25.09.2013 Views

Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College

Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College

Praktijkboek Verzorgende BOL derdejaars - Hoornbeeck College

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

PRAKTIJKBOEK VERZORGENDE<br />

<strong>BOL</strong>, DERDE STUDIEJAAR<br />

(CREBONUMMER 10427)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

1


INHOUDSOPGAVE<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

pagina:<br />

Voorwoord................................................................................................................4<br />

Deel 1: Wat je moet doen ..............................................................................5<br />

1.1 De kernopgaven.................................................................................................6<br />

1.2 Leerplanschema kernopgave Opstellen zorgplan ...............................................7<br />

1.3 Leerplanschema kernopgave Begeleiden cliënten............................................ 10<br />

1.4 Leerplanschema kernopgave Medicatie en wondverzorging ............................ 13<br />

1.5 Leerplanschema kernopgave Care & cure ....................................................... 15<br />

1.6 Leerplanschema kernopgave Ethische dilemma's bediscusiëren ..................... 17<br />

1.7 Leerplanschema kernopgave Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar19<br />

Bijlagen deel 1........................................................................................................ 22<br />

To do 1: Takenlijst verzorgende ............................................................................ 22<br />

To do 2: Complexiteit van zorgsituaties.................................................................. 25<br />

To do 3: Het SMART-principe en Reflecteren volgens A, B, C, D........................... 27<br />

Deel 2: Hoe je hieraan werkt........................................................................ 28<br />

2.1 Planning ........................................................................................................... 29<br />

2.2 Leren in de stage.............................................................................................. 29<br />

2.3 Leren op de werkvloer...................................................................................... 29<br />

2.4 Begeleiding ...................................................................................................... 29<br />

Bijlagen deel 2 ....................................................................................................... 31<br />

To plan 1: Ontwikkelingsgesprekken ...................................................................... 31<br />

Deel 3: Hoe je wordt beoordeeld.................................................................. 33<br />

3.1 Inleiding............................................................................................................ 34<br />

3.2 Toelichting beoordeling .................................................................................... 34<br />

3.3 Resultaatbeoordeling Opstellen zorgplan ......................................................... 35<br />

3.4 Resultaatbeoordeling Begeleiden van cliënten ................................................. 39<br />

3.5 Resultaatbeoordeling Medicatie en wondverzorging......................................... 43<br />

3.6 Resultaatbeoordeling Care & cure ................................................................... 47<br />

3.7 Resultaatbeoordeling Ethische dilemma's bediscusiëren.................................. 51<br />

3.8 Resultaatbeoordeling Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar ........... 53<br />

2


Bijlagen deel 3........................................................................................................ 57<br />

To check 1: Algemeen eindbeoordelingsformulier .................................................. 58<br />

To check 2: Eindbeoordeling kernopgave Opstellen zorgplan ................................ 59<br />

To check 3: Eindbeoordeling kernopgave Begeleiden van cliënten ........................ 60<br />

To check 4: Eindbeoordeling kernopgave Medicatie en wondverzorging................ 61<br />

To check 5: Eindbeoordeling kernopgave Care & cure .......................................... 62<br />

To check 6: Eindbeoordeling kernopgave Ethische dilemma's bediscusiëren......... 63<br />

To check 7: Eindbeoordeling kernopgave Loopbaanontwikkeling sturen................ 64<br />

Deel 4: Waar je mee voor de dag komt........................................................ 66<br />

4.1 Kenmerkend voor de opleiding <strong>Verzorgende</strong> ................................................. 66<br />

4.2 Kenmerkend voor jou..................................................................................... 66<br />

4.3 Visie op leren in de <strong>Verzorgende</strong>................................................................... 66<br />

4.4 Overzicht van de kernopgaven van de opleding tot <strong>Verzorgende</strong> .................. 67<br />

Bijlagen deel 4........................................................................................................ 72<br />

To be 1: Regels en afspraken ................................................................................ 72<br />

To be 2: Protocol ongewenste bejegening tijdens praktijkleren (<strong>BOL</strong>) .................... 74<br />

To be 3: Belangrijke begrippen............................................................................... 76<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

3


Voorwoord<br />

Dit praktijkboek is een leidraad voor de beide stages van het derde leerjaar <strong>Verzorgende</strong>. Je<br />

vindt hierin vier onderdelen met informatie:<br />

1. Wat je moet doen (to do);<br />

2. Hoe je hieraan werkt (to plan);<br />

3. Hoe je wordt beoordeeld (to check);<br />

4. Waar je mee voor de dag komt (to be).<br />

Achter elk deel zijn bijlagen opgenomen met achtergrondinformatie, verklaringen of<br />

formulieren.<br />

Dit praktijkboek is vooral voor jou als student/stagiaire en de praktijkbegeleider. Naast de<br />

praktijkbegeleider kunnen natuurlijk ook andere begeleiders van de organisatie 1 er gebruik<br />

van maken. Je kunt dan denken aan de praktijkopleider, het hoofd opleidingen of de<br />

leidinggevende van de afdeling.<br />

We wensen je een vruchtbare periode toe. En vergeet niet: als je ergens mee zit, kun je<br />

altijd terecht bij jouw bpv coach; deze coach is tevens voor het leerbedrijf de<br />

praktijkconsulent 2 vanuit de instelling.<br />

Reacties op het praktijkboek zijn van harte welkom bij onderstaande Unitmanagers.<br />

Namens de teams van de locaties Amersfoort, Apeldoorn, Goes, Kampen en Rotterdam,<br />

drs. A.G. Blonk mw. drs. E.C. van der Leeden<br />

Unitmanager gezondheidszorg Amersfoort Unitmanager gezondheidszorg Rotterdam<br />

tel.: (033) 468 08 12 tel.: (010) 293 78 77<br />

e-mail: AGBlonk@<strong>Hoornbeeck</strong>.nl e-mail: ECvanderLeeden@<strong>Hoornbeeck</strong>.nl<br />

1 In het hele boek betekent ‘organisatie’ de zorgorganisatie en ‘instelling’ het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />

Dit zijn termen die in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs zo worden gebruikt.<br />

2 De begeleider vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is zowel coach van de student als consulent van het<br />

leerbedrijf. In bijlage 2 van ‘to be’ tref je overigens een lijst aan waarin de belangrijkste begrippen<br />

worden beschreven.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

4


To do<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Deel 1: Wat je moet doen<br />

5


1.1 De kernopgaven<br />

In de bpv gedeelten van de opleiding werk je aan het behalen van kernopgaven. Deze<br />

kernopgaven zijn afgeleid van het beroepsprofiel en competentieprofiel van de <strong>Verzorgende</strong>.<br />

Tijdens de bpv in het derde leerjaar werk je aan het behalen van de volgende kernopgaven:<br />

1. Opstellen zorgplan,<br />

2. Begeleiden van cliënten,<br />

3. Medicatie en wondverzorging,<br />

4. Care & cure,<br />

5. Ethische dilemma’s bediscussiëren,<br />

6. Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />

De kernopgaven zijn beschreven volgens een bepaalde methode: de SMART methode. Deze<br />

uitwerking noemen we een leerplanschema. De resultaatbeoordeling, met daarin een<br />

ordening op basis van de drie H’s (Hoofd, Hart en Handen), is hiervan afgeleid. Zo wordt<br />

duidelijk wat je moet doen en aan welke criteria je moet voldoen.<br />

De inhoud van landelijk vastgestelde deelkwalificaties is verwerkt in de kernopgaven. Per<br />

kernopgave worden de deelkwalificaties en eindtermen genoemd. In de SMART<br />

beschrijvingen van de kernopgaven wordt dit duidelijk gemaakt. Tevens is (met een grijs<br />

kader) de relatie met de SPW opleiding aangeven op het niveau van eindtermen.<br />

Als er in de instellingen protocollen worden gebruikt bij bovenstaande kernopgaven, dan<br />

moet je hiervan gebruik maken.<br />

De begeleiding en de beoordeling van jouw bekwaamheid worden door jouw<br />

praktijkbegeleiders in de organisatie gedaan. Beoordelaars beoordelen je als je aan het werk<br />

bent. Dit noemen wij: directe beoordeling. Bij de indirecte beoordeling wordt ook de bpv<br />

coach van de instelling (<strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>) betrokken. Dan wordt er meer gekeken naar<br />

het proces waarbinnen de beoordelingen tot stand zijn gekomen. Het gaat dan bijvoorbeeld<br />

om de vraag waarom de organisatie een bepaalde beoordeling heeft gegeven en dergelijke.<br />

De bpv coach is verantwoordelijk voor het vaststellen van de eindbeoordeling. In deel 3 (‘to<br />

check’) is hier meer over te vinden.<br />

Voor informatie over trainingen, terugkomdagen, wijze van scholing en begeleiding verwijzen<br />

we naar deel 2: ‘to plan’.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

6


1.2 Kernopgave Opstellen zorgplan<br />

Kernopgave: Opstellen zorgplan<br />

S<br />

M<br />

A<br />

R<br />

Je verleent op adequate, methodische wijze zorg met behulp van een zelf opgesteld zorgplan aan één<br />

zorgvrager met minimaal 3 gezondheidsproblemen. Dit zorgplan breng je onder in het zorg dossier 1 .<br />

♦ Je brengt de zorgbehoefte van de zorgvrager in kaart met behulp van observatiemodel Brink<br />

Tjebbes of Gordon Nanda (of een ander model zoals dat binnen de instelling gehanteerd wordt);<br />

♦ Je maakt een zorgplan a.d.h.v. de PESDIE methode;<br />

♦ Bij het opstellen van het zorgplan betrek je niet alleen de zorgvrager maar ook het sociale netwerk,<br />

zodat het voldoende beantwoordt aan de vragen van de zorgvrager (en mantelzorg);<br />

♦ Het zorgplan is opgesteld volgens de richtlijnen van de organisatie en hiermee werk je.<br />

♦ Methodisch houdt in dat je de zorg vaststelt, plant, de benodigde zorg uitvoert, evalueert en<br />

rapporteert en hierin samenwerkt met anderen waar nodig.<br />

Je maakt afspraken met jouw praktijkbegeleider over de keuze van de zorgvrager. Bij oefenen van deze<br />

kernopgave maak je gebruik van het volgende boek: N. van Halem (e.a.). (2002)<br />

“Beroepspraktijkvorming verzorgende. Zorgcategorieën en differentiaties niveau 3”. Bohn Stafleu Van<br />

Loghum (ISBN: 90 31336513) opdracht 1, 2, 4, 5 en 7 van de DeelKwalificaties 313 en 314.<br />

Bij het uitvoeren van deze kernopgave vraag je ondersteuning bij het begrijpen van verzamelde<br />

gegevens en het formuleren van zorg- en begeleidingsdoelen van je directe begeleider. Belangrijk is<br />

echter wel dat jij uiteindelijk het zorgplan opstelt van die bewoner en, samen met anderen, werkt aan de<br />

hand van dit zorgplan. Je bespreekt het zorgplan en de zorg die je verleent met jouw directe begeleider<br />

van de organisatie. Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een<br />

training/workshop. De complexiteit van de zorg die je moet verlenen is middencomplex (bijv. een<br />

zorgvrager met drie verpleegproblemen kan hieronder vallen) Het is van belang om na een<br />

oriëntatieperiode de beginsituatie vast te leggen m.b.v. beoordelingslijst.<br />

De beoordelingslijst dient meerdere malen en door meerdere beoordelaars ingevuld worden.<br />

Wil je goede zorg bieden, dan is het van belang om de zorgbehoefte van de zorgvrager in kaart te<br />

brengen. Dat kan zijn door middel van een anamnesegesprek, maar ook observaties van de zorgsituaties<br />

en gesprekken met de zorgvrager kunnen hierin volstaan. als verzorgende analyseer je de verzamelde<br />

gegevens en formuleert zorg- en begeleidingsdoelen. Je bedenkt en kiest welke activiteiten nodig zijn. Je<br />

maakt afspraken en stemt de zorgverlening en/of ondersteuning af met anderen in het team. Eventueel<br />

met andere disciplines. je bespreekt het zorgplan met de zorgvrager, mantelzorger, naasten en/of<br />

wettelijke vertegenwoordigers en stelt –in overleg met het team- het zorgplan vast.<br />

Daarna komt het er op aan om, samen met je team, te werken volgens het zorgplan. Dit op gezette<br />

tijden te evalueren en/of bij te stellen.<br />

In deze fase van de opleiding is het belangrijk dat je groeit ten aan zien van een totaalpakket van zorg<br />

die een zorgvrager nodig heeft. Daarvoor is het zorgplan een uitstekend middel 1 . Het zorgplan is een<br />

beroepsproduct dat je, met in achtneming van de privacy, archiveert in je portfolio.<br />

1 Als het niet mogelijk is om zelf een zorgplan op te stellen kan je ook afspraken maken om een bestaand<br />

zorgplan bij te stellen of te actualiseren.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

7


T Deze kernopgave (het opstellen van en werken vanuit het zorgplan) dient gedurende 5 weken door jou<br />

te worden uitgevoerd. Of, voor wat de kraamzorg betreft, dit zorgplan dient gedurende de kraamtijd van<br />

één gezin gehanteerd te worden. In deze weken/tijd word je in getoetst aan de hand van de criteria.<br />

2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />

deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />

Je kunt:<br />

huishoudelijke- en basiszorg verlenen<br />

aan een barende, kraamvrouwen en<br />

pasgeborenen (311.03 );<br />

De ontwikkeling van het kind<br />

omschrijven (313.01);<br />

Relevante ziektebeelden omschrijven<br />

(313.02)<br />

Basiszorg verlenen tijdens de bevalling<br />

en de kraamperiode (313.03);<br />

De zorg coördineren tijdens de<br />

bevalling en de kraamperiode<br />

(313.05);<br />

Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />

bevorderen inzake de zorg rondom de<br />

bevalling en de kraamperiode (313.06)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

verzorging (308.02 en 03);<br />

Voor vervolg: zie volgende pagina.<br />

Cliënten met een chronische aandoening<br />

1 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verzorgende taken: A1 (1.2/1.3) A2<br />

(2.1/2.2/2.4/2.5), A6 (6.1/6.4), A7 (7.1/7.5/7.8), B (8.2/8.3) en C (9.3/9.4/9.5). De betekenis van deze codes<br />

vind je in bijlage To do 1.<br />

Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />

Je kan:<br />

Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />

Elementen beschrijven van de leefwereld<br />

van cliënten (301.04);<br />

De eigen werkzaamheden planmatig<br />

uitvoeren (301.11);<br />

Rapporteren over de werkuitvoering<br />

(301.13);<br />

In teamverband werken (303.05);<br />

Professioneel optreden in werksituaties<br />

(304.03);<br />

Behoefte van de verzorging in kaart<br />

brengen (308.01);<br />

Cliënten verzorgen en helpen bij<br />

verzorgen (308.05);<br />

Aspect verzorging evalueren (308.11);<br />

De zelfstandigheid van cliënten<br />

bevorderen (309.14);<br />

8


Of je kunt<br />

Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01);<br />

Basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />

De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05);<br />

De kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen t.a.v. de zorg voor ouderen (314.06).<br />

Bij de eindterm 05 van DK 313 en DK 314 worden de eindtermen van DK 301 geïntegreerd meegenomen.<br />

Het betreft:<br />

02 inschatten zorgbehoefte<br />

03 opstellen zorgplan<br />

04 veranderingen in de zorgvraag signaleren<br />

05 zorgplan evalueren<br />

06 informatie zorgvraag in samenhang rapporteren<br />

Bij de eindterm 05 van DK 313 en DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 305 geïntegreerd meegenomen.<br />

Het betreft:<br />

01 activiteiten rondom de zorg coördineren<br />

02 zorgdragen voor ontslag en overdracht<br />

03 werkplanning maken<br />

04 voorwaarden formuleren die wenselijk zijn voor de te verlenen zorg<br />

Bij de eindterm 03 van DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 309 geïntegreerd meegenomen. Het betreft:<br />

02 hanteren zorgplan<br />

03 huishoudelijke zorg verlenen<br />

04 basiszorg verlenen<br />

05 preventie en GVO toepassen<br />

06 zorg coördineren<br />

07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

9


1.3 Kernopgave Begeleiden van cliënten.<br />

Kernopgave: Begeleiden van cliënten<br />

S<br />

M<br />

A<br />

R<br />

Je geeft begeleiding aan minimaal drie cliënten (en diens naasten) bij het dagelijks functioneren in de<br />

leefsituatie. De begeleiding die je geeft is echter één op één.<br />

De student:<br />

• verdiept zich aan de hand van het verpleegplan in de gezondheidstoestand/beperkingen van de<br />

cliënt (s)<br />

• signaleert bij (een groep) cliënt(s) verergering van stoornissen, beperkingen en/of handicaps en<br />

richt zich op het inschatten van risicogedragingen en het signaleren van risicovolle situaties, die het<br />

gezonde bestaan bedreigen. Daarbij ligt het accent op:<br />

het onderkennen van mogelijke gedragsveranderingen/psycho-sociale problemen (hieronder<br />

vallen ook emoties….denk aan kraambed!);<br />

de beleving, ondersteuning (bij verwerking) en hantering van de gevolgen van ziekte of<br />

beperkingen;<br />

preventie, GVO en voorlichting verzorgen en hierin samenwerken met anderen waar nodig;<br />

ondersteuning bieden bij praktische zaken met betrekking tot het maatschappelijk functioneren.<br />

