zuidelijker - girugten
zuidelijker - girugten
zuidelijker - girugten
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
faculteit<br />
ruimtelijke<br />
wetenschappen<br />
contactadres<br />
postbus 800<br />
9700 AV Groningen<br />
e-mail<br />
info@<strong>girugten</strong>.nl<br />
faculteitsblad<br />
ruimtelijke<br />
wetenschappen<br />
w w w . g i r u g t e n . n l<br />
<strong>girugten</strong><br />
De poolcirkel<br />
<strong>girugten</strong><br />
02<br />
jaargang 44
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
redactie<br />
colofon<br />
Eindredactie<br />
Thijs Fikken (hoofdredacteur)<br />
Sanne Feenstra (vormgeving)<br />
Redactie<br />
Eva Bouw<br />
Robin Groenewold<br />
Jordy Janssen<br />
Wymer Praamstra<br />
Jorn van der Scheer<br />
Martinus Spoelstra<br />
Paul Steeneken<br />
Wessel van Vliet<br />
Steven Wester<br />
Wietske Wilts<br />
Saskia Zwiers<br />
Druk<br />
Drukkerij Veenstra, Groningen<br />
Oplage<br />
900 stuks<br />
E-mail<br />
info@<strong>girugten</strong>.nl<br />
Contactadres<br />
Postbus 800<br />
9700 AV Groningen<br />
Girugten is het onafhankelijk<br />
faculteitsblad van de Faculteit<br />
Ruimtelijke Wetenschappen,<br />
Rijksuniversiteit Groningen.<br />
Girugten functioneert als een<br />
zelfstandige redactie onder<br />
faculteitsvereniging Ibn Battuta.<br />
De eindredactie behoudt zich het<br />
recht voor zonder opgaaf van redenen<br />
artikelen in te korten, dan wel te<br />
weigeren.<br />
redactioneel<br />
Beste lezer,<br />
Met de laagste temperaturen van het jaar achter ons brengt Girugten je graag nog even terug<br />
in de wintersferen. In dit nummer, dat geheel in het teken staat van de meest noordelijke<br />
(én zuidelijke) plekken op onze aarde, komt de temperatuur nauwelijks boven het vriespunt<br />
uit. In deze barre wereld waarin maar weinig mensen wonen wordt een grote strijd gevoerd.<br />
Die van het leven met de kou. Deze strijd wordt voor jou beschreven in deze editie van<br />
Girugten! Alles boven, onder, en op de poolcirkels komt voorbij.<br />
Ben je geïnteresseerd in de Inuit, gefascineerd door Russische steden of geïntrigeerd<br />
door de oliestrijd om en nabij de Noordpool? Dan zit je goed met dit nummer. Zo wordt<br />
de ontwikkeling van noordelijke Russische steden na de val van de Sovjet-Unie besproken<br />
en de machtsstrijd om mineralen uitgelicht. Maar Girugten leidt je niet alleen maar<br />
noordwaarts. Antarctica, het enige onbewoonde continent op aarde, komt ook voorbij.<br />
Naast de berg artikelen over de polen is er ook een bijzonder boeiende editie van<br />
‘Geografen aan het werk’ te lezen. Hierin vertelt oud-Girugtenredacteur Arvid Krechting<br />
over zijn werkzaamheden in Oekraïne.<br />
Binnen de redactie hebben zich een hoop veranderingen afgespeeld. Na het behalen van<br />
haar diploma heeft Saskia Zwiers besloten om een punt achter haar Girugtencarrière te<br />
zetten. Saskia, bedankt voor de prachtige artikelen die jij elk nummer weer hebt afgeleverd!<br />
Gelukkig hebben we versterking gekregen van Nienke Harmelink, Wessel van Vliet en Paul<br />
Steeneken.<br />
Dompel jezelf onder in het ijskoude avontuur dat klaarligt in deze Girugten!<br />
Veel leesplezier,<br />
Thijs Fikken<br />
hoofdredacteur<br />
Oplossing Raad de Plaat en logo’s bovenbalken<br />
Raad de Plaat: Midtown Madness 2, Red Alert 2, Roller Coaster Tycoon 1, Wolfenstein 3D<br />
Logo’s: Twitter, Skype, Google Earth, Dropbox, the Sims, Angry Birds, Pacman, Google<br />
Chrome, Myspace, Spotify, Windows Media Player, Limewire, Tetris, utorrent, X-Box (live),<br />
Mario/mushroom, MSN, Keen, Space Invadors, VLC Media Player<br />
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
inhoud<br />
6.<br />
Inhoud<br />
4.<br />
7.<br />
9.<br />
10.<br />
12.<br />
14.<br />
16.<br />
Zwart goud in een witte wereld<br />
Wymer Praamstra<br />
Oorlogen en goelagkampen<br />
Steven Wester<br />
Column: de trein, de mandarijn en de Polen<br />
Martinus Spoelstra<br />
De aantrekkingskracht van Antarctica<br />
Thijs Fikken<br />
Om de noord - Willem Barentsz<br />
Martinus Spoelstra<br />
Inuitgemeenschappen in Noord-Amerika<br />
Eva Bouw & Wietske Wilts<br />
Raad de plaat<br />
12. 19.<br />
14.<br />
10.<br />
4.<br />
18.<br />
19.<br />
22.<br />
23.<br />
24.<br />
25.<br />
26.<br />
Bij de kerstman thuis<br />
Saskia Zwiers<br />
Masterthesis - “Alsof je omarmd wordt door<br />
alles om je heen”<br />
Wietske Wilts<br />
Geografen aan het werk<br />
Arvid Krechting<br />
Uit het buitenland<br />
Titia Leutscher<br />
Herta Machtscriptieprijs<br />
Ibn Battuta<br />
Pro Geo & Forum<br />
4.
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
Het incident op 31 december met boorschip<br />
Kulluk, wat ‘donder’ in een lokaal Inuitdialect<br />
betekent, bracht de boringen van Shell in de<br />
zeeën rond de Noordpool opnieuw in beeld.<br />
Is het gedonder met de Kulluk de doodsteek<br />
voor de avonturen van de multinationals die<br />
op zoek zijn naar olie en gas? Of winnen<br />
geld en de honger naar olie van landen als<br />
Rusland en Amerika, maar ook West-Europa,<br />
het opnieuw van de natuur?<br />
Hoewel alleen de activiteiten van Shell<br />
veel in het nieuws kwamen de laatste tijd<br />
is het zeker niet het eerste en enige bedrijf<br />
dat in de barre omstandigheden boven<br />
de poolcirkel op zoek gaat naar nieuwe<br />
gas- en olievelden. BP is zelfs al sinds<br />
wymer praamstra<br />
Zwart goud in een witte wereld<br />
de jaren zeventig aan het boren in een<br />
baai in het noorden van Alaska. Naast de<br />
Verenigde Staten die Shell de benodigde<br />
vergunningen gaf, zijn ook Rusland,<br />
Noorwegen en Denemarken (via Groenland)<br />
bezig grote oliemaatschappijen toe te laten<br />
in hun wateren. Hoewel, ‘hun’ wateren? De<br />
maatschappijen die tot nu toe gerechtigd<br />
zijn te boren doen dit zonder uitzondering<br />
in de Exclusieve Economische Zones van het<br />
De hoeveelheid aardolie in de Noordpoolregio<br />
wordt geschat op 90 miljard<br />
vaten, dat is met de huidige olieprijs<br />
goed voor ongeveer 10,44 biljoen (!)<br />
dollar. De hoeveelheid aardgas op 47<br />
biljoen kubieke meter.<br />
4.<br />
betreffende land. Deze zones zijn onderdeel<br />
van de internationale wateren en dus<br />
onafhankelijk grondgebied, maar door een<br />
EEZ in te stellen krijgt het betreffende land<br />
bepaalde rechten en verplichtingen in een<br />
gebied tot 200 zeemijl van de kust.<br />
Via deze regeling gaf Amerika BP al lang<br />
geleden toestemming om te boren in de daar<br />
aanwezig olie- en gasvelden. Alaska grenst<br />
immers aan de Poolzeeën. In samenwerking<br />
met Rosneft, een Russisch staatsbedrijf<br />
in de oliesector, zijn Exxonmobil (bij ons<br />
bekend als Esso) en het Italiaanse ENI<br />
bezig met boringen vlakbij Nova Zembla.<br />
De ontginningen in de Barentszzee zijn<br />
ook al gestart door het Noorse Statoil.<br />
Dat de nieuwe boorplannen van Shell<br />
zoveel ophef veroorzaken komt met name<br />
omdat hun proefboringen veel verder<br />
van de kust gaan en daardoor mogelijk<br />
meer schade kunnen aanrichten. Ook de<br />
opeenstapeling van missers door Shell<br />
wordt door tegenstanders als Greenpeace<br />
uitvergroot met actiewebsites en een<br />
handtekeningenactie.<br />
Het breken van de sleepkabels van de Kulluk<br />
tijdens Van wie zijn reis zijn naar de Seattle (Ant)arcticsche blijkt in de rij gebieden?<br />
incidenten pas het topje van de ijsberg.<br />
Naast de stukken Exclusieve Economische Zone langs de randen van<br />
de omliggende landen is de Noordpool van niemand. Dit wil zeggen,<br />
er liggen wel claims van onder andere Rusland en Canada, maar<br />
officieel is het ‘niemandsland’. De door Rusland geplante vlag<br />
op de bodem van een oceaan bij de Noordpool is natuurlijk puur<br />
symbolisch. Momenteel lopen er onderzoeken door verschillende<br />
wetenschappers uit belanghebbende landen om te kijken of hun<br />
land op een of andere manier onder het water door verbonden is<br />
met de Noordpool. Op die manier hopen onder andere Rusland<br />
en Denemarken (Groenland) aanspraak te maken op de vele<br />
grondstoffen die in deze ijzige omgeving te vinden zijn.<br />
Op de Zuidpool is het een stuk overzichtelijker geregeld. Nouja, op<br />
papier in ieder geval. In het Antarctisch Verdrag dat in 1959 werd<br />
afgesloten werd de Zuidpool als een diepvriespizza opgedeeld<br />
in punten. Onder andere Argentinië, Australië, Nieuw Zeeland en<br />
Chili kregen een stukje toebedeeld, maar ook minder in de buurt<br />
liggende landen als Engeland en Noorwegen hebben er ‘grondbezit’.<br />
Juridisch gezien behoort de Zuidpool echter tot geen van deze<br />
landen. Wel is in het Antarctisch Verdrag vastgesteld dat geen van<br />
de landen militaire activiteit mag ontplooien op het continent en dat<br />
wetenschappelijk onderzoek de primaire aandacht heeft. In 1991<br />
werd het Antarctisch Milieuprotocol toegevoegd aan het verdrag.<br />
Greenpeace stipt de problemen natuurlijk<br />
gretig aan op hun speciale website. Feit blijft<br />
dat met name de veiligheidsmaatregelen<br />
die Shell heeft getroffen om in het geval van<br />
een incident bij de boringen adequaat op te<br />
kunnen treden niet bepaald waterdicht zijn.<br />
Gefaalde veiligheidstesten, problemen met<br />
de 22 schepen tellende vloot die in actie<br />
moet komen bij incidenten en een uitspraak<br />
van de vice-president van Shell dat er<br />
waarschijnlijk op een bepaald moment wel<br />
olie weg gaat lekken tijdens het boren bij de<br />
Noordpool zijn alles behalve goede reclame<br />
voor het Nederlandse-Britse bedrijf. Als<br />
dan in het achterhoofd wordt gehouden<br />
dat deze problemen optraden bij slechts<br />
twee proefboringen, in de Beaufort- en<br />
Tsjoektsjenzee, lijkt de kans op ongelukken<br />
als straks echt olie- en gasvelden worden<br />
aangeboord zeker aanwezig.<br />
Voor de Amerikaanse overheid was het<br />
veiligheidsplan van Shell echter voldoende<br />
om de benodigde vergunningen uit te geven.<br />
De grote consumptie van olie en gas door dat<br />
land is algemeen bekend. Met de groeiende<br />
onrust in het Midden-Oosten is het voor de<br />
Amerikaanse overheid een logische keuze<br />
om hun afhankelijkheid te verkleinen. De<br />
economische belangen zijn inmiddels zo<br />
groot dat Shell niet meer kan stoppen met<br />
de projecten zonder grote verliezen te<br />
lijden. Van de nu al geïnvesteerde 5 miljard<br />
(!) dollar is nog geen cent terugverdiend.<br />
Maar worden door geld, zoals zo vaak, de<br />
risico’s voor de natuur én de mens uit het<br />
oog verloren?<br />
Feit is dat boren op en nabij de Noordpool<br />
veel meer risico’s met zich meebrengt<br />
dan in ‘normale’ oceanen. Grote massa’s<br />
territoriale verdeling van antarctica<br />
Dit protocol zorgt er voor dat er tot 2048 geen delfstoffen mogen<br />
worden gewonnen op de Zuidpool. Tenminste, in ieder geval niet<br />
door staten die het verdrag hebben ondertekend. Rusland gaf begin<br />
2011 al aan dat ze gaan beginnen met verkennend onderzoek naar<br />
grondstoffen. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.<br />
5.
