23.01.2013 Views

Olympische Spelen - girugten

Olympische Spelen - girugten

Olympische Spelen - girugten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Girugten<br />

Faculteitsblad Ruimtelijke Wetenschappen Jaargang 39 / nummer 5 / juli 2008<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>


Girugten<br />

Jaargang 39, nummer 5, juli 2008<br />

Colofon<br />

Girugten is het onafhankelijk<br />

faculteitsblad van de Faculteit<br />

Ruimtelijke Wetenschappen,<br />

Rijksuniversiteit Groningen<br />

Eindredactie<br />

Wietske Wilts (Hoofdredacteur)<br />

Pieter Jan Karsijns (Vormgeving)<br />

Redactie<br />

Niels van Beurden<br />

Bart Booij<br />

Mathieu Drolinga<br />

Arvid Krechting<br />

Floris van der Lingen<br />

Jitze Maatman<br />

Guido Roegholt<br />

Claire Vernède<br />

Joep Westerveld<br />

Druk<br />

Drukkerij de Bie, Groningen<br />

Oplage<br />

575 stuks<br />

E-mail<br />

<strong>girugten</strong>@rug.nl<br />

Postadres<br />

Postbus 800<br />

9700 AV Groningen<br />

De eindredactie behoudt zich<br />

het recht voor zonder opgaaf van<br />

redenen artikelen in te korten, dan<br />

wel te weigeren.<br />

redactioneel<br />

Als laatste (en vijfde) nummer van dit<br />

collegejaar, ligt hier voor je de Girugten<br />

met als thema ‘<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>’. Aan<br />

het einde van deze zomer vinden de 29 e<br />

<strong>Olympische</strong> Zomerspelen plaats in de<br />

Chinese hoofdstad Peking. Van 4 tot en<br />

met 28 augustus zullen er sportploegen<br />

uit zo’n 200 landen deelnemen aan<br />

maarliefst 302 onderdelen. In het eerste<br />

artikel wordt de oorsprong van de <strong>Spelen</strong><br />

uitgediept, en het volgende thema-artikel<br />

gaat over de verschillende sporten die<br />

ooit olympisch waren. Ook vind je in deze<br />

editie een verslag van de Buitenlandse<br />

Excursie (BEC) van Ibn Battuta naar Sint<br />

Petersburg en Riga.<br />

Het zal je wellicht opvallen dat dit<br />

nummer, in tegenstelling tot voorgaande<br />

nummers van dit jaar, iets minder artikelen<br />

bevat. Daarom is de redactie hard op zoek<br />

naar nieuwe redactieleden! Dus als je het<br />

leuk vindt om bij de redactie te komen,<br />

stukjes te schrijven en te redigeren, meld<br />

je dan aan door een mailtje te sturen naar<br />

<strong>girugten</strong>@rug.nl. Ook voor informatie kan<br />

je naar dit adres mailen.<br />

Fijne vakantie!<br />

Wietske Wilts


Uitgelicht<br />

4.eDe oorsprong van de<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

11. (Niet-) <strong>Olympische</strong><br />

Sporten<br />

16. BEC 2008: Sint Petersburg<br />

& Riga<br />

Inhoud<br />

De oorsprong van de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

Wietske Wilts 4<br />

(Niet-) <strong>Olympische</strong> Sporten<br />

Floris van der Lingen 6<br />

BEC 2008: Sint Petersburg & Riga<br />

Wietske Wilts 10<br />

Plaatsnamen over de grens<br />

Pieter Jan Karsijns<br />

Masterthesis<br />

Marieke Hoekstra<br />

12<br />

Op de bank van... Dirk Strijker<br />

Jitze Maatman 17<br />

Alles is geografie<br />

Floris van der Lingen<br />

Geo Promotion<br />

16<br />

18<br />

19<br />

Ibn Battuta 20<br />

Pro Geo 22<br />

Uit het buitenland<br />

Claire Vernède 24<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>


4<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

De oorsprong van<br />

de <strong>Olympische</strong><br />

<strong>Spelen</strong><br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


Al sinds de Griekse geschiedschrijver Homeros wordt er in de Griekse literatuur van het fenomeen sport gesproken.<br />

Homeros leefde in de achtste eeuw voor Christus, en beschrijft in de Ilias en de Odyssee gebeurtenissen uit de periode<br />

rond 1200 voor Christus. Als we Homeros mogen geloven – het is niet bekend of zijn beschrijvingen op waarheid berusten<br />

– vonden er toen al wagenraces plaats en beoefende men discuswerpen, boksen en worstelen. In deze tijd was de dood<br />

van een dierbare of het bezoek van gasten reden tot een potje boksen of worstelen, later pas organiseerde men echte<br />

sportwedstrijden, onder andere in de buurt van Olympia. De lijsten van overwinnaars gaan terug tot in 776 voor Christus,<br />

Olympia<br />

Olympia is oorspronkelijk de heilige plaats waar Kronos (de god<br />

van de tijd), en Gaia (moeder aarde) vereerd werden. Hier werden<br />

ook sportwedstrijden gehouden ter ere van Zeus (de belangrijkste<br />

god van de Grieken). Olympia ligt in het district Elis, in het<br />

zuidwesten van Griekenland, nabij de kust. Dankzij een relatief<br />

vlak landschap was het er uitermate geschikt om allerlei sporten<br />

te beoefenen. Olympia is echter nooit een echte stad geweest, het<br />

was meer een verzameling van tempels, beelden en zuilengalerijen<br />

met enkele officiële gebouwen. Sinds 776 voor Christus werden<br />

hier elke vier jaar de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> georganiseerd. Dit<br />

duurde voort tot in 393 na Christus (in het jaar nul werden de<br />

<strong>Spelen</strong> één jaar opgeschoven,) toen de tot het christendom<br />

bekeerde Romeinse keizer Theodosius het afschafte omdat het<br />

een heidens gebeuren zou zijn. In de achttiende eeuw groeide<br />

de belangstelling voor de Griekse oudheid onder Duitse, Franse<br />

en Engelse kunsthistorici en archeologen. Bij het afgraven van<br />

het terrein rond Olympia kwamen allerlei beelden tevoorschijn.<br />

Op een internationaal congres in Parijs werd later besloten de<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> opnieuw op te richten, en zo vonden in 1896<br />

de eerste moderne <strong>Spelen</strong> plaats in de Griekse hoofdstad Athene.<br />

De <strong>Spelen</strong><br />

De klassieke <strong>Olympische</strong> sporten waren heel anders dan de<br />

moderne. Tegenwoordig heeft men het altijd over ‘meedoen<br />

is belangrijker dan winnen’, de Grieken zouden je uitgelachen<br />

hebben als je dergelijke woorden in de mond nam. In de Griekse<br />

oudheid ging het enkel om het winnen, wat als geschenk van<br />

de goden werd gezien. Er werd puur voor eigen succes gegaan,<br />

teamsporten werden dan ook niet beoefend. Als je verloor, of,<br />

nog erger, de regels overtrad, kon je rekenen op een flinke straf<br />

van de goden. Feitelijk was het een godsdienstig festival met<br />

sporten ter ere van Zeus.<br />

De <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> hadden, in tegenstelling tot kleinere<br />

lokale <strong>Spelen</strong>, een panhelleens karakter; het gebeuren trok atleten<br />

en publiek vanuit heel Griekenland. Ondanks dat de Griekse<br />

steden autonoom waren, kon er door de <strong>Spelen</strong> wel een groot<br />

nationaal gevoel gekweekt worden. De <strong>Spelen</strong> vonden altijd plaats<br />

tijdens de tweede of de derde volle maan in de zomer, dus half<br />

augustus of half september. Indien er op dat moment ergens in<br />

het land een oorlog heerste, werden het sportfestival niet zoals<br />

drie maal bij de moderne <strong>Spelen</strong> is voorgekomen, afgelast. Juist<br />

precies het omgekeerde gebeurde: er werd een aantal maanden<br />

van tevoren door herauten (bodes) door het gebied rondom Elis<br />

een wapenstilstand afgekondigd zodat de <strong>Spelen</strong> ongestoord<br />

door konden gaan en de atleten en de toeschouwers de weg naar<br />

Olympia veilig konden afleggen.<br />

De <strong>Spelen</strong> waren alleen toegankelijk voor Griekse mannen die<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

ingeschreven stonden. Wat betreft toeschouwers kon men elke<br />

keer rekenen op zo’n 45.000 mensen. Rondom het sporten was er<br />

ook nog van alles te beleven. Met filosofen, kunstenaars, redenaars,<br />

zangers en prostituees had het veel weg van een soort jaarmarkt<br />

of een klassieke kermis. Toeschouwers sliepen in tenten of in de<br />

open lucht, en voedsel werd verschaft door de kooplieden die ook<br />

naar het festival waren gekomen en hun waren hier uitstalden.<br />

Het programma<br />

Om de <strong>Spelen</strong> te laten plaatsvinden was veel voorbereiding nodig.<br />

Maanden van tevoren begon men met het in orde maken van de<br />

sportbanen en –velden, en ook de gebouwen kregen een flinke<br />

opknapbeurt. Zoals hierboven vermeld is, werd in alle Griekse<br />

steden aangekondigd dat de oorlog gestaakt werd, dat de atleten<br />

naar Elis konden komen, en dat ook de toeschouwers en andere<br />

gegadigden zich weer konden voorbereiden op de tocht richting<br />

Olympia. Een maand van tevoren werden alle atleten in Elis<br />

verwacht. Hier werden zij gekeurd op afkomst, en zij werden<br />

aan een intensief trainingsschema onderworpen. Ook moesten<br />

zij zich houden aan een strikt dieet. Er vond tevens een selectie<br />

plaats, zonder pardon konden ongeschikte kandidaten weer naar<br />

huis gestuurd worden. Ondertussen was al het publiek ook naar<br />

Olympia gekomen. Twee dagen voordat de <strong>Spelen</strong> van start<br />

gingen, vertrok de stoet van atleten vanuit Elis om de zestig<br />

kilometer lange tocht naar Olympia te voet af te leggen. Als deze<br />

stoet aangekomen was, werd er een groot offer gebracht aan Zeus,<br />

alvorens met de wedstrijden de beginnen.<br />

Tot en de vijfde eeuw voor Christus duurden de <strong>Spelen</strong> slechts<br />

