuwd naar<br />

bent.<br />

133


12<br />

Toen de heer Kozijnse e<strong>in</strong>delijk weer op kantoor verscheen, lag de<br />

vioolkist zichtbaar, aandachttrekkend, op tafel. Justus zat achter<br />

het bureau. Hij was geconcentreerd bezig. Zo zag het er <strong>in</strong> ieder<br />

geval uit. Hij had werkjes opgespaard voor als zijn baas er was,<br />

zodat hij de man tijdens een gesprek niet steeds <strong>in</strong> de ogen zou hoe­<br />

ven kijken. Hij was niet zo zeker van zichzelf als het aankwam op<br />

onbevangen verz<strong>in</strong>sels opdissen.<br />

Je zou het ook gewoon liegen kunnen noemen, dacht hij streng.<br />

'Zo, Justus, hoe staat het leven, jongen.'<br />

'Prima. U ook?'<br />

Kozijnse liet zijn zware lichaam neer <strong>in</strong> de enige stoel die met<br />

een beetje fantasie aanspraak kon maken op de benam<strong>in</strong>g fauteuil<br />

en depte zijn voorhoofd met een zakdoek, zo uitvoerig alsof hij net<br />

de marathon had gelopen.<br />

'Ik zie dat je die ouwe viool niet hebt meegenomen.'<br />

'Jawel, meneer Kozijnse. Maar er is iets mee. Dat wilde ik u ver­<br />

tellen.'<br />

'0 ja?'<br />

Het klonk we<strong>in</strong>ig geïnteresseerd. Zijn gedachten waren kenne-<br />

lijk elders.<br />

'Ik heb die viool laten zien aan een kennis van ons.'<br />

'Ons?'<br />

'Van onze familie. Een zekere meneer Nachtegaal.'<br />

'Wonend <strong>in</strong> het bronsgroen eikenhout.' Wat kon die Kozijnse<br />

melig zijn bij tijd en wijle.<br />

'Meneer Nachtegaal weet heel veel van violen. Ze zijn z'n lust<br />

en z'n leven, en z'n deskundigheid.'<br />

'En die meneer Nachtegaal zei dat deze viool een Stradivarius is.'<br />

'Zoiets ja.'<br />

De ogen van Kozijnse werden plotsel<strong>in</strong>g oplettend. Hij stond op<br />

en opende de kist.<br />

gen.'<br />

'Ik zie dat je wat herstelwerkzaamheden hebt verricht.'<br />

'Ik heb een paar oude snaren van die meneer Nachtegaal gekre­<br />

134


Frans had de viool losjes met vier nog bruikbare snaren van<br />

hemzelf bespannen.<br />

Kozijnse nam het <strong>in</strong>strument <strong>in</strong> zijn handen. Hij probeerde er<br />

zonder veel succes op te tokkelen.<br />

'Tja. Typisch de klank van een Stradivarius .. .'<br />

'Als u door dat gat kijkt, ziet u een etiketje.'<br />

Kozijnse haalde een lees brilletje te voorschijn en tuurde. 'Wat<br />

staat daarop?'<br />

'Gagliano.'<br />

'Zegt me niks.'<br />

'Meneer Nachtegaal wil u spreken', zei Justus. 'Hij komt straks<br />

even langs. Ik vertelde hem dat u er vanmorgen waarschijnlijk zou<br />

zijn. En hij zei ook dat we goed op de viool moesten passen. Hij zei<br />

het wel drie keer.'<br />

'Zo.'<br />

'Ik moet u nog iets vertellen', g<strong>in</strong>g Justus verder. 'Ik heb waar­<br />

schijnlijk iets stoms gedaan. Nou ja, ik kon het niet echt helpen.'<br />

'Een kop koffie over het kasboek gegooid?'<br />

'Nou nee. Toen ik de viool mee naar huis nam, kwam ik op<br />

straat een vriend van me tegen. Die had een meisje bij zich. Een<br />

zekere Noortje. Noortje van der Molen.'<br />

'Van der Molen. Van mijn oude buurman?'<br />

'Van de vorige eigenaar van dit huis.'<br />

'En?'<br />

'Ze zag de viool. Ze vroeg waar die vandaan kwam.'<br />

'Jij zei dat haar dat niets aang<strong>in</strong>g.'<br />

'Nee, jammer genoeg niet. Ik vertelde dat ik hem op de vlier<strong>in</strong>g<br />

had gevonden en van u had gekregen. Toen zei ze dat haar vader<br />

nog een oud eigendomsbewijs van een viool had - of het eigen­<br />

domsbewijs van een oude viool - en dat hij zeker van hen was en<br />

dat ze hem meenam.'<br />

'Mensen zeggen altijd te veel', verkondigde Kozijnse. 'Weet je<br />

wat het grootste succes geeft <strong>in</strong> zaken, jongeman? Anderen laten<br />

praten en zelf je mond houden. Maar goed, je hebt de viool kenne­<br />

lijk niet meegegeven.'<br />

'Nee, dat niet. Maar er is een brief gekomen van de vader van<br />

dat meisje. Aan u gericht, maar ik heb hem opengemaakt, omdat<br />

135


ik dacht dat het over de HbR g<strong>in</strong>g. Hier is hij.'<br />

Hij overhandigde Kozijnse een grote bru<strong>in</strong>e enveloppe. Er zat<br />

een kle<strong>in</strong> briefje <strong>in</strong> en nog een vel papier. Kozijnse las hardop voor:<br />

'Geachte heer Kozijnse<br />

Naar ik meen te weten bev<strong>in</strong>dt zich. <strong>in</strong> het pand Karpatenstraat 23<br />

nog een viool, daar achtergebleven toen wij zijn verhuisd. Zoals u<br />

kunt zien op de fo tokopie van het eigendomsbewijs die ik hier bijvoeg,<br />

is die viool mijn eigendom. Ik verzoek u mij het <strong>in</strong>strument<br />

terug te bezorgen, dan wel me te laten weten waar en wanneer ik<br />

het kan komen halen.<br />

Hoogachtend<br />

B.L. van der Molen.'<br />

Kozijnse bekeek het eigendomsbewijs.<br />

'Het zou dus <strong>in</strong>derdaad een Gagliano zijn. Misschien zijn<br />

Gagliano's heel wat waard, misschien wel duizenden guldens. Dat<br />

zou bepaald aardig zijn. Je zou het trouwens niet zeggen als je dit<br />

ouwe lijk ziet, maar mensen geven geld voor de gekste d<strong>in</strong>gen.<br />

Enf<strong>in</strong>, daar kan die meneer Nachtegaal van jou dus uitsluitsel over<br />

geven.'<br />

, Als het een kostbare viool is, hebt ti daar niet veel aan', zei<br />

Justus. 'Hij is immers eigendom van die meneer Van der Molen?'<br />

'Dat zit nog.'<br />

'Dat eigendomsbewijs lijkt mij echt.'<br />

'Misschien, misschien. Maar een viool die duizenden waard is,<br />

laat je toch niet achter. Die laat je toch niet op de vlier<strong>in</strong>g liggen.<br />

Vreemd verhaal hoor. Daar zou ik eerst eens wat meer over willen<br />

weten.'<br />

Kozijnse nam een opgevouwen ochtendblad uit zijn zak en ver­<br />

diepte zich <strong>in</strong> de toestand van de wereld. Justus g<strong>in</strong>g door met zijn<br />

werk, maar had zijn gedachten er natuurlijk niet bij. Tot zover g<strong>in</strong>g<br />

het redelijk. Kozijnse raakte kennelijk geïnteresseerd. Nu maar<br />

hopen dat Frans zijn rol goed zou spelen.<br />

Hij kwam tegen elven. Hij had een stemmig accoutantspak aan,<br />

driedelig, en gedroeg zich afstandelijk, bijna uit de hoogte. Daar­<br />

door leek hij een heel andere man dan de Frans die Justus kende.<br />

136


'U bent meneer Nachtegaal?'<br />

'Dat ben ik.'<br />

'Kozijnse. '<br />

Ze gaven elkaar een hand.<br />

'Jusrus heeft koffie gemaakt. Wilt u ook?'<br />

'Nee dank u. Ik dr<strong>in</strong>k zelden koffie. Ik kom langs om een paar<br />

opmerk<strong>in</strong>gen te maken over de viool.'<br />

Hij maakte een hoofdgebaar <strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g van de kist.<br />

'Denkt u dat het een kostbaar <strong>in</strong>strument is?'<br />

'Ik heb er vluchtig naar gekeken. Ik wilde hem niet uitvoerig en<br />

<strong>in</strong> detail bekijken zonder uw toestemm<strong>in</strong>g. Op het eerste gezicht<br />

leek het me de moeite waard hem niet bij het vuilnis te zetten, zoals<br />

bijna was gebeurd volgens Jusrus. Als u me toestaat .. .' Hij nam de<br />

viool uit de kist.<br />

Met grote tederheid hield Frans de viool vast. Alsof het een zui­<br />

gel<strong>in</strong>g was. Hij tikte er zachtjes tegen, snoof eraan, liep ermee naar<br />

het raam, hield hem ondersteboven.<br />

'En?' vroeg Kozijnse ongeduldig.<br />

Nachtegaal zei niets, legde de viool op tafel en haalde een loep<br />

uit zijn vestzak. Daarmee begon hij de rand en de f-gaten van<br />

het <strong>in</strong>strument aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen.<br />

Hij leek volledig <strong>in</strong> trance. Kozijnse en Jusrus zwegen eerbiedig.<br />

Nachtegaal stond op om opnieuw de viool <strong>in</strong> het licht te houden.<br />

'En?'<br />

Geen antwoord. Het onderzoek met de loep werd hervat. Jusrus<br />

keek er met bewonder<strong>in</strong>g naar. Hij betrapte zich erop dat hij zelf<br />

g<strong>in</strong>g denken dat het om een bijzonder <strong>in</strong>strument g<strong>in</strong>g.<br />

E<strong>in</strong>delijk legde meneer Nachtegaal de viool terug <strong>in</strong> zijn kist.<br />

'En?'<br />

'Ik kan niets zeggen.<br />

'Is het een kostbare viool?'<br />

'Zonder nauwkeuriger onderzoek kan ik niets zeggen. Ik wil<br />

geen verwacht<strong>in</strong>gen wekken.'<br />

'Is een Gagliano een kostbaar <strong>in</strong>strument?' vroeg Kozijnse.<br />

'Het zou me verbazen als het een Gagliano was.'<br />

'O?' Het klonk teleurgesteld. 'Waarom zit er dan een etiket <strong>in</strong><br />

met de naam Gagliano erop?'<br />

137


'Er zijn gevallen bekend', zei meneer Nachtegaal langzaam, 'dat<br />

er een valse naam <strong>in</strong> een viool werd geplakt om te verhullen dat het<br />

een kostbaarder <strong>in</strong>strument is.'<br />

'Dus u denkt dat het om een viool gaat die nog kostbaarder is<br />

dan een Gagliano?' zei Kozijnse met glimmende ogen.<br />

'Dat is niet onmogelijk.'<br />

'Een Stradivarius?'<br />

'Nee nee, dit is geen Stradivarius.'<br />

'Wat dan?'<br />

'Hoor eens hier, meneer Kozijnse, ik ga u geen d<strong>in</strong>gen zeggen die<br />

ik niet kan verantwoorden.'<br />

Kozijnse haalde diep adem.<br />

'Hoe komen we erachter?' vroeg hij.<br />

'Nauwkeurig onderzoek. Door meerdere experts. U kent mij<br />

niet, dus ik bied niet aan de viool mee te nemen. Als u wilt, kan ik<br />

terugkomen met wat hulpmiddelen om met meer zekerheid te kun­<br />

nen zeggen of nader onderzoek aan te raden is. Zo'n onderzoek<br />

kost natuurlijk geld. Enkele duizenden guldens.'<br />

'Hoeveel zou hij waard kunnen zijn?' Nachtegaal haalde zijn<br />

schouders op. 'Kunt u niet een schatt<strong>in</strong>g maken?'<br />

'Ik denk er niet over', zei de heer Nachtegaal afgemeten.<br />

'Wat is de waarde van een Gagliano?'<br />

'Dat hangt ervan af. Zeg honderdduizend gulden als het <strong>in</strong>stru-<br />

ment geen ernstige gebreken heeft.'<br />

'En deze viool zou meer waard kunnen zijn? Veel meer?'<br />

'Zou kunnen.'<br />

'Moet ik meer denken aan vijfhonderdduizend? Een miljoen?'<br />

Opnieuw haalde Nachtegaal zijn schouders op. Zijn houd<strong>in</strong>g druk­<br />

te uit dat hij de geldwaarde nauwelijks <strong>in</strong>teressant vond. Je vraagt<br />

toch ook niet wat de prijs van een geliefde is.<br />

'Als de viool aan een nauwkeurig onderzoek wordt onderwor­<br />

pen, blijft dat dan geheim?' vroeg Kozijnse.<br />

'Nee, dat kan ik niet garanderen. Daar worden meerdere perso­<br />

nen bij betrokken. Als het <strong>in</strong>derdaad ... , als het een <strong>in</strong>strument van<br />

een befaamde bouwer zou zijn, dan is dat groot nieuws <strong>in</strong> ons vak.<br />

Dat hou je niet stil.'<br />

'Bent u vioolbouwer?'<br />

138


'Kent u Amsterdam, meneer?' vroeg Nachtegaal uit de hoogte.<br />

'Daar woon ik.'<br />

'Kijkt u dan eens <strong>in</strong> de gids onder de naam Nachtegaal.'<br />

'Ik zou het op prijs stellen als u nog niet over deze vondst sprak<br />

met anderen', zei Kozijnse. 'Wanneer zou u weer kunnen komen?'<br />

'De komende twee weken niet. Op z'n vroegst over veertien<br />

dagen.'<br />

dig?'<br />

'Heel graag. Vandaag over veertien dagen. Wat ben ik u schul­<br />

'Dat heeft geen haast', antwoordde meneer Nachtegaal.<br />

Hij gaf Kozijnse een hand, zei 'Dag Justus', wierp nog een lief­<br />

devolle blik op de viool en vertrok.<br />

Over het moment dat nu kwam had Justus het langst nagedacht.<br />

Hoe moest hij zich gedragen? Als hij te enthousiast zou geloven dat<br />

ze met een beroemde viool van doen hadden, zou Kozijnse dat<br />

wellicht verdacht v<strong>in</strong>den. Niet enthousiast kon ook niet. Hij had<br />

besloten dat 'stomme verbaz<strong>in</strong>g' het best was.<br />

Daarom liep hij, toen Frans was vertrokken, naar de tafel<br />

en staarde zwijgend naar de viool, die daar <strong>in</strong> de open kist lag.<br />

Kozijnse was gaan zitten en ook zijn blik g<strong>in</strong>g nadenkend richt<strong>in</strong>g<br />

viool.<br />

Voorzichtig nam Justus het muziek<strong>in</strong>strument uit zijn bedje.<br />

'Pas op', zei Kozijnse. 'Laat hem niet vallen.'<br />

Er g<strong>in</strong>g een vreugdegolf door Justus heen. Kozijnse geloofde wat<br />

Frans had gezegd. Meteen volgde de domper:<br />

'Het is natuurlijk hoogst onwaarschijnlijk dat we een echt kost­<br />

bare viool <strong>in</strong> handen hebben. Hoe goed ken jij die Nachtegaal?'<br />

'Mijn ouders kennen hem. Ik nauwelijks.'<br />

'Kan hij er belang bij hebben mij te laten denken dat we iets<br />

duurs hebben, terwijl het d<strong>in</strong>g niks waard is?' dacht Kozijnse hard­<br />

op. Hij verwachtte geen antwoord van Justus, die er ook niet over<br />

piekerde er een te geven.<br />

'Wat zou zijn belang kunnen zijn? Een dure expertise, een<br />

onderzoek met een negatief resultaat, waar hij een paar duizend<br />

gulden voor kan declareren? Ja, dat zou heel goed kunnen.' Hij<br />

denkt dat alle mensen zijn zoals hij zelf is, dacht Justus. 'Weet die<br />

139


meneer Nachtegaal dat er een eigendomsbewijs van deze viool<br />

bestaat, met de naam Gagliano erop?'<br />

'Nee', antwoordde J ustus, 'dat kan hij volgens mij niet weten. Ik<br />

heb alleen gezegd, toen ik hem bij mijn ouders ontmoette, dat ik de<br />

viool van u had gekregen en dat u hem eigenlijk bij het vuilnis<br />

wilde zetten.'<br />

'Dat jij hem van mij hebt gekregen ... Hoor eens hier, Justus, je<br />

begrijpt toch wel dat als het <strong>in</strong>derdaad een heel duur <strong>in</strong>strument is,<br />

jij er geen aanspraak op kunt maken.'<br />

'Nee natuurlijk niet', zei Justus trouwhartig, 'hij is toch van die<br />

meneer Van der Molen.'<br />

'Un un, daar gaan we nog niet meteen van uit.'<br />

'Maar dat eigendomsbewijs?'<br />

'We weten niet of dat rechtsgeldig is. We weten niet of hij het<br />

orig<strong>in</strong>eel echt heeft. We weten niet of het op deze viool slaat. Nee,<br />

er zou heel wat te bewijzen vallen voor meneer Van der Molen. En<br />

aangezien hij niet de snuggerste is .. .' ' ... enuwel...'.<br />

Kozijnse gr<strong>in</strong>nikte. 'Aangezien hij niet de snuggerste is, heeft hij<br />

een juridische strijd om de viool nog niet zomaar gewonnen.' En hij<br />

voegde er aan toe: 'Zolang hij het <strong>in</strong>strument niet <strong>in</strong> handen heeft.'<br />

Justus knikte.<br />

, Als ik hier veel geld uit sleep, beloof ik je dat je een leuk percen­<br />

tage krijgt. Ik zal het goed met je maken, vertrouw daar maar op.<br />

Tenslotte heb jij de viool gered van het vuilnis.' Hij nam het <strong>in</strong>stru­<br />

ment over van Justus, die het nog steeds <strong>in</strong> zijn handen had. 'Een<br />

Stradivarius bij het vuilnis, stel je dat eens voor.' 'Het is geen<br />

Stradivarius', zei meneer Nachtegaal.'<br />

'Nou ja, een soortgelijke beroemdheid.'<br />

Hij legde de viool terug <strong>in</strong> zijn kist. De voorzichtigheid waarmee<br />

hij dat deed, maakte Justus weer optimistischer. 'Luister Justus', zei<br />

Kozijnse. 'We hebben hier te maken met een gecompliceerde situ­<br />

atie. We weten niet of het een bijzondere viool is. Als het dat is,<br />

mag het niet bekend worden, voordat ik weet wie eigendomsrecht<br />

kan claimen. Hij is gevonden <strong>in</strong> mijn huis, ik heb hem <strong>in</strong> handen,<br />

ik moet door een jurist laten uitzoeken welke rechten me dat geeft.<br />

Het is voorlopig van het grootste belang dat dit alles niet bekend<br />

wordt. Zwijgen, zwijgen als het graf. Kan ik daarop rekenen?'<br />

140


'Ik zeg niks.'<br />

'Ik wil rustig nadenken over wat me te doen staat. Misschien<br />

advies <strong>in</strong>w<strong>in</strong>nen bij mijn bedrijfsjurist, maar dan zonder hem de<br />

details te vertellen. We hebben de tijd. Nachtegaal komt pas weer<br />

over veertien dagen.<br />

Hij maakte de vioolkist dicht.<br />

'Zo, die gaat hier <strong>in</strong> de kast. Ik doe de kast op slot en neem de<br />

sleutel mee. Niet dat ik jou niet vertrouw, gewoon omdat het veili­<br />

ger is. Ik zie je weer over twee weken. Als er iets is, bel je maar. En<br />

denk eraan:- geen woord, tegen niemand.'<br />

'Geen woord.'<br />

'Je bent een puike medewerker.'<br />

Kozijnse ramde Justus op zijn schouder ten bewijze van zijn<br />

vriendschap en g<strong>in</strong>g zijns weegs.<br />

's Avonds zaten ze bij elkaar, bij de familie Nachtegaal thuis. Ook<br />

Noortje en Bashir waren er. Ze hadden allemaal verhoogde bloed­<br />

druk, zo leek het, of een geestverruimend middel gesnoven. Of was<br />

het gewoon adrenal<strong>in</strong>e <strong>in</strong> het bloed, veroorzaakt door opw<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g?<br />

'Frans was geweldig', zei Justus. Frans keek bescheiden.<br />

'Absoluut geweldig. Hij zag Kozijnse nauwelijks. De man <strong>in</strong>te­<br />

resseerde hem niet. Alleen de viool. De liefde voor het <strong>in</strong>strument<br />

straalde uit zijn ogen.'<br />

'Geloofde hij me? Denkt hij dat hij een miljoen, of meer, <strong>in</strong> han­<br />

den heeft?'<br />

'Dat durf ik niet te zeggen', zei Justus. 'De man is van nature<br />

wantrouwend. '<br />

'Omdat hij zelf niet te vertrouwen is', zei Annette.<br />

'Hij zei dat je misschien uit was op een opdracht om de viool te<br />

onderzoeken omdat je daar veel geld aan zou verdienen.'<br />

'Ook een aardige mogelijkheid', vond Frans.<br />

'Maar hij borg de viool met zoveel zorg en voorzichtigheid op,<br />

dat ik weer moed kreeg.'<br />

'Wat nu zal hij doen?' vroeg Bashir.<br />

'Nadenken. Met zijn jurist praten over wiens eigendom het d<strong>in</strong>g<br />

is. En daar heeft hij twee weken de tijd voor', zei Justus met een<br />

vraag <strong>in</strong> zijn stem, terwijl hij naar Frans keek.<br />

141


'Ja, dat had ik je nog willen zeggen', zei Frans. 'Je dacht natuur­<br />

lijk: waarom geeft hij hem zo veel tijd? Waarom zegt hij niet dat hij<br />

morgen terugkomt.'<br />

'Dat dacht ik, ja.'<br />

'Over twee weken gaat mijn broer Koos, de vioolbouwer, drie<br />

weken met vakantie. Ik pas dan op zijn huis. Ik krijg de sleutel en<br />

ik ga er tweemaal per week heen. Dat kan handig zijn. Ten eerste<br />

kan ik dan wat boeken van hem meenemen waar<strong>in</strong> violen van de<br />

beroemde bouwers worden beschreven, zonder dat ik Koos bij de<br />

zaak hoef te betrekken. Dat ziet er overtuigend uit voor Kozijnse.<br />

Ten tweede zou het kunnen zijn dat ik hem een keer mee moet<br />

nemen naar huis. Dan is het natuurlijk helemaal prachtig als ik <strong>in</strong><br />

de zaak van mijn broer terecht kan.'<br />

'Zou Koos dat goed v<strong>in</strong>den?' vroeg Annette.<br />

'Dat kunnen we hem dan niet vragen, want hij is met vakantie',<br />

zei Frans laconiek.<br />

Intussen zaten ze <strong>in</strong> onzekerheid over wat Kozijnse nu g<strong>in</strong>g<br />

doen. Het was onwaarschijnlijk dat hij zich bij een volgend bezoek<br />

van Frans totaal zou laten overtuigen dat hij met een kostbare<br />

viool van doen had. Hij zou meer zekerheid willen. 'Tenzij .. .', zei<br />

Annette.<br />

'Tenzij wat?'<br />

'Tenzij de viool wordt gestolen.'<br />

'Dan bezit hij hem niet meer', zei Justus.<br />

'Bijna wordt gestolen. Er wordt <strong>in</strong>gebroken. Er wordt naar de<br />

viool gezocht. Hij wordt niet gevonden, maar de sporen van<br />

<strong>in</strong>braak zijn zichtbaar.'<br />

'Kozijnse zou denken dat Van der Molen heeft geprobeerd zijn<br />

eigendom terug te halen', meende Justus.<br />

'Ja, dat zou hij denken. Hij zou ook denken dat het een dure<br />

viool moet zijn, anders breek je er niet voor <strong>in</strong>. Zijn verdenk<strong>in</strong>g dat<br />

de heer Nachtegaal op een goed betaald onderzoek uit is, wordt<br />

dan ook ondermijnd.'<br />

'Hij ligt dus <strong>in</strong> een kast?' vroeg Frans.<br />

'Ik denk <strong>in</strong> de muurkast <strong>in</strong> de kamer waar nu het kantoor is', zei<br />