de bp-pijplijn in Alaska<br />
ronddrijvend ijs zorgden er dit jaar al voor dat<br />
de proefboringen van Shell later dan gepland<br />
begonnen. Dat zelfs de dikste kabels niet<br />
zijn bestand tegen het extreme noodweer<br />
dat soms huishoudt in de Noordelijke zeeën<br />
werd pijnlijk duidelijk bij het transport<br />
van de Kulluk. Bovendien brengen de<br />
veranderende weersomstandigheden<br />
ook meer onvoorspelbaarheid. En als het<br />
misgaat, dan zit je in de afgelegen ijszee<br />
boven Alaska ook niet op een makkelijk<br />
bereikbare plek. Binnen een straal van<br />
800 kilometer is er maar één grote haven.<br />
Met een paar landingsstrips en een zeer<br />
minimale infrastructuur loert er een<br />
gigantische ramp die moeilijk binnen de<br />
perken kan worden gehouden. Of de 22<br />
boten tellende incidentenvloot van Shell<br />
dan snel de situatie onder controle krijgt<br />
valt nog maar te bezien.<br />
De gevolgen van een groot olielek zijn niet<br />
te overzien. Het opruimen van olie op ijs<br />
valt nog mee, maar als olie onder ijs gaat<br />
drijven is het zeer lastig weg te krijgen. De<br />
Nederlandse directeur van Shell geeft zelf<br />
toe dat zijn bedrijf hier nog geen ervaring<br />
mee heeft en laten we met hem hopen dat<br />
dit ook niet nodig zal zijn. Grootschalige<br />
vervuiling van de zeeën rond de Noordpool<br />
heeft enorme gevolgen. Niet alleen direct,<br />
maar ook indirect. Als plankton, de basis<br />
van veel voedselketens in die omgeving,<br />
vervuild raakt zullen alle dieren hoger in<br />
de keten daar grote last van ondervinden.<br />
Opgeteld bij de grote druk waaronder veel<br />
dierenpopulaties in dat gebied al staan,<br />
kan dit het einde voor sommige soorten<br />
betekenen. De lokale Inuitbevolking leeft<br />
grotendeels van de visvangst dus zullen dan<br />
ook zwaar getroffen worden. In maart 1989<br />
liep olietanker Exxon Valdez aan de grond in<br />
6.<br />
de Golf van Alaska. De hierbij vrijgekomen<br />
miljoenen liters olie hebben vandaag de dag<br />
nog steeds grote invloed op de ecosystemen<br />
in de 2000 kilometer lange kuststreek. Naar<br />
schatting zijn onder andere 500.000 vogels<br />
overleden als gevolg van dit olielek. Om dan<br />
in te schatten wat er bij een soortgelijke<br />
ramp bij de boringen van Shell kan gebeuren<br />
heb je weinig verbeeldingskracht nodig.<br />
Gezien de gigantische investeringen<br />
die onder andere Shell al heeft gedaan<br />
in de voorbereidende fase en het feit<br />
dat vergunningen al zijn verstrekt<br />
door verschillende overheden zal het<br />
boren in de zeeën rond de Noordpool<br />
hoogtswaarschijnlijk gewoon doorgaan.<br />
De huidige economische motor draait nou<br />
eenmaal op olie en gas en de toenemende<br />
schaarste maakt voorheen minder gunstige<br />
ontginningen opeens aantrekkelijk. Laten<br />
we samen met de ijsberen, walvissen,<br />
vogelkoloniën en Inuitstammen hopen dat<br />
hun leefgebieden geen olieramp hoeven te<br />
verwerken. g<br />
olie- en gasboringen in het noordpoolgebied<br />
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
steven wester<br />
Oorlogen en Goelagkampen<br />
Russische steden ten noorden van de poolcirkel<br />
Wanneer je aan de poolcirkel denkt, denk<br />
je in eerste instantie zeker niet aan grote<br />
steden. Het overgrote deel van de gebieden<br />
ten noorden van de Noordpoolcirkel is<br />
ook onbewoond. Toch is er een aantal<br />
uitzonderingen. Wat ten eerste opvalt als<br />
je kijkt naar steden ten noorden van de<br />
poolcirkel, is dat veruit het grootste deel<br />
hiervan in Rusland ligt. Sterker nog, buiten<br />
Rusland is er maar één stad op aarde<br />
binnen de poolcirkel met meer dan 50.000<br />
inwoners: Tromsø in Noorwegen. Ondanks<br />
dat deze stad zo noordelijk ligt heeft het een<br />
vrij mild klimaat. Tromsø ligt namelijk aan de<br />
de haven van moermansk<br />
Atlantische oceaan en wordt sterk beïnvloed<br />
door de warme golfstroom langs de Noorse<br />
kust.<br />
In Rusland is dat wel anders met de<br />
gevreesde Siberische winters. Er zijn op<br />
dit moment nog zes Russische steden met<br />
meer dan 50.000 inwoners. Dit waren er<br />
in het communistische tijdperk nog meer,<br />
maar sinds de val van de Sovjet-Unie is er<br />
sprake van een bevolkingskrimp in bijna<br />
alle Russische steden ten noorden van de<br />
poolcirkel.<br />
Moermansk<br />
Moermansk is de grootste stad boven de<br />
poolcirkel ter wereld met ruim 300.000<br />
inwoners. Het ligt in het dichtstbevolkte<br />
gebied ten noorden van de poolcirkel,<br />
namelijk de gelijknamige Oblast Moermansk<br />
in het uiterste noordwesten van Rusland.<br />
Dit gebied, dat ongeveer drie keer zo groot<br />
is als Nederland, heeft een kleine 900.000<br />
inwoners. Dit is naar schatting een derde<br />
van de gehele bevolking ten noorden van<br />
7.
de poolcirkel. Dit geeft alvast aan hoe<br />
weinig mensen er relatief gezien boven de<br />
poolcirkel wonen.<br />
Moermansk is de laatste stad die in het<br />
Russische tsarentijdperk gesticht is. Om<br />
precies te zijn in 1915. Uit strategisch oogpunt<br />
werd er tijdens de Eerste Wereldoorlog een<br />
spoorlijn vanaf de stad Petrozavodsk naar het<br />
noorden richting de Barentszzee gebouwd.<br />
Aan het eind van deze spoorlijn van bijna<br />
1000 kilometer, werd Moermansk gesticht.<br />
Het was een strategische post tijdens de<br />
Eerste Wereldoorlog. Er konden vanaf<br />
het Russische vasteland allerlei militaire<br />
goederen richting de stad vervoerd worden,<br />
en vanaf daar worden verscheept. Hierbij<br />
was het zeer belangrijk dat Moermansk ook<br />
tijdens de winter een ijsvrije haven had.<br />
Door de gunstig gelegen positie kon de<br />
nederzetting snel groeien en kreeg het in<br />
een jaar tijd al de status van ‘stad’.<br />
Moermansk speelde ook een belangrijke<br />
rol in de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers<br />
probeerden in 1941 met de hulp van het<br />
Finse leger om de stad in handen te krijgen<br />
onder de naam ‘Operatie Silverfox’. Het<br />
Russische leger verloor al snel een groot<br />
deel van haar manschappen, hierdoor werd<br />
Moermansk na Stalingrad en Leningrad de<br />
stad die de meeste schade leed door de<br />
Tweede Wereldoorlog. In tegenstelling tot<br />
andere Russische steden in deze tijd van de<br />
oorlog wist het wel stand te houden, mede<br />
door de winterse omstandigheden waar de<br />
Duitsers niet tegen opgewassen waren. Door<br />
de grote strijd die in en rond Moermansk<br />
werd geleverd en het grote strategische<br />
belang ervan, werd Moermansk uitgeroepen<br />
tot ‘heldenstad’.<br />
Na de oorlog werd de Sovjet-Unie<br />
terughoudender tegenover het buitenland,<br />
zeker met het uitbreken van de Koude<br />
Oorlog. Moermansk werd net als vele andere<br />
Russische steden een ‘verboden stad’ voor<br />
buitenlanders. Vanuit Moermansk werden<br />
onder andere expedities ondernomen met<br />
onderzeeërs om ze klaar te stomen voor<br />
een eventuele oorlog. Naast de strategische<br />
oorlogspositie, is het voorkomen van<br />
natuurlijke hulpbronnen in de directe<br />
omgeving ook een belangrijke reden<br />
waarom er verhoudingsgewijs veel<br />
mensen in Oblast Moermansk wonen.<br />
Zo zijn er meer dan 700 verschillende<br />
mineralen in de buurt van Moermansk.<br />
Een groot gedeelte van de arbeidsmarkt<br />
is dan ook afgestemd op deze natuurlijke<br />
hulpbronnen en mineralen. De grootste<br />
arbeidssectoren zijn de metaalindustrie en<br />
de elektriciteitsproductie. Verder heeft de<br />
visserij ook nog een belangrijk aandeel in<br />
de economie van Moermansk. De bevolking<br />
van Moermansk is na de val van de Sovjet<br />
-Unie snel gekrompen. Twintig jaar geleden<br />
woonde er nog een kleine 500.000 mensen<br />
in de stad, tegenwoordig dus nog maar<br />
300.000. Het is inmiddels officieel geen<br />
verboden stad meer, maar toch is het lastig<br />
voor buitenlanders om de stad binnen<br />
te komen. Wel is Moermansk sinds 1989<br />
partnerstad van Groningen.<br />
De Goelag van Vorkuta en Norilsk<br />
Vorkuta ligt in het uiterste noorden van het<br />
vasteland van Rusland, een paar honderd<br />
kilometer ten zuiden van Nova Zembla.<br />
In de zomer van 1930 werd er in de buurt<br />
van Vorkuta steenkool gevonden. Dit<br />
kwam goed van pas voor het uitvoeren<br />
van de pas ingevoerde vijfjarenplannen<br />
onder leiding van Josef Stalin. Voor de<br />
industrialisatie van Rusland was deze<br />
steenkoolvoorraad essentieel. Vandaar dat<br />
de nederzetting Vorkuta in 1931 gesticht<br />
is. Vanaf 1932 werden er in de buurt van<br />
Vorkuta meerdere werkkampen van de<br />
Goelag gesticht. De mensen die in deze<br />
strafkampen gingen werken hadden veel<br />
verschillende achtergronden. Naar deze<br />
kampen werden bijvoorbeeld politieke<br />
tegenstanders, geestelijken, gehandicapten<br />
en sommige bevolkingsgroepen gestuurd.<br />
Tiksi<br />
8.<br />
Uiteindelijk werden al deze groepen mensen<br />
samengevat onder de naam ‘Vijand van<br />
het volk’. Omdat Stalin deze term nogal<br />
subjectief interpreteerde werden er<br />
miljoenen onschuldige burgers verbannen.<br />
Met het uitbreken van de Tweede<br />
Wereldoorlog kwam de ontwikkeling van<br />
de Goelag in een stroomversnelling terecht.<br />
Vorkuta werd in 1941 door een spoorlijn<br />
verbonden met de rest van Rusland,<br />
waardoor de steenkool sneller vervoerd kon<br />
worden. Deze spoorlijn werd echter door<br />
het uitbreken van de oorlog veel sneller<br />
afgemaakt dan eigenlijk kon, het kostte in de<br />
kampen dan ook duizenden levens. Tijdens<br />
de oorlog werd vanuit Vorkuta meer dan 7<br />
miljoen ton steenkool vervoerd richting<br />
Leningrad en de Oeral.<br />
Vlak na de dood van Stalin ontstond de<br />
grootste opstand tegen de Goelag ooit in<br />
de werkkampen van Vorkuta. Hieraan deden<br />
ongeveer 100.000 kampbewoners aan mee.<br />
Het kostte het Rode Leger erg veel moeite<br />
om deze opstand neer te slaan. Uiteindelijk<br />
zorgde dit ervoor dat de Russische regering<br />
onder leiding van Chroesjtsjov de meeste<br />
Goelagkampen liet sluiten in de jaren ’50. De<br />
mijnen werden nog wel in stand gehouden<br />
tot het eind van de Koude Oorlog. Rond 1990<br />
woonden er nog 120.000 mensen in de stad.<br />
Een groot deel van de bevolking is vertrokken<br />
toen het grootste deel van de mijnen werd<br />
gesloten, nadat deze onrendabel waren<br />
geworden door de val van de Sovjet-Unie.<br />
g<br />
De burgemeester van Vorkuta maakte in<br />
2006 een plan om toeristen naar Vorkuta<br />
te lokken. Hij wilde een nieuw Goelagkamp<br />
geheel in traditionele stijl in Vorkuta laten<br />
bouwen waar je als toerist jezelf drie dagen<br />
lang kon laten opsluiten voor een kleine 450<br />
euro. Dit plan stuitte echter op veel kritiek,<br />
niet alleen omdat Vorkuta zo afgelegen ligt,<br />
maar ook vanwege de nagedachtenis aan<br />
slachtoffers van de Goelag.<br />
Norilsk ligt in het noorden van Siberië en is<br />
volgens sommige bronnen de koudste stad<br />
op aarde. Ook is het de noordelijkste stad<br />
met meer dan 100.000 inwoners. Norilsk<br />
is net als Vorkuta zwaar getekend door<br />
haar Goelaghistorie. In de jaren ’20 werden<br />
in Norilsk talloze delfstoffen gevonden,<br />
waaronder goud en nikkel. In 1935 werd in<br />
een klap door 365.000 dwangarbeiders de<br />
stad uit de grond gestampt. Een groot deel<br />
van de arbeiders moest in de beginjaren in<br />
tenten slapen in de Siberische kou, waarbij<br />
vele duizenden doden vielen. Door de<br />
schaarste aan voedsel kwam een groot deel<br />
van de 400.000 dwangarbeiders om tijdens<br />
de oorlog. De opstand in de kampen van<br />
Vorkuta in 1953 sloeg over richting Norilsk,<br />
waardoor ook hier de Goelagkampen in de<br />
jaren ’50 werden gesloten. De productie van<br />
met name nikkel is gewoon doorgegaan in<br />
Norilsk. De stad heeft de twijfelachtige eer<br />
de meest vervuilende fabriek van Rusland<br />
te bezitten, ‘Norilsk Nikkel’. Volgens de<br />
BBC is dit de grootste producent van zure<br />
regen ter wereld. Net als in Moermansk en<br />
Vorkuta is ook in Norilsk bijna de helft van<br />
de bevolking weggetrokken sinds de val van<br />
de Sovjet-Unie.<br />
Tiksi, een godvergeten oord<br />
De hiervoor besproken steden hebben<br />
allemaal nog de mogelijkheid om de<br />
komende decennia in ieder geval een stad te<br />
blijven, maar dat is lang niet overal het geval.<br />
Een goed voorbeeld hiervan is Tiksi. Dit was<br />
met name in de Tweede Wereldoorlog een<br />
belangrijke havenstad aan de Noordelijke<br />
Ijszee in Noordoost-Siberië. In de Koude<br />
Oorlog werden er hier twee grote vliegvelden<br />
aangelegd om bommenwerpers vanaf te<br />
kunnen positioneren. Het is echter nooit<br />
zover gekomen dat ze ook daadwerkelijk<br />
gebruikt werden. Na de val van de Sovjet<br />
-Unie is de haven in Tiksi in vervallen staat<br />
terecht gekomen, waardoor er nauwelijks<br />
meer schepen komen. Doordat het zo<br />
afgelegen ligt, is er ook geen weg richting<br />
Tiksi en zijn de kosten voor levensonderhoud<br />
buitenproportioneel hoog. Alcoholisme<br />
vormt hier ook een probleem, maar alcohol is<br />
aan de andere kant zo duur dat het nauwelijks<br />
betaalbaar is. Tegenwoordig wonen er nog<br />
maar een paar duizend mensen in de stad,<br />
en daardoor is een paar maanden geleden<br />
ook het vliegveld gesloten. Hierdoor is de<br />
nederzetting alleen nog bereikbaar per<br />
helikopter. Het einde lijkt dan ook nabij voor<br />
Tiksi. g<br />
g<br />
9.<br />
/// meer weten?<br />
http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/7385-van-moskou-tot-moermansk<br />
- Aflevering: Soldatenoffer<br />
http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/5919-van-moskou-tot-magadan<br />
- Aflevering: Magadan, een vergeten<br />
verleden<br />
column Martinus Spoelstra<br />
De trein, de mandarijn en de Polen<br />
Eigenlijk kan ik nooit goed lezen in de trein. Niet omdat de boeken die ik in de tas heb<br />
per definitie saai zijn, maar juist omdat er buiten zoveel te zien is. Of het nou ‘The Oxford<br />
Handbook of Economic Geography’ of ‘Asterix en de knallende ketel’ is, na enkele bladzijden<br />
ben ik automatisch naar buiten aan het turen. Er valt aan de andere kant van het raam ook<br />
zoveel te zien: het landschap, de gebouwen, de infrastructuur, de ruimtelijke ordening. In<br />
principe is het één grote speelfilm die aan je voorbij gaat, en je kunt gewoon met een kop<br />
koffie in je stoel blijven zitten, alsof je je nooit hebt verplaatst. Behalve de stationsnamen<br />
komt er geen woord aan te pas. Wonder boven wonder kom je uiteindelijk ook nog eens<br />
op de gewenste plek van bestemming aan. Maar wellicht dat alleen mensen met een<br />
planologen- of geografenhart het op die manier beleven.<br />
Samen met mijn vriendin ben ik onderweg naar Praag. Een stad in Centraal-Europa waar ik<br />
nog nooit ben geweest. We hebben een overstap in Dresden, een stad waar ik ook nog nooit<br />
ben geweest. Het ligt momenteel in Duitsland, maar nog niet zo lang geleden lag het in een<br />
ander land, waarvan ik de naam even kwijt ben. We hebben samen besloten om deze keer<br />
niet te vliegen. Dit heeft niks te maken met het milieubewust of ‘groen’ reizen, maar meer<br />