één dag, daarna werd dit verlengd tot vijf dagen. Naast de<br />

-door Wietske Wilts- 5


6<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

sportwedstrijden traden ook de filosofen en redenaars op.<br />

Onder supervisie van de Hellanodikai (de jury) werden er allerlei<br />

sporten beoefend zoals wagen- en paardenraces, hardlopen,<br />

boksen, worstelen. De meeste sporten werden naakt beoefend,<br />

mede doordat de <strong>Spelen</strong> ook een soort viering aan het menselijk<br />

lichaam waren. De atleten werden voor de wedstrijd ingesmeerd<br />

met olijfolie, zo bleef de huid soepel en werd er een aantrekkelijke<br />

aanblik gegeven voor het publiek. Bij overtreding van de regels kon<br />

een deelnemer een geldboete of een flink pak slaag verwachten,<br />

of hij werd uitgesloten van verdere deelname aan de <strong>Spelen</strong>. De<br />

wagenraces waren het meest spectaculaire onderdeel, en werden<br />

gehouden in een zogeheten hippodroom. Het opvallende is dat<br />

bij een overwinning niet de wagenmenner de prijs kreeg, maar de<br />

eigenaren van het paard. Vanwege de hoge prijzen van paarden en<br />

wagens was dit voornamelijk een sport voor de adel, zij konden<br />

hierdoor tevens hun rijkdom en macht goed tentoonspreiden.<br />

Het pentatlon (de vijfkamp) was een erg belangrijk onderdeel en<br />

bestond uit discuswerpen, speerwerpen, verspringen, hardlopen<br />

en worstelen. In welke volgorde deze sporten beoefend werden,<br />

en hoe bepaald werd wie de uiteindelijke winnaar was, is niet<br />

bekend. Verspringen gebeurde op een bijzondere wijze, namelijk<br />

met gewichten van steen in beide handen. Hardlopen was de<br />

oudste sport, en volgens sommige verhalen was dit tijdens<br />

de vroegste <strong>Spelen</strong> ook de enige sport die beoefend werd. Er<br />

werden geen echte records bijgehouden, men had natuurlijk<br />

nog geen nauwkeurige meetapparatuur. Wat alleen telde was de<br />

overwinning, niet de tijd en de afstand. In 520 voor Christus<br />

werd de hoplitodromos ingevoerd, dit was een hardloopwedstrijd<br />

waarbij de deelnemers een wapenuitrusting droegen. Het laatste<br />

onderdeel van het pentatlon was altijd worstelen, hierbij was<br />

degene die zijn tegenstander driemaal gevloerd had de winnaar.<br />

Omdat het pankration het spannendste onderdeel was, werd<br />

het altijd tot het laatst van de <strong>Spelen</strong> bewaard. Bij dit onderdeel<br />

werden verschillende types van worstelen beoefend, zoals<br />

rechtopworstelen en grondworstelen.<br />

De prijsuitreiking<br />

Het hoogste wat je als atleet kon bereiken in de Griekse oudheid was<br />

een <strong>Olympische</strong> overwinning. Iedere winnaar van een onderdeel<br />

kreeg een tak van de heilige olijfboom die in Olympia stond. Dit<br />

was een zeer bijzonder geschenk omdat de takken van deze boom<br />

precies symmetrisch schenen te groeien. Ook kregen de winnaars<br />

een luxueus diner aangeboden, en waren er de hele avond feesten.<br />

Als de atleten weer terug in hun eigen steden kwamen, konden<br />

ze rekenen op eeuwige roem en altijd gratis voedsel en andere<br />

privileges. Het kwam ook soms voor dat er een standbeeld werd<br />

opgericht in hun vaderstad voor deze winnende atleten. G<br />

Bronnen:<br />

- Hupperts et al. (1989), De <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>, sport en opvoeding in de<br />

Griekse oudheid, Leeuwarden: Eisma B.V.<br />

- Swaddling, J. (1980), The Ancient Olympic Games, London: British<br />

Museum Publications Ltd.<br />

- Ancient Olympics (2004), http://ancientolympics.arts.kuleuven.be/index.<br />

html, bezocht op 03-06-’08.<br />

- De Gryse, B. (1982), De <strong>Spelen</strong> van Zeus, Brussel: Elsevier.<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

(


(Niet-) <strong>Olympische</strong> sporten<br />

De <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> staan komende zomer weer op de kalender. Erg leuk, zeker voor mensen die kunnen genieten van<br />

het aanschouwen van sport. De <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> bieden een groot aantal sporten met een enorme diversiteit.<br />

Dit artikel gaat over merkwaardige sporten die in het verleden wel op de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> te bewonderen waren, maar<br />

tegenwoordig niet meer. Daarnaast zal de aandacht worden gevestigd op bekende sporten, of bekende onderdelen van<br />

bepaalde sporten, die juist nooit olympisch zijn geweest. Ten slotte zal ik nog wat woorden wijden aan de status van de<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> binnen een aantal populaire sporten. Ik ben zelf een groot sportfan, maar ik kan na enige bestudering<br />

van mijn bronnen alvast garanderen dat er ook sporten ter sprake zullen komen waarvan ik nog nooit had gehoord. Dat<br />

belooft dus alvast flink wat spektakel. Zo hoort het in de sport zelf ook, zullen we maar zeggen.....<br />

Eerst zal gekeken worden naar sporten die in het verleden wèl<br />

olympisch waren, maar dat tegenwoordig niet meer zijn. Om te<br />

beginnen het Jeu de paume: één van de sporten waarvan ik, net als<br />

waarschijnlijk velen die dit artikel nu lezen, nog nooit had gehoord.<br />

Dit is een, zoals de naam al doet vermoeden van oorsprong Franse<br />

sport, waaruit het tennis is ontstaan. Oorspronkelijk werd het met<br />

de blote hand gespeeld, later met een slaghout en uiteindelijk met<br />

een racket. De sport was tussen 1250 en 1650 de populairste van<br />

Frankrijk. De sport was zo populair dat de prefect van Parijs in<br />

1397 het spelen doordeweeks verbood “omdat vele werklui hun<br />

werk en familie achterlaten.” Zo zien we maar weer dat ook iets<br />

dat op het eerste oog onschuldig is en moet dienen tot zuiver<br />

vermaak, soms zomaar problemen kan opleveren. De sport lijkt<br />

op een sport die het in Nederland een tijd lang goed deed en<br />

in sommige streken nog steeds erg populair is: het kaatsen. De<br />

sport was slechts één keer onderdeel van de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>,<br />

in 1908. Geen van de medailles ging naar een Fransman.<br />

Een tweede, in elk geval bij mij onbekende, sport die ooit de<br />

olympische status had, is het Pelota Vasca (Baskisch pelottenspel).<br />

(Figuur 1: het Jeu de Paumes)<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

(Figuur 2: Pelota Vasca)<br />

Dit is een spel voor twee of vier personen afkomstig uit, hoe kan<br />

het ook anders, het Baskenland in Noord-Spanje. Het spel wordt<br />

gespeeld met de blote hand of een racket of een cesta, een soort<br />

mand die als een handschoen om de hand gedragen wordt om de<br />

bal mee te vangen(www.merriam-webster.com/dictionary/cesta<br />

- 28k -). De bal die ervoor gebruikt wordt heeft een doorsnede<br />

van zo’n vijf centimeter.<br />

Bij dit spel mag de bal slechts één keer stuiteren voordat hij<br />

teruggespeeld moet worden. Het spel wordt gespeeld op een<br />

fronton (een overdekt gebied) of een trinquet (een veld van 9,3<br />

meter breed en 28,5 meter lang) Wereldkampioenschappen worden<br />

gespeeld op een 36-meter lange frontonbaan van glad cement,<br />

een 54-meter lange (grand) frontonbaan van glad cement, een<br />

30-meter lange frontonbaan voorzien van een synthetische laag<br />

en het trinquet van glad cement. De ondergrond waarop wordt<br />

gespeeld heet cancha. Het fronton wordt begrensd door:<br />

• een voormuur (de zogenaamde frontis van 9,25 meter breed en<br />

10 meter hoog)<br />

• een achtermuur (de zogenaamde rebote) en<br />

• een zijmuur (de zogenaamde lateral van 30-54 meter lang).<br />

Helaas is niet te vinden wanneer en hoe vaak de sport op de<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong> is beoefend.<br />

Een derde sport die de olympische status genoot en niet bij<br />

iedereen bekend zal zijn (bij mij is hij dat wel) is het Roque. De<br />

7<br />

-door Floris van der Lingen-


8<br />

<strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

(Figuur 3: Croquet)<br />

naam zei me niets, maar toen ik erachter kwam dat het dezelfde<br />

sport is als het croquet, moest ik onmiddellijk terugdenken aan<br />

de dagen dat mijn broers en ik met onze croquetset het gras in<br />

onze achtertuin vakkundig omploegden. Croquet is afkomstig uit<br />

Noord-Frankrijk en heeft de naam de eerste volledig gemengde<br />

sport te zijn. De sport werd populair door het opkomen van het<br />

fenomeen vrije tijd. In het spel gaat het erom je bal (iedere speler<br />

heeft zijn eigen kleur bal) door de poortjes naar het einde van de<br />

baan te brengen. Het spel verloopt beurtelings en degene die de<br />

baan met de minste slagen aflegt, is de winnaar.<br />

Een laatste sport die de olympische status heeft gehad, maar<br />

die nu niet meer heeft, is het touwtrekken. Het is niet bekend<br />

wanneer de sport olympisch is geworden. Wel is bekend dat de<br />

sport in 1920 uit het olympische programma is geschrapt, omdat<br />

er te veel sporten een olympische status hadden gekregen. Bij het<br />

touwtrekken gaat het erom zo hard mogelijk een sterk en dik touw<br />

te trekken. Dit touw is gemarkeerd met 5 lintjes. In het midden<br />

een rood lint, dat de startpositie aangeeft. Op 4 meter aan beide<br />

zijden is er een lintje dat bepaalt hoever getrokken moet worden<br />

en op 5 meter van de middenlijn is er een lintje waarachter de<br />

eerste man moet plaatsnemen. Het team dat het andere team<br />

zover trekt, dat het 4 meter lintje over de middellijn heen komt,<br />

heeft gewonnen.<br />

Dan nu verder naar twee sporten waarvan het raar klinkt dat ze<br />

geen olympische status (meer) hebben. Op de eerste plaats is er<br />

het honkbal. Los van de teleurstelling die dit onder de aanhang<br />

van de sport oproept, reageerden ook nationale honkbalbonden<br />

aan weerszijden van de Atlantische Oceaan verbaasd en boos op<br />

het besluit van het Internationaal Olympisch Commité om deze<br />

zeer populaire sport te schrappen. Het is immers niet voor niets<br />

dat de sport wel “America’s favourite pastime”wordt genoemd.<br />

De sport is echter ook buiten de VS behoorlijk populair. Om te<br />

beginnen is er Cuba, het land dat drie van de vier keer won op<br />

de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong>. In Europa geniet de sport echter minder<br />

populariteit; hier is voetbal de absolute nummer één. In Azië en<br />

Zuid-Amerika is de sport wel flink populair. In Nederland zijn<br />

er slechts enkele tienduizenden mensen die de sport beoefenen.<br />

Toch is Nederland één van de toonaangevende honkbalnaties in<br />

Europa.<br />

Daarnaast is er het veldrijden. Deze sport is een onderdeel van de<br />

wielersport die verder wel de olympische status geniet. Hoewel<br />

veldrijden bekender is dan andere vormen van wielersport, is<br />

ervoor gekozen dit onderdeel geen olympische status te verlenen.<br />

Hierdoor treedt het fenomeen op dat veldrijders er nogal<br />

eens voor kiezen om naast hun eigen sport ook een andere te<br />

gaan beoefenen. Sven Nys, die in het veldrijden al jaren tot de<br />

absolute wereldtop behoort, heeft er bijvoorbeeld voor gekozen<br />

om zich, met het oog op Beijing, ook toe te gaan leggen op het<br />

mountainbiken.<br />

Dan is het nu tijd om te kijken naar de status van de <strong>Olympische</strong><br />