Noortje.<br />

'Klopt.'<br />

142


'En Kozijnse heeft de sleutel?'<br />

'Ja, maar voor een <strong>in</strong>breker is die kast best open te krijgen.' 'En<br />

dan neemt hij de viool mee, wat niet de bedoel<strong>in</strong>g is', zei Annette.<br />

J ustus dacht na.<br />

'Daar weet ik iets op. In het bureau ligt een bos reservesleutels.<br />

Ook van de kast, dat heb ik al bekeken. Stel ik vertrouw het<br />

niet. Ik verberg de viool ergens <strong>in</strong> huis, waar een dief hem m<strong>in</strong>der<br />

makkelijk v<strong>in</strong>dt. De dief breekt de kast open en noppes. Kozijnse<br />

schrikt zich eerst de pleuris, maar hoera, zijn voortreffelijke werk­<br />

nemer heeft de viool gered.'<br />

'En zijn vertrouwen <strong>in</strong> jou is tot <strong>in</strong> de stratosfeer gestegen', zei<br />

Frans.<br />

'Probleem', bracht Noortje te berde. 'Kozijnse denkt dat mijn<br />

vader de viool gestolen heeft. Vader kent het huis op z'n duimpje.<br />

Hoe denk je de viool zo te verstoppen dat vader hem niet kan v<strong>in</strong>­<br />

den? Ik bedoel: dat vader hem niet zou kunnen v<strong>in</strong>den als hij<br />

ernaar zocht.'<br />

'Zo'n plekje v<strong>in</strong>d jij voor me', zei Justus. 'Trouwens, zou je<br />

vader niet denken dat Kozijnse de viool blijkbaar heeft meegeno­<br />

men naar Amsterdam?'<br />

Ze waren het erover eens dat het een goed plan was. Restte de<br />

vraag hoe het moest worden uitgevoerd.<br />

'Simpel', vond Noortje. 'Justus slaat morgenochtend een ruitje<br />

<strong>in</strong>, breekt de kast met een breekijzer open en gooit hier en daar wat<br />

meubilair om. Fluitje van een cent.'<br />

'Nee, zo moet dat niet, denk ik. Veel te l<strong>in</strong>k. Stel het je voor. Ik<br />

kom de volgende dag op kantoor en zie dat er is <strong>in</strong>gebroken. Dan<br />

moet ik de politie bellen. Die onderzoekt de zaak en ziet om de een<br />

of andere reden meteen dat het nep is.'<br />

'Welke reden?' vroeg Bashir.<br />

'Weet ik veel, het ruitje is vanuit de b<strong>in</strong>nenkant <strong>in</strong>geslagen, dat<br />

soort d<strong>in</strong>gen. Nee, ik ben ervan overtuigd dat we alles zo dicht<br />

mogelijk bij de werkelijkheid moeten houden, anders maken we<br />

fouten. Ik merkte het ook toen ik Kozijnse verslag moest uitbren­<br />

gen van dat nepgesprek op straat, met jou en Bashir. Daar had ik<br />

toen enorm houvast aan.'<br />

143


'Ik denk dat je gelijk hebt, Justus', zei Frans. 'Er moet echt wor­<br />

den <strong>in</strong>gebroken. Wie gaat dat doen?'<br />

'Ik ben nachtbl<strong>in</strong>d', zei Annette. 'En stel dat de politie me<br />

betrapt, dan gaan ze nog denken dat ik ook <strong>in</strong> dat geval met oom­<br />

pje Vreugdenhill op geld uit was.'<br />

'Ik doen het', zei Bashir.<br />

'Nee, jij doen het niet', zei Justus streng. 'Als ze jou pakken ga je<br />

alsnog het land uit.'<br />

Ze keken naar Frans. 'Nee', zei die. 'Als ik betrapt zou worden,<br />

is dat heel overtuigend. Ik wil de viool hebben, ik ben er verliefd op<br />

geworden. Maar ik ben ongeschikt voor <strong>in</strong>braken. Mijn hart zou<br />

zo luid bonken dat de buren het zouden horen. Je kunt veel van me<br />

vragen, Justus, maar ik ga niet 's nachts ruitjes <strong>in</strong>slaan midden <strong>in</strong><br />

de stad. Laat mij maar toneel spelen.'<br />

'Ik dus', zei Noortje. 'Als ik word betrapt is het helemaal over-<br />

tuigend. Ik kom de viool van mijn vader halen.'<br />

Ze keken haar bezorgd aan. Zou ze dat aandurven?<br />

'Ik durf het eigenlijk niet, maar ik doe het.'<br />

'Ik ga mee', zei Justus.<br />

'Nee, dat is het domste wat we kunnen doen. Als jij <strong>in</strong>breekt <strong>in</strong><br />

het kantoor waar je werkt, halen ze gelijk de FBI erbij, of hoe heet<br />

dat <strong>in</strong> Nederland. Verdachter kan het niet.'<br />

'Ik weet wat', zei Justus. 'Ik vraag of Stijn met je meegaat. Stijn<br />

is mijn beste vriend. Hij is een beetje eigenaardig, hij schrijft<br />

gedichten en zo, maar hij is volstrekt betrouwbaar.'<br />

'En zou hij het doen?'<br />

'Zijn vriend<strong>in</strong>, die hij zijn hele leven heeft gehad, is van hem<br />

weggelopen. Hij denkt dat het leven niks meer waard is. Misschien<br />

geeft dit hem een kick. Het wordt tijd dat hij weer eens onder de<br />

mensen komt.'<br />

'Nou, onder de mensen', grijnsde Frans. 'Niet te veel mensen,<br />

hoop ik.'<br />

'Dá's goed', zei Stijn. 'Het maakt me niet uit of ik <strong>in</strong> de gevange­<br />

nis zit of hier.'<br />

Justus gooide een prop naar zijn hoofd. 'Word wakker, man. Er<br />

is nog leven na Joke.'<br />

Hij had z<strong>in</strong> Stijn door elkaar te rammelen. Die zat maar te doen<br />

144


of zijn leven voorbij was, terwijl je zulke spannende d<strong>in</strong>gen kon<br />

doen als Kozijnse een aftands viooltje aansmeren.<br />

'Laten we eens onder ogen zien, beste Stijn, dat Joke niet het<br />

e<strong>in</strong>de van de wereld is.'<br />

'Hoe bedoel je?'<br />

'Wat is er eigenlijk aan haar? Waarom is ze zo bijzonder?'<br />

'Niks. Er is niks aan haar.'<br />

'Vond ze je gedichten mooi?'<br />

'Sommige.'<br />

'Hield ze van meteorologie?'<br />

'Ze haat meteorologie.'<br />

'Zoende ze zo goed?'<br />

'Jawel.'<br />

'Er zijn er meer die dat kunnen', zei Justus, als had hij niet pas<br />

enkele weken, maar jarenlange ervar<strong>in</strong>g.<br />

'Hier spreekt een expert', zei Stijn, met voor het eerst s<strong>in</strong>ds<br />

weken weer een vleugje humor <strong>in</strong> zijn stem.<br />

'Dus je doet het en je zorgt dat je niet <strong>in</strong> de gevangenis komt?'<br />

'Komt wel goed.'<br />

Justus wist <strong>in</strong>eens niet meer of het een goed idee was Stijn er<strong>in</strong> te<br />

betrekken. Als hij zo sloom en ongeïnspireerd was, liet hij zich wil­<br />

loos pakken door de politie.<br />

'Het is niet de bedoel<strong>in</strong>g dat je gepakt wordt, snap je dat?<br />

Misschien kan het jou niet schelen, maar het is gevaarlijk voor het<br />

project.'<br />

'Ik zou zeggen dat Noortje de viool van haar vader komt halen<br />

en dat ik haar help. Omdat ze zo goed kan zoenen.'<br />

Justus wist niet of hij dit leuk vond.<br />

'De politie zou de viool willen zien. Ons plan zou <strong>in</strong> duigen<br />

vallen.'<br />

'Ach man, ik laat me niet pakken.'<br />

De huizen <strong>in</strong> de Karpatenstraat hadden een kle<strong>in</strong>e, ommuurde ach­<br />

tertu<strong>in</strong>. Achter de achtermuur liep een paadje dat je kon gebruiken<br />

om een fiets achterom te rijden. Dat paadje werd ook gebruikt<br />

voor het uitlaten van honden, en dus was het eerste wat Stijn deed<br />

<strong>in</strong> een hondendrol trappen.<br />

145


'Ik wou dat er hier een lantaarnpaal stond', fluisterde hij.<br />

'Nee, dat wou je niet', zei Noortje. 'Hier rechts is een pol gras,<br />

daar kun je je schoen aan afvegen.'<br />

'Welke deur?'<br />

'Er staat 23 op, maar ik herken hem bl<strong>in</strong>del<strong>in</strong>gs. Hier is het.'<br />

'Heeft Justus de deur van het slot gedaan?'<br />

'Nee, het leek hem beter van niet. Kun jij op de muur klimmen?'<br />

Stijn hees zich op de muur en hielp daarna Noortje naar boven. Ze<br />

lieten zich snel aan de andere kant naar beneden glijden, want <strong>in</strong><br />

het flauwe licht van de stad zou iemand hen kunnen zien zitten.<br />

Hun ademhal<strong>in</strong>g begon gejaagder te gaan. Het is een vreemd<br />

gevoel als je op verboden terre<strong>in</strong> bent, <strong>in</strong> de nacht, ook al is het<br />

doel nog zo edel.<br />

Noortje nam Stijn bij de hand en leidde hem naar de achterkant<br />

van het huis.<br />

'Hier is de deur van de achterkamer. Justus heeft gezorgd dat de<br />

sleutel <strong>in</strong> het slot steekt, dus als we dit ruitje er uit halen kunnen<br />

we de sleutel omdraaien en de deur openen.'<br />

'De glassnijder.'<br />

Stijn kraste over de ruit, nadat hij eerst de ontstopper van zijn<br />

moeders gootsteen er tegen had gedrukt. Volgens vele misdadigers­<br />

films zou hij zo geruisloos een rondje uit de ruit kunnen snijden. Dat<br />

lukte van geen kant. De ruit liet zich niet kisten. Daarom liep Stijn<br />

een e<strong>in</strong>dje de tu<strong>in</strong> <strong>in</strong> en vond een baksteen. 'Hou je oren maar dicht.'<br />

'Pas op, de hele buurt wordt wakker.'<br />

'Jammer dan.'<br />

Met kracht gooide hij de steen door het venster. In de stilte van<br />

de nacht, maakte het een oorverdovend lawaai. Ze schrokken zich<br />

beiden te pletter en maakten zich automatisch zo kle<strong>in</strong> mogelijk<br />

tegen de donkerte van de muur. Op Karpatenstraat 25 werd een<br />

raam geopend. Ze konden zich voorstellen dat iemand zijn hoofd<br />

naar buiten stak en scherp luisterde. Ze hielden zich doodstil. Het<br />

raam g<strong>in</strong>g weer dicht. M<strong>in</strong>stens tien m<strong>in</strong>uten lang bewogen ze niet.<br />

Daarna fluisterde Stijn:<br />

'Zullen we naar b<strong>in</strong>nen gaan?'<br />

'Goed. Maar zachtjes. Dat raam hiernaast, dat was vast Pikkema.<br />

Een keurige meneer.'<br />

146


'Zou hij de politie bellen?'<br />

'Ik hoop het niet.'<br />

'Nou, kom op.'<br />

Het kostte geen moeite de deur open te maken. Ze hadden<br />

handschoenen aan en hadden elkaar <strong>in</strong>geprent dat die geen<br />

moment uit mochten. Noortje kende het huis op haar duimpje en<br />

ze vonden dan ook zonder moeite de kamer met de kast waar de<br />

viool zou moeten liggen.<br />

'Nu zullen we toch de zaklamp moeten gebruiken om de kast<br />

open te breken', zei Stijn.<br />

Hij haalde hem te voorschijn. Maar net voor hij hem, afge­<br />

schermd met zijn hand, aan wilde knippen, zei Noortje dr<strong>in</strong>gend:<br />

'Wacht!'<br />

Een politieauto draaide de straat <strong>in</strong> en reed er langzaam door.<br />

Ze drukten zich tegen de muur.<br />

'Pikkema heeft blijkbaar echt gebeld', fluisterde Noortje.<br />

'St.'<br />

De auto stopte en een agent stapte uit. Met een sterke zaklamp<br />

liep hij langs de huizen en scheen naar b<strong>in</strong>nen. Stijn en Noortje<br />

lieten zich achter het bureau op hun knieën zakken. Het licht van<br />

de zaklamp speelde door de kamer. Het duurde niet meer dan een<br />

halve m<strong>in</strong>uut, het leek een eeuwigheid.<br />

E<strong>in</strong>delijk verdween de agent.<br />

'Gossiemijne', fluisterde Stijn. 'Justus had me voorgespiegeld dat<br />

het niks zou voorstellen. Ik krijg hier een hartkwaal van.'<br />

'Dat zijn dan twee hartkwalen.'<br />

'Nu gaat die kast open.'<br />

Stijn zette het breekijzer dat hij had meegebracht <strong>in</strong> een kier van<br />

de kastdeur en duwde. Zonder veel moeite en vooral zonder veel<br />

geluid g<strong>in</strong>g de deur open.<br />

'Geen viool', zei Stijn.<br />

'Ja, gek hè?'<br />

Ze zetten alle kastdeuren open, alsof ze die hadden doorzocht,<br />

ze maakten een beetje rommel en toen vonden ze dat ze hun werk<br />

wel hadden gedaan.<br />

'Waar is die viool nou?'<br />

'Op de vlier<strong>in</strong>g. Ik stel voor dat we daar niet heengaan. Vanwege<br />

147


Pikkema. Het is boven gehorig tussen de beide huizen. Je zou hem<br />

trouwens niet v<strong>in</strong>den, hoor. Er is daar een bijna onzichtbaar luikje<br />

dat toegang geeft tot een ruimte onder de dakpannen. Ik denk dat<br />

zelfs mijn vader dat luikje vergeten is.'<br />

'Dan gaan we onverrichter zake naar huis.'<br />

'Of verrichter zake?'<br />

Stijn bracht Noortje naar huis. Haar ouders waren nog op en<br />

wachtten met spann<strong>in</strong>g op hun relaas.<br />

'Dus u bent op de hoogte?' vroeg Stijn.<br />

'Natuurlijk, we zijn <strong>in</strong> het complot. Ik heb zelf de brief met de<br />

kopie van het eigendomsbewijs aan Kozijnse geschreven. Ik v<strong>in</strong>d<br />

het een prachtplan van Justus. Niet dat het zal lukken, maar alleen<br />

al het idee dat we de strijd aangaan met die schurk v<strong>in</strong>d ik verruk­<br />

kelijk.'<br />

'Was het griezelig?' vroeg mevrouw Van der Molen.<br />

'Ja', zei Noortje uit de grond van haar hart. 'Het was doodeng.'<br />

'Maar ook wel lekker' , vond Stijn. Hij had meer glans <strong>in</strong> zijn ogen<br />

dan <strong>in</strong> weken het geval was geweest. 'Best lekker.'<br />

148


13<br />

J ustus nam de schade <strong>in</strong> ogenschouw.<br />

Wat zou hij hebben gedaan als hij niet op een <strong>in</strong>braak voorbe­<br />

reid was geweest? Hij zou eerst hebben gekeken of er geld was<br />

gestolen. Dat deed hij dus nu ook. In de la van het bureau stond<br />

een metalen kistje, waar het sleuteltje <strong>in</strong>stak. Het was de zoge­<br />

naamde 'kle<strong>in</strong>e kas voor uitgaven als postzegels en koffiemelk.' Er<br />

zat nooit meer <strong>in</strong> dan een paar honderd gulden. Het kistje bleek<br />

onaangeroerd.<br />

Vervolgens g<strong>in</strong>g hij na hoe de <strong>in</strong>breker was b<strong>in</strong>nengekomen. Het<br />

gebroken ruitje was snel gevonden.<br />

Ook constateerde hij dat er een kast was opengebroken. En het<br />

viel hem op dat andere kasten open stonden. Er lagen wat spullen<br />

op de grond, een bureaubakje met folders en plattegronden, een<br />

doosje waar wat paperclips uit waren gevallen. Er ontbrak niets, zo<br />

te zien. Er was ook we<strong>in</strong>ig te halen. Wie zou gebruikte kled<strong>in</strong>g wil­<br />

len stelen?<br />

De politie bellen, dat lag nu voor de hand. Hij meldde de<br />

<strong>in</strong>braak. Ze antwoordden dat ze b<strong>in</strong>nen een uur zouden komen.<br />

Daarna probeerde hij Kozijnse te bereiken, op zijn Amsterdamse<br />

nummer. Die was er niet. Men zei dat hij twee dagen naar<br />

Engeland was.<br />

'Er is <strong>in</strong>gebroken <strong>in</strong> het kantoor <strong>in</strong> Stoutendam', meldde Justus.<br />

'Mocht hij bellen uit Engeland, zeg hem dat dan. Er is wat schade,<br />

maar ik mis niets.'<br />

De politie arriveerde kort daarna. Gelukkig was het deze keer<br />

niet rechercheur Wachtmans. Ze namen poolshoogte en vroegen<br />

Justus wat er was gestolen.<br />

'Niets, voor zover ik kan nagaan. Er is hier ook bijna niets. De<br />

kle<strong>in</strong>e kas hebben ze niet gevonden. Of er is niet naar gezocht.' 'Er<br />

is vannacht gebeld', zei de agent. 'Door iemand uit de straat. Die<br />

had brekend glas gehoord. We zijn wezen kijken, maar alles leek<br />

rustig. Misschien is de <strong>in</strong>breker er toch zenuwachtig van geworden<br />

en is hij voortijdig vertrokken.'<br />

'Dat zou kunnen.'<br />

149


'Kan het zijn dat er naar iets speciaals is gezocht?'<br />

'Ik zou niet weten wat.'<br />

'Vraag dat even aan je baas als hij terug is.'<br />

'Dat zal ik doen', zei Justus.<br />

Daar bleef het bij. Ze zeiden dat ze misschien nog terug zouden<br />

komen om v<strong>in</strong>gerafdrukken op te nemen, maar overtuigend klonk<br />

dat niet. Er waren kennelijk belangrijker zaken. Op Justus' vraag<br />

hoe groot de kans was dat de dader zou worden gepakt, haalden ze<br />

hun schouders op.<br />

'De grootste kans is dat we te zijner tijd een drugsverslaafde<br />

<strong>in</strong>rekenen die vijftig <strong>in</strong>braken bekent, waaronder deze. Zo gaat het<br />

bijna altijd. Nou, het beste. En laat dat ruitje repareren. Ik wed dat<br />

de verzeker<strong>in</strong>g het betaalt.'<br />

'Dag', zei Justus.<br />

Twee dagen later belde Kozijnse.<br />

'Ik hoor dat er is <strong>in</strong>gebroken', zei hij met een nerveuzige klank<br />

<strong>in</strong> zijn stem. 'Is de viool weg?'<br />

'Nee, die hebben ze niet gevonden.'<br />

'Hoe is dat mogelijk?'<br />

'Ja, beetje eigenwijs van me misschien, maar ik had hem beter<br />

verstopt.'<br />

'Je bent een held', riep Kozijnse. 'Ik kom naar je toe.'<br />

Nog voor het middaguur was hij er. 'Vertel, jongen, vertel.'<br />

'Nou ja, ik vond die kast niet zo'n veilige plaats voor een viool die<br />

misschien erg kostbaar is. Ik hoorde zulke astronomische bedra­<br />

gen. Daar bent u misschien aan gewend, maar ik niet.' 'Ik geloof<br />

niet dat die viool veel waard is.'<br />

'0.'<br />

Meende die Kozijnse dat nou, of wilde hij zichzelf niet rijk reke­<br />

nen? Rijk was hij trouwens toch al. Of wilde hij vooral niet goed­<br />

gelovig lijken en was dit zijn manier om zich te verdedigen?<br />

'Maar ga door. Wat heb je gedaan?'<br />

'Ik heb het hele huis doorzocht.'<br />

'Misschien een tweede viool gevonden?' grijnsde Kozijnse. 'Ik<br />

zocht naar een goede plaats om de viool te verstoppen. Die heb ik<br />

gevonden op de vlier<strong>in</strong>g. Er zit daar een nauwelijks zichtbaar luik-<br />

150


je, dat toegang geeft tot een ruimte onder de dakpannen. De viool­<br />

kist kon net door het luikje.'<br />

'En de dief heeft daar niet gezocht.'<br />

'Nee. De politie denkt dat het een verslaafde was. Die gaat niet<br />

<strong>in</strong> het donker op de vlier<strong>in</strong>g zoeken.'<br />

'Denk jij ook dat het een verslaafde was?'<br />

'Nee.'<br />

'Waarom niet?'<br />

'Omdat de kle<strong>in</strong>e kas niet was meegenomen.'<br />

'Wie denk je dan dat het was?'<br />

'Die Van der Molen. Op zoek naar zijn viool.'<br />

'Maar Van der Molen zou dat luikje op de vlier<strong>in</strong>g moeten<br />

kennen.'<br />

'Misschien', zei Justus. 'Mijn vader zou <strong>in</strong> ons huis zo'n luikje<br />

niet kennen. Het lijkt me waarschijnlijker dat Van der Molen denkt<br />

dat u de viool mee naar Amsterdam hebt genomen.' 'En toen?'<br />

'Toen merkte ik eergisterochtend dat er was <strong>in</strong>gebroken. Ik ben<br />

meteen naar de vlier<strong>in</strong>g gehold.' Wat begon het liegen hem gemak­<br />

kelijk af te gaan. 'De viool is er nog. Ik heb de politie gebeld en die<br />

is gekomen. De viool heb ik niet genoemd. Ik dacht aan wat u zei:<br />

praat zo we<strong>in</strong>ig mogelijk.'<br />

'Je bent opmerkelijk verstandig voor je leeftijd', zei Kozijnse<br />

waarderend.<br />

'De afgelopen twee nachten heb ik hier geslapen. Dat leek me<br />

veiliger. Ik heb een matras <strong>in</strong> de achterkamer gelegd.'<br />

'Je bewaakt die viool met je leven, hé?'<br />

'Nou ja, als hij meer dan een miljoen waard is.'<br />

'Je hebt prima gehandeld. Kom op, we gaan samen lekker een<br />

hapje eten bij de Griek.'<br />

Ze lieten zich de maaltijd goed smaken. Kozijnse vertelde over<br />

de goede zaken die hij <strong>in</strong> Engeland had gedaan, en <strong>in</strong> het algemeen<br />

over zijn eigen voortreffelijkheid. Dat laatste was een beetje irri­<br />

tant, maar hij was een onderhoudend spreker. Net voor ze zouden<br />

opstappen', zei hij:<br />

'Ik zal de viool meenemen naar mijn kluis <strong>in</strong> Amsterdam. Dan<br />

kun jij weer lekker thuis gaan slapen.'<br />

Het was de opmerk<strong>in</strong>g waarvoor Justus had gevreesd. Feitelijk<br />

151


had hij onmiddellijk na de <strong>in</strong>braak aan deze mogelijkheid gedacht.<br />

Het lag zo voor de hand. Stom dat ze het niet eerder hadden over­<br />

wogen. Als Kozijnse de viool meenam was hij uit het zicht. Hij,<br />

Justus, zou niet meer met zijn neus zitten bovenop alles wat <strong>in</strong> ver­<br />

band met de viool werd ondernomen. Het gevaar was groot dat<br />

Kozijnse het <strong>in</strong>strument aan anderen zou laten zien.<br />

Stom, stom, stom.<br />

'Kunt u doen', zei hij achteloos. 'Voor mij hoeft het niet.'<br />

'Ik heb thuis een brandkast waar hij, zeker zonder de kist, wel<br />

<strong>in</strong> zou passen.'<br />

'Het gevaar is natuurlijk dat Van der Molen ook een nachtelijk<br />

bezoekje brengt aan uw huis <strong>in</strong> Amsterdam.'<br />

'Ik heb een alarm<strong>in</strong>stallatie.'<br />

'Dat zal veilig genoeg zijn', knikte Justus.<br />

'Er is een kle<strong>in</strong> probleem. Ik moet zo dadelijk naar Den Bosch.<br />

