27.09.2013 Views

Nieuwsbrief 2007-2 - RAAP Archeologisch Adviesbureau

Nieuwsbrief 2007-2 - RAAP Archeologisch Adviesbureau

Nieuwsbrief 2007-2 - RAAP Archeologisch Adviesbureau

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

INHOUD:<br />

Wat weet u van<br />

de Wamz en<br />

Bamz?<br />

erfgoedzorg<br />

Opgraving in<br />

Steenderen: 28<br />

kringgreppels!<br />

N I E U W S B R I E F<br />

ARCHEOLOGISCH ADVIESBUREAU<br />

Interview met<br />

Esther Wieringa<br />

van de SIKB over<br />

de checklist<br />

vooronderzoek<br />

Waterschappen komen welhaast automatisch in<br />

aanraking met archeologie en cultuurhistorie.<br />

Waterberging en waterbeheer zijn nu eenmaal taken die<br />

vaak gepaard gaan met grondwerkzaamheden en dan<br />

komt erfgoedzorg om de hoek kijken, helemaal met de<br />

nieuwe archeologiewetgeving. De doelstellingen van<br />

waterschappen kunnen overigens prima samengaan met<br />

de zorg voor ons cultuurhistorisch erfgoed, als je maar<br />

oog hebt voor de raakvlakken.<br />

Of het nu gaat om de aanleg van retentiebekkens, de bouw<br />

van een afvalwaterzuiveringsinstallatie of het herstel van<br />

een beek, waterschappen realiseren jaarlijks tal van<br />

(her)inrichtingsplannen. Veel van die werkzaamheden<br />

kunnen de bodem verstoren en dan komt de archeologie<br />

in beeld. Want met de nieuwe Wet op de archeologische<br />

monumentenzorg moeten ook waterschappen<br />

Kasteel Borculo<br />

uitgebreid<br />

cultuurhistorisch<br />

onderzocht<br />

Waterschappen en erfgoedzorg<br />

en verder:<br />

Beleidsnota<br />

Noordwijkerhout |<br />

Verhuizing regio west |<br />

<strong>RAAP</strong> & KRO DropZone<br />

| Boomstamkano |<br />

10.000 projecten<br />

eerst laten onderzoeken of er archeologische<br />

waarden in het geding zijn. <strong>RAAP</strong> werkt dan<br />

ook vaak voor waterschappen: archeologisch<br />

vooronderzoek, verwachtings- en advieskaarten en<br />

cultuurhistorische studies. Als er iemand bij <strong>RAAP</strong><br />

is die veel met waterprojecten bezig is, dan is het<br />

Jan Roymans, senior projectleider en specialist in<br />

beekdalonderzoek. Hij is een vurig pleitbezorger<br />

van het benutten van cultuurhistorie en van<br />

de brede benadering, dus niet alleen focussen<br />

op de archeologie maar kijken naar het hele<br />

cultuurlandschap.<br />

<strong>2007</strong> - 2<br />

Raakvlakken<br />

Jan Roymans: “Nederland is opgedeeld in een mozaïek<br />

van functies. De druk op de ruimte is zo groot, aan<br />

elke vierkante meter is wel een vergadering gewijd,<br />

vervolg op pagina 2 >>


Waterschappen en erfgoedzorg vervolg van pagina 1<br />

zeg ik wel eens gekscherend. Maar je hebt natuurlijk ook<br />

extensieve gebieden waar natuurontwikkeling, de EHS en<br />

waterberging de doelstellingen zijn. Zones met een lage<br />

economische druk. Waarom zou cultuurhistorie daar niet bij<br />

kunnen? Als het daar niet kan, waar in Nederland dan wel?<br />

Waterschappen zien wel dat ze een zorgplicht hebben voor<br />

het erfgoed. Je moet er als archeoloog of cultuurhistoricus<br />

natuurlijk op tijd bij zijn en wel de taal van de ruimtelijke<br />

ordening spreken. Je moet ook niet vertrekken vanuit de<br />

cultuurhistorie, maar juist raakvlakken zoeken met andere<br />

doelen, bijvoorbeeld met natuurontwikkeling en recreatief<br />

medegebruik. Dus niet kijken naar de verschillen, maar<br />

naar wat cultuurhistorie kan bijdragen en hoe je binnen<br />

alle nieuwe ontwikkelingen en inrichtingsplannen een<br />

goede erfgoedzorg tot stand kunt brengen. Als je daar open<br />

voor staat kan het iets moois opleveren. Neem nou een<br />

voormalige molenvijver, die kun je meenemen in je ontwerp.<br />

Zo maak je niet alleen een oude historische structuur weer<br />

zichtbaar, maar de molenvijver kun je ook gebruiken als<br />

retentiebekken en ’s winters als schaatsvijver. Oude dingen<br />

een nieuwe functie geven, dat is een mooie oplossing.”<br />

Belevingswaarde telt<br />

Archeologie en cultuurhistorie moeten bij<br />

herinrichtingsprojecten niet zozeer als een beperkende,<br />

geldverslindende factor ervaren worden, die alleen de<br />

wetenschap dient, maar juist als mogelijkheid om de<br />

kwaliteit van de omgeving te verhogen. Vind plaat sen zijn<br />

goed te benutten in cultuur-toeristische en educatieve<br />

zin. Voor het brede publiek telt vooral de belevingswaarde.<br />

Cultuurhistorische relicten moeten beleefd kunnen worden<br />

en ook zichtbaar worden gemaakt in het landschap. De<br />

bescherming en visualisatie van archeo logische resten<br />

kunnen overigens met elkaar in conflict komen, maar het<br />

hoeft niet.<br />

op de voorkant: de reconstructie van een Romeinse brug over de Tungelroyse beek<br />