<strong>Spelen</strong> binnen een aantal sporten. Om te beginnen is er het<br />

voetbal: binnen deze sport genieten de <strong>Olympische</strong> <strong>Spelen</strong><br />

nauwelijks status. Om eerlijk te zijn zou ik op dit moment niet<br />

weten wie de <strong>Olympische</strong> Kampioen voetbal is. De reden voor<br />

het feit is dat het olympische voetbaltoernooi is opgezet als een<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


toernooi waar jonge talenten hun kunsten kunnen etaleren. De<br />

maximaal toegestane leeftijd voor deelname aan het toernooi is<br />

dan ook 23. Oudere spelers kunnen wel meedoen, maar enkel via<br />

een dispensatieregeling. Via deze regeling zijn voor het komende<br />

toernooi Roy Makaay, Gerald Sibon, Kew Jaliens en Barry Opdam<br />

aan de selectie toegevoegd.<br />

Dan is er de atletiek. Binnen deze sport zou je kunnen stellen dat<br />

alles om de <strong>Spelen</strong> gaat. Een olympische titel is absoluut meer<br />

waard dan een wereldtitel. Wereldtitels zijn immers vergankelijker<br />

omdat ze vaker te winnen zijn. Wie echter een olympische<br />

titel wint, staat (vanzelfsprekend) voor vier jaar genoteerd als<br />

kampioen. Wel is er uiteraard te stellen dat in de topsport een<br />

termijn van vier jaar betrekkelijk lang is. Als we ons bijvoorbeeld<br />

de onaantastbaarheid van Gianni Romme op de <strong>Spelen</strong> van 1998<br />

(Nagano) herinneren, moeten we constateren dat hij vier jaar later<br />

(in Salt Lake City) duidelijk te kort kwam op de toppers van dat<br />

moment.<br />

Dan is er het wielrennen op de weg. Gezien de recente kampioenen<br />

zou je kunnen stellen dat een olympische titel een kroon op het<br />

werk is. De renners lopen niet echt warm voor de olympische<br />

wedstrijd, maar beseffen wel dat er een titel te halen valt die je<br />

vervolgens vier jaar mag dragen.<br />

Als laatste nog wat aandacht aan de olympische status van het<br />

schaatsen. Zoals al eerder vermeld, geldt voor deze sport dat<br />

een termijn van vier jaar misschien wat te lang is. Toch is de<br />

olympische status van de sport niet gering; er zijn veel schaatsers<br />

die alles op alles zetten om een olympische titel te veroveren.<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

Ook bestaan er grote kampioenen die nooit een olympische titel<br />

hebben gewonnen. Zo is er bijvoorbeeld Rintje Ritsma, die zes<br />

Europees- en vier keer Wereldkampioen Allround werd, maar<br />

niet één olympische titel won. Ook Erben Wennemars, veelvuldig<br />

Wereldkampioen op de 1000 meter, 1500 meter en de sprint, wist<br />

nooit olympisch goud te winnen. G<br />

9


-door Wietske Wilts-<br />

10<br />

BEC 2008: Sint Petersburg & Riga<br />

De grote reis begon midden in de nacht. Op 13 mei om 01:30 uur<br />

verzamelde zich een groep Ibn´ers om met de BEC (Buitenlandse<br />

Excursie Commissie) van Ibn Battuta een grote reis richting<br />

noordoosten te maken. Sint Petersburg en Riga waren de<br />

bestemmingen dit jaar.<br />

Om twee uur ’s nachts vetrokken we met de bus naar het vliegveld<br />

in Bremen, alwaar we tijdens het wachten heerlijk languit op de<br />

grond liggend, of tegen een muur zittend konden slapen. Even voor<br />

zeven vertrok het vliegtuig naar Riga. Hoewel het in Nederland<br />

nog zomers weer was, voelde de lucht hier toch behoorlijk kouder<br />

aan. Na even gewacht te hebben kwam er een Letse bus met<br />

Russische chauffeur voorrijden. ‘Iba Battuta’ stond op een papier<br />

dat achter de vooruit geplakt was. Voor Letse begrippen was de<br />

bus nog redelijk comfortabel, en na het woord ‘Nooduitgang’ op<br />

het raam opgemerkt te hebben, wisten we waarom. We kregen<br />

vast een voorproefje van Riga te zien, de stad die we over een<br />

aantal dagen nog beter zouden gaan verkennen. Snelwegen, daar<br />

doen ze hier niet aan. Op deze weg (de E77) vol gaten en andere<br />

oneffenheden kon je maximaal vijftig kilometer per uur rijden.<br />

Het landschap kenmerkte zich voornamelijk door niet heel dicht<br />

begroeid bos met zo af en toe een klein uitgestorven aandoend<br />

dorpje bestaande uit een rij houten huisjes langs de weg. Ongeveer<br />

eens in de twintig minuten kwamen we een andere weggebruiker<br />

tegen, erg levendig was het hier dus niet. Daarentegen werden we<br />

tijdens één van de vele pauzes (na elke honderd kilometer moest er<br />

even gestopt worden) gigantisch aan het lachen gemaakt door een<br />

letterlijk en figuurlijk geheel ontspoorde Letse meneer met zeer<br />

weinig tanden. Hij lachte continu, brabbelde wat onverstaanbare<br />

woorden die hij kennelijk zelf erg grappig vond, en probeerde ons<br />

op bijzonder komische manier aan het schrikken te maken. Bij een<br />

andere pauzeplaats konden groen uitgeslagen broodjes worden<br />

gekocht. Lang pauzeren was het echter nooit, want meestal na<br />

tien minuten kwam de chauffeur streng op zijn horloge wijzend<br />

naar ons toe. Snel de bus in betekende dit. De route naar Estland,<br />

waar we de Russische grens bereikten, was niet moeilijk te vinden:<br />

verkeerd rijden was niet mogelijk want er is maar één weg. De<br />

uitgebreide grenscontrole bestond eruit dat een Est gekleed in<br />

groen uniform de bus in kwam en al onze paspoorten controleerde,<br />

en dat we bij de Russische douane papieren moesten inleveren en<br />

onze visa moesten tonen. Na hier maarliefst twee uur vertoefd te<br />

hebben, konden het reizen verdergaan. In de stad Pskov, die iets<br />

groter is dan Groningen, kon er vanuit de bus genoten worden<br />

van talloze verpauperde Sovjetflatjes en onverharde wegen. Via<br />

de M20 bereikten we vlak na middernacht de eindbestemming<br />

Sint Petersburg, waar na een reis van bijna 24 uur iedereen vrijwel<br />

direct ging slapen.<br />

De eerste echte dag in deze stad begon met (natte) sneeuw, en met<br />

een ontbijt bestaande uit wat kale pasta en vlees in een cafeetje<br />

naast het hostel. Vervolgens zochten we het metrostation op, om<br />

een bezoek te brengen aan het Alexander Nevskyklooster en de<br />

Tikhvinbegraafplaats, waar allerlei beroemde componisten en<br />

schrijven begraven liggen. Het ruim zestig jaar oude Peterburgse<br />

metronetwerk bestaat uit vier lijnen, en ligt bijzonder diep in<br />

de grond vanwege de moerassige grond onder de stad. De reis<br />

begint dan eigenlijk ook al bovenaan de roltrap: de rit naar<br />

beneden duurt wel een paar minuutjes. De metro is druk bezocht;<br />

dagelijks maken zo’n 2,5 miljoen mensen gebruik van dit netwerk.<br />

Op de middag hebben we de Nevsky Prospekt verkend, dit<br />

is de ‘hoofdstraat’ van de stad. Met een fikse sneeuwbui erbij,<br />

was het Rusland-gevoel meer dan compleet. 14 Mei was ook de<br />

dag dan FK Zenit Sint Petersburg de UEFA Cup voetbal won<br />

van de Glasgow Rangers, groots feest dus in alle straten! De<br />

receptioniste van het hostel vond het niet zo leuk want hierdoor<br />

wilden er nog mensen na de avondklok van één uur naar binnen.<br />

Ook in het hostel moest het zachter. “Or I call tzhe paliiies”,<br />

sprak ze ons toe terwijl ze met een boos gezicht door de gangen<br />

marcheerde. Sommigen zijn via het raam naar binnen geslopen,<br />

anderen hebben doorgefeest en konden om zes uur ’s ochtends<br />

het hostel weer in om nog twee uurtjes te slapen voordat we weer<br />

opstonden om te verzamelen voor de stadswandeling door het<br />

centrum, onder leiding van studenten van universiteit van Sint<br />

Petersburg. In de kantine van de universiteit stond een lunch op<br />

ons te wachten om de hongerige magen te vullen. Daarna kregen<br />

we er een wel zeer korte lezing, en toen een rondleiding door<br />

het universiteitsmuseum. Aan het eind van de middag bezochten<br />

we het Nederlands Instituut Sint Petersburg (NISPB) om daar<br />

het één en ander te horen over Nederlanders in deze stad. Een<br />

groep balletliefhebbers vertrok richting het beroemde Mariinsky<br />

Theater, terwijl de rest achterbleef om nog deel te nemen aan<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