Daar moet ik de auto tot vanavond <strong>in</strong> een garage laten staan. En<br />

dat z<strong>in</strong>t me niet.'<br />

'Dan laat u de viool toch hier. Van der Molen zal er overal naar<br />

gaan zoeken, behalve <strong>in</strong> de Karpatenstraat 23. Daar is hij al<br />

geweest. Feitelijk is dat de veiligste plaats op de wereld.'<br />

'Daar heb je ook wel weer gelijk aan.'<br />

'En voor de zekerheid blijf ik er slapen. Dat maakt me niks uit<br />

voor die paar dagen. B<strong>in</strong>nenkort komt meneer Nachtegaal weer en<br />

dan horen we dat de viool toch het meest thuishoort bij de vuilnis.'<br />

'Goed, dan doen we het zo', zei Kozijnse.<br />

Ze zaten die avond weer bij elkaar bij de Nachtegalen. Ze voelden<br />

zich zo langzamerhand echt een team. Behalve Justus waren ook<br />

Noortje en Bashir er, en nu natuurlijk ook Stijn. Justus deed verslag<br />

van zijn behandel<strong>in</strong>g van de gevolgen van de <strong>in</strong>braak. Ze schrok­<br />

ken van het idee dat Kozijnse de viool zou hebben meegenomen.<br />

'Niet bijster <strong>in</strong>telligent van ons', vond Frans.<br />

Anderzijds moesten ze toegeven dat de <strong>in</strong>braak wel overtuigend<br />

was geweest. Kozijnse zou nu toch denken dat de vader van<br />

Noortje best wist dat het om een waardevolle viool g<strong>in</strong>g. Een<br />

Gagliano.<br />

'We hebben fase één nu wel achter de rug', zei Annette.<br />

152


'Dat kun je wel zeggen.'<br />

twee.'<br />

'Dat betekent dat we moeten beslissen of we doorgaan naar fase<br />

Ze keken haar verbaasd aan.<br />

'Ik heb gezegd dat ik, met aarzel<strong>in</strong>g, mee zou doen aan fase één.<br />

Ik weet niet of ik verder wil. Ik hèb niet goed geslapen van die<br />

<strong>in</strong>braak. Dat gaat toch ver. Dat is een crim<strong>in</strong>ele daad.'<br />

'Tja', zei haar man.<br />

Alle leeuwen en beren stormden weer op Justus af. Het leek zo<br />

ongerijmd wat hij aan het doen was. Weglopen van huis omdat zijn<br />

vader iets had gedaan waar de rechtbank hem niet voor had ver­<br />

oordeeld en zelf iets ondernemen waar hij zeker wel voor kon<br />

worden veroordeeld.<br />

Het was of Frans zijn gedachten raadde.<br />

'Wat hebben Noortje en Stijn nu helemaal gedaan', zei hij. 'Ze<br />

hebben een ruitje <strong>in</strong>gegooid. Ze hebben een piepkle<strong>in</strong> slotje van een<br />

kastdeur vernield.'<br />

'Het is niet eens vernield', zei Stijn. 'Als je de sleutel hebt func­<br />

tioneert die kastdeur nog steeds.'<br />

'Alleen een ruitje <strong>in</strong>gegooid dus. Niets gestolen. Denk je dat je<br />

daarvoor de gevangenis <strong>in</strong> zou gaan?'<br />

'Het gaat om het pr<strong>in</strong>cipe.'<br />

'Ja, het pr<strong>in</strong>cipe', riep Bashir. 'Het pr<strong>in</strong>cipe dat onrecht moet<br />

worden, hoe je zegt dat, niet gedaan gemaakt. Dat jij bent aan het<br />

doen.'<br />

Frans knikte. 'Daar gaat het om. Je moet de d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun pro­<br />

porties zien. Als je te ver gaat met je pr<strong>in</strong>cipes, maak je weer andere<br />

brokken.'<br />

lend.<br />

'En we doen het tenslotte niet voor onszelf', zei Annette aarze­<br />

'Net zo m<strong>in</strong> als jij de morf<strong>in</strong>e voor je oom voor jezelf achterover<br />

drukte.'<br />

'Ik doe het eigenlijk wel voor mezelf', zei Noortje bedremmeld.<br />

'Nou ja, voor ons. Voor ons gez<strong>in</strong>.'<br />

Daar moesten ze even over denken.<br />

'Het zou <strong>in</strong>derdaad zuiverder zijn geweest als Noortje niet had<br />

meegedaan aan die <strong>in</strong>braak', vond Frans. 'Ze mag best met een<br />

153


truc proberen Kozijnse zijn huis afhandig te maken, want hij heeft<br />

hetzelfde gedaan. Maar vooral zij moet b<strong>in</strong>nen de wet blijven.<br />

Bashir draaide zijn ogen naar boven, een gebaar dat ze van hem<br />

gewend waren als hij iets volstrekte onz<strong>in</strong> vond.<br />

kerij.'<br />

'Bashir is het niet met je eens, Frans', zei Justus.<br />

'Jullie praten over kruimeljes, maar wij zijn bezig met een bak­<br />

'Trouwens', zei Stijn, 'Noortje heeft helemaal geen <strong>in</strong>braak<br />

gepleegd. Ik heb het ruitje <strong>in</strong>geslagen. Zij probeerde me nog tegen<br />

te houden. Ik heb de deur opengemaakt. Ze heeft voortdurend<br />

geroepen dat ik terug moest gaan, ze heeft me gesmeekt om die<br />

kastdeur niet open te rukken, ze is de onschuld <strong>in</strong> eigen persoon.'<br />

Ze lachten, Bashir het hardst.<br />

Kijk die Stijn eens, dacht Justus. Er zitten weer rimpeltjes om<br />

zijn ogen. Die bedaarde, poëtische Stijn, van wie het je bij wijze<br />

van spreken verbaast dat hij de trap af kan lopen, volgens mij heeft<br />

hij het hartstikke leuk gevonden.<br />

'Ik heb genoten', zei Stijn. 'Vooral met die politie <strong>in</strong> de straat en<br />

wij achter het bureau. Mijn hart g<strong>in</strong>g zo lekker te keer, ik wil nog<br />

wel eens.'<br />

'Dus we gaan door?'<br />

Ze g<strong>in</strong>gen door. Ook Annette g<strong>in</strong>g aarzelend akkoord. Bashir<br />

wenste meer <strong>in</strong>geschakeld te worden en Stijn zei dat hij de hele boel<br />

aan Kozijnse g<strong>in</strong>g verraden als hij geen groter aandeel kreeg <strong>in</strong> het<br />

complot.<br />

'Als we jullie kunnen gebruiken, roepen we meteen', beloofde<br />

Justus.<br />

Ze bespraken de volgende stap.<br />

'Ik kom d<strong>in</strong>sdag', zei Frans. 'Normaal is het kantoorje open van<br />

negen tot twaalf, hé? Gaat Kozijnse dan meestal weg, of blijft hij<br />

hangen?'<br />

'Hij blijft eigenlijk nooit. Soms heeft hij een afspraak elders <strong>in</strong><br />

het land. Soms rijdt hij terug naar Amsterdam.'<br />

'Dan hoop ik dat hij dat d<strong>in</strong>sdag ook doet. Ik kom om een uur<br />

of elf, iets eerder misschien. Dan heb ik ruim een uur om de viool<br />

te onderzoeken en dan vertrekken we allemaal tegelijk om twaalf<br />

uur. En wie weet .. .'<br />

154


'Wie weet wat?'<br />

'Dat zien we nog wel.'<br />

D<strong>in</strong>sdagmorgen. Justus werd om zeven uur wakker, een uur eerder<br />

dan gewoonlijk. Hij stond op van zijn matras en douchte lang­<br />

durig. Hij schoor zich <strong>in</strong>tussen tweemaal <strong>in</strong> de week, meestal<br />

's zondags en 's woensdags, maar vandaag werd een extra scheer­<br />

beurt <strong>in</strong>gelast. In het keukentje at hij een paar boterhammen en<br />

dronk thee. Daarna klom hij naar de vlier<strong>in</strong>g en haalde de viool<br />

tevoorschijn. Toen was het pas kwart voor acht. Hij moest wach­<br />

ten tot kwart over negen voor Kozijnse verscheen. Dat was zeer<br />

vroeg voor zijn doen. E<strong>in</strong>deloos kunnen anderhalf uur duren, maar<br />

van één d<strong>in</strong>g kun je zeker zijn, ze gaan om.<br />

'Heeft die Nachtegaal nog gebeld?'<br />

'Nee, meneer Kozijnse.'<br />

'Ik heb zijn nummer vanmorgen gedraaid, <strong>in</strong> Amsterdam, maar<br />

er werd niet opgenomen.'<br />

Justus verschoot van kleur. Weer ontsnapt. Je moest wel geluk<br />

hebben <strong>in</strong> dit werk, dacht hij .<br />

'Misschien is hij al op weg hiernaartoe.'<br />

'Dat zal dan wel.'<br />

Er kwam warempel een mevrouw met een zak kleren. Ze <strong>in</strong>for­<br />

meerde wat daar nu mee g<strong>in</strong>g gebeuren en Justus verzekerde haar<br />

dat ze bij de eerste de beste ramp goed van pas zouden komen.<br />

'Nietwaar, meneer Kozijnse?'<br />

Kozijnse kwam omhoog uit zijn stoel.<br />

'Mevrouw, zonder mensen als u zou de wereld een slechtere<br />

plaats zijn. Telkens als de natuur te keer gaat, bij aardbev<strong>in</strong>gen,<br />

overstrom<strong>in</strong>gen, extreme droogte, noem maar op, staan wij klaar<br />

om de behoeftigen en ontheemden te helpen. Uw steun is daarbij<br />

onmisbaar. Ik dank u.'<br />

Hij schudde krachtig haar hand.<br />

Het is geen wonder dat hij rijk is geworden, dacht Justus. Wat<br />

kan die man charmant zijn. Die mevrouw is alweer helemaal weg<br />

van hem. Het was ook geen wonder dat de vader van Noortje hem<br />

had vertrouwd. Als je hem zo bezig zag, zou je hem je laatste cent<br />

<strong>in</strong> bewar<strong>in</strong>g geven.<br />

155


'Mevrouw, we houden ons aanbevolen.'<br />

Justus keek tersluiks op zijn horloge. Vijf voor elf. Hij hoopte<br />

dat Frans net zo goed <strong>in</strong> vorm zou zijn als de vorige keer.<br />

De mevrouw vertrok en amper was ze weg of Frans, het afstan­<br />

delijke trekje om zijn mond, meldde zich, met aktentas en een lange<br />

smalle zwarte doos.<br />

'Welkom, welkom.'<br />

'Goedemorgen. Zal ik maar meteen aan de slag gaan?'<br />

'Graag. Justus brengt koffie.'<br />

'Dit gaat even duren. Gaat u <strong>in</strong>tussen rustig uw gang.<br />

'Natuurlijk.'<br />

Kozijnse pakte het kasboek en deed alsof hij zich er<strong>in</strong> verdiepte.<br />

In werkelijkheid loerde hij over de rand om te zien wat Frans uit­<br />

voerde. Die g<strong>in</strong>g zitten met een aktentas op zijn knieën en haalde<br />

daar een stapeltje boeken uit. Daarna nam hij de viool uit de kist,<br />

legde die op tafel en g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de boeken zitten bladeren.<br />

Justus vond dat hij best nieuwsgierig mocht zijn, dus keek hij<br />

mee <strong>in</strong> de boeken. Wat hij zag, waren afbeeld<strong>in</strong>gen van violen van<br />

allerlei vorm, reeksen Cijfers die waarschijnlijk afmet<strong>in</strong>gen aanga­<br />

ven en brokjes tekst die mogelijk beschrijv<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>strumenten<br />

bevatten.<br />

'Mm', mompelde Frans en net als de vorige keer had Justus de<br />

sensatie dat daar een echte expert aan het werk was, met een echt<br />

beroemde viool.<br />

Het duurde en duurde. Soms greep Frans haast fanatiek een<br />

ander boek, bladerde, bromde, keerde terug naar het boek waar<strong>in</strong><br />

hij begonnen was.<br />

Kozijnse pretendeerde allang niet meer dat hij verdiept was <strong>in</strong> de<br />

f<strong>in</strong>anciën van HbR. Er was spann<strong>in</strong>g op zijn joviale gezicht te lezen.<br />

Langzaam maar zeker begon Frans te knikken.<br />

'Is het .. . '<br />

Kozijnse kon niet tegen mensen die waren zoals Frans zich nu<br />

voordeed. Dat langzame, dat wetenschappelijke, dat voorzichtige.<br />

Zeg eens wat man, hoorde je hem denken. Durf eens wat. Maar hij<br />

beheerste zich. Hij wilde niet zo geïnteresseerd lijken. Dat is niet<br />

. goed <strong>in</strong> de handel. En misschien moest deze Nachtegaal de viool<br />

ooit voor hem verkopen.<br />

156


'Zo, nu zal ik er nieuwe snaren opzetten.'<br />

Frans deed warempel vrijwillig een mededel<strong>in</strong>g. Hij dook<br />

opnieuw <strong>in</strong> zijn tas en produceerde vier snaren, nog gloednieuw <strong>in</strong><br />

hun cellofaan verpakk<strong>in</strong>g. Het opzetten was een tijdrovend werkje,<br />

want steeds ontstemde het <strong>in</strong>strument weer. Met beleid draaide hij<br />

de snaren één voor één kle<strong>in</strong>e beetjes strakker, waarbij een griezelige<br />

pang uit de klankkast Kozijnse haast van zijn stoel deed opspr<strong>in</strong>gen.<br />

'Dat heb je met die oude <strong>in</strong>strumenten', mompelde Frans.<br />

Met zijn tanden bijtend op zijn onderlip draaide hij de snaren<br />

nog vaster aan, steeds tussendoor tokkelend om te horen of hij de<br />

goede toonhoogte te pakken had ...<br />

'Zo zou het moeten kunnen.'<br />

Uit de doos haalde hij een strijkstok. Hij legde de viool op zijn<br />

l<strong>in</strong>kerschouder, klemde hem vast met zijn k<strong>in</strong> en streek twee snaren<br />

tegelijk aan. Hij stemde nog een beetje bij en speelde toen wat<br />

loopjes en figuurtjes. Justus had zich voorbereid op een gruwelijk<br />

gekras maar daar was geen sprake van. Het klonk best goed. Het<br />

klonk eigenlijk heel goed. Frans varieerde. Streek lange forse tonen<br />

en zachte tedere. Snelle spr<strong>in</strong>gende en vloeiende. Hij liet de toon<br />

aanzwellen en afzwakken <strong>in</strong> één streek, hij liet de strijkstok dansen<br />

op de snaren <strong>in</strong> een snelle riedel. Opnieuw draaide hij de snaren<br />

iets aan en speelde toen een bekende wals van Strauss. De tonen<br />

vulden het vertrek, probeerden elkaar <strong>in</strong> te halen zonder daar<strong>in</strong> te<br />

slagen. Voor iemand die nog nooit van dichtbij een violist bezig<br />

had gezien was het <strong>in</strong>drukwekkend.<br />

'Een <strong>in</strong>teressant <strong>in</strong>strument', zei Frans.<br />

'Weet u nu wat voor merk het is?' vroeg Kozijnse alsof het om<br />

een auto g<strong>in</strong>g.<br />

Als antwoord begon Frans opnieuw te spelen. Wat kan hij dat<br />

goed, dacht Justus bewonderend. De ene na de andere bekende<br />

klassieke melodie danste door de kamer.<br />

'Ik heb nog nooit op zo'n bijzonder <strong>in</strong>strument gespeeld', zei<br />

Frans met even een zweem van opgetogenheid <strong>in</strong> zijn stem.<br />

Kozijnse straalde.<br />

'Wat is het?'<br />

'Ik kan niets met zekerheid zeggen.' Frans viel terug <strong>in</strong> zijn<br />

plechtige, afgemeten toon.<br />

157


'Maar u hebt een vermoeden.'<br />

'Een sterk vermoeden zelfs.'<br />

Kozijnse keek verwacht<strong>in</strong>gsvol.<br />

Frans begon college te geven. 'Men heeft het altijd over<br />

Stradivarius, de beroemde Italiaanse vioolbouwer die een leerl<strong>in</strong>g<br />

was van Amati. We spreken over de zeventiende eeuw, <strong>in</strong> de plaats<br />

Cremona. In de werkplaats van Amati werkte ook een zekere<br />

Andrea Guarneri en hij werd beter dan zijn leermeester. Het moet<br />

die familie <strong>in</strong> het bloed hebben gezeten, want .ook twee zonen van<br />

Andrea bouwden zeer goede violen. En een kle<strong>in</strong>zoon. Maar er was<br />

er één die de kroon spande: Giuseppe n Antonio Guarneri, waar­<br />

schijnlijk een neef van Andrea. Hij wordt ook wel de Guarneri del<br />

Gesu genoemd. Hij bouwde buitengewoon goede <strong>in</strong>strumenten, die<br />

hij signeerde met de letters jHS.' Hij stopte, keek naar de viool die<br />

hij nog altijd <strong>in</strong> zijn handen had.<br />

'Staat daar jHS <strong>in</strong>?'<br />

'Er zit een etiketje <strong>in</strong> waar Gagliano opstaat. Dit is honderd<br />

procent zeker geen Gagliano. Het zou kunnen zijn dat onder dit<br />

etiketje .. .'<br />

'Scheur het er dan uit, man! Eh, kunt u dat etiketje verwijderen,<br />

meneer Nachtegaal?'<br />

'Dat zou met de uiterste voorzichtigheid, onder laboratorium­<br />

omstandigheden, moeten gebeuren. Ik kan dat niet eens zelf. Daar<br />

is een andere expert voor nodig, wellicht zelfs twee.'<br />

'u kunt nu dus geen zekerheid geven?'<br />

'In dit soort gevallen is zekerheid het resultaat van een proces<br />

dat enkele maanden kan duren.'<br />

'Maar u vermoedt dat het een viool is van die meneer de Tweede<br />

hoe heet-ie, Garneti?'<br />

'Guarneri. Onderzoek zou het moeten bevestigen.'<br />

'En dat komt dan groot <strong>in</strong> de kranten', zei Kozijnse.<br />

'Dat lijkt me waarschijnlijk. Mag ik aannemen dat u de eigenaar<br />

bent van de viool?'<br />

Kozijnse wierp een snelle blik op Justus. 'Jazeker.'<br />

'Maar u wilt niet dat de hele wereld te weten komt dat u even­<br />

tueel miljonair bent.'<br />

'Dat hebt u goed begrepen.'<br />

158


'Tja, u moet dan maar eens goed overwegen wat u wilt doen. U<br />

kunt ervan op aan dat ik tot nader order mijn mond zal houden.<br />

Als u verder van mijn diensten gebruik wilt maken, hoor ik dat<br />

wel. Overigens, ik ga altijd vroeg <strong>in</strong> het seizoen met vakantie, dus<br />

de komende weken ben ik moeilijk te bereiken.'<br />

'Ik ben u zeer dankbaar. Wat ben ik u schuldig?'<br />

'Ik stuur u wel een reken<strong>in</strong>g.'<br />

Frans pakte zijn spullen bij elkaar. Het was <strong>in</strong>tussen kwart voor<br />

één geworden.<br />

'Ik vertrek ook. En Justus' werktijd zit er ook op', zei Kozijnse.<br />

'Berg jij de viool op, Justus?'<br />

'Dat doe ik.'<br />

Met z'n tweeën verlieten ze het pand. Frans nam de tijd. Hij<br />

bezichtigde de gevel van het huis, deelde ongevraagd mee dat zijn<br />

auto om de hoek op de gracht stond, gaf Kozijnse een hand en liep<br />

op zijn gemak richt<strong>in</strong>g gracht. De auto van Kozijnse stond voor de<br />

deur van Karpatenstraat 23. Hij zwaaide nog even naar Justus en<br />

stapte <strong>in</strong>. Net voor hij wegreed, draaide Frans met zijn auto de<br />

Karpatenstraat <strong>in</strong>, woof vluchtig en reed de straat uit.<br />

Nu begreep Justus wat Frans voor had. Het was zeer gemakke­<br />

lijk voor Kozijnse om Frans te volgen naar Amsterdam.<br />

En dat is dan ook wat er gebeurde. Kozijnse kwam op het idee:<br />

zonder moeite kon hij nagaan of die Nachtegaal werkelijk de man<br />

was voor wie hij zich uitgaf.<br />

Rustig reed Frans Nachtegaal naar Amsterdam. Hij had het<br />

gevoel dat hij het er goed had afgebracht en dat was een aangena­<br />

me sensatie. Door zijn achteruitkijkspiegel zag hij dat Kozijnse op<br />

enige afstand volgde. Goed zo. Hij gaf wat meer gas. Ze lagen nu<br />

zo goed op koers dat Kozijnse hem makkelijk <strong>in</strong> het vizier zou kun­<br />

nen houden.<br />

Het was niet druk op de weg en ook <strong>in</strong> Amsterdam kon hij zon­<br />

der problemen naar Zuid rijden, waar zijn broer woonde. Het was<br />

een groot huis, eigenlijk gewoon een woonhuis, met twee betrekke­<br />

lijk kle<strong>in</strong>e etalageruiten, waarachter enkele strijk<strong>in</strong>strumenten<br />

waren uitgestald. Het grootste deel van de zaak werd <strong>in</strong> beslag<br />

genomen door een van buiten onzichtbare werkplaats. Hij parkeer­<br />

de voor de deur, haalde een sleutel uit zijn zak en opende de w<strong>in</strong>-<br />

159


keldeur. Uit zijn ooghoeken zag hij ' dat Kozijnse bij de hoek van de<br />

straat was gestopt en hem kennelijk gadesloeg. Ziezo, dit was toch<br />

overtuigend, zou je zeggen. Toen hij b<strong>in</strong>nen was, hield hij van ach­<br />

ter uit de zaak de straat <strong>in</strong> de gaten. Kozijnse reed langzaam langs,<br />

wierp een blik op het naambordje (Koos Nachtegaal, vioolbouwer)<br />

en verdween uit zicht.<br />

Fluitend gaf Frans de planten water, controleerde of alles <strong>in</strong> orde<br />

was en reed toen terug naar Stoutendarn. Hij was best tevreden<br />

over zichzelf.<br />

Justus <strong>in</strong>tussen, vond het jammer dat Frans zijn strijkstok weer had<br />

meegenomen. Hij had een haast onbedw<strong>in</strong>gbare z<strong>in</strong> om ook eens te<br />

proberen geluid uit de viool te krijgen. Hij haalde de oude strijk­<br />

stok uit de kist, maar daar was werkelijk niets mee aan te vangen.<br />

De paar haren die er nog op zaten, h<strong>in</strong>gen veel te los. Wacht eens,<br />

je kon ze strakker draaien, zag hij. Hij her<strong>in</strong>nerde zich dat hij dat<br />