• maakt met cliënten of hulpverleners, familieleden en mantelzorg afspraken over te nemen<br />

maatregelen;<br />

• stemt deze afspraken af met andere disciplines;<br />

• begeleidt de cliënt op het gebied van gedragsveranderingen/ psycho-sociale problemen, de<br />

beleving, ondersteuning (bij verwerking) en hantering van de gevolgen van ziekte of beperkingen<br />

en/of ondersteuning bieden bij praktische zaken met betrekking tot het maatschappelijk<br />

functioneren;<br />

• evalueert de gegeven begeleiding met de cliënt en het team.<br />

Bij het oefenen van deze kernopgave maak je gebruik van de volgende boeken: N. van Halem (e.a.).<br />

(2002). Beroepspraktijkvorming verpleegkundige zorgcategorieën en differentiaties niveau 3. Bohn<br />

Stafleu Van Loghum (ISBN 90 313 3651 3 opdracht 1, 2 en 3 van de DeelKwalificaties 313 en 314.).<br />

Met behulp van de leervragen van een verslag verantwoord jij hoe jouw proces van leren is verlopen.<br />

Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />

De complexiteit van de zorg die je moet verlenen is middencomplex (bijv. een zorgvrager met drie<br />

verpleegproblemen kan hieronder vallen)<br />

Het is van belang om na een oriëntatieperiode de beginsituatie vast te leggen m.b.v. beoordelingslijst.<br />

De beoordelingslijst dient meerdere malen en door meerdere beoordelaars ingevuld worden.<br />

Belangrijk is dat de cliënten (en/of de mantelzorg, en/of de instelling) de begeleiding die je toepast als<br />

zinvol ervaren. Dit geldt ook ten aan zien van de passende activiteiten 1 .<br />

1 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verzorgende taken A1<br />

(1.1/1.2/1.3/1.4/1.5/1.6), A4 (4.8/4.9/4.10/4.11/4.12/4.15/4.17/4.19), A6 (6.1), A7<br />

(7.1/7.5/7.6/7.8), B8 (8.1/8.2/8.5) en C9 (9.4/9.5). De betekenis van deze codes vind je in<br />

bijlage To do 1<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

10


T Het begeleiden van (een kleine groep) cliënten dient te gebeuren in overleg met de werkbegeleider. En<br />

in een duur van 3 weken. In deze weken word je in getoetst aan de hand van de criteria. De<br />

bekwaamheid wordt individueel en life getoetst door de leerwerkmeester van de organisatie, binnen een<br />

periode van 20 weken.<br />

2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />

deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />

Je kan:<br />

De ontwikkeling van het kind<br />

omschrijven (313.01);<br />

Relevante ziektebeelden<br />

omschrijven (313.02)<br />

Basiszorg verlenen tijdens de<br />

bevalling en de kraamperiode<br />

(313.03);<br />

Preventie en GVO toepassen<br />

tijdens de bevalling rn de<br />

kraamperiode (313.04)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />

Je kan:<br />

Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />

Elementen beschrijven van de leefwereld<br />

van cliënten (301.04);<br />

Cliënten observeren (301.06);<br />

Cliënten begeleiden (301.09);<br />

Rapporteren over de werkuitvoering<br />

(301.13);<br />

Een vertrouwensrelatie onderhouden met<br />

een cliënt (302.04);<br />

Leiding geven aan individuele cliënten en<br />

aan groepen (302.08);<br />

In teamverband Voor vervolg: werken zie (303.05); volgende pagina.<br />

Samenwerkingsrelatie onderhouden met<br />

cliënten en hun naasten )304.02);<br />

Professioneel optreden in werksituaties<br />

(304.03);<br />

Cliënten met een chronische aandoening<br />

verzorgen (308.05);<br />

Aspect verzorging evalueren (308.11);<br />

Begeleidingsbehoefte van cliënten in VGZ<br />

beschrijven (309.01);<br />

Infomatie verzamelen en de begeleidings-<br />

behoefte van de cliënt in kaart brengen<br />

(309.02 en 03);<br />

Cliënten begeleiden bij belangrijke<br />

levensgebeurtenissen (309.13);<br />

De zelfstandigheid van cliënten<br />

bevorderen 9309.14);<br />

De uitvoering van de resultaten van het<br />

aspect begeleiding van het<br />

ondersteuningsplan evalueren (309.15).<br />

11


Of je kunt<br />

Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01);<br />

Basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />

Preventie en GVO toepassen bij de oudere zorgvrager (314.04).<br />

Bij de eindterm 04 van DK 313 en DK 314 worden de eindtermen van DK 303 geïntegreerd<br />

meegenomen. Het betreft:<br />

02 toepassen primaire preventie<br />

03 toepassen secundaire preventie<br />

04 toepassen tertiaire preventie<br />

Bij de eindterm 03 van DK 313 zijn ook de eindtermen van DK 311 geïntegreerd meegenomen. Het<br />

betreft:<br />

02 hanteren zorgplan<br />

03 huishoudelijke zorg verlenen<br />

04 basiszorg verlenen<br />

05 preventie en GVO toepassen<br />

06 zorg coördineren<br />

07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />

Bij de eindterm 03 van DK 314 zijn ook de eindtermen van DK 309 geïntegreerd meegenomen. Het<br />

betreft:<br />

02 hanteren zorgplan<br />

03 huishoudelijke zorg verlenen<br />

04 basiszorg verlenen<br />

05 preventie en GVO toepassen<br />

06 zorg coördineren<br />

07 kwaliteit en deskundigheid bevorderen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

12


1.4 Kernopgave “Medicatie en wondverzorging”<br />

Kernopgave: “Medicatie en wondverzorging”<br />

S<br />

M<br />

A<br />

R<br />

T<br />

Binnen de zorg die je verleent aan een minimaal drie zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg voor<br />

de medicatie en verzorg jij de wonden. Eventueel verleen jij je medewerking aan onderzoek en<br />

behandeling.<br />

♦ De voorbehouden handelingen betreffen:<br />

a. het toedienen van medicijnen;<br />

b. wonden verzorgen en eventueel het<br />

c. deelnemen aan onderzoek door monsters te verzamelen ten behoeve van diagnostiek.<br />

♦ De handelingen worden uitgevoerd met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen,<br />

procedures en voorschriften;<br />

♦ Je houdt rekening met de voorschriften, de eigen verantwoordelijkheden en bekwaamheden, rechten<br />

en plichten (wet BIG);<br />

De praktijkbegeleider zal jou de gelegenheid bieden om in de oefenfase te werken met de<br />

oefenopdrachten 10 tot en met 17 en 23 en 24 uit het boek “Beroepspraktijkvorming verzorgende ,<br />

deelkwalificatie 304: verplegende elementen”, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 9031336521. Deze<br />

oefenopdrachten bieden jou en je praktijkbegeleider de gelegenheid de verschillende vaardigheden van<br />

deze kernopgave te oefenen.<br />

Ondersteuning wordt je binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />

Het is van belang om na een oriëntatieperiode van 2 weken de beginsituatie vast te leggen m.b.v.<br />

beoordelingslijst. De beoordelingslijst dient eens per 2 of 3 weken door meerdere beoordelaars ingevuld te<br />

worden. Zie deze handelingen niet als kunstje maar handel in het kader van het zorgproces van de<br />

zorgvrager. Aan het einde van de praktijkleerperiode wordt dan jouw eindniveau bepaald.<br />

Als verzorgende verricht je in opdracht van de behandelaar verpleegtechnische handelingen. Daarbij neem<br />

je uiteraard de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in acht. Hierbij gaat het om zowel voorbehouden<br />

handelingen als handelingen die risicovol zijn. De veiligheid van de zorgvrager staat centraal. Van belang<br />

is dat je voorziet in een optimaal controlesysteem en dat je weet adequaat te handelen indien zich<br />

complicaties voordoen. Als verzorgende neem je mogelijke angst en onzekerheid van de zorgvrager weg<br />

door uitleg over wat, waarom en hoe jij de verpleegtechnische of kraamtechnische handelingen uitvoert.<br />

Ten aan zien van de medicatie is het van belang dat de eindcontrole door een gediplomeerde plaats vindt.<br />

Je werkt door middel van deze kernopgave aan verzorgende taken 1 die deels onder de BIG wet vallen.<br />

Je bent de hele praktijkleerperiode met (delen van) deze kernopgave bezig.<br />

1 Je werk aan de volgende verzorgende taken: A1 (1.1/1.6), A5(5.1/5.2/5.9)), A6 (6.2/6.3/6.9), A7 (7.7), B<br />

(8.1/8.2/8.3) en C (9.2/9.5). De betekenis van deze codes vind je in bijlage To do 1.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

13


2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties en<br />

(sub)eindtermen. Bij de eindtermen zijn de beroepshouding (zie DK 204) geïntegreerd.<br />

Je kan:<br />

• In opdracht, zorgdragen voor het medicijngebruik van een zorgvrager (302.09);<br />

• In opdracht bij een zorgvrager wonden verzorgen (302.10);<br />

• De zelfzorg van een zorgvrager met betrekking tot basiszorg geheel of gedeeltelijk overnemen (304.15);<br />

• De eigen rechtspositie omschrijven ten aan zien van de voorbehouden handeling (volgens wet- en<br />

regelgeving) (304.01);<br />

• Medicijnen toedienen (304.04);<br />

• Wonden verzorgen(304.05);<br />

• Deelnemen aan onderzoek en behandeling door andere disciplines (304.12);<br />

• Adequaat reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties (304.13) en<br />

• Kraamtechnische handelingen uitvoeren bij een barende, een kraamvrouw en een pasgeborene (304.17)<br />

en<br />

• Voorwaarden scheppen voor de verbetering van de kwaliteitszorg op microniveau (306.02).<br />

Binnen de kraamzorg gelden ook:<br />

• De ontwikkeling van het kind omschrijven (313.01)<br />

• Basiszorg verlenen tijdens de bevalling en de kraamperiode (313.03);<br />

• De zorg coördineren tijdens de bevalling en de kraamperiode (313.05).<br />

Binnen de ouderenzorg gelden ook:<br />

• Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01)<br />

• Kan basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />

• De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05).<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

14


1.5 Kernopgave “Care & cure”<br />

Kerntaakopgave: “Care & cure”<br />

S<br />

M<br />

A<br />

R<br />

T<br />

Binnen de zorg die je verleent aan minimaal 3 zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg voor de<br />

opname van voeding en vocht en de uitscheiding. Eventueel verleen jij je medewerking aan onderzoek en<br />

behandeling.<br />

♦ De voorbehouden handelingen betreffen:<br />

a. de opname van voeding en vocht (d.m.v. een maagsonde, peg sonde);<br />

b. de uitscheiding (m.b.v. blaaskatheter en stoma) en eventueel het;<br />

c. deelnemen aan onderzoek door monsters te verzamelen ten behoeve van diagnostiek.<br />

♦ De handelingen worden uitgevoerd met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen,<br />

procedures en voorschriften;<br />

♦ Je houdt rekening met de voorschriften, de eigen verantwoordelijkheden en bekwaamheden, rechten<br />

en plichten (wet BIG);<br />

De praktijkbegeleider zal jou de gelegenheid bieden om in de oefenfase te werken met de<br />

oefenopdrachten 1 tot en met 7 en 23 uit het boek “Beroepspraktijkvorming verzorgende , deelkwalificatie<br />

304: verplegende elementen”, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN 9031336521. Ondersteuning wordt je<br />

binnen het terugkomonderwijs geboden door middel van een training/workshop.<br />

Het is van belang om na een oriëntatieperiode van 2 weken de beginsituatie vast te leggen m.b.v.<br />

beoordelingslijst. De beoordelingslijst dient eens per 2 of 3 weken door meerdere beoordelaars ingevuld te<br />

worden. Zie deze handelingen niet als kunstje maar handel in het kader van het zorgproces van de<br />

zorgvrager. Aan het einde van de praktijkleerperiode wordt dan jouw eindniveau bepaald.<br />

Als verzorgende verricht je in opdracht van de behandelaar verpleegtechnische handelingen uit. Daarbij<br />

neem je uiteraard de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen in acht. Hierbij gaat het om zowel<br />

voorbehouden handelingen als handelingen die risicovol zijn. De veiligheid van de zorgvrager staat<br />

centraal. Van belang is dat je voorziet in een optimaal controlesysteem en dat je weet adequaat te<br />

handelen indien zich complicaties voordoen. Als verzorgende neem je mogelijke angst en onzekerheid van<br />

de zorgvrager weg door uitleg over wat, waarom en hoe jij de verpleegtechnische handelingen uitvoert.<br />

Ten aan zien van de medicatie is het van belang dat de eindcontrole door een gediplomeerde plaats vindt.<br />

Je werkt door middel van deze kernopgave aan verpleegkundige taken 1 die deels onder de BIG wet vallen.<br />

Je bent de hele praktijkleerperiode met (delen van) deze kernopgave bezig.<br />

1 Je werk aan de volgende verpleegkundige taken: A1 (1.1/1.6), A5(5.1/5.2/5.9)), A6 (6.2/6.3/6.9), A7 (7.7), B<br />

(8.1/8.2/8.3) en C (9.2/9.5). De betekenis van deze codes vind je in bijlage To do 1.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

15


2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kerntaaktoets draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties<br />

en (sub)eindtermen. Bij de eindtermen zijn de beroepshoudingaspecten (zie DK 204) geïntegreerd.<br />

Je kan:<br />

• Het levensperspectief van de oudere zorgvrager omschrijven (314.01)<br />

• Kan basiszorg verlenen aan een oudere zorgvrager (314.03);<br />

• Preventie en GVO toepassen bij de oudere zorgvrager 314.04)<br />

• De zorg coördineren in situaties met een oudere zorgvrager (314.05).<br />

• De zelfzorg van een zorgvrager met betrekking tot basiszorg geheel of gedeeltelijk overnemen (304.15);<br />

• De eigen rechtspositie omschrijven ten aan zien van de voorbehouden handeling (volgens wet- en<br />

regelgeving) (304.01);<br />

• Een zorgvrager helpen bij de opname van voeding en vocht d.m.v. sonde (304.02);<br />

• Een zorgvrager helpen bij de uitscheiding m.b.v. katheter (304.03);<br />

• Zorgvragers met blaaskatheters en maagsondes verzorgen (304.07);<br />

• Deelnemen aan onderzoek en behandeling door andere disciplines (304.12);<br />

• Adequaat reageren bij ongevallen en in onvoorziene situaties (304.13)<br />

• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een chronisch zieke, een lichamelijk gehandicapte en een<br />

revaliderende zorgvrager (304.14) of<br />

• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een geriatrische zorgvrager (304.15) of<br />

• Verpleegtechnische handelingen uitvoeren bij een verstandelijk gehandicapte zorgvrager (304.16).<br />

Opmerking: deze kernopgave is niet van toepassing binnen de kraamzorg (DK 313)!<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

16


1.6 Kernopgave: Ethische dilemma’s bediscussiëren<br />

Leerplanschema kernopgave: Ethische dilemma’s bediscusiëren.<br />

S<br />

M<br />

A<br />

R<br />

T<br />

In een teamoverleg bediscussieer je met collegae (de argumentatie van) elkaars standpunten over<br />

ethische dilemma’s die je tegenkomt op de werkvloer.<br />

Om deze kernopgave te realiseren volg je de volgende stappen:<br />

1. Je maakt afspraken betreffende de tijd die je neemt om je te oriënteren op voorkomende<br />

dilemma’s;<br />

2. Je bespreekt met je praktijkbegeleider wat je tegen komt en wil bespreken, alsook de keuze<br />

van het onderwerp;<br />

3. Je bespreekt welke teamoverleg je hiervoor kan gebruiken of dat je zelf iets organiseert 1 ,<br />

4. Je volgt eerst de training “Ethische dilemma’s” op de terugkomdag;<br />

5. Bij het oefenen van deze kernopgave maak je gebruik van het volgende boek: N. van Halem<br />

(e.a.). (2002). Beroepspraktijkvorming verpleegkundige zorgcategorieën en differentiaties<br />

niveau 4, deel 1. Bohn Stafleu Van Loghum (ISBN 9031336513), met name opdracht 1 tot en<br />

met 5 van DK 306;<br />

6. Je maakt een verslag 2 waarin je het proces en het product verantwoordt.<br />

De ethische dilemma’s mogen niet op het gebied van palliatieve zorg liggen noch op het gebied van<br />

preventieve geneeskunde zoals abortus provocatus.<br />

Het gaat om een discussie in een teamoverleg over een verpleegsituatie waarin jíj geconfronteerd wordt<br />

met een dilemma waarin voor jou niet duidelijk is welk gedrag jij moet vertonen of welke keuze je moet<br />

maken of waarin jij ‘botst’ met wat in de instelling gangbaar is. Daarbij is de verpleegkundige zorg op<br />

microniveau het uitgangspunt. Hiermee samenhangend – vooraf of na de discussie – beleg jij een<br />

bijeenkomst. Je brengt hierin jouw standpunt ten aanzien van een bepaald dilemma naar voren. Dit<br />

beargumenteert vanuit de ethiek, je identiteit en pragmatiek (= wat werkt in het verzorgend beroep).<br />

De beoordelingslijst dient door meerdere beoordelaars ingevuld worden (dit is zeker mogelijk gezien de<br />

teambespreking.).<br />

Een standpunt innemen over een dilemma in de dagelijkse praktijk van het verpleegkundig beroep heb<br />

je maar zo. Een goede discussie daarover niet. Dat is wel van belang in het verzorgende beroep.<br />

