De prijs van tijd
De prijs van tijd
De prijs van tijd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
endement<br />
<strong>De</strong> infl atie was het afgelopen jaar 2,3%. Edwin is benieuwd of dat ook geldt<br />
voor zijn lunch. In bron 3 staan de producten <strong>van</strong> zijn lunch met de prijzen uit<br />
2010 en 2011. Om de <strong>prijs</strong>stijging <strong>van</strong> zijn lunch te berekenen, maakt Edwin<br />
hetzelfde sommetje als wat het CBS doet voor het goederenmandje. Eerst<br />
berekent hij het bestedingsaandeel <strong>van</strong> ieder product. Dat aandeel is gelijk<br />
aan wat Edwin in 2010 aan dit onderdeel <strong>van</strong> zijn lunch uitgeeft als percentage<br />
<strong>van</strong> de totale kosten <strong>van</strong> de lunch. Vervolgens vermenigvuldigt hij de<br />
individuele <strong>prijs</strong>stijgingen met de bestedingsaandelen. Zodoende ontstaat er<br />
een gewogen <strong>prijs</strong>stijging voor ieder onderdeel <strong>van</strong> zijn lunch. ‘Zo berekent<br />
het CBS ook de infl atie <strong>van</strong> het goederenmandje’ denkt Edwin. <strong>De</strong>ze gewogen<br />
<strong>prijs</strong>stijgingen telt Edwin dan op om een gewogen gemiddelde te krijgen.<br />
Het gewogen gemiddelde is de <strong>prijs</strong>stijging <strong>van</strong> zijn lunch. In bron 3 is<br />
op deze manier de <strong>prijs</strong>stijging berekend voor de lunch <strong>van</strong> Edwin. Brood,<br />
kaas en ham werden duurder, maar melk en appels daalden in <strong>prijs</strong>. <strong>De</strong> optelsom<br />
<strong>van</strong> de gewogen <strong>prijs</strong>stijgingen komt uit op 5,5%. ‘Nou, dat is een stuk<br />
meer dan de infl atie!’ verzucht Edwin. In dit geval komt deze optelsom overeen<br />
met een directe berekening: 100% × (€ 5,91 – € 5,60) / € 5,60 = 5,5%.<br />
Dat komt doordat Edwin alle onderdelen <strong>van</strong> de lunch koopt in zowel 2010<br />
als 2011. Als dat niet het geval is, verandert de berekende <strong>prijs</strong>stijging. Zo is<br />
de <strong>prijs</strong>stijging 1,1% – 0,7% + 1,6% + 5,4% = 7,3% in geval Edwin wel appels<br />
eet in 2010 maar niet in 2011, terwijl zijn lunch dan nog maar € 5,61 kost.<br />
1.4 Rendement<br />
Een spaarder die zijn geld op de bank zet, krijgt daarvoor rente. <strong>De</strong>ze rente is het rendement<br />
op het ingelegde spaargeld. Als een spaarder jaarlijks € 80 rente ont<strong>van</strong>gt bij<br />
een bedrag <strong>van</strong> € 1.600, is het rendement: 100% × € 80 / € 1.600 = 5%. Het begrip<br />
rendement is ook <strong>van</strong> toepassing bij de investeringen <strong>van</strong> bedrijven. Als een organisatie<br />
jaarlijks een opbrengst <strong>van</strong> € 7.000 behaalt als gevolg <strong>van</strong> een eerder gedane<br />
investering <strong>van</strong> € 70.000, is het rendement 100% × € 7.000 / € 70.000 = 10%. In het<br />
algemeen is het rendement op een investering als volgt gedefi nieerd:<br />
Hoofdstuk 1 ∙ <strong>De</strong> <strong>prijs</strong> <strong>van</strong> geld<br />
11