Frans ook had zien doen met zijn strijkstok. Nee, hij kreeg ze wel<br />

iets strakker, maar het bleef armetierig.<br />

Toch nam hij de viool uit de kist en hield hem vast zoals hij dat<br />

Frans had zien doen. L<strong>in</strong>kerhand om de hals, v<strong>in</strong>gers op de snaren,<br />

de kast van de viool geklemd tussen l<strong>in</strong>kerschouder en k<strong>in</strong>. Hij liep<br />

naar de spiegel. Zo zag dat er dus uit. Zou hij violist willen zijn?<br />

Ja, besloot hij, dat zou ik graag willen zijn, voor mijn beroep. Stel<br />

je voor, je staat op een toneel, achter je zit een orkest, voor je zitten<br />

honderden mensen <strong>in</strong> diepe stilte te wachten en dan strijk je. Hij<br />

hief de strijkstok omhoog en bewoog hem boven de snaren. Wat<br />

kon die Frans dat goed, en dat was dan nog niet eens een beroeps­<br />

violist. Het leek hem onmogelijk om zo snel en zo zuiver met al die<br />

v<strong>in</strong>gers te werken en iets moois uit het <strong>in</strong>strument te laten komen.<br />

niet?<br />

Hij keek naar zichzelf <strong>in</strong> de spiegel. Waarom kon hij dat nu<br />

'Omdat je het niet geleerd hebt, sufferd', zei hij hardop.<br />

Muziek is zoiets vreemds, dacht hij. Het kan je <strong>in</strong> allerlei stem­<br />

m<strong>in</strong>gen brengen. Je kunt er blij van worden als je treurig bent en<br />

treurig als je blij bent. Bij een feestje maakt het alles uit of je goede<br />

muziek hebt. Bij begrafenissen speelde het ook zo'n rol. Hij wist<br />

nog, toen opa Christiaan Correct werd begraven ... Ze hadden <strong>in</strong> de<br />

160


aula gezeten en iemand had een duffe toespraak gehouden. Toen de<br />

man was uitgesproken, had er muziek geklonken. Dat was ook van<br />

Brahms geweest, net als het stuk dat Annette en Frans speelden die<br />

eerste keer dat hij bij ze kwam. En dat was zo <strong>in</strong>drukwekkend<br />

geweest dat hij voor het eerst s<strong>in</strong>ds zijn grootvader dood was, tra­<br />

nen <strong>in</strong> zijn ogen had gekregen. Dat deed de muziek.<br />

Of deed de musicus het? Hij nam de viool <strong>in</strong> beide handen en<br />

keek ernaar. Uit zo'n kle<strong>in</strong> houten gevalletje, mits <strong>in</strong> de handen van<br />

een goede violist, kon geluid komen dat mensen aan het huilen<br />

bracht. Wat een macht eigenlijk, als je zo'n <strong>in</strong>strument had en dat<br />

kon.<br />

Hij begreep <strong>in</strong>eens dat je van zo'n viool bijna zo kon houden als<br />

van een mens. Want samen met je <strong>in</strong>strument was je veel meer dan<br />

zonder je <strong>in</strong>strument.<br />

Hij legde de viool terug <strong>in</strong> de kist. Zou hij dat nou nog kunnen<br />

leren, vroeg hij zich af. Hij had wel eens gehoord dat de beroemde<br />

musici heel jong waren begonnen. Op hun vijfde of zo. Nou ja, een<br />

beroemd musicus zou hij zeker niet meer worden. Maar zo goed<br />

spelen als Frans, wie weet. Hij zou het eens vragen.<br />

Justus maakte de kist dicht en bracht hem terug naar de vlier<strong>in</strong>g.<br />

Hij betrapte zich erop dat hij veel voorzichtiger met het <strong>in</strong>strument<br />

omg<strong>in</strong>g dan toen ze hem hadden gekocht <strong>in</strong> die werfkelder <strong>in</strong><br />

Utrecht. Dat had Frans bereikt. Het was hetzelfde ouwe d<strong>in</strong>g, maar<br />

een beetje geloofde hij <strong>in</strong>tussen. dat de viool was gebouwd door die<br />

Guarneri del Gesu.<br />

Stel nu eens dat hij echt door die man was gemaakt. Het kon<br />

toch. Het kwam toch voor. Een oud schilderij blijkt <strong>in</strong>eens een<br />

Rembrandt te zijn. Een oude viool is gebouwd door een beroemd­<br />

heid. Je zou die man <strong>in</strong> de werfkelder, Teus, dan toch m<strong>in</strong>stens een<br />

deel van de w<strong>in</strong>st moeten geven. En hij zou Kozijnse toch ook<br />

nog eens voorhouden dat hij de viool eigenlijk al van hem had<br />

gekregen. Justus droomde verder. Als, door enorm toeval, ze een<br />

kostbare viool hadden gevonden, dan bereikten ze dat Kozijnse een<br />

nog rijkere man werd dan hij al was. Het zou wel een grap zijn,<br />

zeg.<br />

Ach wat, ophouden met die onz<strong>in</strong>. Het was niet de bedoel<strong>in</strong>g<br />

dat hij overtuigd was van de waarde van de viool, Kozijnse moest<br />

161


dat zijn. En ze waren aardig op weg, vond hij. Het sprongetje van<br />

schrik toen de viool een knal had laten horen, had boekdelen<br />

gesproken.<br />

162


14<br />

In Leiden was Yvonne bezig met de laatste maanden van haar stu­<br />

die. Ze moest een scriptie schrijven en had als onderwerp gekozen<br />

'de rol van de leugen en de bewijsbaarheid van de leugen <strong>in</strong> het<br />

strafrecht'. Liegen mag niet, maar ja, bewijs maar eens dat iemand<br />

door middel van een leugen een strafbaar feit heeft gepleegd.<br />

Soms moet iemand onder ede iets verklaren. Het betekent dat<br />

hij eerst heeft gezworen dat hij de waarheid zal spreken. Alles wat<br />

hij vervolgens zegt, wordt opgeschreven. Als hij liegt terwijl hij<br />

onder ede staat, pleegt hij me<strong>in</strong>eed. Als bewezen kan worden dat<br />

hij heeft gelogen, wordt hij gestraft voor het plegen van me<strong>in</strong>eed.<br />

Als je niet 'onder ede staat', zoals dat heet, is het een stuk lasti­<br />

ger. Stel er is een veil<strong>in</strong>g. Je wilt graag een schilderij kopen en je<br />

weet dat meneer A dat ook wil. Nu zeg je tegen A dat de veil<strong>in</strong>g<br />

niet doorgaat, wat niet waar is. A komt niet en jij koopt het schil­<br />

derij gOèdkoper dan wanneer A er ook was geweest. Kun je daar­<br />

voor vervolgd en gestraft worden?<br />

Terwijl de zon steeds hoger aan de hemel kwam en de merels<br />

steeds uitbundiger floten <strong>in</strong> de beukenhaag, zat Yvonne te zwoegen<br />

op haar scriptie. Gelukkig waren haar huisgenoten Sandra, Rietje<br />

en Jacquel<strong>in</strong>e <strong>in</strong> een soortgelijk lijden gedompeld. Ze moesten ook<br />

examens doen en allerlei werkstukken afmaken.<br />

Maar je kunt niet altijd werken.<br />

Op een avond zaten ze met z'n vieren een spelletje te doen. Risk<br />

speelden ze. Het is een spel waarbij je moet proberen delen van de<br />

wereld te veroveren. Yvonne speelde met toewijd<strong>in</strong>g en ambitie, als<br />

een echte generaal of president. Tot haar verdriet verloor ze toch.<br />

Rietje verloor ook en dat kon haar totaal niets schelen. Jacquel<strong>in</strong>e<br />

won, maar dat scheen haar nauwelijks op te vallen.<br />

'Als je een spel speelt moet je willen w<strong>in</strong>nen', vond Yvonne.<br />

Jacquel<strong>in</strong>e begreep dat niet. 'Wat maakt het nou uit wie er w<strong>in</strong>t?<br />

Je doet het toch voor de lol. Bovendien is het puur geluk.'<br />

'Niet helemaal. Je kunt pech hebben. Je kunt ook stom doen. Ik<br />

had bijvoorbeeld nooit Afrika moeten aanvallen. Dat heeft me de<br />

kop gelost.'<br />

163


'Ga dus nooit <strong>in</strong> de politiek', zei Sandra.<br />

Yvonne begreep niet dat iemand een spel wil spelen als het hem,<br />

<strong>in</strong> dit geval haar, koud laat of ze w<strong>in</strong>t of niet. Waarom zou je het<br />

dan doen?<br />

'Tijdverdrijf', zei Jacquel<strong>in</strong>e.<br />

'Waarom zou je de tijd willen verdrijven?'<br />

Niemand had z<strong>in</strong> daarop <strong>in</strong> te gaan. Maar de gedachtewissel<strong>in</strong>g<br />

had de lust om nog een rondje te doen verdreven. Ze g<strong>in</strong>gen achter­<br />

uit zitten en bespraken hoe <strong>in</strong>spannend het was om te studeren en<br />

hoe we<strong>in</strong>ig begrip de wereld <strong>in</strong> het algemeen en hun ouders <strong>in</strong> het<br />

bijzonder daarvoor hadden. Sandra probeerde de anderen te <strong>in</strong>te­<br />

resseren voor de vele ziektes die je kunt krijgen, Rietje voor de tal­<br />

rijke <strong>in</strong>secten die de aarde bewonen en Jacquel<strong>in</strong>e voor de<br />

geheimtaal Oud-engels die ze moest ontcijferen.<br />

'En jij houdt je bezig met de leugen', zei Rietje tegen Yvonne.<br />

'Ja, en met broertje Justus.'<br />

'Hoezo? Heeft hij weer een probleem?'<br />

'Hij is een probleem. Hij wil niet meer thuis wonen, omdat<br />

vader een beetje heeft gesjoemeld. Hij houdt zich veel meer bezig<br />

met recht en onrecht dan ik, terwijl ik over zes weken juriste hoop<br />

te zijn. Dat is toch idioot voor een jongen van zestien, pardon<br />

zeventien.'<br />

'Dat hoort bij een jongen van die leeftijd, zou ik zeggen', zei<br />

Jacquel<strong>in</strong>e met de toon van iemand die alle stormen van het leven<br />

al achter de rug heeft.<br />

'Hoe breng ik hem aan het verstand dat goed en kwaad niet<br />

alleen door de wet worden geregeld', zuchtte Yvonne.<br />

'Hij heeft behoefte aan een vriend<strong>in</strong>', meende Sandra.<br />

'Ben jij beschikbaar?'<br />

Ze lachten. Allemaal wisten ze dat Sandra tot over haar oren<br />

verliefd was op ene Gerard, en dat die liefde met veel hartstocht<br />

werd beantwoord.<br />

'Ik zou willen dat Justus <strong>in</strong> een situatie terechtkwam waar<strong>in</strong> hij<br />

een belangrijke besliss<strong>in</strong>g moest nemen op grond van zijn geweten,<br />

desnoods <strong>in</strong> strijd met de wet. En ik zou willen dat hij eens smoor­<br />

verliefd werd', mijmerde Yvonne. Haar fantasie g<strong>in</strong>g met haar op<br />

de loop. 'Of liefst allebei tegelijk. Zijn pr<strong>in</strong>ses zit gevangen <strong>in</strong> een<br />

164


kasteel, bewaakt door een draak. Maar het doden van draken is bij<br />

de wet verboden, want draken zijn schaars en worden met uitster­<br />

v<strong>in</strong>g bedreigd. Wat te doen? Pr<strong>in</strong>ses wordt iedere dag geslagen door<br />

een helleveeg van een vrouw .. .'<br />

aan.<br />

' ... of door een puistjesuitdrukster', vulde Rietje behulpzaam<br />

, ... een helleveeg van een vrouw en de pr<strong>in</strong>ses schreit om hulp.<br />

Justus hoort het via <strong>in</strong>ternet en zijn ridderlijke, van liefde overstro­<br />

mende hart, wil erop af. Nou ja, zijn lichaam bol van de gestaalde<br />

spieren waar<strong>in</strong> zich dat hart bev<strong>in</strong>dt, wil erop af. En dan zit daar<br />

die draak.'<br />

'Die beschermde draak.'<br />

'Ongeveer negentig van de honderd jongens die ik ken, zouden<br />

de benen nemen van angst. Negen procent zou die draak z'n zeven<br />

koppen afslaan. Of zes van z'n koppen moet dat zijn, geloof ik. Eén,<br />

Justus, zou op drie meter afstand van de draak gaan zitten naden­<br />

ken en hij zou na twee dagen tot een pr<strong>in</strong>cipiële besliss<strong>in</strong>g komen.'<br />

'Welke?'<br />

'Dat weet ik niet.'<br />

Er viel een stilte.<br />

'Allemaal een oploss<strong>in</strong>g verz<strong>in</strong>nen', beval Yvonne.<br />

'Voor dat probleem met die beschermde draak?'<br />

'Nee, voor Justus die zijn vader niet kan pruimen.'<br />

'Tja', zei Sandra, '<strong>in</strong> mijn vak zouden we een kle<strong>in</strong>e hersenope­<br />

ratie uitvoeren, waarbij enkele rechtvaardigheidsknobbeltjes zou­<br />

den worden weggesneden.'<br />

'Rietje?'<br />

'In de biologie zouden we de erfelijke factoren opsporen die hem<br />

zo gemaakt hebben. Heb je niet eens verteld over een opa<br />

Christiaan Correct? Vervolgens zouden we vaststellen dat een soort<br />

met die eigenschappen <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g we<strong>in</strong>ig overlev<strong>in</strong>gskan­<br />

sen heeft, maar dat er natuurlijk uitzonder<strong>in</strong>gen zijn. Daar zouden<br />

we het bij laten.'<br />

Ze keken nu naar Jacquel<strong>in</strong>e, die Engels studeerde.<br />

'Ieder zoekt een oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zijn eigen vakgebied? Welja. Dan<br />

ga ik bij Shakespeare te rade. Die heeft over alle menselijke emoties<br />

geschreven. Maar daar kom je ook niet ver mee. Want de ene keer<br />

165


zegt hij dat het allemaal <strong>in</strong> de sterren staat wat ons overkomt, een<br />

andere keer zegt hij dat onze fouten <strong>in</strong> onszelf liggen, niet <strong>in</strong> de<br />

sterren.'<br />

'Wie wil er thee?' Ze wilden allemaal thee. Rietje g<strong>in</strong>g 'm zetten,<br />

want ze zaten op haar kamer.<br />

'Ik ben dus bezig met die scriptie over liegen en de strafbaarheid<br />

daarvan', zei Yvonne. 'Wie kan een voorbeeld verz<strong>in</strong>nen waarbij<br />

liegen niet alleen mag, maar zelfs moet?'<br />

'Mijn moeder komt thuis met een hoed. Een monster van een<br />

hoed. Ze komt stralend thuis en vraagt hoe ik hem v<strong>in</strong>d. Zeg ik:<br />

het monster van de eeuw? Nee, ik zeg: past goed bij je, of zoiets.'<br />

'Ik bedoel iets wat te maken heeft met strafrecht.'<br />

'Nou', zei. Jacquel<strong>in</strong>e, 'het is oorlog en je hebt een onderduiker<br />

bij je verborgen. De bezetter komt en vraagt of je iemand <strong>in</strong> huis<br />

hebt. Volgens mij moet je nu nee zeggen.'<br />

'Maar', zei Yvonne, '<strong>in</strong> dat geval overtreed je een wet die je niet<br />

erkent. De wet van de bezetter namelijk.'<br />

'Goed, dan is het geen bezetter, maar je eigen overheid. Je broer<br />

heeft een auto gestolen. De politie komt. Je zegt: hij is hier niet.'<br />

'Dan ben je strafbaar.'<br />

'Maar ben je ook schuldig volgens je eigen geweten? Of zou je je<br />

schuldig voelen als je hem aangaf?'<br />

Daar moesten ze over denken. Ze kwamen tot verschillende<br />

conclusies. Sandra zou hem aangeven en een goede advocaat voor<br />

hem betalen. Jacquel<strong>in</strong>e zou proberen hem te overreden zichzelf<br />

aan te geven. Rietje zou zeggen: 'Hiér is hij niet' en dan bedoelen:<br />

<strong>in</strong> deze kamer.<br />

'En jij zelf, Yvonne?'<br />

'Ik weet dat ik hem zou moeten aangeven. De juriste <strong>in</strong> me zegt<br />

dat ik dat ook beslist zou doen. Maar het zusje van die broer zou<br />

het niet opbrengen. Ik zou met een stalen gezicht zeggen:<br />

'Gisteren was hij nog <strong>in</strong> Hoenderlo. Ga daar eens kijken.'<br />

'Maakt dat je een slechte juriste?'<br />

'Helemaal niet. Het maakt me een slechte staatsburger. En een<br />

goede zuster. Denk ik.'<br />

'Misschien toch ook wel een slechte raadgeefster voor je broer',<br />

meende Sandra.<br />

166


'Daar kun je best gelijk <strong>in</strong> hebben.'<br />

Het bleef Yvonne bezighouden. Ze had te doen met haar vader.<br />

S<strong>in</strong>ds Justus was vertrokken, leek het alsof er een waas over zijn<br />

vrolijkheid was getrokken. Alleen merkbaar voor wie hem heel<br />

goed kende.<br />

Natuurlijk, ze praatte niet goed wat vader had gedaan.<br />

Misschien deed hij dat zelf <strong>in</strong>tussen ook niet meer, althans niet<br />

meer met dezelfde overmoed, dezelfde flair. Maar hij moest steeds<br />

aan kennissen uitleggen waarom Justus niet meer thuis woonde.<br />

Dat was hard voor hem. Hoe moest hij het verklaren? Mijn zoon<br />

wil niet leven van geld dat ik, volgens hem, heb gestolen. Dat kun<br />

je toch niet zeggen? Nu mompelde hij iets over een jaartje free­<br />

wheelen, over 'zo'n jongen die toch onafhankelijk wil zijn' en hij<br />

bracht het gesprek snel op iets anders. Een grap eroverheen, dat<br />

was ook een probaat middel. 'Heb je gehoord van die hongerstaker<br />

uit Liberia? Die kunnen we nu per luchtpost terugsturen, ha ha.'<br />

Het was het soort grappen waar Yvonne niet van hield. Maar ze<br />

hield wel van haar vader. Hij deed het uit onmacht. In wezen was<br />

hij een gulle, hartelijke man, die als eerste klaar zou staan om de<br />

hongerstaker een maaltijd te geven.<br />

Ze wist dat haar vader ook een oprechte liefde had voor Justus,<br />

misschien hield hij nog wel meer van hem dan van haar. Dat pr<strong>in</strong>ci­<br />

piële, dat rechtvaardige, waar hij zelf zo we<strong>in</strong>ig van had, trok hem<br />

aan. Daarom was hij ook nog altijd zo dol op moeder. Soms zou ze<br />

Justus door elkaar willen schudden. Wees eens een beetje m<strong>in</strong>der<br />

rechtlijnig. Aanvaard dat niet alle mensen hetzelfde zijn. Maak niet<br />

van alles een pr<strong>in</strong>cipe. Anderzijds had ze zo'n bewonder<strong>in</strong>g voor<br />

haar halsstarrige broer. Er zat zoveel pit <strong>in</strong> hem. Zoveel moed.<br />

Maar wat moest er van hem terechtkomen als hij met al die moed<br />

de hele wereld te lijf g<strong>in</strong>g?<br />

Daar zat hij nou op die eenzame kamer, pe<strong>in</strong>sde ze. We<strong>in</strong>ig<br />

vrienden, want de contacten van school liepen natuurlijk terug.<br />

Nou ja, hij deed nu avondschool, had ze gehoord. Zat-ie daar<br />

eenzaam Franse woordjes te leren. Nooit eens een leuk meisje <strong>in</strong> z'n<br />

buurt. Ze werd helemaal neerslachtig als ze eraan dacht. Zo'n jonge<br />

knul moest toch op avontuur gaan, de wereld verkennen, die moest<br />

zijn dagen niet slijten met diepe gedachten over rechtsfilosofie.<br />

167


Kom op, ze g<strong>in</strong>g er iets aan doen. Ze g<strong>in</strong>g hem uit z'n hol roken.<br />

Als ze nu eens een feestje organiseerde met haar Leidse vrienden en<br />

hem daarbij uitnodigde? Ach nee, daar had hij we<strong>in</strong>ig aan. Hij<br />

kende de meesten niet en ze waren ook te oud voor hem. Ze moest<br />

iets doen <strong>in</strong> Stoutendam. Met Stijn en Bashir, die wisten vast wel<br />

wat mensen bij elkaar te brengen waar je een leuke avond mee kon<br />

hebben. Met z'n allen een avond naar de disco. En wie betaalt dat?<br />

Vader natuurlijk.<br />

o ja? En daar zou Justus natuurlijk helemaal geen bezwaar<br />

tegen hebben. Komaan, een avondje uit, betaald met dievengeld.<br />

Mijn hemel, dievengeld. Jaren geleden was het allemaal alweer,<br />

vader was vrijgesproken door de <strong>rechter</strong>, hij verdiende zijn geld<br />

tegenwoordig op een eerlijke manier, voor zover ze wist, of bijna<br />

eerlijk. Hm. Justus moest het misschien toch maar niet weten wie<br />

zo'n avondje betaalde.<br />

Niet vertellen. In het vage houden. Daar ga je al weer, dacht ze.<br />

Was dat nou liegen? Of was dat creatief met de waarheid omspr<strong>in</strong>­<br />

gen, niet <strong>in</strong> haar eigen belang, maar <strong>in</strong> dat van Justus. Ze besefte<br />

dat ze daar zelf geen enkele moeite mee had, maar dat Justus er<br />

anders over zou denken.<br />

Zou haar vader zo'n avondje willen betalen? Vast en zeker. Ook<br />

als hij zelf niet werd uitgenodigd, en als Justus nooit zou weten wie<br />

de goede gever was. Ze besloot haar vader erover te bellen. En<br />

morgenavond g<strong>in</strong>g ze naar Stoutendam om haar broer op een<br />

paard te zetten en over de wereld te laten galopperen.<br />

Het kwam er de volgende dag niet van. Toen ze aan het probe­<br />

ren was zich te verdiepen <strong>in</strong> het onderwerp van haar scriptie,<br />

kwam Bart langs. Ze had genoeg van Bart. Het was er niet meer.<br />

Het klikte niet meer. Waar zat 'm dat nu <strong>in</strong>? Bart boog met alle<br />

w<strong>in</strong>den mee. Hij had over niets een onwankelbare op<strong>in</strong>ie. In het<br />

beg<strong>in</strong> had ze dat prettig gevonden. Zijzelf had over alles opvatt<strong>in</strong>­<br />

gen en verkondigde die met een zekerheid die we<strong>in</strong>ig tegenspraak<br />

duldde.<br />

'Interessant', zei Bart dan. 'Je hebt gelijk.'<br />

Het is leuk om gelijk te krijgen. Een tijdje. Dan komt de behoef­<br />

te aan tegendruk. De weerstand die Bart bood, was als de weer­<br />

stand van water. Duw er tegen en het geeft mee. Maar je krijgt niet<br />

168


het gevoel dat je iets hebt bereikt, zoals wanneer je een rotsblok<br />

opzij hebt geduwd.<br />

Was Bart een watje? Nee, dat kon je niet zeggen. Dan zou ze<br />

nooit op hem zijn gevallen. Hij was meer een wat. Een grote,<br />

belangwekkende berg zachtigheid. Zij hield uite<strong>in</strong>delijk meer van<br />

hard.<br />

'Ik moet werken, Bart', zei ze.<br />

'Ik weet het. Je scriptie, hé?'<br />

'Zo is dat.'<br />

Maar hij g<strong>in</strong>g niet. Hij drentelde rond, plukte aan de gordijnen,<br />

hield een trui van haar die rondsl<strong>in</strong>gerde omhoog en vroeg of die<br />

nieuw was en zei dat hij wel even koffie zou zetten.<br />

'Ik moet werken.'<br />

'Je hebt toch wel tijd voor één kop koffie.'<br />

'Nou, tien m<strong>in</strong>uten dan.'<br />

Terwijl Bart e<strong>in</strong>deloos <strong>in</strong> zijn koffie roerde, zei hij dat hij had<br />

nagedacht over wat Yvonne over de relatie tussen Justus en zijn<br />

vader had verteld. 'Misschien weet ik een oploss<strong>in</strong>g', zei hij.<br />

