Excentrische training bij insertie tendinopathie patellapees
Excentrische training bij insertie tendinopathie patellapees
Excentrische training bij insertie tendinopathie patellapees
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Case Report<br />
<strong>Excentrische</strong> <strong>training</strong> <strong>bij</strong> <strong>insertie</strong> <strong>tendinopathie</strong> <strong>patellapees</strong><br />
´<br />
‘Wat is het effect van excentrische <strong>training</strong> <strong>bij</strong> 20 jarige profvoetballer met <strong>insertie</strong><strong>tendinopathie</strong><br />
van de <strong>patellapees</strong> ter hoogte van de tuberositas tibiae’<br />
Rinus Louwers, sportfysiotherapeut en student Professional Master<br />
Sportfysiotherapie.<br />
Samenvatting<br />
Inleiding: 1,5% van alle blessures in het voetbal is patella <strong>tendinopathie</strong>, vaak het gevolg van<br />
overbelasting na specifieke intensieve <strong>training</strong> van de m. quadriceps femoris.<br />
Casus: 20jarige profvoetballer met een jaar <strong>tendinopathie</strong> klachten aan de <strong>insertie</strong> van de<br />
rechter m.quadriceps.<br />
Doelstelling: De doelstelling van het case report is te onderzoeken wat de effecten zijn van<br />
excentrische <strong>training</strong> op een tendopathie van de tuberositas tibiae.<br />
Methode: Er is naar literatuur gezocht in de databanken PubMed en Cochrane met de<br />
zoektermen; Eccentric <strong>training</strong>, Football, Insertion Tuberositas Tibiae, Knee, Patellar<br />
Tendon, Physical Therapy, Tendinopathy<br />
Meetinstrumenten: VAS, Hydrops Effusion Grading Scale, goniometer, meetlint omvang,<br />
spierlengte volgens Kendall, MRC, KMAX, Hop-test, VISA, Lysholm, PSK en SARS.<br />
Interventie: <strong>Excentrische</strong> kracht<strong>training</strong> in combinatie met stabiliserende knieoefeningen en<br />
sportspecifieke <strong>training</strong>.<br />
Resultaten: Na zes weken zat hij ongeveer op 70% herstel en volledig herstel volgde na 12<br />
weken.<br />
Discussie: Exacte invloed van excentrisch trainen is volgens literatuur nog niet helemaal<br />
duidelijk. Het <strong>training</strong>sprogramma is enigszins afwijkend van wat de literatuur voorschrijft.<br />
Conclusie: De patiënt heeft na het doen van het excentrisch <strong>training</strong>sprogramma pijnvrij en<br />
klachtenvrij kunnen voetballen op eredivisie niveau (zie tabel13).<br />
Keywords<br />
Eccentric <strong>training</strong>, Football, Insertion Tuberositas Tibiae, Knee, Patellar Tendon, Physical<br />
Therapy, Tendinopathy.<br />
Inleiding<br />
Per seizoen ontstaan 1,3 blessures per speler, hiervan ontstaat 34% tijdens de <strong>training</strong> en<br />
63% tijdens de wedstrijd. In 5% gaat het om <strong>tendinopathie</strong> klachten, 23% aan het bovenbeen<br />
en 17% aan de knie (11).<br />
In het voetbal zijn 10% van de blessures peesblessures waarvan 17% aan de kniepees.<br />
Eerdere knieblessures zorgen voor 2-3x hoger risico qua knieblessures aan hetzelfde been<br />
het seizoen erna (9).<br />
1,5% van alle blessures in het voetbal is patella <strong>tendinopathie</strong>. De incidentie is 0,12/1000uur.<br />
Elk seizoen krijgt 2,4% van de spelers er mee te maken. Hiervan is 39% langer dan één<br />
1
week afwezig en 20% recidiverend. Er is geen significant verschil tussen natuur gras en<br />
kunstgras qua aantal. Risicofactoren zijn een hoog aantal <strong>training</strong>suren en een hoog<br />
lichaamsgewicht(10).<br />
Van alle in een sport klinische setting gerapporteerde blessures waren 39,8% aan de knie.<br />
Hiervan was 35% ontstaan tijdens voetbal. Knieblessures die langer dan 6 maanden<br />
duurden, was 20% gediagnosticeerd als patella tendopathie (13,21).<br />
Tendopathie is een veelvuldig gebruikte term voor verschillende pees aandoeningen, zoals<br />
paratendinitis, tendinitis en tendinosis <strong>bij</strong> afwezigheid van histo-pathologische oorzaken (20).<br />
Veelvoorkomende tendopathieën zijn die van de achillespees, pezen van de pols<br />
extensoren <strong>bij</strong> de origo aan de laterale zijde van de elleboog, pezen van de pols flexoren aan<br />
de mediale zijde van de elleboog, proximale <strong>insertie</strong> van de hamstrings, de pezen van de<br />
rotator cuff en tot slot de pezen van bovenbeenstrekkers over de knieën (34).<br />
Dit meest kenmerkende syndroom, wat in de volksmond ook wel ´Jumpers knee´ wordt<br />
genoemd, is vaak het gevolg van specifieke intensieve <strong>training</strong> van de m. quadriceps<br />
femoris. Overbelasting die ontstaan is door te veel, te lang of te zwaar trainen veroorzaakt<br />