met de vliegangst van één van ons. Per vliegtuig samen naar Londen ging nog wel, maar<br />
door een gunstig ‘Angebot’ van Die Bahn en de vrouwelijke stem die voor twee telt waren<br />
de treintickets snel geboekt. Nog voor ik terug was met de koffie.<br />
Ze vraagt of ik ook een mandarijntje wil. Eigenlijk is een mandarijntje de slimmere versie<br />
van de sinaasappel. Het is kleiner, dus handiger mee te nemen, makkelijker te pellen, minder<br />
sappig, dus geen kleverige handen, en bovendien kun je de partjes beter van elkaar scheiden.<br />
Dus om te eten gebruiksvriendelijker, maar een glas mandarijnensap is weer omslachtiger<br />
te produceren. Het is maar net wat je wil. Eigenlijk hetzelfde idee bij het kiezen tussen<br />
reizen per trein of vliegtuig. Overigens gaat het vergelijken van vervoersmiddelen met fruit<br />
misschien iets te ver.<br />
Het doet me denken aan de treinreis die ik vijf jaar geleden maakte naar een EGEAcongres<br />
in het zuiden van Polen. Je vindt eerst dat de omgeving voor een gast of toerist<br />
niet aantrekkelijk aandoet, maar als je je realiseert waar je bent en wat het voor plek is,<br />
wordt het des te interessanter. Het was m’n eerste EGEA-congres, later kwamen er nog<br />
acht en onderhand ken ik vooraf het programma van a tot z. Maar daar in Ustron maakte<br />
ik het dus voor het eerst mee. De zondagavond; een openingsceremonie met enkele<br />
prominente sprekers en een optreden van een traditionele, in de regio wereldberoemde<br />
folkloredansgroep. Een kleurrijke mix van trotse jonge mannen en vrouwen die gezamenlijk<br />
in de rondte dansen. De Poolcirkel, fantastisch!<br />
Terug in mijn boek over Praag. Ik zit ergens rond het jaar 1918 toen Praag de Hoofdstad werd<br />
van een zelfstandig Tsjecho-Slowakije. Snel blader ik door. Nog even wat belangrijke punten<br />
van de stad opzoeken aan de hand van een bijgeleverde kaart en het boek kan dicht. Ik zie<br />
het daar wel. g
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
Eeuwenlang heeft de westerse beschaving<br />
gefilosofeerd over het bestaan van een<br />
mystiek zuidelijk continent. ‘Terra Australis<br />
Incognita’, ‘het onbekende zuidelijke<br />
land’, werd al beschreven door denkers als<br />
Aristoteles en Ptolemaeus, die geloofden<br />
dat het noordelijke land in evenwicht<br />
gehouden werd door een groot zuidelijk<br />
continent. Door de vele ontdekkingsreizen<br />
werd duidelijk dat het continent niet<br />
vastzat aan Afrika of Zuid-Amerika. Even<br />
werd zelfs gedacht dat het continent niet<br />
zou bestaan en dat Australië (waar zou die<br />
naam toch vandaan komen?) het zuidelijkste<br />
continent was. Na de officiële ontdekking<br />
Thijs Fikken<br />
De aantrekkingskracht van Antarctica<br />
de Zuidpool als toeristische trekpleister<br />
van Antarctica in 1820 en de beroemde<br />
expedities naar de geografische Zuidpool<br />
van Scott en Amundsen is de interesse<br />
echter weer aangewakkerd.<br />
Nadat de Noor Amundsen als eerste de<br />
geografische Zuidpool had bereikt in 1920,<br />
begon de Amerikaan Byrd met het verkennen<br />
van het continent vanuit de lucht. Deze<br />
nieuwe informatie werd gebruikt om in 1957<br />
het eerste permanente zuidpoolstation te<br />
bouwen, het ‘Amundsen-Scott South Pole<br />
Station’. Dit station is vanaf de oplevering<br />
permanent bewoond geweest. De groei aan<br />
kennis over het continent, in combinatie<br />
Een van de leden van de expeditie van Amundsen naast de Noorse vlag op de<br />
geografische zuidpool<br />
10.<br />
met de altijd aanwezige ontdekkingsdrang<br />
van de mens, zorgde voor een nieuwe<br />
ontwikkeling: toerisme. Op dit moment<br />
bieden vele reisorganisaties tochten naar<br />
Antarctica aan. Hoe gaan die organisaties<br />
te werk? Is toerisme naar dit continent van<br />
extremen wel verantwoord?<br />
De eerste toeristische expedities naar<br />
Antarctica vonden in de jaren zestig plaats.<br />
Deze reizen werden gemaakt met grote<br />
onderzoeksschepen. Naast het uitgebreide<br />
onderzoek dat op deze schepen plaatsvond<br />
was er beperkt ruimte voor een aantal<br />
toeristen, die uiteraard goed moesten<br />
betalen. Tegen het einde van de jaren zestig<br />
verschenen de eerste cruiseschepen, die<br />
toerisme als enige doel hadden. Met de<br />
komst van deze schepen steeg het aantal<br />
toeristen met het ‘einde van de wereld’ als<br />
bestemming aanzienlijk. Op dit moment<br />
ontvangt Antarctica zo’n 30,000 toeristen<br />
per jaar.<br />
Antarctische cruiseschepen vertrekken vanaf<br />
een aantal plaatsen. Ushuaia, in Argentinië,<br />
is een van de belangrijkste steden. Deze<br />
stad, de meest zuidelijke op de wereld,<br />
draait voor een groot deel op de inkomsten<br />
van toeristische tochten naar Antarctica en<br />
het Sub-Antarctisch gebied. Vanaf Ushuaia<br />
vertrekken de meeste schepen richting het<br />
Antarctisch Schiereiland. Dit gebied heeft<br />
een milder klimaat dan de rest van het<br />
continent. In de zomermaanden liggen de<br />
temperaturen net onder het vriespunt. Na<br />
de tocht door de verraderlijke Straat Drake<br />
verzorgen de meeste reisorganisaties een<br />
landing op het vasteland van Antarctica. Met<br />
behulp van Zodiacs, kleine opblaasbootjes<br />
waarin ongeveer twintig man vervoerd<br />
kunnen worden, komen de toeristen aan<br />
land.<br />
Antarctica kan ook via de lucht bereikt<br />
worden. Eind jaren zeventig vertrokken<br />
er vliegtuigen vanuit Australië en Nieuw-<br />
Zeeland om de sneeuwvlaktes vanuit de<br />
lucht te bezichtigen. Japanse touroperators<br />
verkochten reizen waarop Antarctica in<br />
vogelvlucht bekeken kon worden. De<br />
interesse was groot, totdat een van de<br />
vliegtuigen in 1979 verongelukte. Bij<br />
de crash kwamen alle inzittenden én de<br />
Antarctische vliegindustrie om het leven.<br />
Tegenwoordig kan het continent wel weer<br />
via de lucht bezocht worden. Vanwege de<br />
prijs en logistieke problemen gebeurt dit<br />
echter zelden met toeristen.<br />
Al deze mogelijkheden, samen met een<br />
groeiende portemonnee van de gemiddelde<br />
toerist, hebben in de tweede helft van de<br />
twintigste eeuw voor een stevige groei van<br />
het toerisme gezorgd. Deze groei brengt<br />
ook zorgen met zich mee. Antarctica heeft<br />
geen inheemse bevolking en dus ook geen<br />
regering. Hoe zorg je er dan voor dat het<br />
toerisme naar het continent duurzaam<br />
en verantwoord verloopt? Gelukkig is in<br />
1959 het Antarctisch Verdrag tot leven<br />
geroepen. In dit verdrag, waarover je ook<br />
kunt lezen in het artikel van Wymer, staan<br />
een aantal belangrijke regels opgesteld. Zo<br />
is Antarctica verboden gebied voor militaire<br />
activiteiten, het dumpen van radioactief<br />
materiaal en nucleaire proeven. Met de<br />
komst van het Antarctisch Milieuprotocol<br />
in 1991 is de bescherming van het gebied<br />
verder verscherpt. Zo mogen mineralen<br />
alleen nog voor wetenschappelijke<br />
doeleinden gewonnen worden. Ook is<br />
het vanaf dit moment verplicht om een<br />
milieueffectrapportage op te stellen voor<br />
elke activiteit die ondernomen wordt, dus<br />
ook voor toerisme.<br />
Prachtig, zo’n protocol dat strijdt voor vrede<br />
en milieubewustheid, maar moeilijk te<br />
reguleren. Omdat Antarctica aan niemand<br />
toebehoort, is het ook lastig om organisaties<br />
te bestraffen. De toeristische sector is<br />
door dit probleem op zichzelf aangewezen,<br />
met zelfregulatie als gevolg. Om er voor te<br />
zorgen dat de reizen naar Antarctica veilig,<br />
duurzaam en verantwoord verlopen is de<br />
‘International Association of Antarctica<br />
Tour Operators’ (IAATO) opgericht. Deze<br />
organisatie strijdt graag voor wat volgens<br />
hun ‘de meest indrukwekkende vertoning<br />
van internationale vrede en samenwerking’<br />
is. Vrijwel elke reisorganisatie die ten zuiden<br />
van de poolcirkel te werk gaat is verbonden<br />
aan de IAATO.<br />
Dankzij de IAATO is de impact van toerisme<br />
op het Antarctisch continent nauwelijks<br />
waarneembaar. Nieuwe regelingen, zoals het<br />
verbod op zware brandstoffen, worden bijna<br />
jaarlijks ingevoerd. Het aantal toeristen is,<br />
zeker in verhouding tot de omvang van het<br />
gebied, met gemiddeld 30,000 per jaar nog<br />
relatief laag. Ter vergelijking: Amsterdam<br />
ontvangt zo’n 100,000 recreatieve bezoekers<br />
per dág. Sinds 2008 stijgt het aantal toeristen<br />
niet meer. De economische crisis eist ook<br />
voor het Antarctisch toerisme zijn tol. Veel<br />
van de schepen zijn oud en versleten en er is<br />
geen geld om nieuwe vaartuigen te bouwen.<br />
Toch blijft de IAATO alert. Op dit moment<br />
wordt een nieuw vijfjarenplan gemaakt om<br />
met de toekomstige groei van de sector<br />
om te gaan. Het beschermen van de witte<br />
wildernis lijkt in goede handen te zijn.<br />
Het Antarctisch continent. Het Antarctisch Schier-<br />
eiland of Graham Land is duidelijk zichtbaar.<br />
11.<br />
Naast de introductie van nieuwe regels die<br />
Antarctica moeten beschermen heeft de<br />
IAATO een ander doel: onderwijs. De IAATO<br />
vreest niet voor toeristen. Integendeel, door<br />
de komst van toeristen hoopt de organisatie<br />
het continent nog effectiever te beschermen.<br />
Tijdens de reis laten de touroperators zo<br />
veel mogelijk van het continent zien om de<br />
toeristen met open mond achter te laten.<br />
Door het zien van de schoonheid van het<br />
pinguïncontinent worden de reizigers zich<br />
bewust van de waarde van het gebied.<br />
De hoop van de IAATO is dat de toeristen<br />
bij terugkomst hun mond nog steeds niet<br />
dicht kunnen houden over het uitzicht.<br />
De reis zorgt op die manier voor een<br />
beschermingsdrang bij alle bezoekers. Als<br />
je immers hebt meegemaakt hoe uniek het<br />
landschap is, zal je het belang van Antarctica<br />
voor de wereld inzien.<br />
Velen vrezen dat het Antarctisch toerisme<br />
de ondergang zal betekenen voor het laatste<br />
stukje wildernis op onze aarde. In zekere<br />
zin is deze angst terecht. Massatoerisme<br />
naar het continent zal de sneeuwvlakte<br />
vervuilen als spaghettivlekken op een<br />
wit laken. Zolang het Antarctisch Verdrag<br />
economische uitbuiting van het continent<br />
voorkomt, kunnen de pinguïns rustig<br />
blijven zitten. Maar ook dit verdrag zal ooit<br />
eindigen. Toerisme kan veel mensen helpen<br />
om de waarde van Antarctica in te zien. De<br />
verantwoording zit hem in het leerproces.<br />
Zoals de IAATO zegt: ‘bezoekers komen terug<br />
als ambassadeurs van vrede en bescherming<br />
voor dit unieke landschap’. Het is aan deze<br />
ambassadeurs om de rest van de wereld van<br />
hun gelijk te overtuigen. g<br />
/// meer weten?<br />
www.iaato.org
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
Wie wel eens per trein door het noorden van<br />
Nederland reist, kan in de ‘Willem Barentsz’<br />
rijden. Vervoersbedrijf Arriva vernoemde<br />
enkele jaren terug een trein naar deze<br />
Nederlandse zeeheld. Ook ontlenen een<br />
eiland, een zee, een maritiem instituut, een<br />
veerboot en enkele schepen uit de moderne<br />
walvisvaart hun naam aan Willem Barentsz.<br />
Ondanks zijn heldenstatus heeft hij zijn doel<br />
en droom helaas nooit kunnen waarmaken.<br />
Barentsz is geboren halverwege de<br />
zestiende eeuw in Formerum op Terschelling.<br />
Behalve zijn laatste levensjaren is er weinig<br />
bekend over z’n levensloop. Van beroep<br />
was Barentsz zeeman en cartograaf. Zo<br />
bracht hij bijvoorbeeld een atlas uit van de<br />
Middellandse zee. Volgens deskundigen<br />
bleek deze zo gedetailleerd, ondanks de<br />
beperkte middelen van die tijd, dat Barentsz<br />
op dat gebied zijn tijd ver vooruit was. Het<br />
was de tijd van de Tachtigjarige Oorlog die<br />
de Nederlanden voerden tegen het Spaanse<br />
Rijk. Daarnaast bezaten de Portugezen als<br />
enigen de strategische handelsroute naar<br />
martinus spoelstra<br />
‘Om de Noord’<br />
over de ontberingen van een zeeheld die zijn doel nooit heeft bereikt<br />
kaart van de noordpool door g. mercator m.b.v. bevindingen van barentsz<br />
Indië en China via Kaap de Goede Hoop.<br />
De Hollanders wilden juist onafhankelijk<br />
handel kunnen drijven met het Verre Oosten<br />
en bedachten daarom een alternatief:<br />
een nieuwe handelsroute via de Poolzee.<br />
Omdat men destijds geen idee had hoe dit<br />
deel van de wereld eruit zag en of de route<br />
überhaupt bevaarbaar was, werd er in 1594<br />
een expeditie georganiseerd.<br />
Willem Barentsz was stuurman op één<br />
van de vier uitvarende schepen van de<br />
expeditie, die begin juni 1594 vertrokken.<br />
Een geheel nieuwe route werd niet<br />
gevonden; het langgerekte Nova Zembla en<br />
het uitstrekkende pakijs bleken een grote<br />
hindernis te vormen. Wel bereikte één van<br />
de schepen de Karische Zee via de Straat<br />
van Waygats, ten zuiden van Nova Zembla.<br />
Bij terugkomst werd de reis daarom toch een<br />
succes genoemd. Het optimisme leidde tot<br />
een tweede poging. Deze expeditie vertrok<br />
een jaar later en omvatte twee keer zoveel<br />
schepen en bemanning. Maar deze reis<br />
verliep eigenlijk nog veel slechter dan de<br />
12.<br />
eerste; enorme ijsvlaktes hielden de vloot<br />
al in een vroeg stadium van de tocht tegen.<br />
Tevergeefs keerden de schepen terug naar<br />
de Nederlanden.<br />
De Amsterdamse dominee Plancius, die<br />
ook meewerkte aan het plannen van de<br />
eerste expeditie, was de enige die na de<br />
twee mislukkingen op rij nog geloofde<br />
in een route om de Noord. Hij meende<br />
namelijk dat tot nu toe Nova Zembla alleen<br />
nog maar via het zuiden was getracht te<br />
omzeilen, maar dat Nova Zembla juist via<br />
de noordzijde moest worden gepasseerd.<br />
Omdat eerder de expeditie gefinancierd<br />
werd door de Zeeuwen en de Hollanders<br />
samen, maar de Zeeuwen dit maal van de<br />
financiering afzagen, vertrokken op 10 mei<br />
1596 twee kleinere Amsterdamse schepen<br />
met Willem Barentsz aan de leiding. Het<br />
wetenschappelijke deel van de expeditie<br />
viel onder Barentsz’ verantwoordelijkheid,<br />
de overige zaken aan boord werden<br />
aangestuurd door Jacob van Heemskerck<br />
en Jan Cornelisz Rijp. Ondanks deze heldere<br />
taakverdeling en verantwoordelijkheden<br />
ontstond er al snel een conflict tussen<br />
Barentsz en Rijp over de te bevaren koers<br />
van de vloot.<br />
Na bijna een maand te hebben gevaren<br />
passeerden de schepen de eerste kleine<br />
ijsschotsen. Echter, het bereiken van Nova<br />
Zembla had nogal wat voeten in de aarde.<br />
Ten eerste meerden de schepen af bij een<br />
eiland vol meeuwennesten, omsloten door<br />
steile kusten. Na een gevecht met een<br />
uit de kluiten gewassen ijsbeer koos de<br />
bemanning weer voor het ruime sop. Het<br />
eiland lieten ze achter zich en noemden<br />
het Bereneiland (tussen Noorwegen en het<br />
huidige Spitsbergen). Met de kennis van nu<br />
weten we dat de ijsbeer eigenlijk niet eens<br />
een permanente bewoner van dit eiland<br />
is, maar vaak de oversteek maakt vanaf<br />
de eilanden die dichter bij Spitsbergen<br />
liggen. Vervolgens bereikte de expeditie<br />
opnieuw land. De bemanning dacht eerst<br />
te zijn afgemeerd aan de Groenlandse<br />
kust, maar het ‘Nieuwe Land’ bleek een<br />