'0 ja?' Er klonk zoveel ongeloof door <strong>in</strong> haar stem dat Bart,<br />

toch al geen snelle spreker, nog verder vertraagde.<br />

'Een gespreksgroep.'<br />

'Het ei van Columbus', riep Yvonne.<br />

'Echt waar, het werkt. Je hebt gespreksgroepen voor allerlei<br />

relatieproblemen. Ook tussen vaders en zonen.'<br />

'Sjonge toch.'<br />

'Het zit 'm vaak <strong>in</strong> iets wat vroeger is voorgevallen. Heeft je<br />

vader Justus wel eens geslagen toen hij kle<strong>in</strong> was?'<br />

'Nee hoor.'<br />

'Weet je dat zeker?'<br />

Yvonne begon er genoeg van te krijgen. 'Bart, wat kom je<br />

doen?' 'Ik wou vragen of jij met mij naar een gespreksgroep wilt<br />

gaan om over onze relatie te praten.' .<br />

Alle lichten stonden nu op groen voor Yvonne om d<strong>in</strong>gen te zeg­<br />

gen waar ze later spijt van zou hebben.<br />

a) Ze haatte gespreksgroepen. Ze hield ervan als mensen hun<br />

eigen peultjes dopten.<br />

b) Ze was bezig met een scriptie over de rol van de leugen,<br />

169


waardoor ze enorme z<strong>in</strong> had om geen blad voor haar mond te<br />

nemen.<br />

c) Ze wenste even haar rechtlijnige broer, met wie ze <strong>in</strong> gedach­<br />

ten zo bezig was, niet vergeleken te zien met het Grote Wat Bart.<br />

d) Ze wilde werken en niet nadenken over een relatie die wat<br />

haar betreft over en uit was.<br />

En dus barstte ze los <strong>in</strong> een alleenspraak die van Bart geen spaan<br />

heel liet. Ze vergeleek hem met alle weekdieren die ze kon beden­<br />

ken, ze wenste hem op de maan of welk hemellichaam ook als het<br />

de aarde maar niet was, ze sprak de wens uit dat hij de rest van zijn<br />

leven zou slijten <strong>in</strong> de meest fantastische gespreksgroep aller tijden,<br />

met als belangrijkste eigenschap dat zij er niet <strong>in</strong> zou zitten, ze ...<br />

'Ik begrijp het', zei Bart.<br />

'Wat begrijp je.'<br />

'Dat je geen z<strong>in</strong> hebt vanavond met me te gaan eten.'<br />

Hij is onmogelijk, dacht Yvonne. Niet te beledigen. Onverstoor­<br />

baar. Ik wou dat ik iets van hem had, van die onverstoorbaarheid.<br />

Dat ik mijn venijnige tong <strong>in</strong> toom kon houden. Dat ik zo kon<br />

<strong>in</strong>casseren. Hij is geen weekdier. Hij is als een groot meer. Je kunt<br />

er heel hard <strong>in</strong> slaan met een stok, maar het meer verandert er niet<br />

door.<br />

maar.<br />

'Ik ga met je eten', zei ze met een zucht.<br />

Maar naar Stoutendam ga ik ook, dacht ze koppig. Morgen dan<br />

170


15<br />

Geachte heer Kozijnse<br />

Tot mijn spijt hebt u niet gereageerd op mijn brief van 25 april.<br />

Ik heb u daar<strong>in</strong> gevraagd me te laten weten wanneer en waar ik<br />

een viool met de merknaam Gagliano, die mijn eigendom is, terug<br />

kan krijgen. Tenzij u b<strong>in</strong>nenkort reageert, zie ik mij genoodzaakt<br />

een deurwaarder <strong>in</strong> te schakelen.<br />

Hoogachtend<br />

B.L. van der Molen<br />

Deze brief had de vader van Noortje, op aanraden van Justus,<br />

een paar dagen geleden op de bus gedaan. Hij was geadresseerd<br />

Karpatenstraat 23. Justus had hem doorgestuurd naar het woon­<br />

adres van Kozijnse <strong>in</strong> Amsterdam.<br />

Hij had goede hoop dat Kozijnse <strong>in</strong>tussen overtuigd was van de<br />

zeer grote waarde van de viool. Als die waarde algemeen bekend<br />

werd, zou Kozijnse hem nooit meer voor een Gagliano kunnen<br />

laten doorgaan, of hem voor de waarde van een Gagliano van Van<br />

der Molen overnemen, en dat zou hem vast niet z<strong>in</strong>nen.<br />

Met spann<strong>in</strong>g wachtte Justus d<strong>in</strong>sdagmorgen op de komst van<br />

zijn baas. Maar die verscheen niet. In plaats daarvan belde hij<br />

tegen elf uur op.<br />

'Justus, ik kan vanochtend niet komen. Maar ik kom vanavond.<br />

Luister goed. In Alkmaar woont ook een bekende viooltaxateur,<br />

een zekere Richardson. Een echte kenner. Ik wil toch graag de<br />

men<strong>in</strong>g van een tweede deskundige over de viool. Mijn secretaresse<br />

heeft hem gebeld. Hij komt vanavond naar Stoutendam om het<br />

<strong>in</strong>strument te bekijken.'<br />

keel.<br />

Justus zat verstomd aan de telefoon.<br />

'Luister je?'<br />

'Jazeker', bracht Justus uit. Er kwam nauwelijks geluid uit zijn<br />

'Ben je verkouden?'<br />

'Nee, eh ja, een beetje schor.'<br />

'Kun je vanavond van school verzuimen?'<br />

171


'Er is geen les. De leraar is ziek.'<br />

'Richardson komt met de tre<strong>in</strong> om twaalf voor zeven aan op het<br />

station <strong>in</strong> Stoutendam. Ik red dat niet. Ik moet vanmiddag <strong>in</strong><br />

Rotterdam zijn. Zou jij hem voor mij willen afhalen?<br />

Bedenk maar iets om hem te herkennen, of hij jou. Een bordje<br />

met Kozijnse of zo. Zie maar.<br />

Kom dan met een taxi met Richardson naar de Karpatenstraat,<br />

wil je? Hou hem even bezig. Geef hem koffie. Laat hem de viool<br />

niet zien voor ik er ben. Ik wil meemaken hoe hij op het <strong>in</strong>strument<br />

reageert. Begrijp je?'<br />

'Het is duidelijk. Komt voor elkaar. Hoe laat bent u er?'<br />

'Ik hoop er om half acht te zijn.'<br />

'Tot vanavond dan.'<br />

Justus legde de ho om neer en zonk achterover <strong>in</strong> de bureaustoel<br />

alsof zijn laatste uur had geslagen. Dit was dus e<strong>in</strong>de oefen<strong>in</strong>g. Nu<br />

zou alles uitkomen. En hij zou erbij moeten zijn als het bedrog uit­<br />

kwam.<br />

Hij zuchtte diep. Het zou ook een wonder zijn geweest als er<br />

geen spaak <strong>in</strong> het wiel was gekomen. Als plan leek het leuk, de<br />

praktijk was iets anders. Dag baantje. Dag huis van de familie Van<br />

der Molen. Misschien wel dag Noortje. Want wie houdt nu van<br />

verliezers?<br />

Een kwartier, tw<strong>in</strong>tig m<strong>in</strong>uten zwom hij rond <strong>in</strong> zwartgalligheid<br />

en pessimisme. Toen kreeg hij daar genoeg van. Hij had geen talent<br />

voor neerslachtigheid. Het activiteitsvirus begon te werken. Zijn<br />

creativiteit rammelde aan de deur.<br />

Zou er nog iets aan te doen zijn? Kon die meneer Richardson <strong>in</strong><br />

het complot worden betrokken?<br />

Nee, dat kon niet. Het zou de man z'n reputatie kosten. Kon<br />

Richardson de tre<strong>in</strong> missen?<br />

Zou niet helpen, dan kwam hij met de volgende tre<strong>in</strong>. Zou hij<br />

naar Alkmaar bellen en zeggen dat de afspraak niet door kon gaan?<br />

Dan g<strong>in</strong>g hij morgen door, of volgende week.<br />

Kon hij de viool tijdelijk verwisselen voor een echte Guameri?<br />

Hé, dat was een <strong>in</strong>teressante gedachte. Maar hoe moest hij daaraan<br />

komen vóór vanavond zeven uur? Trouwens, Kozijnse zou zien dat<br />

het een ander <strong>in</strong>strument was.<br />

172


Zou hij een slaapmiddel <strong>in</strong> de koffie van Richardson doen,<br />

zodat die boven de viool <strong>in</strong> slaap viel?<br />

Onz<strong>in</strong> natuurlijk.<br />

Justus wist dat Frans Nachtegaal vaak tussen de middag thuis<br />

kwam lunchen. Hij had behoefte aan vertrouwden om te overleg­<br />

gen. Hij sprong op zijn fiets en racete naar het huis van Annette en<br />

Frans. Ze waren er.<br />

Zwijgend hoorden ze zijn verhaal aan.<br />

'Dat was dan dat', zei Frans. 'Het was leuk geprobeerd.' Ze<br />

zwegen. Justus staarde naar een trage bromvlieg die over het tafel­<br />

blad kuierde. Waarschijnlijk eentje van vorig jaar die zichzelf had<br />

overleefd. Frans dacht aan Bastiaan van der Molen, die hij zo graag<br />

een plezier had willen doen. Annette voelde een zekere oplucht<strong>in</strong>g.<br />

Ze hield niet van de spann<strong>in</strong>g die het project teweegbracht.<br />

'Ik had allerlei zotte gedachten', zei Justus. 'Een slaapmiddel <strong>in</strong><br />

de koffie van die Richardson. Zorgen dat hij de Karpatenstraat niet<br />

kan v<strong>in</strong>den. Onz<strong>in</strong> natuurlijk. Dat lost niks op.'<br />

'De heer Richardson moet plotsel<strong>in</strong>g voor een jaar naar het bui­<br />

tenland', suggereerde Frans.<br />

'Er zijn nog meer viooltaxateurs <strong>in</strong> het land.'<br />

'Toch moet er een oploss<strong>in</strong>g zijn', zei Justus koppig. 'We zouden<br />

natuurlijk .. .' pe<strong>in</strong>sde Annette.<br />

'We zouden natuurlijk wat?'<br />

'Nee nee, genoeg is genoeg. We houden ermee op.'<br />

'We zouden natuurlijk. . .' drong Justus aan.<br />

'De gedachte g<strong>in</strong>g even door mijn hoofd dat iemand anders voor<br />

meneer Richardson zou kunnen spelen. Kozijnse kent hem niet, als<br />

ik je goed begrijp.'<br />

'Ja!' riep Frans enthousiast.<br />

'Wie dan?'<br />

'Iemand die <strong>in</strong> het complot zit. Frans niet natuurlijk. Ik ben een<br />

vrouw en het g<strong>in</strong>g niet over een mevrouw Richardson. Dat geldt<br />

ook voor Noortje. Die is trouwens te jong, net als Stijn. Dus .. .'<br />

'Bashir.'<br />

'Ik niet geloven Bashir zijn geloofwaardig vioolbouwer uit<br />

Alkmaar', merkte Frans realistisch op.<br />

'Echt niet?'<br />

173


'Nee. Hoewel. Misschien juist.'<br />

'Ja', zei Justus. 'Een zwarte Amerikaan. Al jaren <strong>in</strong> Nederland ...<br />

Waarom niet. Alleen, hij speelt geen noot viool.'<br />

'Ga hem halen', riep Frans, spontaan als accountants zijn. 'Ik<br />

neem vanmiddag vrij. Ik ga meteen bellen. In een paar uur maak ik<br />

van Bashir een ervaren vioolbouwer. '<br />

Er zijn situaties <strong>in</strong> het leven dat je geen tijd krijgt om zenuwachtig<br />

te worden. Of beter gezegd, om daaraan toe te geven. Justus merk­<br />

te dat hij steeds moest slikken omdat zijn maag tegen zijn keel leek<br />

te drukken. Hij moest ook veelvuldig naar de wc zonder veel resul­<br />

taat. Maar dit alles verh<strong>in</strong>derde hem niet om de krachttoer voor te<br />

bereiden.<br />

Die avond, tien voor zeven. Een bescheiden stroompje mensen ver­<br />

liet het stationnetje van Stoutendam. Bij de uitgang stonden twee<br />

jonge mensen. Ze keurden elkaar geen blik waardig. Een van hen<br />

was Stijn. Hij bekeek alle reizigers aandachtig en stapte af op een<br />

meneer die stilhield en speurend om zich heen keek. Hij had een<br />

grote aktentas bij zich. Een das had hij niet om, maar hij zat wel<br />

keurig <strong>in</strong> het pak. Een vijftiger, zo te zien.<br />

'Bent u meneer Richardson?' vroeg Stijn beleefd.<br />

'Jazeker.'<br />

'Ik ben Justus Verdaasdonk', zei Stijn. 'Ik kom u afhalen namens<br />

meneer Kozijnse.'<br />

'0, juist.'<br />

'We nemen een taxi.'<br />

'Is het ver?'<br />

'Te ver om te lopen.'<br />

Ze namen plaats <strong>in</strong> een taxi.<br />

'Kennedylaan 10', zei Stijn.<br />

'Ik dacht dat we <strong>in</strong> de Karpatenstraat moesten zijn?'<br />

'Daar heeft meneer Kozijnse zijn kantoor', deelde Stijn mee. 'De<br />

viool is bij hem thuis, <strong>in</strong> de Kennedylaan.'<br />

Ai, dat was l<strong>in</strong>k. Had Kozijnse misschien gezegd dat hij <strong>in</strong><br />

Amsterdam woonde?<br />

Meneer Richardsons reactie stelde Stijn gerust:<br />

174


'Juist.'<br />

Hij bleek een spraakzaam man. Hij vroeg naar wetenswaardig­<br />

heden <strong>in</strong> Stoutendam, waar hij naar zijn zeggen nog nooit was<br />

geweest, maar hij <strong>in</strong>teresseerde zich voor de architectuur van ste­<br />

den, hij had gelezen dat Stoutendam vroeger door een s<strong>in</strong>gel omge­<br />

ven was geweest, maar dat ze die hadden gedempt, jammer nou,<br />

steeds meer steden kwamen terug van zulk soort <strong>in</strong>grepen, zelf<br />

kwam hij uit Alkmaar, ongeveer even groot als Stoutendam ...<br />

Stijn knikte <strong>in</strong>stemmend.<br />

'Je werkt voor meneer Kozijnse, Justus?'<br />

'Voor halve dagen. Meneer Kozijnse doet veel voor goede doe­<br />

len. Ik regel <strong>in</strong> de Karpatenstraat de <strong>in</strong>zamel<strong>in</strong>g van gebruikte<br />

kled<strong>in</strong>g.'<br />

'Ga je niet meer naar school?'<br />

, Avondschool.'<br />

'Zo zo.'<br />

De taxi stopte voor Kennedylaan 10, het huis van Frans en<br />

Annette.<br />

'Zestien vijftig alsjeblieft.' Stijn betaalde.<br />

Ze liepen door het voortu<strong>in</strong>tje naar de deur. Op de muur zat<br />

een houten bordje, waarop met zwierige zwarte letters stond: P.<br />

Kozijnse. Dat was een van de werkjes die Justus die middag had<br />

gedaan.<br />

Toen de taxi met Stijn en de heer Richardson uit het gezicht was<br />

verdwenen, sprak Justus een zwarte meneer aan, die keurig <strong>in</strong> het<br />

pak zat en die ook speurend rondkeek.<br />

'Meneer Richardson?'<br />

'Zeker, hem ik ben', zei Bashir.<br />

'Ik ben Justus Verdaasdonk. Ik kom u namens meneer Kozijnse<br />

afhalen.'<br />

'Goede jongen. Jij bent natuurlijk licht verbaasd dat ik ben<br />

zwart. Heeft secretaresse dat niet gezegd?'<br />

'Niet dat ik weet', zei Justus. 'We nemen een taxi naar de<br />

Karpatenstraat. '<br />

'Heel goed.'<br />

Justus had Bashir nog nooit <strong>in</strong> zo'n deftig pak gezien. Hij had<br />

175


wel een das om, en een zwierige hoed maakte van hem een heer die<br />

het leven gemakkelijk naar zijn hand zette. Hij had een tas bij zich<br />

die Justus 's middags zolang even uit de werkkamer van zijn vader<br />

had geleend, want Bashir kon moeilijk met de tas van Frns aanko­<br />

men.<br />

Ze arriveerden bij Karpatenstraat 23. Justus betaalde de taxi en<br />

opende de voordeur. Kozijnse was er nog niet.<br />

'Ik maak even koffie, Bashir. '<br />

'Meneer Richardson alstublieft.'<br />

'Meneer Richardson.'<br />

'Wat is jouw werk hier?' vroeg Bashir.<br />

'Meneer Kozijnse is een weldoener. Hij zamelt gebruikte kled<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong>, om uit te delen bij rampen. De sticht<strong>in</strong>g heet HbR, Hulp bij<br />

Rampen. Ik doe de adm<strong>in</strong>istratie voor hem.'<br />

'En er zat bij de oude kled<strong>in</strong>g een viool?'<br />

'Zoiets.'<br />

'Laat zien, ja.'<br />

'Even wachten tot meneer Kozijnse er is, als u het goed v<strong>in</strong>dt.'<br />

'Is goed.'<br />

Frans Nachtegaal deed open. Hij maakte zich bekend als Kozijnse,<br />

Piet Kozijnse, en hij verwelkomde de heer Richardson hartelijk.<br />

Annette kwam ook te voorschijn. Voor de gelegenheid heette ze<br />

Marjole<strong>in</strong> Kozijnse en ze zei dat ze koffie klaar had. Of prefereerde<br />

meneer Richardson thee?<br />

Nee, koffie was prima.<br />

In tegenstell<strong>in</strong>g tot Frans speelde Annette niet zo best toneel. Ze<br />

keek een beetje schuw en haar z<strong>in</strong>netjes kwamen er gekunsteld uit.<br />

Frans en Stijn waren opgelucht toen ze naar de keuken verdween<br />

en ze hoopten dat ze zich niet te veel zou vertonen.<br />

Frans daarentegen was <strong>in</strong> zijn element.<br />

'Ik stel uw komst zeer op prijs', zei hij. 'Ik ben <strong>in</strong> het bezit van<br />

een oude viool, en ik overweeg hem van de hand te doen. Ik vraag<br />

me af of het een Gagliano is. Er staat wel iets <strong>in</strong>, maar het is niet<br />

leesbaar. Ik wil graag van u een <strong>in</strong>dicatie van de waarde van het<br />

<strong>in</strong>strument.'<br />

'Laten we eens kijken.'<br />

176


Frans haalde zijn Lefèvre te voorschijn en overhandigde hem<br />

aan Richardson. Die liep ermee naar het raam, draaide hem om en<br />

om, snuffelde eraan, kortom, hij deed net zoiets als Frans had<br />

gedaan met de viool van Kozijnse.<br />

niets.<br />

'Dit lijkt me geen Gagliano', zei meneer Richardson.<br />

Frans trok een gezicht alsof hem dat hogelijk verbaasde. Hij zei<br />

Richardson haalde enkele boeken te voorschijn en een meetlat<br />

en hij begon de afmet<strong>in</strong>gen van de viool te vergelijken met cijfers <strong>in</strong><br />

zijn boeken. M en toe knikte hij.<br />

'Mag ik erop spelen?'<br />

'Natuurlijk', zei Frans.<br />

De heer Richardson stemde de viool en speelde wat, een paar<br />

toonladders, een stukje Bach. Hij kon het m<strong>in</strong>der goed dan Frans,<br />

vond Annette. Tegelijkertijd vroeg ze zich bezorgd af hoe Bashir<br />

zich zou houden. Die kon geen noot spelen.<br />

Richardson legde de viool neer.<br />

maler.<br />

'Wilt u nog een kop koffie?' De stem van Annette klonk al nor-<br />

'Graag.'<br />

'Jij ook, Piet?'<br />

Frans grijnsde. 'Graag, Marjole<strong>in</strong>.'<br />

'Ik ben bang dat ik u moet teleurstellen begon Richardson.'<br />

'De waarde van een goede Gagliano is m<strong>in</strong>stens tweehonderdvijftig­<br />

duizend gulden. Er zijn wel exemplaren die meer dan drie ton heb­<br />

ben opgebracht. Voor zover ik kan nagaan is dit geen Gagliano.<br />

Mogelijk een Lefèvre. Dat zou me niet verbazen. Mooi <strong>in</strong>strument,<br />

mooie klank ook. Kle<strong>in</strong> wel. Maar het aardige is, de oorspronkelij­<br />

ke hals zit er nog aan. En misschien ook wel de oorspronkelijke<br />

zangbalk. 't Lijkt erop, maar dat kan ik zo niet met zekerheid zeg­<br />

gen. Kijk, de toets reikt maar tot hier. Van de meeste <strong>in</strong>strumenten<br />

uit die tijd, is de hals vervangen om er een langere toets op te kun­<br />

nen zetten. De grote vioolconcerten kun je op dit <strong>in</strong>strument niet<br />

spelen. Te hoog, hé. Aardig <strong>in</strong>strument, met name voor de liefheb­<br />

ber. Voor wie oude muziek op oude <strong>in</strong>strumenten wil spelen. Zo<br />

iemand zou hier best wat voor over hebben. Tja. Om zeker te zijn<br />

dat het een Lefèvre is, zou een gedetailleerder onderzoek nodig zijn.'<br />

177


Frans knikte.<br />

'De waarde van een Lefèvre, zoals dit <strong>in</strong>strument, met oorspronkelijke<br />

hals, is vandaag de dag misschien tw<strong>in</strong>tig, vijfentw<strong>in</strong>tigduizend<br />

gulden, of natuurlijk wat de liefhebber er voor geeft. Als<br />

iemand u voor dit <strong>in</strong>strument dertigduizend biedt, zou ik het bod<br />

onmiddellijk aannemen. Bent u beroepsviolist?' 'Nee hoor, ik ben<br />

maar een amateurtje.'<br />

'Meneer Kozijnse speelt prachtig', zei Stijn. Wist hij veel. Hij<br />

had hem nog nooit een noot horen spelen, Frans niet en Kozijnse al<br />

helemaal niet. Maar hij vond zijn rol wat mager.<br />

'Och, als u geen Tschaikovski en Shostakovitsch op het concertpodium<br />

hoeft te spelen, voldoet deze viool waarschijnlijk uitstekend.'<br />

'Ik dank u voor uw advies', zei Frans. 'Wat ben ik u schuldig?'<br />

'Driehonderd gulden.'<br />

Frans trok zijn portemonnaie en betaalde.<br />

'Dank u wel. Mocht u de viool <strong>in</strong>derdaad willen verkopen, dan<br />

kan ik u wellicht behulpzaam zijn.'<br />

'Ik wil er even over denken. Misschien bel ik u erover op.'<br />

'U hebt mijn telefoonnummer.'<br />

'Ja', loog Frans. 'Ik breng u naar het station.'<br />

Richardson stond op en gaf Annette een hand. 'Dag mevrouw<br />

Kozijnse.'<br />

Ook Stijn groette hij en daarna vertrok hij met Richardson.<br />

'Phoe' , zuchtte Annette.<br />

'Dit deel is goed verlopen', zei Stijn. 'Maar hoe zou het <strong>in</strong> de<br />

Karpatenstraat gaan?'<br />

Voorlopig g<strong>in</strong>g het daar ook goed.<br />

Bashir vertelde Justus over zijn jeugd <strong>in</strong> Amerika, waar hij nooit<br />

was geweest. Het was oefen<strong>in</strong>g voor het geval Kozijnse ernaar zou<br />

vragen. Hij maakte expres wat meer fouten <strong>in</strong> zijn Nederlands dan<br />

anders, maar Justus ontraadde hem dat. Het accent van Bashir was<br />

weliswaar buitenlands, maar iemand die er oor voor had kon<br />

horen dat het geen Amerikaans accent was en ook zijn kromme<br />

constructies waren niet typisch Amerikaans.<br />

Om iets over half acht verscheen Kozijnse.<br />

178


'Bent u meneer Richardson?' vroeg hij verbaasd.<br />

'Ja. Zwart hé?'<br />

'Dat geeft niet', zei Kozijnse onhandig.<br />

'Ik kom uit de States, Louisiana.'<br />

Bashir had besloten dat Louisiana heel muzikaal klonk.<br />

Kozijnse verontschuldigde zich voor zijn late komst. Hij had een<br />

belangrijke afspraak gehad die niet kon worden verzet.<br />

'Niet probleem', zei Bashir.<br />

'U bent vioolbouwer?'<br />

'Ja, s<strong>in</strong>ds mijn jeugd, en taxateur. Mijn vader ook vioolbouwer,<br />