aan het distale deel van de patella een <strong>tendinopathie</strong>. Overbelasting aan de proximale zijde<br />
van de patella, langs de mediale of laterale zijde en op de tuberositas tibiae komt veel<br />
minder voor (8). 1/3 kan langer dan 6 maanden niet sporten(26). De prevalentie <strong>bij</strong><br />
sprongsporten zoals basketbal is 32-45% (36). 53% stopt met de sportcarrière vanwege de<br />
klachten(12).<br />
In onderstaande tekening is het verloop van de pees van de quadriceps over de patella<br />
weergegeven. Het pijltje geeft de <strong>insertie</strong> aan op de tuberositas tibiae.<br />
Afbeelding 1: <strong>insertie</strong> tuberositas tibiae<br />
De term <strong>tendinopathie</strong> heeft de voorkeur maar de volgende termen worden ook gebruikt voor<br />
klachten aan de <strong>patellapees</strong> zelf, de patellapool (inferior), de proximale en distale <strong>insertie</strong><br />
aan de tuberositas tibiae welke ontstaan door een vorm van overbelasting: ‘jumper’s knee’,<br />
‘patellar tendonitis’, ‘patellar tendinitis’, ‘patellar tendinosis’, ‘patellar tendon disorder’,<br />
‘patellar apicitis’, ‘patellar enthesitis’, ‘insertion tendinitis of the patellar tendon’, ‘partial<br />
rupture of the patellar tendon’ of ‘patellar tendinopathy’(26).<br />
Hoewel duidelijk is dat er geen ontsteking aanwezig is in het peesweefsel en het herstel dan<br />
met conservatieve behandeling 6-12 maanden kan duren blijft de pathogenese van<br />
<strong>tendinopathie</strong> nog onduidelijk en is verder onderzoek nodig(15,34).<br />
Er zijn geen ontstekingverschijnselen aanwezig, het is dus geen tendinitis maar tendinose,<br />
‘anti inflammatoire’ behandeling heeft dan ook geen effect. Het regeneratieproces is<br />
verstoord waar<strong>bij</strong> een verzwakte en pijnlijke pees aanwezig is. Er ontstaan door repetitieve<br />
2
overbelasting van vaak explosieve bewegingen microtraumata, dit leidt tot degeneratieve<br />
afwijkingen zoals veranderde collageen structuur en neurovasculaire proliferatie.<br />
Vasculoneurale ingroei speelt een rol hierin(2,26,36).<br />
Dit case report richt zich op de tendopathie van de <strong>insertie</strong> van de m.quadriceps op de<br />
tuberositas tibiae en het effect van excentrische <strong>training</strong> daarop.<br />
Diagnose<br />
Omdat de tuberositas tibiae goed te lokaliseren is, kunnen al veel aandoeningen uitgesloten<br />
worden. Echter een differentiaal diagnostiek is wel noodzakelijk. Er zijn namelijk<br />
verschillende aandoeningen bekend aan de tuberositas tibiae.<br />
Bij lichamelijk onderzoek vind je mogelijk palpatiepijn, atrofie van de m.vastus medialis,<br />
verstoorde pees/spierfunctieketen, verminderde rompstabiliteit of bewegingsbeperking in<br />
gewrichten. De klachten zijn vaak te provoceren middels een ‘single leg squat’(36).<br />
Diagnostisch wordt vaak MRI of echografie gebruikt. Hoewel middels doppler echografie<br />
neurovascularisaties aantoonbaar zijn is de prognostische waarde van MRI en echografie<br />
beperkt omdat er een matige correlatie is tussen klinische symptomen en zichtbare<br />
veranderingen in de pees(36). Echografie, eventueel met power doppler, heeft de voorkeur<br />
boven MRI in verband met de kosten en beschikbaarheid(26).<br />
M.Osgood Schlatter lokaliseert zich ook op de tuberositas tibiae. Dit zou herkenbaar zijn op<br />
een röntgenfoto, ware het niet dat deze pathologie vnl voorkomt tussen 11-15 jarigen.<br />
Slechts in uitzonderingsgevallen -als <strong>bij</strong> klachten toch zware sport wordt bedreven- bestaat<br />
er het risico op een avulsiefractuur. Ook dit zou op de röntgenfoto te herkennen zijn(5,26).<br />
Daarnaast worden de VAS en VISA scores gebruikt om de klachten te objectiveren(12).<br />
Doelstelling<br />
De doelstelling van het case report is te beschrijven wat de effecten zijn van excentrische<br />
<strong>training</strong> op een tendopathie van de tuberositas tibiae.<br />
Theoretisch kader<br />
Mogelijke oorzaken en risicofactoren zijn overbelasting, afgenomen belastbaarheid en kracht<br />
van de m.quadriceps, kuit- of bilmusculatuur, verminderde rompstabiliteit, verminderde<br />
hamstring- en quadricepsflexibiliteit, overpronatie van de voet/enkel en verminderde<br />
dorsaalflexie van de enkel, verkeerde loop-, sprong- en landtechniek door <strong>bij</strong>voorbeeld een<br />
dorsaalflexie beperking of slecht inveren van de knie (36).<br />
Peesoverbelasting ontstaat wanneer 3-8% rek op de pees plaatsvind, dit veroorzaakt<br />
microtraumata. ‘Microlaesies’ ontstaan door kapot gaan van ‘cross links’ wat resulteert in<br />
collageenvezels die langs elkaar ‘schuren’. Doordat dit blijft gebeuren overstijgt het de<br />
