Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College
Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College
Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PRAKTIJKBOEK VERZORGENDE<br />
<strong>BOL</strong>, DERDE STUDIEJAAR<br />
(CREBONUMMER 10427)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
1
INHOUDSOPGAVE<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
pagina:<br />
Voorwoord................................................................................................................4<br />
Deel 1: Wat je moet doen ..............................................................................5<br />
1.1 De kernopgaven.................................................................................................6<br />
1.2 Leerplanschema kernopgave Opstellen zorgplan ...............................................7<br />
1.3 Leerplanschema kernopgave Begeleiden cliënten............................................ 10<br />
1.4 Leerplanschema kernopgave Medicatie en wondverzorging ............................ 13<br />
1.5 Leerplanschema kernopgave Care & cure ....................................................... 15<br />
1.6 Leerplanschema kernopgave Ethische dilemma's bediscusiëren ..................... 17<br />
1.7 Leerplanschema kernopgave Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar19<br />
Bijlagen deel 1........................................................................................................ 22<br />
To do 1: Takenlijst verzorgende ............................................................................ 22<br />
To do 2: Complexiteit van zorgsituaties.................................................................. 25<br />
To do 3: Het SMART-principe en Reflecteren volgens A, B, C, D........................... 27<br />
Deel 2: Hoe je hieraan werkt........................................................................ 28<br />
2.1 Planning ........................................................................................................... 29<br />
2.2 Leren in de stage.............................................................................................. 29<br />
2.3 Leren op de werkvloer...................................................................................... 29<br />
2.4 Begeleiding ...................................................................................................... 29<br />
Bijlagen deel 2 ....................................................................................................... 31<br />
To plan 1: Ontwikkelingsgesprekken ...................................................................... 31<br />
Deel 3: Hoe je wordt beoordeeld.................................................................. 33<br />
3.1 Inleiding............................................................................................................ 34<br />
3.2 Toelichting beoordeling .................................................................................... 34<br />
3.3 Resultaatbeoordeling Opstellen zorgplan ......................................................... 35<br />
3.4 Resultaatbeoordeling Begeleiden van cliënten ................................................. 39<br />
3.5 Resultaatbeoordeling Medicatie en wondverzorging......................................... 43<br />
3.6 Resultaatbeoordeling Care & cure ................................................................... 47<br />
3.7 Resultaatbeoordeling Ethische dilemma's bediscusiëren.................................. 51<br />
3.8 Resultaatbeoordeling Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar ........... 53<br />
2
Bijlagen deel 3........................................................................................................ 57<br />
To check 1: Algemeen eindbeoordelingsformulier .................................................. 58<br />
To check 2: Eindbeoordeling kernopgave Opstellen zorgplan ................................ 59<br />
To check 3: Eindbeoordeling kernopgave Begeleiden van cliënten ........................ 60<br />
To check 4: Eindbeoordeling kernopgave Medicatie en wondverzorging................ 61<br />
To check 5: Eindbeoordeling kernopgave Care & cure .......................................... 62<br />
To check 6: Eindbeoordeling kernopgave Ethische dilemma's bediscusiëren......... 63<br />
To check 7: Eindbeoordeling kernopgave Loopbaanontwikkeling sturen................ 64<br />
Deel 4: Waar je mee voor de dag komt........................................................ 66<br />
4.1 Kenmerkend voor de opleiding <strong>Verzorgende</strong> ................................................. 66<br />
4.2 Kenmerkend voor jou..................................................................................... 66<br />
4.3 Visie op leren in de <strong>Verzorgende</strong>................................................................... 66<br />
4.4 Overzicht van de kernopgaven van de opleding tot <strong>Verzorgende</strong> .................. 67<br />
Bijlagen deel 4........................................................................................................ 72<br />
To be 1: Regels en afspraken ................................................................................ 72<br />
To be 2: Protocol ongewenste bejegening tijdens praktijkleren (<strong>BOL</strong>) .................... 74<br />
To be 3: Belangrijke begrippen............................................................................... 76<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
3
Voorwoord<br />
Dit praktijkboek is een leidraad voor de beide stages van het derde leerjaar <strong>Verzorgende</strong>. Je<br />
vindt hierin vier onderdelen met informatie:<br />
1. Wat je moet doen (to do);<br />
2. Hoe je hieraan werkt (to plan);<br />
3. Hoe je wordt beoordeeld (to check);<br />
4. Waar je mee voor de dag komt (to be).<br />
Achter elk deel zijn bijlagen opgenomen met achtergrondinformatie, verklaringen of<br />
formulieren.<br />
Dit praktijkboek is vooral voor jou als student/stagiaire en de praktijkbegeleider. Naast de<br />
praktijkbegeleider kunnen natuurlijk ook andere begeleiders van de organisatie 1 er gebruik<br />
van maken. Je kunt dan denken aan de praktijkopleider, het hoofd opleidingen of de<br />
leidinggevende van de afdeling.<br />
We wensen je een vruchtbare periode toe. En vergeet niet: als je ergens mee zit, kun je<br />
altijd terecht bij jouw bpv coach; deze coach is tevens voor het leerbedrijf de<br />
praktijkconsulent 2 vanuit de instelling.<br />
Reacties op het praktijkboek zijn van harte welkom bij onderstaande Unitmanagers.<br />
Namens de teams van de locaties Amersfoort, Apeldoorn, Goes, Kampen en Rotterdam,<br />
drs. A.G. Blonk mw. drs. E.C. van der Leeden<br />
Unitmanager gezondheidszorg Amersfoort Unitmanager gezondheidszorg Rotterdam<br />
tel.: (033) 468 08 12 tel.: (010) 293 78 77<br />
e-mail: AGBlonk@<strong>Hoornbeeck</strong>.nl e-mail: ECvanderLeeden@<strong>Hoornbeeck</strong>.nl<br />
1 In het hele boek betekent ‘organisatie’ de zorgorganisatie en ‘instelling’ het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />
Dit zijn termen die in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs zo worden gebruikt.<br />
2 De begeleider vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is zowel coach van de student als consulent van het<br />
leerbedrijf. In bijlage 2 van ‘to be’ tref je overigens een lijst aan waarin de belangrijkste begrippen<br />
worden beschreven.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
4
To do<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Deel 1: Wat je moet doen<br />
5
1.1 De kernopgaven<br />
In de bpv gedeelten van de opleiding werk je aan het behalen van kernopgaven. Deze<br />
kernopgaven zijn afgeleid van het beroepsprofiel en competentieprofiel van de <strong>Verzorgende</strong>.<br />
Tijdens de bpv in het derde leerjaar werk je aan het behalen van de volgende kernopgaven:<br />
1. Opstellen zorgplan,<br />
2. Begeleiden van cliënten,<br />
3. Medicatie en wondverzorging,<br />
4. Care & cure,<br />
5. Ethische dilemma’s bediscussiëren,<br />
6. Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />
De kernopgaven zijn beschreven volgens een bepaalde methode: de SMART methode. Deze<br />
uitwerking noemen we een leerplanschema. De resultaatbeoordeling, met daarin een<br />
ordening op basis van de drie H’s (Hoofd, Hart en Handen), is hiervan afgeleid. Zo wordt<br />
duidelijk wat je moet doen en aan welke criteria je moet voldoen.<br />
De inhoud van landelijk vastgestelde deelkwalificaties is verwerkt in de kernopgaven. Per<br />
kernopgave worden de deelkwalificaties en eindtermen genoemd. In de SMART<br />
beschrijvingen van de kernopgaven wordt dit duidelijk gemaakt. Tevens is (met een grijs<br />
kader) de relatie met de SPW opleiding aangeven op het niveau van eindtermen.<br />
Als er in de instellingen protocollen worden gebruikt bij bovenstaande kernopgaven, dan<br />
moet je hiervan gebruik maken.<br />
De begeleiding en de beoordeling van jouw bekwaamheid worden door jouw<br />
praktijkbegeleiders in de organisatie gedaan. Beoordelaars beoordelen je als je aan het werk<br />
bent. Dit noemen wij: directe beoordeling. Bij de indirecte beoordeling wordt ook de bpv<br />
coach van de instelling (<strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>) betrokken. Dan wordt er meer gekeken naar<br />
het proces waarbinnen de beoordelingen tot stand zijn gekomen. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />
om de vraag waarom de organisatie een bepaalde beoordeling heeft gegeven en dergelijke.<br />
De bpv coach is verantwoordelijk voor het vaststellen van de eindbeoordeling. In deel 3 (‘to<br />
check’) is hier meer over te vinden.<br />
Voor informatie over trainingen, terugkomdagen, wijze van scholing en begeleiding verwijzen<br />
we naar deel 2: ‘to plan’.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
6
1.2 Kernopgave Opstellen zorgplan<br />
Kernopgave: Opstellen zorgplan<br />
S<br />
M<br />
A<br />
R<br />
Je verleent op adequate, methodische wijze zorg met behulp van een zelf opgesteld zorgplan aan één<br />
zorgvrager met minimaal 3 gezondheidsproblemen. Dit zorgplan breng je onder in het zorg dossier 1 .<br />
♦ Je brengt de zorgbehoefte van de zorgvrager in kaart met behulp van observatiemodel Brink<br />
Tjebbes of Gordon Nanda (of een ander model zoals dat binnen de instelling gehanteerd wordt);<br />
♦ Je maakt een zorgplan a.d.h.v. de PESDIE methode;<br />
♦ Bij het opstellen van het zorgplan betrek je niet alleen de zorgvrager maar ook het sociale netwerk,<br />
zodat het voldoende beantwoordt aan de vragen van de zorgvrager (en mantelzorg);<br />
♦ Het zorgplan is opgesteld volgens de richtlijnen van de organisatie en hiermee werk je.<br />
♦ Methodisch houdt in dat je de zorg vaststelt, plant, de benodigde zorg uitvoert, evalueert en<br />
rapporteert en hierin samenwerkt met anderen waar nodig.<br />
Je maakt afspraken met jouw praktijkbegeleider over de keuze van de zorgvrager. Bij oefenen van deze<br />
kernopgave maak je gebruik van het volgende boek: N. van Halem (e.a.). (2002)<br />
“Beroepspraktijkvorming verzorgende. Zorgcategorieën en differentiaties niveau 3”. Bohn Stafleu Van<br />
Loghum (ISBN: 90 31336513) opdracht 1, 2, 4, 5 en 7 van de DeelKwalificaties 313 en 314.<br />
Bij het uitvoeren van deze kernopgave vraag je ondersteuning bij het begrijpen van verzamelde<br />
gegevens en het formuleren van zorg- en begeleidingsdoelen van je directe begeleider. Belangrijk is<br />
echter wel dat jij uiteindelijk het zorgplan opstelt van die bewoner en, samen met anderen, werkt aan de<br />
hand van dit zorgplan. Je bespreekt het zorgplan en de zorg die je verleent met jouw directe begeleider<br />
van de organisatie. Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een<br />
training/workshop. De complexiteit van de zorg die je moet verlenen is middencomplex (bijv. een<br />
zorgvrager met drie verpleegproblemen kan hieronder vallen) Het is van belang om na een<br />
oriëntatieperiode de beginsituatie vast te leggen m.b.v. beoordelingslijst.<br />
De beoordelingslijst dient meerdere malen en door meerdere beoordelaars ingevuld worden.<br />
Wil je goede zorg bieden, dan is het van belang om de zorgbehoefte van de zorgvrager in kaart te<br />
brengen. Dat kan zijn door middel van een anamnesegesprek, maar ook observaties van de zorgsituaties<br />
en gesprekken met de zorgvrager kunnen hierin volstaan. als verzorgende analyseer je de verzamelde<br />
gegevens en formuleert zorg- en begeleidingsdoelen. Je bedenkt en kiest welke activiteiten nodig zijn. Je<br />
maakt afspraken en stemt de zorgverlening en/of ondersteuning af met anderen in het team. Eventueel<br />
met andere disciplines. je bespreekt het zorgplan met de zorgvrager, mantelzorger, naasten en/of<br />
wettelijke vertegenwoordigers en stelt –in overleg met het team- het zorgplan vast.<br />
Daarna komt het er op aan om, samen met je team, te werken volgens het zorgplan. Dit op gezette<br />
tijden te evalueren en/of bij te stellen.<br />
In deze fase van de opleiding is het belangrijk dat je groeit ten aan zien van een totaalpakket van zorg<br />
die een zorgvrager nodig heeft. Daarvoor is het zorgplan een uitstekend middel 1 . Het zorgplan is een<br />
beroepsproduct dat je, met in achtneming van de privacy, archiveert in je portfolio.<br />
1 Als het niet mogelijk is om zelf een zorgplan op te stellen kan je ook afspraken maken om een bestaand<br />
zorgplan bij te stellen of te actualiseren.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
7
T Deze kernopgave (het opstellen van en werken vanuit het zorgplan) dient gedurende 5 weken door jou<br />
te worden uitgevoerd. Of, voor wat de kraamzorg betreft, dit zorgplan dient gedurende de kraamtijd van<br />
één gezin gehanteerd te worden. In deze weken/tijd word je in getoetst aan de hand van de criteria.<br />
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />
deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />
Je kunt:<br />
huishoudelijke- en basiszorg verlenen<br />
aan een barende, kraamvrouwen en<br />
pasgeborenen (311.03 );<br />
De ontwikkeling van het kind<br />
omschrijven (313.01);<br />
Relevante ziektebeelden omschrijven<br />
(313.02)<br />
Basiszorg verlenen tijdens de bevalling<br />
en de kraamperiode (313.03);<br />
De zorg coördineren tijdens de<br />
bevalling en de kraamperiode<br />
(313.05);<br />
Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />
bevorderen inzake de zorg rondom de<br />
bevalling en de kraamperiode (313.06)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
verzorging (308.02 en 03);<br />
Voor vervolg: zie volgende pagina.<br />
Cliënten met een chronische aandoening<br />
1 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verzorgende taken: A1 (1.2/1.3) A2<br />
(2.1/2.2/2.4/2.5), A6 (6.1/6.4), A7 (7.1/7.5/7.8), B (8.2/8.3) en C (9.3/9.4/9.5). De betekenis van deze codes<br />
vind je in bijlage To do 1.<br />
Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />
Je kan:<br />
Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />
Elementen beschrijven van de leefwereld<br />
van cliënten (301.04);<br />
De eigen werkzaamheden planmatig<br />
uitvoeren (301.11);<br />
Rapporteren over de werkuitvoering<br />
(301.13);<br />
In teamverband werken (303.05);<br />
Professioneel optreden in werksituaties<br />
(304.03);<br />
Behoefte van de verzorging in kaart<br />
brengen (308.01);<br />
Cliënten verzorgen en helpen bij<br />
verzorgen (308.05);<br />
Aspect verzorging evalueren (308.11);<br />
De zelfstandigheid van cliënten<br />
bevorderen (309.14);<br />
8
Of je kunt<br />
Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01);<br />
Basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />
De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05);<br />
De kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen t.a.v. de zorg voor ouderen (314.06).<br />
Bij de eindterm 05 van DK 313 en DK 314 worden de eindtermen van DK 301 geïntegreerd meegenomen.<br />
Het betreft:<br />
02 inschatten zorgbehoefte<br />
03 opstellen zorgplan<br />
04 veranderingen in de zorgvraag signaleren<br />
05 zorgplan evalueren<br />
06 informatie zorgvraag in samenhang rapporteren<br />
Bij de eindterm 05 van DK 313 en DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 305 geïntegreerd meegenomen.<br />
Het betreft:<br />
01 activiteiten rondom de zorg coördineren<br />
02 zorgdragen voor ontslag en overdracht<br />
03 werkplanning maken<br />
04 voorwaarden formuleren die wenselijk zijn voor de te verlenen zorg<br />
Bij de eindterm 03 van DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 309 geïntegreerd meegenomen. Het betreft:<br />
02 hanteren zorgplan<br />
03 huishoudelijke zorg verlenen<br />
04 basiszorg verlenen<br />
05 preventie en GVO toepassen<br />
06 zorg coördineren<br />
07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
9
1.3 Kernopgave Begeleiden van cliënten.<br />
Kernopgave: Begeleiden van cliënten<br />
S<br />
M<br />
A<br />
R<br />
Je geeft begeleiding aan minimaal drie cliënten (en diens naasten) bij het dagelijks functioneren in de<br />
leefsituatie. De begeleiding die je geeft is echter één op één.<br />
De student:<br />
• verdiept zich aan de hand van het verpleegplan in de gezondheidstoestand/beperkingen van de<br />
cliënt (s)<br />