Belangrijk is ook dat je hierin ervaring en kennis deelt met je aanstaande collegae. Het team is hiervoor<br />

de aangewezen plek 3 .<br />

De discussie en de door jou georganiseerde bijeenkomst dienen te gebeuren in overleg met en onder<br />

begeleiding van de leerwerkmeester. De eerste 3-5 weken gebruik je voor oriëntatie op dilemma’s,<br />

bekend worden met het team en de instelling. Daarna kan je deze kernopgave uit gaan voeren.<br />

1 Als middel mag je daarvoor een klinische les , een themabijeenkomst of een eigen georganiseerd<br />

werkoverleg gebruiken. Randvoorwaarde is wel dat er naast jou minimaal 4 collega’s aanwezig<br />

dienen te zijn.<br />

2 In de training wordt aanacht besteed hoe je product en proces dient te verantwoorden.<br />

3 Je werkt door middel van deze kernopgave aan de volgende verpleegkundige taken: A1<br />

(1.1/1.2/),A2, A6 (6.1/6.4/6.5), A7 (7.1/7.2/7.5/7.6) en B (8.1, 8.2, 8.4/8.5) en C (9.4, 9.5, 9.7,<br />

9.8) Zie bijlage 1 van To do.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

17


2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde)<br />

deelkwalificaties en (sub)eindtermen.<br />

Je kan:<br />

• Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />

Of je kunt<br />

bevorderen in situaties met een<br />

chronisch zieke, een lichamelijk<br />

gehandicapte en een revaliderende<br />

zorgvrager (308.07).<br />

• Kwaliteitszorg en deskundigheid<br />

Of je kunt<br />

bevorderen in situaties met een<br />

geriatrische zorgvrager (309.07).<br />

• Kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen in situaties met een verstandelijk gehandicapte<br />

Of je kunt<br />

zorgvrager (310.07).<br />

• Kwaliteitszorg en deskundigheid bevorderen in situaties met een barende, een kraamvrouw en<br />

een pasgeborene (311.07).<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />

Je kan:<br />

Pedagogisch Werk (nivo 3)<br />

De eigenheid van de cliënt waarborgen<br />

(304.01);<br />

De eigen beroepsdeskundigheid op peil<br />

houden (304.04);<br />

Participeren in een systeem van<br />

kwaliteitszorg (304.05)<br />

18


1.7 Kernopgave: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar<br />

Leerplanschema kernopgave: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />

S<br />

M<br />

Je functioneert als een beginnend beroepsbeoefenaar met een POP en Portfolio.<br />

Je laat zien dat je zo functioneert als je:<br />

Voor dat de stage 1 begint je POP en PAP en Portfolio klaar hebt;<br />

In de eerste week aan de betrokken praktijkopleider/praktijkbegeleider in de instelling je<br />

presenteert m.b.v. jouw showcaseportfolio en jouw Persoonlijk Opleidings Plan (= POP) en<br />

Persoonlijk Activiteiten Plan (=PAP) ter sprake brengt.<br />

Een oriëntatiefase van 2 weken afspreekt waarin je laat zien wat je kan ten aan zien van de<br />

“Werken met een zorgplan” en “Er zijn voor de zorgvrager” 2 .<br />

Als je je leerproces kan verantwoorden:<br />

o Met behulp van een reflectie over de oriëntatiefase van 2 weken waarin je aangeeft<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

welke leerpunten de beoordelingen je opgeleverd hebben;<br />

o met behulp van reflecties over kernopgaven “Opstellen van een zorgplan” en “Begleiden<br />

van cliënten”;<br />

o Met behulp van het zorgplan dat je opgesteld of bijgewerkt hebt in het kader van de<br />

kernopgave “Opstellen zorgplan”;<br />

o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Begeleiden<br />

van cliënten” uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft welke begeleiding je gegeven hebt<br />

en waarom 3 ;<br />

o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Medicatie en<br />

wondverzorging” uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft hoe je daarbij rekening hebt<br />

gehouden met de handelingen;<br />

o Met behulp van een verslag waarin je de hoofdcriteria van de kernopgave “Care & cure”<br />

uitgewerkt hebt en daarnaast aangeeft hoe je daarbij rekening hebt gehouden met de<br />

handelingen;<br />

o Met behulp van een verslag waarin je het proces en het product verantwoordt van de<br />

kernopgave “Ethische dilemma’s bediscussiëren”;<br />

o En daarbij kan laten zien dat de beoordeling van de kernopgaven door meerdere<br />

personen op meerdere momenten heeft plaatsgevonden;<br />

o Door middel van een eindreflectieverslag waarin je de gehele stageperiode evalueert.<br />

1 e<br />

De M-punten over POP, PAP, showcaseportfolio en oriëntatiefase gelden voor iedere 3 jaars<br />

stageperiode!<br />

2<br />

Dit zijn twee kernopgaven van leerjaar 2. Het gaat er om dat je laat zien dat je deze kernopgaven<br />

beheerst. Het gaat niet om een verslaglegging of een ander schriftelijk produkt. Laat je zelf<br />

beoordelen aan de hand van wat je doet met behulp van de criteria van die kernopgaven. (Het<br />

praktijkboek van het 2 e jaar staat op de website www.hoornbeeck.nl onder het menu<br />

documenten>gezondheidszorg>verzorgende.<br />

3<br />

Voor zowel de kernopgaven “Medicatie en wondverzorging” en “Care & cure” is het van belang dat<br />

je vanuit de wet BIG aangeeft welke mogelijkheden enb verantwoordelijkheden jij hebt.<br />

19


A<br />

R<br />

T<br />

Deze kernopgave wordt haalbaar door met je zorg/unit manager en praktijkbegeleider en eventueel het<br />

team afspraken te maken. Deze kernopgave stimuleert en helpt je, om je leerproces op scherp te<br />

houden 1 .<br />

Je bent zelf een belangrijke speler hierin. De praktijkopleider (of manager) zal je hierin ondersteunen en<br />

waar nodig (tijdelijk) aansturen. Na 2 weken stel je vanuit deze ervaringen samen met je praktijkopleider<br />

en/of manager vast hoe ver je groeiproces 2 is. Van belang is om daarnaast een bijstelling van jouw POP<br />

te maken waarin je jouw persoonlijke leerdoelen herformuleert.<br />

Plan beoordelingsgesprekken met je zorg/unit manager en/of praktijkbegeleider en/of praktijkopleider.<br />

Voor jou kan de 360 o feedback methode daarin van belang zijn. Van deze gesprekken stel jij de agenda op<br />

en leidt het gesprek. Let wel op: de praktijkopleider kan er voor kiezen om in deze cyclus een STAR(RT) 3<br />

interview met je houden.<br />

Overigens wordt ook in het terugkomonderwijs aandacht gegeven aan deze kernopgave.<br />

(Zie voor de wijze van begeleiden ook bijlage To Plan 1: Ontwikkelingsgesprekken)<br />

Als beginnend beroepsbeoefenaar sta je voor de tak je in te werken op de afdeling, in de unit en je<br />

kennis en ervaringen niet alleen te vergroten, maar ook om te delen. Jouw portfolio wordt ingezet als een<br />

map waarin jij vastgelegd hebt welke kerntaken van het verzorgende beroep je al beheerst. 4 . De<br />

kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten” worden gezien als proeven waarmee je<br />

laat zien dat je als beginnend beroepsbeoefenaar functioneert.<br />

De kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten” mag je niet in één stageperiode<br />

plannen. Daarnaast is het van belang om te kijken of je in de zorgsetting waar je stage loopt de<br />

kernopgaven “Medicatie en wondverzorging” en “Care & cure” kunt doen. Het kan voorkomen dat je deze<br />

kernopgave in die bepaalde zorgsetting niet in zijn geheel kan doen 5 . Dan zal je in een volgende<br />

zorgsetting moeten kijken of je dan de kernopgave kan afronden.<br />

1<br />

Belangrijk is dat je per kernopgave goed regelt dat meerdere mensen op meerdere momenten<br />

jou beoordelen . Communiceer dit goed met de leerwerkmeeste van de werkvloer.<br />

2<br />

Belangrijk is dat je nu vaststelt en afspreekt welke activiteiten je wilt ondernemen om je te<br />

bekwamen voor wat betreft de kernopgaven die je in deze praktijkperiode behoort te halen.<br />

3<br />

Het STARRT interview houdt het volgende in:<br />

- wat was de situatie in de instelling<br />

- wat was je taak: dat is helder in dezen, nl. de eigen loopbaan ontwikkelen<br />

- wat waren je acties en die van anderen hierin<br />

- wat was het resultaat<br />

- hoe reflecteer je nu hier op<br />

- welke transfer ga je nu plegen (eventueel naar een volgende periode).<br />

4<br />

Je ontwikkelt je ten aanzien van taakgebied B: Reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen<br />

(7.2). Zie voor totaal overzicht van de taken; bijlage To do 1. Bovendien past deze werkwijze van<br />

werken en leren goed bij de ontwikkelingen in het werkveld..<br />

5<br />

Laat wel duidelijk vastleggen wat je wel beheerst van deze kernopgaven.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

20


2. Verantwoording<br />

Wettelijke legitimering:<br />

Deze kernopgave draagt bij aan de realisatie van en/of realiseert de volgende (genummerde) deelkwalificaties<br />

en (sub)eindtermen.<br />

Je kunt:<br />

• het element van de beroepshouding ‘zich<br />

assertief opstellen als hulpverlener en als<br />

werknemer’ integreren bij de uitvoering van je<br />

eigen taken (204.04);<br />

• het element van de beroepshouding ‘zich<br />

collegiaal opstellen’ integreren bij de uitvoering<br />

van je eigen taken (204.05);<br />

• een eigen werkplanning maken (305.03);<br />

• je eigen deskundigheid bevorderen (306.05);<br />

• stappen ondernemen die nodig zijn om een<br />

baan te krijgen (307.01).<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Je kunt:<br />

Vergelijkbare eindtermen van MBO Sociaal<br />

Pedagogisch Werker (niveau 3)<br />

de eigen werkzaamheden planmatig<br />

uitvoeren (301.11)<br />

de eigen beroepsdeskundigheid op peil<br />

houden (304.04)<br />

het belang van arbeid omschrijven voor de<br />

eigen beroepsgroep en voor bepaalde<br />

groepen (305.01)<br />

DK 301=Methodische vaardigheden 1;<br />

DK 304=Professionaliteit en kwaliteitszorg;<br />

DK 305=Mens, arbeid en samenleving<br />

21


Bijlagen deel 1<br />

To do 1: Takenlijst <strong>Verzorgende</strong><br />

<strong>Verzorgende</strong>n op MBO-niveau verrichten hun taken vrijwel altijd in direct contact met de<br />

zorgvrager. In het beroepsprofiel 1 wordt aangegeven dat zij:<br />

- Verantwoordelijk zijn voor de zelfstandige planning en uitvoering van de zorg van een<br />

zorgvrager of groep van zorgvragers, de zogenaamde zorgvrager gebonden taken;<br />

- Een aantal randvoorwaardelijke taken verrichten, zoals kwaliteitszorg en<br />

deskundigheidsbevordering, de zogenaamde professiegebonden taken;<br />

- De zorg rondom de zorgvrager(s) organiseren en coördineren, de zogenaamde<br />

organisatiegebonden taken.<br />

Hieronder wordt dit uitgewerkt:<br />

A. Zorgvrager gebonden taken<br />

1. <strong>Verzorgende</strong> kernbekwaamheden<br />

1.1 Deugdelijk handelen (<strong>Hoornbeeck</strong> begrip)<br />

1.2 Functioneel kunnen handelen en samenwerken<br />

1.3 Zelfredzaamheid stimuleren en ondersteunen<br />

1.4 Begeleiden met het omgaan van beperkingen en (on)mogelijkheden<br />

1.5 Beïnvloedingsmethoden toepassen in de verzorgende beroepsuitoefening<br />

1.6 Handelen volgens richtlijnen<br />

2. Het methodisch opstellen van een zorg- of hulpverleningsplan<br />

2.1 Een eigen werkplanning hanteren<br />

2.2 Het opstellen van een individueel zorgplan<br />

2.3 Het opstellen van een groepszorgplan<br />

2.4 Het interpreteren van gegevens<br />

2.5 Zorgvrager observeren, signaleren en daarover rapporteren<br />

3. Zorg voor leefomgeving en huishouding<br />

3.1 Zorgdragen voor een sfeervolle leefomgeving<br />

3.2 Verrichten van bedverzorging<br />

3.3 Huishoudelijke taken plannen en verdelen<br />

3.4 Voor een schone, hygiënische en veilige woon/leefomgeving zorgen<br />

3.5 Zorg dragen voor de inkoop van levensmiddelen en bereiding van maaltijden<br />

3.6 Zorg dragen voor aanschaf, herstel en reiniging van kleding en schoeisel<br />

1 Haterd, J. van de e.a, Beroepsprofiel van helpenden en verzorgenden, Utrecht: NIZW/LCV&V,<br />

2000.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

22


4. Helpen bij de basiszorg:<br />

4.1 Helpen bij lichaamshygiëne en persoonlijke verzorging<br />

4.2 De voedingstoestand stimuleren en ondersteunen<br />

4.3 Ondersteuning bieden bij de uitscheiding<br />

4.4 Mobiliteit stimuleren en ondersteunen<br />

4.5 Ademhaling, temperatuur en circulatie stimuleren en ondersteunen<br />

4.6 Slaap- en waakritme stimuleren en ondersteunen<br />

4.7 Overledenen afleggen<br />

4.8 Een dagprogramma verzorgen<br />

4.9 Begeleiden bij zorg voor financiën en persoonlijke eigendommen<br />

4.10 Begeleiden bij stoornissen in het gedrag<br />

4.11 Het sociale netwerk van een zorgvrager begeleiden<br />

4.12 Zorgvragers begeleiden bij het leggen van contact<br />

4.13 Zorgvragers begeleiden bij zingevingvragen, ethiek en waarden en normen<br />

4.14 Zorgvragers doorverwijzen<br />

4.15 Een groep zorgvragers begeleiden<br />

4.16 Het voeren van een slecht nieuws gesprek<br />

4.17 Het omgaan met fysieke en seksuele agressie<br />

4.18 Groepsprocessen sturen<br />

4.19 Een zorgvrager en leefgroep met gedragsproblemen begeleiden<br />

5. Verpleegtechnische zorg:<br />

5.1 Medicijnen checken, registreren, distribueren en toedienen<br />

5.2 Rode, gele en zwarte wonden verzorgen<br />

5.3 Een tracheacanule en –stoma verzorgen<br />

5.4 Vloeistoffen parenteraal toedienen<br />

5.5 Catheterisaties uitvoeren en verplegen met sondes<br />

5.6 Zuurstof toedienen<br />

5.7 Orgaanspoelingen uitvoeren<br />

5.8 Mond- en keelholte uitzuigen<br />

5.9 Ondersteunen van interdisciplinair onderzoek<br />

5.10 EHBO<br />

6. Preventie, GVO en voorlichting geven:<br />

6.1 Observeren en signaleren van verzorgende informatie<br />

6.2 Gezondheidsvoorlichting geven<br />

6.3 Advisering en instructie geven<br />

6.4 Informatie verstrekken over verzorgende handelingen<br />

6.5 Informatie verstrekken over consultmogelijkheden en klachtenregelingen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

23


7. Coördineren<br />

7.1 <strong>Verzorgende</strong> activiteiten afstemmen binnen de gehele zorgverlening<br />

7.2 Consult aanvragen<br />

7.3 Zorgdragen voor opname en ontslag<br />

7.4 Zorgdragen voor overdracht<br />

7.5 Hanteren van de eigen beroepsgrenzen<br />

7.6 Benutten van informatie en communicatiekanalen<br />

7.7 Het hanteren van de wet BIG, POBZ en CAO bepalingen in de beroepsuitoefening<br />

7.8 Zorgdragen voor een goed zorgklimaat<br />

7.9 Zorgdragen voor een goed werkklimaat<br />

B. Professiegebonden taken<br />

8. Deskundigheids- en kwaliteitsbevordering<br />

8.1 Vakliteratuur bijhouden<br />

8.2 Reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen<br />

8.3 Deskundigheidsbevordering geven<br />

8.4 Omgaan met feedback: waardering en kritiek<br />

8.5 (Ethische) standpunten verdedigen en ter discussie stellen<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

9. ‘Smeerolie’ in de organisatie<br />

9.1 Beleidsvorming ondersteunen<br />

9.2 Kostenbewust werken<br />

9.3 ICT middelen hanteren<br />

9.4 Teamwork leveren<br />

9.5 Optreden als tussenpersoon en/of contactpersoon<br />

9.6 Nieuwe stagiaire(s) en collega(‘s) begeleiden<br />

9.7 Agenda maken<br />

9.8 Vergaderen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

24


To do 2: Complexiteit van zorgsituaties<br />

Bron: Raanhuis, M. e.a. (1999). Beoordelen van de beroepspraktijkvorming: een voldoende. Bve<br />