herstelcapaciteit van de pees. Het metabolisme in de pees is laag, de vraag naar collageen<br />
en matrix overstijgt dan de productie. Hierdoor komt de pees in een vicieuze circel van kapot<br />
tenocyte met nog meer daling van reparatiecapaciteit. Uiteindelijk ontstaat een tendinosis<br />
zone in de pees zonder ontsteking. Het is echter onduidelijk waarom juist de posteriore<br />
vezels van de patella pees kwetsbaar is voor deze overbelasting. Collageenvezels raken<br />
gedisorganiseerd met kloven en necrotisch weefsel met microscheurtjes. Er ontstaat<br />
collageen degeneratie en neovasacularisatie(26).<br />
De exacte oorzaak van de pijn blijft onduidelijk, het lijkt perifere tendineuze pijnreceptoren te<br />
activeren. De lokale hoeveelheid van neurotransmitters is hoger, lokale pijnreceptoren lijken<br />
gedereguleerd. Verder onderzoek hiernaar is nodig(26).<br />
Onderzoek heeft uitgewezen dat excentrische <strong>training</strong> waarschijnlijk de gefaalde genezing<br />
van de tendinose reactiveert. Het is echter wetenschappelijk gezien onmogelijk om één<br />
<strong>training</strong>sprogramma hiervoor aan te wijzen als hèt te gebruiken programma(26).<br />
3
Methode<br />
Op zoek naar literatuur is er met name gezocht op de databanken PubMed en Cochrane.<br />
Daar<strong>bij</strong> zijn de volgende zoektermen gebruikt; Eccentric <strong>training</strong>, Football, Insertion<br />
Tuberositas Tibiae, Knee, Patellar Tendon, Physical Therapy, Tendinopathy. Daarnaast zijn<br />
er combinaties van de zoektermen gebruikt. De kwaliteit van de gevonden artikelen varieert<br />
van review, rct tot case report. Aan de hand van de kwaliteit van het onderzoek is ook<br />
waarde gehecht aan de gebruikte inhoud voor dit case report.<br />
Casus<br />
De patiënt is een 20-jarige gezonde man van 89 kg en 1.87m lang. Sinds zijn 18 e speelt hij<br />
professioneel voetbal op eerste en eredivisie niveau. Zijn huidige positie is centrale spits, hij<br />
is rechtsbenig. Naast het voetbal studeert hij op het HBO. Hij woont samen met zijn vriendin<br />
in dezelfde plaats als zijn voetbalclub.<br />
Vanaf zijn 13 de levensjaar wordt de patiënt geconfronteerd met blessures aan het rechter<br />
been. Destijds werd Morbus Osgood Schlatter aan het rechterbeen gediagnosticeerd, welke<br />
werd behandeld met rust en sporten op geleide van de pijn.<br />
Op zijn 15 de jaar liep hij een enkelbreuk rechts op. Na 8 weken conservatieve behandeling<br />
was hij hiervan hersteld, zodat hij weer volop kon meevoetballen.<br />
Drie maanden daarna werd <strong>bij</strong> hem een lateraal meniscus letsel rechts geconstateerd,<br />
waar<strong>bij</strong> een arthroscopische ingreep noodzakelijk werd geacht. Daar herstelde hij 7<br />
maanden later van. Tussentijds heeft er nog een hernieuwde ingreep plaatsgevonden, toen<br />
er nog enkele copera libera aanwezig bleken te zijn.<br />
Na zijn herstel heeft hij ongeveer 2 jaar met wisselend succes kunnen voetballen totdat zich<br />
begin 2009 de <strong>insertie</strong> tendoperiostitis openbaarde ter hoogte van de tuberositas tibiae.<br />
In 2009 is de speler behandeld met rust, aangepaste zooltjes, lokale fysiotherapeutische<br />
behandelingen, taping, osteopathie, twee maal een high intensity shock wave en voetballen<br />
op geleide van de pijn.<br />
Het klachtenbeeld bleef wisselend en na de winterstop van het seizoen 2009-2010 kwamen<br />
de klachten na deze rustperiode <strong>bij</strong> de eerste <strong>training</strong>en weer in alle hevigheid terug. Er is<br />
een x-foto gemaakt waarop geen <strong>bij</strong>zonderheden te zien waren.<br />
De hulpvraag van de patiënt is klachtenvrij (VAS = 0 en PSK = 0) voetballen op eredivisie<br />
niveau.<br />
Model<br />
Om de klachten van de patiënt overzichtelijk in een schema uit te schrijven, is gekozen voor<br />
het Rehabilitation Problem Solving formulier (RPS-formulier). Dit formulier is ontwikkeld door<br />
Steiner, Ryser, Huber, Uebelhart, Aeschlimann, & Stucki (29).<br />
Het RPS-formulier is gebaseerd op de 'International Classification of Functioning, Disability<br />
and Health' (ICF). Het kan gebruikt worden om de relaties tussen de verschillende ICF<br />
domeinen te beschrijven. De invloed van <strong>bij</strong>voorbeeld een ziekte of aandoening op de<br />
activiteiten en participatie van een patiënt kan worden aangegeven. Ook omgevingsfactoren<br />
en persoonlijke factoren kunnen in het RPS-formulier geplaatst worden. De uitkomsten van<br />
de anamnese en het lichamelijke onderzoek kunnen samen met de gebruikte<br />
meetinstrumenten in het daar<strong>bij</strong> behorende ICF-domein worden geplaatst (29).<br />
4
In onderstand RPS formulier worden de gegevens van deze casus schematisch<br />