• signaleert bij (een groep) cliënt(s) verergering van stoornissen, beperkingen en/of handicaps en<br />
richt zich op het inschatten van risicogedragingen en het signaleren van risicovolle situaties, die het<br />
gezonde bestaan bedreigen. Daarbij ligt het accent op:<br />
het onderkennen van mogelijke gedragsveranderingen/psycho-sociale problemen (hieronder<br />
vallen ook emoties….denk aan kraambed!);<br />
de beleving, ondersteuning (bij verwerking) en hantering van de gevolgen van ziekte of<br />
beperkingen;<br />
preventie, GVO en voorlichting verzorgen en hierin samenwerken met anderen waar nodig;<br />
ondersteuning bieden bij praktische zaken met betrekking tot het maatschappelijk functioneren.<br />
• maakt met cliënten of hulpverleners, familieleden en mantelzorg afspraken over te nemen<br />
maatregelen;<br />
• stemt deze afspraken af met andere disciplines;<br />
• begeleidt de cliënt op het gebied van gedragsveranderingen/ psycho-sociale problemen, de<br />
beleving, ondersteuning (bij verwerking) en hantering van de gevolgen van ziekte of beperkingen<br />
en/of ondersteuning bieden bij praktische zaken met betrekking tot het maatschappelijk<br />
functioneren;<br />
• evalueert de gegeven begeleiding met de cliënt en het team.<br />
Bij het oefenen van deze kernopgave maak je gebruik van de volgende boeken: N. van Halem (e.a.).<br />
(2002). Beroepspraktijkvorming verpleegkundige zorgcategorieën en differentiaties niveau 3. Bohn<br />
Stafleu Van Loghum (ISBN 90 313 3651 3 opdracht 1, 2 en 3 van de DeelKwalificaties 313 en 314.).<br />
Met behulp van de leervragen van een verslag verantwoord jij hoe jouw proces van leren is verlopen.<br />
Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />
De complexiteit van de zorg die je moet verlenen is middencomplex (bijv. een zorgvrager met drie<br />
verpleegproblemen kan hieronder vallen)<br />
Het is van belang om na een oriëntatieperiode de beginsituatie vast te leggen m.b.v. beoordelingslijst.<br />
De beoordelingslijst dient meerdere malen en door meerdere beoordelaars ingevuld worden.<br />
Belangrijk is dat de cliënten (en/of de mantelzorg, en/of de instelling) de begeleiding die je toepast als<br />
zinvol ervaren. Dit geldt ook ten aan zien van de passende activiteiten 1 .<br />
1 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verzorgende taken A1<br />
(1.1/1.2/1.3/1.4/1.5/1.6), A4 (4.8/4.9/4.10/4.11/4.12/4.15/4.17/4.19), A6 (6.1), A7<br />
(7.1/7.5/7.6/7.8), B8 (8.1/8.2/8.5) en C9 (9.4/9.5). De betekenis van deze codes vind je in<br />
bijlage To do 1<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
10
T Het begeleiden van (een kleine groep) cliënten dient te gebeuren in overleg met de werkbegeleider. En<br />
in een duur van 3 weken. In deze weken word je in getoetst aan de hand van de criteria. De<br />
bekwaamheid wordt individueel en life getoetst door de leerwerkmeester van de organisatie, binnen een<br />
periode van 20 weken.<br />
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />
deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />
Je kan:<br />
De ontwikkeling van het kind<br />
omschrijven (313.01);<br />
Relevante ziektebeelden<br />
omschrijven (313.02)<br />
Basiszorg verlenen tijdens de<br />
bevalling en de kraamperiode<br />
(313.03);<br />
Preventie en GVO toepassen<br />
tijdens de bevalling rn de<br />
kraamperiode (313.04)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />
Je kan:<br />
Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />
Elementen beschrijven van de leefwereld<br />
van cliënten (301.04);<br />
Cliënten observeren (301.06);<br />
Cliënten begeleiden (301.09);<br />
Rapporteren over de werkuitvoering<br />
(301.13);<br />
Een vertrouwensrelatie onderhouden met<br />
een cliënt (302.04);<br />
Leiding geven aan individuele cliënten en<br />
aan groepen (302.08);<br />
In teamverband Voor vervolg: werken zie (303.05); volgende pagina.<br />
Samenwerkingsrelatie onderhouden met<br />
cliënten en hun naasten )304.02);<br />
Professioneel optreden in werksituaties<br />
(304.03);<br />
Cliënten met een chronische aandoening<br />
verzorgen (308.05);<br />
Aspect verzorging evalueren (308.11);<br />
Begeleidingsbehoefte van cliënten in VGZ<br />
beschrijven (309.01);<br />
Infomatie verzamelen en de begeleidings-<br />
behoefte van de cliënt in kaart brengen<br />
(309.02 en 03);<br />
Cliënten begeleiden bij belangrijke<br />
levensgebeurtenissen (309.13);<br />
De zelfstandigheid van cliënten<br />
bevorderen 9309.14);<br />
De uitvoering van de resultaten van het<br />
aspect begeleiding van het<br />
ondersteuningsplan evalueren (309.15).<br />
11
Of je kunt<br />
Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01);<br />
Basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />
Preventie en GVO toepassen bij de oudere zorgvrager (314.04).<br />
Bij de eindterm 04 van DK 313 en DK 314 worden de eindtermen van DK 303 geïntegreerd<br />
meegenomen. Het betreft:<br />
02 toepassen primaire preventie<br />
03 toepassen secundaire preventie<br />
04 toepassen tertiaire preventie<br />
Bij de eindterm 03 van DK 313 zijn ook de eindtermen van DK 311 geïntegreerd meegenomen. Het<br />
betreft:<br />
02 hanteren zorgplan<br />
03 huishoudelijke zorg verlenen<br />
04 basiszorg verlenen<br />
05 preventie en GVO toepassen<br />
06 zorg coördineren<br />
07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />
Bij de eindterm 03 van DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 309 geïntegreerd meegenomen. Het<br />
betreft:<br />
02 hanteren zorgplan<br />
03 huishoudelijke zorg verlenen<br />
04 basiszorg verlenen<br />
05 preventie en GVO toepassen<br />
06 zorg coördineren<br />
07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
12
1.4 Kernopgave “Medicatie en wondverzorging”<br />
Kernopgave: “Medicatie en wondverzorging”<br />
S<br />
M<br />
A<br />
R<br />
T<br />
Binnen de zorg die je verleent aan een minimaal drie zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg voor<br />
de medicatie en verzorg jij de wonden. Eventueel verleen jij je medewerking aan onderzoek en<br />
behandeling.<br />
♦ De voorbehouden handelingen betreffen:<br />
a. het toedienen van medicijnen;<br />
b. wonden verzorgen en eventueel het<br />
c. deelnemen aan onderzoek door monsters te verzamelen ten behoeve van diagnostiek.<br />
♦ De handelingen worden uitgevoerd met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen,<br />
procedures en voorschriften;<br />
♦ Je houdt rekening met de voorschriften, de eigen verantwoordelijkheden en bekwaamheden, rechten<br />
en plichten (wet BIG);<br />
De praktijkbegeleider zal jou de gelegenheid bieden om in de oefenfase te werken met de<br />
oefenopdrachten 10 tot en met 17 en 23 en 24 uit het boek “Beroepspraktijkvorming verzorgende ,<br />
deelkwalificatie 304: verplegende elementen”, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 9031336521. Deze<br />
oefenopdrachten bieden jou en je praktijkbegeleider de gelegenheid de verschillende vaardigheden van<br />
deze kernopgave te oefenen.<br />
Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />
Het is van belang om na een oriëntatieperiode van 2 weken de beginsituatie vast te leggen m.b.v.<br />
beoordelingslijst. De beoordelingslijst dient eens per 2 of 3 weken door meerdere beoordelaars ingevuld te<br />
worden. Zie deze handelingen niet als kunstje maar handel in het kader van het zorgproces van de<br />
zorgvrager. Aan het einde van de praktijkleerperiode wordt dan jouw eindniveau bepaald.<br />
Als verzorgende verricht je in opdracht van de behandelaar verpleegtechnische handelingen. Daarbij neem<br />
je uiteraard de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in acht. Hierbij gaat het om zowel voorbehouden<br />
handelingen als handelingen die risicovol zijn. De veiligheid van de zorgvrager staat centraal. Van belang<br />
is dat je voorziet in een optimaal controlesysteem en dat je weet adequaat te handelen indien zich<br />
complicaties voordoen. Als verzorgende neem je mogelijke angst en onzekerheid van de zorgvrager weg<br />
door uitleg over wat, waarom en hoe jij de verpleegtechnische of kraamtechnische handelingen uitvoert.<br />
Ten aan zien van de medicatie is het van belang dat de eindcontrole door een gediplomeerde plaats vindt.<br />
Je werkt door middel van deze kernopgave aan verzorgende taken 1 die deels onder de BIG wet vallen.<br />
Je bent de hele praktijkleerperiode met (delen van) deze kernopgave bezig.<br />
1 Je werk aan de volgende verzorgende taken: A1 (1.1/1.6), A5(5.1/5.2/5.9)), A6 (6.2/6.3/6.9), A7 (7.7), B<br />
(8.1/8.2/8.3) en C (9.2/9.5). De betekenis van deze codes vind je in bijlage To do 1.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
13
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties en<br />
(sub)eindtermen. Bij de eindtermen zijn de beroepshouding (zie DK 204) geïntegreerd.<br />
Je kan:<br />
• In opdracht, zorgdragen voor het medicijngebruik van een zorgvrager (302.09);<br />
• In opdracht bij een zorgvrager wonden verzorgen (302.10);<br />
• De zelfzorg van een zorgvrager met betrekking tot basiszorg geheel of gedeeltelijk overnemen (304.15);<br />
• De eigen rechtspositie omschrijven ten aan zien van de voorbehouden handeling (volgens wet- en<br />
regelgeving) (304.01);<br />
• Medicijnen toedienen (304.04);<br />
• Wonden verzorgen(304.05);<br />
• Deelnemen aan onderzoek en behandeling door andere disciplines (304.12);<br />
• Adequaat reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties (304.13) en<br />
• Kraamtechnische handelingen uitvoeren bij een barende, een kraamvrouw en een pasgeborene (304.17)<br />
en<br />
• Voorwaarden scheppen voor de verbetering van de kwaliteitszorg op microniveau (306.02).<br />
Binnen de kraamzorg gelden ook:<br />
• De ontwikkeling van het kind omschrijven (313.01)<br />
• Basiszorg verlenen tijdens de bevalling en de kraamperiode (313.03);<br />
• De zorg coördineren tijdens de bevalling en de kraamperiode (313.05).<br />
Binnen de ouderenzorg gelden ook:<br />
• Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01)<br />
• Kan basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />
• De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05).<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
14
1.5 Kernopgave “Care & cure”<br />
Kerntaakopgave: “Care & cure”<br />
S<br />
M<br />
A<br />
R<br />
T<br />
Binnen de zorg die je verleent aan minimaal 3 zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg voor de<br />
opname van voeding en vocht en de uitscheiding. Eventueel verleen jij je medewerking aan onderzoek en<br />
behandeling.<br />
♦ De voorbehouden handelingen betreffen:<br />
a. de opname van voeding en vocht (d.m.v. een maagsonde, peg sonde);<br />
b. de uitscheiding (m.b.v. blaaskatheter en stoma) en eventueel het;<br />
c. deelnemen aan onderzoek door monsters te verzamelen ten behoeve van diagnostiek.<br />
♦ De handelingen worden uitgevoerd met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen,<br />
procedures en voorschriften;<br />
♦ Je houdt rekening met de voorschriften, de eigen verantwoordelijkheden en bekwaamheden, rechten<br />
en plichten (wet BIG);<br />
De praktijkbegeleider zal jou de gelegenheid bieden om in de oefenfase te werken met de<br />
oefenopdrachten 1 tot en met 7 en 23 uit het boek “Beroepspraktijkvorming verzorgende , deelkwalificatie<br />
304: verplegende elementen”, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 9031336521. Ondersteuning wordt je<br />
binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />
Het is van belang om na een oriëntatieperiode van 2 weken de beginsituatie vast te leggen m.b.v.<br />
beoordelingslijst. De beoordelingslijst dient eens per 2 of 3 weken door meerdere beoordelaars ingevuld te<br />
worden. Zie deze handelingen niet als kunstje maar handel in het kader van het zorgproces van de<br />
zorgvrager. Aan het einde van de praktijkleerperiode wordt dan jouw eindniveau bepaald.<br />
Als verzorgende verricht je in opdracht van de behandelaar verpleegtechnische handelingen uit. Daarbij<br />
neem je uiteraard de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in acht. Hierbij gaat het om zowel<br />
voorbehouden handelingen als handelingen die risicovol zijn. De veiligheid van de zorgvrager staat<br />
centraal. Van belang is dat je voorziet in een optimaal controlesysteem en dat je weet adequaat te<br />
handelen indien zich complicaties voordoen. Als verzorgende neem je mogelijke angst en onzekerheid van<br />
de zorgvrager weg door uitleg over wat, waarom en hoe jij de verpleegtechnische handelingen uitvoert.<br />
Ten aan zien van de medicatie is het van belang dat de eindcontrole door een gediplomeerde plaats vindt.<br />
Je werkt door middel van deze kernopgave aan verpleegkundige taken 1 die deels onder de BIG wet vallen.<br />
Je bent de hele praktijkleerperiode met (delen van) deze kernopgave bezig.<br />
1 Je werk aan de volgende verpleegkundige taken: A1 (1.1/1.6), A5(5.1/5.2/5.9)), A6 (6.2/6.3/6.9), A7 (7.7), B<br />
(8.1/8.2/8.3) en C (9.2/9.5). De betekenis van deze codes vind je in bijlage To do 1.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
15
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kerntaaktoets draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties<br />
en (sub)eindtermen. Bij de eindtermen zijn de beroepshoudingaspecten (zie DK 204) geïntegreerd.<br />
Je kan:<br />
• Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01)<br />
• Kan basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />
• Preventie en GVO toepassen bij de oudere zorgvrager 314.04)<br />
• De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05).<br />
• De zelfzorg van een zorgvrager met betrekking tot basiszorg geheel of gedeeltelijk overnemen (304.15);<br />
• De eigen rechtspositie omschrijven ten aan zien van de voorbehouden handeling (volgens wet- en<br />
regelgeving) (304.01);<br />
• Een zorgvrager helpen bij de opname van voeding en vocht d.m.v. sonde (304.02);<br />
• Een zorgvrager helpen bij de uitscheiding m.b.v. katheter (304.03);<br />
• Zorgvragers met blaaskatheters en maagsondes verzorgen (304.07);<br />
• Deelnemen aan onderzoek en behandeling door andere disciplines (304.12);<br />
• Adequaat reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties (304.13)<br />
• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een chronisch zieke, een lichamelijk gehandicapte en een<br />
revaliderende zorgvrager (304.14) of<br />
• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een geriatrische zorgvrager (304.15) of<br />
• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een verstandelijk gehandicapte zorgvrager (304.16).<br />
Opmerking: deze kernopgave is niet van toepassing binnen de kraamzorg (DK 313)!<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
16
1.6 Kernopgave: Ethische dilemma’s bediscussiëren<br />
Leerplanschema kernopgave: Ethische dilemma’s bediscusiëren.<br />
S<br />
M<br />
A<br />
R<br />
T<br />
In een teamoverleg bediscussieer je met collegae (de argumentatie van) elkaars standpunten over<br />
ethische dilemma’s die je tegenkomt op de werkvloer.<br />
Om deze kernopgave te realiseren volg je de volgende stappen:<br />
1. Je maakt afspraken betreffende de tijd die je neemt om je te oriënteren op voorkomende<br />
dilemma’s;<br />
2. Je bespreekt met je praktijkbegeleider wat je tegen komt en wil bespreken, alsook de keuze<br />
van het onderwerp;<br />
3. Je bespreekt welke teamoverleg je hiervoor kan gebruiken of dat je zelf iets organiseert 1 ,<br />
4. Je volgt eerst de training “Ethische dilemma’s” op de terugkomdag;<br />
5. Bij het oefenen van deze kernopgave maak je gebruik van het volgende boek: N. van Halem<br />
(e.a.). (2002). Beroepspraktijkvorming verpleegkundige zorgcategorieën en differentiaties<br />
niveau 4, deel 1. Bohn Stafleu Van Loghum (ISBN 9031336513), met name opdracht 1 tot en<br />
met 5 van DK 306;<br />
6. Je maakt een verslag 2 waarin je het proces en het product verantwoordt.<br />
De ethische dilemma’s mogen niet op het gebied van palliatieve zorg liggen noch op het gebied van<br />
preventieve geneeskunde zoals abortus provocatus.<br />
Het gaat om een discussie in een teamoverleg over een verpleegsituatie waarin jíj geconfronteerd wordt<br />
met een dilemma waarin voor jou niet duidelijk is welk gedrag jij moet vertonen of welke keuze je moet<br />
maken of waarin jij ‘botst’ met wat in de instelling gangbaar is. Daarbij is de verpleegkundige zorg op<br />
microniveau het uitgangspunt. Hiermee samenhangend – vooraf of na de discussie – beleg jij een<br />
bijeenkomst. Je brengt hierin jouw standpunt ten aanzien van een bepaald dilemma naar voren. Dit<br />
beargumenteert vanuit de ethiek, je identiteit en pragmatiek (= wat werkt in het verzorgend beroep).<br />
De beoordelingslijst dient door meerdere beoordelaars ingevuld worden (dit is zeker mogelijk gezien de<br />
teambespreking.).<br />
Een standpunt innemen over een dilemma in de dagelijkse praktijk van het verpleegkundig beroep heb<br />
je maar zo. Een goede discussie daarover niet. Dat is wel van belang in het verzorgende beroep.<br />
Belangrijk is ook dat je hierin ervaring en kennis deelt met je aanstaande collegae. Het team is hiervoor<br />
de aangewezen plek 3 .<br />
De discussie en de door jou georganiseerde bijeenkomst dienen te gebeuren in overleg met en onder<br />