Raad. De Bilt.<br />

Zorgsituatie<br />

Criteria Midden complex Hoog complex<br />

• Hulpvraag<br />

• Voorspelbaarheid<br />

van wisselingen<br />

• Stabiliteit van de<br />

situatie<br />

• Mate van<br />

levensbedreiging<br />

• Gevolgen van de<br />

behandeling<br />

• Ziektesoort<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

• Eenvoudig, duidelijk<br />

en concreet<br />

• Hoge<br />

voorspelbaarheid<br />

• Geen gevaar op<br />

complicaties<br />

• Laag<br />

• Niet belastend<br />

• Beperkt tot een<br />

orgaan<br />

• Meerdere hulpvragen, onduidelijk<br />

en vaag<br />

• Kans op “verassende” situaties<br />

• Verpleegsituaties kan snel<br />

veranderen<br />

• Hoog<br />

• Ingrijpend, verminkend, belastend<br />

• Meerdere organen betrokken bij het<br />

ziekteproces<br />

Psychosociale begeleiding<br />

Criteria Midden complex Hoog complex<br />

• Vermogen van de<br />

zorgvrager om zich<br />

te uiten<br />

• Mate van kritische<br />

bewustzijn van de<br />

situatie<br />

• Mate van emotionele<br />

beleving van eigen<br />

situatie<br />

• Mate waarin de<br />

zorgvrager keuzes<br />

kan maken<br />

• Hoog, verbaal en<br />

non verbaal en<br />

begrijpelijk<br />

• Hoog<br />

• Normaal,<br />

zorgvrager kan<br />

redelijk met situatie<br />

omgaan,<br />

accepteren<br />

• Hoog, kan<br />

zelfstandig keuzes<br />

maken<br />

• Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal<br />

(bv. andere taal of afasie)<br />

• Laag, bv. door<br />

bewustzijnstoornissen of geen<br />

ziekte inzicht<br />

• Proces verloopt heel moeizaam,<br />

sterk emotionele beleving,<br />

moeilijke acceptatie<br />

• Laag, andere personen nodig om<br />

keuzes te maken<br />

25


GVO<br />

Criteria Midden complex Hoog complex<br />

• Mate van info een<br />

voorlichting ten<br />

behoeve van de<br />

zorgvrager<br />

• Mate waarin de<br />

zorgvrager<br />

meewerkt<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

• Gericht op<br />

ziekenverpleging,<br />

gezond gedrag,<br />

eenvoudige<br />

problemen<br />

• Hoog<br />

• Specifieke info over ziekte,<br />

behandeling<br />

• Geringe motivatie om “mee te<br />

werken”<br />

Omgeving<br />

Criteria Midden complex Hoog complex<br />

• Aanwezigheid van<br />

andere<br />

hulpverleners<br />

• Mate van intensiteit<br />

van samenwerking<br />

met andere<br />

disciplines<br />

• Mate waarin de<br />

omgeving voor de<br />

zorgvrager<br />

betrouwbaar, veilig<br />

en acceptabel is<br />

• Mate van contact<br />

tussen zorgvrager<br />

en familie<br />

• Mate van<br />

communicatie met<br />

familie zorgvrager<br />

en mate waarin info<br />

en voorlichting ten<br />

behoeve van<br />

contactpersoon<br />

nodig is<br />

• Mate van emotionele<br />

ondersteuning van<br />

de familie<br />

• Laag aantal<br />

zorgverleners dat<br />

gecoördineerd<br />

wordt<br />

• Laag, weinig<br />

overleg nodig<br />

• Hoog, zorgvrager<br />

kan zijn weg<br />

makkelijk vinden,<br />

stabiele omgeving<br />

• Goed contact,<br />

mantelzorg biedt<br />

ook ondersteuning<br />

• Goede<br />

communicatie, info<br />

en voorlichting<br />

wordt snel<br />

opgenomen<br />

• Laag<br />

• Veel zorgverleners<br />

• Hoog, veel overleg nodig<br />

• Laag, bv. gedwongen opname in<br />

psychia-trie, ziekenhuis of<br />

verpleeghuis; geen optimaal<br />

therapeutisch klimaat<br />

• Slecht contact; mantelzorg is niet<br />

aanwezig of moeilijk te motiveren<br />

• Moeizame communicatie en weinig<br />

bereid om ‘mee te werken’<br />

• Hoog<br />

26


To do 3: Het SMART-principe en Reflecteren volgens A, B, C, D.<br />

Het SMART-principe<br />

Specifiek<br />

De formulering van de kernopgave of doelstelling moet voldoende specifiek en concreet zijn:<br />

Wat ga ik precies doen? En wat wil ik er mee bereiken?<br />

Meetbaar<br />

De norm van de kernopgave of doelstelling moet zo meetbaar mogelijk zijn: Hoeveel ga ik<br />

doen? En hoe goed moet het zijn wat ik doe?<br />

Achievable (letterlijk haalbaar; Acceptabel)<br />

De kernopgave of doelstelling is objectief en subjectief haalbaar en voldoende ambitieus: Is<br />

er draagvlak voor wat ik doe? Welke hulpmiddelen zijn er om mijn doel te halen. En doe ik<br />

alles om mijn doel te bereiken?<br />

Relevant (in het kader van opleidingsdoelstellingen; soms ook Realistisch)<br />

De kernopgave of doelstelling is relevant in het kader van opleidingsdoelstellingen: Kan het<br />

wat ik wil doen? Welke relatie heeft de kernopgave met het beroep Verpleegkundige.<br />

Tijdbepalend (soms ook Traceerbaar)<br />

In de kernopgave of doelstelling moeten tijdsindicaties zijn opgenomen: Wanneer doe ik<br />

welke actie? En wanneer ben ik klaar?<br />

Reflecteren volgens A, B, C, D<br />

Reflecteren is een methode om vanuit de ervaringen te komen tot het verbeteren van het<br />

denken en het doen. Door te werken met een A, B, C en D krijg je grip op je ervaringen. De<br />

letters staan voor woorden/zinnen.<br />

Bij Aan de orde schrijf je zo concreet mogelijk de ervaringen die voor jou van belang waren.<br />

Daarin is het belangrijk dat je ook jouw aandeel (dus: wat heb ik wel of niet gedaan en<br />

eventueel waarom) op schrijft.<br />

Vervolgens wordt bij wat was daarbij Belangrijk voor mij maak je een keuze uit wat je<br />

opgeschreven hebt bij A en je motiveert deze keuze ook. Deze keuze kan bestaan uit een<br />

aantal punten die je voor jezelf wilt aanpakken. In feite filter je de informatie van A.<br />

Vanuit de B punten trek je voor jezelf een Conclusie. Van welk bij de genoemde punten bij<br />

B heb ik nu het meeste last? Wat leer je hiervan of wat wil je hiervan gaan leren of<br />

veranderen.<br />

De laatste stap is dat jij bepaalt: wat ga ik ermee Doen?. Hier ligt de verbinding met je<br />

POP of met de acties die jij jezelf voorneemt om te verbeteren. Handig is om daarbij aan te<br />

geven wanneer je dit gaat doen en hoeveel tijd jij jezelf daarvoor geeft (dus…plannen).<br />

Samenvattend:<br />

A zijn de ervaringen die opgedaan zijn, B de reflectie op die ervaringen, C het<br />

denken over de gevolgen van deze ervaringen, D het beslissen wat ik wanneer er<br />

aan ga werken<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

27


To plan<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Deel 2: Hoe je hieraan werkt<br />

28


2.1 Planning<br />

In deel 1 is uitgewerkt wat je moet gaan doen tijdens de beide stageperioden. Belangrijk is<br />

het om een planning te maken hoe je gaat werken en leren om de kernopgaven met een<br />

voldoende resultaat af te ronden.<br />

LET OP: Je mag de kernopgaven “Opstellen zorgplan” en “Begeleiden van cliënten”<br />

niet in één BPV periode doen. Je moet kiezen in welke BPV periode je of<br />

“Opstellen zorgplan” of “Begeleiden cliënten” plant!<br />

2.2 Leren in de stage<br />

In de stage is het van belang om leren niet alleen te zien als het opdoen van ervaringen.<br />

Voor het doen, uitvoeren van handelingen heb je kennis nodig. De hoofd-criteria helpen jou<br />

daarbij en zijn daarbij ook richtinggevend. De onderwijskundige Kolb gaat uit van leren op<br />

basis van ervaring. Vanuit ervaren dringt hij aan op het zoeken naar achtergronden, naar<br />

theoretische informatie. Met deze kennis zal je in staat zijn handelingen, vaardigheden te<br />

verantwoorden naar anderen toe. Zowel bij leren op school als leren in de stage is het van<br />

belang om de opgedane leer- en praktijkervaring niet in aparte vakjes op te slaan.<br />

2.3 Leren op de werkvloer<br />

Om je te ondersteunen bekwaam te worden, ben je ook tijdens de beroepspraktijkvorming<br />

aan het leren.<br />

Concreet betekent dit dat:<br />

a. Je op je werkplek tijd en ruimte hebt om bijvoorbeeld een:<br />

Gesprek te hebben met je leerwerkmeester over hoe je werkt, de theorie en<br />

achtergronden van handelingen, verpleegplannen, beperkingen en/of ziektebeelden;<br />

Gesprek met de praktijkopleider over hoe je leert;<br />

Protocol of zorgplan en de visie daarachter te bestuderen;<br />

Training krijgt om je te bekwamen in een bepaalde vaardigheid.<br />

b. Je terugkomdagen op het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> hebt, om bijvoorbeeld:<br />

Intervisie en reflectiegesprekken te hebben met je medestudenten, o.l.v. de<br />

praktijkconsulent;<br />

Cursussen, of trainingen te krijgen.<br />

2.4 Begeleiding<br />

We onderscheiden twee soorten begeleiding:<br />

1. Begeleiding van de ontwikkeling van jouw competentie (vakbekwaamheid);<br />

2. Begeleiding in het kader van jouw studieloopbaan (persoonlijk ontwikkelingsproces).<br />

Onder de begeleiding van jouw competentie verstaan we de begeleiding tijdens de uitvoering<br />

van een bepaalde kernopgave: het betreft de kernopgaven ‘Opstellen zorgplan’ en<br />

‘Begeleiden van cliënten’ en ‘Medicatie en wondverzorging’ en ‘Care & cure’ en ‘Ethische<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

29


dilemma’s bediscussiëren’. Hierin word je begeleid door de praktijkbegeleidster op de<br />

werkvloer. Je hebt dagelijks met elkaar te maken en de werkbegeleidster begeleidt jouw<br />

ontwikkeling zó, dat je de kernopgave goed beheerst.<br />

Je hebt tijdens de stage een aantal bijscholingsdagen met o.a. cursussen en trainingen op<br />

het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />

De begeleiding van jouw studieloopbaan (persoonlijk ontwikkelingsproces). Dit betreft<br />

kernopgave ‘Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar’. Hierin word je begeleid door<br />

jouw praktijkopleider en/of manager en de bpv-coach van school. Deze persoonlijke<br />

ontwikkelcyclus richt zich op de langere termijn ontwikkeling en de ontwikkeling van<br />

bekwaamheden voor alle kernopgaven. In dit geval: de gehele stageperiode. Maar…er is ook<br />

oog voor het verder ontwikkelen na je opleiding. Zie de kernopgaven van de studieloopbaan<br />

als de organisator van jouw leerproces tijdens de stageperioden.<br />

Je hebt tijdens het praktijkleren een aantal bijscholingsdagen met o.a. coaching en intervisie.<br />

Dit gebeurt tijdens de terugkomdagen op het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>.<br />

In bijage 1 van to plan zijn hulpmiddelen opgenomen om de begeleiding goed vorm te geven<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

30


Bijlagen deel 2<br />

To plan 1: Ontwikkelingsgesprekken<br />

Je ontwikkelingsproces – van gronden naar vrucht dragen - gaan we goed coachen.<br />

Belangrijke invalshoek bij coaching is: begeleiding op maat. 1 Om deze begeleiding op maat<br />

concreet te maken, gebruiken we twee vormen van begeleiding:<br />

• Begeleiding van jouw competentie (vakbekwaamheid),<br />

• Begeleiding in het kader van jou persoonlijk (loopbaan)ontwikkelingsproces.<br />

In een schema ziet het er zo uit:<br />

In de literatuur wordt de<br />

binnenste cirkel aangeduid<br />

als ‘korte termijn<br />

ontwikkeling’. In<br />

vaktermen: de human<br />

resource cyclus.<br />

Resultaatdoelen (SMART<br />

omschreven) en gewenste<br />

competenties hebben hier<br />

een plaats in. Maar ook het<br />

monitoren van de voortgang<br />

en het beoordelen van<br />

resultaten.<br />

De buitenste cirkel geldt dan<br />

als ‘lange termijn<br />

ontwikkeling’. Ook<br />

aangeduid met de<br />

persoonlijke<br />

ontwikkelingscyclus. Het<br />

betreft hier een<br />

loopbaangesprek waarin<br />

diverse instrumenten<br />

ingezet kunnen worden,<br />

zoals STARRT en 90 of 360<br />

graden feedback.<br />

Bron: Coachen op gedrag<br />

en resultaat. (pag. 9-19)<br />

POP<br />

A. Begeleiding van jouw persoonlijk (loopbaan)ontwikkelingsproces.<br />

In de fase toelating en kennismaking besluit de organisatie dat jij kan worden toegelaten tot<br />

deze fase van het praktijkleren. De eerste taak waar jij voor staat is het laten zien wat je in<br />

huis hebt. Dat doe je in de eerste twee weken. Deze wordt afgerond met een gesprek. Zie<br />

kernopgave ‘Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar’.<br />

1 Begeleiding geven op maat betekent: ‘Het geven van precies die hoeveelheid ondersteuning die<br />

de student in staat stelt een taak uit te voeren, waarbij deze ondersteuning langzamerhand<br />

verminderd wordt.’ Deze wijze van begeleiden hangt samen met de ontwikkelingsfase waarin je<br />

zit.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

evaluatie<br />

Portfolio<br />

planning<br />

Leeractiviteiten<br />

(studie) staan<br />

centraal<br />

Ontwikkel<br />

activiteiten<br />

voortgang<br />

SLB<br />

(Persoonlijk<br />

ontwikkelings<br />

proces)<br />

Competentie<br />

(vakbekwaamheid)<br />

Toelating en kennismaking<br />

Assessment<br />

(= vaststellen/beoordelen van<br />

de geschiktheid)<br />

Promotie, AS, BAS<br />

31


B. Begeleiding van de ontwikkeling van jouw competentie (vakbekwaamheid).<br />

Deze begeleiding kan dagelijks of wekelijks worden doorlopen. Hierbij kunnen drie<br />

gesprekken worden gehanteerd:<br />

1. het planningsgesprek<br />

2. het voortgangsgesprek<br />

3. het evaluatiegesprek<br />

In het planningsgesprek maken de praktijkbegeleider en jij prestatie- en ontwikkelafspraken<br />

voor de komende periode (een week of een langere periode). Dit betekent dat je een<br />

kernopgave en de criteria bestudeert en een planning maakt. In de planning staat aan welke<br />

criteria jij wilt gaan werken en in welke volgorde je dit wilt doen. Op deze manier kan jij je<br />

vakbekwaamheid (zoals dat in de kernopgave van je gevraagd wordt) verder ontwikkelen.<br />

Je komt op het planningsgesprek met een conceptplan. De praktijkbegeleidermeester<br />

bespreekt dit met jou. Na afloop van het planningsgesprek wordt de planning definitief<br />

opgesteld en gehanteerd.<br />

In het voortgangsgesprek worden aan de hand van de planning de tot nu toe (gedeeltelijk)<br />

behaalde prestaties besproken. Ook het ontwikkeling(sprocessen) daar naar toe komt aan de<br />

orde. Je kan dit vergelijken met een functioneringsgesprek. De praktijkbegeleidster stuurt je<br />

bij waar nodig, bemoedigt je en of corrigeert je en je maakt eventueel aanvullende prestatie-<br />

en/of ontwikkelingsafspraken. Ter voorbereiding op dit gesprek kan bijvoorbeeld informatie<br />

worden ingewonnen bij collega’s en/of zorgvragers over jouw functioneren.<br />

In de evaluatiegesprekken wordt gekeken naar het niveau waar je staat. Met andere<br />

woorden: heb je genoeg in huis om het beschreven niveau van de van de kernopgaven te<br />

behalen? Dit kunnen de kernopgaven van de vorige fase zijn (zie gesprek dat je in de tweede<br />

week hebt.). Maar ook de kernopgaven van deze fase, waarmee je moet kunnen laten zien<br />

dat je op het niveau van een <strong>derdejaars</strong> zit. Direct bewijsmateriaal is bijvoorbeeld de<br />

geobserveerde uitvoering van een kernopgave en beoordeling daarvan door de<br />

leerwerkmeester en (eventueel) video-opnames hiervan. Indirect bewijsmateriaal is<br />

bijvoorbeeld een reflectieverslag.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

32


To check<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Deel 3: Hoe je wordt beoordeeld<br />