Kaboutersberg<br />

Een van Roymans meest recente projecten is de<br />

cultuurhistorische verwachtings- en advieskaart voor<br />

Waterschap De Dommel, voor de herinrichting van het<br />

beekdal van de Kleine Beerze. In het gebied bestond<br />

ooit de ‘Kaboutersberg’, een Romeinse grafheuvel<br />

waarvan de beleving doorklinkt in sagen en mythen<br />

die in de 19e eeuw zijn opgetekend. Zowel de heuvel<br />

als de onder grondse sporen daarvan zijn geheel<br />

uit het landschap verdwenen. Alleen de naam en<br />

opgravingsgegevens herinneren er nog aan. Een van<br />

de aanbevelingen in het rapport is het maken van een<br />

reconstructie van de heuvel. In het heuvellichaam kan<br />

de ‘resi dentie’ van kabouterkoning Kyrie gerealiseerd<br />

worden, die je via een tun nelnetwerk kunt bezoeken.<br />

Een ander volksverhaal, van de Klokkenkuil, kan nieuw<br />

leven ingeblazen worden door een voormalig vennetje<br />

uit te graven, waardoor een paddenpoel ontstaat. Het<br />

zand dat hierbij vrijkomt, kan weer gebruikt worden voor<br />

het heuvellichaam van de Kaboutersberg. De mythische<br />

beleving van de Kaboutersberg en omgeving wordt zo<br />

levend gehouden. En de recon structie van de heuvel<br />

conflicteert niet met de wetenschappelijke waarde<br />

omdat de fysieke kennisbron geheel is verdwenen.<br />

Meer variatie<br />

Jan Roymans: “Zo’n Kaboutersberg behoort tot het<br />

collectief geheugen van de bewoners. Mensen hebben<br />

ijkpunten, ze identificeren zich ermee. Als er iets<br />

drastisch verandert in je omgeving, dan is ook dat<br />

verhaal weg. En dan stuit je vaak op grote weerstand<br />

bij lokale bewoners, want daar zit hun verleden. Dat<br />

is dus een belangrijke reden om rekening te houden<br />

met cultuurhistorische resten. Iets anders is dat je de<br />

concurrentieslag in het toerisme beter aan kunt door de<br />

verschillende cultuurhistorische geschiedenissen van<br />

een gebied aan te scherpen. Je krijgt anders veel van


hetzelfde. Natuurontwikkeling is nu vaak van datzelfde<br />

‘oerlandschap met Schotse hooglanders’, terwijl je<br />

meer variatie krijgt als je van het oorspronkelijke<br />

cultuurlandschap uitgaat. Een bijkomend voordeel<br />

is dat je vaak de flora en fauna van de rode lijsten<br />

van bedreigde soorten weer terugziet als je het oude<br />

cultuurlandschap terughaalt.”<br />

<strong>RAAP</strong> levert veel onderzoek en advies aan waterschappen.<br />

In <strong>2007</strong> werkten we voor:<br />

- Waterschap Brabantse Delta<br />

- Hoogheemraadschap van Delfland<br />

- Waterschap De Dommel<br />

- Wetterskip Fryslan<br />

- Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier<br />

- Waterschap Peel en Maasvallei<br />

- Waterschap Regge en Dinkel<br />

- Waterschap Rijn en IJssel<br />

- Hoogheemraadschap van Rijnland<br />

- Waterschap Roer en Overmaas<br />

- Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden<br />

- Waterschap Veluwe<br />

de Kaboutersberg: ooit een Romeinse grafheuvel, nu een mythe, straks gereconstrueerd?<br />

Hoe gaat het met: … <strong>RAAP</strong>?<br />

Een nieuwsbrief is vanzelfsprekend<br />

bedoeld om de klanten op de<br />

hoogte te stellen van de nieuwste<br />

ontwikkelingen. Welke baanbrekende<br />

diensten er zijn ontwikkeld, wat er<br />

veranderd is in de wetgeving of wat ons<br />

nog allemaal op dat terrein te wachten<br />

staat. Soms is het echter nuttig om<br />

eens stil te staan bij <strong>RAAP</strong> zelf, om ons<br />

als het ware eens opnieuw aan u voor te stellen. Tijd om eens bij te<br />

praten dus.<br />

Sinds 1985, het jaar waarin de Stichting R.A.A.P. werd opgericht,<br />

staat <strong>RAAP</strong> bekend als een betrouwbaar en betrokken archeologisch<br />

onderzoeksbureau dat tot in alle uithoeken van Nederland zijn werk<br />

doet. Van de allereerste kleine groep van medewerkers zijn er nu<br />

nog slechts 2 aan het bedrijf verbonden, maar inmiddels hebben<br />

ze er ruim 100 nieuwe collega’s bij gekregen. <strong>RAAP</strong> is dus groot<br />

geworden, zo groot dat we met z’n allen waarschijnlijk de grootste<br />

archeologische onderzoeksinstelling van Nederland vormen. Naar<br />

het zich laat aanzien blijft de groei er ook nog wel even inzitten, zij<br />

het meer bescheiden dan voorheen.<br />

Toch is de groei van de afgelopen 10 jaar niet de grootste<br />

verandering in ons bestaan geweest. Mede dankzij onze 4<br />

regiokantoren voelen we ons nog steeds een klein bedrijf met alle<br />

voordelen voor de klant - en voor onszelf - die daarbij horen. Aan de<br />

andere kant zijn we groot genoeg om allerlei nieuwe ontwikkelingen<br />

te initiëren. Daarmee kom ik op wat we daadwerkelijk als de<br />

grootste veranderingen mogen beschouwen: de verbreding van een<br />

‘zuivere’ onderzoeksinstelling naar een volwaardig onderzoeks- én<br />

adviesbureau. En daarnaast de verbreding van archeologie naar<br />

cultuurhistorie, in deze nieuwsbrief is daarover nog meer te lezen.<br />

Met de combinatie van onderzoek en advies nemen we in de wereld<br />

van archeologie en cultuurhistorie een bijzondere plaats in, juist<br />

omdat onderzoek en advies door recente marktontwikkelingen en<br />

hiermee samenhangende strategische overwegingen uit elkaar<br />

worden gedreven. Meer en meer bestaat het archeologisch/<br />

cultuurhistorisch bedrijfsleven uit zogenaamde ‘uitvoerders’ en<br />

consultants.<br />

Bij <strong>RAAP</strong>, en we merken dat vele trouwe klanten dit onderschrijven,<br />

geloven we dat als het om archeologisch erfgoed gaat onderzoek<br />

en advies bij voorkeur in één hand moeten worden gehouden. We<br />

denken dat de combinatie van onderzoek en advies vele voordelen<br />

biedt. We merken dat de adviseur met een achtergrond als<br />

onderzoeker, de beste pleitbezorger is om de meerwaarde van het<br />

erfgoed in een project naar voren te brengen. Tenminste, als deze<br />

meerwaarde ook daadwerkelijk aanwezig is. Indien dat niet het<br />

geval is dan kan hij vanuit zijn eigen expertise ook snel aangeven<br />

wanneer een terrein met een gerust hart kan worden vrijgegeven.<br />

Daarnaast garandeert de combinatie van onderzoek en advies<br />

continuïteit in het project, waardoor de vaart erin blijft. Dat levert<br />

ook nog eens een flinke kostenbesparing op. En last but not least:<br />

<strong>RAAP</strong>-adviseurs beschikken over een grote inhoudelijke kennis<br />

en weten altijd waarover zij het hebben, of het nu gaat over een<br />

Programma van Eisen voor een opgraving, of over gemeentelijk<br />

archeologiebeleid. Juist omdat zij van beide markten thuis zijn!<br />

Marten Verbruggen<br />

directeur <strong>RAAP</strong>


opgraving<br />

<strong>RAAP</strong> heeft dit jaar zo’n 50 opgravingen en proefsleuvenonderzoeken gedaan in alle<br />

delen van Nederland. Een daarvan lichten we er uit: een opgraving in Steenderen, in de<br />

gemeente Bronckhorst, die spectaculaire resultaten opleverde.<br />

Oud Steenderen in nieuw daglicht<br />

Onder de rook van neerlands bekendste aardappelfabriek heeft een team van <strong>RAAP</strong> deze zomer gegraven naar het<br />

oudste verleden van Steenderen. Ze ontdekten een urnenveld uit de Late Bronstijd en Vroege IJzertijd. Een unieke<br />

vondst voor de Achterhoek, waar slechts één maal eerder een urnenveld is blootgelegd.<br />