een boeiende discussie. Om je in het spitsuur in de Peterburgse<br />

metro te bevinden is een waar avontuur! We kwamen in een<br />

heuse maalstroom van mensen terecht, een soort trechter voor<br />

je de roltrap op kon. In de metro zelf was het natuurlijk ook erg<br />

druk. Het was soms hollen door de straten, maar we kwamen<br />

precies op tijd voor de voorstelling. Gelukkig hebben sommigen<br />

onderweg nog snel wat koekjes kunnen kopen bij een winkeltje,<br />

zodat we ook ‘avondeten’ hadden. Onze wandelschoenen en<br />

vesten vielen wel ietwat uit de toon vergeleken met de kledij van<br />

de anderen gasten. Er werden drie prachtige balletvoorstellingen<br />

gegeven van ieder drie kwartier, maar de tijd vloog voorbij alsof<br />

het maar een paar minuten waren. Als het licht in de pauzes aan<br />

was, had je de gelegenheid dit rijkelijk met goud versierde theater<br />

te aanschouwen. Het opvallende was dat tien minuten nadat de<br />

voorstelling was afgelopen, het hele theater leeg was. Degenen die<br />

niet naar het Mariinsky Theater waren gegaan, hebben kunnen<br />

genieten van allerlei feestelijkheden bij het stadion van Zenit ter<br />

ere van de overwinning van gisteren.<br />

De volgende ochtend was er een relatief rustig programma.<br />

We bezochten de Kazankathedraal, een Russisch-orthodoxe<br />

kathedraal, en vestiging van het adviesbureau van Nederlandse<br />

komaf namelijk Royal Haskoning, aan de Nevsky Prospekt 1<br />

met uitzicht op de Hermitage. Hier kregen we presentaties over<br />

interessante infrastructurele projecten in Rusland. Op de middag<br />

bezochten we de Hermitage, één van ’s werelds grootste musea<br />

op het gebied van kunst- en cultuurhistorie. De collectie bevat<br />

prehistorie kunst, Russische kunst, maar ook veel van Rembrandt<br />

en andere West-Europese schilders. Diezelfde middag is er ook<br />

een groepje geïnteresseerden met de metro naar het noorden van<br />

de stad gereisd om daar de imposante communistische flats te<br />

bekijken. Het zag er allemaal wat armoedig uit, maar toch reden er<br />

behoorlijk dure auto’s rond. Wij waren sowieso de enige toeristen<br />

hier, en de inwoners keken dan soms ook wat vreemd op toen ze<br />

ons voorbij zagen wandelen. Je zou denken dat de Sovjetflats die<br />

er te vinden zijn tocht wat uit de tijd zijn, maar daar denken ze daar<br />

anders over: er worden nog heel wat bijgebouwd. Na in het slechts<br />

drie jaar oude metrostation Komendantski Prospekt in de metro<br />

gestapt te zijn, reisden de echte diehards nog even verder om het<br />

oudste station Avtovo te bezoeken. Hoewel het nemen van foto’s<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

verboden is op alle metrostations, haalde de typisch Russische<br />

decoratie ons over het fototoestel toch even te voorschijn te<br />

halen, gelukkig onopgemerkt. ’s Avonds werd er door sommigen<br />

gekookt in het hostel. Auteur van dit artikel heeft mogen genieten<br />

van een soepje van de Diksi (de supermarkt tegenover het hostel)<br />

van slechts vier roebel (omgerekend ongeveer één eurocent), het<br />

smaakte dan ook meer naar een goedje wat je moet innemen als je<br />

ziek bent. Na het eten werd er nog gevoetbald op een trapveldje<br />

achter het hostel.<br />

17 Mei was de dag van de ‘Big Baltic Trip’. Met een bus werden we<br />

naar het eiland Kotlin gereden. Dit eilandje in de Finse golf<br />

(vervolg op bladzijde 14)<br />

11


12 <strong>girugten</strong> juli 2008


Plaatsnamen over de grens<br />

Op de verstilde landweg tussen Rottum en Stitswerd staat vlakbij die eerste plaats een<br />

groepje van twee boerderijen, Bethlehem genaamd. Een straatnaam, meer lijkt het niet.<br />

Toch verraad de 1:25000 topografische kaart met vetgedrukte letters de aanwezigheid<br />

van een heuse plaats. De teleurstelling overheerst dan ook, als blijkt dat noch de ANWB,<br />

noch de gemeente Eemsmond de moeite hebben genomen Bethlehem met een blauw<br />

bordje te markeren. Gelukkig zagen de bewoners wel de noodzaak om hun plaats te<br />

benoemen met een fraai bord, dat zelfs een afdakje heeft. Of deze laatste toevoeging<br />

symbool staat voor de gastvrijheid die de boerderijen bieden, is niet bekend. Ondanks<br />

de afwezigheid van een herberg is er echter genoeg stal om een hoop koningskinderen<br />

ter wereld te brengen.<br />

Bethlehem is in de middeleeuwen gesticht als voorwerk van het klooster van Rottum,<br />

door middeleeuwse benedictijner monniken. Later werd het een nonnenklooster. Van het<br />

katholicisme is in deze streek tegenwoordig niet veel meer te merken, afgezien van de<br />

vele kerken en kloosters die zij onder andere op het Hogeland achtergelaten heeft. Ook<br />

zijn de nonnen en monniken grotendeels verantwoordelijk voor het in cultuur brengen van<br />

het land rondom deze bouwwerken. Het enige reliëf in deze aan de zee onttrokken omgeving<br />

is de stortplaats van het nabijgelegen Warffum, dat echter aan het zicht onttrokken<br />

wordt door en klein bos, ook al vrij zeldzaam in het voor de rest open Hogeland.<br />

Het is in ieder geval zeer de moeite waard eens een kijkje te nemen in deze omgeving.<br />

Dorpjes als Rottum en Stitswerd lijken zich volledig aan de wereld te onttrekken, de rust<br />

en de ruimte waarmee het Noorden zich profileert zijn hier ruimschoots aanwezig.<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

-door Pieter Jan Karsijns-<br />

13


14<br />

diende ooit ter fortificatie van Sint Petersburg, en is nu via een<br />

weg bereikbaar. Op dit eiland ligt Kronsjtadt (Kroonstad), een<br />

stad die gesticht is door Peter de Grote die hij begin achttiende<br />

eeuw het eiland overnam van Zweden. De gids in de bus had<br />

uitgebreide verhalen over de schepen hier in de haven, maar<br />

omdat het uitgesproken werd als ‘sheeps’, klonk dit vrij grappig<br />

toen ze over een bepaald gebouw vertelde dat daar gekookt werd<br />

voor de sheeps. (Wat een luxe leven hadden die schapen hier!)<br />

We bekeken de Marine Kathedraal. Het kwam goed uit dat het<br />

precies op deze dag de ‘dag van Kronsjtadt’ was, zodat we ons<br />

konden vermaken met aerobicdansjes van de Kronsjtadtse jeugd<br />

op het plein voor de kerk. Het water in de Finse golf stond helaas<br />

te laag om een tocht met de boot te kunnen maken, daarom<br />

gingen we na de lunch gelijk door naar Peterhof, een stad die ook<br />

door Peter de Grote is gesticht vanwege een gunstige ligging aan<br />

de Finse golf. Hier bevindt zich een groot paleizencomplex van<br />

de Russische tsaren. Na een wandeling te hebben gemaakt door<br />

de enorme tuinen, langs fonteinen, en na uitgewaaierd te hebben<br />

bij de Finse golf, keerden we terug naar de stad. Hier kon iedereen<br />

nog snel wat eten, alvorens de grote busreis te maken terug naar<br />

Riga. Na een slaapmutsje van wodka vielen de meesten al gauw<br />

in slaap. Gelukkig hadden we ditmaal maar één uur oponthoud<br />

bij de douane.<br />

Toen we de volgende ochtend Riga inreden, werden we begroet<br />

door druilerig weer. Gelukkig was het na een goed ontbijt in<br />

ons hostel opgeklaard, en kon de ´BECspedition´ beginnen.<br />

In groepjes gingen de deelnemers de stad verkennen, en<br />

door bepaalde gebouwen en andere bezienswaardigheden te<br />

fotograferen konden er punten worden verdiend. De drie beste<br />

groepjes konden de volgende dag een fles Balzam – een Letse<br />

kruidenlikeur - in ontvangst nemen. ’s Middags gingen we per<br />

trolleybus naar de TV-toren, waar we een rondleiding kregen<br />

door een enthousiaste Duits sprekende gids. Vanuit deze toren,<br />

die overigens de hoogste losstaande toren is van de Europese<br />

Unie, had je een goed uitzicht over de stad.<br />

Op de tweede dag in Riga namen we ’s ochtends de trein naar<br />

Jurmala, een uitgestrekte kustplaats aan de golf van Riga. Deze<br />

badplaats was vooral populair bij top van de communistische<br />

partij in de Sovjetjaren, zoals Breznjev en Chroestjov. De treinen<br />

waren voorzien van houten banken en in elke coupé één of<br />

meer controleurs, die zodra er iemand de trein binnenkwam<br />

het kaartje afstempelden en de rest van de tijd wat om zich heen<br />

zaten te kijken. Het station van Jurmala stelde niet meer voor dan<br />

een strook opgehoofd asfalt, dat fungeerde als perron, en een<br />

gebouwtje waar als je goed keek nog wel ergens de naam van dit<br />

station was te lezen. In een stoet liepen we naar het strand, waar<br />

sommige bikkels een duik in de koude zee waagden. De anderen<br />

hielden het liever bij pootje baden, of bouwden een zandkasteel.<br />

De gehele plaats Jurmala bestaat feitelijk uit meerdere stadsdelen<br />

die allemaal aan mekaar liggen. Er schijnen hier meer dan 55.000<br />

mensen te wonen, maar daar was weinig van te zien. Na rustig<br />

geluncht te hebben keerden we terug naar de stad. Het centraal<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


station van Riga, een stad die even zo groot is als Amsterdam,<br />

bestond ook slechts uit een paar stroken opgehoogd asfalt en een<br />

gebouw aan de voorkant. Het enige moderne was de gang onder<br />

de sporen door, maar veel Letten liepen daar gewoon over het<br />

spoor om bij een ander perron te komen, druk is het toch niet.<br />

Deze middag kregen we nog een interessante en heldere lezing op<br />

de universiteit, waarin ons het nodige werd bijgebracht over Riga<br />

en de geografie van Letland. ’s Avonds werd er uitgegaan in de<br />

Roxy, een soort ‘Blauwe Engel’ van Riga.<br />

20 Mei was weer een dag waarop we ’s ochtends op de trein<br />

stapten. Dit keer waren we voor ongeveer één euro een uur<br />

onderweg, en bereikten we Sigulda. Deze trein had overigens wel<br />

leren stoelen, zij het redelijk doorgezakt. De zomerbobsleebaan<br />

werd gevonden, en in drietallen konden we met een bestuurder in<br />

hoog tempo naar beneden roetsjen. ’s Middags maakten we een<br />

wandeling door het nationaal park Gauja. Onderweg kwamen we<br />

langs kastelen en een volgens de vermeldingen zeer beroemde<br />

grot. Bij deze tocht hoorde ook een ritje met een kabelbaan over<br />

het dal van de rivier de Gauja.<br />

De laatste dag was zeer rustig. ´s Ochtends bezochten we het<br />

bezettingsmuseum, waar we veel te weten kwamen over de Duitse<br />

en Russische bezettingen van de stad. We werden er rondgeleid<br />

door een zeer goed Engels sprekende gids die ook nog eens heel<br />

enthousiast vertelde. De middag was vrij om de laatste latten uit<br />

te geven aan kaarten en souvenirs voor het thuisfront. Donderdag<br />

22 mei was de allerlaatste dag. We stonden al om zes uur op, zodat<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