33


3.1 Inleiding<br />

De opzet van dit deel is als volgt:<br />

♦ Hieronder zijn de resultaatbeoordelingen gegeven van elke kernopgave. De<br />

beoordelingen worden in de organisatie vastgesteld door de begeleider(s);<br />

♦ In de bijlage van deel 3 staan de formulieren voor de eindbeoordeling van elke<br />

kernopgave. Deze worden tijdens het eindgesprek op school opgesteld door jouw bpv<br />

coach. De vergadering van bpv coaches onder leiding van de coördinator van de bpv is<br />

eindverantwoordelijk voor de aan jou gegeven beoordelingen. Uiteindelijk worden de<br />

beoordelingen van de kernopgaven vastgesteld door de examencommissie van de sector<br />

gezondheidszorg.<br />

3.2 Toelichting beoordeling<br />

Bij ieder beoordelingscriterium kun je een score 1 tot en met 5 behalen. De scores zijn als<br />

volgt omschreven.<br />

Score Kenmerk Wat zegt de beoordelaar hiermee<br />

1 Gronden Je hebt kennis gemaakt met de betreffende taak en hebt het<br />

2 Wortelen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

juiste beeld ervan.<br />

Je bent met de praktijkbegeleider opgetrokken, je hebt deze<br />

geobserveerd en enigszins ondersteund bij de uitvoering van<br />

de betreffende taak.<br />

3 Groeien Jij bent in staat onder steeds minder intensief wordende<br />

begeleiding van de praktijkbegeleider de betreffende taak uit te<br />

voeren.<br />

4 Bloeien Jij bent in staat de taak grotendeels – met aandacht voor elk<br />

taakgebied (A, B, C) en elk van de drie H’s – naar behoren uit te<br />

voeren.<br />

5 Vrucht dragen Jij voldoet bij de uitoefenen van de betreffende taak optimaal aan<br />

het gestelde criterium. Dat wil zeggen dat je deze taak volledig<br />

verantwoord en zelfstandig uitvoert.<br />

Het is belangrijk dat je ook de beginsituatie rondom iedere kernopgave door de<br />

praktijkbegeleider laat vastleggen met behulp van de beoordelingslijst. Na verloop van tijd<br />

pak je de lijst er nog eens bij en laat je opnieuw met behulp van de criteria de kernopgave<br />

beoordelen. Tenslotte wordt volgens de gestelde randvoorwaarden de uiteindelijke en<br />

definitieve beoordeling gegeven. Deze wijze van beoordelen sluit naadloos aan op de visie op<br />

ontwikkeling zoals we die binnen de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong> hebben vastgelegd en die is<br />

opgenomen in het opleidingskader en de studiegids.<br />

34


3.3 Resultaatbeoordeling Opstellen zorgplan<br />

Algemene beoordeling:<br />

Jij bent in staat gebleken op adequate, methodische wijze zorg te verlenen met behulp van<br />

een zelf opgesteld zorgplan aan één zorgvrager met minimaal 3 gezondheidsproblemen. Dit<br />

zorgplan heb je ondergebracht in het zorgdossier 1 .<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium<br />

HOOFD<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

1 De student noemt de kenmerken van de specifieke zorgsetting en<br />

zorgorganisatie.<br />

2 De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager<br />

met beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />

Dat betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke<br />

zorgvrager.<br />

3 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die<br />

bij deze zorgvrager spelen .<br />

4 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze<br />

problematiek voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />

zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />

5 De student geeft betekenis aan de verzamelde informatie dit met het oog<br />

op de zorgbehoefte van een zorgvrager inschatten.<br />

6 De student stelt aan de hand van standaard lijsten een individueel<br />

zorgplan op<br />

7 De student formuleert zorgdoelen/beoogde resultaat aan de hand van de<br />

PESDIE methode<br />

HART<br />

8 De student bespreekt en stelt het zorgplan vast in overleg met de<br />

zorgvrager en/of diens naaste/hulpverlener<br />

9 De student houdt bij het kiezen van de acties voldoende rekening met de<br />

zorgvrager, diens naaste en/of wettelijke vertegenwoordigers,<br />

mogelijkheden voor zelfzorg en mantelzorg<br />

10 De student overlegt met de collega’s over de informatie die zij uit het<br />

zorgplan haalt<br />

11 De student is adequaat in het stimuleren en het begeleiden van de<br />

zelfredzaamheid van de zorgvrager<br />

12 De student stimuleert de zelfredzaamheid dat wil zeggen dat de zorgvrager<br />

gemotiveerd, geïnformeerd en betrokken wordt bij de zorg<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Eindterm<br />

313.01<br />

en 02<br />

of<br />

314.01<br />

313.05<br />

of<br />

314.05<br />

(301: 02<br />

t/m 06 en<br />

305:02<br />

t/m 04<br />

313.05<br />

of<br />

314.05<br />

(301: 02<br />

t/m 06 en<br />

305:02<br />

t/m 04<br />

313.03<br />

of<br />

314.03<br />

(309:02<br />

t/m 07)<br />

Score<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 Als het niet mogelijk is om zelf een zorgplan op te stellen kan je ook afspraken maken om een bestaand<br />

zorgplan bij te stellen of te actualiseren.<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

35


Nr.<br />

Beoordelingscriterium<br />

HANDEN<br />

13 De student maakt op effectieve manier gebruik van standaarden en<br />

technieken voor het verzamelen van gegevens<br />

14 De student observeert, signaleert en rapporteert de verkregen<br />

gegevens<br />

15 De student signaleert veranderingen in de gezondheidstoestand<br />

16 De student signaleert veranderingen in de zorgtekorten<br />

17 De student hanteert een zorgplan voor:<br />

• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />

revaliderende zorgvrager of<br />

• Een geriatrische zorgvrager of<br />

• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />

• Een barenden, kraamvrouw en pasgeborene.<br />

18 De student verleent basiszorg aan:<br />

• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />

revaliderende zorgvrager of<br />

• Een geriatrische zorgvrager of<br />

• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />

• Een barende, een kraamvrouw en een pasgeborene.<br />

19* De student verleent huishoudelijke zorg aan:<br />

• Een chronische zieke, lichamelijk gehandicapte of een<br />

revaliderende zorgvrager of<br />

• Een geriatrische zorgvrager of<br />

• Een verstandelijk gehandicapte zorgvrager of<br />

• In situaties met een kraamvrouw,<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Eindterm<br />

Score<br />

313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(311:02 t/m<br />

07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

of<br />

314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(309:02 t/m<br />

07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(311:02 t/m<br />

07)<br />

of<br />

314.03<br />

(309:02 t/m<br />

07)<br />

313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(311:02 t/m<br />

07)<br />

of<br />

314.03<br />

(309:02 t/m<br />

07)<br />

308.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

of<br />

309.03<br />

of<br />

310.03<br />

of<br />

311.03<br />

20 De student evalueert en stelt het verpleegplan bij op grond van alle<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

verworven informatie<br />

313.05<br />

21 De student rapporteert mondeling informatie aan het team of aan<br />

of<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

degene die de zorg overneemt<br />

314.05<br />

22 De student rapporteert de informatie schriftelijk 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

23 De student registreert de gegevens over de totale zorgbehoefte en de (301: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

zorgverlening in het patiëntendossier van de zorgvrager<br />

06 en 305:02<br />

24 De student brengt afspraken en verpleegplan onder in het patiënten<br />

dossier rekening houdend met de privacy van de zorgvrager<br />

t/m 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

* dit criterium moet binnen de kraamzorg met minimaal een 4 gescoord zijn wil de<br />

kernopgave met een voldoende worden afgesloten. Aan de andere kant is dit criterium binnen<br />

de andere werkvelden niet verplicht.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

36


B en C Professiegebonden taken en Organisatiegebonden taken<br />

Nr. beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

25 De student vraagt consult inzake de geplande en verleende zorg<br />

26 De student formuleert vooraarden die wenselijk zijn voor de te verlenen<br />

zorg.<br />

HART<br />

27 De student consulteert andere disciplines.<br />

28 De student schakelt de verantwoordelijke van zorg in indien mogelijk.<br />

29 De student geeft knelpunten en wensen rond communicatie en informatie<br />

door aan de verantwoordelijke van zorg.<br />

HANDEN<br />

30 De student neemt deel aan besprekingen met het team en met andere<br />

disciplines<br />

31 De student geeft gevraagd en ongevraagd adviezen of informatie aan<br />

andere disciplines.<br />

32 De student draagt zorg voor het ontslag en de overdracht van een<br />

zorgvrager<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

313.06<br />

of<br />

314.06<br />

313.05<br />

of<br />

314.05<br />

(301: 02 t/m<br />

06 en 305:02<br />

t/m 04<br />

313.05<br />

of<br />

314.05<br />

(301: 02 t/m<br />

06 en 305:02<br />

t/m 04<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

37


Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

38


3.4 Resultaatbeoordeling Begeleiden van cliënten<br />

Algemene beoordeling:<br />

Jij bent in staat gebleken om minimaal drie cliënten (en diens naasten) te begeleiden bij het<br />

dagelijks functioneren in de leefsituatie.<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

1<br />

2<br />

De student stelt zich op de hoogte van de<br />

gezondheidstoestand/beperkingen van de cliënt(en);<br />

De student stelt zich op de hoogte van de te verlenen zorg volgens het<br />

313.01, 02<br />

en 04<br />

3<br />

zorgplan<br />

De student signaleert bij (een) groep cliënt(en) verergering van<br />

of<br />

stoornissen, beperkingen en/of handicaps. Zij richt zich op het analyseren<br />

van risicogedragingen en het signaleren van risicovolle situaties, die het<br />

gezonde bestaan bedreigen<br />

314.01 en<br />

04<br />

4 De student geeft aan welke preventie en gezondheidsvoorlichting van<br />

belang is voor de cliënt(en).<br />

(303: 02 t/m<br />

04)<br />

5 Bij het verlenen van de basiszorg houdt de student rekening met:<br />

313.03<br />

• De aandoening/het ziektebeeld<br />

(311:02 t/m<br />

• De conditie van de cliënt<br />

07)<br />

• De functionele beperkingen en<br />

of<br />

• De aard van de ingreep, onderzoek of behandeling en<br />

314.03<br />

• Medicatie.<br />

(309:02 t/m<br />

07)<br />

HART<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

6 De student benut de geschikte momenten die zich voordoen voor de<br />

begeleiding<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

7 De student neemt contact op met andere disciplines 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

8 De student maakt met de cliënten, familieleden en mantelzorg afspraken 313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

over de te nemen maatregelen<br />

(311:02 t/m<br />

9 De student bespreekt met de cliënt welke begeleiding met betrekking tot<br />

zelfzorg noodzakelijk is<br />

07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

10 De student bespreekt met de cliënt op adequate wijze de begeleiding bij of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

activiteiten, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen<br />

11 De student bespreekt adequaat de behoefte aan zingeving met<br />

betrekking tot zorg, daarbij rekeninghoudend met waarden en normen en<br />

levensbeschouwing van de cliënten<br />

314.03<br />

(309:02 t/m<br />

07)<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

12 De student begeleidt de cliënt methodisch bij het accepteren van<br />

gezondheidsproblemen.<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

13 De student gaat op de juiste manier om met feedback van cliënten en<br />

diens naasten. Zij kan deze inzetten voor de verbetering van de zorg.<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

39


Nr. BEOORDELINGSCRITERIUM Eindterm Score<br />

HANDEN 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

14 De student leert de cliënt en diens naaste om te gaan met eigen<br />

313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

beperkingen en mogelijkheden in de leefsituatie<br />

(311:02 t/m<br />

15 De student begeleidt bij wennen aan een veranderende situatie 07) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

16 De student verleent begeleiding of aan individuele cliënten of aan cliënten<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

in groepsverband<br />

of<br />

17 De student organiseert activiteiten en/of trainingen van praktische, en<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

sociale aard, gericht op het functioneren in de leefomgeving en/of in de 314.03<br />

maatschappij (bijvoorbeeld op het terrein van vrijetijdsbesteding, met (309:02 t/m<br />

geld omgaan, boodschappen doen, training van het geheugen);<br />

07)<br />

18 De student vindt in overleg met de cliënt een juiste begeleiding over 313.03 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

structureren van tijd en levensritme<br />

of<br />

19 De student geeft adequate begeleiding bij de aanpassing aan de<br />

verandering en de acceptatie van de verandering<br />

314.03 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

20 De student geeft begeleiding bij de zorg van de financiën van de cliënt (303: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

en heeft respect voor de eigendommen van de cliënt<br />

04)<br />

21* De student ondersteunt op een adequate manier de cliënt die ook de zorg<br />

voor kinderen heeft daarbij rekening houdend met de<br />

opvoedingsmethoden en inzichten van de cliënt<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

22 De student ondersteunt functioneel de begeleiding van de cliënt met<br />

betrekking tot het onderhouden van relaties binnen het sociale netwerk<br />

313.01 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

daarbij op correcte wijze rekening houdend met de privacy van de<br />

betrokkenen<br />

of<br />

23 De student evalueert op adequate wijze de begeleiding en hanteert<br />

gesprekstechnieken<br />

314.01 en 04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

24* De student begeleidt een cliënt en diens naaste:<br />

(303: 02 t/m 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

• Bij angst<br />

04)<br />

• Bij onzekerheid<br />

• Bij slecht nieuws<br />

25* De student neemt maatregelen die de pijnbeleving verminderen<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

* Deze criteria zijn te behalen bij bepaalde zorgcategorieën. Bij het samenstellen van de cesuur is<br />

hier rekening mee gehouden.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

40


B en C. Professiegebonden taken en Organisatiegebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

26 De student geeft aan welke plaats preventie en gezondheidsvoorlichting op<br />

de afdeling/binnen de organisatie heeft.<br />

27 De student informeert collega’s over de preventie en<br />

gezondheidsvoorlichting zoals deze aan de cliënt(en) gegeven gaat<br />

worden.<br />

28 De student weet het verschil tussen de verschillende vormen van preventie<br />

uit te leggen.<br />

HART<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

313.04<br />

of<br />

314.04<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(303: 02<br />

t/m 04) 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

29 De student informeert collega’s over de te geven gezondheidsvoorlichting. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

30 De student werkt functioneel samen met de betrokken partijen. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

31 De student houdt bij het inplannen van afspraken met andere disciplines<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

op adequate wijze rekening met de zorgvrager, diens naaste en de<br />

organisatie.<br />

313.04<br />

32 De student rapporteert gegevens over de zorgvrager aan diens naaste en<br />

of wettelijke vertegenwoordigers en/oh hulpverlener.<br />

of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

33 De student rapporteert gegevens aan andere disciplines. 314.04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

34<br />

35<br />

De student toont respect voor de levensbeschouwelijke en culturele<br />

achtergrond van collega’s.<br />

De student levert een positieve bijdrage aan de sfeer in het team.<br />

(303: 02<br />

t/m 04)<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

36 De student onderhandelt met collega’s, leidinggevende en zorgvragers. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

37 De student handelt zorgvuldig in conflictsituaties. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

38 Hanteert preventie protocol van de afdeling/organisatie<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

41


Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

42


3.5 Resultaatbeoordeling kerntaaktoets “Medicatie en wondverzorging”<br />

Algemene beoordeling:<br />

Jij bent in staat gebleken om op de juiste manier aan drie zorgvrager in schaduwbeheer zorg<br />

te dragen voor de medicatie en wonden te verzorgen.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

Opmerking vooraf: de criteria 5, 26 t/m 29 zijn niet van toepassing voor de uitstroom<br />

kraamzorg (DK313)!<br />

B. Zorgvragergebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

1<br />

HOOFD<br />

De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager met<br />

beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt. Dat<br />

betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke zorgvrager.<br />

313.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

2 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die bij<br />

deze zorgvrager spelen .<br />

of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

3 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze problematiek<br />

voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />

zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />

314.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

4 De student kan verantwoorden waarom bepaalde medicatie aan de zorgvrager 302.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

toegediend wordt<br />

304.04<br />

5 De student kan het verschil tussen rode, gele en zwarte 1 wonden uitleggen 302.10<br />

304.05<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

6<br />

HART<br />

De student draagt verantwoordelijkheid bij de toegewezen zorgvragers 313.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

7 De student heeft een functionele relatie met de zorgvrager en/of diens naaste of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

8 De student toont respect voor de zorgvrager en dit integreren bij de uitvoering<br />

van de eigen taken<br />

314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

KWALITEITSZORG<br />

9 De student plant en verleent de zorg plannen rondom de verpleegtechnische of<br />

kraamtechnische handelingen en evalueert deze.<br />

10 De student consulteert collega’s tijdig bij de hulpvraag met betrekking tot de<br />

zorg<br />

11 De student verricht verpleegtechnische of kraamtechnische handelingen<br />

volgens het zorgplan<br />

12 De student verricht verpleegkundige voorbehouden of kramtechnische<br />

risicovolle handelingen volgens het protocol van de organisatie<br />

13* De student verzamelt informatie rondom zorgvragers ten behoeve van<br />

onderzoek, behandeling en therapie<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

313.03<br />

en 05<br />

of<br />

314.03<br />

en 05<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 Het verzorgen van zwarte wonden behoort tot die verpleegtechnische handelingen die ‘flexibel’ zijn. In het concept<br />

van landelijke kwalificaties MBO (beroepengroep <strong>Verzorgende</strong>n) is een lijst van 11 ‘flexibele’ verpleegtechnische<br />

handelingen opgenomen. Van deze 11 dient de student er minimaal 4 te kiezen.<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

43


NR BEOORDELINGSCRITERIUM EINDTERM SCORE<br />

14<br />

MEDICIJNEN<br />

De student controleert medicijngebruik 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

15 De student registreert het medicijngebruik 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

16 De student zet medicijnen uit 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

17 De student dient orale medicijnen toe 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

18 De student dient rectale medicijnen toe 304.04 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

19 De student dient vaginale medicijnen toe 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

20 De student dient medicijnen toe via de huid 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

21 De student dient medicijnen toe via de slijmvliezen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

22# De student dient medicijnen toe via de luchtwegen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

23# De student dient medicijnen toe per intramusculaire injectie<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

24# De student dient medicijnen toe per subcutane injectie 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

25 De student dient insuline toe m.b.v. insulinepen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

26<br />

WONDEN<br />

De student verzorgt rode wonden 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

27 De student verzorgt gele wonden 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

28 De student verzorgt zwarte wonden 304.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

29 De student verzorgt een zorgvrager met decubitus of smetten<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

ONDERZOEK EN BEHANDELING DOOR ANDERE DISIPLINES<br />

30 De student verzamelt steriele monsters ten behoeve van de<br />

diagnostiek<br />

31 De student verzamelt onsteriele monsters ten behoeve van de<br />

diagnostiek<br />

32 De student assisteert bij andere therapieën gericht op het in stand<br />

houden of verbeteren van somatische functies<br />

EHBO<br />

33* De student reageert adequaat bij ongevallen en onvoorziene situaties in<br />

laag complexe situaties<br />

Aanvullende opmerkingen van belang voor de beoordelaars:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