28 kringgreppels<br />

Projectleider Kim van Straten: “28 kringgreppels<br />

hebben we aangetroffen. Het zijn cirkelvormige<br />

greppels, gegraven om een heuvel op te werpen die<br />

de gecremeerde resten van een overledene bedekte<br />

en markeerde. In de loop van de tijd zijn de heuvels<br />

geëgaliseerd en is het land weer in gebruik genomen<br />

als landbouwgrond. Veel van de urnen die binnen de<br />

kringgreppels lagen, zijn daardoor geheel of gedeeltelijk<br />

verploegd. De meeste waren ‘getopt’, de bovenkant<br />

is met de ploeg geraakt en verspreid over de akker.<br />

We hebben slechts één complete urn gevonden. Een<br />

spectaculaire vondst, want de urn was niet alleen heel,<br />

hij had ook een andere pot als deksel en er zaten kleine<br />

stukjes brons en een mini potje in.”<br />

18 putten<br />

Geen opgraving start zonder duidelijke aanwijzingen<br />

voor de aanwezigheid van waardevolle archeologische<br />

resten in de bodem. Bovendien moeten die resten dan<br />

bedreigd worden door bodemverstoring. Dat was in<br />

Steenderen het geval. Op het onderzochte terrein is de<br />

uitbreiding van een bedrijventerrein gepland evenals<br />

de aanleg van een verbindingsweg. Eerder had <strong>RAAP</strong> voor<br />

de gemeente Bronckhorst al het vooronderzoek gedaan. Er<br />

waren toen boringen gezet en proefsleuven gegraven en<br />

dat leverde twee archeologisch interessante locaties op,<br />

die vervolgens beide zijn opgegraven. In totaal werden 18<br />

opgravingsputten aangelegd en behalve het urnenveld zijn<br />

ook een middeleeuwse huisplattegrond en drie waterputten<br />

aangetroffen. Een van de waterputten zal geconserveerd en<br />

tentoongesteld worden.<br />

1 stichtersgraf<br />

Het belangrijkste graf van het urnenveld was waarschijnlijk<br />

het graf dat niet alleen gemarkeerd was met een kringgreppel,<br />

maar ook met een cirkel van tien palen. Mogelijk is dit het<br />

stichtersgraf, het oudste graf van het grafveld. Het lijkt er op<br />

dat het overgrote deel van de graven dateert uit de Vroege<br />

IJzertijd (800-500 voor Chr.) en enkele zijn mogelijk ouder:<br />

Late Bronstijd (1100-800 voor Chr.). Maar de C14 dateringen<br />

van de crematieresten zullen hier uitsluitsel over moeten<br />

geven. Met de analyse van de crematieresten hoopt men ook<br />

meer te weten te komen over de demografische samenstelling<br />

van het grafveld.


de kringgreppels zijn goed als grondspoor te herkennen<br />

Brandweerauto’s<br />

De ontdekking van het urnenveld was een complete<br />

verrassing. Projectleider Van Straten noemt het een<br />

mooi detail dat de middeleeuwse Steendernaren zich al<br />

niet meer bewust waren van de aanwezigheid van het<br />

urnenveld en direct over een van de graven een gebouw<br />

hebben geplaatst. Belangstelling voor de graven is er<br />

nu volop. Vraag je de archeologen wat ze het meest is<br />

bijgebleven van de opgraving, dan krijg je overigens een<br />

onverwacht antwoord: de Steenderse brandweer en hun<br />

koffie. Van Straten: “Tijdens de opgraving mochten we<br />

gebruik maken van de kantine van de brandweer direct<br />

naast het opgravingsterrein. Aardige mannen met de<br />

beste koffie, dat is wat je team draaiende<br />

houdt. Alle collega’s die<br />

de opgraving<br />

bezochten,<br />

lieten zich<br />

het eerste<br />

half uur<br />

niet<br />

zien.<br />

een urn in het profiel<br />

Urnenvelden<br />

Rond 1100 voor Christus, aan het einde van de Bronstijd, raakte<br />

in Nederland het gebruik in de mode om doden te cremeren.<br />

Voordien werden doden begraven, maar nu deed men de<br />

verbrande botten in een urn, begroef deze en wierp er een<br />

heuveltje op. Zo ontstonden bij nederzettingen hele grafvelden<br />

van lage heuveltjes, soms met kringgreppels eromheen, die als<br />

grondsporen vaak goed in de bodem te herkennen zijn. Deze<br />

urnenvelden bleven tot ongeveer 500 voor Christus in gebruik.<br />

bijzondere vondst: urn gevuld met crematieresten en een mini potje<br />

waterput in de bodem en daarnaast het opgegraven exemplaar<br />

Die stonden zich met een<br />

bak koffie te vergapen aan de<br />

brandweerauto’s. Maar vervolgens<br />

kwamen ze steevast aanlopen met<br />

een of meer brandweermannen,<br />

die zich op hun beurt weer aan onze<br />

vondsten stonden te<br />

vergapen.”