we vroeg konden vertrekken. In volgepropte bussen togen we met<br />

onze grote tassen en koffers naar het vliegveld, dat even buiten de<br />

stad lag. Na een rustige vliegrit waar iedereen lekker bij kon slapen,<br />

kon er in de bus van het vliegveld van Bremen naar Groningen nog<br />

even vrolijk gezongen worden. De aankomst in onze vertrouwde<br />

stad was alweer het einde van deze indrukwekkende, enerverende<br />

en intensieve reis. G<br />

15


-door Marieke Hoekstra-<br />

16<br />

Masterthesis<br />

Perceptions on the reasons for teenage<br />

pregnancies among Turkish and Moroccan<br />

girls in the Netherlands - a qualitative study<br />

Mijn afstudeerscriptie voor de master Population Studies onder begeleiding van professor Hutter ging over de redenen van<br />

tienerzwangerschappen onder Turkse en Marokkaanse meisjes in Nederland. De onderzoeksvraag van de scriptie, die ik in<br />

het voorjaar 2008 heb afgerond, was als volgt:<br />

Wat zijn de percepties over de redenen van tienerzwangerschappen onder<br />

Turkse en Marokkaanse meisjes in Nederland?<br />

Het doel van het onderzoek was de tienerzwangerschappen onder<br />

de net genoemde groepen meisjes te beschrijven en te begrijpen.<br />

Dit met als doel om - wanneer dat nodig is - aanbevelingen te<br />

geven voor de ontwikkeling van een cultureel-specifiek beleid<br />

voor educatie en preventie . Voor de beantwoording van de vraag<br />

zijn twee theorieën gebruikt, ‘the fertility model’ van Bongaarts<br />

and Potter (1983) – proximate determinants of fertility – en ‘the<br />

theory of planned behaviour’ van Ajzen (1991).<br />

Er zijn elf diepte-interviews gehouden om de onderzoeksvraag<br />

te beantwoorden. De onderwerpen trouwen, seksualiteit,<br />

voorbehoedsmiddelen, tienerzwangerschappen en abortus zijn besproken in<br />

de interviews. Vier van de interviews zijn gehouden met Turkse en<br />

Marokkaanse meisjes die zwanger zijn geweest toen ze een tiener<br />

waren. Het vinden van de meisjes die zwanger waren geweest<br />

óf op dat moment zwanger waren én die aan een interview mee<br />

wilden werken was erg moeilijk. Dit was vanwege het gevoelige<br />

onderwerp en omdat er een groot taboe is op meisjes die seks voor<br />

het huwelijk hebben en dus ongeplande tienerzwangerschappen.<br />

Omdat er niet genoeg meisjes konden worden gevonden, zijn<br />

er nog zeven Turkse en Marokkaanse meisjes geïnterviewd die<br />

niet zwanger zijn geweest, maar wel over het onderwerp wilden<br />

praten. Zij waren tussen de 15 en 25 jaar en zij zijn gevraagd over<br />

hun percepties en ideeën over tienerzwangerschappen, abortus,<br />

seksualiteit, trouwen en voorbehoedsmiddelen.<br />

Er is nogal een aantal Turkse en Marokkaanse mensen dat zich op<br />

internet negatief over het onderzoek heeft geuit. Zij waren bang<br />

voor een negatief doel en bevreesd dat het onderzoek bedoeld<br />

zou zijn om hen in een negatief daglicht te plaatsen. Daarentegen<br />

waren er ook een aantal positieve reacties op het onderzoek.<br />

Als meest belangrijke uitkomsten van het onderzoek kunnen de<br />

volgende punten worden beschouwd.<br />

- Trouwen is erg belangrijk voor de meisjes, dit is een gevolg van<br />

hun religie en hun cultuur. Alle meisjes die nog niet getrouwd<br />

waren, zijn dan ook van plan om in de toekomst te gaan trouwen.<br />

Relaties voor het huwelijk zijn verboden in de Koran; hoewel<br />

vandaag de dag relaties voor het huwelijk, met of zonder seks,<br />

volgens de respondenten steeds meer voorkomen<br />

- Thuis krijgen meisjes nauwelijks tot geen seksuele voorlichting<br />

van hun ouders. Er wordt eigenlijk nooit open over seksualiteit<br />

gepraat. De seksuele voorlichting op school wordt door de meisjes<br />

vooral als erg algemeen ervaren. Een aantal meisjes had vooral<br />

vragen met betrekking tot hun cultuur, maar kon of durfde die<br />

niet te stellen. De voorlichting was niet specifiek genoeg gericht<br />

op hun cultuur. Ze leerden vooral dingen over seksualiteit van<br />

leeftijdgenoten, via tijdschriften, internet en de televisie.<br />

- Het gebruik van voorbehoedsmiddelen onder niet-getrouwde<br />

meisjes is erg beperkt. Omdat meisjes voor het huwelijk<br />

niet seksueel actief horen te zijn, hoeven ze dus ook geen<br />

voorbehoedsmiddelen te gebruiken.<br />

- Een meisje dat ongepland zwanger raakt, heeft vaak twee<br />

mogelijkheden. Ze gaat trouwen met de vader van het kind,<br />

eventueel onder druk van de familie, óf ze kiest voor een abortus.<br />

Als een meisje kiest voor een abortus, vindt deze vaak onder<br />

strikte geheimhouding plaats, zodat de familieeer niet wordt<br />

aangetast.<br />

Uit mijn onderzoek kan worden geconcludeerd dat een deel<br />

van de tienerzwangerschappen inderdaad is gepland, zoals ook<br />

is aangenomen in het onderzoek ‘Kind van twee werelden’<br />

van de Rutgers Nisso Groep in 2006. Echter, een deel van de<br />

tienerzwangerschappen onder Turkse en Marokkaanse meisjes is<br />

ongepland. Een aantal aanbevelingen is gedaan na de resultaten<br />

van het onderzoek.<br />

- Als eerste is er meer seksuele voorlichting nodig en deze moet<br />

vooral gericht zijn op en rekening houden met de specifieke cultuur<br />

van de betreffende groepen Turkse en Marokkaanse meisjes.<br />

- Als tweede moet er ook worden gekeken naar de jongens en<br />

de ouders; die spelen namelijk beiden een belangrijke rol in het<br />

voorkomen van tienerzwangerschappen.<br />

- Als laatste is er meer onderzoek nodig naar de redenen van<br />

tienerzwangerschappen onder Turkse en Marokkaanse meisjes. G<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


Op de bank van…<br />

In ‘Op de bank van…’ komen personen aan het woord die een bepaalde<br />

functie binnen onze faculteit vervullen. Er gebeurt meer aan onze<br />

faculteit dan de gemiddelde lezer vaak zal vermoeden. Daarom een<br />

kennismaking met de functies en de personen die hier invulling aan<br />

geven.<br />

Op de bank van Dirk Strijker<br />

Vanaf 1 maart 2003 is Dirk Strijker verbonden aan onze faculteit. Eerst<br />

bij de vakgroep Economische Geografie en sinds het bekleden van<br />

de Mansholt-leerstoel (voor Plattelandsontwikkeling) bij de vakgroep<br />

Culturele Geografie. Daarnaast is Dirk Strijker voorzitter van de<br />

faculteitsraad.<br />

Meneer Strijker, een korte introductie graag.<br />

Ik ben in 1953 ter wereld gekomen en daarna opgegroeid in Noordscheschut,<br />

bij Hoogeveen.. Ik doceer onder andere Plattelandsvraagstukken<br />

en met Jouke van Dijk het vak Inleiding Economie, daarnaast ben<br />

ik coördinator van de Bachelorscripties en de Master Theses van<br />

Culturele Geografie. Sinds 2005 bekleed ik de Mansholt-leerstoel voor<br />

Plattelandsontwikkeling.<br />

Wat voor bank heeft u en waar<br />

staat deze?<br />

Deze staat in Eexterzandvoort,<br />

een plaatsje bij Gieten. In onze<br />

woonkamer staat een rode chaise<br />

longue. We hebben eigenlijk nooit<br />

zoveel aandacht besteed aan de<br />

meubilering. Ik kan me nog herinneren<br />

dat we de eerste vier jaar nog geen<br />

salontafel hadden, gedurende die tijd<br />

heeft een bananendoos uitstekend<br />

dienst gedaan. De bank wordt<br />

waarschijnlijk pas vervangen als we<br />

er doorheen zakken, zoals ooit een<br />

keer gebeurde tijdens Nederland-<br />

Brazilië op het WK van 1994. De<br />

familie was iets te enthousiast bij een<br />

doelpunt. Volgend jaar verhuist de bank mee naar een huis dat we nu<br />

laten bouwen, ook weer in Eexterzandvoort.<br />

Zou u als docent Plattelandsvraagstukken in een stad kunnen<br />

wonen?<br />

Tijdens mijn studententijd heb ik het een half jaar volgehouden, daarna<br />

ben ik naar een boerderijtje aan het Winschoterdiep vertrokken. Ik heb<br />

achting voor mensen die in een stad kunnen overleven, maar ik moet de<br />

horizon kunnen zien, ik wil weten of er regen aankomt. Een stad is wel<br />

efficiënt. Bovendien, als iedereen op het platteland zou gaan wonen, dan<br />

wordt het daar natuurlijk juist weer heel druk!<br />

Hoe was uw studententijd?<br />

Ik mag wel zeggen dat ik hard gestudeerd heb. Thuis hadden we het niet<br />

breed, dus ik kon mij ook niet veel vertraging veroorloven. Mijn vader<br />

had een kleine boerderij en werkte heel hard, maar verdiende toch niet<br />

zoveel. Ik vroeg mij af hoe dat kwam, daarom ben ik landbouweconomie<br />

in Groningen gaan studeren. Voor landbouweconomie dacht ik eerst dat<br />

je in Wageningen moest zijn, maar daar bleek het programma vooral<br />

uit niet-economische vakken zoals bemestingsleer te bestaan, gelukkig<br />

werd ik naar Groningen verwezen. Tegenwoordig is er geen vergelijkbare<br />

opleiding meer, die moet je nu bij elkaar shoppen met vakken bij<br />

universiteiten in heel Nederland.<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