<strong>in</strong> Louisiana. Onze familie leven van muziek<strong>in</strong>strumenten.'<br />

'Hoe bent u <strong>in</strong> Nederland terechtgekomen?'<br />

Bashir draaide :ûjn ogen naar het plafond. 'Liefde, meneer<br />

Kozijnse. Ik hier was met een orkest, nu vijf jaar geleden. En daar zij<br />

was, de mooiste vrouw van de wereld. Tot nu zij mij hier heeft gehou­<br />

den, <strong>in</strong> Alkmaar. Alkmaar nu ook de mooiste stadje van de wereld.'<br />

'Ja, de liefde vermag veel.'<br />

'Gelukkig ik kan makkelijk mijn brood verdienen <strong>in</strong> Nederland,<br />

door kennis van muziek<strong>in</strong>strumenten.'<br />

'Niet alleen violen?'<br />

'Nee, alle snaar<strong>in</strong>strumenten, bas, gitaar, banjo, alles. Maar<br />

meeste de viool.'<br />

Hij begon een verhandel<strong>in</strong>g over violen waar Justus met angst<br />

en beven naar luisterde. Want alles wat hij zei, had hij diezelfde<br />

middag voor het eerst van Frans gehoord. Hij laat zich meeslepen<br />

door zijn rol, dacht Justus. Dat gaat fout.<br />

Het leek erop dat Kozijnse er genoeg van begon te krijgen.<br />

'Haal de viool eens, Justus', zei hij.<br />

Justus haastte zich naar boven, om Kozijnse en Bashir maar zo<br />

kort mogelijk alleen te laten. Hij kwam met de vioolkist terug en<br />

opende hem.<br />

Bashir sloop dichterbij, strekte zijn handen uit naar het <strong>in</strong>stru­<br />

ment, trok ze weer terug, terwijl zijn gezicht straalde alsof hij zeer<br />

gelukkig was.<br />

'Het altijd weer avontuur om kennis te maken met nieuw <strong>in</strong>stru­<br />

ment', zei hij met de passie van de Mrikaan die zichzelf nog toe­<br />

staat zijn gevoelens te uiten. 'Als met een vrouw. '<br />

179


'Ja ja', zei Kozijnse.<br />

Met grote tederheid nam Bashir de viool <strong>in</strong> zijn lenige v<strong>in</strong>gers.<br />

In tegenstell<strong>in</strong>g tot Frans praatte hij aan één stuk door. Hij meldde<br />

alles wat hij zag en deed. Lichtbru<strong>in</strong>, wel wat verkleurd door het<br />

licht en door ouderdom, het leed geen twijfel dat het een <strong>in</strong>stru­<br />

ment was dat Napoleon nog had gezien, wellicht ouder, de geur<br />

was ook oud, was het meneer Kozijnse wel eens opgevallen dat<br />

deze viool rook als een oude houten brug, of misschien als een<br />

scheepswerf waar pek, geteerd touw en oude schepen zo'n eigen­<br />

aardige geur verspreidden?<br />

Ik had hem nooit moeten vertellen over de werfkelder <strong>in</strong><br />

Utrecht, dacht Justus. Hij zit mij te stangen. Zo dadelijk verspreekt<br />

hij zich.<br />

Bashir klopte zachtjes tegen de viool, haalde een loep uit zijn<br />

zak en onderzocht iedere vierkante centimeter.<br />

'Is het een kostbaar <strong>in</strong>strument?' Kozijnse kon het niet b<strong>in</strong>nen­<br />

houden.<br />

, Alle muziek<strong>in</strong>strumenten kostbaar', riep Bashir <strong>in</strong> vervoer<strong>in</strong>g.<br />

'Wat ze niet kunnen oproepen! Lachen en traan, ontroer<strong>in</strong>g en<br />

wraak ... hoe heet dat? ... wraakzucht .. .'<br />

'Ik bedoel kostbaar <strong>in</strong> termen van geld.'<br />

'Ah ja, dit wereld van geld en rijkdom. Ik weet nog niet. Geduld<br />

alstublieft.'<br />

Kozijnse vond vioolkenners omslachtige mensen, of ze nu veel<br />

zeiden of we<strong>in</strong>ig. Hij besloot <strong>in</strong> stilte dat hij de rest van zijn leven<br />

we<strong>in</strong>ig het gezelschap van dit soort vakmensen zou zoeken. Eerst<br />

die lijzige man uit Amsterdam, nu deze welbespraakte Amerikaan.<br />

Hij maakte achter Bashirs rug een grimas naar Justus, wat zoveel<br />

wilde zeggen als: wat een zeldzame ouwe deur.<br />

Frans kwam terug en verzekerde Annette en Stijn dat de heer<br />

Richardson veilig <strong>in</strong> de tre<strong>in</strong> zat naar Alkmaar. Geen kans meer dat<br />

hij Stoutendam op stelten zou gaan zetten. Ze feliciteerden elkaar<br />

met hun voortreffelijke toneelspel en stelden vast dat meneer<br />

Richardson een aardig en deskundig persoon was.<br />

'Knap dat hij zag dat het een Lefèvre is', zei Annette.<br />

'Mijn viool is dus misschien zo'n tw<strong>in</strong>tigduizend gulden waard',<br />

180


zei Frans. 'Dat weet ik dan ook weer eens. Ik zal de verzeker<strong>in</strong>g<br />

aanpassen.'<br />

Ze zwegen. Het grote wachten begon.<br />

Bashir had zijn tas geopend en hetzelfde stapeltje boeken te<br />

voorschijn gehaald als Frans al eens op dezelfde tafel had uitge­<br />

spreid. Annette had ze met transparant folie gekaft, maar ondanks<br />

dat zagen ze er nog steeds akelig hetzelfde uit. De gelijkenis viel<br />

Kozijnse ook op.<br />

'Standaardwerken zeker?'<br />

'Ja, dit zijn boeken die ieder vioolbouwer heeft. Zonder deze<br />

werken het is onmogelijk met enige zekerheid een viool te identifi­<br />

ceren.'<br />

Hij hield nu toch een poosje zijn mond, dat is te zeggen, hij<br />

mompelde zacht voor zich heen terwijl hij met een uitrol baar meetl<strong>in</strong>t<br />

en met tabellen <strong>in</strong> zijn boeken bezig was. Plotsel<strong>in</strong>g maakte een<br />

zekere agitatie zich van hem meester. Hij greep het boek dat onder­<br />

op de stapel lag, bladerde er gejaagd <strong>in</strong>, vergeleek nog eens met een<br />

pag<strong>in</strong>a met afbeeld<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een ander boek, keek door zijn loep<br />

gespannen naar het etiketje b<strong>in</strong>nen<strong>in</strong> de viool, bescheen het toen<br />

met Annettes sleutelgatlampje, keek nog eens en mompelde: 'Kan<br />

niet waar zijn.'<br />

'Wat kan niet waar zijn?'<br />

Bashir legde het <strong>in</strong>strument neer en begon door het vertrek te<br />

lopen. 'Zoiets je maakt maar eens <strong>in</strong> een leven mee', zei hij. 'Als het<br />

waar is.'<br />

'Wat dan, man.'<br />

'Hebt u wel gehoord van de naam Guarneri?'<br />

'Ja, daar heb ik van gehoord.'<br />

'Ik denk dat onder dit etiketje staat: ]HS. Dat zou betekenen dat<br />

dit viool is gemaakt door de Guarneri del Gesu.'<br />

Kozijnse straalde.<br />

Justus liep naar de tafel en keek naar de viool alsof hij hem nog<br />

nooit eerder had gezien.<br />

'Niet aankomen', zei Kozijnse.<br />

We hebben beet, dacht Justus.<br />

'Moet u er niet op spelen?' vroeg Kozijnse.<br />

'Nee, nee', zei Bashir, 'dit viool is mij niet waardig. Ik ben niet<br />

181


een goede violist. Een bouwer, een taxateur, ja, maar dit viool heeft<br />

recht op een eersteklas musicus.'<br />

'Wat is de waarde van het <strong>in</strong>strument, denkt u?'<br />

'Zeer, zeer veel. Maar zekerheid is er niet.' 'Maar u denkt dat<br />

het een Guarneri is?' 'Ik moet voorzichtig zijn, maar ik denk heel<br />

waarschijnlijk.' 'Wat raadt u me aan nu te doen?' vroeg Kozijnse.<br />

'U wilt hem verkopen?'<br />

'Waarschijnlijk wel.'<br />

'Belangrijkste is echtheid te laten vaststellen. Dat is <strong>in</strong>gewikkeld<br />

proces. Er zijn verschillende deskundigen nodig. Als u wilt, ik kan<br />

u helpen.'<br />

'Daar wil ik eerst over nadenken', zei Kozijnse. 'Ik wil u vragen<br />

met niemand over dit bezoek en over deze viool te spreken. Ik wil<br />

voorlopig geen publiciteit.'<br />

'Ik zwijg als graf', verzekerde de heer Richardson. 'Maar ik ben<br />

wel opgewonden. Nooit eerder <strong>in</strong> mijn leven ik tegengekomen zo<br />

bijzonder <strong>in</strong>strument.'<br />

'U hoort nog wel van me. Hoeveel ben ik u schuldig?' Bashir<br />

was bezig de boeken <strong>in</strong> zijn tas te stoppen. Hij vroeg zich af of hij<br />

de heer Kozijnse een paar honderd gulden afhandig zou maken,<br />

maar hij had het gevoel dat Justus het daar niet erg mee eens zou<br />

zijn.<br />

'Ik stuur u wel de reken<strong>in</strong>g', zei hij met lichte tegenz<strong>in</strong>. 'Ik heb<br />

uw adres.'<br />

'Prima.'<br />

Bashir wierp nog een verliefde blik op de viool en pakte zijn tas.<br />

'Kunnen we een taxi bellen?'<br />

'Ik breng u even naar het station.'<br />

'Dat is vriendelijk van u.'<br />

Ze liepen door de gang, naar de voordeur. Bashir g<strong>in</strong>g het eerst<br />

naar buiten, gevolgd door Kozijnse. Justus bleef nog even achter<br />

om de viool naar zijn schuilplaats te brengen. Maar hij hoorde<br />

door de open voordeur wat er gebeurde.<br />

Yvonne had deze avond uitgekozen om naar Stoutendam te<br />

gaan om Justus op te fleuren. Ze was bij het huis waar hij een<br />

kamer huurde geweest, maar hij was er niet. Misschien was hij <strong>in</strong><br />

de Karpatenstraat, ze had gehoord dat hij soms op kantoor sliep.<br />

182


Dus wandelde ze daarheen. Ze kwam de straat <strong>in</strong> en zag dat de<br />

deur van nummer 23 net open g<strong>in</strong>g. Hé, wie kwam daar naar bui­<br />

ten? Dat was een bekend gezicht. Ze zette een drafje <strong>in</strong> en riep met<br />

alle enthousiasme dat <strong>in</strong> haar was:<br />

'Hallo Bashir. Hoe gaat het met je, ouwe Mrikaan.'<br />

183


16<br />

Na half elf 's avonds was er niets meer te beleven <strong>in</strong> Stoutendam,<br />

althans op door-de-weekse avonden. Het constante geruis van<br />

auto's werd beduidend m<strong>in</strong>der, w<strong>in</strong>kels schakelden over op nacht­<br />

verlicht<strong>in</strong>g. Zelfs <strong>in</strong> juni, als de duisternis laat <strong>in</strong>viel, g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> veel<br />

huizen de gordijnen dicht.<br />

laan.<br />

Die waren ook dicht bij de familie Nachtegaal, <strong>in</strong> de Kennedy­<br />

'Alsof er een sterfgeval heeft plaatsgevonden', zei Frans.<br />

Annette kwam uit de keuken. Ze had maar weer eens wat te<br />

dr<strong>in</strong>ken gemaakt, thee deze keer, want spann<strong>in</strong>g maakt de monden<br />

droog.<br />

'Nu sta ik erop dat ik uitleg krijg', zei Yvonne.<br />

Ze zat naast Bashir op de tweezitsbank en keek het gezelschap<br />

rond. Frans en Annette had ze nooit eerder ontmoet en ook<br />

Noortje was nieuw voor haar. Met haar scherpe blik nam ze waar<br />

dat Justus meer dan gewone belangstell<strong>in</strong>g voor Noortje toonde.<br />

Hij was trouwens ook naast haar gaan zitten.<br />

'Tja .. .', zei Justus.<br />

'Ik v<strong>in</strong>d het reuze gezellig om zo hartelijk door je gekust te wor­<br />

den, Bashir', grijnsde Yvonne, 'maar het was wel erg <strong>in</strong>tiem voor<br />

iemand die me pas nog zei dat hij zo <strong>in</strong>tens veel houdt van ene<br />

Jolande. Als Jolande <strong>in</strong> de buurt was geweest had je nu een blauw<br />

oog.'<br />

'Vergev<strong>in</strong>g. Enige manier om te zorgen dat jij niet verder<br />

spreken.'<br />

Justus begon te lachen. Steeds harder. De tranen liepen over zijn<br />

wangen. Frans begon mee te lachen. Daarna Noortje. Tenslotte<br />

lachten ze allemaal, ze lachten de spann<strong>in</strong>g van zich af, ze lachten<br />

om de komische situatie, ze lachten om zichzelf en om Kozijnse.<br />

Toen hij weer kon spreken zei Frans:<br />

'En nu graag een nauwkeurig verslag van wat er is gebeurd.'<br />

'Jij vertellen', zei Bashir tegen Justus.<br />

'Nou kijk', begon Justus, 'Bashir had een prachtige voorstell<strong>in</strong>g<br />

-gegeven bij Kozijnse, net zo mooi als jij, Frans, maar anders. De<br />

184


tederheid waarmee hij de viool aanraakte, je zou alleen al op grond<br />

daarvan zweren dat het een Guarneri is. Kozijnse wist het toen echt<br />

zeker. Enf<strong>in</strong>, Kozijnse zal Bashir, pardon meneer Richardson, even<br />

naar het station brengen. Bashir loopt de deur uit en daar staat<br />

Yvonne <strong>in</strong> de straat en ze roept zoiets als: 'Hoe staat het leven,<br />

ouwe Mrikaan.' Ik stond verstijfd van schrik <strong>in</strong> het portaal, maar<br />

Bashir spr<strong>in</strong>gt op haar af en beg<strong>in</strong>t haar vurig te zoenen.<br />

'Ik schrok me te pletter', zei Yvonne. 'Hij kust me, met die grote<br />

mond van hem, en tussendoor', siste hij: 'Niets zeggen. Jij niets zeg­<br />

gen. Niet een woord.' Nu zou dat ook niet hebben gekund, want<br />

<strong>in</strong>tussen perste hij ook alle lucht uit me.'<br />

'Nou ja', g<strong>in</strong>g Justus verder, 'na een poosje draaide Bashir zich<br />

om naar Kozijnse en zei zoiets als dat dit nu de vrouw van zijn dro­<br />

men was, die hem <strong>in</strong> Nederland had gehouden en dat hij nog steeds<br />

zo dol op haar was dat als hij haar een dag niet had gezien hij haar<br />

omstandig moest omhelzen, dat was het Mrikaanse bloed <strong>in</strong> hem<br />

waar zijn vrouw het over had, ook al woonde zijn familie al twee<br />

eeuwen <strong>in</strong> de Verenigde Staten. Intussen stond ik de vetste knip­<br />

ogen die ik kan opbrengen over de schouder van Kozijnse heen <strong>in</strong><br />

de richt<strong>in</strong>g van Yvonne te sturen.<br />

'Ik dacht dat je een enge aangezichtsverlamm<strong>in</strong>g had opgelo­<br />

pen', zei Yvonne.<br />

'Maar je hield je mond.'<br />

'Ja, zoveel was wel tot me doorgedrongen, jullie hadden even<br />

geen z<strong>in</strong> <strong>in</strong> mijn toch altijd waardevolle opmerk<strong>in</strong>gen.'<br />

'Goed', g<strong>in</strong>g Justus verder, 'Bashir stelde Yvonne aan Kozijnse<br />

voor als mevrouw Richardson, en of Kozijnse begrijpen kon dat hij<br />

voor deze fasc<strong>in</strong>erende vrouw <strong>in</strong> Nederland was gebleven. Dat kon<br />

Kozijnse.' 'Wat fijn dat je me komt halen, liefste', zei Bashir ook<br />

nog, of zoiets, en dat ze nu nog even samen Stoutendam g<strong>in</strong>gen ver­<br />

kennen, dus hij hoefde niet naar het station te worden gebracht.'<br />

'Wat dacht jij van dit alles?' vroeg Annette aan Yvonne.<br />

'Ik dacht dat ik <strong>in</strong> een grote grap terecht was gekomen en dat ik<br />

maar moest meespelen.'<br />

'Ze was meesterlijk', zei Justus. 'Vooral toen Bashir mij aan haar<br />

voorstelde. Hij zei dat ik Justus Verdaasdonk was en toen zei ze<br />

heel koelbloedig: 'Yvonne Richardson'. Ze gaf me een hand alsof ik<br />

185


een compleet vreemde voor haar was en daarna liepen ze hand <strong>in</strong><br />

hand de straat uit.'<br />

'Geweldig', riep Noortje.<br />

'En wat zei Kozijnse toen ze weg waren?' wilde Frans weten.<br />

'Hij vond die Richardson een vreemde vogel. Zomaar op straat<br />

je vrouw gaan staan kussen, gods wereld had rare kostgangers.<br />

Maar goed, hij was kennelijk iemand die veel verstand had van<br />

muziek<strong>in</strong>strumenten. Hij had toch donders gauw door gehad dat<br />

het om een Guarneri g<strong>in</strong>g.'<br />

Opnieuw lachten ze.<br />

'Een Guarneri', zei Yvonne. 'Is het denkbaar dat ik uit de brand<br />

word geholpen?'<br />

Ze vertelden haar het hele verhaal. Ze luisterde met een verba­<br />

z<strong>in</strong>g die kolossale vormen aannam.<br />

stem.<br />

'En dat heb jij bedacht, Justus?' zei ze met diep ongeloof <strong>in</strong> haar<br />

'Samen hebben we het bedacht.'<br />

'Jij hebt bedacht dat er zoiets moest gebeuren?'<br />

'Eh ... ja.'<br />

'En de wet dan? En het recht dan? En de handel en wandel van<br />

je vader dan?'<br />

'Eh ... ja.'<br />

'Doet de wet er <strong>in</strong>eens niet meer toe?'<br />

'Het gaat om rechtvaardigheid', zei Justus.<br />

'Of gaat het om Noortje riep Yvonne met het gebrek aan tact<br />

waaraan ze wel vaker leed.<br />

Justus kreeg een kleur, Noortje kreeg een kleur. Bashir lachte<br />

zijn gulle lach. Frans zei:<br />

'En wat dan nog?'<br />

'Ja, wat dan nog', vond ook Yvonne. 'Rechtvaardigheid gaat<br />

voor wet, daar draait het om.'<br />

Ze stond op en tot Justus' verbijster<strong>in</strong>g gaf ze hem een dikke<br />

klapzoen.<br />

'Wat ben je toch een verbaz<strong>in</strong>gwekkend jongmens', zei ze. 'Ik<br />

dacht dat ik je aardig kende, maar nee. Weet je waarom ik van­<br />

avond naar Stoutendam was gekomen? Om je wat afleid<strong>in</strong>g te<br />

bezorgen <strong>in</strong> je saaie bestaantje. Nou nou.<br />

186


Geachte heer Van der Molen<br />

Inderdaad heb ik <strong>in</strong> uw voormalige won<strong>in</strong>g een viool aangetroffen<br />

met de naam Gagliano er <strong>in</strong>. Ik ben bereid het <strong>in</strong>strument van u te<br />

kopen. Ik bied u er honderdduizend gulden voor.<br />

Hoogachtend<br />

P. Kozijnse.<br />

Twee dagen na het bezoek van de heer Richardson aan de Karpaten­<br />

straat ontv<strong>in</strong>g de vader van Noortje deze brief. In opperste vreugde<br />

liet hij hem zien aan Justus. Honderdduizend gulden voor een waarde­<br />

loze viool, daar kon hij niet over uit. Wat had die Justus dat fantastisch<br />

voor elkaar gekregen. Hij had al een antwoordbrief klaar.<br />

Geachte heer Kozijnse<br />

Ik ga akkoord met uw aanbod. Mijn bankreken<strong>in</strong>gnummer is ...<br />

'Nee, meneer Van der Molen.' zei Justus.<br />

'Hoezo nee.'<br />

'Er zit meer <strong>in</strong>.'<br />

'Als we gaan onderhandelen is er altijd het risico dat Kozijnse<br />

doorkrijgt dat hij bedot wordt. We hebben een kans dat het hon­<br />

derdvijftigduizend gulden wordt, of honderdvijfenzeventig. Maar<br />

ik heb liever honderdduizend nu, dan honderdvijftig misschien<br />

over een poosje.'<br />

'Er zit meer <strong>in</strong>. Maar er is nog iets anders. Ik heb er lang met<br />

mijn zusje Yvonne over gepraat. U móet zeggen dat u de viool wilt<br />

. laten taxeren. Een deskundige moet uitmaken hoeveel hij waard is.'<br />

'Wie dan?' vroeg meneer Van der Molen. 'Zou de broer van<br />

meneer Nachtegaal willen verklaren dat het een Guar-... hoe heet<br />

zo'n d<strong>in</strong>g, is?'<br />

'Nee, dat doet hij zeker niet', zei Justus. 'Maar dat hoeft ook<br />

niet. Kozijnse zal namelijk weigeren hem te laten taxeren. Want hij<br />

denkt dat een deskundige zal zeggen dat de viool één of meer mil­<br />

joen waard is en hij wil hem u voor een Gagliano verkopen.'<br />

Meneer Van der Molen had niet zo precies gevolgd wat er allemaal<br />

was gebeurd, en hij riep zijn vrouw erbij. Justus legde het allemaal<br />

nog eens uit.'<br />

187


'Het mooiste zou zijn als we een brief van meneer Kozijnse<br />

kregen waar<strong>in</strong> hij niet <strong>in</strong>gaat op uw voorstel om de viool te laten<br />

taxeren', besloot hij. 'Dan kan hij later nooit naar de <strong>rechter</strong> gaan<br />

en zeggen dat u hem hebt bedrogen.'<br />

Yvonne had daar bij Justus op aangedrongen.<br />

'Ik zou maar doen wat Justus aanraadt', vond mevrouw Van der<br />

Molen.<br />

En zo kwam een dag later de volgende brief b<strong>in</strong>nen op Karpaten­<br />

straat 23:<br />

Geachte heer Kozijnse<br />

In pr<strong>in</strong>cipe ben ik bereid de viool waarover we hebben gecorrespondeerd<br />

te verkopen. De prijs lijkt me echter aan de lage kant. Ik<br />

stel voor dat we een onafhankeljke deskundige laten bepalen wat<br />

een redelijke prijs is.<br />

Hoogachtend<br />

B. van der Molen.<br />

Kozijnse schoof Justus de brief toe.<br />

'Lees maar.'<br />

Justus las het briefje dat hij zelf had opgesteld.<br />

'Tja, dat zat er<strong>in</strong>. Weten wij veel wat een Gagliano waard is?<br />