archeologische monumentenzorg, beleid en uitvoering<br />

Wat weet u van de WAMZ en de BAMZ?<br />

Wamz is de afkorting van de Wet op de archeologische<br />

monumentenzorg. Sinds kort is deze langverwachte wet in<br />

werking. Wat zijn de consequenties ervan?<br />

EINDELIJK is het dan zover, met ingang van 1 september<br />

<strong>2007</strong> is de Wet op de archeologische monumentenzorg van<br />

kracht. Deze wet regelt de zorg voor ons archeologisch<br />

erfgoed en is te zien als de vertaling van het Verdrag van<br />

Malta, dat Nederland vijftien jaar geleden ondertekende.<br />

Met de definitieve vaststelling van de Wamz is formeel<br />

het moment aangebroken dat we in ons land niet meer<br />

vrijblijvend kunnen omgaan met het archeologisch erfgoed.<br />

Een belangrijk moment om bij stil te staan.<br />

DE NIEUWE WET bestaat uit een herziening en aanvulling<br />

van de Monumentenwet 1988. Ook is in de wet een aantal<br />

wijzigingen aangegeven in de Ontgrondingenwet, de<br />

Woningwet en de Wet Milieubeheer. De Wamz is een<br />

wijzigingswet en de Monumentenwet uit 1988 is, voorzover<br />

het de ongewijzigde delen betreft, nog steeds van kracht.<br />

De Bamz is het Besluit archeologische monumentenzorg<br />

en geeft uitvoering aan de Wet op de archeologische<br />

monumentenzorg. Het Besluit gaat onder meer in op<br />

excessieve kosten bij de uitvoering van opgravingen.<br />

DE ESSENTIE van de Wamz is dat waardevolle archeologische<br />

resten in de bodem behouden blijven. In een zo vroeg<br />

mogelijk stadium van ruimtelijke planvorming dient rekening<br />

gehouden te worden met archeologie. De zorg voor het<br />

archeologisch erfgoed wordt namelijk gekoppeld aan<br />

MER-plichtige activiteiten, nieuwe bestemmingsplannen<br />

en ontgrondingen. Voor werkzaamheden die gepaard<br />

gaan met verstoring van de bodem is een archeologisch<br />

vooronderzoek verplicht. Dat moet uitwijzen of er mogelijk<br />

behoudenswaardige archeologische sporen in het geding<br />

zijn. Initiatiefnemers van bodemverstoringen moeten zelf de<br />

kosten voor het behoud ervan voor hun rekening nemen.<br />

De gratis brochure<br />

voorbeeldnota AMZ<br />

Malta aan de Rijn kan<br />

besteld worden door<br />

een e-mail te sturen<br />

naar receptie@raap.nl<br />

RIJK, PROVINCIE EN GEMEENTEN & SEMI-OVERHEDEN<br />

hebben vanuit de Wamz ieder hun rol en bevoegdheden<br />

voor het behoud en beheer van het archeologisch erfgoed.<br />

Rijk-provincie-gemeente kunnen bovendien elk soms<br />

drie verschillende rollen hebben: als bevoegd gezag,<br />

uitvoerder of opdrachtgever. Maar ook de semi-overheden<br />

en beleidsuitvoerende partijen, zoals de waterschappen en<br />

terreinbeherende organisaties op het gebied van natuur,<br />

landschap en cultuurhistorie, hebben te maken met de<br />

consequenties van Malta.<br />

BIJ GEMEENTEN ligt een belangrijke taak voor de uitvoering<br />

van de wet. Femke de Roode, senior beleidsadviseur bij<br />

<strong>RAAP</strong>, heeft inmiddels veel gemeenten hierover geadviseerd.<br />

“Een feit is dat gemeenten nu bij nieuw vast te stellen<br />

bestemmingsplannen verplicht zijn rekening te houden<br />

met bekende en te verwachten archeologische waarden.<br />

Zij kunnen beschermende voorschriften opstellen over het<br />

gebruik van de grond en moeten toezien op de naleving<br />

ervan.” Bij vergunningaanvragen en ontheffingen,<br />

zoals een aanleg-, bouw- of sloopvergunning en een<br />

vrijstellingsbesluit, dient de gemeente er op toe te zien dat<br />

de benodigde archeologische informatie in een rapport is<br />

bijgeleverd en voldoet aan de onderzoekseisen. De gemeente<br />

beoordeelt het rapport en komt dan tot een selectiebesluit en<br />

dat vormt de basis voor de vergunning.<br />

EEN EIGEN BELEIDSVISIE EN AFWEGINGSKADER is essentieel<br />

om besluiten over archeologie als gemeente te kunnen<br />

nemen. Femke de Roode: “Anders blijft het bij ad-hoc beleid<br />

en dat werkt niet in de praktijk, zo is mijn ervaring. Met een<br />

eigen visie en afwegingskader houd je de gewenste sturing<br />

en regie over de uitvoering en kwaliteit van het beleid.<br />

<strong>RAAP</strong> adviseert gemeenten bij de ontwikkeling daarvan, en<br />

kijkt breder dan alleen het wettelijke ‘moeten‘ verhaal. We<br />

willen gemeenten namelijk graag op het spoor zetten dat<br />

archeologie ook allerlei kansen biedt, in economisch en<br />

cultureel opzicht bijvoorbeeld.” Het benutten en beleefbaar<br />

maken van het erfgoed is daarom een belangrijke pijler in<br />

de ontwikkeling van archeologiebeleid. Voor het formuleren<br />

van concrete uitvoeringsprojecten rondom archeologie is het<br />

zeker verstandig om archeologie ook mee te nemen in het<br />

Landschapsontwikkelingsplan. Zo wordt erfgoedzorg ook<br />

gekoppeld aan uitvoeringsgericht beleid op het gebied van<br />

water, bodem, natuur en landschap.<br />

SEMI-OVERHEDEN EN BELEIDSUITVOERDERS als<br />

waterschappen en terreinbeheerders hebben ook zeker te<br />

maken met de Wamz. Femke de Roode: “Recentelijk hebben<br />

we voor een aantal terreinbeheerders de archeologie en<br />

cultuurhistorie in kaart gebracht en adviezen voor beheer<br />

opgesteld. Niet alleen om er passief rekening mee te<br />

houden, maar vooral om er actief en geïnspireerd mee om<br />

te gaan. Bij deze beleidsuitvoerende partijen bespeur ik ten<br />

behoeve van hun uitvoeringspraktijk ook de behoefte om<br />

hiervoor binnen hun organisatie beleid te gaan opstellen.<br />

Vooral het evenwichtig meewegen van de archeologische<br />

en cultuurhistorische belangen binnen de gestelde


kerntaken van deze organisaties is een uitdaging. Ook zij<br />

moeten hierover besluiten nemen. Een archeologische of<br />

cultuurhistorische database, gedetailleerde gebiedskaarten<br />

of een intern handboek kan voor deze organisaties al<br />

praktisch ondersteunend werken.”<br />

GOED ONDERZOEK is de basis voor advisering over<br />

beleidsontwikkeling. Archeologiebeleid begint met een goede<br />

analyse van de probleemstelling. Voor <strong>RAAP</strong> staat onderzoek<br />