grote eilandengroep te zijn en werd na<br />
de expeditie Spitsbergen genoemd. Later<br />
zou dit een strategische uitvalsbasis<br />
blijken voor de Nederlandse walvisvaart<br />
van de zeventiende eeuw. De oplopende<br />
onenigheid tussen Barentsz en Rijp over<br />
waar open zee was en waar het ijs een gevaar<br />
kon vormen, leidde tot een opsplitsing van<br />
de expeditie; Rijp ging met zijn schip in<br />
noordwestelijke richting, Barentsz en Van<br />
Heemskerck zetten de koers juist uit in<br />
noordoostelijke richting.<br />
Het was midden juli toen het schip van<br />
Willem Barentsz Nova Zembla bereikte.<br />
Vanaf dat moment voer het schip langs de<br />
kust in noordelijke richting met de hoop<br />
op open zee voorbij het noordelijkste punt<br />
van Nova Zembla, precies zoals Plancius<br />
thuis in Amsterdam had voorspeld. Helaas<br />
stuitten Barentsz en zijn bemanning<br />
opnieuw op steeds beklemmender<br />
wordende ijsschotsen. Uiteindelijk was er<br />
geen weg meer vooruit, maar ook geen weg<br />
meer terug. Gestrand in een baai, IJshaven<br />
genaamd, zag de bemanning hoe het schip<br />
door het oprukkende ijs omhoog geduwd<br />
werd. Langzaam maar zeker realiseerden<br />
de zeemannen zich dat ze midden op<br />
Nova Zembla moesten overwinteren.<br />
Gelukkig vonden ze niet ver van de baai<br />
een stroompje met zoetwater. In de baai<br />
lagen her en der aangespoelde stukken<br />
drijfhout en boomstammen. Ze begonnen<br />
aan de bouw van een onderkomen, maar<br />
de dagen werden korter en de poolnacht<br />
lag op de loer. Ondanks het overlijden<br />
van de scheepstimmerman tijdens de<br />
bouw werd het skelet van het huis begin<br />
oktober voltooid. Er was meer hout nodig<br />
en daarom moest het schip eraan geloven.<br />
Ook werd vanuit het schip het onderkomen<br />
bevoorraad met het resterende proviand.<br />
Het gebouw kreeg de naam ‘’t Behouden<br />
Huys’.<br />
‘t behouden huys<br />
De poolnacht deed z’n intrede en het werd<br />
overdag niet meer licht. Dit maakte het snel<br />
een stuk kouder. De hongerige ijsberen<br />
bleven door de winterslaap ook weg, maar de<br />
bemanning jaagde nog wel op poolvossen.<br />
Door het verse vlees sterkten de verzwakte<br />
mannen aan en van de pels werden mutsen<br />
gemaakt. Toch stierf één van de mannen<br />
vanwege de ijzige kou. Halverwege januari<br />
namen Barentsz en zijn mannen weer<br />
schemer waar en langzamerhand kwam<br />
de zon weer tevoorschijn. Een nadeel was<br />
echter dat de ijsberen ook ontwaakten en<br />
het Behouden Huys zo nu en dan aanvielen.<br />
Gedurende het voorjaar probeerde de<br />
bemanning IJshaven te verlaten. Van het<br />
overgebleven hout werden open roeiboten<br />
getimmerd en deze moesten eerst een heel<br />
eind over het ijs gesleept worden. Deze<br />
zware klus werd ook nog eens bemoeilijkt<br />
door nieuwsgierige ijsberen. Midden<br />
juni 1597 verlieten de mannen eindelijk<br />
roeiend Nova Zembla. Willem Barentsz zelf<br />
stierf al na een kleine week op zee, net<br />
de dood van willem barentsz - c.j.l. portman<br />
13.<br />
als twee anderen van de bemanning. De<br />
overgebleven mannen roeiden nog twee<br />
maanden via de westkust van Nova Zembla<br />
en kwamen aan in Kola, in het noordelijke<br />
Russische vasteland. Hier ontmoetten ze<br />
Cornelisz de Rijp. Met zijn schip kwamen ze<br />
wonder boven wonder op 29 oktober 1597<br />
weer aan in de Nederlanden.<br />
Door de expedities van Willem Barentsz<br />
werd er geen noordelijke zeevaartroute<br />
gevonden. Wel werd een groot deel van het<br />
poolgebied en de kusten van Spitsbergen<br />
en Nova Zembla in kaart gebracht. Ook<br />
waren hij en z’n bemanning de eerste<br />
Europeanen ooit die in het poolgebied<br />
hebben overwinterd.<br />
Aan boord van de laatste expeditie van<br />
Willem Barentsz was ook schrijver Gerrit<br />
de Veer. Hij behorende tot de twaalf<br />
overlevenden die heelhuids de Nederlanden<br />
weer bereikten. Zijn taak was om alles wat<br />
er op het schip werd gedaan, afgesproken<br />
en beleefd op te schrijven. Zijn reisverslag<br />
lag halverwege 1598 in de boekhandel<br />
met de titel ‘Waerachtighe beschryvinghe<br />
van drie seylagien ter werelt noyt soo<br />
vreemt ghehoort’. Het werd Nederlands<br />
eerste bestseller. Het boek werd in 2012<br />
herdrukt. In 2011 werd de laatste expeditie<br />
van Willem Barentsz verfilmd. Deze gaat de<br />
boeken in als Nederlands eerste 3D-film.<br />
Een nalatenschap waar Willem Barentsz<br />
waarschijnlijk niet van heeft durven<br />
dromen tijdens de ontberingen in de koude<br />
poolnacht op Nova Zembla. g<br />
g
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
Het is moeilijk voor te stellen dat er mensen<br />
wonen in barre omstandigheden van sneeuw<br />
en ijs. Toch hebben 6000 jaar geleden<br />
de eerste Inuitculturen (Eskimo’s) zich in<br />
Alaska gevestigd, waarna de stammen zich<br />
verspreidde naar Groenland en het noorden<br />
van Canada. Oorspronkelijk komt het volk<br />
uit Azië. De Inuits zijn vanuit het oosten<br />
van Siberië de Beringstraat overgestoken<br />
toen deze bevroren was. Ze hebben zich<br />
aangepast aan de barre omstandigheden<br />
van het hoge noorden en op die manier een<br />
bijzondere cultuur ontwikkeld. In de loop<br />
der tijd zijn de leefomstandigheden voor de<br />
Inuits erg veranderd en de integratie in de<br />
moderne wereld zou een bedreiging kunnen<br />
vormen voor het voortbestaan van hun<br />
cultuur. Hoe leven de Inuits nu? En weten ze<br />
hun cultuur ondanks deze veranderingen in<br />
stand te houden?<br />
De Canadese Inuits leven hoofdzakelijk in<br />
Inuvialuit, Nunavut, Nunavik (een regio in<br />
het noorden van Quebeq) en in Nunatsiavut<br />
(een regio in Labrador). De leefgebieden<br />
van de Inuits bevinden zich dus grotendeels<br />
binnen de poolcirkel.<br />
In Canada leven Inuits in verschillende<br />
groepen en leefomgevingen, waardoor<br />
er niet echt één homogene cultuur is in<br />
Noord-Amerika. Er zijn daardoor veel<br />
verschillende talen. Ook zijn er veel plekken<br />
met Inuitnamen. Vaak worden deze plekken<br />
gezien als niemandsland in onze ogen,<br />
omdat er ‘niks’ is, maar voor de Inuits zijn<br />
deze plekken erg belangrijk, omdat ze een<br />
verhaal hebben. De Inuitcultuur is van<br />
oudsher overgedragen door het vertellen<br />
van verhalen en legendes. In deze verhalen<br />
spelen plekken altijd een belangrijke rol.<br />
Doordat Inuits leefden als nomaden/jagers<br />
eva bouw<br />
&<br />
wietske wilts<br />
Inuitgemeenschappen in Noord-Amerika<br />
verzamelaars, hebben ze een bijzondere<br />
relatie met hun omgeving. Ze emigreerden<br />
mee met de dieren, om zichzelf van voedsel<br />
te kunnen voorzien. Daarnaast wordt land<br />
niet gezien als een bezitting (wat bij ons<br />
wel het geval is), juist doordat ze geen vaste<br />
woonplek hadden. Ze zien het land meer als<br />
verstrekker van voedsel. Wel was er onder<br />
de verschillende gemeenschappen bekend<br />
welk gebied tot bepaalde groeperingen<br />
behoorde. Doordat plekken zo belangrijk<br />
zijn voor Inuits, identificeren ze zich ook met<br />
de plek waar ze vandaan komen; als ze zich<br />
voorstellen noemen ze altijd de plek van<br />
herkomst. Verder kunnen Inuits gemakkelijk<br />
hun weg vinden in het Arctisch gebied.<br />
Een voorbeeld hiervan is het oriënteren<br />
door middel van opgestapelde stenen, de<br />
zogenaamde ‘inuksuk’. Deze markeringen<br />
geven aan waar bijvoorbeeld een<br />
jachtgebied is, hoe reizigers de weg kunnen<br />
vinden, ze kunnen een waarschuwing zijn<br />
voor gevaarlijke plekken of ze markeren<br />
juist een plek die ze respecteren. De manier<br />
waarop de stenen zijn opgestapeld geven<br />
de betekenis weer en de ‘armen’ of ‘ benen’<br />
geven de richting aan waar reizigers naar<br />
toe kunnen gaan.<br />
Inuits behandelden mensen, dieren en<br />
planten allemaal met evenveel respect. Nog<br />
steeds is het erg van belang dat er voorzichtig<br />
omgegaan wordt met de grondstoffen die<br />
het land en de zee verstrekken. Er wordt<br />
bijvoorbeeld niet gejaagd voor het plezier<br />
en in Nunatsiavut is het verboden om in het<br />
paarseizoen op dieren te jagen. Verder is het<br />
gebruikelijk dat het eten gedeeld wordt met<br />
de gemeenschap en om elk deel van een<br />
dier te gebruiken, voor bijvoorbeeld eten,<br />
kleding en zelfs speelgoed. Ook is er vaak<br />
een hele andere belevenis van tijd. Voor<br />
14.<br />
de Inuit is tijd circulair en wordt er vooral<br />
gekeken naar de standen van de zon en de<br />
maan. Ze zijn in de winter ook minder actief<br />
dan in de zomer. Daarnaast hebben de Inuits<br />
in Ammitturmiut (Nunavut) een ‘kalender’<br />
met acht seizoenen in plaats van de vier<br />
seizoenen die wij kennen. Deze kalender is<br />
gebaseerd op het nomadenleven en geeft<br />
bijvoorbeeld aan wanneer het ijs bevroren<br />
is en de Inuits het ijs op kunnen.<br />
Inuits hebben duizenden jaren op<br />
deze manier geleefd, totdat Europese<br />
ontdekkingsreizigers, walvisjagers,<br />
handelaren en andere culturen naar<br />
Canada kwamen. Tegenwoordig leven de<br />
gemeenschappen wel in dorpen. In Canada<br />
zijn er 55.700 Inuits die in 53 dorpen leven.<br />
Je zou het misschien niet verwachten, maar<br />
de Inuitgemeenschappen zijn in de loop<br />
der jaren erg gegroeid. Dit komt vooral door<br />
de betere gezondheidszorg en scholing.<br />
Ondanks dat de leefomstandigheden erg<br />
zijn veranderd, hebben de Inuits nog steeds<br />
een eigen taal, religie, kennis en cultuur.<br />
Ruimtelijke oriëntatie bij de Inuits<br />
Inuits wonen in uitgestrekte toendravlaktes, die er voor een<br />
buitenstaander erg monotoon uitzien. Het landschap verandert<br />
continu door bewegend zee-ijs. Toch kunnen de Inuitjagers<br />
zich er perfect oriënteren, zonder kaarten of andere navigatieinstrumenten.<br />
Hoe doen zij dat, in een landschap waar plekken voor<br />
een buitenstaander nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn?<br />
Inuits oriënteren zich op andere manieren dan wij. Oorspronkelijk<br />
maakten zij geen gebruik van kaarten of andere navigatieinstrumenten,<br />
maar oriënteerden zij zich direct via de zintuigen.<br />
Inuits oriënteren zich voornamelijk via de wind. Ze identificeren<br />
vier verschillende soorten winden, die hen de weg wijzen: Uangnaq<br />
(WNW), Kanangnaq (NNO), Nigiq (OZO) en Akinnaq (ZZW). Die winden<br />
vormen bepaalde vormen in de sneeuw, waardoor Inuits zich kunnen<br />
oriënteren in het landschap. Voor de Inuits is storm bijvoorbeeld<br />
Ze leven bijvoorbeeld nog steeds van het<br />
jagen, ook al is dit in veel gevallen niet<br />
nodig. Veel ouderen zijn wel bang dat de<br />
cultuur en de kennis van de verschillende<br />
plekken verloren gaat, omdat de jongeren<br />
minder in contact zijn met het landschap en<br />
zo de verhalen niet overgedragen worden.<br />
Desondanks is het nog wel gebruikelijk dat<br />
de jongeren ook leren jagen en periodes<br />
doorbrengen buiten het dorp. Dit gebeurt<br />
vaak in de zomer, wanneer de hele familie<br />
erop uit trekt.<br />
Binnen de Inuitgemeenschappen zijn<br />
helaas veel problemen: doordat ze in<br />
dorpen moesten leven (grotendeels<br />
gedwongen door de Canadese overheid)<br />
en steeds meer in de moderne economie<br />
geïntegreerd raakten, veranderde de manier<br />
van leven voor de Inuits drastisch. Er zijn<br />
daarnaast weinig goed betaalde banen<br />
voor deze mensen, waardoor veel van hen<br />
een uitkering krijgen. Een ander groot<br />
probleem binnen de Inuitcultuur is het<br />
hoge zelfmoordaantal onder jonge mensen.<br />
Jongeren die in een Inuitregio wonen lopen<br />
30 keer meer het risico om zelfmoord te<br />
plegen dan jongeren in de rest van Canada.<br />
Het zelfmoordaantal onder Inuits is daarmee<br />
het hoogste in heel Noord-Amerika. Ook<br />
is het leven in deze gemeenschappen<br />
vaak heel geïsoleerd, waardoor er erg veel<br />
sociale controle is. Voor veel jongeren is er<br />
nauwelijks goed onderwijs. Vooral studeren<br />
is lastig, omdat ze dan moeten verhuizen.<br />
Een ander fenomeen dat een bedreiging<br />
vormt voor de Inuitgemeenschappen, is het<br />
steeds verder smelten van het ijs, dankzij<br />
- de misschien iets te vaak genoemde<br />
- ‘klimaatverandering’. Het ijs wordt<br />
namelijk gebruikt als bouwgrond, weg en<br />
jachtveld. Vooral het jagen wordt door het<br />
veranderende klimaat bemoeilijkt, omdat<br />
het de jachtperiode verkort en het jagen<br />
op het ijs gevaarlijker wordt. Ondanks deze<br />
problemen, kan de komst van bijvoorbeeld<br />
andere vis- en vogelsoorten ook een<br />
voordeel zijn. Daarnaast blijven veel Inuits<br />
toch in het gebied wonen, vooral vanwege<br />
hun familie.<br />
Het is lastig om te voorspellen of de<br />
Inuitcultuur lang stand kan houden. Er<br />
wordt namelijk al heel lang gedacht dat<br />
de Inuitcultuur op het punt van uitsterven<br />
staat. Het kan voor de Inuits lastig zijn om<br />
hun cultuur te behouden, omdat ze niet<br />
meer op dezelfde manier kunnen leven als<br />
15.<br />
een ideale weersomstandigheid. Een zwakke wind bemoeilijkt de<br />
navigatie. Als er weinig wind is, zit er voor Inuitjagers soms niets<br />
anders op dan de tocht te staken en weer verder te gaan als de wind<br />
weer opsteekt.<br />
Plaatsen worden beschreven als vergezichten. Voor Inuits is kennis<br />
van de horizon dus essentieel om hun plek te bepalen in het<br />
landschap en te reizen. Plaatsen worden ook niet als entiteiten op<br />
zich herinnerd, maar in termen van relaties. Voor de Inuits is het<br />
daarom een belangrijke taak om een diepgaande betrokkenheid met<br />
het landschap te ontwikkelen. Voor deze diepgaande betrokkenheid<br />
is alleen kennis van het landschap niet genoeg. Slechts via een directe<br />
relatie met de omgeving, een emotionele binding en herinneringen<br />
aan bepaalde plaatsen kan deze diepgaande betrokkenheid<br />
ontstaan. Plaatsen worden bijvoorbeeld onthouden aan de hand van<br />
herinneringen.<br />
vroeger. Toch hebben ze zich al duizenden<br />
jaren weten aan te passen aan veranderende<br />
omstandigheden. Dus, waarom zouden<br />
ze dat nu dan niet kunnen? Ondanks de<br />
veranderende leefomstandigheden voelen<br />
veel Inuits zich nog steeds erg verbonden<br />
met hun omgeving. Dit belangrijk voor<br />
het behoud van hun cultuur, omdat<br />
dit ook de essentie is van hun cultuur.<br />
Daarnaast hechten ze veel waarde aan de<br />
aanwezigheid van familie. Doordat hier<br />
veel waarde aan wordt gehecht en het feit<br />
dat ze zich hebben weten aan te passen<br />
aan de moderne omstandigheden, is de<br />
Inuitcultuur grotendeels in tact gebleven.<br />
Hopelijk blijft dit zo. g<br />
/// meer weten? https://www.itk.ca,<br />
A place called Nunavut, multiple identities<br />
for a new region - Proefschrift door Kim van<br />
Dam
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
raad de plaat<br />
Raad de Plaat<br />
16.<br />
Waar is deze foto genomen?<br />
Dit bouwwerk ligt op een ijslaag van bijna 3000 meter dik<br />
en de gemiddelde temperatuur is hier -49 °c. Weet je wat<br />
dit is? Mail je antwoord naar info@<strong>girugten</strong>.nl en maak<br />
kans op een prachtige prijs!<br />
Oplossing vorige keer: zie redactioneel (p.2)<br />
Winnaar: Jorren Westra<br />
g<br />
17.
