IFRS implicaties - Resultance International
IFRS implicaties - Resultance International
IFRS implicaties - Resultance International
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (EXCLUSIEF GEKOCHTE GOODWILL)<br />
besluit om <strong>IFRS</strong> 3 Business Combinations toe te passen op fusies en overnames waarvan de<br />
overeenkomst dateert voor 31 maart 2004. De belangrijkste wijzigingen die leiden tot extra<br />
verschillen met Nederlandse grondslagen worden onderstaand samengevat.<br />
Grondslagen<br />
4.1 Immateriële vaste activa zonder bepaalbare levensduur<br />
Immateriële vaste activa waarvan de levensduur niet bepaalbaar (indefinite) is, mogen niet meer<br />
systematisch worden afgeschreven, maar moeten jaarlijks (of eerder indien daarvoor indicaties<br />
zijn) worden getoetst op een mogelijke bijzondere waardevermindering (impairment). Dit is in<br />
strijd met de Nederlandse wet en Richtlijn 210 die bepalen dat op immateriële activa altijd moet<br />
worden afgeschreven.<br />
4.2 Weerlegbaar vermoeden van maximumlevensduur van twintig jaar<br />
Immateriële vaste activa waarvan de levensduur bepaalbaar is, moeten worden afgeschreven over<br />
deze levensduur, ongeacht de lengte ervan. Met andere woorden, het weerlegbaar vermoeden dat<br />
de levensduur van een immaterieel actief niet langer dan twintig jaar is, is vervallen. Op dit punt<br />
is de Nederlandse Richtlijn 210.401 strikter want deze kent een weerlegbaar vermoeden dat de<br />
economische levensduur niet langer zal zijn dan twintig jaar.<br />
4.3 Immateriële activa verworven bij een overname<br />
In de nieuwe versie van IAS 38 is aangegeven dat immateriële activa verworven bij een<br />
overname in principe altijd voor separate activering in aanmerking komen, omdat zij<br />
waarschijnlijk leiden tot voordelen die aan de onderneming zullen toevloeien en omdat normaliter<br />
de reële waarde op betrouwbare wijze kan worden bepaald. Dit is een weerlegbaar vermoeden.<br />
Dit zal in de praktijk leiden tot het vaker separaat opnemen van allerlei immateriële activa. Op dit<br />
punt gaat IAS 38 verder en is in die zin strikter dan de Nederlandse Richtlijnen.<br />
4.4 Kosten van onderzoek en ontwikkeling na een overname<br />
De nieuwe IAS 38 verduidelijkt de verwerking van kosten gemaakt voor een onderzoeks- en<br />
ontwikkelingsproject dat is gekocht bij een overname en tegen reële waarde is gewaardeerd ten<br />
tijde van de overname. Op dit punt is IAS 38 strikter dan de Nederlandse Richtlijnen.<br />
-25-