midden in de organisatie. Een integrale benadering is<br />

bovendien kenmerkend voor het werk van <strong>RAAP</strong>. Neem nu<br />

het opstellen en uitwerken van een complexe gebiedsopgave<br />

waar verschillende onderzoeksdisciplines toegepast moeten<br />

worden, of een beleidsopgave met meerdere op te lossen<br />

vraagstukken: uiteindelijk grijpt alles in elkaar. Femke de<br />

Roode: “Bij de start moet je dus al de juiste vragen stellen en<br />

het probleem helder in kaart brengen. Zo vermijd je reacties<br />

als ‘leuk onderzoek, maar wat kan ik er mee?’ Onderzoek doen<br />

we overigens niet om de kennis alleen. Het doel is vooral om<br />

de juiste informatie te verkrijgen waarmee de opdrachtgever,<br />

de beleidsmakers, beslissers en uitvoerders verder kunnen.”<br />

TIMING is in beleid- en besluitvormingsprocessen van<br />

cruciaal belang en daarmee is tijdige levering van de voor<br />

besluitvorming noodzakelijke informatie essentieel. Femke<br />

de Roode: “Je moet dus zowel oog hebben voor strategische<br />

zaken, als aandacht voor de praktische uitvoerbare kant van<br />

het beleid en vooral de implementeerbaarheid daarvan.”<br />

Elke beleidsvraag vereist zijn eigen benadering en is<br />

dus maatwerk. Dat geldt zowel voor de voorbereiding en<br />

vaststelling, als de uitvoering of evaluatie van beleid.<br />

DE VOORBEELDNOTA ‘MALTA AAN DE RIJN‘, die <strong>RAAP</strong> voor<br />

gemeenten maakte, laat zien hoe een nota archeologiebeleid<br />

er in grote lijnen uit kan zien. In deze brochure worden ook<br />

veelgestelde vragen beantwoord. Femke de Roode kon het<br />

effect van de brochure duidelijk merken. “Niet alleen de vraag<br />

om beleid met bijbehorende archeologische advieskaarten te<br />

ontwikkelen is merkbaar toegenomen, ook de complexiteit en<br />

diversiteit van de vragen en daarmee ook een toename van<br />

verschillende opdrachtgevers. Die vragen houden je scherp.<br />

Ze zorgen ervoor dat we onze producten en diensten op het<br />

gebied van beleidsontwikkeling en -uitvoering voortdurend<br />

blijven aanscherpen en verbeteren.”<br />

VOOR MEER INFORMATIE: FEMKE DE ROODE, zij is senior<br />

archeoloog en senior beleidsadviseur archeologie &<br />

cultuurhistorie bij <strong>RAAP</strong>. Zij kan<br />

u adviseren over archeologische<br />

monumentenzorg en de<br />

uitvoeringspraktijk, het (verder)<br />

ontwikkelen en vaststellen<br />

van archeologiebeleid, en zij<br />

kan ondersteuning bieden bij<br />

de evaluatie en herijking van<br />

beleid. Voor nadere informatie:<br />

f.de.roode@raap.nl of telefoon<br />

0575-567876.<br />

Beleidsplan gemeente<br />

Noordwijkerhout valt in de prijzen<br />

De Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging<br />

Bodembeheer reikt jaarlijks enkele prijzen uit om<br />

iedereen in de bodemsector te motiveren voor een<br />

eenvoudiger en beter bodembeheer. Ook in de categorie<br />

archeologie is een prijs te winnen, en die was dit jaar<br />

bestemd voor de opsteller van het beste gemeentelijk<br />

archeologisch beleidsplan. Een goed beleidsplan, aldus de<br />

jury, legt niet alleen de basis voor goede archeologische<br />

beleidsvoering, maar genereert ook aandacht voor het<br />

eigen verleden van de gemeente en haar inwoners in<br />

brede zin. Mede door Malta is de beleidsmatige kant sterk<br />

in ontwikkeling en gaan gemeenten hierin een cruciale rol<br />

spelen.<br />

Ivar Schute, senior projectleider bij <strong>RAAP</strong> en opsteller van<br />

het beleidsplan voor de gemeente Noordwijkerhout, was<br />

een van de genomineerden. Het plan Noordwijkerhout is<br />

een initiatief van de Bollengemeenten Noordwijkerhout,<br />

Lisse en Hillegom. De opzet was een eigen startnota<br />

voor elke gemeente, maar een gezamenlijke kaart. In<br />

het proces is gestreefd naar een gezamenlijk gedragen<br />

initiatief en aanpak. De drie Bollengemeenten hebben<br />

hiermee belangrijke eerste stappen gezet op weg naar<br />

hun nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden. Tijdens het<br />

SIKB-congres op 26 september <strong>2007</strong> in Den Bosch werd<br />

bekend dat Ivar Schute de gedeelde tweede prijs heeft<br />

behaald.<br />

Uit het juryrapport:<br />

“De jury heeft het plan Noordwijkerhout genomineerd<br />

vanwege de zeer goede leesbaarheid en de heldere opzet<br />

van dit beleidsplan. Ook inhoudelijk gezien is het plan<br />

onderbouwd met een adequate en goed uitgevoerde<br />

voorstudie naar het archeologisch erfgoed in de gemeente<br />

Noordwijkerhout. Het plan bevat voor de gemeente veel<br />

praktische handreikingen die volgens de jury een goed<br />

uitgangspunt zijn om het gemeentelijk beleid op te zetten<br />

en concreet te maken.”