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
thema-artikel<br />
Bij de kerstman thuis<br />
De link tussen het thema Poolcirkel en de<br />
Kerstman is snel gelegd. Misschien heb je<br />
vroeger wel eens een brief geschreven aan<br />
de Kerstman, per adres ‘Rendierenstraat,<br />
Noordpool’. Maar is deze link wel zo logisch?<br />
Komt de Kerstman wel van de Noordpool?<br />
Met de kerstgedachte nog in het achterhoofd<br />
onderzoek ik op een koude januari-avond<br />
de historie van deze geliefde rode, bolle<br />
pakjesbezorger.<br />
Tijdens mijn digitale zoektocht naar de<br />
woonplaats van de Kerstman stuit ik al snel<br />
op het eerste probleem: welke Kerstman<br />
is de echte? Vele culturen kennen ieder<br />
hun eigen kerstrituelen en legendes. Zo<br />
beweren de Amerikaanse vertellingen<br />
dat de Kerstman op de Noordpool woont,<br />
terwijl in Europa de plaats Rovaniemi in Fins<br />
Lapland vaak wordt aangedragen. De Denen<br />
beweren dat Julemanden (de Kerstman)<br />
nabij Uummannaq in Groenland woont,<br />
terwijl de woonplaats van ‘Grootvader Vorst’<br />
(Ded Moroz) volgens de Russen in de bossen<br />
bij Veliki Oestjoeg ligt. Volgens Bulgaarse<br />
traditie woont Grootvader Vorst diep in het<br />
bos samen met Snezhanka, een ijsprinses<br />
die ondanks de commerciële hedendaagse<br />
vertoning nog altijd het knappe hulpje van<br />
de Kerstman is en hem vergezelt tijdens<br />
publieke vertoningen. Dit wijkt af van de<br />
westerse opvatting waarbij de Kerstman<br />
elfjes heeft die onzichtbaar druk werken.<br />
Anders dan bij Sinterklaas is over de<br />
woonplaats van de Kerstman meer bekend.<br />
Sinterklaas woont ergens in Spanje maar<br />
niemand heeft ooit zijn kasteel of pietenhuis<br />
gezien. In veel gevallen is van de Kerstman<br />
bekend dat hij diep in het donkere bos<br />
woont, in een geheimzinnig klein huisje<br />
met een werkplaats en ruimte voor zijn<br />
arrenslee. Maar het kan ook anders. In de<br />
Amerikaanse staat Indiana kent de Kerstman<br />
geen geheimen; er is zelfs een dorp naar hem<br />
vernoemd. Het dorp Santa Claus, gelegen<br />
aan Christmas Lake, telt 2.400 inwoners die<br />
allen wonen in straten als North Pole Lane,<br />
Jingle Bell Lane en Mistletoe Drive. De naam<br />
van het dorp werd op kerstavond 1881 door<br />
een kind bedacht, dat een vergadering over<br />
de nieuwe dorpsnaam verstoorde omdat<br />
het de Kerstman zag lopen. De Amerikaanse<br />
Kerstman ontvangt zijn post grotendeels in<br />
het kleine postkantoortje van Santa Claus.<br />
De kleine gemeenschap van Santa Claus<br />
is actief betrokken bij haar bijzondere<br />
saskia zwiers<br />
dorpsgeschiedenis en helpt vrijwillig om<br />
brieven van kinderen te beantwoorden.<br />
In Europa is de stad Rovaniemi, de hoofdstad<br />
van Lapland, het meest bekend als woonplaats<br />
van de Kerstman. Net boven de<br />
poolcirkel, 8 kilometer buiten de stad,<br />
bevindt zich ‘The Santa Claus Village’. Het<br />
park is volledig opgebouwd in kerstsferen<br />
en iedere dag klinken er kerstliedjes in de<br />
verschillende winkeltjes. Op dit park is de<br />
Kerstman iedere dag van het jaar te vinden<br />
in zijn kantoortje, zelfs in de zomer staan<br />
er rijen voor zijn deur. Het gehele jaar door<br />
stromen brieven binnen van kinderen die om<br />
Lego of een Xbox vragen. In totaal ontving de<br />
Kerstman in Finland al 13 miljoen brieven uit<br />
197 verschillende landen. Er worden brieven<br />
tentoongesteld en enveloppen met het<br />
adres van de Kerstman erop geschreven. De<br />
adressen variëren enorm maar desondanks<br />
ontvangt iedere brief een persoonlijk<br />
antwoord van de Kerstman. Hoewel de<br />
exacte woonplaats van de echte Kerstman<br />
altijd een raadsel zal blijven, zijn de<br />
postbodes erg goed op de hoogte. Een brief<br />
met de adressering ‘Kerstman, Poolcirkel,<br />
Finland’ ontvangt altijd een antwoord.<br />
18.<br />
Naast deze twee voorbeelden zijn er nog<br />
talloze andere locaties waar de Kerstman<br />
te vinden is. In Lapland is het een erg<br />
populaire toeristische attractie om met een<br />
rendierenslee door de sneeuw te reizen. Met<br />
dit bijzondere vervoersmiddel reis je naar<br />
een klein hutje diep in het bos, alwaar je bij<br />
rond een kampvuur warme chocolademelk<br />
kunt drinken. Als je geluk hebt mag je bij de<br />
Kerstman op schoot zitten en vertellen dat<br />
je braaf geweest bent. Op deze manier wordt<br />
er ingegaan op de ‘kerstervaring’ en het<br />
sprookje dat rond de Kerstman gecreëerd is<br />
de afgelopen decennia. De naaldbomen, de<br />
rendieren, een dikke man met baard in een<br />
rood pak hebben in werkelijkheid weinig<br />
met elkaar te maken. We weten allemaal<br />
dat de Coca-Cola Company de Kerstman<br />
rood kleedde, dat rendieren niet kunnen<br />
vliegen en Rudolf geen rode neus heeft.<br />
Bovendien stamt onze kerstboom af van een<br />
heidense midwinterviering dat niets met<br />
het christelijke kerstfeest te maken heeft.<br />
Toch vallen deze onderdelen gemakkelijk<br />
samen te voegen in Lapland en creëren zij<br />
gezamenlijk een sprookjesachtige omgeving<br />
waar je gemakkelijk bij weg kan dromen.<br />
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
masterthesis<br />
“Alsof je omarmd wordt door alles om je heen’’<br />
een cultureelgeografisch onderzoek naar de beleving van de natuurlijke tuin<br />
“… cultural geographers have found their<br />
way (back) to the material in very different<br />
ways that variously resonate with what<br />
I take to be amongst the most enduring<br />
of geographical concerns – the vital<br />
connections between the geo (earth) and<br />
the bio (life)” – Sarah Whatmore*<br />
Mensen maken zichzelf een thuis op de<br />
wereld. In dit zogeheten ‘home-makingproces’<br />
maken mensen zich een aangename<br />
plek in huis, maar ook in de tuin, die in mijn<br />
afstudeeronderzoek en in dit artikel centraal<br />
staat. Een thuis wordt (in de westerse<br />
wereld) opgevat als een plek die voor en<br />
door mensen gemaakt wordt, als een plek<br />
waar (wilde) natuur buitengesloten wordt.<br />
Vanuit dit traditionele perspectief wordt de<br />
tuin dan ook opgevat als een reflectie van<br />
de cultuur van de tuinier, met natuur (dieren<br />
en planten) als passieve objecten. Als echter<br />
vanuit het dwelling-perspectief gekeken<br />
wordt, maken mensen zich een thuis op een<br />
plek samen met al het andere op die plek, dus<br />
ook samen met de aanwezige natuur. Omdat<br />
‘thuis’ en ‘natuur’ traditioneel als gescheiden<br />
worden gezien, is het interessant om te<br />
kijken hoe mensen het contact met natuur<br />
in hun tuin ervaren. Bovendien is de tuin<br />
een plek die mensen (menselijke actoren)<br />
naar hun eigen smaak in willen richten. Maar<br />
tegelijk oefenen er ook planten en dieren<br />
(niet-menselijke actoren) invloed uit in de<br />
tuin… De vraag is welke rol de interactie met<br />
deze niet-menselijke actoren in de beleving<br />
van de tuin speelt, en wat dit betekent voor<br />
het home-making-proces van de tuinier.<br />
Wat is een tuin?<br />
Het woord ‘tuin’ is verwant aan het Engelse<br />
woord ‘town’, dat omheinen betekent.<br />
Dit suggereert dat de tuin iets is dat<br />
omheind wordt, een afscheiding vormt<br />
van de omgeving. Ook Van Dale spreekt<br />
van een ‘omheind of afgeperkt stuk<br />
grond, behorende bij een huis en daaraan<br />
sluitende, of het omgevende, waar bloemen<br />
gekweekt of groenten enz. geteeld worden’.<br />
In deze definities staat de activiteit van de<br />
mens centraal. Alsof de tuin een blank doek<br />
is waarop de tuinier de planten van zijn<br />
keuze kan telen. Toch weet iedereen die<br />
wel eens in de tuin bezig is dat planten en<br />
wietske wilts<br />
dieren niet altijd doen wat de mens wil. Zij<br />
oefenen hun eigen invloed uit. Sinds een<br />
aantal jaar wordt de tuin dan ook breder<br />
opgevat: als een hybride netwerk waarin<br />
mensen, planten en dieren samenleven. En<br />
zo beleven mensen hun tuin ook.<br />
Thuis<br />
Als mensen over hun thuis vertellen, komt<br />
ook vaak hun tuin ter sprake. De tuin speelt<br />
dus een belangrijke rol in hoe mensen zich<br />
thuis voelen op hun woonplek. ‘Home’<br />
wordt geassocieerd met een gevoel van<br />
veiligheid, zekerheid, vrijheid en controle.<br />
Door middel van home-making-praktijken<br />
maken mensen zich een aangename plek.<br />
Via heel gewone dagelijkse routines, zoals<br />
koken, afwassen, theedrinken, ontstaat een<br />
thuisgevoel, een gevoel van vertrouwdheid<br />
met de omgeving. Home-making-praktijken<br />
vinden ook in de tuin plaats: ook dat wordt<br />
voor mensen een vertrouwde plek. De<br />
tuin is onder andere belangrijk voor het<br />
thuisgevoel vanwege de privacy die in<br />
de tuin wordt ervaren en de betoverende<br />
ervaringen die de tuin biedt.<br />
Dwelling<br />
Als vanuit het dwelling-perspectief naar het<br />
thuisgevoel wordt gekeken, wordt duidelijk<br />
hoe mensen zich een thuis maken samen<br />
met al het andere op de plek. Het dwellingperspectief<br />
ziet de relatie tussen mensen<br />
19.<br />
foto 1<br />
vrijheid<br />
en hun omgeving als een relatie waarin<br />
mensen in wat ze bouwen, hoe ze leven<br />
en denken gevormd worden door hun<br />
essentiële inbedding in de wereld. Dwelling<br />
is de vertaling van Dasein, een begrip van de<br />
Duitse filosoof Martin Heidegger. Dwelling<br />
betekent dus simpelweg ‘er zijn’. En ‘er<br />
zijn’ betekent samenzijn met al het andere<br />
dat ‘er is’. Een thuis is dus niet enkel een<br />
afscheiding, maar er is altijd contact met al<br />
het andere dat aanwezig is.<br />
Multizintuiglijke, belichaamde ervaring<br />
Mensen staan in de tuin voortdurend in<br />
contact met (niet-menselijke) natuur. Dit<br />
contact gebeurt op een multizintuiglijk,<br />
belichaamde manier. Multizintuiglijk<br />
betekent dat mensen via alle zintuigen<br />
contact maken met de planten en dieren<br />
in hun tuin: ze zien de bloemen bloeien,<br />
ze horen de vogels zingen, ze ruiken de<br />
geur van rozen, ze proeven de groenten<br />
en kruiden uit de moestuin en voelen<br />
boomblaadjes, de aarde en de wind.<br />
Zoals het citaat boven dit artikel laat zien,<br />
wordt het contact met al het andere in de<br />
tuin op een materiële manier ervaren:<br />
via het lichaam. Door in de tuin te zijn,<br />
pikken de zintuigen allerlei prikkels op. De<br />
aanwezigheid van deze prikkels (geluiden,<br />
geuren) benadrukken het zijn-in-de-tuin. Zo<br />
raken mensen op een hele directe manier,<br />
via de zintuigen, verbonden met hun tuin
Actor-netwerktheorie<br />
Door via actor-netwerktheorie naar de tuin<br />
te kijken, is de tuin niet alleen maar een plek<br />
van de mensen, maar ook van de aanwezige<br />
dieren en planten. Actor-netwerktheorie is<br />
een benadering die fenomenen bestudeert<br />
in termen van hun interacties met andere<br />
actoren en met een groter geheel. In de<br />
tuin interacteren de menselijke actoren<br />
met de niet-menselijke actoren en in deze<br />
interactie wordt het netwerk ‘tuin’ gevormd.<br />
Op deze manier ontstaat ook het besef dat<br />
mensen ingebed zijn in een groter geheel.<br />
Hun thuis wordt dus niet alleen door henzelf<br />
gevormd, maar ook door niet-menselijke<br />
actoren. En dit besef kan ervoor zorgen dat<br />
mensen respectvol omgaan met de natuur<br />
in hun omgeving (en op de aarde, want: waar<br />
houdt je omgeving op?).<br />
Methoden<br />
Voor dit onderzoek heb ik de tuinbeleving<br />
van negen mensen met een natuurlijke<br />
tuin in de provincie Groningen<br />
onderzocht. Er zijn drie verschillende<br />
onderzoekmethoden gebruikt: ten eerste<br />
hebben de respondenten zelf foto’s<br />
gemaakt van belangrijke dingen in hun<br />
tuin, ten tweede hebben de respondenten<br />
mij een rondleiding gegeven door hun tuin<br />
en ten derde heb ik de respondenten over<br />
hun tuinbeleving laten vertellen tijdens<br />
een diepte-interview. Tijdens dit diepteinterview<br />
heb ik de respondenten ook over<br />
de gemaakte foto’s laten vertellen. Op deze<br />
manier heb ik een goed beeld gekregen<br />
van de tuinbeleving van de respondenten.<br />
De foto’s zijn hierin heel waardevol, omdat<br />
hierop te zien is wat voor de respondenten<br />
belangrijk is.<br />
Thuis in de tuin<br />
Uit dit onderzoek blijkt dat de tuin een<br />
belangrijke bijdrage levert aan het thuisgevoel<br />
van de respondenten. Zo vertelt Bodhi:<br />
“Ik merk ook dat ik veel minder de behoefte<br />