304.12<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

304.13 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

De handelingen die aangeven zijn met een asterisk (*) zijn niet verplicht. Met het vaststellen van de<br />

cesuur is hier rekening mee gehouden.<br />

Handelingen met een hekje (#) mogen uitgevoerd worden wanneer de toets verpleegkundig rekenen<br />

met een voldoende is afgerond.<br />

Van de twaalf handelingen onder het kopje “MEDICIJNEN” hoeven maar 4 handelingen gedaan te<br />

worden.<br />

Van de vier handelingen onder het kopje “WONDEN” hoeven maar 3 handelingen gedaan te worden.<br />

Met het vaststellen van de cesuur is uitgegaan ven het hierboven genoemde minimum aantal. Indien<br />

meer dan de genoemde handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur van de eindbeoordeling zoals<br />

vermeld bij uitwerking handen per handeling met 4 punten te verhogen. Wilt u dan in het kader<br />

“Aanvullende opmerkingen” vermelden hoeveel handelingen u getoetst hebt<br />

Voor bovenstaande geldt dat in overleg met u wordt vastgesteld welke van de zes handelingen getoetst<br />

zullen worden.<br />

In het algemeen geldt dat als een handeling slechts één keer gedaan is, dit met een 1 dient beoordeeld<br />

te worden. Is een handeling niet van toepassing, dan wordt deze niet beoordeeld (er wordt niets<br />

ingevuld. U kunt in het kader “Aanvullende opmerkingen” vermelden wat de reden daarvan is.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

44


B en C. Professiegebonden taken en Organisatie gebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD 1<br />

34 De student kan de consequentie van voorbehouden handeling voor eigen<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

gedrag omschrijven<br />

304.01<br />

35 De student kan onder begeleiding de verantwoordelijkheid dragen voor eigen<br />

handelen<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

36 De student houdt rekening met de eigen verantwoordelijkheden en<br />

bekwaamheden, rechten en plichten (wet BIG)<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

37 De student geeft weer wat de betekenis van de voorbehouden handeling is 304.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

38 De student geeft de consequenties weer van het eigen gedrag van de<br />

voorbehouden handeling<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

39 De student geeft informatie voorkomend uit de handelingen door aan de<br />

daarvoor verantwoordelijke<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HART<br />

40 De student reflecteert op eigen beroepsmatig handelen 313.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

41 De student handelt functioneel. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

42 De student stelt zich collegiaal op. of 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

43 De student stelt zich assertief op. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

44 De student kan omgaan met feedback, waardering en kritiek<br />

314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

N.V.T. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 Een aantal handelingen in deze kernopgave vallen onder voorbehouden handelingen. De wet BIG is hierop van<br />

toepassing. Deze criteria van hoofd van professiegebonden taken geven jou onderwerpen waarnaar je op zoek<br />

dien te gaan Het gaat om mogelijkheden en verantwoordelijkheden zoals deze in de wet BIG zijn vastgelegd.<br />

45


<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

(Algemeen: het kan zijn dat deze kernopgave in zijn geheel niet haalbaar is binnen bijvoorbeeld de Kraam<br />

of VGZ of GGZ. Wilt u dit dan vermelden. )<br />

Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

46


3.6 Resultaatbeoordeling “Care & cure”<br />

Algemene beoordeling:<br />

Jij bent in staat gebleken om aan minimaal 3 zorgvragers, draag je in schaduwbeheer zorg<br />

voor de opname van voeding en vocht en de uitscheiding.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

Opmerking vooraf: deze kernopgave is niet van toepassing voor de uitstroom kraamzorg<br />

(DK313)!<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

1 De student geeft de juiste beschrijving van problematiek van zorgvrager met<br />

beperkte zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt. Dat<br />

betekent dat zij de kenmerken weer kan geven van die specifieke zorgvrager.<br />

2 De student omschrijft op de juiste manier de beperkingen en handicaps die bij<br />

deze zorgvrager spelen .<br />

3 De student geeft de juiste beschrijving van de gevolgen van deze problematiek<br />

voor de zelfzorgmogelijkheden van zorgvrager met beperkte<br />

zelfzorgmogelijkheden waar zij een zorgplan voor opstelt.<br />

4 De student kan verantwoorden waarom voeding en vocht bij deze zorgvrager<br />

d.m.v. sonde wordt toegediend.<br />

5 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een stoma is<br />

aangebracht.<br />

6 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een suprapubische<br />

katheter is aangebracht.<br />

7 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager een maagsonde<br />

ingebracht is.<br />

8 De student verantwoordt waarom bij deze zorgvrager de blaas<br />

gekatheteriseerd moet worden.<br />

314.01<br />

314.03<br />

en 04<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

9<br />

HART<br />

De student draagt verantwoordelijkheid bij de toegewezen zorgvragers 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

10 De student heeft een functionele relatie met de zorgvrager en/of diens naaste 314.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

11 De student toont respect voor de zorgvrager en dit integreert bij de uitvoering<br />

van de eigen taken<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

KWALITEITSZORG<br />

12 De student plant en evalueert de verleende zorg rondom de<br />

verpleegtechnische handelingen.<br />

13 De student consulteert collega’s tijdig bij de hulpvraag met betrekking tot de<br />

zorg<br />

14 De student verricht de genoemde verpleegtechnische handelingen volgens het<br />

zorgplan<br />

15 De student verricht de genoemde verpleegkundige voorbehouden risicovolle<br />

handelingen volgens het protocol van de organisatie<br />

16* De student verzamelt informatie rondom zorgvragers ten behoeve van<br />

onderzoek, behandeling en therapie<br />

17 De student past bij het verlenen van basiszorg de voorschriften toe. Dat wil<br />

zeggen de student werkt hygiënisch, veilig, ergonomisch verantwoord,<br />

milieubewust en kostenbewust<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

314.05<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

47


NR BEOORDELINGSCRITERIUM EINDTERM SCORE<br />

VOEDING<br />

18 De student ondersteunt de voedingstoestand van de zorgvrager door<br />

middel van het toedienen van sondevoeding.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

304.02 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

19<br />

UITSCHEIDING<br />

De student verzorgt een zorgvrager met een stoma 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

20 De student verzorgt een zorgvrager met een suprapubische katheter 304.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

21<br />

BLAASCATHETERS EN MAAGSONDE<br />

De student verzorgt een zorgvrager met een blaaskatheter 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

22 De student katheteriseert de blaas 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

23 De student verwijdert de blaaskatheter 304.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

24 De student spoelt de blaas 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

25 De student brengt een maagsonde in 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

26 De student verzorgt een zorgvrager met een maagsonde<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

ONDERZOEK EN BEHANDELING DOOR ANDERE DISIPLINES<br />

27 De student verzamelt steriele monsters ten behoeve van de<br />

diagnostiek<br />

28 De student verzamelt onsteriele monsters ten behoeve van de<br />

diagnostiek<br />

29 De student assisteert bij andere therapieën gericht op het in stand<br />

houden of verbeteren van somatische functies<br />

EHBO<br />

30* De student reageert adequaat bij ongevallen en onvoorziene situaties in<br />

laag complexe situaties<br />

Aanvullende opmerkingen van belang voor de beoordelaars:<br />

304.12<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

304.13 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

De handelingen die aangeven zijn met een asterisk (*) zijn niet verplicht. Met het vaststellen van de<br />

cesuur is hier rekening mee gehouden.<br />

Van de zes handelingen onder het kopje “VOEDING” en “UITSCHEIDING” en “ONDERZOEK EN<br />

BEHANDELING DOOR ANDERE DISCIPLINES” hoeven maar 2 handelingen gedaan te worden.<br />

Van de zes handelingen onder het oipje “BLAASCATHETERS EN MAAGSONDE” hoeven maar 3 handelingen<br />

gedaan te worden.<br />

Voor bovenstaande geldt dat in overleg met u wordt vastgesteld welke van de zes handelingen getoetst<br />

zullen worden. Met het vaststellen van de cesuur is uitgegaan ven het hierboven genoemde minimum<br />

aantal. Indien meer dan de genoemde handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur van de<br />

eindbeoordeling zoals vermeld bij uitwerking handen per handeling met 4 punten te verhogen. Wilt u<br />

dan in het kader “Aanvullende opmerkingen” vermelden hoeveel handelingen u getoetst hebt<br />

In het algemeen geldt dat als een handeling slechts één keer gedaan is, dit met een 1 dient beoordeeld<br />

te worden. Is een handeling niet van toepassing, dan wordt deze niet beoordeeld.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

48


B en C. Professiegebonden taken en Organisatie gebonden taken.<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD 1<br />

36 De student kan onder begeleiding de verantwoordelijkheid dragen voor eigen<br />

handelen<br />

314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

37 De student houdt rekening met de eigen verantwoordelijkheden en<br />

bekwaamheden, rechten en plichten (wet BIG)<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

38 De student geeft weer wat de betekenis van de voorbehouden handeling is 304.01 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

39 De student geeft de consequenties weer van het eigen gedrag van de<br />

voorbehouden handeling<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

40 De student geeft informatie voorkomend uit de handelingen door aan de<br />

daarvoor verantwoordelijke<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HART<br />

41 De student reflecteert op eigen beroepsmatig handelen 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

42 De student handelt functioneel. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

44 De student stelt zich collegiaal op. 314.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

45 De student stelt zich assertief op. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

43 De student kan omgaan met feedback, waardering en kritiek<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

N.V.T. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 Een aantal handelingen in deze kernopgave vallen onder voorbehouden handelingen. De wet BIG is hierop van<br />

toepassing. Deze criteria van hoofd van professiegebonden taken geven jou onderwerpen waarnaar je op zoek<br />

dien te gaan Het gaat om mogelijkheden en verantwoordelijkheden zoals deze in de wet BIG zijn vastgelegd.<br />

49


Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

50


3.7 Resultaatbeoordeling ethische dilemma’s bediscussiëren<br />

Algemene beoordeling:<br />

Jij bent in staat om gebleken om over ethische dilemma’s die je tegen komt op de werk vloer<br />

met je collegae in discussie te gaan binnen een teamoverleg.<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

1<br />

HOOFD<br />

De student herkent ethische dilemma’s op microniveau 306.01<br />

306.07<br />

2 De student kan de ethische dilemma’s die herkent zijn op microniveau<br />

bespreekbaar maken met collega’s<br />

HART<br />

3 De student toont respect voor de normen en waarden, cultuur en<br />

levensbeschouwing van de zorgvragers en de mantelzorgvragers<br />

306.01<br />

306.06<br />

306.01<br />

306.03<br />

306.09<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

n.v.t. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

B. Professiegebonden- en Organisatie gebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

4 De student organiseert een bijeenkomst voor zijn team 306.02<br />

306.05<br />

5 De student verheldert standpunten vanuit de optiek van het<br />

verzorgende beroep<br />

6 De student beargumenteert standpunten vanuit de optiek van het<br />

verzorgende beroep<br />

7 De student levert een bijdrage aan de vorming van standpunten inzake<br />

ethische vraagstukken<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.02<br />

306.08<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

8 De student houdt vakliteratuur bij 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

9 De student volgt training van de terugkomdag 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

10 De student neemt deel aan teambijeenkomsten 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

11 De student participeert in bijeenkomsten bij intercollegiale<br />

306.02 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

ondersteuning<br />

306.05<br />

12 De student werkt mee aan de ontwikkeling van een visie op het beroep<br />

van verzorgende.<br />

306.08 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

13 De student werkt binnen de doelstelling, visie en regels van een<br />

afdeling/organisatie<br />

306.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

14 De student werkt binnen de grenzen van het beroep 306.09 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

51


Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

15 De student geeft zijn mening over de manier van werken binnen de<br />

gezondheidszorg weer.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

306.07 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

16<br />

HART<br />

De student reflecteert op het eigen beroepsmatig handelen . 306.03<br />

306.05<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

17 De student levert een positieve bijdrage aan de sfeer in het team 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

18 De student hanteert feedback, waardering en kritiek 306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

19 De student toont moed om te durven benoemen wat hij goed vindt of<br />

wat hij niet goed vindt in het door hem gesignaleerde ethische dilemma<br />

en kan dit aangeven naar collega’s toe.<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

20 De student oordeelt niet te snel over personen. 306.03<br />

306.05<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

21 De student laat in de bespreking zien dat hij rechtvaardig omgaat met<br />

meningsverschillen. Rechtvaardig wil zeggen: de ander recht doen en<br />

respecteren in zijn mening.<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

HANDEN<br />

n.v.t. 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

De criteria 19, 20 en 21 zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

52


Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

53


3.8 Resultaatbeoordeling Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar<br />

Je functioneert als beginnend beroepsbeoefenaar met een POP en Portfolio.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

(omcirkelen): 1 - 2 - 3 - 4 - 5<br />

1=gronden, 2=wortelen, 3=groeien, 4=bloeien, 5=vruchtdragen<br />

NB De beoordelingscriteria met een asterix (*) aangegeven zijn, worden door de bpv coach<br />

van het <strong>Hoornbeeck</strong> college beoordeeld.<br />

Aandachtspunt: alle schriftelijke producten (verslagen en reflecties en zorgplannen) dienen<br />

gedateerd en ondertekend te zijn door de praktijkbegeleider en/of unitmanager en/of<br />

praktijktopleider.<br />

B. Professiegebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

1* De student bespreekt in een kennismakingsgesprek het portfolio, POP<br />

en PAP met de bpv coach.<br />

2 De student bespreekt in een kennismakingsgesprek het portfolio, POP<br />

en PAP met de begeleider(s) van het leerbedrijf.<br />

3* De student verantwoordt het eigen leerproces door te laten zien dat<br />

de beoordeling van de kernopgaven door meerdere personen op<br />

meerdere momenten heeft plaatsgevonden. 1<br />

4* De student verantwoordt door middel van een PAP het aantal uren in<br />

de periode van het praktijkleren.<br />

5 De student verantwoordt o.a. door middel van een zorgplan dat ze de<br />

kernopgaven “Optellen zorgplan” beheerst.<br />

6* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />

van de kernopgave “Begeleiden van cliënten”.<br />

7* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />

van de kernopgave “Medicatie en wondverzorging”.<br />

8* De student verantwoordt door middel van een verslag haar leerproces<br />

van de kernopgave “Care & cure”.<br />

9* De student verantwoordt door middel van een verslag haar proces en<br />

product ten aan zien van kernopgave “Ethische dilemma’s<br />

bediscussiëren”.<br />

HART<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

307.01<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

307.01<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

10 De student maakt de eigen werkwijze bespreekbaar. 204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

11 De student hanteert verkregen feedback en verwerkt deze door<br />

bijstelling van het POP.<br />

204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

1 LET OP: als je dit niet kunt aantonen omdat bijvoorbeeld er niet per beoordelingmoment een<br />

datum of handtekening staat, kan dit consequenties hebben. Dat kan dan bijvoorbeeld inhouden<br />

dat de beoordeling door school niet kan worden vastgesteld!<br />

54


Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HANDEN<br />

12 De student maakt een eigen werkplanning/PAP. 305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

13 De student schrijft van de oriëntatiefase een reflectie waarin ze<br />

aangeeft welke leerpunten de beoordeling heeft opgeleverd.<br />

305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

14 De student maakt met de praktijkbegeleider en/of praktijkopleider in<br />

een tussenevaluatiegesprek afspraken naar aanleiding van de<br />

oriëntatieperiode. De student maakt van het tussenevaluatiegesprek<br />

een verslag, waarin ook de afspraken zijn vastgelegd en laat dit<br />

verslag in het bezit van de bpv coach komen.<br />

305.03 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

15* De student schrijft een reflectie naar aanleiding van de kernopgave<br />

“Opstellen van een zorgplan”.<br />

204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

16* De student schrijft een reflectie naar aanleiding van de kernopgave<br />

“Begeleiden van de cliënt”.<br />

204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Nr. Beoordelingscriterium Eindterm Score<br />

HOOFD<br />

17* De student neemt actief deel aan de supervisie bijeenkomsten tijdens<br />

het terugkomonderwijs.<br />

18* De student bespreekt de eigen werkwijze en beroepshouding in het<br />

leerbedrijf met de bpv coach tijdens het terugkomonderwijs.<br />

19* De student hanteert feedback, waardering en kritiek vanuit de<br />

gesprekken tijdens het terugkomonderwijs.<br />

20* De student reflecteert op de ontwikkeling in de fase ‘groeien’ door<br />

middel van een schriftelijke eindreflectie.<br />

HART<br />

n.v.t.<br />

HANDEN<br />

21* De student laat een bewijs van deelname zien van de gevolgde<br />

trainingen tijdens het terugkomonderwijs.<br />

(ruimte voor stempel praktijkorganisatie)<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

206.05<br />

204.05<br />

1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

204.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

306.05 1 – 2 – 3 – 4 – 5<br />

Totaal criteria eindbeoordeling van<br />

deze pagina<br />

Hoofd<br />

Hart<br />

Paraaf beoordelaar Handen<br />

datum<br />

55


Datum:<br />

Naam beoordelaar:<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Aanvullende opmerkingen<br />

56


Bijlagen deel 3<br />

To check 1: Algemeen eindbeoordelingsformulier<br />

Algemene informatie<br />

Onderstaande formulieren zijn ingevuld tijdens de eindbeoordeling van de student.<br />