weergegeven.<br />
Naam: patiënt X<br />
geb. datum: 1989<br />
behandelaar : Rinus Louwers<br />
Formulier: Intake datum :<br />
Aandoening / Ziekte<br />
volgens Pijn Lang staan Voetballen<br />
patiënt Instabiel gevoel Hurken Sporten<br />
Mobiliteitsverlies Door de knie zakken<br />
Krachtsverlies Hardlopen<br />
functies en anatomische<br />
volgens<br />
therapeut<br />
volgens<br />
patiënt<br />
eigenschappen activiteiten participatie<br />
Vas rust 10mm (0-100mm)<br />
Vas lopen 80mm Sprongtesten, (Hop) R:L n.v.t. SARS 20<br />
PSK staan 20mm PSK voetbal 100mm<br />
hurken 50mm<br />
hardlopen 80mm<br />
Spoortje hydrops (1+)<br />
Lysholm 65<br />
Osgood Schlatter zichtbaar<br />
Beenomvang ↓, 1,8cm<br />
Spierlengte Q. -15° R:L<br />
Kracht Q. MRC 4:5 R:L<br />
VISA 27<br />
Kracht Q. KMAX 0:>100kg R:L<br />
Persoonlijke factoren Omgevingsfactoren<br />
Baalt van niet overgaan van<br />
blessure. Druk vanuit de club om wedstrijden te spelen.<br />
volgens Beperkt inzicht<br />
therapeut Pes planus valgus<br />
Beenlengte verschil 0,5 cm<br />
Oude M. Osgood Schlatter<br />
Sinds zijn 13 de blessures<br />
Enkel fractuur (conservatief)<br />
Laterale menisectomie dmv A-<br />
scopie 2x rechts<br />
Druk van de club om wedstrijden te spelen, omdat hij<br />
de scorende spits is en hij dus telkens weer te weinig<br />
tijd neemt om volledig te herstellen.<br />
5
Testen en metingen<br />
Om de beperkingen van de patiënt in kaart te kunnen brengen zijn er met een aantal<br />
meetinstrumenten beginwaarden (T0) gemeten. Vervolgens zijn dezelfde meetinstrumenten<br />
gebruikt om de tussenevaluatie en eindevaluatie uit te voeren. De tussenevaluatie (T1) heeft<br />
plaatsgevonden in week 6 en de eindevaluatie (T2) in week 12.<br />
Onderzoek<br />
Op dit moment (T0) bestaan de klachten uit hevige pijn t.h.v. de tuberositas tibiae <strong>bij</strong><br />
aanspannen van de quadriceps en de knie is nauwelijks belastbaar, pt kan er niet pijnvrij op<br />
staan.<br />
Bij onderzoek blijkt middels palpatie een zeer drukpijnlijke tuberositas tibiae, een verkorte<br />
m.quadriceps( zie tabel 5), een duidelijk verminderde kracht( tabel 6/7)en een verminderde<br />
omvang van het hele been(tabel 3), rechts t.o.v. links. Het lengte gewelf van de rechter voet<br />
is meer doorgezakt dan links en er bestaat een beenlengte verschil van 0,5 cm ten nadelen<br />
van rechts, gemeten door de (sport)podoloog.<br />
Hevige pijn ontstaat <strong>bij</strong> door de knieën zakken tot 30 graden flexie, dribbelen met pasjes van<br />
20 cm kan maar 5 meter worden volgehouden en springen is niet mogelijk, waardoor<br />
sprongtesten niet kunnen worden uitgevoerd.<br />
Pijn<br />
De pijnintensiteit is gemeten aan de hand van de VAS score. Er kan op een eenvoudige en<br />
snelle manier inzichtelijk gemaakt worden wat de pijnintensiteit van de patiënt op het<br />
moment is. Tevens kan er met dit meetinstrument de pijnintensiteit gemeten worden over<br />
verschillende tijdsperioden. De pijn is gemeten met behulp van de VAS 0-100mm, waar<strong>bij</strong><br />
0mm ‘geen pijn’ en 100mm ‘de ergste pijn mogelijk’ betekent. Over de normering van de<br />
VAS bestaat in de literatuur geen consensus. Er kan zowel in mm als in cm worden<br />
gerekend.<br />
De interpretatie van de VAS score is: 0 tot 4mm betekent geen pijn; 5 tot 44mm, milde pijn;<br />
45 tot 74mm, gematigde pijn; en 75 tot 100mm, ernstige pijn. Een toename of afname van de<br />
pijn met 33% suggereert dat verandering van pijn betekenisvol is voor de patiënt (6).<br />
Tabel 1. VAS pijn score<br />
VAS pijn score 0-100mm<br />
VAS pijn in rust 10mm<br />
VAS pijn <strong>bij</strong> lopen 80mm<br />
Zwelling<br />
De zwelling wordt gescoord middels de indeling volgens de ‘Effusion Grading Scale’ welke<br />
goed beoordeeld is(25).<br />
Tabel 2. Hydrops middels ‘Effusion Grading Scale’<br />
Hydrops middels ‘Effusion Grading Scale’<br />
Hydrops 1+<br />
Omvang bovenbeen<br />
De omvang van het bovenbeen wordt gemeten 15cm boven de gewrichtsspleet met behulp<br />
van een meetlint, dit om een indruk te krijgen van de spieromvang en mogelijke atrofie.<br />
Tabel 3. Omvang bovenbeen<br />
Omvang bovenbeen in cm<br />
R:L -1,8cm<br />
6
Mobiliteit/spierlengte<br />
De gewrichtsmobiliteit is gemeten met een goniometer waarvan de betrouwbaarheid<br />
wisselend beoordeeld wordt. De validiteit en betrouwbaarheid is in vergelijking met het<br />
‘timmermansoog’ hoger. De inter-beoordelaars validiteit en betrouwbaarheid wordt vaak<br />
bediscussieerd(3). Maar volgens Mayerson is de inter- en intrabetrouwbaarheid van de<br />
goniometer is goed, respectievelijk r = 0,97, r = 0,98(23).<br />