cultuurhistorisch onderzoek<br />

Verdwenen kasteel Borculo uitgebreid onderzocht<br />

kasteel Borculo circa 1650 (anoniem, Stedelijk Museum Zutphen)<br />

In het Gelderse Borculo stond in de Middeleeuwen een<br />

fors kasteel. Als je weet waar je moet zoeken, zijn er<br />

nog steeds overblijfselen van te herkennen. En deze<br />

resten zijn bijzonder genoeg om er in toeristischrecreatief<br />

opzicht wat mee te doen, meende de<br />

Stichting Kasteel ’t Hof. Maar dan wel op basis van<br />

uitgebreid integraal onderzoek.<br />

Aan <strong>RAAP</strong> werd de opdracht gegeven om met zo min<br />

mogelijk bodemingrepen, zoveel mogelijk informatie<br />

te verzamelen over de ondergrondse en bovengrondse<br />

resten van het kasteel. Kastelendeskundige Paul van<br />

Kempen en historisch-geograaf Dolf Bekius haalden<br />

diverse onderzoeksmethoden uit de kast. <strong>Archeologisch</strong>,<br />

bouwhistorisch, geofysisch en historisch-geografisch<br />

onderzoek werden ingezet en het resultaat mag er zijn! De<br />

combinatie van methoden leidde tot een completer beeld<br />

van de geschiedenis van het kasteel en de omgeving, en<br />

tot een reeks praktische aanbevelingen voor het behoud<br />

en de inrichting van het kasteelterrein.<br />

fundering van een kasteeltoren na het verwijderen van de begroeiing<br />

Grondradaronderzoek en booronderzoek werden ingezet<br />

om de ligging en omvang van het kasteelterrein, en de<br />

positie van de - overigens nog goed geconserveerde -<br />

fundamenten en grachten te bepalen. De bovengrondse<br />

resten, zoals keldermuren en bouwfragmenten in<br />

nabijgelegen tuinen en in het centrum van Borculo, werden<br />

bouwhistorisch onderzocht. Het historisch-geografisch<br />

onderzoek bracht relicten in kaart die verband houden met<br />

het kasteel, zoals wegen, waterlopen, dijken, landerijen<br />

en de tuinaanleg. De synthese leverde één samenhangend<br />

verhaal over de bouwgeschiedenis van het kasteel op.<br />

Geschiedenis in een notendop<br />

Het terrein van het kasteel bleek al in de Romeinse tijd<br />

bewoond te zijn. De eerste aanleg van het kasteel dateert<br />

echter uit de 12e eeuw. Hoe het er toen uitzag is onbekend,<br />

maar in de 13e eeuw bouwden de heren van Borculo een<br />

grote zaaltoren, die in de navolgende eeuwen steeds<br />

verder werd uitgebouwd met nieuwe torens en vleugels.<br />

Omstreeks 1700 moet het kasteel op zijn grootst zijn


ouwfasen van de hoofdburcht, 12e - 19e eeuw<br />

zware 14e eeuwse muur, sterk afgekapt vanwege<br />

de aanleg van een kelder in de 18e eeuw<br />

geweest. Het kasteelterrein met de hoofd- en<br />

voorburchten en omringende grachten mat toen<br />

zo’n 230 bij 140 meter. Bovendien was het kasteel<br />

nog voorzien van een siertuin en een wildpark. In<br />

de 18 e eeuw begon echter het verval en in 1870<br />

werd het hele kasteel, op de nog overgebleven<br />

kelders na, gesloopt. Dat was helaas het lot<br />

van veel kastelen in ons land. Toch rest er nog<br />

genoeg dat, mits aantrekkelijk gepresenteerd,<br />

toeristen en passanten tot een bezoek aan het<br />

kasteelterrein kan verleiden.<br />

De Stichting Kasteel ‘t Hof wil de voormalige<br />

kelders van het kasteel restaureren en<br />

openstellen, de ondergrondse resten aan het<br />

maaiveld markeren, en de omgeving van het<br />

kasteel aanpassen aan de sfeer en de stijl<br />

van weleer. De uitgebreide studie van <strong>RAAP</strong>,<br />

boordevol achtergrondinformatie<br />

en adviezen voor de toeristischrecreatieve<br />

inrichting van het<br />

kasteelterrein, vormt daarvoor een<br />

uitstekende basis.<br />

3D-impressie van het kasteel omstreeks 1725<br />

historisch-geografische overzichtskaart<br />

Paul van Kempen (kastelendeskundige): ”Kastelen<br />

spreken tot de verbeelding. Dat is mooi meegenomen.<br />

Ook al is er alleen ondergronds iets van overgebleven,<br />

je kunt toch op verschillende manieren aan het<br />

maaiveld visualiseren dat er ooit een enorm kasteel op<br />

die plek stond.”<br />

Dolf Bekius (historisch-geograaf): “Door gegevens<br />

uit verschillende onderzoeksdisciplines met elkaar in<br />

verband te brengen kunnen nieuwe inzichten ontstaan.<br />

Dat is het mooie van integraal cultuurhistorisch<br />

onderzoek: als de onderzoeksmethoden elkaar<br />

aanvullen krijg je een completer beeld.”