De bpv coach van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is hiervoor eindverantwoordelijk. De<br />

formulieren worden definitief ingevuld op basis van vooral de resultaatbeoordeling<br />

van de kernopgaven.<br />

Tot beoordeling wordt overgegaan, indien je reflectiegesprekken over de inhoud<br />

van de kernopgave hebt gevoerd met de praktijkbegeleider van de organisatie. Dit<br />

kan bijvoorbeeld met behulp van de methode voor reflectie van F.A.J. Korthagen:<br />

A Wat is tot nu toe voor jou Aan de orde geweest in deze kernopgave?<br />

B Wat is daarin Belangrijk voor jou?<br />

C Welke Conclusies trek je eruit?<br />

D Wat ga je ermee Doen?<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

57


Ten behoeve van de beoordeling en resultaatbepaling wordt het formulier voor<br />

resultaatbeoordeling ingevuld (zie bijlage 2 en volgende van dit deel) en de<br />

behaalde scores opgenomen in de overzichten.<br />

De cesuur (grens tussen onvoldoende en voldoende) wordt bepaald door 80 procent<br />

te nemen van het aantal punten dat je kunt behalen.<br />

Een voorbeeld om dat duidelijk te maken:<br />

Bij de kernopgave ‘Opstellen zorgplan’ horen in totaal 32 criteria (zie blz. 35 t/m<br />

37).<br />

Negen criteria worden onder hoofd gerekend. Voor ieder criterium kun je maximaal<br />

5 punten halen. De cesuur ligt op 80 procent, dat betekent dat je van de 9 criteria<br />

80 procent van de maximale score moet zien te halen. Dat betekent dat je<br />

gemiddeld op een score van 4 moet zien te komen. Dus:<br />

Hoofd: 80% x 9 x 5 = 36<br />

Zo wordt dat ook voor Hart en Handen berekend.<br />

Per eindbeoordeling is al voor je uitgerekend wat deze 80% score inhoud.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

58


To check 2: Opstellen van zorgplan.<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

Opstellen zorgplan.<br />

DK 313 de eindtermen 01, 02, 03, 05 en 06<br />

DK 314 de eindtermen 01, 03, 05 en 06<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 9 x 5 = 36<br />

HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />

HANDEN = 80% x 15 x 5 = 40<br />

(Totaal = 128)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

36 32 60 voldoende<br />

128 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

128 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

127 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />

Paraaf voor gezien<br />

Student<br />

Paraaf voor<br />

akkoord<br />

BPV-coach<br />

59


To check 3: Begeleiden van cliënten.<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

Begeleiden van cliënten.<br />

DK 313 de eindtermen 01, 02, 03 en 04<br />

DK 314 de eindtermen 01, 03 en 04<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 8 x 5 = 32<br />

HART = 80% x 17 x 5 = 68<br />

HANDEN = 80% x 10 x 5 = 40 (criteria 21, 24 en 25 buiten cesuur gelaten)<br />

(Totaal = 140)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

32 68 40 voldoende<br />

140 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

140 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

139 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />

Paraaf voor gezien<br />

Student<br />

Paraaf voor akkoord<br />

BPV-coach<br />

60


To check 4: “Medicatie en wondverzorging”<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

“Medicatie en wondverzorging”<br />

DK 313 de eindtermen 01, 02, en 03<br />

DK 314 de eindtermen 01 en 03<br />

DK 302.09, 10 en 15.<br />

DK304.01, 04, 05, 12 en 13.<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 11 x 5 = 44<br />

HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />

HANDEN = 80% x 14 x 5 = 56<br />

(Totaal = 132)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

44 32 56 voldoende<br />

132 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

132 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

131 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / resultaat O / V<br />

Paraaf beoordelaar<br />

datum<br />

Indien meer dan de genoemde minimum<br />

handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur bij<br />

handen van de eindbeoordeling per extra<br />

handeling met 4 punten te verhogen.<br />

Paraaf voor gezien<br />

student<br />

datum<br />

Paraaf voor accoord<br />

bpv coach<br />

datum<br />

61


To check 5: “Care & cure”<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

“Care & cure”<br />

DK 314 de eindtermen 01, 03 en 05<br />

DK 302.15.<br />

DK 304.01, 02, 03, 07, 12 en 13. En daarnaast DK 304.14 of 15, of 16 of<br />

17.<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 13 x 5 = 52<br />

HART = 80% x 8 x 5 = 32<br />

HANDEN = 80% x 10 x 5 = 40<br />

(Totaal = 124)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

52 32 40 voldoende<br />

124 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

124 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

123 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / resultaat O / V<br />

Paraaf beoordelaar<br />

datum<br />

Indien meer dan de genoemde minimum<br />

handelingen gedaan hebt, dient u de cesuur bij<br />

handen van de eindbeoordeling per extra<br />

handeling met 4 punten te verhogen.<br />

Paraaf voor gezien<br />

student<br />

datum<br />

Paraaf voor accoord<br />

bpv coach<br />

datum<br />

62


To check 6: Ethische dilemma’s bediscusiëren.<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

Ethische dilemma’s bediscussiëren.<br />

Van het werkveld hangt af welke eindtermen van toepassing zijn.<br />

Bij het werken met chronisch zieken en/of lichamelijk gehandicapten en/of<br />

revalidanten: DK 308 de eindterm 07.<br />

Bij het werken met geriatrische zorgvragers: DK 309 de eindterm 07.<br />

Bij het werken binnen de VGZ: DK 310 de eindterm 07.<br />

Bij het werken binnen de kraamzorg: DK 311 de eindterm 07.<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 14 x 5 = 56<br />

HART = 80% x 7 x 5 = 28<br />

HANDEN = 80% x - x 5 = -<br />

(Totaal = 84)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

56 28 - voldoende<br />

84 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

84 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

83 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />

Paraaf voor gezien<br />

Student<br />

Paraaf voor akkoord<br />

BPV-coach<br />

63


To check 7: Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />

Deelkwalificatie(s)<br />

Code + Naam<br />

Kernopgave<br />

Code + Naam<br />

Eindtermen<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Generieke deelkwalificatie n.v.t.<br />

Functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar.<br />

204.04 en 05<br />

305.03 en 05<br />

307.01<br />

Onderdeel Behaalde score<br />

Hoofd Hart Handen<br />

A. Zorgvragergebonden taken<br />

B. Professiegebonden taken<br />

C. Organisatiegebonden taken<br />

Totaal<br />

Cesuur<br />

Om een voldoende te behalen dien je voor zowel hoofd, hart als handen 80% van het aantal<br />

punten te hebben behaald.<br />

Uitwerking:<br />

HOOFD = 80% x 13 x 5 = 52<br />

HART = 80% x 2 x 5 = 8<br />

HANDEN = 80% x 6 x 5 = 24<br />

(Totaal = 84)<br />

Score hoofd Score hart Score handen Cijfer<br />

52 8 24 voldoende<br />

84 of meer punten + voldaan aan cesuur voldoende<br />

84 of meer punten + niet voldaan aan cesuur onvoldoende<br />

83 of minder punten onvoldoende<br />

Eindbeoordeling / Resultaat O / V<br />

Paraaf voor gezien<br />

Student<br />

Paraaf voor akkoord<br />

BPV-coach<br />

64


To be<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Deel 4: Waarmee je voor de dag komt<br />

65


Kenmerkend voor de opleiding <strong>Verzorgende</strong><br />

Natuurlijk vinden wij het belangrijk dat de praktijkbegeleiders en –opleiders in de organisatie<br />

weten dat je van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> komt en waarvoor wij staan. In dit deel 4 vertellen<br />

we daar op hoofdlijnen iets over. Gedetailleerde informatie is te vinden in de studiegids en<br />

het opleidingskader.<br />

Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is met de vernieuwde opleiding <strong>Verzorgende</strong> gestart in augustus<br />

2006. Op basis van bijbelse en onderwijskundige inzichten hebben wij een – naar wij hopen<br />

– inspirerende opleiding ontwikkeld. Kenmerkend hierin zijn de vijf fasen, het leren werken<br />

met leerstijlen in combinatie met de leercyclus van Kolb en het belang van de<br />

praktijkbegeleiders.<br />

De kerntaak, de missie van de MBO-Vz opleiding van het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> is:<br />

‘Studenten te vormen tot zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende<br />

persoonlijkheden, geschikt en bereid om de ontvangen gaven als verzorgende te<br />

besteden tot Zijn eer en tot heil van de medemens in alle levensverbanden waarin de<br />

verzorgende wordt geplaatst.’<br />

Kenmerkend voor jou<br />

Natuurlijk is de organisatie ook erg benieuwd waarvoor jij staat. Eén centraal kenmerk van<br />

jou als student willen we hier even uitlichten: je bent actief en je besteedt je volle aandacht<br />

aan zowel de praktijkbegeleider(s) als de studie-inhoud.<br />

Je zet je helemaal in om te leren van de praktijkbegeleider en het eigen maken van de<br />

competenties voor het goed uitoefenen van de kernopgaven (en eventueel meer). Bedenk<br />

dat het verantwoordelijk en professioneel handelen van de praktijkbegeleider voor jou<br />

belangrijk voorbeelden zijn. Zij stellen jou in staat tot een bekwame professional te worden<br />

opgeleid.<br />

Visie op leren in de <strong>Verzorgende</strong><br />

Om bovenstaande missie vorm en inhoud te geven is een visie op leren en opleiden<br />

noodzakelijk. Mensen zijn geschapen als relationele personen. Dat wil zeggen: wij leven,<br />

werken en leren voor een groot deel in en door relaties. Hiermee houden we rekening tijdens<br />

de opleiding. We onderscheiden het zogenaamde:<br />

- klinisch leren: boeken, video’s, cd-roms, ICT leermiddelen, trainingen, cursussen e.d.<br />

Dit vindt voornamelijk binnen school plaats, maar ook in de organisatie.<br />

- praktijkleren : één op één contacten, intervisiegesprekken, contacten met collega’s<br />

of medestudenten, werken enz. Dit vindt plaats binnen de organisatie, het<br />

leerbedrijf waar jouw bpv plaatsvindt.<br />

De bpv is absoluut noodzakelijk om leerprocessen vruchtbaar te laten zijn, ook in de zin van<br />

het concreet leren liefhebben van je medemens. In het studieprogramma is voldoende<br />

ruimte ingebouwd voor zowel het klinisch leren, als het leren in de beroepspraktijk.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

66


Overzicht van de kernopgaven van de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong><br />

Tijdens de opleiding tot <strong>Verzorgende</strong> heb je tijdens de verschillende stageperioden gewerkt<br />

aan kernopgaven. In het hier onder staande overzicht zie je welke dat zijn en welke relaties<br />

er met andere opleidingen zijn. Daarbij zijn relaties met de opleiding tot Helpende en de<br />

opleiding tot Verpleegkundige in beeld gebracht. Daarnaast tref je op niveau van eindtermen<br />

ook de relatie met de SPW opleiding niveau 3 aan.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

67


Leerjaar 1<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Overzicht van de kernopgaven niveau 3 Verzorging (<strong>BOL</strong> en BBL)<br />

Kernopgave:<br />

Kernopgave:<br />

Kernopgave:<br />

Kernopgave:<br />

Huishoudelijke zorg verlenen ADL zorgverlenen<br />

Activiteiten uitkiezen en doen Studieloopbaan<br />

Eindtermen:<br />

Eindtermen:<br />

Eindtermen:<br />

Eindtermen:<br />

DK 202.01 t/m 04 en 06 en 07<br />

DK 204.01 t/m 05<br />

DK 204.01 t/m 03<br />

DK 204.04 en 05<br />

DK 204.01 en 02 en 04<br />

DK 302.01 t/m 06 en 14 en 15 DK 301.06<br />

DK 306.05<br />

DK 302.12 en 13<br />

DK 307.01<br />

Relatie met ander opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen<br />

V en V<br />

Niveau (1 en) 2:<br />

in het eerste<br />

leerjaar<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

308.02, 09, 10 en<br />

11))<br />

V en V<br />

Niveau 2: in<br />

het tweede<br />

leerjaar<br />

Niveau 4: in<br />

het eerste<br />

leerjaar (zie<br />

de KO<br />

‘Methodisch<br />

ADL verlenen’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

308.01, 02, 03,<br />

05 en 11)<br />

V en V<br />

Niveau 2: in het<br />

tweede leerjaar<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

309.05 en 06 en<br />

13 en 14)<br />

Opm. Deze kernopgave vormt het begin van<br />

een Welzijnslijn binnen de opleiding tot<br />

verzorgende.<br />

V en V<br />

Niveau 4: in het<br />

eerste leerjaar (zie<br />

KO ‘aansturen<br />

studieloopbaan’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

304.04 en in<br />

beperkte mate<br />

DK 305.01)<br />

68


Leerjaar 2<br />

Kernopgave:<br />

Werken met een zorgplan<br />

Eindtermen:<br />

DK 301.01 en 03 en 06<br />

DK 302.01 en 14 en 15<br />

DK 204.01-05 en 06<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Kernopgave:<br />

Bewaken en activeren van<br />

vitaliteit<br />

Eindtermen:<br />

DK 302.01 en 07 en 08 en 11<br />

t/m 14<br />

Kernopgave:<br />

Er zijn voor de zorgvrager<br />

Eindtermen:<br />

DK 204.01 t/m 03<br />

DK 302.12<br />

DK 306.01 t/m 04<br />

DK 308.01 of<br />

DK 309.01 of<br />

DK 310.01 of<br />

DK 311.01<br />

Kernopgave:<br />

Studieloopbaan<br />

Eindtermen:<br />

DK 204.04 en 05<br />

DK 306.05<br />

DK 307.01<br />

Relatie met ander opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen Relatie met andere opleidingen<br />

Niveau 4: in het<br />

tweede leerjaar<br />

(zie KO<br />

‘Verpleegkundige<br />

zorg op micro<br />

niveau’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

301.06, 07, 09, 12<br />

en 13 en DK<br />

308.01, 02 en 11<br />

en DK 309.01, 03,<br />

09, 13 en 14)<br />

Opm. Voorlopers zijn de kernopgaven<br />

‘Huishoudelijke zorg verlenen’ en ‘ADL<br />

zorg verlenen’. Met deze kernopgave<br />

wordt geleerd om observaties uit te<br />

voeren en in verband te brengen met<br />

het zorgplan. Daarnaast leert de<br />

student om basiszorg, zoals<br />

afgesproken en vastgelegd in een<br />

zorgplan, te plannen. En ten slotte staat<br />

de student voor de taak om een<br />

terugkoppeling van de verleende zorg te<br />

geven met het oog op rapporteren (in<br />

relatie met het zorgplan).<br />

V en V<br />

Niveau 4: in<br />

het eerste<br />

leerjaar (zie<br />

KO ‘Bewaken<br />

en activeren<br />

vitaliteit’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

301.10 en<br />

DK 308.01 ,02,<br />

04, en 11<br />

DK 309.03, 09<br />

en 14)<br />

Begin van de<br />

vaardighedenleerlijn waarin<br />

verpleegtechnisch handelen<br />

centraal staat.<br />

V en V<br />

Niveau 2: in het<br />

tweede leerjaar<br />

Niveau 4: in het<br />

eerste leerjaar (zie<br />

KO ‘In gesprek<br />

met’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n.<br />

DK301.08 en DK<br />

302.02, 03, 06<br />

en DK 304.01,<br />

02, 03 en DK<br />

309.13)<br />

Vervolg van de Welzijns binnen de<br />

opleiding tot verzorgende<br />

V en V<br />

Niveau 4: in het<br />

tweede leerjaar (zie<br />

KO ‘aansturen<br />

studieloopbaan’)<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK<br />

304.04 en in<br />

beperkte mate<br />

DK 305.01)<br />

69


Leerjaar 3<br />

Kernopgave: Zorgplan<br />

opstellen<br />

Eindtermen:<br />

Afhankelijk van de zorgsetting:<br />

DK 308.01, 02 03, 04 en 06<br />

of<br />

DK 309.01, 02, 03, 04 en 06<br />

of<br />

DK 310.01, 02, 03, 04 en 06<br />

of<br />

DK 311.01, 02, 03, 04 en 06<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Kernopgave:<br />