De spierlengte is gemeten door het linkerbeen met het rechterbeen te vergelijken met behulp<br />
van de methode van Kendall(14).<br />
Tabel 4. Gewrichtmobiliteit in graden<br />
Gewrichtsmobiliteit in graden<br />
Flexie rechter knie (R:L) Geen <strong>bij</strong>zonderheden<br />
Dorsaalflexie rechter BSG (R:L) Geen <strong>bij</strong>zonderheden<br />
Tabel 5. Beperking musculaire mobiliteit m. Quadriceps Femoris in graden.<br />
Spierlengte m. Quadriceps Femoris in graden<br />
Rechts:Links -15°<br />
Kracht<br />
De kracht is getest middels een 10RM maximaalkrachtest (KMAX)(zie tabel 6) van de m.<br />
quadriceps musculatuur en is tevens gescoord middels de MRC schaal (0-5). Van de KMAX<br />
zijn geen klinimetrische eigenschappen bekend. De MRC schaal wordt niet gezien als erg<br />
betrouwbaar (28).<br />
Tabel 6. Kracht getest middels KMAX op de legpress en leg extension<br />
Kracht getest met KMAX op de legpress en leg extension in aantal herhalingen en kg<br />
LP - Rechts 10hh (0kg)<br />
LP - Links 10hh (>100kg)<br />
LE- Rechts 6hh (5kg)<br />
LE - Links 10hh (80kg)<br />
Tabel 7. Kracht gemeten m.b.v. MRC schaal<br />
Kracht gemeten m.b.v. MRC schaal 0-5<br />
Extensie rechter knie 4<br />
Extensie linker knie 5<br />
Sprongkracht<br />
Om de sprongkracht te meten is de single leg hop links/rechts test gebruikt welke<br />
betrouwbaar is gebleken(18).<br />
Tabel 8. Sprongkracht getest middels Hop test<br />
Sprongkracht getest middels Hop test op horizontale sprong afstand<br />
Rechts Niet mogelijk i.v.m. pijn<br />
Links -<br />
7
Activiteiten<br />
De activiteiten van de patiënt zijn in kaart gebracht met de Patiënt Specifieke Klachten<br />
(PSK). Hier<strong>bij</strong> geeft de patiënt 3 tot 5 fysieke activiteiten aan. De activiteiten moeten relevant<br />
en belangrijk zijn, de patiënt moet er hinder van ondervinden en de activiteiten moeten<br />
wekelijks plaatsvinden. De activiteit wordt gemeten van 0 tot 100mm. Hier<strong>bij</strong> staat 0mm voor<br />
geen hinder, en 100mm voor ‘uitvoeren niet mogelijk’.<br />
In deze casus is gekozen voor de activiteiten staan, hurken, hardlopen en voetbal als<br />
participatie(4).<br />
Tabel 9. Activiteiten gemeten middels PSK<br />
Activiteiten gemeten middels PSK 0-100mm<br />
Staan 20<br />
Hurken 50<br />
Hardlopen 80<br />
Voetbal (trainen met de groep en 100<br />
wedstrijden spelen )<br />
VISA<br />
De VISA-vragenlijst is door het Victorian Institute of Sport Assessment ontwikkeld specifiek<br />
voor patiënten met een springersknie of vergelijkbare diagnose. Deze Nederlandse versie is<br />
gemaakt van de gemodificeerde versie die binnenkort (mededeling auteurs mei 2005)<br />
gepubliceerd zal worden vanuit de VISA-tendon study group. De VISA is zeer geschikt dus<br />
voor deze casus en betrouwbaar(22,32)<br />
Tabel 10. VISA vragenlijst voor <strong>tendinopathie</strong>klachten<br />
VISA vragenlijst voor <strong>tendinopathie</strong>klachten 0-100<br />
VISA 27<br />
Lysholm<br />
De Lysholm Knee Score is een door de patiënt zelf in te vullen vragenlijst bestaande uit 8<br />
items. De vragenlijst is ontwikkeld voor het in kaart brengen van de mate van knie-instabiliteit<br />
op zowel stoornis- als beperkingsniveau. Een hoge score op de Lysholm scorelijst komt<br />
overeen met een geringe mate van knie-instabiliteit. De lysholm score is ook betrouwbaar<br />
gebleken(19).<br />
Tabel 11. Lysholm score vragenlijst voor knieklachten<br />
Lysholm score vragenlijst voor knieklachten<br />
Lysholm 65<br />
SARS<br />
De Sports Activity Rating scale (SARS) bepaald de mate van activiteit van patiënten met<br />
knieaandoeningen. De patiënt wordt gecategoriseerd naar de mate waarin deze persoon per<br />
week aan sport doet en welk soort sport er uitgevoerd wordt. De patiënt kan op vier<br />
verschillende niveaus scoren die allemaal gerelateerd zijn aan een hoeveelheid punten. Door<br />
middel van deze score wordt een specifiekere inschatting van de belasting en het<br />
activiteitenniveau van de patiënt gemaakt. Over de methodologische kwaliteit is op dit<br />
moment weinig bekend(24).<br />
Tabel 12. SARS score qua sportparticipatie <strong>bij</strong> knieklachten<br />
SARS score qua sportparticipatie <strong>bij</strong> knieklachten 0-100<br />
8
SARS 20<br />
Behandeling<br />
Woodley et al bekeken 11 studies waarin het effect van excentrische <strong>training</strong> (ET) op<br />
tendopathieën onderzocht is, waaronder ook verschillende onderzoeken op patella<br />
<strong>tendinopathie</strong>ën. Ze konden de voorzichtige conclusie trekken dat ET een positief effect<br />
heeft op klinische symptomen zoals pijn, patiënt tevredenheid en terug kunnen keren in het<br />