begeleiding van de leerwerkmeester. De eerste 3-5 weken gebruik je voor oriëntatie op dilemma’s,<br />
bekend worden met het team en de instelling. Daarna kan je deze kernopgave uit gaan voeren.<br />
1 Als middel mag je daarvoor een klinische les , een themabijeenkomst of een eigen georganiseerd<br />
werkoverleg gebruiken. Randvoorwaarde is wel dat er naast jou minimaal 4 collega’s aanwezig<br />
dienen te zijn.<br />
2 In de training wordt aanacht besteed hoe je product en proces dient te verantwoorden.<br />
3 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verpleegkundige taken: A1<br />
(1.1/1.2/),A2, A6 (6.1/6.4/6.5), A7 (7.1/7.2/7.5/7.6) en B (8.1, 8.2, 8.4/8.5) en C (9.4, 9.5, 9.7,<br />
9.8) Zie bijlage 1 van To do.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
17
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />
deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />
Je kan:<br />
• Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />
Of je kunt<br />
bevorderen in situaties met een<br />
chronisch zieke, een lichamelijk<br />
gehandicapte en een revaliderende<br />
zorgvrager (308.07).<br />
• Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />
Of je kunt<br />
bevorderen in situaties met een<br />
geriatrische zorgvrager (309.07).<br />
• Kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen in situaties met een verstandelijk gehandicapte<br />
Of je kunt<br />
zorgvrager (310.07).<br />
• Kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen in situaties met een barende, een kraamvrouw en<br />
een pasgeborene (311.07).<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />
Je kan:<br />
Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />
De eigenheid van de cliënt waarborgen<br />
(304.01);<br />
De eigen beroepsdeskundigheid op peil<br />
houden (304.04);<br />
Participeren in een systeem van<br />
kwaliteitszorg (304.05)<br />
18
1.7 Kernopgave: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar<br />
Leerplanschema kernopgave: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />
S<br />
M<br />
Je functioneert als een beginnend beroepsbeoefenaar met een POP en Portfolio.<br />
Je laat zien dat je zo functioneert als je:<br />
Voor dat de stage 1 begint je POP en PAP en Portfolio klaar hebt;<br />
In de eerste week aan de betrokken praktijkopleider/praktijkbegeleider in de instelling je<br />
presenteert m.b.v. jouw showcaseportfolio en jouw Persoonlijk Opleidings Plan (= POP) en<br />
Persoonlijk Activiteiten Plan (=PAP) ter sprake brengt.<br />
Een oriëntatiefase van 2 weken afspreekt waarin je laat zien wat je kan ten aan zien van de<br />
“Werken met een zorgplan” en “Er zijn voor de zorgvrager” 2 .<br />
Als je je leerproces kan verantwoorden:<br />
o Met behulp van een reflectie over de oriëntatiefase van 2 weken waarin je aangeeft<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
welke leerpunten de beoordelingen je opgeleverd hebben;<br />
o met behulp van reflecties over kernopgaven “Opstellen van een zorgplan” en “Begleiden<br />
van cliënten”;<br />
o Met behulp van het zorgplan dat je opgesteld of bijgewerkt hebt in het kader van de<br />
kernopgave “Opstellen zorgplan”;<br />
o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Begeleiden<br />
van cliënten” uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft welke begeleiding je gegeven hebt<br />
en waarom 3 ;<br />
o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Medicatie en<br />
wondverzorging” uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft hoe je daarbij rekening hebt<br />
gehouden met de handelingen;<br />
o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Care & cure”<br />
uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft hoe je daarbij rekening hebt gehouden met de<br />
handelingen;<br />
o Met behulp van een verslag waarin je het proces en het product verantwoordt van de<br />
kernopgave “Ethische dilemma’s bediscussiëren”;<br />
o En daarbij kan laten zien dat de beoordeling van de kernopgaven door meerdere<br />
personen op meerdere momenten heeft plaatsgevonden;<br />
o Door middel van een eindreflectieverslag waarin je de gehele stageperiode evalueert.<br />
1 e<br />
De M-punten over POP, PAP, showcaseportfolio en oriëntatiefase gelden voor iedere 3 jaars<br />
stageperiode!<br />
2<br />
Dit zijn twee kernopgaven van leerjaar 2. Het gaat er om dat je laat zien dat je deze kernopgaven<br />
beheerst. Het gaat niet om een verslaglegging of een ander schriftelijk produkt. Laat je zelf<br />
beoordelen aan de hand van wat je doet met behulp van de criteria van die kernopgaven. (Het<br />
praktijkboek van het 2 e jaar staat op de website www.hoornbeeck.nl onder het menu<br />
documenten>gezondheidszorg>verzorgende.<br />
3<br />
Voor zowel de kernopgaven “Medicatie en wondverzorging” en “Care & cure” is het van belang dat<br />
je vanuit de wet BIG aangeeft welke mogelijkheden enb verantwoordelijkheden jij hebt.<br />
19
A<br />
R<br />
T<br />
Deze kernopgave wordt haalbaar door met je zorg/unit manager en praktijkbegeleider en eventueel het<br />
team afspraken te maken. Deze kernopgave stimuleert en helpt je, om je leerproces op scherp te<br />
houden 1 .<br />
Je bent zelf een belangrijke speler hierin. De praktijkopleider (of manager) zal je hierin ondersteunen en<br />
waar nodig (tijdelijk) aansturen. Na 2 weken stel je vanuit deze ervaringen samen met je praktijkopleider<br />
en/of manager vast hoe ver je groeiproces 2 is. Van belang is om daarnaast een bijstelling van jouw POP<br />
te maken waarin je jouw persoonlijke leerdoelen herformuleert.<br />
Plan beoordelingsgesprekken met je zorg/unit manager en/of praktijkbegeleider en/of praktijkopleider.<br />
Voor jou kan de 360 o feedback methode daarin van belang zijn. Van deze gesprekken stel jij de agenda op<br />
en leidt het gesprek. Let wel op: de praktijkopleider kan er voor kiezen om in deze cyclus een STAR(RT) 3<br />
interview met je houden.<br />
Overigens wordt ook in het terugkomonderwijs aandacht gegeven aan deze kernopgave.<br />
(Zie voor de wijze van begeleiden ook bijlage To Plan 1: Ontwikkelingsgesprekken)<br />
Als beginnend beroepsbeoefenaar sta je voor de tak je in te werken op de afdeling, in de unit en je<br />
kennis en ervaringen niet alleen te vergroten, maar ook om te delen. Jouw portfolio wordt ingezet als een<br />
map waarin jij vastgelegd hebt welke kerntaken van het verzorgende beroep je al beheerst. 4 . De<br />
kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten” worden gezien als proeven waarmee je<br />
laat zien dat je als beginnend beroepsbeoefenaar functioneert.<br />
De kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten” mag je niet in één stageperiode<br />
plannen. Daarnaast is het van belang om te kijken of je in de zorgsetting waar je stage loopt de<br />
kernopgaven “Medicatie en wondverzorging” en “Care & cure” kunt doen. Het kan voorkomen dat je deze<br />
kernopgave in die bepaalde zorgsetting niet in zijn geheel kan doen 5 . Dan zal je in een volgende<br />
zorgsetting moeten kijken of je dan de kernopgave kan afronden.<br />
1<br />
Belangrijk is dat je per kernopgave goed regelt dat meerdere mensen op meerdere momenten<br />
jou beoordelen . Communiceer dit goed met de leerwerkmeeste van de werkvloer.<br />
2<br />
Belangrijk is dat je nu vaststelt en afspreekt welke activiteiten je wilt ondernemen om je te<br />
bekwamen voor wat betreft de kernopgaven die je in deze praktijkperiode behoort te halen.<br />
3<br />
Het STARRT interview houdt het volgende in:<br />
- wat was de situatie in de instelling<br />
- wat was je taak: dat is helder in dezen, nl. de eigen loopbaan ontwikkelen<br />
- wat waren je acties en die van anderen hierin<br />
- wat was het resultaat<br />
- hoe reflecteer je nu hier op<br />
- welke transfer ga je nu plegen (eventueel naar een volgende periode).<br />
4<br />
Je ontwikkelt je ten aanzien van taakgebied B: Reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen<br />
(7.2). Zie voor totaal overzicht van de taken; bijlage To do 1. Bovendien past deze werkwijze van<br />
werken en leren goed bij de ontwikkelingen in het werkveld..<br />
5<br />
Laat wel duidelijk vastleggen wat je wel beheerst van deze kernopgaven.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
20
2. Verantwoording<br />
Wettelijke legitimering:<br />
Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties<br />
en (sub)eindtermen.<br />
Je kunt:<br />
• het element van de beroepshouding ‘zich<br />
assertief opstellen als hulpverlener en als<br />
werknemer’ integreren bij de uitvoering van je<br />
eigen taken (204.04);<br />
• het element van de beroepshouding ‘zich<br />
collegiaal opstellen’ integreren bij de uitvoering<br />
van je eigen taken (204.05);<br />
• een eigen werkplanning maken (305.03);<br />
• je eigen deskundigheid bevorderen (306.05);<br />
• stappen ondernemen die nodig zijn om een<br />
baan te krijgen (307.01).<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Je kunt:<br />
Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />
Pedagogisch Werker (niveau 3)<br />
de eigen werkzaamheden planmatig<br />
uitvoeren (301.11)<br />
de eigen beroepsdeskundigheid op peil<br />
houden (304.04)<br />
het belang van arbeid omschrijven voor de<br />
eigen beroepsgroep en voor bepaalde<br />
groepen (305.01)<br />
DK 301=Methodische vaardigheden 1;<br />
DK 304=Professionaliteit en kwaliteitszorg;<br />
DK 305=Mens, arbeid en samenleving<br />
21
Bijlagen deel 1<br />
To do 1: Takenlijst <strong>Verzorgende</strong><br />
<strong>Verzorgende</strong>n op MBO-niveau verrichten hun taken vrijwel altijd in direct contact met de<br />
zorgvrager. In het beroepsprofiel 1 wordt aangegeven dat zij:<br />
- Verantwoordelijk zijn voor de zelfstandige planning en uitvoering van de zorg van een<br />
zorgvrager of groep van zorgvragers, de zogenaamde zorgvrager gebonden taken;<br />
- Een aantal randvoorwaardelijke taken verrichten, zoals kwaliteitszorg en<br />
deskundigheidsbevordering, de zogenaamde professiegebonden taken;<br />
- De zorg rondom de zorgvrager(s) organiseren en coördineren, de zogenaamde<br />
organisatiegebonden taken.<br />
Hieronder wordt dit uitgewerkt:<br />
A. Zorgvrager gebonden taken<br />
1. <strong>Verzorgende</strong> kernbekwaamheden<br />
1.1 Deugdelijk handelen (<strong>Hoornbeeck</strong> begrip)<br />
1.2 Functioneel kunnen handelen en samenwerken<br />
1.3 Zelfredzaamheid stimuleren en ondersteunen<br />
1.4 Begeleiden met het omgaan van beperkingen en (on)mogelijkheden<br />
1.5 Beïnvloedingsmethoden toepassen in de verzorgende beroepsuitoefening<br />
1.6 Handelen volgens richtlijnen<br />
2. Het methodisch opstellen van een zorg- of hulpverleningsplan<br />
2.1 Een eigen werkplanning hanteren<br />
2.2 Het opstellen van een individueel zorgplan<br />
2.3 Het opstellen van een groepszorgplan<br />
2.4 Het interpreteren van gegevens<br />
2.5 Zorgvrager observeren, signaleren en daarover rapporteren<br />
3. Zorg voor leefomgeving en huishouding<br />
3.1 Zorgdragen voor een sfeervolle leefomgeving<br />
3.2 Verrichten van bedverzorging<br />
3.3 Huishoudelijke taken plannen en verdelen<br />
3.4 Voor een schone, hygiënische en veilige woon/leefomgeving zorgen<br />
3.5 Zorg dragen voor de inkoop van levensmiddelen en bereiding van maaltijden<br />
3.6 Zorg dragen voor aanschaf, herstel en reiniging van kleding en schoeisel<br />
1 Haterd, J. van de e.a, Beroepsprofiel van helpenden en verzorgenden, Utrecht: NIZW/LCV&V,<br />
2000.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
22
4. Helpen bij de basiszorg:<br />
4.1 Helpen bij lichaamshygiëne en persoonlijke verzorging<br />
4.2 De voedingstoestand stimuleren en ondersteunen<br />
4.3 Ondersteuning bieden bij de uitscheiding<br />
4.4 Mobiliteit stimuleren en ondersteunen<br />
4.5 Ademhaling, temperatuur en circulatie stimuleren en ondersteunen<br />
4.6 Slaap- en waakritme stimuleren en ondersteunen<br />
4.7 Overledenen afleggen<br />
4.8 Een dagprogramma verzorgen<br />
4.9 Begeleiden bij zorg voor financiën en persoonlijke eigendommen<br />
4.10 Begeleiden bij stoornissen in het gedrag<br />
4.11 Het sociale netwerk van een zorgvrager begeleiden<br />
4.12 Zorgvragers begeleiden bij het leggen van contact<br />
4.13 Zorgvragers begeleiden bij zingevingvragen, ethiek en waarden en normen<br />
4.14 Zorgvragers doorverwijzen<br />
4.15 Een groep zorgvragers begeleiden<br />
4.16 Het voeren van een slecht nieuws gesprek<br />
4.17 Het omgaan met fysieke en seksuele agressie<br />
4.18 Groepsprocessen sturen<br />
4.19 Een zorgvrager en leefgroep met gedragsproblemen begeleiden<br />
5. Verpleegtechnische zorg:<br />
5.1 Medicijnen checken, registreren, distribueren en toedienen<br />
5.2 Rode, gele en zwarte wonden verzorgen<br />
5.3 Een tracheacanule en –stoma verzorgen<br />
5.4 Vloeistoffen parenteraal toedienen<br />
5.5 Catheterisaties uitvoeren en verplegen met sondes<br />
5.6 Zuurstof toedienen<br />
5.7 Orgaanspoelingen uitvoeren<br />
5.8 Mond- en keelholte uitzuigen<br />
5.9 Ondersteunen van interdisciplinair onderzoek<br />
5.10 EHBO<br />
6. Preventie, GVO en voorlichting geven:<br />
6.1 Observeren en signaleren van verzorgende informatie<br />
6.2 Gezondheidsvoorlichting geven<br />
6.3 Advisering en instructie geven<br />
6.4 Informatie verstrekken over verzorgende handelingen<br />
6.5 Informatie verstrekken over consultmogelijkheden en klachtenregelingen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
23
7. Coördineren<br />
7.1 <strong>Verzorgende</strong> activiteiten afstemmen binnen de gehele zorgverlening<br />
7.2 Consult aanvragen<br />
7.3 Zorgdragen voor opname en ontslag<br />
7.4 Zorgdragen voor overdracht<br />
7.5 Hanteren van de eigen beroepsgrenzen<br />
7.6 Benutten van informatie en communicatiekanalen<br />
7.7 Het hanteren van de wet BIG, POBZ en CAO bepalingen in de beroepsuitoefening<br />
7.8 Zorgdragen voor een goed zorgklimaat<br />
7.9 Zorgdragen voor een goed werkklimaat<br />
B. Professiegebonden taken<br />
8. Deskundigheids- en kwaliteitsbevordering<br />
8.1 Vakliteratuur bijhouden<br />
8.2 Reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen<br />
8.3 Deskundigheidsbevordering geven<br />
8.4 Omgaan met feedback: waardering en kritiek<br />
8.5 (Ethische) standpunten verdedigen en ter discussie stellen<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
9. ‘Smeerolie’ in de organisatie<br />
9.1 Beleidsvorming ondersteunen<br />
9.2 Kostenbewust werken<br />
9.3 ICT middelen hanteren<br />
9.4 Teamwork leveren<br />
9.5 Optreden als tussenpersoon en/of contactpersoon<br />
9.6 Nieuwe stagiaire(s) en collega(‘s) begeleiden<br />
9.7 Agenda maken<br />
9.8 Vergaderen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
24
To do 2: Complexiteit van zorgsituaties<br />
Bron: Raanhuis, M. e.a. (1999). Beoordelen van de beroepspraktijkvorming: een voldoende. Bve<br />
Raad. De Bilt.<br />
Zorgsituatie<br />
Criteria Midden complex Hoog complex<br />
• Hulpvraag<br />
• Voorspelbaarheid<br />
van wisselingen<br />
• Stabiliteit van de<br />
situatie<br />
• Mate van<br />
levensbedreiging<br />
• Gevolgen van de<br />
behandeling<br />
• Ziektesoort<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
• Eenvoudig, duidelijk<br />
en concreet<br />
• Hoge<br />
voorspelbaarheid<br />
• Geen gevaar op<br />
complicaties<br />
• Laag<br />
• Niet belastend<br />
• Beperkt tot een<br />
orgaan<br />
• Meerdere hulpvragen, onduidelijk<br />
en vaag<br />
• Kans op “verassende” situaties<br />
• Verpleegsituaties kan snel<br />
veranderen<br />
• Hoog<br />
• Ingrijpend, verminkend, belastend<br />
• Meerdere organen betrokken bij het<br />
ziekteproces<br />
Psychosociale begeleiding<br />
Criteria Midden complex Hoog complex<br />
• Vermogen van de<br />
zorgvrager om zich<br />
te uiten<br />
• Mate van kritische<br />
bewustzijn van de<br />
situatie<br />
• Mate van emotionele<br />
beleving van eigen<br />
situatie<br />
• Mate waarin de<br />
zorgvrager keuzes<br />
kan maken<br />
• Hoog, verbaal en<br />
non verbaal en<br />
begrijpelijk<br />
• Hoog<br />
• Normaal,<br />
zorgvrager kan<br />
redelijk met situatie<br />
omgaan,<br />
accepteren<br />
• Hoog, kan<br />
zelfstandig keuzes<br />
maken<br />
• Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal<br />
(bv. andere taal of afasie)<br />
• Laag, bv. door<br />
bewustzijnstoornissen of geen<br />
ziekte inzicht<br />
• Proces verloopt heel moeizaam,<br />
sterk emotionele beleving,<br />
moeilijke acceptatie<br />
• Laag, andere personen nodig om<br />
keuzes te maken<br />
25
GVO<br />
Criteria Midden complex Hoog complex<br />
• Mate van info een<br />
voorlichting ten<br />
behoeve van de<br />
zorgvrager<br />
• Mate waarin de<br />
zorgvrager<br />
meewerkt<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
• Gericht op<br />
ziekenverpleging,<br />
gezond gedrag,<br />
eenvoudige<br />
problemen<br />
• Hoog<br />
• Specifieke info over ziekte,<br />
behandeling<br />
• Geringe motivatie om “mee te<br />
werken”<br />
Omgeving<br />
Criteria Midden complex Hoog complex<br />
• Aanwezigheid van<br />
andere<br />
hulpverleners<br />
• Mate van intensiteit<br />
van samenwerking<br />
met andere<br />
disciplines<br />
• Mate waarin de<br />
omgeving voor de<br />
zorgvrager<br />
betrouwbaar, veilig<br />
en acceptabel is<br />
• Mate van contact<br />
tussen zorgvrager<br />
en familie<br />
• Mate van<br />