interview<br />

Hoe stel je eisen aan archeologisch vooronderzoek?<br />

Esther Wieringa<br />

Binnenkort is de nieuwe SIKB handreiking ‘checklist<br />

vooronderzoek’ beschikbaar. Aan de hand van deze<br />

checklist wordt helder gemaakt welke eisen aan<br />

archeologisch vooronderzoek te stellen zijn en hoe<br />

onderzoeksrapporten te beoordelen zijn. Esther Wieringa,<br />

programmasecretaris archeologie bij de Stichting<br />

Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer, licht het<br />

hoe en waarom van de checklist toe.<br />

Voor wie is de checklist bedoeld?<br />

Voor gemeenten zonder eigen archeologen in dienst, maar<br />

ook voor initiatiefnemers in private zin. Ook zij kunnen<br />

aan de hand van de checklist zien aan welke eisen het<br />

archeologisch vooronderzoek moet voldoen. Het is dus<br />

een handig toetsingskader voor zowel publieke als private<br />

opdrachtgevers, waarbij gebruik door de archeologen zelf<br />

natuurlijk ook toegejuicht wordt.<br />

Hoe zal de checklist gebruikt worden?<br />

Ik hoop erg dat de bevoegde overheid en initiatiefnemers<br />

hiermee zelfstandig kunnen opereren. Dat ze meer inzicht<br />

krijgen in hoe het archeologische proces verloopt, en dat ze<br />

dus niet voor alles een archeoloog hoeven in te inschakelen<br />

maar ook zelfstandig aan de slag kunnen en zichzelf hiermee<br />

als het ware een stukje deskundiger maken.<br />

Wat ziet de SIKB als voordeel van de checklist?<br />

Het voordeel is dat er nu objectievere eisen zijn en het zou<br />

mooi zijn als iedereen die omarmt. Onderzoekers weten zo<br />

beter wat er van ze verwacht wordt en daarnaast kunnen ook<br />

opstellers van rapporten en PvE’s de checklist gebruiken.<br />

Het mes snijdt dus aan twee kanten. De checklist is straks<br />

te downloaden via de SIKB website [www.sikb.nl]. Handig is<br />

dat je in de kantlijn kunt aanvinken wat er gedaan is, wat er<br />

ontbreekt of onjuist is en er is een opmerkingenveld. Je kunt<br />

het dus zo als ‘vinklijst’meesturen met het getoetste PvE of<br />

rapport.<br />

Wat zal het effect zijn?<br />

Ik hoop dat het een groot effect heeft. In eerste instantie<br />

voor de bevoegde overheid, maar ook voor archeologen zodat<br />

ze vooraf zelf nagaan of ze wel aan alles voldaan hebben.<br />

Het maakt het proces helderder en uiteindelijk kan dat<br />

ook de kwaliteit van het onderzoek ten goede komen. Je<br />

kunt rapporten makkelijker vergelijken en controleren<br />

of ze compleet zijn. Daarnaast is het een middel om de<br />

overheid te ontlasten. Het is nu nog zo dat er gemeenten<br />

zijn die nog niet van de hoed en de rand weten als het gaat<br />

om archeologisch onderzoek, maar ook zij kunnen nu dus<br />

zelfstandiger aan de slag. Dat is winst.<br />

Wanneer is de checklist van kracht?<br />

De tekst is in oktober goedgekeurd door de CCvD [Centraal<br />

College van Deskundigen], dus ik denk dat de checklist<br />

ongeveer half december beschikbaar is. We hebben een<br />

bijbehorende brochure gemaakt die in elk geval naar alle<br />

gemeenten en archeologen in de regio wordt verstuurd en de<br />

checklist zelf komt op onze website te staan.<br />

Wie hebben er meegewerkt aan de totstandkoming?<br />

Er is eerst een begeleidingscommissie geweest met<br />

vertegenwoordigers van de VNG, CGA, RACM en de VOIA.<br />

Jullie directeur, Marten Verbruggen, is vervolgens met<br />

CSO als kritische lezer van de checklists verder gegaan<br />

en heeft nog allerlei gemeenten en provincies bevraagd.<br />

Vijf provincies zijn zelfs zo vriendelijk geweest hun eigen<br />

checklist ter beschikking te stellen. Ze zullen ongetwijfeld<br />

veel daarvan in de nieuwe checklist terugvinden.<br />

Waarom is <strong>RAAP</strong> als opsteller van de checklist gevraagd?<br />

In eerste instantie zijn verschillende partijen gevraagd. We<br />

hebben wel gezocht naar een consortium. Een combinatie<br />

van archeologische kennis en de milieutechnische kant<br />

had de voorkeur. In de milieuhoek is namelijk al veel meer<br />

ervaring met dit soort checklists en objectivering van eisen.<br />

Zodoende is het de combinatie van <strong>RAAP</strong> met CSO geworden.<br />

Bent u tevreden over het resultaat?<br />

Jazeker, ik ben tevreden. Ik denk dat we misschien nog wel<br />

moeten kijken naar de hoeveelheid tekst, want archeologen<br />

hebben vaak de neiging heel wat uit te willen leggen. Maar<br />

alles met betrekking tot het vooronderzoek staat nu ook voor<br />

niet-archeologen goed op een rij en dat is dus voor het eerst.<br />

Tot eind september hebben we met een concept checklist op<br />

onze website proefgedraaid, om draagvlak te krijgen en om<br />

zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid te stellen er op te<br />

reageren. Het opstellen<br />

moet voor Marten<br />

Verbruggen behoorlijk<br />

lastig zijn geweest, want<br />

veel mensen hebben<br />

toen gereageerd en<br />

commentaar gegeven.<br />

Daardoor is het natuurlijk<br />

vooral beter maar ook<br />

weer iets uitgebreider<br />

geworden.