arbeidsproces. Ze vergeleken deze uitkomsten met verschillende controle groepen, die<br />
interventies ondergingen als concentrische <strong>training</strong>, rek oefeningen, fricties, en ultra geluid.<br />
<strong>Excentrische</strong> <strong>training</strong> heractiveert de gestopte of gefaalde regeneratie. Het stimuleert de<br />
collegeen vezels tot het vormen van ‘cross linking’ in de pees en daarmee ook de<br />
remoddelering(34).<br />
In de review van Visnes met 7 studies en 6 andere voor dit case report gebruikte<br />
literatuurstudies wordt als <strong>training</strong>sprogramma gebruikt: 3x15hh, 2x per dag, 12weken lang,<br />
squat op een decline board 25° tot 90° flexie in de knie (1,12,26,29,33,34,35).<br />
Hier<strong>bij</strong> mag pijn met VAS 4-5 aanwezig zijn, hoewel niet duidelijk is waarom. Hier<strong>bij</strong> wordt<br />
geadviseerd tijdelijk niet te sporten en niet de snelheid van uitvoeren te verhogen maar het<br />
gewicht(33). Het is ook mogelijk <strong>bij</strong> minder pijn tijdens de oefeningen het aantal herhalingen<br />
te verhogen(26).<br />
Dit programma scoort betreffende vermindering van pijn en terugkeer naar sport voor goede<br />
resultaten(15,26,30,34), op horizontale ondergrond echter slecht(30). Het heeft ook een<br />
hogere likelihood ratio qua herstel na 12maanden, zeker <strong>bij</strong> sporters die tijdens de<br />
blessureperiode doorgaan met sporten(35).<br />
Excentrisch trainen met de decline squat geeft betere resultaten dan de step squat (35) en<br />
concentrisch trainen(12).<br />
Het is duidelijk dat met het decline board de ‘maximum load’ op de <strong>patellapees</strong> 25-30%<br />
groter is dan op horizontale ondergrond, ook gemeten met EMG, hier<strong>bij</strong> geldt ook nog hoe<br />
dieper de flexie hoe groter het verschil(7,16,29). Bij het langzaam uitvoeren van de<br />
oefeningen wordt deze kracht nog groter(14). Het effect van de <strong>training</strong> is 50-70% kans op<br />
verbetering(33).<br />
NSAID’s lijken geen effect te hebben. Corticosteroiden zorgen op korte termijn voor minder<br />
klachten maar juist op lange termijn meer klachten(26,36). IJs, tape, braces en fysische<br />
therapie kunnen pijnstillend werken maar hebben op de lange termijn geen bewezen effect.<br />
ESWT lijkt wel zinvol qua vermindering pijn en verbetering functie(26,36).<br />
Operatief ingrijpen geeft geen garantie, de resultaten zijn wisselend(12), 60-100% succesvol,<br />
hierna moet echter dezelfde revalidatie gedaan worden. Een operatie kan wel gedaan<br />
worden wanneer er ontstekingsverschijnselen of een avulsiefractuur aanwezig is(2). Dit kan<br />
dan een open patellar tenotomy zijn(1). Dit lijkt geen voorkeur te hebben boven excentrisch<br />
trainen, zeker niet omdat dezelfde revalidatie moet worden gedaan achteraf(1).45% keert na<br />
12maanden terug naar sport na de OK en 55% <strong>bij</strong> excentrisch trainen(1). Een operatie wordt<br />
pas na 6 maanden klachten geadviseerd(25).<br />
Na literatuurstudies over patella <strong>tendinopathie</strong> en eerdere ervaringen, wordt er gekozen voor<br />
excentrische kracht<strong>training</strong> in combinatie met stabiliserende knieoefeningen.<br />
De excentrische kracht<strong>training</strong> wordt uitgevoerd op een schuine legpress, plate-loaded en<br />
een legextension apparaat. Op de schuine leg press worden de voeten zo geplaatst dat de<br />
hoeken van zowel het kniegewricht als de enkel hetzelfde zijn zoals <strong>bij</strong> de voorgeschreven<br />
decline squat zodat de ‘tendon load’ maximaal is. De stabiliserende knieoefeningen bestaan<br />
met name uit step-lunges voorwaarts, achterwaards en zijwaarts met balans verstorende<br />
bewegingen.<br />
De uitvoering op de apparaten bestaat uit: met twee benen 1 seconde concentrisch strekken<br />
en met het rechter been excentrisch in vijf seconden laten zakken tot over de 90 graden <strong>bij</strong><br />
de legpress en 20 graden op de legextension bank, drie series van 15 herhalingen.<br />
9
Bij de eerste test kan de voetballer dit op de legpress zonder gewicht 3 x 10 x 0 kg en op de<br />
legextension 3 x 6 x 5 kg.<br />
Tussen de oefeningen door vinden de kniestabiliserende oefeningen plaats. Gedurende de<br />
revalidatie zijn er na zes weken(T1) ook sportspecifieke loopoefeningen op het veld<br />
<strong>bij</strong>gekomen toen de klachten het toelieten.<br />
Het excentrische <strong>training</strong>sprogramma heeft uit 12 weken trainen bestaan waar<strong>bij</strong> de<br />
uitvoering en het aantal series en herhalingen hetzelfde is gebleven (3x15hh). De belasting<br />
is stapsgewijs opgevoerd in deze periode tot twee maal lichaamsgewicht (150kg) <strong>bij</strong> de<br />