communicatie met<br />
familie zorgvrager<br />
en mate waarin info<br />
en voorlichting ten<br />
behoeve van<br />
contactpersoon<br />
nodig is<br />
• Mate van emotionele<br />
ondersteuning van<br />
de familie<br />
• Laag aantal<br />
zorgverleners dat<br />
gecoördineerd<br />
wordt<br />
• Laag, weinig<br />
overleg nodig<br />
• Hoog, zorgvrager<br />
kan zijn weg<br />
makkelijk vinden,<br />
stabiele omgeving<br />
• Goed contact,<br />
mantelzorg biedt<br />
ook ondersteuning<br />
• Goede<br />
communicatie, info<br />
en voorlichting<br />
wordt snel<br />
opgenomen<br />
• Laag<br />
• Veel zorgverleners<br />
• Hoog, veel overleg nodig<br />
• Laag, bv. gedwongen opname in<br />
psychia-trie, ziekenhuis of<br />
verpleeghuis; geen optimaal<br />
therapeutisch klimaat<br />
• Slecht contact; mantelzorg is niet<br />
aanwezig of moeilijk te motiveren<br />
• Moeizame communicatie en weinig<br />
bereid om ‘mee te werken’<br />
• Hoog<br />
26
To do 3: Het SMART-principe en Reflecteren volgens A, B, C, D.<br />
Het SMART-principe<br />
Specifiek<br />
De formulering van de kernopgave of doelstelling moet voldoende specifiek en concreet zijn:<br />
Wat ga ik precies doen? En wat wil ik er mee bereiken?<br />
Meetbaar<br />
De norm van de kernopgave of doelstelling moet zo meetbaar mogelijk zijn: Hoeveel ga ik<br />
doen? En hoe goed moet het zijn wat ik doe?<br />
Achievable (letterlijk haalbaar; Acceptabel)<br />
De kernopgave of doelstelling is objectief en subjectief haalbaar en voldoende ambitieus: Is<br />
er draagvlak voor wat ik doe? Welke hulpmiddelen zijn er om mijn doel te halen. En doe ik<br />
alles om mijn doel te bereiken?<br />
Relevant (in het kader van opleidingsdoelstellingen; soms ook Realistisch)<br />
De kernopgave of doelstelling is relevant in het kader van opleidingsdoelstellingen: Kan het<br />
wat ik wil doen? Welke relatie heeft de kernopgave met het beroep Verpleegkundige.<br />
Tijdbepalend (soms ook Traceerbaar)<br />
In de kernopgave of doelstelling moeten tijdsindicaties zijn opgenomen: Wanneer doe ik<br />
welke actie? En wanneer ben ik klaar?<br />
Reflecteren volgens A, B, C, D<br />
Reflecteren is een methode om vanuit de ervaringen te komen tot het verbeteren van het<br />
denken en het doen. Door te werken met een A, B, C en D krijg je grip op je ervaringen. De<br />
letters staan voor woorden/zinnen.<br />
Bij Aan de orde schrijf je zo concreet mogelijk de ervaringen die voor jou van belang waren.<br />
Daarin is het belangrijk dat je ook jouw aandeel (dus: wat heb ik wel of niet gedaan en<br />
eventueel waarom) op schrijft.<br />
Vervolgens wordt bij wat was daarbij Belangrijk voor mij maak je een keuze uit wat je<br />
opgeschreven hebt bij A en je motiveert deze keuze ook. Deze keuze kan bestaan uit een<br />
aantal punten die je voor jezelf wilt aanpakken. In feite filter je de informatie van A.<br />
Vanuit de B punten trek je voor jezelf een Conclusie. Van welk bij de genoemde punten bij<br />
B heb ik nu het meeste last? Wat leer je hiervan of wat wil je hiervan gaan leren of<br />
veranderen.<br />
De laatste stap is dat jij bepaalt: wat ga ik ermee Doen?. Hier ligt de verbinding met je<br />
POP of met de acties die jij jezelf voorneemt om te verbeteren. Handig is om daarbij aan te<br />
geven wanneer je dit gaat doen en hoeveel tijd jij jezelf daarvoor geeft (dus…plannen).<br />
Samenvattend:<br />
A zijn de ervaringen die opgedaan zijn, B de reflectie op die ervaringen, C het<br />
denken over de gevolgen van deze ervaringen, D het beslissen wat ik wanneer er<br />
aan ga werken<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
27
To plan<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Deel 2: Hoe je hieraan werkt<br />
28
2.1 Planning<br />
In deel 1 is uitgewerkt wat je moet gaan doen tijdens de beide stageperioden. Belangrijk is<br />
het om een planning te maken hoe je gaat werken en leren om de kernopgaven met een<br />
voldoende resultaat af te ronden.<br />
LET OP: Je mag de kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten”<br />
niet in één BPV periode doen. Je moet kiezen in welke BPV periode je of<br />
“Opstellen zorgplan” of “Begeleiden cliënten” plant!<br />
2.2 Leren in de stage<br />
In de stage is het van belang om leren niet alleen te zien als het opdoen van ervaringen.<br />
Voor het doen, uitvoeren van handelingen heb je kennis nodig. De hoofd-criteria helpen jou<br />
daarbij en zijn daarbij ook richtinggevend. De onderwijskundige Kolb gaat uit van leren op<br />
basis van ervaring. Vanuit ervaren dringt hij aan op het zoeken naar achtergronden, naar<br />
theoretische informatie. Met deze kennis zal je in staat zijn handelingen, vaardigheden te<br />
verantwoorden naar anderen toe. Zowel bij leren op school als leren in de stage is het van<br />
belang om de opgedane leer- en praktijkervaring niet in aparte vakjes op te slaan.<br />
2.3 Leren op de werkvloer<br />
Om je te ondersteunen bekwaam te worden, ben je ook tijdens de beroepspraktijkvorming<br />
aan het leren.<br />
Concreet betekent dit dat:<br />
a. Je op je werkplek tijd en ruimte hebt om bijvoorbeeld een:<br />
Gesprek te hebben met je leerwerkmeester over hoe je werkt, de theorie en<br />
achtergronden van handelingen, verpleegplannen, beperkingen en/of ziektebeelden;<br />
Gesprek met de praktijkopleider over hoe je leert;<br />
Protocol of zorgplan en de visie daarachter te bestuderen;<br />
Training krijgt om je te bekwamen in een bepaalde vaardigheid.<br />
b. Je terugkomdagen op het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> hebt, om bijvoorbeeld:<br />
Intervisie en reflectiegesprekken te hebben met je medestudenten, o.l.v. de<br />
praktijkconsulent;<br />
Cursussen, of trainingen te krijgen.<br />
2.4 Begeleiding<br />
We onderscheiden twee soorten begeleiding:<br />
1. Begeleiding van de ontwikkeling van jouw competentie (vakbekwaamheid);<br />
2. Begeleiding in het kader van jouw studieloopbaan (persoonlijk ontwikkelingsproces).<br />
Onder de begeleiding van jouw competentie verstaan we de begeleiding tijdens de uitvoering<br />
van een bepaalde kernopgave: het betreft de kernopgaven ‘Opstellen zorgplan’ en<br />
‘Begeleiden van cliënten’ en ‘Medicatie en wondverzorging’ en ‘Care & cure’ en ‘Ethische<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
29
dilemma’s bediscussiëren’. Hierin word je begeleid door de praktijkbegeleidster op de<br />
werkvloer. Je hebt dagelijks met elkaar te maken en de werkbegeleidster begeleidt jouw<br />
ontwikkeling zó, dat je de kernopgave goed beheerst.<br />
Je hebt tijdens de stage een aantal bijscholingsdagen met o.a. cursussen en trainingen op<br />
het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />
De begeleiding van jouw studieloopbaan (persoonlijk ontwikkelingsproces). Dit betreft<br />
kernopgave ‘Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar’. Hierin word je begeleid door<br />
jouw praktijkopleider en/of manager en de bpv-coach van school. Deze persoonlijke<br />
ontwikkelcyclus richt zich op de langere termijn ontwikkeling en de ontwikkeling van<br />
bekwaamheden voor alle kernopgaven. In dit geval: de gehele stageperiode. Maar…er is ook<br />
oog voor het verder ontwikkelen na je opleiding. Zie de kernopgaven van de studieloopbaan<br />
als de organisator van jouw leerproces tijdens de stageperioden.<br />
Je hebt tijdens het praktijkleren een aantal bijscholingsdagen met o.a. coaching en intervisie.<br />
Dit gebeurt tijdens de terugkomdagen op het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />
In bijage 1 van to plan zijn hulpmiddelen opgenomen om de begeleiding goed vorm te geven<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
30
Bijlagen deel 2<br />
To plan 1: Ontwikkelingsgesprekken<br />
Je ontwikkelingsproces – van gronden naar vrucht dragen - gaan we goed coachen.<br />
Belangrijke invalshoek bij coaching is: begeleiding op maat. 1 Om deze begeleiding op maat<br />
concreet te maken, gebruiken we twee vormen van begeleiding:<br />
• Begeleiding van jouw competentie (vakbekwaamheid),<br />
• Begeleiding in het kader van jou persoonlijk (loopbaan)ontwikkelingsproces.<br />
In een schema ziet het er zo uit:<br />
In de literatuur wordt de<br />
binnenste cirkel aangeduid<br />
als ‘korte termijn<br />
ontwikkeling’. In<br />
vaktermen: de human<br />
resource cyclus.<br />
Resultaatdoelen (SMART<br />
omschreven) en gewenste<br />
competenties hebben hier<br />
een plaats in. Maar ook het<br />
monitoren van de voortgang<br />
en het beoordelen van<br />
resultaten.<br />
De buitenste cirkel geldt dan<br />
als ‘lange termijn<br />
ontwikkeling’. Ook<br />
aangeduid met de<br />
persoonlijke<br />
ontwikkelingscyclus. Het<br />
betreft hier een<br />
loopbaangesprek waarin<br />
diverse instrumenten<br />
ingezet kunnen worden,<br />
zoals STARRT en 90 of 360<br />
graden feedback.<br />
Bron: Coachen op gedrag<br />
en resultaat. (pag. 9-19)<br />
POP<br />
A. Begeleiding van jouw persoonlijk (loopbaan)ontwikkelingsproces.<br />
In de fase toelating en kennismaking besluit de organisatie dat jij kan worden toegelaten tot<br />
deze fase van het praktijkleren. De eerste taak waar jij voor staat is het laten zien wat je in<br />
huis hebt. Dat doe je in de eerste twee weken. Deze wordt afgerond met een gesprek. Zie<br />
kernopgave ‘Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar’.<br />
1 Begeleiding geven op maat betekent: ‘Het geven van precies die hoeveelheid ondersteuning die<br />
de student in staat stelt een taak uit te voeren, waarbij deze ondersteuning langzamerhand<br />
verminderd wordt.’ Deze wijze van begeleiden hangt samen met de ontwikkelingsfase waarin je<br />
zit.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
evaluatie<br />
Portfolio<br />
planning<br />
Leeractiviteiten<br />
(studie) staan<br />
centraal<br />
Ontwikkel<br />
activiteiten<br />
voortgang<br />
SLB<br />
(Persoonlijk<br />
ontwikkelings<br />
proces)<br />
Competentie<br />
(vakbekwaamheid)<br />
Toelating en kennismaking<br />
Assessment<br />
(= vaststellen/beoordelen van<br />
de geschiktheid)<br />
Promotie, AS, BAS<br />
31
B. Begeleiding van de ontwikkeling van jouw competentie (vakbekwaamheid).<br />
Deze begeleiding kan dagelijks of wekelijks worden doorlopen. Hierbij kunnen drie<br />
gesprekken worden gehanteerd:<br />
1. het planningsgesprek<br />
2. het voortgangsgesprek<br />
3. het evaluatiegesprek<br />
In het planningsgesprek maken de praktijkbegeleider en jij prestatie- en ontwikkelafspraken<br />
voor de komende periode (een week of een langere periode). Dit betekent dat je een<br />
kernopgave en de criteria bestudeert en een planning maakt. In de planning staat aan welke<br />
criteria jij wilt gaan werken en in welke volgorde je dit wilt doen. Op deze manier kan jij je<br />
vakbekwaamheid (zoals dat in de kernopgave van je gevraagd wordt) verder ontwikkelen.<br />
Je komt op het planningsgesprek met een conceptplan. De praktijkbegeleidermeester<br />
bespreekt dit met jou. Na afloop van het planningsgesprek wordt de planning definitief<br />
opgesteld en gehanteerd.<br />
In het voortgangsgesprek worden aan de hand van de planning de tot nu toe (gedeeltelijk)<br />
behaalde prestaties besproken. Ook het ontwikkeling(sprocessen) daar naar toe komt aan de<br />
orde. Je kan dit vergelijken met een functioneringsgesprek. De praktijkbegeleidster stuurt je<br />
bij waar nodig, bemoedigt je en of corrigeert je en je maakt eventueel aanvullende prestatie-<br />
en/of ontwikkelingsafspraken. Ter voorbereiding op dit gesprek kan bijvoorbeeld informatie<br />
worden ingewonnen bij collega’s en/of zorgvragers over jouw functioneren.<br />
In de evaluatiegesprekken wordt gekeken naar het niveau waar je staat. Met andere<br />
woorden: heb je genoeg in huis om het beschreven niveau van de van de kernopgaven te<br />
behalen? Dit kunnen de kernopgaven van de vorige fase zijn (zie gesprek dat je in de tweede<br />
week hebt.). Maar ook de kernopgaven van deze fase, waarmee je moet kunnen laten zien<br />
dat je op het niveau van een <strong>derdejaars</strong> zit. Direct bewijsmateriaal is bijvoorbeeld de<br />
geobserveerde uitvoering van een kernopgave en beoordeling daarvan door de<br />
leerwerkmeester en (eventueel) video-opnames hiervan. Indirect bewijsmateriaal is<br />
bijvoorbeeld een reflectieverslag.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
32
To check<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Deel 3: Hoe je wordt beoordeeld<br />
33
3.1 Inleiding<br />
De opzet van dit deel is als volgt:<br />
♦ Hieronder zijn de resultaatbeoordelingen gegeven van elke kernopgave. De<br />
beoordelingen worden in de organisatie vastgesteld door de begeleider(s);<br />
♦ In de bijlage van deel 3 staan de formulieren voor de eindbeoordeling van elke<br />
kernopgave. Deze worden tijdens het eindgesprek op school opgesteld door jouw bpv<br />
coach. De vergadering van bpv coaches onder leiding van de coördinator van de bpv is<br />
eindverantwoordelijk voor de aan jou gegeven beoordelingen. Uiteindelijk worden de<br />
beoordelingen van de kernopgaven vastgesteld door de examencommissie van de sector<br />
gezondheidszorg.<br />
3.2 Toelichting beoordeling<br />
Bij ieder beoordelingscriterium kun je een score 1 tot en met 5 behalen. De scores zijn als<br />
volgt omschreven.<br />
Score Kenmerk Wat zegt de beoordelaar hiermee<br />
1 Gronden Je hebt kennis gemaakt met de betreffende taak en hebt het<br />
2 Wortelen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
juiste beeld ervan.<br />
Je bent met de praktijkbegeleider opgetrokken, je hebt deze<br />
geobserveerd en enigszins ondersteund bij de uitvoering van<br />
de betreffende taak.<br />
3 Groeien Jij bent in staat onder steeds minder intensief wordende<br />
begeleiding van de praktijkbegeleider de betreffende taak uit te<br />
voeren.<br />
4 Bloeien Jij bent in staat de taak grotendeels – met aandacht voor elk<br />
taakgebied (A, B, C) en elk van de drie H’s – naar behoren uit te<br />
voeren.<br />
5 Vrucht dragen Jij voldoet bij de uitoefenen van de betreffende taak optimaal aan<br />
het gestelde criterium. Dat wil zeggen dat je deze taak volledig<br />
verantwoord en zelfstandig uitvoert.<br />
Het is belangrijk dat je ook de beginsituatie rondom iedere kernopgave door de<br />
praktijkbegeleider laat vastleggen met behulp van de beoordelingslijst. Na verloop van tijd<br />
pak je de lijst er nog eens bij en laat je opnieuw met behulp van de criteria de kernopgave<br />
beoordelen. Tenslotte wordt volgens de gestelde randvoorwaarden de uiteindelijke en<br />
definitieve beoordeling gegeven. Deze wijze van beoordelen sluit naadloos aan op de visie op<br />
ontwikkeling zoals we die binnen de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong> hebben vastgelegd en die is<br />
opgenomen in het opleidingskader en de studiegids.<br />
34
3.3 Resultaatbeoordeling Opstellen zorgplan<br />
Algemene beoordeling:<br />
Jij bent in staat gebleken op adequate, methodische wijze zorg te verlenen met behulp van<br />
een zelf opgesteld zorgplan aan één zorgvrager met minimaal 3 gezondheidsproblemen. Dit<br />
zorgplan heb je ondergebracht in het zorgdossier 1 .<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium<br />
HOOFD<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
1 De student noemt de kenmerken van de specifieke zorgsetting en<br />
zorgorganisatie.<br />
2 De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager<br />
met beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />
Dat betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke<br />
zorgvrager.<br />
3 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die<br />
bij deze zorgvrager spelen .<br />
4 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze<br />
problematiek voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />
zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />
5 De student geeft betekenis aan de verzamelde informatie dit met het oog<br />
op de zorgbehoefte van een zorgvrager inschatten.<br />
6 De student stelt aan de hand van standaard lijsten een individueel<br />
zorgplan op<br />
7 De student formuleert zorgdoelen/beoogde resultaat aan de hand van de<br />
PESDIE methode<br />
HART<br />
8 De student bespreekt en stelt het zorgplan vast in overleg met de<br />
zorgvrager en/of diens naaste/hulpverlener<br />
9 De student houdt bij het kiezen van de acties voldoende rekening met de<br />
zorgvrager, diens naaste en/of wettelijke vertegenwoordigers,<br />
mogelijkheden voor zelfzorg en mantelzorg<br />
10 De student overlegt met de collega’s over de informatie die zij uit het<br />
zorgplan haalt<br />
11 De student is adequaat in het stimuleren en het begeleiden van de<br />
zelfredzaamheid van de zorgvrager<br />
12 De student stimuleert de zelfredzaamheid dat wil zeggen dat de zorgvrager<br />
gemotiveerd, geïnformeerd en betrokken wordt bij de zorg<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Eindterm<br />
313.01<br />
en 02<br />
of<br />
314.01<br />
313.05<br />
of<br />
314.05<br />
(301: 02<br />
t/m 06 en<br />
305:02<br />
t/m 04<br />
313.05<br />
of<br />
314.05<br />
(301: 02<br />
t/m 06 en<br />
305:02<br />
t/m 04<br />
313.03<br />
of<br />
314.03<br />
(309:02<br />
t/m 07)<br />
Score<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 Als het niet mogelijk is om zelf een zorgplan op te stellen kan je ook afspraken maken om een bestaand<br />