heb aan vakantie enzo. Ik hoef niet meer<br />
zo weg. Ik zeg ook altijd tegen anderen: ik<br />
kampeer het hele jaar. En zo voelt het ook. Het<br />
is een vrijheid die ik van kamperen en reizen<br />
en dat soort dingen ken. Ik ga wel eens weg,<br />
maar ik merk dat die behoefte steeds meer<br />
afneemt. Dus ik voel me hier echt thuis.”<br />
Uit dit citaat blijkt dat Bodhi sterk geworteld<br />
is op haar thuisplek. Zij woont in een<br />
woonwagen en heeft een grote tuin waarin<br />
zij dagelijks rondscharrelt en geniet (zie<br />
foto 1). Haar tuin maakt het voor haar<br />
foto 2<br />
groentetuin<br />
mogelijk om in alle vrijheid rond te reizen<br />
in haar eigen tuin. In dit reizen ontmoet en<br />
vormt zij continu haar eigen woonomgeving<br />
samen met de aanwezige natuur. Door deze<br />
routines wordt de plek haar vertrouwd en<br />
raakt zij geworteld op deze plek.<br />
Verbondenheid met al het andere<br />
Het zijn-in-de-tuin is een bijzonder rijke<br />
belevenis, waarbij alle zintuigen geprikkeld<br />
worden. Zien, horen en ruiken gebeuren<br />
vanzelf, maar voor proeven moet je zelf<br />
kiezen. Franziska, bijvoorbeeld, raakt via het<br />
smaakzintuig verbonden met haar tuin en<br />
met de aarde. Zij zegt:<br />
“Als je wil eten, ga je gewoon naar buiten en<br />
je kijkt wat er is. Je neemt een courgette mee<br />
en een paar peultjes. Dan neem je een beetje<br />
kruiden mee wat er net goed bij staat.”<br />
Uit dit citaat blijkt ook dat de tuin een<br />
heel concrete bijdrage levert aan het<br />
thuisgevoel. In de dagelijks routine van het<br />
eten en koken levert de tuin een essentiële<br />
bijdrage. Hierin wordt ook duidelijk dat<br />
niet alleen de tuinier kiest hoe zij de tuin<br />
foto 3<br />
houtduif<br />
20.<br />
gebruikt, maar dat zij zich ook laat leiden<br />
door hoe de planten er bij staan. In wat ze<br />
eet, laat ze zich leiden door wat de tuin voor<br />
haar in de aanbieding heeft. Door voedsel<br />
uit eigen tuin te eten (zie foto 2), raakt de<br />
tuinier op een intieme manier verweven met<br />
de plek. Proeven brengt de tuinier in een<br />
vitale verbinding met de aarde en het leven.<br />
Voelen kan betekenen dat de planten en<br />
dieren in de tuin aangeraakt worden, maar<br />
sommige tuiniers kunnen ook voelen hoe<br />
het is om omringd te worden door planten.<br />
Zo vertelt Jan over zijn tuinbeleving:<br />
“Het geeft iets. Niet alleen rust, maar planten<br />
geven je wat. Ze omhullen je ook. Je voelt het<br />
gewoon, als je ergens loopt. Alsof je omarmd<br />
wordt door alles om je heen. Dat heb ik nu<br />
ook, waar we nu zitten. Dat voel je. Maar wat<br />
het precies is, zou ik niet uit kunnen leggen.”<br />
In het omarmd worden door alles om hem<br />
heen, bevestigt hij niet alleen dat de natuur<br />
‘in here’ is, maar ook dat hij zelf fysiek is<br />
ingebed ín de natuur.<br />
Interactie met niet-menselijke actoren<br />
In de tuin interacteren mensen continu<br />
met de niet-menselijke actoren. In deze<br />
interactie krijgt de tuin vorm. In de beleving<br />
van de tuin spelen deze niet-menselijke<br />
actoren een grote rol. Dit blijkt uit het<br />
onderstaande citaat van vogelaar Michiel:<br />
“Dit is de houtduif op haar nest. Die zat in<br />
de vlier bij de achterdeur te broeden en toen<br />
hebben we wel vier weken de achterdeur niet<br />
gebruikt, maar de voordeur, omdat we haar<br />
telkens zo verstoorden op het nest. Die heeft<br />
dus nogal een grote impact gehad, dat we vier<br />
weken de achterdeur niet hebben gebruikt.”<br />
De houtduif (zie foto 3) oefent enorm<br />
veel invloed uit op hoe de tuinier zijn<br />
tuin beleeft en gebruikt. Deze houtduif<br />
‘verstoort’ de dagelijkse gang van Michiel<br />
om via de achterdeur naar binnen te gaan.<br />
Hieruit wordt ook weer duidelijk hoe de<br />
niet-menselijke actoren een rol spelen in<br />
het menselijke home-making-proces. In de<br />
interactie met de duif laat de tuinier zich<br />
leiden door de wensen van de duif. Hiermee<br />
wordt de tuin een dynamisch netwerk waarin<br />
mensen en duiven met elkaar interacteren.<br />
Een ethische houding tegenover natuur<br />
“Het klinkt eigenlijk heel menselijk, ik wil alles<br />
(de planten en dieren in de tuin, red. WW) tot<br />
z’n recht laten komen, zoals je zou willen dat<br />
ook ieder mens tot z’n recht komt.”<br />
Met dit citaat maakt Greetje duidelijk hoe<br />
haar tuin een plek is waar het voor planten<br />
en dieren goed toeven is. Het is duidelijk dat<br />
zij een ethische houding inneemt tegenover<br />
de natuur in haar tuin en daarbuiten. Door<br />
bijvoorbeeld bessenstruiken te planten,<br />
hebben vogels goed te eten (en mensen<br />
ook!). Henks ethische houding tegenover<br />
dieren in zijn omgeving wordt duidelijk in<br />
het volgende citaat:<br />
“Je hebt een verbinding tussen het ene<br />
stukje natuur en het andere stukje natuur.<br />
Ik beschouw dit als een doorgangshuis voor<br />
dieren. Jij bent onderdeel van die wereld en ik<br />
vind dat je je zo moet gedragen. Maar wij zijn<br />
de enige. De buren zetten een schutting, dat<br />
betekent: hier niet verder, egel.”<br />
Henk beseft duidelijk dat hij ingebed is in de<br />
natuur die hem omringt. En daar gedraagt<br />
hij zich ook naar. Hij richt daartoe zijn tuin in<br />
als een doorgangshuis voor dieren. Met oud<br />
hout en waterpartijen voor vogels, egels en<br />
andere dieren, en bloeiende bloemen voor<br />
vlinders en bijen zorgt hij voor een fijne<br />
verblijfplaats voor dieren. Zodoende treft<br />
hij in zijn tuin veel vogels, egels, vlinders,<br />
bijen en andere dieren aan. En dat maakt dat<br />
hij zich thuis voelt op zijn woonplek.<br />
Slot<br />
Dit onderzoek laat zien dat de interactie met<br />
niet-menselijke actoren op een dagelijkse<br />
basis een grote rol speelt in de beleving<br />
van de tuin, omdat tuiniers gefascineerd<br />
zijn door de groeikracht van planten (zie<br />
foto 4) en de schoonheid van dieren, óók<br />
als deze iets anders doen dan wat de tuinier<br />
foto 4<br />
opkomende varens<br />
21.<br />
wil. Dit is interessant, omdat in zijn/haar<br />
home-making-proces, de tuinier dus iets<br />
in zijn thuissfeer tegenkomt wat níet zijn<br />
bedoelingen reflecteert, maar een eigen<br />
leven leidt. Uit dit onderzoek blijkt dat<br />
juist de ontmoeting met de niet-menselijke<br />
ander en het in contact staan met al het<br />
andere op de plek maakt dat de tuinier een<br />
positief thuisgevoel ontwikkelt op zijn/haar<br />
woonplek. De niet-menselijke natuur biedt<br />
de tuinier iets wat hij/zij zelf niet heeft: de<br />
natuur geeft hem/haar rust en betovert.<br />
Dit betekent dat het home-making-proces<br />
van de mens moet worden gezien als een<br />
proces dat continu gevormd wordt door de<br />
niet-menselijke natuur, en dat een thuis iets<br />
is dat continu gevormd wordt door de nietmenselijke<br />
natuur.<br />
In het citaat aan het begin van dit artikel<br />
constateert Sarah Whatmore dat cultureelgeografen<br />
zijn teruggekeerd naar het<br />
bestuderen van het materiële en dat zij<br />
zich hierin bezighouden met de verbinding<br />
tussen aarde en leven. Uit dit onderzoek<br />
blijkt dat het bestuderen van de verbinding<br />
tussen de aarde en het leven van mensen,<br />
dieren en planten op een materiële manier<br />
bijzonder rijke en intieme informatie<br />
oplevert over hoe mensen deze verbinding<br />
ervaren in de tuin: “alsof je omarmd wordt<br />
door alles om je heen”…<br />
Bronnen<br />
- Blunt, A. (2005) Cultural geography:<br />
cultural geographies of home, in: Progress in<br />
Human Geography, 29, vol. 4, pp. 505-515<br />
- Cloke, P. & O. Jones (2003) Grounding<br />
ethical mindfulness for/in Nature: Trees<br />
in Their Places, in: Ethics, Place and<br />
Environment 6, pp. 195-214<br />
- Hitchings, R. (2003) People, plants and<br />
performance: on actor network theory and<br />
the material pleasures of the private garden,<br />
in: Social and Cultural Geography 4, pp. 99-<br />
112<br />
- Power, E.R. (2005) Human-nature relations<br />
in suburban gardens, in: Australian<br />
Geographer 36, no. 1, pp. 39-52<br />
- Whatmore, S. (2006) Materialist returns:<br />
practising cultural geography in and for a<br />
more-than-human world, in: Cultural<br />
Geographies 13, pp. 600-609 *<br />
- Wilts, W. (2012) “Alsof je omarmd<br />
wordt door alles om je heen” – een<br />
cultureelgeografisch onderzoek naar de<br />
beleving van de natuurlijke tuin, Groningen:<br />
RUG, via http://scripties.frw.eldoc.ub.rug.<br />
nl/root/ma/CG/2012/wwilts/
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
geografen aan het werk<br />
Geografen aan het werk<br />
In deze rubriek beschrijft een alumnus van<br />
de FRW recente belangrijke ontwikkelingen<br />
in het werkveld van geografen. Deze<br />
rubriek wordt gemaakt in samenwerking<br />
met de Professor Keuning Vereniging, de<br />
alumnivereniging voor alle afgestudeerden<br />
van de faculteit.<br />
Ik werk als projectmanager voor Multi<br />
Development Ukraine, de Oekraïense tak<br />
van het pan-Europese Multi Corporation<br />
uit Gouda, dat in 15 landen actief is<br />
met het ontwikkelen en beheren van<br />
winkelvastgoed. Dat houdt in dat ik me<br />
bezig houd met het ontwikkelen van<br />
grootschalige winkelcentra in een land dat<br />
dat soort complexen nauwelijks kent. Er<br />
zijn (slechte) winkelcentra, geüpgradede<br />
sovjetwarenhuizen, markten, van alles<br />
eigenlijk, maar nog niet het soort gebouwen<br />
en locaties waar Multi groot en succesvol<br />
mee is geworden. We zijn bezig om dat<br />
in Lviv en in Kharkov (op twee locaties) te<br />
realiseren.<br />
Afgezien van projectmanagement houd ik<br />
me bezig met acquisitie en marktonderzoek,<br />
en dat lijkt regelmatig op pure geografie.<br />
De crisis heeft een aardige deuk in onze<br />
expansiedrift geslagen, maar nog steeds<br />
komt het voor dat ik naar een stad reis om<br />
een locatie te bekijken. Dat is fantastisch<br />
om te doen. Oekraïne is, ondanks het EK,<br />
voor veel mensen nog steeds een blinde<br />
vlek. Weinig mensen weten dat het qua<br />
oppervlak het grootste land is dat geheel<br />
in Europa ligt, dat er 45 miljoen mensen<br />
wonen, dat er 5 miljoenensteden zijn, en<br />
dat een stad als Zaporozje, waar overigens<br />
ook de grootste kerncentrale van Europa<br />
staat (ja, van hetzelfde type als Tsjernobyl,<br />
maar vast veilig), meer inwoners heeft dan<br />
Amsterdam.<br />
Het is mijn taak om zo’n stad in kaart te<br />
brengen. Dat betekent door een stad<br />
lopen, kijken waar gewinkeld wordt, wat<br />
de concurrentie is, waar mensen wonen,<br />
waar de koopkracht geconcentreerd is,<br />
wat de belangrijke transportassen en<br />
knooppunten zijn, en waar gebouwd wordt.<br />
Veel informatie ontbreekt in Oekraïne. Zo<br />
wordt bijvoorbeeld de zwarte economie<br />
op ongeveer 50% van de reële economie<br />
geschat. Dat vraagt om creatieve methoden<br />
om bijvoorbeeld koopkracht te meten:<br />
kijken waar duurdere auto’s staan, waar al<br />
nieuwe kozijnen in de grauwe sovjetflats<br />
zitten, hoeveel schotels er aan de gevel<br />
hangen, enzovoorts. Dat vraagt een open<br />
blik, oog voor detail, en bereidheid om<br />
atlassen en Wikipedia uit te pluizen. Een<br />
betere beschrijving van een geograaf kun je<br />
bijna niet maken!<br />
Daar komt nog bij dat het fascinerend is om<br />
Oekraïne in haar context te zien. Het land<br />
bestaat uit twee delen: een deel dat sterk op<br />
Rusland gericht is en een deel dat op Europa<br />
gericht is (Polen, Slowakije, Hongarije,<br />
Roemenië). En Kiev ligt keurig in het midden.<br />
Er zijn heel veel overeenkomsten met beide<br />
blokken te vinden, maar de verschillen zijn<br />
minstens zo interessant. Geen kwaad woord<br />
over de EU hier, de enorme voorsprong<br />
van Polen op Oekraïne, die in 1989 qua<br />
ontwikkelingsniveau vrijwel afwezig was, is<br />
vrijwel geheel ontstaan door het Europese<br />
ontwikkeltraject van Polen. En ondanks<br />
dat Rusland Oekraïne vaak nog als een<br />
soort provincie beschouwt, een historische<br />
anomalie, is Oekraïne echt een ander land,<br />
met een andere geschiedenis, en inmiddels<br />
een behoorlijk andere economie. Het gebrek<br />
aan natuurlijke grondstoffen (met name olie;<br />
gas is er wel, net als steenkool en ijzererts)<br />
maakt dat Oekraïne gedwongen is te<br />
diversifiëren, door bijvoorbeeld het enorme<br />
landbouwpotentieel beter te benutten.<br />
Arvid Krechting (1983)<br />
Gestudeerd 2001-2007<br />