Misschien wel het dubbele van wat u biedt. Dat denkt Van der<br />

Molen misschien ook wel.'<br />

'De viool wordt niet getaxeerd voordat hij mijn eigendom is', zei<br />

Kozijnse vastberaden. 'Ik neem hem trouwens mee vanmiddag. Ik<br />

heb met mijn bank <strong>in</strong> Amsterdam afgesproken dat hij daar <strong>in</strong> de<br />

kluis kan.'<br />

Dat kon nu we<strong>in</strong>ig kwaad meer, dacht Justus. In een bankkluis<br />

lag hij veilig. Daar zou hij niet ieder ogenblik worden uitgehaald<br />

om aan iemand te worden getoond.<br />

'Hoe denkt u die meneer Van der Molen ertoe te bewegen de<br />

viool te verkopen zonder taxatierapport?' vroeg hij .<br />

'Daar moet ik over denken.'<br />

Kozijnse begon door het kantoor te lopen ten bewijze ervan dat<br />

hij nadacht. Justus keek ernaar vanuit zijn stoel. Er kwam weer<br />

eens een golf van wroeg<strong>in</strong>g bij hem omhoog, hij had dat al meer-<br />

188


dere malen gehad. Hij had nu eenmaal ook wel enige sympathie<br />

voor Kozijnse. De man kon zeer hartelijk zijn en ook heel royaal<br />

soms. Een beetje zoals zijn vader, bedacht hij. Kozijnse was natuur­<br />

lijk een heel andere man, veel dikker alleen al, maar ook patseriger.<br />

Was zijn vader dan niet patserig? Soms wel. Maar zijn vader had<br />

het meer bij vlagen, om zich een houd<strong>in</strong>g te geven of zo, Kozijnse<br />

had het altijd.<br />

Kom op, hij moest niet sentimenteel worden. Kozijnse kreeg zijn<br />

verdiende loon. Wie bedriegt, moet erop rekenen bedrogen te wor­<br />

den. Zou dit het goede moment zijn om met zijn ideetje te komen?<br />

Hij waagde het erop.<br />

'Dit is toch het vroegere woonhuis van de familie Van der<br />

Molen, hé? Ze hadden daar toch al generaties lang <strong>in</strong> gewoond?'<br />

'Ja, hoezo?'<br />

'Nou, ik dacht, als u hem het huis eens aanbood voor de viool?'<br />

Kozijnse stond stil.<br />

'Ik heb driehonderdduizend voor het huis betaald.'<br />

'0. Ja. Da's een boel.'<br />

'Maar toch ... de waarde van de viooL.' Kozijnse hervatte zijn<br />

geijsbeer.<br />

Met grote moeite hield Justus zijn mond. Hij mocht onder geen<br />

voorwaarde de <strong>in</strong>druk wekken dat het hem veel kon schelen. Hij<br />

moest steeds denken aan wat Kozijnse zelf had gezegd:<br />

mensen praten altijd te veel. Laat de anderen het woord maar<br />

doen. Afwachten dus.<br />

Maar ook Kozijnse was een goede leerl<strong>in</strong>g van zijn eigen school.<br />

Er kwam niet veel meer uit hem. Hij stopte de krant <strong>in</strong> zijn tas en<br />

zei:<br />

'Haal de viool even, Justus.'<br />

Justus g<strong>in</strong>g naar de vlier<strong>in</strong>g. Dit zal de laatste keer zijn, dacht<br />

hij. Hij haalde de vioolkist te voorschijn en zette hem op de grond.<br />

Hij hurkte en maakte de kist open.<br />

'Jou zie ik waarschijnlijk nooit meer terug', mompelde hij.<br />

Teder alsof hij een baby uit de wieg haalde, nam hij het muziek­<br />

<strong>in</strong>strument <strong>in</strong> zijn handen, tokkelde op een snaar, streelde zacht<br />

over het hout.<br />

Hij stelde zich voor hoe Kozijnse de viool woedend zou vertrap-<br />

189


pen als hij ontdekte dat het maar een eenvoudig fabrieksviooltje<br />

was, van nauwelijks enige waarde. De gedachte sneed hem door de<br />

ziel. Wat een onz<strong>in</strong>, een houten kistje met snaren erop. Maar toch.<br />

Hij g<strong>in</strong>g naar beneden en overhandigde Kozijnse de vioolkist.<br />

'Tot b<strong>in</strong>nenkort', zei zijn werkgever.<br />

'Wat gaat u nu doen?' wilde Justus roepen, maar hij hield het<br />

b<strong>in</strong>nen. 'Dag meneer Kozijnse.'<br />

Iemand die gefotografeerd wordt, een fotomodel of een beroemd­<br />

heid of een bruid of zo, is na afloop waarschijnlijk vermoeider<br />

dan de fotograaf. Mensen die een lange vliegreis maken, zijn<br />

bij aankomst uitgeputter dan de stewardessen .. De gebeurtenissen<br />

passief over je laten komen, wachten, nietsdoen, is zeer <strong>in</strong>span­<br />

nend.<br />

Justus overnachtte niet meer <strong>in</strong> de Karpatenstraat nu de viool er<br />

niet meer was. Hij miste hem zoals je je oude poes mist, die de hele<br />

dag sliep, maar er wel was. Hij wenste dat hij meer werk had, de<br />

ochtenden die hij op kantoor doorbracht. Hij zou het prettig moe­<br />

ten v<strong>in</strong>den dat hij zijn huiswerk kon maken, maar hij werkte liever<br />

voor het geld dat hij verdiende.<br />

Noortje was overdag op school, hij 's avonds. Gezellig was dat<br />

niet. Toch vonden ze iedere dag wel even een moment om elkaar<br />

te zien. Ze waren echt vertrouwd met elkaar geworden. Was hij<br />

verliefd? Waarschijnlijk ben ik verliefd, dacht hij, maar de spann<strong>in</strong>g<br />

die het voor de gek houden van Kozijnse met zich meebracht, over­<br />

schaduwde het wel een beetje. Ze spraken daar zoveel over, het<br />

duwde andere d<strong>in</strong>gen weg. Het werd tijd dat daar een e<strong>in</strong>d aan<br />

kwam.<br />

Kozijnse had nu al drie dagen niet van zich laten horen. De<br />

vader van Noortje had beloofd het onmiddellijk te laten weten als<br />

er een bericht kwam. Iedere ochtend g<strong>in</strong>g Justus met meer tegenz<strong>in</strong><br />

naar kantoor, en met de vage angst daar een woedende Kozijnse<br />

aan te treffen, die achter de waarheid was gekomen.<br />

Het was vrijdagavond, een avond dat Justus geen school had.<br />

Noortje en hij hadden afgesproken naar de disco te gaan en Stijn<br />

ook mee te nemen. Soms valt het mee, soms valt het tegen. Justus<br />

190


kon zich soms laten gaan <strong>in</strong> een disco, <strong>in</strong> trance raken van de harde<br />

muziek, de uren zich aaneen laten rijgen zodat hij niet meer wist<br />

waar ze waren gebleven. En soms vond hij het allemaal niks. Je<br />

kon niet met elkaar praten, je zag we<strong>in</strong>ig, de muziek was alleen<br />

hard en niks anders.<br />

Hij bewoog met Noortje afwisselend <strong>in</strong> het bijna duister en <strong>in</strong><br />

het felle gekleurde bewegende licht, en hij wist dat Stijn eenzaam<br />

aan de bar zat.<br />

'Laten we weggaan', brulde hij Noortje <strong>in</strong> het oor.<br />

Ze zochten Stijn en verlieten de bewegende menigte.<br />

'Bioscoop?'<br />

Er was geen film die hen lokte.<br />

'Kegelen?'<br />

Alle kegelbanen waren bezet.<br />

'Naar ons?', zei Noorje.<br />

Justus had even geen z<strong>in</strong> <strong>in</strong> meneer Van der Molen, die een soort<br />

eentonigheid uitstraalde waar je neerslachtig van kon worden. Als<br />

er nu een brief van Kozijnse lag, maar die lag er niet.<br />

Ze keken naar Stijn, die echter een regenwolk bestudeerde en<br />

niet op de gedachte wilde komen dat ze bij hem cd'tjes zouden kunnen<br />

gaan spelen.<br />

'Naar ons', zei Justus <strong>in</strong>eens, tot zijn eigen stomme verbaz<strong>in</strong>g.<br />

'Naar jullie?' vroeg Stijn. Hij bedacht waarschijnlijk dat het weer<br />

soms ook <strong>in</strong>eens omsloeg.<br />

'Ja, naar ons. Noortje heeft mijn ouders nog nooit ontmoet.'<br />

'Eng', zei Noortje.<br />

'Ze zijn heel aardig.'<br />

'Dat zal best.'<br />

'Kom op', riep Stijn, 'ik heb je ouwelui ook al bijna een, jaar niet<br />

gezien. En vroeger kwam ik er iedere week.'<br />

Ze g<strong>in</strong>gen.<br />

Justus vroeg zich af hoe hij het zou aanleggen. Van de voordeur<br />

had hij geen sleutel. En s<strong>in</strong>ds de diefstal h<strong>in</strong>g er geen reservesleutel<br />

meer <strong>in</strong> de boom. Hij zou dus moeten aanbellen. Hij had wel een sleutel<br />

van de achterdeur. Die g<strong>in</strong>g trouwens meestal pas 's avonds laat op<br />

slot. De achterdeur was te bereiken via een poortje dat toegang gaf tot<br />

de tu<strong>in</strong>. Met Noortje, die voor het eerst kwam, via de bijkeuken en<br />

191


onverwacht voor zijn ouders naar biÏmen, dat was niet aantrekkelijk.<br />

Aanbellen bij de voordeur van zijn eigen ouderlijk huis evenm<strong>in</strong>.<br />

Waar was hij aan begonnen? Maar terugkrabbelen wou hij ook niet.<br />

Via de achterdeur toch maar.<br />

'Mooie tu<strong>in</strong>', zei Noortje. 'Wie onderhoudt die?'<br />

'Vooral mijn moeder. Vroeger hielp ik ook wel eens.'<br />

'Misschien zitten je vader en moeder naar de televisie te kijken<br />

en storen we.'<br />

'Dan gaan we naar mijn kamer.'<br />

'Heb je die dan nog?'<br />

'Ja natuurlijk. Mijn vader doet nu al bijna een jaar alsof ik even<br />

een boodschap aan het doen ben.'<br />

Ze waren <strong>in</strong>tussen <strong>in</strong> de keuken aangekomen en Justus riep hard<br />

hallo.<br />

'Justus?'<br />

Dat was moeder.<br />

'Ja, ik ben het.'<br />

Ze kwam aandraven, het potlood waarmee ze had zitten teke­<br />

nen nog <strong>in</strong> de hand.<br />

'Ik wou Noortje aan je voorstellen. Noortje van het eigendoms-<br />

bewijs van de viool, weet je wel.'<br />

'Wat leuk, wat goed. Dag Noortje. Dag Stijn.'<br />

'Is vader thuis?'<br />

'Hij kijkt televisie.'<br />

'Hij keek televisie', zei Justus' vader, die ook de keuken <strong>in</strong>kwam.<br />

Ze bleven er hangen. Moeder maakte koffie en vader begon dunne<br />

plakjes ham te snijden. Het was helemaal niet het uur van de dag<br />

om dunne plakjes ham te eten en bij koffie paste het ook al niet,<br />

maar hij was er goed <strong>in</strong> en het gaf hem iets te doen en hij wilde iets<br />

aanbieden en de ham stond er toch nog en ze aten ham.<br />

Daarna g<strong>in</strong>g het gesprek over koetjes en kalfjes. Er werd gretig<br />

gebruik van gemaakt dat Justus niet alleen was gekomen. Noortje<br />

werd uitgevraagd over haar school en Stijn over zijn meteorologie<br />

en over zijn gedichten en over Joke. Het was Justus' vader die dat<br />

laatste vroeg. Zijn moeder wist af van de tragedie. 'Joke zie ik niet<br />

meer', zei Stijn, opmerkelijk opgewekt. 'Die rijdt tegenwoordig<br />

motor.'<br />

192


'Rijdt motor?'<br />

'Ja, achterop bij iemand met een leren pak aan.'<br />

-'a', zei vader. 'Dan was ze dus niks voor jou.'<br />

'Klopt. Ik heb nu een hoop vrije tijd over.' Hij is er overheen,<br />

dacht Justus. Goed zo.<br />

Toen viel er een stilte. Er zijn van die momenten. Als er geen<br />

enkele spann<strong>in</strong>g is tussen mensen, gaat het babbelen maar door,<br />

babbelen als kabbelen, van water. Als een waterstroom die vanzelfsprekend<br />

is, bergafwaarts, op zoek naar het waterpas van het meer.<br />

Is er een obstakel <strong>in</strong> de beek, een dammetje, dan hoopt het water<br />

zich op. Zo stagneert ook het gesprek, als de gesprekspartners zich<br />

bewust worden van de spann<strong>in</strong>g die er tussen hen is.<br />

Er worden <strong>in</strong>formatieve vragen gesteld. Hoe is het op school?<br />

Hoe is het op het werk? Nog een <strong>in</strong>teressante film gezien de laatste<br />

tijd? Mensen die dagelijks en spann<strong>in</strong>gsloos met elkaar omgaan<br />

stellen geen vragen, ze doen mededel<strong>in</strong>gen. 'Er kwam vandaag een<br />

man langs op de zaak met twee neuzen. Nou ja, hij had een wrat<br />

op zijn wang die bijna zo groot was als zijn neus.' Of: 'Ik moet<br />

morgen naar de tandarts. Ik verheug me.' Of gewoon: 'Wat blijft<br />

het koud.'<br />

'Ik moet er vandoor', zei Stijn.<br />

'Leuk je weer eens te hebben gezien', zei vader. 'Kom gauw<br />

weer', Hij zei niet: 'Komaan, de avond is nog jong. Blijf nog even.<br />

We gaan een biertje dr<strong>in</strong>ken.' Iedereen heeft een hekel aan het soort<br />

spann<strong>in</strong>g die er heerste. Iedere activiteit die de spann<strong>in</strong>g wegneemt,<br />

zelfs weggaan, is welkom.<br />

Justus en Noortje g<strong>in</strong>gen ook. Ze stelden voor nog een wandel<strong>in</strong>g<br />

te maken naar het centrum. Kijken of er iets te doen was, maar<br />

Stijn wilde niet mee. Hij had een gedicht <strong>in</strong> zijn hoofd, zei hij.<br />

Waarover dan wel?<br />

'Waarover? Waarover? Bij jullie moet het altijd ergens over<br />

gaan. Een gedicht is klank, vorm, gevoel.'<br />

'Wij zijn maar gewone stervel<strong>in</strong>gen', zei Justus. 'We willen iets<br />

begrijpen.'<br />

'Ga maar kroketten eten uit de automaat', gromde Stijn. Ze<br />

lachten. 'Ga dan mee.'<br />

193


'De volgende keer. Tot kijk.'<br />

En zo slenterden Noortje en Justus weer verder, doelloos, maar<br />

nu met z'n tweeën, en dus was er geen doel nodig. Justus bedacht<br />

hoe ontspannen hij zich met Noortje voelde. Hoe lang kenden ze<br />

elkaar nu? Een paar maanden.<br />

'Weet je nog dat je die kras op de auto van Kozijnse maakte?'<br />

Ze kneep <strong>in</strong> zijn hand.<br />

'Ik kan me dat nu haast niet meer voorstellen. Je bent heel<br />

anders dan ik toen dacht', zei Justus.<br />

'Hoe dan? Hoe anders?'<br />

'Gewoon, zoals je bent.'<br />

'Zeer verhelderend', vond Noortje.<br />

'Ik durf alles tegen je te zeggen, dat is zo leuk. Als ik mezelf<br />

stom v<strong>in</strong>d. Als ik v<strong>in</strong>d dat ik iets goed heb gedaan. Als ik de pest <strong>in</strong><br />

heb. Als ik me onoverw<strong>in</strong>nelijk voel.'<br />

'Ook als je mij vervelend v<strong>in</strong>dt?'<br />

'Dat v<strong>in</strong>d ik nooit.'<br />

'Mooi zo', zei Noortje. 'Mag ik je dan iets zeggen wat je misschien<br />

niet prettig v<strong>in</strong>dt om te horen?'<br />

'Zeg het maar.'<br />

'Zul je niet kwaad worden?'<br />

'Beloofd', zei Justus.<br />

'Ik v<strong>in</strong>d dat je weer gewoon tegen je vader moet doen.' Justus<br />

stond stil. Ze waren bij de gracht aangekomen. In het schijnsel van<br />

een straatlantaarn zag Justus een stuk plastic drijven. Of liever, hij<br />

zag het niet, hij staarde ernaar zonder het te zien.<br />

'Waarom?'<br />

'Je vader lijkt me aardig.'<br />

'Jawel, maar .. .'<br />

'Hij lijkt me aardig. Ik kan niet geloven dat hij echt slecht is.'<br />

'Dat is hij ook niet. Hij heeft iets slechts en heel veel goeds.'<br />

'Waarom zie je dan steeds dat ene slechte?' vroeg Noortje. Daar<br />

wist Justus niet meteen een antwoord op.<br />

'Is het misschien omdat hij niet wil toegeven dat dat ene niet<br />

deugt?'<br />

'Ja, misschien is dat het wel', zei Justus.<br />

'Je moet er met hem over praten. Dat helpt vast.'<br />

194


'Dat gaat niet.'<br />

'Dat g<strong>in</strong>g niet', zei Noortje. 'Misschien gaat het nu wel. Ik vond<br />

hem <strong>in</strong> ieder geval aardig.'<br />

'En ik v<strong>in</strong>d jou aardig', constateerde Justus. Hij besefte <strong>in</strong>eens<br />

dat hij nu graag naar huis zou gaan om te horen wat zijn ouders<br />

van Noortje vonden. Ja, daar zou hij z<strong>in</strong> <strong>in</strong> hebben.<br />

195


17<br />

Maandag kwam de brief.<br />

Hij kwam laat. In Stoutendam viel de post op de eerste werkdag<br />

van de week pas <strong>in</strong> de loop van de middag <strong>in</strong> de bus. Blijkbaar<br />

moet de PTT dan nog op gang komen na het weekend. De vader<br />

van Noortje vond de brief om half zeven, toen hij thuiskwam van<br />

de zaak.<br />

Geachte heer Van der Molen<br />

Uw voorstel om de viool waarover we hebben gecorrespondeerd te<br />

laten taxeren, lijkt me een m<strong>in</strong>der vruchtbaar idee. Hoe gaat zoiets:<br />

u wijst een taxateur aan en die komt met een hoge prijs. Ik wijs een<br />

deskundige aan en die taxeert voor een lage waarde. Dan zijn we<br />

nog geen stap verder gekomen. Ik doe u daarom een genereus aanbod.<br />

Ik koop uw muziek<strong>in</strong>strument voor het pand Karpatenstraat<br />

23. We stellen de waarde van zowel de viool als van het huis<br />

op f 200.000,- om de overdrachtskosten, die ik voor mijn reken<strong>in</strong>g<br />

zal nemen, laag te houden.<br />

Dit aanbod is vier dagen geldig, tot 2 juli a.s.<br />

Hoogachtend<br />

P. Kozijnse<br />

Er rolde een traan over de wang van meneer Van der Molen toen<br />

hij de brief had gelezen. Zijn vrouw, die gespannen naar hem had<br />

zitten kijken terwijl hij las, schrok ervan.<br />

'Slecht nieuws?'<br />

Van der Molen schudde zijn hoofd en overhandigde haar de<br />

brief. 'Lees maar.'<br />

Ze las en meteen erna gilde ze: 'Noortjel'<br />

Haar dochter kwam aanstormen en kreeg de brief <strong>in</strong> de hand<br />

geduwd.<br />

'Hoera!' riep ze.<br />

'Maar dit kan toch niet', zei haar moeder <strong>in</strong>eens ernstig. 'Dit<br />

past toch niet <strong>in</strong> onze opvatt<strong>in</strong>g over goed en kwaad. Dit is toch<br />

oplichterij. Een huis voor een waardeloos viooltje.'<br />

196


'Kozijnse heeft het huis van ons gestolen', zei Noortje v<strong>in</strong>nig.<br />

'Zo is dat', zei haar vader.<br />

'Maar niet <strong>in</strong> de ogen van de wet. Hij heeft niets strafbaars gedaan.'<br />

'Wij doen ook niets strafbaars als we de viool ruilen tegen het<br />

huis', zei Noortje. 'De viool is van ons. We hebben gevraagd om<br />

een onafhankelijke taxatie en dat wil Kozijnse niet. De waarde van<br />

een viool is maar wat een gek ervoor geeft. Dat zegt de zus van<br />

Justus en die studeert ervoor.'<br />

Toen Justus om kwart voor tien uit zijn avondschool kwam, stond<br />

Noortje hem op te wachten. Boven haar spijkerbroek droeg ze een<br />

feestelijk felrood jasje over een hemelsblauwe bloes en <strong>in</strong> haar oren<br />

hangers die leken op de wielen van een zeer dure auto. Justus zag<br />

haar staan en twee golven welden op <strong>in</strong> zijn buik. De ene van verliefdheid,<br />

de andere van optimisme.<br />

'Hebben we beet?'<br />

Ze vloog hem om de hals en verzekerde hem dat hij een genie was.<br />

'Het huis. Hij wil de viool ruilen voor ons huis.' Justus liet zijn<br />

<strong>in</strong>gehouden adem gaan en zei:<br />

'Mooi. Wat een verstandige man.'<br />

En toen knuffelde hij haar uitvoerig.<br />

Daarna maakten ze op hun fietsen een tocht langs alle betrokkenen,<br />

Frans en Annette, Bashir en Stijn, om het goede nieuws te vertellen.<br />

Dat had natuurlijk ook per telefoon gekund, maar ze wilden<br />

de reacties met eigen' ogen zien.<br />

En verschillend waren die. Frans maakte een luchtsprong die<br />

voor zijn leeftijd niet verantwoord was en hij riep dat hij <strong>in</strong> het vervolg<br />

carrière wenste te maken <strong>in</strong> de misdaad, maar dan wel van de<br />

soort zoals Rob<strong>in</strong> Hood die had geïntroduceerd. Annette keek zorgelijk.<br />

Het kon toch allemaal eigenlijk niet door de beugel, vond ze.<br />

Bovendien moest ze de volgende dag bij de officier van justitie<br />

komen, daar was over gebeld. Misschien moest ze de gevangenis <strong>in</strong>.<br />

Bashir en Stijn waren ook thuis. Bashir zou Noortje een stuk uit<br />

haar oor hebben gebeten als de oorhanger niet <strong>in</strong> de weg had gezeten.<br />

Hij danste met haar en Justus <strong>in</strong> het rond tot ze duizelig op zijn<br />

gammele bank neervielen en hij deelde de wereld mee dat het leven<br />

prachtig was.<br />

197


Stijn daarentegen volstond met te zeggen dat hij de afloop<br />

bevredigend vond. Wat hem betrof begonnen ze morgen aan de<br />

volgende klus, het was hem goed bevallen, wilden ze fris of iets<br />

anders?<br />

Tenslotte g<strong>in</strong>gen ze naar het huis van Noortje en bespraken hoe<br />

het antwoord van meneer Van der Molen moest luiden.<br />

'Zakelijk en niet te happig', vond Justus. 'Dus ook niet te snel.<br />

Overmorgen, zou ik zeggen. Gewoon een kort briefje dat u op het<br />

voorstel <strong>in</strong>gaat.'<br />

Het g<strong>in</strong>g <strong>in</strong>eens allemaal heel snel. De volgende dag werd zijn laatste<br />

d<strong>in</strong>sdag op kantoor. Justus had besloten dat hij het baantje bij<br />