zorgplan bij te stellen of te actualiseren.<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
35
Nr.<br />
Beoordelingscriterium<br />
HANDEN<br />
13 De student maakt op effectieve manier gebruik van standaarden en<br />
technieken voor het verzamelen van gegevens<br />
14 De student observeert, signaleert en rapporteert de verkregen<br />
gegevens<br />
15 De student signaleert veranderingen in de gezondheidstoestand<br />
16 De student signaleert veranderingen in de zorgtekorten<br />
17 De student hanteert een zorgplan voor:<br />
• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />
revaliderende zorgvrager of<br />
• Een geriatrische zorgvrager of<br />
• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />
• Een barenden, kraamvrouw en pasgeborene.<br />
18 De student verleent basiszorg aan:<br />
• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />
revaliderende zorgvrager of<br />
• Een geriatrische zorgvrager of<br />
• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />
• Een barende, een kraamvrouw en een pasgeborene.<br />
19* De student verleent huishoudelijke zorg aan:<br />
• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />
revaliderende zorgvrager of<br />
• Een geriatrische zorgvrager of<br />
• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />
• In situaties met een kraamvrouw,<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Eindterm<br />
Score<br />
313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(311:02 t/m<br />
07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
of<br />
314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(309:02 t/m<br />
07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(311:02 t/m<br />
07)<br />
of<br />
314.03<br />
(309:02 t/m<br />
07)<br />
313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(311:02 t/m<br />
07)<br />
of<br />
314.03<br />
(309:02 t/m<br />
07)<br />
308.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
of<br />
309.03<br />
of<br />
310.03<br />
of<br />
311.03<br />
20 De student evalueert en stelt het verpleegplan bij op grond van alle<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
verworven informatie<br />
313.05<br />
21 De student rapporteert mondeling informatie aan het team of aan<br />
of<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
degene die de zorg overneemt<br />
314.05<br />
22 De student rapporteert de informatie schriftelijk 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
23 De student registreert de gegevens over de totale zorgbehoefte en de (301: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
zorgverlening in het patiëntendossier van de zorgvrager<br />
06 en 305:02<br />
24 De student brengt afspraken en verpleegplan onder in het patiënten<br />
dossier rekening houdend met de privacy van de zorgvrager<br />
t/m 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
* dit criterium moet binnen de kraamzorg met minimaal een 4 gescoord zijn wil de<br />
kernopgave met een voldoende worden afgesloten. Aan de andere kant is dit criterium binnen<br />
de andere werkvelden niet verplicht.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
36
B en C Professiegebonden taken en Organisatiegebonden taken<br />
Nr. beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
25 De student vraagt consult inzake de geplande en verleende zorg<br />
26 De student formuleert vooraarden die wenselijk zijn voor de te verlenen<br />
zorg.<br />
HART<br />
27 De student consulteert andere disciplines.<br />
28 De student schakelt de verantwoordelijke van zorg in indien mogelijk.<br />
29 De student geeft knelpunten en wensen rond communicatie en informatie<br />
door aan de verantwoordelijke van zorg.<br />
HANDEN<br />
30 De student neemt deel aan besprekingen met het team en met andere<br />
disciplines<br />
31 De student geeft gevraagd en ongevraagd adviezen of informatie aan<br />
andere disciplines.<br />
32 De student draagt zorg voor het ontslag en de overdracht van een<br />
zorgvrager<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
313.06<br />
of<br />
314.06<br />
313.05<br />
of<br />
314.05<br />
(301: 02 t/m<br />
06 en 305:02<br />
t/m 04<br />
313.05<br />
of<br />
314.05<br />
(301: 02 t/m<br />
06 en 305:02<br />
t/m 04<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
37
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
38
3.4 Resultaatbeoordeling Begeleiden van cliënten<br />
Algemene beoordeling:<br />
Jij bent in staat gebleken om minimaal drie cliënten (en diens naasten) te begeleiden bij het<br />
dagelijks functioneren in de leefsituatie.<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
1<br />
2<br />
De student stelt zich op de hoogte van de<br />
gezondheidstoestand/beperkingen van de cliënt(en);<br />
De student stelt zich op de hoogte van de te verlenen zorg volgens het<br />
313.01, 02<br />
en 04<br />
3<br />
zorgplan<br />
De student signaleert bij (een) groep cliënt(en) verergering van<br />
of<br />
stoornissen, beperkingen en/of handicaps. Zij richt zich op het analyseren<br />
van risicogedragingen en het signaleren van risicovolle situaties, die het<br />
gezonde bestaan bedreigen<br />
314.01 en<br />
04<br />
4 De student geeft aan welke preventie en gezondheidsvoorlichting van<br />
belang is voor de cliënt(en).<br />
(303: 02 t/m<br />
04)<br />
5 Bij het verlenen van de basiszorg houdt de student rekening met:<br />
313.03<br />
• De aandoening/het ziektebeeld<br />
(311:02 t/m<br />
• De conditie van de cliënt<br />
07)<br />
• De functionele beperkingen en<br />
of<br />
• De aard van de ingreep, onderzoek of behandeling en<br />
314.03<br />
• Medicatie.<br />
(309:02 t/m<br />
07)<br />
HART<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
6 De student benut de geschikte momenten die zich voordoen voor de<br />
begeleiding<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
7 De student neemt contact op met andere disciplines 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
8 De student maakt met de cliënten, familieleden en mantelzorg afspraken 313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
over de te nemen maatregelen<br />
(311:02 t/m<br />
9 De student bespreekt met de cliënt welke begeleiding met betrekking tot<br />
zelfzorg noodzakelijk is<br />
07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
10 De student bespreekt met de cliënt op adequate wijze de begeleiding bij of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
activiteiten, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen<br />
11 De student bespreekt adequaat de behoefte aan zingeving met<br />
betrekking tot zorg, daarbij rekeninghoudend met waarden en normen en<br />
levensbeschouwing van de cliënten<br />
314.03<br />
(309:02 t/m<br />
07)<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
12 De student begeleidt de cliënt methodisch bij het accepteren van<br />
gezondheidsproblemen.<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
13 De student gaat op de juiste manier om met feedback van cliënten en<br />
diens naasten. Zij kan deze inzetten voor de verbetering van de zorg.<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
39
Nr. BEOORDELINGSCRITERIUM Eindterm Score<br />
HANDEN 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
14 De student leert de cliënt en diens naaste om te gaan met eigen<br />
313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
beperkingen en mogelijkheden in de leefsituatie<br />
(311:02 t/m<br />
15 De student begeleidt bij wennen aan een veranderende situatie 07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
16 De student verleent begeleiding of aan individuele cliënten of aan cliënten<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
in groepsverband<br />
of<br />
17 De student organiseert activiteiten en/of trainingen van praktische, en<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
sociale aard, gericht op het functioneren in de leefomgeving en/of in de 314.03<br />
maatschappij (bijvoorbeeld op het terrein van vrijetijdsbesteding, met (309:02 t/m<br />
geld omgaan, boodschappen doen, training van het geheugen);<br />
07)<br />
18 De student vindt in overleg met de cliënt een juiste begeleiding over 313.03 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
structureren van tijd en levensritme<br />
of<br />
19 De student geeft adequate begeleiding bij de aanpassing aan de<br />
verandering en de acceptatie van de verandering<br />
314.03 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
20 De student geeft begeleiding bij de zorg van de financiën van de cliënt (303: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
en heeft respect voor de eigendommen van de cliënt<br />
04)<br />
21* De student ondersteunt op een adequate manier de cliënt die ook de zorg<br />
voor kinderen heeft daarbij rekening houdend met de<br />
opvoedingsmethoden en inzichten van de cliënt<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
22 De student ondersteunt functioneel de begeleiding van de cliënt met<br />
betrekking tot het onderhouden van relaties binnen het sociale netwerk<br />
313.01 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
daarbij op correcte wijze rekening houdend met de privacy van de<br />
betrokkenen<br />
of<br />
23 De student evalueert op adequate wijze de begeleiding en hanteert<br />
gesprekstechnieken<br />
314.01 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
24* De student begeleidt een cliënt en diens naaste:<br />
(303: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
• Bij angst<br />
04)<br />
• Bij onzekerheid<br />
• Bij slecht nieuws<br />
25* De student neemt maatregelen die de pijnbeleving verminderen<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
* Deze criteria zijn te behalen bij bepaalde zorgcategorieën. Bij het samenstellen van de cesuur is<br />
hier rekening mee gehouden.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
40
B en C. Professiegebonden taken en Organisatiegebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
26 De student geeft aan welke plaats preventie en gezondheidsvoorlichting op<br />
de afdeling/binnen de organisatie heeft.<br />
27 De student informeert collega’s over de preventie en<br />
gezondheidsvoorlichting zoals deze aan de cliënt(en) gegeven gaat<br />
worden.<br />
28 De student weet het verschil tussen de verschillende vormen van preventie<br />
uit te leggen.<br />
HART<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
313.04<br />
of<br />
314.04<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(303: 02<br />
t/m 04) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
29 De student informeert collega’s over de te geven gezondheidsvoorlichting. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
30 De student werkt functioneel samen met de betrokken partijen. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
31 De student houdt bij het inplannen van afspraken met andere disciplines<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
op adequate wijze rekening met de zorgvrager, diens naaste en de<br />
organisatie.<br />
313.04<br />
32 De student rapporteert gegevens over de zorgvrager aan diens naaste en<br />
of wettelijke vertegenwoordigers en/oh hulpverlener.<br />
of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
33 De student rapporteert gegevens aan andere disciplines. 314.04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
34<br />
35<br />
De student toont respect voor de levensbeschouwelijke en culturele<br />
achtergrond van collega’s.<br />
De student levert een positieve bijdrage aan de sfeer in het team.<br />
(303: 02<br />
t/m 04)<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
36 De student onderhandelt met collega’s, leidinggevende en zorgvragers. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
37 De student handelt zorgvuldig in conflictsituaties. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
38 Hanteert preventie protocol van de afdeling/organisatie<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
41
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
42
3.5 Resultaatbeoordeling kerntaaktoets “Medicatie en wondverzorging”<br />
Algemene beoordeling:<br />
Jij bent in staat gebleken om op de juiste manier aan drie zorgvrager in schaduwbeheer zorg<br />
te dragen voor de medicatie en wonden te verzorgen.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
Opmerking vooraf: de criteria 5, 26 t/m 29 zijn niet van toepassing voor de uitstroom<br />
kraamzorg (DK313)!<br />
B. Zorgvragergebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
1<br />
HOOFD<br />
De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager met<br />
beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt. Dat<br />
betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke zorgvrager.<br />
313.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
2 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die bij<br />
deze zorgvrager spelen .<br />
of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
3 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze problematiek<br />
voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />
zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />
314.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
4 De student kan verantwoorden waarom bepaalde medicatie aan de zorgvrager 302.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
toegediend wordt<br />
304.04<br />
5 De student kan het verschil tussen rode, gele en zwarte 1 wonden uitleggen 302.10<br />
304.05<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
6<br />
HART<br />
De student draagt verantwoordelijkheid bij de toegewezen zorgvragers 313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
7 De student heeft een functionele relatie met de zorgvrager en/of diens naaste of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
8 De student toont respect voor de zorgvrager en dit integreren bij de uitvoering<br />
van de eigen taken<br />
314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
KWALITEITSZORG<br />
9 De student plant en verleent de zorg plannen rondom de verpleegtechnische of<br />
kraamtechnische handelingen en evalueert deze.<br />
10 De student consulteert collega’s tijdig bij de hulpvraag met betrekking tot de<br />
zorg<br />
11 De student verricht verpleegtechnische of kraamtechnische handelingen<br />
volgens het zorgplan<br />
12 De student verricht verpleegkundige voorbehouden of kramtechnische<br />
risicovolle handelingen volgens het protocol van de organisatie<br />
13* De student verzamelt informatie rondom zorgvragers ten behoeve van<br />
onderzoek, behandeling en therapie<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
313.03<br />
en 05<br />
of<br />
314.03<br />
en 05<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 Het verzorgen van zwarte wonden behoort tot die verpleegtechnische handelingen die ‘flexibel’ zijn. In het concept<br />
van landelijke kwalificaties MBO (beroepengroep <strong>Verzorgende</strong>n) is een lijst van 11 ‘flexibele’ verpleegtechnische<br />
handelingen opgenomen. Van deze 11 dient de student er minimaal 4 te kiezen.<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
43
NR BEOORDELINGSCRITERIUM EINDTERM SCORE<br />
14<br />
MEDICIJNEN<br />
De student controleert medicijngebruik 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
15 De student registreert het medicijngebruik 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
16 De student zet medicijnen uit 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
17 De student dient orale medicijnen toe 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
18 De student dient rectale medicijnen toe 304.04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
19 De student dient vaginale medicijnen toe 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
20 De student dient medicijnen toe via de huid 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
21 De student dient medicijnen toe via de slijmvliezen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
22# De student dient medicijnen toe via de luchtwegen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
23# De student dient medicijnen toe per intramusculaire injectie<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
24# De student dient medicijnen toe per subcutane injectie 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
25 De student dient insuline toe m.b.v. insulinepen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
26<br />
WONDEN<br />
De student verzorgt rode wonden 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
27 De student verzorgt gele wonden 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
28 De student verzorgt zwarte wonden 304.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
29 De student verzorgt een zorgvrager met decubitus of smetten<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
ONDERZOEK EN BEHANDELING DOOR ANDERE DISIPLINES<br />
30 De student verzamelt steriele monsters ten behoeve van de<br />
diagnostiek<br />
31 De student verzamelt onsteriele monsters ten behoeve van de<br />
diagnostiek<br />
32 De student assisteert bij andere therapieën gericht op het in stand<br />
houden of verbeteren van somatische functies<br />
EHBO<br />
33* De student reageert adequaat bij ongevallen en onvoorziene situaties in<br />
laag complexe situaties<br />
Aanvullende opmerkingen van belang voor de beoordelaars:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