Bachelor Technische<br />
Planologie<br />
Master Economische<br />
Geografie<br />
Werkzaam voor Multi<br />
Development Ukraine in<br />
Kiev<br />
www.multi.eu<br />
Arvid krechting<br />
22.<br />
Ook in de retailmarkt is dat te zien. Een<br />
stad als Kiev doet in veel opzichten aan<br />
als een Moskou in pocketformaat, maar<br />
qua ontwikkeling volgt het ook netjes de<br />
curves van Warschau en Boedapest. Die<br />
combinatie maakt het zo interessant, nog<br />
afgezien van het hedonisme in Odessa,<br />
dat tot de feesthoofdstad van Europa kan<br />
uitgroeien, Lviv als Europese cultuurstad,<br />
met zijn UNESCO-beschermde binnenstad,<br />
en de industriële grootmachten Kharkov<br />
(machinebouw, atoomindustrie), Donetsk<br />
(mijnbouw, staal) en Dnepropetrovsk<br />
(ruimtevaart, meer staal).<br />
Inmiddels woon ik in meer dan drie jaar<br />
in Kiev. Er is ongelofelijk veel veranderd,<br />
helemaal sinds de eerste keer dat ik<br />
het land bezocht, met de buitenlandse<br />
excursie van Ibn Battuta in 2005. Er is<br />
veel gebouwd, er zijn talloze buitenlandse<br />
merken bijgekomen, de straatnamen en<br />
metrostations zijn inmiddels ook in Latijnse<br />
letters te lezen en het land is meer en<br />
meer westers aan het worden. Dat lokale<br />
politici dat niet begrijpen zal uiteindelijk<br />
hun probleem zijn. Het gaat met vallen en<br />
opstaan, er moet nog steeds waanzinnig<br />
veel gebeuren, maar het gáát wel. Dat ik<br />
in een samenleving kan wonen en werken<br />
waar de verandering zo tastbaar is is een<br />
groot genoegen. Dat ik in de tussentijd<br />
ook nog zoveel met mijn studie doe is een<br />
geweldige bonus. g<br />
g<br />
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
uit het buitenland<br />
Sky-station<br />
De 26-urige treinreis van Noord naar Zuid-<br />
Zweden geeft mij tijd om na te denken<br />
over de afgelopen vijf maanden als<br />
uitwisselingsstudent in dit lang uitgestrekte<br />
land, met vele verschillende gezichten, dat<br />
bekend is van Pippi Langkous.<br />
20 augustus begon het allemaal, ik stond<br />
vol zenuwen op het vliegveld. Na mijn<br />
kortste vliegreis ooit stond ik opeens met<br />
al mijn bagage in een land waar ik nog<br />
nooit eerder was geweest. Vanaf het begin<br />
voelde het gelijk al vertrouwd: Lund is net<br />
als Groningen een echte studentenstad.<br />
Ook hier is het favoriete vervoermiddel een<br />
mooie felgekleurde fiets.<br />
Al snel merkte ik typische Zweedse<br />
gewoontes op. Een voorbeeld hiervan is fika;<br />
dit is koffie of thee drinken met iets lekkers<br />
erbij. Als student wordt er natuurlijk ook<br />
gedronken in de avonduren. Alcohol boven<br />
de 3,5% is hier alleen verkrijgbaar in de<br />
systembolaget, die beperkte openingstijden<br />
heeft. Dit om het drankgebruik van de<br />
Zweden enigszins onder controle te houden.<br />
Over het algemeen zijn Zweden erg beleefd<br />
en netjes, ze volgen het begrip ‘lagom’.<br />
Dit betekent: niet te veel, niet te weinig,<br />
precies genoeg. Ze zullen nooit snel het<br />
laatste stukje eten, of snel een laatste slok<br />
van hun drinken nemen. ‘S nachts wijken de<br />
studenten met het drankgebruik wel vaak<br />
Titia Leutscher<br />
van dit begrip af. 4 oktober is het dierendag<br />
in Nederland, alle uitwisselingsstudenten<br />
in Lund kijken raar van deze feestdag op.<br />
De Zweden hebben op 4 oktober ook een<br />
feestdag, namelijk kanelbullar-dag. Echte<br />
Zweden vinden dit een overdreven feestdag,<br />
het is meer commercieel gericht. Maar als<br />
uitwisselingsstudent heb ik wel mijn record<br />
kanelbullar op één dag gegeten.<br />
In Lund woon ik in een internationale<br />
corridor, heel dicht bij het station en<br />
het centrum, perfect dus. Als student ga<br />
je uit bij nations, dit zijn een soort van<br />
studentenverenigingen. Ze kennen geen<br />
Groningse sluitingstijden tot de zon weer<br />
opkomt. Het voordeel is dat het eerder<br />
begint en dat je de volgende dag lekker fit<br />
bent om van alles te ondernemen. Maar als<br />
je wel de zon wilt zien opkomen, wees niet<br />
getreurd, afterparty’s, huisparty’s en preparty’s<br />
zijn hier niet onbekend.<br />
De Zweedse taal lijkt veel op het<br />
Nederlands. Zweden spreken echter ook<br />
uitstekend Engels. Al mijn colleges waren<br />
natuurlijk in het Engels. Het onderwijs is<br />
hier erg informeel; je spreekt je docent<br />
altijd met zijn of haar voornaam aan en je<br />
hebt vaak in kleine groepen college en ook<br />
veel discussies.<br />
23.<br />
Vanuit en in Zweden heb ik tripjes<br />
gemaakt naar Oslo, Copenhagen, Malmo,<br />
Gothenborg, Stockholm en Ystad. Daarnaast<br />
heb ik een autotrip naar Helsingborg en een<br />
natuurpark gemaakt. Verder heb ik in het<br />
begin toen het nog zonnig weer was, veel<br />
gewandeld en gekampeerd in de natuur.<br />
Met kerst ben ik naar een cottage in de buurt<br />
van Jönköping gegaan. Oud & Nieuw heb ik<br />
in Kopenhagen gevierd. Als klapper op de<br />
vuurpijl heb ik ook nog een trip boven de<br />
poolcirkel gemaakt; naar Lapland.<br />
Over 15 uur ben ik weer thuis, in Lund.<br />
Ik heb me net een week lang boven de<br />
poolcirkel begeven. De zon is al die<br />
dagen niet opgekomen in Abisko. Wel<br />
was het een paar uur per dag licht met<br />
vaak enorm mooie luchten. Het oneindige<br />
sneeuwlandschap heb ik op verschillende<br />
manieren ontdekt; wandelen, crosscountryskiën,<br />
sleeën, huskysleeën en het bezoeken<br />
van een Saami-tent (de oorspronkelijke<br />
bewoners van Lapland). De plaats Abisko<br />
is 195 kilometer ten noorden van de<br />
poolcirkel, 1343 km van Lund en 1804 km<br />
van Groningen vandaan. Het is één van<br />
de beste plaatsen om de Aurora Borealis<br />
te spotten. Elke dag heb ik dit bijzondere<br />
licht mogen aanschouwen. Één keer ben ik<br />
met de langste skilift in Zweden naar het<br />
skystation gegaan, ingepakt in een heel dik<br />
pak. Onderweg dachten we telkens dat we<br />
er waren, vooral toen we in de verte twee<br />
gestalten op de grond zagen staan. Maar we<br />
waren er nog niet. Een dag later raakten we<br />
in gesprek met vier jongens, ze vertelden dat<br />
twee van hen gisteravond per ongeluk al op<br />
het middelstation waren uitgestapt, wat wel<br />
vaker voorkomt. En iedereen houdt er zijn<br />
eigen manier op na om weer in een karretje<br />
te komen; er is zelfs een keer iemand plat<br />
bovenop twee mensen in een stoeltjes lift<br />
gedoken. Eenmaal boven op de top van de<br />
berg, lijkt het net alsof ik mij op een andere<br />
planeet bevind: ik zie ontelbaar veel sterren<br />
en prachtig groenachtig beweegbaar licht.<br />
Daar gaat een vallende ster, ik doe een wens.<br />
Lapland heeft uitgestrekte en bijzondere<br />
landschappen, en ik ervaar rust en stilte.<br />
Lund is mijn studentenstad in Zweden,<br />
waar ik nog een kleine twee weken ben en<br />
waarvan de afgelopen vijf maanden voorbij<br />
zijn gevlogen.<br />
Vi ses, Titia<br />
g
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
facultaire berichten<br />
In 2012 is de prijs gewonnen door Jeroen Beekmans (UvA). Een<br />
opmerking uit het juryrapport:<br />
“Hij heeft een hoog innovatieve en vooruitkijkende karakter van<br />
zijn methodische aanpak, en ook van de daarmee gepaard gaande<br />
opvatting over “stedelijkheid” en “gentrification”. Hiermee kunnen<br />
echt nieuwe inzichten worden verkregen en zijn methodiek biedt<br />
naar mijn mening ook een aantal zinvolle aanknopingspunten<br />
met het momenteel in de stadsgeografie zeer actuele begrip<br />
van “urban assemblages”, waarin ook fysieke omstandigheden,<br />
technologieën en nieuwe media evenzeer een rol spelen als keuzes<br />
en gedrag van mensen”.<br />
In 2011 is de prijs gewonnen door Marloes van Houten (UvA)<br />
Een opmerking uit het juryrapport:<br />
“Ik heb veel ontzag voor haar veldwerk, de persoonlijke groei die<br />
zij en de zorgvuldigheid waarmee zij te werk is gegaan en daarvan<br />
verslag doet. Het is een prachtige bijdrage aan Conflict Studies,<br />
met belangwekkende bevindingen en nieuwe en gedetailleerde<br />
informatie over een gebied waarover weinig kennis voor handen<br />
was.”<br />
In 2010 is de prijs gewonnen door Michiel van den Bergh (UvA)<br />
met zijn masterthesis over zijn onderzoek naar het dreigende<br />
verdwijnen van een van de meest bijzondere paradijsvogels in<br />
Papua New Guinea. Enkele opmerkingen uit de juryrapporten:<br />
Destructive attraction. Blue Bids-of-paradise and local inhabitants:<br />
an equilibrium?<br />
“Een prachtig, zelfstandig veldwerk in een moeilijke omgeving. Het<br />
verbindt de oude en de nieuwe geografie.”<br />
…geheel in de traditie van de Royal Geographical Society en,<br />
inderdaad, de National Geographic “<br />
“…aangezien het toch een enorme belevenis moet zijn geweest dit<br />
onderzoek te doen“<br />
“Dankzij zijn veldwerk heeft hij belangrijke, nieuwe informatie<br />
boven water gekregen over de kennis en de visie van de lokale<br />
bosbewoners uit verschillende etnische groepen in verschillende<br />
locaties. Ik vind de scriptie ook erg prijswaardig voor de<br />
zorgvuldige ethische reflectie over het eigen handelen en invloed<br />
faculteit<br />
ruimtelijke<br />
wetenschappen<br />
herta machtscriptieprijs 2013<br />
Bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen wordt in 2013 voor de achtste maal de Herta MachtScriptieprijs uitgereikt. De prijs,<br />
een geldbedrag van €1000.- en een aandenken wordt naar verwachting op 1 juli 2013 uitgereikt in Groningen. De deadline voor<br />
het inleveren van scripties is 11 maart 2013.<br />
van het veldwerk, erg anders dan de ontdekkingsreizigers waar zijn<br />
begeleider in de aanbevelingsbrief refereert!”<br />
In 2009 is de prijs gewonnen door Anu Kõu met haar Engelstalige<br />
masterthesis over naar Nederland gemigreerde Esten, “<br />
Perceived consequences of migration on the social networks and<br />
adaptation of long-term migrants, Estonians in Netherlands”.<br />
Kõu is inmiddels PhD-student bij het Population Research<br />
Centre waar ze werkt aan haar onderzoek: “Brain gain: Migrant<br />
biographies of highly skilled South Asians in the Netherlands and<br />
United Kingdom”.<br />
In 2008 won Denise Kroes (Universiteit Utrecht, Internationale<br />
Ontwikkelingsstudies) de prijs met haar scriptie: Community<br />
Based Tourism: A way out of Poverty?<br />
De scriptie werd beoordeeld als “...een geslaagde weerslag<br />
van een zeer gedegen stuk (veld)werk. Het onderzoek is een mooi<br />
voorbeeld van maatschappelijk relevant onderzoek”.<br />
Bermmonumenten : Plekken om bij stil te staan van Vincent<br />
Breen (RUG) was de winnende scriptie in 2007. De jury meende<br />
o.m. dat “...Vincent Breen koos voor een origineel onderwerp, en de<br />
vasthoudendheid waarmee hij heeft geprobeerd zoveel mogelijk<br />
moeilijk vindbare betrokkenen op te sporen en vervolgens mee te<br />
spreken, verdient zeer grote waardering”.<br />
Marieke van der Sloot (UvA) won in 2006 voor de eerste keer<br />
de scriptieprijs met haar scriptie over jonge Tibetanen in India<br />
(I-Eye Tibet. Autovideographies depicting ethno-national<br />
identity in daily lives of young Tibetans in Dharamsala, India).<br />
Zij liet de jonge mensen zelf hun leven filmen en leverde een<br />
omvangrijk boekwerk incl. CD-rom af. De jury merkte o.m.<br />
op dat “...Haar manier van dataverzameling (het geven van een<br />
videorecorder aan Tibetanen met het verzoek om een compleet<br />
verhaal te maken over zichzelf en hun persoonlijk leven) is origineel<br />
- een methodologisch experiment waarvoor zij lof verdient”.<br />
De UK plaatste een interview met Van der Sloot.<br />
De Scriptieprijs is bedoeld voor jong talent in de Ruimtelijke Wetenschappen en heeft als doel het bevorderen van culturele<br />
aspecten in en maatschappelijke relevantie van de Ruimtelijke Wetenschappen.<br />
In aanmerking komen scripties die niet ouder zijn dan 2 jaar en zijn beoordeeld met het cijfer 8 of hoger.<br />
Aanmelden? Surf naar http://www.rug.nl/frw/onderwijs/scriptieprijs voor het aanmeldingsformulier en het reglement.<br />
De deadline voor het inleveren van scripties is 11 maart 2013. g<br />
24.<br />
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
studentenorganisaties<br />
Ibn Battuta<br />
Het is inmiddels al weer 2013. Het jaar<br />
begon gelijk goed met een onvergetelijk<br />
leuke wintersport. Er werd geskied, geboard<br />
en gefeest. Het weer zat mee, waardoor we<br />
zelfs in staat waren om lekker buiten op het<br />