Begeleiden van<br />

cliënten<br />

Eindtermen:<br />

Afhankelijk van de<br />

zorgsetting:<br />

DK 308.01, 02, 04 en 05<br />

of<br />

DK 309.01, 02, 04 en 05<br />

of<br />

DK 310.01, 02,04 en 05<br />

of<br />

DK 311.01, 02, 04 en 05<br />

Relatie met ander opleidingen Relatie met andere<br />

opleidingen<br />

V en V<br />

V en V V en V<br />

Niveau 4: in Niveau 4: in Niveau 2 in<br />

het tweede het tweede 2<br />

leerjaar ( zie leerjaar (zie<br />

KO ‘Verpleeg- KO<br />

kundige zorg ‘Verplegend<br />

op<br />

begeleiden’)<br />

microniveau’)<br />

e SPW<br />

Ja (m.n.<br />

jaar (zie DK 301.06,<br />

KO ve- 07, 09, 12<br />

rplegend en 13 en<br />

begeleiden DK 308.01,<br />

)<br />

02 en 11<br />

en DK<br />

309.01,<br />

03, 09, 13<br />

en 14)<br />

Kernopgave:<br />

Medicatie en<br />

wondverzorging<br />

Care & cure<br />

Eindtermen:<br />

DK 204.03 en 05<br />

DK 302.09 en 10<br />

DK 304.01 en 15<br />

DK 304.04, 05, 07, 12.<br />

Afhankelijk van de<br />

zorgsetting: DK 304.13 of<br />

14 of 15 0f 16 0f 17.<br />

306.02<br />

Relatie met andere<br />

opleidingen<br />

V en V<br />

Niveau 4:<br />

in het 2 e<br />

SPW<br />

jaar (zie<br />

KO Care &<br />

cure_<br />

Kernopgave Ethische<br />

dilemma’s<br />

bediscussiëren<br />

Eindtermen:<br />

Afhankelijk van de<br />

zorgsetting:<br />

DK 308.07<br />

of<br />

DK 309.07<br />

of<br />

DK 310.07<br />

of<br />

DK 311.07<br />

Relatie met andere<br />

opleidingen<br />

V en V<br />

Niveau<br />

4 in het<br />

2 e SPW<br />

jaar<br />

(zie KO<br />

Ethisch<br />

e<br />

dilemm<br />

a’s)<br />

Kernopgave:<br />

Studieloopbaan<br />

Eindtermen:<br />

DK 204.04 en 05<br />

DK 306.05<br />

DK 307.01<br />

Relatie met andere opleidingen<br />

SPW<br />

Ja (m.n. DK 304.04 en in beperkte<br />

mate DK 305.01)<br />

70


Opm. Voorloper is de kernopgave<br />

‘werken met een zorgplan’.<br />

daar heeft de student met de<br />

systematiek kunnen<br />

kennismaken en daarmee zijn<br />

werk kunnen structureren.<br />

Deze kernopgave richt zich op<br />

het opstellen van een zorgplan<br />

voor één zorgvrager. Daarbij<br />

staat het formuleren van<br />

doelen en acties gericht op de<br />

basiszorg centraal. GVO en<br />

begeleiding en afstemming<br />

met andere disciplines zijn er<br />

uit gelaten.<br />

Deze kernopgave geldt als<br />

PROEVE.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Met deze kernopgave<br />

wordt de Welzijnslijn<br />

binnen de opleiding tot<br />

<strong>Verzorgende</strong> afgesloten.<br />

De insteek is GVO en<br />

begeleiding en<br />

afstemming met andere<br />

disciplines.<br />

Deze kernopgave<br />

geldt als PROEVE.<br />

Beide kernopgave<br />

vorent in feite de<br />

kernopgave ‘care &<br />

cure’ van de niveau 4<br />

opleiding..<br />

Deze kernopgave steekt in op<br />

het kwaliteitsaspect van het<br />

beroep <strong>Verzorgende</strong>.<br />

Eén van de accenten van deze<br />

kernopgave ligt op het gebied van het<br />

onderhouden van de portfolio.<br />

Daartoe zullen producten van<br />

kernopgaven opgenomen worden.<br />

71


Bijlagen deel 4<br />

To be 1: Regels en afspraken<br />

START EN VOORTGANG VAN DE BPV (DERDE STUDIEJAAR)<br />

In een toelichtend schrijven ben je nader geïnformeerd over startdatum en einddatum<br />

van de bpvperiode en de vakantiedagen. Tevens tref je in de brief nadere<br />

bijzonderheden aan over jezelf en bpv-coach.<br />

In goed overleg met het leerbedrijf en de praktijkconsulent (bpv coach), kan met<br />

vakantiedagen in deze periode worden verschoven.<br />

DEELNAME AAN DE BPV (DERDE LEERJAAR)<br />

Deelname geschiedt op basis van een praktijkovereenkomst. Daarin is geregeld wie<br />

vanuit het leerbedrijf en wie vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> college verantwoordelijk zijn voor<br />

jouw begeleiding.<br />

STATUS VAN DE STUDENT<br />

Je bevindt je in het derde en laatste leerjaar van de opleiding.<br />

Je bent geen werknemer van de organisatie, maar is boventallig(=extra) ingezet.<br />

POSITIE VAN DE OUDER(S)/VERZORGER(S)<br />

Jouw ouder(s)/verzorger(s) dient/dienen, als zij vragen hebben over de inhoud en de<br />

voortgang in de bpv, contact op te nemen met diegene die jou vanuit school begeleidt.<br />

Het leerbedrijf verstrekt geen gegevens over jou aan derden zoals familie en/of<br />

verzorgers.<br />

VACCINATIEVERKLARING/GEZONDHEIDSVERKLARING<br />

Het leerbedrijf kan verzoeken om een geldige TBC- of vaccinatieverklaring.<br />

BEROEPSGEHEIM<br />

Je bent verplicht je aan het beroepsgeheim te houden.<br />

BEROEPSCODE<br />

Je bent verplicht je aan de beroepscode te houden.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

72


BEDROG EN ONREGELMATIGHEDEN<br />

Indien je oneerlijk of tegen regels handelt, kan het leerbedrijf in overleg met de<br />

coördinator van de bpv, de bpv afbreken. Ook om andere zwaarwegende redenen kan<br />

de bpv na overleg met de coördinator van de bpv worden afgebroken.<br />

VERZEKERING<br />

Is in de bpv door toedoen van jou schade geleden of toegebracht, dan moet dit zo snel<br />

mogelijk worden gemeld aan de coördinator van de bpv. Vanuit de school is een WA-<br />

verzekering afgesloten. Deze aansprakelijkheidsverzekering dekt binnen de grenzen van<br />

de polisvoorwaarden de door verzekeringsnemer uitgezonden studenten tegen de<br />

gevolgen van hun aansprakelijkheid jegens derden, indien en voor zover hun<br />

aansprakelijkheid niet elders verzekerd is. Als student ben je verzekerd tegen het risico<br />

van aanspraken die door derden tegen hen worden ingesteld ter zake van schade:<br />

a. door hen toegebracht bij het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het<br />

leerbedrijf.<br />

b. voor zover niet vallend onder a. door hen toegebracht vanaf het moment dat zij<br />

voor het verrichten van werkzaamheden in het leerbedrijf zijn gearriveerd, tot op<br />

het ogenblik dat zij na het beëindigen van hun dagtaak dit adres verlaten.<br />

Voor bpv in het buitenland zijn aanvullende regels gesteld.<br />

BPV-DUUR PER WEEK<br />

De studiebelasting van een bpv week bedraagt 40 uur. Hiervan worden 32 uur in het<br />

leerbedrijf doorgebracht, verdeeld over maximaal vijf dagen. In de weken met een<br />

terugkomdag worden 24 uur in het leerbedrijf doorgebracht. Haal jij door<br />

omstandigheden (ziekte, wachttijd in de kraamzorg, verlof) niet voldoende uren, dan<br />

wordt in overleg met de praktijkconsulent en/of coördinator van de bpv een nader<br />

besluit genomen over de consequenties daarvan.<br />

WERKTIJDEN<br />

Tijdens de bpv mag tweemaal een weekenddienst en tweemaal een avonddienst worden<br />

gepland. In overleg met jou kan van deze regel worden afgeweken. Ben je jonger dan<br />

18 jaar dan mag je geen nachtdiensten doen.<br />

AAN- EN AFWEZIGHEID (ZIEKMELDING, BIJZONDER VERLOF)<br />

Bij ziekte stelt de student het leerbedrijf vóór werktijd op de hoogte. De student stelt<br />

ook de school op de hoogte van de ziek- en betermelding.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

73


To be 2: Belangrijke begrippen<br />

BEROEPS PRAKTIJK<br />

VORMING (BPV)<br />

BPV COACH<br />

BPV OVEREENKOMST<br />

COMPETENTIE<br />

COMPETENTIEGERICHT<br />

LEREN<br />

DE DRIE H’S<br />

INSTELLING<br />

INTERVISIE<br />

KERNOPGAVE<br />

KLINISCH LEREN<br />

KOLB-CYLUS<br />

LEERSTIJL<br />

ORGANISATIE<br />

PERSOONLIJKE<br />

ONTWIKKELINGS CYCLUS<br />

PORTFOLIO EN POP<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Leren in de organisatie dat direct gekoppeld is aan de beroepsuitoefening<br />

en een deel klinisch leren in de instelling.<br />

Degene die vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> de bpv van de student (op<br />

afstand) begeleidt en de student tijdens de terugkomdagen coacht.<br />

Ook wel praktijkovereenkomst genoemd. Deze overeenkomst regelt in<br />

allerlei bepalingen de rechten en verplichtingen van de diverse partijen<br />

tijdens de BPV.<br />

Competent is bekwaam(heid). Competentie is een samenhangend<br />

onderdeel van je bekwaamheid: een bepaalde mix van kwaliteiten voor<br />

hoofd, hart en handen is nodig om bijvoorbeeld basiszorg goed te kunnen<br />

verlenen.<br />

Je leert niet om alleen maar bepaalde vaardigheden of deelvaardigheden te<br />

kunnen uitvoeren, maar om in werkelijk beroepssituaties op te kunnen<br />

treden. We hebben dit verwoord in de kernopgave.<br />

Hoofd, Hart en Handen. Per kernopgave zijn deze onderscheiden. Ze zijn<br />

niet van elkaar te scheiden. Ze zijn alledrie in samenhang nodig om een<br />

kernopgave goed uit te voeren.<br />

Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong><br />

Je visie op bepaalde zaken delen met vak- en/of studiegenoten, zodat je<br />

wordt aangescherpt.<br />

Een kernopgave bestaat uit een korte zin die duidelijk maakt wat je moet<br />

doen en een SMART beschrijving – in een leerplanschema – waardoor je<br />

een goed beeld krijgt wat dat inhoudt.<br />

Leren wat je doet los van de directe verzorgende beroepsuitoefening. Je<br />

kunt klinisch leren in de instelling (tijdens terugkomonderwijs) en in de<br />

organisatie. Beroepspraktijkvorming (bpv) kan alleen in de organisatie.<br />

Het doorlopen van een geheel leerproces, voor een betekenisvolle,<br />

afwisselende en gezonde ontwikkeling van de student tot verzorgende.<br />

Je voorkeur van leren en/of de start van jouw leerprocessen. Als je een<br />

doener bent vind je de vaardigheden plezierig en leer je veel door te doen.<br />

Maar, als je in die leerstijl blijft ‘hangen’, word je eenzijdig. Het ontwikkelen<br />

van aanvullende leerstijlen is belangrijk.<br />

De zorgorganisatie<br />

Een cyclus om de gehele studieloopbaan ontwikkeling van de student te<br />

ondersteunen, begeleid door de praktijkbegeleider en de bpv coach.<br />

Het portfolio is een verzameling van bewijsmateriaal op welke punten je<br />

bekwaam bent. Het is gekoppeld aan de begeleiding van jouw persoonlijke<br />

studieloopbaan ontwikkeling. Het POP is een onderdeel van het portfolio en<br />

richt zich meer op de ontwikkeling van bepaalde bekwaamheden.<br />

74


PRAKTIJKBEGELEIDER<br />

PRAKTIJKCONSULENT<br />

PRAKTIJKOPLEIDER<br />

SUPERVISIE<br />

VERANTWOORDELIJKHEID<br />

ZORGCATEGORIE<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

Degene die je tijdens de BPV begeleidt, de praktijkbegeleider en wordt in<br />

sommige organisaties ook werkbegeleider genoemd. De praktijkbegeleider<br />

is bekwaam in die zaken die jij nog moet leren. De praktijkbegeleider heeft<br />

in de regel hetzelfde of een hoger opleidingsniveau als dat jij hebt. De<br />

praktijkbegeleider leert je met behulp van de alledaagse praktijk- en<br />

oefenopdrachten de kernopgaven uit te voeren en daarin bekwaam te<br />

worden. De praktijkbegeleider kan beoordelaar van een kernopgave zijn.<br />

Degene die vanuit het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> het leerbedrijf coacht en in<br />

zijn/haar rol als bpv coach, de begeleiding aan de student afstemt met de<br />

praktijkopleider en/of de praktijkbegeleider van de zorgorganisatie.<br />

Degene die binnen de organisatie de verantwoordelijkheid heeft om jouw<br />

studieloopbaan ontwikkeling te begeleiden. Vaak is in kleinere organisaties<br />

deze persoon ook praktijkbegeleider.<br />

Je visie bespreken met en laten bepalen door een expert.<br />

Vooraf en achteraf de zorgverlening rekenschap kunnen afleggen van je<br />

handelen en de (mogelijke) gevolgen daarvan.<br />

Een groep zorgvragers met dezelfde stoornis, beperking en/of<br />

handicap.<br />

75


To be 3: ‘Protocol ongewenste bejegening tijdens BPV (<strong>BOL</strong>)’<br />

1) Informatie die van belang is voor studenten/ BPV coaches<br />

Ongewenste bejegening<br />

In de BPV is het belangrijk aandacht te hebben voor een goede omgang met allen die bij de<br />

BPV betrokken zijn. Naast het feit dat er vele goede ervaringen tijdens de BPV worden<br />

opgedaan, is het ook erg belangrijk bedacht te zijn op ongewenste bejegening in het<br />

leerbedrijf. Gedacht wordt dan aan agressie, discriminatie en seksuele intimidatie.<br />

Om duidelijk te maken wat we met deze drie begrippen bedoelen volgt hieronder een citaat<br />

uit artikel 3 van de ARBO-wet.<br />

Seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten<br />

of ander verbaal, non-verbaal, schriftelijk of fysiek gedrag van seksuele aard, die door de<br />

klager als inbreuken op zijn/ haar intieme levenssfeer worden beschouwd, hetgeen de<br />

aangeklaagde wist of tenminste had moeten begrijpen.<br />

Discriminerend gedrag: Gedrag waarbij gelijke gevallen niet gelijk behandeld worden, op<br />

grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele<br />

voorkeur, fysieke en psychische handicap op welke grond dan ook.<br />

Agressie en geweld: Voorvallen waarbij een werknemer dan wel een student psychisch of<br />

fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks<br />

verband houden met het verrichten van arbeid of het volgen van onderwijs.<br />

Ongewenst gedrag komt nog steeds regelmatig voor in allerlei organisaties en christelijke<br />

organisaties vormen daarop helaas geen uitzondering. We willen ieder er nadrukkelijk op<br />

wijzen dat ongewenst gedrag, agressie, discriminatie, ongewenste intimiteiten of seksuele<br />

intimidatie in houding, taal of gebaar op geen enkele wijze geaccepteerd hoeft te worden.<br />

Het mag niet.<br />

Met nadruk vragen we je om er direct werk van te maken. Denk niet bij voorbaat dat je er<br />

zelf schuldig aan bent of dat je er misschien aanleiding toe zal hebben gegeven, een<br />

gedachte waardoor je het misschien niet ter sprake brengt. Het melden op zich kan de bpv<br />

niet negatief beïnvloeden, integendeel, het bewijst juist dat je een volwassen attitude hebt<br />

en sterk in je schoenen staat.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

76


Hoe actie ondernemen?<br />

Er zijn twee mogelijkheden:<br />

► Je kunt contact opnemen met de bpv coach en/of de coördinator van de bpv;<br />

► Het <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> heeft ook een vertrouwenspersoon voor ongewenste bejegening<br />

Je kunt hem/ haar altijd bellen, al is het maar om advies te vragen;<br />

De vertrouwenspersoon van <strong>Hoornbeeck</strong> neemt contact op met de vertrouwenspersoon<br />

van het leerbedrijf waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt;<br />

In alle gevallen geldt dat vertrouwelijkheid volledig wordt gegarandeerd.<br />

2) Actie na een melding ‘ongewenste bejegening van de student in het leerbedrijf’<br />

► Degene die de melding krijgt overlegt met de bpv coach, de coördinator van de bpv en de<br />

Unitmanager;<br />

► De bpv coach en de coördinator van de bpv of de Unitmanager voeren een gesprek met<br />

de student en adviseren voor eventuele vervolgstappen; als het belemmerend lijkt te<br />

werken dat twee personen het gesprek voeren met de student kan in overleg besloten<br />

worden dat het een gesprek ‘onder vier ogen’ wordt;<br />

► De bpv coach (of de coördinator van de bpv of de Unitmanager) neemt na<br />

bovengenoemde stappen contact op met het leerbedrijf en bespreekt eventuele<br />

vervolgstappen<br />

► De Unitmanager neemt een besluit over het al dan niet informeren van<br />

ouder(s) of verzorger(s), docententeam, Centrale of Sector Directie van het<br />

<strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> en studenten uit de MWB/ TKO groep<br />

► De bpv coach en de coördinator van de bpv of de Unitmanager voeren een<br />

afrondend gesprek met de student met evt. verwijzing voor verdere<br />

hulpverlening<br />

► De bpv coach en de coördinator van de bpv en/of de Unitmanager werken mee aan<br />

eventuele externe onderzoeken;<br />

► Tijdens elke fase van het onderzoek doet <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong> geen enkele uitspraak ter<br />

bevestiging of ontkenning van eventuele misstappen.<br />

3) Actie na een melding ‘ongewenste bejegening door de student in het leerbedrijf’<br />

► Dezelfde procedure als onder 2 met onderstaande aanvullingen;<br />

► De praktijkconsulent en de coördinator van de bpv of de Unitmanager bezoeken na een<br />

melding zo spoedig mogelijk het leerbedrijf en indien gewenst de ouder(s)/verzorger(s)<br />

voor een gesprek;<br />

► Tijdens eventuele onderzoeken krijgt de student een ‘voorlopige schorsing’;<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

77


► De ‘voorlopige schorsing’ wordt na juridische vaststelling van onjuistheid onmiddellijk<br />

opgeheven;<br />

► Bij het juridisch vaststellen van ‘schuld’ geven we het advies van uitschrijving.<br />

<strong>Praktijkboek</strong> MBO-VZ: derde studiejaar<br />

© <strong>Hoornbeeck</strong> <strong>College</strong>, versie juni 2009<br />

78

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!