Schoonheid volgens Kant - KABK
Schoonheid volgens Kant - KABK
Schoonheid volgens Kant - KABK
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Empirisme of rationalisme?<br />
Tijdens de Verlichting had men, zoals gezegd, groot vertrouwen in de verstandelijke<br />
vermogens van de mens. Met behulp van ons verstand konden wij kennis verwerven, en met<br />
die kennis zou het mogelijk moeten zijn om alle problemen op een beschaafde manier op te<br />
lossen. Verlichtingsfilosofen stelden zich de vraag, hoe wij dan de meest betrouwbare,<br />
wetenschappelijk verantwoorde kennis konden verwerven.<br />
Er bestonden twee denkrichtingen: het empirisme en het rationalisme.<br />
De empiristen dachten, dat betrouwbare kennis alleen maar kon bestaan uit empirische<br />
(zintuiglijk waarneembare, meetbare) feiten. De rationalisten gingen er vanuit, dat<br />
betrouwbare kennis alleen kon worden verkregen door rationeel, logisch nadenken.<br />
Denk aan een baby die pas ter wereld is gekomen. Hoe weet zo'n kindje dat hij naar zijn<br />
moeders borst moet grijpen? Krijgt het kind die kennis omdat de moeder daarbij helpt? Of<br />
is het iets wat hij door ervaring leert? Of weet hij dit al voor hij ter wereld komt? Zit het<br />
in de aanleg van het kind? In het laatste geval is er dus sprake van kennis, die al in ons<br />
aanwezig is, een kennis die alleen maar geactiveerd hoeft te worden.<br />
Immanuel <strong>Kant</strong> kwam in zijn drie 'Kritike' tot de conclusie, dat er waarheid stak in zowel de<br />
rationalistische denkrichting als de empiristische.<br />
Kritische filosofie<br />
De methode die <strong>Kant</strong> hanteerde noemde hij 'kritische' of 'transcendentale' filosofie.<br />
Daarmee bedoelde hij, dat hij niet zozeer keek naar de inhoud van onze kennis, maar naar de<br />
voorwaarden om kennis te verwerven. Hij kritiseerde (oftewel: analyseerde) dus de<br />
menselijke kenvermogens en hij transcendeerde (oversteeg) de wetenschap.<br />
<strong>Kant</strong> vroeg zich af: hoe is het mogelijk is dat wij kennis verwerven van de werkelijkheid?<br />
Wat is er a priori benodigd om zintuiglijke indrukken gewaar te worden, om ons dingen voor<br />
te kunnen stellen en om daarover een oordeel te kunnen geven?<br />
Wat kan een mens weten, en wat niet?<br />
In zijn drie Kritike onderzocht <strong>Kant</strong> achtereen<strong>volgens</strong> de a priori-voorwaarden voor<br />
zintuiglijke waarneming, voor wetenschappelijke kennis, voor morele oordelen en voor<br />
esthetische oordelen.<br />
Het brein als decodeermachine: de categorieën<br />
Wat gebeurt er als ik een zintuiglijke waarneming doe? Ik loop over straat en ik zie met<br />
mijn ogen een boom. Misschien ruik ik de boom ook, en ik kan hem ook voelen. De zintuiglijke<br />
waarnemingen maken met elkaar, dat ik de boom gewaar word. Maar is het wel zo simpel? Is<br />
mijn waarneming neutraal, of is er aan de indrukken iets toegevoegd, waardoor alle<br />
afzonderlijke indrukken tot een helder samenhangend beeld worden?<br />
Wij worden tenslotte doorlopend geconfronteerd met een chaos aan indrukken, en het is op<br />
zijn minst vreemd, dat wij in staat zijn om al die indrukken te combineren en organiseren tot<br />
heldere beelden en voorstellingen. <strong>Kant</strong>s conclusie luidt, dat iedere zintuiglijke indruk<br />
kennelijk terechtkomt in een soort decodeermachine, die de chaos omzet in orde. Om een<br />
empirisch feit te kunnen vaststellen, organiseert ons brein de indrukken <strong>volgens</strong> een vast<br />
- 4 -