terras te genieten van een gekoeld pilsje en<br />
de verse berglucht. Wel is er dit jaar helaas<br />
weer iemand het slachtoffer geworden van<br />
een gladde piste. Wij willen Jorren Westra<br />
dan ook veel sterkte toewensen met het<br />
revalideren van zijn driedubbele polsbreuk.<br />
Kort na de wintersport werd de Almanak<br />
uitgereikt. Het thema van dit mooie boek<br />
is dit jaar ‘Bazen’ . Hij is op te halen in de<br />
koffiekamer op het Zernike. Verder heeft de<br />
Lezingencommissie een zeer interessante<br />
weerlezing georganiseerd. Deze kwam<br />
zeer goed van pas om de fysische kant van<br />
de geografie onder de aandacht van onze<br />
leden te brengen. Hiernaast verzorgde<br />
ibn battuta<br />
de Eerstejaarscommissie een gezellige<br />
filmavond waar gelachen werd om de<br />
komedie ’Ted’.<br />
Naast deze bijzondere activiteiten was<br />
er op 15 januari ook weer een ouderwets<br />
gezellige borrel. Van tevoren organiseerden<br />
de vertrouwenspersonen van Ibn Battuta<br />
een zogenaamde groepstherapie, waarbij<br />
de deelnemers hun diepste gevoelens<br />
kenbaar konden maken onder het genot van<br />
een koud drankje. Helemaal gereinigd van<br />
depressiviteit gingen deze dappere mensen<br />
vervolgens de borrel vergezellen met frisse<br />
moed en een goede lach.<br />
Ten slotte konden ook de zakelijk ingestelde<br />
leden van Ibn Battuta aan hun trekken komen<br />
met het bedrijfsbezoek aan Weusthuis &<br />
Partners. Het was een interessante middag<br />
waarin onze leden in aanraking konden<br />
25.<br />
komen met mensen uit het bedrijfsleven in<br />
ons vakgebied.<br />
Inmiddels zijn de tentamens ook weer<br />
geweest en ziet het er naar uit dat 2013<br />
wederom een fantastisch jaar vol leuke<br />
activiteiten gaat worden. Zo komen er<br />
nog enkele bedrijfsbezoeken, lezingen,<br />
excursies en natuurlijk ook genoeg borrels<br />
aan. Daarnaast is onze merchandise-lijn<br />
nu ook geopend. Dit jaar kun je voor zeer<br />
schappelijke prijzen in het bezit komen van<br />
echte Ibn Battuta koffiemokken, T-shirts<br />
en petten. Ben je geïnteresseerd in deze<br />
producten of wil je een keer aan een van<br />
onze leuke activiteiten meedoen, houd<br />
dan onze site (www.ibnbattuta.nl) in de<br />
gaten of kom een keer gezellig langs in de<br />
koffiekamer! g
<strong>girugten</strong><br />
02 / maart 2013<br />
de poolcirkel<br />
studentenorganisaties<br />
Vanouds betekent het Griekse ‘techne’<br />
zowel het fysiek ‘maken’ van dingen als het<br />
strategisch ‘voorbereiden’ van dat fysieke<br />
‘maken’. Het is dus zowel het werkelijke<br />
bouwen als het beredeneren, ontwerpen<br />
en onderhandelen over wat en waarom<br />
gebouwd moet worden. Daarom is onze<br />
opleiding wel degelijk technisch te noemen.<br />
Niet in de Delftse zin van het woord,<br />
waarbij berekeningen en natuurkundige<br />
principes centraal staan. Maar wel in de<br />
planologische zin. Technisch betekent<br />
doelgericht sleutelen aan de wereld om ons<br />
heen. Hoe en waarom zullen we de wereld<br />
veranderen, zodat het geschikter zal zijn<br />
voor de activiteiten die wij als samenleving<br />
willen ontplooien? Dat is het complexe<br />
proces dat we willen leren begrijpen, zodat<br />
onze afgestudeerden, opererend binnen<br />
dat proces, het verschil kunnen maken. Dit<br />
gebeurt vaak in directe samenwerking met<br />
andere soorten technici.<br />
Terry van Dijk, docent Technische Planologie<br />
Dit keer in het forum een discussie over het element Technisch in de<br />
naam ‘Technische Planologie.’ Dekt de naam Technische Planologie<br />
de inhoud van de studie eigenlijk wel? De nadruk van deze stelling<br />
ligt vooral op het woord Technisch, is dat wel op zijn plaats? Is de<br />
studie niet té technisch, of juist te mild? Terry van Dijk licht toe hoe hij<br />
de Technisch Planoloog plaatst tussen andere technici. Daarna belicht<br />
Niels het onderwerp vanuit zijn ervaringen aan de TU Delft. Tot slot<br />
gaat Jesper dieper in op de naam en of er een geschikt alternatief is.<br />
Stelling: De naam Technische Planologie<br />
dekt de inhoud van de studie.<br />
In 2009 begon ik met de studie ‘Lucht- en Ruimtevaarttechniek’ aan de<br />
TU Delft, maar deze studie bleek te ingewikkeld voor mij. Daarom ben ik<br />
gaan zoeken naar een andere opleiding en ben uiteindelijk bij Technische<br />
Planologie uitgekomen. Planologie leek me erg interessant en in combinatie<br />
met techniek was het voor mij de perfecte opleiding. Na de eerste colleges<br />
vond ik de studie al erg leuk maar ik vroeg me wel af wanneer de exacte<br />
vakken precies kwamen. Ik had zin om een vak te krijgen waar weer echt<br />
rekenwerk nodig was. Helaas werd dit vak pas in 2a gegeven en de inhoud<br />
was vrij algemeen.<br />
Het is zonde dat bij het vak Ruimtelijk Ontwerpen 2 eigenlijk twee<br />
verschillende onderdelen worden behandeld, namelijk ‘Sterkteleer’ en<br />
‘Bouwrijp maken’. Ik denk dat het terug moet naar twee verschillende vakken<br />
zodat er dieper op de stof kan worden ingegaan.<br />
Het zou de studie ten goede komen om het technische aspect te benadrukken.<br />
Ik denk echter dat er vrij veel mensen tegen zouden zijn, omdat technische<br />
vakken vaak als moeilijk worden beschouwd. Om dat te veranderen zou er<br />
bijvoorbeeld een toelatingsnatuurkundetoets gemaakt moeten worden<br />
voordat je Technische Planologie mag doen. Uiteindelijk zijn de technische<br />
vakken het belangrijkste van deze opleiding, omdat hierdoor de studie zich<br />
onderscheidt en het technische gedeelte nieuwe studenten aantrekt. Mocht<br />
het technische aspect vrouwen afschrikken, dan is er altijd nog een andere<br />
bachelor.<br />
Niels van den Brink, derdejaars Technische Planologie<br />
Om antwoord te kunnen geven op de stelling is het verstandig om na te gaan of alleen de naam ‘Planologie’ de inhoud<br />
van de studie zou dekken. Planologie is een wetenschappelijke discipline waarin wordt gereflecteerd op onder andere<br />
de doelmatigheid, maatschappelijke en milieutechnische invloed en methoden van ruimtelijke planning. Deze reflectie<br />
wordt vanuit veel verschillende perspectieven uitgevoerd: voornamelijk geografische, economische, verkeerskundige,<br />
psychologische en sociologische. In de bachelorstudie Technische Planologie komen alle laatstgenoemde perspectieven<br />
in de studieonderdelen aan bod. Maar er komen ook studieonderdelen in voor, die niet voornaam zijn in de Planologische<br />
discipline. De naam ‘Planologie’ zou dus tekort doen aan de inhoud van de studie.<br />
Deze ´andere´ studieonderdelen zijn vakken met als kern ‘Ruimtelijk Ontwerpen’. Studenten passen in deze vakken onder<br />
meer hun communicatie-, presentatie- en samenwerkingsvaardigheden toe ten behoeve van een planmatig proces. Ook wordt<br />
het begrip van de toegepaste mechanica bij studenten verhoogd. Kortom, studenten worden opgeleid om hun vaardigheden<br />
studiegerelateerd toe te passen en uiteindelijk te beheersen.<br />
Dan nu de definitie van techniek: techniek is het beheersen van de niet-levende natuur, bijvoorbeeld een planmatig proces,<br />
door de mens. De studieonderdelen van Ruimtelijk Ontwerpen in de opleiding ‘Technische Planologie’ zijn dus van technische<br />
aard. Deze technische onderdelen lopen als een rode draad door de bachelorstudie. Omdat de technische studieonderdelen<br />
van de opleiding niet direct in het planologische rijtje passen is het noodzaak dit ook in de naam van de studie te vermelden.<br />
Het aandeel van technische vakken is echter niet groter dan de planologische vakken samen. Als de studie overduidelijk<br />
technisch was, dan heette het wel ‘Planologische Techniek’.<br />
Jesper Betsman, tweedejaars Technische Planologie<br />
26.<br />
Nieuws van Pro Geo<br />
In het vorige nummer van Girugten hebben we beloofd om verder in te gaan op ons beleidsplan. We hebben hier sinds onze aanstelling<br />
hard aan gewerkt! Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste punten uit ons beleidsplan. Het volledige beleidsplan kan gelezen<br />
worden op www.progeo.nl.<br />
Ook zijn wij altijd benieuwd naar wat jullie van de opleiding vinden. Door jullie input kunnen we het onderwijs verbeteren! Spreek ons dus aan<br />
of stuur een mailtje met vragen, ideeën over en kritiek op het onderwijs.<br />
We horen graag van jullie!<br />
Bestuur Pro Geo 2012-2013<br />
(v.l.n.r.)<br />
Martine Mollema, vice-voorzitter<br />
Anne Boer, secretaris<br />
Roselinde van der Wiel, penningmeester<br />
Loes Kerkdijk, voorzitter<br />
Berber Oosterhagen, commissaris OC’s<br />
info@progeo.nl/www.progeo.nl<br />
Het zijn momenteel spannende en<br />
turbulente jaren voor alle universiteiten in<br />
Nederland, ook voor de Rijksuniversiteit<br />
Groningen en onze faculteit.<br />
Sinds de prestatieafspraken die zijn<br />
opgelegd door het kabinet moeten de<br />
studierendementen fors omhoog. Om dit<br />
te bewerkstelligen, ondernemen de RUG en<br />
de FRW verschillende maatregelen, zoals de<br />
invoering en de ophoging van het BSA en de<br />
herstructurering van beide bachelors.<br />
Als Pro Geo zijn wij in sterke mate betrokken<br />
bij de ingrijpende veranderingen in<br />
het onderwijs en denken wij mee over<br />
hoe onze faculteit het beste met deze<br />
veranderingen kan omgaan. Dit zie je terug<br />
in ons beleidsplan, naast andere concrete<br />
verbeterpunten. Een paar van de punten<br />
waar wij voor pleiten, worden hieronder<br />
besproken. Ons volledige beleidsplan kun je<br />
lezen op onze website.<br />
Learning communities<br />
Eén van de wegen waarlangs de RUG hoopt<br />
een hoger rendement te behalen, is het<br />
experimenteren met learning communities:<br />
vaste jaargroepen van studenten die samen<br />
studeren, waardoor het groepsgevoel en<br />
betrokkenheid bij de opleiding vergroot<br />
worden. Hoe deze learning communities<br />
aan de FRW vormgegeven worden is echter<br />
nog niet duidelijk. Ter oriëntatie op de<br />
mogelijkheden hebben wij samen met de<br />
student-leden van de opleidingscommissies<br />
gebrainstormd. Vervolgens hebben we om<br />
de tafel gezeten met een aantal studenten,<br />
docenten en leden van het faculteitsbestuur.<br />
Hieruit zijn veel goede ideeën gekomen.<br />
Als jullie zelf suggesties hebben en willen<br />
meedenken, is dit zeer welkom!<br />
Vaardigheden<br />
Momenteel wordt de bachelor Sociale<br />
Geografie & Planologie geherstructureerd.<br />
Dit biedt mogelijkheden om<br />
belangrijke vaardigheden beter in het<br />
onderwijsprogramma te verwerken, zoals<br />
schrijven, presenteren en werken met<br />
SPSS/GIS. Deze vaardigheden zouden<br />
herhaaldelijk terug moeten komen in het<br />
studieprogramma, zodat je er met meer<br />
vanzelfsprekendheid mee om kunt gaan,<br />
zowel tijdens je studie als daarna.<br />
Tentameninzage<br />
Stichting Pro Geo wil toe naar één centraal,<br />
ingeroosterd tentameninzagemoment in<br />
groepsverband, waarbij het tentamen in<br />
zijn geheel wordt besproken met de docent,<br />
zodat de docent meer context kan geven bij<br />
de antwoorden. Daarna kun je aan de docent<br />
vragen stellen (ook over puntentelling<br />
bijvoorbeeld), in plaats van dat je dit via de<br />
mail doet. Hiernaast zul je ook je tentamen<br />
bij het BOE kunnen inzien.<br />
27.<br />
De achterliggende gedachte is dat het voor<br />
docenten makkelijker en minder tijdrovend<br />
wordt om op vragen in te gaan, nu ze niet<br />
langer overladen worden met mail na<br />
bekendmaking van de tentamencijfers. Voor<br />
de studenten is het leerzaam om te zien wat<br />
ze fout hebben gedaan en de stof nogmaals<br />
te herhalen. Over dit onderwerp hebben<br />
wij onlangs ook een poll geplaatst op onze<br />
Facebookpagina, waarop veel gereageerd is.<br />
De overgrote meerderheid gaf aan zich te<br />
kunnen vinden in het idee van één centraal<br />
tentameninzagemoment. We hopen ook<br />
in de toekomst zoveel nuttige reacties van<br />
jullie via Facebook te krijgen!<br />
Met alumni rond de tafel<br />
Volgend studiejaar willen wij een activiteit<br />
organiseren in het kader van Career<br />
Services, om studenten een goed beeld te<br />
geven van hun mogelijkheden na de studie.<br />
Deze dag biedt de kans om ‘rond de tafel’ te<br />
zitten met alumni in het werkveld. Hierover<br />
zullen jullie later nog meer horen!<br />
Op 11 december hebben wij de tweede<br />
vergadering van de faculteitsraad gehad,<br />
waarin onder andere een notitie van ons<br />
over de learning communities besproken is.<br />
Wordt vervolgd. g