Op de bank van...<br />

Hoe komt u op onze faculteit terecht?<br />

Ik ben in Groningen begonnen aan de Economische Faculteit. Op<br />

een gegeven moment wilde ik wel eens wat anders doen. Pellenbarg en<br />

Van Dijk wezen mij op een tijdelijk beschikbare plek aan de Faculteit<br />

Ruimtelijke Wetenschappen, die heb ik ingevuld. Sinds september 2005<br />

bekleed ik de Mansholt-leerstoel voor Plattelandsontwikkeling, deze<br />

wordt gefinancierd door het Ministerie van Landbouw. De leerstoel is<br />

voor vijf jaar ingesteld, ik weet niet of die gecontinueerd wordt, maar<br />

we moeten in ieder geval met onderwijs en onderzoek op dit terrein<br />

doorgaan. Als faculteit hebben we daarin een zekere niche gevonden.<br />

Platteland is meer dan alleen landbouw. We richten ons onder andere<br />

op de problematiek in Oost-Groningen, en het veenkoloniale gebied.<br />

Er loopt een PhD-project over wonen op het platteland, en eentje over<br />

nevenactiviteiten op het platteland door niet-agrariërs. Je staat er versteld<br />

van hoe multifunctioneel het platteland tegenwoordig gebruikt wordt.<br />

Het is ruimtelijk-economisch onderzoek dat echt op onze faculteit thuis<br />

hoort.<br />

U komt er veel mee in de publiciteit.<br />

Het is nu minder dan een paar jaar geleden. Tegenwoordig heb ik nog<br />

een maandelijkse column op de vrijdag<br />

in het Dagblad van het Noorden, in het<br />

economiekatern. Eerder was het elke<br />

twee weken in de zaterdagkrant, maar dat<br />

werd me teveel. Ik verzin ze meestal als<br />

ik in de tuin aan het werk ben. Als ze bij<br />

RTV-Noord een ‘plattelandsdeskundige’<br />

nodig hebben word ik inderdaad<br />

vaak van stal gehaald. Maar het<br />

faculteitswerk blijft altijd voorop staan<br />

hoor. Plattelandsvraagstukken vind ik<br />

nog altijd erg leuk om te doen. Ook het<br />

begeleiden van (bachelor)scripties, dan<br />

kom je intensiever in contact met de<br />

studenten.<br />

Hoe is het om voorzitter van de<br />

Faculteitsraad te zijn?<br />

Het voorzitterschap bevalt goed. Ik heb<br />

me vroeger altijd voor dit soort functies gedrukt omdat ik dacht dat het<br />

teveel tijd zou kosten. Gelukkig blijkt het me minder tijd te kosten dan ik<br />

vreesde. Als lid van de raad ben ik nu van veel zaken die op de faculteit<br />

spelen beter op de hoogte dan toen ik dat nog niet was. Ik ervaar het als<br />

nuttig én leuk. Docenten worden voor twee jaar verkozen, volgend jaar<br />

zit ik er dus ook nog in. Dit jaar gaan ook twee studenten nog een jaar<br />

door, dat is goed voor de continuïteit. Hopelijk geven zich volgend jaar<br />

meer studenten op voor de verkiezingen, het is wel belangrijk dat er iets<br />

te kiezen valt. Bovendien hebben de studenten dan meer verantwoording<br />

af te leggen tegenover hun achterban.<br />

Wat zou u veranderen als u het alleen voor het zeggen had in<br />

onderwijsland?<br />

Ik zou willen dat er meer beurzen beschikbaar zouden zijn voor mensen<br />

die anders niet kunnen studeren. Er zijn nog steeds genoeg scholieren<br />

die na hun eindexamen niet naar de universiteit gaan omdat het in<br />

hun directe omgeving niet gestimuleerd en ondersteund wordt. Aan<br />

de andere kant lopen er ook genoeg types rond die op de universiteit<br />

eigenlijk niks te zoeken hebben. Die zou je er eerder uit moeten kunnen<br />

filteren, misschien al met een toelatingsexamen. Op persoonlijke titel<br />

ben ik meer vóór het bindend studieadvies dan er tegen. Er mogen<br />

best meer harde eisen op tafel gelegd worden om de voortgang er bij de<br />

studenten in te houden. Maar ja, dan houd je er misschien maar weinig<br />

over en de faculteit moet wel bestaansrecht houden. G<br />

17<br />

-door Jitze Maatman-


-door Folris van der Lingen-<br />

18<br />

Alles is geografie<br />

Vakantieverhalen<br />

Eén van de (vele) belangrijke thema’s in de sociale en culturele geografie is toerisme. Eén van de pijlers van dit begrip is de term vakantie. Omdat dit<br />

het laatste nummer van Girugten voor de zomervakantie is, lijkt het mij de hoogste tijd om eens over deze mooie tijd te schrijven.<br />

Hoewel mensen hun vakanties heel erg verschillend invullen, zijn er wel min of meer algemene wensen waar het om de vakantie gaat. Even de<br />

dagelijkse hectiek ontvluchten, de tijd nemen voor dingen die leuk zijn in plaats van verplicht en als het even kan het goede weer opzoeken.<br />

Studenten interpreteren vakantie als de tijd dat de studieboeken aan de kant kunnen, er ‘s ochtends weer uitgeslapen kan worden en de dag naar eigen<br />

willekeur kan worden ingevuld. De planning van de vakantie is voor sommigen een lang proces. Met wie ga je weg, hoe lang ga je weg, waar wil je<br />

heen, hoeveel geld wil je uitgeven? Dit zijn vragen die aandacht en tijd eisen.<br />

Ik daarentegen, heb in elk geval al enige jaren een vaste bestemming waar het om de vakanties gaat. Want wat is er nu eigenlijk fijner dan de hele<br />

vakantie in je eigen bed te kunnen slapen en zeker te weten dat de boodschappen en het huishouden gedaan worden en dat je je om het eten niet<br />

druk hoeft te maken? Dit alles voltrekt zich dan ook nog eens in de door mij zo gewaardeerde Bourgogne-streek, waar mijn ouders acht jaar geleden<br />

een huis hebben gekocht. Ik kan uit ervaring zeggen dat het helemaal niet saai is om de hele zomer met je ouders door te brengen; de regio is groot<br />

en zeer fraai en er zijn vele plaatsen die we nog altijd een keer willen verkennen. De reis is makkelijk; op twaalf kilometer van het dorp ligt het TGVstation<br />

van Le Creusot en op dertig kilometer ligt een afrit van de Autoroute du Soleil, de tolweg van Parijs naar Marseille.<br />

De Bourgogne is een glooiende, dunbevolkte regio (er wonen maar zo’n 1.6 miljoen mensen in een gebied ter grootte van België) met veel cultureel<br />

erfgoed, dat voornamelijk teruggrijpt op de periode dat deze streek een groot en machtig Hertogdom was, nadat het van de vijfde tot en met de<br />

achtste eeuw een Koninkrijk was. Ook is de regio de bakermat van het Franse christendom geweest. Hiervan getuigt bijvoorbeeld Cluny, dat een<br />

millennium geleden de hoofdstad van het christendom was. De wijn speelt er ook een belangrijke rol. Talloze wijnhuizen verfraaien het toch al<br />

veelzijdige landschap. Enkele bekende voorbeelden zijn Fontenay, het eerder genoemde Clos de Vougeot en de Abdij van Cîteaux. Het gebied is zo<br />

ongeveer 30000 vierkante kilometer groot en strekt zich grofweg uit van Auxerre tot Mâcon en van Chaumont tot Nevers. De rivieren die door de<br />

regio stromen, zijn de Loire en de Sâone.<br />

Onze vakanties in de regio zijn nog altijd erg veelzijdig; de lokale restaurants blijven de moeite waard, maar ook de rijke geschiedenis is nog altijd<br />

bron van vele betoverende momenten. Zo kwamen we vorige zomer een kasteel tegen waar de meeste mensen die buiten de directe omgeving wonen<br />

nooit van gehoord hebben. Toch erg de moeite waard om de geschiedenis, die je in de boeken wel leest, zo in beeld te zien. G<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


Geo Promotion<br />

Stichting Geo Promotion is de congresorganisatie van de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Geo Promotion probeert ieder jaar<br />

weer een geografisch of planologisch verantwoord congres te organiseren. Dit om de integratie tussen de studenten, docenten en het<br />

bedrijfsleven te bevorderen. Een congres is namelijk een makkelijke manier om in gesprek te komen met mensen uit het werkveld, en<br />

wie weet houd je er goede connecties aan over.<br />

Op 5 maart 2008 vond er een congres van Stichting Geo Promotion plaats met als thema: ‘Krimp en Ruimte: Kansen voor het<br />

Noorden?’. Dit congres was een groot succes met zo’n 150 deelnemers. Het ging over de gevolgen van toekomstige demografische<br />

ontwikkelingen zoals krimp en vergrijzing van de bevolking op allerlei aspecten van de samenleving in Noord-Nederland. Het<br />

ochtendprogramma begon met een inleiding op het thema door een drietal sprekers met verschillende achtergronden. Na de lunch was<br />

het tijd om de opgedane kennis te gebruiken in een tweetal workshop rondes. Al met al was het een zeer geslaagde en leerzame dag.<br />

Inmiddels is er een nieuw bestuur aangetreden. Het nieuwe bestuur bestaat uit de volgende personen:<br />

Samantha van der Sluis – Voorzitter<br />

Elsje Effting – Vice-voorzitter<br />

Jorrit Sennema – Penningmeester<br />

Arend Nolles – Secretaris<br />

Mathieu Drolinga – Commissaris Intern/PR<br />

Arnoud van der Wijk – Commissaris Extern<br />

Zij gaan er alles aan doen om begin volgend jaar weer een mooi congres aan te bieden voor studenten, docenten en het bedrijfsleven.<br />