Kozijnse niet kon houden, ook niet als HbR werd verplaatst naar<br />

een ander pand. Hij vond dat hij geen geld meer van hem kon aannemen<br />

na wat er was gebeurd. Bovendien wilde hij niet <strong>in</strong> de buurt<br />

zijn als Kozijnse ontdekte hoe hij voor de gek was gehouden.<br />

Met spann<strong>in</strong>g wachtte hij of zijn baas zou komen. En ja, tegen<br />

elven verscheen de man. Hij groette, <strong>in</strong>formeerde of er iets bijzonders<br />

was en g<strong>in</strong>g vervolgens als gewoonlijk zijn ochtendblad zitten<br />

lezen. Justus maakte koffie, alles zo gewoon mogelijk.<br />

'Nog post gekomen die ik moet zien?' vroeg Kozijnse van achter<br />

zijn krant.<br />

'Nee, alleen wat folders.'<br />

'Ook geen brief van die Van der Molen?'<br />

'Nee, ook niet.'<br />

Kozijnse zweeg, verdiept <strong>in</strong> de beursberichten. Kon hij het vragen,<br />

pe<strong>in</strong>sde Justus. Ja, dat moest toch kunnen.<br />

'Verwacht u nieuws over de viool?'<br />

'Ja, ik heb een nieuw bod gedaan. Om precies te zijn, ik heb<br />

hem aangeboden de viool te ruilen voor dit pand.'<br />

'Zo.'<br />

'Als hij toehapt, en ik denk dat hij dat doet, moeten we hieruit.'<br />

'Dat komt voor mij niet slecht uit', zei Justus. 'Ik wilde u toch zeggen<br />

dat ik met dit baantje wil ophouden. Er is te we<strong>in</strong>ig te doen, en<br />

ik wil volgend seizoen weer naar de gewone dagschool.'<br />

'Uitstekend', antwoordde Kozijnse. 'Ik hef dit bedrijfje op.<br />

B<strong>in</strong>nenkort beg<strong>in</strong> ik iets soortgelijks <strong>in</strong> Amsterdam. Je hebt het<br />

198


goed gedaan, jongen. En luister, als de viool mijn eigendom wordt<br />

en ik heb hem van de hand gedaan, dan zit er voor jou ook nog wel<br />

iets <strong>in</strong>. Ik zal je niet vergeten.'<br />

Zijn stem klonk hartelijk en hij keek Justus aan met een blik<br />

alsof hij de goedheid zelve was. Waarschijnlijk vond hij ook dat hij<br />

dat was.<br />

'Dat hoeft niet, mompelde Justus.<br />

'Jawel, jawel. Jij bent zo'n doodeerlijke jongeman, je denkt<br />

waarschijnlijk dat ik die Van der Molen benadeel, hé? Je denkt dat<br />

ik vijf keer zoveel voor de viool zal beuren als de waarde van het<br />

huis. Zo gaat dat <strong>in</strong> de handel, jongen. Van der Molen wilde de<br />

viool laten taxeren. Dat zou-ie moeten doorzetten. Hij kent me<br />

toch. En toch wed ik dat-ie dat niet doet. Het huis, dat zal hij met<br />

beide handen aanpakken, vermoed ik. Zo'n lokkertje kan hij vast<br />

niet weerstaan.'<br />

'U zult wel weer gelijk hebben.'<br />

'Justus, jongen, neem dit van je ouwe werkgever mee: er zijn <strong>in</strong><br />

dit leven sukkels en slimmeriken. Wees blij dat je een tijdje, eh .. . '<br />

, ... bij een slimmerik hebt kunnen werken', vulde Justus bereidwillig<br />

aan.<br />

'Nou ja, jij zegt het. Je hebt deze maanden iets geleerd, daar kun<br />

je je hele leven wat aan hebben.'<br />

Het volle gezicht van Kozijnse straalde voldaanheid uit. Hij<br />

genoot van het leven met volle teugen.<br />

'Ik zal deze maanden niet licht vergeten, meneer Kozijnse.'<br />

'Nou, jongen, geef me dan nog maar eens een kop koffie.'<br />

De officier van justitie van Stoutendam, die de zaak van Annette<br />

Nachtegaal moest behandelen, zat er een beetje mee <strong>in</strong> zijn maag.<br />

Er waren de laatste tijd enkele <strong>rechter</strong>lijke uitspraken geweest <strong>in</strong><br />

gevallen van euthanasie, dat is iemand een zachte dood laten sterven,<br />

omdat hij ongeneeslijk ziek is. De men<strong>in</strong>gen zijn erover verdeeld<br />

wanneer dat wel mag en wanneer niet. De <strong>rechter</strong>s waren vrij<br />

streng op dat punt, bedacht de officier, ook <strong>in</strong> de gevallen waar<strong>in</strong><br />

overduidelijk was dat het uit liefde was gedaan. En dan, het was<br />

niet de bedoel<strong>in</strong>g van mevrouw Nachtegaal geweest om haar oom<br />

te helpen met euthanasie. Ze had hem morf<strong>in</strong>e gegeven om zijn pijn<br />

199


te verzachten, niet om hem te helpen doodgaan. Ze had hem<br />

natuurlijk wel de mogelijkheid verschaft om zichzelf te doden,<br />

maar ja, je kunt ook van het dak spr<strong>in</strong>gen en daken zijn er overal.<br />

Nee, de <strong>rechter</strong> zou haar wellicht niet veroordelen wegens het<br />

plegen van euthanasie. Maar: ze had morf<strong>in</strong>e verstrekt aan haar<br />

oom terwijl ze niet bevoegd was dat te doen. Dat was wel strafbaar.<br />

Daarvoor zou de <strong>rechter</strong> haar misschien wél veroordelen, al<br />

zou haar advocaat met alle welsprekendheid die hij kon opbrengen<br />

betogen dat ze er zeer goede redenen voor had gehad. De officier<br />

hoorde het de advocaat al zeggen: Mevrouw of meneer de <strong>rechter</strong>,<br />

moest mevrouw Nachtegaal haar oom dan zo laten lijden? U kunt<br />

zeggen dat ze hem onder dwang medische hulp had moeten laten<br />

geven. Dan had ze hem gek moeten laten verklaren. En hij was niet<br />

gek. Hij was verre van gek. Zijn verstand was nog volkomen helder.<br />

Ik kan talloze getuigen oproepen die dat zullen bevestigen.<br />

Mogen we van mevrouw Nachtegaal verlangen dat ze haar <strong>in</strong>telligente<br />

oom <strong>in</strong> een dwangbuis had laten stoppen? Mogen we van<br />

haar verlangen dat ze hem had laten lijden, terwijl ze de weldadige<br />

morf<strong>in</strong>e onder handbereik had? Nee, meneer de <strong>rechter</strong>, mevrouw<br />

Nachtegaal heeft gedaan wat een warmvoelend mens onder zulke<br />

omstandigheden hoort te doen. Ze heeft haar oom zijn waardigheid<br />

laten behouden, ze heeft hem geholpen. Daarmee heeft ze misschien<br />

gehandeld <strong>in</strong> strijd met de letter van de wet, maar zeker niet<br />

<strong>in</strong> strijd met de geest, met de bedoeliI).g van onze wet.<br />

Lastig geval hoor. De officier van justitie kwam pas na lang<br />

nadenken tot een conclusie.<br />

Diezelfde avond schreef meneer Van der Molen zijn brief. Justus<br />

had hem gezegd dat hij het meteen kon doen, Kozijnse zat erop te<br />

wachten.<br />

Geachte heer Kozijnse<br />

Ofschoon ik de voorkeur had gegeven aan een taxatie, ga ik <strong>in</strong> op<br />

het aanbod <strong>in</strong> uw brief van gisteren. Ik stel voor dat we de overdracht<br />

zo spoedig mogelijk laten plaatsv<strong>in</strong>den.<br />

Hoogachtend<br />

RL. van der Molen<br />

200


Justus postte de brief zelf en g<strong>in</strong>g daarna door naar de Kennedylaan,<br />

om te horen wat Annette voor nieuws had van de officier van<br />

justitie. Hij trof haar en Frans midden <strong>in</strong> een discussie daarover.<br />

'De officier heeft een schikk<strong>in</strong>g voorgesteld', zei Annette. 'Hij<br />

v<strong>in</strong>dt dat ik schuldig ben en wil me dus schuldig verklaren. De<br />

schikk<strong>in</strong>g die hij voorstelt, is dat ik één gulden boete betaal. Een<br />

symbolische straf dus.'<br />

'En ik v<strong>in</strong>d dat ze dat niet moet accepteren', zei Frans. 'Waarom<br />

niet?'<br />

'Omdat ze dan een strafblad heeft.'<br />

'Een strafblad?'<br />

'Ja, geen schone lei meer, zogezegd. Haar naam komt dan voor<br />

op de lijst van mensen die ooit zijn schuldig bevonden aan een misdaad.<br />

Ik v<strong>in</strong>d dat ze niet schuldig is. Ze heeft gedaan wat een mens<br />

met een geweten onder zulke omstandigheden moet doen.'<br />

'Maar het mag niet, volgens de wet', zei Justus.<br />

'Wat wij hebben gedaan met die viool mag ook niet volgens de<br />

wet', vond Frans.<br />

'Dat mag nou net weer wél van de wet. Het deugt niet, maar het<br />

mag. Zegt Yvonne.'<br />

'Ik zou daar graag eens met die zuster van je over praten', zei<br />

Frans.<br />

'Ze moet morgenmiddag toevallig <strong>in</strong> Stoutendam zijn. Zal ik<br />

vragen of ze 's avonds bij jullie komt? Dan kan ze Annette misschien<br />

advies geven over het aanbod van de officier van justitie.'<br />

'Dat zou ik heel fijn v<strong>in</strong>den', zei Annette. 'Jij komt dan toch ook?'<br />

En zo werd de volgende avond het gesprek hervat, <strong>in</strong> bijzijn van<br />

Yvonne.<br />

'Jouw geweten', zei dat je je oom moest helpen, ook al mocht<br />

het niet van de wet', zei Frans tegen zijn vrouw.<br />

'Dat is zo.'<br />

'Maar', zei Yvonne, 'toch is het goed dat de wet het verbiedt. Je<br />

kunt niet toestaan dat iedereen <strong>in</strong> het wilde weg morf<strong>in</strong>e uitdeelt.'<br />

'Dat v<strong>in</strong>d ik ook', oordeelde Annette. 'Ik heb de wet overtreden.<br />

Heel bewust heb ik dat gedaan. Met overtuig<strong>in</strong>g. Ik zou het weer<br />

doen. En dus ben ik schuldig. Ik v<strong>in</strong>d het niet erg om schuldig te<br />

201


zijn. Ik wil het zijn. Een enkele keer <strong>in</strong> je leven moet je dat durven,<br />

bewust de wet overtreden. Omdat de wet nu eenmaal niet perfect<br />

kan zijn. Maar ik v<strong>in</strong>d het ook goed dat de officier me een straf<br />

oplegt. Daarmee geeft hij aan dat je de wet niet mag overtreden. En<br />

omdat ook hij v<strong>in</strong>dt dat de wet nu eenmaal niet perfect is, geeft hij<br />

alleen een symbolische straf, zo zie ik dat.'<br />

'En dat strafblad dan?'<br />

Annette haalde haar schouders op. 'Dat moet dan maar. Ik ben<br />

toch niet van plan om bij de overheid <strong>in</strong> dienst te gaan of om <strong>rechter</strong><br />

te worden of zoiets.'<br />

'Dat weet je nooit', zei Justus.<br />

'Volgens de wet ben ik schuldig', zei Annette. 'Volgens mijn<br />

geweten niet. Wel schuldig, geen straf. Ik heb er vrede mee. Ik zal<br />

de uitspraak <strong>in</strong>lijsten en boven mijn bed hangen, als een blijvende<br />

her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g aan de strijd die er altijd zal blijven tussen wet en<br />

geweten.'<br />

Yvonne knikte. 'Als iedereen zowel de wet als zijn geweten zo ernstig<br />

nam als jij, dan was de wereld een betere plek', zei ze hartelijk.<br />

M<strong>in</strong>der dan een week later werd het pand Karpatenstraat 23 overgedragen<br />

aan meneer en mevrouw Van der Molen. Als betal<strong>in</strong>g<br />

diende het eigendomsbewijs dat Justus' moeder zo kunstig had vervaardigd.<br />

De dag ervoor was het huis ontruimd. Een kle<strong>in</strong> vrachtautootje<br />

was voldoende om de we<strong>in</strong>ige kantoormeubelen en wat er<br />

verder <strong>in</strong> het huis stond naar Amsterdam te vervoeren. En dus<br />

trokken vader, moeder en dochter Van der Molen al heel snel weer<br />

<strong>in</strong> hun oude won<strong>in</strong>g en de vreugde was groot. Ze wilden dat Justus<br />

met hen kwam feestvieren, vooral Noortje wilde dat, maar Justus<br />

was onv<strong>in</strong>dbaar. De mevrouw van wie hij een kamer huurde zei dat<br />

hij zich al een paar dagen niet had laten zien, en ook zijn vader en<br />

moeder wisten niet waar hij was. Hij had tegen Noorje gezegd dat<br />

hij moest nadenken. Blijkbaar wilde hij dat doen zonder dat zij <strong>in</strong><br />

de buurt was, bedacht ze met een pijnkrampje <strong>in</strong> het hart.<br />

De volgende ochtend kreeg ze een lief briefje van hem. Nu hij<br />

zijn baantje niet meer had, was hij even een vrij man, schreef hij,<br />

vrij <strong>in</strong> zijn beweg<strong>in</strong>gen althans, niet vrij <strong>in</strong> zijn vriendschappen, met<br />

name voor haar, en <strong>in</strong> een bevlieg<strong>in</strong>g waren Stijn en hij er een lang<br />

202


weekend op uit getrokken', zeilen <strong>in</strong> Friesland. Hij was nog even<br />

bij hun oude huis langs geweest, de dag voor de verhuiz<strong>in</strong>g, maar<br />

er was niemand, nou ja, hij was zo weer terug. En hij zou veel aan<br />

haar denken. Liefs, Justus.<br />

Stijn was een goeie om <strong>in</strong> je buurt te hebben als je wilde nadenken.<br />

Die sprak alleen als hem iets werd gevraagd. Hij kon uren naar het<br />

water en de lucht kijken, of naar de sporen die zijn v<strong>in</strong>gers trokken<br />

als hij zijn hand <strong>in</strong> het water hield.<br />

Het gekke is dat je met een zeilboot tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> kunt<br />

varen, mijmerde Justus. Nou ja, schu<strong>in</strong> tegen de w<strong>in</strong>d, maar door<br />

te zigzaggen kwam je overal waar je wezen wilde.<br />

'Stijn, v<strong>in</strong>d je het niet vreemd dat je tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> kunt varen?'<br />

'Nee', zei Stijn.<br />

'Waarom niet?'<br />

'Met energie van de w<strong>in</strong>d kun je een turb<strong>in</strong>e laten draaien. De<br />

turb<strong>in</strong>e kan een dynamo aandrijven. De dynamo maakt elektriciteit.<br />

Met elektriciteit kun je een scheepsmotor laten draaien. Met<br />

een draaiende scheepsmotor kun je tegen de w<strong>in</strong>d <strong>in</strong> varen.'<br />

'Dat bedoel ik niet.'<br />

'Weet ik.'<br />

'Waarom zeg je het dan?' Stijn antwoordde niet.<br />

Kun je handelen <strong>in</strong> strijd met de wet zonder schuldig te zijn,<br />

vroeg Justus zich af. Door de wet te bestuderen kun je <strong>in</strong>zicht krijgen.<br />

Met dat <strong>in</strong>zicht kun je volksvertegenwoordiger worden. Als<br />

volksvertegenwoordiger kun je proberen de wet te veranderen. Als<br />

de wet is veranderd, kun je doen wat je vroeger niet mocht zonder<br />

<strong>in</strong> strijd met de wet te zijn. Wat een onz<strong>in</strong>. Onz<strong>in</strong>? Je kunt ook<br />

schu<strong>in</strong> tegen de wet <strong>in</strong>gaan, zoals bij zeilen. Op een manier dat je<br />

net niet schuldig bent. Dan maak je een slag en je gaat op een andere<br />

manier schu<strong>in</strong> tegen de wet <strong>in</strong>. Zo doe je toch wat je wilt, wet of<br />

geen wet. Zat de wereld zo <strong>in</strong> elkaar? Allemaal mensen die langs de<br />

wet scheren, zoals zijn vader voor zichzelf, en hij voor Noortje, en<br />

Annette voor haar oom, en Frans en Stijn voor de kick, en Bashir<br />

ook voor de kick, maar ook voor hem, Justus.<br />

Het was een lang jaar geweest, vond hij, een jaar dat voor drie<br />

telde.<br />

203


De heer P. Kozijnse liep, een vioolkist onder zijn arm, de w<strong>in</strong>keldeur<br />

b<strong>in</strong>nen van de vioolbouwer K. Nachtegaal <strong>in</strong> Amsterdam­<br />

Zuid. Er was een meneer bezig <strong>in</strong> de zaak die vroeg wat hij voor de<br />

b<strong>in</strong>nenkomer kon doen.<br />

'Ik wil graag meneer Nachtegaal spreken', zei Kozijnse.<br />

'Daar spreekt u mee.'<br />

'Ik bedoel de vioolbouwer.'<br />

'Dat ben ik.'<br />

'Nee, dat bent u niet', zei Kozijnse beslist. 'Ik ken meneer<br />

Nachtegaal. '<br />

De ander begon te lachen. 'Toch weet ik vrij nauwkeurig wie ik<br />

ben', zei hij. 'Nachtegaal, vioolbouwer.'<br />

'Bent u dan op mijn kantoor geweest om deze viool te taxeren?'<br />

'Nee meneer, dat ben ik niet.'<br />

Een vaalgrijs vermoeden kroop op <strong>in</strong> het lang niet domme hoofd<br />

van de heer Kozijnse.<br />

'Wilt u eens even naar deze viool kijken?'<br />

De eigenaar van de zaak nam het <strong>in</strong>strument uit de kist, hield<br />

hem even <strong>in</strong> het licht, tokkelde erop.<br />

'Is dit een Guarneri?'<br />

'Een Guarneri?' De vioolbouwer sloeg krom van het lachen en<br />

zei toen hij weer kon spreken: 'Dit is met permissie een schroothoopviooltje<br />

van de simpelste soort.'<br />

'Dank u', zei Kozijnse gereserveerd.<br />

Hij pakte de viool <strong>in</strong> en vertrok. Bedaard stapte hij <strong>in</strong> zijn auto<br />

en reed naar Alkmaar, waar hij na kort zoeken aankwam bij de<br />

won<strong>in</strong>g van de heer Richardson. Het was een gewoon woonhuis,<br />

met een bord op de muur: G.P Richardson, vioolbouwer. Kozijnse<br />

belde aan. De heer Richardson deed zelf open.<br />

'Bent u de heer Richardson, vioolbouwer?<br />

'Dat ben ik.'<br />

'Dank u wel.'<br />

Kozijnse draaide zich om en liet de heer Richardson verbouwereerd<br />

<strong>in</strong> de deuropen<strong>in</strong>g staan. Hij reed terug, richt<strong>in</strong>g Stoutendam,<br />

waarbij hij een aantal keren diep ademhaalde en zichzelf krachtig<br />

toesprak.<br />

Zijn b<strong>in</strong>nenste kookte. Niet eens zozeer om het geld dat hij had<br />

204


verspeeld, al g<strong>in</strong>g het hem aan het hart. Hij hield van geld, maar hij<br />

zou er geen boterham m<strong>in</strong>der om eten. Nee, zijn trots had een<br />

knauw gekregen. Hij had zich laten bedotten door een snotneus<br />

van zeventien. Dat is niet makkelijk te verwerken. Het was goed<br />

dat het een heel e<strong>in</strong>d was van Alkmaar naar Stoutendam. Tijd voor<br />

Kozijnse om af te koelen.<br />

En Kozijnse had een karakter dat er wezen mocht. Toen hij vlak<br />

bij Stoutendam was, keerde hij om en reed terug naar Amsterdam.<br />

Hij g<strong>in</strong>g naar zijn kantoor, haalde de viool uit de kist en legde hem<br />

zichtbaar op een kast.<br />

'Jij zult me er iedere dag aan her<strong>in</strong>neren dat een mens altijd op<br />

zijn hoede moet zijn', mompelde hij .<br />

Diezelfde dag huurde Justus een bakfiets. Met hulp van Noortje en<br />

Stijn laadde hij hem vol en reed hij ermee naar zijn ouderlijk huis.<br />

Voor de gelegenheid belde hij aan bij de voordeur. Zijn moeder<br />

deed open. Ze zag de bakfiets en brak spontaan <strong>in</strong> tranen uit.<br />

'Kom je .. .'<br />

Ze omhelsden elkaar.<br />

'Ja. Als jullie het goed v<strong>in</strong>den, wou ik weer thuis komen wonen.'<br />

Zijn moeder keerde zich om en gilde de gang <strong>in</strong>: 'Henk!'<br />

Vader kwam aanlopen en staarde naar de bakfiets. Daarna keek<br />

hij Justus aan.<br />

, Als jullie het goed v<strong>in</strong>den .. .'<br />

Zijn vader legde een arm om zijn schouder.<br />

'Jij had gelijk. Ik had ongelijk.'<br />

"k Weet niet', zei Justus. 'Heb je die brief van meneer Slijkhuis<br />

nog gevonden?' Hij haatte zichzelf dat hij het vroeg. De Christiaan<br />

Correct <strong>in</strong> hem kon het niet laten.<br />

Aan moeders gezicht was te zien dat ze niet wist waarover het<br />

g<strong>in</strong>g.<br />

'Kort nadat je bent vertrokken heb ik hem gevonden. Eh ... heb<br />

ik me her<strong>in</strong>nerd waar ik hem bewaarde.' En <strong>in</strong> een heldhaftige<br />

pog<strong>in</strong>g om niet langs de waarheid heen te scheren, corrigeerde hij<br />

zichzelf nog eens. ' ... heb ik hem uit de kluis gehaald en naar<br />

Slijkhuis gebracht.'<br />

'En die was blij.'<br />

205


'Dat kun je wel zeggen. Sjonge jonge, wat een angstig baasje is<br />

dat.'<br />

Justus keek zijn vader aan. Dat was <strong>in</strong> ieder geval niet een angstig<br />

baasje. Die durfde iedere strijd aan, zelfs als het erom g<strong>in</strong>g<br />

zichzelf een beetje te verbeteren.<br />

Drie maanden later kwamen Justus en Noortje op een avond de<br />

heer P. Kozijnse tegen. In Stoutendam. Justus had gehoopt dat de<br />

man nooit meer een voet <strong>in</strong> Stoutendam zou zetten, nu hij zijn<br />

bedrijfje daar niet meer had. Zijn oude werkgever zag hen nog<br />

voordat ze hem zelf <strong>in</strong> de gaten hadden. Justus' eerste neig<strong>in</strong>g was<br />

om er vandoor te gaan, maar dat was hem toch te laf. Trouwens,<br />

Kozijnse zei meteen: 'Ik bijt niet.'<br />

Blijkbaar had hij het schrikgebaar van Justus haarscherp waargenomen.<br />

'Dag meneer Kozijnse.' Noortje zei niets.<br />

'Woon je weer lekker <strong>in</strong> je oude huis?' vroeg Kozijnse.<br />

'Jawel.'<br />

'Ben jij nou kwaad op mij of ik op jullie?' vroeg Kozijnse<br />

geamuseerd.<br />

'Ik ben niet kwaad', zei Noortje met een stuurs gezicht en ze<br />

voegde eraan toe: 'meer.'<br />

'Jongeman', zei Kozijnse, en zijn kolossale gestalte leek de hele<br />

straat te vullen, 'jongeman, je hebt me gruwelijk opgelicht en een<br />

tijdlang heb ik met de gedachte rondgelopen je terug te pakken. Ik<br />

heb er uite<strong>in</strong>delijk van afgezien, uit waarder<strong>in</strong>g voor je slimheid.<br />

Iemand die zo vaardig door de mazen van de wet weet te kruipen<br />

,kan ik gebruiken. Als je van school bent, kom dan bij me werken.<br />

Ik bied je een baan aan. Wij kunnen het samen ver brengen.'<br />

'Dat denk ik niet', zei Justus.<br />

'Hoezo niet.'<br />

'We gebruiken de mazen van de wet op een verschillende<br />

manier.'<br />

'Daar komen we uit', zei Kozijnse.<br />

'Ik denk het niet.'<br />

'Je gaat er nog wel anders over denken als je ouder bent.'<br />

'Ik hoop het niet', zei Justus.<br />

206

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!