legpress en één maal lichaamsgewicht <strong>bij</strong> de leg extension (80kg).<br />
Resultaten<br />
De resultaten van de revalidatie zijn te vinden in de onderstaande tabel met de T0 meting <strong>bij</strong><br />
start, de T1 meting na zes weken en de T2 meting na 12weken waar<strong>bij</strong> de patiënt vrijwel<br />
volledig hersteld was en weer klachtenvrij kon voetballen op eredivisie niveau. Na zes weken<br />
zat hij ongeveer op 70% herstel en na 12 weken op 100%.<br />
Tabel 13. Resultaten<br />
Meting T 0 T 1 T 2<br />
VAS pijn In rust 10mm In rust 0mm<br />
In rust 0mm<br />
Lopen 80mm Lopen 0mm<br />
Lopen 0mm<br />
Hydrops 1+ 0 0<br />
ROM Geen <strong>bij</strong>z. Geen <strong>bij</strong>z. Geen <strong>bij</strong>z.<br />
Spierlengte M.Quadr. R:L -15° M.Quadr. R:L -0° M.Quadr. R:L -0°<br />
Spierkracht MRC M.Quadr. R:L 4:5 M.Quadr. R:L 5:5 M.Quadr. 5:5<br />
Omvang bovenbeen R:L -1,8cm R:L -1,5cm R:L -1,3cm<br />
KMAX (Kg 15RM LegPress R:L 0:100 LegPr. R:L 110:150 LegPr. R:L 150:150<br />
LegExt. R:L 5:80 LegExt. R:L 50:80 LegExt. R:L 80:80<br />
Hop-test n.v.t. R:L >10% verschil R:L
in de literatuur vrijwel niets te vinden, de decline squat krijgt vanwege de goede resultaten in<br />
alle literatuur de voorkeur (7,16,29).<br />
Daarnaast wordt in vrijwel alle literatuur omtrent dit onderwerp aangegeven dat verder<br />
onderzoek nodig is naar de exacte werking van de excentrische <strong>training</strong>.<br />
Conclusie<br />
We kunnen concluderen dat de patiënt volledig hersteld is van zijn blessure, alle doelen zijn<br />
bereikt en er is voldaan aan de hulpvraag. De patiënt heeft vervolgens pijnvrij en klachtenvrij<br />
kunnen voetballen op eredivisie niveau. De betekenis van dit case report is het feit dat na<br />
deze interventies er in dit geval volledig is voldaan aan de hulpvraag van de patiënt en dat<br />
excentrisch trainen positief heeft <strong>bij</strong>gedragen aan het herstel van de <strong>patellapees</strong> <strong>bij</strong> een<br />
tendinose.<br />
11
Literatuurlijst<br />
1. Bahr, R., Fossan, B., Loken, S., Engebretsen, L. (2006). Surgical Treatment<br />
Compared with Eccentric Training for Patellar Tendinopathy (Jumper’s Knee). The<br />
Journal of Bone and Joint Surgery, 88-A, august.<br />
2. Beam, J.W., Lozman, P.R., Uribe, J.W. (1995). Surgical Treatment of Chronic Patellar<br />
Tendinitis in a Collegiate Football Player. Journal of Athletic Training, 30, Number 4,<br />
December 1995.<br />
3. Bergen van, J., Breevaart C., (2006). Trainen en meten van belastbaarheid;<br />
Hogeschool Rotterdam.<br />
4. Beurskens A.J.H.M., (1996) Low back pain and traction. Hfst. 7 A patient-specific<br />
approach for measuring functional status in low back pain. Thesis Rijksuniversiteit<br />
Limburg, Maastricht.<br />
5. Bowers, K.D. (1981). Patellar tendon avulsion as a complication of Osgood-<br />
Schlatter's disease. American Journal of Sports Medicine, Nov-Dec;9(6):356-9.<br />
6. Breivik, E.K., Bjornsson, G.A., Skovlund, E. (2000). A comparison of pain rating<br />
scales by sampling from clinical trial data. Clinical Journal of Pain, 16, 22-8.<br />
7. Frohm, A., Halvorsen, K., Thorstensson, A. (2007). Patellar tendon load in different<br />
types of eccentric squats. Clinical Biomechanics, 22, 704–711.<br />
8. Groot de, R., Malliaras, P., Munteanu, S., Payne, C., Morrissey, D., Maffulli, N. (2012)<br />
Foot Posture and Patellar Tendon Pain Among Adult Volleyball Players. Clinical<br />
Journal of Sport Medicine, 22, Nr 2, March.<br />
9. Hägglund, M. (2007). Epidemiology and prevention of football injuries. Division of<br />
Social Medicine and Public Health Science. Department of Health and Society,<br />
Linköpings Universitet, Linköping, Sweden.<br />
10. Hägglund, M., Zwerver, J., Ekstrand, J. (2011). Epidemiology of Patellar<br />
Tendinopathy in Elite Male Soccer Players. American Journal of Sports Medicine, 39,<br />
1906.<br />
11. Hawkins, R.D., Hulse, M.A., Wilkinson, C., Hodson A., Gibson, M. (2001). The<br />
association football medical research programme: an audit of injuries in professional<br />
football. British Journal of Sports Medicine, 35, 43-47.<br />
12
12. Jonsson, P., Alfredson, H. (2005). Superior results with eccentric compared to<br />
concentric quadriceps <strong>training</strong> in patients with jumper’s knee: a prospective<br />
randomised study. Britisch Journal of Sports Medicine, 39, 847–850.<br />
13. Kannus, P., Aho, H. & Jarvinen, M. (1998). Computerized recording of visits to an<br />
outpatient sports clinic. American Journal of Sports Medicine, 15, 79–85.<br />
14. Kendall F P, Kendall Mc Creary E, Spieren, tweede druk, 1986<br />