304.12<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
304.13 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
De handelingen die aangeven zijn met een asterisk (*) zijn niet verplicht. Met het vaststellen van de<br />
cesuur is hier rekening mee gehouden.<br />
Handelingen met een hekje (#) mogen uitgevoerd worden wanneer de toets verpleegkundig rekenen<br />
met een voldoende is afgerond.<br />
Van de twaalf handelingen onder het kopje “MEDICIJNEN” hoeven maar 4 handelingen gedaan te<br />
worden.<br />
Van de vier handelingen onder het kopje “WONDEN” hoeven maar 3 handelingen gedaan te worden.<br />
Met het vaststellen van de cesuur is uitgegaan ven het hierboven genoemde minimum aantal. Indien<br />
meer dan de genoemde handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur van de eindbeoordeling zoals<br />
vermeld bij uitwerking handen per handeling met 4 punten te verhogen. Wilt u dan in het kader<br />
“Aanvullende opmerkingen” vermelden hoeveel handelingen u getoetst hebt<br />
Voor bovenstaande geldt dat in overleg met u wordt vastgesteld welke van de zes handelingen getoetst<br />
zullen worden.<br />
In het algemeen geldt dat als een handeling slechts één keer gedaan is, dit met een 1 dient beoordeeld<br />
te worden. Is een handeling niet van toepassing, dan wordt deze niet beoordeeld (er wordt niets<br />
ingevuld. U kunt in het kader “Aanvullende opmerkingen” vermelden wat de reden daarvan is.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
44
B en C. Professiegebonden taken en Organisatie gebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD 1<br />
34 De student kan de consequentie van voorbehouden handeling voor eigen<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
gedrag omschrijven<br />
304.01<br />
35 De student kan onder begeleiding de verantwoordelijkheid dragen voor eigen<br />
handelen<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
36 De student houdt rekening met de eigen verantwoordelijkheden en<br />
bekwaamheden, rechten en plichten (wet BIG)<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
37 De student geeft weer wat de betekenis van de voorbehouden handeling is 304.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
38 De student geeft de consequenties weer van het eigen gedrag van de<br />
voorbehouden handeling<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
39 De student geeft informatie voorkomend uit de handelingen door aan de<br />
daarvoor verantwoordelijke<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HART<br />
40 De student reflecteert op eigen beroepsmatig handelen 313.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
41 De student handelt functioneel. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
42 De student stelt zich collegiaal op. of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
43 De student stelt zich assertief op. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
44 De student kan omgaan met feedback, waardering en kritiek<br />
314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
N.V.T. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 Een aantal handelingen in deze kernopgave vallen onder voorbehouden handelingen. De wet BIG is hierop van<br />
toepassing. Deze criteria van hoofd van professiegebonden taken geven jou onderwerpen waarnaar je op zoek<br />
dien te gaan Het gaat om mogelijkheden en verantwoordelijkheden zoals deze in de wet BIG zijn vastgelegd.<br />
45
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
(Algemeen: het kan zijn dat deze kernopgave in zijn geheel niet haalbaar is binnen bijvoorbeeld de Kraam<br />
of VGZ of GGZ. Wilt u dit dan vermelden. )<br />
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
46
3.6 Resultaatbeoordeling “Care & cure”<br />
Algemene beoordeling:<br />
Jij bent in staat gebleken om aan minimaal 3 zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg<br />
voor de opname van voeding en vocht en de uitscheiding.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
Opmerking vooraf: deze kernopgave is niet van toepassing voor de uitstroom kraamzorg<br />
(DK313)!<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
1 De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager met<br />
beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt. Dat<br />
betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke zorgvrager.<br />
2 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die bij<br />
deze zorgvrager spelen .<br />
3 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze problematiek<br />
voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />
zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />
4 De student kan verantwoorden waarom voeding en vocht bij deze zorgvrager<br />
d.m.v. sonde wordt toegediend.<br />
5 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een stoma is<br />
aangebracht.<br />
6 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een suprapubische<br />
katheter is aangebracht.<br />
7 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een maagsonde<br />
ingebracht is.<br />
8 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager de blaas<br />
gekatheteriseerd moet worden.<br />
314.01<br />
314.03<br />
en 04<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
9<br />
HART<br />
De student draagt verantwoordelijkheid bij de toegewezen zorgvragers 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
10 De student heeft een functionele relatie met de zorgvrager en/of diens naaste 314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
11 De student toont respect voor de zorgvrager en dit integreert bij de uitvoering<br />
van de eigen taken<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
KWALITEITSZORG<br />
12 De student plant en evalueert de verleende zorg rondom de<br />
verpleegtechnische handelingen.<br />
13 De student consulteert collega’s tijdig bij de hulpvraag met betrekking tot de<br />
zorg<br />
14 De student verricht de genoemde verpleegtechnische handelingen volgens het<br />
zorgplan<br />
15 De student verricht de genoemde verpleegkundige voorbehouden risicovolle<br />
handelingen volgens het protocol van de organisatie<br />
16* De student verzamelt informatie rondom zorgvragers ten behoeve van<br />
onderzoek, behandeling en therapie<br />
17 De student past bij het verlenen van basiszorg de voorschriften toe. Dat wil<br />
zeggen de student werkt hygiënisch, veilig, ergonomisch verantwoord,<br />
milieubewust en kostenbewust<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
314.05<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
47
NR BEOORDELINGSCRITERIUM EINDTERM SCORE<br />
VOEDING<br />
18 De student ondersteunt de voedingstoestand van de zorgvrager door<br />
middel van het toedienen van sondevoeding.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
304.02 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
19<br />
UITSCHEIDING<br />
De student verzorgt een zorgvrager met een stoma 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
20 De student verzorgt een zorgvrager met een suprapubische katheter 304.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
21<br />
BLAASCATHETERS EN MAAGSONDE<br />
De student verzorgt een zorgvrager met een blaaskatheter 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
22 De student katheteriseert de blaas 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
23 De student verwijdert de blaaskatheter 304.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
24 De student spoelt de blaas 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
25 De student brengt een maagsonde in 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
26 De student verzorgt een zorgvrager met een maagsonde<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
ONDERZOEK EN BEHANDELING DOOR ANDERE DISIPLINES<br />
27 De student verzamelt steriele monsters ten behoeve van de<br />
diagnostiek<br />
28 De student verzamelt onsteriele monsters ten behoeve van de<br />
diagnostiek<br />
29 De student assisteert bij andere therapieën gericht op het in stand<br />
houden of verbeteren van somatische functies<br />
EHBO<br />
30* De student reageert adequaat bij ongevallen en onvoorziene situaties in<br />
laag complexe situaties<br />
Aanvullende opmerkingen van belang voor de beoordelaars:<br />
304.12<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
304.13 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
De handelingen die aangeven zijn met een asterisk (*) zijn niet verplicht. Met het vaststellen van de<br />
cesuur is hier rekening mee gehouden.<br />
Van de zes handelingen onder het kopje “VOEDING” en “UITSCHEIDING” en “ONDERZOEK EN<br />
BEHANDELING DOOR ANDERE DISCIPLINES” hoeven maar 2 handelingen gedaan te worden.<br />
Van de zes handelingen onder het oipje “BLAASCATHETERS EN MAAGSONDE” hoeven maar 3 handelingen<br />
gedaan te worden.<br />
Voor bovenstaande geldt dat in overleg met u wordt vastgesteld welke van de zes handelingen getoetst<br />
zullen worden. Met het vaststellen van de cesuur is uitgegaan ven het hierboven genoemde minimum<br />
aantal. Indien meer dan de genoemde handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur van de<br />
eindbeoordeling zoals vermeld bij uitwerking handen per handeling met 4 punten te verhogen. Wilt u<br />
dan in het kader “Aanvullende opmerkingen” vermelden hoeveel handelingen u getoetst hebt<br />
In het algemeen geldt dat als een handeling slechts één keer gedaan is, dit met een 1 dient beoordeeld<br />
te worden. Is een handeling niet van toepassing, dan wordt deze niet beoordeeld.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
48
B en C. Professiegebonden taken en Organisatie gebonden taken.<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD 1<br />
36 De student kan onder begeleiding de verantwoordelijkheid dragen voor eigen<br />
handelen<br />
314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
37 De student houdt rekening met de eigen verantwoordelijkheden en<br />
bekwaamheden, rechten en plichten (wet BIG)<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
38 De student geeft weer wat de betekenis van de voorbehouden handeling is 304.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
39 De student geeft de consequenties weer van het eigen gedrag van de<br />
voorbehouden handeling<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
40 De student geeft informatie voorkomend uit de handelingen door aan de<br />
daarvoor verantwoordelijke<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HART<br />
41 De student reflecteert op eigen beroepsmatig handelen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
42 De student handelt functioneel. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
44 De student stelt zich collegiaal op. 314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
45 De student stelt zich assertief op. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
43 De student kan omgaan met feedback, waardering en kritiek<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
N.V.T. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 Een aantal handelingen in deze kernopgave vallen onder voorbehouden handelingen. De wet BIG is hierop van<br />
toepassing. Deze criteria van hoofd van professiegebonden taken geven jou onderwerpen waarnaar je op zoek<br />
dien te gaan Het gaat om mogelijkheden en verantwoordelijkheden zoals deze in de wet BIG zijn vastgelegd.<br />
49
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
50
3.7 Resultaatbeoordeling ethische dilemma’s bediscussiëren<br />
Algemene beoordeling:<br />
Jij bent in staat om gebleken om over ethische dilemma’s die je tegen komt op de werk vloer<br />
met je collegae in discussie te gaan binnen een teamoverleg.<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
1<br />
HOOFD<br />
De student herkent ethische dilemma’s op microniveau 306.01<br />
306.07<br />
2 De student kan de ethische dilemma’s die herkent zijn op microniveau<br />
bespreekbaar maken met collega’s<br />
HART<br />
3 De student toont respect voor de normen en waarden, cultuur en<br />
levensbeschouwing van de zorgvragers en de mantelzorgvragers<br />
306.01<br />
306.06<br />
306.01<br />
306.03<br />
306.09<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
n.v.t. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
B. Professiegebonden- en Organisatie gebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
4 De student organiseert een bijeenkomst voor zijn team 306.02<br />
306.05<br />
5 De student verheldert standpunten vanuit de optiek van het<br />
verzorgende beroep<br />
6 De student beargumenteert standpunten vanuit de optiek van het<br />
verzorgende beroep<br />
7 De student levert een bijdrage aan de vorming van standpunten inzake<br />
ethische vraagstukken<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.02<br />
306.08<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
8 De student houdt vakliteratuur bij 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
9 De student volgt training van de terugkomdag 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
10 De student neemt deel aan teambijeenkomsten 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
11 De student participeert in bijeenkomsten bij intercollegiale<br />
306.02 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
ondersteuning<br />
306.05<br />
12 De student werkt mee aan de ontwikkeling van een visie op het beroep<br />
van verzorgende.<br />
306.08 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
13 De student werkt binnen de doelstelling, visie en regels van een<br />
afdeling/organisatie<br />
306.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
14 De student werkt binnen de grenzen van het beroep 306.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
51
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
15 De student geeft zijn mening over de manier van werken binnen de<br />
gezondheidszorg weer.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
16<br />
HART<br />
De student reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen . 306.03<br />
306.05<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
17 De student levert een positieve bijdrage aan de sfeer in het team 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
18 De student hanteert feedback, waardering en kritiek 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
19 De student toont moed om te durven benoemen wat hij goed vindt of<br />
wat hij niet goed vindt in het door hem gesignaleerde ethische dilemma<br />
en kan dit aangeven naar collega’s toe.<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
20 De student oordeelt niet te snel over personen. 306.03<br />
306.05<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
21 De student laat in de bespreking zien dat hij rechtvaardig omgaat met<br />
meningsverschillen. Rechtvaardig wil zeggen: de ander recht doen en<br />
respecteren in zijn mening.<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
HANDEN<br />
n.v.t. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
De criteria 19, 20 en 21 zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
52
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
53
3.8 Resultaatbeoordeling Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar<br />
Je functioneert als beginnend beroepsbeoefenaar met een POP en Portfolio.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />
1=gronden, 2=wortelen, 3=groeien, 4=bloeien, 5=vruchtdragen<br />
NB De beoordelingscriteria met een asterix (*) aangegeven zijn, worden door de bpv coach<br />
van het <strong>Hoornbeeck</strong> college beoordeeld.<br />
Aandachtspunt: alle schriftelijke producten (verslagen en reflecties en zorgplannen) dienen<br />
gedateerd en ondertekend te zijn door de praktijkbegeleider en/of unitmanager en/of<br />
praktijktopleider.<br />
B. Professiegebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
1* De student bespreekt in een kennismakingsgesprek het portfolio, POP<br />
en PAP met de bpv coach.<br />
2 De student bespreekt in een kennismakingsgesprek het portfolio, POP<br />
en PAP met de begeleider(s) van het leerbedrijf.<br />
3* De student verantwoordt het eigen leerproces door te laten zien dat<br />
de beoordeling van de kernopgaven door meerdere personen op<br />
meerdere momenten heeft plaatsgevonden. 1<br />
4* De student verantwoordt door middel van een PAP het aantal uren in<br />
de periode van het praktijkleren.<br />
5 De student verantwoordt o.a. door middel van een zorgplan dat ze de<br />
kernopgaven “Optellen zorgplan” beheerst.<br />
6* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />
van de kernopgave “Begeleiden van cliënten”.<br />
7* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />
van de kernopgave “Medicatie en wondverzorging”.<br />
8* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />
van de kernopgave “Care & cure”.<br />
9* De student verantwoordt door middel van een verslag haar proces en<br />
product ten aan zien van kernopgave “Ethische dilemma’s<br />
bediscussiëren”.<br />
HART<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
307.01<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
307.01<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
10 De student maakt de eigen werkwijze bespreekbaar. 204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
11 De student hanteert verkregen feedback en verwerkt deze door<br />