Column<br />

De beleving van gras<br />

We hebben een plan: we gaan bouwen. Mooi, is hard nodig.<br />

Maar op het moment dat de initiatiefnemer bij de realisatie<br />

van zijn of haar project met een ‘behoudenswaardige<br />

archeologische vindplaats’ wordt geconfronteerd, is enig<br />

onbegrip voor dit fenomeen vaak het gevolg. Wat is er aan de<br />

hand? De archeoloog wil de vindplaats in situ beschermen,<br />

claimt zelfs het wettelijk recht hiertoe. Bouwen is uit den boze.<br />

De resten van de nederzetting uit de IJzertijd, het grafveld<br />

uit de Vroege Middeleeuwen of de in de bodem verborgen<br />

fundamenten van een laat-middeleeuws klooster moeten<br />

blijven zitten waar ze zitten. Onzichtbaar, onder het gras,<br />

laat de koeien maar grazen. Vooral nu niet onderzoeken zegt<br />

de archeoloog. Het feit dat de archeoloog er niets mee doet,<br />

stuit op verbazing en onbegrip, tot op de rand van agressie.<br />

De hopeloze en hulpeloze vraag: ‘Maar wil je het dan liever<br />

niet opgraven?’ ‘Nee, nee, dat kan in de toekomst allemaal<br />

veel beter. En u moet weten, opgraven kan je maar één keer<br />

doen. Mislukt het, dan is er geen herkansing. Bovendien is het<br />

goed een representatief deel van het erfgoed te bewaren en te<br />

behouden.’<br />

Tsja. Als student archeologie wordt je dan ook op excursie<br />

gestuurd langs diverse grasveldjes waar niets, maar dan ook<br />

helemaal niets te zien is. Het schijnt er wel te liggen, maar<br />

de beleving van gras is - op zo’n moment - nul. Nee, dan die<br />

koeien, leuke koeien. Van die zwartwitte.<br />

Meestal stelt de initiatiefnemer minder vragen bij de<br />

bescherming van wat het bovengronds (en daarmee zichtbare)<br />

erfgoed wordt genoemd. Zo’n kasteel, ja, dat heeft wel wat.<br />

En die watermolen mag er ook wezen. ‘Prachtig, prachtig, we<br />

nemen het mee in de planvorming.’<br />

Als we het kunnen zien, als we het kunnen beleven en wel<br />

zodanig dat we ons er iets bij kunnen voorstellen, dan is het<br />

goed. Deze constatering leidt er tot toe dat van een archeoloog<br />

veel wordt gevraagd. Ze hebben een verhaal en moeten dit<br />

vertellen èn verbeelden. Ze moeten hun vindplaats aaibaar<br />

maken. Er een romantische waas over draperen. Ze moeten het<br />

inrichten, visualiseren, er stukjes over schrijven, voor de klas<br />

staan, van alles eigenlijk. Het moet weer spannend worden,<br />

zo’n grasveldje. Zolang er nog fronsende vragen worden gesteld,<br />

doen de archeologen dit nog niet naar behoren. Tussen het<br />

publiek en de ivoren toren van de archeologie gaapt een gat dat<br />

gelukkig snel kleiner wordt.<br />

De archeoloog als entertainer: zo gek is dat niet.<br />

Ivar Schute<br />

senior projectleider bij <strong>RAAP</strong><br />

Korte berichten<br />

Verhuizing <strong>RAAP</strong> West-Nederland<br />

De vestiging van <strong>RAAP</strong> West-Nederland is per 1 september<br />

<strong>2007</strong> verhuisd naar een andere locatie in Leiden. Het<br />

kantoor van onze regionale vestiging is nu gevestigd in een<br />

zeer ruim en modern kantoorpand met aangrenzend een<br />

grote loods, aan de Le Pooleweg in Leiden.<br />

bezoekadres: Le Pooleweg 5, 2314 XT Leiden<br />

postadres: Postbus 4025, 2301 RA Leiden<br />

T 071-5768118<br />

F 071-5318269<br />

E raapwnl@raap.nl<br />

5000 jaar oude kano in Wieringermeer<br />

Bij een natuurontwikkelingsproject in de<br />

Wieringermeer is in oktober een ruim 5000 jaar<br />

oude boomstamkano gevonden. Niet eerder werd<br />

in Noord-Holland zo’n oude kano gevonden. Het<br />

vaartuig, dat zeker 8 meter lang is, is bij toeval<br />

tijdens graafwerkzaamheden ontdekt door een zeer<br />

oplettende kraanmachinist. Vervolgens schakelde<br />

de provincie Noord-Holland <strong>RAAP</strong> in om de kano te<br />

onderzoeken en de berging te begeleiden. Er zijn<br />

inmiddels houtmonsters van de kano genomen die - via<br />

de koolstof-14 dateringsmethode - op een voorlopige<br />

datering in het Midden Neolithicum wijzen. Dit is de<br />

eerste kano in Nederland die dateert uit het Midden<br />

Neolithicum. Alleen de kano’s van Pesse en Hardinxveld<br />

zijn ouder!<br />

De partijen die betrokken zijn bij het natuurontwikkelingsproject<br />

Dijkgatsweide, Staatsbosbeheer,<br />

Dienst Landelijk Gebied, provincie Noord-Holland,<br />

gemeente Wieringermeer en Hoogheemraadschap


Korte berichten<br />

Hollands Noorderkwartier, maken zich sterk voor het<br />

behoud van de kano. Naar verwachting wordt deze in<br />

december geborgen en overgebracht naar het NISA in<br />

Lelystad, voor conservering en nader onderzoek.<br />

DropZone met <strong>RAAP</strong><br />

In augustus werden in Zeeuws Vlaanderen, rond het<br />

land van Saefthinge, televisieopnames gemaakt voor<br />

het KRO kinderTVprogramma DropZone. <strong>RAAP</strong> werkte<br />

daar aan mee en bedacht een van de opdrachten,<br />

uiteraard een<br />

archeologisch getinte<br />

opdracht.<br />

In DropZone draait het<br />

om twee kinderen uit<br />

groep 8 die ver van hun woonplaats gedropt worden.<br />

Ze moeten binnen 5 uur de weg terug naar hun school<br />

vinden en onderweg 3 opdrachten uitvoeren. Daarmee<br />

kunnen ze een bijzonder vervoermiddel verdienen,<br />

waarmee ze nog sneller terug kunnen reizen. Zijn ze op<br />

tijd terug op school, dan winnen ze een schoolreisje.<br />

Eind augustus werd er gefilmd. Voor de opdracht van<br />

<strong>RAAP</strong> moesten de kinderen met weerstandsmetingen<br />

de omgrachting van het 17 e eeuwse Fort Zandbergen<br />

bij Hulst vinden, en vervolgens midden in de gracht<br />

een boring te zetten met hulp van de manitou (een<br />

voertuig om mechanische boringen te zetten). Een<br />

vrij spectaculaire en niet bepaald simpele opdracht,<br />

aldus KRO-redacteur Bianca Henkes. Maar de kinderen<br />

COLOFON<br />

<strong>RAAP</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> <strong>2007</strong>-2, december <strong>2007</strong><br />

De <strong>RAAP</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> is een uitgave van <strong>RAAP</strong> <strong>Archeologisch</strong><br />

<strong>Adviesbureau</strong> B.V., <strong>2007</strong><br />

<strong>RAAP</strong> is een zelfstandig en onafhankelijk adviesbureau voor<br />

archeologische monumentenzorg en integrale cultuurhistorie,<br />

met vestigingen in Leiden, Brummen, Drachten, Weert en<br />

Weesp.<br />

Aan dit nummer werkten mee: Dolf Bekius, Paul van Kempen,<br />

Ivar Schute, Kim van Straten, Femke de Roode, Jan Roymans,<br />

Marten Verbruggen en Esther Wieringa.<br />

Fotografie en cartografie: <strong>RAAP</strong><br />

Vormgeving: Olav Odé<br />

Eindredactie: Caroline Hom<br />

Wilt u op de verzendlijst van de <strong>RAAP</strong> <strong>Nieuwsbrief</strong> komen te<br />

staan (of de nieuwsbrief niet meer ontvangen), stuur dan een<br />

e-mail naar receptie@raap.nl<br />

de kinderen en filmploeg op het terrein van voormalig Fort Zandbergen<br />

brachten het er goed vanaf en de gracht werd gevonden. Als<br />

beloning wonnen ze een vliegtocht terug naar hun school in<br />

Arnemuiden. Deze aflevering van DropZone wordt in februari<br />

of maart 2008 bij de KRO uitgezonden (zaterdag om 9.30 uur).<br />

10.000 <strong>RAAP</strong> projecten<br />

Best een aantal om trots op te zijn: <strong>RAAP</strong> heeft het 10.000ste<br />

project bereikt. Sinds de oprichting in 1985 (toen was<br />

het nog de Stichting R.A.A.P. oftewel Stichting Regionaal<br />

<strong>Archeologisch</strong> Archiverings Project), heeft <strong>RAAP</strong> aan meer<br />

dan 10.000 projecten gewerkt. Niet al deze archeologische en<br />

cultuurhistorische projecten zijn uiteindelijk met een rapport<br />

geëindigd. Maar alle onderzoeken en adviesdocumenten bij<br />

elkaar vormen een substantiële bijdrage aan de kennis van<br />

het Nederlandse bodemarchief.<br />

<strong>RAAP</strong> Hoofdkantoor<br />

Leeuwenveldseweg 5b, 1382 LV Weesp<br />

Postbus 5069, 1380 GB Weesp<br />

T 0294 - 491500 | E raap@raap.nl<br />

<strong>RAAP</strong> Regio Noord-Nederland (Fr, Gr, Dr)<br />

De Kiel 11, 9206 BG Drachten<br />

T 0512-589140 | E raapnnl@raap.nl<br />

<strong>RAAP</strong> Regio Oost-Nederland (Gld, Ov)<br />

Mercuriusweg 10, 6971 GV Brummen<br />

T 0575-567876 | E raaponl@raap.nl<br />

<strong>RAAP</strong> Regio Zuid-Nederland (Li, N-Br)<br />

De Savornin Lohmanstraat 11, 6004 AM Weert<br />

T 0495-513555 | E raapznl@raap.nl<br />

<strong>RAAP</strong> Regio West-Nederland (N-Hl, Z-Hl, Zld, Fl, Ut)<br />

Le Pooleweg 5, 2314 XT Leiden<br />

T 071-5768118 | E raapwnl@raap.nl<br />

www.raap.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!