Samantha van der Sluis<br />

Voorzitter<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

19


20<br />

Ibn Battuta<br />

Mededelingen van Faculteitsvereniging Ibn Battuta<br />

Het duurt niet lang meer, of het collegejaar zit er al weer op. De<br />

tentamenperiode gaat bijna van start, misschien heb je daarna nog<br />

wat herkansingen, maar dan is het toch echt heerlijk wekenlang<br />

zomervakantie.<br />

Activiteiten<br />

Ibn Battuta beleefde de laatste periode voor de zomervakantie nog een<br />

drukke tijd met een paar grote activiteiten.<br />

Van 25 t/m 27 april vond de jaarlijkse Batavierenrace plaats. ’s Werelds<br />

grootste estafetteloop tussen Nijmegen en Enschede, werd dit jaar alweer<br />

voor de 36 e keer georganiseerd. Ook Ibn Battuta heeft met een team<br />

meegedaan. Ons team eindigde op de 70 e plaats van de 291 deelnemende<br />

teams. Niet slecht!<br />

De Buitenlandse Excursie van dit jaar is weggeweest van 13 t/m 22<br />

mei. 49 mensen reisden af naar Sint-Petersburg en Riga. Het was een<br />

prachtige reis. Inmiddels is de nieuwe Buitenlandse Excursiecommissie<br />

aangesteld. Zij zullen komende zomer een aantal bestemmingen<br />

uitzoeken, waar vanaf het introductieweekend eind augustus op gestemd<br />

kan gaan worden. Dus wil je volgend jaar (weer) mee? Laat je stem dan<br />

horen na de zomer!<br />

Op maandag 26 mei organiseerde het bestuur een uitje voor alle actieve<br />

leden van de vereniging. Dit jaar zijn we naar het pretpark Walibi World<br />

geweest. De regenbuien mochten de pret niet drukken, en menigeen<br />

bleef dan ook lekker zitten in de achtbaan, om een aantal rondjes achter<br />

elkaar te rijden.<br />

’s Avonds was er in onze vaste kroeg Cafe ’t Pleidooi een borrel waar<br />

zowel actief als minder actieve leden van Ibn Battuta een gezellige avond<br />

hadden.<br />

Op 29 mei vond er een bijzondere lezing plaats, namelijk een debatlezing<br />

over milieuproblematiek, toegespitst op CO2 beleid. Prof. Dr. Salomon<br />

Kroonenberg (TU Delft, hoogleraar toegepaste geologie), en schrijver van<br />

‘De menselijke maat: de aarde over tienduizend jaar’, debatteerde over enkele<br />

stellingen met Prof. Dr. Harro Meijer (RUG, hoogleraar Isotopenfysica),<br />

verbonden aan het CIO en momenteel veel bezig met klimaatonderzoek.<br />

Het bleek een enerverende lezing en ook het publiek discussieerde mee.<br />

Een dag later, op 30 mei, vond het Nationaal Planologensymposium<br />

plaats in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. Deze dag wordt<br />

jaarlijks georganiseerd door Ibn Battuta en haar zusterverenigingen<br />

uit Utrecht, Nijmegen en Amsterdam. Er waren ruim 70 deelnemers<br />

en het thema was ‘’Het einde van het Groene Hart?’’. Ook dit was een<br />

interessante activiteit met leuke presentaties en workshops.<br />

Nieuw bestuur<br />

Tijdens de Algemene Ledenvergadering op dinsdag 10 juni heeft het 47 e<br />

bestuur van Ibn Battuta het stokje overgedragen aan het 48 e bestuur. Zij<br />

zullen het komende jaar vele interessante activiteiten en leuke borrels<br />

organiseren, maar ook voor een kopje koffie of thee blijf je natuurlijk<br />

welkom bij hen in de koffiekamer (Interim 027).<br />

Het nieuwe bestuur heeft inmiddels hun eerste activiteit georganiseert,<br />

namelijk het jaarlijkse weekend naar Schiermonnikoog.<br />

Inschrijven voor activiteiten kan op het mededelingenbord naast de<br />

koffiekamer of via de website www.ibnbattuta.nl<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


De N34, de verbouwing<br />

Het traject van de N34 tussen Gieten en Eest was nodig eens<br />

aan reconstructie toe. Het had levensgevaarlijke kruispunten,<br />

de doorstroming van het verkeer kon ook wel beter en ook de<br />

bereikbaarheid van de omliggende dorpen liet te wensen over.<br />

Maar wat is er nou veranderd en hoe is dat aangepakt?<br />

Ten eerste is het traject tussen Gieten en Eest over een afstand van dertien<br />

kilometer breder gemaakt en opnieuw geasfalteerd. Ten tweede worden<br />

de drie kruisingen bij Gieten, Gasselte en Borger volledig veranderd,<br />

komt er een fietstunnel bij Gieten, wordt de fiets- en voetgangersbrug<br />

bij Borger vervangen en worden de OV- en carpoolvoorzieningen<br />

uitgebreid.<br />

Bij de reconstructie van de kruisingen bij Gieten, Gasselte en Borger<br />

is gekozen voor ongelijkvloerse kruisingen. Voorheen waren deze<br />

kruisingen gelijkvloers en in direct contact met de N34. Als deze<br />

kruisingen dus af zijn, kan het verkeer op de N34 ongehinderd doorrijden<br />

en dus zullen er ook minder gevaarlijke situaties ontstaan. Dit komt<br />

mede doordat er ook aan weerszijde van de weg rotondes zijn gemaakt.<br />

Om het traject breder te kunnen maken en om de aanleg van de<br />

ongelijkvloerse kruisingen mogelijk te maken, heeft Rijkswaterstaat in<br />

oktober 2006 bomen gekapt langs de N34, de Boslaan in Gasselte en<br />

de Koesteeg in Borger. Deze werkzaamheden werden ook wel de fase 0<br />

werkzaamheden genoemd. Het kappen van de bomen in Borger zorgde<br />

uiteraard voor verzet onder de bewoners. Tijdens een informatieavond<br />

werden de bewoners goed voorgelicht. Uiteindelijk konden de meeste<br />

bewoners toch inzien dat het kappen van de bomen uiteindelijk allemaal<br />

ten goede kwam aan hun veiligheid. Fase 0 duurde van maart tot juli<br />

2007.<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

Op 2 juli brak de volgende fase aan. Fase 1 was een erg vervelende fase voor<br />

de gebruikers van de N34. De hele weg werd namelijk voor twaalfweken<br />

afgesloten. In deze periode werd de weg op het traject Gieten en Eest<br />

verbreed naar 8,9 meter. Ook werd de hele weg opnieuw geasfalteerd en<br />

werd de weg ook gelijk voorzien van nieuwe markering. Bij Borger werd<br />

begonnen met de aanleg van het fiets- en voetgangersviaduct. In deze<br />

periode werd ook zand afgegraven om de weg te kunnen laten zakken.<br />

Deze periode was zo gekozen dat het net na de TT begon en dan is er<br />

minder verkeer dan gewoonlijk ( de verkeersluwe periode) gebruik maakt<br />

van de weg. Aan al dat omrijden en overlast voor omwonenden(N43<br />

gebuikers moesten nu door omliggende dorpen rijden) kwam een einde<br />

op de 24 september 2007.Toen begon namelijk de fase die nog steeds aan<br />

de gang is.. In fase 2 worden de zogenaamde kunstwerken gemaakt. DIn<br />

deze fase worden dus de mooie viaducten en aansluitingen in Borger,<br />

Gasselte en Gieten gerealiseerd. Ook worden de westelijke op- en afritten<br />

met de rotondes die aansluiten met de kruisende wegen aangelegd.<br />

De laatste fase en fase 2 zullen wat door elkaar heen gaan lopen. Fase<br />

3 is voornamelijk gericht op het afwerken van de viaducten en het<br />

realiseren van de definitieve aansluitingen. Ook zullen er twee nieuwe<br />

OV-knooppunten komen; één bij Gieten en één bij Borger. Deze<br />

twee punten zullen extra aandacht krijgen bij de reconstructie. Hier<br />

zullen namelijk verschillende buslijnen samenkomen, zodat passagiers<br />

makkelijk kunnen overstappen. Men kan helaas pas beginnen met de<br />

aanleg van deze knooppunten als de op- en afritten bij Borger en Gieten<br />

klaar zijn.<br />

Als alles volgens planning loopt kunnen wij per 1 december 2008 met<br />

z’n allen van deze mooie nieuwe weg genieten. G<br />

Voor meer informatie zie http://www.n34.eu<br />

21<br />

-door Jelle Pot-


22<br />

Pro Geo<br />

Mededelingen van studentenbelangenorganisatie Pro Geo<br />

Sinds de vorige uitgave van Girugten is er weer een boel gebeurd op onderwijsgebied. Hieronder een overzicht van de zaken die ons hebben bezig<br />

gehouden en waar we de komende tijd nog mee bezig zijn.<br />

BaMi<br />

Zo is er een nieuwe Bachelor-Minorencommissie, of kortweg de BaMi, in het leven geroepen. Deze commissie is samengesteld uit verscheidene<br />

docenten aan onze faculteit en drie Pro Geo’ers. De komende tijd gaat deze commissie werken aan het vormen van minoren voor externe en eigen<br />

studenten en aan nieuwe bachelorprogramma’s.<br />

Verkiezingen<br />

Aangezien er maar vijf kandidaten gesolliciteerd hebben voor een plek in de Faculteitsraad aan de FRW, zijn de verkiezingen voor een nieuwe<br />

studentfractie stil voorbijgegaan aan onze faculteit. Maar, Pro Geo zal volgend jaar weer bestaan uit vijf enthousiaste mensen, namelijk: Anne<br />

Vrouwe, Corien Kuiper, Marten Middeldorp, Tom van der Meer en Vincent Bakker, waarvan Corien en Marten ook dit jaar al in het bestuur van Pro<br />

Geo zaten. De huidige Pro Geo-fractie wenst ze veel succes toe in het volgende studiejaar!<br />

Faculteitsraad<br />

Op donderdag 29 mei was de voorlopig laatste Faculteitsraadvergadering van dit studiejaar. In deze vergadering ging het onder meer over goedkeuring<br />

van de OERen (Onderwijs en Examenreglementen van de diverse opleidingen), de rendementendiscussie, projectbegeleiding, herkansingenspreiding<br />

en het tentamenbeleid. De OERen zijn, op soms wat kleine wijzigingen na, allemaal goedgekeurd. De discussie betreffende de rendementen is een<br />

erg interessante discussie voor Pro Geo. Zoals je ook in de UK hebt kunnen lezen, wil het College van Bestuur graag een uniforme regeling voor<br />

overgangseisen in de bachelor en van de bachelor naar de master, geldend op alle faculteiten. De resultaten van deze discussie zullen ook gevolgen<br />

hebben voor de FRW. Hoeveel punten moet je halen om door te mogen naar het 2 e jaar, wanneer mag je beginnen aan je master en hoe gaan<br />

studenten meer en beter studeren, zijn vragen die hierbij aan bod komen. Voorlopig blijven voor alle FRW-studenten de huidige regels gelden.<br />