bijstelling van het POP.<br />
204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
1 LET OP: als je dit niet kunt aantonen omdat bijvoorbeeld er niet per beoordelingmoment een<br />
datum of handtekening staat, kan dit consequenties hebben. Dat kan dan bijvoorbeeld inhouden<br />
dat de beoordeling door school niet kan worden vastgesteld!<br />
54
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HANDEN<br />
12 De student maakt een eigen werkplanning/PAP. 305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
13 De student schrijft van de oriëntatiefase een reflectie waarin ze<br />
aangeeft welke leerpunten de beoordeling heeft opgeleverd.<br />
305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
14 De student maakt met de praktijkbegeleider en/of praktijkopleider in<br />
een tussenevaluatiegesprek afspraken naar aanleiding van de<br />
oriëntatieperiode. De student maakt van het tussenevaluatiegesprek<br />
een verslag, waarin ook de afspraken zijn vastgelegd en laat dit<br />
verslag in het bezit van de bpv coach komen.<br />
305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
15* De student schrijft een reflectie naar aanleiding van de kernopgave<br />
“Opstellen van een zorgplan”.<br />
204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
16* De student schrijft een reflectie naar aanleiding van de kernopgave<br />
“Begeleiden van de cliënt”.<br />
204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />
HOOFD<br />
17* De student neemt actief deel aan de supervisie bijeenkomsten tijdens<br />
het terugkomonderwijs.<br />
18* De student bespreekt de eigen werkwijze en beroepshouding in het<br />
leerbedrijf met de bpv coach tijdens het terugkomonderwijs.<br />
19* De student hanteert feedback, waardering en kritiek vanuit de<br />
gesprekken tijdens het terugkomonderwijs.<br />
20* De student reflecteert op de ontwikkeling in de fase ‘groeien’ door<br />
middel van een schriftelijke eindreflectie.<br />
HART<br />
n.v.t.<br />
HANDEN<br />
21* De student laat een bewijs van deelname zien van de gevolgde<br />
trainingen tijdens het terugkomonderwijs.<br />
(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
206.05<br />
204.05<br />
1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />
Totaal criteria eindbeoordeling van<br />
deze pagina<br />
Hoofd<br />
Hart<br />
Paraaf beoordelaar Handen<br />
datum<br />
55
Datum:<br />
Naam beoordelaar:<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Aanvullende opmerkingen<br />
56
Bijlagen deel 3<br />
To check 1: Algemeen eindbeoordelingsformulier<br />
Algemene informatie<br />
Onderstaande formulieren zijn ingevuld tijdens de eindbeoordeling van de student.<br />
De bpv coach van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is hiervoor eindverantwoordelijk. De<br />
formulieren worden definitief ingevuld op basis van vooral de resultaatbeoordeling<br />
van de kernopgaven.<br />
Tot beoordeling wordt overgegaan, indien je reflectiegesprekken over de inhoud<br />
van de kernopgave hebt gevoerd met de praktijkbegeleider van de organisatie. Dit<br />
kan bijvoorbeeld met behulp van de methode voor reflectie van F.A.J. Korthagen:<br />
A Wat is tot nu toe voor jou Aan de orde geweest in deze kernopgave?<br />
B Wat is daarin Belangrijk voor jou?<br />
C Welke Conclusies trek je eruit?<br />
D Wat ga je ermee Doen?<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
57
Ten behoeve van de beoordeling en resultaatbepaling wordt het formulier voor<br />
resultaatbeoordeling ingevuld (zie bijlage 2 en volgende van dit deel) en de<br />
behaalde scores opgenomen in de overzichten.<br />
De cesuur (grens tussen onvoldoende en voldoende) wordt bepaald door 80 procent<br />
te nemen van het aantal punten dat je kunt behalen.<br />
Een voorbeeld om dat duidelijk te maken:<br />
Bij de kernopgave ‘Opstellen zorgplan’ horen in totaal 32 criteria (zie blz. 35 t/m<br />
37).<br />
Negen criteria worden onder hoofd gerekend. Voor ieder criterium kun je maximaal<br />
5 punten halen. De cesuur ligt op 80 procent, dat betekent dat je van de 9 criteria<br />
80 procent van de maximale score moet zien te halen. Dat betekent dat je<br />
gemiddeld op een score van 4 moet zien te komen. Dus:<br />
Hoofd: 80% x 9 x 5 = 36<br />
Zo wordt dat ook voor Hart en Handen berekend.<br />
Per eindbeoordeling is al voor je uitgerekend wat deze 80% score inhoud.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
58
To check 2: Opstellen van zorgplan.<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
Opstellen zorgplan.<br />
DK 313 de eindtermen 01, 02, 03, 05 en 06<br />
DK 314 de eindtermen 01, 03, 05 en 06<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 9 x 5 = 36<br />
HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />
HANDEN = 80% x 15 x 5 = 40<br />
(Totaal = 128)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
36 32 60 voldoende<br />
128 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
128 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
127 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />
Paraaf voor gezien<br />
Student<br />
Paraaf voor<br />
akkoord<br />
BPV-coach<br />
59
To check 3: Begeleiden van cliënten.<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
Begeleiden van cliënten.<br />
DK 313 de eindtermen 01, 02, 03 en 04<br />
DK 314 de eindtermen 01, 03 en 04<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 8 x 5 = 32<br />
HART = 80% x 17 x 5 = 68<br />
HANDEN = 80% x 10 x 5 = 40 (criteria 21, 24 en 25 buiten cesuur gelaten)<br />
(Totaal = 140)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
32 68 40 voldoende<br />
140 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
140 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
139 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />
Paraaf voor gezien<br />
Student<br />
Paraaf voor akkoord<br />
BPV-coach<br />
60
To check 4: “Medicatie en wondverzorging”<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
“Medicatie en wondverzorging”<br />
DK 313 de eindtermen 01, 02, en 03<br />
DK 314 de eindtermen 01 en 03<br />
DK 302.09, 10 en 15.<br />
DK304.01, 04, 05, 12 en 13.<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 11 x 5 = 44<br />
HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />
HANDEN = 80% x 14 x 5 = 56<br />
(Totaal = 132)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
44 32 56 voldoende<br />
132 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
132 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
131 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / resultaat O / V<br />
Paraaf beoordelaar<br />
datum<br />
Indien meer dan de genoemde minimum<br />
handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur bij<br />
handen van de eindbeoordeling per extra<br />
handeling met 4 punten te verhogen.<br />
Paraaf voor gezien<br />
student<br />
datum<br />
Paraaf voor accoord<br />
bpv coach<br />
datum<br />
61
To check 5: “Care & cure”<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
“Care & cure”<br />
DK 314 de eindtermen 01, 03 en 05<br />
DK 302.15.<br />
DK 304.01, 02, 03, 07, 12 en 13. En daarnaast DK 304.14 of 15, of 16 of<br />
17.<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 13 x 5 = 52<br />
HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />
HANDEN = 80% x 10 x 5 = 40<br />
(Totaal = 124)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
52 32 40 voldoende<br />
124 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
124 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
123 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / resultaat O / V<br />
Paraaf beoordelaar<br />
datum<br />
Indien meer dan de genoemde minimum<br />
handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur bij<br />
handen van de eindbeoordeling per extra<br />
handeling met 4 punten te verhogen.<br />
Paraaf voor gezien<br />
student<br />
datum<br />
Paraaf voor accoord<br />
bpv coach<br />
datum<br />
62
To check 6: Ethische dilemma’s bediscusiëren.<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
Ethische dilemma’s bediscussiëren.<br />
Van het werkveld hangt af welke eindtermen van toepassing zijn.<br />
Bij het werken met chronisch zieken en/of lichamelijk gehandicapten en/of<br />
revalidanten: DK 308 de eindterm 07.<br />
Bij het werken met geriatrische zorgvragers: DK 309 de eindterm 07.<br />
Bij het werken binnen de VGZ: DK 310 de eindterm 07.<br />
Bij het werken binnen de kraamzorg: DK 311 de eindterm 07.<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 14 x 5 = 56<br />
HART = 80% x 7 x 5 = 28<br />
HANDEN = 80% x - x 5 = -<br />
(Totaal = 84)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
56 28 - voldoende<br />
84 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
84 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
83 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />
Paraaf voor gezien<br />
Student<br />
Paraaf voor akkoord<br />
BPV-coach<br />
63
To check 7: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />
Deelkwalificatie(s)<br />
Code + Naam<br />
Kernopgave<br />
Code + Naam<br />
Eindtermen<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />
Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />
204.04 en 05<br />
305.03 en 05<br />
307.01<br />
Onderdeel Behaalde score<br />
Hoofd Hart Handen<br />
A. Zorgvragergebonden taken<br />
B. Professiegebonden taken<br />
C. Organisatiegebonden taken<br />
Totaal<br />
Cesuur<br />
Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />
punten te hebben behaald.<br />
Uitwerking:<br />
HOOFD = 80% x 13 x 5 = 52<br />
HART = 80% x 2 x 5 = 8<br />
HANDEN = 80% x 6 x 5 = 24<br />
(Totaal = 84)<br />
Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />
52 8 24 voldoende<br />
84 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />
84 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />
83 of minder punten onvoldoende<br />
Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />
Paraaf voor gezien<br />
Student<br />
Paraaf voor akkoord<br />
BPV-coach<br />
64
To be<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Deel 4: Waarmee je voor de dag komt<br />
65
Kenmerkend voor de opleiding <strong>Verzorgende</strong><br />
Natuurlijk vinden wij het belangrijk dat de praktijkbegeleiders en –opleiders in de organisatie<br />
weten dat je van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> komt en waarvoor wij staan. In dit deel 4 vertellen<br />
we daar op hoofdlijnen iets over. Gedetailleerde informatie is te vinden in de studiegids en<br />
het opleidingskader.<br />
Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is met de vernieuwde opleiding <strong>Verzorgende</strong> gestart in augustus<br />
2006. Op basis van bijbelse en onderwijskundige inzichten hebben wij een – naar wij hopen<br />
– inspirerende opleiding ontwikkeld. Kenmerkend hierin zijn de vijf fasen, het leren werken<br />
met leerstijlen in combinatie met de leercyclus van Kolb en het belang van de<br />
praktijkbegeleiders.<br />
De kerntaak, de missie van de MBO-Vz opleiding van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is:<br />
‘Studenten te vormen tot zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende<br />
persoonlijkheden, geschikt en bereid om de ontvangen gaven als verzorgende te<br />
besteden tot Zijn eer en tot heil van de medemens in alle levensverbanden waarin de<br />
verzorgende wordt geplaatst.’<br />
Kenmerkend voor jou<br />
Natuurlijk is de organisatie ook erg benieuwd waarvoor jij staat. Eén centraal kenmerk van<br />
jou als student willen we hier even uitlichten: je bent actief en je besteedt je volle aandacht<br />
aan zowel de praktijkbegeleider(s) als de studie-inhoud.<br />
Je zet je helemaal in om te leren van de praktijkbegeleider en het eigen maken van de<br />
competenties voor het goed uitoefenen van de kernopgaven (en eventueel meer). Bedenk<br />
dat het verantwoordelijk en professioneel handelen van de praktijkbegeleider voor jou<br />
belangrijk voorbeelden zijn. Zij stellen jou in staat tot een bekwame professional te worden<br />
opgeleid.<br />
Visie op leren in de <strong>Verzorgende</strong><br />
Om bovenstaande missie vorm en inhoud te geven is een visie op leren en opleiden<br />
noodzakelijk. Mensen zijn geschapen als relationele personen. Dat wil zeggen: wij leven,<br />
werken en leren voor een groot deel in en door relaties. Hiermee houden we rekening tijdens<br />
de opleiding. We onderscheiden het zogenaamde:<br />
- klinisch leren: boeken, video’s, cd-roms, ICT leermiddelen, trainingen, cursussen e.d.<br />
Dit vindt voornamelijk binnen school plaats, maar ook in de organisatie.<br />
- praktijkleren : één op één contacten, intervisiegesprekken, contacten met collega’s<br />
of medestudenten, werken enz. Dit vindt plaats binnen de organisatie, het<br />
leerbedrijf waar jouw bpv plaatsvindt.<br />
De bpv is absoluut noodzakelijk om leerprocessen vruchtbaar te laten zijn, ook in de zin van<br />
het concreet leren liefhebben van je medemens. In het studieprogramma is voldoende<br />
ruimte ingebouwd voor zowel het klinisch leren, als het leren in de beroepspraktijk.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
66
Overzicht van de kernopgaven van de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong><br />
Tijdens de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong> heb je tijdens de verschillende stageperioden gewerkt<br />
aan kernopgaven. In het hier onder staande overzicht zie je welke dat zijn en welke relaties<br />
er met andere opleidingen zijn. Daarbij zijn relaties met de opleiding tot Helpende en de<br />
opleiding tot Verpleegkundige in beeld gebracht. Daarnaast tref je op niveau van eindtermen<br />
ook de relatie met de SPW opleiding niveau 3 aan.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
67
Leerjaar 1<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Overzicht van de kernopgaven niveau 3 Verzorging (<strong>BOL</strong> en BBL)<br />
Kernopgave:<br />
Kernopgave:<br />
Kernopgave:<br />
Kernopgave:<br />
Huishoudelijke zorg verlenen ADL zorgverlenen<br />
Activiteiten uitkiezen en doen Studieloopbaan<br />
Eindtermen:<br />
Eindtermen:<br />
Eindtermen:<br />
Eindtermen:<br />
DK 202.01 t/m 04 en 06 en 07<br />
DK 204.01 t/m 05<br />
DK 204.01 t/m 03<br />
DK 204.04 en 05<br />
DK 204.01 en 02 en 04<br />
DK 302.01 t/m 06 en 14 en 15 DK 301.06<br />
DK 306.05<br />
DK 302.12 en 13<br />
DK 307.01<br />
Relatie met ander opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen<br />
V en V<br />
Niveau (1 en) 2:<br />
in het eerste<br />
leerjaar<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
308.02, 09, 10 en<br />
11))<br />
V en V<br />
Niveau 2: in<br />
het tweede<br />
leerjaar<br />
Niveau 4: in<br />
het eerste<br />
leerjaar (zie<br />
de KO<br />
‘Methodisch<br />
ADL verlenen’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
308.01, 02, 03,<br />
05 en 11)<br />
V en V<br />
Niveau 2: in het<br />
tweede leerjaar<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
309.05 en 06 en<br />
13 en 14)<br />
Opm. Deze kernopgave vormt het begin van<br />
een Welzijnslijn binnen de opleiding tot<br />
verzorgende.<br />
V en V<br />
Niveau 4: in het<br />
eerste leerjaar (zie<br />
KO ‘aansturen<br />
studieloopbaan’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
304.04 en in<br />
beperkte mate<br />
DK 305.01)<br />
68
Leerjaar 2<br />
Kernopgave:<br />
Werken met een zorgplan<br />
Eindtermen:<br />
DK 301.01 en 03 en 06<br />
DK 302.01 en 14 en 15<br />
DK 204.01-05 en 06<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Kernopgave:<br />
Bewaken en activeren van<br />
vitaliteit<br />
Eindtermen:<br />
DK 302.01 en 07 en 08 en 11<br />
t/m 14<br />
Kernopgave:<br />
Er zijn voor de zorgvrager<br />
Eindtermen:<br />
DK 204.01 t/m 03<br />
DK 302.12<br />
DK 306.01 t/m 04<br />
DK 308.01 of<br />
DK 309.01 of<br />
DK 310.01 of<br />
DK 311.01<br />
Kernopgave:<br />
Studieloopbaan<br />
Eindtermen:<br />
DK 204.04 en 05<br />
DK 306.05<br />
DK 307.01<br />
Relatie met ander opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen<br />
Niveau 4: in het<br />
tweede leerjaar<br />
(zie KO<br />
‘Verpleegkundige<br />
zorg op micro<br />
niveau’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
301.06, 07, 09, 12<br />
en 13 en DK<br />
308.01, 02 en 11<br />
en DK 309.01, 03,<br />
09, 13 en 14)<br />
Opm. Voorlopers zijn de kernopgaven<br />
‘Huishoudelijke zorg verlenen’ en ‘ADL<br />
zorg verlenen’. Met deze kernopgave<br />
wordt geleerd om observaties uit te<br />
voeren en in verband te brengen met<br />
het zorgplan. Daarnaast leert de<br />
student om basiszorg, zoals<br />
afgesproken en vastgelegd in een<br />
zorgplan, te plannen. En ten slotte staat<br />
de student voor de taak om een<br />
terugkoppeling van de verleende zorg te<br />
geven met het oog op rapporteren (in<br />
relatie met het zorgplan).<br />
V en V<br />
Niveau 4: in<br />
het eerste<br />
leerjaar (zie<br />
KO ‘Bewaken<br />
en activeren<br />
vitaliteit’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
301.10 en<br />
DK 308.01 ,02,<br />
04, en 11<br />
DK 309.03, 09<br />
en 14)<br />
Begin van de<br />
vaardighedenleerlijn waarin<br />
verpleegtechnisch handelen<br />
centraal staat.<br />
V en V<br />
Niveau 2: in het<br />
tweede leerjaar<br />
Niveau 4: in het<br />
eerste leerjaar (zie<br />
KO ‘In gesprek<br />