15. Knobloch, K. (2008). Eccentric <strong>training</strong> and the sciende behind. American College of<br />
Sports Medicine.<br />
16. Kongsgaard, M., Aagaard, P., Roikjaer, S., Olsen, D., Jensen, M., Langberg, H.,<br />
Magnusson, S.J. (2006). Decline eccentric squats increases patellar tendon loading<br />
compared to standard eccentric squats. Clinical Biomechanics, 21, 748–754.<br />
17. Kongsgaard, M., Qvortrup, K., Larsen, J., Aagaard, P., Doessing, S., Hansen, P.,<br />
Kjaer, M., Magnusson, M. (2010). Fibril Morphology and Tendon Mechanical<br />
Properties in Patellar Tendinopathy Effects of Heavy Slow Resistance Training.<br />
American Journal of Sports Medicine, 38: 749.<br />
18. Lutjenkossink, S. (2007). Hoe is de betrouwbaarheid van functionele knietesten na<br />
een VKB-reconstructie? Afstudeeropdracht Juni 2007.<br />
19. Lysholm J, Gillquist J. (1982). Evaluation of knee ligament surgery results with special<br />
emphasis on use of a scoring scale. American Journal of Sports Medicine, May-<br />
Jun;10(3):150-4<br />
20. Maffulli, N., Kahn, K.M., Puddu, G. (1998). Overuse tendon conditions: Time to<br />
change a confusing terminology. Arthroscopy, 14, 840–3.<br />
21. Majewski, M., Habelt, S., Steinbruck, K. (2005). Epidemiology of athletic knee injuries:<br />
A 10-year study. The Knee, 13, 184 – 188.<br />
22. Marx RG, Jones EC, Allen AA, Altchek DW, O’Brien SJ, Rodeo SA, Williams RJ,<br />
Warren RF, Wickiewicz TL. (2001). Reliability, validity and responsiveness of four<br />
knee outcome scales for athletic patients. Journal of Bone and Joint Surgery<br />
(am.ed.), Oct;83-A(10):1459-1469.<br />
23. Mayerson NH, Milano RA, (1982). Goniometric measurement reliability in physical<br />
medicine. Arch Phys Med Rehabil. Apr;63(4):171-5.<br />
24. Noyes FR, Barber SD, Mooar LA (1989). A rationale for Assessing Sports Activity<br />
Levels and Limitations in Knee Disorder; Clinical Orthopedics and Related Research.<br />
25. Patterson, L. (2009). Interrater Reliability of a Clinical Scale to Assess Knee Joint<br />
Effusion. Journal of orthopaedic & sports physical therapy, 39, nr 12, december 2009,<br />
845.<br />
13
26. Peers, K.H.E., Lysens R.J.J. (2005). Patellar Tendinopathy in Athletes Current<br />
Diagnostic and Therapeutic Recommendations. Sports Medicine, 35, 71-87.<br />
27. Peters G, Wirth CJ, Kohn D. (1997). Vergleich von Scores und Bewertungsschemata<br />
bei Kniebandinstabilitäten. Zeitschrift für Orthopädie und ihre Grenzgebiete, Jan-<br />
Feb;135(1):63-69.<br />
28. Ploeg van der, RJ, Oosterhuis HJ, (2001). Martini Ziekenhuis, afd. Neurologie.<br />
Physical examination-measurement of muscle strength. Nederlands Tijdschrijft voor<br />
Geneeskunde, Jan 6;145(1):19-23.<br />
29. Purdam, C.R., Johnsson, P., Alfredson, H., Lorentzon, R., Cook, J.L., Khan K.M.<br />
(2004). A pilot study of the eccentric decline squat in the management of painful<br />
chronic patellar tendinopathy. Britisch Journal of Sports Medicine, 38, 395–397.<br />
30. Schiavone Panni, A., Tartarone, M., Maffulli, N. (2000). Patellar Tendinopathy in<br />
Athletes Outcome of Nonoperative and Operative Management. American Journal of<br />
Sports Medicine, Vol. 28, No. 3.<br />
31. Steiner, W.A., Ryser, L., Huber, E., Uebelhart, D., Aeschlimann, A & Stucki, G.<br />
(2002). Use of the ICF Model as a Clinical Problem-Solving Tool in Physical Therapy<br />
and Rehabilitation Medicine. Journal of the American Physical Therapy Association,<br />
11, 1098-1107.<br />
32. Visentini, P.J., Khan, K.M., Cook, J.L., Zoltan, S., Kiss, S., Harcourt, P.R., Wark, J.D.<br />
The VISA score: An index of severity of symptoms in patients with jumper's knee<br />
(patellar tendinosis). For the Victorian Institute of Sport Tendon Study Group.<br />
33. Visnes, H., Bahr, R. (2007). The evolution of eccentric <strong>training</strong> as treatment for<br />
patellar tendinopathy (jumper’s knee): a critical review of exercise programmes.<br />
Britisch Journal of Sports Medicine, 41, 217–223.<br />
34. Woodley, B.L., Newsham-West, R.J., David Baxter, G. (2007). Chronic tendinopathy:<br />
effectiveness of eccentric exercise. British Journal of Sports Medicine, 41, 188–199.<br />
35. Young, M.A., Cook, J.L., Purdam, C.R., Kiss, Z.S., Alfredson, H. (2003). Eccentric<br />
decline squat protocol offers superior results at 12 months compared with traditional<br />
eccentric protocol for patellar tendinopathy in volleyball players. Britisch Journal of<br />
Sports Medicine, 39, 102–105.<br />
36. Zwerver, J. (2008). Patella<strong>tendinopathie</strong> (‘jumper’s knee’); een veelvoorkomende en<br />
lastig te behandelen sportblessure. Nederlands Tijdschrijft voor Geneeskunde, 152,<br />
1831-7.<br />
14