Verder was de lucht vol complimenten tijdens de F-raad, niet in de laatste plaats voor alle mensen die mee hebben geholpen aan de verhuizing van<br />

de Dierenriemstraat naar het huidige pand op Zernikecomplex.<br />

Student-lid FB<br />

Ook heeft Pro Geo tijdens de Faculteitsraad het nieuwe studentlid voor het Faculteitsbestuur voorgesteld; Maartje Beltman, wellicht ken je haar van<br />

het huidige bestuur van Ibn Battuta. Zij zal volgend collegejaar wekelijks met het faculteitsbestuur mee vergaderen en daarbij alle FRW-studenten<br />

vertegenwoordigen. Wij wensen haar een succesvol jaar toe!<br />

Vooruit kijken<br />

Dat de laatste F-raad is geweest, wil niet zeggen dat wij er als Pro Geo-bestuur mee stoppen. Zo zijn we nog druk bezig met het organiseren van de<br />

Onderwijsprijs (houd Nestor in de gaten!), het uitvoeren van taken en niet in de laatste plaats het beantwoorden van jullie mails en klachten. Heb<br />

je ons iets te melden, bijvoorbeeld naar aanleiding van de laatste tentamens, doe dit dan in onze klachtenbox op www.ProGeo.nl, mail naar info@<br />

progeo.nl of spreek ons aan. Daarnaast kijken we ook vooruit, na de zomervakantie gaat er een nieuw collegejaar vol kansen en mogelijkheden van<br />

start. Wil jij dan bijdragen aan beter onderwijs? Misschien is een opleidingscommissie dan iets voor jou! In deze commissie bespreken docenten en<br />

studenten de verschillende opleidingen aan de faculteit. Interesse? Mail, of spreek ons aan.<br />

Tenslotte willen wij hierbij iedereen veel succes wensen bij de laatste vakken, projecten en tentamens en ook alvast een fijne zomervakantie!<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008


Verschijning volgende<br />

nummer: begin september<br />

<strong>girugten</strong> juli 2008<br />

Volgende keer...<br />

Eerstejaarsnummer<br />

Deadline:<br />

11 augustus<br />

23


-door Claire Vernède-<br />

Uit het buitenland<br />

Cusco en de cultuurverschillen<br />

Na twee maanden in Cusco (Peru) verbleven te zijn vallen er uiteraard veel dingen op die ‘anders’ zijn, maar tegelijkertijd ook de dingen die hetzelfde<br />

zijn als in Nederland Ook zijn er gewoon de dingen, die me niet eens meer opvallen, omdat ik er al aan gewend ben en tot me genomen heb. Maar<br />

over wat voor dingen heb ik het dan eigenlijk? Wat zijn nu eigenlijk de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen, beide continenten zelfs,<br />

voor zover ik in staat ben daar een vergelijking van te maken?<br />

Allereerst valt het me op dat, net zoals in Nederland, bijna iedereen wel een mobiele telefoon heeft. Nu is het gemakkelijk kiezen tussen providers,<br />

want er zijn maar twee aanbieders. Heb je toch geen mobiele telefoon dan staat er op iedere hoek van de straat wel een persoon met een groen<br />

lint en een mobiele telefoon, bij wie je voor 50 solcent (12,5 eurocent) een telefoontje kan plegen. Wanneer je je email-contact met het thuisfront<br />

wilt onderhouden dan zijn er gemiddeld drie internetcafés per straat waar dit kan voor een zeer laag bedrag. Nog een bijkomend voordeel is dat de<br />

bekende vrouwenseries Grey’s Anatomy en Desperate Housewives helemaal gelijk lopen met Nederland, dus hoef ik niks te missen. Bovendien is<br />

het erg goed voor mijn (meer informele) Spaans dankzij de Spaanse ondertitelingen.<br />

Op het eerste oog lijkt Peru dus veel op Nederland, maar welke dingen zijn er dan zo anders? Het taalverschil misschien? Maar dat heb je in Europa<br />

ook. Het eten dan. Maar hoe meer ik er over nadenk des te meer besef ik dat het eigenlijk best raar is, dat je in Nederland een broodje kaas als lunch<br />

eet in plaats van een warme maaltijd. Maar het gerecht ‘cavia’ ligt toch niet gauw op je bord. In Peru is het trouwens ook niet dagelijkse kost, want<br />

het wordt alleen gegeten bij grote evenementen, zoals bijvoorbeeld een verjaardag. In het hoofd van de cavia zit trouwens een heel klein minuscuul<br />

stukje bot, dat de vorm heeft van een vos (zorro in het Spaans). Nu is het gebruikelijk om dit stukje in een glas met sambuca te stoppen en vervolgens<br />

een ferme slok te nemen. Diegene die het stukje doorslikt, heeft heel veel jaren geluk. Het duurt echter wel een aantal ronden voordat het stukje van<br />

de bodem komt, dus je kunt je voorstellen dat het altijd erg gezellig is, wanneer er cavia gegeten wordt!<br />

Een wat negatiever aspect aan al het ‘vreemde’ voedsel is dat je ook sneller ziek wordt. Al een aantal vrienden van mij is opgenomen in het ziekenhuis<br />

met de verschijnselen van salmonella, parasieten en uitdroging. Ook ik ben het slachtoffer geworden van een ‘bacteriële infectie’, maar heb gelukkig<br />

nog geen antibiotica hoeven te slikken. Hier is overigens geen doktersrecept voor nodig. Deze kunnen gewoon in de apotheek gehaald worden!<br />

Dan het water. Uiteraard kan dit niet uit de kraan gedronken worden, dus biedt elke winkel wel flessen water aan. Of het water kan natuurlijk gekookt<br />

worden… als er tenminste water is! Ook daar moest ik enorm aan wennen dat er ’s nachts vanaf ongeveer 22.00u tot 04.00u geen water uit de kraan<br />

komt. Nu woon ik ergens waar er ook ’s middags geen water is, dus hebben we grote flessen gevuld met kraanwater om dit vervolgens te koken. En<br />

’s ochtends een lekkere warme douche nemen zit er ook meestal niet in. Opwarmen bij de verwarming gaat helaas ook niet, omdat die er gewoon<br />

niet is. Gelukkig maken de fleecedekens en alpacatruien een hoop goed!<br />

Iets heel anders wat mij opvalt hier, zijn alle leuke, gezellige en zeer verzorgde parkjes. In elke wijk bevinden zich er wel een paar en soms vind je er<br />

een betonnen voetbalveld bij. De parken zijn keurig verzorgd en niet met graffiti bewerkt. Er wordt dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt door<br />

verliefde stelletjes.<br />

Plaza de Armas is het centrum van Cusco en wederom keurig symmetrisch opgebouwd met bloemperken, bankjes en een grote fontein in het<br />

midden. Om het plein heen bevinden zich aan twee zijden kerken en een grote kathedraal en de overige zijden bestaan uit cafés en kleine winkeltjes.<br />

Echter nergens zijn terrasjes te vinden, zoals in Groningen het geval is. Wel hebben de meeste barretjes op de eerste verdieping een heel smal<br />

balkonnetje waarvandaan je een goed uitzicht hebt over de Plaza. Om dit alles in het gareel te houden loopt er ook veel politie rond. Zo valt het op<br />

dat bijna bij elk stoplicht óók nog een agent het verkeer in de gaten houdt. Nu wordt er sowieso niet gedaan aan het behouden van je eigen rijbaan,<br />

maar ook wordt er gerust links en rechts ingehaald.<br />

Iedereen hier is ook erg behulpzaam en zal nooit zeggen dat hij of zij het niet weet. Alles is mogelijk, ook al kom je er dan achter dat wanneer je al in<br />

het restaurant zit net dat ene gerecht er toch niet is of wanneer je in de middle of nowhere belandt de taxichauffeur jou gaat vragen of je goed zit…<br />

En natuurlijk komt de Incacultuur telkens weer naar voren. De Sacred Valley heb ik al bewonderd, maar Machu Picchu, de verborgen stad, nog<br />

niet. Toch vraag ik me telkens weer af hoe het mogelijk is geweest om deze kunstwerken/tempels/steden te maken. En dan vooral denkend aan de<br />

enorme hoogte (bijna 3400 meter), waarop Cusco zich bevindt. Waarschijnlijk door de sterke cocathee, die mij meteen werd voorgeschoteld zodra<br />

ik gearriveerd was. De trapeziumvorm komt telkens terug in de oude Incaruïnes. Hierbij kan gedacht worden aan een piramide, waarvan de top<br />

eraf gehaald is. Deze constructie is heel stevig en heeft zo de aardbevingen in Cusco van 1650 en 1950 doorstaan. Ook vier dieren komen telkens<br />

terug in de Incacultuur, namelijk de slang die gelijk staat aan de onderwereld, de lama of de puma voor onze huidige wereld en de condor voor de<br />

bovenwereld.<br />

Het erfgoed in Cusco wordt in ieder geval goed bewaard, in tegenstelling tot Lima, waar er volop gebouwd wordt. Ik denk dat het ook wel<br />

noodzakelijk is, zeker gezien het aantal toeristen, dat op deze stad afkomt.<br />

Wanneer je een aantal musea bezoekt, komt telkens de Cuscoschool naar voren. Deze kunststroming is afkomstig van de Spanjaarden, die toentertijd<br />

Cusco overheersten. De oorspronkelijke bewoners echter hebben hun eigen slag aan de Spaanse schilderkunst gegeven. Zo wordt bijvoorbeeld het<br />

‘Laatste avondmaal’ van Jezus Christus afgebeeld met een grote cavia als avondmaal en is het gezicht van Judas heel donker/Peruviaans gemaakt,<br />

terwijl de overige gezichten blank en Europeaans aandoen. Overigens is ‘blank’ zijn hier nog steeds een groot schoonheidsideaal. Bijna in elke<br />

reclame op straat of televisie prijzen zeer blanke vrouwen met blauwe ogen hun waren aan. In het echte leven kom je ze, op de toeristen na, amper<br />

tegen. Overigens heb ik nog geen enkele McDonalds of Burger King kunnen ontdekken, hoewel ik had vernomen dat de grond wel al hiervoor<br />

opgekocht is. Ondanks de globalisatie wat betreft de Amerikaanse televisieseries, het mobiele telefoongebruik en internet, is Cusco nog niet helemaal<br />

opgeslokt hierdoor en wordt de Incacultuur nog steeds uitgedragen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!