met’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n.<br />
DK301.08 en DK<br />
302.02, 03, 06<br />
en DK 304.01,<br />
02, 03 en DK<br />
309.13)<br />
Vervolg van de Welzijns binnen de<br />
opleiding tot verzorgende<br />
V en V<br />
Niveau 4: in het<br />
tweede leerjaar (zie<br />
KO ‘aansturen<br />
studieloopbaan’)<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK<br />
304.04 en in<br />
beperkte mate<br />
DK 305.01)<br />
69
Leerjaar 3<br />
Kernopgave: Zorgplan<br />
opstellen<br />
Eindtermen:<br />
Afhankelijk van de zorgsetting:<br />
DK 308.01, 02 03, 04 en 06<br />
of<br />
DK 309.01, 02, 03, 04 en 06<br />
of<br />
DK 310.01, 02, 03, 04 en 06<br />
of<br />
DK 311.01, 02, 03, 04 en 06<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Kernopgave:<br />
Begeleiden van<br />
cliënten<br />
Eindtermen:<br />
Afhankelijk van de<br />
zorgsetting:<br />
DK 308.01, 02, 04 en 05<br />
of<br />
DK 309.01, 02, 04 en 05<br />
of<br />
DK 310.01, 02,04 en 05<br />
of<br />
DK 311.01, 02, 04 en 05<br />
Relatie met ander opleidingen Relatie met andere<br />
opleidingen<br />
V en V<br />
V en V V en V<br />
Niveau 4: in Niveau 4: in Niveau 2 in<br />
het tweede het tweede 2<br />
leerjaar ( zie leerjaar (zie<br />
KO ‘Verpleeg- KO<br />
kundige zorg ‘Verplegend<br />
op<br />
begeleiden’)<br />
microniveau’)<br />
e SPW<br />
Ja (m.n.<br />
jaar (zie DK 301.06,<br />
KO ve- 07, 09, 12<br />
rplegend en 13 en<br />
begeleiden DK 308.01,<br />
)<br />
02 en 11<br />
en DK<br />
309.01,<br />
03, 09, 13<br />
en 14)<br />
Kernopgave:<br />
Medicatie en<br />
wondverzorging<br />
Care & cure<br />
Eindtermen:<br />
DK 204.03 en 05<br />
DK 302.09 en 10<br />
DK 304.01 en 15<br />
DK 304.04, 05, 07, 12.<br />
Afhankelijk van de<br />
zorgsetting: DK 304.13 of<br />
14 of 15 0f 16 0f 17.<br />
306.02<br />
Relatie met andere<br />
opleidingen<br />
V en V<br />
Niveau 4:<br />
in het 2 e<br />
SPW<br />
jaar (zie<br />
KO Care &<br />
cure_<br />
Kernopgave Ethische<br />
dilemma’s<br />
bediscussiëren<br />
Eindtermen:<br />
Afhankelijk van de<br />
zorgsetting:<br />
DK 308.07<br />
of<br />
DK 309.07<br />
of<br />
DK 310.07<br />
of<br />
DK 311.07<br />
Relatie met andere<br />
opleidingen<br />
V en V<br />
Niveau<br />
4 in het<br />
2 e SPW<br />
jaar<br />
(zie KO<br />
Ethisch<br />
e<br />
dilemm<br />
a’s)<br />
Kernopgave:<br />
Studieloopbaan<br />
Eindtermen:<br />
DK 204.04 en 05<br />
DK 306.05<br />
DK 307.01<br />
Relatie met andere opleidingen<br />
SPW<br />
Ja (m.n. DK 304.04 en in beperkte<br />
mate DK 305.01)<br />
70
Opm. Voorloper is de kernopgave<br />
‘werken met een zorgplan’.<br />
daar heeft de student met de<br />
systematiek kunnen<br />
kennismaken en daarmee zijn<br />
werk kunnen structureren.<br />
Deze kernopgave richt zich op<br />
het opstellen van een zorgplan<br />
voor één zorgvrager. Daarbij<br />
staat het formuleren van<br />
doelen en acties gericht op de<br />
basiszorg centraal. GVO en<br />
begeleiding en afstemming<br />
met andere disciplines zijn er<br />
uit gelaten.<br />
Deze kernopgave geldt als<br />
PROEVE.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Met deze kernopgave<br />
wordt de Welzijnslijn<br />
binnen de opleiding tot<br />
<strong>Verzorgende</strong> afgesloten.<br />
De insteek is GVO en<br />
begeleiding en<br />
afstemming met andere<br />
disciplines.<br />
Deze kernopgave<br />
geldt als PROEVE.<br />
Beide kernopgave<br />
vorent in feite de<br />
kernopgave ‘care &<br />
cure’ van de niveau 4<br />
opleiding..<br />
Deze kernopgave steekt in op<br />
het kwaliteitsaspect van het<br />
beroep <strong>Verzorgende</strong>.<br />
Eén van de accenten van deze<br />
kernopgave ligt op het gebied van het<br />
onderhouden van de portfolio.<br />
Daartoe zullen producten van<br />
kernopgaven opgenomen worden.<br />
71
Bijlagen deel 4<br />
To be 1: Regels en afspraken<br />
START EN VOORTGANG VAN DE BPV (DERDE STUDIEJAAR)<br />
In een toelichtend schrijven ben je nader geïnformeerd over startdatum en einddatum<br />
van de bpvperiode en de vakantiedagen. Tevens tref je in de brief nadere<br />
bijzonderheden aan over jezelf en bpv-coach.<br />
In goed overleg met het leerbedrijf en de praktijkconsulent (bpv coach), kan met<br />
vakantiedagen in deze periode worden verschoven.<br />
DEELNAME AAN DE BPV (DERDE LEERJAAR)<br />
Deelname geschiedt op basis van een praktijkovereenkomst. Daarin is geregeld wie<br />
vanuit het leerbedrijf en wie vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> college verantwoordelijk zijn voor<br />
jouw begeleiding.<br />
STATUS VAN DE STUDENT<br />
Je bevindt je in het derde en laatste leerjaar van de opleiding.<br />
Je bent geen werknemer van de organisatie, maar is boventallig(=extra) ingezet.<br />
POSITIE VAN DE OUDER(S)/VERZORGER(S)<br />
Jouw ouder(s)/verzorger(s) dient/dienen, als zij vragen hebben over de inhoud en de<br />
voortgang in de bpv, contact op te nemen met diegene die jou vanuit school begeleidt.<br />
Het leerbedrijf verstrekt geen gegevens over jou aan derden zoals familie en/of<br />
verzorgers.<br />
VACCINATIEVERKLARING/GEZONDHEIDSVERKLARING<br />
Het leerbedrijf kan verzoeken om een geldige TBC- of vaccinatieverklaring.<br />
BEROEPSGEHEIM<br />
Je bent verplicht je aan het beroepsgeheim te houden.<br />
BEROEPSCODE<br />
Je bent verplicht je aan de beroepscode te houden.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
72
BEDROG EN ONREGELMATIGHEDEN<br />
Indien je oneerlijk of tegen regels handelt, kan het leerbedrijf in overleg met de<br />
coördinator van de bpv, de bpv afbreken. Ook om andere zwaarwegende redenen kan<br />
de bpv na overleg met de coördinator van de bpv worden afgebroken.<br />
VERZEKERING<br />
Is in de bpv door toedoen van jou schade geleden of toegebracht, dan moet dit zo snel<br />
mogelijk worden gemeld aan de coördinator van de bpv. Vanuit de school is een WA-<br />
verzekering afgesloten. Deze aansprakelijkheidsverzekering dekt binnen de grenzen van<br />
de polisvoorwaarden de door verzekeringsnemer uitgezonden studenten tegen de<br />
gevolgen van hun aansprakelijkheid jegens derden, indien en voor zover hun<br />
aansprakelijkheid niet elders verzekerd is. Als student ben je verzekerd tegen het risico<br />
van aanspraken die door derden tegen hen worden ingesteld ter zake van schade:<br />
a. door hen toegebracht bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het<br />
leerbedrijf.<br />
b. voor zover niet vallend onder a. door hen toegebracht vanaf het moment dat zij<br />
voor het verrichten van werkzaamheden in het leerbedrijf zijn gearriveerd, tot op<br />
het ogenblik dat zij na het beëindigen van hun dagtaak dit adres verlaten.<br />
Voor bpv in het buitenland zijn aanvullende regels gesteld.<br />
BPV-DUUR PER WEEK<br />
De studiebelasting van een bpv week bedraagt 40 uur. Hiervan worden 32 uur in het<br />
leerbedrijf doorgebracht, verdeeld over maximaal vijf dagen. In de weken met een<br />
terugkomdag worden 24 uur in het leerbedrijf doorgebracht. Haal jij door<br />
omstandigheden (ziekte, wachttijd in de kraamzorg, verlof) niet voldoende uren, dan<br />
wordt in overleg met de praktijkconsulent en/of coördinator van de bpv een nader<br />
besluit genomen over de consequenties daarvan.<br />
WERKTIJDEN<br />
Tijdens de bpv mag tweemaal een weekenddienst en tweemaal een avonddienst worden<br />
gepland. In overleg met jou kan van deze regel worden afgeweken. Ben je jonger dan<br />
18 jaar dan mag je geen nachtdiensten doen.<br />
AAN- EN AFWEZIGHEID (ZIEKMELDING, BIJZONDER VERLOF)<br />
Bij ziekte stelt de student het leerbedrijf vóór werktijd op de hoogte. De student stelt<br />
ook de school op de hoogte van de ziek- en betermelding.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
73
To be 2: Belangrijke begrippen<br />
BEROEPS PRAKTIJK<br />
VORMING (BPV)<br />
BPV COACH<br />
BPV OVEREENKOMST<br />
COMPETENTIE<br />
COMPETENTIEGERICHT<br />
LEREN<br />
DE DRIE H’S<br />
INSTELLING<br />
INTERVISIE<br />
KERNOPGAVE<br />
KLINISCH LEREN<br />
KOLB-CYLUS<br />
LEERSTIJL<br />
ORGANISATIE<br />
PERSOONLIJKE<br />
ONTWIKKELINGS CYCLUS<br />
PORTFOLIO EN POP<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Leren in de organisatie dat direct gekoppeld is aan de beroepsuitoefening<br />
en een deel klinisch leren in de instelling.<br />
Degene die vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> de bpv van de student (op<br />
afstand) begeleidt en de student tijdens de terugkomdagen coacht.<br />
Ook wel praktijkovereenkomst genoemd. Deze overeenkomst regelt in<br />
allerlei bepalingen de rechten en verplichtingen van de diverse partijen<br />
tijdens de BPV.<br />
Competent is bekwaam(heid). Competentie is een samenhangend<br />
onderdeel van je bekwaamheid: een bepaalde mix van kwaliteiten voor<br />
hoofd, hart en handen is nodig om bijvoorbeeld basiszorg goed te kunnen<br />
verlenen.<br />
Je leert niet om alleen maar bepaalde vaardigheden of deelvaardigheden te<br />
kunnen uitvoeren, maar om in werkelijk beroepssituaties op te kunnen<br />
treden. We hebben dit verwoord in de kernopgave.<br />
Hoofd, Hart en Handen. Per kernopgave zijn deze onderscheiden. Ze zijn<br />
niet van elkaar te scheiden. Ze zijn alledrie in samenhang nodig om een<br />
kernopgave goed uit te voeren.<br />
Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong><br />
Je visie op bepaalde zaken delen met vak- en/of studiegenoten, zodat je<br />
wordt aangescherpt.<br />
Een kernopgave bestaat uit een korte zin die duidelijk maakt wat je moet<br />
doen en een SMART beschrijving – in een leerplanschema – waardoor je<br />
een goed beeld krijgt wat dat inhoudt.<br />
Leren wat je doet los van de directe verzorgende beroepsuitoefening. Je<br />
kunt klinisch leren in de instelling (tijdens terugkomonderwijs) en in de<br />
organisatie. Beroepspraktijkvorming (bpv) kan alleen in de organisatie.<br />
Het doorlopen van een geheel leerproces, voor een betekenisvolle,<br />
afwisselende en gezonde ontwikkeling van de student tot verzorgende.<br />
Je voorkeur van leren en/of de start van jouw leerprocessen. Als je een<br />
doener bent vind je de vaardigheden plezierig en leer je veel door te doen.<br />
Maar, als je in die leerstijl blijft ‘hangen’, word je eenzijdig. Het ontwikkelen<br />
van aanvullende leerstijlen is belangrijk.<br />
De zorgorganisatie<br />
Een cyclus om de gehele studieloopbaan ontwikkeling van de student te<br />
ondersteunen, begeleid door de praktijkbegeleider en de bpv coach.<br />
Het portfolio is een verzameling van bewijsmateriaal op welke punten je<br />
bekwaam bent. Het is gekoppeld aan de begeleiding van jouw persoonlijke<br />
studieloopbaan ontwikkeling. Het POP is een onderdeel van het portfolio en<br />
richt zich meer op de ontwikkeling van bepaalde bekwaamheden.<br />
74
PRAKTIJKBEGELEIDER<br />
PRAKTIJKCONSULENT<br />
PRAKTIJKOPLEIDER<br />
SUPERVISIE<br />
VERANTWOORDELIJKHEID<br />
ZORGCATEGORIE<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
Degene die je tijdens de BPV begeleidt, de praktijkbegeleider en wordt in<br />
sommige organisaties ook werkbegeleider genoemd. De praktijkbegeleider<br />
is bekwaam in die zaken die jij nog moet leren. De praktijkbegeleider heeft<br />
in de regel hetzelfde of een hoger opleidingsniveau als dat jij hebt. De<br />
praktijkbegeleider leert je met behulp van de alledaagse praktijk- en<br />
oefenopdrachten de kernopgaven uit te voeren en daarin bekwaam te<br />
worden. De praktijkbegeleider kan beoordelaar van een kernopgave zijn.<br />
Degene die vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> het leerbedrijf coacht en in<br />
zijn/haar rol als bpv coach, de begeleiding aan de student afstemt met de<br />
praktijkopleider en/of de praktijkbegeleider van de zorgorganisatie.<br />
Degene die binnen de organisatie de verantwoordelijkheid heeft om jouw<br />
studieloopbaan ontwikkeling te begeleiden. Vaak is in kleinere organisaties<br />
deze persoon ook praktijkbegeleider.<br />
Je visie bespreken met en laten bepalen door een expert.<br />
Vooraf en achteraf de zorgverlening rekenschap kunnen afleggen van je<br />
handelen en de (mogelijke) gevolgen daarvan.<br />
Een groep zorgvragers met dezelfde stoornis, beperking en/of<br />
handicap.<br />
75
To be 3: ‘Protocol ongewenste bejegening tijdens BPV (<strong>BOL</strong>)’<br />
1) Informatie die van belang is voor studenten/ BPV coaches<br />
Ongewenste bejegening<br />
In de BPV is het belangrijk aandacht te hebben voor een goede omgang met allen die bij de<br />
BPV betrokken zijn. Naast het feit dat er vele goede ervaringen tijdens de BPV worden<br />
opgedaan, is het ook erg belangrijk bedacht te zijn op ongewenste bejegening in het<br />
leerbedrijf. Gedacht wordt dan aan agressie, discriminatie en seksuele intimidatie.<br />
Om duidelijk te maken wat we met deze drie begrippen bedoelen volgt hieronder een citaat<br />
uit artikel 3 van de ARBO-wet.<br />
Seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten<br />
of ander verbaal, non-verbaal, schriftelijk of fysiek gedrag van seksuele aard, die door de<br />
klager als inbreuken op zijn/ haar intieme levenssfeer worden beschouwd, hetgeen de<br />
aangeklaagde wist of tenminste had moeten begrijpen.<br />
Discriminerend gedrag: Gedrag waarbij gelijke gevallen niet gelijk behandeld worden, op<br />
grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele<br />
voorkeur, fysieke en psychische handicap op welke grond dan ook.<br />
Agressie en geweld: Voorvallen waarbij een werknemer dan wel een student psychisch of<br />
fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks<br />
verband houden met het verrichten van arbeid of het volgen van onderwijs.<br />
Ongewenst gedrag komt nog steeds regelmatig voor in allerlei organisaties en christelijke<br />
organisaties vormen daarop helaas geen uitzondering. We willen ieder er nadrukkelijk op<br />
wijzen dat ongewenst gedrag, agressie, discriminatie, ongewenste intimiteiten of seksuele<br />
intimidatie in houding, taal of gebaar op geen enkele wijze geaccepteerd hoeft te worden.<br />
Het mag niet.<br />
Met nadruk vragen we je om er direct werk van te maken. Denk niet bij voorbaat dat je er<br />
zelf schuldig aan bent of dat je er misschien aanleiding toe zal hebben gegeven, een<br />
gedachte waardoor je het misschien niet ter sprake brengt. Het melden op zich kan de bpv<br />
niet negatief beïnvloeden, integendeel, het bewijst juist dat je een volwassen attitude hebt<br />
en sterk in je schoenen staat.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
76
Hoe actie ondernemen?<br />
Er zijn twee mogelijkheden:<br />
► Je kunt contact opnemen met de bpv coach en/of de coördinator van de bpv;<br />
► Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> heeft ook een vertrouwenspersoon voor ongewenste bejegening<br />
Je kunt hem/ haar altijd bellen, al is het maar om advies te vragen;<br />
De vertrouwenspersoon van <strong>Hoornbeeck</strong> neemt contact op met de vertrouwenspersoon<br />
van het leerbedrijf waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt;<br />
In alle gevallen geldt dat vertrouwelijkheid volledig wordt gegarandeerd.<br />
2) Actie na een melding ‘ongewenste bejegening van de student in het leerbedrijf’<br />
► Degene die de melding krijgt overlegt met de bpv coach, de coördinator van de bpv en de<br />
Unitmanager;<br />
► De bpv coach en de coördinator van de bpv of de Unitmanager voeren een gesprek met<br />
de student en adviseren voor eventuele vervolgstappen; als het belemmerend lijkt te<br />
werken dat twee personen het gesprek voeren met de student kan in overleg besloten<br />
worden dat het een gesprek ‘onder vier ogen’ wordt;<br />
► De bpv coach (of de coördinator van de bpv of de Unitmanager) neemt na<br />
bovengenoemde stappen contact op met het leerbedrijf en bespreekt eventuele<br />
vervolgstappen<br />
► De Unitmanager neemt een besluit over het al dan niet informeren van<br />
ouder(s) of verzorger(s), docententeam, Centrale of Sector Directie van het<br />
<strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> en studenten uit de MWB/ TKO groep<br />
► De bpv coach en de coördinator van de bpv of de Unitmanager voeren een<br />
afrondend gesprek met de student met evt. verwijzing voor verdere<br />
hulpverlening<br />
► De bpv coach en de coördinator van de bpv en/of de Unitmanager werken mee aan<br />
eventuele externe onderzoeken;<br />
► Tijdens elke fase van het onderzoek doet <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> geen enkele uitspraak ter<br />
bevestiging of ontkenning van eventuele misstappen.<br />
3) Actie na een melding ‘ongewenste bejegening door de student in het leerbedrijf’<br />
► Dezelfde procedure als onder 2 met onderstaande aanvullingen;<br />
► De praktijkconsulent en de coördinator van de bpv of de Unitmanager bezoeken na een<br />
melding zo spoedig mogelijk het leerbedrijf en indien gewenst de ouder(s)/verzorger(s)<br />
voor een gesprek;<br />
► Tijdens eventuele onderzoeken krijgt de student een ‘voorlopige schorsing’;<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
77
► De ‘voorlopige schorsing’ wordt na juridische vaststelling van onjuistheid onmiddellijk<br />
opgeheven;<br />
► Bij het juridisch vaststellen van ‘schuld’ geven we het advies van uitschrijving.<br />
<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />
© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />
78